i xu : 02468 | ♦ Huishoudelijk Reglement voor de COMMISSIE TOT HET BESTUUR ÓVER DE KERKGEBOUWEN, GOEDEREN, EONDSEN EK INKOMSTEN der Nederdüi'tscïie hnmh Gemeente tb- Huishoudelijk Reglement VOOR DE COMMISSIE TOT HET BESTUUR OVER DE KERKGEBOUWEN, GOEDEREN, EONDSEN EN INKOMSTEN DER Nederduitsehe Hepyormde Gemeente AMSTERDAM. ffö „.1 INHOUD VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT. HOOFDSTUK I. Blz. Over het Bestaar ea de Vergaderingea (Art. I—29). 5 HOOFDSTUK II. Over de Optreding der Leden (Art. 30) 12 HOOFDSTUK JU. Over de Sub-Commissiën: Algemeene bepalingen (Art. 31—33) . 12 A. van Financiën (34—45) 13 B. ter Bezuiniging (Art. 46—49) 17 C. ter Vermeerdering (Art. 50—55) 18 D. tot de Orgels (Art. 56) 19 E. tot bijzonder bestuur over de Kerk-gebóuwen (Art. 57—88) 7 ... 19 a. Onderhoud der Kerk- en andere Gebouwen en Begraafplaatsen (Art. 66—69) 22 b. Toezicht over de Kerkelijke Beambten (Art. 70—75) 23 c. Keuze van en Toezicht over de Leveranciers en Werkbazen (Art. 76—81) 24 d. Verhuring der Zit-plaatsen in de Kerken (Art. 82) 26 e. Verleenen van Graf-ruimte in de Kerken en op de Begraaf-plaatsen, en wat daartoe betrek king heeft (Art. 83) 26 /. Ontvangst en Uitgaaf van Gelden (Art. 84—88) 26 HOOFDSTUK IV. Over de Beambten (Art. 98—99). 28 Slotbepaling (Art. 100) 35 HUISHOUDELIJK REGLEMENT voor de Commissie tot het Bestuur over de Kerk-gebouwen, Goederen, Fondsen en Inkomsten der Nederduitsche Hervormde Gemeente te AMSTERDAM. EERSTE HOOFDSTUK. Over het Bestuur en de Vergaderingen. Art. 1. Het bestuur der Commissie is zamengesteld uit eenen eersten en tweeden Voorzitter en eenen eersten en tweeden Secretaris. Abt. 2. De benoeming tot Voorzitter geschiedt voor den tgd van één jaar, met dien verstande, dat hg de eerste zes maanden als tweede, en de laatste zes maanden als eerste Voorzitter werkzaam is. De keuze heeft plaats in de vergaderingen van Juni en December, de optreding in die van Juli en Januari. Art. 3. De benoeming tot eersten en tweeden Secretaris geschiedt mede voor één jaar. De keuze heeft plaats in de vergadering van Februari, de optreding in die van Maart. Aet. 4. De Voorzitter en de beide Secretarissen, elk afzonderlijk, worden verkozen bij gesloten biljetten en volstrekte meerderheid van stemmen, Indien bij de eerste, en, zoo noodig, bij eene tweede vrije stemming, nog geene volstrekte meerderheid verkregen wordt, geschiedt de keuze uit de twee leden, die het laatst de meeste stemmen op zich vereenigd hebben; bij het staken der stemmen beslist het lot. De aftredenden zijn herkiesbaar. Aet. 5. De gewone vergaderingen worden gehouden op den tweeden Donderdag van elke maand, in de Kerke-raadskamer der Nieuwe-Kerk, en des avonds te zeven ure geopend. Aet. 6. De Voorzitter is bevoegd eene buitengewone vergadering te beschrijven, waarvan de kennisgeving, bij biljet aan de leden, uiterlijk des avonds te voren moet geschieden. In zoodanige vergadering worden geene andere zaken behandeld, dan waarvoor zij is beschreven. Art. 7. De leden hebben zitting en stem naar rang van diensttijd, vroegere dienst daaronder begrepen; de diensttijd gelijkstaande, wordt de volgorde door den leeftijd bepaald. De voordracht ter begeving der openvallende betrekkingen van Deur-waarder, Plaats-bewaarder en Bewaarster geschiedt door het lid, hetwelk op het tijdstip der openvalling het oudste in rang is van die leden, door welke nog nooit zulk eene voordracht is gedaan. Telken jare, nadat de nieuw ingekomen leden hebben zitting genomen, wordt eene door den eersten Secretaris opgemaakte lijst, houdende den rang der leden, benevens de orde, waarin door hen de genoemde voordracht geschieden zal, voorgelezen en gearresteerd door den Voorzitter en den Secretaris geteekend, en in de Notulen opgenomen. Aet. 8. De vergaderingen worden geopend en gesloten met gebed. Het wordt uitgesproken door den oudsten der aanwezige Predikanten, ten ware de eerste of tweede Voorzitter Predikant zij. B|j afwezigheid van alle Predikanten doet zulks de Voorzitter. Aet. 9. De leiding der vergadering is opgedragen aan den eersten Voorzitter; bij zijne afwezigheid aan den tweeden; bij ontstentenis van beiden aan den laatst afgetreden Voorzitter; en wanneer ook deze ontbreekt, aan den oudsten in rang der tegenwoordig zijnde leden, met uitzondering van de Secretarissen. Die alzoo in de plaats van den Voorzitter optreedt, teekent alle stokken, die vergadering betreffende, met de bijvoeging: »waarnemend Voorzitter." Abt. 10. Na het gebed leest de Voorzitter de namen der leden. Van die der afwezigen wordt aanteekening gehouden. Daarna worden de notulen der vorige vergadering gelezen, beoordeeld en door den Voorzitter en Secretaris, na goedkeuring, geteekend. De verdere gewone werkzaamheden hebben plaats naar eenen daarvan vastgestelden rooster. Art. 11. De leden, verhinderd zijnde de vergadering bij te wonen, geven daarvan, met vermelding der reden, schrifte- ijk kennis. Bij gemis van kennisgeving, of van wettige redenen, wordt afwezigheid beboet met / 1.