■ )0f* STENOGRAPHIE VOOR DE NEDERLANDSCHE TAAL VOORREDE. Als voorrede tot dezen 2^" druk, komt het ons niet onwenschelijk voor, er op te wijzen, dat het stelsel sedert zijne eerste verschijning in Mei 1886 in enkele opzichten gewijzigd is. echter niet zoo of zij, die met de oudere editie hebben kennis gemaakt, zullen gemakkelijk de nieuwe beginselen, hier opgenomen in de praktijk kunnen aanwenden; de basis van het stelsel toch, is geheel dezelfde gebleven. Men zal bevinden, dat die enkele nieuwe beginselen èn de duidelijkheid verhoogen èn eene grootere snelheid tegelijkertijd mogelijk maken. Wij hebben ons de ervaring bij het onderwijs ten nutte trachten te maken en door tal van voorbeelden en oefeningen, den leerling den weg meer vereffend; die voorbeelden hebben voornamelijk betrekking op woorden, die het meest gebruikelijk zijn in de taal van het dagelijksch leven, waardoor de leerling veel sneller voelt, dat hij vorderingen maakt, dan wanneer hem zelden of nooit voorkomende woorden worden voorgezet. Zooals de bewerking thans is, gelooven wij met vertrouwen te mogen constateeren, dat niemand er aan zal behoeven te wanhopen, door zelfonderricht een bekwaam snelschrijver te worden, het komt slechts aan op werken en volhouden, zooals dat met elke studie, die der moeite waard is, het geval kan geacht worden. Aanwaaien doet de Stenographie niemand. Bij het onderwijs is het ons voorgekomen, dat velen voor het stelsel reeds terugdeinzen, wanneer zij nog met den rijstebrijberg van het alphabet bezig zijn; zulken kleinmoedigen zouden wij willen toeroepen'. »Blijft er buiten!" Is men echter eenmaal over die moeilijkheid heen, dan durven wij voorspellen, dat de constructie van het stelsel van dien aard is, dat men met klimmende belangstelling de nadere ontwikkeling volgt. Met deze bewerking bedoelen wij den leerling in eene serie van lessen de beginselen van het stelsel duidelijk te maken en hem aan de hand der oefeningen langzamerhand tot een snelschrijver te vormen. Eene studie der P'nonographie is in Engeland niet oneigenaardig vergeleken met het bestudeeren van de wiskunde naar Euclides: Phonographie is bijna wiskunstig opgebouwd; evenmin als in de meetkunde worden er sprongen gemaakt. Mist men één schakel dan kan het systeem in duigen vallen. Maar gelijk men in de wiskunde niet volstaan kan met de stellingen van buiten te leeren, zoo is dit ook hier het geval. De leerling mag het geheele boekske woordelijk van buiten kennen, zoolang de woorden slechts als een galmend geluid aan hem voorbijgaan zonder zin of beteekenis, zoolang komt hij niets verder, en zal hij geen woord kunnen schrijven, evenmin als hij in de mathematische wetenschap één vraagstuk zal kunnen oplossen. Men dringe dus in den geest door, wij zullen onze beste pogingen aanwenden om alles haarfijn en duidelijk voor te stellen. Amsterdam. Jan. '89. F. De Haan Zzn. LES I. Onder Phonographie dan, samengesteld uit phone = klank en graphe - schrift, wordt verstaan de kunst, de uitgesproken klanken door teekens weer te geven: het is er in de snelschrijfkunst natuurlijk om te doen, zooveel van een woord te schrijven als men bepaald noodig heeft om het direct weer te kunnen herkennen en hoe systematischer wij daarbij te werk gaan, des te gemakkelijker is het, dat spreekt van zelf; daarom is de eerste regel van de Phonographie: Schrijf slechts die klanken, die gij hoort, laat die klanken welke gij niet hoort, weg; gij hebt dus slechts zoodra gij een woord hoort, te onderzoeken welke klanken gij hoort en alleen deze neer te schrijven, bijv: in het woord »wordt" hoort gij alleen : w. o. r. t; in wenschen alleen w. e. n. s. e. n; denk er dus niet aan hoe gij een woord in het gewone schrift zoudt schrijven : in muschjes schrijft gij: m. u. sj. e. s. Verder valt op te merken, dat in woorden als wenk, mank, drink, nevens de k nog de klank n g wordt gehoord en niet bloot de n klank. De c wordt steeds als s of k gehoord, de x als ks; de q meest als kw. Een dubbele medeklinker wordt overigens als een enkele beschouwd; sissen = sisen, adder — ader. In de klinkers wordt u een middel aan de hand gedaan om te weten wat bedoeld wordt. Wij zullen echter wèl doen in samengestelde woorden de klanken van de samenstellende woorden te schrijven; in de eerste plaats om ook voor deze een vasten regel te hebben, en in de tweede plaats, om de duidelijkheid te vergrooten: schrijf dus in oogglas, de beide g's; in oppassen de beide p's, in bevoorrechten de beide r's, enz. Sommige stelsels laten daarbij veel meer vrijheid; wij kunnen het niet aanbevelen, omdat het de duidelijkheid zou verminderen. Maar wat hebt gij er aan, slechts met veel moeite te kunnen ontcijferen hetgeen gij geschreven hebt. Bovendien zal het toch wel geen betoog behoeven: hoe meer gij u aan vaste regels kunt houden, des te beter is het. p als in paard : b \ als in baard t I » » tak : d I » » dak g(ch) // v » oog, schijn : ger / » » hooger k — » » kat : g(ch) — » » dag oog f » » fout : v » » voet ts ( x » motie, iets : s ) » » ys : z ) » » zcd sj J »■ » meisje ^ : zj » » horloge m -7* » » maar : mp(mb) --v » > damp n — » » neen : ng ^ » » ring 1 -t> koel : Ier f' » » koeler r » » arm, : rg, rig ^ » » dwerg treurig w /> » wij : j ^ t> » ja h ^ » » hoe : wel 0 » » wel kw » » kwaal. Zooals gij uit het alphabet zult kunnen zien, hebben de g en ch dezelfde teekens ontvangen, n. m. / en -—; beide klankei) toch worden op dezelfde wijze uitgesproken; de ch in schaal heeft feitelijk denzelfden klank als de g in goed ; vergelijk voorts noch en nog, slecht en legde, ligt en licht. Daarom hebben beide klanken dezelfde teekens ontvangen. Dit berust op het groote beginsel: elke klank heeft zijn eigen teeken, elk teeken representeert een bepaalden klank, en wij hebben niet, zooals Dickens in zijn David Copperfield aangeeft, te doen met teekens die nu eens dit, dan weer dat voorstellen. Onthoud dit goed, het kan uwe studie aanmerkelijk verlichten, wanneer gij dit gestaag in het oog houdt. Wij behandelen hier eerst de medeklinkers, die als het ware het vaste gedeelte, het geraamte der taal uitmaken terwijl de klinkers als de spieren dat geraamte bekleeden, het meer veranderlijke gedeelte vormen en gehalte en klank aan het woord geven. De medeklinkers, zooals die zijn aangegeven ') onder n°. i, zijn gelijk men ziet voor het meereijdgel de allereenvoudigste rechte en gebogen lijnen; men vindt ze in de onderstaande diagrammen terug \ Zooals gij zult kunnen opmerken zijn de scherpe medeklinkers door dunne scherpe teekens, de daarmede verwante zachte medeklinkers door de overeenkomstige zware dikkere streken voorgesteld. Daardoor wordt het aanleeren van die teekens reeds voor nagenoeg de helft gemakkelijker; want gij hebt de dunnere teekens slechts te kennen of gij kunt ook direct weten, welk zwaarder teeken voor den zwaarderen klank wordt gebruikt. Deze wijze van schrijven heeft ook nog dit voor, dat er een eigenaardig nauw verband ontstaat, tusschen klank en teeken; immers het is duidelijk, dat een zwaardere klank meer tijd vereischt om uitgesproken te worden. dan 'de overeenkomstige dunne klank, terwijl men ook tot het schrijven van een zwaar teeken meer tijd noodig heeft dan voor het zelfde teeken dun. ') De lessen zijn met romeinsche getallen aangegeven; de voorbeelden met gewone cijfers elke les met i beginnende; daarmede stemmen de stenographische tabellen, op gelijke wijze gemerkt, overeen. Alle enkelvoudige teekens. die in de diagrammen op pag. 3 te vinden waren, zijn in het alphabet gebruikt; bovendien de teekens voor w, j, h, kw, wel; daar dit samengestelde teekens zijn, zouden zij de aanhechting aan de andere medeklinkers kunnen bemoeilijken; om in dergelijke bezwaren te voorzien, zullen wij u later een middel aan de hand doen om die klanken ook nog op eene andere wijze uit te drukken. Thans willen wij nog slechts opmerkzaam maken op den mystieken samenhang der enkelvoudige teekens ; zoo worden in dezelfde richting geschreven: 1 p. b. f. v. \\JJ voortgebracht door de lippen. 2 t. d. s. z. ts. |.1 .}>C. * » » tanden. 3 sj. zj. 1. Ier. r. opw., w, wel »J}r» het gehemelte 4 g (horiz.) k. kw. > > de keel 5 m. mb. n. ng. » » den neus Vergelijk daarmede de bovenstaande teekening waarin die verschillende organen door lijnen in de richtingen der letters zijn aangegeven en die ons als het ware er toe leiden, het alphabet, zooals gij het hier vindt, het alphabet der natuur te noemen. Wij kunnen hiermede onze eerste les als afgeloopen beschouwen ; de beste oefening die gij thans maken kunt is deze: neem een gewoon gelinieerd schrift en t r e k elke letter van het alphabet bedaard; maak ze alle even groot, van de grootte ongeveer als in de voorbeelden is aangegeven. — Vul bijv. ééne bladzijde van elke letter, maar schrijf vooral niet te snel; dit is eene der groote fouten waarin velen vervallen. Hardloopers bin doodloopers" zeggen de Friezen, en zoo zou het u hier ook kunnen gaan; begint gij met snel te schrijven, dan kan het niet falen, of gij zult een onduidelijk, een slecht schrijver worden en gij zult, als het op stuk van zaken aankomt, uw eigen schrift niet kunnen lezen en dan is uw geheele studie totaal onzin en niets waard. Gewent gij U echter van het begin af aan langzaam en bedaard de teekens als het ware te trekken, dan komt de vereischte losheid, de snelheid van zelf en gij zult eindelijk snel en toch duidelijk kunnen schrijven. Bedenk, dat langzaam schrijven duidelijkheid, dat veel schrijven snelheid brengt; verg dus van U zeiven accuratesse ,volharding en ijver en gij zult er bepaald moeten komen. — Het is precies hetzelfde als in gewoon schrift; ook daar moet gij langzaam het alphabet beginnen te trekken, om ten slotte duidelijk én snel te kunnen schrijven. Trek de zware teekens niet te zwaar, juist zwaar genoeg om ze van de dunnere te onderscheiden: maak ook de gebogen vormen niet dik over hun geheele lengte. Het is voldoende en netter ze in het midden wat te verdikken en aan beide zijden wat af te laten loopen. Wij zouden U nog den raad kunnen geven eiken klank bij het schrijven hard op uit te spreken; op die wijze gewent uwe hand zich met het gehoor samen te werken en kunt gij de teekens het gemakkelijkst leeren. De pijltjes geven de richting aan hoe die teekens te schrijven zijn. Studeer over elke les ééne week, eiken dag één uur. LES II. Aannemende, dat gij de teekens voor de medeklinkers thans goed kent en zoo niet snel dan toch duidelijk schrijft, willen wij in deze tweede les die medeklinkers eenigszins nader beschouwen. Phonographie wordt geschreven op dezelfde wijze als ons gewoon schrift, d. w. z. van links naar rechts en van boven naar beneden. Het ligt dus voor de hand dat men de horizontale letters steeds van links naar rechts schrijft, de vertikale letters van boven naar beneden; het zou u heel veel moeite kosten de b en d van onder naar boven en toch snel te schrijven. Eene uitzondering kan echter gemaakt worden ten opzichte van de richting der staande g; dit teeken — voor g, ch. wordt steeds van boven naar beneden geschreven, maar men schrijft de r, die nagenoeg in dezelfde richting loopt steeds van beneden naar boven. — Op die wijze kunt gij wanneer de g en r aan andere medklinkers verbonden zijn, altijd zien, welke klank, — de g of de r —- bedoeld wordt; de richting waarin de letter is geschreven, opwaarts of dalend, is dan de onfeilbare gids. Staan die letters alleen, dan geeft nog de richting aan, welke klank bedoeld wordt. — De g. ch wordt dalend geschreven met eene helling van ongeveer 45—50°; de r opwaarts met eene helling van ± 3°° — Het mag U schijnen dat dit onderscheid moeilijk is vol te houden, maar wanneer gij die lijnen schrijft, zult ge bemerken, dat die richtingen slechts de natuurlijke richtingen zijn, die de hand neemt bij opwaarts of dalend schrijven dier lijnen. Wordt r aan andere letters gehecht, dan behoeft men zich aan die richting van 30° niet te houden, bijv. 1) r, rt, gr, rg. In de richting g—r loopen voorts nog de teekens voor de klanken 1 sj en r en door de vorenstaande toelichting op de letters g en r, zult gij gemakkelijk kunnen begrijpen, dat wijvan die richting, die zoowel opwaarts als dalend zich gemakkelijk laat schrijven, gaarne partij trekken ook voor 1 en sj, en dus deze beide teekens opwaarts of dalend kunnen schrijven, hetgeen bij de verbindingen veel gemak geeft. Staat 1 alleen zoo wordt het teeken steeds opwaarts geschreven, en sj alleen staand steeds dalend; maar worden die teekens aan andere medeklinkers gehecht, dan mogen ze van boven naar beneden of omgekeerd worden geschreven, al naardat dit het best uitkomst 2) lm, lm, sjn, sjn. Ier de verdikking van de 1 wordt steeds dalend geschreven: hoe zoudt gij een zwaar teeken opw. kunnen schrijven? Zooöok de zj. Naar gij ziet, heeft r twee teekens ontvangen 3j, bovendien zullen wij u later nog een middel aan de hand doen, om de r uit te drukken, dus 3 methoden wat wel gemak oplevert, omdat de r veel voorkomt. ') De w. j. h. worden steeds opwaarts geschreven en volgen daardoor ook weer de richting van ± 300 van de r. Wij moeten u speciaal aanraden deze teekens zeer bedaard te trekken, want zij ontaarden anders licht in vormen als 5), wat leelijk, onduidelijk en wat meer zegt: foutief is. »Ce n'est pas un crime, c'est une faute", en gij zoudt allerwonderlijkste tot zelfs gevaarlijke abuizen kunnen begaan, door op die wijze te schrijven. Maak vooral het cirkeltje van de h zuiver, niet 6) of 7) maar bepaald een zuiver cirkeltje. De »wek, gelijk een 1 met een klein teekentje voorop, wordt steeds opw. geschreven. Als algemeene regel geldt voorts, eerst alle medeklinkers van een woord te schrijven en dan de klinkers, voor zoover noodig is, in te lasscnen — Hier hebben wij dus eene afwijking van ons gewoon schrift, waar klinkers, zoowel als medeklinkers in hun gewone volgorde — zooals wij ze hooren — worden neergeschreven; in phonographie licht men de pen niet eerder van het papier, dan nadat men de medeklinkers heeft geschreven; de tweede letter begint dus waar de eerste eindigt, de derde aan het einde der tweede, enz: 8) nt, fn, vl, bl, tk, trt, rgrng, vgd, tmp, gr, brg, vrg, Ik, s/A', lm, rk, rk, mk, nr, wr, jr, hr, fm. Er moet steeds een hoek zijn tusschen f en n, opwaartsche 1, m en dergelijke combinaties; bij het langzaam schrijven 1) Om u het onthouden van 1 en r gemakkelijker te maken, kunnen wij er op wijzen, dat in den circelboog 4) het 1 inker gedeelte de 1, het r echter gedeelte de r voorstelt. zuilen beginners waarschijnlijk een hoek maken tusschen p en n, b—n, t—n. d—n, m—p, m—b, m—t, m—d, opw. r en m, enz, maar de meer geavanceerden zullen in deze verbindingen den hoek weglaten. — Trouwens dit zult gij bij meerdere kennis van het stelsel en bij grootere vingervaardigheid, zelf gemakkelijk voelen. — Voor het begin doet gij wél, U aan deze opmerking niet te storen, schrijf langzaam en zuiver; het is beter dat gij U te strikt aan den regel van langzaam en zuiver schrijven houdt, dan dat gij dien regel ook maar in het minst of geringst veronachtzaamt. Wanneer een rechte medeklinker wordt herhaald, moet er geen breuk ontstaan; schrijf dus niet: d—d 9), maar 10); k—k niet 11) maar 12); b—b niet 13) maar 14); r—r niet 15) maar 16); li— r niet 17) maar 18). enz. Wanneer een gebogen medeklinker herhaald wordt, herhaal dan ook den boog; m—m 19), f-—/' 20), n—n 21), r—r 22), l—l 23). Alleen staande consonanten rusten op de lijn als 24) h, t. g b, m, n, iv, l, v, s. Ook combinatiën als de volgende 25) mn, Ir, rsj, lp, n, m, gg, vsj, rr, msj, rp, rm, lm, hd, wr, mt, kts. Wanneer 2 dalende letters worden vereenigd, moet de eerste op de lijn rusten, de tweede gaat er onder: 26) tch, gg, pp, pg, vt, tcht, rp, rkt, vgd, drg, grig. Als oefening op deze tweede les zult gij het best doen, de medeklinkers alle onderling te verbinden daarbij steeds de klanken uitsprekende, die gij neerschrijft, zoo bijv: 27) p en p. pb, pt, pd, pg, pger enz.; voorts: 28) bb, bp, bt, bd, bg, bger, enz, dan 29) tp, tb, tt, ld, tg, tger en zoo het geheele alphabet doorgaande; schrijf van elk dezer verbindingen zoo niet een pagina dan toch minstens eene lijn vol en streef steeds naar zuiverheid. Dit is tevens de beste methode om u met de medeklinkers vertrouwd te maken. LES III. Wij nemen thans aan, dat gij de medeklinkers goed kent en zuiver kunt schrijven; mocht dit laatste nog niet het geval zijn, schrijf het alphabet dan nog eenige malen, maar vooral langzaam en zuiver. Tot nu toe zijt gij steeds synthetisch (opbouwend) te werk gegaan en het snelschrijven is niets anders dan een snel synthetisch werken. Iets geheel anders is echter het analytisch (ontledend) werken, in dit geval het lezen van hetgeen gij geschreven hebt. Er zijn personen die vrij snel Phonographie kunnen schrijven maar niet vlot kunnen lezen; zij kunnen wel (langzaam gaande) het geschrevene ontcijferen, — een bewijs dat het leesbaar genoeg is — maar de vaardigheid om dat snel te doen. ontbreekt hun, en dit kan ook slechts door oefening worden verkregen. Lees daarom van het begin af aan steeds dat, wat gij geschreven hebt, na. Op die manier zult gij spoedig de noodige vaardigheid krijgen. Indien gij gemakkelijk lezen kunt hetgeen gij hebt geschreven, kan u dat tevens als bewijs strekken, dat gij de vormen zuiver hebt getrokken. Wij zijn thans aan de klinkers gekomen en kunnen u niet genoeg aanraden de eerste rubriek klinkers goed te begrijpen en te leeren omdat alle klinkers er mee samenhangen en per slot van rekening het geheele stelsel daarop rust. — Wij zouden dan de eerste rubriek klinkers gevoegelijk de »lange basis klinkers" kunnen noemen; zij zijn 6 in getal aa — ee — ie — 00 — uu — oe. — Gij hebt (J daarbij die klanken niet voor te- stellen zooals gij ze in uw gewoon schrift weergeeft, maar zooals gij ze hoort (evenals bij de medeklinkers). De eerste klinker is aa, zooals gij die hoort in slapen, paard, naam, dragen, de tweede is ee in been, ook zooals in neer (waar de r een eenigszins gewijzigd timbre aan de e geeft) in reken, geven, ontbeert. de derde is ie, zooals in: riem, mier, wieken. de vierde is oo, » » : loopen, schoten, door, koren, de vijfde is uu, » » : muren, schuur, nu. de zesde is oe, » » : voet, roepen, moed. Die zesde klank, oe, schijnt ietwat onregelmatig, hij is ten minste eene afwijking van ons gewoon alphabet, waar de y de zesde klinker wordt genoemd. — De klinkerschaal aa, ee, ie, oo, uu, oe, heeft echter dit opmerkelijke, dat terwijl de opening van den mond, het grootst is bij het uitspreken van de aa klank, deze gestaag kleiner wordt bij het uitspreken van de volgende klanken, totdat de mond bij het uitspreken van de oe het minst geopend is. Wij schrijven die klanken hier: aa, ee, ie, oo, uu, oe, om ze te onderscheiden van de overeenkomstige korte klanken, waarover straks meer. Nu vraagt gij : hoe worden die klinkers voorgesteld? Antwoord : de aa, ee, ie, door stippen, de oo, uu, oe, door streekjes. De basisklinkerschaal laat zich dus gevoegelijk verdeelen in twee seriën van drie: de stipklinkers: aa, ee, ie, de streekklinkers : oo, uu, oe. Zie hier hoe wij ze wedergeven, i) d. w. z. de klinkers worden nevens de medeklinkers geplaatst; wij hebben ze hier nevens de t geplaatst om u hunne positie te laten zien n'm iste positie: aan het begin (aa, oo) 2de positie: in het midden (ee, uu) 3de positie: aan het einde (ie, oe). Spreek niet van »boven aan" in plaats van »aan het begin" want waar zoudt gij dan blijven met uwe definitie, wanneer gij een klinker bij een horizontalen medeklinker had te schrijven als de k, of bij een opwaartsche letter als de 1, of h. Houd om die reden ook goed vast aan: »in het midden" en ■»aan het einde." Wij kunnen hier reeds dadelijk laten uitkomen, dat wanneer een klinker aan de linkerzijde van een rechtopstaanden of hellenden, of b o v e n een horizontalen medeklinker wordt geschreven, de klinker vóór den medeklinker wordt gelezen. Is daarentegen de klinker geplaatst aan de rechter zijde van een rechtopstaande of hellende letter of onder een horizontale, dan wordt de klinker n a den medeklinker gelezen, dus als volgt: vóór een medeklinker 2). na een » 3) De 1 alleenstaande word geacht als van beneden naar boven te zijn geschreven- Op die wijze krijgt gij dus bijv: 4) aap, 5) Eva, 6) oog, 7) olie, 8) Loo, 9) ree, 10) doe, 111 koe, 12) ook 13) moe, 14) oom, 15) eed, 16) thee, 17) wee, 18) hoe, 19) eer, 20) aar, 21) oor, 22) ga, 23) roe, 24) wp, 25) pa, 26) uur, 27) wie, 28) toe, 29) aak, 30) kee, 31) mee, 32) iets, 33) ja, 34) aal, 35) nu. Als gij de klinkerschaal der lange klinkers goed begrijpt, zult gij weinig moeite