Huishoudelijk Reglement TOOE DE COMMISSIE TOT HET BESTUUR OVER DE KERKGEBOUWEN, GOEDEREN, FONDSEN EN INKOMSTEN DER Nederduitsche Hervormde Gemeente TE AMSTERDA]^.'' * INHOUD HOOFDSTUK £ Blz. Over het Bestuur in de Vergaderingen (Art. 1—29;. 5 HOOFDSTUK II. Over de Optreding der Leden (Art. 30) 11 HOOFDSTUK III. Over de Sub-Gommissien: Algeineene bepalingen (Art. 21—33) 12 A. van Financiën (Art. 35—45) 12 B. ter Bezuiniging (Art. 46—49) 15 C. ter Vermeerdering (Art. 50—55) 16 D. tot de Orgels (Art. 56) . 18 E. tot bij zonder bestuur over de Kerk-gebouwen (Art. 57—87) 18 a. Onderhoud der Kerk- en andere Gebouwen en Begraafplaatsen (Art. 66—69) 20 b. Toezicht over de Kerkelijke Beambten (Art. 70—75) 22 c. Keuze van en Toezicht over de Leveranciers ' en Werkbazen (Art. 76—80) .23 d Verhuring der Zitplaatsen in de Kerken (Art 81) 24 e. Verleenen van Graf ruimte in de Kerken en op de Begraaf-plaatsen en wat daartoe betrekking heeft (Art. 82) 24 /. Ontvangst en Uitgaaf van Gelden (Art. 83—87) 25 l* INHOUD, Ac HOOFDSTUK IV. Over de Beambten (Art. 88—98) 26 Slotbepaling (Art. 99) , .... 32 Reglement op de zitplaats/n (Art. 1 - 23) .... 33 Architect (Art. 1 11). 41 Opzichter (Art. 1—8) 44 Toezicht-honder over de Orgels (Art. 1—13) . . . 47 Kosters (Art. 1—20) 50 Deurwaarders (Art 1—30) ... 54 Reglement collectanten (Art. 1—14) 62 Gemeenschappelijke bepalingen over het afstaan van Kerkgebouwen (Art. 1—5) 65 HUISHOUDELIJK REGLEMENT vooe de Commissie tot het BeSTUUE otee de KeEK-GeBOUWEN, goe- deren, Fondsen en Inkomsten dee Nedeeduitsche Heevobmde Gemeente te AMSTERDAM. EERSTE HOOFDSTUK. Over het Bestuur en de Vergaderingen. Art. 1. Het bestuur der Commissie is zamengesteld uit eenen eersten en tweeden Voorzitter en eenen eersten en tweeden Secretaris. Aet. 2. De benoeming tot Voorzitter geschiedt voor den tijd van één jaar, met dien verstande, dat hij de eerste zes maanden als tweede, en de laatste ze3 maanden als eerste Voorzitter werkzaam is. De keuze heeft plaats in de vergaderingen van Juni en December, de optreding in die van Juói en Januari. Aet. 3. De benoeming tot eersten en tweeden Secretaris geschiedt mede voor één jaar. De keuze heeft plaats in de vergadering van Februari, de optreding in die van Maart. Aet. 4. De Voorzitter en de beide Secretarissen, elk afzonderlijk, worden verkozen bij gesloten biljetten en volstrekte meerderheid van stemmen. Indien bg de eerste, en, zoo noodig, bij eene tweede vrije stemming, nog geene vol- strekte meerderheid verkregen wordt, geschiedt de keuze uit de twee leden, die het laatst de meeste stemmen op zich vereenigd hebben 5 bij het staken der stemmen beslist het lot. De aftredenden zijn herkiesbaar. Akt. 5. De gewone vergaderingen worden gehouden op den tweeden Donderdag van elke maand, in de Kerke-raadskamer der Nieuwe-Kerk, en des avonds te zeven ure geopend. Aet. 6. De Voorzitter is bevoegd eene buitengewone vergadering te beschrijven, waarvan de kennisgeving, bij biljet aan de leden, uiterlijk des avonds te voren moet geschieden. Ifr zoodanige vergadering worden geene andere zaken behandeld, dan waarvoor^ zij is beschreven. Akt. 7. De leden hebben zitting en stem naar rang van diensttgd, vroegere dienst daaronder begrepen; de diensttgd gelijkstaande, wordt de volgorde door den leeftijd bepaald. De Voordracht t* begeving dei openvallende betrekkingen van Deur-wa»der, Plaats-bewaarder en Bewaarster, geschiedt door hetuid, hetwelk óp het tgdstip «er openvalling\het oudste in rang is van die leden, door welke nog no»it zulk eente voordracht is gedaan, welke voordracht, Wanneer geene overwegenie bezwaren temaakt worden, yloor de Vergadering in e\ne benoeming veranderd wora,t. Zie artikel\10. Telken jare, nadat de nieuw ingekomen leden hebben zitting genomen, wordt eene door den eersten Secretaris opgemaakte lijst, houdende den. "f ang jter leden, beneyens de orde, waarin «kor hen de/^anTrj-ff voordracht geschieden zal, voorgelezen en gearresteerdTdoor den Voorzitter en den Secretaris geteekend, en in de Notulen opgenomen. Aet. 8. De vergaderingen worden geopend en gesloten met gebed- Hat wordt uitgesprokon door den oudatcu der aan» wegige—Predikanten,- ten-ware de eeisLe of,-tweede Voofnrttei1 PiedikduL ijj, Bij afwoaighoid van allo Predikanten ■h^f -^nlkti df Y""rrjtt°r kST1! Aet. 9. De leiding der vergadering is opgedragen aan den eersten Voorzitter; bij zijne afwezigheid aan den tweeden; bij ontstentenis van beiden aan den laatst afgetreden Voorzitter; en wanneer ook deze ontbreekt, aan den oudsten in rang der tegenwoordig zijnde leden, met uitzondering van de Secretarissen. Die alzoo in den plaats van den Voorzitter optreedt, teekent alle stukken, die vergadering betreffende, met de bjjvoeging: »waarnemend Voorzitter." Aet. 10. Na het gebed leest de Voorzitter de namen der leden. Van die der afwezigen wordt aanteekening gehouden. Daarna worden de notulen der vorige vergadering gelezen, beoordeeld en door den Voorzitter en Secretaris, na goedkeuring, geteekend. De verdere gewone werkzaamheden hebben plaats naar êenen daarvan vastgestelden rooster. r Lu. ' Aet. 11. De leden, verhinderd zijnde de vergadering bg te wonen, geven daarvan, met vermelding der reden, schrifteljjk kennis. Bij gemis van kennisgeving, of van wettige redenen, wordt afwezigheid beboet met / 1.