256» A42j BIBLIOTHEEK DER RIJKSUNIVERSITEIT TE LEIDEN. Uit de boekverzameling der voormalige Ned.-Ind. Bestuursacademie. Bruikleen van het Departement van Koloniën. Juli 1923. VOOOSCHRIFTEN ter uitvoering van de ordonnantie tot regeling der heerendienstenvoor het onder rechtstreeksch bestuur staand gedeelte der residentie Timor en Onderhoorigheden (Staatsblad 1912 n°. 506). Artikel 1. Als „werkbaar" worden voor de toepassing van artikel 1 der ordonnantie tot regeling der heerendiensten voor het onder rechtstreeksch bestuur staand gedeelte der residentie Timor en Onderhoorigheden (Staatsblad 1912 Il! 506) aangemerkt zij, die lichamelijk in staat zijn in eigen levensonderhoud te voorzien. Artikel 2. (1) De diensten aan wegen, bruggen, duikers, mijlpalen, wachthuizen, pasanggrahans, passantenhuizen en pasarloodsen worden zooveel mogelijk gevorderd en uitgevoerd op vaste tijdstippen van het jaar, niet samentreffende met den tijd, waarin de heerendienstplichtigen zich wijden aan hun landbouw of andere werkzaamheden, waarin zij hun bestaan vinden en, zooveel doenlijk, niet op Zondagen en erkende Christelijke en Mohammedaansche feestdagen. (2) De arbeid der heerendienstplichtigen bepaalt zich uitsluitend tot koeliearbeid, waaronder in geen geval verstaan worden die werkzaamheden, waarvoor de bijzondere ervaring van den ambachtsman bepaald vereischt wordt. (3) Zoo buitengewone omstandigheden als: het bezwarende van het werk, de spoed waarmede het verricht moet worden, het gelijktijdig samentreffen met vele andere, in het belang der eigen cultures van de bevolking vereischte werkzaamheden, daartoe aanleiding geven, kan door het Hoofd van gewestelijk bestuur, doch telkens voor elk geval in het bijzonder, machtiging wórden verleend tot toekenning eener tegemoetkoming. (4) Het bakken van metselsteenen, het branden van kalk, het stampen van steen tot cement, het aanbrengen van koraal- of riviersteenen, grind of zand, het vellen, bekappen en aansleepen van hout, en wat dies meer zij, kan voor zooveel de plaatselijke omstandigheden dit toelaten, voor de werken, bedoeld bij artikel 1, § 3 der voornoemde verordening, geschieden in heerendienst. (5) De bevolking mag echter in geen geval gedwongen worden tot het leveren van karren of trekvee voor het transport van die materialen of van zulke gereedschappen ter verwerking dier materialen, als zij zich daartoe opzettelijk zou moeten aanschaffen. (6) Aanleg van nieuwe en zware herstellingen of belangrijke verbeteringen aan bestaande heerendienstwerken mogen niet plaats hebben dan krachtens machtiging van het Hoofd van gewestelijk bestuur, wiens autorisatie of nadere goedkeuring tevens noodig is, wanneer moet worden of is afgeweken van het bij de machtiging tot het werk toegestaan aantal dagdiensten van heerendienstplichtigen. Die machtiging of nadere goedkeuring wordt slechts verleend, nadat genoemd Bestuurshoofd zich overtuigd heeft, dat daardoor het maximum jaarlijks vorderbaar aantal dagdiensten der betrokken kampongs niet zal worden overschreden en nadat aangetoond is, dat door onvoorzienen tegenspoed overschrijding van het toegestaan aantal dagdiensten bij het werk onvermijdelijk is of geweest is. (7) De diensten, waarbij overnachten onvermijdelijk is, worden per etmaal als twee dagdiensten in rekening gebracht. (8) Het staat den heerendienstplichtige vrij, bijaldien hij verhinderd is om persoonlijk zijne beurt te vervullen, zich door eenen anderen tot den arbeid geschikten persoon te doen vervangen, moetende daarvan telkens kennis worden gegeven aan het betrokken hoofd. 