444 3 75   VOOR DE A R M E N. te AMSTELDAM, btt ' T T de weduwe JAN DOLL, mdccxcix. De prys is 2 Huivers.   vJnder alle de middelen, welken voorgeflagen of in het werk gefteld zyn, om de armoede te vermin, deren, en het Armbeftuur te gemoet te komen,is 'er mogelyk geen eenvouwdiger, noch gemaklyker om te onderzoeken en ter toetfe te brengen, dan de toebereiding van goedkoope Spyzen. Wanneer deeze Spyzen zyn faamgefteld uit alonl bekende levensmiddelen, waartegen nooiteènigvooroordeel is bekend geweest, eh de goede koop alleen-' lyk het gevolg is eener yferbétèrde toébereidiiig, zo fchiet 'er niet de minfte zwaarigheid over, om dergelyke proeven te neemen. Onwaarfchynlyk mag het voorkomen, dat zodanige verbetering nu pas uitgevonden zy, maar de óndervinding toont nogthans, gelyk by de meeste uitvindingen het geval is geweest, dat 'er eene veel onkostbaarder toebereiding van vöedfaame Spyzen mogelyk is, datï men, althans over het algemeen, geweeten of gebeezigd heeft. Geduurende verfcheiden jaaren, heeft men in Beleren, en vervolgens te Hamburg, van waar het ziclr reeds verder uitgebreid heeft, niet alleen de Armen' in Godshuizen veel beter koop gèfpyst, maar ook aan defchamele gemeente recepten van goedkoope Spyzen öpgegeven.- A è t)ë  C 30 De hoofdzaak in deezen hefbaar in eene natuur» kundige ontdekking van de kragt, welke, door een lang en zagt kooken, uit bloot Water getrokken wordt, ca vooral in meel en meelagtige Moffen overgaat. Zodat by cene behoorlyke toebereiding van garstenmeel, grutten, erweten, en diergelyken meer, twee- of driemaal zo veel voedfel daaruit .wordt gehaald, dan gemecnlyk gefchiedt, en vervolgens de fmaak van deeze voedfaame, maar laffe Spys, op onderfcheidene wyzeu kan aangezet worden metfpek , gezouten vleesch, rookvleesch, haring en diergelyken > f'choon in eene zo geringe hoeveelheid» dat het de onkosten weinig verzwaart, en op eene wyze echter, die de tong prikkelt en de eetlust opwekt.' Indien het geen, dat jaaren achter één de beste uit» werking in nabuurige landen gehad heeft, ook onder ons uitvoerbaar is, zo mogen wy befluiten, dat ook onder ons de armoede minder, en het Armbeftuur gemaklyker moet worden* Menig een Godshuis, menig arm Huisgezin, met de helft op de dagelykfche kost uittewinnen, is mogelyk uit alle verlegenheid gered, en voorzeker, altoos is deszelfè verlegenheid aanmerkelyk afgenomen. Wie het derhal ven de moeite waardig keurt, zo nuttige einden te bereiken, offchoon de middelen, in den eerften opflag, al te eenvoudig fchynen, en daardoor minder geloof verwekken mogen, die geeve eene kleinigheid uit, om de volgende Spyzen gereed te doen maaken, op de voorgefchreevene wyze» en beproeve, of hy 'er een zeker aantal monden, in G dshuizen of arme huisgezinnen, mede verzadigen &an. Eene proeve van den aart als deezen zyn ♦ die in het klein gelukt, moet in het groot nog beter gelukken, om redenen, welken iederéén weet.  C 5 3 Ka. i. Loot. Grutte . - < 141-4. Erwten . . , 131-8. Witbrood . . 69 - 20, Zout . • • 19-26. Bierazyn ... 46-26. Water • • . *v~7 - — 1485 - 20. De foep, volgens dit recept toebereid, is voldoende om voor twaalfhonderd monden een goed middagmaal te bezorgen, bedragende elke portie omtrent 40. lootWie met twaalf monden eene proeve gelieft te neeroen, behoeft Hechts de opgegeven gewigten met 100 te divideeren, en zal dan bevinden., dat hy met eenige ftuivcrs verre komen kan. Eenige duivers is gemeend, niet voor elke portie» maar voor de geheele foep, die een middagmaal voor twaalf monden oplevert. De geheele kunst beftaat in de toebereiding, welke door den menfchenvriend, onder wiens beftuur het Werkhuis te Munchen, Hoofdftad van Beieren, ftaat, naauwkeurig voorgefchreeven is. De grutte moet daags te vooren opgezet worden, even kooken, ter deegen toegcdektblyven tot's anderendaags, dan wederom zagtjens voortkooken. De erweten komen 'er niet in , dan op het laatst, zo veel tyd als nodig is, om ze gaar te krygen; zout enazyn nog laater. Het brood moet oudbakken zyn, in dunne fchyfjes gefneeden, en in de fcliotelsgedaan worden, om 'er de foep op te ftorten. A 3 De  C 6 ) De redenen van alle deeze voorfchriften zyn ïCwigti§ en verdienen de meeste oplettendheid in deezen Het lang en zagt kooken van de grutte is de hoofdzaak; ten «nde de meestmppglyke hoeveelheid van voenfaame ftof faam te (lellen, en*geyoIgelyk 'metgeringe onkosten verre te reiken. De erwten komen'er. zo kat by, omdat ze anders hard worden, hetwelk echter hier te Lande mogelyk anders zou bevonden worden, en dus naar goedvinden te veranderen is Zouten azyn dienen, om deeze voedfaame fpys aan defmaakdeelente veraangenaamen, en kunnen door worïen FeJ V^'T^11' °f ^ *ede vermeerderd worden. Het brood moet oudbakken Zyn, en niet jn de ketel komen, omdat de hardigheid van Zl zelve dient ter bevordering van het"lang kaat wen, f 'm' ■- ■ , 7° - L°t Er weten . . . 6 _ nQ Aardappelen . . oon * ~p* Brood . . 3|° ~ 8- •Z°Ut ' ■ ' il ' l°6 Wynazyn . 6 ] ^ .Water • .' _9_L_" 3°. s 1$5 - aa £eezef0ep, mede bereekend voor twaalfhonderd Vonden, levert dezelfde hoeveelheid eetwaren ou fe-ff niet eenife verandering h, de °P> Het  ( 7 ) Het voornaam onderfcheid beftaat daarin, dat hier aardappelen bykomcn, en dat de onkosten gevolglyk minder zyn. Daar is maar de helft grutte, de helft erwten, en 95 ÉB water minder, alle welke , zo vaste als vloei* baare doffe, door de aardappelen vervangen wordt. De aardappelen moeten geheel tot moes kooken , gelyk als de verdere beftanddeelen. Veel afwisleling voor de finaak brengen zy niet te wccge, en deeze is 'er ook geheel niet mede bedoeld. Men wil Hechts een middel aan de hand geeven, om de zelfde foep nog beter koop gereed te maaken, in de jaarstyden, daar de aardappelen overvloedig voorhanden zyn. Maar andere middelen zyn'er genoeg, omdefmaak te veranderen, opdat deeze voedfaame, gezondefpys meer dan ééns in de week moge kunnen genuttigd worden. Schoon de grutte het voornaam beftanddeel ter vqedingen verzadiging uitlevert, en de fma?k eigentlyk maar aan dezelve behoort toegevoegd te worden; doormiddel van allerhande hier na volgend toekruid, zo is 'er egter ook daarin eenige afwisfeling te brengen , met in de plaats van dezelve gawtenmeel te gebruiken, zo als het van de moolen komt. Men zal ?er zelfs onkosten op uitwinnen. Alleenlyk lette men wel op de toebereiding, welke nooit te langduurig noch te zagt zyn kan. ■ Dan de kragtige wyze, om deeze foep , door toekruid, telkens eene andere finaak te bezorgen , is'er fterk gezouten en gerookt vleesch by ce voegen. Hiervan heeft men weinig noodig, wanneer het ge^ heel niet onder het voedzel mede berekend, maar enkel en alleen als toekruid voor de finaak, en opwekking A 4 der  C 8 > der eetlust, aangemerkt wordt. Ten dien einde neeroe men, op onderfcheiden dagen, fpek, gezouten varkensvleesch, gezouten rundvleesch, gerookt vleesch . fnyde het in zeer kleine dobbelfteentjes, nietgrooter dan een erwt, en ftrooie het over de fchotels by het gefneeden brood. De foep is eenepap, zeergefchikt om allerhande fmaaken. aanteneemen, en zal terwyl zy telkens hetzelfde gezonde voedzel voor de maag J>lyft, geduurig onder een andere gedaante het zintuig van de fmaak ftrselen. Gebruikt men fpek, zo zal men best doen, het brood in dobbelfteentjes gefneeden daarin te braaden, hetwelk Hechts een weinig moeite kost, en wonder wel aan het gemelde oogmerk voldoet. De onderfcheiden foorten vleesch kan men ook, ter meerder afwisfeling, in'roggemeel, zo alsde rozynen in de bekende koek opden ketel,bakken, en als balletjes in de foep doen. In deeze balletjes kan men zelfs kleingefneeden haring doen, jazelfs een andermaal geraspte zeer fterke kaas; alles Hechts, om de fmaak te prikkelen en dezelfde fpys te veraanganamen door verandering. Nog ruimer veld opent zich, als men zynetoevlugt neemen wiltotuijen, look, enz. Of als mende waare kruiden» al was het peper alleen, te b^at neemt. Dan 'er is genoeg gezegd, om te doen zien, dat indien de fpys zelve bevonden wordt goedkoop tezyn, gelyk zy zeker gezond en voedzaam is, menrykelyk middelen vinden zal, om zeveelmaals, zonder tegen* zin, aan de armen op te disfchen. Te Leipzig heeft men, zedert het voorjaar 1797, het voorbeeld van Munchen gevolgd, en in de nieuwspapieren bekend gemaakt, dat de volgende foep gemeenlyk tot een middagmaal verftrekt van drie hon. derd menfclien. No.  ( 9 ) No. 3. ffl Loot. Grutte . . • 17-201Erweten . . • 16 - *3Aardappelen ', • 57 - l8• Schy ven van hard Roggebrood . . . 17 - 13Zout - • . 4 ~ 30lFlaauwe Azyn . 11 - fla|. Water . . . 245 - 2,31. 37i " *4 Men zal aanftonds gewaar worden, dat, gelyk 300 een vierde van 1300 is, zo ook hier het gewigt van elke hoeveelheid een jvïerde is van het bovengegerneld recept N°. & De ftelier van deeze aankondiging, onder wiens opzigt inzonderheid verfcheiden Godshuizen te Leipzig ftaan, dringt voornaamlyk aan op zeer zagt kooken, en geduurig omroeren niet een houten lepel, opdat alle de beftanddeelen tot moes kooken. Te Hamburg is men niet nalaatig gebleeven, ovri deeze Spys onder de Armen in te voeren, en het laatst bericht van het Armbeftuur aldaar geeft 'er twee recepten van op; Het  C to > tiet ééne is voor zeventig monden. Hf Loot. Water . . . 100 - — Aardappelen . ■• . 24 - —- ' Grutte . . . 7 - — Erweten . . 7 - ~ Brood . . . 7 - — Vleesch . . . a - — 'Bierazyn » . . 5 - — Zout . * . 1 - — i53 ~ Het tweede is voor een Huisgezin Van zeveri monden. ffi Loot; Water . . 10 - — Aardappelen . . a - 10 Grutte . . —■ - 22 Brood, zo hard mogelyk «— - as Graauwe, of GroeneErwten, of witte Boonen . — - 22 Varkensvleesch in zeer kleine dobbelfteentjes gehakt —< - 8 Zout . . . — - 6 Bierazyn . . — - ió 15 - 10 . V Hoe  C n 3 Hoezeer men hier dezelfde beftanddeelen ontmoet, fpringt het aanftonds in het oog, dat de hoeveelheid van ieder grooter is. Voor 'eerst komt 'er, in beide deeze recepten , ruim twee pond voor elke portie , in de plaats van één en een vierde pond. Wanneer men nader onderzoekt, van welke beftanddeelen hetmeest toegevoegd is, zo vindt men in het meergemeld recept N°. i ruim | ffi water op elke portie, eh hier byna n 18; daar geen 4 loot grutte en erwten, hier ruim 6 loot; daar geen 2 loot brood, hier ruim 3. De voornaame reden van dit kostbaar verf ail fchynt daarin gelegen te zyn, dat men te Hamburg het kookfel eerst denzelfden ogtend, in de plaats van daags te vooren, begint, waardoor de grutte nietgenoegzaïm uitdyd , en haare geheele voedende kragt niet ontwikkeld wordt, Of anders, dat deverborgen kragt van het vyater niet tyds genoeg heeft in de grutte pvertegaan, na zich van de onnutte deelen, door de uitwaasfeming, ontdaan te hebben. Het één en ander komt, wat ons oogmerk betreft, op hetzelfde uit. Wy zien, dat, om hetmeest mogelyk voedfel faam te Hellen, de grutte daags te vooren moet opgezet worden. Hoezeer nu de onkosten te Hamburg zo veel hooger moeten loopen, kost 'er elke portie niet meer dan negen duiten hollandsch. Opmerkelykishet, by alle verfchil.dat de ftellers van dit Hamburgsch bericht, niettemin, de goede zorg by de toebereiding evsn fterk aanbeveelen, als van welke fchier alles afhangt. Het is ook juist daarom, dat hier het zelfde recept op onderfcheiden wyzen opgegeeven is, op * t2t\ "2 16 flaaf8Ch aan het 'Of ander gewigt houde, en veelmeer door eigen proefneemiu- gcn  C ia ) gen de juiste maat leere treffen, welke toch altyd van de verfchillende hoedanigheid der beftanddeelen afhangen moet. 'i Het gewigt van No. i. en a. is avoir du poids, dat is na gelyk aan'ioo te Amfterdam. Het Hamburgsch gewigt is 104 gelyk aan 100 te Amfterdam. Eene enkele proeve is voldoende, om het voorgefchreven gewigt tot de plaatfelyke maaten over te brengen , terwyl het meer omflag en misverftand zou bewerkt hebben , als men de verfchillende Duitfche maaten hadt opgegeeven. Midden in Amfterdam heeft men, deezer dagen, eene foep, naar deeze recepten toebereid, voor vier Huisgezinnen, beftaande uit twaalf monden, zonder veel te zien op bezuiniging, vermits 'er een half pond fpek, tot dobbelfteentjes gefneeden, in gemengd was, en de portie is komen te ftaan op negen duiten, het vuur daar onder gerekend.  IETS VOOR DE ARMEN. TWEEDE STUKJE. Tt AMSTELDAM, it / *k wkdwwe JAN D O L L( 19 d C C ét (   In den kouden Winter van voorleeden jaar, by de ongemeene behoeftigheid in ons Vaderland, en den bygekomen Watersnood in een gedeelte van hetzelve, kwam het my voor, dat niets van meer nut voor de Armen kon zyn, dan middelen aan de hand te geeven, om dc kosten van hun levens, onderhoud te verminderen. Het is eene blykbaare waarheid, dat indien een mensch nood lydc mee vyf duivers daags , om dat hy 'er tien noodig heeft, men hem zo wel uit den nood redt, met eene aanwyziag, om uit zyne vyf Huivers zo veel te haaien, als hy te vooren uit tien duivers kon. doen, als met nog vyf duivers by zyne vyf te voegen. Dit laatfte is eene aalmoes, die men aan geene duizende behoefcigen doen kan , en het eerde een goede raad, waarmede men alle de Armen van de waereld dienst doet. ik was ooggetuige geweest, in onderfcheiden Steden van Duitschland, van het nut van eene onkostbaar-2 toebereiding van voedfaame fpys, ik wist dat deeze heilzaame uit» vinding was te werk geftcld in Engeland en Italië, en ik meende, een begin daarvan te kunnen maa. ken in myn Vaderland , met een los blaadje onder het Pubiyk uit te drooien , het welk dcalgemeene nieuwsgierigheid kon gaande maaken,enaanüonds van een daadelyk nut zyn. Thans volgt een tweede hirde Winter op den eerden, en de behoeftigheid maakt verfchriklyke voortgangen. Inmiddels is niet alleen hec Werk, A 2 waar-  C 4 ) waaruit ik grootendeels myne denkbeelden voor de Armen gehaald hadt, iu het Fransch vertaald,maar ook een tweede deel daarvan uitgekomen, etj mede in die taal overgezet, behelzende veel nut-, tig onderwys omtrent het ftooken en kleeden. De drie noodwendigheden des levens , voeufel, hui» 2ing en kleding, zyn dus in deeze beide deehn verhandeld, met een geduurigen aandacht op den ftaat van behoeftigheid, ten einde het levensonderhoud over het algemeen voor den Armen min kostbaar te maaken. Welk een boek voor dit volkryk Land, waar het getal der Armen zo geduurig aangloeit, de middelen van beftaan ontvallen, en .demildaadigheid afneemt, niet uit onwil, maar uit onvermogen! Gefield, dat dit boek ons leerde, dat de Armen fondfen, die 'er nog zyn, gevoegd by de milde giften, die men nog reden heeft,om te kunnen verwagten, voldoende zyn, om de behoefte te gemoet te komen ; welk goed Burger zou het dan niet gaarne inzien, en de voorfchriften van hetzelve, met de noodige veranderingen , naar de omflandigheden van ons Land, op heta;elve willen toepasfenV Wat deeze Stad, Amilerdam, betreft, weet ieder een, dat 'er een groot Werkhuis is gebouwd , hetwelk eenen tyd lang alle bedeïaa'y langs de flraaten heeft geweerd, doch itffens veel in het jaar aan de Stads Kas ,ge. kost heeft. Deeze kosten waren byna geheel aan. Voedfel, Bi and en Klederen hefteed* maar zouden. denkelyk geheel wegvallen , indien men het voorbeeld van andere Laadeu wilde volgen , en de  C 5 ) de uitgevonden befpaaringen op deeze drie onderwerpen invoeren. Ik durf verzekeren, dat buiten het Stadsbeftuur over Stads Armen , ook ieder Kerkgenootfchap, ieder Gasthuis, ja ieder weldaadig Mensch, iu dit Werk voorfchriften zal aantreffen , om, wat beweegreden hen ook aanfpoore, het zy die van goede Staatkunde, of die van zniVeren Godsdienst, zyn oogmerk oneindig beter te bereiken, dan hy anders ooit zoude hebben künnen doen. Ik zal hier eenigehoofd-onderwerpen opnoemen, met welken de Schryver zich bezig houdt, ten einde hem een we.iriig nader bekend te maaken met de Nederla&dlche Leezers. i. Verfcheiden Hoofdfiukken over de Bedeiaary, en de middelen door welken dezelve te Mun-> chm in Beyeren geweerd is. Deeze Verhandeling alleen verfpreidt ongemeen veel licht over het geheel onderwerp , behelst veele nieuwe denkbeelden, neemt alle de oude denkbeelden op, welken door de ondervinding bekragtigd zyn, en bereidt den leezer voor tot de volgende Hukken. 2. Eecige Hoofdflukken over algemeene grondflagen vsn alle nuttige Inftellingen voor de Armen van alle Landen, tot flot van welken een Prospectus van eene infleliing voorkomt, om niet alleen de Armoede te onderfteunen, maar nog meer nuttige einden te bereiken, zo tot befpaaring van overtollige uitgaven , als tot veraangeuaaming van het leven. 3. Over de fpyzen in het algemeen , doch in- A 3 zon.  ( 6 ) zoDdcrheid der Armen. By deeze gelegenheid wydc de Schryver uit over de Huishouding van den Soldaatenfland, en wyst aan, dat de Soldaatveel meer zou kunnen uitvoeren met zyne geringe loldy, welke te verhoogen, de -Financiën van geen Land gedoogen. 