KORT VERHAAL van den MKÏLIIEN STRIJD TE AMSTERDAM, in de eerste dag-en van Januari 1886. Brief aan het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Holland, van eenige nietgeschorste Kerkeraadsieden. MET TWEE BIJLAGEN. Amsterdam, J. H. KEÜY T. 1886. Prijs 25 Cents. KORT VERHAAL van den KERKELIJKËN STRIJD TE AMSTERDAM, in de eerste dagen van Januari 1886. Brief aan het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Holland, van eenige nietgeschorste Kerkeraadsleden. MET TWEE BIJLAGEN. Amsterdam, J. H. KRUYT. 188C. Cb - * l Aan liel Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Holland, don Sr k!nn6n. C]6 ?,uler"eteekc]Klen, allen leden van den Kerkeraad der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Amsterdam, het navolgende: Op den 21-» December 1885 zijn de leden van den Kerkeraad dier gemeente samengeroepen tot eene Algemeene Kerkeraadsvergadermg welke gepresideerd werd door Ds. P. C van der Hokst. Op het convocatiebiljet was als punt 1 vermeld : „Missive van het Classikaal Bestuur, verzoekende inlichting omtrent het op 14 December 1.1. genomen besluit, in zake het reglement voor de Commissie tot het Bestuur over de Kerkgebouwen Goederen , Fondsen en Inkomsten der Gemeente." ~ }°en k'okkeslag kwartier over zevenen bleek dat nog een lid aan het vereischte getal leden ontbrak , sloot de °g-lioewel «»««« De Voorzitter liet na om, naar de constante gewoonte nededeeling te doen van de ingekomen stukken .zelfs van den inhoud van den straks meê te deelen brief. Wel is on aandrang van een ouderling die brief voorgelezen, doch eerst na het sluiten der vergadering, en niet aan de vergadering miï'n f " ft0Ud' g6ljik Zal bliJken' eel1 fatale termijn Die termijn is door den Voorzitter verzwegen, zelfs aan den Subscriba, met wien hij gewoon is de agenda op te maken bedeeld S hinkomen der missive heeft mede¬ gedeeld. Die Subscriba behoort tot de later geschorsten den SLrg:dermg WCr(! dT°°r den ^orzitter, niettegenstaande en fatalen termijn van 1 Januari, verdaagd tot 28 December navolgende^ inhoifd ,W de "«««leeld, zijnde den Amsterdam, 15 December 1885. Aan de Algemeenen Kerkeraad der Nederduitsche Hervormde Gemeente alhier. Wel Eerwaarde en Eerwaarde Broeder»! Het Classicaal Bestuur van Amsterdam heeft kennis bekomen, dat er in Uwe Vergadering van den 14den en van den 7d('n dezer besluiten met betrekking tot het Bestuur over de Kerkgebouwen, fJoederen, Fondsen en Inkomsten der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Amsterdam, genomen zijn, als waardoor de leden die er vóór gestemd hebben, zich aan meer dan ééne verkeerdheid schuldig gemaakt zouden hebben. De Algemeene Kerkeraad, bovengenoemd, is zeer zeker in de wijze van bestuur dier eigendommen volstrekt onafhankelijk van eenig ander Kerkelijk Bestuur. Het Classicaal Bestuur heeft dan ook daaromtrent niets te zeggen. Maar de opmerking zal evenmin noodig zijn, dat de leden van Uwen Raad ten allen tijde en in elke zaak zedelijk verantwoordelijk zijn voor de besluiten, die zij nemen, en mitsdien censurabel voor het bevoegde Kerkelijke Bestuur. Aangezien nu aan de tucht des Classicalen Bestuurs zijn onderworpen alle leden van Uwen Raad, en het zijn plicht is, de bedoelde bezwaren te onderzoeken, zoo vraagt het bij deze van U ; 1°. Afschrift van de genomen besluiten, zooals deze in Uwe notulen voorkomen. 