! Geschiedei' • ; jj' ' DE? " | |y ADERLAND S,| I • VOOR I)E SCHOLEN. i ioo K ; 11 Prof. J. M. SCHRANT. 1 ~ ■ ï\ i| TWEEDE, VERBETERDE DRUK. O [i - * i1!# SCHOONHOVEN — S. & W. N. VAN NOOTEN. JU, Geschiedenis DES VADERLANDS, VOOR DE SCHOLEN. DOOR Prof. J. M. S C H R A N T. TWEEDE, VERBETERDE DRUK. SCHOONHOVEN, S. & W. N. VAN NOOTEN. ■ VOORBERIGT. liet ontbreekt niet aan Schoolboeken over de Geschiedenis van het Vaderland. En. toch had ik mijne redenen om het aantal ervan te vermeerderen, daartoe meer bijzonder door een' waardig, zeer verdienstelijk, Schoolopziener aangespoord. Het werkje, dat ik hier aanbied, is ten algemeenen schoolgebruike, en wel der hoogste klasse, bestemd. liet bevat slechts hoofdtrekken uit de Geschiedenis van het Vaderland; want verder, meen ik, behoort het lager onderwijs niet te gaan. Ik had die hoofdtrekken nader kunnen toelichten, of daarover VOORBEllIGT. uitweiden. Doch ik hel opzettelijk mij daarvan onthouden, en het overgelaten aan de?i Onderwijzer, wien men dat werk gerust mag toevertrouwen. Wat heeft hij er hij te voegen, zoo het leesboek reeds alles bevat ? Ik stel hoogen prijs op de mondelinge voordragt? als zijnde deze de ziel van een wélingerigt onderwijs. s. EERSTE LES. De Nederlanden, van buiten door de Noordzee bespoeld, van binnen met waters, stroomen, rivieren , kanalen en graften doorsneden , ontleenen hunnen naam van hunne natuurlijke ligging, als zijnde, over het geheel, laag, veelal lager dan de waterspiegel der zee. Tegen de Noordzee gedeeltelijk door de duinen beveiligd, waren deze landen oudtijds, bij gemis van dijken, aan veelvuldige overstroomingen, zoo wel der zee, als der rivieren, blootgesteld. Vandaar een groot aantal poelen en meren, waarvan het meer Flevo, thans de Zuiderzee, het meest bekend is. Het overige bestond uit wouden, hei, zand, wei-en bouwland. Men acht de Nederlanden eerst laat bevolkt, en wel door de Kelten en de Kimbren. Zij, naar elders verhuisd, maakten plaats voor andere volkstammen van Duitsche afkomst, achtervolgens afgezakt. Onder de voornaamsten telt men de groote Friezen, beoosten het meer Flevo, in Friesland, Groningerland en Drenthe; de kleine Friezen, bewesten het meer Flevo, in Noordholland; de Brukteren, in Overijssel; de Bataven of Batten, een' tak der Katten, Chassen , Hessen, op een eiland tusschen den Rijn, de Waaien de Maas, en langs de vaste kust van Gallie, in Gelderland, Utrecht en Zuidholland; de Kaninefaten, buren der Bataven, aan den zeekant; de Menapiërs, in Vlaanderen en Noordbrabant; de Toxandriërs, in Noordbrabant en Zeeland; de Eburonen, in het Limburgsche en Luiksche. Vanwaar ontleenen de Nederlanden hunnen naam? — Waaraan waren zij oudtijds veelal blootgesteld? — Wat was daarvan liet gevolg? — Welk is het meest bekende meer? — Wie houdt men voor de oudste bewoners der Nederlanden? — Voor wie maakten zij plaats? — Waar woonden de groote Friezen? — Waar de kleine Friezen? — Waar de Brukteren ? — Waar de Bataven? — Waar de Kaninefaten? — Waar de Menapiürs? — Waar de Toxandril'rs ? — Waar de Ebnronen? TWEEDE LES. De Duitschers, dus ook de oude Nederlanders, worden beschreven als kloek, sterkgespierd van ligchaam, rijzig van gestalte, blank van huid, blaauwoogig, blond of rosachtig van haar. Eene beestenvacht was de gewone kleeding, met een1 haak, of doorn vastgemaakt. Tot spijs strekten wild ooft, vleesch, visch, melk, brij, eijeren; tot drank water, of een afkooksel van garst. Zij woonden op het land, in verspreide hutten, veelal op opgeworpene hoogten, terpen, geplaatst. Zij maakten hun hoofdwerk van ligchaamsoefeningen, van zwemmen, te paardrijden, jagen, springen en worstelen. Tot den krijg bijzonder afgerigt, bezigden zij de speer, ook wel het zwaard, de knods en de bijl. Een langwerpig, van teenen gevlochten schild diende tot bedekking. Zij kenden drie standen: edelen, vrijen en lijfeigenen. De adel schonk den Koning of Hertog, veelal met zeer bepaalde magt. Uit de dappersten koos men de Krijgsoversten. Het oppergezag was bij de algemeene vergaderingen van den adel en het volk, alwaar de openbare zaken behandeld werden. Nevens een' Oppergod, Alvader, vereerden zij verscheidene Godheden, in geheiligde bosschen of wouden. Zij verwachtten na den dood een ander leven, onder grof zinnelijke voorstellingen. Als deugden worden vermeld openhartigheid, goede trouw, gastvrijheid en kuischheid; als ondeugden: luiheid, dronkenschap, speelwoede. — Het goede vinde navolging; het kwade verwekke afschuw. Hoe worden de oude Nederlanders beschreven? — Welke was de gewone kleeding? — Wat strekte tot spijs ?—Wat tot drank? — Waar woonden zij? — Hoedanig was de woning? — Waarvan maakten zij hun hoofdwerk ? — Welke wapenen bezigden zij ? Hoeveel standen kenden zij ? — Welke stand schonk den Koning? — Hoedanig was zijne magt? — Vanwaar nam men de Krijgsoversten? — Waar was het oppergezag? — Hoedanig was de Godsvereering ? — Wat verwachtte men na den dood ? — Welke waren de deugden ? — Welke de ondeugden ? — Wat is de toepassing ? DERDE 'LES. Ruim eene halve eeuw vóór onze jaartelling, vielen de Romeinen, aangevoerd door cajus jumijs caesar, in Belgisch Gallië. Zij ontmoetten alom den dappersten weerstand, doch zegevierden door list en krijgsbeleid. Ook de Usipeten en Tenkteren, die, over den Rijn getrokken, de landen der Menapiërs bezet hadden, werden geslagen. De Bataven, hierdoor afgeschrikt, sloten met caesar een verbond, krachtens hetwelk zij slechts gewapende manschap hadden te leveren (54). Zij waren hem in Brittannië, Gallië, Spanje, Griekenland en Egypte van zeer groote dienst. Voorts werden zij door augustus tot lijfwacht gebruikt, en verzelden drusus, tiberius, germaünticus en andere "Romeinsche legerhoofden, op hunne Overrijnscheveldtogten. De Bataven, gelijk ook de overige oude bewoners der Nederlanden, hadden aan de Romeinen hunne aanvankelijke beschaving te danken. Zij leerden van hen het gebruik van den ploeg, kregen kennis aan handwerken en de gerijfelijkheden des levens. Verscheidene nuttige inrigtingen kwamen tot stand. Er werden burgten en groote wegen aangelegd, waterleidingen gegraven, dijken en dammen opgeworpen. Daaronder telt men vooral de graft, door drusus, ter afleiding van den Rijn in den TJssel,tusschen Arnhem en Doesburg, gegraven, voorts den dijk, door hem tegen den linkeroever van den regter Rijn arm gelegd. Daarentegen zag men de zeden in velerlei opzigt verbasteren. Wanneer vielen de Romeinen in Belgisch Gallië? — Wat was daarvan het gevolg? — Welk lot hadden de Usipeten en Ienkteren ? _ Hoe werkte dit op de Bataven ? — Waartoe verbonden zij zjch? Waar hebhen zij caesar dienst bewezen? — Waartoe werden zij door augustus gebruikt? — Welke andere legerhoofden hebben zij verzeld? — Wat hadtien de oude bewoners der Nederlanden den Romeinen te danken? — Welke nuttige inrigtingen kwamen tot stand? — Welke werken worden drusus toegekend?— Hoe was liet gesteld met de zeden ? VIERDE L E S. Gelijk magtige volken zich doorgaans laten gelden, dus ook deden de Romeinen aan de onderworpen volken wel eens overmatige eischen: vandaar opstanden. Dit was althans, in de eerste helft onzer jaartelling, het geval met de Friezen, als die, door eene onmatige schatting gedrukt, de wapenen opvatten, de Romeinen sloegen en verdreven (28). Van meer belang was de opstand der Bataven, door ciiAUDiüs civii.is, uit wrok over eigen grieven, en die zijner landgenooten, voorbereid (69). Al aanstonds overvielen de Kaninefaten en de Friezen, bondgenooten der Bataven, twee Romeinsche winterlegeringen, en, met de Bataven, behaalden zij groote voordeden, [n magt toegenomen, bestormden de verbondenen, bij herhaling, de oude Romeinsche legerplaats, bij Xanten, welke, ofschoon dapper verdedigd, zich, wegens gebrek , overgaf. Door Gallische en Germaansche hulp versterkt, wachtten zij de komst van ceriat.is , met versche Romeinsche keurbenden, af. Er werd en aan de Moezel en aan den Rijn, op het verdronken land, met voordeel gevochten; doch, door een' overlooper verraden, kreeg men de nederlaag. Te vergeefs deed civilis een' aanval op vier Romeinsche legerplaatsen: op de vlugt gejaagd en aan zich zeiven overgelaten, kwam hij in onderhandeling, en sloot met ceriaus een verdrag (71).— Eere den held, die voor vrijheid en vaderland strijdt! Al moet hij het opgeven, zijn roem is gevestigd. Waarom stonden de Friezen tegen de Romeinen op ? — Wat was daarvan het gevolg? — Welke opstand had vervolgens plaats ? Wie was daarvan de aanlegger? — Welke waren de eerste bedrijven ? — Hoe liep het met de oude Romeinsche legerplaats , bij Xanten , af? — Wie voerde versche Romeinsche keurbenden aan? — Waar behaalden de verbondenen nieuwe voordeelen ? — Wat bevorderde hunne nederlaag? — Welk was het stoute bedrijf van civilis? —Waartoe moest hij besluiten? — Wat is de toepassing? VIJFDE LES. Sedert den herstelden vrede, ontmoet men op nieuw de Bataven in de Romeinsche legers, zelfs onder de lijfwacht der Keizers. Zij hielpen agricot.a Brittannië overmeesteren (86), en verzelden Keizer hadrïanus op zijne togten naar het Oosten (120). Door hem werd het eiland der Bataven, ter bevordering van den handel, omtrent Voorburg, van eene ruime marlet voorzien. Ook de volgende Keizers gebruikten de Bataven, zoo wel ter eigene beveiliging, als in den strijd tegen de Overrijnsche volken, die de grenzen van het Romeinsche rijk ontrustten. Desniettemin vielen de Franken en de Saksers in het eiland der Bataven, dat, na verscheidene lotgevallen, eindelijk aan de Frankische heerschappij , sedert zij de Romeinsche verdrongen en zich in Gallië gevestigd had, onderworpen werd. Deels onder de Romeinen versmolten, deels naar elders verplaatst, deels met de Franken, de Saksers en Friezen vermengd, lieten de Bataven slechts hunnen naam in de Betuwe, eene streek van Gelderland, achter. Langer hielden de Friezen stand, die zich zelfs tot de Schelde uitbreidden. Meermalen hadden zij zware worstelingen met de Franken, en verdedigden zij moedig hunne onafhankelijkheid; ofschoon ook zij het eindelijk moesten opgeven. Als steden worden reeds vroeg vermeld: Stavoren, Medemblik, Vroonen, Witlam, Leiden, Utrecht, Wijk te Duurstede, Nijmegen, Domburg, Maastricht. Waar ontmoet men op nieuw de Bataven? — Welke dienst bewezen zij aan aguicola ? — Wien verzelden zij naar het Oosten ? — Wat stichtte Keizer hadrianus op het eiland der Bataven ? — Welke partij trokken van hen de volgende Keizers? — Welk lot had het eiland der Bataven? — Wat werd van de Bataven? — Wat is van hen overgebleven ? — Hoe ver hadden de Friezen zich uitgebreid? — Met wie hadden zij te worstelen? — Welk was eindelijk hun lot ? — Welke steden worden reeds vroeg vermeld ? ZESDE LES. Ofschoon het Evangelie-licht reeds vroeger ook tot de Nederlanden was doorgedrongen, werd er toch,onder de regering van dagobert, vooral van zijn' zoon sigebert li, in den loop der zevende eeuw, bijzonder werk gemaakt van het bekeeren der ongeloovigen hier te lande. Amandus, eligius, livinus, ghislinus predikten met ijver het Evangelie onder de heidensche Vlamingen en Brabanters. Tot hetzelfde einde kwamen voorts wilfrid, wigbert, w1llebrord, wolfran, bonifacius en ludger naar Friesland. De geloofspredikers vonden veel tegenstand, doch hadden een' sterken steun in de Groot-hofmeesters pipijn van landen, pipijn van herstal, karei, martel en pipijn den Korte, naderhand Koning, als die de woede der ongeloovigen beteugelden. Nog meer deed Keizer karei, de Groote, groot als held, regent en wetgever. Na eene drie en dertig jarige worsteling, onderwierp hij de Saksers en de Friezen (804). Zij omhelsden het Christendom, namen zachtere zeden aan, schikten zich onder geregelde besturen, naar orde en wetten, vonden vermaak in onderwijs, het voorwerp van 'sKeizers onvermoeide zorgen, kregen lust voor wetenschappen en kunsten, behartigden den landbouw, dreven voordeeligen handel, en verwierven als handwerkers naam. De Friezen althans waren reeds vroeg, wegens hunne wolverwerijen, alom vermaard. — Zoo groot is de zegen van het Christendom ! Mogen wij dien steeds op prijs stellen en ons verheugen, dat ook wij Christenen zijn ! Wanneer werd hier te lande van het hekeeren der ongeloovigen hijzonder werk gemaakt? — Wie predikten bij de Vlamingen en Brabanters het Evangelie? — Wie kwamen tot hetzelfde einde naar Friesland ? — Hoe werden de geloofspredikers ontvangen ? — In wie hadden zij eenen sterken steun? — Hoe lang duurde de worsteling van ka rel den Groote met de Saksers en de Friezen ? — Wat volgde op de onderwerping? — Welken zegen had voor hen het Christendom ? — Waardoor waren reeds, de Friezen vermaard ?