^ w wéiyii HANDLEIDING VOOR ZANGONDERWIJS, IN LESSEN EN VOORBEELDEN. NAAK HET ENGELSCH JOHN CÜBWEN, <2?f oédama van ^fo fie/lema. UITGEGEVEN DOOK DE NEDERLANDSCHE ZONDAGSCHOOL-VEREENIGING. AMSTERDAM, IÖVEKER & ZOON. r/M wm B. sf i BVfflVAWOV&VVJia^fltta HANDLEIDING VOOR ZANGONDERWIJS, 11V LESSEX EST VOOKKEELDEK. NAAK HET ENGEESCH VAN JOIIIV CURWEN, DOOK ^ £/. &éc/ama van é/cAe/éema. UITGEGEVEN DOOK DE NEDERLANDSCHE ZONDAGSCHOOL-VEREENIGING. AMSTERDAM, HÖVEKEB & ZOON. GEDRUKT BIJ METZLER & BASTING, TE AMSTERDAM. INLEIDING. Na de uitgaaf van mijn boekje: de gemakkelijkste zangmethode ten dienste van school en kerkgezang, had ik het voorrecht in Engeland den heer J. Curwen in persoon te leeren kennen en door zamenspreking met hem en het bezoek van verscheidene openbare scholen het aanbevelenswaardige der Tonic-Sol-Fa methode nog meer te leeren inzien. Terwyl vroeger op de duizende scholen, die onder regerings toezicht staan, niet door den onwil der onderwijzers maar wegens de bezwaren der bestaande methode, zangonderwijs geheel ontbrak, heb ik nu op school bij school mij verbaasd over de algemeene vordering in het naar muziekschrift zingen. Ziende op deze uitkomst was mij dubbel welkom de hulp, die de heer Curwen mij, zooveel hem doenlijk, tot ondersteuning van mijn pogen aanbood. Daar niet alleen de Staatsschool-Commissie maar ook de verschillende zendelinggenootschappen de Sol-Fa methode voor onderwijs en zangboeken hebben aangenomen, zoodat voor Madagascar, Kafferland en China reeds eene reeks van onderwijs- en zangboeken gedrukt zijn, is een deel van het onderwijsmateriëel zóó ingericht, dat het overal kan gebruikt worden. Hiertoe behooren behalve de Modulator een reeks zangwijsboeken met z e er groote letters, waarnaar een groot aantal leerlingen te gelijk de wijzen naar de tonic-sol-fa nooten kan aanleeren. Te kostbaar zou het wezen om deze bij kleine getallen te drukken, maar door geheele aansluiting aan het in Engeland aangenomen nootenschrift zijn de daar in gebruik zijnde leermiddelen voor hen, die bij ons met klassikaal onderwijs de proef willen nemen, voldoende. Eeeds in het eerste boekje sprak ik (pag. 12) die gedachte als vermoeden uit. Vandaar dat, om slechts eene zaak te noemen, waar in vroegere voorbeelden de si in onderscheiding van de sol door mij met c was beteekend, in dat boekje de t van den Engelschen Modulator wordt gevonden. Eenige moeielijkheid kan het gebruik van de Engelsche klanken opleveren, maar daar de Sol-Eaklanken werkelijk willekeurig aangenomenen zijn en soms ookwel door de cijfers 1, 2, 3 enz. worden vervangen, kan het kleine ongemak niet opwegen èn tegen het goedkooper en ruimer verkrijgen der leermiddelen, voor eene proefneming van zoo hoog gewicht, èn tegen de aansluiting aan een stelsel, zooals het bij onze Hollandsche broeders aan de Kaap en in het grooter deel der zendingwereld reeds in zwang is. Het heeft mijne aandacht getrokken, dat in het voortreffelijk handboek voor zang, in Engeland in de lloomsch Katholieke scholen algemeen in gebruik, reeds de titel aanwijst dat het „de eigenaardige voordeelen van het Tonic Sol-Fastelsel en die van het balkschrift vereenigt." Ook daarin wordt aan de t de voorkeur boven c gegeven. „Het voorbeeld van miss Glover, den heer Curwen en onderscheidene nieuwere auteurs volgende, is ook door ons de syllabe tee (ti) in plaats van den klank si genomen, niet alleen om een van sol verschillend teeken te verkrijgen, maar ook om van een onaangenaam sissenden klank ontslagen te zijn." In de aanteekeningen bij dit boekje zullen wij een en ander uit die handleiding opnemen en misschien wel later ze in haar geheel vertalen, daar de inhoud haar even geschikt voor de openbare als voor de bijzondere school maakt. De hier gekozen voorbeelden zijn in overeenstemming met het karakter der Zondagschool, en wij vertrouwen dat gelijk het ons behoefte en lust was voor haren bepaalden kring werkzaam te zijn, onze Zondagschoolondenvijzers in eenheid van geloofskracht zullen willen medewerken, om ook in dit opzicht de Nederlandsche Zondagschool aan haar ideaal te doen beantwoorden. Moge onze arbeid in eene werkelijk bestaande behoefte helpen voorzien en onder hooger zegen door het helpen aankweeken van goed gezang tevens het gemeenteleven van de belijders van het Godsrijk helpen bevorderen. ZONDAGSCHOOL-ZANG NOODIG ONDERRICHT MET VOORBEELDEN OM DE LEERLINGEN NAAR DE MUZIEK TE LEEREN ZINGEN. Zangonderwijs ontbreekt in de zondagschool wel niet, maar vooralsnog is het meest een zingen op het gehoor. Een der onderwijzers, die wijsvast is, gaat met luider stem voor en de kinderen zingen zoo goed en zoo kwaad als zij kunnen, hem na. Veel onderwijs kan in deze wijze van doen niet schuilen, want hoe harder de onderwijzer er op loszingt, des te minder kan hij hooren, wat zijne leerlingen uitrichten. De trillingen van eigen stemgeluid maken zijn oor ongeschikt om den toon der kinderen waar te nemen. Hoe luider voorts de kinderen zingen, des te minder hooren ook al weder zij van den voorzanger. Al dit pogen helpt de leerlingen niets verder. Men vormt eene menigte zangers, maar waarvan niet één alleen kan zingen, zangers, die kunnen mededoen, mits iemand anders inzet. Eene lange en steeds uitgebreider ervaring heeft mij geleerd, dat zonder dat het grooter inspanning of het ten offer brengen van eene enkele minuut meer van den schooltijd behoeft te kosten, bij deugdelijk onderwijs gansch andere uitkomsten te verkrijgen zijn. Ik bedoel hiermede niet enkel, dat een goed stelselmatig onderwijs den muziekalen smaak aangenamer zal aandoen, maar niet minder, dat zulk onderricht de kinderen veel spoediger en met veel meer gemak wijzen zal doen vatten en aanleeren; terwijl het veel meer met het stichtelijke van den dag des Heeren in overeenstemming zal blijken, dan de nu bijna overal gevolgde lastige en leelijke voorsehreeuw-methode. In plaats van met Je leerlingen te zingen en hen te overschreeuwen, (zooals ook ik zelf eens deed) moet het voor den onderwijzer regel worden, om een deel des lieds als voorbeeld vooraf te zingen, terwijl dan de leerlingen zich oefenen moeten om hem den rechten toon af te luisteren. Op deze wijze zullen hunne geestvermogens meer allen levend en werkzaam zijn, en zullen zij er meer met hunne ziel bij blijken te wezen, dan bij eenige andere leerwijs. Tevens heeft de onderwijzer dan niets anders te doen, dan er acht op te slaan, waar de leerlingen zich zwak toonen in het volgen naar zijn gegeven voorbeeld; en bij het kalm en rustig toeluisteren zal hem het geduld en het juiste oordeel niet ontgaan, om hen hunne gemaakte fouten te doen verbeteren. Wie maar eenmaal het betere van deze methode heeft leeren inzien, zal nooit terugkeeren tot de verderfelijke gewoonte van met zijne leerlingen te zingen. Zulk onderwijzen heeft er veel van, dat iemand een jongen zou willen leeren klimmen, maar hem bij eiken zet hooger een steun gaf. In plaats van de gewone, oneerbiedige herhaling der heilige woorden bij het enkel pogen om er de wijs in te dreunen, zal bij eene betere leerwijs de onderwijzer zich bedienen van het bekende zevental klanken om de muziekwijs aan te leeren, en tot het bezigen der woorden niet overgaan voor de leerling waarlijk zijne aandacht aan hunne beteekenis wijden kan. Het gebruik dier klanken zal al verder dit groote voordeel hebben, dat daar dezelfde klanken steeds gezongen worden om dezelfde afstanden in de muziek aan te wijzen, daardoor klank- en toonsafstand in de voorstelling zoo verbonden geraken, dat de een den ander in het geheugen terugroept, waardoor iedere wijs, en dat in al voortgaande mate, gemakkelijker dan de voorgaande wordt aangeleerd. Waar de voorganger voorzingt en de leerling zijne stem werktuigelijk laat meegaan, zal de onderwezene allicht wezenloos rondzien, terwijl bij beter onderwijs zijn oog zoowel als zijn oor wordt bezig gehouden. Met gespannen blik zal zijn oog den staf volgen, waarmede de leermeester op den modulator (toonladder) de klanken aanwijst, die nu hijzelf zingend heeft voort te brengen. En niet minder is dit oplettend toezien vereischte, waar hij die onderwijst, zich niet van den modulator bedient, maar met de hand naar de daarvoor vastgestelde teekens, de nooten aanwijst, die hij wil dat zijne leerlingen zingen zullen. Alles behoort er op te zijn aangelegd, dat er eene volle aandacht is voor hetgeen op het oogenblik wordt onderwezen, en zóó dat de belangstelling onverpoosd wordt gaande gehouden. Ook behooren de oefeningen naar een vast plan te worden geregeld, waarbij dat voorga, wat het ligtst voor de stemorganen en het gemakkelijkst voor de bevatting is, waarna bet moeielijkere voor stem en begrip in opklimmende orde volge. Zoodoende zal de wijze van onderricht en de schikking der leerstof aan het vorderen der kinderen behulpzaam zijn, en in plaats van werktuigelijke volgers van eenigen voorzanger zal men steeds meer zelfstandige zangers verkrijgen. Ter andere zijde worde niet uit het oog verloren, dat de Zondagschool niet bestemd is om de leerlingen tot een aanzienlijken trap van muziekale beschaving en kennis op te leiden. Niets, wat tot het enkel kunstmatige der muziek behoort, worde in het onderwijs opgenomen, zoo het niet volstrekt tot het hoofdoogmerk wordt vereischt. Zoo heb ik in de hier gegeven handleiding geene melding gemaakt van de opmerkingen, die bij gewoon zangonderwijs gegeven worden ten aanzien van de3 zangers houding, van de beschaving van zangtoon en van het richtig ademhalen. Zelfs zijn de overigens onwaardeerbare oefeningen van het gehoor, dikteeroefeningen en andere voor den leerling nuttige hulpmiddelen hier achterwege gelaten. Omtrent maat heb ik slechts zooveel gezegd als volstrekt noodig is om Psalmwijzen nauwkeurig te zingen. Van muziekalen vorm of uitspraak, van harmonie is bijna niets gezegd. Alleen de eerste, praktische beginselen zijn ontwikkeld. Wat de behandeling der stemregisters aangaat zijn het alleen de tenorstemmen, die bijzondere oplettendheid vereischen, want ook de eenvoudigste psalmwijs heeft er behoefte aan, dat deze met nauwlettende zorg behandeld zijn. Wat tot woord- en muziekuitdrukking behoort, zal hier niet hooger gaan dan de eerste beginselen en deze door voorbeelden worden verduidelijkt. De leerling, die het in dit boekje gegeven onderwijs, met vrucht is doorgegaan, zal daardoor in staat zijn tot het examen, waaraan wij het Elementair Certificaat hebben verbonden en zij, die dezen eersten graad hebben verkregen bij lust en aanleg de hoogere graden kunnen winnen. Ik hoop en verwacht, dat de tijd komen zal, waarin het in elke Zondagschool niet meer moeite zal kosten om eene nieuwe wijs in stemmen aan te leeren, dan het nu kost om de woorden van een nieuw lied in het hoofd te prenten, en dat er alsdan tevens evenvele kinderen zullen in staat zijn om zeiven tehuis eene nieuwe wijs in te studeeren als er nu zijn, die tehuis hun bijbeltekst of gezangvers leeren. EERSTE AFDEELING. Grondtoon. In eene zangwijs is alles ondergeschikt aan een zeker gegeven geluid, de beheerschende of grondtoon genaamd, van welken toon uit alle andere toonen naar vaste afmeting hunne plaats hebben. De m odulator vertoont dezen grondtoon met zijne zes verwante toonen, in den regel, waarin zij gewoonlijk gebruikt worden. De leerling moet deze leeren zingen door allereerst hunnen muziekalen indruk te leeren verstaan, terwijl hij later op hunne betrekkelijke afstanden heeft aeht te geven. "Voorbeeld. — De onderwijzer zingt nooit met zijne leerlingen, maar zingt hun met zachte stem een kort gedeelte voor. De eerste kunst voor den leerling is goed naar het voorbeeld te luisteren. Zij, die het best luisteren, zullen ook het best leeren zingen. Zing vooreerst nog niet veel uit het boek, maar geef bijna uitsluitend acht op den Modulator, (toonladder) die welhaast als een duidelijk in uwen geest afgedrukt beeld voor uw oog zal staan, dat u zoolang gij uwe muziekale studiën voortzet dienst zal doen. Voorbeeld 1. De onderwijzer verzoekt zijne leerlingen een diepen toon aan te geven. Daarna noodigt hij hen uit om dien toon, duidelijk en flink aangegeven, op den verlengden a a klank te zingen. Hij neemt nu dien aangegeven toon als grondtoon eener melodie. Hij zelf zingt dien en laat er onmiddelijk den toon op volgen, die als vijfde van den grondtoon bekend is. De leerlingen trachten dit voorbeeld na te doen door (altijd naar den klank aa) den grondtoon en den naast daaraan verwante — „de vijfde" — te zingen. Voorbeeld. 2. De onderwijzer geeft een van den eersten verschillenden diepen toon als grondtoon aan en verzoekt nu den leerlingen den aan dezen verwanten (vijfden) toon te doen hooren. Hij doet dit herhaaldelijk altijd in verband tot een anderen grondtoon. Voorbeeld 3. De onderwijzer geeft den grondtoon en zijn vijfden (naar den klank a a) aan en terstond daarop een anderen, van den vijfden verschillende, bij hem als „de derde" van de schaal bekend. De leerlingen volgen het voorgezongene zachtkens na. Namen, teekenen met de hand, nooten. — De grondtoon heet Do, de vijfde Sol, de derde M i. Het teeken met de hand voor Do is de gesloten vuist; het teeken voor S o 1 de open hand naar den leerling toegekeerd met den duim opwaarts; het teeken voor Mi is de open hand in horizontale richting met de handpalm nederwaarts. Ook zegt men den leerling door nootenschrift wat klank men hooren wil. Hierbij gebruikt men de letter d om do, r om re aantewijzen enz. Deze letters vervangen het op- en nedergaan van den staf op den Modulator, die daarbij den leerlingen als vanzelf voor den geest is. Voorbeeld. 