BIBLIOTHEEK Dr. ABRAHAM KUYPERSTlOfalK INHOUD Voorrede. Beteekenis der Pers. II. Tweeërlei Richting dei-Pass*» III. De strijd om de Pers. IV De strijd om de Pers in het district Appingedam. V. De invloed der Pers op onze Kiesverenigingen en Werklieden- vereenigingen. VI. Persvereenigingen. APPINGEDAM. !, », \V. VAN DER PLOEG. 1895. Het doel van de volgende bladzijden is om de aandacht der Christenen te vestigen op de steeds aangroeiende macht van de drukpers in heel de samenleving onzer dagen. Willen wij Christenen niet geheel en al achteraan komen maar zooveel mogelijk acht slaan op"de verandering van tijden en omstandigheden, dan moet naar onze overtuiging de aandacht meer dan tot dusver worden gevestigd op de Pers, 'fefev Willen wij met onzen tijd meeleven, dan moeten wij de voertuigen van onzen tijd erkennen en gebruiken. Door spoorwegen en stoombooten worden de stoffelijke dingen naar alle oorden der wereld overgebracht: door de Persorganen en door telegraafkabels worden de gedachten meegedeeld aan alle plaatsen der beschaafde wereld. Wie met den trekschuit reist en alleen door geschreven brieven of mondelinge gesprekken, wordt ingelicht, leeft niet mee en kan geen invloed hebben in de tegenwoordige samenleving. Een goed handelsman in onze dagen moet met het verkeer op spoorwegen en stoombooten bekend zijn. En ook wie in de denkwereld invloed wil oefenen moet van Pers en Telegraaf gebruik weten te maken. Nu zijn de Christenen geroepen om invloed te oefenen in de denkwereld omdat zij voor de wereld getuigenis hebben af te leggen van hunnen Koning Christus en van Zijne ordinantiën voor alle terrein des levens. Het ongeloof geeft overal zijn getuigenis en heeft sinds lang begrepen dat zulks in onze dagen door de Pers het best kan geschieden ; en het ongeloof won daardoor op schrikbarende wijze aan invloed. De vraag of wij Christenen niet reeds veel te lang de Pers hebben gelaten in de handen van het ongeloof, laten wij gaarne aan het oordeel van den lezer over. Genoeg is het er op te wijzen dat er alleen in de provincie Groningen twintig neutrale bladen worden gedrukt die de menschen leiden als bestond er geen God die geëerd noch een Woord Gods waarmee gerekend moest worden. Van belang is daarom de vraag of wij voort mogen gaan met bijna heel de Pers over te laten aan het ongeloof, en of de strijd om de Pers niet met even veel ernst en toewijding moet worden gevoerd als de strijd om de Kerk en om dè School. En eindelijk of wij om geregeld en naar een goéd plan te werken onze krachten ook moeten aanwenden om in stand te houden of te verkrijgen een dagblad als de Standaard voor heel het ■ land ; een dagblad als de Nieuwe Provinciale voor elke Provincie ; en althans in de Provincie Groningen een plaatselijk blad dat twee keer per week verschijnt voor elk district gelijk de Volkscourant bedoelt te zijn voor het district Appingedam. Ook in den arbeid der Christelijke Pers moet orde en regel zijn en mag niet maar losbandig en naar willekeur met de kleine krachten der Christenen worden gespeeld. Moge er daarom meer overleg en onderlinge beraadslaging zijn omtrent de belangen der Christelijke Pers. I. Beteekenis der Pers. Drie machten zijn er die de menschen leiden, de kerk, de school en de drukpers. De invloed van de kerk gaat eiken rustdag uit door de prediking. De school geeft leiding aan het opkomend geslacht ongeveer tot aan het 13de jaar der kinderen. Overigens regelt zich de gedachtenwereld der menschen naar hetgeen de drukpers van dag tot dag in couranten en 'geschriften aanbiedt. Geen huisgezin waar haar invloed niet wordt gevoeld ; geen vader of moeder, geen zoon of dochter die niet onder doorloopenden invloed staat van hetgeen de bepaalde couranten, die zij lezen, meedeelen. Met het nieuws worden de beschouwingen over hetgeen is voorgevallen gelezen; te gelijk met de berichten van allerlei aard leest men de oordeelvellingen van de couranten die men leest. En zoo oefent de drukpers invloed op elk huisgezin op het godsdienstig, maatschappelijk en persoonlijk leven van iedereen. Zelfs probeert men in de meeste gevallen niet eens zich de zaken anders voor te stellen dan in de gelezen couranten geschiedt en worden de meeste beschouwingen en leeringen door het grootste deel der lezers onvoorwaardelijk aangenomen zooals ze zijn beschreven. Elk ledig oogenblik dat men van zijn handenarbeid uitrust en in de huiskamer saam is, wordt door vader of moeder door zoon of dochter ten nutte gemaakt om de altijd bereidvaardige courant ter hand te nemen en er de noodige kennis uit over te nemen. Zoo druppelt van dag tot dag, ja van uur tot uur de pers haar invloed in het huisgezin en op het persoonlijk leven van schier ieder mensch, die eenigszins meeleeft met zijn