169 HET GEMEENTEBESTUUR TAN DOMBURG. 1810-1910. GEDENKSCHRIFT DOOE H. M. K EST EL O O. Niet in den handel. MIDDELBURG. J. C. & W. ALT O REE ER. 1910. C 5 HET GEMEENTEBESTUUR VAN DOMBUKG. 1810-1910. GEDENKSCHRIFT DOOB H. M. KESTELOO. /ACiU)\ M -ï-n;}, HA'/:) Niet in den handel. MIDDELBURG. J. C. & W. ALTOREFER. 1910. A.CLTX dert OeTrLeerttenxuci. De inlijving van ons Vaderland bij Frankrijk in 1810, die zooveel verandering op allerlei gebied ten gevolge had, bracht ook een geheelen ommekeer te weeg in de plaatselijke besturen. Behalve dat het oude bestuur, voor zooveel de rechtspraak betreft, nog tot het midden van 1811 in functie bleef, kwam in het laatst van 1810 een nieuw gemeentebestuur tot stand. Dit bestond uit een Maire, een Adjunct-Maire en een Conseil-Municipal (Municipalen Raad = Gemeenteraad). De leden van dien Raad, op 12 December 1810, evenals de Maire en zijn adjunct, door den Prefect benoemd, werden den 27 dier maand beëedigd en geinstalleerd. De Raad vergaderde voor het eerst, 9 Januari 1811. Weldra zal het dus eene eeuw geleden zijn, dat deze gebeurtenis plaats vond. Het kwam mij belangrijk genoeg voor daarop de aandacht te vestigen en tevens een gedenkschrift samen te stellen, dat de namen bevat van hen, aan wie in dat tijdvak het gemeentelijk bestuur was toevertrouwd, en van de ambtenaren, die daarbij de behulpzame hand boden. Hier volgen alzoo lijsten van : de hoofden van het Gemeentebestuur, onder de verschillende benamingen, de leden van dat bestuur, met aanwijzing van hen, die als Assessor — later Wethouder — optraden, de Secretarissen, de Ontvangers. Zoodoende wordt voor menig ingezetene de herinnering bewaard aan ouders, voorouders en verdere betrekkingen. Ik bied U dit geschrift bij deze aan. Domburg, 14 November 1910. H. M. KESTELOO, Secretaris. HOOFDEN VAN HET GEMEENTEBESTUUR M A I R E S. Geeaed Valerius Meijnees, benoemd 12 December 1810 en op 27 dier maand geinstalleerd. Eervol ontslagen 15 December 1812, ten gevolge zijner benoeming tot rechter in de Rechtbank van Koophandel te Middelburg, waarmede de betrekking van Maire onvereenigbaar was. Anthonie van dee Meule, benoemd 15 December 1812. Was te voren Adjunct-Maire. Maakte bij den Prefect bezwaar tegen zijne benoeming tot Maire, voornamelijk wegens het door hem uitgeoefend beroep van smid. Als Adjunct-Maire werd in zijne plaats benoemd het lid van den Municipalen Raad Andeies Francke, die ook daartegen bij den Prefect bezwaar inbracht, wegens gemis aan kennis van de Fransche taal. Coenelis Yis, benoemd 26 Januari 1813, en 6 Februari 1813 geïnstalleerd. Toen trad A. van dee Meüi.e weder op als Adjunct-Maire, terwijl men Feancke niet meer ontmoet, ook niet als lid van den Municipalen Raad. Na de herstelde orde van zaken, bleven de autoriteiten en ambtenaren provisioneel in functie, ten gevolge van het besluit der Commissarissen-Generaal van het Departement der monden van de Schelde van 11 Mei 1814 en alzoo C. Vis, onder de benaming van Schout, die de waarneming der betrekking, den 26 Mei 1814 opdroeg aan den vroegeren Adjunct-Maire A. v. d. Meule, vooral omdat hij te Middelburg woonde. Ook de Maire Meijners woonde aldaar. SCHOUT. Anthonië van der Meule , benoemd bij Koninklijk besluit van 12 October 1817. burgemeesters. 