BIBLIOTHEEK DER RIJKSUNIVERSITEIT TE LEIDEN. Uit de boekverzameling der voormalige Ned.-Ind. Bestuursacademie. Bruikleen van het Departement van Koloniën. Juli 1923. VOORSCHRIFTEN ter uitvoering van de ordonnantie tot regeling der heerendiensten in de residentie Benkoelen (Staatsblad 1916 n°. 129). f& Artikel 1. Als „werkbaar" worden voor de toepassing van artikel 1 der ordonnantie tot regeling der heerendiensten in de residentie Benkoelen (Staatsblad 1912 II? 129) aangemerkt zij, die lichamelijk in staat zijn in eigen levensonderhoud te voorzien. Artikel 2. (1) De- diensten aan wegen, bruggen en duikers, zoomede die aan dammen, waterwerken, dijken en waterleidingen, worden zooveel mogelijk gevorderd en uitgevoerd op vaste tijdstippen van het jaar, niet samentreffende met den tijd, waarin de heerendienstplichtigen zich wijden aan hun landbouw of andere werkzaamheden, waarin zij hun bestaan vinden en zooveel doenlijk niet op Zondagen en de erkende Christelijke en Mohammedaansche feestdagen. (2) De arbeid der heerendienstplichtigen bepaalt zich uitsluitend tot koeliearbeid, waaronder in geen geval verstaan worden die werkzaamheden, waarvoor de bijzondere ervaring van den ambachtsman bepaald vereischt wordt. (3) Zoo buitengewone omstandigheden als: het bezwarende van het werk, de spoed waarmede het verricht moet worden, het gelijktijdig samentreffen met vele andere, in het belang der eigen cultures van de bevolking, vereischte werkzaamheden, daartoe aanleiding geven, kan door het Hoofd van gewestelijk bestuur, doch telkens voor elk geval in het bijzonder, machtiging worden verleend tot toekenning eener tegemoetkoming. (4) Het bakken van metselsteenen, het branden van kalk, het stampen van steen tot cement, het aanbrengen van koraal of riviersteenen, grind of zand en wat dies meer zij, kan, voor zooveel de plaatselijke omstandigheden dit toelaten, voor de werken bedoeld bij § 3 der voornoemde verordening, geschieden in heerendienst. Het vellen, bekappen en aansleepen van hout, benoodigd voor het bouwen van nieuwe of voor het vernieuwen van dan wel het doen van zware herstellingen aan bestaande bruggen geschiedt in vrijen arbeid, of, indien dit niet mogelijk blijkt, in heerendienst tegen uitkeering aan de betrokken heerendienstplichtigen van een in ieder geval te bepalen prijs voor de door hen te leveren houtwerken. (5) De bevolking mag echter in geen geval gedwongen worden tot het leveren van karren of trekvee voor het transport van die materialen of van zulke gereedschappen ter verwerking dier materialen, als zij zich daartoe opzettelijk zou moeten aanschaffen. (6) Aanleg van nieuwe en zware herstellingen of belangrijke verbeteringen aan bestaande heerendienstwerken, mogen niet plaats hebben dan krachtens machtiging van het Hoofd van gewestelijk bestuur, wiens autorisatie of nadere goedkeuring tevens noodig is, wanneer moet worden of is afgeweken van het bij de machtiging tot het werk toegestaan aantal dagdiensten van heërendienstplichtigen. Die machtiging of nadere goedkeuring wordt niet verleend, zoo niet is aangetoond, dat door onvoorzienen tegenspoed, overschrijding van het toegestaan aantal dagdiensten bij het werk onvermijdelijk is of geweest is. (7) De diensten, waarbij overnachten onvermijdelijk is, worden per etmaal als twee dagdiensten in rekening gebracht. (8) Het staat een heerendienstplichtige vrij, bijaldien hij verhinderd is om persoonlijk zijne beurt te vervullen, zich door eenen 1 anderen tot den arbeid geschikten persoon te doen vervangen, moetende daarvan telkens kennis worden gegeven aan het betrokken hoofd. Artikel 3. Vr ij stellingen. (1) Over het al of niet gevestigd zijn van personen, als bedoeld bij artikel 1, § 2, sub i der ordonnantie, op gronden of in woningen hunner werkgevers, alsmede over het al of niet in vasten dienst zijn van zoodanige personen bij ondernemers van landbouw, handel, of nijverheid, beslist, bij verschil van gevoelen, het Hoofd van plaatselijk bestuur. (2) Bij het verleenen van de