HANDBOEK VOOR HET VOEREN DER ADMINISTRATIE BIJ COMPAGNIEËN EN DETACHEMENTEN VAN HET LEGER IN NEDERLANDSCH-INDIË. HANDBOEK VOOR HET VOEREN DER ADMINISTRATIE BIJ COMPAGNIEËN EN DETACHEMENTEN VAN HET LEGER IN NEDERLANDSCH-INDIË SAMENGESTELD DOOR C. W. F. DOORMAN Majoob-Kwabtiebmeesteb UTRECHT A. W. BRUNA & ZOON 1910 ^Tc^RANT- EN STEENDRUKKERIJ, G. J. THIEME, NIJMEGEN. VOORBERICHT. Door de wijzigingen in de „Instructie voor het voeren der administratie bij compagnieën en detachementen" aangebracht en door het vaststellen van nieuwe tarieven en prijslijsten, is er behoefte ontstaan aan een handboek, waarin de veranderingen en nieuwe tarieven zijn opgenomen. Dit gaf mij aanleiding om een handboek samen te stellen, dat als leiddraad bij het beoefenen en bestudeeren der militaire-administratie van het Nederlandsch-Indische Leger kan dienen. Bij het verzamelen der noodige gegevens, is door mij gebruik gemaakt van de „Instructie voor het voeren der administratie bij korpsen en garnizoenen en van die voor compagnieën en detachementen", benevens van het handboek van J. J. Ver wijnen, dat mij daartoe welwillend door de firma A. W. Bruna & Zoon te Utrecht, werd afgestaan. Met den wensch, dat mijn arbeid moge aansporen tot kennismaking en vooral ook tot het bestudeeren van de militaire administratie van het Nederlandsch-Indische Leger, beveel ik dit boek ten zeerste aan. Leiden, Januari 1910. C. D. INHOUD. Bladz. Bepalingen voor het voeren der administratie bij compagnieën en detachementen 3 EERSTE HOOFDSTUK. Van het beheer en de verantwoordelijkheid 5 TWEEDE HOOFDSTUK. Over de aan te houden boeken 11 DERDE HOOFDSTUK. Over de gelden, welke ter goede rekening worden verstrekt . . 15 VIERDE HOOFDSTUK. Over de ontvangst en de verantwoording van soldijen, indemniteiten en verder aankomende gelden 18 VIJFDE HOOFDSTUK. Over de ontvangst en de verantwoording van vivres en fourages . 34 ZESDE HOOFDSTUK. Over de schuldrekening der compagnie 38 ZEVENDE HOOFDSTUK.. Over de ontvangst van kleeding en uitrusting 47 ACHTSTE HOOFDSTUK. Over de voorwerpen van wapening, kazerneering, huisraad, fournituren enz., bij de compagnie in gebruik 50 NEGENDE HOOFDSTUK. Over de reparatiën TIENDE HOOFDSTUK. Over zieke, overleden en gedeserteerde militairen 63 Bladz. ELFDE HOOFDSTUK. Van de overgave en overname van militairen naar- en van- andere compagnieën 67 TWAALFDE HOOFDSTUK. 77 Over de administratie te velde DERTIENDE HOOFDSTUK. Yan de monsteringen, en de overgave en overname van com- ^ pagnieën VEERTIENDE HOOFDSTUK. 94 Bijzondere bepalingen BIJVOEGSEL. I. Van de soldijen 99 II. Premiën bij en- en reëngagementen en aanbrenggelden. .115 120 III. Vivres en fourages 154 IV. Bewapening V. Overzicht van de bepalingen betreffende de wapening . . 167 ioo VI. Kleeding en uitrusting 100 VII. Kazerneering, huisraad, fournituren, stalgereedschap enz. 222 VIII. Bureau- en magazynsbenoodigdheden 240 IX. Tafelgelden, toelagen, dag-, werk- en laboreergelden en diverse andere betalingen 24 X. Voedinggelden in de militaire gevangenissen en provoost- ^ huizen " XI. Riddersoldü en de soldü voor de medaille voor moed en • . ö • D trouw XII. Overzicht der verlichting van garnizoenen, posten enz.. . 277 XIII. Bepalingen betreffende den postspaarbankdienst in Nedei- landsch-Indië MODELLEN. Model No. la 16 lc ld le V i g li lk 11 2 3 4 5 Bladz. Titelblad §43 Alphabetisch register 356 Controle der onderofficieren en mindere militairen 361 Controle der paarden en muildieren .... 366 Aanteekeningen van de dagelijksche sterkte der manschappen, paarden en muildieren alsmede berekening der aankomende soldijen, indemniteiten, vivres en fourages . 369 Aanteekening en afrekening der door de compagnie ontvangen vivres en fourages . . 373 Algemeene schuldrekening 379 Lijst der militairen, aan wie de vernieuwing niet op bepaalde tijdstippen is verstrekt geworden ■ 383 Aanteekening van de aanwezige voorwerpen van wapening, kazerneering, fournituren, huisraad enz 387 'i Aanteekening van de ter goede rekening ontvangen gelden 391 Uitbetalingsboek 395 Reparatieboek voor wapening en ledergoed .... 401 Reparatieboek voor kleeding en velduitrusting. . . 405 Quitantie voor de ter goede rekening ontvangen gelden Afrekening van gelden, vivres en fourages de compagnie aankomende 409 Nominatieve staat der militairen op den laatsten van het vorig kwartaal tot de compagnie behoorende met vermelding van hunnen rang, hunne bijzondere inkomsten en de laatste mutatie der absenten 413 M sq 0 1 w I—I Adjudanten-onderofficier 2 25 Hulpkapelmeester der stafmuziek (e) 4 00 Stafmuzikant der le klasse voor de politie (e) en alle g5 andere sergeanten-majoor en opperwachtmeesters. 3 00 1 85 -1 Stafmuzikanten le klasse (e) 2 75 2e „ (e) ........ 200 ,, 3e „ (e) en alle andere ser- g ^ geanten, wachtmeesters en fouriers 1 50 1 25 £ Elève-stafmuzikanten le klasse 0 85 . a „ „ 2e klasse en korporaals (l). 0 65 0 60 0 b a Trompetters (ï) o Tamboers (i) en hoornblazers (ï) infanteristen le ^ o klasse en cavaleristen le klasse 0 37 u '3 Soldaten-schrijver, soldaten by den hospitaaldienst, ^ fuseliers, kanonniers le klasse, geniesoldaten le klasse (l), geniewerklieden le, 2e en 3e klasse ^ en cavaleristen 2e klasse 0 33 u Kanonniers 2e klasse en geniesoldaten 2e klasse . u ; Stokkenknechts 0 60 Hoefsmeden en zadelmakers der cavalerie, hoefsmeden der artillerie, meesters kleer- en schoenmaker, staftamboers, staftrompetters en stafhoornblazers (f) a Sergeanten en fouriers 1 00 § Korporaals . . . . 0 60 | Tamboers (i), hoornblazers (i) en infanteristen lekl. | 0 37 •g Soldaten-schrijver, soldaten bij den hospitaaldienst j ■2 en fuseliers ! 0 33 <« Stafhoornblazers (f) Afrikanen (g) _ , Sergeanten, wachtmeesters en fouriers 0 75 0 Korporaals 0 50 0 5^ Trompetters (i), stukrjjders le klasse en trein- soldaten le klasse 8 Infanteristen le klasse, cavaleristen le klasse, stuk-S rijders 2e klasse (i) en trein-soldaten 2e klasse . 0 25 § Soldaten-schrijver, soldaten bjj den hospitaaldienst, b fuseliers, kanonniers le klasse, geniesoldaten „9 ■ le klasse en cavaleristen 2e klasse , 0 21 oi'è Tamboers en hoornblazers (i) 0 25 "g Kanonniers 2e klasse en geniesoldaten 2e klasse. u Zadelmakers der cavalerie (f) Europeesche, pupillen by de korpsen (Te) Aboineesche, Afrikaansche en Inlandsche pupillen bij ). SPECIFICATIE. Sommen. TOELICHTINGEN. I. Premiën bij engagement. (a) Als bü reëngagement. Meester-geweermakers, reeds in militairen dienst, voor ieder jaar ip) Premie bij engagement voor waarmede het loopend verband 6 jaren, vermeerderd met wordt verlengd (a) de premie bij reëngagement Elève-geweermakers : voor 2 jaren. a. reeds in militairen dienst, voor ieder jaar waarmede het loopend (c) Als bij engagement voor verband wordt verlengd ... (a) 6 jaren. b. de overigen (b) Militaire pupillen, bij het Leger (d) Voor onderofficieren en min- ingedeeld wordende (voor 6 deren van de Korpsen bari- jaren) 25.— san, wordt bjj het aangaan Overigens: 1 van een verband bij het voor 6 jaren 200.— Leger, de premie vermin- 4 „ . . 120.— derd met ƒ2.— voor ieder n 2 „ 60.— jaar dat zy nog bij een Pupillen, bij het Leger ingedeeld der Korpsen dienstplichtig wordende (voor 10 jaren) ... ' (c) waren. Overigens: voor 6 jaren 90.— (c) Bovendien ontvangt in de n 2 „ 20.— residentiën Amboina, Ternate Pupillen, bij het Leger ingedeeld j en Menado het betrokken wordende (voor 10 jaren) ... (c) hoofd eene premie van ƒ 50. Overigens: voor 6 jaren 200.— (ƒ) Bovendien ontvangt in de 4 b 120.— residentie Timor het be- 2 „ j 60.— trokken hoofd een premie O noot v/h D. v. O. Voor den overgang van gedetacheerde miliciens bij het Nederl. Ind. Leger A. O. 1889 No. 13. SPECIFICATIE. Sommen. TOELICHTINGEN. Elève-lademakers: van f 25.— (echter alleen a. reeds in militairen dienst, voor voor personen die nog niet ieder jaar, waarmede het loo- in militairen dienst zijn V pend verband wordt verlengd. (g) geweest). £ b. de overigen (ö) I Pupillen, bü het leger ingedeeld (g) Het bedrag naar reden van 3 wordende (voor 10 jaren) ... (c) de premie bfl reëngagement Overigens: voor 6 jaren. voor 6 jaren 75.— II. Aanbrenggelden. Europeanen en Afrikanen premie vroeger gediend heb- Voor 6 bende 25.— | jaren vroeger niet gediend | hebbende 20.— (e) o vroeger gediend heb- S Voor 4 bende 15.— ^ jaren vroeger niet gediend hebbende . ... 10.— (e) Inlanders 20°/o van de premie (f) III. Premiën bij reëngagement. Europeanen (') voor ieder jaar . . . 50.— Afrikanen voor ieder jaar 20.— Amboineezen: voor 6 jaren 240.— „ 4 „ 150.- „ 2 „ 50.- „ 1 jaar 20.— Inlanders: voor 6 jaren 75.— „ 4 „ 50.- » 2 „ 25.— n 1 jaar 10.— (') noot v/h D. v. O. Omtrent de betaling der premiën aan militairen verbonden op den voet van het Kon. Besluit van 24 Augustws 1890 No. 18, gewijzigd by verschillende Kon. Besl. in A. 0.1896, no. 19, A. 0.1895 No. 23 en A. 0.1896 No. 72. Yoor reëngagementen van onderofficieren gedetacheerd van het Nederlandsche Leger zie A. O. 1888 No. 73 en 1892 No. 56. B. Aanspraken op premièn en aanbrenggelden en premiën bij reëngagement. 1. Behoudens de hieronder vermelde uitzonderingen, hebben alle personen, die zich tot den dienst verbinden, recht op de premiën; alle personen die zich reëngageeren, recht op premiën bij reëngagement, en alle personen, die nieuw aangenomen hebben aangebracht, recht op aanbrenggelden bij afdeeling A van dit tarief aangegeven. 2. Premiën worden niet te goed gedaan: a. bij het aangaan van een verband als plaatsvervanger; b. bij het aangaan van een voorloopig engagement; c. aan Europeanen en met dezen gelijkgestelden in het genot van voortdurend gagement gesteld zijnde. 3. Aanbrenggelden worden niet te goed gedaan: a. voor voormalige onderofficieren en korporaals, die weder in hun vorigen graad worden aangenomen; b. bij het aangaan van een verband als plaatsvervanger, die, na als zoodanig aan hunne verplichtingen te hebben voldaan, tot een nieuw engagement worden toegelaten. c. bij het aangaan van een engagement, volgende op een voorloopig engagement; d. voor pupillen, die bij het leger worden ingedeeld. 4. Premiën bij reëngagement worden niet te goed gedaan aan militairen voor memorie, de instructeurs bij de korpsen buiten het leger daarvan uitgezonderd. III. Vivres en fourages. § 21. Bij de tarieven Nos. 15, 16, 20 en 21, zijn aangegeven de vivres voor troepen in garnizoen No. 15 en te velde No. 20; de voeding op marsch No. 16; de fourages voor paarden en muildieren No. 21, alsmede de indemniteiten, bij gemis van vivres of voeding in natura, de vivres-gelden, en de rechten en aanspraken daarop. § 22. Het stroo, afkomstig van de gebruikte stroozakken en hoofdkussens der militairen van het garnizoen is bestemd tot het verstrekken van een stroobed voor de troepen paarden en muildieren. Yoor zooveel de op deze wijze verkregen hoeveelheid stroo niet toereikend is voor de behoefte, wordt daarin voorzien door aanschaffing van stroo of alangalang voor rekening van den lande. Tarief No. 20. Vivres te velde. A. Bepaling van het ration. BENAMIK G DER ARTIKELEN. Maat gewicht of eenheid. I Hoeveelheden per dag'voor: I - Officieren. Mindere Mindere militairen, BEPALINGEN dwangar- militairen. beiders en en Vrtol i oa Europea- TOELICHTINGEN. nen, Afrika- inlanders. nen en Am- boineezen. Rijst, witte .... kilogr. 0.4(a) 0.4 (a) 0.65 (b) Wanneer de voorraad en de Vflr«ph rnnH nf omstandigheden zulks toelaten verscn runa- 01 kan worden verstrekt: butfelvleesch (c). „ 0.4 0.85 0.25 (a) Tweemaal per week, instede Versch varkens- van 0.25 kilogr. r\jst, een ration vleesch of ge- S§e uit- m6t gr0enteI1, be" rookt spek (d) . „ 0.1 0.08 — 0.6 kilogr. aardappelen met0.15 Gedroogde visch (é) , — — 0.07 kilogr. groenten (uien, lobak, wor- of hnrrl telen of ingelegde groenten) of v erscn 01 nara „ „ 0.6 kilogr. voiksspys. brood „ 0.2 0.2 — (6) Instede van 0.15 kilogr. rijst, Boonen (bruine of eene gelijke hoeveelheid bras witt-n lf\ ft 1 ft os — ketan J' Cc) ration 1 1 de halve hoeveelheid geconser- °redi6T14. veerde sambal worden verstrekt. , '«aten voor het 6reidfir> ® Alleen bij varkensvleeseh of k Vai1 Sa-'oer spek. ri C) J; 1 1 (&) De toespijs voor het ontbijt bestaat uit: Voor Europeanen, Afrikanen en Amboineezen: 0.03 kilogram boter of 0.05 kilogram kaas of 0.07 kilogram gerookt spek, dan wel een versch hoender- of eendenei. Voor Inlanders: een versch of gezouten hoenderof eendenei, dan wel 0.07 kilogr. gedroogde visch of 0.05 dengdeng. (!) Indien de voeding door de bevolking wordt geleverd, bestaat dit ration uit: versche boontjes, versche katjang, eenige terong, laboe en dergelyke, tot eene hoeI veelheid van 0.1 kilogram benevens de noodige klappers. Wordt van landswege in de voeding voorzien, dan heeft — wanneer de omstandigheden zulks toelaten — verstrekking plaats van 0.02 kilogram gedroogde groenten of 0.05 kilogr. bruine of witte boonen. Op de dagen, dat aardappelen of peulvruchten worden gegeten, wordt dit ration voor Europeanen, Afrikanen en Amboineezen, niet te goed gedaan. 2. Bij verstrekking van de voeding door de bevolking behoort het, volgens dit tarief voorkomende — voor zoover zulks mogelijk is — over de onderscheidene maaltijden te worden verdeeld als volgt: Europeanen, Afrikanen inlanders, en Amboineezen. Ontbijt. 0.2 kilogr. versch of hard brood. 0.03 kilogr. koffie een ration toespijs [zie toelichting (k) van § 1]. 0.15 kilogr. witte rijst (of bras ketan) met Spaansche peper. 0.03 kilogr. koffie. een ration toespijs [zie toelichting (k) van § 1]. Middagmaal. 0.2 kilogr. versch rund- of buffelvleesch (voor het bereiden van de soep). 0.25 kilogr. witte ryst met Spaansche peper. 0.15 kilogr. versch rund- of buffelvleesch (voor het bereiden van soep). 0.25 kilogr. witte rijst met Spaansche peper. Avondmaal. 0.25 kilogr. witte rijst (met kerrie of sajoer) en 0.2 kilogr. versch rund- of buffelvleesch of 0.6 kilogr. aardappelen met 0.15 kilogr. groenten en 0.2 kilogr. versch rund- of buffelvleesch of 0.15 kilogr. versch varkensvleesch of 0.25 kilogr. bruine of witte boonen of groene erwten met 0.15 kilogr. versch varkensvleesch. 0.25 kilogr. witte r\jst (met kerrie of sajoer) benevens: a. 0.1 kilogr. versch rund- of buffelvleesch of b. 0.075 kilogr. dengdeng of c. 0.15 kilogr. gedroogde visch. 3. Indien door de ingezetenen de voeding bij de §§ 1 en 2 bedoeld niet kan worden verstrekt — bijv. bij sterke militaire colonnes, enz. — wordt, indien daartoe moge- lijkheid bestaat, voor militairen beneden den graad van adjudant-onderofficier, 'de vivres in natura van landswege verstrekt en door henzelf toebereid. Het ration moet worden aangemerkt als maximum; hetgeen minder wordt verbruikt, blijft ten voordeele van den Lande. B. Betaling voor marschvoeding, enz. 4. Yoor de verstrekking der voeding door de ingezetenen, wordt van landswege aan dezen betaald: Ter Ter Sumatra's Borneo's Elders. Westkust. Westkust. Yoor een officier of adjudantonderofficier 2 50 2 50 2 50 Yoor een Europeaan, Afrikaan of Amboinees 0 50 0 70 0 60 Voor een Inlander 0 24 0 39 0 34 5. Indien noch door de ingezetenen, noch van landswege voeding kan worden verstrekt, wordt in stede daarvan, aan de marcheerende troepen eene indemniteit uitbetaald van een gelijk bedrag als de betaling aan de bevolking. Officieren en adjudanten-onderofficier ontvangen deze indemniteit niet. 6. Yoor Afrikaansche, Amboineesche en Inlandsche pupillen bij de korpsen, die op marsch worden gevoed, wordt slechts voeding verstrekt pro rato van de helft van het voor de militairen van hun landaard aangegeven ration. De betaling daarvoor aan de ingezetenen of de uitkeering van indemniteit geschiedt tot de helft der aangegeven bedragen. Comp. Adm. 9 C. Berekening der voeding en indemniteit daarvoor. 7. Marschvoeding of indemniteit daarvoor gaat in van en met den dag, waarop de marsch aanvangt, — tenzij voor dien dag aanspraak mocht bestaan op voeding bij inscheping, — en wordt toegekend tot en met den dag, waarop zij eindigt. Tot berekening van het aantal dagen, recht gevende op marschvoeding, wordt voorts, voor zooveel toepasselijk, tot grondslag genomen het bepaalde voor de berekening van voeding in garnizoen. Tarief No. 15. Vivres in garnizoen, vivres-indemniteiten en vivres-gelden. A. Bepaling van liet ration. Maat ARTIKELEN. of gewicht. I Hoeveelheden. Europeanen, Afrikanen en Amboineezen. Inlanders. BEPALINGEN £ N TOELICHTINGEN. Rijst, witte KG. 0.45 0.65 v («> Het ration versch rund- of v 1 buffelvleeseh kan geheel of gedeel- Vorcpb rund. of hnffftl telyk worden vervangen door eene v örscn runu OI Dunei- gelijke hoeveelheid rundvleesch, vleesch (a) „ 0.30 0.24 geconserveerd in blik. 'Ii der hoeveelheid gezouten Versch vcirkensvleescil (c) . „ 0.05 * ^ der hoeveelheid gebraden ge- . hakt in blik. Gedroogde visch (d) .... „ 0.04 (C) Het versche varkensvleesch ^an door eene hoeveelheid gerookt Koffie „ 0.03 0.03 spek worden vervangen. „ (d) In stede van gedroogde visch Zout- „ 0 025 0.025 kan */» der gewichtshoeveelheid dendeng worden verstrekt. Petroleum (g) L. 0.015 0.01 (e) Wanneer de omstandigheden zulks eischen kan, in stede van Aziin , 0.01 0 005 versch brood, eene gelijke hoeveelheid hard brood worden te goed Versch brood (e) KG. 0.20 — ge„(laa°' , t (f) In de plaats van bruine of Rnnnon hrninfi nf witi p (f 1 0 88 witte boonen, kan 7« der gewichts- .tsoonen, Druine OI Wiue |/J. , U.ÖB — hoeveelheid groene erwten worden n nf)t. verstrekt. -1-"00 » U.UUO (y) Wordt niet tegoed gedaan voor de in de pro voosthuizen ge vestigde Brandhout M . 0.003 0.0025 militairen (personeel en gedetineerden;. B. Aanspraken op vivres in garnizoen of indemniteit daarvoor. 1. Voeding volgens dit tarief wordt verstrekt aan alle militairen van het Leger beneden den graad van onderluitenant, daarvan uitgezonderd: a. militairen op marsch, ingescheept of te velde; b. militairen bij de hospitalen dienst verrichtende (onverschillig of zij behooren tot het personeel van den hospitaaldienst, dan wel slechts tijdelijk daarbij zijn geplaatst, tenzij hun, ingevolge het bepaalde in de alinea 2a van § 8 van tarief No. 40, vergund mocht zijn vivres in natura volgens tarief No. 15, dan wel de indemniteit daarvoor te ontvangen; c. militairen, die bij het Leger voor memorie worden gevoerd; d. reizende adjudanten-onderofficier, voor de dagen, recht gevende op de daggelden bij tarief No. 4 bedoeld. 2. De Afrikaansche, Amboineesche en Inlandsche pupillen bij de korpsen hebben tot aan de intrede van hun dertiende levensjaar aanspraak op een half-, daarna op een vol ration vivres, als voor de militairen van hunnen landaard vastgesteld. 3. Indien verstrekking van vivres in natura niet mogelijk of in het belang van den lande niet gewenscht is, dan wel in het belang van de rechthebbenden op hun verzoek achterwege blijft, worden indemniteiten toegekend, welker bedragen telken jare voor de verschillende garnizoenen door den commandant van het Leger worden vastgesteld. 4. Aan militairen, beneden den graad van adjudant-onderofficier, die deel uitmaken van de troepen, bestemd tot het houden van werkdadige oefeningen met het geschut te Babakan, dan wel tijdelijk of voor vast garnizoen houden in dat kampement, wordt, tot behoorlijke voorziening in hunne voeding, van en met den dag van aankomst in — tot en met den dag van vertrek uit — het kampement, boven en behalve het ration vivres volgens dit tarief, per man en per dag toegekend: aan Europeanen, Afrikanen en Amboineezen. . f 0.10 aan Inlanders f 0.07 Is, ten behoeve van die militairen, op den dag van aankomst in — of op dien van vertrek uit — het kampement, van landswege marschvoeding of indemniteit voor marschvoeding, dan wel betaling daarvoor aan de bevol- king verstrekt, dan wordt vorenvermelde toelage over die dagen niet genoten. 5. Tot tegemoetkoming in hunne voeding wordt, boven het ration vivres volgens dit tarief, toegekend: a. aan adjudanten-onderofficier, postcommandanten, zoomede aan de adjudanten-onderofficier, belast met het toezicht op de doortrekkende militairen te Tjandjoer, Tasik-malaja, Maos en Madioen, eene toelage van f 1 daags, welke evenwel niet wordt genoten door adjudanten-onderofficier dienstdoend officier en evenmin door adjudanten-onderofficier, commandanten van door expeditionnaire bezette posten, tenzij in het laatste geval door de Regeering, op voordracht van den commandant van het Leger, anders wordt bepaald; b. Aan militairen beneden den graad van onderluitenant, garnizoen houdende te Balangnipa (Celebes en Onderhoorigheden) eene toelage van f 0.06 per dag voor Europeanen en van f 0.03 per dag voor Inlanders. 6. Aan het gezin van gehuwde Amboineezen, die zich opnieuw aan den dienst verbinden, wordt verstrekt: voor de vrouw 0.25 K.G. rijst per dag; voor elk kind 0.16 „ „ „ Deze verstrekking vindt niet plaats, wanneer uit anderen hoofde in de voeding van vrouwen en kinderen van landswege wordt voorzien. 7. Ten behoeve van achterblijvende en uit de menage gevoed wordende vrouwen en kinderen van militairen beneden den graad van onderluitenant, wier mannen of vaders tijdelijk bij subsistenten-kaders zijn ingedeeld en in eene militaire ziekeninrichting of in een gezondheids-etablissement worden verpleegd, wordt van landswege per dag verstrekt: voor de vrouw ( 0-5 riJst" [ 0.125 „ versch vleesch. voor elk kind 0.25 „ rijst. Indien de in de vorige alinea bedoelde militairen in subsistentie overgaan naar de subsistentencompagnie van het garnizoen, waar de ziekeninrichting, waarin zij verpleegd worden, is gelegen, worden vorengenoemde rations vivres verstrekt ten behoeve van de bij de compagnie verblijf houdende en uit de menage gevoed wordende vrouwen en kinderen dier militairen. Op de hiervoren bedoelde verstrekkingen bestaat geen recht voor de vrouwen of kinderen, te wier behoeve verstrekking van een ration vivres of indemniteit daarvoor geschiedt overeenkomstig § 8. 8. Ten behoeve van de vrouwen en kinderen van de soldij genietende Europeesche militairen (met uitzondering van het personeel der stafmuziek), die zijn. wettig selniwdj weduwnaars met één of meer wettige kinderen te hunnen lastG in het bezit van één of meer gewettigde kinderen, dan wel wier huwelijk door echtscheiding is ontbonden en aan wie bij rechterlijk vonnis één of meer uit dat huwelijk gesproten kinderen is of zijn toegewezen, wordt, gedurende den tijd, dat de mannen of vaders in de militaire hospitalen of in de gezondheidsetablissementen worden verpleegd, van landswege verstrekt het bij aideeling A aangegeven ration vivres, hetwelk den man of vader zoude aankomen, indien hij niet ter verpleging ware opgenomen. Behoort de man of vader tot het Europeesch militair bedieningspersoneel bij de militaire hospitalen, dan wordt eveneens het voor militairen van zijnen landaard bij genoemde afdeeling aangegeven ration' vivres verstrekt, terwijl in alle vorengenoemde gevallen, in stede van vivres, de daarvoor vastgestelde indemniteit kan worden uitgekeerd. Op die verstrekking bestaat recht van en met den dag, waarop de man o vader ter verpleging is opgenomen in het hospitaal o in het etablissement tot en met den dag voor dien, waarop hij die inrichting verlaat of tot en met die"' waarop hij daarin overlijdt, met dien verstande, dat hierbedoelde aanspraken vervallen, indien en zoolang he geheele gezin van den militair eveneens in eene militaire ziekeninrichting wordt verpleegd. Ingeval, tengevolge van het te laat bekend worden van het overlijden van den man of vader, ten behoeve van de vrouw of kinderen meer aan vivres of indemniteit daarvoor is verstrekt, dan in verband met het vorenstaande aankomt, blijft het te veel verstrekte ten laste van den Lande. Yoor zooveel aan de in garnizoen zijnde militairen vivres in natura worden verstrekt, kunnen de hiervoren bedoelde vrouwen of kinderen naar verkiezing het aankomende ration vivres in natura, dan wel de daarvoor vastgestelde indemniteit ontvangen. 9. Militairen die gehuwd zijn, of niet aan de gezamenlijke menage deelnemen, ontvangen niettemin vivres in natura, die zij (brood en vleesch uitgezonderd) voor drie, vijf of tien dagen in eens kunnen ontvangen, mits na den termijn en niet vooruit. In garnizoenen, waar geheel of gedeeltelijk indemniteit voor vivres, in stede van vivres in natura wordt te goed gedaan, ontvangen ook zij indemniteit. 10. Het volgens dit tarief aankomende van de artikelen, welke uit 'sLands voorraden worden verstrekt, moet als maximum worden beschouwd; hetgeen daarvan minder wordt verbruikt blijft ten voordeele van den Lande. Voor zooveel betreft de artikelen, welke plaatselijk door aannemers worden geleverd, wordt, voor hetgeen minder is ontvangen dan volgens dit tarief aankomt, van Landswege de geldswaarde volgens contractsprijzen te goed gedaan. C. Berekening der vivres of indemniteit daarvoor. De aanspraken op vivres of indemniteit daarvoor, gaan in: 11. bij aanneming, 12. bij aankomst in Indië, 13. bij overname, of terugkomst van subsistentie, 14. bij terugkeer uit eene burgerlijke betrekking of uit de.positie van onderluitenant, 15. bij terugkomst uit het hospitaal, 16. bij idem van verlof, van en met den dag van ingang van het verband; voor pupillen van en met den dag van aanneming. Indien ter verkrijging van de noodige bescheiden of om eenige andere reden een Amboineesch of Timoreesch (Rottineesch) recruut eenige dagen moet vertoeven in de garnizoensplaats, waar hij zich voor den dienst heeft aangemeld, wordt hem van en met den dag, waarop hij bij de keuring geschikt is bevonden, een ration vivres, als voor zijnen landaard vastgesteld, toegekend, van en met den dag der ontscheping. van en met den dag van aankomst bij de compagnie of het detachement, tenzij voor dien dag volle voeding aan boord, in garnizoen of op marsch, of indemniteit daarvoor, is genoten. van en met den dag, waarop de nieuwe bezoldiging ingaat. van en met den dag van het verlaten van het hospitaal, van en met den dag van terugkomst. Militairen, aan wie ingevolge artikel 35 van het „Algemeen Voorschrift nopens het verlaten van den dienst bij het Nederlandsch-Indische Leger van militairen beneden den rang van officier", verlof zonder bezwaar van den Lande wordt verleend, hebben, ook al keeren zij bij hun korps terug, geen aanspraak meer op vivres of indemniteit daarvoor. 17. bij idem van vermist, van en met den dag van aan¬ melding of opvatting. De commandant van het Leger is bevoegd machtiging te verleenen tot uitbetaling van de vivres indemniteit voor de dagen, gedurende welke een van vermissing teruggekeerd militair boven den verloftijd is uitgebleven, indien die vermissing het gevolg was van het zonder schuld van den betrokkene overschrijden van een verleend verlof. 18. bij idem van voor den van en met den dag van ontslag, rechter of detentie, De aanspraken op vivres of indemniteit daarvoor, blijven behouden: 19. bij overlijden, tot en met den dag van overlijden. 20. bij paspoort, gage- tot en met den dag van uitreiking ment of ontslag in van het paspoort of de gagementsIndië, akte, of van het ontslag. 21. bij vertrek naar Ne- tot en met den dag vóór dien derland, der inscheping. (Ook van toepassing op militairen door eene vreemde regeering opgeëischt). 22. bij overgave of vertrek in subsistentie, 23. bij benoeming tot officier, tot onderluitenant of tot eene burgerlijke betrekking, of met de waarneming daarvan belast wordende, 24. bij opneming in het hospitaal, 25. bij verlof, tot en met den dag vóór dien van vertrek. tot en met den dag van bekendwording van het betrekkelijk besluit; of indien de aan de nieuwe betrekking verbonden bezoldiging op een later tijdstip ingaat, tot en met den dag vóór dien, waarop die bezoldiging aanvangt. tot en met den dag vóór dien der opneming. tot en met den dag van vertrek. (Europeesche, Afrikaansche, Amboineesche militairen, die voor niet langer dan vijftien dagen — en Inlandsche militairen, die voor niet langer dan één maand — met verlof gaan, behouden gedurende het verlof aanspraak op vivres in garnizoen of indemniteit daarvoor. Een aanvankelijk voor minder dan vijftien dagen of voor één maand of minder verleend verlof, dat tot een totalen duur van meer dan vijftien dagen of meer dan één maand wordt verlengd, wordt beschouwd als oorspronkelijk voor den geheelen duur daarvan, met inbegrip van de verlenging te zijn verleend). Evenzoo wordt een verlof, bij terugkeer daarvan binnen den daarvoor aanvankelijk gestelden (c. q. verlengden) termijn, beschouwd als oorspronkelijk te zijn verleend voor den tijd gedurende welke daarvan is gebruik gemaakt. 26. 27. 28. bij verlof met behoud van vivres niet op tijd terugkomende, bij vermissing, voor den rechter geroepen wordende, tot en met den dag van expiratie van het verlof. tot en met den dag der vermissing, tot en met den dag vóór dien van opneming in de gevangenis of het provoosthuis, of van overgave aan den burgerrechter. D. Vivres-gelden, enz. 29. Officieren, onderluitenants en adjudant-onderofficieren, die deel uitmaken van- of zijn toegevoegd aan de troepen, bestemd tot het houden van werkdadige oefeningen met het geschut te Batoe Djadjar of te Babakan, dan wel die oefeningen aldaar bijwonen, genieten, als tegemoetkoming in hunne voeding enz. van en met den dag van aankomst in — tot en met den dag van vertrek uit — genoemde kampementen: officieren en onderluitenants f 2,50 per dag; adjudant-onderofficieren ƒ1,— per dag (boven en behalve het ration vivres volgens dit tarief). Is, ten behoeve van bedoelde officieren, onderluitenants en onderofficieren, op den dag van aankomst in — of op dien van vertrek uit — het kampement, door de zorg van het civiel bestuur marschvoeding verstrekt, of hebben zij voor die dagen aanspraak op reisdaggeld, dan wordt vorenvermelde toelage over die dagen niet genoten. Op de toelage hebben geen aanspraak: 1°. de officieren en onderluitenants, die tot een bijzonder doel of met eene bijzondere opdracht in commissie worden gezonden (onverschillig waar), en als zoodanig, gedurende het verblijf buiten hun garnizoen, recht hebben op het bij §15 van tarief No. 4, vastgestelde daggeld; 2°. de officieren, onderluitenants en adjudant-onderofficieren, die te Batoe-Djadjar in garnizoen zijn. 30. Aan de officieren, die tot houden of bijwonen, en aan de adjudant-onderofficieren der Artillerie, die tot het houden van werkdadige oefeningen met het geschut, tijdelijk verblijf moeten houden te Fort de Koek, wordt, tot behoorlijke voorziening in hun onderhoud, gedurende dat verblijf, een daggeld toegekend, bedragende: voor officieren voor adjudant-onderofficieren ƒ5,— 31. Aan officieren der genietroepen, die ten behoeve van de practische oefeningen van hun korps, langer dan 24 uren buiten hun garnizoen moeten verblijven, wordt gedurende dien tijd, als tegemoetkoming in hunne voeding, eene toelage toegekend van ƒ 2,50 per dag, met dien verstande, dat deze toelage niet wordt genoten, voor de dagen, waarop hun door de zorg van het civiel bestuur marschvoeding wordt verstrekt, of waarover zij aanspraak hebben op reisdaggeld. VOORBEELD eener schaftorde voor tarief No. 15 voor Europeanen. Verdeeling der van landswege verstrekte levensmiddelen over de verschillende dagen en maaltijden: DAGEN. Brood. Rijst. Boonen. Erwten. Rund- of Buffelvleesch. Varkensvleesch. K.G. j K.G. K.G. | K.G. | K.G. | K.G. OMSCHRIJVING DER MAALTIJDEN. TOELICHTINGEN. f 's morgens 0.2 „ „ „ „ Koffie, brood met toespijs (1). fl) De toespijs voor I { 's middags „ 0.3 „ „0.3 „ Soep met rijst en sambal en vleesch. dierlyk voedsel l 's avonds „ „ 0.28 „ „ 0.175 Bruine of witte boonen met varkensvleesch. (vleesch, visch, , , gevogelte, enz.) f 's morgens 0.2 „ „ „ „ „ Koffie, brood met toespijs (1). voor de avond- U's middags „ 0.25 „ „ 0.3 „ Soep met rijst en sambal en vleesch. £SKèenS°de I's avonds „ 0.25 „ „ „ „ Rijst met sajoer of kerri en dierlijk voedsel (1). ^haftolde van f 'smorgens 0.2 „ „ Koffie, brood met toespijs (1). vieSwordttë III { 's middags „ 0.25 „ „ 0.3 „ Soep met rijst en sambal en vleesch. goed gedaan, bene- I's avonds „ 0.25 „ ,, 0.15 „ Rijst (2) met sajoer of kerrie en vleesch. vens de groenten, 77 77 77 Spaansche peper, ('s morgens 0.2 , Koffie, brood met toespijs (1). Jeiden0™^®" IV { 's middags „ „ „ 0.21 „ 0.175 Erwtensoep met varkensvleesch. keni en sambai l's avonds „ 0.35 „ „ „ „ Rijst met sajoer of kerri en dierlijk voedsel (1). en de andere be- „ __ . , . . noodigde ingredi- {'s morgens 0.2 „ „ „ „ „ Koffie, brood met toespijs (1). enten voor het 's middags „ 0.25 „ „ 0.3 „ Soep met rijst en sambal en vleesch. klaarmaken der 's avonds „ 0.25 „ „ „ „ Rijst met sajoer of kerri en dierlijk voedsel (1). demeSalefondsen ( 's morgens 0.2 „ n „ „ „ Koffie, brood met toespijs (1). (2) Zoo mogelijk te VI { 's middags „ 0.25 „ „ 0.3 „ Soep met rijst en sambal en vleesch. vervangen door l 's avonds ,, 0 25 „ ,, 015 „ Rijst (2) met sajoer of kerri en vleesch. ,de menage- 77 77 " 77 " v ' fondsen aan te f 's morgens 0.2 „ „ „ Koffie, brood met toespijs (1). ™ien met^roonl VII { 's middags „ 0.25 „ „ 0.3 „ Soep met rijst en sambal en vleesch. g l 's avonds „ 0.25 „ „ „ „ Rijst met sajoer of kerri en dierlijk voedsel (1). VOORBEELD eener schaftorde voor tarief No. 15, voor Inlanders. Verdeeling der van landswege verstrekte levensmiddelen over de verschillende dagen en maaltijden. & .O s middags 0.25 0.2 „ „ Soep met rijst en sambal en vleesch. ontbijt, het dierlijk voedsel [ s avonds 0.25 „ „ 0.105 Rijst met sajoer of kerri en dingding. (vleesch, visch,eieren,enz.), | 's morgens 0.15 „ „ „ Ontbijt met koffie (1). 7°or de drie avondmaal- II 's middags 0.25 0.2 „ , Soep met rijst en sambal en vleesch: ™or V 7*°™ ( 's avonds 0.25 , „ , Rijst met sajoer of kerri en dierlijk voedsel (1). schaftcfe landswege v v ' geen vleesch of gedroogde I ,s mor£ens 0.25 „ , , Ontbijt met koffie (1) visch wordt te goed ge- III | s middags 0.25 0.2 „ 9 Soep met ryst en sambal en vleesch. daan, benevens de groenten, l s avonds 0.25 0.14 „ „ Rijst met sajoer of kerri en vleesch. Spaansche peper, enz., voor | 's morgens 0.15 „ „ „ Ontbijt met koffie (1) !'6t bereidon van sa->oer' IV 's middags 0.25 0.2 „ „ Soep met rijst en sambal en vleesch. *em ® en de,vf| s avonds 0.25 „ 0.14 , Rijst met sajoer of kerri en gedroogde visch. ere benoodigde ïngredifcn- 6 6 ten voor het gereedmaken V \ 'S m?r8ens » » » Ontbijt met koffie (1) der spijzen worden uit V . >S middags 0,25 0.2 n „ Soep met rijst en sambal en vleesch. de menagefondsen aange- [ s avonds 0 25 » „ „ Rijst met sajoer of kerri en dierlijk voedsel (1) schaft. I \s morgens 0.15 „ „ „ Ontbijt met koffie (1) VI» s middags 0.25 0.2 „ „ Soep met rijst en sambal en vleesch. ' s avonds 0.25 0 14 „ „ Rijst met sajoer of kerri en vleesch. tttt I !s m?rgens °-15 » » » Ontbijt met koffie (1) VII. b middags 0.25 0.2 „ „ Soep met rijst en sambal en vleesch. I s avonds 0.25 ... Riist met saioer of kerri en dierliik vnedsfil f11 VOORBEELD eener schaftorde voor tarief No. 16 voor Europeanen, bij verstrekking der voeding van landswege. DAGEN. Brood, versch of hard. Toespys voor het ontbyt. Rijst. Rund- en buflelvl., vleesch in blikken of gezouten vl. Varkensvleesch of gerookt spek. Bruine boonen. Groene erwten. Uien. Aardappelen met groenten of volksspys. Kerripoeder. Ingrediënten voor het bereiden van sajoer of kerri. K.G.| Bation. K.G.| K.G. |k.G.|k.G.Jk.G.|k.G.| Ration.|K.G. | Ration. OMSCHRIJVING der TOELICHTINGEN. MAALT IJ DEN. !'s morgens 0.2 1 »»»»»» n n » Koffie met brood en toespijs (1). (1) Wanneer de om- 's middags » ,, 0.26 0.2 „ „ „ „ „ „ „ Soep met rijst en sambal en vl. (2). standigheden zulks 's avonds „ „ 0.25 0.2 ,, „ „ „ „ 0.002 1 Rijst met kerri en vleesch. toelaten, worden ( 's morgens 0.2 1 » » » » » » » o » Koffie met brood en toespijs (1). fferookt^mek II I's middags „ „ 0.25 0.2 „ „ „ „ „ „ „ Soep met rijst en sambal en vl. (2). '8 P l 's avonds „ ,, „ „ 0.15 0.25 „ 0.4 „ „ » Bruine boonen met varkensvl. (8). ge(jaan f 's morgens 0.2 1 „ „ „ » „ „ „ „ „ Koffie met brood en toespijs (1). 7onvpol m0!roli1k III ] 's middags „ „ 0.25 0.2 „„„ „ „ „ „ Soep met rijst en sambal en vl. (2). (ü) s J I'S avonds „ „ 0.25 0.2 „ „ „ „ „ „ 1 Rijst met sajoer en vleesch (2). 0f buffelvleesch te !'s morgens 0.2 1 n n n t> » n » n » Koffie met brood en toespijs (1). goed gedaan, 's middags „ „ 0.25 0.2 „ „ „ „ „ „ » Soep met rijst en sambal en vl. (2). Als beginsel 's avonds „ ,, „ „ 0.15 „ „ 0.4 1 „ « Aardappelen met groenten of volks- geldt, dat gezouten spijs met varkensvleesch (3). vleesch hoogstens f's morgens 0.2 1 » » » Koffie met brood en toespijs (1). twee malen per V { 's middags „ „ 0.25 0.2 „ „ „ „ „ „ » Soep met rijst en sambal en vl. (2). week, telkens tot I's avonds „ „ 0.25 0.2 „ „ „ „ „ 0.002 1 Rijst met kerri en vleesch (2). eene hoeveelheid „ ,,, van 0.2 K.G. mag f's morgens 0.2 1 „ „ „ „ „ „ „ „ „ Koffie met brood en toespijs (1). worden verstrekt, VI { 's middags „ „ 0.25 0.2 „„„ » „ rt n Soep met rijst en sambal en vl. (2). I 's avonds „ „ » ,, 0.15 „ 0.2 0.4 „ „ „ Erwtensoep met varkensvleesch (3). (3) Of gerookt spek. {'s morgens 0.2 1 „ „ „ » » » » » » Koffie met brood en toespijs (1). 's middags „ „ 0.25 0.2 „ „ „ „ „ „ „ Soep met rijst en sambal en vl. (2). 