— Als zoodanige worden aangemerkt ziekte en buitenlandsche reis; over de wettigheid van andere redenen beslist het moderamen. Die komt na het uur, voor de opening der vergadering bepaald, verbeurt, als te laat, 25 Cent. Beide boeten worden door den tweeden Secretaris ten behoeve van het Predikanten-Wedawen Fonds ingevorderd, en aan. de Commissie van Financiën verantwoord. Aet. 12. Wanneer een kwart nur na den tijd, vofr de opening der vergadering bepaald, he.t bij Art, lft van het Alge moon Eoglnmi'iitf ""-„irnli+n aantal Inrlrn aiat tegenwoordig is, opent de Voorzitter de vergadering op de gewone wijze, leest de namen der leden, doet het getal der aanwezigen, en de namen der afwezigen aanteekenen in de notulen, leest de agenda, ontvangt rapporten, mededeelingen en voorstellen van Commissiën of van leden der vergadering, doet een en ander in de notulen inschrijven, en sluit daarna, zonder beraadslaging of behandeling der voorgekomen zaken toe te laten, de vergadering. Ten spoedigste daarna belegt hg eene buitengewone vergadering, waarin de onafgedaan gebleven zaken door de tegenwoordig zgnde leden worden in behandeling genomen en afgedaan. Aet. 13. Alleen de Voorzitter voert het woord tot Commissiën of personen, die ter vergadering versebgnen. Art. 14. De benoeming van alle Commissiën, vaste en tgdelijke, geschiedt door den Voorzitter, tenzg daaromtrent bij dit Reglement anders zg bepaald. Geene Commissie van drie of meer leden wordt uitsluitend uit Kerkeraads- of Gemeente-leden zamengesteld. Aet. 15. De Voorzitter heeft het recht, des geraden oordeelende, prae-advies uit te brengen. Niemand daarop het woord verlangende, wordt het in besluit veranderd. Aet. 16. De Voorzitter heeft de bevoegdheid, in bijzondere gevallen geheimhouding op te leggen, terwijl in het air gemeen den leden bescheidenheid is aanbevolen. Aet. 17. Op zaken, die eene oogenblikkelijke voorziening vorderen, stelt de Voorzitter orde, en geeft daarvan kennis in de eerstvolgende vergadering. Aet. 18. De eerste Secretaris stelt de notulen en alle andere stukken, waarvan de redactie bij dit Reglement of bij besluit de/ Vergadering niet aan eenige Commissie word* opgedragen. Alle stukken, die de Vergadering uitvaardigt, worden door den Voorzitter en eersten Secretaris geteekend. Voor stukken, die aan de Sub-Commissiën of aan de leden afzonderlijk gericht worden, is de teekening van den Secretaris voldoende. Aet. 19. De tweede Secretaris zorgt voor de uitvaardiging der door hem geteekende convocatie-biljetten. Hij hondt in de vergadering aanteekening van de namen der afwezige leden en van de stemming. Aan zijn toezicht is opgedragen het Archief der Commissie, hetwelk in eene kast, bij voorkeur in de vergaderkamer, bewaard wordt, en waarvan aan de leden geene stukken ter lezing worden afgegeven, dan tegen behoorlijk raoiaf. ( Nog zorgt hjj, dat de besluiten en bepalingen der Vergadering, voor zooveel die kracht van wet hebben, ten haren dienste in een met wit papitr doorschoten exemplaar der Reglementen worden ^toegeschreven. Gelijke exemplaren doet bij vervaardigen en bijhouden ten be- hoeve Hrr y^11h-<''n"1'1^'in^''''', *ni" ,r'^r lid-der Vergadering. Aet. 20 -7^, Bij onsteltenis van één der Secretarissen, wordt deze in alle werkzaamheden door den anderen vervangen. Geen van beiden ter vergadering tegenwoordig zgnde, draagt de Voorzitter hunne werkzaamheden aan een' der leden op. Aet. 21. Geen der leden voert, zonder verlof van den Voorzitter, het woord. Aet. 22. Geen der leden mag zich aan eenige Commissie onttrekken, dan om redenen, door de Vergadering gewettigd. Aet. 23. Alle besluiten worden genomen bg meerderheid van stemmen, tenzg daarin bg dit Reglement op andere wgze zij voorzien. Aet. 2. Ingeval van staking der stemmen, beslist die van den Voorzitter, tenzg ook daarin bg dit .Reglement op andere wij/,e zij voorzien. Aet. 25. Indien minstens drie leden)e-riangen, dat eenig rapport, alvorens daarop lE^uite», ter lezing voorligge, wordt daaraan gevolg gegeven. Aet. 26. Ieder lid heeft vrijheid te doen aanteekenen, dat hg* zich met een genomen besluit niet vereenigt. Wanneer men zulks door schriftelijk protest wil laten volgen, wordt het in de volgende vergadering hij de beoordeeling der notulen ingebracht en voorgelezen, en voorts in het Archief bewaard. Na 0'^ uui worden geene-nieuwe zaken maar in hr-rmnrlnlinr rnnnmnni Aet. 27. Vóór het sluiten van elke gewone vergadering geschiedt hoofdelijke omvraag. Indien daarbij eenige mededeeling of voorstel wordt gedaan, en minstens drie leden vorderen, dat de beraadslagingen daarover tot de volgende vergadering worden uitgesteld, wordt daaraan voldaan, en legt de voorsteller zijn voorstel alsdan schriftelijk over. Aet. 28. Indien eenig lid uittreksel der notulen verlangt, wordt hem dat door den tweeden Secretaris verstrekt. Aet. 29. De Vergadering wordt bediend door een bode, die ook buiten de vergadering ter beschikking staat van Secretarissen. Ten dienste van den Voorzitter fungeert een Deurwaarder van eene der Kerken volgens toerbeurt als. bode, zonder daarvoor afzonderlijke bezoldiging te genieten. Den Secretarissen is een Amanuensis in hunnen arbeid behulpzaam. TWEEDE HOOFDS/ptfK. Over de Optreding der lieden. Aet. 30. Tfa^den afloop der gewone werkzaamheden in de vergaderingYwa^April veraderen zich de aftredende leden. De nieuw benoeiMj^worden door een der Secretarissen tef vergadering t^enwoordigjbinnengeleid, en door den Voorzitter geïnstalleerd. Deze ïBstallatie heeft niet plaats ten aanziejr der herkozen leden, diezitting~^tijv«nhonden. Dftar7i"a^mujeii de raugl^etiT^toela" in Art. 7 van dit jjpglgmnnt, gparSategr^In deze zelfde vergaderingjtertlen de hierna, in^A-flT 31 te^r^u^enCommissiënzaróéngesteld of aangevuld, alsmede de tweelè^en-^dar^Commissie van Fijjadciën aangewezen, bedoeld bjj^Aft. 427^2»->a4inea. <7fL/M&*flp©-fi HOOFDSTUK. Over de Sub-Com missiën. algemeene bepalingen. Aet. 30. Naar aanleiding van Art. 13 van het Algemeen Reglement, bestaan als vaste Sub-Commissiën de navolgende : A. Commissie van Financiën. B. Commissie ter Bezuiniging. C. Commissie ter Vermeerdering. D. Commissie tofc.de Orgels. ^ L E. .Commissie tot bizonder bestnur Jiter de Kerk. gebouwen. / ' Art. 3|. Deze Commissie-houden zich stiptelijk binnen den kring van hare bevoegdheid, bij dit Reglement nader aan te wijzen, en, wanneer slechts bij een der leden eener Commissie daaromtrent of omtrent de toepassing van eenige wets- of andere bepaling, twijfel ontstaat, wordt deswege de beslissing der Algemeene Vergadering gevraagd. Aet. 3J, Niemand kan te gelijker tijd lid zijn van meer dan eene der ouder A. B. en C. vermelde Commissiën; de eerste en tweede Secretaris zijn van de waarneming dier Commissiën vrijgesteld en mitsdien daartoe niet benoembaar. A. Commissie van Financiën. Aet. 3!