1435 Wereldformaat en verbruikscoöperatie DOOR J. F. SCHILL. E 53 (Wereldformaat VIII: 11.3 x 16 cM.) Wereldformaat en verbruikscoöperatie DOOR J. F. SCHILL. (Vermeerderde en verbeterde overdruk uit »De Coöperator«, XI (i9'3)> nrs- 5> 7 en 9; eene Duitsche, Engelsche en Fransche uitgave verschijnen binnenkort in het »Bulletin« van den Internationalen coöp. bond, Vle jaargang, nr. 5). (Wereldformaat VIII: n.3 X 16 cM.) Vouwt men dit boekje, dat in Wereldformaat VIII (zakformaat: 11.3X16CM) verschijnt, open, dan verkrijgt men het Wereldhandformaat IX (16: 22.6 cM.), dat voor grootere boeken, tijdschriften, ook voor briefpapier enz. uitstekend dienen kan. Vouwt men het daarentegen toe, in tweeën, vieren, achten, enz., dan verkrijgt men achtereenvolgens de Wereldformaten VII (8 : 11.3 cM), VI (5.66 : 8 cM), V (4 : 5.66 cM.) enz., die voor allerlei kaarten, etiketten, exlibris, zegels enz. geschikt zijn. Legt men twee, vier, acht, enz. van deze boekjes naast elkaar, dan verkrijgt men evenzoo de Wereldformaten IX, X, XI, enz., die voor allerlei atlassen, kunstprenten, plakkaten, landkaarten, ook voor 1 ij f- en h u i shoudelijk linnengoed gebruikt kunnen worden. (Verg. blz. 10 hierachter). (Wereldformaat VII: SX11^ cM.) »En nog steeds wemelt het op de Brug van wandelaars en stroomen de menschen naar den Tempel.« Goethe, Das Marchen. Het is reeds tamelijk lang geleden, dat het schrijvende en lezende menschdom stilzwijgend overeengekomen is, om gelijk ook aan de letterteekens zelve, aan het daarbij noodige materiaal, nam. aan den steen, de plantaardige of dierlijke huid, de klei- of de was-tafel, ten slotte aan het papier, noch een ronden O, noch een ovalen O. noch een veel- (bijv. zes- 1^of drie-(/\) hoekigen, noch ook een vierkanten □ , maar doorgaans een zoogenaamd „langwerpig vierkanten", of juister gezegd: rechthoe kigen □ of □ vorm te geven. Sedert hebben bijna zonder uitzondering al de tallooze papieren, die dag aan dag door ons aller handen gaan, dien vorm behouden. Tracht men zich van de redenen daarvoor rekenschap te geven, dan kost het maar weinig hoofdbreken, die voor het niet-gebruik van ronde en ovale vormen (zij passen niet aan elkaar, vullen de ruimte niet en zijn te lastig van constructie), zoowel als van veelhoeken (de zes- en driehoeken passen wel aan elkaar, vullen echter de ruimte toch ook niet geheel) te vinden. Vraagt men zich af, waarom van de twee overblijvende vormen, het vierkant, ofschoon het uiterst gemakkelijk te construeeren is en de ruimte geheel vult, dan eveneens verworpen, en op de geheele beschaafde wereld overal de rechthoek verkozen is, dan luidt het antwoord eenvoudig : omdat het vierkant te eenvormig, te star, te weinig soepel is, om zich gemakkelijk naar alle behoeften of smaken te voegen, en vooral omdat een vierkant in tweeën, achten, tweeëndertigen enz. verdeeld, toch weêr een rechthoek oplevert; terwijl de rechthoek, naar verkiezing staand of liggend, smaller of breeder genomen, aan alle vereischten beter voldoet, en, hoe ook gevouwen, in den regel telkens weêr een rechthoek vormt. — Ziedaar in 't kort, de redenen, die wat onze papieren betreft, en mutatis mutandis, ook wat onze meubelen, vertrekken en gebouwen aangaat, aan den rechthoek de uitsluitende voorkeur in het dagelijksch gebruik verzekerd hebben: onze natuur, onze lichaamsbouw is hierbij blijkbaar in het spel. Doch minder gemakkelijk te verklaren is het feit, dat datzelfde menschdom in eene beschavingsperiode, die terecht de „papieren eeuw" genoemd is, niettegenstaande in het dagelijksch leven de overgroote meerderheid der papieren bestemd is, om ééns of meermalen gevouwen (gehalveerd, gevierendeeld, enz.) te worden, ten einde ze daardoor voor verzending (bijv. met de post) of voor opberging (bijv. in eene bibliotheek, in een archief, in eene portefeuille), d. w. z. in 't algemeen: voor behandeling beter geschikt te maken, toch tot vóór korten tijd geene poging heeft aangewend, om zich over de afmetingen, de formaten van dien algemeen aangenomen rechthoekigen grondvorm te verstaan. Munten, maten en gewichten zijn, eenige weinige landen uitgezonderd, overeenkomstig de eischen van het steeds toenemend verkeer, allengs aan den oertoestand der anarchie ontgroeid, en hebben zich, weliswaar eerst na de inwerking van zeer sterke prikkels (de Fransche revolutie, de uitvinding van stoom- en andere werktuigen), gedeeltelijk nog slechts nationaal, gedeeltelijk reeds internationaal, naar vaste, weldoordachte regelen in het decimale, in het metrieke stelsel laten organiseeren. De stof daarentegen, die ons van de geboorte tot het graf, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, in jaarlijks welhaast schrikbarend toenemende hoeveelheden, ten behoeve van onze broodwinning, van onze leering, tot ons genot, vaak helaas ook tot ons verdriet, begeleidt, ons bij iedere schrede op 't levenspad als 't ware vervolgt — die stof, het papier, heeft zich tot dusver onbegrijpelijkerwijs aan het anders overal doordringende, ordenende, rangschikkende, beheerschende beschavingsproces weten te onttrekken. De oudstbekende poging tot verkrijging van eemgszins redelijker toestanden op dit gebied werd eerst door prof. Georg Christoph Lichtenberg (natuurkundige en schrijver, 1742 1799) in een opstel (oorspronkelijk afgedrukt in den „Göttingischen Taschenkalender" voor 1796, blz. 171/8, herdrukt in zijn verzamelde werken, Göttingen, 1803 en 1853, en elders) gedaan. Hij stelde zich nam. destijds 1) de twee volgende vragen : „i°. Zou men het papier niet een zoo„danigen vorm kunnen geven, dat alle „formaten gelijkvormig worden? en „2°. Zou zulk een formaat gemakke„1 ij k en fraai z ij n ?" Het antwoord op beide vragen luidde bevestigend. Voor de oplossing van de eerste van de twee heeft men niet meer dan zeer elementaire kennis van wiskunde noodig. Zij de rechthoek A B E D het oorspronkelijk formaat, waaruit men door toevouwen (halveeren, volgens de stippellijn x-ij) of door ontvouwen (verdubbelen volgens de stippellijn a-d) den voorafgaanden kleineren (rechthoek ABijx = xijED = y2 A B E D) of den volgenden grooteren (rechthoek BCFE = 2BadE = 2aCFd - !) Verg. E. Ebstein in: Zeitsch. f. Bücherfreunde, 1912, S. 118. 2 A B E D) gelijkvormigen rechthoek verkrijgt, dan staan de korte en lange zijden van den oorspvonkelijken rechthoek ABED bijv. tot die van den dubbelen rechthoek B C F E in de volgende verhouding : AB:BE - BE:BC (Stel AB —a, BE - b) a:b - b : 2a b2 = 2a2 i . y 'O 17 b = al/2 ± — a. — ± - a 712 + 1.414a M. a. w. alle rechthoeken, waarvan de korte en de lange zijden zich verhouden als 1 : [/ 2 (d. w. z. als de zijde van een vierkant tot zijn diagonaal) of ten naastenbij als 7 : 10, of als 12 : 17, of als 1 : 1.414, kunnen zonder afsnijden van randen, dus zonder papierverlies, door eenvoudig toe- en openvouwen, m. a. w. door halveeren enz., of door verdubbelen enz., in kleinere of grootere rechthoeken omgezet worden, die alle onderling gelijkvormig zijn. De tweede vraag : „Of zulk een formaat aan praktische en tevens aesthetische eischen voldoet?" achtte Lichtenberg eenvoudig reeds daardoor uitgemaakt, dat verscheidene van de destijds in zijne omgeving gebruikelijke, willekeurige formaten zeer nabij het door hem wiskundig berekende kwamen. Het kleine opstel van