's avonds „ „ 0.26 0.2 „ „ „ „ „ ,, 1 Rijst met sajoer en vleesch (2). VOORBEELD eener schaftorde voor tarief No. 16 voor Inlanders bij verstrekking der voeding van landswege. DAGEN. Ryst. Rund- of Buffelvl., vleesch in blik of gezouten vleesch. Dingding. Gedroogde visch. Gezouten eendeneieren. K.G. | K.G. | K.G. | K.G. | Stuks. OMSCHRIJVING DER MAALTIJDEN. TOELICHTINGEN. I's morgens 0.15 „ „ 0.07 „ Koffie, rijst of bras ketan en gedroogde visch. (1) Zooveel mogelijk 's middags 0.25 0.15 „ „ „ Soep met rijst en sambal en vleesch (1). wordt versch 's avonds 0.25 0.1 „ „ „ Rijst met kerri en vleesch (1). rund- of buffel- I's morgens 0 15 „ „ „ 1 Koffie, rijst of bras ketan en een gezouten eendenei. gedaan ^ g°6d II | 's middags 0.25 0.15 „ „ „ Soep met rijst en sambal en vleesch (1), A']s ' beginsei l 's avonds 0.25 „ „ 0.15 „ Rijst met sajoer en gedroogde visch. geldt, dat gezou- !'s morgens 0.15 „ 0.05 „ „ Koffie, rijst of bras ketan en dingding. ten vleesch hoog- 's middags 0.25 0.15 ,, ,, „ Soep met rijst en sambal en vleesch (1) stens twee malen 's avonds 0.25 0.1 „ „ „ Rijst met kerri en vleesch (1). per week,telkens [ 's morgens 0.15 „ „ 0.07 „ Koffie, rijst of bras ketan en gedroogde visch. ïTnid IV | 's middags 0.25 0.15 „ „ „ Soep met rijst en sambal en vleesch (1). worden vér I's avonds 0.25 „ 0.075 „ „ Rijst met sajoer en dingding. strekt !'s morgens 0.15 „ „ „ 1 Koffie, rijst of bras ketan en een gezouten eendenei. 's middags 0.25 0.15 „ „ „ Soep met rijst en sambal en vleesch (1). 's avonds 0.25 „ „ 0.15 „ Rijst met kerrie en gedroogde visch. {'s morgens 0.15 „ „ 0.07 „ Koffie, rijst of bras ketan en gedroogde visch. 's middags 0.25 0.15 „ „ „ Soep met rijst en sambal en vleesch (1). 's avonds 0.25 0.1 „ „ „ Rijst met sajoer en vleesch (1). {'s morgens 0.15 „ 0.05 „ „ Koffie, rijst of bras ketan en dingding. 's middags 0.25 0.15 „ „ „ Soep met rijst en sambal en vleesch (1). 's avonds 0.25 „ 0.075 „ „ Rijst met kerri en dingding. Schaftorde voor troepen te velde. Voedingswijze voor Europeanen, Afrikanen en Amboineezen. O o S y > O K Te verstrekken rations per week. Voor 's 1 andsrekening te verstrekken. I Te&6n betaling uit 's lands I voorraad te ontvangen. Azj)n Ltr. Boter K.G. Brandhout M'. Brood versch of hard K.G. Bruine boonen K.G. Gebraden gehakt K.G. Gerookt Spek (a) K.G. Groene erwten K.G. Koffie gemalen K.G. Petroleum Ltr. Rundvleesch versch of gec. in blik K.G. Rijst K.G. Thee (6) K.G. Volksspijs K.G. Zout K.G. Kaas, Kom. of Z. M. K.G. Kerriepoeder K.G. Klapperolie versche Ltr. Peper K.G. Sambal gec. K.G. Snertgroenten K.G. Soepgroenten gedr. K.G. Uien K.G. Zeep K.G. Jenever Liter. Voedingswijze. Morgen- Avondmaal Ontbijt voor maaltijd voor den voor den denzelfden dag. volgendendag. volgenden dag. A. 2 x B. 8 x C. lx D. lx Totaal Per o week 0-035 Dagelijks 0005 0-1 * Dagelijks 0.02 0021 Dagelijks 0.003 1-40 Dagelijks 0.20 0.30 | | | | 0-12 ~~ï | | Oi tQ w 0.35 | £ | | O ox 1 0 225 |1|, oi 1 1 0-168 Dagelijks 0.024 0-105 Dagelijks 0.015 1 n.ic P <=» P o 1.925 g g co ^ w O* <—' 2.40 P P © © S S & 0-035 Dagelijks 0.005 1.50 , , , p QT 0-175 Dagelijks 0.001 °-14 I § | §~ . ^ qi 0007 Dagelijks 0.001 0-105 Dagelijks 0.015 0-007 Dagelijks 0.001 0-014 Dagelijks 0.002 0.035 | | | | O O O O 0-021 8 8 8 8 CO co co co 0.105 Dagelijks 0.015 0.21 Dagelijks Ö.03 0.35 Dagelijks Ö.Ö5 Volksspijs en Brood, boter, Soep, rijst, gehakt. koffie, K. M. of enz. Z. M. kaas. Rijst, sambal, Brood, boter, Soep, rijst, gebr. vleesch. koffie, gebraden enz. gehakt. Erwtensoep, Brood, boter, Soep, rijst, varkensvleesch koffie, kom. of enz. of gerookt spek. Z. M. kaas. Bruine boonen Brood, boter, Soep, rijst, varkensvleesch koffie, gerookt enz. of gerookt spek. spek. (o) By verstrekking van versch varkensvleesch wordt voor 0.15 K.G. gerookt spek 0.1875 K.G. varkensvleesch ontvangen. (o) Bovendien kan dagelijks nog op geneeskundig certificaat worden verstrekt. (c) Kan vervangen worden voor eene equivaleerende hoeveelheid versch rund- of varkensvleesch. N'B' Wvak6vroe^ypSg^betrokken°wordt?P marS°h de voedinSsw«zon c- en D- *»®en worden gevolgd op rustdagen, en op dagen dat het Schaftorde voor troepen te velde. Voedingswijze voop Inlandsche Militairen. Te verstrekken rations per week. Tegen betaling uit Voor 's landsrekening te verstrekken. >s ianag voorraad te ontvangen. Az\jn L. | Brandhout M8. Brasketan K.G. Gebraden gehakt K.G. Klapperolie, versch L. Koffie, gemalen K.G. Petroleum L. Rundvleesch, versch K.G. Ryst K.G. Thee K.G. (a) Zout K.G. Dengdeng K.G. Kerriepoeder K.G. Peper K.G. Sambal, geconserveerde KLG. Soepgroenten, gedroogde K.G. Suiker, Javaansche (goela djawa) K.G. Uien K.G. Yisch, gedroogde K.G. Zeep K.G. Voedingswijze. Morgen- Avondmaal Ontbijt voor maaltyd voor den voor den denzelfden dag. volgenden dag. volgenden dag. A. 2 x B. 8 x C. lx D. lx Totaal per week. 0.035 Dagelijks 0.005 0.0175 Dagelijks 0.0025 1.05 Dagelijks 0.15 I i P p— 0.42 I I g sa 0.1225 Dagelijks 0.0175 0.168 Dagelijks 0.024 0.07 Dagelijks 0.01 © © O P 1.40 ot o; CT Ot 3.85 Dagelijks 0.65 0.035 Dagelijks 0.005 0.175 Dagelijks 0.025 S I I |i~ CO 0.007 Dageltiks 0.001 0.007 Dagelijks 0001 0.021 Dagelijks 0.003 0.021 Dagelijks 0.003 014 § I i i~ —3 <1 0.105 Dagelijks 0.015 0.23 I 2 1 0.14 Dagelijks 0.02 R\jst, sambal, Koffie, ketan, Soep, ryst gebraden gehakt, sambal, dengdeng enz. of gedr. visch. R\jst, sambal, Koffie, ketan, Soep, rjjst gebraden vleesch. sambal, enz. gebraden gehakt. R\jst, sambal, Koffie, ketan, Soep, ryst gedroogde visch. sambal, enz. Jav. suiker. R\jst, sambal, Koffie, ketan, Soep, rijst dengdeng. sambal, enz. Jav. suiker. (а) Bovendien kan dagelijks nog op geneeskundig certificaat worden verstrekt. (б) Of dengdeng of gedroogde visch voor ontb\jt. (c) Kan vervangen worden door eene equivaleerende hoeveelheid versch rundvleesch. Schaftorde voor troepen te velde. Voedingswijze voor Dwangarbeiders. 00 q O g M . 5 ® © £ *H P Q) CC Pi O) © Toelichtingen. VOORWERPEN. £.a Schede tot Art.- oorband, nieuwe, met bevestigen 0.05 sabels. bovenhand, nieuwe met bevestigen. . . . 0.13 oorband, vastzetten 0.03 sluitriem, nieuwe met bevestigen 0.07 Schede tot Mar.- bovenhand, nieuwe, met bevestigen . . . 0.12 sabels. Draagriem achter knoopsgat, trens aanzetten 0.01 voor. Draagriem Cav. trens, nieuwe 0.01 No. 1, 2 en 3. Exercitie-vaandel. Ir. zoom per cM. met bevestigen 0.01 Geweerriem lr. oog, nieuw, met bevestigen 0.08 tot geweren M. 95 stuk aanzetten, met bevestigen 0.07 M 73 " M 95OM 'r" 00®= vastz0tten 0.02 y. schuifgesp, vastzetten 0.04 Gordelriem No. 1. schuifpassant, nieuwe 0.04 Gordelriem No. 2. losse passant, nieuwe 0.04 Gordel No. 1. inkorten 0.05 gesp, aanzetten 0.06 Handlis. passant, nieuwe 0 03 (1) Het aanmaken Holster bodem, nieuwe, met aannaaien 0.06 fnbegrepenEen klep, nieuwe, met vastnaaien 0.36 r2) draagstuk, nieuw met vastnaaien 0.31 Voor schroeve- . . , , ... , draaiers met zakje voor den schroevedraaier nieuw met pinnestooter. vastnaaien 0.12 (3) sluitriem, nieuwe, met vastnaaien .... 0.05 Voor schroeve- draaiers met. Karabynriem Cav. lange kap, nieuwe, met bevestigen .... 0.16 glendelsleutelkorte kap, nieuwe, met bevestigen .... 0.10 Karabijnriem Mar. stuk aanzetten, nieuw, met bevestigen . . 0.07 NAMEN B **~! DER AARD DER HERSTELLINGEN. > o Toelichtingen. VOORWERPEN. .E,S r o Lijfriem. lange slagriem, nieuwe, met bevestigen. . 0.16 korte slagriem, nieuwe, met bevestigen. . 0.08 kleine passant, nieuwe, met bevestigen. . 0.03 groote passant, nieuwe, met bevestigen. . 0.10 Noodriem. passant, nieuwe, met bevestigen 0.06 Patroontasch klep met rand en lip, nieuwe met vastnaaien 0.08 achter. rand, nieuwe met bevestigen 0.28 lip, nieuwe met vastnaaien. ....... 0.08 belegstuk, nieuw, met bevestigen. ..... 0.35 zijstuk, nieuw, met vastnaaien 0.16 dwarsschot, nieuw, met bevestigen.... 0.14 Lr. reep, nieuwe, met vastnaaien 0.10 binnenwerk pasmaken 0.05 Patroontasch Cav. lip nieuwe met vastnaaien 0.07 zystuk, nieuw, met bevestigen 0.16 Patroontasch lengteschot, nieuw, met vastnaaien. . . . 0.08 Rechter. dwarsschot, nieuw, met bevestigen. . . . 0.17 belegstuk, nieuw, met bevestigen 0.19 binnenwerk pasmaken. . . 0.03 Patroontasch lip nieuwe, met vastnaaien 0.07 Linker. zijstuk nieuw, met bevestigen 0.14 lengteschot nieuw, met vastnaaien .... 0.08 dwarsschot nieuw, met bevestigen .... 0.12 belegstuk nieuw, met bevestigen 0.19 binnenwerk pasmaken 0.03 Patroontasch klep, nieuwe, met bevestigen 0.38 tot geweren M. 73. ]jPi nieuwe, met aanzetten 0.07 passant voor den gordelriem, nieuwe, met bevestigen 0.08 passant voor den schroevedraaier, nieuwe, met bevestigen 0.07 passant voor den wisscher, nieuwe, met bevestigen 0.09 passant voor den hulzentrekker, nieuwe, met bevestigen 0.07 Comp. Adm. 12 CD . T3 bc a5 XA1"':N' AARD DEK HERSTELLINGEN. >3 Toelichtingen. DER 33 ® VOORWERPEN. £j§ Patroonzak Stoot voor den draagriem, nieuwe, met tot geweren M. 73. bevestigen kap voor den draagriem, nieuwe, met op- A CO zak, nieuwe draagriem inkorten °-ob lip, nieuwe, met aanzetten 0.07 passant, nieuwe, met bevestigen 0.03 Patroonzak tot lip, nieuwe, met vastnaaien 0.07 revolvers. mg. knop, vastnaaien J passant, nieuwe (1) °.12 Poetszakje. lip, nieuwe, met vastnaaien ....... 0.07 passant voor den schroevedraaier, nieuwe, met opnaaien (2) passant voor den schroevedraaier, nieuwe, met opnaaien (3) . . . y-lu ztfstuk, nieuw, met bevestigen 0.21 passant, nieuwe (1) 0-106 drukknoop, nieuwe, met bevestigen. . . . 0.01 drukknoopsluiting, met aanzetten 0.03 Revolverriem. passant, nieuwe 0 03 riem, inkorten °.04 Richtvlag. koker, nieuw, met bevestigen 0.10 bodem, nieuwe, met bevestigen 0.02 middellus, nieuwe, met bevestigen .... 0.05 onderlus, nieuwe, met bevestigen 0.05 oogje, nieuw, met bevestigen. ...... 0.03 boordsel, nieuw, per cM. met bevestigen . 0.01 Schoenen, tot bus- riem of lus nieuwe 0 °7 sen voor geweervet of vaseline. Schoen, voor Lr. riem met passant, nieuwe, met bevestigen 0.10 scheeden tot kap- trens, nieuwe 0 01 messen, voor st. k met passant, nieuwe, met bevestigen 0.11 SCmSsenn,t0voiraP" huisje, nieuw, met opnaaien 0.17 passant, nieuwe, met bevestigen o ud ® . T3 b£l NAMEN =5 der AARD DER HERSTELLINGEN. >=> Toelichtingen. VOORWERPEN. S§ S* scheeden tot Inf. lus voor den gordel, nieuwe, met bevestigen 0.16 sabels. riem, nieuwe, met bevestigen 0.07 belegstuk, nieuw, met vastnaaien 0.25 Schoen, voor trens, nieuwe 0.01 scheeden tot Mar. lus, voor den gordel, nieuwe, met bevestigen 0.15 sabels. huisje, nieuwe, met opnaaien 0.10 belegstuk, nieuw, met bevestigen 0.25 York passant, nieuwe, met bevestigen 0.03 tot Scheeden. trens, nieuwe 0.01 schuine lus, nieuwe, met bevestigen . . . 0.24 rechte lus, nieuwe, met bevestigen.... 0.18 kap met passant, nieuwe, met bevestigen. 0.10 Slagband. stoot, nieuwe, met bevestigen 0.29 ring, vastzetten 0.08 passant, nieuwe, met bevestigen 0.09 stuk opzetten 0.14 Trom. tromreep, tromkniesteun met leder omwoelen 0.10 Gereedschapszak geweermakers. Zak. koord, nieuwe 0.04 doek, nieuwe per d.M" 0.07 Schermgereedschappen. Borstbekleeding. boordsel, geheel nieuw, met bevestigen. . 1.00 boordsel, nieuw, per c.M. met bevestigen . 0.01 leder, nieuw, per d.M2. met bevestigen . . 0.16 lange stoot, nieuwe, met bevestigen . . . 0.15 korte stoot, nieuw, met bevestigen. ... 009 kap, nieuwe, met bevestigen 0.09 passant, nieuwe, met bevestigen 0.03 linnen, nieuw, per d.M". met bevestigen . . 0.10 linnen, nieuw, minder dan 1 d.M2. met bevestigen 0.08 !® . T3 60 ö a AARD DER HERSTELLINGEN. Toelichtingen. •Uüitt ro co VOORWERPEN. |?j> linnen, geheel nieuw, met bevestigen. . . 0.60 groen veterband, nieuw, per c.M. met bevestigen 0-0 groen veterband, geheel nieuw, met bevestigen °-&0 Borstlap. rood hart, nieuw, met bevestigen. . . . . 0.13 boordsel, nieuw, per c.M. met bevestigen . 0.01 doorrijgen, per gat °.01 kap, nieuwe, met bevestigen 0.07 lange stoot, nieuwe, met bevestigen . . . 0.18 korte stoot, nieuwe, met bevestigen ... 0.11 passant nieuwe, met bevestigen ..... 0.03 leder, nieuw, per d.M2. met bevestigen . . 0.15 katoen, nieuw per d.M*. met bevestigen . 0.07 katoen, nieuw, minder dan 1 d.M'. met bevestigen uu^ boordsel, geheel nieuw, met bevestigen. . 1.00 rood veterband, nieuw, per c.M. met beves- tigen * rood veterband, geheel nieuw, met bevestigen 0.50 Mas.. Bajonet. ««, m*««.der, nieuw, ^ hoofdband van imitatieleder nieuwe, met bevestigen .......••••■■• u-dö kussen voor de kin van imitatieleder, nieu^, met bevestigen °-1J boordsel van imitatieleder, nieuw, per c.M. met bevestigen ' geheel nieuw boordsel van imitatieleder, met bevestigen belegstuk van imitatieleder, nieuw, per c.M. met bevestigen \ ' ! ' ' ' geheel nieuw belegstuk van imitatieleder, met bevestigen ■ ■ " ^ imitatieleder, nieuw, per d.M2. met bevestigen 0.07 imitatieleder, nieuw, minder dan 1 d.M2. met bevestigen Mask. Degen. veer, met imitatieleder, nieuw, omwoelen, en bevestigen NAMEN DEB AARD DER HERSTELLINGEN. VOORWERPEN. Prjjs van de herstelling Toelichtingen. hoofdband van imitatieleder, nieuwe, met bevestigen 0.34 kussen voor de kin van imitatieleder, nieuw, met bevestigen 0.12 boordsel van imitatieleder, nieuw, per cM. met bevestigen 0.01 geheel nieuw boordsel van imitatieleder, met bevestigen 0.21 belegstuk van imitatieleder, nieuw, per cM. met bevestigen 0.01 geheel nieuw belegstuk van imitatieleder, met bevestigen 0.22 imitatieleder, nieuw, per dM2. met bevestigen 0.07 imitatieleder, nieuw, minder dan 1 dM2. met bevestigen 0.05 Mask. Sabel. kussen voor het hoofd, van imitatieleder, nieuw, met bevestigen 0.27 hoofdband van imitatieleder, nieuwe, met bevestigen 0.42 kinband van imitatieleder, nieuwe, met bevestigen 0.36 imitatieleder, nieuw, per dM2. met bevestigen 0.07 (i) Dit geldt imitatieleder, nieuw, minder dan 1 dM2. met SSÜ bevestigen 0.05 oud model manchetten. Schermdegen. lederen dopje, nieuwe, met bevestigen . . o.03 SchermgeweerNo.1 lederen dop, vastzetten 0.03 SchermgeweerNo.2 lederen dop, vastzetten 0.03 Schermhand- zeemleder, nieuw, per dM2. met bevestigen 0.18 schoen. zeemleder, nieuw, minder dan 1 dM2. met bevestigen 0.10 ophanglis, nieuw, met vastnaaien 0.03 kap, nieuwe, met bevestigen 0.30 Schermmanchet. ophanglip, nieuwe, met vastnaaien .... o.03 trens, nieuwe (1) 0.01 leder, nieuw, per dM2. met bevestigen . . 0.16 linnen, nieuw, per dM2. met bevestigen (1) 0.10 linnen, nieuw, minder dan 1 dM2. met be- I vestigen (1) 0.06 TOELICHTINGEN. I De geweermakers zijn verplicht de aan officieren en onderluitenants toebehoorende revolvers, en de aan officieren, onderluitenants en adjudant-onderofficieren toebehoorende sabels te herstellen volgens den maatstaf aangegeven in § 2 (particulier werk.) II De geweermakers moeten de herstellingen aan geweren ' M. 73 getransformeerd tot jachtgeweren, behoorende aan de militaire cantines, als particulier werk verrichten tegen de herstellingsprijzen, als in dit tarief voorgeschreven. III. Bii eventueele verwisseling van onderdeelen van het geweer (de karabijn) voor recruten, moet worden nagegaan of niet met voordeel van onbekwame of minder deugdelijke aanwezige verwisselstukken kan wor en gebruik gemaakt. IV. De voor herstelling van lederwerken benoodigde materialen (leder, garen, enz.) moeten door de werklieden zelf worden bekostigd en kunnen ingevolge artikel 52 punt a van de Regelen Materieel Beheer tegen betaling uit de oorlogs- en kleedingmagazijnen worden ontvangen, voor zoover zij in die magazijnen voorradig zijn. Y. OVERZICHT van de bepalingen betreffende de wapening en de benoodigdheden voor het onderhoud daarvan. (Uitgegeven bij Algemeene Order 1905, No. 23). § 1. Elke compagnie, elk escadron of zelfstandig detachement ontvangt de wapening volgens de organieke sterkte, en moet die steeds compleet houden. Daarenboven wordt op plaatsen, waar geen geweermakersatelier is gevestigd, tot dadelijke vervanging van herstelbare of onbruikbare wapening, een tiende van het aantal vuur- en blanke wapenen met toebehooren en daarbij behoorende lederwerken, genoemd in § 2, onder A, B en C in reserve gehouden. Bij de berekening van het aantal reserve artikelen moet het aantal in gebruik zijnde artikelen in het meerdere tot een veelvoud van tien worden afgerond. Behoudens het bepaalde bij § 20, mogen zonder bijzondere machtiging van het Departement van Oorlog geene wapenen boven de organieke sterkte der korpsen in dienst worden gesteld. In buitengewone gevallen kan die machtiging door de Afdeelings- of Gewestelijk Militaire Commandanten worden verleend, daarop moet dan onverwijld, onder opgave der redenen, de goedkeuring van het Departement van Oorlog worden gevraagd. Tijdelijke overcomplete manschappen worden in den regel gewapend met de wapenen, die van tijdelijk afwezigen in de rustkamers zijn opgelegd. Bij inlevering van boven de organieke sterkte in dienst gestelde wapening, moet alsmede, op de wijze als boven omschreven, de goedkeuring van het Departement van Oorlog worden gevraagd. Vóór het te velde trekken worden de overcomplete stellen wapening, de pompstokken tot revolvers, de bij §§ 13 tot en met 18 bedoelde voorwerpen, alsmede bij het korps Genietroepen de trommen met toebehooren en reservestukken ingeleverd. § 2. De wapening wordt verstrekt, zooals in ondervolgenden staat is J®§egeven BENAMING. A R x INFANTERIE. CAVALERIE. Veld- <% Adjudant-onderofficier. Sergeant-majoor en stafschrijver. Sergeant, fourier en korporaal. Fuselier en infanterist le klasse. Staftamboer. Stafhoornblazer en hoornblazer. Tamboer. Adjudant-onderofficier. Opperwachtmeester, staffourier, fourier en wachtmeester. Korporaal. Cavalerist. Staftrompetter en trompetter. Hoefsmid en zadelmaker. Adjudant-onderofficier. Sergeant-majoor, staffourier, fourier, Europ. sergeant en Europ. korporaal. I Staftrompetter en trompetter. 1. 2. 3. 4 5. 6. f 7. 8. 9. j 10 11. j 12. [ 13. J 14. | 15. | 16. jtfj A. Vuurwapenei Drijfhamer (a) „ „ 4 „ „ „ „ „ „ 2 „ „ „ „ „ „ Drijver N°. 1 (a) „ „ 4 „ „ „ „ „ „ 2 „ „ „ „ „ n Geweer n n 1 1 n n n n n » » » » » » " G-rendelsleutel „ „ 1 1 „ ,, » » 1 1 r 1 » » » " Karabijn (d) „ „ „ „ „ „ „ „ » 1 1 „ „ » » » Monddeksel „„11 „ n Mondingbeschermer (a) . . . . „ „ 3 „ „ „ „ „ „ 1 „ ,, ,, ,, » » Pompkoord (b) „ „ 1 1 „ „ „ „ „ 1 1 » » » » » Pompkoord met wisscher (a) „ „ „ 1 » „ „ ,, » s Pompstok tot revolver ....11„„11111»,,1,, 1 1 : Revolver 1 1 „ „ 1 1 1 1 1 ,, » 1 » 1 1 Schroevedraaier N°. 1 . . . . „ „ 1 1 „ „ „ ,,„11 r » ,, » » Schroevedraaier tot revolver 1 1 „ „ 1 1 1 1 1 „ „ 1 » 1 1 : Vetlapdoos 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 „ 1 1 1 B. Blanke wapenen Kapmes . . . . j „ „ 1 1 „ „ ,, » » » \ y » | ,, » n !! Sabel Cav.. . . > met scheede. „„„„„„„„ 1 1 j 1 l i 1 » 1 Sabel Mar. . . | „ 1 „ „ 1 1 1 „ „ „ ! „ „ 1 „ „ » " C. Lede' Bindriempje „ „ 1 1 „ „ » „ ,, ,, „ ,, » ,, » " Draagriem, Achter „ „ 1 1 „ „ „ „ „ „ „ » „ „ » " Draagriem, Voor „„ 2 2 „„„„„„„„„ „ „ » G-esphaak „ ^ 3 3 „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ " G-eweerriem 1 1 n » " Gordel N°. 1 . . „ 1 1 1 1 1 1;, ,, n » » " f » " 1 GENIETROEPEN. TREIN. V-Jl' I Vesting. I Inl. sergeant, Inl. korporaal, vy / de batterijen gedetacheerd, / A.rtillrvie- werkman, korporaal / hoefsmid, hoefsmid, Europ. kanonnier en Inl. kanonnier by de Veld-Artillerie. Inl. niet gegradueerden ingedeeld bij de Berg-Artillerie. Sergeant-majoor en fourier. Sergeant, korporaal en kanonnier. Hoornblazer. Adjudant-onderofficier. "Sergeant-majoor, stafschrijver, fourier, sergeant, korporaal en geniesoldaat, (waaronder ook de instructeurs, onder-instructeurs en telegrafisten). Hoornblazer. Staftamboer. Tamboer. Adjudant-onderofficier. Stafschrijver, sergeant-majoor en treinsoldaat 2e klasse. Fourier, sergeant, korporaal en treinsoldaat le klasse. Trompetter. TOELICHTINGEN. 19- 20-1 21-1 22-1 2S- ! 24. | 25. | 26. | 27. | 28. | 29. | 30. | 31. [ 32^ laet „ (a) Alleen de groeps-of escouade- Oebehooren. commandanten. 2 „ „ „ „ „ „ „ „ 2 , (6) Metuitzonderingvandegroeps- „ o 2 .. en escouade-commandanten. " ,j ,, » „ I! » » » " " -. " „ „ „ „ » » » i; » » « » (c) Alleen de korporaals groeps- of „„11 „ „ » » n i> n j >' escouade-commandanten, zoo- „ „ 1 1 „ » n n I » » " | " mede de korporaals-telegrafist. „ " " o " " " " " " " 1 " (d) Een karabijn M. 95 Cav. met " " f ? " " " " " " " 1 karabijnriem, Cav. voor de „ " " 1 " " " " " " ' 1 cavalerie en den trein; een 1 " ï " " i (c\ " " " ï x 1 karabijn M. 95 Art. met kara- 1 " j " " x 1 ï ï 1 1 1 bijnriem, Mar. voorde Vesting- » " 1 1 1 „ Artillerie. 1 " " ? ï ï i 1 1 1 1 „ 1 „ „ 1 1 1 1 1 1 1 ,, j (e) Alleen wanneer do nieuw mo- „ 1 i 1 1 1 11111 1 1 delgeweerriem in gebruik is. Hlgi (f) De korporaals-stafhoornblazer Scheede. ontvangen een snoer tot hoorn- blazers. " 1 » » » » j 1 1 | 1 ! 1 » » n « (g) Alleen voor de staftrompetters. n n n ji u \ Ji n \ n \ n » » " % » „ 1 1 1 (.h) Alleen voor de trompetters. n l i) i » " v ' w (i) Alleen de fouriers, sergeanten r^en. en korporaals. (fc) Alleen de treinsoldaten le n ,j ,, „ » ,, j) u n n » n » klasse. ,, „ „ ,, „ » 'i " n ii " " n ti n n n n n t' ti ii tl tl ti n n it n » tl " ii " » ii " " j „ „ „ ,, ii ,, ,i tt tt n n n » 1 1 1 1 1 „ 1 1 1 1 „ 1 1 1 BENAMING. i ABÏ INFANTERIE. CAVALERIE. Tl Vel* Adjudant-onderofficier. Sergeant-majoor en stafschriiver. Sergeant, fourier en korporaal. Fuselier en infanterist le klasse. Staftamboer. Stafhoornblazer en hoornblazer. Tamboer. Adjudant-onderofficier. Opperwachtmeester, staffourier, fourier en wachtmeester. Korporaal. Cavalerist. Staftrompetter en trompetter. Hoefsmid en zadelmaker. Adjudant-onderofficier. Sergeant-majoor, staffourier, fourier, Europ. sergeant en Europ. 1 korporaal. 1. | 2. j 3. | 4. j 5. j 6. j 7. | 8. j 9. j 10. | 11. | 12. ] 13. j 14. | 15. | 16. | Gordel Cav „ „ „ „ „ „ „ „ 1 1 1 1 1 „ 1 Handlis „ 1 „ „ 1 1 1 „ 1 1 1 1 1 „ 1 Holster. „ 1 „ „ l 1 1 1 1 „ „ 1 „ 1 1 Karabijnriem (d) „ „ „ „„„„„„11 „ „ „ „ Knoop, Dubbele N°. 1 n 1 „ 1 n 4 „ 1 1 1 1 1 „ 1 Knoop, Dubbele N°. 2 „ „ 1(6) l(e) „ „ „ „ >, 2 2 „ „ „ „ ^^OOpplaatj© » » ^ ^ » » » » n » » » n » » Lijinem . . . . . n }) n n n n n n n ] l „ n )} „ I ^C ^er .... „ ;j 1 1 „ „ „ „ jj „ „ jj ;; jj :) Patroontasch l V* ' * * * » » » » » » » » 1 1 » » » » I "D v. • • • • ;j n * » » » » n » » » n n n Rechter.... n „ 1 1 „ „ „ n n „ 7J „ „ „ „ Patroonzak tot revolver. . . . 1 1 1 1 1 „„„„„„ 1 1 Poetszakje n n 1 1 n n n }1 „ n „ n n n „ Revolverriem. „„„„„„„ 1 1 „ „ 1 „ 1 1 Schoen voor scheede „ 1 1 1 1 1 1 „ „ „ „ „ n n „ D. Slag- en blaasinstrument Hoorn „ n n n n 1 1 ;; n „ „ n }, Slagband n ;; n n „ 1 n n n „ n » ;? ( Hoornblazers „ „ 1 (ƒ) 1 „ „ „ „ „ „ „ „ Snoer tot i Stafhoornblazers . n n „ ;;!(/)?> » » v n » n » i staftrompetters _ n a b ;; b # n n a j b b 1{g) b b n l Trompetters ... „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ , 1 (h) „ „ „ ' Stok tot staftamboer „ „ „ 1 „ „ „ „ : „ „ „ „ „ „ Irom j „ „ „ „ „ „ 1 „ ?j ; „ „ „ „ „ ;? Tromdraaghaak. . ■ j „ „ „ „ „ „ 1 „ „ J „ „ „ „ „ „ trompet „ „ „ „ n n n „ i » » 1 » » » Tromriem „ „ „ „ „ „ 1 „ „ ' „ „ „ „ „ „ Ti omstokken „ „ „ „ „ „ 2 „ „ „ „ „ „ ., „ Tromstokplaat „ „ ,. „ „ „ 1 „ „ „ „ „ „ „ „ Tromvel ! ^ " 11 " " " " ^ " 11 ?J " " " n 11 ( bnaar „ „ „ „ „ „ 1 : „ „ „ „ „ „ „ „ ^ e rÏE " - SENIBTBOEPEN. TREIN. I Vesting. I Inl. sergeant lui. ^ / ób batterijen gedetacheerd, A.rtillorio- werkman, korporaal hoefsmid, hoefsmid, Aurop. kanonnier en Inl. kanonnier bij de Veld-Artillerie. Inl. niet gegradueerden ingedeeld bij de Berg-Artillerie. Sergeant-majoor en fourier. Sergeant, korporaal en kanonnier. Hoornblazer. Adjudant-onderofficier. Sergeant-majoor, stafschrijver, fourier, sergeant, korporaal en geniesoldaat, (waaronder ook de instructeurs, onder-instructeurs en telegrafisten). Hoornblazer. Staftamboer. Tamboer. Adjudant-onderofficier. Stafschrijver, sergeant-majoor en treinsoldaat 2e klasse. Fourier, sergeant, korporaal en treinsoldaat le klasse. Trompetter. TOELICHTINGEN. U-jr- 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. | 30. | 31. | 32^ ) n n I n n » I » n » » " " J 'j f i " ? " " 1 'i '{ l '{ 1 1 i „ 1 " i ? i » , n 1 1 » " " S " 1 1 1 " jj n v » » n » v " o " „ „ 2 2 „ „ „ „ ii n » » » „ » » I! » » » » » >' " " » „ i „ ;; » JJ JJ JI » » " " -1 " » JJ JJ JJ JJ » JJ » » » " " i" » „ „ » JJ JJ JJ JJ JJ J' " " , w » » JJ JJ 1 1 JJ » » » » » » J " I ï „ JJ JJ JJ I 'I 11111 , 1 { » : " „ 1 l „ „ ,J JJ JJ jj JJ n 1 1 „ „ ï i llili,l • .. I Ï , I: „ i 111 i J i i i ^ toebehooren. » ,j n jj 1 JJ » 11 " j " » " " 't n JJ JJ JJ jj JJ J' " » " ?! jj " ' » „ ,j JJ JJ n JJ » | » » » » » " » „ „ „ „ „ JJ jj i JJ JJ JJ " " " ij1 " jj jj jj jj JJ » " i » !j " " " ? " JJ JJ JJ 1 JJ « 1 " ! 1 " " " * JJ JJ JJ J' » » " j ï " " " " » „ „ ,J JJ JJ JJ 'J » } » " " " 'j » „ „ JJ JJ JJ >J » ' 'J 1 » " » J " JJ JJ JJ JJ JJ JJ " | » " " " " ,*• " „ „ „ „ „ „ » JJ 1 JJ » » » » „ ,J » 1 jj JJ » JJ JJ f JJ » ! » " » j, » >j » » " » » ; » » i " " 'I » jj » » n » J> » » i » " " " 9 „ „ » JJ JJ V JJ JJ 1 JJ » I » " I § 3. Het personeel der subsistentenkaders is bewapend uitsluitend met het kapmes complete, uitgezonderd de adjudanten-onderofficier en de sergeant-majoor (onder de laatste ook te rekenen de sergeant-majoor-betaalmeester der Genie), die van de in § 2 voor de adjudanten-onderofficier, onderscheidenlijk sergeanten-majoor der Infanterie aangegeven bewapening zijn voorzien en de hoornblazers, die behalve van de complete marechaussee-sabel ook van een hoorn met snoer tot hoornblazer zijn voorzien. Bovendien kunnen tot het doen van wacht- of patrouillediensten bij de subsistentenkaders hoogstens 15 kapmessen complete in dienst worden gesteld. §4. Het vaste personeel van de Militaire School te MeesterCornelis, zoomede de op die school geplaatste leerlingen, zijn gewapend als de Infanterie, met uitzondering evenwel van de tot dat personeel behoorende Europeesche fuseliers, die niet gewapend zijn. § 5. Kader en minderen, behoorende tot het personeel van de Militaire Pupillenschool, zijn bewapend met het kapmes complete. De militaire pupillen 3e categorie zijn gewapend als hunne graadgenooten van het leger bij het Wapen, waarbij zij zijn gedetacheerd. § 6. Het personeel behoorende tot den dienst der Artilleriemagazijnen en werkplaatsen, uitgezonderd de bij de Yeld- en Bergbatterijen gedetacheerde Artillerie-werklieden, ontvangt in vredestijd geene wapening. Is dit personeel in oorlogstijd in sterkten of posten geplaatst, dan wel bij colonnes te velde ingedeeld, dan ontvangt het: een revolver, — een schroevedraaier tot revolvers, — een vetlapdoos, — een gordel No. 1, — een holster, — een patroonzak tot revolvers, en een revolverriem. § 7. Het personeel van het korps Genie-werklieden, alsmede conducteurs der Genie zijn enkel met de complete Artillerie-sabel bewapend. § 8. De meesters-werklieden van de Infanterie, Artillerie en Genie zijn bewapend met het kapmes complete en die van de Cavalerie met de sabel Cavalerie complete. § 9. De élèves-hoornblazer en tamboer der Infanterie, waaronder ook die, welke opgeleid worden voor de Vesting-Artillerie, zijn gewapend als de fuseliers; hoornblazers, die tot tamboer worden opgeleid behouden hunne wapening als hoornblazer. § 10. De élèves-trompetter der Artillerie zijn gewapend als de cavaleristen. § 11. De éleves-trompetter der Artillerie zijn gewapend als het Europeesch kader der Yeld- en Berg-Artillerie. § 12. Aan de kanonniers-leerlingen op de kaderschool der Yeld- en Bergbatterijen, wordt ten gebruike bij exercitiën te paard de wapening verstrekt, voor de Europeesche korporaals der Yeld- en Berg-Artillerie voorgeschreven. § 13. Ten dienste van de élèves-hoornblazer, — tamboer en — trompetter worden verstrekt: per compagnie der veld-bataljons één hoorn met snoer en één trom complete; per compagnie garnizoens, infanterie of genietroepen, zoomede pef detachement garnizoens infanterie of genietroepen, waarbij twee of meer hoornblazers zijn ingedeeld, één hoorn met snoer; per 2 in een-zelfde garnizoen vereenigde compagnieën garnizoens infanterie of genietroepen een trom complete; per escadron Cavalerie en per batterij veld- ofbergartillerie een trompet met snoer. § 14. Aan elk bataljon, of op zich zelf staand half bataljon Infanterie en aan de detachementen van garnizoensbataljons sterk 2 compagnieën of meer worden verstrekt: een exercitievaandel, twee richt vlaggen, een stok tot exercitievaandel, drie stokken tot richtvlaggen. § 15. Tot de beoefening van het schermen worden verstrekt: BENAMING DER ARTIKELEN. Voor de Voor de ca- Voor de Infanterie per valerie per Genie per Bataljon, dan wel zelfstandig gedeelte, sterk 1 compagnie of meer. Kaderschool. Zelfstandig detachement van 75 of meer man sterk. Zelfstandig detachement van minder dan 75 man sterk. Korpsgedeelte sterker dan 1 escadron dan wel zelfstandig escadron. Zelfstandig detachement kleiner dan 1 escadron. Korpsgedeelte sterk 2 compagnieën of meer. Zelfstandig detachement sterk minder dan 2 compagnieën dan wel meer dan 75 man. 1 23456 189 Borstbekleedingen 32 16 16 12 32 12 24 12 Borstlappen 12 6 6 4 12 4 12 6 Maskenbajonet 24 12 12 8 24 8 24 12 Maskendegen 12 6 6 4 12 4 12 6 Maskensabel 12 6 12 4 12 4 12 6 Schermdegens 24 12 12 8 24 8 24 12 Schermgeweren No. 1 24 12 12 8 24 8 12 6 Schermgeweren No. 2 30 12 12 8 30 8 12 6 Schermsabels 48 24 24 16 48 16 24 12 Schermhandschoenen, Bajonet en Sabel Linker 32 16 16 12 32 12 24 12 Schermhandschoenen, Sabel- Rechter 12 6 6 4 12 4 24 12 Schermhandschoenen, Degen- Linker 6 3 3 3 6 2 6 6 Schermhandschoenen, Degen- Rechter 12 6 6 4 12 4 12 12 Schermmanchetten 12 6 6 4 12 4 24 12 Indien in een garnizoen een mobiele colonne en een vaste bezetting zijn gelegerd, dan ontvangen deze te zamen de schermgereedschappen en wel tot de hoeveelheden als voorkomende in de 2e rubriek van den staat indien de totale sterkte 150 man of meer bedraagt, en als in 4e rubriek, indien de totale sterkte minder dan 150 man bedraagt. Helmen worden, voorzoover zij bij de oefeningen noodig worden geoordeeld, door korven van rottan vervangen. De lansen van bamboe, alsmede de overige tot de oefeningen in het bajonetschermen nog verlangde voorwerpen, worden naar doelmatige modellen op de minst kostbare wijze door de zorg der korpscommandanten ten laste van den lande aangeschaft. § 16. Ten gebruike bij de oefeningen in het richten worden verstrekt: per compagnie (infanterie, vesting-artillerie, trein), escadron, detachement of kaderschool één, per compagnie van de depót-bataljons vier en aan het depotescadron twee richtingscontroleurs; per compagnie (infanterie, vesting-artillerie, trein), escadron of detachement één, per compagnie van de depot-bataljons of kaderschool drie en aan het depótescadron twee richtbokken. §17. Yoor exercitiën, het houden van theorieën, alsmede voor het onderzoek naar de gangbaarheid van het sluitmechanisme, worden de volgende hoeveelheden exercitie-patronen No. 1 verstrekt: a. bij de depot-bataljons en het depöt-escadron: 10 stuks per geweer (karabijn) dragende en b. bij de overige compagnieën (infanterie, vestingartillerie, trein) en escadrons: 10 stuks per geweer (karabijn) dragende tot een maximum van 1000 stuks. Bij deze patronen worden de van de schietoefeningen afkomstige patroonhouders gebezigd. § 18. Ten behoeve van de kamerschietoefeningen worden — uitsluitend daarvoor bestemd — verstrekt: per compagnie (infanterie, vesting-artillerie, trein), escadron of detachement 2 geweren (karabijn) M. 95 ') en 4 steunen; per compagnie van een depót-bataljon, per kaderschool (infanterie, vesting-artillerie), aan het depöt-escadron en aan de kader- en korpsschool der cavalerie 4 geweren (karabijnen) M. 95 l) en 8 steunen. ') Hiervoor worden steeds gekozen de bij den troep in gebruik zijnde geweren (karabijnen) M. 95, waarvan de kamers het meest zijn uitgesleten en ingevreten, en welke alsdan door andere geweren (karabijnen) M. 95 worden vervangen. § 19. Transporten worden bewapend met geweren M. 73 met toebehooren en eenig lederwerk, en met complete kapmessen. De autoriteit, die het transport aanwijst, is bevoegd dit slechts voor een gedeelte met het geweer te doen bewapenen. Bij het geweer M. 73 wordt verstrekt: een schroevedraaier No. 2; een vetlapdoos met vetlap, doortrokken met geweervet; een geweerriem tot geweren M. 73; een wisscher No. 2; een patroonzak tot geweren M. 73. Bij gebrek aan geweren M. 73 kunnen ook geweren of karabijnen M. 95 worden verstrekt met eenig toebehooren en de noodige lederwerken. § 20. Het personeel van den administratieven dienst bij de korpsen enz., van den hospitaaldienst en van den topographischen dienst, zoomede de teekenaars der genie en de militaire schrijvers zijn in vredestijd niet gewapend. In oorlogstijd worden de opnemers van den topographischen dienst bewapend, met een revolver waarbij: een schroevedraaier tot revolvers; een vetlapdoos; een gordel No. 1; een holster; een patroonzak tot revolvers en een revolverriem. Deze voorwerpen worden ook op machtiging van den Afdeelings- of Gewestelijk militairen commandant verstrekt aan het personeel van de triangulatie en opnemingsbrigades van den topographischen dienst, als middel tot lijfweer voor de opnemers, die in afgelegen streken werkzaam moeten zijn, of wier bezigheden hen door onveilige streken voeren. Yan deze machtiging, alsmede van die tot inlevering van bedoelde wapening, wordt door genoemde autoriteiten, onder opgave der redenen, onmiddellijk aan het Departement van Oorlog kennis gegeven. Bovenvermelde artikelen worden, bij het optreden tegen een inlandschen vijand, ook aan het hospitaal personeel verstrekt. § 21. De onderofficieren en korporaals behoorende tot het kader van de Militaire Strafgevangenis tevens Huis van detentie en de stokkenknechts bij de militaire provoosthuizen zijn bewapend met de complete Art. sabel. § 22. Yoor het onderhoud der wapenen op de rustkamers worden verstrekt: a. aan korpsen en detachementen bewapend met geweren (karabijnen) M. 95 voor elke rustkamer: drie drijfhamers; drie drijvers No. 1; een mondingbeschermer tot geweren (karabijnen) M. 95. b. voor het onderhoud der vuur- en blanke wapenen, driemaandelijks: Geweervet. Petroleum. In maximum. Per geweer of karabijn 0.078 K.G. 0.015 L. Per kapmes, Art., Cav. of Mar. sabel 0.015 „ 0.003 „ Per revolver 0.015 „ 0.003 „ Vetlappen (1). In maximum. Per 3 stuks geweren of karabijn 4 stuks Per 5 stuks revolvers 6 )) Yoor het onderhoud der lederwerken, drie maandelijks: Smeersel voor lederwerk by de korpsen. Vaseline. Voor het lederwerk van een geweer in maximum. of Mar. karabijn dragende . . . 0.048 K.G. 0.0375 K.G. Idem van een Cav. of Art. karabijn dragende 0.033 „ 0.0255 „ Idem van een revolver dragende . 0.042 „ 0.033 „ Idem van een sabel- of kapmes- dragende die geen vuurwapen heeft 0.024 „ 0.0195 „ (1) Zijn lappen vervaardigd van flanellen stoffen l en b 0.15 M. Voor gedeelten van vetlappen worden geheele verstrekt. Comp. Adm. 12 Yoor de berekening der hoeveelheden der bovengenoemde ingrediënten — die elke drie maanden kosteloos worden ontvangen — dient als maatstaf de gemiddelde sterkte aan wapening op de rustkamers gedurende het afgeloopen kwartaal. § 22a. Voor het onderhoud der schermgereedschappen worden driemaandelijks kosteloos verstrekt. Geweervet. Vaseline. In maximum. per borstbekleeding - *.G. «.02 K.O. per schermdegen » om" per schermgeweer No. 1. . • • °-02 » • " per schermgeweer No. 2. . . • 0.02 „ per schermsabel °-01 » o 02 " per schermmanchet » ' " Voor de berekening der hoeveelheden van bovengenoemde ingrediënten — die elke drie maanden worden ontvangen — dient als maatstaf de gemi delde sterkte aan elk der genoemde gereedschappen gedurende het afgeloopen kwartaal. Si 22b. Yoor het onderhoud van wapenen en ledergoed e velde worden kosteloos verstrekt en bij den bagagetrein medegevoerd: Geweervet. "Vaseline. per Compie Infanterie 6 blikken v. 5 K.G. 5 blikken v. 5 K.G. n n Genietroepen 2 „ „ 5 » 5 » " " n Vesting-Artie 4 „ „ 5 „ 5 „ „ 5 „ „ Trein 2 „ „ 5 „ 5 „ „ 5 » „ Eskadron 4 „ „ 5 „ 5 „ " " Batterij 2 „ „ 5 „ 5 „ ,, 5 „ De blikken van 5 K.G., die elk 10 blikken van 0.5 K.G. bevatten, worden in het bivak (de hoofdpost) opgeborgen, terwijl aan kleine detachementen naar gelang van omstandigheden 1, 2 of 3 blikken van 0 5 K.G. worden medegegeven. De hoeveelheden in den staat vermeld worden voldoende geacht voor den tijd van 3 maanden. De wijze van medevoering wordt bepaald door de Commandanten der hiervoren bedoelde detachementen. § 23. Yoor het bruineeren en vernissen bij de korpsen wordt telkenmale verstrekt: a. aan de Infanterie, Artillerie, Cavalerie en den Trein: per geweer (karabijn) 0.1 L. bruineervocht, 0.02 L. schellakvernis No. 1 en 0.04 K.G. staaldraad d. 0.0003; per stalen scheede tot kapmessen 0.05 L. bruineervocht en 0.028 K.G-. van vermeld staaldraad, zullende dit staaldraad echter niet worden verstrekt, wanneer het bruineeren of wel overbruineeren van de scheeden gelijktijdig met het overbruineeren van de geweren plaats vindt. b. aan de Genietroepen: per revolver 0.05 L. bruineervocht, 0.001 L. schellakvernis No. 1 en 0.02 K.G. staaldraad d. 0.0003; per stalen scheede tot kapmessen 0.05 L. bruineervocht, en 0.028 K.G. van vermeld staaldraad, zullende echter slechts de helft van dit staaldraad worden verstrekt, wanneer het bruineeren of wel overbruineeren van de scheeden gelijktijdig met het overbruineeren van de revolvers plaats vindt. § 24. Ten einde troepenafdeelingen, tot het Leger behoorende, in de gelegenheid te stellen, voor het geval zij zonder geweermaker te velde trekken, enkele defecten aan de wapening desnoods zelf te herstellen, alleen door verwisseling van het defecte onderdeel, zal bij de verschillende hierna te noemen troepenafdeelingen ten allen tijde een reserve aan verwisselstukken tot wapenen voor de korpsen van het Leger, en slag- en blaasinstrumenten met toebehooren in bruikleen aanwezig zijn. § 25. Tot welke hoeveelheden vorenbedoelde artikelen uit de Garnizoens wapenmagazijnen in bruikleen worden verstrekt en door wie zij bij het uitrukken worden medegevoerd, blijkt uit de hierna volgende opgave. OPGAVE van de reserve aan verwisselstukken tot wapenen voor de korpsen van bet Leger, en slag- en blaasinstrumenten met toebehooren, welke steeds bij de verschillende troepenafdeelingen aanwezig behoort te zijn. Infanterie per: Cavalerie per: T. r. TT A ,, , -KT n compagnie detache- BENAMING behoorende det. garn. det. garn. ment DER tot de veld- infanterie infanterie vela- sterk bataljons 75 of minder minstens ARTIKELEN. 