TENTOONSTELLING VOOR „KRIEGSFÜRSORGE". Keulen Aug.— Sept. 1916. RAPPORT OMTKENT het bezoek van 25—29 September 1916 DOOR DEN Arts F. HIJMANS, Chirurg te 's Gravenhage, Geneeskundig Adviseur van het Hoofdcomité van het Nederlandsche Roode Kruis. 'S-GBAVENHAGE, GEBKS. J. & H. VAN LANGENHUYSEN. 1916. TENTOONSTELLING VOOR „KRIEGSFÜRSORGE". Keulen Aug.— Sept. 1916. RAPPORT OMTRENT het bezoek van 25—29 September 1916 /ft 1] ?' ' \ DOOK DEN fpiBUOTHEtKj Vleide y — Arts F. HIJ MANS, Chirurg ,te 's Gravenhage, Geneeskundig Adviseur van het Hoofdcomité van het Nederlandsche Roode Kruis. vCïKl 'S-GRAVENHAGE, GEBRS. J. & H. VAN LANGENHUYSEN. 1916. Uw INLEIDING. In de maanden Augustus en September 1916 is te Keulen gehouden een „Ausstellung fiir Kriegsflirsorge". Het Hoofdcomité van het Nederlandsche Roode Kruis was van oordeel dat het onderwerp van deze tentoonstelling, waarheen ter bestudeering ©en Commissie werd gezonden in opdracht van Zijne Excellentie den Minister van Oorlog, ook de belangstelling van het Nederlandsche Roode Kruis zou verdienen. Daarom besloot ons Hoofdcomité aan genoemde Commissie toe te voeden ° o zijnen Geneeskundigen Adviseur, den Arts F. HllM.yns, Chirurg te 's-G ravenhage, ten einde van hem een rapport over deze tentoonstelling te ontvangen. Uit dit rapport nu bleek, dat het onderwerp, als ook de wijze van behandeling, niet alleen waard was de belangstelling van de leden der "\ ereeniging te wekken, maar ook onder do aandacht gebracht te worden van breedere kringen in ons land, weshalve het Hoofdcomité besloot het rapport van den Arts 1'. Hijmans, niet slechts in het Jaarverslag der Vereeniging op te nemen, maar het spoedshalve tevens in brochurevorm beschikbaar te stellen, nog vóór de verschijning van het Jaarverslag over 1916. Dit rapport toch kan als grondslag dienen voor hen, die zich dit gewichtig deel van de bestrijding der oorlogsellende tot taak wenschen te stellen. Nu helaas de oorlog nog steeds blijft duren en steeds meer slachtoffers zal eischen blijft het onderwerp van urgenten aard en wordt de lezing van dit rapport met warmte aanbevolen om te zijn ingelicht wanneer ook voor Nederland het werken in die richting gebiedend noodzakelijk zou worden. 's-Gravenhagc, December 1916. Voor het Hoofdcomité van het Nederlandsche> Roode Kruis, De Onder-Voorzitter, A. A. J. QUANJER. De Secretaris, Jhr. M. MAZEL. Tentoonstelling voor „Kriegsfürsorge". Keulen Aug>—Sept. 1916. RAPPORT omtrent het bezoek van 25—29 September 1916 door den Arts F. Hijmans, chirurg te 's Gravenhage, Geneeskundig Adviseur van het Hoofdcomité van het Nederlandsche Roode Kruis. liet is zeer moeilijk om voor het werk, dat in deze tentoon- Benaming, stelling was uitgebeeld, een goede Nederlandsclie benaming te vinden, te meer daar het Duitsche woord „Kriegsfürsorge" veel te algemeen is en het zeer uitgebreide begrip onvoldoende dekt. Ik stel voor, zoolang geen beter woord gevonden is, de leelijke maar niet onduidelijke samenstelling: „oorlogs-slachtoffers-steun, -hulp of -zorg" er voor te bezigen. Deze dan omvat alles, wat gedaan wordt, om het lot van Omschrijving, de oorlogsslachtoffers te verbeteren, zoowel preventief, als achteraf, zoowel door den Staat, als door de gemeenschap, openbare lichamen en particulieren, zoowel datgene, wat bij wet reeds geregeld was, of gedurende den oorlog bepaald werd, als datgene, wat uit vrije hulpvaardigheid tot stand kwam. Het doel is niet een zuiver menschlievend, om de slachtoffers Doel. zoo min mogelijk hun leed te doen gevoelen, maar in de eerste plaats een vaderlandslievend, n.1. om voor den Staat, de gevolgen van den oorlog zoo veel doenlijk te verkleinen, door voor de individuen die gevolgen zoo gering en kortdurend als mogelijk te maken, liet doel van hot houden van de tentoonstelling is tweeledig, eerstens het verkrijgen van nog meer steun voor het veel omvattenlde werk en tweedens het opheffen van het moreel en liet aanwakkeren van het vaderlandslievende zelfbewustzijn, door het tooricn aan de slachtoffers aelve en aan de opgroeiende jeugd, wat op dit gebied reeds tot stand gekomen is en wat nog te bereiken valt. Het spreekt wel vanzelf, dat niet deze patriotische reclame (zou ik het willen noemen), gepaard ging de reclame voor tal van industrieele en geestelijke voortbrengselen. Aard van Do steun omvat: Jen a geldelijke steun, die gegeven wordt, voornamelijk door den Staat aan de families wier kostwinners gemobiliseerd zijn; gedeeltelijk door den Staat, aangevuld door vrijwillige hulp, aan de naastbestaanden van gesneuvelden; bijna geheel door vrijwillige hulp aan degenen, die door den oorlog werkeloos geworden zijn en eindelijk door den Staat alleen, aan de oorlogsverminkten. hetgeen een klein deel uitmaakt van het voornaamste onderdeel van de oorlögs-slachtoffers-zorg n.1. van de ,,invalidenzorg"; b. materieele steun, door toezending van verbruiksnaturalia aan de soldaten aan het front en de gevangenen, zoowel in eigen land, als in het vijandelijke, zooals sigaren en andere versnaperingen, wollen en andere kleedingsstukken enz. Dit behoort geheel tot de taak van den vrijwilligen steun; c. geneeskundige hulp. Deze behoort bijna geheel tot de Staatszorg en betreft de troepen aan het front, zoowel de maatregelen om hen te beschermen tegen infectie en andere ziekten, als tegen het oorlogsgeweld; verder de gewonden: de eerste hulp, het opzoeken, het transport, de geneeskundige hulp van de hoofdverbandplaats en in het lazaret; dan de geneeskundige verzorging der gevangenen en die der verminkten i 11 reconvalescenten, welke laatste alleen voor de vrijwillige hulp in aanmerking komt en nauw moet samenwerken met de andere takken van de invalidenzorg; cl. o economische hulp, die geheel vrijwillig is en den geldel ij ken steun moet aanvullen en dezen zelfs zooveel mogelijk vervangen. Zij bestaat in het verstrekken van raad en andere hulp om de slachtoffers van den oorlog, die hun middelen van bestaan hebben verloren, deze middelen weer zelf in handen te geven. Zij betreft de naastbestaanden der gemobiliseerden en der gesneuvelden, maar vooral de invaliden en verminkten; e. psychische, moreele of paedagogische steun, die ten doel heeft, de opheffing van alle categorieën van oorlog s-slaeh tof fers, vooral de soldaten aan het front, door het verschaffen van afleiding in den vorm van lectuur en spelen