DES „SCHOOL WIET OEN BIJBEL" ■ TE SCHAARSBKRGEN. 1 8 8 2 -1 8 8 3, 808 DER TK SCÏÏAARSBERGEE 1 8 8 2 -188 3. ~ 0 Pealm 115 : 1. #W Scliool met den Bijbel te ScnaarsDergen. 3 Augustus 1878. Volkspetitionnement. 23 December 1879. Afdeeling der Unie gesticht. 26 Februari 1880. Stuiversvereeniging opgericht. 6 September 1881. De Vereeniging «School met den Bijbel» als rechtspersoon erkend. 5 December 1881. De Heer W. Reesink tot Hoofdonderwijzer benoemd. 14 Januari 1882. Aanbesteding der School met Onderwijzerswoning. 13 Maart 1882. Eerste steen gelegd door Jonkvrouwe Alwina Brantsen van de Zijp. 15 Juli 1882. Oplevering van het werk door den Aannemer. 2 Augustus 1882. Inwijding der School. 3 Augustus 1882. Opening der School. ^v Efeze 1:2 ^ gonzen Vader, a**^ Aan het einde van het eerste Schooljaar genaderd, is het eene behoefte van de Commissie der Christelijke School te Schaarsbergen den Heere onzen God te danken voor de zegeningen dit jaar zoo ruimschoots ondervonden. „Niet ons, o HEERE, niet ons: maar Uwen Naam geeft eere!" dit woord prijkte boven aan het schild, waarvan hiernevens een afbeelding is gegeven, dat bij de Inwijding der School aan de aanwezigen hare geschiedenis in herinnering bracht. Psalm 115:1 opende toen de samenkomst. Het mag ook de slotsom wel zijn van hetgeen wij sedert dien dag te danken hadden aan Hem, onder Wiens Verbondsbelofte de school met kinderen, onderwijzers en belangstellenden geplaatst werd door de „Genade en Vrede" groet, die zoo menigmaal in Zijn Woord door den mond Zijner Apostelen tot ons komt. Reeds die dag der Inwijding, 2 Augustus 1882, op zich zelf blijft ons onvergetelijk. Ten 2 ure werd ze aangevangen met het zingen van Psalm 68 : 10 en het lezen van genoemden Psalm 11S, waarop na gebed de Voorzitter van de Commissie der school Ds. W. van den Bergh, tot tekst zijner rede koos het woord in den gevel onzer school met gulden letters prijkend: „Laat de Kinderkens tot Mij komen" (Luc. 18 : 16), welke tekst ontvouwd werd, als i° Woord uit de Schrift, 2° Grondwet van het Koninkrijk der Hemelen, 30 belofte aan de Gemeente, 4° bevel aan de discipelen, 5° richtsnoer voor het onderwijs. Aan het slot dezer toespraak richtte spr. zich tot den benoemden Hoofdonderwijzer (den Heer W. Reesink) en zijne echtgenoote en den Hulponderwijzer (den Heer H. W> Knol) om hun den Zegen Gods toe te bidden, door de aanwezigen r F* met het zingen van Psalm 134:3 herhaald, hun de school met hare kinderen op 't harte te binden en hun van de wederzijdsche vriendschap der Schoolcommissie en ouders te verzekeren. Vervolgens werd den Heer L. G. Richter, architect te Winterswijk, en den aannemer Masselink te Doetinchem, vertegenwoordigd door den opzichter Wamelink, dank gezegd voor de goede en vaak belangelooze wijze, waarop zij den bouw der school hadden bevorderd en aan beiden eene blijvende herinnering aan den dag der Inwijding geschonken. In 't bizonder mocht spr. den opzichter dank zeggen, dat door zijne medewerking elke week de arbeid begonnen en geëindigd was met eene toespraak van den Predikant tot het werkvolk naar een Woord uit de Schrift, vergezeld van zegenbede en dankzegging. Een aangename feestavond was dan ook eenige dagen te voren in de bijna voltooidè lokalen door den EereVoorzitter en Voorzitter bereid aan het werkvolk, met de Commissie der school en den architect vereeriigd, waarbij verschillende toespraken met gebed en gezang werden afgewisseld. In herinnering werd nog gebracht, hoe door een smartelijk sterfgeval onze Eere-Voorzitter Mr. W. G. Baron Brantsen van de Zyp verhinderd was geworden de plechtigheid der Inwijding bij te wonen. Te grooter werd de vreugde van 13 Maart, toen ZHWgeb. dochter Jonkvrouwe Alwina Brantsen van de Zyp den eersten steen van de nu voltooide school had willen leggen , terwijl de tekst, in den gevel geplaatst, gekozen was na overleg met de geachte oprichtster der Christelijke naai- en breischool, die reeds