I NOTA MET BIJLAGEN. LAUWERZEEVERSLAG 1904. INHOUD. Nota van 4 Augustus J905, betreffende het Lauwerzee-Verslag 1904. Herziene bijlagen E en EA van „ „ „ „ I » vn VII* (teekeningen) „ „ „ n g n bladzijde J4J ' ff ff ft tt tt Teekening met normale dwarsprofielen van den afsluitdijk} Bijlage XXI (nieuw) „ „ L i II Nota betreffende de gewijzigde inrichting van de stoombemaling van Groningen, te Zoutkamp. Misleid door eene verkeerde uitvoering eener berekening, werd in het door ons uitgebracht Lauwerzee-verslag van 1904 aangenomen, dat, èn door het stoomgemaal, èn door de provinciale schut- en uitwateringsluis, aan het benedeneinde van het Reitdiep te Zoutkamp gelijktijdig water naar den bergboezem in de Lauwerzee geloosd zou worden. Behalve in buitengewone omstandigheden, wanneer bovendien in den regel stoombemaling geen doel zal treffen, kan die gelijktijdige loozing niet plaats hebben, tenzij eene scheiding tusschen het naar het Btoomgemaal en de sluis toestroomende water over zeer groote lengte gemaakt zou worden, wat niet goed uitvoerbaar zou zijn. Bij de berekening is n.1. niet voldoende rekening gehouden met het verhang, dat noodig is otn het water, dat door het stoomgemaal weggevoerd moet worden, toe te voeren. Om dit verhang te verkrijgen, zal het water in het Reitdiep bij het stoomgemaal dalen; die daling, welke zich bij de genoemde uitwateringsluis in het Reitdiep onverminderd zal doen gevoelen, zal, zooals ons uit eene thans ingestelde berekening blijkt, zoo groot zijn, dat tijdens de bemaling van het Reitdiep, de loozing door de sluis in den regel zal zijn opgeheven. Hieruit volgt, dat eene vermeerdering van het vermogen van het stoomgemaal te Zoutkamp van 193 tot 216 W.P.K. noodig is. Een deel van het water, dat volgens de berekening van het verslag door vrije loozhig wordt verwijderd, zal namelijk nu door het stoomgemaal moeten worden uitgeslagen. De eischen voor het stoomgemaal, dat zal moeten werken wanneer de vrije loozing niet voldoende zou zijn, worden dientengevolge aangenomen als volgt: de opbrengst moet bij eene opvoerhoogte van 0.30 M. en minder, 2.4 millioen M3 per getij van 12 uur 25 min. bedragen, terwijl de opbrengst bij grootere opvoerhoogte dan van 0.30 M. ongeveer omgekeerd evenredig met de opvoerhoogte zal zijn. De heer J. C. Dijxhoorn, hoogleeraar in de werktuigbouwkunde te Delft, is door ons over de gewijzigde inrichting van het stoomgemaal gehoord; de meening van Z.Hooggeleerde is, dat de hoofdafmetingen van de stoomwerktuigen en de stoomketels ongewijzigd kunnen blijven, doch dat die van de pompen met de toevoerkanalen een weinig grooter moeten worden. De hoofdafmetingen van pompen en toevoerkanalen worden nu als volgt: waaier, middellijn. ..... 3.100 M. middellijn van de toevoerpijp onder de pomp 2.280 „ doorsnede van het toevoerkanaal tot eene pomp, op de nauwste plaats. .... 4.07 M2. breedte van dit kanaal 2.280 M. hoogte .„ „ 1.800 „ De aanlegkosten van het stoomgemaal vermeerderen door deze wijziging met ongeveer ƒ 40000.— ; het algemeen totaal der aanlegkosten van de werken te Zoutkamp bedraagt dus in plaats van f 1160000.—, ƒ 1200000.--. De exploitatiekosten per jaar stijgen eveneens van ƒ 14500.— tot f 15000.—, terwijl deze tot kapitaal gebracht stijgen van ƒ 406000.— tot f 420000.—. Uit het voorafgaande volgt de noodzakelijkheid tot herziening van de berekening der boezemstanden van Friesland en Groningen, voor de perioden Juli—Augustus 1894 en October 1903, opgenomen in de Bijlagen E en EA van ons verslag 1904. De herziene berekeningen worden hierbij overgelegd; zij doen zien, dat bij de nu voorgestelde, gewijzigde inrichting van het stoomgemaal te Zoutkamp, aan de voor Groningen gestelde eischen in Augustus 1894 zoude zijn voldaan. De voor Friesland te verwachten boezemstanden ondergaan voor beide perioden geene verandering. De voor Groningen berekende boezemstanden ondergaan de volgende veranderingen: Voor de periode Juli—Augustus 1894 10 Augustus 29 cM. + Wk.P. wordt 22 cM. + Wk.P. 11 „ 31 „ 30 12 „ 30 „ „32 13 „ 28 „ „ 26 14 „ 29 „ „33 15 „ 16 „ „14 Voor de periode October 1903 6 October 13 cM. + WkP. wordt 11 cM. + Wk.P. 7 „ 25 „ 20 „ 8 „ 17 „ „11 Hoewel de beschouwingen omtrent de bemaling te Zoutkamp, voorkomende op blz. 138 van ons verslag 1904, vervallen, behoort de algemeene inrichting der werken te Zoutkamp, zooals die op bijlage XIV van genoemd verslag is voorgesteld, om andere redenen ongewijzigd te blijven. Behalve de gewijzigde bijlage E en EA, welke hiervoren reeds zijn vermeld, gaan hierbij de staat van blz. 141 van genoemd verslag, zooals die na herziening der berekening wordt, benevens de gewijzigde grafische voorstellingen van bijlagen VII en VIP. Ingevolge een van verschillende zijden uitgesproken wensch, wordt hierbij nog gevoegd het normaal-dwarsprofiel van den afsluitdijk zooals dit op blz. 153 van het Lauwerzee-verslag 1904 is omschreven. Amsterdam, den 4 Augustus 1905. De Commissie benoemd tot het instellen van een nader onderzoek in zake indijking van de Lauwerzee en de daarmede in verband staande werken: LEEMANS, Voorzitter, Hoofdinspecteur Generaal van den Rijkswaterstaat. H. E. DE BRUYN, Hoofdingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat in de le Directie. ESCHER, Hoofdingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat in do 6e Directie. K. PRINGLE, Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat in Friesland. A. DÉKING DURA, i Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat in Overijssel. R. J. CASTENDIJK, Hoofdingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat in de 4e Directie. VAN ELZELINGEN, Secretaris. Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat in Groningen. Blz. 141 van het Lauwerzeeverslag 1904. {Herzien 1905.) Boezem- Berekende boezemstanden voor: Boezemstanden van standen van het jaar het jaar DATUM. 1894, waar- Geval A. Geval B. Geval C. Geval Ci. 1894, waar- DATUM, genomen in: in in in in genomen in: 1894. Friesland Groningen Friesland Groningen Friesland IGroningen Friesland Groningen Friesland Groningen Friesland Groningen 1894. c.M. c.M. c.M. c.M. c.M. c.M. c.M. c.M. c.M. c.M. c.M. cM. + + + ■+ ■*•< + + + + + + + Z.P. Wk.P. Z.P. Wk.P. Z P. Wk.P. Z.P. Wk.P. Z.P. jwk.P. Z.P. Wk.P. Juli 26 12.1 20 oio 0 0 0 0 0 0 12.1 20 26 Juli 27 17.0 25 4 0 4 0 40 3| 0 17.0 25 27 „ 28 17.6 20 4 0 4 0 40 31 0 17.6 20 28 29 18.4 18 3 0 3 0 3 0 2 0 18.4 18 29 30 18.7 16 2 0 10 10 10 18.7 16 80 „ 31 18.9 '16 10 0° 0 0 0 0 18.9 16 31 , Augustus 1 21.3 12 2 0 1 0 1 0 1 0 21.3 12 1 Augustus „ 2 21.1 12 0 0 —1 0—1 0—10 21.1 12 2 „ 3 24.9 11 3 0 20 20 2 0 24.9 11 3 „ 4 28.1 11 6 0 50 50 5 0 28.1 11 4 „ 5 28.4 18 50 40 40 40 28.4 18 5 6 28.6 17 40 30 30 30 28.6 17 6 7 30.4 20 50 40 40 40 30.4 20 7 „ 8 36.4 25 12 0 11 0 11 0 11 0 36.4 25 8 9 43.9 35 24 8 23 6 23 6 23 6 43.9 35 9 10 45.0 53 23 30 22 29 22 29 22 22 45.0 53 10 „ 11 46.1 61 24 40 23 88 22 40 22 30 46.1 61 11 „ 12 47.4 65 25 45 24 43 22 47 22 32 47.4 65 12 13 49.4 66 27 46 26 44 23 50 24 30 49.4 66 13 14 50.7 72 28 45 27 44 24 51 25 26 50.7 72 14 15 53.0 78 30 52 29 49 27 56 27 33 53.0 78 15 16 52.9 70 28 36 27 33 24 41 24 14 52.9 70 16 17 50.7 68 22 30 20 27 16 35 16 19 50.7 68 | 17 18 50.9 60 19 18 17 14 13 20 13 8 50.9 60 I 18 19 51.0 52 16 8 14 3 10 7 10 0 51.0 52 19 20 53.6 48 18 4 161 0 13 1 13 0 53.6 48 20 21 52.3 56 12 I 14 10 11 7 12 7 11 52.3 56 21 22 I 53.7 55 12 J 14 10 10 7 11 7 10 58.7 55 22 Bijlage E. {Herzien.) L BEREKENING van de te verwachten Boezemstanden in Friesland en Groningen voor de periode Juli—Augustus J894. Geval C? (zie Hoofdstuk LX van het Verslag.) Aannamen : Niet-gescheiden boezem. Oppervlakte van den bergboezem: 1600 H.A. op Wk.P. Sluiswijdte: 103 M. Onbeperkte loozing voor Friesland op den bergboezem. Stoombemaling voor Groningen direct op den bergboezem. „ „ Friesland nabij Tacozijl op de Zuiderzee. De stoombemaling te Zoutkamp beeft een vermogen van 216 W.P.K. De opbrengst bij 0.30 M. opvoerhoogte of minder bedraagt 2.4 mill. Ms. per getij van 12 uur 25 minuten. Bij grootere opvoerhoogte dan 0.30 M. is de opbrengst gerekend te zijn omgekeerd evenredig met de opvoerhoogte. De stoombemaling te Tacozijl heeft een vermogen van 750 W.P.K., werkende met vol vermogen bij eene opvoerhoogte van 1.— M. Bij geringere opvoerhoogte is de opbrengst gerekend te zijn omgekeerd evenredig met de opvoerhoogte, met dien verstande dat de maximum-opbrengst 6.2 mill, M8. per etmaal bedraagt. De opbrengst bij 1.00 M. opvoerhoogte bedraagt 4.6 mill. M8. per etmaal. Behoort bi) het Verslag der Commissie benoemd tot het instellen van een nader onderzoek inzake indijking der Lauwerzee. De Secretarie* VAN ELZELINGEN. {Augustus 1905.) Berekening1 van de Ryzing en Daling in den Bergboezem. Stoombemaling- Taeozyl- Toevoer uit Afvoer Groningen. Totale Ver- Rijzing: + Begin- Laagwater- , , Fries- natuur-1 -u„ meerde- °f „ ., _ d00r de i a üjke I , toevoer ring d.alin/- - Binnen- Buiten- Op- Afvoer t, „i. berg- standen. buiten- land' loozing. mahng. in den inden -Uatum _ 5_J herg- berg- water- voer- per 1ÖQ, boezem- Voorm. I Nam. slmzen- naar den bergboezem. boezem. boezem. , 1894. 1 ° stand. hoogte, etmaal- stand, tij. Per getij. c.M. t./o. Wk. P. millioenen M3. c.M. c.M. t /o. Z.P. M. mill- M». [6+7 + 8 9 — 5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Juli 26 0 — 65 ! 5.9 3.2 1.0 4.2 —1.7 — 11 — 11 —60 4.3 3.3 1.0 4.3 0.0 0 „ 27 —11 —49 3.4 3.1 1.2 4.3 0.9 28 — 5 —60 5.0 3.2 0.8 4.0 —1.0 ~~ 7 60 « — 12 —49 3.3 3.2 — 3.2 —0.1 .2 — 1 M 29 —13 — 57 ! 3.9 3.3 0.9 4.2 0.3 * — 11 —50 3.5 3.1 0.9 4.0 0.5 & + 3 I „ 30 - 8 —58 4.5 3.2 1.0 4.2 —0.3 — 2 4 _10 —53 3.8 3.1 0.9 4.0 0.2 • + i 3 n 3i _ 9 _ 55 4.1 3.2 0.5 3.7 — 0.4 _ bb — 3 ai — 12 —60 4.2 3.3 0.5 fl 3.8 —0.4 3 g g Augustus 1 —15 —58 3.7 3.3 0.5 n 3.8 0.1 ® — 14 —79 5.5 3.6 — * 3.6 —1.9 9 ö —15 ? 2 — 29 —63 2.8 3.5 0.5 4.0 1.2 ® +io — 19 — 84 5.4 3.7 0.5 - 4.2 —1.2 c —10 ® 3 —29 -49 1.6 3.3 0.6 ~ 3.9 2.3 CÜ 03 +18 — 11 —84 6.2 3.7 0.6 g 4.3 —1.9 e —14 4 —25 —38 1.0 3.2 1.1 «> 4.3 3.3 d +23 — 2 —59 5.2 3.2 1.1 % 4.3 —0.9 » — 6 5 — 8 — 71 5.6 3.5 0.6 4.1 —1.5 % —11 — 19 —71 4.5 3.6 0.6 h 4.2 —0.3 — 2 6 —21 —88 5.5 3.8 1.2 5.0 —0.5 — 4 — 25 — 77 4.3 3.7 1.2 4.9 0.6 7 —20 —52 2.7 3.3 1.4 4.7 2.0 + 5 _ 7 +71 0.78 5.9» + 14 — 6 —57 4.6 3.3 1.5 4.8 0.2 8 — 5 —59 4.9 3.4 1.8 5.2 | 0.3 + 1 0 +86 0.86 53 + 2 — 3 —57 4.9 3.6 1.8 5.4 0.5 + 3 9 0 —27 2.5 3.2 1.4 4.6 2.1 + 12 + 88 0.76 6.0» + 12 + 12 — 8 1.8 2.7 - 2.4 5.1 3.3 . 10 +30 +18 Te verwachten Boezemstanden. I '• FRIESLAND. GRONINGEN. I Totale Water- Toe. Door deze Ver- Totale Water" Toe- Door deze Ver! afvoer. e" name. toename teweeg- wachte afvoer. 6" name. toename teweeg- wachte zwaar. gebrachte , zwaar. gebrachte , AANTEEKENING EN. rijzing: + boezem- J rijzing: + boezemper etmaal, of daling:- stand. per etmaal. of daling: - stand. mill. M3. c.M. el. + Z.P. mill. M3. c.M. c.M+Wk.P. . 6 + 15 j [17 — 16 7 | |~22 — 21 16 17') 18 19 20 21 222) 23 24 25 0 0 Op 26 Juli staat Friesland op . _ o n Z.P.; Groningen en de bergboezem 6.5 15.5 9.0 -Jg-=+ 3 2.0 2.0 0 0 op Wk.P. 3 0 3.1 4.3 1.2 -2+-=: 0 1.2 1.2 0 0 Getij verspringt van 27 op 28 Juli. 3 0 i — 1 5 6.4 4.9 —1.5 —2ï = — 1 0,8 0,8 0 ° ') en 2) Zie voor de meer uit- voerige berekening van het waterbezwaar in Friesland') en Gro- 2 - gg —3.9 ^ y q ningen2) de achterstaande staten. 1 0 6.3 3.2 —3.1 =|4 = — 1 1.9 1.9 0 0 2.0 0 0 ! 6.5 8.7 2.2 -||-=+ 1 1.0 1.0 0 0 2.6 ' 1 0 6.9 2.3 —4.6 = — 2 0.5 0.5 0 0 2 6 — 1 0 7.2 13.9 6.7 _JÏ-=+ 3 1.0 1.0 0 0 2.6 2 0 is ^ 7.0 14.2 7.2 —'-«-= + 3 1.2 1.2 0 0 2.6 5 0 6.4 3.8 —2.6 =-!! = — 1 2.2 2.2 0 0 2.6 4 0 7.1 3.6 —3.5 =1H = — 1 L2 1.2 0 0 3 0 7-5 10.4 2.9 -J?-= + 1 2.4 2.4 0 0 4 0 12.5 31.5 19.0 7 2.9 2.9 0 0 11 0 12.3 44.1 31.8 ~-=+12 3.6 4.4 0.8 = + 6 23 6 pi.9 9.3 —2.6 =-§! = — 1 3-8 6l1 28 ~ÖW = + 16 22 22 ■ ^ Berekening van de Ryzing en Daling in den Bergboezem. Stoombemaling Taeozyl- Toevoer uit Afvoer Groningen. Totale Ver- Rijzing: + - Begin- Laagwater- Fries- natuur- j be_ meerde- ° _ Binnen. Buiten- Op- Afvoer I °° land ,hJke I maling t0eV°er ™/ in den _ , berg- standen. buiten- loozmg. a in aen b water- voer- per Datum _ " berg- boezem boezem- Voorm. | Nam. slulzen- naar den bergboezem. boezem. oezem- stand_ hoogte_ etmaaU löy4. , stand- tiJ- Per getij. c M t /o Wk. P. millioenen M3. c.M. c.M. t /o. Z.P. \ M. mill- ' M3. 6 + 7 + 8 9 — 5 ~ 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 1*5 ^——— in | ~" Augustus 10 + 30 -17 4.9 ' 2.5 - 2.4 4.9 0.0 + 12 + 85 0.73 + 30 ___ — — —— 6.2 u + 30 — 6 3.7 2.3 — 2.4 4.7 1.0 ~~ +12 +71 0.59 + 35 —11 4.9 2.3 — 2.4 4.7 —0.2 6.2 19 + 34 — 7 4.3 2.1 - 2.4 4.5 0.2 ~ +12+81 0.69 + 1 + 35 — 9 4.6 2.2 — 2.4 4.6 0.0 6.2 0 13 + 35 + 12 2.3 1.6 — 2.2 3.8 1.5 + 14 +114 1.00 + 42 + 67 0.0 0.6 — 1.8 2.4 2.4 4.6 + 11 -m +53 + 63 0.0 0.0 — 1.6 1.6 1.6 + 15 +113 0.98 + 7 + 60 _74 14.7 2.9 — 2.4 5.3 —9.4 4.7 — 46 ik + 14 — 22 3.6 3.0 — 2.4 5.4 1.8 + 17 + 89 0.72 iö T + 10 + 24 —19 4.5 2.7 — 2.4 5.1 0.6 6.2 + 3 16 + 27 —22 5.2 2.8 0.7 ^ 3.5 —1.7 + 14 + 85 0.71 + 18 _40 5.8 3.0 1.7 ;2 4.7 —1.1 6.2 17 + 12 -40 5.1 3.0 1.7 jj> 4.7 -0.4 _ + 6 + 84 0.78 » j-' 1 p 2 + 10 _55 6.2 3.2 1.9 a 5.1 —1.1 5.9 1 <£> 7 18 + 3 _55 5.4 3.3 1.6 -~ 4.9 —0.5 + 3 + 84 0.81 0 —53 4.9 3.2 1.7 ^ 4.9 0.0 5.6+ « 0 iq 0 —60 5.5 3.3 1.6 * 4.9 —0.6 0 + 87 0.87 g _ 4 _ 4 —72 6.0 3.6 1.5 • . 5.1 —0.9 5.3 20 _ 10 - 69 5.2 3.5 2.1 f 5.6 0.4 ~~ + 3 + 96 0.93 _ 7 —25 1.5 2.9 1.3 | 4.2 2.7 + 4.9 + 17 21 +io —41 5.0 2.8 1.6 o» 4.4 -0.6 +3 +105 1.08 + 6 —61 6.2 3.1 2.0 5.1 —1.1 4.3 ^ — 7 22 — 1 ! i . I ! Te verwachten Boezemstanden. ** FRIESLAND. GRONINGEN. Totale Water" Toe- ! Door deze Ver- Totale jWater" Toe- | Door deze Ver- afV06r- j zwaar. name- t0ei^ra^rg" afT°er- | zwaar. naffie; '"ct^" ^ AANTEEKENWGEN. rijzing: + boezem-_ rijzing: + per etmaal. of daling: - stand. per etma!ll. «f dabng: - stand. mill. M3. c.M. c.M. + U. mill. M». c.M. c.B+WkP. T+15~~ . 17^16 ~7~~~] [22 — 2l| 16 ' 17') 18 19 20 21 I 222) j 28 24 25 j | j i 22 22 8.7 95; 0.8 X ■ ■ 0 2.4 ■ 3.6 ; 1.2-^ = 4- 8 Getij verspringt van 10 op 11 2.74 u.ioy Augustus. 22 | 30 .10.8. 9.7 - 1.1 - 0 4.8 15.1 0.3e^| = +2| 22 32 I 10.6 15.2! 4.7 =+2 4.8 4.5 -0.3bjf—" * 24 30 ! 6.8 10.0 3.2 _g-= + l 4.0 3.3 -0.7^=- 4 25 26 7.6 16.1 8.5 ~|| =+ 2 4.0 5.1 U 1M=+ 7 27 33 I 11.9 2.91- 9.0 =j°- = -8 4.8 1.8 -3.0 -=^ =-19 24 14 12.0 - 9.6 -21.6 -2^ = _8 2.4 3.2 0-87^f6=+5 16 19 12.1 4.0 - 7.6 _-3 3.6 2.1 — 1.5 ^=i§-= -11 13 | 8 ^12.1 3.9-8.2 -g =-3 3.3 2.2 -1.1 =^=- 8 10 0 12.2 I 18.7 6.5 _||- = 4-3 3.1 3.1 0 0 13 0 1 4 11.8 - 4.6 —16.9 1 = ^ = - 6 3.4 4.8 1.4 = +11 7 11 10.2 11.3 1.1 | 1A = 0 3.6 3.5 — 0.1 -0-^- = — 1 7 10 IL Berekening van het waterbezwaar in Friesland voor de periode luli—Augustus 1894. Boe- I t> •■ Ir, ■ t* Gemiddelde I Toename ' Mindere I Water- Rn- Oppervlakte bezwaar. P zem- | oppervlakte waternoe- atvoer der I standzln^' boezem. veelheid, j sluizen. | 6 + 7 1894. u ,c'i*U c.M. H.A. H.A. millioenen M». + ZF- ! . 1 2 8 4 5 6 7 8 Juli 26 12.1 I 26000 4.9 26000 12.7 2.8 16.5 27 17.0 26000 0.6 26000 1.6 2.7 4.3 28 17.6 26000 0.8 26000 2.1 2.8 4.9 29 18.4 26000 0.3 26000 0.8 1.7 2.5 30 I 18.7 26000 0.2 26000 0.5 2.7 3.2 31 | 18.9 26000 2.4 26400 6.3 2.4 8.7 Augustus 1 21.3 26800 — 0.2 26700 | —0.5 2.8 2.8 2 I 21.1 26600 j 3.8 29250 11.1 2.8 13.9 3 24.9 31900 3.2 35850 11.5 2.7 14.2 4 28.1 39800 0.8 40100 1.2 2.6 3.8 5 28.4 40400 0.2 40550 0.8 2.8 3.6 „ 6 28.6 40700 1.8 42250 7.6 2.8 10.4 7 30.4 48800 6.0 47800 28.7 2.8 31.5 8 36.4 51800 7.5 54625 I 41.0 3.1 44.1 „ 9 43.9 57450 1.1 57625 6.3 3.0 9.3 10 45.0 57800 >) Gemiddelde van de waterstanden in de 7 centrale waarnemingspunten. Boe- RH- I Oppervlakte I Gemidde,(le I Toename I Mindere Water- Datnm Mm- • . oppervlakte waterhoe- afvoer der Dezwaar- uainm. zmg_ boezem , „ ., , . / stand. boezem. veelheid. sluizen. 6 -f- 7 1894. — i - j _j_'z p eM. H.A. HA. millioenen M». 1 2 I 3 4 5 6 7 8 Augustus 10 45.0 j 57800 1.1 57950 6.4 3.1 9.5 I 11 46.1 68100 1.3 58200 7.6 2.1 9.7 „ 12 I 47.4 58300 2.0 58425 11.7 3.5 15.2 13 49.4 58560 1.3 58575 7.6 2.4 10.0 | 14 50.7 58600 2.3 58650 18.5 2.6 16.1 „ 15 58.0 58700 — 0.1 58700 — 0.6 8.5 2.9 „ 16 62.9 58700 — 2.2 58650 —12.9 3.3 — 9.6 jj 17 50.7 58600 0.2 58600 1.2 3.3 4.5 | 18 50.9 58600 0.1 58626 0.6 3.8 8.9 | 19 51.0 58650 2.6 58675 15.3 3.4 18.7 „ 20 68.6 - 58700 —1.3 58675 — 7.6 8.0 — 4.6 S 21 52.8 58650 1.4 58700 8.2 3.1 11.3 22 53.7 58750 — 1.1 58725 — 6.5 8.2 — 3.3 | 23 52.6 58700 — 0.5 58675 — 2.9 4.6 1.7 „ 24 52.1 58650 — 0.8 58650 — 4.7 4.4 — 0.8 „ 25 51.3 58650 —1.6 58600 — 9.4 6.9 — 2.5 | 26 49.7 58550 —1.4 58500 — 8.2 8.2 0.0 „ 27 48.3 58450 HL. Berekening van het waterbezwaar in Groningen voor de periode Juli—Augustus 1894. Boe- I n i ui. Gemiddelde I Toename L. _ , I WaterEi)- Oppervlakte Afvoer der t,ezwaar „ . zein- oppervlakte waterhoe- , . Datum. ain». boezem. , ,, . , sluizen. I stand. boezem. veelheid. 6 + 7. 