| EB I io?i 60 s I BERUSTENDE OP HET ARCHIEF DER GEMEENTE (124G—1599.) OPGEMAAKT DOOR Mr. J. SOUTEN DAM, ARCHIVARIS. DELFT, bij M. STILLEBROER, STADS-DRUKKER. — 1860. Inventaris der Charters en Privilegiën, berustende opm het archief der gemeente Delft (1246—1599), opgemaakt door Mr. J. Sodtendam, Archivaris. Delft bij M. Stillebroer, stadsdifukher 1860, 8°. 46 blzz. In meest alle onze vaderlandsche gemeenten hebben de oude oorkonden-verzamelingen, van de vroegste tijden af, een tal van gevaarlijke lotverwisselingen moeten doorworstelen; — zoo als, de vuurproef, tijdens zware brandverwoestingen, die schier geene enkele onzer gemeenten in vroegere dagen onbezocht hebben gelaten, en waaruit wei later de woningen en straten, maar niet de charters, fraaijer en regelmatiger ■ ijju verrezen; — de waterproef, of de, bij den gewonen mingunstigen invloed onzer luchtgesteldheid gevoegde, verdelgende uitwerking van vochtige bewaarplaatsen, kelders, of slecht ingerigte zoogenaamde sekreetkassen, tot doorgaand verblijf der meest belangrijke archieven uitgekozen; — de roof- en plunderproef in tijden, toen in de daad kostbare gedenkstukken als nuttelooze curiositeiten, onbewaakt, ter beschikking van den eerstkomenden liefhebber, of... meestbiedenden eerzamen Israëliet, daarheen lagen; — de vergeetproef, eindelijk, het gevolg, namelijk, van tot het uiterst gedreven angstvallige vrees voor de ontdekking van diep liggende stedelijke geheimen, — ik zou haast schrijven, financiële, of administratieve zonden, — om welke te verhelen de perkamenten schat in ontoegankelijke, voor het oog van profanen verborgen schuilplaatsen bedolven, daarin allengs geheel vergeten, en soms onherstelbaar te loor ging. Zoo is mij eene vrij aanzienlijke Zuid-Hollandsche gemeente bekend, wier oud archief, lang verscholen, eerst bij de verbouwing van het raadhuis, onverwacht achter afgebroken binnenmuren te voorschijn kwam, om toen zonder eenige vrucht voor de wetenschap eensklaps onherstelbaar te verdwijnen Toenemende ontwikkeKng van archivalische studiën*al' naar. men vertrouwen mag, de kracht van dergelrjke noodlottige proeven voortaan breken. Daartoe levert de uit-ave van geschikte inventarissen of beschrijvingen der nog voorhanden bescheiden het meest vermogend hulpmiddel. Er is dus reden om zich te verheugen over de vrijgevigheid waarmede het gemeentebestuur van Delft verlof geeft tot " de openlegging van haar archief. Ofschoon de stad twee malen met haar raadhuis door zwaren brand is geteisterd (1536 en 1618) en veel van hare archieven heeft verloren, zoo geeft echter de voor ons liggende lijst bewijs van het aanwezen aldaar van belangrijke oude gedenkstukken, waaronder enkele onbekende of onuitgegevene. In dank ontvangen wij daaromtrent de mededeelmgen van den bekwamen en ijverigen archivariszij omvatten het tijdperk van 1246—1599. Bij elk charter dat m het tijdperk van het bekende Groot Charterboek valt, vermeldt hij of van Miebis het al, of niet, in zijne verzameling heeft opgenomen. Evenwel nog vruchtbaarder zoude die aanwijzing zijn, bijaldien de heer S. goedgevonden had daarbij op te geven, of de afdruk bij van Mieris en elders met het origineel overeenkomt, en zoo niet welke meldingwaardige afwijkingen men daarin i opmerkt! Soortgelijke vergelijking ware, bijv., niet onbelangrijk geweest ten aanzien van het handvest van hertog Filips van 1 Aug. 1428, waarvan door den heer Scheltema de afdruk uit het stuk, in de IJzeren kapel te Amsterdam aanwezig, is in het licht gegeven (Oud- en Nieuw, II, 24—28); terwijl de gelijkluidende brieven voor Haarlem en Leiden te lezen staan bij van Miebis IV, 925, 926. Zoo is de merkwaardige „Ordonnancie, hoe en in wat voege men voirtan dat recht van seventuych gebruycken en hantieren sal," mede voor vergelijking vatbaar door den afdruk, opgenomen in de Hantvesten van Amsterdam, bl. 136. Enkele misstellingen, of verzuimde opgaven ten aanzien van de dagteekeningen der stukken mogen wij niet onopgemerkt laten. Zoo is, bij het eerste stuk van den Inventaris ; de vergissing van van Miebis herhaald, wanneer hij in crastino Tiburtii et Valeriani 1246, den 144en en niet den 15den April stelt. Het schrijven (bl. 3.) van Floris Vtot Schepenen en Eaadsmannen van Delft, gegeven des maandags nadat men zingt misericordia 1282, kan niet tot Mei, maar moet tot 13 April van dat jaar gebragt worden: — de brief van Willem ni (bl. 5,) aan heer Florens van der Bouchorst op dingsdag vóór kruisdag 1310, behoort niet tot Mei maar tot den 28,ten April van dat jaar: — het schrijven van denzelfden graaf (bl. 6,) aan de tollenaars van Harderscote van vrijdag na onzer vrouwendag te midden oeghest, 1311, niet tot Februarij maar tot 20 August: — het schrijven van graaf Willem V. (bl. 8,) tot zijnen regter te Delft, des donderdags na S. Jans decollacie 1351, niet tot de maand Augustus, maar tot 1°. September. Intusschen bij een mogelijken herdruk van den Inventaris kunnen dergelijke misstellingen en opengelaten datums gemakkelijk verholpen worden: en wij eindigen met den wensch, dat ons van den archivalisehen arbeid van den heer Soutendam nog dikwerf meer andere nuttige proeven mogen worden voorgelegd. R. G. H. M. D. Overgenomen nit den Algemeene Kotut- e» Letterbode , N°. 10 van het jaar 1861. INVENTARIS der Cl) ar. f mm %m pfftoil#gi#ti# BERUSTENDE OP HET ARCHIEF DER GEMEENTE (1246—1599.) opgemaakt door Mr. J. SPITTEND AM, archivaris. DELFT, bij M. STILLEBROER, STADS-DRUKKER. — 1860. VOORBERIGT. (1) Zie o. a. c. Bleystvijck, p. 133 seq. (2) v.Bleysw.,f. 126: > — een Comptoir ofte secreet-camer waer de Heeren haer geheymste Papieren en Brieven In verbergen" Niettegenstaande dat twee hevige branden, de eerste in 1536, de andere in 1618 ('), de Archieven van Delft zeer geteisterd hebben, is er toch een vrij aanzienlijke verzameling van privilegiën, grafelijke brieven en andere oude documenten aan de vlammen ontkomen, dank zij de goede voorzorg der Vroedschap, die van oudsher den kostbaren schat der „ originele priuilegiën vander stadt" in een afzonderlijk vertrek bewaarde. Op den 13en Januarij 1580 werd o. a. „ bij der Vroetschappe eendrachtelijcke gheresolueert dat die casse int secreet daer de originele priuilegiën vander stadt inne berusten ('), met drie verschoijden slooten voortaen ghesloten sal worden, sulcx als van outs gepleecht is, waer van eene sloetel onder den outs ten burghemr, eene onder den outsten schepen, en de derde onder den thresorier vander stadt zullen berusten, — opdat anders niet dan bij ghemeenen aduyse de selue casse en des stadts secreten gheopent — worde" Jammer, dat deze loffelijke