O 63 2517  01 1765 8757 UB AMSTERDAM  GESCHIEDVERHAAL van a e VUUR en WATERSNOOD, nevens eene korte befchryving des stad E D A M, Met , AANTEKENINGEN BY VOEGSELS, vermeerderd, en verbeterd ' M P C C L X XXI,   G ESCHIEDVERHAAL van d k VUUR e n WATERSNOOD, de stad EDA M, Meermaals, dog byzonder op den 24 February 1602. en den s Maart 1699. overgekomen, Nevens eene korte Bcfchryving van dezelve Stad, opgefïeld, door W: A: T: KR UYTHOFF, (in Leven) Predikant te Edam, Met Aantekeningen en Byvoegsels, vermeerderd en verbeterd, door Mr. JAN LEONINUS, Oud S c iï e p i n der gemelde St a d. Ter Drukksrye van Aris Tolk, Srads-Drukkej Jboek en Fapierverkoper in de Kaaslteeg,   AAN DE Edele Groot Achtbaaren Heeren BURGEMEESTEREN der sta» E D A M, word dit GESCHIED VERHAAL, nevens eene korte Befchryving van dezelve Stad, in een nieuw gewaad, Met Aantkkeningen en Btvoegsels, vermeerderd en verbeterd, Onder betuyging van alle verfchuldigde eerbied» tcegewyd en opgedragen foor derzeiver Gebosrzaams Burger, en Ootmoedige Dienaar ARIS TOLK.  VOORREEDEN fa €H et is aan de Minnaars der Oudtheidi ja^-s^js- bekent, hoe men, van aiouwde tyden, ^A^^f^' *n de mee ft e Ky\en en Staaten, zulk* Boeken gehad heejt, deu/elke men Gedenkboeken noemden , om dat men zoodaaniae dingen daar in fchreef ^ die [men, zoo voor zig zeiven, als voor de nakomelingen , ter Eeuwige gedachtentffe bewaar en wilde, gelyk, Z.e eeven daarom by de Hebreen en by de Grieken Boeken der Gedacktenijfe genoemt wierden. In dceze Boeken wierden niet alleen het leeven ende iedryven van de Koningen, en wat'er onder hunne Regeering aanmerkelyk, "voorviel, opgefchreeven , maar ook\ (als in het byzonder by de Koningen van Per Ben plaats hadt J alle de goede en kwaade dxaden der Onder daa«en wier den aangeteekent, die aan den Koning en het Rjk groote dienfien gedaan„ of zig aan wederjpannigheit, af andere zwaare Misdaaden fchuldiggemaakt hadden, ep dat de Deugt van de getrouwe Onderdaanen mogte in Gedachtenijfe blyven, ende te zyner tyd beloont, ende de kwaadtdoenders na verdienfienge(lraft worden. Was dit nu by de aUuwde Volken, zelfs ook by het Folk van Israël, en wel volgens Gods hevel, ingebruik,, en pryjfelyk.? Z.oud; dan ook, niet een iegelyk\ het Zeegel zyner goedtkeurinoe daar aan ftryken ? dat de GESCHIED ENISSE van d; WVR eu VIATERSJSTOODT, de Stadt EDAM, een en andermaal vvergekoomen, door het afbranden van de Groote Kerk, en Twa > tn wederom van den Teem van die Kerk. * S *h AAN DEN L E E S E R.  alleen^.telkens verzelt met hooggaande Waatervloedt, faarelyks op een plechtige wyze, en daar toe mgedelde Dankdagher dacht wordende , ook. met a^e &e daar toe* behoor ende omflandigheeden , aangeteekend en befhrceven wordt, op dat die in gedagtenijfe blyven, de laa. tere nakomelingen een Godtvmgtig gebruyk. daar va.n maaken, en tzig de noodt, elende. en verleegenheid waar in zig hunne Vaaderen op die tyden bevonden, te binnen brengen, en Godt, de Koning aller] Koningen, voor zyne Weldaaden, en verlotingen uit deeze benautheeden, den betaamelyken lof toebrengen, ende zyne naam eeregeeven zouden Dit ook. is het voornaame\ooomerk\ dat ik^met het befihryven, en\uitgeeven van dit Gefchiedt Verhaal hebbe, en te meer, om dat nergens$(mynes weetens) iets daar 1/an befchreeven of te vinden is *i het is waar, dat Do.V*lentmus Blondeel, wel eer hier Predikant , van de eerfte Brandt, de daar opgevolgde herflellmge en verdere omftaudigheden,ook_zelfsalietsvan de Stadt,agter een of andere§ Leerreeden, tergelegentheit van het vieren , van dien Dank: *Naauwlyks heeft de Eerw. Heer ICmythoff deeze tweeleedige bëtuyging gedaan, of hy voege 'er twee tes genftrydigheeden by, deeene vólgd aanftonds., ende an* dere ontmoet men wac laager, wxnnneer zyn Eerw: ons berigt niet ongelukkig in het vinden en bekomen geweeft te zyn. § Twee zyn'er gedrukt! onder de Titel van," Heylfame Gedagtenis, opgeregt in de oude Vyer-baek, eertyts aengefteken aen de groote Kerk, en vervolgens aen veel Huyfen, door Godts Blixemvlam. vergefelt met een fware Noord wede hooghgaende Water vloet, tot Edam,' Anno 1602 den E4 Februarius, voorgefteld in twee onderfcheyden Predikatiën; waar van d'eerfte vertoond een kortverhaal der gezeyde Brant, naluydt der woor* den Davids Walm 66 v. 12. De tweede het fchult vers» pligte gebruyk , 't welk daar van moet worden gemaakt, uyt de woorden des Apoftels Pauli 1 Cor; lOV.é. door Vakntiniii Bhndeelt Predikant te Ëdam*  Dankdag*, meldinge gemaah heeft, edog zeer fyrt*\ en dat geen genoegzazme Gtfcktedentffe opleevert, waar by aan te merken is, dat van de laatfle Brand van niemant, en nergens gefprooken wordt , endten vofoens meeyelyk daarover te Prediken, of een verhaal daar van te doen , terwyl niet de minfie Handleydtnge daar toe gegeeven wordt. Haarom ik. ook, van de eerfte tydt myner bedieninge af tn deeze Gemeente , alle vlyt hebbe aangewent § , om *lleswat ik_vinden en bekpomen kpnde, om tot een behoorelyke, en ordenteljke Gefchtedeniffe deezer Vuur en Waatersnoodt te kunnen dienen, op te zaamelen, met een Voorneemen, om ze 't eeniger tydt ten nutte der tiakpomelingfchap het licht te doen zien. Hier tn ben ikegter door geduurige beezigheeden, myn Heilig Dienftwerk betreffende, verhindert geworden, tot dat ik nu al ecnige Jaaren door de hand Gods ben aangeraakt, ende een zeer zwak Lighaam hebbende omgcdraagen, ende nu al een gerujmen tydt tot myn grm verdriet, om myn Dienft te vervullen , geheel enmagtig geworden zynde, dezelve tot myn tydkprtmget en veranderinge hebbe opgedeld, ende uitgeevr, daar toe en zelve luft hebbende, ende nu en dan, door een en andere Leer aar, neevens verfcheidene uit onze gemeente en anderen, opgewekt zynde. Daar * Op den 24 February namentlyk des Jaars 1679. ** Als men de eerfte der gemelde Leerredenen, tenryde voornoemd, des morgens gedaan, na leeft, dan zal men bevinden, cat Do. Blondeel vry wydloopi* is en dat de Heer KruythofFden zeiven veel al woorde' lyk gevolgd heeft. t Het fceegén'deel hier van zal bladzyden 62en6q van zyn Lerw: üefchied Verhaal werden aangetoond. 6l'er van bewys, dan was de zaak genoegzaam klaar. § Ik heb aldaar geene andere Wate- en ah den Nieuvtn - Dyk en de Wyftndt kunnen vrtiden.  STADT EDAM. f Het ouwde Dorp Purmer, langs welkers voet dit Riviertje liep, * meenen zommige, dat met Purmerlandt voor het zelfde te houden is; het welke evenwel, onfes bedunkens, geheel anders blykt uit een Brief van Philips, Hertog van Bourgondien , Graave van Holland, waar in van de overdracht van Purmerende ge* fprooken wordende , niet alleen van het jlot en Steeds van Purmerende, met derzelver vrije Heerlykbeirl, gefprooten wordt; maar dit volgende word daar bygevoegd: Item de Ambachts Heerlykbeiden de dagelykse gerigte van Purmer, Purmerbnd en lip*, 'dim, Waaruit dan klaar blykt, dat Purmer ** een zeer onderfcheiden dorp van Purmer!/!nd en Ilpendam geweeft is , en welk Brief in den Jare 1433. gegeven is., Dit word noch nader beveiligt in eenen anderen Brief van gemelde Hertog Philips in het by zonder aan Hendrik van Montfoortgefchreeven, en noch nader uit een verklaaringe van Hertog Albrecht, namentlyk, dat de Capelle A 3 van * Dus drukt Zoeteboom in zyn Vroonens , begin, middtn en einde 4 Boek 8 Cap: bh 232,. zig uit; dog in zyn Zoetfternmende Zwaan van Waterland Cap: 23 bi: 125-. zegt by, alhoewel meede zonder bewy,, dat bet aan de voet van ie Purmer, dat is, de Purmermeer liep. ** De voorn: Zoeteboom gijl in zyn Soetft: Zwaan Cap 27 bl. 137 en 139, dat dit Dorp Purmergeleegen beeft om, aan, en in de Pur=> mermeer: Hy eene andere gelegendbeid zal ik myn gevoelen daar over meede deelen.  6 GESCHIEDT VERHAAL van de Oudt heid van <*e Stadt van Purmerende de Dogter van Purmer, en die plaatfe een gedeelte van dezelve, te weten, van het Dorp Purmer was, welk Dorp het hoofd der nabuurige Buurten en Huizen, ja, het CarfpeiDorp van alle de omleggende Dorpen gcweell is; dog zoo geheel vergaan, dat daar van noch Huis noch Hof meer te vinden is, en Purmerende van die Ingezeetenen (uit vreeze van het Water, verder inne waarts trekkende, om zekerder te wezen) zeer waarfehynelyk zyn begin genoomen heeft. * Van welk Riviertje de Y, of Ya, te vooren gemeldt, en een Dam daar overgeflaagen, wy dan oordeelen, dat deeze Stadt den nasm van Tdam of Tudam, nu EDA M, bekoomen heeft; ** gelyk zoo meer Steden wegens zekere Rivier, en een daar overgeflaagen Dam, haare benaamingen gekreegen hebben , als Amjlevdam, Rotterdam, Schiedam, Monnikendam, en meer andere Jieeien. en zoo ook E D AM. Dus dan den oorlprongof afkomft van deH Naam deezer Stadt hebbende nagevorfl., zoo gaan wy over, om die in haare Oudtheid aan te * Al wat bief van ,t dorp Purmer gemeld word, n Jaare 1400 ge legt, altoos den u.am van 'de ISieuwendam behouder beeU en nog beeden draagt dat Edam reeds lange tyd, voor " overdyken van de Purmerye, eerfi een Dorp en naderhand een Stad geweefl is, en dat defieed'n Edam en Monnikendam, zig, om reu,;?, ligeredexen, tegen bet leggen van gemelde Dyk of Dam verzet hebbende in 's Graaven ongenade vervallen zyn. • Nergens in eenig eebtfluk, en gevo/gelyk ook wet wbet Handveft, alhier aangehaald, is tny Edam onder den naam van de Niemvendam voorgekomen. u ?• Zie dezelve hladzyde 426. van Batavia Illaftrata; dog in de Titelplaat wrd bet alzoo genaamd, p "  STADT EDAM. 9 en Vrydorn gegeven heeft; * edog het welk1? aanmerkinge verdient, vermits dien Dam. als te vooren is aangetekent, eerft in het jaar 1400 geflaagen is, ** en ook dien volgens E D A M toen eerft als een Stadt zyn begin genoomen heeft: weshalven zig hier een tegenflrydigheid f op doet, dewelke al bezwaarelyk weg te A 5- nemen * Waar in die vrydorn beft aan heeft, melt de Heer Kruythoff hier na . wanneer by van der Stede verrechten /preekt : van dh en nog een ander Handveft, daags bevoorens aan die van Edam gegeven, beeft de Heer Wagenaar in de gemelde befcbryving van Edam gewag gemaakt .■ dezelve zyn naderhand in den Jaare IJSS- en dus voor bet uitgeven van dit iverkje, door de L'eer van Mieris gemeen gemaakt in bet 3 deel van zyn Charter Boek bl: 31 en 4 volgende; blykende, onder anderen, daar uit, dat E'Iam in den Jaare 135-7 nog een Dorp was, en toen Stads rechten bekomen beeft, als meede dat Graaf Willem de V ierde en zyn Voor - Vaderen Je ïn~ gefetenen reeds met voot rechten begiftigt bebben. ** 't Geen de Heer Kvaytho ff alhier herhaald, is bereids tegen gefprooken, en al was dit waar , dan zoude daar utt nog niet volgen, dat Edatq toen aanftonds een Stad geworden was. f Deeze beeft de kundige Heer Wagenaar in de gemelde befcbryving van Edam pan 480.' wel gevat, en daarom getragt dezelve op te losfen , met te zeggen, dat de plaa.s ten minften cene halve eeuw onder den naam van Edam , of Adam (want dus /laat 'er in de voorn: gedrukte privilegiën^) moet bekend ge wee/l zyn; dog by er kent alzoozelvs, dat 'ettoen de plaats reeds was, endatzsderbalvm ten naam had, eer 'er een cor- fpronk  to GESCHIEDT VERHAAL van de nemen is, * of men moeite begrypen, ** dat Hertog Willem van Beyeren, aan het volk» f dat op dien tydt hier gevonden wierdts Slads Vrydom heeft willen geven, voorr neemens zynde , om in het vervolg hier een ftadt te bouwen § en door dit voorrecht het volk tot die onderneeminge aan te moedigen. Immers kan het weezen , dat te vooren aan de Zee-kant al eenïge bevolkinge geweeft is, /pronk des naams gevonden 2 welke verraader ook de ver raderfloon, gelyk alle verraaders, bekoomen heeft. ** Cn- * fle Heer Audtcur volgt bier in wederom H: Zoeteboom's Zaanlandfche Arcadia a boek peg*. 