1894. „u i\ 1 ,c-,„; 4 cM. H.A H.A. millioenen M». +Wk.P. 1 23 4 5 6 7 8 i I I I Juli 26 20 1500 5 1538 0.77 1.19 2.0 , 27 25 1575 — 5 1538 — 0.77 1.97 1.2 , 28 20 1500 — 2 H88 —0.30 1.05 0.8 29 I 18 1475 — 2 1463 —0.29 2.11 1.8 30 16 1460 0 1450 0.00 1.91 1.9 31 16 1450 — 4 1425 —0.57 I 1.65 1.1 Augustus 1 12 1400 0 1400 0.00 0.46 0.5 2 12 1400 — 1 1394 —0.14 1.14 1.0 3 11 1388 0 1388 0.00 1.18 1.2 4 11 1388 7 1431 1.00 1.20 2.2 5 18 1475 — 1 1469 —0.15 1.30 1.2 , 6 17 1463 3 1481 0.44 1.92 2.4 7 20 1500 5 1538 0.77 2.11 2.9 , 8 25 1575 10 1650 1.65 2.73 4.4 9 35 1725 18 1880 3.38 2.69 6.1 10 53 2075 ») Waterstand in het Reitdiep bjj den eerstvoorgekomen opslag per dag der Provinciale zeesluis. I Boe- I -o» n i t_i Gemiddelde Toename Water- Rn- Oppervlakte 'Afvoer der bezwaar. n„<-„m ! zem- I ■ , oppervlakte waterhoe- , , . udium. zing. boezem , ,, ., sluizen. j stand. boezem. veelheid. | 6 -f- 7 i894- P7m ~i ~ i !-|-WkP c H.A. H.A. uiillioenen BI1. 1 2 3 4 5 6 7 8 ——_____ I lil Augustus 10 53 2075 8 2180 1.74 1.87 3.6 I 11 61 2285 4 2355 0.94 4.16 5.1 „ 12 65 2425 1 2443 0.24 4.28 4.5 „ 13 I 66 2460 6 2565 1.54 1.78 3.3 „ 14 72 2700 6 2850 1.71 3.37 5.1 „ 15 78 3000 — 8 2800 — 2.24 3.98 1.7 „ 16 70 2600 — 2 2565 — 0.51 3.67 3.2 „ 17 68 2530 — 8 2890 — 1.91 4.08 2.1 „ 18 60 2250 — 8 2150 — 1.72 3.90 2.2 I 19 52 2050 — 4 2000 — 0.80 ) 3.94 3.1 „ 20 48 1960 8 2050 1.64 3.14 4.8 „ 21 56 2150 — 1 2138 — 0.21 8.72 8.5 i 22 55 2125 0 2125 0.00 3.68 3.7 * 23 55 2125 — 10 2000 — 2.00 5.00 8.0 „ 24 45 1900 — 2 1880 — 0.881 4.28 3.9 „ 25 43 1860 — 8 1785 — 1.43 5.00 3.6 „ 26 35 1725 — 8 1703 — 0.51 2.63 2.1 „ 27 82 1680 IV. Nadere omschrijving der berekening van de te verwachten boezemstanden in Friesland en Groningen voor de periode Juli—Augustus 1894 (Geval O). 26 Juli 1« getij. Friesland: Begin Verval 0 + 26 — 0 = 26 c.M. Afvoer per getij 2.10 mill. MA max. „ 26 + 35 =61 „ , „ „ 3.25 „ eind j 26 +11 + 1 = 38 „ . , „ 2.60 „ „ 0.4 (2.60-2.10) = 0 4 X 0.5 = + 0.20 Afvoer Friesche sluis 0.30 2.675 mill, M'. Samen 3.2 mill. M*. Groningen: blijft op Wk.P. dus is de afvoer 2.0 * n de helft van net water bezwaar = ï.u „ „ toevoer naar den bergboezem 4.2 mill. M . Afvoer door de buitensluizen 5.9 mill. M3., dus afname bergboezem = 5.9 — 4.2 = 1.7 „ „ geeft daling van 11 c.M.; (1600 — 7 x 11)1100 = 1.68 „ „ 2e getij. Friesland: Begin verval 1 + 26 + 11 = 38 c.M. Afvoer per getij 2.60 mill. Ms., g ^ ^ ^ max. „ 38 + 25 =63 , „ „ „ 3.30 „ „ ) eind „ 38+ 0+ 2 = 40 , „ 2.60 „ „ 0.4(2.60 — 2.60) =0.4 x 0.00 = 0.00 „ , Afvoer Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.3 mill. M». Groningen: voert af ~ ^ 9 * toevoer naar den bergboezem 4.3 mill. M3. Afvoer buitensluizen 4.3 mill. M3., dus afname bergboezem = 4.3 — 4.3 = 0.0 „ „ geeft daling 0 c.M. Totaal-afvoer uit Friesland op 26 Juli is 3.2 + 3.3 = 6.5 mill. M3.; het waterbezwaar is 15.5 mill. M3., dus toename is 15.5 — 6.5 m 9.0 mill. M3.; geeft een rijzing van 3 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is 1.0 + 1.0 = 2.0 mill. M»., dit is gelijk aan het waterbezwaar, dus rijzing = 0 c.M. en blijft Groningen op Wk.P. 27 Juli eeitig getfj. Friesland : Begin verval 3 + 26 + 11 = 40 c.M. Afvoer per getij 2.60 mill. M'., max. „ 40 + 18 =58 „ , „ „ 3.20 „ . j ^-90 mill. M8. eind s 40 — 6 =34 „ „ „ „ 2.40 „ „ 0.4(2.40—2.60)=0.4x+0.2=+0.08 „ ( Afvoer Friesche sluis 0.30 , „ Samen 3.1 mill. M'. Groningen: blijft op Wk.P. dus totaal-afvoer = waterbezwaar 1.2 „ toevoer naar den bergboezem 4.3 mill. M8. Afvoer buitensluizen 3.4 mill. M8. dus toename bergboezem = 4.3 — 3.4 = 0.9 „ „ geeft rijzing van 6 c.M. (1446 + 7 x 6)600 = 0.89 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 27 Juli is 3.1 mill. M8.; het waterbezwaar is 4.3 mill. M8., dus toename 4.3 — 3.1 = 1.2 mill. M8.; geeft rijzing = 0 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus bhjft Groningen op Wk.P. 28 Juli 1» getij. Friesland: Begin verval 3 + 26 + 5 = 34 c.M. Afvoer per getij 2.40 mill. M8. / max. „ 34 + 29 = 63 „ „ . „ 3.30 . . 12-85 mill. M8. eind „34+7 = 41 , „ „ „ 2.65 , , 0.4(2.65—2.40)=0.4x 0.25=+ 0.10 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.2 mill. M8. (Als men dit tot 3.3 mill. M8. afrondde, zou de bergboezem slechts 6 c.M. dalen.) Groningen: loost dit getij het geheele waterbezwaar . . 0.8 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.0 mill. M8. Afvoer buitensluizen 5.0 mill. M8. dus afname bergboezem = 5.0 — 4.0 = 1.0 „ „ geeft daling 7 c.M. (1530 — 7 x 7) 700 = 1.04 „ „ 2« getij. Friesland: Begin verval 3 4- 26 + 12 = 41 c.M. Afvoer per getij 2.65 mill. M8.) max. „41 + 18 =59 , „ , „ 3.20 , „ 12-925mill.M8. eind „ 41+1-1=41 „ „ „ „ 2.65 „ „ 0.4(2.65 — 2.65)= 0.00 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.2 miU. M8. Groningen: voert dit getij niets af 0.0 s „ toevoer naar den bergboezem 3.2 mill. M8. Afvoer buitensluizen 3.3 mill. M8. dus afname bergboezem 3.3 — 3.2 = 0.1 „ „ daling 1 c.M. (1432 — 7 X 1) 100 = 0.14 „ Totaal-afvoer uit Friesland op 28 Juli is 3.2 + 3.2 = 6.4 mill. M8.; het waterbezwaar is 4.9 mill. M8., dus afname is 6.4 — 4.9 = 1.5 mill. M8., geeft daling 1 cM. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar; dus blijft Groningen op WTk.P. 29 Juli 1« getij. Friesland: Begin verval 2 + 26 + 13 = 41 c.M. Afvoer per getij 2.65 mill. M8. j. ,., 6 2.975 mill.M*. max. „ 41 + 22 =63 „ , „ „ 3.30 „ , ' eind „ 41— 2 =39 „ „ „ ,. 2.60 „ „ 0.4 (2.60 — 2.65) = + 0.02 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.3 mill. M3. 1 8 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = ~ 0.9 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.2 mill. M*. Afvoer buitensluizen 3.9 mill. M8. dus toename bergboezem 4.2 — 3.9 = 0.3 „ „ rijzing 2 c.M.; (1418 + 7 x 2)200 = 0.29 „ „ 2« getij. Friesland: Begin verval 2 + 26+11 = 39 c.M. Afvoer per getij 2.60 mill.M3. j max. , 39 + 19 = 58 , „ , 3.20 „ , ' eind , 39— 3— 1 = 35 „ , „ „ 2.45 , , 0.4 (2.45 — 2.60) = + 0.06 „ , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.1 mill. M8. 1 8 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = -+ 0.9 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.0 mill. M3. Afvoer buitensluizen 3.5 mill. M*., dus toename bergboezem 4.0 — 3.5 = 0.5 „ „ rijzing 3 c M. (1446 + 7 X 3) 300 = 0.44 * Totaal-afvoer uit Friesland op 29 Juli is 3.3 + 3.1 = 6.4 mill. M».; het waterbezwaar is 2.5 mill. M8., dus afname is 6.4 — 2.5 = 3.9 mill. Ms.; daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus blijft Groningen op Wk.P. 30 Juli l* getij. Friesland: Begin verval 1 + 26 + 8 = 35 c.M. Afvoer p. getij 2.45 mill. M».) „ „ _ ... „ „ 2.85 mill.M3. max. „ 35 + 26 = 61 „ „ „ „ 3.25 „ „ I eind „ 35+ 2 = 37 „ , , „ 2.55 „ „ 0.4 (2.55 — 2.45) = + 0.04 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.2 mill. M8. 1.9 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = -^- 1.0 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.2 mill. M . Afvoer buitensluizen 4.5 mill. M3., dus afname bergboezem 4.5 — 4.2 = 0.3 „ „ daling 2 c.M.; (1488 - 7 x 2) 200 = 0.29 „ 2« getij. Friesland: Begin verval 1 + 26 + 10 = 37 è.M. Afvoer per getii 2.55 mill. M8.) „ « to ooa 2.875mill.M8. max. „ 37 + 21 =58 „ „ „ „ 3.20 „ „ » eind „ 37— 1— 1 = 35 „ „ „ „ 2.45 „ „ 0.4(2.45 —2.55) =+0.04 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.1 mill. M8. 1.9 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = -j^- 0.9 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.0 mill. M\ Afvoer buitensluizen 3.8 mill. M8. dus toename bergboezem 4.0 — 3.8 = 0.2 „ „ rijzing 1 c.M. (1460 + 7 x 1) 100 = 0.15 , „ Totaal-afvoer uit Friesland op 30 Juli 3.2 + 3.1 = 6.3 mill. M8.; waterbezwaar is 3.2 mill. M*., dus afname is 6.3 — 3.2 = 3.1 mill. M8.; daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus bhj'ft Groningen op Wk.P. 31 Juli 1« getij. Friesland: Begin verval 0 + 26 + 9 = 35 c.M. Afvoer p. getij 2.45 mill. Ms. 1 ~ oc , oo co „ „„ 2.825mill.M*. max. , 35 + 23 = 58 „ „ „ „ 3.20 „ , I eind „ 35+3 =38 , „ „ „ 2.60 „ 0.4 (2.60 — 2.45) =+0.06 , „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.2 mill. M8. Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = 0.5 „ „ toevoer naar den bergboezem 3.7 mill. M8. Afvoer buitensluizen 4.1 mill. M8. dus afname bergboezem 4.1—3.7 = 0.4 „ „ daling 3 c.M.; (1474 — 7 x 3) 300 = 0.44 , „ 2« getfl. Friesland: Begin verval 0 + 26 +12 = 38 c.M. Afvoer per getij 2.60 mill. M8.) max. „ 38 + 24 =62 , „ „ , 3.30 , J 2.95 mill. M8. eind „ 38+ 3+ 1 = 42 „ , 2.70 „ „ 0.4 (2.70 — 2.60) =+0.04 , „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.3 mill. M8. Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = 0.5 , , toevóer naar den bergboezem 3.8 mill. M8. Afvoer buitensluizen 4.2 mill. M8. dus afname bergboezem 4.2 — 3.8 = 0.4 » „ daling 3 c.M. (1432 — 7 x 3) 300 = 0.42 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 31 Juli 3.2 + 3.3 = 6.5 mill. M8.; waterbezwaar is 8.7 mill. M8.; toename 8.7 — 6.5 = 2.2 mill. M8.; rijzing 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus blijft Groningen op Wk.P. 1 Augustus le getij. Friesland: Begin verval 1 4- 26 + 15 = 42 c.M. Afvoer per getij 2.70 mill.M3. )„ nn- ... 6 ' r & j J3.00 mill. M3. max. „ 42 + 21 =63 , . , „ 3.30 , , ) eind I 42— 1— 1 = 40 „ „ „ ■ , 2.60 „ „ 0.4 (2.60 — 2.70) = + 0.04 , , Friesche sluis 0 30 „ „ Samen 3.3 mill. M8. Groningen: loost het geheele waterbezwaar 05 „ „ toevoer naar den bergboezem 3.8 mill. Ms. Afvoer buitensluizen 3.7 mill. Ms., dus toename bergboezem 3.8 — 3.7 = 0.1 „ w rijzing 1 c.M. (1390 + 7 x 1)100 = 0.14 „ i 2e getij. Friesland: Begin verval 0 + 26 + 14 = 40 c.M. Afvoer per getij 2.60 mill. M8. j ... }3.10 mill. M8. max. „ 40 + 36 =76 „ 3.60 , ,„ \ eind „ 40 + 15— 1 = 54 „ „ „ , 3.10 , J 0.4 (3.10 — 2.60) = + 0.20 „ , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.6 mill. M3. Groningen: loost dit getij niets 0.0 „ „ toevoer naar den bergboezem 3.6 mill. M8. Afvoer buitensluizen 5.5 mill. M3. dus afname bergboezem 5.5 — 3.6 = 1.9 „ „ daling 15 c M. (1404 — 7 X 15)1500 = 1.9& B „ Totaal-afvoer uit Friesland op 1 Augustus 3.3 + 3.6 = 6.9 mill. M3.; waterbezwaar is 2 3 mill. M8., dus afname 6.9 — 2.3 = 4.6 mill. M8; daling 2 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus blijft Groningen op Wk.P. 2 Augustus le getij. Friesland: Begin verval —1 + 26 + 29 = 54 c.M Afvoer p. getij 3.10 mill. M8. j ^ max. „ 54 + 15 =69 , „ „ „ 3.45 , „ 1 mi • • eind „ 54 — 10+ 1 =45 „ „ , 2.80 „ , 0.4 (2.80 — 3.10) = + 0.12 , „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.5 mill. M3. Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = -+ 0.5 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.0 mill. M8. Afvoer buitensluizen 2.8 mill. M3. dus toename bergboezem 4.0 — 2.8 = 1.2 „ , rijzing 10 c.M. (1194 + 7 x 10) 1000 = 1.264 „ j 2« getij. Friesland: Begin verval 0 + 26 + 19 = 45 c.M. Afvoer per getij 2.80 mill. M8. j g 2& ^ MJ max. „ 45 + 36 =81 „ „ „ „ 3.70 ,, „ ' ' eind „ 45 +10 + 2 = 57 „ „ „ „ 3.15 „ „ 0.4 (3.15 — 2.80) = + 0.14 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.7 mill. M3. Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = -jr- 0.5 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.2 mill. M3. Afvoer buitensluizen 5.4 mill. M8. dus afname bergboezem 5.4 — 4.2 = 1.2 „ „ daling 10 c.M. (1334 — 7 x 10)1000 = 1.264 „ , Totaal-afvoer uit Friesland op 2 Augustus 3.5 4- 3.7 = 7.2 mill. M8. waterbezwaar 13.9 mill. M8., dus toename 13.9 — 7.2 = 6.7 mill. M8., dus rijzing 3 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelyk aan het waterbezwaar, dus blijft Groningen op Wk.P. 3 Augustus le gety. Friesland: Begin verval 2 + 26 + 29 = 57 c.M. Afvoer per getij 3.15 mill. M8. i max. „ 57 4-8 =66 , . . . 3.35 „ „ 13.25 mill. M8. eind „ 57 — 18+ 1=40 „ B „ 2.60 0.4 (2.60 — 3.15) = + 0.22 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.3 mill.M8. Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = 0.6 „ „ toevoer naar den bergboezem . 3.9 mill. M8. Afvoer buitensluizen 1.6 mill. M8. dus toename bergboezem 3.9 —1.6 = 2.3 „ „ rijzing 18 c.M. (1194 + 7 x 18) 1800 = 2.376 „ (De rijzing zou dus slechts 17 c.M. bedragen, echter zou dan het eind-verval voor Friesland worden 41 c.M. en de totaal-afvoer voor Friesland 3.4 mill. M8. waardoor de rijzing ruim 18 c.M. zou worden. Om deze reden is de 18 c.M. aangehouden.) 2e gety. Friesland: Begin verval 3 + 26 + 11 = 40c.M. Afvoerper getij 2.60 mill. M8.) max. „40 + 41 =81 , „ „ , 3.70 \ „ j3-16 milL M*eind „ 40 + 14+ 2 = 56 „ „ „ 3.10 0.4 (3.10 — 2.60) = + 0.20 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.7 mill. M8. 1 2 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = -jr- 0.6 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.3 mill. M*. Afvoer buitensluizen 6.2 mill. M8. dus afname bergboezem 6.2 — 4.3 = 1.9 „ „ daling 14 c.M. (1446 — 7 x 14) 1400 = 1.89 „ Totaal-afvoer uit Friesland op 3 Augustus 3.3 + 3.7 = 7.0 mill. M8.; waterbezwaar 14.2 mill. M8., dus toename 14.2 — 7.0 = 7.2 mill. M8.; geeft rijzing 3 c.M. Totaal-afvoer voor Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus blijft Groningen op ,Wk.P. 4 Augustus le getQ. Friesland: Begin verval 5 + 26 + 25 = 56 c.M. Afvoer per getij 3.10 mill. M».) max. , 56+ 6 =61 „ 3.25 J 3.175 mill.M8. eind „ 56—23 =33 „ „ , 2.40 0.4 (2.40 — 3.10) = + 0.28 „ „ Friesche sluis 0.30 „ , Samen 3.2 mill. M8. Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = ~ 1.1 toevoer naar den bergboezem 4.3 mill. M8. Afvoer buitensluizen 1.0 mill. Ms. dus toename bergboezem 4.3 — 1.0 = 3.3 „ „ rijzing 23 c.M. (1250 + 7 x 23) 2300 = 3.26 „ „ 2e getij. Friesland: Begin verval 5 + 26+ 2 = 33 c.M. Afvoer per getij 2.40 mill.M8. )„ n_ ... 6 2.85 mill. M8. max. , 33 + 30 =63 „ „ „ 3.30 „ „ I eind „ 33+ 6— 1 = 38 „ „ , , 2.60 , „ 0.4 (2.60 — 2.40) = + 0.08 , „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.2 mill. Ms. 2.2 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = -+ 1.1 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.8 mill. M8. Afvoer buitensluizen 5.2 mill. M8. dus afname bergboezem 5.2 — 4.3 = 0.9 „ „ daling 6 c.M. (1572 — 7 x 6)600 = 0 92 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 4 Augustus 3.2 + 3.2 = 6.4 mill. M8.; waterbezwaar is 3.8 mill. M3. dus afname 6.4 — 3 8 = 2.6 mill. M8.; daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus blijft Groningen op Wk.P. 5 Augustus le gety. Friesland: Begin verval 4 + 26 + 8 = 38 c.M. Afvoer per getij 2.60 mill. Ms. j ^ ^s max. j 38 + 35 =73 „ , „ „ 3.65 „ „ I m • • eind „ 38 + 11 =49 „ „ w , 2.95 „ „ 0.4 (2.95 — 2.60) = + 0.14 „ . Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.5 mill. M8. 1.2 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = ....... 0.6 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.1 mill. M3. Afvoer buitensluizen 5.6 mill. M8. dus afname bergboezem 5.6 — 4.1 = 1.5 , „ daling 11 c.M. (1488 — 7 x 11)1100 = 1.55 „ „ 2e gety. Friesland: Begin verval 4 + 26 + 19 = 49 c.M. Afvoer per getij 2.95 mill.M3. i MS max. , 49 + 28 =77 , » „ , 3.65 „ , I ' m • ' eind , 49+ 2— 1 =50 „ , , , 3.00 , „ 0.4 (3.00 — 2.95) = + 0.02 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.6 mill. M3. 1.2 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = 0.6 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.2 mill. M3. Afvoer buitensluizen 4.5 mill. M8. dus afname bergboezem 4.5 — 4.2 = 0.3 „ „ daling 2 c.M. (1334 — 7 X 2) 200 = 0.264 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 5 Augustus 3.5 + 3.6 = 7.1 mill. M8.; waterbezwaar is 3.6 mill. M8., dus afname 7.1 — 3.6 = 3.5 mill. M8.; daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus blijft Groningen op Wk.P. 6 Augustus 1» gety. Friesland: Begin verval 3 + 26 + 21 =50 c.M. Afvoer per getij 3.00 inill.M'.)„ lr. .„ ' 3.45 mill.M3. max. „ 50 + 38 =88 | j „ 8.90 „ , I eind „ 50 + 4 = 54 „ „ „ „ 3.10 „ „ 0.4 (3.10 — 3.00) = + 0.04 , „ Friesche sluis 0.30 „ , Samen 3.8 mill. M». 2.4 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = -+ 1.2 „ „ toevoer naar den bergboezem , . 5.0 mill. M8. Afvoer buitensluizen 5.5 mill. M8. dus afname bergboezem 5.5 — 5.0 = 0.5 „ „ daling 4 C.M. (1306 — 7 x 4) 400 = 0.51 „ n 2« geUj. Friesland: Begin verval 3 + 26 + 25 = 54 c.M. Afvoer per getij 3.10 mill. M8. j ^ HM* max. „ 54 + 27 =81 „ „ „ 3.70 „ „ ! ' ' ' eind „ 54— 5+ 1 = 50 „ „ „ „ 3.00 „ „ 0.4 (3.00 — 3.10) = + 0.04 „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.7 mill. M». 2.4 Groningen: loost de helft vau het waterbezwaar = . 1.2 „ „ toevoer naar den bergboezem - .... 4.9 mill. M8. Afvoer buitensluizen 4.3 mill. M8. dus toename bergboezem 4.9 — 4.3 = 0.6 „ „ rijzing 5 C.M. (1250 + 7 x 5) 500 = 0.64 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 6 Augustus 3.8 + 3.7 = 7.5 mill. M8.; waterbezwaar 10.4 mill. M3.; toename 10.4 — 7.5 = 2.9 mill. M8.; rijzing 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus blijft Groningen op Wk.P. 7 Augustus le getij. Friesland: Begin verval 4 + 26 + 20 = 50 c.M. Afvoer per getij 3.00 mill. M8.) „ „ ., ca i a ba «™ 3.15 mill. M8. max. „ 50 + 14 = 64 „ „ „ „ 3.30 „ „ I eind „ 50—14+ 3 = 39 9 „ 2.60 0.4 (2.60 — 3.00) = + 0.16 „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.3 mill. M8. . 2 9 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = -jr- 1.4 „ , toevoer naar den bergboezem 4.7 mill. M8. Afvoer buitensluizen 2.7 mill. M8. dus toename bergboezem 4.7 — 2.7 = 2.0 „ „ rijzing 14 c.M. (1320 + 7 X 14) 1400 = L99 „ „ 2« getij. Friesland: Begin verval 7 + 26+ 6 = 39 c.M. Afvoer per getij 2.60 mill. M8.)„ _ .