BRIEF AAS DB LAGERE ROOMSCH-CATHOLIIE GEESTELIJKHEID. DOOR JOMfANNES MOIÏGE, fitwtitn fasioot H £atxta-$&ttt • in Stttjtfn. Schrijver van den Brief over den HEILIGEN ROK AAR DEN TM T r i e t. Te AMSTERDAM, bij VPEYTMJVGtM éc van der HALAttT. 1845. Prijs 15 Cents. Mijne Vrienden! voormalige Ambtsbroeders! Bevorens de volgende woorden ter neder te schrijven ; vroeg ik mijzelven af: zullen zij, tot welke ik mijne woorden rigt, ze willen aanhooren? Zon mijne stem niet als eene ijdele klank hunne ooren treffen ? Neen mijne Yrienden, neen mijne voormalige Ambtsbroeders! niet ijdel zal die stem tot u gesproken worden, ik gevoel het, ik ben er zeker van. Tot op dezen dag is de lagere geestelijkheid, in bijna niets gekend, omdat men hen, die de ziel, de kern van den geestelgken stand uitmaken, steeds beschouwde en nog beschouwt als zedelijk doode Jigchamen, onvatbaar voor zedelijke vrijheid. Maar gevoel van pligt en liefde voor het volk spraken in mijn binnenste en spoorden mij aan, mij tot u te wenden. Ea nn spreek ik tot n, en wel in eenen tgd dat leeken en gemeenten niet meer naar de doode letter spreken en werken , maar naar den geest der godsdienst. En waar het volk dus handelt, zouden daar de Priesters, de leeraars van het volk, als redeloos vee willen bhjven voortleven ? Zoudt gij alleen zoo diep onder het dwangjuk van Rome gebukt blijven, dat ge u niet meer uit het slijk kunt opheffen ? Zoudt gij alleen die kluisters niet kunnen verbreken ? Ik kan, noch mag zulks denken. Het zou zoo goed zijn als niet te gelooven aan de overwinning van het rijk van Christus, aan de overwinning der regtmrdigheid, aan de volmaking en veredeling van het menschelijke geslacht , die gij moet bevorderen. O, neen! ik heb betere gedachten van u, want ik heb met u geleden, en ik lijde nog met u. Ik weet wat ondragelijk juk gij allen torscht en dat dit torschen u wordt aanbevolen als een verdienstelijk werk, als echte godsvrucht, als heiligen pligt. Ik heb betere gedachten van u, omdat menigeen mij klaagde dat hij verteerd werd van smart, bij de gedachte als lage .slaaf van Rome te moeten leven; omdat ik weet hoe velen uwer vertwijfelend reikhalzen naar de ure der bevrijding. En om die reden vestig ik op u en op de onfeilbare kracht der waarheid van hetgene ik zeg, de zekerheid van eenen goeden uitslag. Ik gevoel, dat niet allen op het eerste woord, de God- en menscbonteerende kluisters van Rome's juk zullen; afschudden , en als zelfstandige Duitsehe Priesters zullen optreden, hoewel "zulks niet te bevreemden ware; maar toch voed ik de hoop, dat mgne woorden • veler koud gemoed uit den slaap zullen rukken, vele moedeloozen kracht geven, vele dwalenden op den regten weg brengen; maar toch voed ik de hoop dat velen uwer door mijn voorbeeld zullen genoopt worden het te wagen eenen stouten blik in hun binnenste te slaan, en dan met gevoel ; van weemoed en van smart over hunnen toestand, te strijden, met kracht te strijden om weder mensch — mensch te worden. En hiertoe roep ik u allen op! Menschea, ' zelfstandige menschen moet gij weder worJenl In uw belang, in het belang van onze heilige godsdienst, tot uw heil, en tot heil van uw en van mijn vaderland roep ik er u toe op ! Mannen moet gij ^worden, mannen , vol van het besef nwer eigenwaarde en van de verhevenheid uwer roeping, vol van gloeijenden , edelen ijver , om de volkeren naar hart en geest te veredelen t Mannen moet gij worden , vol Jiéfce vöor uwe zeïding 'eri tel