CB 301U winningsleven-Bibliotheek No. 4 B HET VERVULD ZIJN MET DEN HEILIGEN GEEST LEZING VAN Dr. Ch. INWOOD Eerste oplaag (1-3000) 1 GIDEON-UITGAVE BALISTRAAT 75 |> DEN HAAG 1 1934 PRIJS 10 CENT Duizenden moeten tot kennis der waarheid komen. Er zijn menschen, die niet weten of hun zonden vergeven zijn; die geen zekerheid ervan hebben of ze gered zijn en die in het openbaar niet tot den Heer kunnen bidden. Wij hebben jonge Christenen ontmoet, die bijna niets van den Bijbel afwisten en nog weer anderen, die geen verlangen hadden om den Bijbel of een geestelijk boek te lezen. Dit zijn allemaal teekenen van menschen, die nog nooit Christus als hun persoonlijken Verlosser en Zaligmaker hebben gekend; met andere woorden, die nog nooit wedergeboren zijn. De Bijbel is heel duidelijk met de leer, dat de menschen weten kunnen, dat hun zonden zijn vergeven, dat zij het eeuwige leven hebben: „Ik schrijf u, want de zonden zijn u vergeven om Zijns Naams wil". (1 Joh. 2:12), En dan zouden wij graag willen, dat al deze lezers, die gered zijn en het weten (1 Joh. 5 : 10, 13) een groote groep zouden uitmaken van winnaars van zielen, d.w.z. zulke menschen, die alles willen doen, wat ze kunnen, om hun bloedverwanten, vrienden en bekenden tot Jezus te brengen. Hij vindt eerst zijn eigen broeder Simon en zegt tot hem: „Wij hebben den Messias gevonden; 'twelk is overgezet zijnde, de Christus. En hij leidde hem tot Jezus". (Joh. 1 : 42, 43). Om hen te helpen om dit te doen, zijn er juist door de „Gideonuitgave" in den Haag drie zeer belangrijke boekjes uitgegeven, met de boodschap van het Evangelie door den grooten Amerikaanschen zielenwinnaar en medewerker van D. L. Moody, — Dr. R. A. Torrey, door wien duizenden van zielen den Heere Jezus als persoonlijken Heiland en Zaligmaker hebben gevonden. Deze drie boekjes zijn de volgende: 1. De weg der zaligheid heel eenvoudig verklaard. 2. Een van de droevigste uitingen, die ooit over de lippen van den Zoon van God gekomen zijn. 3. „Te licht bevonden". De prijs van elk van deze belangrijke boodschappen, van het Evangelie is 10 cent, franco. Maar wij zullen het aangenaam vinden, wanneer velen willen vragen naar meer exemplaren, ter verspreiding onder vrienden. De prijzen voor verspreiding zijn als volgt, inclusief porto: 10 exemplaren ƒ 0.75 25 1.50 50 „ 2.50 100 „ *'L 4.— ïooo „ ■'■ti|a 30.— Bestellingen te zenden aan: „Gideon-Uitgave", Balistraat 75, Den Haag. Betalingen in postzegels of per postwissel of op postgiro „GideonUitgave", 143134, Balistraat 75, Den Haag. Duizenden gaan verloren of gaan zonder Christus den dood tegemoet. Haast u om hen de boodschap van redding en eeuwig leven te geven voor het te laat is. Het vervuld zijn met den Heiligen Geest. door Dr. Charles Inwood. „En Ananias ging henen en kwam in het huis en de handen op hem leggende, zeide hij: Saul, broeder, de Heere heeft mij gezonden, namelijk Jezus, die u verschenen is op den weg, dien gij kwaamt, opdat gij weder ziende en met den Heiligen Geest vervuld zoudt worden." Hand. 9 :17. Geliefden! Mijn geest is bezwaard door het bewustzijn der groote verantwoording. Het is iets zeer vreugdevols een boodschapper te zijn, die door den Heere tot de kinderen Gods gezonden is. Men vreest echter, dat het volk Gods het van den Heere gezonden woord niet zal aanvaarden, hetzij uit onvoldoende klaarheid van het woord of wel ingevolge het niet aanwezig zijn van den Heiligen Geest. Men voelt de ontzaglijke verantwoording, die men op zoo'n moment draagt, en wanneer God door Zijne kracht Zijnen knecht niet bijstaat, dan is die gelegenheid op dat oogenblik voor altijd verloren. Moge God ons dan voor dezen arbeid de noodige genade schenken. Het is mijn bedoeling in dit artikel op begrijpelijke wijze, dat deel van Gods Woord te verklaren, dat over vervuld zijn met den Heiligen Geest spreekt. Ik wenschte, dat ons verstand en onze harten thans met de onoverwinnelijke kracht van den Pinkstergeest aangedaan waren, zoodat ons leven van nu af aan niet meer dat is, wat het is geweest. Ik zelf wensch niet te vergeten, en naar ik hoop zult U het ook niet vergeten, dat wij in volle afhankelijkheid van den Heiligen Geest zijn. 