vrijstellingen, bedoeld bij artikel 1, § 2, sub j, der ordonnantie, zal door het Hoofd van gewestelijk bestuur, met de vereischte spaarzaamheid worden tewerkgegaan. Artikel 4. Bij de regeling der ingevolge artikel 1, § 3, der ordonnantie te vorderen diensten wordt het volgende in acht genomen. A. Aanleg of bouw, herstel en onderhoud van groote transport- en binnenwegen en daarin gelegen bruggen en duikers. I. Wegen. (1) Onder de wegen, bedoeld bij artikel 1, § 3, 1", sub a, der ordonnantie worden verstaan, die, welke de hoofdplaatsen van het gewest, de afdeelingen en de onderafdeelingen verbinden, of welke van deze leiden naar belangrijke plaatsen, zoomede andere wegen, waarlangs belangrijke transporten plegen plaats te hebben, een en ander ter beslissing van het Hoofd van gewestelijk bestuur. (2) Alle overige wegen zijn als gemeentelijke wegen te beschouwen, waarvan herstel en onderhoud ten laste komen van de betrokken marga (zelfstandige pasar). (3) Het Hoofd van gewestelijk bestuur bepaalt tevens, welke wegen behooren te worden verhard, zoomede de verhardingsbreedte en eene schaal voor het getal dagdiensten, benoodigd voor onderhoud en herstel en voor het verzamelen en vervoeren van verhardingsmateriaal. (4) Bij het opmaken van die schaal dient rekening te worden gehouden met het verkeer,'dat langs iederen weg of ieder weggedeelte plaats heeft en met de afstanden, waarover het verhardingsmateriaal moet worden gestransporteerd. (5) Aan elke doesoen of pasar wordt door den betrokken besturenden ambtenaar, in overleg met de hoofden, een bepaald wegaandeel aangewezen. (6) Bij de bepaling van dit aandeel behoort rekening te worden gehouden met het getal heerendienstplichtigen in elke doesoen of pasar, den afstand der doesoen of pasar tot den weg en de gesteldheid van den weg. (7) Tenzij buitengewone veranderingen in het aantal heerendienstplichtigen of andere bijzondere omstandigheden eene nieuwe verdeeling van den weg noodzakelijk maken, blijft de bij alinea 5 bedoelde verdeeling onveranderd. (8) De vaste aandeelen worden aangegeven door merkteekens, waarop de naam van de doesoen of pasar en de lengte van het wegaandeel vermeld staan. (9) Het onderhoud der wegen wordt onderscheiden in: a. gewoon onderhoud, waartoe gerekend wordt het aanbrengen van voorzieningen die geen uitstel gedoogen, als: het uit den weg ruimen van hetgeen het verkeer kan belemmeren, het dichten van gaten, het vullen van holten met verhardingsmateriaal, het doorsteken van verstopte goten, het verzekeren van een onbelemmer- den afvoer van water, het wegschrappen van modder, het onderhoud der merkteekens, enz. Voor deze werkzaamheden komen, al naar gelang van omstandigheden, op gezette tijden of zoo noodig dagelijks op hun beurt dienstplichtigen van de daarin betrokken doesoen of pasar uit. Het doesoen- (pasar-) hoofd is gehouden, met inachtneming van de aanwijzingen van het margahoofd, op de goede vervulling van deze werkzaamheden voortdurend toezicht te houden. De zelfstandige pasarhoofden houden mede daarop toezicht, voor zoover het wegaandeel van hun gebied zich uitstrekt; i. gewone herstellingen, waaronder begrepen wordt het verzamelen, brengen, uitspreiden en aanstampen van verhardingsmateriaal over geheele baanvakken om den weg tot zijn vorig niveau terug te brengen, het herstellen van de dijken langs den weg, het op tonrondte houden of brengen van den weg, het uitdiepen van goten, enz.; c. zware herstellingen, als het aanbrengen van eene verharding van koraal of riviersteen of het vernieuwen daarvan, dan wel algemeene veranderingen in den bestaanden toestand der wegen, zooals het vervangen van aarden dijken door dijken met riviersteen, het bevloeren met steenen der goten, het beleggen der zijwanden van de wegen met groote steenen, enz. De onder b genoemde diensten worden slechts ééns dan wel slechts, enkele keeren in het jaar en niet dan met voorkennis ,van den be-trokken besturenden ambtenaar op de door hem bepaalde tijdstippen: gevorderd, die bij c bedoeld, worden