|. De Commissie van Financiën bestaat uit zes leden, door dé Vergadering bij volstrekte meerderheid benoemd, tri* de wijze bij Art. 4 vermeld. Zij fungeeren als zoodanig, zoolang zij nog leden zijn der Algemeene Commissie. Dê7 Sub-Commissie kiest zelve haar bestuur. f ' Art. 3jL Zij vergadert in de Kerk-JmeestersVkamer van de NieuweKerk, en wordt door een der DeurVwaarders van die Kerk bediend, zonder dat deze daarvoor wordt bezoldigd. Aet. 8§I Zij is belast met het algemeen beheer en de daarmede verbonden ontvangst en overneming der fondsen, effecten en gelden, op den voet der bepalingen, voorgeschreven bij het derde hoofdstuk van het Algemeen Reglement. Zij belegt de beschikbare gelden op zoodanige wijze, als zjj in overeenstemming met die bepalingen het meest raadzaam oordeelt. Aet. ag. Zg heeft geene vrijheid, fondsen te verkoopen, dan op besluit van de Algemeene Commissie. (Zie Art. 24, Alg. Regl.) Aet. 38\ Zij is belast met het doen tan alle betalingen, bij de Commissie bekend en goedgekeurd, met uitzondering nogtans van hetgeen tot de bijzondere Kerken betrekking heeft, en door de respectieve Sub-Commissiën tot haar bestuur, onder verantwoording aan de Commissie van Financiën, wordt uitbetaald, of waaromtrent bg dit Reglement nog anders mocht bepaald zijn. Art.- Sf, Zij doet in elke maandeljjksche gewone vergadering der Algemeene Commissie opgaaf van ontvangsten en uitgaven, \oor haar sedert de laatst voorgaande vergadering gedaan, om te worden opgenomen in de notulen van den dag. Zg geeft aan de Algemeene Oommissie, zoo dikwgls deze dat verlangt, opening van den staat der kas. Aet. 4^ Zij legt jaarlijks, uiterlijk in de vergadering van de maand April, in duplo rekening en verantwoording over van hare administratie. Van deze rekening wordt één exemplaar ter examinatie gesteld in handen van eene in die vergadering daartoe te benoemen Commissie van drie leden, die door de Commissie van Financiën in staat wordt gesteld om zich te overtuigen, dat alle waarden aanwezig njn; het andere exemplaar wordt^tef inzage van al de leden gedurende acht dagen nedergelegd ten huize van den tweeden Secretaris. Iu de vergadering van de maand Mei brengt de Commissie ter examinatie, mondeling of schriftelijk, rapport uit van hare bevinding, ten einde de rekening, door haar gewaarmerkt, na, bij de vergadering te zijn goedgekeurd, in duplo door den Voorzitter en Secretaris geteekend, en overeenkomstig Art. 38 van het Algemeen Reglement, met den daar vermelden staat, ingezonden worde aan den Algemeenen Kerkenraad Bovendien dient zjj jaarlijks in de vergadering van November aan de algemeene Commissie eene begrooting van ontvangst en uitgaaf in, wélke, na door die° Commissie in dezelfde of in de volgende vergadering te zijn goedgekeurd, in de maand December aan den Algemeenen Kerkeraad moet worden overgelegd. Aet. 4f. Wanneer eenige effecten uit de kas moeten worden gelicht, wordt deswegens Tesief afgegeven dooi- het lid der Commissie, aan wien zij worden toevertrouwd, en dat j^ekf gelegd in de plaats van het gelichte. Aet. 4l Zij kan één of meer van hare leden belasten met de ontvangst van alle bij haar te ontvangen baten, daaronder begrepen de renten van de kapitalen, ingeschreven in de Grootboeken der Nationale Schuld. Voor de ontvangst echter van Legaten en Erfstellingen worden jaarlijks, in de vergadering van April, twee van hare leden door den Voorzitter der Algemeene Oommissie bepaaldelijk aangewezen. Legaten en Erfstellingen, aan bijzondere Kerken besproken, worden door hare respectieve Sub-Commissiën in ontvangst genomen. Art. 45, Zjj heeft de bevoegdheid om, voor zooveel zij dit noodig acht, zich van eenen Makelaar of Commissionnair in fondsen te bedienen, uit een door haar voorgedragen drietal door de Algemeene Commissie te benoemen. Art. Zij zorgt dat de boeken, hare administratie betreffende, behoorlijk worden gehouden, en houdt eenen staat in duplo van alle bezittingen, waarvan één exemplaar berust in haar Archief en één bij haren Voorzitter. Op hare voordragt wordt door de Algemeene Commissie een bezoldigde Boekhouder aangesteld. Abt 4^. Zjj is belast met het nemen van alle voorbereidende maatregelen betrekkelijk de kollekte bij Art. 28 van het Algemeen Reglement bedoeld. ^ , ^ j, Je,.