1. A. van der meule , voornoemd, benoemd bij Koninklijk besluit van 9 Augustus 1825, overleed 20 Maart 1848, waarna eene vacature bleef tot de benoeming van 2. Jan Jacob Iman Sprenger. Benoemd bij Koninklijk besluit van 27 April 1850. Op zijn verzoek eervol ontslagen met 1° Januari 1869. 3. Willem van den Broecke. Benoetnd bij Koninklijk Besluit van 24 December 1868 met 1° Januari 1869. Op zijn verzoek eervol ontslagen bij Koninklijk besluit van 21 Januari 1.876. .. ....... 4.. Cornelis Hendrik Elout. Benoemd bij Koninklijk besluit van 10 Februari 1876. Op zijn verzoek eervol ontslagen bij Koninklijk besluit van 14 November 1879. 5. Johan Cornelis Lantsheer. Benoemd bij Koninklijk besluit van 19 December 1879, met ingang van 1 Januari 1880. Op verzoek eervol ontslagen met 1 Februari 1893 bij Koninklijk besluit van 2 Januari te voren, wegens ziekte, (overleden 11 Maart 1893). 6. Ernest Louis Baron van Hardenbroek. Benoemd bij Koninklijk besluit van 16 Februari 1893. In functie 29 Maart 1893. Op verzoek eervol ontslagen, wegens vertrek naar elders, bij Koninklijk besluit van 6 Augustus 1901. 7. Leonardus Johannes van Voorthuijsen. Benoemd bij Koninklijk besluit van 18 December 1901. In functie 2 Januari 1902. ASSESSOREN. 1. pleter C/orre. 2. Andries Fiiancke. Beiden benoemd door de Gedeputeerde Staten, bij besluit van 23 Augustus 1825. De eerste overleed 8 Januari 1851, de tweede 5 Februari 1828. 3. Lourens Pieterse Louwerse, volgde no. 2 op. 4. Jaoob Verhage volgde no. 1 op. Benoemd 15 Maart 1851. Nos. 3 en 4 werden vervolgens WETHOUDERS. 1. Lourens Pieterse Louwerse. Benoemd 18 October 1851. Overleden 11 Februari 1865. Vervangen door no. 3. 2. Jacob Verhage. Benoemd 8 October 1851. Hield op lid van den Raad te zijn, 5 September 1865. Yervangen door No 4. 3. Pieter van der Meule, benoemd 29 Maart 1865, in plaats van L. P. Louwerse. Overleden 5 Februari 1871; vervangen door I. Geschiere 4. Hubrecht Bimmel, benoemd 5 September 1865, in plaats van J. Verhage. Bedankt en neemt afscheid 10 Augustus 1869; vervangen door den volgenden. 5. Pieter Louwerse, benoemd 10 Augustus 1869, in plaats van den voorgaanden; vervangen door J. Mosselman. 6. Izaük Geschiere, benoemd 9 Mei 1871, in plaats van P. v. d. Meule. Overlijdt 3 Januari 1873; vervangen door den volgenden. 7. Barthel Verhage, benoemd 2 April 1873, in plaats van den voorgaanden, vervangen door S. de Visser. 8. Jan Mosselman, benoemd 7 September 1875 in plaats van P. Louwerse. Bedankt en vervangen door W. Kesteloo. 9. Samuël de Visser, benoemd 4 September 1877, in plaats van B. Verhage. 10. Willem Kesteloo, benoemd 19 October 1894, in plaats van J. Mosselmak. GEMEENTERAAD. Bij besluit van den Prefect van 12 December 1810 werden tot leden van den Conseil Municipal benoemd: a. Andries Francke. Zie bij Maires, hiervoren. b. Pieter Corré. c. Jacobus Moens. d. Geert Wisse. e. Huibert Martin Kesteloo. ƒ. Coenraad Plomp Vertrok in Mei 1814 naar Westkapelle. g. Jacob Arents. De Maire was lid en voorzitter. De Adjunct-Maire had geen zitting, maar verving den Maire desnoods als voorzitter. Volgens een brief van den Maire aan den Prefect van 21 April 1812, waren er nog drie vacatures, omdat men de beide