GENEESKUNDIG^^" ZAKBOEKJE» O F, BEKNOPT ZAMENSTEL DER GENEESÖEFENINGE; Getrokken uit de beroemdfte Schrijveren dezer eeuwe. UIT HET ENGELSCH VERTAALD tN MET NOODICE VOORSCHRIFTEN VERRIJKT} door rWWl-WAATSCIW A. SCHIAG f^mt TE AMSTÉLDAM. Bij J. B. ELWE, Boekverkooper, MDCCLXXXIIi.   VOORREDE. iet tegenftaande liet aantal van nieuwe verbeteringen in de Geneeskunde, ontbreekt ons echter niets méér dan een kort begrijp der geneesdefenin • ge, oordeelkundig ontworpen. Het eenigfte werk van dezen aart, is de processus integri van s y i) e k h a m , een werk dat thans, fchoon anders van waarde , in aanzien der gevorderde waarneemingen , voor een groot deel verouderd en enbruikbaar is geworden. Overeenkomftig met zulk een nuttig voorbeeld, was de fchrijver van dit tegenwoordige werk van gedachten dat hij den geneeskundigen eenen aanvaardbaaren dienst zoude bewijzen, met hun een zamenftcl der kunst, in de meest beoefenende en teffens beknoptfte wijze optedraagcn. Zodanig een kort begrijp wordt niet alleen geacht, in alle gelegenheden , een toevlucht tot de orakelfchatten der geneeskunde te zijn; maar tefens om in het geheugen de nutfte en weezendlijkfte geneesregels en voorfchriften inteprenten. Om dit werk van te meer nut te doen zijn, heeft' men bijzondere zorg gedraagen, om iedere ziekte, bijzonderlijk die geenen welken duijler zijn, of met eenige anderen vermengd mogten worden, door het telkens aanhaalen haarer eigene en onontbeerlijke ken-  Vü OÏIR.EDE. "kenmerken, te befchrijven. Alwaar voorfchrlftèii Worden gegeeven, zijnze onder in de aantekeningen van ieder bladzijde te vinden ; eene fchrijf. •wijze die ben in een klaar daglicht plaatst, zonder het beloop der rede te verbreeken* Hierom vertronwtmen dat dit werk, welk men als een Proces fin integri opgeeft, getrokken, niet uit de fchriften van eenen enkelen geneeskundigen, maar uit die van alle de voomaamjien van den tegenwoordigen tijd, die algemeene goedkeuring zal wegdraagen, welke de uitgeever zich bevlijiigd heeft, door moeite, getrouwheid en oplettendheid tè verkrijgen. tn de rangfchikking der ziekten heeft de fchrijver eerst die van eenen algemeenen aart, en daarna de zulken die plaatslijk zijn, verhandeld; befchrijvende eerst de fcherpen, en daarna de fleependen, met iedere clasfe in haare natuurlijke orde van het hoofd af nederwaards te fchaaren. G E-  GENEES KUND IG ZAKBOEKJE. ONTSTEEKING KOORTS. Ixcze koorts , wier gewoonlyke toevallen ^ ee;i hevige hoofdpyn, een tterkë en harde pols , groote hitte en dorst, met hooggekleurde pis zyn , vcreücht eenc overvloedige aderlaating , die , zo het noodig is, herhaald moet worden. Na "de eerfte aderlaating , behoort het lichchaamdoor eene zachte buikzuivering geopend, en bij hardlijvigheid, dagelijkfche aarsfpuitin^ gen,geduurende het gantfche verloop der ziekte, onderhouden te worden. ; Deze middelen voorafgegaan zijnde.is een tijdig A zweet.  s GENEESKUNDIG zweet, een groot voordeel om den voordgang dier koortfe te fluiten (a). Zo de hoofdpijn , noch bij de eerde aderlaating , noch bij de buikzuivering is verminderd, zal een blaartrekkend pleifter tusfehen de fchouders gelegd, zelden nalaaten verligting bijtebrengen ; en zo 'er een zijdefteek bijkomt , (a) Een der gemeenzaamfle middelen, om dit einde te herijken is het volgende poeder, om 'sdaags viermaal met een weinig garftenwater te geeven: J^o Pulv. contrayerv. fcr. j. Nitr. clepurat. gr. X. Camphor. gr. iij. M. Doch het geene nog voordeeliger fchijnt, is een drank van azijnweij, met een weinig geest van hertshoorn. Of in plaatfe van dat, kan men geeven twee fchrupels hertshoornzout, met omtrent drie lepels vol wijnazijn tot een' drank verzadigd; om de doorwaasfeuiing met eenig warm verdunnend vocht te bevorderen.  ZAKBOEKJE. 5 tarus emeticus (aj, met het inzicht, of om de koorts gcheellijk te doen ophouden, of om haar fpoedig in zulke verpoozingen te brengen, ten einde den koortsbast, Cortex peruvianus, te gunnen toedienen, waarmede de geneezing voleind moet worden. In (a) Het volgende wordt, als eene zachte, en gewoonlijk eene gemaklijke wijze, om dit antimoniaal braakmiddel toe te dienen, aangepreezen. Men ontbinde in een quart waters, zes greinen braakwijnfteen , en laate de lyder alle tien minuiten hier van warm, vier of vijf oneen drinken, tot dat hij begint te braaken; men onderhoudt dit doormiddel van warm water of camillethee , of wel zo het noodzaakelijk zij, houde men met het zelfde aan , 't zij bij kleiner gifte, of met langer tusfehenpoozingen. Wanneer het braaken ophoudt, begint gemeenlijk de buiKöntlafting; doch zo dit laatfte niet volgt, laat men een klijfieer zetten, en den volgenden dag, of wanneer 'er gelegenheid ter herhaalinge eener ont, laftinge zijn zal, ontbinde men een half once, meer of min, pf epn der onzijdige purgeerzouten allengs met den braakwijnfteen, in eene gelijke hoeyeelhcid Waters, te neemen als vooren A 3  6 GENEESKUNDIG In den aanvang der ziekte zijn de rustmiddelen niet aan te prijzen; doch zo zij lang geduurd heeft, en de lijder door de ontlastingen, en weinig genomen voedzel, zeer uitgeput is, zullen weinige druppen Laudanum liquidum, tegen den nacht toegediend, de geeftcn bevredigen en eene zachte doorwaasfeming bevorderen. GEVANGENIS- of GASTHUISKOORTS. Deze koorts wordt geteeld in plaatfen die flccht doorlucht en morfig zijn, en die met dierlijke dampen van vuile en ongezonde lichchaamen opgevuld worden. Eén der gewoonlijkfte toevallen is eene beeving der handen; maar om in orde met meer zekerheid de eigene kenmerken te vormen, moeten wij alvoorens onderzoeken j, of de lydef aan de gewoone oorzaaken der kootfen , of aan eene onzuivere lucht en befmettinge is blootgefteld geweest. Als de koorts toeneemt, groeijen de toevallen aan, en in het bijzonder klaagt de lijder over loomheid, walging, rugpijn , eene meer aanhoudende fmerte  ZAKBOEKJ t. 7 fjnerte en dommcling in 't hoofd ; al het welke met ongewoone beawymingen verzeld gaat. De pols zinkt vroeger of laater , en verfchaft orrs zekere kennis van de natuur der ziekte. In eenen gevorderden ftaat is de ademhaaiing belemmerd en het zweet Hinkend; in welken tijd de lijder, voor 't meeste, zo niet te vooren ,van 't hooren verdrietig , en op het laatst bijkans doof wordt : fomtijds verfchijnen 'er uitbottingen. Alvoorens deze kwaal ten vollen gevormd is, kan zij fomwijlen voorgekomen worden, met den lijder buiten de vuile lucht te brengen , of, zo zulks niet gefchieden kan , met het vertrek te zuiveren , door middel eener ventilatie van vuur , of door het inlaaten van verfche lucht , het uitdampen van wijnazijn, en dergelyken. Als de naafte flap ter voorkominge dezer ziekte , behoortmen een braakmiddel te geeven, en daarna een zweetmiddel, zo als de Theriaca andromachi, met eenige greinen zout van hertshoorn, en dranken van wijnazijnweij. In den tweeden ftaat, wanneer de ziekft klaarblijkelijk is,kan men eene ader openen , zo de pols vol is; maar eene maatige laating mag A 4 niet  $ GENEESKUNDIG niet zonder alle omzichtigheid herhaald worden. Zo de lijder niet in denlaatflen ftaat is,maar pver hoofdpyn, lyfverftopping, enontfteldlieid der rnaage klaagt, behoort men de eerde wegen te zuiveren ; doch in den gevorderden Haat der koortfe, moeten de braakmiddelen omzichtig gebruikt worden; en indien de kwaal met eene onpasfehjkheid en walgmge der maage verzeld is , kan men dit toeval dikwerf weeren met het braak (Villend middel van Rivcrius toetediencn. Wcekmaakende klyftceren moet men dagelyks of dikmaals geeven, indien de lijder anders geepen afgang heeft. De naaste (lap dient om de doorwaasfemiug te bevorderen, dat eerstlyk moet bezocht worden door koele doorwaasfemendc middelen , ■ als Spirit. Mjndereri , Contrayervapoeder, met Salpeter en Campher, en garftewater met wyn. azijn gezuurd. De derde en langde (bat begint in drie of vier dagen,na dat de koorts zich gezet heeft, en dikwijls laater. De pols valt, de gevoelloosheid is aanmerkelijk , de ijlingen volgen , en dikwerf ^i'fchynen 'cr uitbottingen. Zo dra de eerfte dezq.  14 GENEESKUNDIG hoofdpyn te ftiHen , de koorts te breeken, en een overvloedig zweet voordtebrengen (a). ZENUWKOORTS. In deze koortle is de pols, zo wel als de hitte en koude, buitengemeen ongelijk en waggelend: de ziekte is doorgaands verzeld met zwaarmoe. digheid, bezwijmingen, eene drukkende adem- haa- (a) Dr. Lind , die deze geneeswijze ingevoerd heeft, befchouwc het Opium, in eene tusfcheripoozende koortfe , als het beste vóórbereidmiddel van den koortsbast. Hij fchrijft het Opiatum in omtrent twee oneen Tinétura facra voor, wanneer de lijder een verdoptlichchaam heeft; beveelende den koortsbast ftraks na den • aanval te neemen. Door dit middel wordt de koortsaanval verkort, en de ingewanden vooraf gezuiverd, ten gebruike van den koortslast; de werking der TincUira facra w ordt dus niet verhoed, maar flechts een weinig door het opiatum vertraagd.  ZAKBOEKJE. 15 haalinge , meer of min zwaartepijn of draaijingen in het hoofd, walging, en braakneigingen. De toevallen minderen fomtijds , maar keeren tegen den nacht te heviger weder: eene groote verftijving, of doffe pijn en koude, bezet zeer dikmaals het achterfte deel deshoofds; en menigwcrf komt 'er pyn in de kruin , langs den kroonnaad: het water is gewoonlijk bleek. In deze ziekte zijn alle zwaare ontlastingen , en voornaamlijk het aderlaaten, fchadelijk : nochtans is het fomwijlen noodzaakelyk, de eerfte wegen door een zacht braakmiddel, door rhabarber, manna enz. te reinigen. Klijfteeren van melk, fuiker en zout, kunnen met vrucht om den tweeden of derden dag gezet worden , zo het Kchchaam yerftopt blijft. De beste geneesmiddelen zijn de temperende, hartftcrkende en doorwaasfemende (a), met ee- (<0 By zamenftelzels van deze natuur , mag men een weinig Theriaca andromachi of Elixir pa• regoricum doen : ook kamnen de Spiritus volatilis aromaticus iu dunne wijn- of mpstaartweij nu en dan, laaten gebruiken.  GENEESKUNDIG eenen roerijkenden en verdunnenden leefW ■ rk,J!f Waa^nde pleite, en et et' hoorehjke zorg dat de lijder h„;/ ohaamenziel, 20 veeI ^ ',r ' "* neeme. USt' aJ& zij, Zelden heeft men in deze ziekte , by, dan eene vnje kwijling zonder fprouw GT duurende den voordgang der koor fe T ea Ê* warme vochtigheid der hnid 2Cer nlr ' zijn ten hoogften fchadelijk iroeJ*anS> Inde daalinge der koortfe kanmen den koorts- h st met ilangenwortel, by hartllerkend mid delen laaten gebruiken , met ook nu en dn eet weinig rhabarber te geeven, teneinde de eel wegen telkens van rotftonen te zuiver n SCHAR-  ZAKBOEKJE. SCHARLAKENKOORTS. De Scharlakenkoorts komt gemeenlijk op liet einde van den zomer te voorfchijn , en kwelt in 't bijzonder de kinderen, die met koude en li uivering, zo als in andere koortien, maar zonder veele onpasfelijklieid, bevangen worden: daarna wordt de huid met vlekken bedekt, meer in aantal, hooger rood, maar min eenflachtigdan die der mazelen : wanneer zij twee of drie dagen geduurd hebben , verdwijnen zij, en de huid fchilfert af; waarop twee of. driemaalen eene ontvelling volgt. Als de ziekte zich in de boven vermelde gedaante voordoet , is het genoeg dat de lyders zich onthouden van vleefch en fterke dranken; dat zij binnen de deur blyven, fchoon niet te bedde, en eene zachte buikzuivering neemen , wanneer de ontvelling der huid volkomen is: men heeft echter ook dikwerf aangemerkt, dat B de-  18 GENEESKUNDIG deze kwaal van eene kwaadaartige natuur1 is, en gewoonlyk met eene zeere keel verzeld gaat. In de kwaadaartige fcliarlakenkoorts, fchijnt «en vrij gebruik van braakmiddelen, de vorderlijkfte geneeswijs. Het braakmiddel moet krachtig zijn , en in gewoonlijke gevallen, eenmaal in agt - en - veertig uuren herhaald worden. In lijders met meer ongunftige toevallen , moet het dagelijks, en in de ergfte onïftanden, tweemaal 's daags gegeeven worden, ZINKINGKOORTS. . De Zinkingkoorts vereiicht, behalven de noodige ontlastingen en verdunning, om de ontfteeking te bedwingen, het gebruik van Demulcentia ; gelyk als Sperma Ceti, Pulv. contrayerv. comp. &c. en dat de ziekeftof ontlast worde, door den uitgang, dien de natuur ter ziektefcheidinge fchijnt te verkiezen; 't zij door uitrachchelen, afgang, roos, of anderszins. PUR  ZAKBOEKJE, 3* PURPER- of KB AAMKOORTS. De hoofdkenmerken dezer koortfe zijn eene groote opgeblaazenheid en weekheid van den onderbuik, en bezwijmingen: in den ecrften ftaat is zij met tekenen van ontfleekingc verzeld, die gewoonlijk in weinige dagen halaaten, en alsdan krijgt zij eene rottiger gedaante. Zo de lijder bloedrijk is, en de toevallen . der ontfteckinge verre gani, is de aderlaating