^ . £ Het daartoe door haar -ka ontwerpen adre>öt de orgels. Abt. 5fJT De Commissie jef de Orgels, bestaande uit drie leden, verschaft aan de Sub-Commissiën, op hare aanvragen, zoodanige inlichtingen, als deze in betrekking tot het onderhoud der orgels zullen behoeven, en dient de Algemeene Vergadering van consideratie en advies omtrent alle ?aken de Orgels betreffende, die door de Vergadering in hare handen worden gesteld, en in het bijzonder ten aanzien van het jaarlijksche rapport van den ^ kouder. . E. Commissiën tot bijzonder bestuur over de kerkjgebouwen. Abt. 57. De Commissiën tot bijzonder bestuur over de Kerk/gebouwen bestaan ten getale van acht, ieder van drie leBen. Art. 58. De Noorder-Kerk, de Nieuwezijds-Kapcl, de Zuider-, Oude, Nieuwe- en Wester Kerken worden ieder door eene afzonderlijke - Sub-Commissie beheerd. De Oudezijds Kapel is met de Eland-Kerk, en de Ooster- met de Amstef Kerk te dien aanzien vereemgd. Abt. 59. Bij de jaarlijksche Z&Ül van nieuwe of 1aerkozen leden, worden deze Sub-Commissiën bij nnnnelnke schik- 1 king samengesteld, met inachtneming echter van het vastgestelde bij de 2e alinea van Art. 16, en onder /v bepaling, zooveel mogelijk, dat nimmer eene dezer Commissiën geheel vernieuwd worde. Art. fj. Elke van deze Sub-Commissiën vergadert minstens eenmaal 's maands in de Kerkfmeesters/kamer der Kerk of Kerken onder haar bijzonder bestuur, en word^a door een der Deurwaarders bij hare Kerk 'bediend, zonder dat deze daarvoor wordt bezoldigd. Art. 61. I3g iedere Sub-Commissie, wier leden overigens hunne werkzaamheden onderling verdeelen, wordt nauwkeurig aanteekening gehouden van hare verrichtingen, en van de besluiten der Algemeene Vergadering, die eenige betrekking hebben tot het beheer der Kerkgebouwen en van hetgeen daaraan verder verbonden is. De notulen van het afgeloopen jaar worden in de vergadering der Algemeene Commissie van de maand Januari ter tafel gebracht, om door den Voorzitter en den eersten Secretaris te worden geviseerd. Art. 62. Aan de besluiten der Algemeene Commissie, wier uit voering aan de zorg der Sub-Commissiën wordt opgedragen, wordt door haar getrouwelijk gevolg gegeven; terwijl zij-verplicht zijn, aan de Commissiën ter Bezuiniging en ter Vermeerdering, zooveel mogelijk, al zulke inlichtingen en schriftelijke opgaven te verstrekken, als deze zullen behoeven. Art. 63. Geen Kerkj-gebouw wordt door eenige Sub-Commissie ten gebruike I afgestaan, dan HretH^eg-tcmming- van de . is Algemeene Commissie, met ingnk^miing^vnn^ li^jkcroanlfoinrt mrt fin AIrf^T"-"^ gu'Ul"'1 van—LSJirM vfe ^ Art. 63Geene Snb-Commissie doet eenige openljjke kennisgeving aan de Gemeente. Alle mededeelingen, ook die eene bijzondere Kerk betreffen, gaan uit van de Algemeene Vergadering. Akt. 6jjL Aan de Sub-Commissiën is respectievelijk opgedragen: a. het onderhoud van de Kerkgebouwen met hun mobilair, tenzg omtrent dit laatste anders mocht zijn bepaald, en dal van de Begraafplaatsen, met uitzondering van die graven, waarover het Kijk zich het toezicht heeft voorbehouden, alsmede het verhuren en onderhouden der gebouwen, tot de Kerken behoorende. b. de zorg voor de verlichting, het schoonhouden en luchten der Kerken. c. het toezicht over de Kerkelijke Beambten, voor zoo veel te dien aanzien geene. andere bepalingen bestaan. d. de keuze vaa en het toezicht over de Leveranciers en Werkbazen. e. het verhuren der zittplaatsen, met uitzondering van die in de gedistingueerde banken, in owrcenotom-miag III \ iVrf- r ' -™n djli T?PrrltnnPnt. ƒ. de ontvangst of uitgaaf van alle gelden, aan hare bijzondere administratie verbonden. Bij dit een en ander worden de navolgende bepalingen in acht genomen. Aet. 6Sr Alle werkzaamheden aan de Kerk- en andere gebouwen «eschieden na ingewonnen advies of voordracht van den r architect eiinliMtterdtoazkhi. j>aa den Wteakken Opzichter; en ten aanzien der Orgels, ia oror'èeBSemm'm^^^t-fe voorlichting, door de Commissie de Orgels te geven. Voor zooveel aanbelangt het gewoon jaarlijksch onderhoud van een en ander, doen de a*cliiteeta^ opzichters dfis-^ïgtjla, ingevolge hunne Instructie vóór 15 September aan de respectieve Sub-Commissiën opgave, met raming van kosten. De Sub-Commissiën leveren voor 1 November bij de financieële Commissie eene begrooting der vermoelijke ontvangsten en uitgaven van iedere Kerk voor het volgende dienstjaar in, volgens vastgesteld model, die als onderdeden der algemeene begrooting in de daartoe strekkende vergadering, in art. Jb1paaUie uren tóMlfn eiwfaanr hunrX arbeid beWlijk yerrichten^n .ged^ejge>«rwe/k zich j«£n het gej>fuik vatf^sterken drank-en het rooken yan tabak ontha^iden^ Akt. 81. De Sub-Commissiën houden zich, ten aanzien van het verleenen of verhuren der zitjplaatsen in de Kerken, aan het daarvoor bestaand Reglement. ajK7 De Sub-Commissiën^den^icJ^t^^ geen in betrekking/ aan den Tj)g^i6h4hTju3er over de Orgels, ^ aan de Kosters, aan de Deurwaarders, de Plaatsbewaarders en Bewaarsters. door de Sub-Commissiën tot de kerken: aan den Orgeltreder, aan de Bedienden tot bet schoonhouden der Kerken. door de Commissie van Financiën: aan haren Boekhouder. door do Commissie ter Vermeerdering aan haren Bode. door de Secretarissen: aan hunnen Amanuensis. Aet. 9/ ê De bezoldigingen, emolumenten of uitkeeringen der Kosters en Beambten, die door de Commissie worden aangesteld, worden bij elke benoeming door. haar bepaald ~ op prae advies, als bij Art. 48 is aangewezen. A&tS. beiirlBT"over de Orgels, yC-*t*-^a^j den Bode der Commissie, Het uitbetalen van de bezoldiging der overigen; alsmede het ontvangen van nitkeeringen, waartoe zij verplicht mochten zijn, geschiedt door de Sub-Commissie der Kerk, _a waartoe zjj behooren/ / Slotbepaling. Door de invoering van dit Reglement, boaewfr-det^p tk Zit-plaatoon en de daaruit voortvloeiendeflnstructiën, worden aUe vroegere buiten werking gesteld, 'juf-/ fyi GeeneWeranderingen worden in da genoomrio/Reglementen gtemaakt, dan met goedvinden van minstens twee derden der in de vergadering tegenwoordig zijnde leden, nadat de voorstellen deswegens, gemotiveerd en schriftelijk, in eene voorgaande vergadering zgn ingebracht. Aldus vastgesteld in de Vergadering van den j. Voorzitter. Secretaris. REGLEMENT OP DE ZITPLAATSEN IN DE KEKKEN, EN HETGEEN DAARTOE BEHOORT, Art. 1. De plaatsen worden onderscheiden in: a. Plaatsen ter verhuring. 