'Deze erkenning, die op ervaring gegrond is, wordt in volle afhankelijkheid van den Heiligen Geest gegeven. "Wij hebben ze van onzen Heere Jezus, Die onze persoonlijke Zaligmaker, Leeraar, Heer en ons Leven is. Het is van zelf sprekend, dat tusschen God den Zoon en God den Heiligen Geest geen naijver bestaat. Christus kan noch in ons wonen, noch ons beheerschen, wanneer niet de Heilige Geest in ons komt en ons ten volle vervult. En zoo zullen wij ons voor alles met de plaatsen van de Heilige Schrift bezighouden, die leeren, dat het vervuld zijn met den Heiligen Geest voor een iegelijk mogelijk is. Daarna zullen wij ons met de noodzakelijke voorwaarden bezig houden, waarop de gave ons eigendom worden kan. Onze tekst houdt vier grondbeginselen in: ten eerste: Het is mogelijk met den Heiligen Geest vervuld te worden; ten tweede: Men kan bij de wedergeboorte met den Heiligen Geest vervuld worden; ten derde: Dit vervuld zijn met den Heiligen Geest kunnen wij plotseling ondervinden; en ten vierde: Wij kunnen het bewustzijn van de Gave des Heiligen Geestes bezitten. I Ten eerste: Het is mogelijk met den. Heiligen Geest vervuld te worden. O, wat worden deze woorden lichtelijk uitgesproken en ach, slechts weinigen is het duidelijk, slechts weinigen begrijpen, de belangrijkheid en heerlijkheid, die deze woorden inhouden: „Vervuld zijn met den Heiligen Geest." Het vervuld zijn met den Heiligen Geest kan men met een boom vergelijken, die in het voorjaar vol sap is, hij is vervuld in de wortelen, is vervuld in den stam, vervuld in de takken, vervuld in de bladeren, vervuld van den diepsten wortel tot het hoogste blad van den boom; het gelijkt op het lichaam van een gezond mensch, dat vol leven is; het gelijkt op een gloeiend stuk ijzer, dat vol vuurgloed is; precies zoo kunnen en moeten wij ook met den Heiligen Geest vervuld worden. In het vuur wordt een zwart en koud stuk ijzer gelegd, maar zie, de gloed doordringt het, en verandert zijn uiter lijk en zijn eigenschappen. Het wit geworden ijzer wordt door een gloed omgeven en vervuld, en naar mate het hiermede vervuld is, zal wanneer men ermede in aanraking komt, niet het ijzer, maar het vuur, dat het ijzer doordringt, gevoeld worden. Wij kunnen zoo met den Heiligen Geest vervuld worden, dat wij bevrijd worden van alle slavernij, het neemt alle vijandschap uit ons weg, voor twist is er geen plaats meer en iedere neiging tot zonde wordt bestreden; wij kunnen zoo met den Heiligen Geest vervuld worden, dat alle geldzucht vernietigd wordt; wij kunnen zoo met den Heiligen Geest vervuld zijn, dat er geen verborgen of openbare toegeving aan de zonde meer aanwezig is en dat er van een tegenstreven Gods geen sprake kan zijn. Men kan zoo door den Heiligen Geest vervuld worden, dat God voor ons een Persoonlijkheid wordt, Die alles beheerscht, een Kracht die ons geheele wezen in de lengte en in de breedte doordringt; zoo, dat God voor ons de hoogste Toevlucht voor onze ziel wordt en de hoogste Autoriteit en Persoon. Het gevolg daarvan zal zijn, dat er een volledige onderwerping aan God plaats vindt van ons hart, leven, ziel en wil. Wanneer ons niets anders ter verkondiging aan het volk Gods gegeven ware, dan deze Waarheid, dan zou het toch loonen met deze verkregen boodschap opgewekt de landen door te trekken om te verkondigen, dat men zoo 'n verheven doel bereiken kan. Ja, zulks is mogelijk ook voor U, wat U ook omringen mag; voor U, waar ge ook leven moogt; voor U met uw duister verleden, broeder en zuster, — is het mogelijk, dat ge op dit oogenblik, heden, op deze plaats vervuld wordt met den Heiligen Geest. II. Ten tweede: Bij de wedergeboorte kan men tegelijkertijd met den Heiligen Geest vervuld worden. Paulus heeft reeds drie dagen na de wonderbaarlijke verschijning, die, hij had, deze heerlijke ervaring verkregen, die hem volkomen tot een ander mensch gemaakt heeft. De ge loovige Samaritanen, nadat ze in Jezus geloofden, werden onmiddellijk daarop met den Heiligen Geest vervuld. Voor mij is het een kostelijke waarheid en feit, dat zelfs degenen, die op het laatste oogenblik Jezus hebben aangenomen met den Heiligen Geest vervuld kunnen worden. Ver van ons verwijderd, in Amerika, leefde vele jaren geleden een lichtzinnige en onbezonnen en zorgelooze jongeman, die allerlei samenkomsten in de stad bezocht, speciaal met het doel om met alles den spot te drijven. Hij was voor alle menschen zoo hinderlijk, dat zelfs de predikanten hem den toegang tot de bijeenkomsten verbieden moesten. Op een keer vernam hij, dat een reeks van bijeenkomsten in de openlucht zouden gehouden worden, en wel vele mijlen ver van de plaats, waar hij woonde. Hij had er geen vermoeden van wat voor karakter deze vergaderingen zouden dragen, en door nieuwsgierigheid gedreven besloot hij de bewuste plaats te bezoeken en de samenkomsten bij te wonen. Hij volgde de predikingen met groote aandacht. Den eersten avond verliet hij de samenkomst zonder dat hij door iets