zonder twijfel noodig; maar de gewoonlijkfle en beste geneeswijs beftaat in de ontlastinge der rotftoffe, die de ziekte fchijnt te onderfteunen , zo door braakmiddelen , indien 'er walging tegenwoordig is, als door buikzuive» ringen. Om aan deze genees'aanwijzingcn te voU doen , kanmen eerftlijk eene maatigc gifte Ipecacoanha voorfchrijven, en vervolgends zachte B a buik.  ao GENEESKUNDIG buikzuiveringcn ; zo als Rhabarber en Magnifia alba, dagelijks herhaald, (a) De (a) In plaatfe van deze middelen, kan men het -volgende, dat beide de ontlastingen bevordert, gebruiken: Ro Tart. emetic. gr. ij. Ocul. Cancror. prap. 9 j. Intime misceantur. Van dit bereid poeder kanmen van twee tot zes greinen geeven, en zulks herhaalen, als het de omftanden vereifchen: zo de eerfte gift geene merkelijke werking veroorzaakt , kanmen het in 'eene' vermeerderde'hoeveelheid, na twee uuren tijds, herhaaien. Is de koorts verminderd, doch bij de werking der eerfte gifte niet weggenomen, moet het zelfde middel herhaald worden, hoewel in eene mindere hoeveelheid, tot dat al het gevaar over en verbij zij. Zo 'er editer eenige ongunftige toevallen inogten nablijven, moeten wij daarom niet aarzelen het poeder te herhaalen, en wel in dezelfde hoeveelheid  ZAKBOE KJ E. 21 De zoutdranken zijn vorderlijk beide in den ontfreeking- enrotftaat der koortfe. De buikpijnen moeten door verzachtende ftoovingen lijdelijker gemaakt, en infpuitingen van denzelfden aart,dikwerf herhaald worden; nier deze omzichtigheid nogthans, dat de laatften zo zacht als mogelijk zij toegediend worden ; ter oorzaake de deelen van het bekken, in deze kwaal, met groote gevoeligheid voorzien zijn. MELKKOORTS. Deze koorts komt gewoonlijk weinige dagen na de verlosfing , als de kraamvloeijingen beginnen te eindigen , en de borften van zog zwellen. Zo heid als het de eerfte maal gegeeven is; doch dit is zelden noodzaakelijk indien de eerfte gift wel ge. werkt heeft. B 3  52 GENEESKUNDIG Zo de pijn en de opzetting der borften niet tot eene aanmerkelijke hoogte wasfen, wordt deze koorts in 't algemeen alleenlijk door middel van eenen gemaatigden en zachten leefregel geneezen ; maar zq zij heviger is , gelijk fomtijds gebeurt, voornaamlijk in jonge vrouwen van een bloedrijk geitel, na haare eerHe verlosfing , alsdan moet men de ontfteeking verminderen door eene aderlaating op. den. voctënkel. Zo daarna de borften hard, zeer opgezet en ontftoken blijven, behooren verzachtende ftooyingen en pappen gebruikt te worden; tot de eerfte dezer middelen kan men voegelijk een kleene hoeveelheid van zamengeftelde geesten, als een terugdrijvend middel, voegen.  ZAKBOEKJE. 23 7EEKINGKOORTS. Dc verfchijning eener teeringkoortfe is niet ongelyk aan eene waare tusfchenpoozende; alhoewel deze ziekte in natuur daarmede zeer verfchilt, en teffens oneindig meer gevaarlyk is. in de teeringkoorts volgen koude , hitte en zweet malkanderen niet zo regelmaatig op als in eene tusfchenpoozende; en het is niet ongewoon dat één dezer koortsflaaten ontbreekt: als het zweet eindigt, zal de koorts dikwerf bijblijven ; en in het midden der koortfe zal vaak de koude weder komen; eene omftandigheid , die het zekerfte kenmerk dezer kwaaie oplevert. Het water is in eene zuivere tusfchenpoozende koorts helder in den aanval, en troebel in de tusfchen aanvallen ; doch in eene teeringkoorts is het alle foorten van ongeregeldheid onderworpen. B 4 Vit-  26 GENEESKUNDIG de werd aangebragt; maar in meest alle andere gevallen moet de voornaamfte , zo niet de eemgfte meening van den Geneesheer zijn, om de toevallen wegteneemen , door de hitte te temperen, met beide, hardlijvigheid en buikloop te voorkomen; door rust te verwekken, en door het zweeten te beteugelen. Indien hij ten. dien tijde het lichchaam in zo goed eenen ftaat van gezondheid brengt, als mogelijk zij, bij opene lucht, oefening , en eenen zachten leefregel, zal hij veelligt niets beter doen, dan al het overige aan de gunlïige leidinge der natuure over te laaten. KINDERPOKKEN. De Kinderpokken worden in 't algemeen in twee foorten onderfcheiden, als in onderfcheidene en zamenvloeijendc ; fchoon beiden verscheiden worden onderdeeld, invoege haare benaamingen van de verfchillende veifchijnzelen def  ZAKBOEKJE. ^ der pokken afdammen; als krijstalijne, fteen-i water-, bloedige pokken, enz. De eigende kenmerken eeneiuiitbottingkoortfe zijn een dikwijlig niezen, bleekheid , en fomtijds een fchichtig bloozen van één der beide koonen ; een bijzondere onaangenaame ademreuk, drukking en angstvalligheid omtrent de hartkuil, fmerte aan den groef der maage zo men die met den vinger drukt; een fcherp gezicht, en eene neiging tot daap: de laaide dezer toevallen is aanmerkelijker in kinderen dan in volwasfene menfchen. De geneeziug kanmen in vier tydperken afdeden, naamlijk; i) de uitbottingkoorts; 2) de voordgang der uitbottinge; 3) de rijpwording der pokken; 4) de fluitkoorts. I.) Zo in het eerde tijdperk , naamlijk dat der uitbottinge, de koorts te hevig wordt, moet zij verminderd, en de uitbotting , tot bet gundigde tyddip, dat de derde of vierde dag van den aanvang der ziekte is, vertraagd worden : hierom moetmen de aderlaating te werk dellen en ze herhaalen overeenkomdig met de lievigheid der koortstoevallcn. Men kan ajsdan eenige verkoelende middelen  =8 GENEESKUNDIG gebruiken; gelijk als de zouten en manna, een aftrekzei van fenebladen , enz. na welker werking men alle vier uuren een zoutdrank kan iüedienen. Geduurcnde dit tijdperk moet de lijder niet te warm, noch als opgeflootengehouden, maar naar gewoonte aan de openc lucht blootgefteld worden, zo het weer niet te koud is. De drank mag koud water zijn , of karnemelk , uitgezonderd wanneer de lijder eenig Geneesmiddel neemt, alsdan moet het warme weij of garstewater zijn. In dit tijdftip kunnen ook de zuurè en zoete vitrioolgeesten voorgefchreeven worden; 't zij in koeldranken of in den gewoonen drank des lijders. II. ) In het tweede tijdperk, te weeten, geduurende den voordgang der uitbottinge, wanneer wij, zo veel mogelijk, het groote aantal der pokken behooren te voorkomen , kanmen dezelfde middelen als in het eerfte tijdperk toedienen ; uitgezeid dat de aderlaating veelligt niet noodig zal zijn , of fchoon zij te vooren "vrijlijk in 't werk gefteld werd. III. ; In het derde tijdperk, of geduurende de rijp-  ZAKBOEKJE. 29 rijpwording, zijn de aderlaating en buikzuivering met meer omzichtigheid dan in beide de voorigc tijdperken toetedienen, ten ware zeer zwaare toevallen derzelver noodzaakelijkheid aanduidden. De' lijder heeft zich als dan voor den meeften tijd te bedde te houden ; doch met geene meer' dekens gedekt dan naar gewoonte. Schoon men zorg moet draagen, zo het koud weder is, zijne handen en armen te bedekken, om de rijpwording der pokken te bevorderen, ten welken einde ook de armen en de beenen alle avonden moeten geftoofd of in warme melk en water gebaad worden. De koortsbast moet ook of in zelfitandighcid, - of in een afkookzel gegeeven worden ; alsmede de zoutdranken, zo de koorts te hoog loopt. Zachte opiaaten behooren van tijd tot tijd toegediend te worden, zo om de pijn te verzachten als rust te verfchaifen; en het lichchaam behoort opengehouden te" worden, door zachte klijfteeren of buikzuiveringen. De drank des lijders moet beftaan in verfche melk, of enkel, of met warm water of garftcwater verdund: zijn linnen moe: dagelijks veranderd , en zijn bed dikmaals opgefchud worden;  3* GENEESKUNDIG den 5 cindelyk moeien de venfrers en den; ren van het ziekvertrek, ter doorftraalings van de verfehe lucht, dikmaals geopend WW den. IV.) In het vierde tijdperk , als cle fijpwori ding volkomen is , begint de fluitkoorts , die door de opflurbing der pokftoffe ontftaat, en vaak gevaarlijk is, in aanzien van de zwakheid des lijders, in dit tijdffip. Nu moeten Wij oplettend alle verandering afwnchten, ons bevlijtigen de natuur te onderfchraagcn , de terugvloeijing der ziekeftoffen in het bloed te verboe. den, en zo zij 'er airede ingevoerd zijn, dczel. ve door de natuurlijke wegen te ontlasten. Ten dien einde kanmen met het gebruik van den koortsbast aanhouden, zo niet eenige ijling of bezwaarde ademhaaling deszelfs gebruik bea let: pisdrijvende middelen, zo als Syrupus of Oxymel fcillitic. zoete falpetergeest enz. kanmen voorfchrijven; a!smede.zachte buikzuiveringen, zo het belichaam verftopt is. Zo de lijder te zwak wordt, of in onmagten vervalt; of zo de pokken en zwelling van handen en voeten inflaan, moet men ,wijn en hart- fterk-  ZAKBOEKJE. 3"i Herkende middelen toerijken, met blaartrekkende pleisters aan de voeten of armen , of zuurdecsfem met mostaart onder dé voetzcolen gelegd. Wanneer de pokverkorsting volkomen is., en de pokken droog zijn, kanmen bij gelegene tusfehenpoozingen, eenige weinige giften van eenige artzenije toedienen, om de aanhoudendheid der ziekte te verdrijven. Zo de lijder uit der maate zwak fchijnt, en meerof min naar de uitteering zweemt, zal men weldoen een melk diëet, den koortsbast, ligte lichchaamsöefening, met eene verandering van luchtHreek voortefchrijveil. Om de pokputten voortekömen, zalmen, als de pokken beginnen te droogen, des lijders aangezicht met een verzachtend plaatsmiddel, als room , verfche boter, reuzel of zoete olie> befmeeren. M A-  32 GENEESKUNDIG MAZELE N. De mazelen beginnen met huivering; koude en hitte volgen malkanderen beurtelings op: de lijder wordt met walgingen, onpasselijkheid en braaken gekweld: hierop volgt een koorts,ver. zeld met eene zwaarheid des hoofds , flaaperigheid, een overlastige kug, eene ontlasting van waterig fnot, en een traanvloed met een droogte der huid. De vlekken komen gemeenlijk den vierden dag te voorlchijn: na dat zij twee of drie dagen geduurd hebben, worden zij bleekkleurig en ruiger, en de opperhuid doorbreekende, volgt de ontfchilfering. In deze ziekte, voor het grootfie gedeelte van eenen waaren ontfteekenden aart zijnde, is het voornaamfte geneesmiddel de aderlaating, die niet alleenlyk vóór de uitbotting, maar ook nadat zij verdweenen is, gefchieden moet, overeen-, komftig met de vereischten der toevallen. In den  ZAKBOEKJE. & Één laatften ziekteftand zyn ook dikwerf blaartrekkende pleifters nuttig. Men heeft wyders waargenomen , dat, na de verdwijning der uitbottinge, de koortsbast met zóutdranken gemengd, veel voordeels bijbrengt; mits dat de lijder eerst gelaaten worde, zo de tekenen der ontfteeking zulks vat deren. DE R O Ö S. Dit ongemak, bij fommige St. Antonijs vuur genoemd, wordt dikwerf veroorzaakt door eene fehichtige verkoudirig na eene gfoote hitte: dit ontftaat uit een heet fcherp vocht, begint met eene huivering en verval Van krachten, eri is doorgaands met een koorts gepaard. De plaatslijke toevallen zijn hitte en roodheid naar den geelen hellende, dikmaals verzeld niet fchüfft en puisjes, en zo het ongemak in het  34 GENEESKUNDIG aangezicht 'is, met een gezwel cti waterblaasjes. Zo deze ziekte met een koorts gepaard gaat j is eene aderlaating eigen: doch zo deze ontlasting onnoodig is, kan bet voldaan met zachte buikzuiveringen voortefchrijven, en in de tusfchendagen eenige doorwaasfemende middelen j als Pulv. contrayerv. comp. met eenige greinen Campher en Salpeter.' HERSSENÖNTSTEËKING.' Eene eigenlijdige Phrenitis of ontfteeking der hersfenen, vereischt fpoedig een ruime en herhaalde aderlaating , die men denkt best irj de Vena jugularis te gefchieden. Na de aderlaating plaatstmen drie of vier bloedzuigers aan iedere flaap van 't hoofd. De inwendige geneesmiddelen zyn ontfteekjngweerende, en in 't bijzonder het Nitrura. In  ZAKBOEKJE. §J • In de toevallige hersfenöntfteeking magmen ook eene ader openen, zo het de pols gehengtj doch zo niet, dan moetmen de geneezing door middel van bloedzuigers en blaartrekkends pleisters poogen te verwerven.' In alle foorten van liersfenöntfteeking i3 het ten hoogften nuttig, dat men de voeten en de laagfte deelen der bceuen ftooft met dubbelde 1'aimelle doeken, in water met een zevende gedeelte wijnazijn uitgewrongen , ftreelend warm gemaakt, en dit dikwerf, voor een of tvvéêf üuren ieder maal, te herhaalen. OOGONTSTEEK ING Zo de ontfteeking aanmerkelijk is, moet de lijder ten eerften gelaaten worden, 't zij op den arm of in de Vena jugularis. In alle oogöntfteekinge , heeftmen na de aderlaating, of waar zulks onnoodig is, groot voordcel genooten door het aanzetten van twe» C 2 »f  36 GENEESKUNDIG of meer bloedzuigers aan het onderdeel der oogholte, Of naastbij den uiterlijken ooghoek 5> met toetelaaten dat de gemaakte wonden loopen tot dat zij van zeiven toegaan. Blaartrekkende pleisters achter de ooren? voornaamlijk als zij twee of drie dagen worden aangehouden, en de getrokkene zeereu loopende blijven, zijn ten hoogden aan te prijzen. Het befte plaatsmiddel is warme melk en water; waarbij men, in hevige pijnen, eenige witte maankoppen kan laaten kooken. Wanneer de ontfteeking een weinig tot ont« lastingen overgaat, kanmen met vrucht het Coagulum aluminofum derLondenfche apotheek , op linnen uitgeftreeken, en 's nachts op de oogen gelegd, gebruiken laaten ; ao ook het Ung. e lapide calaminar.