6. Gedistingueerde banken. c. Vrije plaatsen. d. Plaatsen ten algemeene gebrurke. a. Plaatsen ter verhuring. Art. 2. Gecommitteerden tot de bijzondere Kerken regelen de plaatsen overeenkomstig de bestaande ruimte, en bepalen de prijzen, waarvoor die worden verhuurd, in verband met hare betrekkelijke waarde. De verhuring der plaatsen geschiedt altijd onder het voorbehoud, dat daarvan bij bijzondere gelegenheden door de Gecommitleerden te bepalen in het belang der Gemeent^ gebruik kan gemaakt worden, zonder dat de huurders hun individueel regt daarop kunnen doen gelden, o( op eene mdere plaats aanspraak maken. In bijzondere gevallen, d or de Algemeene Commissie te bcoordeelen, kan het recht op de zitplaatsen aan de 3 huurders worden opgezegd, mits die opzegging voor primo Octob.r geschiede. Art. 3. In de Noorder-, Zuider-, Oude-, Nieuwe-, Westeren Amstel-Kerken worden de plaatsen in het Doophuis betaald met ƒ 1,50 boven den hongsten prijs van die in het Ruim; terwijl in de overige Kerken de prijs der plaatsen in het Doophuis niet minder zal mogen zijn, dan die van de duurste in het Ruim. Akt. 4. De plaatsen ter verhuring worden met letters en nummers gemerkt. Op de onverhuurde plaatsen wordt daarenboven gesteld het woord * vacant."" Art. 5. Gecommitteerden hebben de vrijheid in sommige banken, die bij elkander en onder het beheer van éénen plaatsbewaarder staan, het recht van plaatsneming toe te kennen aan meer personen, dan voor welke er plaatsen in de banken zijn, zonder echter ooit het dubbeltal te mogen te boven gaan. Deze plaatsen mogen alleen door den huurder persoonlijk worden gebruikt, die echter geen recht op eene plaats kan doen gelden, wanneer zoodanige banken reeds behoorlijk bezet zijn. Welk een en ander door Gecommitteerden bij debepaling der huurprijzen in aanmerking wordt genomen. Art. 6. De huurder van eene bepaald aangewezen mans- of vrouwen-zitplaats kan zijn recht daarop voor eene bepaalde Godsdienstoefening aan eenen anderen afstaan, die echter niet, dan tegen vertoon van de kaart, daarvan gsbruik kan maken. In het Ruim mogen alleen de plaatsen op den eersten regel, aan de zijde van het Doophuis, aan mannen worden verhuurd. Abt. 7. Elk jaar wordt bij de kwitantie van het plaatsen-geld eene nieuwe kaart, door één der Gecommitteerden geteekend, gevoegd, waarop de naam van den huurder of de huurderes, benevens letter en nummer der plaats en het jaartal, duidelijk staan uitgedrukt. 'Van^de*^iB_^ArL^_je^ afgegeven,—■ Art. 8. In elke Kerk wordt eene, door den Koster steeds bij te houden, lijst van de zitplaatsen opgehangen, aanduidende welke van deze al of niet verhuurd, en tot welken prijs de onderscheidene plaatsen verkrijgbaar zijn. Art. 9., De huur der zitplaatsen eindigt: 1°. Door schriftelijke opzegging, uiterlijk in de maand October, door den huurder. 2o- Door overlijden of het met er woön verlaten van de' gemeente. 3°. • Wanneer niet binnen eene maand na opvordering de huurprijs is betaald. 4'. Wanneer in de gevallen, bedoeld bij Art. 2, al. 3, de huur door de Commissie is opgezegd. Art. 10. Indien, in geval van overlijden, nablijvende kinderen of kleinkinderen de plaats in huur wenschen te behouden, moeten zij zich deswege verklaren binnen zes weken, gedurende welken tijd zij daarvan gebruik kunnen blijven 3* maken. Bij aanhouding der plaats hebben zij, gedurende den loop van het sterf-jaar, daarvoor geene andere betaling te doen, dan die van de overboeking. Bij overgang op eiken anderen, alsmede bij het huren van een vacante plaats, betaald de huurder de kosten van overboeking of op naamstelling, en huur over de nog niet ingetreden kwartalen. Akt. 11. De kosten van op naamstellieg of overboeking, in het voorgaande artikel bedoeld, zijn: in het Doophuis f 2,50. in de Banken en de eerste plaatsen in het Ruim f 2. voor de mindere plaatsen f 1. Abt. 12. De aanvraage ter bekoming van eene plaats geschiedt bij de Gecomitteerden of bij den Koster der Kerk. De plaats kan op niet meer dan éénen naam gesteld worden. Art. 13. De betaling van het plaatsen-geld geschiedt in de eerste helft van de maand Januari, voor het dan ingetreden jaar, en, bij het nemen van eene plaats tusschentijds, dadelijk. b Gedistingueerde banken. Art. 14. Gedistingueerde Banken zijn de zoodanige, waarin be paalde personen, uit hoofde hunner maatschappelijke of kerkelijke betrekking, in al de Kerken persoonlijk recht van mede-zitting kunnen verkrijgen. X~*< ^Vf\^ W Zij worden onderscheiden, als volgt: 1. Hooge-Overheids-banken. 2. O verheids banken. 3. Commissaris-banken. 4. Kerkmeesters-banken. 5. Regenten-banken. 6. Krijgsraads-banken. 7. Studenten-banken. 8. Buurtcommissaris-banken. 9. Brand- en Wijkmeesters-banken. Bij afzonderlijke tabel, berustende bij de Commissie ter Vermeerdering, wordt aangewezen, wie in bovenstaande banken zitting kunnen nemen. Zie Bijlage jL /£ Daarvoor wordt, met inbegrip van het Stoven-geld, jaarlijks betaald: .voor die onder N°. 1 r \§ voor die onder N°. 2. 8. . . » 12 — voor die onder N°. 4. 5 - . » 10 voor die onder N°. 6 » 8 voor die onder N°. 7 » /z..*o voor die onder N°. 8. 9. .... » ' % _ Het voorbehoud, bij Art. 2 al 2 en 3 gemaakt, is ook op deze banken toepasselijk. Art. 15. De fungeerende leden der Commissie tot het Bestuur over de Kerkgebouwen, enz., zijn vrij van betaling in de Banken onder N». 