0^25 ALGEMEEN GEZANG bij den H. DIENST DER MIS. Hel misgezang «Hier liegt vor deiner Majesteit» in het Nederduitsch overgebracht. Prijs 15 cents. Bij 20 exemplaren tegelijk a 12i cent. NB. De vierstemmig bewerkte orgel- of pianobegeleiding is tegen vergoeding van schrijfloon verkrijgbaar. 's gravenhage. F. J. WEYGAND & O. (l. j. lefèbre.) 1870. MISGEZANGEN. KYRIE. *) lacht. doch niet te langzaam. _ 1. Hier buigt zich voor uw aan - ge - zicnt, o Het hart tot U om-hoog ge-richt, En Heer! der Christ'nen schaar, d'oo-gen naar 'tal - taar. Toon uw ge-na, toon uw ge-duld, Ver-geef ons on-ze zon-de-schuld. bod! die ons hier ge - bo - gen ziet, Ver - stoot ons ar - me zon - daars niet! Ver - stoot ons niet! Ver¬ stoot ons zon-daars niet! *) Deze misgezangen zijn niet voor het zangkoor alleen. Het is een Algemeen gezang, waarmede dus de gemeente instemt. 2. Wij hebben, Heer! uw goed verspild Als de verloren zoon, Wij wilden niet zoo als Gij wilt; Maar Gij, zie van uw troon! Sla d'oogen neêr op onze smart, Verwerp niet een verbrijzeld hart, Onttrek ons niet uw heilgena En sla ons vol ontferming ga! En sla ons gê, Sla ons ontfermend gê! 3. Wij zijn toch uwer handen werk, Wij zijn uw maaksel, Heer! Maak Gij ons zwakken kloek en sterk Zie in genade neêr! 't Verzoeningsoffer wordt bereid En op uw outer neêrgeleid; De waarde van dat bloed is groot, Dat eens uw Zoon voor ons vergoot. Dat eens uw Zoon Aan 't. krilU vnnr. „„„ x GLOBI Blijmoedig, doch niet te schielijk.. ^ Laat Go - de *t lof-lied rij - zen Om-hoog en hier ne- neên! Moog elk zijn Naam steeds prij - zen Thans en in eeu - wig - heên! Lof, roem en dank en ee . re Zij 0, Drie - ee - nig - heid! tw M^...H*!ï ^ Ut ! 1 heer-lijk-heid, o Hee - re ! Zij door t heel - al ver¬ breid ! Zij door 't heel - al ver - breid! SANOTUS. NB. Sanctus heeft de melodie van het Gloria. Ter tegemoetkoming van den zanger is het daarnaast afgedrukt. \. Zingt: Heilig, heilig, heilig Is onze Heer en God! Zingt met al d' Engten : Heilig Zijt Gij, God Sabaoth ! Beneden en daarboven Moet elk uw majesteit Aanbidden, prijzen, loven Nu en in eeuwigheid. Nu en in enz. 2. Gezegend moet Hij wezen, Die komt in 'sHeeren naam. Hij word' alom geprezen, De wereld stemme saam: Hosanna, in den hoogen! Hosanna, Davids Zoon! De roem van zijn vermogen Duur' eeuwig als zijn troon! Duur' eeuwig enz. CREDO. Met innigheid. Lanazaam. doch niet sleepend. 1. Al-mach-tig God! in 'tstof ge-bo-gen, Be-lijdt uw schep-sel u - wen Naam. 'k Ge-loof in U, wiens al-ver - mo-gen Lens aard en he - mei nep te zaam. 'k Blijf in uw eeuw'-gen Zoon ge - loo - ven, Die van U uit-ging, Dien Gij zondt En van den heil'-gen Geest ont-van-gen, De rein-ste maagd als * u t_, ,_. Moe - der vond. 2. 'k Geloof, dat Christus is gekomen Om ons verzoening aan te biên; Hij heeft de schuld op zich genomen En hier den kruisdood niet ontzien. Hij, uit de grafspelonk verrezen, Steeg tot des Vaders troon omhoog. Eens zal Hij aller Rechter wezen En wij ook zien zijn heilig oog. 3. 