.812' STATUTEN VAN I)E Nfiflsrloflscl-Iiiflisclie Vaatscbappij VAN NIJVERHEID EN LANDBOUW. B 57 7326 WELTEVREDEN, BOEKHANDEL VISSER & C'o. 1 9 0 0. STATUTEN VAN DE Nederlandscli-Inflisctie Maatschappij VAX NIJVERHEID EN LANDBOUW. WELTEVREDEN, BOEKHANDEL VISSER & Co. 1 9 0 0. STATUTEN van de NEDERLANDSCH-INDISCHE MAATSCHAPPIJ van Nijverheid en Landbouw. Artikel 1. De Nederlandsch-Indische Maatschappij van Nijverheid en Landbouw stelt zich ten doel om de Nijverheid en Landbouw van Nederlandsch-Indië in den meest uitgestrekten zin te bevorderen. Art. 2. De Maatschappij tracht dit doel te bereiken door: a. het in behandeling nemen van alle met Nijverheid en Landbouw in verband staande zaken, waaromtrent haar raad of gevoelen zal worden ingewonnen ; b. een tijdschrift uit te geven, waarin de Notulen harer Vergaderingen mede worden opgenomen; o. bovendien, zoo dikwijls daartoe voldoende bouwstoffen voorhanden zijn, en de staat der kas het toelaat, afzonderlijke Verhandelingen uit te geven, bestaande uit zoodanige geschriften als o/wegens hunnen omvang, o/wegens andere redenen minder geschikt moeten worden geacht om in het tijdschrift te worden opgenomen; d. voor zooveel daaraan behoefte blijkt te bestaan en met dezelfde beperking ten aanzien van den staat der kas, prijsvragen uit te schrijven betreffende de bijzonder tot haren werkkring behoorende onderwerpen, en de goedgekeurde antwoorden te bekroonen en uit te geven; e. zooveel mogelijk eene verzameling van Natuur- en Nijverheid-voortbrengselen aan te leggen, te onderhouden en uit te breiden, vooral in verband met die onderwerpen, aan welke zij hare bijzondere zorg wijdt; f. de geschriften, welke zij uitgeeft, aan gelijksoortige, elders gevestigde Instellingen te zenden in ruil tegen de werken door deze in het licht gegeven. Art. 3. De zetel der Maatschappij is te Batavia gevestigd; ter verdere uitbreiding van haren werkkring kunnen echter elders afdeelingen worden opgericht. Art. 4. De Maatschappij bestaat uit: le. Gewone Leden; 2°. Eereleden. Art. 5. Als gewone leden worden ingeschreven al degenen, die als zoodanig weflschen te worden aangenomen. Art. 6. Ieder nieuw lid ontvangt kosteloos een exemplaar der statuten. i Art. 7. Ieder gewoon lid betaalt eene jaarlijksche Contributie van ƒ 15.—, welke in het eerste kwartaal des jaars geïnd wordt. Hij, die lid wordt in, of na de maand Juli van eenig jaar, is over dat jaar slechts de halve Contributie verschuldigd, tenzij hij mocht verlangen alle in dat jaar uitgegeven werken der Maatschappij te ontvangen, in weik geval de volle Contributie moet worden betaald. De Contributie, bedoeld in al. 2 van dit artikel, zal worden geïnd, onmiddelijk na de inschrijving als lid. Art. 8. Het Bestuur is bevoegd om, zoo het zulks nuttig acht, aan ondergeschikten op landelijke ondernemingen en fabrieken gelegenheid te geven zich op het Tijdschrift der Maatschappij te abonneeren tegen ƒ 5.— s' jaars. De nadere regeling der aangelegenheid is mede het Bestuur overgelaten (l). Art. 9. Leden, die drie maanden na het einde van het Contributiejaar hunne Contributie niet voldaan hebben, kunnen, na tevergeefs aan de betaling herinnerd te zijn, geroijeerd worden. Ingeval van roijeering worden zij niet op nieuw als lid aangenomen, dan nadat de achterstallige Contributie zal zijn betaald. Art. 10. Alle leden hebben het recht voorstellen aan het Bestuur te doen, of inlichtingen te vragen omtrent eenig punt van Nijverheid of Landbouw. Art. 11. Alle leden ontvangen gratis een exemplaar van de door de Maatschappij uittegeven boekwerken. De regeling omtrent het recht der schrijvers op overdrukken en honoraria wordt aan het Bestuur overgelaten (1) Men zie de regeling er van op bl. 10. en wat terzake bepaald wordt, in liet Tijdschrift openbaar gemaakt. De leden liebben liet reclit kosteloos te adverteeren in het Tijdschrift omtrent zaken Nijverheid en Landbouw betreffende. De daarvoor aftestane ruimte wordt door het Bestuur geregeld, in verband met den stand der geldmiddelen. Art. 12. Tot Eereleden kunnen benoemd worden personen, die den bloei der Maatschappij bijzonder hebben bevorderd of aan Landbouw en Nijverheid in Nederlandsch-Indië belangrijke diensten hebben bewezen. Art. 13. De benoeming tot Eerelid geschiedt ineene Algemeene Vergadering op voordracht van het Bestuur. Minstens drie vierden van het aanwezige aantal stemmen moet voor die benoeming worden uitgebracht. Art. 14. Het Bestuur bestaat uit gewone en buitengewone leden, die