Domburgen had willen vereenigen. Van Domburg-buiten bestond het bestuur oorspronkelijk uit: Johannes Pieuersz. Adamse, Maire. Jan Louwerse, Adjunct-Maire. Jacobus Krijger, Lid van den Raad. Ten gevolge van een schrijven van den Prefect van 20 Augustus 1813, had door den Maire eene voordracht tot aanvulling plaats en werden benoemd : Cornelis van der Meule. Jan Koppejan. Jan Pattenier. Adriaan Cornelisz. Geertse. De hiervoren gemelde leden van den Raad van Domburgbinnen, behalve die sub a en ƒ vermeld, bleven voorloopig in functie, krachtens het besluit der Commissarissen-Generaal, en vormden een college, nadat Domburg-binnen en buiten met 1 Januari 1816 vereenigd waren bij Koninklijk besluit van 24 November 1815. Deze toestand duurde voort tot 6 Januari 1818 toen de leden in functie traden die op 22 December 1817 door de Gedeputeerde Staten benoemd waren , volgens het Reglement van bestuur ten platten lande van de provincie Zeeland. goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 21 Juli 1816 no, 4, n 1.: plkter corré. Geert Wisse. Jan Patteniee. Christiaan Louwerse. Au DRIES FrANCKE. Volgens Art. 1 van genoemd reglement, behoorde de Schout niet tot de leden. Na het overlijden, op 7 September 1822, van Jan Pattenier, werd op 15 November van dat jaar geinstalleerd Adriaan Cornz. Geertse, in zijne plaats benoemd. De vaststelling van een nieuw reglement van bestuur, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 23 Juli 1825, maakte eene nieuwe samenstelling der Gemeenteraden noodig. Tot leden daarvan werden door Ged. Staten benoemd: 1. pleter corré. 2. Andries Francke, (overleed 5 Februari 1828). 3. Christiaan Louwerse, (overleed 3 September 1828). 4. Adriaan Geertse. 5. Geert Wisse. Kwam niet in functie, daar hij voor de installatie de gemeente metterwoon verlaten had. Hij werd vervangen door no. 7. 6. Lourens Pieterse Louwerse. 7. Jacob Andriesz. Veriiage, in plaats van no. 5, geinstalleerd 16 September 1826. 8. Willem Barendse, in plaats van no. 2, geinstalleerd 26 Juli 1828. Eervol ontslagen. 9. Jacobüs Janse Lodws: in plaats van no. 3, geinstalleerd 14 Maart 1829. Vertrokken. 10. Andries de Visser, in plaats van no. 8, geinstalleerd 4 Augustus 1838. 11. Pieter Francke, in plaats van no. 9. Geinstalleerd 24 April 1850. 12. Pieter Passenier, in plaats van no. 1. Geinstalleerd 19 April 1851. Volgens het Reglement van bestuur van 1825 was de Burgemeester als zoodanig lid van den Raad. Ten gevolge der invoering van de Gemeentewet, werden tot leden van den Gemeenteraad gekozen en op 18 October 1851 geïnstalleerd: 1. Andries de Visser. Bedankt. Afscheid 6 Juli 1869. Vervangen door no 14. 2. Jacob Verhage Herbenoeming in 1865 niet aangenomen. Vervangen door no. 11. 3. Pieter Francke. Overleden 21 Januari 1866. Vervangen door no. 12. 4. Hubrecht Bimmel. Bedankt, 28 April 1869. Vervangen door no. 13. 5. Pieter van der Meule, overleden 5 Februari 1871, vervangen door no. 15. 6. Lourens Pieterse Louwerse, overleden 11 Februari 1865. Vervangen door no 10. 7. Pieter Passenier. Vervangen door no. 8. (Hij overleed 23 December 1855). 8. Leijn de Pagter, in plaats van no. 7. Geïnstalleerd 4 September 1855. Naar elder vertrokken in 1863. Vervangen door no. 9. 