i REGLEMENT OP DE Weduwenbeurs DER CLASSIS VAN 's HERTOGENBOSCH. S HERTOGENBOSCH, GEBROEDERS MULLER. 1870. c. zich verbinden, zoolang zij in de bediening bij eene gemeente binnen de classis zijn, tot den afstand van 10 pre. van hun aandeel in de vacatuurpenningen, en d. eene jaarlijksche contributie van ƒ 6,30 aan de Weduwenbeurs betalen. abt. 5. Predikanten, leden der Weduwenbeurs, naar eene standplaats buiten de classis vertrekkende, hebben de bevoegdheid leden der beurs te blijven, onder verbintenis dat zij a. zich daaromtrent vóór hun vertrek uit de classis schriftelijk aan den quaestor verklaren; b. binnen éene maand na hun vertrek f 50,— en c. een jaarlijksche contributie van f 12,60 betalen. abt. 6. Een predikant der classis, lid der Weduwenbeurs, die met of zonder ontslag, en zonder aanspraak op pensioen te maken, zijne bediening nederlegt, kan lid der Weduwenbeurs blijven onder voorwaarden, als in het vorige artikel omtrent predikanten naar eene standplaats buiten de classis vertrekkende, bepaald. Op predikanten buiten de classis, leden der Weduwenbeurs, is deze bepaling, behoudens hunne verpligting eener jaarlijksche contributie van f 12,60, niet van toepassing. Ook blijven van deze bepaling uitgesloten de predikanten der classis, die vóór het in werking treden van dit reglement, zonder pensioen uit de evangeliebediening ontslagen zijn. abt. 7. Een predikant, lid der Weduwenbeurs, uit de evangeliebediening ontslagen, onder toekenning van pensioen, is geregtigd Ld der beurs te blijven, de contributie voldoende, welke hij als dienstdoende predikant gewoon was te betalen. art. 8. Evenzoo zal een predikant, lid der Weduwenbeurs, die van de dienst ontzet wordt, lid der beurs kunnen blijven ten behoeve van de vrouw, met welke hij tijdens de ontzetting gehuwd is en van de minderjarige kinderen, hetzij uit vroeger of zijn tegenwoordig huwelijk geboren en zullende geboren worden, onder bepalingen, als omtrent predikanten sub art. 6 vastgesteld. abt. 9. Zoo dikwerf een lid der Weduwenbeurs hertrouwt, zal hij f 12,— en bovendien voor elk jaar, dat zijne vrouw jonger is dan hij, ƒ 10,— betalen. abt. 10. Een predikant, lid der classis, die niet binnen het eerste jaar zijner komst in de classis, lid der Weduwenbeurs geworden is, zal, tenzij zijne aanneming blijkbaar tot nadeel der beurs zou strekken, nog later kunnen worden aangenomen, doch in geen geval dan met goedkeuring der algemeene vergadering, en wel van 2/3 der aanwezige leden. Aangenomen zijnde, zal hij verpligt zijn voor inleggeld de som van f 50,— en voor elk jaar, dat hij lid der classis geweest is, de som van f 12,60, alsmede wegens in dien tijd aangegaan huwelijk f 15,— te betalen. abt. 11. Wie vóór het vragen van zijn ontslag en het nederleggen zijner evangeliebediening of vóór eene beroeping, welke door aanneming achtervolgd wordt, geen lid der Weduwenbeurs is, kan niet meer als lid worden toegelaten. abt. 12. Elk lid der Weduwenbeurs ontvangt een, door commissarissen en den quaestor der Weduwenbeurs geteekend, bewijs of diploma. abt. 18. Alle gelden aan de Weduwenbeurs verschuldigd, worden aan den quaestor of dengene, die daartoe door hem is aangewezen, vrachtvrij bezorgd; de jaarlijksche contributiën, ingaande met den 1™ dag des jaars, vóór Maart; de overige gelden, binnen ééne maand, nadat zij zijn verschuldigd. abt. Ié. Het lidmaatschap, en bij gevolg alle regt en aanspraak hoegenaamd op de Weduwenbeurs vervalt 1. door vrijwillig bedanken. 2. door wanbetaling, ter beoordeeling en beslissing van de leden der Weduwenbeurs ter algemeene vergadering. 