'k Geloof, dat 's Heeren Geest van boven De heil'ge Kerk bestuurt en leidt, 't Is uw gena, die wij gelooven, Als 't oog den traan der boete schreit. De dooden zullen eens verrijzen; De vromen wacht een heerlijk lot. Laat, Ghrist'nen! uw gebeden rijzen Om eeuwig eens te zijn bij God. OFFERTORIUM. Met gevoel. Matig langzaam. 1. Neem aan, o Heer! de ga - ven, Ge¬ bracht door 'spries-ters hand; U vrij-den zon - de- sla - ven Dit kost'-lijk lief - de - pand. Voor zon-daars op deez' aar - de Word' dit in kruis en nood Een of - fer, hoog van waar - de, Van wijn en hei - hg brood ! 2. Neem gunstig de geschenken, O God! U aangeboön; Ontferm ü! wil gedenken Aan 't sterven van uw Zoon Hun geur klim, God en Heere Tot uwen hemeltroon En 't offer, TJ ter eere, Breng ons 't beloofde loon! SANCTÜS. Zie op bladzijde 5. BENEDICTUS. (Na de Consecratie.) Biddend. 1. Wil van uw he - mei - troon, o Va-der! In Christus tre - den wij U na - der En bién U 't kost'-lijk of - fer aan. Wij bren-gen door Hem on-ze be-den En hou-den U zijn kruis voor 'toog. Hij stierf voor ons, die zwaar mis - de - den; Nog heft Hij 't kruis Nog heft Hg 't kruis voor ons om - hoog! 2. Hij heeft voor ons zich zelf gegeven, Voor allen koos de Heer dat lot. Opdat wij eeuwig zullen leven Bekleedt Hij 't middlaarambt bij God. Wij bidden U om uw bescherming: Sta, Midd'laar! ons in zwakheid bij. Ach! dat uw lijden, uw ontferming Aan ons, o Heer! Aan ons, o Heer! niet ij del zij. A.GHSTJ& met COMMUNIO. Met gevoel. Matig langzaam. Aan - schouwt het, hoe in smar - te De Heer zijn bloed ver - giet! Ziet, hoe er uit zijn har - te De laat - ste drop - pel vliet! Hij neemt van ons de zon - de, Hij draagt al on - ze schuld: Oo - dat w'een Va - der von - den. Die 'thart met vreê ver - vult. r o Heer! ik ben niet waardig Tot uwen disch te gaan; Gij echter, maak mij waardig En hoor mijn bidden aan! Bevredig mijn verlangen, o Zielebruidegom! U-in den geest t' ontvangen. o Heilig Godslam, kom! %. Ik wil mij aan U geven, 'k Zij eeuwig G gev«jdt;-" In U heb ik het leven, In U ben ik verblijd, o Jezus, zoete spijze! Waarachtig hemelbrood! 0! sterk mij op de reize In leven-en in dood. ITE MISSA EST. Opgewekt, Joch niet schielijk. Wij za - gen 'tLam nu slach-ten, Het Wat schouw-spel mocht ons wach-ten! Wat of - fer is vol - bracht; groo-te liefd' en macht! Toon steeds U ons ge¬ ne - gen, Schenk ons het hoog-ste goed! Stroom' ons uw va - der - ze - gen Door 't of - fer te ge- moet! Stroom' ons uw va - der - ze - gen Door ± 't of - fer te ge - moet! TANTUM EBGO en GENITOBI. Statig. Met gevoel. 4. W" aan - bid-den U, o Heer! zoo goed als groot, Die bij ons zijt in 'thei - lig he - mei - brood. Hei - lig , hei - lig, hei lie! Gij al-leen zijt hei-lig! Lof en dank zij U be-reid, Nu en in all' eeu - wig - heid ! 