2432 2Cw LEGER DES HEILS. PROGRAMMA VOOR DE MUZIKALE J)EMONSTRATIES TE HOUDEN DOOR HET NATIONALE STAFMUZIEKKORPS. Nationaal hoofdkwartier : Prins Hendrikkade 49—51, Amsterdam. Jtet Nationale Staf-Muziekkorps. m%m Het Muziekkorps is opgericht met het doel, door muziek en zang mede te werken tot de verbreiding van het Evangelie van Jezus Christus. De Muzikanten hebben zich geheel vrijwillig aangeboden voor dezen arbeid en beschouwen het als een groot voorrecht al 'hun tijd en krachten te mogen wijden aan den dienst van God, en vinden er vreugde in door muziek en zang de menschen te mogen trekken tot de nog heerlijker klanken van het Evangelie. De muziek, die gespeeld wordt, is gecomponeerd of gearrangeerd door het Muziek-Departement van het Leger te Londen; veel van deze stukken zijn origineele composities van Heilssoldaten. Het Muziekkorps vraagt de gebeden van ieder Christen en dringt er bij ieder onbekeerde op aan zich aan den Heiland toe te vertrouwen voor tijd en eeuwigheid. / W. RIDSDEL. Kommandant. PROGRAMMA EN REPERTOIRE VAN HET NATIONALE STAF-MUZIEKKORPS. Instrumentale Marschen. 1. „De Kadet". 2. „De Kapitein". 3. „Nederland". 4. „Duitschland". 5. „Leyton". 5. „Southall". 7. „Chalk Farm". 8. „Voorwaarts marsch! Ter zegepraal". 9. „Australië". 10. „Wij marcheeren voort!" it. „De Gouden Kust". 12. „Vertrouwen op God". 13. „De Blijde Tijding". 14. „Ons Stafmuziekkorps" Instrumentale Selecties. 1. Liederen voor Zondaars. Deze Selectie omvat: o) „Vlied nu heen." b) „Kloppend aan de deur." (Cornet solo) c) „Jezus breekt ied're keten." (Trombone solo) d) „Raak nu geloovig Zijn kleed aan." e) „Onder het Kruis is genade." (Euphonium solo) f) „Uw keten zal breken." 2. Het oude Verhaal. Deze Selectie omvat: ) „Het oude verhaal is altijd weer nieuw." b) „De aloude blijde tijding." e) „Wil mij nog eens vertellen." (Cornet solo) d) „Oude herinneringen." (Flugel solo) e) ..Het oude verhaal is waar." (Euphonium solo) 3. Liederen van Toewijding. „Nader bij U, wijl 's levens stormen woeden, Gij zijt mijn schuilplaats, Heer! Waar zou ik vliên? Gij slechts kunt mij behoeden: 'k Leg aan Uw hart mijn lasten neer." 4. De Stad onzes Gods. Deze Selectie omvat: ei) „De schoone Stad des Lichts." b) „Kom, reis naar den hemel met mij." (Cornet solo) c) „Heerlijk Sion." (Flugel solo) d) „Waar de zon nimmer daalt." (Euphonium solo) e) „In de Gouden Stad daarboven." 5. Oude herinneringen. Een arrangement van geliefkoosde liederen uit den eersten tijd van het Leger. 6. Jeruzalem. „Jeruzalem, mijn zalig thuis, Mijns harten hoogste lust, Daar wacht mij na deez' aardschen strijd Volmaakte vrede en rust." 7. De Naam van Jezus. Deze Selectie omvat: a) „Eere zij Zijn naam." b) „Neem den naam van Jezus mede.'' (Cornet solo) c) „Eere zij den naam onzes Gods." (Euphonium solo) d) „Zijn naam bemin ik het meest." (Trombone solo) e) „Geprezen zij Zijn naam." 8. „Kom tot Jezus." „O, luister naar Zijn laatsten kreet, Opdat gij 't nimmermeer vergeet: Voor u was 't, dat de Heiland leed Aan het kruis." 