■ 2"38m E49 p 2438 WEGWIJZER DOOR 'S RIJKSMUSEUM MET EEN ALPHABETISCHE NAAMLIJST DER KUNSTENAARS, HUN GEBOORTEJAAR EN VERWIJZING OP WELK BLAD ZIJ VOORKOMEN DOOR W. P. BRONS ) BETROUWBARE WANDELGIDS VOOR IEDER DIE VAN HET MUSEUM EN ZIJNE KUNSTSCHATTEN MET VRUCHT WIL GENIETEN 2e GEÏLLUSTREERDE UITGAAF :49 AMSTERDAM — ALLERT DE LANGE -fy-ro csj--iyil > VAN VEEN & Co. DAMRAK 90 AMSTERDAM. Importeurs van Japan en China. Groote Collectie VAN Moderne en Antieke Curiositeiten. BEZICHTIGING VRIJ van 's morgens 8 tot 's avonds 6 uur. WEGWIJZER DOOR 'S RIJKSMUSEUM MET EEN ALPHABET1SCHE NAAMLIJST DER KUNSTENAARS, HUN GEBOORTEJAAR EN VERWIJZING OP WELK BLAD ZIJ VOORKOMEN DOOR W. P. BRONS BETROUWBARE WANDELGIDS VOOR IEDER DIE VAN HET MUSEUM EN ZIJNE KUNSTSCHATTEN MET VRUCHT WIL GENIETEN 2e GEÏLLUSTREERDE UITGAAF AMSTERDAM — ALLERT DE LANGE Café-Restaurant „Parkzicht" Stadhouderskade 25 over Hoofdingang „Vondelpark". In de onmiddellijke nabijheid van Rijks- en Stedelijk Museum. Halte lijn 2 en 3 der Gemeentetram. Uitstekende Keuken :: Prima Consumptie. N. MAES, OUDE VROUW IN GEBED. n.v. De Fabriek van Marmerwerken G. & J. COOL. MAGAZIJNEN: AMSTERDAM, Bloemgracht No. 77. ROTTERDAM, Delftschestraat No. 4R UTRECHT, Biltstraat 30. Speciale inrichting tot vervaardiging van Schoorsteenmantels. Lambriseeringen en Vloerplaten in vestibulen en gangen, Traptreden, Kolommen en Balusters, Meubelbladen voor buffetten, wasehtafels en nachtkast! es. Schakelborden voor Electrische Installatiën en alles wat op het gebied van marmer vervaardigd wordt, in den uitgebreidsten zin. JAN STEEN, DE PAPAGAAISKOOI. Piano's, Vleugels. Orgels. Nieuw adres: Utrechtschestraat 119. WEGWIJZER DOOR 'S RIJKSMUSEUM. Onder toezicht eener daartoe van Rijkswege ingestelde Commissie is het algemeen beheer aan een hoofddirecteur opgedragen, terwijl elke. verzameling onder speciaal beheer van een afzonderlijk directeur gesteld is. De Hoofddirecteur, Jhr. B. W. F. van Riemsdijk, is tevens Directeur van 's Rijks-Museum van Schilderijen, terwijl ook de verzameling gipsafgietsels naar beeldhouwwerken en de bouwfragmenten onder zijn beheer zijn. Onderdirecteur van 's Rijks-Museum van Schilderijen W. J. Steenhoff ; Assistent W. F. C. Greebe. Verder zijn in het gebouw gevestigd : a. 's Rijks Prentenkabinet waaraan is toegevoegd de Bibliotheek van 's Rijks-Museum ; Directeur E. W. Moes ; Onderdirecteur Jhr. H. Teding van Berkhout ; Assistenten J. Ph. van der Kellen Dz. ; Mr. N. Beets ; M. D. Henkel en J. A. Boland. b. Nederlandsch-Museum voor Geschiedenis en Kunst, waarbij ook behoort de verzameling historie- gildeen verdere penningen, geschonken door de familie van Gelder; Directeur A. Pit, Onderdirecteur M. van Notten ; Assistent E. H. Baaij. Het Museum is kosteloos voor het publiek geopend op alle werkdagen : van 16 November tot 15 Februari van 10 tot 3 uren ; Wegwijzer Museum. 1 van 16 Februari tot 30 April van 10 tot 4 uren ; „ 1 Mei „ 30 September „ 10 „ 5 „ „ 1 Oetober „ 15 November „ 10 „ 4 „ Op Zon- en feestdagen is de tijd van opening te I21/a uur, die van sluiting als op de werkdagen. Het Museum is gesloten op Nieuwjaarsdag en van 1 November tot 31 Maart des Maandags. Het maken van studiën of schetsen naar voorwerpen is, tijdens het Museum geopend is, uitgezonderd des Zondags, aan een ieder vrij gelaten, tenzij gebruik gemaakt moet worden van schilderezels, tafels, stoelen of toestellen, waartoe schriftelijke aanvrage noodig is bij den Directeur, onder wiens beheer het na te bootsen voorwerp behoort. Het indrukwekkende gebouw, gebouwd van 1877 — '85, naar de plannen van den architect Dr. P. J. H. Cuypers, in den zoogenaamden Oud-Hollandschen Renaissancestijl, die den overgang van de Gothiek tot de Renaissance vormt, beslaat een oppervlakte van 3 hektaren, door Amsterdam aan het Rijk daarvoor kosteloos afgestaan en waarvan 12000 vierkante meters bebouwd zijn. Het front is naar de Stadhouderskade gekeerd. De beeldhouwwerken, die den gevel versieren, zijn van Bart van Hove, van Amsterdam en Frans Vermeylen, van Leuven. Het tegelwerk, voorstellende de voornaamste figuren en gebeurtenissen uit de geschiedenis der Nederlandsche kunst, zijn uitgevoerd naar cartons van prof. G. Sturm. Het niet-bebouwde gedeelte is als lusthof aangelegd in den stijl van den 17e en 18e eeuw, terwijl het geheele terrein door een gesmeed ijzeren hek van den openbaren weg is afgescheiden. De geveltop is gesierd met het metalen beeld der Victorie. Boven den 71 meter langen doorrit, is een zinnebeeldige groep aangebracht, voorstellende de Nederlandsche Maagd, omringd door Schoonheid, Waarheid, Wijsheid en Rechtvaardigheid, de hulde der Nederlandsche kunstenaars aannemend. Rechts : de bouwmeesters Eginhart, Jan ten Doem en Keldermans; links : de beeldhouwer Klaas Sluter en de schilders Dirk Stuerbout en Lucas, van Leyden. Iu de volgende afdeeling rechts: Rernbrandt en zijn tijdgenooten ; links: de meer moderne kunstenaars. Aan weerszijden daarvan zinnebeeldige tafereelen van de verschillende beeldende kunsten ; (rechts: teeken- en schilderkunst; links: bouw- en beeldhouwkunst). Op de konterforten, die deze 3 reliefs van elkander scheiden, staan de beelden van de Kunst en Geschiedenis. De twee groote reliefs boven de ramen hebben betrekking op de stichting van het Museum. Aan den grondslag van den driehoekigen gevel zijn twee zittende beelden geplaatst, de Bezieling en de Arbeid, en ter weerszijde der twee hoofdingangen, de beelden der Bouwkunst, Beeldhouwkunst, Schilderkunst en Graveerkunst. De 26 beelden in tegelwerk, in het hoofdgebouw en in de beide torens, zijn zinnebeeldige voorstellingen der verschillende steden, die door de uitoefening van kunst en kunstnijverheid vermaard zijn, met Amsterdam, 's Gravenhage, Haarlem, Leiden, Delft, Dordrecht en Rotterdam in het midden. Door den doorrit gaande komen wij aan den rijk versierden zuidelijken gevel van het gebouw. In het middenvak: Beeldhouwwerk: Rembrandtin zijn werkplaats, omgeven door tijdgenooten en leerlingen, de „Staalmeesters" schilderende. Ter rechterzijde hiervan : (links van den toeschouwer) in tegelwerk: Frederik Hendrik ontvangt Dr. Nicolaas Pietersz Tulp en Joh. Six; deze worden hem voorgesteld door 's Prinsen geheimschrijver Constantijn Huygens. Links: Joost van den Vondel zijn gedicht over de grootheid van Amsterdam voorlezende aan Jeremias De Decker, J. Pz. Somer en J. C. Silvius. Hiernaast volgen zes tafereelen, drie rechts en drie links: 1. Gewijd aan de Nederlandsche beeldhouwkunst van de 14e—17e eeuw. 2. Albrecht Dürer, in 1520 te 's-Hertogenbosch door het Gild der Goudsmeden onthaald. 3. Fredrik Hendrik en Amalia van Solms omringd door verschillende kunstenaars. 4. Vorsten, prelaten en steden schenken de gebrande glazen aan de St. Janskerk te Gouda. 5. Jan van Eyck, werkzaam op het Hof te 's-Gravenhage. 6. Stichting van het Kasteel te 's-Gravenhage door Willem II van Holland, omstreeks 1258. De Oostelijke gevel is verdeeld in 4 vakken, die voorstellingen dragen van de stichting der basiliek van St. Servaas te Maastricht; de stichting van het Valkenhof te Nijmegen; de stichting van de St-Pieterskerk te Utrecht, en een zinnebeeldige groep voorstellende: kunst en letteren door de geestelijke orden bevorderd. De Westelijke gevel vertoont, eveneens uit vier afdeelingen, een historisch zinnebeeldigen optocht van beroemde personen, die de Nederlandsche kunst beoefend of bevorderd hebben. Over den oorsprong der verzamelingen, die nu zulk een uitgebreidheid bezitten dat men vele dagen zou kunnen besteden, indien men alles nauwkeurig zou willen bezien, valt het volgende te vermelden. Bij decreet van 21 April 1808 werd door Koning Lodewijk het Koninklijk Museum gesticht, waartoe bij den aanvang behoorden: a. een gedeelte der hier te lande gebleven schilderijen van den Stadhouder Prins Willen V. Deze hadden eerst een deel uitgemaakt van het „Nationaal Museum" te 's Gravenhage, en werden nu — 96 stuks schilderijen en ongeveer 98 Nos. rariteiten — naar Amsterdam overgebracht ; b. 65 schilderstukken, 6 Juni 1808 voor ongeveer ƒ100,000 op de verkooping G. van der Pot van Groeneveld te Rotterdam aangekocht; c. acht schilderijen, oude kunst, in Augustus 1808 uit Den Haag gezonden, en zeven dergelijke stukken, door de stad Amsterdam tijdelijk afgestaan; deze maken nu nog een deel der verzameling uit en vormen er den grootsten schat van; daaronder toch bevinden zich de Nachtwacht, de Staalmeesters en de Schuttersmaaltijd; d. zes schilderijen en een marmeren beeldje, door baron Yan Spaen van Biljoen geschonken, en nog enkele geschenken ; e. eenige op de tentoonstelling van 1808 gekochte moderne schilderijen; f. het geheele kabinet Van Heteren (137 schilderijen), dat in 1809 voor ongeveer /100,000 werd aangekocht en zeven schilderijen gekocht op de verkooping van Mevr. Bicker in 1809; g. afgietsels van antieke beelden uit het Musée Napoléon te Parijs; h. eenige oudheden uit Drente, enz. In 1815 werden de schilderijen, aanvankelijk in het Koninklijk Paleis op den Dam geplaatst, naar het zoogenaamde Trippenhuis overgebracht; eerst in Mei 1885 ontvingen zij een waardige plaats in het Nieuwe RijksMuseum aan de Stadhouderskade. In 1825 hadden een paar ruilingen plaats met het Koninklijk Museum te 'sGravenhage (Mauritshuis); ten jare 1828 werd van een aantal zoogenaamde „dubbelen" een veiling gehouden, die ruim ƒ 22,700 opbracht, voor welke som andere schilderijen werden aangekocht. Sedert dien tijd ontving de verzameling nu en dan geschenken en legaten, tot bet in 1870 door het legaat L. Dupper Wz. met 64 uitmundende schilderijen aanzienlijk verrijkt werd. In 1880 volgde het insgelijks zeer aanzienlijk legaat van Jhr. J. S. H. van der Poll, bestaande uit 52 schilderijen. In 1884 werden ten geschenke ontvangen 26 familieportretten van Jhr. Mr. J. H. F. R. van Swinderen; in 1885 wederom 35 portretten van Jhr. J. S. R van de Poll, waaronder stukken van Frans Hals en B. van der Helst. Dr. A. Bredius schonk tusschen de jaren 1883 en 1895 42 schilderijen, Jhr. Mr. Victor de Steurs 10 stuks. In 1898 legateerde de heer D. Franken Dz. 49 schil- derijen ; R. Baron van Lynden in 1899 39 moderne en 4 oude schilderijen. Zijne echtgenoote Mevrouw de douairière van Lynden geb. van Pallandt schonk het jaar daarop 45 schilderijen waaronder van de eerste Fransche en Hollandsche moderne meesters. De heer J. B. A. M. Westerwoudt legateerde in 1907 ongeveer 80 schilderijen en teekeningen. De heer J. C. J. Drucker te Londen schonk in 1909 eene prachtige verzameling schilderijen en teekeningen, waaronder de eerste Hollandsche moderne meesters vertegenwoordigd zijn, die in daarvoor aangebouwde lokalen tentoongesteld zijn. Nog werden verschillende stukken in bruikleen afgestaan o.a. door Th. Baron Collot d'Escury 34 portretten en een triptiek ; en in 1907 werd door den heer C. Hoogendijk een uitgebreide verzameling in bruikleen afgestaan. Ook de Regeering liet zich niet onbetuigd en sedert 1870 werden er (soms enkele hoogst belangrijke) stukken voor hare rekening aangekocht. Onder die aankoopen verdienen bijzondere vermelding: „de Brief" van Joh. Vermeer, verkregen in 1893 met geldelijken steun van de Vereeniging Rembrandt en Mr. J. van Lennep; „de Schimmel" van Ph. Wouwerman en „de Oude Kerk te Delft" door G. Houckgeest in dat zelfde jaar, afkomstig van de Verzameling Messchert van Vollenhoven. In 1900 werd „de Steenen brug" van Rembrandt aangekocht met geldelijken steun van Dr. A. Bredius en de Vereeniging Rembrandt en in 1907 eene verzameling van 39 schilderijen afkomstig van de Collectie Six, waaronder de beroemde schilderij van Joh. Vermeer „de Keukenmeid". Dit zijn slechts in groote trekken eenige aanwinsten aangeduid ; het zou te ver buiten ons bestek voeren om alle aankoopen, geschenken en legaten te vermelden. Toen de Rijksverzameling in het voorjaar van 1885 uit het Trippenhuis naar het nieuwe Rijks-Museum werd overgebracht, vervoerde men daarheen ook de vermaarde verzameling Van der Hoop, door dezen kunstliefhebber in 1884 aan de stad Amsterdam gelegateerd. Zij telt 224 nummers, waaronder vele meesterstukken onzer XVIIe eeuwsche schilderschool. In Mei 1885 werden ook de 190 moderne schilderijen, tot op dat tijdstip bewaard in het Paviljoen „Welgelegen" te Haarlem, door de regeering in 's Rijksmuseum overgebracht. Deze verzameling, die voornamelijk bestaat uit schilderijen van Nederlandsche meesters uit de eerste helft der XlXe eeuw, werd in 1828 door Z. M. Koning Willem I gesticht en in Augustus 1838 voor het eerst toegankelijk gesteld. De geheele schilderij verzameling, zoo oude als nieuwe kunst, bedraagt 3200 schilderijen, waaronder ongeveer 850 in bruikleen, 130 miniaturen en ruim 60 pastelteekeningen. Het Museum werd 13 Juli 1885, namens den Koning, door den Minister van Binnenlandsche Zaken, Mr. J. Heemskerk Az., op plechtige wijze geopend. De Nieuwe Rembrandtzaal werd, namens de Koningin, door Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik, eveneens op plechtige wijze ingewijd op 16 Juli 1906, ter gelegenheid van den 300jarigen geboortedag van Rembrandt. De verzameling Moderne schilderijen, waaronder de collectie Drucker werd geopend 3 December 1909. Wij willen in de volgende bladzijden eene wandeling door het Rijks-Museum beschrijven waardoor men in den kortsten tijd al het merkwaardige te zien krijgt en wel volgens een weg voerende door de verzamelingen zooals zij min of meer stelselmatig geordend zijn; wij treden het gebouw ter rechterzijde binnen waar men in het voorportaal stokken, regen- of zonneschermen en die voorwerpen welke door de portiers worden aangewezen, afgeeft. Het allereerst ontmoet het oog in het voorportaal eene groote in drie kolommen geschilderde naamlijst, in chronologische volgorde de namen vermeldende der personen van wie belangrijke geschenken of legaten ontvangen zijn. Aan wêerszijden van de onderste trap zijn twee liggende honden en twee zittende bronzen beelden voorstellende een Batavier en een Geus; beide laatstgenoemden zijn van de hand van den beeldhouwer F. Vermeylen. De groote trap opgaande ziet men rechts een zittend bronzen beeld „de Vrede" insgelijks door F. Vermeylen en links eene schilderij (no. 1698) van George van der Mijn (1723—1763) voorstellende Mr. Pieter Cornelis Hasselaer, Burgemeester van Amsterdam en gezin, en op het bordes een familiestuk (no. 2344) van W. Vaillant (1623—1677) voorstellende Èeijer van den Burch en zijn huisgezin te Delft, met het oude arsenaal op den achtergrond. De wanden van het trappenhuis zijn vérsierd met een drietal allegorische voorstellingen op de uitdeeling van levensmiddelen en brandstoffen door 639 J. G. Bronchorst; 1212 C. Holsteyn en 1482. J. van Loo; 1322 een familie tafereel van G. Kamper en 998 een groot doek door Barent Graat, voorstellende Abraham Ortt ter jacht. Op de liftkoker loopende door het trappenhuis zijn de volgende woorden uit Vondels werken aangebracht: „De laurier wordt den dichter niet van den „gemeenen hoop geschonken maar van zulken „die met kennisse en zekerheit de kroon uitreiken „en het snaterbekken der aecksteren van swane„zang onderscheiden." Van de trap komt men in de Voorhal. Deze is groot 40 M. bij 11.46 en is verdeeld in vijf gevelvakken. De versiering vormt een harmonisch geheel. In de eerste plaats de fraai geschilderde vensters, vervaardigd door W. J. Dixon. Deze vensters geven eene allegorische voorstelling van schilder-, bouw- en beeldhouwkunst. De eereplaats is aan de oudste kunst, de bouwkunst, toegewezen; zij beslaat het middelste boograam en wordt voorgesteld door vier vrouwenfiguren die de voornaamste keerpunten in de bouwkunst aangeven : de klassieke, de oud-christelijke, de gothieke en de renaissance bouwstijlen. Het boograam rechts heeft betrekking op de beeldhouwkunst. In de beide kleinere ramen tusschen de groote boogramen worden: Wijsbegeerte, Godgeleerdheid, Dicht- en Toonkunst voorgesteld. In twaalf vakken der drie groote ramen onmiddellijk onde,r de boogtraceering is de samenleving voorgesteld. In kleine medaillons zijn de maanden des jaars afgebeeld, voorgesteld door figuren die werkzaamheden verrichten naar gelang van den tijd des jaars. De vloer geeft eene allegorische voorstelling van het stoffelijk gebied. Het middenvak vertoont de Alpha en de Omega, het begin en het einde, waaruit stralen schieten ; daaromheen de teekenen van den dierenriem en verderop water met visschen, alsmede planten en diersoorten. Vervolgens de maanden van het jaar, de vier rivieren van het Paradijs en in de vier hoeken de Zon, de Maan en de planeten Jupiter en Venus, omgeven door sterren. Het zijvak links stelt voor in het midden den Tijd, waaromheen Morgen, Middag, Avond, en Nacht en in de hoeken de vier leeftijden. Het zijvak rechts stelt voor in het midden de vier hoofdstoffen : Lucht, Aarde, Water en Vuur, en in de hoeken de vier jaargetijden. Buitendien zijn in het mozaïek der vloer opschriften aangebracht ter herinnering aan de stichting en den bouw van het Museum. De wanden zijn en worden verder beschilderd door G. Sturm en hebben de volgende voorstellingen : Oostzijde: boven : Kunstzin, bouwkunst, schilderkunst en beeldhouwkunst, fries met kinderfiguren toepasselijk op het bovengenoemde, een tafereel Bisschop Bernulphus, een tafereel: De magistraat van Amsterdam stichtende het stadhuis, een tafereel: Groep van Nederlandsche beoefenaren der Kunstnijverheid als: Vianen, Hemöny, Vinken brink, De Maaght en Frytom — een tafereel met inscriptie. Zuidzijde: boven: Rechtvaardigheid, de Voorzichtigheid, de Rechtvaardigheid en de Gematigdheid, fries toepasselijk op het bovengenoemde, een tafereel: Graaf Willem de Goede van Holland die den Baljuw van Ivennemerland veroordeelt, boven: Zelfopoffering - fries en een tafereel Jan van Schaffelaar die zich in 1482 van den toren te Barneveld neerwerpt om de bezetting te redden, boven : Godsdienstzin, fries toepasselijk op het bovengenoemde, boven: Naastenliefde, fries toepasselijk op het bovengenoemde, een tafereel: Willebrordus predikende, boven: Vaderlandsliefde — fries — een tafereel Episode uit de Geschiedenis van Claudius Civilis. Westzijde: boven: Wetenschappelijke zin, Wiskunde, Sterrenkunde en Werktuigkunde — fries — een tafereel: Christiaan Huygens den slinger uitvindende — Karei de Groote en Eginhart — Hugo de Groot zijn geleerde werken schrijvende — een tafereel met inscriptie. Noordzijde: fries voorstellende : de Dichtkunst en de Muziek. In de voorhal zijn verscheidene borstbeelden geplaatst nl. van de toonkunstenaars Joh. J. H. "Verhulst door Joh. Keiler; Richard Hol door A. W. M, Odé Jansz: — de dichters P. J. Hasebroek door Joh. Keiler; E. J. Potgieter door F. Stracké ; Dr. E. Laurillard door A. W. M. Odé Jz.; W. J. Hofdijk en J. J. L. ten Kate beiden door Bart van Hove ; Willem Bilderdijk door Charles van Wijk en J. A. Alberdingh Thym ; — de schilders David Bles door B. van Hove en H. W. Mesdag door A. Dupuis; — Ridder Hubert de Steurs, Generaal-Bevelhebber van het Nederlandsch Indisch leger (1830 — 1835) en Ridder Frangois V. A. de Stuers, Luitenant-Generaal-Bevelhebber van het Ned.-Indisch leger (1853 — 1858), beiden door Mr. Ridder Alphonse de Stuers ; — Marthinus Theunis Steyn, Staatspresident van den Oranje Vrijstaat (1896—1902) door Pier Pander ; Koning Willem I; Prins Frederik der Nederlanden ; Johan de Witt, afgietsel naar het origineel in marmer door A. Quellinus, aanwezig in het Museum te Dordrecht. Voorts vindt men er nog verschillende beeldhouwwerken, als „Prima Vera" — het ontwaken der Lente — door Bart van Hove; — zittend beeld, voorstellende „Mercurius" door F. Leenhoff; — Titanenstrijd door A. Hesselink ; — „Godes Wraak" door Mevrouw Verster geb. Minca Bosch Reitz ; — „Ecce Homo" door Louis Royer en een pleister afgietsel van het door M. Kessels vervaardigde model voorstellende: „de Zondvloed," aanwezig in het Museum te Brussel. EEREGALERIJ. Uit de voorhal begeeft men zich naar de Eeregalerij. De wanden der galerij zijn rijk versierd met de wapens der provinciën en van Amsterdam en met allegorische voorstellingen van de verschillende kunsten door Prof. G. Sturm vervaardigd. Aan weerszijden zijn vertrekken waarin schilderijen der Hollandsche school eene plaatsing hebben gevonden. De galerij bevat voorts nog de borstbeelden van H. K. H. de Groothertogin van Saksen Weimar Eisenach, geboren Prinses Sophia der Nederlanden; de Prinsen van Oranje: Willem V en diens gemalin; Willem IV en diens gemalin; Phillips Willem en Maurits; Paus Leo XII; den dichter Dr. H. J. A. Schaepman; Cornelis Apostool, van 1808 tot 1844, Directeur van het Schilderijen Museum, en van de tooneelspeelster Johanna Cornelia Ziesenis geboren Wattier. Voor de bezichtiging der schilderijen begint men ter linkerzijde. ') !) De schilderden die bijzondere aandacht verdienen zijn cursief gedrukt. EERSTE VAK, LINKS. N o o r d z ij d e. 1119. A. v. d. Hecken. De Slagerij. 2342. W. Vaillant. Portret eener dame met drie kinderen. 446. A. C. Beeldemaker. De Jager. 1926. A. Pijnacker. Oever van een Italiaansch meer. 842. C. Dusart. Jongeling bij kaarslicht. 932. G. Flinck. Vier Doelheeren of Overlieden der Kloveniers, 1642. 437. K. Batist. Bloemstuk. 107. Holl. school. De jonge patriotten. De linkerhelft is overschilderd. Het stuk stelt eigenlijk eene bespotting der geestelijkheid voor, door overschildering van een Kardinaal op de linkerhelft afgebeeld, werd het onderwerp veranderd. 964. W. de Geest. Portret van een kleinen jongen. 169. Portret van Bartholomeus van der Wiere, Secretaris van Amsterdam in 1578. 865. Floris van Dijck. Stilleven van groenten en vruchten. 170. Portret van Lijsbeth Hendriksdr., echtgenoote van B. v. d. Wiere. 2058. J. A. Rootius. Portret van een meisje. 567. Paulus Bor. Mozes gevonden door Pharao's dochter. 1001. P. de Grebber. Het lijk van Christus door de vrouwen beweend. 126a. De Krijgsraad der elf Burgervendels te Dordrecht, omstreeks 1675. 2249. Jan Steen. De Sauvegarde van den Duivel. 932. A. L. Fonteijn. De Mosselmarkt te Rotterdam. 1910. Paulus Potter. Berenjacht. Een groot gedeelte is in het begin der 19e eeuw overschilderd. TWEEDE YAK, LINKS. 991. J. van Goyen. Gezicht op het Valkenhof te Nijmegen. 2076. J. van Ruysdaal. Een Waterval. 2562. S. de Vlieger. Gezicht op de Zeeuwsche stroomen. 2586a. G. v. d. Voort. Corporaalschap van Kapitein J. C. Witsen. 2290a. A. v. d. Tempel. Portret van Pieter de la Court. 664. R. v. d. Burgh. Zeevisschen. 112&. Holl. school. Stilleven. 382. Jan Asselin. Zinspeling op de waakzaamheid van den Raadspensionaris Mr. Johan de Witt, aangeduid door een zwaan die zijn nest tegen een hond verdedigt. 1632. N. C. Moeyaart. De keuze van een vrijer. Drieërlei keus. 2290&. A. v. d. Tempel. Catharina v. d. Voort, echtgenoote van Pieter de la Court. 849. Isack van Duynen. Zeevisschen. 1424. C. P. Lastman en A. van Nieuland. Kapitein A. Boom en Luitenant A. Oetges met nog zeven schutters die op 23 Sept. 1623 uit Amsterdam trokken ter bescherming van Zwolle, bij den aanval der Spaansche troepen uit Lingen in de Zevenwolde. 1703. J. A. Mijtens. Herdersidylle. 1342. Th. de Keyser. Portretstuk van drie kinderen. 1228. M. d'Hondecoeter. Hoenderhof. 961. W. de Geest. Portret eener aanzienlijke vrouw. 474. C. P. Berchem. Ruth en Boas. 2547. F. Verwilt. Het zoontje van den Admiraal. DERDE YAK, LINKS. 1501. N. Maes. Het gebed zonder end. 1223. M. d'Hondecoeter. De menagerie. 399. J. Backer. Regenten van het Huiszittenhuis, omstreeks 1650. 930. G. Flinck. Portret van Gerard Pietersz. Huift. 2551. Jacomo Victor. Gevogelte. 2591 C. van der Voort. Portret van Cornelis Pietersz. Hooft, Burgemeester van Amsterdam. 2128. D. Santvoort. Vier regenten en een suppoost der Saaihal te Amsterdam 1643. 927. G. Flinck. Isaac zegent Jacob. 1482. J. van Loo, Spijsuitdeeling aan de armen ; allegorie. 829. Karei Dujardin, Portret van Gerard Reynst. 809. J. C. Droochsloot. De afdanking der Waardgelders. 733. Wouter Pietersz Crabeth. De ongeloovige Thomas. 526. H. Bloemaert. Zinnebeeldige voorstelling van den Winter. 2615. Jan Weenix. Wild en vruchten. 919. B. Fabritius. Portret van een bouwmeester met vrouw en kind. 551. Ferd Bol.Salome,dansendevoorKoningHerodes. 2614. Jan Weeeix. Dood wild en Jachttuig. 783. S. v. d. Does. Moederliefde. VIERDE VAK, LINKS. 1821a. A. van Ostade. De boerenbruid. 1123 en 1123Ö. J. D. de Heem. Bloem-en fruitstuk en Stilleven. 1375a. Salomon Ivoninck. De afgoderij van Koning Salomo. 504. A. H. v. Beyeren. Stilleven van visschen. 396. A. Backer. De Inspecteurs van het Collegium Medicum te Amsterdam, 1683. 967. N. van Gelder. Stilleven. 2554. Joh. Victors. Jacob wordt door Jozef aan Pharaö voorgesteld. 1356a. F. Knibbergen. Panorama in het Kleefsche land. 2469. W. v. d. Velde de Jonge. Het IJ vóór Amsterdam, 1686. 2510. A. H. Verboom. Boschgezicht. 1747. A. v. Nieulandt. Optocht der Leprozen op Koppermaandag om giften voor het Leprozenhuis in te zamelen, Anno 1633; gezien op den Dam met de Waag in het midden, links het oude Stadhuis. 