r CB ^ 30513 v i mm VElt5;L\tè& 1 4 1/ r «..... r>£ ^•fe-~ • c ik n a V3 *" bp van de DERDE VERGADERING VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLANDSCH- INPÏE/GEHÓUDEN-TE BANDOENG OP 24NSN 25 JUNI 1919. BATAVIA ..DE VERWACHTiNQ* •1919. VERSLAG" VAN DE DERDE VERGADERING VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLANDSCHINDIE, GEHOUDEN TE BANDOENG OP 24 EN 25 JUNI 1919. BATAVIA DE VERWACHTING" 1919. VERSLAG VAN DE Derde Vergadering van de Gereformeerde Kerken in Nederlandsch-Indië, gehouden te Bandoeng op 24 en 25 Juni 1919. Eerste zitting. 1. Dr. H. A. van Andel, consulent der roepende Kerk Bandoeng, opent de vergadering met een korte toespraak. Nadat Ps. 127: 1 is gezongen, leest hij Ps. 127 en gaat ▼oor in gebed. 2. De credentiebrieven worden nagezien en bevonden, dat de Kerken hebben afgevaardigd 12 afgevaardigden met keurstem, nl. 5 predikanten, 6 ouderlingen, 1 diaken. Vertegenwoordigd zijn de Kerk van Batavia (door Ds. J. C. Aalders. ouderling K. Floor, diaken G. Ph. Schellens), de Kerk van Bandoeng (door Dr. H. A. van .Andel, ouderling P. M. Hoekstra), de Kerk van Djocja (door Ds. C. Zwaan, ouderling J. van der Meulen. ouderling D. Koelewijn), de Kerk van Soerabaja (door Ds. W. Pera, ouderling C. von Meyenfeldt), de Kerk van Semarang (door ouderling G. de Raad) en de Kerk van Medan (door Dr. W. G. Harrenstein). Voorts zijn aanwezig met adviseerende stem de missionaire Dienaren des Woords Ds. A. Merkelijn, Ds. K. van Dijk, Ds. L. Tiemersma, Dr. B. J. Esser, de emeritus-predikant Ds. D. J. B. Wijers, de ouderling van Bandoeng K. Overzet, de afgevaardigden van kringen: M. R. de Vries (Lawang). Dr. W. J. Vogelesang (Solo), G. J. Kaemingk (Solo), Mr.J. de Riemer (Buitenzorg), Joh. van Hulzen (Makasser), en J. Zuidema, ouderling van Djocja. 3. Dr. van Andel deelt namens den Kerkeraad van Bandoeng mede, dat het voorstel van den kring Makasser, inzake de gezangen, alsnog geplaatst is op het agendum onder No. 27a. 4. Tot leden van het moderamen worden gekozen : als praeses Dr. H. A, van Andel ; als assessor Dr, W. G. Harrenstein ; en als 1 e en 2e scriba respectievelijk de broeders K. Floor en P. M. Hoekstra. 5. Ds. Zwaan deelt mede, dat Ds. Bakker wegens ziekte van zijn zoon verhinderd is de vergadering bij te wonen (Ds. Bakker was den 25en Juni aanwezig). 6. De praeses noodigt den 1 en scriba uit te zorgen voor de acta; den 2en scriba voor de korte notulen, die geplaatst zullen worden in 't Kerkblad ; en de Redactie van 't Kerkblad om sommige onderwerpen in 't Kerkblad te bespreken. 7. De assessor leest de notulen voor van de vorige vergadering (zie Kerkblad No. 193, 4 Sept. 1918, verg. te Djocja 21 Aug. 1918). Naar aanleiding hiervan wordt opgemerkt, dat bij punt 6 (Commissie voor de verstrooiden) de naam van Dr. H. A. van Andel abusievelijk vermeld is ; dat het wenschelijk is de notulen een meer objectief karakter te doen dragen; en wordt de le scriba gemachtigd een notulenboek aan te schaffen, waarin ook de acta van de beide vorige vergaderingen worden opgenomen. 8. De praeses stelt voor de agenda te aanvaarden, zooals deze door den Kerkeraad van Bandoeng is vastgesteld. Aldus wordt besloten. 9. De praeses stelt voor de verzorging der verstrooiden te behandelen in deze eerste zitting, en de voorstellen omtrent Evangelisatie in de tweede. Dat wordt goedgekeurd. 