14^ en 141. en, jcboon by'met de teer Alting over re:: komt, beeft echter'de beer Eikel< berg, in z.n Gefteluheid van WeftVrrefl.Tid, en ctiaergani van *t Dorp Vrooren, zig veel moeite gegeven, om Zoeteboom te zvederleggen: dag n-en leboeft nnuwelyks te t'dyfelen, ofhy leef: bier omtrent de waarheid r.r.nzyre^.de gebr.d, gdyk onlangs door den Hr. F: van Mieris in de nieuwe befcbryving der fiad Leiden 1 deel bl: 3. bewetzen is. ** Dit fteunt ooi op bet febryven ven Zoeboom in zyn Vrooncns begin, midden en einde, er, in zyn Zaanland; Arcadia, als meede var. van Leeuwen m zyn Tstaviallluftratapag:t,Seng9. dan by de oudfte Sclryvers, op welker getuigenis men /laat kan maken ,' vind men alleenlyk, dat bet derp Vroonen in den Jt.are iiyj.door Graaf Jan de eerfte verbrand is. Zit Stoke in Jan de eerfte 5 botkhh 416 en 4Ï7.W 1017. en it*f  STADT EDAM. 13 Ondertufichen komt het ons niet onaanneemelyk voor, zoo als het ook van anderen aangemerkt is, dat Hertog Jlb ecbt van Beyersn, als de eerfte aanlegger deezer ftadt, * ook daar aan in den Jaare 1403. Handveften en Vrydom gegeven hreft, ** dewelke door zynen Zoon en opvolger Hertog Willem van Beyeren, in den Jaare 1423 | nader bekrachtigt geworden zyn; Immers heeft de outheid van Hertog /ilbrecbt al getuft dat hy mildt was in 'f geven van Privilegiën. Voorts den fleer Huidecoper aldaar, zeggende, dat die Fabel voor lang is uitgeftampt, zoo als ook de Meer Eikelenoerg deeze gantfcbe gfcbiedenis •van Vroonen voor een louter verdigtzel boud. * Bevoore»s is reeds aangetoond, dat bier voor geen de minfte grond is. **ffet zal ter zyner tyd blyken , dat deeze Hertog Albrecht, zoo voor als na den Jaare i4co. aan de Stadt Edam «enige Ptivi'egien gegeven beeft: Mcgelyk bedoelt de Hr. KmythoÏÏ alhier een Privilegie van den zelve Hertog, aan die van Waterland en van ie Zee. vancK gegeven den 12 September i4oa, bt Zoeteboom te vinden; dog dit raakt KJaii niet. en daarom zoude men bunnen denken dat by veel ligt in 't oog heef fm Privilegie van gtme.de Hertog in date 19 January r4o%; nafiylevan den Hove, hebetzende: Italië breucke of misdaad van een poo -ur vai: Fdarn zal moeten aangefprooken onberecht worden f- onmffe van Scheepenen aldaar binnen S paart. ^;l ffj^a"AM dH f*** V1» ******* een g Undveft hekomett i ook was deeze Willem reedt in ,Je/i Jaare 1417 Overheden. Zie de  a4 GESCHIEDT VERHAAL van de Voortt wordt van de Gefchiedtfchryvers omtrend dee^e Stadt van EDAM aangeteekent, datze meede in de Rampzaalige partyfchappen der Hoekfche en Cabbeljauwfche gewikkeldt geweeft, en in den jaare 1426. nevens Monnikendam en Purmerende door de Kennemers voor Vrouwe Graviwe Jacoba ingenoomen geworden is, * na dat zy te vooren het huis te Brederode, Heemfteede, en meer an dere flooten der Eedelen reeds vermeeftert en vernielt hadden, in welke tydt EDAM het eerfte als een Stadt bekent geworden is. ** In Vaderi: Hiftorie 3 deel bl. ^u. 't kan zyn, dat alhier 1413 geleezen moet worden, en dat der balven de Heer Aucteur tot bet Handvejïvun den 11 Maart 1413, IS: dj by den tor Wagenaar in de befcbryving vnn Edam bl. 486 en 487 vermeld, onzen aandagt beeft willen bepalen, * Dit word by Boxhom in zyn Steeden boek bl. 367, Velius in de Chronyk van Hoorn bl. 49. en anderen, dog zonder grond, getuigd, alzoo Edam toen ter tyd Vrouwe Jacoba was toegedaan, helpende, gelyk de Hr Velius zelvs bl 49 fcbryft, de b#adt Hoorn beleegeren, met dat gevoig, dat zy alswederfpanniggeftraftwïerd, en onder anderen met den Zeevanck 4000 Krooven opbrengen moe/}. Zie de Vaderlandfche Historie 3 deel bl. 476 en 478. ** Edam was toen al lang ah een Stadt bekend : voorzigtiger drukt zig dus bier omtrend G. Schoemaker , in een aanien:r:ing op C. Bruins Noord-Hollandfche Arcadia bl. ^.uit, zeggende: In dezen tyd is my Edam eerft ale een Staat veorgekoomen , of fcboon by in de oude Hollandfche Chronyk/o/. 270. bad kunnen vinden, *fo/Edam in 't Jaar 1403, aldaar reeds een Stad genaamd werd.  STADT E D A E ij In "t Jaar 1475- maakte de Stadt van EDAM met Amflerdam en de Weft-Vriefcbe fteede* * een verdrag wegens het uitruften van Schepen, waar in zy met de naam van Edamme ** voorkomt ■ ook wierdtze in het Jaar 1492. mede in de oproer van het Kaas en Brood/pel ingewikkeld; waarom zy ook des wegens nevens Monnikendam door den Hertog van Saxen, genootzaakt wierden de poorten voor hem open te houden, die verdacht waaren aan den oproer deel te hebben, in zyne handen te fteilen, en tot boeten een fomma van acht hondert goude Andries Guldens, en dus vier honderd Gulden meer dan Monnikendam, op te brengen, f Ook heeft zig de Stadt van Edam in 'e Jaar 1572. § meede onder het gezach van zyn Hoogheid Willem Hen Eetften, Prince vaa Oranje, begeven, dewelke haar met wallenen bolwerken verfterkt heeft; van de welken nu wel niet», of weinig meer overig is; £ maar * Dis zegt ook Schoemaker ter aangehaalde plaatfe; dog in 't verdrag zelve word duidelyk van de Waterfteeden gefprooken. Zie "Wagenaars Anifterd; 2 deel 3 boek hl. 270 en voegende. ** Lees Yedamme; want dus /laat 'er in de ordonnantie by Commelyn Au.ft: bl 91 y. f Zie bier over ureeaer de Vaderlandfche Hiftorie 4 deel bl. 271—287. § Op den zé 'Juny, volgens Bor Nederlandfche Oorlogen 6 boekfol. 377, \ Wat bier van zy, zal by eene andere gelegendheid blyken.  16 GESCHIEDT VERHAAL vas Dt maar echter de Stcdtraex.fraaye Wallen, of Vet* /e#,aan bei Je zyden met Ypen boomen, die wel gefchooren zyn, beplant, ende tot aange. nname Wandel weegen dienende, verciert is, en in den Jaare 1574. met byzondere voorrechten begunftigt, zoo als Simon van Leeuwen, in de Kronyk van Hollandt, * getuigt heeft. Geenzints moet ook nagelaaten worden den ve' dienden Lofa&n E DAM te geven, dat zig deeze Stadt, t^en Prins Maurits zig, in de woelïnge der Remonflranten of Arminiaanen, by de Rechtzfnnigen voegde, ook nevens andere tegens de BanevelHfche Ligne protefteerende fteeden, als Dordrecht, Amfterdam, Schiedam, Enkbuizen, en Purmerende, voor de Rechtzinnigen verklaart he=fr, zoo als Dom: Jacobus Leydekker in zyn boek, genaamd de Joodfcbs en Chriftelyke Oudbeeden 2 deel pag: 487. die fteeden op noemdt, en Joban van d n Sande in zyn Kort Begrip der Nederlandfche Hiftorien pag: 199. meede van verfcheidene dier fteeden gewag maakt. ** Van de befchryvinge der Outheidt en eerfte aanleg der ftadt gaan wy over, om dezelve * Zie zyj Eatavia Ilruftrata fag. 1441. ** Om dat die l efcbryv: den toetsdtr waarheid nut konde doerftaan, en bet voeren gemelde werk, vermits daar aan nog eenige ft uk ken, byzonder n. et betrekkingtot de ftigtmgen der Kerken. en zommige andere Geeft elyke Gebouwen, ohtbrceken, voor eerft nog niet door den druk zal werden gemeen gemaakt, heb ik den befebeiden Leeztr daar van niet ten eenemaa: onkundig willen haten; dog omtrend d:e zaaken, welke n»  STADT EDAM, 17 zelve in haar Waapen aan te merken, zynde een zwarte Stier in een Roodt Veldt, op een Groene Grondt, met drie vergulde Sterren daar boven, door de Dapperheit en hulpe aan de Haarlemmers beweezen, in liet beftryden en overmeefteren van D" bom/lig is»  STADT EDAM. 23 dingen, dewelke nu veel luifterryker in dezelve als wel eer gezien worden; edog die ook al van over oude tyden tot byzondere voorrechten van de ftadt geweeft en aangemerkt geworden zyn, als datze is, en al van oudts geweeft is. een Clafficale en Synodaleftadt: een Clafficale ftadt; want als dezulke is zy al, beneevens Alkmaar, Hoorn en, Enkhuizen, bepaald in de handelin* gen der Provintiaale Synode der Kerke van Hollandten Zeelan.lt, gehouden te Dordreght, begonnen den 16. en geëindigt den 28 Juny Ao, 1574. Een Synodale ftadt; Immers wordt daar alle zesjaaren, op haartoinbeurte, de Noord-HoL= landfche Synode gehouden, d welke daar op een zeer aanzienelyke wyze vergaadert in het Choor van de Groote Ktrk , in plaats datze te vooreri in een vertrek vm het Princenhoff, (de Clafficale Vergaaderplaats zynde,) plagte gehouden te worden. Hoewel dit laarftgemelde op het tegenwoordig houden der Synode toepaftelyk is, mag dit echter wel onder de oude voorrechten van deze ftadt getelt' worden; want al in den'Jaare ifiz* vinden wy in over oude Synodale ïchriften en Handelingen aangeteekent, dat in de ftadt van EDAM Synode gehouden is, begonnen óp den 16 van Auguftus, * en dus, (dat opmerkelykis,) omtrend zes weeken, na dat Do. Paulus Pieterfe de eerfte openbaare Gereformeerde PreB 4 dicatis * Zi; Sooaikamps AJkniaax pagi ifq,  24 GESCHIEDT VERHAAL van de dicatie alhier in de Groote Kerk gedaan hadde, waar van nader zal gemelde worden. Weederom is in den Jaare 1574. m deeze ftadt Synode gehouden, begonnen op den 26 July, zynde roen noch alles in ordere niet gereguleert ; op welke Synode Do. PaulusPieterfe geprefideert heeft; Edog inden Jaare 1592. hTe hier wederom, en nu, op haar zes Jaarige tourbeurt, gehouden, het welke tot hier toe in die ©rdere achtervolgt wordt. Eindelyk moeten wy nu ook de Stadt in haar gebouwen * aanmerken, en daar onder voor aï de Groote Kerk niet vergeeten; immers vondt men daar van oudts een Prineenhoff, een Klooster der Minnebroeder?, anders genoemt de Qbfervavten, dat juift geen vollcoomen Kletfer f jnaar een terminaris Huifinge, genoemt wierde, een Bagynhoff, een oudt Mannen huis, een Burger en een Arme Weeshint, mitsgaders een Proevenhuis, en een Grcote en een Kleine Kerk; trouwens gelyk men in de fteeden ook een Raadt of Stadthuis te vinden gewoon is, zoo was 'er oook hier een; dog zeer verouderdt, en dien volgens zonder eenige luifter; waarom ook de Ed: Groet Acbtb: Heet en Burgermeeferenen Regeerders deezer Stadt bet zelve in den Jaare 1737 * Fan deeze kan men breeder onderrigtitig lékoomen by Wagenaar in de gemelde befcbryving van Edam 'bl: 483 en voig: W: A Eachiene in de befcbryving der Vereenigde Nederlanden 1 deel bh 661 tn66i, en fdee/bl: xiyien 1172. als meede van Hcusfen . in de Kerkelyke Oudh:▼an Noord-Holland 2 deel bh 294 en 296.  