en van de gewonden en verminkten, door hun de overtuiging te geven, dat van hen weer nuttige leden van de maatschappij te maken zijn en tot vorming in deze richting werkzaam te zijn, maar ook de familieleden der gemobiliseerden en gesneuvelden, evenals de gevangenen. Zooals bij den aard van den steun reeds terloops is opgemerkt, wiens taak is behoort deze voor een deel tot de taak van den Staat, met "e name van het Departement van Oorlog (Militaire oorlogs-slacht- zorg ' offers-zorg), voor een ander deel tot dien van de burgerij (Burger oorlogs-slachtoffers-zorg). Deze indeeling komt ongeveer overeen met die in Wettelijke (= Militaire) en Vrijwillige (= Burger) oorlogs-slachtoffers-zorg: echter niet volkomen, want hier en daar zal de militaire autoriteit verder gaan in hare zorg voor de oorlogs-slachtoffers, dan zij wettelijk verplicht is en dus komen op het terrein van de Vrijwillige zorg. Omgekeerd is de Burgerzorg op enkele punten wettelijk geregeld, behoort dan tot het werkgebied van het Departement van Binnenlandsche Zaken, en valt dus gedeeltelijk binnen de grenzen van de wettelijke zorg. Zoo bijv. in Beieren, waar bij wet bepaald is dat % van allen geldelijken steun verleend aan de textielarbeiders die in grooten getale door den oorlog werkeloos geworden zijn, komt voor rekening van het Departement van Binnenlandsche Zaken. In het algemeen behoort de zorg voor den soldaat en de Grens zijnen, zoolang hij in militair verband is^ tot het oogenblik waarop tusschen het bepaald is, dat hij voor den militairen dienst niet meer gebruikt werkgebied van «e Mili- zal worden tot de Militaire-, daarna tot de Burger-zorg: echter ^lire en de geldt dit slechts zeer in het algemeen, want niet alleen, dat Burgerzorg. er terwille van het nuttig effect een nauwe samenwerking en aaneensluiting bestaat tusschen Militaire- en Burger-zorg, maar ook grijpt de Militaire-zorg soms in, na genoemd tijdstip, zooals bij de geldelijke uitkeeringen aan blijvend verminkten en aan nabestaanden van gesneuvelden. Zoo werk't ook een deel van de Burger-zorg vóór genoemd tijdstip, bijv. waar zij lectuur en verbruiksartikelen verschaft aan de soldaten aan het front en in de hospitalen en most zij dikwijls, om doeltreffend te zijn haar voornaamste taak, de invalidenzorg, reeds beginnen, wanneer de betrokkenen nog niet genezen en dus nog voorwerp van de Militaire-zorg zijn. Zoo zal een verminkte, wiens wonden een ge rui men tijd behoeven om geheel te genezen, reeds voor dat dit geheel bereikt is, dus nog in het lazaret, dat deel van de Burger-zorg behoeven, dat er op gericht is, om hem te overtuigen, dat hij later weer zijji werk moet opvatten, al is het dan ook in een nieuw Iwroep, om hem bij de keuze daarvan te leiden en om hem de bekwaamheden daarvoor te doen deelachtig worden. Grond- Het groote beginsel van de geheele oorlogs-slachtoffers-zorg beginselen. j3Rj1(K)rt bc zijn? het vaderland te beschermen voor de nadeelen, verbonden aan het bezit van een groot aantal staatsburgers, die als slachtoffers van den oorlog geen nuttige, produceerende en zich zelve onderhoudende leden van de Maatschappij meer zijn. Alle verschillende takken van deze hulp moeten dan ook nauw samenwerken, teneinde dit beginsel niet verloren te doen gaan bij de toepassing van hun werk, hetgeen zou leiden tot verspilling van krachten en tot voorbijstreving en dus schaden van het eigenlijke doel. Er wordt steeds en met nadruk op gewezen, dat vermeden wordt om door de toepassing bij de individuen der oorlogs-slachtoffers de meening aan te kweeken, als zouden zij door hunne persoonlijke offers in den oorlog gebracht, hoe gróót die ook mogen geweest zijn, genoeg voor den Staat hebben gedaan, om verder hun geheele leven, als niets-doeners op kosten van de gemeenschap te leven. Integendeel moet met en in de toepassing van de oorlogs-slachtoffers-zorg er naar gestreeft worden, om het beginsel aan te kweekenj, dat iedereen de offers 111 den oorlog gebracht, beschouwe als een plicht, waarvoor geen enkel reclil op vergelding bestaat. Aan den anderen kant moeten èn de overheden èn de individuen, die tot. de minder zwaar door den oorlog getroffenen behooren, zich op het standpunt stellen, dat zij uit dankbaarheid voor hetgeen de zwaarst getroffenen voor het A aderland, dus ook voor hen hebben gedaan, den moreelen plicht hebben, om alles in het wlerk te stellen, om geld en goederen, talenten en werkkrachten bijeen te brengen, teneinde een nuttige oorlogs-slachtoffers-zorg te kunnen toepassen. Dit dus niet met het oogmerk, om de slachtoffers voor het geledene schadeloos te stellen, maar om op deze wijze ook van hunne zijde het \ aderland te dienen. Eenigje voorbeelden zullen het beste en duidelijkste in het licht stellen, waarom het een dringende noodzakelijkheid is, dit beginsel steeds in het oog te houden en steeds weer naar voren te brengen voor allen, die op hot gebied van oorlogs-slachtoffers-zorg werkzaam zijn, onverschillig in welke af deeling; of zij de zaak materieel of metterdaad steunen: of het overheidspersonen of particulieren zijn, militairen dan wel burgers. W ie aan dit beginsel vasthoudt, zal er naar streven, dat de wettelijke uitkeeringen door den Staat aan achtergebleven familieleden, verminkten, enz. op een mwimMwz-bedrag gesteld worden, om de eigen werkkracht niet te dooden en de Staatsgelden zoo productief mogelijk te kunnen aanwenden; hij zal de vrijwillige aanvullingen van dergelijke uitkeeringen, om dezelfde redenen beperken tot enkele lioognoodige uitzonderingsgevallen, waar deze door bijzondere omstandigheden geboden zijn; hij za.1 een voorstander zijn van eene geneeskundige hulp aan gewonden, die zoo behoudend, zaakkundig. kortdurend en afdoende als mogelijk zal zijn, die daarbij een ruimt plaats geeft aan de psychische opheffing der gewonden en verder van gedwongen onderwerping der gewonden aan do noodig geachte geneeskundige behandeling; hij zal zorgen voor een spoedige en enge aanraking van ter zake kundige en vastberaden personen met de gewonden, om deze weder in het sociale zadel te helpen, om na te gaan of deze daartoe een ander beroep zullen moeten leeren, en zoo ja welk, en weldra de maatregelen te nemen om ze voor dit nieuwe beroep te bekwamer. en hun een aanstelling of werk te bezorgen. ^ io daarentegen het aangegeven beginsel uit het oog verliest, en zich in zijn