verscheidene jaren de gemeente van Schaarsbergen ten zegen was geweest. In de onmiddelijke nabijheid dezer stichting was thans de Christelijke dagschool voor jongens en meisjes verrezen en bij de opening der laatste werd dan ook de wensch uitgedrukt, dat deze beide Christelijke scholen elkander mochten aanvullen , de onderwijzers mochten samenwerken in denzelfden geest en de schooluren zooveel m... mogelijk met wederzijdsch overleg en ten zegen der kinderen geregeld worden. Onder de opgekomene belangstellenden in de Inwijding werd nog door den spr. genoemd een tweetal zusters uit het Diaconessenhuis te Utrecht, van waar niet alleen enkele gaven en Contributién voor de Christelijke School waren toegevloeid , maar waar ook aan den ochtend van dezen dag in het gebed een zegen was afgesmeekt over deze plechtigheid. Onder het aantal andere giften, groote en kleine, die uit stad en lande in de laatste twee jaren allengs waren verzameld, stond in spr's schatting boven aan eene collecte door een kind der gemeente uit eigen beweging gehouden en waarvan de vrij aanzienlijke opbrengst na eene spreekbeurt van Ds. Pierson aan den Voorzitter der Commissie was overhandigd. Niet minder eigenaardig, schoon op gansch andere wijze, was de stichting der school bevorderd door een aantal boeren uit de gemeente, die kosteloos één of twee dagen tot ophooging rondom het gebouw grond hadden aangereden, welke door anderen weder kosteloos gegraven was uit het terrein, daartoe door de eigenaars van de Zyp en Warnsborn beschikbaar gesteld. Bij die gelegenheid waren door een lid der gemeente de paarden kosteloos gestald , door een ander aan de voerlieden koffie geschonken. Verschillende tuiijfeeden van buitenplaatsen in den omtrek hadden ieder een perk voor de school aangelegd, graszoden waren door bewoners van het naburig Deelen aangevoerd en ook voor de schoolbehoeften was reeds het bekende stel platen van Van Lummel aangeboden. Later werd door een oud-inwoner van Schaarsbergen, thans te Arnhem woonachtig, de mest voor den tuin des Hoofdonderwijzers geschonken. Wij vermelden deze eigenaardige schenkingen onder dankzegging aan den Heere, Die de harten niet slechts aldus neigde, maar ook tal van wegen opende, waardoor middellijk de school werd gebaat en hoe langs zoo meer eene plaats in het hart der gemeente bleek te bezitten. Bij de Inwijding der school mocht dan ook verklaard worden, dat door de toegevloeide giften en schenkingen het gebouw geheel het eigendom der Vereeniging was, zoodat nog slechts voor bijkomende onkosten en het jaarlijksch onderhoud de noodige contributien door de hulpe des Heeren moesten verkregen worden. Intusschen waren deze dan ook in de laatste dagen toegevloeid, ofschoon de grondslag gelegd bleef in de Stuiversvereeniging, na eene spreekbeurt van Dr. Gerth van Wijk, ruim 2 jaar te voren in de gemeente opgericht en door de Jongelingsvereeniging bestuurd, die, even als de Afdeeling Schaarsbergen der Confessioneele Vereeniging, zelve geldelijk voor de school had bijgedragen. Aan het slot der toespraken werd op voorstel van den Voorzitter der Schoolcommissie besloten aan de Koningin, op wier geboortedag de Inwijding plaats greep, een Telegram van zegenbede toe te zenden, op welken gelukwensch later een vriendelijk antwoord namens Hare Majesteit ontvangen werd. Daarna werd in een gebed de school met kinderen en onderwijzers, ouders en Commissie en de gansche gemeente den Heere in Christus aanbevolen en uit Zijne Volheid Genade, Wijsheid en Vrede afgesmeekt op den arbeid, die ons wachtte. Na het zingen van één der liederen voor deze gelegenheid door de reeds ingeschreven kinderen geleerd, werd eerst het woord verleend aan den Heer Reesink, Hoofdonderwijzer, die het doel en den inhoud van zijn onderwijs in deze school te geven omschreef en in hartelijke woorden zich aan de hem opgedragen taak verbond. Daarop leidde de Heer D. Wijnbeek, Hoofdonderwijzer te Zwolle, zijnen