hebben, de volgende schaal voor de korte klinkers in uw geheugen te prenten. a als in: kat, dak, adder, dat. e » » pet, met, dele (ook zooals in dansen, stooten). i » » dik, mik, kind. o » » schot, dok, rol (ook zooals in wol, mom), u » » rum, stuk, vlug. eu » » deur, neus, queue, reuk. ' Jok hier is de mond weer het wijdst geopend bij het uitspreken van de a, terwijl dit geleidelijk afneemt, totdat hij bij eu het meest gesloten wordt. Die klinkers worden op dezelfde wijze, wat teeken en positie betreft uitgedrukt, als die van de eerste rubriek (de lange,) maar de lange klinkers worden door zware stipjes en streepjes, de korte door lichtere uitgedrukt 36). — Dit is weer in overeenstemming met het beginsel op pag. 3 verkondigd, dat zwaardere klanken door zwaardere teekens, de lichtere over- komstige klanken door lichtere overeenkomstige teekens worden voorgesteld. Op die wijze krijgt gij bijv: 37) alle, 38; el, 39) at, 40; ets, 41)J/f, 42) om, 43; queue 44; ze, 45; er, 46) asch, 47; as, 48; oclf, 49) op. De streekklinkers worden theoretisch vertikaal tegenover den medeklinker geplaatst, maar in de praktijk is een hoek geoorloofd : 50) doe of 51). — Gij zult er niet licht toe komen, „doe" op deze wijze 52) te schrijven. De samengestelde klanken worden op de volgende wijze voorgesteld, waarbij gij kunt opmerken, dat overeenkomstig hun saamgestelden aard, ook saamgestelde teekens worden gebruikt: 53) aai(e) — zooals gij die hoort in: kraai, kraaie, waai, waaie. ei(e),— kijven, rein, fijne. ieuw(e)— k(ieuw), k(ieuwe)n, n(ieuweV ooi(e)— hooi, str(ooie), ontd(ooie). ui(e)— huiveren, bruin, schuin. oei(e)— l(oeie), sch(oeisel). Wanneer gij deze schaal van samengestelde klanken vergelijkt met onze eerste rubriek van klinkers, dan zult gij ze gemakkelijk kunnen onthouden, omdat zij daarvan vrij wel afgeleid zijn. Het teeken voor aai wordt ook gebruikt voor aaie, » » » ei » » » » eie, enz. Bij ei-y en ui zou dit misschien eenig bezwaar kunnen opleveren, omdat lijn bijv. een andere beteekenis heeft dan leien, bruin dan bruien, maar wij zullen u later een middel aan de hand doen, waarbij gij eventueele moeilijkheden in die richting gemakkelijk te boven kunt komen. Voorshands zij het volgende opgemerkt: zooals gij ziet zijn y en ui 2de positie klinkers en worden uitgedrukt door de scherpe hoekjes 54) ; mocht gij de klanken eie en uie tegenkomen, dan zoudt gij die hoekjes recht kunnen maken 55) leie, lij, bui, uien, maar dit zijn minutieuse verschillen, die gij zelden tegenkomt en zelfs dan is een nauwkeurige uitdrukking nog zelden bepaald noodzakelijk. Edoch, daar het geval zich kan voordoen dat wij het bepaald moeten laten uitkomen, hebben wij hier eene methode aan de hand gedaan en zullen later nog gelegenheid hebben, er op terug te komen. Met aaie, ooie, oeie zult gij niet die moeilijkheid hebben als met v en ui. Wij hebben nu nog de samengestelde klanken: eeuw(e), ouw(e), auw(e), uw (e) zooals wij die hooren in meeuw, touw, pauw, stuwe, huw. Deze worden voorgesteld door (56) alle drie 'o ij voorkeur in de 3e positie. Wij krijgen dus bijv. 57.) hooi, 58; kauw, 59; rouw, 60) wou, 61) duw, 62) leeuw, 63) meeuw, 64^ rooie, 65) 1 oeie, 66) roèie, 67) foei, 68) jouw, 69) vil, 70) ijl, 71) lei, 72) bij, 73) dij, 74) gooi, 75) oude, 76) kieuw, 77) nieuwe of nieuw, 78) haai, 79) eisch, 80) yze, 81) wij, 82) mij, 83) bouwe, 84) nauw, 85) hieuw, 86) vouw. C*P Pao- ^ hebben wij reeds er op gewezen, dat de w enj teekens, doordien zij samengesteld waren, hier en daar de aanhech ting zouden kunnen bemoeilijken; daarom worden zij niet alleen als medeklinkers maar ook — in verband met de oorspronkelijke lange en korte klinkers — als klinkers beschouwd en als zoodanig gescheiden van de medeklinkers behandeld en geschreven, als volgt 87). Dus een zwaar klein half cirkeltje. Gij vindt die teekens ter rechter en linkerzijde in de geschreven w 88). Gij hoort die klanken bijv. in (waa)r, (wee)k, (wee)r, (wie)r, (woo)rd, (woeilen. Deze teekens worden voor lange zware klinkers zwaar, voor korte scherpe klinkers dun geschreven (89) als in (wa)t, (we)lk, ont(wi)kkeling, (wo)rding. Zoo krijgt gij bijv: 90) wat, werk, was, wil, wel (een duplikaat vorm van 91). De klank j kan met de oorspronkelijke klinkers worden verbonden als volgt: 92) zooals gij dien bijv. hoort in: folio, mitlïoên, materialist, joviaal. Gij kunt het teeken 93) vinden in den buik van de j : zoo krijgt gij 94) jarig, folio, joviaal. Die teekens worden eveneens dun geschreven voor de overeenkomstige korte klanken, 95) zooals bijv. in gó) Arcadie. Men zorge deze gebogen teekens 97) zoowel als de 98) steeds in dezelfde richting als hier aangegeven tegenover de medeklinkers te plaatsen: schrijf dus kooi niet 99) maar 100); de eerste vorm beteekent kauw; hieuw, 101) niet 102) want dat zou huw beteekenen. Wij hebben nu nog, in aansluiting aan hetgeen wij pag. 11 zeiden, het een en ander in het midden te brengen omtrent de plaatsing der klinkers, wanneer deze tusschen 2 medeklinkers voorkomen. Het valt u dan in 't oog, dat wij u den raad gaven: de iste posititie klanken aan het begin van den medeklinker » ?de » » in het midden » » » » ^de » » aan het einde » » » thuis te brengen. Wanneer een klinker tusschen 2 medeklinkers komt, vermijde men den klinker in den hoek te plaatsen, aangezien men dan moeilijk kan onderscheiden tot welken medeklinker hij behoort: gij zoudt naar voorbeeld No. 103 niet weten of die stip ten opzichte van p moet. gelezen worden, in welk geval het een 3e positie klinker is en er pik staat, of wèl, ten opzichte van de k in welk geval het een ie positie klinker zou zijn en dan krijgt gij het woord pak. — Daarom worden de volgende regels bij de vokalisatie (het inlasschen der klinkers) in acht genomen. Eerste positie klinkers worden naast den eersten medeklinker geplaatst: 1041 pak, 105) dak, 10b) dam, 107) damp, 108) naam, 109) viool, 110) nam, 111) pool, 112) Kam. 113) raak, 114) laak, 115) paar, 116) gaar, 117) kool, 118) mol, 119) mak, 1201 maak, 121) dok, 122) doch, 123) dag, 124) dor, 125) kaak, 126) raar, 127) taal, 128) sjaal. Tweede positie klinkers worden in het algemeen naast den isten medeklinker geplaatst, wanneer zij lang zijn; zijn ze kort, zoo plaatse men ze naast den 2den medeklinker. Daardoor kan men zien of een 2de positie klinker kort of lang is, ook al heeft men niet de juiste aandacht aan de dikte geschonken: 129) teer, 130) dwerg, 131) nek, 132) deeg, 133) dek, 134) rek, 134) leek, 135) lek, 136) heek, 137) bek, 138) gek, 139) rum, 140) muur, 141) keek, 142) Europa, 143) ruk, 144) kurk, 145) peluw, 146) pel, 147) nul, 148) kwel, 149) meel, 150) keel, 151) berg, 152) kweek, 153) bureau, 154) vuur, 155) verreweg. De ei en ui kunnen geplaatst worden naar verkiezing bij den i3ten of 2den medeklinker: 156) kuil, 157) lijk, 158) dijk, 159) vuil, 160) muil, 161) rijk, 162) vijl, 163) buik. Uit het oogpunt van snelheid is plaatsing nevens den 2den medeklinker verkieselijk. Derde positieklinkers worden naast den 2den medeklinker geplaatst, onverschillig of zij kort of lang zijn: 164) riem, 165) rib, 166) dikte, 167) deur, 168) toer, 169) gier, 170) geurig, 171) lig, 172) roer, 173) bik, 174) leerling, 175) rilling, 176) dik, 177) mik, 178) lik, 179) mikado, 180) tip, 181) diep, 182) chique, 183) pil, 184) fier, 185) doekje, 186) voeg, 187) deuk, 188) liep, 189) roep. In de volgende diagrammen 190) vindt gij die klinkerplaatsing nader aangegeven. Wij laten hier nu verschillende woorden volgen, waarop gij uwe krachten kunt beproeven ; denk na, schrijf bedaard en duidelijk, en lees na wat gij geschreven hebt, zoodat uw oog en geest ■ spoedig de vormen in hun opbouwende elementen Weren ontleden. Schrijf alsof de vormen met lineaal en passer waren getrokken : alsof, zeggen wij, want het behoeft geen betoog dat de methode van een onzer leerlingen, die bij elke rechte lijn welke hij had te schrijven een lineaal gebruikte, een glad verkeerde was. Bij de voorbeelden zult gij wèl doen, de volgende regel voor de r in acht te nemen: »Komt een klinker vóór r, zorg dan dat r naar onder gaat. Maar anders gerust opwaarts, waartegen geen bezwaar bestaat ; bijv: dalende r in 191) eerlang, 192) erg, 193) orgel, 194) geur, 195) tier. opw. r in 196) riem, 197) rek. Ook gaat r opw. na een opw. letter: 198) roer, 199) jam. 200) wrijve. Het is een goede oefening, -wanneer gij ééne lijn van uw schrijfboek met één woord vult en u daarbij in de samenstelling goed tracht in te denken. Licht de pen ëSrst van het papier, wanneer gij al de medeklinkers hebt geschreven, en tot de vokalisatie moet overgaan. Waar gij woorden van meer dan eene lettergreep tegenkomt kunt gij ter meerdere duidelijkheid de klinkers bij die medeklinkers schrijven, waarbij zij bij verdeeling van het woord 111 lettergrepen, behooren als: 200) leeraar, de a nevens de 2e r ofschoon het.een iste positie klinker is, die dus eigenlijk naast de eerste r moet staan; 202) allerwege 203) weleer. Ook de voorbeelden in den text werke men uit. Stuit gij op eene moeilijkheid zoek dan niet dadelijk de oplossing in de uitgewerkte voorbeelden achter in het boek, maar tracht de oplossing zelve te vinden. Schrijft bijv. alle woorden in deze oeteningen en in den text eerst in gewoon schrift onder elkaar, vervolgens schrijft gij den stenographischen vorm achter elk woord en hebt gij dat gedaan, vergelijk uwe vormen dan met de uitgewerkte voorbeelden; is er verschil, tracht L dan een verklaring daarvan te geven. Laat U daarbij niet ontmoedigen wanneer er wat heel veel verschil bestaat. — Rome is niet in één dag gebouwd. Stel U niet tevreden met eenvoudig de voorbeelden na te lezen; uwe vingers moeten ook oefening hebben, en laat gij geest en hand samenwerken, dan zal uw geest zich gemakkelijker de regels eigen maken. VOORBEELDEN. 204) aak, akademie, abdij, [alarm, allerlei, arm, Azie, bagger, beer, bengel, beul, bijna, bode, boeg, bol, bom, boog, boom, boor, bouwerij, bui, ding, doosje, eb, echo, 'eega, eenig, eenigermate, eenmaal, eenparig, eeuwig, effect, einde, eisch, eischte, elleboog, embargo, emballage, engel, engte, ergerde, etalage, etmaal, ets evenioel, ezel, familie, ferm, firma, fuik, ga, gade, gaar, gaarde, gang, geeler, genie, geweer, gil, guur, hang, heette, heide, heipaal, hoede, holler, houw, huid, huisje, idee, ijs, ijsgang, ijzing, indvt pelde, ineen, innig, intiem, Job, jongeling, joviaal, juiche, Jv .ndUe^/Juiveel, juwelier, kaler, kalmte, kamp, kar, keur, kijk, k knie, knoei, kousje, kwakkelaar, laag, lach, langdurig, lauuk leer, leerde, leerlooier, leerlooierij, leeuwerik leger, lengte, liefde, ligging, leidde, loge, longtering, maaier, majoor, mantel, meélwtrrn< meineed, meisje, moeite, motie, muschje, nahooi, namaak, natie, \ neefje, neger, neusje, omwenteling, oneenig, onwaar, onwilliger, oorlog, opbouw, opium, pakkage, palm, parc.l piano, pimpelde, quarto, raam, ramp, rang, ronk, rede, reede, 1 .derij, .regeering, reikte, ruim, ruiling, saai, sjouwde, taille, tarra, tempel, tempo, tenue, tirannie, toehappe, toehoor, toejuiching, toeloop, tong, tweeling, uier, vitreu, uithig, uitjouw, uitkijk, uitmergel, uitwijdde, Unie, vaarwel, vang, cischje, voeler, voeling, vt.ilvng, ronk, vorming, waaier, wang, wouwelaar, weduwe, weesje, wijdte, wissel, Wolf, zaai, zaaier, zaliger, zij, zei, zee, ziel, Anna, Daniël, Diana, Donaü, Italië, Jehova, Johanna, IJszee. LES IV. Met deze vierde les komen wij aan de vereenvoudigingen ; in de eerste plaats, de klank H, die wij alleen voor klinkers, nooit voor medeklinkers hooren. Behalve door het alphabetische teeken, kan deze worden uitgedrukt, door een stip voor den klinker te plaatsen. i) alhoewel, 2) had, 3) het> 4) ho°P, 5) hooger, 6> behan; deling, 7) alhier, 8) pakhuis, 9) boekhouderij, 10) liefhebberij, 11) heb. Voorts kan de klank h voor de letters, m, dalende r, opw. 1, s en z (ook voor een hoek, waarover later) door een haakje worden uitgedrukt. 12) hem, 13) heimwee, 14) ham, 15) Hamburg, 16) hemel, 17) humeur, 18; humane, 19) heer, 20) hier, 21) herkauwde, 22) horloge, 23) hoor, 24) hel, 25) heelal, 20) heiliger, 27) hol, 28) haal, 29) half, 30) 31) huwelijk, 32) Auto, 33) JV oor een hoek: 34) Hebreeuw, 35) houder, 36) /tape/.lj Het vereischt groote zuiverheid in het schrijven om ook voor de horizontale letters k en g, den haak voor h toe te passen: 37) haak, 38) hoek, 39) hek, 40) haag, 41) hechtte, 42) hijg. Dit haakje wordt zelden in het midden van een woord gebruikt. Het is duidelijk, dat wanneer de h de eenige medeklinker in een woord is, de alphabetische streek slechts kan worden aangewend: als in 43) hoe, 44) hij; 45) hooi, 46) haat. Cirkel S. Z. Deze klanken s en z komen vrij veelvuldig in onze taal voor en daarom was het noodzakelijk nevens de alphabetische streken nog een gemakkelijken vorm aan de hand te geven, n. m. een cirkeltje. Die cirkel — een prachtig stenographisch materiaal — laat zich uitmuntend gebruiken voor verbinding en wordt dan ook in verreweg de meeste gevallen aangewend. Wanneer deze cirkel aan "rechte lijnen wordt toegevoegd, wordt hij geschreven aan de r e c h t e r z ij d e van vertikale of dalende letters, en aan de overeenkomstige zijde of bovenkant van horizontale en schuin oploopende letters. *) 47) ff», 48) sg, 49) ts, 50) st, 51) ps, 52) sp, 53) ks, 54) sk, 55) rs, 56) sr, 57) ws, 58) hs, 59) js. Bij gebogen letters wordt de cirkel steeds in den boog geschreven 60) fs, 61) zv, 62) es, 63) rus, 64) sm, 65) us, 66) sn, 67) sl, 68) Is, 69) mns. Schrijf den cirkel nimmer buiten den boog; dit geeft onoogelijke, wat meer zegt moeilijk te schrijven vormen en is dus tijdroovend en bijgevolg zeer verwerpelijk. Schrijf dus jns 70) niet 71), sjs 72) niet 73). Tusschen een rechten en gsbogen vorm altijd in den boog 74) gsn, 75) gsk, 70) psn, 77) ner, 78) zsr, 79) rss, 80) rst, 81) niss, 82) kst, 83) kss, 84) fsk, 85) plsng. Tusschen 2 rechte lijnen wordt de cirkel steeds aan de buitenzijde van den hoek geschreven dus 86) tsk, niet 87): 88) bst niet 89), 90) dst niet 91); vergelijk ds 91.) en st 92). 93) ksk niet 94), vergelijk 95) ks en 96) sk. 97) psp, q8) rsr, 99) bzg, 100) rsk, 101) reger -). Wanneer de cirkel aan een alleenstaande 1 wordt toegevoegd schrijf dan 1 steeds opw: — aan de alleen staande sj, de sj steeds dalend. 102) zal, 103) las, 104) sjees, 105) zusje, 106) sijsje, 107) zusjes, 108) vischjes, 109) muschjes, 110) snels, mi roosjes, 112) geels, 113) malsch, 114) muizenis. Bedenk daarbij dat de cirkel steeds afsnijdt, afsluit als het ware, zoodat gij in beslag 115) de e niet schrijft nevens de 1 (waartoe gij anders licht zoudt komen omdat het een 2e pos. korte klinker is). 1) Die overeenkomstige zijde wordt gevonden door de t 0111 zijn beginpunt te laten draaien en in de standen van de andere medeklinkers te brengen. 2) Wanneer wij spieken van den cirkel, zoo wordt daarmede steeds de klank s of z bedoeld; onderscheid tusschen die beide behoeft alleen gemaakt te worden in kiescher en kiezer. De cirkel s z wordt gewoonlijk geprefereerd boven de streek als in: 116) sta, 117) tasch, 118) snaak lig) snik, 120) deksels, 121) opzoek, 122) maaksel 123") Amstel, 124) maximum. In dergelijke woorden wordt de klinker steeds in verband met den streek-medeklinker gelezen; de cirkel kan niet gevokaliseerd worden. ^ De cirkel aan het begin van een woord wordt altijd het eerst gelezen, aan het einde altijd het laatst: 125) kas, 126) sak, 127) raas, 128) serie, 129) zeer, 130) pas, 131) sap, 132) schim, 133) schiks, 134) zoom, 135) mis, 136) wijs, 137) jas, 138) socialisme. Dit cirkeltje is zuiver te schrijven, niet met allerlei ornamenten als 139). Er zijn eenige gevallen waar de streek s. z. gebruikt moet worden. Bevat een woord geen andere consonanten, zoo wordt steeds de s. z. streek gebruikt; dit is een natuurlijk uitvloeisel van het hierboven gezegde dat de cirkel niet kan worden gevokaliseerd 140) aas, kan niet anders geschreven worden en het zal met bij U opkomen, dit te willen schrijven 141) ) voorts: 142) yze, 143) eisch, 144) zoo, 145) was, 146) zeeziek. Ook wanneer een woord met een klinker begint, gevolgd door s-z, moet de streek worden aangewend; 147) esp, 148) Assam, niet 149) want daar staat zeep, of 150) want dat beteekent saam; voorts: 151) ezels, 152) wissel, 153) Yssel, 154) Yszee, 155) ijsel, 156) Zeeuw, niet 157); 158) zeeuwsche; vergelijk verder 159) sijs en ióo) zeis. waar gij door uw streek medeklinkers oog nader kunt aangeven, of een s dan wel een z wordt gehoord. Ten slotte is de streek s.z, te gebruiken, waar een finale s.z. wordt gevolgd door een klinker 161) ruzie, 162) auctie, 163) slaafsche, 164) massa. Is dit enkelvoudige cirkeltje een zeer bruikbare vorm, even bruikbaar mag de dubbele cirkel genoemd worden, die geheel op dezelfde wijze als de enkelvoudige cirkel wordt aangewend. De dubbele cirkel aan het begin van een woord drukt zw (sw) uit. 165) zwam, 166) zwem, 1(17) zweet, 168) zwaan, 169) zwaar, 170) zwak, 171) zwavel, 172) zwerm, 173) zweedsche 174) zwetserij, 175) zwaluw. Dit heeH nog dit voor, dat. wanneer men bij ongeluk dien dubbelen cirkel ietwat klein maakt, men nog steeds de waa, wee, wie etc. teekens in kan lasschen: 176) zwam 177) zwak 178) zwerm. Het ligt voor de hand, dat in een woord als zwaai die cirkel niet kan worden gebruikt: schrijf daar (179) niet (180) * Aan het einde van een woord — soms ook in het midden — wordt de dubbele cirkel gebruikt om »en" uit te drukken. Zoo krijgt gij aan het einde : x 81) touwen, 182) vouwen, 183) leeuwen, 184) zwaluwen, 185,) rijen, 186) huwen, 187) hieuwen, 188) meeuwen, 189) sneeuwen, 190) zenuwen, 191) knoeien, 192) oliën. In het midden: 193) kauwende, 194) huivende, 195) sneeuwende. Natuurlijk moet hier zorg worden gedragen, dat de cirkel »en' onderscheiden blijft, van cirkel s, en dat kunt gij niet beter leeren, dan door van het begin af aan, den dubbelen cirkel (zoowel voor zw, als voor en) ongeveer 3 maal zoo groot te maken als den enkelvoudigen cirkel: 196) zeep, 197) zweep, 198) zak, 199) zwak, 200) pas, 201) pauwen, 203) kies, 204) kooien, 205) koeien, 206) zijg, 207) zwijg. Merk nog op dat de cirkels s. zw. en. steeds geschreven worden (aan het begin en aan het einde van rechte lijnen) door een beweging tegenover gesteld aan de richting, welke de wijzers van een uurwerk nemen (208). De cirkel van de h wordt daarentegen steeds i n de richting van de wijzers geschreven. (209) Aan het einde van deze 4e les, willen wij U nog een middel aan de hand geven om in den cgnsonentalen vorm van het woord te zien, waar gij uw klinker hebt te lezen; thans ten opzichte van de g fCh) gelijk wij u te dien opzichte op pag. ió iets voor de r hebben aan de hand gedaan. Wordt de g-ch ln direct verband gelezen met d^s, gebruik dan dalende g als in : 210) schik, 211) schok, 212) schuim, 213) schaakspel, 214) schepsel, 215) schaal, 216) schel, 2x7) scheur. Maar komt tusschen s en g een klinker, gebruik dan horizontale g: 218) zeg, 219) zag, 220) zuig, 221) zaagsel. Merk op, dat in deze laatste gevallen in het gewone schrift een z wordt geschreven. Wel zijn er eenige woorden, waarbij van die rege wordt afgeweken (meest om een gemakkelijker vrm te krijgen) maar zij zijn weinig in getal en wij komen ze van zelf tegen. Begint een woord met eenen klinker gevolgd door g gebruik dan dalende g: 222) oog, 223) hooger, maar 224) ga. Voorbeelden: 225) adhesie, afslag, afstamming, afstel, afwezig, afzien, alsem, ansjovis, apostel, argeloos, asem, atlas, baas, bezet, besnoeien, bezeerde, bezien, bewijs, bezig, bezit, bezorg, bezweer, bijsmaak, bijzijn, boos, booze, buks, bunzing, censuur, cd, casino, cipier, claags{ch), deswege, devies, dozijn, dooien, dus, duwen, dwaas, dwars, «enigszins, eens, eensdeels, eenzaam, eerloos, ellips, ergernis, ezelswerk, feeën, gas, geheel, geheim, gekscheerde, geus, gezelliger, gijzeling, gissing, chinees, haarbuisjes, hagedis, haksel, halsdoek, harpjes, haspel, have, heelal, Mam. heerscher, heerscheres, heette, heilbede, heiligschennis, heirbyl, heirleger, hekserij, helling, helm, hengsel, herkauwen, herkiezing, herrijzing, herriep, herziening, heusche, hierlangs, hoede, hoog era, hmnleeraar, hopeloos, huilde, huisbaas, huisheer, hulde, hulp, hvlsei, omhulzel, humeur, ideeën, jezuit, judas, kaaien, kansr' Lasteel, keizerrijk, keus, kiezel, kiezer, koers, kostte, kwtkzai laars, lachziek, lampies, langzaam, leerzaam, leeszaal, /<;■lezeres, lustte, luxurieus, 'magazijn, maaksel, maaiende, maximum, meesmuilde, meestal, Messias, misère, missive, moois, mossel, muizenis, muisjes, musch, musicus, mysteriën, naspel, nauwelijks, neusjes, nieuws, nonsens, notaris, omgooien, omhelsde, omslag, onzinnigers, ophang, opschik, opstel, opsta, opzet, opzoog, opzwelling, organisatie, paradijs, passage, passie, paus, pauwen, physica, positie, questieus, quasi, rangschikking, razernij, regeeringloos, reiziger, roeien, reuzel, rustte, salaris, saldo, schaakspel, schaamte, schade, schimp, schemering, scheur, scheuring, schouwspel, secuur, sigaar, sigarette, sein, seizoen, servies, sessie, sisser, suisde, sjees, sjouwen, sjouwers, 'sjaars, sla, slag, slager, slemp, slijk, slijm, smakeloos, smal, snaar, sneller, snoeperij, snoer, socialisme, soda, soldij, solo, som, sommatie, sophisme, spaarzaam, specerijen, specie, speelhuis, spel, speler, spier, spijs, spotte, suizebol, si/jmbool, sympathie, taxatie, toeduwen, toehoorde, toeschouwer, typhus, uitwaseming, uitzien, uitzoek, uso, veeziekte, visch, vischjes, voegzaam, vork, vormloos, vouwen, vischte, vouwende, wasdom, wasscherij, werkeloos, Woensdag, zang, zeef, zeemeeuwen, zeepsop, zeer, zeereis, zeeschuim, schuim, zeeziek, zerk, zwerk, zonniger, zorg, zorgeloos, zwanezang, zwierig, Joris, Saks, Rus, Zacharias, Zwaab, Zwitsers. 