0 Jezus, Heer! geef ons dit eng'lenbrood, Sterk ons er meê in leven en in dood! Heilig, heilig, heilig! Gij alleen zijt heilig! Lof en dank zij U bereid Nu en in all' eeuwigheid. Met de invoering van de Roomsche liturgie in de Kerk van het Westen is de taal van Rome, toen de meest beschaafde en meest algemeene, de officieele taal der Kerk geworden en tot op den huidigen dag gebleven. Hoe zou het ook mogelijk geweest zijn onder volkeren van zoo verschillend karakter eenheid van vormen en gebruiken in de openbare godsvereering te brengen en te bewaren, zonder het uitsluitend gebruik van dezelfde doode taal bij alle kerkelijke- handelingen ? Dat verreweg het meerendeel der geloovigen, de ongeletterde leeken, door dezen maatregel verstoken bleven van een rechtstreeksche deelneming aan de godsdienstoefening, spreekt van zelf. In de kerk hadden zij slechts te luisteren naar de stemmen van eenige bevoorrechten, die de kerktaal verstaande, of althans verondersteld wordende die machtig te zijn, voor en in naam der gemeente het kerkgezang uitvoerden. Het volk mocht slechts daaraan deel nemen door het luide roepen van Kyrie eleison. Zoo was het tot aan de tiende eeuw. De ontwikkeling van dichtkunst en gezang onder het volk openbaarde zich allengs in het kerkelijk leven. Reeds met de dertiende eeuw ontstaan vertalingen van de meest geliefkoosde hymnen (Veni crealor spiritus, Jesu dulcis memoria, Hymnum dicamus Domino enz.), die op de kerkelijke melodie of op een gemakkelijker volkswijs gezongen worden, 'hetzij in de namiddag- en avondgodsdienstoefening, hetzij bij bede-' vaarten en processies. De vespers bleef de geestelijkheid in het Latijn zingen. Ook aan het gezang volgende op het Graduale in de mis (sequentia), krijgt de gemeente deel en voornamelijk op Kerstmis, Paschen en Hemelvaart, wanneer men de beteekenis dier hooge feestdagen voor de geloovigen aanschouwelijk maakte, werd aan het volksgezang eene ruime plaatsgegeven. Eerst toen de macht van het volksgezang zich in zijn volle waarde vertoonde, door de verbazende uitbreiding der hervorming , deed de Roomsche Kerk het eenigszins recht wedervaren. Het gezang vóór en na de predicatie, dat van ouds een voorname plaats innam, liet men geheel aan het volk over 1) en men stond het toe, de Latijnsche misgezangen grootendeels te vervangen door hun gezang in de moedertaal 2). Ook worden op twee Synoden, gehouden te Augsburg (1567) en te Breslau (1592), «de aloude katholieke liederen, met name die, welke onze vrome germaansche voorouders zongen op deThooge feestdagen der Kerkt, uitdrukkelijk goedgekeurd en gehandhaafd. Zoo werd een rijke schat ontsloten, een ruime stof geschonken aan de gezangboeken in de moedertaal, die van nu aan, voornamelijk in Duitschland verschijnen. Sedert de vorige eeuw is daar geen bisdom, dat niet zijn eigen Gesang- und Andachtsbueh heeft, samengesteld op gezag en enkele zelfs door de hand van den bisschop, ingericht naar de orde van het Romeinsche Missale en Breviarium 3); evenwel zonder dat iets te kort gedaan wordt aan de eigenaardige gebruiken. Alle bevatten de van oudsher bekende volksliederen voor de verschillende zon- en feestdagen, misgezangen (Messandachten) en oefeningen voor den namiddag- en avonddienst {Nachmittagsund Abendandachten); vele ook een vertaling van de Latijnsche vespers. Een belangrijke afwijking van het brevier ten behoeve der leeken mag hier niet onopgemerkt blijven. In plaats dat de bekende vesperpsalmen met onbeduidende afwisseling telkens wederkeeren, zijn hier de schoonste en meest