tijd. . , , , , , De kerk kan des Zondags haar invloed laten gelden en -die invloed is niet gering. Maar vergeet niet, dat zelfs de Zondag voor een deel veelal in beslag wordt genomen door den invloed die van de pers uitgaat, waardoor de invloed der prediking öf gesterkt bf wel afgebroken en in vergetelheid gebracht wordt. De school moge het kind leiden tot zijn 13de levensjaar maar juist wanneer het oordeel des onderscheids aanvangt, houdt de invloed der school op en wordt de opgroeiende jongeling of jongedochter overgegeven aan den dagelijkschen invloed van de couranten die in het huisgezin verschijnen. In onze dagen is dan ook geen andere macht met die van de drukpers te vergelijken. , Men moge dat anders wenschen en dat bedenkelijk vinden, maar het is niet anders en ook voor de toekomst zal de 'invloed der drukpers nog eer vermeerderen dan verminderen. Men kan de eene courant afschaffen en het eene boek op zij leggen, maar de eisch des levens en der beschaving brengt andere couranten en andere boeken er voor in de plaats. Het feit dat de pers een macht is in ons leven, een macht in ons huisgszin en over onze personen, is niet te loochenen en evenmin te wederstaan. Niet ten onrechte schreef dan ook een aartsbisschop in België onlangs dat men gerust zijn scholen en kerken kon sluiten, en gerust het onderwijs en de prediking kon staken wanneer men door de onchristelijke en neutrale pers van dag tot dag liet afbreken wat door school en kerk werd opgebouwd. %J$ En de groote voortgang die in Duitschland en België het socialisme gemaakt heeft is eenig en alleen te danken aan het feit dat de leiders niet geaarzeld hebben om duizenden bij duizenden guldens te besteden aan het in stand houden en verspreiden van de organen der socialistische pers. Daar zijn geheele streken in België waar vroeger geen enkel socialist woonde en wat hebben de socialistische leiders gedaan ? Elke week en soms meermalen per week werden de streken bezocht door mannen die niets anders deden dan in elk huis gratis een socialistisch blad brengen. Eerst werden die mannen hier en daar slecht ontvangen, somtijds verjaagd, en een enkele keer zelfs mishandeld. Maar hun socialistische bladen brachten zij en die bladen werden gelezen en werkten door. Weldra werden de courantenbrengers ongemoeid gelaten en na verloop van tijd werden geheele streken van arbeiders ten eenenmale voor het socialisme gewonnen. Doch waartoe zoo ver van huis ? Waartoe in Duitschland en België rondgekeken ? Wat is in ons land de geheime macht die ondanks honderden predikanten en honderden Christelijke onderwijzers nochtans het volksleven in de ongeloovige en onverschillige bedding leidt ? Niets anders dan de overal bloeiende liberalistische pers die door Christenen en niet-christenen wordt gesteund en met haar dagelij kschen invloed zelfs de eenvoudigste huisgezinnen onder leiding en beslag heeft. Als men nagaat dat in de ééne provincie Groningen ruim twintig neurale persorganen bloeien en met hun invloed het volksleven beheerschen, dan gevoelen ook wij de kracht van het woord wanneer ons uit België wordt toegeroepen: Heeren predikanten en Christelijke onderwijzers, staakt gerust uwe prediking en uw onderwijs wanneer gij de macht der pers die de huisgezinnen en de personen, de samenleving en de gedachtenwereld van dag tot dag voedsel geeft, grootendeels in handen laat van het ongeloof. II. Tweeërlei richting der Pers. Het ongeloof maakt van de pers gebruik om alles buiten God en Zijn dienst om te bespreken en heel de gedachtenwereld van personen en huisgezinnen zoo te leiden dat om God en Zijn woord niet meer gedacht wordt en de menschen zooveel mogelijk denken en leven zonder God in de wereld. Het Christel ij k geloof maakt eveneens gebruik van de Pers om op alle dingen zooveel mogelijk het licht van Gods majesteit, macht en heerlijkheid te laten schijnen opdat heel de gedachtenwereld van personen en huisgezinnen steeds meer worde bepaald bij den dienst en de aanbidding van Hem uit Wien en door Wien en tot Wiens eer alle dingen z ij n. . i^i De Pers is alzoo een machtig instrument dat zoowel ten kwade als ten goede wordt aangewend. Gelijk de mensch met zijnen mond zijn God kan prijzen en met denzelfden mond zijnen naaste, die naar Gods beeld geschapen is, kan vloeken, zoo kan ook de Pers, op zich zelf een heerlijke gave Gods, zoowel voor het goede als voor het kwade worden gebruikt. Voor de geloovigen een middel om, meer dan op eenige andere wijze getuigenis af te leggen van de hoop die in hen is en van de beginselen der waarheid voor kerk en school, voor staat en maatschappij voor huisgezin en persoonlijk leven, is de Pers een gave Gods waarmee nauwelijks eenige andere kan worden verge- JekV0 0r de ongeloovigen een middel