werken laat leiden door zijn natuurlijk medelijden met het individu, zal streven naar hooge wettelijke pensioenen en ruime aanvullingen daarvan uit particuliere hulpbronnen en zal daarmee bereiken dat de drijfveer voor een werkzaam en nuttig leven verdwijnt en zal leegloopers en armlastigen kweeken met allen nadeelingen aanhang daarvan, hij zal neigen tot een voor den betrokkene weinig bezwaren opleverde en daarmede mee-stal minder afdoende geneeskundige behandeling en tot het noodelooze verlengen van deze, terwille van de daaraan verbonden goede zorgen der verpleging en ter vermijding van tijdelijke inconvenienten voor den verpleegde, als pijn bij de behandeling: hij zal met do beste bedoelingen een grooter aantal tehuizen voor invaliden oprichten, dan strikt noodig is en daarmede tal van menschen aan het voldoening en nutbrengend© leven onttrekken; hij zal het contact met de gewondetfi doen tot stand komen, door overgevoelige, weekhartige personen, die de invaliden buitendien nog een pensioen-neurose of -phychose zullen helpen verkrijgen en zal zoodoende met de beste bedoelingen en door misplaatst medelijden het algemeen tStaatsbel.mg benadeelen. Materieele Een eenigszins bijzondere plaats neemt in dezen gedachtengang steun voor ;n materieele steun voor de troepen aan het front en de troepen aan gevang6nen_ Dit toch is de eenigste oorlogs-slachtoffers:zorg, die gevangeneiL "iet in de eerste plaats berust op het aangegeven beginsel, maar meer geleid wordt door het medelijden met en dankbaarheid aan do betrokken slachtoffers. Er zijn tal van vereenigingen. die uitsluitend het doel nastreven om tabak, sigaren, sigaretten, pijpen, chocolade, koek, biscuits, worst, ingemaakte vruchten, zeep en allerlei andere versnaperingen en verbruiksartikelen, benevens wollen kleedingstukken, toiletartikelen en vooral ook boeken, tijdschriften en dagbladen, gezelschapsspelen, sportartikelen en muziekinstrumenten te verzamelen, om ter beschikking to worden gesteld van de soldaten aan het front en die, welke in gevangenschap geraakt zijn, hetzij van de eigen troepen in 's vijands land. hetzij van de vijandelijke legers in het eigen land. Bijzonder praktisch zijn de rijdende bibliotheken, waarin de verzamelde boeken aan de troepen aan het front gebracht worden. Het zijn wagens, van een rood kruis voorzien, die eenige kisten bevatten, in den vorm van een dubbelslaanden opstand waarin de boeken geplaatst, zijn, zooals in een boekenkast. Ook behoort hiertoe de zorg voor laving en eerste hulp aan alle spoorwegstations ton behoeve van de passeerende troepen en het verstrekken van minerale wateren aan de hospitalen, hetgeen voornamelijk door de Roode-Kruisvoreenigingen geschiedt, benevens de muziek- en andere voorstellingen ter afleiding en opbeuring van de gewonden. Het is zaak, in dezen tak van oorlogs-slachtoffers-zorg, niet door een overmaat het doel voorbij te streven en slechts verwenning te bereiken en ontevredenen te kweeken. De organisatie van de oorlogs-slachtoffers-zorg, waarmede de Organisatie, mate van het nuttig effect veel verband houdt, is niet overal dezelfde, en in de verschillende Bondsstaten en bij de Armeekorpsen zelfstandig geregeld, met dien verstande, dat alle afdeelingen voorzoover noodig mot de centrale organisatie verband houden. De militaire oorlogs-slachtoffers-zorg is natuurlijk centraal geregeld met sterke decentralisatie in de uitvoering. Hieronder valt de geheele geneeskundige hulp. Ieder slachtoffer, dat deze hulp niet meer behoeft en hetzij tijdelijk of voor goed uit het militaire verband wordt ontslagen, wordt vorder overgegeven aan de plaatselijke burger-organisatie, die zich in sommige gevallen reeds vroeger met hem inlaat, maar in elk geval hem niet loslaat, voordat hij weer geheel in het zadel geholpen is. Deze burger-organisaties zijn stedelijke-, provinciale- of staatSof kringorganisaties, die allo min of meer zelfstandig maar toch niet ©en centraal bestuur werken, hetzij op alle gebieden van de burger-slaclitoffers-zorg, hetzij slechts in één of enkele takken daarvan. Do geldelijke steun, waarop de. oorlogs-slachtoffers wettelijk Geldelijke recht, hebben, is in verreweg de meeste gevallen, voor hun on- steun derhoud onvoldoende, maar is terwille van het beginsel juist a- Wettelijke, op zeer laag peil g©steld en alleen bedoeld als tegemoetkoming. Deze bedraagt voor vrouwen, wier man is opgeroepen M. 15 maandelijks en voor zijne andere gezinsleden elk M. 7.50 maandelijks. Beide vergoedingen worden nog 3 maanden na den dood van den man uitgekeerd. De nabestaanden van gesneuvelden krijgen: vrouwen M. 400.—, weezen M. 168 en dubbele weezen M. 240.— jaarlijks. Invaliden hebben recht op pensioen: voor den gewonen soldaat a M. 540.—, onderofficieren a M. 600.—, Sergeanten a M. 720. - en Feldwebels a M. 900.— jaarlijks (voor 100 pet. invaliditeit). Deze uitkeering is wisselend naarmate der invaliditeit en is ook veranderlijk bij teruggaan der invaliditeit. Verder krijgen ze een vaste oorlogstoelage van M. 180.— jaarlijks en ©ene invaliden toelage, die maandelijks M. 27.—- bedraagt, niet veranderlijk is, maar ophoudt wanneer de invaliditeit onder 10 pet. daalt, hetgeen ook geldt voor de oorlogstoelage. Voor zeer zwaar invaliden kan het dubbele bedrag bestemd worden. b. Vrijwillige. 'Overal, waar deze uitkeeringen niet voldoende zijn, grijpt de burger-oorlogs-slachtoffers-zorg in, om het ontbrekende te ver6 schaffen, echter slechts in verreweg het kleinste aantal der gevallen. waarin dan volkomen onmogelijkheid bestaat om op andere wijze te hielpen, door geldelijke uitkeeringen. Meestal gelukt het op veel doeltreffender wijze langs anderen weg, n.1. door beroepskeuzeraad, hulp bij beroepsonderwijs en plaatsing, de slachtoffers in de gelegenheid te brengen, hot mankeerende zelve erbij te verdienen. Kapitaliseo- Door de wet (van 3 Juli 1916) is ook geregeld dat, en op ring der weJk0 wijze de periodieke staatsuitkeeringen kunnen gekapita- uitkeerinf,on. worden, behalve het eigenlijke invaliden-pensioen, dat aan eventueele veranderingen onderhevig ia. Ze kunnen n.1. vervangen worden door een som ineens, waarvan het bedrag op 21-jarigen leeftijd I8V2 maal zoo groot als dat van de jaarlijksche uitkeer ring is, welke factor voor elk verder levensjaar met Vi afneemt, dus voer 212 jaar 18vk, voor 23 jaar 18 enz. bedraagt. Dit