3. door ontzetting uit de dienst van ongehuwden en weduwenaars zonder minderjarige kinderen. DERDE AFDEELING. INKOMSTEN, UITKEERING, DEELGEREGTIGDEN. art. 15. De inkomsten der Weduwenbeurs zijn: A. Vaste. De rente van een ingeschreven kapitaal op het grootboek Nationale Werk. Schuld ad pre., obligatiën of eflekten. B. Gewone. de jaarlijksche contributie der leden. C. Buitengewone. alle overige ontvangsten en bijdragen. art. 16. Om de 5 jaren zal in de algemeene vergadering voor de eerstvolgende 5 jaren worden vastgesteld, hoeveel ten hoogste aan eene weduwe of aan minderjarige ouderlooze kinderen zal worden uitgekeerd. Deze uitkeering zal worden berekend naar de vaste inkomsten der Weduwenbeurs (art. 15 A) en het getal dergenen, welke op dien oogenblikgeregtigd zijn tot het ontvangen van uitkeering. Jaariijks wordt bovendien op de algemeene vergadering het bedrag der uitkeering voor het volgende jaar berekend en bepaald. Het gezamenlijke bedrag dezer uitkeering zal nimmer de vaste inkomsten mogen te boven gaan, en ook niet minder dan het twee derde der vaste inkomsten bedragen, tenzij bij verdeeling bleek, dat de geregtigden meer bekwamen, dan voor elk als hoogste uitkeering m den loop der 5 jaren is vastgesteld. De uitkeering geschiedt jaarlijks, tegen behoorlijke kwitantie, in twee termijnen, te weten, in het laatst van de maanden Januarij en Julij. ART. 17. De aanspraak der deelgeregtigden, eener weduwe of der weezen van hen, die bij hun overlijden leden der Weduwenbeurs waren, gaat in met het eindigen van het annus gratiae of van het sterfkwartaal. Bij het overlijden van emeriti begint de uitkeering met den eersten dag der maand, waarin de uitbetaling van het pensioen ophoudt. Bij de eerste uitkeering aan weezen zal eene geboorteakte van het jongste deelgeregtigde kind door belanghebbenden worden overgelegd, en bij elke volgende uitkeering eene attestatie de vita, door een predikant of den kerkeraad der woonplaats af te geven. Ook zal van weduwen, behalve eene attestatie de vita een bewijs of eene verklaring, dat zij niet hertrouwd zijn, kunnen gevorderd worden. . art. 18. De uitkeering houdt op: 1. Met den laatsten dag der maand, waarin de trekkende sterft of de weduwe hertrouwt. 2. Met den laatsten dag der maand, waarin het jongste der ouderloos-minderjarige kinderen den ouderdom van 23 jaren bereikt heeft. VIERDE AFDEELING. het bestuur. art. 19. Het bestuur der Weduwenbeurs bestaat uit drie commissarissen, een quaestor en een secundus quaestor. Zij worden uit en door de leden der Weduwenbeurs op de algemeene vergadering voor den tijd van 5 jaren benoemd, en zijn bij hunne aftreding weder verkiesbaar. art. 20. Aan commissarissen is opgedragen het toezigt op de administratie van den quaestor en de naleving van het reglement. Zij hebben ten allen tijde inzage in de administratie en het regt om daaromtrent de noodige inlichting van den quaestor te vragen. Geene gelden worden belegd door den quaestor, zonder in overleg met hen getreden te zijn en daartoe hunne magtiging ontvangen te hebben; — zij worden bovendien door hem geraadpleegd in alle zaken, waarbij de regten en belangen der Weduwenbeurs bijzonder betrokken zijn. Geene gelden zullen mogen worden afgeschreven of obligatiën of andere bezittingen der Weduwenbeurs verkocht, verruild, bezwaard of verpand worden, zonder magtiging van het Classikaal Bestuur." Zij zijn bevoegd den quaestor wegens kwade trouw en misbruiken in zijne administratie onmiddelijk te schorsen en aan zijn secundus de administratie over te dragen, totdat de zaak door hen voor de algemeene vergadering gebragt, en zij in deze zal beslist hebben. Zij ontvangen jaarlijks vóór den l,taB Pebruarij van den quaestor eene concept-rekening van ontvangst en uitgaven over het afgeloopen jaar, en door hem aan de algemeene vergadering te doen. abt. 21. De quaestor is belast met het beheer der Weduwenbeurt Hij zal alle papieren van waarde en de