- KEËL-  ZAKBOEKJE, S7 KEEL O NT STEEKING. Deze kwaal eischt eene fpoedige en ruime -aderlaating, die, zo de ontfteeking niet vermindert , den volgenden dag herhaald moet worden- Wanneer de ontfteeking hardnekkig is, heeft men waargenomen dat het openen der aderen onder de tong , die Ranulse genoemd worden , goede uitwerking heeft, mits men zo veel bloeds laate vloeijen als 'er komen wil. Na de verrichte aderlaating geeve men eene zachte buikzuivering , en daarna dagelyks klysteeren, om het lyf open te houden. Op de eerfte aderlaating behoortmen een blaartrekkend pleister in den nek te leggen ; cn in zwaarere gevallen , een zodanige dwars . over de keel. (a) De Veel voordeels heeftmen waargenomen van de. ZweetlokkeHde werking van een (tuk dik flannel, C 3  SS GENEESKUNDIG De ontfteekingweerende middelen worden in. deze kwaal best onder eene vloeibaare gedaante den lyderen toegediend. Wanneer de ontfteeking tot eene verzweering overgaat, iaatemen een' gorgeldrank van melk en water, waarin eenige vygen gekookt, gebruiken; de lijder kan ook een vygcbeet, zo na mogelyk, by het beledigde deel in den mond' houden, (a) KWAAD- met twee deelen zoete olie, en één deel geest van hartshoorn vochtig gemaakt; of ook een meerdere hoeveelheid van het laatfte, zo het de huid verdrongen kan, op de keel gelegd, en alle vier of vyf uuren te hernieuwen. (ze kwaal is gemeenst in den herfst, en teffens zeer befmcttelijk : zij beftaat in eene pijnlijke roode zwcllinge der Tonfilke, en van het vorderen, zal hij volkomen herfteld worden. Wanneer de ontfteeking zo zwaar is dat zij de doorfhkking belet, dan mag de lijder een weinig Tartarus emeticus achter in den mond houden, en aldaar laaten fmelten; dit eenige maaien herhaalende, zal 'er met den tyd eene braaking ontftaan: de Geneesheer yoegt 'erbij, dat na de eerfte maagöntlasting de lijder in ftaat is eene ruime hoeveelheid garftewater te doorzwelgen, om aldus die werking te doen voordduuren. De hevigfte toevallen worden dus oogenpliklijk geheven, en in één of twee dagen is de lijder , fomtyds met, en fomryds zonder braakmiddeC 4 len,  ie GENEESKUNDIG het fljjmylifs der keele, verzeld van zweerer,. die met eenen ivittea of aschgraauwen korst bedekt zijn , en van eene rottige uitbottende koorts,bezwaarelijke ademhaalinge enCikkinge : zij overvalt voornaamlijk lieden van een flap ge ftelj kwelt eer kinderen dan volwasfenen , en gewoonlijk meer de vrouwlijke dan de manlijke kunne. Deze foorten van keelöntfteekinge is in ver, fchillende perfoonen met verfchillende toevallen jen, yasj zyne kwaal verlost. Indien echter het ongemak reeds zo lang heeft aangehouden, dat 'er in eenig deel etter vergaderd is, bevordert het bvaakës ft openen van "t ettergezwel, en verdrijft de belendende Qntfteekkg. pr. Withering voegt 'er nog bij, dat 'er gevallen zouden kunnen zijn, in welken het adcrlaaten. volilrekt noodzaakelijk ware ; doch hij hadt nog nimmer zodanig een geval gezien ; des heeft hij nooit eenige andere, noch innerlijke noch uiterlijke geneesmiddelen aangewend ; uitgezeid ee-. een ingefpooten gorgeldrank , om het taaije keeb «j mondflijm te ontlasten.  ZAKBOEKJE. 41 km verzeld; doch in 't algemeen wordt de lij. der met eene groote loomheid en matheid, grilling en ongeregelde vliegende pijnen over het gautfche Hchchaam geplaagd: deze toevallen worden opgevolgd door hoofddraaijing, killing en huivering, waarna dra hoofdfmert ontftaat: de koude en de hitte vcrwisfelen malkanderen beurtlings, geduurende eenige uuren, tot dat in 't einde de laatfte ftandvastiger de overhand neemt, en in 't verloop der ziekte de voornaamfte klagte des lijders uitmaakt. Ook klaagt de lijder eer over verzeering en, ycrftijving dan over pijn in de keel, verzeld met hceschheid en fomtijdj met hoest; vee, fdjfdhcid van den nek en aanmerkelijke onpaslijkheid; met braaken of afgang, zo niet beiden ; fchoon beide deze uirdpozingen eer bij kinderen dan bij volwasfenen worden waarge? nooraen , daar de laafden doorgaand;; hardlijvig zijn. De pols is gewoonlijk ftiel, klein en golvend; in fommigen hard en klein; in anderen zacht en vol; doch immer zonder die kracht pn vastheid, welke de ontfteekingziekten verC 5 z?U  4? GENEESKUNDIG zeilen: dit gebrek is van den beginnen af met rustloosheid , angstvalligheid , onmagten en aanmerkelijke bezwijmingen gepaard; de adem heeft eene onverdraaglijke walgende reuk, die ten laatden zelfs den lijder overlastig valt. Bij eenigen is het gantfche lichchaam derwijze opgezwollen, dat een indruk met den vinger gemaakt, een ruimen tijd bijblijft: de binnenzijden der neusgaten worden ontdoken en ontveld, waaruit bij aanhoudendheid een wit, dun, bijtend ettervocht vloeit, zo fcherp dat het zelfs de lippen, wangen en handen der kinderen, die met deze kwaal behebt zijn, ontvelt; en fomtijds gelegenheid geeft tot hevige buikfnijdingen, buikloop en Ontvellingen van den aars en deszelfs bijliggende deelen. Deze kwaal houdt geenen geregelden fcheidingtijd: fommigen worden van den eerden dag des aanvals beter; -doch gewoonlijker eindigt de ziekte, onder eene eigene behandeling, op of yóór den zevenden dag: fommige lijders worden 'er zelfs reeds den tweeden of derden dag yan verlost, doordien de doffe op de longen valt,  ZAKBOEKJE. 3 komt, moet een blaartrekkend plcifter op de beledigde plaats gelegd worden. Ruftnraakende middeleirmoeten alleenlijk gegeeven worden in den gevorderden ftaat der ziekte , wanneer de ontfteekingtoevallen zeer verminderd, en de hoofdpijnen opgehouden zijn; terwijl de lijder, na lang waaken, over niets anders dan gebrek van flaapen klaagt. Omtrent de ziektefcheiding, of in het afgaan der koortfe , kan den lijder een weinig wijns in cene broodföp gegeeven worden ; doch in eene groote verzwakkingc, is eenige druppen hertshoorngeest m een' theekop vol witte wijnweij, een uitmuntend middel. Na de herftelling, worden fomtijds eenige zachte buikzuiveringen vereifcht, om eene te overijlende aanvulling der herftellende, die hunnen eetlust te veel inwilligen, te vóórkomen. A 2 GAL-  4 GENEESKUNDIG GAL- of VER.POOZENDE KOORTS.- Deze koorts begint, gelijk meer anderen, met koude en loomheid, pijn in 't hoofd en in de beenen , verzeld met 'tekenen van bedorvene vochten in de cerfte wegen : de lijder is rustloos en vervalt dikwerf in ijlingen; maar in 'c algemeen brengt een onvolkomen zweet, in den morgenftond , eene verpoozing van alle deze toevallen aan. Het is vaak noödzaakelijk, de geneesbehandeling met het openen eener ader te beginnen, en de hating te herhaalen, naar maate de hevigheid der toevallen zulks vereifcht. Dit mag , of geduurende de koortsverpoozing , of in 't hevigfte van den koortsaanval verricht worden; met het gewoone voorbehoedzel van niet geduurende het zweeten te laaten. De aderlaating , ingevalle van noodzaakelijkïieid, voibragt, is de naafte ftap totdegenee> zing, het toedienen van den braakwijnfteen, Tar-  ZAKBOEKJE, 9 dezer toevallen aanweezend is, moet de geneeswijze veranderd worden, en liet voornaamfieinzicht mqet zijn om de levenskracht te onderlktincn ; des moet de falpeter in de doorwaasfemendc middelen achtergelaaten, en tien greinen Rad. Serpentar. Virgin, in deszelfs plaats gebruikt worden (a). In den laagen koortsftaat, is 'er, zo eenige hartfterking vereischt wordt, geen beter middel dan wijn ; maar zo de ijlingen op deszelfs gebruik toeneemen , of op eenige andere heete mid- (a) In den gevorderden en daalenden ftaat d?r koortfe, kan de koortsbast met den flangenwortel voegelijk gepaard worden , In het volgende afkooozel ; waarvan men alle vier of zes uuren , naar dat het de omftandigheden vereisfehen, drie of vier lepels voi toe dienen moet; R, Cart. Peruvian. inpukerem contritl 5iij. ca< queex aq. pluv. ad §yiij\ adjeBis fub fi- nem co&ionis Rad. Serpent, vitg contus. Jij. flent per horam, dein colfltwr* admisce aq. alexeter. fpi irtitos. am aceto |ij. Sacchar. alb. gj). A 5  GENEESKUNDIG middelen volgen , dan zyn de blaartrekkende pleiders, die te vooren niet oorbaar waren, van een groot nut. De ijlingen kunnen, in deze koortfc, van twee tegenftrijdige dvvaalingen voordkomen: de eene van te ruime en herhaalde aderlaatingen , en de andere van het te vroeg gebruik van wijn en hartderkende middelen : noch een heete noch een koele geneesregel zal dierhalven ieder lijder voldoen , noch in ieder ftaat der ziekte flaagen. Als de lijder na de koorts gemeenlijk klaagt over rustloosheid , hoofddraaijingen , met eene aanhoudende doofheid , of eenige andere zenuwgebreken , dan mag men tegen den nacht een rustmiddel geeven ; en geduurende den dag eenige verdetkende middelen, gelijk den koortsbast, of de Elixir Vitrioli. Somtyds ftort de lijder in eene onregelmaatige tusfehenpoozende koorts, die, zo zij van geene uitteerende natuure is, en van geen inwendig ettergezwel voordkomt, van het verzuim ter zuiveringeder eerfte wegen kan ontdaan: in zodanige omdanden, is, na eene behoorelijkebuikzuivering, de koortsbast veelal het zekerde middel. TUS-  ZAKBOEKJE. it TUSSCHENPOOZENDE KOORTS. 'Er is zeer weinige voorbereiding des lich« ctiaams noodisr, om intusfchenpoozende koortfen den kinabast naar beboeren te doen gebruiken ; het is voldoenend maag en darmen d ooieen braak- en buikzuiverend middel te reinigen (a). Eén of één en een half once kina , geduurende de tusfehenpoozing genomen, is dikwerf genoeg om de wederkomst van eenen volgenden koorts - (a) Zo 'er eenige walging of maagonpaslijkhei-d bij den lijder is, kan raen zes of agt greinen Ipecacoanha geeven ; maar wanneer men deze toevallen niet ont. waart , fchijnt het vorderlijker eene maagbuikzuivering toêtedienen ; gelijk één once of twee van de Tinclura facra; of eenige greinen van de Piïuls Rufi. Deze moeten in de tusfehenpoozingagebruikt worden: ftraks na dat de koorts afgeloopen is, invoege haare werking vóór den volgenden koortsaanval geëindigd zij.  ïfl GENEESKUNDIG koortsaanval te verhoeden; doch dit is altijd het . geval niet. Het geneesmiddel behoort niet nagelaaten te worden, zo dra een aanval opgeftopt is; maar moet in eene geringere gifte ten mïnfre tien of veertien dagen voordgebruikt worden : des km men vorderlijk verfcheidene maanden. na dat de koorts is nagebleeven, een weinig koortsbast ne-^men, en wel bijzonder in dampig weêr, of bij oostlijke winden , om alle isftorting voortekomen. Het vermogen van den koortsbast heeftmen opgemerkt toeteneemen , zo men denzelven in dranken met eene genoegzaame hoeveelheid wijns of geest , of meteen weinig Spiritus falis ammoniaci of Tinéhira myrrkas aanzet. Wanneer de koortsbast ten eenenmaale walgend is , 't zij ter oorzaake eener verzwakte maage, of ter oorzaake eener afkeerigheid des lijders , zo kan men hem best in klijfteeren toedienen (a). Kin- (a) Ten dien einde is de beste vorm, na dat men de ingewanden door een buikzuiverend kjijfteer gereinigd heeft , eene ontbinding van het Extr. cort. peruvian. met eene genoegzaame hoeveelheid Tinét. thebaicaj; op dat het te langer binnen blijve.  ZAKBOEKJE, 13 Kinderen met tusfchenpoozende kooi'tfcn gekweld , en die voor alle wanfmaakelyke ge • neesmiddelen afkeer hebben , heeft men den koortsbast met vracht in eenen wollen lyfrok toegediend 0> Men he'eft waargenomen, dat het Opium, als het een half uur na het begin van den heetcn koortsaanval gegeeven wordt, in 't algemeen daadlik den lijder verligting toebrengt, met de hoofd- (a) Zie The medical obfervations and inquiries. Vol. II. Een koortsaanval is dikwerf by kinderen vóórgekomen, door het inölijen van den ruggraat, met een fmeerzel zamengefteld , uit gelijke deelen van Tinaura Thebaica en Linimentum faponaceuin. 2o dit de gewenfehte uitwerking niet heeft , zal twêe of drie theelepels vol Syrupus e mèconio, in de koortshitte gegeeven , in 't algemeen de toevallen verzachten ; maar om deze kwaal in 't geheel te verdrijven , kanmen, na eene buikzuivering met de Magnefia alba , één dragma van het Extr. cort. Peruvian, met weinige druppen Tinft. Thebaic. ia een klijfteer, am kinderen van omtrent één jaar oud, alle drie uureH toedienen.  