419 Prijs 25 cenf. E. v. Een oplossing DER Evenredige Vertegenwoordiging DOOR G. H. H. WIJCHGEL STLNFERT KBOESE & v. d. ZANDE — AKNHEM. D 9 E. V. Een oplossing DER Evenredige Vertegenwoordiging DOOR G. H. H. WIJCHGEL STKNFKRT KROESE & v. d. ZANDE — AltNHEM. Niemand zal mij zeker tegenspreken, waar ik beweer, dat de tegenwoordige kieswet niet voldoet aan de eischen, welke er aan gesteld mogen worden. Een kieswet moet zoodanig ingericht zijn, dat de uitslag er van een juist en getrouw beeld geeft van de gevoelens der kiezers. Hiervoor zijn twee dingen noodig, n.1. Ie. Ieder kiezer moet in staat gesteld worden, zijn stem volgens zijne beginselen uit te brengen, dus in ieder district moet op iedere partij gestemd kunnen worden. Dit nu is tot dusverre niet het geval, de kiezer staat in zeer vele gevallen voor de keuze om niet te stemmen of zijn stem uit te brengen op de partij, welke het meeste met de zijne overeenkomt, daarom echter nog niet zijne beginselen precies weergeeft. 2e. Iedere stem moet tot zijn recht komen, er mogen dus geen stemmen (of tenminste slechts weinig) verloren gaan. Waar tot dusverre de meerderheid besliste, en alle andere stemmen verloren gingen, was dit geenszins het geval. Ik geloof niet te veel te zeggen, wanneer ik het aantal, dat alleen hierdoor niet tot zijn recht komt, op minstens 35 a 40 °/0 schat. Telt men nu hierbij het aantal stemmen, noodgedwongen op eene andere partij uitgebracht, dan kan men gerust zeggen, dat minstens 50 a 60 °/0 niet tot hun recht komen. Het gevolg hiervan is, dat de Tweede Kamer bij lange na geen getrouw beeld is der stemming en gevoelens, welke in het land heerschen. Dit nu moet anders worden. Ik geloof, dat het mij gelukt is, een oplossing te vinden, welke aan de eischen eener goede E. V. voldoet. Hierbij moet ik dus voor de volgende drie dingen zorg dragen. Ie. Ze moet eenvoudig, practisch en begrijpelijk zijn. 2e. Iedere stem moet tot haar recht komen 3e. Het aantal zetels, welke eene partij in de Tweede Kamer bezet, moet evenredig zijn aan het aantal stem men op die partij uitgebracht. Mijne oplossing voldoet hieraan, zij is eenvoudig, geeft iedere partij het aantal zetels, waarop zij recht heeft en doet het aantal stemmen, dat verloren gaat, dalen tot 1 ü 2 %, terwijl het nu 50 a 60 % bedraagt. Natuurlijk is het onmogelijk, iedere stem aan zijn doel te doen beantwoorden, wanneer echter van een millioen stemmen slechts 10.000 a 20.000 verloren gaan in plaats van 500.000 a 600.000, gelijk tot dusverre het geval is, mag men tevreden zijn, en heeft men vrijwel dejuiterste grens bereikt. Tevens heeft mijn oplossing nog twee groote voordeden, nl. Ie. Er is slechts één stemming noodig, dus geen herstemmingen. Evenmin zijn er stemmingen noodig bij eventueel bedanken of overlijden, daar de plaatsvervangers direct bij de stemming aangewezen worden. 