„ on , 00 „ 2.975 mill. M8. max. , 39 + 26 = 65 „ „ „ * 3.35 „ „ i eind „ 39— 1+ 4 = 42 „ „ „ , 2.70 „ 0.4 (2.70 — 2.60) = + 0.04 „ , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.3 mill. M8. , 2 9 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = 1.5 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.8 mill. M8. 3.40 mill. M". Afvoer buitensluizen 4.6 mill. M8. toename bergboezem 4.8 — 4.6 = 0.2 „ „ rijzing 1 o.M. (1516 + 7 x 1) 100 = 0.15 „ , Totaal-afvoer uit Friesland op 7 Augustus = 3.3 + 3.3 + 5.9 (stoomgemaal) = 12.5 mill. M8.; waterbezwaar is 31.5 mill. M3., toename 31.5 —12.5 = 19.0 mill. M8.; rijzing 7 c.M.; 7 x 2.6 = 18.2 mill. M8. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan hel waterbezwaar, dus büjft Groningen op Wk.P. Augustus le get\j. Friesland: Begin verval 11 + 26 + 5 = 42 c.M. Afvoer per getij 2.70 mill. M8. j g 1Q mm Ma max. „ 42 + 28 =70 „ „ „ „ 3.50 „ „ i eind „ 42— 2+ 6 = 46 „ , B „ 2.80 „ „ 0.4 (2.80 — 2.70) = + 0.04 , „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.4 mill. M8. Groningen: Begin verval 0+5 = 5c.M.l ^M max. „ 5 + 28 ' = 33 „ j eind . 5— 2+ 3= 6 , 0.4 (6 — 5) = 0.4 , 19.4 c.M. Afvoer per getij 1.8 „ . toevoer naar den bergboezem 5-2 mil1- Afvoer buitensluizen 4.9 mill. M8. dus toename bergboezem 5.2 — 4.9 = 0.3 „ „ rijzing 2 c.M. (1530 + 7 x 2) 200 = 0.3 „ „ 2e gety. Friesland: Begin verval 17 + 26 + 3 = 46 c.M. Afvoer per getij 2.80 mill. M8. jg OA miU M, max. „ 46 + 28 =74 „ . . . 3.60 „ . \ eind ; 46- 3 + 6 = 49 „ „ , . 2.95 . ■ 0.4 (2.95 — 2.80) = + 0.06 , , Friesche sluis 0.30 „ » Samen 3.6 mill. M8. Groningen: Begin verval 3+3 = 6c.M. \ max. „ 6 + 28 = 34 . 20 c.M. Afvoer per getij 1.8 , » eind < 6— 3+ 3= 6 „ ' —- . . .5.4 mill. Ms. toevoer naar den bergboezem Afvoer buitensluizen 4.9 mill. M». dus toename bergboezem 5.4 - 4.9 = 0.5 , , rijzing 3 c.M. (1558 + 7 x 3) 300 = 0.47 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 8 Augustus 3.4 + 3.6 + 5.3 (s.g.) = 12.3 mill. M8.; waterbezwaar is 44.1 mill. M8., toename 44.1-12.3 = 31.8 mill. M8; rijzing = 12 c.M.; 9 x 2.6 + 3 X 2.7 = 30.5 mill. M8. Totaal-afvoer uit Groningen is 1.8 + 1.8 = 3.6 mill. M8.; waterbezwaar is 4.4 mill. M8., dus toename 4.4 — 3.6 = 0.8 mill. M8.; rijzing 6 c.M.; 0.1305 x 6 = 0.783 mill. M8. 9 Augustus 1« getij. Friesland: Begin verval 23 + 26 + 0 = 49c.M. Afvoer per getij 2.95 mill. M8.) _ max. . 49 + 12 =61 . , . . 3.25 . J«-W imlL eind „ 49 — 12 =37 „ n „ 2.55 „ [ 0.4 (2.55 — 2.95) = + 0.16 , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.2 mill. M». Groningen: Begin verval 6+0 =6 c.M. \ max. „ 6 + 12 =18 „ (12 c.M. Afvoer per getij 1.4 „ „ eind , 6 — 12 + 12= 6 j ' toevoer naar den bergboezem 4.6 mill. M8. Afvoer buitensluizen 2.5 mill. M'. dus toename bergboezem 4.6 — 2.5 = 2.1 , „ rijzing 12 c.M. (1600 + 7 x 12) 1200 = 2.02 „ „ 2e g-etij. Friesland: Begin verval 23 + 26—12 = 37 c.M. Afvoer per getij 2.55 mill. M*.) „_ , ._ „ 12.68 mill. M3. max. . 37+ 8 =45 , „ „ 2.80 B „ ' eind , 37 — 18— 1=18 , , „ „ 1.80 „ , 0.4 (1.80 — 2.55) = + 0.30 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.7 mill. M8. Groningen: (stoomgemaal) Aanvangstand bergboezem + 12 j g laagste „ „ + 4l eind „ + 30 0.4(30 — 12) = + 7*c.M. gemidd. stand bergboezem +15 aanvangstand Leekstermeer +18) , 9A eind „ , +22| + gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 34 c.M.1) (bij afv. 2.4 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) : + 14 „ opvoerhoogte stoomgemaal 15 +14 = 29 c.M. Afvoer p. getij 2.4 „ 9 toevoer naar den bergboezem >.i . 5.1 mill. M8. Afvoer buitensluizen 1.8 mill. M3. dus toename bergboezem 6.1 —1.8 = 3.3 „ „ rijzing 18 c.M. (1768 + 7 x 18) 1800 = 3.4 „ „ ') Hoewel bg een gemiddelde opvoerhoogte van het stoomgemaal van 80 c.M. natuurljjk gedurende een gedeelte van het getjj die opyoerhoogte meer dan 30 cM. bedraagt, dus gedurende dat gedeelte van hot getjj de opbrengst minder bedraagt dan 6 X 540 = 3240 Ms per minuut (overeenkomende met 2.4 millioen MJ per getij) en derhalve het stoomgemaal geen 2.4 millioen M3 opbrengt, is toch om de reeds zeer uitvoerige berekeningen nog niet veel omslachtiger te maken de opbrengst steeds berekend naar de gemiddelde opvoerhoogte. Bjj een gemiddelde opvoerhoogte van 30 of ongeveer 80 c.M. wordt dus de opbrengst van het stoomgemaal te groot aangenomen, maar daartegenover staat dat dan in die gevallen de totale hoeveelheid van loozing te gering wordt genomen, door alsdan niet in rekening te brengen de loozing van de Hunsingosluis. In die omstandigheden toch zal altijd gedurende een gedeelte van het getij die sluis natuurlijk kunnen loozen. De hoeveelheid die het stoomgemaal bjj gemiddeld 30 c.M. opvoerhoogte minder opbrengt door het gedurende een gedeelte van den tijd met meer dan 30 c.M. opvoerhoogte te moeten werken, zal ongeveer 100000 M3 per getij bedragen. Stelt men daartegenover de hoeveelheid door de Hunsingosluis geloosd, dan is binnen de grenzen van afronding (tot 100000 M' per getij) de in rekening gebrachte hoeveelheid van de totale loozing (stoomgemaal + Hunsingosluis) volkomen juist. Totaal-afvoer uit Friesland op 9 Augustus 3.24-2.7 + 6.0(s.g.) =11.9 mill. MA waterbezwaar is 9.3 mill. M3., afname 11.9 — 9.3 = 2.6 mill. M3. ; daling 1 c.M.; 1x2.8 = 2.8 mill. M8. Totaal-afvoer uit Groningen 1.4 + 2.4 (s.g.) = 3.8 mill. M8.; waterbezwaar is 6.1 mill. M8.; toename 6.1 — 3.8 = 2.3 mill. M8.; rijzing 16 c.M.; 16 x 0.143 = 2.288 mill. M*. 10 Augustus eenig getij. Friesland: Begin verval 22 + 26 - 30 = 18 c.M. Afvoer per getij 1.80 mill. M3. j max. . 18 + 21 =39 . 2.60 , , 2.20 mill. M3. eind „ 18 4- 0 4- 0 = 18 , . . . 1-80 , , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.5 mill. M8. Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem 4 30 \ laagste „ » + 9J4-19. eind , ■ 4 30! aanvang „ Leekstermeer + 22) g eind 1 „ 4- 30» gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 34 c.M. (bij afv. 2.4 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) + 8 opvoerh. stoomgemaal: 198 + 8 = 27* c.M.; Afvoer per getij 2.4 „ » toevoer naar den bergboezem 4.9 mill. M8. ' Afvoer buitensluizen 4.9 mill. M3., dus komt de bergboezem na dit getij weder terug op + 30. Totaal-afvoer uit Friesland op 10 Augustus 2.5 4 6.2 (s.g.) = 8.7 mill. M3.; waterbezwaar is 9.5 mill. M3.; toename 9.5 — 8.7 = 0.8 mill. M8.; rijzing 0 c.M. Afvoer uit Groningen 2.4 mill. M8. (s.g.); waterbezwaar is 3.6 mill. M3.; toename 3.6-2.4 = 1.2 mill. M3.; rijzing 8 c.M.; 8 X 0.159 = 1.254 mill. M3. 11 Augustus le getij. Friesland: Begin verval 22 4- 26 - 30 = 18 c.M. Afvoer per getij 1.80 mill. M3. )%1Q mflL M„ max. J 18 + 15 =33 » . . , 2.40 , „ « eind „ 18— 5+ 0 = 13 , , , ■ 1.50 „ , 0.4(1.50 —1.80) = + 0.12 ,• . Friesche sluis 0.30 „ » Samen 2.3 mill. M8. Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem +30) laagste „ « +15\ eind „ ■ -|-36 0.4 (35 — 30) = 2 gem. stand bergboezem 4-245c.M. aanvangstand Leekstermeer + 30 j eind „ ■ + 3H gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 34 , (bij afv. 2.4 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) + 3B opvoerh. stoomgemaal 24» + 35 = 28 c.M.; afvoer per getij 2.4 . , toevoer naar den bergboezem 4.7 mill. M Samen 2.3 mill. M3. Afvoer buitensluizen 3.7 mill. M3., dus toename bergboezem , 4.7 — 3.7 = 1.0 „ „ ryang 5 c.M. (2020 + 7 x 5) 500 = 1.028 „ „ 2« getij. Friesland: Begin verval 22 + 26—35 = 13 c.M. Afvoer per getij 1.50 mill. M8.) ~ -io , oa nn „ 1-95 mill.M'. max. „ 13 + 20 =33 „ „ „ „ 2.40 „ „ I eind „13+1 =14 „ „ ? 1.60 „ „ 0.4(1.60 — 1.50)= 0.04 „ , „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.3 mill. M8. Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem + 351 laagste „ „ +151 eind „ „ 4-34 0.4(34 — 35) = -+ 0* gemidd. stand bergboezem 4- 24B aanvangstand Leekstermeer + 31 j eind „ „ +32i+315 gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 34 c M. (bij afv. J2.4 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) ~ 2B „ opvoerhoogte stoomgemaal 24.8 + 25 = 27 c.M. Afv. p. getij 2.4 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.7 mill. M8. Afvoer buitensluizen 4.9 mill. Ms. dus afname bergboezem 4.9 — 4.7 = 0.2 „ „ daling 1 c.M. (2090 - 7 x 1) 100 = 0.208 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 11 Augustus 2.3 + 2.3 + 6.2 (s.g.) = 10.8 mill. M8.; waterbezwaar is 9.7 mill. M3., afname 10.8 — 9.7 = 1.1 mill. M8.; daling 0 c.M. Totaal-afvoer uit-Groningen 2.4 + 2.4 = 4.8 mill. M*. (s.g.) waterbezwaar is 5.1 mill. M8.; toename 5.1 — 4.8 = 0.3 mill. M8.; rijzing 2 c.M.; 2 x 0.1665 = 0.333 mill. M8. 12 Augustus le gety. Friesland: Begin verval 22 + 26 — 34 = 14 c.M. Afvoer per getij 1.60 mill. M8. j max. „ 144-18 = 32 „ , . 2.40 „ „ 2.00 mill. M8. eind „ 14— 1+ 1 = 14 „ „ „ . 1.60 „ „ ' Friesche sluis (stel) 0.10 , „ Samen 2.1 mill. M8. Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezen + 34) laagste , „ 4-16' eind „ „ +35 0.4(35 — 34)= 0* gemidd. stand bergboezem 4-256 aanvangstand Leekstermeer + 32) eind „ „ +3ll gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 34 c.M. (bij afv. 2.4 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) + 26. „ opvoerhoogte stoomgemaal 25* + 26 = 28 c.M. Afv. p. getij 2.4 , „ toevoer naar den bergboezem 4.5 mill. M8. Afvoer buitensluizen 4.3 mill. M8. dus toename bergboezem 4.5 — 4.3 = 0.2 „ „ rijzing 1 c.M. (2076 + 7 x 1) 100 = 0.208 „ „ 2« getij. Friesland: Begin verval 23 + 26—35 = 14 c.M. Afvoer per getij 1.60 mill. M8. j g QQ miU M, max. - 14+20 =34 , , „ „ 2.40 „ . I eind , 14+0+ 1 = 15 J , 1-65 , , 0.4(1.65 — 1.60)= 0.02 , „ Friesche sluis (stel) 0.20 „ „ Samen 2.2 mill. M8. Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem + 35 > laagste „ „ +15+25 eind ff l +35' aanvang „ Leekstermeer -+- 311 6 eind , . + 30^ gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 34 c.M. (bij afv. 2.4 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) + 3S J opvoerhoogte stoomgemaal 25 + 38 = 288 c.M. Afv. p. getij 2.4 v , toevoer naar den bergboezem 4.6 mill. M8. Afvoer buitensluizen 4.6 mill. M8. dus komt de bergboezem na dit getij weder terug op +35. Totaal-afvoer uit Friesland op 12 Augustus 2.1 + 2.2 + 6.2 (s.g.) = 10.5 mill. M8.; waterbezwaar is 15.2 mill. M3.; toename 15.2 — 10.5 = 4.7 mill. M8.; rijzing 2 c.M.; 2x2.9 = 5.8 mill. M». Totaal-afvoer uit Groningen 2.4 + 2.4 = 4.8mill. Ms. (s.g.); waterbezwaar is 4.5 mill. M8.; afname 4.8 — 4.5 = 0.3 mill. M8.; daling 2 c.M.; 2 x 0.1665 = 0.333 mill, M8. 13 Augustus 1« getij. Friesland: Begin verval 24 + 26—35 = 15 c.M. Afvoer per getij 1.65 mill •M**/1 82 mill. Ms. max. I 15+ 9 =24 „ , , , 2.00 . ,1' eind \ 15— 7 = 8 „ , , „ 1.20 , , 0.4(1.20 —1.65) = +0.18 „ , Friesche sluis nihil Samen 1.6 mill. M8. Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem +- 351 gAB laagste „ » +26) eind „ . +42 0.4 (42 — 35) = 28 gemidd. stand bergboezem + 33* aanvangstand Leekstermeer + 30 j „9 eind „ ■ + 28 j gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 28 c.M. (bij afv. 2.2 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) + 1 opvoerhoogte stoomgemaal 33» — 1 = 32" c.M. Afv. p. getij 2.2 , „ 3 ft mill M8 toevoer naar den bergboezem °-° "» ' Afvoer buitensluizen 2.8 mill. M8. dus toename bergboezem 3.8 — 2.3 = 1.5 „ „ rijzing 7 C.M, (2090 + 7 X 5) 500 4- 2160 x 200 m 1.5 , , 2e getij. Friesland: Begin verval 24 + 26 — 42 = 8 c.M. Afvoer per getij 1.20 mill. M».) eind . 8-11+ 1 =-2 . „ . . .0.00 ] J°M miU'M' Friesche sluis nihil Samen 0.6 mill. M1 Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem + 42 j eind „ „ +53( aanvang „ Leekstermeer + 28 j eind „ „ +26) gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 19 cM. (bij afv. 1.8 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) + 8 „ opvoerhoogte stoomgemaal 47* — 8 = 39* cM. Afv. p. getij 1.8 » » toevoer naar den bergboezem 2.4 mill. M3 Afvoer buitensluizen nihil, dus toename bergboezem 2.4 mill. M*.; rijzing 11 c.M.; 2160 x 1100 = 2.376 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 13 Augustus 1.6 + 0.6 + 4.6 (s.g.) = 6.8 mill. M8.; waterbezwaar is 10.0 mill. M8., toename 10.0 — 6.8 = 3.2 mill. M8.; rijzing 1 c.M.; 1 x 3.1 = 3.1 mill. M». Totaal-afvoer uit Groningen 2.2 + 1.8 = 4.0 mill. M*. (s.g.); waterbezwaar is 3.3 mill. M*.; afname 4.0 — 8.3 = 0.7 mill. M3.; daling 4 c.M.; 4 x 0.162 = 0.648 mill. M8 14 Augustus le getij. Friesland: wegens te hoogen bergboezemstand is de afvoer nihil Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem +58) . i } + 565 eind „ „ +60l aanvang „ Leekstermeer + 26 j „g eind „ „ +30l + gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 16 c.M. (by afv. 1.6 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) 4-12 „ opvoerhoogte stoomgemaal 568—12 = 448c.M. Afv. p. getij 1.6 mill.M8. toevoer naar den bergboezem 1.6 mill. M8. Afvoer buitensluizen nihil, dus toename bergboezem 1.6 mill. M8.; rijzing 7 C.M.; 2160 x 700 = 1.512 „ . 2e gety. Friesland: Begin verval 26 + 26 — 60 = +8 c.M. Afvoer p.getij 0.00mill.M8. j^ 5g ^ M, max. „ +8 + 65 = 57 , „ „ „ 3.15 „ , I eind . +8 + 46+ 1= 39 „ , , , 2.60 , „ 0.4(2.60 — 0.00)= 1.04 , n Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.9 mill. M8. Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem -f- 601 laagste „ ,, +5' eind , , +14 0.4 (14 — 60) = + 18* gemidd. stand bergboezem + 9 aanvangstand Leekstermeer + 30 j ^6 eind „ „ + 33 \ gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 34 c.M. (bij afv. 2.4 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) + 26 „ opvoerhoogte stoomgemaal 9 + 2B = 11B c.M. Afv. p. getij 2.4 „ „ toevoer naar den bergboezem . . . . . . . . ■ • ,> • 5.3 mill. M . Afvoer buitensluizen 14.7 mill. M8. dus afname bergboezem 14.7 — 5.3 =9.4 „ daling 46 c.M. 2160 x 2000 + (2160 — 7 x 26) 2600 = 9.463 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 14 Augustus 0.0 + 2.9 + 4.7 (s.g.) = 7.6 mill. M3.; waterbezwaar is 16.1 mill. M3.; toename 16.1 — 7.6 = 8.5 mill. M3.; rijzing 2 c.M.; 2 x 3.5 = 7.0 mill. M8. Totaal-afvoer uit Groningen 1.6 + 2.4 = 4.0 mill. M8. (s.g.); waterbezwaar is 5.1 mill. M3.; toename 5.1 — 4.0 = 1.1 mill. M3.; rijzing 7 c.M.; 7 X 0.164 = 1.148 mill. M3. 15 Augustus le gety. Friesland: Begin verval 27 + 26 —14 = 39 c.M. Afvoer per getij 2.60 mill. M3. j „ g5 mm M^ max. , 39 + 16 =55 „ „ „ , 3.10 „ , I eind , 39- 10— 1 = 28 „ . , , 2.20 , , 0.4 (2.20 — 2.60) = + 0.16 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.0 mill. M3. Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem + 14 j g laagste „ „ +2» eind „ , +24 0.4(24 — 14)= 4 c.M. gemidd. stand bergboezem + 10 aanvangstand Leekstermeer + 33 j eind „ » + 24) gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 34 c.M. (bij afv. 2.4 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) + 5B opvoerhoogte stoomgemaal 10 + 5B = 156 c.M. Afv. p. getij 2.4 „ „ toevoer naar den bergboezem 5.4 mill. M8. Afvoer buitensluizen 3.6 mill. M8. dus toename bergboezem 5.4 — 3.6 = 1.8 „ „ rijzing 10 c.M. (1796 + 7 x 10) 1000 = 1.866 „ „ Samen 3.0 mill. M3. 2« getfj. Friesland: Begin verval 26 + 26 — 24 = 28 c.M. Afvoer per getij 2.20 mill. M8.) max. „ 28 4-19 = 47 „ „ „ „ 2.85 „ „ 12 52 mil1-m> eind „ 28 — 3 — 2 = 23 „ „ 2.00 0.4 (2.00 — 2.20) = -f 0.08 „ „ Friesche sluis 0.30 „ , Samen 2.7 mill. M» Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem 4- 24) 4 145 laagste „ „ -+- 51 eind „ „ +27 0.4(27 — 24)= tf gemidd. stand bergboezem + 158 aanvangstand Leekstermeer + 24 j , !•+ 19 eind „ „ +141 gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 34 c.M. (bij afv. 2.4 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) +15 „ opvoerhoogte stoomgemaal 155 + 15 = 30B c.M. Afv. p. getij 2.4 toevoer naar den bergboezem .5.1 mill. M8 Afvoer buitensluizen 4.5 mill. M?., dus toename bergboezem 5.1 — 4.5 = 0.6 „ „ ryóng 3 c.M. (1936 + 7 x 3) 300 = 0.587 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 15 Augustus 3.0 + 2.7 + 6.2 (s.g.) = 11.9 mill. M8. • waterbezwaar is 2.9 mill. M8., afname 11.9 — 2.9 = 9.0 mill. M8.: daling 3 c.M.; 3 x 3.4 = 10.2 mill. M8. Totaal-afvoer uit Groningen 2.4 + 2.4 = 4.8 mill. M8 (s.g.); waterbezwaar is 1.8 mill. M8.; afname 4.8 —1.8 = 3.0 mill. M8.; daling 19 c.M.; 19 x 0.155 = 2.945 mill. M3. 16 Augustus 1« gety. Friesland: Begin verval 24 + 26 — 27 = 23 c.M. Afvoer per getij 2 00 mill Ms. | max. „ 23 + 23 =46 „ „ „ „ 2.80 „ „ |2 40 miU-M*eind „ 23+ 9— 4 = 28 „ „ „ „ 2.20 0.4(2.20 — 2.00)= 0.08 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.8 mill. M8. Groningen: Begin verval 14 — 27 = + 13; Oc.M. >„ 15 c.M. max. „ +13 + 23 =10 „ eind „ +13 + 9+3 = f 1; 0 i ' AfV06r P-g6tij °'9 mil1 M3' 41 Hiervan te nemen gedeelte =0.7 „ toevoer naar den bergboezem 3 5 Afvoer buitensluizen 5.2 mill. M3., dus afname bergboezem 5.2 — 3.5 = 1.7 „ „ daling 9 c.M. (1978 — 7 x 9) 900 = 1.724 „ „ 2e getij. Friesland: Begin verval 20 + 26 —18 = 28 c.M. Afvoer per getij 2.20 mill. M8. J g ^ mm M, max. , 28 + 29 =57 , „ , , 3.15 , , i eind . 28+ 6— 4 = 30 „ , , „ 2.30 , , 0.4(2.30 — 2.20)= 0.04 „ , Friesche sluis 0.30 , „ Samen 3.0 mill. M». Groningen: Begin verval 17 —18 = +1; 0 c.M. 114 c max. „ +1 + 29 =28 „ I eind , +1+ 6 + 2= 7 , 0.4 (7 — 0) = 28 „ 168c.M. Afvoer per getij .1.7 » » toevoer naar den bergboezem 4-7 Afvoer buitensluizen 5.8 mill M3., dus afname bergboezem 5.8 — 4.7 = 1.1 „ „ daling 6 c.M.; (1852 — 7 X 6) 600 = 1.086 , Totaal-afvoer uit Friesland op 16 Augustus 2.8 + 3.0 + 6.2 (s.g.) = 12.0 mill. M8.; waterbezwaar is +9.6 mill. M8.; afname 12.0 + 9.6 = 21.6 mill. M8.; daling 8 c.M.; 8x2.7 = 21.6 mill. M8. Totaal-afvoer uit Groningen 0.7 + 1.7 = 2.4 mill. M8.; waterbezwaar is 3.2 mill. M8.; toename 3.2 — 2.4 = 0.8 mill. M8.; rijzing 5 c.M.; 5 x 0.146 = 0.73 mill. M8. 