34 GENEESKUNDIG Uitteerende lijders klaagen dikmaals over pijnen, gelijk aan die der zinkingvloeijingen, welken of allermeest ieder deel des lichchaams, bij beurten, beledigen,of anders flandvastig op eene zelfde plaats wederkeeren, die dikwerf op eenen grnoten affland van de zitplaatfe der voornaamfte wanorde, en zo veel bekend is> buiten eenigen bijzonderen zamenhang met hetzelve, bevonden wordt: deze pijnen fchijnen gemeener te zijn, ais de teeringkoorts van eenige zweeren komt, die aan de lucht bloot geHeld zijn, als in kreeftzvveeren van het aangezicht, borften enz. De teeringkoorts is ook dikmaals verzeld van zwellingen der ledemaaten, nek of tronk, die meestal in een oogenblik te voorfchijn komen ; als of het deel in éénmaal was vetter geworden : deze zwellingen zijn niet pijnlijk , hard of wankleurig, en duuren Hechts eenige uuren. Deze koorts zal zich niet openbaaren, dan wanneer eene groote zamenhooping van ftoffen, in eenig lichchaamsdeel plaatsgegreepen heeft; doch komt voornaamlijk op eene onr ftee-  ZAKBOEKJE. 25 fleeking van eene verharde klier; de koorts wordt heviger, naar maate zodanig eene klier meer ontdoken , verzworen of heetvuurig wordt. Derwijze is de vervallende natuur dezer klienvanörde dat de eerfte dezer ftanden veele maanden , en de tweede eenige jaaren aanhoudt. Kraamvrouwen, die eene zwaare verlosfing doorgedaan hebben, derven gemeenlijk aan deze koorts; en vrouwen van omtrent vijtig jaaren en daarboven, zijn "er bijzonder aan onderworpen. ' Deze koorts is nooit minder gevaarlijk dan wanneer zij van eene goedaartige verzweeringe ontdaat,in welke aüe zieke deelenverfmelten, en voor welke eenen eigenen uitgang gevonden wordt. Dezelfde geneesmiddelen zijn niet altijd gelijklijk gefchikt voor deze buitenregelige koorts , die van verfc'lillendeoorzaaken voord'). De (#) Re Spiritus nitri dulcis. 5$ Syrup. e meconio. 3 j. Aq. Cinnamom. ten. § j. M. {)>) Verfcheidene bereidingen heeftmen van dij ge-  4^ GENEESKUNDIG Dc leefwijs des lijders moet hoofzaaklijk beftaan ih hét gebruik van mêelfpijzen, broodlpp- pcn, geneesmiddel aangepreezen doch in de meeste gevallen fchijnt de zelffïandigheid van den koortsbast het boven alles te winnen: de te neemene hoeveel' beid is ten minden een half dracluna , alle dnè uuren. ^> Decocl. cori. Peruvian. § vj' Pulv. cort. Peruvian. fubtilisf. Spirit, vitrioï. dulc. a. 3 ij. Sacckar. Umoniat. 3 vj. fiat mistüra de qua cochlearia tria funt fumenda ,fecunda velter'tia quaquc hora. of, Sje Spirit, minder er i fuhacidi § ij. Decoct, cort. Peruvian. 3 vj. Pulv. fubtilisf. cort. ejusdem 3 ij. Aq. Cinnamom. fpirituos. Sac  ZAKBOEKJE. |f pen, fago, falep enz. met Port- of claretwijn; Alle foorten van zomervruchten ; oranjeappelen , aardbeziën , aalbeziën , karsfen , corirtthen, gekookte en gedoofde appelen, enz. mogen Sacchar. alb. a, § j. Fiat mistura; Cüjus capiat cochüaria quatuor tertia quaque hora. De koortsbast moet niet nagelaateri worden , fchoon de lijder hem in den beginne weder uitbraakt; want juist om dat zulks gebeurt, is het een nuttig middel, en het beste braakmiddel dat men'zou kunnen geeven; overmits het den flokdarm reinigt, teri zelfden tijde, dat het als een zeer uitmuntend bederfweerend plaatsmiddel werkt; en fchoon het eenige maaien opwaards rispt, zal het echter in de' maage te rug blijven, zonder de laatfte verhindering; maar zo de maag dit middel bij aanhoudendheid weigert en uitwerpt , dan zalmen hetzelve in klijfteeren toedienen, in welken vorm het bijkans dezelfde uitwerking heeft, als of het door den anderen weg ge- gee-  i8 GENEESKUNDIG «ren , in eene tamelijke hoeveelheid genuttigd worden , in weerwil eener tegengeneesaanwijzinge wegens eenen buikloop. De drank des lijders mag zijn goede Gydre, of water met Portwijn gemengd, en met de mineraate zuureri , Inzonderheid met den Spiritus vitrioli tenuis", öf Elixir vitrioli rinseh gemaakt; maar geeven ware; maar in dit geval moetmen eene dubbelde hoeveelheid toedienen i Pulv. cort. Peruvian. Gumm. Arabic, a. Z\' DecoEi. alb. Fiat Eneme, tertia quaque hora injïcieridüm. Het is fomwijlen noodzakelijk zo wel voedzels als geneesmiddelen , door klijfteeren aantebrengen : in zodanige gevallen is het eene prijslijke geneeswijs, de bovenftaande hoeveelheid koortsbast en arabifche gom, met vier oneen verfche melk te men: gen, dat beide voedend en bederfweerend is. Ten  Z A E B O E K J E; A$ maar de verzoete zuuren zijn altoos beter voor kinderen , om dat zij minder ter runninge en verkaazinge der melk ftrekken. Behalven wijn, met water verdund, den lijder voor eenen gewoonlijken drank voorgefchreeven, moet hij dien echter dikmaals ongemengd * als een hartfterkend middel, gebruiken; en in dit aanzien is een kelk goede Portwijn, meer dan alle andere geneesdranken te achten. Wanneer de buikloop overmaatig is, kan men den wijn op fpecerijen laaten trekken (a). Het Ten zelfden tijde moeten wij bedacht zijn het braaken te fluiten, met den Spiritus nitri dulcis hf Pepermuntwater, of de zoutdranken van RJverius in de opbruisfehinge te geeven. De werking van den koortsbast eri deszelfs verteering, kan in verfcheidene gevallen bevorderd worden , door het bijmengen van fpecerijmiddelen, eri bijzonderlijk van de Confettio cardiaca j dat een zeer nuttig hartfterkend middel is. (a) Zo de lijder, in den aanvang der ziekte, ee- ni- D  $6 GENEESKUNDIG Het overblijvende gedeelte der geneesaanwijzinge is om den aanwas der bedervinge te fluiten, ter welker plaatfe zij zich bevinden moge, voornaamlijk in de keel en luchtpijp: ten dien einde moet de lijder de keel en mond met zuure , zsmentrekkende middelen, en bederfweerende gorgeldranken uitfpoelcn; en wel bijzonderlijk alvoorens hij eet, drinkt, of geneesmiddelen neemt, (b) Ui- nige neiging ten afgang heeft, kan hij den volgenden drank, naar welgevallen: gebruiken: Gumm. Arabic, g f>. Aq. hordei & 13. Sp. nitri dulc. § fS . Sacchar. rofacei ^ j. Fiat Apozema* {b) ia den zachten fland dezer ziekte wordt aan deze geneesaanwijziuge door wijnazijn en water voldaan ; maar zo de zweeren breed, en de ingroeïzels vasthoudend zijn , magmen met voordeel gorgeldranken  ZAKBOEKJE. 51 i Uiterlijke plaatsmiddelen in den nek zijn ook fotntijds voordeelig bevonden. Wanneer de toevallen bedaaren , zal Jiet genoeg zijn met één drachma Campher tot één once van het Linimentum volatile , dikmaals deii nek te vrijven. In eenen meer gevorderden ftaat is de Tinei:, cort. peruvian een veel beter plaatsmiddel: ieder van keu van Tinftura myrrha? met 0%mel fimplex en met Spiritus vitrioli, fterk gezuurd, laaten gebruiken : het volgende wordt ook tot dat einde zeer wel voorgefchreeven: Rs Tinct. Rofar. f£ 6. Mèïl. Rofar. § £3. Sp. fal. mar in. 3 15. Fiat Gargarisma. , of, Tina. Rofar. © 13. Mell. Rofar. Sp. Nitridulc. a%ü. Fiat Gargarisma» D 2 Kin-  GENEESKUNDIG vau dezen is meer dan pappen te achten dl en de lijder vindt zich gefchikt tot eeten: dezen tusfchentijd moetmen befteeden in het toereiken van een eigenaartige leevensonderftand, die niet fterker dan in zacht kieken- of broodfop behoort te beftaan, noch in eene groote hoeveelheid te nuttigen; want, zo de maag overlaaden wordt, zal de krankte te eerder wederkomen, en alle toevallen zullen zwaarder worden; doch, het zij de zieke eenig voedzel genomen hebbe dan niet, het kolijk zal wederkomen , en dezelfde geneeswijs vervolge men van dag tot dag; niet alleenlijk tot dat de pijn geheven zij, maar tot dat de fpan*  ZAKBOEKJE. fpanning van het onderlijf nalaate, en zodanige toevallen verfchijnen , die aanduiden dat de ziekte haast ten einde loopt : dezen zijn niet vóór den derden, vierden , vijfden dag , en fomtijds laater , te wachten : buikzuiverende middelen moeten thans toegediend worden, en in dezen ftaat der ziekte, zijn de zachtfte het meest werkzaam gevonden : de ftoelgangen kunnen met meer gemaks, en in minder tijds verkreegen worden , door twee drachmaas pur«reerzout in warm water ontbonden , of door een aftrekzcl van fenebladen, alle twee uuren genomen, dan eenig ander fterk buikzuiverend middel, welke het zijn mag («)• U~) in plwts van het purgeerzout, heeft Dr. Warren fomtijds één drachma Cremor tartari m water ontbonden, gegeeven, en nu en dan het Oleum ndni: één once dezer olij met twee oneen waters en omtrent een half eijerdoir, maakt een drank d.ea men tamelijk wel gebruiken kan; en is niec nooJ.g zo dikwerf als de voorgemelde buikzuiverende mid-  7 Pulv. Rhei gr. xxv. Calamelanos gr. v. 31. ef, Manna §13, Vitell. ovi 3j. Contritis S'mul, in mortares /apidet, admisce paulatim. O lei olivamm gvj. iSaï, cathart. amar. §j. in Jq. pur. giij. Soluü F. Hausius,  ZAKBOEKJE. 17 jiicu tegen de fcherpte der'vochten te beveiligen (b). In een Hechten ftaat dezer ziekte, wanneer de mond en llokdarm met de fprouw gedreigd worden , is het raadzaam een afkookzel van den koortsbast met een weinig Diascordium te geeven. Om (J>) Deze geneesüanwijzing kanmen verkrijgen door voedzels van eene flijmige hoedanigheid , en door-het drinken van een afkookzel van ftijfzel met arabifche gom; één pint vochts,drie drachmaas ftijfzel en een half once gom inhoudende, met een weinig kaneelwater en fuiker aangezet. Tot een zelfd einde heeftmen eene ontbinding van wasch, op de volgende wijze bereid, met zeer veel vruchts gebruikt: ilo Ceraflav. ras. 5} 15. Sapon. Il'tspan. duri ras. 9j. Aqua. 5j. Liquescant leni igne, É? asfidue egiF 4 ten*  88 GENEESKUNDIG Om de buiknijpingcn re maatigen en dea wind te loozen, is een aftrekzel van Camillebloemen zeer nuttig; gelijk mede is de ftooving van gewoonlijke kruiden met bijvoeginge van eenige geesten, op den buik gelegd. Wanneer de lijder- over zuurigheid in de maag, en hartbranding klaagt, magmen, bij gelegenheid , weinige lepelsvol van het jule. pum e creta geeven; waa bij men, zo de buik. nijpingen en onophoudende beweegingen eenige vleimiddelen vereifchen, een Opiaat kan voegen (c). Wan- tetitur don te in unum coeant; dein affunde materiam. in mortarium lapideum., eique paulatim admisce. Jlq.pur. §Viij. Aq. twc. mofchat. £ j. Sacchar. alb. q. s, ad graturn faporem. Deze hoeveelheid der ontbindinge is gefchikt om \n één dag gebruikt te worden. (O % Theriac. Andromach. %f. Pulv.  ZAKBOEKJE. S9 Wanneer de lijder, in den laatften ftaat der ziekte, door een' dropelloop afgemat, en ter oorzaake van de verzwakte gefteldheid der darmen , dikwijls eene loslijvigheid wederkomt,' behoortmen zamentrokkende middelen voortefchrijven. Door het gantfche verloop der ziekte moet de fpijze des lijders beftaan in melk , Sago , Salep , en meelvoedzelen , zonder vleesch of visch te gebruiken, Klij? Pulv. RJiei. 3 15. M F. Pilul. N.xviij. Quarum capiat ceger fex, bis vel ter in die. lip Extr Lign. campechens. giij. Solve in Aq. Cinnamom. Spirituos §j 15. admisce Aq.pur. §vij. Tinei, jfaponic. 3 ij. Hiervan mag de lijder eens in vier of vijf uuren, F 5 twee.  Sio GENEESKUNDIG Klijfteeren van vier tot agt oneen ftijfzel- of vette fchaapevleeschfop , of meer of minder hoeveelheid van hetzelve, naar dat het behouden kan wórden, met bijvoeginge van Tin&ura thebaica, zijn, om de prikkeling van den endeldarm wegteneemeu , van een groot nut; doch dikwerf twee lepels voi, en fomtijds ook tegen den nacht een Opiaat neemen, In oude en hardnekkige buikloopen, en in roode loopen , die voor de gemeene geneeswijze niet zwichten, heeftmen veel voordeels gedaan met bij het aanhoudende gebruik van 't bovenftaande afkookzel , een flikbrok te voegen, dat uit één Scrupel van het Philonium londinenfe en twee greinen Ipecacoanha beftaat, en telkens alle nachten gegeeven wordt. ' Wanneer na den rooden loop flechts eene loslijvigheid nablijft, heeftmen met goede uitwerkinge een ' afkookzel van Simaruba laaten gebruiken, j^o Cort. Rad. Simaruba 3ij vel 3üj. Coq.  ZAKBOEKJE, pi yverf zijn wij verpligt, ter oorzaake van de tederheid dier deelen, hiervan aftezien, GEELZUCHT en GALBLAASSTEEN. De geelzucht is kenbaar aan de geelheid van het gelaat des lijders, voornaamlijk van het wit der oogen, en wordt in 't algemeen door braaken buikzuiverende middelen, met het gebruik van loogzouten geneezen. Het aanweezen van een' fleert in de galblaas of galleiders, kanmen raamen uit de vaste pijn omtrent de plaats der lever, die dikmaals, '.vi doch Coq. ex aqua pura libisf. ad fJS j. & cola. Deze hoeveelheid mag 's daags in verfcheidene reizen gebruikt worden.  