CB 11888 IETS OVEB DE FORMULIEREN VAN EEREDIENST BIJ DE HERVORMDE KERK €en ïteoarb tat öc Gemeente. TE GRONINGEN, BIJ P. VAN ZWEEDEN. 1853. IETS OVEE DE FORMULIEREN VAN EEREJHENST BIJ DE HERVORMDE KERK MM WKDERLAND. EEN WOORD TOT DE GEMEENTE. TB GRONINGEN, BIJ P. VAN Z W E E D E N. 1853. IETS QVEB DE FORMULIEREN VAN EEREDIENST BIJ DE HERVORMDE KERK IN NEDERLAND. —«:5»e:3s«M— Achter uwe Kerkboeken vindt gij , behalve den Katechismus en de Belijdenis des geloofs van de Hervormde Kerk in Nederland, die met de Canones der Dordsche synode, onder den naam van Formulieren van Eeriigheid bekend zijn, eene verzameling van geschriften, getiteld: De Liturgie der Hervormde Kerke in Nederland. Zij bestaat I». in Christelijke gebeden, die in de vergaderingen der geloovigen en elders gebruikt worden: 1. Gebed des zondags vóór de predikatie. 2. Een gebed voor allen nood der Christenheid': des zondags na de predikatie. 3. Een gebed voor) . , . _ . i de leer van den Katechismus. 4. „ „ na ) 5. Een kort gebed voor; , „ \ de predikatie m de week. 6. „ „ na S 1 7. Het morgen ) d 8. „ avond \ 6 9. Een gebed voor J de hande]i des kerkeraadS. 10. „ „ na S 11. n voor de vergadering der Diakenen. 12. Het gebed voor j ^ ^ 13. „ „ na | 14. Gebed i voor de kranke en aange- 15. Nog een gebed \ vochten menschen. II. 1. Formulier om den H. Doop te bedienen aan de kleine kinderen der geloovigen. 2. Formulier om den H. Doop te bedienen aan bejaarde personen. 3. Formulier om het H. Avondmaal te houden. 4. van de Ban of der afsnijding van de gemeente van Christus. 5. „ van de wederopneming der afgesnedenen in de gemeente van Christus. 6. om te bevestigen de dienaren des Godlijken woords. 7. ' om te bevestigen de ouderlingen en diakenen. g. lj om den huwelijken staat voor de gemeente van Christus te bevestigen, terwijl er volgt: De zieken-troost. Troostelijke spreuken om in doodsnooden te bidden. Zou eenige inlichting hierover aan de Leden der gemeente ongepast of onwelkom zijn? Wij hopen neen. OORSPRONG DER FORMULIEREN VOOR DE EEREDIENST. Het is in het jaar 1566 dat onze Vaderlandsche Hervormde gemeenten door Petrus Datheen werden begiftigd met een bundel van Formulieren , (I. Van den H Doop, waarop volgt II. Een corte ondersoekinge des geloofs voor degenen die sich tot de gemeente begeven willen. III. Van 't H. Avondmaal. IV. Van de Bevestiging des Huwelijks.) en dertien gebedén. Hij had dien toen laten drukken achter zijne Psalmberijming en de vertaling die hij had gegeven van den Heidelbergschen Katechismus. De oorspronkelijke steller dezer Formulieren en gebeden, was hij echter niet. Dathenus was ten dien tijdè geplaatst als predikant bij de Nederduitsche Hervormde gemeente te Frankenthal, waar zoo als bekend is, door Frederik, Keurvorst van den Paltz, aan de uit ons Vaderland gevlugte Hervormden herberg werd gegund sinds het jaar 1554. Hij had dit werk grootendeels ontleend aan de Liturgische Schriften, die sedert 1565 in den Paltz werden gebruikt. Met dezen nam hij veel over uit de Genee/sche Liturgie, uit de Christelijke Ordinantieen van Martinus Micron en van het uitvoerige werk dat de beroemde Johannes a Las co, ten dienste der Nederduitsche Hervormde gemeente, die onder Eduard VI zich te Londen gevestigd had, gaf. Daar het achter de psalmberijming en Katechismus geplaatst werd, werden deze Formulieren langzamerhand bekend en gebruikt. In 1574 werd op de Synode van Holland en Zeeland, te Dordrecht het Formulier des Doops, dat eerst uitgebreider was, merkelijk bekort even als het gebed des zondags na de predikatie. Deze geschriften werden vermeerderd met de vier Formulieren van de bevestiging der predikanten , — ouderlingen en diakenen*, — en van de afsnijding van en wederopneming in de gemeenten, die wij aan vaderlandschegodgeleerden , wier namen echter niet bekend zijn, hebben te danken, en die in 1590 werden uitgegeven. De Ziekentroost, waarbij de verzamelingen van troostelijke spreuken den kranken in hun uiterste dienende