9. Liederen over den Hemel. I. a) „De Hemelsche Stad." (Cornet solo) b) „Verwinnaars in Gods kracht." (Alt solo) c) „De stad in heerlijkheid." (Euphonium solo) d) „De heerlijke woning." (Trombone solo) 10. Liederen van den Hemel. II. Deze Selectie omvat: a) „Vloei voort, Jordaan." b) „En eens in 's hemels zalen." c) „Er is een schoone stad." (Quartet) d) „Kent gij dat land." (Cornet solo) e) „Bij 't bazuingeschal der Engelen." f) „O, woning van vree." (Euphonium solo) 11. Liederen van Vrede. o) „Volmaakte vreê is mijn deel." b) „Vrede." (Trombone solo) r) „Jezus gaf Zijn vrede mij." (Euphonium solo) d) „Volle vrede!" (Cornet solo) e) „Mijn ziel vond vreê!" (Quartet) 12. Liederen van Liefde. Deze Selectie omvat: a) „God gaf Zijn Zoon voor mij." b) „Liefde tot den dood." c) „Liefde groot, zoo wondergroot." (Cornet solo) d) „Laat mij, Heer, U minnen." (Euphonium solo) e) „Wondervolle liefde." 13. Liederen van Jezus. Deze Selectie omvat: a) ,,'k Klem mij vaster aan Jezus." b) „Over de grenslijn." (Cornet solo) c) „Ik min Jezus." (Euphonium solo) d) „Jezus de trouwe Vriend." (Trombone solo) e) „Jezus is mijn Licht en Heil." 14. Liederen uit den ouden tijd. Deze Selectie omvat: a) „Op ten strijd." b) „Voort, immer voort naar de eeuwigheid." (Euphonium solo) c) „Er vloeit een stroom uit Mijn open zij." (Cornet solo) d) „De overvloeiende rivier." 15. De kloppende Heiland. Deze Selectie omvat: » a) „De vreemdeling aan de deur." b) „Kloppend, wie is daar?" (Sextet) e) „Wie is kloppend aan de deur uws harten?" (Cornet solo) d) „Zie, Ik de Heer sta aan de deur." (Trombone solo) ,,'k Heb kloppend reeds zoo lang gewacht." 16. Het stillen van den Storm. Bijbelsch Tafereel. (Markus 4 : 36—41.) o) „De kalme zee." b) „De plotselinge storm." r) „Jezus slaapt in den storm." d) „De orkaan. (Het schip in nood)." e) „De angst der discipelen." f) „Meester, bekommert het U niet dat wij vergaan?" g) „De storm gestild." h) „Jezus de almachtige Heer." 17. Bede. Deze Selectie omvat: o) „Mijn bede." b) „Het gebed van een zondaar." (Cornet solo) c) „Heiland, mijn ziel is dorstende naar U!" (Euphonium solo) d) „Heil'ge Geest, daal nu op mij neer." 18. Een Heiland van zondaren. ,,'t Gebroken hart brengt heeling Hij, Van ied're keten maakt Hij vrij; Het bloed, gestort op Golgotha, Brengt armen zondaars Gods gena." 19. De eeuwigheid. Deze Selectie omvat: n) ,,Voort, immer voort." (Cornet solct) b) „Op de zee van de eeuwigheid." (Tenor solo) r) „De eeuwige nacht." d) „Waar zult gij zijn in de eeuwigheid?" (Euphonium solo) e) .'.Daar op de zee van de eeuwigheid." (Trombone solo) 20. Het wonderbare Kruis. (The wondrous Cross.) Muziek van Himmel. LIEDEREN EN SOLOS, te zingen door de Muzikanten. OPEN UW HART VOOR JEZUS! Hoort gij dien Vreemd'ling vriendlijk nooden? „O, laat Mij in, laat Mij in, laat Mij in! Waarom toch weerstand Mij geboden? O, laat Mij in, laat Mij in, laat Mij in!" Weet: Jezus is 't, Die buiten staat, Open toch, voor Hij verder gaat! Want weldra is 't wellicht te laat! O, laat Hem in, laat Hem in! KOOR. Open uw hart voor Jezus, Buig u voor Hem ter neer! Lang liet g' Hem buiten wachten; Kies Hem nu als uw Heer! O, laat den Heiland binnen, Open de deur voor Hem! Geef Hem uw hart! Hij heelt uw smart; O, laat Hem in. laat Hem in! Waarom wilt gij naar Hem niet hooren? O, laat Hem in, laat Hem in, laat Hem in! Kan Zijne liefde u niet bekoren? O, laat Hem in, laat Hem in, laat Hem in! Zijne gena kent perk noch peil; Hij had Zijn leven voor u veil; Hij biedt u nu het grootste heil. O, laat Hem in, laat Hem in! Zie, hoe Hij op uw hart blijft wachten! O, laat Hem in, laat Hem in, laat Hem in! Waarom zoo groote liefd' verachten? O, laat Hem in, laat Hem in, laat Hem in! Laat gij Hem in, dien hoogen Gast, Dan neemt Hij weg uw zondenlast. Klem u toch nu aan Jezus vast! O, laat