is van groot belang voor hen, die zich een eigen bedrijf, hetzij in den handel, in de nijverheid of in den landbouw willen verzekeren. Kolonisatie Veel gewicht wordt ook gehecht aan de z.g. kolonisatie, vooral in verband met het zeer moeilijke arbeiderswoning-vraagstuk en met het groote aantal slachtoffers, dat opnieuw of voor het eerst het. landbouwbedrijf zal aanpakken om zich boven water te houden. Zeer aanlokkelijke modellen van compleet ingerichte huizen zijn daartoe ontworpen, waarbij evenzeer gelet is op hygiënische en sociale eischen, als op bereikbaarheid, wat de kosten aangaat. D« menschelijke plicht brengt mede, dat de gevangenen, als Gevangenencategorie van oorlogs-slachtoffers niet vergeten worden. zorS- De talrijke foto's uit verschillende gevangenenkampen, evenals de vele. arbeidsproducten toonen, wat er zoowel door arbeid als ontspanning te bereiken is, om het moreel van deze ongelukkigen niet blijvend nadeel van hunne gevangenschap te doen ondervinden. De regeling van het postverkeer tusschen hen en hunne familieleden werkt sterk in dezen zin mede, evenals het vrijwillige toezenden van postpakketjes met allerlei versnaperingen en verbruiksartikelen, dat tevens voor een deel in hunne materieele behoeften voorziet. Niet minder noodzakelijk is hunne geneeskundige verzorging, die in geval van ziekte of verwonding te zorgen heeft voor behoorlijke ziekeninrichtingen, waarin ze tevens onder militaire bewaking staan, en ook in de gevangenkampen haar werkgebied vindt in het nemen van de noodige hygiënische maatregelen, vooral ter voorkoming van epidemiën en ook van andere ziekten. Hiermede ben ik gekomen tot het hoofdstuk Geneeskundige oeneeskun- oorlogs-slachtoffers-zorg. Deze omvat behalve de zorg voor de dige O. S. Z. gevangenen, ook die voor de troepen, de gewonden en de invaliden. De geneeskundige troepenzorg is een veel omvattende taak, Geneesk. die bewezen heeft in den tegenwoordigen oorlog in staat te troepenzorg. zijn, om te voorkomen, dat de legers een nog aanmerkelijker aantal verliezen lijden aan zieken, dan aan gewonden, zooals in vroegere oorlogen steeds het geval was. Zij werkt voornamelijk preventief, zoowel tegen het ontstaan, als tegen de uitbreiding van ziekten onder den troep, en bedient zich daarbij van de volgende hulpmiddelen. 1. Onderricht aan alle individuen, op welke wijze zij mede kunnen werken ter voorkoming' van ziekten. \ ooral op liet gebied van geslachtsziekten en van vlektyplius, welke laatste, zooals men thans weet door luizen wordt overgebracht, schijnt dit middel zeer doeltreffend. Maar ook werkt het goed ter voorkoming van andere ziekten en epidemiën. 2. De zorg voor behoorlijke ligging en voldoende onderkomen heeft ook veel meegewerkt. De in den grond uitgeholde onderkomens beschermen niet alleen tegen verwondingen, maar verzekeren ook de werkzaamheden van den geneeskundigen dienst en geven gelegenheid tot tal van hygiënische maatregelen, die zonde.- hen, in het vijandelijke vuur niet mogelijk zouden zijn. Waar men aan dit vuur niet blootgesteld is, bereikt men met verplaatsbare barakken o.a. de zeer bekende Döcker-barakken, hetzelfde doel. Tegen de luizen, hebben de z.g. „luisvrije ' slaapzakken blijkbaar goede diensten bewezen. 3. De zorg voor doelmatige kleeding der troepen beveiligen deze meestal tegen het anders zoo veelvuldig voorkomen van bevriezing, rheumatiek, nierontstekingen enz., verder ook tegen het oorlogsgeweld zelve, zooals de gasmaskers tegen de vergiftige gassen en de stalen helmen tegen hoofdverwondingen. 4. Een grooten rol speelt ook de zorg voor goede voeding. De keukenwagens en hooikisten verzekeren de voeding van den troep, onder bijna alle omstandigheden en voorkomen zoodoende de ondervoeding, die zoo vaak het ontstaan van ziekten in de hand werkt. De geregelde controle der grondstoffen voorkomt de ziekteverschijnselen door het gebruik van ongeschikt voedsel. En de rijdende machines voor het vervaardigen van drinkwater, die den troep overal volgen, beletten het gebruik van besmet drinkwater, dat zoo dikwijls tot typhus, cholera en andere infectieziekten aanleiding geeft. 5. De maatregelen ter bevordering der zindelijkheid, waartoe in de eerste plaats behooren de vaste en verplaatsbare desinfectieovens, die in staat stellen om tegelijkertijd een groot aantal kleer dings- en uitrustingsstukken van alle smetkiemen te ontdoen en verdei de z.g. „ontluizingsinrichtiugen" of ook wel „lausol'ja genoemd, waarin volgens een vast systeem, de soldaat, zoowel wat zijn lichaam, als wat zijn uitrusting betreft, van luizen wordt bevrijd. Duitschland beschikt thans over 18 groote desinfectie-inrichtingen, waardoor het in staat is per dag 100 000 man gehee^ te zuiveren. 6. De specifiek geneeskundige voorbehoedmiddelen, de inentingen. Sedert alle soldaten, alvorens naar het front te vertrekken, worden ingeënt tegen typhus en pokken, de meesten buitendien tegen cholera, en alle gewonden, zoodra mogelijk na hunne verwonding tegen tetanus, komen deze infectieziekten in het leger niet meer dan sporadisch voor. 7. De administratieve maatregelen, als het afgeven van bewijzen van ontluizing, inenting enz., het aangeven van het vóórkomen van gevallen van besmettelijke ziekten en de daaraan verbonden maatregelen van ontsmetten, isoleeren en dergelijke zetten bij dit alles de kroon op het werk. De geneeskundige gewondenzorg is zulk een uitgebreid on- Geneeskunderdeel, dat ik daaromtrent in al hare trappen, die op de ten- Sew0I>toonstelling ten aanschouwe waren gebracht, slechts hier en daar ii i Lazaretten, lmg te zien, evenals tal van auto s bestemd voor gewondenver- voer en improvisaties voor hetzelfde doel, gemaakt van gewone overal aanwezige vervoermiddelen. Zeer practisch leken mij de eenvoudige, waarschijnlijk niet zeer kostbare tweewielige wagens op luchtbanden, die 3 liggende gewonden kunnen bevatten en bestemd zijn. om door een eenvoudige koppelinrichting achter een auto gespannen te worden. Deze worden vervaardigd door mannesman» Mulag te Aaken. Zeer vele modellen waren er, om te demonstreeren hoe do «• In het geneeskundige gewondenzorg in de z.g. „heimat-lazaretten", zoo- Lazaret, wel door een zorgvuldige verpleging als door nauwgezette behandeling werkt. Eenige modellen van volledige inrichting van een ziekenkamer in een noodziekeninrichting waren er tentoongesteld. benevens