. .NTI-CHRISTELIJKE STROMINGEN EN DWAALLERINGEN CHRISTIAN SCIENCE Uitgave: „HET ZOEKLICHT" DRIEBERGEN ANTI-CHRISTELIJKE STROMINGEN EN DWAALLERINGEN CHRISTIAN SCIENCE DOOR Redactie „HET ZOEKLICHT" Uitgave: „HET ZOEKLICHT" DRIEBERGEN CHRISTIAN SCIENCE Ontstaan en Geschiedenis. De bakermat van de „Christian Science" ligt in Amerika. De stichtster van deze misleidende geestesstroming is Mevrouw Eddy-Baker. In 1820 werd zij géboren uit rechtzinnige ouders. Zij ontwikkelde zich tot een nerveus hysterisch meisje, dat dikwijls geheimzinnige stemmen hoorde, die haar bij de naam riepen. Alle geheimzinnige verhalen, die om deze aangebeden vrouw zijn gesponnen, moet echter met beslistheid naar het rijk der fabelen worden verwezen. Haar eerste huwelijk was slechts van korte duur, doordat haar echtgenoot binnen het jaar stierf. Van haar later geboren zoon had ze een afkeer. Zy gaf het kind aan een van haar bedienden over, die het opvoedde. Na enige tijd trouwde ze echter opnieuw, ditmaal met de tandarts Patterson. Deze echt was zeer ongelukkig en eindigde in een scheiding. Gekweld door een zwaar zielelijden, dat haar rust noch duur schonk, kwam ze in aanraking met een zekere P. Quimby, een man met een helder verstand, die veel proeven deed op het gebied van het magnetisme, een terrein van onderzoek, dat destijds in Amerika de belangstelling van velen had gewekt. Hij legde het resultaat van zijn kennis vast in een boekwerk, en Mevrouw Patterson was daarbij zijn vértrouwde hulp. Het boek is echter nooit uitgegeven. Véle van haar tegenstanders beweren, dat daarvoor een geldige reden bestond, daar anders zou blijken dat hier de bron gezocht moet worden waaruit Mevr. E. haaf „Chris- tian Science" (Christelijke wetenschap) heeft samengesteld. Zijzelf geeft hierover echter een andere lezing. In 1863 was zij gevallen en had zich daarbij zo ernstig gekwetst, dat ze zich niet kon oprichten. Op zekere dag nam ze echter haar Bijbel, die ze opensloeg bij Matth. 9:2 (de genezing van de geraakte) ging in gebed en tot verbazing van haar omstanders kon ze daarna rechtop zitten. Dit versterkte haar in de gedachte, dat door inwerking op de geest, lichamelijke beterschap bij een zieke bevorderd kan worden. Na een driejarige afzondering, werd haar — volgens haar zeggen — in 1866 de „Christian Science" door goddelijke ingeving geopenbaard. In 1875 verscheen haar boek „Science and Health" (wetenschap en gezondheid), dat we de Bijbel van de Scientisten zouden kunnen noemen. Het lezen is voor al haar volgelingen verplichtend gesteld. Eindelijk trad ze in 1877 nog eens in het huwelijk met Gilbert Eddy, een vurige aanhanger van de door haar uitgevonden leer. In Boston verrees nu een eigen kerk en ook een eigen orgaan, „the Journal ofl Christian Science", verscheen vanaf die tijd regelmatig. Berichten over wonderbare genezingen trokken de aandacht en haar invloed en roem stegen snel. Ook in Den Haag werd een Christian Science kerk gebouwd, plaats biedend aan circa 700 bezoekers. Op 90 jarige leeftyd overleed ze, de laatste jaren gekweld door een nerveuse zenuwaandoening. Tot haar dood toe is ze de „leidster" gebleven van de door haar gestichte kerk. Ze werd door haar aanhangers als een heilige vereerd. Men noemde haar de Mozes, die velen vanuit de Egyptische duisternis geleid heeft in het Kana an der „Christian Science". De beoordeling of we het bedrog der „Christian Scien7 ce", als opzet of zelfmisleiding moeten beschouwen, ligt niet op onze weg. Wel moeten we ernstig waarschuwen voor het antichristelijke karakter van deze misleidende stroming. De leer der Christian Scientisten. Wie een staaltje van de „Christian Science" zienswijze wenst, leze slechts de vier hoofdpunten der Scientisten. a. God is alles. b. God = goed, geest; geest is goed = God. c. Geest is het al — stof is niets. d. Leven = God, alomtegenwoordig, goed; ontkent dood, zonde, kwaad, ellende. Deze formule werd als 5e punt ook van achteren naar voren gelezen. De stijl alleen al doet de onbevan: gen lezer wèerzinwekkend aan, maar de aanhangers zien hierin juist een bewijs van „eenheid". Alle Christian Scientisten staan op één bodem, namelijk een onvoorwaardelijk geloof in Mevr. E.'s boek: „Science and Health". Daar het een „Goddelijke Openbaring" betreft is verandering van de tekst verboden. Het is „de enige passende sleutel voor een juiste Schrift-; uitleg". Ook hun tijdschriften staan alle onder controle van het opperbestuur der moederkerk en geven vele aanhalingen uit bovengenoemd boek. „Christian Science" is officieel vertaald: „Christelijke Wetenschap". Maar de onbevooroordeelde lezer zal spoedig ervaren dat ze noch christelijk, noch wetenschappelijk is. Een persoonlijke God wordt door hen ontkend, eh wat zij omtrent de Christus der Schriften leren is in volledige tegenspraak met de Bijbel. Zonde, ziekte en pijn worden als waandenkbeelden en „niet bestaand" beschouwd. Ook het offer van Christus voor onze zonde, wordt dus overbodig. En wat het wetenschappelijk element betreft, beweert de „Christian Science" te zyn „een wetenschappelijke uiteenzetting van de waarheid omtrent God en Christus, een uiteenzetting, die aan de Rede voldoet". Zij zegt hiervan zelf o.m.: „In het begin zal dit wel niet 20 lijken, daar de mens zo abnormaal is geworden, dat hij de waarheid niet ineens kan vatten. Hij is geworden als iemand, die lange tijd in een put heeft verkeerd en het licht niet meer kan aanschouwen. Daarom moet hij eerst rustig het bewuste boek „Science and Health" bestuderen. Daarin toch worden alle vraagstukken van het menselijk bestaan opgelost, zoals nog door niemand gedaan is. Deze wetenschap zal eenmaal de hele wereld doordringen en dan zal alles goed zijn. Zij vestigt de democratie, waarin alle mensen broeders en elkanders leden zijn en allen gelijk zijn als kinderen Gods. Christian Science staat net zover boven het Protestantisme als de eerste Christenen boven de Joden stonden. Zij brengt meer genezing dan de medische wetenschap en meer verlossing dan de kerk". Men ziet dus, dat „Christian Science" niet geheel vrij is van aanmatiging. We willen echter allereerst nagaan in hoeverre deze wetenschap strijdt tegen het geïnspireerde Woord van God. „Christian Science" en de Bijbel. Het standaardwerk van Mevr. Eddy, waarin alle grondregelen vervat zijn heet volledig „Science and Health with key to the Scriptures", hetgeen vertaald luidt: Wetenschap en gezondheid met sleutel tot de Schrift. Dit boek staat naast en heeft gezag over de Bijbel. Niemand kan een goed gelovig scientist worden zonder eerst de inspiratie van dat boek aan te nemen. Het moet dienen om de mens te leren zijn valse be^ grippen over God, Christus, zonde, verzoening en Bijbel kwijt te raken. Het leidt de mens in, in de ware Christelijke wetenschap. En uit het feit, dat dit boek voor de oorlog f. 8,— kostte en er vele honderdduizenden van verkocht zijn, is te verklaren dat het eertijds arme boerenmeisje bij haar dood een bedrag van 4}^ millioen dollars naliet. In de kerkdiensten der Scientisten worden afwisselend gedeelten uit de Bijbel en uit haar werk voorgelezen. Werkelijk Bijbelonderzoek kent men niet, de Bijbel wordt platgedrukt onder het gewicht van de Christelijke wetenschap, daar deze alle tegenstrijdigheid oplost en alles in overeenstemming gebracht heeft. Daarom mag Gods Woord alleen tegelijk gelezen worden met de verklaring uit „Science and Health." Behalve het bidden van het „Onze Vader", waarvan zij natuurlijk ook weer een eigen uitleg hebben, het zingen van Science liederen en getuigenissen van herstelde zieken, mag er niet het minste wat op een toespraak lijkt, naar voren gebracht worden. In hun diensten, over de gehele wereld, wordt gel^ktijdig hetzelfde onderwerp behandeld, naar een programma, opgemaakt door de moederkerk in Boston. De doop wordt zonder water bediend en het avondmaal gevierd zonder gebruik van brood en wijn, daar de werkelijkheid der stof wordt ontkend. „Als iemand zich laat reinigen van zijn dwaling, (nl. dat zonde, ziekte en dood werkelijkheden zijn), dan is hij daardoor gedoopt tot de kerk der liefde". „Wel heeft Christus in de Paasnacht brood en wijn gebruikt, doch dat was ook Zijn laatste tegemoetkoming aan de stof. De opperzaal, waarvan daar gesproken wordt, is thans ons denkvermogen, dat bereid wordt voor het ontvangen der waarheid van de Christian Science". In de „Christian Science Sentinel" van 3 Januari 1920 staat: „Evenals alle andere Christenen, geloven de ChristianScientisten in God; zij geloven in Jezus Christus, zij geloven in de Heilige Geest... en zij geloven van de Bijbel, dat deze het Woord van God is." Zulk een uitspraak schijnt erg christelijk, doch zij is eenvoudig een misleidende leugen. De volgende Scientistische uitspraak is iets eerlijker: „Als aanhangers der waarheid nemen wij het geïnspireerde woord van de Bijbel als onze betrouwbare Gids voor het eeuwige leven." Menige vrome ziel is er dan ook reeds ingevlogen met dat vernuftig bedachte „geïnspireerde woord van de Bjjbel." Want, let goed op, er staat niet, dat Chr. Sc. in een geïnspireerden Bijbel gelooft, doch in het geïnspireerde woord van de Bijbel, m.a.w. dat zij er net zoveel van geloven als zij voor hun stelsel kunnen gebruiken. Volgens hen is van Genesis 2 af de leugen aan het inspireren geweest; en alleen die gedeelten der Schrift, die „goed" zijn, mogen verklaard worden door het meergenoemde boek „Science and Health"; men kan dus nagaan, wat er van onze heerlijke Bijbel overblijft. Hier volgt nog een staaltje van deze „Christelijk We^ tenschappehjke" verklaringen: Onze Vader — „Onze Vader-moeder-god, al-harmonisch". Uw rijk kome — „Uw rijk is gekomen" (in „Christian Science"). Vergeef ons onze schulden = „Liefde weerspiegelt zich in liefde." En leidt ons niet in verzoeking = „En God leidt niet in "verzoeking, maar Hij veilost ons van zonde, ziekte en dood." Joh. 9:6,7 wordt verklaard als volgt: „Jezus verachtte zodanig de stof, dat Hij dit toonde door er op te spuwen en de blinde te bevelen deze zo spoedig mogelijk weer af te wassen." 1 Tim. 5:23. De raad van Paulus aan Timotheus om zijn zwakke maag wat te versterken met wijn wordt aldus verklaard: „Houdt u niet langer op met de verdunde water-fabelen van de Joden, doch neem de klare wijn der geesteskennis en verhef u daardoor over de zwakte van uw lichaam." Adam = „leugen, dwaling, geloof in zonde (het is onwaar, dat God zelf aan Adam die naam gaf)." Verder bevat het boek „Sc. and H." een lijst met verklaringen van woorden, die in de Bijbel voorkomen. Men luistere! Normen" verzinnebeelden het oneindige geduld, en de slang is noch listig noch vergiftig. Zij is de verstandige Idee en betoverend in hare uiting." „Gen. 2 is menselijk, stoffelijk, vals en wederspreekt het eerste hoofdstuk. Daarin begint de naam Jehova als een God der Joden, die aangebeden moest worden — dat is afgoderij." Heilige Geest = „Christian Science." Met Elias, die komen zou en ook met het Woord uit Joh. 1:1, 3 bedoelt de Schrift de Christian Science. Volgens deze verklaring zou men dus ligenlijk moeten lezen in den beginne was „Chr. Sc." en „Chr. Sc." was bij God en „Chr. Sc." was God, alle dingen zijn door „Chr. Sc." geschapen. Ziel is Geest of God, de ziel is niet in het lichaam, maar is God en wordt in de mensheid weerspiegeld. Dood is een illusie, leugen van leven en stof, het onwerkelijke en onware. De rivier Gïhon, de rechten van de vrouw, zedelijk, burgerlijk en maatschappelijk erkend. Lam Gods is de geestelijke idee van liefde en zelfopoffering. Opstanding is vergeestelijking van de gedachte. Het boek geeft ook een exegese van Gen. 1, doch die is een zodanige chaos van valse symboliek, dat wij het maar bij één voorbeeld zullen laten. Gen. 1:20. „Voor het sterfelijk gemoed is het heelal vloeibaar, vast of gasvormig. Geestelijk uitgelegd beduiden rotsen en bergen, vaste en verheven ideeën. — De vogelen, die boven de aarde in de vrije lucht -der hemelen vliegen, doen zien, hoe boven het lichamelijke het verstand van het onlichamelijke en goddelijke Beginsel, de Liefde, opstijgt." Zo zouden we kunnen voortgaan. Verder hebben de Christian Scientisten geen gewetensbezwaar om — waar hun verklaring te kort schiet — er hier en daar nog wat bij te voegen. Zo lezen ze b.y. Rom. 5:10 als volgt: „Want indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door de schijnbare dood Zijns Zoons", enz. Men oordele dus zelf wat er overblijft van hun beweerd geloof in het geïnspireerde Woord van de Bijbel. Wat leert „Christian Science" over de Goddelijke Drieëenheid: Vader, Zoon en Heilige Geest? „Christian Science" rafelt de Schrift zodanig