MN DE PRiTESTANTSCHE OUGERS IN UUUKEI Uitgave van de Vereeniging tot Oprichting en in Standhouding van Vlaamsc'ne Protestantsche scholen in Vlaanderen, Groendreef, 67, Brussel Aan de Protestantsche Ouders in Vlaanderen ■« protestantsche christen heeft een bijzon- I dere levensbeschouwing. Het is de levenssbeschouwing van hem, die staat aan den voet van het kruis en van daaruit ziet, de wereld en zichzelf. Hij is er tot de overtuiging gekomen, dat die wereld en zijn eigen hart in het booze liggen en niemand die wereld of hem zelf verlossen kan, dan Jezus Christus, de gekruisigde. Deze levensbeschouwing van den protestant vindt haar leerstelling en omlijsting in de Heilige Schriftuur, het boek waarin God gesproken heeft, door zijn profeten en apostelen en door zijnen Zoon zelf. Wat de protestant, staande op den Golgothaheuvel aanvoelt en beseft, zonder dat hij het direkt met zijn eigen gedachten grijpen en formuleeren kan, dat bespreekt, verklaart en openbaart hem zijn Bijbel. Zijn Bijbel licht hem de twee kardinale punten van zonde en genade in allerlei diepzinnige en verheven beelden, maar ook in klare woorden toe. Maar, daarnevens en daarboven roert diezelfde Bijbel duizend dingen uit het menschelijke leven aan en laat er zulk een verrassend licht op vallen, dat die Bijbel er door wordt een tweede Gids in bet leven van hem, wiens pad door God geleid is over Golgotha. De protestant luistert daardoor, ontroert en aangedaan, vol eerbied naar de stem die hij in den Bijbel verneemt, omdat hij weet, dat het de stemme Gods is. Zöö, in het besef zijner zondigheid en het vaste bewustzijn zijner schuldvergeving in het bloed van Jezus Christus, gedurig beïnvloed, gericht en geleid door de Heilige Schrift, vormt de protestant zich een eigen, stevige en kernvaste levensbeschouwing, die scherp afsteekt, bij die zijner niet-protestantsche medeburgers. Waar hij kan, tracht de protestant iets van zijn ervaren aan anderen mede te deelen. zeggend : „Komt en ziet wien en wat ik gevonden heb". nèvens elkander in stee van met elkander voort. De vroegere eenheid, de eenheid van het gezin rond den Bijbel is verbroken. Dit beteekent bij de protestantsche ouders een bron van leed en teleurstelling en bij het kind een verlies van hooge idealen en van sterken moreelen steun. In Vlaanderen is de kans, dat het zoo gaat met de protestantsche ouders en het protestantsche kind het grootst, omdat er zoo weinig protestantsche scholen zijn. In Vlaanderen zijn de meeste protestantsche ouders gedwongen hun kinderen te zenden op een nietprotestantsche school en hen een nietprotestantsche levensvorming te laten geven. Oók in dat opzicht is Vlaanderen arm Vlaanderen ! En nu weten we wel, dat er in dit opzicht ten slotte nog veel terecht komt van hetgeen dreigde verloren te gaan en dat ook in Vlaanderen het gekrookte riet niet wordt verbroken. Maar,., het gaat dan dikwijls ten koste van veel strijd en langs een al te grooten omweg. Dit blijft zeker : protestantsche ouders die hun kinderen moeten zenden naar niet protestantsche scholen, helpen bij hun eigen kinderen verkrachten het protestantsch levensbeginsel, dat ze er zelf zoo hoopvol hebben in aangekweekt; protestanten, die hun kinderen moeten zenden naar niet protestantsche scholen, zij bemoeilijken hun kinderen het komen tot den grooten Kindervriend. En dat mag de protestant niet lijdelijk dulden. Dat moet hem dwingen en dringen naar het redelijke ideaal : „ voor protestantsche kinderen protestantsche scholen ". Daarom moeten de protestanten zich aaneensluiten onder de ééne sterke leuze : „ Naast elke protestantsche kerk in Vlaanderen een protestantsche school De tijdsomstandigheden zijn allergunstigst om die leuze tot werkelijkheid te brengen : Protestantsche scholen hebben nu in België recht op staatssubsidie; Protestantsche onderwijzers in bezit van het Belgisch diploma zijn beschikbaar om als leerkrachten de protestantsche scholen te dienen; Een vereeniging tot oprichting en instandhouding van het Christelijk onderwijs in Vlaanderen biedt den protestantschen kringen raad en steun. In deze dingen schenkt onze God den protestanten in Vlaanderen een groote kans. Het is hun plicht die kans te grijpen. Maar ze moeten ze grijpen met vereende krachten, voor één persoon, één corporatie, één kerkelijke nuanceering is de taak te groot. Dat iedere protestant in Vlaanderen een deel van zijn verantwoordelijkheid neme en zich aansluite bij de vereeniging tot oprichting en instandhouding van protestantsche scholen in Vlaanderen. F. D. De vereeniging heeft haren zetel te Brussel, Groendreef 67. Om lid te worden moet men een jaarlijksche contributie betalen van 10 frank. Begunstigers geven een jaarlijksche bijdrage van minstens 5 frank. Men meldt zich aan bij den secretaris der vereeniging, Ds }. H. Visch, te Gent, Coupure 120. Maar... wien hij vooral het wonder vertelt, wien hij ingetogen meevoert langs Golgotha s heuvel, wien hij vooral opgetogen inleidt in de verheven sfeer van Gods Woord... het is zijn eigen kind. Zijn levensbeschouwing is er een, die hij juist tegenover zijn kind openhartig belijden kan en waar hij zijn kind weldadig door beïnvloedt. Het huisgezin van den protestant vormt een kleine wereld, waar het protestantsch beginsel ongehinderd tot uiting komt. De Bijbel