behooren, is aan te merken, niet als liturgisch geschrift, maar als een uittreksel uit een grooter werk van den pred. C. van Hille, waarvan de opname aan de boekdrukkers door de synode is toegestaan. In de synode te Dordrecht gehouden in 1618 en 1619 is de reeks dezer geschriften aan herziening onderworpen en vermeerderd met het Formulier om den doop te bedienen aan bejaarde personen'en drie gebeden, één voor, één na de handelingen des kerkeraads, één voor de vergadering der diakenen. Van 1817 dagteekenen de 3 vragen voor de openbare bevestiging van nieuwe lidmaten der gemeente en de vragen bij de voorbereiding van het Avondmaal, die echter, schoon eenigzins anders, in Groningen en Friesland, sinds het midden der vorige eeuw reeds werden gebruikt. HET DOEL DEK FORMULIEREN. De naam Liturgie is ontleend aan een Grieksch woord, dat wij door eeredienst gewoon zijn te vertalen en waardoor wij den bepaalden vorm der kerkelijke handelingen, zoowel betrekkelijk de godsdienstoefeningen als bijzondere kerkelijke verrigtingen verstaan. Als er van de Liturgische Schriften wordt gesproken, dan verstaat men daardoor de voorschriften en de Formulieren, waardoor de eeredienst wordt geregeldVan dergelijke Formulieren werden in de verschillende Christelijke kerken reeds in vroege eeuwen sporen gevonden. — Eome, dat op uitwendige eenheid den hoogsten prijs stelt, verlangde, dat de openbare godsdienstoefeningen overal op dezelfde wijze zouden plaats hebben en gaf dergelijke Formulieren in menigte om de eeredienst te regelen. De Hervorming deed de behoefte gevoelen om ook déze te veranderen en te zuiveren van veel verkeerds. In ons kerkgenootschap werd aan de leerdienst wel een grootere plaats ingeruimd, maar de eerdienst geenszins uit het oog verloren. En werd bij de regeling hiervan aan den voorganger in elke gemeente meerder vrijheid gelaten — ter bevordering van zekere eenparigheid in de openbare godsdienstoefeningen en ten dienste zoowel van leeraars als gemeenten werd het nuttig gekeurd, dat dergelijke Formulieren werden ingevoerd. DE GEEST DER FOR3IULIEBEN. Wij behoeven de Formulieren van kerkgebeden als van kerkplegtigheden en godsdienstige handelingen slechts in te zien, om ons te overtuigen van den echt Christelijken zin, die ze heeft ingegeven. Men moet inzonderheid bekend zijn met de wijze van bidden, waarmede eenigen tijd later, de kansel werd ontluisterd en de gemeente weinig gesticht, om aan den geest waarin deze gebeden gesteld zijn, hulde te doen. Zij zijn wat zij heeten: Christelijke gebeden; en dat is een lofspraak. Werden er ,,bloemhoven van gereformeerde gebeden" verlangd en uitgegeven, waarin in elk gebed, bij welke gelegenheid ook, bij lijden en sterven, de kenmerkende leerstukken der Hervormde kerk werden ingelascht, — hier bestaat geen spoor er van. Duidelijkheid en eenvoudigheid zijn hunne kenmerken. Boven alle munten in innigheid en kracht uit de gebeden in de Formulieren voor Doop en Avondmaal. Een geest van mildheid spreekt uit alle deze geschriften. Pas ontworsteld aan de heerschappij des Paus doms en dagelijks aan de vreeslijkste vervolgingen om hun geloof ten prooi, wisten de stellers zich te onthouden van uitdrukkingen, die ook maar in de verte kwetsend konden zijn voor de Eoomschgezinden en in strijd zouden zijn geweest met het doel der eeredienst. Vermeden is hier ook alles wat aan strijd tusschen de onderscheidene Protestantsche gezindten zou doen denken. Datheen had in navolging van de Paltzische godgeleerden , dan ook de Zwinglianen door het gebruik van 't werk van a Lasco en Micron, en de Calvinisten door dat der Geneefcche Liturgie in deze schriften zoeken te bevredigen. Te vergeefs zoekt men dan ook in de formulieren datgene wat de Dordsche vaderen als het meest gewigtig leerstuk (cor ecclesiae) hebben genoemd, de leer der praedestinatie. Geen beperkingen der genade Gods; — geen verdeeling in algemeene en bijzondere; niets van dat angstvallig onderscheiden, waarop men later zoo overal