17 Augustus 1« getij. Friesland: Begin verval 16 + 26 -12 = 30 c.M. Afvoer per getij 2.a0 mill. M3. j ^ miU M, max. „ 30 + 25 = 55 , „ „ „ 3.10 P . » eind „ 30+ 2- 1 = 31 , , 8 » 2.35 , „ 0.4(2.35 —2.30) =+0.02 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.0 mill. M8, Groningen: Begin verval 7 cM.)1Q5 cM max. „ 32 „ ^ eind „ 4 „ 0.4(4 — 7) = + 1.2 „ 18 c.M. Afvoer per getij .... -1-7 » » 4 7 mill M8 toevoer naar den bergboezem Afvoer buitensluizen 5.1 mill. M8., dus afname bergboezem 5.1 - 4.7 = 0.4 „ „ daling 2 c.M. (1768 — 7 X 2) 200 = 0.35 „ 2e getij. Friesland: Begin verval 15 + 26 -10 = 31 c.M. Afvoer per getij 2.35 mill. M8. J 2 g5 miU M, max. 9 31 + 34 =65 „ . , » 3.35 , „ » eind „ 31+7- 2 = 36 , , .s . 2.50 „ . 0.4 (2.60 — 2.36) = + 0.06 „ n Friesche sluis 0.30 „ » Samen 3.2 mill. M8. Groningen: Begin verval 4 c.M.»21 cM max. „ 38 „ ' eind „ 6 „ 0.4 (6 — 4) = + 0.8 „ 22 c.M. Afvoer per getij.... -1-9 » » , , . . 5.1 mill. M8. toevoer naar den bergboezem Afvoer buitensluizen 6.2 mill. M3., dus afname bergboezem 6.2 — 5.1 = 1.1 „ „ daling 7 c.M, (1740 — 7 x 7) 700 = 1.18 , j Totaal-afvoer uit Friesland op 17 Augustus 3.0 -+ 3.2 + 5.9 (s.g.) = 12.1 mill. M8.; waterbezwaar is 4.5 mill. M., dus afname 12.1 — 4.6 = 7.6 mill. M8.; daling 3 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 1.7 + 1.9 = 3.6 mill. M8.; waterbezwaar = 2.1 mill. M8., dus afname 3.6 — 2.1 = 1.5 mill. M8.; daling 11 c.M. 18 Augustus le getij. Friesland: Begin verval 13 + 26 — 3 = 36c.M. Afvoer per getij 2.50 mill.M8. )„ _ ma, n 36 + 31 =67 ] \ 'TV; J^" eind B 36+ 3- 1 = 38 „ „ „ „ 2.60 „ „ 0.4 (2.60 — 2.50) = + 0.04 „ „ Friesche sluis 0.80 „ „ Samen 3.3 mill. M8. Groningen: komt op Wk.P. te staan en voert dus af het halve waterbezwaar + de halve nog in den boezem geborgen „ 2.2 + 1.1 hoeveelheid = s , l Q toevoer naar den bergboezem 4.9 mill. M8. Afvoer buitensluizen 5.4 mill. M3., dus afname bergboezem 5.4 — 4.9 = 0.5 „ „ daling 3 c.M. (1642 — 7 x 3) 300 = 0.49 „ 2« getij. Friesland: Begin verval 12 + 26 — 0 = 38 c.M. Afvoer per getij 2.60 mül. M8. i ~£ ! 2.975 mill.M3. max. „ 38 + 27 =65 „ „ „ „ 3.35 „ , j eind „ 38+ 0— 2 = 36 „ „ „ „ 2.50 „ „ 0.4 (2.50 — 2.60) = + 0.04 , „ Friesche sluis 0.80 „ „ Samen 3.2 „ „ n . . . 2.2 + 1.1 Groningen voert af: ■*—^— = 1.7 , „ toevoer naar den bergboezem 4.9 „ „ Afvoer buitensluizen 4.9 mill. M8. daling 0 c.M. Totaal-afvoer uit Friesland op 18 Augustus 3.8 + 3.2 + 6.6 (s.g.) = 12.1 mill. M8.; waterbezwaar 3.9 mill. M8., afname 12.1 — 3.9 = 8.2 mill. M8.; dus daling 3 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 1.7 + 1.6 = 3.8 mill. M».; waterbezwaar is 2.2 mill. M3., dus afname 3.3 — 2.2 = 1.1 mill. M8.; daling 8 c.M.; dus Groningen komt op Wk.P. 19 Augustus le gety. Friesland: Begin verval 10 + 26 — 0 = 36 c.M. Afvoer per getij 2.50 mill. M8. i max. „ 36 + 32 =68 „ „ „ . 3.40 , , J2.95 mill. M8. eind „ 36 + 4 + 1 = 41 „ , „ „ 2.65 , , 0.4(2.65 — 2.50) = + 0.06 „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.3 mill. M3. 3 1 Groningen: loost het halve waterbezwaar = ~ 1.6 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.9 mill. M8. Afvoer buitensluizen 5.5 mill. M8. dus afname bergboezem 5.5 — 4.9 = 0.6 „ „ daling 4 c.M. (1600 — 7 x 4) 400 = 0.63 „ „ 2« get\j. Friesland: Begin verval 11 + 26 + 4 = 41 c.M. Afvoer per getij 2.65 mill. M8. j ^ ^s max. . 41 + 36 =77 , „ 3.65 „ „ I mi " eind „ 41 + 6 + 2 = 49- „ „ , „ 2.95 | „ 0.4 (2.95-2.65) = +0.12 . „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.6 mill. M8. 3.1 Groningen: loost het halve waterbezwaar = « 1-5 „ „ toevoer naar den bergboezem 5.1 mill. M . Afvoer buitensluizen 6.0 mill. M8. dus afname bergboezem 6.0 — 5.1 = 0.9 , , daling 6 c.M. (1544 — 7 x 6) 600 = 0.9 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 19 Augustus 3.3 + 3.6 + 5.3 (s.g.) = 12.2 mill. M*.; waterbezwaar = 18.7 mill. M8., dus toename 18.7 — 12.2 = 6.5 mill. M8., .rijzing 3 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus blijft Groningen op Wk.P. 20 Augustus le getij. Friesland: Begin verval 13 + 26 + 10 = 49 c.M. Afvoer per getij 2.95 mill. M8. g ^ ^ M, max. „ 49 + 32 =81 . „ 3.70 „ , j eind . 49— 3— 3 = 43 „ , 2.75 „ , 0.4(2.75 —2.95) =+0.08 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.5 mill. M8. Groningen: Begin verval 10 c-M-j26 cm max. „ 42 „ eind „ 12 , 0.4(12 — 10) = + 0.8 „ 27 cM- Afvoer per getij..... 2.1 „ „ toevoer naar den bergboezem 56 mul- M • Afvoer buitensluizen 5.2 mill. M3., dus toename bergboezem 5.6 - 5.2 = 0.4 „ | rijzing 3 c.M. (1460 + 7 X 3) 300 = 0.44 „ 2e gety. Friesland: Begin verval 10 + 26 + 7 = 43 c.M. Afvoer per getij 2.75 mill. M8. | g75 ^ ^ ma, „ 43+ 7 =50 , s . . 3.00 „ . I eind , 43-17-3 = 23 , „ , » 2.00 . „ 0.4 (2.00 — 2.75) = + 0.30 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.9 mill. M3. Groningen: Begin verval 12 c.M. j J5 5 c M max. „ 1» . ' eind „ 1 » 0.4 (1 - 12) = + 4.4 „ 11 c.M. afvoer 1.357 mill.; aangehouden is 1.3 mill. M8., omdat anders Groningen minder dan de bergboezem rijst; bij gelijke rijzing komt men op 1.3 mill. M8. Bergboezem: toevoer uit Friesland 2.9 mill. M8. B „ Groningen 1.3 „ „ Samen 4.2 mill. M*. Afvoer buitensluizen 1.5 mill. M*., dus toename bergboezem 4.2 — 1.5 = 2.7 „ „ rijzing 17 cM. (1502 + 7 x 17) 1700 = 2.76 , Totaal-afvoer uit Friesland op 20 Augustus 3.5 + 2.9 + 4.9 (s.g.) = 11.3 mill. M8.; waterbezwaar = — 4.6 mill. M8., dus afname 11.3 + 4.6 = 15.9 mill. M8.; daling 6 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 2.1 + 1.3 = 3.4 mill. M8.; waterbezwaar 4.8 mill. M*., toename 4.8 — 3.4 = 1.4 mill. M8.; rijzing 11 c.M. 21 Augustus 1« getij. Friesland: Begin verval 7 + 26 —10 = 23 c.M. Afvoer per getij 2.00 mill.M8.) oqTo* ao onc 2.475mill.M8. max. „ 23 + 26 = 49 n „ „ „ 2.95 „ „ ' eind , 23 + 4 = 27 „ „ „ 2.15 „ „ 0.4 (2.15 — 2.00) = + 0.06 „ n Friesche sluis 0.30 , , Samen 2.8 mill. M8. Groningen: Begin verval 1 cM).. J14 c.M. max. „ 27 „ I eind „ 4 „ 0.4(4 — 1) = + 1.2 yf 16 c.M. Afvoer per getij 1.6 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.4 mill. M8. Afvoer buitensluizen 5.0 mill. M8., dus afname bergboezem 5.0 — 4.4 = 0.6 „ , daling 4 c.M.; (1740 - 7 x 4) 400 = 0.68 „ 2° gettj. Friesland: Begin verval 7 + 26 —6 = 27c.M. Afvoer p. getij 2.15 mill. M8.) max. . 27 + 36 =63 , . . 3.30 n 12.726mill.M8. eind „ 27+ 7 =34 , » » • 2.40 „ „ 0.4 (2.40 — 2.15) = + 0.10 „ , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.1 mill.M8. Groningen: Begin verval 4 c.M.) } 22 c.M. max. „ 40 ,, i eind „ 11 „ 0.4(11 — 4) = + 2.8 „ 25 c.M. Afvoer per getij 2.0 „ , toevoer naar den bergboezem 5.1 mill. M8. Afvoer buitensluizen 6.2 mill. M8. dus afname bergboezem 6.2 — 5.1 = 1.1 „ „ daling 7 c.M.; (1684 — 7 X 7) 700 = 1.14 „ , Totaal-afvoer uit Friesland op 21 Augustus 2.8 + 3.1+4.3 (s.g.) = 10.2 mill. M8.; waterbezwaar = 11.3 mill. M8., dus toename 11.3 —10.2 = 1.1 mill. M3.; rijzing 0 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 1.6 + 2.0 = 3.6 mill. M8.; waterbezwaar 3.5 mill. M3., afname 3.6 — 3.5 = 0.1 mill. M8.; daling 1 c.M. Bijlage EA. (Herzien.) BEREKENING van de te verwachten Boezemstanden in Friesland en Groningen VOO* de periode Octobef J903. (Zie achterstanden Staat II). Geval Ci (zie Hoofdstuk IX van het Verslag.) Aannamen : Niet-gescheiden boezem. Oppervlakte van den bergboezem: 1600 H.A. op Wk.P. Sluiswijdte: 103 M. Onbeperkte loozing voor Friesland op den bergboezem. Stoombemaling voor Groningen direct op den bergboezem. „ „ Friesland naraj Taeozijl op de Zuiderzee. De stoombemaling te Zoutkamp heeft een vermogen van 216 W.P.K. De opbrengst bij 0.30 M. opvoerhoogte of minder bedraagt 2.4 mill. M3. per getij van 12 uur 25 minuten. Bq grootere opvoerhoogte dan 0.30 M. is de opbrengst gerekend te zijn omgekeerd evenredig met de opvoerhoogte. De stoombemaling te Tacozijl heeft een vermogen van 750 W.P.K., werkende met vol vermogen bij eene opvoerhoogte van Ji— M. Bij geringere opvoerhoogte is de opbrengst gerekend te zijn omgekeerd evenredig met de opvoerhoogte, met dien verstande dat de maximum-opbrengst 6.2 mill. M* per etmaal bedraagt. De opbrengst bij 1.— M. opvoerhoogte bedraagt 4.6 mill. M3. per etmaal. N.B. In deze bijlage (Staat I) is tevens opgenomen een overzicht van de voorgekomen laagwaterstanden en boezemstanden in de periode van groot waterbezwaar 7 September—31 October 1903 met onderstrepingen als in Bijlage O. Behoort bij het Verslag der Commissie benoemd tot het instellen van een nader onderzoek inzake indijking der Lauwerzee. De Secretaris: VAN ELZ KLINGEN. (Augustus 1905.) I. Zomer—Winterperiode 7 September—31 October 1903. laagwaterstand. boezemstand. regen- Oostmahorn. Delfzyï (+ 20 c.M.) Friesland. Groningen DATUM. VAL- Dagtij. Voormiddagt^. Namiddagtij. c ^ c.m. m m. 4- z.p. + Wk.p. | In c.M. ten opzichte Wk.P. 7 September @ — 59 — 48 20 20 8 — 81 — 59 22 19 15 — 33 o + 36 — 35 26 19 6 10 - _ 6 + 53 29 40 15 ij — 58 - - 69 31 47 13 ™"™"™"— -f- 28 12 — 51 — 50 36 56 5 — 47 13 — 58 — 51 37 55 — ™" , 44 14 „ C - 40 ~~ 37 37 51 9 15 — 44 — 52 41 49 11 — 56 16 _ 56 44 48 2 — 74 17 — 55 — 52 43 44 — 57 18 — 67 — 44 42 41 — — 79 19 . — 85 — 66 = 43 37 — 20 „ — 104 — 92 43 34 — 21 „ © — 116 — 107 = 41 21 — 22 i - 107 - H5 = 38 20 " = — 123 23 B — 96 — 106 35 14 — 24 () — 94 — 102 = 33 15 — 25 , — 90 — 95 = 32 20 1 26 )j - 74 - 72 = 32 15 - 27 _ 60 — 64 31 16 — 66 28 , 3» — 44 — 48 ~" 30 13 29 — 36 — 40 30 12 — 31 30 _ 1 — 5 30 16 — VERKLARING: De getijen te Delfznl, behoorende hij het dagtij te Oostniahorn. zgn met zwarte lgn aangeduid. — 8 g (zie 4 October) beteekent vermoedelijke waterstand. Roode onderstreping beteekent ongunstig voor de loozing. Enkel blauwe „ „ guustig „ „ Dubbel „ •, u zeer „ „ „ Voor den boezemstand in Friesland is aangenomen het gemiddelde der waarnemingen in de 7 centrale punten. Voor den boezemstand in Groningen is aangenomen de hoogste stand van de» dag bjj opslag (aanvang sluisgang) van de Provinciale sluis in het Reitdiep te Zoutkamp. De cijfers van defi regenval zgn de gemiddelden van de waarnemingen te Leeuwarden, Zoutkamp en Groningen. LAAGWATERSTAND. BOEZEMSTAND. ~ ~ ~ i REGEN- Oostmahom. Delfzijl (+ 20 c.M.) Friesland. Groningen. DATUM. r VAL. Dagty. Voormiddagttj. Namiddagtij. .« .M I i/.m. o.iïi. m.M. In c.M. ten opzichte Wk P. + Z P. + Wk.P. __^^_L_^^^^^^^^^^^^ 1 October — 17 — I 80 16 8 22 2 „ +_21 — 7 38 18 5 I 28 3 é — 10 + 41 85 23 5 — 21 4 » — ± — 8g 39 24 3 + 6 5 „ — 30 — 14 44 26 18 6 „ @ — 16 + 40 49 49 13 7 — 27 + 95 ~~ 51 60 — — 29 8 „ — 85 — 73 49 61 8 9 „ — 8 — 86 = 53 51 2 + 16 10 i + 25 + 87 53 63 7 + 18 11 » — 77 — 78 56 64 7 — 119 12 „ - 142 - 138 = 59 58 6 18 „ (IJ — 48 — 40 = 61 59 6 + 20 1* » - 18 - 13 63 65 1 — 15 15 „ — 58 — 58 | 66 64 9 Winterperiode. i 16 October — 7 — — q) de achterstaande staten 20 14 IIIenIV' 11.4 28.9 17.5 3^ = 1 0.4 1.1 0.7 5 26 19 9.1 31.2 22.1 ||J-= 5i 4-3 3'2 ~L1 wl'=- 8 31 11 8.5 | 13.2 4.7 £ = 1 3.5 4.8 1.3 ^ = 9 32 20 7.3 -9.0 -16.3 = - 4 3.6 2.3 -1.3 0^ = - 9 28 11 12.3 24.1 11.8 ^|"= 8 2.9 1.4 -1.5 ^&=-H [ 31 0 U.3 3.8 -7.5 ~4:g = - 2 3.5 5.2 1.7 -g^= 13 29 13 5.2 23.4 18.2 -^rl= 4 — l-4 !-4 ojÉw= 9 Stoomgemaal te Tacozijl buiten ' werking door te hoogen zeestand. ! 33 22 12.4 20.8 8.4 2 4-9 3-° ~L9 OT4T = -13 35 9 15.9 20.0 4.1 1 4.8 3.6 -1.2 ^^ = - 9 36 0 13.3 14.4 1.1 0 2.0 4.4 2.4 Q■= 18 36 18 lM 18.7 6.3 -§J- = 1 1.8 3.2 1.4 () ^7 - 9 37 27 J2.8 9.5 —3.3 —A~— 1 2.8 2.0 -0.8 = - 5 5.2 0.157 36 22 "" I II. Vervolg. Geval a. Stoomgemaal Tacozïjl na 15 October buiten werking. — ^ — — 1 Berekening- van de Ryzing en Daling in den Bergboezem. Stoombemaling Tacozyl.** Toevoer uit Afvoer Groningen. Totale j Ver- Kflzing: + Begin- Laagwater- I de Fries- natuur- be. j ! meerde-; o_ fi ; Qp_ ^ i 4-1 : v -i. land- maling.! ; ;„ riPT1 ; m den Datum berg" standen. buiten- loozing. » _ in oen b(Jrg_ water_ , yoer_ per lm boezem-, Voorm. | Nam. slmzen- naar den bergboezem. boezem., boezem' stand< | hoogte, etmaal- stand- tij' Per getij. c M t /o Wk P. millioenen M3. j c.M. c.M. t /o. Z.P. M. mill. ' ' ' M3. ,6+7 + 8 9-5 j ]« 1 2 3 4,5 6 ; 7 8 ! 9 10 ! 11 12 13 14 15! ! \ j lil 1 ^ 1 i ! !j j1i October 16 +-30 - 1 3.2 2.8 0.8 3.6 ; 0.4 + 2 + 32 ; j - J - - - 1 17 + 32 ; — 6 i 4.0 2.8 1.5 4.3 0.3 + 33 ! _ 17 5.3 3.0 j 1.6 ; 4.6 — 0.7 — 4 18 4- 29 ' + 32 0.0 2.5 0.2 1 2.7 2.7 • I +13 + 42 — 59 10.6 3.4 2.2 ! | 5.6 —5.0 -25 19 + 17 _ 70 ! | 8.2 3.8 2.7 ! 6.5 —1.7 " —10 •+ 7 —104 9.7 4.2 3.0 | 7.2 —2.5 — 16 20 — 9 -104 7.9 4.4 j 2.5 6.9 —1.0 — 16 — 89 6.2 4.3 1 2.5 I 6.8 I 0.6 + 4 si 21 —12 — 83 j 6.1 4.3 j 1.7 6.0 -0.1 e fcüD 1 + _13 — 72 5.2 4.2 ] 1.6 fl 5.8 0.6 T "3 +4 » 22 — 9 —45 3.2 3.9 i 1.3 * 5.2 2.0 == " 03 + 13 + 4 — 58 5.7 3.9 j 1.3 * ! 5.2 —0.5 .2 ö — 3 23 . 1 —40 3.8 3.7 | 1.3 5.0 1.2 " ' ■ • +7 "1 + 8 — 12 1.8 3.3 ' 0.7 .h 4.0 2.2 c +12 "~ 24 + 20 - 3 2.2 3.0 : 0.5 ~ 3.5 1.3 Z + 27 — 60 8.8 3.6 2.0 g 5.6 — 3.2 + © —17 M 25 + 10 — 98 9.8 4.2 2.2 ^ 6.4 — 3.4 g " § —21 c _H _ 90 6.8 4.3 2.2 % 6.5 —0.3 ~ 43 2 ^ 26 -13 -66 4.6 4.1 1.3 ^ 5.4 0.8 ™ _ 7 — 52 4.0 3.9 1.2 K 5-1 ! L1 ffi + 7 27 0 —33 3.0 3.6 0.7 4.3 1.3 + 8 + 8 — 54 5.9 3.8 0 8 4.6 —1.3 — 8 a 28 0 —58 5.3 3.9 0.6 4.5 —0.8 — 5 ! — 20 1.2 3.4 | 0.6 4.0 2.8 + 17 n 29 + 12 | — 40 | 5.1 ! 3.5 I 0.8 4.3 — 0.8 + 7 — 6 1.0 I 3.1 0.0 3.1 2.1 + 12 30 -- 19 — 15 3.4 j 3.1 0.0 3.1 — 0.3 17 I - - ! - - i r2 31+17 -5 2.1 2.9 0.0 2.9 0.8! ~~ ! 4- 4 + 21 I — 20 4.1 ! 3.0 0.5 3.5 —0.6 j ! 1—3 November 1 +18 I I 1 I I I f Te verwachten Boezemstanden. FRIESLAND. GRONINGEN. Totale Water" i Toe. ^ deze Ver. Totale I Water- j Toe_ j Door deze I Verafvoer. e" name. toename teweeg- wachte afvoer, i name. jtoename teweeg- wachte ! zwaar. : gebrachte j zwaar, i gebrachte . AANTEEKENINGEN. rijzing: + boezem- _ ; rijzing . + boezemper etmaal, of daling: - stand. per etmaal. of daling:- stand. mill. M3. c.M. kï+Z.P. mill. M3. c.M. Ltt +Wk.P. H- 15 117 —16 : ; 7 22 — 21 !6 17 18 19 20 21 | 22 23 24 | 25 36 22 2-8 3.6 0.8 ~|-== 0 0.8 | 3.7 \ 2.9 ftT(,vJ- = 17 Gctö verspringt van 16 op 17 ! U.10O4 October. 36 39 5.8 6.6 0.8 -1£J-= 0 3.1 | 2.0 -U * 36 ••- 33 5.9 1.2 - 4.7 --1 2.4 j 2.7 j 0.3-^- = 2 35 35 8.0 9.9 1.9 5;;:! - 0 5.7 3.1 -2.6 ^---,16 35 19 8-7 3.7 L 5.0 | - JJ = - 1 5.0 j 2.4 - 2.6 =™ = _ 19 | j 34 i 0 8.5 ,15.3 6.8 4™ = 1 3.3 , 3.3 0 0 35 0 7.8 15.7 7.9[ ^-:|- = 2 2.6 ; 2.6 0 0 5.14 37 o 7-0 L 6.8 -13.8 I =igL- 3 ■ 2.0 4.4 2.4 ^=181 34 18 6.6 ! 15.4 8.8 LM-= 2 2.5 3.3 0.8 -£f- = 5 5.0t! 0.15 36 23 8.5 | 5.7 - 2.8 ~X4 =-1 44 1.2 -8.2 -=g- = -28 35 o 8.0 | 6.5 — 1.5 =^§- = 0 2.5 2.5 0 0 35 j 0 7.4 | 0.21— 7.2 =J§- = -2 1.5 1.5 0 0 33 0 7.3 -10.7-18.0 =15? = -4 1.2 1.2 0 0 29 o 6-6 n.1 4.5 1 0.8 1.5 0.7 = 5 30 5 3.1 _ 2.0 — 5.1 = — ï 0.0 0.6 0.6 -Ljd = 4 Getij verspringt van 30 op 31 Uid& October. 29 9 I8 -1-2-7.1 =^ = -2 0.5 0.9 0.4 o;^= 3 27 12 i ii. Vervolg. Geval b. Stoomgemaal Tacozijl werkt tot de boezemstand in Friesland gedaald is tot 25 c.M. + Z.P. Berekening van de Ryzing en Daling in den Bergboezem. Stoombemaling Taeozijl — Te verwachten Boezemstanden. Toevoer uit Afvoer Groningen. Totale Ver- Rijzing: + FRIESLAND. GRONINGEN. Begin- Laagwater- door de Fries- . naW-, be_ meerde- * _ Binnen-| Buiten- Op- Afvod" 1 - . __ berg- standen. buiten- ^ 1 loozing. | mali°g' J in den ^ water voer- per Totale Water-- Toe. Door deze Ver- Totale ! Water-( Toe. | ^ ^ Ver. a Um slmVen j i. i. 1 g boezem. , aivoer. ! e" - name. toename teweeg- wachte afvoer I name toename teweeg- wachte 1903 boezem- Voorm. | Nam. 8lulzen- naar den bergboezem. boezem. stand_ hoogte. etma+ zwaar. gebrachte j zwaar. | gebrachte ™ AANTEEKENINGEN. ——— — — ———— — j rijzing: -j- ■ ———— rijzing: -f- ooezeui- 8tand- j *B' Per getij. per etmaal. j of daling: - stand. per etmaal. of daling:- stand. cM t./o. Wk. P. millioenen 1MS. c.M. cM. t/o. Z.P. ' M. mill. mill.M3. c.M. (I. + Z.P. mill.M3. c.M. c.M,+Wk.P. ' . M3.; ^ _ j . |6 + 7 + 8 9 — 5 ; 15 [ 17—16 7 22 — 21 ! 2 | 3 | 4 5 j 6 7 8 9 j 10 11 12 | 13 j 14 15 16 j 17 | 18 19 j 20 21 22 23 24 25 October 16 + 30 — 1 i 3.2 28 0 8 3.6 j 0.41 ^ 36 j 22 + 32 — — — - ! — — I + + 26 +105 I 0.79 5.8 8.6 3.6 — 5.0 — J?- = -l 0.8 ! 3.7 ' 2.9 KJ^r= 17 Getij verspringt van 16 op 17 ■ — 01 al°58 October. 17 +32 — 6 4.0 2.8 1.5 j 4.3 0.3 35 39 " +1 ' k .4-33! i —17 5.3 2.9 I 1.6 4.5 —0.8 + 25 + 99 0.74 6.2 U.9 6.6—5.3 1£? - 1 3.1 2.0 I —1.1 = — 6 1 ^ o.v 0.174 18 + 29 1 + 32 0.0 2.4 ! 0.2 ! 2.6 2.6 34 33 + 41 1 — 59 10.6 3.3 2.2. 5.5 —5.1 + 24 +110 0.86 5.3 ll.O 1.2 !— 9.8 =£f- = -2 2.4 l 2.7 0.3+^-= 2 1 25 u 171 19 + 16 —70 8.2 3.7 \ 2.7 6.4 —1.8 32 35 " 1 10 + 6 -104 9.6 4.2 ! 3.0 7.2 i — 2.4 - + 22 + 89 0.67 6.2 14.1 9.9 _ 4.2 = - 1 5.7 3.1 — 2.6 L=J^- = -16 1 I 4.o ! 0.1605 20 — 9 -104 7.9 4.3 2.5 6.8 —1.1 31 19 — 17 -89 6.0 4.2 j 2.5 6.7 0.7 " + 21 + 66 0.45 6.2 14.7 3.7 —11.0 | =^ = - 3 5.0 2.4 | — 2.6 = -19 21 —12 —83 : 6.1 4.2 j 1.7 c 5.9 —0.2 28 0 — 13 —72 5.1 4.1 1.6 -g 5.7 0.6 ' ' + 18 + 60 0.42 6.2 14.5 15.3 0.8 -Jg-= 0 3.3 3.3 | 0 0 22 — 9 —45 3.2 3.7 1.8 % 5.0 1.8 + 28 0 " -4- 12 + 3 —58 5.6 3.8 1.3 « 5.1 —0.5 + 18 + 97 0.79 5.8 13.3 15.7 2.4 -**- = ij 2.6 \ 2.6 0 0 23 0 —40 3.7 3.5 1.8 - 4.8 1.1 29 0 " 0 4- 7 + 7 —12 1.7 3.1 ! 