om de gedachten te vervullen met allerlei afleiding, waardoor zooveel mogelijk op den achtergrond wordt gedrongen al hetgeen Gods heerschappij en heerlijkheid, Zijn dienst en aanbidding betreft en alzoo de mensch in heel zijn denken en doen zooveel mogelijk van zijn God en Diens Woord wordt vervreemd. Door de school wordt het kind, wanneer de school Christelijk is, opgevoed en opgeleid in aanbidding van God den Heere en wordt het kinderhart opgeleid tot de kinderlijke vreeze van zijn Hemelschen Vader; of wel, wanneer de school neutraal is, dan wordt het kinderhart ontwend aan de leeringen en vermaning des Heeren, verhard door onkunde en straks verwilderd tot allerlei onverschilligheid omtrent zijne teederste èn hoogste belangen Door de Kerk wordt eiken rustdag, wanneer de kerk in den dienst des Heeren werkt, het hart des menschen opnieuw opgeleid in het midden der gemeente voor den genadetroon Gods om in de gemeenschap der kinderen Gods den Heere te aanbidden en door het licht van Zijn Woord den blik te verruimen en den weg des levens te verlichten; of wel, wanneer de kerk en de prediking onder leiding van het moderne ongeloof staat, het behoeftig menschenhart tevreden gesteld met allerlei verzinsels en de nog sprekende consciëntie gesust door duizend vonden die tot verharding en twijfel en, bij het blijven der zielsbehoeften. tot wanhoop leiden _ Gelijk de school en de kerk geheel hun invloed of in goede of in verkeerde richting aanwenden, alzoo ook de PersDe neutrale school is de school des ongeloofs. Een neutrale kerk is een kerk des ongeloofs. Evenzoo de neutrale Pers is de Pers van' het ongeloof. Juist die neutrale Pers gewent de menschen er aan om over alles te leven en te denken buiten God om; leert heel het leven te leven buiten God om; en baant op die wijze in het volksleven den weg voor de begrippen van ongeloof en Revolutie, van Socialisme en Anarchisme. In hoe menig Christelijk gezin zelfs wordt het denken ën spreken over God en Zijn dienst vermoord door de dagelijksche lectuur van zoogenaamde neutrale bladen. Daarom is de behartiging van de belangen der Christelijke Pers niet de taak van enkele personen maar van alle geloovigen evengoed als de belangen van School en Kerk door allen worden behartigd en gedragen. Eén persoon kan wel een stichtelijk blaadje verspreiden dat op verschillende plaatsen uit lief hebberij door deze en gene wordt gelezen, maar een enkel persoon kan geen persorgaan in stand houden tegenover de ongeloovige organen om den strijd en de concurrentie te ondernemen en vol te houden en heel het terrein te betwisten waar alle plaatselijke mededeelingen worden gedaan. Die machtige strijd staat met den strijd om de school en den strijd om de kerk op ééne lijn en kan niet anders dan door de geloovigen samen worden aangebonden. III. De strijd om de Pers. Wanneer wij de geschiedenis onzer eeuw nagaan en den strijd aanschouwen dien het Christelijk geloof gedurende de laatste 75 jaren heeft gevoerd tegen het ongeloof dan zien wij dat in het begin dezer eeuw heel het leven werd beheerscht door het ongeloof. De geloovigen waren in het begin dezer eeuw als 't ware slechts' een overblijfsel, waarvan weinig meer werd gemerkt. En toen door den adem van Gods Geest die overgeblevene Christenen tot ontwaking kwamen; toen overal het geloof der vaderen weer openbaar werd en ook aan ons volk de genade van het Reveil geschonken wierd als een machtige geestelijke opwekking, toen moesten die eerst ontwaakte Christenen het aanschouwen dat heel het leven in kerk en school, in staat en maatschappij onder heerschappij lag van het ongeloof. Een machtige strijd moest toen door die weinigen worden aangebonden, overtuigd als ze waren dat gelijk heel het leven door de zonde was gevallen en ingezonken alzoo ook heel dat leven in Christus wederom was opgericht en nu «ook in al zijn levensuitingen voor Koning Christus moest worden opgeeischt opdat Zijn levenswetten en Zijn beginselen overal zouden worden geëerbiedigd. Het eerst is toen de strijd aangebonden op kerkelijk gebied; de gemeenschap der geloovigen werd weer gezocht; gezelschappen werden overal gehouden; reeds in 1834 kwam de breuke met het Hervormde Kerkgenootschap en werd de eerste steen gelegd voorde herstelling der Vrije Gereformeerde Kerken, waarbij in 1886 een tweede beweging ontstond die zich in 1892 met die van 1834 vereenigde zoodat thans over ons gansche land de Gereformeerde Kerken tot aanvankelijken wederopbloei mochten komen. Nadat op kerkelijk gebied de strijd was aangevangen begonnen de geloovigen te begrijpen dat ook op schoolgebied den strijd moest worden aangebonden opdat ook daar aan Koning Christus de eere toekwam en naar Zijn gebod de kinderen zouden worden opgevoed in de vreeze èn