1 Artikel 3. Vrij stellingen. (1) Over het al of niet gevestigd zijn van personen, als bedoeld bij artikel 1, § 2, letter g, der ordonnantie, op gronden of in woningen hunner werkgevers, alsmede over het al of niet in vasten dienst zijn van zoodanige personen bij ondernemers van landbouw, handel of nijverheid beslist, bij verschil van gevoelen, het Hoofd van plaatselijk bestuur. (2) Bij het verleenen van de vrijstellingen, bedoeld bij artikel 1, § 2, letter h, zal met de vereischte spaarzaamheid worden te werk gegaan. Artikel 4. Bij de regeling der ingevolge artikel 1, § 3, der ordonnantie te vorderen diénsten wordt het volgende in acht genomen: A. AANLEG OF BOUW, HERSTEL EN ONDERHOUD VAN GEOOTE TRANSPORT- EN BINNENWEGEN EN DAARIN GELGEN BRUGGEN, DUIKERS, MIJLPALEN EN WACHTHUIZEN, BENEVENS VAN PASANGGRAHANS, PASSANTENHUIZEN EN PASARLOODSEN. I. Wegen. (1) Onder de wegen, bedoeld bij artikel 1, § 3, sub a, le, der ordonnantie, worden verstaan die, welke de hoofdplaatsen van het gewest, de afdeelingen en de onderafdeelingen verbinden, of welke van deze leiden naar belangrijke plaatsen, zoomede andere wegen, waarlangs belangrijke transporten plegen plaats te hebben, een en ander ter beslissing van het Hoofd van gewestelijk bestuur. De overige wegen komen ten laste van de betrokken kampongbewoners. '^S (2) Genoemde autoriteit bepaalt tevens, welke wegen behooren te worden verhard, zoomede de verhardingsbreedte en eene schaal voor de dikte van de verhardingslaag en voor het getal dagdiensten, benoodigd voor onderhoud en gewoon herstel en voor het verzamelen en vervoeren van verhardingsmateriaal. (3) Bij het opmaken van die schaal dient rekening te worden gehouden met het verkeer, dat langs iederen weg of ieder weggedeelte plaats heeft en met de afstanden, waarover het verhardingsmateriaal moet worden getransporteerd. (4) Aan elke kampong wordt door den Onderafdeelingschef, in overleg met de Hoofden, een bepaald wegaandeel aangewezen. (5) Bij de bepaling van dit aandeel behoort rekening te worden gehouden met het getal heerendienstplichtigen in elke kampong, den afstand der kampong tot den weg en de gesteldheid van den weg. (6) Tenzij buitengewone veranderingen in het aantal heerendienstplichtigen of andere bijzondere omstandigheden eene nieuwe verdeeling van den weg noodzakelijk maken, blijft de bij alinea 4 bedoelde verdeeling onveranderd. (7) De vaste aandeelen worden aangegeven door merkteekens, waarop de naam van de kampong en de lengte van het wegaandeel vermeld staan. (8) Het onderhoud der wegen wordt onderscheiden in: a. gewoon onderhoud, waartoe gerekend wordt het aanbrengen van voorzieningen, die geen uitstel gedoogen, als: het uit den weg ruimen van hetgeen het verkeer kan belemmeren, het dichten van gaten, fcet -vullen van holten met verhardingsmateriaal, het doorsteken van verstopte goten, het verzekeren van een onbelemmerden afvoer van water, het wegschrappen van modder, het onderhoud der merkteekens enz. Voor deze werkzaamheden komen, al naar gelang van omstandigheden, op gezette tijden of zoo noodig dagelijks op hun "beurtdienstplichtigen van de daarin betrokken kampong uit. De kamponghoofden zijn gehouden op de goede vervulling van deze werkzaamheden voortdurend toezicht te houden; b. gewone herstellingen, waaronder begrepen wordt het verzamelen, brengen, uitspreiden en aanstampen van verhardingsmateriaal over geheele baanvakken om den weg tot zijn vorig niveau terug te brengen, het herstellen van de dijken langs den weg, het op tonrondte houden of brengen van den weg, het uitdiepen van goten enz.; c. zware reparatiën, als het aanbrengen van eene verharding van koraal of riviersteen of het vernieuwen daarvan, dan wel algemeene veranderingen in den bestaanden toestand der wegen, zooals het vervangen van aarden dijken door dijken met