08 0 3.9 2.2 + 19 +101 0.82 5.6 12.2 — 6.8 —19.0 =_\9^ = -5 2.1 4.4 2.3 17 I 22 V O.vb O.löO 24 + 19 — 3 2.1 2.7 0.5 - 3.2 1.1 24 I 17 + 25 -60 8.5 3.4 2.0 q 1 5.4 -3.1 + + 14 + 86 0.72 6.2 12.3 15.4 3.1 : 1 2.5 3.3 0.8 (|°^ = 51 25 + 8 —98 9.4 4.0 2.1 6.1 —3.3 25 22 Ö — 21 91 Q, — 13 —90 6.5 4.2 2.2 g 6.4 —0.1 8.2 5.7 — 2.51 -ff- = -1 4.3 1.2 — 3.1 -=J±- = _22 26 —14 —66 4.5 3.9 1.3 ~ 5.2 0.7 | 24 0 + 5 .1 „ _ 1 1 — 9 —52 3.8 3.7 1.2 -£ 4.9 1.1 « 7.6 6.5 — 1.1 "-9-= 0 25 2-5 0 0 27 — 2 —33 2.8 3.4 0.7 W 4.1 1.3 f | 24 0 + 6 —54 5.7 3.6 0.8 4.4 - 1.3 ü 7.0 0.2 — 6.8 =-JjL = -2 1.5 1.5 0 0 28 — 2 —58 5.1 3.7 \ 0.6 4.3 —0.8 % I 22 0 _ 7 -20 1.0 3.1 0.6 3.7 2.7 * 6.8 -10.7 —17.5 p|™ = - 7 1.2 1.2 0 0 29 + 10 —40 4.9 3.1 0.9 4.0 —0.9 § 15 0 + 5 — 6 0.8 2.7 0.0 2.7 1.9 1 -5.8 n.i 5.3 ~ • 2,' 0.9 1.5 0.6-^= 5 + 11 s 30 + 16 —15 3.0 2.7 0.1 2.8 —0.2 * 17 5 2. ® \ a n + 15 — — — — _ _ 2.7 -2.0 -4,7 ~=-2 0.1 0.6 0.5 -—,°£ = 4 Getij verspringt van 30 op 31 z-b 0.1d4 October. 31 +15 _ 5 1.8 2.5 0.0 2.5 0.7 15 9 + 4 + 19 —20 3.9 2.6 0.5 3.1 —0.8 5.1 _ 12 _ 6.3 =JJ- = —2 0.5 0.9 0.4 -5^-= 3 November 1 +15 13 12 1 111 HL Berekening van het waterbezwaar in Friesland voor de periode October 1903. Roe- \ n i ui. I Gemiddelde Toename Mindere f Water- Rn- Oppervlakte , , , , , „ , bezwaar, zem- ° oppervlakte waterhoe- aivoer der stand ■) Zing' boezem' I boezem. veelheid. sluizen. | 6 + 7 Datum. c.M. c jj a jj.A. millioenen MJ. + Z.P. | _ 1 2 1 3 1 4 5 6 7 8 _J | | J ! —j October 1 29.6 42480 3.4 45090 16.8 2.2 17.5 2 33.0 47700 2.2 49110 10.8 1.7 12.5 3 35.2 50520 8.7 52365 19.4 | 2.0 21.4 4 88.9 54210 4.8 55795 26.8 2.1 28.9 5 43.7 57380 5.0 57925 29.0 2.2 31.2 6 ! 48.7 58470 1.9 58535 j 11.1 2.1 13.2 7 | 50.6 58600 — 1.9 58535 — 11.1 2.1 — 9.0 8 48.7 58470 8.9 58585 22.8 1.8 24.1 9 52.6 58700 0.1 58700 0.6 • 3.2 3.8 10 i 52.7 58700 3.6 58750 21.1 2.3 23.4 11 56.3 58800 3.0 58850 17.7 3.1 20.8 12 59.3 58900 2.0 58950 11.8 8.2 20.0 13 61.3 60000 2.0 60000 12.0 2.4 14.4 t 14 63.3 60000 2.7 60000 16.2 2.5 18.7 15 66.0 60000 1.1 60000 6.6 2.9 9.5 16 67.1 60000 >) Gemiddelde van de waterstanden in de 7 centrale waarnemingspunten. Boe" Rg Oppervlakte Gemidde'de Toename I Mindere Water- zem" • , oppervlakte waterhoe- afvoer der Dezwaar- I , , zing. boezem. , Datum. I 8«M"i- boezem. veelheid. sluizen. 6 + 7 c M + Z.P. oM- H A- HA- millioenen M*. 1 2 3 4 5 6 I 7 8 October 16 67.1 60000 0-1 60000 0.6 8.0 8.6 „ 17 67.2 60000 0- 7 60000 4.2 2.4 6.6 „ 18 67.9 60000 — 0.8 60000 — 1.8 8.0 1.2 „ 19 67.6 60000 °-8 60000 4.8 5.1 9.9 „ 20 68.4 60000 — 0.8 60000 — 4.8 8.5 8.7 „ 21 67.6 60000 1- 4 60000 8.4 6.9 15.8 „ 22 69.0 60000 2.2 60000 13.2 2.5 15.7 28 71.2 60000 — 1.6 60000 — 9.6 2.8 — 6.8 „ 24 69.6 60000 2.1 60000 12.6 2.8 15.4 » 25 71.7 60000 — 0.8 60000 — 1.8 7.5 5.7 | 26 71.4 60000 — 0-4 60000 — 2.4 8.9 6.5 „ 27 71.0 60000 — 1-2 60000 — 7.2 7.4 0.2 „ 28 69.8 60000 — 3.4 60000 —20.4 9.7 —10.7 » 29 66.4 60000 °-8 60000 1.8 9.8 11.1 „ 30 66.7 60000 —1-0 60000 — 6.0 4.0 — 2.0 » 31 65.7- 60000 —1-0 60000 — 6.0 4.8 — 1.2 November 1 64.7 60000 IV* Berekening van het waterbezwaar in Groningen voor de periode October 1903. Boe- I M- Oppervlakte I ^middelde Toename dJ Water-_ 7.pm- oppervlakte waterhoe- 1 . . zine. boezem. %f iv«tj sluizen, stand') boezem. veelheid. , 6 + 7 Datum. ' 'l ! , °:M•„ I e.M ] H.A. H A. millioenen Ms. +Wk.P. i 2 3 4 l 5 6 7 8 111 ! _J Oetober 1 16 H50 _ i 1444 — 0.1 0.6 0.5 2 15a) 1437.5 7 1484 1.0 0.0 1.0 3 228) 1530 2 1545 0.3 0.5 0.8 4 24 1560 2 1575 0.3 0.8 1.1 5 26 1590 12 1680 2.0 1.2 3.2 6 ! b8 1770 18 1960 3.5 1.8 4.8 7 j 568) 2150 5 2217 1.1 1-2 2.3 8 ! 61 2285 _ li 2142 — 2.4 3.8 1.4 9 50 2000 12 2160 2.6 1 2.6 5.2 10 62») 2320 2 2355 0.5 0.9 1.4 11 64 2390 _ 6 2298 — 1-4 4.4 3.0 12 58 2205 _ 7 2115 — 1.6 5.1 3.6 13 51 2025 11 2172 2.4 2.0 4.4 14 62 2320 2 2355 0.5 2.7 3.2 15 64 2390 0 2390 0.0 2.0 2.0 16 64 2390 I «) Waterstand in het Reitdiep bg den eerstvoorgekomen opslag per dag der Provinciale zeesluis. 2) Vermoedelijke gemiddelde boezemstand, afgeleid uit die, waargenomen te Lettelber^ Poffert, Hoogkerk en Groningen. Boe" p;; r\ Gemiddelde Toename .. , Waterlij- Oppervlakte , , . , , Afvoer der bezwaar zem- . I I oppervlakte waterhoe- uezwaar. ,„ . zing. boezem. sluizen. ———— Datum I stand, j boezem. | veelheid. | 6+7 c M I j+Wk.P. HAl HA- millioenen M*. 1 2 3 4 5 6 7 8 October 16 64 2390 5 . 2478 1.2 2.5 8.7 „ 17 69 2565 — 3 2513 — 0.8 2.8 2.0 „ 18 66 2460 0 2460 0.0 2.7 2.7 „ 19 66 2460 — 6 2355 I — 1.4 4.5 3.1 4 20 60 2250 " — 10 2125 — 2.1 4.5 2.4 „ 21 50 2000 — 1 1990 — 0.2 3.5 8.8 „ 22 49 1980 1 1990 0.2 I 2.4 2.6 „ 28 50 2000 10 2125 2.1 2.3 4.4 „ 24 60 2250 2| 2235 0.5 2.8 3.3 „ 25 62 2320 — 14 2140 — 8.0 4.2 1.2 „ 26 48 1960 — 2 1940 — 0.4 2.9 2.5 „ 27 46 1920 — 5 1870 — 0.9 2.4 1.5 „ 28 41 1820 — 6 1773 — 1.1 2.3 1.2 „ 29 35 1725 — 2 1710 — 0.3 1.8 1.6 „ 80 33 1695 — 1 1688 — 0.2 0.8 0.6 „ 31 32 1680 — 4 1650 — 0.7 1.6 0.9 November 1 28 1620 Va. Nadere omschrijving der berekening van de te verwachten boezemstanden in Friesland en Groningen voor de periode October 1903 (Geval O). 1 October le getij. Friesland: Begin verval 10 + 26 — 0 = 36 c.M. Afvoer per getij 2.50 mill. Ms. j max. „ 36+ 0 =36 . , , . 2.50 ., , 2.25 mill. M». eind „ 36 — 15+ 2 = 23 „ , »' % 2.00 | , ' Afvoer Friesche sluis 0.30 , „ Samen 2.6 mill. M3. Groningen: wegens hoogeren bergboezemstand geene vrije loozing . . -0-0 » » toevoer naar den bergboezem 2.6 mill. M*. Afvoer buitensluizen 0.0 mill. M»., dus toename bergboezem 2.6 — 0.0 = 2.6 „ , rijzing 15 c.M. (1600 + 7 x 15) 1500 = 2.5575 „ \ 2« get|j. Friesland: Begin verval 12+ 26 —15 = 23 c.M. Afvoer per getij 2.00 mill. M». j g 3Q ^ M, max. „ 23 + 17 =40 , „ , . 2.60 ' eind | >• 23+ 4+ 3 = 30 , , „ . 2.30 , , 0.4 (2.30 — 2.00) = 0.4 x 0.3 = + 0.12 , , Friesche sluis 0.30 „ , Samen 2.7 mill. Ms. Groningen: Begin verval 0 c.M. > max. , 3 „ 1.5 c.M. afvoer per getij • O-49 » » eind ' ° " hiervan te nemen ^ is 0.1 mill. M'. Bergboezem: toevoer uit Friesland 2.7 mill. M3. „ „ Groningen 0.1 „ » Samen 2.8 mill. Ms. Afvoer buitensluizen 3.6 , . dus afname bergboezem 3.6 — 2.8 = 0.8 . daling 4 c.M. (1810 — 7 x 4) 400 = 0.7128 „ Totaal-afvoer uit Friesland op 1 October 2.6 + 2.7 = 5.3 mill. Ms.; waterbezwaar 17.5 mill. M», toename 17.5 — 5.3 = 12.2 mill. M".; rijzing 5 c.M.; 5x2.6 = 13.0 mill. Ms. Totaal-afvoer uit Groningen 0.1 mill. Ms.; waterbezwaar 0.5 mill. M8.; toename 0.5 — 0.1 = 0.4 mill. M8.; rijzing 3 c.M. ; 0.1290 x 3 -0.387 mill. M'. z Uctober le getg. Friesland; Begin verval 15 + 26 —11 = 30 c.M. Afvoer per getij 2.30mill.M8 ) max. „ 30+ 7 =37 „ „ . . 2.66 ' j 2-425mill. Ms. eind „ 30 — 6 = 24 „ „ „ „ 2.00 „ 0.4(2.00 —2.30)=+0.12 „ „ Friesche sluis 0.30 „ , Samen 2.6 mill. M3. Groningen: wegens hoogeren bergboezemstand geen vrije loozing . . . 0.0 „ toevoer naar den bergboezem 2.6 mill. M». Afvoer buitensluizen 1.6 mill. M8., dus toename bergboezem 2.6 — 1.6 = 1.0 „ „ rijzing 6 c.M. (1754 + 7 x 6) 600 = 1.0776 „ 2e gety. Friesland: Begin verval 15 + 26 —17 = 24 c.M. Afvoer per getij 2.00 mill. M». \ max. „ 24+ 0 =24 , „ „ „ 2.00 „ , 1.825mill.M». eind „ 24 — 10+ 1 = 15 , „ „ „ 1.65 „ , ) 1.825 mill.M». Groningen: wegens hoogeren bergboezemstand geen vrije loozing ... 0.0 „ toevoer naar den bergboezem ~ 1.825mill.M». Afvoer buitensluizen 0.0 mill. M8., dus toename bergboezem 1.825 — 0.0 = 1.825 „ „ rijzing 10 c.M.; (1838 + 7 x 10) 1000 = 1.908 , (Indien de afvoer van Friesland was afgerond tot 1.8 mill. M8., dan zou de . rijzing slechts 9 c.M. zijn; alsdan zou echter het eind-verval zijn 16 c.M. en de afvoer per getij worden 1.85 of rond 1.9 mill. M8. en dus de rijzing weer 10 c.M. zijn; aangehouden is dus afvoer: 1.825 mill. en ryzing: 10 c.M.) Totaal-afvoer uit Friesland op 2 October 2.6 + 1.8 + 6.2 (s.g.)l) = 10.6 mill. M8.; waterbezwaar 12.5 mill. M8.; toename 12.5 — 10.6=1.9 mill. M8.; rijzing 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 0.0 mill. M».; waterbezwaar 1.0 mill. M».; toename 1.0 mill. M9.; rijzing 7 c.M.; 0.134 x 7 = 0.938 mill. M». 3 October le getjj. Friesland: Begin verval 16+26 — 27 = 15 c.M. Afvoer per getij 1.65 mill. M». max. „ 15+0 = 15 „ „ , „ 1.65 „ „ 1.475 mill. M». eind „ 15— 7+ 2 = 10 „ „ „ „ 1.30 „ „ ) 1.5 mill. M». Groningen: wegens hoogeren bergboezemstand geen vrqe loozing ... 0.0 toevoer naar den bergboezem 1.5 mill. M». Afvoer buitensluizen 0.0 mill. M». dus toename bergboezem 1.5 — 0.0 = 1.5 „ „ rijzing 7 c.M. (1978 + 7 x 7) 700 = 1.4189 „ „ •) s.g. = stoomgemaal. 2e getQ. Friesland: Begin verval 18 + 26 — 34 = 10 c.M. Afvoer per getij 1.30 mill. M3. i j g75 ^ w max. „ 10 + 25 = 35 „ , ■ , „ 2.45 „ „ 1 eind „ 10 + 16 + 2 = 28 „ „ , „ 2.20 „ „ 0.4(2.2 —1.3) =+0.36 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.5 mill. M\ Groningeii: Begin verval 0 c.M. j max. „ 3 „ ! 1.5 c.M. Afvoer per getij 0.49 „, eind " ° ' hiervan te nemen |? is 0.2 mill. M'. 50 Bergboezem: toevoer uit Friesland 2.5 mill. Ms. „ „ Groningen 0.2 „ „ totaal 2.7 mill. M3. Afvoer buitensluizen 5.9 „ . dus afname bergboezem 5.9 — 2.7 = 3.2 „ „ daling 16 c.M.; (2076 - 7 x 16) 1600 = 3.1424 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 3 October 1.5 + 2.5 + 6.2 (s.g.) = 10.2 mill. M».; waterbezwaar 21.4 mill. M8., toename 21.4 — 10.2 = 11.2 mill. M3.; rjjjring 4 c.M.; 4x2.6 = 10.4 mill. M8. Totaal-afvoer uit Groningen 0.2 mill. M3.; waterbezwaar 0.8 mill. M3., toename 0.8 — 0.2 = 0.6 mill. M3.; rijzing 4 c.M.; 0.14 x 4 = 0.56 mill. M8. 4 October 1« get\j. Friesland: Begin verval 20 + 26 — 18 = 28 c.M. Afvoer p. getij 2.2 mill. M8., max. „ 28 + 11 = 39 „ . „ „ 2.6 „ „ 2.4 mill. M8. eind ï 28- 3 + 3 = 28 „ „ . „ 2.2 , „ ' Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.7 mill. M8. Groningen: .Begin verval Oc.M.i „ 7 „ 3.5 c.M. Afvoer per getij • u-« ■ >^ max. eind „ 0 „ ' . 30 . ft4 mill m3 hiervan te nemen _q is mui- ** • Bergboezem: toevoer uit Friesland 2.7 mill. m8. „ „ Groningen 0.4 „ „ totaal 3.1 mill. m8. Afvoer buitensluizen 2.5 „ „ dus toename bergboezem 3.1 — 2.5 = 0.6 „ „ rijzing 3 c.m. (1852 + 7 X 3) 300 = 0.5619 , 2« gety. Friesland: Begin verval 23 + 26 - 21 = 28 c.m. Afvoer per getij 2.2 mill. m8. j g g ^ mj max. „ 28+ 5 =33 „ „ „ „ 2.4 „ „ èind , 28- 6+ 3 = 25 „ „ „ , 2.05 , „ 0.4 (2.05 — 2.2) = + 0.06 , , Friesche sluis 0.30 , » Samen 2.5 mill. m8. Groningen: wegens hoogeren bergboezemstand geen vrije loozing . . ■ 0.0 „ » toevoer naar den bergboezem 2.5 mill. m». Afvoer buitensluizen J.3 mill. M3., dus toename ly..". bergboezem 2.5—1.3 = 1.2 „ „ ryzing 6 c.M. (1894 + 7 x 6)600 = 1.1616 , „ Totaal-afvoer uit Friesland op 4 October 2.7 + 2.5 + 6.2 (s.g.) = 11.4 mill. M*. waterbezwaar 28.9 mill. M8., toename 28.9 — 11.4 = 17.5 mill. Ms.; rijzing 6 c.M.> 6 x 3.05 = 18.3 mill. Ms. Totaal-afvoer uit Groningen 0.4 mill. Ms.; waterbezwaar 1.1 mill. Ms.; toename 1.1 — 0.4 = 0.7 mill. M*. • rijzing 5 c.M ; 0.1456 x 5 = 0.728 mill. M8. 6 October le getij. Friesland: Begin verval 26 + 26 — 27 = 25 c.M. Afvoer per getij 2.05 mill M* ) max. r 25 + 18 = 43 „ „ 2.75 „ „ |2-40mill-M! eind | 25— 3 + 2 = 24 „ „ 2.00 0.4 (2.00 — 2.05) = + 0.02 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.7 mill. Ms Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem + 271 i * +18 laagste t „ + 9( eind „ „ +30 0.4(30 — 27)= 1" gemidd. stand bergboezem +19* aanvangstand Leekstermeer + 191 • j ,, + 17 e«id „ p +151 gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 30 c M. (bij afv. 2.3 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) ~ 13 „ opvoerhoogte stoomgemaal 19 +13 = 32 c.M.1) Afv. p. getij 2.3 toevoer naar den bergboezem &ö milïTM* Afvoer buitensluizen 4.8 mill. M». dus toename bergboezem 5.0 — 4.3 = 0.7 „ „ rijzing 3 c.M. (1978 + 7 x 3)300 = 0.6 , , \m 2« getfl. Friesland: Begin verval 28 + 26 — 30 = 24 c.M. Afvoer per getij 2.00 mill. M». \ max. „ 24 + 15 =39 „ „ , , 2.60 „ „ 2.30 mill. M» eind „ 24— 4 + 3 = 23 „ „ „ . 2.00 „ „ ' Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.6 mill. M8. Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezen + 30 j t laagste „ „ +15) eind I i +34 0.4(34 — 30)= 1« gemidd. stand bergboezem +24 aanvangstand Leekstermeer + 16) eind „ „ +11» gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 25 c.M. (bij afv. 2.0 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) +12 „ opvoerhoogte stoomgemaal 24 + 12 = 36 c.M. Afv. p. getij 2.0 toevoer naar den bergboezem 4.6 mill. M3. ') N.B. Zie noot op bis. 19 van bijlage E. Afvoer buitensluizen 3.7 mill. M3., dus toename bergboezem 4.6 — 3.7 = 0.9 „ „ rijzing 4 c.M.; (2020 + 7 x 4) 400 = 0.819 „ Totaal-afvoer uit Friesland op 5 October 2.7 + 2.6 + 3.8 (s.g.) = 9.1 mill. M8.; waterbezwaar is 31.2 mill. M3., toename 31.2 — 9.1 =22.1 mill. Ma.; rijzing 5 C.M.; 5 X 3.99 = 19.95 mill. M*. Totaal-afvoer uit Groningen 2.3 + 2.0 = 4.3 mill. M8. (s.g.); waterbezwaar is 3.2 mill. Ms.; afname 4.3 — 3.2 = 1.1 mill. M3.; daling 8 c.M.; 8 x 0.14375 = 1.15 mill. M3 6 October le getij. Friesland: Begin verval 31 + 26 — 84 = 23 c.M. Afvoer per getij 2.00 mill. M3.11QQ mm Ms eind l 23 — 15 = 8 „ „ „ „ 1.20 , , I ' Friesche sluis nihil Samen 1.6 mill. M3. Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem + 34) ^5 eind „ „ +491 aanvang -~„ Leekstermeer + 111 ^ eind „' „ + 15l gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 16 c.M. (bij afv. 1.6 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) -r 3 „ opvoerhoogte stoomgemaal 415 + 3 = 445c.M. Afv. p. getij 1.6 mill.M3. toevoer naar den bergboezem 3.2 mill. M . Afvoer buitensluizen nihil, dus toename bergboezem 3.2 mill. M8.; rijzing 15 C.M.; (2076 + 7 x 6) 600 + 2160 x 900 = 3.215 „ „ 2e getfl. Friesland: Begin verval 31 + 26 — 49 = 8 c.M. Afvoer per getij 1.20 mill. M8.11 gQ ^ M8> max. „ 8 + 25 =33 „ „ „ 2.40 „ „ ) eind „ 8+ 9+ 1 = 18 „ „ , , 1.80 „ „ 0.4(1.80 — 1.20)= 0.24 , „ Friesche sluis 0.30 „ n Samen 2.3 mill. M8. Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem + 49 j gg8 laagste , . 4-241 eind j „ +40 0.4(40 — 49)= + 36 gemidd. stand bergboezem + 33 aanvangstand Leekstermeer + 15 j eind „ . +20( gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 21 c.M. (bij afv. 1.9 mill.) , stand Zoutkamp (binnen) + 36 „ opvoerhoogte stoomgemaal 33 + 35 = 366 c.M. Afv. p. getij 1.9 , , toevoer naar den bergboezem 4.2 mill. M . Afvoer buitensluizen 6.2 mill. M8. dus afname bergboezem 6.2 — 4.2 = 2.0 „ „ daling 9 c.M.; 2160 x 900 = 1.944 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 6 October 1.6 + 2.3 + 4.6 (s.g.) = 8.5 mill. M8.waterbezwaar is 13.2 mill. M3.; toename 13.2 — 8.5 = 4.7 mill. M8.; rijzing 1 c.M.; 1 x 4.55 = 4.55 mill. M3. Totaal-afvoer uit Groningen 1.6 + 1.9 = 3.5mill. M8. (s.g.); waterbezwaar is 4.8 mill. M3.; toename 4.8 — 3.5 = 1.3 mill. M3.; ryzing 9 c.M.; 9 x 0.1445= 1.3 mill. M3. 7 October le getij. Friesland: Begin verval 32 + 26 — 40= 18 c.M. Afvoer per getij 1.80 mill M8 / eind , 18 — 13— 2= 3 1 „ o.70 „ „ j L26 mil1-M*- Friesche sluis nihil Samen 1.2 mill. M». Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem + 401 • j _ ! + 465 eind „ „ + 53 i aanvang „ Leekstermeer + 201 eind , „ +16i+18 gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 16 cM. (bij afv. 1.6 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) + 2 „ opvoerhoogte stoomgemaal 4(is — 2 = 448 cM. Afv. p. getij 1.6 toevoer naar den bergboezem 2L8 mill. M8 Af voer buitensluizen nihil, dus toename bergboezem 2.8 mill. M8.; rijzing 13 c.M. 2160 x 1300 = 2.808 „ „ 2« getö. Friesland: Begin verval 30 + 26 — 53 = 3 c.M. Afvoer per getij 0.70 mill M8 ) max. , 3 + 39 =42 „ , 2.70 „ £ j 1.70 mill. M8. eind „ 3 + 20— 2 = 21 „ „ a 1.95 0.4(1.95 — 0.70)= 0.50 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.5 mill. M8. Groningen: (stoomgemaal) aanvangstand bergboezem +- 531 laagste „ „ +141 "r eind , „ +33 0.4(33 — 53) = + 8 gemidd. stand bergboezem + 255 aanvangstand Leekstermeer + 161 1 _i_ 13* eind „ „ +11 ( gem. verval Leekstermeer-Zoutkamp 24 c.M. (bij afv. 2.0 mill.) „ stand Zoutkamp (binnen) -1- 10B „ opvoerhoogte stoomgemaal 25*+105 = 36 c.M. Afv. p. getij 2.0 toevoer naar den bergboezem 45 tbüTm^ Afvoer buitensluizen 8.8 mill. M8. dus afname bergboezem 8.8 — 4.5 = 4.3 „ „ daling 20 c.M. (2160 x 1300) + (2160 — 7 x 7) 700 = 4.286 , , Totaal-afvoer uit Friesland op 7 October 1.2 + 2.5 + 3.6 (s.g.) = 7.3 mill. M3.; waterbezwaar is + 9.0 mill. M3 ; afname 7.3 + 9.0 = 16.3 mill. M3.- daling 4 c.M.; 4 x 4.29 = 17.16 mill. M8. Totaal-afvoer uit Groningen 1.6 + 2.0 = 3.6 mill. M8. (s.g.); waterbezwaar is 2.3 mill. M3., afname 3.6 — 2.3 = 1.3 mill. M8.; daling 9 c.M.; 9 x 0.1445 = 1.3 mill. M3. 8 October le getij. Friesland: Begin verval 28 -f 26 — 33 = 21 c.M. Afvoer per getij 1.95 mill. M3. j ^ ^ M„ max. „ 21 + 54 =75 „ „ „ „ 3.60 „ „ i m eind „ 21 + 31+1 = 53 „ | „ „ 3.05 j „ 0.4(3.05 — 1.95)= 0.44 „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.5 mill. M3. Groningen: komt dezen dag op Wk.P. en loost de helft van (hetgeen in : 1.5 + 1.4 den boezem is geborgen + het waterbezwaar) = ^ . . 