begeerte' oni uwe medemensehen gelukkig te makend 'Stutten tooet gij worden, blakende van ijver om al uwe medeirar* gers, in hunne regten te doen deelen, mannen vol van den edelen wensch om het regt der regtvaardigheid en broederliefde voor alle menschen deelachtig te maken. Mannen vol van het heilig verlangen, om hunne gevoelens door daden aan den dag te leggen, het Woord te heiligen,: opdat alle menschen broeders , kinderen van eenen vader worden! Dat eischt uwe roeping van u 1 En wat zijt gij thans ? — slaven van den Paus ! / — Ja , slaven ! zonder gevoel van eigenwaarde, zonder gevoel voor het hooge uwer zending, —en gij durft u noemen uitverkorenen ' begenadigden, gewijde dienaren des Heeren 1 Neen , gij ' hebt in uw birinensle de aandrift niet om de eer, de zedelijke vrijheid, en de welvaart van uwe medemenschen te bevorderen; integendeel gij helpt mede om den burgeren boerenstand, onder welke gij uwe naaste betrekkingen telt, en door wiens zweet gij gevoed wordt, te onderdrukken ; gij Tloekt dien stand, zoo hij het waagt zich boven het juk van Rome te verheffen. Gij brast, terwijl burger en boer verhongeren; gij zwelgt, terwijl zij gebrek lijden J Of is dit leugen ? Zie hier eenen Bisschop met een jaarlijks inkomen van 40,000 rijksdaalders; geestelijke stichtingen met verbazende inkomsten en niet ver van daar een wever, die wekelijks met zijn gezin niet meer dan 10 stuivers kan verdienen ! Neen , gij hebt in uw binnenste geen kracht en geen lust om waarheid en licht te verspreiden en W roept gij van den kansel met huichelende woorden ! »Bij ons is alleen de waarheid, de vrede, de menschlievendheid, de beschaving en de zedelijke vrijheid. Wij zijn de ware, de onfeilbare vrienden en leer- «ars van het volk; Vertrouwt u slechts aan ons en gif zult de zaligheid na het lijden der smarten dezer wereld beërven !" Velen uwer zoeken veeleer, deels met opzet, deels in onnoozelheid, het rijk van bijgeloof, duisternis en geestelijke slavernij uittebreiden. Gij roept mij misschien toe: «Bewijzen ! Bewijzen 1" Die bewijzen zijn in menigte voorhanden. Neemt slechts: De vruchten uwer woorden en uwer daden 1 Aanschouwt uwen gewijden priesterstand: Wat diep bederf! Aanschouw het volk: Wat diepe ellendel »Een goede boom kan geen s}echte vrucht voortbrengen!" Het zedebederf van uwen gewijden priesterstand is de vrucht van uwe slaafsche dienstbaarheid ; de ellende des volks is de vrucht van uwe onderdrukking. De druk, die uwe schouders knelt, is vreesselijk, onduldbaar; want men heeft u ontroofd de vrijheid van het verstand , vim den wil, van het geweten!. Gij z'yt slaven en wilt ook , dat uwe medeburgers het zijn zullen. Uw geest is geketend door tirannieke bullen en decrëlen; de vrije vlugt van nw denkvermogen is verlamd door altoos dreigende banvloeken. Uw verstand is de slaaf geworden van uwe vrees en van nwe belangzuchtigheid. De Boomscbe Kerk, of liever Romes heerschzucht, houdt uw geloof in zulk een eng net gesloten,dat gij bij iedere nieuwe gedachte angstig vraagt : »Is zij wel regtzinnig?" Want uw verstand wordt bewaakt door duivelen, die bij de minste verheffing van uw gezond verstand uwe zaligheid bedreigen. Of hoe anders! Doet de vrees voor hel en duivel niet veelal hare stem hooren boven de liefde tot God en uwe medemenschen ? En wat beveelt men u al niet te gelooven en te leeren! Men heeft u ook beroofd van de vrijheid van uwen wil. Gij moet uwen oversten gehoorzamen en dit bevel Tan blinde