REGLEMENT VOOR EENE PROVINCIALE WEDUWENBEURS VAN DER IN D«e AFDEELIXft. Aard en doel der instelling. Artikel 1. Er bestaat in de provincie Noordbrabant eene instelling onder den naam van Provinciale Weduwenbeurs van Predikanten der Hervormde kerk in Noordbrabant. Deze instelling staat onder het toezigt van het Provinciaal Kerkbestuur. Alle fondsen en bezittingen aan die instelling toekomende , worden geboekt of ingeschreven onder den naam van Provinciale Weduwenbeurs van Predikanten der Hervormde kerk in Noordbrabant. Art. 2. Het doel van deze instelling is, om aan weduwen en minderjarige ouderlooze kinderen van 'Hervormde Predikanten, leden der Weduwenbeurs <, jaarlijks eene geldelijke toelage uit hare renten te verzekeren. Art. 3. Zoo lang er leden van- of deelgeregtigden tot deze Beurs bestaan, mogen hare fondsen nimmer geheel of gedeeltelijk tot eenig ander einde worden aangewend. Mogten de leden of deelgeregtigden te eeniger tijd uitsterven , dan zullen de fondsen, onder toezigt van het Provinciaal Kerkbestuur, worden aangewend ten nutte van de weduwen en weezen van Hervormde Predikanten, die in de provincie Noordbrabant gediend hebben en aldaar overleden zijn. AFDEEL,ING. Leden, kunne regten en verpUgtingen. Art. 4. Alle dienstdoende Predikanten bij de Hervormde gemeenten in Noordbrabant hebben het regt om leden van de Weduwenbeurs te worden. De deelneming aan de Weduwenbeurs staat evenzoo open voor de kerkelijke besturen en de leden in de gemeenten ten behoeve hunner respective Predikanten. De jaarlijksche contributie voor elk lid bedraagt ƒ10- „ Een dienstdoend Predikant van elders inkomende en lid der Weduwenbeurs wenschende te worden, betaalt bovendien ƒ 25 - „ pro introitu. Een dienstdoend Predikant die, lid der Weduwenbeurs zijnde, na overlijden van zijne echtgenoot, in het huwelijk treedt met eene vrouw die meer dan 10 jaren jonger is dan hij, betaalt voor elk jaar, dat het verschil van ouderdom meerder is, ƒ 10-,, — Deze bepaling is bij ieder opvolgend huwelijk van toepassing. Indien het verschil meerder is dan 20 jaren, betaalt hij bovendien dubbele contributie. Art. 5. Predikanten, leden der Weduwenbeurs, naar eene gemeente buiten de provincie beroepen en derwaarts vertrekkende, hebben de bevoegdheid leden te blijven onder verbindtenis van betaling eener som van/50-,, pro exitu en de jaarlijksche contributie. Zij geven daarvan vóór hunne losmaking schriftelijk kennis aan den Quaestor. Predikanten, leden der Beurs, naar eene andere gemeente in Noordbrabant vertrekkende, betalen vóór de losmaking ƒ 10 - „ aan de Weduwenbeurs. Art. 6. Een Emeritus-Predikant is geregtigd lid der Weduwenbeurs te blijven, mits de contributie voldoende, welke hij als dienstdoende Predikant gewoon was te betalen. De gelden pro exitu worden van hem niet gevorderd. Art. 7. Lid der Weduwenbeurs zal ook kunnen blijven de Predikant, die van de dienst ontzet wordt, ten behoeve van de vrouw, met welke hij tijdens de ontzetting gehuwd is en van de minderjarige kinderen, hetzij uit vroeger of uit zijn tegenwoordig huwelijk geboren en zullende geboren worden, mits betalende de contributie. Art. 8. Een Predikant, die verlangt lid der Weduwenbeurs te worden, zal daarvan binnen een jaar nadat dit Beglement is ingevoerd, schriftelijk kennis geven aan het Provinciaal Kerkbestuur. Later wenschende lid te worden, zal hij eene contributie met >/3 (een derde) verhoogd betalen voor elk jaar na de oprigting verstreken. Hij zal dan bovendien, wanneer zijne vrouw meer dan 10 jaren jonger is, voor elk jaar dat het verschil van ouderdom meerder is, ƒ 10-,, betalen» Tot lid aangenomen zijnde, betaalt hij voor het vervolg slechts de gewone contributie. Zoo mede zal ieder, die na de invoering van het Reglement in deze provincie Predikant wordt en lidder Weduwenbeurs mogt willen worden, binnen een jaar na zijne bevestiging zich tot dat einde schriftelijk tot het Provinciaal Kerkbestuur hebben te wenden. Later zich aanmeldende, zal hij boven en behalve de gelden pro introitu, voor elk jaar sedert hij in Noordbrabant in dienst is getreden tot eene contributie met y3 (een derde) verhoogd verpligt worden. Aangenomen zijnde, betaalt hij voor het vervolg slechts de gewone contributie. Indien echter het Provinciaal Kerkbestuur mogt oordeelen, dat de aanneming van de zoodanigen blijkbaar tot nadeel der Weduwenbeurs zou strekken, zal het die aanneming, na daarop het Classikaal Bestuur gehoord te hebben, waaronder de belanghebbende ressorteert, kunnen weigeren. Deze bepaling geldt ook voor kerkelijke besturen en gemeenteleden, die ten behoeve hunner respective Predikanten zouden verlangen deel te nemen. Abt. 9. De Scriba's der Classikale Besturen zullen bij de acte van lidmaatschap der classe aan elk bevestigd Predikant een exemplaar van het Reglement toezenden. Abt. 10. Wie vóór de aanvrage om emeritaat of vóór eene beroeping buiten deze provincie en welke door aanneming achtervolgd wordt, geen lid der Weduwenbeurs was, kan niet meer als lid worden aangenomen. Abt. 11. Het lidmaatschap wordt gerekend integaan met 1°. Januarij. Elk lid der Weduwenbeurs ontvangt een , door het Provinciaal Kerkbestuur en den Quaestor geteekend, bewijs of diploma. De contributien moeten vóór 1 Maart, de overige gelden binnen twee maanden nadat zij zijn verschuldigd, vrachtvrij bezorgd worden aan de Scriba's der ressorterende classes, op verbeurte eener boete van 50 Centen voor elke maand verzuim. De Scriba's zorgen dat de contributien aan den Quaestor worden overgemaakt vóór den 1 April. De overige gelden aan de Weduwenbeurs toekomende, worden door hen binnen eene maand na de ontvangst aan hem toegezonden. Abt. 12. Het lidmaatschap en bij gevolg alle regt en aanspraak op de Weduwenbeurs vervalt: 1°. Door vrijwillig bedanken. 2°. Door het langer dan twee jaren achterlijk blijven in de voldoenirg der contributien en andere verschuldigde gelden, en voor hen, die de gelden sub Art. 5 aan de Weduwenbeurs verschuldigd , niet binnen drie maanden na hun vertrek uit de provincie voldoen. 3'. Door ontzetting uit de dienst van ongehuwden en weduwenaars zonder minderjarige kinderen. III»' AFDEELINfi. Inkomsten. Abt. 13. De inkomsten der Weduwenbeurs zijn: A. Gewone. 1°. Vaste of de renten van het opterigten kapitaal. 2°. De jaarlijksche contributie der leden. B. Buitengewone. 1'. Het y3 (een derde) verhooging der contributien en de gelden pro introitu, exitu en nuptiis. 2°. Boeten. 3°. Vrijwillige giften en donatien. IT