bijzonders getroffen was. Toch besloot hij nog eens weer daarheen te gaan. In den loop van die week verliet hij zijn huis en begaf zich nogmaals naar de samenkomst. Ditmaal, terwijl hij naar de prediking luisterde, overwon God hem, de Heilige Geest trof door den Goddelijken pijl zijn verstand en zijn hart. Toen de predikant de uitnoodiging richtte tot hen, die hun hart aan den Heere wilden geven om naar voren te willen komen, liep ook deze jonge man plotseling uit de menschenmenigte naar voren. Naast hem zat een goedhartige oude vrouw, die een geloovige was. Zij kende dezen onbezonnen jongeman, en ziende dat hij naar voren trad volgde zij hem op den voet. Bij den boomstam, die als kansel diende, knielde hij neer, de oude vrouw deed ook zoo. Hier overtuigde hem de Heilige Geest van al zijn zondigheid en was hij zeer aangedaan door het bewustzijn van zijn zonde en tevens diep beschaamd over zijn schuld. Hij kon zich niet van zijn knieën opheffen, maar ging door met bidden, en het moedertje bad met hem mee. Uren gingen voorbij, en vele anderen, die een verlangen hadden om vergeving van hunne zonden te verkrijgen, traden naar voren, vonden den Heere Jezus en gingen verblijd weer terug. Maar deze jongeman volhardde in gebed, schreiend en verlangend, om het heil in Christus te vinden. Naast hem bleef het oude moedertje, vast besloten hem niet te verlaten, maar hem in het gebed te ondersteunen totdat hij de uitredding verkrijgen zou. Het was tusschen elf en twaalfuur 's avonds, dat terwijl zij beiden in de tent achtergebleven waren, deze ongelukkige den last zijner zonde voor Jezus neerlegde, en God hem alle zijne zonden vergaf om Jezus' wil en hem het heerlijke bewustzijn van Zijn alles vergevende Liefde schonk. De jongeman verhief zich van zijn knieën, zich verheugend in Christus, Zijnen Redder; zijn gezicht straalde van het geluk, dat hij in Jezus Christus gevonden had. Daarna wendde het bezorgde moedertje zich tot hem met de volgende woorden: „Jozef, ga met mij mee, ik heb een boekje thuis (Raadgeving voor pasbekeerden). Wanneer ge dit boek wilt medenemen en biddend doorleest, ben ik overtuigd, dat ge geholpen zult worden." In het nachtelijk donker wandelden de twee door velden en bosschen en bereikten de plaats waar de oude vrouw woonde. In het donker kwam zij in haar kamer en na eenig rondtasten vond zij het boek, waarmede zij naar Joseph terugkeerde, die bij de deur wachtte. Geheel onbewust en toevallig — zooals de menschen dat noemen — maar eigenlijk onder Gods leiding, nam de oude vrouw een geheel ander boek, waarmede zij de trap afging, niet wetend dat zij een ander boek in de handen had, dan zij bedoeld had. Zij overhandigde dit aan den jongeman en verzocht hem naar huis te gaan en het door te lezen. Thuis gekomen, opende de jonge man het boek en bevond natuurlijk dat dit niet het boek was (Raadgeving voor pasbekeerden), waarover het moedertje gesproken had, maar datgene behandelde, waar wij ons thans mee bezighouden — de reiniging van onze zonden en het vervuld zijn met den Heiligen Geest. Hij legde zich niet ter ruste, maar begon te lezen en onder het lezen, nog vol van vreugde over de erkenning van zijn liefde tot Jezus, kwam hij tot de overtuiging, dat de mogelijkheid bestaat om door Jezus Christus vervuld te worden met den Heiligen Geest; en daar, in zijn kamer, erkende hij de noodzakelijkheid en de verhevenheid van den doop met den Heiligen Geest. Het werd hem ook duidelijk, dat ter verkrijging van den doop met den Heiligen Geest een even oprecht en juist vertrouwen in God noodig is, als hij voor eenige uren bij het verkrijgen der vergeving van zijn zonden geopenbaard had. Dezelfde God, Die dezen jongeman in weinige minuten vergeving van zijn zonden schonk, toen hij zijn vertrouwen in God stelde, vervulde het hart van dezen jongeman met de volheid des Heiligen Geestes. Van dezen dag af werd deze jonge man een trouw en door allen geacht dienaar van den Heere Jezus Christus. God bracht door hem duizenden tot de kennis van de waarheid der genade, en gebruikte hem tot opwekking van veel geloovigen. Dit vervuld worden met den Heiligen Geest werd den jongeman geheel bewust ten deel, eenige uren nadat hij door geloof vergeving van zijn zonden ontvangen had. Wanneer de Satan ergens geloovig geworden zielen door influistering treurig stemt, doordat hij zegt: „De mogelijkheid bestaat, met den Heiligen Geest vervuld te worden, maar gij moet wachten, een, twee, vijf, ja, misschien tien jaar, tot het oogenblik, dat ge een volmaakt Christen zijt en dan pas zult ge deze volheid deelachtig