Boekbinderij Drukkerij RUSTENBURG Tel.62 17 78 Amsterdam Bibliotheek Universiteit van Amsterdam 01 3392 3649   SCHEIKUNDIG ONDERZOEK VAN DE ROODE BAST VAN KINA   Scheikundig onderzoek VAN DE ROODE BAST VAN KINA, Zoo ook van die welke voor deeze in gebruik geweest is, met bygevoegde vergelykende aanmerkingen en korte Hiftorie van de Bast Van KINA. Voorgeleezen in de Koninglyke Academie der Wetenfchappen te Berlin, den 4de july 1783." Door den Geheime-Raad CO TH E N i U S, Éerfle Lyfurtz van zyn Koninglyke Majefleh , Genétaal ilof - Medicus, Direcïeur van het Konaig^k Oppercollegie, &c. &c. cfr. overgezet door JOUANN. THEO DOP,. P T l. Vit het Hoogduitsch Vertaald door Jan adriaan saxe5 Med. Doft. te Amflirdam. Te AMSTERDAM, By P. H A Y M A N. MDCCLXXX1V.   AAN DEN NEDERDUITSCHE L E E Z E R. S^ltsï^aar de roode Kina thans algemeen in W n ** , , • , ^ >2j het gebruik is geraakt, en het uit ©2RÉ® , TO . de Waarneemingen, die men m Engeland, Frankryk, Duitschland, en ook in ons land daaromtrent gedaan heeft, genoegzaam blykt, dat dezelve in zommige gevallen den voorkeur booven de gewoone Kina, die men tot hiertoe gebruikt heeft, verdient zo kan het mynes bedunkens aan niemand , die in de bevordering der geneeskunst eenig belang fteld , onverfchillig zyn, dit middel , zo ten aanzien van deszelfs natuurlyke Hiftorie , als ook en wel voornamentlyk ten aanzien van deszelfs beftand-deelen, en derzelver onderlinge eevenreedigheid naader te leeren kennen. En het is met dit oogmerk, dat ik de vertaaling van deeze korte verhandeling, voor veeleu * 3 my-  vi aan den nedeeduitech' lffzer. myner land- en kunstgenooten niet ondienftig gcoDideelt hebbe. De beroemde Schry- ver heeft meer Scheikundig als Geneeskundig deeze foort van Kina onderzogt, en is dus, voornaamenlyk gefchikt om ons de beftanddeelen te leeren kennen , terwyl het werk van den geleerden Heer saunders, waarvan men my gezegd heeft, dat eene nederduitfche vertaaling vervaardigt wordt, meer ingericht is, om ons de heüzaame uitwerking van dit geneesmiddel in verfcheidene ziekten te leeren kennen, cn ons te overtuigen, dat het bederf en koorts-wecrende vcrmoogen in decze foort van Kina veel fterker is, dan in de gewoone. Voor het overige is de .Uitflag der Scheikundige proeven van den Heer saunders overeenkomftig met dien van onzen Schryver. JJN ADRIJJN SAX& VOOR-  VOORREED E. poedert dat de Engelfchen hekend gemaakt hadden , dat zy eene byzondere foort van roode Kina van een Spaansch Schip gekaaperd hadden , welke zig niet alleen door haar uiterlyk aanzien, geheel van de gewoone Kina , welke men zeden lang in de Apotheken gewoon was te hebben, onderfcheide, maar ook deeze in kragt en werkzaamheid verre overtrof, zoo tras men hierop opmerkzaam, nienwsgierig deeze nieuwere betere foort te kennen en te beproeven , en mistrouwende de voorheen in gebruik , en zo lang goed genoeg geweest zynde focrie. Men geloofde, deeze was tot hiertoe uitfchot geweest, maar deeze nieuwe roode foort was de waare, egtet beste foort van Kina, zy was die, met welke morton, sïdenham, en andere oude artzen eertyds zulke voorireffelyke geneezingen verrigt hadden, die nu niet ineer gelukken wilden , om dat wy geen egte en * 4 on-  vin VOORREED E. onvervalschte Kina. meer in de Apotheken had* den, maar dat dezelve altoos met andere feorten van basten vermengt , of op veelvuldige andere wyze vervalscht was. Deeze Enthufiasmus voor dit nieuwe middel ging zoo verre , dat zommige reeds den nieuw begonne zee-oorlog voor minder ongelukkig hielden, dewyl men daardoor tot ontdekking van een zoo voortrejfelyk geneesmiddel gekoomen was. In hoe verre deeze lofuitingen ge-, grond zyn ofniet, wil ik daar laat en, en aan meer beproefde en herhaalde waarneemingen overlaaten. Hier in Berlin had dezelve nog geen hyzonder geluk gemaakt, en vermits hier reeds in den be-. ginne drie of vier onderfcheiden foorten van roode Kina, verkogt wierden, zoo moejie dit natuurlyk den geneesheeren opmerkzaam maaken , en eenen niet ongegronden achterdogt verwekken, dat ook hier reeds eene vervalfching plaats had, te meer daar ook reeds de Hollanders hiermeede handel dryven, en het onbegrypelyk is, hoe van een eenig Scheepslading, die naar Engeland kwam, zo een groo-  VOORREED E. i* gtóote voorraad daaruit gekomen is , dat byna ganseh Europa daarmede verzorgt wierdt. (*) Hier van daan dat men op deeze last niet vertrouwde , en dezelve werklyk nog niet menigvuldig genoeg gebrnikt is, om door ervaring iets lepaaldelyks van haar vermogen en werkzaamheid te kunnen zeggen. Zo veel zig uit de weinige proeven die ik daarmede gedaan heb, opmaaken kat, zo fchynt deeze roode Kina in der daad zaamentrekkender , en voor het groot/ie gedeelte werkzaamer te zyn, als die voor deeze in gebruik was. Dit hebben ook myne vrienden selle, stosch, voitus, fflHERz, waargenomen. De Heer camper, welke het gebruik van deeze last in Friesland ingevoerd had, en voortreffelyke werkingen daarvan in verfcheidene ziektens wil ondervonden hebben, gelooft bemerkt te heb- laii (*) Ik heb in verfcheidene Apotheeken een foort van roode Kina gezien, welke veele Jaaren als uitfehot daar geleegen had , en bjna geheel met deeze nieuwe bast, die men van buiten 's lands krjgt , overeen koomt, tVie Jlaat ons daarvoor in , dat vreemde drogisten zig van dit voordeel niet bedienen zullen ?  * voorreed e. ben , dat fes drachmen van deeze roode Kind even dat zelfde uitwerkte, wAt een once van de gewoone Kina deed. Hier mee de komen de waarneemingen, hier gedaan , overeen. Ik heb nog onlangs by eenen 11 jaarigen grys den vierden aanval van een derdendaagfche Koorts , die allé kenmerken van een fcbris maligna apopleclica had, met fes drachmen van deeze poeder gelukkig weggenoomen , zonder dat eenig kwaad toeval daarop gevolgt zy. Den volgende tyd zal leeren, of dit middel in die roem, daar het thans in is, blyven zal, dan of het niet veel meer het noodlot der meeste nieuw tilt gevondene middelen ondergaan zal, eerst algemeen geprezen, dan algemeen in alle ziehens dikivils zonder agt te ftaan op oorzaaken, tyd, en ómftandigheden, gebt utkt, en eindelyk vergeet en te worden. Navolgende bladeren bevatten eenige proeven welke onder opzicht van onzen waardigen Heer geheimraad en eerfie Koninglyke lyfartz coth enius in de gewoone hof-apotheek met deeze' roode  VOORREED E* xi roode Kina zyn genoomen, beneevens de proeven , welke in tegenoverftelling van deeze, met de gewoone, en voorheen in gebruik geweest zynde Kina, zyn in het werk gefteldt^ als meede eene korte gtfchiedenis van den koortsbast in het algemeen, ea. lygevoegde aanmerkingen over deeze nieuwere foort, en derzelver onderfcheid van de voorheen in geIruik geweest zynde. Zy waaren tot een verhandeling voor de gewoonlyke Koninglyke Academie der wetenfchappen beftemdt, in welkers opent lyke vergadering zy ook den a,den July deezes Jaars voorgeleezen zyn , en in het volgende deel deezer gedenkfchriften, 't welk aanftaande Jaar uit zal koomen, afgedrukt zullen worden Edoch, daar het bykans nog een Jaar verhopen kan, eer dit deel in het ligt koomt, heb ik geoordeeld het publiek geen onaangenaame dienst te doen, indien dit kleine fluk vroeger, en door eene duitfche overzetting algemeener bekendmaakte. Ik leevere het zelve hier, en wel zoo trouw als moogelyk is, volgens het op/iel, my door den beroemde Schryver zelve medegedeeld. Wie  *ii VOORREED E. Wie het geluk heeft deezenwaardigen gryt, dié nog in zyne zoo hooge Jaaren , die weinige oogenHikken, die zyne bezigheeden hem toelaaten, aan zoo nuttigen arbeid bejieedt, en zyne nauwgezette opregtheid van naby te kennen, zal geen oogenblik aan de waarheid deezer proeven twyfelen. Die geenen egt er, die alles in twyffel trekken, is geen let ere raad te geeven , dan dat zy alle die proeven,met dezelfde onzydigheid ,en nauwkeurigheid zelfs herhaalen. Beilin den 22ftenSept. 1783. Den Vertaaler.  Pag. t <*ie de opéntlyke Nieuwe 5 t H 3 ; bladeren geleezen heeft, zal «w-sie»* zig veelhgt nog herinneren dat in denjaare 1779 een Spaansch met Koopmans goederen btiadene Schip , welk van Amerika terug naar Spanje zeilde, van cenenEngelfche Kaper genoomen s en naar Engeland gevoert wierdt. Onder andere Waarcn vond men in het zelfde veele hondert ponden Kina, welke de Londener ApoA the-  ( * ) thekers by de opéntlyke verkooping als gewoone Kina opkogten, dog by nauwkeuriger doorzicht met ter haast gewaar wierden dat deeze zoort van Kina zeer veel verfchilde van die, welke men gewoonlyk uit Amerika krygt, zy deelden haare ontdekking aan de daar zynde Geneeskundigen meede, en daar deeze insgelyks zulk een onderfcheid bemerkten, zoo hielden zy het der moeite waardig, met dezelve eerftelyk in de opéntlyke Ziekenhuifen, en daarna ook in haare byzondere Practyk Proeven met dezelve aanteftellen, zy wendede dezelve by verfcheidene Kranken aan, cn bevonden, dat byzonders by eenige foorten van Koortfen deze nieuwe foort van Kina zig veel kragtiger, als de gewoone Koortsbast betoonde en §e-  ( 3 ) éerien grooten voorkeur boven deeze had (*). Dit bragt hen natuurlyk op die gedagten , dat dezelve die foort van Peruviaanfche bast zyn moest., van welke eertyds de beroemde sydenham en morton zulke heerlyke, en in hunne tyd zulke verbaafende werkingen gezien en befchreeven hebben, en dat de oorzaak, waarom deeze werkingen daarna minder aan de verwagting van laatere Geneeskundigen beantwoordede, eenig en alleen daar in te zoeken zy , dat deeze goede foort niet meer zo menigvuldig te bekoomen was, en dus van tyd (*) Zie Obfervat'tons oh the fupertor efficacy of the Red Venman — Barck by William Saunders D. London 1782. Van dit Boek zal binnen korc een duitfche overzetting in het lijjr koomen. A 2  (4) tyd tot tyd flcgtere foorten verkogt wierden. De Geneesheeren hier te lande, door deeze berichten opmerkzaam gemaakt, wenschten niets meer, dan geIcgendheid te hebben, de werkingen van deeze zo hoog gepreefcn Koortsbast naadcr te beproeven, en het duurde ook niet lange, of men vond er reeds eenigen voorraad van in onze Apotheken. Het fchccn my wel der moeite waardig, de beftand-deelen deezer zo zeer geroemde roode Kina, en waar, of waarin zy zig van die geene, welke men gewoonlyk in de Apotheken aantreft, onderfchcidede T door fcheikundige ontleding nader te onderzoeken, en op die wyze ontffconden de volgende proeven, welke, dewyl myne bezig-  (5) zigheid en myne ouderdom my niet meer toelaten my zelfs met fcheikundige proeven bezig te houden, onder myn opzicht in de gewoone Koninglyke Hof-Apotheek zyn genoomen, en welke ik my de eer geve Uw Myne Heeren tegenswoordig voor te leezen. Veelligt egter is het u niet onaangenaam , wanneer ik vooraf in het algemeen een weinig in een kort uittrekzel zegge, wat tot het gefchiedkundige van deeze zo zeer beroemd gewordene Koortsbast behoordt. Dat de Indianers by toeyal tot deeze ontdekking gekoomen zyn is zeef waarfchynlyk, of zy egter zulks van de Leeuwen geleert hebben , welke, gelyk een Gefchiedfchryvcr zegt, zeer van koude koortfen aangetast worden , en uit een byzondere injlintl A 3 zi§  ( 6 ) zig van dit middel bedienen , of dat zy zulks by toeval verfchuldigt zyn, dat eens een Indiaan om in de hitte der Koorts zynen dorst te lesfen, uit eenen bak gedronken, waarin eenige Kinabpomcn gevallen, en daardoor van zyn Koorts zoude zyn herfteld geworden , is te onzeker , dan dat ik my daarmeede zoude ophouden. Zp veel egter is zeker dat aan de Indianers deeze Koorts-verdreivende kragt reeds voorheen is bekend geweest, eer de Spanjaarden in het land gekoomen zyn, zy verbergden het nograns zorgvuldig , uit haat tegens haare overwinnaars tot in het Jaar 1638 , wanneer een Spaanfche Gouverneur of Corregidor van Loxa, waar deeze boomen voornamentlyk groeijen , de kennis van dit middel van  (7 ) van een Indianer kreeg , welke hy hem uit dankbaarheid voor ontfangene weldaaden ontdekte. Wanneer niet lange daarna, dat deeze Corregidor bovengenoemde ontdekking gedaan hadde , de Gemalin des Vicekonings van Peru, toenmaalige Graaf van chinchon , zeer lang aan een hartnekkige Koors ziek leidede , en deeze (Corregidor van Loxa) zulks gewaar wierdt, fchreef hy ten eerften aan den Vicekoning , dat hy een onfeilbaar middel had, waarmeede hy beloofde zyne Gemalin met der haast en zeker tot gezondheid te zullen brengen, wanneer zy hetzelfde naar zyn voorfchrift wilde gebruiken. Men liet hem naar Lima koomen , en eerstlyk Proeven ;met dit middel aan verfcheide andeA 4 re  (8 ) re Lyders, met de Koors bchebt, iif het werk