— Wat is de toepassing ? ZEVENDE LES. Een zoo schoone dageraad werd niet opgevolgd door een' even schoonen dag. Onder karei,'s veelal nietige opvolgers had een merkelijke teruggang plaats, waartoe de invallen en strooperijen der woeste Noormannen niet weinig bijdroegen. Te weten, kakels zoon ei li ei °I H in 10 bf l st di E B tl K 8' st Ji ïi li P dl dl ? It ffi 11 ï Ie, k en opvolger, Keizer i.odewijk, bijgenaamd de Vrome, had den door de Denen verjaagden Koning heriold en zijne broeders ito ruk en hemming in de Nederlanden opgenomen, hun zelfs land tot vruchtgebruik gegeven. Heiuoi.d was Wijk te Duurstede, roruk een graafschap in Kennemerland, iièmming Walcheren toegedeeld. Dit lokte de Noormannen, op herioi.d onverzoenlijk gebeten , naar de Nederlanden, thans Friesland genoemd. Zij hielden overal verschrikkelijk huis. Wijk te Duurstede, Utrecht, Antwerpen, Witlam werden uitgeplunderd en verbrand, Walcheren verwoest, te Egmond, Rijnsburg en Noordwijk gruwelen gepleegd (835—837). Hierbij kwam nog eene geduchte overstrooming, welke het land deerlijk teisterde (839). In plaats van de Noormannen te stuiten, paaiden de Vorsten ze met geld. De woestaards, stouter geworden, hervatten hunne strooptogten in Friesland, zelfs tot in Westfrankrijk. Jaarlijks kwamen zij terug, alom brandende en roovende. Zij versloegen een geheel leger door Koning i.odewijk afgezonden (880), staken het koninklijk paleis te Nijmegen in brand, verwoestten, onder anderen, Maastricht, Luik, Tongeren, Deventer, Leuven, doch werden, bij die stad, door Koning arnoi.dallergeweldigst geslagen (891). Hoedanig was de staat der Nederlanden onder karel's opvolgers? — Wat droeg daartoe bij? — Waardoor had Keizer lodewijk de Noormannen naar de Nederlanden gelokt? — Welke steden en streken hadden vooral te lijden? — Welke ramp trof nog het land? Wat maakte de Noormannen stouter? — Welk lot had lodewijk's leger ? — Welk gebouw werd in brand gestoken ? — Waar woedden de Noormannen vervolgens? — Wie gaf hun de volle nederlaag ? ACHTSTE LES. Onder al die woelingen was het gezag van 's lands Oppervorsten, de Keizers en Koningen, merkelijk afgenomen, daarentegen het aanzien der Hertogen en Graven, oorspronkelijk ondergeschikte ambtenaren, doch die zich den Oppervorsten noodzakelijk hadden gemaakt, gestegen. Zij werden allengskens onafhankelijker van de oppermagt, en de leenen, hun voor een' bepaalden of onbepaalden tijd toevertrouwd, erfelijk , eerst in de mannelijke regte, voorts ook in de zijlinie, sommige zelfs in de vrouwelijke. Sedert de negende, vooral in den loop der tiende eeuw, vindt men dan ook de Nederlanden, als afzonderlijke Vorstendommen, hoe zeer leenroerig of van het Duitsche rijk, of van frankrijk, door eigen Hertogen, Graven of Heeren, bestuurd. Hertogdommen waren Brabant, Limburg, Luxemburg, later Gelderland; Graafschappen Vlaanderen, Artois, Henegouwen, Namen, Holland, Zeeland, Zutphen, Drenthe, vroeger Gelderland; Heerlijkheden, friesland, Utrecht, Overijssel , Groningen met de Ommelanden, en het Markgraafschap Antwerpen. Naast de Hertogen van Brabant en de Graven van Vlaanderen, zijn de Graven van Holland en Zeeland, Heeren van Friesland, het meest beroemd. Men telt vijf stamhuizen: het oudste of Hollandsche (922—1299), het Henegouwsche (1299—1354), het Beijersche (1354—1433), het Bourgondische (1433—1482), het Bourgondisch-Oostenrijksche huis (1482—1581). Wat was met 'slands Oppervorsten voorgevallen? — Wat waren oorspronkelijk de Hertogen en de Graven ? — Wat was het gevolg van hun grooter aanzien? — Sedert w anneer komen de Nederlanden voor als afzonderlijke Vorstendommen ? — Waarvan waren zij leenroerig? — Welke gewesten waren Hertogdommen? — Welke gewesten Graafschappen? — Welke gewesten Heerlijkheden? — Welke Graven zijn het meest beroemd? — Hoe veel stamhuizen telt het Graafschap Holland ? NEGENDE LES. Van den Stamvader der Hollandsche Graven, of van Graaf diek i, weten wij niets, behalve den naam. Graaf diek ii versloeg, bij Rijnsburg, de Westfriezen of Noordhollanders , die hem hulde weigerden (925). Ook Graaf aenold trok tegen de Westfriezen op, doch verloor, bij Winkel, den slag en het leven (1004). Graaf dirk iii kreeg twist met adelbold, Bisschop van Utrecht, over de jagt en visscherij. Hij bouwde, tot zijne verzekering, Dordrecht, en hief er een' tol, vandaar oorlog. Graaf diek zegevierde, zoo wel over de Bisschoppelijken, als over Hertog godfeid van Lotharingen (1018). Graaf diek iv had eene zware worsteling met Graaf boudewijn v van Vlaanderen, over Zeeland bewestenSchelde, ook met Keizer hendeik iii, die de zijde des Utrechtschen Bisschops hield. Door boudewijn geslagen (1045), sloeg hij de Keizerschen, wien hij het veroverde ontnam, zoo als hij zich ook op de Bisschoppelijken wreekte. Hij stierf aan eene wonde, hem verraderlijk toegebragt (1049). Graaf pi.oris i overwon de Bisschoppelijken, bij Dordrecht en bij Nederhemert (1058,1061). Vermoeid van den strijd, onder een' boom in slaap gevallen, vond hij den dood. — Voorzigtigheid komt te allen tijde te pas. Was het Hertog godfiud , den Bultenaar, gelukt een1 vasten voet in Holland te krijgen, hij werd weldra omgebragt (1076). Bisschop koenkaad zag zijne vloot in den mond der Maas door Graaf dikk y vernielen, en verloor zijn slot IJsselmonde (1077). Weet men iets bijzonders van Graaf dirk t? — Wie werden door Graaf dirk ii, bij Rijnsburg, geslagen? — Hoe en waar verloor Graaf arnoud het leven ? — Waarover had Graaf dirk iii met Bisschop adelbold twist? — Welke stad stiehtte hij .J AVaarover ontstond oorlog? —• Wie zegevierde? — Met wie had Graaf dirk iv te worstelen ? — Welke was de afloop ? — Waaraan stierf hij 1 — Waar overwon Graaf floris i de Bisschoppelijken ? — Hoe verloor hij het leven? — Wat is de toepissing? — Wat gebeurde met Hertog godfiud? — Welke schade leed Bisschop koenkaad? TIENDE LES. Op het einde der elfde eeuw begonnen de optogten naar het Oosten, genaamd de Kruistogten, welke tot doel hadden, den Mahomedanen het heilige land, met het graf des Heilands, te ontweldigen. Groot was de toeloop dergenen, die er deel aan namen, en, ten blijke daarvan, een rood kruis op den regter schouder hechtten. Onder hen bevonden zich vele Brabantsche, Vlaamsche, Ilollandsche, Zeeuwsche en Eriesehe Edelen, met den braven godfrid van Bouillon, Hertog van Nederlotharingen, aan het hoofd. Na velerlei wederwaardigheden, gelukte het, Nicea en Antiochië, eindelijk Jerusalem, te veroveren. Een nieuw Koningrijk ontstond, en godfrid werd Koning. Hij regeerde naauwelijks één jaar; doch het Koningrijk bleef acht en tachtig jaren bestaan. De Kruistogten, hoe verderfelijk in meer dan één opzigt, hebben toch ook voordeelig gewerkt. Europa, beveiligd tegen de Mahomedanen, zag zich van eene menigte woelige menschen ontlast. De dwingelandij der groote en kleine Heeren verzwakte. Wapenstilstanden vervingen de aanhoudende oorlogen. Daar elk togtgenoot vrij was, zoo verminderde het getal der slaven, of verbeterde hun lot. De boeren- vooral burgerstand kwam in aanzien. De steden namen toe, zoo wel in getal, als in magt; zij vormden zich onder eigen overheden en wetten. Handel en nijverheid breidden zich uit. Nieuwe kundigheden werden verkregen , de talen verrijkt, de gevoelens veredeld. — Dus weet een alwijs Godsbestuur alles ten beste te leiden ! Welke optogten begonnen op liet einde der elfde eeuw ? — Welk was daarvan het oogmerk ? — Bleven de Edelen te huis ? — Wie was de aanvoerder? — Welke steden werden veroverd? — Welk nieuw Koningrijk ontstond? — Wie werd Koning? — Hoe lang regeerde godfkid ? — Hoe lang duurde het nieuwe Koningrijk ? — In welk opzigt hebben de Kruistogten voordeelig gewerkt? — Wat is de toepassing '' ELFDE LES. Onder Graaf in.oRis n was IloHrmd in magt en t. fi. v. h. Christelijk OndarwV aanzien zeer gestegen. Kort na zijn dood werden de Eriesche Graafschappen Oostergo en Westergo, weleer aan het Bisdom Utrecht, reeds in het bezit van Overijssel, Drenthe en Groningen, geschonken, door Keizer lotharius, ten behoeve van zijn' neef Graaf dirk vi, aan het Graafschap Holland gehecht. Graaf dirk vi kwam in oorlog met de Westfriezen en Kennemers, opgeruid door zijn' broeder fi.oris den Zwarte. De Keizer trad tusschen beiden, en bewerkte eene verzoening (1132). Yoorts trok Graaf dirk te velde tegen iierbert, Bisschop van Utrecht, in het bezit van Oostergo en Westergo hersteld. Graaf dirk belegerde Utrecht; doch, bedreigd door den kerkban , hield hij af (1139). Sedert deden de Westfriezen een1 inval in Kennemerland, door de Haarlemmers en Osdorpers afgeslagen (1155). Graaf floris iii, door het heffen van den Geervlietschen tol, de Vlaamsche kooplieden kwellende, kreeg Graaf fii.ips van Vlaanderen tot vijand, die de Hollanders uit het land van Waes joeg, voorts Graaf floris zeiven gevangen nam (1165) en hem dwong tot een nadeelig verdrag (1168). Ook een togt van Graaf floris tegen de Westfriezen liep ongelukkig af (1169). Zware stormen, doorbraken, overstroomingen teisterden vervolgens het land (1170—1175). Onder wien was Holland in magt en aanzien gestegen ? — Wat behoorde aan het Bisdom Utrecht? — Welke aanwinst kreeg Holland ? — Met wie kwam Graaf dirk vi al aanstonds in oorlog? — Waarom beoorloogde hij Bisschop iierbert? — Hoe liep de oorlog af? — Hoe slaagde de inval der Westfriezen in Kenne- merland ? — Wat verwekte Graaf flobis ni een' vijand in Graaf filii'S van Vlaanderen? — Wat was daarvan liet gevolg? —Welken uitslag had een togt tegen de Westfriezen ? — Welke rampen teisterden het land ? TWAALFDE LES. Naauwelijks had Graaf dirk vii het bewind over Holland aanvaard, of de Vlamingen, steeds gedrukt door den Geervlietschen tol, vielen in Walcheren, terwijl de Westfriezen, door 's Graven broeder willem, in opstand werden gebragt. Graaf dirk verjoeg de Vlamingen; zijne vrouw ai.eid bedwong de Westfriezen (1195). Willem werd beleend met Friesland, thans onder den Graaf van Holland en den Utrechtschen Bisschop verdeeld. Weldra ontstond tusschen Graaf willem en Bisschop dikk n twist, waarin Graaf dirk zich mengde. Graaf dikk belegerde "Utrecht, Graaf otto van Gelder, willbm's schoonvader, benaauwde Overijssel, hendrik i, Hertog van Brabant, door den Bisschop te hulp geroepen, gebiedt hun, het Sticht te ruimen, ligt Graaf otto op, en voert hem naar Brabant. Om Graaf otto te verlossen, valt Graaf dirk in Brabant, belegert, bemagtigt 's Hertogenbosch; doch, door den Hertog, bij Heusden, overvallen, wordt hij geslagen en gevangen. Graaf dirk moest zich zwaar losgeld, nevens een nadeelig verdrag, getroosten (1203). Het oudste gedeelte van Holland werd leenroerig van Brabant, en bleef het tachtig jaren lang. Vermits Graaf dirk geen zoon naliet, zoo trachtte Vrouw aleid hare dochter ada , met lodewijk, Graaf van Loon, gehuwd, in het Graafschap te doen opvolgen; het mislukte. Willem, Graaf diers broeder, door sommige Edelen uit Friesland ontboden, werd in Zeeland als Graaf uitgeroepen. / Met wie kwam Graaf dirk vii in oorlog? — Door wien werden de Westfriezen opgeruimd ? — Hoe Hepen die oorlogen af ?— Wie werd met Friesland beleend ? — Met wien kreeg willem twist ? — Bij wie vond hij hulp ? — Wie trok zich den Bisschop aan ? — "Wat weervoer Graaf otto ? — Wat deed Graaf dirk ? — Hoe werd dit gewroken ? — Welk nadeelig verdrag moest hij zich getroosten ? — Welke was de toeleg van Vrouw aleiu na 's Graven dood? — Wie werd Graaf? DERTIENDE LES. Graaf willem i liet ada, na dat haar de burgt te Leiden, hare toevlugt, ontvallen was, naar Texel, voorts naar Engeland voeren, doch zag zich in Zeeland door de Vlamingen bestookt; terwijl Graaf i,odewijk Zuidholland bemagtigde, en de Kennemers, bij Leiden, sloeg. Het gelukte Graaf willem, Graaf lodewijk te verdrijven (1204). In den oorlog tusschen Frankrijk en Engeland hielp hij de Engelschen, en werd bij Bouvines gevangen (1214<). Naar het Oosten getrokken, bezorgde hij den Portugezen Alcasar, belegerde en nam Damiate in Egypte (1219). Graaf tloeis iv hielp de Gelderschen tegen de Utrechtschen (1225); voorts Bisschop otto tegen de Groningers en Drenthers (1226). Hij woonde den Kruistogt tegen de Stadingers bij (1234); doch bleef te lvorbië in een steekspel (1235). Graaf wilt.em ii, tot Roomsch-Koning verkoren, belegerde en nam Aken (1248). Hij kwam in oorlog met de Vlamingen, die in Walcheren vielen, docli, bij Westkapelle, te kort schoten (1253). Ongelukkig liep zijn togt tegen de Westfriezen af. Bij Hoogwoude zakte hij, met zijn paard, door het ijs, en werd afgemaakt (1256). Geertruidenberg, Dordrecht, Middelburg, Westkapelle, Domburg, Haarlem, Delft, Alkmaar, Zierikzee hadden van de Graven willem i, h.oeis iv en willem ii keuren ontvangen. Graaf otto ii van Gelder had aan Harderwijk, Arnhem, Lochem, Doesburg, Deutichem, Wageningen stedelijke regten geschonken. Hoe behandelde Graaf willem i ada ? — Had hij sedert rust ? Wie moest het opgeven? — Wat weervoer Graaf willem, bij Bouvines ? — Welke veroveringen maakte hij ? — In welke oorlogen stak zich Graaf flokis iv? — Welken kruistogt woonde hij bij ? — Hoe kwam hij aan zijn einde ? — Tot welke waardigheid steeg Graaf willem ii? — Wie moest hij in Walcheren bestrijden? Hoe liep zijn togt tegen de Westfriezen af? — Welke Hollandsche en Zeeuwsche steden hadden keuren ontvangen? — Aan welke steden had, Graaf otto van Gelder regten geschonken VEERTIENDE LES. Gedurende de voogdij over willems zoon, Graaf ft.oeis v, vervolgden de Kennemers, Westfriezen en Waterlanders de Edelen, trokken met gijsbrecht van amstet, op, en verrasten Utrecht (1268). GraafrLORi's sloeg, bij Ileilo, de Westfriezen (1272). Gijsbrecht van amstet,, de Utrechtschen plagende, werd bij Loenen verslagen (1278). Weldra verscheen Graaf floris op nieuw bij de Westfriezen, en rigtte, bij Schellinkliout en Hoogwoude, eene groote slagting aan (1282). Hen, door een' zwaren watervloed, in nood ziende, trok hij daarvan partij, door het stichten van vier sloten (1287). Voorts hielpen zijne benden Hertog jan van Brabant, bij Woelingen, de zege behalen (1288). Om den overmoed van den Adel te fnuiken, begunstigde hij de burgerijen en schonk aan de steden voorregten: vandaar de haat der Edelen. Die van Zeeland lokten de Vlamingen in Walcheren en Zuid-beveland; ofschoon voor korten tijd (1295). In den oorlog tusschenFrankrijk en Engeland, voegde Graaf fi.oris zich bij den Eranschen Koning filips xv, waarom Koning eduard de Edelen tegen hem opruide. Zij wilden hem opligten en naar Engeland voeren: het mislukte; doch nu werd hij door gerard van Velzen, bij Muiderberg vermoord (1296). — Haat baart het grootste kwaad. Onder flori's zoon, Graaf jan i, vielen de Vlamingen in Walcheren, en hervatten de Westfriezen den opstand: de Vlamingen weken; de Westfriezen werden bedwongen (1297). Daar Graaf jan kinderloos overleed, zoo kwam het Graafschap Holland aan het Henegouwsche huis, in zijn' neef jan xi (1299). Beroemd