worden," — zulk een antwoord ik in den Naam van mijn Meester: Wanneer gij, mijn broeder, mijn zuster, — kind Gods — door het geloof met Jezus verbonden zijt, wanneer gij wedergeboren zijt door den Heiligen Geest, zoo kunt gij hier en juist nu, al zoudt gij de allerjongste geloovige zijn, nog met den Heiligen Geest vervuld worden. III. Ten derde: De volheid van den Heiligen Geest kunnen wij plotseling krijgen, zooals wij uit boven aangehaalden tekst kunnen zien. Het is niet mijn voornemen, een regel of richtsnoer voor deze zoo heilige zaak op te stellen, maar toch zou ik Uwe aandacht op het feit willen vestigen, dat in de Handelingen der Apostelen slechts zulke gevallen voorkomen, waarvan een plotseling vervuld worden met den Heiligen Geest sprake is. In dit geheele boek wordt niet één geval vermeld, dat hetgeen, wat gezegd is, niet bevestigt. Het vervuld worden met den Heiligen Geest geschiedde plotseling op den Pinksterdag, plotseling in het IVde Hoofdstuk, plotseling met den geloovigen Samaritaan, plotseling met Paulus, plotseling met de leiders in het Huis van Cornelius, plotseling met de geloovigen te Efeze. Zij begaven zich naar een bijeenkomst, zonder met den Heiligen Geest vervuld te zijn en nog voor zij het gebouw verlieten werden zij met den Heiligen Geest vervuld. Wat een innerlijke vreugde geeft ons de mogelijkheid, onbekeerden aan te zeggen, dat het niet noodig is, ook maar een uur met de redding door Jezus Christus te wachten... wij zijn zoo blij U te kunnen prediken, dat Christus U redden en veranderen kan nog voor gij den terugweg aanvaardt. Wij prijzen God voor het recht van de verkondiging van zulke genade, welke allen, die naar Hem verlangen hier en onmiddellijk kunnen vinden. En het is ook verblijdend, dat we de mogelijkheid hebben, allen te verkondigen, zelfs wanneer voor ons een bijna duizendkoppige menigte staat, die tot nu toe den Heiligen Geest niet verkregen heeft, dat mijn God door Zijne genade en door Zijne kracht en door Zijn erbarmen onmiddellijk ieder afzonderlijk hart met den Heiligen Geest vervullen kan. Wanneer soms iemand op deze samenkomst zonder deze volheid verschenen is, is het daarom nog niet noodig van deze vergadering heen te gaan, zonder met den Heiligen Geest vervuld te zijn. In verband daarmede willen wij nog een gedachte uiten: Het is mogelijk te weten, dat we met den Heiligen Geest vervuld zijn. Op welke manier? Niet door ons verstand, niet door vruchten, die gezien kunnen worden, niet door een tot nu toe ver van ons gebleven toevloed van zielevrede of inzicht, door nieuwe kracht of bijzondere vreugde —> ofschoon dit alles intreden kan — maar boven alles door een gansch nieuw, het gansche wezen omvattend bewustzijn tot 'God, dat God eindelijk in werkelijkheid tot de heerschappij over den geheelen tempel van ons wezen gekomen is. Ja, dit is mogelijkl Alvorens wij echter de voorwaarden aanroeren, zij het mij toegestaan U aan het volgende te herinneren. Het bewustzijn, dat de Heilige Geest in ons gevaren is en ons vervuld heeft, is niet altijd direct in het hart der geloovigen aanwezig, daarom mogen wij geen gevolgtrekkingen maken voor ons zelf uit een helder inzicht, dat een ander daaromtrent gekregen heeft. Verder is het bewustzijn, dat de Heilige Geest bij ons is komen wonen niet altijd dadelijk merkbaar in een hart dat zich aan God heeft overgegeven. Ik verzoek U dringend, deze twee gemakkelijk te begrijpen verklaringen niet te vergeten, dan zullen zij U bewaren voor moedeloosheid, die U later bij veel aanvechtingen gewaar zult worden. Terwijl ik U dit eenvoudig beginsel heb uitgelegd, noem ik nu de voorwaarden, waarop het mogelijk is met den Heiligen Geest vervuld te worden. Ik acht het mijn eersten plicht U er aan te herinneren, dat dit een vraag is tusschen uw harten en God. Hoevele toehoorders hier ook zijn mogen, een ieder heeft persoonlijk met God te doen, wanneer hij de volheid van den Heiligen Geest wenscht te verkrijgen. Wij hebben dan met drie voorwaarden te doen, en ik zal met Gods hulp trachten dit op een duidelijke wijze te verklaren, opdat iedere verlangende en smachtende ziel het verstaan kan en zich zelve helpen kan in de herkenning van haar behoeften voor God, en wel op deze plaats en te dezer ure. Dit zijn de drie voorwaarden, waarover ik wil spreken: Ten eerste: Belijdenis, ten tweede: Volle overgave, ten derde: Geloof. 