STADT EDAM. iy 1737 hebben doen afbreeken, en in plaatzevan het zelve, dat op de Voorhaaven gedaan heeft, daar nu een aanzienelyke Luiterfe Kerk ftaat, een Nieuw en Cierlyk aan den üam doen bou* wen, het weike in den Jaare 1739 voltrokken, en riïet flegts van bdten, maar voor al binnen, befchouwens waardig ^n totluifter van de ftadt is. Ook kon men door zeven Poorten in, en uit de ftadt koomen, die ook noeh allen opheeden hier gevonden worden, als de Noorder, de Purmer Poort, de Wefter, of Monnikendammer Poort, de Gevangen- Keet-en Kaay Poonen, gelyk ook nog de Oofter Poort, die tot nog toe alseenpronicftuktotgeenoncieraadt van de ftadt verftrekt. Geen van de minfte waaren onder de voor- naame Gebouwen de Groote cn de Kleine Kerk, welke laatfte, na de Roomfche Kerktrant, de zoo genaamde lieve Vrouwen Kerk genaamt, en aan Maria töegeVeydt was, maar inzonderheid was de Groote Kerk een cierlyk en befchouwens waardig gebouw; Edog wanneer ze Gebouwt is, weet men niet: * ze was, volgens het Roomfche bygeloof, genaamt de St. Nicolaas Kerk, zvnde toegeweydt aan St. Nicolaas Biffcbop ven 'dcilien, ** dewelke door Paus B 5- Eu* * Dit is egter zeeker, dat de Edammer Kerk reeds in bet jaar 1366 in weezen was, volgens een uitfpra*k, te vinden by F: van Mieris Groot Charter boek 3 deel bh 199, ** Hoede Hr. Kruythoff-ter aan komt, mag z'ggen die bet weet, ik weet bet -iel: bad by dit alzoo niet gepredikt, dan zoude men bet 3£m Dö Groote Kerk.  3.6 GESCHIEDT VERHAAL van de Eugenius de vierde gecanonifeert, en in het Regulier der Roomfche Heiligen geftelt is. W ■ene feeft in de Roomfche Kerk op den 6 December geviert wordt, en voor wien dat noch by de Kinderen, (als een overblyfzel des Pausdoms,) wegens zyn zoo gezegde mildaadig* heit, een byzondere achtinge gevonden wordt, zynde deeze Kerke van het Pausdom bezeeten tot den Jaare 15-72. wanneer daar in, op den eer* ften Sondag naSt:Jan, * de eerfte Gerefor* meerde Predicatie gedaan is door Do Paulus Pieterfe, die de eerfte Predicant deefer Ge* meente, en tevoörên hier al Predikant geweeft is onder het Pausdom, en dus onder het Kruis, als men zeidt, of bedekt, zynde hier Geftorven op den eerften September 1575-. ** Track zelve voor een Schryf- of Drukfeil van den voorts gen uitgeever mogen bonden ; want ik heb ncoit anders geleezen, dan dat by Bijfcbop van Myra in Lycie geweeft is. vide plura apud A: Mats thacum in Puhdan & fatis Eccles:pag: 187188^ * 'tMotgens t'fty uur en, ftaat 'er in een oude aantekening, toen ter tyd gefcbreeven. ** In een M: S: Chronykje van Edam heb ïk wegens bem bet volgende Lerigt gezonden: Anno IJ75" dtn 31 Augu/fus is geftorven ^ Pouwels Pieters, die eerffè i.ienaer ces beylU ^ S-n Euangelyum inYAzxa,endehyt begraven ^ opt Koer onder ie Serck, daar die Mispaep opt nooge Outer placht mis te doen. Zie ook bet Kerkelyk Alpbabstb door Veeri' en de Paanw bl, lyi.  STADT EDAM. 2.7 Prachtig en verwonderens waardig was ook dit Kerk gevaarte, in verfcheiden opzigren. nis * in defïrls Verwulfzel, het weke met Engelen ^ verriert, en zoo ktfteiyk en keuryk Gefchildert was, als of het co r de handt cn met het Penceel van dien Gvoote Kunftcnaar Ipelleu (alle andere Ktmftfchiltfers' ove treff nde,; zelfs gedaan was.* Aan dit Kerk Qebcuw wiérdt geen gemeene ( cieraadt toegebragi Coor oè Glaafen, die daar . in gevonden wieréen, dewelke rondtom deftig en Ileeriyk vaaren, van h^t oude en vermaarde fcnUderwerk.. en als verdonkert» van weegen are de itntttn eb SanQinnth, en Beelden van het oude byóeloove. Daar * De korte befcbryving, die wy alhier wegens bet verwulfzel en vervolgens van de Glaazen, Orgels, beiCboor ebucen Totrenfpt'tsaantteffen* komt genoegzaam woordelykever een niet de ver' baahn van de Heeren Bondt en Blondeel, béd halven dat de laatflgemelde van de Orgely efts Orgelen [preekt; daar mebtans de Heer Bonüc duidelyk vin drie Orgelen gewag maakt. Laat nis, temeer, om dat by 'er nog iets, hetwelk de andere verfwygen, byvoegd, Hem eens bot' ren zingen: Waar koft in vroolykheyd, geheele da-" gen lang, Elck een zyn tyd hefteen? als onder't maatgezang , En over Heemels luit van drytal OrgelSpeelen, Dier koft 'lykheid . en konft, en groot* heid, is by veelen Der Vaderen geroemd voor ongemeen in 'r land: ü' eer.s ^iïvre p\p gefl'el, in 't midden van de biand, Geftoolen is. enz: [et ver- rulfzeL Ie Glaa* ;en.  Be Or gelen. 28 GESCHIEDT VERHAAL van db . Daar in wierden gevonden twee , 0f, drie Or gelen, ten deelenmetZilvere Pypen, om het Muziek geklank van dat Inftrument, fwaar meede men zig al van oudts plagte te verblyden en Godt te looven,) te veraangenaamen; do* waar omtrent men wel aanmerken mag, dat de reeden, waarom deeze Orgelen ten deele met Zilvere Pypen waaren, byzonder de hoogmoet des Pausdoms geweeft is, gelyfc de Zilvere Trompetten by de Jooden, die eerft van geringe Itofie, dog daar na van Zilver, gemaaktzyn. Van welke Zilvere Pypen , in den brandt ge. fmolten zynde, Da. Ccrnelius Petraus, toen Proponent en hier Rector, * dog drie Jaaren daar na hier tot Predikant beroepen, ** een klompje Zilver bekoomen, en daar van, ter gedachteniflè, een Zilvere Leepel heeft laaten aaaken, daar hy aan de eene zyde zyn N.iam, en aan de andere zyde een ronat Bolletje of Kiempje op heeft laaten fnyden, en welke Leepel ik nog zelve gezien heb. ftet * Deeze C: Petrsus wierd in of omtrent bet Jaar 1601 tot Refter der Latynfcbe Scbcoleverkooren, in plaatze van Mr. PieterJacobfz:Semmes van ZmJerwoude, welke daar toe op den 24 September 15-98. aangebeld war, naderhand w.erdby h'etrus jacobi Aftrofylvius genaamd, e",'ï,,; Ja-a\ IÓCI te Hoogcarfpel beroepen, gelyk bi kt utt bei Aclen en ContraSn Bo-kder *.ad t.dwfol: 3. en uit Veeris en de Pzauw 5En lVu ]V™bet" "-vide ëfactaSynod; Noord-Holl; Anno 1601. Art. io. * ** fopjwze van den Overheden Leer aar lm fanre de Bruno. vide aéta Synod: Noord-Holl: Ae. 1605. i4 juny Art; S, Zie otk Veefis en 3e Paauw pag: f54.  STADT EDAMz? Het Cboorfcbut van deeze Kerk was van Goutgeel Kooper, met alderley Ranken , Loof- j_ blaaderen, bloemen, Vrugten en Vogelen door- ( vlochten, en dat alles met zoo een kun'tige handt, ^ dat het den aanfchouweren deede ilille liaan, en zy als in verwondering buiten zigzelven verrukt en opgetoogen wierden, moetende erkennen , dat het gemaakt was van zoodanig een Kooperwerker, die vervuld was met wysheit, \ ende met Verftandt, ende met .wetenfchap, ' om alle werken in 't Kooper te maaken, Eindelyk pronkte dit Kerk Gebouw, ("dat op onbeweeglyke fundamenten, met haar welge* vellen Muragien en Kerk Pylaaren, rufte,)ook met een hooge en cierlyk gewerkve Toornfpits, ] hebbende de hoogte van hondert en tien voeten, ; ftrekk-nde voor de fchippers tot een haak, om od de Zuider-Zee veilig daar op te kunnen zei? lèn. * Dus was EDAM van Oudts vermaart l De Kerk een Pronkjluk, roemens waart; Maar *t Aardfche Heerlyk heeft geen dtmtl, Daar ,t Waater koomt gepaart met Vuur. Gelyk nu, in een gcwenfchte vooripoedt, de zonde, weelde, welluft en hoogmoedt veel maaien * Hier eindigt de Hr. Kruytboff zyn korte be* fchryvwg, die men ook by de Heeren Bondt en Blondeel vinden kan; dog deze laaten dezelve eerft, na bet verbaal van de brand der Kerke,voU gen, welke fcbikking ook niet onvoegzaam is : het verhaal van den Heere J: Bondt en de twee Leerreedenen van den Heere V: Blondeel zyn te wydloopig, om agter dit werkje geplaatji te worden; dan dit belet niet, dat men 'er afzon* deiiyke Dj ukken van te gemoet ziet. [et hoor? :hut. Kon vs, i4; 3e rooms pits.  3o GESCHIEDT VERHAAL van m . mailen de overhandt neemen, en de Goddelvke goedernerentheu, lankmeedigheit en verdraag, zaamheit verachten, totdat 'de lang .etende wrsaKe eens uitbarft, en de Oordeeler? Godts opde Aarde gezbn len worden, om de zonden teOrafFen. en de Inwoonders Gtrechtigheit te kaen, zoo dat men hier wel tpepaflél mae. het gct, zo-eker Romeins ichryver Vak Maxim: vmdtStamfut Dwma procedit ira tnrditatemgue J ■ ca gfaviiau copenfat. dat is, Godt ko nu merlanazaame Ichreeden tot w'aak en wo5S^& boo-^oenders; maar dit uittel T r h flaaSen vergolden, gelyk zulks de M« Inwoonderen van £ Z^/ookon* dervonden, alsons dat naader blykcn zal,wanreer wynude toeftandt ™ de Stad: en \lr\ be'chouwen, zoo als die was by, en ra de S^SSF h°e h6t ^^omtrenttoe! Aan- eJ/?HÏJT °"7 Eer?\Schr'V!r ptrjt, daarhy, volgent den Titelvan zynWu4je, weezen moefi, nament tyk tot bet Gefchiedverbaal wegens cle Vuur en Watersnood « ^Tl ?X '* ^roz,er . bebalven Boude e* Ulomlsel, nog tv ee anderen Schryvers dit voor Edam zoofmertelyk ongeval beleefd hebbenIe ,k meene, P. f. fwisk en H: Roswydus de zTJ:n *fy*j*^> tendieneinaelva» uerze er ve haaien des weegens de affebriften mmgaders een uittrekzel uit ^ der Stad Edam, meede Lr tDt betrekagter dit Werkje gevoegd heb WilTen rog*enige Schryvers, diel me%i„gvanmake7 ^faan, men zie van Spaan gecfenk Jardfge ge-  STADT EDAM. 3» Aanbelangende de noodt van Vuur, zoo onderging de ftadt van Edam wasrelyk een me?kwaardige verandcringe, door dien alle de voor» gemelde Hecrlykheit en bloeiftaat. veranderden in een droevige elende ende het vreugde bedryf in een naar gekerm; want op den 24. February 1602. wanneer dat op den voorgaanden Dag het een aangenaam weer geweeft was, waayende een zagte Zuid-Oofte Windt, a's een voorboode van een aangenaame Lente, zoo keerde die den volgende Nacht om, en begon met het begin van dien Dag, die in de Roomfche Kerk ter eere van St: Ma'.tbys gevicrt wierdt, en, na de uitreekeninge van lief hebbers der Rekenkunde , Sondag was, des Morgens omtrend half drie * uit den Noord-Weften. met zulk ëen gedruis en kragt begon te Waaycn , als of Heemei en Aarde fcheenen te kraaken , en de Fundamenten der beneedenfte deelcn zig bes woogen, verzelt met dikke .Sheeuwjagt, ver* fchrikkelyke Donderflaagen , verbaazende blixemftraalen, en een naare ftikke dikke Duifternïflè, het welke om vier uuren verdubbelde, en gefchiedenis bl. 175. de Leerreede door J:Hou= bakker, op den 24 February 1712, te Edan ititgefprooken, te vinden onder zyne Gedruku Predikatiën, in V Jaar 1730 uitgegeven; al. meede de Chronyk van Medenblikè/28. alwaat echter verkeerdelyk St. Jeroens dag ftaat. Center aant: op Velius Chronyk van Hoorn bl: f13 en<;\4 en Wagenaars befchry ving van Edam bh 481 cok beeft 'er, na iet overlydenvanDom', Kruyt hoff, gewag van gemaakt de Hr. Proffeflbr W A: Bachiene in Hubners Geographie 1 deel bl 309 en in de befcbryving der Vereenigde Ne derlanden f deel bl: * Omtrent drieUuren, zegt Dom: Z?ondt. De Noodc van Vuur. 1 *  32 GESCHIEDT VERHAAL van m r Sntti: I- vsi; vs. ly, en zig om vyf uuren in de kragt van zyn uitwerking vertoonde: zoo Donderde de HEE~ RE uit de hoogte, om het quaadt, dat voor zyne oogen gedaan was, het getuit zynes Donders was in dit ronde, de Blixemen veriigtende Weereld, de Aarde werdt beroert ende daverde. Hier door zoo onftont brandt * in het ToornSpits van de Groote Kerk, in den hippel, of Peer van dezelve, her welk zig eerft als een Kaars, daar na als een Fakkel, en eindelyk als een brandende Teerton vertoonde, en van