Lichtenberg, ofschoon herhaaldelijk herdrukt, schijnt nooit de algemeene aandacht getrokken te hebben, was althans totaal vergeten, toen de heer K. W. Bührer (destijds te Zürich, thans te Munchen) er met zuiver praktische (nam. reclame-) doeleinden, geheel zelfstandig, langs geheel anderen, zuiver empirischen weg (door onderlinge vergelijking van de meest gebruikelijke papierformaten) toe kwam, om voor zijn „m o n o-" of grondformaat (iets nieuws, dat men bij Lichtenberg nog niet vindt) de verhouding 11.5 : 16.5 centimeter aan te nemen. Het boek, w'aarin hij dit formaat aanbeval (nam. : Bührer & Saager, Die Organisation der geistigen Arbeit durch „Die Brücke", Ansbach, 1911, blz. 123 vlgg.) kwam door toeval, of hoe dan ook, den bekenden physico-chemicus, prof. Wilhelm Ostwald, onder oogen, en deze stelde nu zijnerzijds, overigens geheel zelfstandig, alweder zonder van Lichtenberg's opstel af te weten, de volgende drie eischen (eerst in een opstel in het „Börsenbl. f. d. deutschen Buchhandel" van 18 Oct. 1911, blz. 12330, waaruit het eveneens herhaaldelijk herdrukt werd) op, aan welke volgens hem een formaat beantwoorden moet, wil het den naam van een rationeel, theoretisch juist, wetenschappelijk normaalformaat verdienen, nam.: „i°. de centimeter zij de grondéén„h e i d; „2°. het ééne formaat moet uit het „andere door halveeren afgeleid „kunnen worden; en „30. alle dusdoende verkregen for- „m aten moeten onderling gelijk„v o r m i g z ij n." Ostwald vond nu, evenals Lichtenberg het reeds 115 jaren te \oren gevonden had, dat alleen die formaten aan de twee laatstgenoemde voorwaarden voldoen, die berusten op de eenvoudige formule: a(|/ 2)n : a ]/ 2n + 1 . . . . (1) waarvan de zijden zich m. a. w. verhouden als de zijde van een vierkant tot zijn diagonaal, en die dus zonder eenige moeite op de volgende wijze geconstrueerd kunnen worden : Substitueert men in de formule (1) voor a : 1 centimeter en voor n : achtereenvolgens de waarden o, 1, 2, 3, 4, 5 enz., dan verkrijgt men de formaten : Nr. I) 1 (j/2)0 :1 (|/2)1 = 1: j/2 = 1: 1.41 cM., Nr. II) 1 (|/2y : 1 (l/2)2 =|/2 : 2 = 1.41 : 2 cM. Nr. III) 1 (|/2)2: 1 (I/2)3 = 2 : 2 \/2 - 2 : 2.83 cM. enz. die aan al de bovengenoemde 3 postulaten voldoen, en, toevallig, tevens slechts enkele millimeters van het empirische, als gemiddelde uit tal van algemeen gebruikelijke formaten, afgeleide formaat-Bührer (i i.5 x 16.5, zie hierboven) verschillen. Op deze wijze is nu, als vanzelf, de volgende, door den heer Biihrer c. s. terstond overgenomen, tabel ontstaan : Tabel van internationale of wereldformaten.1) Nr. Centimeter. Toepassing. I 1 : 1.41 \ II 1.41.2 1 pormaten voor post- en portzegels ... „2 \ 2f e.d., voor etiketten, huis- en handels- V 2 ^ ^ 66 \ mer'cen' toegangskaarten, exlibris, ss'o 1 enz., enz. VI 5.66:8 ' VII 8:11.3 ' VIII 11.3:16 Zakformaat ) voor alle mogeIX 16:22.6 Handformaat ) lijke doeleinden. X | 22.6:32 ^ Formaten voor atlassen, kunst- XI 32 ■ 45 3 ~~ ' prenten, huisplakkaten, enz. XII 45-3:64 > XIII 64:90.5 ) Formaten voor landkaarten, muur- XIV 90.5:128 ( plakkaten, spoor- en tramweg-dienst- XV 128:181 \ regelingen enz. XVI | 181:256 I Andere reeksen van smalle formaten verkrijgt men door 2, 4 of 8-maal aan elkander voegen van grondformaten, bijv : 2 X 2 : I 41 = I 41 : 4 cM. 2 X 4 : 1 41 = I-41 : 8 cM 2X8:141141:16 cM Deze formaten dienen voor langwerpige etiketten, Le po r ello-alb u m s, smalle aanplakbiljetten enz 1) Deze tabel bevat uitsluitend de primaire wereldformaten of A-formaten, die uitsluitend voor papieren en derg., in 't algemeen voor zoodanige voorwerpen, waarbij de vlakte-afmeting overheerschend is (dus ook