92 GENEESKUNDIG doch niet altijd , door cenc geelzucht opge • volgd worden. In deze kwaal wordt het aderlaaten onderfield van weinig nut te zijn, en kan deswegen, als een noodloos verlies van krachten veroorzaakende, nagelaaten worden. De pijn mag enkel door Opium geftild worden, dat daarom in eene ruime gifte kan worden toegediend , met hetzelve vaak te herhaalen. Zo de lijder tot het braaken niet natuurlijk geneigd is , is het dikwerf nuttig bevonden, zodra de hevigheid derpijne nalaat, een braakmiddel te geeven; de fchokken hierdoor veroorzaakt, kunnen den fteen dwingen of inde galblaas, of verder in het twaalfvinger gedarmte te vallen, en daardoor of eene wijlige vcrligting of eene duurzaame geneezing voordtcbrengen ; doch alzo het gemaklijker valt het braaken te verwekken dan te floppen , is liet in dit geval eigen een Opiaat, na maatige braakingen te geeven. Gelijke vorderlijke uitwerkingen magmen met buikreinigcnde middelen verwachten , door de natuurlijke bcweeging der darmen te vermeer-  ZAKBOEKJE. y3 meerderen, en eene grootere afvloeijinge van gal te bevorderen,. De buikzuiverende middelen tot dat einde hetmeeftebekwaam, zijn die, welken met het meefte gemak werken, en met de grootfte zachtheid onderhouden kunnen worden ; zo als zeewater, buikzuiverende bronwaters, en ook eenigen der middenzouten, of in water ontbonden , of, zo het geborneerd kan worden, in een zacht aftrekzei van eenig plantbitter. Deze magmen voor eenige maanden, of dagelijks , of om den anderen dag, gebruiken; zonder echter den eetlust te verminderen , of de krachten of de geesten uitteputten. De geelzucht der kinderen wijkt haastig voor het gebruik van eenige buiköntlastende midde. len. Zo het gebeurt dat de geelzucht van zich zeiven met eenen buikloop gepaard gaat,.is 'er verder niets noodig, dan door zachte middelen deszelfs hevigheid le voorkomen, en ten zelfden tijde de krachten dermaage door eigenaartige bitteren te verfterken. De jeuk is dikwerf zo buitenmaatig overlastend,  n GENEESKUNDIG tcnd , dat zij Opium vereifcht, zonder welk middel het onmogelijk is eenige verligting te bevorderen of flaap te verwekken. Pijn in den rechter fchouder is gemeen in de levergebrekeiu In eene enkele geelzucht, in welke geene fchijnbaare wanorde der lever of eeniger andere ingewanden voorhanden is, zal fomwijlen een hik opkomen, doch zonder eenig tegenwoordig of aanftaand onheil aantekondigen. Desgelijks komen in deze ziekte fomtijds ftcrke aanvallen van huivering, die een uur lang zullen aanhouden , en dagelijks twee of drie maaien wederkeeren, zonder echter door eenig ander toeval gevolgd te worden. Zij die óén maal dit gebrek gehad hebben , zijn zeer gefchikt om 'er weder in te vervallen; niet alleenlijk om reden dat andere galfteenen ingelijkermanieredoor de zelfde oorzaaken als die der eerften geteeld worden, maar uit hoofde dat een aanval der geelzucht veelal geëindigd wordt, niet door het loozen van den fteendooide» twaalfvingerendarm, maar doordien dezelve in de galblaas valt, en daarwederuitgeloosd wor-  ZAKBOEKJE. 55 Wordende eenen nieuwen aanval verwekt. - Het is in deze ziekte niets ongemeens, dat alle vaste voedzels eenen bitteren fmaak hebben; en'fomtijds, doch min dikwijlig, heeft dit omtrent den drank ook plaats. Het zog der geelzuchtige vrouwen, die kinderen zoogen , is met geene gal aangedaan # noch in deszelfs kleur , noch fmaak. TROMMELZUCHT. Dit ongemak, in 't algemeen van eene opfpanning des karteldarms ontftaande, is fomtijds het gevolg van een ontijdig gebruik der Opiaaten, of van den Cortex peruvianus in tusfchenpoozende koortfen. Zo dit gebrek met eenigen graad van koorts gepaard gaat, is het raadzaam degeneezingmet aderlaaten en zoutdranken te beginnen; doch zo 'er geen koorts tegenwoordig is, kan men ' . de  96 GENEESKUNDIG de Species aromaticae in Camillethee , in de hoeveelheid van eenige koppen vol, dagelijks toedienen. Het is wijders nuttig dat de lijder dagelijks * 'tzij met of zonder koorts, eenige greinen Rhabarber neeme; in het eerfte geval met de zoutdranken, of in bet laatfte, tegen den nacht. Alle fterke buikzuiverende en windbreekende middelen zijn zonder buikweekmaakende mid. delen fchadelijk. Wanneer de zwelling beftaat, zonder dat de lijder eenige koortstoevallen ontwaart, moetmen den toon der darmen door verfterkende middelen herftellen , zonder de gelegene herhaaling van den Rhabarber natelaaten. STEEN  ZAKBOEKJE. 97 STEEN o F GRAVEEL. Dit ongemak is met pijn in, den omtrek der lenden, dikwijls met braaken, en fomtijds met bloedige pisfe verzeld. Zo de lijder bloedrijk of koortfig is, moetmen aderlaaten; waarna men dikwijlig verzachtende infpuitingen kan te werkftellen: hetwarmehalfbad is mede van zeer viel nut. De inwendige middelen zijn olijen, glibberigmaakende middelen («) , en Opiaaten , als de pijn zeer hevig is. DROP- (a) Een aftrekzei of afkookzel van keemstwortel met honig gezoet, wordt met groot voordeel genomen. G  9« GENEESKUNDIG DROPPEL- en KOUDE PIS. De droppel- CU km;,:c jus knitnen vcrfcheidene oorzaakcn hebben , «dijk een (leen in dé pisblaas, eene ootOecfcfog of gezwel in den nek dier blaaze, of m dc pisbuis; een fckerp brandend water, enz: om in do geneezinjc derzei ven te flaagen, behoortme-» dierhaiven op de bijzondere oorzaakcn acht ie geeven. H O O F D P IJ N, De oorzaak van dit gebrek kan zijn of in hef hoofd , of in de maag: wanneer het eerfte 't geval is, wordt het gemeenlijk door de koude ver-  ZAKBOEKJE. veroorzaakt, cn door de bevordering der doorwaasfeminge geneezen, met een afleiding van het beledigde deel te maaken: zo de pijn vast. bcumvisfelend wederkomt, kan zij doorgaands door het gebruik van den koortsbast weggenomen worden: doch aanhoudende cn van langen duur zijnde , zuilen zenuwfterkende middelen dikwijls flaagen ; in zoverre dit gebrek van geene venusfmet voordfpruit, aangemerkt het dan alleenlijk door het uitroeijen der oorfpronklijke ziekte geneezen kan worden. Indien men denkt dat de hoofdpijn uit de naa^ voordkomt, kanmen een braakmiddel geeven; en daarna , zo de fpijsverteering verzwakt wordt, maagfterkende middelen. G a SCHEE-  »oe GENEESKUNDIG SCHEELE HOOFDPIJN. De fcheele hoofdpijn beftaat in eene fmerte van ééne der hoofdzijden, die dikwerf de oogen met zwakheid en ontfteekinge aandoet: geduurende den aanval is de pijn voor het meeft uit der maate hevig; doch heeft in 't algemeen vaftbeurtige tusfchenpoozingen. Men heeft in deze kwaal meermaalen aangemerkt, dat het aderlaaten doorgaands in de lente verligting toebrengt ; maar nimmer in den herfft: een braakmiddel maatigt altijd den volgenden aanval; doch een buikzuivering verheft denzelven, zo men daarna geen pijnftillend middel geeft: dekoombaft is fomtijds zeervorderlijk; zo wel als een aftrekzei van Camillebloemen met Vitrioolëlixir: bloedzuigers aan de ioofdflaapen, en blaartrekkende pleifters achter dc  ZAKBOEKJE. ior de ooren , brengen dóongaands vcrligting bij (a). HOOFD- («) De volgende Eleftuary heeft in een groot aantal van gevallen geflaagd; met zorg te draagen dat men de inmengzelen , of derzei ver evenredigheid, naar het jaargetij, den ouderdom, de gefteldheid en andere omftanden des lijders, verandere. Rad. Vakrian. Sylvefir. gj. Cort. Peruvian. opt. §fi. Thertacce gij. Se/. Abfinth. 3j. Rhei elect. 9j. Syr. Croci q. f. F. Eleclarium, G3 /  j*2 GENEESKUNDIG HOOFDZUIZELING. Ia dit gebrek, dat gemeenlijk met een verduisterd cn verzwakt gezicht gepaard gaat , fchijnen alle voorwerpen in eene cirkelrichting te beweegcn. Is de lijder bloedrijk, dan is het eigende Vena jugularis te openen, of ten minften tusfchcn de fchouders koppen tè zetten : vervolgends behoortmen een braakmiddel te geeven, en daarna een gifte der Tinftura facra. Blaartrekkende pleisters behooren ten zelfden tijde niet nagelaaten te wérden. In het algemeen zijn alle zenuwmiddelcn en de Perufche bast , in deze kwaal, van een groot nut. JN-  ZAKDOEKJE. »3 INWENDIG WATERHOOFD, Die gebrek is meestal den kinderen eigen; fchoon het fomtijds ook bij volvvasfenen is waargenomen. Veelen der toevallen zijn met de wormziekte, tandkrijging en andere prikkelende oorzaaken zo gemeen , dat het bezwaarelijk is iets te bepaalen, dat deze ziekte in het bijzonder aanduidt. De meest zonderlinge fchijnen de pijnen der ledemaaten, met onpaslijkheid, en onophoudelijke hoofdfraerte, die, fchoon gemeen in andere kinderziekten, in geene echter zo éenflachttg en frandvastig gevonden wordt. Eene andere gewoone, zo niet bijzondere omftandigheid in deze ziekte waargenr> men, is, dat de lijders niet alleenlijk hardlijvig zijn, maar dat zij met de grootfte moeite tot afgangen kunnen gebragt worden : dezen zijn in 't algemeen donkergroen kleurig , met G 4 eens  io4 GENEESKUNDIG eene olijachtigheid of glazige gal, eerder dan het flijm, dat de wormen verzelt; en zijn voor het meerder gedeelte ten uiterften beledigend. In onpaslijkheden door de wormen of door de tandkrijging ontdaan , zijn de ftuiptrekkingen menigvuldiger dan in deze ziekte. Wanneer het inwendige waterhoofd door de fcheuring van een watervat in de hersfenen ontfiaat, zo als fommigen dit als de naaste oorzaak dezer ziekte Hellen, kan zij geene geneezing toelaaten; doch daar derzei ver toevallen met die, welken de wormen voordbrengen, zo gelijkaartig zijn , in meenige gevallen, en het daarom dikwijls geen eigenlijdig, maar een medelijdig gebrek is, zullen de meest uitwerkende middelen, om deze kwaal weg te neemen, beftaan in het gebruik der wormdrijvende middelen , en zodanige anderen als in ftaat zijn de darmbuis van alle prikkelende oorzaaken te bevrijden (V). Be- (') Ten dien einde kanmen drie of vier greinen Ca-  ZAK BOE K j E. 105 Behalven deze middelen, magmeu de wonndrijvende dranken in klijfteeren toedienen (b). Kleine giften va'n pijnftillende middelen kunnen mede bij gelegenheid gebruikt worden; fchoon alle hecte middelen de ziekte fchijnen te doen vermeerderen, gelijk ook eene te groote warmte in een kamer. GE Calomel , of meer, naar den ouderdom en lichchaarasgefteldheid des lijders , me: Rhabarber en bet Pulvis e fcammon. compos. geeven, In gevalle de maag blij!:t overlaaden te zijn, mag men 'er een vierde, een halve of een heele grein Tartarus emeticus bijvoegen, en de maag met een bekwaam vocht reinigen. (b) Dit kan beftaan uit Aloë in melk gekookt; of uit een afkookzel van Sem. fantonic. met dertig of veertig druppen terpentijnölij. Indien de ziekte werkelijk door wormen ontftaat, wordt zij bij deze geneeswijze gewoonlijk haast verminderd , en in het einde volkomen geneezen; maar G 5 blij-  I?>6" GENEESKUNDIG GESLOOTEN KAAK. De geflooten kaak heerscht het meest In hcete luchtftreeken, alwaar het dikwerf een gevolg eener lidafzettinge, en ook eener geringe wonde is. Dit gebrek beftaat in eene hevige kramptrekking der kaakfpieren, en wordt voornaamlijk geneezen door groote giften Opium, waarbij men fomtijds Muscus voegt, pijnftillende drup- en warme baden. Eleétrifche vonken van de belendende dee. len geleid, heeftmen in dit gebrek van een zeer groot nut bevonden (V). GE- blijven de toevallen voorddunren dan is 'er reden tot eene ongunfb'ge voorzegging. (<») De geflooten kaak is in naauwe vermaatfchap roet  ZAKBOEKJE. IQ} GERAAKTHEID. Dc geraakc'n eid of beroerte beftaat In eene fchichtige ontrooving van gevoel en beweeging, uitgezegd van het hart en van de longen: de aanval wordt gewoonlijk door eene duizeling of hoofdpijn vóórgegaan. Zo de lijder van een bloed- met de twee andere krampgebreken, den rugkramp (Eplsthotonos) en den doodkramp (Tetanus) ; in welken men behalven Opiaaten in het warme bad, klijfteeren met een afkookzel van Camillebloemen , kaasjesbladen enz , in een ruim deel olij bereid , mag zetten. Een blaas, half met water gevuld en toegebonden , kanmen altijd , wanneer de lijder te bed is, op den hartkuil leggen; en de verftijfdedcclen Kan-men dikwerf, zo verre mogelijk is, bette» mes  io3 GENEESKUNDIG bloedrijk geitel is, zwellen de oogen en fchitteren; de ademhaaling is bezwaarelijk , en met fnorken verzeld; de pols flaat in den aanvang ras en fterk, en wordt daarna langzaam en laag; dikmaals is 'er eene onwillige ontlasting van afgang of water bij, en fomtijds komt den lijder fchuim op den mond. Dit gebrek wordt, overcenkomirig met de bijzondere gefreldheid des geenen dien het aanvalt, m drie foortenonderfcheiden; naamlijk, ineen bloedig, fiymigen krampachtig: heteerfte wordt veroorzaakt door hetbloeddat dehersfens drukt, of door de fcheuring van een hersfenvat; het twee. met warme olijen óf flijmen, daar men ean weinig Op.um kan bijvoegen, met eene zachte en aanhou- dcnde wrijvinge. Geduurende de hevigheid der ziekte, kan de lijder een afkookzel drinken van vijgen , zoethout, venkelzaad, falijthee, zeer zachte wijnweij, of eenigen anderen doorwaasfemenden drank; en tot voedzel dient dunne havergort , brood-of andere zachte foppen, s  ZAKBOEKJE. 