vroegeren Hulponderwijzer, den Heer H. W. Knol bij de ouders en Commissie der school in, en toonde zich daarbij denzelfden vaderlijken vriend, welke hij zoovele jaren voor zijn leerling en kweekeling geweest was. Ds. H. Pierson sprak daarna als afgevaardigde van het Hoofdbestuur der Unie in 't bizonder de kinderen toe en paste eigenaardig de beteekenis der vaderlandsche driekleur en van het sparregroen, waarmede de school versierd was, op het karakter der Christelijke school toe. •— Eindelijk trad nog de architect, de Heer Richter, zelf Voorzitter van het Bestuur der Christelijke School zijner woonplaats op, om door eenige woorden te toonen, hoezeer hij niet slechts met het hoofd, maar ook met het hart voor deze stichting gearbeid had, daar zijn liefste werk als architect steeds geweest was: Christelijke scholen te bouwen. Intusschen was nog een Telegram aan den Voorzitter der Commissie ontvangen van Ds. van Griethuijzen, thans Predikant te Burgwerd vroeger te Schaarsbergen en die door zijn opwekkingtot het teekenen van het Volkspetitionnement den eersten stap had gedaan op de lijn, aan wier einde thans juist 4 jaar later deze Christelijke School verrezen was. Zelf was hij door ambtsbezigheden verhinderd over te komen. Van zijn uitvoerig Telegram vermelden wij het slot: „God Almachtig bestrale met Zijn vriendelijk aangezicht en met den heiligenden invloed van Zijn Geest Schoolcommissie en Hoofdonderwijzer, Hulponderwijzer en kinderen en bereide ook door de Christelijke School voor de Gemeente van Schaarsbergen een heerlijke en eeuwige vrucht voor Zijn Koningrijk. Heb een in den Heere vrolijken en Hem gewijden dag. Wees met feestvierenden hartelijk gegroet. De Heer zij met U. Uw toegenegen Vriend en Broeder in Christus. H. van Griethuijzen." Evenzoo werd nog voorlezing gedaan van een schrijven van Ds. J. D. B. Brouwer te Leiden, die in vroeger dagen gedurende zijn verblijf op de Veluwe voor zoo menigeen ten zegen was en thans dezen wensch bij de stichting onzer School toezond aan den Voorzitter der Commissie: „Zij het Uwe ervaring met al de blijde feestgenooten, dat onze getrouwe en barmhartige Hoogepriester Jezus Christus, naar Zijne Godheid, Majesteit, Genade en Geest, zich in Uw midden gelieve te vertegenwoordigen en te verheerlijken. Dat twee deelen van Zijnen Geest over Bestuur, Hoofdonderwijzer en kinderen worden uitgestort, opdat de gestichte school bloeie en groeie als eene spruite Zijner plantinge, waaruit menige Godverheerlijkende vrucht voor aard en hemel rijpe!" Uit de voorlezing van dit schrijven nam de President der Commissie aanleiding als een tweetal niet slechts voor hem persoonlijk belangrijke leidingen des Heeren op te merken, hoe een milde onverwachte gift van den genoemden leeraar hem juist had bereikt bij de geboorte van zijn oudste kind, terwijl het Koninklijk Besluit, waarbij de Vereeniging „School met den Bijbel" te Schaarsbergen als rechtspersoon erkend was, door den Koning geteekend was op denzelfden dag, waarop zijn tweede dochtertje geboren werd. De verschillende toespraken werden afgewisseld door liederen der kinderen, terwijl eindelijk de gansche samenkomst door de talrijke schare, die ter nauwernood de beide schoollokalen konden bevatten, besloten werd met de bede van Psalm 90 : 9. Op den volgenden dag (Donderdag 3 Augustus) werd door den Eere-Voorzitter der Schoolcommissie eene tractatie bezorgd aan de kinderen, tot opening tevens der school, zoodat alzoo op den 4den verjaardag van het Volkspetitionnement de School met den Bijbel te Schaarsbergen geopend werd. Na deze inleiding vermelden wij nu wat omtrent het ie schooljaar mede te deelen valt. Het aantal kinderen op de dagschool bedroeg bij de opening der school 89, in 2 lokalen verdeeld. Door vertrek uit de gemeente, op één geval na straks te vermelden, verlieten er 12 de school van September 1882 tot 1 Augustus 1883. Daarentegen kwamen er in Januari 1, in Maart 2, in April 