gehoorzaamheid is Romers voornaamste steun J Zonder die blinde gehoorzaamheid zijn al uwe deugden onnut en zonder die blinde gehoorzaamheid zijt gij misdadigers. De roomsche kerk (o, wat liefderijke moeder!) heeft u uwe mannelijke regten ontnomen; mijn voorbeeld leere het u, dat u niet zooveel regten zijn toe* gestaan dis den geringsten arbeider , ja ,als den snoodsten misdadiger. Maar -nu, wat is die kerk ? Gij beeft voor haar en voor hare vonnissen 1 maar weet gij wel, dat gij voor u zeiven bevreesd zijt ? Want gij zijt niet minder een deel dier kerk, dan die priesters, die op bisschoppelijke zetels zitten , ja , niet minder dan de Roomsche Bisschop, dien gij Paus noemt. Weet gij niet meer, dat de ambtgenooten, welke gij thans als afgoden moet vereeren, in de eerste eeuwen van het Christendom, niets meer waren of wilden zijn, dan gij zijt? Weet gij niet, dat de Bisschoppen en Priesters toen j werden gekozen door het volk, dat met hen gelijke stem in de-vergaderingen had? In de duistere middeneeuwen had nog de lagere geestelijkheid hare kerkvergaderingen en kon zij, eenstemmig handelende, haren wil doen bovendrijven. Wat schoot haar in de 19e eeuw te doen over ? Ieder uwer durft in tegenwoordigheid van een hoog geplaatst ambtgenoot, geen vrij woord te spreken ; gij zijt niets dan blinde werktuigen! Gij hebt ten aanzien van uwe oversten geenen wil ! Herneemt dan uwe menschelijkc regten!" Maar ook den adel uwer ziel. is u ontroofd. Hij is bedorven en vermoord. Waardoor? Zou ik het niet durven noemen , uit vreeze men mij mogt verdenken? Omdat ik den oppervlakk igen beoordeelaar daardoor een wapen in de hand geef? Neen , daartoe is de zaak, die ik voorsta te groot, te edel) te heilig. Die vrijheid is de eeuwige wet der natuur , het heilige beginsel der njensohheidJjet geluk, de,.welvaart van miHiqeaen wezens, de deugd, de eer, de vrijheid van het menschdom is er aan verbppden en daarvoor wil ik.jmij aan verdenking en verkeerde beoordeeling prijs geven. Nu dan, de vrijheid van uw aanzijn is u ontroofd, doordien men u de liefde, het ,hftRfilijk, de huissehjken band verbiedt, door het verbod des huwelijks. Dat verbod verstik^ het edele gevoel van uw hart. Ja, het gebod , dat u den ongehuwden staat voorschip ^j-dije wet, wordt niet door het Evangelie geleerd, maar is met bloedige letters geschreven door den tirannieken kerkvoogd van Rome, en die wet bederft uw hart. Jjjjajrvvet verbiedt u het bezit van eene edele vrouw, die door hare liefde u edeler en gelukkiger konde maken; die wet; heroofd u van de zaligheid en de liefde, die in den boezem van een gezin alleen huist; die wet ontzenuwt uw gemoed , die wet doet de natuurdrift in u verbasteren en doet u in de armen zinken van die verachtelijke wezens, de schande van hetrVfouwelijk geslacht, waardoor zoo menigeen , tot -de». #¥ppten zedelijken val geraakt en waardoor zoo menigeen der gemeente tot ergernis verstrekt; die wet maakt u^;.in een woord, terwijl zij u den adel der mannenwaarde ontroofd, tot.... Huichelaars! En is u de vrijheid van het verstand, van den wil, van het geweten onjtroofd, wat blijft u dan nog overig, datu het leven aangenaam kan maken! Of kunnen rijkvoorziene tafels u de grootste geneugten des levens vergoeden? vergoeden , als het gekerm en de noodkreet van duizenden, uwer noodlijdende medemensehen uwe zwelgerijen verstoor)! Of smaakt soms de spijze u lekkerder als ze door het gekerm uwer u^gehongerde natuurgenooten gekruid wordt ? Gij laat u vaders en leeraars van het volk noemen; wel nu, toont, dat gij het zijt; verheft uwe medeburgers uit den afgrond van ellende, waarin zij naar geest en naar ligchaam zijn verzonken • Op u rust die verpligtjpg in de eerste plaats! Maar gij vraagt welligt: «Waarmede moeten wij helpen?" Niet door den armen met hooge zelfvoldoening een penning toe te reiken ; daarmede vernedert gij hem en kwetst dikmaals zijn gevoel van eigenwaarde, en bovendien helpt het hem zoo weinig! Maar treedt op tegen de Tijrannij van Rome's priesterschaar, roei het bijgeloof uit, dat vergift voor de vrijheid van denken en van .handelen; vernieUgshet sehandehjke juk van gewetens- en geloofsdwang, vat het zwaard aan voor de geestelijke en tijdelijk welvaart van uwejmedeburgers en gij en het volk zijt gered! Ja, verheft u, komt te voorschijn, verbreekt de kluisters uwer onmagt , uwer schande, vernietigt het weefsel der huichelarij, waarin Rome's Tijrannij u houdt besloten en wordt vrije, echte Duitsche Priesters en leeraars van het volk. Wordt dit alles, want nu zijt gij niets [ wordt eindelijk menschen! open uw gemoed voor de overtuiging, dat de priesters zijn om het volk en het volk niet, om de Priesters. Christus de stichter onzer godsdienst, de verkondiger van het gebod der. broederliefde, wil reeds Mer&# wenschdom gelukkig zien, maar wil niet dat het hier beneden Jijde naar geest en naar ligchaam opdat het namaals zalig worde — dit is een bijvoegsel verordend door Romers heerschzucht. Tracht uw gemoed, die overtuiging in te prenten en doet dan zooals uw pligt u gebiedt. Werpt den belagchehjken priestertrots, die Rome zoo goed weet aan te nemen, .van u af, en leef en werk niet voor Romers Bisschop en voor zijne satellieten, maar met en voor uwe medeburgers. Zoekt liever door brave handelingen, door gemoedelijkheid en deugd u eene eervolle plaats onder uwe medemenschen te verkrijgen , en hunne achting en toegenegenheid te verkrijgen, liever dan een winstgevend maar verachtelijk kerkelijk ambt te behouden. Schaamt u voor dien slaafschen hoogmoed, welke zich liever den voet van eenen prelaat op den nek zet, dan het vrije moedige woord van een vrij man aan te hooren. Vangt den strijd aan voor uwe eigene zelfstandigheid , en voor de zedelijke vrijheid van het volk , en datzelfde volk zal u gaarne ondersteunen. Kansel en biechtstoel, huisvertrek en school, zoo lang door u aan het bijgeloof en de slavernij van het volk gewijd , worde voortaan door u gewijd aan de veredeling en bevrijding van datzelfde volk. Door en met uw volk toeh kunt gij uwe zelfstandigheid herwinnen. "Wijdt vooral uwe krachten om de volksschool te bevrijden, en geef vrijheid aan de gemeente bij de keuze harer zieleherders ; ga met nwen tijd mede voorwaarts. Ja, nogmaals ga met het volk gelijkelijk voorwaarts én gij zult u onverwinöehjk gevoelen, gij zult wonderen doen! Vreest gij de Bisschoppen of den Paus? Gij zijt hunne kracht, zonder u kunnen zij niets, zij bouwen op uwe onmagt, op uwe domheid en op uwe lafhartigheid. Vraagt, eischt kerkvergaderingen t Houdt ze zoo als vroeger gezamelijk met het volk. Eisch dat uwe geestelijke opperheeren naar regt en wet en ntet naar willekeur regeren. Wees niet langer hunne verwijfde knechten, hunne slaven. Laat u niet bedwelmen door den glans der Hiërarchie; vallen moet en zal ze * ze is de achteruitgang gepersoonhjkt. God heeft de wereld en het menschdöm bestemd tot volmaking; CHRISTUS heeft gezegd : zijt