uiteen, dat Eddy Baker tot de conclusie komt, dat het geloof in de Drieënheid heidens is. Zij onttroont de levende God van de Bijbel. De Schepper wordt niet als Persoon erkend, doch slechts als „Beginsel". „God is Geest en de mensen zijn uitstralingen van die Geest; de eigenhjke mens, de Ego, is dus Geest én Geest is God". In eenvoudige woorden gezegd, wordt de mens, d.w.z. de eigenlijke mens tot God verheven. „Te geloven dat God een Schepper is van stoffelijke mensen, is overtreding van het le gebod: Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben." God kent geen stof, heeft nooit stof gemaakt, en daar er niets is buiten God, bestaat er geen stof. Stof is onwerkelijk en schijn. God een Schepper noemen van stoffelijke mensen, is Hem verantwoordelijk stellen voor alle stoffelijke en geestelijke ellende. God is het beginsel van Liefde en Leven en dus onpersoonlijk, evengoed als het beginsel van wiskunde onpersoonlijk is. God voor te stellen als een Vader, Die de verloren zoon zoekt is afgoderij. Er bestaat voor Hem niets, dat verloren is en Hij kan ook het verlorene niet zoeken". „Toen ik onderzocht werd ter toelating tot de Christian Science Kerk — zegt een voormalig Scientist — werd er met geen woord gerept over het geloof in God, maar omtrent , mijn geloof in Mevr. Eddy werd ik grondig ondervraagd. Zij vroegen mij of ik geloofde dat zij goddelijk was, en ik stemde hierin geredelijk toe. Toen ik deze vraag voldoende had beantwoord en nog vele andere van dezelfde soort, werd ik opgenomen en werd mij het volle lidmaatschap toegekend." Over de Zoon van God, Jezus Christus, staan zij op even onschriftuurlijke grond. Wel vloeien de geschriften van „Christian Science" over van die gezegende Naam. Hun lijfspreuk luidt zelfs: „Want er is ook onder de hemel geen andere Naam, die onder de mensen gegeven is, door welken wij moeten zalig worden" (Hand. 4 :12). Maar het misleidende hierin is, dat de Christus van „Christian Science" niet de Christus der Schriften is. Luister slechts: „Jezus Christus was niet één persoon, het waren er twee. Jezus was de stof, de Zoon van Maria en Jozef, de man, die de Christus-geest bezat. Christus werd nooit geboren, en is nimmer gestorven, noch opgewekt. Deze Christus-geest was vóór Abraham en verliet Jezus op het ogenblik dat men „hemelvaart" noemt. Toen voer de Christus-geest op en werd de stoffelijke Jezus door de toepassing van „Christian Science", door zijn „goed begrijpen van .God", aan de zinnelijke waarneming onttrokken. Deze Christus-geest woont zo goed in ons als in Jezus." „Jezus was niets minder maar ook niets meer dan een voorbeeldig Scientist. Hij was de zoon van God, zoals wij allen zonen Gods zijn. Joh. 3 :16"—21, waar gesproken wordt van een eengeboren Zoon, is een opvatting van Johannes en deze moet in het licht van „Christian Science" beschouwd worden. Jezus' goddelijke zending om „Christian. Science" te demonstreren, d.i. om „het goed begrijpen van God" aan de wereld duidelijk te maken, was zowel noodzakelijk voor hemzelf als voor ons. Hij heeft echter nooit iets voor ons kunnen doen en heeft dat ook niet gedaan. Hij heeft ons alleen aangetoond, hoe wij ons zeiven te ver- lossen hebben. Zodra de mensen dan ook door „Christian Science" een beter begrip van Christus gekregen hebben, zullen ze niet meer bidden en arbeiden in de verwachting, dat zij loon zullen ontvangen op grond van het lijden en de overwinning van een ander. Het verkeerd begrijpen, het valse begrip van de mens, heeft er toe geleid, dat Jezus als de reddende macht werd aangezien, doch verlossing is geen geloofszaak, het is een proces van voortdurende concentratie." „De kruisiging van Christus voor de zonde" is — volgens „Christian Science" — een dwaalbegrip. Christus was het type der mensheid en élk mens heeft net zoveel deel in het vèrzoeningsproces als Christus zelf. Onze gedachten moeten gekruisigd worden, die scheiden ons van het ware". „Alle uitspraken in de Schrift, die betrekking hebben op Zijn komen in de wereld om ons van de zonde te verlossen, betekenen alleen, dat Hij de man is geweest, die ons leerde, hoe God begrepen moest worden; dat begrijpen is spoedig in de eerste Christengemeenten verloren gegaan en in deze volheid des tijds is het Mevr. Eddy gegeven haar weer te ontdekken en in de wereld te brengen." „Alles wat ons uit Zijn aardse leven is medegedeeld, is zinnebeeldig en Zijn kruisdood als offer voor de zonde, een dwaalbegrip. Als Hij zonden vergaf, wilde dat zeggen, dat in Zijn bewustzijn, de zonden vergeven waren, m.a.w., dat zonden voor hem niet bestonden. Zo moeten wij ook in ons denken opklimmen, opdat de zonden van anderen kunnen vergeven worden, op dezelfde wijze. De theorie van een God, die Zyn toom op Zijn Zoon zou hebben doen komen voor de zonde, is goddelijk onnatuurlijk — het is mensentheorie." „De dood, waarvan Paulus spreekt in Rom. 5 :10, was een schijnbare dood, om de waarheid van „Christian Science" des te beter te doen uitkomen. Zijn discipelen meenden, dat hij gestorven lag in het graf, doch hij leefde. Als Christus zegt: „17c ben dood geweest en zie, ik leef!" (Openb. 1:18) betekent dat „Ik ben dood geweest — niet verstaan door de mensen; doch nu leef Ik — word ik wèl verstaan. „Bij de opstanding zeggen de vrouwen: „zij hebben onze Heer weggenomen" en het is ook de taak van „Christian Science" om van het Christendom een „gestorven Heer" weg te nemen en het een „levende Heer" terug te geven in „Christian Science." Evenals Zijn dood was ook Zijn opstanding een ,£chijnopstanding," zeggen zij. En hoewel Paulus met nadruk verkondigt: „Indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uwe zonden" (1 Kor. 15 :17), „Christian Science" weet u met de Bijbel in de hand aan te tonen, dat het alles maar schijn was. „Jezus zelve was stoffelijk en daarom onwerkelijk; zodra Hij God dan ook goed begrepen had, verdween Jezus en de Christus-geest bleef over. De hemelvaart was de einddemonstratie van „Christian Science", een zich verheffen boven alle stof, zodat stoffelijke ogen Hem niet konden zien." „Christus is, evenals God, geen persoon, Hij is een Beginsel. Dat beginsel kan evengoed in ons zijn als in Jezus. Ons goed begrijpen van God is: Christus; zodat ten slotte iedereen zijn eigen verlosser is; het komt maar op het denken aan. De verzoening van