vermaning des Heeren. Die strijd om de school was niet minder geducht dan de strijd om de kerken. Alles werd door het ongeloof in het werk gesteld om de Christelijke scholen te verhinderen ; de macht der overheid werd niet zelden misbruikt en de wetten des lands er naar misvormd om toch maar die Christelijke scholen te onderdrukken. Toch zijn de Christenen ook in dien strijd staande gebleven tot op d«zen dag en verrijzen overal in den lande nog voortdurend nieuwe Christelijke scholen en gaan nog telkens de oogen van velen open voor den heiligen plicht om de kinderen op te voeden in de vreeze en vermaning des Heeren. Toch was hiermee de strijd nog geenszins op elk levensterrein gevoerd. Wel hadden de Christenen nu hun vrije kerken en hun vrije scholen maar daarmee was nog niet heel het volksleven ook niet heel het leven der geloovigen in goede bedding geleid. De Christenen konden nu hun kinderen door Christelijk onderwijs opvoeden en zij konden nu op eiken rustdag den dienst des Woords bijwonen, maar heel het dagelijksch leven werd nog zoo geheel en al beheerscht door de wereld en van den geest van Christus werd in het persoonlijk leven, in de huisgezinnen en in de samenleving nog zoo weinig vernomen dat het bij zooveel kerken en scholen schier een raadsel was. Welke geheimzinnige macht was het, die ondanks al de vrije kerken en ondanks al de Christelijke scholen heel het dagelijksch leven bedwongen hield onder den adem van het ongeloof zoodat nauwelijks iets van Christus en Zijn Geest in het dagelijksch leven werd gemerkt ? Tegen welke geheime macht moest nu nog de strijd worden aangebonden opdat in de samenleving de Christenen hunnen Koning Christus mochten eeren en in gedachten, woorden en werken hem mochten dienen ook in het dagelijksch leven ? Die geheimzinnige macht, die ongemerkt de gedachten van dag tot dag beheerschte en het leven in bedwang van het ongeloof hield, was de ongeloovige Pers, die den Christus en Zijne ordinantiën negeert en doodzwijgt en heel de gedachtenwereld beheerscht en afsluit voor den Christus Gods. Met de kerken had het ongeloof den strijd verloren ; op schoolgebied had men moeten zwichten voor de moedige opoffering en liefde van de Christenen ; doch wat nood, het machtig instrument van de Pers was nog ongestoord in het bezit van het ongeloof en met dat machtig wapen zou men de gedachtenwereld en daardoor heel de wereld van woorden en werken ja heel de samenleving blijven beheerschen. De Christel ij ke scholen mochten vrij onderwijzen, maar zij hadden de kinderen slechts tot hun 13 de jaar; daarna zouden die kinderen vanzelf alle dagen in hun huis de neutrale courant lezen en heel hun denken en doen heel hun dagelijksch leven zou daardoor worden geleid buiten den^Christus om. De Christelijke Kerken mochten vrij hun dienst des woords onderhouden, maar dat was voor slechts één dag in de week; daarna kwamen al die menschen in hunne huisgezinnen en lazen daar de neutrale courant die hun gedachten niet bepaalde bij de ordinantiën van koning Christus maar veeleer afleidde van alles wat aan koning Christus herinnerde en het Christendom terug drong van het terrein des gemeenen levens. Zoo behield ondanks Christelijke scholen en ondanks Christelijke Kerken toch het ongeloof de heerschappij over heel het volksleven ook over het dagelijksch leven der geloovigen. Dat nu mocht en kon niet zoo blijven. En vandaar een" ontwaking onder de Christenen om ook tegen die geheimzinnige en altijd doorwerkende macht van de ongeloovige Pers den strijd aan te binden en door een vrije Christelijke Pers ook het dagelijksch leven te leiden in het spoor der Christelijke beginselen. Wat baatte, al het Christelijk onderwijs en waartoe al de vrije kerken, wanneer heel het dagelijksch leven onder leiding bleef van de neutrale Pers ? Een eigen Pers moest in het leven geroepen, voldoende om althans in Christelijke huisgezinnen de neutrale Pers te verdringen. Niet een stichtelijk blaadje en daarnaast de neutrale plaatselijke bladen, maar een plaatselijke Pers die tegenover de neutrale Pers optreedt om die neutrale Pers uit de Christelijke gezinnen te verdringen. In den strijd om de school hadden de Christenen niet genoeg aan een godsdienst-onderwijzer die de kinderen wanneer zij van de openbare school kwamen, godsdienstonderwijs kon geven. Neen, eigen Christelijke scholen moesten zij hebben, waar alle vakken onderwezen werden, maar in Christelijken geest; scholen die de neutrale scholen althans voor Christenen overbodig maakten. En zoo ook hebben de Christenen niet genoeg aaneen stichtelijk blaadje dat naast de neutrale nieuwsbladen wordt gelezen, maar zelf moeten zij hun eigen Christelijke nieuwsbladen hebben naar de eischen van bepaalde plaatsen en omstandigheden. '' Wordt