de drachten en uitrustingen van verplegenden en andere functionarissen van verschillende Roode-Kruisvereenigingen \ erder eien bijna eindelooze reeks van apparaten, dienende tot rekking van gebroken ledematen, die alle veel te omslachtig zijn en daarom m.i. achter staan bij de eenvoudige bekende en geïmproviseerde toestellen. "\ ele modellen van gipsverbanden. die voldoen aan den eisch de gebroken ledematen volkomen te fixeeren en tegelijkertijd de behandeling van de wonden toe te laten, toonden hoe ver men op dit gebied gevorderd is, en hoe nuttig dezie verbanden zijn, ook ter vervanging van de spalkverbanden ten behoeve van het transport. Een voorname plaats nemen ook in de z.g. medicomechaaische apparaten of slingerapparaten, alle dienende, om na de anatomische genezing ook de functioneele genezing van spieren, zenuwen. gewrichten enz. te bevorderen. Hoewel ze alle op hetzelfde beginsel berusten, n.1. door middel van een of ander slingerend tegenwicht, een nauwkeurig te regelen arbeid te laten uitoefenen door bepaalde lichaamsdeelen bestaan er tallooze uitvoeringen van deze apparaten. Bijzonder getroffen hebben mij de eenvoudige uit ruw materiaal zelf vervaardigde toestellen, die m.i. even doeltreffend en belangrijk minder prijzig zijn. I>e tentoonstelling gaf een goed inzicht, hoe door de moderne vorderingen van de geneeskundige wetenschap, vooral van de chirurgische een groot aantal zwaar gewonden in het leven gehouden kunnen worden en van een nog grooter aantal de blijvende verminking in sterke mate gereduceerd kan worden. \\ at het laatste betreft wordt de aandacht gewijd zoowel aan de functioneele stoornissen, die de verminking met zich zouden brengen. als aan het uiterlijk, dat met het oog op de sociale gevolgen van haast even groote beteekenis is. De talrijke moulages, foto s en Röntgen-opnamon toonen aan, hoezeer die vorderingen vooral bij kaak-, extremiteiten- en borstverwondingen zijn voortgeschreden. In hot algemeen is door een nauwgezette behoudende en vooral zaakkundige behandeling en dikwijls door een plastische operatie, wel is waar ten koste van veel moeite, tijd en zorg van den chirurg, maar in het belang van den gewonde, ontzettend veel te bereiken. De industrie heeft de geneeskundige zorg gesteund o.a. door de vervaardiging van vervangingsmateriaal voor onmisbare stol ten in de gewondenbehandeling, die tengevolge van den oorlogstoestand niet meer te krijgen zijn. Als zoodanig noem ik het .,Celion en „Sterilin" ter vervanging van cautschuk, dat zeer veel gebruikt wordt bij de behandeling van kaakverwondingen. De oorlogsarts mag vooral niet, door de groote inspanning, die van hem gevorderd wordt in het belang van de anatomische en de functioneele genezing der gewonden, vergeten tegelijkertijd te arbeiden aan hunne psychische genezing, die voor een groot deel ook tot zijn taak behoort. Psychische opheffing en oordeelr kundige inlichting van den gewonde omtrent zijn toestand en datgene wat voor hem gedaan kan en zal worden op geneeskundig en ander gebied, bevorderen niet alleen zijne functioneele genezing in sterke mate, maar vormen tevens ook den onmisbaren bodem voor het nuttige effect van de latere invalidenzorg. Ter bevordering van deze psychische genezing werkt ook zeer gunstig de bepaling, dat alle gewonden op hun verlangen kunnen overgebracht worden, naar een lazaret in of bij de plaats hunner inwoning, z.g. ..Ileimatlazarett". Hiervan zijn ter vermijding van noodelooze kosten en moeite, alleen uitgesloten die gewonden, wier klinische genezing geen 6 weken (voor Duitschland; of 3 weken (voor Oostenrijk-Hongarije meer vordert, benevens natuurlijk dezulken, wier toestand vervoer niet toelaat. Hetzelfde doel en tevens de voorbereiding van de invalidenzorg heeft het doen verrichten van arbeid in de lazaretten door alle gewonden, voor zoover hun toestand dit mogelijk maakt. Te dien einde zijn aan bijna alle lazaretten min of meer uitgebreide werkplaatsen verbonden, waarvan talrijke producten ook ter tentoonstelling aanwezig waren. In Duitschland streeft men er naar om als onmisbaar onderdeel. aan elk „Heimatlazarett" een grootere of kleinere werkplaats te verbinden, en de gewonden daar te houden en te oefenen tot het maximum van hunne ook functioneele genezing is bereikt. In Oostenrijk en Hongarije daarentegen heeft het z.g. ..Invalidenamr , een afdeeling van het Ministerie van Oorlog één zeer groot hospitaal, en daaraan verbonden uitgebreide werkplaatsen. waarheen alle gewonden uit de lazaretten worden overgebracht en te werk gesteld, zoodra hunne anatomische genezing zulks toelaat. Tot dien tijd beperkt zich hunne arbeid in het lazaret meer tot allerlei knutselwerk. Zoo niet ,.de" dan toch .,een der" voornaamste takken van Invalidende oorlogs slachtoffers-zorg is de invalidenzorg. Deze berust op Zorg. de grondslagen van de reeds sedert jaren in Duitschland in vredestijd bestaande ..Krüppelfürsorge" en heeft zich naar de eischen van den oorlog uitgebreid, gemodifieerd en aangepast. liet belangrijkste heeft zij zich moeten wijzigen, om in overeenstemming te komen met het vroeger genoemde beginsel van de oorlogs-slachtoffers-zorg. Terwijl in vredestijd hare arbeid voornamelijk ten doel had. om door middel van weldadigheidsinstellingen de geheele zorg voor lichamelijk misdeelden 'meestal reeds als kinderent te doen overnemen, is thans in oorlogstijd haar streven juist, deze zooveel mogelijk in het maatschappelijke leven terug te brengen. Daartoe worden eensdeels de invaliden zelve zooveel mogelijk geschikt gemaakt, andersdeels de maatschappij en het sociale leven op hunne opneming en te werkstel- i;ng voorbereid. Reide zijn veel omvattende en zoor moeilijke taken, voor wier welslagen een geheel toegeweide steun, en samenwerking van bijna alle cathogorieën van menschen veroischt is. Geneeskun Niet minder dan in de gewondenzorg wordt in de invaliden(lige Inva zorg van den geneeskundige gevraagd. Allereerst dient hij te lidenzorg. z0],g6n voor een behoorlijke vervanging van geheel of gedeeltelijk mankeerende lichaamsdeelen, door z.g. prothesen. Dit is een kunde geheel op zich zelf. Het voorbereiden van het lichaam om de prothese te kunnen dragen, de keuze van den aard der prothese, het doen aanmaken van deze, de keuze van het tijdstip om haar aan te leggen en het aanleeren om zich er van te bedienen, brengen