Hem in, laat Hem in! DE REDDINGSBOOT. Wij zijn 't volk van de reddingsboot. Dat 's waar! dat 's waar! dat 's waar' Gij verkeert in gevaar en nood. Dat 's waar! dat 's waar! dat 's waar! Wilt ge u nu laten redden? Grijp de u toegestoken hand, Jezus is onze Bootsman, Hij brengt veilig ons aan land. Gij zijt veilig bij ons aan boord. Spring in, spring in, spring in! Jezus is nabij! hoor naar Hem! hoor naar Hem. (bis) Aan Hem u toevertrouwd, 't Gaat om uw zielsbehoud, Dat niets u nu weerhoud'! Spring in! spring in! spring in! Ons oo'k voerde de stroom eens mee. Dat 's waar! dat 's waar! dat 's waar! Op de onstuimige woeste zee. Dat 's waar! dat 's waar! dat 's waar! Op het punt van te verdrinken, Zagen wij de reddingsboot, Toen wij vreesden te zinken, Kwam daar redding uit den nood, Uit de boot riep het volk ons toe: Spring in! spring in! spring in! Jezus is nabij !enz. Gij verkeert in het grootst gevaar. Spring in! spring in! spring in! Maar de weg tot behoud is daar. Spring in! spring in! spring in! Wil 't gevaar toch beseffen! Spring nu in de reddingsboot! Snel kon t onheil u treffen, Kies nu 't leven voor den dood. O, wil toch niet verloren gaan. Spring in! spring in! spring in! Jezus is nabij! enz. ZINGEND EN SPELEND VOOR JEZUS. Pal in den strijd staan wij voor onzen Heer, Zingend en spelend voor Jezus, Als muzikanten, Zijn naam slechts ter eer Zingend en spelend voor Jezus, Eertijds hield satan ons in slavernij; Nu zijn we in Jezus gelukkig en vrij, En bij de tromslag marcheeren wij blij, Zingend en spelend voor Jezus. KOOR. Voortgemarcheerd op de maat van de trom! Jezus, den Heiland, verkonden we alom. Duizenden danken den Heer dag en nacht Voor muziek, die het middel was, dat hen tot Jezus bracht. Blij in den strijd van het Leger zijn wij, Zingend en spelend voor Jezus, Trouw aan de Vlag scharen we ons zij aan zij, Zingend en spelend voor Jezus, Droefheid moet wijken voor 't vreugdevol lied; Strijdend voor Jezus versagen wij niet; Reeds zien de zegepraal wij in 't verschiet, Zingend en spelend voor Jezus. Laat ons op straten en wegen dan gaan, Zingend en spelend voor Jezus, Opdat elk zondaar Gods wil moog' verstaan, Zingend en spelend voor Jezus! Hij, Die ons redde, roept ons tot den strijd, Opdat wij and'ren vertellen altijd Van d' een'gen Weg. Die ten hemel heen leidt, Zingend en spelend voor Jezus. WIJ MARCHEEREN VOORT. Om te strijden heeft de Heer ons uitgezonden Tot hen, die door satan zijn gebonden, Om hun Gods verlossing te verkonden, En wij trekken voort tot zegepraal. KOOR. Wij marcheeren voort (bis) voorwaarts ten strijd, Wij marcheeren voort (bis) in Hem verblijd, Wij marcheeren voort (bis) vol moed altijd, Wij marcheeren voort (bis) wetend dat de zege ons wacht. Ja, ons leger brengt aan elk de blijde tijding: Daar is volle redding en bevrijding; Bij onz' arbeid geeft ons God Zijn leiding, En wij trekken voort tot zegepraal. Waar gevangenen zijn in boeien vastgeklonken, Waar ze in schuld en zonde zijn verzonken, Daar heeft onze blij maar vaak weerklonken: Over zonde geeft God zegepraal. Ja, wij willen allen 't heerlijk nieuws doen hooren: Niemand is te slecht, te diep verloren, Jezus heeft ons 't heerlijkst heil beschoren, Hij verlost en schenkt ons zegepraal. HEFT HAAR OP! Heft haar op tot Jezus' eere, Heft omhoog de legervaan. Gaat tot armen en bedroefden, Doet hun 't blijde nieuw.s verstaan! Voor de diepst gevallen zondaars