1. ü. a \ Gij valt thans, met deze 5® les, midden in de afkortingen; wij hopen dat het u niet moge gaan als een enkele die meende dat voldoende snelheid kan verkregen worden, met het eenvoudige alphabet, dat verdere afkortingen geheel overbodig waren : zoo eenvoudig is de stenographie niet. Bedenk voorts wel, dat gij slechts door gestaag werken en met verstandig overleg er kunt komen; geef u van de minste pennestreek rekenschap en werk vooral geregeld, zonder minstens een uur per dag af en wijd u dan geheel aan het onderwerp. Hoofd en -hand moeten samenwerken en terwijl de hand de eenvoudigste teekens trekt, moet uw geest niet overal zijn behalve bij uw werk. En vergeet nooit dat geregeld werk boven alle spasmodisch afgebroken werk gaat; werkt gij bijv. 4 dagen niet en wilt gij door den 5den dag 4 uur extra te werken de schade trachten in te halen, dan zult gij niet zooveel vorderen, als wanneer gij eiken dag 1 uur hadt gewerkt. De eenvoudige klanken p. b. t. d. enz. komen dikwijls in combinatie voor met de 1 en r. en vormen dan als het ware een geheel, als in: trek, plek, preek, Mep, kracht, gracht. Het ligt dus voor de hand, dat wij deze combinatiën, door eene wijziging van den oorspronkelijken vorm uitdrukken. Wij zouden de t een gewijzigden vorm kunnen geven op 4 manieren als volgt: 1) d.w.z. door hoekjes er aan te hechten, aan het begin en aan het einde. De hoekjes aan het begin van de medeklinkers gehecht, drukken de aanhechting van r en 1 uit: 2) pr, 3) pl, 4) tr, 5) tl, ö) gr, 7) gl, 8) kl. 9) kr. r door dien hoek aan de linkerzijde van t en aan de overeenkomstige zijde van de andere rechte medeklinkers te hechten, 1. door dien hoek aan de rechterzijde van t en aan de overeenkomstige zijde van de andere rechte medeklinkers te hechten. De r hoek kan ook aan gebogen vormen worden gehecht door een hoekje aan het begin in den boog; 10) mr, 11) nr, 12) vr, 13) sjr. Voor het gemak hebben de vormen vr en fr, extra vormen 14) gekregen, het omgekeerde van de oorspronkelijke ' vormen, daar rr zelden voorkomt, en dan de vormen 16) beter gebruikt worden. De 1 hoek wordt aan gebogen vormen gehecht door een grooten hoek aan het begm van e€n boog als: 17) vl, 18) ml, 19) nl; vergelijk met (12, 10, 11). De aangehechte r of 1 hoek kan in geen geval eerst gelezen worden. Dit ligt trouwens voor de hand, wanneer gij slechts in aanmerking neemt, dat aan het oorspronkelijke teeken bijv. t, een hoek gehecht is (de t is niet aan denhoek gehecht) ergo, de oorspronkelijke medeklinker blijft het hoofdelement van den ontstanen vorm, de hoek is slechts een aanhechtsel, een bijkomende omstandigheid, en gij hebt eerst aan de hoofdzaak, dan aan de bijzaken te denken; 20 (isdus pr, 21) pl, niet rp en lp. Noem de vormen, die door de aanhechting van de beginhoeken (r en 1) ontstaan, niet p—r, t—r, p—1, t—1 enz, maar noem ze per, ter, pel, tel, enz., als 't ware één klank, voortgebracht door ééne beweging van de organen. En terwijl gij die vormen als een onafscheidelijk geheel beschouwt hebt gij ze ook te vokaliseeren, alsof het de oorspronkelijke vormen waren. Derhalve, een klinker na een medeklinker, waaraan de r of 1 hoek is gehecht, wordt na de r of 1 gelezen, een klinker vóór een medeklinker waaraan de r of 1 hoek gehecht is, wordt voor den geheelen vorm gelezen. Lees dus: 22) eikel, niet lijk, zooals sommigen wel eens doen, denkende eerst den hoek te zien: 23) klei, 24) lijk, 25) appel, 2b) ijzer, 27) eischer, 28) trek, 29) trekker, $o)bleek,$i) bleeker, 32) blik, 33) entree, 34) Griek, 35) vrager, 36) vroeger, 37) vogel, 38) weiger, 39) rekel, 40) glas, 41) gekker, 42) fakkel, 43) reeder, 44) redder, 45) lammer, 46) lekker, 47) ruimer, 48) houder, (zie h haak), 49) hater, 50) veehoeder, 51) vleugel, 52) werker, 53) ruiker, 54) preeker, 55) gril, 5b) winkel. Om u het schrijven van die hoeken gemakkelijker in het geheugen te prenten, hebt gij u slechts het volgende te herinneren: dat de l-hoek aan den zelfden kant wordt geschreven van de rechte medeklinkers als de s-cirkel, dus dat s en I beide, door een teruggaande handbeweging — tegen de richting der wijzers van een uurwerk — worden in het leven geroepen; r wordt verkregen door een vooruitgaande beweging. Voorts ziet gij t met den r-'noek door uw rechter-wijsvinger gebogen voor u te houden en t met den 1- hoek doör den linkerwijsvinger gebogen voor u te houden. De r-hoek wordt geschreven door eene vooruitgaande handbeweging omdat dat gemakkelijker is dan de teruggaande waarmede de 1-hoek wordt geschreven, terwijl de r-lioeken veel meer voorkomen dan de l-hoeken. Hoe de dubbele vormen voor vr, fr, gemak opleveren, kunt gij vooral zien bij aanhechting; vroom is gemakkelijker 58) dan 59) te schrijven; maar vroomer vloeit beter uit de pen op deze wijze 60); zoo ook met 61) huiver, roover, beter dan 62). ?CDe eindhoeken zijn n en v (f); 11 wordt aangehecht door een kleinen hoek te vormen aan de linkerzijde van t en aan de overeenkomstige zijde van de andere rechte medeklinkers (dus aan dezelfde zijde als r aan het begin): 63) tn, bn, kn, rn, wn, jn, hn. V of f door aan het einde van een rechten medeklinker een kiemen hoek te vormen, rechts van t en aan de overeenkomstige zijde van de andere rechte medeklinkers, dus aan de zijde van den s cirkel: 64) tf of tv, rf, bf, wf, jf. De Ti hoek wordt ook aan gebogen vormen gehecht, de v f-hoek echter niet 65) fn, vf, mn, ln, zn, rgn, mf, lv, zvn. Een klinker na een letter waaraan de n of v hoek gehecht is, wordt gelezen, voor den n of v (f) hoek: 66) toen, 67) doen, 68) bruin, 69) traan, 70) fijn, 71) trein, 72) wijn, 73) argwaan, 74) druiven, 75) trivialers. Moet na de v of n een klinker gelezen worden gebruik dan de streek: 76) koffie, 77) roove, 78) dun, 79) dunne, 80) brave, 81) brief, 82) brieven. De hoeken n, v, geven dus een idee van sluiting: 83) dien 84) dief. Hier kunt gij nu ook het verschil zien tusschen de aanwending van den n hoek, en cirkel' »en" 85) dan, 86) dooien, 87) diende, 88) duwende, 89) doste, 90) teen, 91) been, 92) bouwen, 93) touwen, 94) rein, 95) rijen, 96) huwen, 97) haan, 98) gaan, 99) gooien, 100) waan, 101) waaien, 102) pan, 103) ideëen, 104) zeëen, 105) natiën, 106) drieën, 107) knieën, 108) leeuwen, 109) leen. Zouden wij het gebruik van en-cirkel en 11-hoek in regel moeten brengen, dan is dit als volgt wel de beste wijze: gebruik den cirkel, wanneer gij tusschen n en den voorafgaanden medeklinker 2 lettergrepen hoort, den n h oek wanneer slechts 1 lettergreep tusschen beiden komt; kortom gebruik den cirkel ter uitdrukking van de doïe lettergreep, »en". In mag nooit alleen staan dalend geschreven; schrijf dien vorm steeds opw: 110) laan, 111) loon: dalend alleen staand zou deze vorm voor wel gelezen worden. Wel wordt steeds opw. geschreven. De vormen, die door aanhechting van de r,-l,-n,-v-hoeken ontstaan vindt gij onder 112). Wij geven u den raad deze herhaaldelijk uit te schrijven: vooral zuiver en bij eiken vorm u zeiven de verklaring er van gevende. Voorts vindt gij hier nog de noodige voorbeelden. Gij vergeet natuurlijk niet, dat wat gij geschreven hebt, steeds na te lezen. Voorbeelden. 113): aanklagers, aanklampen, aanleggers, aanneming, aclder, ader, adel, afbreuk, afdoening, afdragen, afdrijven, afgelegen, afleveren, aflossingen, afloop, afschaffing, afspiegelen, afwerpen, aluin, almanak, arresteeren, babbelen, beitels, beken, benoeming, bekken, beving, belooning, bevers, buffels, bitter, blaam, blaas, blaker, blank, blauwsel, blijk, bliksem, bloeien, bloesems, balsemen, bloembollen, blokken, blijf, blussching, bres, briefwisseling, bril, bruien, bruin, bijbel, bijvoegsel, cirkel, coupon, crisis, dader, dampen, doedelzak, draaien, draaischijf, dragen, drang, drassiger, dreef', dreven, driekleur, drijvers, droefenis, droevige)$ droomen, drukkers, drukte, dubbel, duivelen, durf, durven, edelen, eereprijs, eischeressen, ellende, erf, ervaren, euvel, flauw, fleurig, fluweel, frisch, geef, gegevens, gekkenhuis, generaal, genoegen, gever, gif, gingen, gevangenis, goochelen, graaf, graagte, grein grieven, groeien, groen, grof, hekel, herinneringen, hooren, gelukkigers, gelijken, immers, inlaten, jammeren, kabeljouwen, ketel, kamer, kampioenen, kan, kauwen, kennisgevingen, keuken, ketter, kiespijn, kinkel, kippen, klank, klein, klapperen, klauwen, klaver, kalveren, kleeren, klerk, kleursel, klok, klopper, kluif, knaap, knapper, kneuzing, knop, knoeie>t, knuppel, kogel, kooper, kraan, kraaien, kramen, kreukelen, kreupel, kring, kristal, kennis, kennisjes, kruising, kruisigen, kruiswegen, kwakers, kijf, leenheereu, leenman, lepel, leven, leeningen, liever, leverde, maaien, maan, makkers, menigte, meeningen, misschien, miskenning, mompelen, name)!, nagel, enkel, nikkel, nimmer, nuffen, nufjes, onbezonnen, oneven, opbreken, opname, opvattingen, organische, overbrenger, overeen, overmorgen oerwinning, overzien, plas degen, pleizierig, plukken, poeder, pogingen, pompen, pralen, pre ', preek, precies, principieel, processi proeven, profetie, professie ronken,provisie, pruik, pruilen, publiceeren, raaf, raken, rao en, regel, rijper, samengaan, schaffen, schaker, scheef, scheenbeen, schepper, scherf, schijn, schimpen, schoen, schoeien, schoener, schoffel, schoof, schuiven, schuwen, "slijper, slikken, sneuvelen, spanning, stapel, sterf, sterven, tarief, tegels, tempels, terrein, tiran, titels, toedoen, treffen, toenemen, troebelen, trophee, trompetters, trouwen, truffels, tuinhuizen, tuinkamers, tunnel, tuinman, uitbrenging, uitdragers, uitingen, uitvaagsel, uitoefenen, uitvloeiingen, ') uitvloeisel, uitvoeringen, vlag, vlammen, vlas, vleermuis, vleeziger, vleien, vlekken, vliegen, vloeien, vloek, wakker, wanhoop, wanneer, wantrouwen, ') In dergelijke woorden is het niet noodig de i van ing uit te drukken, die zit toch reeds voldoende in den zwaarderen vorm voor ng. weinig, weldoeners, weledel, wolfjes, wolven, zeeman, zeggen, Herman, Mechelen, Lissabon, Keulen, Krakau, Pruis, Babyion, Babylonié, Breukelen, Australië, Arnhem, Haarlemmers, Harlingers, Overijsel, Groningen. LES VI. Wij stellen ons voor in deze les den cirkel te behandelen in verband met de hoeken. Bedenk daarbij, gelijk wij reeds vroeger aangaven, dat de cirkel aan het begin van een woord altijd het eerst, aan het einde altijd het laatst wordt gelezen. Terwijl st, sp, sg, geschreven worden i), ontstaan de driedubbele vormen str. spr. schr. etc., door den cirkel aan de andere zijde (r hoek zijde) te schrijven: 2) str, spr, schr, skr, sdr, etc. De plaatsing der klinkers is weer geheel normaal; allereerst wordt de s gelezen; de klinker voor tr, pr, kr, etc. geplaatst, wordt vóór dien vorm gelezen; daarachter geplaatst, wordt de klinker er na gelezen, als in: 3) cither, 4) sidder, 5) sober, 6) strak, 7) strek, 8) strikken, 9) super, 10) zebra, 11) zoodra, 12) schrik, 13) schrapers, 14) schragen, 15) zeker, 16) zoeker, 17) sprekers, 18) schrijven, 19) schuif.' Met den grooten cirkel zw. wordt dus: 20) zwijger, 21) zwabberen, 22) zweter, 23) zwakker, vergelijk 24) zweet, 25) zwak. In gebogen vormen wordt de s in den r hoek geschreven : 26) zomers, 27) zijner, 28) ziener, 29) zuiver, 30) cijfer. De dubbele cirkel wordt niet aan een r-hoek in een gebogen vorm gehecht. Wanneer spr, str enz. in het midden van woorden voorkomen, moet de r hoek speciaal worden uitgedrukt. Dit geldt voor woorden als: 31) opziener, vergelijk 32) opzien, 33) omstreeks, 34) uitspraak, 35) expres, 36) extra. 37) muziek, 38) 3 masker, 39) luisteren, 40) omschrijving, 41) pluimstrijkers, 42) misdrijf, 43) misbruik, 44) misdruk, 45) misoffer, 46) vrijspraak, 47) naschreeuwen, 48) nastreven, 49) uitcijferen, 50) toeschreef, 51) heilzamer. In vormen waar de sr cirkel tusschen 2 medeklinkers in ééne richting dient geschreven te worden, behoeft gij dien omhaal voor den r—hoek niet te maken; de plaatsing van den cirkel links of rechts, boven of onder, geeft voldoende aan dat de r er in zit: 52) ziek, 53) zieker, 54) plaagziek, 55) plaagzieker, 56) uitsteken, 57) uitstrekken, 58) geschreeuw, 59) besproeien, 60) bespan, 61) gaskroon. Aan den 1 hoek wordt de cirkel s gehecht als volgt. 63) splijten, 04) zadel, 65) sabel, 66) zuivel, 67) sikkel; in het midden van een woord: 68) distel, 69) uitzijpélen, 7°) discipelen, 711 na-sukkelen, 72) eensklaps. — Maar 73) omsukkelen, is gemakkelijker en daarom beter dan 74). De s cirkel na den n hoek wordt evenals de sr cirkel getrokken, door 'den n hoek tot den cirkel door te trekken: 7,5) dan, 76) dans, 77) blijkens, 78) kas, 80) kans, 81) gans, 82) rans, 83) bijkans, 84) trans, 85) trouwens niet 86), 87) degens, 881 luidens, 89) minstens, go) peins, 91) bevorens, 92) nopens, 93) jegens, 94) wensch. De dubbele cirkel en kan hier ook zeer geschikt worden aangewend: 951 teenen, 96) deinen, 97) schenen, 98) -schans, 99) weenen, 100) wiens, 101) reinen, 102) rijen, 1031 dienen, 104) pannen, 105) pauwen. De nen en ns cirkels mogen in het midden van een woord niet gebruikt worden: 106) schijnsel, niet 1071, 108) dons, 109) donziger, 110.) Transvaal, 111) openslaan, 112) danste, 1I3) wensch. 114) wemchte, grensde, glinsterde. Alleen door een volledige vertrouwdheid met de regels en door oefening zult gij er. toe kunnen komen om op een gegeven oogenblik, wanneer gij een spreker te volgen hebt, snel die afwijking van den oorspronkelijkea vorm voor uw geestesoog te ontwerpen en op het papier weer te geven. De ns-cirkel kan echter in één geval, wèl in het midden van een woord gebruikt worden, n.1. wanneer daarop volgt de toonlooze lettergreep en; in zulke gevallen kunt gij den nscirkel, en ook den s-cirkel met een haaltje vervolgen, om en uit te drukken: 115) clam 116) dansen, 117) das, 118) dassen; was die regel er niet, dan zoudt gij moeten schrijven 119). Voorts: 120) tusschen, 121) menschen, 122) kazen, 123) kansen, 124) grenzen, 125) geuzen, 126) glansen, 127) schansen, 128) hersenschim, 129) hersenziekte, 130) neuzen, 131) missen, 132) vtsschen, 133) vossen, 134) musschen, 135) rozen, 136) peinzen, 137) omhelzen, 138) muizenissen, 139) braambessen, 140; bussen, 141) bazen, 142) buizen, 143) menschenschuw, 144) aalmoezenier, 145) wezens, 146) kussens, 147) vreezen. Na den dubbelen cirkel en wordt die haal niet gebruikt; dit komt trouwens zelden of nooit voor. Volgt op een n-hoek a; n een gebogen letter gehecht, een s dan wordt die uitgedrukt door een cirkeltje in den hoek: 148) mijns, 149) fijns, 150) nevens, 151) alvorens, 152) let nst x53) ergens, 154) ergs, 155) 's morgens, 156) oneens. ') Echter kunt gij na dien ns cirkel (in een gebogen vorm) geen haaltje meer gebruiken voor de toonlooze lettergreep en ; gij kunt schrijven: 159) lens, maar 160) lenzen, niet i6j), 162) veins, maar 163) veinzen, ook 164) veinsde ; 165) Frans, 166) franscfien. Bij snel schrijven toch zoudt gij moeite hebben den vorm 1Ö7) bijv. zuiver te trekken en de duidelijkheid, dat hoogste desideratum der stenographie zoowel als van gewoon schrift ging verloren en duidelijkheid mag nimmer aan snelheid worden opgeofferd. Aan den vf-hoek wordt de cirkel gehecht als volgt: 168) grafs, 169) droefs. 1701 braafs, 1711 hoefs, 172) dofs, 173) ï) Komt tusschen n en s een klinker dan is natuurlijk de ns cirkel niet te gebruiken, kennis wordt 157) nie: 158). stroefs, maar schrijf: 174) weefsel niet 175), 176) dofste en niet 177) want dat ontaart licht in dst, 178) adviseer. In woorden als briefschrijver, zult gij wèl doen het woord in zijn samenstellende deelen op te lossen. De dubbele cirkel wordt in de n-hoeken aan gebogen vormen niet gebruikt, evenmin aan vf-hoeken: 179) vin, 180) vinnen, 181) dief, 182) dieven, 183) duif, 184) duiven, 185) geef 18Ó) geven. Bepaal U tot de voorbeelden, die wij U in dit boekje geven, en zoek geen woorden voor U zelve; zijt gij het werkje geheel door, dan hebt gij reeds vele duizende woorden geschreven en zijt gij zeker met de regels en de woordvorming vertrouwd genoeg om uw eigen weg te kunnen bewandelen: thans kunt gij nog niet op eigen beenen staan en gij zoudt uw eigen »stijl" van schrijven bederven kunnen. LES VII. In vele woorden komt de vorm achtig voor en het is daarom wenschelijk daarvoor een speciale wijze van uitdrukking te hebben; daarvoor wordt een groote hoek gebezigd; wel is waar zijn groote hoeken over het geheel niet wenschelijk, maar waar als in dit geval 2 lettergrepen door ééne handbeweging worden uitgedrukt is de groote hoek een materiaal, dat wij niet mogen verwerpen. Die groote hoek wordt aan het einde van een medeklinker geschreven: . 1) roodachtig, 2) schrikachtig, 3) krijtachtig. Bestaat een woord uit een enkelen medeklinker dan doet gij wel, den »achtig" hoek aan die zijde te schrijven die tegenovergesteld is aan de zijde waar de klinker staat: 4) oudachtig, ,5) aapachtig, 6) koeachtig. Na een rechte lijn mag de hoek aan beide zijden worden geschreven, waarbij evenwel het volgende in acht te nemen zij: Na een rechte lijn, die begint met een hoek of met een cirkel, wordt de achtighoek aan de tegenovergestelde zijde geschreven, om des te beter de rechte lijn te kunnen doen uitkomen. 71 huichelachtig, 8) zijdeachtig, 9) blauwachtig, 10} sukkelachtig. v^olgt de a c h t i g-hoek op een gebogen letter, dan wordt de hoek in den boog geschreven: 11) zenuwachtig, 12) klierachtig, 13) deelachtig, 14) beuzelachtig, 15) bergachtig, 16) zwavelachtig, 17) teringachtig, 18) engelachtig. De r kan hieraan toegevoegd worden, als volgt: 19) lummelachtiger, 20) zenuwachtigers, 21) -spookachtiger, 22) oudachtiger. De s wordt op de volgende wijze aangehecht: 23) blauwachtigs, 24) beuzelachtigste. Merk op, dat die hoek gebruik wordt niet alleen omachtig, maar ook achtige weer te geven; woonachtigen, zoudt gij 25) kunnen schrijven. Er zijn in onze taal een paar woorden, die slechts uit klinker en -achtig bestaan; voor die woorden zullen wij U m een volgende les een middel tot uitdrukking aan de hand geven. Thans kunnen wij er nog op wijzen, dat die groote hoek niet bepaald behoeft te blijven tot de uitdrukking van den »uitgang" achtig. Gij zoudt bijv. ook kunnen schrijven: 26) machtig, 27) machtiging, 28) krachtig, 29) omslachtiger, 30) eendrachtig, 31) tachtigei, 32) prachtig, 33) aandachtiger, 34) indachtig, en dit brengt er ons van zelf toe om in de woorden waarin de vorm -chtig voorkomt — er zijn er maar enkelen in onze taal — ook dien hoek te gebruiken. De ervaring heeft bewezen, dat dit geen verwarring behoeft op te leveren, als gij de klinkers er slechts in lascht, wat gij niet behoeft te doen bij de a van achtig: zooals 35) kluchtig, 36) luchtig, 37) luidruchtig, 38) jichtig, 39) tuchtiging. 40) vluchtig, 41) gerechtig, 42) duchtig, 43) amechtig, 44) plechtig, 45) spichtig, 46) tochtig, 47) zwaarwichtig. In de woorden: 48) godvruchtig, 49) medeplichtigen, 50) achterdochtig, is ook nog het beginsel van halveeren en verdubbelen toegepast, waarover later '). Sommigen gebruiken dien grooten hoek om alles uit te drukken wat maar zweemt naar chtig a\s : $1) lichting, 52) richtingen, 53) slachting, 54) beslechting. 55) verplichting, 56) aanhechtsel (ver en aan worden later geëxpliceerd). Echter kan dit bezwaarlijk worden aangeraden, omdat het de duidelijkheid zeer schaadt. Hiermede zijn de hoeken finaal afgedaan. ^ ij willen nu nog een verdere ontwikkeling van de s nagaan. De cirkel wordt n.m. tot een ellips vervormd om st, sd, uit te drukken. De ellipsen worden op dezelfde wijze als de cirkel toegepast, n.m. aan het begin van een woord aan de 1-hoek zijde van rechte consonanten en bij gebogen vormen in den boog; aan het einde van een medeklinker aan de f-hoek zijde van rechte consonanten en bij gebogen vormen in den boog. Men make de s t ellips van de halve grootte van den medeklinker waaraan zij is gehecht. 