2e. De districtsverdeeling is geheel zonder eenige invloed op het aantal zetels door een bepaalde partij te bezetten. Dit is een groot voordeel, daar de districten nu geheel herzien kunnen worden, en ongeveer even groot gemaakt. Natuurlijk heeft dit wel invloed op de candidaten persoonlijk, doch juist voor hen is een indeeling in ongeveer even groote districten verkieselijk. Wat deze herziening veel gemakkelijker maakt, is, dat men niet meer gebonden is aan precies 100 districten, doch het land in een willekeurig aantal districten kan indeelen, daar dit geen invloed heeft op het totaal aantal zetels der Tweede Kamer. Dit aantal blijft in mijn ontwerp 100, doch kan natuurlijk uitgebreid worden. Het ontwerp blijft er precies gelijk om. Dit ter inleiding. Alvorens echter tot het ontwerp zelf over te gaan, nog even het volgende: Mijn ontwerp is natuurlijk strikt onpartijdig, de cijfers, welke ik genomen heb, zijn geheel willekeurig. Ik verzoek den lezers dan ook hierop niet te letten, daar ik ze slechts gebruik om alles goed duidelijk te maken. Nu het ontwerp zelf. Het bestaat uit de volgende artikelen. Ie. Ieder staatkundige partij, welke wil trachten één of meer zetels te doen bezetten, moet zich daarvoor laten inschrijven. 2e. Deze inschrijving geschiedt, wanneer minstens twintig kiezers in een bepaald district een door hun allen onderteekend verzoek daartoe indienen. 3e. Dit verzoek geschiedt aan den burgemeester van één der gemeenten, welke tot het kiesdistrict geheel of gedeeltelijk behoort. Het verzoek moet door den burgemeester zoo spoedig mogelijk aan den betrokken minister toegezonden worden. 4e. De burgemeester moet bij inschrijving van een partij nauwkeurig de tijd noteeren, waarop deze inschrijving heeft plaats gehad. 5e. Als staatkundige partij wordt beschouwd iedere partij, bond, vereeniging, enz., die een bepaald (staatkundig) doel voorstaat. Men kan dus zelfs een persoon als staatkundige partij laten inschrijven, mits deze tot geen der bestaande partijen behoort en een bepaald (staatkundig) doel voorstaat. 6e. Een staatkundige partij, welke zich heeft laten inschrijven, moet tegelijkertijd in datzelfde district een candidaat stellen. (De verklaring, waarom dit moet, vindt de lezer in Art. 16.) 7e. Voor het stellen van eandidaten in de distrieten is eveneens een lijst noodig, onderteekend door minstens twintig kiezers, in dat distriet woonachtig, en wordt verder op dezelfde wijze gehandeld als in art. 2 en 3 aangegeven is voor de partijen. 8e. Bij het stellen van eandidaten moet tevens overgelegd worden het bewijs, dat de betrokken candidaat zijne eandidaatstelling accepteert. Als bewijs wordt beschouwd een door den betrokken candidaat onderteekend schrijven, waarin de eandidaatstelling goedgekeurd wordt. 9e. De inschrijving, zoowel van partijen als van eandidaten, moet geschieden minstens 4 weken vóór den door den betrokken minister bepaalden verkiezingsdatum. 10e. De minister plaatst alle namen der partijen welke zich tijdig hebben opgegeven, alphabetisch op een lijst. Deze lijst komt op alle stembriefjes van het geheele land voor. 11e. In ieder district worden door de partijen, welke ingeschreven zijn, eandidaten gesteld, voor zooverre ze dat wenschen. Ook deze worden op het stembriefje gebracht (onder de lijst der partijen), echter alleen voor het district, waarin zij zijn ingeschreven. De lijst der partijen is dus op alle stembriefjes in geheel Nederland gelijk; de lijst der eandidaten, daaronder vermeld, echter voor ieder district verschillend. Het eenigste verschil bij vroeger is dus, dat het aantal namen op het stembriefje grooter is. 12e. De kiezer mag slechts één hokje zwart maken. 