2°. Een exemplaar van het Algemeen Reglement en Instructie van de Commissie tot het Bestuur over de Kerkgebouwen, Goederen, Fondsen en Inkomsten der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Amsterdam, met een afschrift of afdruk der door die Besluiten vastgestelde Wijzigingen en Bijvoegingen in dat Reglement; 3°. Opgaaf van de namen der Afwezige, èn der voor èn der tegen gestemd hebbende leden, bij de beslissende eindstemming; 4°. Alle inlichtingen, die Gij zelve noodig acht. Te zenden vóór den lsten Januari 1886 aan het adres van den laatst onderteekenden (Prinsengracht 688, alhier). Vóór het verstrijken van den aangeduiden termijn geen bevredigend antwoord ontvangen hebbende, zal het Classicaal Bestuur zicli genoodzaakt zien, zonder U met de behandeling dezer zaak voort te gaan. U van ganscher harte de onmisbare leiding des Heiligen Geestes toebiddende, noemen wij ons Uwe mededienaren der Gemeente van onzen Heer en Zaligmaker Jezus Christus, Hel Classicaal Bestuur van Amsterdam : (Was (jet.) B. J. ADRIANI, Praeses. „ „ G. J. VOS Az. Scriba. Geheel willekeurig is die termijn, hoofdzakelijk ten gevolge van de handelwijze van Ds. van der Horst, verkort tot drie dagen, en dat voor een college dat thans honderd zes en dertig leden telt, in eene zaak van zoo gewichtigen aard, gelijk nader blijken zal De bewering, dat het het Classicaal Bestuur alleen te doen was de namen te kennen van de voorstemmers van het reglement, is reeds daarom onhoudbaar, omdat het aan de meeste leden van het Classicaal Bestuur volkomen bekend was, dat er in de notulen des Kerkeraads nooit aanteekening geschiedt van de namen der vóór- en tegenstemmers. Aangezien tien leden verlangden dat de zaak commissoriaal zou worden gemaakt, aan welk verlangen volgens Art. 9 van het huishoudelijk reglement moest worden voldaan, zoo was het feitelijk onmogelijk vóór den l"'11 Januari een antwoord te zenden. Mitsdien is aan het Classikaal Bestuur het volgend antwoord gezonden: Amsterdam, den 29 December 1885. WelEer waarde en Eerwaarde IIeer en, De Algemeene Kerkeraad der Nederduitsche Hervormde Gemeente alhier heeft in zijn vergadering van 28 dezer besloten U het volgende te schrijven : 1°. dat de Missive, namens Uw Bestuur, gedateerd 15 December 1885, verzoekende inlichting omtrent een op 14 December door den Algemeen en Kerkeraad genomen besluit, eerst 28 December aan de orde kwam; 2°. dat genoemde raad wel tegen 21 December j.1. was bijeengeroepen, en op de Agenda Uwe missive het lste punt uitmaakte, doch dat op dien avond de vergadering onvoltallig was; 3°. dat op den 21 December j.1., nadat de hamer ge- vallen was, op verzoek van een der Ouderlingen, door de goedheid van den Voorzitter, voorlezing Uwer missive geschiedde, maar ook niets meer dan dat; 4°. dat op 28 December j.1. de Algemeene Kerkeraad andermaal bijeengeroepen, dien avond officieel in kennis is gesteld met den inhoud Uwer missive, en tot de behandeling kon overgaan; 5°. dat hij, na lezing, met het oog op den fatalen termijn en het recht hem gegeven — zie Art. 9 van het Huishoudelijk Reglement — de zaak in handen eener Commissie heeft gesteld, en besloot: 6°. dat aan Uw Bestuur Historia facti zou worden gezonden, gelijk bij dezen geschiedt, met de verzekering, dat binnen den korist mogelijken tijd het antwoord van den Raad in uwe handen gesteld zal worden. Met heilbede, De Algemeene Kerkeraad der Nederduitsehe Hervormde Gemeente