LEESBOER VOOR, JONGE LIEDEN, OVER DE MERKWAARDIGSTE GEBEURTENISSEN OIT DE GESCHIEDENIS DES VADERLANDS. DOOR P. BURGGRAAFF , Hoofdondcr wijzer der-Sinds-Burgcrschnol voor MeisJeS Je LEEUWARDEN. EERSJE STUKJE. VROEGSTE GESCHIEDENIS. TWEEDE DRUK. P. BURGGRAzRsïr. 1840. Aan hel bepaalde onder a, I» en c. van art. «1 der IFel wan ‚„‚ nu „ ‘„‚„„,„‚ „m. , . „-. ken . u uitgeren run dit merkje. onder lesr/iennint/ der Wet; en zul eiken Nad rukker. Verkoopcr of l'ersprrider eau nagedrukte exemplaren xan hclzelrc, gcrcgtelijh vervolgen. BURGGRAAFF JR. AAN DE WELEDELE HEEREN LEDEN DEN PLAATSELIJKE SCIIOOL-COM3IISSIE LEEUWARDEN Mr. J. D. VA!» DER PLAATS ,+ Ds. D. TIJSSEX , I Ds. P SILYERGIETER HOOGSTAD/, Mn. I. EEKMA ,/ Mr. C. C. C. M'ARMOLTS,/ J. van LEEUWEN,/ Mr. J. SCHIK en / Mr. A. DEKETH , / WORDT DIT LEESBOEK OVER DE GESCHIEDENIS DES VADERLANDS, ALS EEN BLIJK VAN ERKENTENIS VOOR GENOTEN VERTROUWEN EN HOOGACHTING, MET HARTELIJKE DANKBAARHEID VOORBERIGT. Ofschoon er over de Geschiedenis des Faderlands reeds een en ander werkje, voor schoolgebt'uik, beslaat, zal men daarom , gelijk ik hoop, dit geschriftje niet voor overtollig achten. Een Leesboek toch over die Geschiedenis behoort niet, gelijk een Leerboek , alles op te nemen , wat daarin wetens waardigs voorkomt; maar alleenlijk slechts datgene , wat onder de allergewigtigstc gebeurtenissen kan gerangschikt worden, liet moet enkel zoo veel behelzen , als voor iederen inwoner van ons Land, hij zij wie hij zij , onontbeerlijk is , en zonder hetwelk men op vereischte beschaving geen regtmatige aanspraak kan maken. Al het overige behoort tot het tnondelijk onderrigt, waaromtrent de bijzondere aard der scholen, voor meisjes of jongens, landlieden of stedelingen, armen of aanzienlijken , beslissen moet, hoe verre men hierin te gaan hebbe, (*) Dan, naarmate de kring der beschouwing minder voorwerpen beval, moeten dezen zich des te duidelijker aan het oog voorstellen. De verhaalde gebeurtenissen , inzonderheid de zoodanig oi , die op den staatkundigen toestand of op de welvaart en beschaving der maatschappij eenen gewigtigen invloed gehad heb- {*) Men zie hierover mijne Aanwijzing voor hel onderligt in dc Aardrijks- en Geschiedkunde , uitgegeven door de Maatschappij. Tot nul van ’t Algemeen. ben , beiooren eenigzins uitvoeriger dan gewoonlijk , meer beredeneerd in opgave van oorzaken en gevolgen, voorgesteld te worden: opdat alles zich als één geheel voor den geest stelle , en door het geheugen gemakkelijk opgenomen en bewaard worde. Daarom ook moet de stijl niet geheel onbehagelijk wezen , en vooral niet in het kronjkmatige vallen , waardoor alle leeslust wordt tegengegaan. Insgelijks moet hij niet gansehelijh tol den kindertoon afdalen , ten einde, ook na hel verlaten van de school, nog met eenig genoegen het medegedeelde te kunnen raadplegen , en als 10l 'eenen grondslag te doen strekken , waarmede de lezing van uitgebreidere werken zich voegzaam laat vereenigen. Eindelijk, daar opleiding tot zedelijke goedheid hel hoofden einddoel zijn moet van Opvoeding en Onderwijs, zoo behoort ook hel verhaal, wanneer daartoe ongezochte gelegenheid gevonden wordt, zoo veel mogelijk , ler bereiking van dat gewigtig oogmerk aangewend te worden. Aan zoodanig werkje bestaat, mijns inziens , op de meeste scholen eenigc behoefte ; inzonderheid wat de vroegere en grafeltjke tijden aanbelangt. Dezen toch worden in sommige boekjes bijna ganschelijk overgeslagen ; in andere, (als een verschoonlijk gevolg van den overvloed der sloffe) zeer dor en onvruchtbaar behandeld: zijnde meer eene geschiedenis der Vorslen dan der volken ; meer een verhaal van de gevoerde oorlogen , dan van de toenemende vordering der maatschappij in verlichting , welvaart en beschaving. Door de uitgave van dit stukje, heb ik getracht in die behoefte, althans eenigerma/c , te voorzien. Most het een gunstig onthaal vinden , en de Hemel mij verder gezondheid en krachten schenken , zoo zal het door een tweede gevolgd worden , hetwelk de overige merkwaardigste gebeurtenissen uit de Geschiedenis des Vaderlands zal behelzen. Aangaande het gebruik van dit Leesboek op de scholen , acht ik het noodeloos, iets te zeggen. Hik Onderwijzer wende het aan , zoo als hel meest nuttig zijn kan, overeenkomstig den bijzonderen aard en de inrigting zijner schole. Ferder heb ik hierbij niets te voegen, dan den hartelijken wensch , dat de Voorzienigheid deze zwakke poging moge zegenen , ter bevordering van echt V' ader landsche gevoelens en zuiver Christelijke gezindheden. Daar dit stukje , bij deze tweede uitgave , bijna geene verandering heeft ondergaan, voeg ik bij het bovenstaande alleenlijk , den opng/on dank aan velen mijner Mede-onder wijzers , die hetzelve met zoovele welwillendheid ontvangen hebben ; en tevens de verzekering , dat het tweede stukje , wagrmedc dit IVerkje compleet zal zijn , ter perse gaat, en eerlang zal volgen. muumPUNTEN van des iuuuuv. I. InJekling. II.Teeeneurdier en widegete gerdrldheld van Vaderland. III. Verute. IV. Eerste ber deref landers-karat der Itanlers. V. Verkers der is Nederland. VI.freslrs es Nutsers. VII. lasvering van het Carlendam is den Sewesles. VIII. Navreanes Lacarlebal.... IX. Verdvadg Belmerijkde verevallen all dies tijd. X. De Kralekegken. XI. Derselvse Sealrant zeratgen. XII. Baravrstsavt Eraestastrebr ferdeel der Froets. XIII.Handel es sebrepriest extest de Hiden Haarenburd. XIV. Tuenenende welwart Vakethalt het hijden Haareverhand. XVI. Hadste Sehrijret Behetden Ik XVII. Het zrafelijk brweit is 't hasyijke bole keizer kaner. XVII. Kerklenirmine van het vertur deur Kaķewr WILLEN VAN XIX. KARD HET LEESBOEK o» m db Aberkkwaardigste gereurtenissen UT DB GESCHIEDENIS DU VADERLANDS. I. Van welken ouderdom of sland gij ook moogt wezen , jeugdige Lezers en Lezeressen! allen hebt gij dit met elkander gemeen , dal gij gaarne gelukkig wilt worden. Ook bejaarde mcnsdicn gevoelen die neiging; want zij is door den Srheppef-zelfcn onzer nature ingeplant. NielN is dus eigenaardiger, dan dat men met ernst en bij herhaling nadenkc over de "middelen , welke zouden kunnen dienen , om dat verlangen te bevredigen. Dit deden ook andere mcnschen , • die vroeger en later geleefd hebben ; en de eenparige getuigenis van de besten en kundigslen onder hen was steeds , «lat versland en deugd onmisbare vereisehten zijn, om daartoe te Uil ilien hoofde zijn alle middelen, welke dienen kunnen ter uitbreiding onzer kennis, overeenkomstig onzen stand in de maatschappij , en ler aankweeking van deugdzame beginselen , van hel hoogste aanbelang ; en weinige zijn er, die daartoe eene eigenaardiger geschiktheid bezitten , dan de beoefening der Geschiedenis. Deze loont ons, als in oenen spiegel, zoowel de dwaalwegen , die vermijd , als hel regie spoor , dat ingeslagen moet worden , om waarüjk gelukkig te zijn. Zij schenkt ons men-Whcn- en wereldkennis , en bevordert daardoor 4e voor ons zoo noodigc levenswijsheid ; terwijl zij tevens allerwegen de blijken eener Voorzienigheid aanwijst, die den mcnsch in denken en handelen gadeslaat, en denzclvcn, ook meestal reeds in dit leven, hare goedkeuring of ongenoegen doel ondervinden. Is dit zoo in hel algemeen , niet minder is zulks waar ten aanzien van de Geschiedenis des Vaderlands; die bovendien nog sterker onze aandacht boeit, uil hoofde van hel meer onmiddellijk belang , dat wij bij dezelve hebben. Daarom ook is dit Boekje vervaardigd , dal een beknopt verhaal beval van de merkwaardigste gebeurtenissen in ons Vaderland voorgevallen, en dat u hierbij ter gezette beoefening wordt aangeboden. Maakt daarvan dan een dankbaar en nuttig gebruik ; en God geve, dat hetzelve dienstbaar moge zijn , niet slechts ter uitbreiding uwer kennis, maar vooral ook ter veredeling uwer harten , en dus tol bevordering van uw wezenlijk en duurzaam geluk. 11. Zal men in staat zijn , de Geschiedenis van een Land re) de opkomst van den burgerstand , r) de toenemende bloei van koophandel en zeevaart , d) dc ontwikkeling van den geest door kunsten en wetenschappen , e) de kerkhervorming en ƒ) de opstand legen den laalslen Graaf, Filips 11. Bij deze allerbelangrijkste zaken willen wij ons wal nader bepalen: terwijl wij tevens eenigzins den gewonen leiddraad ztfl-Jen volgen , welken dc regering der Graven van Holland aan de hand geeft. X. Gedurende den tijd van ruim zevendehalf honderd jaar, heeft Holland uit vijf verschillende stamhuizen Vorsten gehad : namelijk uil hel Oude of Hollandsche , hel Hcnegouwsche , liet Beijersche, hel Bourgondische en hel Ooslenrijksche huis. Het eerste heeft bijna tot het jaar 1300 geregeerd, en dus gedurende eencn Jongeren lijd , dan de vier andere stamhuizen te zamen. * Uil hetzelve zijn zestien Graven geweest, waarvan er zeven , namelijk Dirk I, Dirk 11, Aarnout , Dirk lil, Dirk IV, Floris I en Dirk V reeds vóór den aan vang der kruislogtcn overleden waren. Onder Floris 11, bijgenaamd dc veile, die van 1091 lot 1122 regeerde, namen dezclven een begin, te welen in 109 G , en duurden voort onder het bestuur van Dirk VI, Floris 111, Dirk VII, Willem I , (Gravin Ada) Floris IV, Willem II en Floris V , tol in het jaar 1291 , toen zij , na omtrent twee eeuwen geduurd te hebben , een einde namen. Graaf Floris V , welke in 129 G overleed , werd opgevolgd door zijnen zoon Jan 1 , die de laatste Graaf is geweest uil het Oude of Hollandsche huis, en die in 1299 kwam te sterven. Sedert de invoering van hel Christendom , waren er steeds vele vrome menschen, die, uil eerbied voor den Insleller van hetzelve , gaarne dc plaatsen bezochten, welke door zijne geboorte , leer en daden , door zijn’ dood, opstanding en hemelvaart verheerlijkt waren. Zoo- danige bedevaarten , gelijk men de loglen derwaarts noemde , namen van eeuw tot eeuw toe. Door de Landen van het christelijk Europa konden zij zonder eenige belemmering worden voorlgezcl ; dewijl men overal godsdienstige menschen aanlrof, die de bedevaartgangers gaarne van hel noodige voorzagen. Ook in hel Oosten werden ze niet verhinderd , zoo lang die Landen onder Vorsten stonden, welke het Christendom genegen waren ; maar toen dczelven in de magl van Arabieren en Turken vielen , werden zij van jaar 10l jaar mocijelijker cn gcvaarlijkcr. Vele vrome pelgrims werden sedert dien lijd van alles beroofd , ja zelfs om het leven gebragl. Toen steeg er een noodkreet uil Europa op , cn allerwegen verlangde men , dat het Heilige-land weder aan de magl der ongcloovigen mogl ontweldigd worden. Dit was intusschen geen gemakkelijke zaak, om uit te voeren ; doch eindelijk besloten toch vele duizenden , op aansporing van Raus ünr.AMS II , om daartoe hunne pogingen aan te wenden. Allen hechtten hel leeken van een rood kruis op hun kleed boven den rcglerschouder, cn van daar ontstonden de namen van kruisvaarders en kruistoglen. Onder de aanzienlijkslc Nederlanders , die hel kruis aannamen, behoorde inzonderheid Godfried van Bouillon , Hertog van Neder^Lotharingen , geboren in Zuid-Braband, een zeer voortreffelijk Vorst. Deze werd nu een der voornaamste Aanvoerders van het kruisleger, hetwelk , na hol doorslaan van verbazend vele moeijelijkhedcn en hel verlies van duizenden inciisülicn , eindelijk , in Julij van hetjaar 1099, meester werd van Jeruzalem. Nu haalde men, schoon niet zonder grooten tegenstand , den genoemden Vorst , als de edelste en waardigste Ridder , dien men kende, over, om het bestuur van dezen nieuwen Staal op zich te kernen. Onbegrijpelijk vele inspanning en opoffering kostte hel echter, om denzclven op den duur te blijven behouden ; daar groole scharen van Turken onophoudelijk op hel hun ontnomen Land invielen, en meermalen aanzienlijke deelen daarvan weder vermeesterden. Men zag zich dus in Europa telkens genoodzaakt, lot hel prediken van nieuwe kruistogten , waarvan er in hel geheel zeven zijn ondernomen. De laatste geschiedde onder aanvoering van Lonewijk IX , Koning van frankrijk , naderhand de heilige genoemd. Deze heeft tweemaal cenen logt gedaan ; doch beiden vielen zeer ongelukkig uit , en bij den kaatsten is hij zelf, in 1270, omgekomen. Sedert dien lijd werden alle plaatsen in Palestina weder door de Turken vcnneeslcrd , en de