voorzorg met al te groote bezorgdheid gepaard ging, zoodat het secreet vertrek van H. H. Burgemeesteren een heiligdom was, waartoe niemand dan zij zeiven den toegang had. En (1) Zie hier over: Aïgem. Konst- en Letterbode, 1859 , n°.46 enl860,n°.14. (2) Zie: Verslag aan de Prov. Staten Tan Zuid-Holland, over den jare 1859. i C. Gemeente-Archieven. Delft." (3) Vele privilegiën zyn ln vidimus aanwezig. Deze vorm van afschriftwaar- toch maakten zij van dat vooiregt geen, of althans een zeer spaarzaam gebruik. Immers blijkt het zonneklaar, dat zelfs de Stads-historieschrijver van Bleyswijk zich met zoogenaamde „ authenticque copiën" en privilegie-boeken heeft beholpen , omdat de originele bescheiden in hun eikenhouten kisten moesten begraven blijven. De overigens zoo goed ingelichte Burgemeester deelde met zijn geleerde tijdgenooten de noodlottige dwaling, dat een afschrift, zelfs al was het door een in schrift en taal soms geheel onervaren klerk gemaakt, doch naar een authentiek privilegie-boek genomen, even goed dienen kon, als het oorspronkelijk stuk zelf, vooral, wanneer het er toch slechts op aan kwam om den zakelijken inhoud van het een of ander handvest te kennen ('). Van tijd tot tijd (maar daar bleef het dan ook bij) werden de Charters gerevideerd, zooals o. a. blijkt uit het 6e Memoriaal-boek van H. H. Burgemeesteren, p. 340 vo. seq., waar men vermeld vindt, dat de Secretaris van der Ooes zich in det loop van 1757 met die revisie had bezig gehouden. — Vooral naar aanleiding der voorgenomen nieuwe uitgave van van Mieris' Charterboek, was de Gemeenteraad van Delft, op het voorbeeld van naburige gemeenten zoowel als door de aansporingen van deskundigen , tot de volle overtuiging gekomen, dat het belan°rijk Archief der stad een naauwkeurig onderzoek en herziening vereischte. (') De ondergeteekende, tot Archivaris benoemd, vond de verzameling van privilegiën en oude charters in goeden staat. Zoowel de originele bescheiden zeiven als de daarvan gemaakte copiën waren, op eenige uitzonderingen na, onbeschadigd. (') Enkele stukken, waaronder het oudste charter van 1246, waren zóó door vocht of schimmel gehavend, dat er aan geen herstel te denken viel. De zegels, borgt niet altijd de naauwkeurigheid Tan spelling en taaiZoo vergiste zich bijv. Udo van Mokeren, proost vanConinksvelt, in het > vldimns" van den Lat.brief, door FIorfs V, op den 23en October 1266 aan de tollenaars in Holland geschreven, toen hij in plaats van carina (vaartuig) carruca(voertuig) copiëerde. Vergel. In den boven aangeh. Bode, 1859, n". 46, het oorspronkelijke charter van 1266 met de copie t geëxtraheert in den registercamere van hollant," 28 Mei 1548. voor zooveel er nog bewaard zijn gebleven, zijn voor het meerendeel gaaf; althans zal men, Willem II uitgezonderd, van eiken graaf en gravin, die Delft met privilegiën begiftigden, een voldoend afdruksel van hun zegel, tegen-zegel, signet, enz. aantreffen. Gelijk uit dezen Inventaris, dien de ondergeteekende zoo naauwkeurig mogelijk heeft opgemaakt, hier en daar blgkt, zijn er verscheiden charters in de Delfsche verzameling voorhanden, die niet in het Charterboek van van Mieris zijn opgenomen. Tevens zal men bemerken, dat velen dier bescheiden niet onbelangrijk moeten geacht worden, vooreerst, omdat zij öf geheel onbekend, öf bij v. Bleysmjck en Boitet onvolledig en foutief zyn afgedrukt; ten andere, omdat zij (en dit is bijna geheel van locaal belang) een nieuw licht doen opgaan over verschillende punten, die genoemde geschiedschrijvers, door het raadplegen der oorspronkelijke stukken te verzuimen, niet juist konden beoordeelen of geheel met stilzwijgen moesten voorbijgaan. Moge deze arbeid goede vruchten dragen en vele gemeentebesturen helpen aansporen, den tot hier toe verborgen schat der Archieven, aan hunne zorg toevertrouwd, weldra het licht te doen zien. Delft, October 1860. Mr. J. SOUTENDAM, Archivaris. j w ? a «p w m m 3 ® der CHARTERS en PRIVILEGIËN op het Archief voorhanden; van 1246—1599. WILLEM II. Privilegie aan die van Delft geschonken, rakende 14 April 1-246. vrijdom van tollen, enz. — Vrijheid van Delft. v. Mieris i »Acta sunt hec apnd Delf in domo carissime mater- p. 228 seq. tere raee domicelle Richardis anno Dominice incarna- tionis M.CC.XLVI, in crastino Tiburtii et Valeriani." (Zegel niet aanwezig.) Zeer 'gelacereerd. (Het Privilegie rakende de vrijheid van lantwinninge, datum Ziriczee anno Dm. 1246, in die beati Georgii (23 April), ontbreekt in het origineel, even als dat betreffende eene aanbieding van die van 's Hertogenbosch, om die van Delft in twijfelachtige regtszaken te helpen raden, datum A°. Dm. 1259, mense Julio.) FLORIS V. Privilegie, waarbij de graaf die van Delft vrijdom geeft .. . van alle tollen, al ware het ook, dat de goederen niet bin- 14 Januarij 1266. 3 v. Mieris, i, p. 342. nen de vrijheid, van Delft waren gebragt. „ Dese lettren 'Zie nok: Algem. K.- , . en l. bode, 1859, n°. s,cn gnegheuen van ons heren ghebornesse ducent jaer 46, over den si. tueondert jaer en fses ende sestichl in sente non- Poniiaansdag. J r tiaensdaghe." (Zegel aanwezig.) Zeer gelacereerd. 1 FLORIS V. Mandement van Simon van Haarlem, baljuw van v. Mieris, i, Kennemerland, en Dirk van Teylingen, baljuw van p. 342 seq. Holland, aan de tollenaars in Holland aangesteld, over de evengenoemde tolvrijheid, „Datum anno Dm. 1266, in die pontiani mr." — (Copie [@,] van het mandement met de beide zegels der baljuwen.) 23 october 1266. Latijnsche brief aan de tollenaars in Holland, met v. Mieris, i, p. 3i4. verwijzing naar het privilegie van Willem II, over de tolvrijheid. 1266, sabbato ante Apostt. Sym9. et Judae. (Zegel aanwezig.) Van het evengenoemde charter een vidimus van Udo de Mekeren, proost van Goninksvelt, van 1448, ipso die Agathe virginis. (5 Febrti.) Twee copiën, geëxtraheerd ter registerkamer van Holland, 28 Mei 1548, naar hetzelfde charter. Privilegie van Flor is, waarbg „ die oude dilfin als suilcker 30 November 1268. „Steden der menere portren van Düf gegeven wort, als si v. Mieris, I, p.848. . , „ . „ zie ook: Mgem.K.- hebben die nxewe düf van den Comng Willemme, enz. en l. bodt, 1860, „ Gheeheven toe Herlem inde jaren ons heren, dusen- D°. 