is er de wondere lamp, die én de ouders én de kinderen verlicht. En onbewust hebben zij het stille gevoel te leven in den klaren hoogdag der Vaderlijke Godsgemeenschap. De protestantsche ouders, zij houden hun kind in de sfeer der Bijbelsche openbaringsleer, zoolang tot het kind op den leeftijd van schoolgaan gekomen is. Dan... dan is het groote oogenblik gekomen, dat de protestantsche ouders hun kind moeten overgeven aan den sterken invloed van een andere omgeving, een andere wereld, de eigenaardige en zeer bijzondere wereld der lagere school. Nu... nu stormen de indrukken met honderden, gansch verschillend dan bij hem thuis, op hem los. Gansch het innerlijk wezen van het kind wordt nu als bij omwenteling, vervormd en omgevormd. Nooit gehoorde begrippen worden het nu bijgebracht, nooit geziene dingen komt het nu onder het oog. En daarbij voelt het voortdurend, de imponeerende leiding van hem, die de school tot school vormt, van den meester; de meester die boven allen staat; de meester die alles weet, die gedurig spreekt en uitlegt en duidelijk maakt; de meester, die met woorden alsof ze kwamen uit een boek, onfeilbaar en zonder aarzelen, zegt hoè het alles is en alles zijn moet. Nü... nü heeft het kind van den protestant een anderen raadgever, een anderen leider naast zijn vader en zijn moeder gekregen. Nu is er benevens de ouders nog iemand anders die bij het kind een mentaliteit helpt vormen, die de grondslagen helpt leggen voor zijn levensbeschouwing... het is meester. En als die meester nu eens niet is gelijk de vader en de moeder? Als die meester nu geen protestant is en geen Bijbel bezit en geen Bijbel leest, wat dan? Dan sticht die, zonder dat hij heï bedoelt of beseft, verwarring in het brein en de ziel van het kind. Want dan brengt die meester, het protestantsche kind een levensbeschouwing bij, die antiprotestantsch en anti-bijbelsch is. En dan voelt het kind, hoe jong het ook nog zij, een botsing ontstaan tusschen de van huis meegekregen heilige en kinderlijke aanvaarde levensinzichten, en die van de school, die zoo vreemd en zoo geheel anders zijn. Ongemerkt wordt dan verdrongen, hetgeen de protestantsche ouders hun kind als het hoogste goed op zijn jonge levensbaan hebben meegegeven, ongemerkt raakt het kind verder en verder verwijderd van de levensopvattingen zijner ouders... ongemerkt groeit het kind uit de echte protestantsche sfeer uit, ongemerkt wordt in het kind gekweekt, een onprotestantsche mentaliteit.., omdat het gaat op een niet protestantsche school. Wat de ouders gelukkig maakt en vrede geeft, dat interesseert het kind niet meer, wat der ouders levensregel is, kan de levensregel van het kind straks niet meer zijn. De protestantsche ouders en hun kinderen leven beiden in een anderen wereld, ze bewegen zich beiden op verschillend terrein en leven geestelijk WAT WE ZIJN - EN WAT WE WILLEN 1. We zijn Protestantsche Christenen — we willen God dienen naar Zijn Woord en dat onze kinderen dienovereenkomstig worden opgevoed. 2. We zijn Vlaamsche Belgen — we willen, dat onze kinderen onderwezen worden in de taal, in welke zij geboren zijn en de historie van hun volk kennen, opdat zij weten, wie zij geweest zijn. 3. We zijn voorstanders van goed en degelijk onderwijs — we willen, dat het onderwijs uitsluitend wordt dienstbaar gemaakt aan het maatschappelijk belang van het kind met verwerping van alles, wat dit in den weg kan staan. WERKPROGRAM De Tien Punten 1. We willen de stichting en instandhouding van Vlaamsche Protestantsch-Christelijke scholen, met staats- provinciale en gemeente-subsidie, waar het kan, zonder staats-, provinciale- en gemeente-subsidie, waar het moet. 2. We willen de Protestantsche school als bewust middel tot evangelisatie gebruiken, omdat het het beste middel is om ware Protestanten te vormen. 3. We willen Vlaamsche scholen in Vlaamsch België, omdat onderwijs in eigen historie, het eenige middel is om van een Vlaamsch kind te maken, wat er van te maken is. 4. We willen streng de politiek van ons erf weren, omdat deze door nevenbedoelingen ons ideaal zou vertroebelen. 5. We willen allereerst den steun van alle Protestanten in België en zoolang als dit noodig is, ook dien van Protestantsche vrienden uit het buitenland. 6. We zijn voorstanders van de vrije school d.\v.z_ alleen de ouders hebben zeggenschap over den paedagogischen en godsdienstigen grondslag van het onderwijs. Staat, provincië en gemeente mogen alleen waarborgen vragen voor de deugdelijkheid van het onderwijs. 7. We zien in de vorming van goede leerkrachten allereerst de eenige mogelijkheid om ons doel te bereiken en zullen de opleiding krachtig ter hand nemen. 8. Zoolang we geen eigen Protestantsche normaalschool bezitten, vragen we van onze leerkrachten behalve het bezit van een staatsdiploma nog een speciaal diploma van een door ons in te richten cursus. 9. Deze aanvullingscursus omvat vakken als : Bijbelsche geschiedenis, Kerkgeschiedenis, christelijke opvoedkunde e. a. zonder welke kennis iemand geen goed Protestantsch christelijk onderwijzer kan zijn. 10. We wekken alle jonge Protestantsche Belgen op zich in dienst tn stellen van ons ideaal. Houders van beide diploma's aan een onzer scholen werkzaam, ontvangen jaarlijks uit de kas onzer vereeniging een nader te bepalen som. X