het volksleven op een plaats geleid door een neutraal dagblad dan moet daartegenover een Christelijk dagblad tot stand komen. Wordt de volksgeest op een plaats hoofdzakelijk geleid door bladen die twee keer per week verschijnen, dan moet daartegenover een Christelijk blad tot stand komen dat ook twee keer per week verschijnt. Zoo moet de strijd om de Pers regelrecht worden aangebonden met het besliste doel om de neutrale Pers uit a}le Christelijke huisgezinnen te verdringen. Geen stichtelijk blaadje zonder nieuwsberichten naast een neutraal blad in eenzelfde huisgezin evenmin als een bijbelkast op een openbare school. Wij willen geen neutrale school al staat er ook een bijbelkast in; evenm-in willen we de neutrale Pers al staat er ook een stichtelijk blaadje naast, dat niet in de behoefte van het noodige binnen- en buitenlandsch nieuws voorziet. Wat we' moeten hebben overeenkomstig onzen strijd op gebied van school en kerk is een zelfstandige Christelijke Pers die het doel heeft om zooveel mogelijk in alle behoeften te voorzien van nieuws en verslagen der gemeenteraden enz. enz. Wie de Christelijke school aanvaardt, doet afstand van de openbare school. Wie de vrije kerken liefheeft, haar beginsel aanvaardt, en zich als belijdend lid bij haar laat inschrijven, kan niet bij een modern predikant ter kerk gaan. Wie de Christelijke Pers voorstaat, doe afstand van de neutrale Pers ook al kost het eerst eenige opoffering; des te harder moet de Christelijke Pers gesteund worden door allen, opdat zij zoo volledig mogelijk moge zijn. $M Zoo eerst wordt de strijd ernstig als de strijd om de school en om de kerk. Bij dien strijd om de Pers, om de leiding van heel het dagelijksch leven zijn allen, die den naam van Koning Jezus belijden, betrokken. Allen die uit liefde voor hunnen Heere en Heiland het terrein der kerk en het terrein der school voor Hem hebben opgeéischt, die willen ook het terrein des dagelijkschen levens voor hunnen Heere opeischen en den strijd mede aanbinden tegen de neutrale Pers, die het dagelijksch leven bekneld houdt in de banden van het ongeloof. Het Christelijk Onderwijs, de Dienst des Woords en de Christel ij ke Pers moeten samen werken om heel het leven der geloovigen te leiden zooveel mogelijk naar den wil van den Koning der Kerk. Wie de Christelijke school steunt en de neutrale bladen in zijn huisgezin nederlegt, die breekt met de eene hand af, wat hij met de andere opbouwt. Wie den Dienst des Woords steunt, waardoor geleerd wordt hoe Christus heel ons leven en onze gedachten moet beheerschen, en tegelijk de neutrale bladen in zijn huisgezin nederlegt, waarin men leeren kan hoe een mensch zonder God en zonder Christus kan denken en leven, die breekt met de eene hand af wat hij met de andere opbouwt. Zal er invloed uitgaan van dc vrije kerken en van de Christelijke scholen op de samenleving en op heel onzen volksgeest dan moet met vereende krachten de strijd worden aangebonden ook tegen de overal heerschende neutrale Pers en tegenover die neutrale Pers moet een vrije zelfstandige pers verrijzen, die alleen kan bestaan wanneer allen doen wat zij naar hnn eigenaardige omstandigheden gemakkelijk doen kunnen. Dan alleen, maar dan ook zonder bezwaar zal de Christelijke Pers groeien en bloeien evengoed als de vrije kerken en scholen ondanks den machtigsten tegenstand en concurrentie van het overheerschend ongeloof. Doch daartoe is noodig dat predikanten en onderwijzers en allen die iets tot de leiding van ons volk bijdragen, tev samen werken en te samen optreden om met de daad de belangen der Christelijke Pers te behartigen door een goed georganiseerden strijd. VI. De strijd om de Pers in het kiesdistrict Appingedam. Elke provincie, ja zelfs elk district heeft ook op het gebied der Pers zijn eigen omstandigheden en daardoor verkrijgt de strijd om de Pers in schier elk deel van het land een eigen karakter. Dat hangt af van de wijze waarop de ongeloovige Pers over het volksleven heerschappij voert. In steden als Amsterdam en Rotterdam gaat zulks door Dagbladen en moet derhalve, indien de strijd om de Pers eenigszins een ernstig karakter zal dragen, ook door Christelijke dagbladen daartegen worden te velde getrokken. Heel anders is dat weer b. v. in het district Appingedam. De neutrale Pers beheerscht daar het volksleven inzonderheid dopr vier bladen, die door de alleenheerschappij van het ongeloof, allen in bloeienden toestand verkeeren. Het zijn i«. de Ommelander Courant, 2». de Appingedammer Courant, 30. de Eemsbode en 40. het Volksblad van Oost-Goorecht. Van deze vier neutrale bladen kan men zeggen dat zij te samen het middel zijn om den volksgeest te voeden met de noodige kennis van het dagelijksch leven en dat wel juist zoo alsof er