toepasselijke psalmen over de vespers van het kerkelijk jaar verdeeld. Onder de genoemde Messandachten is er een, uitmuntende door vorm en inhoud, geheel in den volkstoon geschreven, dat in al die gezangboeken aangetroffen wordt, zij het dan met eenige afwijking in tekst of melodie. Het «Hier liegt», der jeugd reeds op de school ingeprent, hoort men schier overal in Duitschland des zondagmorgens aanheffen door de geheele verzamelde gemeente; het leeft als het ware voort in het volk. Deze zoogenoemde Deutsche Singmesse, in den vorm waarin wij ze hier teruggeven, schijnt met name in de Rijnstreken en in Westfalen bekend geweest te zijn, voordat ze verscheen in de eerste drukken der hieronder aangevoerde gezangboeken 7). En wanneer de bekende Utrechtsche pastoor Willebrordus Kemp 4) een oog- en oorgetuige verhalen laat, hoe «in 't jaer 1728 te Frederikstad in Sleeswijk, te Altona bij Hamburg enz. de Hoog-misse van al het volk gezamentlijk gezongen word in de moederlijke tael» en als hij bij de bedoelde «liederen» vermeldt «een Hoogduits Zangboek, hetwelk doorgaens in alle kerken van het Noorden gebruikt word, zoowel in Frederikstad als te Noordstrand*, dan zal hij wel ons misgezang op het oog gehad hebben. Althans in de oudroomsche kerk op Nordstrand werd het «Hier liegt» tot nog voor zeer korten tijd gezongen uit het Munstersche gezangboek, waarin het op de eerste bladzijden staat afgedrukt. Michaël Haydn (1737—1806), een jongere broeder van den beroemden Joseph, wien de melodie ten onrechte wordt toegeschreven 5), heeft slechts gebruik gemaakt van den toen reeds bekenden tekst 6). De melodie van de bij deze mis gebruikelijke Benedictie is van zijne hand. 1) Michaël Vehe's aGesangbüchlein» van 1537, bevat slechts gezangen «oor und noch der PredigtD op de zon-en feestdagen van het kerkelijk jaar. 2) Niet om het Latijn af te schaffen, «maar veeleer opdat door deze vergunning de eenvoudige, ongeletterde man voor de heilige christelijke Kerk moge behouden worden», zegt Joh. Leisentritt in de voorrede van zijn gezangboek van 1567. Het bevat liederen cc so vor als riach der Predigt, auch bei der h. Communion und sonst in dem Haus Gottes». Op latere titels leest men: «.auch bei dem Ampt der h. Messet). 3) Evenzoo Het Paradys der Geestelycke en kerckelyke Lofsangen op de principaelste Feest-dagen des gheheelen Jaers, geplant door Salomonem Theodotum (Gillis Haefacker, pastoor van IJsselstein); van 1621 af achtmalen herdrukt met kerkelijke goedkeuring. 4) Voorrede van De Vesper en van alle de Zondagen en Heilige dagen enz. door W. K. Tot Utrecht, bij Cornel. Guilel. Ie Febvre, 1729, blz. 25 en 52. Afzonderlijk overgedrukt zonder titel of jaartal als Verhandeling over het vieren van de zondagen en heiligedagen. Zie aldaar blz. 30—33. 5) Vorbemerkung van Die Deutsche Singmesse (Hier liegt vor deiner Majestat) mit Orgelbegeleitung vierstimmig ausgesetzt von Joseph Klein. Köln, 1842. 