gesteld was. De praktijk van het Christendom komt op den voorgrond. Bewijs dat men hier niet met het leerstelsel de gemeente zocht op te bouwen en God te verheerlijken. Zelfs de Dordsche vaderen hebben zich gewacht de meest geliefde leerstukken te voegen bij de oude formulieren en er de nieuwe niet mede bezwaard. HET GEBBUIK DEK FORMULIEBEN. Kon de geest in de Formulieren heerschende aan allen welkom zijn ? Geenszins. Reeds terstond toen in 1566 Datheen de Formulieren en gebeden aan de gemeente had aangeboden, verhieven zich stemmen tegen de regtzinnigheid der geschriften, en het blijkt uit de geschiedenis, dat ook de vaderen, even als de kinderen, op verre na niet zoo eenstemmig waren in het goedkeuren van den arbeid hunner dagen, als de laatste, door onkunde verblind, somtijds willen doen voorkomen. De strenge Calvinistische partij, die in later tijden de psalmberijming van Datheen niet wilde laten varen voor een betere — en vervolgens zich tegen het gebruik van Evangelische gezangen aankantte, betoonde zich over Datheen 's formulieren geenszins tevreden. De Synode te Wezel in 1568 gehouden, besloot daarom dat men zich aan de gebeden niet zou houden maar de Geneefsche liturgie zou volgen, en verlangde in plaats van de Formulieren van Doop en Avondmaal door Datheen, het gebruik van die, welke door Micron waten uitgegeven. De groote invloed van Datheen, — de opname dezer geschriften achter de vertaling van het N. T. en den Katechismus — de druk der tijden , die het opwerpen van godsdienstige twistvragen verbood , alles werkte mede om aan de formulieren ingang te verschaffen. Intusschen meene men niet dat alle predikanten en gemeenteleden van nu aan evenzeer met de formulieren waren ingenomen. Wat de formuliergebeden aangaat: hiertegen had reeds dadelijk menigeenin de gemeente bezwaren, die zich aan dergelijke banden niet wilde laten binden — of hierin een overblijfsel van de gehate Eoomsche gebruiken opmerkte — of het lezen er van in strijd keurde met den geest des Evangelies, dat een vrije uitstorting des harten verlangde. Velen konden het daarenboven niet goedkeuren, dat de leerstukken die de Dordsche Synode op den voorgrond had gesteld niet ook bij hare revisie en het regelen der Liturgie, in de verschillende formulieren , zoowel van de gebeden als van de plegtigheden der kerk door haar waren opgenomen. Van hier dan ook nu en dan veranderingen, weglatingen, bijvoegselen , bij het lezen, ten deele op, ten deele tegen het verlangen der gemeenteleden, door de leeraars. Maar van hier ook gedurig maatregelen door de Synoden, die op de onveranderde letterlijke voorlezing steeds krachtig bleven aandringen. Algeineener werd de tegenstand , toen in het jaar 1674 Johannes Koelman openlijk de liturgische geschriften aanklaagde als in tegenspraak met Gods Woord en onregtzinnig en veel te algemeen. Aan zijne zijde voegde zich de bekende schrijver van het werk: de Redelijke godsdienst, Willem a Brakel, — en hoe groot de invloed was van dezen bij velen tot op onze dagen , behoeft niet herinnerd te worden. Van nu aan begonnen de leeraars zich van het gebruik der formuliergebeden te onthouden, zoodat vóór de tweede helft der vorige eeuw algemeen reeds deze gebeden niet anders dan uit de kerkboeken waarin zij nog steeds werden opgenomen , werden gekend. Wat met de formulieren der gebeden plaats had kon met de andere niet zoo gemakkelijk geschiedenKrachtiger werd aan deze de hand gehouden, ofschoon er het verwijt van onregtzinnigheid even zeer op werd toegepast en de ziekelijke zin van velen 'de gezonde krachtige spijs met weerzin zich zag aanbieden , die zij niet kon verdragen. Werden andere formulieren , als die van de ban en de wederopneming in de gemeente, weinig of niet, en werden de overige of minder - gebruikt of minder belangrijk geacht door de gemeente: — de formulieren van Doop en Avondmaal als het meest gebruikt, gaven het meest aanleiding tot verschil in de gemeente. Men had nu mannen van de meest tegenovergestelde