57) sta, 58) list. 59) stoom, 60i mist, 61) stootte, 62) twist, 63) rust, 64) ster, 65) ergst, 66) past, 67) stap, 68) bast, 69) droevigst, 70) stevigst, 71) vast. 72) staven, 73) stang, 74) angst, 75) staan, 76) naast, 77) lijst, 78) trekkingslijst, 79) stompst, 86) stenographie, 81) wascht, 82) weest, 83) stompzinnigst, 841 stembussen. Moet men laten ziëiï. dat na de t nog een klinker wordt gelezen, dan zijn de cirkel s en streek t te gebruiken. 85) a costy, 86) besta, 87) rustte. Deze ellips wordt meestal aan het begin of aan het einde gebezigd, doch kan ook in het 'midden van een woord gevoe- ') Na den cirkel s gebruike men den achtighoek niet. schrijf: 50-») monsterachtig, vreesachtig, ijverzuchtig. gelijk worden aangewend: 88) hu/p-stukken, 89) sta, 90) staat, 91) statis, 92) statist, 93} statistiek, 94) lastigs, 95)posterijen, 96) bestuur, 97) toestaan, 98) vesting, 99) gisting, 100) lastiger, 101) edelsteenen, 102) vrijpostig, 103) mistroostig, 104) arglistigst, 105) onlusten, 106) gramstorig. Een grootere ellips, 3 van de lengte van een consonant, drukt ster uit; gij zult evenals bij den enkelen en dubbelen cirkel wèl doen, de »ster" ellips driemaal zoo groot ongeveer te maken als de »st" ellips: 107) juist. 108) juister, 109) vast, 110) va-steï, iii) kist, 112) koester, 113) priester, vergelijk 1^4) priesteres; 115) meester, 116) minister, lasteraarster. De ster ellips gebruike men alleen aan het einde en in het midden: 117) duisternis, 118) tapster. 119) ongeruster, 120) bijster; niet aan het begin: 121) sterk, niet 122) want dat is niet gemakkelijk snel zuiver te schrijven, 123) strop. Gij voelt nu ook het verschil van sfr en st-r bijv. 124) stroom, 125) strak, 126) streek, waar de onmiddelijke verbinding van str is, maar 127) sterk, 128) stormachtig. Deze ellipsen kunnen met de r- en n-hoeken verbonden worden (juist als de cirkels) op de volgende wijze: 129) sok, 130) stook, 131) stooker, 132) stootte, 133) stooter, J34) kus- 135) klist, 13Ö) kun, 137) kunst, 138) das, 139) dost, 140) danst, J141) spinster, 142) stotteraar, 143) steigeren. 144) weldoenster. De cirkels kunnen hierop volgen: ^ 145) meestet's, 146) toeschouwsters, 147) lijsters. 148) monsters, 149) gangsters, 150) kunsten, 151) wisten, 152) diensten, 153) gunsten, 154) rusten, 155) wenschteH, 156) oogsten, 157) troosten, 158) twisten, 159) hoogstens, 160) monarchistische. Woorden als roeiens, duwens, dooièns, sneeuwens, doet gij het best weer te geven als 156). t De beginselen, die thans volgen, worden toegepast op alles wat gij tot nu toe gehad hebt, en schiet uwe kennis? in het voorafgaande te kort, dan kunt gij de volgende regels niet met succes toepassen. Zorg er daarom voor niet verder te gaan, dan nadat gij met het voorafgaande volkomen vertrouwd zijt. LES VIII. Gij hebt thans ongemerkt reeds eenig inzicht in onze Phonostenographie verkregen, maar nu moeten wij U nog bekend maken met een paar beginselen, die tot de volkomenheid van het stelsel in hooge mate bijdragen. Wij bedoelen de halveering en verdubbeling, waarmede groote snelheden kunnen verkregen worden. In de eerste plaats het beginsel van halveeren, waardoor gij voor de oogenschijnlijk absurde stelling geplaatst wordt, dat door aftrekking toevoeging ontstaat. Door halveering van een vorm hecht gij t of d aan. De vokalisatie blijft daarbij geheel dezelfde als met den oorspronkelijken vorm; een klinker voor een medeklinker, wordt voor alles gelezen (s gaat natuurlijk aan het begin geheel voorop); een klinker na een gehalveerden medeklinker wordt gelezen voor de t of d en dadelijk na den oorspronkelijken enkelen, dubbelen of driedubbelen vorm: i) la, 2) laat, 3) wee, 4) weet, 5) eert, 6) tooit, 7) ga, 8) gaat, 9) sjouwt, 10) echt, 11) acht, 12) set, 13) eischt, 14) sla, 15) slaat, 16) zult, 17) schikt, 18) praalt, 19) divaalt, 20) breekt, 22) raakt, 23) schreit, 24) praat, 25) trouwt, 26) strekt, 27) schrikt, 28) schrokt, 29) plicht, 30) vrijt, 31) spleet, $2) vliedt, 33) vracht, 34) krot, 35) groot, 36) siddert, 37) schroot, 38) schiet, 39) schat, 40) plaat, 41) blad, 42) braadt, 43) breed, 44) glad, 45) glijdt, 46) zoowat, 47) aanraadt, 48) aanriedt, 40) treedt, 50) trad, 51) straat, 52) spreidt, 53) fcwyf, 54") strijkt, 55) draait, 56) grijpt, 57) gracht, 58) schacht. Ook wordt de t of d gelezen, onmiddelijk na den n of v (0 hoek van den oorspronkelijken vorm : ,59) graaft, 60) strand, 61) prent, 62) ba/td, 63) vindt, 64) vond, 65) rowd, 66) weent. 67) wiwd, 68) grieft, 69) draaft, 70) diewtf, 71) arend, 72) schrift, 73) kreeft, 74) heft, 7*5) drijft, 76) s levends, 176) vonden, 177) vondst, 178) fondsen, 179) schaatsen, 180) uitoefent, 181) advoka{it, 182) komeet, 183) uitvinding, 1841 uitvoert, 185) kinderen, 186; hindert, 187) beenderen, 188) strijdenden, 189) trotschen, 190) trotschaard, 191) trotseerde, 192) pletterij, 193) beeldtenissen, 194) beefden. De kortste vorm voor het oog is niet altijd de gemakkelijkste te schrijven: 195) omwenteling, 196) mantel, zijn gemakkelijker te schrijven dan IQ7). Let op, dat ook hier weer de ns-cirkel niet in het midden van een woord gebruikt kan worden : 198) omwindselen, 199) rantsoen. De vormen Ier, mp, ng, rg. ger worden niet gehalveerd: lert komt niet voor, mpt klinkt voldoende als mt. vergelijk: stampt en stamt, beiden weer te geven door 200), ngt komt in eenige weinige woorden voor, rgt eveneens: gert komt alleen voor in weigert, te schrijven 201). Daardoor krijgen wij de vormen 202) vrij voor halveering en tegelijkertijd voor verdikking. Willen wij n.m. speciaal laten uitkomen, dat die letters gehalveerd zijn voor de aanhechting van d. dan hebben wij die vormen, nevens halvee- ring nog te verdikken, terwijl zij gehalveerd zonder verdikking eenvoudige aanhechting van t beduiden : 203) harten, 204) harden, 205) laat, 206) leden, (de ld dik is natuurlijk dalend te schrijven gelijk alle zware vormen) terwijl lt alleen staande steeds opw. wordt geschreven, in verband met andere teekens echter opw. én dalend kan worden geschreven: 207) wild, 208) oordeelt, 209) aard, 210) beleedigden, 211) hield. 1 d kan ook weergegeven worden door het teeken voor lt (dun) wanneer de aanhechting er gemakkelijk door wordt: 212) meld, 213) (ge)drild, 214) heldendaden, 215) Hildebrand. Met m: 216) moet, 217) moed, 218) moedig, 219) inmiddels, 220) moeten, 221) meten, 222) meden. Met nd : 223) hand, 224) eind, 225) bovendien, 226) uitvinding-, vergelijk: 227) mengt. Indien mp, ng, rg, van een hoek aan het begin of aan het einde zijn voorzien, dan kunnen zij gehalveerd worden en ontstaan dan de vormen: 228) lompert, 229) stampend, 230) stammend, 231) hongert, 232) hongerend, 233) flonkerend, {de ngr kan ook als nkr desnoods gelezen worden), 234) hunkerend. 235) urgent, 236) hemeltergend. Hetzelfde geldt voor: dal. g. 237) gereed, 238) geluid, 239) klachten, 240) klagend. Voorbeelden : 241) gloeiend, schutterijen, schatkist, schatkistbilletten, stakend, predikanten, stapt, adressant, herinnerd| herinnerend, president, spoediger, stappend, staketsel, steunend, dwaalt, hondsche, 's Hertogenbosch, aardiger, hartig, fatsoen, sprekend, snuit, il/fkld, glimt, glimmend, leert, loert, schetst, sluiten, sluitingen, uiteensetting, openhartiger, hoofdbrekens, melkt, hoofdzaak, hoofdstuk, bloeiend, kruistochten, spitsboeven, afstand, plaatshebben, inktsoorten, opstand, theeblad, branderij, buiten, k^Uend, apotheker, gerechtshof, cathedraal, houtvesters, vrijdom, deugdzaam, eischend, eischt, onbesuisd, omheind, koevoeten, uitsluitend, slijterij, sleutel, herkauwend, moment, studenten, haastiger, misleiding, aanplanting, uitstrekt, teistert, uittocht, slecht, vochten, baseerden, platzak, bestaat, kouseband, eigendom, koffieblad, branding. bestond, godshuis, siddert, tuchthuizen, afdeeling, berouwt, stichting, zwaartekracht, pandjeshuis, secretarissen, wantrouwt, beteekent, rustpunt, schrootkamer, n^i^sj^){t, onbetwist, bedoeld, zweeft, wetgever, beloond, beleend, arbeid adelt, bedoeling, klimmend, brekend, mijnentwege, niemendal, hindert, rendeert, betaling, minachting, geding, gading, tracht, kapitalisten, koffieplantages, pachtbrieven, komeet, baatzuchtig, plichten, mitsdien, verandering, verantwoordingverontwaardiging, betaamt, bedwang, raapt, rvjpt, roepend, kasplant, exploitatie, kaatste, ontroert, gaandeweg, wascht, wast, historie, astronomie, omsluit, onthouding, systeem, (lifyfy blijft, bezocht, ultimatum, integendeel, grootendeels, gewaarwordingen, uitstekend, beschuiten, geneigd, loerend, ontleent, ontleende, opschorting, afschrift, krachlens, deftiger, maatstaf, driftiger, toeft, uitwendig, inwendig, voeding, houding},so^j^ds, ijzingwekkends, onbevoegd, onbeteugeld, ontstond, runderpest, hinderpaal, ontkleeding, ontbrekend, meent, mijneed, muts, mits, mistig, mutsjes, netjes, misdadigers, oofttuin, ontboezeming, onwettig, drukkends, onteerend, antwoorden, plundering^efij^Lreddinci, ontdooien, onteigening, ontzegt, ontzag, ontwikkeling, ontwerp, godsdienst, afgodisch, ontwijding, heftig, nablijft, platvischjes, eenvoudiger, beterde, betert, bewind, je maintiendrai, pleistert, rentmeesters, beleedigden, beleedigenden, overtuigd,\ by^rden, paardenbedaard, geleerd, misnoegd, herdacht, besteedsters, slijtster, uitzending, handeling, nooddruftig, ootmoedig, modellen, moediger, mondig, Maandag, Bondiger, sneedig, ellendiger, gelegd, beraad, modernen, orthodoxen, bereid, tyffj^end, dampend, dampt, dempt, temt, middelen, dansend, weet, lompert, mutsaard, oneindig, onhandig, onnoodig, woedend, ordeloos, radeloos, redeloos, reddeloos, oordeel, oordeelkundig, raadselachtigs, raadzamer, goud, rechtsgeding, raadsheer, uitnoodigt, bruischend, standhouden, hulpmiddelen, nachthemd, hemden, Mahomed, manhaftijer, uitvinding, bevond, schitterend, boerderij, waardeerenden, waardeerden, handhaaft, gluurt, geleerde, krimpends, ontvangend, regeert, regelt, borgend, opgeruimd, geduldiger, regeerend, buurt, loftuitingen, tijdingen, ontboden, eindigt, beurt, opvliegend, gist- handelaarsters, smederij, smidse, smeden, ontzettend, ontstond, zwaarmoedig, tijdig, uithongert, beraamd, slingerend, bedervend, aantal, pompend, overhaasting, landvoogden, zwaarden, hoogachtend, plotseling, zoodanig, gudste, qjdsen, bederfwerend, uitoefenden, uitoefent, inliggend, ontfutseld. LES IX. Terwijl de t (d) een klank is die als het ware de voortgaande beweging der hand een stoot terug geeft, (vandaar de halveering) ligt er in de klank ter, der een soort van voortzetting, verlenging van den oorspronkelijken vorm, vergelijk : va moe; als uitvloeisel daarvan vader, moeder, aan den anderen kant: vat, moet. Door den oorspronkelijken vorm — enkel, dubbel of driedubbel — te verdubbelen wordt der, ter of soortgelijke klank, als: tier, teur aangehecht: i) va, 2) vader, 3) moe, 4) moeder, 5) eet, ó) eerder, 7) later, 8) herder, 9) helder, 10) heester, 11) oestei, 12) neder, 13) anders. Met de hoeken, cirkels, ellipsen en wat dies meer zij, als volgt: 14) min, 15) minder, 16) vonder, 17) vinder, 18) lanterfanters, iq) stamouders. 20) smnters. 21) letters, 22) cylinders, 23) vaders, 24) vaderen, 25) anderen, 26) later en. Ook in het midden en aan het einde van een woord kan dit beginsel worden toegepast, niet alleen op gebogen vormen maar ook op rechte vormen: 27) rechterzijde, 28) pachters, 29) chapiter, 30) mitsgaders, 31) trechtersponsen, 32) dichters, 33) dochteren, 34) dragonder, 35) behveters, 36) wachters. Onderscheid: 37) onweder en 38) onweer. Een rechte lijn, die een woord begint, kan niet te best worden verdubbeld: 39) zou raar en rader zijn. 40) waar. en water, 41) kaak en kater, 42) paap en pater. De dalende rechte lijnen, dus p, b, t, d, g, kunnen wèl verdubbeld worden aan het begin van een woord, wanneer zij eén hoek of cirkel aan het begin hebben of (met uitzondering van i of 2 woorden) een hoek aan het einde : 43)spotter, 44)prater, 45) schutters, 46) schrander, schrijf 47) schragen-, 48) pletter, 49) pleiter, 50) gladder, 51) splinters, 52) bunder, uitzonderingen: 53) draaide, 54) sidderde, 55) panter. Maar op horizontale of opgaande rechte letters kunt gij dat beginsel niet toepassen: 56) gelachen, 57) kijken, 58) ketter, 59) redder, 60) wijder, 61) raderen, 62) wonderen, 63) winter, 64) pater, 65) teederen. Gij zult voorts wèl doen de 1 opw. slechts te verdubbelen voor ter, niet voor der: 66) later, 67) liter, 68) louter, 69) letter, 70) ladder, 71) leider, 72) kelders, 73) kalenders. De zware gebogen vormen mp, ng, rg worden eveneens verdubbeld: mp(b), verdubbeld geeft mper of mber: ~]\)pomper, 75) gember, 76) schamper, 77) domper, 78) temperament: ng geeft: nger of nker: 79) anker, 80) enger, 81) langer, 82) vinger, 83) flinker, 84) denker, 85) schenker; in deze 4 laatste woorden geeft het scherpe hoekje een gemakkelijker vorm. rg (rig) wordt rger of riger: 86) érger, 87) treuriger, &&) langduriger, 89 ongeduriger, 90) naburiger. Is er aan ng een r-hoek en wordt de vorm dan verdubbeld dan beteek ent dit der: 91) donkerder, 92) tengerder. Vormen, die door het toepassen van halveering of verdubbeling onduidelijk en ongemakkelijk worden vermijde men: 93) hardvochtig, niet 94), 95) minuut, niet 96), 97) catacombe. Bestaat er verschil in dikte dan behoeft met gescheiden te worden: 98) koord. Voorbeelden: 99) wetschenders, ontzettender, handlangers, slingerpaden, kruisvaarders, zangeressen, zangers, landmeter, later, slijter, slijterij, redakteurs, nuchter, ontnuchterd, assureerde, assurantie. drukkendere, hemeltergenders. assuradeur, onbeleefden, be- stuurde,-, stamhouders, slachter, slechteren, bedroevende,-, bedaarder, burgers, uitvinder, Deventer, ergers, ergerend, moederhart, ouderhart, schitterender, orders, deurwaarders, oosterschejhëlterder, huurders, huurderessen, samenzweerders, pleitbezorger, bezorgder, uitvoerder, geringer, salamanders, pikanters, nederdaling, stamper,.-^schamper, zwanger, onweer zwanger, beroemder, letterkun- dige, planters, chichoreibranders, sprekenders, gieriger, mindering, mindert, minderde, zwaarder, nederzijgen, smeriger, zuiverder, linkerschouder, vreemder, kamperfoelie, scheidsrechter. LES X. ALGEMEENE OPMERKINGEN. In het algemeen worden de series pr, pl, tr, tl, enz, gebruikt om uitdrukking te geven aan zulke geluiden, die geen klitlker (althans geen andere dan de stomme e) bevatten: i) appel, 2) koepel, 3) lekker, 4) dikker, 5) gelijkerwi/js. Maar 111 woorden als peer, toer, gier, pil, waar dus duidelijk een klank tusschen de p en r, t-r, g-r, p-1, enz. voorkomt, maakt men van die hoeken geen gebruik en schrijft voluit: 61 peer, 7) toer, 8) gier, 9) pil, 10) keel. Soms echter krijgt men door het voluit schrijven der medeklinkers geen te gemakkelijke vormen, en om daaraan teo-e moet te komen wordt u een middel aan de hand gedaan, om toch een klinker tusschen den medeklinker en den aangehechten r of 1-hoek uit te drukken, en zulks op de volgende wijze: 1 'ra een langen stipklinker tusschen den medeklinker en den aangehechten hoek uit te drukken wordt een cirkeltje voor of boven den medeklinker geplaatst, en zulks in de gewone positie, die dien klinker toekomt: 11) amer, 12) maar, 13' dciar, 14) ader, 15) telegram, 16) tuinier, 17) directeur, 18) ambtenaar, 19) kruidenier, 20) vaardiger, 21) personeel, 22) neer- slachtiger, 23) kwartier, 24) afkeuring, 25) bedienaar, 26) uitkeering, 27) papierachtig. De korte stipklinker wordt uitgedrukt door dat cirkeltje achter of onder den medeklinker te zetten : 28) departement, 29) erbarmen, 30) jalousie, 3 O martelaar, 39) balooriger, 33) medaille, 34) nergens, 35) baljuw. Waar geen ruimte mocht zijn kan dit cirkeltje voor lange of korte klinkers, zoowel voor als achter, boven of onder den gehoekten medeklinker worden geplaatst: 36) welvaart, 37) studeert, 38) redenaar, 39) dienaar. Een streekklinker wordt tusschen den medeklinker en den aangehechten hoek uitgedrukt, door hem door den medeklinker te schrijven in die positie, die hem van huis uit toekomt; staat eea hoek in den weg, zoo kan hij boven of onder dien hoek worden geschreven: 40) door, 41) vol, 42) kortschrift, 43) moreel, 44) voortdurend, 45) voorzien, 46) voorradig, 47) toeleg, 48) particulier, 49) nauwkeurig, 50) volgens, 51) figuur, 52) vorderingen, 53) populatie, 54) politie, 55) borduursel. Een bepaalden regel, wanneer de volle, wanneer de gehoekte vorm te gebruiken is, valt niet aan te geven; over het geheel zal men echter wel doen, dit beginsel niet te veel toe te passen; duidelijkheid voor het oog komt in de eerste plaats; in het algemeen gebruikt men den gehoekten vorm in die woorden die geen klinker of een weinig geprononceerden klinker tusschen den medeklinker en den r of 1-hoek bevatten. 56) overvloeiing, 57) overvalling. Vergelijk voorts: 58) teelt, en 59) teeltkeus. De meest gebruikelijke woorden waarin dit beginsel kan worden toegepast, vindt gij overigens in de volgende voorbeelden : 60) voortdurend, .afkorting, foltering, ternauwernood, particulieren, (:ge)durend, circulaire, hetwelk, willekeuriger, schooljongens, doel, doelmatiger, opvolger, toevalligerwijs, daaromtrent, voortgang, voordeel, oorlogvoerend, manier, paneelzager, taalkundige, volzin, zooveel, hoorbaarder, onmisbaar, marcheeren, college, correct, col- lectie, ruchtbaar, koortsachtig, zorgvuldiger, eervoller, phüosopliie, wanhoop niet maar wérk, correspondent, mankeert, frankeert, kerk, enorm, abnormaal, onschatbaar, ontzichtbaar. H. Wij weten, dat de h niet kan worden verward met sr, omdat de cirkels zich aan verschillende kanten bevinden, 61); zoo ontstaat ook de vorm zwr. Maar op die wijze komt de vorm 62) vrij en het ligt voor de hand, dat wij dien gebruiken om s-h, uit te drukken: 65) Soho, 64) Sahara. De s wordt hier weer het eerst gelezen. Voorts in het midden van woorden: 65) weeshuis; de vorm 6b) zou voorstellen w, en, r, s; 67) rashond, 68) huishen, 69) huishoudt, 70) halia, 71) roodhuid. Vergelijk: 72) razernij en 73) wethouders. Aangehechte Klinkers. Als regel geldt eerst de medeklinkers van een woord te schrijven en dan de klinkers in te lasschen; heeft men echter met 1ste positieklinkers te doen, aan het begi:i van een woord zoo kunnen deze om de snelheid te verhoogen het eerst geschreven worden : 74) adem, 75) appel, 76) amen, 77) adressen, 78) amandel, 79) akker, 80) omhaal, 81) omtrek, 82) aller, 83) oog, 84) hooger, 85) ootmoed, 86) opslaan, 87) oksel, 87) abuizen. De klinkers kunnen soms aangehecht worden aan het begin, zoowel als aan het einde; met name geldt dit van de streek en samengestelde klinkers. Het wezen der stipklinkers brengt mede dat zij niet aangehecht kunnen worden. 88) jacht, 89) jagers, 90) jolig, 9I) eeuwen, 92) uwen, 93) aaien, 94) orde, 95) sneeuw, 96) zenuw, 97) geeuwt, 98) adieu, 99) ontzenuwd, 100) huwt, 101) trouwt, 102) ruw, 103) zwaluw, io4) grairn, 1051 blauw, 10b) gauw, 107) berouwt, 108) vrouw, 109) 'nauw, 110) nieuw; zelfs in het midden van een woord kan dat een enkel maal worden toegepast: 111) trouwlustig, 112) tüeuwerwetsch. W. 'De w-teekens kunnen op zeer geschikte wijze werden toegepast voor k, m, r, dal. 1, Ier, horizontale g, en hoeken als volgt: H4) week, 11,5) wieken, 116) wykiin, 117) wambuizen^! 18) weemoed, 119) wemelen, 120) wimpelt, 121) wijders, 122) waar, 123) wordt, 124) weerhanen, 125) warmer, 126) warmte, 127) wierookvaten, 128) werven, 129) wielerwedstrijden, 130) waarnemingen, 131) wortel, 132) Willem, 133) walm, 134) wolk, 135) wegneemt, 13(1) wegens, 137) wedervaren, 138) water, 139) waterlanders, 140) wederom., 141) wappert, (vergelijk : 142) zeewater, 143) putwater, 144) Nijmegen,) 145) ivaggelen, 146) weeklachten, 147) wiegelen, 148) vaarwater. Om in verband met w, r, aan te geven, waar dè klinker staat, zou men in het algemeen zich aan den volgenden regel kunnen houden: de vormen 149) zijn te gebruiken wanneer tusschen w en r eeri klinker komt. anders 1,50): 151) waaromtrent, 132) werft, 133) xoiêrook, 134) vrijwaren, 155) warmte, 136) wrijf, 137) wrijft, 138) wraak, 139) wrocht. Echter behoeft in het midden van een woord niet te sterk aan dezen regel te worden vastgehouden: 160) onwaar, tbr) onwrikbaar. Er zijn nog eenige andere vormen die zich er zeer toe leenen, om aan te geven waar de klinker gelezen moet worden. Over g-ch hebben wij pag. 2b reeds gesproken. Ook omtrent r opw. en dalend brachten wij pag. 20 een kleinen regel in het midden, doch wij willen hierbij nog even stilstaan. Wanneer een woord begint met een klinker gevolgd door R wordt de dalende r gebruikt. 