Christus bestond daarin, dat Hij ons verzoend heeft met de idee Gods, nl. dat zonde, ziekte én dood niet bestaan en dat God „geest en goed" is. Dit begrijpen van God is de enige verzoening, die er bestaat; zij zal de mens verlossen uit de slavernij „van het valse begrip en hem in waarheid vrij maken." „Het lichamelijk bloed — zegt „Christian Science" — was niet méér machtig te reinigen van de zonde, toen het gestort werd op het vloekhout dan toen het in Zijne aderen vloeide, toén Hij dagelijks in de dingen Zijns Vaders was." De „Church Times" deelde destijds mede, dat in Amerika personen, die overgaan van de Episcopaalse kerk naar de Christian Science-kerk, een verklaring moeten ondertekenen, bevattende o.m.: „Ik verklaar te loochenen, dat Jezus Christus was God, geopenbaard in het vlees. Ik verwerp de leer der vergeving door het gestorte bloed van dezelfde Jezus Christus." „Door zijn begrijpen van God genas Christus de zieken. Zijn methode was: het ware gebed, d.i. „het juiste denken over God en het wegdenken van de stof." Wat men wonderen noemt, waren uitvloeisels van zijn goed-begrijpen van God. Als hij Lazarus uit het graf riep, dan deed Hij dat door de kennis, dat Lazarus nooit dood was geweest." En hoewel Jezus in Joh. 11:14 onomwonden gezegd heeft: „Lazarus is gestorven," zegt: „Chr. Science". „Zijn dood is schijn geweest en doordat Jezus geloofde, dat Lazarus noch in een „stoffelijk lichaam" geleefd had, noch er in gestorven was, kon Hij hem weer terugroepen. Had Jezus werkelijk geloofd dat Lazarus gestorven was, dan had Hij een even vals begrip gehad als de andere mensen en had Hij hem ook niet kunnen opwekken. En zodra wij nu ons zeiven en anderen kunnen terugbrengen van het geloof, dat alle mensén moeten sterven, kunnen we ook dezelfde geestelijke kracht van Jezus uitoefenen en de tegenwoordigheid terugroepen van hen, die geloofden dat zij gestorven waren. „Christian Science" heeft de sleutelen des hemelrijks." Voor wie de moed mocht hebben tégen deze onzin iets verstandelijks of Schriftuurlijks in te brengen, hebben zij 1 Kor. 3:19 bij de hand: „de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God". Of ook wel Paulus' waarschuwing ',zich niet te laten afvoeren van de eenvoudigheid in Christus!" „De Heilige Geest is de Trooster, die gekomen is in „Christian Science." „Christian Science" leidt in alle waarheid. De Pinksterdag was de uitstroming van het goddelijk begrijpen en dat is „de Heilige Geest." En niettegenstaande Joh. 16:13 ons in die ene tekst zevenmaal vermeldt, dat de Heilige Geest een Persoon is, noemt de Christelijke Wetenschap dit: afgoderij. Het is een feit dat „Christian Science" een van de meest helse en misleidende leringen is, die ooit door mensenlippen zijn verkondigd. Ze gaat in tegen de kern van de Heilige Schrift, tracht de Goddelijke Drieëenheid te ondermijnen; ontneemt de kracht aan het plaatsvervangend werk van Christus als de Zone Gods, tracht het feit van Zijn opstanding te verwerpen en ons het enige te ontnemen, waarop ons geloof kan rusten n.1. de waarheid en betrouwbaarheid van de heerlijke persoonlijkheid van onze Heiland. — Zij overtreft Judas in zijn welbewust en bedriegelijk verraad. Hij, die eenmaal z.g. „Christehjk-Wetenschappelijk" denkt, is niet meer met logische, noch met bijbelse argumenten te bereiken; men leest daar van-achter-af en stelt alles op z'n kop. Wat „Christian Science" leert over de zonde. Paulus zegt in Rom. 3 :10 „Er is niemand rechtvaardig, ook niet een" en Johannes schrijft in zijn eerste brief, hoofdst. 1:10: ,Jndien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, zo maken tri; Hem tot een leugenaar," doch volgens „Christian Science" wisten die Apostelen er evenmin iets van als de profeet Ezechiël, die in hoofdstuk 18:4 zegt: ,£)e ziel, die zondigt, die zal sterven." Chr. Sc. zal" het u beter vertellen: „Alles, wat van de val des mensen, erfzonde enz. gezegd wordt, is onzin. De mens is en blijft volmaakt. De Oneindige heeft hem geschapen en hij is dus oneindig en goed. Hij behoeft zich daarvan slechts bewust te worden om het ook te zijn. Niet de zondaar doch de zondige idee gaat verloren. Zonde bestaat evenmin als een zondaar bestaat. Dat zijn valse begrippen; zodra het geloof aan zonde uitgeroeid is, zal er ook geen zonde meer zijn. Hoe komt iemand er toe, om van God te geloven,: dat Hij een macht zou toelaten die Duivel heet? De enige Duivel, die er bestaat op de wereld, is het valse begrip over zonde, ziekte en dood, het verkeerde begrip van het „zijn". Zodra de mens ophoudt te zondigen in het verkeerde denken, is er zonde noch duivel, ziekte noch dood meer. Zonde, ziekte en dood zijn maar schijnbare werkelijkheden; ze komen voort uit een vals en onwaar begrip van het „zijn". Dit „zijn" bestaat nooit uit stof. Zonde is geen werkelijke macht, er is ook geen plaats voor haar; ze is dan ook niet in staat de mens te verleiden. De mens wordt alleen verleid door het valse begrip, dat hij van de zonde heeft. „Als iemand kon zondigen, zou hij sterfelijk zijn, doch de ziel is oneindig en daarom kan ze niet zondigen. Men behoeft voor zonde geen vrees te hebben. Zij is noch persoon, noch plaats, noch ding, doch eenvoudig een misleiding, een waan, een begoocheling van onze stoffelijke zinnen. Men moet dus niet de zonde, doch die begoocheling, die waan, verdrijven door het bewustzijn, dat onze Ego of ons eigenlijk „zijn" nooit kan zondigen of verloren gaan." Komt er nu iemand, die „denkt" dat hij zondaar is, tot „Christian Science" om verlost te worden van zijn zonde, dan verklaart men hem: „dat God zondeloos is en zonde geen werkelijk bestaan heeft. Hij moet dus niet van de zonde, doch van het gch^nbegrip dat hij zondaar is, verlost worden; zodra hij die wetenschap aanneemt, is hij gered." „Iedereen heeft zijn eigen vraagstuk op te lossen en zijn eigen verlossing van „het begrip van het kwade" uit te werken. Alleen onze gedachten staan onze vooruitgang en voorspoed in de weg. Alles berust op een juist denken. Maak de mens goed; d.w.z. leer hem goed denken; geef hem een goed begrip en hij is bevrijd van zonde', ziekte en dood. De leer van „vergeving door het bloed," is een valse leer. Als dat waar was, zou de zonde hebben medegewerkt, om van de mens een nog beter mens te maken dan hij vóór de val was. Paulus zegt in Hebr. 12 :1 „Laat ons afleggen alle last en de zonde, die ons lichtelijk omringt?'