ftellen, dewyl nu deeze allen zeer gelukkig afliepen, zo nam ook de Vicekoningin dezelve, en was binnen korten tyd van de Koors bevrydt. Deeze geneezing maakte veel opzien , de Vicekoninginne liet eene groote menigte deeZer wonderdadige Koortsbast van Loxa koomen, welke zy met het gelukkigst gevolg aan alle noodlydendc voor niet uitdeelde, waarom men ook vervolgens dit middel Poeder der Gravin {Puk vis Cumitisfce) noemde. By de terug komst des Graaven naar Spanjoa wierdt het met der haast algemeen, eerstlyk in dit ryk, en ver^ volgens verder in Europa bekend, dewyl het toenmaals grotendeels in de handen der Jefuiten was, welke hei  (9 ) het in den beginnen om niet uitdeelden, naderhand egter zig duur genoeg betalen lieten , kreeg het den naam van Jefuiten Poeder, {Pulvis Patrum, Poudre des Jefuites) daarna ook Cardinaals Poeder, {Pulvis Cardinal)s de Lugo,) van Cardinaal de Lugo, Pater Provinciaal der Jefuiten in Amerika, welke het eenïge tyd daarna in den Jaare 1649 naar Rome bragt, en daar bekend maakte, ook den toenmaaligen Dauphin, naderhand Koning van Frankryk, Lodewyk de veertiende, by zyne doortogt van een hardnekkige Koors daarvan bevrydt zoude hebben. Daar in den beginne dit middel zo fterk was gebruikt geworden , en men de boomen niet verfchoont had , zo wierd dezelve binnen kort zo zeldfaam en zo duur in A 5 prys,  ( io ) prys t dat het aan zilver gelyk ge~ fchat wierdt (*). Dit, en de tegenkanting van veele geneeskundige, welke alle kwaade toevallen, die niet van het middel zelfs, maar van deszelfs ontydig gebruik ontftonden, dikwils ook inde verfchillende ziektens zelfs natuurlyk geleegen waaren, uit vooroordeel aan dit onfchuldig middel toefchreeven, was oorzaak, dat deeze koortsbast een geruime tyd geheel in vergetelheid geraakte, en weinig of in het geheel niet gebruikt wierdt. robert tabor of gelyk eenige wil- " •(*) DeLyfartz van de Graaf dc chinchon lopez de vega heeft in den beginne het pond Kina vcor hondert realen verkogt. Zie Rahn Adverf. Med. pr. T. I. p. 9 Uit Sebafl. Badus Antifi. Cortkis Peruv. 8. Genua: 1663.  (ii) willen talbor een Engelfche, en volkoome Kwakzalver, bracht egter dit middel 1697 wederom in naam, door hem was het niet alleen in Engeland, maar ook in Frankryk, en wel hier onder den naam van Engelsen, Koorts-Poeder beroemd, egter hield hy het zeer geheim, en het zoude veelligt nog lang onbekenden een geheim gebleven zyn, zo niet Lodewyk de Veertiende, Koning van Frankryk, aan wien zo veel welgelukte geneezingen, die daarmeede gemaakt wierden, waaren aangepreezen geworden, het zelve van den bezitter voor 2000 Louis d'Ors, en eeven zo veel France Jaarlykfche Lyfrenten, waarbyhy hem te gelyk tot Ridder maakte, afgekogt, en ten beste des menfehdoms algemeen bekend tc maaken bevoolen had.  ( 12 ) had. (Zo weet een Kwakzalver een middel wederom te verheffen, dat zo veele Geleerde mannen niet vermoogt hadden in naam te houden.) Wat nu de natuurlyke gefchiedcnis, en befchryving van deeze bast, des booms, waarvan zy ingezamelt word, cn de wyze des inzameling betreft, zo vinden wy hiervan de beste naricht en nauwkeurigfte befchryving door den Heer de la condamine in zyne berichten van Peru, welke hy 1758 de Academie der Wetenfchappen te Parys overgezonden heeft, cn waarop men des te meer vertrouwen kan, dewyl het bekend is, dat deeze voortrcffelyke natuurkundige byzonder daarom in Gezelfchap met den Heer jussieu, die reis naar Peru ondernam, om van deeze Boom, die men tot hier toe in Eu-  C 13 ) Europa nog niet kende, en van de manier, op welke die bast ingezamelt, en tot verzending toebereid wordt, nauwkeurige ondervinding te verkrygen. Men vind deeze berichten op het nauwkeurigst van hem verzamelt beneevens een zeer fchoone koopere Plaat, in de G edenkfehriften der Paryfche Academie der Wetenfchappen van den Jaare I/83. De Boom is van natuur fterk en hoog, menigmaal ter dikte eenes mans ligchaam, en daarover gegroeidt. Edoch zyn zoortgelyke fterke en groote Boomen zeer zeldzaam, door het menigvuldige affchillen gaan zy ligt uit, er worden thans befwaarlyk Boomen gevonden, die meer dan twaalf tot vyftien voet hoog, en dikker dan een mans arm zyn. De  ( H ) De Ridder l i n n m u s reekend d eéze Boom onder de plantte contortae, en noemt hem cinchona officinalis paniculata brachiata. De gemeénlyke bloemenfteel ontftaat uit de holte der bladeren, en deeld zig in veele kleine fleelen, waarvan ieder een bloem draagt; De bloemenkrans heeft maar een blad, treg ersch-gewys, gelyk by een Hyacinth i inwendig fchoon rood, uitwendig bleek met eene witagtige wolle. De Zaaddoos heeft de gedaante van een olyf, en wordt door een middelfchot juist van boven tot onder in twee gelyke deelen gedeelt. De bladeren zyn enkeld, op de wyze van een ey, puntig, hangen aan eigene fteelen, en zyn tegen over elkander geplaatst. (*) De (*) Zie LiNNiEUS fpes. plant. edh. % T. i. P>  ( 15 ) De Boomen ftaan afzonderlyk onder andere Boomen, haar Vaderland is de Provincie q u i t o in Peru , waar zy voornaamentlyk groeijen op de bergen , die in den omtrek van een myl rondom Loxa leggen, dog vind men ook deeze Boomen op de gantfche keeten van bergen, welke zig van daar tot op 25 tot 30 mylen, ten zuiden, en aan de andere zyde byna 20 mylen ten noorden uitftrekken, ja men vind ze zelfs groeijen om de oever der klyne beeken van die landftreek. ulloa vond dezelve ook op de bergen van Euenza (*). De p. 244. Syflem. Nat. ed. XII. p. 164. Getier, plantar. p. 91. No. 288. eiusdem Matir Msd. e& SCHltEBERI p. 6l. No. 78. GEOFFR.CJ X Mat. Med. T. II. p. 266-268. (*) Zie deszelfs Foyage de FAmeriaw Merh dhnak T. I.  ( iö) De bast wordt niet een mes varl de boomen afgefchilt, en met dit affchillcn wordt zo lang voortgevaaren tot dat de boom geheel kaal is, daarop aan de vrye lugt onder beftendig omkeeren bloot gefteldt, waarby byzonder dit moet in agt genomen worden, dat zy niet vogt worden, wyl zy alsdan terftond bederft. Deeze arbeid wordt van September tot in December voortgezet, dewyl men op dien tyd aldaar het droogfte weedcr heeft. De jonge boomen leiden (volgens het zeggen) niet zeer door het affchilleri, maar geeven daarna jonge fpruiten uit den wortel, en planten zig in diervoegen wederom zelfs voort. Edog het is met dit alles te vreefen, dat door den tyd, daar men den frisfchen aanbouw geheel verwaarloost, de-  C f? ) dezelve daarna zeer zullen uitloopéff, en op die wyze een groot gebrek van dit heerlyk en byna onontbeer* lyk geneesmiddel ontdaan zoude. Eertyds hield men die foort van bast voor de beste, welke op deil berg Cajanuma, omtrent twee en een halve meil van Loxa, alom ingezamelt word:. Naa de werkzaamheid deezer bast van Loxa meer algemeen bekend wierdt, zo ontftond wel draa een gebrek daarvan, en doordien de boomen rond om Loxa niet toereikende waaren, zo veel basten te leeveren, als van alle oorten verlangt wierdt, zo maakten de inwoonders alreeds hun werk er van om andere basten met hen te vermengen, en zo te verzenden. In West-Indien zelfs onderfcheidt B men  ( 18 ) men drie tot vier foorten van Kina, eene witte, eene geele, en eene roode of roodverwig; van welke de eerfte foort de flegfte, en een geheel ander aard is, die twee anderen fcheinen egter niet weezentlyk verfchillende te zyn. Zy heeft verfcheide naamen bekoomen, waarvan eenige alreeds hier boven aangehaald zyn, Quinquina houdt de Heer de la condamine voor een Amerikaans woordt, in Teru zelfs egter wordt zy Conteza ook Cascara de Loxa of bast van Lcxa, insgelyks Cascarella dat is kleine bast genaamt, van deeze gelooven eenige, dat zy voor de ontdekking der egte Koortsbast, in dit Waereld-deel tot verdryving der Koorts gebruikt zy. Daar met der haast een gebrek aan  ( 19 ) aan egte Koortsbast ontftond, zo verzon de gewinzugt fchielyk in den beginne verfcheidene middelen, waardoor de koopers bedroogen wierden, deels tragte men oudgewordene en bedorve Kina, door dezelve te weeken in eene ontbinding van Aloë, haare verloorene bitterheid, en verwe weder te geeven, en mengde dezelve zo onder andere, of mén vermengde zelf andere basten daarmcede. Zo zegd men dat dikwyls de Cascarillbast, en die van Mahagoni-hout, welke de Koortsbast zeer gelyk zyn, en insgelyks als een Koortsmiddel in Jamaika gebruikt wordt (*), meenig- maa- (*) Zie de brief van den Heer Hofraad loders aan den Heer Berg-raad buchholtz (uit Londen) betreffende de Mahagoni bast, en roe- B 2  ( 20 ) maaien voor deeze verkogt worden, volgens den Heer j a cqu in behoort ook hiertoe de bast van den Cincbona Charibcea L. een jong boomtje, welke om de ftreek van Havana en Domingo groeit, en welke de waare Kina in fmaak, cn kleur zeer gelyk is, egter in kragten haar niet evenaart (*). . Het Linneifche geflagt Achras onthoudt vier foortcn, welkers bast volgens brouwne (*) met deeze veel overeenkomst heeft, en in Amerika meenigvuldig voor deeze gebruikt wordt, roode Koortsbast vrin 8 April 1783, in de Nederduitfche Mercurius 1783. July p. 31. ff. (*) Zie jacquin Hl flor. felecl. flrip. Americ. p. 81. en Tab. 179. fig. 95. gleditsch Mnküuna in bit SBifleufdjafft ba Strjaieiuiittd ÏI> II. ebfd;ti.K 2. p. 295. (*) Zie Nat. Hl flor. of Jamaica p. 11.  (21) wordt, zy heeft even dat bittere, en zaamentrekkende der Koortsbast, en het Extract daarvan veel overeenkomst met dat, van de Kina hebben'. Edog hebben de proeven, welke men in Engeland daarmede gemaakt heeft , niet beantwoordt aan het geen, wat men in Amerika daarvan gezegt heeft. Eene afftamming daarvan, welke byzonders geprezen wordt, is die Achras Sapota L. waarvan de Heer brouwne (*) en jacquin gefchreeven, en ten laatften eene fchoone afbeelding (*) gelevert hebben, welke inst gelyks betuigen, dat zy dezelfde heelkragt bezit, als de Koortsbast. Ook de bast van de zogenaamde Tul- (*) Zie /. c. p. aoo. (*) Zie /. c. p. 58. en Tab. XLI. B 3  ( *2 ) Tulpenboom (Lyriodendron tulipifera L.) wordt in Amerika van eenige met de Kina gelyk gefteldt, en ook voor deeze gebruikt. Dit weinige heb ik nodig geoordcelt vooraf te laaten gaan, thans zal ik de proeven zelfs aanhaalen welke met deeze bast zyn in het werk gefield; om egter des te zekerder het onderfcheid naatefpeuren, (welke tusfchen deeze nieuwe foort, en die geene, welke tot nog toe gewoonlyk is gebruikt geworden, plaats heeft, heb ik met beide de foorten dezelfde proeven laaten doen, dewyl men daar uit best ontwaar worden kan, waarin zig den een van den ander onderfcheid. Wat het uiterlyk aanzien betreft, zo is de zogenaamde Spaanfche of roo-  ( 23 ) roode Kina van verfchillende dikte. De meeste (lukken, welke wy hier gekreegen hebben, waaren bykans drie lynen dik, en fcheenen uit drie lamellen of laagen te beftaan, welkers buitenfte, of zogenaamde Epidermis eene ligtgrauwe, harstagtige fchil had, het middelfte is roodbruin, en het binnenfte insgelyks van een meer in het rood vallende bruine kleur, zy is in kleur byna gelyk aan eene donkere Casfia lignea, en is gebrooken zynde draaderig en houtagtig (*). Zy (* ) Het is bekend, dat by de meeste boomen alle Jaaren eene zodanige verandering der basten voorafgaat, dat datgeene, wat thans bast is, in Tenors overgaat, en deeze wederom hout wordt. Door den tyd groeijen alle deeze weederom met elkander, men kan egter in deeze dog nog altoos ieder kring duidelyk kennen, die zig is- B 4  ( 24 ) Zy Iaat zig gemakkelyk tot poeder brengen, wanneer zy in het begin, als zaagfel uitziet, wordende egter door aanhoudend (tampen fyner, zo dat zy zig dan door een feine zeef flaan laat, en dan een fyn, roodbruin , Casüa gelykende poeder geeft. De fmaak deezer bast is bitter, en zaamentrekkend, een byzonder uitmuntende , of eige reuk bemerkt men byna niet aan hem, meenigmaa! iets na dof of vogtig hout gelykende. De gewoone of ordinaire Kina beftaat gemeenlyk uit dunnen, ingedroogd ieder Jaar aan de bast vast zet, en van den andere onderfeheiden is, des kundigen bedienen Sjig van dit teken nevens anderen, om den ouderdom des booms te bepaalen.  ( 25 ) droogde pypen, welke zelden meer als twee laagen of lamellen vertoonen, flegs by groffere foorten bemerkt men mcenigmaal drie, de uiterlyke zyde ziet insgelyks ligtgrauw, de binnenfte egter geelagtig. De feinere pypen breeken kort af, aan de groffere egter bemerkt men eenen draaderigen houtagtige breuk» Zy fmaakt insgelyks bitter, zacht, zaamentrekkend, egter niet zo fterk als de roode, in reuk koomt zy deeze gelyk (*). Zy laat zig reeds, zwaarder als deeze tot poeder brengen ( * ) Deeze doffe reuk fchynt enkel een gevolg daarvan te zyn, dat die bast by inzameling niet behoorlyk gedroogt, en zo veel vogt, die daarna dof wordt, by zig heeft behouden. B5  (26) gen en ziften, de poeder is helder van kleur, geelagtig , byna kaneelverwig. De fwaarte des roode Kina poeder tot die der gewoone is aldus gefteld, dat een glas, welke met deeze los aangevuldt, vyf drachmen woog, met deezen, de gewoone op gelyke wyze gevult, flegts vier drachmen en vyf en veertig grein, alzo vyftien grein minder woog. Strooit men van de tot poeder gemaakte roode Kina iets op gloeijende kooien, zo ontftaat er een bitteragtige rook zonder eenige balfemagtige reuk. Even dit zelfde gefchied met de poeder der gewoone Kina, waarvan men insgelyks een bitteragtige reuk bemerkt, de voorige egter in fcherp- te  ( 27 ) te overtreft en een byzondere jeukte in de neus en oogen veroorzaakt (*). PROE- (*) Al het geen de Schryver hier, omtrent het oogenfchynlyke onderfcheid tusfchen de roode en ordinaire Kina, aanmerkt, koomt volkoomen overeen , met het geen de Heer saunders in het hier vooren aangehaalde werk3 omtrent dit onderfcheid zegd. Zie /. c. f. 17.  ( 28 ) PROEVEN met de gewoone KINA. Eerjie proef. Twee oneen van de gewoone Kina, zyn op gelyke manier met festien oneen koud gedeftilleerd water uitgetrokken geworden. De kleur van het vogt was wit-geelagtig, en bitter van fmaak. Door het vitrioolzuur wierd ook de kleur niet verandert, en daar volgde ook geen nederflag. Het van zelfs gevloeide wynfteen-oly verfde het iets donker , egter fcheidede zig niet af, maar het opgegotene vogt bleef klaar. Naardat dezelve insgelyks in het damp-  C 29 ) PROE V EN met de roode KINA. Eerjie, proef. Twee oneen roode tot poeder gemaakte Kina, wierden met festien oneen koud gedeftilleerd water overgegoten, dit opgegotene agt en veertig uuren in de koude gefteldt, het water nam een donkere, meer geele kleur en bitteren fmaak aan. Het by voegfel van vitriool-zuur veranderde het bynaniet,alleenlyk wierdt de kleur een weinig helder, daar volgde dog in het geheel geen nederflag van den gedroppelde , van zelfs gevloeide wynfteen-oly, egter wierdt het troebel en donkerrood bruin, ook volgde er een nederflag, die zig geheel niet in water, maar in alkolifeerten wynfteen geheel oploste. Een  ( 30 ) PROEVEN met de gewoone KINA. dampbad uitgedampt wierdt, zo gaf het twee drachmen bitter, gomagtig extract. Tweede proef. Eeven deeze menigte gewoone Kina, met even zo veel kokend gedeftilleerd water overgegoten, gaf insgelyks eene hoogere kleur als in de voorige proef, dan nog de bygemengde vitriool-zuur, nog het gevloeide wynfteen-oly bewerkten eenigen nederflag. Der-  ( 3i ) PROEVEN met de roode KINA. Een gedeelte van het opgegotene vogt wierdt hierop in een waterbad uitgedampt, en daarvan drie drachman en een halve Scrupel Extract, bekoomen, welke onaangezien het uittrekken met koud water gefchied was, dan nog harstagtige deelen in zig bevattcde. Tweede proef. Twee oneen van de poeder deezer Kina wierden hierop met festien oneen kokend gedeftilleerd water overgegoten, en vier en twintig uuren daarmeede in het fandbad gefteldt. Het uittrekfel onderfcheide zig van de voorgaande door eene meer fterkere hoog - geelagtige kleur, het vitrioolzuur deed de voorgaande uitwerking, maar van den ingedroppelde gevloeide wyn-  C 32 j PROEVEN met de gewoone KINA. Derde proef. Het af kookfel deezer Kina op die zelfde manier berydt, was gelyk aan dat van de roode Kina, donker als de infufie, (11) en deszelfs kleur geelbruin, en ondoorfchynlyk. De fmaak daarvan was bitter, zagt zaamentrekkend, en, daar het vier en twintig uuren ftil gcftaan had, doorgezygt, en ui! gedampt was geworden, gaf het zeeven drachmen eenes gumagtige, gelykaartige, wateragtig extract, het welk geelbruin van kleur was , en zig in water geheel weder oploste. Vier-  ( 33 ) PROEVEN met de roode KINA. wynfteen-oly volgde een fterkerder harstagtige nederflag. Derde proef. Twee oneen van de Poeder van roode Kina wierden met festien oneen gedeftilleerd water tot drie herhaalde ryfen opgekookt, de fmaak van dit afkookfel was, en bleef fcherp, bitter, zamentrekkend , en onaangezien het vier en twintig uuren ftil geftaan had, wierdt het nog niet helder, maar zag er bruin en troebel uit. Naar dat men het te vooren door het te laaten neederzinken, en te filtreeren, zo veel als mogelyk was, gezogt had te rynigen, wierdt het over een zagt vuur uitgedampt, waar van dan zeeven drachmen en een fcrupel eenes fcherpe , C bit-  ( 34 ) PROEVEN met de roode KINA. bittere extract, welke donkerbruin van kleur en een byzondere koornagtig aanzien had, overbleef! Dit koornagtig aanzien liet niet zonder grond eene ongelykheid der deelcn van het extract vermoeden. Om dit des te zekerder te kunnen bepaalen, liet men op twee drachmen van deeze extract een once gedeftilleerd water gieten, in zagte warmte ftellen, en vlytig omroeren , om zo veel mogelyk het zelve wederom in water optelosfcn, dit gelukte flegs met een gedeelte daar van, en deeze ontbinding zag nu meer geelagtig-wit uit, en gaf na herhaalde uitwaasfeming des waters eene drachme gelykzoortige, wateragtig extract weder. Het  ( 35 ) PROEVEN met de roode KINA. Het overgeblevene, het welk zig in water niet had laaten ontbinden wierdt met weingeest overgegoten, waarin het zig geheel en zeer fchielyk ontbond. C 2 Vier-  ( 36 ) PROEVEN met de gewoone KINA. Vierde proef. Onder gelyke behandeling was het met de gewoone Kina even eens gefteldt. Het af kookfel was meer witgeelagtig, dog van even zelfde werkzaamheid, en door uitdampen verkreegen wy insgelyks een flymig, geelagtig extract, welke vyf drachmen woog. Vyfde proef Twee oneen poeder van gewoone Kina .met festicn oneen witte wyn overgegoten, en als de voorgaande ge-  ( 37 ) PROEVEN met de roode KINA. Vierde proef. Een once roode tot poeder gemaakte Kina wierdt met agt oneen frisfche Koemelk een half uur zagt gekookt. Als de melk byna kookte, ftolte deszelfs kaasagtige gedeelte, zo als zulks gewoonlyk van zamentrekkende middelen gefchiedt. Het doorgezygt afkookfel zag geelwit, had weinig reuk, en fmaakte flymig, en eenigzins zamentrekkend. Door uitdampen verkreeg men daarvan vyf drachmen van een flymig, geelagtig extract, Vjfde proef. Twee oneen van deeze poeder met festien oneen witte wyn overgegoten en vier en twintig uuren in een fandbad c 3 ge-  ( 38 ) PROEVEN met de gewoone KINA. gcdigerecrt, hebben een geelbruin aftrckfel gegeeven , van een bittere fmaak, en na het uitdampen drie drachmen van een vermengt extract. Sesde proef. Twee oneen van de poeder der gewoone Kina zyn insgelyks met festien oneen wyngecst overgegoten, en vier en twintig uuren in het fandbad gedigereerd geworden, de kleur des wyngeest was bruin, egter doorfchynend, en de fmaak fcherp, dog niet brandend, naar dat de weingeest afgegoten was, behield men twee drachmen harstagtig extract van een bittere fmaak.  ( 39 ) PROEVEN met de roode KINA. gedigereerd, gaf een bruin, ondoorfchynend, verzadigt aftrekfel, van een bittere zamentrekkende fmaak, waaruit men, naar dat het in een dampbad uitgedampt was geworden, een gom, en harstagtig extract tot vyf drachmen verkreeg. Sesde proef. Even op die wyze zyn twee oneen roode Kina met festien oneen wyngeest overgegoten, en vier en twintig uuren in het fandbad gedigereerd. De wyngeest was donkerbruin, en ondoorfchynend, fcherp en brandend van fmaak, en na dat men dezelve, naar vooraf doorgezygt te hebben, afgegoten had, verkreeg men vier drachmen en een fcrupel harstagtig extract, dat fcherp en bitter fmaakte. C 4 Schoort  C 40 ) Schoon uit de voorgaande proeven , en waarnemingen alreeds genoegzaam blykt, dat de roode Kina niet flegs fcherper is, als de gewoone, maar ook dat de reede van deeze fcherpheid moet gezogt worden in de meerdere refmofe deelen, welke dezelve in zig bevat, gelyk dit voornamentlyk blykt uit de derde proef, in welke zig het harstagtige met het gomagtige door het kooken in water, in zyne natuurlyke verbinding wel liet uittrekken, dog afgefcheiden zynde, zig niet verder in water maaralleen inwyngeest liet ontbinden , e. f. v. daarentegen de gewoone Kina meer gomagtige deelen in zig bevat, gelyk ons de derde proef leert (*). Zoo (*) De gevolgtrekkingen welke dc Heer SAUMDtRs uit zyne gednane pioefneeminien waakt kooaisn hier op uit j \\  ( 41 ) Zoo heb ik het dog noodzakelyk geoordeelt nog de volgende Proeven te laaten in het werk ftellen, om zo veel mogelyk ook de overige beftand-deelen deezer Koortsbast nauwkeurig te leeren kennen. Ik hoope en wenfche dat de mededeeling daar van niet geheel zonder nut, en des kundigen niet onaangenaam zyn zal. PROE- i. De roode Kina laat zig gemnkkelyker zo wel in water als wyngeest ontbinden, als de gewoone Kina. 2 Zy bevat een meerder boeveelheid van harstflgtige cn werkzaarac deelen. 3. De werkzaanie deelen van de roode Kina, benouden, niet tegcnfi.aande eene fterke verdunning , hunne merkbaare eigenfchappen in een ftcrker graad, dan eene fterk verzaadigde ontbinding van de gewoone Kina. 4. Zy ondergaat niet zo als de gewoone Kina, door het kooken eene ontbinding der t'zamenftcllende deelen. 5. Zy is meer zaamentrekkender en eindelyk ten 6. Bezit de roode Kina een grooter bederfWeerend vermoogen De voordeden dierhalven, zegd de Heer saunders, die wy van de roode Kina tewagten hpbben, over treffen verre die van de ge< Wüong Kina. C5  C 42 ) PROEVEN met de gewoone KINA. Sevende proef. Even zoo was het gefteldt met de gewoone Kina, als men dezelfde proef op dezelfde wyze daarmeede maakte, er was ook hier niets byzonders te ontdekken. Agtjie proef. Ook met het overgeblevene afkookfel, (vu) van de gewoone Kina maakte  ( 43 ) PROEVEN met de roode KINA. Sevende proef. Twee oneen grof geftotene poeder van roode Kina zyn met twaalf oneen gedeftilleerd water in een glaafe kolf, met een voorlaag voorzien, gedeftilleerd. Het eerst overgegaane water bedroeg twee oneen, had geene vlugtige, maar onaangenaame, en dofagtige reuk, die weinig van die verfchilde, welke men aan de ruwe bast befpeurt. Ook konde men, offchoon men met verfcheidene tegen over werkende middelen proeven in het werk ftelde, niets van byzonderc beftand-declen daarin ontdekken. Ag ijle proef. Een deel van het (vu) in de kolf terug geblevene afkookfel wierd doorge-  ( 44 ) PROEVEN met de gewoone KINA. maakte het daar by gegotene aftrekfel van galnooten geene verandering. Negende proef. Dezelfde proef met de gewoone Kina herhaald , gaf een meer geelbruin afkookfel, het welk insgelyks eenigermate vlug rook, en daarbyiets zaamentrekkend fmaakte. Het Extract was het voorige gelyk, en woog fes en een halve drachme. Tien»  ( 45 ) PROEVEN met de roode KINA. gezygt, en met helder aftrekfel van galnooten gemengt, egter was de kleur daardoor geenfins verandert. Negende proef. Twee' oneen roode Kina poeder wierden met een halve once vlug uit de Ammoniak gefcheidene Alkali vermengt, en deeze menging met festien oneen gedeftilleerd water in een kleine met een helm en voorlaag voorziene kolf, vier en twintig uuren lang in het fandbad gedigereert, daarna doorgezygt en uitgeperst. Het daardoor verkreege vogt was van kleur donker roodbruin, de reuk eenigermate vlug alkalifch, gelyk ook de fmaak, edog iets zaamentrekkend. Naar dat het zelve in het fandbad zagt was uitgewaasfemd geworden, verkreegen wy een  (46) PROEVEN met de gewoone KINA. Tiende proef. Met de gewoone Kina was even dezelfde proef gemaakt, en was onder alle omftandigheeden gelyk aan de voorgaande. Het Extract daarvan bedroeg dertien drachmen. Elf-  ( 47 ) PROEVEN met de roode KINA. een gemengt extractum gummeo-refinofum, feven drachmen aan gewigt, donker roodbruin, waaraan egter geen teken van een vlug Alkalifch zout meer te merken was, het welk zeeker door het uitwaasfemen ontfnapt was. Tiende proef. Twee oneen roode poeder van Kina met een half once zuiver zout van wynfteengemengt,wierden met festien oneen gedeftillcert water tot drie herhaalde ryfen opgekookt. Dit zaamengemengt afkookfel zag rood-bruin, en fmaakte loog-zoutig. liet afkookfel tot de confiftent van een Extract uitgedampt zynde, gaf twaalf drachmen en een fcrupel byna donker fwart-bruin Extract, het welk behalven het loogzoutige nog een zamentrekkende fmaak had,  C 43 ) PROEVEN met de gewoone KINA. Elfde proef Twee oneen van de gewoone Kina gaven op gelyke wyze behandeldt, en met even het zelfde byvoegfel een meer geel-rood troebel aftrekfel, het welk insgelyks en uit diezelfde oorzaaken naar eenige dagen klaarder wierdt. Het Extract:, dat men daaruit verkreeg, woog drie drachmen en twee fcrupel, en had even diezelfde kleur, als de roode , ook even dezelfde reuk en fmaak, als deeze.  ( 49 ) PROEVEN met de roode KINA. had, en welkers meerdere gewigt aan het vast loogzout, dat zig daarin bevindt, was toetefchryven. Elfde proef Twee oneen roode Kina-poeder zyn met vyftien oneen gedeftilleerd water en een half once verdunt vitriool-zuur in eene met helm en voorlaag voorziene kolf vier en twintig uuren gedigereerd geworden, na dat die menging koud geworden, en gefiltreerd was, zag het vogt bleek-geel, en eenigermaate troebel, het kreeg egter naa eenige daagen meerdere klaarheid, terwyl eenige harsragtige deelen van zelfs op den bodem gevallen waaren, reuk en fmaak waaren zuur, en zaamentrekkend , het Extract door uit^ waas-  (50) PROEVEN met de roode KINA. waasfeming in het fandbad verkreegen, was bruin-geel, taay, harstagtig, fmaakte fcherp, zuuragtig, eenigermaatcn branderig, en woog drie drachmen. Twaalf-  ( 5i ) Twaalfde proef Met de roode K I NA. Agt oneen tot een grof poeder gemaakte roode Kina zyn in een glaafc retort met een wel voorziene voorlaag trapsgewyze tot aan het glocijen toe zonder byvoegfel gedeftilleerd. Eerst ging een wateragtig vogt Over, het welk wederom een byzondere retik en fmaak had, hierop volgde een zuuragtig phlegma, het. welk in den beginne in de gedaante van Vogt, dog naderhand in witte dampen , met eene naar een zwait errpyreumatifch gelykende oly gemengt. overging. Beide te zaamen woogeo twee oneen, drie drachmen, waarvan het phlegma een once, fes drachmen bedroeg, de kleur dezer oly is fwart, D 2 die  (&) PROEVEN met de roode KINA, die van het zunragtige phlegma geelbruin, uit hoofde van de daarmeede vereenigde olyagtige deelen, deszelfs zuure aart openbaarde zig niet alleen reeds door den reuk en fmaak, maar ook daardoor, dat altyd een opbruisfehen ontftond, wanneer men wat zout van wynfteen daarmeede vermengde. Het overgeblevene caput mortuum wierd in eene overglaasde aarde pot in de bloote lugt tot eene witte asfch'c verbrandt, welke vier fcrupel cn vier greinen woog , deeze asfche wierdt hierop met twee oneen koud gedeftilleerd water overgegoten, dit dikwils omgeroerd, en den volgende dag gefiltreert en uitgeloogt, vervolgens het vogt , dat geheel helder was uitgedampt; en men behield daaruit een ge-  ( 53 ) PROEVEN met de roode KINA. gemengt geel-bleek zout, agt en twintig grein aan gewigt, waarvan het grootfte gedeelte niet alleen het vogt uit de lugt aan zig trok, maar ook in water zig gemakkelyk oplosfen liet, met mineralifche zuuren opbruischte, en daarmeede zulk een middelzout maakte, dat het Alkali in de planten tot baüs heeft, dienvolgens zig als een loog-zout uit de planten vertoonde, het geringere en bezwaarlyk op te losfene gedeelte van dit zout woog zes grein, en was werklyk een gevitriolifeerde wynfteen! Dat gecne , het welk zig van de asfche in water niet opgelost had, en in het papier terug gebleven was, bedroeg, na dat het gedroogt was, vier cn zestig grein in gewigt, het wierdt met gcdefdlleert. D 3 wa-  ( 54 ) PROEVEN met de roode KINA. water verdunt falpeter-zuur volkome verzaadigt, by ieder byvoegzel van zuur volgde een opbruifching. Naa geëindigte ontbinding wierdt de loog gefiltreerd. Dit gefiltreerd vogt zag zo helder als water, dog naa dat er eenige droppelen vitriool-oly ingedroppclt wierden, volgde er fchielyk een nederflag , welk cryftallynsch , blinkend , en een waar felenit was. Dit bewees , dat het door falpeterzuur opgelosde gedeelte een waare kalkaarde geweest was. De by de laatfte filtreering in het papier overgebleevene masfa wierdt uitgegooten cn gedroogt, zy woog vecitien grein. Vier grein daarvan wiciden met zoutgcest vermengt, er volgde eene onmiddelbaare opbruis- fching,  (55) PROEVEN met de roode KINA. fching, en het grootfte gedeelte daarvan losde zig op. In deeze met gedeftilleerd water verdunde ontbinding wierden eenige droppelen van eene welbereide bloedloog gegoten , waarop fchielyk een blauwe kleur ontftond , tot bewys, dat er eenig yzer in was. Om hiervan des te zekerder overtuigd te zyn, zo wierd het overig geblevene gedeelte met zuivere Ammoniak - zout gemengt, in een kleine retort gcfublimeert, als wanneer zig het zelve met eene geele kleur in de gedaante van waare yzeragtige ammoniakzout-blocmen verhief. Het weinige dat zig in zoutgcest niet opgelost had , beftond uit een natuurlyk Selcnit, vermengt met een gering gedeelte van de Kool, D 4 dat  (56) PROEVEN met de roode KINA. dat by de verbranding tot ascli overgebleeven was. Uit deeze proeven blykt derhalven , dat de vaste beftand deelen deezer roode Kina en wel in een \ pond of agt oneen de volgende zyn; 22 grein planten loogzout. 6 gevitriolifeerde wynfteen. 8 • yzer aarde. 48 kalkaarde en iets. 6 niet geheel zuiver Selenit, Twaalf-  ( 57 ) Twaalfde proef Met de gewoone KINA. Op even dezelfde wyze zyn agt oneen gewoone Kina zonder byvoegfel gedeftilleerd, cok hier ging eerst een wateragtig vogt over , dat een half once woog, daarop volgde onder de genoemde verfchynzelen twee oneen eenes zuuragtig phlegma en fes drachmen, en twee fcrupels brandigen oly, kleur, reuk, en fmaak van het phlegma, en de oly waaren aan de voorige gelyk. Het caput mortuum was op gelyke wyze als het voorige tot asfche gebrand , dit woog vier fcrupels, het is als de voorige van de roode Kina, insgelyks met koud gedeftilleerd water overgegooten, en onder alle omD 5 ftan-  ( 58 ) ftandigheeden der oplosfïng en fublimeering als de roode Kina behandelt, daar dan het gevolg bewees dat zy 30 grein planten loogzout. 4 ■ gcvitriolifeerde wynfteen. 4 . . yZer aarde. 37 kalkaarde en iets 5 felenit met eenig gedeelte van het caput mortuum ver? mengt hieldt. Het blykt dus dat de gewoone Jüaa meer loogzout, als de roode, daarenteegen egter de roode wederom meer yzer-declen by zig heeft. Uit deeze aangehaalde proeven, als meede uit de meedegedeclde beknopte hiftorie en befchryving, kan men mynes bedunkens duidelyk aantoonen , dat deeze roode Kina geheel en al geene  (59) geene nieuwe, of byzondere fóort zy? maar in niets anders van de gewoone Kina onderfcheiden is, als dat deeze van jonge boomen, de andere van oudere afgefchilt wordt. (*) In den beginne dat deeze koortsbast eerst als een koortsverdreivend middel bekend wierdt,wierdt er geene andere gebruikt, als die geene, die onmiddelyk rondom of digt by Loxa groeide. Naderhand toen dit middel zig eenen meerderen roem verwierf, was het zeer waarfchynlyk, dat deeze wei- (*)De Fleer d. j. p. du roi fchynt de roode Kina de bast van den ftam, en dc gewoone die der takken van een en dezelfde boom te zyn, (S. Hannoy. Magaz. 