9. Cornelis Louwerse, in plaats van no. 8. Geïnstalleerd 16 Februari 1864 Vervangen door no. 23. 10 Pieter Louwerse, in plaats van no. 6. Installatie 29 Maart 1865. Afscheid 28 Augustus 1893. Vervangen door no 25. 11. Barthel Verhage, in plaats van no. 2. Geïnstalleerd 5 September 1865. Neemt afscheid, wegens bedanken 25 Augustus 1877. Vervangen door no. 18. 12. Jacobus Wisse, in plaats van no. 3. Installatie 20 April 1866. Bedankt 21 Juli 1880, wegens vertrek. Vervangen door no. 20 18. Pieter Kesteloo, in plaats van no. 4 Installatie 10 Augustus 1869. Vervangen door no. 17 en aan dezen opgevolgd. Geïnstalleerd 22 April 1874. Overleden 7 Februari 1875. Vervangen door no. 19. 14. Izaük Geschiere. In plaats van no. 1. Installatie 6 Juli 1869. Overleden 13 Januari 1873 Vervangen door no. 16 15. Samuël de Visser, in plaats van no. 5. Installatie 9 Mei 1871. 16. Jan Mosselman, in plaats van no. 14. Installatie 2 April 1873. Neemt ontslag, 24 Juli 1894. Vervangen door no. 26. 17 Johan Peter Reede. In plaats van no. 13 Installatie 2 September 1873. Neemt ontslag, wegens vertrek naar elders. Heeft slechts twee vergaderingen bijgewoond Opgevolgd door no. 13. 18. Hubkecht P assenier. In plaats van no. 11. Geïnstalleerd 4 September 1877. Neemt ontslag 22 October 1880. Vervangen door no. 21. 19. Hijbrecht Bimmel. Iii plaats van no. 13. Installatie 21 Mei 1875. Overleden 15 Juli 1888. Vervangen door no. 22. 20. Adriaan van deii Meule. Iii plaats van no. 12. Installatie 21 Juli 1880. Neemt ontslag 19 October 1892. Vervangen door no. 24. 21. Willem Kesteloo Jz. In plaats van no. 18. Installatie 13 December 1880 22. Jan de \isser. In plaats van no. 19. Installatie 17 October 1888. Vervangen door no. 27. 23. Samuël Wisse. Tn plaats van no. 9. Installatie 1 September 1891. Uit de gemeente vertrokken in 1910. Vervangen door no. 34. 24. Coenelis Krijger. In plaats van no. 20. Installatie 17 December 1892. Overleden 25 April 1907. Vervangen door no. 81. 25. Jacobus Scheele. In plaats van no. 10. Installatie 5 September 1893. 26. Jacob Verhage. In plaats van no. 16. Installatie 19 October 1894. Overleden 24 October 1898. Vervangen door no. 28. 27. Pieter Francke. In plaats van no. 22. Installatie 7 September 1897. Vervangen door no. 33. 28. E. L. Baron van Hardenbroek (Burgemeester). In plaats van no. 26. Installatie 17 Februari 1899. Vervangen door no. 29. 29. Stoffel Brouwer In plaats van no. 28. Installatie 3 September 1901. Vervangen door no. 30. 30. Christiaan Schoonenboom. In plaats van no. 29. Installatie 3 September 1907. Overleden 28 Mei 1908. Vervangen door no. 32. 31. Jan Bosselaar. In plaats van no. 24. Installatie 3 September 1907. 32. Cornelis Schout. In plaats van no 30. Installatie 6 November 1908. 33. Paulus Johannes Elout. In plaats van no 27. Installatie 7 September 1909. 34. Gerrit de Pagter. In plaats van no. 23. Installatie 26 Augustus 1910. Zij, bij wier namen geen reden van uittreding is opgegeven, zijn niet opnieuw gekozen en wel al dan niet op eigen verlangen. VERVULLING DER PLAATSEN. 1 Andries de Visser, 1851. Izaö,k Geschiere, 1869. Jan Mosselman, 1873. Jacob Verhage Bz., 1894. E. L. Baron van Hardenbroek, 1899. Stoffel Brouwer, 1901. Christiaan Schoonenboom, 1907. Cornelis Schout, 1908. 