riviersteen, het bevloeren met steenen der goten, het beleggen der zijwanden van de wegen met groote steenen enz. De onder i genoemde diensten worden slechts eens dan wel slechts enkele keeren in het jaar en niet dan met voorkennis van den Onderaf deelingschef op de door hem bepaalde tijdstippen gevorderd; die bij c bedoeld worden slechts dan gevorderd, wanneer daaraan behoefte blijkt te bestaan en geschieden slechts na" vooraf verkregen machtiging van het Hoofd van gewestelijk bestuur. II. Bruggen en duikers. (1) De bruggen en duikers, welke in heerendienst moeten worden hersteld en onderhouden, zijn die, gelegen in de in heerendienst te herstellen en te onderhouden wegen, met uitzondering van werken van primitieve constructie (bamboekokers, uitgeholde boomstammen en dergelijke), welke alleen dienen om'water van de eene naar de andere zijde van den weg over te brengen en welke bhjven ten laste van hen, door wie zij zijn aangelegd of die bij hunne instandhouding uitsluitend belang hebben. (2) De bruggen en duikers in de overige wegen gelegen vallen onder de zorg der betrokken kampongbewoners. III. Wachthuizen, mijlpalen, pasanggrahans, passantenhuizen en pasarloodsen. (1) Wachthuizen, pasanggrahans, passantenhuizen en pasarloodsen worden gebouwd van bamboe en plaatselijk gemakkelijk verkrijgbare wildhoutsoorten. De dakbedekking is van atap. (2) Bij de vordering van diensten ten behoeve van deze werken moet zooveel doenlijk worden gevolgd de regeling betreffende het on- . derhoud en herstel der wegen. (3) Pasanggrahans worden, voor zooveel de plaatselijke omstandigheden zulks noodig maken, gebouwd overeenkomstig het bij besluit van 13 October 1887 11? 1/c (Bijblad op het Staatsblad Il! 4901) vastgesteld project. (4) In geen geval worden pasanggrahans gebouwd van grootere afmetingen dan bij dit project zijn aangegeven. (5) De oprichting, het herstel en het onderhoud van mijlpalen komen ten laste van de kampongs, in wier weggedeelte die mijlpalen zijn of moeten worden opgericht. B. HET VEEVOEREN VAN GOUVERNEMENTS GOEDEREN EN GELDEN, VAN IN DIENST REIZENDE LANDSDIENAREN EN HUNNE GOEDEREN, ZOOMEDE HET SNIJDEN VAN GRAS VOOR DE • RIJ- EN TREKDIEREN DIER REIZIGERS. (1) Met het vervoeren van goederen en gelden van den Lande, van in dienst reizende landsdienaren en van personen en troepen op marsch en van hunne goederen, voor zoover daarin van Gouvernementswege 2 niet wordt voorzien, worden voor zooveel mogelijk belast de aan de wegen gelegen kampongs, doch aUeen dan, wanneer daartoe voor de bij de reglementen bepaalde loonen geen of niet in voldoend aantal vrije werklieden te verkrijgen zijn, en uitsluitend in de bij de reglementen bepaalde gevallen en tot het daarbij vastgesteld getal. (2) Voor deze diensten wordt aan de dienstplichtigen betaald, hetgeen bij de reglementen is bepaald. (3) Met de kampongs, aan welke het bovenvermeld vervoer is opgedragen, wordt overeengekomen omtrent het voorzien in het voor deze diensten vereischt materiaal. (4) De aanvragen om transportmiddelen zullen, behalve in -spoedvereischende gevallen, minstens 2 maal 24 uur voor het tijdstip, waarop zij benoodigd zijn, moeten worden ingediend aan den betrokken Onderafdeelingsehef. (5) Voor het snijden van gras wordt aan de dienstplichtigen betaald het bedrag, door het Hoofd van gewestelijk bestuur voor elk bestuursressort vastgesteld. C. HET BEWAKEN VAN 'S LANDS GEBOUWEN, HET BEZETTEN VAN WACHTHUIZEN EN HET DOEN VAN NACHTPATBOUILLES. (1) Door het Hoofd van gewestelijk bestuur wordt bepaald, voor de bewaking van welke Landsgebouwen dienstplichtigen mogen worden gebezigd en tot welk aantal. (2) Het getal en de plaatsing der wachthuizen langs de wegen worden door