rigting, die hunne verschillende opvatting in de for- muiieren meenden te lezen en de betwiste uitdrukkingen verklaarden naar en ten voordeele van eigen zienswijze. Door die verschillende verklaringen bleek het echter dat de bedoeling der stellers niet algemeen duidelijk werd begrepen. Het doel waartoe de formulieren waren opgesteld, werd voorzeker alzoo niet zelden miskend. De synode van 1817 gaf op de bedenking over het raadzame van het opstellen van nieuwe of 't veranderen der oude formulieren tot antwoord, dat zij daardoor de Leeraars vreesde te belemmeren en den geest aan nieuwe banden te leggen en gaf hun volkomen vrijheid om de gewenschte veranderingen bij het lezen daarin te maken. Later hebben zich stemmen voor en anderen tegen het gebruik van formulieren verheven. De alleszins bevoegde J. A. M. Mensinga, wien wij zoo gaarne aan het vaderland zagen hergeven, dringt op eene herziening er van aan. Enkele proeven van herziening zijn reeds gegeven. Zoo was door besluit van den grooten kerkeraad te Groningen op den 6 Januarij 1813 het Formulier van kerkelijke inzegening van een wettig voltrokken huwelijk gearresteerd , dat met toejuiching is ontvangen en elders ook wordt gebruikt. In de vergadering der Geldersche Predikantenvereeniging in 1848 werd eene proeve van een'nieuw Doopsformulier medegedeeld, die in het Verslag door haar gegeven, is opgenomen. Boven onzen lof i§ de „Proeve eener Herziening der meest gebruikelijke formulieren der Nederlandsche Hervormde kerk te Groningen bij A. L. Scholtens" in 1850 uitgegeven. De geleerde Schrijver vereischt den grootsten dank voor het zoo gelukkig volbrengen van een uiterst moeijelijk werk. Maar zeker zou die arbeid nog meer aan het doel beantwoorden , als in een klein formaat b. v. van de N. Testamenten , de Formulieren voor de Eeredienst afzonderlijk werden verkrijgbaar gesteld. Menig predikant , die nu deze zoo gaarne zou gebruiken, wordt hiervan weerhouden door het ongepaste om uit een vrij lijvig boek in gr. 8vo de herziene formulieren voor te lezen. Mogt de wensch hier voorgedragen, spoedig verwezenlijkt worden 1 DE WAARDE DER FORMULIEREN. Er zijn drie eeuwen verloopen sinds deze formulieren werden opgesteld. Hoog is de waarde, die wij er aan toekennen als gedenkteekenen van den eersten tijd der Hervorming en als de bewijzen van den geest-, waardoor de stellers zich lieten besturen. Eerwaardig zijn zij ons als de openbaringen van den helderen waarheidzin, het levendig geloof en den gematigden geest die hieruit spreekt, en dat des temeer, wanneer wij opmerken, in welke tijden zij geschreven zijn. Maar zou er ergens eenige gemeente meenen dat ook deze geschriften als onfeilbaar worden beschouwd? En is iedere verandering, ieder bijvoegsel of weglating als zonde te beschouwen ? Zoo kan alleen de onkunde oordeelen. Immers — zullen wij deze geschriften beschouwen als de uitdruk- king van het geloof onzer vaderen — wij mogen niet vergeten, dat er reeds verscheidenen waren, die bij de pogingen om ze intevoeren zich er tegen verzetteden. En hij, die in den tegenwoordigen tijd aan deze formulieren zich niet binden wil, kan zich hierbij evenzeer op vrome vaderen beroepen als hij die ze aanneemt Het minst zal hem 'dit regt kunnen worden betwist door de partij van achteruitgang, die ons tot de eerste eeuw der Hervorming wil terugvoeren. Het waren de geestverwanten van deze, het was de partij, die zij 'thoogst vereert en die zij uitsluitend bedoelt als zij van de vaderen spreekt, — het was de partij, die zij zich voorstelt als de Nederlandsche Hervormde Kerk, die het luidst tegen de formulieren zich verzette, omdat zij er niet streng genoeg hare Calvinistische begrippen in uitgedrukt maar met die van Zwingli vermengd zag. Is de streng Calvinistische partij onzer dagen eenstemmig met die van den vroegsten tijd, dan zal zij evenmin als hare vaderen de liturgische formulieren blindelings roemen en aannemen. Dan zal zij het moeten uitspreken, dat de mannen, die