laatste vesting , Sl. Jean d’ Acre, viel huu in 1291 in handen. Daar de Nederlanders steeds een godvruchtig volk waren , en de kruistogten, in dien tijd, beschouwd werden , als zeer verdienstelijk cn Godc aangenaam , is hel te vermoeden , dat aan de mecsteu derzelven ook Nederlanders hebben deelgenomen. Zeker althans is het , dat sommigen hunner Graven eenen logt naar hel Heilige-land hebben gedaan ; en dal WïLLEM I , in 1217 , te dien einde, met twaalf welbemande koggen uil de Maas in zee slak. Vervolgens door meerdere schepen versterkt zijnde , stevende hij naar Lissabon, en verdreef de Saravenen uil yï/casar. Naderhand de Middellandsche zee ingezeild, en aan de kust van Egypte geland zijnde, veroverde hij de ongemeen sterke stad Damiate aan den Nijf. Dij die gelegenheid moeten de A'eder/anders wonderen van dapperheid vcrrigl hebben ; daar de genoemde slad , versterkt door bijna ongenaakbare torens en afsluiting van de rivier door een zwaren ketting, genoegzaam voor onwinbaar werd gehouden. Eén van hen, Hajo , bijgenaamd van Fivelingo, omdat hij waarschijnlijk in dal gedeelte der Provincie Groningen geboren was, moet , met cenen dorschvlcgel in de hand , eene vreesselijke slagling onder de vijanden aangcrigl hebben. Ook de Dokkumers en Haarlemmers worden boven anderen geroemd; en het schijnt, dat de laatstgenoemden , tot op het einde der Grafelijke regering, nog jaarlijks gedachtenis plag ten te vieren, wegens de klokken, binnen hunne slad opgehangen , die men op de vijanden had veroverd , en in triomf medegevoerd naat hel Vaderland. XI. Dikwijls hebt gij , jeugdige Lezers en Lezeressen ! van uwe Ouders en Leeraars gehoord , «lal Gods voorzienigheid al de lotgevallen der mcnschen en der volken bestuurt, en dal Zij uil hunne dwalingen en verkeerdheden menigmaal hel hcerlijksl goed doel geboren worden. Dit ook was inzonderheid zigtbaar na de kruistoglen. Hoe vele schatten en menschen dezelvcn ook aan Europa hadden gekost , die verliezen werden , zoo af niet vergoed , dan toch aanmerkelijk gelenigd door de heilzame gevolgen , die daaruit voortkwamen. Slechts eenigen daarvan willen wij hier aanstippen. Werd ons werelddeel vóór, en ook nog slaande de kruisloglcn onophoudelijk verontrust door de rooverijen en menigvuldige twisten en oorlogen van de Aanzienlijksten des Lamls , na dien lijd begon zulks van lieverlede te verminderen. Naauv.elijks van ccnige afhankelijkheid willende welen , en zich-zelven naar vrije verkiezing wraak verschaffende , waren de baronnen gedurig met elkander in oorlog , en hadden allerwegen op bergen en langs rivieren hunne kasteden gevestigd , waaruit zij de reizende kooplieden aanvielen en van dcrzclvcr goederen beroofden. De onderhoorige boeren moesten hen daarbij vergezellen en helpen ; en alzoo was er , zoo lang deze staal van zaken duurde, aan rust noch beschaving te denken. Na de kruisloglcn werd dit geheel anders. Duizenden dier aanzienlijke roovers hadden zich met hel kruis laten teckcncn , en kwamen nimmer terug ; waardoor Europa voor altijd van hunne geweldenarijen was verlost. Anderen hadden hunne bezitlingcn , om de kosten van zulke verre toglen goed te maken , aan de kloosters moeten verpanden ; welke bezittingen , zoo lang de eigenaars zich ter kruisvaar te bevonden , niet moglcn aangevallen worden. Door dit alles verkreeg ons werelddeel eene rust, die hel sedert lang niet had gekend , en echter zoo zeer behoefde ter ontwikkeling en beschaving van den mcnschelijkcn geest. Doch niet slechts de meerdere rust, die gelegenheid 10l oefening en nadenken aanbood , was men aan de kruistogten verschuldigd ook de werkdadigc overbrenging van onderscheidene geleerde kundigheden , die in Constaulinopel en vele plaatsen van hel Oosten bijzonder beoefend werden , had men daaraan te danken. Hel grootste gedeelte van Europa lag te dien tijde nog in eenen nacht van onkunde en dwaling bedolven; maar toen vele kruisvaarders, die op hunne reizen onderscheidene kunsten en wetenschappen hadden lecren kennen, in het Vaderland terug keerden , kon hel niet anders, of zulks moest op hunne landgcnoolcn mede den weldadigslen invloed uitoefenen. Ook de koophandel en zeevaart namen, sedert dien lijd, aanmerkelijk in uitgebreidheid toe. In plaats van zich alleenlijk 10l naburige Landen te bepalen, werd de gcziglskring , dienaangaande, nu veel wijder van omlrck. Men zag, hoe vele steden van Italië door den handel ongemcene rijkdommen verwierven, en welke goederen hel Oosten oplcverdc, die met groot ' voordeel tegen vaderlandsche of andere voortbrengselen kenden verhandeld w orden. Dit spoorde aan 10l werkzaamheid , verwekte den lust 10l uilgebrcide ondernemingen ,en venneerdes VADERLANDS. derde welvaart en ruimer genot van de zegeningen der aarde waren daarvan de heilrijke gevolgen. Niets echter was te vergelijken bij het goede, dat, voor een groot gedeelte van Europa , uit hel vrij worden van den boerenstand ontsproot. Die stand had voorheen een zeer beklagelijk lot. Afhankelijk van de Heeren , op wier goederen zij geboren waren en blijven moesten , stonden de landlieden menigmaal ten doel aan de wülekeurigste behandeling. Toen nu de Pauselijkc verordening verscheen , waarbij bepaald werd , dal niemand der Aanzienlijken zijne onderhoorigen mogl beletten, het kruis aan te nemen , maakten duizenden van boeren van die gelegenheid gebruik, om hunne vrijheid te verwerven. Anderen lieten zich wel door hunne Heeren bewegen , om te huis te blijven en derzclver landerijen te bearbeiden, doch niet dan onder voorwaarde , dat zulks voortaan door hen , als onafhankelijke menschcn , zoude geschieden , die voor hunnen arbeid behoorlijke belooning ontvingen. Zoo ontstond die vrije stand in de maatschappij , die heden ten dage de kern daarvan uitmaakt, en zonder welken Europa niipmcr zijne tegenwoordige hoogte van beschaving en welvaart zou bereikt hebben. Ziel, Jonge lieden! zoo veel goeds wist de Voorzienigheid uit de kruistogten , ten nutte der menschheid en tot heil van ons Vaderland te doen geboren worden ! XII. De vrijgewordcne landlieden trachllcn zich nu van