162) arm, 163) werk, 164) orgel, ÏÓ5) eerzaam, 1Ó6) oordeelt, 167) aarzelt, i8) ergert, 169) eerlang, 170) oorlog, 171) organisatie, 172) organen, 173) waardeerend, 174) ark, 173) artillerie, 176) aardiger, 177) oorzaak, 180) aardappelen, 181) ier, 182) Aurora, 183) argwaan. Begint een woord met r, gebruik dan het opw. teeken: 184) roos, 18,5) Rozendaal, 186) reuzen, 187) raadzaam, 188) rek, 189) rijker, 190) reigers, 191) rum, 192) ruimer, 193) reddeloos, 194) ratelslang, 195) raadselachtigs, 196) rivier, 197) rekel, 198) roovers, 199) redenaar, 200) rennen, 201) roeien, 202) regelen, 203) risiko, 204) raspen, 205) rillingen, 206) reikhalsen, 207) rol, 208) rattekruid, 209) ruiter. Echter wijkt men wel eens van deze regels af om een gemakkelijker vorm te krijgen: 210) artikel, 211) artistiek, 212) ervaart. Eindigt een woord in r, schrijf dan het dalende teeken: 213) teer, 214) duur, 215) gier, 216) keur, 217) mier, 218) muur, 219) vuur, 220) lier. Dit geldt in het algemeen ook voor de afleidingen.' 221) muren, 222) voeren, 223) duren, 224) gieren, 225) teere, tenzij de vorm dan te veel onder de lijn komt of ongemakkelijk wordt: '226) dierbaar, 227) trekdier, 228) toeschouwer, 229) voerde, 230) leerde, 231) Shakspere, 232) duurzamer, 231) leert, -32) spieren, 233) sp iertrekking, 234) veinsaard. Volgt op r a_lg Iaatsten medeklinker nog een volkomen klinker, schrijf dan opw. r: 235) tarra, 236) furie, 237) curie, 238) brouwer, 239) brouwerij, 240) looier, 241) looierij, 242) Laura, 243) vleier, 244) vleierij, 245) vleeschhouwer, 246) vleeschhouwerij. Voorts met de cirkels, el 1 ipsen enz.: 247) zeer, 248) heer, 249) hier, 250) staren, 251) stuurde, 250) staart, salaris, 251) zweren, 2,52) zweerde, moerassen, matrozen. De opw. r wordt steeds na een opw. letter geschreven: 2rtj) joar, 204) raar, 255) roerselen, 256) wrikken, 257) roeiers, 258) bewaren, (niet 2,58a), 259) behooren, 2O0) hersenschim, 2bi) horizontaal; schrijf 262) behoort, 2O3) roert. < >ok de L leent zich tot dergelijk gebruik ; begint een woord met 1 schrijf dan 1 opw.: 2Ó4) lak, 265) lam, 266) langs, 267) luiken, 268) lemmet, 269) loop, 27o) lieve, 271) lafaard, 272) laarzen, 273) leeuwerik, 274) luidens, 27,5) leunde. Gij schrijft natuurlijk altijd 1 opw.' wanneer zij de eenige medeklinker in een woord is : 276) olie, 277) helaas, 278) leent. Begint een woord met een klinker gevolgd door 1 schrijf dan ook 1 opw.: 279) allebei, 280) alarm, 281) oliedom, 282) Alarik, 283) alp, 284) alles. Schrijf bij uitzondering: 285) ellende, 186) ellendiger. Maar, — begint een woord met een klinker gevolgd door 1 en een horizontalen medeklinker, gebruik dan de dalendel: 287) elk, 288) Almelo, 289) alleen, 290) ijlings, 291) elkaar, 292) oliekoek, 293) Olijmpus, 294) element, 295) alom, 29b) almachtig, 297) elegant, 298) aalmoezenier, 299) allengsleens, 300) Oldamt, 301) ultimatum, 302) Salomo, 303) illuminatie, 304) alleszins. Bij de gehoekte vormen houde men zich hieraan niet te zeer: 305) allegro, 306) ulrner. L aan het einde van een woord, wordt opw. geschreven, wanneer een duidelijk waarneembare klinker volgt: 307) vallei, 308) kilo; wij gebruiken zooveel mogelijk de dalende 1 aan het einde van een woord, wanneer er afleidingen in Ier zijn: 309) keel, opw. 1, omdat er geen woord keeler bestaat, maar: 310) geel, 311) geeler, 312) kool, 313) kaal, 3!-P kaler. Na m wordt 1 steeds opw. geschreven: 315) maal, 316) maller, 317) Mulder; na n dalend: 318) nul, 319) snel, 320) sneller, 321) kniel, 322) knalt, 323) nalaten, 324) ransel, 325) kanselier, 32b) onnoozeler, 327) naloopen. Ten slotte nog de vr, fr, vorm; wanneer dit de eenige medeklinker van het woord is, gebruik dan den eersten vorm 327a) wanneer een klinker voorafgaat, den tweeden wanneer een klinker volgt: 328) ijver, 329) offer, 330) cijfer, 331) zuiver, 332) saffraan, 333) Overijsel, 334) overigens, 335) overeen, 3.3b) oever, 337) everzwijn, 338) Evert, 339) vrijer, 340) vrijerij, 341) vrij, 342) fraai, 343) vrouw, 344) vraag, 345) vrager, 34b) vroeg, 347) vroeger, 348) vroom, 349) vreugd. In verband met andere medeklinkers kieze men dien vorm, die het gemakkelijkst aan te hechten is: 350) Franschen, 351) franje, 352) huivert, 353) levert, 354) leverde, 35,5) offreert, 350) voorzien, 357) voorshands, 358) vooraf, 359) voorbaat, voorraad. De vorm vl schrijft men altijd 360), als in: 361) volop, 362) volzin, 363,) vlijt, 364,) euvel, 365; wafel, waar een onvolmaakte hoek volstaan kan; alleen 366) volharding maakt een uitzondering. Merk op dat de v een anderen klank heeft in vrij dan in over, n, m, veel scherper, meer naderend tot f; werken gehoor en hand nauwkeurig samen, dan zal men er allicht toe komen om dien scherpen vorm (ook voor de v van het gewone schrift) bij te houden: 367) beijverde, 368) bevrijdde. Een soortgelijke omdraaiing als voor de vr, fr, heeft ook plaats met dl", tr en ontstaan dan de vormen: 368a). Deze vormen zijn te gebruiken wanneer er een klinker aan Voorafgaat : 368 (b) adder, (c) ether, (d) ieder, (e) iedereen, (f) ouder, (g) aterling. Komen 2 klinkers voor af na een medeklinker, zoo wordt de klinker die het dichtst bij den medeklinker wordt gelezen, ook het dichtst bij den medeklinker geschreven : 369) Riouw, 370) Eos, 371) eiachtig. Komen 2 klinkers tusschen 2 medeklinkers, zoo wordt nevens eiken medeklinker een klinker geplaatst: 372) poëzie, 373; poéeten, 374) draaiorgel, 375) ruïne, 376) bijeen, 377; vijand, 378) naïef, 379; naijver, 380) zooöok, 381) bemoeial, 382) beoefening, 383) guano, 384) egoïst, 38.5' vrijage, 386; naoogen, 387) atheïst, 388) theater, 389) museum, 390) loyaal, 391) royaal, 392) meteoor, 393) meewariger, 394) duel, 395) ideaal. \ oor oefening kunnen wij U niet genoeg herinneren aan hetgeen op pag. 20 gezegd is. LES XI Voor en Achtervoegsels. De volgende teekens worden nabij de rest van het woord geplaatst Co Com Con worden uitgedrukt door de k boven de rest van het woord te schrijven: i) conducteur, 2) commissie, 3) komedie, 4) comité, 5) compleet, 6) concept, 7) komedianten, 8) compagnie, 9) congres, 10) conclusie., 11) contrasten, 12) concessie. Schrijf: 13) commissaris. Inter, intro: 14) internationaal, 15) interim, ió) interest, 17) interessanter, 18) introductie. Zelf of zelve: 19) zelfbewustzijn, 20) zelfbeheersching, 21) zelfkennis, 22) zelfzuchtig. Aan of in kan voor de vormen st, str, schr enz. tevens voor de h, dus in het algemeen voor den kleinen cirkel worden uitgedrukt door een klein haaltje: 23) inhoud, 24) aanspreker, 2,5) aanstellen, 26) aanhooren, 27) aanstonds. Ter onderscheiding van aan- en in- kan desnoods bij aan een punt voor, bij in, een punt na dien haal worden aangebracht: 28) aanstroomen, 29) instroomen, 30) aanslaan, 31) inslaan, 32) instrumenten. Vergelijk: 33) ontslaan, 34) ontspringen, 35) onthouden, 3) onthouding. De stip wordt aan het begin van een woord gebezigd, om de lettergreep ver uit te drukken: 37) vertelt, 38) verbinding, 39) vertroetelt, 40) verstomd, 41) verbruiken, 42) verstand, 43Ï verwerft, 44) verheft, 45) vertoeft, 46) verwekking, 47) vergeten, 48) verhoogt, 49) verheugd, 50) versla, 51) verlies, ,52) verlossing, 53) verweert, 54) verschijnsel. Soms kan het voordeel aanbrengen in de snelheid, de „ver" op de gewone wijze uit te drukken: 55) verandering, 56) verandert, 57) verantwoording. Onver: wordt ingedrukt door een cirkeltje voor het begin te plaatsen: 58) Onverteerbaarder, 59) onverdraagzaam, 60) onverschillig, 61) ometj^ro^, 62) onverdiend, 63) onver richter zake, 64) onverhoopt, 65). onverwachts, 6b) onverwijld, 67) onverantwoordelijk, 68) onverstandig ers. Onvoor, door nf, als: 69) onvoorbereid, 70) onvoorzien. Dit kan geen verwarring geven met onaf: 71) onafzienbaar, 72) onafscheidelijk. Voorts: 73) onvoorzichtig er s, 74) onvoorbedacht, 75) onvoordeelig. Ondoor. Er zijn een woord of 0 in onze taal, die met ondoor zijn samengesteld, welke het best zijn weer te 'geven als volgt: 76) ondoor waadbaar, 7f) ondoordringbaar, 78) ondoordacht, 79) ondoorgrondelijk, 80) ondoorzichtig. In een woord met de lettergreep »ge" aanvangende, kan het teeken daarvoor vermeden worden, door de rest van het woord dicht bij het' voorafgaande woord te schrijven: 81) wij gebruiken, 82) het gebed, 83) de Heer zij geloofd, 84) wie zulks gehoord heeft, 85) daar wij het gedaan hebben, 80) geloofd zij de Heer. Ook in het midden van een woord kan >ge" op die wijze worden uitgedrukt: 87) ongenaakbaar, 88) ongeschonden, 89) ongemotiveerd, 90) ongegeneerd, 91) omgekeerd, 92) ongenietbaar 93) opgebouwd, 94) ingezetene, 9.5) ongeveer, 96) nagedachtenis, 97) ongeevenaard, 98) uitgetrokken, 99) weefgetouw. Soms verhoogt het de snelheid van schrijven en de duidelijkheid de »g" wel uit te drukken: looi ongenegen, 101) genoeg, 102) aangezien, 103) gedacht, 104) geduldiger, 105) opgeruimd, 106) ongerijmder, 107) ingericht, 108) ongerechtigheden * In een woord eindigendein „heid'' wordt die uitgang weergegeven door een stip, heden door een streepje 109): 110) onwetendheid, 111) verkoudheid, 112) somberheid, 113) kincjpchheid, 114) goedertierenheid, 115) gelegenheden, 1 ió) minderjarigheid, 117) kinderachtigheden, 118) verdeeldheid, 119) matigheid, 120) vermoeidheid, 121) vergevensgezindheid, 122) zwaarwichtigheid, 123) leesbaarheid, 124) mogendheden, 125) spaarzaamheid, 126) werkzaamheden, 127) gelijkheid, 128) zedeloosheid, 129) nieuwsgierigheid, 130) oudheden. De s, die soms na heid voorkomt wordt weggelaten en men kan de samenstellende woorden dan scheiden : 131) schoonheidsleer, 132) schoonheidsgevoel, 133) beleefdheidsvorm, 134) veiligheidsklep, gezondheidstoestand. Schrijf: kleinigheidjes, aardigheidjes. L ij k (e). Het teeken voor 1 gescheiden van het woord drukt lijk uit: 135) deugdelijk, 136) aandoenlijk. In de meeste gevallen kan die 1 worden aangehecht vooral wanneer de stip voor „heid" volgt: 137) ergerlijk, 138)heerlijk, 139) fatsoenlijk, 140) vertrouwelijkheid, onomstootelijke waarheid, 142) aanschouwelijk, 143) gevoegelijk, 144) vrouwelijk. Lijker wordt: 145) eerlijker, 146) burgerlijker, 147) duidelijker 148) vermakelijker. Voorts: 149) werkelijkheid, 150) duidelijkheid, 151) tijdelijke, herhaaldelijk, moeilijke, voornamelijk. ) In sommige stelsels wordt de lettergreep ge geheel genegeerd; en wordt bijv: aangezien geschreven alsof er aanzien stond. Of dit de duidelijkheid vergroot? Wij willen daarover geen oordeel vellen. Opmerking verdient het echter, dat de duidelijkheid in dit stelsel, speciaal in het uitdrukken der lettergreep ge door middel van dichtplaatsing, zeer toeneemt. Schap wordt uitgedrukt door 152) gescheiden van het woord, wat echter niet wegneemt, dat dit teeken met de vorm vereenzelvigd, toch de duidelijkheid niet vermindert: 15$) pausschap, 154) graafschap, 155) landschap, 156) vennootschap, 157) kerkgenootschap, 158) lidmaatschap, 159) geselschap, 160) jongelingschap, 161) boodschap, 162) blijdschap. De n-hoek of en-cirkel kan daaraan ook worden gehecht, evenals de 1 voor lijk: 163) heerschappen, 164) maatschappen, 165) wetenschappelijk, 166) kameraadschappelijk, 1(17) weddingschappen, 1(18) waterschappen, 1O9) zwangerschap, 170) gereedschappen, 171) maatschappelijke, 172) gemeenschappelijke. Soms kan het dienen voor »schappij173) niaatschappy, 174) heerschappij. W aa r d (waart): 175) kan aan het woord zelve gehecht worden: 176) voorwaarts, 177) merkwaardigers, 178) prijzenswaar digs, 179) waardiger, 180) bewaart, 181) bezwaard. Soms brengt het voordeel aan niet 175) maar 182) te gebruiken: i83) wenschenswaard, 184) herwaarts, 185) huiswaarts, 186) lezenswaard, 187} onvoorwaardelijk, 188) voorwaarden. Bij sommige woorden, eindigende in aliteit, rariteit enz., kan — als men het zoo noemen mag — de sleutel tot dien uitgang nevens het woord geplaatst worden, om den geheelen uitgang weer te geven: 189) admiraliteit, 190) brutaliteit, 191) moraliteit, 192) populariteit, 193) neutraliteit, 194) stabiliteit, 195) sentimentaliteit, in hun kwaliteit. In eene Amerikaansche verbastering van Pitman's Phonographie wordt nog een voorvoegsel gebruikt, dat echter zuiver dient geschreven te worden wil men niet tot schromelijke verwarring aanleiding geven; volgens dat beginsel zou men kunnen schrijven: 196) indringer, in plaats van 197), 198) inbreuk, 199) aandrang, 200) aanbreken, 201) intrek, 202) aangrijpen. De eenige vorm, die in dit stelsel wel eens moeilijkheden veroorzaakt is: je. Gelukkig komt die uitgang weinig en dan meest in een bepaald soort litteratuur voor: onze taal schijnt er te mannelijk voor. In de enkele gevallen dat je uitgedrukt moet worden doe men dit op de volgende wijze: 203) schroefje, 204) schroefjes, 205) kleintje, 206) kleintjes, 207) kraantje, 208) plantje, 209) plantjes 210) tandje, 211) stukjes, 212) strookjes, 213) praatjes, 214) plaatjes, 215) gaatjes, in welke laatste woorden de uitdrukking gemakkelijk genoeg is. Ook kan men tot het volgende middel zijn toevlucht nemen, ofschoon dit een zonde is tegen den genius van het stelsel: 216) factuurtje, 217) partijtjes, 218) soldaatjes, 219) draadjes. LES XII. Plaatsing der Woorden. Terwijl men zich het volgende goed eigen heeft te maken, kan het volstrekt geen kwaad, wanneer de leerling alles wat wij in de vorenstaande elf lessen hebben aangegeven, nogmaals nauwkeurig nagaat, en alle voorbeelden bij herhaling uitwerkt; dit geeft vaardigheid in het toepassen der regels en in het schrijven. Het volgende toch is als het ware een herhaling van het voorafgaande. Wanneer men een snellen spreker heeft te volgen, is het moeilijk veel woorden te vokaliseeren. Om hierin te voorzien wordt in de plaatsing der woorden boven, op of door de lijn een middel gezocht om den hoofdklank van het woord aan te duiden; de meeste woorden, uit meer dan 2 medeklinkers bestaande, hebben voor verreweg het grootste gedeelte hun stereotijpen consonentalen vorm zoodat zelfs zonder klinkers, ja zonder boven, op of door de lijn te schrijven, zulke woorden genoegzaam te herkennen zijn. — De woorden van r of 2 medeklinkers vokaliseere men zooveel mogelijk door den hoofdklank of een kenmerkenden klinker in te voegen; waar men, bij die kortere woorden vooral, niet vokaliseert, daar is het in acht nemen van de positie der woorden hoogst wenschelijk, zoo niet bepaald vereischt. De positie der woorden, wordt, gelijk gezegd bepaald, naar den geaccentueerden of kenmerkenden klinker, m. a. w. dien klinker, waarop de meeste nadruk valt of die kenmerkend is voor het woord. Voor eerste positie klanken is de plaatsing van het woord boven de lijn, voor woorden met 2e positie klanken op de lijn » » » 3e » door » » als: 1) raakt, 2) rekt, 3) riekt, 4) wakker, 5) wekker, 6) woeker, 7) tasten, 8) testen, 9) twisten, 10) toestaan, 11) loof, 12) laf, 13) leef, 14) lief, 15) danst, 16) deinst, 17) dienst, 18) kar, 19) keer, 20) kier, 21) keur, 22) ras, 23) reis, 2,5) roes, 26) lak, 27) lek, 28) lik, 29) wee, 30) wie, 31) woon, 32) wyn, 33) wien, 34) pak, 35) puik, 36) pik, 37) last, 38) lust, 39) lijst, 40) leest, 41) list, 42) wascht, -43) weest, 44) wist, 45) spannen, 46) spenen, 47) spinnen, 48) schoónen, 49) schenen, 50) schoenen, 51) beraamd, 52) berijmd, 53) beroemd, 54) bezat, 55) bezet, 56) bezit. In gevallen als kier, keur, twisten, toestaan — waar 2 woorden van denzelfden consonentalen vorm in dezelfde positie worden geschreven — zal toch gewoonlijk het zinsverband aangeven, welk woord gelezen moet worden. Een vorm uit horizontale letters bestaande heeft slechts 2 posities, boven of op de lijn: 57) kas, 58) kus, 59) keus, 60) kogel, 61) kegel, 62) mooi, 63) mij, 64) moe, 65) stak, 66) steek, 68) zak, 69) zoek, 70) kaak, 71) keek, 72) kik, 73) koek, 74) gading, 75) vergoding, 76) geding, 77) vergoeding. Gehalveerde medeklinkers hebben ook slechts 2 posities, boven of op de lijn: 78) stand, 79) stond, 80) steent, 81) steunt. 82) zat, 83) zet, 84) zit, 85) noot, 86) nooit, 87) net, 88) nut, 89) niet, 90) gooit, 91) God, 92) guiten, 93) geilen, 94) gieten, 95) tanden, 96) tenten, 97) tinten. In een woord, bestaande uit een horizontale en dalende of opw. lijn, wordt de positie bepaald — niet naar de horizontale lijn — doch naar de dalende of opwaartsche: 98) raakt, 99) reikt, 100) riekt, 101) dag, 102) deeg, 103) deug, 104) nattig, 105) nattig, 106) nietig, 107) lastig, 108) lustig, 109) listig, 110) placht, 111) pleegt, 112) plicht, 118) snap, 114) betaling, 115) bedeeling, 116) bedoeling. Werd de positie van zulke woorden bepaald naar de horizontale lijn, dan zouden zij slechts in 2 posities kunnen worden geschreven; thans echter in alle 3 posities. Een vertikale dubbele letter wordt uitsluitend in de 3e positie geschreven: 117) duwde, 118) doodde, 119) zusters, 120) paap, 121) totaal, 122) detail. Ten opzichte van de gebogen vormen kan men nog onderscheid in acht nemen: 123) vader, 124) veder, 125) voeder, 126) order, 127) eerder, 128) later, 129) letter, 130) louter. Wij hebben bij het beschouwen van de klinkerschaal in Les III er reeds op gewezen, dat het noodzakelijk was deze goed te kennen; men meene niet — gelijk sommigen wel eens willen — dat alle klinkers kunnen worden weggelaten. Dit is geenszins het geval, maar de ervaring heeft aangetoond, dat men in het algemeen volstaan kan met 1 woord in de 20—-30 te vokaliseeren hetgeen beduidt dat van de 70 a 90 klinkers, slechts 1 behoeft te worden geschreven. — Ook het schrijven in positie is lang niet altijd noodzakelijk; slechts in enkele gevallen is dit bepaald gewenscht. — Meestal komt het er zoo nauw niet op aan, vooral wanneer men, kort na gestenografeerd te hebben, heeft uit te werken, en het geheugen, dat door schrijven naar dictee zeer geoefend wordt, dan veel te hulp komt. — Lascht men dan, bij het nalezen, hier en daar een klinker in, dan kan het geschrift na verloop van jaren, gemakkelijk ontcijferd worden. — Wanneer men juist in positie heeft te schrijven of wan- neer men juist een klinker heeft in te lasschen, kan gevoegelijk aan den schrijver zelf worden overgelaten. Bij eenige oefening en daardoor verkregen geestesvaardigheid, zal men op het oogenblik zelf, bij ingeving als het ware voelen, waar een klinker moet worden aangebracht; dat het daarbij van belang is de klinkers, de indeeling der klinkers, de klinkerschaal, juist te kennen, behoeft wel geen betoog; waar de aarzeling van een halve seconde U direct een paar woorden achteruit brengt, ligt het voor de hand, dat men op dat punt voor niets mag staan. Het mag hier de plaats zijn op eene — als wij het zoo noemen mogen — kleine geheimzinnigheid der klinkerschaal te wijzen, n. 1. deze: dat bij ongevokaliseerd schrijven — waarbij dus de plaats der woorden naar den hoofdklinker, dien zij bevatten, wordt bepaald — de vormen vrij wel gelijkelijk over de 3 posities zijn verdeeld. — Toch vallen de meeste woorden in de iste en 2e positie; deze posities zijn voor den schrijver voordeeliger dan de derde positie, ofschoon de 3e misschien voordeeliger is voor den lezer. — LES XIII. Logogrammen. of woordteekens ontbreken in geen enkel stelsel van stenographie, doch de geheele constructie van d i t stelsel brengt mede dat zij tot een minimum worden teruggebracht. De logogrammen stellen kortheidshalve een geheel woord voor, en door een juiste keus der logogrammen kunnen de grootste snelheden worden verkregen. — In het algemeen wordt aangenomen, dat één lettergreep door één pennehaal moet worden uitgedrukt; de vormen 1) 2) worden daarbij als voortgebracht door een pennehaal aangenomen. — Kan men meer dan een lettergreep door een pennestreek weer- geven als in: 3) vader, 4) kinderachtig, 5) materieel, des te beter. Dit komt der snelheid ten goede, zonder de duidelijkheid i 11 het minst te benadeelen. De logogrammen, die hier volgen, hebben bewezen legen de vuurproef der praktijk volkomen bestand te zijn, d. w. z.