' voor de^tö^efèiti^g: op de po$t|Éffi| telegraaf-) kantoren van dpn dienst der ^^-e-ff«r I an 4 s e ït|1 tffifi ë. Door den Directeur der Postspaarbank uitgegeven voor de kantoorchefs en de ambtenaren en beambten met de, uitoefening van den dienst belast. A— A26 INSTRUCTIE voor de uitoefening: op de post- (en telegraaf-) kantoren van den dienst der POSTSPAARBANK IN Nederlandsch-Indië. Door den Directeur der Postspaarbank uitgegeven voor de kantoorchefs en de ambtenaren en beambten met de uitoefening van den dienst belast. VOORBERICHT. f~)oor deze instructie vervallen alle vorige; de inhoud der voorschriften is in hoofdzaak ongewijzigd gebleven, doch de indeeling is geheel veranderd, ten einde het overzicht te vergemakkelijken. Met het oog daarop zijn ook de voorschriften verdeeld in hoofdregels, met grooten letter gedrukt, en aanvullende regels, met kleiner letter gedrukt. Hieruit mag echter niet worden afgeleid, dat de naleving van de aanvullende regels van minder belang is. De bedoeling is alleen, dat de postambtenaren ook onder het werk door gemakkelijk zullen kunnen naslaan welke bepalingen zij moeten toepassen, doch dat zij in rustiger oogenblikken de geheele instructie zullen bestudeeren. Daartoe zijn ook eenige der meest gebruikte formulieren thans naast den tekst afgedrukt. De Directeur der Postspaarbank, Mr. H. ZAALBERG. BATAVfA, November 1910. ■ INHOUDSOPGAVE. EERSTE AFDEELING. Nummers. ALGEMEENE BEPALINGEN 1—15. INLEGGERS ■ V , . . . 16—38. „ (landaard) 18—22. ,, (gehuwde vrouwen en wettelijke vertegenwoordigers van meerderjarigen) 23—24. ii (minderjarigen) 25—28. „ (vennootschappen enz.) 29. „ (beheerders van vereenigingen) 30—31. „ (directieboekjes) 32—33. „ (gemachtigden) 34—36. „ (overledenen) 37. | (bevoegdheid van vertegenwoordigers) 38. INLAGEN 39—48. (inschrijving) 43—47. „ (kennisgevingen) 48. EERSTE INLAGEN 49—54. BEPERKENDE BEPALINGEN 55—60. STAMREGISTER . . 61—64. SPAARBANKBOEKJES 65—70. PENNINGEN 71. TERUGBETALINGEN 72—97. „ (identiteit) 72. „ (inschrijving) 73. „ (vervalsching) .74. „ (rechtstreeks) 75—77. „ (op aanvraag) 78—80. „ (orders) <3b 81. „ (gewone orders) 82—83. „ (jaarorders) , 84_88t „ (telegrafisch) 89—92. „ (termijnen) . 93—96. „ (opschorting) 97. VERANTWOORDING van inlagen en terugbetalingen 98—105. TWEEDE AFDEELING. Nummers. RENTE Jf .. . 106—110. OVERSCHRIJVING binnen Nederlandsch-Indië ......... 111—118. OVERDRACHT op Nederland 119—125. „ Indië 126—130. DUPLICAAT-BOEKJES, vernieuwde boekjes en duplicaat-penningen. . 131—138. OVERNEMING en inhouding van spaarbankboekjes 139—143. GEDRUKTEN . 144—147. DERDE AFDEELING. MILITAIRE INLEGGERS ■ -. 148—158. WERKLIEDEN op ondernemingen 159—169. GESTRAFTEN 170—173. ZEKERHEIDSBOEKJES 174—175. HULPPOSTKANTOREN 176—192. BIJKANTOREN. AANHANGSEL. REGELING van de VERGOEDINGEN aan het personeel van den P. en T. dienst. ALFABETISCH REGISTER, EERSTE AFDEELING. Algemeene bepalingen, Inleggers, Inlagen en Terugbetalingen en wat daarmede verband houdt. TE VERBETEREN: Op bladz. 13 onderaan onder IV, le: „wettelijke erkende" in „wettelijk erkende". Op bladz. 55 onder 90. Aanv. eerste regel: „telegrfische" in „telegrafische". Op bladz. 89 onder 136, derde regel, laatste woord: ..daaarvan" in „daarvan". ALGEMEENE BEPALINGEN. 1 — 5 1. De Regeering van Nederlandsch-Indië waarborgt, zonder eenig voor- Waarborg, behoud, aan de inleggers de teruggave hunner inlagen en de betaling der daarover verschuldigde renten. 2. Wanneer echter gelden in de boeken der Postspaarbank zijn in- Verjaring, geschreven ten name van een inlegger, die dertig jaren heeft laten verloopen, zonder eenige inlage gedaan of betaling van kapitaal of rente gevorderd te hebben, noch de rente op zijn spaarbankboekje te hebben doen bijschrijven, vervallen deze gelden aan het reservefonds der Postspaarbank. 3. In de ondervolgende voorschriften zijn te verstaan: Verkortingen. Ie. onder Directeur: De Directeur der Postspaarbank; 2e. onder postambtenaren: de ambtenaren en beambten van den Posten Telegraafdienst, zoomede de hulppostcommiezen; 3e. onder inleggers: de inleggers in de Postspaarbank; 4e. onder kantoren: de postkantoren en de post- en telegraafkantoren, zoomede de bijkantoren; 5e. onder hulpkantoren: de voor den postspaarbankdienst aangewezen hulppostkantoren. 4. Voor aangelegenheden, de Postspaarbank betreffende, staan de kan- Diensttoorchefs in rechtstreeksche betrekking tot den Directeur. verhouding. Aanv. Zij geven gevolg aan de aanschrijvingen, welke zij betrekkelijk dien dienst van den Directeur ontvangen. Alle mededeelingen betreffende den dienst der Postspaarbank worden door de kantoorchefs aan den Directeur gericht. 5. Op de briefwisseling van de kantoorchefs met den Directeur zijn Briefwisseling, dezelfde bepalingen van toepassing, als op de briefwisseling met den Hoofdinspecteur, Chef van den Post- en Telegraafdienst. Aanv. Nota's mogen alleen worden gebezigd voor vragen of mededeelingen van . zeer ondergeschikt belang. Alleen indien dit uitdrukkelijk verlangd is, mag een brief bij kantschrijven beantwoord worden. Terugzending van stukken, tot verbetering of wijziging toegezonden, geschiedt zonder begeleidend schrijven! doch met vermelding op den omslag van nummer en datum van den brief of de nota, waarbij de toezending plaats had. 6. Alle stukken aan de Postspaarbank gericht, moeten het opschrift dragen: Adresseering „Aan den Directeur der Postspaarbank te Weltevreden". en Zij moeten met den dagteekeningstempel duidelijk worden afgestempeld. afstempeling. Aanv. De afstempeling mag niet worden verzuimd, omdat anders ter Directie niet kan worden nagegaan, vanwaar en wanneer de stukken zijn verzonden. 7. Van de verzending van spaarbankboekjes moet melding worden ge- Verzending van maakt aan den voet van het betrekkelijk advies model N. spaarbankAkten en andere bewijsstukken van inleggers moeten ambtshalve worden boekjes en aangeteekend. akten. Aanv. De vermelding van spaarbankboekjes op advies model N geschiedt onder aanhaling van den kantoornaam, het nummer en de serieletter van de boekjes en met vermelding van den naam van het kantoor van bestemming, in dezen vorm: „P. S. B. Si. No. 125/A voor Wl". In verband hiermede worden op den omslag, waarin de boekjes worden verzonden, onder het woord „Dienst" in den linkerbovenhoek, de vereischte aanwijzingen omtrent de boekjes vermeld. 8. De ambtenaren, die met de uitoefening van den postspaarbankdienst Geheimhouworden belast, onthouden zich aan personen, vreemd aan de administratie, ding. eenige inlichting te verstrekken omtrent de inleggers of hun tegoed, behoudens de gevallen, bij algemeene verordening voorzien. Aanv. De verplichting tot geheimhouding moet zeer streng worden opgevat en betreft zoowel de gegevens omtrent den inlegger, welke in het stamregister voorkomen, als die, welke uit het spaarbankboekje of de verantwoordingstaten van inlagen en terugbetalingen blijken. Zelfs mag niet worden medegedeeld of iemand al dan niet inlegger is. Dientengevolge moeten spaarbankboekjes en alle mededeelingen aan de inleggers door de kantoren en hulpkantoren in gesloten omslag worden verzonden. 9. De verplichting tot geheimhouding geldt tegenover allen, behalve Opheffing tegenover den inlegger zeiven, den Directeur en de ambtenaren van den van de gePost- en Telegraafdienst met het toezicht belast. . heimhouding. Zij wordt alleen opgeheven in de gevallen bij algemeene verordening voorzien. Aanv. Ingevolge artikel 6 van het Reglement op de Strafvordering en artikel 3 van het Inlandsch Reglement moeten de ambtenaren en beambten, die met de uitoefening van den Postspaarbankdienst zijn belast, onmiddellijk aangifte doen aan de politie of justitie van misdrijven, welke in de uitoefening van hunne bediening te hunner kennis komen. Wanneer dus door den inlegger of een ander fraude wordt gepleegd met een spaarbankboekje, eene order van betaling, eene quitantie of op andere wijze, of wanneer het kantoorpersoneel of een hulppostcommies bij de boeking van inlagen of terugbetalingen, of bij de verantwoording daarvan oneerlijkheid heeft gepleegd, moet daarvan aangifte worden gedaan onder mededeeling van alle noodige gegevens om den schuldige te straffen. Ook behoeven de ambtenaren met de uitoefening van den dienst van de Postspaarbank belast geen beroep te doen op hunne verplichting tot geheimhouding, wanneer zij door den rechter — gewoonlijk wel een Raad van Justitie, Landraad of Krijgsraad — worden opgeroepen om getuigenis van de waarheid af te leggen (artikel 148 van het Reglement op de Strafvordering en artikel 268 van het Inlandsch Reglement). Ditzelfde geldt ook voor het onderzoek door den Rechter-Commissaris (artikel 48 en 51 van het Reglement op de Strafvordering). Daarentegen mogen geene mededeelingen worden gedaan aan de ambtenaren van de politie en die met het opsporen van misdrijven en overtredingen belast — dus ook niet aan de Officieren en de Hulpofficieren van Justitie, behalve dan in de bovenbedoelde gevallen van misdrijven tegen de Postspaarbank zelve. Aan deze ambtenaren mogen dus geene mededeelingen worden gedaan noch uit het stamregister van de inleggers, noch uit de spaarbankboekjes, noch uit de verantwoordingstaten van inlagen en terugbetalingen, en hun mag zelfs niet worden medegedeeld of iemand inlegger is. Alleen het register van dagtotalen form. IX, waarin geen namen van inleggers noch aanduidingen van spaarbankboekjes voorkomen, behelst geene geheimen en daaruit mogen dus wel mededeelingen worden gedaan. 10. Afstand van het stamregister of andere voor den dienst op het kan- Afstand van toor benoodigde registers geschiedt, zoo mogelijk, niet anders dan op mach- registers, tiging van den Directeur. Is het vragen van die machtiging niet mogelijk, dan worden vóór de afgifte de daaruit voor den dienst der Postspaarbank voortvloeiende bezwaren nadrukkelijk aan den aanvrager medegedeeld. Aanv. Afstand van registers is feitelijk alleen noodfg, indien daarin vervalschingen zijn gepleegd en dat kan bij het stamregister niet voorkomen, wel bij het register van dagtotalen. Mogelijk is het, dat de rechter eene handteekening in het stamregister wil vergelijken met eene handteekening onder een betalingsstuk. In dat geval kan echter ook worden volstaan met het ter Directie bewaarde formulier I van de eerste inlage, hetwelk dan kan worden afgestaan om het stamregister voor het kantoor te behouden. Dit is daar onmisbaar, omdat bij het ontbreken van het stamregister alle rechtstreeksche terugbetalingen aan niet op het kantoor bekende inleggers onmogelijk zouden worden. Hierop moet dan ook altijd worden gewezen, wanneer voor de Justitie afgifte van het register wordt verlangd, en dat zal dan in den regel wel voldoende zijn om de afgifte te voorkomen. Zoo neen, dan moeten telegrafisch instructies aan den Directeur worden ge¬ vraagd, indien deze per telegraaf te bereiken is. 11. Inlagen in en terugbetalingen uit de Postspaarbank kunnen geschieden op alle postkantoren, post- en telegraafkantoren, bijkantoren, alsmede op de hulppostkantoren, welke voor den postspaarbankdienst zijn aangewezen. De kantoren en hulpkantoren zijn dagelijks, behalve op Zon- en feestdagen, gedurende den geheelen diensttijd open voor den postspaarbankdienst. Kantoren, hulpkantoren en diensttijd. 12. Bij de aanneming en verzending van telegrammen voor den Direc- Telegrammen, teur moet met de bureauuren ter Directie rekening worden gehouden. Aanv. Het kantoor der Directie is, behalve op Zon- en feestdagen, geopend: a. gedurende de maanden Februari, Maart en April van V\2 uur v. m. tot 3 uur n. m. b. gedurende de andere maanden van V\2 uur v. m. tot 2 uur n. m. c. des Zaterdags gedurende het geheele jaar van 7'/2 uur v. m. tot 2 uur n. m. 13. Op de kantoren, waar voor onderscheidene onderdeden van den dienst Loketten, afzonderlijke loketten bestaan, wordt, zoo mogelijk, een afzonderlijk loket ingericht voor den dienst der Postspaarbank. Is dit niet mogelijk, dan wordt daarvoor het loket aangewezen, waar de minste toeloop van publiek is. 14. Voor brieven, gericht aan „den Directeur der Postspaarbank Vrijdom van te Weltevreden", is geen port verschuldigd. De familienaam van den briefport. Directeur mag niet op het adres worden vermeld. Aanv. De vrijdom van port geldt ook, ingeval de stukken correspondentie bevatten over beleeningen of andere den dienst der Postspaarbank rakende onderwerpen. Desverlangd worden de stukken ambtshalve aangeteekend, behalve wanneer de aanteekening moet geschieden met aangegeven geldswaarde. 15. Alle akten en stukken, noodig voor den inleg van gelden in- en de Vrijstelling terugbetaling daarvan door de Postspaarbank, zijn vrij van zegelrecht, mits van zegelrecht, in of op die akten of stukken van die bestemming melding worde gemaakt. INLEGGERS. 16. Als inlegger wordt beschouwd de persoon, te wiens name de eerste Inleggers, inlage is geschied en het spaarbankboekje zoomede de rekening ter Directie is gesteld, onverschillig of de eerste inlage is gedaan door dien persoon zeiven of door een ander te zijneta behoeve. Alleen de inlegger, zoomede zijne gemachtigden en wettelijke vertegenwoordigers, kunnen over het tegoed op het spaarbankboekje beschikken. Aanv. Het vorenstaande is een uitvloeisel van een der hoofdbeginselen, welke voor de Postspaarbank gelden, dat n. 1. de spaarbankboekjes zijn boekjes op naam en niet aan toonder. Hierdoor is de inlegger verzekerd, dat alleen hij zelf over zijne spaargelden kan beschikken, zoodat deze volkomen veilig zijn. Dit maakt echter noodig, dat de postambtenaar zich telkens overtuigt of hij wel met den inlegger zeiven te doen heeft, alvorens gelden worden terugbetaald, en daartoe moet dan de inlegger zich eenige formaliteiten getroosten, en wel in de eerste plaats alle gegevens verstrekken, welke noodig zijn om later zijne identiteit te kunnen vaststellen. Dagteekening-stempel. Postspaarbank in Nederlandsch-Indië. ( Serie .A Kantoor: Spaarbankboekje \ ^ 1) Naam en voornamen, voluit geschreven; van gehuwde vrouwen en weduwen alleen de eigen familienaam. 2) Woonplaats met vermelding van wijk of buurt. 3) Behalve den naam der plaats ook te vermelden dien van het gewest, indien de inlegjjj^ binnen, en dien van het land, indien deze builen Ned.-Indië geboren is. 4) Naam en voornamen van den echtgenoot of overleden echtgenoot, voluit geschreven. 5) Handteekening, te stellen in tegenwoordigheid van den postambtenaar. Indien de inleg niet kan schrijven, moet de postambtenaar dit vermelden en daaronder zijne handteekening stellen. Form. Nr. Ia. De ondergeteekende 1) , van beroep wonende te 2) ... , geboren te 3) , den , echtgenoote —,° van 4) weduwe van beroep in leven wenscht inleg-J^- te worden in de Postspaarbank, en als eerste inlage te storten een bedrag • , den 5) Gezien en goedgekeurd ter Directie van de Postspaarbank. VOORZIJDE FORM Ia VOOR EUROPEANEN. 17. De inleggers kunnen worden onderscheiden in: Oi le. Europeanen, Inlanders en Vreemde Oosterlingen; 2e. Mannen en vrouwen (gehuwd en ongehuwd); 3e. Meerderjarigen en minderjarigen; 4e. Natuurlijke personen en vennootschappen, vereenigingen en zedelijke lichamen; 5e. Landsdienaren (civiele en militaire) en personen niet in s' Lands dienst. Aanv. Voorts bestaan er nog bijzondere regelingen voor mindere militairen, werklieden op ondernemingen en voor gevangenen (zie het derde gedeelte dezer instructie). 18. Onder Europeanen worden begrepen de met dezen gelijkgestelden, hetzij krachtens eene algemeene regeling (de Japanners), hetzij krachtens bijzondere beslissingen. Aanv. Zij ontvangen allen een spaarbankboekje van de Serie A (met bruinen omslag), na invulling van een form. Ia vóór het doen der eerste inlage, dan wel van een form. le, indien de eerste inlage wordt gedaan door een ander ten behoeve van een Europeaan of een daarmede gelijkgesteld persoon. 19. Onder Inlanders worden verstaan personen, behoorende tot de Inlandsche bevolking, die niet met Europeanen zijn gelijkgesteld. Aanv. Zij ontvangen bij het doen der eerste inlage op een form. Ib een spaarbankboekje van de Serie B (met gelen omslag) met den daarbij behoorenden penning. Indien de eerste inlage geschiedt door een ander ten behoeve van een persoon behoorende tot de Inlandsche bevolking, wordt een form. le gebruikt, doch eveneens een boekje van de Serie B met penning uitgereikt. 20. Vreemde Oosterlingen zijn Chineezen, Arabieren, Mooren, Klingaleezen en andere Oosterlingen van buiten Nederlandsch-Indië, die niet met Europeanen zijn gelijkgesteld. Aanv. Hunne eerste inlagen geschieden op een form. Ic of le, tegen uitreiking van een spaarbankboekje van de Serie C (met lichtrooden omslag) met den daarbij behoorenden" penning. 21. Inlanders en Vreemde Oosterlingen behoeven voor hunne betrekkingen met de Postspaarbank in den regel niet de hulp of bemiddeling van hunne hoofden; de postambtenaren zijn gehouden hun alle noodige voorlichting te geven en zeiven hunne identiteit vast te stellen. Aanv. Ten gerieve van deze inleggers zijn de meest gebruikelijke formulieren in net Maleisch vertaald en zijn ook de voorschriften der Postspaarbank in de meest voorkomende Inlandsche talen beschikbaar. Inleggers, die niet kunnen lezen en schrijven, moeten geheel door de postambtenaren worden voortgeholpen en de vereischte formulieren moeten kosteloos voor hen worden ingevuld. idei Vi inl Ew In V Oos Hul U scheiding in de eggers. opeanen. landers. reemde terlingen. p voor Ininders en V. 0. Dtt^eë.ing- Postspaarbank di Hindia-Nederland. Soerat permintaan aken menjimpen oeang di Postspaarbank atas namanja sendiri. Kantor-post ,. Boekoe ! Serie B* ( Nr Namanja orang jang hendak i menjimpan oeang (ditoelis genap) ' Pekerdjaan atau pangkatnja: _ Tempat beroemahnja (adres): _ Tempat kalahirannja: Tahoen kalahirannja atau oemoernja: Djoemlah oeang jang sekarang di masoekkan ƒ ^^^^^^^^^^^^^^ (dengan Tanda tangan, ditoelis dihadepan ambtenaar kantor-postr (') ■■■ • , pada hari boelan .'. tahoen 191 . (') Kalau si-penjimpan tiada pandai menoelis, ta'oesah menaroh tanda 'tangannja Batik. Indien de inlegger niet kan schrijven, moet de postambt. zijne handteekening stellen hieronder: Gezien en goedgekeurd ter Directie van de postspaarbank, Inlegger kan niet schrijven: De postambtenaar, Form. Nr. 1b. 22. Bij overgang naar een anderen landaard behoort het spaarbankboekje te worden afbetaald en het tegoed als eerste inlage weder te worden ingeschreven op een nieuw boekje van de serie, waartoe de inlegger thans behoort. Aanv. Verandering van landaard geschiedt o. a. door huwelijk van eene vrouw, of door gelijkstelling. 23. Gehuwde vrouwen hebben noch voor het doen van inlagen noch voor het vorderen van terugbetalingen den bijstand van hare echtgenooten noodig. De terugbetaling op hare spaarbankboekjes geschiedt alleen aan haar, met uitsluiting van hare echtgenooten. Aanv. Echtgenooten, die de beschikking willen hebben over elkanders spaarbankboekjes, moeten daarvoor volmachten overleggen (zie onder 36). De bijstand van den echtgenoot is voor eene gehuwde vrouw wèl noodig, indien zij niet op haar eigen spaarbankboekje, doch als erfgename op het boekje van een overledene terugbetaling verlangt. 24. Indien een meerderjarig inlegger het beheer over zijne goederen heeft verloren, kan over het tegoed op zijn spaarbankboekje worden beschikt door zijn wettelijken vertegenwoordiger. Aanv. Dit kan zijn: a. de Curator, ingeval van onnoozelheid, krankzinnigheid, razernij of verkwisting, dan wel van tuchthuisstraf of dwangarbeid in den ketting; ö. de Weeskamer, ingeval van afwezigheid of faillissement. 25. Minderjarigen kunnen zonder de tusschenkomst van hunnen vader of voogd inlagen doen en terugbetaling vorderen van hetgeen te hunnen name in de boeken der Postspaarbank is ingeschreven. Aanv. De bedoeling is om de minderjarigen met het sparen vertrouwd te maken. Natuurlijk wordt verondersteld, dat alleen kinderen, die besef hebben van hunne handelingen, zelfstandig kunnen optreden, zoodat de bepaling niet mag worden misbruikt, b. v. in geval van oneenigheid tusschen de ouders. 26. Op hetgeen ten name van minderjarigen in de boeken der Postspaarbank is ingeschreven is het in artikel 311 van het Burgerlijk Wetboek bedoeld vruchtgenot van de ouders niet van toepassing. Aanv. Ook deze bepaling dient om het sparen door minderjarigen te bevorderen; de rente van hunne spaarbankboekjes blijft mitsdien hun eigendom. 27. De vader of voogd van een minderjarigen inlegger, behoorende tot de Europeesche of met deze gelijkgestelde bevolking, is bevoegd zich tegen de terugbetaling te verzetten. Verandering van landaard. Gehuwde vrouwen. Wettelijke vertegenwoordigers van meerderjarigen. Minderjarigen. Vruchtgenot van de ouders. Verzet tegen de terugbetaling aan minderjarigen. Dagteekem^stempel P fj S t S P 3 3 P b 3 II k (Ü H \ ïl (1 '\ 3 - N e d e I* I 8 ïl ü\ rudidjjddi udiiiv lii miiuia-ncuci laiiu Soerat permintaan akan menjimpan oeang di Postspaarbank atas namanja sendiri. Kantor-post Boekoe Serie C. Nr Nama orang jang hendak i - menjimpan oeang (ditoelis genap) ) Pekerdjaan atau pangkatnja: Tempat beroemahnja (adres): Tempat kalahirannja: : _ Tahoen kalahirannja atau oemoernja: Isterinia , Djandanja ("ama soewaminja): Djoemlah oeang jang sekarang di masoekkan / ^^^^^^^^^^^^^^ (dengan Tanda tangan, ditoelis dihadepan ambtenaar kantor-post, (') pada hari boelan tahoen 191 . (') Kalau si-penjimpen tiada pandai menoelis, ta'oesah menaroh tanda tangannja. Balik. Indien de inlegger niet kan schrijven, moet de postambt. zijne handteekening stellen hieronder: Gezien en goedgekeurd ter Directie van de Postspaarbank, Inlegger kan niet schrijven: De postambtenaar, Form. Nr. lc. Aanv. Het verzet wordt schriftelijk gedaan bij den Directeur, hetzij rechtstreeks, hetzij door tusschenkomst van een kantoor of hulpkantoor. De ontvangst van die kennisgeving wordt door den Directeur aan den persoon, die in verzet is gekomen, bericht, terwijl tevens aan den inlegger mededeeling wordt gedaan van het verzet. 28. Voor minderjarigen, die den leeftijd van 16 jaren nog niet hebben bereikt, kan terugbetaling ook worden gevraagd door den vader of voogd. De voogd en dus ook de vader-voogd verliest die bevoegdheid, als het beheer over de goederen van den minderjarige aan de Weeskamer is overgegaan. Aanv. Voor de bevoegdheid der moeder en van de moeder-voogdes zie hieronder. Boven de 16 jaren kunnen de vader of voogd alleen over het tegoed van den minderjarige beschikken, na machtiging door den minderjarige zeiven of na verkregen machtiging van den Raad van Justitie, met toepassing van artikel 393 B. W. N.B. Vader 'of Voogd. Deze woorden moeten worden opgevat in de beteekenis van: hij (of zij) die de vaderlijke (ouderlijke) macht uitoefent of de voogdij voert (voeren) over minderjarigen; naar gelang van omstandigheden kunnen dit dus zijn: I. de vader: le. als gedurende het huwelijk uitoefenende de vaderlijke macht over zijne wettige kinderen; 2e. als van rechtswege voogd over zijne wettige kinderen na het overlijden van de moeder; 3e. mits meerderjarig zijnde, als voogd over de door hem wettelijk erkende natuurlijke kinderen; II. de moeder: le. als gedurende het huwelijk uitoefenende de vaderlijke macht, indien de vader zich daartoe buiten de mogelijkheid bevindt; dit geval doet zich niet voor, indien de vader voor ambts- of beroepsbezigheden tijdelijk zijn gezin heeft verlaten; de moeder behoort dan voorzien te zijn van eene volmacht van den vader; 2e. als van rechtswege voogdes over hare wettige kinderen na den dood van den vader; tot een volgend huwelijk overgaande moet zij door den Raad van Justitie in de voogdij worden bevestigd; haar man wordt dan van rechtswege mede-voogd en benevens zijne vrouw hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk wegens alle handelingen na het aangaan des huwelijks verricht; 3e. mits meerderjarig zijnde, en bij gebreke van den vader, als voogdes over de door haar wettelijk erkende natuurlijke kinderen; III. de door den langstlevende der ouders, dan wel door den Raad van Justitie benoemde voogd over wettige kinderen; IV. de door den Raad van Justitie benoemde voogd: le. over natuurlijke, niet wettelijke erkende kinderen; 2e. over wettelijk erkende natuurlijke kinderen: a. indien de vader en moeder beiden zelf minderjarig zijn; b. indien de moeder behoort tot de Inlandsche en met deze Minderjarigen beneden 16 jaar. Dagteekening-stempel. Postspaarbank in Nederlandsch-Indië. I Serie Kantoor: Spaarbankboekje { ^ 1) Naam der vennoot- 1) _ schap of vereeniging, of van het zedelijk lichaam, r -• voluit geschreven. ... _ , gevestigd te wenscht inlegger te worden in de Postspaarbank, en als eerste inlage te storten een bedrag ; , den De gemachtigde, 2) Handteekening, te 2) stellen in tegenwoordig- "'sj'"! heid van den post-ambte- naar. (" * \' Bijlagen: Fiat: (te omschrijven) De Directeur der Postspaarbank, Form. Nr. ld. Dagteekening-stempel, Voorloopig bewijs van ontvang eener som van als eerste inlage in de Postspaarbank ten name van - , den kantoorchef De hulppostcommies, gelijkgestelde bevolking, bij ontstentenis van den vader, die het kind erkend heeft, of wanneer deze de voogdij niet kan uitoefenen; V. de regenten van gestichten van weldadigheid, als uitoefenende de voogdij over de in die gestichten opgenomen minderjarigen, zoolang deze zich daarin bevinden of daartoe behooren. 29. Vennootschappen, vereenigingen en zedelijke lichamen worden niet als Vennootinleggers toegelaten, voordat ter beoordeeling van den Directeurschappen enz. gebleken is dat zij, die tot dat einde zich aanmelden, daartoe de vereischte bevoegdheid bezitten. Terugbetaling van hetgeen ten name van zulke inleggers in de boeken der Postspaarbank is ingeschreven, mag alleen plaats hebben aan — en tegen voldaanteekening door — hen wier bevoegdheid op de vorenbedoelde wijze gebleken is. Aanv. Eene vereeniging behoeft, om inlegger te worden, niet noodwendig rechtspersoonlijkheid te bezitten; ook niet erkende vereenigingen kunnen als inleggers worden toegelaten. Voor de hiervoren bedoelde inleggers wordt gebruikt het form. Icf, waarvan de quitantiestrook aan den inlegger wordt uitgereikt voor het gestorte bedrag der eerste inlage; het formulier wordt met de vereischte stukken tot staving der bevoegdheid (akte van oprichting, statuten enz.) aan den Directeur ter beoordeeling toegezonden. Eerst nadat het goedgekeurde formulier van den Directeur is terugontvangen, worden door het kantoor de gegevens van form. ld in het stamregister ingeschreven en wordt een spaarbankboekje van de Serie A, B of c, naar gelang van den landaard der bestuurders van de vennootschap, opgemaakt -en uitgereikt. N. B. De gestorte eerste inlage, waarvoor quitantie wordt gegeven, wordt wel dadelijk opgenomen op den verantwoordingstaat van inlagen, form. IV en op de daaraan gehechte strook, doch de strook wordt niet in het boekje geplakt, maar gehecht aan het aan den Directeur te zenden form. Id. Eerst na terugontvangst hiervan, wordt het boekje opgemaakt en de strook daarin geplakt. Form. ld gaat daarna weer aan den Directeur terug, na invulling van den Serieletter en het nummer van het uitgereikte boekje. I|»§| Zoolang de bij de eerste inlage door het bestuur van de vennootschap enz. aangewezen gemachtigde als zoodanig gehandhaafd blijft, mogen aan dezen terugbetalingen worden gedaan op den voet als voor de inleggers in het algemeen is bepaald; wordt hij in zijne functie vervangen, dan behoort hiervan kennis te worden gegeven aan den Directeur en het betrokken kantoor, onder bekendstelling van de handteekening van den nieuwen gemachtigde, die ook in het stamregister moet teekenen. Na kennisneming en in orde bevinding door den kantoorchef of diens vervanger van de op den nieuwen titularis verstrekte machtiging, kunnen aan dezen rechtstreeksche terugbetalingen worden gedaan, mits er voor is of wordt gezorgd dat de kennisgeving van de vervanging aan den Directeur wordt toegezonden. .30. Ter vermijding van de formaliteiten bedoeld onder 29 kan het spaar- Bestuursleden. MACHTIGING. 