0f meer man dan 75 man eskadron. 50 kara- garnizoens- sterk. sterk. b\indra- infanterie. genden. Artillerie per: Genie per: Veld- of bergbatter\j. ged. sectie bergartillerie. Vestingcompagnie of detachement. Compagnie genietroepen. det. van meer dan 75 man genietroepen. Trein per TOELICH- Com" TINGEN. pagnie. ^ I 2. I 3. I 4 I 5. I 6. | 7. ] 8. 9. | 10. 11. 12. 13. 11. 15.116.117.118. | 19. 120.121. | 22. Afsluiters tot gew. en kar. M. 95 4 — — 2— 1— 4— 1 2 1 Patroontrekkers tot gew. en _ , _i ___2----l - afsluiter tot kar. M. 95 (a). 4 ^ j _8 — 2 — — — 4— — — — 2— geweren en Pinnen, Stuitnok- . .... 8 i _4 _l ___2 — — — — 1— karabijnen Schroeven, Uitwerper- (a) . . 4 — — 2— 1— * 1 a _ _ _ M Qfi Stuitnokken tot gew. M. 95. .4— — 2— 1— . Stuitnokken tot kar. M. 95.. — — — — — — * j Uitwerpers (a) 4 - - 2 - 1 * _ J ___2 — — 1 — (ft) Hieronder Veeren, Haanpal-. . .... 4 - - 2 - 1 _ * _ J ___2----l- begrepen die Veeren, Houderhaak- ••• • , _4_i 2 11— 26 4 — 6 vermeld in § 2 Veeren, Slag. tot revolvers. . - - 1 - 1 - 1_ L 1 i - - - - 2 - hiervoor. Veeren, Stuitnok- 8 — — 4 — J ö * _____ __ Veeren, Vizier- tot gew. M.954 — — 2 — 1 1 Veeren. Vizier- tot kar. M. 95. — — — — — — _ _ _ __i __ Moeren tot tromspanschroeven. — 2 — — 1 — 1 Mondstukken tot hoorns (trom- - 0 1 o i q « 9 petten) -2 1 - 1 - \ - * "LlLllill I- Tromspanschroeven — 2— — 1— l— i__ Tromvellen, Slag- — 2(6) — — 1—1— 1__ Trnmvftllfln. Snaar- — 2(6) — — 1 — 1 — Mede te voeren door den: | Sectie-commandant. I Tamboer. I Hoornblazer. I Sectie commandant. I Tamboer of hoornbl. I Sectie-commandant, f Tamboer of hoornb-. [ Sectie-commandant. I Trompetter. | Sectie-commandant, t Trompetter. \ Trompetter, f Trompetter. [' Sergeant of korporaal. Hoornblazer. | Tamboer. ; Hoornblazer. 1 Tamboer of hoornbl. I Sergeant of korporaal, i Trompetter. § 26. De hiervoren genoemde artikelen worden te velde door het personeel, genoemd in de onderste rubriek, medegevoerd in den veld- of poetszak. De ijzeren of stalen voorwerpen moeten steeds in een met geweervet doortrokken papier gewikkeld zijn. § 27. Op posten, waar geen garnizoens-wapenmagazijn is gevestigd, en die in oorlogstijd bezet blijven, wordt, teneinde de defecte wapenen, slag- en blaasinstrumenten, in geval van verbreking van de gemeenschap met het geweermakersatelier te kunnen herstellen, een voorraad van verwisselstukken tot wapenen voor de Korpsen van het Leger en slag- en blaasinstrumenten met toebehooren opgelegd, berekend volgens den hieronder volgenden staat. BENAMING DER ARTIKELEN. Aantal per: Compagnie Infanterie. Detachement 75 of meer geweerd radenden sterk. Detachement minder dan 75 geweerdragenden sterk. Compagnie of detachement VestingArtillerie. 1 j 2 ] 8 ] i | 5 Aanbrengers 4 2 1 4 Afsluiters tot geweren en karabijnen M. 95 . . . 4 2 1 4 Bajonetten No. 1 4 2 1 — Bajonetten No. 4 — — — 4 Geleiders tot geweren M. 95 4 2 1 Geleiders tot karabijnen M. 95 — — — 4 Haanpallen 8 4 2 8 Hanen tot geweren en karabijnen M. 95 8 4 2 8 Moeren, Slagpin- tot geweren M. 95 8 4 2 8 Ontlaadstokken tot geweren M. 95 8 4 2 Patroontrekkers tot geweren en karabijnen M. 95 8 4 2 8 Pinnen, Stuitnok- 16 8 4 16 Schroeven, Bodem- en houderhaak 8 4 2 8 Schroeven, Band- 8 4 2 8 Schroeven, Kruis- tot geweren en karabijnen M. 95 8 4 2 8 Schroeven, Magazijn- ..• 8 4 2 8 Schroeven, Uitwerper- 8 4 2 8 Slagpinnen tot geweren en karabijnen M. 95 . . 8 4 2 8 BENAMING DER ARTIKELEN. Aantal per: Compagnie Infanterie. Detachement 75 of meer geweerdragenden sterk. Detachement minder dan 75 geweerdragenden sterk. Compagnie of detachement VestingArtillerie. ~ l I 2 I 3 I 4 1 6 Sluitnokken tot geweren M. 95 8 4 - g Sluitnokken tot karabijnen M. 95 — — ^ Trekkernokken 8 * R 4 2 o Uitwerpers ° g Yeeren, Aanbrenger- "Veeren, Band tot geweren M. 95 8 4 2 g Veeren, Haanpaal- 8 * Yeeren, Houderhaak 8 4 Yeeren, Slag- tot geweren en karabijnen M. 95 . 8 4 i » Yeeren, Stuitnok 1« 8 J ^ Yeeren, Yizier- tot geweren M. 95 8 4 Yeeren, Vizier- tot karabijnen M. 95 — — ~~ Yizierkorrels tot geweren M. 95 8 4 ^ g Yizierkorrels tot karabijnen M. 95 — — ~~ Kettingen tot hoorns 4 2 _ Moeren tot tromspanschroeven (') 4 2 4 Mondstukken tot hoorns 4 2 § 28. Bij de berekening van het aantal aan de Post-Commandanten op hun aanvragen door de officieren van wapening in bruikleen te verstrekken, in de vorige § genoemde artikelen, zal als basis worden aangenomen de sterkte der in oorlogstijd voor de verdediging op de post uitgetrokken bezetting, terwijl voor het mobiel gedeelte de verwisselstukken enz. in § 25 aangegeven, afzonderlijk worden opgelegd. Is de bezetting bestemd om, naar gelang van omstandigheden den post te verdedigen, of daarbuiten mobiel op te treden, dan wordt de uitrusting volgens § 27 verminderd met die volgens § 25. (') Alleen wanneer bij de achterblijvende bezetting één of meer tamboers zijn ingedeeld. § 29. Aan de batterijen en de zelfstandige sectiën bergartillerie zal voor de pionierafdeeling eene hoeveelheid kapmessen met st. scheeden en schoenen, en ter bevestiging aan de voertuigen en affuiten eene hoeveelheid kapmessen met st. scheeden worden verstrekt, zooals door den chef van het Wapen der Artillerie is of zal worden vastgesteld. YI. Kleeding en uitrusting. § 34. Bij het tarief No. 24 zijn vermeld de voorwerpen, waaruit de kleeding en uitrusting bestaat; de militairen aan wie zij worden verstrekt; de tijdstippen waarop — of de gevallen waarin — daarop aanspraak bestaat, alsmede wanneer, en voor welke voorwerpen, geldswaarde kan worden ontvangen. § 35. Adjudanten-onderofficier ontvangen, in stede van kleeding en uitrusting, eene vaste toelage, waarvan de bedragen, en de rechten en aanspraken daarop, mede bij bovenvermeld tarief zijn aangegeven. Naar Nederland vertrekkende, ontvangen zij desverkiezende daarop een voorschot over een tijdvak van tien dagen. Dit voorschot wordt tegelijk met.het voorschot op de scheepssoldij bedoeld bij § 7, zonder korting uitbetaald. § 36. Militairen, die boven hetgeen hun van landswege wordt verstrekt, behoefte hebben aan een of meerdere voorwerpen van kleeding en uitrusting, ontvangen die voorwerpen op rekening, en wordt de geldswaarde van hunne soldij gekort. § 37. Militairen, die geen recht hebben op kleeding en uitrusting, kunnen uit 's lands voorraad ontvangen hetgeen zij noodig hebben, tegen korting der geldswaarden van hunne inkomsten. § 38. De geldswaarde der kleeding- en uitrustingstukken is aangegeven bij de vigeerende prijslijst. § 39. De herstellingen aan kleeding en uitrusting geschieden door de zorg der bezitters en voor hunne ïekening, hiervan zijn uitgezonderd de herstellingen aan kleedingkisten met sleutel, tirailleurfluiten, veldflesschen met riem of schoen en veldzakken, indien de gebreken zijn ontstaan buiten schuld van den bezitter, in welk geval de herstellingen voor rekening van den lande geschieden. Yoor het onderhoud en de herstelling, alsmede, voor zooveel daarin niet van landswege wordt voorzien, voor de vernieuwing, — van kleeding voor de pupillen bij de korpsen, wordt door de vaders of pleegvaders zorg gedragen. Moet de vader in de vernieuwing voorzien en komt hij daarin te kort, dan geschiedt de verstrekking ten zijnen laste. § 40. De kleeding, — vervaardigd volgens vaste afmetingen, in zooveel tailles als het Departement van Oorlog noodig oordeelt, — wordt zoodanig verstrekt, dat ieder man passende kleeding ontvangt. Aan militairen van buitengewonen lichaamsbouw, wordt zoo noodig, op maat vervaardigde kleeding uitgereikt. Gearresteerd bij G-ouvernements besluit van 25 Juli 1898 No. 6 (Staatsblad No. 221) met latere bepalingen bijgewerkt, uitgegeven bjj Algemeene Order 1908 No. 19. Bijgewerkt t/m Algemeene Order 1907 No. 93. Tarief No. 24. SAMENSTELLING DER KLEEDING EN UITRUSTING VERSTREKKINGEN DAARVAN ALSMEDE INDEMNITEITEN YOOR KLEEDING, ENZ. A. Kleeding en Uitrusting voor militairen beneden den graad van Adjudai te^ero:fficier, zoomede voor dwangarbeiders en koelies, toegevoegd of bestemd Am f O TTTAV/1OT1 fAAn>nTT/\n»i1 4-mAOH " veld„ wiu ""Auou uuDgcvucgu nttii uiwf . —? caj^cuiliü ui up cx-uursiu. § 1. (1) Dg verstrekkingen van klAAdinp* p.n nit.mQt.incy rroo/^Viicirlnn 1$ „ ^ ~ "O uuuiijjjj - Q«D , O 1IV/U A-i-L^J. XJOi -Lil IUXU VCXl beneden den graad van Adjudant-Ofld# 0H(qCler' het genot zijn van soldij. (2) De gewone verstrekkingen vindpn nlanta ala Qan^ofi-oTrpn ^Staanrio tohnl l'ttr. . ^^tïl Pm i n r> vnM V. V«n'nwv.r. 4 ' -£■ 1 i j _ n vH4iu6 vaii "^u meina in uiu tciiitii uepaaiue, aneen aan militairen BENAMING DER ARTIKELEN. Eenheid. Eerste V E R N I ® uitrusting. — — Op 1 Februari. Op 1 Ju0 bereden (ai _ ,. ___ Europ., Afrik, onbereden (a) en Amb. bereden (a) Inlanders. onbereden (a) bered6n (ffi> Europ., Afrik, onbereden (a) en -A-nib. bereden (a) — Inlanders. onbereden (a) bereden (a) „ . , v ' Europ., Afrik. onbereden (a) en , Vjerodcn. (a) \ \ \ TT\A utiAÜTQ Artikelen, eens of meermalen per jaar als vernieuwing verstrekt wordende: Attila's met daarbij behoorende knoo- „ pen (&) Stuks 1111 1(2) 1 (Z) 1(2) 1(2) ■- Boezeroens o o ,1 ^ » — & & — — 11 — — •" Chevrons en onderscheidingsteekenen voor langdurigen dienst, voor stellen scherpschutters en richters 1ste 0f stuks klasse, zoomede voor werklieden (d) TTenz; (c) 3 3 3 3 l(e) l(e) l(e) l(e) Hemden, witte stuks 2 2 l 1 _ _ 1 1 - Jassen, sergen met daarbij behoorende knoopen (6) , 1 1 1 l l(s) l(S) i(S) 1(2) — - ' Kwartiermutsen b 11 lil 111 ' Ligmatjes ^ x j i Onderbroeken, katoenen , 2 2 2 — 1 1 1— ' Onderscheidingsteekenen voor meesters op alle wapens en op één ' wapen (ij) „ 22221 1 1 i —■ ' Pantalons, blauw katoenen (ƒ).... „ — 2 — 2 — 1 — i__-^' Pantalons, sergen a _ i j j i _ _ Rijbroeken, blauw katoenen (ƒ)... „ 2 2 1 1 --- '' Rijbroeken, sergen b 1 — 1—-l_ i___^' —J N G. °P i , I Op 1 October. bereden (a, ) Euron AfrI onbereden (a) / en -Amb. 1 bereden (a) / Inlanders. onbereden (a) 1 bereden (a> Europ, Afrik, onbereden (a) en Amb' bereden (a) Inlanders. onbereden (a) TOELICHTINGEN. (a) De kleeding en uitrusting voor beredenen wordt verstrekt aan alle militairen, behoorende tot het wapen der cavalerie en verder van de artillerie aan : le. het Europeesch en Inlandsche kader van de veld- en bergartillerie, met ^ ' uitzondering van de Europeesche korporaals-meesterwerklieden, behoorende tot den Staf der veld- en Dergbatterijen op Java en van de — — — — — hoefsmeden bij die batterijen: """" 1 1 2e. de trompetters en élève-trompetter (beide categorieën Europeanen): A — — — — 3e. de stukryders (Inlanders): 4e. De Europeesche kanonniers, leerlingen van de kaderschool der velden bergartillerie; De overigen worden als onbereden militairen gekleed en uitgerust. 2' Ü, ®lke attila of sergen jas voor de militairen beneden den graad van onderofficier van het wapen der cavalerie wordt eene passant van serge versrreKt. . ïïGt aantal en de soort, uitmakende een stel der bij elke attila of sergen ^ ^ — — — — — Jas behoorende knoopen, zijn aangegeven in de prijslijst van artikelen, bil -— t de militaire Administratie in gebruik, beheer of bewaring. 1 1 1^1 ^ee1n gegradueerden, de infanteristen le klasse, de cavaleristen \ le klasse, kanonniers le klasse, stukrijders le klasse, geniesoldaten le klasse, ontvangen chevrons. ^ """"" ' — — — — Jhierbedoelde onderscheidingsteekenen worden alleen uitgereikt aan 1 ^ — de tot het dragen daarvan gerechtigden. 1 ! gegradueerden van het korps stafmuzikanten ontvangen in stede van l 1 1 chevrons, galon, namelijk: sergeant-majoors, één meter, sergeanten en kor- 1 1 poraals 0,5 meter voor elke eenheid van verstrekking. — — — — — (d) De gegradueerden ontvangen stéllen chevrons van twee stuks ; overigens is ook voor de onderscheidingsteekenen, de eenheid een stuk. (e) Bestemd voor de attila of sergen jas. Zie voorts de toelichting l. ^ (/"» Bij elke dezer pantalons of rijbroeken bovendien een gesp. —- (9) Alleen voor de met zijdgeweer bewapende onderofficieren bij troepen — — — — — te voet — die van het korps stafmuzikanten uitgezonderd. — (h) Alleen voor de met zijdgeweer bewapende korporaals bij troepen te v — voet — die van het korps stafmuzikanten uitgezonderd — de Europeesche 1 korporaals meester-werklieden, behoorende tot den staf der veld- en berg- batterijen, zoomede voor de gereëngageerde Inlandsche ongegradueerden der ^ ~~ 1 — — — bergartillerie, na zes jaren dienst bij de artillerie op dit distinctief recht- hebbende (zie § 5 (5) en § 6 van dit tarief). — — (O Alleen voor onderofficieren. Zie voorts de toelichting s. BENAMING DER ARTIKELEN. Eenheid. Eerste V E R N I ® L uitrusting. j Op 1 Februari. Op 1 bereden W Europ., Afrik, onbereden (a) en -^-mbbereden (a) Inlanders. onbereden (a) bereden W Europ., Afrik, onbereden (a) en Ambbereden (a) Inlanders. onbereden (a) bereden W Europ., Afrik. I onbereden (a) en Amb- \ bereden \ \ \ Sabelkwasten voor onbereden onderofficieren (g) stuks 2 2 2 2 — — — _ Sabelkwasten voor korporaals (h) . . „ 2222 — — — — — — '• Sarongs _ j j _ — '• Schoenen, gewone paren — 2 — — _ 1 _ _ _ 1 — '■ Schoenen, ry- n 2 — 2 1 1 — 1 —- Schouderpassanten (i) t i i i i j j 2 1 —- Sokken , 2 2 2 — (k) (k) - > Souspieds s 8 — 3 — 1 — 1 — 1 — 1 Souspiedsknoopen _ dozijn 2 — 2 ^ 1 Sporen paren 2 — 2 — — — — Artikelen, om de twee jaren als vernieuwing verstrekt wordende: Borsttressen stellen 1 1 1 1 — — Chevrons en onderscheidingsteekenen voor langdurigen dienst, voor stellen of scherpschutters en richters, zoo- stuljs 1 mede voor werklieden enz. (t) . . ^ — — _ _ ^ Eetketeltjes, gewone (p). ...... stuks 1 1 1 1— ^ Idem, voor Cavalerie (q). ... „ 1 — 1 ^ ' Haarkammen n 1 1 1 j _ 3 Sabelkwasten voor bereden onderofficieren (r) 1 — 1 _ — 1 Schoenborstels B 1 1 1 1 __ Schouderpassanten (s) paren 1 1 l'l — — — — _ _ ' Artikelen, om de drie jaren als vernieuwing verstrekt wordende: Helmhoeden, zonder garnituur.... stuks 1 1 1 1 _ — _ _ Spreien j , 1 1 x 1 _ _ --r —j— ^u^ustus. Op 1 October. I bereden (a) Europ.f Afri. /onbereden (a) / en Amb. bereden (a) / Inlanders. onbereden (a) bered6n M Europ., Afrik, onbereden (a> en Amb' bereden (a) Inlanders. onbereden (a) TOELICHTINGEN. 'III 1 (k) Op 1 Februari ontvangen alleen de Europeesche militairen vernieuwing 1 , van sokken en wel 1 paar. 1 . A 1 — — — (l) Alleen voor de sub c bedoelde militairen. * 1 1 De leden van het korps stafmuzikanten ontvangen ook voor de kapotjas ^ 1 — — — op 1 Augustus om da twee jaren instede van chevrons de sub c vermelde 1 j hoeveelheid galon. (m) Zie de toelichting d. —- — 1 — — (n) Bestemd voor de kapotjas. Zie voorts de toelichting e. "Wordt in het - geval bedoeld sub m hieronder of om eenige andere reden geene kapotjas ^ A — — — verstrekt, dan blijft ook de daarby behoorende vernieuwing van chevrons i (c. q. galon) en onderscheidingsteekenen achterwege en vindt deze verstrek- 1 i king eerst plaats bij latere uitreiking van de kapotjas. -■ — — — — — (o) Yoor de Europeesche, Afrikaansche en Amboineesche onderofficieren — 1 wordt het eetketeltje eerst na zes jaren vernieuwd. /• ^ 2» — — Worden niet verstrekt aan de militairen der cavalerie, de Europeesche 1 /8 onderofficieren, trompetters en stukrijders van de bespanningen der bereden — i artillerie, het korps stafmuzikanten en aan de stokkenknechts. A — — — — (q) Alleen aan de militairen der cavalerie en de Europeesche onderofficieren, trompetters en stukryders van de bespanningen der bereden artillerie. (r) Alleen voor onderofficieren bij troepen te paard, de Inlandsche onderofficieren der veld- en bergartillerie uitgezonderd, •j (s) Alleen voor korporaals en minderen. Zie voorts de toelichting i. I - (t) Een stel garnituur voor helmhoeden bestaat uit: 1 puntversiering, i 1 1 dekplaat, 1 sluitdop, 2 leeuwenkoppen, 1 zonplaat, 1 cocarde (van zijde voor onderofficieren en van zink voor militairen beneden dien graad)'en 2 stormbanden waarvan 1 tot versiering. Deze voorwerpen worden alleen dan voor 'sLands rekening vernieuwd, wanneer zij buiten schuld van den bezitter onbruikbaar zijn geworden. (ty\ ■., (u) Worden, ook bij eventueele verandering van positie van den militair, , *'n) 1/ \ , niet verstrekt aan hen wiens tijd van dienst binnen zes maanden eindigt. (O) ï, l(rc) — — — Zie voorts § 10 alinea 8 en § 9 alinea 9. (0x 1 i (i>) Worden niet verstrekt aan de leden van het korps stafmuzikanten J 1 — — en alleen voor 's Lands rekening vernieuwd, wanneer zy buiten schuld van l A — den bezitter onbruikbaar zjjn geworden. 1 i 1 (w) Worden in gewone omstandigheden niet verstrekt aan: A — — — Het personeel van het topographisch bureau, het photographisch atelier, het i lithographisch etablissement en den instrumentmakerswinkel; demeesters- .. werklieden bij korpsen, enz.: de sergeant-majoor-betaalmeesters der genie; 1 A — het personeel van de gewestelijke artillerie-commandementen en dat der 1 i artillerie-magazijnen en werkplaatsen, de artillerie-werklieden bij de batterijen 1 i — — — — gedetacheerd, hiervan uitgezonderd; het personeel behoorende tot den staf A 1 i van het wapen der genie en dat van den hospitaaldienst; de militaire schrij- — — vers; het personeel der stafmuziek, van de militaire strafgevangenis en der provoosthuizen, voorts ook niet aan de onderwijzers bij het korps pupillen en de militairen, die in afwachting van paspoort of gagement in subsistentie z\jn opgenomen. 1 . De militairen, die den gordel boven de attila dragen en de militairen , A 1 van liet wapen der cavalerie ontvangen een veldflesch met schoen, de overigen *■ i 1 — — — — met riem. Vernieuwing van deze voorwerpen, ten laste van den Lande, li heeft alleen dan plaats, wanneer zy buiten schuld van den bezitter onbruik- baar zijn geworden. Zie voorts de §§ 2 en 3 van dit tarief. BENAMING DER ARTIKELEN. Eenheid. Eerste V E R N I $ \ uitrusting. ; Op 1 Februari. Op 1 ^ a bereden (a) Europ., Afrik, onbereden (a) en Amb. bereden (a) Inlanders. onbereden (a) bereden Europ., Afrik, onbereden (a) en Amt' bereden (a) — Inlanders. onbereden (a) bereden W Europ., Afrik, onbereden (o) en Amb' \ bereden (,a) \ y \ Artikelen, om de vier jaren ais vernieuwing verstrekt wordende: Kapotjassen («) ( voor berede™n . . stuks 1 - l - ; l voor onberedenen . „ 1_1_ _ —• Artikelen, om de zes jaren als vernieuwing verstrekt wordende: Kleerborstels stuks 1 1 1 i___ - Schoenborstels b __ _ Artikelen, waarvan geene vernieuwing op vaste tijdstippen wordt verstrekt: Garnituur voor helmhoeden (t). . . . stellen 1 1 1 Kleedingkisten met sleutel (v) ... . stuks 1 l l Tirailleurfluiten («)... „ x i j i _____ _ _ Yeldflesschen met riem of schoen (w). „ 1 l 1 v^Sustus. I Op 1 October. / . , , / en / onboreden (exj / I bereden (a) / J Inlanders. onbereden (a) bereden («) Europ_; Afrik> onbereden (a) en •Amtbereden (a) Inlanders. onbereden (a) TOELICHTINGEN. (x) "Worden verstrekt aan de onderofficieren en korporaals der infanterie, cavalerie, militaire school en militaire pupillenschool met uitzondering van: a. fajj de infanterie: de stafschrijvers, staftamboers, stafhoornblazers en meesters-werklieden; b. by de cavalerie: 1 den staff'ourier en staftrompetter, de korporaals-hoefsmeden en zadel- \ makers en de meesters-werklieden. •— 1 De tirailleurfluiten worden alleen dan voor 's Lands rekening ver¬ nieuwd, wanneer zy buiten schuld van den bezitter onbruikbaar zyn geworden. (y) De hierbedoelde onderscheidingsteekenen worden alleen uitgereikt, aan tot het dragen daarvan gerechtigden. (s) Verstrekt wordt één van beide, öf één attila öf één sergen jas. 1 i i N \ " Bijzondere verstrekkingen aan militairen. § 2. (1) Yoorts heeft nog verstrekking plaats: a. van een paar slobkousen, in bruikleen, aan de van schoenen voorziene militairen van zoodanige troepen of troepengedeelten als daartoe door den Commandant van het Leger en Chef van het Departement van Oorlog in Nederlandsch-Indië worden aangewezen; b. van twee flanellen buikbanden aan militairen, voor wie het gebruik van deze artikelen door den behandelenden officier van gezondheid noodzakelijk wordt geacht; c. van twee paar gewone schoenen aan onbereden Inlandsche militairen, voor wie het dragen van schoeisel wegens voetgebreken noodig is; d. bij verpleging op voet van oorlog (te velde of op expeditie): 1© van eene sabelkwast aan de onderofficieren en korporaals die alsdan met zijdgeweer worden bewapend; 2e van een paar slobkousen (voor schoendragenden) eene veldflesch met riem of schoen en een brood- of veldzak, alles in bruikleen, aan de militairen aan wie deze artikelen in gewone omstandigheden niet worden verstrekt; 3e van een wollen deken, in bruikleen, wanneer zulks door den commandant der troepen op voet van oorlog noodig wordt geacht; e. van een degen met degengordel1), compleet, voor meesters op alle wapenen aan niet met de lange sabel bewapende meesters op alle wapenen; f. van een degen met degengordel compleet, voor stafmuzikanten 1), aan den hulpkapelmeester, indien deze den graad van sergeant-majoor bekleedt, de stafmuzikanten en de élève-stafmuzikanten. (2) De hierboven sub d 2 en 3 vermelde verstrekkingen kunnen op machtiging van den Commandant van het Leger en Chef van het Departement van Oorlog in Bederlandsch- ') Noot v/h D. v. O. Deze verstrekking geschiedt „in bruikleen* Indië ook plaats vinden aan de aldaar bedoelde personen, deelnemende aan eene militaire excursie en de veldflesch met riem of schoen aan de militairen van het hospitaalpersoneel, deelnemende aan militaire patrouilles en manoeuvres, terwijl de brood- of veldzak mede in gebruik kan worden gegeven aan door laatstgenoemde autoriteit aan te wijzen troepen in garnizoen of op marsch. (3) De noodzakelijkheid der verstrekking van de sub b, alinea 1, bedoelde buikbanden behoeft alleen te velde of op expeditie niet door een geneeskundig certificaat gestaafd te worden. Vernieuwing van deze voorwerpen vindt naar behoefte plaats. Yoor de verstrekking van de sub c dier alinea bedoelde schoenen is steeds, dus ook bij elke volgende verstrekking aan denzelfden persoon, de overlegging van een certificaat van den behandelenden officier van gezondheid vereischt. Na de eerste verstrekking van twee paren mag telkens niet meer dan één paar als suppletie worden uitgereikt en niet dan nadat een tijdvak van minstens zes maanden sedert de laatstvoorgaande verstrekking verstreken is, terwijl, wanneer na genezing der voetgebreken van den betrokkene, later om gelijke redenen opnieuw verstrekking van schoenen aan denzelfden persoon noodig is, alleen dan weder eerste verstrekking van twee paren mag plaats hebben, indien sedert de laatste verstrekking minstens een jaar is verloopen. Yan de sub d 1 bedoelde sabelkwast wordt, zoolang de verpleging op voet van oorlog duurt, de vernieuwing op gelijken voet geregeld als voor de overige met zijdgeweer bewapende militairen is bepaald. Bijzondere verstrekkingen aan dwangarbeiders en koelies van den trein. § 3. (1) Aan dwangarbeiders en koelies, toegevoegd of bestemd om te worden toegevoegd aan troepen te velde, op expeditie of excursie kunnen op last of machtiging van den Commandant van het Leger en Chef van het Departement van Oorlog in Nederlandsch-Indië worden verstrekt: Comp. Adm. 13 a. een ligmatje, een sprei, 1 in eigendom. een toedoeng of dergelijk hoofddeksel; b. een eetketeltje, ppii vfildflesch met riem, Vanrnss met scheede en aordel, 1 in bruikleen. -— — - w » een brood- of veldzak, en een wollen deken. (2) De wollen deken wordt alleen verstrekt, wanneer zij, op grond van § 2 ook aan de Inlandsche militairen wordt uitgereikt. (3) De vernieuwingen van het ligmatje en de sprei vinden plaats op gelijken voet als voor de militairen. Het hoofddeksel wordt naar behoefte vernieuwd. (4) Bovendien worden door de zorg van het Departement van Oorlog aan de in deze paragraaf bedoelde dwangarbeiders nog verstrekt op 1 Januari en op 1 Juli van elk jaar telkens een stel gevangeniskleeding, bestaande uit een hoofddoek, een baadje, een broek en een sarong. Vervaardiging van chevrons en bevestiging van deze en van andere onder scheiding steekenen op de kleeding stukken. § 4. (1) Ter vervaardiging van de in § 1 vermelde chevrons voor de attila, de sergen jas of de kapotjas worden van Landswege per stuk verstrekt de navolgende hoeveelheden galon: 0.78 Meter voor sergeant-majoors, opperwachtmeesters en korporaals, 0.38 Meter voor sergeanten, wachtmeesters, infanteristen le klasse, cavaleristen l6 klasse, kanonniers le klasse, stukrijders le klasse en geniesoldaten le klasse. 0.42 Meter voor fouriers en stafschrijvers van dien graad. (2) De vervaardiging en de bevestiging op de kleedingstukken van deze onderscheidingsteekenen en de bevestiging van die voor langdurigen dienst, voor scherpschutters {respectievelijk richters 1© klasse der artillerie), zoomede voor werklieden enz. en van het galondistinctief der stafmuzikanten geschieden voor rekening van den Lande tegen een door den Commandant van het Leger en Chef van het Departement van Oorlog in Nederlanclsch-Indië vast te stellen tarief. (3) De kosten van het voor de chevrons benoodigde uitmonsteringlaken moeten in het confectieloon begrepen zijn. Aanspraken op het onderscheiding steeken voor langdurigen dienst; aanspraken op de sabelkwast voor gereëngageerde Inlandsche ongegradueerden der bergartillerie. § 5. (1) Voor de berekening van den diensttijd, rechtgevende op het onderscheidingsteeken voor langdurigen dienst geldt het navolgende. (2) De diensttijd wordt steeds enkel in rekening gebracht en telt ongeacht den leeftijd van en met den dag van indiensttreden. (3) Als diensttijd komt niet in aanmerking de tijd gedurende welken de man gestraft is geweest met militaire detentie of gewone gevangenisstraf, beide voor langer dan eene maand, dan wel met militaire gevangenisstraf en evenmin de tijd doorgebracht in de 2e klasse van militaire discipline of bij het strafdetachement. (4) De aanspraak, door vorigen dienst verkregen gaat verloren door pasporteering, door desertie, alsmede bij degradatie en bij definitieve afvoering als vermiste, tenzij zulks voor gedeserteerde of vermist geweest zijnde militairen wegens bizondere omstandigheden door den GouverneurC-eneraal anders mocht worden bepaald, wordende in dit laatste geval alleen de tijd, gedurende welke de militair afwezjg is geweest, niet als diensttijd berekend. (5) De in deze § bedoelde onderscheidingsteekenen en de sabelkwast voor gereëngageerde Inlandsche ongegradueerden der bergartillerie na zes jaren dienst bij de artillerie worden slechts uitgereikt wanneer de man na volbrenging van den gevorderden tijd nog minstens 2 jaren moet dienen, of — indien dit niet het geval is — zoodra hij zijne verbintenis bij het Leger met minstens 2 jaren zal hebben verlengd. Stilstand, van verstrekkingen van onderscheidingsteekenen enz. van militairen in de 2« klasse van militaire discipline en bij het straf detachement. § 6. De in de § 5 vermelde onderscheidingsteekenen en sabelkwasten, zoomede de chevrons, de onderscheidingsteekenen voor scherpschutters (resp. richters ie klasse der artillerie) en voor werklieden (enz.) worden niet verstrekt aan militairen geplaatst in de 2e klasse van militaire discipline of ingelijfd bij het strafdetachement. Verstrekking van eerste uitrusting, bij indiensttreden in Indië. § 7. (1) Eerste uitrusting wordt alleen uitgereikt bij indiensttreding in Indië. (2) Inlandsche militairen, voor de eerste maal indiensttredende, ontvangen van de hun toekomende eerste uitrusting echter voorloopig slechts een sergen jas (met daarbij behoorende knoopen), een boezeroen, eene ltwartiermuts, eene blauwe katoenen pantalon (c. q. eene blauw katoenen rijbroek), een haarkam, eene sarong, een eetketeltje, een ligmatje en eene sprei. (3) Het overige wordt eerst uitgereikt na aankomst bij het korps waarbij die militairen zijn ingedeeld. Verstrekking van eerste uitrusting bij aankomst uit Nederland of van elders buiten de kolonw. § 8. (1) Ten opzichte van uit Nederland of van elders buiten de kolonie aankomende militairen, rechthebbende op de gewone verstrekkingen van kleeding enz. wordt gehandeld als volgt: (2) Van de hun vroeger verstrekte voorwerpen, welke in Indië slechts om de twee of meer jaren worden vernieuwd, wordt door den betrokken afdeelings- of gewestelijken mili- tairen-commandant in billijkheid bepaald op welk tijdstip daarvoor aanspraak op vernieuwing zal worden verkregen en in verband daarmede de datum van laatste verstrekking vastgesteld. (3) Van de overige tot de Indische uitrusting behoorende artikelen ontvangen zij zoodanige hoeveelheden als, naar het oordeel van den vorenbedoelden commandant, noodig zijn om die uitrusting met eene nieuwe gelijk te stellen, waarbij niet alleen rekening moet worden gehouden met het aantal, doch tevens met den toestand der goederen, terwijl ook gelet zal moeten worden op den tijd, die nog tot den eerstvolgenden vernieuwingsdatum verloopen moet. (4) Zoo noodig kunnen, naar het oordeel van evenbedoelde autoriteiten, enkele kleedingstukken van die militairen voor 's Lands rekening vermaakt of gerepareerd worden. (5) Wanneer echter de vroeger uitgereikte artikelen door toedoen of onachtzaamheid van de bezitters geheel of ten deele verloren gegaan of defect geworden zijn, komen de kosten der nieuwe verstrekking of der herstelling voor rekening van den schuldige. (6) De vroeger verstrekte artikelen, welke niet tot eene Inlandsche uitrusting behooren, en daarbij niet gebruikt kunnen worden, moeten worden ingeleverd. Verstrekking van eerste uitrusting aan de Afrikaansche, Amboineesche en Inlandsche pupillen, bij het Leger ingedeeld wordende. § 8a. (1) Ten opzichte van de verstrekking van eerste uitrusting aan de bij het leger ingedeeld wordende Afrikaansche, Amboineesche en Inlandsche pupillen bij de korpsen van het leger wordt gehandeld als volgt: (2) Yan de hun vroeger verstrekte voorwerpen, welke slechts om de twee of meer jaren worden vernieuwd, wordt door den betrokken korpscommandant in billijkheid bepaald, op welk tijdstip daarvoor aanspraak op vernieuwing zal worden verkregen en in verband daarmede de datum van laatste verstrekking vastgesteld. Overigens ontvangen zij de volledige eerste uitrusting als voor hun landaard bij § 1 is bepaald. Verstrekkingen bij verandering van positie, bij rechtverkrijging op onderscheidingsteekenen, enz. § 9. (1) Wanneer militairen in het genot van soldij, van maandelijksch tractement, of voor memorie gevoerd wordende, van positie veranderen, dan wel recht verkrijgen op het dragen van eenig in § 1 vermeld onderscheidingsteeken (c. q. van een ander onderscheidingsteeken of van een onderscheidingsteeken van een andere kleur of grondstof), ontvangen zij — mits in hunne nieuwe positie of bij de toekenning van zoodanig (c. c[. ander) onderscheidingsteeken in de termen vallende voor ontvangst van kleeding enz. van landswege en voorts met inachtneming van het verder in deze § bepaalde l) — eene eerste uitrusting van de artikelen, die zij in hunne nieuwe positie noodig hebben, of van de hun toegekende onderscheidingsteekenen. Yan de artikelen welke in de vorige positie reeds tot de uniform of de uitrusting behoorden en in de nieuwe positie in gebruik blijven, doch waarvan als eerste uitrusting een grooter aantal wordt verstrekt dan vroeger, wordt alleen het meerdere uitgereikt. (la) Eerste uitrusting van onderscheidingsteekenen voor scherpschutter en voor richter 1© klasse wordt uitsluitend verstrekt bij eerste aanstelling. Bij weder aanstelling als zoodanig na terugstelling tot gewoon schutter of tot richter 2e klasse, vindt verstrekking plaats van de onderscheidingsteekenen, die de belanghebbende als vernieuwing zou hebben ontvangen, wanneer hij niet ware teruggesteld geworden, doch tot geen grooter aantal dan voor een eerste uitrusting is bepaald. (2) Verstrekking van gewone schoenen heeft niet plaats aan militairen, die van de positie van beredenen overgaan ') Zie voorts de toelichting u der tabel in § 1. tot de onberedenen, en in het omgekeerd geval worden rijschoenen alleen verstrekt aan de Inlanders, voor zoover zij nog niet in het bezit zijn van schoenen ingevolge een deswege afgegeven geneeskundig certificaat. Evenmin vindt verstrekking plaats van een eetketeltje aan manschappen, die van de cavalerie overgaan bij een ander wapen of dienstvak, terwijl ook de verstrekking van nieuwe attila's, sergenjassen, kwartiermutsen, sergenpantalons en chevrons achterwege blijft, wanneer deze artikelen, door verandering van de uitmonstering of voor zooveel nog de attila's of sergenjassen betreft, door verwisseling, vermeerdering of vermindering van het aantal knoopen voor de nieuwe positie gewijzigd kunnen worden. (3) Deze wijziging, met bijlevering van het benoodigde geschiedt alsdan voor rekening van den lande, doch voor eiken militair worden niet meer dan 3 attila's of sergenjassen, 2 kwartiermutsen, 2 sergenpantalons en 4 stellen of stuks van de diverse chevrons veranderd. (4) Bij elke attila of sergenjas hiervoren bedoeld, wordt zoo noodig een sergenpassant verstrekt. (5) Nieuwe chevrons worden ook niet uitgereikt, bij terugstelling van sergeant-majoors en opperwachtmeesters tot sergeant of wachtmeester en ook niet bij benoeming van fouriers tot sergeant, indien het metaal der nieuwe chevrons gelijk is aan dat van de vorige positie. In de bedoelde gevallen worden de chevrons voor rekening van den lande vermaakt en c. q. verplaatst. (6) In gelijken zin wordt gehandeld ten opzichte van een hulpkapelmeester of stafmuzikant van de 1° klasse met graad van sergeant-majoor bij terugstelling tot stafmuzikant met graad van sergeant. (7) Verstrekking van nieuwe blauw katoenen en sergenrijbroeken heeft wel plaats bij overgang van onberedenen tot de positie van bereden militair, doch in het omgekeerd geval worden de sergen en blauw katoenen rijbroeken als pantalons gebezigd en wordt dus c. q. alleen de uitmonstering verwisseld. (8) Wanneer op den helmhoed ornamenten van ander metaal noodig zijn, dan worden deze verwisseld. (9) De militairen die overgaan bij eene der Artilleriekaderscholen of als élève-trompetter en uit dien hoofde van uniform veranderen, ontvangen alsdan geene andere kapotjas. (10) Élèves van deze kaderscholen, die binnen zes maanden na hunne opkomst bij zoodanige inrichting daarvan verwijderd worden wegens gebrek aan ijver, wegens wangedrag dan wel op eigen verzoek, behooren de kosten te vergoeden, verbonden geweest aan de verandering hunner uniform bij plaatsing op die inrichting. (11) De inlijving bij het strafdetachement en de terugkeer van daar in de gelederen hebben geenerlei verstrekking van kleeding en uitrusting of wijziging daarvan ten gevolge. Aanspraken op de ontvangst van vernieuwing. § 10. (1) Vernieuwing competeert, behoudens het hieronder volgende en met inachtneming van het bepaalde in § 13, den op de gewone verstrekkingen van kleeding en uitrusting rechthebbenden militairen, — op de in de tabel van § 1 aangegeven tijdstippen van en met den dag na dien, waarop eerste uitrusting aankomtx) — dan wel voor militairen op maandelijksch tractement, of voor memorie gevoerd wordende, van af den dag, waarop zij weder in het genot treden van soldij — tot en met den dag vóór dien waarop hun diensttijd eindigt, zij afgekeurd worden voor den militairen dienst of om eenige andere reden voor paspoort of gagement (c. q. naar Nederland) in aanmerking komen, dan wel waarop zij door positieverandering het recht op de voorwerpen verloren hebben. (2) De op vermelde tijdstippen met binnenlandsch verlof (al of niet met behoud van soldij) afwezige militairen ontvangen, tenzij alsdan in de termen vallende van het bepaalde in de tweede alinea van § 11, vernieuwing bij terugkeer. ') Zie ook § 12. (3) Bij ontslag uit een hospitaal of gezondheids-etablissement ontvangen de militairen, althans