waren jakob van siaerlant en melis stoke, schrijvers van kronijken en andere werken op rijm. Wat gebeurde, tijdens de voogdij over Graaf flouis v? — Wie werden door Graaf i'LORis bij Heilo geslagen ? — Waar kreeg gijsbreciit van amstel de nederlaag? — Wat gebeurde, bij Schel- linkhout en Hoogwoude? — Welke ramp trof Friesland? — Welke partij trok daarvan Graaf floris? — Wien zond hij hulpbenden? Wat berokkende hem den haat der Edelen? — Hoe wreekten zij zich ? — Waarom ruide Koning eduard de Edelen tegen Graaf i-Loius op? — Welke was de toeleg? — Hoe liep die af? — Wat is de toepassing? — Wie ontrustten het bewind van Graaf jan i? Aan welk huis kwam het bewind ? — Wie waren beroemd ? VIJFTIENDE LES. Graaf jan ii, liet bewind van Holland aanvaard hebbende, vond een tegenstander in jan van üenesse , die de Zeeuwen in opstand bragt; ofschoon de Graaf zegevierde (1801). Bisschop willem bedreigde Holland , doch sneuvelde (1301). De Vlamingen vielen in Walcheren, sloegen, bij Veere en op Duiveland, de Hollanders, en trokken naar Holland. Reeds was dit gewest, tot Haarlem toe, nevens de stad Utrecht, door de Vlamingen en de Brabanters overheerd, toen het in eeiie week, door niklaas van putten en witte van haamstede, bevrijd werd. Ook uit Zeeland werden de Vlamingen, na een' hevigen scheepsstrijd, bij Zierikzee, verjaagd (1304). — Vrijheids- en vaderlandsliefde ontvonkt tot groote daden. De steden , in aanzien toegenomen , eischten dat de Edelen zouden dragen in de lasten, waarvan deze vrij waren. In Holland werd het onweer afgeleid door Graaf willeh ui; maar in Brabant kwam het tot dadelijkheden. Hertog jan ii stilde de onlusten, en verzekerde de rust door de Kortenbergsche wetten (1312). Naauwelijks was de rust hersteld, of het land werd bezocht door hongersnood en pest (1315). Te midden daarvan leed Gelderland, door de verdeeldheid tusschen Graaf reinoud i en zijn' zoon reinoud li, waarin Graaf willem zich stak (1318). Het gelukte hem, zijn gezag in Friesland te herstellen (1328), dat voorts met overstroomingen had te worstelen (1334). Graaf willem iv hielp Koning eduaed iii van Engeland tegen Frankrijk (1340). Ook bestreed hij de Utrechtschen, en trok tegen de Friezen op; doch sneuvelde, bij Stavoren (1345). Hij schonk aan het steedje Amstelredam voorregten. Wie bragt de Zeeuwen tegen Graaf .tan ii in opstand ? — Wie bedreigde Holland? — Wat deden de Vlamingen? — Wat was daarvan het gevolg? — Door wie werd Holland bevrijd? — Hoe liep het met Zeeland af? — Wat is de toepassing? — Wat eischten de steden ? — Waar kwam het tot dadelijkheden ? — Wie stilde de onlusten? — Door welke ramp werd het land bezocht? — Waardoor leed nog Gelderland? — Wat gelakte Graaf ■willem iii in Friesland? — Welke ramp trof dat gewest? — Wien hielp Graaf willem iv? — Hoe eindigde zijn togt tegen de Friezen? — -Wat schonk hij aan Amstelredam? ZESTIENDE LES. Graaf willem iv, kinderloos overleden, werd door zijne zuster margakeet , gemalin van Keizer i.odewijk van Beijeren, in Henegouwen, Holland, Zeeland en Friesland opgevolgd; terwijl haar zoon willem, als Verbeider, het bewind voerde. In den strijd met den Utrechtschen Bisschop jan, schoot hij te kort (1347). Daarop deed Vrouw maegaiieeï aan willem afstand van Holland, Zeeland en Friesland, tegen een jaargeld van tienduizend schilden (zevenduizend, vijfhonderd gulden) (1349). Wit.lem betaalde het jaargeld niet; margareet herriep haren afstand. Willem liet het zich welgevallen; het berouwde hem, en hij trad weder op als Graaf. Yandaar een oorlog tusschen moeder en zoon. — Wee het kind, dat zijne moeder bedroeft! — Er ontstonden twee partijen, de Hoekschen en de Kabeljaauwschen, genen, aanhangers van margareet, door roode, dezen, van willek; door blaauwe, of graauwe, mutsen onderscheiden. Al aanstonds wérden zeventien Hoeksche sloten verwoest (1350). Vrouw margareet, door Engeland geholpen, behaalde, in een1 scheepsstrijd, bij Yeere, de zege (1351). Een tweede strijd, op de Maas, bij Zwarte Waal, viel min gelukkig uit. Zij week naar Engeland, liet zich verzoenen, en stond andermaal Holland, Zeeland en Friesland, tegen een jaargeld, aan willem af. Dus kwam het bewind aan het Beijersche huis (1354). Daarmede was de tweespalt niet gedempt: zij woedde anderhalve eeuw verschrikkelijk. — Het grootste kwaad in een land is burgertwist. Wie volgde Graaf willem iv op? — In welken strijd schoot willem te kort? — Aan wien en waarvoor stond Vrouw margaueet Holland, Zeeland en Friesland af? — Hoe gedroeg zich Graaf willem? — Wat is de toé^assing? — Welke partijen ontstonden? — Wie noemden zich Hoekschen? — Wie Kabeljaauwschen?— Hoe waren zij onderscheiden? — WTelk lot trof de Hoeksche sloten? — Hoe liep de eerste scheepsstrijd af ? — Hoe de tweede ? — Wat was daarvan het gevolg? — Aan welk huis kwam het bewind? Hield de tweespalt op? — Wat is de toepassing? ZEVENTIENDE LES. Graaf wh/lem v hernieuwde den oorlog met den Utrechtschen Bisschop jan (1356). Daarop werd hij krankzinnig, en zijn' broeder albeecht werd Ruwaard of Stedehouder. Ruwaard albkecht schonk aan de steden voorregten, doch veranderde naar willekeur de regering. Van daar twist met Delft, waartegen hij geweld bezigde (1359). Middelerwijl werd Gelderland zeer geschokt door de Heeckerens en de Bronkhorsten, van welke genen het met Hertog reinoud iii, dezen met zijn' broeder eduakd hielden. De Heeckerens, bij Tiel geslagen, vonden heul bij Ruwaard at.bkecht , wien Hertog eduakd den oorlog aandeed (1362). Voorts bestreed Ruwaard albkecht de Utrechtschen (1375) en hielp in Vlaanderen een' opstand dempen (1385). Na zijns broeders dood, hield hij het nu eens met de Kabeljaauwschen, dan weder met de Hoekschen. Hij waagde een1 togt tegen de Priezen, door de partijschap der Vetkoopers en der Schieringers verzwakt. Zij weerden zich dapper, doch schoten te kort (1396). Opnieuw opgestaan, gaven zij wii.lem, ai.bkecht's zoon, veel te doen. Ook vond hij zijn' man in jan van arkei, , Rentmeester van Holland, die rekening weigerde, en het beleg van Gorinchem doorstond (1403). Graaf willem vi stak zich in de Hoeksche en Kabeljaauwsche tweespalt, welke te Dordrecht woedde (1406). Ook de Arkelsche oorlog herleefde, door een' Gelderschen gevolgd (1407). Voorts herstelde hij zijn broeder jan in liet Bisdom van Luik (1408), en stilde een oproer te Utrecht (1415). De watermolen werd het eerst gebezigd (1390), de Zijpe in Noordholland bedijkt (1404), het haringkaken en zouten uitgevonden door willem beukei,sz van Biervliet, te Hoorn het eerste groote haringnet gebreid (1416). Beroemd was philippus van leiden, regtsgeleerde. Wien beoorloogde Graaf willem v? — Welk onheil trof hem? — Wie werd Ruwaard? — Waarover kreeg deze inet Delft twist? — Welke tweespalt beroerde Gelderland ? — Wat wordt voorts van Ruwaard albrecht vermeld? — Met wie hield hij het als Graaf? — Tegen wie deed hij een' togt? — Bleven de Friezen rustig? — Wie werd voorts beoorloogd? — In welke tweespalt stak zich Graaf willem vi? — Welke waren zijne verdere bedrijven? — Wat werd het eerst gebezigd? — Wat bedijkt? — Wie vond het haringkaken en zouten uit? — Waar werd het eerste groote haringnet gebreid? — Wie was beroemd? ACHTTIENDE LES. Vrouw jakoba, haren vader willem vi, in Henegouwen, Holland en Zeeland opgevolgd, had 'haren oom, jan van Beijeren, tegen zich, die als Ruwaard optrad. Een aanslag op Gorinchem mislukte (1417); doch, door Vrouw jakoba en haren gemaal, Hertog jan ii van Brabant, te Dordrecht te vergeefs belegerd (1419), kreeg hij, bij verdrag, deel aan het bewind, dat hij meer en meer uitbreidde. Inmiddels hadden zware rampen plaats. Amster- dam brandde grootsndeels af. De Zuidhollandsche waard liep onder, en liet Biesbosch ontstond (1421). Vrouw jakoba, wars van haren gemaal, zocht en vond een' anderen in humereij, Hertog van Glocester (1422). Hertog filips van Bourgondië, Graaf van Vlaanderen, trok zich zijn' neef, jan van Braband, aan, belegerde jakoba te Bergen, en voerde ze naar Gent (1425). Reeds was liet slot te Schoonhoven aan de Hoekschen overgegaan. Albrecht beuling, veroordeeld om levend in de aarde gedolven te worden, vraagt en bekomt, op zijn woord, ééne maand uitstels; hij keert terug, en ondergaat zijn lot (1425).—Heilig zij ons woord, hoe veel het ons ook koste!—Hertog eimps, sedert den dood van jan van Beijeren, erfgenaam, trad op als Ruwaard. Vrouw jakoba, naar Holland ontvlugt, zegevierde een- en andermaal, bij Alphen, (1425,1426); doch leed, bij Brouwershaven, Hoorn en Wieringen, de nederlaag (1426, 1427). Door iiumfreij verlaten en te Gouda door Hertog fii.ips bedreigd, stond zij hem het bewind af (1428); gelijk zij ook, door haar geheim huwelijk met frank van borselen,. den titel van Gravin verbeurde. Dus kwam het bewind aan het Bourgondische huis (1433). De boekdrukkunst werd te Haarlem door i.ourens koster uitgevonden. W'ie volgde Graaf willem yi op? — Wien had Vrouw jakoba tegen zich? — Gelukte de aanslag op Gorinchem? — Hoe liep het beleg van Dordrecht af? — Welke rampen hadden plaats? — Wie verving jakoba's gemaal? — Wie trok zich Hertog jan van Braband aau? — Wat weervoer jakoba? — Waardoor is albrecht beuling beroemd geworden? — Wat is de toepassing ? — Hoe slaagde jakoba in Holland? — Wien stond zij het bewind af? — Hoe verloor zij ook haren titel ? — Aan welk huis kwam het bewind? — Wat werd te Haarlem uitgevonden? NEGENTIENDE LES. Hertog filips i van Bourgondië, bijgenaamd de Goede, was Heer van de meeste Nederlanden. In den oorlog tusschen Erankrijk en Engeland liielp hij eerst de Engelschen, en toen het hem tegenliep, de Eranschen, ofschoon hij het beleg van Calais moest opgeven (1436). De Bruggenaars gaven hem veel te doen; hij zelf liep groot gevaar (1437). Inden oorlog tusschen de Nederlanders en de handelssteden aan de Oostzee, deed de kaapvaart, door hem aangemoedigd , den vijand groote afbreuk (1439). Daarop beoorloogde hij de Luxemburgers en bemagtigde het Hertogdom (1443). Ook stilde hij in Holland de Hoeksche en Kabeljaauwsche twisten (1445). De Gentenaars, onwillig in het dragen eener belasting, namen de wapens op, doch werden geslagen (1453). Voorts drong Hertog fii.ips zijn'1 basterd david op den stoel van Utrecht (1456). Hij kwam in geschil met Koning i,odewijk xi van Erankrijk. Erup's zoon, kakel, trok derwaarts, en leverde, bij Montlheri, een' bloedigen slag (1465). Ook strafte hij de door i.odewijk opgeruide Luikenaars, en wreekte zich geducht op die van Dinant (1466). Middelerwijl was Hertog aenoud van Gelder, door zijn' zoon adolf onttroond, verraderlijk opgeligt, in een1 kouden nacht over het ijs naar het slot te Buren gebragt, alwaar hij vijf jaren gevangen bleef (1465) — Geen verachtelijker mensch, dan die zijne ouders mishandelt. — De Nederlanden bereikten een' hoogen trap van bloei. Alomme vestigden zich rederijkerskamers. Beroemd waren thomas van kempen , zedekundige, de isaSks, scheikundigen, en jan van eijck, schilder, uitvinder der olieverw. Wie was de Heer der meeste Nederlanden? — Hoe gedroeg zich Hertog filips in den Fransch-Engelschen oorlog? — Wie gaven hem veel te doen? — Wien deden de Nederlanders afbreuk? — Hoe slaagde Hertog filips in Luxemburg? — Wat deed hij in Holland? — Hoe bekwam den Gentenaars hun opstand? — Wien drong Hertog filips op den stoel van Utrecht? — Met wien kwam hij in geschil? — Wat weervoer den Luikenaars en Dinanters? — Wat gebeurde in Gelderland? — Wat is de toepassing? — Hoedanig was de staat der Nederlanden? — Welke gezelschappen vestigden zich ? — Wie waren beroemd ? TWINTIGSTE LES. Pilip's zoon, Hertog kakel i, bijgenaamd de Stoute, verdiende dien naam. Pelen heerschzuchtig van aard, was hij afgerigt op koene, vaak roekelooze ondernemingen. Hij bedwong de Gentenaars, onderwierp en strafte de oproerige Luikenaars (1467, 1468), zette den Engelschen hunnen zeeroof betaald (1470), herstelde den Engelschen Koning eduaiid op den troon (1471), viel in Frankrijk (1472) en stilde te Zierikzee eene hevige beroerte (1472). In den Gelderschen twist tusschen Hertog arnoud en zijn' zoon adoj.f, trad hij als bemiddelaar op, deed den vader ontslaan, zette den hoofdigen adot.f gevangen, en eindigde met Gelder en Zutphen te naasten, door Hertog arnoud aan hem verpand (1473). Op andere veroveringen, ook op den titel van Koning, belust, zocht hij zijn gebied langs den Eijn uit te breiden, sloeg, ofschoon te vergeefs, het beleg om Nuis (1475), viel in Lotharingen, dat hij veroverde, en trok op, om de met anderen tegen hem verbondene Zwitsers te straffen. Reeds was Granson in zijne magt, toen hem, bij die stad, voorts bij Murten, door de Zwitsers eene zware nederlaag werd toegebragt (1476). Nog gaf hij den moed niet op, en belegerde Nancy; doch, met bené , Hertog van Lotharingen, slaags geraakt, bleef hij in het gevecht (1477). — Wie, niet te vreden met het geen hij heeft, naar meer, ten koste van anderen streeft, loopt in zijn verderf. Beroemd waren wessel, ganzevoort en rudolt agricoi.a , letterkundigen. \ anwaar heeft Hertog kakel i zijn' bijnaam ? — Wie werden door hem bedwongen ? — Wie onderworpen en gestraft? — Wien zette hij het zeerooven betaald ? — Wien herstelde hij op den troon ? — Waar deed hij een' inval? — Wat riep hem naar Zierikzee? — Hoe gedroeg hij zich in den Gelder schen twist? — Wat was het gevolg voor vader en zoon? — Hoedanig was het einde! — Wat beoogde Hertog kaiiel? — Slaagde hij voor Nuis? — Welke veroveringen maakte hij? — Waar kreeg hij de nederlaag ? — Hoe liep de slag bij Nancy af? — Wat is de toepassing ? — Wie waren beroemd ? EEN EN TWINTIGSTE LES. tl Kom Vrouw maria, kakels eenige docliter en opvolgster, had van Frankrijk en van de Gentenaars veel te lijden. Koning l odewijk xi nam bezit van het Hertogdom Bourgondië en dreigde met andere verliezen. In dien toestand nam zij hare toevlugt tot den landzaat, en vleide de Hollanders en Zeeuwen, door het verleenen van het Groot-Privilegie, waarbij de GrafelnVp. mnerf benaald. den landzaten groote inwilligin¬ gen gedaan, en hunne voorregten of bevestigd of ver- I ö ö 7 1 1 1 i meerderd werden (1477). De Gentenaars betieerscntcn haar geheel, dwongen haar tot téïuggave van verbeurde voorregten, en bragten, ondanks haar gesmeek, twee liarer gunstelingen ter dood. Zij slaakten adolf van Gelder, en voerden hem tegen de Eranschen: hij bleef voor Doornik (1477). Vrouw mama huwde met maxih*tt ta j\r van nnstf>nrnl<. zoon van Keizer frederik iii. De Eranschen, die deNederlandsche schepen wegnamen, B jf_ zagen, door den slag bij Guinegate, hunnen overmoed Ij gefnuikt (1479). De Gelderschen, namens kakel, 1 5[ adolf's zoon, opgestaan, werden door maximiliaan i|i( , r • i pi 1 ' . tt„11«».,1 d bedwongen (1481). Meer moeite gal net, m nuimuu de Hoekschen, met de Utrechtschen vereenigd, tot rede te brengen. Te midden dier beroerten , overleed Vrouw mabia , ten gevolge van haren val van het paard (1482). Zij liet een' eenigen zoon, den vierjarigen ïir.ips, tot opvolger na. Het bewind kwam alzoo aan liet Bourgondisch-Oostenrijksche huis (1482). 