alle hunne moeilijkheden met zich en zijn van overwegend belang voor hiet verdere leven van den invalide. Gedeeltelijk dienen de prothesen, om het werken mogelijk te maken (werkpro thesen), voor een ander deel echter om het uiterlijk aanzien van den drager te verbeteren (schoonheidsprothesen), hetgeen meestal van even groot maatschappelijk belang is. Dc werkprothesen dienen voornamelijk bij geamputeerde ledematen, vooral armen, de schoonheidsprothesen meer voor mankeerende deelen van het aangezicht, als oogen, neus en ooren. De invalide dio één oog mist, zal zijn weg door het leven veel gemakkelijker en aangenamer vinden, wanneer men hem een fraai kunstoog geeft, zoodat zijne invaliditeit nauwelijks zichtbaar is, dan wanneer hij dit mist. Daarom is men er ook toegekomen om hen. wier aangezicht afschuwelijk verminkt is, zoodanig dat door een plastische operatie daarin geen of geen afdoende verbetering te brengen is, in de gelegenheid te stellen om dagelijks het mankeerende aangezichtsdeel van een soort was te vervaardigen en dit te dragen. Hoewel deze aangezichtsprothesen uitstekend voldoen, is men er nog niet in geslaagd, ze voldoende resistent te maken, om ze eens voor altijd te maken, maar kleeft hun nog de fout aan, dat ze iederen dag van versch materiaal gevormd moeten worden, wat echter op zeer gemakkelijke wijze door den drager zelve geschieden kan. Alvorens tot de aanschaffing van een arm- of beenprothese over te gaan, moet de lidmaatstomp daarvoor geschikt zijn. Bij voorkeur wordt daarop reeds gelet bij de amputatie, maar vaak komt het in den oorlog voor, dat dit niet mogelijk is en dat daarom latei- nog een operatie noodig is teneinde te zorgen, dat. de stomp behoorlijk door op de onderliggende beenlaag verschuifbare, voldoende dikke, en met gezonde huid bedekte weeke deelen is bekleed en te voorkomen dat de stomp nog door beengroei verandert of het lidteeken door de prothese gedrukt wordt en pijn veroorzaakt. Er bestaan zoovele en zoo zeer verschillende ledemaat-prothesen, dat de keuze in een bepaald geval zeer moeilijk is. Deze zal dan ook altijd volkomen individueel moeten geschieden eu ten nauwste verband houden met de plaats, waar geamputeerd is. den toestand van de stomp, de algemeene lichaamsbouw en kracht van den drager, zijn sociale positie en de werkzaamheden. die hij te verrichten zal hebben. In het algemeen moet de prothesf zooveel mogelijk het mankeerende deel in vorm en functie vervangen, maar zoo licht, eenvoudig en soliede mogelijk geconstrueerd zijn. twee tegenstrijdige eischen waartusschen men voor elk geval het meest gewenschte midden moet kiezen. Zeer bruikbare en praktische prothesen voor den arm zijn die van i'otha. Jagexberg en Keller. die elkander niet veel ontloopen. en bewezen hebben voor een werkman goed te voldoen. Minder geschiki voor de meeste gevallen is de z.g. .,Carnesarm", die weliswaar meer volmaakt den natuurlijken arm nabootst, maar door zijn gecompliceerde constructie een groote bekwaamheid vordert om hem aan te wenden en een groot gevaar vormt voor langdurige hulpeloosheid van den drager, ingeval van de lang niet denkbeeldige mogelijkheid van een of ander defect. L it de tallooze modellen van kunstledematen, die tentoongesteld waren, bleek duidelijk het principieele verschil tusschen de Duitsche en de Oostenrijksch-Hongaarsche. De eerste zoeken hun steunpunt voornamelijk in het uiteinde van den stomp en verder aan hoogerop gelegen vaste punten, de laatste berusten op een zorgvuldig sluitenden lederen koker, die de stomp over een bepaalden afstand nauwsluitend omgeeft. \ an grooten invloed op de bruikbaarheid van een prothese (dit geldt voornamelijk voor die van de onderste ledematen) is, dat de stomp, zoo spoedig mogelijk aan het gebruik gewend worde en de drager zich oefene om er op te vertrouwen, en wel alvorens hij zich went aan minder gunstige hulpmiddelen als b.v. krukken. Daar echter het vervaardigen van een goede prothese ook al door de grooie vraag naar deze, meestal geruimen tijd vordert, en dikwijls met het aanmaken er van, niet kan begonnen worden voordat maanden verstreken zijn sedert de operatie, doordat de stomp nog niet geheel genezen is of nog niet zijn definitieve vasten vorm heeft verkregen is het in de meeste gevallen geboden om den invaliden eerst een nood-, hulpof tijdelijke prothese te geven, die uit weinig kostbaar materiaal en gemakkelijk vervaardigd, eventueel eens door een nieuwe kan vervangen worden. Het is van het grootste belang, dat het gebruik van krukken door invaliden tot een minimum beperkt wordt en alleen wordt toegestaan op uitdrukkelijk voorschrift van den geneesheer. Krukken n.1., afgezien nog van het directe groote letsel dat ze kunnen veroorzaken, door den gestadigen druk in de oks< 1 holte, doen den invaliden een geheel verkeerden evenwichtstand aannemen, die later weer afgewend moet worden; ze vorderen het gebruik van andere spieren, dan de toekomstige prothese, waardoor de hiervoor gevorderden achteruitgaan, (atrophieeren) en zie doen den drager zich in veel sterkere mate invalide gevoelen, dan eten prothese en benadeelen zoodoende ten zeerste de energie, de arbeidskracht en de psyche van dezen. De geneeskundige krijgt echter niet alleen invaliden te behandelen met geamputeerde ledematen. Zeker even groot is ook het aantal ledematen, dat hoewel niet geamputeerd, toch onbruikbaar is, door zenuwverlammingen, gewrichtsverstij vingen of contracturen. Voor een groot deel kunnen deze voorkomen worden, door een vroegtijdig, nog voor het tijdstip der anatomische genezing ingezette zaakkundige medico-mechanische, thermische, electrische, of hydro-therapeutische behandeling. Daarom is het ook beter elk „Heimatlazarett" van de hiervoor benoodigde apparaten te voorzien, dan (zooals in Hongarije het geval is) voor dergelijke z.g. nabehandeling één centrale inrichting volledig te installeeren. Tot de beste medico-mechanische inrichtingen behooren zeker de werkplaatsen, waar iedier invalide juist die bewegingen oefent, die hij1 in de uitoefening van zijn beroep noo- dig heeft. Een ander deel van deze invaliditeiten is of kan niet tijdig voorkomen worden. Voor deze is dan een nauwgezette nabehandeling aangewezen, om voor zooveel mogelijk ook functioneele genezing te verkrijgen. Waar dit niet mogelijk is, kan uog veel bereikt worden met |eenvoudige