— Als zoodanige worden aangemerkt ziekte en buitenlandsche reis ; over de wettigheid van andere redenen beslist het moderamen. Die komt na het uur, voor de opening der vergadering bepaald, verbeurt, als te laat, 25 Cent. Beide boeten worden door den tweeden Secretaris ten behoeve van liet Predikanten-Weduwen Fonds ingevorderd, en aan de Commissie van Financiën verantwoord. Art. 12. Wanneer een kwart uur na den tgd, voor de opening der vergadering bepaald, het bij Art. 13 van het Algemeen Reglement vereischte aantal leden niet tegenwoordig is, opent de Voorzitter de vergadering op de gewone wijze, leest de namen der leden, doet het getal der aanwezigen, en de namen der afwezigen aanteekenen in de notulen, leest de agenda, ontvangt rapporten, mededeelingen en voorstellen van Commissiën of van leden der vergadering, doet een en ander in de notulen inschrijven, en sluit daarna, zonder beraadslaging of behandeling der voorgekomen zaken toe te laten, de vergadering. Ten spoedigste daarna belegt hij eene buitengewone vergadering, waarin de onafgedaan gebleven zaken door de tegenwoordig zijnde leden worden in behandeling genomen en afgedaan. Art. 13. Alleen dê Voorzitter voert het woord tot Commissiën of personen, die ter vergadering verschijnen. Art. 14. De benoeming van alle Commissiën, vaste en tijdelijke, geschiedt door den Voorzitter, tenzij daaromtrent bg dit Reglement anders zij bepaald. Geene Commissie van drie of meer leden wordt uitsluitend uit Eerkeraads- of Gemeente-leden zamengesteld. Abt. 15. De Voorzitter heeft het recht, des geraden oordeelende, prae-advies uit te brengen. Niemand daarop het woord verlangende, wordt het in besluit veranderd. Abt. 16. De Voorzitter heeft de bevoegdheid, in bijzondere gevallen geheimhouding op te leggen, terwijl in het algemeen den leden bescheidenheid is aanbevolen. Abt. 17. Op zaken, die eene oogenblikkelijke voorziening vorderen, stelt de Voorzitter orde, en geeft daarvan kennis in de eerstvolgende vergadering: Abt. 18. De eerste Secretaris stelt de notulen en alle andere stukken, waarvan de redactie bij dit Reglement of bij besluit der Vergadering niet aan eenige Commissie wordt opgedragen. Alle stukken, die de Vergadering uitvaardigt, worden door den Voorzitter en eersten Secretaris geteekend. Voor stukken, die aan de Sub-Commissiën of aan de leden afzonderlijk gericht worden, is de teekening van den Secretaris voldoende. Abt. 19. De tweede Secretaris zorgt voor de uitvaardiging der door hem geteekende convocatie-biljetten. Hij houdt in de vergadering aanteekening van de namen der afwezige leden en van de stemming. Aan zijn toezicht is opgedragen het Archief der Commissie, hetwelk in eene kast, bij voorkeur in de vergaderkamer, bewaard wordt, en waarvan aan de leden geene stukken ter lezing worden afgegeven, dan tegen behoorlijk recief. Nog zorgt hij, dat de besluiten en bepalingen der Vergadering, voor zooveel die kracht van wet hebben, ten haren dienste in een met wit papier doorschoten exemplaar der Reglementen worden bijgeschrijven. Gelijke exemplaren doet hij vervaardigen en bijhouden ten behoeve der Sub-Commissiën en voor ieder lid der Vergadering. Aet. 20. Bij ontstentenis van één der Secretarissen, wordt deze in alle werkzaamheden door den anderen vervangen. Geen van beiden ter vergadering tegenwoordig zijnde, draagt de Voorzitter hunne werkzaamheden aan een' der leden op. Abt. 21. Geen der leden voert, zonder verlof van den Voorzitter, het woord. Aet. 22. Geen der leden mag zich aan eenige Commissie onttrekken, dan om redenen, door de Vergadering gewettigd. Aet. 23. Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen, tenzij daarin bij dit Reglement op andere wijze zij voorzien. Aet. 24. Ingeval van staking der stemmen, beslist die van den Voorzitter, tenzij ook daarin bg dit Reglement op andere wijze zij voorzien. Abt. 25. Indien minstens drie leden verlangen, dat eenig rapport, alvorens daarop te besluiten, ter lezing voorligge, wordt daaraan gevolg gegeven. Abt. 26. Ieder lid heeft vrijheid te doen aanteekenen, dat hij zich met een genomen besluit niet vereenigt. Wanneer men zulks door schriftelijk protest wil laten volgen, wordt het in de volgende vergadering bij de beoordeeling der notulen ingebracht en voorgelezen, en voorts in het Archief bewaard. Na 9'/, uur worden geene nieuwe zaken meer in behandeling genomen. Abt. 27. Vóór het sluiten van elke gewone vergadering geschiedt hoofdelijke omvraag. Indien daarbij eenige mededeeliug of voorstel wordt gedaan, en minstens drie leden vorderen, dat de beraadslagingen daarover tot de volgende vergadering worden uitgesteld, wordt daaraan voldaan, en legt de voorsteller zijn voorstel alsdan schriftelijk over. Abt. 28. Indien eenig lid uittreksel der notulen verlangt, wordt hem dat door den tweeden Secretaris verstrekt. Abt. 29. De Vergadering wordt bediend door eenen bode, die ook buiten de vergaderingen ter beschikking staat van Secretarissen. Ten dienste van den Voorzitter fungeert een Deurwaarder van eene der Kerken volgens toerbeurt als bode, zonder daarvoor afzonderlijke bezoldiging te genieten. Den Secretarissen is een Amanuensis in hunnen arbeid behulpzaam. TWEEDE HOOFDSTUK. Over de Optreding der Leden. Aet. 30. Na den afloop der gewone werkzaamheden in de vergadering van April verwjjderen zich de aftredende leden. De nieuw benoemden worden door een der Secretarissen ter vergadering tegenwoordig, binnengeleid, en door den Voorzitter geïnstalleerd. Deze installatie heeft geene plaats ten aanzien der