de Wacht, (die zig op ftraat bevondt,) gezien wierd, dewelke daar op haare ftemmen verhefte, roepende Brand Brand in de Groote Kerks Toe* ren ! waar op ook aanftonts de alles verbaazende brandt Klokken gehoort, en de inflaap zynde Burgers zeer onzoet en onzacht wakker ges maakt wierden, die ten deele halfgekker onder het geleide van den Büxem voor dendagquamen. Goederaadt was ondertuftchen duur, wetende niemant wat te doen, of te laaten, doordien dc brandt reeds boven Menfchen hulpe en macht gekoomen en zoo heftig was, ais of een Etna brande, en Fefuvi vuurfpouwde: de Soldaaten, die hier dien ter tyd inGuarnifoen laagen, hadden op de Zuid-Wefterzyde van de Vefting een ftuk Canon geplant, om daar meede de Toorn* Spits van booven neer te fchieten, op dat dezelve geen verdere voortgang maaken zoude; edog dat haar door de Magi/lraat belet wierdt, om datze vreesden, dat, nademaal de Huiïlui» den van de omleggende Dorpen in meenigte met kleine fcfmitjes in het vaarwaater waaren, om na de ftadt te koomen, en, zoo veel mogeiyk was, hulpe toe te brengen, meerder ongeval zoade veroorzaakt worden. De • 's M'ergens ten half vyf Uuren in de Tooren, meldens een aantekening bef Dia.conie-bo.ek, \otfl ter tjd Gefchreeven,  STADT EDAM. 33 De Brand, die het aan geen voedzel ontbrak aam hand over hand toe, en verteerde wel haa< het hout tot op het vierkant, waar op de Spü gegrondt was, dewelke dus van zyne bandei ontbonden en door het Vuur los gemaakt zyn de, zoo viel de gantfche brandendeToornfpits met haar Appel, of Peer, tuflchen de Kappet van het Kerkdak, daar het zulk een open in; maakte, dat ook wel haaft de brand van binncr in de Kerk vat kreeg, en alzoo dat koftelyk er heerlyk gebouw, in kortentyd, voor het meer* dere gedeelte, in de Aflche gelegt wierd3 zon* der dat het vieren van dien dag, ter eere van St: Matthys, eenig voordeel ter behoudenifle van de Kerk toebrengen konde; en men daar omtrend wel zeggen mag: Wat baatbet, dat men viert den Fee ft dag van Matthys? Wyl vafl de gantfche kerk vort voor de Vlam ten Spvs: Die Sanct die hoort nog zicty En kan ook helpen niet. Dies in den Noodt tot Godt; maar na geen Heil gen, Vliedtt Deefe immer zyn geftorven ende en weeten niet met allen, ook is alreeds haare liefde en haat vergaan , ende zy hebben geen deel meer in deefe eeuwe in alles, dat onder de Sonne gefchiedt. Niets wierdt van dit Heerelyk Gebouw door de Vlam gefpaart, als alleen het Muurwerk: en de Pylaaren, dewelke ftaan bleeven, als «ok het Zuider-Portaal, dat insgelyks als een C. kunft i 3 i 1 Pred: 9. vs4enj-.  34 GESCHIEDT VERHAAL van de kunftftuk {taande gebleven is *, door de aahge«' wende zorg en vlyt van de Burgers, dewelke hier beter te ftade kwam, (~terwylen het Godt behaagde die te zeegenen ,) als dat z?ekere oude Roomfchgezinde Vrouw $ met een napj; met Wywater, Cuit de zogenaamde Heilige Springwaateren der Heidenen aan hunne Tempelen, op Begraveniflen en elders, ontleent,) en een wykwasjeby hei Noorder-Portaa! kwam, om het te wyen en te befprengen, hoopende het zelve door de kragt van dat Wywater te behouden; edog, toen die goede oude (loof de kragteloos* heid van dat fleyl en bupeloos Wywater zag, zoo nam zy dat napie met her kwasje en het Wywater , en wierp het te zaamen in het Vuur, cn zag het wel haaft door de Vlam opflorpen en verteeren, ** In * Egt et is bet OoHelyke gedeelte van bet Zuyder Portaal, ter plaatfe, daar de Boekenkamer is, verbrand, volgens een entfang en ui gaaf boek der heide Kerken, waar van ik mv; met opvgt tot bet herbouwen der Groote Kerke, niet zonder vrugt. bediend hebbe; was een Boek, tiaar toe «fzonderlyk gefcbikt, niet verloeren geraakt, dan zoude ik ongetizyjfeld bier omtrent èeeter geflaagd zyn. ** Na deeze raare bidorie heb ik vrngteloos ty de heeren Bondt, Blondeel en elders gezogt% Qeel'igi fteund dezelve op een overleevering: ook fchynt bet Noor der Portaal behouden te zyn, ah zo men van aejje vs berftelling geen 't min (Ie ge* fSB"g gemaakt vind: waarfcbynelyk mag dit meede ten opzigte van het Uurwerk en bet $lasklokjer, hy bet Noor der Portaal, reeds voor de br:,nd te vinden, om ie zelve reeden gefield wordeti? hebbende dit hiokje ee» Latw'ch Rardjcbrift, '/ welk in onze taal zegt " Het Woord d©9 lleeren blyft tot in der Eeuwigheid,  S T A Ö f E D A M. 3f In dit Zuider Portaal wierdr de Predikfioëlt die in het begin van de brand van zyrj plaats u&rukt, en daar heen gebragt was, bewaart er ges bdrgen , en waar op nog lange daar na in de Kleine Kerk Godswoord verkondigt is *; zynde ook, door het behouden van deeze Pudikfioel, aan de Inwoondersn deefer Stad een nieuw bewys gegeven van die byzondere 20 iheid Gods, dat Hy de Leere der waarheid (zynde déze Predikftoel rondom met roep iffe • lyke fpreuken, uitde Heilige fchrift, befchreevert geweeft) nog niet weg nemen, endede Kana deiaar des Euangeliüms nog niet uit zyne plaatfe weeren wilde; maar dat, volgens zyn Verbond, zyne woorden, die Hy in haare mond geleidt hadde, van haare monde nieten zouden wyken, nog van den monde haares zaats, nog van den monde des zaads haares zaads, van nu aan tot in Eeuwigheid toe. Gelyk ook noch het Euangelyvvoord tot op dezen tyd toe , dcor Gods byzondere genaade, zuiver en onvervalft hier gepredikt wordt. Zoo lag dan dit Prachtig Te-pel Gebouw zeer fchielyk in kooien, en tot een l'uinhoop gemaakt; waarom de Edamse Burgeren, wegens dit verbranden van haare Heerelyke Kerk, wel klaagende zeggen mogten, ons üeilig en on Heerlyk Huis, daar in onze Vaders uw Loof: den, is met Vuure verbrand, Ende tffe yzè gewe- febte dingen zyn tot woeftheid giwoi dsn. Zoo zag EDAM zyn Kerk en Tooren Wel baaft in Rook en Puin verfmooren, C u En * In den Jaare 1649- is deeze oude Pt,~-1:k-> ficel na de Kl»ine Keil- gebragt, cn een nieuwe1, daar voer in de Groote Kerk ep'.aatfl geworden, welke door Harmen .ianfz: Poft geviar.lt is, zdi els ik uit Bondt en andere hewyzin aafi» itibnen kan. 'ef: ƒ9 VS: xii [ef: U tre;s 21  36 GESCHIEDT VERHAAL van t» En of fchoon die Kerk, door 't Roomfche bygeloove, aan Sr: Nicolaas toegeweidt ende na zynen Naame genoemd was, zoo en konde hy nochtans dezelve voor het woeden der Vlamme niet beveiligen; Neen Hoe groot een San et ook. Nicolaas By 't Pausdom is, men z,ag, Helaas ! Dat door hem niet kon z.yn bevrydt Dit Kerkgebouw, htm totgeweydtj Maar met zyn pracht en Heerly^heit, Door ,t Vïur een /laags in de Afch oelcit'. Men Praal dan met op Toorn en Kerk\_, Op Metselwerk, en Pronkt Pytaaren, Op Daaken hoog in Top gevaaren, En fleurend tot aan 't driftig Zwerkft Gods Hand en Straf, die niet te myden Is, dreigt de Stadt aan allen zyden. Die dit ook wel haalt ondervondt; want d» gloeiende Leyen, op de Vleugelen des windts Voortgedreven wordende, vloogen over de 'Daaken en Huizen, Wallen, Gragt en Havens en vielen op de Cingel, in de Tuinen en Landen ter neder, waar door ook veele Huizen met Riet gedekt en met houten Gevels , aan olenfteegb. dan deeze tweeleedige uitdrukking kan het ge•co'len van den Hr KruvthofF niet begunftigent, •wa t, be'calven dat bet gemelde Weeshuis, reeds in bet Jaar 155-8 ge/ligt, en kort daar na op de gronden van twe afg'brooken Huyzen gebouwd, nergens in oude ftukken dien naam draagd, zoe komt bet my voor, dat de Hr.Bondt daar meede al* ieenlyk beeft willen te kennen geeven, dat de brand, aan beyie zyden van de Groote Kerkftraat gewoed hebbende, zyne uhwerkinge gedaan beeft, tot aan de Laudmgs Poorten by de Molenfteeg, zyn? de dezel-e van daar , (zoo als de Hr. KruythofF en zyne voorgangers ons zelvs berigten,) en aU zoo geenzints van de Weftzyde van de Groots Kerkffraat, maar van die Poort af, en by de gemelaeSteeg vandaan tot bet Noord Agterom, vermits de 'er toen buiten de voorn: Poort op het Tlandtfe weinig vedzel voor dezelve was, en deWind Noord Wed »leef, overgevoerd. In= éten nu deHt, KruythofF bier epgelv, en de ven tifcbtt  STADT E D A M. 39 Aan de Ooftzyde van de Groote Kerkflraar, wiert de gantfche reye huizen door den brandc verflonden, tot aan het hoekhuis vrn de Molenfteeg, dat, na zommiger getuigeniffe ftaande gebleeven is: altoos aan deeze zelfde zyde is ftaande gebleeven het zoogenaamde hourgondifcb Kruis, of het huis daar het hourgondifcb Kruis uithangt *, het welke niet Vlas, Hennip, of Xennep en andere brandftoffen voorzien was, en welke, inbrand geraakt zynde, zekerlykeen verfchrikkelyken brand zouden veroorzaakt heb. ben, en welkers behoudeniffe niet moet toegefchrevén worden aan het Roomlche Kruis ea "Wywater , (als het papendom droomt, J maar eer daar aan, dat het met pannen gedekt was , en eifchte kunde weegens des Stads Oudheeden bezeeten had, dan zoude by, ond^r anderen, gewceten hebben, dat de Molenfleeg van d dwanfloot af, tol aan de Nieuwe Paart toe, in 't Jaar 1591. beftraat is, en dat de Landings Poort gejiaan beeft by en in de femelde Molenfleeg . en bet Divarsfi'raatje, 't welk voorhoen een floot was, dit nende, zoo wel als de daar iy ftaande Poort ett Muur en, tot een fcbeiding tuffcben de Stad en de Landen, daarbuiten geleegen; zynde de zwaar e Muuren van de gemelde Poort, nog waar korte Jaaren geleeden, gedeehel k cnto dekt, en eenige Schoeypaalen van de vtornaemde pot aldaar neg te vinden. * Hier van fpreekt ook P: J: Twifek, agter dit werkje gedrukt, onder de Letter A, met hyvoeging, dat dit by zmmige voor een woniet gehouden wierd. Het zelve buys fcbyn t de Heer Bondt te bedoelen, wanneer hy ons verhaald, dat het Priefters buy; niet door het weyen van den Pater, maar als vanfleen gebouwd, op de wyzex slfar vjrweld, bihtèitn bletf*  i Cor: ïvs; 24, i 3 J 1 1' 1 ( ti h d zi k » I 4° GESCHIEDT VERHAAL van de SffiSf^ftl^ geg°ote« wordende, door de onvermoeide vivat van de bnrgerye, behouden geworden is: by aldien n"n een wonderwerk zoude willen Leken" ™ö zoude net waarlyk daarin beeter te vinden ryn tln%TlIedU:T hUÏZen in ^n brandt! ipaart zyn; daar in het tegendeel het hui* der Sae1 Vlaï tU(Fche,n d6tWee ^dereSnt door de Vlam verteerd geworden is, enwaare. JA"1"11" K™s' °f*Wywaterhebbene?nK kracht, maar de Gehruifle Cbrifiut uaanhlf teTG7dZzyn'dekracbtG°^ f,ro^hier Wi6rdJde bra"d tot het Noord-Achterom overgevoerd, en aldaar de vyfde Woo. Iteeg, aangeftooken, daar een Olymolen was en waar van noch het Olyhuis «yK^ dat hm", n^ V°0r in de Gevel ™» dat hu», op de Voorhaaven, i„ fteen uitgehouwen, gezien wordt, waarvan naderhand eiee. ïoonï i-s? aarna' gdyk 00k.van my bl De toen maligen Eigenaar, dat een moedig WUn was, hadt zig na boven en op het Dak ïS even, zeggende totde Burgeren..| die toekwaaen om te helpen dat zy fan anderen,en0p ndereplaatfen, byfonder aan Godshuis nodige ulpe toe brengen zouden, hoopende hy ronder hln^0 ^ ÏL5 tG bfwaaren, en den brand : bluflchen, gelyk hyookgelukkiggedaanheeftst welke in waarheid al Vry wat groos wa ' >or dien de brand daar in voortgegaan zynde ' ;lks tot een elendige verwoeftin^zoude ÏL' idinge gegeven hebben. 