in Nederlandsch-lndië gevestigd moeten zijn. Tot gewone bestnurs-leden kunnen alleen zij worden benoemd, die te Batavia hun gewoon verblijf hebben en alzoo geene ambulante betrekking bekleeden. Het aantal gewone bestuurs-leden is hoogstens 20. Aan het Bestuur zijn in het bijzonder de behartiging der belangen en oogmerken der Instelling, zoomede de beschikking over hare geldmiddelen toevertrouwd. Art. 15. De Buitengewone bestuurs-leden hebben, op de Vergaderingen aanwezig, geheel dezelfde rechten als de gewonen. Wanneer zij echter eventuëele Vergaderingen wenschen bij to wonen, beliooren zij daarvan den Secretaris met opgaaf van adres kennis te geven, teneinde aanspraak te kunnen maken om te zijner tijd het vereischte Convocatiebiljet te ontvangen. Art. 16. Gewone bestuursleden, vallende in eene der redenen van uitsluiting, bedoeld bij artikel 14, worden van dat . oogenblik als buitengewoon lid aangemerkt. Art. 17. Vacaturen in het Bestuur worden door het Bestuur zelf aangevuld. Art. 18. Het Bestuur kiest uit zijn midden: een President, een Vice-President, een Thesaurier, een Redacteur van het Tijdschrift en een Secretaris. De afdoening der dagclijksche zaken wordt opgedragen aan een Comité, bestaande uit: Voorzitter, Redacteur, Secretaris en Thesaurier , dat voor zoover het wenschelijk acht, zich andere bestuursleden toevoegt. De bevoegdheid van het Comité wordt door het Bestuur nader omschreven. Art. 19. Eens in de drie maanden houdt het Bestuur eene gewone Vergadering. Bovendien kan de President het Bestuur tezamen roepen zoo dikwijls hij zulks noodig oordeelt en moet hij zulks doen, wanneer hem daartoe door twee of meer leden het verzoek wordt gedaan. Art. 20. De Bestuursvergadering van het 4e kwartaal heeft plaats in de maand October. Alsdan wordt in overweging genomen de door den Thesaurier ter tafel te brengen begrooting van ontvangsten en uitgaven voor liet volgende dienstjaar, zijnde liet burgerlijk jaar. Tevens wordt in die Vergadering bepaald welke geschriften ten behoeve van den Redacteur en zijne medewerkers behooren aangeschaft te worden. Art. 21. Jaarlijks wordt in de maand Januari eene Bestuursvergadering gehouden, waarin do verantwoording der geldmiddelen over het afgeloopen jaar ter tafel wordt gebracht, ten einde door een daartoe van wege het Bestuur te benoemen Commissie te worden onderzocht. Zoo mogelijk in de maand Februari wordt eene Algemeene Vergadering van de leden der Maatschappij gehouden, waarin alle leden recht van stemming hebben. Art. 22. In die Algemeene Vergadering wordt Verslag gedaan van de werkzaamheden van het afgeloopen jaar, en de verantwoording der geldmiddelen ter goedkeuring aangeboden. Art. 23. Het Bestuur der Maatschappij streeft er zooveel mogelijk naar, om te bevorderen het vestigen buiten Batavia van Afdeelingen der Maatschappij, als in artikel 3 bedoeld. Die Afdeeling kunnen eigen namen voeren. Ten behoeve van werkkring, inrichting, sterkte, enz. dier Afdeelingen stelt het Bestuur regelen, zoodra daaraan behoefte blijkt. Art. 24. Dit Reglement kan alleen in eene Algemeene Vergadering worden gewijzigd. Met intrekking van de wetten, vastgesteld dd. 20 Juli 1864 en van hare wijzigingen, treedt het in werking dd. 14 April 1885. Art. 25. Zij, die op dat tijdstip leden van het Bestuur zijn, worden in die betrekking als gewone leden gehandhaafd; behoudens dat zij, die krachtens artikel 14 geen gewone leden zouden kunnen zijn, desverkiezende als buitengewonen zullen worden aangemerkt. Art. 26. Zij, die bij de invoering van dit reglement gewone en eereleden zijn, behouden hun lidmaatschap. Aldus vastgesteld in de Algemeene Vergadering van Maandag, den 13den April 1885. De President, G-. A. de Lange. De Secretaris, P. H. van der Kemp. NADERE REGELING van het bij art. 8 der Statuten van de Maatschappij bepaalde. § 1. De bij art. 8 al. 1 der Statuten bedoelde gelegenheid om zich op het Tijdschrift der Maatschappij te abonneeren tegen ƒ5.— 'sjaars, wordt enkel geopend voor de ondergeschikten op landelijke ondernemingen en fabrieken, wanneer: a. hunne chefs leden der Maatschappij zijn; b. wanneer de ondergeschikten een traktement van ƒ 250 of minder ontvangen. § 2. Het abonnement wordt verzocht door tusschenkomst van den betrokken chef, die daarbij het onder sub. 2 § 1 bepaalde in acht neemt. Het verzoek gaat vergezeld van het verschuldigd abonnementsgeld. De President, G. A. de Lange. De Secretaris, P. H. van dek Kemp. * TYP. BOEKH. VISSER & CO., WELTEVREDEN.