109 tweede door eene zamenlooping van flijmigc of weijachtige vochten, in de boezems of vliezen der hersfehen, en hetlaatftc van eene krampachtige zamentrekking. In dit gevaarlijk ongeval is de fpoedigfte hulp noodzaakelijk; doch de middelen om de drukking der hersfenen weg te neemen zijn in de bloedige en weijachtige geraaktheidvérfchillend: de eerfte vereifcht eene ruime aderlaating, diceerft op den arm, en daarna in dëVenaJugularismag gefchieden; doch de laatfte laat deze ontlasting niet toe, of ten minden niet dan in eenen maatigen graad. Schoon wijdershetzettenvankop* pen in eene bloedige geraaktheid eigen zij, kan het echter ook in het weijachtige fbort van nut zijn: dan zal men een prikkelend klijfteer laaten zetten en daarna een werkzaam braakmiddel. Blaartrekkende pleifters zijn in eene weijachtige geraaktheid van zeer veel nut. Om eenen wederinval dezer kwaaie te verhoeden , moet de perfoon alle ongemaatigdheid vermeiden, envoornaamlijk een groot avondmaal tegen den nachj. Een Seton tusfehen de ichou-  üo g ENEESKUNDIG fchouders is een zeer nuttig voorbehoedmiddel; gelijk mede in grove geitellen het vrije gebruik van meerradijs cn mostaardzaad. Vallende ziekte, De vallende ziekte wordt met eencberoovinge van 't gevoel, en met eene hevige zamentrekfeinge of ontroeringe van alle of van veele lichchaamsdeelen , waargenomen : fomtijds overvalt deze kwaal den lijder fchichtig, zonder eemge voortekens haarer aannaderinge; doch voor het meerder deel wordt zij door eene bleekheid van het gelaat, eenen zwakken ools, hoofdPijn, dommeligheid en loomheid vóórgaanbehalven de hevige trekkingen, is de aanval met eene knersfing der tanden, fchuimop den mond, en dikmaals met eenen onwilligen afgangen waterloozinge verzeld. Zo de pols vol is, moet men den lijder ader- laa-  ZAKBOEKJE. ui laaten; daarna behoortmen een braakmiddel te geeven, en het lijf open te houden. Gelijk deze kwaal vanonderfcheideneoorzaa. ken kan voordkomen, zc als van wormen, opstopping der maandlijkfche ontlastinge, fchrik, overijld drinken, cn andere misflagen in de nietnatuurlijke dingen, moet ook de geneeswijze daartoe in'het bijzonder ingericht worden: echter zijn de zenuwmiddelen en de koortsbaft, in 't algemeen, dienftig. MOEDERKWAAL en ONDERBUIKZIJDE ZIEKTE. Deze ziekte, die van eene aandoenlijkheid van het zenuwgeftel voordkomt, is zo buiten, ïfiaatë zamengefteld, zo uitregeligin haare vcrfchijnzelen, en zo verfcheiden in verfchillende perfoonen , dat zij bezwaarelijk onder eene naauwkeiirige omfchrijving begreepen kan wor- den  U2 GENEESKUNDIG den: derzelver eigene kenmerken zijn voornaamlijk klaar doorfchijnend water, een gevoel van yerftikkinge, en pijn in den rug; met eene voorafgegaane koude in de uiterlijke deelen, en eene aanmerkelijke vermindering van geesten, in haar die deze kwaal onderworpen zijn. Schoon de moederkwaal fomtijds naar eene zwaare flaauwte gelijkt, verfchilt zij 'er echter van, in verfcheidene omftanden: één dezer is , dat het aangezicht zich in de moederkwaal rooder en meer gezwollen dan in eene zwaare flaauwte voordoet: een ander, dat het ophouden der polsflagen, in het eerfte geval groóter en geheeler dan in het laatfte is; en eenderde, dat het ophouden van den pols, ia de moederkwaal ook langer dan in eene zwaare flaauwte duurt. 'Er is nog een kenlijker onderfcheid tusfcheji de aanvallen der moederkwaal cn die der geraaktheid : in de laatfte houden de pols en de ademhaaling niet op ; doch blijven , of weezendlijk , of fchijnbaarlijk, in eenen hevigen aanval der moederkwaal na. Door dezelfde kenmerken kanmen de moeder-  ZAKBOEKJE. u3 derkwaalaaitvaÜen van de vallende ziekte ondeifcheiden ; gelijk mede door èSeaè andere onhandigheid, welke is, dat de lijdfter in de vallende ziekte fchuim op den mond komt; een toeval dat men in het eerfte ongemak nimmer heeft opgemerkt. Wanneer in een' aanval der moederkwaal de krampheweegingen hevig , en de lijdfter van een bloedrijk geitel is, moetenvve omniddelijk aderlaatcn. Stinkende middelen, en vluchtige zouten,, kunnen de lijdfter, of onder eene vloeibaare of yaste gedaantc,onderden neus gehouden wordeij. Zo de aanval tot zulk eene hoogte niet is gefteegen , dat de lijdfter onbekwaam is eenige middelen te nuttigen, moetmen inwendig moedermiddclen laaten gebruiken. Men heeft waargenomen dat alle moedermiddelen niet evengelijk flaagen ; want fomtijds zal het eene, en fomtijds het andere vorderlijk bevonden worden; naar dat de gefteldheid der maagzenuwen zulks ten dien tijde vordert f». Bui- O) Deze is in fomuiige gevallen zo wonderaartig, H dat  II4 GENEESKUNDIG Buiten de eigenlijk genaamde moedermiddelen (Antihyfterica) moetmen ook anderen, die tot de bijzondere oorzaak des aanvals gefchikt zijn, gebruiken (b). , Om \ dat een hartklopping alleen door een eetlepelvol ltinoenfap, bij herhaaling, gefHld is, na dat verfcheidene zo genoemde moedermiddelen, zonder uitwerking voorgefchreeven waren. (£) De volgende voorbeelden kunnen tot opheldering van dit voorfchrift verftrekken : wanneer de moederkwaal uit eene verminderinge of verftoppinge eeniger gewoone ontlasting ontftaat, zo moet zodanig eene ontlasting of bevorderd of te rug geroepen worden : wanneer de ontlediging de oorzaak der Bloederkwaaie is, zo als dikwerf na eenen onmaatigen ftonden- of kraamvloed gebeurt, zo is, na het beteugelen dier Ontlastingen, de beste geneezing, de vaten met voedzaame fpijzen van eene ligte verteering te hervullen: zo de oorzaak der moederkwaal toevallen een flijinvocht in de maage is , dan verTchaft een braakmiddel de fpoedigfte hulp: wanneer het blijkt dat eene overmaatige zuurftof in de ma^ge dit  ZAKBOEKJE. u5 Om wijders de wederkomst der moederkwaalaanvallen te voorkomen, moetmen de gefteldheid der lijdfter , door het gebruik van den koortsbast, ftaalmiddelen , koude baading en vocgzaame lichchaamsoefening verfterken De onderbuikzijdeziekte doet zich bij man. nen met bijkans dezelfde toevallen , als die der moederkwaalv bij vrouwen , op ; en behoort op eene zelfde wijze behandeld te worden. OP- dit gebrek te wege brengt, dan zijn vaste loogzouten en inflorpende poeders de eigene foortmiddelen: wanneer woimen deze kwaal aanbrengen , dan béhoortrrien worrndrijvende met andere vleimiddelen bij aanhoudendheid voortefchrijven. H 2  .ll6 GENEESKUNDIG OPSTOPPINGEN der MAANDSTONDEN. Zo de maandftoriden haare vérftopping aan gebrek van bloed verfchuldigd zijn , datmea kan weeten door voorafgegaane kwijnziekten of overmatige ontlastingen , zijn de beste ftondcnbevorderende middelen de geenen, die de fpijsverteering verfterken; zo als de koortsbast bitteren en ftaal , met eene voedende leefwijze en genoegzaame lichchaamsbeweegm- gCWanneer dit gebrek , zo als dikmaals gebeurt van eene volbloedigheid, die de lijfmoe ■ dervaten drukt, komt, beftaan de geneesaanwijzingen in de hoeveelheid des bloeds, door eene aderlaating O), en zaehte buikzuiverende middelen te verminderen. ^ (a) De adertaadng wordt het nuttigst in de voet©f enkeladers te werk , gefield.  •ZAKBOEKJ É. n? Zo de opftopping der maancldonden uit geefle dezer oorzaaken voortvloeit, zijn de meest beproefde geneesmiddelen Hinkende en harftige gommen De dampen van warm , doch niet te beet water, of een verzachtend afkookzel in de fchede ontvangen, en voor een half uur tijds binnen gehouden, is ten hoogden voordeelig; gelijk ook weekmaakendc doovingen of flannellen doeken daarin uitgewrongen, en warm op den onderbuik gelegd. Onder de tuigwerkelijke geneeswijzen , die de maandlijkfche ontlasting verwekken mogen, hebben de kopglazen aan de dijen en fchenkels geplaatst, en eene wrijving der onderde lede.maaten, doorgaands goede uitwerking gehad j doch de Electriciteit, plaatslijk gebruikt, 13 Van het grootde nut. tl 5 VIUJ-  n8 GENEESKUNDIG V R IJ S T E B. Z I E K T E. Dê vrijfter- of groene ziekte is eene flijmige kwaadfoppfchcid in jonge vrouwsperfoonen , net eene verftopping der maandftonden verzeld: zo de ziekte ih den aanvang van haaren vrijfterftaat voorkomt, en van het terugblijven der maandlijkfche zuiveringe ontftaat , is het raadzaam de geneezing door eene aderlaating van zes of agt oneen bloeds, ter bevordermge 'van den vrijen bloedönlloop, te beginnen; doch zo de lijdfter zwak is, behoor tmen ze natelaaten. ïn welken ftaat der ziekte men de geneezing begonnen hebbe , is hét noodig een zacht braakmiddel, en daarna buikzuiveringen toetedienen, om beiden de voedzelbuis te reinigen en de flijmvochten te ontlasten (a). OVER- (a) De beste buikzuiverende middelen zijn die van eene  ZAKBOEKJE. 119 OVERMAATIGE VLOETJING der MAANDSTONDEN. Wanneer een vrouw met deze kwaal aange» greepen wordt, moet zij ten eerften naar bed gaan, en achterover met de ledenmaaten uitgeftrekt, gaan liggen, met te poogen , zo veel rust als mogelijk zij te neemen. Wanneer het fchijnt dat de bloedvloeijing voornaamlijk , of door eenen overvloed, of door eene eene warme en Aloë foort, met Ammoniacgom of andere zodanige veranderende middelen gevoegd: 't zij al verder met deze, zo de lijdfter niet bloedrijk is, of anders, nadat de hoeveelheid vochts door de werking verminderd is , moeten wij (taalmiddelen voorfchrijven die in alle kwaadfappige ongemakken van eene uitmuntende uitwerking zijn. H4  iao GENEESKUNDIG eene verdunning der vochten , of door eene' krampachtige aandoening van het vatgeftel verwekt wordt, is het aderlaaten noodzaakelijk; met de hoeveelheid en derzclverhcrhaaling, naaide krachten van de lijdfier'j den ftaat van den pols, en de hevigheid der toevallen te regelen. Buiköntlastende middelen fchrijve men nimmer voor, ten zij de lijdfter of over buiknijpingën , of over loslijvigheid klaagt; doch even in deze omftanden moeten zij van het zachtfte foort zijn, Volgens dit Zelfde beginzel is een braakmiddel enkel, en alleen voortefchrijvcn, zo 'er onpaslijkhedcn , walging of braaken aanweezend is: welke toevallen ons van de tegenwoordigheid eener prikkelende ftoffe in de maag overtuigen. Doch buikontlast- en braakmiddelen zijn niet voortefchrijven , wanneer 'er eenige pijn, of fpanning der lijfmoeder gevoeld wordt. De beste middelen zijn de Pulvis ffypticüS* en Tin&ura rofarum ; waarbij de koortsbast mede verdient genoemd te worden. Wanneer de volbloedigheid of door het ader- laa-  ZAKDOEKJE. iaï hateri, of door het aanhouden der ziekte verminderd ; of dat de blocdverdunning door verkoelende en verdikkende middelen geheven is, hebben de Opiaaten tegen het einde dier kwaaie eene gunftige uitwerking. WITTE VLOED. Wanneer de witte vloed door eene opftoplping der ftonden of door eene uitwendige belediging veroorzaakt is, is in den beginne het aderlaatcn noodig , eri voegzaam , om in orde de fpanning der lijfmoedervaten te heven , en den bloedömlocp te bevorderen; doch zo deze ziekte aan eene andere oorzaak is te wijten; of dat het lichchaamsgeftel zwak is, moetmen het aderiaaten nalaaten. De geneezing mag men beginnen met eert zacht braakmiddel, zo de lijdfter met flijm fchijnt oVerlaaden te zijn. M 5 De  124 GENEESKUNDIG De weivochten moeten door maagzuiveringen verminderd , en daarna het lichchaamsgeftel door den koortsbast en door ftaalmiddelen gefterkt worden. OPGESTOPTE KRAAMVLOED. Ëij bloedrijke vrouwen , of in welken de jSóIs Vol is, moet het aderlaaten, onmiddelijk té werk gefield worden; en wordt in 't algeinéén te meer vcreischt, naar maate de opftopping te eer plaats gehad heeft: de voeten fchijnen in dit geval, voor de aderlaating de gefchiktfte deelen te zijn. Wanneer de opftopping met geenen buikloop gepaard gaat, moetenwe het naast tot een klijfteer overgaan, dat eer uit weekmaakende en vloedbevorderende ,dan buikontlastende middelen moet beftaan. Wan-  ZAKBOEKJE. 123 Wanneer 'er een buikloop bijkomt is 'er een groote omzichtigheid noodig , met te vermeiden van die te fchichtig optcftoppen : is die echter zo hevig, of blijft hij zo lang bij, dat 'er de lijder door verzwakt wordt, moetmen trachten dien te verminderen; maar niet zonder eene voorafgegaane toediening van Rhabarber, waarbij men telkens weinige greinen van eenig zacht vloedbevorderend middel mag voegen. Weekmaakende ftoovingen op den onderbuik; gelegd, zijn dikwerf met goede uitwerkingen; voorgefchreeven. De eigenlijke middelen, die in den verflopten kraamvloed dienen , zijn Myrrhe , Borax en dergelijke vlceddrjvendc ïiiedicynert , met eenig moederkwaaljulep; waarbij men, zo'er eenige tekens van omfieekinge verfchijnen, een weinig Nitrum mag voegen. OVER*  1*4 GENEESKUNDIG OVERMAATIGE KRAAMVLOÈU Zo het ongemak van eene te groote verftoppinge der lijfmoederyaten voordkomt, moeten de middelen van eenen zamentfekkenden aart zijn; waarbij men den koortsbast kan voegen, zó de lijdfter fcheurbuikzuchtig fchijnt, of dat de vloed eenig ding van eenen ftinkenden reuk verraadt. Indiert de vloed uit eene fcherpte der vloei, jende vochten fchijnt teontftaan, dat dikwerf eene bijgeleidende oorzaak dier ongefteldheid is, te meer, wanneer de lijdfter bevoorens geene overmaatige ontlastingen der lijfmoeder onderworpen geweest is, moetmen haar van tijd tot tijd Opiaaten toedienen ; want fchoon het in 't algemeen aangenomen wordt dat zij het zamen • trekkende vermogen der vaste deelen verminderen.  