6 £e «wa'A* zpeigemlyk: - bet vierde  STADT EDAM. 4^ De brand, die van de eene tor de anderen plaatfe overging, ftak het Wefter hoekhuis van de Ankerfmitsfteeg, aan Deuren en Venflers, aan; edog welke ook fpoedig geblufcht wiert, erl net welk niet gelchiedt zynde veele fchaaden hadde kunnen veroorzaaken, door dien om= trent dit huis, op de Nieuwehaaven, veele Scheeps Timmerwerven waaren, daar de Schepen met haar Wandt en Touwwerk lichtelyk door den brand hadden kunnen getroffen , en verteert worden, gelyk reeds een Schip, dat op oe Oofterwerf van Marken in de Stadt op ftaa* pel ftondt, door den brand aangetaft was, dog ook gelukkig geblufcht wierdt. _ Verfcheide goederen, die op het Groenland-tje, "(dat doenmaals nog onbebouwtwas, ") gebragt waaren, om voor de woedende Vlam bc= vrydt te zyn, wierden meede door de Vuurvon* ken aangeilooken, fparende de weeligen von= ken zoo weinig de Groenelanden , als de cierlyk praaiende Toorns, en Kerkegevaartens, waardoor de Inwoonderen genootperft wierden. oim; met zorg en traanen, een veiliger bewaarplaatfe voor haare goederen te zoeken, Scbvnende de Heere door te breeken als een Fuur, dat verteere. zoo dat 'er niemand en viaare, die bet konde biufjeben. Het yffelyk geloeyvan de Koeyen enbeeften, die nu ftalvry en losbandig door- d? Stadt hr-enen liepen, maakte een naar gcluit, tmvylcn het opmerkelyk is, dat in dat gruotc ongeval nog Menfchen, nog bedfal, ( zoo veeï men weet,) gefneuveld zyn, IFordenït onder ben «iet gemifcht van den kleinften tot aan den grootfien, ende tot aan de Zcenen ende Doste* ten. C jf WaE * Dit Groenland, oflaultfelegtaandeOoftzyde van de Nieuwe Faart, dis bi 't Jaar 1 ftfc gegraven is, er, bleef onbebouwd tot 'den Jairl 1613, wanner aldaar bet eerfte Huil gezet wterd. Chronyk van Edam M: S: Amos S vs; 6, 1 Sam.30vs:i^>  te GESCHIEDT VERHAAL van dï 7<*p'"an: ïvs: ij. i Wat een gezucht, gekerm, geklagen gejam. Bier dit ondertmTen veroorzaakt heeft, is, (als elk licht denken kan, ) met geen Monden uit te fpreeken, of met geen Hennen te befchry ven, en niet zonder reeden; Want die dag was een dag der verbolgentbeid; een dag der benauwtbei l, ende des angftes: een dag der woeflbeid ende der verwoefiinge ■. een dag der duifier nifè, ende der donkerheid: een dag der woike, ende der dikke donkerheid. My dunkt, ik hoor de doordroevige Burgegen en Inwoonderen nog krytende roepen: Help! help', ik zje bet Blixém Vuurt gevolgt VAn Donderftaagen, En felle Winden, die , verzjelt met Sneeuw* jachts Vlaagen, Het al doen trillen. Ach! 't geheele Aardtryk. beeft, 't Wordt met de doodt gedreicht , ja al wat leeven heeft. \Zie hoe myn Huiz.cn en myn Schat door 9t Fuur verteer en, En daar 'i geen Bluffchen aan: waar heen z.al ik^ my keer en ? 'k. Gevoel, hoe 't Heemelfch Vuur z.ig om my heenen ftaat, Mygantfch verteert en braaf- ik Sterf! weg Goedt! weg Staat! Hier valt het eene vajl, en daar het and're neer, Voor Donderflaagen, Vuur, en 't woedend Storm Onweer. Zoo treffen ons die D onder kloot en, g# Blixemt» m de Lucht eefckttttn.  stadt edam. 43 Gelyk het nu dikwils gebeurd, dat een on* geluk van meer anderen gevolgt word, zoo gin» het ook in de omftandigheid ïvaft deeze Stadt; want terwylen datze aan de eene zyde, door Vuur , in grooten noodt gebragt, en de Vlam woedende, ende alles verflindende wa$, zoo wierd de Stadt ook, aan de andere zyde, in Noodt van Waater gebragt. jj Want door een Noord- Weiten windt, die ^ zoo fchadelyk voor Noord-Holland en derzeis y| ver Zeedyken is, zoo wierd de Stadt ook door ^ Waater gedreigt; want, door een hooggaande Watervloedt, zoo wierden de bruifchende Zees golven, met groote kragt, voorrgedreeven, en naamen een gedeelte van bet Hoofdt weg *,en kwaamen de Stadt indringen, en, overmits dat zy daar geen tegenftandt vonden, doordien dat de zwaare fteene Zeeweering, of Sas op Oor* gaat, dat grqote , en voor de Stadt zoo nuttige ftuk werks , 'toen ter tyd nog niet gemaakt was, eerft in den Jaare 1619- gemaakt zynde, zoo kwaamen de Waatergolven met zulken vollen en fterken ftroom voortvloeyen, datdeftraaten en weegen in een ogenblik onder Waater ftonden, zoo dat men, met Platboomde fchuiten, daar'over vaaren konden. Men pleeg te zeggen, dat het Waater, omtrent de Brouwery van den .daker, daar het an« ders vry hoog is, zoo opgezwollen was, dat zeekere beruchte Groote Meidt, genaamd Tryn- ] tie Cr tin Keever, die negen voeten lang was, , oelvkze nog in een Schiidery, levensgroote ge- ] fchildert, in het Princenhof, in deeze ftadt te zien is, met opgeftroopte Laarfen daar door gaande, het Waater daar van boven zoude ïnteloopen hebben, datevenwel zoo niet zyn kan, •m die reedenen, dat zytoen noch niet kan ~ Ge. * Zie Ym van onder d« Byhegen Unir e oodt in faater. De Sroofc Meidt.  44 GESCHIEDT VERHAAL van de Gebooren kan geweeft zyn *, als ons niet ak leen door eigen Vrienden van haar onderricht is , maar daar uit klaar genoeg blykt, dat zy in den Jaare 1633. hier geftorven ** , en op dea 7 July van dat Jaar hier begraaven is f, gelyk het Garf ook nog in de Groote Kerk, aan de Linkerzyde, agter de Predikftoel te vinden is, met de naam van Tryntje Crelis Groote Meidt daar op te leezen, cn dat zy maar zeventien la* ren oudt geworden is § ; waar uit danzekerlyk volgen moet, datzy ten tyde van deeze Waters* noodt nog niet Gebooren geweeft is. Waarfchynelyker koomt het ons'derbalvcn ▼oor, dat haar Vader Crelis Keever, die, te £lb,ng in de Ooftzee woonende, op Edam in JNoordzewaaren Koopmanfchap dreef, en op die tydt wegens hetfaifoen des Jaars, hiermoe= tende * Ik zoude inplaatze van nog nin Gehoor en kan geweeft zyn, liever fcbryven, nog niet Gebooren was, ** Deeze tzveede reden zoude op zig zelvs onvoldoende zyn: ook is zy niet alhier, maar tot Ier Veere m Zeeland, op den 2 July 1633 Geftorven, oud zyndej7 Jaaren en-3 Maanden. ±Vl: o: Coronyk van Edam, t Dit blykt uit bet Dood-Boek, daar men deeze aanteekening vind: » 1633. den 7 Juh Begraven Tryn Cornelis, de Groote Meyd. •§ Df H/i KmXlh?^ drukt zig alhier zoodanig tut, als of baar Ouderdom ook op de Graffark wnogw weexen is, te vinden zoude zyn; dog sk beb er te vergeefs na gezogt, en beftuite derblaven, dat bet verbaal deswegens op de boven* gemelde onderrigting fteundi Terwyl ik by een andere gelegendbsi/èrtetkr van baar &r«kt*  STADT EDAM. 45 tende overwinteren, met een Smak omtrent dé Brouwery van den Aaker geleegen heeft, en, (als gezeidt word, ) een langman geweeft is, met opgeftroopte laarzen daar door het Waater gegaan, en het zelve van boven daar inge* loopen is * De Huizen, op de Nieuwe Haaven, waarea als opengebrooken fluizen, waar door het) Wa« ter van vooren tot achteren heenen fpoelde, en de Inwoonders genootzaakt waren dezelve op te ruimen; zoo dat het fcheen, als of De Hee* re vist eenen doorgaande v'oedt haare plaatfe te niete maaken wilde; want het Waater oeffendc zodanig cenkragt, dat de opnaaiende Schutdeuren van deDamfluis, toenmaals nog de Vrouwebrug genaamd, zynde de Dam eerft in den Jaare 1623 gemaakt, oopenborften, en dat een Damfchuit, beooften den Dam leggende, met geborgen goederen gclaaden, des Morgens om tien uuren , door de kragt van het Waater , Z0=» danig gefchokt en geflingert wierdt, dat zy door den DamMs en Spuybrug heen gedreeven, en, in het zoo genaamde boerenverdriet, inftukken geflaagen wierdt, ende daar gezonken is; zynde het dus, als of De Heeregantfchelyk alles weg' raapen wilde uit dezen Lande. Geenfints moeften wy hier de Vlyt en Liefde der Burgeren van de Nabuurige 'ftadt Hoorn . vcrgeercn, dewelke, den heevigen brandt te Edam ziende, in alle haaft een Vaartuig, met allerley brandgereedfchap, gclaaden hebben, om de in nootzynde Stadt en Burgeren vmEdatn te hulpe te komen, gelyk zy al tot dichte by de Stadtgenaadert waaren; edog konden, tot haar leetweezen, haar oogmerk niet bereiken, door ditnzy nog Landen nog de Haaven befteevenen kon* * Dit werd ons door den Hr. Blondeel/^: 18 els een zeekere zaak verhaald. Neh:. 1 vs. 8 Zephafl* 1 vs. 2.  Matth: 7 vs, 12 Nahum i vs. 4, en 9. De Meermin, of Zeewyf 45 GBSéHIEDT VERHAAL van b< konden, maar wierden genoodzaakt, om t& noegzaam met Levensgevaar, in een verMgen Zee, na Huis te keeren- zynde ondertuiTchen weegens deeze Liefdedaadt roemenswaardig" ende verdient hebbende, om by de Edamfeburgeren ineenonu-twisbaare dankerkentenis, en gezeegende gedagteniffe teblyven; immers zoo LZ T ?/ Slle dingen' die f wilden _ baar de Menfchen znuden doen, zy haar ook al* zoo doen wilden- dog ook bleek hier in, Dat geen ^be,d raade n>g tulpe va„ Men}cben, maar bet alleen de Heere U, die redden ! bulpè zenden, cn verlofen kan; Want Hy fcbeld de Zee en maaktze drooge, ende by verdroogt allé f weren: de Heere is goedt, by » ter fierktein den Dag der benanwtbeid, ende by kent die, ate op bem betrouwen. Eindelyk zoo ontlafte zig het Waater ïnhec Purmermeer , zynde toen de Purmer nog Onbedykten eerft, met veel moeiten, koften en vlydt 111 den Jaare 1620. bedykt geworden, dewelke nu zulk een Heerelyke, Vermaakelyke en Vrugtbaare Landsdouwe is, in welke "Air rnermeer. als men zeidt , in den laare l^een Meermin, of Zeewyf zoute gevangen zvn, waarvan te Kdam in her ! rincenhof, en boven de 1 urmer - Poort, nog een af beeldzel te zien is met dit Xnuppelversje, of Rymtje daar onder.' Dit Beeldt hier Opgericht tot een Gedachtenis, Wtt in het Purmermeyr voor heen Gevangen ts. Anno 1403. En welke Meermin of Zeewyf. voïgerfs mefdmge van deSchoorlder Kronyk, die van Haar* tem zouden begeert, broodt-eeten en fpi^ierf souden geleert hebben , om van geen andere beu- felingeS  STADT EDAM. 4} felingen, (die by de Roomfche Kerk niet onfcbreèken, ) te melden; edog waar van eenen Meyerus, of Boxbornius uit deeze Meyerus aangetekent heeft, * dat zy eerft in de Zuider-zes tmTchcii Kampen en Edam zouden gezwommen hebben, en van de Schippers gezien zyn, en, in vervolg van tydt, doo/ een gat in deZeedyk, door het oploopende Zeewaater, en hooggaatw de Golven, in een groot Onweer, verzelt van felle ftormwinden, waar door veel Huizen omwaayden, en Dyken Inbraaken, veroorzaaks zynde, in het Purmermeer zoude zyn koomenindryven, en vervolgens daar gevangen zyn; ** Ondertufichen mogt men wel in opzigt van dit onheyl, en de fchade door het F U U R en W A A 'I E R geleeden ., zeggen. , O Schrik* * De Fr. KruythofF fchynt meerder kennis aan de Scftooreler Chronyk, dan aan de Annales Flandrite door Meyerus, en bet Theatrum Urh: Holl: door den geleerden Profejfor Boxhorn gtjcheeven, gehad te hebben; want andemid in zyn Schatkamer der Nederlandfche Outheeden, bl: 73 en 74, ** Het is bekend, dat deeze Hiflo?ie door [om* tnigever-'xorpen, en door andere verdeedigt werd. Zie de gemelde Schatkamer » van Rhyn opvm HemTen Kerkelyke Oudheden van Noord-HolU i deel bl: 296. naar myn gevoelen, %t welk ik den hooggeberde beer Profejfor Bachiene, QZie zyn belchryving der Vereenigde Nederlanden 5 deel bl: 1173.) door bezorging ian wylen den Kuriflminnaar Fl: Ly illagér, heb doen toee komen, dog gaarne om een beetr geeve, is it Scbepzel een wtlaFrbüwsperfóont die Stom wasf en gewoon in de r igte en biezen van de Put* mrmeer zig te onthouden, gewcefi.  