orthopaedische toestelletjes, die b.v. een verdere contractuur voorkomen, of een verlamd lichaamsdeel steunen Ook langs operatieven weg is in vele gevallen aanmerkelijke verbetering te krijgen, door b.v. verlamde spiergroepen door middel van transplantatie te vervangen: met verkorting genezen beenbreuken te verlengen, of verstijfde gewrichten te mobiliseeren. Invaliden na interne ziekten kunnen vaak genezen woiden door baden. De zorg hiervoor heeft in Duitschland voornamelijk het Roode Kruis op zich genomen. Een bijzondere plaats nemen de invaliden na schedel ver wondingen in. Deze zijn er heel erg aan toe, omdat ze een deel van de functie van hun centraal zenuwestelsel missen. Men heeft de noodzakelijkheid erkent om ze in afzonderlijk, speciaal voor hen ingerichte hospitalen onder te brengen. Zulk een hospitaal bestaat ook in Keulen: aan het hoofd er van is de neuroloog Dr. POPPELREUTER geplaatst. Men is er toe gekomen, om geheel nieuwe methoden te bedenken, zoowel om deze ongelukkigen nauwkeurig te kunnen onderzoeken, als wel om ze functioneel te genezen of althans te verbeteren ; dit heeft tot verrassende resultaten geleid. Wat het onderzoek, de grondslag voor elke doelmatige therapie, betreft, heeft men de ervaring opgedaan, dat tal van quantitar tieve en qualitatieve functioneele afwijkingen (op organischen bodem berustend) te klein waren om door de tot dusverre bekende grove methoden van onderzoek ontdekt te worden, hoewel ze toch in het leven een groote stoornis gaven. Om nu deze afwij" kingen en de mate daarvan vast te stellen heeft men voor elke functie een fijne onderzoekingsmethode bedacht, zoo bijv. voor de snelheid van oriëntatie op het gebied van voorwerpen, kleuren, vormen, getallen enz. Dit maakt niet alleen mogelijk om te bepalen, welke invaliden voor therapie in aanmerking komen en in welke richting deze therapie geleid zal moeten worden, maar heeft ook ten gevolge gehad, dat tal van centra voor bepaalde functies in de hersenen ontdekt zijn en er waarschijnlijk nog veel meer ontdekt zullen worden, en heeft zoodoende de wetenschap enorme diensten bewezen. Ook is men er toe gt komen om methoden uit te werken, om de mate van invaliditeit bij hersenverwondingen en de veranderbaarheid daarvan, die tot nog toe slechts op zeer ruwe wijizen geschat werden, nauwkeurig experimenteel vast te stellen. Men laat daartoe eenzelfde eenvoudig werk, dat de invalide reeds vóór zijne verwonding kon uitvoeren, verrichten door een gemiddelde niet-invalide en eenige dagen achtereen, door den invalide en meet nauwkeurig öf den tijd waarin dit voltooid wordt, öf wel de mate waarin het vorderde in een zeker constant tijdsverloop. Door vergelijking kan men dan liet juiste percentage der invaliditeit en van de vermindering van deze opgeven. Yoor deze soort, hospitalen is zoowel voor liet onderzoek als vooi' de therapie een werkplaats onmisbaar. Oeconomiüche Na de geneeskundige invalidenzorg is de oeconomische of Invaüdenzorg. sociale, die trouwens ook intensieve samenwerking niet de g( neeskundigen behoeft, en bij voorkeur ook reeds gedurende de geneeskundige behandeling moet aanvangen, de meest belangrijke. Deze zorg heeft voornamelijk een drieledig doel u.1.. 1°. de invaliden met raad te dienen, welk beroep zij na hunne genezing zullen uitoefenen: 2°. ze voor de uitoefening van dat beroep te bekwamen en 3°. hun een aanstelling of emplooi in dat beroep te bezorgen. De ervaring heeft geleerd, dat het noodig is in een bepaald gebied deze 3 ondeideelen in één hand te stollen, daar ze onafscheidelijk van elkaar zijn, willen ze nuttig effect opleveren. Wol kunnen afzonderlijke daartoe bekwame onderaf deelingen ge vormd worden, die een bijzonder gedeelte behartigen, maar deze moeten met de centraio organisatie nauw verband bewaren. Zoo bestaan er lichamen die zich bijv. uitsluitend met de beroepskeuze in den land- en tuinbouw belasten. Bij de beroepskeuze wordt er voornamelijk op gelet, dat de verschillende beroepen worden verdeeld, naarmate van de vraag naar werkkrachten daarin, en naarmate van de geschiktheid der betreffende individuen, terwijl gewaakt wordt tegen een neiging der invaliden om zooveel mogelijk een beroep in hoogere maatschappelijke klassen te vinden. Zooveel mogelijk wordt voor den invalide het beroep gekozen, dat hij vroeger ook uitoefende, of zoo hij daartoe niet meer in staat geoordeeld wordt, zoekt men voor hem een anderen werkkring in hetzelfde bedrijf, of een aanverwant bedrijf. Soms moet het uitgeoefende beroep opnieuw geleerd worden, of de bekwaamheden terwille van een plaatsing worden aangevuld, soms moet ook een geheel nieuw beroep geleerd worden. Do beroepskeuze en -vorming moet, om tijdverlies te vermijden reeds gedurende het genezingstijdperk ingeleid worden. Bij de plaatsing der invaliden, wordt er op gelet, dat ze zooveel mogelijk over het gelieele land verdeeld worden, teneinde de vcor de hand liggende nadeelige gevolgen van een sterke concentratie van vele invaliden op één plaats te vermijden. Verder wordt er naar gestreefd, dat zij zooveel mogelijk het volle loon van een gezonden werkman in hetzelfde beroep verdienen. De onkosten verbonden aan de plaatsing der invaliden („Arbeitsvermittlung"; worden gedragen door den Staat. Overigens is do oeconomische invalidenzorg meestal in handen van particuliere vereenigingen en instellingen. Het is echter duidelijk dar er voor noodig is de medewerking van tal van bekwame lieden uit regeerings-, overheids-, handels-, nijverheids!