1) Naam der vennootschap of vereeniging, of van het zedelijk lichaam, voluit, c. q. met aanhaling van het besluit van den Gouverneur-Generaal, waarbij bewilliging is verleend op de acte van oprichting, of waarbij de statuten zijn goedgekeurd. 2) Naam en voornamen vqluit geschreven, met vermelding van de betrekking, waarin de gemachtigde tot de vennootschap enz. staat, 3) Handteekeningen der lastgevers, te stellen in tegenwoordigheid van den postambtenaar, met vermelding van de betrekking waarin zij tot de vennootschap enz. staan. Maakt de gemachtigde deel uit van het bestuur, dan teekent een der mede-bestuursleden, in zijne plaats, als lastgever. Het Bestuur van 1). , gevestigd te machtigt bij deze den heer 2) wonende te _ tot het inleggen van gelden in de Postspaarbank, tot het teekenen van aanvragen om terugbetaling van het geheel of van een gedeelte dier gelden, en tot het terugontvangen van het aangevraagd bedrag; zullende deze machtiging, ook ten aanzien van de opvolgers der ondergeteekenden, van kracht blijven, totdat genoemd Bestuur den Directeur der Postspaarbank hare intrekking, dan wel haar ten einde loopen, schriftelijk zal hebben gemeld, en van dien Directeur eene kennisgeving zal hebben ontvangen, houdende dat deze mededeeling hem heeft bereikt. , den Het Bestuur voormeld. 3) FORM. ld. ACHTERZIJDE. bankboekje worden gesteld ten name van het bestuurslid, dat belast is met het geldelijk beheer der vereeniging. Aanv. B. v. ten name van „den Secretaris-Penningmeester der Sociëteit ", „den Directeur van het Leesgezelschap " enz. zonder vermelding van den familienaam van hem, die de functie bekleedt. In dat geval wordt niet een formulier ld, maar een der formulieren Ia, Ib of Ic gebruikt, naar gelang van den landaard van den titularis, en kan het spaarbankboekje dadelijk worden opgemaakt en uitgereikt. Bij vervanging van het bestuurslid moet zijn opvolger een nieuw form. I invullen en teekenen voor de Directie, zoomede zijne handteekening in het stamregister stellen. 31. Hoofden van scholen, als beheerders van schoolspaarbanken, leggen : de inlagen hunner leerlingen in op een collectief spaarbankboekje ten name van het „Hoofd der school ", op de wijze zooals onder 30 is aangegeven. Eerst als een leerling bij het schoolhoofd ƒ 10.— heeft gespaard, wordt een boekje op zijn naam genomen. Aanv. Schoolhoofden, die dit voorschrift niet naleven, doch spaarbankboekjes aanvragen voor de leerlingen individueel, moeten aan het voorschrift worden herinnerd. Schoolkinderen, die wenschen te sparen buiten medewerking van het schoolhoofd, mogen daarin niet worden belemmerd, ook al zijn de in te leggen bedragen niet boven het minimum van 25 cent. 32. Burgerlijke en militaire landsdienaren op eene vaste maandelijksche bezoldiging, daaronder begrepen zij, die in het genot zijn gesteld van nonactiviteitstraktement of wachtgeld, zoomede gepensionneerden kunnen een gedeelte van de door hen uit 's Lands kas genoten wordende inkomsten doen inhouden, om te hunnen name in de Postspaarbank te worden belegd. Aanv. Het is ook toegelaten de belegging te doen geschieden ten name van een derde, b. v. de echtgenoote of een kind, doch niet op naam van meer dan één persoon met splitsing van het in te houden bedrag over meerdere boekjes. 33. De inhoudingen geschieden door de Algemeene Ontvangers van 's Lands kas en de Kwartiermeesters of Administrateurs van garnizoenen, na indiening van een form. Iƒ in duplo. De aan den Directeur maandelijks verantwoorde inhoudingen worden ter Directie ingeschreven in spaarbankboekjes, welke aldaar worden bewaard. Terugbetalingen op deze boekjes geschieden uitsluitend op een tot den Directeur gerichte aanvraag van den inlegger, welke aanvraag hetzij rechtstreeks aan den Directeur kan worden toegezonden, hetzij door tusschenkomst van een kantoor kan worden ingediend. Aanv. Van de form. I/, welke bij de kantoren in het Nederlandsch en het Maleisch verkrijgbaar worden gesteld, moet door den inlegger één exemplaar worden toegezonden aan de autoriteit, die zijn inkomen betaalbaar stelt of bij wie hij in Schoolhoofden. Landsdienaren, inhoudingen. Directieboekjes. 2 MODEL A. MACHTIGING. De ondergeteekende van beroep wonende te geboren te echtgenoote van * _ van beroep weduwe in leven machtigt bij deze van beroep _.. ~. wonende te tot het teekenen van aanvragen om terugbetaling van het geheel of van een gedeelte der te^j^name op het spaarbankboekje Serie ,No .kantoor in de Postspaarbank ingelegde gelden, en tot het terugontvangen van het aangevraagd bedrag; zullende deze machtiging van kracht blijven totdat—^-den Directeur der Postspaarbank de intrekking zal hebben gemeld en van dien Directeur eene kennisgeving zal hebben ontvangen, houdende dat deze mededeeling hem heeft bereikt. den Handteekening van ~ Handteekening van gemachtigde: ^1 inleg-^: de 5 ster De ondergeteekende Chef van het P^t-en Telegraaf (Post)-kantoor Hulppostcommies verklaart dat bovenstaande handteekeningen in zijne tegenwoordigheid door de hoogergenoemde personen zijn gesteld. den _ betaling is, en het andere aan den Directeur der Postspaarbank. Indien de inlegger zijne inhoudingen wenscht te wijzigen of te staken, geeft hij daarvan kennis door de indiening, eveneens in tweevoud, van een bij de kantoren in het Nederlandsch en in het Maleisch verkrijgbaar form. \g. Zij, die tevens inlegger zijn op een door een postkantoor uitgegeven spaarbankboekje, kunnen het daarop ingeschreven tegoed ter Directie doen overschrijven op hun Directieboekje, en omgekeerd. Terugbetaling wordt verkregen op een gewone aanvraag aan den Directeur (form. VI); de terugbetaling geschiedt aan het op de aanvraag aangewezen postkantoor of hulpkantoor onder toezending van het Directieboekje; dit moet met de verantwoordingstukken aan de Directie worden teruggezonden. Telegrafische terugbetaling op een Directieboekje kan alleen geschieden door middel van een telegrafischen postwissel, waarvan de kosten komen ten laste van het spaarbankboekje. 34. Terugbetaling van op spaarbankboekjes verschuldigde gelden mag, behoudens de gevallen voorzien onder 24 en 28, als regel alleen geschieden aan den inlegger zeiven, die echter bevoegd is een ander te machtigen om ten deze voor hem op te treden. Aanv. De aanwijzing van een gemachtigde kan geschieden bij notarieele of onderhandsche, algemeene of bijzondere volmacht. De gemachtigde moet kunnen schrijven, hetgeen mede een vereischte is voor den inlegger (lastgever) om bij onderhandsche akte een gemachtigde te kunnen aanwijzen. Onderteekening met een kruis van eene dergelijke volmacht is, althans in den regel, niet toegelaten. Eene notarieele volmacht is dus in zulk een geval noodig; in alle andere gevallen kan worden volstaan met eene onderhandsche volmacht. Echter kan ook voor Inlanders, die niet kunnen schrijven, bij uitzondering wel eens genoegen worden genomen met onderhandsche, met een kruis geteekende volmachten, indien dit kruis is gesteld in tegenwoordigheid van twee getuigen, die alleszins betrouwbaar zijn, ter beoordeeling van den kantoorchef persoonlijk of van zijnen vervanger. De inlegger moet dan door ziekte of andere ernstige redenen verhinderd zijn zelf ten kantore te verschijnen. 35. Indien de inlegger slechts volmacht wil verleenen tot het in ontvangst nemen van eene enkele terugbetaling, kan zulks geschieden door invulling yan de machtiging, voorkomende op de achterzijde der aanvraagen quitantieformulieren, doch alleen indien zoowel de inlegger als diens gemachtigde kunnen schrijven. Aanv. Op dezen laatsten eisch wordt eene uitzondering toegelaten in het geval bedoeld aan het slot van het vorig artikel. 36. De inlegger kan ook eene doorloopende volmacht afgeven tot het terugvorderen en in ontvangst nemen van op zijn spaarbankboekje ingeschreven gelden. Gemachtigden. Speciale volmachten. Doorloopende volmachten.. MODEL B. MACHTIGING. De ondergeteekende van beroep _ wonende te '. geboren te • echtgenoote van beroep ^ van —:—; — _ weduwe in leven machtigt bij deze van beroep , hem . , gever , wonende te , * om ten name van-r , last —--ft- , gelhaar geefster & den in de Postspaarbank in te leggen, aanvragen om terugbetaling van het geheel of van een gedeelte dier gelden te teekenen en het aangevraagd bedrag terug te ontvangen; zullende deze machtiging vau kracht blijven totdat-^-den Directeur der Postspaarbank de intrekking zal hebben gemeld en van dien Directeur eene kennisgeving zal hebben ontvangen, houdende dat deze mededeeling hem heeft bereikt. '.. .'. den '. Handteekening van Handteekening van ö de & ... , den . . gever gemachtigde: last , , : D a de geefster , , , ■ Chef van het Post- en Telegraaf-(Post) kantoor < De ondergeteekende rr-. r———1 te ° Hulppostcommies verklaart dat bovenstaande handteekeningeri in zijne tegenwoordigheid door de hoo- gergenoemde personen zijn gesteld. den Aanv. Het model van zulk eene volmacht is op bladzijde 18 afgedrukt als model A; model B op bladzijde 20 is het model eener volmacht, waardoor iemand, die nog geen inlegger is, een ander kan machtigen om op zijn naam gelden in te brengen en weder terug te nemen. Van de modellen A en B worden gedrukte exemplaren op aanvraag verstrekt. Eene doorloopende volmacht volgens model A is ook noodig, indien de eene echtgenoot (e) aan de(n) andere de beschikking wenscht te geven over het te name staande spaarbankboekje, haren r ' Van de bedoelde volmachten moeten drie exemplaren worden overgelegd, waarvan het eene bestemd is voor den Directeur, het tweede ten kantore blijft berusten en het derde aan den gemachtigde wordt teruggegeven. Hieruit volgt, dat voor zooveel rechtstreeksche terugbetalingen betreft, deze volmachten alleen kunnen worden gebruikt bij dat eene kantoor. Lastgeving eindigt, behalve door herroeping der volmacht, door den dood, de curatele en den staat van^faillissement, hetzij van den lastgever, hetzij van den lasthebber, alsmede door het huwelijk der vrouw die den last heeft gegeven of ontvangen (B. W. art. 1813). Aan eene aanvraag om terugbetaling van een gevolmachtigde mag dus geen gevolg worden gegeven, indien vóór de aanbieding van de order van betaling mocht blijken, dat de inlegger (lastgever) inmiddels is overleden, onder curateele gesteld enz. 37. Spaarbankboekjes van overledenen moeten worden afbetaald. Op Overledenen, het boekje of op eene order van betaling ten name van een overledene wordt geene terugbetaling gedaan, tenzij, ter beoordeeling van den Directeur, gebleken is dat de terugbetaling door de rechthebbenden wordt gevraagd. Aanv. Zij, die meenen aanspraak te kunnen maken op nagelaten spaarpenningen, geven door middel van een form. VI/?, welke in het Nederlandsch en in het Maleisch bij de kantoren verkrijgbaar zijn, daarvan kennis aan den Directeur, hetzij rechtstreeks of door tusschenkomst van een kantoor, onder mededeeling van alle inlichtingen en overlegging van zoodanige stukken, als kunnen strekken tot staving van hun goed recht; heeft de overledene een testament nagelaten, dan moet dit worden overgelegd. De gezamenlijke erfgenamen kunnen ook één hunner of een ander machtigen om namens hen op te treden en de terugbetaling te vragen. Terugbetaling kan ook worden gevraagd: le. door den benoemden executeur-testamentair; 2e. door de Weeskamer, als van rechtswege belast met het beheer van onbeheerde nalatenschappen. Voor de benoeming van een executeur-testamentair kan door de inleggers worden gebruik gemaakt van het op bladzijde 22 afgedrukt model C 38. In alle gevallen, waarin niet de inlegger persoonlijk, noch een be- Beoordeeling hoorlijk door hem gemachtigd persoon om eene terugbetaling verzoekt, en van de waarin de beoordeeling van de bevoegdheid van den aanvrager niet uit- bevoegdheid drukkelijk aan den Directeur is voorbehouden, wordt de vraag of de terug- van vertegen* betaling kan geschieden aan het oordeel van den kantoorchef of diens woordigers. vervanger onderworpen. MODEL C. BENOEMING VAN EENEN EXECUTEUR-TESTAMENTAIR. (Dit stuk moet door den inlegger zeiven geheel worden geschreven, gedagteekend en onderteek end). : den :._ _ 191 AAN DEN DIRECTEUR DER POSTSPAARBANK TE BATAVIA. De ondergeteekende van beroep wonende te inleg—bij de Postspaarbank op het spaarbankboekje kantoor I Serie Nummer verklaart hierbij, ingevolge de bepaling van artikel 935 van het Burgerlijk Wetboek van Nederlandsch-Indië, te benoemen tot executeur-testamentair van beroep thans wonende te (') en bij ontstentenis of afwezigheid uit Nederlandsch-Indië van dezen van beroep ••—èra.-"' thans wonende te (') ~ , met het recht van inbezitneming van het aan ondergeteekende toekomend tegoed bij zijnen de Postspaarbank, zoowel op het vorengenoemde als op alle andere te n^ren—name staande spaarbankboekjes, vermeerderd met de verschuldigde renten, zullende deze benoemde executeur-testamentair of diens plaatsvervanger mitsdien, na het overlijden van den ondergeteekende, de bevoegdheid hebben om voor de opvraging en in ontvangstneming van het bedoelde tegoed met de verschuldigde renten het noodige ie verrichten. Ondergeteekende verbindt zich uitdrukkelijk tegenover den Directeur der Postspaarbank deze executeursbenoeming niet te herroepen zonder voorafgaande medewerking en uitdrukkelijke goedkeuring van dien Directeur. Mochten de benoemde executeur en diens plaatsvervanger komen te overlijden, Nederlandsch-Indië verlaten, of hunne bevoegdheid tot handelen verliezen vóór het overlijden van den ondergeteekende, dan verbindt de ondergeteekende zich bij dezen tegenover den Directeur der Postspaarbank tot onverwijlde benoeming van een nieuwen executeur en kennisgeving daarvan aan •dien Directeur. Al hetgeen geheel eigenhandig is geschreven, gedagteekend en geteekend te den - 191 Handteekening. (') binnen Nederlandsch-Indië. Aanv. De beoordeeling van de bevoegdheid door den Directeur moet geschieden bij aanvragen voor vennootschappen (zie onder 29) en voor overledenen (zie onder 37). Zie voor boekjes met beperkende bepalingen onder 60 en voor niet-vrijwillig sparende militairen onder 156. In de gevailen dat de bevoegdheid van den aanvrager kan worden beoordeeld door den kantoorchef of diens vervanger, moet de handteekening van den aanvrager onder de quitantie, aanvraag of order van betaling worden voorafgegaan door de vermelding van de hoedanigheid, waarin de aanvrager handelt, terwijl voorts door den kantoorchef of zijn vervanger op het formulier de verklaring wordt gesteld: „Bevoegdheid mij gebleken", welke verklaring hij met zijne handteekening bekrachtigt. De bevoegdheid van den aanvrager moet, indien zij niet bekend is, blijken uit over te leggen bewijsstukken. Zoo moet b. v. een vader, voogd (of moeder) een geboorteakte van het kind of eene akte van voogdijschap overleggen, indien ten kantore (b. v. uit het stamregister) niet bekend is, dat zij bevoegd zijn om in die hoedanigheid te handelen. Bij eene volledige invulling van de formulieren I voor de eerste inlagen en inschrijving van die gegevens in het stamregister van het kantoor, zullen de bedoelde bewijsstukken in de meeste gevallen kunnen worden gemist. Voor de bevoegdheden van den vader, voogd (of moeder-voogdes) zie de aanvullende bepalingen onder 28. INLAGEN. 39. Inlagen in de Postspaarbank kunnen geschieden bij alle kantoren, zoomede bij alle hulpkantoren, welke voor den postspaarbankdienst zijn aangewezen, onverschillig door welk kantoor het spaarbankboekje is uitgegeven; het boekje behoeft daartoe niet te worden overgeschreven. 40. Inlagen mogen geschieden op eigen naam of ten name van een ander; als inlegger wordt beschouwd hij, te wiens name de inlage geschiedt. Aanv. Door het doen van eene inlage ten name van een ander ontstaat geen burgerrechtelijke verhouding tusschen de Postspaarbank en den persoon, die de inlage doet, maar alleen tusschen de instelling en den inlegger. De persoon, die de inlage heeft gedaan, kan dus geene terugbetaling van het door hem ten name van een ander ingelegde vragen, tenzij hij daartoe als vader, voogd, curator enz. bevoegd is, of eene machtiging van den inlegger overlegt. 41. Iedere inlegger wordt geacht door de enkele daad van inleggen, hetzij deze door hemzelven dan wel door een ander te zijnen name is verricht, zich te hebben onderworpen aan de bepalingen van het Koninklijk besluit van 16 October 1897 No. 27 (Staatsblad No. 296) en aan die, welke ter uitvoering van dat besluit zijn of nader zullen worden vastgesteld. 42. Inlagen (en terugbetalingen) zijn slechts toegestaan in bedragen van ten minste vijf en twintig cent. i I \ Alle kantoren :n de aangewezen hulpkantoren. )p eigen naam of ten name fan een ander. Onderwerping aan de bepalingen» Minimum bedrag. Kantoor: Inlagen van den , t./m. Folio Volg. NAAM en VOORNAM EN Nummer j Kantoor van uitgifte I ,ngelegd I Bedrag van ! van den Data nummer. „ . , . .. . . bedra? net tegoed. INLEGGER. van net spaarbankboekje. ucuia»' & Overgebracht, ƒ „ ƒ _ m (Hiernaast bevinden zich de gekleurde strooken). BOVENHELFT VAN FORM IV (ORIGINEEL). Aanv. Voor inlagen is geen maximum gesteld; inleggers moeten er echter op worden gewezen, dat boven ƒ2400 geen rente wordt toegekend. 43. De inlagen (en terugbetalingen) worden — zonder onderscheid of het geldt een boekje der Serie A, B of C — in de volgorde waarin zij geschieden, en onder een doorloopend nummer, ingeschreven op den verantwoordingstaat form. IV (en VIII), zoowel op het origineel (rechts) als op het duplicaat (links); de nummering der inlagen (en terugbetalingen) begint elk jaar op nieuw met nummer t. Aanv. Bij de inschrijving moet nauwkeuring worden gelet op de aanwijzingen, welke op de verantwoordingstaten voorkomen. In de kolom met het hoofd „Nummer" wordt ook de serieletter van het spaarbankboekje vermeld, aldus 68/A, 25/B of 10/c. De kolom „Kantoor van uitgifte" wordt alleen ingevuld, wanneer het geldt een boekje van een ander kantoor dan dat, waar de inlage (of terugbetaling) geschiedt. De kolom „Bedrag van het tegoed" is bestemd ter invulling van het bedrag, waartoe het tegoed tengevolge van de inlage (of van de terugbetaling) stijgt (of daalt), zoodat deze koloni niet moet worden ingevuld bij het boeken van eene eerste inlage op een boekje. Deze kolom moet met de meeste nauwgezetheid worden ingevuld, aangezien ter Directie met die opgave moet worden gecontroleerd of het tegoed op het spaarbankboekje overeenstemt met dat op de rekening-courant van den inlegger. 44. Na invulling van de verschillende kolommen van den verantwoordingstaat, worden op de gekleurde strook, naast het vak waarin de inlage (of terugbetaling) is ingeschreven, overgenomen: in cijfers, het volgnummer, waaronder de inlage (of terugbetaling) op den verantwoordingstaat is ingeschreven, en in letters, het bedrag der inlage (of terugbetaling), welke strook daarna langs de geperforeerde lijnen wordt afgescheurd en ingeplakt in de kolom „bedrag der inlage of terugbetaling voluit geschreven" van het spaarbankboekje. 45. Eerst daarna wordt overgegaan tot de volledige inschrijving van de inlage (of terugbetaling) in het spaarbankboekje, door invulling van de kolommen „dagteekening" en „bedrag in cijfers", en door voorts in de daarvoor aangewezen kolommen de handteekening en een afdruk van den •dagteekeningstempel te stellen. Aanv. De inplakking van de strooken in het spaarbankboekje moet geschieden met gebruikmaking van een deugdzaam kleefmiddel, opdat zij niet losraken en dientengevolge verloren gaan. 46. Wordt bij de inschrijving op de staten of in het boekje eene ver- Inschrijving. Gekleurde strook. Spaarbankboekje. Vergissingen. gissing begaan, dan moet die foutieve inschrijving geheel of gedeeltelijk met rooden inkt worden doorgehaald, zoodat het geschrevene leesbaar blijft. Is de vergissing begaan bij de invulling van het ingelegde (of terugbetaalde) bedrag op de in het boekje te plakken strook, dan blijft deze ongebruikt en aan den staat bevestigd. Aanv. Indien de strook reeds is afgescheurd, voordat de vergissing wordt opgemerkt, wordt zij weder aan den staat vastgehecht door inplakking in het onderste vakje en wordt de bij dit vakje behoorende strook gebezigd voor de inschrijving in het boekje; het is in geen geval geoorloofd voor de inschrijving in de boekjes gebruik te maken van strooken, waarop doorhalingen voorkomen in het daarop ingeschreven bedrag. Bestaat de vergissing hierin dat eene inlage is ingeschreven op een staat form. VIII, of omgekeerd eene terugbetaling op een staat form. IV, dan wordt de foutieve inschrijving met rooden inkt doorgehaald en de strook van het vakje, waarin die inschrijving geschiedde, in dat vakje vastgehecht. Het is ten strengste verboden ongebruikt blijvende strooken van staten af te scheuren. 47. Bij de volgende inlagen, alsook bij elke terugbetaling, wordt door Vergelijking optelling of aftrekking het bedrag van het tegoed op het spaarbankboekje van het vastgesteld, welk bedrag dan moet overeenstemmen met het in de kolom tegoed. „Bedrag van het tegoed" van den verantwoordingstaat vermelde. 48. Na elke inlage van ƒ 25 — of hooger ontvangt de inlegger van Kennisden Directeur eene kennisgeving dat het bedrag te zijnen name in de boeken gevingen, der Postspaarbank is ingeschreven. Aanv. Bij de ontvangst van die kennisgeving heeft de inlegger zich te verzekeren, dat de inschrijving in zijn spaarbankboekje daarmede overeenstemt. Is dit niet het geval, dan wendt hij zich schriftelijk en rechtstreeks tot den Directeur, die, na onderzoek, onmiddellijk de noodige maatregelen neemt om het bestaande verschil op te lossen. Eveneens heeft de inlegger zich tot den Directeur te wenden, indien de kennisgeving langer uitblijft dan hij, in verband met den afstand tusschen zijne woonplaats en Batavia, mocht verwachten. Kennisgevingen worden alleen verzonden bij het doen van inlagen in eens van ƒ 25.— of hooger, dus niet als het tegoed van een inlegger ten gevolge van meerdere inlagen tot ƒ 25.— of daarboven is gestegen. Kennisgevingen zijn geen quitantiën, doch dienen alleen tot controleering van de richtige verantwoording door de kantoren van de meer belangrijke inlagen. Ze behoeven dus door de inleggers niet te worden bewaard, doch kunnen worden vernietigd als het daarin vermelde bedrag met het bedrag in v het boekje overeenstemt. EERSTE INLAGEN. 49. Wie inlegger wenscht te worden, heeft het verlangen daartoe te Bovendien behooren, naar omstandigheden, enkele van de ondervolgende vragen te worden gesteld: 1°. Hebt gij altijd den opgegeven naam gedragen en, zoo neen, hoe luidde Uw vroegere naam? 2°. Wordt gij altijd bij den opgegeven naam genoemd, of noemt men U ook wel anders en, zoo ja, hoe? 3°. Aan welk Inlandsen hoofd of ambtenaar zijt gij persoonlijk bekend? Welke scholen hebt gij bezocht? Verstaat gij ook Nederlandsch? 1) ... _, Hebt gij te voren andere ambten bekleed? Zoo ja, als hoedanig zijt gij in dienst getreden? In welk jaar was dat, of hoe lang is dat ongeveer geleden?.: Hoe is de naam van Uw meester ? meesteres ■ Wat is beroep of betrekking? In welke buurt of wijk woont —1IJ - ? Woont gij in hetzelfde huis (op hetzelfde erf)? l) Bij bevestigende beantwoording van deze vraag tevens op te geven hoever \ lezen' scnriiven en spreken, volgens de eigen verklaring des inleggers, de kennis van deze taal zich uitstrekt- ' ) Iezen en schr»jven, doch niet spreken, ( alleen spreken. NEDERLANDSCH FORM. \b. VOOR INLANDERS (ACHTERZIJDE). kennen te geven aan een kantoor of hulpkantoor, te zijner keuze, onder opgave van naam, woonplaats, betrekking of beroep, en zoo mogelijk, van de plaats en den dag zijner geboorte, zoomede van zoodanige nadere inlichtingen, zijn persoon betreffende, als noodig of dienstig kunnen zijn tot vaststelling zijner identiteit. Aanv. Aangezien de spaarbankboekjes der Postspaarbank het karakter dragen van titels op naam, moeten bij het doen der eerste inlage de noodige gegevens worden verzameld tot vaststelling van de identiteit van den inlegger, welke ten kantore in het stamregister worden opgenomen, en welke bij het doen van terugbetalingen moeten worden geraadpleegd. 50. De onder 49 bedoelde opgaven worden verstrekt door invulling en Opgaven, onderteekening van een bij de kantoren en hulpkantoren kosteloos verkrijgbaar formulier I. Kan een inlegger niet schrijven, dan wordt met mondelinge opgaven genoegen genomen en het formulier I door den postambtenaar ingevuld. Aanv. Aangezien de goede en volledige invulling van de formulieren I van veel belang is, moeten de postambtenaren den inleggers daarbij zooveel mogelijk behulpzaam zijn. Dit geldt vooral voor Inlanders en Vreemde Oosterlingen. Kan degene, die de eerste inlage doet, niet schrijven, dan wordt onder het formulier gesteld: „De inlegger verklaart niet te kunnen schrijven", waaronder de postambtenaar zijne handteekening stelt. 51. Van het formulier I voor het doen van eerste inlagen bestaan zeven Soorten en soorten, te weten:, .gebruik der Form. Ia. voor Europeanen en met dezen gelijkgestelden; formulieren I. „ \b. „ Inlanders; „ Ic. „ Vreemde Oosterlingen; „ ld. „ Vennootschappen, vereenigingen en zedelijke lichamen; „ le. „ het doen eener inlage op een nieuw boekje ten name van een ander; „ If. voor Landsdienaren e. a. die inhoudingen op hun traktement enz. wenschen ter belegging in de Postspaarbank; „ Ig. voor de hiervoren bedoelde personen, die de inhoudingen op hun traktement enz. wenschen te wijzigen of te staken. Aanv. Met uitzondering van de form. Ia en ld worden van alle de vorengenoemde formulieren modellen in het Nederlandsch en in het Maleisch verkrijgbaar gesteld, de laatste ten dienste van Inlanders en Vreemde Oosterlingen, die geen Nederlandsch verstaan, doch voldoende ontwikkeld zijn om de Maleische formulieren zeiven te kunnen invullen. Voor het gebruik van: Dagteekening-stempel. 2) Naam en voornamen, voluit geschreven; van gehuwde vrouwen en weduwen alleen de familienaam. 2) Woonplaats met vermelding van wijk of buurt. 3) Behalve den naam derplaats ook te vermelden dien van het gewest, indien de persoon, die de inlage doet, binnen, en dien van het land, indien deze buiten Nederlandsch-Indië geboren is. 4) Naam en voornamen van den echtgenoot of overleden echtgenoot, voluit geschreven. 5) Indien geene bepaling gemaakt wordt, moeten deze woorden worden doorgehaald. 6) Handteekening, te stellen in tegenwoordigheid van den postambtenaar. Indien de persoon, die de inlage doet, nietkan schrijven, moet de postambtenaar dit vermelden en daaronder z ij n e handteekening stellen. Postspaarbank in Nederlandsch-Indië. Kantoor: De ondergeteekende 1) Spaarbankboekje Serie Nr. VOORZIJDE VAN FORM. Ie (INLAGEN TEN NAME VAN EEN ANDER). van beroep ' , wonende te 2) _._ _ geboren te 3) , den _ _.. echtgenoote — van 4) - weduwe wenscht ten name van den persoon, ter ommezijde vermeld, in de Postspaarbank in te leggen een bedrag van ƒ 'MÊWÊÊÊÊÊÊÊÊÊ (in letters: gg^g^^^^^ggl^^^^^^^^^^^^^^^^g^g^), met bepaling dat 5) den 6) Gezien en goedgekeurd ter Directie van de Postspaarbank. de kennisgevingen De toezending van ~ïnriïükkei:—' dit boekje betreffende, wordt verzocht aan het volgende adres: Form. Nr. le. form. la. zie onder 18. „ Ib. „ „ 19. „ le. „ „ 20. „ ld. n „ 29 en 30. „ le. „ „ 18, 19, 20, 53, en 58. „ If. „ „ 33. - te„ * 33. 52. Inleggers, die hunne eerste inlagen doen bij een hulpkantoor of Bij een hulpdie inlagen, wegens verren afstand, toezenden aan een kantoor, moeten kantoor en een form. I in tweevoud invullen en onderteekenen. door toezending. Aanv. Het eene exemplaar van het formulier I is bestemd voor de Directie en het andere voor het kantoor, dat de handteekening van den inlegger in het stamregister moet plakken. Zoo eenigszins mogelijk moeten de personen, die inlegger wenschen te worden, daartoe zeiven op het kantoor of een hulpkantoor komen en in het stamregister teekenen. 