ZAKBOEKJE. 155 ren , beteugelen zij echter nog werkelijker de ontlastingen, die door eene plaatslijke prikke '• ling veroorzaakt worden: ook kan haare flapmaakende hoedanigheid door het telkens bijmengen van zamentrekkende en hartfterkende middelen vergoed worden. De uiterlijke middelen zijn dezelfde als hl de overmaatige maandftonden. STUIPTREKKINGEN des KRAAMVROUWEN, Zo de fhuptrekkingen van eene te vroegtijdjge en fchichtige opftoppinge van denkraamvloed ontfbaan, moet de wederkomst van dien vloed, door de voorvermelde geneeswijs, bevorderd worden. Wanneer dit gebrek door eene geweldige losfcheuring van den moederkoek is veroorzaakt, waar-  126 GENEESKUNDIG waarop eene aanmerkelijke bloedvloeijing gevolgd is, moetmen onmiddelijk zamen[rekkende middelen in de lijfmoeder fpuiten. Zo de lijfmoedervaten flechts een weinig beledigd zijn , en dat 'er gecnen ongemeenen bloedvloed op volgt, zijn de vorderlijke plaatsmiddelen , pijnfttllende infpuitingen. Wanneer eene ophouding van den moederkoek of een zamenloop van geronnen bloed onderfteld wordt de oorzaak der ftuiptrekkingen te zijn, moetmen die vreemde ftoffen op eene zachte wijze met de hand uit de lijfmoeder opvangen : ook kan de ontlasting van het eerfte door niesmiddelen, en van het laatfte door af\aagende infpuitingen geholpen worden. In alle ftuiptrekkingen, daar de lijdfter vol • bloedig is , deze enkel uitgezonderd, daar zij een gevolg van onmaatige ontlasting zijn , is het aderlaatcn aanteprijzen, niet alleenlijk om de lijfmoedervaten te verflappen, met daarenboven hunne aandoenlijkheid te verminderen; maar ook om de beledigende uitwerkingen,welke door de hevigheid der ftuiptrekkingen veroorzaakt kunnen worden, te voorkomen: de mid • de-  ZAKBOEKJE. ii? delen tegen de vallende ziekte, en Opium, zijn insgelijks voortcfchrijven; welker laatfte boven alle andere middelen te fchattcn is, zo het ongemak door eene prikkeling veroorzaakt is geworden (a). NA- («) Omtrent het gebruik der Opiaaten , is her raadzaamer dezelve in Ideene hoeveelheid te geeven en bij gelegenheid te herhaalen, dan op éénmaal in eene ruime gifte toegediend; zo wel als dat z;j me.c eene te milde hand toegenjkt , fomtijds dezelfde kwaaien veroorzaaken.  is» GENEESKUNDIG N A W E- E E '% Kort na de vejlosüng worden de vrouwen gemeenlijk met zwaare pijn in de lenden, fchaamdeelen en onderlijf bevangen, door de fpanning der lijfmoederbanden veroorzaakt, en die door eene opftopping van den kraamvloed zeer verergerd worden. 3 Deze pijnen kunnen geftild, en teffens ge. meenÜjk voorgekomen worden, met ftraks nade verlosfing, de kraamvrouw olijacbtige middelen te geeven; als de zoete Amandelolij en Sperma ceti; waarbij men, zo bet de zaak ver, eischt, eenige Opiaaten kan voegen (ö). ENG. a) Hiertoe is een gewoon middel, een drachma ■ ' Sper-  ZAKBOEKJE. iao ENGBORS TIG HEID. De Engborftigheid wordt in twee foorten verdeeld; naamlijk, in eene vochtige of flijmige , en in eene drooge of zenuvvëngborftig. heid: de laatfte wordt door eene krampachtige aandoening der longen , en de eerfte door eene flijmftof, die derzelver holte bezet 3 veroorzaakt. In de drooge Engborftigheid vindtmcn de meefte huip bij zeuuwmiddelen ; zo als Asfa foe- Sperma ceti en eene gelijke hoeveelheid Theriaca Andromachi, bij gelegenheid gegeeven, en met een weinig warmen wijn of eenigen aangenaamen hart. fterkenden drank ingenomen. I  I30 GENEESKUNDIG foetida , Castoreum , en zout of geest van hertshoorn, enz. Ammoniacgom en Oxymel fcnliticum, zijn in beide foorten hooghjkst dienftig. Blaartrekkende pleisters en Setonnen , lan„ aangehouden, hebben in dit gebrek veel voordeels bijgebragt ; en wanneer, in één der beide foorten van engborftigheid, de hoest den nachtrust belet, kan met groot voordeel, tegen den flaaptijd , het Elixir paregoncum ge- geeven worden. Moutdranken moetmen vermeiden , en het lijf door klijsteeren of zachte buikontlastmid • delen openhouden. ZIN-  ZAKBOEKJE. iy ZINKINGVLOE1JING. Indien de zinkingvloeijing (Rheumatismus) met koortfe verzeld gaat , is de aderlaating noodzaakelijk , en zo 'er bloeds genoeg voor handen is , magmen ze twee of drie maaien herhaalen: een maatige leefregel is in dit geval eigen ; en hardlijvigheid moet, het zij door klijsteeren of zachte buikzuiverende middelen, voorgekomen worden. Blaartrekkende pleisters zijn dienftig in algemeene zinkingvloeijingen , en als de pijn tot een zeker deel bepaald is, zijn zij de werk' zaamfte aller plaatsmiddelen ; doch in de fcherpe zinkingvloeijing, met zwellinge der gewrichten verzeld, heeftmen de-bloedzuigers voor alle andere middelen nuttigst bevonden; met vier of meer op het deel, daar de ontfteeking of het gezwel het grootst is, te laaten zuigen, I & en  132 GENEESKUNDIG en zulks zo 'er gelegenheid is, dagelijks, of met eenen grooter tusfchentijd, te vernieuwen. Wanneer dï koorts door het aderlaaten verminderd is, en zo bijzonderlijk de lijder door deze ontlediging verzwakt, heeftmen den geest van hertshoorn vaak met veel voordeels gegeeven , in de hoeveelheid van omtrent veertig druppen, drie maal 's daags. Zo in de fleepende zinkingvloeijing de lijder bloedrijk genoeg is, magmen eene maatige aderlaating, éénmaal om de agt of tien dagen, te werk Hellen ; zowel als bloedzuigers zetten, wanneer de deelen ontftoken zijn: in deze foorten van zinkingvloeijing is de geest van hertshoorn bijzonder nuttig; en buikweekmaakende middelen van Guaiacgom zijn ten hoogften aanteprijzen {a). Wan- (a) Ro Gum. Guaiac. 5Ö. Vitell. ovi q. f. Aq. pur. gij. Saccliar. 315. M. F. Ham-  ZAKBOEKJE. i33 Wanneer de ontlastingen, ter oorzaake deizwakheid niet langer vervolgd kunnen worden, voornaamlijk zo het water zich fcheidt, of dat de lijder over nachtzweet klaagt, moetmen zijn toevlucht tot den koortsbast neemen. Wanneer fcherpe pijnen den lijder de nacht_ rust beneemen, beftaat alle hulp in de Opiaaten; doch in andere gevalle» worden deze middelen best nagelaaten. Drupbaden zijn fomtijds dienftig in deze fleepende zinkingvloeijing. HEUP- M. F. Haustus, Sumendus omni no&e hora fomni. 13  534 GENEESKUNDIG HEUPJICHT. Zo de gewoonlijke heupjicht nog nieuw is , wordt zij dikwerf gelukkig behandeld met dezelfde middelen , die in de zinkingvloeijnge voorgefchreeven zijn, naar dat zij met of zonder koorts verfchijnt. Een werkend middel in deze kwaal, is een mengzel van Terpentynölij en honig, in evenredigheid van twee drachmaas van de eerfte met één once van den laatften. De gifte is een rheelepelvol 's morgens en 's avonds te bed genomen, en daarop een half pint van een warmen verdunnenden drank gedronken. Calomel, met eenen ligten zweetdrank, is ook dikwerf, met groot voordeel gebruiktf». Hard, (ö) Cahmel. kvig. gr. x. Con--.  ZAKBOEKJE. 135 Hardnekkige heupjicht en andere jichtpijnen lijn meermaalen geneezen door zeep, voor ee- ni- Conferv. Rofar. q. f. F. Pilul. No. X. Qjtarum capiat unam, omni notie, fuperbtbendo haustum fequent. IU Aq. Alexeter. Simpl. Ijö. Spirituos 3 j ft Vin. Antiman, gt- xxx. Tinei. Thebaic. gt. xxv. Syr. Simpl. 53- Zo de pijn, in den tijd dat men deze hoeveelheid «bruikt, niet verminderd wordt, kanmen de gifte van den Calomel vermeerderen tot twee greinen in één' nacht, en weder één grein in den anderen, nacht, en dus beurtelings. Zo, in het tegendeel, de pijn verminderd wordt, mogen de pijhftilknde m Anomoniaale middelen trapswijze verklad, of geheellijk nagelaaten worden. ^  136 GENEESKUNDIG nige maanden, van een half tot een hexl once dagelijks genomen. VERLAMMIN G. In de verlamminge eeniger fpier, zijn haare beweegbaarheid en gevoel of verminderd of geheellijk uitgebluscht: dit gebrek wordt gemeenlijk in drie foorten, naar den graad zijner beftaanlijkheid , afgedeeld: zo alle de deelen be. neden het hoofd aangedaan zijn ; wordt deze ziekte eene Paraplegia , zo flechts déne zijde , eene Hemiplegia , en een bijzonder lid, eene Paralylis' of verlamming van zulk een deel genoemd. In alle deze gevallen zijn de zenuwen van den ruggraat , of van het verlengde merg aangedaan ; doch in eene verlamming van de aangezichts fpieren heeft dit gebrek zijnen oorfprong in de hersfenen. Zo*  ' ZAKBOEKJE. IS7 Zo de lijder bloedrijk is, is het aderlaaten noodzaakelijk ; waarna men braakmiddelen en prikkelende klijsteeren zal voorfchrijven , en warme zenuwfterkende middelen laaten gebruiken. Uitwendig kanmen prikkelende wrij zingen, met geestrijke drupbadcn en blaartrekkende pleisters in 't werk ftellen, de twee laatften worden het voordeeligst op den ruggraat aangebragt. De elektriciteit heeftmen in deze gevallen dikwerf zeer nuttig bevonden. In eene verlamming der tong, zal men dikwerf behalven uitwendige middelen op de boven deelen van 't verlengde hersfenmerg geplaatst , een warm prikkelend vocht in den mond houden, en daarna uitfpouwen. De fpijzen moeten ligt verteerbaar, en maatig met fpecerijen toebereid zijn. De beeving kanmen als eene gedeelde verlamming aanmerken , en in gelijker voege behandelen; met echter alle ontlastingennatelaaten. In alle foorten van verlamming zijn de Bath" waters, onder eene eigene beltiering, voordeepg bevonden. I 5 WA-  i38 GENEESKUNDIG WATERZUCHT. Öe waterzucht wordt in twee foorten verdeeld, de Anafarca en de Ascites; in welker eerfte het water in de vetvliescellen wordt opgehouden , en in de laatfte beflaat het de buikholte, daar het fomtijds in beurzen beflootenis. In deze ziekte loost de lijder eene geringe hoeveelheid waters , en is met dorst en bezwaarenis in 't ademhaalen gekweld. De voornaamfte middelen zijn buikzuiverend en pisdrijvend; geduurende welker gebruik wij ons moeten bevlijtigen den toon der vaste deelen , door een tusfchengebruik van maag- en verfterkende middelen, te herftellen (a). JICHT (*) De vorderlijkfte buikzuiverende middelen zijn de  ZAKBOEKJE. *39 JICHT en VOETEUVEL. De jicht of voeteuvel wordt in twee foorten verdeeld, de geregelde en ongeregelde; de eerfte foort komt op bepaalde tijden wederom, en neemt trapswijze af; maar de laatfte is onzeker in haare aanvallen en ten uiterften verander ■ lijk in haare toevallen. In eenen geregelden jichtaanval, moetmen de beledigde deelen maatig warm, en de lijder zich de Pulvis jalapii en Calomel; doch men moet deze ontlasting, wanneer de lijder een zwak geftel heeft, met alle omzichtigheid te werk ftellen: in zulk een geval is het raadzaainer pisdrijvende middelen toetedienen; onder welken het Oxymel fcilliticum één de? yoegzaamfte bevonden wordt. De loogzouten warden ook met veel nut gebruikt.  Mo GENEESKUNDIG zich ftil te bedde houden., tot dat de aauval vermindert; terwijl hij ten zelfden tijde eenen gemaatigden leefregel in acht neeme. Geene andere ziekte fchijnt zo min vatbaar voor't vermogen der geneesmiddelen re zijn,en teffens zo veele verdenkingen voor 't gebruik der uiterlijke plaatsmiddelen te baaren: zo echter de lijder bloedrijk is , en de koortstoevallen hoog loopen, heeft de onderviuding geleerd, dat het aderlaaten van veel nut kan zijn; zo kunnen ook, ingevalle van eenen hevigen aanval, pijnftillende middelen in 't werk gefteld worden. In de ongeregelde vliegende jicht, moet het lichchaam door het gebruik van Tinótura Rhei bf Tinctura facra open gehouden , en eenen doorwaasfcmenden leefregel in acht genomen worden. Zo de jicht het hoofd bezet, moet den lijder ten minften, zo hem geene ader gelaaten wordt, koppen tusfehen de fchouderbladen gezet worden ; met ten zelfden tijde blaartrekkende pleifters op armen, beenen en enkels te plaatfen, en hem eene ruime gifte van de Tinctura facra te laaten gebruiken. Zo  ZAKBOEKJE. Zo de jichtftof de longen beledigt, moet zij als eene ontfteeking van dat deel behandeld worden ; met echter het aderlaaten met meer omzichtigheids te werk te ftellen, en niet verzuimende de jichtftof, door middel van blaartrekkende pleisters aan de enkelen , of door zuurdeesfem en mostaard, naar de voeten te lokken. Wanneer de jicht de maag bezet, moetmen onmiddelijk zijn toevlucht tot verwarmende middelen neemen ; zo als, Rad. ferpent. vir. gin. Sal corn. cervi. enz. met ten zelfden tijde de maag met warmen wijn, door fpecerijen aangezet, te ftooven. De beste voorbehoedmiddelen zijn wijders gemaatigdheid , tamelijke lichchaamsöefening en het gebruik der Bathwateren. PIS-  i42 GENEESKUNDIG PISVLOED. Deze ziekte beftaat in eene te groote pisöntlasting, die fomwijlen van een zoeten fmaak en reuk bevonden wordt : zij is met eenen grooten dorst , een zwakken en fnellen pols , en een lijfsvermagering verzeld. De middelen, in dit gebrek dienftig, zijn van eenen zamentrekkenden aart; onder welke clasfe men den Perufchen bast hooglijkst aanbe. veelt («); en Aluindrank, zo fterk als het de maag zal verdraagen kunnen. De (a) Zeer goede uitwerking heeftmen waargenomen van het bijvoegen van vijftien of twintig druppen Tinftura Cantharid. tot eene gifte afkookzel van den koortsbast , met inzicht om den verzwakten «toon der nierklieren te verfterken.  