14. " ö tich. tuehondert ende oectensestich sente Andrijsdaghe." (Zegel ontbreekt.) Mandement van Floris „oppidano suo de delf, qui junij 1274. grutam tenet," om niet meer gruitgeld te nemen van de v. Miern, i,p.874. ^fa^ fan van hen, die buiten Delft wonen. „Datum anno DmT 1274 feria sexta post octavas nativitatis Johannis baptistae." (Zegel aangehecht.) FLORIS V. Junij 1276. Niet bij v. Mieris vermeld. Zie: Br. Priv. boek (perkam.) p. 12 recto. Latijnsche brief van Floris aan zijn tollenaars, dat de poorters van Delft tolvrij zullen zijn, mits zendende copie van hunne verkregen tolvrijheden, onder het zegel van Dirk van Wassenaar, baljuw in Delfland. „ Datnm feria quarta post octavas trinitatis anno Dm. 1276." Vidimus van bovengemeld mandement, van Gerbrandus capellanus in Delf, van het jaar 1326, „sabbato post dominicam, qua cantatur quasimodo." 5 Mei 1280. v. Mieris, I, p. 404. Handvest van Floris, waarbij de muddepenning aan die van Delft geschonken wordt. — 1280, des sonendaghes na sente wouburgh. (Zeer gelacereerd, zonder zegel.) Mei 1282. Niet bij v. Mieris vermeld. Zie: Bleysw. p. 496. Schrijven van den graaf aan „die scepene ende die raitsmane van Delf" om jaarlijks „ twee wittachte manne die tote des spittales goede sien" te kiezen, enz. Gegeven 's maandags nadat men zingt misericordia dra. 1282. (Niet bezegeld.) 17 September 1287. Niet bij v. Mieris, noch in de beide perkam. priw.-boeken vermeld. — In het register v. alle Stads prtoill. in 1705 opiem., op p. 2 v°. Brief van Floris, waarbij hij belooft, dat het aannemen van Hughen vanden Woude tot poorter van Delft „ doer onser sonderlingher beede" aan die van Delft niet schaden zal „ in alle die vriheide die zij bescreuen ende beseghelt hebben van ons ende van onsen ouderen." — „ Ghegheuen in ons heren iare. tvelfhondert ende zeven en tachtich. in sente lambrechtsdaghe." (Zonder zegel.) 1* FLOBJS V. Brief van Floris, waarbij bij aan die van Delft het 11 December 1287. voorregt verleent, dat de Baljuwen tusschen de Maas en de r. Mieris, i, p. 472. Zype het derde deel van „sulke boeten alse van uthemschen Inden vervallen in onser porte te Delf van vechten, ofte van verboeden wapene" voor genoemde poorters zullen innen. (inpanden.) Gegeven in den Hage, 1287, des donderdags na St. Nicolaas-dag. (Met het zegel en contra-zegel aan den brief gehecht.) 11 December 1287. Brief' van Floris t. Mieris, 1, p. 473. waarbij hij hun het denzelfden datum en aan de evengemelde baljuwen, inpanden der boeten gebiedt. Van eveneens gezegeld. 29 December 1295. Privilegie door den graaf aan die van Delft geschont. Mieris, i,p.566. ken om „een vleeschuis ende een broethuis" te mogen maken. Bezegeld in het jaar 1295, op St. Michiels-dag, te Vlissingen. (Aan de linkerzijde van het charter is een strook afgescheurd en het zegel ontbreekt.) Over de beide zegels door Floris gebruikt vergel. men: Mr. Meylink, Over een charter van Floris V, van 14 Mei 1273, p. 100, (Verbeteringen.) JAN II. * Confirmatie door den graaf van al de privilegiën en 14 December 1299. handvesten der poorters van Delft, door zijne voorzaten, graven van Holland, verleend. — Gegeven te Delft, 's maandags na Sle. Lucien-dag, 1299. (Gezegeld.) Van Mieris vermeldt deze Confirmatie niet, maar wel den brief, waarbij die van Delft bekennen, Jan II voor hun regten Heer gehuldigd te hebben. Zie hem, II, p. 3. WILLEM III. Confirmatie door dezen graaf, als voren door Jan II, 1 November 1304. gedaan. Gegeven in 1304, op Allerheiligen-dag. (Ge¬ zegeld.) Niet bij v. Mieris vermeld. Zie hem, II, p. 44, waar de brief van huldiging gevonden wordt. De graaf beveelt, dat alurie binnen de jaarmarkt vanDelft vecht, enz. zijn misdaad beteren zal, alsof het buiten de markt geschied was. „Ghegheuen tote haerlem up sente matheusdach int jaer ons heren M.CCC. ende achte." (Gezegeld.) Brief van den graaf aan haer Horens van der bouchorst, bailliu van delflant ende van schielant, waarbij hij verklaart niet meer te zullen toelaten, dqt de poorters van- Delft en de lieden van het bailliuschap „ghepijnt ende ghedaget" worden te Utrecht voor den geestelijken regter. „Ghegheuen in die daghe des dinxendaghes voer des Eligher crusendagh. Int jaer M.CCC. ende tieneJ* (Gezegeld als 't voorg.) 20 September 1308. Niet bij v. Mieris vermeid. Mei 1310. Niet bij v. Mieris vermeld. WILLEM III. Schrijven van den graaf aan de tollenaars van „ harFebruarjj 1811. derscote," dat zij de poorters van Delft „in sulken rachte" met Mj v. Mieris zouden laten varen, „ als si bi sgraue florens tiden wevermeid. , ren." Van het jaar 1311, vrijdags na onzer vrouwendag „te midden oeghest." (Niet gezegeld.) 24 Februari) 1312. Specificatie van alle deeser stede oude handtuesten. met bij v. Mieris „ Ghedaen int jaer ons heren M.CCC. ende twaelue in vermeid^— zie>B8 v. Mieris. Delft maytigt om de Qeer „ te berechten ende te bedriuen, Zie hem echter, II, _,. » ,. >, t, 7 , . „ n 837 die hoer die aubeaisse van Keynsburch vermet. Gegeven 1351, „ des donresdaghes na sinte Jansdach decollacio." (Het grafelijk zegel ligt er los bij.) Zeer gelacereerd. 26 September 1351. Overeenkomst onderling gemaakt tusschen de steden t.Mieris, li,p.803. van Holland, nadat zij aangenomen hadden de schulden van den graaf te voldoen. — „ groten scoud. die hi sculdich is, daer wi hem wilt God, of ontreden sullen." Gegeven in 1351, des maandags na St. Maurieius-dag. (Alleen het zegel van „ sente gheerdenberghe" ontbreekt.) 5 Jttiü 1355 Dirk van Wassenaar, burggraaf van Leyden, bevestigt t.Mieris,li,p-858, die van Delft in den vrijdom van tollen, enz. in zijne ambachten en heerlijkheden. Gegeven te Delft op St. Bonifacius-dag 1355. i Met het beschadigd zegel van D. v, W.) WILLEM V. Vidimus van het schrijven van Dirk van Wassenaar aangaande den vrijdom van tollen, enz., door Jan, proost van Coninksvelt, en Mattijs van der burch, personer der kerke te Delft, 10 Maart 1368. (Met de zegels v. d. proost en M. v. d. B.) ■ in dwtsk." (Laatste regel.) 27(26)Jannarij 1357. Vertaling „in dietske" gemaakt door Jan, proost van t. Mieris,m,p. 18. Coninksvelt, en Mattijs van der borch, „persoenre in der kerke van delf," van de beloften door Lodewijk den Romein aan zijn broeder Willem van Beijeren gedaan, om het verdrag aangaande de landen van Henegouwen, Holland, Zeeland en Vriesland, „ sonder enigherhande brekinghe te houden." Het vertaalde vidimus is van 1357, op St. Petersdag ad Cathedram. (Met de zegels v. d. Pr. en M. v. d. B.) 24 October 1857. Schrijven van den graaf omtrent het Lombaerdenhuis, met Nut bij v. Mieris. kwijtschelding van dertig pond holl., af te slaan van den Boiiet, p. 555, on- naamckeurig. ' ouden pacht. Gegeven te Dordrecht, 24 October 1357. (Gezegeld met het graf. zegel, verschill. van dat van 1351.) Hertog ALBRECHT. Gift van den Ruwaard aan die van Delft van „ die Februari; 1366. dobbelscole, tquaeckboert en alle spel hoet ghenoemt is dat v. Mieris, ui, p. 18? ^ajr toe behoirt," enz. voor twee honderd en vijftig „ mo- seq. thoen." Gegeven in den Haag, 'smaandags na St. Agathen-dag, 1366." (Gezegeld met het zegel van „gubernalor hanoe. holl. zei." enz.) Hertog De graaf geeft aan die van Delft vrijheid, om een vrije ALBRECHT. vaart wft fa gta^ fat fa fa Maas te graven, enz. Gege8 ep em er . ^ ^ Haag, op onzer Vrouwendag nativitas 1389. v. Mieris, III, p. 533 o' r o seq. (Gezegeld met het kl. graf. zegel en contra-sigilluro.) Hierbij behooren twee vidimusn., van 11 Januarij 1565, stilo curie hollandie, beiden met het zegel van justitie v. d. Hove v. Holland voorzien. 