2, in Mei 17, dus in het geheel 22 bij, zoodat het aantal thans 99 bedraagt. Gode zij dank, werd geen enkel kind door den dood ons ontnomen; moge er echter meer dan één in het afge- loopen jaar uit den geestelijken doodslaap tot het leven in Christus zijn wedergeboren 1 De schooluren zijn geregeld dagelijks van 9—12 en 1—3 uren, behalve Zaterdag van 8V2 tot 11 Va- — Sedert eenige weken heeft echter de Hoofdonderwijzer de kinderen der 2 hoogste afdeelingen zijner klasse uitgenoodigd geheel vrijwillig en kosteloos 3 maal 's weeks van 8—8s/é uren nog bizonder les te ontvangen in taal, rekenen enz., waaraan 14 kinderen, tot genoegen ook hunner ouders, gaarne gehoor gaven. Daar volgens de Instructie de Hoofdonderwijzer tot deze buitengewone lessen niet verplicht is, stelt ook de Commissie der school dit op hoogen prijs. Van de meisjes, die de Christelijke Naaischool bezoeken, gaan de eerstbeginnenden van 11 tot 121/, daarheen, terwijl de verder gevorderden des namiddags van 3 tot 5 en Zaterdag vanii'/a tot 3 uren, alzoo na schooltijd , les in de handwerken ontvangen. De vakken, waarin onderwezen wordt, zijn die, welke in de lagere Christelijke School tehuis behooren, ofschoon naar gelang van ouderdom en vatbaarheid der kinderen ingericht. Viermaal 's weeks wordt het eerste half uur aan de geschiedenis uit Gods Woord besteed; Woensdag ochtend daarentegen het eerste uur ongeveer aan de Vaderlandsche Geschiedenis. Zaterdag wordt het laatste uur aan het lezen in den Bijbel gewijd. Omtrent het schoolverzuim leert de nauwkeurige statistiek, door den Hoofdonderwijzer opgemaakt, dat op 100 schooltijden werd verzuimd door alle kinderen te samen genomen: In de maand Augustus 8.55 % September 11 October 11.05 November 20.67 (veel zieken) December 9 Januari 8.74 Februari 11.43 Maart 25.87 (veel sneeuw) April 6 Mei 6.14 Juni 7.1 Juli 12 (de laatste week veel regen). Op te merken valt alzoo, dat op onze Christelijke School het schoolverzuim in de wintermaanden grooter is dan in de zomermaanden April tot September. De verklaring hiervan ligt in den verren afstand, dien sommige kinderen hebben af te leggen, van 1 tot iVg uur gaans, hetgeen bij veel regen of sneeuw soms vele ouders hunne kinderen doet te huis houden. Van wege de Schoolcommissie is echter aan de ouders bekend gemaakt, dat, wanneer te ongunstig weder de kinderen belet om 9 uur op school te zijn, zij in dat geval later mogen komen. Trouwens menigmaal blijkt het, dat bij slecht weder uit dezelfde buurt door het ééne gezin de kinderen worden naar school gezonden, door het andere worden thuis gehouden; in dat geval doet zeker het eerste gezin gewoonlijk verstandiger, daar zich nog geen geval voordeed, dat eenig kind om deze reden ziek is geworden en daarenboven door den Hoofdonderwijzer en zijne echtgenoote zorg wordt gedragen voor hen, die doornat op school komen. Verblijdend mag het heeten, dat terwijl in de meeste scholen juist des zomers het schoolverzuim zoo sterk is, op onze school daarover niet behoeft geklaagd te worden. Gedeeltelijk mag dit het gevolg zijn van het feit, dat alhier minder dan elders kinderen voor veldarbeid worden gebruikt, aan de andere zijde wordt echter ook bij elk schoolverzuim door den onderwijzer de oorzaak onderzocht en gaat gewoonlijk bij een wegblijven langer dan eene week een der leden van de Commissie of een der Onderwijzers persoonlijk onderzoek instellen en zoo noodig aansporen den nalatige te zenden.