herkozen leden, die zitting blijven houden. Daarna worden de ranglijsten, bedoeld in Art. 7 van dit Reglement, gearresteerd. In deze zelfde vergadering worden de hierna, in Art. 31 te noemen, Commissiën zamengesteld of aangevuld, alsmede de twee leden der Commissie van Financiën aangewezen, bedoeld bij Art. Ai, 2e alinea. DERDE HOOFDSTUK. Over de Sub-Commissiën. ALGEMEENE BEPALINGEN. Aet. 31. Naar aanleiding van Art. 13 van het Algemeen Reglement, bestaan als vaste Sub-Commissiën de navolgende : A. Commissie van Financiën. B. Commissie ter Bezuiniging. C. Commissie ter Vermeerdering. D. Commissie tot de Orgels. £. Commissie tot bizonder bestaar over de Kerk-gebouwen. Abt. 32. Deze Commissiën houden zich stiptelijk binnen den kring van hare bevoegdheid, bij dit Reglement nader aan te wijzen, en, wanneer slechts bij een der leden eener Commissie daaromtrent of omtrent de toepassing van eenige wets- of andere bepaling, twijfel ontstaat, wordt deswege de beslissing der Algemeene Vergadering gevraagd. Abt. 33. V4ë;| Niemand kan te gelijker tgd lid zijn van meer dan eene der onder A. B. en C. vermelde Commissiën; de eerste en tweede Secretaris zijn van de waarneming dier Commissiën vrijgesteld en mitsdien daartoe niet benoembaar. A. Commissie van Financiën. Abt. 34. De Commissie van Financiën bestaat nit zes leden, door de Vergadering bjj volstrekte meerderheid benoemd, op de wijze bij Art. 4 vermeld. Zij fungeren als zoodanig, zoolang zij nog leden zijn der Algemeene Commissie. De Sub-Commissie kiest zelve haar bestuur. Abt. 35. Zij vergadert in de Kerk-meesters-kamer van de NieuweKerk, en wordt door een der Deur-waarders van die Kerk bediend, zonder dat deze daarvoor wordt bezoldigd. Abt. 36. Zij is belast met het algemeen beheer en de daarmede verbonden ontvangst en overneming der fondsen, effecten en gelden, op den voet der bepalingen, voorgeschreven bjj het derde hoofdstuk van het Algemeen Reglement. Zij belegt de beschikbare gelden op zooda nige wijze, als zij in overeenstemming met die bepalingen het meest raadzaam oordeelt. Het bedrag der aldaar in Art. 25 voorgeschreven jaarlijksche verhooging van het kapitaal ter voorziening in de schade bg brand, wordt, onverminderd de bjj te voegen rente, op voordragt dezer Sub-Commissie, vastgesteld door de Algemeene Vergadering van Januari voor het ingetreden jaar. Abt. 37. Zij heeft geene vrijheid, fondsen te verkoopen, dan op besluit van de Algemeene Commissie. (Zie Art. 24, Alg. Regl.) Abt. 38. Zij is belast met het doen van alle betalingen, bij de Commissie bekend en goedgekeurd, met uitzondering nogtans van hetgeen tot de bijzondere Kerken betrekking heeft, en door de respectieve Sub-Commissiën tot haar bestuur, onder verantwoording aan de Commissie van Financiën, wordt uitbetaald, of waaromtrent bij dit Reglement nog anders mocht bepaald zijn. Abt. 39. Zij doet in elke maandelijksche gewone vergadering der Algemeene Commissie opgaaf van ontvangsten en uilgaven, door haar sedert de laatst voorgaande vergadering gedaan, om te worden opgenomen in de notulen van den dag. Zij geeft aan de Algemeene Commissie, zoo dikwijls deze dat verlangt, opening van den staat der kas. Aet. 40. Zij legt jaarlijks, uiterlijk in de vergadering van de maand April, in duplo rekening en verantwoording over van hare administratie. Van deze rekening wordt één exemplaar ter examinatie gesteld in handen van eene in die vergadering daartoe te benoemen Commissie van drie leden, die door de Commissie van Financiën in staat wordt gesteld om zich te overtuigen, dat alle waarden aanwezig zgn; het andere exemplaar wordt ter inzage van al de leden gedurende acht dagen nedergelegd ten huize van den tweeden Secretaris. In de vergadering van de maand Mei brengt de Commissie ter examinatie, mondeling of schriftelijk, rapport uit van hare bevinding, ten einde de rekening, door baar gewaarmerkt, na, bij de vergadering te zgn goedgekeurd, in duplo door den Voorzitter en Secretaris geteekend, en overeenkomstig Art. 38 van het Algemeen Reglement, met den daar vermelden staat, ingezonden worde aan den Algemeenen Kerke-raad. Bovendien dient zg jaarlijks in de vergadering van November aan de algemeene Commissie eene begrooting van ontvangst en uitgaaf in, welke, na door die Commissie in dezelfde of in de volgende vergadering te zgn goedgekeurd, in de maand December aan den Algemeenen Kerkeraad moet worden overgelegd. Aet. 41. Wanneer eenige effecten uit de kas moeten worden gelicht, wordt deswegens recief afgegeven door het lid der Commissie, aan wien zg worden toevertrouwd, en dat recief gelegd in de plaats van het gelichte. Abt. 42. Zij kan één of meer van hare leden belasten met de ontvangst van alle bij haar te ontvangen baten, daaronder begrepen de renten van de Kapitalen, ingeschreven in de Grootboeken der Nationale Schuld. Voor de ontvangst echter van Legaten en Erfstellingen worden jaarlijks, in de vergadering van April, twee van hare leden door den Voorzitter der Algemeene Commissie bepaaldelijk aangewezen. Legaten en Erfstellingen, aan bijzondere Kerken besproken, worden door hare respectieve Sub-Commissiën in ontvangst genomen. Abt. 43. Zij heeft de bevoegheid om, voor zooveel zij dit noodig acht, zich van eenen Makelaar in fondsen te bedienen, uit een