volmaakt, gelijk als mijn vader in de hemelen volmaakt isl Laat u niet wijs maken, dat de priestermagt toeneemt, Dradat Telen tot de Roomsche kerkleer overgaan! de natie weet en zal weten dat zulks meestal geschiedt door het drijven en door het geld der Jesuiten, en wel door het geld dat die gewijde geestelijke roofbende , door den Roomschen stoel uitgezonden, aan het arme volk ont. ronselt door middel van rozekransen, door zoogenaamde godsdienstvereenigingen, en den meergegoeden door gedwongen erflatingen. Maar als het volk dit alles weet, als het overtuigd is dat het heiligste, de godsdienst, door de Roomsche stoel wordt misbruikt, dan zal het, onverzettelijk in zijnen regtmatigen toorn, Rome en deszelfe huichelende priesterschaar afzweren. Maar, werpt gij mij tegen: »Een groot gedeelte van het volk is nu meer dan ooit gehecht aan Roomsche formulieren, aanbiddend werken, snelt meer dan ooit naar de bedevaarten en laatkramen, en dat niet alleen het domme gemeen, maar beschaafde vrouwen en meisjes, en jonge geestelijken! Bewijst dat niet ten sterksten Rome's bloei en kracht 1" De verschijnselen hebben plaats, nu in de 19* eeuw, (o schande) terwijl ze in de 16° eeuw te huis behoorden! Maar die verschijnselen zijn de gevolgen van uwe lafhartigheid, zij zijn u tot vloek. Gij had den moed niet de Roomsche wolven in Duitsche schapenvachten onder de oogen te zien; gij had den moed niet aan God en aan de waarheid de eer te geven; gij hadt den moed niet uwe kerkelijke bedieningen prijs te geven voor het heil van uw volk en voor uw eigen geweten. Om deze reden konden Rome's satellieten zoo vrij in de Katholijke landen huishouden; daarom konden zij onbeschroomd heerschen, een hoogen toon voeren , bevelen, kuipen, het bijgeloof en de duisternis verspreiden; daarom konden zij heiligt- geloovige volk zoo gemakkelijk verleiden ï en -}hetzelve nevens de jeugdige geestelijkheid zoo ligt in dweeperij doen ontvlammen: daarom konden zij de grofste misbruiken als- wezenlijke kenteekenen van de* christelijke godsdienst doen beschouwen, en onzin voor waarheid doen doorgaan; slechts zelden waagde iemand zijne stem te verheffen, of waagde hij het, spoedig1 óntzónk hem den moed. Van daar dat die Roomsche dweepers den moed hebben het verlichtste deel van het volk, dat hen niet gelooft , gepeupel te noemen. Maar, wee hunner, want de dag is gekomen, waarop hun de huichelaarsmom zal worden afgerukt, waarop het geschonden vertrouwen van het volk , van de jeugdige geestelijkheid zal worden gewroken. Hunne regtmatige toorn zal vlammen schieten , «n het licht der waarheid zal helder schijnen , terwijl het rijk der duisternis vergaan zal, en de Heidensche vermolmde stoel van Rome in het slijk zal zinken! De geest der waarheid en der liefde kan niet vergaan; de geest dien chrïstos aan de kerk (niet aan Romers tijrannij) heeft beloofd en geschonken, »aie geest %al u waarlijk vrij maken.'*'' Maar gij moet om dien geest bidden en hem als geleider aannemen; dan, maar ook dan alleen, zult gij overwinnen. Doch gij vindt dien geest niet op uwe donzen kussens, op de zetels nwer luiheid; hij zal niet op u dalen als ge^op uwe zachte sofa's verwijfd ligt nedergezonken; die geest openbaart zich als altijd in en door de menschheid. Streeft met ijver naar zedelijke vrijheid, neigt nw oor naar de klagten der eerlijke armoede, let op de wenschen uwer medemenschen, en neemt hunne gebeden ter harte, en gij zult den geest vinden, hij zal zich