—De ervaring leert ons, dat dit persoonlijk spreken met de ouders gunstig werkt op het schoolbezoek, ja zelfs daardoor meer dan één der ouders, die voornemens waren hun kind voor huis- of veldarbeid van de school te nemen, daarvan afgebracht zijn. Toen een enkel maal herhaalde aansporing en waarschuwing niet baatten en een kind zonder reden voortdurend wegbleef of hoogst zelden kwam, is door de Commissie het verder bezoek der school voor dit kind aan de ouders ontzegd. Wij meenen zoo streng tegen dit schoolverzuim te moeten opkomen, omdat niet slechts het kind zelf, maar ook de geheele klasse en het onderwijs daaronder lijden. Daarenboven moet ook hier het antirevolutionair beginsel gelden, dat voor de school bepaalde ordeningen van den Heere gesteld zijn, die niet straffeloos door onverstandige ouders mogen geschonden worden. Toegeven verergert ook hier de kwaal veel meer dan dikwijls vermoed wordt, terwijl streng optreden menigeen afschrikt het slechte voorbeeld na te volgen en allengs bewijst dat de Christelijke School geen strafbepalingen van den Staat behoeft, daar haar eigen wet genoegzaam voorziet. Gelukkig mogen wij echter getuigen, dat verreweg de meeste ouders zeiven het belang van het onderwijs inzien en hunne kinderen slechts om dringende redenen thuis houden, hetgeen ons echter te meer vrijmoedigheid geeft om tegen de enkelen, die het belang van akker of vee soms hooger stellen dan dat hunner kinderen, met liefde en ernst op te treden. Trouwens reeds is het in onze gemeente ook gebleken, hoe het betalen van schoolgeld gunstiger op het schoolbezoek werkt dan kosteloos onderwijs , zoodat zelfs de kinderen van ouders, die het volle schoolgeld betalen soms trouwer kwamen, dan zij, die uit het suppletiefonds gedeeltelijk ondersteund worden. Wat het schoolgeld betreft, bedraagt dit voor één kind per maand ƒ0.50; voor twee ƒ0.90; voor drie ƒ1.20; voor vier ƒ1.40; voor vijf ƒ 1.50 te samen. Kosteloos wordt geen kind opgenomen. De betaling geschiedt, telkens vooruit, maandelijks of driemaandelijks en alleen op bepaald verzoek wekelijks. Een suppletiefonds is intusschen opgericht, waaruit de meer behoeftjgen worden ondersteund. Om de verhouding te doen kennen van hetgeen door de gezamenlijke ouders zeiven en uit het suppletiefonds betaald wordt, diene deze opgave, dat van i September 1882 tot 1 Augustus 1883 (gedurende de ie maand, Augustus, werd aan alle kinderen kosteloos het onderwijs verstrekt) ƒ 315 , 15 door de ouders zeiven en ƒ105,90 uit het Suppletiefonds betaald werd, of voor de laatste maand, Juli, alleen ƒ31,20 en ƒ10,45; alzoo eene verhouding ongeveer v^n % en Het Suppletiefonds betaalt thans voor 36 kinderen uit 26 gezinnen, terwijl 23 gezinnen voor 63 kinderen het volle schoolgeld betalen. De Commissie voor het Suppletiefonds bestaat thans uit de Broeders E. Van den Brink, Penningmeester, W. W. Willemsen en J. Verhoef; de laatste werd door de leden onzer Vereeniging verkozen in plaats van H. Plate, die naar Ede vertrok ( na gedurende zijn verblijf alhier in menigerlei opzicht de Christelijke School tot steun te zijn geweest. Op voorstel van Br. Verhoef werd door de Commissie van het Suppletiefonds, tot wie zich elk moet wenden, die het volle schoolgeld niet kan betalen, besloten voor dit fonds door de kinderen der school vrijwillig te doen bijdragen. — Daartoe biedt de Hoofdonderwijzer eiken Maandag ochtend een bus aan, waarin door ieder kind, wiens ouders het daartoe in staat stellen, eene kleine bijdrage wordt gestort. Het gevolg was, dat in het laatste drietal maanden door de kinderen zeiven voor de armeren onder hen ƒ7.06 werd bijeengebracht, wat op de in die maanden benoodigde som van ƒ31 ongeveer eene welkome bijdrage voor den Penningmeester E. Van den Brink oplevert. In de thans verloopen 12 maanden van 1 September 1882 tot 1 Augustus 1883 bedroegen de ontvangsten van dit Fonds ƒ133.475 en de uitgaven ƒ106, zoodat op dit oogenblik een batig saldo van ƒ 27.47* in kas is. — Toch moet de Commissie bij de ouders ernstig er op aandringen, zoo weinig mogelijk van het Fonds gebruik te maken en tevens hetzij men het schoolgeld geheel of gedeeltelijk betaalt, nu en dan eens eene buitengewone verhooging te geven, opdat allengs de ouders leeren voor elk kind te betalen wat het aan de school kost, wat op dit oogenblik ongeveer ƒ20 jaarlijksch zou zijn, terwijl het Volle schoolgeld voor één kind thans slechts/6 bedraagt. Overigens