1. Belijdenis. Wanneer belijdenis onzer zonden droefheid in onze harten te voorschijn roept, die door de zonde is veroorzaakt, dan zal de bekentenis, dat gij, naar ik wensch, dat gij u nu met een rein hart voor God brengt, in uw harten het gevoel van schaamte en vernedering doen ontstaan. Dat is juist wat een bekentenis omvatten moet, wil het een bekentenis zijn, die God van U verlangt. Zulk een bekentenis moet de volgende vier gedachten bevatten: Ten eerste: O, God, met schaamte en een gebroken hart beken ik voor U, dat ik niet vervuld ben met den Heiligen Geest, ofschoon ik weet, dat ik daarmede vervuld worden moet en zijn kan. Het hoogmoedige en vleeschelijke hart van een geloovige zal zoo n belijdenis tegenstaan; deze belijdenis zal U wel zwaar vallen om af te leggen, wanneer gij geloovig zijt, en nog meer, wanneer gij een arbeider in het Rijk Gods zijt. Het zal des te zwaarder zijn, wanneer gijlieden reeds langen tijd het ambt van zoon arbeider bekleedt en vele jaren de plaats van een toonaangevenden broeder inneemt. Toch moogt gijlieden u aan zulk een belijdenis niet onttrekken. O, God, niettegenstaande het feit, dat ik een dienaar van het Evangelie van Jezus Christus ben, ben ik niet vervuld met Uwen Heiligen Geest. Ofschoon ik een zendeling onder de heidenen was, O, Heere, ik ben niet met Uwen Heiligen Geest vervuld. Ofschoon ik een leidende plaats inneem onder de arbeiders in de gemeente waarbij ik behoor, ben ik niet vervuld met den Heiligen Geest Hoewel ik Jezus als mijn persoonlijken Heiland sedert tien of twintig jaar kende, ben ik niet vervuld met den Heiliq en Geest. O, God, mijn hart is gebroken voor U en ik beken U, dat, hoewel ik een geloovige en een arbeider in Uw Rijk ben, ik niet met den Heiligen Geest vervuld ben. Verder moet Uwe belijdenis het volgende inhouden: Ik zelf draag de schuld ervan, dat ik niet vervuld ben met uwen Heiligen Geest. Sta mij toe geheel openhartig met u te spreken. Probeer niet de schuld te geven aan een ongenoegzame onderwijzing in het geloof. Denkt daaraan, dat, wanneer gij gered zijt, gij in uw hart het leven uit God hebt, en in uw hand het Woord Gods ligt, en ge als onderwijzer den Heiligen Geest van God hebt en daarmede hebt gij alles wat noodig is voor de Christelijke kennis. Wanneer gij zelfs nooit een woord over vervuld zijn met den Heiligen Geest gehoord zoudt hebben, nog nooit aan een bijeenkomst had deelgenomen, waarin dit vraagstuk behandeld werd, nooit een prediking over dit onderwerp gelezen hadt, wanneer uw toestand van dien aard is, kunt gij tot geen andere slotsom komen als deze: „O, God, wanneer ik niet vervuld ben met Uwen Heiligen Geest, zoo is zulks uitsluitend mijn eigen schuld." Daarna volgt zulk een belijdenis en het zal eveneens smart in onze harten te voorschijn roepen: „O, God, ik ben er van overtuigd, dat ik niet eerder een ander mensch word, totdat ik de gave van Uwen Heiligen Geest verkrijg." Nooit zal ik een volledige overwinning over alle verzoekingen behalen, zonder deze volheid des Geestes, nooit zal ik met het karakter van Christus doordrongen worden, alvorens ik vervuld ben met den Heiligen Geest. Totdat ik met den Heiligen Geest vervuld ben zal ik het doel nooit bereiken, dat Gij bij mijn verlossing met mij hadt. O, God, mij is dit alles nu duidelijk geworden. Mijn hart is niet in orde, in mijn dienst ontbreekt ergens wat, en in mijn leven mis ik iets; mij werd getoond, wat ik tot nu toe niet begreep — de oorzaak ervan ligt daarin, dat ik niet dagelijks vervuld word met God, den Heiligen Geest. Vervolgens komt nog een vierde gedachte op bij deze belijdenis: „O, God, ik wensch de volheid van den Heiligen Geest te verkrijgen, wat het ook kost". Het is mogelijk, dat dit mij duur te staan zal komen. Men zal m$ een „dweper" noemen, men zal zeggen dat ik tot „over drijving" gekomen ben, men zal mij een spotnaam geven; men zal gelooven, dat ik aanspraak op volmaaktheid maak; het is mogelijk, dat ik het vertrouwen verliezen zal van hen waarmede ik in mijn Gemeente werkzaam ben en ik waag het daarmede mijn Gemeente te verliezen, wanneer ik deze blijde boodschap verkondigen zal, maar O, Heer, ik heb begrepen, dat dit voor mij de hoofdzaak is en mijn hart zegt mij: „Wat mij dit ook kost, God, ik wil vervuld worden met den Heiligen Geest". Deze 'belijdenis, die in zich zulk een vierledige bekentenis sluit, indien ze door U, oprecht, eerlijk en deemoedig voor God afgelegd zal worden,- zal u meer zielslijden, heete tranen en een martelende vernedering voor het aangezicht Gods kosten, dan al hetgeen gij tot nu toe hebt medegemaakt en geleden. Dat is tenminste de ervaring van velen van ons. Deze belijdenis moet in ieder geval afgelegd worden, indien ge wenscht, dat de zegen van het vervuld zijn met