400. J. de Baen. Vijf regenten en twee regentessen van het Weeshuis, 1684. Voor eene geregelde wandeling door het Museum is het van belang de vakken ter rechterzijde thans niet te bezichtigen omdat men toch door de Eeregalerij terugkeert; thans betrede men de OUDE REMBRANDTZAAL. Deze zaal was oorspronkelijk bestemd voor tentoonstelling van Rembrandt's Nachtwacht en, zoo mogelijk, andere stukken van dien meester ; door aanbouwing aan de achterzijde van een nieuw vertrek is van deze bestemming afgeweken. De versiering der zaal trekt onmiddellijk de aandacht door vier vrouwenfiguren onder het gewelf die eene voorstelling geven van: de Morgen, de Dag, de Avond en de Nacht. De Morgen voorgesteld door eene jonkvrouw, die met de rechterhand haar dunnen sluier verwijdert en rozen in de linkerhand houdt. De Dag, eene vrouw in de kracht des levens, den zonnescepter in de hand. De Avond, eene vrouw met bloemen getooid, met een olijftak in de hand. De Nacht omkleed met een starrenmantel, eene toorts in de eene hand en met de andere houdt zij zich in den mantel omhult. In de fries staan de voornaamste bizonderheden uit het leven van Rembrandt vermeld. Recht over den ingang is thans het groote stuk van Bartholomeus van der Helst geplaatst „Corporaalschap van kapitein Roelof Bicker en luitenant Jan Michielsz Blaeuw", voor de bierbrouwerij „de Haan" (Geldersche kade en Boomsloot.) Aan den Westelijken wand het eveneens groote doek van denzelfden Meester „De schuttersmaaltijd, gehouden 18 Juni 1648, ter viering van den Munsterschen Vrede". Ter weêrszijden daarvan twee stukken van Melchior d'Hondecoeter, (1219) „Be Ekster in bespiegeling' en (1220) , l)e Hofstede". Aan den Zuidelijke wand een schuttersstuk van Frans Hals en Pieter Codde „Corporaalschap van kapitein Reynier Reael en luitenant Cornelis Michielsz Blaeuw" (De zoogenaamde Magere Compagnie) Aan den Oostelijken wand het Schuttersfeest bij het sluiten van den Munsterschen Vrede 1648, door Covert Flinck, — en Corporaalschap van kapitein Allart Cloeck en luitenant .Lucas Jacobsz Rotgans 1632 door Thomas de Keyser. Aan den Noordelijken wand een groot doek van Ferd. Bol (552) „Abraham door de Engelen bezocht" ; (1224) M. d'Hondecoeter .,Het drijvend veertje"; (2616) Jan Weenix „Dood wild"; waarboven de portretten van den Gezant Hieronymus van Beverningk en van zijne echtgenoote Joanna le Gillon door Jan de Baen; in den noord-westelijken hoek „Corporaalschap van kapitein Dirck Theulingh en luitenant Adriaan Pietersz Raep 1639, door Nicolaes Elias en daarboven „Afneming van het Kruis" door Pieter de Grebber. Een eikenhouten kastje bij den trap, in den ZuidOostelijken hoek bergt het „Gulden Boek" dat de Oirkonde die op de opening van het Museum betrekking heeft, bevat, en tevens bestemd is om er de handteekeningen van Vorstelijke en andere hooggeplaatste bezoekers in te vereeuwigen. Dezelfde trap voert ons naar de REMBRANDTZAAL. uitsluitend bijgebouwd om het meesterwerk van Rembrandt: „Corporaalschap van Kapitein Frans Banning Cock en Luitenant Willem van Ruyter- berg van Vlaerdingen 1642" algemeen bekend onder de benaming van „De Nachtwacht" op het voordeeligst te belichten. Het stelt voor een gedeelte van de Compagnie die met den Kapitein en den Luitenant uittrekt om te gaan schieten. Onder de schutters merkt men een meisje op, het blonde haar met paarlen getooid, aan haar gordel hangt een vogel, waarschijnlijk de prijs voor den overwinnaar in den wedstrijd. In een nevenvertrek is tentoongesteld: „Desteenen brug" en een Portret van een aanzienlijke jonge vrouw, beiden van denzelfden meester ; dit laatste in bruikleen van de Familie van Weede-Stichting te Utrecht. In het daarop volgend vertrek bevindt zich „De Staalmeesters" ook een zeer beroemd stuk van den grooten Meester, dat evenals de Nachtwacht aan de Gemeente Amsterdam behoort. De uitgang van dezen uitbouw voert ons door een gang waar men ziet een tegel tableau met dezelfde voorstelling als het middenvak der buitenversiering van het gebouw (Zuidzijde) in beeldbouwwerk, n. m. Rembrandt in zijn werkplaats omgeven door tijdgenooten en leerlingen, „de Staalmeesters" schilderende. Thans gaat men door een lokaal, dat als de Karolingische Zaal is aangeduid en een nabootsing is van de Keizerzaal van Karei den Groote in de narthex van de St. Servaaskerk te Maastricht en komt zoo in de INTERNATIONALE ZAAL. Hierin zijn tentoongesteld schilderijen van oude buitenlandsche Meesters ; zij is in drie vakken verdeeld. Bij het binnentreden is tusschen de beide ingangen opgesteld een 17e eeuwsche schoorsteenmantel, afkomstig van het gesloopte Huis van Bewaring aan de gedempte Prinsengracht te 's Gravenhage, met een door Wegwijzer Museum. 2 Jacob Jordaens geschilderde zinnebeeldige voorstelling van „de Gerechtigheid"; ter zijde waarvan eenige schilderijen, o. a. 648. Jan Brueghel (de Fluweelen Bruegliel) Christus predikt in een visschersschuit. 634. Paulus Bril. Riviergezicht met rotsen. 2068a. Petrus Paulus Rubens. Portret van Publius Cornelius Scipio, Africanus Major. 1653. Vlaamsche school, XVIIe eeuw. Jonge vrouw gezeten aan een tafel met velerlei fruit. Aan den Noordelijken wand zijn drie stukken tentoongesteld van den Vlaamschen schilder Anthonie van Dijck; 857. Prins Willem II en zijne jonge gemalin Prinses Maria Stuart ten voeten uit. 856. Portret van Nicolaes van der Borcht, koopman te Antwerpen. 853. De boetvaardige Magdalena. Vervolgens: 2065. P. P. Rubens. Kruisdraging. Schets voor de groote schilderij in het Koninklijk Museum te Brussel. 2208. Frans Snyders. Dood wild met vruchten en groenten. 1514. Vincent Malo. Boerengezelschap. 1716. Pieter de Neefs. Een kerk bij kaarslicht. Aan den Zuidelijken wand. 2679. Jan Wildens. Gezicht op Antwerpen, 1636; ter zijde waarvan 2 doeken van Jacob Jordaens (1315) Een Sater en (1316) Het vinden van den Sater in den Bek van den Visch (Matth. 17 : 27). 2066. P. P. Rubens. Romeinsche Ouderliefde. Cimon en Pera. Volgens het verhaal van oude schrijvers was Cimon in de gevangenis geworpen en veroordeeld om den hongerdood te sterven, zijne dochter Pera echter wist zich toegang tot hem te verschaffen en zijn leven te redden door hem aan hare borst te laven. Toen de overheid deze daad van toewijding vernam werd Cimon zijn vrijheid hergeven. 2209. Frans Snijders. Wildstuk. 682. School van Michel Angelo Amerighi, gen. Caravaggio. De dood van Orion Aan den Oostelijken wand. 736. Caspar de Craijer. De Aanbidding der Herders. 2062. Johann Rottenhammer. Maria met het Kind Jezus. 936. Frans Francken. De Vereering van Maria en het Kind Jezus. 2298a. D. Teniers de Jonge. De slachtplaats. 1004 a. en b. Adriaen de Gryef. Dood wild en de Hoenderkoopman. 33. Fransche school. Boomrijk landschap in een bergstreek. Verder zijn hier nog twee voorstellingen van Maria Magdalena: 1005. Guercino (copie) starende op een doodshoofd, en 2306. Tizinano Vecellio (copie naar het orginieel in het Museum te St. Petersburg). 2e C.o mpartiment. Hier trekt onmiddellijk de aandacht het groote stuk van Caspar de Cray er „De Afneming van het Kruis" (tegenhanger van in het vorige compartiment aanwezige doek, Aanbidding der Herders). Aan denzelfden wand zijn tentoongesteld. 646, J. Brueghel. Latona door de boeren bedreigd. 615. J. van Bredael. Dorpsgezicht aan een rivier. 3a. A. Adriaensen. Stilleven. 2063. Joh. Rottenhammer. Mars en Venus. 1406 en 1407. Gerard de Lairesse. Seleucus doet afstand van Stratonice ten gunste van zijn zoon Antiochus, — en Antonius bij Cleopatra. 331. Italiaansche school. Het Huwelijk van de Heilige Maagd. 633. Paulus Bril. Bouwvallen. 357a. Vlaamsche school. Een stad aan een rivier. 424. II. van Balen. Hulde van Bachus aan Diana. 1007a. Peeter Gijsels. De Fontein. 1317. J. Jordaens. Marsias door de Muzen mishandeld. Westelijken wand. 2183. Corn. Schut. Verheerlijking van Maria. 948. Carofalo (Benvenuto Tisi) De Aanbidding der Koningen. 862a. Anth. van Dyck. Salvator mundi. 690. Cima da Conegliano. De Heilige Maagd met het Christuskind aan de borst. 333. Italiaansche school. St. Sebastiaan. 2741. Zaganelli da Cotignola. Christus door de heilige vrouwen beweend. 864. Anth. van Dijck (navolging). Heiige familie. 332. Italiaansche school. Johannes de Dooper. Oostelijken wand. 2066a. P. P. Rubens. Nolimetangere(Raak mij niet aan). 599. Seb. Bourdon. De geestelijke echt van de H. Catharina. 15. C. Allori, genaamd Bronzino. Judeth met het hoofd van Iiolofernis (kopie). 1688. B. E. Murillo. Maria Boodschap. 367. Jose Antolines. De Verheerlijking van de H. Maagd. Noordel ij ken wand. 337. Spaansche school. Zinnebeeldige voorstellign van de Vergankelijkheid. 863. Kopie naar Ant. van Dyck. Christus stervendeaan het Kruis met den H. Franciscus in aanbidding aan den voet van het hout. Vier stukjes van David Teniers. (2292) De Wachtkamer(2293) Rustende werklieden (2294) Boerenherberg (2295) Verzoeking van den H. Antonius. 2092. D. Ryckaert. Een schoenmakerswerkplaats. 1627. Anth. Mirou. Boschrijk landschap. 2212. J. F. van Son. Festoen van vruchten. 3de Compartiment. Beginnende aan den Noordel ij ken wand. 425a. Pieter Balten. Boerenkermis. 2687. J. van Winghe. Nachtbanket en Maskarade. 1528. Corn. Metsys. De gelijkenis van den verloren zoon. 735a. Luc. Cranach. Mansportret. 359c. \ laamsche school, XArIIe eeuw. De Emmaüsgangers. 2198. Ger. Seghers. Christus en de Boet vaardigen. 357. Vlaamsche school. Jardin d'amour. 2595. Maerten de Vos Portretten van Gilles Hoff- man en Margaretha van Nispen. 425. Pieter Balten. St. Maartenskermis. 650a. Pieter Brueghel. Sneeuwlandschap. 2598. Seb. Vrancx. Ijsvermaak op de Schelde voor Antwerpen. 650. Pieter Brueghel De Aanbidding der Drie Koningen. 657. J. Bueckelaer. De Welvoorziene keuken, op den achtergrond, Christus bij Maria en Martha. 347. Vlaamsche school. XVIe eeuw. Mattheus XXI. 21. Duitsche school. Mansportret. 1157. Jan Sanders, genaamd Jan van Hemessen. Ecce Homo. 2091. P. C. van Rijck. Keukenstuk; op den achtergrond de gelijkenis van den rijken man en Lazarus. 359&. De marteling van St, Hippoletus. 2194. De clavicimbelspeler. 17e. Duitsche School. Golgotha. 122. Familietafereel van Pierre de Moucheron en Isabeau de Gerbier met 20 kinderen aan den disch gezeten. 359a. Christus aan het Kruis. 696. H. de Clerck. Susanna en de Ouderlingen. lid. De Verkondiging aan Maria. 17a. Christus voor Pilatus. 589a. De Aanbidding der Koningen, 351. Vlaamsche School. Allegorie op de inhaligheid der geestelijken. 2432—2443. Otto van Veen. Reeks van 12 voorstellingen uit den opstand der Batavieren tegen de Romeinen. 695. H. de Clerck. Wedstrijd tusschen Apollo en Marsyas. 352. Vlaamsche school. De Aula te Praag. 2597. Seb. Vranck. Marktdag in een Vlaamsche stad. 2596. Dezelfde. De gestrafte roover. Eene vrouw werd door een roover van hare kleederen beroofd, van een gunstig oogenblik maakte zij gebruik om zijn paard te bestijgen en te ontvluchten. 588. H. van Aeken. De verzoeking van den H. Antonius. 1515. Vincent Malo. Jezus bij Maria en Martha. In de nu volgende zaal (No. 228) met aangrenzend vertrek (No. 229) zijn bijeengebracht de oudste schilderijen der Nederlandsche school, welke de verzameling bezit. De versiering der wanden draagt een middeleeuwsch karakter en is dus in overeenstemming met het werk der meesters, dat men hier aantreft. Een spreukband, aan de fries langs de wanden aangebracht, draagt tot opschrift. Der menschen cloeck vernuft noyt stouter Const voortbracht, Als die den Mensch, end' al dat schietlyck gaet verdwenen, Oft sijn ghedaent verliest, met welcken oft met qu^jnen, Met een uytbeeldend' stuck langh leven gheven tracht. Maer heeft de Schilderij, noch yemandt vraghen mocht, Niet anders om het ïyf, als dats' ons stelt te vooren, Het wesen van den gheen, die w'hebben hier verlooren ? O Neen, Sy stelt voor t'oogh, al dat den Mensch oyt docht Te sijn, oft connen syn, op Aerde, oft in de locht. De namen van een twaalftal Middelnederlandsche kunstschilders zijn op evenveel kartels aan den muur vereeuwigd. Ter zijde van den ingang. 723. J. C. van Oostsanen. Calvariënberg. 950a. Geertgen tot Sint Jans. Aanbidding der Wijzen. 346a. De Heilige Familie met musiceerende engelen. 1923a. Jan Provoost. Troonende Madonna. 49. Holl, School, begin XVIe eeuw, Christus neemt afscheid van zijn Moeder. Vervolgens drie stukken van Jan van Scorel. 2189. Maria Magdalena, zittende in een bergachtig landschap. 2190. Salomo en de Koningin van Saba. 2191. Bathseba en David. 1452. Lucas van Leyden. Kerkprediking. 666. Corn. Buys de Jongere. De ontmoeting van Eleasar en Rebecca. 2702. Johan Woutersz. Het kantoor van den Rentmeester. 60. De Verovering der stad Rhenen in 1499 door Jan II van Kleef. 722. J. C van Oostsanen. Saul en de heks van Endor. In het midden op standaards zijn een drietal altaarstukken geplaatst. 44. Drieluik. Middentafereel: Christus aan het kruis, waarbij de H. Maagd en Johannes; op den achtergrond een gezicht op de stad Utrecht; de vleugels stellen voor: de H. Mis van den H. Gregorius en den H. Christophorus, het Christuskind door het water dragende. 53. De Mannaregen; op de achterzijde: zinnebeeldige voorstelling van de Christelijke kerk. 54. Melchisedech brengt Abraham wijn en brood. In het aangrenzende vertrek (No. 229) eveneens op standaards eenige altaarstukken of gedeelten daarvan. 45. Vleugel van een Drieluik; voorzijde: De Besnijdenis, achterzijde: De Opstanding. 46. Vleugel van een Drieluik; voorzijde: Jezus in den Tempel, achterzijde: Jezus terugkeer uit het Voorgeborchte. 58. Twee vleugels van een Drieluik (omstreeks 1560) voorstellende: Het Lam Gods in de armen van Johannes den Dooper en 6 geknielde edelen, wier wapens aan de takken van een boom hangen. 7. Vleugel van een altaarstuk, voorzijde: opdracht van Jezus in den Tempel, achterzijde: Aanbidding der Wijzen. 1127. Maerten van Heemskerck. Triptiekdeur. De Sibyla Erythraeu; op de achterzijde: Matelief Dammasz. met zijn beschermheilige Paulus. Aan de wanden (132—137) zes portretten van leden van het oud-adellijk geslacht van Naeldwijck, XVe eeuw. 81a. Tabula Cebetis; zinnebeeldige voorstelling van den weg des levens. 37. Tafereel ter gedachtenis van de Heeren van Montfoort, gesneuveld in den tocht tegen de Friezen, 1345. 39. Holl. school, omstreeks 1400. De geschiedenis des Zaligmakers in 18 tafereelen, beginnende met de verkondiging zijner geboorte tot aan de uitstorting des H. Geestes. Boven een der deuren: 345. Vastenavondfeest. (Ie helft XVIe eeuw) Van latere hand is het opschrift: „Dit is den dans van Luther met syn nonne. In de nu volgende zaal (No. 2*27) zijn twee groote doeken van Cornelis Cornelisz van Haerlem. De Kindermoord van Bethlehem, en Adam en Eva in het Paradijs. 5. Pieter Aertsz. genaamd Lange Pier. De Eierdans. 534. P. P. de Bloot. Het kantoor van den Advocaat, tijdens het spreekuur. 1525a. Jan Martsen de Jonge. Ruitergevecht. 2357a. W. van Valckert. Het toilet van Venus. 525. Abr. Bloemaert. Rust op de Vlucht naar Egypte. 2486. A. P. van de Venne. De Zielenvisscherij. Allegorie op de onderhandelingen met Spanje gedurende het Twaalf-jarig Bestand. Rechts o.a. de Aartshertogen Albrecht en Isabelle metgevolg, links de Koningen Jacobus I van Engeland, Christiaan IV van Denemarken, de jeugdige Lodewijk XIII van Frankrijk, de Prinsen Maurits, Frederik Hendrik enz. 2488. Dezelfde. Prins Maurits bezoekt de kermis te Rijswijk. 2487. De Haven van Middelburg. 2497. Een boeren vastenavond. 1878. Aert Pietersz. De staalmeester der Lakenhal te Amsterdam No. 1599. Op de lijst staat: „Betreet u eedt In tgunt ghy weet. Oprechtlick leeft. Door gunst of haet Of eygebaet Geen oordeel geeft." 89. Holl. school. De kwakzalver. 1213. Gilles Claesz d'Hondecoeter. Boomrijklandschap. 369. Aert van Antum Het passeeren van hei Statenjacht voorbij het kasteel IJselmonde, in Augustus lbI7. 2497. A. v. d. Venne Een boerenvastenavond. 985a. H. Goltzius. Virtitnnus in de gedaante van eene oude vrouw en Pornona. Verschillende stukjes vau Adr. Pietersz. van de Venne, als: 2503. All-arm. 2504. Jammerlyck. 2492—2405. De vier Jaargetijden. 2496. Dorpskermis. 2501. Musiceerend gezelschap. 2506. Boerendans. 2502. Ellenden-eind. 2505. Jammer-mall. 213/. Roelandt Savery. Elia door de Raven gevoed. 2558. D. Yinckeboons. Johannes de Dooper. 392. H. Avercamp. Winter. 2138a. R. Savery. De Boerenherberg. 753. Jacob Gerritsz. Cuyp. Landelijke voorstelling. 1282. Pieter Isaacsz. Corporaalschap van Kapitein Jacob Hoynck en Luitenant Appelman, 1596. ZAAL No. 226. Beginnende aan den Westelijken wand. 772. Jacob Willemsz. Delff. Portret van Paul Cornelisz. van Beresteyn. 2452. Esaias v. d. Velde. Het Ponteveer. 897 en 898. Nicolaes Elias. Portretten van Gerard Ottsz. Hinlopen en zijne echtgenoote Trijntgen Tijsdr. van Nooy. 1349. Th. de Keyser. De familie Meebeeck Cruy waghen. 1283. Pieter Isaacsz. Corporaalschap van Kapitein Jilles Valckenier en Luitenant Pieter Bas, 1599. 2356 en 2357. Werner van Valckert. Huisbezoek, en uitdeeling van brood door Regenten van het Aalmoezeniershuis, 1627. Noordel ij ken wand: 2228. Pieter Stalpart. Heuvelachtig landschap. 981. Karei Dujardin. Een landman op zijn hoeve. 2167. Joris van Schooten. De Aanbidding der Koningen. 2099. P. I. Saenredam De St. Mariakerk te Utrecht 1641. 894. Dirck of Theodoor van Baburen. De Koppelaarster. 1584. M. J. van Miereveld, Portret van Jacob Cats. 2103. Corn. van Saftleven. Verkondiging aan de Herders. 1133, H. Heerschop. Rebecca ontvangt geschenken van Abrahams knecht. Oostelijken wand: 2536. /. C. Verspronck. Portret Jacobsz. Schout Burgemeester van Haarlem. 851. W. C. Duyster. De bruiloft van Adriaen Ploos van Amstel en Agnes van Byler, 1616. 2136. Roeland Savery. De Dichter op het feest der dieren gekroond. 2685. Adam Willaerts. Storm op zee. 670. Jan van Bylert. Vrouwenportret. 620. Barth. Breenbergh. Jacobs worsteling met den Engel. 1398. G. van der Kuyl Slimheid gaat boven kracht. Het onderwerp dezer schilderij is ontleend aan het volgende: Sertorius, een Romeinsch krijgsbevelhebber, liet eens ten aanschouwe van zijn leger twee paarden voorbrengen, waarvan het een oud en krachteloos was en en het ander mooi en kloek, met een prachtigen staart, even dik als schoon van haren. Bij het zwakke paard stond een sterke man, bij het krachtige een klein zwak persoontje. Op een gegeven teeken trok de sterke man met beide handen aan den staart, maar de kleine en zwakke man ging de staartharen een voor een uittrekken. Hieruit wilde Sertorius te kennen geven dat volharding zekerder doel treft dan heftigheid. 535. P. de Bloot. Boerenkermis. 2050. Willem Romeyn. Italiaansch landschap. 387a. Balthasar van der Ast. Vruchten en bloemen 22' f J- Sapnredam. De St. Bavokerk te Haarlem. aUb. J. O. Droochsloot. Sint Maarten. 1402. Pieter van Laer. Italiaansche herberg. 2130 en 2131, D. D. Santvoort. Portretten van Frederick Dircksz. Alewijn en zijne echtgenoote Agatha Geelvinck. 1121. W. C Heda. Stilleven. 2135. R. Savery. Hertenjacht in een rotsachtig landschap. 393. Dirck of Theod. van Baburen. Promotheus door Vulcanus geketend. 676. Adam Camerarius. Christus en de hoofdman over honderd. Z u i d e 1 ij k e n wand: 743. Alb. Cuyp. Ruitergevecht. 2454. Esaias v. d. A elde. Ijsvermaak. 1247. Charles de Hooch. Landschap. 1787. Jan Olis. Een keuken. 2354. W. v. Valckert. Inschrijving der armen van het Aalmoezeniersweeshuis. 2351. Drie Regentessen en de Binnenmoeder van het Leprozenhuis. 1215. G. G. d'Hondecoeter. Watervogels 1645. Stilleven. 2721. Moses van Wttenbroeck. Pan en Syrinx. 607. Leonard Bramer. Bijbelsch onderwerp. ZAAL 225. Westelijken wand. 1822. Isack van Ostade. Boerenherberg. 2567a. H. C. van Vliet. Het inwendige eener kerk. 1646a én b. De verkondiging aan de Herders, en Aanbidding van de Herders. 2561. Simon de Vlieger. De Tehuiskomst van den Valkenier. 2261. D. Stoop. Wachtende jagers. 1925. Christoffel Puytlinch. Doode hanen. 1027. Joris van der Hagen. Bergachtig landschap. 459. Corn. Bega. Boerenconcert. 1710. Anth. Natus. Kaartspelende jongens. 992. Jan van Goyen. Riviergezicht. 1881. Gerrit Pietersz. Corporaalschap van kapitein Jan Jansz. Carel en luitenant Thys Pietersz. Schrijver, 1604. 2731a. W. \Y illems. Portret van een jongeling. 2225. J van Spreeuwen. Philosoof in zijn studeervertrek. 2713. Ph. Wouwerman. De Rijschool. 1122. G. W. Heda. Stilleven. 1444 en 1445. C. Lelienbergh. Dood gevogelte. 2082a. S. van Ruysdael. Riviergezicht. 1821Ö. Ad. v. Ostade. Het dansend paar. 2566. H. C. van Vliet. Gezicht in de Oude Kerk te Delft. 461. Abraham Begeyn. De plundering. Noordel ij ken wand: 1552a, Gabriel Metsu. De wapensmid. 2348. D. Valckenburg. Dood wild. 764. Gerard Dou. Portretstuk van een Heer en Dame. 745. Alb. Cuyp. Landschap met herder en vee. 2448. Ardiaen v. d Velde. De Hut. 2585. Corn. v. d. Voort. Corporaalschap van luitenant Pieter Dircksz. Hasselaer, 1623. 995. Barent Graat. Galante voorstelling. 2481. Elias Vonck. Dood wild. Oostelijken wand. 1782. J. Ochterveld. De speellieden. 2729. Th. Wijck. Levantijnschehaven. 993. Jan van Goyen. Gezicht op Dordrecht. 1930. Adam Pynacker. Landschap in de Appenijnen. 1447. G. Leliënberg. Stilleven. 1535. J. van der Meer. Slapende herder. 1648. Onbekend XVIIe eeuw. Visschen. 1502. Nicolaes Maes. De peinzende. 1912. Paulus Potter. Orpheus, de dieren temmende. 1423. Laroon. Vroolijk gezelschap. 906. A. van Everdingen. De Geschutgieterij te Julita- broeck in Södermanland in Zweden. 397. A. Backer. Portret van Daniël Niëllius, Predikant te Alkmaar. 636. Corn. Brisé. Stilleven. 1141 en 1142. B. v. d. Helst. Mans- en Vrouwenportret. 450. A. Beerstraten. De voormalige Regulierspoort te Amsterdam. Zuidelijken wand. 417a. Joh. Backhuijsen. Een visschersdorp. 1718. A. v. d. Neer. Landschap. 693a. Pieter Claesz. Stilleven. 832. K. Dujardin. Muilezeldrijvers. 2049. W. Romeijn, Rustende Kudde. 920. Karei Fabritius. Portret van Abraham de Notte. 496. D. van den Bergen. Landschap met herder en vee. 378. P. J. van As. Riviergezicht. 385. Jan Asselijn. Stadswallen bij winter. 2582. Jan Vonck. Doode Vogeltjes. 2352. W. van Valckert. Corporaalschap van Kapitein Albert Coenraetsz. Burgh en Luitenant Pieter Evertsz. Huift 1652. Bij den uitgang staat een beeld in marmer, voorstellende de nimf. „Echo," vervaardigd door F. Leenhoff, en daarbij een ander beeldhouwwerk in pleister, eveneens door Prof. F. Leenhoff, voorstellende „de Gebroeders Johan en Cornelis de Witt, de een in den ander steun vindend. Johans linkerhand is beschermd neergelegd op den schouder van zijn ouderen broeder. Achter deze beeldgroep eenige portretten, voor het raeerendeel behoorende tot het geslacht Bicker en eenige Regentenstukken, waarna men komt, in zaal No 220, waarin gehangen zijn eene verzameling portretten behoorende tot het legaat Bicker en eenige schilderijen afkomstig van het aloude Chirurgijnsgilde te Amsterdam, waarop zijn afgebeeld voor het meerendeel Professoren en Medici onderwijs gevende in de ontleedkunde, zoogenaamde anatomieschilderijen. Onder de portretten uit het legaat Bicker vestigen wij in het bizonder de aandacht op dat van Mr. Jan Barend Schaep door Jurriaen Ovens (No. 1828); wellicht het meesterwerk van dezen schilder. Dit lokaal door dezelfde deur verlatende betreden wij de REGENTEN- EN SCHUTTERSZAAL. In deze zaal zijn tentoongesteld de groote doeken aan de Gemeente Amsterdam toebehoorende, waarop schutters- en regenten zijn afgebeeld, zooveel mogelijk naar tijdorde gerangschikt. Beginnende links aan den zuidelijken wand ziet met: 1380. C. Ketel. Schuttersstuk met dertien beelden ie voet uit, zijnde het Corporaalschap van Dirck Rosecrans, vergaderd in den Handboogdoelen, 1588. 2291. J. Tengnagel. Schuttersmaaltijd met zeventien beelden. Kapitein Geurt Dircksz. van Beuningen, 1613. 1876. Aert Pietersz. Corporaalschap van Kapitein Jan de Bisschop, 1599. 1658. P. Moreelse. Corporaalschap van Kapitein Jacob Hoynck, 1016. 889. Nicolaas Elias. Vier Regenten van het Spinhuis met den boekhouder en een bode, 1628. 2586. Corn. van der Voort. Schuttersstuk met elf beelden. 1136. Barth van der Helst, Vier Overlieden van den St, Sebastiaans- of Handboogdoelen, 1653 2350. W. van Valckert. Vier Regenten en de Binnenvader van iiet Leprozenhuis, 1624. 2127. D. D. Santvoort. Twee Regentessen en twee Binnenmoeders van het Spinhuis, 1638. 2588. C. v. d. Voort. De Regenten en de bode van het Rasphuis. 1341. Thomas de Keyser. Corporaalschap van kapitein Jacob öymonsz. de Vries en luitenant Dirk de Graeff, 1633. 2291. Jan Tennagel. Schuttersmaaltijd van zeventien personen. 1631. Nicolaes Moeyaert Vier Regenten, twee Regentessen, de boekhouder en de bode van het Oude Mannen- en Vrouwen-Gasthuis, 1640. De westelijke wand is geheel ingenomen met een groot doek: 893. Nicolaes Elias Corporaalschap van Kapitein Jacob Rogh en Luitenant Anth. de Lange, 1645, en daaraan sluitende, het eerste stuk aan den noordelijken wand van denzelfden meester, 891 Schuttersmaaltijd met Kapitein Jacob Backer en Luitenant Jacob Rogh, 1632. 562. A. Boonen. Zes Regenten van het O. Z. Huiszittenhuis, 1705. 2117. Jan Sandrart. Corporaalschap van Kapitein Cornelis Bicker en Luitenant Fr. van Banchem, gereed om Maria de Medicis, KoninginWeduwe van Frankrijk, wier borstbeeld in hun midden staat, in te halen, September 1638. 925. Govert Flinck. Schuttersfeest bij het sluiten van den Munsterschen vrede 1648 ; de Kapitein der Burgerwacht wordt door de schutters geluk gewenscht; en 924. Corporaalschap van Kapitein Albert Bas en Luitenant Lucas Conijn, 1645. 1137. B. v. d. Helst. De vier Overlieden van den Kloveniersdoelen aan het oestermaal, 1655. 541. Ferd. Bol. Vier Regenten — en iets verder boven de deur 542. Drie Regentessen van het Leprozenhuis, 1668. 2316. C. Troost. De Inspecteurs van het Collegium Medicum, 1724. 888. Nic. Elias. Anatomische les van Dr. Johan Fonteyn, 1625. Aan den oostelijken wand: 1827. Juriaen Ovens Zes Regenten en een bode van het Oude Zijds Huiszittenhuis, 1656. 540. Ferd. Bol. Zes Regenten en een bode van het Nieuwe Zijds Huiszittenhuis, 1657, en 362. Pieter van Anradt Zes Regenten en een bode van het Oude Zijds Huiszittenhuis, 1675. Op losse schotten z ij n nog eenige schilder ij en tentoongesteld o. a. : 877. Gerbrandt van den Eeckhout. De overspelige vrouw. 965d en e. Aert de Gelder. Jezus uit Gethsemané weggevoerd ; en Jezus vóór het Sanhedrin. 1138. Barth. van der Helst. De vier Overlieden van den Voetboogdoelen. Nu volgen de Oostelijke kabinetten, gelegen langs den voorgevel. Deze, en ook de aan de andere zijde van de voorhal gelegen westelijke kabinetten bevatten hoofdzakelijk schilderijen der Oud-Hollandsche school, die door kleine afmetingen en uitvoerige behandeling in kleine lokalen met zijlicht beter tot hun recht komen. KABINET No. 219. 1332 en 1333. C. Ketel. Portretten van Jacob Bas Claez., in 1581 Burgemeester van Amsterdam en van zijne eclitgenoote Grietje Pietersdr Codde. 1284. Pieter Isaacsz. Oploop der Romeinsche vrou- Wegwijzer Museum. 3 wen voor het Capitool naar aanleiding van het gerucht dat elke man twee vrouwen zou hebben. 6. Pieter Aertsz. Aanbidding der Herders. Fragment van een altaarstuk. 721. Corn. v. Oostsanen. Mansportret. 1336. Adriaen Thomas Key. Portret van een aanzienlijk man. 1118a. C. D. v. d. Heek. Allegorie op de ondeugden en hare gevolgen. 1674 en 1675. Jan Mostaert. De Aanbidding der Drie Koningen en Drieluik met voorstelling van : Ter aardeleggiug van Christus. 