door haar voorgedragen drietal door de Algemeene Commissie te benoemen. Abt. 44. Zij zorgt dat de boeken, hare administratie betreffende, behoorlijk worden gehouden, en houdt eeuen staat in duplo van alle bezittingen, waarvan één exemplaar berust in haar Archief en één bij haren Voorzitter. Op hare voordragt wordt door de Algemeene Commissie een bezoldigde Boekhouder aangesteld. Abt. 45. Zij is belast met het nemen van alle voorbereidende maatregelen betrekkelijk de kollekte bg Art. 28 van het Algemeen Reglement bedoeld. Het daartoe door haar te ontwerpen adres wordt in vergadering van November ingediend, ten einde door die Vergadering beoordeeld en gearresteerd, en daarna in haren naam te worden uitgevaardigd. B. Commissie ter Bezuiniging. Abt. 46. De Commissie ter bezuiniging bestaat uit zes leden, die als zoodanig fungeren, zoo lang ,zij, na hunne benoe ming tot deze Sub-Commissie, leden zgn der Algemeene Commissie, echter onder deze bepaling, dat uit zes van de na te noemen acht Sub-Commissiën tot de Kerken, respectievelijk slechts één lid in deze Commissie zitting hebbe. Zij kiest zelve haar bestuur. Abt. 47. Zij vergadert in de Kerkmeesters-kamer van de WesterKerk, en - wordt door een der Deur-waarders van die Kerk bediend, zonder dat deze daarvoor wordt bezoldigd. Abt. 48. Zij is in het algemeen bedacht op alles, wat strekken kan om de uitgaven te verminderen, en dient daartoe in voorkomende gevallen de Vergadering van consideratie en advies. Abt. 49. Bij het openvallen van eenige betrekking, waarvan de begeving aan de Algemeene Commissie is opgedragen, beoordeelt de Commissie ter Bezuiniging, en wel, voor zoo veel betreft eenen Beambte in eene bijzondere Kerk, in vereeniging met de Sub-Commissie tot die Kerk, de voorwaarden, waarop zoodanige begeving zou behooren te geschieden, met in acht neming van het bepaalde bij Art. 20 van het Algemeen Reglement en van de Besluiten, door de Commissie te dien aanzien genomen of te nemen, en dient die Vergadering deswege met haren raad. Zij neemt bijzonder in overweging in hoe verre of re- * 2 cognitiën, of subsidiën van jaarwedde, vnurgeld, enz., al dan niet zullen gevorderd of verleend worden. C. Commissie ter Vermeerdering. Art. 50. De Commissie ter Vermeerdering bestaat uit zes leden, die als zoodanig fungeren, zoolang zij, na hunne benoeming tot deze Sub-Commissie, leden zgn der Algemeene Commissie, echter onder deze bepaling, dat uit zes van de na te noemen acht Sub-Commissiën tot de Kerken, respectievelijk slechts één lid in deze Commissie zitting hebbe. Zij kiest zelve haar bestuur. Art. 51. Zg vergadert in de Kerkmeesters-kamer van de Oude Kerk, en wordt door een der Deur-waarders van die Kerk bediend, zonder dat deze daarvoor wordt bezoldigd. Art 52. Zij is in het algemeen bedacht op alles, wat strekken kan om de inkomsten op eene betamelijke wijze te vermeerderen, en dient daartoe in voorkomende gevallen de Vergadering van consideratie en advies. Art. 53. Zij staat in rechtstreeksche betrekking met, en heeft het toezicht over het, bjj Art. 13 van het Algemeene Reglement bedoelde Collegie van Collectanten en zijne werkzaamheden ; alles volgens de bestaande wet voor dat Collegie, onder hare goedkeuring vastgesteld. Art. 54. Aan haar is opgedragen al hetgeen het verleenen van plaatsen in de gedistingueerde banken betreft, en het teekenen, minstens door twee van hare leden, van de daar- voor af te geven beween, bowlende aanduiding der banken, waarvoor het bewijs geldig is. Zij zorgt dat in die banken alléén aan bevoegde personen bet recht van zitting gegeven worde, terwijl in twijfelachtige gevallen de beslissing aan de Algemeene Commissie verblijft. Door de Commissie ter vermeerdering wordt zorg gedragen, dat de Kosters behoorlijke opgaven ontvangen van de namen der personen, aan wie vorenstaande bewijzen zgn afgegeven. Abt. 55. 44r-"^''' Zij neemt in ontvangst de gelden voor de plaatsen in bovengemelde banken, voor zooveel die verschuldigd zijn, welke zij door haren bode doet invorderen, en verantwoordt die aan de Commissie van Financiën. Aan haar levert zg daarvan in Januari een' algemeenen staat iu, over het afgeloopen jaar. D. Commissie tot de Orgels. Abt. 56. De Commissie tot de Orgels, bestaande uit drie leden, verschaft aan de Sub-Commissiën, op hare aanvragen, zoodanige inlichtingen, als deze in betrekking tot het onderhoud der Orgels zullen behoeven, en dient de Algemeene Vergadering van consideratie en advies omtrent alle zaken de Orgels betreffende, die door de Vergadering in hare handen worden gesteld, en in het bijzonder ten aanzien van het jaarlgksche rapport van den Orgel-toezichthouder. E. Commissiën tot bijzonder bestuur over de Kerk-gebouwen. Abt. 57. De Commissiën tot bijzonder bestuur over de Kerk-gebo uwen bestaan ten getale van acht, ieder van drie leden 2* Art. 58. De Noorder-Kerk, de Nieuwezijds-Kapel, de Zuider-, Oude , Nieuwe- en Wester-Kerken worden ieder door eene afzonderlijke Sub-Commissie bebeerd. De OudezijdsKapel is met de Eilands-Kerk, en de Ooster- met de Amstel-Kerk te dien aanzien vereenigd. Art. 59. Bij de jaarlgksche aankomst van nieuwe of herkozen leden, worden deze Sub-Commissiën bij minnelijke schikking zamengesteld, met inachtneming echter van het vastgestelde bij de 2e alinea van Art. 15, en onder bepaling, zooveel mogelijk, dat nimmer eene dezer Commissiën geheel vernieuwd worde. Art. 60. 