6 December 1389. v. Mieris, III, p. 538 seq. Handvest van den graaf aan die van Delft, betreffende fa voogdij der weeshinders en de goederen der gestorven bastaarden. Gegeven in den Haag „op sinte claesdach," 1389. (Gezegeld als het voorg.) 25 Maart 13|r. v. Mieris, III, p. 553. De graaf, door die van Delft gehuldigd en met vier duizend gulden beschonken, vermeerdert het regtsgebied der stad. Gegeven in Middelburg op onzer Vrou89 wendag annnnciatio, 13 (Gezegeld met het zegel van „ meester gysbrecht Willemsz. den prouisor van Delflant.") , 7 April 1445. Acte van non praejudicie door den graaf' gegeven aan die van Holland en Friesland, wegens het toestaan eener bede gedurende zijne afwezigheid. (Gegeven te Gent, 7 April 1445, na Paschen.) (Gezegeld met het kl. hertog, zegel en contra-sig.) » Augustus 1446. Ordonnancie van den graaf „hoe en in wat voege, men voirtan dat recht van seuentuych gebruyeken en aantieren sol," voorafgegaan door bepalingen omtrent „ een goeden ■vrsten vrede," die gedurende zes weken tusschen de magen van beide (in vijandschap levende) partijen „ die niet mede in vairde noch in velde geweest en hebben," terstond „na den vechtetic" zal moeten bewaard worden. Gegeven 9 Augustus 1446. (Gezegeld als voren; het zegel zeer geschonden.) 23 october 1446. Confirmatie van het privilegie, dat de Burgemeesters van Delft binnen vijf weken rekening moeten doen, nadat zij van hunnen eed „verdragen en ontlast sijn," en dat die 2* PHILIPS VAN van Delft zullen mogen kiezen negen personen, die de reBOURGONDIE, ]Qening zullen nazien en de gebreken daarvan bij eede aanbrengen, „ updat sy dan die Rekeninge duechdelike sluten zie p. ia privu. mogen,'' enz. Gegeven te Brussel, 23 October 1446. t. wiiiem vi, van 3 (Gezegeld met het kl. zegel v. h. voorg.) Nov. 1408. ° April vdor Paschen, Privilegie van den graaf om te mogen maken muren, toi4j5* rens en andere „ edifficien;" dat men ballingen, komende binnen der stede vrijheid op gewijde plaatsen, daaraf zal mogen halen bij consent van den bisschop van Utrecht; en dat niemand huizen of woonsteden binnen zestig roeden van der stede vrijheid maken zal, buiten consent van den graaf of der Wet van Delft, ten ware huisjes om beesten en vruchten daarin „te besteden en vertrecken." Gegeven te Brussel, in April 1448, vóór Paschen. (Gezegeld met het Gr. zegel en contra-sig. in groene was, hangende aan een dubb. staart van gedraaide groene en roode zijde.) April vddr Paschen Confirmatie van het privilegie van Willem II, 14 April i4jj- 1246 aan die van Delft geschonken. — Het oorspronkelijk privilegie (Vrijheid van Delft) wordt in deze Confirmatie neheel »ecopiëerd. — „ Datum in villa nostra Bruxellen Zie p. 1 prtvtt. •> van wiiiem ii, van in mense Aprili a°. dm. 1448 ante pascha." (Gezegeld 14 April 1246. .. , als het voorg.) 7 Junij 1449. De graaf maakt bekend, dat die van Delft, op zijn verzoek en begeerte, vijf honderd gouden Wilhelmus schilden jaarlijksche lijfrenten verkocht hebben, waarvoor de stad zekere percelen van domeinen in handen krijgt. Gegeven in onser stad van der Sluis, 7 Junij 1449. (Gezegeld als boven, maar in roode was.) . PHILIPS VAN Hierbij behooren: Verklaring van den BOURGONDIE, rentmeester-generaal van Holl., Zeeland en Vriesl., Anthonis Michicls, met die van den rentmr. van N. Holl., Berthelmeeus Partant, naar aanleiding van den 16 juiü M«- inhoud des open brie/s van Philips, gege¬ ven 7 Junij 1449. — Van 16 Junij 1449. (Met het zegel van Partant.) Verder het Charter van 6 Febr. 1456, later te vermelden. De graaf geeft zijne toestemming aan het verzoek der stad Delft en der gemeene onderzaten van Rijswijk en Schipluide, om de hooge heerlijkheid van Rijswijk en Schipluide niet te verkoopen, weg te geven, te verzetten, noch in iemands anders handen te brengen. Gegeven te Brussel, 3 Mei 1450. (Gezegeld met „ den heymeliken segel.") Toestemming door den graaf aan die van Delft geschonken , „ dauoir fait faire et charpenter ung molin a eauwe, pour par Icellui tirer et faire getier en cas de besoing, et de necessite. des eauwes des fossez dicelle nre vitte, qui sont*de leur franchise, etc. Donne en nre ville de Brouxelles, le xiije. jour de Juillet, 1450. (Soubz nre scel de secret, en labsence du grant.) 3 juiij 1451. Privilegie door den graaf aan die van Delft verleend, dat de vrijheid aan elke zijde van de vaart en haven, „ teinden den andren viertien Roeden" zal wezen dertig roeden breed, om aldaar een nieuwe haven te maken en te mogen timmeren „ sulk en so vele alst den voirscr, van onsen 3 Mei 1460. 13 Juli) 1450. PHILIPS VAN stede van delf goed ende oirboir dunken sal." Gegeven te BOURGONDIE. Brussel, 3 Juüj 1451. (Gezegeld met het gr. zegel en contra-sig. in roode was.) s Jniij 14M. Ordonnantie van den graaf, dat niemand voortaan een ander zal mogen verborgen te rechte te brengen, ten zij gegoed tot honderd „ guldin Rijders" toe of daar boven, elke Rijder van de waarde vau vijftig groten „onser vlaemscher munten, ende anders niet." Gegeven te Brussel, 3 Julij 1451. (Gezegeld als boven.) 12 Maart 1452. Confirmatie door den graaf gedaan van het privilegie van 24 Jan van Brabant, verleend 28 Februarij l^gg* Gegeven te Rijssel, 12 Maart 1452. (Gezegeld als voren.) n junij 1452. Privilegie „ de non Evocando," waarby de graaf toe¬ staat, dat voor de onderzaten van Holland en Friesland, „die voirsz. euocaty geheel en all off wesen sall, ende dat van nu voirtan onse voirsz. ondersaten niet meer geeuocyeert getogen noch gedacht en zullen werden te Rechte buyten den palen van onsen voirscreuen landen van hollant en vrieslant, voir ons noch voir onsen groten Raid om geenrehande saicken, dan alleen om die saicken ende fayten hier na verclairt." Gegeven te Dendermonde, 11 Junij 1452. (Gezegeld met het gr. zegel en contra-sig. in roode was.) li junij 1452. Brief van non praejudicie door den graaf gegeven aan die van Holland en Friesland, wegens het toestaan eener bede gedurende zijn afwezigheid. Gegeven, enz. als het voorg. PHILIPS VAN Brief van den graaf, waarbij de stad, het slot en het BOURGONDIE. iana- van j£gUS(^en