van God en Zijn dienst geen sprake meer was in heel de gedachtenwereld en in heel deysamenleving. Bijna geen enkel huisgezin, hoe klein of hoe eenvoudig ook, in heel het district -Appingedam, of een dezer vier bladen wordt er gelezen. Al die bladen nu verschijnen twee keer per week. Het grootste deel der bevolking blijkt dus behoefte te hebben niet aan een dagblad, dat te vaak verschijnt; ook niet aan een weekblad dat weer niet genoeg kan geven; maar aan een blad dat twee keer per week de noodige kennis aanbrengt. Naar die behoefte van het volksleven in deze streken hebben al die bladen zich geschikt en zij zijn er wel bij gevaren. Aan dat tweemaal per week verschijnen der couranten zijn de lezers nu gewend en het past juist zoo bij hun werkzaamheden. Wil nu de Christelijke Pers den strijd tegen de overheersching van het ongeloof met ernst gaan voeren, dan moet in dit district een Christelijk blad door aller saamwerking in stand gehouden dat ook tweemaal per week verschijnt en zooveel mogelijk in alle behoeften voorziet. D aarom is de Volkscourant opgericht en er van den beginne op aangelegd om tweemaal per week te verschijnen, om het noodige nieuws, de noodige verslagen enz. te geven en steeds meer in alle behoeften van het volksleven te voorzien, voorzoover dit op het terrein der Pers ligt. Maar aan dat doel kan de Volkscourant niet beantwoorden, wanneer niet door hulp en medewerking in de verschillende plaatsen het haar mogelijk wordt gemaakt. Men kan wel een stichtelijk blaadje alleen volschrijven maar men kan niet alleen zorgen voor plaatselijk nieuws, voor de noodige gemeenteraadsverslagen, voor verslagen van kiesvereenigingen en andere vereenigingen Wanneer in elk dorp door heeren christelijke onderwijzers en predikanten voor het plaatselijk nieuws, voor de plaatselijke verslagen en voor de plaatselijke belangen der Pers werd gezorgd dan was het gemakkelijk een bloeiende Christelijke Pers te handhaven tegenover de vier neutrale bladen, die in dit district bloeien. Zien de vrienden dat niet in dan is het onmogelijk. Zien ze het wel in, maar weigeren ze iets te doen, ook dan kan er van een erristigen strijd om de Pers geen sprake zijn en blijven voortdurend niet alleen de ongeloovige, maar ook de geloovige huisgezinnen onder leiding der neutrale Pers, een leiding zonderGod in de wereld. Mag dat zoo voortgaan? Moet de moeilijke poging om in ons district een eigen Pers en een eigen drukkerij tot stand te brengen weer te niet gaan door de ontrouw en nalatigheid der Christenen zelf? • . Kan tegenover vier neutrale bladen nog niet één Christelijk blad tot bloei komen ? V. De invloed der Pers op onze werkliedenvereenigingen en onze kiesvereenigingen. Hoe zullen wij straks, wanneer het kiesrecht wordt uitgebreid, eenige kracht ontwikkelen en eenige aaneengesloten saamwerking verkrijgen wanneer in de meeste huisgezinnen de neutrale bladen den boventoon voeren ? Wat baten ons kiesvereenigingen die eens per maand saamkomen of werkliedenvereeniging die even veel keeren kunnen vergaderen, wanneer tweemaal per week in alle huisgezinnen de neutrale Pers de gedachten verstrooit en alle eenheid van beginsel geheel onmogelijk maakt ? Gerust kunnen we met onze kiesvereenigingen en met onze werkliedenvereenigingen ophouden, wanneer wij de leiding van schier heel de gedachtenwereld over alle punten des levens overlaten aan de neutrale Pers. Op hetgeen in de huisgezinnen gelezen en gesproken wordt komt het aan, wanneer straks de man uit het huisgezin zal optreden om iets te doen voor zijn beginsel. Op den geest die in het hulsgezin heerscht, en op de gedachten over alle dingen des levens die men in het huisgezin heeft, komt het aan, wanneer uit het huisgezin mannen te voorschijn zullen komen die bekwaam en bereid zijn om hun invloed te laten gelden in onze.werkliedenvereenigingen en in onze kiesvereenigingen. En in het huisgezin leest men de neutrale bladen, misschien met een stichtelijke blaadje op den koop toe. Hoe kan men dan, onder deze omstandigheden eenige vastberadenheid, eenige eenheid en vastheid van overtuiging vinden in onze vereenigingen, wanneer in het huisgezin de gedachten heen en weer geslingerd en zonder eenig leidend beginsel beheerscht worden door de neutrale Pers ? Daarom moeten wij Christenen als mannen broeders dit gevaar goed onder de oogen zien en te samen beraadslagen wat in dezen moet worden gedaan. Zoo mag het niet langer blijven. Op onze eigen traagheid en onachtzaamheid kan God -de Heere geen zegen schenken. Het is door onze schuld dat er met meer be- ginseivastheid niet meer bereidvaardigheid in onze vereenigingen openbaar wordt. De huisgezinnen hebben wij onder dagelijkschen invloed gelaten van de neutrale Pers en willen we iets doen voor ons