53. Bij het doen van eene eerste inlage ten name van een ander wordt Ten name van door hem, die de inlage doet, een form. le aan de vóór- en achterzijde een ander, zoo volledig mogelijk ingevuld en het formulier onderteekend. Aanv. Dit geldt alleen voor eerste inlagen, dus die op een nieuw spaarbankboekje. Op een reeds bestaand boekje kunnen ook door derden zonder verdere formaliteiten inlagen worden gedaan. Het nieuwe boekje wordt gesteld op naam van den aan de achterzijde van form. le vermelden persoon, die wordt beschouwd als de inlegger. De gegevens omtrent dien persoon moeten zoo volledig mogelijk worden verstrekt, d. w. z. voor zoover ze aan den persoon, die de eerste inlage doet, bekend zijn. Indien hij, die eene eerste inlage doet ten name van een ander, dit feit voor den bevoordeelde voorloopig geheim wil houden, dan wel ingelicht wenscht te worden omtrent de verdere inlagen op hetzelfde boekje, kan het verlangen daartoe worden te kennen gegeven door invulling van het omhaalde aan den voet van form. Ie (voorzijde), met gelijktijdige doorhaling, in het eene geval van de woorden „de kennisgevingen", en in het andere geval van de woorden „alle stukken". 54. Degene, te wiens name de eerste inlage geschiedt, en die wordt Verplichting beschouwd als d e inlegger, moet zoodra mogelijk, en in elk geval voor- van den dat hij eene terugbetaling kan erlangen, ten karitore een formulier la, Ib, of inlegger. Ic invullen en zijne handteekening in het stamregister stellen. Aanv. Ingevolge het voorkomende onder 16 en 40 is niet de persoon, die ten name van een ander heeft ingelegd, bevoegd om over het tegoed op het spaarbankboekje te beschikken, doch komt die bevoegdheid uitsluitend toe aan den persoon, op wiens naam wordt ingelegd (behoudens de bevoegdheden van den vader, voogd, curator, gemachtigde enz.). De laatste moet dus zijne identiteit voor Opgaven betreffende den inlegger, d. i. den persoon te wiens name de inlage geschiedt. 1) Van gehuwde vrouwen Naam '): en weduwen alleen de familienaam. 2) Naam en voornamen van den echtgenoot of overleden echtgenoot, voluit geschreven. 3) Naam en voornamen van de beide ouders. Voornamen (voluit): Beroep: Woonplaats: Geboren te .'. „. den Echtgenoote Weduwe Zoon van 2) Dochter van 3) en ACHTERZIJDE VAN FORM le (INLAGEN TEN NAME VAN EEN ANDER). de terugbetalingen kunnen staven, waarvoor de vorenbedoelde handeling noodig is. In het formulier blijft dan het bedrag der eerste inlage oningevuld. BEPERKENDE BEPALINGEN. 55. De persoon, die op een nieuw spaarbankboekje eene eerste inlage doet ten name van een ander, kan daarbij bepalen, dat deze—die „de inlegger" wordt—alleen terugbetaling zal kunnen bekomen van het tegoed of van een gedeelte van het tegoed op het boekje, waarop de inlage is geschied, indien: a. een aan te duiden tijdstip is bereikt, b. eene gestelde voorwaarde is vervuld, c. eene bepaalde gebeurtenis of omstandigheid zich voordoet. 56. Indien de vervulling van de voorwaarde afhankelijk is van hem, die Vervallen of 1 i„l j 1 fi. li. _•• 1- :: _j: 1:: j . .... . ï haar crestelri heeft vervalt zii hii riiens nverliiHen. niptiohpiH haar gesteld heeft, vervalt zij bij diens overlijden. nietigheid. Indien de terugbetaling afhankelijk is van eene bepaalde gebeurtenis of omstandigheid, dan moet tevens de dag worden vermeld, waarop het beding zijn kracht zal verliezen, voor het geval de gebeurtenis of omstandigheid zich dan nog niet heeft voorgedaan. Het beding wordt als niet gesteld beschouwd, indien deze toevoeging ontbreekt. Aanv. Het is niet geoorloofd: le. dat hij, die een nieuw boekje neemt ten name van een ander, zich het recht voorbehoudt daarop zelf terugbetaling te vragen, tenzij hem dat recht uit anderen hoofde toekomt, in welk geval .echter het beding overbodig is (vaders, voogden enz.); 2e. dat het recht om terugbetaling te vragen wordt toegekend aan een ander, die dat recht anders niet zou hebben (b. v. een beding van den vader, dat ook de moeder terugbetaling kan vragen; daartoe is eene generale of speciale volmacht noodig); 3e. dat de beperkende bepaling in strijd komt met het burgerlijk recht, zoodat b. v. op deze wijze geene beschikkingen van testamentairen aard mogen worden gemaakt. Men kan dus niet bepalen, dat bij het overlijden van den inlegger de persoon, die de inlage deed, het tegoed mag opvorderen. Ook mag niet worden bepaald, dat de inlegger geene terugbetaling zal kunnen vragen vóór het overlijden van hem, die de inlage deed.. Daarentegen is geoorloofd eene beperkende bepaling, waarbij de bevoegdheid van den inlegger tot het vorderen van terugbetalingen: le. wordt verschoven tot een aan te duiden tijdstip, b. v. tot een bepaalden datum, of tot een zekeren verjaardag van den inlegger (voor personen, als Inlanders, wier geboortedatum niet vaststaat, moet een bepaalde datum worden genoemd); 2e. afhankelijk wordt gesteld van eene voorwaarde, b. v. de toestemming van hem, die de inlage deed, of van een ander; 3e. afhankelijk wordt gesteld van eene gebeurtenis of omstandigheid, b. v. het aangaan van een huwelijk, de geboorte van een kind enz., waarbij 3 DïmkPeïing Postspaarbank di Hindia-Nederland. Soerat permintaan aken menjimpan oeang di Postspaarbank atas namanja orang, jang terseboet dibelakang ini. Kantor-post Boekoe j ff"6 / Nr. Namanja orang jang hendak ) . menjimpan oeang (ditoelis genap) ) a Pekerdjaan atau pangkatnja: __JL .... Tempat beroemahnja (adres): . '. _ - _. Djoemlah oeang jang sekarang di masoekkan ƒ ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^g (dengan (ja-itoe dengan ditentoekan bahwa oeang simpanan, jang dimasoekkan kadalam boekoe ini, boleh diambil kembali sadja (') ----- --) Tanda tangan, ditoelis dihadepan ambtenaar kantor-post, (2) ; , pada hari boelan _ tahoen 191 (') Tiada perloe menentoekan ini; kasoekaan sehadja. (2) Kalau si-penjimpan tiada pandai menoelis, ta'oesah menaroh tanda tangannja. Balik. Indien de inlegger niet kan schrijven, moet de postambtenaar zijne handteekening stellen hieronder: Gezien en goedgekeurd ter Directie van de Postspaarbank, Inlegger kan niet schrijven. De postambtenaar, Form. No. le. dan een dag moet worden bepaald, waarop het beding vervalt, als het huwelijk of de geboorte dan nog niet heeft plaats gehad. 57. De beperkende bepaling omtrent de terugbetaling is niet slechts voor de eerste inlage verbindend, maar ook voor alle verdere inlagen op hetzelfde boekje, onverschillig door wie die mochten worden gedaan. De beperkende bepaling kan betrekking hebben op een gedeelte van het tegoed op het boekje, in zoover dat de terugbetalingen beperkt worden tot een bepaald gedeelte van het tegoed. Aanv. Iemand, die een spaarbankboekje heeft met eene beperkende bepaling, kan voor inlagen, waarop hij die bepaling niet wenscht toegepast te zien, een tweede boekje nemen. Men kan b. V. bepalen, dat van het tegoed niet meer mag worden terugbetaald dan een zeker bedrag 's maands, of dat de inlegger alleen mag beschikken over de jaarlijks bij te schrijven rente. 58. Eene beperkende bepaling wordt gesteld op de daarvoor bestemde plaats van de voorzijde van het in te dienen form. \e en door den postambtenaar overgenomen in het stamregister en vóór in het spaarbankboekje, waarin zij, zoo mogelijk, door den persoon, die haar stelde, met zijne handteekening wordt bekrachtigd, (^m Door den postambtenaar wordt voorts op den omslag van het spaarbankboekje duidelijk met rooden inkt geschreven: „Beperkende bepaling". 59. De beperkende bepaling kan door hem, die haar stelde, te allen tijde worden ingetrokken. Die intrekking moet geschieden bij schriftelijke mededeeling aan den Directeur, hetzij rechtstreeks, dan wel door tusschenkomst van het betrokken kantoor of een daaronder behoorend hulpkantoor. Aanv. Van de intrekking moet aanteekening worden gehouden in het stamregister en in het spaarbankboekje; dit laatste wordt daartoe opgezonden aan den Directeur. 60. In de gevallen, bedoeld onder 55, geschiedt geene terugbetaling dan indien, ter beoordeeling van den Directeur, gebleken is dat over het ingelegde mag worden beschikt. Aanv. In het algemeen blijft aan den Directeur de beoordeeling van de vraag of een aan te duiden tijdstip is bereikt, eene gestelde voorwaarde is vervuld, dan wel eene bepaalde gebeurtenis of omstandigheid zich heeft voorgedaan, waarvan eene terugbetaling afhankelijk is. De aanvragen moeten dus in die gevallen aan den Directeur worden opgezonden, casu quo met de spaarbankboekjes en de noodige bewijsstukken. Echter kunnen de kantoorchefs rechtstreeksche terugbetalingen verleenen, wanneer niet kan worden getwijfeld aan de bevoegdheid van den inlegger, b. v. als de terugbetaling afhankelijk is gesteld van de toestemming van een bepaald persoon en deze de toestemming heeft verleend, of indien is bepaald dat de inlegger mag Verbindende kracht. Inschrijving. Intrekking. Be oordeeling. Voor de inrichting: van het stamregister zie men de op de kantoren aanwezige exemplaren. beschikken over een zeker bedrag 's maarids, in welk geval de terugbetaling kan geschieden, althans indien zij blijft beneden het voor rechtstreeksche terugbetalingen gestelde maximum. STAMREGISTER. 61. Elk kantoor en hulpkantoor heeft een stamregister (form. II) van de inleggers, aan wie door het kantoor, of door tusschenkomst van het hulpkantoor een spaarbankboekje is uitgegeven; in het stamregister van het kantoor worden ook opgenomen de inleggers, wier spaarbankboekjes op het kantoor zijn overgeschreven. Aanv. Ter vergemakkelijking van de raadpleging van het stamregister worden de eerste 40 folio's bestemd voor de inschrijving van de Europeesche inleggers (Serie A), de volgende 40 folio's voor Inlandsche inleggers (Serie B) en de overige folio's voor Vreemde Oosterlingen (Serie C). Op grootere kantoren kunnen afzonderlijke registers voor de drie serie's worden aangehouden. In de kolom van het register met het hoofd „Nummer", wordt tevens de serieletter van het boekje vermeld, op deze wijze 136/A, 25/B, of 15/C. De kolom „Kantoor van uitgifte" wordt, eveneens ter vergemakkelijking van de raadpleging, alleen ingevuld bij de overschrijving van een spaarbankboekje van een ander kantoor, dus niet bij de uitgifte van een nieuw boekje van het eigen kantoor. 62. Bij de inschrijving van de inleggers in het stamregister worden alle Inschrijving, gegevens van de formulieren I (eerste inlagen) en XIIó (overschrijving) overgenomen. De inlegger, of de persoon, die ten name van een ander eene eerste inlage doet op een form. le, stelt zoo mogelijk zijne handteekening in de laatste kolom van het register. Aanv. De inschrijving van nieuwe inleggers geschiedt dadelijk bij het doen der eerste inlage, behalve wanneer het geldt vennootschappen enz. met gebruik van een form. ld. (zie onder 29) en bij overdracht van het tegoed van inleggers uit Nederland (zie onder 126 en 129). Bij het doen van eene eerste inlage ten name van een ander op een form. le, worden de gegevens betreffende den inlegger van de achterzijde van het formulier overgenomen, en niet die van de voorzijde, welke betrekking hebben op den persoon die de eerste inlage doet. Deze stelt wel zijne handteekening in het stamregister, doch zoodanig, dat er ruimte overblijft voor de handteekening van den inlegger zeiven, welke zoodra mogelijk, en in elk geval voordat eene terugbetaling plaats heeft, in het stamregister moet worden gesteld. Indien de inlegger niet kan schrijven, wordt hiervan in de laatste kolom van het register melding gemaakt. Indien de inlegger zelf bezwaarlijk ten kantore kan komen, kan genoegen worden genomen met de toezending van een form. I in duplo, waarvan dan één exemplaar is bestemd voor de Directie, terwijl van het andere de handteekening wordt afgeknipt ter opplakking in het stamregister. Beperkende bepalingen moeten woordelijk met rooden inkt van form. le. worden overgeschreven over de geheele breedte van het register. Eveneens met rooden inkt wordt duidelijk zichtbaar aangeteekend, dat van een spaarbankboekje een duplicaat is uitgereikt. 63. De inschrijvingen in het stamregister moeten geschieden in duidelijk, Behandeling, net schrift en met een goede inktsoort; de stamregisters moeten met zorg worden behandeld en bewaard. Aanv. Indien een stamregister door veelvuldig gebruik versleten raakt, moet daarvan mededeeling worden gedaan aan den Directeur, die voor de vernieuwing de noodige aanwijzingen zal geven. 64. Voor het doen van elke terugbetaling moet door den postambtenaar Raadpleging, het stamregister worden geraadpleegd tot vaststelling van de identiteit van den inlegger en ter controleering van bijzonderheden het spaarbankboekje betreffende. Aanv. De raadpleging van het stamregister mag nooit worden nagelaten, ook al is de inlegger aan den postambtenaar persoonlijk bekend en dus zijne identiteit niet twijfelachtig, daar ook in dat geval uit het register kan blijken, dat de terugbetaling niet is toegelaten b. v. door eene beperkende bepaling, of wel doordat van het boekje een duplicaat is afgegeven. Indien de inlegger niet in het stamregister voorkomt, dus bij terugbetalingen op spaarbankboekjes van andere kantoren, welke niet op het kantoor van terugbetaling ' zijn overgeschreven, blijft natuurlijk de raadpleging van het stamregister achterwege, en moet uit het spaarbankboekje en de lijst van de duplicaat-boekjes worden nagegaan of er geene belemmeringen zijn. SPAARBANKBOEKJES. 65. Alle inlagen (en terugbetalingen) worden door de postambtenaren ingeschreven in een spaarbankboekje (form. III) ten name van den inlegger en door het stellen hunner handteekening gewaarmerkt. Bovendien wordt ook de dagteekeningstempel in het boekje gesteld. Aanv. Als regel geldt, dat geene inlage noch terugbetaling mag geschieden zonder inschrijving in het spaarbankboekje. Voor de bezittingen buiten Java en Madoera is eene uitzondering gemaakt door ook inlagen en terugbetalingen toe te laten op een bewijs van overneming van het spaarbankboekje form. XIVö, ingeval dit voor rentebijschrijving of vernieuwing aan de Directie is opgezonden (zie onder 142 en 143). 66. Door alle kantoren, zoomede de bijkantoren, worden spaarbank- Kantoren boekjes uitgereikt, echter niet door de hulpkantoren. van uitgifte. Aanv. De kantoornaam, de serieletter en de nummers van de spaarbankboekjes worden ter Directie daarop gestempeld. Bij het doen van eene eerste inlage op een Dagteekeningstempel. SPAARBANKBOEKJE Serie A No uitgegeven door het kantoor _ den ten name van: Naam: (') _ Voornamen: (Voluit geschreven.) De inlage geschiedt met de bepaling dat (z) (') Van gehuwde vrouwen of weduwen moeten de beide familienamen worden ingevuld. (2) Indien geenerlei bepaling, als hier bedoeld, gemaakt wordt, moeten deze woorden worden doorgehaald. hulpkantoor wordt daarvoor een voorloopig bewijs van ontvang form. XVI uitgereikt en een spaarbankboekje aan het kantoor aangevraagd, onder toezending van het bedrag der inlage en een form. I in duplo. 67. De uitreiking van het spaarbankboekje geschiedt kosteloos bij het •doen der eerste inlage. Geen spaarbankboekje mag worden uitgereikt indien daarop geene inlage wordt ingeschreven. Aanv. Bij de uitreiking van een spaarbankboekje wordt allereerst dit boekje nagezien of daaraan niets ontbreekt; met name worden de bladzijden gecontroleerd. Daarna wordt het titelblad voorzien van een afdruk van den dagteekeningstempel en wordt de datum van uitgifte voluit daarop ingeschreven, terwijl de naam van de maand van uitgifte nog eens wordt ingevuld in de daarvoor bestemde ruimte op de tweede bladzijde van den omslag. Op het titelblad worden de naam en de voornamen van den inlegger, dus van hem te wiens name de eerste inlage geschiedt, ingeschreven, en bovendien in rooden inkt de beperkende bepaling, indien deze is gesteld, welke door den persoon die haar stelde zoo mogelijk moet worden onderteekend. Boven op den omslag wordt in dit geval nog in rooden inkt duidelijk geschreven: „Beperkende bepaling". De uitreiking van een spaarbankboekje blijft, evenals de inschrijving in het stamregister, voorloopig achterwege bij eerste inlagen op een form. ld. (vennootschappen) en bij overdracht van het tegoed van inleggers uit Nederland. 68. Spaarbankboekjes mogen worden gesteld ten name van meer dan •één persoon. Aan eenzelfden persoon kan desverlangd meer dan één spaarbankboekje worden afgegeven. Aanv. Inlagen kunnen b. v. geschieden ten name van de kinderen van hetzelfde gezin, in welk geval het formulier I de vereischte opgaven moet bevatten ten aanzien van ieder hunner en de namen van al die personen in het spaarbankboekje worden opgenomen; terugbetalingen op een zoodanig boekje kunnen echter alleen geschieden op aanvrage van alle rechthebbenden gezamenlijk of van hunne vertegenwoordigers. Een inlegger, die meer dan één spaarbankboekje heeft, blijft onderworpen aan de bepaling omtrent het rente-maximum, dat voor zijn geheele tegoed geldt. 69. Elk spaarbankboekje is voorzien van een daarop gedrukt volgnummer, van een serieletter en van den naam van het kantoor, waardoor het is uitgegeven. Ter aanduiding van het spaarbankboekje moeten steeds het volgnummer, de serieletter en de kantoornaam worden vermeld. Aanv. Serie A is voor Europeanen en met dezen gelijkgestelden; Serie B is voor Inlanders; Serie C is voor Vreemde Oosterlingen. De omslagen van de boekjes zijn in drie kleuren, te weten die der Serie A bruin, die der Serie B geel en die der Serie C licht rood. De volgnummers der boekjes beginnen voor elke serie en voor elk kantoor afzonderlijk met nummer 1, dus 1/A, 1/B en 1/C. Uitreiking. Meerdere inleggers. Meerdere boekjes. Inrichting en aanduiding. NUMMERLIJST DER KANTOREN, WAARMEDE DE NUMMERS ACHTER DE LETTER „K" OP DE PENNINGEN OVEREENKOMEN. 1 Ambarawa 2 Amboina 3 Ampenan 4 Anjer 5 Banda (Neira) 6 Bandjarnegara 7 Bandjermasin 8 Bandoeng 9 Bangil 10 Bangkalan 11 Banjoemas 12 Banjoewangi 13 Baros 14 Batavia 15 Benkoelen 16 Besoeki 17 Bindjei 18 Blitar 19 Blora 20 Bodjonegoro 21 Bojolali 22 Bondowoso 23 Buitenzorg 24 Cheribon 25 Demak 26 Djember 27 Djokjakarta 28 Djoeana 29 Djombang 30 Fort de Koek 31 Garoet 32 Goenoengtoewa 33 Gombong 34 Gorontalo 35 Grisee 36 Indramajoe 37 Indrapoera 38 Japara 39 Kalianda 40 Karanganjar 41 Keboemen 42 Kediri 43 Kendal 44 Klaten 45 Koedoes 46 Kotaboemi 47 Kota Radja 48 Kraksaan 49 Krawang 50 Lahat 51 Lasem 52 Lawang 53 Loeboesikaping 54 Loemadjang 55 Madioen 56 Magelang 57 Makasser 58 Malang 59 Medan 60 Meester-Cornelis 61 Menado 62 Modjokerto 63 Moearadoewa 64 Mokko-Mokko 65 Muntok 66 Ngawi 67 Olehleh 68 Padang 69 Padangpandjang 70 Padangsidempoean 71 Palembang 72 Pamekasan 73 Pasoeroean 74 Pati 75 Patjitan 76 Pekalongan 77 Poerbolinggo 78 Poerwakarta 79 Poerwodadi 80 Poerwokerto 81 Poerworedjo 82 Ponorogo 83 Pontianak 84 Probolinggo 85 Rantau Prapat 86 Rembang 87 Sabang 88 Salatiga 89 Ketaun 90 Semarang 91 Serang 92 Siboga 93 Sidoardjo 94 Singaradja 95 Singkel 96 Sitoebondo 97 Soebang 98 Soekaboemi 99 Soemedang 100 Soemenep 101 Soerabaja 102 Soerakarta 103 Tandjong Balei 104 Tandjong Pandan 105 Tandjong Pinang 106 Tandjong Poera 107 Tandjong Priok 108 Tebingtinggi (Pa¬ lembang) 109 Tebingtinggi (Deli) HOTegal 111 Telokbetong 112 Temanggoeng 113 Ternate 114 Tjandi 115 Tjiamis 116 Tjiandjoer 117 Tjilatjap 118 Toeban 119 Toeloeng Agoeng 120 Toeren 121 Weltevreden 122 Wlingi 123 Wonosobo 124 Pangkalan Brandan 125 Tjimahi 126 Tasikmalaja 127 Amoentai 128 Balik Papan 129 Moeara Djawa 130 Samarinda 131 Djambi 132 Bajoeng-Lentjir 133 Kwandang 134 Pangkal Pinang 135 Moeara Tambesie 136 Tapan 137 Soerabaja (Simpang) 138 Sendaran Agoeng- Soengei Penoeh 139 Sawah Loento 140 Weltevreden (Rijs¬ wijk) 141 Zuid-Celebes 142 Tjepoe 143 Soerabaja (Oedjoeng) 144 Tjibadak 145 Ngandjoek 146 Kertosono 147 Pemalang 148 Teloksemawe 149 Tangerang 150 Wirosari 151 Kepandjen 152 Koetoardjo 153 Pajacombo 154 Loeboe Pakam 155 Paraan 156 Paree 157 Blinjoe 158 Tanah Grogot 159 Bali 160 Kota Baroe 161 Padalarang 162 Sanoer 163 Pare Pare 164 Pampanoea 165 Palopo 166 Koepang 167 Taroetoeng 168 Weltevreden (Kramat) 169 Sablimbingan-Stagen 170 Soengeiliat 171 Semarang (Karangtoeri) 172, Sampang 173 Prambon 174 Den Pasar 175 Toboali 176 Maos 177 Kepahiang 178 Rangkasbetoeng 179 Singkawang 180 Koba 181 Djatiroto 182 Bandjar 183 Moeara Enim 184 Tajoe 185 Tjilatjap-haven 186 Moeara Tebo 187 Kotabaharoe 188 Moeara Aman 42 70. De uitgifte van de spaarbankboekjes geschiedt met inachtneming Uitgifte volvan de door de nummers aangewezene volgorde, waarvan niet mag worden gens nummer, afgeweken, tenzij een boekje voor uitgifte ongeschikt is. Aanv. Het volgnummer van het spaarbankboekje moet worden aangeteekend op de voor de Directie bestemde form. Ia, b, en c. Op form. Ie. wordt ook de serieletter vermeld. Op form. Id. geschiedt een en ander eerst na terugontvangst van het goedgekeurde formulier van den Directeur. Een spaarbankboekje waaraan iets ontbreekt moet niet worden uitgegeven, doch ter verwisseling aan den Directeur worden gezonden. PENNINGEN. 71. Aan Inlanders en Vreemde Oosterlingen wordt, gelijktijdig met het «paarbankboekje, een penning uitgereikt. Aanv. Bij elk boekje van de series B en C behoort een bepaalde penning, waarop aan de achterzijde zijn aangeduid de kantoornaam, het volgnummer en de serieletter. De kantoornaam wordt ter verkorting aangeduid door een nummer of getal (achter de letter K), volgens de hiernevensstaande lijst der kantoren. Daaronder volgt (achter No.) het volgnummer en vervolgens (achter de letter S) de serieletter van het boekje. Bij de uitreiking der boekjes lette men er vooral op, dat aan den inlegger geen andere penning wordt uitgereikt dan die welke bij zijn boekje behoort. Aan den inlegger moet worden duidelijk gemaakt, dat hij den penning goed moet bewaren, omdat bij verlies het verkrijgen eener terugbetaling met moeilijkheden zal gepaard gaan. Bij voorkeur moet hij den penning afzonderlijk, op eene andere plaats dan het boekje, opbergen, zoodat niet beide tegelijk kunnen verloren gaan of worden ontvreemd. TERUGBETALINGEN. 72. In geval van twijfel aan de identiteit van hen, die zich om terugf- Identiteit, betaling aanmelden, mag door den postambtenaar geene terugbetaling geschieden, vóórdat de gerezen bezwaren zijn opgelost. Aanv. Twijfel aan de identiteit kan alleen bestaan ten aanzien van personen, die niet aan den postambtenaar bekend zijn. Tot vaststelling der identiteit wordt dan in de eerste plaats de handteekening van den aanvrager vergeleken met die welke in het stamregister voorkomt. Wordt daardoor de twijfel niet opgeheven, dan worden vragen gesteld, waarop de antwoorden moeten overeenkomen met de gegevens in het stamregister. Aan Inlanders en Vreemde Oosterlingen, die niet persoonlijkaanden postambtenaar bekend zijn en die geen vaste handteekening hebben, welke overeenkomt met de in het stamregister gestelde, worden geene terugbetalingen gedaan, indien zij niet, nevens hun spaarbankboekje, ook den daarbij behoorenden penning kunnen vertoonen. Door het stellen van vragen uit het stamregister overtuigt de postambtenaar zich dan verder of hij met den inlegger te .doen heeft. Het is dus niet noodig, dat Inlanders zich legitimeeren door Kantoor: Terugbetalingen van den t./m. . Folio 44 Volg- NAAM EN VOORNAMEN Nummer I Kantoor van uitgifte L w 8 . »T ^ „ »T Terugbetaald Bedrag van VAN DEN ! . S Data. mmer" INLEGGER. van het spaarbankboekje bedrag- het teg0ed" Overgebracht ƒ (Hiernaast bevinden zich de gekleurde strooken BOVENHELFT VAN FORM. VIII (ORIGINEEL). verklaringen van hunne hoofden of meesters overteleggen; het vorderen van dergelijke verklaringen zou ook niet overeen te brengen zijn met de voorgeschreven geheimhouding van de zaken der Postspaarbank. Kan met behulp noch van de handteekening, noch van de gegevens in het stamregister de identiteit van den aanvrager worden vastgesteld, dan kan deze door betrouwbare en bekende getuigen of door andere middelen ten genoegen van den postambtenaar bewijzen dat hij de inlegger is; in dat geval kunnen ook verklaringen van hoofden of meesters dienstdoen. Dergelijke bewijsvoering behoort echter uitzondering te blijven; bij de invulling van de formulieren van eerste inlagen (form. 1) moeten de noodige gegevens voor het stamregister worden verzameld, welke voldoende moeten zijn voor het onderzoek naar de identiteit. 73. De inschrijving van de terugbetalingen op de verantwoordingstaten Inschrijving, form. VIII geschiedt met inachtneming van hetgeen is voorgeschreven onder 43 t/m 47. 74. De terugbetaling wordt geweigerd bij het bestaan van een vermoeden Vervalsching. van vervalsching ten aanzien van het spaarbankboekje of de voor de terugbetaling vereischte bewijsstukken (quitanties, aanvragen of orders). Aanv. Het begrip „vermoeden van vervalsching" moet zeer ruim worden genomen. Op alles wat onregelmatig is behoort te worden achtgeslagen, dus ook op leemten in de volgorde van de nummers der bladzijden in het spaarbankboekje, waarvan er geen mag ontbreken, op doorhalingen enz. en men controleere of sedert de laatste verificatie ter Directie geene vergissingen in de optellingen of aftrekkingen zijn begaan. Ook moet worden gelet op beperkende bepalingen, duplicaatboekj es, en aanschrijvingen van den Directeur. Daarom moet steeds het stamregister worden geraadpleegd, ook al is de inlegger persoonlijk aan den postambtenaar bekend, terwijl bij rechtstreeksche terugbetalingen op een kantoor, dat het spaarbankboekje niet heeft uitgegeven, en waarop het ook niet is overgeschreven, niet mag worden verzuimd de iijst van de duplicaat-boekjes op te slaan. 75. Terugbetalingen uit de Postspaarbank geschieden: Rechtstreeks, lo. rechtstreeks door de postambtenaren; 2o. op eene order van betaling, afgegeven door den Directeur. Aanv. Rechtstreeks, d. w. z. door den postambtenaar op eigen gezag, zonder machtiging van den Directeur, op een quitantieform. V, welke in de Nederlandsche en Maleische talen voor de inleggers in enkele exemplaren kosteloos beschikbaar zijn. Tegen betaling van 5 cents worden aan de kantoren voor inleggers verkrijgbaar gesteld boekjes met 10 quitantie-formulieren. Quitanties zijn vrij van zegelrecht. 76. De rechtstreeksche terugbetalingen zijn beperkt tot bedragen van Maximum ten hoogste ƒ 100.—, mits niet uitmakende het geheele in het boekje in- bedrag, geschreven tegoed van den inlegger. Dagteekening-stempel. 1) Naam en voornamen van den inlegger of diens gemachtigde. 2) Woonplaats met vermelding van wijk of buurt- 3) Handteekening van den inlegger of diens gemachtigde, te stellen in tegenwoordigheid van den postambtenaar. Indien de inlegger niet kan schrijven, teekent hij met een kruis of eenig ander handmerk, in bijzijn van twee bij het kantoor of hulpkantoor bekende getuigen, die met hunne handteekening moeten verklaren dat het handmerk van den inlegger is. 4) Indien het boekje niet door het kantoor is uitgegeven of daarop is overgeschreven, doch de inlegger aan den ambtenaar persoonlijk bekend is of hij zijne indentiteit kan bewijzen door twee ten kantore bekende getuigen, moet de postambtenaar dit door zijne medeonderteekening bevestigen. Postspaarbank in Nederlandsch-Indiê, Quitantie wegens rechtstreeksche terugbetaling. De ondergeteekende 1) —.'. wonende te 2) ' -• erkent ontvangen te hebben uit de Postspaarbank eene som van ƒ in letters: (= als terugbetaling op het spaarbankboekje Serie ,Nr. , kantoor zoodat het tegoed op dat boekje thans bedraagt ƒ , den 3) ( Mij bekend: ) \ De Postambtenaar, \ VOORZIJDE VAN FORM. V. Form. Nr. V. Op hetzelfde boekje mag in een tijdvak van vier weken rechtstreeks niet meer dan ƒ 100.—, in eens of in gedeelten, worden terugbetaald. Aanv. Indien het geheele tegoed wordt terugverlangd, kan desgewenscht al dadelijk rechtstreeks een gedeelte van het tegoed tot een maximum van ƒ 100.