f0( ftd en ais toebehoorende aan de , . qrafeliikheid van Holland worden verklaard. Gegeven, 11 Junij 1452. a ' j o enz. als voren. n Junij 1452. Privilegie van den graaf, roerende de wedden, dag¬ gelden en bodeloonen van de lieden van den Baad van Holland en Friesland, die voortaan ten koste en laste van Philips zullen zijn. Gegeven, enz. als voren. n Junij 1452. Brief van den graaf, waarbij hij bekend maakt, dat hij van nu voortaan „ niet meer enige oude dijcken binnen denseluen onsen landen (Holland en Friesland) wechgeuen noch vervremden en sall noch die laten of gehengen te slechten breken noch bouwen In enigerwijs, bij wie dattet zij" maar dat de oude dijken zullen blijven „ leggen," als slapers tot bescherming der nieuwe dijken en inlagen, enz. Gegeven, enz. als voren. n junij 1452. Antwoord van den graaf aan een deel der Bidder¬ schap en edelen, die hooge heerlijkheid hebben in Holland en Friesland (welke beweerden, dat de onderzaten van genoemde hooge heerlijkheden vrij waren van contributie in de beden, uit kracht van gezegde hooge heerlijkheid), dat zij de bescheiden daaromtrent aan zijn stedehouder en Baden van Holland in handen moesten geven ten fine van onderzoek. Gegeven, enz. als voren. 11 Junij 1452. Brief van den graaf, waarbij hij bekend maakt, dat het consent van de steden Delft, Leyden, Amsterdam en Gouda om, ter ontlasting van het verarmde platteland, PHILIPS VAN in de bede van tien jaar lang hetzelfde te betalen, als BOURGONDIE.jn '* Grauelinghes et ases commis et gardes a Receuoir le dit tonlieu," dat die van H. en F. met andermaal tol zouden betalen, wanneer zij met de afgekeurde „laynes et peaulx" naar Brabant en elders voeren. Gegeven in den Haag, 2 September 1462. (Gezegeld als voren.) ie tecond jour de Ordonnancie van denzelfden, „ que aucuns conseillers et Septembre 1462. suppoz de la chambre du conseil ala haye nauront part ne porcion auec autres es fermes des tonlieux" van Philips, zijn vader. Gegeven in den Haag, 2 September 1462. (Moy present, Gros; niet gezegeld.) ie second jour de Antwoord van denzelfden aan de afgevaardigden van Septembre 1462. Delft, die zich beklaagd hadden over de Lombarden en tevens verzocht, dat deze bevolen zouden worden de stad te ruimen. Gegeven in den Haag, 2 September 1462. (Als het voorg.) KABEL VAN Confirmatie door den graaf gegeven van al de privileBOURGONDIE,gient gng_ door de stad Delft voormaals verkregen. „Gegraaf van Ho ., _euen jn onsen huuse In den hage den xxisten dach Zeel., enz. ° ° 21 Jniij Hes ^n Ju'i° 1468." (Gezegeld met het gr. zegel en con¬ tra-sig.) lo xme jour de Beslissing van den graaf omtrent de „ kleine dien- Mars 1469. . sten" in eenige steden van Holland, waarbij hij verklaart, dat de steden hare vroeger verkregen regten omtrent het vergeven van genoemde kleine officien voortaan sullen blijven uitoefenen, en dat hij ze niet meer aan zijn dienaars, enz. zal wegschenken. Gegeven te Brugge, 10 Maart 1469. (Gezegeld als voren.) ie xxe jonr daonst Confirmatie door den graaf geschonken van het privilegie, 18 October 1466, aan die van Delft verleend, omtrent Zie bet privil. van Philips, p. 27. de kloosters, enz. Gegeven, 20 Augustus 1469. (Ge¬ zegeld als voren.) ie 1 jour de Sep- Confirmatie door denzelfden van een privilegie, op den 3en November 1411, door Willem VI aan die van Delft verleend, „ touchant la succession des bastars demourans et trespassans en nre dte vitte duquel preuilege Ilz ont eu Lettres et chartres scellees du scel de nre zie het privii. v. dit feu oncle' Lesquelles lettres sont telement caduques en escripture que a paine Lon les peut lire," etc. Gegeven, 1 September 1469. (Gezegeld als boven.) 70 16 Januarij Hyj - Privilegie van denzelfden, waarbij de Hinderdam, gelegen naast de Noordpoort van Delft, uitgegeven en KABEL VAN verpacht wordt tot een eeuwige erfpacht aan de stad BOURGONDIE. x)rf/ï. „Gegeuen In ons Casteel van hesdin, 16 Januarij 1470." (Gezegeld als boven.) . . ,.„, Hierbij behooren: Een tarief van het 7 October 1471. J J regt, dat ontvangen plagt te worden van de der^dmn^ia'' schepen, enz., die den Hinderdam passeers/«y«ii>.p.89seqq. jen. (Gezegeld met het contra-sig. van het kl. zegel.) 8 Hei 1471. Een authentieke copie van het privilegie en van het tarief, waardoor gestoken is zie au zegel 0bliqatie van de Burgemren, Schepenen, afgebd. bij BoUet, a tegenover p.14, enz. van Delft, omtrent de eeuwige erf- en.ld. het laat- g Mej un (Gezegeld met het stads-zegel ad causas.) ie juiij 1472. Verkochte jaarlijksche renten „ upter stede van delf." zie iad« xxii. }} Gegeuen In onsen parck voir der Stede van beauuais," 16 Julij 1472. Toestemminq van den graat in het verzoek door de ofte XXVIe Jonr de Va Mars 14-. gevaardigden van Holland en Friesland gedaan, om voortaan geen mandementen in voorz. landen uit te vaardigen „pour contraindre et molester les fiefuez arrierefiefuez ne autres gens de telle condicion a nous seruir en armes," etc. Gegeven te Brussel, 26 Maart 1472, voor Paschen. (Gezegeld met het gr. zegel en contra-sig.) KABEL VAN Octrooi van denzelfden, van geen kleine officièn in BOURGONDIE, j£0lland en Friesland meer te zullen vergeven, waarvan de ie xxvime Jour de Provisie en dispositie aan de ,,/eaulx et vassaulx seigMars 1472. neurs des lieux ou sont lesd. offices," behoorde, „ comme ^'o 6 te,li"ing clergies cousteries escoUateri.es et autres semblables." Gegeven te Brussel, 26 Maart 1472. (Gezegeld als boven.) Octrooi van denzelfden, waarbij hij aan die van Delft 12 Julij 1473. J J toestaat een sluis te mogen leggen in „ die Zydwin" 70i seqqCi''W P °^ » Zydwint," ten behoeve der waterverversching bin¬ nen de stad. Gegeven, 12 Julij 1478. (Gezegeld met het geheim zegel en contra-sig.) Brief van Keizer Frederik III, waarin hii zijne 3 November 1473. ' J ' onderdanen gebiedt: „ Daz sij in craft solher obgeschriben acht aberacht Process und eruolgung wider die (gemeltn) Lanntsessen Burger Einwoner und untertan der (vorgenanntn) lannde Hollannd Seelannd und Frieszlannd die Iren noch Ir gut nichts fürnemen hanndln tun noch yemands Zetun gestatten indhem Zie Register v. d. . Charters d. stad, a°. weise als heb einem üglichen sey uns und des Reichs 1705, p. ie. swere ungnad Zuuermeidenn. Geben zu Trier am dritten tag des moneds Nouembris 1473," enz. (Gezegeld met het Keizerlijke „ Innsigl".) MAXIMI- Privilegie van Maximiliaan en Maria nopens de ver- LIA ATT en kiezing van Veertigen en Vroedschappen en het benoemen MARIA. Burgemeesteren en Schepenen. Gegeven te Gent, in Maart U7—. 