10 ra Van wie had Vrouw maria veel te lijden ! — Hoe gedroeg zich Koning lodewijk xi? — Waardoor won Vrouw mama de Hollanders en de Zeeuwen ? — Waarom stelden dezen op het Groot-Privilegie zoo veel prijs ? — Hoe gedroegen zich de Gentenaars ? — Hoe liep het met adolp van Gelder af? — Met wien huwde Vrouw mahia ! — Hoe werd de Fransche overmoed gefnuikt? — Wie bedwong de Gelderschen? — Wat gaf in Holland meer moeite? — Welk verlies trof het land? — Aan welk huis kwam het bewind? TWEE EN TWINTIGSTE LES. Maximiliaan werd alom, behalve in Vlaanderen, als voogd van den jeugdigen fii.ips erkend. Steeds woelden de Hoekschenen de Kabeljaauwschen; doch ook thans schitterde wel eens eene edele daad. Jan van schaffelaae , een Kabeljaauwsch Hopman, te Barneveld op den toren door de Hoekschen belegerd, moest het opgeven. Geene genade voor de zijnen kunnende bedingen, tenzij met opoffering van zich zeiven, springt hij van den omgang des torens,en wordt afgemaakt (1482). — Zich zeiven voor anderen op te offeren, is het treffendst blijk van menschenliefde. — Maximiliaan bedwong de Luikenaars, onderwierp de Utrechtschen (1483), ook de Gentenaars, die steeds weigerden hem als voogd te erkennen, en hem zijn' zoon onthielden (1485). Tot Roomsch-Ivoning verheven , werd hij te Brugge in hechtenis genomen, en andere moedwil gepleegd (1488). Het kwam tot een verdrag, en hij herkreeg zijne vrijheid, toen Keizer fkedeik met een leger aanrukte. Het gelukte zijn'' opperbevelhebber Hertog albuecht van Saksen, de zaken te herstellen; terwijl maximiliaan de Hoekschen in Holland vervolgde en brederode binnen Rotterdam benaauwde, dat zich overgaf (1489). Het was voor Hertog albrecht bewaard, in Noordholland het Kaas- en Broodvolk, door gebrek aan het muiten geslagen, te ontwapenen; ook de Hoeksche en Kabeljaauwsche woelingen te eindigen (1492). Maximiliaan, den Keizerlijken troon beklimmende, liet aan zijn' zoon Hertog filips het bewind der Nederlanden (1494). Werd maximiliaan overal als voogd van zijn' zoon filips erkend? Waardoor heeft jan van schaffelaar zich beroemd gemaakt? W;it is de toepassing? — Wie werden door maximiliaan bedwongen? — Wie onderworpen? — Wat weervoer hem te Brugge? — Wat deed Keizer fredrik ? — Wie herstelde de zaken? Wat gaf maximiliaan in Holland werk? — Welk volk werd in Noordholland door Hertog albrecht ontwapend? — Aan welke woelingen maakte hij een einde? — Wat deed maximiliaan, Keizer geworden? DRIE EN TWINTIGSTE LES. Hertog filips n, bijgenaamd de Schoone, schonk den Hollanders bepaalde voorregten, maar vernietigde het groot-Privilegie van vrouw maria. Hij bevorderde den handel en de visscherij, door een Handelsverdrag, met Engeland gesloten (1496). Gelderland,waar kaeel, adolf's zoon, zich gevestigd had, ten koste der Oostenrijkschen, gaf veel te doen. Het kwam telkens tot een bestand, weldra verbroken. De Eriezen kregen Hertog albrecht van Saksen tot Erfstadhouder en Potestaat (1498). Tegen at.brecht's zoon, henrik, ü opgestaan, werden zij geslagen (1500). Henrik, zijn' vader opgevolgd, verkocht zijn regt aan zijn1 broeder joris (1501). De Groningers deden den Utrechtschen Bisschop, voorts Graaf edzard van Oostfriesland, hulde (1505). Middelerwijl blaakte op nieuw de Geldersche oorlog. Vóór Monnikendam raakten de Hollandsche en de Geldersche schepen slaags: de laatsten schoten te kort (1504). Daarop valt Hertog filips in Gelderland, maakt groote veroveringen, en dwingt karei, tot een verdrag (1505). Hertog filips, met joanna, Erfdochter van Spanje, gehuwd, en derwaarts getrokken, om het bewind van Kastilië te aanvaarden, overleed dat zelfde jaar (1506). Filip's zoon en opvolger, karel, zes jaren oud, had Keizer maximiliaan tot voogd en adriaan florisz. van Utrecht, weldra Paus , tot leermeester. Karel van Gelder begon op nieuw de vijandelijkheden, viel in Brabant en Holland (1507). Groningen deed hem hulde (1514). Hertog joris van Saksen verkocht zijn regt op Friesland aan Prins karel van Oostenrijk (1515). Beroemd was desiderius erasmus , Godgeleerde en letterkundige. Welke verpligting had Holland aan Hertog iilips n ? — Welk gewest gaf hem veel te doen? — Wien kregen de Friezen tot Heer? — Aan wien verkocht Hertog Hendrik zijn regt? — Wien deden de Groningers hulde? — Wat vertoonde zich vóór Monnikendam? — Wie dwong kakel van Gelder tot een verdrag? Waarom trok Hertog filips naar Spanje? — Wie volgde hem op? ^ ien had Prins karel tot voogd ? — \v ion tot leermeester ? — IToe gedroeg zich karel van Gelder? — Welk gewest deed hem hulde? — Wat gebeurde met Friesland? — Wie was beroemd? VIEB EN TWINTIGSTE LES. Prins karel ii, als Heer der Nederlanden gehuldigd, werd dra Koning van Spanje, voorts Keizer van Duitsehland (1519). Intusschen had karel van Gelder, ondanks de verdragen, zijne strooperijen hervat. Met dat al verloor hij Friesland, dat geheel aan Keizer karel kwam (1523). Een' magtiger vijand vond deze in frans i, Koning van Frankrijk, die, bij Pavia, geslagen, gevangen raakte (1525). Hierop werd karel's gebied met Overijssel en Utrecht vergroot (15 28), de vloot van barbarossa, met Tunis, veroverd (1535), de hulde van Groningen en Drenthe ontvangen (1536). Hij kwam weder in oorlog met Frankrijk (1536), en dempte te Gent een' opstand (1540). Een togt naar Algiers mislukte (1541); marten van rossem ging voort met plunderen en branden; doch Gelder en Zutphen bezweken, zoodat nu al de Nederlanden zich onder Keizer karel bevonden (1543). Na een1 inval in Frankriik. beoorloogde hii in Duitsehland de Protestanten, ontknoopte hun bondgenootschap, maar moest hun geloofsvrijheid toestaan (1552). Een nieuwe oorlog met Frankrijk, hoe roemrijk ook ter zee, viel te land min gelukkig uit (1554). Keizer karei,, zijn geluk wantrouwende, deed, te ±>russel, aistana van nei oewind der Nederlanden aan zijn1 zoon filips (1555), wien hij ook de kroon van Spanje overgaf; gelijk hij zijn1 broeder ferdinand de Keizerlijke toeschikte. Hij overleed in het klooster St. Just in Spanje (1558). Geene aardsche grootheid bevredigt het hart. — De Nederlanden genoten eene ongemeene welvaart. Beroemd waren janus secundus, Latijnsch dichter, en lukas van leiden, schilder. Tot welke waardigheden steeg Prins karel ii? — Hield karei, van Gelder zich stil? — In wien vond Keizer karel een' magtiger vijand? — Waarmede werd zijn gebied vergroot? — Wat veroverde hij in Afrika? — Welke gewesten deden hem hulde? — Wat riep hem naar Gent? — Hoe liep een togt naar Algiers af? — Wat deed makten van rossem ? — Hoe eindigden Gelder en Zutphen? — Wat ondernam Keizer karel in Duitsehland? — Welken uitslag had een nieuwe oorlog met Frankrijk? — Wat gebeurde te Brussel? — Wat is de toepassing? — Hoedanig was de staat der Nederlanden? — Wie waren beroemd? VIJF EN TWINTIGSTE LES. Eilips iii, als Graaf van Holland, filips ii, als Konin» , 7 7 O van Spanje, voerde oorlog met Koning hendkik ii van Frankrijk. De Eranschen kregen, bij St. Quentin en Grevelingen, de nederlaag (1557, 1558). Zwaarder was de worsteling met den landzaat. Koning filips beoogde een volstrekt, willekeurig gezag, achtte zich noch aan wetten, noch aan voorregten, hoezeer bezworen , gebonden, hield het Spaansche krijgsvolk in het land, schonk den gehaten gkanvelle het onbepaaldst vertrouwen, en handhaafde de plakkaten tegen .de Onroomschen ten strengste. De gemoederen werden verbitterd. Eene tegenpartij ontstond , waarvan de hoofden waren: willem , Prins van Oranje, Stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht 3 lamoraal , Graaf van Egmond, Stadhouder van Vlaanderen en A.rtois, en filips , Graaf van Hoorne, Stadhouder van Doornik. Op hevig geklag, vertrok het Spaansche krijgsvolk ; ook granvelle werd verwijderd-; maar de scherpe plakkaten bleven. Thans sloten de Edelen een verbond, en aangevoerd door iienrik, Heer van Brederode, overhandigden zij der Landvoogdesse margareet van Parma een smeekschrift (1566). Het antwoord voldeed der menigte niet; de openbare preek begon; de kerken werden geplunderd, beelden en kunststukken vernield. De Landvoogdes greep naar de wapenen, onderwierp Doornik en Valenchijn. De aanslagen van brederode en tholouse mislukten. Het bondgenootschap raakte uit een. De Edelen versterkten hunne sloten, of verlieten het laud. En niet ontijdig: ferdinand alvarez de toledo , Hertog van Alva, was meteen leger in aantogt (1567). Beroemd waren viglius van zuchem van aytta en hopperus, regtsgeleerden. Met wien voerde Koning filits oorlog? — Waar kregen de Franschen de nederlaag? — Met wien had Koning filips zwaarder worsteling? — Welke grieven bestonden tegen liem? — Wat was daarvan het gevolg? — Wie waren de hoofden der tegenpartij? — In hoe verre werd het geklag verhoord? — Wat deden de Edelen? — Voldeed het antwoord? — Wat gebeurde? — Waartoe besloot de Landvoogdes? — Welke aanslagen mislukten? — Wat werd van het bondgenootschap? — Welke partij kozen de Edelen? — Wie was met een leger in aantogt? — Wie waren beroemd? ZES EN TWINTIGSTE LES. De komst van den Hertog van Alva, groot als krijgsman, trotsch en wreed als mensch, was voor den lande allernoodlottigst. Al aanstonds deed hij, onder anderen, de Graven van Egmond en Hoorne vatten, en vestigde hij een' raad van beroerte, waarvoor elk, die zich in de jongste onlusten gemengd had, werd gedaagd, met verlies van goed voor hem, die niet, veelal ook van lijf voor hem, die verscheen (1567). Daarenboven zagen zich alle Nederlanders, eenigen uitgezonderd, aan Majesteitschennis, dus doodschuldig, verklaard (1568). Thans viel de landzaat tot vertwijfeling, besloten, om geweld met geweld te keeren. Prins wili.em , naar Duitschland geweken, verzamelde een leger. Een dubbele aanslag mislukte. Maar willem's broeder, lodewijk, in Groningerland gevallen, sloeg de Spanjaards, bij Heiligerlee (1568). Daarentegen werden de goederen van den gebannen Prins willem verbeurd verklaard, de Graven van Egmond en Hoorne, te Brussel, onthoofd , en lodewijk1 s benden, door alva zeiven, bij Jemmingen, geslagen (1568). Prins willem trok over de Maas, doch moest zijn leger, wegens gebrek, afdanken. De Hertog van Alva, de handen ruim hebbende, ging voort met den landzaat te vervolgen. Nog ontwierp hij drukkende belastingen, een' honderdsten penning, van alle goederen voor eens, een' twintigsten, van alle onroerende, en een' tienden, van alle roerende, zoo dikwijls die verkocht werden: dit voerde het mis- noegen ten top. Hierbij voegde zich nog een geweldige watervloed, waarin duizende menschen omkwamen (1570). Hoedanig een was de Hertog van Alva? — Wat was zijn eerste werk? — Welken raad stelde hij in? — Welk vonnis trof de Nederlanders? — Wat was daarvan het gevolg? — Hoe liep een dubbele aanslag af? — Hoe slaagde Graaf lodewijk? — Hoe werd dit op Prins willem gewroken? — Welk lot hadden de Graven van Egmond en Hoorne? •— Wat gebeurde bij Jemmingen? — Wat deed Prins willem? —■ Waarmede hield zich alva bezig? — Welke belastingen ontwierp hij? — Wat kwam bij dit alles? ZEVEN EN TWINTIGSTE LES. Terwijl de Hertog van Alva den landzaat kwelde, tergde en dreigde, zat deze niet stil. Herman de ruiter, verraste het slot Loevestein en verdedigde zich tot het uiterste (1570). De Watergeuzen, door Prins willem gevolmagtigd tot den vrijbuit, veroverden Brielle (1572). Daarop kozen een aantal steden in Zeeland, Holland, Gelderland, Overijssel, het Sticht en Friesland, 'sPrinsen zijde; ofschoon het daarbij wel eens woest en wreed toeging. Middelerwijl was Bergen in Henegouwen door Graaf lodewijk verrast (1572). Een tweede veldtogt van Prins willem liep andermaal ongunstig af. Hij nam Roermonde, trok, onder anderen, Mechelen en Leuven op zijne zijde, doch beproefde te vergeefs het ontzet van Bergen; door de afdanking zijns legers gevolgd. De in Brabant veroverde steden, ook de meeste Geldersche, Overijsselsche, Stichtsche en Friesche, voegden zich weder on- der Spanje. In Zeeland werd Goes door mondraoon ontzet. Ai.va's zoon, Don fredrik , rigtte te Zutphen, voorts te Naarden, een afgrijselijk bloedbad aan (1572). Hij belegerde Haarlem. Het verdedigde zich moedig, waarbij zelfs vrouwen, aangevoerd door kenau Hasselaar, zich onderscheidden. — Ook het teedere geslacht heeft belang bij het vaderland. — Met dit al bezweek de stad (1573). Het beleg van Alkmaar moest worden opgebroken. Op de Zuiderzee werd de Spaansche vloot verslagen, bossu zelf gevangen. Al va, met schuld, schande en vloek beladen, verliet het land (1573). Welke daad bedreef herman de ruiter? — Welke stad veroverden de "Watergeuzen? — Wat was daarvan het gevolg? — Hoe ging het daarbij wel eens toe? — Welke stad werd door Graaf lodewijk verrast ? — Hoe liep een tweede veldtogt van Prins willem af? — Wat beproefde hij te vergeefs? — Door wien werd Goes ontzet? — Hoe gedroeg zich Don fredrik te Zutphen en Naarden?