gelden der Weduwenbeurs zorgvuldig bewaren in een ijzeren kist daartoe aangekocht en het eigendom van de Weduwenbeurs. Met betrekking tot effekten zullen de obligatiën bij den secundus van den quaestor bewaard worden, terwijl de coupons met den talon bij den quaestor berusten en verbüjven. abt. 22. Hij zal een behoorlijken staat of inventaris maken en bijhouden van de fondsen en bezittingen der Weduwenbeurs, en daarvan een door hem en zijn secundus geteekend afschrift aan het Glassikaal Bestuur en commissarissen doen toekomen, alsmede van de wijzigingen of bijvoegselen, die later daarin mogten gemaakt worden, telkens kennis geven. Bij het doen zijner rekening ter algemeene vergadering zal hij dezen staat of inventaris met de daarop vermelde stukken en bescheiden ter tafel brengen, om door eene commissie met dien bij commissarissen berustende, te vergelijken. art. 23. Hij zorgt voor de behoorlijke en tijdige uitbetaling der vastgestelde uitkeering aan de weduwen en ouderloos-minderjarige kinderen. art. 24. Hij houdt behoorlijk boek van alle ontvangsten en uitgaven en zorgt, in overleg met commissarissen, dat de gelden, die tot het voldoen der uitkeering niet volstrekt in kas moeten blijven, ten spoedigste op eene solide en voordeelige wijze belegd worden. art. 25. In de algemeene vergadering doet hij behoorlijk rekening en verantwoording van zijne administratie, gehouden van 1 Jariuarij tot en met 31 December van het verloopen jaar, en brengt daarbij ter tafel: 1. de in kas zijnde gelden, 2. den staat en inventaris sub art. 22 genoemd, 3. eene volledige opgaaf der weduwen en ouderloosminderjarigen, geregtigden op uitkeering der beurs. 4. Eene nominatieve lijst, zoowel der leden, (a) in de classis contribuerende f 6,30, (art. 4) (b) als van hen, die eene contributie van ƒ 12,60 betalen (art. 5, 6, 7 en 8). art. 26. Hij is verantwoordelijk voor elk nadeel, dat door opzettelijke nalatigheid of moedwillig verzuim door hem aan de beurs wordt toegebragt. art. 27. Hij zal een honorarium genieten van f 25,— en kan daarenboven zijne verschotten van schrijfbehoeften, briefporten en alle andere noodzakelijke uitgaven in rekening brengen. art. 28. Indien de quaestor in zijn betrekking als predikant afgezet wordt, zal hij van dien oogenblik af ook als quaestor ophouden te fungeren. art. 29. De secundus van den quaestor vervangt bij ontstentenis den quaestor. Bij overlijden, vertrek, aftreding schorsing of afzetting van den quaestor, zal zijn secundus, in tegenwoordigheid van een der commissarissen, onder behoorlijken inventaris, alle gelden, stukken en papieren, benevens den in art 21 vermelden kist overnemen en als quaestor optreden. VIJFDE AFDEELING. HET DOEN VAN VOORSTELLEN BUITEN DE ALGEMEENE VERGADERING. art. 30. Ieder lid heeft het regt, om aan den quaestor schriftelijke voorstellen mede te deelen, die hij in het belang der Weduwenbeurs raadzaam acht. De quaestor verzendt deze onverwijld met zijne consideratiën aan commissarissen, die ze ter kennis brengen van de algemeene vergadering, om er over te belissen. ABT. 31. Indien echter zulke voorstellen op veranderingen van het reglement of eenige bepaling van hetzelve betrekking hebben, zullen die door een viertal leden der Weduwenbeurs behooren geteekend en vóór den 1"™ ]?ebruarij bij den quaestor te worden ingezonden, die ze met zijn advies vóór 1 Maart aan commissarissen doet toekomen, om, na daarop den secundus gehoord te hebben, ze aan de algemeene vergadering in overweging te geven en daaromtrent te doen beslissen. Commissarissen zoodanige voorstellen aan de vergadering willende doen, zullen zij daaromtrent vooraf de adviezen van den quaestor en zijn secundus inwinnen. ZESDE AFDEELING. ALGEMEENE VERGADERING. ABT. 32. De algemeene vergadering