1783.) omtrent onze inlandiche bast van eeken boomen wecten wy, dat het t'zaamen trekkende kerker is in de bast van den ftam, als in die der takken. Dit zoude ook op de bast des Kinabooms zeer goed toegepast kunnen worden.  ( 6b ) weinige boomen niet toereikende waaren jaarlyks zo veel bast te leveren, als er uit byna alle landen van Europa verlangt wierdt. Dit wierdt des te waarfchynlyker, vermits uit de gefchiedenis des eigentlyke Kinaboom, welke om Loxa groeit, bekend is* dat alle die oude boomen, welke men van de top tot aan den wortel affchilt, (*) en van haar natuurlyke dekking, den bast, ontbloot had, uitgeftorven , en uitgeloopen zyn , weshalven men zig genoodzaakt gezien had reeds van jongere boomen de basten te neemen, welke daarna den voorrang boven de oude verkreegen hebben. Of dit met grond, of uit po- (*) Men fchilde zelfs den bast van de wortel der boomen af, fchoon deeze op verre naa niet de werking deed, als de bast des booms zelve.  ( 6i ) politiek, of uit vooroordeel gefchied zy? zal ik daar laaten. Ik worde in deeze myne meening door de getuigenis van onzen beroemden Kruidenkenner den Heer Profesfor gleditsch gefterkt, welke nog een ftuk Kina bezit, dat in het Jaar 1733, by toeval hem in handen kwam, en in een papier ingerold was, waarop die woorden gefchreeven zyn, „ Cortex Veruvianus certus approuvé par Mesfieurs Tournefort, Balduin , <£• Barbiê." Ik zelfs herinnere my, dat voor by na festig Jaar en in Pommeren in geene Apotheeken eene andere, als roode Kina te vinden was, ik weet dat toenmaals koude koortfen naar drie tot vier giften daarvan, als door een wonderwerk verdieeven wierden. Ik heb ook  (éi j bok gezien dat onvoorzigtige geneesheeren, en onkundige heelmeesters hierdoor ftout gemaakt, zig van dit middel zonder eene gegronde kennis van de omftandigheeden * hoedanigheid , en oorzaaken der koorts; onvoorzigtig genoeg bedienden, waarvan daan het dan ook kwam * dat men alle die kwaade gevolgen, als aamborstigheid , bloedfpuwingen , water7Aigt, en flecpende koortfen, welke dog alleen uit het ontydig, en onverftandig gebruik deezes middel haaren oorfpronk hadden, aan het middel zelve, en niet, zo als het behoorde, aan het onverftandigc gebruik van het zelve toefchrcef. Daarvan daan, en uit geen ander oorzaak kwam het ook, dat dit anderzins heerlyk, en heilzaam middel binnen kort van deezen berispt ,  ( 63 ) rispt, en verworpen, en van eenen andere tot in den hemel verheft, en gepreezen wierdt. Dit ging gelyk bekend is, zover, dat in den beginne ieder Artz, die onderftond dit middel te gebruiken * aan de grootfte fmaad, en vervolging zig bloot ftelde. Zelfs onze goede mark Brandenburg is van die gefchillen niet uitgezonderd Het is aan een ieder, die in de gefchiedenisfe der geneeskunst niet geheel vreemd is, bekend, hoe zeer den beroemde stahl en zyne aanhangers zig tegen het gebruik van dit middel verzetteden, fchoon de grOOte frederik H O f f M a N, eil met hem de overleeden geheimraad eller, een even zo groote fcheikundige, als practicus, en veele andere  dere mannen van bekende ondervinding en oprechtheid , het groote nut van dit geneesmiddel op de overtuigenfte wyze beweezen hebben. In onze tyden zal er bezwaarlyk iemand meer aan het nut, en de werkzaamheid van deeze bast twyfelen, welke zy niet alleen in verfcheidene foorten van koortfen , maar ook in verfcheidene andere ziektens, byzonders in zenuw - ziektens bewyst, wanneer zy flegs met verftand, en oordeel toegedient wordt. Of deeze roode Kina in der daad in Spanje eenen zo groote voorrang hebbe, dat men ze aldaar alleen voor zig behoud,en ze niet,zo als de gewoone Kina, aan buitenlanders verkoopt, is zeer onzeeker, echter koomt het my niet onwaarfchynlyk voor, en wel om de  ( $5 ) de volgende reeden. In den Jaare 1758 geduurende den fevenjaarige oorlog, vereerde my mylord marchall naar zyne terugkomst uit Spanje een pond Kina* van welke hy my verzekerde , dat zy alle andere overtrof, en welke foort alleen door de voornaamfte in Spanje gebruikt wierdt, ook had hy my dezelve alleen met dat oogmerk gegeeven , ten einde ik my daarvan tot hulp zyner Majesteit, onzer allergenadigsten Koning in nood bediende. Ik heb deezen bast aan mynen toenmaligen amptgenoot den overlcedene opperveld- Hof - medicus ludölf, en den generaal Chirurgus den Heer theden, getoond, zy verwonderde zig toen beide over het onderfcheid van den ter dier tyd reeds algemeen E in  ( 66) in gebruik zynde gewoone Kina, zy kwam byna met de thans zo beroemd zynde roode Kina overeen , ik was toen reeds van gedagten om proeven daarmede te laaten doen, dan gebrek aan gelegendheid daartoe in het veld, en myne meenigvuldige beezigheeden zo in het lazareth , als elders, maakten het my ommogclyk ernftig daarover te denken. Of verder deeze meer genoemde roode Kina boven die geene , die wy voorheen zo langen tyd gewoon geweest zyn te gebruiken, te ftellen zy , en meer geneezings - kragt bezitte als deeze? zullen die geene best kunnen beantwoorden, welke dezelve reeds meeniTvuldiger gebruikt hebben als ik. Zo veel is zecker, dat de roode Kina uit hoofde van de meerdere harst-  ( 6r ) harstagtige deeltjes en yzer-aarde, denkelyk meerder vermogen bezit, de verflapte fpicrveefels meerdere vastheid te geeven, en de verloore veerkragt te herftellen als de gewoone Kina (*) Edog is by deszelfs gebruik voor allen dingen in agt te neemen, dat ook niet die middelen moeten verwaarloost worden, welke tot opening der verftopte vaaten, of verdunning der vogten dienstig zyn, dewyl anders dit middel meer nae- dan voordeel zoude aanbrengen. (*) Hierin fchynt ook de reeden gezocht te moeten worden, waarom volgens de waarneemingen , de roode Kina fpocdigcr de derdendaagfche Koortfcn geneest, dan de gewoone Kina, doordien het zceker is, dat in deeze Koortfcn eene groote verflapping der eer Re wegen plaats heeft. EIND E,