indien zij door het bepaalde in de eerste alinea dezer § hun recht daarop niet verloren hebben, slechts één vernieuwing van alle artikelen, welke hun intusschen zouden zijn uitgereikt, indien zij niet in de voormelde inrichtingen waren verpleegd geweest. (4) Vindt het ontslag uit een hospitaal of uit een gezondheids-etablissement op een der in § 1 aangegeven vernieuwingsdata plaats, dan wordt van de alsdan verstrekt wordende artikelen, c. q. bovendien nog ééne vorige achterstallige vernieuwing uitgereikt, doch niet van de voorwerpen, die om de twee of meer jaren worden vernieuwd. (5) De verpleegden in een veldhospitaal of ambulance (c. q. een zieken- of hospitaalschip) blijven hunne aanspraken op de ontvangst van vernieuwing van kleeding en uitrusting op de in § 1 aangeduide tijdstippen behouden. (6) Gedetineerden in de provoosthuizen en militairen in preventief arrest of preventieve hechtenis voor den militairen of burgerlijken rechter, ontvangen gedurende hunne detentie, het arrest of de hechtenis de gewone vernieuwingen, behalve die van helmhoeden (compleet), kapotjassen (met de c. q. daarbij behoorende chevrons en onderscheidingsteekenen), borsttressen, schouderpassanten, sabelkwasten, sporen souspieds en souspiedsknoopen. Deze artikelen zullen alsnog worden verstrekt, indien zij na hun ontslag uit het provoosthuis, het arrest of de hechtenis rechtstreeks in de gelederen terugkeeren, tenzij het recht op de ontvangst van vernieuwing alsdan vervallen mocht zijn door het bepaalde in de le alinea dezer § *). (7) In gelijken zin als in de voorgaande alinea is bepaald en met inachtneming van het voorgeschrevene in § 6, wordt gehandeld ten opzichte van de ingelijfden bij het strafdetachement. Deze militairen ontvangen overigens de vernieuwing van de artikelen voor het wapen of dienstvak, waartoe zij vóór hunne inlijving behoorden. ') Zie voorts de toelichting u der tabel in § 1. (8) Militairen, die na voor pasporteering of gageering in aanmerking te zijn gekomen, zich reëngageeren of om andere redenen den dienst in Indië niet verlaten, krijgen alsdan recht op de vernieuwing, welke hun met het oog op hun aanstaand ontslag of vertrek naar Nederland intusschen niet werd uitgereikt, terwijl ingeval van reëngagement ook nog eene kapotjas *) wordt verstrekt aan hen aan wie dit kleedingstuk als vernieuwing of bij verandering van positie onthouden was, omdat hun diensttijd binnen zes maanden eindigen zou. (9) Vernieuwing van eenig artikel competeert niet wanneer op den daarvoor vastgestelden vernieuwingsdatum de verstrekking reeds om eenige andere reden behoort plaats te vinden. Verstrekkingen bij terugkomst uit eene gevangenis, van desertie of vermissing. § 11. (1) Ten aanzien van militairen, die na het ondergaan van gewone gevangenisstraf in de gelederen terugkeeren en van die, welke bij het Leger terugkomen na veroordeeling tot militaire gevangenisstraf of tot militaire detentie van een jaar of langer, in de militaire strafgevangenis ondergaan, wordt — althans indien zij na terugkeer in de termen vallen voor de gewone verstrekkingen van kleeding en uitrusting — gehandeld in gelijken zin, als in § 8 alinea's 2 t/m 5 ten opzichte van uit Nederland of van elders buiten 's lands aankomende militairen is voorgeschreven, met dien verstande evenwel dat de bevoegdheden in die paragraaf toegekend aan den afdeelings- of gewestelijken militairen commandant, in deze worden uitgeoefend door den commandant van het korps of gedetacheerd korpsgedeelte, waarbij de man terugkeert of wordt ingedeeld. (2) Yan desertie of van vermissing teruggekeerde mili- ') Zie voorts de laatste zinsnede der toelichting w der tabel in § 1, zoomede de 5® alinea van § 5. tairen ontvangen bij hunne terugkomst slechts de hoogst noodige artikelen op rekening. (3) Ten opzichte van gedeserteerde of vermiste en daarna teruggekeerde militairen kan echter door den GouverneurGeneraal in bijzondere gevallen van het in de voorgaande alinea bepaalde worden afgeweken, door hun alsnog het recht op de ontvangst van vernieuwing tengevolge hunner afwezigheid verbeurd, geheel of gedeeltelijk toe te kennen. Tijdstippen waarop de verstrekkingen rekenen te hebben plaats gehad. § 12. (1) Alle verstrekkingen van kleeding en uitrusting van 's landswege rekenen ongeacht de oorzaken welke de uitreiking daarvan hebben vertraagd, met betrekking tot het recht op de eerstvolgende vernieuwing te hebben plaats gehad op den dag dat het recht op de ontvangst van die artikelen is ontstaan of, indien de toekenning van dat recht afhankelijk is van de beschikking van eenige autoriteit (zooals de gevallen bedoeld in de §§ 8 en 11, bij bevordering enz.) op den dag dat die beschikking bekend werd ter plaatse waar belanghebbende zich bevond. (2) Alzoo rekent de verstrekking van eerste uitrusting aan Inlandsche militairen, die voor de eerste maal in dienst komen, te hebben plaats gehad: van de artikelen vermeld in de 2e alinea van § 7 op den dag van indiensttreden, en van de overige aldaar niet genoemde artikelen op den dag van aankomst bij het korps. (3) Yerder rekent, met het oog op volgende vernieuwingen, ten opzichte van de in de §§ 8 en 11, le alinea bedoelde militairen, de verstrekking van de in hun bezit zijnde artikelen, welke niet om de twee of meer jaren worden vernieuwd en waarvan bij aan- of terugkomst geene verstrekking voor rekening van den Lande is geschied, als eerste uitrusting te hebben plaats gevonden op den dag van aankomst in Indië of van wederopneming in de sterkte van het Leger. (4) Ten aanzien der van desertie of van vermissing teruggekeerde militairen, begint, behoudens het bepaalde in de 3© alinea van § 11, het reeht op de ontvangst van volgende vernieuwingen te rekenen vanaf den dag, waarop zij weder in de sterkte van het Leger zijn opgenomen, zoodat de aanspraken uithoofde van vorigen dienst zijn vervallen. Verstrekkingsdatum der artikelen, niet uitgereikt wordende op den datum van vernieuwing. § 13. (1) Wanneer de verstrekking van kleeding- en uitrustingstukken heeft — of, in verband met het bepaalde bij de vorige paragraaf rekent te hebben — plaats gehad op een anderen dan den in § 1 daarvoor vastgestelden vernieuwingsdatum, dan wordt, met betrekking tot het recht op de eerstvolgende vernieuwing van zoodanige voorwerpen, de verstrekking gerekend te zijn geschied: a. van artikelen, welke meer dan eens per jaar worden vernieuwd, en voorts van attila's of sergen jassen (met daarbij behoorende knoopen, sergen passanten, chevrons en andere onderscheidingsteekenen), sergen pantalons of rijbroeken en blauw katoenen pantalons of rijbroeken: op den jongst verloopen vernieuwingsdatum van elk artikel; b. van kwartiermutsen: op 1 Februari te voren, indien de verstrekking heeft, of rekent te hebben plaats gehad in de maanden Februari tot en met Juli, en op 1 Februari daaraanvolgende in de overige gevallen; c. van artikelen welke, met uitzondering van de sub a en b hierboven genoemde, eens per jaar of om de twee of meer jaren worden vernieuwd: op 1 Augustus te voren, indien de verstrekking heeft of rekent te hebben plaats gehad in de maanden Augustus tot en met Januari en op 1 Augustus daaraanvolgende in de overige gevallen. Aanspraken op indemniteit van kleeding. § 14. (1) Bijaldien voorwerpen van kleeding en uitrusting, welke den man als vernieuwing aankomen, niet worden verstrekt, dan wordt instede daarvan aan den rechthebbende uitgekeerd: a. de volle geldswaarde volgens prijslijst indien gebrek aan voorraad of andere geldige redenen, een en ander ter beoordeeling van den Commandant van het Leger en Chef van het Departement van Oorlog in NederlandschIndië de verstrekking beletten. b. het drie vierde gedeelte dier geldswaarde, indien de rechthebbende de uitkeering van indemniteit wenscht en hiertegen van de zijde van den compagnies- of detachements(respectievelijk escadrons- of batterij-) commandant geene bedenkingen bestaan. (2) Is het artikel, waarvan de geldswaarde geheel of gedeeltelijk moet worden uitgekeerd, nog niet in de prijslijst opgenomen, dan wordt de waarde daarvan door den Hoofdintendant der Militaire Administratie aangegeven. (3) Bij de toepassing van punt b dezer paragraaf worden onderdeelen van centen ten voordeele van den man voor elk artikel afzonderlijk voor een geheel berekend. (4) Bij uitkeering van indemniteit voor knoopen, wordt deze berekend naar de waarde van een stel knoopen voor sergen jas. Verstrekking van nieuwe ter vervanging van verloren gegane of bedorven artikelen. § 15. (1). Militairen wier kleeding- en uitrustingstukken bij of tengevolge van eenige dienstverrichting buiten eigen schuld verloren gaan, bederven of wegens besmetting — dan wel gevaar daarvoor — vernietigd worden, ontvangen van Landswege nieuwe voorwerpen daarvoor in de plaats, doch van elk artikel niet meer dan eene eerste uitrusting. (2) Het bepaalde bij § 14 (lö, 2, 3 en 4) is ook op de zooeven bedoelde verstrekkingen van toepassing, tenzij de rechthebbende, op het tijdstip waarop de verstrekking aan hem zou hebben kunnen plaats vinden, reeds uit de sterkte van het Leger mocht zijn afgevoerd, in welk geval het bepaalde in § 14 (la en 2) van toepassing is. B. Kleedinggeld voor Adjudant-Onderofficieren. § 16. (1) De adjudant-onderofficieren — die op maandelijksch tractement en de adjudant-onderofficieren dienstdoend officier echter alleen in de gevallen bedoeld in § 17 — ontvangen instede van kleeding eene indemniteit, welke bedraagt: a. voor beredenen, voor die van den hospitaaldienst en van het korps militaire schrijvers vijftig cents per dag; b. voor de overigen, veertig cents per dag. (2) Dit kleedinggeld wordt genoten op de dagen dat gewone soldij aankomt en bovendien gedurende het verblijf in eene ziekeninrichting of in een gezondheidsetablissement, gedurende een verlof, zoomede gedurende den tijd door belanghebbende als gedetineerde in een provoosthuis of in preventieve hechtenis voor den militairen of burger rechter doorgebracht, wordende in het eerste geval de indemniteit eerst uitbetaald, na het verlaten der ziekeninrichting. (3) Bij overlijden komt dat geld ten voordeele van den boedel. (4) Ook in subsistentie genieten de adjudant-onderofficieren, bedoeld in de le alinea, sub a, het kleedinggeld ad vijftig cents daags. § 17. De adjudant-onderofficieren, dienstdoend officier, en die op maandelijksch tractement, genieten het in de voorgaande paragraaf vermeld kleedinggeld, alleen gedurende den tijd, als gedetineerde in een provoosthuis of in preventieve hechtenis voor den militairen of burger rechter doorgebracht; de eerstbedoelde adjudant-onderofficieren bovendien ook gedurende de dagen dat zij in subsistentie op gewone infanteriesoldij zijn teruggebracht. C. Scheepskleeding aan naar Europa terugkeerende militairen. Gewone verstrekkingen van scheepskleeding aan militairen beneden den graad van adjudant-onderofficier. § 18. (1) Aan naar Europa terugkeerende militairen, beneden den graad van adjudant-onderofficier, worden verstrekt: eene attila met daarbij behoorende knoopen, chevrons en andere onderscheidingsteekenen, een sergen pantalon of dito rijbroek, eene kwartiermuts, twee bonte hemden, een paar schoenen (gewone- of rij-), een baaien onderbroek, een id. borstrok, en een naaizakje, terwijl de kapotjas, in het bezit van den man, voor 's Lands rekening van de noodige voering wordt voorzien. (2) De attila met toebehooren, de pantalon of rijbroek en de kwartiermuts worden echter niet uitgereikt indien — te rekenen van het tijdstip waarop de hiergenoemde artikelen c. q. de sergen jas instede van de attila het laatst zijn of hadden moeten zijn ingericht, — nog geen zes maanden verloopen zijn. (3) Baaien borstrokken en dito onderbroeken worden, tenzij aan zieken en zwakken, niet verstrekt aan militairen ■die Indië per stoomschip verlaten gedurende het tijdvak van en met 16 April tot 1 Augustus. Met de gewone mailgelegenheden reizende wordt de vertrekdag van het schip van Batavia als de datum van vertrek uit NederlandschIndië beschouwd. (4) De noodzakelijkheid der verstrekking van baaien onderkleeding aan zieke en zwakke militairen moet door een geneeskundig certificaat gestaafd worden. (5) Uitkeering van indemniteit voor de in de le alinea dezer paragraaf genoemde artikelen kan eventueel plaats vinden op den voet van het bepaalde bij § 14, behalve voor de baaien onderkleeding, welke gedurende het daarvoor vastgesteld tijdvak en in het geval bedoeld in de vorige alinea steeds moet worden uitgereikt. Regeling betreffende de naar Europa terugkeerende adjudant-onderofficieren. § 19. (1) De naar Europa terugkeerende adjudant-onderofficieren, met uitzondering van hen die maandelijksch tractement behouden, blijven gedurende de reis in het genot van het in § 16 bedoeld kleedinggeld. Aan alle adjudantonderofficieren wordt vóór hun vertrek bovendien de waarde van eene kapotjas onberedenen uitgekeerd. D. Algemeene bepalingen. Inlevering en onderhoud van sommige artikelen. § 20. (1) De voorwerpen van kleeding en uitrusting, welke niet in bruikleen worden verstrekt, blijven, eenmaal verstrekt, het eigendom van den man, behoudens dat: de degen met degengordel, compleet, voor meesters op alle wapenen en die voor stafmuzikanten, de kleedingkist met sleutel, de tirailleurfluit en de veldflesch met riem of schoen moeten worden ingeleverd. a. bij overlijden; b. bij het verlaten van den dienst, en c. bij overgang naar eenige categorie van militairen, aan wie die voorwerpen niet worden verstrekt. Europeesche militairen, met paspoort of gagement het Leger verlatende, mogen echter de kleedingkist met sleutel behouden. (2) De in bruikleen verstrekte artikelen worden onderhouden, verwisseld en ingeleverd op den voet van het bij het Leger in gebruik zijnd materieel, bedoeld bij de zesde afdeeling IYe hoofdstuk der regelen voor het beheer van het materieel bij het Departement van Oorlog (Staatsblad 1882, N°. 161). E. Bepalingen van tjjdelijken aard. jBijzondere bepalingen betreffende het korps Marechaussee. § 21. Yoor de militairen, behoorende tot het korps maréchaussee in Groot-Atjeh blijven voorloopig van kracht de bepalingen omtrent de kleeding, opgenomen in het reglement van dat korps. Tijdelijke verstrekking van buiten gebruik gestelde artikelen tot opruiming van den voorraad. § 22. (1) Zoolang de voorraad strekt wordt, in stede van een kleedingkist met sleutel, een kleedingtasch met hangslot en sleutel uitgereikt, ten opzichte waarvan dezelfde bepalingen omtrent verstrekking, onderhoud, verwisseling en inlevering van toepassing zijn. § 23. (1) De veldransel blijft voorloopig in gebruik. De verstrekkingen daarvan geschieden aan de onbereden militairen, met uitzondering van die vermeld in de toelichting w. der tabel in § 1 en van de leerlingen der militaire school. De vernieuwing vindt plaats naar gelang van behoefte en alleen dan voor 's Lands rekening, indien de onbruikbaarheid buiten schuld van den bezitter is ontstaan. (2) In de gevallen, voorzien bij § 2, alinea ld en alinea 2, kan ook aan de aldaar bedoelde militairen (beredenen uitgezonderd) een veldransel in bruikleen worden verstrekt. (3) Inlevering vindt plaats in de gevallen vermeld sub a, b en c alinea 2 van § 20, terwijl op de in bruikleen verstrekte veldransels de 4e alinea dier paragraaf van toepassing is. § 24. (1) De herstellingen aan helmhoeden (compleet) blijven voorloopig op den bestaanden voet ten laste van den Lande geschieden, voor zoover de defecten buiten schuld van den eigenaar van dat hoofddeksel zijn ontstaan. Betreffende de kleeding van het leger in Ned.-Indië is bij K. B. van 8 December 1909 het navolgende bepaald: Art. 1 bepaalt, dat, instede van den kurken helmhoed met toebehooren, zal worden gedragen: a. door de hoofd- en subalterne officieren en de adjudantonderofficieren een bamboehoed volgens een door den commandant van het leger vast te stellen model, dan wel de pet, bedoeld bij artikel 4, § 1 van het K. B. van 22 December 1904 No. 25; in groote tenue de pet Comp. Adm. 14 voorzien van een pluim overeenkomende met het voor hun ranggenooten van de infanterie van het Nederlandsche leger voorgeschreven model, met dien verstande: 1°. dat de kleur van het metaal van de tulp, waarin de pluim is gevat, overeenkomt met die der overige metaaldeelen van de pet; 2°. dat door de officieren en de adjudanten-onderofficier van het wapen der artillerie een pluim wordt gedragen van zwarte afhangende haneveeren; b. door de militairen beneden den rang van adjudantonderofficier een bamboehoed, volgens een door den commandant van het leger vast te stellen model, dan wel een pet; in groote tenue de pet voorzien van een pluim, een en ander overeenkomende met het voor hun ranggenooten van de infanterie van het Nederlandsche leger voorgeschreven model, met dien verstande: 1°. dat de klep van de pet zal zijn van het model, dat voor de officieren is vastgesteld, de bal met donkerblauw serge bekleed en met laken van de uitmonsteringkleur gebiesd; 2°. dat de kleur der metaaldeelen van de pet overeenkomt met die der knoopen van de attila; 3°. dat door de militairen van de cavalerie en van de militaire administratie om de pet van onderen een koord van wit kemelgaren en, voor wat de onderofficieren betreft op de pet een kokarde van oranjesaai met 5 rijen witte koordsaai wordt gedragen; 4°. dat door de militairen van de artillerie en der genie wordt gedragen de staande pluim van zwart paardehaar, de peer omvlochten met oranje-saai; 5°. dat door het personeel der stafmuziek, de pluim wordt gedragen van witte struisveeren, lang 8 c.M. in een tulp van geel metaal. Bij art. 2 wordt aan de officieren vergund om ter vervanging van den kurken helmhoed, desverkiezende den bamboehoed te dragen van het, voor de overige officieren vastgestelde model. De bamboehoed wordt niet gedragen in Europa. De hiervoren omschreven veranderingen zullen geleidelijk worden ingevoerd; met dien verstande, dat uiterlijk tot 1 Januari 1912 gelegenheid wordt gelaten om de kleeding in overeenstemming te brengen met de gegeven voorschriften, terwijl voor zooveel de militairen beneden den rang van adjudanten-onderofficier aangaat, de uitreiking van de nieuwmodel kleedingstukken zich regelt naar den voorraad die in de magazijnen is opgelegd. In Nederland door den Minister van Koloniën, in Ned.-Indië door den commandant van het leger en chef van het Departement van Oorlog, in bijzondere gevallen op daartoe schriftelijk in te dienen gemotiveerd verzoek van den belanghebbende, kan worden vergund aan adjudanten-onderofficier en aan militairen van hoogeren rang, om gedurende zekeren, bij de vergunning te bepalen termijn na 1 Januari 1912 den kurken helmhoed te blijven dragen. Overigens dragen zij de voor hoofd- en subalterne officieren der infanterie van het leger in Ned.-Indië voorgeschreven (model)uniform. KLEEDING EN UITRUSTING '). OPGAVE der troepen of troepengedeelten, waarvan de schoenendragende militairen een paar slobkousen in bruikleen kunnen ontvangen. Wapens, Diensten en Onderdeelen, Korpsen enz. Toelichtingen. Inrichtingen. Generale Staf. Typografische dienst: schevere, de M?.t de Triangulatie- \ werklieden en de de Opnemings- J brigades. betStmcTs"teraj0dw de Opleidings- I ^tb^u/enVe?-11 Infanterie. Het korps Maréchaussee, (a) strekt. De Véld-Bataljons, (a) rourief^de !££ De Depöt-Bataljons. (a) werklieden worden , , , , geen slobkousen De kaderschoien. vlrstrekt. De Garnizoens-Bataljons (a) (met uitzon- ^ de gtaf_ dering van het Subsistentenkader te fouriers en de Mrs. .... werklieden, behoo- Amboina). rende tot den staf- De Garnizoens-compagnieën. gr. Veld- en Berg- Het strafdetachement. worden geen slobkousen verstrekt. Cavalerie. De Staf. (b) (d) aan de staf- De Veldeskadrons. schrijvers, de in- Het detachement te Makasser. instmrteurTder'kT derschool en de Mrs. Artillerie. Artillerietroepen. werklieden worden De Veld- en Bergbatterjjen op Java. (c) vfrst?ekt°bk0USen De Vestingartillerie op Java. (g) by het dee]. De Artillerie der buitenbezittingen. nemen aan manoeuvres,velddienstoefe- Genie. Genietroepen. T d.M 0 01 Reparatie kleine 0 02 Schoenen vooi' Mie men voor Pantalons en Overtrekken voor / blikken veldflesschen. veldflesschen. Rijbroeken, sergen. veldüesschen, aluminium. j / Bedrag AARD der HERSTELLINGEN. eftê TOELICHTINGEN. herstel- ling. Drukknoop met inzetten, nieuwe OOI5 rukknoopsluiting met aanzetten 0 03 Per knoop geheel. Kleine reparatie 0 02 Koord, nieuwe 0 01 Motgaatjes stoppen 0 01 Per gat. Naad overnaaien per d.M 0 02 euw belegstuk aan de binnenzijde 0 15 » „ per d.M 0 05 assant lederen, nieuwe 0 036 » „ vastnaaien 0 02 Vllt, per ■/> d.Ma. nieuw 0 10 ®and vernauwen 0 15 Motgaatjes stoppen 0 01 Per gat. Üpen verkorten (pantalons) 0 10 Per pijp. » „ (rijbroeken) 0 17 Per pijp. rekkers verplaatsen 0 05 itmonsteren, opnieuw 0 20 |^esP aanzetten 0 02 ^esP • • 1 . 0 03 Passant J nieuwe. 0Q3fi » vastnaaien 002 iem lasschen 0 04 geneden sluitriem (verticale) > 0 12E 0vensluitriem met gesp J nieuwe. 0 125 „ zonder „ / 0115 Hieronder begrepen, gesp __ aanzetten. , vastnaaien 0 02 ~ esp aanzetten 0 02 Us geheel vernieuwen 0 16 vastnaaien 0 04 rïdensluitriem (horizontale) nieuwe. 0 11 .p i, „ vastnaaien 0 02 assant, nieuwe 0 025 assant, vastnaaien 0 01 reparatie, kleine 0 02 Slobkousen, onberedenen. Schoenen voor aluminium veldflesschen. Bedrag AARD der HERSTELLINGEN. elke TOELICHTING®1*' herstel- ^ ^ Benedensluitriem (verticale) met lus, nieuwe ... 0 17 Bovensluitriem nieuwe met bijlevering van klinknagels 0 20 ,, Bovensluitriem gedeeltelijk vernieuwen 0 11 Lassohen boven dek115 bcmtjes. Klinknagels, nieuwe OOI5 { ^tendeX^oV f Knop, nieuwe 012 ( Met inbegrip van i ^ \ nagels en i klinkoog Lus met draagriem, nieuwe, met bijlevering van klinknagel 0 20 Lus, nieuwe, aan den draagriem, met bylevering van klinknagels 0 135 Middensluitriem (horizontale) nieuwe, met bijlevering van klinknagels en knop 0 23 Naad vastnaaien 0 01 Reparatie, kleine 0 02 Belegstuk, nieuw van onderen 0 22 „ van onderen geheel vastnaaien .... 0 04 „ gedeeltelijk vastnaaien 0 02 „ nieuw op den voornaad 0 10 „ op den voornaad geheel vastnaaien . . 0 05 „ gedeeltelijk vastnaaien 0 02 „ nieuw aan de binnenzijde 0 10 „ aan de binnenzijde geheel vastnaaien . 0 05 „ gedeeltelijk vastnaaien 0 02 Gesp vastnaaien 0 02 „ nieuw 0 03 Linnen blank geverfd, een halve dMs 0 04 Lus voor knoop, nieuwe 0 02B „ „ „ vastnaaien 0 02 Naad overnaaien, een dM 0 02 Passant, nieuwe 0 035 Reparatie, kleine 001 Sluitriem van boven, geheel compleet. | 0 25 „ aan den bovensluitriem . . . } nieuwe. 0 075 „ op zijde | 0 07' „ van boven geheel vastnaaien 0 06 „ van boven gedeeltelijk vastnaaien ... 0 03 „ op zyde vastnaaien 0 02 Souspied, nieuwe 0 15 Per stuk. „ vastnaaien. . 0 02 Stoot voor den gesp, compleet nieuwe 0 085 » „ „ „ zonder gesp, nieuwe .... 0075 ij „ „ „ vastnaaien 0 02 Bedrag AARD der HERSTELLINGEN. elke TOELICHTINGEN. herstel- ■v. ling. | cj Kuitbelegsel, nieuw .0 50 § g „ geheel vastnaaien 0)0 „ gedeeltelijk vastnaaien 0 05 „ vastnaaien per d.M 0 02 Overigens als bij slobkousen onberedenen. Binnenschot van blank linnen, ongeverfd, nieuw. 0 42 Boordsel, overnaaien, per dM • 0 03 „ per dM 0 11 Buitenzak van geverfd blank linnen . . 0 31 Gesp aan den stoot voor pak-, sluit- of draagriem nieuwe. 0 05 laitatieleder per dMa 0 05 Linnen blank geverfd per dMa 0 065 „ „ ongeverfd per dM2. ... 0 055 Naad overnaaien per dM 0 03 Passant voor een stoot aan een draagriem of korten riem 0 04 Passant met belegstuk van onderen . . nieuwe. 0 10 <5 n op de klep 0 065 3 „ voor de pakriem 0 04 ^ Reparatie, kleine 0 02 Sluitoor 0 23 Sluitriem 0 13 Schoenriem 0 09 Stoot met passant voor den schoenriem zonder gesp . 012 Stoot met passant voor den schoenriem nieuwe. met gesp 0 lo Stoot met passant voor den pak- of sluitriem zonder gesp 0 14 Stoot met passant voor den pak- of sluitriem met gesp 0 17 Overnaaien van haak, oog of passant 0 01 „ „ een stoot 0 02 „ „ pak-, sluit- of schoenriem .... 002 „ de draagriem of de riem met haak en gesp 0 02 VII. Kazerneering, huisraad, fournituren, stalgereedschap enz. §41. De soort en het aantal der voorwerpen van kazerneering, huisraad, fournituren, stalbehoeften en dergelijke, welke bij de compagnieën, detachementen enz. in gebruik worden verstrekt, worden door den commandant van het leger vastgesteld. Zij blijven het eigendom van den lande, worden voor zooveel zij zich daartoe eigenen, als rijksmerk, voorzien van de letter K en van landswege onderhouden en vernieuwd. § 42. Voorwerpen, welke niet meer bruikbaar, dan wel defect zijn, worden tegen bekwame verwisseld; voor voorwerpen, die in het ongereede geraken, worden andere verstrekt. § 43. Indien eenig voorwerp onbruikbaar wordt of verloren gaat door schuld of onachtzaamheid van gebruikers of bewaarders, wordt de waarde daarvan door deze vergoed. Het bedrag der op te leggen vergoeding is aangegeven bij de in § 38 bedoelde prijslijst. § 44. Herstelling van defecten, welke door schuld of onachtzaamheid van gebruikers of bewaarders zijn ontstaan, geschiedt eveneens voor hunne rekening. § 45. De slaapfournituren der Europeesche militairen worden minstens eens in de twee maanden gereinigd en van versch stroo voorzien, voor rekening van den lande. Wordt hierin niet van landswege voorzien, dan zorgen de militairen zelf daarvoor, en ontvangen de bij tarief No. 46c, daarvoor bepaalde indemniteit. § 46. Afrikaansche, Amboineesche en Inlandsche militairen zorgen zelf voor het reinigen en vullen hunner hoofdkussens. § 47. De op sommige plaatsen in gebruik zijnde wollen dekens, worden naar behoefte, almede voor 's lands rekening gereinigd. § 48. Het benoodigde ijzerlak tot onderhoud der ijzeren slaapsteden, wordt voor lands rekening aangeschaft en uit de magazijnen verstrekt. OVERZICHT DEE HOEVEELHEDEN FOURNITUREN, KAZERNEERING, STALBEHOEFTEN, ENZ., WELKE AAN DE GARNIZOENEN, COMPAGNIEËN, ESKADRONS, DETACHEMENTEN, ENZ., DE INRICHTINGEN VAN MILITAIR ONDERWIJS, DE MILITAIRE STRAFGEVANGENIS, TEVENS HUIS VAN DETENTIE EN DE PROVOOSTHUIZEN IN GEBRUIK MOGEN WORDEN VERSTREKT. Vastgesteld bij Kabinetsbeschikking van den Commandant van het Leger, dd. 29 November 1899, uitgegeven bij Algemeene Order 1899, No. 99, met latere bepalingen bijgewerkt, uitgegeven bij Algemeene Order 1904, No. 109. Nader bijgewerkt tot en met Algemeene Order 1906, No. 116. A. Aan de garnizoenen, compagnieën, eskadrons, detachern®"4 ^achtn,, „ ^ i ^ öfl> arrestantenkamers en de militaire bakkerij te Tjimahi. Voor elk militair Compagnieën, eskadrons of & i beneden den menten ter sterkte va11' > graad van onder- I luitenant. BENAMING. Eenheid. *2 ! g | ° 9 § I s S 0 2 ö ® r! ö o Ü § lis : s e § - ^ S s®S 9 4» % 1 2 fl-O +3 -+3 O -P!! O g O O o -tJ \ s ö -> w $ ■ h < ~ & s ö g s Jyj~ 1 23456789 I. Fournituren en hospitaalkleeding. Dekens, wollen stuks 1(6) 1(6) ^ , Handdoeken _ , Hangklamboes, kazerne „ 1(6) _ ^ , Hoofdkussens, linnen, „ 1 i _ _ _ _ _ ^ Stroozakken „ l _ __ _ II. Kleeding voor het personeel in de Militaire bakkerij te Tjimahi. Broeken, korte (ff) stuks — — _ _ _ _ _ ^ , Idem, lange (gg) b Handdoeken (hh) _ _ Kielen (iï) ^ _ __ _ _ _ _ _ ^ , Mutsen (iï) ^ _ _ _ _ _ _ Muilen (jj) paar _ _ Yoorschooten, bonte (iï) stuks — — ___ III. Aardewerk. / Bakjes voor tand- en nagelborstel . stuks — — _ _ _ _ ^ / Waschkannen v , Waschkommen B _ _ ___ _ , Zeepbakjes ' -- IV. Blikwerk. J Patroontrommels (c) stuks — — ^ |« ^ ^ " — jjj £| Aantal Paar^n of muil- Wachten. 5 S-5 dieren. S B ^ -— ^ § -8 : ;—; ° I Ij | || | TOELICHTINGEN § I'S § ,3 o0 ó ? sl •• I I -5 EN 0 , 8 ° o £••§ § ® 1 d a o ö 8 | * P I BIJZONDERE BEPALINGEN, jj? S s 8 S S S « s 8„ ^ ü ^ ^ o q o o o o o o th O O p, P- W 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 .___________ | ' (a) De uitgetrokken hoeveelheden zijn berekend op eene sterkte van 40 man; bjj meerdere of min! dere sterkte moeten naar behoefte de hoeveelheden — evenredig worden vermeerderd of verminderd. ^ _ — — — — — — I — — — — (ft) Alleen op de plaatsen, aangegeven op de by ^ 1 dit overzicht behoorende bjjlage No. I en II. v — — — — — j — — — — (c) De soort der te verstrekken patroontrommels . ■— ! : wordt door den plaatselijken (militairen) comman- I dant bepaald. \ ^ -— — — — — — — | — — (d) Twee voor elke compagnie, enz., te velde of <"s- . j op marsch, wordende van de beide kistjes, bestemd — — — — — — — — — voor den kleinen staf van een te velde of op marsch zynd bataljon, een aan den kwartiermeester ten gebruike afgestaan. (e) Waar de localiteit de plaatsing van banken, 1,9 Meter niet gedoogd, worden banken, 1.25 Meter gebezigd; het aantal wordt naar de behoefte geregeld. \ Voor elke stal, waar stalwacht wordt gedaan, worden 2 banken, 1.9 Meter toegestaan. — — — — — — — — — (ƒ) Wordt geregeld naar de behoefte, in verband \ ■— met de localiteit. (g) Voor elke zes man een bank. \ — — — — (h) Alleen voor troepen in garnizoen. _ (ï) Een voor elk garnizoen, waar rijkspaarden ^ — — — — — — — — — zyn; moet zich bevinden op bet bureel van den \ ■— plaatselijken (militairen) commandant. \ * (j) Een voor elke drie arrestanten of minder per \ — — — arrestantenkamer. — ! j (k) Alleen voor de forten, kampementen, enz., — — — i — — : — — — — binnen welke geen latrines zijn. (I) Alleen voor de hoofdwachten en voor die politiewachten, waar men de klok der hoofdwacht niet kan hooren slaan. (m) Een per garnizoen, welke zich op het bureel \ van den plaatselijken (militairen) commandant 1 moet bevinden. ^ , ~~~ — — — — — l — (n) Voor elke stal, waar stalwacht wordt gedaan, ^ A wordt een slaaptafel, gewone met 2 schragen toe- 1 — — — — — 1 — — — gestaan. \ ^ _ (o) Voor de onderofficieren een per man, voor 1 1 zooverre de beschikbare ruimte zulks toelaat. ^ — — — _ 1 — (p) Een per 25 man als maximum of, zoo dit door den Geneeskundigen Dienst wordt noodig geoordeeld, één per 10 man als maximum; een en ander gerekend naar de organieke sterkte der garnizoenen. (g) Drie per compagniesbureau en een per bewoner 1 ■—. van elke door onderofficieren of korporaals be- — — — — — — 1 — woonde kamer. ^ ADM. I K Voor elk militair Compagnieën, eskadrons of beneden den menten ter sterkte van-^y graad van onder- £ luitenant. n* I ê ® & $ j BENAMING. Eenheid. «<£ 'Icéigg^ ° a « a s 0 f § »rs. « E s o « i j fl li N » ® © lO O r*< t g fl « £ r» 10 ^ rH Êï §• Ss? = o O O 5 ^ 5 I '§ê% I o - Z 3 I ^ H ' "S | ' ; L . " Pi ! 2 ,3 i 5 6 j 7 8 9 V. Hout-, vaat- en kuipwerk. Administratiekistje (ri!) stuks — — — — — , I Banken, 1,9 Meter (e) » — — 6 12 18 25 31 ^ / Idem met yzeren staanders ... » — — \ Idem, met rottanvlechtwerk ... „ — — — — — — \ \ Compagnies-papierkisten (h) . . . » — — 1 1 1 1 1 . (f Draagbalies . - - 1 2 2 33^4, Gabakisten zonder staanders. . . * — — — — — — ' Hoogtematen (i) * — — Inodoretoesteilen , — — 1P0 2(fc) 2(fc) 3(Tc) 4(fc) ("■ , Kasten ............. ,j Kastjes, hangklokken „ — — _ — _ — — Knaapjes „ — — — — , Lengtematen (m) ........ „ — — ~~ — — Eijststoomtonnen (cM) „ — — * * * * Slaaptafels gewone met 2 schra- . , 1 voor — gen («) » 2 man (o) Idem, eenmans idem (cc) ... . » — — — — — — ■, ( Stellingen, leksteenen „ — — (p) (P) (P) (P) (-P' i 1 1 n o Q 4 / Idem, watervaten » — — 1 1 " z tn) ■ Stoelen, gewone „ — — ( h OOp, hoofde aanspraak hebben op verstrekking van 1 — ' \J) landswege van een geldkist. 1 ^ ■— Zie omtrent de plaatsing der geldkist de Alge- meene Order 1872, No. 119. , \ ~~ — — — — — — — — l(tl — (v) De hoeveelheden te bepalen door den plaat- selyken (militairen) of den korps-commandant. ^ — — (io) Wordt alleen verstrekt, voor zooveel volgens 1 —■ dit overzicht aanspraak bestaat op de verstrekking ^ j van een geldkist van ƒ5000.—. ' —■ — — — — — — -— — — (x) Worden naar gelang van de behoefte tot een maximum aantal van 5 kookketels (groote, middel- ' ^ ^ soort of kleine) verstrekt, aan compagnieën, eska- ^ — Ivoor Ivoor drons en detachementen en aan onderofilciers- ^ 6 man 2 man menages. ( 1 ~~ — — — — — — — — — — (2/)Daarenbovennogeenvoordrinkwatervoorelke i -— 1 wacht, waarbij arrestantenkamers aanwezig zyn. 1 ' — : — 1 — (a) Een voor elke hoofdwacht, zoomede een voor . 4q ■— | i elke politiewacht of, indien meerdere korpsen ; dezelfde politiewacht hebben, zooveel meer als — — — — — — 2 1 — — noodig is, doch hoogstens voor elk korps één. a — _ . In tijden van epidemische ziekten kunnen zoo ' — — -1 — — — noodig, naar het oordeel van den plaatselijken —- — (militairen) commandant brancardhangmatten ' — j Gwijnfé voor elke wacht beschikbaar worden — — — — — — 1 1 — — gesteld. * —_ | 1 (aa) Voor het brandmerken van het goedgekeurde ' ^ ^ — — — — * — — vee worden 5 verschillende letters ter beschikking 1 12345 (ƒ) van den plaatseltjken (militairen) commandant < — gesteld. — — — — — — — — 1 — (66) Een compleet stel bestaat uit de nummers 0 en 1 tot en met 8. (cc) Een voor iederen niet-Europeeschen onderofficier aan wien geen verstrekking kan plaats ; l hebben overeenkomstig punt 0 hiervoren. . i — Ook aan sommige niet-Europeesche militairen > ' — — beneden den graad van onderofficier, kan, indien il — — _ daartoe naar het oordeel van den compagnies- — (eskadrons- detachements-) commandant bijzon- ! — — — — — — — — — dere redenen bestaan (betere afzondering van de Voor elk militair Compagnieën, eskadrons of beneden den menten ter sterkte van: graad van onder- -^i luitenant. \ . , \ BENAMING-. Eenheid. Jj £ 3 a d § " | I 0 J3 o3 eö ö S ? | a§ . S ONffl ° O »0 O TH ^ { ™ Ö <1> t-i O t—t j & ® ert « ® S O 1 5 rt -t? -te +? o 5 3 o ?! a o o o 5 s <£.Q « 8 43 43 rH £ < ^ Z^^r~* lO «o rH CO O Sy W T-ir^ , — ji, 1 23456789 Geldkisten voor f 5000.— (ee> . . stuks — — — 1(m) 1(m) 1(m) 1 (u) 1(^ , Handboeien met slot stel — — , Hand- en voetboeien met slot .. „ — — — — — — — / Hangsloten, kunst No. 1 stuks — — — — — — — lf* Idem, idem No. 2(ee) . . . „ — — — l(w) l(w) 1(w) l(w) 1(^ } Kookketel (ar) „ — — — — — — — '' | Kribben „ 1 — — — — — — ~~ j Messen, keuken groote „ — — 1 1 1 1 1 2 j Idem idem kleine „ — — — — 1 1 1 ' j Staanders, gabakisten „ — — — — — — — ) Vleeschvorken „ — — 1 1 1 1 1 * (j| Wateremmers „ — — 233 4 4 ^ VII. Diversen. / Hangklokken stuks — — — — — — — [j: Leksteenen „ — — (p) (p) (p) (p) (p) J Potten, zinken, met deksel ... „ — — l(ft) 2(k) 2(k) 3(/c) 4(k) 5('J' y Raderbaren, de Mooy „ — — — — — — — / Vloermatten . — — — — — — — ï Aantal paarden of muil- Wachten. ! |-§ dieren. > © ^ ~ ® borstel stuks — 1 1 ______ palen door "e Waschkannen — 1 — _i_ — — i — — — _ Directeur. Waschkommen _i_ — i — — — !___ — __ Zeepbakjes — l _ _ i _ — _i__ — — — (/') "Voor geldkist. IV. Hout-, vaat- en , , _ ,. kuipwerk' leerlingen tot Banken met ijzeren staan- berging hunn ders . . . stuks 1 6(a) boeken enz. Idem, 1.25 Meter „ i i _ Tn de sf' Draagbalies „ ____ 2______ 6(6) deprvprtrpW11' Inodoretoestellen ," - - 1 _ _ _ l(c) deervertreKIi Kasten „ — — 4 — _ 7 1 — — — — _ — — — (») Ten êe't Kastjes, hangklokken ... „ — — — — _ — — — _i — —• — — _ bruike bij b6' Bjjststoomtonnen, middel- afnemen va11 soort „ — — — — — — 1 — ____ — — examens. biaaptafels, gewone, met t 2 schragen „ _ _____ii__ i _ (j) T0t Stellingen, leksteenen... „ — ____ g merken van „ watervaten. .. „ — — — — — —— — — —— — — — 2 aangekocht® Stoelen, gewone ,, 3 2 — 25 6 — 20 — — — — 1 — — — goederen. B E N A MIN G. Eenheid. Voor het compagnies-bureau. Voor iederen leerling. Voor de leerzalen. Voor de amusementszaal. Voor de bibliotheek. Voor het magazijn van leermiddelen. Voor de eetzaal. Voor de keuken. Voor het lokaal, bestemd voor het geneesk. onderzoek yan zieken. Voor de wacht. Voor de arrestantenkamer. Voor iederen Europeeschen onderofficier. ^ Voor iederen Europeeschen mindere. ® Voor iederen Inlandschen mindere. Tot algemeen gebruik. Toelichtingen en bijzondere bepalingen. N- 1 I 2 I 3 I i 6 6 | 7 I 8 I 9 10 11 12 13 14 [ 15 16 | 17 | 18 3 schragen stuks- 3 1 TT7 - W Een com- ïkante. . . . 2 1 _______lll- pleet stel be- *teiwela. ... — 1 — — - staat uit de 11 " ___ ___ — _ — — — — 2 nummers 0 en 1 V, " tot en met 8. gO"en kope™"k- kièine.;:: stfs zzzzzzz|zzzzzzz §<;rt&- :s&iizzzzzzzz^zzzzz ïïahot . v°etboeien met Öaotir.' • , CkMeh' kunst. No. 2 . stuks 1(0 - » - 5 7T_ — Ca'^-^oote:: ; z«zz::zizzzilz: : " zz:::z:ï:zzzzz- ^toers ... _______ 3 — 1— — — — — • • • . „ Vj n. t, ' "iversen. °j«ke8k Siih6?1 tS»en,zon jj elke drie leerlingen of minder één bank, 'J per klasse. .Jt (g) Bij de Bataljons, waarbij voorbel^jK klassen van aanbevolen militairen zijn, U deze gebruik van het voor de korpsscbo' strekte meubilair, zoo noodig kan dit .»tri alsdan, naar den maatstaf bij dit Overzit gegeven, worden vermeerderd. ALGEMEENE BEPALINGEN. • § 1. De hiervoren vermelde cijfers worden beschouwd als een maximum, alleen het noodige wordt ontvangen en dat in geen geval zonder machtigi'1^,#' den commandant van het leger wordt overschreden, tenzij in de laatste ru anders mocht zijn bepaald. c- Aan de militaire strafgevangenis, tevens Huis van Detentie, zoomede aan de provoosthuizen. E E N A M 1 N G. Voor de militaire strafgevangenis, tevens huis van detentie en de provoosthuizen. Eenheid. Yoor ieder officier of onderluitenant. OCP3 B 3 ^ Europeanen. eg ® Afrikanen, S- s < a S" ® Amboineezen Sgju'g of Inlanders. • 0 B ? Voor elke arrestkamer van militairen beneden den graad van onderluitenant. Voor elk provoosthuis. Voor de militaire strafgevangenis, tevens huis van detentie. Wachten. Onderofficierof korporaal wachtkamer. W acht. Ziekenzaal. In totaal in maximum te verstrekken. Toelichtingen en bijzondere bepalingen. ^^^1 |2!3 4 | 5 6 7 8 9 | 10 11 1 „ E1uipemen»^uUken (o) Wordt naar de 5]e.,, entstukken. behoefte in verband SahT^ögkisten stuks — - — — — — _ _ 338 met het aantal op- ««Ogg' 'wen ...... stuks _ _ _ _ _ 20 20 genomen officieren " en onderluitenants II. p geregeld. PiÖ,re]- en Hos" man een bank. gWC' paar — — - — — — — 16 15 (e) Aneen voor 0°p8fl vs stuks 1— — — - — W Zoover geenlatrines g> » ' hoofdkussens . . „ i — - - ---- - — W aanwezig zijn. '°°2altkenJUSSeilS' • • ■ " 2 T _ _ _ _ — — 150 (ƒ) Een per 25 man » als maximum of zoo > dit door den genees- u UI- Aardewerk kundigen dienst "altw wordt noodig geoor- W)0rstoi00r en nagel- 1 , , deeld, een per 10 ■KasS1 . stuks 1- - - -- — 1 «) man als maximum; •Sascufannen 1 — — _ _ — — 1 (o) een en ander gere- ?atd?