. Daarmede bedoelt hij: laat ons ons stoffelijk „ik" en de stoffelijke zin afleggen en het goddelijk Beginsel en de wetenschap van alle genezing zoeken. Als de waarheid de dwaling heeft overwonnen, dan kunt ge ook tevens zeggen wat Paulus schrijft in 2 Tim. 4:7: „lk héb de goede strijd gestreden, ïk heb het geloof behouden". Dan zijt ge een beter mens geworden." Wat „Christian Science" leert over vrees en ziekte. Vrees behoort ook tot de dwaalbegrippen. Vrees voor ziekte, vrees voor natte voeten, voor kouvatten, voor besmetting enz., het is alles schijnbegrip. „Christian Science" schaft die vrees af. Alles hangt af van ons „denken". „Men kan zich, mits volmaakt zijnde in „Christian Science" dan ook warm denken te midden van een koude en koud denken te midden van een warme omgeving. Onze denkkracht kan zelfs een onaangename geur veranderen in een aangename reuk. Als mensen bezweet in de tocht gaan staan, dan vatten zij koude, doch een Scientist, die aan deze dingen niet gelooft, blijft er vrij van." De „ondenkbaarheid" van „Christian Science" is het meest ondenkbare onder de zon. Deze zegt, dat we slechts moeten denken wat we zijn, en moeten zijn wat we den- ken. Als iemand ziek is, moet hij slechts denken dat hij gezond is; en ziedaar, hij is gezond. „Christian Science" zegt, dat ziekte e.d. niet bestaan, en dan maakt ze er toch aanspraak op, de ziekte — die niet bestaat — te genezen. Eerst denkt ge over iets, daarna komt ge tot de conclusie, dat er niets is om over te denken; dan moet ge hetgeen, waarover ge dacht, verbannen. Dan is. al uw denken verkeerd; want er was niets om over te denken, hoewel ge het onderwerp van uw gedachten verbande. Er is veel denken voor nodig om te denken over iets, dat er niet is; en dan te denken, dat hetgeen waarover ge denkt, niet de moeite, waard is om over te denken, totdat datgene, waarover ge aan het denken zijt, er niet meer is om over te denken. Zulk denken gaat boven de denkkracht van hen, die tot denken in staat zijn. Het genezen van zieken is de eigenlijke praktijk der „Christian Science". Behalve de reusachtige winsten op de dure boeken en de gewone bijdragen der „gelovigen" vormt de zieken-exploitatie het eigenlijke bestaan der beroepsscientisten. Want u moet niet menen, dat men de zegeningen van „Christian Science" zomaar voor niets ontvangt. In Duitsland had men vroeger een vast tarief voor elk beroepsgebéd. Hier in Holland laat men het, naar ik meen, meer aan de beleefdheid over en getuigt zulks van echt oud-hollandse zaken-zin. De echt-Bijbelse „Gebedsgenezing" wordt door „Christian Science" genoemd: „geestelijke kwakzalverij", omdat deze genezing berust op blind geloof en niet op kennis. „Tot God bidden om ons van ziekte te verlossen is tot een ander bidden dan tot die God, die Denkkracht en Leven is. De Christenen, die tot God bidden in ziekte, roepen vreemde goden aan." Een moeder, wier kindje op het gebed des geloofs genezen was, en zulks aan een Christian-Scientiste vertelde, kreeg ten antwoord: „o ja, maar uw God is onze „duivel". Waarin bestaat dan hun genezing van ziekte, zult ge vragen. Wel, eenvoudig in dezelfde methode, die ze volgen bij de z.g. verlossing van de zonde. „Men moet komen tot het juiste bewustzijn en het rechte begrip van het zijn", n.1. dat God Geest is en goed, en dat zonde, ziekte en dood onwerkelijk zijn. Leer de zieke begrijpen, dat hij een kind Gods is, dat ziekte alleen gevormd wordt door verkeerde gedachten; verstoor die droom en hij is gezond. Iemand, die zich van het begrip kan ontdoen dat hij ziek is of pijn heeft, is gezond en heeft geen pijn meer. Ziekte en pijn zijn vruchten van onze bedorven verbeelding; het is schijn, anders niet." Ook bij de geboorte van kinderen uit scientistische moeders is medische hulp eigenlijk overbodig. • „Wat door deze moeders ter wereld wordt gebracht zijn: goddelijke ideeën; is geest, die uit God geboren is. en dat kan geen pijn teweegbrengen. „Christian Science" heeft de wetenschappelijke regel voor de practijk gevonden, om al deze dwaalbegrippen uit te roeien. De ontdekking daarvan is door Mevr. Eddy gedaan, hoewel reeds in Joh. 8:32 voorspeld. O, dat valse begrip! Denk toch niet langer aan tuberculose, typhus en dergelijke! Ze zijn evenmin besmettelijk als dat ze werkelijk bestaan; ge kunt er u vrijelijk en rustig tussen bewegen. Kom tot het ware bewustzijn; dat ze niet bestaan en — ge zijt gezond. Als een kreeft een zijner scharen verliest, groeit deze uit de natuur weer aan; als een mens dus zo vrij van vals begrip kon zijn als een kreeft, zou ook zijn afgereden been weer van zelf aangroeien." In deze komt „Chr. Science" dus tamelijk overeen met de moderne suggestie. De bekende Dr. Coué boekte in zijn kliniek te Nancy eveneens belangrijke genezingen, wat we als een der sterkste argumenten tegen de theologie van Christian Science zouden kunnen aanvoeren. Deze geleerde heeft immers in 't geheel geen theologie nodig en bereikte dezelfde resultaten. Zijn genezingen waren gebaseerd op de werking van het onderbewustzijn. Het onderbewustzijn beheerst — volgens de bewering van bekende psychologen — geheel de onwillekeurige functies van het lichaam. Zo kan men iemand tot de overtuiging brengen, dat men iedere dag in alle opzichten al beter en beter wordt. De genezingen van Christian Science moeten uit hetzelfde beginsel verklaard worden, echter onder de valse schijn van een godsdienstige vorm. De theoriën van „Christian Science" zijn evenals de methode van Coue echter lang niet zo onschuldig als ze zich aandienen. Ze openen de deur voor de duistere machten van het onderbewustzijn en wekken een leugensfeer door een leugenformule. Wat „Christian Science" leert over de dood. Een volmaakt Scientist overwint ook de dood. Evenwel is daar in de practijk nog nooit iets van gebleken. Zelfs de stichtster van „Christian Science", Mevrouw Eddy, is onlangs de weg van alle vlees gegaan en hoewel er drie dagen en nachten bij haar graf gewaakt is, omdat ze natuurlijk maar „schijndood" was en, evenals Christus, zich na drie dagen weer zou vertonen als een triomph van „Christian Science", is zij dood gebleven en moesten de trouwe aanhangers en aanhangsters ongetroost naar huis gaan. De practijk is dus iets anders