het Hoofd van plaatselijk bestuur zoodanig geregeld, als in het belang der veiligheid noodzakelijk wordt geoordeeld. (3) Het Hoofd van plaatselijk bestuur stelt, voor zooveel noodig, na overleg met de hoofden, vast: a. welke kampongs met de bewaking der landsgebouwen en met het bezetten der wachthuizen worden belast; b. het aantal wachters voor elk wachthuis. (4) De manschappen, benoodigd voor de nachtpatrouilles, worden getrokken uit de bezettingen der wachthuizen. (5) De nachtpatrouilles moeten bij het doen der ronde langs en door de pasarloodsen gaan en toezien, dat zich daar geen slecht volk ophoudt. (6) Met de wachthuizen in de rubriek genoemd worden 'uitsluitend bedoeld die, welke noodig worden geacht in het belang van de veiligheid der bevolking. Voor de wachtposten, welke zijn of worden opgericht met het oog op ondernemingen van land- of mijnbouw of nijverheid, worden geen heerendiensten gevorderd, noch voor de oprichting, noch voor de bezetting daarvan. D. HET OVERBRENGEN VAN DIENSTBRIEVEN BUITEN DEN POSTDIENST. Deze diensten mogen alleen gevorderd worden door ambtenaren op dienstreis wanneer geen andere gelegenheid tot verzenden van brieven bestaat. Daarvoor wordt aan de dienstplichtigen betaling te goed gedaan, overeenkomstig een door het Hoofd van gewestelijk bestuur voor elk bestuursressort vast te stellen tarief. E. HET BEGELEIDEN VAN GEVANGENEN. Voor deze diensten, welke niet worden gevorderd, wanneer voldoende politiepersoneel voorhanden is, wordt aan de dienstplichtigen betaling te goed gedaan, overeenkomstig een door het Hoofd van gewestelijk bestuur voor elk bestuursressort vast. te stellen tarief. Artikel 5. (1) Het Hoofd van gewestelijk bestuur zal: a. van de verdeeling der heerendiensten registers doen samenstellen volgens, het hierbij behoorend model A en die aan zijne goedkeuring doen onderwerpen, zullende eene onderafdeelinggewijze sa- Model RESIDENTIE TIMOR EN ONDERHOORIGHEDEN (RECHTSTREEKS BESTUURD GEBIED). REGISTER VAN DE VERDEELING DER HEERENDIENSTEN OVER HET TIJDVAK TOT EN MET ULTIMO Behoort hij artikel 5, alinea 1, a, der Voorschriften, vastgesteld hij artikel 2 van het besluit van 4 October 1932 li' 33. Mij bekend: De wd. Algemeene Secretaris, DE GRAEFF. ~W E G- B 3NT Maximum aan- Verzameling en transport van ver- APDEELING Aantal heeren- ^ dagdiensten ^ ^ hardingsmateriaal. „ Lens-te van Te verhar- le Alstand tot — KAMP°NG- dieD8t Plich" ™overjaar- Van waar ^ ƒ verharden het aandeel 'sjaars benoodigd Afstand van Benodied Totaal dagdiensten ONDERAFDEELING tigen: ^ mag wor-' den breedte ^ ^ ^ voor gewoon onder- Hoeveelheid de vindplaats ^ ƒ den beschikt. t0t ™" {meters). ^ (palen). J-B* * « J ~ diensten v y herstellingen. verzamelen. gebruik (palen). 'sjaars. 1 2 3 4 5 6 1 _ 7 8 9 10 11 IJ 13 U I GEWOON ONDERHOND EN GEWONE HERSTELLINGEN VAN: GEWOON ONDERHOUD EN GEWONE HEM „ ... nT ... . .... Pasanggrahans, passante: Bruggen en duikers. Wachthuizen en mijlpalen , , DD en pasarloodsen., I Getal dag- Getal dagNaam of waar Afstand Naam of waar Afstand Naam of waar Afstand diensten diensten gelegen. (palen;. 'gjaars. ' gelegen. (palen). 'sjaars. gelegen. (palen). 15 16 1 17 1 18 I 19 20 _21 22 Model li». RESIDENTIE TIMOR EN ONDERHOORIGHEDEN (RECHTSTREEKS BESTUURD (MBTED). VERZAMELSTAAT VAN DE VERRICHTE HEERENDIENSTEN GEDURENDE HET JAAR 19 Behoort hij artikel 5, alinea 1, a, der Voorschriften, vastgesteld bij artikel 2 van het besluit van 4 October 1912 li? 32. Mij bekend: De wd. Algemeene Secretaris, DE GEAEFF. AANTAL GEDURENDE 19 VERKELIJK Gewoon onderhoud en Eersten | gewone herstellingen. reparatiën, a ~ 1 s§ B C a Maximum aantal 2 g ONDERAFDEELING Aantal * H dagdiensten waarover jj> g op heerendienst- c ^ .5 jaarlijks mag worden S.