*'°öimen. . I — — — — — ~ 5", kend naar de ge- >eePha]?i"'en met deksei . " 1 — — ~ ~ — "7 middelde sterkte JUiV '1(;y . 1 — — — — — 1 W der arrestanten. 4oPies " 66 , , J s 17 — — (g) Alleen voor de Europeesche onder- 5 IV- Blikwerk. officieren. ï>??stoeU 1 1 (W Dit aantal kan oonlp!? stuks — — — ~ ~ Z 1 frt — 1 200 nood'g' in ver- drommels „ — — — ( - band met het aan¬ tal opgenomen offi- V c, . eieren en onderlui- , " "lasw®rl<- tenants verhoogd *'5KS« z z - - 7 15 5 — BENAMING. Eenheid. Yoor de militaire strafgevangenis, tevens huis van detentie en de provoosthuizen. Voor ieder officier of onderluitenant. O crq Ö g , Europeanen. ® Is&gfTS Afrikanen, S- g*< ^tj' w Amboineezen Sp © O'S? of Inlanders. ® P £ ® Y oor elke arrestkamer van militairen beneden den graad van onderluitenant. Yoor elk provoosthuis. Yoor de militaire strafgevangenis, tevens huis van detentie. "Wacl ^13 c3 lal Ë O tï P 8^ ® S*1 S? O o £ M Wacht. | Ziekenzaal. In totaal in maximum te verstrekken. Toelichting011 en bijzondere bepaling611' 1 2 8 4|B|6|7|8|9 10 | 11 | 12 ' VI. Hout-, Vaat- en Kuipwerk. ^ Banken 1.9 Meter stuks — — — — (d) — — — 80 (£) De hoe'^ ,, met ijzeren staan- den te bepa' ders „ - - - - - - (cl) - (a) den plaatse^ 1.25 Meter .... — — — — — — — — 2 militairen co u> „ 1.— „ .... „ — — — — — — — — 100 dant. J Draagbalies . .". „ — — — — 2 — — — 24 ("ii T)e soort J.rf Inodorestellen „ 1 - - 1 (e) — — — — 10 (ft) n£W beboefte Kasten „ 1 — — — — — — 1 W ree-ald ,e Kastjes, hangklokken... „ —■ — — — — _ 1 — 1 'Tjn in^t Knaapjes. „ I - - - - - - - («) («Worden»^ Rijststoomtonnen „ — — — — 1 — — — 2 zulks naar n ^ Schutsels „ 1 - - - - - - - (o) deel van den KjS Slaaptafels, gewone, met 2 . vnm. ivoor „„ selyken ml» schragen........ „ - - 1™°* - - - «man" 60 comxriandaxit ^ Slaaptafels, eenmans, met dig is, in taj g# 2 schragen ....... „ — - — _ — — — — 6 epidemische ge- Stellingen leksteenen... „ — — — — (f) — 1 — 1® ten beschik u „ watervaten. . . „ — — — — 2 — 1 - » steld. ,J Stoelen, gewone „ 2 1 (g) — — — 1 — — 27 (ft) ~ Een coiöP j „ luiaard „ 1 — - — — — —■ — («) gtei bestaat «U»' Tafelbladen mets schragen — - - - - - - M nummers 0 «B ^Stl^t::::: i - - - = - - i ^ > I ëar§!s * « I W o te m| Q°£ [ 2 | 3 | 4 | 5 | 6 7 8 | 9 | 10 | U 12 ^merT.: st?s ziziizizS ^ Diversen. stuks — — — ^ (k\ Z 1-1 &C?D!M°oy; ; ; ;; Z Z 3 _ $ - i -19 l0e,tnattenen'met compositie, hoog _ ■, S'SU O.O39 Meter . . . stel - — — - — koperen of van 8» compositie, hoog _ — 1 ^ „?'013 Meter ... „ — — ~ stjal hoog 0.007 i Meter...... - — — — — — — — .algemeene bepalingen. 1)0 in de 10e rubriek aangegeven cijfers worden beschouwd als maxima, waarvan aUeen het noodige wordt ontvangen in verband met de bestaande localitext en dat in geen geval zonder machtiging van den Commandant van het Leger wordt 0verschreden, tenzij in de laatste rubriek anders mocht zijn bepaald. 1)6 verstrekking van fournituren en kazerneering aan het kader van de Militaire Strafgevangenis geschiedt op gelijken voet als in afdeeling A van dit Overzicht v°or de overige militairen van het Leger is bepaald; de aan brood te verstrekken ^veelheden zijn begrepen onder de in de 10e rubriek vermelde maxima. Bijlage No. I. STAAT aangevende de plaatsen, alwaar aan de militairen wollen dekens worden verstrekt. apdeeling en gewest. plaatsen. aanmerkingen. Batoe Djadiar (kampement). (<*) Alleen aan de Euro, . peesche militairen Kepahiang. ^ van den Artillerie- Ie Militaire Afdeeling op Java. Padalarang (remonte depót). constructiewinkel. Telok-Betong. ' (6) Kunnen worden ver- Tiimahi strekt op machti¬ ging van het ge- Babakan (kampement). westelijk militair BanioeBiroe. commando, op de ,, , plaatsen waar z ulks gelang. ^oor ^en g0west6. •2e Militaire Afdeeling op Java. Oenarang. lijken Eerstaanwe- Pelantoengan. zenden officier van Salatiga. gezondheid noodza- „T.,, T kelijk wordt geacht. Willem I. (c) Alleen aan de Euro- | Malang. Peesche raüitairen' 3e Militaire Afdeeling op Java. j Soerabaja (a) Gouvernement van Atjeh en Alle garnizoenen en posOnderhoorigheden .... ten (b). Port de Koek. , m t Kaioetanam. Sumatras Westkust .... Padang Pandjang. Taroetoeng. | Bandar. Palembang j Lahat (c). ' Tebing Tinggi (c). . . „ | Koewala Simpang (&). Sumatras Oostkust j Medan (&) Zuider- en Oosterafdeeling van l Bandjermasin (&). Borneo I Moearah Teweh. Amboina en Ternate .... Banda. Bijlage No. II. STAAT aangevende de plaatsen, waar hangklamboes kazernes kunnen worden verstrekt aan allen in Kazernes gehuisveste Europeesche mindere militairen, voor zoover deze daartoe den wensch te kennen geven. AFDEELING en GEWEST. PLAATSEN. AANMERKINGEN. Semarang. Tjilatjap. 2e Militaire Afdeeling op Java. > Babakan. 1 Willem I. ; Banjoe-Biroe. 3e Militaire Afdeeling op Java. | Soerabaja. I Meulaboh. Gouvernement van Atjeh en Sabang. Onderhoorigheden Poeloe Raja. Lho Seumawe. Benkoelen Benkoelen. Lampongsclie Districten. . . . Telok Betong. Palembang. Lahat. Palembang Tebing Tinggi. Djambi (alle garnizoenen). Banka Alle garnizoenen. Sumatra's Oostkust Alle garnizoenen. Riouw Tandjong Pinang. Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo Alle garnizoenen. Westerafdeeling van Borneo . Alle garnizoenen. IPampanoea. Pangkadjene. Sengkang. VIII. Bureau- en magazyjnsbenoodigdheden. § 52. De bedragen, welke als indemniteit voor bureau- en magazijnskosten worden toegestaan, zijn, met de betrekkingen welke daarop aanspraak geven, vermeld bij het tarief No. 45. § 53. Daarenboven worden van landswege de noodige gedrukte stukken verstrekt. § 54. De indemniteit voor bureau- en magazijnskosten wordt niet nader verantwoord. Evenmin geschiedt verantwoording van gebruikte gedrukten; wordende echter niet meer aangevraagd dan benoodigd is. § 55. Gedrukte stukken worden tot geen andere doeleinden gebruikt, dan waarvoor zij zijn bestemd. Tarief No. 45. Uittreksel. BUREEL- EN MAGAZIJNS-ONKOSTEN. A. Bedragen. Indemniteit SPECIFICATIE. voor schryf- TOELICHTINGEN. behoeften. van een bataljon infanterie 6— («) Ongerekend de indemniteit als compagmes-com- van een half bataljon infanterie . * . . 4 — mandant. ^ van een gedetacheerde compagnie van Met inbegrip van alle ^ iHpm (n\ 2 indemniteiten, waarop vol- £ \ ' 0 gens dit tarief aanspraak c van een depót-bataljon, sterk 2 compagnieën | 8 — zoude bestaan, in garnizoen 2 . , • o en waar het beheer van het B voor iedere compagnie daarboven. ... 2 materiëel der artillerie niet o van een garnizoens bataljon 10— a*?.den officier 0f onder- ® . officier van dat wapen is der Garnizoens-compagnie van Bantam (ö) 8— opgedragen, is in het bedrag fa RotoTTio i o ook de indemniteit voor dat ie mtavia io beheer begrepen. Commandant van het , Semarang | . . 15 - (c) De berekening ge. subsistenten-kader „ Soerabaja J (&) . . 15— schiedt naar de gezamen- p j | ic lijke sterkte op den len van „ raaang I . 10 iedere maand der tot de Commandant van het Strafdetachement (a). . 3 — compagnie, het detachement of den kleinen staf, Commandanten van compagnieën of detache- behoorende militairen, zoomenten, van detachementen suppletie-troepen, rekem?n van^oidy, enz', en van de kleine staven der korpsen (c) sterk daaropder begrepen de naar elders geuetacneerue min- 50 man of minder 1 50 tairen, ook wanneer z(j ter Voor iedere 50 of minder daarboven .... 1 — pI^fre inTmntteit^ooi11® Idem bij het subsistentenkader te: schrijfbehoeften worden be- . . rek end, hetzij omdat zij eene Batavia, le compagnie 10 — zelfstandige administratie n n voeren, hetzy omdat zy bij i» d 0 een ander troepengedeelte Commandant der cavalerie te Salatiga, tevens in subsistentie worden ge- voerd. plaatselijke militaire commandant aldaar . . 10 — voor de suppletietroepen Commandant van een escadron df sterktebbif inschf- cavalerie elders dan te 2 — Ping. en over ®e° tijdvak van twee maanden. Commandant van een half esca- Salatiga (a) Depót-compagnieën van dron of detachement cavalerie 150 gewonrcom^ëlnZre8. „ t .... le militaire afdeeling op Java 16 — ^end, m®£. dien verstande, U-ewestelljke n . dat daarbu ook de vrouwen n „ , 2e „ „ „ ,, 22 — en kinderen worden in reke- Commandanten o„ ,= ning gebracht, der Artillerie. I m t Compagnieën van depót- Sumatra s Westkust .... 20— bataljons, en niet tot de Comp. Adm. 16 Indemniteit n ti n t u t n A 'prTH1 per "f1-, TOELICHTINGEN. SPECIFICATIE. voorschryf- behoeften. T ig korpsen behoorende subder veld-batteryen op Java ...»•• sistenten-compagnieën, in , .... 18 — die garnizoenen, waar het S n Dörg T * f " beheer organiek door een •S eener divisie artillerie (vereeniging van officier van administratie -o üüiim uivioio «v -wordt gevoerd, worden ge- c3 twee rekend te behooren in de § eener gedetacheerde veld- of bergbattery (d) 2 - gt—eigende hoogere $ eener gedetacheerde sectie veld- of berg- w ongerekend de Mem- artillerie „ niteit als compagnies-com- Officier ™ | b8 *l#te lit ! ! = =™ f""' wapening \ ; 3e \ . 3- ; ™» c een bataljon infanterie 6 ie klasse ƒ 15._ ü $ Idem, tevens belast met de administratie 3e „ „ 8.-. s >- van een garnizoen of van andere com- ^ Ala voren f 6._. > g pagnieën en detachementen .... 7 5 (ff) Als voren f 5.-. fcd ® het le 2e en 4e depöt-bataljon . . • • . ^ a I1ÖL ' \. 7 fiO (M Als voren, respectie- 3e depöt-bataljon ' veiijk f4.-, fa- en {%-. Ratavia .... 18 — wanneer een garmzoens» üatavid. ig _ kleedingmagaz«n ter het subsistenten- Semarang plaatse is. kader te Soerabaja 12 — Padang VI — 3 ( met een kleeding- n boven- magazijn (ƒ)••• 9 - -S •§ 500 man zonder kleeding- ® S magazijn 7 50 § g met een kleeding- '1 p, v/m 301 tot magazijn (g) . . ■ 7 — js g 500 man. zonder kleeding- . M magazijn 6 — | v/m 151 tot 300 man (h) 5 — n 76 „ 150 „ (h) 4 — \ „ 75 en daar beneden (h) . ■ . 2 50 Atjeh en Onderhoorigheden. O a Commandant van een garnizoensbataljon 15 3 te idem van het subsistenten-kader te Kota- g | Radja 10 _ => g< Kwartiermeester der gecombineerde troe- 35,0 pen te Kota-Radja 15 ~~ Commandant van het korps maréchauesée 10 — B. Algemeene bepalingen. 1. De indemniteiten voor schrijfloonen, schrijfbehoeften en magazijnsonkosten gaan in van en met de maand van oprichting en worden toegekend tot en met de maand van intrekking van een dienst, administratie of functie, daarop rechtgevende. Bij verhooging of vermindering der indemniteiten gaan de nieuwe bedragen in van en met de maand volgende op die van de betrekkelijke beschikking, tenzij speciaal anders wordt bepaald. 2. De indemniteiten voor schrijfloonen, schrijfbehoeften en magazijnsonkosten worden genoten over volle maanden. Bij overgave en overname van dienst blijven zij tot en met de maand, waarin de overgave aanvangt, aan den overgever toegekend. 3. De betaling der indemniteiten geschiedt niet aan den titularis, indien deze den dienst niet doet, maar aan hem die den dienst verricht. 4. Onderdeelen van compagnieën, die, hoewel gedetacheerd, bij den staf der compagnie in administratie worden gevoerd, ontvangen geene afzonderlijke indemniteit, maar rekenen in de sterkte der compagnie. 5. Yoor de administratie van ziekenzalen wordt geene afzonderlijke indemniteit toegestaan; het bedieningspersoneel en de verpleegde schepelingen worden voor de berekening van administratiekosten in de sterkte der compagnie of van het detachement begrepen. 6. De administratiekosten voor genie-werken worden ontvangen door den eerstaanwezenden genie-officier of als zoodanig fungeerende, ook daar, waar die eerstaanwezende niet tevens executant is; de geheele administratie wordt (onder toezicht van de excutanten) op het bureel van den eerstaanwezende genie-officier gevoerd uit de administratiekosten. 7. De administratiekosten worden slechts genoten over de verwerkte, niet over de toegestane sommen. 8. Indien op eenige plaats het noodige moet worden voorbereid voor de uitvoering van eenig groot genie-werk, en aldaar overigens geene of weinige genie-werken worden uitgevoerd, zoodat daarvoor geene of slechts geringe indemniteiten ziin toegestaan, worden door het departement van oorlog de noodige administratiekosten toegekend en verhandeld bij den maandstaat. 9. Uit de indemniteit voor magazijnsonkosten worden bestreden de uitgaven tot het behoorlijk onderhouden der goederen en het schoonhouden der lokalen, als voor naphtaline, peper, olie, vet, borstels, bezems, zoomede voor verf, houtskool, touw, bindgaren, rottan, ijzerdraad, lak spijkers en verdere emballage-benoodigdheden, voor zooveel zij niet uit 's lands voorraad worden verstrekt. 10. De commandant van het leger is bevoegd om, zoo daartoe aanleiding bestaat, de bij afdeeling A van dit tarief vastgestelde indemniteiten tijdelijk in te trekken of te verminderen, met dien verstande dat, indien na verloop van één jaar, bestendiging van zulk een tijdeliiken maatregel noodig wordt geacht, daartoe, of tot wijziging van het tarief de machtiging der Regeering behoort te worden gevraagd. IX. Tafelgelden, toelagen, dag-, werk- en laboreergelden en diverse andere betalingen. 8 56. Tot de bedragen, aan de personen, en volgens de rechten en aanspraken, daarbij aangegeven worden betaald: a. tafelgelden en toelagen, volgens het tarief No. b dag- werk- en laboreergelden, volgens het tarief Ao. 4b ; c. loonen voor koelies, voor het schoonhouden en bewaken van gebouwen, voor remuneratie aan betaalmeesters bi] e geniewerken, voor repareeren, onderhouden, enz. van chirurgiale instrumenten, voor het beslaan, hoevensnijden enz. van paarden en muildieren, voor reparatien aan harnache- ment, voor het verplegen van zieken paarden en muildieren, voor het keuren van remonte-paarden en voor het scheren van zieken; gratificatiën voor eerste uitrusting en bij vaste plaatsing bij de triangulatie-brigade en bij de opnemings-brigades; bijzondere betalingen ten behoeve der triangulatie-brigade; schadeloosstelling voor verlies van zee-traktement; uitgaven voor stalbenoodigdheden, voor het schijfschieten, voor de menage der gedetineerden in het militair huis van arrest, voor het opvatten van militairen, voor vacatieloon, voor het wasschen en vullen van fournituren en voor practische oefeningen; gratificatiën aan het kader bij de depót-bataljons; bijzondere betalingen ten behoeve van het korps pupillen; premiën bij eerste bevordering tot richter 1© klasse bij de bereden artillerie; kosten voor het onderhoud van bibliotheken enz.; toelagen aan koks in de militaire hospitalen; premiën aan geniesoldaten; uitgaven voor het aanschaffen van materialen, ten behoeve van de practische oefeningen der infanterie in den pionnierdienst ; volgens tarief No. 46c. Tarief No. 46b. DAG-, WERK- EN LABOREERGELDEN. A. Opzichtvoerend personeel bij — en personeel van de compagnie Artillerie-werklieden behoorende tot — den Artillerie-Constructiewinkel. 1. De gewone daggelden zijn als volgt: daggelden. g EUROPEANEN. INLANDERS. T,TrtrTW.rw Ö - toelichtingen. BETREKKINGEN. •§ S g "Werk- Leer- Werk- Leer- £ lieden, lingen. lieden, lingen. £ O 1. De sergeant-majoor en CL, Kader. fourier z\jn gehouden,be- «x iiA halve de gewone com- Sergeant-majoor (1) . . . pagnies-dienst, den con- Sergeanten (2) 1 structeur in Zijne admi- Fourier (1) 0 84 nistratieve werkzaamheden te ondersteunen b. Werklieden en leerlingen. en genieten daarvoor het ( le kl. 134 0 50 0 Ii6 0 26 2 De zes sergeanten zijn Smeden, koper- ) 2e „ 1 — 0 34 0 50 0 16 behalve met den gewo- en blikslager . 1 „ ' 0 66 0 20 0 34 0 10 nen inwendigen compag- " niesdienst, by afwisse- Timmerlieden, ( le kl. 1 24 0 50 0 62 0 20 ung belast: „„„„1 en 7a- » 2e 1 — 0 34 0 50 0 16 één met den dienst van wagen e : menagemeester, delmakers. . . I 3e „ 0 66 O Jü 0d4 één met het opzicht over . le tl. 1 20 0 50 0 60 0 26 de koelies, Metaaldraaiers j „ ^ 0 34 0 50 0 16 één m6t den dienst van en «zergieters \ ge | 084 020 0 42 0 10 é^eT den'dienst van . le kl 1 16 0 50 0 58 0 26 ' Panton aan de poort Houtdraaiers \ ■ !- 034 0 50 016 ^m™ Z poli- en kuipers . . [ ge 0 84 0 20 0 42 0 10 tiewacht, „ , ^ „ ,0 n twee met het keuren I le kl. 0 84 0 40 0 42 0 20 der projectielen, en ge- Yervers . . . 2e „ 0 66 0 34 0 34 0 16 nieten daarvoor het \ ge | 0 50 0 20 0 26 010 daggeld. 2 — Adspiranten voor de betrekking van meesterknecht bij den constructie-winkel ontvangen gedurende den tijd van hunne tewerkstelling op proef bij genoemde inrichting een daggeld van f2.—. Cavaleristen, die bij den artillerie-constructie-winkel worden opgeleid tot zadelmaker bij de cavalerie, ontvangen naar bekwaamheid een daggeld van hoogstens f 0.50. 3 —. Voor werk, verricht buiten den bepaalden gewonen werktijd, wordt te goed gedaan: aan het personeel, waarvoor maandelijksche traktementen zijn uitgetrokken (de officieren en de ingenieurwerktuigkundige uitgezonderd), voor ieder uur werkens 1l-2 °/o van het maandelijksch traktement, aan het personeel van de compagnie artillerie-werklieden, aan vrije werklieden, mandoers, koelies enz.: Op gewone dagen: arbeidende tot zonsondergang, het halve daggeld, Op Zon- en feestdagen: arbeidende van 6—11 uur, het volle daggeld, „ „ 12-31/* „ „ halve „ „ „ 31/* „ tot zonsondergang, het halve daggeld. Onverschillig op wélke dagen: arbeidende na zonsondergang, voor elk uur één vierde van het daggeld. B. Opzichtvoerend personeel, vuurwerkers en verder personeel bij de Pyrotechnische werkplaats, personeel bij den Buskruitmolen. 4 —. De gewone daggelden der vuurwerkers en kruitmakers zijn: voor die der le klasse . . . .' f0.83 per man n » n „ . ... „ 0.66 „ „ „ „ „ 3e „ .... „ 0.50 „ „ Yoor de ter beproeving als vuurwerker of kruitmaker te werk gestelde militairen, naarmate van bekwaamheid en tegen stilstand van de daggelden bedoeld bij § 12 van dit tarief ƒ0.13 tot ƒ0.50. —Daarenboven wordt bij de Pyrotechnische werkplaats ^ voor werk, verricht buiten den bepaalden gewonen werktijd tegoed gedaan: aan de opzieners, onderopzieners en meesterknechts, voor ieder uur werkens, J/2 °/° van maandelijksch traktement voor hen, aan wie een maandelijksch traktement is toegekend, en overigens: ƒ0.24 voor hen wier toelage niet meer bedraagt dan ƒ50.— 'smaands, ƒ0.48 voor hen wier toelage bedraagt ƒ75.— tot en met ƒ100.— 'smaands, ƒ 0.72.— voor hen wier toelage meer bedraagt dan ƒ 100.— tot en met ƒ 150.— 's maands, aan de vuurwerkers, vrije werklieden, mandoers en koelies, Op gewone dagen, arbeidende tot zonsondergang, het halve daggeld, Op Zon- en feestdagen, arbeidende van 6—11 uur, het volle daggeld, „ „ 12—3 V* „ het halve „ en n n 3x/2 „ tot zonsondergang, het halve daggeld. Onverschillig op welke dagen, arbeidende na zonsondergang, voor elk uur één vierde van het daggeld. C. Inspectie der draagbare wapenen, geweermakersschool en ateliers. O —. De daggelden bij de geweermakersschool bedragen: meesters-geweermaker ƒ1-— sergeanten toegevoegd aan de inspectie der draagbare wapenen en geweermakersschool. „1.— l) ') Zie § 24 van dit tarief. geweermakers lademakers adjudanten-onderofficier ƒ 2.— sergeanten-majoor B 1.50 sergeanten n 1.— élèves. . . . ƒ0.20 tot hoogstens „ 0.50 sergeanten „ 0.80 korporaals n 0.50 élèves. . . . ƒ0.10 tot hoogstens „0.25 burgerpersonen op proef voor élève-geweermaker. „ 0.40 „ „ „ „ „ lademaker. . „ 0.25 inlandsche werklieden. . ƒ0.25 tot hoogstens „ 1.67 koelies bij gebrek aan kettinggangers. ... „ 0.42 —. De daggelden bij de artillerie-ateliers bedragen: sergeanten-geweermaker ƒ1.— „ -lademaker n 0.80 korporaals- „ n 0.50 kanonniers le en 2e kl., bij het atelier werkzaam „ 0.25 Voor werk, verricht buiten den vastgestelden gewonen werktijd van 8 uur daags, en op zon- en feestdagen, wordt per uur toegekend: aan den wapencontröleur, de meesters-geweermaker en de vaste koelies een loon gelijk aan dat, hetwelk voor een gewoon werkuur wordt te goed gedaan, wordende voor de berekening van dit laatste tot grondslag genomen het traktement c. q. vermeerderd met het daggeld, door den belanghebbende per maand genoten, de maand gerekend op vijf en twintig werkdagen, aan de inlandsche werklieden een achtste van het daggeld, aan de geweer- en lademakers, élèves daaronder begrepen, en aan de artillerie-werklieden een vierde van het daggeld. g —. Bij de garnizoens-ateliers betaalt de baas-geweermak e r aan een sergeant-geweermaker-onderbaas per dag ƒ 1.— „ „ „ -lademaker „ 0.80 „ „ korporaal- „ 0.50 aan een knecht f ^-25 en voor werk verricht buiten den vastgestelden gewonen werktijd van 8 uren daags, zoomede op zon- en feestdagen: aan een serg.-geweermaker-onderbaas voor elk uur „ 0.12 n n n -lademaker » 0-10 ,, korporaal-lademaker 0.06 „ „ knecht De baas-geweermaker heeft daarentegen aanspraak op de reparatieloonen, bij tarief No. 29, vastgesteld. Bedragen die loonen, na aftrek van het door hem aan zijne ondergeschikten betaalde, minder dan. f 500.— 'sjaars bij een atelier der 1© klasse, „ 450.— „ „ n » » " „ 300.— „ „ n » » " dan worden zij tot dat bedrag gesuppleerd. In verband met deze bepaling ontvangt de baasgeweermaker, in stede van de voormelde reparatieloonen, maandelijks een bedrag gelijkstaande aan één twaalfde van bovenbedoeld minimum inkomen, vermeerderd met het door hem aan zijne ondergeschikten betaalde. Blijkt vervolgens bij het einde van het jaar, of wel tusschentijds indien het atelier in andere handen overgaat, dat over het jaar of over het verloopen gedeelte daarvan, meer aan reparatieloon is verdiend dan het genotene, dan wordt het meerdere alsnog uitgekeerd. Bij afwezigheid, minstens gedurende een maand, of bij ontstentenis van den baas-geweermaker, worden deze werkloonen genoten door den onderbaas, wiens daggeld alsdan ten voordeele van den lande blijft. Behalve de daggelden door den baas-geweermaker te betalen, ontvangen de knechts van landswege eene verhooging van soldij, gelijk aan het verschil tusschen hunne bezoldiging en die van de kanonniers ie klasse van hunnen landaard. Afrikanen ontvangen gelijk verhooging als Europeanen. -5-. Artillerie-Magazijnen en Laboratoriën. 9 —. Yoor zoodanige werkzaamheden, als kruitkeeren, vullen en ledigen van holle kogels, vermallen, enz., waartoe bekwame artilleristen moeten worden gebezigd, wordt, bij verpleging op voet van vrede, toegekend een daggeld, voor: Europeanen, Amboineezen Inlanders, of Afrikanen. Sergeanten 0 40 0 20 Korporaals 026 013 Kanonniers 0 13 0 06 —. Deze daggelden worden niet toegekend aan vaste vuurwerkers, en evenmin aan militairen in de 2e klasse van discipline, noch voor werkzaamheden, als laden en lossen van buskruit, welke evenzeer door minder geoefenden kunnen worden verricht. ij. Bevindt zich in een garnizoen tot het verrichten der werkzaamheden, ten dienste van het materieel, geen genoegzaam aantal artilleristen en worden daartoe infanteristen gebezigd, dan genieten deze: laboreergelden, indien zij gebezigd worden tot arbeid, waarvoor aan artilleristen laboreergelden worden toegekend, vermeerdering van soldij, tot het bedrag der soldij van de artilleristen van hunnen graad (fuseliers gelijk aan kanonniers le klasse), indien zij bij verpleging op voet van vrede als vaste handlangers bij de artillerie eener bezetting ingedeeld, tot den dienst bij dat wapen afgestaan, en tot het verrichten van gewone werkzaamheden gebezigd worden. Op deze bepalingen is almede toepasselijk, het in de vorige § voorkomende, omtrent militairen, die zich in de 2e klasse van discipline bevinden. E —. Opleiding van militairen tot hoefsmid. E 12 ——. Militairen der Cavalerie en der Artillerie — de laatsten a voor zooveel zij geen artillerie-werkman of leerlingartillerie-werkman zijn — die opgeleid worden tot hoefsmid bij hun wapen, ontvangen tijdens die opleiding, naar bekwaamheid, een daggeld van hoogstens f 0.50. Een gelijk daggeld — hoogstens over zestig dagen per jaar en per man — wordt genoten door militairen die, nadat hunne opleiding tot hoefsmid is voltooid, in afwachting van hunne aanstelling — bij voorkomende vacature — tot hoefsmid, als cavalerist bij een escadron of als kanonnier bij eene batterij zijn geplaatst en, tot het onderhouden van het geleerde, tijdelijk worden te werk gesteld bij een hoefsmid van hun wapen. F. Opleiding tot werklieden. 13 —. Aan kinderen van Europeesche afkomst, die bij de korpsen tot ambachts- of handwerkslieden worden opgeleid, wordt naarmate hunner bekwaamheden, toegekend een werkgeld van: ie klasse f 10.— 's maands 2e ,, » 8.— „ 3e ii ii 6. ii GK Triangulatie, opneming- en oplcidings-Brigades. Aan het personeel der triangulatie-brigade wordt, voor eiken dag, dat aan de triangulatie wordt gearbeid, toegekend : aan officieren (vast geplaatst, in beproeving of gedetacheerd in of boven de formatie) f 8.— 15 17" 16 17a' 17 18" aan burgerambtenaren . . ƒ 5.— bÜ ziekte of verple- „ militaire opzichters . . „ 6.- een®zifen" " ...... inrichting, blyft een „ het overige militair per- d6rde van het dag. soneel n 5. gei u rt 3e „ 030 Yoor werk verricht op Zon- en feestdagen *), en voor werk op andere dagen buiten den gewonen werktijd verricht, wordt per uur het één zesde gedeelte van het gewone dagwerkgeld toegekend. 19 —. Aan militairen van andere korpsen dan dat der werklieden, aan de genie-werken arbeidende, wordt almede aan werkgeld per dag toegekend: Amboineesche, Europeesche Afrikaansche militairen, en Inlandsche militairen. op Java en Madoera 1 0 17 0 07 op Onrust en Omliggende eilanden | per man. 0 34 0 14 elders ' 0 20 0 10 Militairen van andere korpsen, dan dat der geniewerklieden, als ambachtslieden te werk gesteld, genieten de werkgelden voor de genie-werklieden vastgesteld. 20 —. De werkgelden, bij §§ 19 en 20 van het tarief aangegeven, worden niet genoten door militairen in de 2e klasse van discipline, die bij § 20 almede niet bij verpleging op voet van oorlog. K. Militair huis van Arrest. 21 —. Aan de ondervermelde personen wordt toegekend als dag- of werkgeld: sergeanten voor de politie, p. man ƒ1.— 1 Voor iederen dag korporaals „ „ „ „ „ f 0.50 J werkelijken dienst. ') Zie de A. O. 1895, n°. 59 ad II. Voor iederen werkdag. Gedetineerden, waaronder schrijvers en ~ ' ^ Europeaan, verdere geëmployeerden. Afrikaan, inlanders. Amboinees. een uitmuntend werkman, hoogstens 0 13 0 09 een goed werkman hoogstens 0 09 0 05 een minder geoefend werkman, hoogstens . . 0 05 0 03 L. Militaire Pupillenschool. x) ——. Aan de fuseliers dienstdoende meesterknechten wordt 2 Aci een werkgeld toegekend van f 0.55 per dag. M. Diversen. 22. Een daggeld van f 1.— per man wordt toegekend: aan onderofficieren en minderen der artillerie, die bij het feitelijk ontbreken van een conducteur bij een der magazijnen van oorlog, daarbij werkzaam worden gesteld, aan mindere militairen, die als deskundigen assisteeren bij keuring van militaire goederen, voor eiken dag of gedeelte daarvan, dat zij als zoodanig werkzaam zijn, ') Noot van het D. v. O. Bü G. B. dd. 13 Juni 1901 No. 25 (Stbl. No. 234, A. O. 1901 No. 59) is bepaald dat, voor zooveel en zoolang dat noodig is, de vroegere tarieven ongewijzigd van kracht blijven voor de militairen pupillen, die op voet van het K. B. van 1 Januari 1885, No. 13 (Stbl. No. 74, A. O. 1888, No. 43) in opleiding zyn genomen. De vroegere bepaling luidde: L. Korps Pupillen. 22. Aan de militaire werklieden bij het korps pupillen worden toegekend de navolgende werkgelden per dag: Meester-kleermaker i sergeant ƒ0.35 „ schoenmaker! of „ boekbinder l korporaal 0.30 Kleermakers- of schoenmakersknecht, fuselier „ 0.25 Meester-timmerman, overeenkomstig zijn graad als geniewerkman. aan onderofficieren en mindere militairen — adjudantenonderofficier en conducteurs hieronder niet begrepen — geleiders van oorlogsgoederen en lithofracteur, van en met den dag waarop hun geleide aanvangt, tot en met dien van aflevering der goederen aan de bevoegde autoriteit. Aan onderofficieren en minderen, die bij de werkzaamheden der commissie van proefneming dienst doen als telephonist of telegrafist, wordt een daggeld van f 0.50 toegekend. N. Kleer- en schoenmakers behoorende tot den dienst der Magazijnen van kleeding en uitrusting. 25 Aan de kleer- en schoenmakers der Militaire Administratie ingedeeld bij de Militaire Strafgevangenis, tevens Huis van detentie, of bij deafdeelings-kleedingmagazijnen, worden de navolgende werkgelden per dag toegekend: Yoor de atelierchefs bij de Militaire Strafgevangenis, tevens Huis van detentie, bedraagt het werkgeld in eiken graad f 0.50 per dag meer. De bij genoemde strafinrichting in beproeving zijnde, gedetacheerde of te werk gestelde militairen, die, bij ontstentenis van eenigen kleer- of schoenmaker bij die inrichting, diens dienst in zijn geheelen omvang waarnemen, hebben aanspraak op het werkgeld, vastgesteld voor dengene, wiens dienst zij waarnemen. ALGEMEENE BEPALINGEN. 26 —. De dag-, werk- en laboreergelden, waarvan de bedrageu per dag zijn vastgesteld, worden alleen genoten over de dagen dat gewerkt is, tenzij speciaal anders is Comp. Adm. 17 sergeanten-majoor sergeanten . . . korporaals . . . f 2.50 „ 1.75 „ 1.25 bepaald, dan wel achter het bedrag een * is geplaatst, in welk laatste geval ook de Zon- en feestdagen als werkdagen worden aangemerkt. 27 —. De werkgelden, waarvan de bedragen per maand of per week zijn vastgesteld, worden bij eerste of vernieuwde, dan wel laatste toekenning, ook over gedeelten van eene maand of week betaald; alsdan naar verhouding van het aantal dagen, waarvoor aanspraak bestaat; de maanden gerekend op 30 dagen. 28 —. De daggelden bij § 8 aan meesters-geweermaker toegekend, worden bij dienstreizen behouden, boven de reis- en verblijfkosten bii tarief No. 4 toegestaan. x) N.B. Als feestdagen worden aangemerkt: De verjaardagen van H. M. de Koningin, Kroonprinses, Koningin-Moeder en Z. K. H. de Prins-Gemaal. De Nieuwjaarsdag. De Goede Vrijdag. De Hemelvaartsdag. De tweede Paasch- en Pinksterdagen. De Kerstdagen. Op deze dagen — evenals op de Zondagen — zijn, indien het belang van den dienst zich daartegen niet verzet, de militaire bureaux, enz. gesloten. A. O. 1895 No. 59. ') De cijfers onder de deelstreep geven aan, die in het tarief. Tarief No. 46c. DIVERSE BETALINGEN. A. Voor koelies. 1. Voor het grove werk in de keukens, waterhalen, enz. wordt hoogstens het volgende aantal koelies toegestaan. Ten dienste der van 25 tot 75 man .... één menages voor Euro- voor iedere 75 man of minder, boven peesche militairen: het geheel van 75, bovendien . één 2. Voor de berekening der bij § 1 bedoelde koelies wordt genomen het aantal van de, op den eersten der maand — of op den dag der oprichting — aan elke afzonderlijke menage feitelijk deelnemende militairen, met bijberekening van degenen die op transport, met verlof, of vermist zijn, of wel in eene militaire ziekeninrichting worden verpleegd, wat deze laatsten betreft met uitzondering van de naar — of van elders geëvacueerden. De sterkte wordt geconstateerd door eene opgave van den betrokken korps- of detachements-commandant. 3. Voor het schoonhouden der stallen wordt hoogstens het volgende aantal koelies toegestaan: a. Cavalerie: voor iedere 12 paarden of minder één b. Artillerie: voor iedere 16 paarden (muildieren) of minder, één 4. Voor de berekening der bij § 3 bedoelde koelies wordt genomen de presente sterkte der paarden (muildieren) op den eersten maand dan wel op den dag der oprichting van het escadron of detachement, de batterij, enz. 5. Voor de bij §§ 1 en 3 hiervoren bedoelde koelies wordt per maand en per man van landswege hoogstens tegoed gedaan: Keuken- Stal- koelies. koelies. „ ( Weltevreden en Rijswijk f 8,— ƒ10.— lemiltaireM t c lis y u 12._ _ afdeeling Buite 9._ op Java. lSerang. ë , 7.50 „ 9.- Semarang , 10.— — Willem I , 7.50 „ 9,— Banjoe Biroe „7.50 ,7.50 2e militaire Salatiga 5.— „7.50 afdeeling Magelang 6.— — • op Java. Soerakarta „ 6.— „ 7.50 Djokdjakarta , 5.— „ 7.50 Kedong-Kebo .7.50 — Ngawi „7.50 — 3e militaire J Soerabaja 10.— „ 12.50 afd. op Java. I Malang 10.— — aft miKfoira i Batoe-Djadjar • . . > 7.50 „ 7.50 4e militaire TjimahiJ / 7,50 - aldere0ln0g I Gombong , 6.50 - op Java. | Babajjan „7.50 „7.50 Padang »15.— „ 15.— Padang-Pandjang „ 12.— — Port de Koek ,10.— — Sumatra's Padang-Sidempoean 12.— — Westkust. Singkel 12.— — Lagoe Boti .8.— — Toeroetoeng 10.— — Benkoelen , 12— — Telok Betong , lh.— — J Palembang ,15— — Palembang. { Tebing-Tinggi 20,— — | Djambi »15'.— — Muntok 15-— — Tandjong Pinang »I5 — — Oostkust v. I Medan 15.— - Sumatra. I Atjeh en onderhoorigheden 20.— „ 20.— . I Pontianak 18.— — ofSio v ! Sintang 18-— — a (Rnrnon i Singkawang . • 20.— — Borneo- | Sambas . 15.- - Zuider- en I Bandjermasin 12.50 Oosterafd. ! Amoentai ,10.50 van Borneo. I Moeara-Teneh 10.— Celebes, Me- [ Makasser , 15.— „ 15.— nado en I Balangnipa ,10— — Timor. I Menado 15.— — »• f Amboina 12.— — Banda 12.50 - Ternate. | ipernate 10.50 — In garnizoenen, hierboven niet genoemd, wordt eventueel in rekening gebracht, hoogstens het bedrag voor het naastbij gelegen der bovenvermelde garnizoenen vastgesteld. Overigens is de Commandant van het Leger bevoegd tot afwijking van de hierboven vastgestelde bedragen, en tot regeling van opkomende behoeften, met dien verstande, dat, indien na verloop van één jaar bestendiging van zoodanige afwijking of regeling noodig wordt geacht, daartoe of c. q. tot wijziging of aanvulling van het tarief, de machtiging der Regeering behoort te worden gevraagd. 6. Yoor het reinigen van kampementen, kazernes enz. kunnen in geval van dringende noodzakelijkheid, na verkregen machtiging van den Commandant van het Leger, de noodige koelies worden ingehuurd, tegen betaling van de door die autoriteit vast te stellen loonen. C. Voor het schoonhouden en bewaken van gebouwen. 10. Per maand wordt te goed gedaan voor: den linkervleugel van het paleis te Weltevreden (groot gouvernementsgebouw) f 58.— het gebouw en daarbij behoorend terrein, ten dienste van de bureelen van den Chef van het Wapen der Genie f 26.— het gebouw en daarbij behoorend terrein, ten dienste van het topographisch bureel f 26.— het reinigen en bewaken der lokalen van den rechtervleugel van het paleis te Weltevreden, geoccupeerd door de V© Afdeeling van het Departement van Oorlog (hoofdbureel der Militaire-Administratie). . f 26.— het gebouw ten dienste van de bureelen van den Chef van het Wapen der Artillerie en den gewestelijken Intendant der 1© militaire afdeeling op Java f 20.— het gebouw betrokken door de stafmuzikanten „ 10.— ieder provoosthuis en voor het militair huis van arrest „ 20.— D. Remuneratie voor betaalmeesters bij de Genie-werken. 11. Voor het doen van betalingen bij de geniewerken wordt aan de daarvoor aangewezen onderofficieren toegekend één ten honderd van de door hen gedane betalingen, met dien verstande, dat de belooning het bedrag van f 20.— 's maands per persoon niet te boven gaat. P. Voor hoefbeslag en hoevensnijden. 12. Yoor het beslaan en hoevensnijden van de troepenpaarden of muildieren bij de cavalerie, bij de batterijen veld- en bergartillerie en bij den trein *), zoomede van de paarden in gebruik bij sommige militaire hospitalen en magazijnen, wordt ten behoeve van de hoefsmeden of van hen, die bij afwezigheid of ontstentenis van een hoefsmid diens werkzaamheden verrichten — voor zoover zij geen artillerie-werkman of leerling-artilleriewerkman zijn —, een weekloon per maand te goed gedaan, bedragende voor elk op den laatsten dag der maand bij het escadron, de batterij, het detachement, de compagnie, de ziekeninrichting of het magazijn aanwezig paar beslagen hoeven f 0.30 G. Voor reparatie aan harnachement. 13. Aan den zadelmaker of dengene, die als zoodanig dienst doet bij ieder escadron, half escadron of detachement cavalerie, wordt voor het doen van alle voorkomende reparatiën aan — en het onderhoud van — het bij het escadron, half escadron of detachement behoorende paardentuig, toegekend eene indemniteit per maand van: bij de escadrons f 0.30 „ „ halve escadrons en detachementen. . „ 0.40 voor ieder op den laatsten dag van iedere maand tot gebruik of africhting aanwezig paard. *) Voor de treinpaarden zie afdeeling X (Staatsbl. 1904, No. 488) 2). 2) Zie de Algemeeno Order 1905, No. 4. H. Voor verpleging van zieke paarden of muildieren. 