4. De onderwijzer laat, terwijl hij acht geeft op de houding zijner leerlingen en hun openen van den mond, hen bij de teekenen van de hand naar den verlengden klank aa zinnetjes als de navolgenden zingen: — Do, Sol, Mi, Sol, Do. — Do, Mi, Sol — Sol, Mi, Do, Mi enz. De onderwijzer verandert bij elke nieuwe oefening bijna geregeld van grondtoon, opdat de leerlingen niet onwillekeurig de geneigdheid verkrijgen om zich aan I eene vaste toonshoogte te binden, in plaats van hunne aandacht op de betrekking der toonen te richten. Sol. Voorbeeld 5. De onderwijzer onderwijst soortgelijke oefeningen, door ze eerst voortedoen op den Modulator, maar daarbij van de Sol-1'a-lettergrepen in plaats van de verlengde aa gebruik makende. Mi. Voorbeeld 6. De onderwijzer geeft den diepen grondtoon aan en daarna zingen de leerlingen de volgende nooten, iederen toon omstreeks eene sekonde aanhoudende. d. s. d. s. m. d. m. s. d. Do. Het akkoord van Do. De muziekale indruk, die de ziel bij het luisteren naar deze drie toonen aandoet, is een gevolg, eerstens van hun verschil in toonshoogte, daar de een hooger of lager dan de ander is; voorts en vooral omdat zij goed met elkander overeenstemmen, zoodat het aangenaam is, èn om hen achtereen èn hen allen tegelijk te hooren. Daar zij het akkoord van den grondtoon uitmaken, zijn zij de stoute, sterke pilaartoonen in de schaal, waarop de anderen leunen. Toch verschillen zij onderling, daar, hoewel allen krachtig, deze zich door volheid; de ander zich door sterkte, de derde zich door kalmte onderscheidt. Octaven. Een toon, die tweemaal zoo snel of tweemaal zoo langzaam als een andere trilt, komt daarmede zoo in toon overeen, dat hij denzelfden naam ontvangt. Het eenig verschil is, dat hij een o c t a a f (acht toonen) hooger of lager in toonshoogte is. De figuur », hoog of laag geplaatst, duidt aan, dat de toon een octaaf hooger of lager is; aldus: d, d1 d,. Hoogere en lagere octaven worden aangeduid d2, d2 enz. Het teeken met de hand voor octaven wordt gegeven door de hand hooger en lager te houden. D Voorbeeld 7. De onderwijzer leere de volgende regels, eerst door ze voor te zingen met de handteekens naar den verlengden klank a a, daarna door voor te zingen bij den modulator met Sol-Fa-lettergrepen, en eindelijk naar het boek, en dit laatste zonder eerst zelf, voor te gaan. d' d m s d1 d1 s m d d'smssm dm d Sj m d s s, d Nadruk. In de muziek komen evenals in poëzy regel- Sol matig wederkeerende accenten voor, dit wil zeggen, dat op enkele toonen meer nadruk dan op anderen gelegd wordt. De nadruk of het accent ontstaat door het vereenigd aanwenden van duidelijkheid of scherp afbreken en kracht. Het tijddeel tusschen een accent en het volgende wordt een maat- slag genoemd. De maatslagen zijn bij sommige wijzen sneller Do bij andere langzamer, maar alle maatslagen eener zelfde wijs zijn aan elkander gelijk. Wanneer de accenten dus volgen: sterk, zacht; sterk, zacht enz., zegt men, dat de wijs in de tweeslags maat is. Eene rechtopstaande staaf voor de noot ( | ) duidt s aan, dat zij met een sterk accent moet gezongen worden; eene dubbele punt (:) voor eene noot duidt aan, dat zij met een zacht accent moet gezongen worden. Eene wijze in de tweeslagsmaat kan zoowel met een zacht als met een sterk accent aanvangen. In het eerste geval noemt men dit den „primairen" en het andere den „secondairen" vorm van de tweeslagsmaat. tweeslagsmaat. Primaire vorm. Secondaire vorm. il d : d | d : d i j:d [ d : d j d (I re - gen I ze - gen. : ( ver- [ drag, ont- | zag. || T ij d m a a t. Namen voor tijdmaat worden gebezigd om den leerling behulpzaam te zijn in het vestigen zijner aandacht op den muziekalen rythmus, (maatverdeeling). De naam voor een maatslag is taa. Wanneer wij zien, dat onze leerlingen den maatslag niet ten volle uithouden, dan geven wij dien den breederen naam van taa-ai (de ai uit te spreken als ee in deed, kleed) en dit noodzaakt hem aan den maatslag zijn vollen eisch te geven. Op het sterk accent kan meer nadruk gelegd worden door het traa te noemen. De primaire tweeslagsmaat kan dus worden aangegeven: traa taa, traa taa enz., waarbij de leerlingen zorg hebben te dragen, dat zij aan elk maatdeel den zelfden tijd geven. De secondaire tweeslagsmaat wordt dus aangeduid: taa traa, taa traa, enz. Wanneer de toon van den eenen maatslag in den volgenden wordt voortgezet, wordt die voortzetting aangeduid door eene horizontale lijn (—). De tijdnamen voor zulke voorstellingen maakt men door weglating der medeklinkers, dus taa-aa-aa. Het teeken voor een gelijk verdeelden maatslag is een punt (.) in het midden; dus | . : enz., of | d . m : enz. De tijdnaam voor een op die wijs verdeelden maatslag is taa tai (taté). Haakjes j worden gebruikt om aan te duiden, dat de regels, welke zij verbinden, te zamen moeten gezongen worden. Dubbele staven ( I) worden gebezigd bij het slot eener zangwijs of bij het einde van hoofddeelen. Eene horizontale lyn onder twee of meer nooten, duidt aan dat zij bij ééne syllabe behooren. Den toon aangeven. In de navolgende oefeningen wijzen de tee- kens „Grondtoon G," „Grondtoon C," „Grondtoon A," den onderwijzer aan, waar hij zijne do moet plaatsen. De onderwijzer geeft daarop den grondtoon aan. De leerlingen zingen nu het accoord, als zij een middentoon voor do hebben, do, sol, mi, do; en als zij een lagen toon hebben, do, mi, sol. Men late vrouwen, meisjes en jongens de eerste partij en al de mannen de tweede partij zingen. In de eerste oefeningen is het nuttig bij repetitie de partijen te verwisselen. Bij het onderwijzen van de volgende oefeningen worden, eerst de wijs in korte stukken met de Sol-Fa lettergrepen naar den Modulator aangeleerd; voorts de wijs naar het boek gesolfaad, terwijl de onderwijzer de maat slaat en dit voorloopig met niet te harde slagen op de tafel; ten derde volge het gezamenlijk opzeggen der woorden naar het voorafgegaan voorbeeld van den onderwijzer en spanne ieder zich in om die zuiver, juist en op waardige wijs uit te spreken; ten vierde worde de wijs met de woorden gezongen. Het zingen eener wijs bij den verlengden feaklank, het laaen, voor men de woorden zingt, is zeer nuttig, maar voor zondagschool-zang niet volstrekt noodzakelijk. Heeft men zangoefeningen in de week dan is het zeer belangrijk om de leerlingen de tijdnamen van elke wijs op één zelfden toon te laten zingen vóór zij de woorden bezigen. Wij noemen dat eene zangwijs T a a t a i ë n. Voorbeeld 8. Grondtoon D. (Psalm 136 : 1, 4, 25.) d:d d:d m:m d: — m:m "m:m s:s 1. Looft den Heer, want Hij is goed; Looft hem met een blij ge- 2.Looft Gods magt die on - be- perkt Ga - de- loo - ze won-dren d : d d : d d:d d;— d:d d:d m:m 3.Loofthem, looft hem, al wat leeft, Die al 't vleesch zijn voed-sel m:— d1 :s m : s d1 :s m:s d1 :s m:s moed; Want zijn gunst al- om ver- spreid, Zal be- staan in werkt; Want zijn gunst al- om ver- spreid, Zal be- staan in d :— m :m m :m m :m d :m m :m d :d geeft; Want zijn gunst al- om ver- Bpreid, Zal be- staan in m ;s d : — eeu - wig- heid. eeu - wig- heid. sx d : — eeu - wig- beid. Voorbeeld 9. Grondtoon G. ( : s, d:m d:m d:m sis, d : ro d:m \ Dat, Heer, uw Geest ons hart ver- licht, Io ons do macht der ) : s, m! : s, iri! : Sj d : d : st d : d d : d ' En wij door u - wen zoon ge- leerd,Zien hoe ge ons waar ge- !s :s m zon - de zwicht, nij : Sj d lak be- geert. Voorbeeld 10. Grondtoon D. d: —■ m : s d: — — :s dl : s j m : d s: — — : — Zingt, looft den Heer Met hart en I ziel en stem, d :— m :m m :— — :m m:m;d:d Sj :— — : — d1: — s:m s: — — : s I d' : s m:s d: — — : — Groot is zijn naam, Prijst, i christnen, psalmzingt hem. ra m:d m:— —:m|m:m d :Sj d:— —: — Drieslagsmaat. Wanneer de accenten eener wijs op deze wijs regelmatig wederkeeren: Sterk, zacht, zacht, sterk, zacht, zacht; of wel, zacht, sterk; zacht; zacht, sterk, zacht enz. dan wordt dit een drieslagsmaat genoemd. De tijdnaam voor eene primaire drieslagsmaat zou zijn: Traa taa taa, traa taa taa en voor eene secondaire drieslagsmaat: Taa traa taa, taa traa taa, enz. In deze maat, wanneer zij langzaam gezongen wordt is het tweede accent niet zacht, maar dikwijls bijna even sterk als het eerste. Nogtans is het gebruikelijk aldus te schrijven. Primaire vorm. Secondaire vorm. (I d :d :d d : d :d Ij ( : d I d :d:d ld :d jl |i hei-lig-dom ! mid-de-laar, II ( ver- | los-sing vol- I ein - den. I| Voorbeeld 11. Grondtoon E. Psalm 100 : 1, 4. d :d :d Juich, aar-de, d :d :d Want goe -der- Hl : — : m juich al- d :d tie - - ren s •. — : s om den m : — :m is de m :— : — Heer; Heer; m : m : m Dient God met d : d : d Zijn goed-heid s :—:s d1 :—.-d1 s:— :s d1 : — : d1 s :— ;s blijd - schap, geeft hem eer; Komt na - - dert voor zijn in :—:m m:—:m s:—:m m :—:m m :— :m ein - digt uim - mer- meer; Zijn trouw en waar - - heid m:— :m s :— :— s :s .s aan - ge- zicht; Zingt hem een d:—:d m: —:— m :m :m houdt haar kracht, Tot in het m :—:m d: — :s m:—: — II vro - lijk lof - ge- dicht, d : — : d Sj: — : sx d: —•: — laat : ste na - ge- slacht. Voorbeeld 12. Grondtoon E. :si d :d :d.d m:m :m.m s; — :s.s Hal - le- lu - ja, Hal - le- lu - ja, looft den Heer. Hal - le- : Sj . Sj I d : d : d . d d : d d , d Sj : — : m . m d1 id1 : m . m lu - ja, Hal - lem : m : d . d s : s : s m : — lu - ja, A- men. m d : Sj d : — TWEEDE AFDEELING. Akkoord van Sol. Voor hem die zingen leert, is het gemakkelijker om welke toonen van de schaal ook te zingen, zooals zij in de natuurlijke orde van het akkoord hare plaats hebben, dan in eenige andere rangschikking. Evenals bij de vorige afdeeling een akkoord op Do was opgetrokken (d s in), evenzoo kan een akkoord op Sol worden opgetrokken. De toonen boven Sol, die overeenstemmen met die welke reeds boven Do geleerd zijn, wordt Ti en Re genoemd. Dus is s t r1 in overeenstemming met d m s; maar het nieuwe akkoord maakt niet juist denzelfden indruk op de ziel, — eerstens, omdat d m s vooraf gehoord is, en tweedens omdat het van eene verschillende toonshoogte uitgaat. Het teeken met de hand voor t is de met den wijsvinger opwaarts wijzende hand, en dat voor r is de open hand opgeheven als om verbazing te kennen te geven. Men onderwijze de volgende twee oefeningen eerst die voordoende met het handteeken bij de open lettergreep aa, en dan ze voordoende naar den Modulator naar de Tonic Sol-Fa lettergrepen. Voorts zinge men deze oefeningen naar de handteekens bij den aanvang van elke les volgens deze afdeeling, en zorge, dat het zingen zacht en liefelijk, en dat de stem zuiver en in den rechten toon zij. 1 Voorbeeld 13. Grondtoon D. d m s s t r1 d' Voorbeeld 14. d Si m d 8! ti r d. Uitwerking op het gemoed. Het doel dezer oefening is om ia de ziel des leerlings een dieper beeld van de toonen der sebaal in te prenten, zoodat hij ze te gereeder en zuiverder kan herkennen en voortbrengen. Het is voor hem zonder eenig nut, dat hij de beschrijvende namen leere die door anderen gebezigd worden; in zijne eigene ziel moet hij een bepaalden indruk ontvangen, en wanneer dit geschied is, doet het er weinig toe met welke woorden hij dezen beschrijve. Onder de Sol-faïsten wordt één toon der schaal gewoonlijk genoemd Sterk of Vast; een ander Bestendig of Kalm; een ander Stout of Statig; een ander Opwekkend of Biddend; een ander Doordringend of Gevoelvol; en een ander Droevig of Klagend. Maar ieder leerling behoort op dit punt zelf zijne aandacht te vestigen en naar zijn indruk een naam te geven. Hierbij zij evenwel in het oog gehouden, dat deze beschrijvingen der zielsgewaarwording niet in volle beteekenis doorgaan, wanneer de toonen onder den invloed der harmonie zich wijzigen of wanneer zij sneller gezongen worden; toch blijft deze onderscheiding zeer nuttig bij het melodisch bestuderen der schaal, waarbij elke toon langzaam gezongen wordt. De leerling moet nu voor zichzelven onderkennen en beschrijven de zielsgewaarwording door d m s en door de nieuwe toonen t en r teweeggebracht De navolgende oefeningen zullen hierbij hem goede hulp bieden en weldra zal hij ontdekken, dat de handteekens in velband staan met de zielsgewaarwording. Hij moet opmerken den onderscheiden indruk, die door een toon wordt gemaakt, naarmate hij voorkomt in een hooger of lager register. De volgende oefeningen moeten geleerd worden zooals hier boven (bladz. 9) is aangewezen; maar men kan nu de stemmen niet laten wisselen. In deze oefeningen is het hooger deel voor vrouwenen kinderstemmen, het lager deel voor mannen. Voorbeeld 15. Grondtoon G. - . Het wijst op eene tegenstrijdigheid in de tijdmaat, die vergeleken kan worden met een dissonant in den toon. Bij de oude wijze van psalmzingen kwam dit dikwijls voor, maar de nieuwe regelen van harmonie leiden er toe, om op deze fijnheden van maatverdeeling minder acht te slaan. hem roemen al zijn werken. Voorbeeld 31. Grondtoon F. :d m:m|m:m f :f| :f r :r|r : r 1. Hem roe - men al zijn wer-ken; Elk brengt op ei * gen : d d : d | d : d ], : Ij | : Ij t, : tx J sx : sx 2. Hem dan - ken zijn ge- trou-wen Bij ar - beid vreug-de en 3. Heeft ie - dre dag zijn zor-gen, Zijn moei-te, vrees en m : — | : m d : d | d : d r : r | : r Ij : t, | t, : tt wijs Den Heer, als God en Schepper, Aan- bid-ding, lof en d : — | : d mj : m, | ui! : m, fj : f, | : f 1 Sj : | s, : st rust, Want al - tijd van zijn goedheid Is zich hun hart bestrijd, Het lied van wie ge- loo-ven Is dank-baar te al - len KOOR. / d: — | : s s:m|l:s f : — | — : f f :r | s : f | m I — | prijs. Prys ook ons lied den Hser, Hem, die ons heilbe- reidt, \ d:— | :m m:d|f:r f:_|_:r r^lnnr d:— | — f wust. \ tijd. (:d m:d|f:m r : d | t, : 1, s,:d | m:r d :— I —f j Zij heer-lijk - heid en lof en dank In eeu-wig - heid, A- men. [ : d d : m | r : d t, : 1, | Sl ; 1, t, : 1, | s, : s, d : — | — wijden wij den heer. Voorbeeld 32. Grondtoon G. E-ondo in drie deelen. | :d.,r m :m | f . m : r .d r:r|m.r:d.t, d:— |— :m.,f I Wijden wij den Heer, aan den Heer ons dank - baar lied, Wij-den ||s:s|l.s:f.m f : f | s . f : m . r m: — | —: d: — | :dj I | wij den Heer, aan den Heer ons dank - baar lied, Want ge-| || fi :li -li I st : s, d : — | — I na-de is aan ons ge- 9chied. stemt te zaam. Voorbeeld 33. Grondtoon D. Rondo in drie deelen. Jjd:d|r:r m:-.r|d : m : m | f : f Ij Stemt te zaarn in jn - bel-toon! 