De Ooi zaak ceeler btfoeking. *8 GESCHIEDT VERHAAL van ds O Schrikkelyh Nacht\ 4.&W«i veel dagen Htbtingejlokt* wie ban de Stadt waar eyfch beklaagen ? D*t g'fieren Heerlyk Jiondt\ raa{t eenjlaags thans ten Val, Een Storm, een M'aatervlocdt, een Vlam verteert hei al. Zoo men nu na de oorzaak dezer befoekinge • fou^wll'en onderzoek doen, zoude men zekerlyk de hooggaande, en Hemeltergende Zoncien en Ongerechtigheeden wel daar voor mogen houden, en inzonderheidt ook daar onder tellen het ontheiligen van des Heeren Naam en Dag, mitsgaders het vieren van het VafrenAvondBacchusfeeft, volgens de Roomfche wvze dat toen al zeer in zwang fchynt gegaan te hebben, met het maken van fotten eri dierge* Iyke grillen; zelfs nog dien Avond re voren * hadde s Lands Krygs-volk om den Roomfchen oroodtgodttebefporren, en den omdragt na te aapen een Dronkenzot, met Neeteler!Ten andere Groente verciert, en met een bril zonder Uaazen op de Neus, opeen ladder, of burrie omgearaagen, onder het fpeeltuig van Jchup, lang en Keetels, elk houdende een brandende ifaarsin de handt, en onder een naar gegil, van Wat baat een Sot ook\ Kaars en Bril? Indien hy dog met uien en wil. Trou* * By denHr. Bondt vind men, dat zulks eens vp ze*eren\ tyd gefebied is; dog H. Roswydus. aFs bet van een ooggetuige beeft, zal den Leè* ter bter omtrent bretder verflag geven. Zie den ■elven bier agter onder de Letter &.  STADT EDAM» Trouwens, örri ons niet geen fotten, (gelyft men noch met die te maaken hier dikwils veel op heeft,) of fottegrillen, op te houden, gaan wy beft over, om de Stadt aan te merken, zoo als ze was na de eerfte brandt, gered uit Vuur en Watersnoodt. Waar omtrent ons ftaat acht te geven, i. Op de herbouwinge van de Kerk, mer de daar by behoorende omftandigheeden, 2 Op het meer« maals ontftaan van brand, byzonder in het jaar 1699, Het eerfte dan. dat wy hier aan te merken heb= ben, is de herbouwinge van de Kerk, waar omtrent ons al merkwaardige omftaudighedenvoor" koomen * D, Scheen « * Daar de Hr KruyrhofF ons, met opzigt toi iet herbouwen der Groote Kerke, niets ander', verhaald, als 't geen men by de Predikante! Bondt en Blondeel leezen.kan, en de laatftgem alreeds febreef, dat de getuigenijfen, omtrentd verdere herflelAng van deflèlfs weftêynde, in * Jaar 1679 verfchillende waaren, [peurde ik ai les na, wat eenig(tn:s tot myn oogmerkom ee. uit gebreyeter Hiftorie desucegens te zamen te fle, len , dienen konde, met dat uevolg, dat ik tbar, my in Haat bevinde, dezelie, met de Letter L geteekend, bier agter onder de bylaagen iep\aa\ ■zen; wel is waar , dat ik 'v de-, beginne eeni£ zints aar/elde, en in bedanking nam, of bet ni keeter zoude zyn, met agter lat ing van veele frlc nigbeeden , die fomtyds, immers Vreemden, mi Ipaagen, (zie Velius Hoorn en Brandt Enkhu zen in de voorberichten, j deeze en geene bizo, derbeeden, bywyze 'Van vermeerderingen -a iet verbaal van Dom: KruythofF in tè lasfebe dan bet is te gelyk waar , dat ik -we' ras tot ar jere gedagt en overging, tosn ik my voorftela l De herbou. winge van de Kerk. t i 'i s »4 t i' t- Ls I-; 'n K s? i ■  sa GESCHIEDT VERHAAL van se iCor: 3vs:8. Scheen het nn, als of het Vuur alles zoude verteeren, en het Waater het noch overige ten eenemaal weglpoelen, zoo en konde daar door nogtans het liefdevuur in de Burgeren, tot hera bouwinge van de afgebrande Kerk en Toorn, niet oitgeblufcnt worden, neen, De Liefde en vers gaat nimmermeer. Men befloot dies met den opbouw van de Kerk een aanvang te maaken; edog doordien de uitvoering van zulk een groot fr.uk werks veele middelen en koften venafchte, en dat men die niet by anderen buiten de Stadt wilde gaan zoeken, maar uit eigen middelen betaalen *, daar zig ook reets veele mildaadige Burgeren toe aanbooden, zoo befloot men door de Stadt een Collecte te doen, gelyk ook gefchiede, beginnende met een Schaal; edog de liefdaadigheidt van de Burgeren , (die toenmaals mildt, en rykelyk van den Heemel gezeegent waaren,) die was zoo groot, dac men wel haafl, in plaats yan een Schaal, een Sleede gebruiken moefte** , waar boe ik voor lieden van allerley ftaat fchreef^ en dat zelvs kundige een aan eengefchakeld verbaal van zaaken , voor verre bet befte keurden, dit meende ik alhier te moeten zeggen ; laat om nu den Hiftorie febryver al verder navolgen, en niet terder, als nabeboorlyk onderzoek, een oordeel lellen. * Dit vind men by Bondt en Blondeel niet^ oelyk dan ook bet tegendeel blykt uit de gemelde bylaage D. ** De Hr. Blondeel; by wien dit ook byna woordelyk ftaat, verhaald, dat deeze wyze van '•nzameling der giften eerft, na den opbouw van t Oofteynde, beeft plaatsgehad', dog zie de vw* noemde bylaage D, .  STADT E D A M. & waar op dat men Goudt, Zilver, Kooper ,I.oot enYzer, en zoo een iegelyk van zyn gaaven, na zyn ftaat en geleegentheid, en naa dat hy min of meer gezeegent was, ter neederleide, en met liefde en yver alles toebragt wat tot ■herftellinge van dit Kerk-Gebouw dienen koude, geevende dus vrywüliglyk ten huize hoodes, om dat te zetten op zyn vafte plaatzen, zy gaaven na haar vermoogen ten fcbatten des werks. Veele werkluiden arbeiden zelfs voor niet, en uit liefde, aan het Huis Gods, alwiens harte bem beweegt hadde, dathy toetrade tot het toerk, om dat te maaken, doende zulks in welgegron* dehoope', van hiervoor uit genade een plaats te zullen verkrygen in Gods eeuwige Tabernakelen, en ziende op de vergeldinge des loens. Op den vyfde riuguftus van dat zelve jaar, wierdt de dorpel, of de eerfte fteen van deeze Kerk geleidt, om zoo op de oude gronden, Mu* ragien en Fylaaren, wederom een voortreffelyk Kerkgevaarte te ftigten, en in het volgende Jaar 1633 richtemenhetafwykende vierkant weederom op. en zette daar op wederom een cierlyke Toornfpits, hoe wel niet zoo hoog als de eerfte, maar 95 voeten hoog, en dus vyftien voeten laager, als de Toorn van de eer= fte Kerk geweeft wast vervolgens ging men met den opbouw volyverig voort, wordende in den Jaare 1606 en 1607. het Oofteinde van het Choor voltrokken, ende het gebouw met cierlyk gefchilderde glaazen voorzien. In den Jaare 1608. wierdt op den negende, of tiende * January een Dankzeggings Predica* D a tie •Hierin volgt KruythofF Blondeei; maar Bondt en het Rym, 0p ie balk in de middelkap by t Cruys der Kerke te leefen, maaken alleen* lyk van den 9 January gewag; ook ftaat 'er in bet Diacomeboek op Woensdag den 9 January zynde Mdag, Ezra 2 vers 68 en 69. Exod: 36VS: 1. Hebr: iivs;2Ó>  52 GÈSCHIEDT VERHAAL van ds tie * gedaan door Do. Guiüelmus Puppius, be# neevens Do.JanJanJè de Bruno**, toenmaals Predikanten in deeze ftadt, ten welken einde de oude Predikftoel, (die als een Vuur brand uït de Vlam gerukt en bewaart was, als te vooren al h * Blondeel zegt, " dat door Wilhelmus Pup= || pius ae eerfte Predikatie, ten tyde voornoemd, in wegen van danüzegginge gedtan wierd; dog de Hr. KruythofF laat alhier twee Leeraars eene Predikatie doen, en zoude cns derhalven , indien wy niet beet er et voortgegaan tot Pafcba den i< April 1607, gelyk my uit bet Diaconieboek gebleeken is, ** Blondeel fchryft, " dat 'er toen een Tiaiikt " en Biddags Predikatie, ter gedagtenis van "bet afgebrande, en weeder van nieuws epgebouw* " de Godsbuys, gedaan is door Do. StafFortius " of De Jacobus de Roo; dan de Hr. KruythofF volgt Bondt, en zegt te regt Staphorflius; want dus ftaar 'er ook in 't Kerkeh Alpbi van Veeris en de Paauw bh 194 en 195", en hetgem: Diaca-r nieboek berigt ons, " dat 'er, op Dingsdag den. ?' 2,4 February 1626. vqorbetee$ft,nade brand, jjj V, betWejkndvan di Kerk driemaal gepredikt, Pf:: 47 vers lp.  i Kon: 8 vs: 29 twee Predikanten , by de Kerk in huldiginge. Do. Gs Lamoti: us de eerfte derde Predikant. 54 GESCHIEDT VERHAAL van ds colaas, of eenig ander zoo genaamde Heylig, tnaar, op zyn Gereformeert, aan den waaren Godt, den Heiligen Israels , met oprechte fmeekingen, dat dog zyne oogen mogten oopenzyn, Nacht ende Dag, over dit Huis, over deeze Plaatze, om te hoeren na bet Gebedt, het welke ' zyne Knechten bidden zouden in deeze plaatfe. OndertulTchen zoo is het klaarblykelyk, dat, by het inhuldigen van de herbouwde Kerk, hier te Edam geen drie Predikanten geweeft zyn, niet alleen, om dat 'er maar van twee gemeldt wordt, maar wel voornamentlyk, om dat eerft op den dertigften November 1644. Hun Edele. Gr: Mog: de Heeren Staaten van Kollandt en ■ Weft-Vrieflani aan de Bnrgermeejleren en Regeerders van Edam, op hun verzoek, hebben toegeftaan , dat de Kerkenraat, nagewoonelyke ordere, een derde Predikant mogte beroepen, en dat het Traftemont van den zeiven zoude be« taalt worden, volgens gewoonelyke en behoorlyke ordere, gelyk dit te vinden is in Wiliens Kerkelyk Placaatboek 2 deel pag: 35-4. waar uit dan teffens blykt, dat niet Do. Hermannus Cue Minus, die hier, op den 15- January 1613, in den H. Dienft beveftigt, en reets, op den 14 September 1615-, na Leyden vertrokken is, maar Do. Godefridus Lamotius, op den 26 May 1645-. hier beveftigt, de eerfte derde Predikant in deeze gemeenre geweeft is. Deeze vernieuwde Kerk volbouwt en ingehuldigt zynde, zoo heeft men dezelve ook van tydt tot tydt van binnen zoeken te verbecteren, ende te vercieren; dus bragt men * inden Jaare 163Ó, * Alles wat de Hr. KruythofF ons bier ver* haaien zal, vind men by Bondt, die ons nog meld, dat de Kerke kappen twee voeten laager, als voor den brand van bit Jaar 1602, gemaakt zyn$ v/aar by men wydts kan voegen, dat demuuren  STADT EDAM. rj 1636.de dubbelde bank van de Heeren der Re. geeringe, om het fpeelen van de windt var de Noorder Kruispylaar. voor het Choor * en heeft men in het Jaar 1644. de kap van de Kerk gevoerten met een fteenen muur gervgt, waat namen in den Jaare 1649. de Predikftoel ver* niemvt, en, zoo als ze nu is, gemaakt heeft §; in den jaare 165-7. maakte men het Doopfchut, of Doophek, voor de Doopelingen, en vervaardigde daar in nieuwe en bekwaame zitplaarzen voor de Leeden des Kerkenraats, en in den Jaare 1663. heeft men den Orgel gemaakt f , en onder bet gezang weederom daar meede beginnen te fpeelen, Om eok met den Orgel den Heere te looven: eindelyk zoo is in den jaare 1668 de vloer van de Kerk verhoogt, en zyn 'er nieuwe zitplaatzen, of eergeftoeltens voor de Heeren D 4 V3n BmdeVeerk van de Kerkftraat tot aan de Tooren tu bet Jaar 4644 . en van die firaat tol aan de boor der deur in het Jaar 1647. in plaatze van doorne haagen, gemetzeld zyn. M: S: Chronyk van naam. J • Laat hier tufcben invloeyen: welkers voe* tingen men ,n den Jaare 1634. reeds was begon«en op te metzelen, terwyl defehs affcbuning ™ f. 63<5- gemaakt h, zynde toen ook door Kieljaen Wegewaert, Gefbutgieier te KanpZ de oude groote Kl0k tot een nieuwe, die eveigflyk de oude ^pondenzwaar was, vergooien Bondts verbaal M: S: Chronyk van *£T% andere losfe papieren. * § Zie bier vooren bh 3$-. | Ik zoude liever fcbryven; voltooyd, of af* gemaakt; want dit beduyd b.t Jaartal vatt 1O63. daar onder/laande, en betblyktvan elders dat dit Orgel op Sondag 's Morgens den ii February 1663. onder het zingen voor de Pre* clikatte de eerflemaal gefpeeld beeft. M: SUronyk va n Edam. J Pfi I5-0 vers 6.  