14. Bij detachementen waarbij geen militair paardenarts aanwezig is, wordt tot verpleging van zieke paarden of muildieren, voor elk present rijkspaard of muildier te goed gedaan: in garnizoen of te velde (berekend naar de sterkte op den eersten der maand) . . . f 0.25 per maand, in andere gevallen „0.01 „ dag. K. Voor het scheren en voor aanschaffing van scheerbehoeften. 15. Voor het scheren en aanschaffing van scheerbehoeften wordt te goed gedaan: le klasse . . f 20.— 's maands. 2e ,, . . „16.- 3e aan hem, die het barbierswerk verricht bij een hospitaal der .... 4e „ „ 6e n 13. „ „ 10.- » ^ • ' n „ 4.— L. Gratificatiën voor eerste uitrusting. 16. Deze worden betaald: aan officieren, die tot de hoogere krijgsschool in Nederland zijn toegelaten f 600.— aan officieren die krachtens Staatsblad 1871, No. 176, in verband met de wederzijdsche detacheeringen tusschen beide legers, van het Indische Leger bij het Nederlandsche worden gedetacheerd. . . f 1000.— aa^ in Nederland bij het Leger in Nederlandsch-Indië benoemde tweede luitenants f 150.— aan onderluitenants, bij benoeming tot officier, f 1000.— verminderd met hetgeen bij benoeming tot onderluitenant en c. q. bij bevordering tot adjudant-onderofficier is genoten. aan adjudanten-onderofficier en adjudanten-onderofficier dd. officier bij bevordering tot officier . . f 750.— aan alle andere in Nederlandsch-Indië aanwezige per- sonen (Europeanen en met hen gelijkgestelden) die door den Gouverneur-Generaal worden benoemd tot of aangesteld als officier bij het Leger aldaar. . f 1000.— aan Europeesche militairen, beneden den graad van adjudant-onderofficier, die bij het Leger of bij de Inlandsche korpsen bevorderd worden tot dien graad, f 250.— aan militairen, die belast worden met de waarneming van de betrekking van meesterknecht bij den artillerie constructiewinkel en gedurende dien tijd bij het Leger worden gevoerd „voor memorie" .... ƒ300.— aan burgerpersonen, bij benoeming tot militair apothekersbediende f 300. aan adjudanten-onderofficier bij benoeming tot onderluitenant der infanterie ƒ 200.— aan militairen beneden den graad van adjudant-onderofficier bij benoeming tot onderluitenant der infanterie f 500. aan burgerpersonen, bij aanstelling in Indië tot militair opzichter der Genie f 250. 17. De gratificatiën voor eerste uitrusting worden niet toegekend, wanneer de betrokkene op het tijdstip der bekendwording van het betrekkelijk besluit of der betrekkelijke beschikking mocht zijn overleden. Bij tweede en verdere waarneming van de betrekking van meesterknecht bij den artillerie-constructie-winkel door denzelfden persoon, wordt de gratificatie voor eerste uitrusting alleen dan genoten, indien vijf jaren zijn verloopen sedert de vorige uitbetaling dier gratificatie. Die voor officieren, gedetacheerd naar Nederland tot opleiding bij de Hoogere Krijgsschool, zoomede voor officieren, die krachtens Staatsblad 1871, No. 176, bij het Nederlandsche Leger worden gedetacheerd, worden eerst bij aankomst daar te lande uitbetaald, terwijl de uitbetalingen van de gratificatiën voor uit Nederland aangekomen, aldaar bij het Leger in Nederlandsch-Indië benoemde tweede luitenants, zoodra mogelijk na de ontscheping in Indië geschiedt. M. Equipernentsgeld bi/j de Triangulatie-, opnemings- en opleidingsbrigades. 18. Bij vaste plaatsing bij de triangulatie-, opnemings- en opleidingsbrigades, wordt voor eens en zonder korting te goed gedaan: Aan officieren en aan militairen beneden dien rang ƒ150.— aan inlandsche topografen ƒ 60.— Verplaatsing naar eene andere brigade geeft geen aanspraak op vernieuwde uitkeering van equipernentsgeld. MA. Bijzondere betalingen ten behoeve der Triangulatiebrigade. 19. Tot aanschaffing van wetenschappelijke jaarboeken, schrijf- en teekenbeboeften, instrumentolie, enz., ten behoeve van het bureel en van het personeel der triangulatie-brigade, beschikt de chef dier brigade over een bedrag van ƒ 50.— 's maands. O. Voor de stalbenoodigdheden. 20. Voor de aanschaffing en het onderhoud van kleine benoodigdheden voor de stallen van de Cavalerie, de Artillerie en den Trein waaronder het aanschaffen en schilderen van naamplankjes; het aanschaffen van touw of karbouwenhuid, zeep, gras- en mestmanden, krabbers, gabamandjes, bezems, bezemstelen, stroowisschen, padiestroo, houtskool tot brandstof voor het merken der paarden en muildieren, groote en kleine bamboe en carousselbenoodigdheden; alsmede het reinigen, nummeren en onderhouden van paardendekens — wordt voor ieder op den laatsten dag van iedere maand aanwezig paard of muildier per maand te goed gedaan ƒ 0.35. P. Voor het schijfschieten. 21. De kosten voor het aanmaken en onderhouden van schietschijven worden, tot de daarvoor uitgegeven be- dragen, voldaan op gespecificeerde rekeningen, waarbij worden overgelegd afschriften van de orders tot aanmaak, reparatie, enz., gegeven door den plaatselijken militairen commandant. 22. Yoor het uitkeeren van kleine premiën bij de voorbereidende'oefeningen en de oefeningen in het schieten, wordt maandelijks voor iederen militair, die op den len der maand in aanmerking komt, om aan de schietoefeningen met het geweer, de karabijn of de revolver deel te nemen, te goed gedaan een bedrag van ƒ0.055. Yoor de recruten bij de depot-bataljons wordt echter slechts te goed gedaan een bedrag van ƒ 0.025 per man en per maand, berekend naar de sterkte op den len der maand. 23. Ieder aan de schietoefeningen met geweer, karabijn of revolver deelnemend militair, die bij de schietoefeningen aan door den Commandant van het Leger te stellen eischen heeft voldaan, ontvangt bij eerste bevordering tot scherpschutter op een der drie wapens een premie van ƒ3.—. Bij latere bevordering tot scherpschutter wordt geen premie toegekend. 24. Aan de compagnies- en detachements-commandanten van de Infanterie wordt voor het aanleggen van registers en staten, volgens de organieke sterkte van hunne compagnie of hun detachement, te goed gedaan ƒ 0.10 per hoofd 's jaars, doch nimmer minder dan ƒ 3.—. Bij de depot-bataljons *) echter wordt daarvoor per compagnie ƒ 3.— 's jaars te goed gedaan. Bij de Cavalerie, de Vesting-Artillerie en de Genietroepen bedraagt deze indemniteit: voor den commandant van een esca- dron of compagnie f 5.— en voor den commandant van een detachement „3.- 's jaars. J) Noot van het D. v. O. Ook b\j de recruten-bataljons. Bij den Trein wordt te goed gedaan voor den commandant eener compagnie f 4.— 's jaars. Q. Voor de menage der gedetineerden in het Militair huis van arrest. 25. Voor iederen gevangene wordt van landswege te goed gedaan en in de menage gestort f 0.04 per dag. Daarvan wordt uitgekeerd, per week: aan de koks, den barbier en de wasschers, een werkgeld, ieder van f 0.50 aan iederen gevangene, een zakgeld van . . „ 0.09 onverschillig of deze de geheele week of minder aan de menage heeft deelgenomen. Die tusschentijds uit de menage gaat, krijgt niets. R. Voor opvatten van militairen. 26. Aan politiedienaren of burgerpersonen wordt voor het opvatten en aan de naastbijzijnde militaire of civiele autoriteit overleveren van vermiste of gedeserteerde militairen, of van militairen, die den vastgestelden rayon hebben overschreden (in de beide eerste gevallen onverschillig of het opvatten binnen of buiten dien rayon heeft plaats gehad) te goed gedaan: voor een Europeesch militair f 10.— „ militairen van anderen landaard . . . „ 5.— Wanneer militairen als vorenbedoeld door eene militaire patrouille worden gearresteerd en dit een onmiddellijk gevolg is van aanwijzingen gedaan door politiedienaren of burger personen, wordt dezen laatsten eene geldelijke belooning toegekend ten bedrage van de helft van het volgens deze paragraaf toegestane opvatloon. S. Voor tabak en sirie aan militairen in de provoosthuizen. 27. Mindere militairen, die preventief in krijgsraad-arrest worden gehouden: gevonnisd zijnde, hunne opzending naar het militair huis van arrest afwachten; van het eene provoosthuis naar het andere, of naar het militair huis van arrest worden overgebracht of eindelijk in het provoosthuis hun straftijd uitzitten, ontvangen tot aanschaffing van „tabak of sirie" : Europeanen, onderofficieren. . . . f 0.10 Afrikanen en militairen van mindeAmboineezen ren graad . ... „ 0.05 Inlanders. onderofficieren. . . . ,, 0.07 militairen van minderen graad .... 0.04 per dag. Vacatie-loonen. 28. Aan Europeesche of daarmede gelijkgestelde personen, dienst verrichtende als gezworen translateur of tolk, wordt toegekend: Dit 's lands kas, doch niet Niet uit als translateur bezoldigde , , personen. 's lands kas bezoldigde „„„ . • Officieren Militairen bepersonen. en burger neden den rang personen. van officier. Voor vacatiën van één uur of minder 5 — 2 50 1 25 Voor twee uren 8— 4 — 2 — Voor ieder uur daarboven . 2 — 1 — 0,50 Meermalen op denzelfden dag dienst verrichtende, wordt iedere verrichting afzonderlijk berekend, indien de tusschenpoozing tusschen de eene en de andere meer dan een half uur bedraagt. Nimmer wordt echter meer in rekening gebracht dan hetgeen zou aankomen, indien de verschillende vacatiën (hetzij in één, hetzij in meer zaken) te zamen, met inbegrip der tusschenpoozing, als ééne dienstverrichting werden aangemerkt. 29. Aan Inlandsche personen, niet van landswege bezoldigd en als tolk fungeerende, wordt toegekend ƒ1.— tot ƒ 3.— daags, zich regelende naar hunnen stand en hun maatschappelijk beroep, zoomede naar het belang hunner verrichtingen; een en ander te beoordeelen door de autoriteit, die hunne diensten heeft ingeroepen. 30. Aan Inlandsche priesters, geene bezoldiging van het Gouvernement genietende, wordt voor het beëedigen van iederen getuige bij rechterlijke verrichtingen te goed gedaan ƒ1.—, doch niet meer dan ƒ3.— daags. U. Voor het wasschen en vullen van fournituren. 31. Indien het wasschen der fournituren en het vullen der stroozakken en hoofdkussens niet voor 's lands rekening plaats vindt, wordt daarvoor aan de Europeesche militairen uitbetaald één cent per man en per dag. V. Voor Praktische oefeningen. 32. Jaarlijks wordt te goed gedaan: voor de oefeningen der Artillerie met het geschut ƒ 5000.— „ „ practische oefeningen der Genie . .„4000.— „ het houden van veldoefeningen op kleine schaal 8000.—. W. Gratificatiën aan het kader, belast met het geven van onderwijs aan de recruten. 33. "Voor de toekenning van gratificatiën aan het kader, belast met het geven van onderwijs aan de recruten, wordt door den Commandant van het Leger beschikt: ten behoeve van de depót-bataljons over een bedrag van ƒ 450.— 's jaars ; ten behoeve van de cavalerie, over een bedrag van 30.— „ ten behoeve van de Artillerie, over een bedrag van 40.— „ X. Bijzondere betalingen ten behoeve van de Militaire Pupillenschool. 34. Yoor iederen bij de pupillenschool aanwezigen of voor niet langer dan vijftien dagen met verlof afwezigen pupil wordt voor voeding, kleeding, huisvesting en zakgeld per dag te goed gedaan ƒ0.60. Hieronder zijn niet begrepen de uitgaven voor het onderhoud van de gebouwen. 35. Yoor de verlichting van het etablissement wordt jaarlijks beschikbaar gesteld ten hoogste. . . ƒ1500.—. 36. Yoor iederen pupil, die op 1 Januari van het jaar in de sterkte der pupillenschool rekent, wordt gedurende dat jaar ten behoeve van leermiddelen en de bibliotheek der inrichting te goed gedaan f 15.—. 37. Voor de bezoldiging van het bij de pupillenschool in te deelen vrije Inlandsche personeel wordt jaarlijks beschikbaar gesteld f 900.—. X1. Bijzondere betalingen ten behoeve van den trein 37a. Aan de treinsoldaten, bij elke treincompagnie voor den zadelmakers- en den wagenmakersdienst en voor het beslaan en het hoevensnijden van de treinpaarden te werk gesteld, worden maandelijksche toelagen toegekend, bedragende: voor den treinsoldaat-zadelmaker f 10.— „ „ „ wagenmaker . . . . „ 5.— „ „ „ hoefsmid 10.— „ diens helper 5.— zullende de voor een en ander benoodigde materialen uit 's Lands voorraad worden verstrekt. De herstellingen aan voertuigen voor zoover deze niet door den treinsoldaat-wagenmaker of door plaatselijk aanwezige artillerie-werklieden kunnen worden verricht, geschieden door particulieren. IJ. Voor de richtoefeningen bij de Artillerie. 38. Ieder militair bij de Artillerie ontvangt bij eerste bevordering tot richter le klasse een premie van ƒ 3.— Z. Voor het onderhoud van bibliotheken enz. *) 39. Jaarlijks wordt te goed gedaan: 1°. voor de na te noemen bibliotheken: a. van het Departement van Oorlog. . f 1600. b. „ „ Wapen der Cavalerie. . . „ 150. c. „ „ „ Artillerie. . . „ 1270. d. „ „ „ jf Genie n 1270. e. „ den Geneeskundigen Dienst . . „ 1450. f. voor de garnizoens-bibliotheken . . „ 3750. 2°. voor aankoop en onderhoud van boekwerken voor chefs van staven en diensten „ 250. 3°. voor teekenbehoeften en andere kleine uitgaven voor het Wapen der Genie . ,, 100. A.A. Toelagen aan koks en bijkoks in de Militaire Hospitalen. 40. Aan militaire of civiele personen (uitgezonderd de koks, bedoeld bij tarief No. 48), die als kok of bijkok fungeeren, kan bij voldoenden ijver en voldoende geschiktheid eene maandelijksche toelage worden toegekend, hoogstens tot de volgende bedragen: voor de militaire hospitalen der le en 2e klasse: aan den kok f 15.— „ „ bijkok . . . . „ 6.— voor de overige hospitalen: aan den kok „ 10.— „ „ bijkok 4.— ') Noot van het D. v. O. Zie punt II der Algemeene Order 1896, No. 54. B.B. Voor premiën aan Genie-soldaten, werkzaam in de Ateliers van het korps Genie-troepen. 41. Yoor het betalen van premiën aan genie-soldaten, werkzaam in de ateliers van het korps genie-troepen, kan jaarlijks worden beschikt over een bedrag van hoogstens f 420.— C.C. Voor het aanschaffen van materialen ten behoeve van de practische oefeningen der infanterie en der cavalerie in den pionier dienst. 42. Yoor het aanschaffen van materialen ten behoeve van de practische oefeningen in den pionierdienst kan per jaar beschikt worden: Yoor de Infanterie, voor elke compagnie der veldbataljons en der garnizoens infanterie, zoomede voor elke mobiele colonne, elke vaste bezetting en elk detachement der garnizoens-infanterie met eene organieke sterkte van ten minste 100 onderofficieren en minderen, over een bedrag van hoogstens f 30.— Yoor de Cavalerie over een bedrag van hoogstens „ 110.— D.D. Abonnementskosten voor aansluiting aan het Telephoonnet. 43. Ter bestrijding van de abonnementskosten voor aansluiting aan het plaatselijk telephoonnet wordt toegestaan : a. een bedrag van f 15.— 's maands voor: het bureau van den commandant van het Leger [bovendien f 10.— (tien gulden) voor de aansluiting van een tweede toestel] ^ het bureau van de le Afdeeling, Secretariaat, > van het Departement van Oorlog [bovendien tg f 10.— (tien gulden) voor de aansluiting van ® een tweede toestel] ^ het bureau van den Chef der II0 Afd. Departement van Oorlog -+j het bureau van den Chef der Ille Afd. als voren » n n n » IVe „ als voren » » „ » » „ V° „ als voren [bovendien ƒ 10.— (tien gulden) voor de aansluiting van een tweede toestel I . . . . het bureau van den Chef der Vle Afd. Departement van Oorlog het bureau van den Chef der Vlle Afd. als voren » n » n » n » als voren n n „ „ Commandant de le Militaire Afdeeling op Java. . . . .S v v n n Plaatselijk-Commandant. . ! n » » n Gewestelijken Intendant. . | pq » „ „ „ Gewestelijk Eerstaanwezend pagnie Artillerie • • % het Algemeen Geniemagazijn S het Gewestelijk Magazijn van kleeding en uit- co enz. worden verlicht j dvci. d00r middel van gas. Buitenzorg — — ' Batoe-Dja 2e Depót-Bataljon 30 — ,£5 le Bataljon Infanterie 23 — | 2e „ . 23 — S Reserve Bataljon met geweermakersatelier,munitie-en kleedingmagazijn 23 — "Wegen om de troepenkampementen en naar het hospitaal 19 — {Fort Generaal van den Bosch en omgeving 27 — Buskruitmolen . . 9 — {Officiers- en troepenkampementen, zieken- en remontestallen en wegen.... 67 — {Buskruitmagazijn te Bergotta 2 — Voor het overigs! Magazijn voor geconfection- doormiddel van'V neerde munitie 2 — Soerakarta 22 — Vesting binnen den hoofdwal ... 22 — Officiers- en troepenkampement buiten de Vesting en de wegen om ^ en tusschen deze kampementen . 30 — a Artilleriekampement op den bedekten weg en het glacis van de 3 vesting 6 — ^ Tijdelijk wachtgebouw bij de dynamietmagazijnen en de wegen tusschen de vesting en de kampementen hiervoren genoemd ... 17 — A*^LINg of GARNIZOENEN. ^ÊST. I Aantal lantaarns. In gewone tijden. In tijden van onrust of gevaar. TOELICHTINGEN. 2 3 4 5 ^6e]j^a're 3e Depót-Bataljon 22 — Java8 °P Malang. 196 BataI.i°n Infanterie... 19 — "Wegen buiten de kampementen of het hospitaal ... 31 — Soerabaia — — Wordt verlicht door t middel van gas. Telok Betong 18 29 , Ulstric. V "• Fort Marlborough en verdere militaire gebouwen te Benkoelen 12 — Kepahiang 10 20 \atr , ^e8tVaS Bankinang 15(a) 15 (a) Waarvan 3 stuks ^ Baros 4 14 met victoriabranders- xn i. j * -rr ' i on (&) Hieronder begre- -C ort de Koek ol — pen 23 lampen voor de Goenoenff Sitoli 9 verlichting van den u-oenoeng 011011 » Westerringdijk en van Kota Limau Sareng 6 — den weg Wester-Kra- Lagoe Boti 6 17 tonpoort - Westerring- Padailg 68 — (c) Hieronder begre- Padang Pandjang 26 - Padang Sidempoean j 6 15 ^dwangarbeiders-kwar- Paratah Napal 6 — (d) HiBrtoe behooren: Pemoentioek 6 — Ie- Cavalerie-kampe- „ , _0 ment met 9 en öendaran Agoeng 28 — 2e. Voormalig Maré- SihntTQ Q chaussées kampement oiuoga y met 7 llchten Singkel 8 15 Taroetoeng 3J — en Kampement Neusö 47 — ^cleri'^" Kraton 95 (ö) — ^ Kampement Penitie 33 (c) — ® ,, Geudah 17 — O M „ Peunajoeng 16(a) — AFDEELING OF GARNIZOENEN. GEWEST. Aantal lantaarns. In gewone tijden. In tij den van onrust of gevaar. TOELICHT^' 1 2 | 3 i Atjeh en Kampement Genietroepen .... 6 — Onderhoorig- oj „ Pantè Pira 34 (e) — W heden. „ Koeta Alam 13 — kampement •5^ n -i. oc tf\ bataljon Wrt Buitenweg „ „ . .... 25 (ƒ) — (thans subsist" . Park-paardentrein 9 (f) — ^ Sfpantépir J Idi 19 38 met 5; ! Indrapoeri 20 (/") 34 met ï/iichten- „<» ! Lam Njong 12 (3) 18 (ƒ) Victoria"1'* st/ . Lho Nga 21 36 (g) Waarvan✓ TU c- o 91 met Victoria»' > Seumawe 9 21 ^ Waa^nj>. Meulaboh 7 25 met Victoria»1 Oelee Lheue . . 46 (ft) 64 (j) waarvan Jm tj , m.,.. 17,,, met Victoria»1 Padang Tidji 17 (ƒ) — Poeloe Eaja 14 17 Sabang 11 23 Samalangan 19 (ƒ) — Segli 32 55 Seulimoen 25 35 Bajeuën 21 (ï) 28 Tapa-Toean 10 10 Tjot Mantjang 12 — Sumatra's Kwala Simpang 22 22 Oostkust. Medan 13 — Siak 8 — Riouw en Port kroonprins en verdere militaire ge- Onderhoorig- bouwen te Tandjong-Pinang 15 — heden. Palembang. Bandjar 8 21 {Yereenigd Civiel- en Militair- etablissement 17 42 Tijdelijke gebouwen 10 — Lahat 21 37 Palembang 25 — Tebing-Tinggi 11 — ^ling I Oï (W GA RNIZOENEN. ^ÊST, Aantal lantaarns. | In gewone tijden. In tijden van onrust of gevaar. TOELICHTINGEN. | 2 j 3 i | 5 a" Blinjoe 3 — Muntok 10 — Pangkal-Pinang 5 — Toboali 5 — 8 ter 6lin j> Benkajang 6 20 Sotj, Vatl Pontianak 22 — Sambas 10 12 Singkawang . 16 29 Sintang 8 — (Ser. 0 °Heraf. 11 Amoentai 17 31 ''tig ee" Bandjermasin (Fort Tatas) 27 13 Kendangan 18 32 Moearah Teweh 19 — Priok Tjahoe 10 27 Tandjong 20 — Sado ' Balangnipa 4 — V611 Makasser 29 — Menado 6 — Pangkadjene 11 — ^ ^ Timor Koepang 5 — Vj* Amboina (Kampement Nieuw-Victoria) . 20 — Banda 8 — Piroe 6 — Ternate 12 39 •j Wahaai 10 17 W?*" M^ke 320') - m«™ï! Bjjlage Letter B. AANTAL lampen en lantaarns dat in maximum kan worden stoken, tot verlichting der ondervolgende wachtlokale11' (# AFDEELING of GARNIZOENEN. GEWEST. Aantal wachtlokalen voor: Officieren. Onderofficieren. Korporaals en manschappen. TOELICHTiï,G ' : 1 2 3 4 5 ro#c*ff^ le Militaire Af- Weltevreden (schietterrein aan de wachtkamer deeling op Java. Soenter) gevangenis- | Meester-Cornelis — 1(®) 2(&) /» i Buitenzorg — — — aan i Batoe-Djadjar — — 4 "De ve£acVyi Manggar — — 1 gSedt do°r Serang — 1 2 van sas' 9/:; Tandjong-Pandan — ~~ 1 (c) BusWult .j Tjimahi - 6 8 fectionneer < • ff 2e Militaire Af- Babakan — — 1 11 De deeling op Java. Banjoe-Biroe 2 4 gJscMedt d°°' Djokjakarta — 1 4 van sas' Gombong — — 2 Kedong-Kebo — 1 2 Magelang — 5 5 Ngawi — 3 5 Salatiga — 2 3 Semarang — — 2(c) Soerakarta — 1 4 Willem I — 9 7 3e Militaire Af- Malang — 2 2 deeling op Java. Soerabaja — 2 11 Lampongsche Telok-Betong — 1 3 districten. Benkoelen. Benkoelen — 1 3 Kepahiang — 1 1 4ï^elin& 0ï garnizoenen. 6%est. Aantal wachtlokalen voor: | Officieren. I Onderofficieren. Korporaals en manschappen^ TOELICHTINGEN. i 2 3 | i j 5 | 6 i V** | Bangkinang — 1 1 6Stk^t. Baros - - 1 Fort de Koek 1 2 Goenoeng Sitoli — 1 Lagoe Boti — 1 1 Padang 6 ' Padang-Padjang — 1 2 Padang Sidempoean — 1 2 | Siboga — 1 * ! Singkel — 1 1 j Taroetoeng 1 1 C2°nder- ~~ 1 1 gtleden. Indrapoeri — 1 1 Koeta-Radja — 7 9 Lam Njong — — 1 Lho Nga — 1 1 Lbo Seumawe — — 2 Meulaboh 1 1 Oeleë Eheuë — 1 1 Padang ïidji — 1 1 j Poeloe Raija — — 1 Sabang — 1 1 Samalanga — 1 li Segli — 1 1 Seulimoen — 2 2 Bajeuën ~ 1 2 Tapa-Toean — — 1 Tjot-Mantjang — 11 0o^tra's Kwala-Simpang — 1 1 - 1 3 Ve ~~ _ 1 Vhe^61" TandJong"I>inang — 1 4 AFDEELING OF GARNIZOENEN. GEWEST. Aantal wachtlokalen voor: Officieren. Onderofficieren. Korporaals en manschappen. toelicht11^ 1 2 3 4 5 6 Palembang. Bandar 1 i Djambi 1 i Lahat _ 2 3 Palembang 1 4 Tebing-Tinggi . . . — 1 2 Banka. Blinjoe — 1 Muntok — 1 2 Pangkal-Pinang — 1 Toboali — _ 1 Westerafdee- Bengkajang 1 1 ling van Borneo. Pontianak _ 1 2 Sambas 1 1 Singkawang _ 1 1 Sintang 1 2 ! Zuider- en Amoentai — 1 2 Oosterafdeeling Bandjermasin — 1 l van Borneo. Kendangan — 1 l Moeara Teweh — 1 1 Priok-Tjahoe — 1 l Tandjong — 1 1 Celebes,Menado, Balangnipa — 1 2 en Timor. Makasser — 1 3 Menado — — 2 Pangkadjene — 1 1 Timor Koepang _ _ l Amboina en Amboina — 1 2 Ternate. Banda — 1 3 Ternate — 1 4 Wahaai — 1 1 Guinea. Merauke ■ — 1 1 Zuid-Nieuw- 8W lett er C. ^ lampen en lantaarns, dat in maximum kan worden ontstoken, tot verlichting van militaire arrest- en provoosthuizen, zoowel voor de vertrekken, bewoond door het personeel, als voor die bewoond door de gedetineerden. °Mschijving. Aantal lampen met Reichs branders. Gewone branders- a . co H s § TOELICHTINGEN. 3 s d S d ■"1 «i 1 | 2 3 4 5 V00t . ^Hi6f~ 4. i j kwartiermeester De ondergeteekende ■—-—— van administrateur , verklaart ontvangen te hebben van den Commandant der compagnie , Chef van het postkantoor te 6 somma van zijnde door militairen bespaarde gelden aan militairen terug te betalen bespaarde gelden en die gelden te hebben ingenomen bij zijn kas om die te— weder te doen uitkeeren ter inlegging in de Postspaarbank. aan den commandant der. compagnie. Aldus in duplo opgemaakt te den kwartiermeester De administrateur Gezien en aan rechthebbenden uitbetaald. te- „ kwartiermeester De administrateur Voor de ^vangst. TOELICHTING. Op de geldelijke afrekeningen behooren deze sommen verhandeld te worden onder de hoofden: „Elders in ontvangst genomen gelden" en „Elders in uitgaaf gestelde gelden." Comp. Adm. 21 Bijlage letter C. Administratie van het Subsistentenkader te Batavia. De ondergeteekende, kwartiermeester van hét Subsistentenkader te Batavia, verklaart ontvangen en bij zijn kasboek te hebben ingenomen de somma van - zijnde gelden, welke door , algemeen stamboek nummer , waren ingelegd in de Postspaarbank en in Nederland door de zorg van het Departement van Koloniën aan belanghebbende zullen worden uitgekeerd, in verband waarmede deze gelden zullen gebracht worden ten bate van de rekening: „Belegatiën en andere ontvangsten voor het Ministerie van Koloniën". Bovengenoemde militair is op den met het stoomschip naar Nederland vertrokken. Batavia, den Be kwartiermeester, Afgegeven voor De ondergeteekende, commandant van opgemeld kader, verklaart, dat de origineele expeditie van dezen staat ter doorzending aan het Ministerie van Koloniën is afgegeven aan den gezagvoerder van het stoomschip > dat den van Batavia naar Nederland is vertrokken. Batavia, den Be commandant voornoemd, BEPALINGEN BETREKKELIJK DEN Postspaarbankdienst in Nederlandseh-Indië. BEPALING-EN betrekkelijk den Postspaarbankdienst in Nederlandsch-Indië, voor zoover de kennis daarvan van belang is voor de inleggers en voor hen, die het wenschen te worden. § 1. Inlagen in en terugbetalingen uit de Postspaarbank kunnen geschieden op alle postkantoren en post- en telegraafkantoren, zoomede op de daartoe door den Directeur der Burgerlijke Openbare Werken aan te wijzen hulppostkantoren § 2. De in § 1 bedoelde kantoren en hulpkantoren zijn dagelijks, behalve op Zon- en feestdagen, gedurenden den geheelen diensttijd open voor den postspaarbankdienst. § 3. De regeering van Nederlandsch-Indië waarborgt, zonder eenig voorbehoud, aan de inleggers de teruggave hunner inlagen en de betaling der daarover verschuldigde renten. § 4. Wanneer echter gelden in de boeken der Postspaarbank zijn ingeschreven ten name van een inlegger, die dertig jaar heeft laten verloopen, zonder eenige inlage gedaan of betaling van kapitaal of rente gevorderd te hebben, noch de rente op zijn spaarboekje te hebben doen bijschrijven, vervallen deze gelden aan het bij artikel 15 van het Koninklijk besluit van 16 October 1897, No. 27 (Ind. St. No. 296) bedoelde reservefonds. § 5. In de ondervolgende bepalingen zijn te verstaan, le. onder directeur: de directeur der Postspaarbank. 28. onder 'postambtenaren: de ambtenaren van den posten telegraafdienst, zoomede de hulppostcommiezen. ') Deze aanwijzing zal geschieden zoodra gebleken zal zijn, dat de behoorlijke uitoefening van den postspaarbankdienst bij de post- (en telegraafkantoren voldoende verzekerd is. 3°. onder inleggers: de inleggers in de Postspaarbank. 4". onder kantoren: de postkantoren en de post- en telegraafkantoren. 5". onder hulpkantoren: de voor den postspaarbankdienst aangewezen hulppostkantoren. § 6. Wie inlegger wenscht te worden, heeft het verlangen daartoe te kennen te geven aan een kantoor of hulpkantoor, te zijner keuze, onder opgave van zijn naam, woonplaats, betrekking of beroep, en, zoo mogelijk, van de plaats en de dag zijner geboorte, zoomede van zoodanige nadere inlichtingen, zijn persoon betreffende, als noodig of dienstig kunnen zijn tot vaststelling zijner identiteit. § 7. Die opgaven worden verstrekt door invullen en onderteekening van een bij de kantoren en hulpkantoren kosteloos verkrijgbaar formulier; zij worden door den postambtenaar ingeschreven in een daarvoor bestemd register, waarin de inlegger zijne handteekening stelt. § 8. Indien de eerste inlage geschiedt bij een hulpkantoor, moet het § 7 bedoelde formulier in tweevoud worden ingevuld en onderteekend. § 9. Kan een inlegger niet schrijven, dan wordt met mondelinge opgaven genoegen genomen. § 10 Gehuwde vrouwen kunnen zonder bijstand van hare echtgenooten, inlagen doen en terugbetaling vorderen van hetgeen te haren name in de boeken der Postspaarbank is ingeschreven. Die terugbetaling geschiedt alleen aan haar, met uitslui ,1 g van hare echtgenooten. 8 11. Minderjarigen kunnen, zonder de tusschenkomst van hunnen vader of voogd, inlagen doen en terugbetaling vorderen van hetgeen te hunnen name in de boeken der Postspaarbank is ingeschreven. § 12. De vader of voogd van een minderjarigen inlegger, behoorende tot de Europeesche of met deze gelijkgestelde bevolking, is evenwel bevoegd zich tegen de terugbetaling te verzetten. § 13. Het verzet wordt door hem, die daartoe bevoegd is, schriftelijk gedaan hij den Directeur, hetzij rechtstreeks, dan wel door tusschenkomst van het betrokken kantoor (zie § 39) of een daaronder behoorend hulpkantoor. § 14. De ontvangst van die kennisgeving wordt door den directeur aan den persoon, die in verzet gekomen is, bericht, terwijl tevens aan den inlegger mededeeling wordt gedaan van het verzet. § 15. Onverminderd het bepaalde bij § 21, kan de terugbetaling van hetgeen ten name van een minderjarigen inlegger, behoorende tot de Europeesche of met deze gelijkgestelde bevolking, in de boeken der Postspaarbank is ingeschreven, ook gevorderd worden door den vader of voogd, doch indien de minderjarige den leeftijd van 16 jaren heeft bereikt, alleen na verkregen machtiging van den Raad van Justitie, te verleenen in de gevallen en op de wijze, bepaald in artikel 393 van het Burgerlijk Wetboek voor Nederlandsch-Indië. § 16. Op hetgeen ten name van minderjarigen in de boeken der Postspaarbank is ingeschreven, is het in artikel 311 van dat Wetboek bedoelde vruchtgenot niet van toepassing. § 17. Inlagen mogen geschieden op eigen naam of ten name van een ander. § 18. Als inlegger wordt beschouwd hij, te wiens name de inlage geschiedt. § 19. Bij het doen van eene inlage ten name van een ander moeten, indien zulks op een nieuw boekje geschiedt, de voorschriften van de §§ 6 t/m 8 worden opgevolgd door hem, die de inlage doet, met dien verstande, dat de in § 6 bedoelde opgaven moeten worden verstrekt zoowel met betrekking tot hemzelven alsook, voor zooveel mogelijk, met betrekking tot den inlegger. § 20. Door laatstgenoemde moeten die voorschriften worden nageleefd zoodra hij later zelf eene inlage doet op hetzelfde boekje, en in elk geval vóór dat hij daarop eenige terugbetaling kan erlangen. § 21. In het geval, bedoeld bij § 19, kan hij, die de inlage doet, daarbij bepalen, dat de inlegger geene terugbetaling zal kunnen bekomen van het te goed of van een gedeelte van het te goed op het boekje, waarop de inlage is geschied, vóór een aan te duiden tijdstip. § 22. Is door de bepaling van dat tijdstip, eene voorwaarde gesteld, welker vervulling afhankelijk is van hem die haar gesteld heeft, dan vervalt zij bij diens overlijden; is het tijdstip afhankelijk van eenige gebeurtenis of omstandigheid, dan moet tevens de dag worden bepaald, waarop de voorwaarde, indien zij alsdan niet vervuld is, vervalt. Indien deze voorschriften niet of niet volledig zijn opgevolgd, wordt de voorwaarde als niet gesteld beschouwd. § 23. Eene bepaling als bedoeld bij de §§21 en 22 wordt gesteld op het bij § 7 bedoelde formulier, door den postambtenaar op de daarvoor in het spaarbankboekje aangewezen plaats voorgeschreven en, zoo mogelijk door hem, die haar stelde, onderteekend. § 24. Zij kan door hem, die haar stelde, te allen tijde worden ingetrokken. § 25. Die intrekking moet geschieden bij schriftelijke mededeeling aan den directeur, hetzij rechtstreeks, dan wel door tusschenkomst van het betrokken kantoor (zie § 39) of een daaronder behoorend hulpkantoor. § 26. In de gevallen, vermeld in de §§ 21 t/m 25, geschiedt geene terugbetaling dan indien, ter beoordeeling van den directeur, gebleken is dat over het ingelegde mag worden beschikt. § 27. Yennootschappen, vereenigingen en zedelijke lichamen worden niet als inleggers toegelaten, voordat, ter beoordeeling van den directeur, gebleken is dat zij, die tot dat einde zich aanmelden, daartoe de vereischte bevoegdheid bezitten. § 28. Terugbetaling van hetgeen ten name van zulke inleggers in de boeken der Postspaarbank is ingeschreven, mag alleen plaats hebben aan — en tegen voldaanteekening door — hen wier bevoegdheid op de in § 27 bepaalde wijze gebleken is. § 29. Iedere inlegger wordt geacht door de enkele daad van inleggen, hetzij deze door hemzelven dan wel door een ander te zijnen name is verricht, zich te hebben onderworpen aan de bepalingen van het Koninklijk besluit van 16 October 1897, No. 27 (Ind. St. No. 296) en aan die, welke ter uitvoering van dat besluit zijn of nader zullen worden vastgesteld. § 30. Bij de eerste inlage wordt een spaarbankboekje ten name van den inlegger uitgereikt. § 31. Met uitzondering van de duplicaatboekjes, bedoeld bij § 40, worden alle spaarbankboekjes kosteloos verstrekt. § 32. Elk spaarbankboekje is voorzien van een daarop gedrukt volgnummer, van eene serieletter en van den naam van het Kantoor, waardoor het is uitgegeven. § 33. Ter aanduiding van het spaarbankboekje moeten steeds het volgnummer, de serieletter en de kantoornaam worden vermeld. § 34. Elk spaarbankboekje kan, op verzoek van den belanghebbende, worden overgeschreven op een ander kantoor dan dat, waardoor het is uitgegeven. § 35. Hij moet daartoe, onder overlegging van het boekje, het verzoek doen bij laatstbedoeld Kantoor, of bij dat waarop de overschrijving verlaDgd wordt, dan wel bij een der onder die Kantoren behoorende hulpkantoren. § 36. Het verzoek wordt door het Kantoor overgebracht aan den directeur, die voor de overschrijving en weder uitreiking van het boekje het noodige doet verrichten. § 37. Een overgeschreven boekje blijft aangeduid met het volgnummer, de serieletter en den kantoornaam, bedoeld bij § 32. § 38. De voorafgaande bepalingen zijn mede toepasselijk bij nadere overschrijving van een reeds overgeschreven boekje. § 39. In de verdere bepalingen wordt, met betrekking tot elk spaarbankboekje, het kantoor waardoor het is uitgegeven, of voor zooveel overgeschreven of nader overgeschreven boekjes betreft, het kantoor waarop het overgeschreven of nader overgeschreven is, aangeduid als het betrokken kantoor. § 40. Door den directeur kan een duplicaat worden afgegeven van een boekje le dat ontvreemd, verloren of in het ongereede geraakt is; 2* dat zich bevindt in handen van een ander dan den inlegger. § 41. In het laatstbedoelde geval wordt de houder van het boekje door den directeur, bij aangeteekenden brief, uitgenoodigd zijne wettelijke aanspraak daarop te bewijzen. Voldoet hij hieraan niet binnen vier weken nadat de aangeteekende brief is uitgereikt, de in ontvangstneming van den brief is geweigerd, of deze door de postadministratie als onbestelbaar is verklaard, dan kan een duplicaat worden afgegeven. § 42. Een duplicaat wordt door den belanghebbende aangevraagd aan den directeur, met gebruikmaking van een daartoe bestemd, bij de kantoren en hulpkantoren kosteloos verkrijgbaar formulier. § 43. De handteekening onder de aanvraag moet worden gelegaliseerd door het hoofd van het plaatselijk bestuur der woonplaats van den aanvrager. Kan deze niet schrijven, dan wordt de aanvraag namens hem opgemaakt door bedoelden ambtenaar. § 44. Het duplicaat wordt door den directeur rechtstreeks toegezonden aan den aanvrager; van de afgifte van elk duplicaat geeft de directeur kennis aan het betrokken kantoor. § 45. Yoor een duplicaat-boekje kan door den directeur 25 cent in rekening worden gebracht; dit bedrag moet in frankeerzegels worden gevoegd bij de aanvraag. § 46. Behalve in de gevallen, voorzien bij de §§ 35, 70, 96 en 97, zijn de postambtenaren bevoegd en verplicht tot overneming of inhouding van spaarbankboekjes: a. waarvan een duplicaat is afgegeven; b. waarin misstellingen of verschillen worden ontdekt welke niet door die ambtenaren kunnen worden opgelost of aanleiding geven tot het vermoeden van vervalsching of misbruik; c. die volgeschreven of gescnonden zijn, of die door langdurig gebruik of door eenige andere oorzaak een onooglijk aanzien hebben gekregen; d. waarop het geheele tegoed wordt terugbetaald. § 47. Uitgezonderd in het geval, bedoeld sub d van § 46, wordt bij elke overneming of inhouding van een spaarbankboekje, aan den houder daarvan een bewijs uitgereikt. § 48. Aan inleggers, behoorende tot de Inlandsche en met deze gelijkgestelde bevolking, wordt gelijktijdig met het spaarbankboekje, een penning uitgereikt. § 49. Tenzij omtrent hunne identiteit geenerlei twijfel bestaat, mogen aan hen geene terugbetalingen worden gedaan, indien zij niet, nevens hun spaarbankboekje ook den daarbij behoorenden penning kunnen vertoonen. § 50. Bij verlies van zulk een penning wordt door den directeur aan den inlegger een nieuwe penning uitgereikt tegen betaling van 25 cent. § 51. Alle inlagen en terugbetalingen worden door de postambtenaren in het spaarbankboekje ingeschreven en met hunne handteekening gewaarmerkt. § 52. Bij de kantoren en hulpkantoren in de bezittingen buiten Java en Madoera kunnen mede inlagen worden gedaan en terugbetalingen worden verkregen op vertoon van het bij § 47 bedoelde bewijs, indien dit is afgegeven op grond van het bepaalde sub c van § 46 of ingevolge de §§ 96 en 97. § 53. Heeft de inlegger van die bevoegdheid gebruik gemaakt, dan worden, bij de uitreiking van het voor dezen bestemde boekje, de voorloopig op dat bewijs ingeschreven inlagen en terugbetalingen voorafin het boekje overgeschreven. § 54. De inlagen en terugbetalingen worden door de kantoren, die eens of meermalen daags postverbinding hebben, dagelijks per eerste post, en door de overigen per eerste postgelegenheid aan den directeur verantwoord. § 55. Inlagen en terugbetalingen zijn slechts toegestaan in bedragen van vijf en twintig cent of veelvouden daarvan. § 56. Uitgezonderd hiervan zijn terugbetalingen bij opvordering van de rente over een afgeloopen jaar of van het geheele bedrag van het tegoed. § 57. Na elke inlage van f 25.