bijv. voor linnengoed), bestemd zijn De secundaire, of B- en C-formaten, die uitsluitend voor (enkele en dubbele) verpakking van papieren e.d. in het A-formaat (dus voor enveloppen, doozen, kisten) op even eenvoudig-vernuflige wijze door Ostwald gevonden werden (verg. zijne brochure: «Sekundare Weltformate. München, 1912a), zijn de volgende: A (primaire, B (secundaire C (secundaire normale reeks). reeks) reeks). cM. cM. cM. cM. cM. cM. I 1 : 1.41 1 06 : 1.5 1.1 : 1.56 II 1 41 : 2 1.5 : 2 13 1.56 : 2.2 III 2 : 2.83 2 13 : 3 2.2 : 3 12 IV 2 83 : 4 3 : 4.25 3.12 : 4.4 V 4 : 5 66 4.25 : 6 4.4 : 6.25 VI 5.66 : 8 6 : 8.5 6.25 : 8.8 VII 8 : 11.3 8.5 : 12 8.8 : 12.5 VIII 11.3 : 16 12 : 17 12.5 : 177 IX 16 : 22.6 17 : 24 17.7 : 25 X 22.6 : 32 24 : 34 25 : 35.4 XI 32 : 45 3 34 : 48 35 4 : 5° XII 45.3 = 64 48 : 68 50 : 70.7 XIII 64 : 90.5 68 : 96 70.7 : 100 XIV 90.5 : 128 96 : 136 100 : 141.4 Nadrukkelijk wordt verzocht, iedere tabel slechts voor haar eigen doel te bewaren, d. w. z. primaire formaten alléén voor primaire, secundaire alléén voor secundaire voorwerpen (enkele en dubbele verpakkingen, ook photographische platen en derg.) te gebruiken, en bijv. geene papieren en derg. in het formaat B of C te snijden. * * * Met deze drie tabellen — dat blijkt bij eenigszins dieper nadenken alras — hebben wij, heeft de menschheid, en niet alleen de schrijvende en lezende menschheid, plotseling een grooten stap vooruit op den langen weg der beschaving gezet een stap van minstens evenveel beteekenis, als destijds de uitvinding en invoering was van het tientallig stelsel, of van het metrieke stelsel van maten en gewichten, waarbij dit LichtenbergBührer-Ostwald-stelsel van internationale, wetenschappelijke papierformaten zich als 't ware ongedwongen aansluit. Ook gene stelsels hebben geruimen tijd noodig gehad om zich in te burgeren ; ja, het metrieke stelsel is, gelijk bekend, zelfs nu nog niet in alle beschaafde landen, o. a. niet in het Vereenigde Koninkrijk, doorgedrongen. Met het wereldformaat zal het vermoedelijk evenzoo gaan. Ook dit zal de gewone drie stadia, die bijna elke hervorming van eenig belang doorloopt, moeten passeeren; men zal er eerst van zeggen : ,,Het is niet waar of niet bruikbaar!", daarna: „Het is tegen de zeden of tegen den godsdienst!", en ten slotte: „Het spreekt vanzelf, wij hebben het altijd geweten!" Het is dus met vergeeflijke belangstelling, maar zonder onredelijk ongeduld, dat wij de pogingen gadeslaan, die de in Munchen, Schwindstr. 30, gevestigde vereeniging „Die Brücke" (d. i. de Brug, zoo genaamd, omdat zij de afstanden tusschen de hier en daar op aarde verspreide eilanden van geestesarbeid wil overbruggen), aanwendt, om, buiten en behalve hare verdere, veelomvattende doeleinden, deze wereldformaten in alle landen en bij alle volken ingang te verschaffen. Zij heeft sedert hare oprichting, den 15 en Juni 1911, met grooten ijver, en, blijkens de lijst van personen en instellingen, die het wereldformaat voor hunne publicatiën aanvaard hebben, niet zonder succes gewerkt. Onder de laatstgenoemde immers vindt men nu reeds namen, die klinken als klokken; zoo o. a.: papier-, koopmansboeken- en photograpische fabrieken, drukkerijen, uitgeversfirma's, den Bond van Duitsche handelaren in photographie-artikelen, het Duitsche kunsthandelaarsgilde, den Duitschen (28.000 leden) en den Oostenrijkschen (8000 leden) Ski-bond, den Internationalen bond van chemische vereenigingen (18.000 leden), de Papierindustrie-tentoonstelling, Berlijn 1 Qi 3, de Zwitsersche nationale tentoonstelling, Basel 1914, en ,,last not least", het Literarisch bureau van de machtige Hapag (de