ze stelden en aannamen, niet genoeg Calvinistisch, niet genoeg gereformeerd in den zin, waarin zij dat woord gebruiken , waren , dat zij te algemeen, d. i. niet beperkt genoeg, te vrij van dogmatisme waren. De geest der Formulieren is de hunne niet. En hoe kunnen zij het dan eischen dat anderen hulde doende aan den voortreffelijken geest, die er in doorstraalt, en gebruik makende van de vrijheid, hun door een la- tere Synode van 1817 toegestaan, hier zich grootere of kleinere uitlatingen, daar veranderingen veroorloven en pogingen aanwenden om ze geheel herzien te krijgen? De stellers der Formulieren zouden dezulken gewis niet als vreemd van hunnen geest beschouwen. Wij zouden niet hebben noodig geoordeeld dit te schrijven, dat zeker voor eiken kenner onzer kerkgeschiedenis overtollig is, indien wij niet meermalen in de gemeenten de vrijheid om de Formulieren voor de eeredienst te veranderen, aan de Evangeliedienaars hadden zien betwisten, indien er bij de .bediening van Doop en Avondmaal vooral niet menig een, die zich wijzer waant dan anderen, met de .Formulieren voor zich, naauwkeurig luisterde naar de voorlezing van den predikant, en uit iedere afwijking aanleiding nam, om zijne regtzinnigheid in verdenking te brengen. Men heeft in onze dagen zoo dikwijls het woord „Formulier" hooren bezigen, en weet nu dat het al of niet blindelings volgen van deze als een kenmerk van iemands regtzinnigheid wordt gehouden. Wat is gemakkelijker dan de lezing van Doop- en Avondmaalsformulieren door den predikant, te volgen en daarnaar te oordeélen ? Intusschen weet menigeen niet dat wanneer er van Formulieren van Eenigheid gesproken wordt, als waaraan de Hervormde gebonden zou zijn , hiermede nimmer gedoeld kan worden op de Formulieren voor de Eeredienst of Liturgische schriften, en dat men aan deze laatste nimmer eenig leeraar heeft willen binden. Getuige dat het in onbruik komen van de Formulieren van Kerkgebeden waaraan de drijvers van kerkelijke regtzinnigheid, mannen als Brakel die nu nog bij de partij in hooge achting staan, wel het meeste aandeel hebben gehad; getuige dat hunne aanmerkingen op de overige formulieren gemaakt, die als uitvloeisels van gehechiheid aan de regtzinnige kerkleer werden bekend gemaakt en door velen aangenomen. Staat dit alles der gemeente helder voor den geest, dan zal zij zeker de beteekenis der formulieren beter begrijpen en de kracht er van tot vermeerdering van het plegtige van onze eeredienst erkennen. Zij zal er prijs op stellen, en zich wachten voor gebrek aan eerbied, dat daar heerschende wordt, waar men het doel miskennende der formulieren en tegen den geest der vaderen, er banden van maakt voor den predikant. En zal zij zelve, waar zij ingelicht wordt door de voortreffelijksten onder hare Leeraren, ten aanzien van het gebrekkige dat dit werk der vaderen aankleeft, niet den wensch openbaren dat, met verwerping van het geen minder gepast, duidelijk of juist is in inhoud en vorm, maar met behoud van den voortreffelijken geest, onze formulieren in overeenstemming gebragt worden met de behoefte van de Vaderlandsche Kerk in deze dagen? Bij p. van zweeden te Groningen is verschenen: I. Beknopte geschiedkundige inleiding tot den Heidelbergschen Katechismus, ten dienste van hen die de prediking over den Katechismus bijwonen 27 Cts. de 25 Exempl ƒ5,00. II. Kleine gebeden (in rijm) voorkinderen. Een geschenk van Moeder. 5 Cts. de 25 Exempl. . . • ƒ1,00. III. Verzameling van Albumversjes en bloemenspraak, 3de vermeerderde druk. ƒ0,30. IV. Julius Keil, De Dorpspredikant. . . . ƒ1,50. V. Dr. R. Bennink Janssonius, deRomano Catholicorum, qui vulgo Jansenistae dicuntur, historia et principiis. t .... /1,50. VI. Gruno's Zegefeest, den 28 Augustus fOflb. VII. Jonge dooden. Zuchten en zangen. Aan wee- nende Moeders opgedragen. ... • ƒ0,60. VIII. Lentebladen . • • Z1,50- IX. -< Legenden van Herder ƒ1,20. X. Vrouwenleven. Zangen des geloofs en der liefde, in ultramarijn verguld op snee. . . ƒ1,50.