905a en b. Jacob Esselens. Landschap en Strandgezicht. 587. Hieronymus van Aeken. Het snijden van den Kei. • 141 en 142. Mans en Vrouwenportret, omstreeks 1520. 1498. Jan Gossaert, gen. Jan van Mabuse. Portret van Philips van Bourgondië (?). 522. Herri met de Bles. Het Paradijs. Adam en Eva's verblijf in het paradijs, beginnende met de schepping tot na de Verdrijving. 1920a. Pieter Pourbus. Portret van een Jonkman. 905- Cornelis van Engelbrechtsz. Christus aan het Kruis, omgeven door eenige Heiligen. 1530. Quiten Massys. Portret van Desiderius Erasmus (oude copie.) 1793a. Barend van Orley. Madonna met het Kind. In het midden op een standaard : 47. Drieluikje met voorstelling van Christus aan het Kruis tusschen de twee mordenaars; op den achtergrond Jeruzalem in een bergachtig landschap. Op de binnenzijde der deuren de portretten van den schenker en zijne vrouw; met hunne beschermheiligen. Begin XVIe eeuw. KABINET No. 218. 989a. Jan van Goijen. Vergezicht. 2202. K. Slabbaert. Het ontbijt. 571—573. G. Terborch. Portret van Ds. Hendrik van der Schalke, van zijne echtgenoote en van hun dochtertje. 2255 en 2256. Harrnen van Steenwijck. Twee Stillevens. 1660. P. Moreelse. Het Prinsesje. 2098. P. J. Saenredam. Het inwendige der in 1813 gesloopte St. Mariakerk te Utrecht 2600. J. Vrel. Achterbuurtje in een Oud Hollandsche stad. 107a. Holl school; XVIIe eeuw. Landschap. 752. Benjamin Gerritsz Cuyp. Joseph in de gevangenis, droomen uitleggende aan den schenker en aan den bakker. 693. P. Claesz. Stilleven. 2431. Balthasar van der Veen. Gezicht op de stad Haarlem, 614a. Jan de Bray. Judith en Holofernes. 641 en 642. A. Brouwer. Boerend rinkpartij en Boerenvechtpartij. 1890. E. v. d. Poel. Vischmarkt bij avondlicht. 3 721a. A. v d. Neer. Maneschijn. 1661. P. Moreelse. De schoone herderdin. 1974. Hubert van Ravesteijn. Stilleven. 408. D. Baillij. Mansportret. 2160a. J. P. Schoeff, Landschap. 2696. M. Withoos. Havengezicht. 1194. O. van Poelenburgh. Bespiede meisjes. 1295. P. of F. Jansen Een Kortegaard. 2098. P. J. Saenredam. Gezicht in de gesloopte St. Mariakerk te Utrecht. 993a. Jan van Goijen. Riviergezicht. 1348. Th. de Keyser. Portretstuk van een Heer, Dame en vier dochters. 787 en 788. H. Doncker. Mans- en Vrouwenportret. 2455a. Jan Jansz. van de Velde. Stilleven. 1684a. Pieter Muiier. De Bries. Vischersboot zeilende vóór den wind. 1933. P. Quast. De heelmeester. 2312a. Jan Jansz. Treek. Stilleven. 811. H. Dubbels. Riviergezicht. 1403. P. van Laer. Herder en waschvrouwen. 668a. W. P. Buytenwegh. De Kapitein. KABINET No. 217. In dit kabinet zijn tentoongesteld schilderijen afkomstig van de Collectie Six, in 1907 door de Regeering aangekocht. In het midden der Zuidelijken wand het beroemde en fraaie stuk van Johannes Vermeer „de Keukenmeid" (no. 2528a.) Een gewoon huishoudelijke voorstelling, een keukenmeid, staande achter een met een groen kleed gedekte tafel, waarop een mand brood, een kan van Nassausch aardewerk en een steenen pan waarin zij een kan melk uitschenkt, maar door compositie, afwerking en kleuren trekt het de bizondere aandacht. Daar boven een doek door Paulus Moreelse „Vanitas" (no. 1661a). Een jong meisje, bizonder getooid, wijst naar een spiegel waarin haar beeld wordt weerkaatst. Aan den zelfden wand: 473a. Nicolaas Berchem. Italiaansch landschap. 413a en b. Joh. Backhuysen. Woeland- en Stilwater. 2719a. Philips Wouwerman. De stal. 1168a. Guilliam de Heusch. Italiaansch landschap. 2073a. Jacob van Ruisdael De Voorde. 2738a. Jan Wijnants. Duinlandschap. .305a. Jan Asselijn. Italiaansch landschap. Oostelijken wand: 1228a. Melchior d' Hondecoeter. Pluimgedierte. 905c. Jacob Esselens. Landschap. 857a en b. Anth. van Dijck. Portret van P. P. Rubens en van Caspar Gevaerts. 2144 a en b. Godfried Sclialcken. De Citroen- en de Haringkoopvrouw. 1475a. Joh. Lingelbach. Terugkeer van de markt. 1929a. Adam Pynacker. Riviergezicht. 2444a. Adriaen van de Velde. De Rust. 385ö. J. Asselijn. Gewelf van het Coliseum. Westelijken wand: 2553a. Johannes Victors. De groentenwinkel „de Buyskool." 1556a. Gabriel Metsu. De Haringkoopvrouw. 1816a. Adriaen van Ostade. De Schaatsenrijders. 1455a. Judith Leyster. De Serenade. 799a. Ger. Dou. De Docter (copie door J. A. van Staveren.) 1625a. Abraham Mignon. Stilleven. 2308a. Dominicus van Tol. Binnenhuis. 1904a en b. Franz Post. Braziliaansche landschappen. 1689a. Michiel van Musscher. Portret van een scheepsbevelhebber. 2609a. Jacob Walscapelle. Vruchtenstuk. 2088a. Rachel Ruijsch. Bloemen. KABINET No. 216. 1914. Paulus Potter. Herders met hun vee. 1523. Marseus van Schrieck. Bosch met hagedissen, vlinders en andere insecten. 1091. Frans Hals Een vroolijk man 2603. R. van Vries. De boerenwoning. 2707. Philips Wouwerman. Een boerengevecht. 2046. J. Rombouts. Boschrijk landschap. 1359. N. Kuupfer. De afgezanten van het volk van Rome aan Cincinnatus de waardigheid opdragende van Consul. 1638. H. Mommers. Boerenbinnenhuis. 1375. S. Koninck. Een oud man in een studeervertrek. 1586. M. J. Miereveld. Portret van Johannes Uyttenbogaert. 1345 en 1344. Th. de Keijser. Mansportretten. 1082. Dirk Hals. Buitenpartij. 1446. Corn. Lelienberg. Dood gevogelte. 2728. Th. Wijck. Een boerenbinnenhuis. 1918. Pieter Symonsz. Potter. De Stroosnijder. 523. Dan. de Blieck. Het inwendige eener kerk. 822. Jacob Duck. De Wijnproevers. 593. J. Botb. Italiaansch landschap met ponteveer. 1455. Judith Leyster. De lachende drinker. 225. Holl. school. XVIIe eeuw. Familietafereel. 1834. Anth. Palamedez Vroolijk gezelschap. 453. J. A. Beerstraaten. HetPaalhuis en de Nieuwe brug, aan den IJ-kant te Amsterdam bij winter. KABINET No. 215. 1105. Johannes Hannot. Vruchten. 1229 en 1230. Abr. Hondius. De Verkondiging aan de Herders, en de Aanbidding van de herders. 879. G. van den Eeckhout. Badende mannen. 2311. J. Toorenvliet. De muziekles. 1075. Stilleven. 2601. Abraham de Vries. Portret van David de Moor. 2201. M. Simons. Vruchtenstuk. 700. Pieter Codde. De Aanbidding der Herders. 493. Claes van Beresteyn. Duinweg. 821. J. A. Duck. De ruiterstalling. 2250a. Jan Steen. Erysichthon verkoopt zijne dochter Hypermnestra. 943. A van Gaesbeek. Portret van een jongeling in een studeervertrek. 1534aa. Jan van der Meer. Landschap. 922a. W. G. Ferguson. Doode vogels en jachtgerij. 4. Willem van Aelsl. Dood gevogelte. 2139. B. Schaak. Vanitas. 2080a. Jac van Ruisdael. De Boschweg. 1218. M.d' Hondecoeter. Planten, Paddestoelen, Vogels en Insecten. 2250c. Jan steen. De rijke man en de arme Lazarus. 2700. J. B. Wolfert. Italiaansch landschap met herders. 2282a. Michiel Sweerts. De damspelers. 1723. Martinus Nellius. Vruchten. 1172. Jan v. d. Heijden. De Steenenbrug. 1523a. Marseus van Schrieck. Insecten. 1086. De slaapster. 754. J. G. Cuijp. Portret van Margaretha de Geer. 692. P. Claesz. Stilleven. 1173. J. v. d. Heyden. De Ophaalbrug. 1123a. J. D. de Heem. Stilleven. 2261 b. M. Stoop. Inkwartiering. 2583. Jan Vonck. Vischstuk. Men is nu weder in de Voorhal die men in hare geheele lengte doorloopt om de Westelijke kabinetten te bereiken. KABINET No. 274. B ij het binnentreden links. . 926a en 926. Govert Flinck. De portretten van Goze Centen en aan de andere zijde van den wand van Jonas Jacob Leeuwen Dirksz. 774. Jacobus Delff. Portret van een jongen man. 701 en 7ü2. Pieter Codde. Mans-en Vrouwenportret. 5786 en c. Mozes ter Borch. Portret eener oude vrouw en van een jongeling. 407. D. Baillij, Portret van Maria van Reigersbergh. 694. Jacques de Cleau. Vanitas. 2568a. W. van Vliet. Kinderportret. 669. Jan van Bijlert. De Luitspeler. 174. Holl. school. Portret van Dirk Baltus. 497. D. van den Bergen. Vechtende ossen. 1554 en 1555. Gabriel Metsu De oude drinker, en oude vrouw in overpeinzing. 798. G. Dou. De Kluizenaar. 1816. Adr. van Ostade. De vroolijke boer. 822a. Jacob Duck. De verdeeling van den buit. 1320. W. Kalff. Stilleven. 2698. E. de Witte. Gothische kerk van binnen. 1S09. Paulus Potter De herdershut. 2572 en 2573 A. G de Vois. De vroolijke speelman en De lustige vischboer. 2242. fan Steen De schuurster. 2602. M. van Vries. De boerenwoning aan het water. 2167a. Joris van Schooten. Portret van J. G. v. d. Mij. 2102. C• Saftleven. Landschap met dieren. 1003. Jan Griffier. Riviergezicht. 1486. Christoffel Lubienietzki. Portret van Joh. Siewerts. 785 en 784. S. van der Does. De herderin en lezende herders. 629 en 630. Q. G. Brekelenkam. Binnenhuis en Het hoekje van den haard. 2512ft. P. H. Vereist. Drinkende boeren in een schuur. 1083. Dirck Hals. Een feestvierend gezelschap. 1122ft. G. W. Heda. Stilleven van boeken. 1131. Th. Heeremans. Wintergezicht. 1487. Christoffel Lubienietzki. Gozewijn Centen met zijn vrouw en twee zoons. 601 ft. Pieter Bout. De halte. 1637. Pieter de Molijn. Pleisterplaats. 994. Barent Graat. Familegroep in een boomrijk landschap. KABINET No. 273. 2710. Ph. Wouwerman. De slaande schimmel 477. G. A. Berckheyde. Gezicht op den Dam te Amsterdam. 1687. E. Murant. Pleisterplaats. 1021. J. Hackaert De Esschenlaan. 2703. J. Wouwerman. Het bonte paard. 831. K. Dujardin. Een landman op zijn hoeve. 2716. Ph. Wouwerman. Het paardenwed. 597. J. Both. Volksleven te Rome. 1474. Joh. Lingelbach. Een Italiaansche zeehaven met bedelaars. 1731. Caspar Netscher. Portret van Cornelius Backer. 570. G. Ter Borch. De vaderlijke raadgeving. 1130. Th. Heeremans. Wintergezicht. 1719. A. van der Neer. Landschap bij Winter. 1785ft. Hendrik ten Oever. Stilleven 3237. Jan Steen. Het St. Nicolaasfeest 2105. H. Saftleven de Jonge. Dorp aan eene revier. 2715. Ph. Wouwerman. De hoefsmid. 2521. Nic. Verkolje. Portret van den natuurkundige Ant. van Leeuwenhoek. 2233. Jan Steen. De bakker Oostwaard. 2239. Idem. Het vroolijk Huiswaartskeeren. 464. Nic. Berchem. Stadswal te Haarlem bij winter. 2479. W. v. d. Velde de Jonge. De windstoot. 121. Holl. school. XVlIle eeuw. Stilleven. 465. Nic. Berchem. IJsgezicht nabij een stad. 2245. Jan Steen. De papegaaiskooi. 2708. Ph. Wouwerman. De overwinning der boeren. KABINET No. 272, bevattende een reeks meesterstukken. 601. E. Bourse. Binnenhuis met vrouw aan het spinnewiel. 624. Q. G. Brekelenkam. De voorlezer. 2241 Jan Steen De kwakzalver. 1818. Adr van Ostade. Rustende reizigers. 1164. J v d. Hyden De Dam te Amsterdam. 610. F. de Hulst. Gezicht op het Valkhof te Nijmegen. 2240. Jan Steen. De boerenbruiloft. 846. C. Dusart Boerenherberg. 2080. Jac. van Ruisdael. Het kasteel Bentheitn. 2636. P. van der Werff. De heilige Hieronymus. 843. C. Dusart. Dorpsspeellieden. 2712. Ph. Wouwerman. Hertenjacht. 1553. Gabriel Metsu Het ontbijt. 833. K. Dujardin. Trompetter te paard. 1260. Ger. Houckgeest. Gezicht in de oude Kerk te Delft 790 L. Doomer. Herberg in de buurt van Nantes. 2528. Joh. Vermeer De Brief. 2455. Jan Jansz. v. d. Velde. Stilleven. 108. Holl. school. XVIIe eeuw. Portaal in een traptoren. 2445. Adr v. d. Velde. Het ponteveer. 1813. Adr. van Ostade. Schilderswerkplaats. 2720. Ph. Wouwerman Het witte paard. 595. J. Both. Een boeren erf. 2735. /. Wynants. Landschap met vee. 478. G. A. Berckhyde. De Dam te Amsterdam. 2086. Rachel Ruysch. Bloemstuk. 2732. J. Wijnants Een boerenwoning 1557. G. Metsu. Binnenhuis. 1708. M Naiveu De heilige Hieronymus. 1248. P. de Hoogh. De kelderkamer. 1217. M, d'Hondecoeter. Doode vogels. 2073. J. van Ruisdael. Een zandweg. 1821. Adr. van Ostade. Het haringvrouwtje. 1615a. J. van Mieris. Portret van een Jongeling. 2474. W. van de Velde de Jonge. Aan de kust. 506. A. H. van Beijeren. Bloemstuk. KABINET No. 271. 1476. J. Lingelbach en J. Wijnants. Landweg. De figuren zijn door Lingelbach geschilderd. 2473. W. van de Velde de Jonge. Havengezicht. 2142. G. Schalcken. Verschil van smaak, en het pendant. 2141. Elk zijn meug. 2634. Adr. v. d. Werff. Venus door Amor gekust. 2737. J. Wynants. Duinlandschap met jagers. 2229. J. A. van Staveren. Biddende grijsaard. 514. Corn. Bisschop of Busschop. De Appelschilster. 1626. Abr. Mignon. Stilleven. 2631. Adr. v. d. Werff. De Heilige familie. 2258. Nicolaas van Helt Stocade. Landschap met vee (melktijd.,) 1678. Fred. de Moucheron. Italiaansch landschap. 2203. P. C. van Slingelandt. De zangoefening. 1686. E. Murant. Oud Boerenhuis. 1475 J. Lingelbach. Haven aan de Middellandsche Zee. 1124. /. De de Heem Fruitstuk. 796. Gerard Dou. De nieuwsgierige. 1615. Fr. van Mieris de oude. De briefwisseling. 1611. Idem. De Luitspeler. 2204. P. C. van Slingelandt. De rijke heer. 2048 en 2047. W. Romeyn. Rust bij de Fontein en Kudde in het water. 1470. J. Lingelbach. De Rijschool. 795. Gerard Dou De avondschool. Deze schilderij, een der vermaardste van den meester, munt uit, zoowel door eene uitvoerige behandeling als door een doorschijnend half duister, teweeggebracht door de speling van vijf kaarslichten. 1276. J. van Huysum. Bloemen. 1722. E. H. v. d. Neer. De jonge Tobias met den Engel. 2333 en 2334. Jacob van der Ulft. Italiaansch stadsen havengezicht. 2308. D. van Tol. De gevangen muis. 473. Nic. Berchem. Italiaansch landschap. 2106. H. Saftleven. Riviergezicht. 411 en 412. Lud Bakhuysen. Gezicht op het IJ voor Amsterdam van den Mosselsteiger genomen, en woelige zee. 1621. Abrah Mignon. Stilleven en vruchten. 1724. Casper Netscher. Moederzorg. 2714. Ph. Wouwerman. De reigerjacht. 2144. G. Schalcken. De Tabaksrooker, en het pendant. 2143. Vuur en licht. 1725. Caspar Netscher. Portret van eene aanzienlijke jonge vrouw. 1171. J. v. d. Heyden. De Martelaarsgracht te Amsterdam. 1275, 1280 en 1274. J. van Huysum. Bloemen en vruchten en een offerfeest. 2205. P. C. van Slingelandt. Twee miniatuurportretjes, met eene allegorische voorstelling van de zegetocht van Amphitrite, geschilderd door "Willem van Mieris. 1726. Caspar Netscher. Portret van Constatin Huygens. 2632. Adr. v. d. Werff. De dansles. 2711. Ph. Wouwerman. Een landschap. KABINET No. 270. 905a. Jacob Esselens. Strandgezicht. 2034. P. de Ring. Stilleven. 768a. H. A. C. Dekker. Stal van binnen. 1679. Isaac de Moucheron. Gezicht op Tivoli bij Rome. 2268. Joh. Storck. Het Kasteel Nyenrode. 1312. Lud de Jongh. De vossenjacht. 2703. Jan Wouwerman. De boerenhofstede. 1000. Thimotheus de GraefF. Italiaansch landschap. 596. Johannes Both. Italiaansch landschap. 1622. Abrah. Mignon. De omgeworpen ruiker. 681. J. v. d. Capelle. Het admiraalzeilen 1853. C. Picolet. Jongelingen ter jacht gaande. 2088. Rachel Ruysch. Bloemstuk. 2726. Matthys Wulfraet. Familiegroep. 844. C. Dusart. De vischmarkt. 996. B. Graat. De verloren zoon. 1617. W. van Mieris. De hoenderverkooper. 606. R. Brakenburgh. Een boerenherberg. 2311a. Jacob Toorenvliet. Portret van Carel Quina. 2032. J. G. Rietschoof. Stil water. 1025. J. Hackaert. Het Trasimeensche meer. 2475. W. v. d. Velde. Buiïg weder. 2636 en 2637. P. v. d. Werff. Meisjes Cupido versierende en De teekenles. 1122c. C. de Heem. Stilleven. 2033. J. C. Rietschoof. Woelend water. Nu treedt men in de PAVILJOENZAAL. Deze is door schotten in 3 afdeelingen verdeeld. In de eerste afdeeling vindt men hier de portretten van eenige vermaarde kunstenaars der Hollandsche school, bijna alle door henzelven geschilderd. Bij het grootste gedeelte staan de namen der voorgestelden op de lijsten vermeld. Bizondere vermelding verdienen de portretten van Ad Hanneman door hem zeiven geschilderd; van den beeldhouwer A. Quellinus door Ferd Bol en het portret van dien meester zelf; de overlieden van het St Lucasgilde te Haarlem in 1674 geschilderd door Jan en Dirck de Bray, Jan Golingh en Jan de Jongh ; de portretten van W. van Houthorst en zijne vrouw, H. van Limborch, Jan steen, Adr. v. d. Werff. Bij de tweede afdeeling op. een standaard „Het wijnkoopersbedrijf" door Albert Cuyp aan beide zijden beschilderd. Vervolgens eene verzameling familieportretten in bruikleen van Th. Baron Collot d'Escury, waaronder van Aert de Gelder en van J. A. van Ravesteyn. In het midden van den wand een „Altaarstuk" met een marmeren bas-relief gevat in een sierlijke omlijsting van gesneden eikenhout waarvoor twee marmeren zuiltjes. Het bas-relief vertoont Christus en de twee moordenaars aan het kruis, daar boven in het tympanon „de Alvader" in de wolken. De zijstukken vertoonen de portretten van Adriaan van Blyenburg (1510—1573) met zijn zoons en van zijne echtgenoote Clara Boogaard met hare dochter. Verder eenige schilderijen, hoofdzakelijk uit de XVIIIe eeuw, als : 2821. J. van Blarenberghe. De vier jaargetijden 456. Sybrandt van Beest. Groentenmarkt. 630a. Q. G. Brekelenkam. De bijbellezing. 2250Ö. Jan Steen. De kousenstopster en de fluitspeler. 1889. Egbert v. d. Poel. De bouwvallen van Delft na het springen van den kruittoren, 12 October 1654. 679. Govert Camphuysen. Koestal met figuren. 1783. W. van Oudekercken. De schurende vrouw. 1124a. Egbert van Heemskerck. Boerenherberg. 1254. D. van Hoogstraten. Maria en hare Moeder Anna met het kind Jezus. 780. A. Diepraem. De Gelagkamer. De derde afdeeling is in tweeën gesplitst. De noordelijke bevat eene verzameling familieportretten, geschenk van Jhr. J. S. R. van de Poll, waaronder twee van Frans Hals, twee van Mierevelt, een van B. v. d. Helst en een familiegroep van Juriaen Ovens. De tweede eene verzameling, gelegateerd door Jhr. Mr. J. de Witte van Citters, bevattende een aantai poitretten der familie Citters en aanverwante geslachten waaronder vier door Salomon Mesdach geschilderd, zijnde die van Jacob Pergens, Hortensia del Prada, Pieter en Anna Boudaen Courten ; — waarna men langs het reusachtige Regentenstuk van het Almoezeniersweeshuis van Corn. Troost komt in de YAN DEK HOOPZAAL welke bevat de verzameling door den Heer Adriaan van der Hoop aan de Gemeente Amsterdam gelegateerd en volgens overeenkomst met den Staat in het Rijksmuseum geplaatst. Ier Rechterzijde zijn eenige moderne schilderijen. Bij den ingang der groote zaal staat het marmeren beeld „Perseus" door F. Leenhof?. Links beginnende. 937. Fr. Francken. De gelijkenis van den verloren zoon. 2067. P P. Rubens. Portret van Helena Fourment, tweede vrouw des schilders. 336. Onbekend meester. Portret van een edelman te paard. 855. A. van Dyck. Portret van Joh Bapt. Franck. 2298. D. Teniers. De dobbelaars. 1503. N Maes. De spinster. 2243. Jan Steen. Het drinkend paar; iets verder : 2236 „Familietafereel." *) In dit gedeelte is ook een deur waarmede men kan gaan naar de Restauratie en de waterclosets van 's Rijks Museum. Indien daarvan gebruik wordt gemaakt, lette men vooral op dat men door denzelfden uitgang weder terugkomt, anders is de geregelde wandeling door het Museum verbroken. 1721. A- van der Neer. Landschap. 1180. M. Hobbema. Landschap; iets verder 1188 De watermolen. 2264. Abraham Stork. Zeegezicht 1556. Gabriel Metsu. Het geschenk van den jager. 1636. J. M. Molenaer. Het gebed vóór den maaltijd. 481. G. A. Berckheyde. Gezicht op het stadhuis, de Nieuwe Kerk en de Waag te Amsterdam. 1585. M. J. van Miereveld. Portret van den dichter Jacob Cats. 2527. Johannes Vermeer. Lezende dame. 486. J. A. Berkheyde. Kerk van binnen. 2217. H. M. Sorgh. De vischvrouw. 1608. M. J. v. Miereveld. Portret van Pieter Cornelisz. Hooft. 1250. P de Hoogh. Binnenhuis. 2265. A. Storck. Zeegezicht. 703. Gerard Dou. De visschersvrouw. 2019. Rembrandt Het joodsche bruidje. (Boas en Ruth). 1251. P. de Hoogh Het Buitenhuis. 755. J. G. Ouyp. De buitenpartij. 2075. Jacob van Ruisdael. Landschap. 1311. L. de Jongh. Huiselijk tafereel. 485. J. A. Berckheyde. Gezicht in de oude beurs te Amsterdam. 2246, 2288 en 2234. Jan Steen. De zieke dame; Het vroolijke huisgezin : en Na de drinkpartij. 1635. J. M. Molenaer. Musiceerende Jonge Dame. 1916. Paulus Potter. Hondje. 498. D. van den Bergen. Landschap. 1614. Frans van Mieris, de Oude. Een heer en een dame. 627. Q. G. van Brekelenkam Een moeder met haar kind 1823. Isack van Ostade. Boeren herberg' 2738 en 2739. J. Wynants. Landschappen. 2074. Jacob van Ruysdael. Riviergezicht bij Wijk bij Duurstede. 806. K. Dujardin. Znidelijk landschap. 628. Q. G. Brekelenkam. De kleermakerswerkplaats. 483. G. A. Berckhyde. De bloemmarkt te Amsterdam. 384. J. Asselijn. Italiaansch landschap 527. H. Bloemaert. Een eierverkoopster. 4S2. G A. Berckheyde. Stadsgezicht te Amsterdam. Oostelijke wand. 2068. P. P. Rubens. Portret van Elisabeth van Frankrijk, Gemalin van Philips IV van Spanje. 1673. Graaf van Mörner. Portret van Keizer Nicolaas van Rusland (1825—1854). 2297. D. Teniers. Boerenbedrijf en iets verder 2296 Boerenkermis. 1392. J. A, Kruseman. Portret ten voeten uit van Z. M. Koning Willem II der Nederlanden. 1391. Idem, Portret van den heer Adriaan van der Hoop, stichter en schenker van de verzameling. 1267 en 1268. J. B. van der Hulst. Portretten van H. H. M. M. Koning Willem I en Koningin Wilhelmina der Nederlanden. Gemalin van Koning Willem I. 2337. Adr. van Utrecht. Stilleven. 947. Benvenuto Tisi da Garofalo. Heilige familie. Z u i d e 1 ij k e wand. 90a. Jan ten Compe. Gezicht op de Keizersgracht te Amsterdam. 250. Holl. school. Portret van Mr. Johan de Witt. 1401. D. J. van der Laen. Stadsgezicht bij winter. 1259. A. Houbraken. Een schildsrswerkplaats. 2153. B. Schendel. De koekebakster. 2154. idem. De school. 2230. J. A. van Staveren. De kluizenaar. 2638 en 2639. P. van der Werff. De jonge Hercules en de jonge Bacchus. 986. J. van Gooi. Landschap met vee. 2168 en 2169. J. C. Schotel. Stil en woelend water 2629 en 2633. Adr. van der Werff. Het liefkozend paar en Het bellenblazen. 1616. W. van Mieris. Herder en herderin in een landschap. 799. D. van Tol. Huisselijk tafereel. Copie naar G. Dou. 1651. Naar A. J. Klomp. Veestuk. 2111. H Saftleven. Riviergezicht. 2613. Jan Weenix. Mansportret en iets verder 2617 Dood wild en vruchten. 1256. S. van Hoogstraten. De zieke dame. 1618 en 1619. Fr. van Mieris de Jonge. Kruidenierswinkel en Apotheek. 1819. Adr. van Ostade. Vertrouwelijk onderhoud. 2717. Ph. Wouwerman. Het paardenwed. 120. Holl. school XVIIIe eeuw. Bloemstuk. 416. Lud. Bakhuysen. Het Y voor Amsterdam. 548. Ferd. Bol. Portret van den Luit. Adm.-Gen. M A. de Ruyter. 2446. Adr. v. d. Velde. De kunstenaar met zijn gezin buiten 475. Nic. Berchem. Allegorie op de uitbreiding van Amsterdam. 1024. J. Hackaert. Landschap. 830. K. Duj'ardin. Mansportret 2216. H. M. Sorgh. De vischmarkt. 1732. Constantijn Netscher. Portret van Willem III van Oranje, Koning van Engeland, en iets verder dat van zijne Gemalin. 2532. L. Verschuier. Kabbelend water. 797. Gerard Dou De Kluizenaar. 2481. W. v. d. Velde de Jonge. Strandgezicht. 1227. M. d'Hondecoeter. Gevogelte. 414. Lud. Bakhuysen. Woelend water (de Haarlemmermeer). 577. G. ter Borch. Jongen bezig een hondje te vlooiën. 2575. A. G. de Vois. De rookende visscher. 2697. Emanuel de Witte. Hei inwendige eener kerk. 1727. Casper Netscher, Portret van Mr. Coenraet van Beuningen, Amsterdamsch Regent en Staatsman. "Wegwijzer Museum. 4 1929. A. Pynacker. Landschap. 813. H. Dubbels Zeegezicht. Een vloot bij den Helder. 379. P. J. van Asch. Boomrijk landschap. 2718. Ph. Wouwerman. Het Kamp. 2482. W. v. d. Velde, de Jonge. Woelend water. 594. J. Both. Boomrijk landschap. 1277 en 1278. J van Huysum. Bloem en fruitstuk. 1028. Joris van der Hagen. Landschap. ZABL No. 263. Voortzetting der verzameling van der Hoop. Bij den ingang een borstbeeld in marmer van Prof. Dr. Nicolaas Beets, vervaardigd door Ds. Cornelis Beets. J) Rechts beginnende. 747. Albert Cuyp. Gezicht op de stad Dordrecht. 1817. Adr. van Óstade. Boerengezelschap. 1252. P. de Hoogh. Binnenhuis. 907. A. van Everdingen. Noordsch landschap. 1143. B. v. d. Helst. Mannenportret. 878. G. v. d. Eeckhout. De rustende jager. 460. G. P. Bega. Het gebed vóór den maaltijd 1677. Fred. de Moucheron. Italiaansch landschap. 748. A. Cuyp. Portret van een Jonkman. 2736. J. Wynants. Landschap. 2100. P. J. Saenredam Gezicht in de kerk te Assendelft.. 2555 en 2553. J. Victors. De Tandmeester en de Varkensslachter (pendanten). 2480. W. v. d. Velde, de Jonge. Stil water. 591. J. Both. De naar de natuur studeerende schilders^ (Both's meesterstuk). 2447. Adr. v. d. Velde. De Jachtpartij. 746. Albert Cuyp. Veestuk. !) Behoort niet tot de Verzameling van der Hoop. 2077. J. van Ruisdael. Boschrijk landschap. 1472. J. Lingelbach. De terugkomst van de jacht. 1913. Paulus Potter. Koeien in de weide en iets verder 1911 Paarden in de weide (pendantjes.) 2478. Willem van de Velde, de jonge. Het kanonschot. 1029. J. v. d. Hagen. Landschap. 1354. A. J. Klomp. Landschap met vee. 1088. Frans Hals. Vrouweportret. 2618. Jan Weenix. Honden. 468. Mc. Berchem. Italiaansch landschap. 454. J. A. Beerstraaten. Wintergezicht. 484. G. A. Berckheyde. Landschap. De ruïne van het kasteel Egmond bij Alkmaar. 2290. A. L. J. v. d. Tempel. Vrouweportret. 1720. A. v. d. Neer. Landschap bij winter. 448. K. Beelt. Gezicht op de Groote Markt te Haarlem. 1977. J. A. v. Ravestein. Portret van Hugo de Groot op jeugdigen leeftijd. 2078. J. van Ruisdael. Landschap. 2719. Ph. Wouwerman. Landschap. 1170. J. v. d. Heyden. Gezicht op de stad Amersfoort. 1625. Abr. Mignon. Fruitstuk. 2263. A. Storck. De Dam te Amsterdam, 1500. N. Maes. Zes Overlieden van het Chirurgijnsgilde te Amsterdam. ZAAL No. 262. In deze zaal hangt de verzameling door den heer G. Dupper Wz. in 1862 aan het Rijk gelegateerd. 592. J. Both. Italiaansch landschap. 415. Lud. Bakhuysen. Het IJ voor Amsterdam. *2235. fan Steen. Prinsjesdag. 2260. D. Stoop. De jachtpartij. 1093. Frans Hals De Nar. 1328. J. van Kessel. Boschgezicht. 989. /. van Goyen. Gezicht op de rivier voor Dordrecht; en iets verder 990. Landschap. 1469. J. Lingelbach. Legerplaats. 2215. H. M. Sorgh. De storm. 568 en 569. G. Ter Borch. Portret van den schilder zelf en dat van zijne echlgenoote (pendanten). 1815. Adr. van Ostade De bakker. 2079. J van Ruisdael Winter gezicht. 1022. J. Hackaert. Boschgezicht. 1612. Fr. van Mieris de Oude. De vergankelijkheid. 1187. M. Hobbema. Een watermolen. 1167 — 1169. W. de Heusch Drie landschappen. 1676. F. de Moucheron. Landschap. 835. K. Dujardin. Italiaansch landschap met vee. 744. Albert Cuyp. Landschap. 786. S. van der Does. Landscha-p met vee. 1927. A. Pynacker. Italiaansch landschap. 2083. S. van Ruisdael De pleisterplaats. 1181. W. Ossenbeeck. Mercurius voert, als bode van Jupiter, diens geliefde Io, door Juno in een koe veranderd, tot haren vader terug. 