76 77 Maart 14^. (Gezegeld met net gr. zegel en contrazie Bom, p. sig- in groene was, uithang, aan een dubb. staart van 109 en 113. gedraaide groene en roode zijde.) H Maart 14™. GROOT PRIVILEGIE van Vrouw Maria. Gege- 77 76 ven te Gent, 14 Maart 14^. (Gezegeld als voren en bovendien met de zegels van Jan, hertog van Cleve en van der Marke, en van Adolf v. C. en v. d. M., heer van Ravensteyn.) Augustus 1477. Zie: Bleysw. p. 82 seqq. en . Bandvv. en Oclroyen der Stede Vlaardingen," p. 84 seqq. en CVII seqq. Verder het schrijven t. Philips, van 14 October 1462. Privilegie van M. en M., dat de Schout van Delft de ballingen zal mogen vangen, anderhalve mijl rondom de stad, en dat de burgers van Delft „voirtan tot eeioigen dagen In geenen dorpen noch ambochtsheerUckeheden te Rechte staen en zullen van eenegerande actiën personnellen. daerof dat zy allee nlic te Rechte ende Justitie staen zullen In onse voirsz, stede." Gegeven te Gent, in Augustus 1477. (Gezegeld met het geheim zegel in groene was, uithang, aan een dubb. staart v. gedraaide groene en roode zijde.) 22 m 1 1479 Verkochte jaarlijksche renten op de stad Delft. 22 zie iade xxii. Maart 1479. (Gezegeld met het zegel van Holland, „ in de absen van onser andere.") Zeer door vocht gehavend. MAXIMILIAAN en MARIA. 26 Mei 1480. Consent van dezelfden om Joos van lalaing, heere van montigny, aan te stellen tot stedehouder generaal van Holl. Zeel. en Friesl., op verzoek van de Heeren van Egmont, van Wassenair en van Zevenbergen, enz. Gegeuen in onsen huuse Inden haghe, 26 Mei 1480. (Gezegeld als voren, maar in roode was en met dubb. perkam. staart.) 26 Mei 1490. Octrooi van dezelfden, dat die van Holland bij die Ligt in lade n, n°. s. van fa Universiteiten van Keulen en Leuven met mogen geciteerd worden. 26 Mei 1480. (Gezegeld als het voorg.) 26 Mei 1480. Confirmatie van een brief van Philips van Bourgon- die, van 11 Junij 1452, waarin hij belooft voortaan geen vrijdom van tollen meer te zullen geven aan eenije steden of personen buiten Holl. Zeel. en Friesl., gelijk aan die van 's Hertogenbosch en Bergen-op-Zoom geschonken was, die tolvrij voeren voor alle tollen in H., Z. §■ F. Gegeven, 26 Mei 1480. (Gezegeld als voren.) 26 Febrnarij 1481. Privilegie van Maximiliaan en Maria, waarbij zij de steden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leyden, Amsterdam en Gouda kwijtschelden verschillende renten, over en ter zake van adsistentie in den oorlog tegen die van Utrecht. Gegeven te Brugge, 26 Februarij 1481. (Gezegeld met het gr. zegel en contra-sig. in roode was, uith. aan dubbelen perkam. staart.) ie september 1481. Verkochte erfrenten op de stad Delft. 16 September 1481. (Gezegeld met het zegel van M. en M.) 3 MAXIMILIAAN en PHILIPS DE SCHOONE. 30 Het 1487. Zie bet privil. v. Willem VI, P- 29 vermeld. Bleysw. p. 697 seqq. Confirmatie door Maximiliaan en Philips van het privilegie van Willem VI, gegeven 3 Novr. 1411. Gegeven te Brugge, 30 Mei 1487. (Gezegeld met het gr. zegel van M. en Ph. en contra-sig. in roode was.) 7 Mei tl493. Zie Bleysw. p. 692 seqq. en Boitet, p. 612 seqq-, die ecbter deze overeenkomst niet vermelden. Overeenkomst tusschen Eobei'tus Tate, maior Constabularius, totaque communitas mercatorum Stapule Calesie, en Willem Grijp, Burgmr van Delft, met mgr Jacob Meeman, presbyter van dezelfde stad, gedeputeerden, aangaande de pelles lanutae, het lanificium seu Draperia etc. 7 Mei 1493. (Gezegeld met het zegel in roode was van den major Gonstabul. totaque coitas mercat. Stap. Calesie.) 20 September 1496. Ordonnancie door Philips op verzoek van die van Delft uitgevaardigd, dat voortaan alle mandementen en provisien naar rangorde in de zes groots steden van Holl. moeten gepubliceerd worden, zoodat Delft in de derde plaats kwam en niet in de eerste, zoo als de officieren en executeurs der gez. mandementen plagten aan te nemen, omdat gen. stad het digtst bij den Haag gelegen was. Gegeven te Mechelen, 20 September 1496. (Gezegeld met het gr. zegel en contra-sig. van M. en Ph. in roode was aan dubb. perkam. staart.) PHILIPS DE SCHOONE. 28 Augustus 1498. Hernieuwing voor 7 Jaren «. h. vorige contract, dat voor 6 jaren was aangegaan. Overeenkomst tusschen Johannes Saunders, locum tenens majoris, Ricardus Pontesbury, constabularius, totaque communitas mercator. Stapule Calesie, en W. Grijp, Burgemr. v. Delft, Jacob Meeman, presbyter v. dezelfde stad, Bartholom. Claasz., Schout, en W. Arnoutsz., Delfsch poorter, commissarissen, aangaande de pelles lanutae, het lanificium, draperia, etc. 23 Augustus 1498. (Gezegeld als de overeenkomst van 7 Mei 1493.) 21 Febmarij 1499. Sententie * van den graaf in een proces tusschen zie ladev, n°. i. eenige poorters en die van den geregte van Delft ter eenre, en die van Dordrecht ter andere zijde, over het Stapelregt. Gegeven te Gent, 21 Februarij 1499. (Gezegeld met gr. zegel en contra-sig.) Hierbij behooren: 1". Een certificaat van Laurens Mergart „ duerwairder van wapenen vander ordonnancien mijns genadiche heen des ertshertogen van Oostenrijk," enz. 14 Maart 1499 „ na scriuens shofs van hollant". (Met opgedrukt en uithang, zegel van L. M.) 14 Maart 1500 Zie lade V, n". 1. „■ i. k •• ,^f. * 2°. Bevel van Philips aan L. M., 21 Februarn 1499. *^ tot ten uitvoerlegging van het „ apooin- ZleladeV, nn. 1. oo o t, , tement", gegeven in den grooten Raad ter zake van de bovengen, sententie. Gegeven te Gent, 21 Februarij 1499. (Gezegeld als boven.) Deze drie stukken zijn aan elkander vastgehecht. 3* PHILIPS DE Consent door den graaf aan de Burgemeesters, enz. SCHOONE. van De\f\ verleend, „ dat zij en hoiren successeurs 30 Haart 15^7. In wette van nu voortan zullen mogen betalen den 04 0 loop ende Jairlicxsche betalinge ende ooc lossen ende afquyten als ben goet duncken zal de voorscr. erfuelycke ende lijfrenten, met zulcken gelde en tot znicken prijse. als de voorscr. onse stadt van delft voor de vercoopinge vanden zeluen renten gehadt ende ontfaen heeft." Gegeven te Gent, den naesten lesten dach van Maerte 1503, voor passchen. (Gezegeld met het gr. zegel en contra-sig.) 13 Juiy 1604. Confirmatie door den graaf gegeven van de beide privi- Da beide 9econ/. fe door philips den Goede en Maximiliaan & Maria privilegiën zijn ge- * r heel in dit charter aan die van Delft verleend, 14 October 1462 en Augustus 1477. Gegeven te Antvrerpe'n, 13 Julij 1504. (Gezegeld als voren.) KABEL V. Confirmatie door den graaf gegeven van de privilegiën, 14 October 1462 en Augustus 1477, aan die van Delft Augustus 1515. verleend, met dien verstande, dat zij den inhoud van het 1° artikel voortaan zouden mogen gebruiken „ In onse Jurisdictie wel verstaende, dattet geen plaetse hebben en sal In die heerlicheden vanden vassalen die hooge Jurisdictie hebben Indien dat er eenige zijn." En aangaande het 2e artikel: „ dat men die poirters onser voirsz stede van delft op geen dorpen en sal mogen arresteren Ten ware dat zij heme verbonden hadden, aldaer te Bechte te staen oft aldaer gecon- KABEL V. tracteert hadden." Gegeven te „ loeuen" in Augustus 1515. (Gezegeld met het gr. zegel en contra-sig. in groene was, uithang, aan een dubb. staart van gedraaide groene en roode zijde.) 