Hamburg-Amerikalijn), die zich stuk voor stuk verbonden hebben voortaan al hunne tallooze drukwerken (resp. photographische platen) in wereldformaat te doen verschijnen. Aan tijdschriften in de wereldformaten IX of X somt de lijst reeds 22 nummers op, die nog met eenige daarin ontbrekende coöperatieve titels (bijv. dat van de „Schweiz. Konsumverein", het orgaan van den Zwitserschen coöp. bond te Basel, de „Maandel. mededeelingen" van de Handelskamer te Rotterdam, en alweer „last not least", ook het „Bulletin" van den Internationalen coöp. bond, te Londen) zou aangevuld kunnen worden. Zelfs een ondernemend heeren- en dames-tailleur, die kleederen met „zakken voor de wereldformaten" (d. i. dus voor portefeuilles, notitieboeken, reisgidsen, kranten e. d. in die formaten) adverteert, ontbreekt niet op het appèl! Zooveel moest den belangstellenden lezer van dit boekje, waarvoor het wereld zakformaat (11-3 x 16 cM.) gekozen is, onvermijdelijk meegedeeld worden, om hem eenigszins in de geheimenissen der wereldformaten in te wijden. Er blijft nu nog over, om hem het verband tusschen deze formaten en de verbruikscoöperatie aan te toonen, ten einde ook de keuze van den titel er van te motiveeren. Het beste zal zijn, hem te verzoeken, om zich even een paar beelden uit het dagelijksch leven voor den geest te roepen, bijv. dat van den vollen tasch van een voorbijgaanden brievenbesteller, dat van een plank in een boekenkast, dat van den inhoud van een provisiekamer, van een linnenkast, van een magazijn, van een vracht- of een bagagewagen, dat van de lading op een zolderschuit, of in een scheepsruim — en het zal hem aanstonds duidelijk worden, wat wij bedoelen. Immers deze min of meer duurzame verzamelingen van papieren, van produkten, van verbruiksgoederen, zijn alle zonder uitzondering daardoor gekenmerkt, dat zij al de nadeelen, aan ruimte-, aan tijds-, aan arbeids- en geldverspilling vertoonen, die met de tegenwoordige methode, of liever gebrek aan methode, in de keuze der primaire of secundaire formaten onafscheidelijk verbonden zijn. Zoodra hij hierop slechts éénmaal opmerkzaam gemaakt is, zal hem bij ieder voorkomend geval opnieuw het ondoelmatige, het ouderwetsche, het rudimentaire in de opeenstapeling van zulke rechts- en links, onder en boven, in- en uitspringende, twee- driemaal te veel plaats, moeite en kosten vorderende voorwerpen opvallen. En onwillekeurig zal hem daarbij de „goede oude tijd" der voorvaderen te binnen schieten, toen bijkans iedere stad en iedere provincie zich zelfs de weelde van eigen munten, maten en gewichten mocht veroorloven. Een pak brieven, briefkaarten en drukwerken; een rij boeken en brochures; een stapel koffers en kisten, allen in wereldformaat, zien er immers, moeten er immers heel anders, veel moderner, veel massiever en kompakter uitzien, dan zooals zij zich heden ten dage in hunne wet- en regellooze afmetingen presenteeren. Ieder kan er trouwens met eenige voorwerpen uit zijn naaste omgeving (dominosteenen, boeken, doozen, trommels), wier formaat ongeveer met de hierboven omschreven wereldformaten overeenkomt, ten allen tijde, zonder eenige moeite de proef van nemen; zij zal hem telkenmale gelukken, hem telkens weer verbaasd doen staan, hoe wonderwèl dat alles, 't zij groot of klein, 't zij smal of breed, op- en inen aan-elkander past. Datgene nu, wat hij hier binnenskamers in 't klein vóór oogen ziet, is echter slechts eene afspiegeling van wat daarbuiten in de wijde wereld dag aan dag, uur aan uur op de reusachtigste schaal pleegt te geschieden. In het economische leven, dat wij coöperatoren naar welberedeneerde, praktisch beproefde beginselen trachten