beginsel en voor ons volk dan moeten we met vereenigde krachten daartegen den strijd aanbinden. VI. Persvereenigipgen. Wanneer wij er in berusten kunnen dat heel het dagelijksch leven onder de beademing van de neutrale Pers blijft en dat bij al ons lezen en denken, ons doen en laten de Christus met zijne ordinantiën buiten de deur wordt gezet, dan is er van een ernstigen strijd om de pers geen sprake en kan men het hoogstens noodig achten om een stichtelijk blaadje te verspreiden. Alleen toch dat ééne vraagt de neutrale pers evenals de neutrale school nl. dat gij toelaat dat Uw Heere en Heiland met zijn ordinantiën overal buiten de deur wordt gezet. Dat is het karakter der neutraliteit in de School en in de Pers. Kunt ge u daarmee vereenigen dan, maar ook dan alleen heet ge bij het ongeloof verdraagzaam. Wanneer gij uitbant uit heel het dagelijksch leven wat U het meest dierbaar en heilig is, dan alleen zijt ge in de oogen der ongeloovigen humaan en verdraagzaam. Dat nu kunnen en mogen de belijders des Heeren nooit. „D ie Mij bel ij den zal voor de menschen dien zal Ik ook bel ij den voor mijnen Vader die in de hemelen i s," aldus sprak de Heere Jezus zelf. Overal moeten we voor Zijn Naam uitkomen, we mogen ons Zijns niet schamen ; inzonderheid „voor d e m e nschen'' zullen wij Hem vrijmoedig belijden; en dus ook in ons lezen en denken, in ons doen en laten moet Hij onze Koning zijn en moeten we door Zijn woord en geest geleid worden en dus moet ook hetgeen we lezen eiken dag nl. de organen der Pers onder de leiding en de bewerking staan van Jezus' woorden en ordinantiën. Daarom moeten we even goed een eigen Pers hebben als een eigen Kerk en een eigen School. De vraag op welke wijze we tot een eigen Pers komen en hoe wij den strijd tegen de neutrale Pers, die ook onze huisgezinnen binnendringt en beheerscht, zullen voeren, moet ons dan ook inzonderheid bezighouden. ! En dan kunnen we uit den Kerkdijken strijden uit den Schoolstrijd heel wat leeren. Kerkelijke vereenigingen ontstonden overal om in de stoffelijk behoeften der kerkgemeenschap te voorzien. En eveneens ontstonden overal schoolvereenigingen om de belangen der christelijke school te behartigen. Voor de hand zou het dan ook liggen dat de geloovigen om tot een eigen zelfstandige Pers te komen, op het voorbeeld van Kerken en Scholen begonnen met vereenigingen op te richten voor de Pers. Inderdaad wordt dan ook al meer ingezien dat goed georganiseerden Persvereenigingen het eenig middel zijn om tot een zelfstandige Christelijk Pers te komen die aan alle behoeften voldoet. De groote moeilijkheid is hier evenwel dat de Christenen, die deze Persvereenigingen moeten vormen, zoozeer aan de dagelijksche neutrale Pers gewoon zijn, en er door geleid en beheerscht worden dat zij het noodzakelijke van een eigen Pers nauwelijks voelen nog zooveel minder begrijpen en doorzien. Doch datzelfde bezwaar bestond vroeger ook met de menschen die aan de neutrale school gewoon waren en er niet dadelijk het heillooze van doorzagen. Tierst door de Christelijke school wordt het verderfelijke van de neutrale school in het licht gesteld ; en zoo ook eerst door de Christelijke Pers wordt de tegenstelling met de neutrale Pers doorzichtig voor het bewustzijn. Toch zijn de Schoolvereenigingen overal verrezen en zoo ook kwamen reeds op meer dan een plaats Persvereenigingen tot stand. Nog onlangs werd de vereeniging „de Hollander" opgericht door de Christenen in Rotterdam, den Haag en omstreken, een vereeniging die zich de uitgave van een Christelijk dagblad voorstelt om regelrecht den strijd aan te binden tegen de neutrale dagbladen, die in die steden verschijnen. Zoo bestaan er op verschillende plaatsen Persvereenigingen die een plaatselijke blad uitgeven of althans in 'stand houden o.a. is er te Bedum en omstreken een Persvereeniging gevormd door de plaatselijke kiesvereeniging om ook daar de plaatselijk Pers tot haar recht te doen komen. Zoolang het eerste begin gemaakt wordt met den strijd op het gebied der Pers kan de energie en de geestkracht van enkele personen soms iets tot stand brengen, wanneer de omstandigheden gunstig zijn. Enkele personen hebben ook tot meer dan een plaatselijke vrije kerk den stoot gegeven en enkele personen hebben ook hier en daar een Christelijke school tot stand gebracht. Maar als de strijd in ernst zal worden volgehouden tegen de neutrale school dan beteekent de kracht van enkele personen letterlijk niets, maar moeten de geloovigen te samen optrekken en vereenigd zich aangorden tot den strijd. En zoo kan ook wel hier en daar een blad tot stand komen door de krachtsinspanning van enkele personen; maar zal in ernst de strijd tegen de neutrale Pers worden aangebonden dan moeten de geloovigen zich