Bracht de Heiland redding aan. Roept het luid, roept het luid, Dat van alle zondebanden Jezus' bloed bevrijden kan. KOOR. Heft haar op tot Jezus' eere, Houd haar hoog! Plant die Vlag in duist're plaatsen, Breng haar, waar de zwakke viel, Waar ellende, zonde en misdaad, Bracht vertwijf'ling in de ziel. Laat hun 't blijde nieuws daar hooren: Hoop voor elk, hoe diep hij viel. Roept het luid, roept het luid, Dat van alle zondebanden Jezus' bloed bevrijden kan. HET VERHAAL VAN DE LEGERTROM. Een kleine schare dapp're Heilssoldaten Marcheerden met hun groote trom, Langs markt en straat; de trom klonk luid, Ver boven al het zingen uit Voortdurend: „Kom, o kom." Twee dronkaards die hen zagen vormden een boos plan En namen er eens een grapje van. Zij gingen in hun midden staan. En hieven dra een spotlied aan. Ons clubje stond verstomd! Toen. sprak een schuchter Legermeisje: „God zeeg'ne u! Wilt gij met ons gaan?" Dat hadden zij zoo niet verwacht En tranen in hun oogen bracht Dat vriend'lijk woordje: „Kom." Zoodra zij van hun schrik bekomen waren, Riep 't gansche clubje: „Kom, kom, kom!" Zij zijn toen naar de zaal gegaan En baden daar den Heiland aan: Een heerlijk werk begon. Zoo werden beide dronkaards tot den Heer gebracht. Hun aangezicht van vreugde glom! En duizenden getuigen blij: „Ik 'kwam tot Jezus en werd vrij!" En 't middel was „de trom!" DES KONINGS HEERWEG. (The King's Highway.) Op God ons oog gericht, En wand'lend in het licht, Komen we eenmaal zeker veilig ginder aan, ginder aan, Waar palmtak wacht en kroon — Der trouwe strijders loon — Voor hen, die midden op des Konings heerweg gaan. KOOR. Blijf steeds midden op des Konings heerweg gaan! Wijk niet af ter rechter! blijf middenop! Wijk niet af ter linker! blijf middenop! Blijf altijd in het midden, Blijf altijd midden op des Konings heerweg gaan. Waar gij iets ziet of hoort, Hoezeer 't u ook bekoort, Dat kan voeren u tot zonde, laat het staan, laat het staan! Zeg: „neen, wat ook geschiedt, Terzijde wijk ik niet! Ik blijf steeds midden op des Konings heerweg gaan." Wat lieflijks lokt en vleit, Waarheen een „zijpad" leidt, En hoe schoon de bloemen, die gij daar ziet staan, daar ziet staan, O, wend u toch van daar! Want wis dreigt er gevaar. Blijf altijd midden op des Konings heerweg gaan! Dreigt in des vijands land Gevaar van alle kant, En verzoeking om een oogwenk stil te staan, stil te staan, O, sluit daarvoor uw oor! Ga ondanks spot steeds door, Blijf altijd midden op des Konings heerweg gaan! 'WAY OBER YONDER ON THE HILLTOP. There's gwine to be a glorious time by and by, 'Way over yonder on the hilltop; When the moon shines bright in a cloudless sky, 'Way ober yonder on the hilltop. At the great camp meeting we'11 work 110 more, We'11 play a little tune on the old banjo, And the bells keep aringing on de golden shore, 'Way ober yonder on the hilltop. CHORUS. 'Way ober yonder, 'Way ober yonder, Where the children are asinging, and the bells keep aringing, 'Way ober yonder on the hilltop. Take the narrow little railroad, smooth and straight, 'Way ober yonder on the hilltop. If you trabble by the broad gauge, you'11 sure to be late 'Way ober yonder on the hilltop. You fashionable people with your pomp and pride, All powdered and painted and your hair all dyed,. Like the label on the bottle, you'11 be left outside, 'Way ober yonder on the hilltop. When Gabriel blows his silver horn, 'Way ober yonder on