lieverlede in gemeenten Ie vereenigen , en legden den grond voor meest alle die vlekken en steden , welke tegenwoordig in Nederland gevonden worden. Dewijl velen derzelven langs rivieren of om de zeehavens gebouwd werden , vonden de meeste bewoners ia visschcrij , handel en scheepvaart hel gereedste middel voor een eerlijk beslaan. Anderen evenwel legden zich toe op de beoefening van kunsten en handwerken , en vcrccnigden zich , voor zoo verre zij donzelfden arbeid verriglten, 10l genootschappen , onder den naam van Gilden. In het algemeen ging het dezer nieuwe gemeenten zeer goed ; zij verkregen van lijd tol lijd meer vermogen en aanzien , en namen gedurig iu beschaving toe. Velen uit den Adel , die roglschapene denkbeelden koesterden , zagen deze verandering met welgevallen , vereenigden zich gaarne met de burgerij , en vestigden hunne woonplaats binnen hare sleden. Doch anderen , die meer het oude aanklecfdcn , en het denkbeeld niet verdragen konden , dal vroegere lijfeigenen of derzelver afstammelingen nu ook eenigen invloed verwierven , ergerden zich integendeel daarover. Inzonderheid werden zij door de opmerking gehinderd, dat de Vorsten , die voormaals hen naar de oogen moesten zien , nu in de nieuwe gemeenten een tegenwigl legen hen vonden , en daarom dczelvcn , door hel verlccncn van groolc voorreglcn. de hand boven het hoofd hielden. Deze omstandigheden garen aanleiding 10l velerhande en langdurige twisten en onaangenaamheden , die onderscheidene Gewesten van ons Vaderland hebben beroerd , en waarvan Graaf Kloris V zelfs het slagtoffer is geworden. Deze was een zeer aanzienlijk Vorst , uitmuntende in magt boven zijne voorzalen ; daarenboven dapper , edelmoedig , openhartig , gezellig in den omgang, een vriend des volks en onpartijdig in de behandeling van ’l Kegl. Zwakken en geringen zoo gerust en veilig te doen wonen , als Magligen en Aanzienlijken ; en ook bij de laatsten , niet minder dan bij de eersten, hel kwade teffen te gaan, daartoe strekten zijne pogingen. Uil dien hoofde was hij ook meermalen , hoewel zijns ondanks , genoodzaakt , sommige leden van den Adel hard te behandelen en te vernederen ; en wilde hij ook dc doodstraf, over den broeder van Gerari» van Pelzen uitgesproken, wegens beganen manslag, niet verhinderen , hoezeer daartoe' aangezocht, en niettegenstaande dezelve behoorde tol oenc der voornaamste en oudste familiën. Hieruit ontstond een onverzoenlijke wrok van velen der Aanzienlijken leffen den Vorst , die nog vermeerderd werd door dc liefde , welke deze van het volk genoot , dal hem , zoo als men zegt, op de handen zou gedragen hebben ; waarom hij ook van dc misnoegden , met verachting, der keer'ten God, of afgod van ’l gemeen werd genoemd. Sommigen nn dier ontevredenen, aan wier hoofd zich bevonden de genoemde Gerard van Pelzen , Herman van IPoer den en Gusbreoht van Amstel, besloten zich te wreken. Den Graaf misleid hebbende, lokten zij hem buiten Utrecht, namen hem gevangen, voerden hem eerst naar hel slot te Mutden , en bragten hem vervolgens, toen zij in hunne poging , om hem verder te verwijderen, werden verhinderd , wreedaardiglijk op den openbaren weg om het leven. Dit was waarschijnlijk hel oorspronkelijk plan der zamengezworenen niet geweest ; maar, wanneer men eenmaal zich op het pad der ondeugd heeft gewaagd , weet niemand , waar men zal eindigen. Daarom, Jonge lieden! wacht u voor den aanvang van het kwaad ; opdat gij niet , ook legen wil en dank, al verder en verder wordt meègcsleepl, en ten laatste in cencn afgrond van ellende ncderslorl. Wraakgierigheid is bovendien ccnc dier ondeugden , welke hem, die haar koestert en aankweekl, niet minder rampzalig maakt , dan dcszclfs slagtoffer. Dit bleek ook aan de cedgenoolcn : twee dcrzclvcn werden op de verschrikkelijkste wijze door hel verbitterde volk om hel leven gebragl; anderen op een schavot onthoofd, en sommigen genoodzaakt , gedurende hun gansch volgend leven, buiten ’s Lands als ballingen om te zwerven. Met den dood van Graaf Floris V hielden de twisten lusschen de voorstanders der vroegere en die der latere gesteldheid van zaken nog geenszins op ; maar bleven , ook staande de regering van het Henegouwsche huis , waaruit geweest zijn Jan II , Willem 111, Willem IV en Margaretiia, bestendig voortduren. Inzonderheid slaken zij met vernieuwde woede hel hoofd op , gedurende dc oncenighcden tusschen gemelde Mabgaretiia en haren zoon VVil-LE3I V , den eersten Graaf uit het Beijcrschc huis. Toen was hel, dal men verschillende Ïartijnamcn begon te gebruiken. De voorslnners van den zoon , de volksgczinden , waartoe de meeste steden behoorden , werden kabeljaauwschen, dc aanhangers van dc moeder, onder welke zich de meeste leden van den Adel bevonden , hoekschen genoemd. (*) Met groole verbittering , gelijk gemeenlijk in binnenlandsche onlusten , streed men tegen elkander ; en , ofschoon moeder en zoon zich daarna verzoenden , konden echter de kabcljaauwschc en hoekschc partijen het nog bij lang na niet cens worden. Onder dezelfde namen , zetleden zij hunne oneenigheden voort, gedurende den ganschcn lijd der regering van de vorstelijke personen uil hel Beijersche huis : Willem V, Albp.ecüt, Willem VI en Jacoba. En met welken haal dc partijen elkander behandelden , gedurende het bestuur van do laatstgenoemde Vorstin , zult gij (•} De partijnaam kabeljaauwsch komt van chiedenis Ir erkennen , dat ook van deze zijde. te yiissingen , Schoonhoven cn naderhand in Hoord-HoUand. door den worsten en wrrrdrn Soüoi , daden zijn ten uilvoer gehragl . cn martelingen aan onschuldige roomschgezinden gepleegd , waarvan de menschheid terug beeft; en die de goede zaak der Nederlanders , helaas ! jammerlijk besmetteden. Ook ontbrak het niet ganschelijk aan vernieuwde opwekking tol standvastigheid. De kloekmoedige verdediging van Haarlem had den Spanjaarden duizenden inenschen gekost, en tevens aan de N'edcrlandsche benden doen zien , dal zij in dapperheid den vijand niet behoefden te wijken. Ook verkreeg hel Bestuur daardoor den tijd , om zich meer en meer te vestigen, en op alles