— worden terugbetaald in afwachting van de algeheele afrekening met den inlegger, waarvoor het boekje met een aanvraagformulier aan den Directeur moet worden gezonden. % 77. Rechtstreeksche terugbetaling kan alleen geschieden door of van Kantoren, wege het betrokken kantoor—d. i. het kantoor, waardoor het spaarbankboekje is uitgegeven of waarop het is overgeschreven, — tenzij de inlegger aan den postambtenaar persoonlijk bekend is of hij zijne identiteit kan bewijzen door twee ten kantore bekende getuigen, in welke gevallen ook door andere kantoren rechtstreeksche terugbetalingen kunnen geschieden. Aanv. Bij het betrokken kantoor bestaat de gelegenheid om de identiteit van den inlegger met behulp van het stamregister vast te stellen. Indien geen twijfel bestaat aan die identiteit, doordat de inlegger bekend is of door betrouwbare personen wordt bekend gemaakt, kan ook op andere kantoren rechtstreeksche terugbetaling plaats vinden. De postambtenaar lette dan echter goed op, of het spaarbankboekje geheel in orde is, of er wellicht eene beperkende bepaling in voorkomt, welke moet worden nageleefd, en in het bijzonder ook of van het boekje geen duplicaat is uitgereikt. Dit laatste kan worden gecontroleerd met de op elk kantoor aanwezige lijst van duplicaat-boekjes. 78. Ter bekoming eener terugbetaling, welke niet rechtstreeks kan Aanvraag, geschieden, wordt door den inlegger een aanvraag volgens model bij een kantoor of hulpkantoor te zijner keuze ingediend. Aanv. De indiening kan geschieden bij elk kantoor of hulpkantoor, onverschillig of het spaarbankboekje al dan niet door het kantoor is uitgegeven of daarop is overgeschreven. Ook kan worden gevraagd terugbetaling op een ander kantoor dan dat, waarbij de aanvraag wordt ingediend, b. v. als de inlegger zich naar eene andere plaats begeeft, waar hij over het geld wenscht te beschikken. De gewone aanvraagformulieren bestaan in vier modellen, Vla, Vlo, VIc en VId, welke in de Nederlandsche en Maleische talen verkrijgbaar worden gesteld. Vla en Vlo worden gebruikt bij de kantoren op Java en Madoera, en VIc en VId bij die op de Buitenbezittingen. Vla en VIc worden gebruikt als de terugbetaling moet plaats hebben op een kantoor, waardoor het boekje is uitgegeven of waarop het is overgeschreven, en waar dus de inlegger in het stamregister voorkomt, dan wel op een daaronder ressorteerend hulpkantoor; Vlo en VId worden gebruikt als de terugbetaling moet geschieden op een kantoor, waar de inlegger niet in het stamregister voorkomt, dan wel op een daaronder ressorteerend hulpkantoor. Achter op deze form. Vlo en VId worden dan ter Directie de gegevens tot vaststelling van de identiteit van den inlegger aan het kantoor van terugbetaling medegedeeld. Postspaarbank in Nederlandsch-Indië. Aanvraag om terugbetaling. N. B. Het onderstaande in te vullen door den Postambtenaar. Dagteekeningstempel. 1) Naam en voornamen van den inlegger of diens gemachtigde. 2) Woonplaats van den inlegger, met vermelding van wijk of buurt. N.B. Deze opgave is alleen noodig, indien de inlegger sedert de laatste ■ inlage of terugbetaling verhuisd is. 3) Handteekening van den inlegger of diens gemachtigde, te stellen integenwoordigheid van den postambtenaar. Indien de inlegger niet kan schrijven, teekent hij met een kruis of eenig ander handmerk, in bijzijn van twee bij het kantoor of hulpkantoor bekende getuigen, die met hunne handteekening moeten verklaren dat het handmerk van den inlegger is. Form. Nr. Vla. Op hetzelfde spaarbankboekje werd in het loopende vijfdaagsche tijdvak (*) INQELEQ D: den ƒ TERUGBETAALD: den ƒ Naamteekeni ng van den Postambtenaar, tot staving dezer vermelding (Qualiteit) : J De ondergeteekende 1) wonende te 2), ..... verzoekt den Directeur der Postspaarbank-r—op het spaarbankboekje Serie haar Nr. kantoor ,'te doen terugbetalen de som van ƒ HHrE^fi™™^ betaalbaar op het nulp^anfa0r in mindering van het bedrag van het tegoed op dat boekje, zijnde op heden /^^^^^^^^S , den i : : 3), Order Nr. , verzonden den VOORZIJDE VAN HET AANVRAAGFORM. Vla (*) In Form. VIc luidt dit eenigszins anders, 79. Op de aanvragen om terugbetaling worden door het kantoor aan- Voorafgaande geteekend de inlagen en terugbetalingen, welke op het spaarbankboekje zijn inlagen en ingeschreven, doch welke nog niet ter Directie bekend kunnen zijn. terugbetalingen. Aanv. Hiervoor bestaat de gelegenheid in het omhaalde gedeelte boven aan de voorzijde van de form. VI. Die aanteekeningen mogen niet worden verzuimd. 80. Alle aanvragen om terugbetaling, zoo noodig vergezeld van de Opzending stukken, waaruit de bevoegdheid van den aanvrager om de terugbetaling der aanvraag, te vorderen kan blijken, worden per eerste gelegenheid, onder een afzonderlijk omslag, opgezonden aan den Directeur. Strekt de aanvraag tot terugbetaling van het geheele bedrag van Medezending het tegoed, dan moet tevens het spaarbankboekje aan den Direc-van het spaarteur worden toegezonden. bankboekje. Aanv. De aanvragen, met of zonder stukken, mogen niet als bijlagen van een staat form. IV of Vlll worden opgezonden. Stukken, waaruit de bevoegdheid om de terugbetaling te vorderen kan blijken, komen vooral te pas, als de terugbetaling niet door den inlegger zeiven, doch door een ander voor hem wordt aangevraagd. In den regel (zie onder 38) kan de bevoegdheid van den aanvrager worden beoordeeld door den kantoorchef of diens vervanger, die van zijne bevinding op het formulier aanteekening houdt. In geval van twijfel, en wanneer de beoordeeling van de bevoegdheid van den aanvrager aan den Directeur is voorbehouden (zie onder 29: Vênnootschappen, 37: Overledenen en 60: Beperkende bepalingen), wordt het aanvraagformulier (voor Overledenen form. Vlfl) met de vereischte stukken ambtshalve aangeteekend aan den Directeur gezonden. De opzending van het spaarbankboekje bij algeheele terugbetaling heeft ten doel dat boekje voor de eindafrekening te doen verifieeren en de verschuldigde rente tot aan de terugbetaling te doen bijschrijven. In afwijking van hetgeen tot nu toe was voorgeschreven, moet voortaan de regel gelden, dat aan een verzoek om algeheele terugbetaling zonder meer het noodige gevolg wordt gegeven, en dus aan den inlegger niet meer de raad moet worden gegeven om een bedrag van ƒ 1 op zijn boekje te laten staan ten einde dit in stand te houden. Het is beter dat met hem wordt afgerekend en hij later desgewenscht een nieuw spaarbankboekje neemt. De opzending van spaarbankboekjes geschiedt op de wijze als is voorgeschreven onder 7. 81. Indien het tegoed van den inlegger zulks toelaat, en overigens zich Order van niets tegen de terugbetaling verzet, zendt de Directeur eene order van betaling, betaling ten name van den aanvrager rechtstreeks aan dezen toe. Aanv. De orders van betaling form. Vil worden aan den aanvrager rechtstreeks toegezonden aan zijn gewoon of nader opgegeven adres. Op verzoek van den belanghebbende worden zij ook geadresseerd „Poste restante" of „Bureau aanname Postspaarbank". 82. De orders van betaling worden onderscheiden in gewone orders Gewone orders, en jaarorders. 4 Nr Postspaarbank in Nederlandsch-ïndië. Order van betaling. Na aftrek van bovenvermelde «som bedraagt het tegoed op bovengenoemd spaarbankboekje ƒ ^sses^ssssssssasa, met inbegrip van / £^^^§ggs2S==g=s wegens rente over , Directie behoort te worden opgezonden. De Directeur der Postspaarbank, VOORZIJDE VAN DE GEWONE ORDER VAN BETALING - FORM. Vila Geldig tot en met den (Na verloop van dezen termijn is terugbetaling, anders dan op den voet van het bepaalde bij art. 18 van het Reglement voor den Postspaarbankdienst, alleen te verkrijgen op eene nieuwe aanvraag, waarbij deze vervallen order moet worden overgelegd). De Directeur der Postspaarbank machtigt het j^P^ntoor- tot terugbetaling aan - eener som van /^^^^^^^^^ (in letters: op het spaarbankboekje Serie , Nr , kantoor ter bijschrijving waarvan dit boekje aan de BAJAVIA, aen _ 191 . Form. Nr. Vila. De gewone order van betaling is zes weken geldig en wordt afgegeven op het door den inlegger in de aanvraag aan te wijzen kantoor of hulpkantoor. Aanv. Tegelijk met de verzending van de order van betaling form. VII aan den aanvrager wordt aan het kantoor, waar de terugbetaling moet geschieden of waaronder het hulpkantoor ressorteert, dat voor de terugbetaling is aangewezen, het aanvraagformulier VI toegezonden. Daarbij wordt het spaarbankboekje gevoegd, indien het aan de Directie is opgezonden of wanneer de terugbetaling moet geschieden op een Directieboekje. Het kantoor kan dus op de terugbetaling rekenen en de noodige fondsen beschikbaar houden. Zijn die fondsen niet voorhanden, dan moet onverwijld voor aapvulling worden gezorgd. Indien de terugbetaling moet geschieden op een spaarbankboekje, dat niet door het kantoor is uitgegeven, noch daarop is overgeschreven, worden ter Directie achter op het aanvraagformulier VI b of d de noodige gegevens tot vaststelling van de identiteit van den inlegger medegedeeld. De door den inlegger op de order van betaling te stellen handteekening moet dan worden vergeleken met die, welke op het aanvraagformulier voorkomt en welke ter Directie deugdelijk is bevonden. 83. Bij de voor het geheele bedrag van het tegoed op een spaarbankboekje af te geven order van betaling wordt tevens verrekend t< de rente over het verstreken gedeelte van het loopende jaar. Voor die verrekening wordt als dag van terugbetaling aangenomen de dag volgende op dien, waarop de order van betaling door den Directeur aan den belanghebbende wordt toegezonden. Aanv. Bij terugbetaling van een gedeelte van het tegoed wordt ter Directie gebruikt een form. Vila, voor het geheele tegoed een form. Vllo, beide in het Nederlandsch of het Maleisch. Op form. Vllö wordt de rente over het loopende jaar, welke ook in het spaarbankboekje is bijgeschreven, mede opgenomen. Bij algeheele terugbetaling op een form. Vllö wordt zoowel de kolom „Bedrag in cijfers" van het spaarbankboekje, als de kolom „Bedrag van het tego«d" van den verantwoordingstaat form. Vlll ingevuld met „Nihil". Het geheel afbetaalde spaarbankboekje wordt niet aan den inlegger teruggegeven, doch bij den verantwoordingstaat gevoegd. Dit laatste geschiedt bij terugbetalingen op Directieboekjes altijd, onverschillig of het geheele dan wel een gedeelte van het tegoed wordt terugbetaald. 84. De jaarorder is geldig voor één jaar en wordt alleen afgegeven op het betrokken kantoor of een daaronder ressorteerend hulpkantoor; de uitgifte van jaarorders wordt bovendien beperkt tot de kantoren en hulpkantoren gelegen op de bezittingen buiten Java en Madoera. Aanv. De orders van betaling form. Vlle, welke een jaar geldig zijn, zijn alleen betaalbaar op de kantoren, waardoor het spaarbankboekje is uitgegeven of waarop het is overgeschreven, aangezien alleen deze kantoren de gegevens hebben tot vaststelling van de identiteit van den inlegger, wat in casu noodig is. Jaarorders op Directieboekjes kunnen dus niet worden afgegeven. De jaarorders worden voorts alleen afgegeven op kantoren en hulpkantoren op de Buiten- Algeheele :rugbetaling. Jaarorders, duur en kantoren. M Postspaarbank in Nederlandsch-Indie. JAARORDER. Order van betaling geldig tot en met den _ 191 (Na verloop van dezen termijn is de order nietig en moet zij met het spaarbankboekje worden opgezonden aan den Directeur, al of niet vergezeld van een aanvraag om een nieuwe order). De Directeur der Postspaarbank'machtigt het , ) ) Aan den Directeur der Postspaarbank te Batavia. 2\ - _ ) verlangt te -.. ) terugbetaling eener som van ƒ „ *) zegge 1 .-. 5) [gulden op spaarbankboekje | 6) | nummer | 7) serie D waarop is ingelegd «) terugbetaald 8) ...9) J) Door te halen indien geen telegrafische overbrenging van «) Kantoor van uitgifte; behoeft alleen te worden vermeld ten de order van betaling verlangd wordt. aanzien van overgeschreven boekjes. ») Geslachtsnaam van den inlegger (zonder voornamen). ?j Volgnummer en serie-letter van het boekje. 8) Behoeft alleen te worden ingevuld, indfen de terugbetaling *) In cijfers in te vullen; door te halen indien niets te verbij een hulpkantoor wordt verlangd. melden valt. 4) Terug te betalen bedrag in cijfers. ») Geslachtsnaam van den ambtenaar, die de aanvraag aanneemt. 6) Terug te betalen bedrag in letters. Frm Vle. N.B. De omhaalde woorden NIET overseinen. TELEGRAFISCHE AANVRAAG OM TERUGBETALING FORM. VIc. aangezien rechtstreeksche terugbetaling van het geheele tegoed niet is toegelaten; daaronder moet dan worden verstaan het tegoed dat overblijft na aftrek van het bedrag van de jaarorder. 88. Bij overschrijving van een spaarbankboekje, met toepassing van het Overschrijving, bepaalde onder 111 —118, wordt de uitgegeven jaarorder op verzoek van den belanghebbende mede overgeschreven, waartoe zij met het boekje moet worden opgezonden. Aanv. Overschrijving van jaarorders geschiedt alleen op kantoren gelegen op de bezittingen buiten Java en Madoera. 89. Aanvragen om terugbetaling kunnen, op kosten van de inleggers, Telegrafische worden overgebracht door middel van de telegraaf, mits die aanvragen: aanvragen. a. niet strekken tot terugbetaling van het geheele bedrag van het tegoed, noch tot het erlangen van een jaarorder; b. worden ingediend, en de terugbetaling moet geschieden bij het betrokken kantoor of een daaronder behoorend hulpkantoor, dan wel de inlegger aan den postambtenaar, die de aanvraag aanneemt en die de terugbetaling zal verrichten, persoonlijk bekend is of hij zijne identiteit kan bewijzen door twee ten kantore bekende getuigen. Aanv. In het sub b in de tweede plaats bedoeld geval teekent de postambtenaar op het aanvraagformulier aan „inlegger bekend", welke beide woorden worden medegeseind op kosten van den aanvrager. Voor het indienen der telegrafische aanvraag wordt gebruikt een gewoon aanvraagform. Vla of VIc, dat door den, postambtenaar in beknopten vorm wordt overgebracht op een form. VIc Form. Vle wordt vastgehecht aan een telegramformulier T eh als een telegram behandeld en berekend. Op het ingediende form. Vla of VIc wordt aangeteekend „overgeseind den " Dit formulier blijft voorloopig bij het kantoor berusten en wordt aan den Directeur opgezonden tegelijk met de voor voldaan geteekende order van betaling. 90. Wenscht de inlegger ook de order van betaling per telegraaf te Telegrafische zien overgebracht, dan is gewoonlijk het dubbele bedrag van de seinkosten orders, van de aanvraag verschuldigd. Aanv. De aanduiding „(R. P )" 0p form. VIc vervalt, indien geen telegrfische order wordt verlangd; is dit wèl het geval, dan moet ook voor de berekening van de seinkosten van het antwoord die aanwijzing worden medegeteld voor één woord. De seinkosten van het antwoord zullen dan juist hetzelfde bedragen als die der over te seinen aanvraag, waarvan de kosten dus tweemaal worden genomen. Deze regel gaat niet op, als bij de aanvraag de woorden „inlegger bekend" moeten worden medegeseind, of in het onder 91 bedoeld geval. De aanvraag telt dan twee woorden meer dan de terug te seinen order. Bij telegrafische aanvragen voor terugbetalingen op een Directie boekje behoeven de seinkosten voor de order niet dadelijk aan den inlegger in reke- Dagteekeningstempel. Het in deze order vermeld bedrag aan mij voldaan te den _ Postspaarbank in Nederlandsch-Indie. Telegrafische order van betaling. No Kantoor Machtiging tot terugbetaling aan eener som van ƒ zeSge gulden, bij het hulpkantoor te op spaarbankboekje nummer , serie* , De Directeur der Postspaarbank, Voor afschrift: De Commies, Form. Vlld, TELEGRAFISCHE ORDER VAN BETALING — FORM. Vila*. ning te worden gebracht. De terugbetaling geschiedt dan n. 1. met een telegrafischen postwissel, waarvoor ter Directie de kosten worden berekend en van het tegoed op het spaarbankboekje van den inlegger worden afgetrokken. 91. Indien telegrafische overbrenging wordt verlangd van eene aanvraag Medeseining om terugbetaling op een boekje, waarop kort te voren inlagen en/of terug- van voorafbetalingen zijn gedaan, welke nog niet ter Directie bekend kunnen zijn, gaande inlagen wordt daarvan in de aanvraag melding gemaakt. en terug- betalingen. Aanv. Op form. Vle wordt dan na „ingelegd" of „terugbetaald" het aantal geheele guldens der inlage en/of terugbetaling vermeld. Is meer dan ééne inlage of terugbetaling gedaan, dan wordt het totaal bedrag vermeld. Zijn er inlagen en terugbetalingen gedaan, dan wordt het voor- of nadeelig verschil als eene inlage of als eene terugbetaling geseind. Deze telegrafische aanvragen tellen dus altijd slechts twee woorden meer. 92. Onder het bij 89 gemaakte voorbehoud kunnen eveneens per tele- Gewone aan» graaf worden overgebracht de door den Directeur af te geven orders van vragen, telebetaling, strekkende ter voldoening aan de hem op de gewone wijze toe- graf. orders, gezondene aanvragen. Aanv. Het verlangen wordt daartoe te kennen gegeven door het, met toepassing v. z. n. van de voorschriften onder 90, berekend bedrag voor seinkosten in frankeerzegels aan de aanvraag te hechten. N.B. BEHANDELING DER TELEGRAMMEN. De bij het kantoor Weltevreden inkomende telegrafische aanvragen worden Weltevreden, aldaar overgebracht op een form. VI ƒ en onverwijld aan den Directeur toegezonden, al dan niet vergezeld van een bon voor een betaald antwoord. De telegrafische orders van betaling form. Vllc worden bij het evengenoemde kantoor in ontvangst genomen tegen afgifte van het daaraan gehecht ontvangbewijs, dat door den dienstdoenden ambtenaar onderteekend en van een afdruk van den dagteekeningstempel wordt voorzien; overigens wordt de order zelf als een gewoon telegram behandeld en vastgehecht aan een telegram-formulier model T. (fkliÈ De op het kantoor van bestemming met den toesteldienstbelaste ambte- Kantoor van bestemming. naar schrijft de telegrafische order op een telegram-formulier model T1; is hij de eenige dienstdoende ambtenaar op het kantoor, dan wordt vervolgens ook door hem het telegram overgebracht op een form. VIW; is echter een ander ambtenaar met den spaarbankdienst belast, dan ontvangt deze het telegram en heeft laatstgenoemde te zorgen voor de overbrenging op bedoeld formulier, alsmede voor de bestelling daarvan aan het adres van den inlegger. De telegrafisch over te brengen aanvragen om terugbetaling, afkomstig van— Hulpkantoren. en de telegrafische orders van betaling, bestemd voor — hulpkantoren, worden "tusschen de betrokken kantoren en hulpkantoren overgebracht per post, ook .al zijn die hulpkantoren tevens telefoonkantoren. 93. Na het verstrijken van den termijn, waarvoor de orders zijn uit- Vervallen gegeven, zijn deze stukken nietig en kan terugbetaling, anders dan recht- orders, streeks tot bedragen van ƒ 100.—, alleen worden verkregen door de indiening van een nieuwe aanvraag, waarbij de vervallen order moet worden overgelegd, evenals het boekje, indien het eene algeheele terugbetaling of eene jaarorder geldt. Aanv. De gewone orders zijn zes weken geldig en de jaarorders een jaar van af den dag van afgifte door den Directeur. Telegrafische orders moeten dadelijk worden uitbetaald. Ook indien geen nieuwe jaarorder wordt aangevraagd, moet de vervallen order aan den Directeur worden opgezonden met het boekje ten einde daarin de aanteekening betreffende de uitgifte van de jaarorder te doen opheffen. De niet gebruikte jaarorder moet eveneens worden opgezonden, wanneer algeheele terugbetaling van het tegoed op het spaarbankboekje wordt gevraagd, of wanneer de inlegger zijn tegoed wenscht over te dragen op de Rijkspostspaarbank in Nederland. De jaarorder wordt dan ingetrokken en de daarop betrekking hebbende aanteekening in het boekje wordt opgeheven. 94. Voor zoover de terugbetalingen rechtstreeks door een kantoor kunnen Rechtstreeks, geschieden, wordt aan elke wettig gedane opvrage van op spaarbankboekjes verschuldigde gelden gevolg gegeven uiterlijk binnen veertien dagen, te rekenen van den dag der opvrage. 95. De orders van betaling worden aan de inleggers toegezonden uiterlijk binnen veertien dagen, te rekenen van den dag, waarop de aanvragen om terugbetaling door den Directeur worden ontvangen. Voor de uitbetaling door of van wege het betrokken kantoor van een aangeboden jaarorder geldt eveneens een termijn van ten hoogste veertien dagen, te rekenen van den dag der aanbieding. Aanv. Bij rechtstreeksche terugbetaling en jaarorders is het mogelijk, dat de kantoren niet dadelijk fondsen beschikbaar hebben, met het oog waarop een termijn van uiterlijk veertien dagen voor de terugbetaling wordt toegestaan. Voor gewone orders is dat niet noodig, omdat de kantoren op de terugbetaling kunnen rekenen, vooreerst doordat de aanvragen gewoonlijk door tusschenkomst der kantoren aan den Directeur worden opgezonden, en ten tweede doordat tegelijk met de order aan den inlegger, de aanvraag aan het kantoor wordt teruggezonden. De kantoorchefs moeten dan ook zorgen, dat zij voor de betaling van orders de noodige fondsen beschikbaar hebben, zoo eenigszins mogelijk in de betalingsmiddelen, welke het meest passen bij het terugtebetalen bedrag. N.B. Voor de terugbetaling kan worden beschikt over alle fondsen, die in de kas van het kantoor voorhanden zijn. Indien die kas ontoereikend is tot het doen van rechtstreeksche terugbetalingen of van terugbetal i ngen op jaarorders, of wanneer het te voorzien is, dat zij ontoereikend zal zijn voor de dadelijke Orders. uitbetaling van gewone orders, wordt per telegraaf aan den Hoofdinspecteur, Chef van den Post-en Telegraafdienst, aanvulling gevraagd, onder opgave van den stand der kas (v.g.1. de Circ. H. i. Sp. 1906 No. 202). 96, In buitengewone omstandigheden kunnen de onder 94 en 95 be- Verlenging, ■«doelde termijnen door den Gouverneur-Generaal, den Raad van Toezicht gehoord, tot ten hoogste zes maanden worden verlengd. De daartoe te nemen beschikking wordt, vóór zij in werking treedt, in de Javasche Courant geplaatst en aan de kantoren en hulpkantoren aangeplakt. 97. De Directeur geeft aan het betrokken kantoor en voor zooveel Opschorting, noodig ook aan andere kantoren kennis, dat tot eene nadere mededeeling zijnerzijds op een spaarbankboekje geene terugbetalingen mogen geschieden: lo. indien bij hem eene mededeeling is ingekomen, dat de inlegger zijn boekje mist, met de mogelijkheid dat het in verkeerde handen is geraakt; 2o. indien door den vader of voogd van een minderjarigen inlegger, behoorende tot de Europeesche of met deze gelijkgestelde bevolking, bij hem verzet is gedaan tegen terugbetalingen op het boekje van den minderjarige; 3o. indien dit om eenige andere reden noodig is. Aanv. Van dergelijke kennisgevingen, evenals van eventueele nadere mededeelingen, wordt door het kantoor aanteekening gehouden op zoodanige wijze, dat zij * \ door den dienstdoenden ambtenaar niet over het hoofd kunnen worden gezien. VERANTWOORDING VAN INLAGEN EN TERUGBETALINGEN. 98. De verantwoording aan den Directeur geschiedt door opzending Opzending van de verantwoordingstaten voor inlagen (form. IV) en voor terugbetalingen verantwoor(form. VIII), .en wel: dingstaten. a. door de kantoren op Java en Madoera: per eerste post op den lsten, Qden} \\den} \Qden> 2lsten €n 26s»en van elke maand; b. door de kantoren op de Buitenbezittingen, die eens of meermalen daags postverbinding hebben: dagelijks per eerste post; c. door de overige kantoren op de Buitenbezittingen: per eerste postgelegenheid. Aanv. Dit geldt voor de origineele staten; de duplicaten moeten worden opgezonden: door de kantoren bedoeld sub a en b, daags na de verzending van de origineelen, en door de kantoren sub c, met de eerste postgelegenheid volgende op de verzending van de origineelen. Het is ten streagste verboden de duplicaat-verantwoordingstaten te verzenden tegelijk met de origineelen van denzelfden dag of hetzelfde tijdvak. 99. Gelijktijdig met de origineele verantwoordingstaten moeten aan Bijlagen der den Directeur worden opgezonden: verantwoor- bij de staten form. IV: dingstaten. le. de origineele form. IV der hulpkantoren; 2e. de op nieuwe inleggers betrekking hebbende formulieren I, alsmede de formulieren XX en XXI betreffende inleggers uit Nederland, wier tegoed is overgedragen; bij de staten form. VIII: le. de origineele formulieren VIII der hulpkantoren met de bijlagen; 2e. de voor voldaan geteekende quitantiën wegens rechtstreeksche terugbetalingen en orders van betaling met de betrekkelijke aanvragen, zoomede c. q. de ingeleverde vervallen orders van betaling; 3e. de afbetaalde spaarbankboekjes c. q. met de daarbij behoorende penningen; 4e. de Directieboekjes, waarop terugbetalingen hebben plaats gehad. Aanv. De door de inleggers onderteekende betalingstukken moeten voor den Directeur het bewijs opleveren, dat de betalingen aan de rechthebbenden zijn geschied. Daartoe moeten de op die stukken gestelde handteekeningen overeenkomen met die, welke voorkomen in het stamregister en op de ter Directie bewaarde formulieren I. Indien de inlegger zijne handteekening heeft gewijzigd of sedert heeft leeren schrijven, wordt hem het stamregister op nieuw ter teekening voorgelegd, zoomede een form. I, dat aan de Directie wordt toegezonden tegelijk met het voor de terugbetaling vereischte bewijsstuk. Vooraf moet dan echter worden onderzocht op de wijze onder 72 omschreven, of het inderdaad de inlegger is, die de handteekening stelt. Bij geringere verschillen kunnen opmerkingen van de Directie worden voorkómen door op het bewijsstuk, voor de terugbetaling de verklaring te stellen: „Mij bekend", welke verklaring door den postambtenaar moet worden onderteekend. Die verklaring beteekent dan, dat er geen twijfel aan de identiteit van den aanvrager bestaat, hetzij doordat deze aan den postambtenaar persoonlijk bekend is, hetzij doordat de postambtenaar op de onder 72 voorgeschrevene wijze zich van de identiteit van den aanvrager heeft overtuigd. 100. Inleggers, die niet kunnen schrijven, onderteekenen de quitantiën wegens rechtstreeksche terugbetalingen, zoomede de kwijtingen op de orders van betaling met een kruis of eenig ander handmerk. Hieronder wordt eene verklaring gesteld, waaruit blijkt, dat het handmerk van den inlegger is. De verklaring wordt door twee bij het kantoor of hulpkantoor bekende getuigen onderteekend. Aanv. Kan een inlegger niet schrijven, dan worden de voor de terugbetaling vereischte stukken door den postambtenaar voor hem opgemaakt en geschiedt de onderteekening daarvan op de hierboven voorgeschreven wijze, nadat de postambtenaar het onderzoek naar de identiteit volgens de voorschrifen onder 72 heeft ingesteld. De medeonderteekening der getuigen dient alleen als bewijs voor den Directeur dat de terugbetaling inderdaad aan den aanvrager is geschied Handmerken en getuigen. en niet door den postambtenaar is gefingeerd. Die getuigen behoeven dus den inlegger niet te kennen; zij constateeren niet de identiteit van den inlegger, doch alleen het feit van de terugbetaling. De getuigen behoeven niet door den inlegger te worden medegebracht, doch daarvoor kunnen optreden personen welke zijn verbonden aan den dienst van het kantoor. Alleen mag natuurlijk de postambtenaar, die de terugbetaling doet, niet zelf als getuige van die handeling optreden. Op het bewijsstuk voor de terugbetaling wordt door den postambtenaar de door de twee getuigen te onderteekenen verklaring gesteld: „Bovenstaand handmerk is door den inlegger gesteld in tegenwoordigheid van:" 101. De verantwoordingstaten van inlagen (form. IV) en van terugbe- Gebruik der talingen (form. VIII) worden aan de kantoren gefolieerd verstrekt, en in form. IV en VUL gebruik genomen met inachtneming van de daardoor aangewezene volgorde. Aanv. Na de verzending van een verantwoordingstaat volgens den onder 98 voorgeschreven regel wordt het eerstvolgend folio in gebruik genomen. Bovenaan wordt vermeld de dag of het tijdvak, waarover de verantwoording op den staat loopt. Is één folio niet voldoende ter inschrijving van alle inlagen of terugbetalingen van den dag of het tijdvak, waarover de verantwoording loopt, dan worden een of meer volgende folio's in gebruik genomen, met overbrenging aan het slot van het totaal der inlagen en terugbetalingen van den loopenden dag. Dit geschiedt met rooden inkt. 102. Op eenzelfden verantwoordingstaat mogen niet worden opgenomen Uiteenhouding' inlagen of terugbetalingen van verschillende maanden. der maanden.. Aanv. Begint dus een tijdvak te loopen op 25 Januari en bestaat eerst op 5 Februari gelegenheid tot verzending van den loopenden staat, dan wordt deze na ultimo Januari niet verder gebruikt, doch op 1 Februari een nieuwe staat in gebruik genomen, welke tegelijk met den vorigen staat op den 5den Februari aan den Directeur wordt toegezonden. 