slechts dan gevorderd, wanneerdaaraan behoefte blijkt te bestaan en geschieden slechts na vooral" verkregen machtiging van het Hoofd van gewestelijk bestuur. II. Bruggen en duikers. Beïteoelen. (1) De bruggen en duikers, welke in heerendienst moeten worden gebouwd, hersteld en onderhouden, zijn die, gelegen in de, in heerendienst aan te leggen, te herstellen en te onderhouden wegen, met uitzondering van werken van primitieve constructie (bamboe-kokers, uitgeholde boomstammen en dergelijke), welke alleen dienen om water van de eene naar de andere zijde van den weg over te brengen en welke blijven ten laste van hen, door wie zij zijn aangelegd of die bij hunne instandhouding uitsluitend belang hebben. (2) De in gemeentelijke wegen gelegen bruggen en duikers vallen onder de zorg der betrokken doesoens of pasars. B. Aanleg of bouw, herstel en onderhoud van dammen, waterwerken, d ij ken en waterleidingen ten dienste van den landbouw der Inlandsche bevolking. Bij verschil van meening of eenig tot deze categorie behoorend werk dient te geschieden in heerendienst dan wel in gemeentelijken dienst, beslist het Hoofd van gewestelijk bestuur. C. Het vervoeren van gouvernements-goederen en gelden, van in dienst reizende Landsdienaren • e n hunne goederen, zoomede het snijden van gras voor de rij- en trekdieren dier reizigers. (1) Met het vervoeren van goederen en gelden van den Lande en van in dienst reizende landsdienaren en van personen en troepen op marsch en van hunne goederen, voor zoover daarin van Gouvernementswege niet wordt voorzien, worden, voor zooveel mogelijk, belast de aan de groote transport- en binnenwegen gelegen doesoens en pasars, doch alleen dan, wanneer daartoe voor de bij de reglementen bepaalde loonen geen of niet in voldoend aantal vrije koelies te verkrijgen zijn, en uitsluitend in de bij de reglementen bepaalde gevallen en tot het daarbij vastgesteld getal. 2 (2) Voor deze diensten -wordt aan de dienstplichtigen betaald, hetgeen bij de reglementen is bepaald. (3) Met de doesoens en pasars, aan welke het bovenvermeld vervoer is opgedragen, wordt overeengekomen omtrent het voorzien in het voor deze diensten vereischt materiaal. (4) De aanvragen om transportmiddelen zullen, behalve in spoedvereischende gevallen, minstens 2 maal 24 uren vóór het tijdstip, waarop zij benoodigd zijn, moeten worden ingediend aan den betrokken afdeelings- of onderafdeelingschef. # (5) Voor het snijden van gras worden alleen diensten gevorderd, indien daarvoor geen vrije koelies te krijgen zijn. Daarvoor wordt aan de dienstplichtigen betaald het bedrag door het Hoofd van gewestelijk bestuur voor elk bestuursressort vastgesteld. D. Het bedienen van niet verpachte overvaarten in de groote transporten binnenwegen. (1) Deze diensten worden, bijaldien daarvoor geen van Lands- s wege bezoldigd personeel te verkrijgen is, opgedragen aan de doesoens en pasars, waarin of in welker nabijheid de overvaarten of bruggen gelegen zijn. (2) Het aantal dienstplichtigen, voor elke overvaart benoodigd, wordt vastgesteld door het Hoofd van plaatselijk bestuur. (3) Er behoort naar te worden gestreefd om deze diensten, zooveel mogelijk, tegen vrijstelling van andere diensten, op te dragen aan vaste dienstplichtigen, wonende in de nabijheid der overvaarten. E. Het overbrengen van dienstbrieven buiten den postdienst. Deze diensten mogen alleen gevorderd worden door ambtenaren op dienstreizen, wanneer geen andere gelegenheid tot het verzenden van brieven bestaat. Daarvoor wordt aan de dienstplichtigen betaling tegoed gedaan, overeenkomstig een door het Hoofd van gewestelijk bestuur voor elk bestuursressort vast te stellen tarief. Artikel 5. (1) Het Hoofd van gewestelijk bestuur zal: a. van de verdeeling der heerendiensten registers doen samenstellen volgens het hierbij behoorend model A en die aan zijne goedkeuring doen onderwerpen, zullende een afdeelings- en onderafdeelingsgewijze samentrekking van die registers, door tussehenkomst van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur, zoodra