't Lof - lied rij - ze II s : - .f | m : d1 : s | s .f : m .r d .r : m .f | s : I l| tot den troon, Prij - ze en eer Den He - mei - heer. halleluja! Voorbeeld 34. Grondtoon A. I : | : d:m[r:f m:r|d: — r : f | m : s ! Hal le - ln - ja, HÜÏ - lê ~ d :m 1 r : t, d ] t, :1, s, :tt | lt :d tx :— | d : tx I Hal - le - lu - ja, Hal le - ln ja^ dat hij de muziekale plirase niet schade. De moeielijkheid om de ademhaling goed te regelen ontstaat hieruit, dat de spieren, die de zijden der ribben omsluiten, zoowel als die onder de longen, gewend geworden zijn om na uitzetting weder vrij plotseling in te vallen. Deze beweging der spieren is voor de ademhaling goed, maar voor den zanger is het een vereischte, dat zij zeer langzaam en onder beheersching van den zanger invallen en zoo den adem over een bepaald tijdsverloop verdeelen. Spoedig zal men gevoelen, dat de muziek zich naar haren aard in kleine deelen of phrasen verdeelt, waarvan er m den regel twee in een regel poëzy vallen. Als regel kan gelden, dat de beste plaats om adem te halen het punt voor den aanvang eener muziekale plirase is. Om het verzwakken, de onzuiverheid en het slecht aangeven der toonen te voorkomen, hebben wij de gewoonte om plaatsen om adem te halen met een kruis f te merken. Daar men altijd voor het beginnen van een nieuwen regel behoort adem te halen, achten wij het overbodig om ook daar dit teeken te plaatsen. Voorts bedenke men, dat de natuurlijke verdeeling der woorden naar den zin belangrijker is dan de natuurlijke verdeeling der muziek naar hare phrasen. Zoo zal een geoefend zanger in voorbeeld 35 den geheelen tweeden regel in eens nemen , terwijl een eerstbeginnende daarbij tweemaal zal moeten ademhalen. Moeten wij den regel in muziekale phrases verdeelen, dan wordt het eerste deel : s | 1 : 1 | s en het tweede : m | m : r | r , maar het kan zijn, dat de woorden eene andere verdeeling der ademhaling verkieselijk maken. Wilt gij op een sterken maatslag ademhalen, neem dan iets van het eind van den vorigen maatslag te baat, en moet gij op een zwakken maatslag ademhalen, neem dan iets van den aanvang van dezen af. U ïtdrukking is zulk een gebruik van zachtheid en luidheid van stem bij het zingen, dat daardoor de muziek meer indrukwekkend wordt. YUnneer hierop van den beginne wordt acht gegeven, zullen dn leerlingen zeiven spoedig opmerken, welk eene fraaiheid hierdoor aan de voordracht gegeven wordt. Hier zij het genoeg op te merken, dat het vooral de woorden zijn, die de uitdrukking moeten bepalen. Om den leerling te leiden of ook de gemeente bij haar zingen een leiddraad te geven is zeer aan te prijzen het in zwang gekomen gebruik, om den middentoon met de gewone letter, het sterkere met klein kapitaal en het zachte met cursief te drukken. Psalmverzen of gezangen van algemeenen aard, waarin geen bijzondere aandoening spreekt, worden natuurlijk voegzaamst in den middentoon gezongen. Lofzangen, vreugdetoonen, ernstig vermaan vereischen sterker toon. Gebed, belijdenis, inkeering tot zichzelven wijzen van zeiven op zachter toon. Waar de toonschaal rijst, is het verstandig zacht in te zetten, en omgekeerd waar de toonen nederwaarts gaan. Dit opmerkzaam zijn op een luider en zachter zingen komt den zanger zeer te hulp, als hij de eene muziekale phrase van de andere wil onderscheiden of ook maar de scheiding kenbaar doen gevoelen. KOMT ZEGT JEZUS. Voorbeeld 36. Grondtoon Ett. Sopbaan. m:in|m:d s:s|s: — 1 : s | s : m m : r | r : 1 Kom, zegt Je - zus lief-de - woord , Als u wa - re rust be - koort, Alt. d : d | d : sa m : m | m: — f : m | m : cl d :t, | t,: — i 2. Ar-me, die met rust-loos hart Walgt van'swerelds vreugden smart, s : s j s : m d *. in I s: d : s j s.s s.s | 3. Laat mijn borst uw schuilplaats zijn ; Daar is rust van vreezeen pijn, d : d | d : d d:d| dd : d | d:d s.isjs,:- I m : m | m : d s : s | s : — 1 : s | s : m r : d | d : — I Rust na strijd en sla - ver - nij , Kom, ver-moei - de dan tot mij. 1 d:d|d:s, m:m|s: — f : m | m : d tx : d | d: / Haast u uit haar woes-te nij Kom, ver - moei - de, kom tot mij. j s :s|s:m d:m|s: — dl:s|s :s f : m | m: f 'tHeil dat aan mijn zij-de u beidt, bluften groeit in eeu - wig - heid. \ d :d|d:d d : d 1 d : — d:d|d : d s, : d | d: KOOR. / s .1 | s : m 1 : s | s : — s .1 | s : in m : r | r : — I Moe - de zwer-ver, kom tot mij; Moe - de zwer-ver, kom tot mij. ] m .f | m : d f:m|m: — m : - . f | m : d d : tx | tt : ) d1 i-.d1 | d1 :s d :m | s d1 : -. d1 | d1 :s s :s | s : — I Moe - de zwer-ver, kom lot mij; Moe - de zwer-ver, kom tot mij. \ d : - . d | d : d d :d | d:— d . d | d : d b, :s,-| 8, : — !in : m | m : d s:s|s: — 1 :s|s : m r:d[d: Vei - lig leidt mijn broe-der - hand Wie ge - looft in tva - derland. d :d|d :Sj m:m|m: — f :m|m :d t,:d |d: — s : s | s : m d:m| s:— d1 : s \ s : s f : m | m: — Vei - lig leidt mijn broe-der - hand Wie ge - looft in tva - derland. d : d | d : d d : d | d d:d|d:d s, : d | d : — ALS DE MORGEN DOORBREEKT. Voorbeeld 37. Grondtoon G. I sl : s( | l, : 1, s, : — | d I r : r | d : r m:— | — : — i l.Als de mor - gen door breekt, Hel de zou-ne schijnt, \ lil! :m, I fj : fi m,: — | : — tx : | s, : t, d : — | : < 2.Zee en meer en stroo - men, Ak-ker, wei-deen woud j d : d | d : d d : — | d :— s:s|s:s s : — | — : — [ 3. Waar Gods kin-dren I wo - nen, Rijk in Christus vreê, \ d, : dj I dx :dj | dt| mi:— Sj : s, ,| 1^ : s, d : — | — !:d m:m|m:rm:f |s:mr :r|m:rd :— |— ! Heer Je - zus iu uw nairn en geest,Daar maaktgeuwheilwoovd waar. :d d :d | d :t, d :r | m:d t, :t, 11, :t( d :— |— Gij zijl het, die ons 'Iwil-len geeft En die 't vol - bren • gen werkt. :m s : s |s :s s :s | dl :s f :f | s :f m :— |— Hij kent tot in den bang-sten strijd In u zich 's Va - ders kind. : d d : d | d : s, d : d | d : d s, : Sj | s, : s, d :— |— koor, !: s d' : t ld1:! s : m | : s ] : s | d1 : 1 s : — |— Waar twee of drie bij- een zijn, Ver- bon-den door mijn naam, :m m:f Is :f m :d : m f : m m:f m : — |— : b s : s | d1 : d' d1 : s : d1 d<: dl d1 : d1 d1 : — |— Waar twee of drie bij - een zijn , Ver- bon-den door mijn naam , : d d:r |m:f d :d | :dd:d |d:dd :— |— i: s d' : t | d1 :1 T : m j : 1 s : 1 | m : r d : — |— | Daar ben ik in hun mid - den En zeeg n end in et hen zaam. : m m:f |s :f m:d | :dd:d d : d : — |— j : s s : s | d' : d' d1 : s j : f d1:1 s : f m : — |— Daar ben ik in hun mid-den En zeeg-nend met hen zaam. : d d : r |ra:f d :d | :f m:f |s :sxd : — |— Ik mag zingen. Voorbeeld 39. Grondtoon G. , s, : d | : - .d r : m | d - | s, : m | r .m f : s | in :— !' 1 .Ik mag zin - gen, waar ik ga, Want voor mij sprak Gods ge - na: s, : sx I ?! : - Sj Sj : sx | s, :— st : d 11, .d r : t, | d : — 2.Hebt gy *theil-woord van uw God Trouw be - von - den in uw lol, m:m|r : — .m f :s |m :— m:s |s .s s :s|s : — 3. We et gij,dat uw er - fe - nis, Dat uw Heer u wach - tend is, d : d | s, : — .Sj St : Sj | d :— d : d | s, .Sj s, : s, | d :—• V 4.Tot ik 'tvei - lig, bloem-rijk strand Zien mag van mijn va - der - land . I 1 :1 | s : - .m f : f [ m d : \ j st .d r : m | d :— I Werp uw zorg en vrees op mij, En voel in mijn gunst u vrij. 1 d :d[d : — .d d :d |d :— s, : f, | m,:- .Sj t, : tj | d i Dat hij, wie zijn hart hem geeft, Nim-mer ook ver- Ia - ten heeft: i f :f | m : — .m 1 :1 |s :— d : d | d .m f : s | xn : — I Dat u pries - ter-kleed en kroon Bei - den voor uw Hei-lands troon : ( f, : li | d : - .d fj : 1, | d : fj | dt .d Sj : st | d : — \ Zal ik zin - gen in Gods kracht We-tend welk een heil mij wacht. STEUN M IJ. Voorbeeld 43. Grondtoon G. Is :-.f |m.r :d ,t4 1, : d | sx :d m :-.d | r :m r : — |— : l l.Steunmij, raijnge-trou-we Hei - land, Houd mijn zwak-ke hand, 1 d :-.d jd .t, : d .s, f, :—|m :st d :-.d | :d t, :—|— : l 2.Laat uw Geest mijn geestver- ster - ken, Kracht zijn mij-ner kracht; ] m :-.l | s .f :m .d d :—|d :m s :-.s|s :s s :—|— : f 3.Neen, gij zult mij nietbe- ge - ven, Hei-land, man van smart, I d : -.d | d .s, : Ij ,m, ^1 | d : — d : -.m1| : d s, : — | — : is : -.f | m.r : d .t4 1, : d | sx : d m : -.f | m : r d : — | — : Schenkmijmoedbij'tvoorwaarts worst - len, Naar het be - tre land. t, :-.r | d .t, : d .Sj f, : — ] m, : st s, :-.l, | s, rt, d: — |— : 't Is van u, van u al- leen - lijk, Bat ik ze - ge wacht. r :-.s | s .f :in .d d : — |d :m d :-.d |d :f m:—|— : Uw ge - trouw zijn is de ho - pe Van mijn wanklend hart. s, :-.t, I d .s, :1, m, J, | d :— d :-.fj | sa : Sj dt: — | — : / r :-.m | r .Sj : d r m, : -.r | d : — r : -.m | f : m r : — | — : l Gij al - leen zijt mijn ver- wach - ting, 'k Hoop op u al- leen, I s, :-.s4 | s, .s, :s, .t, t, :-.d|st:— t, :-.d | r : d t, :—|— : < Wat mij dr ei-ge, wat mij druk - ke, • kWeet wie mij be- hoedt; j tx :-.d 11, .r :d .s s :-.f | m :— s :-.s | s :s s :— | — : I Met u ga ik moe - dig voor - waarts, Draag ik schande en kruis, \ s, :-.s, Is, .f, : mj .s( d | d :— s, :-.s, | s, :s, s4 : — |— : Is : -.f | m .r : d t, 1, : d | s, : d m :-.f | m :r d : — | — : 1 Maak in kin - der - lijk ge- loo - ven Heer, met u mij één. I t, :-.r |d .tj :d s, f, : — | m1 : st s, i-.lj | st :tt d:—|— : / 'kLeef in 't pand van uw ge- na - de, Uw ver - go - ten bloed. j r : -.s | s .f : m .d d : —| d :m d :-.d|d : f m: — | — : l Met u wacht meaan't eind der rei - ze Rust in't va-der- land. \ Sj :-.t, | d .s, :lj .ÏÜ! f, :lj 1 d d -.-.f, | s, :s, d,:—|— : UW VADER STAAT AAN 'T KOEK. Voorbeeld 44. Grondtoon D. !' ;d ,,r m ,,m :m .m |m .ni :r .d f vf :f .f |f ;r m .In den nacht als storm en nood-weer Omuwboot-je tiert en huilt, Als zich • Cl .j(i d.^ciiQ. td I d . d ; d d t t • f f if j 2.Gaan de gol - ven hoog en hoo - ger, Gaapt een o'- pen graf u' toe', Vrle, ''niet • m ,,i s ,,S :s .s |s .s :f .m r .,s :s .s Is :s ,,s ' 3.Nim - mer nog ver-gmg een scheepje Op een klip of on - diep strand, Waar het •a a .,d :d .d | d . d :d .d r .,r :r .r Ir :s « !f .,f : f .f | f .f : m .f | 1 .s : s ,,s I s : s . s I 1 1-1 1 tot den Iaat-sten licht-straal Ach-ter|'tdonker zwerk verschuilt, Denk dan bij 'de doods-ire- r .,r :r .r | r .r :d .r f .m:m.,m|m : m .,m f ..f -f f bhjf u zei • ven mees-ter In uu, har-te kalm te moe. Hoe zich stormen zee vlr- s .,s:s -s | s .s : s .t d' .d1 : d1 .,d' I d' :d' ,d< d1 dl • d1 d' hart in ootmoed bouwde Op Gods macht en va-der-hand. Hoe 't ge- vaar zich dreigend Si .,si:Sl .s, | st ,Sl :Sl ,Sl d .d :d .,d |d : d ,,d f ,f : f f ('i h'/ tv • Id' Ydf s .,f :m .f | m .d :d .d II 7iZ "f" 7 b°0t"J® ,T(*r'B°nw gij op uws Va-ders wijs-heid En zijn Jid .d : d .d 1 .,1 :t .d'j d' :d' .,d' d' .„dl : dl .dl | dl .s :f .m too-ne, Enu als zyn prooi be-loer, Toon in |kalm-te, 'k zalnietvreezenWantmijn Uf -f ^ f -,f :t -f |d : d .,d ld „d : d .d | d .d :d.d KOOR. ' s -'S : s .s |s s vs d' .,d' : d1 .d1 | d' : d1 .t 1 .1 -.1 1 l ™ ' der met ai*n 'f™*- Ja' ïa"d(;r aan't roer, Staatmet vas-te hand aau ii .,tj : t, .tj ] t, i ,,f m .,m :m.mjm:m.s f f -f f vas - te hand aan 't roer. „r ,'r -r,lr s ,,s s .,s : s .s | s : s .d d1 ..d1 :d' d' der staat aan troer. Ja, uw va - der staat aan't roer,Staat met vas-te hand aan k .,S, :s; .s, | s, s ,,s d .,d : d .d | d : d .d f ,,f : f .f 1/ : 1,1 ml v1'1 :d' .1 | s .m :r .d s .,s -s s i dl | troer, En geen storm mag u doen vree-zen, Want uw Va - der staat aan 't roer ' s ->f .f m .d : d .d t, „f :f .f I m' l| d' :d> .,d' dl .,d' : d1 .d1 dVs : f ,m r .,t :t .t d1 f t roer, En geen storm mag u doen vree-zen, Want uw Va - der staat aau 't roer i I 1 ■ I -,f d .,d : d .d | d .d : d .d s, .,Sl : s .9 ld' VIERDE AEDEELING. De afstanden in de toonschaal. Wij hebben nu de gewone toonschaal in haar geheel behandelden gezien, dat deze zeven n au w verwante toonen , krachtens die verwantschap, een bepaalden muziekalen indruk bij ons teweeg brengen. Ook is ons gebleken, dat diezelfde muziekale indruk verwekt wordt door hurne „ Octaven." De leerlingen moeten nu leeren achtgeven op de afstanden van den eenen toon tot den volgenden in de toonschaal. De onderwijzer zingt daartoe de toonschaal met den laaklank en late zijne leerlingen op het gehoor af zeggen, waar de toonen het dichtst nevens elkander liggen. Spoedig zullen zij bemerken, dat de twee kleine toons af standen zich bevinden tusschen m f en t d. Op het gehoor zullen zij niet onderscheiden, maar het kan hun als eene wiskunstige en muziekale waarheid worden medegedeeld, dat er ook nog tusschen de andere toonsafstanden der schaal verschil is, dat de drie grootere afstanden zijn tusschen d r, f s, en 1 t en dat de twee midden afstanden zijn tusschen r m, en s 1. Het verschil tusschen Hay en Rah, eene komma genaamd, is het verschil tusschen den midden en grooten toonsafstand. De toonschaal kan dus gezegd worden te bestaan uit twee kleine toonsafstanden, die van elkander gescheiden zijn, ten eene zijde door twee en ten