de noodigc beschikkingen te maken. Alkmaar, dal kort daarna door den Spanjaard werd aangetast , betoonde zoo vele dapperheid , dal deze met schande moest aftrekken. En op de Zuiderzee werd door de liollandsche zeelieden, onder Cornelis Dirkszoo.v van Monnikendam , eene heerlijke zegepraal bevochten op de vijandelijkc vloot , onder den Graaf van Bossu ; waarbij deze-zelf in handen der overwinnaars geraakte , en gedurende drie jaar in het weeshuis te Hoorn bewaard bleef. • Alva , door dit alles ten uiterste misnoegd , beladen met den algemeenen en on verzoenbaren haal der Nederlander 9 , en wetende , dat men, bij den Koning, den ongunsligen slaat van zaken hier te Lande begon toe te schrijven aan zijn onberaden en hardnekkig opzei, om den tienden pen* ning door te drijven , werd meer en meer afkeerig van de Landvoogdij en verzocht zijn ontslag. Dit verkregen hebbende, verliet hij , in December 1573 , deze Landen en keerde naar Spanje terug. Naderhand is hij zijnen Koning nog behulpzaam geweest in hel veroveren van Portugal, alwaar hij , te Lissabon , in 1582 overleed. XXIII. Don Lotis de Bequesens , Kommandeur van ’s Konings galeijen , was 10l opvolger van Alva benoemd , en werd , in November 1573, te Bmsscl pleglig ingehaald. Men verwachtte in die Nederlandsche gewesten , welke nog de zijde van Spanje hielden , veel goeds van hem ; en inderdaad loonde hij zich gematigder dan zijn voorganger. Aanstonds na deszeifs vertrek, deed hij het hatelijk standbeeld wegnemen , dal den Landzaten 10l zoo vele ergernis strekte ; en levens eene algemeene vergiffenis afkondigen , die geen andere voor waarde inhield , dan alleenlijk lerugkeering 10l den schoot der Kerke. Doch de zaken waren nu reeds te verre gekomen , om daarvan een gunstig gevolg te kunnen verwachten. Eensdeels stelde men geen vertrouwen meer in de beloften der Spanjaarden , anderdeels wilde men onverhinderd blijven in zijn geloof. Men greep dus op nieuw naar de wapenen. Lodewijk van Nassau had weder een leger van cenige duizend man bij elkander welen te brengen , en trachtte daarmede in Gelderland te dringen , ten einde zich met Oranje te vereenigen , die met 6000 man naar de Bom melerwaard was getrokken. Dit werd echter verhinderd. De Spanjaard tastte hem op de Mokerheide, niet verre van Nijmegen , met zulk eene ovcrmagl aan , dal niet alleen een goed gedeelte van zijn leger omkwam, maar ook hijzelf, benevens zijn broeder Hendrik van Nassau , na wonderen van dapperheid verrigl tc^ hebben, daarbij het leven inschoot. Dit verlies was treilend voor hel Vaderland en hoogst treurig voor Oranje, welke nu reeds drie zijner broeders voor de goede zaak , die hij zich had aangetrokkén , hun leven had zien opoÜcren. Dan , hoe beklagelijk zulk een onheil ook ware , had hel noglans ten voordode van Requesens geen belangrijke gevolgen*. Zijne soldaten sloegen kort daarna , wegens wanbetaling , aan het muiten , verdreven hunne Bevelhebbers, gaven zich aan allerlei moedwil en aan plundering over, en bolettedcn hem alzoo, om , althans vooreerst, iels gewigtigs le kunnen uitroeren. Bovendien werd dc moed weder oangewakkerd , en het onbepaald vertrouwen op dc hulp der Voorzienigheid verlevendigd, door het bijna wonderdadig ontzet der stad Leyden. Van den 26 Mei 10l tien 3 October 1574 door de Spanjaarden, onder hun’ Veldheer VaIDEZ, omsingeld , wilden dezen haar door honger tol dc overgave dwingen. Die overgaaf scheen ook eerlang zekerlijk le moeten volgen , daar meer dan zestig opgeworpen schansen allen toevoer verhinderden , en in de stad-zelvc slechts een geringe voorraad van levensmiddelen voor handen was. Ten gevolge daarvan ontstond er dan ook .slaande die langdurige belegering, een verschrikkelijke hongersnood , die de inwoners noodzaakte , om , tot behoud van hel leien , de schade!ijksle en walgclijkstc dingen ten lijve in te slaan, waaruit weder een nieuwe ramp werd geboren , namelijk eene pestaardige ziekte, die duizenden ten grove sleepte. Geen wonder dan ook, dat sommige burgers, door dit alles flaauwmoedig geworden, en de ellende niet langer kunnende verduren, de overgave der stad vorderden. i)e Magistraat noglans wist de inorrenden tol bedaren te brengen ; en de standvastige en edeldenkendc Burgemeester VAN DER Wkbff vei klaarde , liever te willen sterven , opdat zijn ligchaam aan de hongerende menigte 10l spijze zou kunnen verstrekken , dan zijn' eed te verbreken , en de stad aan den vijand in handen te stellen. De Prins van Oranje wendde «el alle pogingen aan, om, door hel openen van de Jlaas- en //sse/dijken, den Spanjaard door het water te verdrijven doch vruchteloos, naardien de wind daartoe ongunstig was. Dit belette levens Bodewijk van Boisot en Adriaan Willemszoon , die met eene vloot van platboomde vaartuigen den ongelukkigen wilden ter hulpe komen , en levensmiddelen toevoeren , de stad te naderen. Jnlusschen werd de nood al erger en erger cn bereikte eindelijk eene allerontzellcndste hoogte. De Prins, hiervan verwittigd, viel in eene zware ziekte, die men voor hoogst gevaarlijk cn besmettel ijk hield. Na cenen hevigen aanval derzelve, weder tol bewustheid gekomen, en op de vraag: » f Leyden 7 noy hield?" een bevestigend antwoord ontvangende, werd zijne herstelling daardoor op eene krachtige wijze bevorderd. Ook der verschrikkelijk lijdende stad werd eindelijk uitkomst geschonken: de wind draaide , het water steeg hoogcr , de Spanjaard was genoodzaakt, zijne verschansingen te ontruimen, de vloot met levensmiddelen kwam in de stad , cn Leyden was ontzet en behouden. De vreugde hierover was onbeschrijfelijk , niet slechts binnen de verloste plaats , maar ook door geheel Holland en allerwegen , waar men der goede zaak was loegedaan. Reeds den volgenden dag na deze gedenkwaardige uitredding , verscheen Oranje in hel midden der verheugde en dankbare burgeren; schonk hunnen moed en hunner voorbecldelooze volharding den zoo welverdienden lof, en bood hun tevens de keus aan : of, om gedurende eenigejaren vrijdom van tollen te geuiclen , of, cenc Hoogeschool in hunne stad te zien vestigen. Men bepaalde