aan u openbaren in de sterrt en het gejubel van uw volk. De volksstem eischt van u een groot, een heilig werk ; zij roept u toe: Onttrekt u aan de Godonteerende ,heidensche, tijrannij van Rome's Bisschop; heMelt, met behulp van het volk, de Christelijke Katholieke Godsdienst in al hare reinheid en eenvoudige grootheid, herstelt ze vrij van Rome's vloek, van Rome's dwang, van Rome's huichelarij. Gij moet eene Duitsche, Katholieke, eene algemeene Christelijke Kerk stichten; gij moet niet meer Roomsche maar echt Duitsche Priesters en volksleeraars worden. Zoo is de volksstem ; zult gij haar gehoor geven ? Zult gij u door menschenvrees laten weerhouden? O ik bid het u, ik bezweer het u, geeft die stem gehoor; slaat handen aan het werk, daar het nog tijd is. Ja, ik bid, ik bezweer het u, ga werken, ga handelen — en ik schaam mij het bidden niet, want de prijs waar ik om bid, is groot, is edel, is verheven. Die prijs is het behoud onzer dierbare godsdienst , de eer, de onafhankelijkheid , de welvaart van het Duitsche volk en ook gij zelve, ook uwe eigenwaarde, uwe eer , uw heil, zijn een deel van dien prijs! ', Velen uwer zullen mij toeroepen: »Maar dan zouden .wij den Paus gehoorzaamheid moeten weigeren en dit strijdt met de letter van het Evangelie. Christus toch zeide tot petrus : »Gij zijt Petra en op deze rots zal ik mijne gemeente bouwen!" ^Petrus toch is Bisschop van Rome geweest en de Paus is zijn opvolger! »Hoe, mijne broeders, legt gij dan het woord van denverheven Stichter onzer Godsdienst, naar de doode letter uit? Weet gij het niet, dat Rome steeds bedrog gebruikte en nog gebruikt en dat Romes , priesterschaar, zoo als de ge< schiedenis leert, zich van alle ongeoorloofde middelen ; bedient, als het hare magt slechts vergroot; weet gij het niet, dat het der Roomsche stoel boven alles te doen i* om magt en rijkdom! En daarom mag geen Katholiek, in godsdienstzaken vrij denken en vrij spreken, en daarom moet hij blindelings als een redeloos dier aannemen, wat de Priester hem zegt én dezen in alles gehoorzaam zijn. Ja, gij weet dit alles; gij weet ook, dat gij tegen christus weerspannig zijt, als gij het menschdom verlaagt door hen tot slaven van den Paus te helpen maken. Gij weet dit alles — en gij hebt geen moed om u uit die slavernij j losterukken; — en gij vreest uw tijdelijk bestaan te verliezen — en gij vreest kommer en gebrek! Maar die vrees past niet voor een Apostel van Christus. Gij , die Apostelen van Christus bekoort te zijn, gij moogt niets zooveel vreezen dan de vernedering van u zeiven en van uwe medemenschen , waartoe het Pausselijk juk , zoowel u als hen dwingt. Daarom is het ook uwe heiligste pligt u aan de Roomsche slavernij te ontrukken en waardige priesters voor uw volk te worden. Of zou de kracht u ontbreken om u volk gelukkig te maken? Moet gij daartoe nog ondersteund worden door eenen verwijderden Italiaanschen Bisschop — door eene buitenlandsche magt T Gij zelve kunt het beter dan een ver verwijderd kerkvorst! — Zijt gij bevreesd door uwe onttrekking aan Rome aanleiding tot oneenigheid te geven? Verre van daar, wij zijn mannen, laat ons als mannen handelen. Met mannelijke kracht en vastberadenheid zullen wij, met het volk vereenigd, eendragtig handelen , om door wel gewikte beraadslagingen, die besluiten te nemen, die voor ons behoefte zijn. Zoo handelende vervalt alle dwang en alle geweld. Oneenigheid en willekeur worden, door Rome veroorzaakt, door Rome dat geene