the hilltop, Get you rtady for to trabble on the early mom, 'Way ober yonder on the hilltop. But you wouklnt come along if you dont look neat, You must throw dem worldly shoes from off your feet, Or they'11 never let you walk upon the golden Street, 'Way ober yonder on the hilltop. What a glorious mornin' dat will be, 'Way ober yonder on the hilltop. When all our friends up dar we'11 see, 'Way ober yonder on the hilltop. Let the people who are strong take de weak by de hand, And lead de little children to dat happy land. For to join'em in de chorus wid de big Brass Band, 'Way ober yonder on the hilltop. GEDENK AAN MIJ, O MACHTIG GOD! DE KLOPPENDE HEILAND. PLAATS BIJ HET KRUIS. LIEDEREN VOOR SAMENZANG. 1 Heiland, door 't bloed eens gestort ook voor mij, Maak Gij mij rein! Ik ben gebonden, Heer, maak mij nu vrij En houd mij rein! Dikwijls heb ik in 't verleden gedwaald En door gebrek aan vertrouwen gefaald, Slechts in Uw kracht wordt de zege behaald! Heer, maak mij rein! Van alle zonden, die 'k vaak heb beschreid, Maak mij nu rein! Steunend op U is mij zege bereid; Maak mij nu rein! 't Is, Heer, op Uwe beloften, dat 'k pleit; Gij hebt ook mij overwinneng bereid, Nimmer zal 'k struik'len, als Gij met mij zijt; Maak mij nu rein! Van allen twijfel, die mij hield bekneld, Maak mij nu vrij! Van alle vrees, die mij neerlaag voorspelt, Maak mij nu vrij! Heiland, ofschoon ik 't wellicht niet versta, 'k Geef me in vertrouwen aan Uwe gena! En naar Uw woord zal ik, blijvend in U, Rein zijn reeds nu. Van vrees voor 't oordeel der menschen, o Heer, Maak Gij mij vrij! Van te aarz'len, dat 'k ooit getuig tot Uw eer, Maak Gij mij vrij! Sterk mij steeds meer in Uw liefde en kracht; U zij daarvoor steeds mijn loflied gebracht! Dit zal mijn lied zijn bij dag en bij nacht: Hij maakt mij vrij ! 3 O, had- 'k een hart, als de sneeuw wit en rein, Vlekloos bewaard in de Levensfontein, Vrij van de zelfzucht, van hoogmoed en drift, Waarin God Zelf heeft Zijn wetten gegrift! KOOR. O, zulk een hart, sneeuwwit en rein, Laat het, o Heiland, mijn deel voortaan zijn' . Jrleer! 'k hoor U toe; Gij zijt de mijn'! Maa'k nu mijn hart als de sneeuw wit en rein! O, had 'k een hart, als de sneeuw wit en rein, Waar Jezus' vrede alles rustig doet zijn, Waar elke polsslag gewijd is aan Hem, Altijd bereid om te volgen Zijn stem! O, had 'k een hart, als de sneeuw wit en rein, Waar 't zuiv're licht van Gods Geest helder schijnt, Waarin de liefde van God altijd brandt. Liefde, die iedere vreeze verbant! O, had 'k een hart, als de sneeuw wit en rein, Om Jezus meer gelijkvormig te zijn, Wassend in kennis, in liefde en in trouw, Tot ik daarboven mijn Koning aanschouw! 3 Dierbre Jezus, laat me U minnen, Laat mij weten, Gij zijt mijn! 'k Geef U daartoe heel mijn harte; Laat het eeuwig 't Uwe zijn! KOOR. Jezus. Jezus, dierbre Jezus, Gij zijt alles mij in al. Xeem mijn wil, mijn geest, mijn alles, Neem mijn toegenegenlieên; Vul dan mijn geledigd harte Met Uw iiefdegeest alleen! In 't geloof strek ik mijn hand uit Naar den zoom van Uw gewaad; 'k Voel Uw kracht mijn hart doorstroomen. Nu 'k mij gansch op U verlaat. Welk een liefde en vreê vervult nu Mijne ziel, o dierbre Heer! Nu Gij mij geheel gereinigd En verlost hebt tot Uw eer! Als vernieuwd en gansch herboren Tot een heilig leven nu, Wil ik voortaan heel mijn leven Wijden, Heiland, slechts aan U! 4 Daar is, zegt men, een beter land Daar omhoog, Waaruit