zich wijsselijk 10l het laatste; en nu verkreeg Leifden , in het volgende jaar 1575, 10l ’ een eeuwig gedenkteeken van onwrikbare standvastigheid en vaderlandsliefde , eene Inrigling , die nu reeds meer dan derdehalf honderd jaar gebloeid , en de grootste mannen aan hel Vaderland geschonken heeft – ISa deze heilrijke gebeurtenis, vei bonden zich llolland en Zeeland deS te naamver 10l gemeenschappelijke verdediging , onder uitoefening van hel volle gezag der Regering , gedurende den oorlog, door den Prins van Oranje. Ook werd er te Breda, op verlangen van Requesens, weder van nieuws gehandeld over de vereffening der geschillen met den Koniug van Spanje; doch daar men het in de hoofdzaken niet eens kon worden , liepen alle verdere voorstellingen geheel vruchteloos af. De vijand greep dus weder naar de wapenen , en was ditmaal zeer voorspoedig. Hij veroverde eenige belangrijke plaatsen , maakte zich meester van sommige rivieren en onderwierp een aanmerkelijk gedeelte van Zeeland. Dit noodzaakte den Prins , om elders naar hulp uil te zien ; en daar deze, op aannemelijke voorwaarden, niet te verkrijgen was , rees het gevaar met eiken dag hoogcr. Dat echter de Prins, gelijk sommigen meenden, den wanhopigen voorslag zou gedaan hebben , om alles te verwoesten , het Land te ruimen en zich elders te vestigen , is niet zeer waarschijnlijk. Oranje was niet zoo ligt ter neergeslagen , en wist zeer wel, dat er reeds rnoeijelijker omstandigheden waren overwonnen. Daarenboven was de voorslag onuitvoerbaar: zoo eenigen toestemden, anderen hadden zich gewissclijk verzet. Het is daaiom te denken , dat men ’s Prinsen uitdrukkingen of in het geheel niet begrepen , of althans in eenen te crnsligen zin opgeval hebbe. Hoe dit zij , de goede Voorzienigheid schonk , in dezen nood , weder onverwachte uitredding. De Landvoogd Requesens werd door cene pcslkooi Is aangetast , die hem in den tijd van vijf dagen uil het leven rukte , en de gelegenheid benam , om bij voorraad eenen Opvolger tc benoemen. Dit was oorzaak , dal de Spaansche zaken, die zoo snel voorwaarts gingen, niet alleen stil stonden , maar grootelijks in verwarring geraakten. Des vijands soldaten , daarvoor zoo ligt vatbaar , sloegen weder aan hel muilen , roofden en 4 plunderden en gedroegen zich zoo moedwillig en moorddadig, inzonderheid te y/nlwerpen , (welke buitensporigheid men de Spaansche furie noemt) dat de af keer van den Spaanschen naam hoe langs hoe algemecner , en de toestand des Vaderlands daardoor zelfs aanmerkelijk gunstiger werd. Wie zou in deze onrerwaclite en zoo schielijke redding uil hel nijpendslu gevaar nicl duidelijk de hand eener Goddelijke Voorzienigheid opmerken 1 En zulke bijzondere en gezegende lusschcukomsten kunt gij , Jeugdige mcnschen! meermalen bespeuren, wanneer gij , in volgenden leeftijd, de geschiedenis des Vaderlands, inzonderheid ook die der laatste jaren , in uilgebreiderc Werken zuil beoefenen. Dan, keeren wij tot hel rei haal terug. De poging 10l onderlinge bevrediging cn vereeniging , reeds te Gend aangevangen tusschcn Holland , Zeeland en cenige Zuidelijke gewesten , werd door de SpaanscAe furie verhaast , en kreeg nu weldra haar volle beslag. Hij die bevrediging , de Pacificatie van Gend gchcelen , werd hoofdzakelijk bepaald , dal men de Spaanschc soldaten ten Lande zou uitdrijven , eene Vergadering van de Algcmeeno Staten zou beschrijven , om orde op de regering te stellen , de plakkaten tegen de vrije Godsdienstoefening schorsen cn den Prins in zijn gezag zou erkennen over die landen, welke hij toen bestuurde. XXIV. Dc C.cnJschc bevrediging, in welke nu ook L trecht, / rietland en Groningen deel namen , verwekte eene algcmccnc blijdschap, vei hoogde den moed en hechtte Zuid- cn J)oord-i\ederland nader aan elkander. Ook veroverde men van lijd lot tijd cenige belangrijke plaatsen , welke 10l hiertoe de zijde van Spanje hadden gehouden , cn bezorgde daardoor aan de algemeene belangen nog meerdere vastheiden uitbreiding. Ten gevolge daarvan, had men dan ook de koenheid, om den nieuw benoemden Landvoogd , Don Jan • van Oostenrijk , iemand uit ’s Konings naaste familie , niet te willen erkennen , voor dal hij de pacificatie aangenomen en beloofd had , hel Spaansche krijgsvolk te zullen verwijderen. De invloed van dezen nieuwen Gezaghebber had echter weinig te beduiden. Van den beginne aan hem wantrouwende, waartoe zijn gedrag maar al te veel aanleiding gaf, werd men ten laatste zoo ontevreden, dal hij bij de Algemeene Staten voor vijand werd verklaard. Tevens nuodigde men den Prins van Oranje naar Braband , wien men do aanzienlijke waardigheid opdroeg van Ruwaard over dal Gewest. Deze toenemende grootheid van den Prins was velen Edelen in de Zuidelijke provinciën in den weg; waarom zij, buiten voorkennis der Stalen , omlerhaudelingen aanknoopten met ’s Keizers broeder, Matthias , Aartshertog van Oos/enr'ijA , over de aanvaarding der Landvoogdij , op naam van den Koning van Spanje. Deze hierop naar Braband komende, was het niet dan met groole moeite , dal de Slalcn zich lieten ©verhalen , om hem te huldigen. Hel gezag intusschen van dien jongen Vorst , van naauwclijks twintig jaar , was zoo beperkt, dal hem daarvan slechts eene schaduw ©verbleef. Doch de invloed van Oranje , welke men 10l Luitenant in de algcmccne Landvoogdij had benoemd, daarentegen zoo uilgcslrekl, dal deze inderdaad het opperbewind in handen had: waarom men den Aartshertog, niet geheel ten onreglc, 's Prinsen griffier noemde, als hebbende slechts te teeltenen, wal hem door dezen werd voorgelcgd. Deze nietigheid van den jongen Vorst maakte de Brabandscnc Edelen nog meer jalocrsch wegens hel gezag van Oranje. Ook vreesden zij van nieuws onder Don Jan te zullen geraken, die de Spaanschc troepen , onder bevel van den Prins van Parma , weder in de Nederlanden had geroepen. Zij wisten daarom te bewerken , dal men den Ucrlog van Axjoü , broeder des Konings van Frankrijk herwaarts riep , met denzelvcn een verdrag aanging , en hem den titel opdroeg van Beschermer der Nederlandsehe vrijheid. Deze kwam daarop met eenige