— Hoe hield zich Haarlem? — Wie hebben zich onderscheiden? — Wat is de toepassing? — Hoe liep het beleg van Alkmaar af? — Wat gebeurde op de Zuiderzee? — Welk besluit nam al va ? ACHT EN TWINTIGSTE LES. AlvVs opvolger, Donlouis de requesens,poogde het belegerde Middelburg te ontzetten; zijne vloot kreeg bij Roemerswaal de nederlaag, en de stad ging over (1574). Daarentegen verloor Graaf t,odewijk, op de Mokerheide, den slag met het leven (1574). Het beleg van Leiden, vroeger begonnen, werd door valdez hervat. De burgerij, bemoedigd door den Burgemeester pieter adriaansz. van dek werff, die zijn eigen lijf tot spijze aanbood, verduurde den felsten honger. Eindelijk stroomen de wateren der verlossing; de vijand vlugt, en Leiden is ontzet (1574). — Als de nood het hoogst is, is vaak de redding nabij. — Leiden verkreeg eene Hoogeschool (1575). De Staten droegen Prins wille 11 de opperste magt, gedurende den oorlog, op. Desniettemin martelde zijn Stedehouder sonoi onschuldige huislieden in Noordholland; gelijk ook de Spanjaard iiierges te Oudewater moordde en brandde (1575). Na mislukten vredehandel, deed Don louis een'aanslag van Tholen, over Rlips- en Duiveland, op Schouwen. Brouwershaven, Bommenede werden genomen, Zierikzee belegerd (1575). Hoog klom de nood; geene hulp was van elders te wachten; doch Don louis stierf, en het gezag kwam aan den Baad van State. Zierikzee bezweek, en nu sloegen de Spanjaards aan het mifiten, plunderende, tot rondom Aalst. Yijanden des lands verklaard, overvallen zij Maastricht, en bedrijven te Antwerpen gruwelen. Vandaar de Gentsche Bevrediging , waarbij men zich verbond, om den Spanjaard het land uit te jagen, en de scherpe plakkaten geschorst te laten (1576). Hoe liep de eerste onderneming van Don louis de requesens af? — Welk verlies leed men op de Mokerheide? — Wat gebeurde met Leiden? — Wie bemoedigde de burgerij? — Hoe kwam er redding? — Wat is de toepassing? — Wat verkreeg Leiden? — Wien werd de opperste magt opgedragen ? — Hoe gedroeg zich sonoi in Noordholland? — Hoe iiierges te Oudewater? — Welken aanslag deed Don louis? — Hoe werd men uit den nood gered? — Waar woedden de Spanjaards? — Wat was daarvan het gevolg?—Waartoe verbond men zich? NEGEN EN TWINTIGSTE LES. Don jan van Oostenrijk, door den Koning tot Landvoogd benoemd, nam de Gentsclie Bevrediging aan, en zond de Spanjaards weg; docli liet kasteel te Namen en andere sterkten verrassende, wekte hij wantrouwen (1577). Prins willem werd Kuwaard van Braband, Don jan vijand des lands en van de Landvoogdij vervallen verklaard, matthias , Aartshertog van Oostenrijk, als Landvoogd, Prins witxem tot zijn' Stedehouder aangesteld. Ter goeder ure voor Don jan, kwam alexander farneze, Prins van Parma, met versche Spanjaards. De Staatschen werden , bij Gemblours, geslagen; waarop vele Brabantsche, Henegouwsche en Limburgsche steden afvielen (1578). Daarentegen hadden verscheidene Noordnederlandsche steden, ook Haarlem, Utrecht, Goes, 's Hertogenbosch, Breda, Amsterdam, de zijde van Spanje verlaten. Inmiddels bedierf de landzaat, wien liet niet aan Duitsche en Eransche hulp ontbrak, zijne zaak door tweedragt en onverdraagzaamheid. Te Amsterdam, Haarlem, Goes, Geilt, Brugge en elders kwam liet tot dadelijkheden. De Walsche gewesten schikten zich tot tegenweer; de partij der Misnoegden ontstond. Men sloot te Atrecht een verbond; waarop de meeste Noordnederlanden te Utrecht eene Unie of verbond van vereeniging tot stand bragten, den grondslag van den Staat der Vereenigde Nederlanden (1579). Beroemd waren elbeut i.eoninus, regtsgeleerde, hadrianus JUNiüs en coornhert, letterkundigen. Hoe gedroeg zich Don jan ? — Hoe wekte hij wantrouwen ? — Welk was zijn lot? — Wie werd Landvoogd? — Wat werd van Prins willem? — Wie kwam in de Nederlanden? — Wat gebeurde hij Gemblours ? — Wat was daarvan het gevolg? — Welke steden hadden de zijde van Spanje verlaten ? — Waardoor bedierf de landzaat zijne zaak? — Waar kwam het tot dadelijkheden ? — Welke partij ontstond? — Wat werd te Atrecht bewerkt? — Wat kwam te Utrecht tot stand ? — Wie waren beroemd ? DERTIGSTE LES. Ten gevolge van liet Atrechtsche verbond, verdroegen zich de Walsche gewesten met den Prins van Panna, sedert den dood van Don jan, Landvoogd der Nederlanden, en gingen met hun geheel leger, tot 's Konings zijde over (1579). Pabma belegerde Maastricht; het werd veroverd, geplunderd, uitgemoord (1579). Mechelen en 'sHertogenbosch kozen de partij van Spanje; andere steden stonden te volgen. Een vredehandel, te Keulen begonnen , liep te niet (1580)._ De Staatschen verrasten Kortrijk, Ninove, Mechelen, alwaar men deerlijk huis hield, ook Diest, Sichem en Aarschot; doch, door verraad van den Graaf van Rennenberg, Stadhouder van Friesland, Overijssel, Groningen en Drenthe, kwamen Groningen, Delfzijl, Koeverden en Oldenzaal, aan pakma, wien ook Breda in handen viel (1580, 1581). Inmiddels was, namens Koning filips, een scherpe ban tegen Prins willem uitgevaardigd, die niet in gebreke bleef, daartegen een nadrukkelijk vertoog in het licht te geven. De Staten, 2 geen ander redmiddel overig ziende, deden een' I beslissenden stap; zij zwoeren Koning filips, huni: nen Hertog, Graaf en Heer, plegtig af, hem van Ij regtswege, vervallen verklarende van alle aanspraak i op de regering der Nederlanden, en erkenden, op zeer bepaalde voorwaarden, den Hertog van Anjou, broeder des Eranschen Konings, voor Yorst en Heer der Nederlanden (1581). — Een bewind, op willekeur gegrond, houdt geen stand. Wat was het gevolg van het Atreehtsche verbond? — Welke stad werd door den Prins van Parma veroverd? — Welke steden kozen Spanjes zijde? — Hoe liep de vredehandel te Keulen af? — Welke steden werden door de Staatschen verrast? —Wie pleegde verraad ? — Welke steden gingen verloren? — Welken maatregel nam Koning filips? — Wat deed Prins willem?—Wat deden de Staten?—Wfen erkenden zij voor Heer der Nederlanden? — Wat is de toepassing? EEN EN DERTIGSTE LES. De Hertog van Anjou, met eene aanzienlijke magt i afgekomen, ontzette Kamerijk; doch Doornik, Oudenaarden, Lier en Steeuwijk, vielen aan païuia; waartegen de Staatschen eenige sterkten veroverden (1581, 1583). Tot hiertoe had de Hertog van Anjou zijn doel gebrekkig bereikt. Met weerzin had hij het bewind van Holland, Zeeland en Utrecht aan Prins willem. gelaten, en zag hij zijn gezag besnoeid. Om meer hulp van zijn' broeder den Koning van Frankrijk te bekomen, had hij meer magtnoodig, en daartoe waagde hij een' aanslag op verscheidene Brabantsche en Vlaamsche steden. De aanslag ge- lukte te Duinkerken, Dixmuiden en Dendermonde, doch mislukte te Ostende, Nieuwpoort en Brugge, vooral te Antwerpen, waar de Hertog geweldig liet hoofd stiet (1583). Van zijnen kant zat païima niet stil, daar hem een groot aantal Brabantsche, vooral Vlaamsche, steden in handen vielen. Zutphen werd overrompeld. Ook Brugge en IJperen verdroegen zich met Spanje. In plaatse van te hulp te komen, trok de Hertog van Anjou naar Frankrijk, alwaar hij weldra overleed (1584). In dien hagchelijken toestand, besloten de Staten van Holland, Prins willem, die reeds het hooge bewind voerde, ook den titel van Graaf toe te voegen. Ofschoon Zeeland, Amsterdam en Gouda aarzelden, zou toch de huldiging hebben plaats gehad, zonder 'sPrinsen dood: hij werd te Delft, door den Bourgondiër balthazab geeauds, verraderlijk vermoord (1584). — De dood verijdelt alle plannen. — Welk was het eerste werk van Jen Hertog van Anjou ? — Welke steden vielen aan den Prins van Panna ? —■ Wat veroverden de Staatschen ? — Had de Hertog van Anjou zijn doel bereikt ? — Wat hinderde hem? — Waar was het hem om te doen? — Waartoe besloot hij? — Waar gelukte de aanslag? — Waar mislukte die? — Welke veroveringen werden door parma gemaakt? — Hoe gedroeg zich de Hertog van Anjou? — Waartoe besloten de Staten van Holland? — Waar aarzelde men? — Waardoor liep het werk te niet? — Welken dood stierf Prius willem ? — Wat is de toepassing? TWEE EN DERTIGSTE LES. De dood van Prins willem was de gevoeligste slag voor den Staat der Vereenigde Nederlanden. Parma trok er partij van: althans Dendermonde, Vilvoorden, Gent, Brussel, Nijmegen, Doesburg, Mechelen, ook Antwerpen gingen over (1585). Intusschen gaven de Staten den moed niet op. Onmiddelijk na 'sPrinsen dood, was een Paad van State ingesteld, met Graaf matjrits , willem's tweeden zoon, aan het hoofd, weldra Stadhouder, Kapitein-generaal, Admiraal van Holland en Zeeland. Eigen krachten wantrouwende, had men zicli tot Frankrijk gewend, doch Koning hendrik iii de opperheerschappij van de hand gewezen. Ook Koningin elisabeth van Engeland hield zich daarvan afkeerig. Met dit al zond zij robert dudleï, Graaf van Leicester, met hulpbenden, waarvoor Ylissingen, Rammekens en Brielle verpand werden (1585). Ook leicester beantwoordde niet aan de verwachting. Ofschoon, als Opperlandvoogd der Vereenigde Nederlanden, een groot gezag voerende, begeerde hij toch meer, misgunde Prins maurits zijne waardigheden , en lag gedurig met de Staten overhoop. Ook verachterden de zaken aanmerkelijk. Axel en Doesburg werden gewonnen, doch Grave, Yenlo, Nuis, Deventer en Sluis verloren (1586, 1587). Ilij smeedde een' aanslag op Amsterdam, Enkhuizen, Leiden, Gouda en Dordrecht. Zijn doel niet kunnende bereiken, legde hij zijn gehaat bewind neder, en vertrok (1587). Te Eraneker werd eene Hoogeschool gesticht (1585). Beroemd waren janus douza, visscher, spiegel, letterkundigen, simon stevin , wis- en werktuigkundige. Welke partij trok parma van Prins willem's dood? —Wat deden de Staten ? — Tot welke waardigheden steeg Graaf maurits ? — Wien bood men de opperheerschappij aan ? — Met welk gevolg ? — Wat deed Koningin elisabeth ? — Welke plaatsen werden aan haar verpand ? — Beantwoordde leicester aan de verwachting ? — Wat maakte hem ontevreden? — Welke plaatsen werden gewonnen? — Welke verloren? — Tegen welke steden smeedde hij een' aanslag? — Waartoe besloot hij? — Waar werd eene Hoogeschool gesticht? • Wie waren beroemd? DRIE EN DERTIGSTE LES. Terwijl Prins maubits werk vond in het stillen der muitende bezettingen, had Koning ïilips iets groots op het oog. Gebelgd over de door Koningin elisabeth verstrekte hulp, rustte hij tegen haar eene vloot uit, de Onverwinnelijke genaamd, van honderd en veertig groote schepen; waarbij zich parma's magt moest voegen, door de Engelsche en Staatsche vloten te Duinkerken opgehouden. De vloot werd door de Engelschen, nog meer door stormen, gehavend, en meestal vernield (1588). Daarentegen gingen Geertruidenberg, Bon, Wagtendonk en Kijnberk over (1588—1590). Prins maurits, Stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Overijssel en Gelderland, liet heraugiere het kasteel van Breda verrassen, door middel van een turfschip, waarin krijgsvolk verborgen was, en voltooide zelf de overgave der stad (1590). Zevenbergen ging verloren; doch sommige sterkten, ook Steenbergen, Zutphen, Deventer, Delfzijl, Hulst, Nijmegen, Steenwijk, Koeverden, Geertruidenberg en Groningen werden heroverd (1591—1594). Na paema's dood volgden verschillende Landvoogden elkander op, totdat de Aartshertog albert van Oostenrijk afkwam, die Calais en Hulst veroverde (1596). De Engelsch-Staatsche vloot sloeg de Spaansche, plunderde en verbrandde Cadix. Prins mauiuts won den slag bij Turnhout, nam Rijnberk, Meurs, Grol, Breevoort, Enschedé, Ootmarsum , Oldenzaal en Lingen (1597). Koning filips stond de Nederlanden aan zijne dochter isabella af, die met den Aartshertog albert huwde (1598). Kornelis kornelisz. van Uitgeest vond de houtzaagmolens uit (1594). Jakob van heemskerk overwinterde op Nova Zembla (1597). Olivier van noort zeilde den aardbol om (1598). Wat gaf Prins maubits werk? — Wat ondernam Koning filips tegen Koningin eusabetu ? — Welke was de uitslag? — Welke steden gingen over? — Van welke gewesten was Prins maubits Stadhouder? — Hoe werd Breda verrast? — Welke steden werden heroverd? — Wie werd eindelijk Landvoogd? — Welke was albebt's eerste verovering? — Wat verrigte de Engelsch-Staatsche vloot? — Welken slag won Prins maubits ?