10. De 2e scriba leest de ingekomen stukken voor = a.) een brief van br. G. Ringnalda te Hongkong, eerder lid der Geref. Kerk te 's-Gravenhage, met verzoek gerekend te mogen worden tot de Geref. Kerk van Medan. Nadat Dr. Harrenstein verklaard heeft, dat de Kerkeraad van Medan er geen bezwaar tegen heeft ook Hongkong tot zijn ressort te rekenen, wordt dit verzoek toegestaan. . b.) een brief van den Kerkeraad van Batavia ter begeleiding van een afschrift van een brief van denzelfden Kerkeraad aan de Classis 's-Gravenhage, waarin medegedeeld wordt, dat hij, in overeenstemming met het advies van de afzonderlijke Vergadering van Miss. Dienaren des Woords, 3 April 1919 te Djocja gehouden, op zijn vergadering van 15 Mei 1919 besloten heeft, de positie van Ds. L. Tiemersma aldus te omschrijven, dat Ds. Tiemersma beschouwd wordt als missionair Dienaar des Woords van de Gereformeerde Kerk van Batavia. Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. 11. De praeses stelt voor in overeenstemming met hetgeen te lezen is in de acta van de laatste Generale Synode, deze vergadering in de officiëele stukken'te noemen: de derde Vergadering van de Gereformeerde Kerken in Nederl. Indië, en niet Classis Java, zooals kortheidshalve in de discussie soms gehoord wordt. Aangenomen. 12. Dr. Harrenstein stelt voor als naam voor de te vormen Classis te kiezen: Classis Nederlandsch Indië. Ds. Pera acht den naam Classis Java beter; later kan er dan een Classis Sumatra komen. Dr. Esser stelt voor den naam Classis Batavia; en voor Sumatra in later dagen zou hij aanbevelen Classis Medan. Met 9 tegen 3 stemmen wordt besloten aan de Generale Synode te verzoeken den naam Classis Batavia te geven aan de te vormen Classis van de Gereformeerde Kerken in Nederl. Indiê. 13. De geestelijke verzorging der Gereformeerden in de verstrooiing komt in behandeling. Het rapport daarover is geteekend door de brs. Dr. Esser, Mr. J. de Riemer en W. de Vries Gzn; br. K. Floor was het niet eens met den inhoud van het rapport en met de conclusiën, waarom hij er een nota aan toevoegde; en br. G. de Raad onttrok zich aan de Commissie om de wijze van behandeling der zaak. De praeses stelt voor aan br. W. de Vries Gzn, die als belangstellende aanwezig is, adviseerende stem te verleenen. Dit wordt goedgevonden. Br. de Vries verdedigt nu uitvoerig het rapport van de meerderheid der Commissie, dat even uitvoerig door Dr. Harrenstein wordt bestreden, die eindigt met een voorstel ter tafel te brengen, waarvan de hoofdgedachte is, dat elke kerk moet zorgen voor haar eigen verstrooiden. Aan de bespreking wordt deelgenomen door de brs. W. de Vries Gzn., Dr. Harrenstein, Ds. Tiemersma, K. Floor, Dr. Esser, Ds. Aalders, Ds. van Dijk, Ds. Pera, G. de Raad, en Mr. J. de Riemer. Ten slotte brengt de praeses in stemming de hoofdgedachte van het rapport tegenover die van het voorstel van Dr. Harrenstein. De Vergadering verklaart zich voor de laatste met elf stemmen van de twaalf. Eene Commissie ad hoe wordt benoemd om den volgenden dag met een voorstel te komen in aansluiting aan de gevoerde besprekingen en de gehouden stemming. Leden dezer Commissie zijn de brs. Dr. Harrenstein, Ds. Pera, Mr. de Riemer, W. de Vries Gzn. en P. M. Hoekstra. (Zie voorts punt 21) Tweede. Zitting. 14. Om 5 uur wordt de Vergadering heropend, en gezongen Ps. 68: 14. 