andere door drie grootere afstanden. De eene kleine afstand heeft een „major derde," twee groote afstanden, en de ander drie afstanden (tritone of kwart genaamd) boven zich. D o kan beschreven worden als die toon in de schaal, die boven een kleinen afstand staat met twee groote afstanden en een kleine boven zich. Een kleine afstand voert tot hem op en twee groote en een kleine afstand leiden ons tot zijn derden toon boven hem Waarneming van overgang. Overgang is het overgaan der muziek van den eenen grondtoon in een ander. Somtijds schijnt het, alsof in den gang eener zangwijs de muziek zich een nieuwen beheerschenden of grondtoon gekozen heeft; en waar dit plaatsheeft, verzamelen zich de toonen voor een tijd rondom dezen nieuwen grondtoon in dezelfde verhouding en orde als bij den eersten het geval was. Tot dit doel worden gewoonlijk een of meer nieuwe toonen gevorderd, en die toonen, welke niet van toonshoogte veranderen, wijzigen toch met hunne verandering van toonverwantschap hun „muziekalen indruk." Yoor hen, die den muziekalen indruk van eiken toon nauwlettend hebben opgemerkt en vast in hunne ziel ingeprent, wordt de studie van „den overgang" van de eene schaal in de andere iets zeer belangwekkends. A's op het bevel van eenigen enkelen nieuwen toon, die op karakteristieke wijze gehoord wordt bij zijn in de muziek optreden, ziet men alle andere toonen liunnen nieuwen beheerscher erkennen en op eens de nieuwe betrekking, die hij verlangt, aanvaardende, hem op hunne plaats rondom hem dienen. Voorts zij opgemerkt, dat onze ooren er zoo aan gewend zijn, dat de twee groote afstanden m r en s d tot een grondtoon leiden, dat wanneer zij andere klanken met een gelijl: aceent en dikwijls herhaald vernemen, als | t :1 | s : — j t :1 | s || of | 1 :s | f | 1 :s | f : — |J zij die bij voorkeur als m r d vertolken. Vandaar dat bijzondere melodische phrasen als vanzelf verandering van grondtoon aanbevelen De afstand van f tot t wordt „kwart of tritone" genoemd, en wij maken er opmerkzaam op, dat de tritone met zijne drie groote afstanden als melodische progessie door het oor niet gaarne gehoord wordt, waardoor dan ook het lager deel der toonschaal verre de voorkeur heeft boven het bovendeel. Eerste kruis en eerste mol grondtoon. De toonen, die gewoonlijk als nieuwe grondtoon gekozen worden zijn sol en fa. Tachtig per cent van alle overgangen zijn in een van deze beide grondtoonen. Wanneer Sol in grondtoon veranderd is, eischt hij, dat een nieuwe toon in plaats van Pa T i worde. De vroegere M i wekt nu den muzikalen indruk van La, — Re dien van Sol, — Do dien van Fa enz. Wanneer Pa Do wordt, eischt hij, dat een nieuwe toon in plaats van Ti Pa wordt, en maakt de vroegere La den indruk van Mi, Sol van Ee enz. Zie nevenstaand diagram. Het valt in 't oog, dat wij deze grondtoonverwantschap nog verder naar de rechterzijde zouden kunnen ontwikkelen door de nieuwe Sol als Do te nemen, of door aan de linkerzijde Pa tot Do te maken, maar overgangen tot verder afliggende grondtoonen komen in psalm- of koraalmuziek zelden voor en worden ook in populaire zangmuziek bijna niet aangetroffen. De beste wijze om overgang aan te duiden is om aan een toon, die voorafgaat aan den nieuwen (of onderscheidenden toon) namelijk de nieuwe Ti of Pa een dubbelen naam te geven; — om hem zoowel bij zijn naam naar den ouden grondtoon als bij dien, die hij naar den nieuwen grondtoon krijgt, te noemen b. v. M' La, S' Ee enz. enz. Deze toonen noemen wij overgangstoonen. Bij zeer snelle overgangen, die bij 't psalmgezang zeer zelden voorkomen, is het soms noodig om den onderscheidenden toon van den nieuwen grondtoon zelf in den overgangstoon te gebruiken, b. v. |f :fet, ! d || of 11 : taf | m jj Maar wanneer de overgang van zeer korten duur is, schrijven wij soms s d1 f t m f -ta m 1 r r s d d f t, m 1, li r b, s, d f. de nieuwe Ti als Fe of de nieuwe Pa als Ta. De onderwijzer wijze op den modulator en leere door voorbeeld muziekale phrases als de navolgende: j d : m | s :dl | 8d : tx | d || of | d : m | s : d1 | s : fe | s en ! d :m |s :ds |f :m jr :— Ij of | d : m | s : d1 [ ta : 1 | s : — i enz. en laten ze den leerlingen in beide richtingen solfaaën. Al de eenvoudigere en meer moeielijke overgangen behooren grondig naar den modulator in liet geheugen geprent te worden. Een overgang van ééne schrede naar de rechterzijde van den modulator heeft ten gevolge dat de nieuwe noot t benoemd wordt als staande op de bovenste lijn. Een overgang van eene schrede naar de linkerzijde heeft de nieuwe noot f geplaatst op de derde lijn. Hierdoor weet de zanger, dat hij een nieuwe f of t te wachten heeft. Meer verwijderde afstanden vereischen de verplaatsing van twee, drie of meer onderscheidende nooten. Een overgang naar de rechterzijde van den modulator wordt een kruis genoemd, en een naar de linkerzijde een mol. De grondtoon, door eene schrede naar de rechterzijde van den oorspronkelijken grondtoon verkregen, wordt zijn „eerste kruis grondtoon" en die door eene schrede naar de linkerzijde zijn „eerste mol grondtoon" enz. De betrekking van twee naast bijeen liggende grondtoonen behoort door den leerling zeer duidelijk verstaan te worden en men moet hem leeren opmerken, hoezeer de melodie aangevende toonen hun muziekalen indruk wijzigen. Bij benadering worden zij in de hiervolgende tabel aangeduid, de doordringende t wordt de kalme m. de droeve 1 „ de opwekkende r. de stoute s „ de sterke d. de klagende f veranderd in de doordringende t. de kalme m wordt de droeve 1. de opwekkende r „ de stoute s. de sterke d „ de klagende f. Behalve deze veranderingen zij opgemerkt, dat bij den overgang in den eersten kruisgrondtoon de la van den oorspronkelijken grondtoon bovendien eene komma ferhoogd wordt. En bij den overgang tot den eersten molgrondtoon wordt de re van den oorspronkelijken grondtoon een komma verlaagd. Als wij de dus verscherpte la willen aanduiden noemen wij hem lay (lé) en de verzachte re noemen wij ra. De algemeene muziekale indrukken van den overgang ontstaan vooral uit de onderscheidende, de melodie bepalende toonen. De toon Pi drukt opwekking en gemoedsverheffing uit, terwijl Fa aan neêrgedruktheid en ernst doet denken. Hoofdovergang is veelheid van octaafteekens te verwijderen, schrijven wij de Tenor en Bas partijen altijd een octaaf hooger dan zij in de werkelijkheid staan. Om bij het dikteren verwarring te voorkomen noemen wij I)3 „twee D," — en Da „D twee" enz. dus het cijfer bij de hoogeren voor en bij de lageren achter. Teekeus voor de uitdrukking. — Piano of p. duidt aan zacht, pp zeer zacht, — forte of f sterk, ff zeer sterk, — mp middelmatig zacht, mf middelmatig sterk. Diminuendo of dim in sterkte verminderende Cressendo of Cres in sterkte toenemende >- en -< duiden een snellen overgang van sterk tot zacht of zacht tot sterk aan. D.C. da capo beduidt nog eens aanvangen en D.S. del signo terugkeer tot dit teeken =8: en Fine het punt waar die herhaling eindigt. De point d'orgue ^ duidt aan dat de zanger een noot naar welgevallen mag aanhouden. LOOFT, PRIJST MET ONS DEN HEEK. Voorbeeld 45. Grondtoon K'. !:m, .ft Sj : d 11, : d st :— |—■ :d r :d | tl :lj Sj :— |— 1.Looft, prijst met ons den Heer, Die ons ge - ze - gend heeft, ui! trnjlfj : f, ai!:— |— : s, s, : s, | sx :fe, Sj | — :d d :d|d:lj d:— |— :m r:m|r:d tx:— |— 2.0 zaal - ge keus en lot, Om 'sdroeven last en pijn, : di d, :d,|d, :d, d, |— :d, t2 :dj | r, :r, S! |— iiniji, s, : d 11, : d st :m |r :d lt :1 |t, :t, d :— |— Die 'twerk der lief - de kroonlmet eer Eu 't rij - ke vruchten geeft. ;di-ri : mx| f, :fx : sx ft :f, | f, : fl |— :d d : d | d : 1. d : d | tx : d d :d | s, :sx s, :— |— Met God te kee - ren in ge - not; Om 'slij-ders troostte zijn. : d, d, :dj | d, : dj d, : d, | r, :m, fj : f, | s, :s, dt :— |— KOOR. I : r :r .r | d : r m :— |— : d tx : 1, | r : fex S! :— | — I Uw woord van liefde en vree Be- stu - re, fleer, ons hart: ) : Sj :s, .Sj| m,: s, :—|— : s, :fet | s, :rt r, | — j : t, :tT .tjl d : tx d :—|— :m r :d 11! : d t, :— |— Uwwoord van liefde en vree Be- stu - re, Heer, ons hart: \ : s, :st .sT| di |— : d, r, :r, | r, :r, s, |-.f. \ GEDENK AAN MIJ, O HEER. Voorbeeld 47. Grondtoon F. : d m:-.m j ui : r r :d |—:m s :-.s | s :m s: — | — 1. Als stor - men mij doen be-ven, Ge- denk mij daD, o Heer : d d : -. d | d tj t,:d|— :d d : -. d | d : d d: — | — !2. Bij 't zwer-ven op de ba - ren, Ge- denk mij dan o Heer. : m s :-.s | s f f :m |— :s s :-.s| s :s s : — | — 3.Zucht[ mij - ne ziel ge- bon - den, Ge- I denk mij dan o Heer. : d d :-.d | d : sx s, :d |— :d |m :-.m| m :d m: — | — I : s 1 :-.l |1 :1 1 : s |— :m r:-.r| r :lx r: — | — I Als een - zaam ik moet streven , Ge- denk mij dan o Heer. I : d d :-.d | d :d d :d j— :d r : - .1, | 1, : 1, t,: — | — / Bij 'tdrei-gen van ge- va - ren , Ge- denk mij dan, o Heer. | : s f :-.f | f : f f :s |— :s fe :-.fe| fe :fe s : — | — I Door ) 'twicht van schuld en zon - den, Ge- denk mij dan, o Heer. \ : m | f :-.f |f :f f:m |— : d Ij : - . lx | 1, : r Sj : — | — / :Sj m :-.m| m :r r:d |—:m s :-.s| s :m s: — | — l De nacht mijn pad ver- duis-tert, Ge- denk mij dan, o Heer. I : s, d : - . d | d : tj t, : d |— :d d:-.d|d :d d: — | — / Als nood - weer, rots en klip-pen, Ge- denk mij dan, o Heer. i :s s :-.s | s :f f :m|—:s s :-.s | s :s s :—| — I En wan - kelt mijn ver- trou-wen, Ge- denk mij dan, o Heer. \ :Sj d :-.d | d :Sj s^dj— :dm:-.m|m:d m: — | — I : s 1 : - . 1 | 1 :1 l:s|m:d r . r | m : r d: — |— 1 En al - les doodschrik om mij fluistert Heer, ge-denk dan mij. 1 : d d : - . d | d : d d :d | :lj t, :- . t, | t, :t, d :— |— / Mijn hart een doodskreet doen ont-glip-pen. Heer, ge-denk dan mij. j :s f : - . f | f : f f : s j s : fe s:-.s|s :f m: — |— f Leer me ee - mg op uw hul - pe bouwen. Heer, ge-denk dan mij. \ :m f :-.f | f :f f :m| d :1, S! : - . s, | s, : s, d :—|— KOOR. ' : s 1 :s | m :s 1 :s|m:d r:-.r|m :r m :— | s Ge- denk mij , Heer , ge- denk mij Heer, ge- denk Gij mij - ner Heer, : d d :d d :d d : d | sx ;], tx : - . ^ | tj :t, d :—|— :m f :m s :m f :m|d:m s : -. s | s :s s :— | m Ge- denk mij, Heer, ge- denk mij Heer, ge- denk Gij mij - ner Heer, \ :d d :d | d : d d : d | d : la s, . sx| Sj :s, d :—|— d1 -.m1 ..r1 I d1 .d1 t .d1:rl .m1 j r1 = — m1:d^J 1 s ;- .m s :s Hoor~iü Hem des Va - ders stem; Als pro - feet, als priester- m :s „f r .m :f .s ] s s =m .,f | m=-.d s :s S :S | 8 .8 8 : t .d1 | t : — d1 : d1 | d1:-.m S :S Hoor ia Hem des Va - ders stem; Als pro - feet, als pnesterd :d | d .d S :S | S ; d :d | d .m S =8 A t fD" |m.,r:d aif-..f|m:d m =r |d =— f d1-d^d1 .t^.r1 , kT^ing Geeft uw God, u,' zon-daars, Hem. BuigtvoorHemu, sterve- |m.,r:d m - .li | ^ :mi 8X : fx lm,:— .m|m .r m .f , | ^ï:d sd =-.d ld : d d : t, | d : — ds .s | S :8 i k^T^ing Geeft uw God, u, zon - daars, Hem. BuigtvoorHemu [ | m.,r:d d f, : - .f, | d, :d, 8, =8, |d : - V :-.d | d :d im1 : d1 I : r1.r1 | r1 .d1 :t .d1 r1 = f1 [ m1: r1 d1: - .d1 liu - een Keert naar Hem uwhart en oog; 1 ot me** s : m ' | : f .f | f .m :r .m 8 1 .f m : - .m d1 : d1 | d1 : S S .8 | S : S t : r1 | d1 :t d1 : - .d1 ster - re - lin - gen, Keert naar Hem uw hart en oog; Tot met d '• d ]m:m 8 .8 |s ;S S : S | 8 : 1 ■ - .1 !1 d1 : d1 ld1 d1 I d : d1 d'.t :1.8 | 1. •• r'-d'rt .Ij t. ; de Englen ; gij moogt zin - gen: Ee - re zij God, Ee - re zij God, I m : m f : f I m : m Ks =f .m | f. = t .1 * .f | a . ; l d1 : d1 1 •• 1 I S : S : | 1 .S :f .m f . : | t_A =S .t de Englen gij moogt zin - gen: Ee - re zij God, Ee-rezij I 1 fl I f : f I d : d : | tm^.d r . : \ 1 imi | d1 d1 : d1 | d1 :rI d1 | t d1 | — Ee - re, Ee - - re zij God om - hoog. S — | m :— m :m |m;f m ;— | rjf m :— ] : d1 "d"^1 | d1 :1 8 j S 8 | God Ee - - re zij God om - hoog. d ]_d ] 1 .f s :— | 8X d — VIJFDE AF DEELING. Toonaarden, Iedere toon der schaal kan in eene muziekwijs den boventoon verkrijgen en zoo aan het geheel zijn bepaald karakter geven. Dit is dan vooral het geval, wanneer juist de meest sprekende cadancen op dien toon vallen. Wij kunnen dus van een La-toonaard, van een Re-toonaard, van een Sol-toonaard enz. spreken. In oudere volksmuziek is de Re-toonaard niet zeldzaam, in de nieuwere komt nevens de „do" veel meer de „la" vcor. Dit laatste is vooral het geval in muziek van een droevig of klagend karakter. Men zegt dan, dat de muziek in de minorschaal is. Wij noemen deze schaal minor, omdat wanneer wij la als grondtoon nemen, dan de toonsafstand tusschen de eerste en derde noot van de schaal (la en do, of 6 en 1) een minor derde, dat is: één toon en een halve toon bevat, tewijl wanneer „do" grondtoon is de toonsafstand tusschen 1 en 3 (do en mi) een major derde, dat is, twee heele toonen is. Tegenover elke major-schaal staat een minor-schaal, en heeft dezelfde signatuur. Men noemt dit de betrekkelijke minor, en zijn grondtoou is de zesde (la) van de betrekkelijke major-schaal. Heeft de signatuur geen mol of kruis dan is de muziek in C majeur of A mineur enz. Toonaards overgang. Overgang is verandering van grondtoon, modulatie verandering van toonaard. Niet zelden hebben beiden te gelijk plaats. Zoo hebben wij m re (ri) *) m, dat naar den regel in ml se (si) 1 naar de rechterhand moest worden verplaatst en r de (di) i\ de r dat eigenlijk naar de linkerhand rl se ba 1 moest wezen. Zie diagram hiernevevens. f m 1 re se 1 r se de ba d ba t O JEZUS, GIJ STAAT BUITEN. Voorbeeld 5. Grondtoon D. ƒ :d m : m j s : s cl1: — |t:s 1 :f|s:m r: — | — l 1. O Je • zus, gij staat bui - ten Ln klopt ge dul • dig aan, \ : d d : d | r : r m :r .d| r : d d : r | tL : d t, : — | — < 2. Gij klopt en klopt ge- sta - dig Eu u - we hand door- boord, f :m s:s|s:s s : fe | s : s f:l|s:s s: — [ — ' 3. O Je - zus, gij blijft smee - ken, Tot goed-heid en ge- duld, \ :d d : d | : t, : — | s, : m f ; r | m : d Sj : — | — *) Zie voor de uitspraak den modulator pag. 63. P || d : r m: — | — :m m :m | r .d t, :d | r :d har - te biedt, En hou - de Va - der, in den nacht Uw I li : li se, : — | — : s, s, : s, | sx : - .s, s, : ^ | Sj : s, le - vens- lust, Zoo bren - ge, Va - der in den nacht On9 | m:r.l, t, : — |—:m m :m | f ,m r :m | f :m lij - den slaat; Voer, Va - der, dan uw hand ons zacht In | lx : f, nij : — | — : dj d : d | t, : - ,d | st : d / m :s| f :1, d: — [ r ; — d: — | — d :d l goed - heid o - ver ons de wacht. 