6) Michael Haydn's Deutsches Hochamt (Hier liegt vor deiner Majestat) für Stadt- und Landkirchen. Für die Orgel und die gewöhnlichen vier Gesangstimmen. Zweyte Auflage. Wien, in Tobias Haslinger's Musikverslag. De uitgever merkt in een voorwoord op, dat «deze mis, die ook éénstemmig gezongen wordt, niet alleen in den Oostenrijkschen keizerstaat en in het katholieke Duitschland bekend is, maar zelfs tot in Ierland». Deutsches vollstandiges Hochamt mit den gewöhnlichen vier Gesangstimmen, zutey fförner und die Orgel, zum Gebrauche für Stadt und Land, in Musik gesetzt von Johann Michael Haydn, hochfürstlich-Salzburgischen Conzertmeister. Zweyte Aufl. Salzburg, 1797. 7) Men vgl. voor het Keulsche aartsbisdom, Kólnisches Gesangund Andachtsbuch zum Gebrauche bei den gemeinsamen Mess- und Nachmittags-Andachten katholischer Gemeinden. Unter Mitvoirkung mehrerer Pfarrer der Erzdiöeese Köln herausgegében von Albert Gereon Stein, Pfarrer zur h. Ursula in Köln. ÏO Aufiage, 1865. Mit Genehmigung der hochwürdigen geistliehen Obrigkeit. Aldaar in het tweede gedeelte, Erste allgemeine Messandaeht; in het eerste, Strophen zum sacramentalischen Segen, gezang 106. Voor het Triersche bisdom, Gesang- und Gebetbuch für die Diözese Trier. Herausg. vom bisehöflichen General- Vicariat. Trier, 1846. Aldaar: Messgesdnge, I. Zum h. Segen, III. Voor het bisdom Munster (en noordelijk tot in Sleeswijk en Holstein), C. B. Verspoell's Gesdnge und Gebete beim katholischen Gottesdienste Neu durch gesehene, vermehrte Ausgabe. Mit bischöflicher Approbation. Münster, 1860. Aldaar Erster Messgesang. Zum h. Segen, gezang 66. Voor het overige Westfalen, het ook meermaals herdrukte Der h. Gesang oder vollstandiges katholisches Gesangbuch für den öffentlichen Gottesdienst und die haüsliche Andacht. Herausgeg. von M. L. Herold, weiland Pfarrer zu Hoinkhausen im Herzogth. Westfalen. Mit Gutheiszen der hoehwürdigsten geistliehen Behörde, Arnsberg. Aldaar Auf das Fest der h. Dreifaltigkeit. Gezang 142: zum h. Segen en 143: Hier liegt. Voor het bisdom Breslau (Silezie), Katholisches Gesang- und Gebetbuch zum Gèbrauch bei der öffentlichen und haüslichen Gottesverehrung, so wie in Schulen, gesammelt und herausgegeben von K. Deutschmann. 4* vermehrte Aufl. Mit Genehmigung eines hochwürdigen Fürstbischöflichen General-VikariatAmtes zu Breslau. Aldaar Sechster Messgesang auf die Sonnund Festtage. Gesdnge zum Segen, gezang 23. Voor het vroegere bisdom Constanz, Christ-katholische» Gesang- und Andachtsbuch zum Gebrauche bei der öffentlichen Gottesverehrung in dem (ehemaligen) Bisthum Constanz, 28eoriginal Aufl. Freiburg i/B. Aldaar Aügemeiner Messgesang für alle Zeiten. Segensgesange, 1. Melodien zum er sten Theile des Diözesan-Gesangbuches für das Bisthum Constanz, oder Gesdnge für den vormitlagigen Gottesdienst. Freyburg und Constanz. Aldaar ErstesHeft, An den Sonntagen Septuagesima, Sexagesima, Quinquagesima. Zweytes Heft, Das Amt der hl. Messe an Werktagen auszer der Advent-, Fasten-, Oster-, und Pfingstzeit. Ook Ch. Schnijder heeft in zijn Katholisches Gesangbuch. Eine Sammlung katholischer Gesdnge für vier Singstimmen. Zweite Ausg. Lucem 1857, van deze misgezangen gebruik gemaakt. Natuurlijk vermelden wij alleen de gezangboeken die ons ten dienste stonden. B BLIOTHEEK VRIJE UNIVERSITE I