13e. De stem, op een candidaat eener partij uitgebracht, telt tevens voor zijne partij.*) *> Een partij kan dus, zonder schade voor de partü, meer dan één candidaat stollen in hetzelfde district. De kiezer maakt dus het hokje zijner partij zwart, indien er geen candidaat door die partij gesteld is. Is er wel een candidaat, dan kan hij èf het hokje der partij öf dat van den candidaat zwart maken. Maakt hij het hokje van de candidaat zwart, dan telt dit tevens voor zijne partij, en bevoordeelt hij dus èn candidaat èn partij. Maakt hij het hokje zijner partij zwart, dan telt dit alleen voor de partij en niet voor de candidaat. Men kan dus naar verkiezing alleen de partij of partij -fcandidaat bevoordeelen. Hoe komt het stembillet er nu uit te zien? Nemen wij even aan, dat dezelfde partijen en candidaten meedoen als in 1913, hoe zouden de stembriefjes er dan uitzien voor Amsterdam III en Den Haag II? De lezer vindt ze hier vermeld. Amsterdam HI. Den Haag II. Anti-Revol. Q Anti-Revol. Q Chr. Democraat O Chr. Democraat Q Christ. Hist. |3 Christ. Hist. Chr. Soc. Partij Q Chr. Soc. Partij |3 Nat. Prot. Partij Q Nat. Prot. Partij Q Prot. Kiezersbond Q Prot. Kiezersbond Q R. K. □ R. K. Q S. D. A. P. □ S. D. A. P. □ S. D. Partij Q S. D. Partij £2 Unie-Lib. Q Unie-Lib. Q Vrij-Chr. Hist. Q Vrij-Chr. Hist. Q Vrij-Lib. Q Vrij-Lib. Q Vrijz. Dem. Q Vrijz. Dem. Q Mr. P. J. Troelstra O Mr. W. Dolk Q Mr. B. E. Asscher Q L. Hoejenbos Q Mr. P. J. Reijmer Q J. R. Snoeck Henkemans Q D. Wijnkoop Q B. Luteraan Q Zoodra op de dag der stemming de tijd voor stemmen verstreken is, worden de bussen verzegeld, en onmiddellijk gezonden naar het centraal bureau van dat district. Hier worden de stemmen voorloopig geteld, daarna in één groote bus gedaan, waarop naam (of nummer) van het district, daarna weer verzegeld en zoo spoedig mogelijk gezonden aan het hoofdbureau in Den Haag. Hier worden alle stemmen opnieuw geteld, (districtsgewijze). Het totaal aantal geldige stemmen in Nederland uitgebracht is nu bekend, evenals het aantal op iedere partij afzonderlijk. 14e. Om het aantal zetels uit te rekenen, waarop iedere partij recht heeft, vermenigvuldigt men het aantal stemmen dat een partij verkregen heelt, met 100, aangezien het aantal zetels 100 bedraagt. Men deelt dit getal door het totaal aantal uitgebrachte stemmen. Zoovaak dit gaat, krijgt de partij één zetel, terwijl de resteerende zetels toekomen aan die partijen, welke de grootste breuk overhouden, dus het grootst aantal ongebruikte stemmen. Nemen we weer aan, dat dezelfde partijen meedoen als in 1913, en stellen wij het totaal aantal uitgebrachte, geldige stemmen eens op 836989, een willekeurig getal. Stellen wij eens, dat de verschillende partijen het volgend aantal stemmen kregen, nl.: A. R. 68109 Chr. Dem. 7022 Chr. Hist. 54236 Chr. S. Partij 1320 Nat. P. Partij 1063 Prot. Kiezersb. 19756 R. K. 212323 Over te brengen 363829 stemmen. Overgebracht 363829 stemmen. S. D. A. P. 132820 S. D. P. 7843 Unie-Lib. 184037 V. Chr. Hist. 5682 Vrijz.-Lib. 84123 Vrijz.