benden naar deze Landen , gelijk ook de Paltsgraaf van den Bijn met Duilsche hulptroepen; doch daar de soldaten dier verschillende natiën elkander niet verdragen konden, en ook derzclver Hoofden in onmin leefden, hadden zij allen , nog vóór het einde van hel jaar 1578 , de Nederlanden reeds weder verlaten. De Landvoogd Don Jan van Oostenrijk was kort te voren overleden; en, ofschoon men hem hier te Lande voor vijand had verklaard , werd hij nogtans gehouden voor een’ man van moed en bekwaamheid, wien hel alleen aan die groolé mate van staatkundig beleid en schranderheid haperde, welke verctschl werden , om de verwarde Ncderlandschc zaken weder in orde 1 brengen. Intusschen verliepen de Spaanschc aangelegen heden in de Noordelijke gewesten hoe langs ho meer. Vele der belangrijkste sleden kozen d zijde van Oranje , of werden met geweld of bi verdrag daartoe genoodzaakt ; en onder dit gela behoorde ook de magtigc koopstad Amsterdam die 10l in 1578 den Spaanschcn Koning gelrouv was gebleven. In Zomermaand dcszclfden jaars werd dei voorlrelfclijken Jan van Nassau , (van wien onz< Koning in eene regie lijn afstamt) door de Stater van Gelderland hel Stadhouderschap over hui Gewest opgedragen. Reeds in den beginne var. den Opstand , zijnen broeder, den Prins van Oranje , ter bevordering van dcszclfs ondernemingen, nel geld ondersteund hebbende , werd hij door leze benoeming nog naamver aan hel bclana van \ederland verbonden, hetwelk hij vervolgens Ie allergcwigliaslc diensten bewees. Jammer slechts, dal, onder zoo vele gunstijjc ooruilziglen, de band der vcrccniging , door de ïcndsche pacificatie gelegd , dreigde verbroken, n hel wcdcrzijdsch vertrouwen en de censlemnigheid lUMchen Noord- en Zuid-Nederland ernietigd te zullen worden. Twccderlei oorzaken rerkten voornamelijk daartoe samen: eensdeels c jaloezij der Belgische Grooten omtrent hel oenemend gezag van Oranje ; anderdeels de erschillende gedachten over de Godsdienst: aar men in de Zuidelijke gewesten meestal er Rooimch-kalholijkc , in de Noordelijke daarentegen groolcnclcels der nieuwe lecrc was toegedaan. ' . Alexandeti Farnese, Prins van Panna, een man van alleruilstekendsle bekwaamheid in vele opziglcn , door den Koning tot Landvoogd benoemd in plaats van Don Jan , zag zeer spoedig de belangrijkheid in, om van deze gesteldheid der Zuidelijke provinciën partij te trekken. Welhaast wist hij drie dcrzelvcn te bewegen , cene afzonderlijke overeenkomst met hem te sluiten , hetgeen eerlang door anderen stond gevolgd te worden. Deze omstandigheid was oorzaak , dat Oranje , ziende den algemcenen band aldus verbroken , de noodzakelijkheid begreep , om een ander Verbond daarvoor in de plaats te stellen ; hetwelk den oorsprong heeft gegeven aan de Unie van Utrecht, die vervolgens als de Grondwet van ons Vaderland is beschouwd geworden. XXV. » Ecndragt maakt maglwas de gouden spreuk onzer voorouderen. En inderdaad , zoo , bij de verschillende meeningen en inziglen , gedurende den worstelstrijd met Spanje , de voornuainslen onder hen niet levendig van dcrzelvcr waarheid overtuigd geweest waren , zoodat zij den band van rerceniging zoo min mogelijk lieten vieren, het was ge wisselijk met hunne onderneming op niets uilgcloopen. De vijand zou niet verzuimd hebben , van hunne verdeeldheden gebruik te maken , hel twistvuur onophoudelijk aan te blazen , en, door list of geweld , het eene Gewest na liet andere tot onderwerping te brengen: even gelijk hij zulks deed ten aanzien der Zuidelijke provinciën, zoodra dezen ophielden gemeenschappelijke zaak met de overige Landschappen te maken. Niemand zag dit duidelijker in dan Prins Willem; en het was ook hierom, dal hij ©ogenblikkelijk alle pogingen aanwendde, om de Noordelijke gewesten door een nieuwen en sterken band te vereenigen , toen de Zuidelijke van lijd tol tijd aan de algemeene verbindlenis begonnen te ontvallen. Daar hij echter , als Luitenant der algemeene Landvoogdij , in eene te naauwe betrekking tol den Aartshertog Matthias stond , om zelf daartoe een ontwerp te vervaardigen , liet hij de behandeling dier zake voornamelijk over aan zijnen broeder, Graaf Jan van Nassau, Stadhouder van Gelderland. Hel is derhalve aan dien voort reffel ij ken Vorst , schoon daartoe opgewekt door Oranje , dal men. de zoo beroemd geworden Unie van Utrecht te danken heeft. Hij gaf zich daarbij ongemeen vele moeite ; reisde van de eene stad naar de andere , om inlichting te geven of deelneming te bevorderen, en had eindelijk het genoegen , zijnen arbeid bekroond te zien met de goedkeuring eerst van sommige , daarna van al de Noord-Nederlandsche gewesten, waarbij Oranje zich nu ook openlijk voegde. Deze gewigligc gebeurtenis kreeg haar volle beslag in hel jaar 1579. Door deze Unie werden de Gewesten van ons Vaderland naamver met elkander vereenigd. Tóór dien lijd waren zij wel, reeds sedert verscheidene jaren , aan éénen en denzelfden Heer onderworpen , gelijk vroeger is aangewezen ; maar ieder Gewest bleef toch op zich-zelf, had zijne bijzondere wellen en voorrekten, door vroegere Landsheeren gegeven of tocgeslaan, en werd naar dezelven door den Souvcrcin geregeerd. N& dien tijd werd dit geheel anders. Nu ontstonden er algemeene belangen, die niet één of ander Gewest, maar de Bondgenoolcn te zamen betroffen , en die door hen gemeenschappelijk moesten waargenomen worden ; nu vormden zij gezamenlijk ëénen Staat, ëënc Mogendheid , later de yereenigde Nederlanden genoemd. liet Hoog gezag ging daardoor ook in andere handen over. In plaats van bij den Landsheer, berustte het nu, en inzonderheid twee jaar later, bij de Alfjemeene Staten of Staten-Gencraal: eene Vergadering, bestaande uil de Afgevaardigden, door de onderscheidene Landschappen verkozen, om in dezelve de slem van hun Gewest uil te brengen, omtrent alle zaken , welke den Bondgenoolcn in hel algemeen aangingen. Die Staten-Gencraal werden dus nu de eigenlijke Souvcrcin der Vereenigde gewesten ; en al de Stadhouders der bijzondere Provinciën werden door hen aangcsleld , op en naar eene voordragl, door de Provinciën – zelvcn