If Plaatselijk Reglement ■ OP HET BEHEER DER KERKELIJKE GOEDEREN El FONDSEN der Hervormde Gemeente KOOTWIJK. Het Plaatselijk Reglement OP HET BEHEER DER KERKELIJKE GOEDEREN EN FONDSEN der Hervormde Gemeente K O OTWIJK. Artikel 1. Het beheer der kerkelijke goederen en fondsen, en de zorg voor de kosten van haren eeredienst, zijn in deze gemeente opgedragen aan Kerkvoogden, onder medewerking van Notabelen. Art. 2. Stemgerechtigde leden dezer gemeente zijn alle manslidmaten, die bij het vaststellen der lijst, vermeld in 4rt. 3 van dit Reglement, onder haar ressort wonen, den ouderdom van 23 - jaren bereikt hebben, en ten minste één jaar geleden óf bij den Kerkeraad geloofsbelijdenis afgelegd hebben, óf op ingediende attestatie, óf bewijs van lidmaatschap als lidmaten der gemeente erkend zijn. Van de stemgerechtigdheid zijn uitgesloten zij, die het laatste jaar vóór de vaststelling der lijst door eenig armbestuur zijn bedeeld geworden, die onder censuur of curateele staan, alsmede die gedurende het laatste jaar nalatig zijn gebleven in het voldoen van het aan de gemeente verschuldigde, hetwelk op den dag van de sluiting der stemlijst opvorderbaar is. Art. 3. Jaarlijks vóór den. lsten October wordt door Kerkvoogden eene lijst van stemgerechtigden voorloopig opgemaakt of herzien, en, nadat de gemeenteleden gedurende acht dagen in de gelegenheid zijn gesteld, om daarvan kennis te nemen en hunne bezwaren bij Kerkvoogden in te brengen, vastgesteld. Art. 4. De benoeming van Notabelen heeft plaats telken jare vóór den 15den November, onder leiding van de Kerkvoogden, op door dezen aan te wijzen plaats en te bepalen dag en uur, nadat deze aan de gemeenteleden bekend gemaakt zijn, en bij gesloten en ongeteekende biljetten. In de daartoe te houden vergadering moeten meer dan de helft der stemgerechtigden tegenwoordig zijn. Levert eene eerste stemming geene volstrekte meerderheid op, zoo heeft eene nieuwe vrije stemming plaats. Is ook bij deze'geene volstrekte meerderheid verkregen, zoo wordt er herstemd tusschen de twee personen, die de meeste stemmen hebben bekomen. Verkregen meerdere personen hetzelfde grootste aantal stemmen, zoo geschiedt de herstemming tusschen deze allen. Heeft het grootste getal stemmen zich op één persoon vereenigd, terwijl het daarop volgend getal door twee of meer is verkregen, zoo wordt bij eene tusschenstemming uitgemaakt, wie van de laatsten in de herstemming zal deelen. Indien bij eene herstemming de stemmen staken, beslist het lot. Voor tusschentijds ontstane vacaturen 'wordt binnen zes weken na haar ontstaan op dezelfde wijze eene benoeming gedaan. Indien niet meer dan de helft der stemgerechtigden» tegenwoordig is, wordt na verloop van ten minste 24 uren en binnen 14 dagen, op dag en uur, almede bij de eerste oproeping bekend gemaakt, eene nieuwe vergadering gehouden, waarin door de clan tegenwoordige stemgerechtigden de benoemingen gedaan worden. Abt. 5. De President-Kerkvoogd opent de vergadering der stemgerechtigden een half uur na den bepaalden tijd van samenkomst, en geeft ieder der aanwezige leden terstond een stembriefje ter invullling, dat, na ingevuld te zijn, door dezen zeiven in eene daartoe aangewezen stembus wordt gestoken. Deze bus wordt onmiddellijk na afloop dezer inlevering van de stembriefjes door den president geopend, om de stemming met de beide andere Kerkvoogden leden van het stembureau op te nemen, en den uitslag daarvan bekend te maken. Voor iedere vacature wordt afzonderlijk gestemd. Van onwaarde zijn stembriefjes, die geen bepaald persoon duidelijk aanwijzen, die den naam bevatten van iemand, wiens tijd van aftreding nog niet is gekomen, die in blanco zijn ingeleverd, die den naam bevatten van iemand, die niet verkiesbaar is, die meer dan één naam bevatten. Abt. 6. Aan den tot Notabele benoemde wordt terstond van zijne benoeming kennis gegeven. Zoo binnen acht dagen na de ontvangst dezer kennisgeving geen ant- woord bij den President-Kerkvoogd is ingekomen, wordt hij gerekend voor de benoeming te hebben bedankt. Wanneer iemand staande de vergadering voor «de opgedragen betrekking bedankt, zet de vergadering haar werk terstond voort. Zoo iemand na de vergadering bedankt, heeft binnen 14 dagen na den dag van bedanken eene nieuwe vergadering ter verkiezing plaats. Abt. 7. Wanneer