4. Over de Haarden en Schoorüeene'n, derzelver gebreken , en de middelen , om veel brandltof vooral in de keukens te fpaaren, de vertrekken beter te warmen , en alle rook te vermyden. In deeze verhandeling vindt de Ryke, zo wel als de Arme , eenen overvloed van onderwys , zo tot nüt, als tot aangenaamheid des levens. 5. Het tweede deel is geheel toegewyd aan verhandelingen over de warmte, hoe dezelve worde voortgebragt, geleid, bewaard;- en terwyl de befluiten algemeen nuttig zyn , en door ieder een kunnen gevat worden, zyn de proëfneémingen eigentlyk voor Geleerden gefchikt. Het geheel onderwerp van het ftooken vereischt ondervinding in Natuur- Schei- én Bouwkunde, maar het is 'er echter verre van daan, dat de Schryver flechts re. deneeren zoude , vermits hy telkens de theorie ftaaft met de praktyk. 6. Eindelyk hebben ook de klederen zyne aan. dacht gevestigd , als zynde hun oogmerk, hetligchaam warm te houden, en kunnende, volgens zyne wel uitgewerkte beginfelen , dit oogmerk bereikt worden met vry wat minder kosten, dan tot nog toe gefchied is. Maar de ontwikkeling van dit laatlte worde gemist in dit deel, en zal bui-  ( 7 ) buiten twyfel een voornaam onderwerp zyn van het volgende, welk reeds aangekondigd is. Zyn naam is rum ford, en zyn werk is genoemd : Es/ais Politiques, Economiques et Philofophiques» Gedrukt te Geneve, 17995 en te krygen by alle Eoekverkoopers. Mogelyk is reeds een Nederduitse!) Vertaaler bezig', om hetzelve aan zyne Landgenooten aan te bieden, en dan zal dit blaadje hem in de hand werken. Zo niet, hoop ik dat de een of ander daartoe moge aangemoedigd worden door dèeze voordragt, welke hem een groot getal leezers moet verzekeren, 'indien het waar is, dat het overal aan fondfen ontbreekt, om de armoede te onderfteunen, en dat dit werk de middelen opgeeft, om met de helft van het thans vereischte uit te komen, NASCHRIFT. Zo even lees iJc in den Courier du Bas.Rhin van Nieuwjaarsdag het volgende: Londen 1 r December, (over Frankryk.*) „ In alle de groote Steden van Engeland, als „ Londen, Eristol, Manchester, Birmmgham , .,, Liverpool, enz., zyn deezen Winter publieke „ keukens opgerigt, Rumford-keukens genaamd, „ naar den Graaf van Rumford , eenen Weldoe„ ner van het.menscbdom, in de fmaak van den 3, beroemden Howard. De Armen vinden'er voor „ 3 of. 4 Stuivers een goede foep en vleesch. De „ Heden Edimburg en Dublin hebben dit voorbeeld » yverig gevolgd." Zeker  ( 8 ) Zeker ander Artikel in de Rotterdamfche Cou= rant, van de laatfte Decemberdagen, houdende: „ dat men in Londen reeds veertig duizend Armen ,, aan de kost en aan werk geholpen heeft," is buiten twyfel betrekkelyk op deeze zelfde inftelling, en het doet my leed , dat de Engelfche papieren niet kunnen aankomen, ten einde nog na» dere byzonderheden uit dezelven te haaien. Inmiddels zy het deeze reis genoeg, met wei. nig woorden aan te merken, dat het ontwerp van onzen Menfchenvrind ftrekt, om den Armen niet alleen in de publieke keuken een goedkoope en voedfaame fpys aan te bieden, maar daarenboven in ruime vertrekken, onder hetzelfde dak, een warm verblyf, naar zyne voorfchriften, onkostbaar geftookt, aan te wyzen, alwaar zy kunnen werken, en wel inzonderheid aan ftoffen tot dek* fel en kleding, zodanig ingerigt, dat zy met de minde kosten de mééste warmte geeven. Onder een goed toezigt kan de Behoeftige dan, op dezelfde plaats, met zyn geheel huisgezin, dag voor dag, een warm vertrek , de kost, en werk, om beiden tebetaalen, zonder moeite vinden. Ja, hy kan nog zo veel overwinnen, dat hy een gedeelte van zyn eigen werk aankoopt, tot dekfel en kleding van hem en vandezynen. Leezer, wy fpreeken niet van het geen men voor het eerst zou kunnen doen, maar van het geen zedert ettelyke jaaren gedaan is, en reeds van het eene land tot het ander overgaat,  IETS VOOR DE ARMEN. DERDE STUKJE. tk AMSTELDAM, n bs weduwe JAN D Ó L L , || i cc ft De Prys U z Stufa   D eeze reis heb ik een woord te zeggen aan Ge« leerden , en een woord aari Mixddaadigen , zonder echter een oogenblik in twyfel te trekken, dat de Geleerde milddaadig, en de Milddaadige geleerd kan zyn; maar om der duidelyke voordrage wille is dit onderfcheid gemaakt. AAN GELEERDEN. De wyze, op welke dieren en planten,elk door middel van zyn eigenaartig voedfel , beftaan en groeien, is zekerlyk eene van de treffende werkingen der natuur, zo voor het eenvoudigst verftand, als voor den Geleerden, en op zich zelve den aandacht aller menfehen overwaardig. Maar nog veel belangryker wordt dit onderwerp , als men hetzelve befchoüwt in deszelfs betrekking tot de welvaart der maatfehappy, inzonderheid by de toeneemende duurte van levensmiddelen endaar uit voortvloeiende armoede. A * De /  ( 4 ) * De Landbouw heefc reeds lang, uit dien hoofde, den aandacht van menfchenvrienden getrokken, en men zoekt nog dageiyks eene meerdere hoeveelheid der levensmiddelen voort te brengen, ten einde aan de klimmende behoeften der maatfchappy te gemoet te komen. Dan terwyl men, langs dien weg, dezelfde uitgeftrektheid bouwlands in Haat ftelt, om levensmiddelen op te leveren voor een grooter aantal menfchen , fchynt men nog niet alle moeite be« fteed te hebben, om de voortgebragte levensmiddelen , door behoorlyke toebereiding , bekwaam te maaken tot het meest mogelyk voedfel. Men zou nogthans hetzelfde einde, ook door dit middel , bevorderen, en beide de duurte en armoede even kragtig tegenwerken. De kunst, om de fpyzen in dit opzigt behoorlyk te bereiden, verdient dus allezins den aandacht des menfchenvriends en des ftaatsmans, en heefc niets gemeens met die Kookery, welke Hechts ten dienfte van weelde en overdaad gefchikt is. De toebereiding van goedkoope , en tevens gezonde en voedzaame fpyzen,onder een volk, moet noodzaaklyk invloed hebben op de volkrykheid, op de pryzen van alle fabrykwaaren, en eindelyk op den koophandel zeiven. Het volk, waar deze toebereiding, benevens den landbouw, tot den hoogfien trap gebragt is, moet ook het talrykfte en ny.  ( 5 ) nyverigfte zyn, en de Chineezen zyn het één en ander, juist om dat zy in beide de gemelde kun. ften uitmunten. Wilde volken, daartegen, om dat ze in beide dezelven geheel onervaren zyn, bewoo nen uitgeftrekte woeftenyen, en betwisten hunne woonfteden aan fcheurende dieren. Wy hebben, in het eerfte Stukje, eene fpys opgegeeven, welke, onder verfcheiden anderen, de minst kostbaare is, en waarvan de beftanddeelen hier te lande algemeen in gebruik zyn, zodat de toebereiding alleen vreemd kan fchynen. Eer wy tot anderen overgaan, welken door eene gely. ke veeljaarige ondervinding geftaafd zyii , en zo wel kragt als voedfel aan gezonde en ffcerke menfchen geeven , met veel geringer onkosten, dan tot nog toe is bekend of in gebruik geweest, zal het niet overtollig zyn, wat breeder uit te wyden over de natuurkundige Waarneemingen, op welke deeze vorderingen in het levensonderhoud der menfchen rusten. Het is eene bekende waarheid , dat het water noodig is tot onderhoud van planten en dieren, en dat 'er inzonderheid fchier geen eene fpys is, die de mensch niet toebereidt door middel van water en vuur; maar de wyze, op welke het water eigentlyk in het plant- en dierenryk tot voedfel en wasdom medewerkt, is nog eene der menigvuldige verborgenheden in de natuur , welken ons A 3 ver-  ( 6 ) vernuft niet doorgrond heeft. Inmiddels hebben de jongfte ontdekkingen in de Scheikunde, begonnen door den vermaarden Lavoilier, eenig licht daar over verfpreid. Men weet nu zeker,dat het water geen eenvoudig ligchaam, geen hoofdftof is, maar dat het onderfcheiden beftanddeelen heeft, en in dezelven ontbonden worden kan. Waarfchynlyk is het, dat 'er eene ontbinding plaats grypt, zo in de planten, als in het dierlyk geftel, en dat beiden zich aan het dienftige laaven , maar van het overtollige ontdoen. De oude natuurkunde zag het water, met opzigt tot de planten, als een bloot middel aan, om voedende ftoffen in dezelven te geleiden; maar proefneemingen van onzen tyd geeven aanleiding, om te onderftellen, 'dat het water mogelyk het wezentlyke tot onderhoud derzelven bevat, cn dat de afzondering daarvan door inwendige werkingen gefchiedt. De mest zelve fchynt niet zo zeer onmiddelyk kragt en voedfel aan te brengen, dan alleen maar te dienen, om het water