—Welke steden werden genomen ? — Aan wie stond Koning ïilips de Nederlanden af? — Welke uitvinding had plaats? — Wat weet gij van jakob van heemskerk? — Wat van olivieb van noort? VIER EN DERTIGSTE LES. De aanvang van het bewind der Aartshertogen albert en isabella kenmerkte zich door de aanwinst vanOrsoi, Rijnberk, Wezel, Rees, Emmerik en Deu- ticliem (1598). Prins mauhits verzekerde zich van Zevenaar, Heussen en Lobith, hernam Deutichem en Wagtendonk (1599, 1600), veroverde de schansen Crevecceur en St. Andries, viel in Vlaanderen, en wreekte de nederlaag van Graaf eknst van Nassau door eene volkomene zege, bij Nieuwpoort, op het leger des Aartshertogs behaald (1600). Rijnberk, Meurs, Grave, IJzendijke, Aardenburg en Sluis werden hernomen (1601—1604); terwijl de Staatsche oorlogschepen de galeijen van spinola overzeilden, of bestookten (1602, 1603). Daarentegen bezweek, na een driejarig beleg, Ostende (1604); gevolgd door het verlies van Oldenzaal, Lingen, Wagtendonk, Lochem, Grol en Rijnberk (1604—1606). De meeste roem werd op zee bevochten. Reiniek kt,aassen streed twee dagen met één schip tegen acht zware Spaansche galeijen; het niet langer kunnende houden, wierp hij de lont iu het kruid, en vloog met de zijnen in de lucht (1606). VÓÓT Gibraltar werd de Spaansche vloot door jakob van heemskerk, voor Malakka, door maatelief geslagen (1607). Na langdurige onderhandelingen, kwam het, door Iransehe en Engelsche bemiddeling, te Antwerpen, tot een twaalfjarig Bestand tusschen de Aartshertogen met Spanje en de Staten der als vrij erkende Nederlanden (1609). Beroemd waren ge baud vossius, daniöl heinsiijs, letterkundigen, zachakias jansen, kob.nei.is dbebbel, en de metiüssen, werktuigkundigen. Welke was de eerste aanwinst van de Aartshertogen afbekt en isabella? — Welke veroveringen maakte Prins madrits? — «aar behaalde hij eene volkomene zege ? — Welke plaatsen werden heroverd? — Wat gebeurde op zee? — Welke stad bezweek? — Welke andere steden gingen verloren? — Waar werd de meeste roem bevochten? — Welk was het stoute bedrijf van reiniek klaassen ? — Door wie werd voorts de Spaansche vloot geslagen ? — Wat kwam eindelijk tot stand? — Wie waren beroemd? VIJF EN DERTIGSTE LES. Tijdens liet Eestand, terwijl Prins maurits in den Kleefschen en Gulikschen twist hulpbenden aanvoerde, stegen de Vereenigde Nederlanden in aanzien en bloei. Zij sloten verbonden, zonden gezanten, en ontvingen ze uit verre oorden. De Beemster en Purmer werden bedijkt (1612—162Ü), steden vergroot, eene Iloogeschool te Groningen gesticht (1614). Talrijke vloten doorkruisten de zeeën, ontdekten nieuwe landen, en kwamen rijk geladen terug. De handel nam steeds toe, en wierp schatten af. Op Java bemagtigde jan pieterz. koen Jakatra, tot Batavia herbouwd (1619). Jammer voorwaar, dat tusschen Prins maurits en Hollands Advokaat joan yan oi.denbarnevei.d verwijdering bestond; door de kerkgeschillen der Remonstranten en Contra-Remonstranten gevoed. De Staten van Holland met oldenbarneveld begunstigden de eene, de algemeene Staten met Prins maurits de andere partij. Oldenbarneveld meende de rust door afzonderlijke krijgsbenden, Waardgelders, te moeten bewaren; Prins maurits dankte ze af, en veranderde de regering der steden. Oldenbarnevet/d viel, en werd in 'sHage onthoofd (1619). — Ook de hoogst geplaatste is niet veilig. Wie staat, zie toe, dat hij niet valle! — Twee mannen van dezelfde partij , huig de groot en rombout hoogerbeets , werden tot levenslange gevangenis op Loevestein verwezen, andere gekerkerd, of gebannen. De groot, door het beleid zijner vrouw maria van reigersbergen, in eene boekenkist uitgedragen, vlugtte naar Frankrijk (1621). Beroemd waren iiuig de groot , regts- en Godgeleerde, hooft, letterkundige, cats, vondel, dichters , en de keizer , beeldhouwkundige. Hoedanig was de staat der Vereenigde Nederlanden tijdens het Bestand? — Waaruit bleek hun aanzien? — Welke nieren werden bedijkt ? Welke stad bekwam eene Iloogeschool ? — Wien is men Batavia verschuldigd? — Tussehen wie had verwijdering plaats.' — Waardoor werd zij gevoed ? — Voor welke partij ijverde oldenbarneveld ? — Voor welke partij Prins maukits ? —Wat deed oldenbarneveld ? —• Wat Prins maurits ? — Welk was het lot van oldenbarneveld? — Wat is de toepassing? — Wie werden naar Loevestein verwezen? — Hoe herkreeg de groot zijne vrijheid? — Wie waren beroemd ? ZES EN DERTIGSTE LES. Met het einde des Bestands ontbrandde de oorlog op nieuw. De Spanjaards namen Steenbergen, en stroopten in Gelder- en Groningerland (1622, 1624). Prins maurits, Stadhouder ook van Groningen en Drenthe, bood zwakken tegenstand. Ofschoon den aanslag van oldenbarnevelds zonen ontkomen, over- leed hij toch weldra (1625). Hij werd door zijn' broeder midrik heneik, als Stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel, Kapitein-generaal, Admiraal, opgevolgd. Prins frediuk heneik week voor niemand in moed of beleid. Kon hij de overgave van Breda en Amersfoort niet keeren; hij vergoedde het, door de verovering van Goch, Oldenzaal, Grol, Eindhoven, Wezel, 's Hertogenbosch, Yenlo, Stralen, Koermonde, Sittart, Maastricht, Limburg, Orsoi en Rijnberk (1626—1633). Middelerwijl waren in Westindië groote voordeelen behaald , St. Salvador in Brazil door jacob willekens en piet hein bemagtigd (1624), en, bij gemelde stad, de Spaansch-Portugesche vloot door piet hein geslagen (1627); ook door hem, in de baai van Matanza, de Spaansche zilvervloot genomen ter waarde van ruim twaalf millioenen gulden (1628). Nog werd in Brazil, door lonck, onder anderen, Olinda veroverd (1630); gelijk ook op het Slaak, bij Tholen , dc- Spaansche vloot de nederlaag kreeg (1631). Kort daarna overleed de Aartshertogin isabella (1633), en kwamen de Zuidnederlanden weder aan Spanje. Het vijfde werelddeel Nieuwholland werd door de Nederlanders ontdekt (1620—1628), het Diemermeer bedijkt. (1630). Waardoor werd het Bestand vervangen ? — Waar stroopten de Spaanschen ? — Van welke gewesten werd Prins maurits Stadhouder? — Had hij er lang genot van? — Wie volgde hem op? — Welke steden gingen verloren? — Welke werden heroverd? — Welke voordcelen werden in West-Indië behaald? — Welke ,rijke buit viel piet hein in handen? — Welke stad werd door lonck veroverd? — Welke ramp trof de Spaansche vloot op het Slaak? — 4 Wat was het lot van de Zuidnederlanden na den dood der Aartshertogin isaeella? — Wat ontdekten de Nederlanders? — Welk meer werd bedijkt? ZEVEN EN DERTIGSTE LES. Frankrijk , met Spanje in oorlog, verbond zich met de Vereenigde Nederlanden. Prins eredrik heneik liad het opperbevel over de legers. Diest en Aarschot werden genomen, Tienen geplunderd en verbrand (1635). De Kardinaal-Infant ferdinand, thans landvoogd, heroverde Diest, verraste Schenkenschans,nam Goch, Gennep, Limburg, Venlo en Roermonde, doch verloor Schenkenschans, nevens Kleef en Breda (1635— 1637). Bij Kallo werd den Staatschen een gevoelige slag toegebragt (1638). Middelerwijl waren de Duinkerker kapers, bij Dieppe, geslagen (1636), en, nevens Curagao, Brazil grootendeels veroverd (1636). Makten iiarpertsz. trom]? bevocht, bij Duins, eene volkomene zege op de Spaansche vloot (1639). De Eranschen, eerst bij Diedenhoven geslagen, maakten in Artois veroveringen, wonnen den slag, bij Rocroi (1643), drongen in Vlaanderen door; terwijl Prins fredrik henrik, nu ook Stadhouder van Groningen en Drenthe, Sas van Gent en Hulst bemagtigde (1644—1645). De Nederlanders, den oorlog moede, vooral sedert den dood van Prins predrik iienrik (1647), sloten, ondanks Erankrijk, te Munster, met Spanje don vrede, welke hunne onafhankelijkheid waarborgde (1648). Te Utrecht en Harderwijk werden Hoogescholen gesticht (1636, 1647). Berucht was de dwaze windhandel in bloembollen, waarbij schatten te loor gingen (1637). Beroemd waren j. f. gronovius, letterkundige, gijsbert japix, dichter, rembrand van rijn, van der hei.st, potter, douw, van mieris, van der ve7.de, schilders, en van kampen, bouwkundige. Welke Mogendheid verbond zich met de Vereenigde Nederlanden?— Wie had het opperbevel over de legers? — Welke waren de eerste ondernemingen? — Welke plaatsen werden door ferdinand veroverd? Welke verloor hij? — Wat gebeurde hij Kallo? — Wie waren hij Dieppe geslagen? — Wat was elders veroverd? — Waar bevocht tromp de zege? — Welke voordeelen behaalden de Fransehen? Welke plaatsen vielen aan Prins fredrik henrik? — Waartoe besloten de Nederlanders? — Waar en wanneer werd de vrede geteekend? — Waar werden Hoogescholen gesticht? — Welke windhandel was berucht ? — Wie waren beroemd ? ACHT EN DERTIGSTE LES. De Vereenigde Nederlanden, pas van buiten in rust, werden van binnen weder beroerd. De Staten van Holland wilden meer krijgsvolk afdanken en bezuinigen , dan de algemeene Staten en Prins willem ii , Stadhouder, goedvonden. De Prins bezigde geweld, liet zes Staatsleden in hechtenis nemen, en waagde een' aanslag op Amsterdam. Deze mislukte; doch de Prins kreeg zijn zin, ofschoon hij weldra overleed (1650). Engeland, thans eene Republiek, ouder gezag van cromwetil, de Yereenigde Nederlanden tot eene ineensmelting, althans omhelzing van zijne partij, te vergeefs aangezocht hebbende, belemmerde den handel. Vandaar oorlog. Weldra raakte de vloot van tromp, bij Douvres, met de Engelsche slaags, ook die van michiel adrïaansz. de kuiter voor Plymouth. Dapper kweten zich voorts witte cornelisz. de with en de ruiter, en, bij herhaling, de ruiter en tromp (1652). Nog werd den Engelschen door tromp en de ruiter, bij Portland, een driedaagsche zeeslag geleverd, en door jan van galen , voor Livorno, de nederlaag toegebragt. Op nieuw door tromp , voor Nieuwpoort, Duinkerken, Katwijk en de Maas gehavend (1653), verlangden zij naar den vrede, welke dra volgde (1654). Makten harpertsz. tromp sneuvelde in den laatsten strijd. Daarop werd men in een' Noordschcn oorlog gewikkeld. De Heer van wassenaar-obdam sloeg de Zweedsche vloot; die van de ruiter hielp Nijborg bemagtigen (1658—1659). Een oorlog met Portugal, in Brazil begonnen, en in Oost-Indië voortgezet, eindigde met den afstand van Brazil aan Portugal, voor acht millioenen gulden (1654—1662). Te Delft kostte het springen van den kruidtoren aan een groot getal menschen het leven (1654). Hadden de Vereenigde Nederlanden lang rust? — Waaruit ontstond verdeeldheid? — Wat deed Prins willem li? — Gelukte de aanslag op Amsterdam? — Wat beoogde Engeland met de Vereenigde Nederlanden? — Wat was het gevolg? — Wie raakten met de Engelschen slaags? — Door wie werd hun een driedaagsche zeeslag geleverd? — Wie gaf hun voor Livorno de nederlaag? — Wie sloeg hen andermaal? Wanneer werd de vrede gesloten? — Wie sloeg voorts de Zweedsche vloot? — Wie hielp Nijborg bemagtigen? — Wat viel met Portugal voor? — Welke ramp trof Delft NEGEN EN DERTIGSTE LES. Weldra ontstond een tweede Engelsche oorlog, door Engelands herstelden Koning kakei, ii berokkend. De Engel schen ontroofden den Nederlanders verscheidene sterkten in Afrika en 'Amerika, nevens een aantal schepen. De ruiter hernam de meeste sterkten, en deed der Engelsche scheepvaart groote afbreuk (1604—1C65). De vloot van wassenaar kreeg, bij Lcstoüe, de nederlaag (1665), door de ruiter in een' vierdaagschen zeestrijd gewroken. Min gelukkig eindigde een tweede strijd; maar de aftogt was mees° terlijk (1666). De Engelschen verbrandden onze koopvaarders en Terschelling; de ruiter zeilde den Teems op, tot Chatham, en verbrandde de Engelsche oorlogschepen. Te Breda werd de vrede geteekend. (1667). Een inval van den Bisschop van Munster was gestuit (1666), toen een nieuw gevaar dreigde. Bij den dood van filips iv, Koning van Spanje, maakte Erankrijks Koning i,odewijk xiv, met filips dochter gehuwd, ondanks haren afstand, aanspraak op de Spaansche Nederlanden, waarvan hij een deel bezette (1667). In de Yereenigde Nederlanden wilde men, veiligheidshalve, Prins wii.lem iii tot de ambten zijns vaders verheffen. De Raadpensionaris de witt kwam het voor, door het Eeuwig Edict, waarbij het Kapitein-generaalschap van het Stadhouderschap gescheiden, en dit m Holland vernietigd werd (1667). Nog bewerkte hij een verbond tusschen Engeland, Zweden en de Yereenigde Nederlanden. Koning lodewijk sloot te Aken den vrede (1668). Beroemd was christiaan iiuigens, wis-, mituuren sterrekundige. "Welke nieuwe oorlog ontstond? — Wat deden de Engelschen? — Wat deed de ruiter?— Welk lot trof de vloot van wassenaar? — Hoe werd dit door de ruiter gewroken ? — Hoe liep een tweede scheepsstrijd af? — Welke schade berokkenden de Engelschen ? — Hoe werd hun dit betaald gezet? — Waar en wanneer werd de vrede gesloten ? — Had de inval van den Bisschop van Munster gevolg ? — Welke aanspraak maakte Kuning lodewijk xiv ? — Wat wilde men in de Vereenigde Nederlanden? — Hoe werd dit verijdeld? — Welk verbond kwam tot stand ? — Waar en wanneer werd de vrede gesloten ? — Wie was beroemd? VEERTIGSTE LES. Koning lodewijk, misnoegd op de Vereenigde Nederlanden, verbrak liet drievoudig verbond, en won Engeland, Zweden, Keulen en Munster. De Engelschen, onze koopvaarders aanvallende, werden afgeslagen. De ruiter raakte, bij Soulsbay, met de Fransch-Engelsche vloot slaags (1672). Terwijl de Keulschen en Munsterschen Overijssel bemagtigden, veroverden de Eranschen, aangevoerd door lodewijk, een aantal plaatsen langs den llijn , voorts Gelderland , Utrecht en een deel van Holland. Aardenburg en Groningen boden weerstand. Eene ongewone ebbe belette de landing der Engelschen. Intusschen was het Eeuwig Edict afgeschaft, en Prins willem m, reeds Kapitein-generaal, Admiraal, Stadhouder geworden. De broeders de witt werden afgemaakt, de lijken gruwelijk mishandeld (1672). — Dolle woede maakt menschen tot tijgers. — Een inval der Eranschen in Holland liep door den dooi te niet: zij verbrandden Zwammerdam en Bodegraven; Koeverden en Naarden werden herwonnen, de Eransch-Engelsche vloot door de ruiter, bij Schooneveld en Kijkduin geslagen (1673). Koning lodewijk , Maastricht genomen hebbende, kreeg Spanje, ook den Keizer tot vijand. Engeland, Munster en Keulen vielen van hem af, en België was het oorlogstooneel. Prins willem , de verbondenen aanvoerende, kweet zich dapper, bij Senef: Grave en Huy gingen over (1674). De ruiter teisterde de Eransche vloot, bij Sicilië, doch stierf daar den heldendood; cornelis tromp de Zweedsche (1676). Vooits maakten de Eranschen veroveringen en wonnen den slag, bij Kassei (1677). Nog vocht men, bij St. Denis, toen reeds de vrede te Nijmegen geteekend was (1678). Jan van der heijden vond de slangbrandspuiten stadsverlichting uit (1672). Hield Koning lodewijk zich stil? — Hoe liep de aanval der Engelschen af? — Wat gebeurde bij Soulsbay? — Wat veroverden de Keulschen en Munsterschen? — Wat de Eranschen? — Waar vond men weerstand? — Wat belette de landing der Engelschen ? — Wat was met Prins willem gebeurd? — Welk lot hadden de de witten? — Wat is de toepassing? — Hoe liep de inval der Franschen in Holland te niet? — Welke wraak namen zij ? — Wie sloeg de Fransch-Engelsche vloot? — Hoe kwam verademing? — Wat gebeurde bij Senef? — Wat viel op zee voor? — Wie