103. De inlagen en de terugbetalingen worden eiken dag met roo- Dagtotalen, den inkt opgeteld, zoowel op het origineel als op het duplicaat van de verantwoordingstaten form. IV en VIII en vandaar dadelijk overgenomen in het register van dagtotalen form. IX. Aanv. In de kolom „Data" der verantwoordingstaten wordt met eene accolade achter de inlagen en terugbetalingen van denzelfden dag de datum gesteld, mede met rooden inkt. De boeking van de dagtotalen in het register form. IX geschiedt door of onderrechtstreeksch toezichtvan den kantoorchef of zijn vervanger; zij zijn daarvoor persoonlijk verantwoordelijk. Daarbij wordt voor elke nieuwe maand een nieuw folio in gebruik genomen; in de kolom van het register met het opschrift „nummers van den verantwoordingstaat" wordt aanteekening gehouden van de volgnummers, waaronder de inlagen en terugbetalingen op de staten IV en VIII zijn inge- 5 Voor de inrichting van het register van dagtotalen zie men het op de kantoren aanwezige exemplaar. schreven, doch zonder vermelding van de namen der inleggers en het bedrag van elke inlage of terugbetaling afzonderlijk; alleen het totaal van eiken dag wordt vermeld. De dagtotalen worden in de voorlaatste kolom van het register form. IX geboekt, terwijl de laatste kolom dient voor de vaststelling van het totaal over de geheele maand Alle tot redres van fouten of vergissingen noodzakelijke doorhalingen moeten geschieden met rooden inkt, zoodat het eerstgeschrevene leesbaar blijft. 104. Door de kantoren, die eens of meermalen daags postverbinding hebben, wordt op den eersten dag van elke maand, door de overige kantoren per eerste postgelegenheid in elke maand, een uittreksel uit het register formulier IX gezonden aan den Directeur. Aanv. Voor dit uittreksel, zijnde een woordelijk gelijkluidend afschrift van de in het register gehouden aanteekeningen betreffende de afgeloopen maand, wordt gebezigd form. 1X6. Mochten er in eene maand geene inlagen of terugbetalingen gedaan zijn, dan wordt het formulier 1X6 ingediend als nihilstaat. 105. De inlagen in- en de terugbetalingen uit de Postspaarbank worden Kasboek C ook, als onderdeel van de algemeene ontvangsten en uitgaven der kantoren, verantwoord aan den Hoofd-Inspecteur, Chef van den Post- en Telegraafdienst door de dagtotalen der inlagen en terugbetalingen, behalve in het register form. IX, ook te boeken respectievelijk in de kolommen 7 der ontvangsten en 6 der uitgaven van het kasboek model C en wel onder den datum, waarop de inlagen en terugbetalingen werkelijk gedaan zijn. Indiening extracten form. 1X6. TWEEDE AFDEELING. Rente, Overschrijving:, Overdracht, Duplicaten, Overneming en inhouding van boekjes, en Gedrukten. ■ RENTE. 106 — 109 106. De rente, welke op den 31sten December van elk jaar aan de inleggers verschuldigd is, wordt bij de eerste daartoe zich voordoende gelegenheid door of namens den Directeur in de spaarbankboekjes bijgeschreven. Zoolang dit nog niet is geschied, moeten de postambtenaren er op letten, dat de spaarbankboekjes aan den Directeur worden opgezonden, bij voorkeur in de maand, waarin de eerste inlage geschiedde. Aanv. De opzending moet in elk geval geschieden, ook al verlangt de inlegger geen bijschrijving van rente, daar elk boekje telken jare met de rekening-courant van den inlegger ter Directie moet worden geverifieerd. De maand, waarin het boekje is uitgegeven en het dus moet worden opgezonden, behoort te zijn vermeld op de binnenzijde van het titelblad van het spaarbankboekje. 107. Aan de inleggers wordt eene jaarlijksche rente toegekend van 2.4 Bedrag, ten honderd van hunne inlagen, welke rente begint te loopen met den eersten dag der maand, volgende op die, waarin de inlagen geschieden., Aanv. De rente bedraagt 20 cent van elke ƒ 100.— over een volle maand, of 0.2 cent per maand van eiken gulden. Voor onderdeden van een gulden wordt geen rente vergoed; bij de vaststelling van het rente-bedrag worden gedeelten van een cent verwaarloosd. De rente, welke den 31sten December van elk jaar verschuldigd is, wordt door bijschrijving op de rekeningen-courant der inleggers aan hun tegoed toegevoegd, en als zoodanig met den eersten dag van het nieuwe jaar rentegevend. 108. Voor teruggevraagde gelden is slechts rente verschuldigd tot het einde der maand, voorafgaande aan die, waarin de terugbetaling plaats heeft, of bij terugbetaling van het geheele bedrag van het tegoed, geacht wordt te hebben plaats gehad. Aanv. Voor algeheele terugbetaling zie onder 83. 109. Inleggers, die uit godsdienstige of andere overwegingen geen rente Geen rente, verlangen, kunnen daarvan mededeeling doen aan den Directeur. Aanv. In dat geval wordt op de rekening-courant en in het spaarbankboekje geen rente bijgeschreven, doch het boekje moet wel jaarlijks worden opgezonden. Bijschrijving in de boekjes. Opzending der boekjes. Dagteekeningstempel. Postspaarbank in Nederlandsch-Indië. Verzoek om overschrijving van een Spaarbankboekje. *) Naam en voornamen, De ondergeteekende ') - , voluit geschreven. ») Woonplaats met ver- wonende te 2) , melding van wijk of buurt. zoek^hetlf^kVwenscht verzoekt den Directeur der Postspaarbank het hiernevensgaande Spaarbankboekje Serie terug te ontvangen bij het laatstgenoemd kantoor, Nr kantoor I , te doen overschrijven op het dan wel bij een daaronder behoorend hulpkantoor. zijner <) Handteekening, te stel- kantoor , en dat boekje daarna weder te beschikking len in tegenwoordigheid van den postambtenaar. je stellen bij 3) , den '.. Mi Form. Nr. Xlla, VOORZIJDE VAN FORM. Xlla, VERZOEK OM OVERSCHRIJVING VAN EEN SPAARBANKBOEKJE. 110. Voor hetgeen boven ƒ 2400.— ten name van één inlegger in de Maximum, "boeken der Postspaarbank is ingeschreven wordt geene rente toegekend, onverschillig of het tegoed op één of op meerdere spaarbankboekjes is ingelegd. Aanv. Echter wordt aan credietinstellingen met philantropisch karakter (z. g. n. afdeelingsbanken) voor hare bij de Postspaarbank belegde reservefondsen ook boven ƒ 2400.— rente toegekend. Daartoe moet bij het doen der eerste inlage op een form. Id uitdrukkelijk worden verklaard, dat het spaarbankboekje uitsluitend zal worden gébruikt voor gelden van het eigenlijk reservefonds en moet daarbij worden overgelegd een afschrift van het Gouvernements besluit, waarbij de credietinstelling is aangewezen voor de toepassing van Staatsblad 1905 No. 35 (vrijstelling van zegelrecht). OVERSCHRIJVING BINNEN NEDERLANDSCH-INDIË. 111. Bij verandering van woon- of verblijfplaats kan, op verzoek van den inlegger, met gebruikmaking van een form. Xlla, zijn spaarbankboekje worden overgeschreven op het kantoor van de nieuwe woon- of verblijfplaats, ten einde aldaar rechtstreeksche terugbetalingen te kunnen verkrijgen. Aanv. Voor het doen van inlagen of het aanvragen van terugbetalingen aan den Directeur is overschrijving onnoodig, aangezien daarbij raadpleging van het stamregister niet onmisbaar is, hetgeen in den regel wel het geval Is voor het doen van rechtstreeksche terugbetalingen. Overschrijving is n. 1. niets anders dan het opnemen in het stamregister van het kantoor van de nieuwe woonplaats van de gegevens tot vaststelling van de identiteit van den inlegger. Het verzoek om overschrijving kan worden ingediend zoowel bij het kantoor van de oude, als van de nieuwe woon- of verblijfplaats, dan wel bij een der onder die kantoren ressorteerende hulpkantoren. Overschrijving geschiedt niet op hulpkantoren, wèl op bijkantoren. 112. Het door den inlegger onderteekend formulier Xlla wordt met het Opzending, spaarbankboekje aan den Directeur toegezonden, die het boekje met een form. XIIö doet toekomen aan het kantoor, waarop de overschrijving moet geschieden. Aanv. De formulieren Xlla zijn in het Nederlandsch en in het Maleisch beschikbaar. Inleggers die niet kunnen schrijven, onderteekenen form. Xlla met hun handmerk; de postambtenaar stelt daaronder de aanteekening „mij bekend", indien de inlegger hem persoonlijk bekend is, of diens identiteit door ondervraging uit het stamregister, door twee ten kantore bekende getuigen, of op eene andere betrouwbare wijze is gebleken (zie onder 72). Het fo rmulier Xlla wordt door den Directeur aan den inlegger zeiven op zijne nieuwe woonplaats toegezonden, nadat het ter Directie aan de achterzijde is ingevuld. 113. De overschrijving op het kantoor van de nieuwe woon- of verblijf- Stamregister, plaats van den inlegger geschiedt door overneming in het stamregister (in Postspaarbank in Nederlandsch-Indië TERUGZENDING VAN EEN OVERGESCHREVEN SPAARBANKBOEKJE. Ik heb de eer U hierbij te doen toekomen het op het kantoor onder uw beheer overgeschreven Spaarbankboekje Serie , Nr. , Kantoor , ten name van » '. - met verzoek dit te willen doorzenden aan het hulpkantoor , ter uitreiking aan ■ — De in het stamregister over te nemen opgaven betreffende den inlegger vindt U ter ommezijde vermeld. PAT A VIA, den 191 . De Directeur der Postspaarbank, VOORZIJDE VAN FORM. XIIö, TERUGZENDING VAN EEN OVERGESCHREVEN SPAARBANKBOEKJE. Aan x *li Post- en Telegraaf , . den Chef van het p~o~st — kantoor te -~: Form. Nr, X\\b, het eerstvolgend open vak bij de overeenkomende serie) van de gegevens betreffende den inlegger, welke zijn gesteld op de achterzijde van form. XIIö; -daarna wordt door den inlegger zijne handteekening in het stamregister gesteld, dan wel daarin aangeteekend dat hij niet kan schrijven. Aanv. Met de inschrijving wordt gewacht totdat de inlegger zich aanmeldt met het hem toegezonden form. Xlla en het hem uitgereikt bewijs van overneming van zijn spaarbankboekje form. XIV, terwijl Inlanders en Vreemde Oosterlingen den bij het boekje behoorenden penning moeten vertoonen. Form. Xlla moet aan de achterzijde door den inlegger worden onderteekend. Ter vaststelling van zijne identiteit vergelijkt de postambtenaar de handteekeningen aan de vóór- en de achterzijde van form. Xlla; bij verschil in die handteekeningen of wanneer de inlegger niet kan schrijven, onderzoekt hij de identiteit door het stellen van vragen volgens de gegevens op de achterzijde van form. Xllb. 114. Van de inschrijving in het stamregister wordt op de laatste bladzijde van het spaarbankboekje aanteekening gehouden door in het daarvoor bestemde vakje een afdruk te stellen van den dagteekening-stempel en het volgnummer van het laatste door het kantoor uitgegeven spaarbankboekje te vermelden. Aanv. Na de inschrijving wordt het spaarbankboekje aan den inlegger uitgereikt en het betrekkelijk form. Xlla met form. XHö en het bewijs van overneming form. XIV aan den Directeur toegezonden, nadat op form. Xlla het nummer uit het stamregister is aangeteekend, dat ook achter in het spaarbankboekje is vermeld. 115. Indien de inlegger door verren afstand van het kantoor of om andere gewichtige redenen niet persoonlijk ten kantore kan komen om zijn spaarbankboekje in ontvangst te nemen, kan hij zijne voor het stamregister bestemde handteekening plaatsen opeen form. I en dat formulier tegelijk met form. Xlla en XIV aan het kantoor toezenden hetzij rechtstreeks, hetzij door tusschenkomst van een hulpkantoor. Aanv. De handteekening van den inlegger wordt dan van form. 1 geknipt en in het stamregister geplakt overeenkomstig het voorkomende onder 52. 116. Indien de inlegger op zijne nieuwe woon- of verblijfplaats nog Onbekend geen bekend adres heeft, wordt de voor hem bestemde brief, inhoudende adres, form. Xlla, aangehouden tot zijn adres bekend is. Aanv. Aan deze opdfocht wordt het kantoor herinnerd door een stempelafdruk op den omslag van den brief; deze brieven moeten zoodra mogelijk worden besteld. 117. Overschrijving kan ook worden gevraagd van reeds uitgegevene Jaarorders, jaarorders; deze worden daartoe tegelijk met het spaarbankboekje en form. Xlla ingediend; ook kan tegelijk met het verzoek om overschrijving van het spaarbankboekje eene aanvraag om eene jaarorder worden ingediend. Spaarbankboekje. Verhindering v/d inlegger. Voor formulier XVII (Aanvraag: om overdracht op Nederland) wordt verwezen naar de op de kantoren aanwezige exemplaren. Aanv. Zie onder 88; jaarorders kunnen alleen worden overgeschreven of afgegeven op kantoren buiten Java en Madoera. 118. Bij nadere overschrijving van een spaarbankboekje gelden dezelfde Nadere overbepalingen. schrijving en Een overgeschreven boekje blijft aangeduid met den op den omslag ver- aanduiding melden kantoornaam, serieletter en het volgnummer van het kantoor van der boekjes, uitgifte. OVERDRACHT OP DE RIJKSPOSTSPAARBANK IN NEDERLAND VAN HET TEGOED VAN INLEGGERS DER POSTSPAARBANK IN NEDERLANDSCH=INDIË EN OMGEKEERD. 119. De inlegger in de Postspaarbank in Nederlandsch-Indië, die zijn Aanvraag, tegoed wenscht te doen overschrijven op de Rijkspostspaarbank in Nederland, geeft tijdig vóór zijn vertrek daarheen, al of niet door tusschenkomst van een kantoor of hulpkantoor, aan den Directeur te Batavia van zijn voornemen kennis door middel van een form. XVII in duplo, waarbij zijn spaarbankboekje of boekjes moeten worden ingeleverd. Aanv. Aangezien de inlegger zijn boekje zelf moet medenemen naar Nederland, moet hij zorgen de overdracht zoo tijdig aan te vragen, dat zijn spaarbankboekje nog vóór zijn vertrek aan hem kan worden teruggezonden. In form. XVII moet daarom een adres in Nederlandsch-Indië worden opgegeven. Is de inlegger te laat met zijn verzoek, dan kan hij onder bijvoeging van de noodige frankeerzegels opzending van het boekje aan een adres in Nederland verzoeken. Inleggers, die over Batavia reizen, kunnen persoonlijk ter Directie de overdracht aanvragen en de boekjes weder in ontvangst nemen. Indien een inlegger meer dan één spaarbankboekje bezit, moeten alle boekjes worden opgezonden. Ook de orfgebruikte jaar orders moeten worden ingediend. Directieboekjes worden na ontvangst ter Directie van form. XVII afgesloten en aan den inlegger toegezonden. Het form. XVII moet door den inlegger op beide exemplaren worden onderteekend. Voor minderjarigen beneden 16 jaar mag het verzoek worden gedaan door hun vader, moeder-voogdes of voogd; voor inleggers, die het beheer over hunne goederen hebben verloren, door hun wettelijken vertegenwoordiger. Ook gemachtigden kunnen het formulier teekenen onder overlegging van hun volmacht, ter beoordeeling door den Directeur. Kan de inlegger niet schrijven, dan stelt hij zijn handmerk in tegenwoordigheid van twee hem kennende getuigen, die het verzoek mede onderteekenen. Beperkende bepalingen, welke na de overdracht in Nederland bezwaarlijk zouden kunnen worden nageleefd, kunnen door den persoon, die de bepaling bij het doen der eerste inlage heeft gesteld, worden ingetrokken, waarvoor op de achterzijde van form. XVII ruimte is bestemd. Postspaarbank in Nederlandsch-Indie. ; Terugzending van een afgesloten Spaarbankboekje. Ik heb de eer U hierbij te doen toekomen een ( tal) op heden afgesloten Spaarbankboekje(s) Serie Nr(s) ten name van en U uit te noodigen dit (deze) te willen doorzenden aan het hulpkantoor ter uitreiking aan I , waarna dit formulier alsmede de door den inlegger voor ontvangst geteekende kennisgeving (form. XIX) spoedig worden terugverwacht bij de directie. Aan BATAVIA, den 191 . den Chet van het Post" e" le-igfgg_f kantoor De Directeur der Postspaarbank, Post te , Form No. XVIIIa. waarna VOORZIJDE VAN FORM. XVIIIa VOOR OVERDRACHT OP NEDERLAND 120. De aan een kantoor rechtstreeks of door tusschenkomst van een Opzending, hulpkantoor ingediende formulieren XVII worden, nadat de stukken in orde zijn bevonden, met de bijbehoorende spaarbankboekjes aangeteekend opgezonden aan den Directeur. Aan den inlegger wordt door het kantoor of hulpkantoor een bewijs van overneming form. XIVa uitgereikt. Aanv. Meerdere verzoeken van verschillende inleggers kunnen in één couvert worden verzonden, doch dit mag geen stukken van anderen aard behelzen. Ter voorkoming van vertraging in de afdoening dezer aanvragen om overdracht overtuigt de postambtenaar zich van te voren of de stukken aan de voorschriften voldoen. 121. Ter Directie worden de ingeleverde spaarbankboekjes, zonder bij- Afsluiting der schrijving van rente over het loopende jaar, afgesloten en afgeteekend, der boekjes en onder aangeteekend couvert toegezonden aan het kantoor, dat op form. en terugzen* XVII daarvoor is aangewezen, onder bijvoeging van een ter Directie in- ding aan de gevuld form. XVIII. Aan den inlegger zeiven wordt toegezonden eene kantoren, kennisgeving form. XIX, waarop door hem voor de terugontvangst van het spaarbankboekje moet worden geteekend, en dat door hem met het hem uitgereikt bewijs van overneming form XIVa, aan het kantoor moet worden ingeleverd. Aanv. Van form. XVlü bestaan twee soorten, n. 1. form. XVIIIa en XVlllé. Form. XVIIIa wordt gebruikt, wanneer het spaarbankboekje wordt teruggezonden aan een kantoor, waardoor het is uitgegeven of waarop het is overgeschreven, en waar dus de gegevens nopens de identiteit van den inlegger in het stamregister voorkomen, terwijl form. XV1116 dient voor kantoren waar de inlegger niet bekend is. Op de achterzijde van dit laatste formulier worden dan ter Directie de noodige gegevens betreffende den inlegger vermeld, terwijl voor de vergelijking van de handteekening wordt bijgevoegd het tweede exemplaar van form. XVII. 122. Na afgifte der spaarbankboekjes worden de formulieren XVII, in- Terugzending dien dit is bijgevoegd, XVIII en XIX — dit laatste nadat het van den dag- stukken aan teekeningstempel is voorzien—aan den Directeur teruggezonden. de Directie. Aanv. De toezending van deze stukken geschiedt mede in een afzonderlijk couvert, zonder bijvoeging van stukken van anderen aard. 123. Op reeds afgesloten spaarbankboekjes mogen in geen geval en Verbod ini. onder geen voorwendsel nog inlagen worden gedaan; terugbetalingen zijn en terugbet. alleen geoorloofd in het geval bedoeld onder 124. op afgesloten Aanv. Indien een inlegger weder de beschikking wil hebben over zijn spaarbankboekje voor het doen van inlagen of het vragen van terugbetalingen, moet hij eerst aan den Directeur schriftelijk verzoeken de afsluiting op te heffen, waartoe het boekje weder moet worden opgezonden. boekjes. Postspaarbank in Nederlandsch-Indie Kennisgeving van de afsluiting van het op de Rijkspostspaarbank in Nederland over te dragen tegoed van een inlegger. Ik heb de eer U te berichten, dat, overeenkomstig Uw verlangen, het tegoed op Uw Spaarbankboekje (s) Serie Nr(s) : : , kantoor (oren) - , in hoofdsom is afgesloten en dat het (de) boekje (s) door U, tegen afgifte van het U uitgereikt bewijs van overneming en van deze kennisgeving, weder in ontvangst genomen kan (kunnen) worden bij t De afrekening vindt U ter ommezijde vermeld. Voor de terugontvangst van het (de) hierbovenbedoelde Spaarbankboekje(s): BATAVIA, den ■— (Handteekening te stellen in tegenwoordigheid Dagteekening- De Directeur der Postspaarbank, vau den postambtenaar). stempel. Form. No. XIX. VOORZIJDE VAN FORMULIER No. XIX VOOR OVERDRACHT OP NEDERLAND 124. Het over te dragen tegoed van een inlegger op een of op meer Maximum, boekjes mag niet meer bedragen dan ƒ1200.— Het meerdere moet aan den inlegger worden terugbetaald of kan op zijn verzoek worden overgeboekt op naam van een anderen inlegger. Aanv. Indien niet anders is verzocht, wordt voor het meerdere boven/1200.— eene order van betaling aan den inlegger toegezonden, waarvan het kantoor wordt verwittigd op de achterzijde van form. XV111. Overboeking van het meerdere op naam van een anderen inlegger wordt verzocht door invulling van de daarvoor bestemde ruimte op de achterzijde van form. XVII, onder bijvoeging van het spaarbankboekje waarin de overboeking moet geschieden. Heeft de persoon, op wiens naam de overboeking moet geschieden, nog geen spaarbankboekje, dan moet er eerst door of voor hem een worden genomen door een klein bedrag als eerste inlage te storten. Ingeval ook het tegoed van dien anderen inlegger op de Rijkspostspaarbank in Nederland moet worden overgedragen, moet die inlegger zelf dat verzoeken op een form. XVII. 125. Het onder 124 bedoeld bedrag, dat moet worden terugbetaald, Terugbetaling wordt ter Directie van het tegoed op het spaarbankboekje afgetrokken, op afgesloten De terugbetaling geschiedt overigens volgens de gewone voorschriften, tegen boekjes, afgifte van de aan den inlegger toegezondene en door dezen voor voldaan geteekende order van betaling form. VII. Aanv. De strook van den verantwoordingstaat form. Vlll wordt geplakt op de daarvoor in het spaarbankboekje boven de afsluiting opengelatene plaats, terwijl het form. Vil bij den verantwoordingstaat wordt overgelegd. N.B. BEHANDELING TER DIRECTIE IN NEDERLAND. Van elke afsluiting van een spaarbankboekje, welke heeft plaats gehad, geeft de Directeur aanstonds kennis aan den Directeur der Rijkspostspaarbank in Nederland, onder vermelding van de gegevens, welke noodig zijn tot vaststelling van de identiteit van den inlegger. Deze kan, na aankomst in Nederland, zijn afgesloten spaarbankboekje aan elk postkantoor afgeven, vanwaar het naar Amsterdam wordt opgezonden om te worden vergeleken met de inmiddels uit Indië ontvangene gegevens. Bestaat er overeenstemming, dan ontvangt het door den inlegger aangewezen postkantoor opdracht om aan hem een spaarbankboekje van de Rijkspostspaarbank in Nederland uit te reiken, waarin als tegoed wordt opgenomen het bedrag, waarop het boekje in Indië is afgesloten, vermeerderd met de daar nog niet bijgeschrevene rente over het loopende jaar. Voor het geval een inlegger mocht hebben verzuimd zijn boekje vóór zijn vertrek uit Indië te doen-afsluiten, kan hij dat alsnog verzoeken door middel van formulieren, welke in Nederland bij de postkantoren kunnen worden aangevraagd en waarmede dan zijn boekje door hem zeiven aan den Directeur te Batavia moet worden opgezonden, onder bijvoeging van Indische frankeerzegels of internationale antwoordcoupons voor de kosten der terugzending. 6 Postspaarbank in Nederlandsch-Indië. Machtiging tot uitgifte van een Spaarbankboekje aan een inlegger van de Rijkspostspaarbank in Nederland. Onder toezending van het betrekkelijk aanvraag-formulier 1, heb ik de eer U uit te noodigen, door tus- schenkomst van het hulpkantoor , aan een Spaarbankboekje uit te reiken, na daarop als eerste inlage te hebben ingeschreven Deze inlage moet zonder volgnummer worden vermeld op Uw verantwoordingstaat form. IV, doch het bedrag moet alleen worden ingeschreven in de laatste kolom voor het tegoed. Deze machtiging, formulier 1, alsmede de door den inlegger voor ontvangst geteekende en door U afgestempelde kennisgeving moeten bij den verantwoordingstaat worden gevoegd. Aan BATAVIA, den .... 191 . den Chef van het E9!±^l5i!^ kantoor De Directeur der Postspaarbank, te Form. N°. XX. VOORZIJDE VAN FORMULIER No. XX, VOOR OVERDRACHT OP INDIË. 126. De inlegger in de Rijkspostspaarbank in Nederland, die overschrijving Inlevering van zijn tegoed op de Postspaarbank in Nederlandsch-Indië verlangt, en daar- boekjes met toe in Nederland de noodige formaliteiten heeft vervuld, le- form. I. vert, na aankomst op de plaats zijner bestemming in Nederlandsch-Indië, zijn afgesloten spaarbankboekje in bij een postkantoor of bij een hulpkantoor ter opzending aan den Directeur te Batavia. Hij doet daarbij op de voor inleggers voorgeschrevene wijze zijne identiteit constateeren (form. I). Aanv. Voor elk boekje wordt een bewijs van overneming form. XIVa uitgereikt en aan den inlegger wordt een formulier 1 ter invulling en onderteekening voorgelegd overeenkomstig het bepaalde onder 50. Het spaarbankboekje met form. 1 worden per eerste gelegenheid opgezonden aan den Directeur te Batavia; de inschrijving in het stamregister geschiedt eerst later. Bij de hulpkantoren moeten twee exemplaren van form. 1 worden ingediend; de opzending aan den Directeur geschiedt door tusschenkomst van het kantoor. 127. Indien het spaarbankboekje niet is afgesloten, worden aan den Niet-afgesloten belanghebbende formulieren uitgereikt, waarmede hij het boekje alsnog aan boekjes, den Directeur der Rijkspostspaarbank te Amsterdam moet doen toekomen. Aanv. De afsluiting moet blijken uit een stempelafdruk, welke ter Directie te Amsterdam onder de inschrijvingen in het boekje wordt geplaatst. De uit te reiken formulieren zijn van de Rijkspostspaarbank, gemerkt No. CDVII en kenbaar aan een opschrift in rooden inkt. Zij worden bij de kantoren beschikbaar gesteld en moeten in tweevoud met het spaarbankboekje naar Amsterdam worden gezonden door den inlegger op zijn eigene kosten en onder bijvoeging van het noodige voor de frankeering van de terugzending van het boekje aan zijn adres. De overdracht van de Rijkspostspaarbank in Nederland op de Postspaarbank in Nederlandsch-Indië is toegelaten tot een maximum bedrag van ƒ 2400.— 128. De afgesloten Nederlandsche boekjes worden ter Directie te Ba- Opdracht aan tavia vergeleken met de uit Nederland ontvangene gegevens, waarna aan het kantoor, het kantoor door middel van een form. XX opdracht wordt gegeven om aan den inlegger een spaarbankboekje uit te reiken, waarop zijn tegoed wordt overgenomen vermeerderd met de rente, welke daarop verschuldigd is volgens de voorschriften der Rijkspostspaarbank in Nederland. Aanv. Bij de toezending van form. XX aan het kantoor wordt het van dat kantoor ontvangen form. I weder bijgevoegd. De inlegger zelf ontvangt van den Directeur eene kennisgeving form. XXI, welke hij onderteekend moet inleveren bij het kantoor tegelijk met het hem uitgereikt bewijs van overneming van zijn Nederlandsch spaarbankboekje (form. XIVa). 129. Na aanbieding door den inlegger van form. XXI geschiedt de in- Uitreiking schrijving in het stamregister, de invulling van den verantwoordingstaat spaarbankboekje. 83 Postspaarbank in Nederlandsch-Indië. Kennisgeving van de uitgifte van een Spaarbankboekje aan een inlegger der Rijkspostspaarbank in Nederland. Ik heb de eer U te berichten, dat aan den Chef van het ost" e" Telegfaaf kantoor te , , machtiging is verleend om, door tusschenkomst van het hulpkantoor aan U een Spaarbankboekje uit te reiken, waarop als eerste inlage is ingeschreven een bedrag van ƒ §§|1§§§||1SS|| Dat boekje kan door U, tegen afgifte van het U uitgereikt bewijs van overneming en van deze kennisgeving worden in ontvangst genomen. De afrekening vindt U ter ommezijde vermeld. Aan BATAVIA, den 191 . De Directeur der Postspaarbank, VOORZIJDE VAN FORMULIER No. XXI, VOOR OVERDRACHT OP INDIË. Form. N9. XXI. voor inlagen form. IV en de uitgifte van het spaarbankboekje op de gewone wijze, behalve dat op den verantwoordingstaat form. IV de kolom „Ingelegd bedrag" oningevuld blijft en de inlage geen volgnummer krijgt. Aanv. Voor de inschrijving in het stamregister wordt gebruik gemaakt van het aan het kantoor teruggezonden form. I. Het geldt hier geen eigenlijke inlage, daar het geldbedrag niet bij het kantoor wordt gestort, zoodat bedoeld bedrag ook niet mag medetellen bij het dagtotaal. Het bedrag wordt daarom alleen vermeld in de kolom „Bedrag van het tegoed", en wordt ook niet overgenomen in register form. IX en evenmin in het kasboek, model C. Bij het origineel van den verantwoordingstaat form. IV worden aan den Directeur toegezonden de formulieren I, XX en XXI. 130. De inlegger, die van de bevoegdheid tot overdracht van zijn te- Onderwerping goed gebruik heeft gemaakt, is onderworpen aan de bepalingen, welke aan de gelden voor de spaarbank, waarop zijn tegoed is overgebracht. bepalingen. Om zijn tegoed weder overgeschreven te krijgen op de spaarbank, Heroverdracht, waarvan hij oorspronkelijk inlegger is geweest, heeft hij op nieuw te handelen als in de vorenstaande bepalingen is voorgeschreven. Aanv. Het is niet toegelaten om in Indië inlagen of terugbetalingen te doen op spaarbankboekjes van de Rijkspostspaarbank in Nederland, evenmin als in Nederland boekjes van de Postspaarbank hier te lande kunnen worden gebruikt. Vooraf moeten de formaliteiten van de overdracht zijn nageleefd en nieuwe boekjes zijn uitgereikt. DUPLIC AAT = BOEK JES, VERNIEUWDE BOEKJES EN DUPLICAAT-PENNINGEN. 