1 ta, : taj | lx : s, nij : — | sx : ft : — | — j f, : m, \ uw ge - na - de nieu - we kracht. A - men- f s :m|d :r m :d | t, : — d: — | — 1, : sx I 'theil, dat ods bij Je - zus wacht. \ dt : d, | f, : f, s, : — | s, : — dx : — | — fj : A1 5B A.ANTEEKENINGEN. 1. In de inleiding is wijselijk omtrent houding, zangtoon enz. niets gezegd, omdat liet moeielijk is bier een grens te bepalen. In zoover echter de zang werkelijk deel van eene godsdienstige opvoeding behoort, uit te maken, wensch ik evenwel op te merken, dat alles wat in toon en stem en houding oneerbiedig, onbeschaafd is en van onverschilligheid of aanmatiging getuigt, streng moet worden geweerd. En aan meer gevorderde of meer talent hebbende leerlingen kan het niet te dikwijls worden gezegd, dat elke te sterke stemverheffing tegen een goeden smaak getuigt en da* het door overschreeuwen leidsman van anderen willen zijn voor die anderen hinderlijk en stuitend, en geheel in strijd met het heilig karakter van godsdienstig gezang is. Ook in het kleine behoort de Christen een zout en licht, een anderen terechtbrengend en beheerschend voorbeeld te zijn. 2. Om de verhouding van het Balkschrift en het Solfaschrift gemakkelijker te maken, en daardoor jeugdige zangers behulpzaam te zijn, om naar het gewone schrift zich in het zingen bij de Solfaklanken te oefenen, neem ik hier uit het in mijne voorrede vermelde zangboekje het Hoofdst. over de kruisen en mollen over. KRUISEN, MOLLEN, TOONSCHALEN. Eene kruis (8) verhoogt de toonshoogte van een noot met een halven toon. Een mol (t) verlaagt de toonshoogte met een halven toon. Een naturel (iQ herstelt de oorspronkelijke toonshoogte. Wanneer een kruis, mol of naturel voor een noot geplaatst is, heeft deze kracht voor alle nooten van denzelfden naam, die in dezelfde maat volgen, en zij hebben alleen invloed op de volgende maat, wanneer de eerste met die noot eindigt en de volgende er weder mede aanvangt. Zóó in den loop van een muziekstuk gebruikt, heeten zij „toevallig," maar wanneer mollen of kruisen in den aanvang bij den muzieksleutel zijn gesteld, heeten zij de „standvastige" of „signatuur" van het muziekstuk. Daar geplaatst duiden zij aan, dat alle nooten op dezelfde lijn of in dezelfde ruimte kruis of mol zijn, tenzij door een naturel onderscheiden. Daar in de grondtoonschaal de nooten E en F en B en C een halven toon verschillen, kan de C schaal zonder kruis of mol dus worden geschreven. De nooten, waartusschen de halve toonen vallen , worden wat dichter bijeen gedrukt. \ eronderstellen wij nu, dat wij een anderen grondtoon voor C wenschen, b. v. G. Wanneer wij nu de nooten tusschen de twee G's, opschrijven, en nagaan, waar de halve toonen vallen, blijkt ons, dat zij komen tusschen de derde en vierde (B en C) en tusschen de zesde en zevende E. E. Maar de eigenlijke plaats voor de halve toonen in elke major schaal is tusschen de 3de en 4de (mi en fa) en tusschen de zevende en achtste (ti en do). Vandaar dit indien de E in bovenstaande schaal een halve toon verhoogd wordt, de schaal op G als grondtoon op volgende wijs juist zal worden geschreven. Om aan te duiden, dat de F door een geheel muziekstuk in den grond¬ toon (j een Kruis is, wordt op i na den sleutel een kruis geplaatst u is ae vijtae van ae schaal van L. JNemen wij nu D de vijfde van de G schaal en doen wij weder als straks: tl : r | d : Sj r : - , d | t, : r d ; m j r : s, gena-deons geeft, En rust, zijn rust bij werk en strijd, Zij r : t, | d :t, t, .d | r :tx d :d | t, :m \ lof - ge - schal, Leer Gods ge - meen-te uit kin - der toon Den /t, :-.d|r:s m:r|d | hart en rust-dag gansch ge - wijd. r : - . d | tj : tj d : s, | d \ feest - klank waar - dig 's Va ■ ders Zoon. T ij d m a a t. Een stille maatslag wordt in liet Tonic Sol-Fa schrift door eene ledige ruimte tusschen de accentteekens aangeduid, en de naam er voor is een zacht uitgesproken siïaa. Een maatslag en een halve toon worden aangewezen door een voortzettingsteeken (—) in de eerste helft van den tweeden maatslag en wordt genoemd als hieronder. (ld : d . d | d : — . d [I ) | taa taatai ! taa aatai || Kwartmaatslagtoonen worden door komma's aangeduid en worden benoemd als in 't volgende voorbeeld. ij d : | d . d : d,d. d,d !; (I taa shaa j taatai tafatefe ij Voorbeeld 19. Grondtoon G. id : d : d | r m : m : m | r : - :- S : S : s I m : m : m 1.Lofzmgt den Heer, Lof-zingt den Heer Lucht, aard en zee heeft een d :d :d I t, d :d :d | S,:-:- t. : t, : t, I d : d : d 2.Lofzingt den Heer, Lof-ziogt den Heer, Zondaars brengt Hij aan 't !d : d : d | C1 : - : - d :d :d | r : - : - m : m : Hl I 1' - lied Hem ter eer; Al - les stemt zaara , Al - les stemt zaarn, d, : Hij : d | Sj d : d : d | t, d :d : d I S, va - der-hart weer , 'tWoordzij ■ ner kracht, 'tWoojrdzij ■ ner kracht, is : S : S | m :rn :m r : r : r | d S : S : S | 8 : S Ee'a in den roem van zijn groot-heid en naam. Ju - belt en lof-zingt, tl : tx t, | d : d : d S, : : sj | d : - : - t! : d : p | 1h : d : - Noo-digt ver - lo - re-nen trek - kend met macht, Moe-den en zwak-ken, 2 LOFZINGT DEN HEER. |J d' ; s | m = m | d : m | r : r [ d : r I m : m I r : r I m : < I Menschen-kind -ren,I zingt, bewijst hem ,1 Lof en eer op i hoo-gen toon. ZINGT, ZINGT. Voorbeeld 23. Hoofdtoon G. Itondo in drie deelen. ) I m :m -i' | d : d j t, : tj I d :— I s .s :s I m ,m :m IZingt.nngtdenl Heer raet I Lart en Istem, I Lofzingt Hem,1 LofzingtHem, i / :.r I m I d :d .tj I d : d I s, . s, : s, d = — I I God is I goed, IPrijst zijn naam! met heil-I gen lief - de- | gloed. DERDE AFDEELING. Het akkoord van Fa. Evenals een akkoord op do en een ander op sol kan worden gebouwd, evenzoo kan men een akkoord vormen, waarvan do de boventoon is. De worteltoon en de derde van dit akkoord hebt gij reeds geleerd. De wortel heet Fa en het handteeken voor dezen toon is de naar beneden gestrekte voorvinger. Zijn derde toon heet la en het handteeken hiervoor is de open hand van het polsgewricht nederhangend gelijk een treurwilg. Deze toonen moet men zich eigen maken door ze° eerst°naar het voorbeeld bij de handteekens en den verlengden aa klank, en daarna naar het voorbeeld bij den modulator naar de Sol-fa lettergrepen te zingen, zooals de beide volgende oefeningen aanwijzen. Voorbeeld 24. Hoofdtoon 0. d m s f 1 dl s t r1 d' Voorbeeld 25. Hoofdtoon A. m d b, f, 1, d sl tj r d. Muziekale indrukken. De onderwijzer wekke zijne leerlingen op, om den muziekalen indruk van eiken toon der toonschaal zelfstandig zeiven te vatten en verstaan. Hij leere hen opmerken, hoe fa eene nederwaartsche strekking tot mi, evenals ü (si) eene opwaartsche strekking tot do heeft. Hij toone hun aan, dat re naar zijn aard op do leunt, maar somtijds zich naar mi opwaarts strekt, en dat la, ofschoon schijnbaar onafhankelijk, gaarne rust op sol, of geneigd is om met hulp van ti (si) als snelle overgang rust in do te zoeken. Al deze zijn de leunende toonen der schaal, die de ziel onbevredigd laten, wanneer zij ze tot rustpunt kiezen wil, terwijl do, mi en sol sterke rusttoonen zijn. Het zal voor den leerling zeer nuttig blijken, om nu, nu de toonschaal met behulp van deze drie- akkoorden volledig is, de namen der opvolgende nooten van de toonschaal op en nederwaarts dus te herhalen: :d|r : m | f :s|l :t|dl : d1 | t :l|s : f | m : r | d j; of I d : r I m : f I S : 1 I t : d1 I d1 : t I 1 : S I f : m | r : d f» Ook moet de leerling zich de handteekenen voor de achter- m' eenvolgende toonen der toonschaal eigen maken. Deze zullen ri hem den muziekalen indruk in 't geheugen roepen. Maar voor alles is noodig hem uit het geheugen Modulators (toonladders) '' (en wel eerst de middenkolom) te laten maken, waarbij men oplette, dat hij de afstanden tusschen m ƒ en t d juist aangeve. Verder verdient het aangewezen te worden, hoe bij snelle toons beweging de droeve 1 a vroolijk en de klagende f a opwekkend j. wordt, en hoe de andere toonen der toonschaal eveneens zich m wijzigen, zoodat de aandoenlijke toonen re fa la ti, hoewel altijd nog aandoenlijk meer vol en levendig worden, terwijl de vaste toonen sterker en meer bepaald klinken. Daar evenwel bij het Psalmzingen de toonen slechts weinig sneller gebruikt 1 worden, is het onnoodig hierbij in 't breede stil te staan. lt In de volgende oefeningen zijn de hoogere stemmen voor Sj vrouwen en kinderen, de lage voor mannen. WIE ZIJN DEZE? Voorbeeld 26. Grondtoon D. , d :r m : s 1:1 s :— (1 : r m :s f : m ^ l.Zie wat bree - de, blij - de schaar, Voor des be - mels reuk - al- , d : tt d : m f : f d : — m : r d : m r : d ; 2.»'tLamdat voor ons zon - daars stierf, 'tEeu - wig le - ven ons ver- r: — d : r in:S 1:1 s: — 1:1 s : f \ taar, God aan- bid - dend dag en nacht! Hoor hnn lied den 1 s :— d : tt d :m f : f m :— f : r in : f ' wierf, Zij aan- bid - ding, eer en macht, Met den Va - der im : r d : — Heer ge - bracht. s : Sj d : — toe - ge - bracht/' Voorbeeld 27. Hoofdstuk E. d :d |r :r m :— |s :— 1 :1. |1 :1 s :— i—: — 1.Heil-ge, dier - bre Je - zus, Kin-dren goed ge- zind, 2. Daarom spraaktgeook la - ter, Heer, vol me - de - lij: d : d 11, : t, ^ :— Imji— fj jSj |lt : tx d :— j— : — 3.Mo - ge zoo ons le - ven Too - nen o - ver- al, s :f ;f :s f : — |m: — r :r |m:d r : — | — : — Gij wanrt eens op aar - de Met de klei-nen kind. Laat de kin-dren ko - men, Weertzc niet van mij. t, : 1' | r : m r : — | d : — tx : tj | d :m, S, : — ! — : — Dat n* wel - be- ha - gen Ons be - sta • ren zal. d : d | r : r m: — | S : — I : 1 11 :d S: — | — : — E - ven als wij groei - jen, Werdt gij groot en sterk, Heer, wij ko - men gaar - ne Op uw vriend • lijk woord; d : d 11j :t, Ij :— |s :— fj :| 1, : t, d :— |— : — Sta ook zoo uw lief - de Al - tijd ons voor oog, d1 : d1 | t : 1 S : — 11 : — m:m|i- :r d: — | — : — Mach - tig tot vol- bren - gen Van uw strijd en werk. Leid ons, goe - de Her - der, Als uw lam - ren voort, m : m | f : f m: — | f : — s :S | S, : S, d: — | — : — Dat we uw beeld-nis dra - gen Hier en eens om- hoog Voorbeeld 28 Grondtoon G. LEEFT VOOR GOD. d :m|r :f m : s | s : — r :f |m :s d : m [ r : — Leeft voor God, voor God al - leen, Je - zus trekt tot God u heen; d : d 11, : Sj d : m | m : d t; : r | d : tx d : d | st: 1, .t, d : m | m : m r :f | f : — m : s 11 : f m : r |d: — 'sVa-ders beeld, uw Heer is hij, Hij staat u met macht ter - zij. d : d |d.s,:d,s, c, : r ^ -.t^r d : m, | fj : r1 s, : | dt : — Voorbeeld 29. Grondtoon Ei. ': s dl : — | — :t 1: — | — :f s: — | — :f m; — | — Je - ho - - va woont in't licht oni- hoog, ,: s m : d | m :s f : m | f : r m : d | t, : r d : — — J: m r :£ | m : r m : s | m : s 1 : s | 1 : t d1 : — — | Door t licht be - dekt voor 't sterf - lijk oog. t, | — :t, d : — | — :m f : — | — :r d :— j — bedenk dat god u ziet. Voorbeeld 30. Grondtoon E. m :-.m jm : d s :-.s | s :m 1 .1 |1 : s m : d |r : jl.Jaag naar vrij-heiJ, werk met ij - ver, Maar be-denk, dat God u ziet. d :-.d |d :d t, : —.tx | tj :d fj :-.Sl 11, : t, d :d |si: — 2.Laat ons nim-mer- meer ver - ge - ten, Waar we ons poo-gen zien be - kroond, 1 : —.1 |1 rS m :r |d: — Dank voor goed-heid u ge - schied. fx : —.fi |f, : Hij Sj : St |d : — Die ons zijn ge- trouw-heid toont. m :-.in | m : d Jfoogt gij sla-gen, d :-.d |d :d Dat wij God voor S :-.S |s : S Wilt gij zijn na- m :-.m | m d Hem blijf hart en S : — .S I S :m geef hem ee - re, tj : -.tj | tj : m de uit-komat dan-ken, 1 :(F |dl rd1 bij - heid ken-nen, f : rn | f : f weg be - volen, s : — .S | S : 111 macht er - va - ren tij .tj j tj ! d hul - po smee-ken f :-.f jf : f 0 - pen hem uw r : -.d [ tj : Sj En wat duis-ter- 1 :-.l |1 : S Zij - ne hulp bij f :-.f |f :m Dank - ge - bed en rn : S | S : — har - te wijd, d : m j S : — nis ons prang, m : r | d :— werk en strijd. S : S, | d : — ze - ge - zang. m :-.m | m : d En gij zult met : d :-.d | d : d Een - maal wordt ons T ij d m a a t. De stille halve maatslag wordt aangewezen door het ontbreken van eene noot tusschen de punt (.), die den maatstaf in twee deelen scheidt en het teeken voor het ( | ). Men geeft dezen maatslag den naam saa als het accent er op valt, en sai, (see) wanneer het dat deel van den maatslag is, waarop geen nadruk ligt. Een drievierde maat toch wordt aangeduid door een komma, die dicht volgt op de punt, welke de plaats van den halven maatslag aanwijst. Een maatslag verdeeld in één half en twee kwarten wordt dus aangeduid , | 1 . 1, 1 || en taa tefe genoemd. Een maatslag verdeeld in twee kwarten en één half schrijft men, | 1, 1 . 