15. Omtrent de voor de .vergadering gemaakte kosten wordt besloten, dat voor ditmaal Batavia daarvan zal dragen 25% , Medan ook 25% , Bandoeng 10% , Soerabaja 20% , waarvan Solo na institueering 5% overneemt, Semarang 10% en Djocja 10%. De adviseerende leden ter Vergadering aanwezig zullen, evenals ook geschiedt bij de adviseerende leden ter zendingsvergaderingen aanwezig, vergoeding van reis-en verblijfkosten ontvangen. Tot quaestor wordt benoemd br. K. Overzet, ouderling van Bandoeng. 16. Deze tweede zitting was gewijd aan de behandeling der Evangelisatie. Uitvoerig en principieel wordt deze zaak door tal van broeders besproken. Met algemeene stemmen, wat betreft de 12 keurstemmen, en met 13 van de 14 adviseerende stemmen wordt het volgende voorstel van den praeses ten slotte aangenomen : „De Kerken, 24 Juni '19 te Bandoeng vergaderd, van oordeel, dat het terugbrengen van afgedwaalde gedoopten tot Christus en Zifn kerk roeping is der plaatselijke kerk en van iederen geloovige persoonlijk, van oordeel, dat de toestanden op kerkelijk gebied in Indië sterker dan in Holland dringen tot het nadruk leggen op het terugbrengen tot de Kerk (Geref. Kerk) als een wezenlijk deel van het terugbrengen der gedoopten, besluiten, zoo mogelijk krachtiger dan tot dusverre, haar krachten te wijden aan het terugbrengen der gedoopten, en benoemen Deputaten om over de beste methoden zoo spoedig mogelijk voorlichting te geven aan de Kerken met het oog op hare volgende bijeenkomst, rekenende met het rapport, door de Deputaten ad hoe der Generale Synode in Nederland uit te brengen." De benoemde DeP"taten zJjn: Dr. W. G. Harrenstein, Mr. J. de Riemer, Ds. J. C. Aalders, Ds. D. Bakker Ds. D.J. B. Wijers (zie beneden punt 20) en ouderling K. Floor, terwijl Dr. H. A. van Andel als secundus aangewezen wordt voor br. de Riemer, die de eerste vergadering niet zal kunnen bijwonen. Deze Commissie zal in den loop van dit jaar een paar tractaatjes uitgeven en op de volgende Vergadering rapporteeren over haar arbeid. 17. De praeses licht namens den kring van Gereformeerden te Solo loe het verzoek om advies inzake institueering der Kerk te Solo. De toelichting gehoord, adviseert de Vergadering den broeders te Solo eenstemmig tot institueering over te gaan. 18. Ds. Pera sluit de avondzitting met dankzegging. Derde Zitting. 19. Na het zingen van Psalm 25 : 2 gaat Dr. Harrenstein voor in gebed. 20. De praeses stelt voor, dat Ds. Wijers alsnog toegevoegd wordt aan de benoemde deputaten voor de Evangelisatie. Niemand heeft hiertegen bezwaar. 21. De Commissie, den vorigen dag benoemd (zie punt 13 slot), brengt rapport uit bij monde van br. de Riemer. De beraadslaging heeft geleid tot volkomen eensgezindheid, ten gevolge waarvan de Commissie twee voorstellen aan de Vergadering voorlegt. a. Het eerste luidt als volgt: „De Vergadering van Geref. Kerken in Nederl. Indië, saamgekomen te Bandoeng den 24en en 25en Juni 1919, met belangstelling en groote waardeering kennis genomen hebbende van den arbeid der Commissie, benoemd door de voorloopige Classis, op 21 Augustus 1918 te Djocja gehouden, om te rapporteeren nopens de geestelijke verzorging van de leden der Gereformeerde Kerken in Nederlandsch-lndië in de verstrooiing, gehoord de over deze zaak gevoerde besprekingen, overtuigd dat alle Kerken van Godswege de roeping hebben de verstrooiden te verzorgen, elk op het haar aangewezen terrein, besluit: ie. voor te stellen aan de Classis's-Gravenhage de grenzen der onderscheiden Kerken aldus vast te stellen, dat