IN CENTRAAL BORNEÖ REIS VAN PONTIANAK NAAR SAMARINDA DOOR D1. A. W. NIEUWENHUIS II PI. LXXIII. II, 97. Moehamad Raib, Si Ding Lëdju, Dr. Nieuwenhuis. Gezantschap van den Beneden-Mahakam naar den Bloeöe. IN CENTRAAL BORNEO. Reis van Pontianak naar Samarinda DOOR Dr. A. W. NIEIJWENHUIS. Uitgegeven door de jyiaatschappij ter bevordering van het Natuurkundig Onderzoek der JYeder/andsche koloniën. II. BOEKHANDEL EN DRUKKERIJ VOORHEEN E. J. BRILL LEIDEN. — 1900. INHOUD. TWEEDE DEEL. VIJFTIENDE HOOFDSTUK. Langs den Maliakam tot den Bloeöe. Verblijf te Pënanei, 1. — Koopen van booten, 3. — Opname Mahitkaragebied, 4. — Bezoek zoon van Bëlarè, 5. — Koopen van voedingsmiddelen, 7. — Afvaren van den Pënanei, 8. — De eerste Siang Mooroeng, 10. — De Kaso, 11. — Do Mahakam, 16. — Aankomst bij Bëlarè, 17. — Kennismaking met Pnihings, 19. — Onderhoud met Bëlarc, 20. — Woning van het hoofd, 22. — Inkoopen van voedingsmiddelen, 25. — Vaart naar do Bloeöe, 26. — Onderhoud met Kwing Irang, 27.— Vertrek der Mendalam Kajans, 32. ZESTIENDE HOOFDSTUK. Verblijf bij Kwing Irang. Vestiging van Kwing Irang, 34. — Het zaaifeest, 36. — Kijstgebrek, 38. — Hulp bij het verzamelen, 42. — Jaehtstation in hot bosch, 44. — Tocbah-vischpartij, 47. — Den Bloeöe op, 49. — Kampement bouwen 52. — Verzamelen op botanisch en zoölogisch gebied, 53. — Plan om te blijven, 55. — Jagen der Kajans, 58. — Jagen van Von Berchtold, 63. — Bezwaren bij het prepareeren, 68. — Het omvallen van een woudreus, 69. — Tocht naar den Lilit Boelan, 72. — Vergiftiging door het eten van argusfazanten, 74. — Sëpan Dingei, 77. — Beklimming van den Moang, 79. — Terugkeer naar de vestiging van Kwing Irang, 83. ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Gezantschap van den Benedcn-Maliakam. - Toclit naar den Tjehan. Geruchten over het gezantschap , 85. — Een partus in Centraal-Borneo, 87. — Tocht naar den Batoe Kasian, 90. — Verblijf aan de monding van den Bloeöe, 95. - Aankomst van Si Ding Ledju, 97. Nieuw vergiftiging door den argusfazant, 100. - Moeilijkheden om in de voeding to voorzien, 101. - Gebrek aan voedsel onder de Kajans, 102 - Reis naar den Tjëhan, 108. - De Liang Karing, 110. - Verblyf aan don Pakate, 112. - Onderzoek aan den Tjehan, 113. - Een Pmhing-begraafplaats, 116. - Long Kup, 118. - Inlichtingen der Bahau s, 119. Verhaal over don Batoe Mili, 121. ACHTTIENDE HOOFDSTUK. Tocht naar Long Tcpai. Komst van Tëmënggoeng Itjot, 123. - Beweegreden voor den tocht, 125 - Plundertocht van 1885, 127. - Aankomst te Long Njiwoeng, 130 - Verblijf bij Tekwan, 131. - Aankomst te Long Tepai 133. Do familie van Kwing Irang, 134. - Een zoenoffer 136. - Hanengevechten, 138. - Bo Lca, 139. - Verblijf aan don Më™e >_14,fo Aardewerk dor Bahau's, 144. - Verblijf te Batoe Sala 146. T „aar S6pan Daja, 148. - Overnachten te Long Boelong, 154. - Betaling der roeiers, 155. - Een nachtelijk bezoek, 156. - Verzorging der planten, 157. NEGENTIENDE HOOFDSTUK. Het aanbreken van den oogsttijd. Avondvermaken, 160. - Kwing Irang in moeilijkheden, 162 ÏE ™ n, r-, i* " 174 — Hanengevechten, 175. — Hot oogsten, den regentijd, 177. - Lali parei aja, 179. - Plannen van een nieuw huiB> 180. - De sago van den Batoe Mili, 182. - Bijzondere vruchten, 184.'— Terugkeer van Akam Igau en de zijnen, 186. TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Voorbereidselen tot het vei'trek. Tocht naar het huis van Bclare, 189. - Het koopon van een boot, 192 - Onderhandelingen met Parèn, 195. - Terugkeer van den mantri, 197. Toebereidselen tot het oogstfeest, 198. - Thuiskomst van Belarè 200. — Besprekingen met de Pnihings, -O2- ° 06 stand der Pnihings, 205. - Krankzinnigheid eener Pnihingsche, 207. Vertrek naar Long Ivup, 208. — Het feestvieren aldaar, 209. Gereedmaken der booten door de Kajans, 211. — De oogst der Kajans, 213. Een bezwering tegen ziekte, 215. EEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Vervolg. Achtervolgen van een wilden stier, 217. — De groote bezwering, 220. Offers der dajoengs en handwerkslieden, 221. Bezwering voor hot verkrijgen van droogte, 229. — Bezoek van Bo Jok, 230. Scheppingsverhaal der Kajans aan den Bloeöe, 232. — Geruchten omtrent een inval uit Sërawak, 233. — Hulp aan de Pnihings, 235. Een politieke vergadering bij de Pnihings, 238. — Slechte maan, 243. Het dooden van een wilden stier, 244. — Dood van een Kajan, 245. Het begraven van een Kajan, 246. — Moord te Long Njiwoeng, 247. — Opnieuw nagaan van de vogelvlucht, 248. — Verschillende beletselen voor het vertrek, 249. — De lang verwachte nieuwe maan, 250. — Vertrek van do boot met planten, 251. — Kajanmotieven voor den tocht naar beneden , 252. — Het vertrek, 253. — In den Kiham Mali, 255. De plaats der vogelzoekers, 259. — De loonkwestie, 260. TWEE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. De Bovcn-Maliakam. Verbindingswegen met aangrenzende streken, 262. — Bevolking, 265. — Geschiedenis van den Bovon-Mahïlkam, 268. — Hot smeden van zwaarden, 271. — Handel van den Boven-Mahakam, 274. DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. De Kajans aan den Bloeöe. Dajoengs, 276. — Huwelijk, 277. — Begrafenis, 280. — Geslachtslijst van Kwing Irang, 281. — Het weven bij de Kajans,