reeds voorloopig te ontbinden, of ter ontbinding voor te bereiden, zo dat de plant 'er des te meer uit kunne haaien. Nu is 'er eene treffende overeenkomst tusfchen de inwendige werking der planten en de fpysver» teering der dieren, zo dat 'er grond is, om te onderzoeken, of het water, zo noodig aan beiden tot hun levensonderhoud, niet ook in het dierlyk geftel meer tot voeding en verfterking toebreDge^ dan  ( 7 ) dan men eertyds heeft gemeend, en of eene betere voorbereiding van hetzelve, ter ontbinding in het ligchaam, niet dezelfde goede uitwerking zoude kunnen hebben , als de mest op den groei der planten heeft. Deeze gisfing wordt tot een hooger trap van waarfchynlykheid opgevoerd, als men het voeren van het vee op de Hal gade flaat, zo als het federt twintig jaaren ingevoerd is,' in onderfcheiden dee» len van Zwjtzerland, Duitschlacd en Engeland» Het zy uit gebrek aan goede wylanden , of ten einde des te meer Bouwland te gebruiken, houdt men 'er het vee Winters en Zomers opftal, waar het voedfel aangebragt wordt. Dan, in de plaat» van raauwe kruiden en zuiver koud water, bereidt men veel al voor hetzelve een kookfel, en bevindt zich zoo wel daar by, door den welftand van het vee, en de meerdere melk, die het geeft, dat men geen kosten fpaart, en de keuken zo wel voor de beesten, als voor het huisgezin, wordt befteld. Hier dient het water niet flechts voor den dorst , maar is gemengd met vaste ftoffen, en beiden zyn door het vuur meer bekwaam gemaakt, dan zy afzonderlyk waren, om het vee kragt en voedfel toe te dienen. Het is zeker dat wat ook een vermogend landheer uit liefhebbery onderneeme, de boer geen onkosten maakt, zonder een vast vooruitzigt op voordeel, en dat hy nieuwe uitvindingen zelfs laat aanneemt, en lang nadat 'er A 4 het  ( s- ) het nut overtuigend van gebleeken is* Het is ook de boer alleen, van wien wy thansfprecken, en die zo veel tyd en onkosten aan dit voer be. fteedt, gelyk opmerkende reizigers in de genoemde landen kunnen getuigen, zo dat hunne handel, wyze eene voldoende proefheeming in deezen oplevert.- rMo-tsvid rvjta és .fereo^qo ht^%lnvrb'l Befchouwt men de mesting van het vee hier te lande uit hetzelfde oogpunt, zo zal men,uit de faamenftelling en toebereiding van het voer tea dien einde, nieuwe bewyzen kunnen inzamelen van de medewerking des'waters tot onderhoud en groei van het dierlyk geftel. Men zal ook bevin» den, dat in deeze laatfte kookfels graanen en aardappelen de voornaamfte vaste ftoffe zyn, gelyk in de eerst gemelden, ter ftal voering, ook deeze zelfde vrugten het meest gebruikt worden. Zo algemeen fehynt men uit de ondervinding geleerd te heb» ben , dat meelagtige ftóffcn de grootfte hoeveelheid waters verdikken en tot een gezond voedfel bekwaam maaken. Dan onder alle dezelven munt de. garst uit, gelyk uit menigvuldige proefneemingen k gebleeken, en weshalven dezelve ook de grondflag is van alle brouwfelen. De beginfelen van de teering worden tegengewerkt door het gebruik van grutte, waarby, hetgeen hier zeer opmerkelyk is, vooral aanbevolen wordt, om dezelve lang en zagtjes te laaten kooken , en dus de wederkeerigc werking van gatst en water, op el.  C o ) eikanderen, tot den hoogden trap op tc voeren. Men kan ligt de proeve neemen, om eene zekere hoeveelheid garst te maaien en te bakken, en even veel met water te kooken, ten einde na te gaan, op welke wyze, niet eenen enkelen dag , maar langen tyd, het dierlyk geftel meer voedfel, en kragtig voedfel, daaruit haalt. In de groote Steden van Duitschland, in Hamburg zelfs , waar lugtgefteldheid zo veel overeenkomst heeft met de onze, heeft eene veeljaarige ondervinding 'er de uitfluiting van gegeven. De hoedaanigheid, om water te verdikken, en om door vermenging mee hetzelve een kragtig voedfel op te leveren , wordt, in nog hooger graad, dan in de garst, inSalepen Hartshoorn gevonden. Beide dezelven dienen , als medicynen, ter verfterking; doch niet zonder eene aanmerklyke hoeveelheid water vermengd , en door middel van het vuur, met een woord , onder de gedaante van een kookfel. De garst Ichynt dezelfde deugd, offchoon in een minderen trap, te bezitten, waartegen hy ook veel he« ter koop is. Andere graanen en groenten volgen in deugdzaamheid op de garst, en kosten iets meer in de toebereiding, dóch kunnen, om te verwisfelen, met veel zuinigheid gebruikt worden» Dan keeren wy ons nu tot de Milddaadigen , voor welken de verdere leiding onzer gedachten inzon> derheid gefchikt is. A 5 AAW  : • c io ) AAN MILDDAADIGEN. Het is, voor de Armen, om het even, of voedfel en kragt uit de eéne of andere Hof voordfpruite ; maar niet, of zy goed en kragtig voedfel genieten, of niet. De vermogende, van wien zy onderftand mogen verwagten . kan ze niet allen helpen, en de zuinigfte wyze, om het te doen , is hem daarom liefst, dewyl hy op dezelve het meest mogelyk getal Armen, naar zyne midde» len, onderfteunen kan. Nu hebben wy, in het tweede ftukje, een werk aangepreezen, welk niet alleen de middelen opgeeft, om eene tot nog toé onbekende zuinigheid te betrachten in het voedfel , maar ook in het fiooken, dekken en kleeden , en welk teffens opgevuld is met aanwyzingen, om de Armen aan het werk te brengen. Maar het is nog onvertaald, en het is ook nog niet ééns zo overvloedig voorhanden, in de nederlandfche Boekwinkels, het zy in het Engelsch, Hoogduitsch, of Fransch, dat kundigen in die taaien het aanftonds overal zouden kunnen krygen. De vertaaling zal ook tyd vereifchen, omdat 'er veelgeleerdheid in voorkomt, en dat niet elk Vertaaler de Natuur- Bouw- en Scheikunde magtig is. Maar het is te wenfehen, en van een verlicht publykte verwagten, dat de tyd ééns eene goede vertaaling , mogelyk wel met goede aanmerkingen verrykt, aanbrengen zal. Inmiddels zullen wy cenige gedachten vooraf zenden, over de toepas- fing  ( M ) fing van zo tuttige denkbeelden op den ftaat de Armen in ons Vaderland. Onder ons zyn de menigvuldige Armen in on. derfcheiden Genootfchappen verdeeld, ieder Kerk heeft de haaren, en die tot geen Kerk, als ledemaaten, behooren, worden van de Gemeente onderhouden. Veelen nog ontvangen hulp van enkele menfehen, of by infehryving. Deeze onderfcheiden Beftuuren kunnen allen op dezelfde grondflagen medewerken , offchoon op onderfcheiden wyzen , tot één en hetzelfde einde , eri hunne Armen aan onderhoud en werk helpen. Ten einde dit duidelyk voor te draagen, neemen wy de Diakonyen tot een voorbeeld, welken reeds de gewoonte hebben, om Armen in zekere huizen te befteeden. In zodaanig Huis kan een keuken aangelegd worden , naar de Rumfordfche wyze, die uit het gemelde werk te leeren is. Voor groote Godshuizen zou het wel de kosten waard zyn, eenen metfelaar naar Hamburg , Leipzig , of Munchen te zenden, om de theorie en praktyk tevens te onderzoeken, de gevolgen waarteneemen, en eene zo nuttige uitvinding onder ons over te brengen. Maar een gewoon beftedelingshuis zou zich aanftonds met een minderen trap van volmaaktheid kunnen vergenoegen. De uitdeelingen zouden vervolgens beflaan in briefjens, of lootjes, op welken bepaalde porden zouden afgegeven worden, van zodanige kost, als eiken dag zon  C 12 ) zou gefchafc worden. De verdere vertrekken, geftookt zynde op de nieuwe en min kostbaare wy. ze, zouden dienen voor de Armen, die 'er den dag zouden willen doorbrengen , zelfs met kinderen, doch niet ledig, maar werk aanneemende , waarvoor zy de betaaling zouden ontvangen, naar waarde, en onder de geringe korting van de waarde der gebruikte fpys en brandfioffen. De bediening van het geheele huis, zo om te kooken, als tc ftooken, zou mede gefchieden door Armen , en het zou niet onmogelyk zyn, onder hun ge» tal zelfs eenen Opziener te vinden, ten einde goede orde te onderhouden. Het is .zeker, dat Diakonen, gewend om met de Armen om te gaan , hier aanftonds gewigtige bedenkingen zullen opperen , ten einde de moeilykheid van zodanige Inrichting aan te toon en. Deeze moeilykheid kan..men niet ontkennen, doch de vraag is, of zy onoverkomelyk zy, en of het de moeite loone, eene proef te neemen in ons land , terwyï dezelve gelukt is in andere landen. Lang over het heilzaam einde uit te wyden, zoude overtollig zyn , want dit trekt niemand in twyfel maar de zwaarigheden in de uitvoering moeten onderzocht worden. Nu gelieve men ééns de voornaamfte zwaarigheden, zo niet allen, te