ZAKBOEKJE. De leefregel moet van eenen verfterkenden en balfemachtigen aart zijn, betraande in voedzels als bij voorbeeld zijn Geley, Sago, enz. De beste drank is Bristolwater, aftrekzeis van roozen, ofafkookzels van kaneel. BLOEDPIS. Dit gebrek kan, of door eene te groote volbloedigheid , óf door graveel , of door eenen fteen in de piswegen opgehouden, veroorzaakt worden ; in welke beide laatfte gevailen, het gemeenlijk met pijne gepaard gaat. Zo de lijder bloedrijk is 5 moetmen hem eene ader op den arm laaten ; en daarna eenige lepelsvol van een verkoelenden melkdrank, met Arabifchen gom laaten gebruiken. PIS-  i44 geneeskundig pis'Afloop. De middelen die gemeenlijk in dit gebrek voorgelchreeven worden zijn zamentrekkende; doch men heeft onlangs ontdekt, dat het aan. leggen van een blaartrekkend pleister op het heiligbeen , van betere uitwerkinge is ; want hierdoor heeftmen dit gebrek binnen vier-entwintig uuren weggenomen (a). scheur- (o'j'Zie hiervan eenige gevallen, door Dr. Dickfon i in the medical obfervations and Inquiries aangehaald.  ZAKBOEKJE. 74$ SCHEURBUIK. De fcheurbuik is met loomheid, eene bezwaarde ademhaalinge, en een afkeer voor allen arbeid verzeld : het lichchaamsgeflel is in het algemeen van eene geelachtige kleur , de adem is Hinkend, en het tandvleesch, dat week en vochtig is , bloedt op de geringde aanraaking: ook bloedt de-lijder dikwerf uit de nsuze en heeft aan verfchillende deelen deslichchaams loodkleurige vlekken. De middelen voor dit gebrek zijn alle zodanigen , die het bloedbederf weeren , en de fterkte der vaste deelen herftellen : zo als het fap der genoemde fcheurbuikkruiden , een aftrekzei van mout, de koortsbast, het vitriool elixir, enz. Geduurende de geneezing moet de lijder bij K ge-  j46 GENEESKUNDIG gelegenheid een weinig Cremor tartati, of een ander zacht buikzuiverend middel neemen , en gebruiken een maatigen leefregel, die hoofd■zaaklijk uit plantvoedzelen van eenen zuiveren aart moet beftaan. Deze ziekte, weiëer den zeevaarenden op lange reizen zo noodlottig, wordt thans bevonden ten eenenmaale voorgekomen te kunnen worden door eene gezonde leefwijze, een aanhoudend gebruik van vruchten, en eene bijzondere oplettendheid tot het reinigen der fchepen. KLIE-RZ WELLINGEN. De koortsbast heeftmen in de«e kwaal van éèn groot voordeel bevonden. Wanneer het lichchaamsgeftel verflapt , en de bloedömloop verzwakt is, 't zij door heblijkheid of toeval, :is de koortsbast het beste middel, en werkt als  ZAKBOEKJE. *4? als een ontbindende en terugdrijvende medi. cijn: het zal echter, in alle gevallen niet flaagen; doch 'er zijn weinigen, in welken met veel nadeels een proef'er mede gemaakt kan worden: men heeft niet bevonden dat het veel helpt, zo de beenderen aangedaan zijn, of daar de klierzwelling derwijze geplaatst is, dat zij veel pijn verwekt, als in de gewrichten , of onder de vliezige bekleedzels der fpieren. De koortsbast vermeerdert eer de koorts die deze omflanden verzeilen, dan ze te verminderen; en fchoon hij de kwaal niet weezendlijk verzwaart, fchijnt hij ten minflen den voordgang der ziek te te verhaasten. K 2 Sï.  143 GENEESKUNDIG St. V I T U S DANS. Met deze kwaal worden voornaamlijk kinderen , en in het bijzonder de meisjes gekweld; zybeftaatin eene ftuiptrekkende beweeginge der ledemaaten: het hoofd fchudt, de tong hangt ten monde uit , en noch armen noch beenen kunnen eenige vrijwillige beweeging met ftandvastigheid verrichten. Zo de lijder bloedrijk is, wordt 'er eene aderlaating vereischt: men kan een braakmiddel toedienen en daarna een gifte Rhabarber , of eenig ander buikzuiverend middel : welker laatfte allen anderen of derden dag, voor drie of vier maaien herhaald moet worden. Somtijds wordt dit gebrek door het knaagen der wormen veroorzaakt; in welk geval wormdrijvende middelen moeten voorgefchreeven worden. De  ZAKBOEKJE. De ontlastingen voorafgegaan zijnde , moet de geneezing volbragt worden door verfterkende middelen; als den koortsbast, flaalmiddclen en koude baden. WORMEN. Wormen kwellen hoofdzaaklijk de kinderen, en worden in drie foorten onderfcheiden ; te weeten , in ronde , aarsmaaijen , en lintwormen. Overeenkomftig den graad der prikkelinge die zij verwekken , het deel der voedzelbuis dat zij beflaan, en andere omftanden , veroor zaakcn zij verfcheidene toevallen; als walgen , braaken , loslijvigheid , hardlijvigheid , eene jcuking der neus of des endeldarms, onmagten, een tusfcbenpoozenden weeken pols, knerfing der tanden, enz. K 3 De  Ij» GENEESKUNDIG De middelen zijn worrndrijvende, met eene gifte Rhabarber en weinige greinen Calomel , bij gelegenheid herhaald. Uitwendig worden fmeeringen en pleisters^ fomtijds met groote vrucht, gebezigd. A A N B E IJ E N. De Aanbcijen beftaan in eene uïtfpanninge van het onderdeel des endeldarms, en worden in twee foorten, te weeten in de in- en uitwendigen onderfcheiden. Wanneer de aanbeijen een gevolg eener langwijlige hoofdfmerte,of van eenig ander ongemak is, zijnze fomtijds gezond , en behoorden in flede van geflopt, eer bevorderd te worden, door Aloëmiddelen , of bloedzuigers aan de beledigde deelen geplaatst. Zo deze kwaal hevig is, kanmen eene aderlating en eenen koelen leefregel voorfchrijven; doch  zakboekje. i?ï doch in gewoonlijke gevallen , kunncnze door zachte buiköntlastende middelen geheven worden (a). In geval van groote pijn kanmen Opiaaten geeven , en eene pijnftillende ftooving en zal. ving aan het beledigde deel. BLOED- (a) Ro Eleft, lenitiv. |j. Flor. Sulphur. §15. Cretnor tart ar. 3 ij. M. F. Ele&arium Cujus capiat ager quantitatem nwis mosckit. Semel vel bis in die. k4  igt GENEES K UND 1G BLOEDVLOEIJING. Het bloedvloeijen ontftaat gemeenlijk of door eene volheid, of door eene fcherpte des bloeds, en komt gewoonlijk uit de neus of uit de longen. Zo in beide gevallen de lijder bloedrijk is , zalmen eene ader op den arm laaten , en hem het Nitrum toedienen : 'er wordt mede een verkoelende leefregel vereischt; nevens het lijf door eenige zachte buiköntlastmiddelen open te houden: wanneer de volheid der vaten verminderd is, kanmen den koortsbast met veel voordeels geeven. In het neusbloeden kan de lijder bloedftelpende plaatsmiddelen gebruiken, zo als de Roozentinctuur, wijnazijn, enz. JEUK.  ZAKBOEKJE. J53 JEUK. Het eigen foortmiddel voor deze ziekte is de zwavel, die beide heilzaamer en werkzaamer dan de kwik is: bij kan uitwendig in de gedaante van een fmeerzel aangebragt worden , met welk een gedeelte des lichchaams , of in kwaade gevallen, in het geheel, voor alle nachten befmeerd mag worden (a~). Overmits de zwaveldampen , te ruim gebruikt, het bloed kunnen verhitten, ten tijde datmen de doorwaasfeming door het fmeeren ftremt, is het raadzaam datmen den lijder geduurende dat tijdverloop eenen verkoelenden leefregel laat houden, en zig voor de koude doet behoeden. Zo hij bloedrijk of koortsachtig is, moet men (a). Ro Sulphur. viv. prap. §j. Pulv. Rad. fJelkbor, alb. 5jj. Axung. Porcin. |ijfi. M. K 5  ï54 geneeskundig zakboekje men hem eene ader laaten en eenig buikzuiverend middel laaten gebruiken; anders zijn deze ontlastingen onnoodig. venussmet. De venusfmet kanmen verdeelen in een befmettelijken druiper en de volkomene fpaaniche pokken: de eerfte is enkel een kwaal van ontfteekinge , en moet door ontftee. kinsweerende middelen behandeld worden: infpuitingen heeftmen bevonden zo wel het heilzaamfte als het fpoedigfte geneesmiddel te zijn. De volkomene fpaanfchc pokken moeten door den kwik uitgeroeid worden ; waarvan het voordeeligfte gebruik thans onderfteld wordt de infmeering te zijn. Klapöoren kunnen best door kwikfmeeringen verdreeven worden; terwijl de lijder geduuren. de deszelfs gebruik, liet lijf, door zachte buikzuiveringen moet openhouden, ge-  I5J GENEESKUNDIGE VOORSCHRIFTE N van zamcngeftelde middelen die in het verloop van dit Werk onder ééne benaaming voor. komen. PULVIS CONTRAYERV^E C0NP0SIT. Ro Pulv. chel. cancr. compofit. tïrjÖ. Rad. Contrayerv § v. M F. Pulvis. TINCTURA THESAÏCA, Ra Opii ptir. 3 ij. Croc. Caryophyll. a. 3 j. Vini Pint. j. M rjf Macer. per hebdomad. frigide, dein cola. AQUA ALEXETERIA SPIRlTUOSA CÜM ACETO, Ro HB. MentK. Arigelic. a fg f5. Summit. Abfinth. §iv. .S/>. w»/ reSttificat. galhn j, Aqu.e pur. q. f. Ace-  156 GENEESKUNDIGE Aceti. Pint. j. M. & deftilla ad gallon j. ZOUTDRANIl, OF BRAAKSTILLEND MIDDEL VAN RIVERIUS. Ra Succ. Limon. §j. Sal. Abfinth. q.f. *d pknam faturationetn. M. ELIXIR PAREGORICUM. Ra Flor. Benzoin Opii pur. *a, 5 j. Camphor. 9 ij. 01. Sem. Anift. 3 f5. Sp. Vini reStificat. Pint. ij. M. COAGULUM ALUN1NOSUM. Ra Album. ow'. q. v. Alumin. q. fi. , M. F. Coagulum. AQUA CINNAMOMI SPIRlTUOSA. Ra Cinnamom- Sj>. Vini Gallon, j. Aq.  VOORSCHRIFTEN. 157 Aq. pur q. /. M. & deflillla ad gallon j. DECOCTUM ALBUM. Ro Corn. cerv. calcinat. gij. Gumm. Arabic, gij, Aq. pur. Pint. iij. . M. Coq. ad. Pint. ij, dein cola. SPIRITUS MINDERERI. Sal. Alcul. fal. Ammoniac. q. v. cui adde paulatim Acet. deflillat. q. J. ad plenam faturationem. L A C AMMONIAC 1. Ro Gumm. Ammoniac. Jij. Aq. Pulegii Pint. j, M. & Tere invicem in mort aria, DECOCTUM COMMUNE PRO CLYSTERE. R» Fol. Malva. Flor. Chamomill. Sem. Foenicul. dulc. a. §13. Aq. pur Pint. j. M. coq. C53 cola. Ex-  i58 GENEESK. VOO E SCHUIF TEN. EXT R A C TOM CATïlARTlCUM. Ro Aloës Socotor. Colocynth. gvi. Scammon. Cardamom. min. a^fi. Sp. Vini. Pint. j. M. CS3 macera per quatuor dies caiidè, dein cola £f exficca ad confistentiam majpz piluiarum. PHILONHIM LONDINENSE. Piper alb. Gingiber. Sem. carui. a, Opii. pur. 3vj. - Syr. Papaver, alb. §viij. M. TINCTURA SACRA. 3^0 /Mes Socotor §vüj. Cort. Winteran. ïjij. Vmi Pint. X. M. F. TinEl. VINUM ANTIMOWI-AlLi:. ytfi Croc Antiman, tot. §j. Vini Pint. j £5. il/. .F. 7?»& EINDE. ELAD,  BLADWIJZER. , . . •, . A. . ' >MH Aanbeijeu * Blz. 150 B. Blocdpis . . . . .143 Bloedfpouvven . 63 Bloedvloeijing .... 152 Borstöntfteeking . ... 56 Bort .. . . . . 82 Buikloop 83 D. Darmöntfteeking .... 78 Dans van St. Vitns . ... 148 Droppelpis » . . . 98 E. Engborftigheid . . • i=P G. Galblaasfteen . • • • pi * Geelzucht . 91 Geraaktheid . ' • • lo? Geflooten kaak . . . i°6 Gillende verltikking ... 55 Graveel. ..-.«• 97 •H. Hersfenóntfteeking . * • 34 Heupjicht. . . • » '34 Hoest  ióo B L A D W IJ Z E R. Hoest . . . , 65 Hoofdpijn .... 98 Scheelc . . . 100 Iloofdzuizeling . . . 102 J- Jeuk . . . • 153 Jicht . ,. . . J39 K. Keelöntfteeking . . . .. 37 Kwaardaartige . . 39 Kinderpokken ... .26 Kinkhoest . . . . 61 Klierzwellingen . . . . 71 Kolijk ..... 69 Koorts, Gal- Verpoozeude ... 4 — Gevangenis- of Gasthuis . . 6 Melk- . • • • 21 — Purper- of Kraam- . . 19 , Scharlaken ... 17 - Teering- . . . . 23 . Tusfchenpoozende . . n —« Zenuw- .... 14 ~—— Zinking- . . . . 18 Koude Pis .... 98 Kraamvloed, opgeftopte • • 122 _ overmaatige . • I24 Krqn-  BLADWIJZER. *ft Ktonkel , . . ..78 L. Leverüntfteeking » » . ♦ °7 jLongöntfteeking . ■"' • • • « M. . Maagöntfteeking - • * • ^7 Maandftonden opftopping , . • . • 1I& overmaatse vjoeijing . n9 Mazelen . . • 2* Middenfchotsöntfteeking . . 67 Moederkwaal . • « f 111 N. Naweeën . • • . " ' O, Onderbuikzijde ziekte • • 111 . Oogöntfteeking . . . • 3S P.' Pisafloop J44 Pisvloed ..... I42 R. Roodeloop . • • • ' ^ Roos 33 S. Scbeele hoofdpijn . . » ,100 Scheurbuik. . .. H5 Steen . .* . • . • W L Stuip-  162 r, L A D W IJ 2 E n. Stuiptrekking der kraamvrouwen. ... , T. Trommelzucht,. . , , 95 # . . .v., . / Vallende ziekte . . . .na Venusfmet , . ,, . . 154 Verlamming . . , . . . 136 . Voeteuvel, . . , , .139 Vrijfterziakte , . , . . . . u8 $ . '. , Wi\ " r rè&lbgjlij Waterhooftl, inwendig . * . 103 Waterzucht . . . . . 138 Witte vlöed * . ' . * . * . . 121 Wormen . . « 149 * ' Z. *' Zijdewee ..... 56 Zinkingvloeijing »" . • . 131. •E I»N D E.