26 Junij 15S6. Privilegie of Octrooi door den graaf aan die van zie Bteytw. p. 88. Delft geschonken, na den brand van 3 Mei 1536, bevattende verschillende vrijheden, immuniteiten en vergunningen. Gegeven te Brussel, 26 Junij 1536. (Gezegeld met het gr. zegel en contra-sig. in roode was, uithang, aan een dubb. francyn. staart.) 13 Juiü 1536. Privilegie van denzelfden graaf, waarbij hij aan Bur- gemrs, enz. van Delft toestaat, om op de huizen der „ onuerbrande" poorters zekere som van penningen te ordonneren en te stellen, tot reparatie der voorz. stad, enz. Gegeven te Brussel, 13 Julij 1536. (Gezegeld als boven.) 4 junij 1537. i Pribilegie, waarbij aan de Delfsche poorters vergund wordt, dat men de Delfsche bieren niet hooger zal mogen belasten dan andere bieren, enz. Gegeven te Brussel, 4 Junij 1537. (Gezegeld met een gr. zegel in roode was, verschilt, van de beide voorgaande zegels.) Hieraan is bevestigd: Een verzoek aan den Cancelier en de Raden van Brabant, om het privilegie betreffende de D, bieren 14 Maart is— 'e mogen doen publiceren „ tot Rosendaele oudenbossche steenbergen en andere plaetssen dair omtrent liggende." Met appoinctement op de marge door den Raad gegeven, 14 Maart 1542, stilo brabant. KABEL V. Octrooi van den graaf tot heffing van het exuegeld- V, 1T',!545; , 27 Maart 1545. Zie lade II, n1*. 2. Hierbij ligt een copie van „ dottroyen van de graden zedert den vomeerden brant v'creghen." 3 Augustus 1647. Privilegie, van geen kalk- noch steenovens op ander¬ halve mijl afstands van de stad Delft te mogen stellen. Gegeven te Brussel, 3 Augustus 1547. (Gezegeld als dat van 26 Junij 1536.) 28 september 1649. Eed, door Philips, prins van Spanje, ook aan die van Delft gedaan, nadat de gedeputeerden der zes groote steden van Holland Philips ontvangen, gehuldigd en gezworen hadden als haren toekomenden oversten heer en natuurlijken prins, na het overlijden van Zijne Majesteit. Gedaan 28 September 1549. (De acte hiervan, „ die zijne princelijcke hoocheit hen geerne verleent heeft Te wetene. dese Jegewoirdige", is opgemaakt binnen Delft ten dage en jare voorschreven en onderteekend door Philips.) 49 Sententie door den graaf uitgesproken, waarbij be¬ slist werd, dat het gulden Privilegie van Brabant (de gouden bulle) niet gold in het land en graafschap van Holland, de steden van Middelburg, van der Goes en 49 Mechelen. Gepronuncieerd te Brussel, 13 Maart (Gezegeld met het gr. zegel en contra-sig., afhangende aan een dubb. staart van gevlochten roode zijde.) Zeer uitvoerig stuk, 42 pag8. groot. KABEL V. Aan deze Sententie is gehecht eene Or¬ donnantie, in het Fransch, door den Keizer 44 aan den Baad, enz. en de onderdanen van 18 Maart 15~ Brabant gegeven, 18 Maart lö^v (Met de naamteekening: Charles.) 26 october 1551. Schepenbrie/, betreffende, de concessie tot het zetten van een „ wintmolen — oen die westzijde vande waterincxe weght tusschen die stede van delff ende die hoole ouer die lazarusse ziecken, enz", gegeven aan „ Adriaen adriaensz. van leyden molenaer." (Bezegeld door de Schepenen „ Cors Claesz ende cornelis doelma michielsz", 26 October 1551.) 24 September 1562. Sententie van den grooten Baad van Mechelen, rakende de onkosten van zeker proces, tusschen den prelaat van Egmond en de abdisse van Rijnsburg ter eenre, en de Burgemrs, enz. van Delft ter andere zijde, van 24 September 1552. (Gezegeld met het gr. zegel, echter verschilt, van de vorige zegels.) Hierbij behoort: Een uitspraak van het Hof van Holland, omtrent de trekslooten 21 Jumj 1547. Broekpolder in Ketelambacht. Van 21 Junij 1547. (De quaestie is bij sententie definitief v. d. Gr. Baad te Mechelen, van 24 September 1552 (zie hiervoor), beslist.) 18 Mei 1568. Acte van de Gouvernante, „ douaigiere van hon- zie Boitet, p. 126 grien, etc." op verscheiden punten rakende de regese<1- ring, de Wethouders, Thesauriers, Stadspenningen, Beke¬ ningen, enz. Gedaan te Brussel, 18 Mei 1553. (Met de handteekening van Maria.) KABEL V. Een charter van Karei V („ pieter sasbout op die 8 october 1553. domaynen van noortbollant nopen de leeninge by hem zie iade xxii. gedaen"), van 8 October 1553. (Gezegeld met het gr. zegel en contra-sig. in roode was, enz.) 25 Mei 155*. Verklaring van Maria op verscheiden punten rakende de Financien, de Politie en de Justitie. Gedaan te Brussel, 25 Mei 1554. (Met de handteekening der Eegente.) PHILIPS II. Prolongatie door den graaf verleend van den vrijdom 10 Maart 1585. mn rentebetaling, voor den tijd van vier jaren. Gegeven te Brussel, 10 Maart 1555. (Gezegeld met het gr. zegel en contra-sig. in roode was, uithang, aan dubb. francyn. staart.) 26 oetober 1555. Acte der huldiging van Philips, als graaf van Hol¬ land. Van 26 October 1555. (In copie.) 14 December 1556. Kwijtschelding door den graaf aan die van Delft ver¬ leend van het surplus van hunne quote, in de bede van honderd veertien duizend en tweeenzestig ffi, tien schell., mits betalende twee duizend vgf honderd vflftig «. Gegeven te Brussel, 14 December 1556. (Gezegeld met het kl. zegel, hangende aan een ingeknipte strook van het charter zelf.) PHILIPS II. Consent van denzelfden, om los- en lijfrenten te molt September i&57. 9en verkoopen, aan Burgemrs en Regeerders van Delft verleend. Gegeven te Brussel, 23 September 1557. (Gezegeld met het gr. zegel als voren.). 1 November 1558. Een charter van Philips, betreffende zekere leening zie ia** xxii. van penningen, enz., van 1 November 1558. (Gezegeld als boven.) n januari) 1559. Consent en continuatie der kwijtschelding van 14 Dec. 1556. Gegeven te Brussel, 11 Januarij 1559. (Gezegeld als voren.) ai Junij 1659. Octrooi aan die van Delft verleend, om te mogen converteren de losrenten den penning XII in lijfrenten den penning VIII. Gegeven te Brussel, 21 Junij 1559. (Gezegeld als voren.) sJulij 1669. Acte van den graaf, waarbij hij aan die van Delft toestaat, „ dat geduerende den tijt dat zyluyden Inde beden contribueren sullen, sy mede sullen genyeten ende gebruycken van huere vroetscappe, ende oick veertigen, ten effecte vande voirsz nominatie vanden Wethouders, zonder eenige zwaricheyt." Gedaan te Brussel, 2 Juuj 1559. (Met de naamteekening van Philips.) 