den Heiligen Geest op U komen zal. 2. Volle overgave. Wanneer ge deze belijdenis afgelegd hebt, zult ge tot de tweede stap gereed zijn — welke is als volgt: O, God, ik onderwerp mij aan Uwe bevelen en stel mij onder Uw eisch, ik geef mij geheel aan U, opdat Gij mij met den Heiligen Geest vervullen kunt. Het is toch grooter alles om Jezus' wil op te geven, dan om Christus' wil iets na te laten! Het zou de grootste daad van zelfoverwinning zijn, die al het andere met zich brengt, namelijk het op het altaar leggen van zijn gansche wezen — en dit altaar is Jezus Christus; want men kan zich zelf niet anders aan God offeren, dan door den Heere Jezus Christus, Die Uw offer voor God aangenaam zal maken, U kunt alleen door onzen Heere Jezus Christus, onzen Verlosser en Zaligmaker, toegang tot God verkrijgen. Dus wordt het gansche wezen op Jezus Christus gelegd, Die het Altaar is, tot een vol en onbegrensd bezit van God; dat beteekent veel, zooals eenige onder ons reeds ervaren hebben. 3. Geloof. Thans blijft ons nog de derde schrede over: „O, God, in vertrouwen op de onveranderlijkheid van Uw Woord, waag ik het te gelooven, dat Uw Heilige Geest mij thans geheel tot Zijn beschikking neemt." U zegt met een zucht: „Neen, dat kan ik niet zeggen, ik gevoel niet, zóó met den Heiligen Geest vervuld te zijn". Gij kunt natuurlijk in geen geval voelen, dat ge vervuld zijt, alvorens ge in werkelijkheid vervuld zijt, doch bedenk — en dat is de steen aan welken zoovele zoekenden zich schijnbaar stooten — dat 'God nooit gevoelens geeft, opdat wij daardoor gelegenheid zouden hebben, Hem te vertrouwen; Hij geeft ons nooit gevoelens ter opmontering, opdat wij Hem zouden vertrouwen, en God geeft nooit gevoelens als bewijs daarvoor, dat wij Hem werkelijk en geheel het vertrouwen geschonken hebben. God laat ons eerst dan gevoelen, wanneer Hij ziet, dat wij Hem vertrouwen, onafhankelijk van het een of ander gevoel, en ons gronden op Zijn Woord en op Zijn trouw en Zijn beloften. Eerder wordt nooit een gevoel in ons geboren; God schenkt ons de gewaarwording van dit gevoel in die mate, zoodat Hij dat in Zijne Liefde noodig vindt, en juist op den tijd, wanneer Hij het voor ons noodig acht en dit is in elk afzonderlijk geval precies eender. Vergeet ook het hiervolgende niet. Het is zeer belangrijk: Er kan een tusschenruimte bestaan tusschen het oogenblik waarop gij U in geloof aan den Heiligen Geest overgeeft en den tijd, waarop gij U bewust wordt, dat gij vervuld zijt met den Heiligen Geest. Het schijnt mij toe, dat die tusschentijd, dwz. van af het oogenblik onzer volledige overgave tot aan den tijd, wanneer God komt en bewust onzen tempel vervult, de beslissende periode in het streven naar de volheid des Geestes zich voltrekt. Deze periode kan korter maar ook langer duren. Ik kende menschen, die zich vastbesloten aan God gegeven hebben en aan de gave des Heiligen Geestes Gods geloofden en aan wie God heerlijk verschenen is, hunne harten vervuld en in die mate ontroerd heeft, dat hunne lippen onder den indruk van de heerlijkheid Gods en Zijne tegenwoordigheid, verstomden. Ik kende ook anderen, die eveneens zich ten volle en bewust aan God gegeven hadden en niet minder eerlijk en oprecht in Hem vertrouwden, en toch het gevoel van het vervuld zijn met den Heiligen Geest daarbij niet ontvingen. Veroorloof mij, dat ik in alle deemoed, een persoonlijk getuigenis afleg, daar het den een of ander van nut zou kunnen zijn. Op zekeren morgen, het was op een Vrijdag, schonk God mij de genade, kinderlijk aan het vervuld zijn met den Heiligen Geest, als een kostelijke gave, te gelooven. In eenvoudig en kinderlijk geloof nam ik deze gave aan, niet gevoelend dat ik het een of ander ontvangen had. Integendeel, in den loop van den geheelen dag ondervond ik een bijzondere dorheid en stompheid naaf ziel en geest. Geen nieuwe gewaarwordingen, geen voor mij nieuw, tot dien tijd nog onbekend, bewustzijn van de tegenwoordigheid Gods. In den loop van den dag kwam de Satan eenige malen tot mij met de volgende woorden: „Gij gelooft, dat God U met den Heiligen Geest vervuld heeft en van welken aard zijn Uw gevoelens nu? Voelt ge dan in het geheel niet, dat ge nu minder bezit dan dit in de voorgaande week het geval was?" Dit was goed voor mij; de Vrijdag ging voorbij, de Zaterdag brak aan en deze dag scheen mij zeer lang toe — ik nam weer die zelfde dorheid in mijn hart waar, en het leek mij toe, alsof God zeer ver van mij verwijderd was. In den loop van den Zaterdag viel de verzoeker mij zeer sterk aan op mijn geloof in God, maar ik