2727. Thomas Wijck. De alchimist. 2574. A. de Vois. Dame met papegaai. 2072. J. van Ruisdael. Boschgezicht. 1928. A. Pynacker. De bedevaart. 2213. H. M. Sorgh. De citerspeler. 625. Q. Brekelenkam. De muizenval. 1468. J. Lingelbach. De tandmeester te paard. 2801. J. P. van Thielen. Bloemen. 383. J. Asselyn. Ruitergevecht. 613. M. Brassauw. De verloren zoon. 1255. S. van Hoogstraten Portret van Mattheus van den Brouck. 113. Holl. School XVIIe eeuw. Het St. Nicolaasfeest. 2705. Ph. Wouwerman. Een jachtpartij. 605. R. Brakenburgh. Het St. Nicolaasfeest. 1030. Nic. Berchem. Landschap. 2630. A. van der Werff. De graflegging. 2050. W. Romeyn. Landschap met vee. 2734. J. Wijnants. Landschap. 791. Gerard Dou. Portret van den schilder. 1623 en 1624. A. Mignon. Bloemen en vruchten (pendanten). 413. L. Bakhuysen. De Zuiderzee. 2709. Ph. Wouwerman. Een legerkamp. 1483. Jan Looten. De Viersprong. 2472. W v. d Velde de Jonge. Windstilte. 1814. Adr van Ostade De kwakzalver. 1504. Mc. Maes De spinster. 476. J. A. Berckheyde Het Spaarne te Haarlem. 2247. Jan Steen. De kwakzalver, iets verder 2248 De Losbol. 909. A. van Everdingen. Noordsch landschap. 845. C. Dusart. Boerenkermis. 2444. A. v. d. Velde. Landschap. 2071. J. van Ruysdael. Gezicht op Haarlem. 2231. J. A. van Staveren. De Schoolmeester. ZAAL No. 261. In deze zaal is de verzameling door den heer Jhr. J. S. H v. d. Poll in 1880 aan het Rijk gelegateerd: 1350. Th. de Keyser. Portret van Pieter Schout, Drost van Hagestein, te paard. 812. H. Dubbels. Stil water. 2023. Rembrandt, Portret van Elisabeth Bas, weduwe van den Admiraal J. H. Swartenhont. 480. G. A. Berkheyde Gezicht op de Heerengracht te Amsterdam. 1329. J. van Kessel. Waterval. 2109. H. Saftleven. Bergachtig landschap. 1760. J. van Noordt. Portret van D. Wynants. 469. Nic. Berchem. Italiaansche bouwval. 2476 en 2477. W. v. d. Velde de Jonge. Stil en woelend water. 2244. Jan Steen. De dansles. 479. G. A. Berckheyde. Gezicht op het Oudezijds Heerenlogement te Amsterdam. 626. Q. G. Brekelenkam. Vertrouwelijk onderhoud. 854. A. van Dijck. Mansportret. 2051. W. Romeyn. Landschap niet vee. 847. C Dusart. Moedervreugde. 1915. Paulus Potter. Landschap met vee. 2520. J. Vercolje. Musiceerend gezelschap. 2335. J. van der Ulft. Italiaansch marktplein. 792. Gerard Dou Mansportret 2084. S. van Ruisdael. De dorpsherberg. 900. Nic. Elias. Portret van den Lt. Admiraal J. H. Swartenhont. 908. A. v. Everdingen. Noordsch landschap. 1667. J. E. Morel. Fruitstuk. 895. Nic. Elias. Portret van Joachima Swartenhont, echtgenoote van Marten Ray. 1505, 1513 en 1512. Nic. Maes. Portretten van Marte Meulenaer, van Aaltje Denys en van Hendrik Wynants. 1225. M. d'Hondecoeter. Dood wild. 1527. J. A. Maschhaupt, Portret van Jhr. J. S. H. van de Poll. Schenker der verzameling. 1728. CasperNetscher. Portret van Helena Catharina de Witte, echtgenoote van W. F. Mogge Muilman. 894. Nic. Elias. Portret van Marten Ray. 1471. Joh. Lingelbach. Landschap met figuren. 2210. P. Snijers De koopvrouw. 449. A. Beerstraten. Stadsgezicht bij winter. 1762. J. van Noordt. De grootmoedigheid van Scipio. 886. J. Ekels, de Jonge. Stadsgezicht te Amsterdam en iets verder 887 De arme schrijver. 1428. Sir Th. Lawrence. Portret van Willem Ferdinand Mogge Muilman. 544. Ferd. Bol. Portret van Maria Rey, echtgenoote van R. Meulenaer. 2101. C. Saftleven. Boerengezelschap. 1613. F. van Mieris. Jacobs droom. 1226. M. d'Hondecoeter. Levende vogels. 1326. C. Troost. Alexander de Groote in de slag bij Granihos. 543. Ferd. Bol. Portret van Roelof Meulenaer. 2214. H. M. Sorgh. Groentenmarkt. 1155. J. van Hemert. Portret van Dirk Meulenaer. 1023. J. Hackaert. Landschap met vee. 36. Holl. school. XVIIe eeuw. De evangelist Johanues op Pathmos. ZAAL No. 260, genaamd DE ORANJE ZAAL. In dit lokaal bevinden zich portretten van den stamvader en van verschillende vorsten en helden uit het Huis van Oranje Nassau. Aan den westelijken wand: In het midden (No. 1579) het door M. J. van Miereveld geschilderd portret van Prins Willem I, daarnaast (1582) dat van den Stadhouder Prins Frederik Hendrik door denzelfden meester en aan den anderen kant (1245) dat van Prins Willem II door Willem van Honthorst; daar boven (1235) een familiestuk voorstellende Prins Frederik Hendrik met gemalin en drie kinderen, door Gerard van Honthorst en daar naast (1581) het levensgroot portret van Prins Maurits door Miereveld en (963) de portretten van de broeders van Prins Willem I: de graven Jan, Hendrik, Adolf en Lodewijk van Nassau ; aan denzelfden wand hangen nog (1238) en (1239) de beeltenissen van Prins Frederik Hendrik en van diens gemalin Amalia van Solms door G. van Honthorst; (2691) dat van Prins Willem III, later koning van Engeland door Willem Wissing; en (1663) portret eener aanzienlijke vrouw, wellicht Gravinne Ursula van Solms, Gemalin van Christoph burggraaf van Dohna toegeschreven aan P. Moreelse. Aan den noordel ij ken wand: een groot doek (no. 1246) van W. van Honthorst, zijnde de portretten van Prinsen Willem I, Maurits, Frederik Hendrik, Willem II en Willem III, daar naast (1580) Philips Willem door M. J. Miereveld en (858) Prins Federik Hendrik. Lager zijn nog de beeltenissen van Prins Willem T (nos. 166a en 1979) Maurits (1983) en Frederik Hendrik (1179). Verder: 1177. De afdanking van de Waardgelders te Utrecht, 31 Juli 1616. 1180. Prius Maurits met zijn hofstoet ter jacht uitrijdende. 769c. Het praalgraf van Prins Willem I in de Nieuwe Kerk te Delft. 619. Gezicht op de Vijverberg te 'sGravenhage en 97. De Kat, die de Bel wordt aangebonden. Satire op de godsdiensttwisten in Holland omstreeks 1618 en 1619. Aan den oostelijken wand. 1748. A. van Nieulandt. Allegorie op den vrede van Munster 1648 Frederik Hendrik staat in een triomfwagen, Prins Willem II wordt door den Vredesengel een olijftak aangeboden. 959 en 960. W. S. de Geest. Ernst Casimir, Graaf van Nassau en zijne echtgenoote Sophia Hedwig van Brunswijk. 1734. Caspar Netscher. Willem III, Prins Stadhouder. 2140. Godfried Schalcken. Willem III, Koning van Engeland, borstbeeld bij kaarslicht. 2489. A. P. van de Venne, Prins Maurits, de Koning van Boheme, Philips Willem, Frederik Hendrik, Willem Lodewijk en Ernst Casimir, Johan Ernst en Johan Lodewijk; allen te paard. Aan den anderen kant der deuropening aan denzelfden wand: 1144. B. v. d Helst. Levensgroot portret van Prinses Maria Henriëtte Stuart, weduwe van Prins Willem II. 1234. G. van Honthorst. Prins Willem II. 1978. J. A, van Ravesteyn. Justinus van Nassau, natuurlijke zoon van Prius Willem I. 1240 en 1241. G. van Honthorst. Amalia van Solms, gemalin van Frederik Hendrik en Louise Christina van Solms, tweede echtgenoote van Joan Wolfert van Brederode; en bovenaan 2499. een door A. P. v. d. Venne in het grauw geschilderde doek, voorstellende: De Koning van Bolieme met gemalin en gevolg op de jacht. Aan den zuidelijken wand: drie groote stukken; in het midden een door Govert Flinck geschilderd allegorisch portret van Amalia van Solms, als weduwe van Prins Frederik Hendrik en daarnevens de door G. van Honthorst geschilderde levensgroote afbeeldingen te voeten uit van Prins W illem II en zijne gemalin en van den grooten Keurvorst van Brandenburg en zijne gemalin Louise Henriette, Prinses van Oranje. 2584a. Johannes Voorhout. Allegorie op den vrede van Rijswijk en daaronder de portretjes van Philips Graaf van Hohenlo (1984) en van de Prinsen Frederik Hendrik, Willem II en Willem III. In het midden van het vertrek een standaard bevattende eene fraaie collectie miniaturen waarvan de fraaiste uit Engeland afkomstig zijn. Zij stellen voor leden van het Engelsche Koningshuis en van den hoogen Engelschen adel. De beste zijn van Hilliard, John Hoskins en Cooper. Ook de verzameling miniaturen van leden der Stadhouderlijke familie is merkwaardig. In deze zaal is eene deur die toegang geeft tot een lokaal waarin de verzameling Nederlandsche historie-, gilde- en andere penningen, noodmunten en ordeteekenen, afkomstig uit de nalatenschap van den heer P. H. van Gelder; bij of onder de tentoongestelde zaken is eene schriftelijke aanwijzing. De nu volgende HISTORISCHE ZAAL is in vijf vakken verdeeld Het eerste vak bevat, in aansluiting van de vorige, aangrenzende Oranjezaal, verschillende portretten in olieverf en pastel, van Prinsen en Prinsessen uit het Huis van Oranje-Nassau uit de 18e en 19e eeuw; de reeks kleine portretten van krijgsbevelhebbers, afkomstig van het huis Honselaarsdijk, wordt hier aangevuld. Verder eenige portretten van vreemde vorsten en geschiedkundige personen, o.a. 2182. Jac. v. Schuppen. Prins Eugenius van Savoye. 966. Aert de Gelder. Czaar Peter de Groote. 1920. Frans Pourbus de jonge. Maria de Medicis. 348 en 344. Philips de Schoone en zijne gemalin Johanna van Castilië. 432. Ferdinand Alvarez de Toledo, Hertog van Alva. 1587. Johan van Oldenbarneveldt. 1604. Hugo de Groot. Het tweede vak bevat verschillende portretten van Admiralen en zeehelden, benevens eenige afbeeldingen van veldslagen; o.a.: De slag bij Nieuwpoort (1176) de belegering van 's Hertogenbosch (1181) en het uittrekken van het garnizoen na de overgave van 's Hertogenbosch (1182); allen door P. van Hillegaert. — Het overgaan van de stad Hulst in 1645 (1565) en de uittocht der Spaansche bezetting van Breda 10 October 1637 (1567) beide door Hendrick de Meyer; de vergulde belijsting van laatstgenoemde schilderij, rijk versierd met oorlog.«attributen, is een meesterstuk van houtsnijkunst uit de 17e eeuw. Daarboven twee door Peter Snayers geschilderde afbeeldingen van veldslagen, waarvan de een (2207) de Belegering van Gulik in 1621—1622 voorstelt. Aan de andere zijde twee voorstellingen van zeeslagen : De slag op de Zuiderzee 6 October 1573 door Abraham de Verwer en gevecht tusschen Hollandsche en Spaansche schepen op de Haarlemmermeer 26 Mei 1573 door H. C. Vroom en het binnenkomen van het schip waarmede Corn. Houtman zijn eerste reis naar Indië had gedaan, Augustus 1597 door denzelfden meester. Verder zijn hier nog tentoongesteld ; 2104. C. Saftleven. Trucidata innocentia Johaunes van Oldenbarneveldt en zijn rechters ; de laatste in verschillende dier gedaanten voorgesteld. 457. Sybrandt van Beest. Gezantschap van den Czaar van Moscoviëu op weg naar de Statenvergadering 4 November 1631. 2704. Pieter Wouwerman. Bestorming van Coevorden in 1672. Het derde vak bevat ter rechter zijde een reeks portretten afkomstig van de familie de Ruyter en betrekking hebbende op den Admiraal M. A. de Ruyter en zijne nazaten. In het midden zijn portret door Ferdinand Bol; daaronder eene afbeelding van zijn praalgraf in het choor der Nieuwe kerk te Amsterdam door Emmanuel de Witte. Bizondere vermelding verdienen de portretten van den Vice-Admiraal Baron Engel de Ruyter, van den Kapitein ter zee Jau Pauwelsz van Gelder, stiefzoon van den grooten zeeheld, beide door Jan Lievens; en van den Luit. Admiraal Corn. Everhen door Nic Maes geschilderd. Verder portretten van aanverwante familiën door verschillende meesters. De linkerzijde is grootendeels gewijd aan den tocht naar Chattam in 1667. Wij zien daar de portretten der Gebr. de Witt door J. de Baen : de twee prachtige schilderijen van W. v. d. Velde, de Jonge, voorstellende : het opbrengen der veroverde prijzen (de Royal Charles), en het andere de vierdaagsche zeeslag, 11—14 Juni 1666. Eene allegorie door Corn. Bisschop op Johan de Witt en den tocht naar Chattam, Juni 1667. In het midden hangt een groot doek van J. A. Beerstraten: Zeeslag tusschen de Nederlandsche en Engelsche vloten, 12 Juni 1666. Aan weerszijden de portretten van de Admiralen Jan van Nes en zijne vrouw door Lud. de Jongh en Aert de Nes en zijne vrouw door B. van der Helst. Het vierde vak houdt de herinnering levendig aan den Admiraal M. H. Tromp en zijn zoon Corn. Tromp door de tentoonstelling hunner portretten en die hunner echtgenooten, door J. Lievens en D. van der Plaes ; en door afbeeldingen van zeeslagen, waarbij deze helden betrokken waren, als: slag bij Livorno 14 Maart 1658, slag bij Solebay 7 Juni 1673, enz. Het vijfde of laatste vak bevat een hoogst belangrijke reeks penschilderijen door W. v. d. Velde, den Ouden uitgevoerd. De voornaamste dezer zijn afkomstig uit de nalatenschap van den Admiraal Tromp en stellen voor den slag bij Duins, — den vierdaagschen zeeslag, — den slag in de Sont, enz. Verder een stuk van Hendrik van Anthonissen (366a) voorstellende: Verrassing van drie Portugeesche Galjoenen in de versterkte Baai van Goa op 30 September 1639, door een Hollandsche eskader onder bevel von Cornelis Simonsz van der Veer. Nog vindt men eenige schilderijen betrekking hebbende op de Hollandsche nederzetting in Brazilië onder Joan Maurits van Nassau, wiens portret ook daar wordt aangetroffen. OUD HOLLANDSCHE REGENTENKAMER. Deze is afgestaan aan het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap en ingericht als een 17de eeuwsche Regentenkamer ; aan de zoldering allegorische schilderstukken van G. de Lairesse, de wanden zijn versierd met oude geweven behangseltapijten en eenige regentenstukken. Ter zijde van den ingang twee marmeren medaillonportretten van den Burgemeester Cornelis De Graeff en van zijne echtgenoote Catharina Hooft door A. Quellinus en bij den uitgang de marmeren borstbeelden van den Burgemeester Andries de Graeff door A. Quellinus en van Johannes Munter door B. Eggers. In de Regentenkamer is ook een deur die toegang geeft tot eene verdieping hooger waar tentoongesteld is de Gewelfschildering afkomstig uit de St Laurenskerk te Alkmaar verdeeld in negen vakken, voorstellende : Het Laatste Oordeel, voltooid 1519. In het midden Christus gezeten in de wolken ; onder hem St. Michiel met een weegschaal om de zondaars te wegen. Links de Uitverkorenen door Engelen geleid naar het verblijf der gelukzaligen ; rechts de verdoemden, medegesleurd door monsters naar de hel door velerlei folterwerktuigen. Verder zijn hier nog: Verrijzenis van Christus door Maerten van Heetnskerck (1129) „De Doop van Christus in den Jordaan" (57) en een stuk met dezelfde voorstelling toegeschreven aan Jan van Scorel (2196). Door de Oude Rembrandtzaal komt men nu weder in de Eeregalerij en begint EERSTE YAK LINKS. 2045a en b. Roelant Roghman. Twee boschlandschappen. 1537 en 1538. H. Meerman. Portret van Antonius Antonides van der Linden, Rector der Latijnsche school te Utrecht en dat van zijne tweede echtgenoote Sara Sweerts de Weert. 1781. J. Ochterveld. Vier regenten van het Leprozenhuis, benevens de binnenvader en eene vrouw met 2 kinderen. 550. Ferd. Bol. Naaman de Syriër en de profeet Elisa. 1925a. Christoffel Puytlinck. Stilleven. 810. J. C. Droochsloot. Huisvesting der armen. 713 en 712. D. de Coninck. Berenjachten Hertenjacht. 911 en 912. C. van Everdingen. Portret van Willem Jansz. Baert, Burgemeester van Alkmaar en dat van zijne echtgenoote Lijsbeth Kessel. 2530. Lieve Verschuier. Aankomst van Koning Karei II van Engeland te Rotterdam 24 Mei 1660; gezicht in de haven, de Koning bevindt zich op het Statenjacht. 890. Nicolaas Elias. Corporaalschap van Kapitein Dr. Matthys Willemsz. Raephorst en Luitenant H. Laurensz, 1630. 2619. Jan Baptist Weenix. Liggende zwart en wit gevlekte bok. 1221. M. d' Hondecoeter *De Eendenkom. 1139 en 1140. B. v d. Helst. Portretten van- Andries Bicker, Burgemeester van Amsterdam en van Gerard Bicker. Drost van Muiden. 536 en 537. Z. Blijhooft. Portretten van Mr. Francois Leidecker in 1685 Burgemeester van Tholen en van zijne echtgenoote Maria van der Burgt. 363. P. van Anraadt. Het afscheid van den krijgsoverste, Links het portret van den schilder zelf met palet en penseelen in de hand. 1459. J. Lievens. Verheerlijking van den Vrede. TWEEDE VAK. 1296. J. van Ceulen. Portret van Johan Pietersz Reael. 761. P. Danckerts de Ry. Portret van een jonkman in jachtcostuum. 764a. Aelbert Cuyp. De retourvloot der Oost-Indische Compagnie op de reede van Batavia, op het punt van vertrek naar Europa. 1749. A. van Nieulandt. Amphitrite. 1832. J. Ovens. Portret van den dichter en historieschrijver Pieter Cornelisz Hooft. 2677. N. Wieringa. Portret van een krijgsoverste. 2081. . J. v. Ruisdael. (?) Hollandsch landschap. 2563 en 2564. Simon de Vlieger. Rotsachtige kust en storm op zee. 2287 en 2288. Abraham van de Tempel. Portretten van Abraham de Visscher en van zijne echtgenoote Machteld Bas. 750. Aelbert Cuyp. Vechtende vogels. 1403. Pieter van Laer. Herder en waschvrouwen. 752a. B. G. Cuyp. Het legerkamp. 451. A. Beerstraten. De Dam met het nieuwe Raadhuis in aanbouw. 1233. Gerard van Honthorst. De vroolijke speelman. 921. Carel Fabritius. De onthoofding van Johannes den Dooper. 470. C. P. Berchem. Het Ponteveer. 1768. Michiel Nouts. Vrouwenportret. 488. G. W. Berckhout. Gezicht op het kasteel Egmond in Welstand. DERDE VAK. 2281 en 2282. Michiel Sweerts. Schildersatelier en Boerengezelschap. 1763 en 1764. P. P. van Noort. Twee vischstukken. 2289. A. v. d. Tempel. Familietafereel. 609. Leonard Bramer. Salomo offert aan de afgoden. 578. Jan ter Borch. De teekenles. 1370. Pb. Koninck. De ingang van het bosch. 541 en 542. Ferd. Bol. Zes Regenten met den bode van het Nieuwe Zijds Huis-zittenliuis en vier Regenten van het Leprozenhuis. 1399. G. van der Kuj'l. Musiceerend gezelschap. 2250. Jan Steen. De Emmaüsgangers. 1222. M. d Hondecoeter. De klokhen in angst. 2045. R. Roghman. Landschap. 362. P. vau Anraadt. Regenten van het Oude Zijds Huiszittenhuis. 2082. S. J. van Ruisdael. Landschap in de omstreken van Haarlem. 2595a en b. Huygh Pietersz Voskuyl. Portret van Philip Denys en dat van zijne echtgenoote Geertruy Reael. 1084. Frans Hals. Een echtpaar ten voeten uit, vermoedelijk Frans Hals en zijne tweede echtgenoote Lysbeth Reiniers. 800 Douw. Portretstuk van twee knaapjes 2060. J. van Rossum. Vrouwenportret. VIERDE VAK. 1835 en 1836. Anthonie Palamedesz. Portretten van Pieter de Witte, Burgemeester van Zierikzee en van Cecilia van Beresteyn. 364 en 365. P. van Anraadt. Mans- en Vrouwenportret 2129. D. D. Santvoort. Burgemeester Dr Dirck Bas Jacobsz en zijn gezin 1209. Jacob Hogers. De ontmoeting van Jacob en Ezau. 2132 en 2133. D. D. Santvoort. Portretten van Martinus en van Clara Alewyn als herder en herderin. 1458. Jan Lievens. Sirnson en Delila. 569a. Gerard ter Borch. Familietafereel. 240 en 241. Portretten van Mr. Willem van de Velde, Secretaris van Hugo de Groot, en van zijne echtgenoote Elsje van Houweningen. 452. J. A. Beerstraten. De puinhoopen van het oude stadhuis te Amsterdam na den brand van 7 Juli 1652. 2219. Job. Spilberg. Schuttersmaaltijd met twee en twintig beelden. 2084a. Salomon van Ruysdael. Rivierlandschap. 608. L. Bramer. De Verlochening van Petrus. 1086. en 1087. Frans Hals. Portretten van Lucas de Clercq en van zijne echtgenoote Feyntje van Steenkiste. 2620. J. B. Weenix. Dood wild 983 en 984. Joh. Glauber. Mercurius en Iö en Diana in het bad. In de Voorhal terugkomende slaan wij links om en dalen dezelfde trap af die wij bestegen hebben gaande door de vestibule langs het bronzen beeld „de Vrede". De overige in den doorgang geplaatste beeldhouwwerken worden later beschouwd ; thans gaan wij dooide glazen deur naar de afdeeling Porcelein, glas en aardewerk, behoorende tot het Nederlandsch Museum. In de zaal tredende links een groote etalage met fraaie potten, pullen en vazen van oud chineesch porcelein, waarvan vooral de aandacht trekt de in liet midden geplaatste vischkom. Yoor de ramen aan de straatzijde platte toonkasten waarin zich bevindt eene gemengde verzameling schotels, borden enz. van binnen- en buitenlandschen oorsprong. De drie eerste bevatten uitsluitend Delftsch aardewerk, waarbij vooral in de derde zeer fraaie voorwerpen zijn. Op de daarbij staande afscheiding staat een stel van zeer fraai veelkleurig Delftsch aardewerk. In de vierde en vijfde toonkast zijn stukken Makkumsch en Arnhemsch. In het midden der zaal staan eenige toonkasten met Delftsch (blauw en polychroom) aardewerk; Amstel, Loosdrechtsch en Weesper porcelein. Eene vitrine bevat Italiaansch en Spaansch aardewerk, waarin stukken van hooge waarde. Aan de zijde van het binnenhof tusschen deramen eenige kasten met meerendeels oud Chineesch en Japansch porcelein, veelal dagteekenende uit den tijd der O. I. Compagnie. Verder in het midden der zaal op podiums verschillende, voor het meerendeel Fransche meubelen uit de XYIe en XVIIe eeuw. ZAAL N°. 220. WESTELIJKE PAVILJOENZAAL. Van de porceleinzaal komt men in de afdeeling glas- en aardewerk. De twee eerste kasten bevatten eenige groen gestipte en geëtste glazen, daarna zoogenaamde Wolfsglazen; in de derde kast, aan de raamzijde een zeer fraai geslepen glas, zoogenaamd „Hedwigglas", waarop in relief dierengestalten geslepen zijn. De vorm der dierengestalten schijnt op een Byzantijnschen oorsprong te wijzen, 12e eeuw. Deze glazen zijn zeer zeldzaam. Verder glazen voor bizondere gelegenheden vervaardigd, met verschillende opschriften. Wegwijzer Museum. 5 Vervolgens eenige kasten met kruiken en potten van Frechen, Raeren Nassau en Kreusseu, vormende een zeer fraaie verzameling. In deze zaal is eene door wijlen den heer D. Franken Dz. ten geschenke gegeven schoorsteen uit het begin der 17e eeuw, vervaardigd door den beeldhouwer A. J. Vinckenbrink. Bij den uitgang dezer zaal rechts is eene deur voerende naar de restauratie en de waterclosets. Bij gebruikmaking keere men door dezelfde deur terug. Nu volgt het PRENTENKABINET. Op standaards en in kasten zijn verschillende prenten en teekeningen tentoongesteld. De mogelijkheid bestaat echter dat de heden tentoongestelde over eenige dagen geheel of ten deele door andere vervangen worden, zoodat eene beschrijving van het geëxposeerde, na eenigen tijd, haar doel zou missen. Het aantal prenten, prentwerken en teekeningen die het Kabinet bezit kan op ongeveer 125000 stuks berekend worden. Deze allen tegelijk te exposeeren is ondoenlijk. In den regel zijn, zoo niet bij allen dan toch bij de overgroote meerderheid van het tentoongestelde, de voorstelling en den naam van den vervaardiger, aangegeven. De tegenwoordige tentoonstelling geeft een vrij volledig overzicht van de graveerkunst van de vroegste tijden tot op heden, meest van Hollandsche meesters. Aan het einde der zaal rechts eene verzameling pastel-portretten door Jean Etienne Liotard (legaat Mej. M. A. Liotard) waaronder Keizerin Maria Theresia, email op koper, — en aan het einde links: 2967 en 2968. Corn. Troost. Eerste Episode getiteld „De Geveinsde Droefheid" uit het blijspel „De ontdekte schijndeugd" — en De Episode „De Bedrogen Gierigheid" uit het blijspel „Hopman Ulrich". 2269a. J. A. Knip. Landschap in de omstreken van Tours; — en eenige portretten. en daarbij eene deur die toegang geeft tot de Bibliotheek en studiezaal, alwaar men alle gewenschte inlichtingen en op aanvrage inzage van bizondere portefeuilles kan verkrijgen. De boeken in de bibliotheek betreffen in hoofdzaak kunst en kunstgeschiedenis. Op Zon- en Feestdagen wordt geen toegang verleend. De nu volgende zaal (No. 189) is in verschillende vakken en afdeelingen verdeeld. Het eerste gedeelte is ingenomen door de afdeeling schilderijen. 2269. Pieter Stortenbeker. Morgenstond. 732. A. J. Couwenberg. Winter. 1788, B. P. Ommeganck. Landschap in West-Vlaanderen. 1004. W. Gruyter Jr. De Reede van Bremershaven. 1186. Joh. Hilverdink. De Engelsche kust langs het Kanaal. 2310. Jan Bedijs Tom. Op de Heide. 2508. E. J. Verboeckhoven. Landschap met vee. 632. F. A. Breuhaus de Groot. De Haven van St. Nazaire. 1550 en 1551. H. W. Mesdag. De portretten van Menno David Graaf van Limburg Stirum, in 1872 Minister van Oorlog en van zijne echtgenoote Maria Hermina Heemskerk. Vervolgens eenige portretten, o.a.: 1743Ö. H. F. C. ten Cate door J. H. Neuman. 761a. Johannes Bosboom door Ch. B. Dankmeyer. 2547b. J. Ph. v. d. Keilen, Oud-Directeur van's Rijks Prentenkabinet door Jan Pieter Yeth. en verder eenige schilderijen waaronder een viertal van Adriaen de Lelie, betrekking hebbende op de thans ontbonden Maatschappij „Felix Meritis", als: de teekenzaal voor het ontkleed model; Prof. Andreas Bonn onderwijs gevende op het ontkleed model; de beeldengalerij der genoemde Maatschappij ; en inwijding van het gebouw 31 October 1788. Het overige gedeelte der zaal is ingenomen door het Nederlandsche Museum. Bij den ingang 5 borstbeelden ; de beide eerste van Hendrik de Keyser, de derde, portret van J. M. Chalier toegeschreven aan Jos. Chinard ; de vierde en vijfde, zijnde de portretbustes van Willem van Lyere en zijne echtgenoote Maria van Reigersberg door Rombout Verhulst. Daarachter een wandtapijt met voorstelling van „Balspelers" en een gedeelte waarop een vrijend paar aan een tafel zit te drinken. Vervolgens een door Antonio Rosselino vervaardigd marmeren vrouwenbuste. Verderop nog twee bustes van Rombout Verhulst, zijnde ; Karei II van Engeland en Jacob van Reigersberg. Meer in het midden een beeld, voorstellende „de Razernij" afkomstig van het voormalig Dolhuis te Amsterdam, einde 16e eeuw. Aan den wand en op standaards eene verzameling oorspronkelijke modellen in gebakken aarde voor de beeldhouwwerken van het Koninklijk paleis op den Dam te Amsterdam, door A. Quellinus. Verder eenige toonkasten met beeldhouwwerken in brons en ivoor; in een dezer een kleine bronzen David figuur, triumpheerend over Goliath, (no. 162) toegeschreven aan Michel Angelo; waarschijnlijk het model van den verloren geraakten bronzen David van Michel Angelo Buonarroti in 1508 geplaatst in de binnenplaats van het kasteel Bury bij Blois in Frankrijk. Een kleinere toonkast bevat het model van het beeld van Willem I, Prins van Oranje, liggende op den sarcophaag van het monument boven den Koninklijken Grafkelder in de Nieuwe Kerk te Delft door Hendrick de Keyser. Dan volgt een vertrek dat ten gebruike is afgestaan aan het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap en ingericht als een 17e eeuwsche Hollandsche binnenkamer. Alle meubelen, stookplaats enz. zijn daarmede in overeenstemming. Boven de schouwe een schilderij voorstellende een ijsberg die 2 Januari 1565 met den vloed de Maas opdreef en zich te Delfshaven vastzette ; verder een portret van Pieter Dircksz., genaamd Langebaard, in 1583 Burgemeester van Edam en in den hoek een tafereel voorstellende: de Rechtspleging van Graaf Willem den Goeden over den Baljuw van Zuid-Holland, die, terwijl Graaf Willem ziek was een landman een schoone koe ontnomen en een slechte in de plaats gegeven had. In het midden een fraai groepje in marmer „stoeiende kinderen'' door J B Xavery. W ij keeren thans op onze schreden terug en begeven ons weder naar het Prentenkabinet om door de tweede deur het andere gedeelte der zaal te betreden, waar nog eenige schilderijen zijn tentoongesteld o.a.: 1524. Willy Martens. De Heilige Familie. Maria met het Kindeke aan de borst en Joseph als timmerman. 