131. Door den Directeur kan een duplicaat worden afgegeven van een Duplicaatboekje: boekjes. lo. dat ontvreemd, verloren of in het ongereede is geraakt; 2o. dat zich bevindt in handen van een ander dan den inlegger. Voor een duplicaat-boekje kan door den Directeur 25 cents in rekening worden gebracht. Aanv. Duplicaat-boekjes zijn van de oorspronkelijke boekjes te onderkennen door een stempelafdruk: „Duplicaat-boekje" vóór op den omslag, op het titelblad, zoomede achter op den omslag. Door de uitreiking van een duplicaat-boekje wordt het origineele boekje ongeldig. De betaling van 25 cents wordt niet gevorderd, wanneer het origineele boekje door de schuld van de administratie is verloren gegaan, of wanneer het tegoed op het boekje niet meer dan ƒ 1.— bedraagt. 132. Een duplicaat wordt door den belanghebbende aangevraagd aan Aanvraag, den Directeur met gebruikmaking van het daartoe bestemd, bij de kantoren en hulpkantoren verkrijgbaar form. XIII a of b. Daarbij wordt zoo noodig een bedrag van 25 cents in frankeerzegels gevoegd. Daet!!^mpel Postspaarbank in Nederlandsch-Indie, i»*sSt3*&tX Aanvraag om een duplicaat-spaarbankboekje. 1) Naam en voornamen, voluit geschreven. De ondergeteekende 1) 2) Woonplaats met vermelding van wijk of buurt, wonende te 2) .". - - 3) De reden, waarom wordt*"bijT^mdirhït verzoekt den Directeur der Postspaarbank ■jjgj te doen toekomen een duplicaat, ter vervanging boekje verloren gemakt is, omdat het verbrand is, enz. van net spaarbankboekje Serie , Nr .kantoor , (zie ook ile achterzijde van dü formulier). 3) . £ ! 1 4) Titel van den amb- > tenaar, [die de handteekening des aanvragers lega ïseer. ^ kosten van het duplicaat ad 25 cents zijn in frankeerzegels hierbij ingesloten. , den , Gezien voor legalisatie der handteekening van , den , De 4) Form. Nr. XIHa AANVRAAG OM EEN DUPLICAAT-SPAARBANKBOEKJE, FORM. XIHa. Aanv. Form. XHIa is in de Nederlandsche en Maleische talen verkrijgbaar en wordt gebezigd voor inleggers, die kunnen schrijven, form. XIIlö voor hen, die niet kunnen schrijven. De identiteit van den aanvrager wordt op de gewone wijze, doch met dubbele nauwgezetheid onderzocht. Legalisatie van de handteekening op form. Xlllö door het Hoofd van plaatselijk bestuur kan worden geeischt. 133. Het duplicaat wordt door den Directeur rechtstreeks toegezonden Afgifte, aan den aanvrager; van de afgifte van elk duplicaat geeft de Directeur kennis aan de betrokken kantoren. Aanv. Al dadelijk, na ontvangst der aanvraag zendt de Directeur aan de betrokken kantoren bericht van de vermissing van het spaarbankboekje, waarop dan door de kantoren moet worden gelet. De inlegger wordt aangeschreven, dat zijne aanvraag is ontvangen en daaraan na verloop van eenigen tijd (gewoonlijk ruim een maand) zal worden gevolg gegeven, indien het boekje inmiddels niet terecht is gekomen. 134. Van de afgifte van een duplicaat-boekje wordt door de betrokken Stamregister kantoren aanteekening gehouden in het stamregister. Andere kantoren ont- en lijst van vangen periodiek opgaven van uitgereikte duplicaat-boekjes ter bijschrijving duplicaten, in de op elk kantoor aanwezige gedrukte lijst dier boekjes. Aanv. De aanteekening in het stamregister geschiedt door het woord „Duplicaat" in rooden inkt te schrijven in de kolommen „Nummer" en „Kantoor van uitgifte". Bij raadpleging van het stamregister, welke altijd moet geschieden bij eene terugbetaling op een kantoor, waardoor het spaarbankboekje is uitgegeven of waarop het is overgeschreven, moet dus dadelijk opvallen of er een duplicaat van een boekje bestaat. Zoo ja, dan moet het origineele boekje worden aangehouden. Andere kantoren, waar rechtstreeksche terugbetalingen kunnen geschieden, dus de kantoren waar de inlegger persoonlijk bekend is of door twee bekende getuigen wordt bekend gemaakt, moeten altijd de lijst van duplicaatboekjes raadplegen, wanneer eene rechtstreeksche terugbetaling op een origineel boekje wordt gevraagd. Verzuim hiervan komt voor rekening van den nalatigen postamb¬ tenaar. 135. Ingeval het spaarbankboekje zich bevindt in handen van een ander dan den inlegger (zie onder 131 sub 2o), wordt de houder van het boekje door den Directeur, bij aangeteekenden brief, uitgenoodigd zijne wettelijke aanspraken daarop te bewijzen. Voldoet hij hieraan niet binnen vier weken nadat de aangeteekende brief is uitgereikt, de inontvangstneming van den brief is geweigerd, of deze door de postadministratie onbestelbaar is verklaard, dan kan een duplicaat worden afgegeven. Aanv. Ook in dit geval kan worden gebruik gemaakt van een form. XIII en moet voor een duplicaat-boekje 25 cents worden betaald. Onrechtmatige houders. Dagteekening-stempel 1) Titel van den ambtenaar, die deze aanvraag opmaakt. 2) Naam en voornamen van den inlegger, voluit geschreven. 3) Woonplaats met vermelding van wijk of buurt. 4) De reden, waarom een duplicaat gevraagd wordt, bijv. omdat het boekje verloren geraakt is, omdat, het verbrand is enz. ■(zie ook de achterzijde oan dit formulier). Postspaarbank in Nederlandsch-Indie. Aanvraag om een duplicaat-spaarbankboekje. De ondergeteekende 1) .. verzoekt den Directeur der Postspaarbank aan 2) wonende te 3) 1 | ■ •.• die verklaart niet te kunnen schrijven, te willen doen toekomen een duplicaat van spaarbankboekje Serie , Nr , kantoor : welk boekje 4) * .-■ ■ ; De kosten van het duplicaat ad 25 cents zijn in frankeerzegels hierbij ingesloten. , den AANVRAAG OM EEN DUPLICAAT-SPAARBANKBOEKJE, FORM. XHIo. Form. Nr. XIII6. 136. Indien een inlegger zijn boekje vermist en daarvan aangifte doet ■aan het kantoor, ook zonder dat dadelijk een duplicaat wordt aangevraagd, moet het kantoor van die vermissing aanteekening houden en daaarvan onverwijld mededeeling doen aan den Directeur. Aanv. De vermissing wordt aangeteekend op een afzonderlijk vel papier, dat de ambtenaar aan het loket steeds voor oogen heeft. 137. Ter vervanging van volgeschreven, geschonden of onooglijk geworden boekjes, worden door den Directeur kosteloos nieuwe boekjes afgegeven, kenbaar aan de vóór op den omslag, op het titelblad, zoomede ;achter op den omslag geplaatsten stempelafdruk „Vernieuwd boekje". .Aanv. Indien aan het kantoor een boekje wordt aangeboden dat vernieuwing behoeft, wordt het aan den Directeur opgezonden. Vernieuwde boekjes worden alleen afgegeven als het oude boekje wordt ingeleverd; daarbij bestaat dus niet hetzelfde gevaar voor misbruik als bij de afgifte van duplicaat-boekjes. 138. Indien een inlegger van de Serie B of C den bij zijn spaarbank- Penningen, boekje behoorenden penning mist, kan hem op ' aanvraag en'tegen betaling van 25 certts een nieuwe penning worden verstrekt, nadat zijne identiteit «op het kantoor is vastgesteld. Aanv. Voor de aanvraag wordt mede gebruik gemaakt van een v. z. n. gewijzigd form. XlIIa af b, waarop door den postambtenaar moet worden aangeteekend, dat de identiteit van den inlegger hem is gebleken. OVERNEMING EN INHOUDING VAN SPAARBANKBOEKJES. 139. Opzending van spaarbankboekjes aan den Directeur is noodig in Gevallen. *de volgende gevallen: ' lo. bij aanvragen tot terugbetaling van het geheele bedrag van het tegoed; '2o. na de terugbetaling van het geheele bedrag van het tegoed; 3o. voor bijschrijving van rente over het afgeloopen jaar, en zulks bij voorkeur in de maand vermeld aan de binnenzijde van den omslag; 4o. wanneer in een boekje misstellingen of vergissingen worden ontdekt, welke niet ten kantore kunnen worden opgelost, of welke aanleiding geven tot het vermoeden van misbruik of vervalsching; 5o. bij een verzoek om overschrijving van een boekje binnen Nederlandsch-Indië; *6o. bij een verzoek om overdracht van het tegoed van een inlegger op de Rijkspostspaarbank in Nederland; 7uo. bij aanbieding door Aanvragen om inlegger te worden. . . . \ ^ 6. \ \ „ ld Nederl. 7. 1 [ ., Ig » 8. | \ „Ie Mal. o J l „ 1/ Nederl. | Aanvragen voor inhoudingen op traktement. j ^ 11. | Aanvragen om inhoudingen te wijzigen of ( » lg Nederl. 12. i te staken • • • f » te Mal. 13. Stamregister „ H. 14. 1 11 Serie A. 15. > Spaarbankboekjes (met penningen) . . . < „ 111 < „ B. 16.. > f f C. 17. Verantwoordingstaten' voor inlagen ... „ IV. 18. 1 Quitantiën- losse . . 1 recntstreeksche l i V Nederl. 19. } „ • .}, . t .. { „ V Mal. i . r . • ^terugbetalingen . . J , . 20. ) „ in boekjes. 1 6 . ( „ V Nederl. 21. j / „ Vla of j ^ 22. ( Aanvragen om terugbetaling op het betrok- ) » VIc { 23. ( ken kantoor ) „ Vla of ) 24. ) \ „ VIc | \ / » VI* of i I ^ . .• viw Nederl. 26. f Aanvragen om terugbetaling op een ander ) » VI" ) 21 ■ kantoor •• ™of 28. / l Vief ) 29. Telegrafische aanvragen om terugbetaling (alle post- en telegraafkantoren, behalve Weltevreden) „ Vle Nederl. 30. Telegrafische aanvragen om terugbetaling (alleen voor Weltevreden) „ VI/ Nederl. 31. Aanvragen om een jaarorder. ..... „ Vlg „ 32. ) Aanvragen om terugbetaling op het boekje \ „ VI* „ 33. ) van een overledene / „ VI* Mal. 34. Telegrafische orders van betaling (alle post- en telegraafkantoren behalve Weltevreden) „ Vlld Nederl! 35. Verantwoordingstaten voor terugbetalingen. „ Vlll. 36. Register ter boeking van de dagtotalen. . „ IX. 37. Extracten uit idem „ IX* (') 38. | Aanvragen om overschrijving van spaar-J » Xlla Nederl-' 39. ) bankboekjes ( „ Xlla Mal. (l) Form X en XI bestaan niet meer. 40. } . .. ,. , J form. Xlllo Nederl. / Aanvragen om duphcaatboekjes of pen-f Xllla Mal 42. ) ninge") " Xlllo Nederl. 43. Register houdende bewijzen van overneming en inhouding van spaarbankboekjes . . „ XIVa. 44. Losse bewijzen van overneming en inhou¬ ding alleen voor de kantoren op de Buitenbezittingen „ XIV b. 45. Briefomslagen aan den Directeur .... „ XV. 46. Verzoeken om overdracht op Nederland. „ XVII Nederl. 47. Idem voor niet afgesloten Nederlandsche boekjes ter opzending naar Amsterdam ^formulier der Rijks-postspaarbank). . . „ CDVII Nederl. 48 / « u •« -i \ Nederl. > Voorschriften voor inleggers < 49. j f Mal. 50. Hangkaarten en andere reclamemiddelen. BOVENDIEN TEN BEHOEVE VAN DE HULPKANTOREN. .51. Voorloopige bewijzen van ontvang van eerste inlagen form. XIV Nederl. 52. Verantwoordingstaten inlagen —klein model. „ IV. .53. Idem terugbetalingen „ VIII. .54. Losse bewijzen van overneming of inhouding van spaarbankboekjes (alleen op xle Buitenbezittingen) „ XlVö. DERDE AFDEELING. Militaire inleggers, Werklieden op onder* nemingen, Gestraften, Zekerheidsboekjes en Hulppostkantoren» Origineel. Stortingstaat van inlagen in de Postspaarbank, ten name van inleggers aanwezig bij Namen, voorletters en Kantoor van uitgifte, Tegoed INLAGEN. Zoodat het tevolgnummer en serie- , goea op net stamboeknummers letter van het spaar. op het , i Te boek.e stjjgt der inleggers. bankboekje. boekje. 1 3 | 4 5 b j zamen_ tot. Totaal ƒ Totalen ƒ ƒ VOORZIJDE VAN DEN STORTINGSTAAT BIJLAGEN: Spaarbankboekj es Formulieren voor eerste inlagen (in duplo). Quitanties Orders van betaling MILITAIRE INLEGGERS. 148 —149 148. Voor militaire inleggers, die hunne spaarbankaangelegenheden per- Zelfstandige soonlijk wenschen te behandelen, gelden dezelfde regelen als voor de andere spaarders, inleggers. De compagnies- of détachements-commandanten verleenen hunne tusschen- Niet-zelfstankomst ten behoeve van militairen beneden den rang van onderluitenant, dige spaarders, die niet in staat zijn zeiven hunne belangen te behartigen of die de hulp van hun commandant inroepen. Aanv. Mindere militairen (met uitzondering van de onvrijwillige spaarders — zie onder 156) zijn niet verplicht de bemiddeling van hunne chefs in te roepen; de tusschenkomst van de commandanten is alleen bedoeld om het den militairen gemakkelijk te maken om te sparen, doch niet om hen daarin te bemoeilijken of onder contröle te stellen. De identiteit van deze inleggers moet dus op de gewone wijze met behulp van het stamregister worden vastgesteld, waarbij ook het daarin te noteeren stamboeknummer van den militairen inlegger goede diensten kan bewijzen. Is de identiteit op die wijze niet vast te stellen, dan kan den inlegger de raad worden gegeven legalisatie van zijne handteekening of handmerk te vragen aan zijn compagnie's- of détachementscommandant, doch dit mag niet gemakshalve dadelijk worden geëischt. Daardoor zou ook de aan de inleggers toegezegde geheimhouding niet worden geëerbiedigd. Onder commandanten worden ook verstaan administrateurs van hospitalen. Dat militaire inleggers niet in staat zijn hunne belangen bij de Postspaarbank te behartigen kan een gevolg zijn van eene tijdelijke oorzaak — b. v. verblijf te velde op verren afstand van een kantoor — of van eene blijvende oorzaak — b. v. geringe ontwikkeling van den inlegger. De commandanten zijn dan volgens algemeene order verplicht hunne tusschenkomst te verleenen. 149. Voor inlagen en terugbetalingen maken de compagnie's- en déta- Inlagen en techements-commandanten gebruik van stortingstaten in tweevoud volgens rugbetalingen, model. Deze staten worden tenminste éénmaal 's maands ingediend aan het kantoor, vergezeld van: a. de formulieren I betreffende nieuwe inleggers in duplo; b. de spaarbankboekjes van hen, die reeds inleggers zijn; c. de door de inleggers van hunne handteekening of handmerk voorziene kwijtingen voor terugbetalingen (form. V en VII); d. het gezamenlijk bedrag der in te leggen gelden, dan wel het saldo dier gelden na aftrek van de terug te betalen bedragen. Specificatie van de bedragen welke teruggenomen worden. Namen, voorletters en stamboeknummers Kantoor van uitgifte> volgnummer ... en serieletter van het Teruggenomen, der inleggers. . .. ,. && spaarbankboekje. ƒ » Totaal ... ƒ ., Origineel Afgegeven voor-p^-^ De Commandant van Afrekening met het postkantoor. Te storten (zie voorzijde) ƒ Terug te nemen (zie boven) ƒ Terug te nemen (zie boven) „ Te storten (zie voorzijde) „ Per saldo te storten ƒ Per saldo terui te nemen ƒ Voor de ontvangst van: Voor de ontvangst van: den den {Handteekening van den postambtenaar), (Handteekening van den persoon belast met de ontvangst der gelden van het postkantoor), (Handteekening van den postambtenaar), Toelichting. De origineele expeditie van dezen staat blijft in handen van hem, die geld afdraagt, dus van den postambtenaar of van den persoon belast met de ontvangst der gelden aan het postkantoor. De afrekening met het postkantoor wordt ten postkantore ingevuld. Aanv. Op de stortingstaten is ruimte voor 6 inlagen van denzelfden inlegger, t. w. één na elke 5daagsche uitbetaling der soldij. Ten kantore wordt echter alleen het gezamenlijk bedrag van die inlagen als ééne inschrijving in het spaarbankboekje overgenomen. Van de formulieren 1 in duplo wordt één exemplaar bij den verantwoordingstaat form. IV gevoegd voor de Directie; het tweede exemplaar dient om daarvan de handteekening van den inlegger af te knippen ter opplakking in het stamregister. Het stamboeknummer van den inlegger moet steeds worden vermeld' en met den naam van den inlegger ook worden ingeschreven op het titelblad van het spaarbankboekje. Indien de inlegger niet kan schrijven, wordt dit door den compagnies- ofi détachements-commandant vermeld op form. I. Het op het kantoor aan te houden exemplaar van den stortingstaat wordt niet opgezonden aan de Directie doch ten kantore zorgvuldig bewaard gedurende het loopende en daarop volgende jaar; na 1 Januari van elk jaar kunnen de staten, welke dan meer dan een jaar oud zijn, worden opgeruimd. 150. De postambtenaren behooren de stortingstaten met de bijbehoorende Stortingen, bescheiden en gelden onmiddellijk bij de aanbieding over te nemen tegen wederafgifte na kwijting van een der beide exemplaren van den staat. Ter bijschrijving van de inlagen en afschrijving van de terugbetalingen kunnen de spaarbankboekjes ten kantore worden achtergelaten. Aanv. Hij, die een stortingstaat in ontvangst neemt, kan zich voorloopig er toe bepalen dezen met behulp van de overgelegde spaarbankboekjes en verdere bescheiden te verifieeren, de „afrekening" op de achterzijde van den staat in te vullen en hét saldo der inlagen en terugbetalingen in ontvangst te nemen of uit te betalen. Die afrekening wordt op het origineel en het duplicaat van den staat voor ontvangst geteekend door hem die geld ontvangt, dus door den postambtenaar, als meer wordt ingelegd dan terugbetaald, en door den persoon, die de stukken overbrengt, indien meer wordt terugbetaald dan ingelegd. In dit laatste geval moet echter ook de postambtenaar zijne handteekening stellen onder die van den bedoelden persoon, zoodat dus de postambtenaar altijd teekent. Uiterlijk den volgenden dag worden de ontvangen spaarbankboekjes door den kantoorchef aan den compagnie's- of détachements-commandant teruggezonden, zoo noodig vergezeld van nieuwe boekjes voor nieuwe inleggers en, voor zoover deze voor Inlanders bestemd zijn, van de daarbij behoorende penningen. Met het oog op het voorschrift, dat ook de compagnie's- of détachementscommandant zijne handteekening moet stellen achter elke in de spaarbankboekjes ingeschrevene inlage of terugbetaling, moeten de postambtenaren hunne handteekening zoodanig in het boekje stellen, dat daarbij ruimte blijft voor eene tweede handteekening. 151. In garnizoenen, waar geen post-of hulppostkantoor is gevestigd dan Afgelegen wel het aanwezige hulppostkantoor niet voor den postspaarbankdienst is garnizoenen, aangewezen, geschieden de inlagen enz. bij het kantoor of hulpkantoor op de plaats welke aan de commandanten in hunne instructie is voorgeschreven. In dit geval heeft de verhandeling van gelden ten kantore, zoo noodig in overleg met den kantoorchef, plaats door den persoon, die door den commandant daartoe is aangewezen dan wel door tusschenkomst van den administrateur of kwartiermeester van het garnizoen, waar het betrokken kantoor is gevestigd. Aanv. In het laatste geval worden, na de bijschrijving van de inlagen en de afschrijving van de terugbetalingen, de spaarbankboekjes door den kantoorchef rechtstreeks toegezonden aan den commandant van de compagnie of het détachement waartoe de inleggers behooren. 152. Over te schrijven spaarbankboekjes van mindere militairen behoeven Overschrijving, niet aan den Directeur te worden opgezonden, indien het verzoek om overschrijving (form. Xlla) bij het kantoor, waarop de overschrijving moet geschieden, wordt ingediend door den commandant van de compagnie of het détachement waarbij de inlegger in het nieuwe garnizoen wordt ingedeeld. Aanv. Zelfstandige spaarders behoeven van deze facultatieve bepaling geen gebruik te maken. Indien het voorschrift wèl wordt toegepast, moet form Xlla vergezeld gaan, behalve van het over te schrijven boekje, van een zoo mogelijk door den inlegger onderteekend en in elk geval door diens commandant geviseerd form. 1, waarop het bedrag der eerste inlage oningevuld kan blijven. Ten behoeve van het stamregister worden dan de gegevens omtrent den inlegger zoomede diens handteekening aan dat form. 1 ontleend. Het spaarbankboekje wordt na de overschrijving dadelijk teruggegeven aan den compagnie'sof détachements-commandant, terwijl form. Xlla met form. 1 (zonder de handteekening van den inlegger) aan den Directeur wordt toegezonden, nadat op form. Xlla het nummer is aangeteekend, waaronder de inschrijving in het stamregister heeft plaats gehad en dat ook achter in het spaarbankboekje is vermeld. 153. Aanvragen om een duplicaat voor een verloren gegaan spaarbank- Duplicaatboekje (form. XHIa of b) moeten, na door den inlegger te zijn onderteekend, boekjes, door den commandant der compagnie of van het détachement worden gelegaliseerd, of, zoo de inlegger niet kan schrijven, door dien commandant voor hem worden opgemaakt en geteekend. Aanv. Deze bepaling geldt voor alle militairen beneden den rang van onderluitenant, dus ook voor de zelfstandige spaarders. Het duplicaat-boekje wordt aan den commandant gezonden, tenzij tevens overschrijving op een ander kantoor wordt gevraagd, in welk geval de toezending geschiedt aan het nieuwe adres. De aanvraag om een duplicaat-boekje moet vergezeld gaan van ƒ 0.25 in postzegels. 154. Ter bijschrijving van de rente worden de spaarbankboekjes van Rentede tot dezelfde compagnie of hetzelfde détachement behoorende inleggers bijschrijving. "tegen het einde der maand Januari van elk jaar, per ambtshalve aangeteekend pakket, opgezonden aan den Directeur te Batavia met eene geleidelijst. Aanv. Deze bepaling geldt niet voor de zelfstandige spaarders. De kantoorchefs behooren op de naleving te letten en de compagnie's- en détachements-commandanten zoo noodig daaraan te herinneren. De geleidelijsten moeten bevatten de nummers en serieletters der boekjes, de namen van de inleggers, alsmede opgave van de compagnie of het détachement, waartoe deze behooren. 155. Militairen, die bestemd zijn naar Nederland te vertrekken, kunnen: Vertrek naar a. hunne in de Postspaarbank ingelegde gelden laten staan in verband Nederland, met hun voornemen om zoo mogelijk weder naar Indië terug te keeren; b. terugbetaling vragen van hunne gelden, hetzij vóór hun vertrek naar Nederland, hetzij na aankomst aldaar; c. het verzoek doen om hun tegoed over te dragen op de Rijkspostspaarbank in Nederland. , Aanv. De aanvragen om terugbetaling en de verzoeken om overdracht van het tegoed worden door de commandanten van de subsistentenkaders geviseerd en rechtstreeks toegezonden aan den Directeur, die voor de opmaking der orders van betaling en de afsluiting der boekjes het noodige verricht. De orders worden betaalbaar gesteld en de afgesloten boekjes worden ter uitreiking aan de inleggers toegezonden aan de kantoren bij de aanvragen vermeld. Voor militairen, komende van Soerabaja en Semarang, wordt daarvoor aangewezen het kantoor Weltevreden, terwijl dan de orders en de kennisgevingen van de afsluiting der naar Nederland mede te nemen boekjes worden gezonden aan den commandant van het subsistentenkader te Weltevreden, die zoo noodig de inleggers behulpzaam is bij het verzilveren der orders en de terugontvangst der afgesloten boekjes. Alleen wanneer terugbetaling in Nederland is gevraagd, worden de orders en de kennisgevingen gezonden aan den kwartiermeester van het subsistentenkader te Weltevreden, die dan gemachtigd is de gelden en de voor overdracht op Nederland afgesloten boekjes in ontvangst te nemen ter opzending naar den Minister van Koloniën. 156. De belegging van gelden ten behoeve van militairen in de 2de klasse Onvrijwillige van militaire discipline geschiedt door den betrokken compagnie's- of déta- besparing, chements-commandant op dezelfde wijze als hierboven voor ni et-zelfstandige spaarders is voorgeschreven, met dit verschil dat gebruik wordt gemaakt van een form. Ie (inlagen ten name van derden), waarop als beperkende bepaling is ingeschreven „dat over het op dit boekje ingeschreven bedrag „niet mag worden beschikt dan met toestemming van den commandant van „de compagnie of het détachement, waartoe de inlegger behoort". Aanv. Deze beperkende bepaling wordt ten postkantore in rooden inkt ingeschreven op het titelblad van het spaarbankboekje en door den compagnie's- of détachements-commandant, die de eerste inlage op het boekje deed, onderteekend. Op den omslag van het boekje worden de woorden „Beperkende Dagteekening-stempel. Postspaarbank in Nederlandsch-Indië. Kantoor:. , , . . I Serie . Spaarbankboekje jNr PREMIEGELDEN VAN MILITAIREN. De ondergeteekende, Commandant van 1). 1) De korps- (déta- chements-) commandant, bedoeld in § 9 van de Algemeene Order 1910 te ' No' 46' wenscht ten name van den persoon, ter ommezijde vermeld, in de Postspaarbank in te leggen een met bepaling dat over de op dit boekje ingeschreven premiegelden niet mag worden beschikt dan met toestemming van den Commandant van de Compagnie of van het Détachement, waartoe de inlegger behoort. 2) Handteekening van , den - den Commandant als vo- _.. ren. Gezien en goedgekeurd ter Directie van de Postspaarbank. De toezending van Jlj"""^'""*'11 dit boekje betreffende, ° alle stukken wordt verzocht aan het volgende adres: VOORZIJDE VAN FORM. le VOOR PREMIEGELDEN. Form. Nr. Ie. bepaling" gesteld. Deze kan alleen worden gemaakt bij het nemen van een nieuwe boekje en geldt niet alleen voor de eerste, maar ook voor alle verdere inlagen op dat boekje. De vrije beschikking over deze onvrijwillig bespaarde gelden wordt aan den eigenaar teruggegeven: a. bij het verlaten van den militairen dienst; c. wanneer hij, na uit de 2de klasse van militaire discipline te zijn ontslagen, gedurende een vol jaar overtuigende bewijzen heeft gegeven van geheel verbeterd gedrag, ter beoordeeling van den compagnie's- of détachements-commandant, alles onder voorwaarde dat eventueele schulden aan den Lande vooraf uit die gelden zullen worden voldaan. Een en ander moet blijken uit over te leggen bescheiden, t. w. in het geval sub a uit een ontslagbewijs en in het geval sub b uit eene verklaring van den. :, betrokken commandant, in beide gevallen ter beoordeeling van den Directeur. 157. De belegging van premiegelden van zich reëngageerende militairen Premiegelden, geschiedt door den compagnie's-of détachements-commandant met gebruikmaking van speciale formulieren Ie, waarop als beperkende bepaling is ingeschreven, „dat over de op dit boekje ingeschreven premiegelden „niet mag worden beschikt dan met toestemming van den commandant van „de compagnie of het détachement waartoe de inlegger behoort". Spaarbankboekjes van de- Rijkspostspaarbank in Nederland, waarvan het tegoed moet worden overgedragen op de Postspaarbank hier te lande, worden door tusschenkomst van het Departement van Oorlog toegezonden aan den Directeur te Batavia, die aan de kantoren opdracht geeft nieuwe spaarbankboekjes uit te reiken tegen aanbieding door den compagnie's- of détachements-commandant van ingevulde speciale formulieren Ie met de bovenvermelde beperkende bepaling. Aanv. De beperkende bepaling wordt op het titelblad van de boekjes ingeschreven met rooden inkt en op den omslag worden de woorden „Beperkende bepaling" gesteld. De opdracht aan de kantoren geschiedt bij een form. XXa, te gelijk waarmede aan den compagnie's- of détachements-commandant bij een form. XXIa wordt bericht dat de opdracht is gedaan, waarbij dan tevens de noodige formulieren le aan dien commandant worden toegezonden. 158. De door de compagnie's- of détachements-commandanten ten behoeve Gedrukten. van de militaire inleggers aangevraagde gedrukten worden door de kantoren verstrekt, voor zoover zij aldaar voorhanden zijn. Aanv. Gedrukten, welke op de kantoren niet voorhanden zijn, zooals stortingstaten, moeten door de commandanten aan den Directeur worden aangevraagd. WERKLIEDEN OP ONDERNEMINGEN. 159. Aan Inlanders of daarmede gelijkgestelden, werkzaam bij eene onderneming van landbouw, mijnbouw of van anderen aard, zal door de Model A. Stortingstaat van inlagen in de Postspaarbank, ten name van werklieden der onderneming xi li i Kantoor van uitgifte, _ I N I A fi F N Zoodat het Namen, titels en . & . Tegoed i jn l, a u c in. , , ' volgnummer en serie- . , tegoed op stamboeknummers . .? . . op het T Kn ,. . , letter van het spaar- ... , „ 0 . c a Te het boek]e der inleggers. , ,, .. boekie. 