te hervormen, is het overal en allerwege, in dit opzicht, om bij de terminologie van prof. Ostwald te blijven, nog eene „energie-verkwisting" zonder weerga! En speciaal in de ver- bruikscoöperatie, die immers in 't wezen der zaak niets is, dan eene organisatie van de koopte zamen met de spaar-, de kapitaal-kracht, eene organisatie van het inkomen en tevens van het terecht zoo genoemde „vermogen", der verbruikers, dat is dus m. a. w. eene steeds dieper ingrijpende concentratie van volgens Ostwald toch al reeds „geconcentreerde en daarbij bewegelijk e", derhalve uiterst waardevolle energiën, kunnen wij niets beters doen, dan ons van de wereldformaten, van dezen kostelijken „katalysator" i) ter bespoediging dier organisatie, dankbaar en trouw te bedienen. Deze enkele regelen mogen volstaan, om den lezer duidelijk te maken, welk innig verband er feitelijk tusschen twee zulke schijnbaar vèr uiteenliggende onderwerpen als wereldformaat en verbrui kscoöperatie bestaat. Het volgende alphabetische lijstje, ter keuze, van eenige zaken, die in den Ned. coöp. bond, bij hare Handelskamer, bij hare deelgenooten of bij de leden van die deelgenooten dagelijks voorkomen, zal er verder misschien toe kunnen bijdragen, om hem te doen zien op hoeveel en op hoevelerlei het nieuwe stelsel van toepassing is: ') Katalysatoren noemt men in de scheikunde stoffen, die schijnbaar zonder zelf te veranderen, de wijzigingen in andere stoffen bevorderen en bespoedigen. Prof. Ostwald had o a. aan zijne schitterende onderzoekingen op dit gebied den hem in 1909 toegekenden Nobel-prijs te danken. In wereldformaat kunnen o. a. gebracht worden: Aandeelbewijzen. Aanplakbilleiten. Adresboeken. „ kaarten. Agendas. Albums Bakken. Balansboeken Bankbilletten. Bestelboekjes. Blikken. Bloc-notes Boeken. Briefpapier. „ kaarten. Brochures Cahiers. Cartotheken Catalogi. Circulaires Contrólebewijzen. Convocaties. Copieerboeken. Coupons. Couverts. Doeken. Doozen. Enveloppen. Etiketten (op flesschen, doozen, kisten, enz.). Facturen. Formulieren. Getuigschriften Grootboeken. Huis- en handelsmerken. Jaarboeken. Jaarverslagen. Journalen. Kaart-catalogi. Kalenders. Kasboeken. Kennisgevingen. Kerstkaarten. Kisten. Labels. Leden- naamkaarten. Lidmaatschapskaarten. Linnengoed. Lucifersdoozen Maanbrieven. Maandbladen Magazijnboeken. Menu-kaarten. Monsterboeken. Muziekboeken. Naamkaarten. Nieuwjaarskaarten. Nota's. Notitieboeken. Notulenboeken. Obligatiën. Oproepingsbrieven. Pakketadressen. Pakpapier Plaatskaarten. Postzegels. Programma's. Prospectussen. Prijscouranten. Quitantiën. Recepissen. Reclamekaarten. Regu's. Registers. Reglementen. Reiswijzers. Rekeningen. Rouwkaarten. Schetsblokken. Scheurkalenders Schoolschriften. Schrijfboeken. Schuldbewijzen. Spaarbankboekjes. Spoorboekjes. Spijslijsten. Stalenboeken. Statuten. Telefoongids. Toegangskaarten. Transparanten. Trommels. Tijdschriften. Verbruiks- boekjes. Verjaarskaarten. Visitekaarten. Vrachtbrieven. Waschlijsten. Weekbladen. Wissels. Zakdoeken. Tot dusver zijn van deze voorwerpen, die geregeld in de coöperatieve wereld circuleercn, nog slechts zeer weinige, en dan bij toeval, onopzettelijk, tot internationaal formaat herleid. Zoodra de Nederlandsche en de Internationale coöp. bond er op een goeden dag hunne schouders onder zetten, zal het beter worden! CHARLES HOWARTH, Rochdale, 9 Februari 1814 — 25 Juni 1868, Heywood, de uitvinder van het zoogenaamde »Rochdale«-stelsel (1844). (Voorbeeld van een portret in Wereldformaat VII). Van Markens Drukkerij-Vennootschap DELFT levert ALLE DRUKWERKEN zoowel visitekaarten, enz. alsook de grootste aanplakbiljetten in de WERELDFORMATEN.