2271. J. A B. Stroebel. De Staalmeesters van de Leidsche Saaihal. 2051. George Andries Roth. Gezicht in het Bentheim- sche bosch. 1002. J. C. Greive. Schafttijd. 1751. P. J. Noël. Amsterdamsch straattooneel. 1875. Nic. Pieneman. Portret van Jan Hendrik Wins. Thans staat men voor de verbindingsgang van het FRAGMENTENGEBOUW. Recht over den ingang een schilderij van E. J. Verboeckhoven, voorstellende: Paarden die door hongerige wolven overvallen worden. Bij den ingang een pleister afgietsel van het meer dan levensgroot borstbeeld van Keizer Napoleon door Canova, waarvan het origineel in bezit is van Jhr. Mr. V. de Steurs. Daarbij: 1109. J. Hari. Nachtkwartier te Moledetschno, 3—4 December 1812. 1443a. Ad. de Lelie. Generaal Daendels neemt te Maarsen afscheid van C. R F. Kraijenhoff die naar Amsterdam wordt afgezonden om eene omwenteling in het stadsbestuur te bewerkstelligen 18 Januari 1795. 1807 en 1808. P. G. van Os. Twee schilderijen betrekking hebbende op het beleg van Naarden, 1814. 441_444. Nic. Bauer. Vier dito betrekking hebbende op de tocht naar — en bombardement van Algiers, 1816. 618. Mattheus Ignatius van Bree. De Prins van Oranje bezoekt de slachtoffers van den watersnood in het Aalmoezeniers Weeshuis te Amsterdam op 14 Februari 1825, (schets). 740. Corn. van Cuylenburg. Portret van den YiceAdmiraal Jhr. Theodorus Frederik van Capellen. 1669. Louis Morits. Legerplaats van Kozakken in 1813. 2170. J. C Schotel. Onstuimige zee. 604. Ferd. de Braeckeleer. De Citadel van Antwerpen na het beleg. 1865. J. W. Pieneman. Portret van den Kolonel der Kurasiers Nicolaas Cornelis de Gallieres. Aan de andere zijde : 1711. P. J. Navez. De opwekking van den zoon der Sunamitische vrouw door den Profeet Elisa. 1806. P. G. van Os. Het door-ijzen van de Karnemelkspoort bij Naarden 1814. 742. C. van Cuylenburg. Zinnebeeldige voorstelling van den triomftocht van den Prins van Oranje als held van Waterloo, 1815. Wederom ter rechter zijde: 2180. M. Schouman. De tocht naar Palembang. 1335. G. L. Keultjes. De aanval van het vereenigd Engelsch —Nederlandsch Eskader op Algiers. 1816. 1874. Nic. Pieneman. De onderwerping van Diepo Negoro aan den Luit. Generaal H. M. Baron de Koek. 1191 en 1395. Koning Willem I door Ch. H. Hodges en J. A. Kruseman. 529. H. A. de Bloeme. Antoine Fred. J. Fl. Jac. Baron von Omphal. 1873 en 2690. Koning Willem III en zijn eerste Gemalin Koningin Sophia Mathilda door Nic. Pieneman en Frans Xavier Winterhalter. 2224. Jacob Spoel. Bernhard Hertog van SaksenWeimar, Generaal in Nederl. dienst. 1574. J. H. L. Meijer. Vermeestering van Palembang door Luit.-Generaal Baron de Koek, 14 Juni 1821. 1867. J. W. Pieneman. De aanvaarding van het Hoog Bewind in naam van den Prins van Oranje op 21 November 1813. ten huize van Graaf Gijsbert Carel van Hogendorp. 884. Otto Eerelman. De Intocht van Hare Majesteiten Koningin Wilhelmina en de Koningin-Moeder binnen Amsterdam op 5 Septemher 1898 bij gelegenheid der Inhuldigingsfeesten. De schilder heeft het oogenblik gekozen dat het Koninklijk rijtuig zich bevond op het Frederiksplein nabij de Utrechtschestraat. Verder nog eenige portretten, als: 818a en b. Alexandre Jean Dubois Drahonet. Jhr. Albert Dominicus Trip van Zoudtlandt, Kolonel in Franschen dienst, later Luit.-Generaal, Kommandant der Kavalerie van het Nederlandsche leger en zijne echtgenoote Cornelia Gijsberta Smit. 1443& en c. A. de Lelie. Gerrit Verdooren, ViceAdmiraal en zijne vierde echtgenoote Mevr. Verdooren geb. Haack. 1866. J.W.Pieneman. Luit.-Generaal FrederikKnotzer. 1871a. Jhr. Jan Willem Janssens, Luit.-Generaal, laatste Gouverneur van de Kaap-Kolonie, GouverneurGeneraal van Ned.-Indië (1811—1812). De trap opgaande: 1864. Luit.-Generaal David Hendrik Baron Chassé. 1350a. Jan Kieft. Gysbertus Martinus Cort-Heijligers, Generaal der Infanterie van het Nederlandsche leger. 1387a en b. Corn. Kruseman. Graaf Jan van den Bosch, Generaal-Majoor en Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië en zijne echtgenoote Gravin v. d. Bosch, geb. R. W. E. de Sturler. Op het voorportaal: 1377. W. B. v. d. Kooi. De Minnebrief. 1384. C. Kruseman. Een van zin. 880. J. J. Eeckhout. Het huwelijk van Jacoba van Beyeren met Jan IV, Hertog van Brabant, 10 Maart 1418. 1804. P. G. van Os. Namiddag. Thans betreden wij de zaal No. 342, bevattende schilderijen van meest Nederlandsche kunstenaars uit de laatste helft der 19e eeuw. Bij het binnentreden aan weerszijden een portret, als: 558a. L. J. F. Bonnat. Isaac Dignus Fransen van de Putte, Oud-Minister van Koloniën. 2186. Joh. Georg Schwartze. Dr. Johann Franz Rive. Aan dien kant vervolgende: 434. Marie Bashkirtseff. Portret van hare schoonzuster. 738. Conradyn Cunaeus. Jachtgezellen. 2603a. Jan Vrolijk. Koeien bij een plas. 1742. Albert Neuhuys. Visschersvrijage. 376. D A C Artz Bij Grootmoeder. 2547a. Jan Pieter Veth. Portret van Johan M. Messchaert. 2740. J H. Wijsmuller. Oud Amsterdam. 764. Ch. Fr. Daubigny. Landschap aan de Oise. 532. B J. Blommers. Het Breistertje. 1019. J. H. L. de Haas Vroege Morgen, koeien in de weide. 1552. Mevr. S. Mesdag geb. van Houten. Stilleven. 942a. P. J. C. Gabriël. Nabij het dorp Kortenhoef. 2186a. Therése van Duyl geb. Schwartze. Portret van de Schilderes. 1287. Josef Israels. Portret van den tooneelspeler L. J. Veltman. 1549. H. W. Mesdag. De Vuurtoren van Scheveningen. 516a. ChristofFel Bisschop. Een zonnig plekje. 942. P / C Gabriël In de maand Juli. 2526. M. M. K. Verlat. Strijd op leven en dood, een houthakker verdedigt zijn dochtertje tegen een beer. 2188a. Mevr. Therése van Duyl geb. Schwartze. Portret van Piet J. Joubert, Kommandant-Generaal der Zuid-Afrikaansche Republiek. 1562. F. P. ter Meulen In het Bosch. 1010. Meyer Isaac de Haan. Oude joodsche vrouw. 1295a. H. W. Jansen. Regendag aan de werf. In de hier aansluitende kamer no. 343, in OudBollandsche stijl van omstreeks 1600 opgetrokken met een fraai geschilderd plafond (afkomstig uit Dordrecht) een rijk gebeeldhouwden schoorsteen en fraaie kruisvensters, hangen op een standaard een viertal portretten van Joost van den Vondel, waarvan een door Govert Flinck; verder een portret van Barclaius geschilderd door Frans Hals. Op de tweede standaard eenige kleinere portretten o.a. van Lubbert Gerritsz., leeraar der Doopsgezinde gemeente door M. J. Miereveld, Huibert Duifhuis, pastoor der St. Jacobskerk te Utrecht door H. M. Sorgh en een kastje met eenige kleine portretten o.a. (146) René van Chalons, Prins van Oranje ; 1494 en 1495, de Prinsen Maurits en Frederik Hendrik door Jacob Lyon. Aan den wand de afbeeldsels van J. A. Riebeek, eerste Gouverneur der Kaapkolonie en diens echtgenoote door D. Craey; (250a) Jan Amos Comenius (2746 en 2746) Fr. Leijdecker en diens echtgenoote. Een trap voert naar een klein bovenvertrek waar nog eenige Turksche schilderijen zijn tentoongesteld afkomstig van Cornelis Calkoen, Ambassadeur bij den Sultan van Turkije, 1727, meest allen geschilderd door J. B. tan Mour, waaronder het portret van genoemden Ambassadeur. Terugkomende in de zaal no. 342. 511. J. W. Bilders. De Heide te Wolfhezen. 370. L. F. A. Apol. Een Januaridag. 2226 en 2226a. C. Springer. Het Raadhuis en de Groentenmarkt te Veere en gezicht op Enkhuizen. 1286. Jos. Israels. Portret van H. Helweg. 1095. L. Hanedoes. Kennemerlandschap. 1325. H. F. C. ten Kate. De Wachtkamer. 1324a. K. Karsen. Stad aan een rivier. 1383a. Corn. Kruseman. Mevr. Brak geb. Haskenhoff. 584. Joh. Bosboom. De Lieve Vrouwe Kerk te Breda. 581. J. W. v. Borselen. Hollandsch landschap. 2095. Ph. L. J F. Sadée Nalezen. 2041. W. Roelofs. Landschap in de omstreken van 's Gravenhage. 520. David Bles. Zoo de ouden zingen, piepen de jongen; of ook wel genoemd „De Vadermoorders." 377. D. A. O. Artz. In het Weeshuis te KatwijkBinnen. 1547. H. W. Mesdag. Strandgezicht te Scheveningen. 422. J. J. v. d. Sande Bakhuyzen. Landschap in Drenthe bij avondstond. 2163. H. J. Scholten. Zondagmorgen. 2569. C. J. de Vogel. Herfst. 1352. J. C. K. Klinkenberg. De Markt te Nijmegen. ZAAL No. 344 bevattende eenige historische schilderijen van Hollandsche schilders uit de eerste helft der 19e eeuw. Hierin bevindt zich de welbekende schilderij door J. W. Pieneman : „De slag van Waterloo'', 1815. In het midden op den voorgrond der schilderij de Hertog van Wellington, de Opperbevelhebber van het Engelsche leger, op 't oogenblik dat de aankomst der Pruisische armee gemeld wordt; ter linkerzijde bevindt zich de Prins van Oranje door een geweerkogel in den linkerschouder zwaar gewond ; ter rechterzijde de verwonde Engelsche Generaal DeLangey: op den achtergrond, in de hoogte, nabij de hoeve Aliance ziet men Napoleon in persoon eenige batterijen kommandeeren, terwijl zijn broeder Jerómehem insgelijks de aankomst van het Pruisisch leger meldt. Vervolgens rechts drie portretten: 617. M. J. van Bree. Johannus Hermanus Molkenboer. 1104. A. Hanneman. Cornelis van Aerssen, kolonel bij de ruiterij. 759. J. A. Daiwaille Hendrik van Demmeltraadt. 440. Nic. Bauer. Woelend water. 1796. G. J. J. van Os. Landschap in de omstreken van Hilversum. 371. Corn. Apostool. Italiaansch landschap met waterval. 1351. P. R. Kleyn. Landschap te Saint-Cloud. 1361. J. B. Kobell. Geldersch landschap. 757. J. A. Daiwaille. Pieter Pietersz. Barbiers. 1195. 1201. 1202. Ch. H. Hodges. De portretten van Mr. Willem Bilderdijk; Joan Fraser en diens echtgenoote. 1802. P. G. van Os. Avondstond. 2331. W. J. van Troostwijk. Het Raampoortje te Amsterdam, bij winter. 1303. J. Jelgerhuis. De winkel van den boekbandelaar P. Meyer Warnars op den Vijgendam te Amsterdam, 1820. 1262. B. J. van Hove. Gezicht op het Mauritshuis te 's Gravenhage. 2329. W. J. van Troostwijk. Geldersch landschap. 1441. Ad. de Lelie. De koekenbakster. 2668. P. G. Westenberg. Wintergezicht in Amsterdam. Aan den volgenden wand in het midden het door Ch. H. Hodges geschilderd levensgroot portret van Lodewijk Napoleon, Koning van Holland van 1806 tot 1810; daar boven (1499) J. B. L. Maes: De Barmhartige _ Samaritaan; (1833) J. Paelinck: Psyche in het paleis van Amor en (1385) Corn. Kruseman: Vertrek van Philips II uit de Nederlanden. Aan den daarop volgenden wand: 2313. H. A. van Trigt. Godsdienstonderricht in de Luthersche kerk te Vik in Noorwegen. 2542. Sam. L. Verveer. Stadsgezicht. 2187. Therèse van Duyl-Schwartze. Drie burgerweesmeisjes van Amsterdam. 421. Gerardina Jacoba v. d. Sande Bakhuyzen. Bloemen en vruchten. 2053. Mevr. Henriette Ronner-Knip. Drie tegen een. 2543. S. L. Ver veer. Noordwijk aan zee. 819. P. L. Dubourcq. Het Kerkhof te Baden-Baden. 2621. Joh. Weissenbruch. Stadspoort te Leerdam. 1681. Ad. Mouilleron. Stilleven. 2570. J. G. Vogel. Noord-Brabantsche heide. 1294. D. F. Jamin. Gebed voor den overledene. 2152. And. Schelfhout. De Maaskant bij winter. 1014. Adriana Johanna Haanen. Bloemen in een zilveren kan. 777. W. A. van Deventer. Katwijk aan zee. 2485. Pieter van der Velden. Dubbel blank. 1569. J. H. L. Meyer. Storm in het Engelsche Kanaal. 1013. Adriana Johanna Haanen. Fruitstuk. 2594. Maria Yos Stilleven. 2300. W. de Famars Testas. Binnenplaats van een huis te Cairo. In een nevenvertrek waarin een 16e Eeuwsche schouw, zijn nog enkele oude schilderijen, waaronder: 1281. Isaac Isaacz. Abimelech geeft Sara aan Abraham weder. 436. B. van Bassen. Gezelschapsstuk. 2550. Paulus van Yianen. Rust op de vlucht naar Egypte. 2672. J. de Wet. Hemelvaart van Maria. 2670. G. de Wet. Saul begroet David als overwinnaar van Goliath. 2731. J. v. Wyckersloot. Allegorische voorstelling. Yan uit dit vertrek voert een trap ons naar het benedenhuis, alwaar men in de gang vindt een paar hooge pianos, zoogenaamde Giraffen; aan den muur hangen een paar beschilderde Spinet-deksels. Rechts door een deur komt men in de afdeeling Muziekinstrumenten. De eerste kast, rechts bevat een oude schuiftrompet van zeer fraaie vorm en bewerking; verder instrumenten welke met dubbel mondriet geblazen worden; in de benedenhoek staan 4 Kromhoorns of Zinken uit de eerste helft der 17e eeuw; eenige houten Fagotten en een zeer fraaie collectie Hobo's; op den bodem der kast een zeer zeldzaam instrument, een zoogenaamde Würstfagot of ook wel Faustfagot genoemd. Yerder twee pianos waarvan de kleinste, in den vorm van een liggende harp, met enkele snaren, met kniepedalen ; de andere van later fabrikaat met pedalen welke door den voet bewogen worden. Voor het raam een kastje waarin een Clavicord, oud klavierinstrument, het deksel in de binnenzijde beschilderd door Stoop, eerste helft der 17e eeuw. Een volgende kast bevat instrumenten met enkel mondrieten, een bassethoorn en een groote basfluit en daarnaast een rekje met bek- of mondfluiten en een mooie collectie dwarsfluiten waarbij eenige van indisch maaksel. Voor het tweede raam een spinet of clavecimbel, enkelsnarig instrument, de snaar wordt in trilling gebracht door een ravenpennetje. Een dito instrument staat in het midden der zaal, in den vorm van een vleugel met twee klavieren en vier registers, driesnarig; — en daarnaast op de vleugelpiano van Pleiel een dito instrument, dubbelsnarig, ingericht om op reis mede te nemen. Vervolgens in kasten strijkinstrumenten, onder welke een zeer fraaie cello en een viola di gamba, violen, draailieren, mandolines, eenige indische instrumenten en hakkeborden waaronder een Anno 1740 welke bespeeld is geworden door Prinses Wilhelmina van Pruisen gemalin van Prins Willem V. I Deze zaal verlatende komt men rechts in de afdeeling Kinderspeelgoed. In een der kasten een zeer fraai gesneden beeldje voorstellende een rattenvanger, een schaakspel 17e eeuw; een van been gesneden dominospel, eenige waardigheidsteekens van brandmeesters enz. De volgende zaal bevat costumes uit de laatste helft der 18e eeuw, eenige platte toonkasten met kantwerk, handschoenen, enz. Bij den doorgang eene verzameling paardentuigen en zweepen voor het meerendeel prijzen bij harddraverijen. Een vertrek rechts is ingericht voor historische zaken, als; 2 stoelen, gebruikt door Chassé op de Citadel van Antwerpen ; een fauteuil van Bilderdijk; enz. In een platte vitrine verschillende kleinere voorwerpen, waarbij voor het grootste gedeelte voorstelling en herkomst vermeld staan; o.a. stok en degen van de Ruyter, zijn bijbel enz. Een staande vitrine met kleedingstukken afkomstig van prinsen van de Friesche tak der Nassau's en van koning Willem III van Engeland; de kroon en de muts op den bodem liggende, zijn afkomstig van den Luit.-Admiraal M. A. de Ruyter. Op de grens der volgende af deeling zijn de modellen van twee heerenhuizen geplaatst, het fraaiste is van schildpad met tin ingelegd eind 17e eeuw. Vervolgens de afdeeling Voer- en Rijtuigen. Hierbij twee oud-Noord Hollandsche sjeesen, draagkoetsen, jachtwagen 18e eeuw, coupé gebruikt door Koning Willem II als Prins van Oranje. Thans komen wij aan de merkwaardige verzameling Volksdrachten, nog voorkomende in de verschillende provinciën van Nederland. Ook hier is voor het grootste gedeelte bij elk costuum de herkomst aangeduid. Het verder gedeelte van het Westelijk benedenhuis bevat verschillende ontwerpen en modellen van beeldhouwwerken. Bij den ingang een groot borstbeeld van Prins Hendrik, Admiraal der Nederlandsche vloot. Dit is het door F. Stracké vervaardigde model der bronzen buste, welke ter nagedachtenis van dien vorst op de Prins Hendrikkade te Amsterdam prijkt. Daarbij onder een glazen vitrine : Model in pleister van een zilveren klok. Huldeblijk van de kinderen der lagere scholen Z. M. Koning Willem III in 1874 aangeboden ter gelegenheid van de viering van Hoogstdeszelfs 25 jarig Koningschap. Dit model, door F. Stracké ontworpen, kwam niet tot uitvoering omdat het daarvoor bijeengebrachte geld bestemd werd voor de gewonden in den Atjeh krijg. Drie groepen, voorstellende : De stem der liefde, — Hagar en Ismael, — en onderwerp uit den Zondvloed; vervaardigd door Theo C. Simons. Verder ontwerpen en modellen van beeldhouwwerken van den voorgevel van het Rijks-Museum en van het Centraal-Station te Amsterdam ; van de beeldengroep op Teijlers-Museum te Haarlem, vervaardigd door F. Vermeijlen en Bart van Hove ; van het beeld „de Faam" vervaardigd door Eug. Lacomblé, waarvan het origineel in marmer aanwezig is op het Loo. — Eenige borstbeelden en medaillonportretten en afgietsels van verschillende beeldhouwwerken. Een steenen trap voert ons naar de Westelijke Binnenplaats. Deze bevat een hoogst merkwaardige verzameling gipsafgietsels naar beeldhouwwerken, waarvan het meerendeel van Hollandschen oorsprong. Bovendien zijn langs de wanden antieke kerkorgels geplaatst, t.w. een afkomstig uit de Lutersche Kerk te Amsterdam, een uit Haringcarspel, een uit de kerk te Scheemda en een uit de Nicolaikerk te Utrecht. In het midden op den voorgrond het door Antoine Mercié vervaardigd model van het te Luxemburg opgerichte bronzen ruiterbeeld van Koning Willem II. Naast dat ruiterbeeld een afgietsel van het liggend beeld van Jan van Kerckhoven, heer van Heen vliet, op diens monument in de St. Pieterskerk te Leiden. Aan den anderen kant twee liggende beelden van Carel Hieronymus, vrijheer van In- en Kniphausen en van zijne gemalin Anna van Ervsuin, vervaardigd in 1664 door Rombout Verhulst, en deel uitmakende van het grafgedenkteeken in de kerk te Midwolde, — en daarbij eene reproductie van het Mariabeeld met Kind in de O. L. Yr. kerk te Brugge, toegeschreven aan Michel Angelo. In het midden, recht over bovengenoemd ruiterbeeld, een stelling met afgietsel; aan den eenen kant krijgstropheëen met het wapenschild der Generaliteit en oorlogsattributen als bekroning, XVIIe eeuw, van het stadhuis te Zutphen ; tusschen de tropeëen een gevelsteen met voorstelling van een beladen wagen, bespannen met leeuwen, tijgers en andere wilde dieren, die door een man bestuurd worden. Het origineel bevindt zich in de poort van het voormalig Tuchthuis op den Heiligenweg te Amsterdam. Daar boven een vijftal gevelsteenen met wapens afgegoten naar de origineelen in de waag te Enkhuizen. Aan den anderen kant der stelling een afgietsel van den hoofdingang van het in 1616 gebouwde Raadhuis te Bolsward. Ter zijde : beelden van St. Pieter en St. Paul van de St. Walburgskerk te Zutphen. Vervolgens een toonkast waarin reproductiën van de in het Armeria Real, Koninklijk Paleis en Prado Museum te Madrid aanwezige borstbeelden van Keizer Karei V, Koning Philips II en Don Carlos, benevens hunne harnassen en wapenschilden. Naast deze toonkast reproductiën van de grafgedenkteekens van Karei den Stoute en van Maria van Bourgondië, aanwezig in de kerk Notre Dame te Brugge en vervaardigd de eerste Ao. 1558 door Josse Aerts, Pieter de Ram, Johan de Smets en Jacob Jonghelenx naar het ontwerp van Mare Gheeraerds, de tweede, tusschen 1492 en 1502 door Pierre de Beckére. Alsdan een houten Jubé uit de kerk te Helvoirt van omstreeks 1500 en ter zijde daarvan is opgesteld een afgietsel van het grafgedenkteeken van Sasbout, Kanselier van Gelderland; het origineel in marmer aanwezig in de St. Eusebius kerk te Arnhem en van voren een beeld, voorstellende St. Servaas waarvan het origineel is in de kerk van dien naam te Maastricht. Alsdan volgen reproductiën van de koperen doopvonten in de St. Janskerk te 's Hertogenbosch in 1492 vervaardigd door Aert van Tricht; in de St. Bartholoineuskerk te Luik, vervaardigd door Lambert Patras of Reinier van der Hoei in 1112—1113; in de St. Maartenkerk te Hall door Guillaume Le Febre in 1446; in de St. Jacobskerk te Leuven Ao. 1467; van den koperen kandelaar van de Abdy van Postel en van de relequiënschrijn van de St Servaas. Vervolgens rechts en links eenige toonkasten met afgietsels van kleinere kunstvoorwerpen, waarvan herkomst en voorstelling voor het grootste gedeelte bij Wegwijzer Museum. 6 elk voorwerp vermeld staat. De afgietsels der bekers van Franeker en den St. Joris beker van Middelburg zijn in een dezer toonkasten tentoongesteld. In het midden staat een afgietsel van het portaal der St. Servaas kerk te Maastricht, een der oudste gedenkstukken van Christelijke kunst in Nederland; het hier tentoongestelde, rijk versierde portaal werd in de 12de eeuw bij de kerk opgetrokken. De middenreliefs stellen voor: de dood, de graflegging, en de kroning van Maria; de bogen en de ruimte tusschen de kolommen zijn versierd met beelden van verschillende apostelen en heiligen. Achter dit portaal is opgesteld eene reproductie van het grafgedenkteeken van Karei van Egmond, Hertog van Gelre in de St. Eusebius kerk te Arnhem; —en van dat van Engelbrecht II, Graaf van Nassau, Baron van Breda, veldheer en vertrouweling van Keizer Karei V, en van zijne gemalin Limburg van Baden. Het dekstuk met de wapenrusting wordt gedragen door vier veldheeren: Caesar, Regulus, Hannibal en Philippus van Macedonië, die allen op een knie rusten. Het origineele in marmer aanwezig in de O. L. Vr. kerk te Breda; — en verder een liggende figuur van Jean de Walcourt in de St. Pieters kerk te Anderlecht, XVe eeuw. Ter zijde dezer monumenten reproductiën van de Koorbanken eenerzijds van de O. L. Vr. kerk te Dordrecht, vervaardigd in 1539 door Jan van Ter wen en anderzijds die van de St. Maartens kerk te Bolsward, 2e helft der 15e eeuw; en daartusschen een gedeelte van het koorhek in de Westerkerk te Enkhuizen. Achter dit koorhek een marmeren altaar, afkomstig uit de kerk te Leur (N. Brabant) XVIIIe eeuw. Ter zijde en gedeeltelijk achter het portaal links, staan afgietsels van het koperen doopvont in de Groote kerk te Breda, met reproductie in gesmeed ijzer van de kraan, dienende om het deksel te verwijderen bij den doop (16e eeuw); van het Muntpoortje te Dordrecht en daarboven een ossenkop met architectuur als bekroning van de voormalige vleeschhal te Haarlem en het wapen dier stad; een opstelling van verschillende raamkozijnen en van een deur met fraaie kolonetten afkomstig van een huis te Delft Ao. 1537 ; een gedeelte uit het Koorhek in de kerk te Abcoude; en van den Predikstoel in de Groote of St. Jacobs kerk te 's Gravenhage, vervaardigd in 1550 Aan den anderen kant, meer naar achteren: de ingang van het poortje voor het weeshuis te Enkhuizen (17e eeuw) en eenige reliefs van het paleis op den Dam te Amsterdam, welke reliefs vervaardigd zijn door A. Quellinus en waarvan de origineel en aanwezig zijn in de afdeeling beeldhouwwerken (Nederlandscli Museum). Verder afgietsels van de grafzerken van Jonkheer Abel van Cats en zijne echtgenoote Jonkvrouwe Charlotte van Tuyll van Seerooskerken, in de Kloosterkerk te 's Gravenhage; van Justinus van Nassau, natuurlijken zoon van Prins Willem I en zijne echtgenoote Anna Barones van Merode in de Hooglandsclie kerk te Leiden, en meer anderen. Vervolgens eene reproductie van het Monument van Graaf de Borgnival, van 1536, aanwezig in de Groote kerk te Breda, en van het monument ter gedachtenis van Willem George Frederik, Prins van Oranje Nassau, vroeger in de kerk te Padua en in 1896 overgebracht naar de Nieuwe kerk te Delft; — van een gedeelte van een houten Louis XV betimmering van de achterzaal van het Gouvernementsgebouw te 's Gravenhage. Verder afgietsels van twee fragmenten van beelden van het monument van Gerrit van Assendelft in de St. Jacobs kerk te 's Gravenhage, — twee fragmenten van beelden van Renesse in de Groote kerk te Breda, — van de twee liggende beelden van Graaf Antoine de Lalaing en van zijne echtgenoote Isabeau van Culemborg op het grafgedenkteeken in de St. Catharina kerk te Hoogstraeten, — liggend beeld van Adriaen Clant van der Mijl in de kerk te Stedum; graftombe van den Luitenant-Admiraal Piet Hein en meer aan den wand dat van Maarten Harpertsz. Tromp, welke zich bevinden in de Oude kerk te Delft. Aan den wand reproductien van een gedeelte van den gevel van het Stadhuis te 's-Gravenhage, gebouwd in 1565; — van verschillende boogvullingen uit den gevel van het huis van Maarten van Rossum te ZaltBommel, enz. Verder eenige standaards met afgietsels van beeldhouwwerken en architectonische fragmenten Aan de andere zijde van het portaal van St. Servaas staan gereproduceerd: het doopvont uit de St. Walburgs kerk te Zutphen, gietwerk in koper door Gielis van den Eynde in 1527 vervaardigd; — den Gothischen Predikstoel in de St. Pieters kerk te Leiden; — het Christusgraf in de Dom kerk te Utrecht, 15e eeuw; — een gedeelte van den kerkboog te Nijmegen, gebouwd door Wilh. van Noerenborch, in 1542—1515; — en op een houten voetstuk „De Nürnberger Madonna", beroemd beeldhouwwerk in hout in het Germaansch Museum te Nurnberg. Vervolgens evenals aan den anderen kant een aantal reproductien van beeldhouwwerken, architectonische fragmenten en oude kerkklokken. In den doorgang zijn twee toonkasten met electrotypische reproductien naar bokalen, bekers, kannen, schotels, enz. in edel metaal, uitmuntende door schoone Vormen en kunstig drijfwerk, waarbij 8 galvanische reproductien van verguld zilveren bas reliefs uit het begin der XVe eeuw, voorstellende episoden uit het leven van Sint Servaas, zich bevindende in het Museum te Hamburg. De trap aan de Noordzijde opgaande, komt men in eene doorgang; onder de hier geplaatste beeldwerken trekt vooral de aandacht het marmeren beeld „David" in 1851 vervaardigd door den beeldhouwer Magni; — beeld voorstellende „Ilusie", vervaardigd door den in 1899 op 24 jarigen leeftijd overleden Johan Hendrik Baars, en een groote vaas van Algerijnsch marmer. Thans komen wij weder in dezelfde vestibule van waar uit wij onze wandeling begonnen; wij gaan wederom de trap op, de voorhal door en aan den anderen kant, den trap af, waardoor wij komen in de vestibule van het eigenlijke Nederlandsch Museum of wel wij verlaten het gebouw en komen aan de andere zijde weder binnen. In het portaal achter den beambte, belast met het bewaren van regenschermen enz., staat het beeld van den reus Goliath met zijn schildknaap en David. Laatstgenoemde houdt den slinger met de steen in de hand. Deze groep is afkomstig uit het oude Doolhof, eertijds op de Prinsengracht te Amsterdam. Wij gaan rechtuit en dalen de trap af naar de OOSTELIJKE BINNENPLAATS. Deze binnenplaats levert een grootschen aanblik door de wapentrofeën en de op den vijand veroverde vlaggen die haar in 't rond versieren. Ze is gewijd aan Marine (hoofdzakelijk in het middengedeelte) Oorlog en de Koloniën. Links beginnende ontmoet men vijf afdeelingen; de eerste en tweede bevatten oude wapens, haakbussen, schilden, helmen, een reeks hellebaarden en pieken. De derde bevat de oude wapenkamer van Amsterdam, waaronder te vermelden zijn eenige modellen van kanonnen en een prachtige verzameling 16e eeuwsche harnassen der Amsterdamsche schutterij. De vierde afdeeling bevat uniformen gedragen door Koning Willem III en zijne beide zoons. In het midden een groote vitrine met equipementstukken afkomstig hoofdzakelijk uit de jaren 1830 en 1831, o.a. steek en degen van Hertog Bernhard van Saksen Weimar. De vijfde afdeeling bevat de belangrijke verzameling Snouckaert, • een historisch overzicht gevende van de uniformen der Nederl. Kavalerie. Rechts omgaande ziet men een kamer uit het in 1879 gesloopte Hoogerhuis te Amersfoort, weleer gebouwd en bewoond door Jacob van Campen met verschillende door hem zelf vervaardigde schilderstukken, en een bedstede versierd met geschilderde festoenen. Onder het middenvak leest men de Spaansche spreuk : „El todo es nada" (alles is niets). In het midden staat een model van het Koninklijk Paleis. Aan dit vertrek grenst een Hindelooperkamer, uitwendig met luifel en zitbanken voorzien; van binnen zijn de wanden met oude tegeltjes versierd en verder met meubelen zooals in Hindeloopen in gebruik. Tegenover deze beide kamers in een glazen toonkast de uniform van opperhoutvester van het Kroondomein ; in een daar naast grootere kast de uniformen en wapens uit de jaren 1830 en 1831 en in een daaropvolgende de uniform van den Luit.