bleef standvastig verder in God vertrouwen, op Zijn belofte en op Zijn getrouwheid aan Zijn Woord. Het is veel verstandiger op Gods getrouwheid te vertrouwen, dan op onze eigen stormachtige en jammerlijke gevoelens. Toen brak de Zondag aan. De morgen scheen evenals de voorbijgegane dagen geesteloos te zijn. Het uur van de ochtend-Godsdienstoefening brak aan — ik verkondigde het Woord Gods — want God zij dank Hij kan ook in die ure het hart des predikers zegenen, wanneer hij in opdracht van God spreekt; zou dit niet zoo zijn, dan wist ik waarlijk niet wat enkelen van ons moesten beginnen, — op dezen morgen, en terwijl ik de boodschap Gods aan het volk bracht, voer plotseling een eigenaardig, mij onbekend gevoel van verlichting, van rust en vrede door mijn ziel. Ziet hoe dit gevoel ontstaan is. Daarna werd het gevoel steeds vaster en dieper tijdens de avondbijeenkomst bereikte het zulk een hoogte, alsof het een geweldige golf der heerlijkheid Gods was, steeds grooter wordend. Ik was verbroken en in stilzwijgende aanbidding voor God. Hij vervulde Zijn belofte op Vrijdagmorgen, Hij wilde echter eerst het geloof van Zijnen knecht beproeven en zond te rechter tijd een wonderbaarlijk heilig en onuitsprekelijk bewustzijn Zijner tegenwoordigheid aan Zijn gehoorzaam en in Hem vertrouwend kind. Eenigen van U kunnen zich ook heden met geheel hun hart aan den Heere geven en in Hem gelooven, en wel op even eenvoudige wijze als toen gij u den Heere Jezus Christus toevertrouwdet om vergeving van zonden te ontvangen. Het kan gebeuren, dat U op dat oogenblik geenerlei verandering in Uw bewustzijn zult waarnemen, vergeet echter niet, zooals ik reeds gezegd heb, dat dit een kritieke periode is. Vele geloovigen geven zich over — en ik geloof, dat velen uwer het ook zullen doen — en gelooven op een kinderlijke wijze aan het ontvangen van de volheid des Geestes, ofschoon zij in deze oogenblikken geene verandering gewaar worden. Dan beginnen zij echter klaarheid te verkrijgen over hun eigen, innerlijken toestand en zeggen — de Verzoeker zal van zijnen kant zijne influisteringen niet nalaten —: „Ach, heb ik mij gisteravond niet bedrogen? Was dit alles niet een dwaling, een vergissing? Was het niet gedeeltelijk fanatisme? Ik zou willen weten, of ik wel werkelijk met den Heiligen Geest vervuld ben. Ik voel geen volheid van den Geest; heb ik deze werkelijk ontvangen?" En nog een stap verder: „Ik vrees, dat ik deze vervulling van den Heiligen Geest niet heb!" En nog een schrede verder: „Ik ben overtuigd, dat ik ze niet verkregen heb!" En daarna, dit niet erkennend, wijken zij allengs af van het reine en eenvoudige gelooven aan de trouw Gods en vervallen in een beslist ongeloof. Hoe moet deze langere of kortere tijdruimte doorgebracht worden? Niet met overwegingen van vrees en twijfel, of de volheid des Geestes verkregen werd, ja of neen. Maar met een oprecht, aanhoudend, beslist en triomfeerend geloof, dat God trouw is en Zijn Woord gestand houdt. Dat moet het einde van alles zijn. En nu geliefden, wil ik ophouden: Deze volheid van den Geest is voor ieder geloovige beschikbaar en wie de voorwaarden Gods nakomt, die zal het ervaren, dat God in Zijn tempel, Hijzelf, de Bondsoverwinnaar, Zijn intrek zal nemen. Hij komt, en uw hart, uw wezen, uw leven wordt gevoed, vervuld, overwonnen en beheerscht door de tegenwoordigheid van den Almachtigen Geest Gods. Ja, moge God aan alle verwachtende en verlangende harten een duidelijk, werkelijk, beslissend en een alles in ons hervormend Pinksterfeest doen aanbreken. Dit artikel van Dr. Charles Inwood, een van de welbekende sprekers van de groote Keswick Conventies in Engeland, is een van de belangrijkste geschriften over den Heiligen Geest, dat ooit gepubliceerd werd. Het is in verschillende landen der wereld voor velen een zegen geweest en in veel talen uitgegeven. Dit artikel is gedrukt in tractaatvorm en het verdient om overal te worden rondgedeeld onder de Christenen. Wij vragen al onze lezers, die er zelf door gezegend zijn bij het lezen ervan, om direct iets te doen om deze belangrijke boodschap te helpen brengen. Een exemplaar kost 10 cent, inclusief porto, 10 ex. 75 cent, 50 ex. ƒ 3.—, 100 ex. ƒ5.—, 1000 ex. ƒ30.