er geen Kerkvoogd is, of deze in gebreke blijven, geschiedt de bijeenroeping en leiding der vergaderingen van stemgerechtigden door den Voorzitter der Notabelen. Art. 8. Alle* stemgerechtigde leden dezer gemeente zijn tot Notabele verkiesbaar. Verlies van stemgerechtigheid ten gevolge van opgelegde censuur wegens onzedelijkheid of ander, wangedrag heeft terstond verlies van de betrekking van Notabele ten gevolge. Art. 9. Notabelen mogen elkander niet nader bestaan, dan in den tweeden graad van bloedverwantschap of zwagerschap. Opkomende zwagerschap verplicht niet tot aftreding , doch belet eene herbenoeming. Art. JO. De Notabelen verkiezen uit hun midden een Voorzitter en een Secretaris. Een tusschentijds benoemde treedt op in de functiën van hem, in wiens plaats hij benoemd is, en treedt af op den tijd, waarop deze zou afgetreden zijn. Art. 11. Voor de eerste maal worden door de stemgerechtigde leden vier Notabelen benoemd, van welke twee in het dorp Kootwijk en twee in de buurtschap Kootwijkerbroek moeten' wonen. Door het lot wordt de beurt hunner aftreding bepaald, en daarvan een rooster opgemaakt in eene gecombineerde vergadering van Kerkvoogden en Notabelen. Jaarlijks op den le" Januari treedt één hunner af. De eerst gewone aftreding heeft plaats op den le» Januari 1866. De aftredende is terstond herkiesbaar. Art. 12. Door de Notabelen dezer gemeente worden Kerkvoogden benoemd, wier getal op drie bepaald is, en waarvan jaarlijks op den len Januari één aftreedt, volgens een bij het lot vastgestelden rooster, opgemaakt in eene gecombineerde vergadering van Kerkvoogden en Notabelen. De eerste gewone aftreding heeft plaats op den len Januari 1886. Bij de benoeming ter- vervulling eener tusschentijds ingevallen vacature treedt de nieuwbenoemde, ook ten aanzien van den tijd van aftreding, in de plaats van hem, in'wiens plaats hij benoemd is. Alle stemgerechtigde leden dezer gemeente zijn tot Kerkvoogd benoembaar, uitgezonderd de dienstdoende Predikant. Zij moeten. evenwel, naar het oordeel van Notabelen, een eigen middel van bestaan hebben en getrouwe voorstanders zijn van den openbaren eeredienst in deze gemeente. Verlies van stemgerechtiglieid ten gevolge van opgelegde censuur wegens onzedelijkheid of ander wangedrag heeft terstond verlies der betrekking ten gevolge. De betrekkingen van Kerkvoogd en Notabele zijn onvereenigbaar. Art. 13. Kerkvoogden mogen elkander niet nader bestaan dan in den vierden graad van bloedverwantschap of zwagerschap, en aan een der Notabelen niet nader dan in den derden graad. Opkomende zwagerschap verplicht niet tot aftreding, doch belet eene herbenoeming. Art. 14. De benoeming van Kerkvoogden heeft jaarlijks plaats vóór den 15en November, onder leiding van den Voorzitter der Notabelen, buiten tegenwoordigheid der Kerkvoogden, op door Kerkvoogden aan te wijzen plaats en te bepalen dag en uur, en geschiedt bij gesloten en ongeteekende biljetten. Levert eene eerste stemming geene volstrekte meerderheid op, zoo heeft er eene nieuwe vrije stemming plaats. Is ook bij deze geene volstrekte meerderheid verkregen, zoo wordt er herstemd tusschen de twee personen, die de meeste stemmen hebben bekomen. Verkregen meerdere personen hetzelfde aantal stemmen, zoo geschiedt de herstemming tusschen deze allen. Heeft het grootste getal stemmen zich op één persoon vereenigd, terwijl het daarop volgend getal door twee personen is verkregen, zoo wordt bij eene tusschenstemming uitgemaakt, wie van de laatsten in de herstemming zal deelen. Indien bij eene herstemming de stemmen staken, beslist het lot. Voor tusschentijds ontstane vacaturen wordt binnen zes weken na haar ontstaan op dezelfde wijze eene benoeming gedaan. Indien niet meer dan dé helft der Notabelen ter vergadering tegenwoordig is, wordt Jia verloop van ten minste 24 uren en binnen 14 dagen eene nieuwe vergadering gehouden, waarin door de dan tegenwoordige Notabelen de benoemingen worden gedaan. Abt. 15. De Voorzitter der Notabelen opent de vergadering een half uur na den bepaalden tijd van samenkomst, waarna terstond tot de stemming wordt overgegaan. Onmiddellijk na de inlevering der stembriefjes omtrent welker waarde of onwaarde van toepassing is het bepaalde in art. 5 van dit Reglement, wordt de stemming opgenomen door den Voorzitter en den