dan de theorie, die leert: ,,Dat de dood net zo lang heersen zal, tot de wetenschap over het „zijn" vólkernen is-, d.w.z. als olie mensen Scientisten zullen zijn, zal ook de dood geen macht meer hebben. Er wordt nu in de omgeving nog te veel aan de dood gedacht; er waren ook in de omgeving van Mevr. Eddy nog te veel mensen, die de dood voor „werkelijk'' hielden, en daarom moest ook Mevr. Eddy sterven." Mevr. Stetson echter, die reeds lang de dienstdoende voorgangster was van de eerste kerk der Scientisten te New York heeft destijds gezegd: „Tegenwoordig bestaat dezelfde toestand als toen Jezus van Nazareth stierf en begraven werd. Na drie dagen openbaarde Hij Zich om te bewijzen, dat er een leven is na de dood. Mevr. Eddy zal-hetzelfde doen, want zij neemt in de tegenwoordige wereld dezelfde plaats in als Jezus in de toemalige. Mevr. Eddy zal er mogelijk langer over doen, om door de tijdelijke dood heen te komen tot de trap der openbaring van het eeuwige leven. Het kan jaren duren, maar het kan ook morgen of de volgende week plaats vinden. Maar ze zal zich openbaren en alle mensen zullen er van horen. Zij, die tot de Kerk behoren en hun twijfel over deze openbaring uitspreken, gelijken de discipelen, die twijfelen tot zij Jezus zagen en betastten. Alle mensen, die willen geloven, zal getoond worden, hoe zij door geestelijke middelen over de dood zullen kunnen heersen, doch eerst moeten zij Mevr. Eddy's openbaring afwachten. Zeggen, dat Mevr. Eddy voor altijd is heengegaan, is de beginselen van „Christian Science" verloochenen en de onderrichtingen, die zij gaf in haar leven, miskennen." Wat „Christian Science" van het gebed zegt: „Tot God te bidden zoals de Christenen dat doen, is onzin. Matth. 6:8 zegt, dat God weet wat wij nodig hebben; waarom zouden we dan om iets bidden?" Christian Science vergeet hierbij echter, dat op vers 8 volgt: „Gij dan bidt aldus," of: juist daarom, en hoewel God weet, wat wij nodig hebben, leert de Heiland ons toch te vragen „Geef ons heden ons dagelijks brood." (: 11) Mevr. Eddy echter weet het beter. „Wie is dwaas genoeg om God vergeving te vragen van zonde? God kan zulk een gebed niet verhoren, voor Hem bestaat geen zonde en er is dus ook niets te ver- geven. Niet God, doeh de mens moet bewogen worden; het valse begrip van het gebed moet worden gewijzigd, dan verkrijgt men wat men zoekt." Ook hier büjft dus niet veel van de inspiratie van de Bijbel over, die ons zegt, dat de tollenaar uitriep: „O Heere, wees mij zondaar genadig! " en er tevens bij vermeldt, dat hij gerechtvaardigd heenging. Nog al te vaak wordt „Christian Science" vereenzelvigd met de z.g. Gebedsgenezing. Zij hebben met elkander echter niets uitstaande; al legt „Christian Science" zich bijna uitsluitend toe op het genezen van zieken, door wat zij noemen: „gebed". Wat zij onder bidden verstaan, leert ons het volgende: „Het Gebed mag nooit een biechtstoel zijn, waar vergeving van zonden gevraagd wordt. En een gebed, dat bij de mens het geloof aanwakkert, dat hij beter wordt, omdat hij er om bidt, is een gebed uit de boze. God is Leven en Liefde. Hij kan niet bewogen worden om goed te zijn, omdat Hij goed is. Hij is ook geen mens, die men aan iets herinneren moet. Hoe kan bovendien een Beginsel worden aangebeden? Een Beginsel moet worden toegepast! Bidden in de zin van vragen, alsook voorbidding en aanbidding, het behoort alles tot de afgoderij; bidden is eenvoudig, alles uit het bewustzijn dringen, wat niet overeenstemt met het wezen van God." Daarmede bedoelen zij dan, dat men maar denken moet, dat al het stoffelijke schijn of onwerkelijkheid is. Als men ziek is, dan bidt, of beter gezegd, denkt men: Ziekte bestaat niet, God is goed, geest en denkkracht; ik, ,,mijn eigenlijk ik" is dus denkkracht, geest en goed; Ik ben dus God en niet ziek". Hun bidden is een in-zich-zelf-keren, een denken, een zich-opdringen van het bewustzijn, dat alles goed is en zonde, ziekte en dood onwerkelijke schijn zijn. Van de heerlijkheid van het christelijke gebedsleven is aan „Christian Science" evenmin iets bekend als van de zaligheid der dankzegging. „Christian Science" en ons lichaam. „Christian Science" leert, dat het lichaam, dat wij dragen, niet werkelijk bestaat — ge moogt zeggen, wat ge wilt — het bestaat niet, het schijnt maar zo. Maar, zult ge zeggen, ik zie het toch, ik gevoel het — mis! het is alles vrucht van uw bedorven verbeelding. „Stof bestaat niet. God heeft geen stof geschapen en daarom bestaat het niet." Wat uwe ervaring zegt, komt niet in aanmerking. Ook al zegt de Heüige Schrift in Rom. 6:12: „Dat dan de zonde niet heerse in uwe sterfelijke lichamen" en in Corinthe 6 :19, 20: „Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de H. Geest", het komt er niet op aan; „Christian Science" zegt: dax een stoffelijk lichaam nooit door God geschapen of gewild is. „God neemt van dit lichaam geen notitie, omdat het schijn en onwerkelijkheid is. Het „volksgeloof" dat de mens uit geest en stof bestaat, is onwerkelijk; het is het vals begrip, dat zich van Adam heeft meester gemaakt; hij dacht, dat hij stof en geest was, en dat vals begrip hebben de mensen van hem geërfd. Als een mens lijdt, is dat niet de eigenlijke mens, het is zijn namaaksel, zijn omgekeerde gelijkenis." Natuurlijk staat men tegenover zulke beweringen perplex, doch als men het waagt zijn bezwaren tegen, dergelijke onzin in te brengen, dan is het enige antwoord: Stof is onwezenlijk! We mogen geloven het te zien of te voelen, het is de vrucht van onze verdorven denkkracht, die ons de dingen zo op het netvlies afspiegelt, alsof ze werkelijk zijn. De mens moet komen tot het goddelijk bewustzijn, dat „God is geest en goed en dat alle stof schijn is en niet bestaat". Te geloven, dat Adam uit stof is geschapen, is bijgeloof; evenzo de geboorte van Eva uit de rib van Adam. Een mens wordt niet geboren en sterft niet; hij bestaat met zijn Schepper van eeuwigheid tot eeuwigheid." „De mens is: een idee Gods." „Christian Science" en het Huwelijk. ,Jiïannélijk" en „vrouwelijk" zijn valse, menselijke begrippen. Gelijk God: „Vader-moeder-al-God" is, is de mens: „Man-vrouw". De uitspraak: „stof zijt ge en tot stof zult ge wederkeren" wérd niet tegen de mens gezegd, doch tegen de leringen van de stof. De diepe slaap uit Gen. 2:21 wordt genoemd „een magnetische slaap, waarbij een chirurgische operatie werd verricht." „Dat Adam een vrouw nodig had voor nakomelingen, bewijst voldoende, dat hij afgeweken was van de wetenschap." In duistere termen wordt dan heengewezen naar een tijd, die komende is, waarin de thans geldende wijze van voortteling geheel zal veranderen. Ook moet er een geheim voorschrift bestaan voor vrouwen, om buiten de geordende weg kinderen te kunnen voortbrengen. De opstanding uit Luk. 20:54, 35 wordt verklaard te zijn, de eeuw waarin „Christian Science" algemeen zal zijn aangenomen; dan zullen de aardse vaders verdwijnen en de vrouwen (evenals Maria, de moeder des Heeren) door haar „goed begrijpen" van „Christian Science" schepselen voortbrengen. Dan zal al het verkeerde uit het leven weggedaan en man en vrouw gelijk gesteld zijn." Hoe dodelijk de slang is, die aan de wortel van Chr. Science opgerold en verborgen ligt, kunnen alleen zy het best begrijpen, die dit hebben gezien. Op het huwelijk zien ze laag neer, en als een paar trouwt, verliezen ze hun rang. Zij beweren, dat het huwelijk niet nodig is voor de voortplanting, en een voormalige scientist zeide: ik heb vernomen, dat ten minste drie kinderen geboren zijn zonder vaders te hebben gehad." Christus' uitspraak: „niemand Zijn vader te noemen, wordt aangehaald, om deze theorie te bevestigen. Wie denkt hierbij niet aan de profetische waarschuwing uit 1 Tim. 4:1—3a, nl. dat de leringen der duivelen o.m, gebieden zullen de door God gestelde verordeningen van het huwelijk te ontbinden. Hemel, Hel en Wederkomst des Heeren. „Christian Science" leert, dat ten slotte allen gered zullen worden en dat er geen eindoordeel zal zijn voor een persoonlijk God. „Geen eindoordeel wacht de sterveling; want de oordeelsdag der wetenschap komt ieder uur en bij voortduring. Het is niet de zonde, of de zondaar, die gestraft wordt, het is het valse begrip, dat zijn straf ontvangt en uitgedreven wordt door het juiste denken en het bewustzijn van het werkelijk „zijn". De mens, die nog gelooft aan het bestaan van de zonde, wordt met zijn eigen geloof gestraft. Zijn ervaring in dat valse begrip is: de hel, en het valse begrip zelf: de duivel; zonde bestaat niet, straf en oordeel bestaan evenmin. ,Een werkelijke, plaatselijke hel heeft noch werkelijkheid, noch recht van bestaan. Gelukkig, dat „Christian Science" de wereld redt van dat akelige droombeeld en een ommekeer in het bewustzijn brengt, waardoor van de vroegere hel een hemel gemaakt wordt. Zomin er een plaatselijke hel bestaat, zomin bestaat er ook een plaatselijke hemel". „Out Hope" maakte destijds melding van een advertentie, die door „Christian Science" in de New-Yorkse bladen werd geplaatst. We geven er iets uit weer: „Christus heeft gezegd: „Ik ga heen en kom weder tot u," (Joh. 14:28). In deze 20ste eeuw komt de geest der waarheid — Christus, de goddelijke idee — door de leer van „Chr. Science" weer tot ons.MaryEddy Bakerde stichtster van „Chr. Science", werd door God geïnspireerd de Schriften te onderzoeken, opdat zij het eeuwige leven zou vinden. Het licht van het geestelijk inzicht gaf haar de kennis van Christus Jezus' macht over zonde en dood en zij gaf aan de wereld de resultaten van het kennisleven en wel in het Handboek van Chr. Science: „Kennis en Gezondheid met sleutel tot de Schriften" en in haar andere werken. En evenals Jezus Christus, zal ook zij haar leer openlijk door daden bewijzen. Christus Jezus was dé mannelijke vertegenwoordiger van het Vaderschap in God. In deze eeuw is Mary Eddy Baker de vrouwelijke vertegenwoordigster van het Moe^ derschap in God. — Christus zei bij Zijn eerste komst tot Zijn discipelen: ,Jk heb u vele dingen te zeggen, maar gij kunt die nu niet dragen." (Joh. 14:12). Bij Christus' tweede komst zullen die „vele dingen" wel te dragen zijn door Zijn discipelen der 20sté eeuw. Ja, zij zullen zelfs verdedigd worden, tot de onuiteindelijke demonstratie van de macht over zonde en dood toe. De ideaal-mens, de vertegenwoordiger van het Vaderen Moederschap in God, de samengestelde idee, wordt begrepen door Christus' discipelen der 20ste eeuw; en hun, die naar hem uitzien, zal hij ten andere male zonder zonde verschijnen. Men kan de komende Christus dus vinden in de binnenkameren der Christian Science, door in stilte deze leer op zich te laten inwerken (zie Matth. 24:26). Uw verlosser leeft in Christian Science en 't ligt aan u, deze aan te nemen; hij zal u bevrijden van zonde, ziekte en dood. Dat zijn de „nieuwe tongen" waarmede de mensen moeten spreken." De Bijbel echter leert ons iets anders, niet alleen lezen we daar ten opzichte van de gelovigen: „Wij weten dat zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij. een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt,, maar eeuwig in de hemelen". Maar de Bijbel zegt ook nadrukkelijk, dat er een dag zal komen — aan het einde van het Duizendjarig Rijk — dat de doden groot en klein, voor God zullen staan aan de Grote Witte Troon. „En de boeken werden geopend...; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hunne werken... En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in de poel des vuurs" (Openb. 20:12—15). Zie Hand. 17:31. Tegen alle bijbelse leringen in, verklaart „Christian Science" al die uitspraken voor zinnebeeldig en zegt: i „De hemel hangt af van ons bewustzijn en de weg er heen is harmonie. Paulus zegt: „heden is de dag der za» ligheid", dus behoeven,we ons niet op een toekomst Voor te bereiden. Elk Christian Scientist weet, dat hij niet door het graf behoeft te gaan om zijn Heiland te bereiken; dat hij niet behoeft te wachten op de wederkomst van Christus en ook niet buiten zijn eigen hart behoeft te gaan om redding te vinden. „Christian Science" is de opstanding, de wederkomst van Christus en de hemel". De persoonlijke wederkomst van Christus is niet nodig, „want „Christian Science" is gekomen en deze geeft de mensen de heerschappij over de aarde terug; wij hebben gepn andere eoden nodig. Het wederkomen van Christus in onze dagen hangt af van het zien van de waarheid door ieder mens voor zichzelf." „Christian Science" loochent de hoogste heilswaarheid, nl. dat Jezus is de Christus; en loochent, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. „Christian Science" verklaart de wonderbare geboorte