1 j| en noemt dien tafa tai. Indien de leerling het moeielijk vindt om deze verdeelingen juist aan te slaan, is het nuttig hem die in groote afmeting dus voor oogen te stellen. /II .,111 1 i TAA-efe i I 1 =" -lil J I TAA -AATAI || l ' TAA -AA -AA TAA I ( f : — | s : f m : d | t, : — j d:m |r:f | m | : { 'U ' , Hal - le - Iu - j ja, A I T men. J li :d | t, :r d : m | r :f | m : d | t,: lt. t, d : — I : \ ! Hal - le - lu. - ia '4 ~~ 1 Ja> I A ' - j men. ZEGELIED. Voorbeeld 35. Grondtoon E. / :d d :d | d .,r :m .,{ s :s | s .s 1 :1 | s :m 11. Moog haast weer - klin - ken 'tze - ge - lied, Dat hulde en dank den j :d d : d | d : d d^r:m^f | s .m f :f | m : d 12. Dat al - le troon en heer - schap - pij Al - leen aan God ge - l ■ oo rijze op al - lijd lm . der toon Het lied der mensch-heid / m :r I r d :d | d ,,r :m .,f s :s | s : — .s I Va - der biedt, Als kroon van zijn be - lof te - nis Dat j Sl : si | ?! : d d : d | d : d d ,,r : m f | s : - ,m f hoor - zaara zij, En land en zee, en stroom en meer, Dien \ tot den troon, En blij-ke elk zon - daars- hart al - om Den iKOOK. 1 : I S :f m :— | r d | — m s.,f :m.,f | s :1 heel dee ze aard des Hee - ren is. Ja, G^ïheil-woord is ge- f :f | m :f s | d | _ : | !f Hem al - leen, zijn naam (er eer. t Heer ver -nienwd ten hei - lig . dom. ' ( s : — I : 8 ,f =m.,f | s:l s :— [ — : s d1 : d1 | t :1 | W1S' Gods heil-woordisge- wis, De i kroon van zijn be- s :S;,f 1 rn :r d | :f s _ :f m :m | | ;f \ Gods heil-woord is ge wis , ge- wis, j ' :"-f I m 1 :1 | s :f m | r d [ _ ,, j lof - te - nis, Dat eens heel de aard des Hee - ren is ( m :-.r | d :d f :r | m :f s :_|Sl:— d :-| — C1 B ^ Toonsbepaling. — Door toons hoogte bedoelen wij het hooger of lager geluid der klanken, bij voorbeeld het verschil tusschen het vogelgetjilp en het loeien eener koe. Een F zekere toon, de Tenor of middel C genoemd, staat op de ge¬ middelde hoogte van alle menschenstemmen. Wij noemen deze D toon de ongemerkte C. Hij wordt teweeg: gebracht door 25(5 C volkomen trillingen in eene sekonde. Zijn toonschaal wordt de standaard schaal geheeten. De octaaf van dezen toon C1— „één C genoemd, (512 trillingen) is de klank, die gewoonlijk door de stemvork, bij 't zingen in gebruik, wordt aangegeven. Bij het bepalen der toonshoogte slaat de leerling den C1 stemvork aan en gaat dan nederwaarts tot den toon, dien hij verlangt. Dien toon geeft hij aan en herhaalt hem bij den klank Do. Bij aanvang kan het 't geheugen van den leerling te hulp komen, dat hij bij het afgaan der schaal de woorden bag fed te volgen heeft, dus t I d1 : — Ie : 1 Is : f lm : r ld : — j| C ! B A | G F | E D I C || a' Rangschikking der stemmen. De menschenstem- g1 men worden gewoonlijk op de volgende wijs gerangschikt. De pi hooge stemmen van vrouwen en kinderen worden Sopraan, de lagere C o n t r a 11 o genoemd. De hooge mannenstem Tenor, 2)i de lage Bas. De gemakkelijk te bereiken omvang van deze (ji stemmen is hiernevens aangetoond; de lijnen aan de linkerhand U wijzen den Sopraan en Contralto, en die aan de rechterhand den Tenor en Bas aan. De onderwijzer verdeele de stemmen en ieder A oefene zich alleen in het deel, dat de onderwijzer voor hem of 6 haar het geschikste keurt. De Contralto en Bassen openbaren F F zich door het hebben van een zuiveren, vollen toon op A B G van hun stemomvang. De Sopranen en Tenors blijken goed door hun gemakkelijk uitmunten in het zingen van C D E in het i} D hooger deel van hun stemomvang. De ongemerkte G vormt C den middentoon der vrouwenstemmen en „G een" staat in het Bl midden van de mannenstemmen. Als algemeene regel kunnen de stemmen, die bij een zacht zingen de beste hoedanigheid van toon (niet omvang) hebben boven G, Sopraan of Gi Tenor genoemd worden, en die het best klinken beneden G, i,i Contralto of Bas. j,.1 Rustpunten tot ademhaling. De geschikte re¬ geling der ademhaling bevordert drie zaken; eerst zuiverheid van toon (toon niet met adem gemengd), voorts goede hoeIj danigheid van stem en ten derde een helder aangrijpen en goed Bj aangeven van eiken toon. Te weinig adem veroorzaakt mat- 2 heid van toon, en geeft daaraan een mager, zwak gehalte. Te veei adem geeft ruwheid en grofheid van toon. De eerstbeGs ginnende hale adem, waar hij kan; zor^ dragende, dat hij daar¬ door den zin der woorden niet stoore, dat hij de woorden niet afbreke en / Sj : s, 11, : 1, s, : — | d : — r : r | m : r d :— j — : — I Of de maan zacht glin - stert En de dag ver- dwijnt! \ nij : m, | f, : fj m, :—| Sj:— tj : tt | d : t, d :— |— : — t Roe - meu 'sVa-ders zor - gen, Hem, die 'tal be- houdt. j d:d |d :d d: — |d: — s :s | s : f m :— | —: — t Stem-men hart en i raon - den In dien lof - zang mee. \ d,: d, | d, : d, I d,:— | m,:— s, : s, | s, : s, dt| — : — KOOR. / s:s | m : m f: — | f : — m:m|s:m r : — | — : — | Hoor dan hoe Gods schep - ping Hem haar ma - ker prijst, | d : d | d : d r : — r: — d:d d:d t,: — — : — m :m | s :s s : — s: — s:s m:d r: — —: — i Hoor dan hoe Gods schep - ping Hem haar ma-ker prijst, \ d : d | d : d s, : — | sx: — d:d|d:d Sl : — | | / si : | li : li s, : — | cl : — r : r | m : r 1 En in dui - zend too - nen 'tHei - lig lof - lied % :m, f, :'f, m, | b, : t„ d : ^ J d : d d : d d: — | d : — s:s s : f f En in dui - zend too - nen 'tHei - lig lof - lied \ dj : d, | dj : dj d, : — | m,: — s, : Sj j s, : Sj !d : — | — :d.m s : —• | m:d.m r : — | d: — rijst: Hal - le- lu - ja! Hal-le- lu ja 1 d : — | — : d . d d : — | d : d . d t, : — | d : — m: — [ — :m.m m: — | s:m.s f : — j m: — rijst: Hal - le- lu - ja ! Hal - le- lu - ja | : — | — : cl . d d : — | d : d . d sx : — | dx : | WAAR TWEE OF DRIE. Voorbeeld 38. Grondtoon D. !:d m :m|m:rm :f |s:m r : r |d :r in :— | — 1. Waar twee of drie te za - men zijn, Ver- ga - derd met el - kaar, :d d : d | d : t, d :r | m :d tx :tj | lj :tj d :— j — 2 .Daar daalt gij ne - der met uw Geest, En hei - ligt, troost en sterkt; :m s : s | s : s s :s | d1 : s s : s |m:s s :— | — 3. Wel - za - lig wie uw woord ge - looft, W ie in u 'tle-ven vindt; ■' d d : d | d : s, | d : d | d : d s, : Sj j 1, : s, d | — KOOR. s : s | s .m :— Ik mag zin-gen, d :d | m.d :— Zing dan dank-baar, m:m | d .d :— Ik mag zin-gen, d, : d, | dj .d,:— Zing dan dank-baar , m : m | m.d:— Ik mag zin-gen, d : d | d .Sji— Zing dan dank-baar, s :s |s.m:— Ik mag zin-gen, d : d | d .d:— Zing dan dank-baar, d : d | d .s,:— lk mag zin-gen, Sj: m,| iBj.m!:— Zing dan dank-baar, d : d | d .d:—• Ik mag zin-gen, mj: dj | d,.di:— Zing dan dank-baar, Sj .d :r .,m [ r:— Zin-gen waar ik ga. si • si: |tt:— Zin-gend waar gij gaat. m m: s ,,s | s:— Zin-gen waar ik ga. d . d: Sj., s41 s,:— Zin-gend waar gij gaat. s : s |s .m :— Ga dan zin-gend, d : d | d .d : — Ik zal zin-gen, m : m | m s :— Ga dan zin-gend , d : d | d . d:— Ik zal zin-gen , m : m | m.d:— Ga dan zin-gend, d : d | d .Sj!— Ik zal zin-gen , s : s | s. m: — Ga dan zin-gend, dj : dj | dj.dj:— Ik zal zin-gen , d : d |d.s,:— Ga dan zin-gend, Sj :m,|mi.mj:— Ik zal zin-gen, d : d | d .d:— Ga dan zin-gend, mj: d, |d,.dj:— Ik zal zingen , Sj .m :r .,m [ d:— Dank-baarzingendvoort. Sj.Sj: t,.,t, | d:— Zin-gen waar ik ga. m . s : f,, s |m:— Dank-baarzingendvoort. d . d :Sj vSj | d:— Zin-gen waar ik ga. ZIE OP DEN HEER. Voorbeeld 40. Grondtoon C. m:m:f s: — : 1 . t d* :t :1 1 :s : 1. Zie op den Heer, ie • der uur van uw le - ven d : d : r m : — :f .s 1 : s : f f ;m' : 2. Treft u een ramp, slechts tot God zal hij trek - ken d1 : d1 : d1 d' :— : d1 . d< d' : d' : d1 d' : d1' : 3. Ja, ken-ne ons hart, in zijn worst-len en lij - den, d :d :d d: — :d .d d :d :d d :d : s :f :m r: — :r.m f :m :r m : — : Denk aan zijn wil ook bij 'tminst wat gij doet; m : r :d t, : — :tf.d r :d : t, d : Nooit zal een last u te bang zijn en zwaar; d1 : s : s s: — :s.s s :s :s s : — : En - kei de trouw, die ons le - vens - lot richt, : Sj s4 : — : s, . Sj s4 : s4 : s, d : — : m : m : f s: — : 1 . t d4 : t :1 1 :s : Zoo kent ge uw hart door zijn lief - de - ge- dre ven, d :d:r.m: — :f.s 1 :s :f f:m : 'tKruis zal nog meer tot den loop u doen strek - ken s : d' : d' d' : — : d1 . d' d' : d1 : d1 d' : d' : Dan voert ons pad ons bij bid - den en strij - den d : d : d d: —• : d . d d :d :d d:d : I s :s:s 1: — :1 ,1 s :s : s s : 1 Voelt ge u al- om door zijn al - macht be- hoed. I d : m : s f: — :f.f m : r1 : f m: — < 'tHart kent in strijd Gods be- lof - ten meer waar. ] d1 : d' : d1 d1 : — : df . d' d' : t : r1 d' : — : | Je - zus ter eer tot zijn troon in het licht. \ m :m :m f: — :f .f s : s :s d : / d : d1 : d' r1 : — : d' . 1 s : s : s s : — : 1 Voelt ge n al- om door zijn al - macht be- hoed. I s :s :s f :—:f .f m :r :f m :— : J 'tHart kent in strijd Gods be- lof - ten meer waar. ] d' : d' : d' 1 : — : 1 . d1 d1 : t : r1 d' : — : f Je - zus ter eer tot zijn troon in het licht. ' m:m :m f; — : f. . f s :s :s ^ : : ZIET OP JEZUS Voorbeeld 41. Grondtoon F. I m .m |m .m :m.r r :d |—:t, .,d r : m| s :f r : | :d.,r I 1.Pelgrims in dit dal der smarte, Strijders om de levens- kroon, Ziet up V d : ■ .d |d .d :d .d t,: d |— .,1 t, : d | m : r t, : — |— :d.,d . 2.13ereen zal geloofskracht slechten, Vleuglen bindt de hoop ons aan, tn de j s .s |s ,s :s .f f :m|—:s .,s S : S |s :s s :— | :m.,l f 3.Dat geloof en hoop en liefde Zoo in ons haar macht be- toon. Dan,wat \ d :-.d |d .d :d.s s :d |—:Sj .,s, Sj : s, | sx : s, s,: — |—:d,d !ul : m | m : r r : d |— :t,.,d r :m | f : r d :— |— : Je - zus; sterkt uw har - te Vast u klem-mend aan Gods Zoon. d : d | d : t, t,: d |— :s1 .,1, t, : d | r : t, d |— : lief - de leert de rech~ten Van Gods kin-dren ons ver- staan. s : s I s : f f : m |— :s .,s s : s | s : f m : kruis - pijn hier ons grief-de Smaakt ons hart in't kruis de kroon, d : d | d : s, s, : d |— :s, .,s, s, : s, | s, : s, d |— : KOOR. is : - .1 [s .m :d .r m. : — |d :tx.,d r : m | s : f r : — |— : Je - zus voetspoor hier te druk - ken, Is uw roeping, plicht .en eer; d : - .d |d .d :d .d d : — Js, :s4.,l( t, : d | m : r t, |— : m : - .f |m .m:m .f s : — |m :s P>s s : s | s : s s : | : Je - zus voetspoor hier te druk - ken, Is uw roeping , plicht en eer ; d : - .d |d .d :d .d d : — |d :s .,s, s4 : s, | s, : s, s4 : — : I s : - .1 |s .m :d .r m : — |d :t, .,d r : m | s : f r : — I— : | En geenraaehtzaludoen buk - ken,Waargij vasthoudt aan uw Heer. | d : - .d |d .d :d .d d : — k rs,.,!, t, : d | r : t, d : — I— : j m:-.d|m,m:m.f s : — |ro :s .,s s : s | s : f m : I : I En geeD macht zal udoen huk - ken.Waargij vasthoudt aan uw Heer. \ d : - .d |d.d :d .d d :— |d s,: s, | sf : s( d :— |— : MIJN LEVEN IS EEN LOFGEZANG. Voorbeeld 42. Grondtoon G. / ■ . Sj d . r : m : - . d r . d : 1,: - . s, d . m : s : - . m m . r : — i 1. Mijn le - ven is een lol' - ge - zang ; Wat lij - de» hier moog wo - ncn I: .8, s, . S! : d : - . s, 1, . lt : f,. Sl Sl.d:d:-.d d.t,: — l 2. Ik weet, wat ooit mij hier out val, Iu wien ik mag ge- loo-ven, .Sj m.f :s:-.m f.f:d:-.mm.s:m:-.s s.s: f 3. Waar ik mijn oog in 'tron-de sla, Mag ik mijn God ook vin-den • \ : . s, d . d : d : - . d f, . f, : f, : - . d d . d : d : - . d s, . s, : — . s, d.r:m:-.d r . d : . 1, s4. d : m : - . r r.d: — Ik hoor, al slaat mij 'thart somsbang,Steeds 'shemels vreug - de too-nen. : . s, s, . t, :d:-.s( 1, . 1, : f, : - . f, s, . s, : d : - .Sj s4 . s, : — En dat geen macht, hoe sterkin tal, Zijn gunst mij kan ont- roo-veu. :.m s . s : s . m f . f : d : - . d d.m:s:-.f f.m: — Hij schenkt,hoe hoog het lij - den ga, Den slaap aan zijn be- min-den 1= .s, m, . s4 : d : - . d f, .f, : f, . f, m, . d, : s, : -. s, d,.d,: — !l : . m s .,s : s : - .m r .m :d .r m .,m : m .r m ,s : Geen we-reld, woe - lig en ver-ward, Kan 'tliedder he - me- linden : .d m.,m:m:-.d t, .tj :d .t, d .,d :d t, d .m: — Hoe trotsch de boos - heid drei gen moog, 't Ge- loof deinst voor geen dwin-gen, : .d d .,d :d .s s ,s :m ,s s .,s :s .s s .s Door zij - ne hand ver- kwikt,ge-sterkt, Zie 'ken-kel ze - go- nin-gen- : .d d ,,d : d .d .s, :dt .s, d .,d. :d .s, d .d': — f1 : .m s ,,s : s .m d .Ij : s, : - .Sj d .r :m .r r .d • Ont- roo-ven aan miju luistrend hart; Gods lief-de doet mij zin-gen.' / V' "d ll -fl :m':" -?1 "*• :d -ti *1 -d : — -Mijn vrede en vreng-de is van om-hoog; Gods lief-de doet mij zin-gen. I : • s m ,,m : m : - .s f .d : d : - .m s .s : s : - .f f m • De trouw mijns Gods, door niets be-perkt; Gods lief-de doet mij zin-Een ^ -d d-.,d:d .d4 f, .1. : d : - .d m, .s, : d : - J, s, .d, : - 8 de overgang van den grondtoon van het geheel, terwijl vvederkeerende overgang is de overgang van een ondergeschikten grondtoon tot den oorspronkelijke. De wederkeerende' overgang wordt niet altijd zoo spoedig en duidelijk onderscheiden als een hoofdovergang. Cadans, (muziekale vorm of muziekale periode) voorbijgaande en duurzamer overgang. De meest gewone vorm van overgang tot den eersten kruisgrondtoon is die, waarbij de overgang aan de muziekale periode levendigheid en schoonheid bijzet. Als de overgang niet aanvangt voor de tweede laatste maat van eene afdeeling en niet voortduurt na de muziekale periode noemen wij het een cadansovergang. De eerste molgrondtoon wordt zelden op deze wijze gebezigd. De cadansovergang schrijven wij op eene wijs, die eenigzins onjuist kan schijnen, namelijk met fe of ta. De cadansbeweging der bas |d:r|s, of |r:r|s, doet zelfs zonder de fe een overgang gevoelen. De mee9t gewone vorm van overgang tot den eersten kruisgrondtoon is die, waarin de overgang een voorbijgaand harmonisch sieraad teweeg brengt, niet in een cadans maar in het midden of den aanvang eener muziekale periode. Een slechts voorbij gaanden overgang schrijven wij op de oneigenlijke wijze. (Zie boven pag. 37 en 38.) Een uitgebreide overgang is die, welke ,zich verder dan eene enkele muziekale periode uitstrekt. De eerste kruisgrondtoon wordt in gezangwijzen dikwijls zoo gebruikt en beslaat soms de tweede enderde periode of het grooter deel van beiden. De eerste kruisgrondtoon wordt zelden in populaire wijzen gebezigd. Chromatische indrukken. (Indruk der opklimming met halve toonen.) Soms wordt een onderliggende toon (als ti leidende tot do) als een voorbijgaand sieraad opgenomen, b. v. onder re, mi, sol, la of ti, — zonder dat daardoor de grondtoon verandert. In zulke gevallen worden de nieuwe toonen genoemd naar hun eigen schaalnoot door hun klinker naar den lager liggenden toon te veranderen in ee, (ie) geschreven e (i) b. v. | d : de (di) | r en | m : re (ri) | m. Op dezelfde wijze, maar meer zeldzaam, wordt, een bovenliggende toon (als Pa leidende tot Mi) als sieraad aangewend. Hij wordt dan naar de bovenschaalnoot genoemd door zijn klinken in aw, geschreven a, te veranderen, b. v. | 1 : la | s en [ m : maj | r. De leerling begrijpe hierbij wel, dat deze nieuwe nooten niet in de minste vaste betrekking staan tot die, waarnaar zij gemakshalve genoemd worden. De verhouding van kruisen (aangeduid door den klinker e (i) is tot den boven hen staanden toon als t staat tot d; — en die van mollen (aangeduid door den klinker aw) tot den toon beneden hen als f tot m. Octaafteekens. — De toonshoogte van Do wordt altijd berekend naar de niet geteekende octaaf der toonschaal, en d met de schaal daarop is zonder octaafteeken. Om echter bij het schrijven en drukken onnoodige :d | li -i sx : m |r :d I, :1, 11, :t, ld |— Ver- blijd u met de blij-den mee, Eu deel der droe-ven smart. : di -fj ^ f, :f, | f, :f, m,| — :d - t, d :d j d :Ij d :d 11, : d d : d j g, : gt s, :— |— Ver- blijd u met de blij den meê, En deel der droe-ven smart. d : dj | dj :d, d, :d, | rx : m, f, :f, | g, : gt dt | — WAAKT EN STRIJDT. Voorbeeld 46. Grondtoon D. I s :- . 