bestaat uit die leden der classikale vergadering, die tevens leden der classikale Weduwenbeurs zijn. Zij wordt gehouden onmiddelijk na afloop der werkzaamheden van de algemeene classikale vergadering op den laatsten woensdag in de maand Junij. Zij wordt geleid door den oudste der in de vergadering tegenwoordig zijnde, commissarissen, terwijl de quaestor daarbij tevens als scriba fungeert. Bij ontstentenis of afwezendheid van den quaestor, neemt de secundus zijne functiën waar of een der aanwezige leden, dien de vergadering daartoe zal aanwijzen. ART. 33. In de vergadering wordt het volgende in acht genomen: 1. Worden de geëxtendeerde notulen der vorige vergadering gelezen en door den voorzitter, na door de vergadering te zijn goedgekeurd., geteekend. 2. Doet de quaestor, na vooraf den leden een kort uittreksel zijner rekening te hebben ter hand gesteld, rekening en verantwoording zijner administratie over het afgeloopen jaar, en wordt die na goedkeuring door den voorzitter, den quaestor en twee leden der vergadering geteekend. Afschrift dezer rekening zal door den quaestor gezonden worden aan het classikaal Bestuur. 3. Brengt de commissie, sub art. 22, rapport uit van hare bevinding ten aanzien van den staat of inventaris daar vermeld. 4. Doet de quaestor opgaaf der deelgeregtigde leden art. 25 , 3, waarna de uitkeering der Weduwenbeurs voor het volgende jaar (art. 16 al. 2), en zoo noodig die voor de eerstvolgende 5 jaren wordt vastgesteld. 5. Geschiedt mededeeling van de ingekomen stukken, welke op de Weduwenbeurs betrekking hebben en worden die in behandeling gebragt. 6. Worden de voorstellen, sub art. 30 en 31, in overweging genomen en daaromtrent beslist. 7. Geschieden de benoemingen, indien dit noodig is, ter vervulling der ontstane vacaturen in het Bestuur. 8. Doet de voorzitter omvrage, of iemand nog iets, de Weduwenbeurs betreffende, heeft voor te dragen. 9. Mogten belanghebbenden bij de Weduwenbeurs zich aanmelden, om iets voor te dragen, dan zal de vergadering hen hooren en, na beraadslaging, daarop besluiten. abt. 34. In zaken, die op de administratie der Weduwenbeurs betrekking hebben, zal de voorzitter in de eerste plaats den quaestor hooren. abt. 35. Voorstellen betrekkelijk veranderingen in het reglement of eenige bepaling, staande de vergadering schriftelijk ingediend, zullen tot de volgende vergadering aanhangig blijven, en daarmede gehandeld worden als sub art. 31 voorgeschreven. abt. 36. Niemand mag zich bij eene beslissing buiten stemming houden. De vergadering beslist bij meerderheid van stemmen. Wanneer de stemmen staken, zal de zaak tot de volgende vergadering worden aangehouden. In zaken, die spoed vereiscben, waaromtrent het oordeel aan de vergadering is, zal in dit geval het lot beslissen. Ieder heeft vrijheid, om in de notulen te doen aanteekenen, dat hij met een genomen besluit niet instemt. ABT. 37. Van het verhandelde zal door den quaestor aanteekening gehouden worden in een daartoe opzettelijk aangelegd Notulenboek. De concept-notulen worden vóór de sluiting voorgelezen en, na in omvraag gebragt en goedgekeurd te zijn, door den voorzitter geteekend. slotbepaling. art. 38. Dit reglement zal aan de beoordeeling van het Classikaal Bestuur onderworpen worden, om, wanneer dat Bestuur oordeelt, dat het reglement niets bevat, hetwelk in strijd is met andere algemeene of bijzondere reglementen, daarop de goedkeuring van het Provinciaal Kerkbestuur te vragen. Na goedkeuring zal dit reglement gedrukt, en daarvan een exemplaar aan het Provinciaal Kerkbestuur, aan het Classikaal Bestuur en elk der leden van de Weduwenbeurs verzonden zijnde, onmiddelijk in werking treden. art. 39. Geene veranderingen of wijzigingen in dit reglement vastgesteld, zullen in werking treden