overweegen,|en dan zich zei ven te vraagen ,of de gewoonte, de denkwyze, de vooröordeelen, de moede* oosheid der Armen, met één woord, hunne ze de  ( 13 ) delyke'gefteldheid, niet de algemeene grondilagis. De behoefte drukt den mensch neder, berooft zyne ziel van haare veêrkragt, verleidt hem tot luiheid, en. menigmaal tot erger, en de hulp van zynen medemensen, als zy zich niet verdsruitftrekt, dan tot zyn levensonderhoud, geneest hem maar ten halve. De zedelyke gelteldheid des Armen moge zich dan nog zo zeer tegen eenen byftand verzetten , die hem uit zyne traagheid opwekt, en hem de middelen terug geeft, om van zyner handen arbeid te beftaan ; daar moet de verftandige Weldoener zich niet aan ftooren, maar in tegendeel den eerften wederftand gering agten, en voortgaan. De Arme, zo rasch als hy wederom eenen tyd lang zo veel gewonnen heeft, dat hy aan de kost komt zonder aalmoezen, wordt een ander mensch, en zyne zedelykheid verryst uit de asch. Men befchouwt de armoede veel te veel van de zyde van het ligchaam alleen, en let niet genoeg'op de verbastering der ziel, welke nogthans even zeer denChriften in zynen Broeder, en den Staatsman in zynen medeburger behoorde zeer te doen. Geen veiliger geneesmiddel vcor deeze gedugte kwaal, dan herftel van nyverheid onder eene ledigloopende, bedelende volksmenigte. Zo dachten voorzeker de Oprigters van ons Werkhuis, zo denken de Voorftanders van Fabryken in do Godshuizen, hier mede ftemt denkelyk ieder leezer van ons blaadje over één; maar de kosten zyn altyd te groot geweest, om, na het overkomen van  ( 14 ) van alle andere zwaarigheden, niet voor deeze ftil te ftaan. Maar nu wordt de groote hinderpaal weggenomen ; en zouden dan nog andere bedenkingen thans meer wecgen, dan eertyds, hier meer dan elders, terwyl de behoefte zoveel grooter, en de middelen van beftaan zo veel minder geworden zyn?  By de Wel j. dóll, in de Kalverftraat te Amfterdam is in het afgeloopen Jaar van de Pers gekoomen en alom verzonden : I. Mr. VV. Bilderdyk, Mengelpolzy, in gr. 8vo met een fraaye Tytelplaat. II. __ Vertellingen en Romances, of vervolg der Mcngclpo'dzy. IU. Zedelyk sciiouwtooneei. der menschelyke harts-") §-> tochten en daaden ot' tooneelstukken van Vernuft J2 ET en Smaak, vyfde Deel. Behelzende: i. Wreedheid en g-g Grootmoedigheid, Treurfpel door ziegler. 2. De Wel- < " daadige Zv/itzer, Tooneelfp. 3. De Gevolgen van een 8 B' eenige Leugen, Tooneelfp. door c. 11. spiesz. 3 ^ IV. Het zelve werk zesde deel. Behelzende: 1. Klare I^s'" vanSynau, Treurfp. 2. KompHnienteu en Wind, Too- §3 3' ncelfp. door bretsner. ^3. De Schuldige Echtgenoot, ? Tooneelfp. door villeneuve. Eenige weinige Exem- g S-3 plaaren van de voorige declen zyn nog compleet te be- 8 5 koomen, als mede op groot papier mciproefdrukplatcn.} ^•p V. Henry, in vier Deelen, naar het Engehsch door e. hekkeu, Wed. a. wolff. Eerfte en Tweede Deel inet fraaye pl. door vinkeles, de huyzer en vrydag. (Het derde en vierde Deel is reeds ter perfe.) VI. Het dunde kind , eene kleine FamieUe Gefchiedenis door een Engclfclic JniTer uit het Hoogduitsch vertaalt door p. c. wit. sen geysbeek , met plaatjes. VII. Nieuwe Scheikundige Bibliotheek, 4, 5, erï brengt, voor al in deeze duure tyden, niet genoeg op, om de benoodigdheden des levens te bekostigen. Wie aan deeze laatften-, of zommige levensbehoeften, zo als thans onder ons fchynt te zullen gefchieden , of alle de levensbehoeften, gelyk de Graaft» Rumfordgedaan en weereidkundig gemaakt heeft, tot zeer geringe pryzen wil bezorgen, die ftelt zodaanige Lieden in Haat , om , gelyk voor deezen, en in goede tyden, uit hunne dagloonen de bekostiging van hunne behoeften te vinden. Een beter, gefchikter, onkostbaarder, werkfaamer middel , om de nyverheid aan den gang te houden, en braave Huisgezinnen te bewaaren voor den ramp van aan de Armen te vervallen, is 'er niet. Maar uitdeelingen van levensbenoodigdheden , als een gefchenk, zouden juist een verkeerde uitwerking heb.ben op de nyverheid, en. wanneer zy verder gingen, dan over het getal van tot werk onbekwaame lieden,, zo zou 'er de luiheid alleen haar voordeel mede doen, en het bedoelde nut eencr zo heilzaame inftelling zou meest al vermist worden. Verdoelen wy, om duidelyk te zyn, alle de geencn , welken gebruik maaken willen , of kunnen van eene beterkoope toebereiding van gezond en verfterkend voedfel, in dezulken , die wel moeite hebben, om uit te komen, en zelfs gebrek lyden,, maar nogthans op hunne eigen beenen ftaan, en geenen onderftand genieten; en in dezulken, die , of in Godshuizen , of ten hunnent, van den Armen trekken. De eerften zouden wy, kortheidshalve ,. Behoeftigen , de laatften alleen, Armen kunnen noemen. De Behoeftigen te beletten , van aan de Armen te vervallen, is het voornaam doelwit der poogingen, om de levensbehoeften tot zeer verminderde pryzen verkrygbaar te maaken. De  ( 3 5 Dc Armenkasfen in Maat te ftellen, om met haare Fondfen uit te komen, is een tweede voornaam oogmerk van deeze poogingen. Onderzoeken wy, met opzigt tot dit laatfte, den Haat van ons Land, zo vinden wy 'er eene menigte Godshuizen, Armbeftuuren van alle Gezindheden, en een fchat van Fondfen en aanhoudende Aalmoeien, zo in de Kerken , als aan de Huizen , uitgereikt. Thans zyn, wel is waar, alle deeze Fondfen en milde giften ontoereikende geworden; maar de Vaders der Godshuizen en de Armbezorgers in het algemeen leggen zig flegts toe, om, volgens de ontdekkingen en proefneemingen van den Graaf van Rumford, alle de levensbehoeften tot zeer verminderde pryzen aan te fchafFen, zo zullen zy met tien Huivers, en minder, zo veel doen, als eertyds met een Gulden, cn de Fondfen en Aalmoeien, al namen zy nog meer af, door het onvermogen der Geevers, zullen nogthans voldoende zyn. Ik heb getragt deeze grondwaarheid , in voorgaande Blaadjes, te betoogen, maar ik wenfehte wel, dat de Schriften van den mcergemelden Weldoener van het menschdom, in onze taal overgezet wierden, dat elk Bcftuurder van Armen, dezelven in handen nam , en dat de lust gebooren wierdt, om zyne eenvoudige beginfelen toe te pasfen, in dit Land, waar alles 'er toe gereed is, Geftigten , Inftellingen, Fondfen, Beftuurders, en 'er niets anders aan ontbreekt, dan eenig en alleen het invoeren eener verbeterde wyze van kooken, van ftooken, enz., op het voetfpoor van zo uitgeftrekte nabuurige Landen, waar de ondervinding, by de proefneemingen, altyd de verwagting overtroffen heeft. Ik zeg niet, dat het geheel oogmerk zal bereikt zyn, als de Armenkasfen zullen toereiken, vermits de bevordering der nyverheid, het tegengaan van luiheid, onder de bedeelden, overfchiet, en dat ook A 2 dee-  C 4 ) deeze oogmerken den Staat, der Maatfchappy, en der Menschlykheid, veel waard zyn; maar ik ftel, dat een voornaam doelwit getroffen is, omdat, in de eerfte plaats voor het leven, en vervolgens voor een goed gebruik van het leven, ftaat gezorgd te Worden. Gaan wy nu, van de Armen, tot de Behoeftigen over, in den zin,dien wy aan deeze benaamingen gehegt hebben. Onder de Armen waren 'er zo gebrekkigen, dat zy, of niet konden werken, of maar weinig, zo dat zy hun levensonderhoud, of geheel, of gedeeltelyk moesten ontvangen; onder de Behoeftigen werkt een Huisgezin zo veel, als, in gewoone tyden, tot het levensonderhoud toereikt, en meer. De ramp voor de Behoeftigen beftaat noch in ziekte, noch in oudheid of jonkheid, noch in onvermogen, maar in de verduuring der levensbehoeften, mondkost, brandftoffen, kleederen, enz.,en daar in wordt voorzien, door middel van ontdekkingen, gefchikt, om de kosten, tot dit alles vereischt, op de helft, en op minder, te brengen. Hier komt geen geeven, geen bedoelen, te pas; maar het toebereiden van fpys, het maaken van vuurhaarden, het vervaardigen van kleederen en dekens, om dit één en ander, niet uit te deelen, als gefchenken, maar tot de geringe pryzen, die het kost, te verkoopen. Dan raakt het denkbeeld van Armen, van Bedeelden, geheel aan een zyde, en de vermogendfte man kon zo wel, by voorbeeld, op zyn brand een honderd guldens in het jaar uitwinnen, als de geringfte daglooner drie Huivers op zyn middagmaal fpaart. Zo ver ftrekt zig de gezigtseinder van den Graaf van Rumford uit, en daardoor wordt zyn werk onöntbeerlyk voor den Staatsman in het algemeen, en voor elk burger van den ftaat, van wat ftand