— of hooger ontvangt de inlegger van den directeur eene kennisgeving dat het bedrag te zijnen name in de boeken der Postspaarbank is ingeschreven. § 58. Bij de ontvangst van die kennisgeving heeft de inlegger zich te verzekeren dat de inschrijving in zijn spaarbankboekje daarmede overeenstemt. § 59. Is dit niet het geval, dan wendt hij zich schriftelijk en rechtstreeks tot den directeur, die, na onderzoek, onmiddellijk de noodige maatregelen neemt om het bestaande verschil op te lossen. § 60. Eveneens heeft de inlegger zich tot den directeur te wenden, indien de kennisgeving langer uitblijft dan hij, in verband met den afstand tusschen zijn woonplaats en Batavia, mocht verwachten. § 61. Behoudens het bepaalde bij § 15, mogen op spaarbankboekjes verschuldigde gelden alleen aan den inlegger, of aan dengene, die daartoe door hem is gemachtigd, worden terugbetaald. (Zie hierbij § 79). § 62. Indien echter een inlegger het beheer van zijne goederen heeft verloren, is uitsluitend de wettelijke vertegenwoordiger gerechtigd terugbetaling te vorderen. Deze behoeft daartoe geen rechterlijke machtiging. § 63. Terugbetalingen uit de Postspaarbank geschieden: l8. rechtstreeks door de postambtenaren; 2e. op een order van betaling, afgegeven door den directeur. § 64. Rechtstreeksche terugbetaling, tegen quitantie volgens model, kan alleen geschieden door of vanwege het betrokken kantoor. § 65. Die terugbetalingen zijn beperkt tot bedragen van ten hoogste f 100.—, mits niet uitmakende het geheele in het boekje ingeschreven tegoed van den inlegger. Op hetzelfde boekje mag in een tijdvak van vier weken rechtstreeks niet meer dan ten hoogste f 100.—, in eens of in gedeelten, worden terugbetaald. § 66. Ter bekoming eener terugbetaling welke niet ingevolge het bepaalde bij de §§ 64 en 65 rechtstreeks kan geschieden onderteekent de inlegger eene aanvraag volgens model, in tegenwoordigheid van den postambtenaar. § 67. Die aanvraag wordt door het kantoor gezonden aan den directeur, die, indien het tegoed van den inlegger zulks toelaat, en overigens zich niets tegen de terugbetaling verzet, eene order van betaling ten name van den inlegger rechtstreeks aan dezen toezendt. § 68. De order van betaling wordt afgegeven op het door den inlegger in de aanvraag aan te wijzen kantoor of hulpkantoor. § 69. Zij is zes weken geldig; na het verstrijken van dien termijn is zij nietig en kan terugbetaling, anders dan op den voet van het bepaalde bij de §§ 64 en 65, alleen worden verkregen door de indiening van een nieuwe aanvraag, waarbij de vervallen order moet worden overgelegd. § 70. Strekt de bij § 66 bedoelde aanvraag tot terugbetaling van het geheele bedrag van het tegoed, dan moet tevens het spaarbankboekje aan den directeur worden opgezonden. § 71. Bij de door dezen af te geven order van betaling wordt alsdan tevens verrekend de rente over het verstreken gedeelte van het loopende jaar. § 72. Yoor die verrekening wordt als dag van terugbetaling aangenomen de dag volgende op dien, waarop de order van betaling door den directeur aan den belanghebbenden wordt toegezonden. § 73. Aanvragen om terugbetaling kunnen, op kosten van de inleggers, worden overgebracht door middel van de telegraaf, mits die aanvragen: a. niet strekken tot terugbetaling van het geheele bedrag van het tegoed, noch ter erlanging van terugbetaling bij een ander dan het betrokken kantoor of een daaronder behoorend hulpkantoor; b. worden ingediend bij het betrokken kantoor of een daaronder behoorend hulpkantoor. § 74. De inlegger, die van deze bevoegdheid wenscht gebruik te maken, heeft het verlangen daartoe te kennen te geven, bij de aanbieding van eene aanvraag in den gewonen vorm; deze wordt door den postambtenaar in beknopter vorm overgebracht op een daartoe bestemd formulier, waarna het woordental bepaald en van den inlegger het volgens het vigeerend tarief voor binnenlandsche telegrammen verschuldigd bedrag der seinkosten geheven wordt. § 75. Wenscht de inlegger ook de order van betaling per telegraaf te zien overgebracht, dan is het dubbele van het bij § 74 bedoelde bedrag aan seinkosten verschuldigd. § 76. Eveneens kunnen, onder het bij § 73 gemaakte voorbehoud, per telegraaf worden overgebracht de door den directeur af te geven orders van betaling, strekkende ter voldoening aan de hem op de gewone wijze toegezonden aanvragen; het verlangen daartoe wordt te kennen gegeven door het overeenkomstig § 74 verschuldigd bedrag in frankeerzegels aan de aanvraag te hechten. § 77. De in de §§ 73 t/m 76 bedoelde aanvragen om terugbetaling, afkomstig van — en de orders van betaling bestemd voor — hulpkantoren, worden tusschen de betrokken kantoren en de hulpkantoren overgebracht per post, ook al zijn die hulpkantoren tevens telephoonkantoren. § 78. Inleggers, die niet kunnen schrijven, onderteekenen de quitantiën, bedoeld in § 64, alsmede de aanvragen om terugbetaling en de orders van betaling, bedoeld in de §§ 66 t/m 72 met een kruis of eenig ander handmerk. Hieronder wordt eene verklaring gesteld, waaruit blijkt dat het handmerk van den inlegger is. De verklaring wordt door twee bij het kantoor of hulpkantoor bekende getuigen geteekend. § 79. Indien een inlegger, ter bekoming eener terugbetaling, niet persoonlijk op het kantoor of hulpkantoor verschijnt, moet de persoon, die hem vervangt, kunnen schrijven en eene notarieele of onderhandsche algemeene of bijzondere volmacht overleggen. § 80. Op het boekje of op eene order van betaling ten name van een overledene wordt geene terugbetaling gedaan, tenzij, ter beoordeeling van den directeur, gebleken is dat de uitbetaling door de rechthebbenden wordt gevraagd. § 81. Voor zoover de terugbetalingen ingevolge de §§ 64 en 65, rechtstreeks door of vanwege het betrokken kantoor kunnen geschieden, wordt aan elke wettig gedane opvrage van op spaarbankboekjes verschuldigde gelden gevolg gegeven uiterlijk binnen veertien dagen, te rekenen van den dag der opvrage. § 82. De bij de §§ 66 t/m 72 bedoelde orders van betaling worden aan de inleggers toegezonden uiterlijk binnen veertien dagen, te rekeneu van den dag, waarop de aanvragen om terugbetaling door den directeur worden ontvangen. § 83. In buitengewone omstandigheden kunnen de in de voorgaande paragrafen bedoelde termijnen door den Gouverneur-Generaal, den Raad van Toezicht gehoord, tot ten hoogste zes maanden worden verlengd. De daartoe te nemen beschikking wordt, voor zij in werking treedt, in de Javasche Courant geplaatst en aan de kantoren en hulpkantoren aangeplakt. § 84. De directeur geeft aan het betrokken kantoor kennis dat, tot eene nadere mededeeling zijnerzijds, op een spaarbankboekje geene terugbetalingen mogen geschieden. le. indien bij hem eene mededeeling is ingekomen dat de ' inlegger zijn boekje mist, met de mogelijkheid dat het in verkeerde handen is geraakt; 2e. indien het bij de §§ 12 en 13 bedoelde verzet rechtstreeks bij hem is gedaan; 3e. indien dit om eenige andere reden noodig is. § 85. Ingeval van twijfel aan de identiteit van hen, die zich om terugbetaling aanmelden, of bij het bestaan van eenig vermoeden van vervalsching, mag door de postambtenaren geen terugbetaling geschieden, vóórdat de bij hen in het een of ander opzicht gerezen bezwaren zijn opgelost. § 86. Aan de inleggers wordt eene jaarlijksche rente toegekend van 2.4 ten honderd van hunne inlagen. § 87. De rente begint te loopen met den eersten dag der maand, volgende op die, waarin de directeur van de inlagen kennis krijgt. (Zie § 54). § 88. De rente welke den 315'™ December van elk jaar verschuldigd is, wordt door bijschrijving op de rekeningencourant der inleggers aan hun tegoed toegevoegd, en als zoodanig met den eersten dag van het nieuwe jaar rentegevend. § 89. Yoor teruggevraagde gelden is slechts rente verschuldigd tot het einde der maand, voorafgaande aan die waarin de terugbetaling plaats heeft, of — in het geval bedoeld bij § 72 — geacht wordt te hebben plaats gehad. § 90. Yoor onderdeelen van een gulden wordt geen rente vergoed. § 91. Bij de vaststelling van het rente-bedrag, worden gedeelten van een cent verwaarloosd. § 92. Yoor hetgeen boven f 1200.— ten name van één inlegger in de boeken der Postspaarbank is ingeschreven wordt geen rente toegekend. § 93. Yoor vereenigingen, stichtingen en fondsen van maatschappelijk of godsdienstig belang of tot onderling hulpbetoon, wordt het in § 92 genoemde bedrag tot f 2400.— verhoogd. Comp. Adm. 22 § 94. Bij twijfel omtrent den aard der vereenigingen, stichtingen en fondsen beslist de Raad van Toezicht. 8 95. De ingevolge § 88 aan het tegoed der inlegger» toe te voegen rente wordt bij de eerste daartoe zich voordoende gelegenheid door of namens den directeur in de spaarbankboekjes bijgeschreven. § 96. Tot dat einde moet elk spaarbankboekje jaarlijks, in de maand waarin de eerste inlage geschiedde, bij het betrokken kantoor of een daaronder behoorend hulpkantoor worden ingeleverd, ter opzending aan den directeur, tenzij de rente-bijschrijving reeds heeft plaats gehad bij gelegenheid dat het boekje om eenige andere reden in handen van den directeur werd gesteld. § 97. Bij verzuim van die inlevering wordt het boekje bij de eerste aanbieding ingehouden. § 98. De ambtenaren, die met de uitoefening van den postspaarbankdienst worden belast, onthouden zich aan personen, vreemd aan de administratie, eenige inlichting te verstrekken omtrent de inleggers of hun tegoed, behoudens de gevallen, bij algemeene verordening voorzien. § 99. Yoor brieven, gericht aan den Directeur der Postspaarbank te Batavia, is geen port verschuldigd. Het publiek wordt dringend verzocht den familienaam van den directeur niet op het adres te vermelden. 8 100 Alle akten en stukken, noodig voor den inleg van gelden in - en de terugbetaling daarvan door - de Postspaarbank, zijn vrij van zegelrecht, mits in of op die akten of stukken van die bestemming melding worde gemaakt. Barangsiapa berniat menjimpan oewang di perbendaharaan negeri, jang di namaken Spaarbank Goebernemen, boleh memasoekken (menaroh) oewangnja die masing-masing kantor post, di mana ia soeka. Djoega orang, jang tiada bisa menoelis, boleh menjimpan oewangnja di perbendaharaan Spaarbank itoe. Perentah tanah India Nederland menanggoeng pembajarnja kombali oewang, jang di simpan itoe. Simpenan oewang di terima di perbendaharaan itoe moelai dari djoemlah 25 cent; atau 50 cent, 75 cent, 1 roepiah, 1 roepiah 25 cent dan sateroesnja lagi sampei djoemlah f 1200.— Masing-masing orang, jang menjimpan oewang di perbendaharaan Spaarbank, nanti terima satoe boekoe dan satoe medali (sakeping logam akan tanda); maka boekoe dan medali itoe di bri (di kasi) dengan tiada oesah di bajar {di beli). Boekoe dan medali itoe haroes (koedoe) di simpan dengan baik, sebab kadoewanja (doewa-doewanja) misti di oendjoekken, akan boleh dapet kombali oewang, jang soedah di masoekken di perbendaharaan Spaarbank. Maka itoe baik, boekoe dan medali itoe di simpan sendirisendiri (djangan di koempoelken), sebab, djikaloe sa'orang hilang boekoenja, maka orang lain dapet menemoe boekoe itoe, ia tiada bisa terima oewang kombali, djikaloe tiada bisa mengoendjoekken medalinja sama sakali. Sekalian djoemlah oewang, jang die masoekken atau jang di minta kombali, nanti di toelis dalem boekoe persimpenan (Spaarbankboek) itoe. Lain dari itoe, maka barangsiapa menjimpan (menaroh) oewang, djoemlah f 25.— atau lebih sama sakali, nanti terima sapotong soerat dari toean Directeur perbendaharaan Spaarbank itoe di Betawi, menjataken, jang soedah di terima olehnja chabar tentang masoeknja oewang, jang di sim- ^Barangsiapa tiada terima soerat begitoe (demikian) haroes (koedoe) membri chabar pada toean Directeur tadi. Alamat soeratnja: „Kapada toean Directeur Postspaarbank di Betawi." , Akan mengirim soerat pada toean Directeur itoe, tiada perloe memake postzegel (soerat itoe tiada oesah di frang o). Dalem satoe boelan dari oewang simpenan itoe boleh di minta kombali djoemlahnja sampei ƒ100.- besarnja, ia itoe dengan perloe mengoendjoekken boekoenja simpenan (Spaarbankboek) dan medalinja. Barangsiapa berniat, minta kombali dalem sakali atau dalem satoe boelan lebih dari ƒ100.- banjaknja, maka haroes (koedoe) membri. tahoe hal itoe pada kantor post, soepaja boleh di mintaken idzinnja, toean Directeur tadi lebih doeloe. . , , Boenganja, jang nanti di bajar atas masing-masmg djoemlah ƒ loo.— banjaknja 20 cent saboelan. Djoemlahnja boenga itoe saben talioen sakali nanti di toelis (di masoekken) di boekoe persimpenan (Spaarbankboek) itoe oleh toean Directeur di Betawi. Maka itoe, boekoenja haroes (koedoe) di atoerken di kantor post saben tahoen sakali dalem boelan, waktoe moelai memasoekken oewang simpenannja, ia itoe akan di kinm ka Betawi, soepaja boekoe itoe boleh di periksa oleh toean Directeur tadi dan soepaja boenganja di toelis di sitoe olehnja. Barangsiapa mengatoerken (menerimaken) boekoe persimpenannja (Spaarbankboeknja) pada kantor post (al;an 1 kirim ka Betawi), nanti terima satoe soerat danda tangan jang haroes (koedoe) di simpan baik-baik, sebab soerat tanda tangan itoe misti di kombaliken olehnja djikaloe ia terima kombali boekoenja tadi. MODELLEN. Model No. la. 13e Bataljon Infanterie (a) Folio een. Ie Compagnie (b) ADMINISTRATIE-BOEK VAN OPGEMELDE COMPAGNIE (c) OVER 19 . (as) Benaming van het korps. (6) Nummer der compagnie, of „detachement te " (standplaats). (c) „Compagnie" of „detachement". Folio 2. Voorschriften omtrent de inschrijving van het Administratie-boek. Titelblad (Model No. los). § 1. De wijze van inschrijven der eerste bladzijde is aan den voet der bladzijde aangegeven. Op de vierde bladzijde wordt bekend gesteld de standplaats, waar de compagnie of het detachement zich op 1 Januari bevindt, en voorts, naarmate zij plaats vinden, alle veranderingen, welke de compagnie of het detachement, in haar of zijn geheel, ge durende het jaar ondergaat. Alphabetisch register (Model No. lö). § 2. Het alphabetisch register volgt op het titelblad en bevat vier folio's. Op de betrekkelijke letter wordt vermeld de naam van elk militair, die bij de compagnie of het detachement is — of daarbij wordt opgenomen, alsmede het folio, waarop hij in de controle voorkomt. § 3. Zoodra een man de compagnie of het detachement verlaat, wordt de naam en het nummer doorgeslagen. Controle der onderofficieren en mindere militairen (Model No. lc). § 4. Ieder man krijgt een afzonderlijk folio. Het nummei van dat folio is zijn controle-nummer. § 5. De militairen worden op den lsten Januari van elk jaar ingeschreven in de volgorde, waarin zij in de controle van het vorige jaar voorkomen, met weglating der doorgeslagenen. § 6. Gedurende het jaar aankomenden worden, ongeacht hunnen rang of hunne inkomsten, achteraan bijgeschreven, terwijl zij, die van de compagnie of het detachement worden afgevoerd, met eene zwarte inktlijn van den linker-bovennaar den rechter-beneden-hoek, in het hoofd der eerste rubriek, worden doorgeslagen. § 7. Het hoofd wordt met eene duidelijke letter ingeschreven; de namen en het controle-nummer wat grooter dan het overige, ter behoorlijke onderscheiding. § 8. Bij den rang wordt tevens vermeld de landaard, voorts bij fuseliers of de man is infanterist lste klasse, en bij stafmuzikanten, geniesoldaten, cavaleristen, kanonniers en stukrijders de klasse daarvan. § 9. Achter de woorden; „heeft recht op", worden vermeld de eereteekenen, waaraan doorloopende inkomsten verbonden zijn, alsmede of de man in de termen valt verhoogde soldij te genieten. Komt de man in den loop van het jaar in het bezit van eereteekenen, of krijgt hij aanspraak op verhoogde soldij, dan wordt zulks, behalve als mutatie, in het hoofd bijgeschreven. Eveneens wordt plaatsing in de 2de klasse van discipline, of eenige andere reden, welke de verhoogde soldij doet verliezen voor hen, die overigens recht daarop hebben, alsmede het verlies van eereteekenen, daarachter vermeld. Achter de woorden: „gehuwd met" wordt voor de Europeanen c. q. vermeld „is weduwnaar van . wettig kind m8t wettige kinderen te z'Jnen laste ' § 10. De mutatiën worden dagelijks duidelijk en kort ingeschreven. Van de op 1 Januari absenten wordt de laatste mutatie of mutatiën van het vorig jaar overgenomen, zooveel als voor de berekening noodig is. Voor overgenomenen wordt vermeld het korps en de compagnie waarbij — en het controle-nummer waarop — zij het laatst in betaling zijn geweest. Alleen die veranderingen worden vermeld, welke invloed uitoefenen op het den man doorloopend aankomende in geld of goed. § 11. Vermiste of zonder wettige redenen van verlot achterblijvende militairen worden als zoodanig vermeld, en den 29sten dag daarna afgevoerd. Daarna terugkomende, worden zij op een nieuw folio ingeschreven, met vermelding op welk folio zij vroeger voorkwamen. § 12. Veroordeelde militairen worden afgevoerd wanneer zij: a. „door den militairen rechter zijn veroordeeld tot eene lstraf, welke gepaard gaat met vervallen verklaring van „den militairen stand of van de betrekking van militair „geëmployeerde, dan wel met ontzegging voor een behaalden tijd van het recht, om bij de gewapende macht „of als militair geëmployeerde te dienen". b. „in de commandementen op Java of Sumatra's Westkust ,,tot meer dan drie — en in de andere militaire comman„dementen, tot meer dan zes maanden militaire detentie „zijn veroordeeld". c. „door den burgerlijken rechter veroordeeld, door den Commandant van het Leger niet waardig worden geacht „om hun verband uit te dienen". § 13. Bij bevordering, terugstelling of degradatie wordt de overige rang doorgeslagen en de nieuwe daarneven gesteld. § 14. In de schuldrekening van den man worden de voor zijne rekening ontvangen goederen, gedane betalingen, reparatiën, enz., ingeschreven, en voorts daarin geboekt de volgens het uitbetalings-boek op zijne soldij bewerkstelligde inhoudingen, de contante stortingen, en hetgeen verder tot ontlasting der rekening voorkomt. § 15. Bij het einde van elk kwartaal wordt de schuldrekening afgesloten en het restant op het nieuwe kwartaal overgebracht. Afsluiting tusschentijds heeft plaats als de man de compagnie of het detachement verlaat. Bestaat alsdan nog een saldo schuld, dan wordt de reke- ning, door den compagnies-commandant en den man, voor accoord geteekend. § 16. Yoor militairen, die bij de compagnie in subsistentie zijn of komen, wordt gehandeld, als bij de §§ 4—15 is aangegeven, behoudens dat voor hen de laatste bladen worden bestemd. Bij compagnieën, waarbij pupillen aanwezig zijn, gaan deze den subsistenten vooraf. § 16a. In de rubriek „laatste vernieuwing verstrekt in" worden achter de eerste staande lijn, de twee laatste cijfers van het jaar gesteld, waarin het voorwerp in margine vermeld, als eerste uitrusting of vernieuwing het laatst is verstrekt. Heeft van dat voorwerp in het loopend jaar vernieuwing plaats, dan wordt in het vorig jaartal doorgeslagen en achter de tweede staande lijn het nieuwe jaartal gesteld. CONTROLE DER PAARDEN EN MUILDIEREN. (Model No. ld). § 17. In deze controle worden de aanteekeningen gesteld, in het hoofd van den staat aangegeven. De eerste 20 nummers (5 bladzijden), zijn bestemd tot opname der officierspaarden. Voor dezen wordt, in stede van de stamboek- en harnachements-nummers, de naam van den eigenaar aangeteekend, en de voorlaatste rubriek niet ingevuld. De paarden der officieren van den staf van eenig korps, worden bij den kleinen staf ingeschreven. § 18. De rijkspaarden en muildieren worden, aanvangende met No. 12, opvolgend ingeschreven in de orde, waarin zij in de vorige controle voorkomen. § 19. In de rubriek „veranderingen" worden de mutatiën ingeschreven, welke op de verstrekkingen van invloed zijn. "Voor de op 1 Januari absente paarden en muildieren wordt de laatste mutatie van het vorige jaar overgenomen. Yan afgevoerde paarden en muildieren wordt „naam en ras" met eene zwarte inktlijn, van den linker-boven- naar den rechter-benedenhoek, doorgeslagen. Aanteekening van de dagelijksche sterkte der manschappen, paarden en muildieren, alsmede berekening der aankomende soldijen, indemniteiten, vivres en fourages. (Model No. 1 c). § 20. leder blad dient voor 10, of in het laatste eener maand voor 8, 9 of 11 dagen. § 21. lederen morgen wordt de sterkte van den vorigen dag ingeschreven, en de veranderingen en bewegingen der laatste 24 uren in de daarvoor bestemde rubrieken vermeld. De mutatiën der paarden en muildieren worden die der manschappen gesteld. Alleen te velde worden de officierspaarden in de sterkte opgenomen en de mutatiën daarvan aangeteekend. § 22. Yan absenten, die bij de compagnie of het detachement terugkomen, wordt in de laatste rubriek de datum vermeld, waarop zij zijn vertrokken. Bij opname in- of ontslag uit het hospitaal van Europeesche militairen, die zijn wettig gehuwd of weduwnaar met één of meer wettige kinderen te hunnen laste, wordt achter de mutatie het hospitaal" vermeld: „Is gehuwd" of „is weduwnaar met wettige kinderen te zijnen laste". Komt een zoodanig militair in het hospitaal te overlijden, dan wordt daarvan op de navolgende wijze mutatie gemaakt: „Kennis bekomen van het overlijden in het hospitaal £e op den was gehuwd (of weduwnaar met wettige kinderen te zijnen laste"). § 23. De mutatiën moeten kort en duidelijk zijn, en alleen datgene aangeven, wat op de berekening van invloed is. Daarbij wordt als regel aangenomen, dat de manschappen, die de compagnie of het detachement verlaten, al datgene hebben genoten, waarop zij aanspraak hebben en dat alleen, wanneer dit niet het geval is, wordt bekend gesteld tot wanneer zij zijn betaald en gevoed of welke inkomsten zij nog te goed hebben. § 24. De dagen soldij, verhoogde soldij, enz., bij rappel aankomende, zooals bij terugkomst van transport, enz., worden onder den datum, waarachter de mutatie wordt vermeld, op eene afzonderlijke lijn uitgetrokken. § 25. Indien het aantal mutatiën zoo groot is, dat de op een blad beschikbare ruimte onvoldoende is voor 10, 8, 9 of 11 dagen, worden twee of meer bladen gebezigd. Het eerste blad, of de eerste bladen worden in dat geval slechts afgesloten en opgeteld, en die totalen overgebracht op het laatste blad, alwaar de berekening in geld plaats vindt. § 26. Vervallen. § 27. Vervallen. § 28. Op den lsten; nden en den 2lsten der maand wordt het blad afgesloten en iedere rubriek getotaliseerd. Onder die totalen worden gesteld de bedragen der soldijen, verhoogde soldijen, enz., per dag, en vervolgens door vermenigvuldiging aangetoond het totaal in geld van iedere rubriek. Daarna worden die totalen, voor de soldijen, en voor de verhoogde soldijen afzonderlijk, te zamen gesteld. Op gelijke wijze worden de rubrieken voor de vivres getotaliseerd en duidelijk aangegeven op hoeveel rations van ieder voedingsartikel aanspraak bestaat, dan wel op hoeveel dagen geheele of gedeeltelijke indemniteit voor vivres de compagnie recht heeft. Eindelijk worden de geldelijke totalen overgebracht in de laatste rubriek onder het hoofd afrekening. Van het bedrag der soldijen worden afgetrokken de kortingen, — ook die voor schulden aan den lande, daarna de bedragen der verhoogde soldij, der indemniteit voor vivres en der bijzondere uitgaven, — als rappel van soldij bij vrijspraak, voorschot of indemniteit voor zee- en marschvoeding, koeliegelden, schrijfbehoeften, enz., — bijgeteld. § 29. De subsistenten van het wapen, waartoe de compagnie behoort, worden in de sterkte der compagnie en in de berekening begrepen. Zijn zij evenwel van een ander wapen of eenen anderen dienst, dan wordt voor ieder wapen of iederen dienst een gelijke aanteekening op afzonderlijke bladen gehouden. § 30. In de rubriek present en absent wordt bekend gesteld' het aantal militairen, dat tot de compagnie behoort, onverschillig waar . zij zich bevinden. Het in de rubriek te vermelden getal moet mitsdien gelijk zijn aan het aantal militairen, voorkomende in de controle, na aftrek der doorgeslagenen. De subsistenten worden niet in voormeld cijfer begrepen, doch hun aantal vermeld in eene afzonderlijke rubriek, waartoe bij die compagnieën, waarbij geen paarden of muildieren zijn, de voor de sterkte der paarden of muildieren bestemde rubriek wordt gebezigd. Aanteekening en afrekening der door de compagnie ontvangen vivres en fourages (Model No. 1 ƒ)• § 31. Ieder blad dient voor ééne maand. Achter de datums worden in de betrekkelijke rubrieken vermeld de hoeveelheden vivres en fourages, voorkomende op de dagelijksche of tiendaagsche bons, vóór dat deze aan den kwartiermeester worden gezonden. In het hoofd worden de benamingen der te ontvangen vivres ingeschreven, in alphabetische volgorde. § 32. Bij het einde der maand worden de verschillende rubrieken getotaliseerd, en deze totalen overgebracht op de rechterzijde van het blad in de afrekening, waarin vooraf zijn geboekt, getotaliseerd, en in hoeveelheden vivres, enz., berekend, de elke tien dagen aankomende rations vivres, volgens de totalen van de over de maand gemaakte staten model No. Ie, en tevens zijn vermeld de hoeveelheden, welke gedurende de vorige maand te veel of te weinig zijn ontvangen. Ten aanzien der berekening geldt, dat als aankomend, alleen worden berekend de artikelen, vermeld in de eerste rubriek van de tarieven No. 15, 16 en 20. De artikelen, welke zijn ontvangen op grond van de bepalingen en toelichtingen in de laatste rubriek dezer tarieven, worden afgeschreven, tegen in ontvangstneming van de daarvoor aangegeven hoeveelheden der artikelen, in de plaats waarvan ze worden te goed gedaan. Door daarna het totaal aankomende van het totaal ontvangene of omgekeerd het totaal ontvangene van het totaal aankomende af te trekken, blijkt hoeveel over de loopende maand te veel of te min is ontvangen en wordt, in verband daarmede, berekend voor welke hoeveelheden te weinig genoten vivres in garnizoen de geldswaarde volgens contractprijs zal worden ontvangen. Algemeeme schuldrekening (Model No. 1 g). § 33. Elk folio dient voor een kwartaal. Bij gebrek aan ruimte kunnen meerdere bladen worden gebezigd, en worden alsdan de totalen van het le blad op het 2e enz., overgebracht. In de schuldzijde wordt als eerste post geboekt het saldo onder ultimo van het vorig kwartaal, terwijl daarna, naarmate zij voorkomen, de gedurende het kwartaal gemaakte schulden voor ontvangst van goederen reparatiën, vergoedingen, overnamen, enz. worden ingeschreven, overeenkomstig de betrekkelijke bewijzen. In de te goed zijde worden geboekt de inhoudingen over 10 dagen, zooals zij aan den voet der staten model No. le voorkomen, de overgaven en afschrijvingen van schulden, de contante stortingen, en wat verder tot aanzuivering of vermindering van schuld voorvalt. § 34. Bij het einde van het kwartaal wordt aan de te goed zijde, als laatste post, het saldoschuld der compagnie of van het detachement bijgevoegd en daarna de staat afgesloten, waarna de totalen van beide zijden gelijk moeten zijn. § 35. Gelijke afsluiting vindt plaats, wanneer de compagnie van commandant verwisselt of bij eene andere administratie overgaat. Lijst dek militairen, aan wie de vernieuwing niet op de bepaalde tijdstippen is verstrekt geworden. (Model No. li). § 38. In deze lijst worden aangeteekend de militairen, aan wie de vernieuwingen of gedeelten daarvan niet op de vastgestelde tijdstippen zijn kunnen worden uitgereikt, de reden daarvan, en de datum waarop het aankomende nader is verstrekt. § 39. Is echter aan de geheele compagnie of het geheele detachement eene geheele vernieuwing of een gedeelte daarvan, niet op den vastgestelden tijd uitgereikt, dan wordt niet elk man nominatief in deze lijst opgenomen, maar daarin slechts aangeteekend, dat de compagnie of het detachement de vernieuwing van (datum) — dan wel welk gedeelte daarvan — niet heeft ontvangen, en om welke reden; en wordt nader, achter die aanteekening, in de daarvoor bestemde rubriek, bekend gesteld op welken datum het alsnog aankomende is verstrekt. Aanteekeningen van de aanwezige voorwerpen van wapening, kazerneering, fournituren, huisraad, enz. (Model No. 1&). § 41. In dezen staat worden aangeteekend de voorwerpen welke op den len Januari bij de compagnie of het detachement in gebruik of in bewaring zijn. Eene bladzijde is bestemd voor de wapening, eene bladzijde voor de voorwerpen van kazerneering, huisraad, fournituren, enz., en eene bladzijde voor het harnachement en de poetsgereedschappen. Deze aanteekeningen worden door den magazijnmeester der artillerie, den officier van wapening of van kleeding voor conform aan het bij hem berustende bewijs geteekend. § 42. Indien in den loop van het jaar, van eenige soort van voorwerpen, het aantal, dat bij de compagnie aanwezig moet zijn, vermeerdert of vermindert, dan wel indien eenige soort wordt vervangen door eene andere, met andere of gewijzigde benaming, enz., wordt een en ander op de eenvoudigste wijze in deze aanteekeningen vermeld, en de verandering door den compagnies-commandant en den magazijnmeester der artillerie, den officier van wapening of van kleeding gewaarmerkt. Aanteekening van de teb goede bekening ontvangen gelden. (Model No. 1/). § 43. In deze aanteekening wordt vermeld het bedrag der gelden ter goede rekening, dat de commandant der compagnie bij den aanvang van het jaar van den kwartiermeester of administrateur ontvangt. Deze aanteekening wordt door den compagnies-commandant en den kwartiermeester of administrateur geteekend. § 44. De terugstorting, geheel of gedeeltelijk, dan wel de aanvulling van het voorschot, indien dat moet worden verhoogd, wordt op gelijke wijze ingeschreven en geteekend. comf. adm. 23 Folio 4. STANDPLAATS EN G-ENERALE VERANDERINGEN EN BEWEGINGEN. 1 Januari 19 ... in garnizoen te Soerabaja en in betaling en voeding bij den kwartiermeester van het bataljon. De compagnie voert menage. 21 April 19... overgegaan bij het garnizoen te Op dato ingescheept en aan boord met voeding. 26 dit0 ontscheept te , aan boord gevoed tot en met dato. 2 Juli 19 ... op voet van oorlog. 2 December 19 ... op voet van vrede. 15 dit0 overgegaan bij het garnizoen te Model No. 1&. ALPHABETISCH-REGISTER. Folio 5. Namen. Polio's. Namen. Folio's. I Namen. Folio's. I Namen. Folio's. A. B. 0. B. Aberson. 10 Breedveld 15 Aalberse 13 de Boer 17 E. F- H. Elout 12 Franssen 14 Folio 6. Namen. Folio's. Namen. Folio's. Namen. Folio's. Namen. Folio's. I- J. E. L. M- N. 0. P. Folio 7. Namen. Folio's. Namen. Folio's. I Namen. Folio's. Namen. Folio's. Q. E. S. T. : u. V. I W. X. Folio 8. Namen. Folio's. Namen. Folio's. Namen. Folio's. Namen. Folio's. Y. Z. Model No. 1 c. Polio 9. CONTRÓLE DER ONDEROFFICIEREN MINDERE MILITAIREN. Folio 10. Naam : ABERSON, GERRIT. Rang: SERGEANT-MAJOOR. Algemeen Stamboek No. 60501, Wapen No. , Kap- Folio op de vorige controle 11 Heeft Gehuwd met: Lina de Yeer recht Datum van dienstexpiratie: 1 Juni 1910 op: kleeding chevrons voor distinctieve teekenen en sabelkwast onderscheidingsteekenen voor langdurigen dienst Idem voor scherpschutter en richter le klasse. I . I den: j op geneesKunaig ceruncaai. ^ of zaagmes No. 120. \ O. L. D. na 6 jaar. [ Verhoogde soldij. Eerste uitrusting den Schoenen Flanellen buikbanden Laatste vernieuwing verstrekt in: Borsttressen Chevrons distinctieve teekenen voor de kapotjas. Eetketel Haarkam Helmhoed Kapotjas . . . Kleerborstel Onderscheidingsteekenen voor langdurigen dienst voor de kapotjas . . . . Idem voor scherpschutter en richter le klasse voor idem Idem voor werklieden voor idem Sabelkwast Schoenborstel Schouderpassanten . . . . I Sprei den : SCHULDREKENING. OMSCHRIJVING SCHULD EN DER INVORDERING. AANTAL CENTEN INGEHOUDEN. Van 1 tot 5. Van 6 tot 10. Van 11 tot 15. Van 16 tot 20. Van 21 tot 25. Van 26 tot den laatsten. Tegoed. Schuld. 2 Januari in het hospitaal 5 id. er uit. Folio 11. Naam : CLAUS, JAN. Rang: EUROPEESCH FOURIER. Algemeen Stamboek No. 65401, Wapen No. 42. Folio op de vorige controle 14 Gehuwd met: Datum van dienstexpiratie 1 Juli 1910 kleeding Kap- of zaagmes No. 42. Heeft \ „ T t. „ . j u. li. l>. na b jaar. I Verhoogde soldij. recht op: Eerste uitrusting Schoenen Flanellen buikbanden Laatste vernieuwing verstrekt in: Borsttressen Chevrons distinctieve teekenen voor de kapotjas Eetketel Haarkam Helmhoed Kapotjas Kleerborstel Onderscheidingsteekenen voor langdurigen dienst voor de kapotjas .... Idem voor scherpschutter en richter le klasse voor idem Idem voor werklieden voor idem Sabelkwast Schoenborstel Schouderpassanten .... Sprei chevrons voor distinctieve teekenen en sabelkwast onderscheidingsteekenen voor langdurigen dienst Idem voor scherpschutter en richter le klasse. I __ , I den: op geneesKunaig ceruncaai. ^ den den: SCHULDREKENING. OMSCHRIJVING DER SCHULD EN DEE INVORDERING. AANTAL CENTEN INGEHOUDEN. Van 1 tot 5. Van 6 tot 10. Van 11 tot 15. Van 16 tot 20. Van 21 tot 25. Van 26 tot den laatsten. Tegoed. Schuld. 5 Januari. In het genot gesteld van verhoogde soldij. Model No. ld. Folio CONTROLE DER PAARDEN enMUILDIEREN. Folio NUMMER OP de controle, het stamboek, het harnachement. de controle 190 . NAAM en RAS. SIGNALEMENT. Hoogte. meter, decimeter, centimeter, millimeter. Vermoedelijk geboortejaar. VERDERE KENTEEKENEN. Aankoopsprijs. VERANDERINGEN. Folio NUMMER OP de controle, het stamboek, het harnachement. de controle 190 • NAAM en RAS. SIGNALEMENT. Hoogte. meter, decimeter, centimeter, millimeter. Vermoedelijk geboortejaar. VERDERE KENTEEKENEN. Aankoopsprijs. VERANDERINGEN. Model No. 1 c. Folio. AANTEEKENING VAN DE DAGELIJKSCHE STERKTE DER MANSCHAPPEN, PAARDEN EN MUILDIEREN ALSMEDE BEREKENING DER AANKOMENDE SOLDIJEN, INDEMNITEITEN, VIVRES EN FOURAGES. COMP. ADM. 24 Folio Rechthebbenden Rechtheb- VivJoorl0(?f/ I PEESENT VOOR SOLDIJ. Totaal. ^^fes ^haVe' J| jaren dienst. soldij van: ; ^ ya géi®i|ó rt o q o Qh ° ^ m ^15 52 u - ^ fH fi 0 O ° ^ ^ ° § M -© °t H 'li § g.g.g. g. g.g.s -g §s * g4 g £ § £ g £ -g § So S 1 ! 111111111 ! i i i i i i | ui g?>', ^"aprflïraoöoC o 5 © 5 © 5 tjo o p ^ d ^ $ W5HSW3WSW5 H p ö_j3 H ^Iffi M jw Februari 1 1 4 „ 5 „ 2 „ „ „ 100 „ „ 112 „ „ 3 „ 18 „ „ „ „ „ 110 » " ' ' 2 „ 4 „ 4 „ 2 „ „ „ 101 „ „ 111 „ „ 2 „ 18 „ 1 „ 1. „ 109 » * fl 3 „ 5 „ 4 „ 2 „ „ „ 100 „ „ 111 „ „ 3 „ 18 „ 1 „ 1 „ 108 „ j« Rappel „ 2 „ „ „ „ „ » ,, » » n 2 „ „ 2 „ „ „ „ „ „ „ » " ) Februari 4 „ 6 „ 4 „ 1 „ „ „ 100 „ „ 111 „ „ 2 „ 17 „ 1 „ 1 „ 109 » 'j Rappel „ 7 „ „ „ „ » » „ 3 „ „ 10 „ „ „ « » « » » » » » " Februari 5 1 6 „ 5 „ 1 „ „ „ 100 „ „ 113 „ „ 4 „ 17 „ „ „ „ „ 111 » " | I 1 -41 # Totaal dagen 2 34 „ 22 „ 8 „ „ „ 504 „ „ 570 „ „ 13 „ 88 „ 3 „ 3 „ 547 „ » | in centen. . 185 125 „ GO „ 37 „ „ „ 33 „ „ „ „ „ 16 „ 12 „ 925 „ 30 „ „ „ » ; | g g 8 8 8 q $ b 8 có ca có ei g cq O • ?|2 § a ,2 Datum S S g 0 GRADEN | ■§•§_• g ' c •• der laatst S| SfiÈg « § 0r NAMEN. MUTATIEN. s{ o . a " voorgaand LS-sU-g-S S a a ||g § POSITIËN. mutatie. !■§•§ g^-EïS « s ë 2 h 3 8 S^S o -g o. a 'g s ï; 3n»xi ^ co 2 h _g §3 g ffi KS o ! r » „ Hg „ 11 n iiQ io Sergt maioor V. S. Aberson. In bet hospitaal. Is gehuwd. " " " 12 Eur. Sergt. V. S. Aalberse. Achtergebleven van verlof we- gens ziekte. 26 Januai 13 Korporaal. Breedveld. Gereëngageerd voor 6 jaar met " premie ingaande den 7en Februari d. a. v. 14, de Boer. In het hospitaal. Is gehuwd. 18 " Fuselier. Elout. Uit het hospitaal. 18 Januai 1 1 19n 10 " Eloiit. Voor den krijgsraad en overge- " " " " " geven aan het sub. kader te Batavia t (provoosthuis). » 2 126 Sergeant. Franssen. Bü de comp. Is sedert 1 Januari " " " " " overgenomen van de garn. comp. te Serang en op dato op marsch met j> M.V.I. Had aldaar Oontr. No. 14. } < „ -.oi 12 Aalberse. Van verlof terug. 2 Februai » 8 " " " 15 " Hrnbl. V. S. Jansen. Sedert gisteren vermist. " " " " 17 " Fuselier. Dork. Op transport naar Telok Betong " ' en op dato ingescheept zonder voe¬ ding ontscheept en bij de comp. ■,97 Baal. Is sedert 1 Februari overgenomen " " v/d 1 Comp. 2 Bat. Inf. te Magelang. Had aldaar C. No. 10. Heeft voor den 5 len, 2en, 3e Febr. N. V. I. genoten. » „ . m 10 Sergt. majoor V.S. Aberson. Uit het hospitaal. Is gehuwd. 2Februa; " " 11 Eur. Fourier V. S. Laken. In het genot gesteld van V. S. 2 Januari 14 Korpl V. S. de Boer. Uit het hospitaal. Is gehuwd. 2 Februa: 15 " Hrnbl. V. S. Jansen. Van vermist terug en op dato " in het hospitaal. 4 Februa. " ^ AFREKENING. Soldij (ƒ228.68 + ƒ3.675) ƒ 232.355 ' » Ingehouden voor schulden • n « " » « ƒ 228.35' Verhoogde soldij 12-64 Indemniteit voor vivres in garnizoen 17 x ƒ 0.34 5.78 n „ marschvoeding 6 x ƒ 0.60 3.60 Voorschot op indemniteit voor voeding te water 4 x ƒ 0.60. „ 2.40 ƒ252.775 Folio AANTEEKENING EN AFREKENING DER DOOR DB COMPAGNIE ONTVANGEN VIVRES EN FOURAGES. Folio Folio ■ —- DATUM. ; j— — ~~ 7~ /" L M3. Kilogram. K-u- L.iter.^^^^ Januari. Azijn. Brandhout. Brood, versch. Bruine boonen. Koffie. Petroleum. I BvmcWleesdi, -ïerscto \ \<.\y -V ■ j i «c 4.1, 21.40 10 , 12 10 f 2 21.60 2 3 21.40 ^ 4 21.60 2 5 21.00 ^ 6 7 enz. tot 31 j . Totaal | 4 | , | 1 , | 107-00 10 , 12 10 | 129 ~ j Kilogram. Kilogram. / TJiee. I Varkensvleesch, I versch. Yisch, gedroogde. Zout. Deng-deng. Erwten. Spek, gerookt. Vleesch, in blik. Gaba. Gras. Padistroo. 2 2 20 „ io 1.4 19 1.00 15 2 4.— 1.— 140 2 1.- 2 0.6 2 12^4- 1 I - 20 | 4.— | 10 4.- j 19 | 2.40 | 15 , | „ I Folio Folio Maand Januari AANKOMENDE 191°' ^ -aj AFREKENING. H RATIONS. 2 O O i-H ÉH t-h Cv] CO I I I T—I 1—I »■—I T-t Cvl T 1 A Azijn. Brandhout. \ HvutuV V^ïscAV. Europeanen . . — — — — Inlanders — Pupillen .... — — — — Paarden .... — — — — Muildieren... — — — — AFGESCHREVEN, de artikelen ontvangen ingevolge de rubriek bepalingen IN ONTVANGST GENOMEN, en toelichtingen van het tarief. 