daartoe gedaan , en moesten ook den eed afleggen , van in de allereerste plaats den bevelen van de Staten-Gencraal te zullen gehoorzamen. In volgende jaren, omstreeks den tijd der regering van den jongsten zoon van Oranje , ontstond hierin cenigc verandering. Sedert beschouwde men iedere Provincie als volkomen oppermaglig en onafhankelijk in haar inwendig beheer , en de Slatcn-Generaal als alleen de gezamenlijke Souvercinileit van haar allen veitoonende. Waaruit natuurlijk volgen moest: vooreerst , dat elk der Stadhouders nu alleen door hel Gewest, hetwelk hem als zoodanig begeerde , werd aangcsleld , aan welks bevelen hij ook in de eerste plaats gehoorzaamheid was verschuldigd; en ten anderen, dat vele zaken , welke men voorheen beschouwde , als den Bondgenoolen in hel algemeen aan te gaan , sedert niet meer bij de Staten-Generaal behandeld , of althans beslist werden. Overigens werden bij de Unie-zclve wel de noodigc bepalingen vaslgesleld , ten aanzien van de handhaving van de aloude regten des volks en van de vrijheid van Godsdienst, maar van de üppermogendheid, of de uitoefening van het Landsheerlijk gezag, werd geen gewag gemaakt. Welligt hoopte men nog den Koning tot andere gedachten te brengen ; in welk geval deswege , met behoud van de overige punten der Unie , de vercischle schikkingen konden worden gemaakt. Dit gebeurde echter niet: in de hoofdzaak wilde Filips van geeoe verandering hooren. Wel was men , op den voorslag des Keizers, te Keulen tot cene vredehandeling zamengekomen ; maar de vorderingen werden van weerszijden te streng volgehouden, om aan eenige overeenkomst te kunnen denken. Alle plannen ter verzoening, namens den Keizer voorgelegd , werden gevolgelijk verworpen ; inzonderheid toen de Koning er op aandrong, om den Prins van Oranje van hier te verwijderen, wien hij tot dal einde voordeelige aanbiedingen deed, doch die voor altijd werden van de hand gewezen. De krijg begon dus weder op nieuw ; en Parma , steeds bedacht, om elke gunstige gelegenheid tot zijn voordeel aan te wenden , maakte zich van onderscheidene belangrijke plaatsen meester. Meer kwaads nogtans veroorzaakte ons de Graaf tan Rennenberg, die, Stadhouder van Friesland" Groningen , Overijssel en Drente zijnde, 10l den Koning overging, en do provincie Groningen door verraad weder in Spaansche beheering bragl , waaronder zij tot in 1594 gebleven is. Rennenberg intusschen heeft weinig genot gehacT van zijne trouweloosheid: in Mei 1581 eene groote nederlaag ondervindende, kwam hij spoedig daarna te sterven: zijnen goeden naam , door hel gepleegde verraad, schandelijk bezoedeld hebbende. Koning Filips, wetende dal Oranje de ziel van den opstand was, en ziende zijne pogingen, om dien Vorst uit deze Landen te verwijderen, mislukken, nam thans zijne tocvlugt tot de allerlaagste en schandelijkstc middelen, trachtende hem op eene verraderlijke wijze van hel leven te berooven. Om deze gruweldaad eenigzins voor de wereld te regtvaardigen , beschuldigt hij den Prins van de grootste misdaden , en noemt hem een’ booswicht, dien hij gevolgelijk verbant en vogelvrij verklaart. Bovendien belooft hij eene groote somme gelds en brieven van adeldom aan dengenen , die hem zou vermoorden ; en kondigt tevens aan, dat al wie , binnen eene maand t ij cl s, clc partij des Prinsen niet zou verlaten hebben , voor vijand der openbare rust verklaard, en met verbeurte van eer en goederen zou gestraft worden. Dit stuk maakte de breukc tusschen den Koning en ons Vaderland onheelbaar: hel behelsde niet slechts een moordbevcl tegen Oranje , maar tevens een plegtig vonnis over allen, welke denzelvcn aanhingen. Het kon dus ook niet anders , of zulks moest den stoulcn slap, om den Koning van Spanje voor altijd af te zweren , op eene aanmerkelijke wijze verhaasten. Reeds meermalen had men daarover geraadpleegd ; doch , om verschillende redenen, dit voor als nog onraadzaam oordcclcnde , die zaak gedurig uitgesteld. Dan in Juli) 1581 kreeg zij, in de Vergadering der AJgcinecne Stalen, haar volle beslag. Dij een besluit daarover opgemaakt, verklaarde men den Koning van Spanje, van regtswege , vervallen van alle aanspraak op de regering dezer Landen; ontsloeg alle Ambtenaren , Regters enz. van den eed aan denzelvcn gedaan , en verbood hel gebruik van ’s Konings naam en zegel in alle openbare stukken. Deze slap , voor het oog van geheel Europa gedaan , verwekte veel opzien en verbazing. Sommige Vorsten meenden hel voorbeeld gevaarlijk te zijn : daarbij vergelende , dal hel Ncderlandsche volk door geen ander in trouw en gehechtheid aan zijnen wettigen Heer overtroffen wordt; dal Filips zijne eeden op de snoodste wijze had geschonden , en dal men niet dan schoorvoetende , en na dal alle middelen . om zich op eene reglmalige wijze mei den Koning te verslaan , verijdeld waren , 10l dit besluit was gekomen. Anderen vonden die daad, hoe koen op zichzelve, te gewaagd en van te veruilziendc gevolgen. Men kon zich niet voorstellen, hoe een Land , zoo klein van omlrek en zoo gering van vermogen, het op den duur zou kunnen uithouden legen den Koning van Spanje , don magligsten Torst van zijnen tijd ! En inderdaad , hadden onze voorouders geen ander uitzigl gehad dan op eigene krachten en mcnschelijke hulp , hun besluit ware roekeloos geweest, en hun vertrouwen zou verijdeld zijn geworden. Maar , uil besef van de billijkheid der zake en uit vroomheid van gemoed , om God naar licht en overtuiging te mogen dienen, was de opstand ontsproten ; onder biddend opzien naar boven , had men dien voorlgezcl, en, in vertrouwen op hoogcrc ondersteuning en met inspanning van alle vermogens, durfde men nu ook den Koning afzweren, de toekomst te gemoete gaan , en eenmaal , onder den zegen der Voorzienigheid , ccnc gelukkige uitkomst verwachten. Einde van het eerste stukje. LEESBOEK VOOR K SB 808, OVEd DE MERKWAARDIGSTE GEBEURTENISSEN m de OBSGIMEDEWIS VADERLANDS. door P. BURGGRAAFF, Hoof donder wijzer der Stads-Burgerschool r oor Meisjes te Leeuwarden. TVVP.EDU STUKJE. VOL GES UK GESCHIEDE MS. TWEEDE DRI LEEUWARDEN . I. IiUUGGI'AAI'T du. im.