'Elke van deze Sub-Commissiën vergadert minstens eenmaal 's maands in de Kerk-meesters-kamer der Kerk of Kerken onder baar bijzonder bestuur, en worden door een der Deur-waarders bij hare Kerk bediend, zonder dat deze daarvoor wordt bezoldigd. Art. 61. Bij iedere Sub-Commissie, wier leden overigens hunne werkzaamheden onderling verdeelen, wordt naauwkeurig aanteekening gehouden van hare verrichtingen, en van de besluiten der Algemeene Vergadering, die eenige betrekking hebben tot het beheer der Kerk-gebouwen en van hetgeen daaraan verder verbonden is. De notulen van het afgeloopen jaar worden in de vergadering der Algemeene Commissie van de maand Januari ter tafel gebracht, om door den Voorzitter en den eersten Secretaris te worden geviseerd. Asi. 62. Aan de besluiten der Algemeene Commissie, wier uitvoering aan de zorg der Sub-Commissiën wordt opgedragen, wordt door haar getrouwelijk gevolg gegeven; terwijl zij verplicht zgn, aan de Commissiën ter Bezuiniging en ter Vermeerdering, zooveel mogelijk, al zulke inlichtingen en schriftelijke opgaven te verstrekken, als deze zullen behoeven. Art. 63. Geen Kerk-gebouw wordt door eenige Sub-Commissie ten gebruike afgestaan, dan met toestemming van de Algemeene Commissie. Abt. 64. Geene Sub-Commissie doet eenige openlijke kennisgeving aan de Gemeente. Alle mededeelingen, ook die eene bijzondere Eerk betreffen, gaan uit van de Algemeene Vergadering. Abt. 65. Aan de Sub-Commissiën is respectievelijk opgedragen : a. het onderhoud van de Kerk gebouwen met hun mobilair, tenzij omtrent dit laatste anders mocht zgn bepaald, en dat van de Begraafplaatsen, met uitzondering van die graven, waarover het Rijk zich het toezicht heeft voorbehouden, alsmede het verhuren en onderhouden der gebouwen, tot de Kerken behoorende. b. de zorg voor de verlichting, het schoonhouden en luchten der Kerken. c. het toezicht over de Kerkelijke Beambten, voor zoo veel te dien aanzien geene andere bepalingen bestaan. d. de keuze van en het toezicht over de Leveranciers en Werkbazen. e. het verhuren der zit-plaatsen, met uitzondering van die in de gedistingueerde banken, in overeenstemming met Art. 57 van dit Reglement. ƒ. het verleenen van graf-ruimte in de Kerken en op de Begraafplaatsen, en het toezicht op alles, wat met het begraven in betrekking staat. g. de ontvangst en uitgaaf van alle gelden, aan hare bijzondere administratie verbonden. Bij dit een en ander worden de navolgende bepalingen in acht genomen. ad a. Aet. 66. Alle werkzaamheden aan de Kerk- en andere gebouwen geschieden na ingewonnen advies en onder toezicht van den betrokken Opzichter; en ten aanzien der Orgels, in overeenstemming met de voorlichting, door de Commissie tot de Orgels te geven. Voor zooveel aanbelangt het gewoon jaarlijksch onderhoud van een en ander, doen de genoemde Opzichters, ingevolge hunne Instructie vóór 15 October aan de respectieve Sub-Commissiën opgave, met raming van kosten. De Sub-Commissiën leveren voor 1 November bij de financieele Commissie eene begrooting der vermoedelijke ontvangsten en uitgaven van iedere Kerk voor het volgende dienstjaar in, volgens vastgesteld model, die als onderdeden der algemeene begrooting in de daartoe strekkende vergadering, in art. 43 bedoeld, worden beoordeeld en vastgesteld. Aet. 67. Geenerlei reparatie, verbetering of verfraaiing, waarvan de kosten meer dan / 500,— bedragen, mag worden bewerkstelligd, dan onder goedkeuring der Alge- meene Oommissie, na ingewonnen advies der Commissie van Financiën in vereeniging met de Sub-Commissie tot de betrokken Kerk. Ast. 68. Wanneer de kosten van eenige werkzaamheid, in het voorgaand artikel bedoeld, naar raming meer dan f 1000,— bedragen, geschiedt daarvan naar een door den Opzichter gemaakt bestek aanbesteding. Ingeval van onderhandsche aanbesteding moeten minstens drie personen tot de inschrijving worden uitgenoodigd. Aet. 69. De Sub-Commissiën zorgen, dat van het aantal Bgbels, in elke Kerk aanwezig, eene behoorlijke Inventaris voorhanden zg en deze jaarlijks geverifieerd worde. Even zoo moet van het tot elke Kerk behoorende mobilair, bij een' behoorlijken staat, blijken, en deze van tijd tot tijd worden geverifieerd. ad b. Aet. 70. Aan het toezigt van de Sub-Commissiën zgn onderworpen de Kerkelijke Beambten, voor zoo verre de Kerkeraad het zich niet heeft voorbehouden. Aet. 71. De Sub-Commissiën zgn verplicht, van alle openvallende posten bij de Kerken, en evenzoo van elke aanstelling, aan haar bg dit Reglement opgedragen, dadelijk aan de Algemeene Commissie kennis te geven. Aet. 72. Ingeval van plichtverzuim van de Kerkelijke Beambten, kunnen de Sub Commissiën den schuldigen eene boete van f '6 tot ƒ 6 ten behoeve van het Kerkeraads-Fonds, genaamd »Fonds Charitatis", opleggen, en bij herhaalde overtreding hen in hunne dienst schorsen. De Beambten zjjn aansprakelijk voor hunne onderhoorigen. Van de schorsing geven de Sub-Commissiën kennis aan de Algemeene Commissie in bare eerstvolgende vergadering. Aet. 73. Zij verplichten de Kerkeljjke Beambten, zich ten nauwkeurigste te gedragen naar de Instructiën voor de Kosters, Deurwaarders, enz. gearresteerd bij de