-Generaal Graaf van Limburg Stiruin. Iets verder op eene verhooging langs de muur een door Jan van der Heyden vervaardigd model van een slang-brandspuit, vervolgens in een platte vitrine een model van het eiland Decima en verderop wederom langs de muur een mooie kaaspers; in het midden twee platte vitrines met degens en pistolen, waaronder zeer oude, een strijdknotsje, een vechthamer, een ivoren armbeschermer, enz. en aan de andere zijde: model van den Vurenschen Buitenwatermolen te Gorinchem, modellen van een houtzaagmolen, van een houtstoof, enz. Achter den houtstoof een schilderij, voorstellende: Gezicht op Smyrna en Receptie van den Consul de Hoochepied in den Divan aldaar; daarboven en vervolgens langs den geheelen wand een reeks portretten van Bewindvoerders der O. I. Compagnie en van Gouverneurs-Generaal van Ned. Indië. Links model van het ijzeren drijvend dok voor den dienst der Marine op Onrust in Oost-Indië, verder modellen van dokken, schepen en factoryen, lichtrefiector van den vuurtoren van het eiland Ameland en ten slotte een torpedo. Thans komt men aan de vitrines bevattende: Herinneringen aan de overwintering der Hollanders op Nova-Zembla, onder Willem Barentz en Jacob van Heemskerck, die in 1595—97 een scheepstocht naar het Noorden ondernamen om een noord-oostelijken doortocht naar China te zoeken; tal van voorwerpen van verschillenden aard, bleven op het onherbergzaam eiland achter, waar zij bijkans drie eeuwen later door de heeren Kapitein E. Carelsen, van Hammerfest, in 1871 en Charles Gardiner, van Goring (Oxfordshire) in 1876, aangetroffen werden en door dezen aan de Nederlandsche Regeering aangeboden. Een toonkast bevat verschillende stukken geschut waaronder een zeer kostbaar stuk, door een Singaleeschen prins aan de Hollanders vereerd. Links een vitrine waarin een Reliefplan van 's Rijkswerf te Hellevoetsluis. Verder verschillende kanonnen, wapens en krijgstuig uit verschillende tijdvakken. Boven hangen vlaggen door de Hollanders veroverd, o.a. door den Admiraal van Wassenaar in 1658 op de Zweden, boven den ingang van het middengedeelte twee vlaggen afkomstig van wegens krijgsverrichtingen in de wateren van Japan bekende schepen (1863—1864). Ter zijde twee schilderijen, portretten van paarden door J. de Cheyn geschilderd, zijnde de witte strijdhengst op den Aartshertog Albertus van Oostenrijk door Lodewijk Gunther van Nassau bij den Slag van Nieuwpoort buitgemaakt en aan Prins Maurits vereerd; welke geschiedkundige herinnering aan het zwarte paard verbonden is schijnt niet met zekerheid bekend. Tegenover den ingang van het middenvak bevindt zich het model van het Atjeh-monument, Gedenkteeken voor den Nederlandschen Krijgsmacht in Atjeh, het kolossaal figuur stelt voor eene gevleugelde Victoria, vervaardigd door Bart van Hove. Het voetstuk draagt de volgende opschriften: Voorzijde: „Aan de grondleggers van het Nederlandsch gezag op Noordelijk Sumatra". Rechts: „Heilig is ons de nagedachtenis der gevallenen". Links: „Schitterend handhaafden zee- en landmagt de eer des lands". Vóór dit monumet, te midden van allerlei geschut, een houten beeld voorstellende Prins Willem II. In het middenvak, dat wij thans betreden, zijn drie rijen modellen van schepen tentoongesteld. In de middelste rij, het zeldzame fraaie model van de „Prins Willem", een schip van de Ruyter's vloot (60 stukken). De „Willem Rex", oorlogschip (70 stukken) gebouwd in Zeeland in 1698. — „Koning der Nederlanden", linieschip van 84 stukken (1842), tentoongesteld in twee vitrines, elk bevattende een half model. Vervolgens een Kruisbark, laatst der 18e eeuw (56 stukken). Aan den achterwand, in 't midden, een geschilderd portret van Michiel Adriaensz de Ruyter, en daar boven ziet men een eerbiedwaardige oorlogstrofee, namelijk het nog tamelijk goed bewaard gebleven houten Koninklijk Engelsch wapen van den spiegel van het op den tocht naar Chatham in 1667 veroverde admiraalschip „ The Royal Charles", geflankeerd door twee scheepslantaarns. Ter zijde meer naar den voorkant in een kastje o.m. de gouden lauwertak door Denemarken neergelegd op het graf van den Admiraal de Ruyter bij gelegenheid van de viering van zijn 300 jarigen Geboortedag. Verder eenige modellen van schepen, kanonnen en verschillend krijgstuig. In de rij links: model van een drijvende batterij en verschillende modellen van schepen. Daar langs een gang waarin de meer moderne scheepsmodellen en machines zijn tentoongesteld, zooals de Ramtorenschepen „Buffel" en „Tijger" en twee der laatst aangebouwde „Noord-Brabant" en „Piet Hein". In de derde rij ('rechts) : schip van 1752 (54 stukken) „Mercurius", oorlogschip (58 stukken) en anderen. In de daarbij zijnde kabinetten zijn tentoongesteld: vuurtorens, seintoestellen, bakens, riemen, roeren, kompassen en verschillende modellen betreffende kustverlichting, reddingwezen, enz. Naast de trap tegenover den ingang is de toegang naar het sous-terrain, waar zijn opgesteld een verzameling grafmonumenten en sarcophagen uit de Xle eeuw, oude torenklokken, kachel- en schoorsteenplaten uit de middeleeuwen, fragmenten van beeldhouwwerken afkomstig van de restauratiën van oude monumenten en gebouwen. In het achtergedeelte zijn een aantal crypten gebouwd n.1. die van Rolduc, die van de O. L. Vrouwekerk te Maastricht, van de kerk te Resumageest, van de St. Pieterskerk te Utrecht en de Bergkerk te Deventer. Hierin bevinden zich stukken van den Kansel van de voormalige kloosterkapel te Roermond en de ruiterbeeldjes op de schraagbogen van de St. Jan te 's Hertogenbosch. Achterin een weefgetouw uit 1600 ongeveer. Verder de beroemde grafzerk uit de kerk te Schagen (15e eeuw); oud ijzerwerk waaronder een gegoten kachel van 1600; oude tegels uit de 13e eeuw. Men keere langs denzelfden weg terug en de zuidelijke trap van het binnenhof opgaande komt men in een reeks zalen die de ontwikkeling der Kerkelijke Bouwkunst van de eerste tijden af tot de 17e eeuw te zien geven. ZAAL 176. Tijdperk van Karei den Grooten (8e—10e eeuw). De bouwstijl is gevolgd naar dien eener kapel, toegeschreven aan Karei den Grooten, aan de westzijde der St. Servaaskerk te Maastricht. De bevloering is een navolging van oude gedeelten in die der Domkerk te Aken. De muurschilderingen, pilaren, gewelven, geschilderde glazen en het altaar zijn alle navolgingen van oude bouwwerken. Rechts een gebeeldhouwde steen, boog- trommel uit de abdij van Egmond, voorstellende Graaf Dirk van Holland (988) en diens moeder geknield voor St. Pieter, die de sleutels van hemel en aarde draagt. Het schilderwerk (bovengedeelte) is aan de abdij van Egmond, het ondergedeelte aan een zeer oude geweven stof uit de schatkamer der St.-Servaaskerk ontleend. Doopvonten uit de Xle en volgende eeuwen en een altaar naar dat hetwelk aangetroffen is in de door den Bisschop Monulphus (VI eeuw) onder de St. Servatius-basiliek te Maastricht gebouwde kracht. ZAAL 175. Romaansch tijdperk (11e en begin 12e eeuw). De bouwstijl en geschilderde versiering dezer zaal zijn ontleend aan de abdij van Rolduc, de St.-Servaaskerk te Maastricht en andere kerken uit dien tijd, evenals de in lood gevatte glazen. Op eenige stellingen zijn hier zeer fraaie oude sloten en gehangen tentoongesteld meest uit de 16e en 17e eeuwen, waaronder van zeer kunstige samenstelling. ZAAL 174. Gothisch tijdperk, (einde 12e en eerste helft der 13e eeuw). De architectuur is een navolging van die der O. L. Vrouwe Munsterkerk te Roermond. Het venster in gebrand glas is eene kopie van een gedeelte glasraam uit de kerk te Chartres; het stelt voor de verzoeking van Christus door den duivel; Christus op weg naar de bruiloft van Kanaan en de verandering van water in wijn door Christus. Midden in de zaal eene reproductie van het grafmonument van Gerard III van Gelre en zijne gemalin Margaretha van Braband in de O. L. Vrouwe Munster Kerk te Roermond. Daarnaast gedeelten van vloeren van verglaasde tegels uit de 13e eeuw. Het sierlijke schilderwerk van den boog tusschen deze zaal en de volgende is vervaardigd naar voorbeelden uit de kerk van St. Jean te Poitiers. ZAAL 173. Gothisch tijdperk (midden van de 13e eeuw). De architectuur is ontleend aan die van den Dom te Utrecht (1251—67); de bevloering naar de O. L. Vrouwe Munsterkerk te Roermond; de vensters, in glas met lood, naar de oudste glazen van den Keulschen Dom. Deze zaal bevat eenige meesterwerken van de beeldhouwkunst uit de Italiaansche school der 14e en 15e eeuw. Bij het raam, zuidzijde, een rond basrelief voorstellende de Maagd met het Kind, door Donatello (1386—1460), den grootmeester van den Italiaanschen Quattrocento; repliek van de Madonna dei Pazzi in marmer, thans aanwezig in het Museum te Berlijn en een Madonna relief, in vierkanten lijst uit de school van Verrocchio (1435—1488). Aan den Noordelijken wand een derde Madonnarelief, Florentijnsche school, XVe eeuw. Bij de twee eerstgenoemde, ter zijde van het altaar, een groot staand Mariabeeld met Kind uit de school van Jacopo della Quercia (1371 — 1458). Deze vier voorwerpen zijn in stucco, gepolycromeerd of vroeger gepolycromeerd. Op het altaar, met van voren een geborduurd antipendium uit de XVe eeuw, een Christusbuste uit de Florentijnsche school, XVe eeuw, gepolychromeerd terra-cotta. Vervolgens in het rond verschillende houten beelden en groepen, meerendeels Noord- en Zuid-Nederlandsch werk uit de XV en XVIe eeuw, als: op het altaar twee profeten figuren, fragmenten van een boom van Jesse, een fries in hoog relief met de figuren van de H. Catharina, van den H. Casper en van den H. Antonius en aan de hoeken wapenschilden. Aan den Noordelijken wand : St. Rochus, wijzende met de rechterhand op zijn pestbuil, en St. Joris in staande houding. In het midden een glazen toonkast met verschillende groepen, o.a. (38). Moeder Anna met Maria en Kind, Maria draagt een kroon. (70). De H. Cristoffel met het Christus-Kind op zijn schouders, wadende door den stroom. Hij steunt met beide handen op een boomstam. (78) Graflegging. Christus op een laken ondersteund door Joseph van Arimathea en Nicodemus. (60) Ontmoeting van Joachim en Anna onder de gouden poort van Jeruzalem, zij omhelzen elkaar; en andere. In deze zaal is nog een kleêrenkist, Florentijnsch werk, XVe eeuw. ZAAL 172. Gothisch tijdperk. (14e eeuw) De architectuur is in navolging van die der Bovenkerk te Kampen (1369) en der St. Janskerk te 's Hertogenbosch; de gewelfen muurschilderingen van die in de Domkerken te Freiburg in Breisgau en te Mainz. Glaswerk en vensters naar fragmenten gevonden in de Bovenkerk te Kampen. In het midden der zaal eene vitrine, waarin tien beeldjes van geel koper, voorstellende vorstelijke personen verwant aan het Bourgondische huis, vervaardigd door Jacques de Gérines, omstreeks 1430. Deze beeldjes verdienen eene bizondere aandacht wegens hunne hooge waarde. Zij stellen voor: le. Karei den Groote, als stamvader van het geslacht. 2e. Philips den Goede, Hertog van Bourgondië. 3e. Philips, graaf van Nevers, zoon van Philips den Goede. 4e. Jan, Hertog van Kleef. 5e. Willem VI (?), de orde van St. Antonius om den hals. 6e. Anna, Hertogin van Bedfort. 7e. Jacoba van Beyeren. 8e. N Maria, Hertogin van Kleef. 9e. Maria, Hertogin van Savoye. 10e. Margaretha van Savoye, Koningin van Napels en Sicilië. Aan de zuidzijde der zaal twee houten groepen op één standaard: „Fragment van een kruisweg" en de ontmoeting van Maria en Elisabeth, XVe eeuw. Aan de Noordzijde twee Bisschopfiguren omstreeks 1500 en een zandsteenen beeld der Madonna, staande, met het Kind op den linker arm, XIVe eeuw. ZAAL 171. Gothisch tijdperk (omstreeks 1400). De gewelven en vensters zijn navolgingen van de St. Michaëlskerk te Zwolle (1356); de bevloering is ontleend aan de St. Servaaskerk te Maastricht; het decoratief schilderwerk der gewelven aan de St. Nicolaaskerk te Venlo, en de engelen en de voorstelling van Maria Boodschap aan de St. Maartenskerk te Venlo. In het midden der zaal een toonkast met verschillende beeldgroepen uit de XVe en XVIe eeuw, als : (94) Christus bij Maria en Martha; — (49) Moeder Anna met Maria en Kind. — (43) Fragment van een „Aanbidding van het Kind". Drie musiceerende engelen, achter hen Joseph in wijd kleed met kap half over het hoofd. (95) Christus en de Emmaüsgangers. — (126) Piétas (marmer). — (32) Zingende engelenfiguur. — (118) St. Joris, te paard den draak verslaande, e.a. Aan de Noordzijde (87) Maria met het Kind gezeten op een ezel, fragment van een vlucht naar Egypte. Tusschen de beide doorgangen een altaarkast uit het einde der XVIe eeuw, met van voren een antipendium (wollen gobelin, einde XVe eeuw) voorstellende de familie der H. Maagd, waarop een marmeren Mariabeeld, Bourgondische school XVe eeuw. Aan de Zuidzijde op drie standaards paneelen met snijwerk in laag relief, afkomstig van het orgel uit de kerk te Naarden, zijnde: een middenstuk waarin vier paneelen en een klein vrouwenfiguurtje, de paneelen vertoonen schildhouders: een wildeman, een leeuw, een adelaar en een griffioen; de andere paneelen vertoonen ridderfiguren. Onder den boog tusschen deze zaal en de volgende een beeld, voorstellende den Aartsengel Michaël als zieleweger met weegschaal en zwaard, kersehout, Duitsch werk, omstreeks 1500; — een glazen kastje bevattende fragment van een der muren der gesloopte St. Janskerk te Gorinchem, waarop een muurschildering voorstellende : „Noach door Cham bespied" en daar boven „St. Sebastiaan gebonden aan een boomstronk". ZALEN 166 en 167. De middenpijler en de vloer zijn reproducties van die in de kerk te Wouw (1414) en in de Kathedraal van St. Omer. De drie hoekvormige bogen der twee zuidelijke gewelven zijn een navolging van een kapel in de abdij te Thorn. Het zuidelijk venster naar een model in de kerk te Hulst, XVe eeuw, het noordelijk naar een venster in den toren der kerk te Ransdorp, begin XVIe eeuw. Gegraveerde koperen platen van het graf van Gysbert Willemsz Raet, priester van de St. Johanneskerk te Gouda, in 1505 begraven in de Kapel van het H. Graf van de St. Hieronymusbroederen te Gouda. Een gothieke preekstoel met paneelen, waarin snijwerk met het Bourgondische kruis en snijwerk afkomstig uithetBrigitinessen-KloosterteUden. Schilderij voorstellende: „De Opstanding der Dooden" en een Drieluik met eene voorstelling op het middentafereel van „Ter aardelegging van Christus", op de vleugels zijn de schenker met zijn zoons en de vrouw van den schenker met haar dochters met hunne beschermheiligen afgebeeld. Twee borduurwerken. Een Tabernaculum (15e eeuw) met, van boven, eene voorstelling van Maria Hemelvaart, waarop beeld- groepen, o.a.: de H. Ursula met haar tochtgenooten; St. Christoffel, het Kind met den wereldbol op zijn schouders torsende. In de zaal drie toonkasten. In de eerste verschillende beeldhouwwerken, o.a. Jachthoorn van Olifantstand, versierd met vier banden van lofwerk, om den mond tweemaal voorstelling gevende van Simson den leeuw verscheurende. Vermoedelijk Noord-Italiaanscli werk, onder Bysantijnsche invloed, X of Xle eeuw; een reliekdrager van nijlpaardentand, vermoedelijk Fransch werk in Oosterschen stijl, Xlle eeuw; ivoren groepje van drie manspersonen in het costuum van omstreeks 1360, Fransch werk; staande ivoren Madonna met Kind; ivoren zittende Madonna met Kind: ivoren krul van een bisschopsstaf. In de met lofwerk versierde krul aan de eene zijde : Christus aan het kruis tusschen Maria en Johannes, aan de andere zijde: Maria met het Kind tusschen twee toortsdragende engelen, Fransch werk, XlVe eeuw ; in hout gesneden vrouwenbuste, als reliekdrager, einde XlIIe of begin XlVe eeuw en verder eenige fraaie voorwerpen in ivoor, brons en geel koper. De beide andere toonkasten bevatten Miskelken, Ciboriums, Monstrans, kandelaars en verschillende andere voorwerpen tot kerkelijk gebruik en een in de manier van J. C. van Oostsanen geschilderd drieluik met een voorstelling van het H. Avondmaal. In het midden der zaal op een standaard eene vrouwebuste, gepolychromeerd stucco, model van de figuur der Justitia aan de Fonté Gaja te Siena door Jacopo dello Quercia, begin XVe eeuw. Daarbij twee houten groepen op één standaard „het sterfbed van Maria" en „Moeder Anna met Maria." Van de andere beelden en groepen in het rond, trekken vooral de aandacht de tegen den wand op eene verhevenheid, ruim 1 meter hoog, geplaatste houten beelden van Jacoba van Beyeren, Karei den Stoute, Willem VI, graaf van Holland (?) eu van een onbekende vorstin, Noord Nederlandsch werk 2e helft XVe eeuw; gerestaureerd in 1656 door A. Quellinus. ZAAL 168. Deze zaal is met wijziging der afmetingen geheel gevolgd naar de in de XHIe eeuw gebouwde kerk van de beroemde Cistercienser-abdij van Aduard, provincie Groningen. Die kapel werd geheel van baksteen gebouwd en het is een merkwaardig voorbeeld van wat men in de 13e eeuw uitsluitend met gebakken steen wist tot stand te brengen. Vloer naar motieven uit de kapel van de abdij van la Grasse (Aude). De gewelfschilderingen zijn copieën van de kerk St. Martin-des-Champ te Parijs, de engelen boven den O. doorgang van de Cunibertus Kerk te Keulen en de glazen van voorbeelden uit de 13e eeuw. Wij keeren op onze schreden terug door de zalen 167 en 166 naar ZAAL 165. (Kerkelijke bouwkunst uit de 17e eeuw) in den stijl der protestantsche kerken, ontworpen door Hendrik de Keyzer (overl. 1621) en Vredeman de Vries. Aan de wanden copieën van muurschilderingen uit de kapel van Cosmas en Damianus en van St. Severus in de St. Laurenskerk te Rotterdam. De gebrande glazen, waarvan de eene met het Wapen van Alkmaar versierd is, en het tweede den slag op de Zuiderzee tusschen de Nederlanders en Spanjaarden in 1573 vertoont, zijn uit de Oosterkerk te Hoorn. Het N. O. venster, daartegenover, uit het klooster van St. Agatha, stelt Prins Maurits in knielende houding voor. Het Z. O. venster is afkomstig uit de Protestantsche kerk te Oostburg. In deze zaal bevindt zich een predikstoel afkomstig uit de kerk te Susteren, begin 17e eeuw ; en het model van het orgel in de Luthersche kerk op de Stroomarkt te Amsterdam, voor den brand van 1823. In eenige vitrines oude boekbanden en verschillende voorwerpen van gedreven leder, waaronder een schoentje waarschijnlijk Fransch werk uit het begin der XVIe eeuw. De nu volgende zalen vertegenwoordigen het Burgerlijk leven van ons voorgeslacht en vormen een hoogst belangrijke reeks vertrekken in Oud-Hollandschen stijl. ZAAL 163, 164. Raadhuiszaal uit het einde der 14e eeuw. De zoldering is een getrouwe navolging van die in het raadhuis te Sluis, van het jaar 1395. Aan de zuidzijde der zaal een afgietsel der fraaie en rijk versierde schouw uit het aloude Markiezenhof te Bergen-op-Zoom uit de tweede helft der 15e eeuw. Het beeldhouwwerk vertoont o.a. St. Christoffel, het Christuskind door het water dragende, daaronder het wapen van den prachtlievende Jan van Glymes, Markies van Bergen, bijgenaamd „Jan mette lippen". Tegen den noordelijken wand is geplaatst een gothieke eikenhouten kast, afkomstig van een der kapittels te Utrecht, (14eeeuw); langs de muren behangsel tapijten uit de 17e eeuw. Aan den wand bij den rechteringang (Z. O.-zijde) een medaillon van gobelinwerk in wol en zijde, voorstellende Kenau Simon»- Hasselaar, gewapend met speer, zwaard, pistool en kruithoorn, en twee gezellen; Nederlandsch werk, einde XVIe eeuw. Bij de N.W. zijde op een ijzeren voetstuk een bizonder fraai borduurwerk in vierkante omlijsting uit het eerste kwartaal der 16e eeuw, voorstellende het sterfbed van Maria. In het midden twee toonkasten met priesterkleederen waaronder zeer fraaie, verder drie draaiende standaards, een platte vitrine en een kast met oude weefsels. ZAAL 162, 161. Raadhuiszaal uit de 15e eeuw, ingericht in navolging van een zaal in het door den architect Mr. Barent in 1447 gebouwde Raadhuis te Zwolle. De schouw, van Wegwijzer Museum. 7 trachiet van den Drachenfels, was het ontwerp van Mr. Herman van Keulen. De daarvoor staande balie is versierd met gesneden eikenhouten dierenfiguren, (leeuwen, honden, katten, apen, enz.) die wapenschilden vasthouden, en afkomstig zijn uit het aloude Hof van Holland te 's Gravenhage, dat door Karei den Stoute werd gesticht. Aan den wand, muurtapijten uit het Bourgondische tijdperk en de eerste helft der 16e eeuw. Aan de N.-zijde ziet men een zeskantige kachel van Duitsch aardewerk uit het begin der 16e eeuw, met geschilderde tafereeltjes uit het leven van Simson. Vier toonkasten in het midden bevatten : 1. Koperen bronswerk, o.a. een fraaie verzameling mortieren ; 2. kannen, bekers, borden, schalen, enz.; 3. schotels van gedreven koper ; 4. ijzerwerk : sleutels, kandelaars, deurkloppers, kistjes, enz. Onder den boog tusschen deze zaal en de volgende, op een eikenhouten onderkast, een altaarstuk uit 1554 met rijke architecturale omlijsting. In het midden de steeniging van den H. Stepbanus en eene voorstelling der Vergankelijkheid; rechts Maria Magdalena inden Hof, links Maria Egyptica in de woestijn. ZAAL 158. Aan de wanden : bijbelsche tegeltafereelen van gekleurd oud-Delftsch aardewerk. Rechts en links deuropeningen met fraaie betimmeringen en snijwerk uit de 17e eeuw. De keuken daarnaast bevat een wenteltrap met bizonder fraai gesneden leuning, 2e helft der 17e eeuw. Door een modern gesmeed ijzeren hek komt men in de OOSTELIJKE PAVILJOENZAAL (157) die een verzameling goud- en zilverwerk enjuweelen bevat. De wanden zijn behangen met kostbare tapijtbehangsels. Beginnende van links: Vitrine 1 (tegenover het ijzeren hek) bevat een gedeelte van den op Lombok veroverden buit, bestaande in hoofdtooisels, schalen, ringen, sirihdoozen in goud en zilver. Vitrine 2 bevat o. m. de zilveren gedreven schotel en kan aan Maarten Harpentsz Tromp vereerd; drijfwerk van Johannes Lutina den Oude. De zeskante schotel heeft om het wapen eene versiering van drijfwerk bestaande uit een schelpenrand, waaromheen een reeks tritons, waternimfen op zeepaarden, enz. De kan met één oor in den vorm van een zeeslang vertoont om den buik een optocht: Venus, in een door zeepaarden getrokken wagen, gevolgd door zeenimfen en kinderen die producten der zee dragen. — Beker van verguld zilver met voorstellingen van de onwrikbaarheid der Gerechtigheid. Het deksel heeft den vorm van een keizerskroon. Verguld zilveren beker met inscriptie waaruit blijkt dat deze beker is vereerd aan Swaerdecroon, als erkenning zijner verdiensten voor koffie- en zijde cultuur op Java. De 3e vitrine bevat o. m. den goud geëmailleerden beker met deksel aan den Admiraal M. A. de Ruyter vereerd na den tocht van Chatham. Op den buik in veelkleurig email, het verbranden van de Engelsche vloot door de Hollanders bij Chatham. De bovenzijde van het deksel is versierd met het wapen van Holland in email In het deksel een opschrift betreffende de schenking door de Hoog Mogende aan de Ruyter. Zilveren schenkkan van Adam van Vianen. Op de vier zijden van den buik de volgende voorstellingen: 1. Mucius Scaevola steekt zijn rechterhand in het vuur ten aanschouwe van den Koning Porsena ; 2. de strijd der Horatii en Curiatii; 3. de onthoofding der zonen van Brutus; en 4. Ciaelia op een ezel gezeten, den oever van een rivier afdalend, Zilveren beeldje voorstellende Atlas, op ebbenhouten voetstuk, waarin een zilveren gedreven basrelief, voorstellende „Argus" door Paulus van Vianen. Grocte onregelmatige parel, gezet in goud als het lijf van een haan. De veeren zijn zwart en wit geëmailleerd en bezet met bergkristal en robijntjes. Italiaansch of Duitsch werk XVIe eeuw. Vijf gedreven zilveren reliefs door Mathias Melen ter eere van Spinola, verschillende emailwerken, enz. In het midden de veiligheidsvitrine (No. 4) door een ijzeren hek omgeven, bevattende den grooten diamant van Bandjermassin. Een Singaleesche kris van goud. Een gouden kris met diamanten bezet. Verder tal van diamanten in gouden vattingen be~ hoorende tot den Lombokschat; afgodsbeeldjes in goud en ivoor, zijnde gevesten van Lomboksche krissen; een sirihdoos in de gedaante van een afgodsbeeldje. De 5e vitrine bevat verschillende bekers (molenbekers) schaal en kan van verguld zilver, Engelsch werk uit 1586, een Spaansch-Moorsche kan, afkomstig van de Zilvervloot, enz. Vitrine 6. Voorwerpen van kerkelijk gebruik, als: gedreven zilveren reliekschrijn van Bisschop Frederik, gemijterde buste van een bejaard man, de schouders bekleed in rijk versierde amict en kazuivel, vervaardigd door Elyas Scerpsweert An. 1362; een tweeden kop als reliekhouder van gedreven koper, uit één stuk, nergens is een naad of inzetting te bespeuren, XI Ve eeuw. Deze beide reliekhouders zijn monumenten van den eersten rang. Verder drie fraaie kelken, twee dezer in romaanschen stijl, geëmailleerde kromstaf, enz. Vitrine 7 bevat een gedeelte van den zilverschat van Amsterdam, zijnde prachtige gildebekers en kettingen en eenige zilver vergulde kelkdragers; o.a. de zilveren gedreven beker van het St. Joris- of Voetboogschuttersgild te Amsterdam in den vorm van een hoorn, bovenop St. Joris te paard, en de verguld zilveren keten van den koning van het St. Jorisgild. Deze beker is dezelfde die men op de beroemde schilderij „de Schuttersmaaltijd" van B. van der Helst aantreft. Vitrine 8 is gewijd grootendeels aan het gildewezen, waarin prachtige zaken, o.a. Kloveniers- en Sebastiaanshoorn met daarbij behoorende ketens. Verder schotel en kan door Adam van Vianen (insgelijks behoorende aan Amsterdam); op den schotel eene voorstelling van den slag bij Nieuwpoort, 1600; op de kan het ontzet van Leiden, de slag op de Zuiderzee en de belegering van Alkmaar. Yitrine 9 bevat ook vele zaken op het gilde-wezen betrekking hebbende, o.a gedreven zilveren halskraag van het St. Sebastiaangilde te Rozendaal (N.