4 vermeld, en in alle andere, waarin zij van wege hunne maatschappelijke betrekking tevens recht van zitting zouden hebben. Deze vrijdom duurt voor de afgetreden leden voort tot den laatsten December van het jaar hunner aftreding. Art. 16. Het is niemand geoorloofd zitting te nemen in.eene bank, hooger in rang dan die, waarin hem recht van medezitting is toegekend. Daarentegen mag men eene onbezette plaats innemen in banken, lager in rang dan zijne eigene, naar volgorde, wanneer in deze geene plaats meer is. Bij de Godsdienstoefening in de Nieuwe Kerk welke bij gelegenh. v/h jaarlijks bezoek van Z. M. aan deze stad, gehouden wordt, zullen de 2 eerste plaatsen in de Kerkmeestersbank ter beschikking worden gesteld van den Heer Commissaris des Konings in NoordhollaDd en den Heer Burgemeester van Amsterdam. Akt. 17. In de bovengenoemde banken, mag, met toestemming der daarin zitting hebbenden, ook aan anderen plaats verleend worden, doch niet dan nadat de Predikant is opgetreden. Er zal in die banken geen grooter getal mogen geplaatst worden, dan de Sub Commissie in hare prudentie zal voorschijveD. Die vergunning wordt echter niet tot vrouwen of kindereu uitgestrekt. o. Vrije Plaatsen. Art. 18. Vrije plaatsen zijn de zoodanige, waarvan het gebruik zonder betaling aan bepaalde personen wordt toegekeud, als aan: Predikanten. Ouderlingen en oud-Ouderlingen. Diakenen en oud-Diakenen. Collectanden, in overeenstemming met daaromtrent bestaande bepalingen. Godsdienstonderwijzers. Krankenbezoekers. Deze allen in voor elk hunner bestemde banken. "Organisten, in de Kerk, waarin zij dienst doen. Eene vrouwenplaats wordt respectievelijk gesteld ter beschikking van: den dienstdoenden Predikant. den > Ouderling. de » Diakenen. de » Collectanten. den Koster en Voorlezer, in hunne Kerk, de leden der Commissie in de Kerk, waartoe zij gecommitteerd zijn, . elke der dienstdoende Diakenessen in dc Kerk, waarin zij die verkiezen, (waarvan door de Sub-Commissie der Kërk aan de Commissie ter Vermeerdering opgave geschiedt) ; terwijl zij het recht hebben om, na aftreding, die plaats tegen betaling van den huurprijs te behouden. En eindelijk ééne plaats in elke Kerk, ten dienste der Pleegzusters, ter bepaling der Sub-Commissie, en welke met het woord „Pleegzuster''' wordt aangewezen. d. Plaatsen ten algemeenen gebruike. Art. 19. Iedere Sub-Commissie zorgt dat in hare Kerk zitplaatsen ten algemeenen gebruike, zonder betaling, aanwezig zijn. Vuurgeld. Art. 20. Geen vuurgeld is verschuldigd door de gerechtigden tot gedistingueerde en vrije plaatsen. Art. 21. Het vuurgeld voor de verhuurde plaatsen, te berekenen op den voet van Art. 10, laatste alinea, wordt bepaald als volgt: In de Noorder-, Zuider-, Oude-, Nieuwe-, Wester-, en Amstel-Kerken, op ƒ 1,50. In de Ondezijds-Kapel, Nieuwezijds-Kapel, Eilands- en Ooster-Kerken, ƒ 1,25. In de Doophuizen is het vuurgeld begrepen onder den huurprijs. In het Ruim en de banken hl geen huurder tot de betaling van het vast vuurgeld verplicht, maar kan zich, des verkiezende, telkens van eene stoof met vuur doen voorzien, tegen betaling van vijf cent. Voor eene koude stoof of bankje wordt niets betaald. Onbezette ea vacante Plaatsen. Art. 22. De verhuurde plaatsen, die door de rechthebbenden niet . worden bezet, zoo mede de vacante plaatsen, -kwéaen dooy*"~-'> de Ji&wtfs" respectieve Plaatsbewaarders en Plaatsbewaarsters ten gebruike wofden gegeven, tegen betaling van 10 cent gedurende iedere Godsdienstoefening, waaronder des winters het vuurgeld is begrepen, behoudens de bepaling van Art. 2. 2de alinea. Een en ander in verband met hetgeen te dien aanzien in hunne Instructiën is voorgeschreven. Art. 23. Alle onbezette plaatsen in het Ruim zijn, bij den aanvang van den laatsten voorzang, kosteloos ten gebruike van het algemeen. Aldus vastgesteld in de vergadering. Voorzitter. Secretaris. INSTRUCTIE voor den Architect Opzichter der Eerken en verdere Gebouwen der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Amsterdam. Art. 1. De ATch.itect-opzicb.fcer is belast met de zorg en het toezicht voor de reparatiën en verbeteringen aan de Kerken en verdere gebouwen alsmede van het mobilair tot een en ander behoorende. Hij mag niet zijn werkbaas of leverancier en in geene betrekking staan van handel of deelgenootschap met werkbazen of leveranciers van bouw-matrialen en verder in het algemeen geen andere werkkring hebben dan dien van architect. Art. 2. ' Jaarlijks in de maand September doet hij eene algemeene opneming van hetgeen aan zijne zorg is toevertrouwd, onderzoekt welke rep.ratiën en onderhoudswerken het volgende jaar vereischt worden ten einde de gebouwen in een goeden staat te behouden aUes onverminderd het gestadig toezicht en inspectiën welke in den loop des jaars mochten noodig zijn. Art. 3. Voor vijftien October van ieder jaar doet hij aan de SubCommissie van elke Kerk eene uitvoerige schriftelijke opgave van zijne jaariijksche opneming en zoodra mogelijk van zijne tusscbentijds gedane inspectiën, een en ander vergezeld van gespecificeerde ramingen van kosten en treedt daar omtrent met die Sub-Commissie in overleg. Een afschrift van zijne bovengenoemde jaariijksche opneming en daarbij behoorende begrooting betreffende alle gebouwen doet hij terzelfder tijd aan de financieële Commissie toekomen. Art. 4. Over alle werkzaamheden zijn vak betreffende houdt hij nauwkeurig toezicht en zorgt dat het werk op de beste wijze en in den korst mogelijken tijd verricht wordt, voorts stelt bij dadelijk order op, elk door hém ondekt wordend bedrog of andere misbruiken en doet daarvan zoo noodig rapport aan de respectieve Sub-Commissiën. Hij heeft het recht daartoe termen vindende ongeschikte werklieden uit de gebouwen te doen verwijderen. Art. 5. Hij controleert alle maandelijksche opgiven of staten hem door den dagelijksche opzichter in te leveren, om deze stalen na door hem goedgekeurd en voor accoord geteekend te zijn aan de verschillende Sub-Commissiën in te zenden. Art. 6. Hij maakt de vereischte bestekken en zoo noodig de teekeningen daarbij behoorende van die werken, welke hetzij onderhandsch op in het openbaar zullen aanbesteed worden, voor de werken in eigen beheer, bestelt hij de noodige materialen