mogelijk aan de Begeering worden ingediend; 6. aan de marga-, zelfstandige pasar-, doesoen- en pasarhoofden verstrekken een exemplaar van een in de Maleische taal overgebracht kort overzicht der voorschriften, naar welke de vordering der heerendiensten geschiedt, zoomede een extract uit de sub a bedoelde registers, ieder voor zooveel zijn ressort aangaat, welk extract zal moeten vermelden de heerendiensten, respectievelijk aan elke marga, zelfstandige pasar, doesoen of pasar opgelegd en voor zooveel mogelijk het aantal dagdiensten, dat daarvoor jaarlijks mag gevorderd worden; c. bij het jaarlijksch verslag der heerendiensten een staat overleggen, ingericht naar het hierbij gevoegd model B, waaruit afdeelingsen onderafdeelingsgewijze moet blijken, welke heerendiensten zijn verricht; zullende de daarbij betrokken ambtenaren daartoe maandelijks overeenkomstig hetzelfde model een opgave moeten opmaken van de gepraesteerde diensten in elk bestuursressort, welke opgave moet worden samengesteld uit de door de marga- (zelfstandige pasar-) hoofden aan te houden staten volgens het hierbij behoorend model C. (2) De bedoelde maandstaat, welke zoodanig wordt ingericht, dat hij voor een geheel jaar kan dienen, wordt in simplo opgemaakt en het Hoofd van gewestelijk bestuur uiterlijk op den 20en van elke maand, volgende op die, waarover hij loopt, ter viseering aangeboden. (3) Nadat die staat door laatstgenoemde autoriteit met of zonder opmerkingen voor „gezien" geteekend is, wordt hij aan den inzender ter verdere invulling teruggezonden. Artikel 6. Gemeentel ij ke diensten. (1) De inmenging van het bestuur met deze diensten zal niet verder mogen gaan dan voor zoover zij strekken kan om daarin orde en regelmaat en bovenal vermindering van druk voor de ingezetenen te brengen. (2) Met dat doel wordt, voor zoover dat nog niet heeft plaats gehad, door het Hoofd van gewestelijk bestuur de formatie van de doesoen- en pasarbesturen vastgesteld, ten einde opdrijving van het aantal onderhoofden, die van verplichte diensten zijn vrijgesteld, te voorkomen. (3) Het Hoofd van plaatselijk bestuur behoort zorg te dragen, dat geene andere personen van het verrichten van gemeentelijke diensten worden vrijgesteld dan degenen, welke uit hoofde van hun ambt of krachtens oude traditiën daarvan behooren te worden vrijgesteld. (4) Mede ten einde zooveel mogelijk vermindering te verkrijgen in de wachtdiensten en de diensten ten behoeve der bediening van overvaarten, zullen van het plaatselijk bestuur regelingen kunnen uitgaan nopens de plaatsing van wachthuizen en het aantal der dienstplichtigen, die de wachthuizen moeten betrekken en de overvaarten bedienen, welke regelingen evenwel steeds aan de goedkeuring van het Hoofd van gewestelijk bestuur behooren te worden onderworpen. Artikel 7. Strafbepalingen. Het bestraffen van nalatigheid van de Inlandsche bevolking buiten de hoofdplaats Benkoelen in het verrichten van heeren- en gemeentelijke diensten berust bij de kleine rapats, welke de op te leggen boete bepalen en tevens uitspraak doen omtrent de straf, welke die boete bij wanbetaling binnen den legalen termijn vervangen zal. Artikel 8. De voorschriften tot uitvoering der ordonnantie van 27 December 1896 (Staatsblad Il! 262), opgenomen in het Bijblad op het Staatsblad onder ü! 5198, worden ingetrokken. Vastgesteld bij artikel 2 van het besluit van 16 Januari 1913 II? 55. Mij bekend: De wd. Algemeene Secretaris, DE GEAEPP. Model A. RESIDENTIE BENKOELEN. AFDEELING ONDERAFDEELING REGISTER VAN DE VERDEELING DER HEERENDIENSTEN OVER HET TIJDVAK TOT EN MET ULTIMO- Behoort bij artikel 5 al. 1 § a, der Voorschriften, vastgesteld bij artikel 2 van het besluit van 16 Januari 1913 No. 88. Mij bekend: De wd. Algemeene Secretaris, de GRAEFF. Marga (zelftandige pasar). 