2. Jacob Verhage, 1851. Barthel Verhage, 1865. Hubrecht Passenier, 1877. Willem Kesteloo Jz., 1880. 3. Pieter Francke, 1851. Jacobus Wisse, 1866. Adriaan van der Meule, 1880. Cornelis Krijger, 1892. Jan Bosselaar, 1907. 4. Hubrecht Bimmel, 1851. Pieter Kesteloo, 1869. Johan Peter Reede, 1873. Pieter Kesteloo, 1874. Hubrecht Bimmel, 1875. Jan de Visser, 1888. Pieter Francke, 1897. Paulus Johannes Elout, 1909. 5. Pieter van der Meule, 1851. Samuël de Visser, 1871. 6. Lourens Pieterse Louwerse, 1851. Pieter Louwerse, 1865. Jacobus Scheele, 1893. 7. Pieter Passenier, 1851. Leijn de Pagter, 1855. ' Cornelis Louwerse, 1864. Samuël Wisse, 1891. Gerrit de Pagter, 1910. De volgorde der plaatsen is naar gelang van het in 1851 verkregen aantal stemmen. ROOSTER VAN AFTREDING. 1911. S. de Visser. J. Bosselaar. J. Scheele. 1913. C. Schout. W. Kesteloo Jz. 1915. P. J. Elout. G. de Pagter. SECRETARISSEN. Tijdens het Fransche bestuur, moest een der leden van den Municipalen Raad de functie van Secretaris vervullen. Daartoe werd in de eerste vergadering, 9 Januari 1810, benoemd 1. Huibert Martin Kesteloo, die tevens werkzaam was als Griffier van den Maire, vervolgens als Secretaris, totdat N°. 2 benoemd werd. Deze, te Middelburg woonachtig, liet de werkzaamheden aan zijn voorganger over, die tot de optreding van N°. 4 daarmede voortging. 2. Anthonie Martinus Tak. Benoemd bij besluit van de Gedeputeerde Staten van 19 Maart 1819; geïnstalleerd 17 Juli 1819; opnieuw benoemd bij Koninklijk besluit van 9 Augustus 1825, ten gevolge der inwerkingtreding van het nieuwe Reglement van bestuur; op verzoek eervol ontslagen, bij Koninklijk besluit van 21 December 1836. 3. Adriaan van der Meule. Benoemd bij Koninklijk van 19 Maart 1837. Overleed 5 Februari 1839 Was de zoon van den Burgemeester. 4. Wouter Leunis Woutersen. Benoemd bij Koninklijk besluit van 19 Augustus 1839 Opnieuw benoemd bij raadsbesluit van 26 Februari L853, ten gevolge van de Gemeentewet. Hij was tevens Notaris en werd, uithoofde zijner verplaatsing naar Middelburg, op zijn verzoek, eervol ontslagen als Secretaris, bij raadsbesluit van 3 December 1859. Bij dit besluit werd de tijdelijke waarneming van het secretariaat opgedragen aan zijn zoon Leendert Lambertus Woutersen. Deze waarneming duurde voort tot de benoeming van 5. Hüibert Martin Kesteloo, bij raadsbesluit van 12 September 1865. ONTVANGERS. 1. Hüibert Martin Kesteloo, over 1811 en het eerste halfjaar van 1812. Hij droeg den 5 Augustus 1812 de administratie over aan 2. W. G. Feijs , //ontvanger der directe contributiën over het Arrondissement van Domburg;" toen de Rijksontvangers tevens als Gemeenteontvangers fungeerden, wat duurde tot 1819. Krachtens het Reglement van bestuur werd bij besluit van de Gedeputeerde Staten van 19 Maart 1819 opnieuw tot Gemeente-ontvanger benoemd H. M Kesteloo, die andermaal benoemd werd, bij gelijk besluit van 22 Augustus 1825, volgens het nader Reglement van bestuur van 1825. Hij overleed 15 Januari 1864. 3. Gillis van der Meule, benoemd 19 Januari 1864. Hij werd op zijn verzoek eervol ontslagen 14 November 1865. 4. Hüibert Martin Kesteloo, benoemd 14 November 1865. 1 8 J. C. & W. ALTORFFER. Kon. Stoomboekdrukkerij MIDDELBURG.