bij de bekende leveranciers, en regelt de uitvoenng der werken in overleg met de respectieve Sub-Commissie. Art. 7. De rekeningen van werkbazen of leveranciers van materialen door de Sub-Commissiën in zijne handen gesteld, ziet hij nauwkeurig na en zend deze voor accoord geteekend of met schriftelijke aanmerkingen voorzien binnen den korts mogelijken tijd terug. In het algemeen moeten alle reparatiën en onderhoudswerken, zoowel allen nieuw uit te voeren werken daarvoor vatbaar zijnde werden aanbesteed. Art. 8. Hij volgt de bevelen der Sub-Commissiën zijne dienst betreffende nauwkeurig op, verschijnt in hare vergaderingen en in die der algemeene Commissie, wanneer hij daartoe uitgenoodigd wordt en behartigt met ijver en nauwgezetheid zooveel hem aangaat de geldelijke belangen der Gemeente. Geene werken worden uitgevoerd zonder authorisatie der Sub-Commissiën. Art. 9. Hij regelt de werkzaamheden van den dagelijksche Opzichter. Deze is gehouden in allen deele zijne bevelen voor zoo verre het uitvoeren der werkzaamheden aangaat op te volgen. Art. 10. Ontslag uit de betrekking van Architect opzichter hetzij dit plaats vindt op persoonlijke aanvrage, of gegeven wordt van wege de Algemeene Commissie wordt wederzijds gevraagd of gegeven drie maanden nadat de aanvrage of aanachrijving daartoe is gedaan. Art. 11. De Algemeene Commissie behoudt zich voor, deze instructie, zoo noodig te veranderen. Gearresteerd, 13 November 1879. INSTRUCTIE voor den dagelijkschen Opzichter der Kerken EN VERDEKR GEBOUWEN DER NeDERDUITSCHE Hervormde Gemeente te AMSTERDAM. Art. 1. De Opzichter is onder toezicht van den Architect der Kerken en verdere gebouwen belast met het dagelijksoh opzicht over alla reparatiën en onderhoudswerken aan voornoemde gebouwen, over het mobilair daartoe behoorende en over alle leverantiën te dier zake. Hij mag geen andere werkkring hebben of in eenige betrekking staan van handel of deelgenootschap met werkbazen of leveranciers van bouwmaterialen. Art. 2. Hij is verplicht maandelijksch een staat in te leveren aan den architect der kerkgebouwen van alle in de voorafgaande maand verrichte werken en gedane leverantiën waartoe hij van alle werken als ook van de materialen daarbij gebruikt nauwkeurig aanleekening zal houden. Art. 3. Geene werkzaamheden aan de Kerken en andere gebouwen mogen geschieden zonder voorafgaande goedkeuring, van den architect en is hij verplicht zich met dezen zoo dikwijls dit door genoemden architect verlangd wordt in betrekking te stellen ten einde diens orders te ontvangen. Art. 4. Geene materialen mogen in ontvangst genomen worden of althans gebruikt zonder alvorens door hem nagezien en goed gekeurd te zijn en is hij verplicht telkens daarvan een door hem onderteekend ontvangbewijs af te geven. Art. 5. Hij zal zoo dikwijls dat van hem verlangd wordt in de vergaderingen der verschillende Sub-Commissiën verschijnen en evenzoo wanneer hij daartoe uitgenoodigd wordt ten huize van die leden der Sub-Commissiën belast met het toezicht over het onderhoud der Kerken. Art. 6. Ten einde aan de vorenstaande bepalingen of verplichtingen te kunnen voldoen, is hem het toezicht opgedragen over al het werkvolk in of aan de verdere gebouwen werkzaam en zijn deze zooveel als de werkbazen gehouden zijne bevelen op te volgen behoudens later beroep op den architect of Sub-Commissiën. Hij mag echter van hen geene persoonlijke of huiselijke diensten vergen. Hij zorgt tevens dat het werkvolk zoodanige diensten niet bewijst, aan de overige beambten der Kerkgebouwen. Hij zorgt voor de regeling der werkuren "belet zooveel mogelijk andere misbruiken zoo als het rooken in de Kerken, gebruik van sterken drank enz., en geeft bij plichtverzuim van een der werklieden daarvan onverwijld kennis aan den architect. Art. 7. Ontslag uit de betrekking, van opzichter hetzij dit plaats heeft op persoonlijke aanvrage of gegeven wordt van wege de algemeene Commissie' wordt wederzijds gevraagd of gegeven twee maanden nadat de aanvrage of aanschrijving daartoe is gedaan. Art. 8. "De Algemeene Commiseie behoudt zich voor deze instudie zoo noodig te veranderen. Gearresteerd 13 November 1879. INSTRUCTIE voor den Toezicht-hquder over de Orgels in de Kerken. Art. 1. Aan den Tjïeiieht-^rffuaêr over de Orgels is in het algemeen aanbevolen, voor de jichtige instandhouding en de zuiverre intoneering der Orgels met alle zorgvuldigheid te waken. Art. 2. Te dien einde is hij verplicht, de veertiendaagsche ol wekeljjksche stexming der Orgels en der tongwerken, van tijd tot tijd, onverwacht te inspecteeren. Art. 3. Bg de algemeene jaariijksche stemming is hij doorgaande tegenwoordig. De onderscheiden Orgel-makers en stemmers treden met hem in overleg over de tijdsbepaling en den geregelden afloop van deze hunne werkzaamheden ; terwijl hij daarvan aan de verschillende SubCommissiën kennis geeft. Art. 4. Hij houdt jaarljjks, in de maand September, eene inspectie over al de Orgels, ten einde aan de betrokken Commissiën,. voor 15 October, in te leveren eene schriftelijke opgave der noodige reparatiën, met raming der kosten. Dien onverminderd maakt hij te allen tijde de 8ub-Commis9iè'ii op alle kleine gebreken, die mochten ontstaan, opmerkzaam, ten einde daardoor behoefte aan groote repavatiën te voorkomen. Art. 5. Geenerlei werk .aan de Orgels, tenzg het volstrekt geen uitstel kan lijden, geschiedt anders dan met voorkennis van de Sub-Commissie der Kerk, en nooit dan onder zijn toezicht en zijne verantwoordelijkheid. Art. 6- Hg staat de Sub-Commissiën ten dienste, om al, wat op haar last aan de Orgels mocht te verrichten zijn, te surveilleeren. Art. 7. Op plannen en teekeningen tot daarstelling van nieuwe Orgels, of van belangrijke reparatiën, zoowel