1 2 3 4 5 6 7amon i t ss I bankboekje. I I 1 zamen. stijgt tot: Deze kolommen kunnen f vervallen, indien de loonen slechts éénmaal per * maand worden uitbetaald. Totaal ƒ Totalen .... ƒ ƒ BIJLAGEN: Spaarbankboekjes Formulieren voor eerste inlagen (in duplo). Quitanties Orders van betaling VOORZIJDE VAN DEN STORTINGSTAAT beheerders dier ondernemingen, die daartoe bereid worden bevonden, zooveel mogelijk hulp worden verleend om een deel van hun loon bij de Postspaarbank te beleggen, ten einde verkwisting van het verdiende tegen te gaan en aan de werklieden een gemakkelijk middel te verschaffen om hunne spaarpenningen veilig te bewaren en, bij terugkeer naar de plaats hunner herkomst binnen Nederlandsch-Indië, zonder onkosten en kans op verlies of verspilling mede te nemen. Aanv. Hierbij is in de eerste plaats gedacht aan z.g.n. contract-koelis, doch de regeling is ook bruikbaar voor vrije werklieden op ondernemingen, waar ook gevestigd. De kantoorchefs behooren de aandacht van beheerders van ondernemingen op deze spaargelegenheid voor hunne werklieden te vestigen door toezending van de daartoe ter Directie aan te vragen overzichten van de regeling, welke evenals propagandamiddelen en formulieren kosteloos worden verstrekt. 160. Bij elke gunstige gelegenheid en wel in de eerste plaats opdebe- Inlagen, faaldagen worden door den persoon, die daartoe door den beheerder der onderneming is aangewezen, van de werklieden de inlagen in ontvangst genomen, welke zij voor de Postspaarbank wenschen te bestemmen. De inlagen worden achtereenvolgens ingeschreven op een stortingstaat in duplo volgens model. Aanv. De inlagen kunnen niet minder bedragen dan 25 cent. Voor nieuwe inleggers worden twee exemplaren van het voor eerste inlagen bestemd form. 16 (voor Inlanders) of Ic (voor Vreemde Oosterlingen) zoo nauwkeurig mogelijk ingevuld met, voor contract-koelis, vermelding van het nummer waaronder de inlegger op de onderneming bekend staat. De beide exemplaren van het formulier worden door den inlegger onderteekend. kan deze niet schrijven, dan stelt de persoon, die de inlage in ontvangst neemt, onder het formulier de verklaring: „De inlegger kan niet schrijven", welke door hem wordt onderteekend. Van de stortingstaten bestaan groote en kleine modellen. 161 De stortingstaten worden ten minste éénmaal 'smaands ingediend Stortingen, bij het naastbijzijnde postkantoor of hulppostkantoor ter inschrijving van de inlagen in de spaarbankboekjes der inleggers. Daartoe gaan de staten vergezeld van: a. de formulieren I in duplo betreffende nieuwe inleggers; b. de spaarbankboekjes van hen, die reeds inleggers zijn; c. het gezamenlijk bedrag der inlagen of het saldo na aftrek van terugbetalingen. Aanv. Van de formulieren I is één exemplaar bestemd voor de Directie, te voegen bij den verantwoordingstaat form. IV, en het andere om daarvan, de handteekening van den inlegger af te knippen ter opplakking in het stamregister. De spaarbankboekjes kunnen ook, ter vermijding van heen en weer zenden, Specificatie van de bedragen welke teruggenomen worden. M M «x^i,. „„ 0+„m Kantoor van uitgifte, Namen, titels en stam- . & . ' Tar„„„. , volgnummer en serie- ,erugge- boeknummers der letter van het spaar_ nQmen inleggers. bankboekje. / Totaal. . . . ƒ Ar origineel Afgegeven voor „ ,.—r D ° duplicaat. De persoon belast met de behandeling der spaarbankaangelegenheden, Afrekening met het postkantoor. Te storten (zie voorzijde) ƒ Terug te nemen (zie Terug te nemen (zie boven) f boven) Te storten (zie voorzijde) Per saldo te storten f | Per saldo terug te nemen ƒ Voor de ontvangst van: Voor de ontvangst van: . . . . den den (handteekening van den Handteekening van den persoon bepostambtenaar). last met de behandeling der spaar¬ bankaangelegenheden. Toelichting. De origineele editie van dezen staat blijft in handen van hem, die geld afdraagt, dus van den postambtenaar of van den persoon belast met de ontvangst der gelden aan het postkantoor. Indien daartegen door de kantoorchefs geen bezwaar wordt gemaakt, op de kantoren (niet op de hulpkantoren) in bewaring worden genomen onder persoonlijk toezicht van den kantoorchef, die daarvoor een bewijs van ontvangst afgeeft. De penningen moeten steeds door de inleggers worden bewaard. 162. De stortingstaten met de daarbij gevoegde bescheiden en gelden Overneming ■worden, tegen kwijting op den origineelen stortingstaat, door de kantoren der stortingen, of hulpkantoren onmiddellijk bij de aanbieding overgenomen, indien dit ge- wenscht wordt. Aanv. De spaarbankboekjes kunnen dan ter bijschrijving van de inlagen en afschrijving van de terugbetalingen ten kantore worden achtergelaten, indien zij daar niet reeds berusten, en worden uiterlijk den volgenden dag door den kantoorchef of den hulppostcommies aan den afzender teruggezonden, c. q. vergezeld van de nieuw uitgereikte boekjes en van de daarbij behoorende penningen. 163. Voor de geheele of gedeeltelijke terugbetalingen van het tegoed; op Terugde spaarbankboekjes als in deze regeling bedoeld, gelden in het algemeen betalingen, dezelfde bepalingen als voor de gewone inleggers in de Postspaarbank. De quitanties form. V, de aanvragen om terugbetaling form. VI en de naar aanleiding daarvan ontvangene orders van betaling form. VII worden door de inleggers zeiven onderteekend; kunnen zij niet schrijven, dan stellen zij een kruis of eenig ander handmerk, dat wordt gelegaliseerd door den persoon, die met de behandeling van deze aangelegenheden is belast. Aanv. Hier wordt alleen gehandeld over terugbetalingen van reeds opeen spaarbankboekje ingeschreven gelden; met de geheele of gedeeltelijke teruggave van reeds aan den bovenbedoelden persoon afgedragen doch nog niet bij het kantoor of hulpkantoor overgebrachte gelden heeft de Postspaarbank geene bemoeienis. 164. Indien tegelijkertijd stortingstaten voor inlagen en quitanties form. Verrekening V of orders van betaling form. VII voor terugbetalingen aan het kantoor van inlagen worden gezonden, kunnen de daarvoor noodige bedragen worden verrekend met terugbedoor de terugbetalingen gespecificeerd te vermelden op de achterzijde van talingen, •de stortingstaten en tevens aan te toonen hoeveel nog blijft te storten dan wel moet worden terugontvangen. Aanv. De postambtenaren, aansprakelijk zijnde voor de door hen bewerkstelligde terugbetalingen, hebben het recht om, alvorens over te gaan tot de in ontvangstneming van gelden en bescheiden, de aanvragen voor de terugbetalingen te onderzoeken; daartegen geene bedenking hebbende, zullen zij de op de afrekening gestelde aantooning voor overname van het per saldo te storten dan wel voor afgifte van het per saldo terug te betalen bedrag afteekenen. 165. Ter bijschrijving van de rente worden de spaarbankboekjes éénmaal Renteper jaar, bij voorkeur in de maand Januari, door tusschenkomst van het bijschrijving. riaastbijzijnd kantoor of hulpkantoor, per ambtshalve aangeteekend pakket opgezonden aan den Directeur der Postspaarbank, met vermelding van het aantal boekjes en van den naam der onderneming vanwaar de boekjes afkomstig zijn. Aanv. De kantoorchefs moeten aan de naleving van deze bepaling herinneren. Onmiddellijk na de rentebijschrijving zullen de boekjes door den Directeur worden teruggezonden, behalve voor zooveel betreft de boekjes, waaromtrent is medegedeeld dat opzending aan een ander adres gewenscht wordt. 166. Aan een inlegger, die de onderneming verlaat, wordt zijn spaar- Overschrijving bankboekje, indien dat voor hem wordt bewaard, ter hand gesteld ten einde (op verzoek dat boekje te kunnen medenemen naar de plaats zijner bestemming. van den Indien deze plaats gelegen is binnen het ressort van een ander postkan- inlegger), toor, moet hij zich op dat kantoor aanmelden met het verzoek zijn boekje te doen overschrijven. Aanv. In dit geval, wanneer dus de inlegger zelf de overschrijving van zijn spaarbankboekje verzoekt, is de postambtenaar van het kantoor, waar de inlegger zich aanmeldt, hem behulpzaam met de invulling van een form. Xlla en wordt dit formulier met het boekje aan den Directeur opgezonden. 167. Bij overgang van den inlegger naar eene andere onderneming, waar Overschrijving eveneens deze regeling wordt toegepast, wordt het verzoek om overschrij- (op verzoek ving, met gebruikmaking van een form. Xlla, zoo spoedig mogelijk gedaan van den door den persoon, die op deze onderneming met de spaarbankaangelegen- ondernemer), heden is belast. Aanv. In dit geval wordt het form. Xlla, vergezeld van het over te schrijven spaarbankboekje, en van een door den bedoelden persoon gelegaliseerd — en zoo mogelijk door den inlegger onderteekend — form. I ingediend bij het kantoor, waarop de overschrijving verlangd wordt. Dit kantoor is dan bevoegd de overschrijving te doen plaats hebben zonder het boekje naar den Directeur op te zenden, zoodat dit dadelijk kan worden teruggezonden. Alleen worden dan aan den Directeur toegezonden het form. Xlla met het form. 1 — zonder de handteekening van den inlegger, welke in het stamregister is geplakt — nadat op form. Xlla het nummer is aangeteekend, waaronder het boekje in het stamregister is ingeschreven en dat ook achter in het boekje is vermeld. 168. Wanneer een werkman, die gelden bij de Postspaarbank heeft in- Overlijden, gelegd, komt te overlijden, wordt zijn boekje overgegeven aan de(n) rechthebbende^). De door dezen in te dienen aanvraag om terugbetaling van het tegoed wordt geviseerd door den persoon met deze aangelegenheden belast, die daarop tevens de verklaring stelt dat de aanvrager(s) de werkelijk rechthebbende(n) is (zijn). 8 In geval de rechthebbende(n) onbekend is (zijn), of wanneer de inlegger Desertie of deserteert of vermist wordt, wordt zijn boekje, zoo mogelijk met den penning, vermissing, aan den Directeur der Postspaarbank opgezonden ter bewaring. Aanv. Voor de aanvragen om terugbetaling van het tegoed van een overledene wordt een form. \lh gebezigd, dat aan den' Directeur moet worden opgezonden met het spaarbankboekje en den penning. 169. De voor werklieden op ondernemingen aangevraagde gedrukten Gedrukten. worden door de kantoren verstrekt, voor zoover zij aldaar voorhanden zijn. Aanv. Gedrukten, welke op de kantoren niet voorhanden zijn, moeten door de kantoorchefs aan den Directeur worden aangevraagd. GESTRAFTEN. 170. Aan Directeuren (niet aan Cipiers) van gevangenissen is opgedragen gelden behoorende aan gestraften bij de Postspaarbank te beleggen op naam van de eigenaren. De eerste inlage van dergelijke gelden geschiedt op een form. \e met de Eerste inlagenbeperkende bepaling „dat over het op dit boekje ingeschreven bedrag niet „mag worden beschikt dan met toestemming van den Directeur der gevangenis, waarin de gestrafte is opgenomen, of voor het geval geen Directeur „over die gevangenis is aangesteld, van het Hoofd van Plaatselijk Bestuur.. Aanv. Indien de gestrafte kan schrijven, stelt bij zijne handteekening op de achterzijde van form Ie en bovendien op een form la, b of c. De laatste handteekening. wordt ten kantore uitgeknipt en in het stamregister geplakt. Kan de inlegger niet schrijven, dan wordt daarvan melding gemaakt op de achterzijde van form. le. 171. Aanvragen om terugbetaling, quitanties en orders van betaling wor- Terugden onderteekend door den gestrafte, indien hij kan schrijven, alsmede door betalingen, den Directeur der gevangenis of door het Hoofd van plaatselijk bestuur, ten bewijze dat de handteekening door den gestrafte zeiven is gesteld en dat de vereischte toestemming wordt verleend. Kan de gestrafte niet schrijven, dan wordt dit op het formulier vermeld en het stuk alleen geteekend door den Directeur der gevangenis of het Hoofd van plaatselijk bestuur. 172. Verzoeken om overschrijving worden opgemaakt en ingediend door Overschrijving, de Directeuren van gevangenissen of de Hoofden van plaatselijk bestuur onder bijvoeging van een form. I, zoo mogelijk door den gestrafte onderteekend. Aan het verzoek kan dan dadelijk door het kantoor, waarop moet worden overgeschreven, worden voldaan. Aanv. Form. Xlla wordt na de overschrijving opgezonden aan den Directeur, onder bijvoeging van form. 1, waarvan de handteekening ten behoeve van het stamregister is afgeknipt. Op form. Xlla wordt aangeteekend onder welk nummer de inschrijving in het stamregister heeft plaats gehad, welk nummer ook achter in het spaarbankboekje moet voorkomen. Het boekje wordt dadelijk teruggegeven en dus niet opgezonden naar den Directeur. 173. Aan de Directeuren van gevangenissen is opgedragen om bij het Geleidelijsten. doen van inlagen, het vragen van terugbetalingen of van overschrijvingen van meerdere gestraften tegelijk, daarbij te voegen lijsten, waarop voor iederen inlegger afzonderlijk is aangeteekend wat verlangd wordt. Aanv. De kantoren hebben hierdoor de gelegenheid ter zake het noodige te verrichten zonder dat de verdere dienst op het kantoor daaronder behoeft te lijden. ZEKERHEIDSBOEKJES. 174. Sommen, welke moeten dienen als zekerheid voor de betaling van Inschrijving, telegrammen of van frankeerkosten, worden bij het betrokken post- of hulppostkantoor, ten name van den belanghebbende, ingeschreven op een spaarbankboekje. De inlegger wordt geacht in dit geval afstand te doen van zijn recht op terugbetaling uit de Postspaarbank van het aldus als zekerheid verbonden bedrag, totdat door den Hoofd-Inspecteur, Chef van den Post-, Telegraafen Telefoondienst, zal zijn verklaard, dat al de door hem verschuldigde kosten zijn voldaan. Aanv. De eerste inlage geschiedt op een form. I a, b of c door den inlegger zeiven, of op een form. le door den kantoorchef ten name van den inlegger. Voor firma's, agentschappen e. d. moet niet de familienaam van den firmant of agent worden vermeld, doch de firma-naam of die van het agentschap enz. Het spaarbankboekje wordt door den inlegger tegen een bewijs van ontvangst, volgens een door den Hoofd-Inspecteur vastgesteld model, afgegeven aan het kantoor van storting, vergezeld van eene verklaring volgens een eveneens door den Hoofd-Inspecteur vastgesteld model. De verbonden spaarbankboekjes worden door den kantoorchef toegezonden aan den Hoofd-Inspecteur, die de boekjes in bewaring doet toekomen aan den Directeur der Postspaarbank. 175. Terugbetaling op zekerheidsboekjes geschiedt alleen op eene order Terugbetaling, van betaling van den Directeur, welke niet wordt afgegeven tenzij uit een bericht van den Hoofd-Inspecteur blijkt, dat tegen de terugbetaling geen bezwaar bestaat. Op aanvraag van den inlegger wordt hem echter door den Directeur, zonder medewerking van den Hoofd-Inspecteur, eene order van betaling toegezonden voor de hem toekomende rente. Dit voorloopig bewijs behoort na aankomst der keerende post van het aansluitende postkantoor tegen het spaarbankboekje te worden omgeruild. Form. XVI. Voorloopig bewijs van ontvang eener som van ƒ g^^^^^sg^gggg als eerste inlage in de Postspaarbank ten name van - 'é. , den 191 . De hulppostcommies, VOORLOOPIG BEWIJS VAN ONTVANG, FORM. XV Aanv. Rechtstreeksche terugbetalingen op deze spaarbankboekjes zijn niet toegelaten, ook al zijn deze toevallig, b. v. voor betaling der rente, ten kantore. Voor de terugbetaling van het tegoed, geheel of gedeeltelijk, moet de Directeur eerst een verzoek van den Hoofd-Inspecteur hebben ontvangen, ten bewijze dat de inlegger aan zijne verplichtingen heeft voldaan. De hierop betrekking hebbende mededeelingen moeten dus door de kantoorchefs worden gericht tot den Hoofd-Inspecteur. HULPPOSTKANTOREN. 176. Aan den dienst der Postspaarbank wordt alleen deelgenomen door Taak. de hulpkantoren, welke voor de uitoefening van dien dienst zijn aangewezen. Aan die hulpkantoren kunnen inlagen worden gedaan en terugbetalingen worden verkregen door inleggers, die reeds in het bezit zijn van een spaarbankboekje. Voor andere handelingen verleenen de hulppostcommiezen hunne bemidling tusschen de inleggers en het kantoor, waaronder het hulpkantoor ressorteert. Aanv. Ten behoeve van de hulppostcommiezen wordt eene afzonderlijke korte instructie uitgegeven, welke ook aan de kantoorchefs wordt verstrekt en waarnaar zij dus de hulppostcommiezen kunnen verwijzen. Tenzij het tegendeel uitdrukkelijk is voorgeschreven of door den Directeur verlangd wordt, richten de hulpcommiezen hunne mededeelingen en alle stukken, op den postspaarbankdienst betrekking hebbende, aan den chef van het kantoor, waaronder het hulpkantoor ressorteert. De kantoorchefs behooren nauwlettend toe te zien, dat de aan den Directeur door te zenden bescheiden van de hulpkantoren geheel aan de voorschriften voldoen, en zij verrichten het noodige om fouten of leemten te herstellen. 177. Eerste inlagen door inleggers, die nog geen spaarbankboekje bezitten, Eerste inlagen, worden bij de hulpkantoren aangenomen ter doorzending naar het kantoor, tegen afgifte aan den inlegger van een voorloopig bewijs van ontvang form. XVI. Aanv. Spaarbankboekjes aan nieuwe inleggers worden uitgegeven door de kantoren. De inlegger bi] een hulpkantoor onderteekent daartoe, zoo mogelijk, een door of voor hem ingevuld form. 1 in tweevoud, welke formulieren met het bedrag der eerste inlage per eerste postgelegenheid aan het kantoor worden toegezonden bij eene Nota van verzending (model N2). Aan den inlegger wordt door den hulppostcommies een voorloopig bewijs van ontvang form. XVI afgegeven, behalve wanneer de eerste inlage geschiedt voor eene vereeniging, eene vennootschap enz. op een form. \d, in welk geval het aan dat formulier gehecht bewijs aan den inlegger wordt uitgereikt. Het eene exemplaar van form. 1 wordt door het kantoor gebruikt om daarvan de handteekening van den inlegger af te knippen ter opplakking in het stamregister van het kantoor; dit exemplaar wordt daarna met het nieuwe spaarbankboekje en c. q. den bijbehoorenden penning per eerste postgelegenheid aan het hulpkantoor teruggezonden, waar mede inschrijving in het stamregis- i ter plaats heeft alvorens het boekje c. q. met den penning aan den inlegger wordt uitgereikt. Het voorloopig bewijs van ontvang form. XVI of ld wordt van den inlegger teruggevorderd en, gehecht aan het hoogerbedoeld exemplaar van form. 1, aan het kantoor opgezonden ten bewijze dat de uitreiking van het boekje aan den rechthebbende en de inschrijving in het stamregister van het hulpkantoor heeft plaats gehad. 178. Eerste inlagen bij hulpkantoren worden door de kantoren (niet Verantwoordoor de hulpkantoren) verantwoord op de verantwoordingstaten van inlagen ding van form. IV. alsof het inlagen bij de kantoren zelve gold. ; eerste inlagen door de kantoren. Verdere inlagen. Aanv. Bij den verantwoordingstaat form. IV worden dus ook overgelegd de tweede exemplaren van de formulieren 1 betreffende eerste inlagen door bemiddeling van hulpkantoren, welke exemplaren voor de Directie bestemd zijn. 179. Verdere inlagen op reeds bestaande spaarbankboekjes, onverschillig van welk kantoor, geschieden rechtstreeks bij de hulpkantoren en worden door de hulppostcommiezen op hunne verantwoordingstaten van inlagen form. IV, zoomede dadelijk in de spaarbankboekjes ingeschreven. Aanv. De verantwoordingstaten voor de hulpkantoren zijn op dezelfde wijze ingericht als die voor de kantoren; alleen zijn zij van kleiner afmetingen. Voor de inschrijvingen op, en het gebruik dier staten gelden dezelfde voorschriften als voor die der kantoren. Voor de inschrijving van de inlagen in de spaarbankboekjes maakt de hulpcommies eveneens gebruik van de strooken van den verantwoordingstaat, terwijl de niet gebruikte strooken daaraan gehecht moeten blijven. 180. Terugbetalingen kunnen bij de hulpkantoren worden verkregen, hetzij rechtstreeks, hetzij op eene order van betaling van den Directeur. De rechtstreeksche terugbetalingen zijn onderworpen aan dezelfde beperIdngen, welke ook voor de kantoren gelden. Indien de hulpkantoren voor het doen van rechtstreeksche terugbetalingen geene middelen beschikbaar hebben, wordt het noodige vooraf aan het kantoor aangevraagd. Aanv. Rechtstreeksche terugbetaling is alleen toegelaten tot bedragen van ten hoog- Rechtstreeks, ste ƒ100 in een tijdvak van vier weken, mits niet uitmakende het geheele bedrag van het tegoed op het spaarbankboekje. Door tusschenkomst van de hulpkantoren kunnen door de inleggers rechtstreeksche terugbetalingen worden verkregen op spaarbankboekjes, welke zijn uitgegeven door, of overgeschreven op het kantoor, waaronder het hulpkantoor ressorteert. Het is daarvoor niet noodig, dat het spaarbankboekje ook is ingeschreven in het stamregister van het hulpkantoor, indien het maar voorkomt in het stamregister van het kantoor. Ook op andere spaarbankboekjes kunnen rechtstreeksche terugbetalingen worden verkregen, doch dan moet de inlegger persoonlijk aan den hulppostcommies bekend zijn of hem door twee bekende getuigen worden bekend gemaakt. . Terugbetalingen. i Indien de hulppostcommies bij toeval het noodige geld voor de gevraagde terugbetaling beschikbaar heeft, gaat hij daartoe dadelijk over op een quitantieformulier V, doch alleen als er geen twijfel bestaat aan de identiteit van den aanvrager. De hulppostcommies stelt dan op het form. V de aanteekening: „Inlegger mij bekend", welke verklaring door hem moet worden onderteekend. In andere gevallen, welke de regel zullen zijn, wordt het verzoek om rechtstreeksche terugbetaling door den hulppostcommies aan het kantoor overgebracht door middel van een aanvraag-form. Vlo of VId, waarop eveneens de aanteekening wordt gesteld: „Inlegger mij bekend", voor het geval de hulppostcommies kan instaan voor de identiteit van den aanvrager. Zoo neen, dan wordt door het kantoor de handteekening op de aanvraag vergeleken met die van den inlegger in het stamregister, en worden achter op het aanvraag-form. VI de gegevens uit het stamregister overgenomen, waarmede de hulppostcommies vóór de terugbetaling de identiteit van den aanvrager alsnog moet vaststellen. Behalve de identiteit van den aanvrager, moet door den hulppostcommies ook worden onderzocht of het tegoed op het spaarbankboekje de rechtstreeksche terugbetaling van het gevraagde bedrag toelaat; bestaat daartegen geen bezwaar dan schrijft de hulppostcommies boven op het formulier het woord „rechtstreeks". Het aanvraag-formulier VI, voorzien van de noodige aanteekeningen van den hulppostcömmies, wordt door dezen per eerste postgelegenheid aan het kantoor toegezonden als eene bijlage eener nota model N2, waarbij opgave wordt gedaan van den stand van de kas van het hulpkantoor. Het kantoor zendt de aanvraag per eerste postgelegenheid terug aan het hulpkantoor onder bijvoeging van het terug te betalen bedrag of van zoodanig ander bedrag als de hulppostcommies, in verband met den op de nota volgens model N2 vermelden stand zijner kas, voor het doen van de terugbetaling noodig heeft, waarbij dan zoo noodig aan den hulppostcommies de hoogerbedoe 1 de gegevens uit het stamregister van het kantoor worden medegedeeld. De terugbetaling bij het hulpkantoor geschiedt dan op een quitantie-form. V, dat bij den verantwoordingstaat van terugbetalingen form. Vlll van het hulpkantoor moet worden overgelegd. 181. Aanvragen om terugbetaling, welke niet rechtstreeks kunnen geschie- Terugbetalinden, worden door den hulppostcommies per eerste postgelegenheid opgezonden gen op order aan het kantoor ter doorzending aan den Directeur. Na onderzoek van de van den aanvraag geschiedt die doorzending eveneens per eerste postgelegenheid. Directeur. Tegelijk met de verzending van de order van betaling rechtstreeks aan het adres van den inlegger, zendt de Directeur de aanvraag terug aan het kantoor, dat te zorgen heeft voor onverwijlde doorzending daarvan aan het hulpkantoor, onder bijvoeging van de noodige fondsen voor de uitbetaling van de order. Aanv. Het heen en weer zenden van de aanvragen moet zoo weinig mogelijk vertraging ondervinden. Ook moet de van den Directeur terug ontvangen 1 i aanvraag dadelijk met de noodige gelden aan het hulpkantoor worden doorgezonden en behoort niet te worden gevorderd dat de door den inlegger geteekende order van betaling vooraf aan het kantoor wordt toegezonden, zooals ten onrechte wel geschiedt. Aanvragen voor rechtstreeksche terugbetalingen moeten niet aan den Directeur worden doorgezonden, doch dadelijk door het kantoor worden beantwoord. 182. Telegrafische aanvragen om terugbetaling worden door het hulp- Telegrafische kantoor per post aan het kantoor overgebracht, nadat door den aanvrager terugeen voldoend bedrag voor de seinkosten, hetzij voor de aanvraag alleen, hetzij betalingen, ook voor eene telegrafische order, bij den hulpcommies is gedeponeerd. Aanv. De aanvraag geschiedt bij een form. Vlo of Vief, dat aan het kantoor wordt toegezonden bij eene nota model N2, onder opgave van het gedeponeerd bedrag voor de seinkosten en van den stand der kas van het hulpkantoor. De overbrenging geschiedt dus steeds schriftelijk en nooit per telegraaf of telefoon; hetzelfde geldt voor de telegrafische orders van betaling tusschen het kantoor en het hulpkantoor. Het kantoor behandelt de aanvraag op de gewone wijze en zorgt voor de verstrekking aan het hulpkantoor van de noodige fondsen voor de terugbetaling, onder opgave van het juiste bedrag der verschuldigde seinkosten. Telegrafische terugbetalingen kunnen alleen worden aangevraagd voor spaarbankboekjes, welke door het kantoor zijn uitgegeven of daarop zijn overgeschreven, of waarvan de inleggers aan den hulppostcommies bekend zijn of hem bekend zijn gemaakt door twee bekende getuigen. Dit wordt door den hulpcommies op form. VI vermeld. 183. Inlagen en terugbetalingen bij de hulpkantoren (behalve de eerste Verantwoorinlagen op nieuwe spaarbankboekjes) worden door den hulppostcommies in ding van involgorde ingeschreven op de verantwoordingstaten form. IV en VIII, welke aan lagen en terughet kantoor worden opgezonden en wel dagelijks per eerste post, dan wel betalingen door per eerste postgelegenheid. het hulpkantoor. Aanv. De verantwoordingstaten form. IV en Vlll worden door den Directeur ten behoeve van de hulpkantoren, gefolieerd en met den naam van het hulpkantoor gestempeld, aan de kantoren toegezonden. Deze verstrekken de folio's aan de hulpkantoren naar de behoefte; de niet dadelijk noodige folio's worden op het kantoor zorgvuldig bewaard. Al naar gelang van den afstand en den omzet van het hulpkantoor worden meerdere folio's aan dat hulpkantoor in voorraad gegeven, terwijl telkens voor de terugontvangen staten nieuwe in volgorde worden afgegeven. Bovendien wordt er nog, bij afgelegen hulpkantoren, toezicht op de verantwoordingstaten gehouden door het Hoofd van plaatselijk bestuur (zie onder 188). De verantwoordingstaten van de hulpkantoren moeten door het kantoor worden terug ontvangen in volgorde van de folio's met alle niet gebruikte strooken, terwijl de nummering van de inlagen en terugbetalingen, welke elk jaar op nieuw begint met No. 1, moet doorloopen. Op een en ander moet nauwkeurig worden gelet. < 184. Onmiddellijk na de ontvangst van de verantwoordingstaten worden deze en de daarbij overgelegde bescheiden bij het kantoor geverifieerd en geëxamineerd. Eventueele opmerkingen worden per eerste postgelegenheid onder de aandacht van den hulppostcommies gebracht, zoo noodig onder terugzending van de stukken ter verbetering of aanvulling. Aanv. De terugzending der stukken geschiedt alleen, als het kantoor niet zelf de fout kan verbeteren, wat b. v. niet kan geschieden met bewijsstukken voor betalingen, dus b. v. aanvraag-formulieren, quitanties of orders van betaling, welke niet of niet behoorlijk door den inlegger zijn onderteekend. Daarentegen kunnen b. v. foutieve optellingen op de verantwoordingstaten en dergelijke onnauwkeurigheden op het kantoor worden hersteld. Verbeteringen moeten altijd geschieden in rooden inkt en worden geparafeerd. 185. Bij de toezending van de verantwoordingstaten form. IV en VIII door Origineele en de hulpkantoren aan de kantoren worden de origineelen en duplicaten duplicaat-vervan die staten niet van elkaar gescheiden en dus gelijktijdig opgezonden. antwoordingElke zending van zulke staten gaat vergezeld van het bedrag der inlagen staten. of van het saldo der inlagen en terugbetalingen. Aanv. De origineelen worden op het kantoor van de duplicaten gescheiden; origineelen en duplicaten worden afzonderlijk aan den Directeur doorgezonden tegelijk met de origineelen en duplicaten van de eigen verantwoordingstaten van het kantoor. 