behoeven gelukkig geene klachten gemaakt te worden omtrent het niet geregeld betalen van het verschuldigde schoolgeld. Slechts een paar gezinnen zijn een weinig achterstallig en wij hopen dat ook dezen vóór het einde der vacantie het ontbrekende zullen hebben aangevuld. Eindelijk zij betreffende dit punt nog medegedeeld dat aan den Penningmeester der Christelijke School, thans Br. H. J. Tiemens, door den Hoofdonderwijzer het volle schoolgeld van alle kinderen moet overhandigd worden, maar deze daarentegen van den Penningmeester van het Suppletiefonds ontvangt, wat aan het door de kinderen te weinig betaalde ontbreekt. Betreffende de aangifte der kinderen zij aan belangstellenden nog vermeld, dat eerstbeginnenden slechts éénmaal 's jaars op de school kunnen worden geplaatst, n.1. met 1 Mei, maar dat dan alle kinderen, welke vóór 1 Februari des volgenden jaars 6 jaar worden of het reeds zijn, bij den Hoofdonderwijzer kunnen worden aangegeven. Kinderen, die reeds vroe,ger onderwijs genoten, kunnen met den aanvang van elke maand geplaatst worden. Schoolbehoeften worden kosteloos vetstrekt. De vacantie is bepaald op één maand in het jaar en werd alzoo dit jaar ééne week met Kerstmis, ééne week met Paschen en 14 dagen groote vacantie gegeven van 21 Juli tot 6 Augustus. Voor de vergadering van Christelijke Onderwijzers te Nijmegen en de meeting der Vrije Universiteit te Arnhem werd twee en een halve dag buitendien aan de Onderwijzers vergund geen school te houden, terwijl ook de laatste Zaterdag van de maand wegens het schoonmaken der lokalen wordt vrij gegeven. De avondschool werd gehouden van i October tot i April en begon met 14 jongens, waarvan echter allengs enkelen naar elders vertrokken. Zij werd 3maal 's weeks gedurende 2 uur gehouden en door Hoofd- en Hulponderwijzer waargenomen. Het schoolgeld daarvoor bedraagt 25 cents per maand en per jongen. Eindelijk werd nog door den Hoofdonderwijzer eene Christelijke Zangvereenigingopgericht, die met toestemming der Commissie in de school vergaderde op Maandagavond , uit 14 jongens en meisjes boven 17 jaar bestond en door eene collecte bij elke samenkomst gehouden ook de kas der school of van het suppletiefonds steunt. Pp Hemelvaartsdag werden door deze Vereeniging en de kinderen der hoogste klasse op een sa" menkomst met de ouders eenige liederen voorgedragen en tevens daarna door den Hoofdonderwijzer toegestaan aan jongens en meisjes die de school reeds verlieten, maar nog te jong zijn om de Zangvereeniging te bezoeken, des Woensdags namiddags van 1 tot 2 uren aan de Zangoefeningen van de hoogste klasse der school deel te nemen. Ziedaar eenige mededeelingen omtrent de school en het onderwijs. Gaarne voegen wij hierbij een woord van dank aan den Heere voor hetgeen Hij ook in den Hoofd- en Hulponderwijzer ons schonk. Van beiden mogen wij getuigen, dat zij met liefde en ijver de hun toevertrouwde taak waarnemen, de samenwerking zoeken, die op eene school zóó wenschelijk is en ook hetzij door bezoek aan de gezinnen, hetzij op andere wijze, gelijk reeds boven van den Hoofdonderwijzer bleek, de belangen van kinderen en onderwijs trachten te bevorderen. Ruste ook in het aanstaande schooljaar Gods zegen op hen en worde het hun geschonken menig kind aan de voeten van den Eenigen Middelaar en Zaligmaker gebracht te zien, Wiens Heilige Geest hun zeiven kracht, wijsheid en liefde schenke. Gaan wij nu tot eenige financiëele mededeelingen over, ook dan mag Van gfoote reden tot dank aan den Heere onzen God sprake zijn. Niet slechts mocht de school zonder schuld, wat de betaling van de aannemingssom betreft, worden geopend , maar ook in de laatste maanden des vorigen jaars mochten nog enkele belangrijke giften tot dekking van andere uitgaven inkomen, zoodat toen met i Januari 1883 het Lid onzer Commissie Br. E. B. Tijssen, die gedurende de moeielijkste jaren met zooveel toewijding, ijver en belangeloosheid de financiën had beheerd, de kas overdroeg aan ons medelid Br. H. J. Tiemens, de staat aldus kon worden opgemaakt: ONTVANGSTEN. UITGAVEN. 