19 Kg. Erwten 42 Kg. Bruine boonen. 15 „ Vleesch in blik. 15 „ Eundvleesch versch. In December 1909 te veel ^ ontvangen — — — (O 107 1 Ontvangen over Januari 1910. 4 — 1 De geldswaarde ontvangen voor over Januari te weinig genoten 1 — 1 In ontvangst genoten tegen $ afschrijving — — — Ten voordeele van den lande gebracht — — — Totaal 5 — 2 ln December 1909 te min ^ ^ ontvangen 0.5 — 0.4 — Volgens voren- .» staande recapi- Europea- „ 10^ . i .. , , nen. 5 — 1.7 — tulatie van het x aantal rations inlanders — komt aan Afgeschreven tegen in ont- ____ x vangst name — — — 107 ^ Totaal 5.5 — 2.1 — J — y Alzoo | te weinig. 0.5 — 0.1 — "" 9 ontvangen ƒ te veel. — — — — B E B. Fouiages' 4% | L. I Kilogram. | Kilogram. Kilogram. 7==1 f Koffie. Petroleum. Rundvleesch versch. Ryst. Thee. Varkensvleesch versch. Visch gedroogde. Zout. Deng-deng. Erwten. Vleesch in blik. Gaba. Gras. Padistroo. \ s °-7 _ 4 3 -2.7 - - - -- -- - 12 10 129 200 12 20 4 10 — 19 15 — — — \ 3 — 11.5 39.1 1 3.9 — 3 — — — — — — \ ^ — 15 — — — \ \ ^ — ~ ' 7 \ l5-7 10 159.5 242.1 13 26.6 4 13 — 19 15 — — \ ^ 3.7 — — 0.6 — — — —— — — — — s 16,1 8.3 161.4 242.4 13 26.8 — 13.4 — — — — — \ j \ l6-l 12 161.4 242.4 13.6 26.8 j — 13.4 — 19 j 15 — — — jL °-4 2 1.9 0.3 0.6 0.20 — 0.4 — — ^ - Model No. lp. Folio ALGEMEENE SCHULD-REKENING. Folio SCHULD. | TEGOED. a Ó H © s i f s Datum. 2 omschrijving. Bedrag. Datum. ,2 omschrijving. Bedrag. U 'r-> O O 13 J i Saldo . . . f 50 — 1—10 Maart Ingehouden ..f6 — 22 Maart 1 Yergoedingsrap- 21—31 id. id. , 8 60 port ten laste 2 Af hreven Europ. sergeant ten laste van Kram C, No. 96. „ den lande van den deserteur 25 id. 3 Overgenomen Eur fuselier van het sub- Ferwe-e Cj sistentenkader ' Qggs te Padang, met sergt Kram . „ 6 20 9 id. Overgegeven aanhetsubsi- 26 id. Voorschot op in- stentenkader demniteit te tePadang met water: aan sergt Kram Eur. fuselier c> No. 96 . . , 8 50 v. Brun C, No. 190. . . , 4 40 Saldo op 31 Maart 1910 . . ,42 37' ƒ 66 10 f 66 10 Folio schuld. i tegoed. Datum. No. der bewyzen. OMSCHRIJVING. Bedrag. Datum. No. der bewjjzen. OMSCHRIJVING. Bedrag. Model No. li. LIJST DER MILITAIREN AAN WIE de vernieuwing niet op de bepaalde tijdstippen is verstrekt geworden. Folio ® Waarom de ver- Het compe- o __ Heeft nog nieuwing niet op teerende Toelichtingen. o .NAMEN. ^ goed. **aar *8 *s u^£e" "5 verstrekt. reikt den o ü — 31 Drijfhout. Vernieuwing In het hospitaal. 24 Maart 1 Maart. 37 Leeflang. id- id. 24 „ 41 Corts. id- id- 24 « Folio o ^ Waarom de ver- Het compe- | NAMEN. He6ft "°g nieuwing niet op teerende Toeliohtingen ■g te goed. baar tfld is is uitge- i oelichtingen. ° verstrekt. reikt den ► I Comp. Adm. 25 Model No. lfc. Folio AANTEEKENING VAN DE AANWEZIGE VOORWERPEN VAN WAPENING, KAZERNEERING, FOURNITUREN, HUISRAAD enz. Folio Wapening, ledergoed, slag- en blaasinstrumenten. " AANTAL OF: BENAMING — l— n e8 EER VOORWERPEN. § _, — . Tv /"» .innt Conform De Commandant aan het btj my berustende bewijs. magazijnmeester der artillerie 1>e Officier van Wapening Folio Kazerneering, huisraad, fournituren, enz. AANTAL OP: BENAMING —^ p— —* DER g VOORWERPEN. J - Conform De Commandant aan het bij mij berustende bewys. Be Officier van kleeding r OLIO Harnachement en poetsgereedschappen. AANTAL OP: BENAMING —^ : DER § VOORWERPEN. § Conform De Commandant aan het bij mij berustende bewijs. De Reglementen en dienstvoorschriften. Gezien: De korps-commandant, De Commandant Model No. 11. Folio AANTEEKENING VAN DE TER GOEDE REKENING ONTVANGEN GELDEN. Folio. SPECIFICATIE. Bedragen. HANDTEEKENING-EN. Op 1 Januari ontvangen. f 600 - Zegge: Zes honderd gulden. Be commandant der compagnie, De kwartiermeester, Op 12 Mei ontvangen. » 600— Zegge: Zes honderd gulden. De commandant der compagnie, Op 12 Mei ontvangen. , 400- Zegge: Vier honderd gulden. De commandant der compagnie, De kwartiermeester, Folio. SPECIFICATIE. Bedragen. HANDTEEKENING-EN. ; - Model No. 2. Polio een. 13e Bataljon Infanterie (a) le Compagnie (b) UITBETALINGS-BOEK VAN OPGEMBLDE COMPAGNIE (c) OVER HET Jaar 190 (a) Benaming van het korps. (ö) Nummer der compagnie, of: „detachement te...." (standplaats), (c) „Compagnie" of „detachement". Folio 3. VOORSCHRIFT omtrent DE INSCHRIJVING YAN HET UITBETALINGS-BOEK. § 1. De wijze van inschrijving der eerste bladzijde is aan den voet dier bladzijde aangegeven. Met de vierde bladzijde begint het eigenlijke boek, bevattende eene gespecificeerde aantooning van hetgeen ieder man, bij iedere betaling, aan soldij, verhoogde soldij en indemniteiten aankomt ; het bedrag dat daarop wordt ingehouden voor schulden aan het land en delegatiën; het bedrag dat hem alzoo van den lande aankomt; hoeveel daarvan wordt afgetrokken wegens vertering in de menage, wegens straffen, enz.; en ten slotte hoeveel hem in geld wordt uitbetaald. Heeft betaling plaats van de halve soldij van den man of vader aan de vrouwen of kinderen van in de hospitalen of gezondheids-établissementen verpleegd wordende Europeesche militairen, die zijn wettig gehuwd of weduwnaar met één of meer wettige kinderen ten hunne laste, dan wordt in de 2« rubriek boven den naam van den man of echtgenoote „ vader vermeld „kind of kinderen Van ' § 2. De manschappen worden ingeschreven in de volgorde der contröle, onverschillig of zij present of absent zijn; de bereids van de compagnie afgevoerden daaronder niet begrepen. Bij de compagnie nieuw aankomenden of van elders overgenomen worden onderaan gesteld. Daarvoor wordt de noodige ruimte opengelaten en daarna, zoo zij aanwezig zijn, de pupillen en subsistenten opgenomen. § 3. In de rubriek rangen wordt voor de soldaten, naarmate de soldij welke zij genieten, gesteld: fuselier, infanterist ie klasse, enz. , , Yoor hen, die recht hebben op verhoogde soldij, wordt Folio 3. dit aangeteekend, door in deze rubriek de letters V. S. op te nemen. § 4. In de rubriek mutatiën wordt voor hen, die veranderingen hebben ondergaan, zoo kort mogelijk de mutatie aangeduid. § 5. In den regel worden niet meer dan 30 a 35 namen op een blad gesteld. Bij betaling der soldij om de vijf dagen, waardoor mitsdien zes betalingen per maand plaats vinden, moeten, teneinde daarvoor slechts eenmaal de namen in te schrijven, na één ingeschreven blad, twee volgenden opengelaten en vervolgens langs de dubbele lijn afgesneden worden, zoodat men' achter iederen naam de ruimte voor zes berekeningen verkrijgt. Tot dat einde wordt het boek regelmatig en stevig ingenaaid, opdat de dwarslijnen van het hoofd en bedoelde dubbele lijn van ieder blad juist uitkomen op die van het vorige en door verschuiving der bladen geene vergissing ontstaat. § 6. De totalen van ieder blad worden niet getransporteerd, maar op de laatste bladzijde, onder het totaal daarvan, overgebracht. Is in den loop der vijf dagen voorschot op indemniteit voor voeding op marsch of bij inscheping, dan wel rappel van soldij voor vrijgesprokenen uitbetaald, of hebben andere, niet dagelijks voorkomende betalingen aan de manschappen der compagnie plaats gehad, welke niet in de gewone berekening begrepen, doch waarvoor geene afzonderlijke bewijzen opgemaakt zijn, dan worden deze, met omschrijving aan wie en waarom competeerende, alsmede aan den voet der laatste bladzijde opgenomen, en daarna de eindtotalen daaronder gesteld. § 7. De verschillende eindtotalen in de rubriek „Alzoo komt aan", over den termijn, waarover de afrekening van soldij en indemniteiten met den kwartiermeester loopt, moeten te zamen overeenkomen met het bedrag voor soldij, indemniteit enz., op die afrekening uitgetrokken. Zoo moeten bijvoorbeeld de in de omschreven rubriek voorkomende totalen van 1—5 en van 6—10 Januari 190 . gelijk zijn aan het eind-cijfer voorkomende in de aanteekening der sterkte, enz., van 1—10 Januari (model No. Ie) en in de afrekening (model No. 6). § 8. Na iedere uitbetaling wordt door de officieren, die daarbij tegenwoordig zijn geweest, het totaal van het uitbetaalde bedrag met hunne handteekening bekrachtigd. Polio 4. Van en met den len tot en met den 5en Februari. Controle No. NAMEN. BAN GEN. MUTATJËN. dagen* Heeft recht op: jtraat af: gewone soldij. verhoogde soldij. vivres in garnizoen. jn. marschvoeding. demt. voeding te water, voor: soldij. verhoogde soldij. indemniteit voor vivres. halve soldy van den man . of vader. Totaal. schulden aan het land. "delegatie. Totaal. Ts^f W°rnd# i a | g nag6, % -4-3 " s i o ? o $ < -Si ; »s Echtge- S „ „ „ „ „ „ „ 277» 2 77s „ „„„ 2 77' noote van 10 Aberson. Sergt. maj. den 2en in't hos- 2 2„ „ „ 370 32 „ „ 402 „ „ n „ 402 Y. S. pitaal, den 5en er uit. 11 Laken. E. Four. den 5en in het 5 1 „ „ „ 625 16 „ „ 641 „ „ „ „ 6 41 Y. S. genot van V. S. 12 Aalberse. E. Sergt. den 2en van ver- 9 „ „ „ „ 1125 „ 238 „ 1363 „ „ „ „ 1363 lof achtergebleven. 13 Breedveld. E. Korpl. Z. Y. 5 „ „ „ „ 300 „ „ „ 3(00 75 „ 075 225 Echtge- 3 „ „ „ „ „ „ „ 90 090 „ „ „ „ 090 noote van 14 De Boer. Id. den 2en in 't hos- 2 „ „ „ „ 120 „ „ „ 120 „ „ „ 120 pitaal, den 5en er uit. 15 Jansen. E. Hbl. den 3en vermist, 3 3 „ „ „ 111 36 „ „ 147 „ „ „ „ 147 15 terug en len sub. 1 Dep. Bat. 16 Harmans. E. Tamb. Z. Y. 5 „ „ „ „ 185 „ „ „ 185 „ „ n „ 135 17 Dork. E. Fus. den 4en op trpt 3 „ „ „ „ 99 „ „ „ 099 „ „ „ 099 op dato ingescheept Z. Y. 18 Elout. ld. den 2en uit het 1 „ „ „ „ 33 „ „ „ 033 n „ „ „ 033 hospitaal, den 3en v. d. krijgsraad. Controle No. 19—128 zonder verandering. De sterkte present en absent is 119 militairen waarvan present: 3 Sergeanten %. a f 1.25 15 „ „ „ „ 1875 „ „ 3 Korporaals „ „ 0.60 15 „ „ „ „ 900 „ „ 99 Fuseliers „ „ 0.33 495 „ „ „ „ 16335 ,, „ 120630 20630 2 Onderofficieren met Y. S.. „ „ 0.16 „ 10 „ „ „ » 160 „ " " " " 17 beneden den graad .... „ „ 0.12 „ 85 „ „ „ B 1020 „ 2 met indemniteit, voor vivres „ „ 0.34 „ ,, 10 „ „ „ „ 340 126 Franssen. E. Sergt. den 3en bij de 5 „ „ 3 „ 625 „ 180 „ 805 245 „ 245 560 comp. sedert 1 dezer overgenomen; op dato op marsch met M. Y. I. 127 Baal. E. Fus. den 4en ont- 5 ,, „ 3 „ 165 „ 180 „ 345 80 „ 080 265 scheept, niet a/b. gevoed. Is sedert den len overgenomen. 228681264 938 367* 254 375 400 „ 4 00 250 37* Op den 4en betaald voorschot op indemniteit voor voeding te water „ „ „ „ „ „ n » „ „ „ „ « „ „ 2 40 „ _ „ „ _ „ „ „ _ 25277' 25037» Van en met den 6en tot en met den lOen Februari. Folio 5. i i /i i l V. l rk Aantal dagen. gewone soldij, verhoogde soldij. indemniteit voor: Heeft recht op: soldij. verhoogde soldy. indemniteit voor vivres. halve soldij van den man of vader. Totaal. 1 Gaat af: I schulden aan het land. delegatie. .. Totaal. Alzoo komt aan: [ Hiervan wordt ingehouden. man. 3 Ct) vrouw. § ctq kind. 9_ provoost. Totaal. Rest uit te betalen. || - Model No. 3. 13e Bataljon Infanterie (a) Folio een. le Compagnie. (6) REPARATIEBOEK VOOR WAPENING EN LEDERGOED OVER HET JAAR 190 . . Dit boek is door mij ondergeteekende, commandant van gemelde compagnie (c) gefolieerd en geparafeerd ten getale van (d) folio's. Soerabaja, (e) den len Januari 1910. (a) Benaming van het korps. (&) Nummer der compagnie, of „detachement te ...." (standplaats). (c) Compagnie, escadron, batterij of detachement. (d) Aantal folio's in letters. (e) Standplaats, COMP. ADM. 26 Folio 2. VOORSCHRIFTEN omtrent de inschrijving van het reparatieboek voor wapening en ledergoed. In de eerste rubriek wordt de datum gesteld, waarop het voorwerp ter reparatie bij den officier van wapening wordt bezorgd. De tweede rubriek wijst het wapenstuk aan, terwijl de derde en vierde den gebruiker of bewaarder bekend stelt, De vijfde rubriek geeft aan, welke reparatiën moeten geschieden; daarbij worden in acht genomen de benamingen van tarief No. 29. In de zesde rubriek wordt ingevuld of de reparatiën voor rekening van den lande of van den man moeten geschieden. Nadat de voorwerpen, welke op een en denzelfden dag in reparatie worden gegeven, en de daaraan te doene herstellingen zijn ingeschreven, teekent de officier van wapening, in de laatste rubriek, dit register af, als bewijs dat het ingeschrevene met het door hem aangehouden wordende reparatieboek is gecollationneerd. De inschrijving geschiedt in het garnizoens-geweermakersatelier, nadat de officier van wapening de reparatie nota s der compagnie heeft goedgekeurd. Nadat de voorwerpen zijn hersteld en bij de compagnie terug ontvangen, onderzoekt de commandant der compagnie of de reparatiën naar behooren zijn bewerkstelligd en teekent zulks in de reparatieboeken aan. De reparatiën worden afzonderlijk ingeschreven; in de eerste helft van het boek die aan wapenen, in de tweede helft die aan ledergoed. Folio 3. Wapen- Namen der man- Omschrijving | ti Handteekening Datums soort schappen wier Ran- ^er .s van ^en en wapenen gerepa- gen. te doene herstel- g jS officier van nummer. reerd worden. lingen. ^ M wapening. Model No. 4. Folio een. 13e Bataljon Infanterie (a) le Compagnie (&) REPARATIE-BOEK. VOOR KLEEDING EN VELDUITRUSTING. OVER HET JAAR 1910. Dit boek is door mij ondergeteekende, commandant van opgemelde compagnie (c) gefolieerd en geparafeerd ten getale van (id) folio's. Soerabaja, (e) den len Januari 1910. (a) Benaming van het korps. (b) „Compagnie", of „detachement te " (c) „Compagnie, escadron, batterij of detachement." (d) Aantal folio's in letters. (e) Standplaats. Folio 2. VOORSCHRIFTEN omtrent de inschrijving van het reparatie-boek voor kleeding en velduitrusting. In de eerste rubriek wordt de datum gesteld, waarop het voorwerp ter reparatie bij den officier van kleeding wordt bezorgd. De tweede rubriek wijst het uitrustingsstuk aan, terwijl de derde en vierde den gebruiker of bewaarder bekend stelt. De vijfde rubriek geeft aan, welke reparatiën moeten geschieden; daarbij worden in acht genomen de benamingen van het daarvoor vastgestelde tarief. In de zesde rubriek wordt ingevuld of de reparatiën voor rekening van den lande of van den man moeten geschieden. Nadat de voorwerpen, welke op een en denzelfden dag in reparatie worden gegeven, en de daaraan te doene herstellingen zijn ingeschreven, teekent de officier van kleeding, in de laatste rubriek, dit register af. De inschrijving geschiedt in het garnizoens-kleedingmagazijn, nadat 'de officier van kleeding de reparatie-nota s der compagnie heeft goedgekeurd. Nadat de voorwerpen zijn hersteld en bij de compagnie terug ontvangen, onderzoekt de commandant der compagnie of de reparatiën naar behooren zijn bewerkstelligd en teek zulks in de reparatie-boeken aan. De reparatiën worden afzonderlijk ingeschreven; m de eerste helft van het boek die aan kleeding, in e wee helft die aan velduitrusting. Folio 3. Datums. Naam van het voorwerp en Algemeen Stamboek No. NAMEN DER MANSCHAPPEN. Rangen. Omschrijving der te doene herstelling. Voor wiens rekening. Handteekening van den officier van kleeding. * Model No. 5. 13e Bataljon Infanterie (a) le Compagnie (b) QUITANTIE van de TER GOEDE REKENING ONTVANGEN GELDEN. De ondergeteekende, commandant van opgemelde compagnie (ö), verklaart van den kwartiermeester van opgemeld bataljon (c) te hebben ontvangen eene som van Vijfhonderd gulden, als gelden ter goede rekening, tot het doen van betalingen. Soehabaja, den len Januari 190 . . (Handteekening) (o) Benaming van het korps. (li) Nummer der compagnie, of: „detachement te .... . (c) „Kwartiermeester" of: „administrateur" van het garnizoen. Model No. 6. 13e Bataljon Infanterie (a) le Compagnie (b) AFREKENING GELDEN, VIVRES EN FOURAGES, DE COMPAGNIE (a) AANKOMENDE, YAN EN MET DEN EERSTEN TOT EN MET DEN TIENDEN JANUARI 1910. (a) Benaming van het korps. (ö) Nummer der compagnie, of: „detachement te " (standplaats). (c) „de compagnie", of: „het detachement". (d) „der compagnie", of: „van het detachement". (e) „kwartiermeester", of: „administrateur" van het garnizoen. (/") „van voormelde compagnie", of: „van voormeld detachement". Folio DATUM. Rechthebbenden Bechtheb- J1 m , , op verhoogde benden op e indeJ3lr: I PRESENT YOOR SOLDIJ. Totaal. s^ldij na |es de haive 1U v°°r /J jaren dienst. soldij van: jfI Sergeant-majoor. Europeanen. Sergeanten en fouriers. Inlanders. Europeanen. Korporaals. Inlanders. Europeanen. Tamboers en — , hoornblazers. Inlanders. Europeanen. Infanteristen le klasse. Inlanders. Europeanen. Fusellers> Inl anders. Europeanen. Inlanders. | Europeanen. Qnder_ ~ officieren. Inlanders. Europeanen. Minderen. Inlanders. Sergeant-majoor. Europeesch korporaal. " Europeanen, Afrikanen en Amboineezen. \ luVAudeTa. \ VXx\Ae,Te.x\ -vta.x\ Februari 1 1 4 „ 5 „ 2 „ „ „ 100 „ „ 112 „ „ 3 „ 18 „ „ „ „ » ^ , 2 „ 4 „ 4 „ 2 „ „ „ 101 „ „ 111 „ „ 2 „ 18 „ 1 „ 1 „ 1° 3 ,, 5 „ 4 „ 2 „ „ „ 100 „ „ 111 „ „ 3 „ 18 „ 1 „ 1 „ 108 " ^ Rappel „ 2 „ „ „ „ „ „ „ » „ .. 2 » » 2 » >' » " " " " " ! Februari 4 „ 6 „ 4 „ 1 „ „ „ 100 „ „ 111 „ „ 2 „ li „ 1 » 1 " ^ " Rappel „ 7 „ „ „ „ » „ „ 3 „ „ 10 „ „ „ „ » « » » n » I Februari 5 1 6 „ 5 „ 1 „ „ „ 100 „ „ 113 „ „ 4 „ 17 „ „ „ „ » ^ I j j LL 1 i i l dagend. . 2 34 „ 22 „ 8 „ „ „ 504 „ „ B70 „ „13 „ 88 , „ j 3 „ 3 „ 54/ ' I iifcenten. . 185 125 „ 60 „ 37 „ „ „ 33 „ „ „ „ „ 16 „ 12 „ 925 „ 30 „ * £ § S 3? S3 S | S ! ! cogcó"^ g ca O Ö > 3 « Europeanen 21.60 26.— 108. , Totaal . , . 21.60 26.— Soeeabaja, den 4™ Januari 1910. De commandant der compagnie, (d) (а) Korps. (б) „Compagnie", of: „detachement te ". (c) „vivres" of: „fourages". (d) „der compagnie", of: „van het detachement". TOELICHTING. Dient deze bon voor ontvangst van vivres of fourages voor meer dan één dag, dan wordt in het hoofd achter de woorden, „voor den " gesteld „van en met den tot en met den 19 . . De voor één dag te ontvangen hoeveelheid moet gelijk zijn aan het aankomende, volgens de presente sterkte van de compagnie, op den dag waarop de bon wordt opgemaakt; vermeerderd of verminderd, met hetgeen bij de laatstvoorgaande bon voor hetzelfde artikel te min of te veel is ontvangen. De voor meerdere dagen te ontvangen hoeveelheden moeten niet overtreffen het werkelijk benoodigde voor zooveel zulks bij raming kan worden bepaald. In den regel strekt tot maatstaf daartoe, de presente sterkte op den dag, waarop de bon wordt opgemaakt; bij belangrijke verschillen vermeerderd of verminderd, met het te min of te veel ontvangene over vorige dagen; met dien verstande, dat niet wordt ontvangen tot in onderdeelen der eenheid van maten en gewichten. De inschrijving in het hoofd geschiedt in alphabetische volgorde. Deze bons worden door den kwartiermeester bewaard tot na verificatie der betrekkelijke vivres afrekening van de compagnie. Model No. 22. 13e Bataljon Infanterie. (a) le Compagnie. (b) AFREKENING van VIVRES EN FOURAGES over DE MAAND JANUARI 1910. Soeeabaja, 1 Februari 1910. Be commandant der compagnie, (c) (a) Korps. (&) „Compagnie", of: „detachement". (c) „der Compagnie", of: „van het detachement". Maand Januari AANKOMENDE 19io. _j RATIONS < AFREKENING. O VOOR: S § £ H lil i-Hi CM i f [ -0^y L" M!" I Azijn. Brandhout. \ "B-rato» \iocfwy 1 0.E Europeanen . . 'In December 1909 te veel _ - ontvangen — — ^7 Ontvangen voor Januari 1910. 4 — 1 " De geldswaarde ontvangen voor over Januari te weinig ! ^ Inlanders . . . I genoten 1 — 1 ~~ In ontvangst genoten tegen : afschrijving — — — | ; ; / Ten voordeele van den lande ^ ] gebracht — — i Pupillen .... jrj 5' Totaal.... 5 — 2 "" • In December 1909 te mm ^ ^ ontvangen 0.5 — 0.4 Paarden .... Volgens voren- l „ J1 staande recapi- Europea- , 7 ; - ! 1 , *.• vT~i- nen . . 5 — l.< tulatie van het 1^1 aantal rations inlanders — — — komt aan: Muildieren . . . Afgeschreven tegen in ont- ^ ^ Ij vangstname (zie achterblad). — JO'1 Totaal .... 5.5 — 2.1 ^ ! r< | j Alzoo (te weinig ... 0.5 — 0.1 ^ | | ontvangen \ te veel 1 I I T B E S. FOTJRAGES. \l L. Kilogram. Kilogram. Kilogram. >- - __ ^Koffie. Petroleum. Rundvleesch, versch. Rijst. Thee. V arkens vleesch, versch. Visch, gedroogde. Zout. Deng-deng. Erwten, groene. "Vleesch in blik. Gaba. Gras. Padistroo. ^ — 4 3 — 2.7 — — — — — — — — 10 129 200 12 20 4 10 — 19 15 — — — — 11.50 39.10 1 3.90 — 3 ______ — 15 — — — — — — — — — — — N. \ — | j x l5'7 10 159.50 242.10 13 26.60 4 13 — 19 15 — — — \ ^ 3.7 — — 0.6 — — _ ______ liji x -1 8.3 161.40 242.40 13 26.80 — 13.40 — — _ — — — \ 16 1 12 161.40 242.40 13.6 26.80 _ 13.4 _ 19 15 — — — V ^ 2 1.90 0.30 0.6 0.20 — 0.4 _ _ _ — — — COMP. ADM. 29 Afgeschreven de artikelen ontvangen ingevolge de rubriek „toelich- In ontvangst genomen. tingen" van het tarief. ————— " K.G. Deng-deng. K.G. Yisch, gedroogde. 19 _ n Erwten, groene. 42 — „ Bruine boonen. „ Spek, gerookt. » Varkensvleesch, versch. „ Brood, hard. 15 - „ Rund- of Buffelvleesch, 15 - „ Vleesch in blik. versch. " „ Idem. Brood, versch. Geverifieerd: De kwartiermeester, Gezien na de verificatie: De commandant der compagnie, (c) TOELICHTING. Als aankomende worden in deze afrekening alleen berekend de artikelen, vermeld in de eerste rubriek van de tarieven Nos. 15, 16 en 20. De artikelen welke zijn ontvangen en verstrekt, op grond van de bepalingen en toelichtingen in de laatste rubriek dezer tarieven, worden afgeschreven tegen in ontvangstneming van de daarvoor aangegeven hoeveelheden der artikelen in de plaats waarvan ze worden te goed gedaan. Deze afrekening wordt door den kwartiermeester of administrateur bewaard tot na liquidatie der betrekkelijke verantwoording. Model No. 23. 13e Bataljon Infanterie, (a) le Compagnie. (6) SCHULDSTAAT over het le kwartaal 1910. SCHULD. | TE GOED. Datum. No. der bewijzen. OMSCHRIJVING. Bedrag. Datum. No. der bewijzen. OMSCHRIJVING. Bedrag. Saldo. . . . ƒ 50 00 1—10Maart Ingehouden ... ƒ 6 — 22 Maart 1 Vergoedingsrap- 21—31 „ id. „ 8 60 port ten laste „ , _ „ 2 Afgeschreven ten van Europ. serg. , , zr n xt no c ca laste van den Kram C, No. 96. „ 5 50 , lande van den deserteur Euro- 25 ld. 3 Overgenomen , , peesch fuselier van het subsis- „ , _ , , , , , Vernee G. tentenkader te 0 62' Paaang, met sergeant Kram. , 620 „ „ 9 „ Overgegeven aan „ , . . het subsisten- Voorschot op in- , .. , JVctUUl LU i w demniteit te dang, met ser- water: aan ' T- ~ „ „ .. geant Kram C, Europ. fuselier ° „ „ No. 96 „8 50 van Br een C, No. 190 . „ 4 40 Saldo op 31 Maart 1910 42 375 f 66 10 f 66 10 SPECIFICATIE. i Contröle I Contröle NAMEN. Bedrag. NAMEN. Bedrag. No. i No. 24 A ... f 1050 30 B . . . „ 14 — 70 C . . . |, 452 81 D . . . „ 13 356 Totaal . . . f 42|37® Geverifieerd: Soerabaja, 1 April 1910. De kwartiermeester, De Commandant der Compagnie, (6) (а) Korps. (б) „Compagnie", of: „detachement". (c) „der Compagnie", of: „van het detachement". TOELICHTING. Deze schuldrekening wordt door den kwartiermeester of administrateur gevoegd bij de voor de Algemeene Rekenkamer bestemde rekening der schulden aan het land over het betrekkelijk kwartaal. Model No. 27. 13e Bataljon Infanterie, (a) le Compagnie. (b) BEWIJS TOT ONTVANGST YAN KLEEDING EN UITRUSTING. ONTVANGEN ten behoeve der onderstaande militairen uit het magazijn van kleeding, de na te melden goederen en zulks tegen invordering der geldswaarde, (c) 2 — 2 I 'S 5 9 ij. U !§ b3 S gf ° NAMEN. RANGEN. gS | g go C ^3 +? ® Qj © .© O ^ CO w CD O • | Waarde van elk artikel 0.61 3.15 61 45407 Kn\jff Korporaal 11 3 76 m . , . I cijfers... 1 1 Totaal in: { . ,. | letters .. een een Zegge: Drie gulden zes en zeventig cent. De bovenstaande goederen afgegeven: Fiat verstrekken en het gelds- Opgemaakt voor origineel, (d) Soerabaja, den 16en Maart 1910. waardig bedrag ingenomen bij Soerabaja, den 15en Maart 1910. De officier van kleeding, de schuldrekening over het De commandant der compagnie, (e) le kwartaal 1910. De kwartiermeester, (f) (a) Korps. (&) „Compagnie", of: „detachement te .... " (c) lieden van ontvangst als: „als competeerende vernieuwing op den . . . . tegen invordering der geldswaarde" enz. (d) „origineel", „duplicaat", of: „triplicaat". (e) „der compagnie", of; „van het detachement". (f) „kwartiermeester", of: „administrateur van het garnizoen". TOELICHTING. Dit model wordt alleen gebruikt, wanneer slechts voor enkele militairen kleeding en uitrusting wordt ontvangen. De namen worden in de volgorde der controle, en de artikelen in de volgorde van de prijslijst ingeschreven. Alleen bij verstrekking op schuld, wordt in de laatste rubriek de geldswaarde bekend gesteld en door den kwartiermeester de inname bij de schuldrekening geconstateerd. Op het duplicaat-bewijs (bij verstrekking op schuld op het triplicaat-bewijs) wordt door den compagnies-commandant of door dengene die in deze als gemachtigde van den commandant optreedt, schriftelijk verklaard dat, wanneer en van welke militairen (alleen de contröle Nos te vermelden) de voor hen op het bewijs uitgetrokken goederen in zijne tegenwoordigheid zijn uitgereikt. Model No. 28. 13e Bataljon Infanterie, (a) le Compagnie. (6) Bewijs tot ontyangst Yan Kleeding en Uitrusting. ONTVANGEN uit het magazijn van kleeding, ten behoeve der na te melden militairen, de achter hunne namen vermelde goederen, en zulks als competeerende vernieuwing van den len Februari 1910. ( O co'o "5 g £s TOELICH. NAMEN. RANGEN. &.C •■g| TIN GEN. cij O 71 57501 de Bok. Eur. fuselier 1 72 58407 Harms. Idem. 1 Totaal in: I ff™ „ 2 ( letters .... twee De bovenstaande goederen ontvangen : Gezien : Opgemaakt voor origineel. (d) Soerabaja, den 6en Februari 1910. De kwartiermeester, (f) Soerabaja, den 5en Februari 1910. Di officier van kleeding, De commandant der compagnie, (e) (а) Korps. (б) „Compagnie" of: „detachement". (c) Reden van inlevering. (d) „origineel" of: „duplicaat". (e) „der compagnie" of: „van het detachement". (f) „kwartiermeester" of: „administrateur van het garnizoen". TOELICHTING. Indien meerdere inleveringen moeten plaats vinden, dan op dit model kunnen worden omschreven, wordt gebruik gemaakt van eenen inleveringstaat op een geheel vel papier, ingericht in den geest van model No. 29. De namen worden in de volgorde der contröle, en de artikelen in de volgorde van de prijslijst ingeschreven. Model No. 34. 13e Bataljon Infanterie, (o) le Compagnie. (b) BRUIKLEEN BEWIJS. In bruikleen ontvangen uit het Garnizoens kleedingmagazijn de ondervolgende voorwerpen van kazerneering: Hoeveelheden in: BENAMING DER ARTIKELEN. cijfers. letters. I. Fournituren en hospitaalkleeding. Dekens, wollen Stroozakken, linnen II. Broeken, korte V. Hout, vaat- en kuipwerk. Papierkisten 190 190 30 Een honderd negentig. Een honderd negentig. Dertig. 1 Een. Soebabaja, den len Januari 1910. De commandant der compagnie, (c) (a) Korps. (&) „Compagnie", of: „detachement". (c) „der compagnie", of: „van het detachement". Comp. Adm. 30 TOELICHTING. De inschrijving geschiedt in de volgorde en onder de omschrijving als aangegeven c. q. in het: „Overzicht van „de bepalingen betreffende de samenstelling van de wapening enz." of in het: „Overzicht der hoeveelheden fourni„turen, kazerneering, stalbehoeften enz. welke aan de garnizoenen, compagnieën, escadrons, detachementen enz. in „gebruik mogen worden verstrekt." Model No. 35. 13e Bataljon Infanterie, (a) le Compagnie, (ö) VERGOEDINGS-RAPPORT. De Europeesche korporaal Nieuwveld, Algemeen Stamboek No. 67473, heeft zijn verloren (c), ten gevolge van (d). Derhalve is hem de vergoeding van dit voorwerp ter waarde van f . . . (in letters ook) opgelegd, en dat bedrag bij schuldrekening ingenomen. Gezien: Opgemaakt voor origineel, (e) en het geldswaardig bedrag Soekabaja, den 2en Januari 1910. ingenomen by de schuld- De commandant der compagnie, (f) rekening over het le kwartaal 1910. De kwartiermeester, (g) (a) Korps. (ib) „Compagnie", of: „detachement". (c) Naam van het voorwerp en of het is verloren, onbruikbaar enz (d) Bekende of vermoedelijke oorzaak van het verlies of bederf. (e) „origineel", of: „duplicaat". (/■) „der compagnie";'of: „van het detachement". (ig) „kwartiermeester", of: „administrateur van het garnizoen." Model No. 38. 13e Bataljon Infanterie, (a) le Compagnie (&) EXTRACT UIT HET ADMINISTRATIE-BOEK 1910. De ondeigeteekende verklaart: dat blijkens het administratie-boek van opgemeld (c), W (e), d Alg. Stamb. Contr. No. , versierd met (g) rechthebbende op wiens diensttijd eindigt: Heeft ontvangen: Schoenen | ( Flanellen buikbanden op geneeskundig certificaat den: (ƒ), gehuwd met (h), Eerste uitrusting den: LAATSTE VERNIEUWING IN: [Toelichtingen. Kleeding. Chevrons voor distinctieve teekenen en sabelkwast. Onderscheidingsteekenen voor latigdurigen dienst. Idem voor scherpschutter en richter le klasse. Borsttressen. Chevrons voor distinctieve teekenen voor de kapotjas. Eetketel. Haarkam. Helmhoed. Kapotjas. Kleerborstel. Langdurigen Q dienst voor de ga kapotjas. £§■ " — c/5 Scherpschutter ® g. en richter le " g klasse voor id. < £ o g- Werklieden ~;at voor idem. Sabelkwast. Schoenborstel. Schouderpassanten. Sprei. O. i i i i Schuldig is aan den Lande: Gewone schuld r Voorschot op indemniteit voor voeding te water of marschvoeding . „ Te zamen ... ƒ Delegeert in Indië eene som van (fc) ten behoeve van (£) in betaling bij (m) Is betaald en gevoed tot en met den 19 _ _ ,n\ Wordt overgegeven den (i) naar (o) met bestemming naar En tegen den hem medegedeelden inhoud van dit extract geene reclames heeft (q). Afgegeven voor origineel. Gezien: Soerabaja, den 1910. De kwartiermeester (s) De commandant der compagnie, (r) Voor de overname op Contr. No. (t) der (u) bij den (v) De kwartiermeester, (s) TOELICHTING. (a) Korps. (b) „Compagnie" of „detachement". (c) „Compagnie" of „detachement". (d) Rang. (e) Naam en voornaam. (f) Eereteekenen. (gr) Gehuwd zijnde, de naam der echtgenoote: weduwnaar zijnde, met één of meer wettige kinderen te zijnen laste, wordt zulks hier vermeld met bekendstelling van den naam der overleden echtgenoote en van de namen der kinderen. (h) Verhoogde soldij, onderscheidingsteekenen voor langdurigen dienst enz. (t) Datum. (j) In deze rubriek te vermelden alle bijzonderheden omtrent de competeerende kleedingstukken, enz.; b.v. indien de laatste vernieuwing der jaarlijksch verstrekt wordende artikelen is uitgereikt op zoodanig tijdstip dat de eerstvolgende vernieuwing dier voorwerpen niet mag worden verstrekt. (fc) Bedrag per dag in letters. (l) Naam van de vrouw. (m) Kwartiermeester of administrateur van het garnizoen, door wien de delegatie wordt betaald. (n) Datum in letters. By Europeesche militairen, die zijn wettig gehuwd of weduwnaars met één of meer wettige kinderen te hunnen laste en in het hospitaal of in een gezondheidsétablissement worden verpleegd, wordt bovendien bekend gesteld: De echtgenoote heeft , . .... , man ^ ^ , . " . - . . . . . ..— halve soldij van den —-j— en Het kind (of kinderen) hebben vader voeding genoten tot en met den (o) Korps van overname. (p) Korps van bestemming indien dit bekend is. Is de plaats waarheen wordt overgegeven ook de bestemming, alsdan het woord „idem". Hier c. q. ook te vermelden: ten einde met paspoort of gagement af te gaan, opzending naar Nederland of elders af te wachten, voor de geneeskundige commissie te verschijnen, den datum van afkeuring enz. (з) Hier, zoo noodig, de reclame vermelden, dan wel indien door buitengewone omstandigheden de inhoud niet is medegedeeld, dit en de omstandigheden omschrijven. (r) „Der compagnie" of: „van het detachement". (s) „Kwartiermeester, of: administrateur van het garnizoen". (t) Polio van het administratieboek. (и) Nummer der compagnie alsmede het bataljon, het wapen, enz. of wel het detachement, waarby de man in administratie is opgenomen. (y) Administratie waarbij de overname plaats heeft. Model No. 39. 13e Bataljon Infanterie, (a) le Compagnie. (6) STAAT der schulden waarmede de onderstaande militairen op 10 Maart 1910 overgaan naar het subsistenten-kader te Padang (c) met bestemming naar idem. (d) Controle No. Algemeen Stamboek No. TOELICHTINGEN. NAMEN. RANGEN. Sommen. (*) 90 68301 Kram. Korporaal. f 6 50 Totaal .... f 6 50 Gezien: De ondergeteekende verklaart, dat de boven- Be kwartiermeester, (h) staande sommen gelijk zijn aan de saldo's schuld, der betrokken militairen in het administratieboek der compagnie. Soerabaja, (/") den 9en Maart 1910. Be commandant der compagnie, (g) Voor overname van zes gulden vijftig cent. Padanu, (i) den Maart 1910. Be kwartiermeester, (h) (а) Korps. (б) „Compagnie", of: „detachement". (c) Korps waarheen wordt overgegeven. (d) Korps van bestemming, indien dit bekend is. Is de plaats waarnaar wordt overgegeven ook de bestemming, dan wordt het woord „Idem" ingeschreven. (e) Wanneer schuld is ontstaan door voorschot op indemniteit voor voeding te water of marschvoeding, wordt dit hier vermeld. (f) Plaats van overgave. (g) „der Compagnie", of: „detachement". Qi) „Kwartiermeester", of: „administrateur van het garnizoen". (i) Plaats van overname. Model No. 41. Subsistenten Kader te Padang. Ie Compagnie. (6) De ondergeteekende, Commandant van opgemelde Compagnie (6) verklaart, dat de ndervolgende militairen, die op den zesden Januari negentien honderd tien (c) met et stoomschip Rembrandt (d), gezagvoerder Hubert («), naar Nederland vertrekken, ï Indië zijn betaald tot en met den vijfden Januari negentien honderd tien en dat un de navolgende voorschotten zijn uitgekeerd. Controle No. Algemeen Stamboek No. Uitbetaald voorschot. Bedrag Eedenen van j der vertrek, toe te NAMEN. Rangen. achter- kennen inkom- „ . gelaten sten en verdere 6 ra^' schulden. toelichtingen. 13 61451 Braam. Fourier. Soldij. ƒ 12 — 160 68401 v. Herm. Europeesch Idem. „ 3 50 ƒ4 50 fuselier. Gezien: Padang, den 5en Januari 1910. De kwartiermeester, i (a) Subsistenten-kader te of korps. (b) „Compagnie". (c) Datum in letters. 1 (d) „Stoom-" of „zeilschip" en naam van het schip, (ej Naam van den gezagvoerder. TOELICHTING. In de laatste rubriek wordt bekend gesteld: „gagement wegens volbrachten dienst", „gagement bij afkeuring", enz. In de rubriek: „Bedrag der achtergelaten schulden", worden alleen vermeld de saldo's schuld, welke bij het vertrek niet zijn kunnen worden ingevorderd van de militairen, die naar Nederland vertrekken om aldaar te worden gegageerd. Model No. 42. 13e Bataljon Infanterie. (a) le Compagnie, (fc) flOMINATIEVE OPGAVE der militairen, die, bij vertrek op expeditie, liunne vrouwen en kinderen in het garnizoen achterlaten, en ten behoeve dier vrouwen en kinderen wenschen te delegeeren. Contróle No. Algemeen Stamboek No. NAMEN der Rangen. MILITAIREN. Nummer op de controle der vrouwen. NAMEN dek VROUWEN. Aantal kinderen. I Bedrag der TOE- delegatie LICHTINGEN, per dag. Opgemaakt voor origineel, (c) Soeeabaja, den 156n Januari 1910. De commandant der compagnie, (d) (а) Korps. (б) „Compagnie", of: „detachement". (c) „origineel", of: „duplicaat", of: „triplicaat". (d) „der compagnie", of: „van het detachement". TOELICHTING. Deze staat wordt in drievoud opgemaakt. Een expeditie daarvan wordt ingediend aan den kwartiermeester, waarbij de vrouwen en kinderen in administratie komen, die, na de vrouwen-contröle aangelegd en de nummers daarvan in de 5 HO ■£ 0 DATUMS. .3 ^ • >? g£ ; * il I ® P«^ ; o a> ! § y , 2 3 4 5 6 7 8 | 9 10 11 | 12 13 14 15 16 17 18 1 " "i " I ! _J 1 -'A Totaal dagen. . Per dag Sommen ! ^ DAGELIJKSCHE VERANDERINGEN. © •3 o ^ NAMEN. MUTATIE N. o C 1 22 23 24 N.B. Dezen staat met een paar binnenvellen. Comp. Adm. 32 Model No. 46. 13e Bataljon Infanterie (a) le Compagnie (ft) MONSTERSTAAT der manschappen afgegeven bij de algemeene inspectie, gehouden door in het garnizoen te Soerabaja den 1910. Controle No. NAMEN. Rangen. Present in betaling. Present op de monstering. Op wacht. Geëmployeerd. In arrest. Ziek in het kwartier. Niet bij de Compagnie (c) in betaling, als zijnde. RECAPITULATIE. RANGEN. Present in betaling. j Absent. Present op de monstering. Op wacht. Geëmployeerd. In arrest. Ziek in het kwartier. Gedetacheerd of op transport. Hospitaal. Met verlof. In commissie. Voor den krygsraad. i i Totaal... I L Totaal generaal. Conform bevonden De Gecertificeerd door mü Commandant van opgemelde compagnie, (d) (■a) Korps. (b) „Compagnie", of: „detachement te " (c) „De compagnie", of: „het detachement". (d) „Opgemelde compagnie" of: „opgemeld detachement". Model No. 47. Divisie Veld- en Bergartillerie. (o) le Compagnie, (b) MONSTERSTAAT der paarden en muildieren afgegeven bij de Algemeene inspectie in het Garnizoen te den .... 1910. Contróle No. NAMEN DER PAARDEN EN MUILDIEREN. Present op de monstering. In den ziekenstal. Op de wacht. Gedetacheerd. Totaal . . . Conform bevonden Gecertificeerd door mij '->e Commandant van opgemelcle compagnie, (c) (a) Korps. (&) „Compagnie", of: „detachement". (c) „Opgemelde compagnie", of: „opgemeld detachement". ERRATA. Blz. 10 regel 2 v. o. staat: tnsschenkomst lees: tusschenkomst » 12 » 4 „ » degensgordels „ degengordel „ 13 „ 16 „ „ daar voor „ daarvoor „ 16 „ 5 v. b. „ vooral „ vooraf » 25 „ 9 „ „ signalementsstaat „ signalementstaat » 145 „ 1 v. o. „ vroegtypig „ vroegtijdig „ l-59 „ 11 „ „ waarbij in „ waarbij „ 260 „ 7 „ „ Moeara Teneh „ Moeara Teweh n 336 „ 15 „ „ rekeneu „ rekenen „ 346 „ 14 „ „ bevordering. „ bevordering, ii 346 „ 13 „ „ overige „ vorige „ 347 „ 14 v. b. „ dan wordt in het „ dan wordt het » 395 „ 7 „ „190. „19... „ 397 „ 17 v. o. „ alsmede „ almede „401 „7 v. b. „ 190. . „ 19. . „ 408 „ 11 „ ,, 190.. „ 19.. « 409 „ 6 „ „ (a) „ (c) 6