186. De inlagen en terugbetalingen bij de hulpkantoren worden aange- Verantwoormerkt als ontvangsten en uitgaven van het kantoor. Op de eigen verant- ding van inwoordingstaten form. IV en VIII van het kantoor worden mitsdien overgebracht lagen en en bij het dagtotaal van den dag, waarop de staten ontvangen worden, terugbetalinopgeteld de algeheele totale bedragen voorkomende op de verant- gen door het woordingstaten der hulpkantoren. Die staten worden daarbij overgelegd. kantoor. Aanv. De overbrenging geschiedt op den dag, waarop het kantoor de staten van het hulpkantoor ontvangt. Overgebracht wordt alleen het algeheele totale bedrag, met vermelding van den naam van het hulpkantoor. Dus niet de bedragen der dagtotalen van het hulpkantoor en evenmin eene specificatie 'van de inlagen en terugbetalingen; deze blijken uit de overgelegde staten van het hulpkantoor zelve. Heeft het kantoor op dien dag geen eigene inlagen en terugbetalingen te verantwoorden, dan worden alleen de bedragen der hulpkantoren vermeld en vormen deze het dagtotaal van dien dag. 187. De boeking bij de hulpkantoren van de dagtotalen der inlagen en Boeking dagterugbetalingen in het daarvoor bestemd register form. IX geschiedt op geheel totalen op het dezelfde wijze als bij de kantoren. hulpkantoor. Examinatie der form. IV en VIII. I De hulpkantoren, welke eens of meermalen daags postverbinding hebben, dienen op den eersten dag van elke maand, de overige per eerste postgelegenheid in elke maand, een uittreksel uit register form. IX (c. q. als nihilstaat) aan het kantoor in ter doorzending aan den Directeur. Op de indiening van deze uittreksels form. 1X6 wordt door de kantoorchefs nauwkeurig toegezien. Aanv. Voor eene goede contróle op de hulpkantoren zijn deze uittreksels onmisbaar, zoodat elke vertraging in de indiening aanleiding moet geven tot eene herinnering. Blijft de hulpcommies nalatig, dan wordt daardoor het vermoeden gewekt dat onregelmatigheden in het geldelijk beheer van het hulpkantoor zijn gepleegd, en moet daarvan onverwijld kennis worden gegeven aan het Hoofd van gewestelijk (c. q. plaatselijk) bestuur. Verzuim hiervan komt voor de verantwoording der kantoorchefs. 188. Voor hulppostkantoren, welke minder dan eenmaal daags postver- Contróle der binding hebben met het kantoor, waaronder zij ressorteeren, moeten de uit- form. \Xb. treksels uit het register van dagtotalen form. \Xb, vóór de indiening door den hulppostcommies, worden voorzien van eene aanteekening door het Hoofd van plaatselijk bestuur, waaruit blijkt of het in te dienen uittreksel overeenstemt met het register form. IX, zoomede of de aan den hulppostcommies ververstrekte en nog niet gebruikte verantwoordingstaten form. IV en VIII, met de bij die staten behoorende strooken, ongeschonden aanwezig zijn. Aanv. De kantoorchefs moeten dus toezien, dat geene form. IXb van de aan deze contróle onderworpen hulpkantoren aan den Directeur worden doorgezonden, zonder de bedoelde aanteekening van het Hoofd van plaatselijk bestuur. 189. De op de verantwoordingstaten form. IV en VIII der hulpkantoren Boeking dagvoorkomende dagtotalen van inlagen en terugbetalingen worden, voordat totalen op het die staten aan den Directeur worden doorgezonden, ook op het kantoor kantoor, geboekt in het register van dagtotalen form. IX en wel op een afzonderlijk folio voor elk hulpkantoor. Aanv. De algeheele totale bedragen van de staten form. IV en VIII der hulpkantoren worden derhalve ingevolge het voorschrift onder 186 overgenomen op de staten form. IV en VIII van het kantoor, terwijl de bedragen der dagtotalen worden overgenomen in register form. IX en zulks niet op het folio van het kantoor zelf, doch op afzonderlijke folio's. Elk hulpkantoor krijgt daarvoor voor elke maand een nieuw folio na het voor het kantoor zelf bestemde. Door deze boeking kunnen de kantoren: 1° contröleeren of de hulpkantoren hunne verantwoordingstaten form. IV en Vlll in volgorde indienen en of de volgnummers der inlagen en terugbetalingen geregeld doorloopen, terwijl 2° de door de hulpkantoren in te dienen uittreksels uit register form. IX, vóórdat zij aan den Directeur worden doorgezonden, met de boekingen in het register van het kantoor zelf moeten worden vergeleken. De kantoorchef doet daarvan blijken door de uittreksels form. 1XÖ voor de verificatie af te teekenen. 9 Op te merken is, dat de boeking van de dagtotalen van de hulpkantoren in het register form. IX van het kantoor geschiedt in de maanden en op de data, waarop de inlagen en terugbetalingen bij het hulpkantoor zijn geschied, terwijl de algeheele totale bedragen van de form. IV en Vlll der hulpkantoren op de verantwoordingstaten van het kantoor worden overgenomen op den dag, waarop de verantwoordingstaten van de hulpkantoren door het kantoor worden ontvangen. 190. Bij de boeking in het kasboek model C van het kantoor, ingevolge Boeking in het voorschrift onder 105, van de dagtotalen der inlagen en terugbetalingen, kasboek C van worden die dagtotalen overgenomen met inbegrip van de daarbij getelde het kantoor, bedragen van de verantwoordingstaten der hulpkantoren. Alleen indien die staten betrekking hebben op het afgeloopen jaar, worden voor de boeking in kasboek model C de bedoelde bedragen weder van het dagtotaal afgescheiden om afzonderlijk te worden geboekt op bladzijde 13 van het kasboek model C over het afgeloopen jaar. Aanv. Het levert geen bezwaar op, dat door de kantoren onder hun eigen ontvangsten en uitgaven inlagen en terugbetalingen bij hulpkantoren worden verantwoord, welke op een vroeger tijdstip, zelfs in eene vroegere maand, hebben plaats gehad, indien maar de ontvangsten en uitgaven van verschillende jaren zuiver gescheiden worden gehouden. Gesteld, om een voorbeeld te noemen, dat bij eenig kantoor op 3 Januari een verantwoordingstaat van een hulpkantoor wordt ontvangen, waarop inlagen van den 31sten December t.v. zijn ingeschreven tot een gezamenlijk bedrag van ƒ55—, en dat bedoeld kantoor zelf wegens op eerstgenoemden datum (3 Januari) gedane inlagen te verantwoorden heeft een bedrag van ƒ 310—, dan wijst het dagtotaal van dien dag op form. IV een bedrag aan van ƒ365—, waarvan ƒ310— geboekt wordt in kolom 7 der ontvangsten van kasboek model C van het loopende jaar en ƒ55— op bladz. 13 van het gelijksoortig kasboek over het afgeloopen jaar. Omtrent laatstgenoemd bedrag wordt in de betrekkelijke nota van toelichting (art. 134 der H. V.) vermeld: „inlagen dd. 31 December ... bij het hulppostkantoor De boeking in register form. IX moet in overeenstemming hiermede geschieden, dus: ƒ55— op het folio van het hulpkantoor van de maand December, en ƒ310— op het folio van het kantoor van de maand Januari. 191. Voor andere handelingen den dienst der Postspaarbank betreffende, Overschrijving, als overschrijving, overdracht van het tegoed op Nederland en omgekeerd, overdracht, het aanvragen van duplicaat-boekjes en 'dergelijke, verleenen de hulppost- duplicaatcommiezen hunne bemiddeling tusschen de kantoren en de inleggers. boekjes. Aanv. Overschrijving van spaarbankboekjes op hulpkantoren heeft niet plaats; dit geschiedt alleen op een kantoor. Indien een inlegger zich met het hem door den Directeur toegezonden form. Xlla bij het hulpkantoor van zijne nieuwe woon- of verblijfplaats aanmeldt, wórdt hem door den hulppostcommies een form. I ter invulling en onderteekening voorgelegd of wel wordt een form. 1 door den hulppostcommies voor hem, doch zoo volledig mogelijk, ingevuld. Het bedrag der eerste inlage wordt daarbij niet vermeld. De formulieren Xlla en I worden daarop door den hulppostcommies aan het kantoor toegezonden, waar I de handteekeningen van den inlegger op die beide formulieren voorkomende worden vergeleken, en voorts wordt nagegaan of de gegevens op form. I overeenstemmen met die, welke door den Directeur door de toezending van form. Xllö aan het kantoor zijn verstrekt. Indien daarbij geen bezwaar wordt ontmoet, heeft de inschrijving in het stamregister, de vermelding daarvan achter in het spaarbankboekje, en het verder noodige plaats, waarbij de handteekening van den inlegger van form. 1 wordt geknipt en in het stamregister geplakt. Daarna zendt het kantoor het spaarbankboekje aan het hulpkantoor met form. Xlla, dat nog door den inlegger zoo mogelijk voor de terugontvangst van het boekje op de achterzijde moet worden geteekend. De hulppostcommies zendt dat form. Xlla, zoomede het van den inlegger teruggenomen bewijs van overneming form. XIVa, weder aan het kantoor op, dat die formulieren hecht aan form. XUö en aan den Directeur doorzendt ten bewijze dat de overschrijving heeft plaats gehad. Bij verzoeken om overdracht van spaarbankboekjes der Postspaarbank hier te lande op de Rijkspostspaarbank in Nederland, wordt het boekje met formulier XVII in tweevoud door het hulpkantoor aan het kantoor toegezonden, dat zorg draagt voor doorzending per eerste postgelegenheid aan den Directeur, nadat de stukken in orde zijn bevonden. Door den Directeur wordt het spaarbankboekje na de afsluiting teruggezonden aan het kantoor met een form. XVIII, welke stukken het kantoor per eerste gelegenheid doorzendt naar het hulpkantoor dat in form. XVIII is aangewezen. Indien er op het spaarbankboekje nog eene terugbetaling moet geschieden, blijkens de invulling van form. XVIII, wordt het hulpkantoor daarvoor tevens, zonder verdere aanvrage, van de noodige middelen voorzien. Het kantoor ziet toe, dat van het hulpkantoor alle stukken worden terugontvangen, ook het formulier XIVa van overneming, en zendt die door aan den Directeur. Afgesloten spaarbankboekjes van de Rijkspostspaarbank in Nederland, welke op de Postspaarbank hier te lande moeten worden overgedragen, worden door den hulppostcommies aan het kantoor toegezonden ter doorzending aan den Directeur, onder bijvoeging van twee door den inlegger ingevulde en onderteekende formulieren 1, waarvan «en bestemd is voor de Directie en het andere later voor uitknipping van de handteekening van den inlegger ter opplakking in het stamregister van het kantoor, zoodra opdracht is ontvangen om een nieuw spaarbankboekje uit te reiken. 192. De kantoorchefs geven aan de hulppostcommiezen alle door hen Inlichtingen, gevraagde inlichtingen, zoowel ten behoeve van henzelven als van de inleggers, opdrachten, Zij geven hun voorts de noodige opdrachten betreffende de uitoefening gedrukten. van den dienst en voorzien de hulpkantoren van de benoodigde gedrukten, voorzoover deze niet door de Directie speciaal worden verstrekt. Aanv. De formulieren 11 (stamregister), IV en VIII (verantwoordingstaten), IX en IXö (register van dagtotalen en uittreksels uit dat register), XIVa en XlVö (bewijzen van overneming en inhouding van spaarbankboekjes) en XVI (voorloopige bewijzen van ontvang van eerste inlagen) worden speciaal ten behoeve van de hulpkantoren aan de kantoren verstrekt. De aanvragen om toezending van deze gedrukten worden door tusschenkomst van de kantoren ingediend. B IJ KANTOREN. 193 193. Op de bijkantoren wordt de dienst der Postspaarbank geheel uitgeoefend volgens de voorschriften voor de kantoren, met dit verschil dat de verantwoording van de inlagen en terugbetalingen geschiedt door tusschenJcomst van het kantoor op de wijze als voor de hulpkantoren is bepaald. Aanv. De bijkantoren geven ook zelve spaarbankboekjes uit aan nieuwe inleggers, en boekjes van andere kantoren kunnen ook op de bijkantoren worden overgeschreven. De aan de bijkantoren verstrekte verantwoordingstaten form. IV en VIII zijn van hetzelfde model als die voor de kantoren. AANHANGSEL. Regeling van de vergoedingen aan het personeel van den Post- en Telegraafdienst. REGELING VAN DE VERGOEDINGEN AAN HET PERSONEEL VAN DEN POST- EN TELEGRAAFDIENST VOOR ZIJNE BEMOEIINGEN IN ZAKE DEN DIENST DER POSTSPAARBANK. Bij het besluit van den Gouverneur-Generaal van 2 December 1906 No. 1, gewijzigd bij besluit van 17 November 1909 No. 24 is, bij wijze van proef, bepaald dat: I. aan het personeel van den Post- en telegraafdienst als vergoeding voor zijne bemoeiingen in zake den dienst der Postspaarbank wordt toegekend: A aan de ambtenaren en beambten, die op de kantoren met den loketdienst der Postspaarbank zijn belast, alsmede aan de hulppostcommiezen: a. f 0.02'/2 (twee en een halven cent) voor elke inlage en elke terugbetaling, met dien verstande, dat het aantal terugbetalingen, waarvoor de vergoeding wordt toegekend, niet meer kan bedragen dan de helft van het aantal inlagen en voor het kantoor Weltevreden niet meer dan drie-vierde van het aantal inlagen; b. ƒ0.10 (tien cent) voor elk aan een Inlander uitgereikt spaarbankboekje, dat na twee maanden nog niet is vervallen; B. aan de kantoorchefs ter verdeeling tusschen hen zeiven en het personeel op de kantoren, dat met den dienst der Postspaarbank bemoeienis heeft zonder met den loketdienst te zijn belast, ƒ0.50 (vijftig cent) per duizend gulden van het bedrag der inlagen; II. geene vergoeding zal worden toegekend, indien het totaal bedrag volgens den bij § I vastgestelden maatstaf voor een kantoor minder zou bedragen dan ƒ 10— (tien gulden), vermeerderd met ƒ5— (vijf gulden) voor elk hulp- of bijkantoor; III. de vaststelling der in § I en II bedoelde vergoedingen, volgens door den Directeur der Postspaarbank te verstrekken gegevens, kantoorsgewijze zal geschieden door den betrokken Departementschef, die het totaal der toe te kennen bedragen ter beschikking stelt van den Hoofd-Inspecteur, Chef van den Post- en Telegraafdienst, ter verdeeling volgens door dezen Hoofdambtenaar te stellen regelen; IV. de toekenning der vergoedingen geheel of gedeeltelijk achterwege blijft, indien naar het oordeel van den Directeur der Postspaarbank gepoogd is het bedrag daarvan kunstmatig te verhoogen of de uitoefening van den dienst te wenschen heeft overgelaten. VOORSCHRIFTEN TOT UITVOERING (ZIE CIRC. H. ISP. 1907 No. 96, V. Z. N. GEWIJZIGD). § I. Ter Directie der Postspaarbank wordt jaarlijks, na de vaststelling van •den in het jaarverslag openbaar te maken staat van ingebrachte en terugbetaalde gelden, een staat opgemaakt van de door de kantoren gedurende het afgeloopen jaar verdiende vergoedingen (form. 19a). Van dien staat van vergoedingen wordt door den Directeur der Postspaarbank een afschrift gezonden aan den Hoofd-Inspecteur, Chef van den Post- en Telegraafdienst. § 2. Aan de kantoren wordt door den Directeur der Postspaarbank, door tusschenkomst van den Hoofd-Inspecteur, eene opgave form. 19ö van de verdiende vergoedingen gezonden. Voor de kantoren, die met hunne hulp- en bijkantoren de in § 11 der regeling bedoelde minima hebben bereikt, wordt de vorenbedoelde opgave aan de achterzijde voorzien van eene machtiging van den Hoofd-Inspecteur tot in uitgaafstelling van het bedrag. De kantoren leggen de van deze machtiging voorziene opgaven, na door den kantoorchef voor de ontvangst te zijn geteekend, als bewijsstuk bij den betrokken dagstaat B I over. § 3. De kantoren houden aanteekening van het personeel, dat elke maand aan de loketten heeft gezeten, en bepalen, met toepassing van § 1 sub A van de regeling der vergoedingen, het aandeel in de vergoeding, dat aan elk der ambtenaren en beambten van het kantoor, alsmede aan de hulppostcommiezen en het personeel der bijkantoren toekomt. Die aandeelen worden aangeteekend op register form. IX der dagtotalen, dat maandelijks wordt afgesloten en waarop zooveel mogelijk door eiken deelgerechtigde, als blijk zijner kennisneming, achter het hem toebedeeld bedrag zijn paraaf wordt gesteld. § 4. Na elk jaar wordt door den Directeur der Postspaarbank aan den betrokken Departementschef eene kantoorsgewijze opgave toegezonden van de bedragen der in het afgeloopen jaar verdiende vergoedingen, vergezeld van een voorstel tot uitkeering middels eene ordonnantie van betaling afgegeven ten name van den Chef van het Post- en Telegraafkantoor te Weltevrèden. § 5. Op de kantoren geschiedt de verdeeling der vergoedingen volgens de maandelijksche aanteekeningen. Aan hen, die zijn overgeplaatst, kan het verdiende worden nagezonden of desnoods dadelijk bij vertrek worden uitgekeerd op voorschot door den kantoorchef. § 6. De vergoeding van ƒ0.50 per duizend gulden, bedoeld bij § 1 lett. B •der regeling, behoudt de kantoorchef voor zich, behoudens eene door den Hoofdinspecteur, Chef van den Post- en Telegraafdienst, te regelen billijke belooning voor het personeel, dat hem met het toezien op den dienst der Postspaarbank, alsmede bij de administratie der gelden heeft bijgestaan. § 7. De kantoren vinden bij de machtiging op de achterzijde van form. 19ó, bedoeld in § 2, aangegeven op welke wijze het hun toekomend bedrag moet worden ^verantwoord. Het kantoor Weltevreden neemt van het bedrag van de ordonnantie van "betaling, bedoeld bij § 4: a. het aandeel toekomende aan het personeel van zijn kantoor en de daaronder ressorteerende bij- en hulpkantoren sub F van den loopenden dagstaat BI in als „ontvangen premie voor den Postspaarbankdienst", en stelt in dezelfde rubriek, onder overlegging van het gequitteerde formulier 196, als „uitbetaalde premie voor den Postspaarbankdienst" hetzelfde bedrag in uitgaaf; -6. het restant sub g van den dagstaat BI in, als „ontvangen van de verschillende kantoren", gespecificeerd volgens opgave van het Hoofdbureau onder aanhaling van de betrekkelijke opdracht. ALFABETISCH REGISTER. 10 ALFABETISCH REGISTER. AANDUIDING van spaarbankboekjes AANDUIDING van overgeschreven spaarbankboekjes AANGIFTE van vermissing van spaarbankboekjes AANVRAAG om een dupl icaat - boekje r AANVRAGEN om jaarorders • • • AANVRAGEN om materieel AANVRAGEN om overdracht op Nederland AANVRAGEN (gewone) voor telegrafische orders van betaling AANVRAGEN om terugbetaling ADRESSEERING van stukken aan de Postspaarbank gericht AFGELEGEN garnizoenen AFGIFTE van een duplicaat-boekje AFGIFTE van formulieren aan inleggers , - ï AFSLUITING der boekjes voor overdracht op Nederland AFSTEMPELING van stukken aan de Postspaarbank gericht ALGEHEELE terugbetaling , ALGEMEENE BEPALINGEN BEDRAG der jaarorders BEDRAG der rente BEHANDELING in Nederland van over te dragen boekjes BEHANDELING van het stamregister BEHEERDERS van vereenigingen BEOORDEELING van beperkende bepalingen BEOORDEELING van de bevoegdheid van vertegenwoordigers BEPERKENDE BEPALINGEN ? • BESTUURSLEDEN van vereenigingen ....•> BEWARING van gedrukten BRIEFWISSELING van de kantoorchefs met den Directeur BIJKANTOREN . , • • BIJLAGEN der verantwoordingstaten CONTRÓLE der form. 1X6 der hulpkantoren DAGTOTALEN DAGTOTALEN (Boeking van-) op de hulpkantoren DAGTOTALEN (Boeking van-) van de hulpkantoren op het kantoor DESERTIE van werklieden op ondernemingen DIENSTTIJD op de kantoren, bijkantoren en hulpkantoren DIENSTVERHOUDING van de kantoorchefs tot den Directeur! DIRECTIEBOEKJES Nummers. 69. 118. 136. 132. 8 5. 144. 119. 92. 78 — 80. 6. 151. 133. 147. 121. 6. 83. 1 — 15. 87. 107. 125. 63. 30 — 31. 60. 3 8. 5*5 — 60. 30. 145. 5. 11 en 193. 99. 188. 103. 187. 189. 168. 11. 4. 32 — 33. Nummers. DUPLICAAT-BOEKJES . . . . . 131—136. DUPLICAAT-BOEKJES bij hulpkantoren . . . ' 191. DUPLICAAT-BOEKJES voor militairen 153. DUPLICAAT-BOEKJES in stamregister 134. DUPLICAAT-PENNINGEN . ' 138. DUUR van jaarorders. . . , • • • 84. EERSTE INLAGEN 49 — 54. EERSTE INLAGEN — formulieren 1 51. EERSTE INLAGEN van gestraften 170. EERSTE INLAGEN bij een hulpkantoor 52 en 177. EERSTE INLAGEN ten name van een ander 53. EUROPEANEN 18. FORMULIEREN. Lijst van — Bladz. 94 en 95 FORMULIEREN I voor eersteinlagen S1- FORMULIEREN IV en VIII (Gebruik der — ) 101. FORMULIEREN IV en VIII van hulpkantoren ,84- FORMULIER XlVö (G e b r u i k van — ) l43- GEBRUIK van gedrukten . 145- GEBRUIK van jaarorders . . 8Ó- GEDRUKTEN 144 — 147. GEDRUKTEN voor hulpkantoren 192. GEDRUKTEN voor militairen 158. GEDRUKTEN voor werklieden op ondernemingen it . . . 169. GEHEIMHOUDING van aangelegenheden der Postspaarbank 8- GEHEIMHOUDING. (Opheffing van de— ) 9. GEHUWDE VROUWEN |§ 23. GEKLEURDE STROOK van de verantwoordingstaten 44. * GELEIDELIJSTEN voor gestraften . . . 173. GEMACHTIGDEN . . ' . ' 34 — 36. GESTRAFTEN 170—173. GETUIGEN bij handmerken op betalingsstukken 100. GEVALLEN van overneming en inhouding van spaarbankboekjes 1^9. GEWONE ORDERS VAN BETALING 82 — 83. HANDMERKEN van inleggers 100. HEROVERDRACHT op Nederland of Indië 130. HULPKANTOREN voor den dienst der Postspaarbank aangewezen 11 en 176 —192. IDENTITEIT 72. IDENTITEIT! Opgave van gegevens voor de 50. INDIENING van extracten form. 1X0 104. INHOUDINGEN voor landsdienaren 32. INHOUDING van spaarbankboekjes 139 — 143. INLAGEN 39 — 48. INLAGEN Eerste — bij een hulpkantoor 52 en 177. INLAGEN Verdere — bij een hulpkantoor 179. INLAGEN van militairen . 149. II Nummers. INLAGEN van werklieden op onder nemingen. I 160. INLANDERS 19> INLANDERS. Hulp voor 21. INLEGGERS | 16 — 38. INLEGGER. Verplichting van den — 54 INLEVERING van spaarbankboekjes voor overdracht op Indië 126. INLICHTINGEN aan hulpkantoren | i92 INRICHTING van spaarbankboekjes I 69. INSCHRIJVING van beperkende bepalingen 58- INSCHRIJVING van inlagen en terugbetalingen 43 — 47. INSCHRIJVING van idem in het spaarbankboekje 45. INSCHRIJVING in het stamregister I 62. INSCHRIJVING van terugbetalingen 73 INSCHRIJVING op zekerheidsboekjes 174. INTREKKING van beperkende bepalingen 59 JAARORDERS 84 — 88. JAARORDERS. Overschrijving van H7- KANTOREN voor den dienst der Postspaarbank aangewezen 11- KANTOREN voor jaarorders 84- KANTOREN voor rechtstreeksche terugbetalingen * .. • • 77- KANTOREN van uitgifte van spaarbankboekjes. 66. KASBÓEK C 105- KASBOEK C. Boeking in — van de dagtotalen der hulpkantoren 190. KENNISGEVINGEN van inlagen 48- LANDAARD van inleggers 1 18 — 22. LANDAARD. Verandering van 22. LANDSDIENAREN. Inhoudingen voor 32 LOKETTEN op de kantoren 13 LIJST van duplicaat-boekjes 134- LIJST van formulieren i ' Bladz.94en95. Nummers. MAANDEN. Uiteenhouding der — bij de verantwoording 102. MATERIEEL. Aanvragen om 144. MAXIMUM over te dragen tegoed op Nederland 124. MAXIMUM voor rechtstreeksche terugbetalingen 76. MAXIMUM voor rente • HO- MEDESEINING van inlagen en terugbetalingen 91. MEDEZENDING van het spaarbankboekje bij aanvragen om terugbetaling 8°. MEERDERE boekjes van éénzelfdeninlegger 68. MEERDERE inleggers op éénzelfde boekje 68. MILITAIRE INLEGGERS 148 — 158. MINDERJARIGEN 25 — 28. MINDERJARIGEN beneden 16 jaar . . . 28. MINDERJARIGEN. Vader of voogd van — . . : . 28. MINIMUM hedrasr der i n 1 aeen en t e r u s b e t al i nee n 42. Nummers. NADERE overschrijving 118. NIET-AFGESLOTEN boekjes voor overdracht op Indië 127. NIET-ZELFSTANDIGE militaire spaarders . 148. ONBEKEND adres bij overschrijving 116. ONBEKENDE inlagen en terugbetalingen 79. ONDERSCHEIDING van inleggers 17. ONDERWERPING aan de bepalingen 41. ONDERWERPING aan de bepalingen bij overdracht op Indië 130. ONRECHTMATIGE houders van spaarbankboekjes 135. ONVRIJWILLIGE besparingen door militairen 156. OPDRACHT aan hulpkantoren 192. OPDRACHT aan het kantoor bij overdracht op Indië .... .... . 128. OPGAVEN van gegevens voor de identiteit ' . . 50. OPHEFFING van de geheimhouding 9. OPSCHORTING van terugbetalingen . . .' 97. OPZENDING der aanvraag om terugbetaling 80. OPZENDING der boekjes voor overschrijving 112. OPZENDING der boekjes voor rentebijschrijving 106. OPZENDING der boekjes voor terugbetalingen 80. OPZENDING der stukken voor overdracht op Nederland 120. OPZENDING der verantwoordingstaten 98. ORDERS VAN BETALING 81. ORDERS van betaling. Gewone— 82 — 83. ORDERS van betaling. Jaarorders 84 — 88. OVERDRACHT op Indië 126 — 130. OVERDRACHT op Nederland 119 — 125. OVERDRACHT door hulpkantoren 191. OVERLEDENEN 37. OVERLIJDEN van werklieden op ondernemingen 168. OVERNEMING van spaarbankboekjes 139 — 143. OVERNEMING der stortingen van werklieden op ondernemingen 162. OVERSCHRIJVING binnen Nederlandsch-Indië 111 — 118. OVERSCHRIJVING bij hulpkantoren 191. OVERSCHRIJVING. Nadere 118. OVERSCHRIJVING van jaarorders 88en 117. OVERSCHRIJVING voor gestraften 172. OVERSCHRIJVING voor militairen 152. OVERSCHRIJVING. Spaarbankboekje bij — 114. OVERSCHRIJVING. Stamregister bij — . 113. OVERSCHRIJVING voor werklieden op ondernemingen 166—167. PENNINGEN . 71. PREMIEGELDEN van militairen 157. QUIT ANTIEBOEKJES . 147. RAADPLEGING van het stamregister 64. RECHTSTREEKSCHE terugbetalingen 75 — 77. I I Nummers. RECHTSTREEKSCHE terugbetalingen bij hulpkantoren 180. RECLAMEMIDDELEN 147. RECU bij overneming en inhouding van spaarbankboekjes 140. REGISTERS. Afstand van 10. RENTE 106—110. RENTEBIJSCHRIJVING in de spaarbankboekjes 106. RENTEBIJSCHRIJVING voor militairen V 154. RENTEBIJSCHRIJVING voor werklieden op ondernemingen 165. SCHOOLHOOFDEN *{J 31. SPAARBANKBOEKJES • 65 — 70. SPAARBANKBOEKJES. Inhouding van 139—143. SPAARBANKBOEKJES. Inlevering van — voor overdracht op Indië .... .1 126. STAMREGISTER. 61 — 64. STAMREGISTER bij duplicaat-boekjes 134. STORTINGEN voor militairen 150. STORTINGEN voor werklieden op ondernemingen 161. TAAK der hu! ppostkantoren ,- • 176. TELEGRAFISCHE terugbetalingen 89 — 92. TELEGRAFISCHE terugbetalingen bij hulpkantoren 92 en 182. TELEGRAMMEN aan den Directeur 12. TERMIJNEN voor terugbetalingen 93 — 96. TERUGBETALINGEN . . . H 72 — 97. TERUGBETALINGEN op aanvraag . . . . . 78 — 80. TERUGBETALINGEN aan gestraften 171. TERUGBETALINGEN bij hu 1 pkantoren 180—182. TERUGBETALINGEN aan militairen ' 149. TERUGBETALINGEN bij overdracht op Nederland 125. TERUGBETALINGEN. Rechtstreeksche—. . . . . ( 75 — 77. TERUGBETALINGEN. Telegrafische— 89 — 92. TERUGBETALINGEN aan werklieden op ondernemingen 163. TERUGBETALINGEN op zekerhei'dsboekjes s 175. TERUGVORDERING van het recu voor overgenomen boekjes j 141. TERUGZENDING van de stukken voor overdracht op Nederland: a. aan de kantoren 121. b. aan de Directie 122. TOEZENDING aan de kantoren van eerste inlagen 52. TIJDELIJKE vervanging van overgenomen spaarbankboekjes ........ 142. UITREIKING van spaarbankboekjes bij overdracht op Indië 129. VENNOOTSCHAPPEN enz. . . : 29. VERANDERING van landaard 22. VERANTWOORDING van inlagen en terugbetalingen 98 — 105. VERANTWOORDING van inlagen en terugbetalingen door de hulpkantoren . . 183. VERANTWOORDING door de kantoren van eerste inlagen bij hulpkantoren. . 178. VERANTWOORDING door de kantoren van verdere inlagen en terugbetalingen bij hulpkantoren "8 VERANTWOORDINGSTATEN Origineele en duplicaat — van hulpkantoren. . . | 185. Nummers. VERBINDENDE kracht van beperkende bepalingen 57. VERBOD van inlagen en terugbetalingen op voor overdracht afgesloten boekjes. 123. VERGELIJKING van het tegoed bij de inschrijving van inlagen en terugbetalingen. 47. VERGISSINGEN bij het inschrijven van inlagen en terugbetalingen 46. VERGOEDINGEN aan de postambtenaren Bladz. 139-143. VERHINDERING van den inlegger bij overschrijving 115. VERHINDERING bij eerste inlagen . . ' 52. VERJARING van vorderingen tot terugbetaling van spaargelden. ...... 2. VERKORTINGEN van uitdrukkingen in deze voorschriften 3. VERLENGING van termijnen voor terugbetalingen 96. VERMISSING van werklieden op ondernemingen 168. VERNIEUWDE spaarbankboekjes ,37- VERPLICHTING van den inlegger 54. VERREKENING van inlagen en terugbetalingen voor werklieden op ondernemingen 164. VERSTREKKING van gedrukten 144 VERTEGENWOORDIGERS. Wettelijke — van meerderj arigen 24. VERTREK naar Nederland van mil i tairen 1SS. VERVALLEN of nietigheid van beperkende bepalingen 56. VERVALLEN orders 93 VERVALSCHING bij terugbetalingen • • 74- VERVANGING. Tijdelijke — van overgenomen spaarbankboekjes I42- VERZENDING van spaarbankboekjes, akten en andere stukken 7- VERZET tegen de terugbetaling aan minderjarigen 27. VOLMACHTEN. Doorloopende — 3Ó- VOLMACHTEN. Speciale — 35 VOORSCHRIFTEN voor inleggers I46- VREEMDE OOSTERLINGEN 20. VREEMDE OOSTERLINGEN. Hulp voor 21. VRUCHTGENOT' van ouders van minderjarigen 26. VRIJDOM van briefport voor brieven aan den Directeur . *4- VRIJSTELLING van zegelrecht voor akten en stukken i5- WAARBORG voor de inleggers 1. WERKLIEDEN op ondernemingen 159—169. ZELFSTANDIGE militaire spaarders ('«; • 148. ZEKERHEIDSBOEKJES 174—175. AANSCHRIJVINGEN VAN DEN DIRECTEUR VAN BLIJVEND BELANG.