alhier, In zijnen naam, (was gel.) P. C. VAN DER HORST, h. I. Praeses. W. J. G. AALDERS, h. t. Scriba. Aan hel Classicaal Bestuur van Amsterdam. Op den Januari is aan negen en zeventig leden van den Kerkeraad, waaronder 5 predikanten, 42 ouderlingen en 32 diakenen het navolgend schrijven toegezonden: Waarde Broeder! Het Classicaal Bestuur van Amsterdam voelde zich, tot zijn diep leedwezen, verplicht tot het nemen van een pijnlijken maatregel. Bij het voorloopig onderzoek toch van een geruchtmakend bezwaar van ergerlijken aard, dat te zijner kennis kwam, werd dit zóó gegrond bevonden, dat het Bestuur voornoemd daartoe overgaan moest, te meer omdat op zijn verzoek om inlichtingen, dd. 15 December 1885 aan den Algemeenen Kerkeraad gericht, niet bevredigend geantwoord werd in zijne Missive van den 29sten daaraanvolgende. Immers werd, door de genomene besluiten tot over- weging en tot goedkeuring van de U voorgedragene Wijzigingen en Bijvoegingen in hel Algemeen Reglement en, [nslruelie voor de Commissie lol hel Bestuur over de Kerkgebouwen, Goederen, Fondsen en Inkomsten der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Amsterdam, gehandeld tegen schier elke bepaling van Art. 3, Al. 2, Reglement voor Kerkelijk Opzicht en Tucht, ter zake waarvan gij aan de kerkelijke tucht onderworpen zijt. Het Classicaal Bestuur, bovengenoemd, oordeelde dat besluiten zóó ergerlijk, dat het zich genoodzaakt voelde allen die voor de eindbeslissing gestemd hebben, hetzij Predikanten, hetzij Ouderlingen, hetzij Diakenen, volgens Art. 48 van het laatst aangehaalde Reglement, in de waarneming van de kerkelijke bedieningen en ambten, die zij bekleeden, een iegelijk in de zijne, zonder eenige uitzondering voorloopig le schorsen. Aangezien gij nu, Br. N. N. tot dezulken behoort, wordt U bij deze officieel kennis gegeven van die uitgesprokene schorsing, en dat wel als aanvangende den Januari 1886, des morgens ten 12 ure; terwijl U op gelijke wijze medegedeeld wordt, dat hetzelfde Bestuur die Besluiten aireede vernietigd heeft. Mocht het zijn, dat gij het verkeerde van uwe handeling in dezen inziet, dan verwacht dat Bestuur, vóór den Igden vall flece zeilde maand het schriftelijk bericht van U, dat gij de vernietiging van die besluiten eerbiedigt. Zoo niet, dan zal het Bestuur U, op nader te bepalen plaats en uur, volgens Art. 8 van het meergenoemde Reglement moeten hooren. Gij zult gaarne de verzekering aannemen, dat het Bestuur niets liever wenscht, dan de ergernis zoo spoedig en zoo zacht mogelijk weg te nemen in het geestelijk belang van uwe Gemeente en van gansch onze Kerk, terwijl het U en zichzelven Gode en den Woorde Zijner genade beveelt, Die machtig is op te bouwen. Aldus vastgesteld in zijne Vergadering van den 4'lt'» Januari 1886. liet Classicaal Bestuur voornoemd: (was get.) B. J. ADRIANI, Praeses. „ „ G. J. VOS Az., Scriba. Aan N. N. Lid van den Algemeenen Kerkeraad der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Amsterdam. Dit besluit was slechts onderteekend door twee leden van het Classicaal Bestuur, waaronder ook Dr. G. J. Yos Azn. die, even als de H.H. Ds. J. Posthumus Meyjes en C. Hermanides, allen leden van het Classikaal Bestuur, reeds in den Kerkeraad in deze zaak gehandeld hadden, zoodat zij, volgens Art. 15 Regl. Opzicht en Tucht, in het Classikaal Bestuur van deze zaak geen kennis mochten nemen. Op Maandag den 4