die den opstand, als de dispositie betreffen, hem ten fine van beoordeeling en advies ter hand gesteld, bericht hij binnen eenen te bepalen tijd. Art. 8. Hij zendt jaarlijks, in de vergadering van de maand December, aan de Algemeene Commissie een zoo veel noodig uitvoerig rapport in omtrent den staat der Orgels, en de deugdzaamheid van het herstellingswerk daaraan verricht. Art. 9. De rekeningen, door de Sub-Commissiën in zijne handen gesteld, ziet hij behoorlijk na, en zendt die voor accoord geteekend, of met zijne schriftelijke aanmerkingen voorzien, binnen eenen te bepalen tijd terug. Art. 10. Ten einde al deze verplichtingen naar eisch te vervullen, houdt hij zich op een onafhankelijk standpunt ten aanzien van Werkbazen en Leveranciers. Art. 11. Van elke benoeming van eenen Orgel-maker of stemmer wordt hem kennis gegeven. Art. 12. Tot alle Orgels heeft hij te allen tjjde den vrijen toegang. Art. 13. De algemeenne Commissie behoudt aan zich, deze Instructie, van welker inhoud bij Extract, voor zooveel noodig, aan de Kosters, Orgel-makers, Stemmers en Organisten kennisgeving geschiedt, zoodanig te wijzigen als zij zal vermeen en te behooren. Aldus vastgesteld in de vergadering van den Voorzitttr. Secretarit. 4 INSTRUCTIE VOOR DE KOSTERS, Art. L Aan de Kosters is opgedragen het toezicht respectievelijk over de Kerk, waarvoor zij zijn aangesteld, en de gebouwen tot deze behoorende; alsmede over hetgeen strekt tot bevordering der orde gedurende de Godienstoefeningen. Wat het eerste aangaat, oefenenen zij dat toezicht uit onder opper-toezigt van de Commissie tot Bestuur in't algemeen, en van de Sub-Commissie der Kerk, waarover zij gesteld zijn, in 't bijzonder; wat het laatste betreft onder oppertoezicht van den Kerke-raad. Art. 2. De bevelen door die onderscheidene collegiën gegeven, volgen zij getrouw op, en stellen zich in het bijzonder voor de Sub-Commissie hunner Kerk te allen tijde, en vooral bij hare vergaderingen, beschikbaar. Art. 3. Zij geven van alles, wat zij meenen dat door hen of onder hun oog behoort te geschieden, kennis aan de SubCommissie hunner Kerk, ten einde te dien aanzien haar goedvinden te vernemen. Mogt daartoe de tijd ontbreken en er cnverwijld moeten gehandeld worden, dan zijn zij, tot zoodanige handeling bevoegd, onder verantwoordelijkheid aan de Sub-Commissie. / / Art. 4. Zij wonen met hun gezin in het Kosters huis.^ Om zich meer dan 24 uren buiten de stad te begeven, hebben zij het verlof noodig van de Sub-Commissie. Art. 5. Tot de gewone verplichtingen der kosters behoort^net waken tegen brand-gevaar, het openen, sluiten, luchten en reinhouden der Kerken, en het toezien op hare verlichting. Art. 6. Bijzonder onderzoeken zij na elke godsdienstoefening, wanneer vuur of licht gebruikt is, of ten aanzien van een en ander de noodige voorzichtigheid is in acht genomen. Art. 7. Ten einde aan de vorenstaande verplichtingen te kunnen voldoen, is hun het toezicht opgedragen over de bedienden in de Kerken werkzaam, en zijn deze gehouden hunne bevelen op te volgen, behoudens later beroep op de Sub-Oommissie. Zij mogen echter ven hen geene persoonlijke of huiselijke diensten vergen. Art. 8. Zij zorgen dat de bedienden in dienst der kerk zijnde, geen tabak rooken noch sterken drank gebruiken. Zij geven bij plichtverzuim der bedienden daarvan onverwijld aan de Sub-Commissie kennis. Art. 9. Alle uittevoeren werken, geschieden onder opzigt van tr^L l/*4fn architect -e^den dwgerij^sriren opzigter (zoo verre het herstel van gebouwen of meubilair betreft', de kosters zijn bij het ontstaan van gebreken van welken aard ook, verpligt zich te wenden tot j^ftjj^ga^igjjrass^m de Sub- T 4" Commiss^VgéFoord te lïebben, voor de uitvoering zorg draagt. Alleen bij bet ontstaan van gebreken, kort voor het houden der Openb. Godsdienstoefeningen, die bij niet herstelling daarvoor hinderlijk mogten zijn, hebben zij de bevoegdheid dadelijk de hulp in te roepen van de gewone werkbazen. Art. 10. 'V- ' /^üë^archltéct en/opzigter jlwfeben ten allen tijdei toegang tot de kerken en 'de daarbij behoorende gebouwen. Art. 11. KJ | Bij eventueele brand in een der gebouwen, g4»en.3rj\ de^ architect jm^zigter[.dad4üJi kennis van zoodanig ongeval. \Z Art. 12. Zij zijn verpligt, hunne medewerking te verkenen. *>or zoo verre dit ik overleg met gonoomdon architect en- opzigter wenschelijk wordt geacht, tot eene «g**ge uitvoering van de aan dezen opgedragen werkzaamheden, en dit evenzeer te bevelen aan de onder hen staande mindere beambten, als Deurwaarders enz. Art. 13. Zij geven, buiten den tijd van openbare Godsdienstoefening, zonder geleide, aan niemand toegang tot de Kerken, behalve aan hen, die daarop recht hebben. Art. 14. Zij zijn verantwoordelijk voor al de roerende goederen tot de Kerken behoorende. Art. 15. Zij bevorderen, onder goedkeuring van Gecommitteerden, de verhuring der zitplaatsen, en zijn belast met de in- vulling der plaats-kaarten en kwitantiën, als mede met het bijhouden van de, in de Kerken opgehangen, lijst der zitplaatsen. Art. 16. Zij zorgen voor het schoonhouden en opmaken van hetgeen bij de bediening van Doop en Avondmaal gebruikt wordt. Art. 17. Zij ontvangen Heeren Gecommitteerden tot de respectieve Kerken, Predikanten, Ouderlingen, Diakenen en Collectanten, tijdens hunne dienstverrichtingen, in behoorlijk verlichte en verwarmde kamers, wier ameublement, voor zooveel zij tot de Kosters-woningen behooren,- mede door hen en voor hunne rekening wordt aangeschaft en onderhouden. Voorts zijn zij verplicht, hun daarbij naar tijdsgelegenheid, koffie of thee te doen aanbieden. /UvJ**~- Art. 18. -«ff** "^TBij de berekening der kosten voor de kerkelijke Huwelijksinzegening ianiidfin ridi aan het tarief