—. Bestellingen kunnen gedaan worden bij „Gideon-Uitgave", Balistraat 75, Den Haag. Postgiro 143134. Wilt U medehelpen om het Evangelie aan de Russen en Joden te brengen ? DE NOOD. Lees dit biddende. De nood op het Russisch zendingsveld, onder de Russische vluchtelingen en onder Gods uitverkoren volk, de Joden, is nog steeds zeer groot Wil elke lezer van dit blad ons bijstaan in ons gebed voor dezen nood? En verder, wil iedereen den Heere vragen, wat Hij wil, dat elk van ons doe? (Hand. 9:6). Indien gij in staat zijt te helpen — doe dit dan met een vreugdevol hart en naar de mate, waarin gij dit kunt doen. Want „God heeft een blijmoedigen gever lief" (2 Cor. 9:7). Giften voor het onderhoud der evangelisten onder Russen, Polen, Joden, enz., weezen, algem. zendingswerk en het abonnementsgeld van „De Russische Zendingsvriend" kunnen gezonden worden aan het Russisch Zendings-Genootschap, Balistraat 75, den Haag, Postgironummer 83961. Bijdragen voor noodlijdende Christenen in Rusland, voor het werk onder Russische vluchtelingen, Joden, gaarkeuken voor de armen, hulp voor onbehuisden en verspreiding van Bijbels kunnen worden gezonden aan het Russisch Hulp-Comité, Balistraat 75, den Haag, postgironummer 209700. „De Russische Zendingsvriend". Iedereen leze „De Russische Zendingsvriend", een der meest interessante, geïllustreerde zendingsbladen in Europa. Prijs slechts ƒ 1.— per jaar. Adres: Russisch Zendings-Genootschap, Balistraat 75, Den Haag. Giro 83961. „En scheurt uw hart en niet uwe kleederen en bekeert u tot den Heere uwen God". Joël 2 > 13. „De Afkeerige van Hart" „De afkeerige van hart" is een van de beste gepubliceerde lezingen van den grootste der Amerikaansche Evangelisten, Prof. Charles G. Finney. Deze lezing komt tot den lezer met een geweldige kracht, als een sterk zoeklicht van den hemel. De verschrikkelijke gevaren van den toestand van afkeering en de geweldige schade aan de ziel worden in deze lezing uiteengezet, maar ook wordt gezegd, hoe wij weer tot God terugkeeren kunnen en van dezen achteruitgang genezen kunnen worden. Dit is een van de belangrijkste brochures op geestelijk gebied, die door de „Gideon-uitgave" in de Hollandsche taal uitgegeven wordt. Het behoorde ingang te vinden in ieder huis en hart en de levens van menigten te veranderen. De prijs is als volgt (porto inbegrepen): 1 exemplaar .' ƒ 0.15 10 exemplaren ,, 1.25 50 „ 5.— 100 „ 'II.. 7.50 1000 •• -50.— „Solovki, de Witte Hel van Rusland, Kerkhof der Levenden," door Ds. Alexis Petroff („Erastus") Zendeling van het Russisch Zendings-Genootschap, die gedurende V/i jaar naar deze plaats, erger dan Siberië, verbannen werd. Dit hartroerend boek is i3o juist in den Haag gepubliceerd. Laten alle Nederlandsche Christenen dit lezen. Het boek is geillustreerd met veel Russische platen, die de verschrikkelijke godslastering en haat tegen den godsdienst weergeven, die door de Bolsjewisten aan den dag wordt gelegd. De prijs is 25 cent franco. Het bedrai BIBLj|?»]S worden of op .gironummer 143134,-.van I HH straat 75, den Haag. o nnn~ ïl! i!!!" IIUil 11)11II H§ 3 OOOQ 01417 6063 i GIDEON-UITGAVE £ "3 Balistraat 75 - Den Haag fc" •» Telefoon 117930. Girorekening 143134. jh De „Gideon-Uitgave" houdt zich aanbevolen voor het leveren van Bijbels, Nieuwe-Testamenten, Psalmboeken en andere gezangboeken in eenvoudigen en sterken band in verschillende grootten en prijzen. Verder ontvangen u-ij gaarne orders voor christelijke boekwerken, in het Hollandsen en vreemde talen, abonnementen op christelijke couranten, wekelijksche en maandelijksche tijdschriften en voor onze eigen uitgaven. Het zou ons zeer verblijden, wanneer onze lezers het publicatiebureau voor dit doel willen gebruiken, daar de „Gideon-Uitgave" er niet op uit is om persoonlijke winst te maken, maar alle winst gebruikt wordt voor Zendings- en Evangelisatiewerk. Overwinningsleven-Bibliotheek. Verschenen zijn: Van Dr. R. A. Torrey: 1. De weg der zaligheid heel eenvoudig verklaard, ƒ0.10. 2. „Te licht bevonden", ƒ 0.10. 3. Een van de droevigste uitingen, die ooit over de lippen van den Zoon van God gekomen zijn. ƒ0.10. 4. Dr. Ch. Inwood: Het vervuld zijn met den Heiligen Geest. ƒ0.10. 5. Prof. Ch. Finney: „De afkeerige van hart", f 0.15. Zendings-Bibliotheek. Verschenen zijn: No. 1. Levensgeschiedenis van Pastor Eetler. ƒ0.25. No. 2. Solovky, de Witte Hel van Rusland, ƒ0.25. Levensgeschiedenis van Pastor Fetler. Er is zoo juist in den Haag een korte levensgeschiedenis van Ds. William Fetler, de stichter van het Russisch Zendings-Genootschap, gepubliceerd. Het bevat verschillende interessante illustraties. De prijs is 25 cent, inclusief porto. Zend alle bestellingen aan Het Russisch Zendings-Genootschap Balistraat 75, den Haag. Het bedrag kan in postzegels voldaan worden of op gironummer 143134. Bestellingen voor een of meerdere exemplaren aan de „GideonUitgave", Balistraat 75, Den Haag, giro-rekening No. 143134.