-, industrieën landbouwkringen. \ oor tal van invaliden is het noodig gebleken, werktuigen en machines van bijzondere constructie te bedenken om hun de uitoefening van hun beroep mogelijk te maken, zoo krijgt bijv. een timmerman met verstijfde vingers een schaaf, met een handvat, zoo gevormd, dat hij het vast kan houden, een landbouwer met een kunstbeen, landbouwwerktuigen, waarop hij zitten kan enz. De kolonisatie in het landbouwbedrijf wordt voornamelijk bevordert voor de invaliden na interne ziekten in het bijzonder voor do talrijke tuberculoselijders, bij wien de oorlog deze ziekte manifest gemaakt heeft. Alleen voor hen, voor wie in 't geheel geen sociaal emplooi te vinden is en dit zijn er betrekkelijk maar weinigen, worden invalidenhuizen opgericht, waarin voor hun verdere leven voor hen gezorgd wordt. Alle andere worden weer in hun gezin gebracht, waarbij het soms noodig is, tijdelijk, totdat een afdoende sociale toestand is verkregen oeconomische hulp in natura te verleenen. Psychische Door geneesheeren, geestelijken, predikanten, leeraren en on- Invalidenzorg. der wijzers en andere daarvoor geschikte menschen, wordt zoo snel mogelijk na de opname in het „Heimatlazarett met de gewonden en vooral met de invaliden contact gezocht, om ze door besprekingen en doelmatige voorlichting hen te beschermen voor de dreigende psychische depressie. Dit geschiedt bij voorkeur voordat de betrokkene invalide zichzelf een beeld gaat vormen van zijn toestand en zich zijn toekomst van de donkerste zijde gaat uitschilderen; voordat hij zijn laatste hem gebleven levenskracht nutteloos gaat achten voor al het andere, dan het trachten, om een zoo hoog mogelijke uitkeering te krijgen en dus oni zijne invaliditeit zoo ernstig mogelijk te zien en aan anderen te doen voorkomen, liet spreekt vanzelf dat zij, die zich aan dezen arbeid wijden, in nauw contact moeten staan tot do corporaties die zich belasten met de beschreven oeconomische invalidenzorg. Paedagogische Zoowel ter wille van het nuttig effect zelve, als om den gein validenzorg. wonden, wier toestand niet ernstig is, maar die toch dikwijls een zeer langdurige hospitaal- of nabehandeling moeten ondergaan in dien tijd geestelijke ontspanning en afleiding te bezorgen, heeft men voor hen overal scholen en cursussen ingesteld. Ten deele zijn deze er op ingericht om de algemeene ontwikkeling to bevorderen, ten deele dienen ze om bepaalde cathegorieën van gewonden, datgene te leeren, wat hunne invaliditeit hun ontnomen heeft ©n wat zie toch behoeven in het sociale ieven. En eindelijk zijn er scholen, waar de vakken onderwezen worden, voor de uitoefening van een bepaald beroep of bedrijf bijv. de landbouw. Soldaten die blind geworden zijïi wordt allereerst het schrijven en lezen in Braille-schrift geleerd. Hun verschaft men de speciale leer- en hulpmiddelen voor verdere algemeene ontwikkeling Zij leeren het machine-schrij,ven in Braille en gewoon schrift en veelal ook stenographie. Enkele leeren een bijzonder beroep, waarvan de uitoefening voornamelijk op den tastzin berust, zooals dat van mandenmaker of masseur. Het is echter ongewenscht gebleken, om velen daarin op fee leiden; en wel eensdeels, omdat het voor de meesten een minderwaardig beroep is en dikwijls ook geen behoorlijk middel van bestaan oplevert, te minder naarmate het door meer blinden uitgeoefend wordt en landerdeels, omdat gebleken is, dat vele blinden ook volkomen volwaardig een ander beroep, dat niet op den tas,tzin berust kunnen uitoefenen en met medewerking der werkgevers daarin ook voldoende aanstellingen kunnen krijgen. De gepubliceerde resultaten van de reclasseering van blinden zijn dan ook bepaald verrassend te noemen. Dooven, voor zooveel zij het gehoor niet geheel verloren hebben, verschaft men apparaten, berustende op versterking van het geluid, die hen in staat stellen het gesprokene weder te verstaan ; den anderen leert men dit op het gezicht van den mond te lezen Hun, die de rechterhand verloren hebben, leert men linkshandig uitvoeren, wat de meeste menschen rechtshandig doen. Ook heeft men tal van apparaten b.v. schrijfmachines, speciaal voor eenarmigen geconstrueerd. A eel geduld en toewijding vordert het onderwijs aan herseninvaliden, maar dit geeft dan ook zeer dankbare resultaten. Deze ongelukkigen hebben dikwijls alle of een deel der centrale functies verloren. Zij missen het vermogen om te schrijven, te lezen, te rekenen, te spreken; voorwerpen, kleuren, vormen te herkennen enz. Door systematisch onderwijs en onvermoeide oefening, berustende op de resultaten van een nauwkeurig onderzoek kan hun dit voor een groot deel althans weer bijgebracht worden. De organisatie van de invalidenzorg is niet overal dezelfde. Organisatie A ele en velerlei vereenigingen hebben zich met een onderdeel van de van deze zorg belast. In een bepaald gebied werken ze echter 'rlva''''enzorff' alle onder ééne „Hauptfürsorgesfeelle". Dit is noodzakelijk voor de éénheid in het werk en om dubbel ingrij'pen te vermijden. In het algemeen worden de invaliden door het depót of ander militair gedeelte, waartoe zij behooren aan deze ,,Hauptfürsorgestelle", overgegeven. Bij haar komen ook terecht de hulpaanvragen gericht tot bijzondere vereenigingen. Deze „Haupt- fürsorgestellen" worden in Pruisen gevormd door de 1 rovinciaie Besturen, in Saksen is tot de vereeniging „Heimatdank". In Württemberg en Baden zijn vereenigingen onder leiding van den Staat daarvoor opgericht, in Beieren heeft de Regeering zelve onder den Minister van Binnenlandsche Zaken zich ermede belast. _ De algemeen® Duitsche eenheid en leiding wordt aan deze „Hauptfürsorgeistellen'''' gegeven door de in September 1915 opgerichte „Reichs&usschusz der Kriegsbeschadigten-I ürsorge . In Hongarije is deze geheele zorg geconcentreerd jn een afdeeling van het Ministerie van Oorlog: „Invaliden-amt' genaamd, een instituut, dat voortreffelijk, op groote schaal, en met uitgebreide hulpmiddelen werkt. Daar heeft bijv. elke geamputeerde recht op het ontvangen van een prothese en voor zoover het armgeamputeerden betreft op een aantal werktuigen en gereedschappen daarbij passend en noodig voor de uitoefening van zijn beroep. Hij kan deze zelf kiezen tot een vast maximaal bedrag. Alles wat in deze verhandeling is geschreven was op de tentoonstelling gedemonstreerd en toegelicht door een groot aanta foto's, modellen, moulages, voorbeelden, Röntgenplaten, Statistieken, graphische voorstellingen en gedrukten, die een rijk en volledig materiaal vormden, om deze geheele zaak te bestudeeren. Het komt mij voor wenschelijk te zijn, dat ook in ons land de voorbereiding van uitbreiding en systematiseering van hetgeen wordt gedaan op het gebied van oorlogs-slachtoffers-zorg worde ter hand genomen. Of het Nederlandsche Roode Kruis hiertoe den stoot zal en kan geven en de leiding, dan wel de uitvoering van een deel van de taak op zich zal nemen, ware te onderzoaken door eene Commissie, door het Dagelij ksch Bestuur uit het Hoofdcomité daartoe te benoemen, met de bevoegdheid, om zich te assimileeren met die deskundigen in en buiten het Roode Kruis, die zij zelve daartoe nuttig zal oordeelen. 's-Gravenhage, 29 November 1916. F. HIJMANS, Arts.