- tot verwarring geven zij geene aanleiding. Wèl zijn de teekens voor enkele woorden gelijk, doch aangezien die woorden in geheel verschillend zinsverband voorkomen, wordt verwarring buitengesloten. Vooral bij de logogrammen zal men wel doen ze juist in positie te plaatsen: het ligt voor de hand, dat onder de rubriek logogrammen vooral die vormen vallen, welke woorden moeten weergeven, die herhaaldelijk in de taal van het dagelijksch leven terugkeeren en heeft men die logogrammen juist geschreven, dan kunnen zij des te beter als steunpunt dienen om de andere woorden — die in de h^ast misschien minder duidelijk . zijn geschreven — door het zinsverband te herkennen. De meeste van deze teekens zijn gemakkelijk te leeren, omdat zij óf alle óf de kenmerkende medeklinkers of klinkers bevatten en voor het meerendeel geplaatst zijn, naar de positie der klinkers, zooals ö) wat van 7), 8) worden van 9); 10) hangt van u), 12) begrijpen van 13). Enkelen zijn gebaseerd op de verkrachting van een regel als: 14) achter, 15) zorgt. Een veertiental slechts zou men als vrij willekeurig kunnen aanmerken, als: 16) van, 17) sou. De leerling onderzoeke eerst, hoe de logogrammen zijn samengesteld, m. a. w. welk deel van het woord gebruikt is. De beste methode om ze te leeren is, ze allen onder elkaar te schrijven en een regel van elk logogram vol te schrijven; voorts door zinnen te vormen, waarin ze voorkomen en toegepast kunnen worden. Herhaalt men die oefening een paar maal, dan zullen de logogrammen vast genoeg er in zitten om ze met voldoende gemak te kunnen toepassen. 18) aan ig) aarde 2 o) achter 21) al(le) 22) alles 23) als % 24) ander 25) anders 26) begrijpt 27) begrip 28) belang 29) beleid 30) ben 31) bereid 32) bericht 33) beter >< 34) bil/ijk 35) blijven 36) boven 37) bracht 38) brengen 39) daar 40) daardoo 41) daaruit 42) dan 43) dank 44) fdat 45) de{n) 46) deuk 47) denken 48) der 49) desc 50) die . .. 5 ï) dit i 52) doch 53) doe - 54) doel 55) doen 56) doet 57) door 58) dus 59) echter 60) eed 61) een 62) der 63) eer 64) eerder 65) eerst 66) e«7ew 67) eisch 68) eischer 69) erg 70) erfirer 71) ew 72) ei- ^ 73) «'■ aan . 74) er in 75.' "»eu 76) foei 77) gaan 78) gedurendi 79) sreew 80) geld 81) geloof(ven S2) gereed ?3) geven 34) God ?5) goed 36) groot ■>7.) grooter 88) gij 89) haar 90) haal 91) had 92) had nit 93) hadden 94) hand 95) hangt 96) 97) hebt 98) hebben 99) heeft 100) heer 101) hem 102) hem niet 103) hen 104) het 105) het heeft 106) het niet 10 /)\hier 108) hierdoor iot)f hieruit 110) hoe 111) hoog 112) hooger 113) hoofd 114) hoop 11,5) houdt 116) hij 117) ieder 118) iemand 119) iets 120) ik v 121) in 122) indien 123) «* ' 124) ja ' 125) jarig 126) jong 127) jonger 128) kan 129) krijgen 130) komen 131) komt 132; koiu 133) kort 134) koud 135) kwam 136) laat 137) later 138) leider 139) lid 140) liet 141) louter 142) meer 143) maar 144) man 145) meer; 146) mm *147) met 148) moed 149) moet 150) mij 151) mijn 152) na 153) nader 154) naar 155) neder 156) neemt 157) neen 158) neer c 159) niemand 160) niet 161) niets 162) nieuw 163) nieuwer 164) uuch, not 165) noemt ióó) gerhemd 167) 168) nu 169) 0 170) of 171) om 172)" omdat 173) onder 174) OMS, O'MSt: 175) 00^ 176) oofc 177) op 178) opew 179) over 180) oud* 181) reeds 182') rond 183) school 184) schrijven 185) schuld £ 86) sla 187) slechts 188) spreken 189) te 190) te hebbei 191) ten 192) ter 193) tevens l 194) thans J 195) toch J 196) toe 197) toen 198) tot * 199) tijd .1 200) U 201) uit I 202) uur •->- 203) uwe v 204) uloer 205) uws 206) (ge)val ' 207) van 208) vandaar 209) veel ! 210) vereenig in 211) verklaren 212) verschillen 213) vol 214) (ge)voel 215) voor 216) voort 217) voor het 218) vooruit 219) vrij 220) waa/' 221)*waardoor 222)* waarom 223) waart 224) waaruit • 225) wwnf 226) 'wasj 227) 210) vereeniainaien) V 'C 228) wel (T 229) weet •/ 230) welke c 231) werd ^ 232) werden ? 233) wet ^ 234) wie 235) wil 236) worden * 237) wordt 238) woord ■> 239) zag 240) zal 241) zeer 242) zeg 243) zeker 244) sorgf 245) zorgt 246) zich 247) zie 248) zieda 249) zoo 250) zooals 251) zoodra 252) zoowat 253) zonder 1 254) zonder ) 255) zou{den) 256) ZMfó 257) 3# 258) s^'w. Wij laten hier eenige afleidingen, die als van zelve uit de logogrammen ontstaan volgen: 25^achtereen, 260) achterna, 26 r) achteruit, 262) achterstaan, 263) alsnog, 264) vooralsnog, 205) a%'d, 266) andersom, 267) anderzijdsch, 268) begrijpelijk, 269) onbegrijpelijk, 270) beierde, 271) öedaw/c, 272) ondankbaar, 273) ondanks, 274) dankzegging, 275) dew/c<, 276) denkbaar, 277) bedenk, 278) bedenkingen, 279) denkbeeld, 280) eigendunkelijk, 281) toidctó. 282) opdai, 283) eenheid, 284) eenheden, 285) eenzelvig, 286) eerstens, 287) eersteling, 288) groedigr, 289) 7mmdeling, 290) handig, 291) onhandig, 292) mijnentwege 293) omderhandeling, 294) onderscheid, 295; onderhoorigen, 296) ondervinding, 297) onderhandsch, 298) onderzoek, ondersteuning, 299) oogenschijnlijk, 300) overal, 301) overigens, 302) nièttemin, 303) uwentwil, 304) uwentwege, 305) Mifefagr, 306) mfeiew, 307) wwerz^'dscA, 308 ) gwo7sr, 309) volgens, 310) gevoelens, 311) gevoeliger, 312) velerlei, 313) vooral, 314) verklaarbaar, 315) voortgaan, 316) vooruitgaan. (^ komen zelden alleen voor tenzij met eigennamen j in dat geval zal men wèl doen gewoon schrift te gebruiken: 317) I- Pitman. aai schrijft men 318); ei 319); eeuw 320); ui 321). Gelijk men in de efiektenwereld spreekt van nominale . 5 waarde, kan men hier ook spreken van «nominale consonant die wordt uitgedrukt door het teeken 322). Dit teeken heeft slechts deze kracht, dat het dient ter nadere denominatie, ter nadere aanduiding van den klinket. Door er een stip of streekklinker in positie nevens te plaatsen kan men de waarde Van die stip of streek aangeven 323) i, 324) u, zoodat wanneer men er op gesteld is, niets dan stenographie te schrijven, men zich van dit — trouwens ietwat omslachtige, maar dan ook gelukkig zoo goed als nooit voorkomende teeken, — < kan bedienen: 325) A. Tennyson, ofschoon gij beter zult doèn te schrijven 326), Overigens: 327) J. van Lennep, 328) N. Beets. Wij kunnen hier gevoegelijk iets over het weergeven van getallen in de stenographie vermelden. In het algemeen, zal men wèl doen, getallen door de gewone cijfers (die op zich zelf reeds een soort van kortschrift vormen) weer te geven: op die wijze krijgt men meerdere duidelijkheid in het manuscript, het kan daardoor gemakkelijker overzien worden: 329) Het jaar 1889 heeft 365 dagen. Zijn er in een getal veel nullen, schrijf dan voor de h o rider d tallen een horizontaal streekje. 3— = 300; 5— - 500. Volgt gij een spreker op de hielen en hebt gij reeds 5 geschreven, terwijl nog 56 moet volgen, schrijf dan gewoon weg 5—56. Duizendtallen door een schuin opgaande streek: 3__= 3000; 7= 7°°°; 7 — = 7500 of 75-. Kilos door een stip nevens het getal: 75. = 7.5 kilo; 6— 600 kilo; 7 ~ 7000 kilo. Met guldens doet gij het best op de volgende wijze: 330) f 8000.— / 300.— en verder 331) 3000 pond; 332) 5000 ton Milloen kunt gij weer geven door 333) als 334) 3000.000. 21/., drukt gij het best uit door 2 2' t drukt gij het best uit door 336) 2' 4 » » » » » » 33 7) Va 3A 7s, blijven y2 s/4 s/8; 3%% zie 338) 3 of 4 schrijve men f 7 of 8 » » 7 8 3 tot 4 » » 3 1 4 LES XIV. Contracties. Soms komt men woorden tegen, die, voluit geschreven, geen gemakkelijk en vlug neer te schrijven vorm hebben; een andermaal stuit men op vormen, die ofschoon op zich zelf kort genoeg en gemakkelijk uitvoerbaar, den schrijver toch door hun herhaald voorkomen te lang zijn en waardoor hij onwillekeurig naar een saamgetrokken vorm zal zoeken. Het gevleugeld woord van Napoleon I: a la guerre comme a la guerre kan men hier dan m gewijzigden vorm toepassen en zeggen :'a la stenographie comme a la sténographie, en — men neemt zijn toevlucht tot contracties. Men heeft zich dan in het algemeen hierdoor te laten leiden, dat een contractie moet laten voelen, wat er staat terwijl zij tegelijkertijd duidelijk aangeeft, wat er niet staat afnemen: ^ ^ CMltraCtieS "0g ^ r^els - n een woord met de lettergreep be aanvangende, kan in verreweg de meeste gevallen die b worden weggelaten; desnoods zou men door wijd plaatsing kunnen aangeven dat de lettergreep be weggelaten is. i ) Zij bezweek na een kort Ivjden. 2) Die bekrompenheid bevalt riGTti met. D°,C,h ,blJna a'le gevallen wordt het woord zonder be gemakkelijk herkend, zelfs wanneer geen wijdplaatsing in acht genomen is; de voornaamste dier contracties volgen hier- 3) bedeesdheid, 4) bediening, 5) bedrevenheid, 6) bepaald, 7) bedroefdheid, 8) befaamdheid, 9) begaafdheid, 10) begrafenissen, 11) behagen, 12) behartigen, 13) beheersching, 14) behendigheid, 15) behoedzaam, 16) behoorlijk, 17) behulpzaam, 18) bejammeren, 19) bejegenen, 20) bekentenis, 21) beklemdheid, 22) bekommering, 23) bekoorlijk, 24) bekrachtiging, 25) bekrompenheid, 26) bekwaamheid, 27) beleefdheid, 28) belemmering, 29) belezenheid, 30) beüo/fe, 31) bemiddeling, 32) bemoediging, 33) benauwd, 34) benieuwd, 3^) beproevingen, 36) beschaafd, 37) beschaving, 38) beschaamd, 39) beschadiging, 40) bescherming, 41) beschikbaar, ±2)beschouw, 43) beschrijving, 44) beschroomdheid, 45) beslissen, 4^) beslissing, 47) besmettelijk, 48) besparing, 49) bespottelijk, 50) bespreking, 51) bestanddeel, 52) bestemming, 53) bestorming, 54) bestraffing, 55) bevochtiging, 56) bevolking, 57) begrooting. In woorden met be, waar de hoek of halveering of verdubbeling etc. gemakkelijke vormen geeft, kan de b blijven: 58) beving, 59) bevinding, 60) bevonden, 61) bevorens, 62) bederf, 63) beteekent, 64) bedwelming, 65) beletsel, 66) belijdenis, 67) belooning, 68) benoeming, 69) beraad, 70) beramen, 71) beroerd, 72) beroerte, 73) beroww, 74) beschutter, 75) bestuurder, 76) betamen. In woorden als: 77) bezig, 78) beeldtenis zult gij echter steeds de b schrijven. Waar door weglaten van b verwarring zon ontstaan, moet bepaald wijd plaatsing worden aangewend of wel de b in het woord blijven: 77) beoefening ter onderscheiding van: oefening 78) beschouwing » » s schouwing 79) bewaarheid » » * waarheid, 80) bestelling » * * stelling Het zinsverband helpt iemand hier niet altijd uit het nauw. Onbe. moet in zijn geheel worden weergegeven: 81) onbezonnenheid, 82) onbevangen, 83) onbegonnen, 84) onbeduidend, 85; onbeteekenend. De n (en) kan zeer dikwijls worden weggelaten: 86) noemenswaard, 87) opmerkenswaardig, 88) levensmoed, 89) beklagenswaard, 90) samensmelting, 91) gemeenzaam, 92) beginsel, 93) oogenschijnlijk, 94) eigenbelang, 95) eigenschappen, 96) tegenstanders, 97) tegenstrijd, 98) logenstraffen, 99) tegenover, 100) tegenspraak, 101) evenwijdig. De uitgang baar drukt men meestal het best uit door 102), als: 103) bruikbaar, 104) laakbaar.— Soms kan men eenvoudig b schrijven wanneer de aanhechting van 102) niet te gemakkelijk gaat: 105) tastbaar, 106) kostbaar, 107) onbetwistbaar, 108) strafbaar, 109) onverstaanbaar, 110) onneembaar, 111) kenbaar, 112) onberekenbaar, 113) onherkenbaar, schrijf 114) dienstbaar. De g van iging, ïgheid, kan in vele gevallen worden opgeofferd: 115) overweging, 116) hevigheid, 117) beschuldiging, 118) rechtvaardiging, lig) behoeftigheid, 120) omstandigheden, 121) tegenwoordigheid, 122) hoedanigheid, 123) weerspannigheid, 124) voorzienigheid, 125) levendigheid, 126) spitsvondigheid, 127) wisselvalligheden, 128) driftigheid, 129) deftigheid, 130) gedienstigheid, 131) tegenstrijdigheid, 132) stijfhoofdigheid. Soms kan de g zelfs weggelaten worden wanneer de stam van het woord duidelijk genoeg is: 133) zorgvuldig, 134) hoogst eenvoudig, 135) oppervlakkig, 136) rondborstig, 137) merkwaardig, 138) eenvoudiger, 139) merkwaardiger. Hetzelfde geldt voor de, aan de g verwante, k: 140) aantrekkelijk, 141) aansprakelijk, bekendmaking, verwezenlijking, rekening, kennismaking. De st wordt soms saamgetrokken tot s: 142) borgstelling, 143) tentoonstelling, 144) belangstelling, 145) voorstel, (schrijf in voorsla de a) 146) herstelling, 147) Christendom.. 148) beraadslagingen, 149) geestdrift, 150) testament, 151) toestemming, 152) bewerkstelligen, 153) aanstelling, 154) instelling, 155) jongstleden, 1,56) rustig, 157) onrustiger, 1,59) naarstig, 160) onrustbarend, i'>i) verkwisting. Dan kan de stip voor ver zeer dikwijls worden weggelaten: 162) verdraagzaam, 163) vermeerdering, 164) veroorlooven, 165) vergunning, 166) vergadering, 167) verwijderd, 168) verdediger, 169) verzekering, 170) verkiezing, 171) verwoesting, 172) verzamelen, 173) verzoening. Ook met de k van com, con, co, kan dit af en toe geschieden: 174) controleur, 175) connossement, 176) conditie, 177) constitutie. De groote kracht voor de duidelijkheid bij contracties voor afgeleide woorden — en contractie wordt voornamelijk toegepast op afleidingen — zit juist daarin, dat de wortel van het woord gemakkelijk de afleiding doet herkennen: 178) overeen, 179) overeenkomstig, 180) bekwaamheid, 181) afhankelijk, twijfelachtig. Men zij echter voorzichtig met contracties en wage zich daarmede niet te ver: men ga niet verder dan die, welke wij hier geven, en eerst wanneer de leerling door veel schrijven en rapporteeren als het ware bij ingeving heeft leeren voelen, hoever hij mag gaan, eerst dan zal hij aan die lust kunnen botvieren als hij daarin behagen schept, ofschoon met de contracties hier gegeven in verreweg de meeste gevallen volstaan kan worden. Nog zij opgemerkt dat ofschoon de v- en n-hoeken, benevens cirkel s, halveering en verdubbeling niet mogen toegepast worden, wanneer een klinker volgt, men ingeval een doffe lettergreep volgt (zulk eene n. m. die de doode of verwaarloosde en bevat) zich eenige vrijheid zal kunnen veroorloven: in plaats van brave 182) schrijft men dus 183) schoone 184) » » » 18.5) meene 186) » » » 187) slaafsche 188) » » » 189) volgende 190) » » » 19 *) latere 192) » » » 193) meerdere 194) » » » 195) ingewortelde 196) » ,> » 197) Ja, wij voeren dit soms zelfs door tot »en": 198) afgezonden, zelden in plaats van 199), 200) wij wachten, 201) mocht dit geschieden, 202) wij verzochten hem. Maar in een geval als: zij verzochten hem, 203) gaat dit niet op, want daaruit zou men ook: »zij verzocht hem" kunnen lezen. Verleden tijden van zwakke werkwoorden heeft men voluit te schrijven: 204) raapte, 205) klapte. Ten slotte laten wij hier nog eenige min of meer willekeurige contracties volgen voor woorden, die veel voorkomen: 206) oorsprong, 207; oorspronkelijk, 208) oogenUikkelijk, 209 klaarblijkelijk, 210) verklaarbaar, 211) talrijk, 212) gemakkelijk, 213) karakter, 214) publiek, 215) belangrijk, 216) niettegenstaande, 217) mogelijk, 218) omvang, 219) omvangrijk, 220) invloed, 221) aanvang, 222) ontvang, 223) ontvangst, 224) vertegenwoordiger, v225) gouvernement, 226) voortbrengsel, 227) overblijfsel, 228) onderneming, 229) ernstig, 230) aanleiding, 231) inleiding, 232) 233) inlichting, 234) terwijl, 235) dienstig, 236) gunstig, 237) ongeluk, 238) kunstmatig, 239) ongelijk, 240) opmerken, 242) kenmerk, 243) verontschuldiging, 244) grondslag, 245) grondstof 246) grondwetsherziening, 247)} onzeker, 248) antirevolutionair, > 249) hoogstaangeslagenen. Men legge er zich niet zoozeer op toe al deze vormen van buiten te leeren; doch veeleer trachte men door te dringen in het beginsel, waarnaar die samenstellingen worden gemaakt. Kruisteekens. In de oudere stelsels had men voor het weergeven van vormen, die dikwijls in een rede voorkomen of die men zich verbeeldde, dat dikwijls voorkwamen, een merkwaardige, niet ongeestige, maar zeer omslachtige en geheugen verderfelijke methode: — Men schreef bijv: 251) de wereld, 252) in de wereld, 253) aan het eene einde der wereld, 254) aan het andere einde der wereld, 255) van het eene naar het andere einde der wereld, 256) de Heilige Drieeenheid. — Ja, er is ons een hedendaagsch geval bekend, dat een snelschrijver, -^bliksemsnel0 zou willen weergeven door 257) en »in vogelvlucht door 258) Dergelijke symbolische voorstellingen komen in ons systeem niet te pas. Maar, evenals men in het gewone schrift afkortingen maakt als B. W. voor Burgemeester en Wethouders, zoo kan men dit ook in de Stenographie doen. — Hier doet men het gewoonlijk door de kenmerkende medeklinkers over elkaar te schrijven, soms ook door de kenmerkende medeklinkers van beiden nevens elkander te schrijven of zelfs tot één vorm te verwerken: 259) liberale party, 260) provinciale staten, 261) gedeputeerde staten, 262) minister van binnenlandsche zaken, 263) ministerie van buitenlandsche zaken, 264) memorie van toelichting, 265) algemeen stemrecht, 266) maatregel van inwendig bestuur, 267) domine Hartog, 268) sociaal-democratie, 269) bankbillet, 270) gouverneur-generaal, 271) kiesvereeniging. Uitroepingen van het publiek rapporteere men tusschen groote haken: 272) gelach, 273) applaus, 274) tumult, 275) hilariteit. »Aanhoudend gejuich" zal men moeten schrijven 276). LES XV. Alvorens nu verder te gaan, zouden wij ernstig den. raad willen geven, vooral te zorgen dat men al het voorafgaande goed kent en desnoods alle voorbeelden, die wij U af en toe hebben gegeven, nogmaals uit te werken; zelfs voor hen, die overtuigd zijn het stelsel grondig te kennen, is die studie zeer aanbevelenswaard, al ware het alleen maar om uw stijl te vormen. De phraseographie of het aaneen schrijven van woorden, die als het ware bij elkaar behooren in het zinsverband, veronderstelt eene grondige kennis van het stelsel, en eenige vaardigheid in het lezen en dan eerst kan men met vrucht intreden in de Omega der Phonographie, de Phraseographie die als een ars in arte, een kunst in een kunst, mag worden aangemerkt. Dat men door dit aaneenschrijven tijd uitwint, dus grootere snelheid behaalt, het ligt voor de hand, want de sprong dien men anders van het eene woord op het volgende had te maken wordt thans vermeden en wij weten het, elke streek representeert minstens één klank, zoo.niet een geheel woord. In het lezen bieden goed gekozen phraseogrammen een wezenlijk voordeel aan, om reden dat het oog niet over zooveel vormen heeft te loopen, bijv: i) »Het is niet", is gemakkelijker te lezen dan 2). Hoofdvereischten zijn duidelijkheid en gemakkelijkheid van uitvoering : tijd roovende, moeilijke verbindingen, en zulke die te ver van de schrijflijn gaan, zijn niet aan te bevelen, bijv: 3) Te zijn of niet te zijn dat is de kwestie, is af te keuren. Het eerste woord van een phraseogram wordt altijd in positie geschreven: 4; hier en daar, 5) het kan niet, 6) er zijn, 7) in staat zijn, 8) tot stand te brengen, 9) te brengen, 10) ik ben, 11) ik had niet, 12) van hem, 13) van hier, 14) van lieverlede, 15) e)i wat is, 16) het is echter, 17) op grond van, 18) en is, en als, 19) liet is ons bekend, 20') naar het mij, 21) in hem, 22) heen en weer, 23) er op, 24) er bij, 25) naar het schijnt, 2b) het spijt mij, 27) laten komen, 28) moeten doen, 29) zullen worden, 30) die zij, 31) zij die zich, 32) onder dezen, 33) per week, 34) per jaar, 35) per stuk, 36) per post, 37) per spoor, 38) te doen, 39) van het, 40) zooals zij, 41) zooals die, 42) zoowel als, 43) het is ook, 44) oost en west, 45) Oost tot West, van Noord, tot Zuid, zoo mogelijk, zoo spoedig mogelijk, juist als, Gods woord, in zich, op zich zelf', niet alleen, in alle. De punt voor de kan worden uitgedrukt door een hellend streepje aan het voorafgaande woord te hechten: 46) zij zijn de eersten, 47) en van de, 48) en wat is de, 49) in den weg, 50) als de, 51) is de, 52) en als de, ,53) op de, 54) en bij de, 55) tot de (een weinig rechtshellend), in den hemel, in den omtrek. Nooit en kon mogen nimmer in een phraseogram gebracht worden, want zij zouden botsen met niet en kan. Van de verdubbeling wordt een enkel maal gebruik gemaakt: 57) een der, 58) en die der, 59) om der wille, 60) een of ander, 61) in dier voege. 62) terzelfder tijd, 63) toen ter tijde, 64) hier ter plaatse, 65) in ieder geval, 6ö) in ieder opzicht, 67) in der haast, 68) hier of daar, indertijd, een ander, een en ander. Ook de n-hoek kan aangehecht worden tot uitdrukking van dan, speciaal na Ier en ger. 69) hooger dan, 70) lager dan, 71) meer dan, 72) sneller dan, 73) vlijtiger dan, 74) nederiger dan, 75) het is langer dan 12) jaar geleden, 76) koeler dan, 77) erger dan de, 78) vreemder dan, 79) liever dan de, 80) meer dan eens. Vele stelsels laten ettelijke woorden weg, zeer ten nadeele van de duidelijkheid. Hier wordt dit hoogst zelden gedaan: 81) en op (eene) wijze die, 82) van (den) heer, 83) in (den) eersten, tijd, 84) (van) tijd (tot) tijd, 85) op (en) neer, 86) kerk (en) staat, 87) dames (en) heeren, 88^ lief (en) leed, 89) veel (te) veel, 90) uit (den) aard (der) zaak, 91) in (de) gelegenheid, 92) groot (en) klein, 93) arm (en) rijk, 94) dag (aan) dag, 95) lager (en) lager, 96) dieper (en) dieper, 97) dag (op) dag, 98) hooger (en) hooger, 99) en in het belang (van), 100; (naar) aanleiding, 101) te midden (van), door bemiddeling (van). Soms wordt een vorm geheel omgedraaid of omgewerkt, voor de gemakkelijkheid van verbinding. 