^ § § KAMPONG. plichtigen. g/f , U | beschiekt. Ja U ,j 2» « «: . a ti S S Si ai co .2 i ^* SP ™ ? '3 oo = a u 2 a 2 .3 3 .H -g . a> SS — te « a & fece gf o 3 ^ g> Sj3 ! 2 I 3 4 5 I 6 7 8 91 | | li i Model C RESIDENTIE TIMOR EN ONDERHOORIGHEDEN '(RECHTSTREEKS BESTUURD GEBÏED). Af deeling Onderafdeeling Kampong STAAT TAN DE VERRICHTE HEERENDIENSTEN GEDURENDE DE MAAND VAN HET JAAR 19 Behoort bij artikel 5, alinea 1, c, der Voorschriften, vastgesteld bij artikel 2 van het besluit van 4 October 1912 K- 32. Mij bekend: De wa. Algemeene Secretaris, DE GRAEFP. AANTAL DAGDIENSTEN GEVORDERD VOOR: „ , . , , „. Eersten aanleg, zware reparatiëu en Onderhoud en gewone herstellingen van: . . tntknnrt vernieuwing van: nauspun van üouverne- Bewaking van ments goe- M-nd. hieSrV _ hielT'be- p Landsgebouwen, be- Overbrengen Begeleiden Uitvoeren TOELICHTINGEN. avZn het b w tiik ' PaSaDggra ™ het b wk,!.- Pasan^ra- zetten van wacht- van dienst- van landsdienaren van cmele grepen het Bruggen Wachthuizen h _ grepen het Bruggen Wachthuizen { fa of miIUaire verzamelen * verzamelen r uuizen en uoen van brieven. gevangenen. ffnp,iorpn w g van verhar- en duikers, en mijlpalen, tenhuizen en van verhar- en duikers, en mijlpalen, tenhuizen en nachtpralrouilles. o personen " I3 dingsmate- pasarloodsen, dingsmate- pasarloodsen. en troepen 0 riaal. riaal. op marsch. i 125 4 S I 6 7 8 1 9 _JI0 11 [ 12 15 14 15 16 i ! 2 5 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 • | 17 18 19 20 21 22 25 24 25 28 27 28 29 30 31 ^ I Totaal... 'ORDKR.DE DAGDIENSTEN VOOR: aantal dagdiltristbn bovendien [g, zware u TOTAAL. gevorderd voor lieuwingen. £ r e -■r m Zoodat in 19 van het - „ . a a ; ► • ♦ • . ^ SS ü5 S g a "2 beschikbaar maximum §-3 « g " ü 'o öd q aantal dagdiensten gjg ® jg I || IJ I ongebruikt zijn |Jt | j | TOELICHTINGEN. b i t: *s! f gebleven> g s: § | o |S g, a " ? ^ il (verschil der kolommen - 'sjaars. «1 23 /kolom 27. \ koiom 27). I J richt- en 26). \ kolom 3./ 25 | 24 | 25 | 26 I 27 28 j 29 | 50 ! . • :; I mentrekking dier registers, door tusschenkomst van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur, zoodra mogelijk aan de Begeering worden ingediend; b. aan de kamponghoofden verstrekken een exemplaar van een in de landstaal overgehracht kort overzicht der voorschriften, naar welke de vordering der heerendiensten geschiedt, zoomede een extract uit de sub a bedoelde registers, ieder voor zooveel zijn ressort aangaat, welk extract zal moeten vermelden de heerendiensten aan de kampongs opgelegd en het aantal dienstplichtigen, dat daarvoor dagelijks behoort uit te komen; c. bij het jaarlijksch verslag der heerendiensten een staat overleggen, ingericht naar het hierbij gevoegd model B, waaruit onderafdeelingsgewijze moet blijken, welke heerendiensten zijn verricht, zullende de daarbij betrokken ambtenaren, maandelijks, overeenkomstig hetzelfde model, eene opgave aan hem moeten indienen van de gepresteerde diensten in elke kampong, welke opgaaf moet worden samengesteld uit de door de kamponghoofden aan te houden staten volgens het hierbij behoorend model C. (2) De bedoelde maandstaat, welke zoodanig wordt ingericht, dat hij voor een geheel jaar kan dienen, wordt in simplo opgemaakt en het Hoofd van gewestelijk bestuur uiterlijk op den 20Bten van éike maand, volgende op die, waarover hij loopt, ter viseering aangeboden. (3) Nadat hij door laatstgenoemde autoriteit, met of zonder aanof opmerkingen, voor „gezien" geteekend is, wordt hij aan den inzender ter verdere invulling teruggezonden. Vastgesteld bij artikel 2 van het besluit van 4 October 1912 R° 32. Mij bekend: De wa. Algemeene Secretaris, DE GBAEFF. «