pok, in het by zónder. Thans bepaalen wy ons tot dat  ( 5 ) dat gedeelte van zyne voorflagen, op welk men, in deezen tyd, uit hoofde van de duurte der levensmiddelen , hier te Lande fchynt te vallen j te weeten, het toebereiden eener goedkoope fpys. Op onderfcheiden plaatfen worden 'er intekeningen geopend, en zullen 'er uitdeelingen gefchieden, hetwelk my, inzonderheid, die nu in het derde jaar werkfaam ben, om den aandagt myner medeburgcren op te wekken, en hun het gewigt der fchriften van den Graaf van Rumford onder het oog te brengen, ten uiterfte aangenaam is; maar nu voel ik my ook des te meer gedrongen, om by een gunstig vooruitzigt, eer men zig zeiven, uit een edele drift, voorby geloopen hebbe, te waarfchuwen, dat men de nuttigfte inftelling, om de nyverheid te onderfteunen, onöpzettelyk zoude kunnen verlaagen tot een bloote Bedeeling, en eenen vlek op dezelve brengen, welke aan alle bedeelingen eigen is, en zo kragtig medewerkt, om den braaven nyveren ma'n het uiterfte te doen beproeven, eer hy zig tot een Armbeftuur keert. In ons Land zyn de Godshuizen en Diakonien voldoende, om de Armen, gelyk wy deezen naam verftaan, te onderhouden, als de Beftuurders flegts de nieuwe verbeterde wyzen aanneemen en invoeren; zodat de verdere inftellingen , waar op men zig nu fchynt te willen bevlytigen, een ander, en uitgebreider doel moeten hebben, te weeten, de algemeene nyverheid gaande te houden, duizende Huisgezinnen voor Bedeelingen te bewaaren, 'er veelen mogelyk zelfs van af te trekken, en de verteeringen, over het algemeen, te verminderen. Daartoe is volftrekt noodig, dat de Rumfordfche Soupen aan den nyveren Man, niet uitgedeeld, maar verkogt worden, opdat geen mensch zig verbeelde, < at'er de minfte fchande in fteekt, zyn middagmaal daar te haaien, in de plaats van uit eene andere keuken, en A 3 twee  ( 6 ) twee Huivers te befteeden, in de plaats van zes. En 'er komt nog meer aan, op het geen in dit begin van het werk ftaat te gefchieden, omdat dit begin gerin*is by het vervolg; dat hier nog maar van een enkele fpys een proef genomen wordt; dat, buiten deezen en andere fpyzen, nog de beide andere groote uitgaven van elk Huisgezin, tot de behoeftigften toe, namelyk, brand en kleeding, in aanmerking komen; en dat hier niet gewerkt wordt voor een gedeelte der Natie, de Armen, maar eerftelyk voor de Behoeftigen in den uitgeftrektften zin, dat is, naar een gezonde uitlegging, thans, voor het meerderdeel der Natie, en wyders zelfs, in een zekeren zin, voor de geheele Natie. Hoe gewigtig is tog, (de Staatsman overdenke en beflisfe) het ftuk van de dagjoonen, die, nog hooger ryzende, gelyk onvermeidelyk gefchieden moet, indien de duurte aanhoudt, ons verderf zouden voltooien, en die, op de tegenwoordige hoogte blyvende, daar tegen, ons op de gevaarlyke helling, altoos, ftaande houden, maar ook, laager vallende, het welk van deeze ontdekkingen te verwagten is,zo al niet thans, doch in het vervolg,ons nationaal beftaan aanmerkelyk verbeteren zullen. Op de bovengclegde gronden zal ik het waagen, eenige voorflagen te doen, aan de Menfchenvrinden, onder myne Landgenooten, welke reeds deel genomen hebben aan inteekeningen, of genegen zouden zyn, om het nog te doen. Hun oogmerk zal, naar myn inzien, best bereikt worden, wanneer zy het bepaald onderfcheid betragten tusfehen Armen en Behoeftigen, zo als dit hier boven gefteld is. Met opzigt tot de Armen kunnen zy niet beter werkzaam zyn, dan door de bekendmaaking der Rumfordfche Economie, op het ftuk niet alleen van Spys, maar ook van Brand, Kleeding en Dekking ; en  C 7 ) en door het gefchiktst gebruik van alle middelen van overtuiging en van onderwys der Armbeftuurders, hoe ook genaamd, op dat de nuttige ontdekkingen niet alleen gekend, maar ook beöeffend worden. Ten deezen einde zoude vooral ftrekken eene goede vertaaling der werken van den Graaf van Rumford, het verfpreiden zyner heilzaame uitvindingen in byzandere en onkostbaare blaadjes, het doen vervaardigen van modellen van Vuurhaarden, Keukens,Keukengereedfehappen, en eindelyk het uitdeelen van dit alles onder de Armbeftuurders, met zodaanige aanbeveelingen als elk Intekenaar de gelegenheid zoude hebben, om aan den eenen of ander Armbeftuurder van zyne kennis daarby te voegen. Een Gezelfchap van Menfchenvrinden zoude, in de aangeftipte bezigheden, een zeer nuttige werkzaamheid kunnen vinden,en met eenige weinige fondfen het verre brengen. Zonder de milde giften eenigzints te vermeerderen, waartoe het nationaal vermogen tog te kort fchiet, zou dus de weg geweezen worden, om nogthans den Armen het noodige toe te reiken. Met opzigt tot de Behoeftigen zyn alle de evengemelde werkzaamheden, middclyk, van even veel nut, omdat zy ook den nyverften, ja zelfs den rykften huisvader, een kostelyk onderwys geeven, 't welk hy aanftonds beproeven en heöeffenen kan. Dan de Intekenaars kunnen ook onmiddelyk hulp aan de Behoeftigen toebrengen, met onderfcheiden fpyfen, als mede Keukengereedfchappen, gereed te doen maaken, en hun dezelven, tot de minste pryzen, te verkoopen. Het zy dat, in den begin, eenige Keukens worden opengezet voor reekening van de Intekenaars , of Keukengereedfchappen in eenen winkel, op hunnen naam, te bekomen zyn, of dat, in het vervolg, Keukens en Winkels door andere lieden, als een middel van beftaan, worden aangelegd; in al-  C t ) alle gevallen is 'het doel getroffen, namelyk, de eerste levensbehoeften veel min kostbaar te maaken. Het kan zyn, dat hetzelfde Gezelfchap zo wel de* bedeelde Afmen, als de nyvere Behoeftigen, tot eeri voorwerp zy.ier zorg zoude kuanen maaken, indien het flegts alle eigentlyke bedeelingen aan de Armbcftuuren overliet. Ik zal nu in geen verdere byzonderheden' komen, opdat ik den aandagt niet aftrekke van het denkbeeld, dat ik getragt heb in dit ftukje te ontwikkelen namelyk, dat 'er van de Rumfordfche Economie , hier te lande, vry wat meer en wat beters te maaken is, dan eene nieuwe bedeeling, by alle de geenen , welken 'er reeds zyn, en dat men het groot nut, 't welk 'er in te voorzien is, door zulk een beperkt oogwit zoude te kort doen. Op dit oogenblik verneem ik, dat 'er ook hier in de Stad eene Intekening ftaat geopend te worden, op den voet van andere Steden dat is, tot een milde uitdeeling. Wat ik daarvan denk, is in dit Blaadje verhandeld, en nogthans ben ik verre van het min volmaakt oogmerk te willen tegenwerken, uit aankleeving aan een volmaakter. Ik zal zelf op deeze bedeeling intekenen, en myne vrinden en kennisfen mede daar toe opwekken. Teffens zal ik voortgaan met dit Blaadje uit te geeven, zonder iets daar in te veranderen, in de hoop, dat gelyk myne eerfte poogingen eindelyk eenig goeds hebben uitgewerkt, zo ook deeze tegenwoordigen , vroeg of laat, de geheele maate van het goede zullen helpen opvullen, waarvoor de zaak vatbaar is. te AMSTELDAM, by de weduwe JAN DÓLL. m d c c c. De prys is 2 ftuivcrs.  IETS VOOR DE ARMEN. ZESDE STUK. MET DE AFBEELDING VAN EEN RUMFORDSCHE SPAAR-OVEN. te AMSTELDAM, by de weduwe JAN DULL, m d c c c i. De prys is met de twee Plaaten si ftuiver.   D e Werken van den Graaf van Rumford worden nu vertaald, volgens aankondiging van den Boekverkoopervan Cleef'in 's Hage,cn zullen in handen van al wie om den ftaat der Armen bekommerd is geraaken. Men mag veel nut van derzelver alge>meeneverfpreidingverwagten, als men de loffpraaken opmerkt. welken den Schryver nu reeds worden toegezwaaid, daar hy nog maar in het engelsen, fransen en hoogduitsch kan geleezen worden. Op het ftuk van het voedlel vind men, in de beide vertaalde deelen, iets meer volledigs, dan op het ftuk van den Brand,, fn onze Natie, die by uitftek huishoudclyk is, fchynt thans op een goeden weg te zyn, om des Schryvers proeven, van meer voedfel uit de gewoone eetwaaren te haaien, wel te vatten en bchoorlyk in praktyk te brengen. "Vcrltandigc lieden bcgrypen, dat zulk eene kunst, in haare uitwerking gelyk ftaat met verbeteringen jn den landbouw, en neemen de natuurkundige weetenfehappen te baat, om deezen nieuwen en belangryken tuk der Polityke Economie aan te kweeken. Onkundige lieden beginnen de weldaadige gevolgen van de Rumfordfche Kookery in te zien en te ondervinden, en hunne vooroordeelen maaken plaats voorde tastbaare waarheid, zo dat. de nieuwe toebereiding van Garst en andere meelagtige vrugten binnen