102) willens (en) wetens, 103) wel is waar, 104) het zal ons, 105) moeten worden, 106) als het waar is, in strijd met de. I k kan tot een klein haakje worden afgekort: 107) ik kan, 108) ik wensch, 109) ik weet het niet, 110) ik zal. Ook hier moeten de gegeven voorbeelden beschouwd worden wat het principe aaagaat waarnaar zij gevormd zijn. Voordeel levert het op te zorgen, dat de vormen niet te lang worden; zijn de vormen kort, dan zijn zij het gemakkelijkst en daardoor het snelst uit te voeren. Daarom ook lossen wij saamgestelde woorden, wanneer zij wat lang worden, in hun samenstellende deelen op: ui) middelpuntvliedende kracht, 112) scheepstimmermansgereedschapsmandje, 113) levensverzekeringmaatschappij. Heeft men echter eene rede te rapporteeren waarin dit laatste woord herhaaldelijk voorkomt, dan doet men wel, een contractie te improviseeren bijv. 114). Zoo ook met 115) suikerraffinaderij. AANHANGSEL. En hiermede hebben wij het geheele stelsel ontwikkeld en rest ons nog eenige algemeene opmerkingen voor uwe verdere oefening ten beste te geven: In de eerste plaats kan het volstrekt geen kwaad, wanneer men het geheele stelsel nog eens doorgaat, om des te beter met de regels en woordvorming vertrouwd te geraken. Bedenk voorts dat gij slechts mef verstandig, volhardend nauwgezet werk, vooruit kunt komen. % Men beginne alles wat hier op pag. 75 e- v- voorkomt, in stenographie over te zetten, en dit te vergelijken met den stenographischen text hier achter. De fouten corrigeert gij en gij geeft u daarvan rekenschap; ten slotte moet gij deze bladzijden kunnen schrijven zonder een fout te maken. Dit, met degelijke studie van het stelsel zelf — is voldoende om uwen stijl te vormen. — Daarna houdt men zich een paar maanden onledig uit een boek, een courant of wat dan ook over te schrijven in stenographie; zoodoende geraakt gij met de regels nog beter vertrouwd, vele combinaties vloeien U dan langzamerhand van zelf uit de pen, en ook de logogrammen en meest voorkomende woorden, schrijft gij als het ware werktuigelijk neer. Vergeet daarbij vooral niet vele klinkers in te lasschen, al ware het alleen maar om daarmede geen moeilijkheden hoegenaamd te krijgen in uw verdere praktijk. Wel is waar laat de rapporteur meest alle klinkers weg, doch dit sluit toch niet de noodzakelijkheid buiten, dat hij ze af en toe gebruiken moet, bijv. bij eigennamen, en eenige aarzeling daar, brengt hem schromelijk in verwarring soms. Ook heeft het schrijven der klinkers bij deze voorloopige oefeningen dit voor, dat gij instinctmatig leert voelen, waar zij veilig mogen worden weggelaten. Vormen, welke niet gemakkelijk uit de pen vloeien, schrijve men herhaalde malen: dit geeft niet alleen voordien vorm maar ook in het algemeen gemakkelijkheid van handbeweging. Hoe de pen het beste te houden is, hangt geheel van het individu af; de een kan beter op deze de ander op gene wijze schrijven. Toch schijnt het dat men in het algemeen wel zal doen de elleboog een weinig van het lichaam te houden, waardoor de pen meer over het papier getrokken dan geduwd wordt. De beste schrijvers houden den pennehouder met de top naar buiten en voorts de vingers zoo dicht mogelijk bij de pen zelf. Zoodra de vormen ger, b, mp, ng, u gemakkelijk uit de pen vloeien, is alles gewonnen. Zij vormen den steen des aanstoots. Maak de vormen niet te groot en de zware vormen niet te zwaar; daarom bevelen wij aan tusschen lijnen te schrijven; op deze wijze wordt de aandrang om groote vormen te maken eenigszins bedwongen. De meest aanbevelenswaardige pennen zijn de gouden; zij duren bij goede behandeling langer dan een menschenleven. Als eerste uitgaaf zijn zij duurder dan stalen pennen, maar hun geld zijn zij volop waard, — en men haalt de kosten er op den duur met succes uit. Morton's gouden pennen zijn de beste; stalen pennen hebben dit nadeel, dat eerst een periode van stijfheid der pen te overwinnen is; dan komt een kort tijdperk dat zij uitstekend werkt, waarna de ouderdom als het ware intreedt en de pen overal haakt en dan: vaarwel, snelheid, gemakkelijkheid en gemoedsrust in het schrijven. Aan een gouden pen raakt men eens voor al gewend. Soms moet men met potlood schrijven, bijv. in een duister kerkhoekje waar men niet zien kan of er nog inkt in de pen is ; daarom raden wij den leerling aan, af en toe ook met potlood te schrijven. In den laatsten tijd worden er zoogenaamde fonteinpennen in den handel gebracht, die inkt genoeg bevatten, om er 10 a 12 uur achtereen mede te kunnen schrijven en dan steeds weer gevuld kunnen worden, terwijl de inkttoevoer naar de pen een regelmatige is. Daar die pennehouders van gouden pen voorzien zijn, kunnen zij lang duren en zijn met recht als een juweel van een instrument te beschouwen. Het kost in den aanvang eenige moeite om den besten vorm voor een woord te vinden; hebt gij echter de voorbeelden, die wij gaven goed uitgewerkt dan is die moeilijkheid tot een minimum teruggebracht; hoofdzaak blijft dat gij gemakkelijke vormen schrijft en dan komen vormen met scherpe hoeken allereerst in aanmerking. Voorts moet gij U laten leiden, door de afleiding der woorden — d.w.z. een stamwoord .. zoo te schrijven dat afleidingen gemakkelijk er uit volgen; en bovenal zoo, dat vokalisatie steeds gemakkelijk kan plaats vinden. Om het stelsel grondig te leeren in al zijn finesses, is er geen beter middel, dan het aan anderen te onderwijzen, of het met een ander te beoefenen of te bespreken. Gewen u van het begin af aan, na den besten vorm voor een woord gezocht te hebben dat woord steeds op dezelfde wijze te schrijven; dit kan u enorm veel helpen om spoedig in snelheid te winnen, en hierin zit vooral het geheim waarom Phonographie zoo veel gemakkelijker is te leeren dan eenig ander stelsel; niet alleen, dat gij door eenige meerdere regels dan in andere systemen, een basis krijgt die vertrouwbaar is, en toch voldoende kortheid geeft zoodat gij met willekeurige afkoi tingen verder niets te maken hebt, — maar bovendien blijft de kortste stijl van Phonographie feitelijk dezelfde als de langste stijl. fn den langeren, den zoogenaamden correspondentie stijl, zet gij alleen wat meer klinkers, maar de vorm der woorden blijft dezelfde; in andere stelsels is de vorm van het woord, op zijn kortst geschreven, dikwijls geheel verschillend van den vorm, dien men aan het woord in correspondentiestijl zou geven. Snelschrijven zooals gewoon schrijven, wordt langzamerhand een gewoonte; dat langschrift werkelijk een gewoonte is, mag U daaruit blijken dat gij, trachtende in uw gewoon schrift de klinkers weg te laten, herhaaldelijk fouten maakt en stokt: gij zijt te veel aan de dagelijks terugkeerende combinaties gewoon. Men zal spoedig bemerken dat snelschrijven niets anders is, ' dan een kwestie van snel denken. Het mechanische gedeelte van het schrijven is meer als bijzaak te beschouwen. De regels volgens welke geschreven moet worden dient men op zijn duimpje te kennen, om in een gegeven geval dadelijk te kunnen weten, die en die regel moet ik toepassen en niet die of die. Dit verstandswerk kunt gij zelf bespoedigen door wanneer gij bijv. eenen na?- of een woord in de straten of waar dan ook leest, te trachten daarvoor in uw brein den besten vorm te scheppen. Desnoods maakt gij de overeenkomstige handbeweging. Maar wat het werkelijk schrijven aangaat, zoo raden wij U ten sterkste aan de eerste 2 3 maanden niet anders dan bedaard uit een boek over te schrijven, opdat uwe hand oefening krijgt en gevormd wordt, en steeds alles na te lezen. Na deze voorbereidende oefening is het tijdstip gekomen, waarop de leerling, om snelheid te krijgen, naar diktée heeft te schrijven. Hij zal thans, overschrijvende uit een boek, in staat zijn 40—50 woorden per minuut weer te geven. Misschien meent hij nu ook naar diktée zooveel te kunnen schrijven; maar mets is verder van de waarheid. Elk woord dat hij hoort klinkt voor hem als een pistoolschot dat het sein is voor een vervaarlijk kanongebulder, en in een oogenblik is alle gemoedsrust — als van den jongen rekruut die voor het eerst in het vuur komt — heen, en de vormen, die hij in zijn alles behalve benvjdenswaardigen gemoedstoestand op dat oogenblik — om m Godsnaam maar bij te blijven — neerwerpt, gelijken op alles, behalve op duidelijk geschreven stenographische teekenen. Doch evenals de rekruut na eenige veldslagen als het ware een veteraan in koelbloedigheid wordt, zoo ook hier. Eenige weinige van dergelijke schermutselingen — die voor den aspirant-stenograaf ietwat ontmoedigend zijn -- zijn voldoende om hem te doen gevoelen, dat hij tegen den Iangzamen dictator opgewassen is. Alleen is het jammer dat enkele rekruten, in die »Sturm und Drang" periode, er het leven bij laten, in casu — den moed geheel laten zinken. Daarom : moed en volharding en zelfvertrouwen, deze drie ! De leerling gewenne zich van meet af aan. zoo gemakkelijk mogelijk te schrijven. Hang niet te zwaar over uw werk; raak het papier ternauwernood aan. Het best wat de leerling doen kan is zich dagelijks geregeld — minstens een uur voor te laten lezen, zulks met eene dusdanige snelheid dat hij vrij wel bijblijven kan. Die snelheid kan eiken dag, elke week iets vergroot worden totdat zij op het laatst haar maximum bereikt. Men zal daarbij bemerken, dat men volgens die methode, elke week ongeveer 5 woorden vooruitgaat. Men bedenke daarbij steeds dat, naar juistheid van vorm gestreefd moet worden en drage dus zorg niet boven zijne kracht te schrijven. Soms is het moeilijk een geschikt voorlezer te vinden en dan moet men tot andere middelen zijn toevlucht nemen. Men schrijve dan bijv. de een of andere passage, die men van buiten kent, herhaaldelijk over of wat nog beter is, schrijf met een stift in een boek phonographisch onder de woorden, terwijl gij die hardop leest. Bij gebrek aan stift, kan dit ook eenvoudig met de hand, denkbeeldig geschieden, maar het is altijd beter dat men voelt de woorden te vormen. Doch de hoofdzaak blijft: laat u voorlezen. Dan komt elk woord onverwacht, en krijgt gij de allerbeste oefening. Gewen u van het begin af, niet te aarzelen. Verschijnt een woord waarvan de vorm zich niet dadelijk aan uw geest voordoet, houd dan niet op, maar trek eenvoudig een cirkel, alsof die het teeken voor het woord ware; ook kan men alleen eenige beginletters van het woord schrijven. Is men eenmaal in staat ongeveer 100 woorden per minuut te schrijven, dan zal men kunnen beginnen met redenaars te volgen en kieze daartoe voorloopig langzame sprekers uit. De snelheid van spreken van redenaars varieert zeer; de gemiddelde is echter 120—130 woorden per minuut. Sommigen gaan veel hooger, anderen aanmerkelijk lager. Ook kan een spreker in zijne rede nu eens zeer langzaam dan weer betrekkelijk vlug gaan; zoo willen wij hier een geval van den Heer C. H. Spurgeon vermelden. In de eerste 3 minuten van zijne rede sprak hij 98, 103, 118 woorden en de volgende 2 minuten 232. In het midden der rede uitte hij in 3 minuten 390 woorden waarvan 148 in de eerste minuut, en de 242 resteerende in de beide anderen vielen. De laatste 8 minuten zijner rede wa- ren de cijfers als volgt: 158, 150, 158, 155, 156, 159, 167, 137, of een gemiddeld aantal van 155 woorden per minuut. Toch was de gemiddelde snelheid over de geheele rede, die 45 minuten duurde, 130 woorden per minuut. Mocht u soms verboden worden een spreker in het openbaar neer te schrijven -- er zijn redenaars, die te weinig vertrouwen hebben in zich zelf of die om andere redenen meenen, dat het een werk des Satans is —- neem dan eenvoudig een stift en trek de teekens daarmede op uw knie of op een kerkboek of wat dan ook. Ook voor uw geestesoog alleen kunt gij een rede stenographisch verwerken, maar het is beter dat de hand medewerkt en oefening krijgt. Ook kan men dit doen, daar, waar een gewone conversatie plaats vindt, doch de snelheid van spreken is dan gemeenlijk veel hooger en stijgt niet zelden tot 250 woorden per minuut, al kan die snelheid van uiting ook slechts voor een kort oogenblik worden volgehouden. In Amerika beweert men dat een «verwoed getuige over het geheel het snelst spreekt. Tegen »court reporting zijn dan ook de meeste stenographen niet opgewassen. Men bepale zich wanneer het te snel mocht gaan, afgeronde zinnen te schrijven. Heeft men eenmaal de snelheid van 120 woorden per minuut gepasseerd, dan volgt de rest 120 I5° woorden gemakkelijk. Hooger te gaan. van 150— 180, kost veel inspanning en velen brengen het nimmer zoo ver. Woorden weg te laten is een gevaarlijke methode: hoe het weglaten van een klein teeken, een aandachtsteeken bijv. de geheele beteekenis kan veranderen mag blijken uit hetgeen verhaald wordt van een schneidig Duitsch luitenant. Deze had bij zijne Dulcinea een blauwtje geloopen en toen zijne vrienden hem naar zijn liefdeshistorie vroegen, geantwoord: ich will sie nicht. De vrienden wisten het echter wel beter en maakten er van: ich will — sie nicht. Op het stenografen congress te Londen in September 1887, bracht een der sprekers het weglaten van woorden ter sprake en hij beweerde o. a, „hoe kan ik wanneer ik een rcchtsge- 6 ding heb gestenografeerd later onder eede verklaren: die getuige heeft dat en dat gezegd? per slot van rekening iets, dat ik in 't geheel niet heb geschreven." Het blijft dan een raden naar hetgeen werkelijk is gezegd, dikwijls helpt het zinsverband veel, maar zeer dikwijls laat het iemand ook totaal in den steek, en dat is vooral in rechtsgedingen hoogst onverantwoordelijk; om precies te weten wat en waar men weglaten mag, eischt bovendien een — wij zouden haast zeggen — bovenmenschelijke vaardigheid. En had men nu altijd sprekers voor zich, die niet dan aan volmaakte, geheel afgeronde zinnen uiting gaven, dan ware het nog iets; maar niemand beter dan de stenograaf kan weten, hoe enorm dikwijls tegen stijl en de eerste beginselen van taalkunde gezondigd wordt, waarvan echter het auditorium, onder den indruk van het oogenblik, niets bemerkt. Een lersch lid van het Parlement, beklaagde zich eens tegenover een rapporteur, dat deze zijn redevoeringen zoo heel kort weer gaf. De stenograaf gaf de volgende keer, om het den Ier naar den zin te maken, de geheele rede in extenso, maar toen kwam er zulk een nonsens voor den dag, dat de Ier verzocht, in het vervolg maar der langen Rede kurzen Sinn weer te geven. Heeft men snelle sprekers te volgen en vallen de woorden als bladen in een herfststorm, geef dan niet toe aan zenuwachtigheid : men zal zich in dit opzicht veel kunnen bedwingen ; ook store men zich dan niet te veel aan juistheid van vorm; het is overigens merkwaardig welke harde stooten dit stelsel verdragen kan; de geometrische opbouw draagt daartoe in de eerste plaats het zijne bij en voorts de paarsgewijze groepeering van de medeklinkers, en ook die der klinkers. Bovendien moet bekwaamheid in het lezen m zulke gevallen tegemoet komen, en het geheugen, dat door veel schrijven naar de levende stem zeer geoefend wordt, moet en kan dan belangrijke diensten bewijzen. Ook schrijve men bij grooter snelheid wat dichter in elkaar en verkleine het schrift een weinig. De hand moet over het papier zweven, als het ware vliegen. stelsel Tetar van Elven Steger op 40 andere — de meeste zeker buitenlandsche berust, mits het maar een goed stelsel is. Het is niet gemakkelijk om juist te zeggen wat de groote fouten zijn van dit stelsel; betrekkelijk is dus de Heer Steger veilig wanneer hij pag. 4 zijner handleiding zegt, »niemand zal kunnen bewijzen dat eenig ander van de voornaamste buitenlandsche stelsels, de voorkeur boven ons systeem zou verdienen". Ken basis, een vaste basis is het, welke aan het stelsel ontbreekt. In de correspondentie stijl houdt men zich aan de spelling van het gewone schrift; dit is één basis. In de kamerstenographie heet het: schrijf wat gij hoort; dat is een 2e basis. Verder: terwijl in bijna alle nieuwe systemen er naar gestreefd wordt om de groepen van klanken die herhaaldelijk voorkomen onder een korten duidelijken vorm te brengen, een wijziging als het ware van den oorspronkehjken vorm. is daarvan niets te bespeuren in het kamerstelsel. De letters worden eenvoudig samen verbonden en men laat weg wat niet noodig is. Daardoor wordt de correspondentie stijl, de volledige stijl, verbazend omslachtig, en wat het verschil betreft tusschen kortsten en langsten stijl, er is vrij wel mets dat den leerling daarbij tot richtsnoer dient. Wat er moet worden weggelaten - buiten hetgeen weggelaten wordt, wat men niet hoort — is geheel aan de willekeur van den schrijver overgelaten. \ oor den rapporteurstijl is daarmede het gebied der wildste speculatie geopend, en het aanleeren wordt er zeer door bemoeilijkt. Wat de duidelijkheid betreft: er zijn eenige weinige regels aangegeven om — niet zoozeer groepeeringen van lelters, — dan wel uitgangen en voorvoegsels korter weer te geven. Indien de leerling die toepast zou het mij met verwonderen, dat hij nu en dan voor vormen kwam, die voor tweeerlei lezing vatbaar zijn. Om iets te noemen. De lettergreep be wordt altijd weggelaten (par. 33); maar wanneer de Heer Steger nu komt voor een zin als deze: ik was bij de schouwing van het lijk aanwezig. Hoe komt hij dan uit zijn stenogram tot de conclusie dat er schouwing en niet beschouwing moet worden gelezen; of: de lampen zijn steld: moet ik daaruit opmaken dat de lampen besteld of gesteld zijn. En wat de gemakkelijkheid van het schrijven der vormen aanbelangt, zoo raden wij den lezer aan, die vormen (pag 30, 31 Stenographische' text Handleiding) eens te bezien en wij vertrouwen dat hij dan zal vinden dat het er wemelt van stompe hoeken, in een klein bestek bijeengebracht en ieder kan voor zich proefondervindelijk gemakkelijk nagaan dat het schrijven van stompe hoeken een alles behalve gemakkelijke taak is. Bovendien zijn die vormen zeer lang wat ook al niet tot snelheid van uitvoering medewerkt. Ik wil niet zeggen dat het totaal onmogelijk is het snel te leeren doen, maar de leertijd zal er niet onaanzienlijk door worden verlengd, wil men ten minste bij de grootere snelheden zijn eigen schrift kunnen lezen. Eenvoudiger kunnen wij het onderzoek naar de schrijfbaarheid van het kamersysteem niet stellen. De correspondentiestijl en de rapporteurstijl van het kamer systeem, verschillen wezenlijk doordien de klinkers in den vorm van het woord zelf worden opgenomen en dat levert een bezwaar op bij het aanleeren en toepassen omdat men op die wijze leeren moet een woord op 2 verschillende wijzen te schrijven. In phonographie worden de klinkers afgescheiden van de medeklinkers behandeld, en daardoor is de kortste stijl niet wezenlijk verschillend van den meer volledigen vorm, den v»rm voor de correspondentie, al behoeven ook daar lang niet altijd de klinkers en dan nog zelden of nooit alle klinkers te worden aangebracht. Indien het vorenstaande iets mocht bijdragen den lezer eenig denkbeeld van het wezen der Stenographie te geven, dan is het doel van den schrijver bereikt. ERRATA. Pag. 1. Voor »number" te plaatsen »moderate." » 6. In het alphabeth moet nog als teeken voor r worden opgenomen , » 6. Het teeken voor «Ier1 geldt ook voor »laar." » 38. Voorbeeld- 56) «aanhechtsel" moet zijn «aanhechting." > 54. Les IV moet zijn XI. ■fl> ^\ ' <£- \ x, ^ \ ^ ^ /K <^^±. X^ ^ * V" ^ fó d) i- X*} % tfjf c 2^ _>" x x ?n4/-~\ x ^v3 x <^ï 5^X S'nyr^x Ztr-^-y'^r ->i^r, CtwéCrr*. A^r <— JQT %/fx /-* ,/* V"; ^ « /-x ^ Sy" i Ö I '° ! " '*>■ '•?. /v, ' * ^ 11 ) x ~ x ƒ X x " ! x X x x \ X V 'S^ '1^ '7- -" 9 Zo , °~> Z3S~ Zr ) ^ ^ x s .i^vvv^vv VY>")* VVVV V>v" V* V J * (v* y' * JL 2 'I , 'I ■ I 1 -I I &1I JIL ^-\ ri- é > 7/* <ƒ> 9 «<£• I lib \ï U> ,\l CV I x MC i > ösj). ]l » Ij * \ % k. X /), ~f X ,-T" A | •* /<., -« yv is-, di \ i-/ u _ /? i,/ zz. - * j * X x V™\ X 'lx I' X X rtT y X *1 x ) X' ' 1 1 — *t\ ^\ *r\' *-'! Ztf *i, Jo 31 3Z ( J3 3ff~ 3ï / * f\ x \ t ---" X «/« * 1^ * X —r~ X "-*> X ^ X C x •# S s ^ 'i .1 • i -j j i ^7, ^ f\r w, Hz-, wi <^1*^- Ix^il* ^ i* K -I X /' x ( X lx VX. ' X l- N X X /' '*r *6') *7 ny^fr\ ^1 S', Si, jy >| f , f M ' x /x / x / X \ X L K lN X H x <5ScCO I X £c. lx Lector* Al * Ooc I . J . I «5> /T Vf ^ &vc«r S"7 • tCO I * ^|x /*^/x (u n/ x\* <3^ x ^CCOd/"* l- x «c«aaaT A * 'ICoU' V x x ;^ï t. L ^ ^ ^ /'/ éS 6? 7- —;«A^» ivx ^Lx ^x^x r; r 7V 72-v yj u 7V 7f\, 7i 77 7/ 7? x /b x ƒ•/ ^ ^ X ' *• ^ * AI X X i- x v- ,vt }r? ,yt / '*T '7* '77 ne /7yJL ■ v- ' 'tl, ft*- '** • ^ <&,* u r * o-j-x t^x /^x^x v% . //V /&- w /ƒ, A, ,y, • • ^ x L1 X ^ x Li „ r\ * /\, x£a.y [jj V ~>c~i. ^ « /?5^ '7/ />a| 'vr~ ' 'V ' i-2, 2c3„ >x/x L*/ x / X ^ X <, " >. (• f, c*1 X ^ ^ ., , ^ ^ • x-1, X,V)iv'^~V-> x-'/^V^y > , ;",^x\^xyxV»\i^ t.\J-*STk K-.S— xV^x^VlxNr,^,, 17,\:, /\ x^°fx"v| ■«•cp./tv; -C^ „•>- ^r-^.u * 5— x^'* ^ X<^' X X Y x x ' ^/~ x<^ * \x: ^ x — < \ X—x '" ^ X V? X f ^ X '' 7x (."/-i X(^~A) *f' ^ UL_:.K" CY<^ x^r^"x^-nx^1 x9- • ,/■* x jJ x >^<'x — * '~X *Hi x Vx. ^ C^i/7„rY7 \^* v ,'SVj. » ^x x V ^ ^ ^ ^^X-f x x/4i ■^x/ 1 ■ X.'' «)>|^ x l^x )/s U^x !pv x (_^ X Ir^- x k\ x L-^iT" x a A| '«» I " ''•.V X X i,^, X 7") x-»U, x7!^ X^K X^ — X7t~*-y- X 7i{/' * X X C^x ^ ^ X " Ara -7 K *t/ " S-o * xf * "f * 7K)%^ K ir fh Z"1 3■■! V r/"S- 7^ ^ . ?N , /« „ ,2 £/v /* /« \, /„ V^x.O* w v^.* V," ** ~ 'f i. *Y: , i7^;' .^, .29' -z* > 5i„, -« |^ < /-. x Vi , ^ ^ x ^X ^ x '^r9v ^ V >r W«"/: '* VJ}> V/a'S p7, 3* , *9 *°, ^ *s. t *J ■*>- *7 #r t * * * ■¥-■* -1 * >'* * X «-^ X X_* * «_^k b X < X ^_9 X ,-a X ^~NO X O-^X ix 7» W-x > x J—« L-x <9 ?•ƒ ftjV- p.. ia f* frf- ?i T7 ?S 19 y y fx jx L \x *%— 2<=' fcz. _ /M,-. /«V , 'os-- /?(,, /»7, /»#, 0 /„, _ 7 ^ x .-/x Tx ( x »y, j>? x jk , J. x i?v Vx ^ x 'f^-rr w W ^V.^7 W f Vr '" "■> • . ^ AtV bx W^x V» l« l<,^ ^x LTx -v: «V, /A' '•^V- '''",' , /A<~ /:l4 /l7 /V /j^ /fc /?/ Ali- /Ji Oy " '•~—*"^> * t—0 x o— »> x 'JJ ^ /J7„ ,<*!s~r^ Ml p' t*o '\ 'n /*■>• » /yj x /**•■* /»srcV X 7^ x i-'x - X. 7X Xx V 'x y x )x A ■'^ v '*7s W.v /47o ^ /^7V /«. /J3 . /^ J-ix K * • - X v-x x r\ c>-« aK | ')„ "V; )lX 'S~7 /Sï ^ /J~y . ^ /^o !i, /«, 'is- . 'l>7 p /(» oux V'x * X <3"~\ X 'Itoly ***%>"?•"**>"■?''"&■ *v,"L fL!U % '"B.%•,">J".e.."%,'•>,/>, % ;"&»#,* fr*, '"' xf.^ ■'" v .V> V,\5.t,k* . r9 £ bD.V-^.^A.%. '•2"> Z'J^. A'< o ^7. t-'t ^"} 7-1" zl/ _ V-V U.T ■!, iw -y- ^ /^" > X y-^x A f *■ K ' X Z* ; *• ^ ^x^lt^»V'V1"sU>x-^x ^x'^Y-x '>Cx X ]fV ^ * V-Si * * Vj® * ^ x * NK— X \-is * *Vii_> * «^x ^u_ «b^xfh A, ^J."-? X //x "ÏJS, -^X^ X \-*y« * ^ ' * ^~* X <"V~ x ^ X /^X x ,'^x rl ■ X X ó-r, *> x ,^7'x ^ x ^r^y. * ^fisThx <-7^7° * x '*&* x ^ x V_9a X ^_^_*-J> * ^7x 'V^c ^ xYx'Yx .yv- - <£, * '~\^ x Mf x ,'