1.4 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.9 mill. M8, Afvoer buitensluizen 10.6 mill. M3., dus afname bergboezem 10.6 — 4.9 = 5.7 „ „ daling 31 c.M. (2062 — 7 x 31) 3100 = 5.72 „ 2e getij. Friesland: Begin verval 29 + 26 — 2 = 53 c.M. Afvoer per getij 3.05 mill. M3. • g Qrj5 mm ^ max. . 53 + 52 =105 , g „ , 4.30 „ , 1 eind , 53 + 16 + 2= 71 , „ i i 3.50 . „ 0.4(3.50—3.05)= 0.18 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.2 mill. M3. Groningen: komt op Wk.P. en loost1 ^ = ^ » » toevoer naar den bergboezem 5".7 mill. M . Afvoer buitensluizen 8.2 mill. M3., dus afname bergboezem 8.2 — 5.7 = 2.5 „ „ daling 16 c.M. (1.628 — 7 x 16) 1600 = 2.426 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 8 October 3.5 + 4.2 + 4.6 (s.g.) = 12.3 mill. M3.; waterbezwaar is 24.1 mill. M3., toename 24.1 — 12.3 = 11.8 mill. M3.; rijzing 3 c.M.; 3 X 4.2 = 12.6 mill. M3. Totaal-afvoer uit Groningen 1.4 + 1.5 = 2.9 mill. M3.; waterbezwaar is 1.4 mill. M3., afname 2.9 — 1.4 = 1.5 mill.M3.; daling 11 c.M.; 11 X 0.133 = 1.463 mill. Ms. 9 October 1« getij. Friesland: Begin verval 31 + 26 +14 = 71 c.M. Afvoer p. getij 3.50 mill. M8. j g 95 mU1 M, max. „ 71 + 40 =111 „ , » „ 4.40 „ „ I ' eind „ 71— 4— 1= 66 „ , , , 3.40 „ , 0.4 (3.40 — 3.50) = + 0.04 „ a Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.2 mill. M8. Groningen: Begin verval 0 + 14 =14 c.M. j g4 c M max. „ 14 + 40 =54 , I eind „ 14— 4 + 6 = 16 „ 0.4(16 — 14)= 0.8 „ 35 c.M. Afvoer per getij .2.5 „ „ toevoer naar den bergboezem 6.7 mill. M . Afvoer buitensluizen 6.2 mill. M3., dus toename bergboezem 6.7 — 6.2 = 0.5 „ „ rijmog 4 c.M. (1404 + 7 x 4) 400 = 0.572 „ „ 2* getfl. Friesland: Begin verval 30 + 26 + 10 = ö6 c.M. Afvoer per getij 3.40 mill. Ms.) • A aa oc i on o ca 3.00 mill. M8. eind „ b6 — 26— 1=39 „ „ „ „ 2.60 „ „ 1 Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.3 mill. M'. Groningen: Begin verval 6 + 10 = 16c.M. |8 c.M. eind „ 16 — 26+ 7 =+3; 0 „ (Afvoer p. getij 1.2 mill. Ms. 42 Hiervan te nemen gedeelte 1.0 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.3 mill. M*. Afvoer buitensluizen nihil; dus toename bergboezem 4.3 — 0.0 = 4.3 mill. Ms.; rijzing 26 C.M. (1460 + 7 x 26) 2600 = 4.269 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 9 October 4.2 + 3.3 + 3.8 (s.g.) = 11.3 mill. M8.; waterbezwaar is 3.8 mill. M8., afname 11.3 — 3.8 = 7.5 mill. M8.; daling 2 c.M.; 2x4.3 = 8.6 mill. M8. Totaal-afvoer uit Groningen 2.5 + 1.0 = 3.5 mill. M8.; waterbezwaar is 6.2 mill. M8., toename 5.2 — 3.5=1.7 mill. M8.; rijzing 13 c.M.; 0.134 x 13 = 1.74 mill. M8. 10 October le getij. Friesland: Begin verval 29 + 26 —16 = 39 c.M. Afvoer per getij 2.60 mill. M8. j max. „ 39+ 0 =39 , „ „ „ 2.60 „ „ 2.375mill.M8. eind „ 39 — 14+ 2 = 27 „ „ „ „ 2.15 „ r ' Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.7 mill. M8. Groningen: wegens hoogeren bergboezemstand geen vrije loozing ... 0.0 „ „ toevoer naar den bergboezem 2.7 mill. M8. Afvoer buitensluizen 0.0 mill. M3., dus toename bergboezem 2.7 — 0.0 = 2.7 „ „ rijzing 14 c.M. (1824 + 7 X 14) 1400 = 2.6908 „ 2« get|j. Friesland: Begin verval 31 + 26 — 30 = 27 o.M. Afvoer per getij 2.15 mill. M3.) „- , „ orv _ „. >2.225mill.M3. max. „ 27+3 =30 „ „ »» 2.30 „ „ ) eind „ 27— 7+ 2 = 22 „ „ „ „ 2.00 „ „ 0.4 (2.00 — 2.15) = + 0.06 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.5 mill. M8. Groningen: wegens hoogeren bergboezemstand geen vrije loozing. ... 0.0 „ toevoer naar den bergboezem 2.5 mill. M8. Afvoer buitensluizen 1.0 mill. M8. dus toename bergboezem 2.5 —1.0 = 1.5 „ „ rijzing 7 c.M. (2020 + 7 x 7) 700 = 1.4483 „ _ Totaal-afvoer uit Friesland op 10 October 2.7 4- 2.5 = 5.2 mill. M8.; (wegens hoogen zeestand werd verondersteld, dat het gemaal niet kon werken), waterbezwaar 23.4 mill. M3.; toename 23.4 — 5.2 = 18.2 mill. M3.; rijzing 4 c.M.; 4.5 x 4 = 18.0 mill. M8. Totaal-afvoer uit Groningen 0.0 mill. M8.; waterbezwaar 1.4 mill. M3.; toename 1.4 mill. M3.; rijzing 9 c.M.; 0.147 x 9 = 1.323 mill. M3. 11 October le getij. Friesland: Begin verval 33 + 26 — 37 = 22 c.M. Afvoer per getij 2.0 mill. M3. g5 M3 max. „ 22 + 56 =78 „ „ „ 3.7 „ „ I mi ' eind „ 22 + 31+ 1 = 54 „ „ „ „ 3.1 „ „ 0.4(3.1 — 2.0)= 0.44 „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.6 mill. M8. Groningen: Begin verval 0 c.M. i «* [21 c.M. max. „ 42 „ I eind „ 10 „ 0.4 (10—0)=+ 4 „ 25 c.M. Afvoer per getij 2.0 „ „ toevoer naar den bergboezem 5.6 mill. M8. Afvoer buitensluizen 11.5 mill. M3., dus afname bergboezem 11.5 — 5.6= 5.9 » „ daling 31 c.M. (2118 — 7 x 31)3100= 5.89 „ 2« getij. Friesland: Begin verval 34 + 26 — 6 = 54 c.M. Afvoer per getij 3.1 mill. M8. | g gQ ^ M3 max. „ 54 + 70 = 124 „ „ „ „ 4.7 „ „ I ' mi eind „ 54 + 22 + 1 = 77 „ „ „ „ 3.65 „ „ 0.4(3.65 —3.1) = +0.22 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.4 mill. M8. Groningen: Begin verval 10 c.M.. max. „ 80 „ ) eind „ 25 „ 0.4 (25 — 10) = 6 „ 51 c.M. Afvoer per getij 2.9 „ » toevoer naar den bergboezem . . • . • 7.3 mill. M8. Afvoer buitensluizen 10.7 mill. M3., dus afname : bergboezem 10.7 — 7.3 = 3.4 „ „ daling 22 c.M. (1684 — 7 x 22) 2200 = 3.366 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 11 October 3.6 + 4.4 + 4.4 (s.g.) = 12.4 mill. M3.; waterbezwaar 20.8 mill. M3.; toename 20.8 — 12.4 = 8.4 mill. M8.; rijzing 2 c.M. . . Totaal-afvoer uit Groningen 2.0 + 2.9 = 4.9 mill. M8.; waterbezwaar 3.0 mill. M3.; afname 4.9 — 3.0 = 1.9 mill. M8.; daling 13 c.M.; 0.1443 X 13 = 1.876 mill. M8. wutooer ic g-ety- Friesland: Begin verval 35 + 26 -f 16 = 77 c.M. Afvoer p. getij 8.65 mill M» > max. | 77 + 73 =150 „ „ „ „ 5.20 „ „ ' |4-425mill-M8. eind „ 77 + 15 = 92 „ „ 4.0 0.4 (4.0 — 3.65) = +0.14 „ . Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.90 mill. M*. Groningen: komt op peil te staan, loost dus + 1,2 = 4-j. , . , = 2.4 toevoer naar den bergboezem *! . 7.3 mill. M». Afvoer buitensluizen 9.2 mill. M8. dus afname bergboezem 9.2 —7.3 = 1.9 „ \ daling 15 c.M. (1376 — 7 x 15) 1500 = 1.906 „ „ . 2" getij. Friesland: Begin verval 35 + 26 + 31 = 92 c.M. Afvoer per getij 4.0 mill. M3. max. „ 92 + 52 =144 „ „ \ , 5.1, y 4.55 mill. M8. eind „ 92— 4 + 1 = 89 „ „ , 4.0 I Friesche sluis 0.3 n | Samen 4.8 mill. M8. Groningen: komt op peil te staan en loost dus -— . 'V ') '....= 2.4 toevoer naar den bergboezem 7 2 mill. M* Afvoer buitensluizen 6.7 mill. M3. dus toename bergboezem 7.2 — 6.7 = 0.5 „ „ rijzing 4 c.M. (1166 + 7 x 4) 400 = 0.4776 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 12 October 4.9 + 4.8 + 6.2 (s.g.) = 15.9 mill. M8.; waterbezwaar 20.0 mill. M8. ; toename 20.0 — 16.9 = 4.1 mill. M8.; rijzing 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 2.4 + 2.4 = 4.8 mill. M8.; waterbezwaar 3.6 mill. M3.; afname 4.8 — 3.6 = 1.2 mill. M8.; daling 9 c.M.; 0.132 x 9 = 1.188 mill. M3. 13 October le getij. Friesland i Begin verval 36 + 26 + 27 = 89 c.M. Afvoer per getij 4.0 mill. M8.) max. „ 89+ 5 =94 „ 4.1 j4.05 mill. M8. eind „ 89 — 33 =56 , ' „ „3.1 0.4 (3.1- 4.0) =•+ 0.36 „ , Friesche sluis 0.30 „ „ „ . Samen 4.0 mill. M8. Groningen: Begin verval 27 c.M.i 29 c.M. max. „ 31 „ ' *^ eind „ 3 „ 0.4(3 — 27) = + 9 § 20 c.M. Afvoer per getij 1.8 n toevoer naar den bergboezem f ] ^g" mill M"^ Afvoer buitensluizen 1.0 mill. M8. dus toename bergboezem 5.8 —1.0 = 4.8 „ „ rijzing 33 c.M. (1222 + 7 x 33) 3300 = 4.795 „ 2» gety. Friesland: Begin verval 36 + 26 — 6 = 56 c.M. Afvoer per getij 3.1 mill.M8., max. „ 56 4- 0 =56 „ „ „ „ 3.1 „ „ [2.85 mill. M8. eind „ 56 — 18 =38 „ . „ „ 2.6 „ „ ' Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.1 mill. M8. Groningen: Begin verval 3 c.M.j15 cM Afvoer per getq 0.5 , , eind „ 0 „ | hiervan te nemen is 0.2 mill. M8. 60 Bergboezem: toevoer uit Friesland 3.1 mill. M8. „ „ Groningen 0.2 „ „ Samen 3.3 mill. M8. Afvoer buitensluizen 0.0 „ „ dus toename bergboezem 3.3 — 0.0 = 3.3 „ „ rijzing 18 c.M. (1684 + 7 x 18) 1800 = 3.258 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 13 October 4.0 + 3.1 + 6.2 (s.g.) = 13.3 mill. M8.; waterbezwaar 14.4 mill. M8.; toename 14.4 — 13.3 = 1.1 mill. M8.; rijzing 0 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 1.8 + 0.2 = 2.0 mill. Ms.; waterbezwaar 4.4 mill. M8.; toename 4.4 — 2.0 = 2.4 mill. M3.; rijzing 18 c.M.; 0.1365 x 18 = 2.457 mill. M8. 14 October 1« getij. Friesland: Begin verval 36 + 26 — 24 = 38 c.M. Afvoer per getij 2.6 mill. M8.12M ^ M8 max. „ 38 + 16 =54 „ „ „ , 3.1 „ „ i eind „ 38— 1 =37 „ , „ , 2.55 , , 0.4(2.55 —2.6) =-f 0.02 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.1 mill. M8. Groningen: Begin verval 0 c.M. \ max. „ 10 „ 5 c.M. Afvoer per getij ..... - 0-914 „ eind . 0 „ Hiervan te nemen ^ is 0.8 mill. M8. 50 Bergboezem: toevoer uit Friesland 3.1 mill. M8. „ „ Groningen 0.8 „ * Samen 3.9 mill. M3. Afvoer buitensluizen 3.8 „ „ dus toename bergboezem 3.9 — 3.8 = 0.1 „ g rijzing 1 c.M. 2» getjj. Friesland: Begin verval 36 + 26 — 25 = 37 c.M. Afvoer per getij 2.55 mill. Ms.) on mo rr „ „ 2.825 mill. M8. max. „ 37 + 18 = 55 „ „ „ „ 3.1 „ „ I eind 37+ 1 . =38 „ „ „ „ 2.6 „ „ 0.4(2.6 —2.55) = +0.02 „ , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.1 mill. M8. Groningen: Begin verval 0 c.M. i 6 6 „ 6.5 c.M. max. „ 13 „ ' eind „ 2 „ 0.4 (2 — 0) = 0.8 „ 7 c.M. Afvoer per getij 1.08 „ „ 48 Hiervan te nemen is 1.0 mill. M». 50 Bergboezem: toevoer uit Friesland 3.1 mill. M8. „ „ Groningen 1.0 „ „ Samen 4.1 mill. M8. Afvoer buitenBluizen 4.1 „ „ Bergboezem komt dus weer op zijne vorige hoogte. Totaal-afvoer uit Friesland op 14 October 3.1 + 3.1 + 6.2 (s.g.) = 12.4 mill. M8.; waterbezwaar 18.7 mill. M8., toename 18.7 — 12.4 = 6.3 mill. M8.; rijzing 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 0.8 + 1.0 = 1.8 mill. M8.; waterbezwaar 3.2 mill. M8.; toename 3.2 — 1.8 = 1.4 mill. M3. ; rijzing 9 c.M.; 0.1537 x 9 = 1.3833 mill. M8. 15 October le getij. Friesland: Begin verval 37 + 26 — 26 = 38 c.M. Afvoer per getij 2.60 mill. M8.) max. „ 38 + 42 =80 , , . „ 3.70 „ „ |315 n"11-M°eind „ 38 + 14 =52 „ „ „ 3.00 „ „ 0.4 (3.0 — 2.6) = + 0.16 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.6 mill. M8. Groningen: Begin verval 2 c.M. J .. 23 c.M. max. „ 44 B \ eind „ 14 „ 0.4 (14 — 2) = 4.8 „ 28 c.M. Afvoer per getij 2.2 „ toevoer naar den bergboezem 5.8 mill. M8. Afvoer buitensluizen 8.4 mill. M8. dus afname bergboezem 8.4 — 5.8 == 2.6 „ „ daling 14 c.M. (1950 — 7 x 14) 1400 = 2.598 „ „ 2f> getij. Friesland: Begin verval 37 + 26 —11 = 52 c.M. Afvoer per getij 3.0 mill. M8. > max. „ 52+ 0 =52 „ „ , „ 3.0 „ „ 2.7 mill.M8. eind „ 52 — 19— 1 = 32 „ „ 2.4 „ „ ' Friesche sluis 0.3 „ „ Samen 3.0 mill. M8. Groningen: Begin verval 14 c.M. i max. „ 14 „ !7 c.M. Afvoer per getij 1.08 „ „ eind „ 0 „ ' - 30 Hiervan te nemen ^ is 0.6 50 " " Bergboezem: toevoer uit Friesland 3.0 mill. M3. „ „ Groningen 0.6 „ „ Samen 3.6 mill. Ms. Afvoer buitensluizen 0.0 „ „ dus toename bergboezem 3.6 — 0.0 = 3.6 „ rijzing 19 c.M. (1754 + 7 x 19) 1900 = 3.585 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 15 October 3.6 4- 3.0 4- 6.2 (s.g.) = 12.8 mill. M3.; waterbezwaar 9.5 mill. M8.; afname 12.8 — 9.5 = 3.3 mill. Ms; daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 2.2 + 0.6 = 2.8 mill. M8.; waterbezwaar 2.0 mill. M3., afname 2.8 — 2.0 = 0.8 mill. M3.; daling 5 c.M.; 0.157 x 5 = 0.785 mill. M8. N.B. Wegens intrede van de winterperiode wordt het stoomgemaal te Tacozijl verder stop gezet. 16 October eenig getij. Friesland: Begin verval 36 + 26 — 30 = 32 c.M. Afvoer per getij 2.40 mill. M3.1 ^ ^ M„ max. „ 32 + 13 =45 „ „ „ 2.75 „ „ I ml • ■ eind „ 32— 2 =30 „ „ „ „ 2.30 „ „ 0.4 (2.30 — 2.40) = + 0.04 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.8 mill. M». Groningen: Begin verval 0 c.M. i 2 5 c M max. „ 5 „ I eind „ 7 „ 0.4 (7 — 0) = 2.8 „ 5 c.M. Afvoer per getij 0.9 „ „ 45 m Hiervan te nemen ^ is . . . 0.8 mill. M3. 60 Bergboezem: toevoer uit Friesland 2.8 mill. M3. „ „ Groningen 0.8 „ „ Totaal 3.6 mill. M3. Afvoer buitensluizen 3.2 „ „ dus toename bergboezem 3.6 — 3.2 = 0.4 „ „ rijzing 2 c.M. (2020 + 7 x 2) 200 = 0.4 „ Totaal-afvoer uit Friesland op 16 October 2.8 mill. M8.; waterbezwaar 3.6 mill. M3.; toename 3.6 — 2.8 = 0.8 mill. M3.; daling of rijzing = 0 c M. Totaal-afvoer uit Groningen 0.8 mill. M8.; waterbezwaar 3.7 mill. M3.; toename 3.7^—0.8 = 2.9 mill. M3.; rijzing 17 c.M.; 0.1654 x 17 = 2.81 mill. M8. 17 October le gety. Friesland: Begin verval 36 + 26—32 = 30 c.M. Afvoer per getij 2.30 mill. M8.. max. . 30 + 17 =47 g ' . . 2.80 „ . \2M ^ M'' eind „ 30— 1 = 29 „ „ i 2.26 0.4 (2.25 — 2.30) = + 0.02 , , Friesche sluis 0.30 , , Samen 2.8 mill. M». Groningen: Begin verval 7 c.M. i - . „. 116 5 c.M. max. „ 7 + 17 =24 , ( eind „ 7— 1— 3= 3 „ 0.4(3 — 7) = + 1.6 „ 14 c.M. Afvoer per getij 1.5 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.3 mill. M*. Afvoer buitensluizen 4.0 mill. M8. dus toename bergboezem 4.3 — 4.0 = 0.3 „ „ rijzing 1 c.M. (2048 + 7 x 1) 100 = 0.2 „ „ 2f gety". Friesland: Begin verval 36 + 26 — 33 = 29 c.M. Afvoer per getij 2.25 mill. M8. i „ „„„ „ max. , 29 + 23 =52 . p „ 3.00 . , 12.625mill,M8. eind „ 29+ 4 =33 „ „ 2.40 „ „ 0.4 (2.40 — 2.25) = + 0.06 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.0 mill. .M". Groningen: Begin verval 3 c.M.» o , 14.5 c.M. max. „ 3 + 23 = 26 „ I eind „ 3+ 4— 3= 4 0.4(4 — 3)= 0.4 „ 15 c.M. Afvoer per getij 1.6 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.6 mill. M». Afvoer buitensluizen 5.3 mill. M». dus afname bergboezem 5.3 — 4.6 = 0.7 „ „ daling 4 c.M. (2062 — 7 x 4)400 = 0.81 „ , Totaal-afvoer uit Friesland op 17 October 2.8 + 3.0 = 5.8 mill. M5.; waterbezwaar 6.6 mill. M8.; toename 6.6 — 5.8 = 0.8 mill. M8.; daling of rijzing 0 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 1.5 + 1.6 = 3.1 mill. M8.; waterbezwaar 2.0 mill. M8.; afname 3.1 — 2.0 = 1.1 mill. M8.; daling 6 c.M.; 0.174 x 6 = 1.044 mill. M8. 18 October le gety*. Friesland: Begin verval 36 + 26 — 29 = 33 c.M. Afvoer per getij 2.40 mül. M». > max. „ 33+ 0 =33 „ , , 2.40 , , 2.16 mill. M8. eind „ 33 — 13 =20 „ „ , 1.90 ! „ ) Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.5 mill. M". Groningen: Begin verval 4 c.M. max. „ 4 „ 2 c.M. Afvoer per getij 0.578 eind „ 0 „ ) 17 Hiervan te nemen ~r is 0.2 mill. M8. OU Bergboezem: toevoer uit Friesland 2.5 mill. M8. „ „ Groningen 0.2 „ „ Samen 2.7 mill. M3. Afvoer buitensluizen. ....... 0.0 „ ,. dus toename bergboezem 2.7 — 0.0 = 2.7 „ „ rijzing 13 c.M. (2006 + 7 X 11)1100 + 2160 x 200 = 2.72 „ „ 2* getij. Friesland: Begin verval 36 + 26 — 42 = 20 c.M. Afvoer per getij 1.90 mill. M8. j ^ M$ max. „20 + 51 =71 „ „ „ „ 3.50 „ „ 1 ml ' eind „ 20 + 25 =45 „ „ „ „ 2.80 , „ 0.4(2.80 —1.90) = +0.36 „ , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.4 mill. M8. Groningen: Begin verval 0 c.M.) „ aa 22 c.M. max. „ 44 > eind „ 18 „ 0.4 (18 - 0) = 7.2 „ 29 c.M. Afvoer per getij 2.2 „ „ toevoer naar den bergboezem 5.6 mill. M . Afvoer buitensluizen 10.6 mill. M3. dus afname bergboezem 10.6 —5.6 = 5.0 ,. „ daling 25 c.M. 2160 x 200 + (2160 — 7 x 23) 2300 = 5.03 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 18 October 2.5 + 3.4 = 5.9 mill. M8.; waterbezwaar 1.2 mill. M3.; afname 5.9 — 1.2 = 4.7 mill. M3.; daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 0.2 + 2.2 = 2.4 mill. M8.; waterbezwaar 2.7 mill. M8.; toename 2.7 — 2.4 = 0.3 mill. M3.; rijzing 2 c.M.; 1710 x 200 = 0.342 mill. M8. 19 October 1« getij. Friesland: Begin verval 35 + 26 —17 = 44 c.M. Afvoer per getij 2.80 mill. M3. j g 4Q ^ M» max. ( 44 + 46 =90 „ „ „ „ 4.00 „ „ ( " eind „ 44 + 10 =54 „ „ „ „ 3.00 „ „ 0.4 (3.00 — 2.80) = + 0.08 . „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.8 mill. M8. Groningen: Begin verval =18 c.M. j max. „ 18 + 46 =64 „ 1 eind „ 18 + 10— 7 = 21 „ 0.4 (21 —18) = 1.2 „ 42 c.M. Afvoer per getij 2.7 „ „ toevoer naar den bergboezem 6.5 mill. M3. Afvoer buitensluizen 8.2 mill. M3. dus afname bergboezem 8.2 — 6.5 = 1.7 „ „ daling 10 c.M. (1838 — 7 x 10) 1000 = 1.768 „ „ 2« gety. Friesland: Begin verval 35 -f-26 — 7 = 54c.M. Afvoer per getij 3.10 mill. Ms. j max. „ 54 +65 =119 jj 4.50 13.80 mill. M: eind „ 54 + 16 = 70 + „ „ 3.45 0.4(3.45 —3.10) =+0.14 „ „ Friesche sluis 0.30 „ , Samen 4.2 mill. M1 Groningen: Begin verval = 20 c M I max. „ 20+ 65 = 85 "/i52 5 c Meind „ 20 + 16— 9 = 27 „ 0 4(27 — 20)= + 2.8 55 c.M. Afvoer per getij 3.0 toevoer naar den bergboezem 7^ rniïïTM" Afvoer buitensluizen 9.7 mill. Ms. dus afname bergboezem 9.7 — 7.2 = 2.5 „ , daling 16 c.M. (1698 — 7 x 16) 1600 = 2.54 Totaal-afvoer uit Friesland op 19 October 3.8 + 4 2 = 8.0 mill. M3.; waterbezwaar 9.9 mill. M8., toename 9.9 — 8.0=1.9 mill. M3.; daling of rijzing 0 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 2.7 + 3.0 = 5.7 mill. M8.; waterbezwaar 3.1 mill. M8., afname 5.7 — 3.1 = 2.6 mill. M3.; daling 16 c.M.; 1605 x 1600 = 2.568 mill. M8, 20 October 1» getij. Friesland : Begin verval 35 + 26 + 9 = 70 c.M. Afvoer per getij 3.50 mill. M3. max. „ 70 + 67 =127 ' n 4 60 j 4.05 mill. M3. eind „ 70+ 7 = 77 „ „ . 3.65 * ■" 0.4 (3.65 — 3.50) = + 0.06 „ , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.4 mill. Ms. Groningen: komt op peil en loost de halve hoeveelheid in den boezem geborgen + het halve waterbezwaar = ?