korter tyd zal aangenomen worden, dan het gebruik van de aardappelen eertyds in zwang geraakt is. De laatlte verhandeling van den Graaf- van Rumford, welke nog niet vertaald, maar in het oorfpronklyk engelsch ook herwaards overgewaaid is, verfpreidt veel licht over het ftooken in de keukens, waar gemeenlyk tienmaal zo veel brandftoffen gebruikt worden, als noodig zoude zyn, inA a , dien  C 4 ) dien men goeden raad volgen wilde. Nu gevoel ik zeer wel, dat het te veel van myne landgenoten zoude gevergd zyn, dat zy dit jaar eenigen aandagt floegen op eene proeve, die ik van Sen Kum/ordMCh Oventje genomen heb; maar vermits zy twee jaaren na dat ik de eerste Rumfordfche Soep m deeze Stad heb doen gereed maaken, en 'er eene uitvoerige befchryving van gegeven heh gevallen zyn, vleide ik my, dat zy mogelyk wel over één jaar Oventjes zullen opzatengelyk als het geen ik nu ga befchryven ' Hetzelve heeft de gedaante van eene Kachel, ftaat voor uit ifi de kamer, om ook deeze te ver! warmen, en dient derhalven tot beide de einden van eene Stookplaats, zo dat een arm Huisgezin mets verders zoude behoeven: D Alle de genomen proeven van Spysbereidinp- zvrt 'er mede gelukt, 'er is allerhande vleesch in ge, braden, even fmakelyk als aan het fpit 'er is vleeschnat tot foep in getrokken, groente in geiloofd, allerlei in gebakken,en de fpyzen behouden 'er in het algemeen meer kragt in en verdrogen en verwaasfcmen niet. Men kan het Oventje derïalven met den tyd in het rykst huisgezin gebruiken ,, als men op fmaaklykhcid , zïndeiykheid en zuinigheid gefteld is; maar ik raade 'het efctér vooreerst opregtelyk af, vérwagtende byna even veel a, keer van deeze nieuwigheid, als ik te vooren van de Soep befpeurd heb, welke heden door twaalf duizend mondon dagelyks genooten wordt in het warmen van het vertrek heeft hot dit voorregt boven een open haard, dat men de Schoorïteen toe houden, en'dus alle tocht envogtigheid welken de gezondheid ze^h van den gemeencn marl' benadeclen, weeren kan. Het verwekt verders een aigcmeenc warmte door het geheele veYfre*. die men anders m het hoekje van den haard alleen vindt, en daar nog maar aan zyn cénc zvdc.' welke verbrandt tenvyl de andere bevriest: Met een woord voordeden van eene Kachel en eenen Oren zvn Hf feïeenigd met die van een open Haard en For-' nuis,  lu-is, en de kosten van ftooken zyrt boven alle denkbeeld gering. De Leezcr vind hier agter eene plaatverbcelding^ met de noodige ophelderingen , welken ik hem verzoek in ce zien, eer hy verder gaat, op dat wy elkander des te beter verftaan. Het voornaam bcginfel , waar dc verbeteringen in het ftooken op gebouwd zyn,is de inlluitingvan het vuur binnen muurwerk. Men verbeelde zig ééns op zynen haard, of tekene op zyne tafel, een vierkant j gelyk aan den rooster van dit kacheltje, cn men leggc daar turf en hout op , eenige duimen hoog, zodat het branden kunne onder het trommeltje ; dan zal men een begrip krygen van de geringe hoeveelheid brandftoffen, die'er den geneelen dag in gefleeten worden kan. De reden dat dezelve nogthans toereikt, en het Oventje in ccri ommezien heet wordt-, is dat de warmte ingcflooten is, en wel doorgebakken fteenen, die ze meest al affluiten en naar de trommel persfen, welke, gelyk aüe metaal, ze aantrekt en doorlaat. Vervolgens moet zy wel in de fpys dringen, welke in dc trommel gezet is-, en eindelyk zig in de kamer uitbreiden; gelyk ook die warmte doen zal, welke niet heeft kunnen afgeftuit worden door de Kachel, en uit dezelve naar buiten flaat. In de fchoorfteenpyp komt weinig warmte, om dat zy zeer naauw genomen en door den rook opgevuld is, die de verwarmde lugt geen doorgang toelaat, ja, de rook zelf geeft grootendeels zyne warmte af, aan alle de zyden vah het trommeltje * waar hy tegen aan flaat, en opgehouden wordt"* zo dat hy eenigzincs verkoeld opvliegt. Veel rook zonder vlam te verwekken* raade ik egter niet aan* om dat men oneindig verder komt met een heidér vuur, en derhalven is hout ver boven turf te verkiezen. Er kan op zulk een klein plekje geen genoegzaam turfvuur aangelegd worden, ömdoor te branden, maar alle hout is 'er even goed voor, fpattcn kan het nooit* om.dat de haard beflootert is, té klein kan het niet zyn* alle gedaante is onverfchillig, en men. kan hier.alles gebruiken* dat anders zöikie veriooA 3 refi  ( 6 ) ren gaan. Steenkoolen zouden mogelyk al te veel gloed veroorzaaken , en zullen beter dienen voor een Fornuis, gelchikt tot het ftooken van een ketel voor eenige Honderd monden en gebouwd vokens deeze zelfde beginielen. &ens De tweee lugtgaten, dat is, het aschgat daar de ligt in komt, en de ichoorfteen waar de rook uit ™ ,gn' Zr beide gemakkelyk te fluiten, het eerste met den fteen het tweede met de fchuif. Indien ik my met by de gemeenste en onkostbaarste ftofFen hadt willen bepaalen, zoude 'er voor het aschgat een yzeren deurtje met eene fchuif gekomen zyn, om op de fchuif in de fchoorftecnpyp te (laan De fteen kan egter als een fchuif dienen, om meer of minder lugtmteiaaten, en door middel van de twee fchuiven is men altyd het vuur volkomen meester, om het meer of min te doen branden, of geheel uit teblusfchen, Deeee behandeling verftaande, kan men altyd juist zo veel brandftoffen flyten, zoveel hitte op de Spys brengen, en het vertrek zo warm ftooken, als men goedvindt. Door het geheel toeiluiten der beide fchuiven maakt men den haard toe een doofpot, zonder eenig verlies van brandftof. en kan alles met een zwavelftok oogenbliklyk wederom in volle vlam zetten.. Ter bereiding van de fpyzen tekent de Graaf van Rumford aan, dat het Oventje door warm moet zyn, als men dezelve 'er in zet,-dat de warmte dan mee weinig of geen hout kan aangehouden worden , dat hoe langer tyd men de fpyzen aan eene zagte dog genoegzaame warmte blootftelt, des te fmaakeJyker zy worden, dat. bv het bakken de Ichuiven altyd een weinig moeten open blyven, dat het gebak niet op de onderplaat van het Trommeltje rusten, maar een weinig verheven zyn moet dat men iets des avonds in het warme Oventie zetten en het er 's morgens gaar uit haaien kan; al het welke my by ondervinding ook gebleeken is. In den fteen, die het trommeltic van vooren toefluit, zyn twee fto^mgaaten gemaak , die men open of geflooten houden kan, dog men zet den geneden, fteen. weg , als 'er geen fpys gereed gemaakt  ( 7 ) maakt wordt, ten einde de warmte fchielvker U de kamer te brengen. Wien deeze byzonderhedcn toefcbynen kleinigheden te zyn , die bedenke een oogenblik , wat de duurte van de eerfte levensbenoodigdbeden voor eenen invloed heeft, zo op duizende huisgezinnen, als op den ftaat, en wat naam vervolgens een kragtig hulpmiddel daartegen verdient. Een algemeen gebrek van onze Haarden, boven al in de geringfte wooningen, is het rooken, welk hier geen plaats kan vinden. Gemeenlyk doet men zyn best , om den rook langs den kortften weg kwyt te raaken , en hier wordt hy opgehouden, om eerst zyne warmte af te leggen. Ik ben zelfs voorneemens, hem nog ééns aan te fpreeken, op zynen weg langs den grond, en daar een tweede Trommeltje in te metfelen , het welk dienen zal, om de gereed gemaakte Jpys warm te houden, of anders om tot de warmte van het vertrek toe te brengen. Dan zal de rook fchier koud het dak uitvliegen. Ik behoef niemand te zeggen, dat hy het Oventje* dat is, de yzcre trommel, zo groot kan neemen als hy goedvindt, maar ik wil ieder één in dit geval aanraaden, zyn rooster niet fchielyk te vergroöten De groote van de Steenen heeft het myne bepaald dat eigentlyk nooit grooter behoeft te zyn, dair een derde van de lengte en breedte van de onderplaat van de trommel. Men kan verfcheide zulke trommels boven een gezamentlyken rooster zetten twee naast eikanderen, en twee boven eikanderen, en , door middel van fchuiven , meer of minder warmte aan de eene of andere toevoegen. Men kan ook, in de plaats van eenen fteen, eene deur voor het Oventje gebruiken; maar voor het Stookgat raade ik altyd eenen fteen, en wel dikker dan den mynen, aan, om dat'er geen lugt boven op het vuur moet komen , en alle lugt van onder door den rooster op moet klimmen. Ik heb alles zo gemeen als mogelyk, genomen, om dat ik begreep dat dit het mmst kostbaar zoude zyn , en dat ik voor arme huisgezinnen in de eerfte plaats werkte. A. 4 Het  ( 8 ) Het minst kostbaare is egter nog zeer kostbaar uitgevallen, waar van ik eenige redenen benvD maar op verre na niet allen, weshalven ik het óórdeel daaromtrent overlaat aan den leczer, wien ik van alle de by zonderheden onderrigten zal De Graaf van Rumford heeft in Londen, geert anderhalfjaar geleeden, zyn Oventje met'ie volgende kosten opgezet. S. D. 114 Steenen* 3 S. het hónderd — 5 • 4 3 tobben Cement, tot 4 D. — £" • _ 1 twaalfduims Tegel — _ - '• 4 Werkloon — — _ T '. q De Rekening van den Yzerkoper Voor de Trommel — — s . 