1880 Giften ƒ 2311.89 Aannemingssom van het „ Collecten .... 457.815 schoolgebouw voor 120 kin- „ SUüversvereeniging. 281.11' deren met onderwijzerswoning 1881 Giften 4422.75 onder een dak .... ƒ 10439.— ff Collecten. . . . 645.95 Verdere kosten, aanarchi- „ Stuiversvereeniging. 391.95 tect en opzichter, bijkomende 1882 Giften 2451.625 werken, schoolbehoeften enz. 2101.69 „ Collecten.... 701.82s 6 maanden salaris van f Stuiversvereeniging. 429.98* hoofd- en hulponderwijzer, „ Contributiën. . . 317.50 die met 1° Juli aangesteld « Rente wegens tijde- waren 725.10 lijke belegging . . 369.75' ' 68 ° Uitgaven f 13265.79 n 4 maanden schcol- Ontvangsten » 12942.86 geld 160.70 6 Op 1 Januari 1883 alzoo ƒ 322.93 ƒ12942.86 tekort. Er bleef alzoo op i Januari 1.1. toch nog een tekort van ƒ322.93, waarbij nog eenige rekeningen voor aanleg van plantsoen voor de school, tuin des Hoofdonderwijzers, den smid, behanger, boekhandelaar enz., tot een bedrag van ƒ440.56 moesten gerekend worden, alzoo te samen ƒ763.49, terwijl het tractement der onderwijzers telkens moest betaald worden. — Echter vloeiden in dit eerste halfjaar reeds verschillende buitengewone giften toe, wat vermeerderd met de opbrengst der collecten onder de Bijbellezingen in de school gehouden, jaarlijksche bijdragen en de contributiën der Stuiversvereeniging, ons thans op i Augustus volgens opgave van den Penningmeester plaatst voor een Totaal Uitgaaf voor de Christelijke School te Schaarsbergen van . . . ƒ 14468.505 voor een Totaal Ontvangst „ 14298.85* zoodat op 1 Augustus 1883 het tekort in de schoolkas bedraagt ƒ 169.65 Intusschen moeten nog ƒ 110 aan jaarlijksche bijdragen worden geïnd, en wacht ons nog de opbrengst der Augustus collecte, zoodat wij wellicht over één maand zonder tekort ons zullen bevinden, dank den Heere, Die deze uitkomst gaf, de harten neigde en ons ook voor de toekomst op Hem alleen doe vertrouwen. Volgens de begrooting van onzen Penningmeester bedragen de jaarlijksche inkomsten: Aan schoolgeld + / 466 Contributiën: Stuiversvereeniging . 189 Subsidie der Vereeniging Chr. N. S. . 200 Jaarlijksche bijdragen 451.50 ƒ 1306.50, waarbij de niet juist te bepalen opbrengst der collecten moet gerekend worden, welke echter volgens bovenstaande opgave in de vorige jaren een betrekkelijk aanzienlijk bedrag ons schonken. De jaarlijksche uitgaven bedragen : Salaris Hoofd- en Hulponderwijzer f 1450 Kosten van onderhoud, schoolbehoeften, vuur en licht enz. + 500 f 1950 Tot toelichting der contributiën-Stuiversvereeniging diene, dat één lid f 1 wekelijksch betaalt en enkelen in plaats van een stuiver: 10 cents, zoodat hierdoor de betrekkelijk hooge opbrengst verklaard wordt bij een ledental van 45. Dit aan- Christelijke School te Schaarsbergen van . . . ƒ 14468.505 voor een Totaal Ontvangst „ 14298.85* zoodat op 1 Augustus 1883 het tekort in de schoolkas bedraagt f 169.65 tal en daardoor de opbrengst is zeer geslonken sedèrt de opening der school, daar toen alle ouders, die kinderen zonden en leden der Stuiversvereeniging waren, voortaan alleen het schoolgeld betaalden en daarom verzochten van de wekelijksche bijdrage ontslagen te worden. Gelukkig bleven nog eenige ongehuwden, of die schoon gehuwd geene kinderen ter schóól zenden, overig; en hartelijk hopen wij, dat het aantal derzulken in de gemeente, die tot de Stuivers-vereeniging bijdragen, nog moge toenemen. Deze Vereeniging toch is het middel, waardoor de gemeente zelve geregeld zoo krachtigen geldelijken steun aan de Christelijke School kan geven en bovendien voor de leden tot zoo grooten zegen kan zijn, indien zij bij eiken stuiver, wekelijks afgezonderd, mogen bedenken, dat de kinderen op de Christelijke School de kinderen zijn der gansche gemeente, tot wier opvoeding deze zelve alzoo moet bijdragen. Daaruit spruit dan allicht de