-B.) Vitrine 10, in het midden der zaal, o.a. verguld zilveren schenkkan in den vorm van een steigerend paard, waarop een ruiter in Romeinsch kostuum. De kop van het paard opent zich van boveD, aan den mond is een kleine tuit aangebracht; een groote zilveren schotel, gedeeltelijk verguld, op den rand koppen van beroemde mannen uit de oudheid; een zilveren ruiterstandbeeldje, op ebbenhouten voetstuk, vermoedelijk voorstellende: Philips III van Spanje; verschillend zilveren drijfwerk. Nabij deze vitrine een kleiner glazen stolp, bevattende een bizonder fraai en hoogst zeldzaam ebbenhouten kunstkastje op draaibaar voetstuk. Hoog 0.67, breed 0.48, diep 0.385 M. Gesloten is het kastje vierkant met schuine hoeken. Geopend vertoont het deurtje aan den voorkant een geëmailleerd zilveren plaatje met de voorstelling van een getabberd oud man, voor een gothisch steenen schouw ineen bekertje schenkende, in de hoeken medaillonvormige voorstellingen van Evangelisten. De achterkant vertoont borduurwerk met tafereel uit de geschiedenis van Kain en Abel. De rechterzijkant is als huisaltaartje behandeld en heeft een op ivoor geschilderd miniatuur, voorstellende „Maria Boodschap". De linkerzijkant vertoont een ronde spiegel, in de hoeken daaromheen agaatmedaillons. In de kap is, in het hol, een lade waarin een toiletnecessaire op blaadje. In het geheel telt men zes en veertig laden, de schuiven niet medegerekend. Augsburgsch werk, begin der 17e eeuw. Aan het kastje komen verschillende deelen voor van ouderen datum. De laatste vitrine bevat zilveren eetschalen, drinken waterbekers, afkomstig van Lombok. Onder de ramen aan de oostzijde platte vitrines met gouden, zilveren en geëmailleerde doozen (hoofdzakelijk snuifdoozen) o. a. een zwart schildpadden rechthoekige doos met gedreven gouden randen en versiering, waarin in 1749 aan Prins Willem IV het octrooi der WestIndische Compagnie werd aangeboden; en met een verzameling horloges waarbij een zakhorloge, geëmailleerd door Henri Fontin, gemaakt ter gelegenheid van het huwelijk van Prins Willem II met Maria van Engeland. Verder aan de noordzijde eene verzameling looden en bronzen plakketten van Hollandscben en Duitschen oorsprong en ter westzijde een glazen kast waarin een verzameling zilveren étagèregoed, z.g.n. kinderspeelgoed. ZAAL 156. Eikenhouten betimmering, gebrande glazen en blauwe tegeltafereelen (17e eeuw). Fraaie kasten met inlegwerk. ZAAL 155. Eikenhouten betimmering en schouw afkomstig uit Dordrecht (1626). De beschilderde zoldering, voorstellende Morgen en Avond, vermoedelijk door Theod. van der Schuer, omstreeks 1678, afkomstig uit de slaapkamer van de Prinses van Oranje, gemalin van Prins Willem III; goud lederen behangsel, schilderij voorstellende den doop van Christus in den Jordaan in den trant van Jan van Scorel. Diverse fraaie meubels, tafels en stoelen, 17e eeuw, waarbij de stoel die, volgens overlevering, door Joban van Oldenbarnevelt in de gevangenis gebruikt is. ZAAL 154. Schouw en betimmering uit de eerste helft der 17e eeuw, links uit Brouwershaven, rechts,uit Zalt-Bommel. Het beschilderde houten gewelf is uit het Binnenhof te 's Gravenhage, uit de Kamer van Maria Stuart, prinses van Engeland en gemalin van Prins Willem II van Oranje. Goudlederen behangsel en meubelen uit de tweede helft der 17e eeuw. ZAAL 153. Stelt een vertrek voor uit de woning van Constantijn Huygens, gebouwd door Jacob van Campen in 1634—37 in den stijl van Lodewijk XIV. Het door Gérard de Lairesse van Amsterdam geschilderde plafond stelt „Apollo en Aurora" voor. Fraaie barometer in glazen kast, anno 1709. Een ebbenhouten kunstkastje met beschilderde paneelen met tafereelen uit de Gelijkenis van den Verloren Zoon, van buiten Adam en Eva. In het midden een serie antieke stoelen. Langs de wanden rustbanken en een meubel met schildpad belegd. ZAAL 152. Beschilderde zoldering van de 2e helft der 17e eeuw, afkomstig uit het Stadhouderlijk Paleis te Leeuwarden; goudlederen behangsel, candelabres enz. uit het begin der 18e eeuw. Kast met Indisch en Chineesch ivoorwerk. Een wandtapijt en fauteuils met de wapens van Oranje-Nassau. KABINET 152a. Chineesch boudoir uit het paleis der Friesche Stadhouders te Leeuwarden (2e helft der 17e eeuw). Een secretaire van mahoniehout, gemarketteerd met rozen- en satijnhout en een medaille-kastje van ebbenhout (onder glas) met spiegelglas in den vorm van den voorgevel van het Mauritshuis te 's Gravenhage. ZAAL 151. Beschilderd plafond uit het laatst der 17e eeuw, voorstellende een Vorst door Minerva begeleid en door Mars aan Jupiter voorgesteld. Goudlederen behangsel en een schoorsteenmantel uit de 18e eeuw. Kastje van binnen met paneelwerk van geslepen glas. ZAAL 146. Twee Louis XVI buffetjes. Koperen kroon afkomstig uit Barneveld (begin 16e eeuw). Latafels en eenige andere meubelen. ZAAL 147. Uitgevoerd in Gothieken stijl van de 15e eeuw. Eikenhouten betimmering, muurkastjes en een in steen gehouwen schouw afkomstig uit Utrecht. Fraaie Gothieke schrijnen, die in het midden is afkomstig uit Alkmaar; de bronzen luchter uit de 15e eeuw werd in 's Gravenhage opgegraven. ZAAL 148. Schouw met fraai gesneden fries in renaissance stijl uit het laatst der 16e eeuw. De kraagbeelden, Adam en Eva voorstellende, zijn afgietsels naar die van het huis van Maerten van Rossum te Zalt-Bommel. Bronzen luchter; antieke kast met figuraal ornament; een wangentafel van notenhout met trekbladen en verschillende oud-Hollandsche meubels. Aan den wand een versiering van een altaar met albast-reliefs, voorstellende: Gethsemané" en het Avondmaal. ZAAL 149. Schouw en wandbetimmering in renaissance stijl uit de eerste helft der zestiende eeuw. Fraai snijwerk in hout boven de deur voorstellende de geschiedenis van Loth; het huwelijk van Peleus en Thetis en het oordeel van Paris, afkomstig uit Enkhuizen. Fraai ledikant, einde 16e eeuw ; twee fraai gesneden eikenhouten stijlen van een bedstede. Aan den wand een ivoren Christus op een houten kruis, waarschijnlijk Hollandscli werk, 17e eeuw. ZAAL 150. Oud-Hollandsch slaapvertrek uit de 17e eeuw met volledig meubilair, bedsteden, schouw, enz. o.a. een kast van eikenhout, belijmd met ebben en versierd met ivoor. Men keere nu door de zalen 149, 148, 147 en 146 naar den voorhal terug en men heeft het hoofdgebouw doorwandeld. Het gebouw verlatende, gaande langs het ijzeren hek ter linkerzijde door de Jan Luykenstraat naar de Hobbemastraat komt men aan den Nieuwen Aanbouw. Dit gedeelte is uitsluitend aangebouwd voor de Collectie Drucker, waarin ook ruimte zou zijn voor andere moderne schilderijen. De heer J. C. J. Drucker te Londen, geboren Nederlander, maar sedert jaren in Engeland woonachtig en aldaar genaturaliseerd, had voor eenige jaren een hoogst belangrijke verzameling schilderijen en teekeningen van onze eerste moderne meesters in bruikleen afgestaan, welke in het Fragmentengebouw werden tentoongesteld. Toezegging werd gedaan dat de verzameling later zou worden uitgebreid en aan het Rijk in eigendom overgaan. Als gevolg daarvan werd den nieuwen aanbouw gesticht en Drucker Uitbouw genaamd. Bij de opening van dit gebouw werden de vroeger in bruikleen afgestane schilderijen aan het Rijk ten geschenke aangeboden. Gelijkvloers zijn 9 kleine ruimten, waarvan er thans 6 in gebruik zijn genomen. Boven zijn 4 grootere zalen. In de voorhal zijn twee borstbeelden geplaatst: Mr, Willem Bilderdijk, door Charles van Wijk en Louis Bouwmeester in de rol van Coriolanus door Toon Dupuis. Het eerste vertrek (No. 353) bevat eenige schilderijen en teekeningen, o.a. W. A. van Konijnenberg, Herten; vijf stukjes van Voerman, voorstellende Rozen, en Gezichten op Hattem; drie stukjes van Vincent van Gogh. Korensnijden, krijtstudie en twee penteekeningen: Weg achter den Pastorietuin te Nuenen — en Boerderij in Provence. Ook is hier nog een waterverfteekening van Pieter Josselin de Jong (No. 2926d) voorstellende: „De Grondwetsherziening in 1887". De vergaderzaal der Tweede Kamer, gezien van boven van de publieke tribune. Mr. J. Heemskerk Az. zit achter de Ministerstafel. In het volgend vertrek (No. 354) zijn o.m. de portretten van de schilders Paul Cézanne en Vincent van Gogh, benevens eenige werken van beide meesters. Het daarop volgende (No. 355): 1314. J. B. Jongkind, Molen aan een vaartje. 1018. R. A. van Haanen. Landschap. 2580. Aut. Vollon. Bloemen in een rood aarden pot. 1654a. Adclphe. Monticelli. Voorgebergte. .... Nic. Bastert. Landschap. 531. B J. Blommers. De kinderen van den visscher. 1559a. C. Metzelaar. Aan de Oise. 1020. J. H. L. de Haas. Jonge stier. 423. A. H. Bakker Korff. Onder de palmen. 1520c. Willem Maris. Eendjes. 15347c en 1533. Ant. Mauve. Trekvaart en In zee brengen van een visscherspink. 584a. Joh. Bosboom. Kerk te Maasland. 423a. A. H. Bakker Korff. Twee oude dames bij de theetafel aan 't naaiën. 1534i Ant. Mauve. Paarden bij het hek. 2624. J. H. Weissenbruch. Gezicht bij de Geestbrug bij 's Gravenhage. 377a. D. A. C. Artz. In slaap gesust. 2056a. Mevr. Marguérite Vogel-Roosenboom. Bloemen en vruchten. 1532a. J. H. Mastenbroek. De Wijnhaven te Rotterdam. 1896. P. J. H. Poggenbeek. Sloot met wilgen. 652en651. Guillaume A.v. d.Brugghen. Hondenstudies. 941. P. J. C Gabriel. Gezicht bij Abcoude. 14a. Aug. Allebé. De Waarheid. 509. A. G. Bilders. Zwitserland. 2042. Willem Roelofs Jr. Vischstuk. 2669c. J. B. A. M. Westerwoudt. De Noordermarkt te Amsterdam. No. 356. 1576. H. Michaud. Theaterpubliek. 1852a. K. F. Phlippeau. Romeinsche boerinnen. 2041a. Willem Roelofs. In 't Gein. 1352a. J. C. K. Klinkenberg. Stadhuis te 's Gravenhage. 2036. Charles Rochussen. Napoleon I en zijn staf. Napoleon op een schimmel gezeten. 1477. Lamb. Lingeman. Bijeenkomst in een 17e eeuwsch binnenhuis. 510. A. G. Bilders. Oosterbeek. 686. Siebe J. ten Cate. Zwijndrecht óver Dordrecht. 537a. Theophile E. A. de Bock. Avond in de Duinen. 420a. J. J. v. d. Sande Bakhuysen. Landschap. 2035. Ch. Rochussen. De Requisitie. 2747a, Willem de Zwart. Jongenskop. 513. Mevr. M. P. Bilders-van Bosse. Eikenlaan. 2010. H. Reekers. Stilleven. 5106. A. G. Bilders. Koeien bij een plas. .... Matthijs Maris. Portret van zijn broeder Willem Maris. 1743. Jos. Neuhuys. Boschachtig landschap met opkomende bui. 768a. H. A. C. Dekker. Stal van binnen. 510a. A. G. Bilders. Koeien in de weide. 2283. Sir Laurens Alma Tadema. Een jonge vrouw. 422a. J. J. v. d. Sande Bakhuysen. De watermolen. 512. J. W. Bilders. Landschap. 1314a. J. B. Jongkind. Rotterdam bij maneschijn. 1294a. D. F. Jamin. De treurende weduwe. 1549c. H. W. Mesdag. Strand. 13246. E. Karsen. Bergachtige streek. 510a. A. G. Bilders. De geitenhoedster. De beide volgende vertrekken, No. 357 en 358, bevatten schilderijen behoorende tot het legaat R. Baron van Lynden, welke zich aansluit bij de verzameling geschonken door Mevrouw de Douairière Baronesse van Lynden, geboren Baronesse van Pallandt. 2669. Corn. Westerbeek. Koeien aan een plas. 2094. Georg Saai. Maanlicht. 1100. L. JHanedoes. Landschap. — Van dezen schilder zijn verschillende schilderijen, alle landschappen. 1496. M. v. d. Maarel. Visschersvrouw. 517. Catharina Seaton Forman Bisschop-Swift. De schildersweduwe. 1571. J. H. L Meyer. Langs de kust. 689. F. J. van Rossum du Chattel. De ophaalbrug. 1094. E. M. F. Hamman. Regendag in Normandië. 1318. Auguste Jouve. Bloemen. 521. David J. Bles. De conversatie. 2270. J. A. B. Stroebel. Keuken met figuren. 1159. F. H. Hendriks. Boschlandschap. 1160. Sara Hendriks. Stilleven van vruchten. 2149. Andreas Schelfhout. Winter. 516. Christoffel Bisschop. De Valkenier. 2031. Nic. Riegen. Zeestuk. 1570. J. H. L. Meijer. In volle zee. Vertrek N°. 358 vervolg van het legaat R. Baron van Lynden. 1846. Alberto Pasini. Paardenweide in Algerië. 944. P. C. E. Gallard Lepinay. Venetië. 2157. C. A. Schermer. Paardenmarkt in de Malibaan te 's Gravenhage. 2. O. Achenbach. Italiaansche marktdag. 2312. P. J. Toussaint. De jonge schilder. 848. H. J. Duwée. Vrouw met tamboerijn. 727. Gustave Courbet. Het bosch van Fontainebleau. 669. H. J. Burgers. Joden begrafenis. 2302. Ad. Tidemand. Het zieke kind. In de voorhal terugkomende en de trap opgaande komt men in een koepelvormige hal, gebouwd in den stijl van Lodewijk XV. Het fraaie stucadoorwerk en de betimmering zijn overgebracht uit een koepel aan de Schie te Rotterdam. Deze ruimte is versierd door groote 18e eeuwsche portretten van Verheijden, Van der Heim, eene allegorie van Jacob de Wit. „De Weten- schap en een Arcadisch landschap van Joh. Glauber. In eeD glazen kast aan den wand is fraai porcelein uit het Nederlandsch Museum tentoongesteld. In een vitrine, staande op een tafel, twee zeer kostbare vazen van chineesch porcelein, gedecoreerd met „Meidoornbloesem" motieven op zwarten grond, zoogenaamde „pink hawtorn" afkomstig van „de Cloese," welke door hare zeldzaamheid op een waarde van 5000 pond sterling worden geschat. Deze vazen zijn door den heer J. C. J. Drucker in bruikleen afgestaan. Uit deze vestibule bereikt men de zalen waarin de collectie Drucker, thans een blijvende plaats heeft verkregen. In afwachting van latere beschikkingen zijn de beide eerste zalen nog met andere stukken onzer moderne meesters gevuld. No. 365 is thans ingericht als vervolg van de Verzameling van Lynden : 728 en 729. G. Courbet. Rotsen en Appelen. 631. E. A. Breton. Branding. 838. Julus Dupré. De breede weg. 1516. Mancini. Het arme kind. 1559. L. Mettling. Meisjeskopje. 1116. A. Hawksly. De eenzame baai. 2030. A F. Ribot. Visschen en iets verder 2029. De Naaister. 1300. Louis Aimé Japy. Landschap met watermolen. 840. Léon Victor Dupré. Landschap. 2064. P. E. Th. Rousseau. Een herder een kudde schapen voortdrijvende. 766. C. F. Daubigny. October. 2332. Constant Troyon. De Kaapstander. 726. J. B. C. Corot, Boschvijver. 767. Honoré Daumier. Christus en zijne apostelen. 769. Ferd. V. E. Delacroix. Christus in Gethsemané. 2676. J. M. N. Whistier. Effie Deans uit „The Heart of Midlothian" door Sir Walther Scott. 839. J. Dupré. Boschgezicht. 10. Aug. Allebé. Vroeg ter kerke. 768. A. G. Decamps. De truffelzoeker. • 779. N. V. Dias de la Pena. Bloemen. 559. Fr. Bonvin. Stilleven. 598. Aug. Boulard. De Maaltijd. 1851. A. D. Peppercorn. Schemering. 765. C. F. Daubigny. Strand. 1558. G. Mettling. De cavalier. 2579. A. Vollon. Havengezicht te Duinkerken. 731. Thomas Couture. Gekochte liefde. 1654. A. Monticelli. Laat de kinderkens tot mij komen. 778. N. V. Diaz de la Pena. Idylle. Drie jonge gedeeltelijk ontkleede vrouwen komende uit het bad. 2742. Felix Ziem. Moorsche roeiers. 1642. Claude Monet. Roode bergweg. No. 366. Rechts beginnende. 1519y en z. Mathijs Maris. Gezicht in den Haag en Vrouwenkop. 1517. Jacobus Hendricus Maris. Stadsgezicht en 1517a. Tegen den avond. 2622. J. H. Weissenbruch. Gezicht op de kerk van St. Denis te Luik. 1520. Willem Maris. Weide met koeien. 1284a. Isaac Israels. Portret van den schilder. 1284c en e. Josef Israels. Zelfportret en „Als men oud wordt." 1548. H. W. Mesdag. Kalme zee. 1518 en 1519. J. H. Maris. Haven- en Riviergezicht. 13856. J. S. Kever. Binnenhuis. 1534. Ant. Mauve. Melkbocht. 438a. Mari A. J. Bauer. Paleis Ambir in Hindoestan. 15176. J. H. Maris. Dordrecht bij avond. 942ft en c. P. J. C. Gabriel. Molen bij een plas, en In den winkel te Abcoude. 13. Aug. Allebé. Het welbewaakte kind. Een boerendeel waarin een koe en eenige kippen, op den achtergrond een kind in de wieg. 585. Joh. Bosboom. Godsdienstoefening van kloosterlingen in een kerk. 765a. C. F. Daubigny. Akkers. 1549&. H. W. Mesdag. Vuurtoren in de branding. 1284d. Josef Israels. Kinderen der zee. 2625. J. H. Weissenbruch. In de omstreken van Barbizon. 622. G. H. Breitner. Rijdende artillerie. 11 en 12. Aug. Allebe. Nadagen en Jonge Dame. 1285. Josef Israels. Alleen op de waereld. 1519x. M. Maris. Beekje in het woud. De nu volgende zalen bevat de Collectie Drucker. No. 367. Rechts beginnende zijn 8 schilderijen van Anton Mauve. 1534. Het Moeras; f. Koe; g. Paard ; a. Heide te Laren; d. Het Huisje aan de sloot; e. Winter in de Scheveningsche boschjes; ...Moestuin en h. Het Atelier van den schilder Pieter Frederik van Os. Alsdan 14 teekeningen in kleuren van denzelfden Meester, zijnde No. 2950aa. Ploegen; c. Schapen scheren; k. Zandschuitje; l. Karretje; f. Bloemenplukkend meisje; a. Heide met schapen bij Laren; h. Waschvrouw bij de schuur: d. Ruiters in de sneeuw; c. Schapen in het bosch; i. Waschvrouw in het duin; b. Morgenstond; g. Aardappelen rooiën ; n. Paarden ; en m. Oud paar in een nieuw park. Vervolgens : 537c. Theophile Emile Achille de Bock. Landweg. 2283a. Sir Laurens Alma Tadema. Egyptische weduwe treurende bij de lijkbaar van haren man welke is opgesteld in de doodenkapel bij een tempel. Priesters verrichten zingend de doodendienst onder begeleiding van harpspel. 2279a John Macallan Swan. Moederliefde. Een leeuwin, levensgroot, lang uitgestrekt, zoogt hare drie welpen. 1742a. Albert Neuhuys. Bij de wieg. 1534&. Ant. Mauve. Huisje aan den Zandweg. 537d. Th. E. A. de Bock. Ondergaande Zon. 2625a en b. Jan Hendrik Weissenbruch. De Molen en Landschap. Nu volgen zeven aquarellen van Geo Poggenbeek: 2951 a. b. c. d. e. f. g., voorstellende: Aan de vaart; Schemering; Eenden; Liggende Koe; De Melkbocht ; Aan de sloot en Hoog water. Aan den anderen kant der deuropening: 1520a. Willem Maris. Heide met Koeien. 537b. Th. E A. de Bock. Landschap met schuit. 1549a. Hendrik Willem Mesdag. Strand Visschersvrouwen op het natte strand kijken uit naar vier Scheveningsche bommen die voor anker liggen. De volgende zaal (No. 368) bevat niet minder dan 27 stukken van Jan Hendrik Maris (Jaap Maris). Eene bijzondere collectie. Rechts beginnende vier aquarellen : 2950 A. B. D. F. voorstellende: De buitenkant van Amsterdam, twee stadsgezichten en Molen bij maanlicht. Alsdan eene teekeeing in kleuren (2970a) van J. H. Weissenbruch : „Brug bij Noorden." Vervolgens vijf schilderijen van J. H. Maris, No. 1519 q. r. n. v. en c, Avondstond; Omstreken van den Haag; Schelpenvisschers; Molen bij maanlicht en Moe gewaakt, Daaraansluitende 1284f. Josef Israels „Blik in de verte", waarna men wederom 15 stukken van J. H. Maris aanschouwd, zijnde 1519o. Meisje aan de piano; — i. Kanaal bij maanlicht; — e. en h. Twee Gezichten op den Schrijerstoren langs de Prins Hendrikkade te Amsterdam; — t. Een stadsgezicht. Een groote Hollandsche stad, gezien over een breed water aan den vooorgrond; — aa. Kippetjes voeren, een meisje bezig kippen te voeren; — k. Het Oude Huis; — l. Aankomst der booten, een man in een oliejas te paard gezeten, te midden van een aantal figuren op den voorgrond, allen uilziende naar een visscherschuit, die het strand nadert; — s. Jaagpad, een jager te paard is gezien op den rug; — g. Het houten bruggetje; — a. Biddende monnik; - p. Zomer; — m. Landschap met schuit; — u. Mist. Een huizenblok bij de Prins Hendrikkade gezien in het eentonig grauwe licht van een mistigen dag; — d. De afgesneden molen. 2950o. Albert Neuhuys. Middagmaal. Een boer met zijn vrouw aan den maaltijd. En ten slotte nog drie aquarellen van J. H. Maris, no. 2950 E. G. en C. Molen bij maanlicht; De jonge vioolspeler en de Molen in de sneeuw. In een korten doorgang (verbindingsgang met het hoofdgebouw) hangen nog eenige schilderijen, o.a. 1825 en 1826. Isaak Ouwater. De onvoltooide toren der Nieuwe Kerk te Amsterdam en de St. Antonius waag te Amsterdam. 1280. J. van Huysum. Een offerfeest. 1335a. Hendrik Keun. Gezicht op de Heerengracht bij de Leidschestraat te Amsterdam. 2336. H. Uppink. Bloemstuk. Het gebouw verlatende en links gaande langs het hek van 't park komt men aan een op zichzelfstaand gebouw, de Oefenschool van de Rijks-Normaalschool voor teekenonderwijzers; eenigszins terzijde staat een pomp, afkomstig uit Vianen ; deze pomp is versierd met gebeeldhouwde wapenschilden van Johan Wolfert van Brederode, van zijne weduwe Louisa Christina Gravin van Solms-Braunsfeld en van de stad Vianen, in 1662 aldaar opgesteld. In het trappenhuis van voornoemde oefenschool zijn tentoongesteld de monumenteele schilderwerken, bestaande in: de gewelfschilderingen, afkomstig uit de kerk van Warmenhuizen, door J. van Scorel, deze schilderwerken zijn verdeeld in 5 vakken, 4 vierkant Wegwijzer Museum. 8 en een driehoekig. Het driehoekige is wederom in drie gedeelten en stelt voor: het midden: „Het Laatste Oordeel" en ter zijde: „de Hemel" en „de Hel". Het vierkante vak, grenzende aan dat van „de Hemel" stelt voor: „Het regenen van de Manna in de woestijn", en dat grenzende aan „de Hel" „Abraham en Melchisedech"; de beide andere: „De vreugdebedrijven bij de oprichting van het gouden kalf" en „de vernietiging der Egyptenaren in de Roode Zee". Nog zijn hier ook tentoongesteld de in 1541 door Barent van Oerley vervaardigde cartons voor het glasraam, dat weleer prijkte in den westelijken gevel der St. Bavokerk te Haarlem, gejaai merkt 1541. Zij stellen voor Georgius van Egmont, van 1535 tot 1550 Bisschop van Utrecht, geknield voor de Heilige Drievuldigheid ; de schutspatroon van den Bisschop, de Heilige Martinus, staat achter hem, een aalmoes gevende aan een bedelaar. Deze monumenteele schilderwerken zijn kosteloos te bezichtigen alle werkdagen van 1 Mei tot 31 Augustus van 2 tot 5 uren en van 1 September tot 30 April van 2 tot 4 ureu. Men heeft zich te wenden tot den daar inwonenden Amanuensis. Alphabetische Naamlijst der Kunstenaars hun geboortejaar en verwijzing op welk blad zij voorkomen. (.Het eerste cvjfer achter den naam is het geboortejaar, de volgende geven de pagina's aan waarop zij voorkomen, of de zalen waar hun werken zijn tentoongesteld.) Abels J. T. 1866 69 Achenbach O. 1827 108 Adriaensen A. 1587 19 Aeken H. van (gezegd Bosch) 1462 22. 34 Aelst W. van 1626 38 Aerts Josse (16e eeuw) 81 Aertz P. (gen. Lange Pier) 1507 25. 34 Alewijn A. 1673 Historische zaal 60 Allebé Aug. 1838 106. 109. 110. 111 Allori Christofano; gen. Bronzino 1577 20 Altmann S. 1822 68 Andriessen J. 1742 68 Angelo Michel 1475 68. 80 Anraadt P. van 16.. 33. 62. 63. 64 Anthonissen H. van 1605 60 Anthonisz Corn. 1500 62 AntolinezJ.1639Intern.zaal 20 Antum A. van 15.. 25 Apol L. F. H. 1850 74 Apostool C. 1762 75 Appel J. 1680 79 Arentsz Arent 1585 25 Artz D. A. C. 1837 73. 74.106 As P. J. van 1603 30. 50 Assche H. van 1774 69 Asselbergs A. 1839 76 Asselyn J. gen. Krabbetje 1610 13. 30. 36. 37. 48. 52 Assen J. van 1635 73/74 Ast B. van der 1590 28 Attaroa J. (17e eeuw) 74 Aved J. A. J. 1702 60 Avercamp H. 1585 26 Baars, J. H. 1875 84 Baburen D. of Th. van 1570 27. 28 Backer A. 1635 14. 30 Backer J. A. 1608 13. 14 Backhuysen Joh. 1683 30. 36 Baen J. de 1633 14. 16. 59 Bailly D. 1584 35. 39 Bakhuysen L. 1631 43. 49. 51. 53 Bakhuysen Gerardina Jacoba v. d. Sande 1826 76 Bakhuysen H. v. d. Sande 179B 77boven Bakhuysen J. J. v. d. Sande 1835 75. 107 BakkerKorff A. H. 1824106.106 Balen H. van 1575 20 Balten P. 15 . . 21. 21 Bon G. 1613 74 Barbiers P. P. 1748 77 boven Barentsz D. 1534 22. 25 Bashkirtseff Marie 1860 72 Bassen B. van 1590 77 Bastert Nic. (19e eeuw) 106 Batist K. (17e eeuw) 12 Baudewijns A. F. 1644 Intern, zaal 18 Bauer Mari A. J. C. 1867 110 Bauer N. 1767 70. 75 Beckère Piere de (15e eeuw) 81 Beeckman A (17e eeuw) 60 Beeldemaeker A. C. 1625 12 Beelt C. (17e eeuw) 51 Beerstraten A. (17e eeuw) 30. 54. 63 Beerstraten J. A. 1622 38. 51. 59. 64 Beest S. van 1610 45. 59 Beet G. D. (17e eeuw) 45 Bega C. P. 1620 29. 50 Begeyn A. 1637 29 Behr C. J. 1812 77boven Bellevois J. 1620 74 Berchem Claes Pz. 1620 13.36.41.43.49.51.52.53.63. Berckheyde G. A. 1638 40. 42. 47. 48. 51, 53 Berckheyde J. A. 1630 47. 47. 53 Berckhout G. W. (17e eeuw) 63 Berckmans H. 1629 59 Beresteyn C. van 1644 38 Berg Sim. v.d. 1812 77boven Bergen D. v. d. 1640 30. 39. 47 Bertin N. 1668 Intern, zaal 18 Beveren Ch. van 1809 68 Beyeren A. H. van 1620 14. 42 Bie C. de 1621 26 Bilders A. G. 1838 106. 107 Bilders J. W. 1811 69. 74.107 Bilders van Bosse Mevr. M. P. 1837 107 Bisschop Cristoffel 1828 73. 108 Bisschop-Swift C. S. F. 1834 Bisschop of Busschop Corn. 1630 42. 59 Blarenberghe H. van 1734 45 Bleecker D. 1622 77 Bles D. J. 1821 74. 108 Bles gezegd Civetta H. 1480 34 Blieck D. de (17e eeuw) 37 Block E. F. de 1812 77boven Bloemaert A. 1564 25 Bloem aért H. 1601 14. 48 Bloeme H. A. de 1802 71 Blommen N. van 1670 44 Blommers B. J. 1845 73. 106 Blondeel L. 1496 23 Bloot P, P. de 1601 25. 