Algemeene Commissie. Aet. 74. Zij doen de Kerkelijke Beambten, naar een vastgesteld model, nota houden van al hunne ontvangsten, met vermelding van hunne onkosten, en die nota op bepaalde tijden, minstens van drie tot drie maanden, in hare vergadering overleggen. Na den afloop des jaars wordt door de Sub-Commissiën in hare notulenboeken aanteekening gedaan van het bedrag dier ontvangstenen uitgaven, en daarvan kennis gegeven aan de Commissie ter Bezuiniging. Aet. 75. Zij hebben geene bevoegdheid, eenige nieuwe posten te creëeren, of eenige toelage of schadevergoeding te verleenen, dan op besluit der Algemeene Commissie. Bij de rekening der Sub Commissiën moet van zoodat nig besluit omtrent toelage of schadevergoeding blijken. ad o. Aet. 76. De Sub-Commissiën zgn bevoegd tót aanstelling van Werkbazen en Leveranciers, behoudens de goedkeuring der Algemeene Commissie, binnen drie maanden aan haar aan te vragen. Wanneer de begrooting, door eenen Werkbaas gemaakt, de raming van den Architect te boven gaat, hebben de Sub-Commissiën de bevoegdheid, zich voor dat werk van eenen anderen te bedienen. Zg nemen bg die benoemingen in acht, dat de benoemden zgn leden der Nederduitsche Hervormde Gemeente; dat geene firma's maar individueele personen worden aangesteld; en dat door denzelfden persoon niet meer dan twee Kerken worden bediend, tenzij de Algemeene Commissie, om voor haar voldoende redenen, van een of ander dipensatie mocht verleenen. Aet. 77. Het staat haar vrij, daartoe termen vindende, de Werkbazen en Leveranciers te ontslaan, onder kennisgeving daarvan in de eerstvolgende vergadering der Algemeene Commissie, - Aet. 78. Zij oefenen het bijzonder opzicht uit over de Werkbazen en Leveranciers, die verplicht zijn hare bevelen nauwkeurig op te volgen, en zonder hare schriftelijke machtiging geene werkzaamheden of leveranciën mogen doen. Art. 79. Zg zorgen, dat de Werkbazen en Leveranciers van hunne werkzaamheden en leveranciën bij afzonderlijke boekjes aanteekening houden, en deze door den Koster wekelijks nagezien en in de maaudelgksche vergaderingen der Sub-Commissiën worden overgelegd. De jaarlijksche rekeningen worden daarmede behoorlgk vergeleken. Aet. 80. Zij laten, zonder hare voorafgaande goedkeuring, geene hoogere berekening van dagloonen gelden, dan in de verhouding van zeven dagen per week gedurende den zomer, gerekend van 15 Maart tot 15 September, en van zes dagen per week, gedurende den overigen tijd des jaars. Aet. 81. Zij zorgen, door tusschenkomst van den Koster, dat de Werklieden op de bepaalde uren komen en gaan, hunnen arbeid behoorlijk verrichten, en gedurende hun werk zich van het gebruik van sterken drank en het rooken van tabak onthouden. ad d. Aet. 82. De Sub-Commissiën houden zich, ten aanzien van het verleenen of verhuren der zit-plaatsen in de Kerken, aan het daarvoor bestaand Eeglement. ad e. Aet. 83. De Sub Commissiën houden zich, ten aanzien van het verleenen van graf-ruimte in de Kerken en op de Begraaf-plaatsen, en van het toezicht op alles, wat met het begraven in betrekking staat, aan het daarvoor bestaand Reglement. ad f. Aet. 84. De Sub-Commissiën ontvangen alle gelden, die in de Kerken op eenigerlei wijze ten behoeve van het Kerke- fonds worden gekollekteerd, de inkomsten der huizen en andere gebouwen, zit-plaatsen en graven, en de verhooging s- en andere gelden van deze laats ten. Van de kollekte bij de gewone godsdienst-oefeningen geven zij het bedrag maandelijks op in de vergadering der Algemeene Commissie. Bij ontvangst van gelden of waarden voor Graf-sluiting of als Legaat aan bijzondere Eerken, worden die onverwijld aan de Commissie van Financiën uitgekeerd. Tot die ontvangsten echter wordt de voorafgaande machtiging van de Algemeene Commissie vereischt. Art. 85. Zij doen de noodige uitbetalingen zoo aan Beambten, Werkbazen en Leveranciers, als die verder aan haar bijzonder beheer verbonden zgn. Art. 86. Alle geldswaarden moeten in de Kerkmeesters-kamer worden bewaard in behoorlijk gesloten kasten of kisten, voorzien van minstens twee verschillend werkende sloten, wier sleutels bg meer dan één lid moeten berusten. De tegenwoordigheid van niet minder dan twee leden wordt bij de opening en sluiting vereischt. Art. 87. De Sub-Commissiën leggen telken drie maanden, uiterlijk binnen drie weken, aan de Commissie van Financiën over een' nauwkeurigen staat van ontvangsten en uitgaven, en storten daarbij het bedrag der gelden bij haar niet benoodigd. Bovendien leveren zg in de vergadering der Algemeene Commissie van Februari eene algemeene rekening en verantwoording in, over het afgeloopen jaar. In de vergadering van de maand Januari, geven zij op, wat haar tot afsluiting der rekening over het afge- loopen jaar ontbreekt, waarin, op autorisatie der Algemeene Vergadering, door de Commissie van Financiën wordt voorzien. Aet. 88. Naar aanleiding der bepalingen van Art. 16 van het Algemeen Reglement, wordt aan de Sub-Commissie der Nieuwe-Kerk, als tot welke Kerk beliooren de vertrekken bij dat artikel bedoeld, bijzonder opgedragen de uitvoering van hetgeen daarbij is voorgeschreven, en de voldoening der daaruit voortspruitende kosten, en zulks voor zoo ver in een of ander niet op andere wijze wordt voorzien. Zij neemt van den Kerke-raad in