gedachte voort, of hetgeen men alzoo bij anderen begeert gewerkt te zien, in eigen hart door den Heiligen Geest reeds gewekt is, waarbij de Heere de belofte voegt: „Zalig zijn de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden." En barmhartig kunnen immers alleen zijn, aan wie „de God en Vader onzes Heeren Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden" Zich verheerlijkt heeft door hem van een „hater Gods en zijns naasten" een „kind" door wedergeboorte en bekeering te maken, dat voortaan niet anders begeert, dan zich zei ven en al wat hij heeft dien barmhartigen Hoogepriester op het altaar ook Zijner scholen te offeren. Betreffende de jaarlijksche bijdragen mag evenzeer onder dank aan den Heere worden erkend, dat eene bijdrage van ƒ200 en eene andere van f 100 jaarlijksch zich daaronder bevindt, al zal ook in dit opzicht het penningske van de dienstbode of der weduwe voor het jaarlijksch onderhoud ons toegezegd, niet lichter geacht worden in de weegschaal van Hem, Die de harten doorgrondt en het vermogen kent. Niet minder lief dan die wekelijksche stuivers en jaarlijksche giften zijn ons bovenal de buitengewone middelen, waardoor ook deze school in de hand des Heeren ondersteund wordt. Wij noemden reeds de collecten onder de Bijbellezingen, in de Christelijke School gehouden, wier bedrag zeer gesterkt wordt door de Augustus-collecte, welke in 1881: ƒ268 en in 1882: ƒ363.62 opbracht, ook thans weder rrltdert en, sedert zij niet meer op een lijst of open schaal, maar met gesloten bus wordt geïnd, nog meer in de liefde der gemeente en toch niet minder in opbrengst, zeker hooger in zedelijke beteekenis voor God den Heere mag geacht worden gestegen te zijn. In onze wijdverspreide gemeente gaan dan de leden der Commissie huis aan huis, ook bij kostgangers en dienstbaren en de blaadjes, tijdig door de kinderen der Christelijke School overal verspreid, werpen door de hand Gods reeds vooraf menigmaal een zegen af, terwijl bij de collecte zelve gewoonlijk een bizonder geschriftje wordt aangeboden , en zoo zal dan ook nu dit verslag eene herinnering aan den Augustus 1878 tevens mogen zijn, waarop de Heere de belijdenis weder deed herleven: „Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uwe inzettingen leerde. De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver" (Psalm 119:71, 72). Eindelijk bezitten wij nog eene bron van inkomsten in de buitengewone gaven ons soms door een vriend of vriendin der Christelijke School toegezonden en de bussen met het opschrift: „School met den Bijbel", die in de kerk en de school voor de bezoekers aanwezig zijn en in de 5 eerste maanden dezes jaars ƒ22.245 opbrachten. Juist de collecten en de buitengewone giften, in couvert toegezonden of in de bussen gestort, zullen jaarlijks het geraamde verschil tusschen Ontvangsten en Uitgaven van + ƒ600 moeten dekken. Blijft echter ook maar de opbrengst der collecten zóó groot als in één der 3 vorige jaren of worden wij op dergelijke wijze zoo mild op andere wijze soms bedacht, zoo zal de gemeente door Gods hulpe wèl in staat zijn hare school jaarlijks geheel te onderhouden. En daarom komt hiermede de bede tot allen, in en buiten de gemeente, wier harte de Heere tot barmhartigheid voor de kinderen onzes volks beweegt, ook de Christelijke School te Schaarsbergen te willen gedenken door hunne toegezegde of door nieuwe gaven, maar naar het voorschrift, dat „een iegelijk doe gelijk hij in zijn hart voorneemt; niet uit droefheid of uit nooddwang. Want God heeft eenen blijmoedigen gever lief' (2 Cor. 9 : 7). En hiermede worde de Christelijke School met kinderen en onderwijzers te Schaarsbergen in de Genade en Hulpe van den Heere onzen God gesteld door de Commissie: Mr. W. G. Baron Brantsen van de Zijp, i*y,'. '\ 1 Eere- Voorzitter. Dr. W. Van den Bergh, Voorzitter. P. van Rees, Secretaris. H. J. Tiemens, Penningmeester. E. B. TlJSSEN. W. Onderstal. Schaarsbergen, i Augustus 1883.