-Dem. 58655 Totaal 836989 stemmen. Op hoeveel zetels heeft nu elke partij recht? Hiervoor vermenigvuldigen wij deze getallen met 100 en deelen ze door 836989. We krijgen dan: A. R. 6810900 : 836989 = 8 Chr. Dem. 702200 : 836989 = 0 Chr. Hist. 5423600 : 836989 = 6 Chr. Soc. P. 132000 : 836989 = 0 jgü N. Prot. P. 106300 : 836989 = 0 Prot. K. B. 1975600 : 836989 = 2 R. K. 21232300 : 836989 = 25 gü S. D. A. P. 13282000 : 836989 = 15 S. D. P. 784300 : 836989 = 0 — Unie-Lib. 18403700 : 836989 = 21 ||| V. Chr. Hist. 568200 : 836989 = 0 gü Vrij-Lib. 8412300 : 836989 = 10 Vrijz. Dem. 5865500 : 836989 = 7 Er zijn dus direct 94 zetels bezet, van de resteerende 6 zetels moet nagegaan worden, aan welke partijen ze behooren. De 1ste zetel komt toe aan de Unie-Liberalen met 8269^; de 2de aan de S. D. P. met 7843; de 3de aan de S. D. A. P. met 7271^; de 4de aan de Chr. Dem. met 7022; de 5de aan de V. Chr. Hist. met 5682, en de 6de aan de Chr. Hist. met 4016^ stemmen. De zetels der Tweede Kamer zijn dus als volgt verdeeld: A. R. 8; Chr. Dem. 1; Chr Hist. 7; P. K. B. 2; R. K. 25; S. D. A. P. 16; S. D. P. 1; Unie-Lib. 22; Vrij-Chr.Hist. 1; Vrij-Lib. 10; Vrijz.-Dem. 7; totaal 100 zetels. Verloren gegaan zijn de volgende stemmen: Van de A. R. 1150 „ „ Chr. S. P. 1320 „ „ Nat. Pr. P. 1063 „ „ P. K. B. 3016 „ „ R. K. 3076 „ „ Vrij-Lib. 424 „ „ Vrijz. Dem. 66 Totaal 10115 stemmen. Er zijn dus slechts 10115 stemmen verloren gegaan op de 836989, dit is slechts 1,21 % of ruim 1% %. 15e. De candidaten, welke in hun district het hoogste percentage stemmen halen, zijn aangewezen de zetels, aan hunne partij toekomende, te bezetten. Diegenen, welke procentsgewijze het eerst op hen volgen, zijn aangewezen hunne plaatsen te bezetten bij overlijden of bedanken. Nemen wij eens aan, dat eene partij recht heeft op 7 zetels en dat hij 12 candidaten stelt. Candidaat A. haalt in zijn district 7080 van de 11240 uitgebrachte, geldige stemmen. Dit is 63,1%. Evenzoo haalt B. 60,2%; C. 59 %; D. 57,3 %; E. 56,8%; F. 53,8 %; G. 53,6 %; H. 45,1 %; J. 44 %; K. 42,1 %; L. 38,2 %; M. 32,1 %. Gekozen zijn dus: le. A.; 2e. B.; 3e. C.; 4e. D.; 5e. E.; 6e. F.; en 7e. G. Als plaatsvervangers treden dus op: le. H.; 2e. J.; 3e. K., enz. 16e. Mocht er van een bepaalde partij geen plaatsvervanger (meer) zijn bij ontstane vacature, dan moet eene stemming plaats hebben in het district, waarin de partij is ingeschreven. In dit geval beslist de meerderheid van stemmen. Natuurlijk zal zoo'n stemming zelden of nooit noodig zijn, doch men dient met de mogelijkheid rekening te houden. 17e. Mocht een zelfde partij in meer dan één district worden ingeschreven, dan is die inschrijving geldende, welke het eerst heeft plaats gehad. Zooals vanzelf spreekt, verdient het aanbeveling, de partijen te laten inschrijven in hun sterkste district (procentsge wij ze). Evenzoo is het aan te bevelen, de beste candidaten in de sterkste districten te laten uitkomen, daar die candidaten verkozen verklaard worden, welke in hun district het hoogste procentage halen. Waarschijnlijk zullen in dit ontwerp nog enkele kleine wijzigingen en aanvullingen noodig zijn, doch ik geloof beslist, dat het ontwerp, zooals het hier neergelegd is, in hoofdzaak zeer goed practisch uitvoerbaar zal blijken. Dat het de oplossing moge zijn, om te komen tot een goede kieswet, is de wensch van den schrijver. ■