1 | g : m d1 . r1 | d' :1 s . 1 | g :m r: — | — : I l.Broe-ders, moed, aan- schouwt het tee-ken Dat ver - los - sing daagt, 1 m . f | m :d m:-.f | m :f m . f | m :d t,:— | —: / 2.Ziet wat vrees-lijk le - ger na - derf, Sa - tans ei - gen macht; j d1 : - . dl | d1 : g g :-.s |s:d' d1 : - . d11 dl :s g: — |—: J 3.Heil! daar wappren ze - ge - va - nen, Klinkt tri-umf-ge- schal: ^ d :- . d | d :d d : - . d | d :d d :- .d | d : d s :— | — : 4.A - men, a-men, Hij zal komen! Zie, des menschen) Zoon ( g . 1 | g : m I d1 : - . r1 | d1 :1 t : - .d11 t : 1 g : — | —: !De en - gel Gods die He - van - ge - lie Door de heem-len draagt. m : . f | m : d m:-.f|m:m r : - . m | r : d tx: — | —: Zijn ge - weid doet hel - den val-len! Wie weerstaat zijn kracht? d' :- . d11 d] :g g :- . g [ g • g s . s | g :fe g : — | — : ,,'tRijk i9 on - zen Heer ge - ge-ven, Hem die ko-men zal." l d : - . d | d : d d : - . d | d : d r :-,i | r :r s, : — | —: Komt ge - dra-gen | op de wol ken Als zijn glo- rie- troon. KOOR. id1 . d11 d1:-.d' d1 .s | m :s 1 . 1 | 1 : d1 t: — | — : wWaakt en strijdt,tot dat ik ko - me! Broeders," spreekt de Heer; m m:-.m d :m f : -. f [f :f r: — |—: g : - .8 | s :-.s d1 : - . d' d1 : d1 d1: - . dl | d1 :1 g : — | —: wWaakt en strijdt, tot dat ik ko-me! Broeders," spreekt de Heer; d :-.d|d:-.d d:-.d|d:d f : - . f | f :f g; — j —; id' : - . d11 dl : d1 rl : - . d1 | t :1 g :-.g| l:-.t d':—|—: Dat hem'tantwoord te - gen stroo-me „A - men, U ter eer. m :-.m|m:m f . f | f :f m: — |—: s :-.s | s ;g 1 . 1 | t :dl d' : - . d*| tr1 d1:— |—: Dat hem'tantwoord te - gen stroo-me »A - men, U ter eer. d : - . d | d : d f : - . f | f :f g :-.sjs:-.g d:—I—: / :s 1 :s | m :s 1 :s|m:d r : -. r | m : r d : I l Ge- denk mij Heer, ge- denk mij, Heer, ge- denk Gij mij-ner Heer J :d d :d | d :d d :d| s, :ll t, :-.t„ t, :t. d i i :m f :m | s :m f :m| d :m f :-.f s :f m • I Ge- denk mij, Heer, ge- denk mij, Heer, ge- denk Gij mij-ner Heer \ :d d :d ld:d d :d | d :lj s, .s, | s, : s, d:— j—i WIL MET ONS MEDEGAAN. Voorbeeld 48. Grondtoon G. | • si si • : d d : s, :tx :r f :m 1. Bij 'tzwer - ven op den ö T Ce - J 2. Als de uch - tend o - - ver 't zee - vlak rijst, \ 3. Bij kalm - te en storm, bij dag en nacht t : m m :r d :tt :d r :— :r s, Wil, Heer, gij met ons me - - de - gaan ■ f „ 7° ' U z'jn 8Pie ■ gliDS Prijat'. \ Hou - de uw ge - na - - voor ons de wacht, (:s' si :d d : t, :1, s, :t, :r f :m 1 ^lw wil- (Jie zee en wind re - geert. J Aeem, met ons zwer - vers, Heer, be - gaan, ' En ver Tan tuis of dicht bij 't strand, | :m •* d rti :lt Sj :d :m m :— :r d : J Hou - de ook ons hart tot U ge - keerd I IJan ook ons bid - - dend dank - lied aan \ Hoe - de ons ten eind toe, Heer, uw hand. KOOR. /: m ,m s :r :f .,{ m :d :m vm r :1, :t, ^ ] s, : l Hoed.be- waar hen, Hoed, be- waar hen, Heil-ge God, bij dag en I nacht, / : d -jd tt :tj :r vr d :Sj : Sj .jSj fe :fe : fe .,fe s, :— ):s ->s s :s :s 't® f :m .d ,,d :r :r ,,d t, :— f Hoed.be- waar hen, Hoed.be- waar hen, Heil-ge God, bij dag en nacht, \ : d d s, : Sj : s, Sj dj : dt : d, dx | r, : r, : r, ^ s^ :— /: sx .,s Sj : d :m m s :f :m .,r d .t, : 1, .t, d l Breng ze vei - lig, breng ze vei - lig, Weer aan 't hart dat hen ver- wacht J:s, .,fx nij: mx: s, ,,sx 1, :1, :1, .,1, Sj .Sj :Si . 8j I t, r d : d :d .,d d :d :d ,,r m:- .r :f :f m : f Breng ze vei - lig, breng ze vei - lig, Weer aan 't hart dat hen ver- wacht 1:8, .,8. d, :dj :d d f, :f, :f, f, Sl .Sj . S] :Sj dj DE BOOM DES LEVENS. Voorbeeld 49. Grondtoon E5. I m .m : m .,m m .s:— s .r : r .s s .m : m .d m .ra : m .,m I 1.Luistert, kindren, luistert, Hedeu naar des Heilands stem, Hij noodigt u zoo ld .d : d ,,d d .m:— t, .tt :tt .t, d .d :d .d d .d :d.,d / 2.HoortIIem,kindren, hoortHem, Die zoo liefdrijk dringendnoodt; Zijn kracbtschraagtuwe ] s .s :s ,.s s .s :— s .s :s .f m .s :s .m s .s :s .,s i 3.Haast u kin - dren, haast u Kiest in Je-zus 'tbiijvend goed. Hij wil - de voor u \ d .cl : d .,d d .d :— .S! : Sj d .d :d .d d .d :d .,d !f .1:- .1 s .m :r fe s :— f .m : r .m j f .s : t 1 vriendlijk, o Hoort en volgt gij Hem. Van het pad der I zon-de redt Hij d .f:- .f m .d :d .d t, :— r .d :tj .d r .m :s .f zwakheid Hij maakt Zijn lief-de groot, Hij wil helpen, Hij uw gids zijn 1 ,d' .d1 d1 .s :fe .1 s :— s .s : s .s s .s :s .s lij-den, Hij kocht u met zijn bloed. Volgtdeu Her-der die ten eind toe, ƒ .f : .f d .d :r .1- s, :— Sj .8, : s, .s, s, .s, : Sj .8, ^ BEF&EIN. I s .f :m .r d s .,1 s .d :d .r m .s m f .1:- .f I Hoort en volgt gij Hem: Waarde levensboom zijn vrnchtgeeft, zijn vrnchtgeeft, zijn 1 m ,r :d .t, d d .,d d .d :d .t( d .m .d d .f .d / o - ver graf cn dood; j s .s :s .f m m .,f m .m :m .s s .d1 .s 1 .d1 .1 f Tot den dood u hoedt; Waarde levensboom zijn vruchtgeeft, zijn vruchtgeeft, zijn \ s( .s, :S| .8, d d -,d d .d :d .sf d .d .d fi .f( .f( / m .7 :s .,{ iri .d :m .s 1 .d' .f m :r d : — 1 vrnchtgeeft, Waarde levensboom zijn vruchtgeeft in een - wig- heid. 1 d .t| :t, ,,r d ,d:d.m f .f :• .t d : t, d : — s ,s :s ,,s s .m:s.d' d' .1 :■ .1 s :f m : — ( vruchtgeeft,Waarde leseusboomziju vruchtgeeft in eeu - wig- heid. \ s, .8, :8, d .d :d .d f -f .f 8 : s, d : — KOMT ALLEN- Voorbeeld 50. Grondtoon Bk ■ : s d : m .r j d : t, 8, : f, | m, : "A .t, d ,r : mi [ 1. Komt, al - len, die vol lief - de roemt Den naam van i : mi m( : s, .f, | m, :s, f, m, : r, | d, : d,f, ?i : -i| j 2. Aan- schouwt uw Ko - ning, rijk om - straald Met heer - lijk - { :s, st : d I d : d d : 8, | s4 : \d .r d .t, : d I 3. Zegt wat de goe - de Her-der deed, Hoe op een f : d, d, : d, | d, : f, s, : s, | d, : V, m, .s, :d.f, \ 4. Kom zoo de dag, de blij - de stond, Dat al wat f.Bk ( | m : r % : — | — : s, d .m : r .d | 1, : 1, I's Va - ders Zoon, Die Je - zus Heer en I s, : t, ds4 : — | — : s, s, : s, | f, : f, heid en eer En meldt aan wie ver- | d.m :s .f mt, : — | — :t, .r d : d | d : 1, kruis Hij stierf, Op- dat door 't geen hij | s, :s( ds, |— :S< f, m, : m, | f, : 1, ' leeft Hem prijst, En hem als Heer met !f .m : r .d | d .t, : 1, ,s( d .r : m .f | m : r d : — | — Hei - land noemt, Aan- bidt Hem op zijn troon. 1, :1, | s4 :s, Sl : s, .1, | s, : f, m, : — | — lo - ren dwaalt De ont- fer - ining van uw Heer. r .s : f ,m | r : r d .t, : d | d : t, d : — | — j schuld - loos leed, Hij 'tle - ven ons ver- wierf. f r, .m, :f, .fe, | s, : f, m, .Si : d .fj | Sj : s, dt :— | — \ hart en mond In dank - lied eer be- wijst. % 't is zoet voor 't werk des heeren. Voorbeeld 51. Grondtoon Ek / : m s : m | d : r m: — |m:s d1 :1 | s : m r :— | 11. Is zoet voor 'twerk des Hee • ren Te le - ven hier op aard, 1 : d d : s, | 1, : tj d: — |d :d d:d|d:d tt :— | (2.'t Is zoet voor 'twerkdes Hee - ren Te le - ven met ons hart, I : s m :d|m:s s: — |s :m s:f |s :s s :— | v3.'tls zoet in 'twerk des j Hee - ren, Als Je - zus gunst - ge- noot, \:d d : d | 1, : Sj ] d : — |d:d m:f|m:d s :•— | I : d d1 : d1 | t : 1 s :-.f | m :1 s : m | f : r d :— | i Eu 't kin-dren reeds te lee - ren Wat vreugd zijn dienst ons baart, i : tj d :m | s :f m:-.r|d:d d : d | t, : tt d :—j < Op- dat tot hem zich kee - ren, Die hoop - loos zijn in smart. j :s s :s |f.s:l.t d1.-^ ] s : f m : s | r :f m :—| I Den mees - ter dankbaar te ee - ren Door trouw tot in den dood; \ : f m : d | f : f d :-.d | d : fx 8, : st | s, : fj d :— | Btr.t. !: lrili Sj : d | tj : f m:-.r | d :d m : r | d : Ij d :— ' za " '*f? z'jn ge- na - de En 'theil in Hem be- reid : fi sï : nij | st :Sj st : - .f; | m, : S! : fl | ui! :rt m, :— Wijd staan zijn ar-men o pen En bid - dend klinkt zijn stem; : 8d d :m, | r :r d : t, | d : Sj d : lx | st : :— En wie Hem trouw be- too - nen, Hoe zeer 'tin zwakheid lij, : dfi nij : dj | st : tj d : Sj | dx : dT dj : fx | Sj : Sj dt :— f.Ek I '• si li ; d | tj : f m .1' | d : m s : f | m : r ds :—|— i Te roe - men vroeg en spa - de Zijn naam tot heer-lijk- heid. I : s, f, : fej | sj : st : - ft | m, : Sj st : lt | st : fx «tj \ IToe schul - dig, elk leert ho - pen, Die toevlucht neemt tot Hem. I : d d : r | r : r d : t, | d : d d : d | d : tj dIsI:—|- I Zijn lief - de zal hen kroo - nen In 'she - mela eng-len- rij. \ : m, f, : rj | s, : t, d : s, | d, : d, m, : f, | Bj : s, \Sl |- WAAK EN BID. Voorbeeld 52. Grondtoon C. !m : in .f | s :d1 d1 :t Ir1 m' .r1 :d[ |d'.t:l 1. Als weer 't vriendlijk mor - gen licht De ooster - kim - me d :d ,r|m :m m :r |f :— s .f :m |1 .s :f 2. Als in 't middag uur gij dorst Naar een scha - duw- b :d' |d> :s s : s | s s :d1 | d1 :d1 3. Als de koelte en scheemring daalt, Vraag bij voor-smaak d:d | d :d s :s|s :— d :d|f :f i.Denkaau Je - zus, als de nacht, Beeld u is van CU. / s .1 :m |r :— m :m.f |s : d1 d1 :t |rl :— r,s .f :m I kleurt met goud, Dan tot God, die op u schouwt, Sterv - liog, I m ,r :d jt,: — d :d.r|m:m m :r|s : — sd :d 1 rij - ke bron, Drij - ve u dan de gloed der zon Smee - kend j d1 : s | s : — s : d1 | d1 : s s : s 11 : — 'id .r : d f van de rust, Die ons beidt aan blij - der kust, Dan, als (d : d | :— d:d |d:ds : s | s :— !d :d ' graf en dood; Hij, die ons de groe - ve ontsloot, Geeft ons f-C. KOOR. ƒ 1 m -r :d r :t, | "s s :- .s | s .s :s .s rl j— I oog en hart ge - richt. Dat uw pad hij effen maak, 11S1 :s4 sx :sx IV : | : f .f | f .f :f .f 1 tot den le - vens - vorst. Dat uw pad hij effen J|s_J :ui f : r ■ | "t : : | ; t :- .t ft .1 :t .t I God ge uw dank be - taald. Dat uw d hij effen I I :d 8« :si I s = I = s :-.s |s.s :s.s \ hart tot bid - den macht. I d1 i-.d1 | d1 .t :d .r1 m1 . di | di _t .j Vraag Gods ,e gen, bid en waak, IjaF uw paT hij I m :-.m | m .r :m.f s |_ s .f : m 11 .s :f < maak, Vraag Gods zegen, bid en waak, I :" • I : d1 : - .d1 | d1 .d1: d'.d1 d : — | dl : d1 I ^a8'C' . Vraag Gods zegen, bid en waak, Dat uw ' d I = d :-.d |d .d : d .d d :— |f :f |r' -d' : IA I s : — m .f : s | s : d1 d1 : — 11 : — d1 : I— : ef - fen maak, Vraag Gods ze-gen, bid en waak. t -1 :s •* I m :— d .r : m | m : m m :— Ir :f m I— • d'-d1 :d1.d1|d« d1 : d1 | d1 : s s : — 177=^ s I— : pad hij effen maak, Vraag Gods ze - gen, bid en waak. f .f : f .f | d : — d :d | d : d s, :-|Sl:_ d : PKIJS MIJN LIED DE GENADE VAN DEN HEEK. Voorbeeld 53. Grondtoon Bk !. mx s-( . m^jfj | s, .jSj d :—j : d .,r m :d .,r |m.,m:f.,m I rijs mijn hart de ge-na-de van den Heer, Prijs mijn hart de ge - na-de van den • di .,r, m,:- | ïm^f, s, I s, „s, :s, s, L . •>d d ,,d :d.,d d :—| ;d .,d d :d .,d|d.,d:r ,'d Pnjs m.ju hart de ge-na-de van den Heer, Prijs mijn hart de ge - na - de van den ■d, -A dl:d1.,d1|dI.Jd1:dI.,d1 d, :—| :d.,dd :d „d | d ,,d :t, .,d ( * I „:t' r I— :d -,r m |—:r.,m f :— |_ -m f Heer, Pnjs mijn hart, Prijs mijn hart, Prijs mijn hart, Prijs mij □ t !SlvI ti:rJ~:ll-A d r I— :d./r j ' " I • .t,.,d| r : : d.,r | m: :r.,m|f : fe6r' , Prijs mijn hart, Prijs mijn hart, Prijs mijn hart \ h ■— \ : :sI.,lI|tI : : lx.|tl| d : : tl.,d | r : 1 ■ Hl -,f. I Prijs mijn :dx .,ri ): d „d F Prijs mijn '.di .4, Is :— |— :s,8 1 :s,s |t ,f :m ,,m r | :r .,r hart, Prijs mijn hart de ge - na - de van den Heer, de ge¬ in |— : d .,d d : d .,Sj | sr : s, .,st sl : — | : st .,s, : m .,f | s :d.,d d :d.,d | tx . :d .,d t; :— | : ^ .,ti I Prijs mijn hart,Prijs mijn hart de ge - na - de van den Heer, de ge- :dI.,rI|mI:mI.,mI fï :nwnj| r, .,r, :d, .,di Sj | Eixde f.Ek !m .,m :f ,f |m :t r :d |— : "s : s |s ..d1 :t .,1 na - de van den Heer eeu- wig lijk. O mijn hart ver-meld zijn Si .,8, jWiK : fj f, :m, |— : > : m | m.,m : s J d .,d : d .,d | d : t, t: : d |— : ds : s | s : na - de van den Heer eeu- wig - lijk. O mijn hart d .,d :f, .,fj | s, :Sj s, :d, |— : j fxd : s, | d : / s |-.,m :s .,1 f |-.,1 :s .,f m |— : I trouw, ver-meld ziju trouw, zijn groo-te trouw, J m : — | - .,d : m .,f r : — | - .,f : m .,r d : — | — : J s : s | s : s:s | s : s :s [ s : I meld zijn trouw , mild zijn trouw , 's Hee - ren trouw. \ d : s, |d : t, :s, |tx : d : st | d : !s : s | s .,dJ :t .,1 s |-.,s : s .,s 1 .,1 :1 .,1 | s -,f :m .,r O mijn hart ver - meld zijn trouw, vermeld zijn trouw,zijn liefde aan al wat le- m : m| m .,m :s ,,ï m :— |- vm :m .,111 f .,f :f .,f | nwr :d .,t s : s | s : s : s |s .