^±li = 2.5 toevoer naar den bergboezem 6.9 mill. M8. Afvoer buitensluizen 7.9 mill. M3., dus afname bergboezem 7.9 - 6.9 = 1.0 „ „ daling 7 c.M. (1474 — 7 x 7) 700 = 1.0 „ 2" getij. Friesland: Begin verval 35 + 26 + 16 = 77c.M. Afvoerp.getij 3.65mill.M3.) max. „77 + 41 =118 „ „ „ 4.50 j4.076mill. M8. eind „ 77— 4— 1 = 72 n [ ] 3.50 0.4 (3.50 — 3.65) = + 0.06 „ Friesche sluis 0.30 „ é Samen 4.3 mill. M3. Groningen: komt op peil en loost 2"6+— .... 25 toevoer naar den bergboezem ; 6 g Afvoer buitensluizen 6.2 mill. Ms. dus toename bergboezem 6.8 — 6.2 = 0.6 . „ rijzing 4 c.M. (1376 + 7 x 4) 400 = 0.56 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 20 October 4.4 + 4.3 = 8.7 mill. Ms.; waterbezwaar 3.7 mill. M8.; afname 8.7 — 3.7 = 5.0 mill. M8.; daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 5.0 mill. M8.; waterbezwaar 2.4 mill. M3.; afname 5.0 — 2.4 = 2.6 mill. M8.; daling 19 c.M.; 0.137 x 19 = 2.6 mill. M3. 21 October le getij. Friesland: Begin verval 34 -f 26 + 12 = 72 c.M. Afvoer p. getij 3.50 mill. M3.. g5 ^ M3 max. „ 72 + 40 =112 „ „ „ „ 4.40 „ . ' eind „ 72+ 1 = 73 , „ „ . 3.55 „ „ 0.4(3.55 —3.50) =+0.02 , „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.3 mill. M8 3 3 n Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = -gr *** » » toevoer naar den bergboezem 6.0 mill. M8. Afvoer buitensluizen 6.1 mill. M8., dus afname bergboezem 6.1 — 6.0 = 0.1 . „ daling 1 c.M. (1432 — 7 x 1) 100 = 0.14 ï „ 2° getij. Friesland: Begin verval 34 + 26 +13 = 73 c.M. Afvoer p. getij 3.55 mill. M8.1 g ^ ^ m max. „ 73 + 32 = 105 , , . , 4.30 . ■ » eind „ 73 — .4+ 1 = 70 , . . , 3.50 „ „ 0.4 (3.50 — 3.55) = + 0.02 „ » Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.2 mill. M3. 3 3 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = -^ » " toevoer naar den bergboezem ^ ^ ' Afvoer buitensluizen 5.2 mill. M8. dus toename bergboezem 5.8 — 5.2 = 0.6 „ „ rijzing 4 c.M. (1418 + 7 x 4) 4O0 = 0.58 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 21 October 4.3 + 4.2 = 8.5 mill. M8.; waterbezwaar 15.3 mill. M8.; toename 15.3 — 8.5 = 6.8 mill. M8.; rijzing 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus blijft Groningen op Wk.P. 22 October 1» getij. Friesland: Begin verval 35 + 26+ 9= 70c.M. Afvoerp.getij3.50mill.M8. j3 7Q ^ M, max. „ 70 + 17 = 87 . , » , 3.90 . , » eind „ 70 — 13 = 57 „ • • • 3.15 , „ 0.4(3.15 — 3.50) = + 0.14 , , Friesche sluis 0.30 „ . Samen 3.9 mill. M3. 26 1 «t Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = i-u » » , , u 5.2 mill. M8. toevoer naar den bergboezem Afvoer buitensluizen 3.2 mill. Ms. dus toename bergboezem 5.2 - 3.2 = 2.0 „ „ rijzing 13 c.M. (14744-7 x 13)1300 = 2.03 2« gety. *m Friesland: Begin verval 35 4- 26-4 =57 c.M. Afvoer per getij 3.15 mill.M».) max. „ 57 + 33 =90 [ 4 00 {3.575 mill.M». eind „ 57 + 3 + 2 = 62 , \ „ " 3 30 0.4(3.30 —3.15)=+0.06 „ Friesche sluis 0.30 n Samen 3.9 milj. M». Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = ^ 13 toevoer naar den bergboezem 5.2 mill M» Afvoer buitensluizen 6.7 mill. M». dus afname bergboezem 5.7 — 5.2=0.5 „ „ daling 3 c.M. (1666 — 7 x 3) 300 = 0.49 „ Totaal-afvoer uit Friesland op 22 October 3.9 + 3.9 = 7.8 mill. M8.; waterbezwaar 15.7 mill. M».; toename 15.7 — 7.8 = 7.9 mill. M».ryzing 2 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus blijft Groningen op Wk.P. 23 October 1* getij. Friesland: Begin verval 37 + 26-1 =62 c.M. Afvoer per getij 3.30 mill. M»., max. „ 62 + 20 =82 „ - 3 70 J 3.50 mill. M». eind „ 62- 7-2 =53 „" " [ ] 3.05 ] "„ 0.4 (3.05 — 3.30) = + 0.10 Friesche sluis 0.30 „ Samen 3.7 mill. M8. Groningen: Begin verval 0 c.M.. max. s 19 „ I9'5 C'M- 0.4(1-0)= 0.4 „ 10 c.M. Afvoer per getij 1.3 toevoer naar den bergboezem mill.M^ Afvoer buitensluizen 3.8 mill. M». dus toename bergboezem 5.0 - 3.8 = 1.2 „ „ rijzing 7 c.M. (1614 + 7 x 7) 700 = 1.16 „ 2* getij. Friesland: Begin verval 35 + 26 — 8 = 53 c.M. Afvoer per getij 3.05 mill. M8. j ^ Mg max. „53+8 = 61 „ „ „ „ 3.25 , , I mi ' eind „ 53 — 12— 1 = 40 , j 1 , 2.60 „ „ 0.4(2.60 — 3.05) IS*0.18 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.3 mill. M». Groningen: Begin verval 1 c.M.j ë q 15 c.M. max. „ » „ I eind „ 0 „ 0.4 (0 - 1) = + 0.4 , 4.5 c.M. Afvoer per getij 0.85 „ „ 43 hiervan te nemen ^ is 0.7 mill. Ms. 50 Bergboezem: toevoer uit Friesland 3.3 mill. M8. „ „ Groningen 0.7 „ Samen 4.0 mill. M8. Afvoer buitensluizen 1.8 „ „ dus toename bergboezem 4.0 — 1.8 = 2.2 „ „ rijzing 12 c.M. " (1712 + 7 x 12) 1200 = 2.16 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 23 October 3.7 + 3.3 = 7.0 mill. M8.; waterbezwaar — 6.8 mill. M8.; afname 7.0 + 6.8 = 13.8 mill. M8.; daling 3 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 1.3 + 0.7 = 2.0 mill. M8.; waterbezwaar 4.4 mill. M8.; toename 4.4 — 2.0 = 2.4 mill. M8.; rijzing 18 c.M. 24 October le getij. Friesland: Begin verval 34 + 26 — 20 = 40 c.M. Afvoer per getij 2.60 mill. M8.) 2 ?75 ^ M, max. „ 40+ 9 =49 „ „ . . 2.95 „ „ I eind „ 40- 7+ 1 = 34 „ , „ , 2.40 „ „ 0.4 (2.40 — 2.60) = + 0.08 , „ Friesche sluis 0.30 „ » Samen 3.0 mill. M8. Groningen: Begin verval 0 c.M. i max n 7 „ 3.5 c.M. Afvoer per getij • 0 76 " » eind „ 0 „ Hiervan te nemen |^ is 0.5 mill. M8. Bergboezem: toevoer uit Friesland 3.0 mill. M8. „ „ Groningen 0.5 „ „ Samen 3.5 mill. M8. Afvoer buitensluizen 2.2 „ „ dus toename bergboezem 3.5 — 2.2 = 1.8 „ „ rijzing 7 c.M. (1880 + 7 X 7)700 = 1.35 „ „ 2» gety. Friesland: Begin verval 35 -f 26 - 27 = 34 c.M. Afvoer per getij 2.40 mill. M3.) max. | 34 + 43 =77 „ „ „ „ 3.65 „ ., {3.025 mill. M*. eind „ 34 + 17+ 1 = 52 „ „ „ „ 3.00 '„ „' 0.4 (3.00 — 2.40) = + 0.24 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.6 mill. M8. Groningen: Begin verval 0 c.M. > 00 19 cM. max. „ 38 „ 1 eind „ 14 „ 0.4 (14 — 0) = 5.6 „ 24.6 c.M. Afvoer per getij 2.0 toevoer naar den bergboezem 5.6 mill. M3. Afvoer buitensluizen 8.8 mill. M3. dus afname bergboezem 8.8 — 5.6 = 3.2 „ „ daling 17 c.M. (1978 — 7 x 17) 1700 = 3.16 „ , Totaal-afvoer uit Friesland op 24 October 3.0 + 3.6 = 6.6 mill. M8.; waterbezwaar 15.4 mill. M3.; toename 15.4 — 6.6 = 8.8 mill. M8.; rijsing 2 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 0-5 + 2.0 = 2.5 mill. M8.; waterbezwaar 3.3 mill. M3.; toename 3.3 — 2.5 = 0.8 mill. M3.; rijzing 5 c.M.; 0.1508 x 5 = 0.754 mill. M3. 25 October 1* getij. Friesland: Begin verval 36 + 26 —10 = 52 c.M. Afvoer per getij 3.0 mill. M3 ) max. , 52 + 60 = 112 , 4.4 ( > 13.70 mill. M8. eind „ 52 + 21 = 73 n „ „ „ 3.55 „ 0.4 (3.55 — 3.0) = + 0.22 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.2 mill. M8. Groningen: komt op peil en loost de helft van de in den boezem geborgen hoeveelheid + de helft van het waterbezwaar ^*'2 = . . 2.2 toevoer naar den bergboezem ~ (^4 mill. M8. Afvoer buitensluizen 9.8 mill. M8., dus afname bergboezem 9.8 — 6.4 = 3.4 „ „ daling 21 c.M. (1740 — 7 x 21) 2100 = 3.35 „ 2« getij. Friesland: Begin verval 36 + 26 + 11 = 73 cM. Afvoer p. getij 3.55 mill. M3. > max. „ 73 + 45 =118 „ „ „ „ 4.50 , „ 4.025mill.M8. eind „ 73+ 2 - 1= 74 „ „ , . 3.55 „ , ' Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.3 mill. M8. Groningen: loost ——-t-— 2 2 toevoer naar den bergboezem 6.6 mill. M8. Afvoer buitensluizen 6.8 mill. M3., dus afname bergboezem 6.8 — 6.5 = 0.3 „ 1 daling 2 c.M. (1446 — 7 x 2)200 = 0.29 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 25 October 4.2 + 4.3 = 8.5 mill. Ms.; waterbezwaar 5.7 mill. M3., afname 8.5 — 5.7 = 2.8 mill. M8.; daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 4.4 mill. M8.; waterbezwaar 1.2 mill. M3.; afname 4.4 — 1.2 = 3.2 mill. M3.; daling 23 c.M.; 0.1394 x 23 = 3.206 mill. M8. 26 October le getij. Friesland: Begin verval 35 + 26 + 14 = 75c.M. Afvoer p.getij 3.60mill. M3. jg Q^ M„ max. „ 75 + 28 =103 „ „ „ „ 4.20 „ 1 ' eind „ 75— 6 = 69 „ „ „ „ 3.45 „ „ 0.4 (3.45 — 3.60) = + 0.06 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.1 mill. M3. 2.5 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = • • 1-3 toevoer naar den bergboezem 6.4 mill. M8. Afvoer buitensluizen 4.6 mill. M3. dus toename bergboezem 5.4 — 4.6 = 0.8 „ „ rijzing 6 c.M. (1418 + 7 x 6) 600 = 0.876 „ „ 2« getij. Friesland: Begin verval 35 + 26 + 7 = 68 c.M. Afvoer per getij 3.40 mill. M3. j g 7Q mm M8 max. „ 68 + 23 =91 „ „ „ , 4.00 „ „ 1 eind „ 68— 7 =61 „ „ „ „ 3.25 „ „ 0.4(3.25 —3.40) = + 0.06 „ „ Friesche sluis 0.30 „ - Samen 3.9 mill. M3. 2.5 Groningen : loost de helft van het waterbezwaar = ~ 1-2 toevoer naar den bergboezem ^.1 mill. M8. Afvoer buitensluizen 4.0 mill. M3. dus toename bergboezem 5.1 — 4.0 = 1.1 „ „ rijzing 7 c.M. (1502 + 7 x 7) 700 = 1.086 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 26 October 4.1 + 3.9 = 8.0 mill. M3.; waterbezwaar 6.5 mill. M8.; afname 8.0 — 6.5 = 1.5 mill. M8.; daling of rijzing 0 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus blijft Groningen op Wk.P. 57 October le getij. vnesiana: aesm verval 6b 4- 'Zo 4- 0 = 81 c.M. Afvo«r npr o-At.li s 9Kmin ms -, 9 /(OK™411 ö-I i ir na « / U-Uil. JU". 1U»A. „ UJL-Tiu = < O „ _ „ _ Ö.ÖU „ L I eind „ 61— 8 — 1 = 52 „ „ „ „ 3.00 „ 0.4 (3.00 — 3.25) = -f 0.10 , ( Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.6 mill. Ms. Groningen: loost de helft van het waterbezwaar -je- 0.7 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.3 mill. M8. Afvoer buitensluizen 3.0 mill. M8,, dus toename bergboezem 4.3 — 3.0 = 1.3 „ „ rijzing 8 c.M. (1600 + 7 x8) 800 = 1.325 „ 2* getfl. Friesland: Begin verval 34 + 26 — 8 = 52 c.M. Afvoer per getij 3.00 mill. M8 1 max. „ 52 + 31 =83 „ „ „ 3.8O „ „ i3 40 mni M' eind „ 52+ 8— 1 = 59 „ „ „ „ 3.20 0.4 (3.20 — 3.00) = + 0.08 j „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.8 mill. M8. Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = 0.8 „ „ toevoer naar den bergboezem 4^6 mill. M8. Afvoer buitensluizen 5.9 mill. M8. dus afname bergboezem 5.9 — 4.6 = 1.3 „ „ daling 8 c.M. (1712 — 7 x 8)800 = 1.325, Totaal-afvoer uit Friesland op 27 October 3.6 + 3.8 = 7.4 mill. M8.; waterbezwaar 0.2 mill. M8., afname 7.4 — 0.2 = 7.2 mill. M8.; daling 2 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus büjft Groningen op Wk.P* 28 October le getfl. Friesland: Begin verval 33 + 26 + 0 = 59c.M. Afvoer p. getij 3.20 mill.M8.) max. „ 59 + 30 =89 „ „ 4.00 „ „ f3'60 mü1, M** eind „ 59+5— 2 = 62 „ „ „„ 3.30 0.4 (3.30 — 3.20) = + 0.04 „ „ Friesche sluis 0.30 Samen 3.9 mill. M". Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = -jr- 0.6 toevoer naar den bereboezem ... 4fi mill iw8 Afvoer buitensluizen 5.3 mill. M8., dus afname bergboezem 5.3 — 4.5 = 0.8 „ „ daling 5 c.M. (1600 — 7 x 5)500 = 0.78 „ „ 2« getij. Friesland: Begin verval 31 + 26 + 5 = 62 c.M. Afvoer per getij 3.30 mill.M8.'i n ... ... & r & j g 35 mi]j max. „ 62+ 6 =68 „ , „ „ 3.40 „ , 1 eind „ 62—17— 2 = 43 „ „ „ 2*75 „ , 0.4 (2.75 — 3.30) = 0.22 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.4 mill. M8. 1.2 Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = ' . . . 0.6 toevoer naar den bergboezem 4.0 mill. M8. Afvoer buitensluizen 1.2 mill. M3., dus toename bergboezem 4.0 — 1.2 = 2.8 „ „ rijzing 17 c.M. (1530 + 7 X 17) 1700 = 2.8 „ Totaal-afvoer uit Friesland op 28 October 3.9 + 3.4 = 7.3 mill. M3.; waterbezwaar —10.7 mill. M8., afname 7.3 + 10.7 = 18 mill. M3.; daling 4 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar, dus blijft Groningen op Wk.P. "29 October 1» getij. Friesland: Begin verval 29 + 26 — 12 = 43 c.M. Afvoer per getij 2.75 mill. M3. j g 1Q ^ M3 max. „ 43 + 26 =69 „ „ „ „ 3.45 „ „ I eind „ 43 + 5 = 48 „ „ „ „ 2.90 „ „ 0.4 (2.90 — 2.75) = + 0.06 „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.5 mill. M8. Groningen: Begin verval 0 c.M. i max. „ 14 „ 7 c.M. Afvoer per getij 1.1 „ . eind ' ° ' hiervan te nemen ^ is 0.8 mill. M8. 50 Bergboezem: toevoer uit Friesland 3.5 mill. M8. „ „ Groningen 0.8 „ „ totaal 4.3 mill. Ms. Afvoer buitensluizen 5.1 „ „ dus afname bergboezem 5.1 — 4.3 = 0.8 „ „ daling 5 c.M.; (1768 - 7 x 5) 500 = 0.87 „ „ 2« getij. Friesland: Begin verval 29 + 26 — 7 = 48 c.M. Afvoer per getij 2.90 mill. M3. i g Q5 ^ M„ max. „ 48+ 4 =52 „ „ „ „ 3.00 „ , ' eind „ 48-12+ 1 = 37 „ „ „ „ 2.55 „ „ 0.4 (2.55 — 2.90) = 0.14 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.1 mill. M8. Groningen: voert niets af wegens hoogeren bergboezemstand .... -0-0 » » toevoer naar den bergboezem 3.1 mill. M . Afvoer buitensluizen J.0 miIl.~M3., dus toename bergboezem 3.1 — 1.0 = 2.1 „ „ rijzing 12 c.M. (1698 + 7 x 12) 1200 = 2.14 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 29 October 3.5 + 3.1 = 6.6 mill. M8.; waterbezwaar 11.1 miU. M3.; toename 11.1 — 6.6 = 4.5 mill. M».; rijzing 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 0.8 + 0.0 = 0.8 mill. M*. ; waterbezwaar 1.5 mill. M3.; toename 1.5 — 0.8 = 0.7 mill. M«.; rijzing 5 c.M. 30 October eenig getij. Friesland: Begin verval 30 + 26 —19 = 37 c.M. Afvoer per getij 2.55 mill M3 | max. „ 37 + 15 =52 „ „ 3.00 „ [2.776mill.M*. eind „ 37+ 2— 1=38 „ „ 2.6O ] * 0.4 (2.60 — 2.55) = + 0.02 „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.1 mill. M*. Groningen: loost niets wegens hoogeren bergboezemstand 0.0 toevoer naar den bergboezem ~ 3.1 miH. m». Afvoer buitensluizen 3.4 mill. M3., dus afname bergboezem 3.4 — 3.1 = 0.3 „ „ daling 2 c.M.; (1866 — 7 x 2) 200 = 0.37 „ Totaal-afvoer uit Friesland op 30 October 3.1 mill. M*.; waterbezwaar — 2.0 mill. Ms.; afname 3.1 + 2.0 = 5.1 mill. M».; daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 0 mill. M8.; waterbezwaar 0.6 mill. M3.; toename 0.6 miU. M8.; rijzing 4 c.M. 31 October le getij. Friesland: Begin verval 29 + 26 —17 = 38 c.M. Afvoer per getij 2.60 mill. M» 1 max. „ 38+ 9 =47 „ „ 2.85 „ /j2'725millMS- eind „ 38— 4— 1=33 „ „ „ „ 2.40 0.4 (2.40 — 2.60) = + 0.08 „ , Friesche sluis 0.30 Samen 2.9 mill. M8. Groningen: loost niets wegens hoogeren bergboezemstand 0.0 toevoer naar den bergboezem 2.9 mill. M8. Afvoer buitensluizen 2.1 mill. M8., dus toename bergboezem 2.9 — 2.1 = 0.8 „ „ rijzing 4 c.M. (1838 + 7 x 4) 400 = 0.75 „ 2» getij. Friesland: Begin verval 28 + 26 — 21 = 33 c.M. Afvoer per getij 2.40 mill. M3. j Ms max. „ 33 + 19 =52 „ , „ , 3.00 , „ » eind „ 33+ 3— 1 = 36 „ , „ , 2.45 „ , 0.4 (2.45 — 2.40) = + 0.02 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.0 mill. M3. Groningen: Begin verval 0 c.M.i max. „ 8 „ 4 c.M. Afvoer per getij 0.8 „ eind i 0 . 'Hiervan te nemend is 0.5 mill.M». 50 Bergboezem: toevoer uit Friesland 3.0 mill. M3. „ n Groningen 0.5 „ „ Samen 3.5 mill. M3. Afvoer buitensluizen 4.1 „ . dus afname bergboezem 4.1 — 3.5 = 0.6 „ „ daling 3 c.M. (1894 — 7 x 3)300 = 0.56 , . _ . .. _ . . , nt /-w-i—l O O l Q A — K O miU MS • Totaal-afvoer uit rnesianu op o± v/utouci -p cv — .. ^ -li »«■« . _r en i 10 — 1 1 rv,ill A/T3 • waterbezwaar —i.z mui. ïvi".; amame -r , daling 2 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 0.0 + 0.5 = 0.5 mill. M8.; waterbezwaar 0.9 mill. M8., toename 0.9 — 0.5 = 0.4 mill. M8.; rijzing 3 c.M. VK Nadere omschrijving der berekening van de te verwachten boezemstanden in Friesland en Groningen voor het geval het stoomgemaal te Tacozijl na 15 October blijft doorwerken, totdat in Friesland de boezemwaterstand van 25 c.M. + Z.P. is bereikt. 16 October eenig getij. Friesland: Begin verval 36 4- 26 — 30 = 32 c.M. Afvoer per getij 2.4 mill M8 ) max. „ 32 + 13 =45 2.8 „'f2,6 millM'' eind „ 32— 2— 1 = 29 „ „ T , 2.25 0.4(2.26 —2.4) = +0.06 , , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.8 mill. M". Groningen: Begin verval 0 c.M.) „ ^ } 2.5 c.M. max. „ 5 „ ( eind „ 7 „ 0.4 (7 — 0) = 2.8 „ 5 c.M. Afvoer per getij 0.9 „ „ 45 Hiervan te nemen ^ is ... 0.8 mill.M8. ÖU Bergboezem: toevoer uit Friesland 2.8 mill. M8. „ a Groningen 0.8 „ „ Samen 3.6 mill. M8. Afvoer buitensluizen 3.2. „ „ dus toename bergboezem 3.6 — 3.2 = 0.4 „ „ rijzing 2 c.M. (2020 + 7 x 2) 200 = 0.4068 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 16 October 2.8 + 5.8 (s.g.) = 8.6 mill. M8.; waterbezwaar 3.6 mill. M8., afname 8.6 — 3.6 = 5.0 mill. M8.; daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 0.8 mill. M8.; waterbezwaar 3.7 mill. M8.; toename 3.7 — 0.8 = 2.9 mill. M8.; rijzing 17 c.M.; 0.16575 x 17 = 2.81775 mill. M3. 16 October eenig getij. Friesland: Begin verval 36 + 26 — 30 = 32 c.M. Afvoer per getij 2.4 mill M8 ) max. „ 32 + 13 =45 2.8 /f2-6 millM'' eind „ 32— 2— 1 = 29 „ „ T , 2.25 0.4(2.26 —2.4) = +0.06 „ , Friesche sluis 0.30 17 October le getij. Friesland: Begin verval 35 4- 26 — 32 = 29 c.M. Afvoer per getij 2.25 mill. M3. i g g2g ^ Ms max. „ 29 + 17 = 46 „ „ „ „ 2.80 , „ 1 ' ' mi * eind . 29— 1 = 28 „ • 220 » ■ 0.4 (2.20 — 2.25) = + 0.02 , , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.8 mill. M3. Groningen: Begin verval 7 c.M. I _ _ e 6 jL, 15.5 c.M. max. „ 24 „ \ eind „ 3 „ 0.4(3 —7) = —1.6 , 14 c.M. Afvoer per getij 1.5 „ „ toevoer naar den bergboezem .... 4.3 mill. M8. Afvoer buitensluizen 4.0 mill. M3. dus toename bergboezem 4.3 — 4.0 = 0.3 ,. „ rijzing 1 c.M. (2048 + 7 x 1) 100 = 0.2055 „ . 2e getij. Friesland: Begin verval 35 + 26 — 33 = 28 c.M. Afvoer per getij 2.20 mill. M3. j 2 6Q mU1 Ms max. „ 28 + 23 =51 „ „ . „ 3.00 „ „ I eind , 28+ 4— 1 = 31 „ „ , „ 2.35 „ „ 0.4 (2.35 — 2.20) = + 0.06 „ , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.9 mill. M3. (werd dit afgerond tot 3.0, dan zou de bergboezem slechts 3 c.M. dalen en de afvoer per getij bij het eind-verval slechts 2.30, zoodat dan de totaal-afvoer inderdaad 2.9 mill. M3. zou bedragen). Groningen: Begin verval 3 c.M. j ^ max. „ 26 „ ' eind „ 4 „ 0.4(4 — 3)= 0.4 ,. 