wonnen den slag bij Kassei? —Waar en wanneer werd de vrede geteekend? — Wat vond jan van der heijden uit? EEN EN VEERTIGSTE LES. Ondanks den vrede, vielen de Eranschen weder in de Spaansche Nederlanden. Het kwam tot een Bestand (1684); gevolgd door een verbond tusschen den Keizer, Spanje, Zweden en andere Mogendheden (1686). De bewerker daarvan was Prins willem iii, wien de Engelschen, van zijn schoonvader jacob ii vervreemd, om hulp aanzochten. Ook stak hij met een leger over; jakob vlugtte, en willem werd Koning in zijne plaats, doch behield zijne posten in de Nederlanden (1689). Had Koning lodewijic den Keizer den oorlog verklaard, hij deed het ook aan de Yereenigde Nederlanden, Spanje en Engeland, die een verbond sloten. Reeds hadden de verbondenen veroveringen aan den Rijn gemaakt, en, bij Walcourt en Namen, voordeelen behaald (1689—1690), toen de Eranschen, bij Eleurus, de zege bevochten; zoo als ook hunne vloot, bij Bevesier, de Engelsch-Staatsche sloeg (1690). Nog namen zij Bergen. Bij Leuze bleef het gevecht onbeslist (1691), en, bij la Hogue, kreeg hunne vloot de nederlaag (1692); doch zij veroverden Namen, en wonnen den slag, bij Steenkerken en Neerwinden, door de overgave van Charleroi bekroond. Ook een zeegevecht, bij St. Yincent, viel ten hunnen voordeele uit (1692—1693). Eene groote menigte koopvaarders werd genomen; waartegen de vereenigde vloten de Eransche havens bestookten (1693—1694). Koning willem hernam Namen (1695). De vrede kwam te Rijswijk tot stand (1697). Czar pbter i oefende zich te Zaandam en Amster- dam in den scheepsbouw. Meeuwes meindertsz. bakker vond de scheepskameelen uit (1691). Beroemd waren jakob gronovius , graevius , letterkundigen , en van der, hulst, beeldhouwkundige. Welken inval deden weder de Fransehen? — Welk verbond had plaats? — Wat ondernam Prins willem iii? — Wat was daarvan het gevolg? — Wat deed Koning lodewijk? — Waar behaalden de verbondenen voordeelen? — Hoe liep de slag bij Fleurus af? — Wat weervoer der Engelseh-Staatsche vloot? — Welke stad namen de Fransehen? — Welk nadeel leden zij? — Hoe werd dat vergoed? — Bleven hunne kaperijen ongestraft? — Door wien werd Namen hernomen? — Waar en wanneer kwam de vrede tot stand? — Wat deed Czar peter i in Holland? — Wie vond de scheepskameelen uit? — Wie waren beroemd? TWEE EN VEERTIGSTE LES. Kort duurde de vrede. Koning lodewijk xiv wist, na den dood van Koning karel ii, zijn' kleinzoon eii.ips van Anjou op den Spaanschen troon te plaatsen , zoo als hij ook de vestingen der Spaansche Nederlanden deed bezetten (1700). De Keizer, Engeland, de Vereenigde Nederlanden, Pruissen, wapenden zich. De bewerker van het groote Bondgenootschap tegen lodewijk, willem in overleed in 1702. De verbondenen, aangevoerd door marlborough, maakten veroveringen langs den Rijn en de Maas. Eene Spaansche zilvervloot werd, bij Vigos, door de Engelsch-Staatsche of veroverd, of vernield (1702). De Eranschen, bij Stolhoffen verjaagd, zagen in Vlaanderen hunne liniën overweldigd. De Staatschen weken, bij Ekeren; doch Huj en Limburg bezweken (1703). De Engelsch-Staatsche vloot nam Gibraltar, sloeg voor Mallaga de Eransche, en hielp Barcelona nemen; terwijl de verbondenen, bij Schellenberg en Höchstadt, de zege bevochten, door die van Ramillies en Turin gevolgd (1704—1706). De Brabantsche en Vlaamsche steden sloegen om, of werden gewonnen. De Franschen verrasten Gend en Brugge (1708); doch, bij Oudenaarden geslagen, verloren zij het veroverde, ook Rijssel en Doornik (1708, 1709). Nog ruimden zij het veld bij Malplaquet, en Bergen, Douai, met andere plaatsen, gingen over (1709, 1710). Het gelukte lodewijk, de Engelsehen te winnen; en joan willem feiso, Prins van Oranje, Erfstadhouder van Friesland, verdronk bij het Strijensas, (1711). Voorts leden de verbondenen, bij Denain, . de nederlaag, en verloren Douai, Quesnoi en Bouchain (1712). De vrede van Utrecht verzekerde Spanje aan Koning filips v, en de Spaansche Nederlanden aan Oostenrijk (1713). Beroemd waren voet, noodt, regtsgeleerden, boerhave, geneeskundige, en poot, dichter. Hoe werd de vrede gestoord? — Wie wapenden zich tegen Koning lodewijk? — Wie overleed in 1702? — Waar maakten de verbondenen veroveringen ? — Welk lot had , bij Vigos, de Spaansche vloot? — Wat weervoer den Franschen? — Wat den Staatschcn? — Wat verrigtte de Engelsch-Staatsche vloot? —Waar bevochten de verbondenen de zege? — Welke partij kozen Brabant en Vlaanderen? — Welke steden werden door de Franschen verrast? — Welke verliezen leden zij? — Wat gelukte lodewijk? — Hoe werd hij van joan willem friso bevrijd? — Wat gebeurde bij Denain? — Waar en wanneer werd de vrede gesloten ? — Wie waren beroemd ? DRIE EN VEERTIGSTE LES. Bij den Utreclitschen vrede, waren den Vereenigden Nederlanden grensvestingen in de Oostenrijksche Nederlanden, als voormuur tegen Erankrijk, toegezegd. Vandaar het Barrière-Verclrag, waarbij den Staten vergund werd, in Namen, Doornik, Meenen, Veurne, Warneton, IJperen, het Eort de Knokke en Dendermonde, bezetting te leggen (1715). Een opstand tegen geouge i , Koning van Engeland, werd door Neêrlandsche hulp gedempt (1715). Met den dood van Koning i,odewijk xiv scheen de rust bevestigd. Er kwam een verbond tusschen Erankrijk, Engeland, de Vereenigde Nederlanden, den Keizer, Sicilië en Spanje, tot stand (1717—1719). Intusschen leed men hier te lande door overstrooming en pest. Dit belette niet, dat men Koning geoiige nieuwen onderstand bood (1719). De jonge Erf-Stadhouder van Eriesland, Prins wit,lem kaiiel heneik FMso werd tot Stadhouder van Groningen, voorts van Drenthe en Gelderland, verheven (1718—1722). Om den vervallen handel zijner Nederlanden op te beuren, schonk Keizer kakel vr octrooi aan de te Ostende opgerigte Oost- en West-Indische Maatschappij (1723). De Staten der Vereenigde Nederlanden verzetten zich daartegen, als strijdig met de verdragen. Door Frankrijks en Engelands tusschenkomst, werd de Maatschappij geschorst, voorts vernietigt (1727— 1732). .. , r OnderwQi PlEU'er straat eil i'ieter tan der deuiie VOnden de steenen dijkglooijingen uit (1733). Beroemd waren a. schultens, hemsterhuis, ten kate, letterkundigen, tan ïiuizem en de wit , schilders. Welke grensvestingen in de Oostenrijksche Nederlanden kwamen aan de Vereenigde Nederlanden? — Welken opstand hielpen de Nederlanders dempen ? — Welk verbond kwam tot stand ? — Welke rampen hadden plaats? — Vanwaar kreeg Koning george nieuwen onderstand ? — Tot welke waardigheden steeg de jonge Prins willem karel henrik PRISO ? — Wat deed Keizer karel vi voor zijne Nederlanden? — Hoe werd dit in de Vereenigde Nederlanden opgenomen? — Wat was het gevolg? — Wie vonden de steenen dijkglooijingen nit? — Wie waren beroemd? VIER EN VEERTIGSTE LES. De dood van Keizer karel vi verwekte een' nieuwen oorlog. Hij had aan zijne oudste dochter maria theresia, gehuwd met frans, Groothertog Tan Toskane, de opvolging in zijne erflanden verzekerd, welke haar betwist werd door Spanje, Sardinië, Pruissen, Polen en Beijeren. Engeland en de Vereenigde Nederlanden hielpen maria theresia, Koningin van Hongarije en Bohemen; Frankrijk trok partij voor den Keurvorst van Beijeren, weldra als karel vii tot Keizer verkoren (1742). De Franschen, aangevoerd door Koning lodewijk xv, vielen in de Oostenrijksche Nederlanden en bezetten de Staatsche grensvestingen (1744). Ook verwekten zij, in Schotland een1 opstand, door Neêrlandsche hulp gedempt (1744, 1745). Zelfs na den dood van Keizer kakel vii, door frans i opgevolgd, hielden de Pranschen vol. Zij sloegen, bij Pontenoi, de verbondenen (1745); waarop Doornik, met een aantal Vlaamsche en Brabantsche steden, ook Antwerpen, Bergen, Charleroi en Namen, in hunne handen vielen (1746). Nog bevochten zij de zege, bij Raucoux, en veroverden Staatsvlaanderen (1746—1747). Thans kwam, in Zeeland en Holland, het volk op de been, en werd Prins Willem kaiiel henrik ïriso tot Erf-Stadhouder van al de Vereenigde Nederlanden en Kapitein-generaal, Admiraal verklaard (1747). Voorts wonnen de Pranschen den slag, bij Lafeld, en namen, nevens Bergen op Zoom, ook Maastricht. De vrede werd te Aken gesloten (1748). Beroemd waren albinus, ontleedkundige, huïdecoper, taalkundige, hoogvliet en de van harens, dichters. Hoe ontstond een nieuwe oorlog? — Wie hielpen maria theresia? — Voor wicn trokken de Franschen partij? — "Welke waren hunne eerste veroveringen? — Waar moesten de Nederlanders weder een' opstand helpen dempen? — Waar werden de verbondenen geslagen? — Wat was daarvan het gevolg? — Waar bevochten de Franschen eenenieuwe zege? — Wat veroverden zij? — Wat gebeurde in de Vereenigde Nederlanden? — Welke voordeelen werden nog door de Franschen behaald? — Waar en wanneer werd de vrede gesloten? — Wie waren beroemd ? VIJP EN VEERTIGSTE LES. De verheffing van Prins willem iv had het volk niet ten volle bevredigd. Men klaagde over misbrui- ken bij het begeven van ambten, en over knevelarijen , eischte herstel van voorregten, werd oproerig, plunderde de pachters van 's lands gemeene middelen, en bewerkte verandering in de regering (1748). Toen de rust hersteld was, arbeidde Prins willem aan het herstel der geldmiddelen, der fabrijken en des handels; doch werd door den dood gestuit (1751). Zijn driejarige zoon Prins willem v volgde hem, als Stadhouder op, onder de voogdij zijner moeder anna van Engeland. Een oorlog, tusschen Frankrijk en Engeland, in Amerika gevoerd, was voor de Yereenigde Nederlanden verderfelijk. In weerwil hunner onzijdigheid, werd den handel door de Engelsche kapers groote afbreuk gedaan; vanwaar hevige, ofschoon vruchtelooze, klagten. Met den herstelden vrede (1763), genoten de Yereenigde Nederlanden, gedurende een aantal jaren, ongemeene welvaart; getemperd door overstroomingen , misgewas, veepest, zware bankbreuken en hevige branden, met name te Hilversum en Amsterdam (1762—1776). Verscheidene Zuid-IIollandsche plassen werden drooggemaakt, eene Maatschappij ter redding van drenkelingen, Maatschappijen van wetenschappen en letteren te Haarlem, Leiden, Rotterdam, Vlissingen, Utrecht, teekenscholen te Amsterdam, Groningen en Haarlem gesticht (1752—3 773). Beroemd waren valckenaer, meerman, letterkundigen, GAUBiüs, geneeskundige, camper, ontleedkundige, wagenaar, geschiedschrijver. Waarover klaagde men in de Vereenigde Nederlanden? — Wat eischte men? — Welke wanorden ontstonden 9 — Waaraan arbeidde Prins willem iv ? — Wie volgde hem op ? — Tn hoe verre was een Fransch-Engelsche oorlog in Noord-Amerika verderfelijk voor de "Vereenigde Nederlanden? — Welke gevolgen had de herstelde vrede? — Welke rampen hadden plaats? — Waar werden plassen droog gemaakt? — Welke Maatschappijen kwamen tot stand? — Waar werden teekenscholen gesticht? — Wie waren beroemd? ZES EN VEERTIGSTE LES. De Engelsche Noord-Amerikaansche volksplantingen waren in opstand tegen het moederland. De Nederlandsche kooplieden ondersteunden heimelijk de Amerikanen; de Staten weigerden Engeland hulpbenden. De Engelschen namen de Nederlandsche koopvaarders weg, ook de Overzeesche bezittingen, door de Eranschen hernomen, en meestal teruggegeven (1781). Bij Doggersbank raakte de Staatsche vloot, onder zoutman, slaags met de Engelsche, die week (1781). Een twist met Keizer josef ii volgde. Hij wilde de grensvestingen, door de Staatschen in zijne Nederlanden bezet, ontruimd en geslecht hebben: het geschiedde (1781). Doch nu eischte hij ook de opening der Schelde, dat tegenstand vond. Door Erankrijks bemiddeling en voor tien millioenen gulden, liet hij af (1785). Met Frankrijk kwam een verwerend verbond tot stand (1785). Hierop woelden weder partijschappen, die der Prinsgezinden en der Patriotten. Prins willem v werd als Kapitein-generaal in Holland geschorst, de regering veranderd,'sPrinsen gemalin aangehouden. Haar broeder fredrik willem ii , Koning van Pruissen, eischte voldoening, en, toen deze niet volgde, zond hij een leger naar Holland. Amsterdam bood weerstand, doch gaf het op. "Weldra schikte zich alles op vorigen voet, ofschoon wrok en wraakzucht bleven (1787). Te Amsterdam werd eene Kweekschool voor de Zeevaart gesticht (1784). Jan nieuwenhuizen legde den grond der Maatschappij Tot Nut van het Algemeen (1784). Beroemd waren euhnkenius, letterkundige, en bellamij , dichter. Hoe kwamen de Vereenigde Nederlanden in oorlog met Engeland ? — Wat was daarvan het gevolg? — Wat gebeurde bij Hoggersbank? — Met wien en waarover ontstond twist? — Hoe liep die af? Met welk rijk kwam een verbond tot stand? — Welke woelingen hadden plaats? — Hoe werd Prins willem v behandeld? — Hoe zijne gemalin? — Wie trok zich harer aan? — Waar vonden de Pruissen tegenstand? — Hoedanig was de afloop? — Welke school werd te Amsterdam gesticht? — Van welke Maatschappij de grond gelegd.' Wie waren beroemd? ZEVEN EK VEERTIGSTE LES. Een vreeselijk onweer barstte los over Frankrijk, en bedreigde Europa. Het Koninklijk gezag, eerst beperkt, werd weldra vernietigd. De Oostenrijkers en Pruissen vielen in Frankrijk, thans eene Republiek; doch, door dumoukiez gestuit, trokken zij terug. Daarop rukken de Eranschen in de Oostenrijksche Nederlanden, slaan, bij Gemappe, de Oostenrijkers, en veroveren het gansche land (1792). Zij verklaren den Koning van Engeland en den Stadhouder der Ver- eenigde Nederlanden, den oorlog, en bemagtigen Breda, nevens de Klundert en Geertruiden berg (1793). De kans keerde. De Oostenrijkers, zicli hersteld hebbende , sloegen, bij Aldenhoven, de Franschen, ontzetten Maastricht, wonnen den slag, bij Landen en Neerwinden, waarop de Franschen. België ruimden. Yoorts, bij Famars, geslagen, verloren zij Condé, Yalenchijn en Quesnoi. De neerlaag der Nederlanders, bij Meenen en A\ erwich geleden, was, bij Landrecy, gewroken, toen pichegeu afkwam, die Ivortrijk en Meenen nam. De verbondenen, bij Doornik, geslagen, ruimden IJperen en Charleroi, ook, bij Fleurus, het veld, en de Oostenrijksche Nederlanden zagen zich bij de Fransche Republiek ingelijfd (1794). Te Amsterdam brandde het Admiraliteitsgebouw af (1791). In s Hage werd het Genootschap tot verdediging van de Christelijke Godsdienst, te Groningen het Instituut voor doofstommen, door guyot, gesticht (1786, 1791). Beroemd waren wyttenbach, letterkundige, van alphen, feith, dichters, stijl en kluit, geschiedkundigen. Wat geleurde in Frankrijk? — Welken uitslag had de inval der Oostenrijkers en Pruisen? — Wie werden, bij Gemappe, geslagen? — Aan wie werd de oorlog verklaard ? — Welke plaatsen vielen aan de 1'ranschen? — Waar sloegen hen de Oostenrijkers? — Welke Fransche steden werden veroverd? — Waar leden de Nederlanders de neerlaag? — Waar werd zij gewroken? — Wie herstelde de zaken der Franschen? — Welke verliezen troffen de verbondenen? — Wat werd van de Oostenrijksche Nederlanden? — Welke ramp trof Amsterdam? — Welk Genootschap werd te 's Hage gesticht? — Wat kwam te Groningen tot stand ? — Wie waren beroemd ? 