ontvangst de gelden voor uitgaande attestatiën. VIERDE HOOFDSTUK. Over de Beambten. Aet. 89. De Beambten zgn: de Amanuensis van den Kerke-raad; de Bode van het Provinciaal Kerk-bestuur, de Classis en den Kerke-raad (waartoe is aangewezen de Koster van de Nieuwe-Kerk); de Amanuensis van Secretarissen der Commissie; de Boekhouder; de Oj zichter over de Kerken en Gebouwen; de Toezicht-houder over de Orgels; de Bode van de Commissie ter Vermeerdering; tevens ten dienste van het Midden-bestuur van Collectanten (*); de Kosters; (*) Bij vakature van den post van Bode van bet Midden-bestuur vau Collectanten, zal deze bepaling in werking treden. de Voorlezers; de Organisten ; de Orgel treders; de Deur-waarders; de Plaats-bewaarders en Bewaarsters; de Graven-makers, (voor zoo verre die betrekking nog niet is opgedragen aan de Kosters); de Graven-makers-knechts; de Bedienden tot bet schoon honden der Kerken. Aet. 90. De Amanuensis des Kerke-raads, de Voorlezers en Organisten worden door den Kerke-raad benoemd. Alle andere Beambten door of van wege de Commissie, als: door de Algemeene Vergadering: de Amanuensis, van Secretarissen en de Bode der Com- ' missie (deze laatste uit de Plaats-bewaarders), op voordracht van de beide Secretarissen; de Bode van de Commissie ter Vermeerdering, op hare voordracht nit de Plaats-bewaarders; de Boekhouder, op voordracht van de Commissie van Financiën; de Opzichter over de Kerken en Gebouwen, na oproeping van Sollicitanten ; de Toezicht-houder over de Orgels, op voordracht van de Commissie tot de Orgels; de Kosters, als bepaald is bij Art. 93 en 94 ; de Graven-makers (bjj Art. 89 vermeld), op voordracht van de Sub-Commissiën tot de Kerken; de Deur-waarders, Plaats-bewaarders en Bewaarsters, op personeele voordracht van één der leden, volgens Art. 95. Door de Sub-Commissiën tot de Eerken: de Orgel-treders, de Graven-makers-knechts, de Bedienden tot het schoon houden der Eerken, met kennisgeving aan de Algemeene Vergadering. Abt. 91. Bij overigden of ontstentenis van een der Beambten, tot eene Kerk behoorende, voorziet de Sub-Commissie der betrokken Kerk onverwijld in de tijdelijke vervulling der dienst, ten bate en koste van hem, zijne betrekkingen of erven, ter beoordeeling van dezelve Sub-Commissie; en, voor zooveel zoodanig persoon door de Algemeene Commissie was aangesteld, geeft zij van dat overigden of die ontstentenis kennis in de eerstvolgende gewone vergadering. Abt. 92. De benoeming van eenen opvolger geschiedt zoodra mogelijk. Voor zooveel zij van de Algemeene Vergadering uitgaat, wordt daarbij in acht genomen het bepaalde bij Art. 49 van dit Reglement, en voorts, dat de nieuw benoemde in dienst trede den eerst volgenden eersten April of eersten October, tenzij op voorstel der in genoemd Artikel bedoelde Sub-Commissiën daaromtrent anders wordt besloten. Art. 93. Tot de betrekking van Koster zgn alleen benoembaar leden der Gemeente, die, meerderjarig volgens de wet, den leeftgd van 50 jaren nog niet hebben bereikt. Vrouwen kunnen voor die betrekking niet in aanmerking komen. De echtgenoot van den Koster moet lidmaat zgn van eene der Protestantscbe Kerkgenootschappen. De Koster van de Nienwe Kerk mag geene andere maat- schappelijke betrekking bekleedeu, noch eenig ander beroep uitoefenen. De Kosters der overige Kerken mogen met toestemming van de respectieve Sub-Commissiën hunner kerken nog andere betrekkingen waarnemen, mits de dienst van de Kerk daardoor geen schade lijdt. Aet. 94. Ten einde in de vervulling eener vacante Kosters-plaats te voorzien, wordt in de eerste gewone vergadering, volgende op die, waarin de vakature is medegedeeld, een gros geformeerd, waarop gebracht worden zoo vele bevoegde personen, als door de aanwezige leden, ieder tot een maximum van twaalf, worden opgegeven. Uit het gros wordt in dezelfde vergadering een twaalftal gemaakt bij betrekkelijke meerderheid van stemmen. Wanneer bij het formeeren van het twaalftal, twee of meer personen evenveel stemmen verwerven, zoo dat het onzeker is, wie hunner op het twaalftal geplaatst zal worden, worden deze aan eene vernieuwde stemming onderworpen, en bij herhaalde staking beslist het lot. In de daarop volgende gewone vergadering wordt uit dat twaalftal, bij volstrekte meerderheid van stemmen, zes- en drietal zamengesteld, en geschiedt uit dit laatste evenzoo de keuze. Bij het zamenstellen van zes en drietal, wordt, indien de volstrekte meerderheid niet is verkregen, nog ééne vrije stemming beproefd, en, zoo ook deze mislukt, gestemd over hen, die de meeste stemmen verkregen, met dien verstande, dat zulks geschiede over twee, wanneer nog ééne plaats, en over drie, wanneer nog twee plaatsen onvervuld zgn, en zoo vervolgens. Wanneer, bjj de benoeming van het drie-tal, de volstrekte meerderheid ontbreekt, wordt herstemd over de twee, die de meeste stemmen op zich hebben vereenigd. Bjj staking van stemmen beslist het lot. Al de stemmingen, in dit artikel vermeld, geschieden bij gesloten biljetten, en, voor de zamenstelling van twaalf-, zes- en drietallen, niet over eiken persoon, maar telkens bij ééne stemming. De vorenstaande bepalingen zijn niet toepasselijk wanneer bij het open vallen eener vakature van Koster, onder de mededingers zich ook Kosters van andere Kerken