28 Blijhooft Z. (17e eeuw) 62 Bock Theoph. Em. A. de 1851 107. 111 Bois S. du 1632 Zie op Dubois Bol Corn. (huwde in 1613) 60 Bol Ferd. 1616 14. 16. 33. 45. 49. 54. 55. 59. 61. 63 Bolomey B. 1739 58 Bombled K. F. 1822 77b°™n Bonnat L. J. F. 1833 72 Bonvin F. 1817 110 Boom A. H. Ver- 1628 Zie Verboom Boone D. 1635 18 Boonen A. 1669 32 Bor P. (17e eeuw) 12 Borch G. ter 1617 34. 40. 49. 52. 64 Borch J. ter (17e eeuw) 63 Borch M. ter 1645 39 Borculo N. van 15 .. 73 kamer No. 343 Borman J. (17e eeuw) 40 Borselen J. W. van 1825 74 Bosboom J, 1817 74. 106. 111 Bosch H. van den (18e eeuw) Oostelijk Binnenhof Bosch H. van Aeken. Zie van Aeken Bosschaert A. 1570 Intern. Zaal Both. J. 1610 38. 40. 42. 44. 50. 51 Boulard A. (19e eeuw) 110 Bourdon S. 1660 20 Bourgoin A. G. A. 1824 69 Boursse E. 1613 41 Bout Pieter 1658 40 Boy G. (18e eeuw) 58 Braeckeleer F. de 1792 70 Brakenburgh E. 1650 44. 52 Bramer L. 1595 28. 63. 64 Brandt A. J. 1788 69 Brascassat J. E. 1804 69 Brassauw M. 1709 52 Bray D. de (17 eeuw) 45 Bray J. de 1697 35. 45 Bredael J. van 1688 19 Bree M. I. van 1773 70. 75 Breen A. van (16e eeuw) 56 Breenbergh B. 1599 27 Breitner G. H. 1857 111 Brekelenkam Q. G. 1620 40 41. 45. 47. 48. 52. 54 Breton E. A. 1831 109 Breuhaus de Groot F. A. 1824 67 Brice I. 1795 69 Bril P. 1554 18. 20 Bricé C. 1622 30 Broeck E. v. d. 1657 Intern, zaal. Bronchorst J. G. 1603 8 Brondgeest A. 1786 35 Brouwer A. 1605 35 Brueghel Abraham 1631 18 Brueghel Jan (deFluweelen) 1568 18. 19 BreughelPieter (de Helsche) 1564 21. 22 Brugghen G. A. v. d. 1811 74. 106 Bueckelaer J. 1533 21 Burbure L. de 1837 21 Burgers H. J. 1834 108 Burgh H. v. d. 1769 77 Burgh H. A. v. d. 19e eeuw 77 Burgh P. D. v. d. 1805 77 Burgh E. van 17e eeuw 13 Burgkly—Glimmer Mevr. de wed. E. J. 19e eeuw Coll. v. d. Hoop. Buys Corn. 15.. 23 Buijs Jacobus 1724 45 Buytenwegh W. P. 15 .. 36 Bijlert J. van 1603 27. 39 Calame A. 1810 Coll. v. d. Hoop. Calisch M. 1819 Coll. v. d. Hoop. Camerarius A. 17e eeuw 28 Campen J. v. 1595 86. 103 Camphuysen Govert 1623 45 Camphuysen Eaphael 1598 45 Canova Antonio 1757 70 Cappelle J. v. d. 1624 44 Caravaggio M. A. 1569 19 Carré H. 1656 79 Cate H. G. ten 1803 Coll. v. d. Hoop. Cate S. J. J. 1858 107 Cels C. 1778 71 Cenlen zie Janson. Cézanne Paul 1839 106 Chattel F. J. v. Rossum du 1856 108 Chinard Jos. 1756 68 Cima da Conegliano 1460 Intern, zaal. Civetta zie Bles. Claesz A. 16e eeuw 23 Claesz P. 1590 30. 35. 39 Cleau J. de 16 .. 39 Clerck H. de 1570 22. 22 Coclers L. B. 1740 Legaat Bicker. Codde P. 1599 16. 38. 39 Coene C. F. 1780 77 Coene J. H. de 1798 72 Coignet G. 1538 61 Colonia A. de 1634 45 Colyns D. 1582 77 Colasius J. G. 18e eeuw 46 Compe J. ten 1713 48 Coninck D. de 16c6 61 Cool J. D. 1589 Hist. zaal Coorte A. S. of S. A. 17e eeuw 74 Cornelisz van Haerlem 1562 25 Cornelisz van Oostsanen 15e eeuw 23. 34 Cornet J. L. 1815 68 Corot J. B. C. 1796 109 Courbet G. 1819 108. 109 Court J. D. 1797 Coll. v. d. Hoop. Couture Th. 1815 110 Couwenberg A. J. 1806 67 Crabeth W. P. 1593 14 Craey D. 17e eeuw 74 Craeyvanger G. 1810 77 Cranach Lucas 1472 21 Craeyer G. de 1584 19 Cunaeus C. 1828 72 Cuylenburg C. van 1758 70. 76 Cuyp Albert 1620 28. 29 45. 50. 50. 52. 62. 62 Cuyp Benj. Gerritz 1612 35. 63 Cuyp Jacob Gerritz 1594 26. 38. 47 Daiwaille Alexand. Jos. 1818 Coll. v. d. Hoop. Daiwaille Jean Augustin 1786 75. 75 Dancherts de Ry P. 1605 62 Dankmeyer Ch. B. 1861 67 Dasveldt J. 1770 Coll. v. d. Hoop. Daubigny C. F. 1817 73 109. 110. 111 Daumier H. 1808 109 Decamps A. G. 1803 110 Dekker H. A. C. 1836 44. 107 Delacroix F. V. E. 179 8109 Delen Dirck van 1605 56 Delff Corn. Jacobsz 1571 25 Delff Jacob. Willemz 16e eeuw 26. 39 Delff Jacobus 1619 39 Delvaux E. 1806 77 Denner B. 1685 Intern, zaal Deventer W. A. van 1824 76 Diaz de la Pena N. V. 1807 110 Diepraem A. 1622 45 Diez G. A. 1801 70 Doeff A. 17e eeuw 77 Does S. v. d. 1653 14. 40. 62 Donatello 1386 91 Doncker H. 17e eeuw 35 Doomer L. 1622 41 Dou Gerard 1613 29. 37. 39 42. 43. 47. 49. 53. 54 Douw .... 17e eeuw 63 Doyer J. S. 1792 Coll. v. d. Hoop- Dreibholtz C. L. 1799 69 Drift J. A. v. d. 1808 77 Droochsloot Corn. 1630 74 Droochsloot Joost Cornelisz 1586 14. 28. 61 Dubbels H. 1620 36. 50. 52 Dubios Drahonet A. J. 17 .. 71 Dubordieu P. 17 .. 74 Dubourq P. L. 1815 76 Dubus M. 17e eeuw 46 Duck J. 1600 38. 38. 39 Ducorron J. 1770 Coll. v. d. Hoop. Dughet G. 1613 Intern, zaal Dujardin K. 1622 14. 27. 30. 40. 41. 47. 49. 52 Dumesnil L. M. 17e eeuw 67 Dupré Jules 1812 109. 109 Dupré Léon Victor 1816 109 Dupuis Anton 1877 10. 105 Dürer A. 1471 229 Dusart Christ. 1618 12 Dusart Corn. 1660 41. 44. 53. 54 Duwée H. J. (19e eeuw) 108 Duynen I. van (17e eeuw) 13 Duyster W. C. (17e eeuw) 27 Dyck Anth. van 1599 18. 20. 21. 36. 46. 54 Dyck Floris van 15 .. 12 Dijk Philip van 1680 46 Eeckhout G-. v. d- 1621 33. 38. 50 Eeckhout J. J. 1793 72 Eelkema E. J. 1781 Coll. v. d. Hoop Eerelman O. 1839 71 Eggers B. 16 .. 60 Ehrenstrahl D. C. 1629 Ned. Mus. Ekels de Oude J. 1724 54 Ekels de Jonge J. 1759 54 Elias Nic. 1588 16. 26. 31. 32. 33. 54. 54. 62 Elyas J. (17e eeuw) 25 Elliger O. 1633 14 Engel A. K. M. 1101 Col v. d. Hoop. Engelberts W. J. M. 1809 77 Engelbrechtsz Corn. 1468 34 Esselins Jacob 1626 34. 36. 44 Everdingen A. van 1621 30. 50. 53. 54 Everdingen C van 1617 61 Eversdyck W. 16.... 73 Evrard Adéle 1792 70 Eycken J. B. van 1809 77 Eynde Gieles v. d. (werkzin 1517) 84 Fabritius Barent 16.... 14. 63 Pabritius Carel 1620 30 Le Febre (werkz. in 1446) 81 Ferguson W. G. 1632 38 Flinck Govert 1615 12. 13. 14. 16. 32. 39. 57. 73 Fonteyn A. L. (17e eeuw) 12 Fournier J. 1700 45/46 Francken F. 1581 19. 46 Frankenberg D. O. L. van 1822 108 Gabriel P. J. C. 1828 73. 73 106. 110 Gaesbeeck. A. van (17e eeuw) 38 Gallard-Lepinay P. C. E. 1842 108 Gallis P. 1633 38. 42 Garofalo Benvenuto Tisi de 1481 20. 48 Geel J. van 1631 45 Geertgen tot Sint Jans (15e eeuw) 23 Geest W. S. de 1590 12.13. 56 Gelder A. de 1645 33. 45. 58 Geldorp G. 1553 46 Gempt B. te 1826 67 Genoels A. 1640 108 Gérines Jacques (omstr. 1430) 92 Gheyn J. de 1565 87 Gheeraeds Mare (16e eeuw) 81 Giselaar N. de 1616 25 Glauber J. 1646 64. 109 GoghVincentvan 1853 105.106 Golingh J. (17e eeuw) 45 Goltzius H. 1558 26 Gooi J. van 1685 48 Gotsaert gen. Jan van Mabuse 1470 34 Govaerts A. C. '(19e eeuw) 77boven Goyen J. van 1596 12. 29. 34 35. 51 Graat B. 1628 8. 29. 40. 44 Graef T. de (17e eeuw) 44 Grebber P. de 1590 12. 16 Greive J. C. 1837 69 Grffier J. 1656 40 Gruyter Jr. W. 1817 67 Gryef Ad. de 1670 19 Guercino 1591 19 Gysaerts G. 1649 18 Gysels Pieter 1621 20 Haag T. Ph. C. 1737 58 Haan Meyer Isaac de 1852 68. 73 Haanen Adriana Johanna 1814 76. 77 Haanen G. G. 1807 Coll. v. d. Hoop Haanen E. A. van 1812 106 Haas J. H. L. de 1832 73. 106 Hackaert J. 1629 40. 44. 49 52. 55 Haensbergen J. van 1642 45 Haerlem van. Zie Cornelisz Hagen J. v. d. 1620 29.50. 51 Halen A. van 16.. 45. 57 (Penningkab.) Hals Dirck 1591 37. 40 Hals Frans 1580 16. 37. 51 63. 64. 73 Hamman E. M. A. 1819 108 Hanedoes L. 1822 74. 108 Hanneman A. 1601 44. 75 Hannot J. (17e eeuw) 38 Hanselaere P. van 1786 68 Hansen L. J. 1803 Coll. v. d. Hoop Hari J. 1772 70 Haringh D. 1636 59 Hauck A. C. 1742 59 Hawksly A. 1842 109 Heek C. D. v. d. (17e eeuw) 34 Hecken A. v. d. (17e eeuw) 12 Heda Gerrit Willemsz (17e eeuw) 29. 40 Heda Willem Claesz 1594 28 Heem C. de 1631 44 Heem J. D. de 1606 14. 39. 42 Heemskerck Egbertv. 1634 45 Heem skerek van Beest Jhr. J. E. van 1828 75 Heemskerck Maerten van 1498 24. 61 Heeremans Th. (17e eeuw) 40 Heerschop H. 1620 27 Helst Barth. v. d. 1613 15.16. 30. 31. 32. 33. 50. 56. 60. 62 Hest Lodewyck v. d. 1645 58 Helt Stockade. Zie Stockade Hemert J. v. (17e eeuw) 55 Heinessen Catharina van 1527 Intern. Zaal Hendriks F. H. 1808 108 Hendriks Sara 1846 108 Hendriks Wybrand 1744 60. 67. 74 Hesselink Abraham 1862 11 Heusch Guilliam 1625 36. 52 Heyden J. v. d. 1637 38. 39. 41. 43. 51 Hildebrand Th. 1804 Coll. v. d. Hoop. Hillegaert P. van 1595 56. 58 Hilverdink E. A. 1846 69 Hilverdink Joh. 1813 67 Hobbema M. 1638 47. 52 Hodges Ch. H. 1764 71. 75. 76 Hoet G. 1648 71. 113 Hoei Reinier van der (werkr. in 1112) 81 Hogers J. 1614 64 Hollander Cz. H. 1823 68 Holsteyn C. 1618 8 HondecoeterGilles Claesz d' 15.. 25 Hondecoeter. Gysbert Gil- lesz d' 1604. 28 Hondecoeter Melchior d' 1636 13. 13. 16. 16. 36. 38. 42. 49. 54. 62. 63 Hondius A. 1625 38 Honthorst Ger. van 1590 55. 55. 56. 57. 63 Honthorst Willem of Guilliam 1604 45. 55. 55 Hooch. Ch. de (17e eeuw) 28 Hooch of Hoogh, Pieter de 1630 42. 47. 50 Hoogstraten D. van 1595 45 Hoogstraten S.van 1626 49. 52 Horemans de Jonge J. J. 1714 74 boven Houbraken A. 1660 48 Houckgeest G. 1600 41 Hove Bart v. 1850 10. 11. 87 Hove Barth. Joh. v. 1790 76 Huchtenburch J. v. 1646 38. 59 Hue Lamb. d' 1623 45. 46 Hulst Frans de (17e eeuw) 41 Hulst J. B. v. d. 1790 48 Hulswit Jan 1766 69 Humbert Jean 1734 Oostel. Binnenhof Humbert de Superville D. P. 1770 71 Huysum J. v. 1682 43. 43 50. 113 Isaacsz I. 1599 77 Isaacsz P. 15.. 26. 26. 33 Israels Isaac 1865 110 Israels Jozef 1824 73. 74. 110. 111. 112 Jacobsz D. 1495 23 Jamin D. F. 1838 76. 107 Jansen H. W. 1855 73 Jansen P. of F. (17e eeuw) 35 Janson of Janssens van Ceulen C. 1593 62 Janson Joh. 1729 77 Janson Joh. Christ. 1763 Coll. v. d. Hoop Japy Louis Aimé (19e eeuw) 109 Jardin Du. Zie Dujardin Jelgerhuis Joh. 1790 76 Jettel Eugen 1845 109 Jong Jurjen de 1807 Oostel. Binnenhof Jong Pieter Josselinde 1861 105 Jongh Lud de 1616 44. 47. 60 Jonghe J. B. de 1785 77bOTon JonghelenxJacob(16eeeuw) 81 Jongkind J. B. 1819 77.106.107 Jordaens J. 1593 18. 20 JouveAuguste (19e eeuw) 108 Kaldenbach J. A. 1760 45 Kalff W. 1621 39 Kamper G. 1614 8 Kamphuisen J. 1760 44. 45 Karsen Ed. 1860 107 Karsen K. 1810 Goll v. d. Hoop Kate H. F. C. ten 1822 74 Keiler Johannes 1863 10 Keiler Johann. Heinrich 1692 77 Kessel Jan van 1626 Intern, zaal Kessel Johan van 1641 51. 53 Kessels M. 1784 11 Ketel C. 1548 31. 33 Keultjes G. L. 1786 71 Keun Hendrik 1738 113 Kever Jacob Simon 1854 110 Key A. Th. 16e eeuw 34 Key W. 1520 39 Keyser Hendrich de 1566 68. 69 Keyser Micaise de 1813 Coll v. d. Hoop Keyser Thomas de 1596 13. 16. 26. 32. 35. 37. 53 Kieft Jan 1798 71 Kleyn P. R. 1785 75 Klinkenberg J. C. K. 1852 75. 107 Klomp A. J. 1618 49. 51 Knelles Sir G. 1646 46 Knip, Mevr. H. Ronner 1821 76 Knip J. A. 1777 67 Bnibbergen F. (17e eeuw) 14 Knol F. C. 1771 77 Knupfer Nic. 1603 37 Kobell Jan 1800 70 Kobell Joh. Bapt 1778 75 Koekkoek B. C. 1803 Coll. v. d. Hoop Koets R. (17e eeuw) 45 Koninck Ph. 1619 63 Koninck S. 1609 14. 37 Konijnenberg W. A. van (19e eeuw) 105 Kooi W. P. van der 1768 72 Korff A. H. Zie Bakker Korff Koster E. 1817 70 Krafft D. von 1655 58 Kruseman Corn. 1797 72. 74. 76 Kruseman Jan Adam 1804 48. 71 KuylG.v.d (17e eeuw) 27. 63 Lachtropius N. (17e eeuw) 39 Lacomble Eug. 1828 §0 Laen D. J. v. d. 1759 48 Laer P. van 1582 28. 36. 63 Lairesse Ger. de 1640 19. 60. 103 Laquy W. J. 1738 74 boven Laroon M. 1653 30 Lastman C. P. 15 .. 13 Lastman P. P. 1583 16 Lauwers J. J. 1753 77boven Lawrence Sir Thomas 1769 54 Leemans A. 163117 (doorgan)g Leemans Joh. 16-33 Trappenhuis LeenhoffFerd. 1841 11. 30. 46 Leickert C. H. J. 1818 75 Lelie A. de 1755 68. 70. 72. 76 Lelienbergh C. (17e eeuw) 29. 30. 37 Lembke J. P. 1631 77boven Lepoitevin E. M. E. 1806 108 Leyden Jan van (17e eeuw. Hist. zaal Leyden Lucas van 1494 23 Leys Baron J. A. H. 1815 Coll v. d. Hoop Leyster Judith 1600 ? 37. 38 Liedts A. (17e eeuw) Oostel. Binnenhof Liernur W. A. A. 1856 77boven Lievens Jan 1607 60. 64 Lievens Jan Andries 1644 59 Limborch H. van 1682 45 Lingelbach Joh. 1622 36. 40. 42. 51. 54 Lingeman L. 1829 107 Liotard J. E. 1702 66 Lokhorst D. van 1818 75 Loncke J. L. 1580 46 Loo Jacob van 1614 8. 14 Looten Jan 1618 53 Lubienietzki C. 1660 40. 40 Lunders G. 1622 57 Lutma den Oude Johannes 1584 94 Lyon Jacob 1586 74 Maarel M. v. d. 1857 108 Mabuse Jan van 1470 34 Maes J. B. L. 1794 76 Maes Nicolaes 1632. 13. 30. 46. 51. 53. 54. 59 Magni 19e eeuw 84 Malo Vincent 1600? 18. 22 Mancini A. 1852 109 Maris Jac. Hend. 1837 110. 110. 112. 114 Maris Matthijs 1839 107. 110. 111 Maris Willen 1844 106. 110. 112 Marne J. L. de 1754 Coll. v. d. Hoop. Marellus J. 1614 45 Marseus van Schriech O. 1619 37. 88 Martens Willy 1856 69 Martinet L. 1810 Coll. v. d. Hoop. Martsen Jan 1609 25 Maschaupt Jr. J. H. 1826 54 Massys of Metsys Corn. 1511 21 Massys Quinten 1466 34 Mast H. v. d. 16e eeuw 27 Mastenburgh J. H. 1875 109 Mauve Anton 1838 106. 106. 110. 111. 112 Meer J. v. d. 1656 30. 38 Meerhout J. 17e eeuw 77 Meerman H. 17e eeuw 61 Melin Matthias 16e eeuw 100 Mercie Antoine 19e eeuw 80 Mesdach S. 17e eeuw 46 Mesdag H. W. 1831 67. 73. 74. 107. 110. 111. 112 Mesdag van Houten Mevr. S. 1834 73 Metsu G. 1629 29. 37. 39. 42. 47 Metzelaar Coenraad 1846 106 Metsys zie Massys Metlling L. 1847 109. 110 Meulemans A. 1766 Coll. v. d. Hoop. Meulen F. P. ter Meulen 1843 73 Meulener P. 1902 Intern, zaal Meyer H. de 1620? 58 Meyer J. de 16 .. 60 Meyer J. H. L. de 1809 71. 77. 108 Michaelis G. J. 1775 77 Michaud H. 1831 107 Miereveld M. J. van 1567 27. 37. 47. 55. 74 Mieris de Oude F. van 1635 42. 47. 52. 54 Mieris de Jonge F. van 1689 49 Mieris J. van 1660 42 Mignon Abr. 1640 37. 42. 43. 44. 51. 53 Mirou A- 1570 21 Moerenhout J. J. 1801 Coll. v. d. Hoop. Moeyaert N. C. 159 ..? 13. 32 Molenaer J. M. 1610 47 Molyn P. de 1595 46 Mommers H. 1623 37 Mommorency B. 18e eeuw 59 Momper F. de 1607 Intern, zaal. Momper J. de 1564 Intern, zaal. Monet Claude de 1840 110 Moni L. de 1698 74 Monticelli A. 1824 106. 110 Moor K. de 1656 45. 74 Moreelse P. 1571 31. 35. 35 Morel J. E. 1777 54 Moritz L. 1773 70 Mörner K. G. H. Graaf 1794 48 Mostaert Jan 1474? 34 Moucheron P. de 1633 22. 42. 50. 52 Moucheron I. de 1670 22. 44 Mouilleron A. 1820 76 Mour van zie Vanmour. Muiier Pieter 17e eeuw 35 Muller Jacques 17e eeuw 38 Murant E. 1622 40. 42 Murillo B. E. 1618 20 Musscher M. van 1645 37 Muys Nic. 1740 45 Mijn F. van der 1719 45 Mijn G. van der 1723 8 Mijntens J. 1614 13 Mijtens M. 1648 44 Nachenius J. J. 1712 59 Naiveu M 1647 42 Natus A. 1636 29 Navez F. J. 1787 70 Neck Joh. van 1636 Anatomie zaal Neefs P. de 1577 ? 18 Neer A. v. d. 1603 30. 35. 40. 47. 51 Neer E. H. v. d. 1635 43 Nellius M. (17e eeuw) 38 Netscher Caspar 1639 40. 43. 49. 54. 56 Netscher Constantijn 1668 49 Neuhuijs Alb. 1844 73. 111. 113 Neuhuijs Jos. 1841 107 Neuman J. H. 1819 67 Nickelen J. v. (17e eeuw) 45 Nicolas L. (19e eeuw) 109 Nicolie J. C. 1798 77 Nieulandt A. v. 1587 13. 14. 56. 62 Nieulandt J. van 1592 21 Noël P. J. 1789 69 Noerenborch Wilh. van (werkz. in 1542) 84 Nooms R. 1623 60 Noordt J. v. (17e eeuw) 53. 54 Noort P. P. van 1592 63 Noter P. F. de 1779 69. 74 Nouts M. (17e eeuw) 63 Nuijen W. J. J. 1813 75 Nijmegen Dionys v. 1705 45 Oberman A. 1781 Coll. v. d. Hoop Ochterveld J. 1635 29. 61 Odé Jz. A. W. M. 1865 10 Odekercken W. v. (17e eeuw) 45 Oever H. ten (17e eeuw) 40 Olis Jan 1610 ? 82 Ommeganck B. P. 1755 67 Oostsanen C. J. ZieCornelisz Opperdoes J. P. 1631 74 Opzoomer S. 1819 Coll. v. d. Hoop Orley Barend v. 1492 34. 114 Ormea W. (17e eeuw) 77 Os G. J. J. van 1782 75 Os Jan van 1744 70 Os Maria Margrita v. 1780 70 Os P. G. v. 1776 70. 72. 76 Ossenbeeck W. (17e eeuw) 52 Ostade Adr. van 1610 14. 29. 37. 39. 41. 42. 49. 50. 52. 53 Ostade Is. van 1621 28 47 Oudenrogge. J. D. 1622 45 Ouwater Is. 1750 113 Ovens Juriaen 1623 31. 33. 62 Paelinck Jos. 1781 76 Palamedesz A. 1601 38. 64 Palthe Jan 1719 31 Pasini Alberto 1826 108 Patras Lambert (werkzaam in 1112) 81 Peeters Bonaventura 1614 Intern, zaal Peeters Clara (17 eeuw) Intern, zaal. Peeters Gilles 1612 Intern, zaal Peeters Jan 1624 59 Peppercorn A. D. 1847 110 Peschier (17e eeuw) Intern. Phlippeau K. F. 1825 107 Picolet Corn. 1626 44 Piqué C. 1799 70 Pieneman J. W. 1779 70. 71. 72. 75 Pieneman Nic. 1810 69. 71 Pietersz A. 1550 25. 31 Pietersz G. 1566 29 Pistorius Ed. 1796 Coll. v. d. Hoop Pitloo A. S. 1791 77 trap Plaes D. v. d. 1647 60 Poel E. v. d. 1621 35. 45 Poelenburgh C. van 1586 35 Poelman P. J. 1801 77 Poggenbeek G. J. H. 1853 106. 112 Pool Juriaen 1676 Anatomiezaal Poorter W. de (17e eeuw) 32 Portman C. J. L. 1799 Coll. v. d. Hoop Post Frans 1612 37 Pothoven H. 1725 45 Potter Paulus 1625 12. 30. 37. 39. 47 Potter Pieter 1597 37 Pourbus de Oude Frans 1545 58 Pourbus de Jonge Frans 1569 58 Pourbus Pieter 15 .. 34 Prins J. H. 1758 77boven Pronk C. 1691 57 (miniaturen) Prooyen A. J. van 1834 109 Provoost Jan (15e eeuw) 23 Putter P. de (17e eeuw) 73 Puytlinck C. (17e eeuw) 29. 61 Pynacker A. 1622 12. 29. 36. 50. 52 Pynas Jacob 159017 (doorgang) Pynas Jan 1580 17 (doorgang) Quast P. J. 1605 35 Quellinus A. 1609 60. 68 Quersia Jacobo dela 1371 91 Quinckhard Jan Maurits 1688 31. 45.57 Quinckhard Juliusl736 45.74 Ram Pieter de (16e eeuw) 81 Ravenzwaay J. van 1789 Coll. v. d. Hoop. Ravesteyn Hub. van 1638 35 Ravesteyn J. A. van 1572 45. 51. 56 Reclam F. 1734 58 Reekers Hen cl. 1815 107 Regemorter I. J. van 1785 77boven Regters Thibout 1710 31. 68 Rembrandt 1606 16. 17. 47. 53 Reni Guido 1575 (Intern, zaal) Ribot A. Th. 1823 109 Riegen Nic. 1827 108 Rietschoof J. C. 1652 44 Ring Pieter de 1615 44 Rochussen Ch. 1814 107 Rocquette J. de la (17e eeuw) 79 (schoorsteenstuk) Roelofs Willem 1822 74 Roelofs Jz. Willem 1877 74. 106. 107 Roepel C. 1678 74 Roghman R. 1597? 61 63 Rombouts J. (17e eeuw) 37 Romeyn W. (17e eeuw) 28. 30 43. 52. 54 Ronner-Knip Mevr. Zie Knip. Roos J. M. 1659 8 (trappenhuis) Roos C. F. 1802 109 Roosenboom Marguérite 1843 106 Rootius J. A. 1615 12. 58 Rosselino Antonio 1427 68 Rossum J. van (17e eeuw) 63 Roth Gr. A. 1809 69 Rottenhammer J. 1564 19. 19 Rousseau P. E. T. 1802 109 Rubens P. P. 1577 18. 18. 20. 46. 48 Ruelles P. des (17e eeuw) 45 Ruisdael Jacob van 1628 13. 36. 38. 41. 42. 47. 51. 52. 53. 62 Ruysdael Jacob Salomonsz. van 1635 63 Ruysdael Salomon van 1600 29. 52. 54. 64 Ruysch Rachel 1664 37. 42.-44: Rust J. A. 1828 (Oostelijk Binnenhof Ruyter J. de (19e eeuw) 77 Ruyven P. J. van 1651 45 Ry P. Danckertsz. Zie Danckertsz. Ryck P. C. van 1568 22 Ryckaert D. 1612 21 Saai G. 18i8 108 Sadée P. L. J. F. 1837 74 Saenredam P. J. 1597 27. 28 35. 50 Saftleven Corn. 1607 27. 40. 54. 59 Saftleven Herman 1609 40. 43. 49. 53 Saleh Raden 1816 76 Saligo C. L. 1804 67 Sanders H. 1606 21 Sandrart J. van 1606 32 Santvoort D. ü. 1610 14. 28. 32. 64. 64 Savery Jacques 1592 25 Savery Roelandt 1576 26. 27. 28 Scerpswert Elyam 14e eeuw 100 Schaak B. 17e eeuw 38 Schalcken G. 1643 36. 42. 43. 56 Schelfhout A. 1787 76. 108 Schendel B. van 1647 48 Schendel P. van 1806 Coll. v. d. Hoop. Schermer C. A. 1824 108 Schey Ph. 17e eeuw afd. Muziekinstr. Ned. Mus. Schiebluis J. G. 17e eeuw 45 Schmidt G. A. 1791 77 Schoeff J. P. 1609 35 Schoenmakers J. 1755 77 Scholten H. J. 1824 75 Schoor A. v. d. 17e eeuw 27 Schooten J. van 1587 27. 39 Schotel J. C. 1787 48. 70 Schotel P. J. 1808 Coll. v. d. Hoop. Schouman M. 1770 Coll. v. d. Hoop 71 Schrieck zie Marseus Schuppen J. van 1670 58 Schut Corn. 1597 20 Schwartze J. G-. 1815 72 Schwartze Therése Mevr. v. Duyl geb. 1852 73. 73. 76 Scorel Jan van 1495 23. 23. 61. 102. 113 Sebes P. W. 183Q 23 Seghers G. 1591 21 Sillemans E. 1611Histor. zaal Simons M. 17e eeuw 38 Simons Theo. C. 1842 79 Slabbaert K. 1619 34 Slingeland P. C. van 1640 42. 43 Smets Johan de 16e eeuw 81 Snayers Peter 1592 58 Snijders F. 1579 18. 19 Snijers P. 1681 54 Soeren G. J. van 1859 75 Son J. F. van 1658 21 Sorgh H. M. 1611 47. 49. 52. 55. 74 Spilberg J. 1619 64 Spinny Guillaume 1721 45 Spoel J. 1820 71 Spreeuwen J. van 17e eeuw 29 Springer Corn. 1817 14 Stalbempt A. van 1580 Stalpart P. 1571 26 Staveren J. A. van 17e eeuw 37. 42. 48. 53 Steen Jan 1626 12. 38. 38. 39. 40. 41. 41. 45. 47. 51. 53. 6-3 Steenwijck Harmen v. 1612 35 Steenwyck Hendrik van 1603 73/74 Stockade N. van Helt 1615 42 Stokvisch H. 1768 77boven Stoop Dirck 1610 29. 51 Stoop M. 1618 39 Storck A. 1635 47. 47. 51 Storck J. (17e eeuw) 44 Stortenbeker P. 1828 67 Stracké F. 1820 10. 79 Stroebei J. A. B. 1821 69.108 Strij A. van 1753 Coll. v. d. Hoop. Strij J. van 1756 77 Swan John. Macallan 1847 111 Swanenburch I. C. van (15e eeuw) 24 Sweerts M. (17e eeuw) 38. 63 Tadema Sir L. Alma 1836 107. 111 Teerlink A. 1776 77 Temmink mej. H. C. (19e eeuw) Coll. v. d. Hoop. Tempel A. v. d. 1622 13. 51. 62. 63 Tengnagel J. 1584 31. 32 Teniers de Tonge David 1610 19. 21. 46. 48 Terborgh zie Borch. Terwen Jan van 1511 82 Terlaak G. 19e eeuw 109 Testas W. de Famars 1834 77 Thielen J. Ph. van 1618 52 Tidemand A. 1814 108 Tischbein J. F. A. 1750 45 Tischbein J. H. 1722 58 Tise zie Garofalo. Tiziano Vecellio 1477 19 Tol D. van 1635 37. 43. 49 Tem J. B. 1813 67 Toorenvlet J. 1635 38. 44 Toussaint P- J. 1822 108 Treek Jan Jansz 1606 85 Trigt Aert van (15e eeuw) 81 Trigt H. A. van 1829 76 Troost C. 1697 38. 54. 67 Troostwijk W. J. van 1782 76 Troyon C. 1810 109 Ulft J. v. d. 1627 43. 54 Uppink H. 1753 113 Utrecht A. van 1599 48 Vaillant B. 1634 59 Vailland W. 1623 8. 12 Valckenborch P. van 1570 18 Valckenborch L. van 1540 18 Valckenburg D. 1675 29 Valckert W. van 15 .. 25. 26. 28. 30. 32 Valk H. de (17e eeuw) 59 Yalois J. F. 1778 77boven Vanmour J. B. 1671 74 Veen B. v. d. 1596 35 Veen Otto van 1558 22 Velde Adriaen v. d. 1636 29. 36. 41. 49. 50. 53 Velde Esaias v. d. 1590 26. 28 Velde Jan Jansz. v. d. 1619 35. 41 Velde, de Oude Willem v. d. 1611 60 Velde, de Jonge Willem v. d. 1633 14. 41. 42. 44. 49 50. 51. 53. 59 Velden P. P. v. d. 1837 76 Venne A. P. v. d. 1589 25. 26. 56. 57 Verboeckhoven E. J. 1799 67. 69 Verboom A. Hz. 1628 14 Vereist P. H. 1618 40 Verhagen Zie v. d. Hagen Verheijden M. 1700 108 Verhulst Rombout 1624 68.80 Verkolje J. 1650 54 Verkolje N. 1673 41 Verlat M. M. K. 1824 73 Vermeer Joh. 1632 36. 41. 47 Vermeulen A. 1763 Coll. v. d. Hoop Vermeijlen Frans 18 .. 8. 80 Verrochio Andre del 1435 91 Verschuier Lieve 1630 49. 61 Verschuur W. 1812 Coll. v. d. Hoop Verspronck J. D. 1597 27 Versteegh M. Coll. v. d.Hoop Verster geb. W. M. Bosch Reitz Mevr. 1870 11 Vertin P. G. 1819 77 Verveer S. L. 1813 76. 76 Verwer A. de 15 .. 58 Verwilt F. 1618 13 Veth. Jan Pieter 1864 68. 73 Vette win kei Dz. H. 1809 73 Vianen Adam v. (16e eeuw) 100 Vianen Paulus v. (16eeeuw) 99 Vianen Paulusv. (17e eeuw) 77 Victor Jacomo (17e eeuw) 13 Victors Johannes 1620 14. 37. 50 Vinckeboons D. 1578 26 Vinckebrink A. J. 1604 66 Vlieger S. de 1601 13. 29. 62 Vliet H. C. van 1611 28. 29 Vliet W. van 1584 39 Vogel C. J. de 1824 75 Vogel J. G. 1828 76 Vogelaer P. 1641 60 Vois A. de 1632 39. 49. 52 Vollenhoven H. van 15 .. 45 Vollevens de Oude J. 1649 60 Vollon A 1833 106. 110 Vonck E. 1605 29 Vonck J. 1630 30. 39 Voordecker H. 1779 77 Voorhout Joh. 1647 57 Voort C. v. d. 1576 13. 29. 31.32 Vos Maria 1824 21. 77 Vos Maerten de 1532 21 Voskuyl H. P. 1592 63 Vrancx S. 1573 21. 22 Vrel J. (17e eeuw) 35 Vries Abraham de 15 .. 38 Vries Anthoni de 1841 39 Vries Michiel van (17 eeuw) 39 Vries Roelof van 1631 37 Vrolijk Jan 1845 73 Vroom H. C. 1566 51 Waldorp A. 1803 Coll. v. d.1^ Hoop Walraven I. 1686 74 zaal No. 349 Walscapelle Jacob (17e eeuw) 37 Wappers G# 1803 77 Wassenbergh J. A. 1689 79 Waterlo Anth. van 1609 45 WeenixJan 164.. 14.16. 49. 51 Weenix Jan Baptist 1621 62. 64 Weissenbruch Jan Hendrik 1824. 106. 110. 111. 112 Weissenbruch Johannes. 1822. 76 Werff Adriaen v. d. 1659 42. 45. 48. 52 Werfï Pieter v. d. 1665 41. 44. 48 West J. H. v. d. 1803 Coll. v. d. Hoop. Westenberg P. G. 1791 76 Westerbeek C. 1844 107 Westerwoudt J. B. A. M. 1849 106 Wet Gerrit de (17e eeuw) 77 Wet de Oude Jacob 1610? 77 Wever C. (18e eeuw) 45 Weyden R. v. d. 1400? 58 Wegwijzer Museum. Weyerman J. C. 1677 45 Whistier J. A. M. N. 1834 109 Wieringa N. (17e eeuw) 62 Wieringen C. C. van 15.. 59 Wildens J. 1586 18 Willaerts Abraham (17e eeuw) 59 Willaerts Adam 1577 27 Willeboirts Th. 1614 Trap Ned. Mus. Willems W. 15 .. 29 Winghe J. van 1544 21 Winter A. H. L800 77 Winterhalter F. X. 1805 71 Wissing W. 1656 55 Wit Jacob de 1695 108 Withoos M. 1627 35 Witte Emanuel de 1617 39. 49. 59 Wolfert J. B. 1625 38 Wonder P. C. 1780 76 Woutersz Joh. [17e eeuw] 23 Wouwerman Jan 1629 40. 44 Wouwerman Philips 1619 29. 36. 37. 40. 40. 41. 43. 49. 50. 51. 52. 53 Wouwersman Pieter 1723 59 Wttenbroeck Mozesvan 1590 28 Wttewael Joachim 1577 24 Wulfract M. 1748 44 Wyck Th. 1717 29. 36. 52 Wyckersloot J. van [16e eeuw] 66 Wijk Charles van 1875 10.105 Wijnants Jan 1625 36. 42. 42. 47. 50. 52 Wijsmuller J. H. 1855 73 Xavery J. B. 1697 69 Ziem Felix 1821 110 Ziesanis J. G. 1716 58 Zwart Willem de 1862 107 o REMBRANDT, ELIS. JAC. BAS. De Zaaibndsche Zilversmederij. AMSTERDAM Kalverstraat 51. DEN HAAG Spuistraat 48. Specialiteitszaak in zilverwerk naar oud-Hollandsche modellen vervaardigd; tafel- en service¬ zilver en Zeeuwsch-knoopzilver Union I^ife Branch OF THE Commercial Union Assurance Gompany Limited. LONDEN. Is opgericht in 1861, en omvat de Union Assurance Society, Hand in Hand. Palatine en West of England. Zij neemt een domineerende positie in te midden der machtige Engelsche Verzekerings Maatschappijen, en hare Amsterdamsche Branche verheugt zich, na een arbeid van 25 jaren, in een talrijken kring van goede vrienden. Op Levensverzekeringsgebied is de aantrekkelijkheid van haar gemengd tarief met vaste dadelijke winst reeds bewezen. Haar gewoon levenstarief is door een geringeren opslag lager dan bij de meest andere Maatschappijen en hare Kinder-Uitzet-verzekeringen trekken veler aandacht. Nadere gegevens worden gaarne verstrekt, zonder dat de vragers verder worden lastig gevallen. Vertrouwbaar en Voordeelig is haar Devies. AMSTERDAM - 162 ROKIN. Directie voor Nederland: Tel. 4023 - Beursbank31. J. A. H. JOCKIN. Union Assurance Society Limited. LONDON. Wie zich wil dekken tegen de geldelijke gevolgen van een ongeluk, kan zich voor een jaarpremie van f 11.20 verzekeren voor f5000.— bij Dood, f 10.000 bij Levenslange Algeheele Invaliditeit, en f5000.— bij Levenslange Gedeeltelijke Ongeschiktheid. Is men tengevolge van een Ongeluk tijdelijk geheel ongeschikt om zijn bezigheden te verrichten, zoo ontvangt men f 18 — per week, terwijl de Maatschappij bij gedeeltelijke ongeschiktheid f9.— uitkeert. De Omnia-polis omvat alle ziekten en ongelukken. Verzekerden bij de Union Life Branch genieten 5% reductie op de premie. AMSTERDAM 162 - ROKIN. Directie voor Nederland: Tel. 4023 - Beursbank 31. J. A. H. JOCKIN. A