^d1: d1 ^d1 d1 .,d': d1 .,d'| d^,s : s .,f O mijn hart meldzijntrouw.vermeldzijn trouw, zijn liefde aan al wat le- d : s, | d : d :al |d.,d : d .,d f .,f :f .,f |s :s, .,s, BH. Ir :if, |— i ven heeft. ! tt : dfj |j f :mli |— I ven heeft. [ s, :% |- I VREES GIJ NIET. Voorbeeld 54. Grondtoon F. /. Sj :d .r jm :-.m :s .f .f :m.r d .tj rlj.t, d .st :d .r ll De wind is zwaar, de nacht U guur De golven ja - gen dreigend voort En in het J.s, .Sj .d d :-.d :d .d d^ .r :d ,tt 1, ,Sl .s, ?I .s, :st .d \2DeHeerbleef ach - ter, Hij al- leen Om eenzaam aan het vader- hart Als uit te I .m : m .f s :-.s :s .1 s - .s :s .f m:- .s -f f m •- m ■ m f (3 Voert op de on-ze-kre levens- zee De sform ook on - ze ran-ke boot'ln'nacht langs >d "d d :"'d -Siïb, jj.ll, ï-.m, .nt d .d :d.d ! m : - .in : s .f m :r .f : m .r I d .t, : ^ .tt d : - ,r • r r m,d - der - nachtlijk uur Beeft, bidt en werkt in 't zwakke boord Des Heeren d .- .d :d .d _d_^ ,r : d ,tr 1, :..Sl : .Sl Sj ,tl :tj rus - ten m ge- beên Van'tdaaglijkscb werk vol kruis en smart. Daar rijst Hij 1 'S :s, -1 8 -s :s -f m :"-s -i -f m .s :s .s hoo-ge gdven mee, Als bo - de van ver - derf en dood; Zij dan ons d .d Sl .Sj :Sj .st 1, : f, ,S[ d .s, ;Sl.Sl Ir .r : m .f |jf_ïs m1 rr1 .d1 t .s : f ,r d 7s :d .r klei - ne jongren schaar. De dood grijnst in den storm hen aan; Aeh, waarom ii ■ - .t, :d .tj - .'jm :f .m r .s :r .tj d •- ds -s d sop:..: :rr r:.0f:^r^ r.vrJi hart in Jezus stil; Tot wie ge- loo - vig op Hem ziet, Die macht heeft, Si •- .S, . st .s, Sj: - .s,d :d .d | s .s : s, .s, | d /d : d .d / m : - .m : s .f Jm :r .f : m .r [ d : - \ : 1, d I 4* j" ^ Dle1t ' ?a8r' Die hen kon hoe " den voor »«- gaan ? d :-.d : d -d Idjjt, .r : d .t, 1, ; - .Sj : lt .s, £ . \ Zij - nen in 't ge- ! moed: Ik ben't, nw Mees - ter, vrees gij niet I I S ,s.. :®. -1 s -s :s -f m : - .s :f .f m •_ f «aar zyn liefde wil, Zegt nog zijn j trou - we: vrees gij niet I l d -d .s : s, .s, 11, .mi . f, .*J d . VEILIG IN JEZUS HOEDE. Voorbeeld 55. Grondtoon G. / m : r ,d | Bj :d s :1 „s | m :d r : _ |_ . I l.Vei - l,g ,n Je-zus hoe - de, Sterkdoorzijn trouw en macht / 9 v ■ : r1 ''Sl ' t1 ! Sl 1 ~~ I d : ~ d : 01 '>d I d : d tj : ~ I • / 2.Vel - lig m Je - zus hoe - de, Vei - lig in strijd en nood; ' ' 1 s :f ,ra |m :m s:-.l J a :— m : f ..m | s : b s • — I—• 3.Je-zus mijn Heer en Her - der, Heeftmijtot hier ge- bracht; \ d : d .,d | d : d j d : - | d d :d.,d | d :m, s, : _ : 4 |3 Voert op de / m : r .,d | Sj : d. m -f | s : — 8 -f : m.r | d :tr d : — |— l Beid ik ge - rust te moe - de 'tHeil dat om - hoog mij wacht. 1 Sj : Sj .,Sj | st : d : — | tax: — 15 : li .li | Sj : sx sx : | : / Hoe ook de we-reld woe - de, Vei-lig in nacht en dood. j s : f .,m | m : m s : — | d : — r : s ,f | m :r .f m : — |— : f Mij leidt zijn lief-de ver - der, Maakt zelfs de dood mij zacht. \ d : d .jd | d : d d : — | mifr : fi .fx | st : st dr: — |— :1 I 's :s .,1 | s :s s : — | d1 t : t ,,t | 1 : s s : — | d1: I Hoor, uit die zaal-ge dre - ven Ruischen mijn ziel in 't oor j 'jin : m ,,f | m : m m : — | m :— r : f .,f | f : f m : — |— : < Wat zou mijn har - te duch - ten, Doe al mij 'sle - vens keer j "d1 : d1 -,dI | d1 -d1 d1 : — | s s : r1 ..r1 | d1 :t d1: — |s : I Hem in ge-loof te bei - den Blijf al mijn hoop en lust, \ 'jd : d .,d I d : d d : — | d s : s ,,s | s : s d : — |— : ƒ s : s .,1 | s : d1 d1 : — | 1 :— s : t ..d1! r1 :t — |— :f l Zan - geil van eeu-wig le - ven, 'tJublen van 'teng-len- koor. I m :m.,f|m:m f : — |f :— m : r vm | f : r ""tj : d | r :— / Ban - ger en ban-ger zuch - ten; Zijn al mijn tra - nen meer. 1 d1 : d1 .,dI| d1 : ta 1 : — | d1 :— d1 : s „s | s : s sr |— : s F Niets kan van Hem mij schei - den; In U is, Heer, mijn rust. \ d : d | d : d f : — | f s : s .,s | Sj : s, S :lt |ti: — Kook. Herhaling der vier eerste regels van 'teerste couplet. hoor wat is dat kook van stemmen. Voorbeeld 56. Grondtoon D. / s . s | s .f : m .f s .d1 : t .11 s : in f .f | fan : rjn j^l :s_i | | Hoor, wat is dat koor van stem - men Dat zoo rein ons hart door1 m : - .m| m .r :d .r m : s .f | m : d r :-.r | r .d : tj .d r .f :m .r | I '• | : : I : : I _: :™ [ : | : : I : = I = =1 A.t. /1 m :— s:-s|s.f:m.f s . d1 :t .11 s :m rst ,d :m ,8 | s .f: r .t; I dringt ? 'tls het koor der he - mei - lin - gen, Datzijn Hal-le - lu - ja's lid:— m .m|m .r :d .r m :s.f|m :d Vnj.miïSj.Sj | sj : s! ij : d1.d'ld1 .s :s d1 :d' | d1 :s sd .d : d.m jm.r :f .r F 'tls het koor der he - mei - lin - gen, Dat zijn Hal-le - lu - ja's \| : d:-.d|d :d d :d |d :d 'A.dj :d .d | Sj : st f.D. /I ,s I • s.s:ss|s :s s :s I Ij s"nS , H oor zij zingen'sVa-ders lief - de, / : : m .m :m .m|m : m m . m' i F d = . , «oor 2>J zin-gen 'sVa . ders lief - de 1 1 ' 1 : |d -d :d .d d, :d j s :s I s .s :s .s | s : s t : d1 | r' m'.m r> -ri tHe.lvanWereldsblijdsten nacht: Ee-re in den hoo - ge :t f :m I s s . s :s .sis S I *-t :t-t 7 ,-d1 | t . t >t ;t t f 'tHeilvan'swerelds blijd - sten nacht- r ' • \ 1 ' .-I : I ■' :*• | : d' .S|Kt,d^' d' ,t |d' I m .» i . ï i'Lr.t s* ,r | 'ff*" j :t | m":!1 d" •- ,d" | d' :d".l s „ I , , I I ÏTfrT- f 21? ,r r.riïT-1 S-C- A t |m t ,t ' (,m ,s; ^ |s,:..Md , . ;r , I | d"r.de' rCl":ïe I riad" -T tï de I mensehen| eett-wig • W- ! S.C.T.B. f D li'-ÜI*.-.J f li- ƒ t,.r.d.t,i?Xn"„,,T:7 :,T|ï.;y VZZlï'JLlx- :*•* 1 ohri".1 r->P* ui:"vv...., I dYd ~ I ?°V?",ïfS v.7' I : r m : m | s :s d1: — |t : d1 r1 : s | 1 :-.s s : — | — 1 Tol wij de deur ont- slui - ten, En gij kunt tin - r,en gaan. | : tx d : d | r : r d : — | r : r r :tt | m :1, tj : — | — \ Be- ves ■ tigt ods ge- na - dig Uw drin-gend lief - de- woord. I : s s :s|s :r m:fe|s:f s :s|s:fe s 1 — I De kou - de en weerstand bre - ken, Die ons ge-moed ver- vult. i : ?! d : d | tj : t. Ij : — | sx : lx t, : m | d : r sx : — | — I : s 1 : d1 | t : 1 se : — | 1 : t d1 : rl | m1 :1 t : — |— i Toon ons, hoe ons weer- stke - ven Uw trou-we lief-de smart, | :d d : d | r :r m: — |m:m m :m|m:r t, : — | — < lief - de nooit vol- pre - zeo Ons trouw tot in den dood; i : O f : s | f : 1 j t : — |l:sel : se | 1 :1 se: — | — s wilt, gij zult ver- win - nen!Uw trouw al-leen heb de eer. \ : m f : m | r : f m : — | d : tt Ij : tt | d : f ra : — | — / : d1 1 :t |s :1 f: — |m:f s : d | r :-.d d : — | — f : m 1 En wil ons,Heer, ver- ge - ven De stug-heid van ons hart. I : s, d : t, | t, :lx 1,: s, | s, : d d : d | d : tt d: — |— d:d / Wat zou ons ein-de we - zen, Was niet uw macht zoo groot. A-men. i:s f s f | m : m r: — | d : 1 s :m|l|:r m: — |— 1 :s I Kom, PIei-land, bij ons bin - nen; Ver-laat ons nimmer-meer. \ : m m : r | r : d d : tx | d : fx mj : 11 | fx : sx d : — | — f1 : d A70SD1I E'D. Voorbeeld 5. Grondtoon G. : d tj : d | f : m m : r | : m lx : lx | tx : d .r 1. Weer is de dag ten ein - de En dank U, Heer, ons : Sj Sj : Sj | s, : sx d : tt | : : f, | Sj : st 2. Ons werk, ons leed, ons zor - gen Keert al - les nu tot :m f :m|r :m s :s | :d d :r|r :m.f 3. En is voor ons de dag - taak Vol- ein - digd naar uw : d r : d | t, : d ?! : sx | : : rx | sx : s. f.C. cres. G.t. dim. d : — | — : s "r1 : t | d1 : r1 m1 : — | r1 : 'm m : r lied. Neem aan de zwak - ke klan - ken, Die U ons : — | — : ^ ds : s | s : f m : s | s : rsl se, : se, rust; Geef ons in U te rus - ten Tot nieu - wen m: — | — : f ™t :r|s :t d1 : — | t :'m m :m raad, Als de u - re der ver- los - sing Na strijd en d : — | — : r ds : f | m : r d : m | s : sd m, : m, Het blijkt, dat wij, om de D schaal juist te schrijven, E en O een nalven toon moeten verhoogd worden. In het volgend diagram met kruisteekens wordt het voor het oog duidelijk, dat elke volgende schaal gebouwd is op den vijfden toon der vorige. De laatst bijgevoegde kruis is altijd op de zevende van de schaal der nieuwe schaal, waardoor op zeer gemakkelijke wijs de aan de hooge do voorafgaande ti wordt aangewezen. , ^ 1 1 T\ Nemen wij nu , de vierde der C schaal als basis van een nieuwe schaal. Doende als vroeger krijgen wij als uitkomst — een halve toon tusschen 4 en 5, en tusschen 7 en 8. Maar om de halve toonen op hunne juiste plaats tusschen 3 en 4, en 7 en 8 te brengen, is het noodig om de noot B door eene mol een halven toon te verlagen. De schaal van F vordert dus deze zamenstelling. Door een nieuwe schaal aan te vangen op den vierden der F schaal (BS') en weder op den vierden van den BI- schaal, krijgen wij eene reeks van molschalen als volgt: De laatste mol is altijd de vierde van de toonschaal, en dus do de vierde van deze teruggeteld. De toonschaal kan in twee gelijke deelen van vier toonen worden gedeeld, die in elk opzicht aan elkaar gelijk zijn. Nu worden de kruisschalen ontwikkeld door de tweede helft der toonschaal C te maken tot de eerste helft der nieuwe schaal en dit zelfde de gansche reeks door te doen als volgt: De molschalen ontwikkelen zich door het lager deel der toonschaal C te maken tot het hooger deel der volgende schaal b. v. om dus in het balkschrift of gewone muziek den grondtoon (DO) te vinden. 1. Herinnere men zich alleen dat de laatste kruis aan de rechterhand altijd is de zevende toon, namelijk tl, en dat dus de eerstvolgende do is. 2. Dat de laatste mol aan de rechterhand altijd komt op den vierden toon der schaal, en dat dus de vierde achterwaarts van deze altijd is „do." Met het opgemerkte voor oogen zal de leerling gemakkelijk het navolgende diagram kunnen verstaan, dat de vorming der toonschalen tabellarisch aanwijst. Hij merke hierbij wel op, dat geen getal van mollen of kruisen bij den sleutel voor den zanger eenige moeielijklieid baart, omdat hij alleen op den grondtoon der toonschaal en zijne vaste afstanden te letten heeft. Hun eenig belang voor den zanger is, dat zij hem aanwijzen, waar hij zijn grondtoon moet plaatsen. m Ab Eb Bb F C G D A E B F* C 1 B 7 1 1 bb a# 7 7 A 6 1 1 at g# 7 6 7 6 G 5 1 gt f# 7 6 5 1 6 5 1 F 4 " 7 E 3 6 5 1 4 5 14 el' d# 7 3 6 736 D 2 5 14 14 db c# 73625 7 3 6 2 5 C 14 B 7362514 6 2 5 1 4 b!' a# 3 3 A 6 2 5 1 4 5 14 ab g# 3 2 3 2 G 5 14 4 gb f# 3 2 1 3 2 1 F 4 E 3 2 1 2 1 eb d# D 2 1 1 db c# Cl | Deze diagram waarin de toonschaal C tweemaal voorkomt, zal nog een weinig verhelderen een gelijksoortig diagram, dat de heer Curwen naar een toonschaal C in een zijner leerboeken dus geeft: 3. Om naar het gewone nootenschrift het Sol-Fa gemakkelijk te lezen is de navolgende oefening zeer dienstig. De hier volgende voorbeelden zijn om te lezen, niet om te zingen. Men leze zeven malen deze toonenreeksen. Eerst noeme men de eerste noot do, daarna noeme men hem re enz., zoolang totdat de leerling niet meer aan de tusschenliggende noot behoeve te denken. Heeft de leerling den grondtoon gevonden, dan lette hij op de plaats van do, mi en sol (1,3, 5). Wanneer hij maar deze toonen in het oog houdt, zal hij de overigen gemakkelijk zien en noemen. Ook is het goed te onthouden , dat de lagere sol op andere wijze geplaatst is dan de boven hem staande do. Staat de een op eene lijn, alsdan staat de andere er tusschen. De lagere Fa staat altijd twee lijnen of twee ruimten beneden do. KARAKTER EN HANDGEBAREN TOT AANDUIDING DER TOONEN YAN DE TOONSCHAAL. EERSTE AFDEELING. TWEEDE AFDEELING. Mi. De Stemmige of kalme toon, de Major Dominant, die met Sol en T i het zelden voorkomend akkoord M maakt. DO. De Sterke of vaste toon, ■— de grondtoon, die met Mi en Sol het grondtoon-akkoord, het akkoord D uitmaakt. RE. De opwekkende of hoopvolle toon, — de bovenliggende, die met E a en La het akkoord R maakt, maar die met eene komma lager als Ra gezongen wordt. Noot. Het bij benadering beschreven muziekaal karakter der toonen komt alleen uit, wanneer de toonen der schaal langzaam gezongen worden, en de uitwerking niet door harmonisering gewijzigd wordt. SOL. De Statige of volle toon, de Major Dominant, die met Ti en Re het Dominant akkoord vormt, —■ het akkoord S, en met F a het akkoord 7S. TI. De Doordringende of gevoelvolle toon, — de Major opgaande toon, die met Re en Fa het zachte akkoord T vormt. DERDE AFDEELING. LA. De Droeve of weenende toon. De Major submediant, met D o en Mi het akkoord L makende. FA. De Klagende of ontzetting inboezemende toon. De Major subdominant, die met La en Do het Subdominant-akkoord, — het akkoord F vormt. Bij gebruik van den Engelschen Modulator lette men op: Dat re, de enz. in 't Hollandseh worden uitgesproken ri, di enz. r a y en 1 a y als ré en lé b a li en r a h als b a en ra. Verschil van minder belang behoeft geene aanduiding. Door vriendelijke schikking van den heer Curwen met het Bestuur der Koning-Willemshuis-Vereeniging voor Christelijken volkszang zijn bij den heer Höveker en Zoon alle uitgaven der Tonic Sol-Fa muziekhandel voor denzelfden prijs als in Engeland verkrijgbaar. Modulator, grootste formaat (papier) f 0,60 Modulator (linnen) " 1,50 Kleiner model a 30, 15 en 2£ ets. Uitgebreide Modulator (papier) kleiner formaat a 30 ets., grooter a „ 1,50 Tonic Sol-Ea muziekpapier en muziekschrijfboeken van 10 60 ets. Eerste zangboek op rol, met zeer zware letter, de muziek zonderde woorden, twaalf zware vellen aan beide zijden bedrukt. Algemeen op de scholen in Londen in gebruik » 3>60 Oratoriums van Handel, Haydn, Mendelsohn, Cantates, Missen, Christelijke Volks- en Schoolzang, tot zeer lage prijzen. GEDRUKT BTJ METZLEIt & BASTING, TE AMSTERDAM.