God zonde en leed verbant Daar omhoog. Daar klinkt der gouden harpen toon Met 't englenlied zoo heerlijk schoon In der verlosten zaal'ge woon, Daar omhoog, Geen wolk verduistert ooit de lucht; Heerlijk land! Geen tranen kent men daar, geen zucht; Heerlijk land! Daar zien zij !s Heilands aangezicht, Wiens glans die heil'ge plaats verlicht. Waar 't licht van zon en maan voor zwicht. Heerlijk land! Geen slechtheid, afgunst, ruw geweld Vindt daar plaats! Geen dood of rouw, die 't hart beknelt, Vindt daar plaats! Alleen wie heilig is en goed, Gereinigd in des Heilands bloed, Komt daar. Geen onvernieuwd gemoed Vindt daar plaats! Al zijn wij zondaars, vuil en snood, Jezus stierf! Is onze schuld onmeetlijk groot, Jezus stierf! Van zonde maakt Zijn bloed ons vrij. Door Zijn genade juichen wij Voor eeuwig in der zaal'gen rij; Jezus stierf! 5 O Jezus! O Jezus! welk heil hebt Gij bereid! 'k Rust in Uw liefdearmen tot in alle eeuwigheid. En eens in 's hemels zalen klinkt nog mijn loflied blij: Ik was een schuldig zondaar, maar Jezus stierf voor mij. Uw lijden. Uw lijden, de wreede doornenkroon. Vertellen van Uw liefde, zoo wonderbaar als schoon. O, diepte van genade! Uw wonden maken vrij. Ik was een schuldig zondaar, maar Jezus stierf voor mij. 'k Kom tot U! 'k Kom tot U, ik buig voor U mij neer; Nog enkle korte uren, en thuis ben 'k bij mijn Heer. De paarlenpoort ga 'k binnen, ook daar getuig ik blij: Ik was een schuldig zondaar, maar Jezus stierf voor mij. In glorie, in glorie, in vreugde ongestoord. Klinkt met der zaal'gen jubel ook blij mijn danklied voort. Nooit kan 'k genoeg bezingen Zijn liefde rijk en vrij: Ik was een schuldig zondaar, maar Jezus stierf voor mij. 6 Komt, zingt nu weer een lied ter eer Van Jezus, onzen Heer! Zijn liefde is groot, 't was door Zijn dood. Dat Hij ons redding bood. Zijn bloed heeft reddingskracht, Bevrijdt uit satans macht. Het bloed van Jezus reinigt on.s geheel. KOOR. Het bloed van Jezus reinigt mij geheel wit als sneeuw. O blijde, blijde stond, Toen ik mijn Heiland vond! Het bloed van Jezus reinigt mij geheel. Komt, sluit u aan! Volgt 's Heeren vaan Om satan te verslaan! De Heer gebiedt; komt, draalt dan niet, Blijft niet van verre staan! Maar in des Heeren kracht Het nieuws alom gebracht, Dat 't bloed van Jezus reinigt wit als sneeuw. Met blij geschal klinkt .door 't heelal, Dat Jezus komen zal! O, dat nu ied're zondaar koom' En aan Zijn voeten vall'! Vergifï'nis biedt de Heer Aan elk! Zingt telkens weer: „Het bloed van Jezus reinigt wit als sneeuw!" 7 Luister, mijn ziel, hoort gij dien krijgszang zwellen Voort, immer voort, langs 't gansche oorlogsveld? Zielvolle tonen, hoor hoe ze ons vertellen Van grooten strijd, tot zonde is neergeveld. KOOR. Voort, Heilssoldaten! strijdt, strijdt met moed, En wint de wereld voor God door 't Vuur en Bloed! Steeds gaan wij voort; elk zal ons zingen hooren: Kom, zondaar, kom! de Heiland noodt zoo teer! En klinkt de echo hun er van in de ooren, Dwalenden brengt het weder tot den Heer! 11 Ver, ver in 't rond, als 't raat'len van den donder, Roepen wij luid van redding telkens weer. Duizenden komen, en we aanschouwen 't wonder, Dat zij zich buigen voor Uw macht, o Heer! Verwinnaars straks, — schoon lang en zwaar was 't strijden. Xaakt blijder dag en vliedt der zonde macht. Dan eindt de strijd om zondaars te bevrijden, Als satans rijk ten onder is gebracht. ' * HET NATIONALE-STAFMUZIEKKORPS.