vereenigen, niet om enkele personen te believen of om een blad in stand te houden maar om des gewetens wil; omdat God. de Heere het wil; omdat Zijn ordinantiën het zoo eischen ; omdat zij het zelf inzien dat de neutrale Pers schadelijker nog werkt dan de neutrale school. Door een eigen Christelijke Pers moeten de geloovigen te samen getuigenis geven van hun Heere in het midden der samenleving; moeten zij gemeenschappelijk den strijd voeren om ook den volksgeest in het dagelijksch leven onder de beademing der Christelijke beginselen te brengen ; moeten de geloovigen zelf van verschillende gemeenten gemeenschap oefenen, de eenheid van geest openbaren en van elkanders kennis nut trekken; door een eigen Christelijke Pers moeten de rechten en vrijheden van ons volk worden bepleit tegenovér de vermetelheid van het onrecht; moeten de belangen van vrije kerken en vrije scholen worden voorgestaan; moeten de huisgezinnen worden geleid en met kennis verrijkt omtrent de ordinantiën Gods voor kerk en staat en samenleving; moeten de ouderlingen in hun opzienerswerk en de ouders in hun opvoeding gesteund worden. Door een eigen Christelijke Pers moet invloed van de vereenigde Christenen uitgaan op heel den geest van het volk, waaruit wij geboren zijn en waaronder wij leven. Die hooge en heilige roeping der Pers kan en mag niet aan enkelen worden overgelaten maar moet door het vereenigd optreden der geloovigen worden gedragen; door de gebeden der gemeente worden gesteund; door goed georganiseerde Persvereenigingen worden geregeld en geleid ; door aller handen worden aangevat; en door de stoffelijke en zedelijke werkkracht en invloed van allen te zamen worden in stand gehouden. De een heeft kracht en gelegenheid om rónd te brengen en te verspreiden, de ander om geldelijk bij te dragen in de onkosten, een derde om verstandelijken arbeid te verrichten door te schrijven en zoo heeft ieder zijn roeping en zijn eigenaardige van God hem aangewezen taak te vervullen. Dat nu kan niet anders dan door wel georganiseerde Persvereenigingen tot stand gebracht. De kracht van enkele personen schiet hier ten eenenmale te kort en het mag een wonder heeten dat zonder goede vereenigingen nog iets tot stand kon worden gebracht dat op een eigen zelfstandige Pers geleek. Alleen goede Persvereenigingen kunnen naar dè behoeften van plaatselijke omstandigheden in de goede richting en met de juiste middelen werken. Is het volk op een plaats gewoon aan een neutraal dagblad, dan moet het oog der plaatselijk Persvereen ig i n g gericht worden op een Christel ij kDagbl ad, indien de strijd ernstig zal worden gevoerd. Wordt het volk op een plaats vooral ingenomen door tweemaal per week verschijnende neutrale nieuwsbladen, dan moet de plaatselijke Persvereeniging het oog richten op een Christelijk blad dat eveneens tweemaal per week verschijnt en er op aangelegd wordt om in alle behoeften te voorzien. Persvereenigingen moeten er komen; en komen ze er nu niet dan later. Evenals op sommige plaatsen waar nog geen Christelijke school is, waar met verloop van ettelijke jaren toch zonder twijfel een Christelijk school moet komen. In Holland een Persvereeniging tot de uitgave van een dagblad om den strijd tegen neutrale dagbladen te voeren en de Christelijk huisgezinnen van de heerschappij der neutrale Pers te verlossen. Op andere plaatsen Persvereenigingen om een weekblad uit te geven wanneer de huisgezinnen door neutrale weekbladen worden beheerscht. In de districten van de Provincie Groningen moeten Persvereenigingen komen tot de uitgave van tweemaal per week verschijnende bladen omdat de huisgezinnen daar dagelijksch beheerscht worden door twee keer per week verschijnende neutrale bladen. Om aldus den strijd in ernst te voeren werd reeds de Volkscourant opgericht en zal zij kunnen m stand blijven Zet ook ^ een goede Persvereeniging in t leven W^efkgr' of korter tijd moet en zal het daartoe ook on%tw5feld komen, want naar, mate de oogen der Christenen er voor open gaan, zal men zich gedrongen eev Ïen om de belangen der Pers te behartigen gelijk n'en de belangen van school en kerk ter harte neemt hnk al laat men de pogingen door enkelen in het werk eeÏeld noï weer te grS.de gaan, straks zal men het anders Snen zelf opnieuw eenzelfde poging moeten beginnen. Daartoe dwingen de inrichting onzer tegenwoordige samenkving en de macht die eenmaal de Pers in het leven r,n7pr da^en heeft verworven. . S dfctovloed zal nog eer vermeerderen dan vermin^ ren een invloed ontzachlijk en onweerstaanbaar, maar te#Sk'een invloed bf van de neutrale Pers ten kwade of van de Christelijke Pers ten goede. Hoe langer men wacht des te moeilijker wordt de taak ,imH ! Sds voortwoekerende neutrale Pers te bestrijden. Vo dan worden geroepen