bevinden. Alsdan wordt bij meerderheid van stemmen beslist of, en zoo ja, wie van de Kosters van andere Kerken, in de vakante plaats zal worden benoemd. . Art. 95. Bjj het openvallen van de bediening van Deur-waarder, Plaatsbewaarder of Bewaarster, geschiedt de voordracht ter vervulling door een lid der Commissie volgens toerbeurt, bepaald bij Art. 7, en zulks in de gewone vergadering, volgende op die, waarin van de bestaande vakature is kennis gegeven. De naam van het lid, wien de voordracht toekomt, wordt in de notulen vermeld. Indien zoodanig lid tevens behoort tot de gecombineerde prae-adviseerende Commissie, bedoeld bij Art. 49, neemt hij aan hare werkzaamheden geen deel, noch is daarbij tegenwoordig. Aet. 96. Al de beambten, bij Art. 89 vermeld, voor zooveel die door of van wege de Algemeene Commissie worden benoemd, moeten bij hunne aanstelling bewijs van lidmaatschap van de Nederduitsche Hervormde Gemeente aan de Vergadering overleggen; met uitzondering echter van de Opzichters, indien daarvoor redenen bestaan, door de Commissie beoordeeld en als geldig aangenomen. Aet. 97. De verplichtingen van elk der beambten, in het voorgaand Artikel bedoeld, worden, voor zooveel noodig, aan- gewezen bij Instrnctiè'n, hun bg de aanstelling uit te reiken, als: door den Kerke-raad: aan de Kosters, aan de Deur-waarders, Plaats-bewaarders en Plaatsbewaarsters, onverminderd de Instructie van de Commissie, aan de Voorlezers, aan de Organisten, aan den Amanuensis des Kerkeraads, aan den Bode van het Provinciaal Kerk-bestuur, de Clasia en den Kerke-raad. door de Algemeene Commissie: aan den opzichter over de Kerken en Gebouwen, aan den Toezichthouder over de Orgels, aan de Kosters, aan de Gravenmakers, aan de Deurwaarders, de Plaatsbewaarders en Bewaarsters. door de Sub-Commissiën tot de Kerken: aan den Orgel-treder, aan de Graven-makers-knechts, aan de Bedienden tot het schoonhonden der Kerken. door de Commissie van Financiën: aan haren Boekhouder. door de Commissie ter Vermeerdering: aan baren Bode. door de Secretarissen: aan hunnen Amanuensis. W:V Art. 98. De bezoldigingen, emolumenten of uitkeeringen der Beambten, die door de Commissie worden aangesteld, worden bij elke benoeming door haar bepaald op prae advies, als bij Art. 49 is aangewezen. Met betrekking tot de benoeming van Kosters, strekt tot grondregel, dat hun worde toegekend: 1» vrije woning in bet Kosters-huis, terwijl alle lasten, buiten de grondbelasting, voor hunne rekening blijven. 2o de verkoop ten hunnen behoeve van regenwater, waartegen de Kosters voor het in orde houden der pompen ten hunnen koste zorgen. 80 de voordeelen van het Doophuis, met uitzondering van hetgeen voor de jaarlnksche huur der plaatsen betaald wordt. Het vuur voor die plaatsen wordt hun afzonderlijk vergoed. 4» Eene som van Veertig Gulden 's jaars voor het schoonhouden en opmaken van hetgeen bn de bediening van Doop en Avondmaal gebruikt wordt, het Zilverwerk daaronder niet begrepen. 5' Eene som van Honderd vijf en twintig Gulden, als schadeloosstelling voor receptie van gecommitteerden tot de Kerk, benevens in de Kerk dienstdoende Predikanten, Diakenen en Collectanten, in eene voor rekening van den Koster gemeubileerde, verwarmde en verlichte kamer, met verstrekking van kothj ot thee, naar tijds-gelegenheid. Het ameublement in de vertrekken, niet tot het Kostershuis behoorende, blijft voor rekening van de Commissie. 6°. de voordeelen ter zake van het trouwen en doopen; wat het eerste aangaat, volgens van de Commissie uitgaand tarief. Voorts dat, waar de betrekking van Gravenmaker van het Eosteraat was afgescheiden, deze bij de benoeming van eenen nieuwen Koster aan hem wordt opgedragen. In dit geval, alsmede wanneer aan het Kosteraat exceptioneele werkzaam beden of lasten verbonden zgn, wordt in het bijzonder bepaald, of voor een of ander eene afzonderlijke vergelding zal worden toegekend. De bezoldiging der Beambten, wier benoeming geschiedt door de Sub-Commissiën tot de Kerken, wordt, op bare voordracht, bepaald bg besluit van de Algemeene Commissie. Aet. 99. Door de Commissie van Financiën worden betaald de jaarwedden der navolgende beambten, als van: den Amanuensis des Kerke-raads, den Amanuensis van Secretarissen der Commissie, den Boekhouder der Commissie, den Opzichter over de Kerken en Gebouwen, den Toezicht-houder over de Orgels, den Bode der Commissie, den Bode van de Commissie ter Vermeerdering. Het uitbetalen van de bezoldiging der overigen, alsmede het ontvangen van uitkeeringen, waartoe zij verplicht mochten zgn, geschiedt door de Sub-Commissie der Kerk, waartoe zg* behooren. Slotbepaling. Aet. 100. Door de invoering van dit Reglement, benevens dat op de Zit-plaatsen en het Begraven, en de daaruit voort- vloeijende Instructiën, worden alle vroegere buiten werking gesteld. Geene veranderingen worden in de genoemde Reglementen gemaakt, dan met goedvinden van minstens twee derden der in de vergadering tegenwoordig zijnde leden, nadat de voorstellen deswegens, gemotiveerd en schriftelijk, in eene voorgaande vergadering zgn ingebracht. Aldus vastgesteld in de Vergadering van den lldei> Augustus 1859 en nader gewijzigd in die van den 8«n Maart 1877. P. VAN SON. -jK - Voorzitter. H. W. VAN MARLE. Secretaris. Amsterdam. — J. Gboeneweg.