5 ACHT EN VEERTIGSTE LES. Ook de Vereenigde Nederlanden bezweken. De Eranschen, Staatsvlaanderen, 's Hertogen bosch, Maastricht, Venlo, Nijmegen, Bommel, Heusden en Grave veroverd hebbende, trokken, over het ijs, in Holland. Prins willem v week naar Engeland. Het Stadhouderschap werd vernietigd, de Statenvergadering door Volksvertegenwoordiging vervangen, de Bataafsche Republiek als onafhankelijk erkend, voor den afstand van Staatsvlaanderen, Maastricht, Venlo en het Limburgsche, honderd millioenen gulden, en het onderhoud van vijf en twintig duizend Eranschen (1795). Verschillende partijen, regeringsvormen, staatsregelingen verdrongen elkander; terwijl zware geldheffingen den landzaat uitmergelden. De Engelschen namen de schepen en Overzeesche bezittingen weg. Zij sloegen de Bataafsche vloot onder de winter, (1797), en landden, met de Russen, in Noordholland, de geheele vloot bemagtigende. Door het Eransch-Bataafsch leger, bij Bergen en Kastrikum,geslagen,trokken zij af (1799). De Bataven hielpen napoleon bonaparte, eersten Consul der Eransche Republiek, in den krijg tegen Oostenrijk. Bij den vrede van Amiens (1802) kregen zij meest al hunne Overzeesche bezittingen terug, hun weldra, bij den hernieuwden oorlog, met een aantal schepen, door de Engelschen weder ontnomen. Napoleon , Keizer, schonk den Bataven een' Raadpensionaris in rutger jan schimmelpenning* (1805); gelijk hij op nieuw hunne magt tegen Oostenrijk bezigde. Eenparigheid van spelling, een verbeterd lager onderwijs, aigemeene belastingen werden ingevoerd, de Mijdrechtsche droogmakerij en het Katwijksche kanaal ondernomen (1804—1806). Welk was het lot der Vereenigde Nederlanden ? — Waartoe besloot Prins willem v? — Welke veranderingen hadden plaats? — Waarvoor werd de onafhankelijkheid der nieuwe Republiek gekocht? — Hoe was het aldaar gesteld? — Welke verliezen leed men? Hoe liep de landing der Engelschen en Russen af? — In welken oorlog hielpen de Bataven napoleon? — Welk gevolg had voor hen de gesloten vrede? — Welk gevolg de hernieuwde oorlog? — Welke verandering ondergingen de Bataven? — Aan welken oorlog moesten zij op nieuw deel nemen? — Welke verbeteringen werden ingevoerd? — Welke werken ondernomen? NEGEN EN VEERTIGSTE LES. Ingevolge den wil van napoleon, ontstond weldra het Koningrijk Holland, ten behoeve van zijn1 broeder lodewijk. Koning i,odewijk deed zijn best om den landzaat te winnen. Hij begunstigde den handel en de nijverheid, bevorderde de wetenschappen, letteren en kunsten. Het Koninklijk Instituut kwam tot stand; tentoonstellingen van kunst en nijverheid, hadden plaats; wetboeken werden ingevoerd, straatwegen aangelegd. Hij moest deel nemen aan de oorlogen van napoleon tegen Pruissen, Rusland, Spanje en Oostenrijk, vandaar vermeerdering van schulden. Zijn gebied werd met Oostfriesland en Jeverland vergroot, maar ten koste van Vlissingen. Ook had hij met zware rampen te worstelen, die hij zoo veel mogelijk zocht te lenigen. Te Leiden sprong een f kruidschip, ten verderve van honderd en vijftig menschen (1807). Gelderland en Zuidholland leden door overstrooming, Walcheren en Zuidbeveland, door eene landing der Engelschen (1809). Grooter onheil volgde. Napoleon, vertoornd op zijn1 broeder, omdat hij de verbodswelten op den handel met Engeland niet genoeg handhaafde, dwong hem tot den afstand van Zeeland, Noordbrabant, met een deel van Gelderland (1810). Kort daarop legde Koning lodewijk liet bewind neer, en werd het Koningrijk Holland bij het Fransche Keizerrijk ingelijfd (1810). Te Amsterdam vestigde zich het Gesticht voor blinden (1810). Beroemd waren van swinden , natuurkundige, muntinghe, Godgeleerde, weiland, taalkundige, stuart, geschiedschrijver, helmers en loots, dichters. Welk Koningrijk ontstond? — Waartoe deed Koning lodewijk zijn best ? — Wat begunstigde en bevorderde hij ? — Welke inrigtingcn hadden plaats? — Aan welke oorlogen moest hij deel nemen? — Waarmede werd zijn gebied vergroot? — Welke stad verloor hij? Met welke rampen had hij te worstelen ? — Waarom was napoleon op zijn broeder vertoornd? — Waartoe werd Koning lodewijk gedwongen? — Wat werd van het Koningrijk Holland? — Welk Gesticht vestigde zich te Amsterdam ? — Wie waren beroemd ? VIJFTIGSTE LES. Allernoodlottigst voor de Nederlanden was hunne ineensmelting met het Fransche Keizerrijk. Fransche krijgslieden, tolbedienden en andere ambtenaren kwamen in menigte af, en kwelden den landzaat. Vreemde wet- geschiedenis des vaderlands. ten en zeden vervingen de eigene. Yan de openbare schuld werd een derde rentgevend verklaard; van de koloniale goederen de helft der waarde gevorderd; Engelsch goed verbrand; de krijgsopsohrijving met terugwerkende kracht ingevoerd; de landstaal door het Eransch verdrongen; de drukpers aan banden gelegd, zelfs het klagen gestraft. Er was noch handel, noch scheepvaart, nocli visscherij. Zulk een staat van zaken kon niet duren. Napoleon, door heerschzucht verblind, bewerkte zelf zijn' val. Hij trok, met een ontzaggelijk leger van meer dan een half millioen menschen, naar Rusland, drong tot Moskow door; doch, wegens den brand aldaar, het niet kunnende houden, ondernam hij den terugtogt; terwijl vorst, honger en het zwaard des vijands zijne benden vernielden (1812). Nog gaf hij den moed niet op. Hij eischte op nieuw geld en manschap, zelfs de aanzienlijkste jongelingen, onder den schijn van eerewacht, verscheen in Duitschland met een versch leger, en sloeg, bij Lutsen en Bautsen, de Russen en Pruissen. Doch, door Oostenrijk en Zweden verlaten , kreeg hij, bij Leipzig, de volle nederlaag, en — Europa was gered (1813). — Kan men bij dit alles een alwijs Godsbestuur niet miskennen, zoo laat ons nimmer wanhopen. Welk gevolg voor de Nederlanden had hunne ineensmelting met het Fransche Keizerrijk? — Wat ondervond men? — Wie bewerkte napoleons val? — Hoe sterk was het leger, waarmede hij naar Rusland trok? — Hoe ver drong hij door? — Waarom bleef hij niet in Moskow? — Wat gebeurde op zijn' terugtogt? — Gaf hij den moed op? — Welke was zijne laatste poging? — Waar behaalde hij de zege? — Waar kreeg hij de nederlaag? — Wat was daarvan het gevolg? — Wat is de toepassing? EEN EN YIJETIGSTE LES. Napoi.eon's tegenspoed en het naderen der Russen en Pruissen deden in de Nederlanden de hoop op herstel herleven. Te Amsterdam, in 's Hage en elders kwam het volk op de been; de Eranschen vlugtten, of wierpen zich in de vestingen, ook wraak nemende, gelijk bij een' inval in Woerden bleek. Intussehen had zich in 's Hage een voorloopig algemeen bestuur, in naam van willem fkedrik, Prins van Oranje, gevestigd. Weldra verscheen de Prins zelf en werd met de meeste geestdrift als Souvereine Yorst uitgeroepen (1813). De Eranschen ontruimden een aantal vestingen; terwijl de herrezen Staat eene Grondwet bekwam. De verbondenen, bezit van België genomen hebbende, rukten in Erankrijk en kwamen, na bloedige gevechten, te Parijs. Napoleon deed afstand van de kroon, en kreeg het eiland Elba in bezit (1814-). Thans werden de Zuid- en Noordnederlanden bestemd, om, onder het huis van Oranje-Nassau, één Koningrijk uit te maken, hersteld in het bezit van meest al de Koloniën. Alvorens dit zijn vol beslag had, was napoleon te Parijs teruggekomen. Hij viel met een magtig leger in België en deed de Pruisen wijken; doch ney werd, bij Quatre-Bras, door wellington en den jeugdigen Prins van Oranje, gestuit. Het kwam, bij Waterloo, tot een' beslissenden slag. Het Eransche leger werd vernield, of verstrooid. Napoleon vlugtte en gaf zich aan de Engelschen over, die hem naar St. Helena voerden (1815). Hierop werd het Koningrijk der Nederlanden gevestigd, de Grondwet gewijzigd, en wilt.em i, te Brussel, als Koning der Nederlanden gehuldigd (1815). Welke hoop herleefde in de Nederlanden ? — Wat gebeurde? Wat deden de Fransehen ? — Welke maatregel werd genomen? Wie werd als Souvereine Vorst uitgeroepen? — Wat was daarvan het gevolg ? — Werwaarts trokken de verbondenen ? — Hoedanig was het lot van napoleon ? — Waartoe werden de Zuid- en Noordnederlanden bestemd ? — Wat had alvorens plaats ? — Welk voordeel behaalde napoleon ? — Door wie werd neï bij Quatre-Bras gestuit ? Waar werd het Fransche leger geslagen ? — Hoe liep het andermaal met napoleon af? — Wat gebeurde met de Nederlanden? TWEE EN VIJFTIGSTE LES. De regering van Koning willem i kenmerkte zich al aanstonds door een roemrijk feit: eene EngelschNederlandsche vloot tuchtigde Algiers (1816)." Verscheidene nuttige inrigtingen kwamen tot stand: Hoogescholen te Gent, Leuven en Luik; eene Akademie van beeldende Kunsten te Amsterdam; een Invalidenhuis te Leiden. Er werden straatwegen aangelegd, kanalen gegraven, eenparigheid van munt, maat en gewigt ingevoerd, in de behoefte van volksonderwijs voorzien. Handel, zeevaart, nijverheid vonden een" prikkel in de Handelmaatschappij (1817—1825). Intusschen leed men door misgewas, overstroomingen en ziekten (1816—1826). De grootste ramp was de ontevredenheid der Belgen , weldra in opstand losgebarsten: waartegen de gewapende arm te kort schoot (1830). Er kwam meer veerkracht. Jan van speijk vloog met zijn schip in de lucht, liever dan dat hij zich overgaf (18-31). Men bevocht, bij Behringen, Hasselt, Bautersem en Leuven, de zege (1831). De bezetting van het Antwerpensche kasteel bestreed deFranscheovermagt (1832). Op eene zoo krachtige volharding volgde de eindschikking, en België zag zich als afzonderlijken Staat erkend (1839). Sedert werd het Wetboek ingevoerd, de droogmaking van den Zuidplas en van het Haarlemmermeer ondernomen. Voorts deed Koning Willem afstand van de kroon aan zijn' zoon Koning willem ii (1840). Gewigtige zaken vielen voor. De nood der geldmiddelen, ontstaan door den opstand der Belgen en de kostbare wapeningen werd geleenigd door eene vrijwillige leening van 127 miljoen, die binnen korten tijd, ook door belangrijke bijdragen van het koninklijk gezin, was volgeteekend. De staatkundige gebeurtenissen in Europa en vooral de omwenteling in Frankrijk, waardoor aldaar de Republiek werd uitgeroepen, leidden tot de grondwetsherziening. Spoorwegen werden aangelegd. Willem ii overleed aan eene kort- O O stondige ziekte, (1849). Zijn zoon werd als willem iii tot Koning gehuldigd. Vele belangrijke Wetten, het gevolg der grondwetsherziening, kwamen tot stand, ook: de Wet op het Lager Ouderwijs, (1857). In Gelderland en Noordbrabant hadden geweldige overstroomingen plaats, waarbij de openbare weldadigheid heerlijk uitblonk (1861). Beroemd waren wyttenbach, letterkundige, van hoge^doep, staathuishoudkundige, kemper, regtsgeleerde, bilderdijk en tollens, dichters, van dee, pat.m, redenaar en schotel, schilder. Welk roemrijk feit kenschetste het begin van de regering van Koning willem i? — Welke nuttige inrigtingcn kwamen tot stand? — Wat strekte aan handel, zeevaart en nijverheid tot prikkel? — Door welke rampen leed men ? — Welke was de grootste ramp ? — Hoe is jan van sPüïK beroemd geworden ? — Waar werd de zege bevochten ? — Hoe gedroeg zich de bezetting van het Antwerpensche kasteel ?— Welk was het lot van België? Wat werd sedert ingevoerd ? Welke werken zag men ondernemen? — Waartoe besloot Koning willem i? — Wie volgde hem op? — Welke feiten kenmerken de regering van willem ii ? — Door wien werd hij opgevolgd ? — Wanneer kwam de nieuwe Wet op het Lager Onderwijs tot stand? — Welke zware ramp trof het land ? — Wie waren beroemd ? Bij de Uitgevers dezes is mede verschenen; J. F. G. CANÏÏABICH. KLEINE AARDRIJKSKUNDE voor serstbeginnen- ' j den Voor het Lager Onderwijs in Nederland vrij bewerkt door H. FRIJ LINK. Derde, herziene druk. Prijs ƒ 0,30. G. A. BUüHIER. ■ PREMIERS ÉLÉMENTS DE LA GRAMMAIRE FRANCAISE, a 1'usage des ccoles. Quatrièrae édy tion, revue et augmentée par G. H. WESTBROEK. Prijs ƒ O,.35. J. OLIVIER JZ. HOOG- EN NEDERDUITSCHE SPREEKWIJZEN, 1 tot voorafgaande oefening voor hen die de lloogduit! sché taal willen leeren, bijzonder ten gebruike der j Nederduitsche Scholen. Derde druk. Prijs J 0.5U. 1 P. C. FLEISCHMAN. GIDS om op eene aangename en gemakkelijke wijze tot de "kennis der ENGELSCHE TAAL te geraken, j Tweede, herziene én verbeterde druk. Prijs ƒ 0.5U. F. M. COWAN. THE VICAR OF WAKEFIELD. A Tale bv OLIVER GOLDSMITH. With notes. grammatical, explanatorv and biographical, Cbgether with the accentuation of all the dissvllabic and polysv labic words; the whole followed bv a copious vocabularv. Sccornl Edition. • ^s#L25, f#BAJTO^ - LEERBOEK DER RECHTLIJNIGE EN BOLt VÖRMIGE DRIEHOEKSMETING. Der;de.dïi,k oewerkt én vermeerderd door Dr. P.- van << KLR. Met 6 uitslaande platen. ...... . • Pms ƒ 3,25.