Secretaris, en de uitslag terstond bekend gemaakt. Voor iedere Vacature wordt afzonderlijk gestemd. Abt. 16. Aan den tot Kerkvoogd benoemde wordt terstond van zijne benoeming kennis gegeven. Indien binnen 8 dagen na de ontvangst dezer kennisgeving geen antwoord bij den President-Kerkvoogd is. ingekomen, wordt hij gerekend voor de benoeming te hebben bedankt. Wanneer een der Notabelen, tot Kerkvoogd benoemd zijnde, staande de vergadering bedankt voor de hem daarin opgedragen betrekking, zet de vergadering haar werk terstond voort. Zoo iemand na de vergadering voor de benoeming bedankt, heeft binnen 14 dagen na den dag van bedanken eene nieuwe vergadering plaats. Abt. 17. ■ Wanneer er geen Kerkvoogd is, of deze in gebreke blijven, geschiedt de bijeenroeping der vergaderingen van Notabelen door hun eigen Voorzitter. Art, 18. De Kerkvoogden verkiezen uit hun midden een President, een Secretaris en een Boekhouder, welke laatste, behalve met zijne gewone werkzaamheden, ook belast is met de bezorging der oproepingen voor vergaderingen of verkiezingen. Een nieuwbenoemde treedt op in de functiën van hem, in wiens plaats hij benoemd is. Art. 19. De Kerkvoogden zijn hoofdelijk, en ieder voor het geheel, voor het hun opgedragen beheer verantwoordelijk. Zij houden notulen, in een afzonderlijk daartoe bestemd boek, van alle benoemingen en besluiten, gedaan en genomen in de vergaderingen van stemgerechtigden, van Notabelen en van Kerkvoogden; deze beide laatsten afzonderlijk en gecombineerd; welke notulen, na goedkeuring, door den President en den Secretaris worden onderteekend. Art. 20. Zoo dikwijls de President-Kerkvoogd het noodig oordeelt, of twee " Kerkvoogden of twee Notabelen zulks schriftelijk verlangen, belegt hij eene vergadering van Kerkvoogden, of van Kerkvoogden en Notabelen, of van Notabelen alleen. Art. 21. In eene vergadering van Kerkvoogden of van Nota- beien, of vajï Kerkvoogden en Notabelen, wordt geen besluit genomen, zoo niet meer dan de helft van de leden dier afzonderlijke of gecombineerde colleges tegenwoordig is. Wanneer dit getal ontbreekt, wordt na verloop van ten minste 24 uren en binnen 14 dagen eene nieuwe vergadering gehouden, waarin de besluiten door de dan tegenwoordige leden worden genomen. Abt. 22. Van alle benoemingen wordt aan de gemeente kennis gegeven, hetwelk geschiedt des Zondags in of aan het kerkgebouw. Op gelijke wijze worden gedaan alle oproepingen van Stemgerechtigden, en alle vereischte bekendmakingen. Akt. 23. De Kerkvoogd, die zich aan ontrouw of verregaand plichtverzuim of aan wangedrag schuldig maakt, kan uit zijne betrekking worden ontzet door de vergadering van Stemgerechtigden, op voordracht van Kerkvoogden en Notabelen, die vooraf den Kerkvoogd zeiven oproepen om gehoord te worden. Hij, die van de bediening van Kerkvoogd is ontzet, kan in den loop der eerstvolgende vijf jaren niet tot Kerkvoogd of Notabele worden benoemd. Art. 24. Wie de op hem uitgebrachte benoeming tot Kerkvoogd of tot Notabele niet aanneemt, of tusschentijds zijne betrekking van Kerkvoogd of Notabele willekeurig neêrlegt, betaalt aan de kas der kerkelijke administratie tien gulden boéte. Alleen zeventigjarige ouderdom verschoont hiervan ; terwijl ook hij, die op zijn gewonen tijd aftreedt, niet verplicht is, binnen twee jaren weder eene benoeming tot Kerkvoogd of tot Notabele aan 'te nemén en op te volgen. Abt. 25. Kerkvoogden en Notabelen genieten geene bezoldiging. De boekhouder geniet voor administratiekosten: a. der goederen van de Kerk: zes gulden; en b. van de pastorie-goederen tot een maximum van 2'/3 percent van de inkomsten dier goederen, als de plaats vacant is. Art. 26. Wie der Kerkvoogden of der Notabelen, zonder door het college geldig gekeurde redenen, van eene hunner vergaderingen wegblijft, betaalt 50 cents boete aan de kas der administratie. Wie na de opening komt, betaalt 25 cents boete. Ziekte alleen, van hemzelven of van een lid der familie, verschoont van boete, zoo die hem buiten staat stelt de vergadering bij te wonen, mits hij daarvan aan de vergadering kennis geve. Abt. 27. Door de Kerkvoogden wordt jaarlijks eene begrooting opgemaakt van al de inkomsten en uitgaven hunner administratie, loopende van den lsten Januari tot clen 31sten December. Het ontwerp dier begrooting wordt vóór den 15