en van kracht zijn, dan nadat daarop, met inachtneming van hetgeen in art. 38 ten aanzien van het Classikaal Bestuur bepaald is, de goedkeuring van het Provinciaal Kerkbestuur zal verkregen zijn. Na goedkeuring zal ook daarvan afschrift aan het Provinciaal Kerkbestuur, het Classikaal Bestuur en elk der leden van de Weduwenbeurs gezonden worden. Aldus gearresteerd ter Classikale vergadering van 's Hertogenbosch, door die leden der vergadering, die tevens leden der Weduwenbeurs zijn, op heden 29 Junij 1870. G. H. Brand, Praeses, W. Bezemer, Scriba. Het Classikaal Bestuur van '* Hertogenbosch heeft in zijne vergadering, gehouden op heden den 28en September 1870, geoordeeld, dat bovenstaand reglement niets bevat, hetwelk in strijd is met andere algemeene of bijzondere reglementen, en mitsdien besloten op hetzelve de goedkeuring te vragen van het Provinciaal Kerkbestuur van Noordbrabant. Goedgekeurd door het Provinciaal Kerkbestuur van Noordbrabant, in zijne vergadering van 5 October 1870. '« Hertogenbosch, 28 September 1870. Het Classikaal Bestuur voornoemd, G. H. Brand, Praeses. W. Bezemer, Scriba. A. Losgert, President. J. A. van Walsem, Secretaris. REGLEMENT OP DE WEDUWENBEURS DEE Classis van 's Hertogenbosch. EERSTE AFDEELING. aard en doel der instelling. artikel. 1. Er bestaat in de classis van V Hertogeniosek eene instelling onder den naam van: Weduwenbeurs der classis van 'sHertogenbosch. Deze instelling staat onder het toezigt van het classikaal Bestuur, (art. 43: van het Algemeen reglement voor de Hervormde kerk). Hare fondsen en inkomsten worden beheerd door eenen quaestor, onder verantwoordelijkheid van zijn beheer aan drie commissarissen en den leden der Weduwenbeurs. abt. 2. Het doel van deze instelling is, om aan weduwen en minderjarige ouderlooze kinderen van predikanten, leden der Weduwenbeurs, jaarlijks eene geldelijke toelage uit hare renten te verzekeren. ART. 3. Zoolang er leden van of deelgeregtigden tot deze beurs bestaan, mogen hare fondsen nimmer geheel of gedeeltelijk tot eenig ander einde worden aangewend. Mogten de leden of deelgeregtigden te eeniger tijd uitsterven, dan zullen de fondsen aan het classikaal Bestuur overgegeven en door hetzelve worden aangewend ten nutte van de weduwen, weezen en betrekkingen van predikanten, die in de classis van 's Hertogenbosch gediend hebben. TWEEDE AFDEELING. LEDEN, HUNNE REGTEN EN VERPLIGTINGEN. ART. 4. Alle dienstdoende predikanten bij de Nederduitsch Hervormde gemeenten in de classis van 's Hertogenbosch hebben het regt om leden van de Weduwenbeurs te worden. De deelneming aan de Weduwenbeurs staat voor hen open onder de navolgende bepalingen, dat zij a. daartoe hun verlangen binnen het jaar hunner komst in de classis schriftelijk aan den quaestor der beurs te kennen geven; b. binnen ééne maand na ontvangst van het bewijs of diploma van hun lidmaatschap / 50— en, wanneer zij buiten de classis in de bediening geweest zijn, bovendien voor elk jaar van hun diensttijd ƒ 10,— in de Weduwenbeurs storten; Afschrift. Verandering of wijziging van Art. 4. b. in het reglement op de weduwenbeurs der classis van 's Hertogenbosch , goedgekeurd door het Provinciaal Kerkbestuur van Noordbrabant in dato 2 Juli 1872 N° 82. In plaats van: b. binnen ééne maand na ontvangst van het bewijs of diploma van hun lidmaatschap ƒ50. - en, wanneer zij buiten de classis in de bediening geweest zijn, bovendien voor elk jaar van hun diensttijd ƒ10. - in de weduwenbeurs storten; Te lezen: b. binnen ééne maand na ontvangst van het bewijs of diploma van hun lidmaatschap ƒ 50. - en bovendien voor elk jaar, te rekenen van den dag , dat zij in dienst zijn getreden, verloopen ƒ10. - in de weduwenbeurs te storten. Be quaestor der weduwenbeus, j. A. van WALSEN. 1