10 october 1663. Octrooi, om op het ligchaam der stad Delft te mo¬ gen verkoopen „ lyffrenten tot eenen Lyfue den penninck achte", enz. Gegeven te Brussel, 10 October 1562. (Gezegeld als voren.) PHILIPS II. Prolongatie voor den tijd van acht jaren van schoru April 1564. sing van betaling der achterstallige renten. Gegeven te Brussel, 24 April 1562. (Gezegeld als voren.) 9 september IBM. Octrooi tot het verkoopen van lijfrenten, op den zelf¬ den voet als dat van 10 October 1562. Gegeven te Brussel, 9 September 1564. (Gezegeld als voren.) 1 jnwj 1566. Octrooi tot het verkoopen van losrenten en lijfrenten op een en twee lijven. Gegeven te Brussel, 1 Junij 1566. (Gezegeld als voren.) si December 1599. Brief van de stad Dordrecht, waarbij den schenen en schuiten, varende met de ingeladen goederen en koopmanschappen voorbjj die stad, hetzy de oude Maas op, hetzij af, hetzij uit het Zuiden naar het Noorden of omgekeerd, vergund wordt vrijdom van het Stapelregt. Gezegeld den laatsten December 1599. (Met het zegel en „ den „ clavis secreti sigilli" der stad, uithang, aan dubb. francijn. staart.) e DIVERSE BRIJEVEN VANDER STADT ROERENDE HET GEESTELICK." Vidimus van een brief van Bisschop Hendrik van Vianden, van 1263, feria sexta post octauam epiphanie dmï, waarbij hij toestaat aan de „dilecti in Christo fratres hospitalis S'J spiritus in delf in hollandia nre djoöl etc. in quo pauperes ut intelleximus et de- biles hospitantur et benigne karitatis operibus pertractantur," te hebben een „ oratorium " en een „ capellanus presbyter," die aldaar voor de broeders en zusters, als- domlnica post pari- r ■■ ' tic»tiqnom beatae mede voor de armen en anderen de dienst zou doen, virgints, 181 . benevens een „nola" (klok) „ad pulsationem divinorum," zonder nadeel van den „plebanus Eccl. de delf" en eens anders regt. zie meytu. p. 288 Vidimus van een brief van denzelfden bisschop, gege- seqq, en Boüet, p. 1265 gaDDatno pr0ximo ante Symonis et iude, enz. 314 seqq. OOK Kt. w > * Privii.-boek, p. 71 i(.;n«weld met het zeerei van Dideric van der Made, gelijk het omschrift luidt: S'DIDERIC enz.) Dus niet Theodorus maar Theodericus. v°. seqq., alwaar copie hiervan 1380. Ordinancie van bisschop Floris van Wevelickhove zie heti)riCTi.van fa provisores en decani van Holl., Zeel., enz., in denzclfd.van8Febr. r . 1366. Deiv«d«r;.»er- het Latijn; met de confirmatie van den Ruwaard AI- M^et!"^'^ brecht, gegeven in den Haag, des anderen daags na elf seqq. duizend maagden-dag 1380. (Gezegeld met het opgedrukte zegel van Albrecht, gubernator, enz.) 15 Maart 1446. Notariële Acte van fundatie, enz. der Heilige Kruishapel te Delft, door Gerrit, heeren Gerritsz. van Egmond. Van 15 Maart 1446. (In het Latijn.) Hierbij behooren: Drie Schepenbrieven (doorstoken}, van de jaren 1386 en 1447, betreffende huierenten door Gerrit v. Egmond voorn, besproken. (Met de zegels der Schepenen.) Zie Bleysic. p 295 seq. 14 Mei 1449. Kl. Privil-boek, p. 74 v°. seqq. Zie ook Bleysw. p. 335 seqq. Brief van Gilles Flueel, vicarius prouinciael der minrebroed'en vander obseruancie, enz., inhoudende de voorwaarden, waarop de orde dei- Minderbroeders te Delft is toegelaten, enz., van 14 Mei 1449. (Gezegeld met de zegels genaamd: het gemeen zegel v. d. vicaris en het zegel des convents van Delft.) In duplo voorhanden en eveneens gezegeld. 24 Maart 1452. A7. Privil.-boek, p. 75 v°. seq.; Bleysv. p. 341. Vidimus en confirmatie van een confirmatie-brief gegeven door Nicolaus, Cardinalis per Alemanïa", etc. etc, betreffende de Minderbroeders en hunne met de regeerders en inwoners van Brabant en Holland gemaakte overeenkomsten; verleend door Rodolphus van Diephout, bisschop van Utrecht. Gegeven te Utrecht, 24 Maart 1452. (Met het bisschopp. zegel.) In het Latijn. ai Mei 1467. Confirmatie, door bisschop David van Bourgondie ge¬ geven op het privilegie van Philips van Bourgondie, inhoudende, dat er geen kloosters, noch religieuse gebouwen meer binnen Delft, of op anderlialve mijl afstands ron- zie boren p. 27. dom, mogten worden opgerigt. (Van 18 October 1466.) Gegeven 21 Mei 1467. (Met het bisschopp. zegel.) In s jannarij 14«8. het Latijn. — Hiervan aanwezig een duplicaat, van 8 Januarij 1468. 30 iTunij 1463. Het privil. van Philips en de confirmatie v. David v. Bonrp. zijn geheel in dit stuk opgenomen. Honofrius, Episcopus Tricaricensis, Referendarius van paus Paulus Iï, bevestigt, hetgeen door Philips van Bourgondie en den bisschop van Utrecht, omtrent het oprigten van kloosters, enz. te Delft, is bepaald en goedgekeurd geworden. Gegeven „ brugis Tornacên dyoc In conuetu fratrum Augustinensiu loco quidem residencie nostre sub Anno a Natiuitate dm 1468, etc. die vero ultima mensis Junij, etc. Tenor vero facultatis nostre sequitur sub hijs verbis Paulus Epus seruus seruoru dei, etc. Datum Bome Apud Sanctu marcum Anno Incarnacionis dmce 1467 Tercio Idus februarij. etc." (Gezegeld met het ovaal zegel van Honofrius in roode was, aan een dubb. roode zijden staart uithangende, met het omschrift: S' D* HONOFRII- EP1- TEICABICEN ) 32 Junü 1538. Zie Bleysw. p. 329 «eqq. en vroeger. Contract tusschen de „ eerste cappellanen van Ste Iheronimus-daell binnen delff" en den Deltschen magistraat aangegaan, op de conditiën daarin vermeld. Gedaan, 22 Junij 1538. (Gezegeld met het zegel van sinte Iheronimnsdael.) St. Gillis-dag 1436. Ligt in lade XX, „ Een segghe gheseit twisken den reguReren van syon en der stede van delff roerende van goede toebehorende der stede hus gheheten tsinte iheronimusdal binne delff na inhout der fudaciën en brief die daer of sgn." — „ Int jaer ons heren dusent vier hondert zes en dertich op sinte gillijsdach." (Gezegeld met de zegels van „ Jacob ofhuys, wille dirxz* ende ian hughe voersz — en om dat ic Jan pieter voersz selue ghiene seghel en hebbe so hebbe ic ghebeden vranc lambrechtszoen dat hi desen brief voer mi mede beseghelt heeft — ende dese brief sijn twee alleens.") «7 Augustus 1486. Brief van den „ prior en gemeen couent der Regu¬ lieren Tot oneer vrouwen te Syon buten delff" waarbij LtgMn ia e ^ kwijtschelden „ ên~ een gheheel afetal doen van alsulc toeseggen in eygendom," als zij gehad mogen hebben „ tot alsulke husinge en erue staende binne delff geheeten sinte Jheronimus doel also groot en cleyn mitter capelle en kerckoue als die stede van delff den broederen nu ter tijt dair in wonende ondergegeue heeft," enz. Int Jair ons heren Dusent vierhondert ses en dertich opten seuen en twintichsten dach in Augusto." (Gezegeld met het zegel van den prior en gemeen convent d. R. t. o. V. t. S. b. D.)