5 geheele Som 9 : 8~" Dat is, negen Schellingen en agt denieren En-cliché Munt, of, naar den tegenwoordigen Wisfelkoers , vyf Guldens Hollandsch. Stelt men dien koers op twaalf Guldens, zo is het nog maar vyf Guldens zestien Stuivers. De kosten van myn Oventje, of Kacheltje, zyn de volgende. J 450 Goudfche, 55 roodeLeydfche Steenen * ê'* ^' P' 9 blaauwe Bakken, 12 blaauwe Tegels. 2^Ton Kalk — _ __ö V:I7._ Een vierkante Breemer Steen — 1:10:'Werkloon van een Metzelaar en een Opperman, drie dagen — — 7:1:- "19: 8:- Smits Rekening. Een Trommel houdende gelyke maaten met de Engelfche, van vooren met een omgezetten rand, zwaar 14 Ég, 7 :14 - Twee platte Legger Yzers boven het Oventje, en een half duims dito boven de opening. — — — 3:i3_ II: 7:_ geheele Som / 30;ïïju • . My  ( 9 ) My is duidelyk gebleeken, dat in Engeland de Steenen grooter zyn, dat het metfelen derhalven minder tyd en minder Cement kostte, en dat 'er geen yzere Staven noodig waren, om de Steenen boven het Trommeltje te draagen, al het welk een onderfcheid in de rekening brengt. Ik twyfel ook niet, of de Haard van den Engel lenen Oven zal vierkant en niet uitgebikt geweest zyn, en het bikken neemt veel tyd wee. iJe Imgetfche Metzelaars tog hebben geen vierdeha f uur gewerkt. Het Trommeltic was ook niet geklonken, zo als het myne, en "de Smit had 'er maar twee uuren aan beiteed. Vervolgens heb ik veel meer Steenen noodig gehad, om dat myn Kacheltje de Kamer infpringt, en een laag op de houte vloer heeft moeten gelegd worden. Ook zyn myne Steenen, die de Trommel, het Stookgat, en het Aschgat fluiten, geenMuurfteenen, maar Breemer , en blaauwe Bakken, en met een Ringetie voorzien terwyl 'er boven op Tegels liggen, ën de Zydemuurcn gewit zyn. Maar dit alles in agt genomen en in rekening gebragt zynde , als mede , dat 'er langzaam gewerkt is, niet een oogmerk om niet temisfen, zo is het onderfcheid tusfehen dc geheele fommen nogthans zo >aanzienlyk , bedraagende vyf of zes Kapitaaien, dat ik het een raadfel vindt, 't welk de moeite waard is, aan kundiger ter oplosfine: voorgeiteld te worden. * Het hangt, naar myn inzien, zaamen met de groote vraag, van zo veel nationaal belang, waarom ons Land overltroomd wordt met buitenlandsch gemaakt werk, en zo weinig Nederlandsch werk naar buiten verzonden wordt. De koopers en ilvters worden zo dikwerf befchuldigd, dat zy het Inlandsch werk veragtcn, en hier fchynen de Maakersen Bewerkers de beste gezindheid aftefchrikken Ik befluit met een voorval, dat hier eenige betrekking op heeft. By eenen Yzerkooper naar eenen Digistor vraagende , hoorde ik, dat zy hier niet gemaakt werden, maar uit Engeland kwamen, en dat er hoop was op een verlof tot invoer, uit hoof-  ( to ) hoefde van derzelver groot nut in de bereiding van de Armenfoepen. De Koopman wilde my inmiddels doen zien , van wat fchoone qualiteit zv waaren, en haalde eenen Vischketel; zie, zeide hy, wat ligt en fraai yzer, hoe mooi vertint, wat werk'aan dien rand, hoe de deklel fluit, vat hem eens by den henglel aan. Dat was Engelsch werk ; ïii verlangde eene vergelyking in de pryzen aan te itelteii met myn Trommeltje, 't welk niet gegooten, maar plaat yzer is, 't welk niet vertind is, waar fchier geen werk, Iaat itaan fraai werk, aan is. Wat kost die ketel? Agt Guldens. Vergelyk daarmede, wat myn Trommeltje hier geicost heelt, en wat het nog meer zoude kosten in Londen geleverd , en in de onderitelling dat alle Hollandfche Manufadtuuren er bemind, en federt lang verbooden waaren, gelyk dc Engelfchen nier zyn. Er is zulk eene ongerymdheid in dit verfchil van pryzen gelegen, dat ik niet nalaatcn kan te verwagten, dat over eenigen tyd de kosten van dit Kacheltje ook hier geringer zullen zyn. BES CH RY VIN G der PLAATJES. De eerfte Plaat verbeeldt het Kacheltje van buiten , en de tweede vertoont twee Dobrfneeden eene lil de diepte, en eene in de breedte, beide midden door, van boven naar onderen. De breedte van het Kacheltje, A.B.. is 22 duim, de hoogte B. C. 1S41 duim, de diepte C. D. 24duim De drie Steenen met Ringetjes, welken men in de eerfte Plaat van vooren gewaar wordt, fluiten, de bovenfte het Oventje of yzeren Trommeltje, de middelde het Stookgat, en de laagfte het Aschgar Deeze drie gaten zyn open te zien in de Doorlhee van de breedte , zynde E. de open zyde van het yzeren Trommeltje, 12 duim breed, ji duim hoo°-, cn 16 duim diep, H. en I. dc openingen van hec Stookgat en van het Aschgat, beiden 7 duim in het vierkant. Op deeze zelfde Doorfnee wyst L. de drie Stee-' ncn    mm   C ft ) nen aan, welken op hun kant ftaande het rooster uitmaaken, de middelde over eind, en de beide anderen van boven naar binnen, op een afftand van een halven duim, en van onderen naar buiten gekeerd , ten einde de asch gemaklyker door te laaten en alle verftopping van de reetjes voor te komen. De Rooster neemt derhalven eenigzints de maat van de Steenen aan, die omtrent 8 duim lang en li duim breed op den kant zyn, hetwelk eene oppervlakte uitlevert van op zyn hoogst 8 duim lang en si duim breed; maar men kan dezelve nog verminderen met op de zyde te metfelen, en zal wel doen, voor de maat van den Rooster flegts een derde van de lengte en breedte van het Trommeltje te neemen. J-»* Booster vuor dit Trommeltje behoort 5| duim lang en 4 dnim breed te zyn. Op de andere doorfnee wyst K. den Rooster op zyde aan. De vernaauwing onder den Rooster blykt genoegzaam aan het bloote oog. Op de tweede Doorfnee is M. de Stookplaats, zynde bepaald van boven door het Trommeltje, van onder door den Rooster, op een afftand van n duim, en aan dc vier zyden door fchuinfche muurtjes, beginnende op den Rooster, en naar boven wyder loopende, de voorfte en agterfte tot aan het Trommeltje, maar de regtfche en linkfche tot i| duim voorby de zyde van het Trommeltje. Uit deeze Befchryving kan men opmaaken hoe weinig brandftoffen 'er ingaan, en hoe weinig men 'er in verftooken kan, al wilde men verfpillen. Men ziet teflëns dat de vlam en rook aan beide dc zyden van het Trommeltje opvliegen, men kan ze ligt met de verbeelding volgen tot boven hetzelve F, altyd in eene ruimte van i£ duim, en eindclyk nagaan, hoe de rook de agterzyde van het Trommeltje wederom nederdaalt, van G. tot op den grond, langs den grond, en opwaards naar G. den Schoorfteen in. Het is tusfehen de nederdaalende en herryzende buizen, vlak op den grond, dat ik nog een Oventje of Trommeltje wilde inmetfelcn ; uit eene andere proef-  ( " ) proefneeming weetende, dat de rook, hoe red warmte hy ook afgegeeven hebbe , nog gen0eï overhoudt, om dit tweede Oventje zo wtrm tl maaken, dat 'er fpys in warm bewaard, of de Kamer *er door verwarmd kan worden ejWte deeze Befchryving nu in ééns op de Plaat- i?i SIV ,en- zy-n over het Seheel ^at gaan, zatgemaklyk inzien dat de lugt het Aschgat I Koud inkomt, onder het Rooster opryst om het vuur te voeden, gedeeltelyk in de hoedanigheid van zuivere warmte de vyf zyden van het Oventje indringt, en gedeeltelyk in de gedaante van rook oe buizen tot boven G. op- en verder den Schoor- ven rni ™%rnP™.in™£ndiZe warmte zal derhalu X. ^en afneemen> by cCJi ff„jyXc hoeveelheid brandftoffen, naar maate 'er melr koude IuS in of warme lugt uitgelaaten wordt, en de Steen I* en, de Schuif G. dienen om dit naar goedvinden te regelen. b Het Kacheltje is opgezet naar de tekening en onder het opzigt van Baas Dryfkogel, Meester Timmerman , die de Theorie van deezen bouw zeer wel gevat heeft. Van de yzeren Pot of Ketel met een Dekfel en het Bakje, welken 'er by getekend zyn, zonder de smaat te betragten , zy het genoeg aan te merken . dat zyagter eikanderen over dwarsch inhetOventie kunnen ftaan. J _ 'Er is in de Dekfel een Stoomgaatje met een Klepje, 't welk door de Stoom opgeligt wordt. De yzere Drievoetjes, waar het gebak op gezet wordt, zyn niet ééns afgetekend, om dat elk zig die verbeelden kan. *