wet kent dan pare magt en haar eigenbelang, Romes heerschzucht weert de Duitsche maagd van het altaar,, omdat haar hart eenen man is toegedaan, die niet aan Rome gehoorzaamt; door onbetamelijke eisschen en achter het scherm' der Godsdienst verborgen, beleedigd datzelfde Rome het kuische eergevoel der Duitsche maagd en jaagt haar den schaamte blos op de wangen ! Ih het midden van Duitschland durft Rome der moeder het H. Sacrament weigeren, zoo hare kinderen niet in Romes leer zijn opgevoed en zij werpt haar venijn op den vredestichter, die Roomsch en Onroomsch tracht te verbroederen. Hoe vurig de volkeren ook naar vrede verlangen — Rome wil van geen vrede hooren. De Christelijke Roomsche Stoel heeft ons eenen heidenschen dwang opgelegd. Onze godsdienst is door haar met misbruiken bezoedeld, die bijgeloof en zedebederf in de hand werken en het geloof in christds verijdelen. In de eerste plaats dus die misbruiken weggeruimd! Uit onze Duitsche bedehuizen de latijnsche taal verbannen 1 Geen zoodanig teeken meer van slaafsche dienstbaarheid aan vreemden! Zegt paulüs niet 1 Cor. XIV: 19 »Ikwil liever in de gemeente, vijf woorden spreken met mijn verstand, opdat ik ook anderen onderwijze , dan tien duizend woorden in eene vreemde taal;" en bewijst hij niet in vers 23 dat dit gebruik dwaas en onzinnig is? Weg dan met die onchristelijke handelwijze! weg met die dwaasheid! Ook de oorbiecht moet afgeschaft. Het is eene zedelijke pijnbank, eene God en menschonteerende inquisitie, makende het volk tot huichelaars en tot slaven van het Priesterdom. Hoevele duizenden worden door dit misbruik verstoken van het gebruik des H. Avondmaalsl En op welken Evangelischen grond steunt het? Het is immers eerst 12 eeuwen na Christus geboorte ingevoerd ? Al die misbruiken, door Rome ingevoerd,eo alleen doelend op afpersen van geld, moeten uitgeroeid!' Ze ondermijnen het ware godsdienstige leven, en verlagen den Priester tot Pachter en tot Tollenaar. Alleen de ware, reine, algemeene Christelijke godsdienst moet blijven* bestaan en haar hoofdgebod, het gebod der liefde moet door allen en in allen zich openbaren, niet alleen in woorden maar ook in daden. Deze regels schrijve ik dan aan u, mijne Broeders! Ik gevoel er mij toe gedrongen, door de verpligting die als Godsdienstleeraar, als Apostel der waarheid op mij rust. Zij zijn de gevolgen van de liefdé tot mijne medemenschen, van de zorg voor hunne welvaart, voor hunne eer. Zij welden uit mijn hart, tot welzijn van u allen, die meerendeels nog onder het Roomsche juk zucht. Ik heb mijn pligt gedaan , thans staat het aan u om de volksstem, de stem der Godsdienst, de stem van uw geweten al dan niet te volgen. Wilt gij haar niet hooren en blijven voortdoolen in uwe ïraichelaarij en eigenwaan, dan roep ik over u uit het driewerf: wee , wee, wee! Als uw volk later uit zijnen slaap ontwaakt, danzalhet u met donderende stem rekenschap afvragen en u vonnissen en dat vonnis zal door de geschiedenis in eeuwigdurend schrift worden bewaard , terwijl het groote werk ook buiten u zal Worden bearbeidt, ü echter, die aan de drievoudige stem gehoor zult schenken, die uit pligtbesef het zwaard ten strijde aangordt en moeite en alles ten offer brengt, u roep ik toe: Heil, zegen! * Ja , heil en zegen over u! uw eigen geweten schenke u de zalige goedkeuring; de liefde van het volk en de "durende dankbaarheid van het nageslacht zal uwen naam, tot aan het einde der eeuwen in zegening doen blijven !