X x o>\d' X 3 X «^x^Xo^xO^x-^x^x Cx 67x £7* r^K ^ X 11 ^ K U X l^x^ "\_* ^~V/° * ^ * ^"j\ X * f't, X ff^'" ^ X X X £_ X )~"Q X \" *■ A * i-=- X X°^ X Vx ?**) X X Q-JÓ' K ^p, ^ C ? i—" X ^ ^ X *^S X X ' * ' x * * c X CT> x C ' X V- X KVe,y^ ^Cy % *% « ^ "\ * > X QL/ x \ * \ X *• *- ^ x Ou a 9 u ( "V " \ S) '''S) Un f, '" •>' ■>'- J,- -.« Sr ' x N » *)> L x U-. * V- , ^ , 'Mv z. "s~^;'^j. J\ *» ** « « *■* *r * '" * *— * v(, * ■ r\ *lA " 1' *1 ^ - - ~ ^ " ,r; * : "/'* '* S^<^« ^V- « . , X- * , %' *>' t, .s ^ *, ^ ^ ^ ^ * "• ^ * ■<*> X *-*- <«-x J \ _ i S \ S " l (. 'J > ^> '—> r\ e ^ i '71 l- N.~-"^x ^ y.f / J./-"-t_A. 1 , 'l, Vx " v- ■ "i .""//tA ."6, *r. '*<•,* V \i,« k . >£** ^ ^ ^ Q 00 -^«J ƒ \ ^vT v_^- :2 -#y> *** - *-)« (' X (« x £x //7_ ;« \ ,>"\ Af\*S\,-é\Y-4\,/L\.tf\ 't \ ,&} \ , fa ), p l *(/ \ ^ \ x dt \ *cU \ y.d/ \, 1 / 'f' l'f 'fê7y ^ 1 x x — * — x JC — % /€«> c— < #£ t— K —5 x - -~> ^ '/ ^ '/^^- %/*~ *// X ^ ^ ^ O x ^ „ '^72, lo H irf' ~ f}^ > * - ),» -^y^x c^x — X ^ x ^/£ ^ x ~ x ^/o , Ox — ^ K-Urt» W^_x/W»^>x^'- ■Z-^x/^c^ X %/O' x-feT. ^-><4^- K ^' wx^-c^-x - x^r-^^'x'^- ^y - x ^——' * N^*—^ X x A| x *v > X ^ K V- X V^r- " *. SÉ * Vs>~t- % \>r < Ns^ ^5 X Ij % t-3 K jj_ * L X Z x H, X ^ > J, * l\ lis* L^ K ^ > Vjl» * yK ^ * V^<£> l>, K. X/ \ **J« YyS\>K ^ *> /* x^/ r=. 4^ * jÓ- x —»—' yc. (/^ * /• >. —«^_p x x y~m—> x ^ x ' 1 x " *.' * <2^ X cr~5' x c—> y x "S x ^ X 4 X x^l x '~V*A X~T ;—<"~V ;—> ;—» x —x x 1 v '1 * x v_^- x "N * A *■^7» K** ^ x *■—O X • x x ' — \ ^ x X ^~ï X X ^x —»-> .. '\ •» —iT"^"* i-"" x^~^' * f~~" x £~°* c—^ x 'r ^"* x *~V < '~^->, ^~x "^X 3- 7-X =7^ ««y-s» . V--X _, x f% X r^x O , )«• ^*^7. * * O X <—<—° x ^ x /f^J> > x '^Vr^' x ^ X •_*—») vJ— *■ v 1 X VV-JCT-^ x x^Vl,? X xX-, X ,N^ *\_,* A * X'^-^•<-^'x"^a_> x\) X —» X ^ X \-i, X X X^~5 ^X -> x * c/^x A x c^° x x <^}- x ^ q/^v X / "x (5^-x /v »< CA x (f X | x ^ X ^13 * 'tw x'ki» X C^J * ^ >■^0, s^V"é * ^ y ^ ^ X^ ^ *^X! X *• << ' * >* J> * XN^^J» * '(f"Vj x * c_l» X^V-i * 'n* C. '"V' V X -X \^4 X^Vy-W X \_1 X X >" ' X^ X ƒ.1 *-\ /t_,7 i. / u/% :c * 2V"* * V/v ,v.vf*,H-.u„ ^ ^4- t?J A-q, ->*| ^ *1 / Q— X X J< <<__> X ■/ K >■ X /\, I * f <Ï_> * ° * . ^ r-t. «s-^f. «(, ^ <7^,/»,^). ^ ^ ' J * 1 * f x ' \y * \ * '—^ * x *" tóC <7 jj ^J7'f * < \ ~ 7- ' 7*V ^, 7! •7^ x *2—=- X |»' jf U- JA' x J* \'x *v.'H'k "/. ï*Z,r*."ïTi.. ,y, "*r, 'Ev'X'.'V.% ."A.^ «—o*. //ƒ-.. .. «'.. //ƒ .. iif./ . //x« . rit /«.». /»*. J * J, x 1* lx l Q - L, , l, y r— ■ - r X. * X < /?-6 /»-? ., /»ƒ■■j^ü. Z3* >*M- ^ /J'' /j7- /JJ. - /TV /Jo- —t"- k * ff * K < ^ „ "^p J, y V-Ji. x ^7~in * M »7 V/C /^# fj . /"« 'f! "f 1- ''H _ /x<^. /*r- * A~^ x ^rso»' x Vrv x Ne x ^ x N. x '~^~LTv x f-pi x <-A<- tU .) / ■ ^ X ( A f r .'' x* v^X Jï) X O* 5-^*^ K ^ '^r /?V /7'j? '?>~r'73<\ '1*. '-^f'71. 'V.-'tf ^-^r-®K B-X ^S* , ]f- V ^„ A Jy K Vx f~7 ■ J~S- óf 6/ „ li. , te ir i'/ is t* '\7* ï, Wx -?;* Tx L,^, ll.s. s< V* 5 ƒ/, 72- 7J. 7* 7^, 77 7^ 7? ^ */ - /tf /// p //s- "6 ''Ö t/y I 9 "f. /?* Xx t>x „ -== X \>-x \?, o> ,-^i X ^ ^ //? ' /i* , "-> -ij- o- «»0^ /k; ^2-7 /w /J-? Nix "V-X <=-* \x U«.LL.' VxfhxZ.. /A> /H /J1 ,p OJ ,i /3Y Sii 'J7 'j*.. /J? • - /Vo (■ ''•'' 'v,\ X x 'x X ~y-° x —^ x —p-x v ~^=» x bx D x « x x jL lu /y<* /*r- /y^ i /v^-i Y /r? /.r*x . ^ /.*> -™-< X Cy^ X X L- * Pf; x ^ x —f^>< <^'* J?\ x X /JT- />?'/ «7„- ,£* , /J? > '(■°,^* '1% I [7 <*>, A K"* f. 'A< '^-x Jx, J, ^ „ yïit X 1-3 v s~ è 7 ^ /o // / J /< /■/ /,ƒ- // '7 X ,r<^. ,«X lï 7 X7~x-s(* ^ ^ ^*x ^ * ir * Vx V '* . 'f 'o 2-ï- IV- £ƒ- >-t . >■?, 2? ^t, >?/ ->J. ^ X X V- x ■ «- A x N ï 'ï' X -!- x X *^ï *V> O X 'i— ^ ^7 -V -Ij 9o t */ _ -yj ^7 ** x c— x .lx 7xx. X ^ X X ? X tx i. X !3 x ^ X 'T'x d^x XAX 1' X -> X 7ƒ 7? ƒ/ rz. t-i hx ')a c3" oj. ?J ^ . f7 • f8. ff. . /./ /„t —Nj x —^ X VI X ^ x / «r / I' x l*- X LiiÉ X li X L' x J' X /fJ /irv r-s. ^ 'ol, 1*7 'oS fof "° /" . //> < //J /'V .. r* x ^1' X F* O x <• x -^1' x ;-o* "9" 7* /IS- ni //7 //ƒ■ /ix . _ Vxv_ /w /l7 «Ï -OXo-O.X (?*■ T°-* ^ x ^OK bx V) X X Sjj > IX DA J' /w /j. /j^ 'JV /jj ^ i- ' 'J7 - i""x r o , /(t, /iy /ét , //>f /'/•> \ '7' H", «r-, V,- X > x ^x y.x >x o-- x ^ x U /7^x/;j /7^ /7J^x/7' ^ x/77 c, j/7Vvx ///.. /Si, /jj , //y . 'ff /ré /fy /** '*y /J° fff x '?ik-x ^—,7> * % *\r* -7 '« lp r- V* i) * Pi'* * '* Vn '** "Tl . ^ /jju 2.0 4o, * V-i^ * f t s~\sY , * ,1 y X ïr\ X «--'*- < .. . / * '«* ■'» rr« 6K '-r. 'i« £•* «<, rr ■i/J ^ ^ L/J l/£ 1/7 ZfS tfy 2i« -ifc/ Ziv U3 iiy- f.*xT- ' * ■'Tb » ^ * -y * x sy-^. ■> il^ J><7 Ar' 2jj 2ii , .w i*~ ué «7 w * «"ü> * * . , * VaxiOy^*^?* X ^ * A x iJ JW i«t y, '2* *V', H « #P, A < >■ y V., ^ A ,'L-^ ,1; ■^» ^»\.'V.,^,cj,\,«y> v/,| /:.,>£,. ft. «** •, 'L^ x'X-i « Q~ »'w-» "r^-* X V^, «Sr«\ ,>Ny.« ^ » V'» v»c*!/,.'V-— * "fe* * Uf^> « ■•>>*") * *f l^x !_, Ï^-VJ, sf'. 'j%r~#s-y, <"~"ï->x j^, J z*! «\> Vj xS^~r -»K t ' V>V»^' -1[*y Xl>x V.^O'xSVy» ^ ^ 1^ ^ , £x V X V 'f.'t"-'- V 6.-v-'" jr;\jr^>\X r- Cf k <ï/^ a V-> r V^X x k s y x ^ x i' *x r>^- x tSk*"* y r^< ï'. |"^'V^, «S «r^ . 'l«^ k.i^xo^, ^>x"^/x ^ x , T* V'K, °1 J ^ x h ^ " l_^ x ~V x y>—« I? < x ^^ ^ x Vx^ .^'x'v'x^x ^1 , ^ ,V J-Iv^, A x ^".^"'Vx^x^x V» X -/'x ,-^-^x ^,'Lwx U_^x ^ t*^■ ",'■1 *Ï^~x fa;— x,y>.y* 'j\*~T, \xy' v^f—KI^jc^XI^^U^ rT* L, x ^ ff, -* x <3 x -fx 4CxHCx /^X^x X X A * Ny; x '"V" > ii? „ n ^ «. f' | * «—1 * ^-v? «; /}■ » Z1*" * ^ * '\, * J x.'j£ ^ 1 , tjV'^v "7* V, /<^ « i^» «V' « " 'N * q> » ^ii*» ^'«. '^Vv-l * li— ^ v.,^.v*.-°»x 'b*+a .s/ * v r ^ {^ "'z'"* ^ 9 >^~"\ " \ /u ,J . '" v. < x / *->> j( ♦> *——«\ * (• * / x y A v i s~^/* ^x ^ ■Ö- /ii- '7, /*x"- t " ' «yr* £V* Mi *"<• *•*"" „V* *7 « <-?,. .-. j,y -ui , jv J"r js -i x ^ x ° * 7 • q' X ) • * * O ^ L x V»* «J^7 * * w<" A^ ** . «„- # . *",*». %. *< *', ■» «. ^ \ ^— " 'i " 5 ~* \* \ « \^< A* / « ^»* \^* / * ^~"»< ^ ;v"i.%f---„"-4.^.i^r>.wCyr. fi "h*«-.Y-Y'*T-££"<-> »"**» ^ v *' *, "■ *r '-, *r. '> S? Ss Sf, * f, * L,* ijs* '^S"1 'V * ?- w. ^ *f, „ 'V/ Ó. - •/. «L^. * ~^°s X '<^ «1—^-. > « "71 «^ f<- ^ Sv^'] "S *V ^ ^ ^ ^\_ i *-,/ jy\ ^ ^ - ~-t ^ *■ [ . JC •v ;-> ir;ur^.' vr t, /< ,v,v, - /- ./J -i ./v 1 ^ ^ /7.w ; " ^.V^> 'JS;<'1: * y/^.W;% ?b ?lX* ¥' r- *f~ *(, n n it J7, ' '■ - , *y, L.« ^ , -/7« <—. x W * A- S V » ^ ^ crt,r '7/t 't7 , /J éc t u * ^ ^/V-. ^ t- x *t-f, V;v-,^,;r,v>a *\P-Zs * V~ r-(v-± >*Vv r*, <* > ^—. /w; H «V,--;V " r, »< v. v« 2*.v. v />■- ^ 7" 'U ,*X .V. ,"•) ,'^-t-,"«•-." -H. /V," >. 31 s1, r v is y ^ * V . '- fj ?r, re Yi y? ?i .. ». * —t. , ^ x , ^ „ v7„ , v^'„ -„ /I-, «^L.. '„ „ 1t lx tot In- i*J *—y 'tv 7 .*j- ui . f> log ze» tt /* /rt_ -»* 6, /, V /x v, v?-1, ^ "~ !'b r/ lig f/u tLo /*, 3 U J. /Ij /^v ' A< ~ /^ !f.f •**— * » 'f*» < *-s '* . • > V', V- , ,>< t ^ ^ "fj., "f > ; /-'// /-i-'> /J- ■% /J-~ W M7 'Jï ^ '>1, ,-3 "« '^» -V, 'u ■).„ /*> /f, /ft ., /f5 'w /f/- /«r /«7 /«v /« " .]« ^ - «t, . *is, S' ^ ^" ^"" "" ^ . 'ra 1_ *°V', 'Vl , /io s li' ^ \* //»■ ^ ^ /<:r- U( li-I fis rif IJc Ijl *■—^ * '"V-» k * /~Y y. ^y-> ». ,S^v. '^ïr > "V^ *^\, '?>- . '/.! nt ^ !}-■ .Jf '?l 'T) 'f' .-a A/ //t- Afj /ft • '>1. 'V.( 'V t .-v^x -/->_^ '%x -V . mi „ Ity . ttr . trt * Ifo IJl !f* -r 'JJ !,U/C^Cïr-^3 /?< ff <1 « ,'• . Y< / / ^4c// X / * r1* fff A ** 1^ A>1-— ^ ^ ■■(*{l*'> 7~°* **T J-/e J", , >/i , ff. W V V/ ï/f JV Ï2V i»J •'-V* ^ ^ t;. '^v 0,^,^4 l>» <■«-, Ui »1 . Jif , lk . 2j, ÜT.' u, 1)1 " Ur y IA» 1^ js.- M-, r', t*-, V1v.W< !> li "7 iir >3f 1* _ «•' ^ »/>- > ÏW- itó *y^ -/V ,o. r^„ e A «LJt, e ,Q^r,. ~ Jrt",, «- „ Wi . K-v . w^ijx 'v_;-V? -J, Wï 'JJ" x ^ O-1- »t< « ^ ^ . T-r , ^ ^ , ^----\ V'* \o V">^ M "c u> ^7— ^M' s ° K . u * U K ;. * { <1* ^ K. *V> "'"—V 1?'/-\ t?y 1 V"o ?•■< .- '-71 » '?/ WO _ W' ^ . . < • W^. $ ^r, v, P, ^\\. : VAT,, lil, ui Uf zsr i66 uy UÓ lö7 iy«? *?/ Ly*r *>;* w* •/• ^^ *• ^ «c-rf' < (j'^ * ƒ x £l x ^ *■ ^—~ * ^T*' * ^x ^> *?/✓• 7'V{ *7? 3 o c> Je/ .'oi-, ïcb Je* ivf—. Joé " Cf 3oi £>* (* -r--- •■ C- . •£->,« &. ^ ^/o Jj .1/1. - 3/z Jl+ J't - -^ J'? Yw J'1 '■" J%' — * V . T« -J > *T» • ^. r^< *' >J * Y< Y""T" A*. v/iJ' J/-/ J"-.. 2*7 - «to/ ^Ï- X ,v^é' < • ', ^ * ~'^yr * ^< s- ^ * ^-* /^— * * 7^- a ^ 4 Jj.r Ji6 ^7 J*y J*o jift JY-» Jfi j*rf J*f- JvS jvy y. '<ó > ^ * V- * f- * . "> - ^« 'V-* v'«%-' 3tt Jrf iet, Jn Jrx Jrj Jj« Jr.- J/t JJ-? "■ 1 &' u 2y >< 9 X- - - 1' v*. *?*- '• ji ' J*. JJ- ji 'i Jr. •" ' > *■ ^ » X' > •/ '* ^3 v «-^J x y ? < VJ- * V~ < é~i * »! *3 K- H *7 oo ^ & /i . ,rj /¥ & . sr- . \i-> » ƒ' K ' t- A •O^-w' /• «-P K / * X •*• X / ' X <^5 * -5'' j ^9 e ^<» /V (& (f. (6' ii *7, (fr sn-', t\* tl^-,, ^ t" . j',« sf „ A , .;»« K °Y* Xf« /'^a /i%^-/' r *-^, /7—u 7^-l , D. v, f ■•/v " i- ^ r— A >. *1 ^ 'IJ' n , W , fTL* fs i *1 9/' f1"' ?Jv ^ ^"3 r y \ * va x -"7> * * \vx ^ ié, T7k ^ ?S..- p? 'oo /»! 'o\ /ai /+■ fa- rei ^7 • • _^. ^ .V^"* L-» * k x —a-i « 4^, x "7* ^x ^ /d^ •!ƒ■ '1° 1 f" /'»- /'i /// /o //>■ _ //'/ s //ƒ //y /xc ¥ * x ^ * 4v *7' * *■*—ï,s * ^ '* ^ ^—:' * '"7. * /V • /»-? /vij .^«r !%{, /}■- /r* /Jf /7o /j/ ^•> f^v. rv.v - . K", %, 4, A n x /C' V""v^ ^ ^ /jy /y« • /i»/,( />> & /'/J , /^ /y4 /^7 /*ƒ ,«9 :~^r' V> V~; r"T .<-w- *A_r>: 3*d : J j? ^7 * ■> 1 " ' " n * V/ ^ jr/ ^ i J -r v$~ / ^ ^ V /« //■ /i. /j t— * j « 'I. x .;■ , ~ ,"C < « vw - . -'-).* p.]< r-^ /<- w /.r rf /;„. // /» i' «- ^ji ïy >< .«> v«. '-'J'j^^ ji ' J+,^ jj- ^ JI J>, 'i Jr, *' •"■> *■ » >' > •/ * ^3 v <-kj^J A y f r x Ir < '*>■* Jff *->, *3 4* K- Mi Vi t *f öö ^ F> /X . ,rj S¥ i~¥ ' ^ I \i-, » ƒ'' K ' ^x <£ A (/_ A -a^w/ /« «-p k / * X •*• X / ' X Cjis A „ ^<» 6f 4% (i ff. {& ' *7, 6 sn-^ t\* - ..J_ x. tr . j',, sf . '\ , .;•«.«-, —nr, °y, '-u», r ^ ^7^ /7—u ?~>l% D. v, f-iv /J i- ^ )v>/^ r— A >. x'ri ^ -IJ' N , )-1- ^ /7- ^ ^ 'r ^v u-^. '°°^ w ' //i /,*. /v • 'l-i- /u /t-if Xr /t4 n.1 /r* nf /?« /3f > ^c. (^ • , £.. . y--„ % , 4, A O X 'h y.*r..V/. r, "ir-ï "i1-/ 7 ~ V" - - - - - - t/>\; y T-'ï''r->l. r«,x. * * , M _/— v _ j- / • „ * , - ^ ,-— /' t—- *. 1 /e< * /7 /*. .. ,j , V-'---'^-'..rr-.,.r,. k.,.. X I 'V /\ ,1 ƒ "l '?./.. r' ^ 1. *. • U iu u fe^' ^ " •*•••"•■ - *. • •"■* *'•---■ *-^\*.~r>. t77^.. t f—"2 " ^ J- J'f^^:'-V-''V- 4-'—• £>*>.^^^ * y\- n *f > — 1t — ft. tj w «r-j ft r) O» ' 1» ^ V/ " " -"" v-<.» -.-, „ „ 7 0 * '7 f>y~ ff '•• ■" . /.^ S,s * -p ' -® ' -o» ... wé, é, .. < ./ x "7, l— I / *"y '" '*7^- '>T '■" \ '" *i t. //# v «r ,/ * -■' 7'-r- .>. S .V. ^ 'Vr ^ti±Sr7^" •' 1 ï 1 *■ i J t * J* / '. I L.Vi.W", ,/i. /i * *" V«i % "v % ?? 10 i>r" * 47 -V/ V9 > JT, fL Cl ' .w,l. 1 ,.c ? " 1 r f ^ r^1 <■. ^ ^ 6- « ï "{" 6 y'+'M" 1 '-J-' l'- *•'* \/»./<..)t )< S,>VN " •" ^ ^ ^ >-, 7' ?7_ , / '' yf-*- S~.. V, « ';. /!_ƒ!,/, V,'/ 'v~ , ^ ƒ' »/ ^ ^ „ 1 f, f r, j • * I» < ...*,.fc » K % ff * V » ft ^ "< "-> '* /***"• /,. /,/ /*>./« v_ 'x \ '■' '"> v '« "■> "vj ^ . ..» ...:« ^.. ...» .... ">« , ">w 'w . "t /j* /3' — /j«- '« c- /j>' /j" e— 'j' c '7^~ .... » ...« .. « ..«—- « — « ...... —> «•••■* — « ' *• ' • u.\ ^ /if /*> /yj. /yj ... /?-* '*'r lhl '*? /f' fro . r a <• r,./t< «-n* ..." •• '■ « #-s» ^.../^ - " u* ^ ,i» ' ./ty^ '» «•« '-7 'rs "1 *" " 'u , < .... x ^^ sj( •—>> '• - Ar ^ ik — n-) -* /h / /?» , '>'-—. '■"■ ^ '" w 'ff .■> y '» ^ ~l *% 'a_ ^ ^ ^ > *] \y. ,.>x * i x "»«....* . -- *./» o- * •-' 4 ' • s « «v- ' 7, , *. '^i * *> * *-r~ ^ . 1 x . . i .«."■> • j •* . j. . j « •• - « ik/*-1' * s'' ■ y'*■ - ' " ut jt7 u' u' — ^ j'j c ^ ^ "z 2/'' v *.?..« f J>* ..... * qj-. ...»•-- ' -' " ' ^ ' 'v "" ~x ) x ^ x .r. ^ . . < «• ■ * ^ *c x 'k ijj ijy- iju- li* s zr? i,?? «, ,r ^^ ^ . >.. ► c ^ ^" *• ^ * • ■ • * ■ ^^ z ^ u , t \ \ Ui * l^Ti- irj *** uz *vk z«j~ », W *'? >-" \ *f ) ) 1 »• , ^ , c M tJ ' U. , rt'_ -p *1 f *y '--x "j "o ,»~n .-1-.-"'» .. . < I' '«...« /» ' * «7^ . «r '<*y» ly" v' v - v^_» / 7t ^ l;" (, /, ? , v i. . .... -. • " "-1 • '• \ ,,, ... ... mi w i h » . ^ m ^ ^ v ^ v ^ ^ y ^ ^ ^ * ' * i * * * *■ .. ,. av v J"rJZ J'rh jh i r c ' . ^ v" v«-v-a«^r'y» ^7' , ^ ^ ^ v ^ ^ .v ^ -"7 r. •"'" 'l ^ i y , j>< / ^>7 "*«■ '*7 l yte ^ j^i .fw». / 7 .. . v, .1 u,r..-« /* }i" >' « > u^«> ' * -- ,. . . . . ° "t" * «-") « —'«-^* V, r-^» <—^* C' k J, j). U /* Jr h ij Ir u % * */ K SA X W^x \s^ H <£✓> >C K X ^r. ^ *>. *■*< *? *t *; ^ J7 A „7 >Ty ^ a/ r, C* ?* v ?r ■)? v ?/ N^—< * V,, V) < V» V, V^T v-^, V-, \^„ ^ ifv_-,»v ^ '~v*W-i,V " ^—i-'^f «-*--■< « Ao, v^, ^_, yK./. <-ri f71 V ft, *•. '" '"- '•■* "V „ *<- ~ w /., J ^ ^ k. ^ ^,'"1 bf l h '" __ '"- /'.'^ //>-, /W « #7 //■/■ ,/o ; v,"^- * ^ ^-v 'v v~, < **. '«" ,Uf 'M- '* «? '»# /y //• , U! /Ji i. U^j.-v V» -v/u JK L-, i. /J''~ "*/ /Jlr» /#' •>»■ ifr /» /k/ Ö.» A^» Lv 'V' —•«• -~y* r, v\ -K.^, /W '1, f» ,wi-y /f^_ /« /V/ ■W ''3 Xs "* /rt 47v 'fv ^ ^2* * • ■ ■ * •V£>' ../« • > > C^t^K '^1 ^ ff. ^ **< 'i? &t ,U /y« n/ '7 i_ rjj W>. ^ /—„ u w_, ^ /; K c, C., 'v^ c-v k,,\, / 1 'rt \ 'c Vc 'r*n 'r ^ ■» «S ^ <—?< S» : i" > «. 1« «-——-r^ V^Nr- ^ "—« c■--.« \< v-, ^ ^ I V l»o 'v i»»- jtf- i* ^ ^ « V-x.^_« ... x X-i J,4 _ v *yr C ,x ^ - 7^ '■'•O Aü' w> M* "s- ui ü; ' Ut 'Uf in, Xra c_, K/(7-,^.,-rw. W-^_ 1 " L-7 ^ ^ W «■ ior IO. «T Art ^ ^ O, ®< <5^ O. u> H* H* XI x? Ht ?* , " * ^.^V.rvVl, yjx^ "/. *-0'(—;.'(<.)„ "*(u)."(s?).% A '?r *-f 2?- - ), jr *\ U \ J * •r, { 7 s } s ^ ' <\ /jL /J> L < I 9 ^ x x • -'\j * x S**-'K X \ X, ^ X * . ^ K ) ^"Yt '»'-♦ /Ü i '7 • /3s t\ t°<~<'-' **■ - -• ■" * x J «• 1 ..-.Wr * Ijh X ■ • • ■ V-#-, « /** - X\ < U Ar «. U 'V~ " *> * •* J\ ^ ..... ■'S *" ■« 37 3S 3f s yNv * J* «(^ *....< *i * ( x ( < / X % X 'N V V X V~X \ * \n, ft> v *7^ *ï f "T Sb -J j> JX y ^ & sr^ S7 ^ - * .. X >f.K * \* *X ». "'< V—>'— •:>y ^ /• ^ -'•- <*u. | e ^ i? I «■ a w_. « ^, ■ r. ■< v j *.s—^ x- --.—~A_* is+ \ ^ 4 J 'V '/ 7- v 7-V *■ ^ ^ ^ ^ -1 —^ x^^-CL -- x x X cT~i X 6 X ƒ K v -y X 1 /^— 6t 77^ 7f 7r $0 S> fL /J fr j,fy- tt •Y x j,( x ^ * v_^j \ li * \_^ *c f* i^>j » Jjr * r r- "•'-Vvr- ^^ J< r?iLv//& Jto c ■ /e/ /ti- ^3 '**+ /c~ /rt c "7 v /oJ1 „ ^ //# O « l , ^ X - l - C- -O — -f r ^ I C ^ " 1 ^.-v /"^^^)'Vxh r . — 1 C f) ^ V 4 ^ ^ 1 .v„ \ y Y— 1 \ ^ x— e i / iZ Ï -w «. *sfe '~t, <^C " > i s. • - 1 S G ^ V^' 5 X, V ~ ^ / • ^ I s WJ • Yu*.' - — ^/x;^ i y~^ - ^ . ï v'"1 x Y '"> ^-» ^ lv * •>d/K^,".1- .. 'v,,—"x, v^i. w ^ w ^a * ^ ^ ^ , , ; V> * / J L A ^ V ^ • a / h - ^ i«0- ^ w \ * f% Y ( *~1r L / ' \!l " *-. 1 \ ^o . J ~ ' " ^ ( ) r -Y. ^'\V^ J y T ^-' v_j —X \ /"_ _ ^ 7 ^ ^ ^ / \ „ b c -v-' " ■-» - «-> *- v ^ ^ '! . ^ ' i — -a^? vu. ^ w ( -— ^ " -" ^ '«V - v^ / 1 ; ^ y _T5 ' ]/, *' ,. ^ /' h V"T" > VA ^ w - -— !A-3 r ^'' ' — -'"i y l ^ — -1 c__ V > ' t ' *"" v' i v_^- i ' •>>~P - ^ ' - >•—-> * V, ^ w ^ ^ ! -> "„v..4 -> s \ y < ~* , e >r\ ^ > — Y v.® - , 'V j A > ^ . s^ 1 y —'/T x, I y —-*~ V vAT'! ^ fV ^ —' S. . f * s~a ~ ï — ^>7 ■v i ~ (— / ^-i' vr " ^ , , v-, <- '-«-' ^ £ > -1—S_> vO "'Y'" Ko '"~v~ f „ ^ CL > i— t_c-J vr^ v.c y^ „i ■ -f \y^J. -7n ( / « £~\ ^ -jo K , /'C~~° C « / j ,.—5 v ^ —^ ^ ^ ^ ^ ^ y J ^ \y •— ^ 1 ^ i _ r , 2° S~ ^ ^ - • V ^ I ^-T / —■ > 4 ' J \ ■ / J v~i<""~ ƒ ' \ y ^ v ^7 V '6 r C "v . rr'? y- L^ t» ip * «•"* J ^ i \_ ^2> 13 *"" ƒ * ^~y n *" ^ _n_?(o ^ £ -> V v^~ • • vï - •"' ° / '(']-? \ *"" V ( ^ "-*-' ' "r ~~ V~" "L '' x y -- N A V ^rvV ^ x j ^ . >•- v v^A'v-'" i-^( ^ ' - ■ >e-V u ■ n ^-o ^ * V 7 y■] \J •— ^ i ^ i _ r , 2» ^__y \ • > S, ^ < - k ^ - • V ^ I ^-T / —■ > 4 c f ^ tM-if _ /- ^ ^v~W -p/ •'^i) ^ ^ r t^v, ^ c^, ( n c ^T> ^ -vS''"- H j, \_) ~ -~* "~ "V0 J X / j \ .^Vi ^>( -» ^ -*vr >\• / -' v — \_^v. % 2-. \'V*^— *- < / l f \^ ^ Q, . ■& v ^ XL y^ . ^ J C- e a_ .— „ . ƒ" N^ , ) \—, „ n T,/ ' ^ r ^ ^ v _ ^ J w 1- ~ 1 L—> ^ (_^ V 1^ / K » -—> ■/*" vy "~C. Cf- "®~^f ^ " f~'~* —O V^, ^ - C—-, —O | "Vv V® ( x , V" S^ ^ ■ -r «— ^ ^'°^r ^ -~° ' v_"V-^ i j_r c .-„^ -si' c. ) &■ ^ ^)n* w <*" e? ^ /f /jr. /73 ,/// s ~ 2.'^ Xt-K^ W 4 ^ ^ J -ƒ ^ ^ * ■ ^'. f ^1 ; ssy s? st ss~ J~b J? J7^~ TK/^-7r^K/} ) . ^ V v /-/ƒ (^3- ^ <-» \>3 • v- ^ \^ ? ^4, (v "*"~ k y ^ \ ^ s~—"4 -w j ' \_ l J' «J ^ • *~- L- ■ L. ^ ^ * —v^. \' " v_ S-' ^ v /° c — M __—^ c , ^ >V~ *, ^ 4 '^t-^l VN,U J — . n ^ ^1 Y ' ƒ » v ^-> v—T . T /z* ^ ^ S /u ,fv D /~^~K ^ —■. " /Sb ' /M C_ «<^~ O \ I ï» a_ JO . 'v^. I .^. I a_jO ^ u,L, 'n^v ,/-^^c^°-v, i ^^v y \? /X *c' \ -C' -j -"-"-^-'"i^-Y^"V !v ^ I r \^ ■/ c <-, \ ^ <\ I ^ ^ — V—* /^7 ^ - V-» | _£« 1 ^ | N^ v^~ 9 V-* >^v^\/^~ •( ~c t. tfc / v^c c V ~\/xl s, 1 ' A^U-^r. IT-r I ^ Lr I / w 4 y<^-> / -Vc" "\) 1 " 'C, _—j — 1 c^~* /? <-*" > ^ «•. <- Y v- . c—>' c . ■»■ * —— "V^ ^ ^ ~ I * °' ^ r . ^ v C. -O „ , Q_ . ^ I^X l ^ ^ 7 < t, x. \J- | ^ 1 «_^ ^ '/^'-(^,w^c-^^ r-c. ï^<7cL; v-x— / ^ v/r'i ^ ^ ; z ~ \\£ ^ . ^1 ^ *- nI'K ^*"' ' { ^ ^ _ _ x . ' ) ^ I ^ „ A V- ^J ^rLs^l~^ i Xc/ '-^^'v "* /> "V" ^ -] t 1 \ ^ % ^ 3 ) s~> A ^ -vvf ^ 7 /] vwi< • wc^x— 4 ^ j¥ • ^ — w; w „ %, _ ^ • v-J^ r~.^ £* v^ y"^-T<"v-v L) ^ ^ v, ^ Y 7 ' -v> I V" -^ ^ ' ^ | ' i ^ ^ t^~K^ — ^ Ï - - 7^1 ~ ' ' "~~ — -V . Y-^.-s . •" J*y* 'r^ (V >""(„V,^w-") , — K' ™ „ /- w> ^~'W ^ 1 '~* F J *-T ^~-z^ ^ —o *£^K ■ «ij- • \.-~ - 'l - 1 ' ^ /> xN~r- ^ v— / ^ ^ *-* ~C A> Iw "-\_ C^ y ^«• ' ^ t «— v —v x t I c <" J " [ ' i «, < ~ \ \ "5 *^> J a-i ro ly 7- «- - «— x- ^ ^ — >o ^ -. c. » ƒ v^vic.^' v- /c *-_ ^ 'u^ '(y ^ ^ 1 ^ , , \ x io /> | /- " ? v ^ -j l s.^or^vl'v' ) ,_'^/n ^ !_«-?i^-r^-j, y' > ~r < -^v' ; „* 1 ^ ^ ^ v, r—_ 7 - v^ } f~" ^ -j ^ ^ I ki^ ■ f * «v-1 * • ^ *- ~ ^ ^ v > ^ 1 <-" \ " w ^ ^ ^ c7 ^ c. .. ^'v' < l2~ ^ *» ^ > t-v — ^ «" ^ n f, <4v ~ ^ ^ % /x'v ^ <* k .-'^ (c 1 ^ > -» )/c-r-'a"> ir ^ ^ x/j'v/\,-ti' v ■ ^ i~*f c ^ ru jc— 2^- <^, — ^1 < k_^sf m,/ w.^-lc- ^fq.p-c =*— -o ' V., \^«. ^ u» a J ^ /u~ /-^ ru^-j a^au. '^) *-6 ^ ^~) "1 ^ v" ^ c r> ^ ^v— x-ê ;>o i .r\< c. «-j, „ j i o^ e^ a.^vj- --— •—v^" ^ / y ^ - 4° -x—' rrv". ^ v v <- j j . r' ^ . v_\v> L'vV^ <• ' "-*• T- V z- D—f -C *■ 'K- v c>^ ï c. ( s-~i "0Ci<- ^ V - ✓- -> - O- ^ Y - «_^ ^ ^ ƒ r — ^ -*-„ c fr(1^^\ l..?l~^ 7 ^ *—' ■j''1" f/ V-L* ^ y 4 "* <^--' * L^>7'r~l<^>^ -~° ^•_ o ■• ^ ^ r ^ ^ ^ ^ ^ v^ v x L r ~-^r r^/ J r.. c, ' J / * ; 7/ ' ■-> „' ' < • > T ^ .-1 s 1 ^ ^ ~ ^ •""» «L- .-. C~- I ^> <~ ^ X . V £-= c. 'V ^ ,_ ^v~ ' ^ g \ r~_ w Nj a, 1^, v-^ 7 L— ipj ^j v_^ V y- /[fy ft -/ x\ V" " £ /a_ 1 ~^'c > 1 v — /*.(. v *p> 7 ly ^ K —«► ^ 's— f u V ^ J — '• Y ^ 4 f" r x\ •1 rp(\—/^v ^' /c7^ ^ 1 y^ to ^: ^ * c^: v„.'t—j' —-«• u, pA^» < t-v_ - V£_ ^ ^ - 'V^-V/ "~W-> ^ -^> c , „ _ faz ^-\^, I <^» •- ^ ! c- tl- ~ ^ (-=> ^ "V '~l~y^^«~or>-*.'~x; v^r, «. f,/- ~ " I X ' »- ƒ /»— — «»— ^ — 1V3 - y wy Kt #-'■ ^=-/ ' ^ j.') c ^ \ ' >- ^-—, s v ^ c w-u*^ x d ^N ^ v"4 ^ ~' ^-i ~ " ^JA'^ >" n '—> frs .y(-> ^ ~ vDe l. „• ~ k' rj c uw^l1 *£ •/ -j^ -L < - - • ^ -vo ^ -,.>^^\-Y ^ n / 1 > c-r ^ >-. ^ x^f ^ ^ ^ ^ J r ~nn ^ > ""•wv^'\^ ■ J / \ J V^T C^~ " ^r •*> fi-M ÏS-', - 1 1 tv rt-c, , w-<-,<; i i ^ v ~' r1-*3 r ^ ■ ^N J K'' ^ ? ^ ~-s ^ I r Yc ^-v 5^ ^ -c ^^' NLVV P -j-- \v^ ? r y, s , - ~,' v * „S" K ^v ^ ^ ~ N ^ 7 rpr ^ "•'"~ w v *i ^ Sr i >-> ' «r^ / w . "to^ ^ ^ tr s _~V x j ^ 1 ^ ^ r/ 1 -<^, -s^ -7 ^J^j- \ r ■ ^ —r - ' /-^ V L_ »v «"*- . (_ i_^ L r ^ y^"--+■ "^~p-~ ^ f* V^S C^_y—^ j, j *-^j f f ^v a ^^ ^ ^1 ■