1 ts Doesoen (pasar). w Aantal heerendienstplichligen. Maximum aantal dagdiensten waarover jaarlijks mag worden beschikt. (') GEWOON ONDERHOUD EN HERSTEL LINGEN VAN: Wegen Bruggen ea Dammen en Dijken en water¬ duikers, waterwerken. leidingen. w Van waar tot waar? Lengte van het aangewezen aandeel (meters). -i Te verharden breedte (meters1. Te verharden oppervlakte (□ meters) Afstand tot het aandeel in den weg (palen). Getal dagdiensten 's jaars benoo3 digd voor gewoon onderhoud en gewone herstellingen. Verzamelen ea transport van verhardingsmateriaal. _k Hoeveelheid jaarlijks te "* verzamelen (Ms.) _ Afstand van de vindplaats tot die van gebruik (palen) _i Benoodigd aantal dag°' diensten 's jaars. £ Totaal dagdiensten 's jaars. ^ Naam of waar gelegen. £ Afstand (palen). ^ Getal dagdiensten 's jaars. SS Naam of waar gelegen. £ Afstand (palen . § Getal dagdiensten 's jaars. |f Naam of waar gelegen. Lengte in meters van het aangewezen aandeel. ^ Afstand (palen). ^ Getal dagdiensten 's jaars. Bediening van overvaarten; getal dagdiensten 's jaars. Totaal dagdienslen. ^ Per doesoen (pasar) sim der kolommen 05 14, 17, 20, 24 en 25. ,,3 Per heerendienslplichtige (kolom 26 ge- ^ deeld door kolom 7>). Zoodat voor eersten aanleg, zware herstellingen §e en vernieuwingen van de bij de kolommen 5 t/m 24 bedoelde werken beschikbaar blijven. TOELICHTINGEN. 59 ■ . I i : ) . . ! • • ' ; j (*) Kolom 4 = kolom 3 X 42. Model B. BESIDENTIE BENKOELEN. STAAT VAN DB VERRICHTE HEERENDIENSTEN, GEDURENDE HET JAAR 19 . Behoort bij artikel 8, § c, der Voorschriften, vastgesteld bij artikel 2 van het besluit van 16 Januari 1913 N°. 85. Mij hekend De wd. Algemeene Secretaris, DE GBAEFF. Afdeeling. 1 fc» Onderafdeeling. w Aantal heerendienstplichtigen. Maximum aantal dagdiensten *> waarover jaarlijks mag worden beschikt. Aantal gedurende 19 werkelijk gevorderde dagdiensten voor: Gewoon onderhoud en gewone i Eersten aanleg, zware herslelherstellingen van : lingen en vernieuwingen van: Wegen (hieronder begrepen het verzamelen van verhardingsma teriaal). os Bruggen en duikers. Dammen, water-j werken, dijken en waterleidingen. Wegen (hieronder bearrepen het verzamelen van vcrhardingsma teriaal). <£> Bruggen en duikers. Dammen en water£ werken, dijken en waterleidingen. _ Het bedienen van overvaarten. Totaal. Per afdeeling ol ondera: deeling (som der kolon men 5 tot en met 11) Per heerendienstplichtig ^ (kolom 12 gedeeld doo kolom 5). J Aantal dagdiensten bovendien gevorderd voor: I Zoodat in 19 van hel beschikbaar maximum ïransP°.rt van Gouvernements reizigers en goederen aantal dagdiensten onge- van in dienst reizende ... .. ., landsdienaren en hunne bruikt zijn verbleven goederen> waar0nder per- ^verschil der kolommen sonen en troepen op marsch, zoomede het snijden van ^ en '2 - gras voor zij-en trekdieren dier reizigers. 14 15 Het overbrengen van 05 dienstbrieven. ^ Het uitvoeren van civiele of militaire landswerken. Toelichtingen. 18 i — — — I i ■ ! i ! ' i , ■ ■ | ! Model C. RESIDENTIE BENKOELEN. AFDEELING '. ONDERAFDEELING MARGA (zelfstandige pasar) STAAT VAN DE VERRICHTE HEERENDIENSTEN GEDURENDE DE MAAND VAN HET JAAR 19 . Behoort bij artikel 8. § c, der Voorschriften, vastgesteld bij artikel 2 van het besluit van 16 Januari 1913 No. 88. Mij bekend: De wd. Algemeene Secretaris, DE GBAEFF. i-4 Maand. t» Dagen. AANTAL DAGDIENSTEN GEVORDERD VOOR: Gewoon onderhoud en Eersten aanleg, zware gewone herstellingen herstellingen en vervan: nieuwing van: Wegen (hieronder hegrepen het verzamelen van verhardingsmateriaal). *• Bruggen en duikers. Dammen, waterwer« ken, dijken en waterleidingen. Wegen (hieronder begrepen het verzamelen van verhardingsmateriaal). -j Bruggen en duikers. Dammen, waterwerco ken, dijken en waterleidingen. ^ Het bedienen van overvaarten. m Het overbrengen van dienst° brieven. Transport van Gouvernements reizigers en goederen en van in dienst reizende landsdienaren en hunne £ goederen, waaronder personen en troepen op marsch, zoomede voor het snijden van gras voor de rij - en trekdier dier reizigers. h» Het uitvoeren van civiele of militaire landswerken. £ Toelichtingen. 1 2 3 4 5 6 7 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 Totaall