van Jezus Christus als volgt: „De moeder-maagd ontving deze idee van God, en gaf aan dat haar ideaal de naam van Jezus." „Jezus was het resultaat van Maria's welbewuste gemeenschap met God." „Christian Science" ontkent het plaatsvervangend lijden van Christus en de verzoening door Zijn bloed. „Christian Science" ontkent de opstanding van Christus. „Zijn opstanding — zeggen zij — was slechts een vergeestelijking van gedachten... stoffelijk geloof, dat overging in geestelijk verstaan." En dat Jezus het lichaam, dat uit het graf opstond „vlees en benen noemde, was juist een'„zich aanpassen aan de nog-niet-ontwikkelde ideeën van geestelijke kracht." „Christian Science" loochent niet alleen de Zoon, en de Geest, maar ook de persoon van de Vader. God is volgens hen: goed, alomtegenwoordig — denkkracht — geest." „Christian Science" ontkent het bestaan van de Heilige Geest. Hun verklaring van de Heilige Geest is, dat deze hetzelfde is als „Christian Science". „Christian Science" ontkent de Wederkomst van Christus. Het Zal de lezer na al het genoemde duidelijk zijn, dat men in „Christian Science" niet minder dan in de Theosofie en het Spiritisme te doen heeft met een Anti-christeliik leugenstelsel. Schijnbaar vijandig aan elkaar, zijn ze toch trouwe bondgenoten waar het geldt: vijandschap' tegen Christus. De ene belooft verlossing in het Weten van allerlei geheime dingen, de andere biedt de mens in het Zien- en waarnemen van een onzichtbare geestenwereld, een surrogaat van het geloof; terwijl „Christian Science" een heilstaat belooft aan hen, die aanleg, tijd en gelegenheid hebben om onafgebroken in-zichzelf-te-keren en te Denken. Ze zijn alle drie van dezelfde auteur: de Vader der leugen, duidelijk kenbaar aan de vele genoemde dwalingen, die als evenzovele zwarte draden van satanisch weefsel in dit leugenstelsel zichtbaar zijn. ' Maar bizonder ook aan het profetische kenmerk van de Antichrist: alle geest die niet belijdt, dat Jezus Christus in hei vlees gekomen is, die is uit God niet, maar dit is de geest van de Antichrist, welke geest gig gehoord hebt dat komen zal, en is nu airede in de wereld." 1 Joh. 4:3. Volgens haar eigen getuigenis heeft „Christian Science" een millioen aanhangers, doch wie telt de overige miüioenen, die van deze verderfelijke leer nèt genoeg kennis nemen om er uit te leren, dat zonde en straf niet bestaan en zij dus voortaan rustig van de wereld genieten en zich uitleven kunnen. Dat toch niemand zijn nieuwsgierigheid bevredige aan dergelijke duivelse leringen, maar rustig blijve bij de ware eenvoudigheid van Christus naar de Schriften. Het was de eerste stap naar het graf, toen Eva zich liet bekoren door de vrucht, die een lust der ogen was en begeerlijk om verstandig te maken; daardoor aangetrokken bleef zij staan en luisterde naar de stem van de verleider. „Christian Science" is een evangelie naar het vlees en mag gerekend worden tot de ongoddelijke en oudwijfse fabelen (1 Tim. 4:7), waartoe men komt als men de kern des geloofs, vervat in 1 Tim. 3:16, loslaat. Kloos, die eens de grootste dichter van onze tijd werd genoemd, heeft gezegd: „Dat vervloekte, ergerüjke Christendom! Daar komt een tijd — ik zie hem komen — dat de mensen zullen zeggen: niet de vaalbleke Christus aan het kruis der spot, met zijn bloedende wonden en zijn brekend oog, noch de koning der smarte, doch de koning der vreugde.... De mensen van later zullen angstig terug zien naar die donkere tijden, toen een arm lijk hing als God..." Deze profetie, ofschoon op zichzelf een profanie, — begint reeds droeve werkelijkheid te worden. Geen Verlosser aan het kruis! Geen verzoening door bloed! Geen letterlijke Bijbel meer. Geen zonde en geen straf! Geen hel, maar ook geen hemel! De mens God! dat is de leuze van deze tijd en de kern van alle misleidende geestesstromingen. Laat ons daarom de raad ter harte nemen, die aan de Gemeente van Filadelfia gegeven is: „Houdt dat gij hebt, opdat niemand uwe kroon neme". Openb. 3 :11. „Christian Science", is een onheilige, antichristelijke stroming, die op hare wijze de komst van de antichrist voorbereidt. Houd u er verre van; houdt u alleen aan die godsdienst, door welke de bloedrode draad der verlossing geweven is, waarvan onze Bijbel spreekt, beginnende bij het offer van Abel, waaraan God getuigenis gaf, tot op het geslachte Lam, aan Wie God het „verzegelde boek" toevertrouwt. (Openb. 5:7). Blijf geloven in een Bijbel, die wèl van zonde, straf en oordeel spreekt, maar óók van een Heiland, Die gekomen is om zondaren zalig te maken, en Die zo duidelijk, dat een kind het begrijpen kan, zegt: „Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven!" Matth. 11 :28. In deze serie „ANTI-CHRISTELIJKE STROMINGEN EN DWAALLERINGEN" zullen brochures verschijnen over: CHRISTIAN SCIENCE; SPIRITISME ; NIEUW-APOSTOLISCHEN; MORMONISME ; ZEVENDE-DAGS ADVENTISME; MODERNISME Reeds eerder verscheen: „ACHTER DE SCHERMEN DER JEHOVA'S GETUIGEN" (Hun verderfelijke dwalingen, wijze van werken, financiën, enz.) door Johannes de Heer. — Vierde, vermeerderde druk; prijs ƒ 0.80 franco per post. Al deze brochures sluiten aan op „EEN VEILIG KOMPAS OP EEN ONVEILIGE WERELDZEE" tot het onderscheiden van enkele anti-Christeüjke stromingen en dwaalleringen. Dit „Kompas" geeft in 8 opvouwbare pagina's een duidehjk overzicht van hetgeen GODS WOORD zegt omtrent de grote heilswaarheden en hoe de MENSEN hiervan zijn afgeweken. Prys ƒ 0.30; 10 ex. ƒ 2.50; 50 ex. ƒ 10.—; 100 ex. ƒ 15.—. „HET ZOEKLICHT" Christelijk tijdschrift, onder redactie van JOHANNES DE HEER belicht de Tekenen der Tijden aan de hand van het Profetisch Woord. De belangrijkste wereldgebeurtenissen worden erin besproken, terwijl het blad verder bevat: Brjbelstudieonderwerpen; een Correspondentie- en Zielszorg-rubriek,! waarin verschillende vragen, door de lezers ingezonden, 'beantwoord worden; Boekbespreking; af en toe een lied op muziek; enz. Het wordt uitgegeven, geheel onafhankehjk van enige Kerk of Secte en stuurt noch openlijk, noch bedektehjk naar een bepaalde Kerk of Secte heen. — Het wenst personen van alle richtingen te dienen. Verschijnt 2 maal per maand; abonnementsprijs f 2.50 per halfjaar of f 4.75 per jaar. — Men abonnere zich of vrage gratis proefnummers aan het adres: Administratie „Het Zoeklicht", Driebergen 3 0000 00097 7953