15 c.M. Afvoer per getij 1.6 mill. M3. Bergboezem: toevoer uit Friesland 2.9 mill. M8. „ „ Groningen 1.6 „ „ totaal 4.5 mill. M3. Afvoer buitensluizen 5.3 mill. M8. dus afname bergboezem 5.3 — 4.5 = 0.8 „ g daling 4 c.M. (2062 — 7 x 4) 400 = 0.81 , „ Totaal-afvoer uit Friesland op 17 October 2.8 + 2.9 + 6.2 (s.g.) = 11.9 mill. M8.; . waterbezwaar 6.6 mill. M3.; afname 11.9 — 6.6 = 5.3 mill. M3.; daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 1.5 + 1.6 = 3.1 mill. M3.; waterbezwaar 2.0 mill. M3.; afname 3.1 — 2.0 = 1.1 mill. M3.; daling 6 c.M.; 0.174 x 6 = 1.044 mill. M3. 18 October le getij. Friesland: Begin verval 34 + 26 — 29 = 31 c.M. Afvoer per getij 2.35 mill. M8.) max. „31+0 =31 „ „ „ „ 2.35 „ „ ]2.076mill.M*. eind „ 31 —12— 1 = 18 „ , „ „ 1.80 „ • „ ) Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.4 mill. Ms. Groningen: Begin verval 4 c.M. > max. „ 4 „ [2 c.M. Afvoer per getij 0.578 „ „ eind _ 0 . '_. 17 . Hiervan te nemen ^ is 0.2 mill. M*. 50 Bergboezem: toevoer uit Friesland 2.4 mill. M8. „ „ Groningen 0.2 „ „ totaal 2.6 mill. M8. Afvoer buitensluizen 0.0 „ „ dus toename bergboezem 2.6 — 0.0 =2.6 „ „ rijzing 12 c.M.; (2006 + 7 x 11) 1100 + 2160 x 100 = 2.507 „ , 2« getij. Friesland: Begin verval 33 + 26—41 = 18c.M. Afvoer per getii 1.8 mill.M8.i max. . 18 + 61 =69 . \ , , 8.46 , . )2-026mill.M8. eind „ 18 + 25— 1 = 42 „ „ „ „ 2.7 0.4(2.7 —1.8) = + 0.36 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.3 mill. M*. Groningen: Begin verval 0 c.M. 22 c.M. max. „ 44 „ ) eind „ 19 „ 0.4(19 — 0)= 7.6 „ 30 c.M. Afvoer per getij 2.2 „ , toevoer naar den bergboezem 5 5 mill. M*. Afvoer buitensluizen 10.6 mill. M». dus afname bergboezem 10.6—5.5 = 5.1 „ L daling 25 c.M.; 2160 x 100 + (2160 — 7 X 24) 2400 = 5.0 „ J Totaal-afvoer uit Friesland op 18 October 2.4 + 3.3 + 5.3 (s.g.) = 11.0 mill. M8.; waterbezwaar 1.2 mill. M8., afname 11.0 — 1.2 = 9.8 mill. M8.; daling 2 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 0.2 + 2.2 = 2.4 mill. M8.; waterbezwaar 2.7 mill. M8.; toename 2.7 — 2.4 = 0.3 mill. M3.; rijzing 2 c.M. 19 October le getij. Friesland: Begin verval 32 + 26—16 = 42 c.M. Afvoerpergetij 2.7mill. M'.jg g ^ Ms max. „ 42 + 45 = 87 „ „ „ „ 3.9 „ „ i " m eind „ 42 + 10 =62 „ „ „ „ 3.0 „ „ 0.4 (3.0 — 2.7) = + 0.12 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.7 mill. M*. Groningen: Begin verval 19 c.M.» _ g ^ max. „ 64 „ ' eind „ 21 „ 0.4(21 — 19)= 0.8 „ 42 c.M. Afvoer per getij 2.7 „ „ toevoer naar den bergboezem 6.4 mill. M3. Afvoer buitensluizen 8.2 mill. M3., dus afname bergboezem 8.2 — 6.4 = 1.8 „ . daling 10 c.M. (1824 — 7 x 10) 1000 = 1.754 „ , 2« getij. Friesland: Begin verval 32 + 26 — 6= 52 c.M. Afvoer per getij 3.0 mill.M3. jg 7g ^ M„ max. „ 52 + 64 =116 „ „ „ „ 4.5 „ . » ' eind „ 52 + 15— 1= 66 „ „ „ , 3.4 „ „ 0.4 (3.4 - 3.0) = + 0.16 „ „ Friesche sluis 0.30 Samen 4.2 mill. M3. Groningen: Begin verval 21 c.M.) _ oo c.M. max. „ öo _ l eind „ 28 „ 0.4(28 — 21)= 2.8 „ 56 c.M. Afvoer per getij 3.0 „ „ toevoer naar den bergboezem 7.2 mill. M3. Afvoer Tauitensluizen 9.6 mill. M3. dus afname bergboezem 9.6 — 7.2 = 2.4 „ „ daling 15 c.M. (1684 — 7 x 15)1500 = 2.3685 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 19 October 3.7 + 4.2 + 6.2 (s.g.) = 14.1 mill. M3.; waterbezwaar 9.9 mill. M3 ; afname 14.1 — 9.9 = 4.2 mill. M3.; daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit. Groningen 2.7 + 3.0 = 5.7 mill. Ms.; waterbezwaar 3.1 mill. M3.; afname 5.7 — 3.1 = 2.6 mill. M3.; daling 16 c.M.; 0.1605 x 16 = 2.569 mill. M3. 20 October 1« getij. Friesland: Begin verval 31 + 26 + 9 = 66 c.M. Afvoer per getij 3.4 mill. M3. | . _ ... w, max. „ 66 + 57 =123 „ „ „ „ 4.6 „ „ i " eind „ 66+ 8— 2= 72 „ „ „ „ 3.5 „ „ U.4 (3.0 6.1) = + VM* „ n Friesche sluis 0.30 „ „ fl„mon A Q mill M3 5 0 Groningen: komt op peil en loost dus -+ 2.5 „ „ toevoer naar den bergboezem 6.8 mill. M3 Afvoer buitensluizen 7.9 mill. M>. dus afname bergboezem 7.9 — 6.8 = 1.1 „ „ daling 8 c.M. (1474 — 7 x 8) 800 = 1.134 , 2e gety. Friesland: Begin verval 29 4- 26 4-17 = 72 c.M. Afvoer per getij 3.5 mill. M3 > max. „ 72 + 40 =112 „ „ „ I 4.4 , a J3.95 mill. Ms. eind „ 72— 5— 1= 66 „ „ „ . 3.4 0.4(3.4 — 3.5) = +0.04 , „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.2 mill. M». Groningen: komt op peil en loost dus ~ = 25 toevoer naar den bergboezem . \ mill. M». Afvoer buitensluizen 6.0 mill. M»., dus toename bergboezem 6.7 — 6.0 = 0.7 „ g rijzing 5 c.M. (1362 + 7 x 5) 500 = 0.6985 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 20 October 4.3 + 4.2 + 6.2 (s.g.) = 14.7 mill. M8.: waterbezwaar 3.7 mill. M3.; afname 14.7 — 3.7 = 11.0 mill. M3.; daling 3 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 2.5 + 2.5 = 5.0 mill. M3.; waterbezwaar 2.4 mill. M8.; afname 5.0 — 2.4 = 2.6 mill. M8.; daling 19 c.M.; 0.137 x 19 = 2.6 mill. M3. 21 October 1» gety. Friesland: Begin verval 28 + 26 + 12 = 66 c.M. Afvoer per getij 3.4 mill. Ms. max. „ 66 + 40 =106 , „ „ . 4.3 . 3.85 mill. M3. eind „ 66+ 1 = 67 „ „ 3.4 } Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.2 mill. M3. Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = —. 1 7 2 « » toevoer naar den bergboezem 59^ rnilï~M^ Afvoer buitensluizen 6.1 mill. M8., dus afname bergboezem 6.1 — 5.9 = 0.2 „ daling 1 c.M. (1432 — 7 x 1) 100 = 0.1425 „ „ 2" get getij. Friesland: Begin verval 29 4 26 + 0 = 55 c.M. Afvoer per getij 3.1 mul. M . ^ ^ ^ max. „ 55 + 20 =75 „ „ „ „ 3-6 » j) eind „ 55- 7- 2 = 46 „ „ „ » 2.8 „ „ 0.4(2.8 —3.1) =+0.12 , , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.5 mill. M8. Groningen: Begin verval 0 c.M. j ^ ^ M max. „ 20 ,. > eind „ 2 „ 0.4 (2 - 0) = 0.8 „ 10.8 c.M. Afvoer per getij .... .1.3 „ » . . . . 4.8 mill. M8. toevoer naar den bergboezem Afvoer buitensluizen 3.7 mill. M». dus toename bergboezem 4.8 — 3.7 = 1.1 „ „ rijzing 7 c.M. (1600 4- 7 x 7) 700 = 1.1543 „ „ 2« gettj. Friesland: Begin verval 27 4-26 — 7 = 46 c.M. Afvoer per getij 2.8 mill.M».) max. „ 46+ 8 =54 „ „ , . 3.1 12.95 mill. M«. eind „ 46 — 12— 3 = 31 „ „ „ 2.35 „ , 0.4(2.35 —2.8) = + 0.18 , j Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.1 mill. M». Groningen: Begin verval 2 c.M.i 6 c.M max. „ 10 „ i eind „ 0 „ 0.4(0 —2) = +0.8 g 5 c.M. Afvoer per getij 0.9 „ „ 43 Hiervan te nemen is 0.8 mill. M». öu Bergboezem: toevoer uit Friesland 3.1 mill. M». „ „ Groningen 0.8 „ „ Samen 3.9 mill. M». Afvoer buitensluizen 1.7 „ „ dus toename bergboezem 3.9 — 1.7 = 2.2 „ „ rijzing 12 c.M. (1698 + 7 x 12) 1200 = 2.1384 „ , Totaal-afvoer uit Friesland op 23 October 3.5 + 3.1 + 5.6 (s.g.) = 12.2 mill. M».; waterbezwaar —6.8 mill. M8.; afname 12.2 + 6.8 = 19.0 mill. M».; daling 5 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 1.3 + 0.8 = 2.1 mill. M».; waterbezwaar 4.4 mill. M».; toename 4.4 — 2.1 = 2.3 mill. M8.; rijzing 17 c.M.; 0.1360 x 17 = 2.312 mill. M». 24 October le getij. Friesland: Begin verval 24 + 26 — 19 = 31 c.M. Afvoer per getij 2.35 mill. M».) 01 , n - 2.475 mill. M». max. „ 31+9 =40 „ „ „ „ 2.60 „ „ I eind „ 31— 6+ 1 = 26 „ „ „ „ 2.10 „ 0.4(2.1—2.36) = +0.10 „ „ Friesche sluis 0.80 „ „ Samen 2.7 mill. M». Groningen: Begin verval 0 c.M. i max- * 7 „ 3.5 cH Afvoer per getij 0.75 „ „ eind „ 0 ,, ' 31 Hiervan te nemen ^ is 0.6 mill. M». ÖU Bergboezem: toevoer uit Friesland 2.7 mill. M3. n „ Groningen 0.5 „ „ totaal 3.2 mill. M». Afvoer buitensluizen 2.1 „ „ dus toename bergboezem 3.2 —2.1 = 1.1 „ | rijzing 6 c.M. (1866 + 7 x 6)600 = 1.1448 „ „ 2« getij. Friesland: Begin verval 25 + 26 — 25 = 26 c.M. Afvoer per getij 2.1 miU-M°-12 775 mül. M8. max. „ 264-43 =69 „ . , „ 3.45 „ „ I eind „ 26 + 17 =43 , „ , „ 2.75 , , 0.4(2.75 —2.1) = +0.26 \ , Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.4 mill. M8. (Dit moet tot 3.4 afgerond worden, omdat anders toch het eind-verval 44 c.M. wordt en daardoor de afvoer 3.4 mill. M8.) Groningen: Begin verval 0 c.M.) max. „ co „ ' eind „ 14 „ 0.4 (14 - 0) = 5.5 . 24.5 c.M. Afvoer per getij 2.0 mill. M». Bergboezem: toevoer uit Friesland 3.4 mill. M8. „ „ Groningen 2.0 „ totaal 5.4 mill. M8. Afvoer buitensluizen 8.5 „ „ dus afname bergboezem 8.5 — 5.4 = 3.1 „ „ daling 17 c.M. (1950 — 7 X 17) 1700 = 3.1127 , „ Totaal-afvoer uit Friesland op 24 October 2.7 + 3.4 + 6.2 (s.g.) = 12.3 mill. M8.; waterbezwaar 15.4 mill. M3.,; toename 3.1 mill. M8.; rijzing 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 0.5 + 2.0 = 2.5 mill. M8.; waterbezwaar 3.3 mill. M3.; toename 3.3 — 2.5 = 0.8 mill. M3.; rijzing 5 c.M.; 0.15 x 5 = 0.75 mill. M8. 25 October le getij. Friesland: Begin verval 25 + 26 — 8 = 43 c.M. Afvoer per getij 2.75 mill. M8. j g CA ^ M„ max. „ 43 + 60 =103 „ „ „ „ 4.25 „ „ I eind „ 43 + 21 = 64 „ , , „ 3.30 , , 0.4(3.30 —2.75) = + 0.22 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.0 mill. M8. 4.3 Groningen: komt op peil te staan en loost dus -+ = 2.1 „ „ toevoer naar den bergboezem 6.1 mill. M8. Afvoer buitensluizen 9.4 mill. M8. dus afname bergboezem 9.4 — 6.1 = 3.3 „ „ daling 21 c.M. (1712 — 7 x 21) 2100 = 3.29 „ 2« getij. Friesland: Begin verval 25 + 26 + 13 = 64 c.M. Afvoer p. getij 3.3 mill. M8.. •max. b 64 + 45 = 109 „ „ „ , 4.4 „ p 3.85 mill. M8. eind „ 64 + 1— 1 = 64 „ „ „ „ 3.3 „ „ ' Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 4.2 mill. M8. Groningen: komt op peil te staan en loost dus ' _ " " toevoer naar den bergboezem 6.4 mill. M8. Afvoer buitensluizen 6.5 mill. M8. dus afname bergboezem 6.5 — 6.4=0.1 „ „ daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit Friesland op 25 October 4.0 4- 4.2 = 8.2 mill. M». • waterbezwaar 5.7 mill. M3., afuame 8.2 — 5.7 = 2.5 mill. M8.; daling 1 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 2.1 + 2.2 = 4.3 mill. M3.; waterbezwaar 1.2 mill. M8.; afname 4.3 — 1.2 = 3.1 mill. M8.; daling 22 c.M.; 0.1388 X 22 = 3.0527 mill. M8. 26 October le getij. Friesland: Begin verval 24 4- 26 4-14 = 64 c.M. Afvoer per getij 3.3 mill M8 / max. ■ ', 64 4 27 = 91 „ „ „ „ 4.0 , /j8,65 ml M'- eind „ 64— 5 =59 „ „ 3.2 0.4(3.2 —3.3) =-f 0.04 „ | Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.9 mill. M8. Groningen: blijft op peil staan en loost dus ~ = 1.3 toevoer naar den bergboezem 5^ milFM8" Afvoer buitensluizen 4.5 mill. M8., dus toename bergboezem 5.2 — 4.5 = 0.7 „ „ rijzing 5 c.M. (1404 4 7 x 5) 500 = 0.72 J 2« getfl. Friesland: Begin verval 24 + 26 + 9 = 59c.M. Afvoer per getij 3.2 mill.M». j max. „ 59 + 23 = 82 „ H 3.8 j3-5 mill.M». eind „ 59— 7 =52 „ 3.0 0.4(3.0 —3.2) = + 0.08 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.7 mill. M». Groningen: blijft op peil staan en loost dus — = 12 toevoer naar den bergboezem \ 4^9 myj j^s Afvoer buitensluizen 3.8 mill. M8. dus toename bergboezem 4.9 — 3.8 = 1.1 , „ rijzing 7 c.M. (1474 47 x 7)700 = 1.07 , „ Totaal-afvoer uit Friesland op 26 October 3.9 + 3.7 s> 7.6 mill. M8.; waterbezwaar 6.5 mill. M3., afname 7.6 — 6.5 = 1.1 mill. M8. • daling 0 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar; dus blijft Groningen op Wk.P. 27 October 1« getij. Friesland: Begin verval 24 + 26 + 2 = 52 c.M. Afvoer per getij 3.0 mill.M8.) max. „ 52 414 = 66 3.4 j3-2 mil1- M* eind „ 52— 8— 1 = 43 „ „ 2.75 0.4(2.75 —3.0) = +0.10 „ „ Friesche sluis 0.3 „. „ Samen 3.4 mill. M8. Groningen: blijft op peil staan en loost dus ~ = 0.7 toevoer naar den bergboezem 4.1 mii]. jjf». Afvoer buitensluizen 2.8 mill. M8., dus toename bergboezem 4.1—2.8 = 1.3 „ „ rijzing 8 c.M. (1572 + 7 x 8) 800 = 1.3024 „ 2« getij. Friesland: Begin verval 23 4- 26 — 6 = 43 c.M. Afvoer per getij 2.75 mill. M8. j g 1? miU MS max. „ 43 + 31 =74 „ „ „ „ 3.60 „ „ ' ' eind „ 43+ 8- 1 = 50 „ „ „ „3.0 „ „ 0.4(3.0 —2.75) = +0.10 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.6 mül. M8. 1.5 Groningen: blijft op peil staan en loost dus -» = 0.8 „ „ toevoer naar den bergboezem 4.4 mill. M8. Afvoer buitensluizen 5.7 mill. M8., dus afname bergboezem 5.7 — 4.4 = 1.3 „ „ daling 8 c.M. (1684 — 7 X 8) 800 = 1.3024 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 27 October 3.4 + 3.6 = 7.0 mill. M8.; waterbezwaar 0.2 mill. M3.; afname 7.0 — 0.2 = 6.8 mill. M8.; daling 2 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar; dus blijft Groningen op Wk.P. 28 October le gety. Friesland: Begin verval 22 + 26 + 2 = 50 c.M. Afvoer per getij 3.0 mill. M8. j max. „ 50 + 29 =79 „ . „ . 3.7 , „ 3.35 mill. M8. eind „ 50 + 15— 3 = 52 „ „ 3.0 „ „ ' Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.7 mill. M8. 12 „ Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = °-6 toevoer naar den bergboezem 4.3 mill. M3. Afvoer buitensluizen 5.1 mill. M8., dus afname bergboezem 5.1 — 4.3 = 0.8 „ „ daling 5 c.M. (1572 —7 x 5)500 = 0.7685 „ „ 2» gety. Friesland: Begin verval 19 + 26 + 7 = 52 c.M. Afvoer per getij 3.0 mill. M3. j g 0?5 ^ M3 max. „ 52+ 5 = 57 „ „ „ , 3.15 „ „ I ' eind „ 52-17-4 = 31 „ „ „ , 2.35 „ „ 0.4(2.35 —3.0) = 4-0.26 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.1 mill. M3. .Groningen: loost de helft van het waterbezwaar = ^ • 0 6 » » , . 3.7 mill. M8. toevoer naar den bergboezem Afvoer buitensluizen 1.0 mill. M8. dus toename bergboezem 3.7 —1.0 = 2.7 „ . rijzing 17 c.M. (1502 + 7 x 17) 1700 = 2.7557 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 28 October 3.7 + 3.1 =6.8 mill. M8.; waterbezwaar —10.7 mill. M8., afname 10.7 + 6.8 = 17.5 mill. M8.; daling 7 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen is gelijk aan het waterbezwaar; dus bnjft Groningen op Wk.P. 29 October le getij. Friesland: Begin verval 15 + 26 —10 = 31 c.M. Afvoer per getij 2.35 mill M8 1 max. „ 31 + 24 =55 „ „ „ „ 3.10 „ „ '!272 milL M8> eind „ 31+5+ 1 = 37 „ „ „ , 2.55 \ '„ 0.4 (2.55 — 2.35) = + 0.08 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 3.1 mill. M•. Groningen: Begin verval 0 c.M. i max. „ 14 „ J7 c.M. Afvoer per getij 1.1 eind „ 0 „ ' 40 Hiervan te nemen is 0.9 mill M8 50 Bergboezem: toevoer uit Friesland 3.1 mill. M8. „ „ Groningen 0.9 „ „ Samen 4.0 mill. M8. Afvoer buitensluizen 4.9 „ „ dus afname bergboezem 4.9 — 4.0 = 0.9 „ „ daling 5 c.M. (1740 - 7 x 5) 500 = 0.85 „ „ 2« getij. Friesland: Begin verval 16 + 26 — 5 = 37 c.M. Afvoer per getij 2.55 mill.M8.) max. „37+4 =41, „ „ "„ 2.65 „ „ I2"6 mUL M* eind „ 37—11 + 1 = 27 „ „ „ 2.15 0.4 (2.15 — 2.55) = + 0.16 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.7 mill. M8. Groningen: loost dit getij niet door te hoogen bergboezemstand .... 0.0 „ „ toevoer naar den bergboezem 2.7 mill. M". Afvoer buitensluizen 0.8 mill. M8. dus toename bergboezem 2.7—0.8 = 1.9 „ „ rijzing 11 c.M. (1670 + 7 x 11) 1100 = 1.922 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 29 October 3.1 + 2.7 = 5.8 mill. M8.; waterbezwaar 11.1 mill. M8.; toename 11.1 — 5.8 = 5.3 mffi M8.; rijzing 2 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 0.9 mill. M8.; waterbezwaar 1.5 mill. M8.; toename 1.5 — 0.9 = 0.6 mill. M8.; ryzing 5 c.M. 30 October eenig- getij. Friesland: Begin verval 17 + 26—16 = 27 c.M. Afvoer per getij 2.15 mill.M3. \ max. „ 274-13 = 40 „ „ , „ 2.60 „ „ 2.375mill.M3. eind „ 27— 1+ 1 = 27 „ „ „ „ 2.15 „ „ ' Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2 7 mill. Ms. Groningen: Begin verval 0 c.M. i max. „ 2 „ 1 c.M. Afvoer per getij 0.4 „ ^ eind „ 0 „ Hiervan te nemen is , . 0.1 mill.M3. 50 Bergboezem: toevoer uit Friesland 2.7 mill. M3. „ „ Groningen 0.1 „ „ Samen 2.8 mill. M3. Afvoer buitensluizen 3.0 „ „ dus afname bergboezem 3.0 — 2.8 = 0.2 „ „ daling 1 c.M. (1824 — 7 x 1) 100 = 0.182 „ „ Totaal-afvoer uit Friesland op 30 October 2.7 mill. M3.; waterbezwaar — 2.0 mill. M3.; afname 2.0 4 2.7 = 4.7 mill. M3.; daling 2 c.M. Totaal-afvoer uit Groningen 0.1 mill. M3.; waterbezwaar 0.6 mill. M3.; toename 0.6 — 0.1 = 0.5 mill. M3.; rijzing 4 c.M. 31 October le getij. Friesland: Begin verval 15 4 26 —15 = 26 c.M. Afvoer per getij 2.1 milL Ms-j2.25 mill. M3. max. „ 264 8 =34 „ „ „ „ 2.4 „ „ i eind „ 26— 4— 1 = 21 „ „ „ . 1-95 „ , 0.4 (1.95 — 2.1) = -r 0.06 „ „ Friesche sluis 0.30 „ „ Samen 2.5 mill. M3. Groningen: loost dit getij niet door te hoogen bergboezemstand . . . 0-0 . , toevoer naar den bergboezem 2,5 mul- M*' Afvoer buitensluizen 1.8 mill. M3., dus toename bergboezem 2.5 — 1.8 = 0.7 „ „ rijzing 4 c.M. (1810 4 7 x 4) 400 = 0.735 „ 2« getij. Friesland: Begin verval 14 4 26 -19 = 21 c.M. Afvoer per getij 1.95 mill. M3. j ^ ^ m max. . 21 + 18 =39 „ „ . . 2.60 „ „ i eind 214 4- 1 = 24 . , . . 2.00 . . 0.4 (2.0 —1.95) = 4 0.02 „ „ Friesche sluis 0.30 „ » Samen 2.6 mill. M3. Groningen: Begin verval 0 c.M. j max- n 8 „ 4 c.M. Afvoer per getij 0.8 , B eind ; 0 . 'Hiervan te nemeng is 0.5 mill.M3. Bergboezem: toevoer uit Friesland 2.6 mill. M». „ » Groningen 0.5 „ L Samen 3.1 mill. M». Afvoer buitensluizen 3.9 „ „ dus afname bergboezem 3.9 — 3.1=0.8 „ , daling 4 c.M. (1866 — 7 x 4) 400 = 0.735 , , Totaal-afvoer uit Friesland op 31 October 2.5 -f 2.6 = 5.1 mill. Ms. waterbezwaar —1.2 mill. M8.; afname 5.1 4- 1.2 = 6.3 mill. M3; daling 2 c.M, Totaal-afvoer uit Groningen 0.5 mill. M8.; waterbezwaar 0.9 mill. M8., toename 0.9 — 0.5 = 0.4 mill. M8.; rijzing 3 c.M.