f6 GESCHIEDT VERHAAL van ds van de Regeeringe gemaakt, en, om het gehoor te verbeereren, daar, en zoo als ze nu zyn, ge* plaatit, tenvylen de anderen aan het Choor, voor de Regenten van de Godshuizen, gefchikt zyn, gelyk ze ook nog door dezelve daar be« leeten worden. Ter gedachtenilTe van deeze Rampen, die de Stadt door Vuur en Waatersnoodt zyn overge* koomen, en de gelukkige verloffingeuitdefelve, vindt men deeze oude Rymptjes in de Groote Kerk: • (Voor de Balk in de MiddelkapO Als men fchrtef i 6 o ^ Gefchied ons hier ter Ste groot leet In February den z4 dach , Men defe iCcrch, veel Huifen mee., verbranden fach, Door 's Heemelfch vier, e» Donders BUxfems /lagen , Gedenkt dees Plagen. Den vyf den Augufty daer naer, Sach men hem in *t felfde faer Herbouwen, en eick. Burger wat toe dragen a met welbehaghen Duifent 608 Was 't Ooft end zoo ver volbracht, Dat men den 9 January door Godsgrati, Daar in deed de eerfie Predicati. 9t Vleiend, Goddank., is nu oo^claer, En d eerflemael Gepreeckf aldaer, ,,Den ^ fe^Htiary, 1 6 z o en 6 li wenfch dat rf£ onthoud dat les , En leve fonder fond en fchant , Soo vryt ons Godt voor tP Helfche Braat.  STADT EDAM. /"In de 7uidknp, aan de Zuidzyde yat)"\ ,V 't Waapen van Gouda. * ) Sist, hoe lanckmoedigh is de Heer der Heeren, Dat hy fo geedich ons noch gefpaert heeft , En niet tot Afch heet heeft willen vertereK% Maer uyt den viereger nekt frl bewaert heeft'. fa noch dieGenaedena fyne Goedaert geeft, Om dit zyn Huys fchoen dns Heerlyk f\ Herbouwen. Ochl dat wy die wetdaedt recht konden onthouwen, M't dankbare Herte , en zoo betrachten l Dat wy geftaadigh hier fogten t' aarfcheuwen, ' Met David zyn Gidsdienjl , en fyn woort te achten, Voor *t kpflelickfte Schadt, om hem foo te hoven, Hier en hier tta, Eeuwich tn fyn huys hier boven, In * Het zelve is fraay gefcbilderd in bet Glas aldaar, met deeze woorden 'er onder: Gouda "Vitrum dederat, locus hic poft concidit ignis viribus, hoe igitur denuo Gouda dabat.(dac is'J Gouda bad bet dasgegeeven, naderhand is deeze plaats door de kragten van het vuur ingfwrt? d'»rbalven kaf'Gouda dit QGlas^ tenfweeaemaak  *S GESCHIEDT VERHAAL VAN DE CIn de Zuidkap, aan de Noordz^de van"\ het Waapen van Amfterdam. J EDAM! EDAM! gedenct de jlaghen] Op Matthysdach , van Godsroedzju>aerlik\% 'Als 't vier van boven door Donder/lagen, V feo quant plaghen, met brandt vervaer- ft Welk\ een bewys was van fyn toorn claerliek» En deed V voelen, hoe fwaar fyn hand is, Die niemandt ontgaen kan, als Godswoord waarlick\. Betuicht; Och ! denckt dan hoe fchricklick\ die brand is, Die Eeuwigh fal duren, en wilt doch u leven. Door Gods caftydingh, met vreefen en beven, Soo voortaen beet'ren, noch in defen tydt fyn, Od dat ghy van 't Helfch Vuur mcmk Eeuwigh bevryt fyn. Bebalven de bovenftaande Rymptjes , beb ik, den 31 May 1766, op de vierde balk boven bet Cboor, van het Kruys afgereekend, in welkers plaatze toen een nieuwe gelegd wierd, bet volgende geleezen: Qaan de Wefizyde) den XXIIII dacb des II tnaents men fach da brant dees Kerck verteeren. 1601. (aan de Ooftzyde) den V Auguft daar naer hy in t felve Jaar bes goft te repareren. ióozs  STADT EDAM, y$> Terwylen dan nu de Stadt van alle deeze kwaaden zoo gelukkig verloft, en de Kerk zoo voortreffelykherbouwt, Godvruchtig ingehuldt, en tot de Godsdienft verrigtinge bekwaam gemaakt was, zoo wierdt die ook daar in met lult en-yver waargenoomen, en genoot de Stad en Burgerye , den tydt van zeitien Jaaren, een aangenaame kalmte, en verquikkelyke ongeftoorde Godsdienftoeffeninge; edog de Goddes lyke weldaadigheeden in geen behoorelyke cv* kentenilTe gehouden wordende, zoo behaagde het den Heere ook weederom zyne tuchtroeden te gebruiken, en te toonen, dat zyne toorn op het nieuw tegen deeze Stadt ontfteeken was, als ons naader blyken zal, als wy de (tadt aanmerken in het meermaals ontdaan van brandt, en wel byzonder de laatfte, zynde het al zeer aanmerkelyk, dat zulks altoos door zwaar onweer van Donderen Blixem veroorzaakt geworden is. Op den 22 February 1642. zoo ontftont we» derom brandt in den Toorn van de Groote Kerk, door een Hemelsvuur van Donder en Blixem, wordende de Toorn omtrent den Appel, of Peer aangeftooken, en, dat aanmerkelyk is, juifl op die tydt, als in de Kleine Kerk de Godsdienft verricht wierdt, en wel omtrent zeeven uuren of half acht*; wanneer men den Godsdienll: ftondt te eindigen . en het zevende, of laatfte vers van den tweeden Pfalm zong, en wel deeze woorden. Want zynGramfcbap ontfteekt zeer laaft en brandt, gelyk een Vuur, als men daar op niet achtet. zoo wierdt geroepen, brandt, brandt! in de Groote Kerks Toorn, het welke (als men denken kan) de Godsdienft in groote verremnge deede eindigen, en een iegelyk ©et fchrik en vreeze vervulde, dog gelukkig uit- * Dus fcèrvft Bonivt dog Blondeel zegtt SQtrent balf acbt, de Stad? meermaalsmet Brandt , befocht, en telkensdoor onweedervandonder en blixem veroor •j zaakt;  6o GESCHIEDT VERHAAL van di tótviel, vermits dezelve geen voortgan* nam ?. i In het volgende jaar 1643. op den o^anuarv', waayende een Noord-Welle Windt, zoo wierdt de Toorn van de Groote Kerk al weederom, door Donder en Blixem, omtrent zyn Vierkant, aangeftooken, edog door de vlyt van de Bur* geren, onder de Goddelyde hulpe, tydelyk en na wenfch geblufcht **, zeedert welke tydt men die voorzorge gedraagen heeft, dat men aan den Toorn § ophetdakeenloode waaterbak gemaakt heeft, om daar in het -waater van het Kerkdak te vergaaderen, en zig daar van in zulke ongeleegentheeden te kunnen bedienen. Nog fpreekt men van een vierde brandt, de* welke in dat zelfde jaar 1643, in de volgende maandt, en wel op den 2, February f, zoude voor- * Dit komt over een met blondeel; maar #ondt tneld om, dat de vrydagfe Godsdienft oefening door denbrand, welkers befcbryving üo.'KruythofF nu volgen laat, geftoort wierd. ** Hier vo'gt onzefchryv alleen lyk we°derom Blondeels vet baal, zonaer gebruyk van dat van Bondt *e maaken; daar nogtans deeze 'er by voegd: " dat bet torn Sneeuwde, en zoo ftormde, dat de " baan fcbudde e» beefde, en dat een felle Don* " derftjg, als een teertons fakkel 9 kleefde byden " appelonder hetkruys, een volquartieruurs lang. § Blondeel zegt: " na welke laatfte brand, " in de Toorn gefield is een loodeback, welke *' bet Kerkdacks waater ontfangt: dan Bondt in zyn verbaal, waar van een affcbrift, door mynen Overgrootvader Johannes Leoninus gemaakt, ten blyke, dat by immers als Predikant 'er zig van bediend beeft, thans voor my legt, fielt aulks na den brand van den 2 February. 1Ó43 •> ** fpreekt van twee looie bakken , die toen in het boven end van den Tooren, zeer wyffelyk, gelyk. ook de tr apinbet Ifefielyk Postaal, gemaakt zyn, t Voeg hier by uyt Bondt, U Avonds ten half. fcbt uuren, in een Noord-fFefien Stom,  STADT E D A 3ÜL voorgevallen zyn, door een Blixemkiooi in via* ren geborften*, dog die van zelfs zoude uitgegaan zyn**, en geen fchaade veroorzaakt heb« ben, hoe wel deeze van veelen in twyiïel getrokken wordt |, moogelyk om dat ze zoo kort na de voorgaande, en zelfs binnen een maande daarna, zoude gebeurt zyn, terwyl ze van zommigen voor zeeker gehouden wordt, dea welke die omitandigheeden daaromtrent aan* merken, dat zeekere Mennoniet, wiens voor* naam Crelis, dog zyn toenaam, of van (als men zeidt,)ombekent was,een vryerzynde,deKoe* yen op het Bagynelant in de ftal zoude heb* ben zitten te melken, en van daar, door eeno* pening, naa den Toorn kunnende zien, deezen' brandt * De Hr. Bondt zegt eygentlyk, dat toen bei Vuur niet minder, dan de laatfte keer, was , dat het zelve door een Donderftag -wierd by bet Kruys gebragt, die zig in vieren fpreyde, waar van twee tot niet verdweënen, dog dat 'er twéé daalden na het vierkant, de harde fteenen verdrongen, het drooge bout doorboorden, en vonk e)> vonk Jpoogen. ** In tegendeel meld om dezelve Zfondt, datze haaft gefluyt wierd, en dat, de vloed denkruyn der Dy ken befpringende, bet Ooft ende der Stad wederom in gevaar raakte; dog dat bet water, door bet wyken van de Friefe-Dyk, in een uur een mans langte daalde. f Wie die twyffelaars zyn, weet ik niet; dog dit weet ik, dat men by den Hr Slondeel nitfi alleenlyk een diep 'ftilzwygen, wegens deezen brand, aantreft, maar dat hy zelfs uitdrukkelyk zegt, dat die van den 9 January 1643. de laatfte ge" weeft is, en dat bv de; halven bet verbaal napende deezen brandien einemaai verworpen beeft.  Ct GESCHIEDT VERHAAL vak de brandt zoude gezien cn zig in alleryh met een Emmer met Mellc, naa het huis' van de Kenter, cn met den zeiven Toornwaars, om den brar.dr te blulTchen, begeeven hebben \ Edog zon.ier ons, om voor de zekerheid 3of onzeekerheid van .lienbiand te pleiten, te wil* Itn inlaaten , zoo dunkt ons, datze niet daarom voor onzeeker kan gehouden worden, om datze binnen een maandt met de voorige zcude voorgevallen zyn, terwyl ze wel deegelyk da2r van onderfcheiden , en zelfs dag en datum . wanneer ze gebeurt zoude zyn, gemeldt wordt om geen andere omftanriigheeaen tan te roeren. En hoe het ook daar meede mag geleegen zyn, zoo is geheel zeeker. en zeer bekend "de laatfte brandt**, die, byna in het einde van die * Hts de Hr. KruythofF bier van een voldoen» de bewys gehad bad, dan dunkt my, was de zaak ten voordeele van /ïondr. beflifi; dog veèlligi is bet een overleevering, ten minflen durft hv Vr wet voor uit kernen, en daarom kan ik 'er"geen beter middel op uitdenken, als den Burgemeefter Jncob Janfz: Pieteys, die, in bet jaar 1643, msevaar 37 jaare* oud was. totfcbeidfr.an tus~ Jcben de twee andere tydgenooten Bonat en Zflondeel te neenten; deeze da heeft ons bet volgende deswegens hy gefebfifie nagelaaten: " 1643 den " 2 februari, \ At'opd omtrent zeven Uuren, V fjo is die Donder aen die Toerengef.agen, aen * die Nr,ord-Wel:boick, hoven die fteenen onder et lyendack, zoo dat bet begon te branden;" maar wierd met waeter uitgegoten var. binnen " door Jan Claafz: Koter, Zie ook Wagenaars befcbryving van Edam bl; 482. *» Deeze is door Taanman, Grebber en Hejingfehuyt, in D;cb reekeninge van Minnaars der Rekenkunde, op Donderdag, een zwaare brandt voor; want wanneer een felle Wefte-Noord-Wefte windt waayde, verzelt met Donder ea Mxem, en dikke Jagtfneeuw, ende het alzoo een zeer fwaar onweer, ja noodtweer was, zoo ontflondt daar door weederom brandt in de Groote Kerks Toornfpits*, beginnende des nachts omtrenthalftwee; de Vlam vertoonde zig in den beginne, als een flikkerende Ster, en daar naa als een Lantaarn, wordende,naa zommiger zeggen, eerft gezien van zeekere Heeren, dewelke zig omtrent den Dam zouden bevonden hebben, miflchien om het zwaare onweer eens hebbende willen uitzien, men ,er gewag van gemaakt by vaft Spaan Ge~ denkwaardige Gefcbied: bl: 366, die nochtans ten onrecbte den 24 February, in plaatze van den f Maart, field: men kan hier nog byvoegen den gemelden Johann: Houbakker in eene zyner Predicatien pag: 106, en Wagenaars btfcbryp ving van Edam bladz: 482. * Ik een M: S: Verhaal van een ooggetui* ge leeze ik, dat een zwaare donderdag deszelfs fpits aanflak , by den Appel, waar door by niet konde hlyven fiaan, en dat de fterke. Noorde* Wind dm brand gevat beeft. De jrandt tveedera Dm in ien Toorn.  <4 CTESCHIEDT VERÏIAAL va* d# zien, én dus zij op de ftraat bevonden, hoewef anderen meenen, dat een uitheems Arbeider, die zig by de rlakkelaarsbrugbevondt, denbrand het eerfte zoude gr-zien, en aan de Wacht bekent gemaakt hebben, tenvylen evenwel de meeften het daar voor houden, dat ook ons het waarfchynelykfte vooikoomt, dat de Schippers van de oude Veerfchu't, die aog om deeze tydt af te vaaren gewoon zyn, de Vlam het eerfte zoude gezien, en haa~e Hemmen met te roepen brand brand! in de Groote Kerks Toorn, verheft hebben. Straks floeg men op een bekken, langs de ftraaten. en begonden alle de brandt Klokken te Luiden, zoo dat alles in rep en roer geraakt té, en de Burgeren wel haaft uit den flaap ont-, waakten , en droevig en verbaaft voor den dag kwaamen , gelyk ook ce Vrouwen met de Kinderen aan de borden, met betraande Wangen en wringen van handen, deels uit vreeze, en, deels uit liefde tot behoudeniflè van de Kerk en Toorn ' Elk floeg yverig handt aan 't werk, tenvylen dat de brandt zig haaft als een Fakkel vertoonde, en de Toornfpirs zeer fpoedig in lichte, laaye Vlam geraakte; men droeg ondertuflchen alle moogelykezorge, dat de goederen, bo-ken brieven en Effeéten, in de Kerk en op Kerk» meefters Kaamer bewaart wordende, inzeeker? heit gebragt en geborgen wierden: Do. AdriaTtus Flodorp, toenmaals tredkant deezer gemeente, en in den jaare 1690. van Wormerveer, hier .beroepen ende beveiligt, vreefende, dat de Vlam met het verteeren van den Toorn niet zoude te verzaadigen zyn. borft in zilte traanen uit, zeggende, Acb! dat wy de Kerk maar be-^ houden moogen- Met vollen yver begaf men zig ten dien einde na de Kerk, moedigende malkanderen, en zelfy voornaame luiden'ge verflaagen Burgeren aan,* ons'  STADT EDAM. 6f om met haar Toornwaarts op te klimmen, gelyk die zig ook aanftonts volvaardig toonden, en deeze braave voorgangeren gezwint en moedig navolgden, en alle kragten infpanden, om den voortgang van den brand te beletten , waar toe men ook de Brandlpuit trachte te gebruiken, dog te vergeefs, vermits die het waater tot zooverre in de hoogte niet brengen konde, weshalven zy genootzaakt wierden zig ylings na beneeden te begeeven, doordien het fmeltende loot op haac begon needer te druipen, zynde zelfs zeeker Burger zyn Haïr van het hoofd gezengt, en aan zyn gezigt gekrenkt, voor welke trouwe daadt, en toegebragte hulpe, deeze Burger (als gezeidt wordt * 3 by zyn Doodt en BegravenuTe , met het Klokke geluy. door de Heeren Kerkmeefteren, vereert geworden is. Men ontzag geen Waater, of nat worden, om, door het befpuiten van den Orgel, den zeiven te behouden, en voor den Vlam te bewaaren: den eenen klom en ftondt den anderen op de fchoudèrs, dat zig zelfs die van de eerfte rang en aanzien niet onttrokken, om de gaaceri by den Orgel te ftoppen, en dus te verhinderen dat de Vlam daar door niet in de Kerk dringen, ende die ook weederom van binnen aanfteekeni mogte; terwylen vaft de Metaalen Klokken ten declen ftnolten, en ten deelen in her Fortaal ter needer vielen, en de Kerk weederom gevaar liep, van (als weleer) geheel en deswèegens ook van binnen te zullen vernielt worden; E. Want * Dit zeggen is waar; want in bet Dood* bosk ftaat aangeteekend, dat op den 17 April 1705. Jan Pieterfz; Vlaming begraven en vry keluyd is%  $é GESCHIEDT VERHAAL van de Mant ach ! der Burgeren vlydt en moedt ï Die ze al op aller zeerfie aanwenden , En vtndt geen baat in deeze Ellenden, De Fuurgloedt graaft, en vreedt en wrtedti Door de alderdikfle Tooren Balken, Kan ,t harfle Staal, en Tzer fpalbe», Niets is bevrydt voer zyne kracht, Het ('uur belacht de Waaterplaffen, y Wil trog op Spuit. of Em'ren paf/èn, Daar, door der Burgeren z.oyg , gebragt,' Maar ftraalt gefmolten loot, by (iroomen, Op 't Lyf van die het teegen koomen 't Spouwt grouwzaam, raazent, en ontzint, 'Met vollen mondt gevlamde kooien , st Dreigt 's Heemels fierren, 's Heemels poolen] Geftyft door Wefi Noord Wefie windt, Spaar, roept elk. Heemelvorfi » uw Tempels De Brand firoomt v<*fl weer aan den Drempel. * .OndertuiTchen zco greep men evenwel moede; en oegon toen ook de Brandtfpuit nut te doen! 200 omtrent het Portaal als den Orgel en de Kerk, dewelke, onder Gods zeegen, behouden wierden, met tegenftaande dat de loode Waalerbak door de hitte des Vuurs verfmolt, ende Vuurvonken tuffchen de kappen van de Kerk seedervielen, ende dreigden brandt te veroorzaaken, _dat ook zeekerlyk zoude gefchiedt zvn. andicnmet zeeker Burger, in de goot tulTchea de kappen van de Kerk, de brandende deeltjes omgekeert, en met zyn Schippersmuts hetwaa«r van de Kerk, door degefinolren Sneeuw ver* oorzaakt, gefchept, en daar meede niet alleen de brandende vonken, maar zelfs een groot vak vanher buitendak, dat reeds aangeftooken was, Sgffi:en dus den voorrsans selukki^ De  STADT EDAM. 67 De Godvrugtige Do, Adrianus Flodorp, te dien tydt alleen Predikant in deeze Stadt, knielt achter het Choor zeer ootmoedig needer, en heft hart en handen tot God in den Heemelop, ernftigen yverigbiddende om hulpe, uitkomfle cn verloffinge, terwylen Piet er Hanneman, hier toen Roomfcb Priefier , daar by hem koomt, ende tot hem zeidt, Z 0 myn Heer ƒ roept gy God aan *, ik zal handen aan het zverk /laan, gelyk hy ook getrouwelyk, en loffelyk gedaan heeft; want geen waater ontziende, ftont hy tot omtrent aan zyn Middel in de Vaart, om Waater te fcheppen , en over te geeven, gaan* de dus voor, en door zyn voorbeeldt een iege3yk der omftanders, en wel inzonderheid de Volendammers, aanmoedigende, om te helpen, en tot behoudeniüe van de Kerk vlycig te arbeiden. Was het Gêbedt van Elias zoo krachtig? dat hy daar door Vuur en Waater van den Heemel gekreegen heeft, zoo is hier ook iets merkwaardigs , op het Gebedt van deezen Rechtvaardigen en ernftigen Bidder, gefchiedt, want de Windt fchiedr, uit het Weft - Noord - Weften, in het Noord-Ooften, en valt alzoo de brandende Toornfpits aan die zyde van de Kerk ter needer, daar de Zuidkap iets korter, en ingetrokkener is, blyvende daar door de Kerk onbefchadigt, en fchiet daar op, en wel in het zelve oogenE 2 blik, * Gelyk men ligtelyk begrypen zal, dat ikvoof denftylenfpellingvanOo. KruythofFnietinftaa^ alzoo min durf ik voor de waarheid van dit geval my aanfprakelyk jlelleny om dat alle de Scbry* vers, hier vooren hl: 62 gemeld, *er geen bet minfie gewag van maaken: ook kan ik zulks niet 9>el plooyen met de uytdrukkingen, welke deHr. KruythofF tegen 's mans geloof ts meermalen in dit zyn werkje gebruykt beeft. Do. A- drianus Flodorp knielt, en bidt, achter het Choor, en niet zonder vrucht.  De Stadt ook wederommet Noodt van Vuur gedreigt. 68 GESCHIEDT VERHAAL van de blik, de Windt weederom, uit het Noord-Oosten , in het Weit Noord-Wetten, en aldus in zyn voorigen hoek, waar in zy geblee%'enzynde, de brandende Toornfpits ongetwyfelt op de kap van de Kerk zoude hebben moeten nee* oerftorten, en alzoo dit Kerk-Gebouw waarfchynelyk weederom als in den Jaare 1602. geheel vernielt, en in de Aflche geiegt geworden zyn, zoo dar zig hier de vinger Godts merkelyk vertoont, en de Heere zelfs voor deeze Kerk gezorgt, en dit voortreffelyk Gebouw bewaart heeft. Terwyl de Plas voor 't Vuur bezweek, En, in een Woedt van Waatergolven, Vtrfmoort, verz,oopen , overdolven, D» Burgers, en de Spits »ntweek\: De Spits belaas! tefnoo gefchonden, Zteltoogende in haar Laanwc wonden] Wierdt dus de Kerk gelukkig, en door Gods wonder beftuur, bewaart, zoo wiert echter de Stadt weederom met brandt, en groote fchaade door Noodt van Vuur gedreigt, doordien de wee= lige Vuurvonken over de Stadt op de Daaken needer vielen, en zelfs tot over den Dam de Kleine Kerk, en elders, ja, Cgelyk van zommige getuigt is,) tot halffweegen Volcndam eewaayt en gevloogen zyn, dog in de Sneeuw (waar meede de Daaken, en Landen bedekt waaren,) gelmoort en uitgedooft zyn. Zoo dat het niemant zouden kunnen vreemt voorkoomen, indien de in vreeze zynde Bur geren,opdietydt,in deeze klagten moeten uit* geborften zyn: ö Helaas l mp Geefi bez-wykt] 'k fluit liever thans mjn togen, Maar  STADT EDAM. 6") 'Maar al te veel door dat foo droef gezigt bewoogen, Waar van 't geen eindt k\an zien, ten zy dat de Opperheer Die plaag van Kerk, en Stadt genaadig wende en keer Immers zoo wierden, buiten de Toorn en Kerk, ook alreeds andere Huizen eenigzints door de Vlamme aangetaft, onder anderen de Confiftorïe, waar uit de takkebolTchen en verdere iirandftoffen weggenoomen wierden,. en daar door de voortgang van den brandt na wenich belet. Niet geheel raakte ook het Heere Logement vry, dog wierdt eevenwel weinig befchaadigt; gelyk als 'er ook van de Vergaaderplaa's, of Kerkje der Mennonieten op de Hakg gefprooken wordt, datze, door de vonken, eenigzints is aangefteeken geweeft, edog voorfpoedig ges blufcht, geredt, en voor fchaade bewaart. Eeven nu, als de Heere in den jaare 1602. de Stadt met Vuur en Waatersnoodt bezocht hadde, zoo wierdt nu ook wederom de Stadt met noodt van Waater gedreigt, en fcheeen zig de 1 Hooge Waatervloedt nu al weederom by het ; Vuur, als een Goddelyke tucht en ftrafroede, te voegen, nademaal dat de Dyken door iStorm 1 op Storm (de bruilTènde Zeegolven met groote • kragt en geweldr daar teegen aan klotzende,) , fcheenen te willen doorbreeken, dat al weder* om nieuwe en geen gemeene ontfteltenillè baaarde, terwylen dair door de nabuurige Vo= lendammers, die toi hier toe de nurgers, tot ftuitinge van den brandt, zeer getrouweiyk en loffelyk geholpen hadden, genootzaakt wierden, om zig na huis te begeeven, om de Dyken te bewaaren, en het haare te bezorgen, dat ook; ia De ftadc sok we- ierom net Voodt ran waer ifizIreigt,  Pf: 30 vers. s en 6. DankPredikatie, en Doodt van Do. Flodorp 7o GESCHIEDT VERFHAL van Dg in haar niet konde afgekeurt woorden, want hiep gek het gélneene en bekende zeggen, Proximus fum ego,net mibi., dat.is, elk is zig zelfs da naafre. Daar en booven, zoo was dit ook nootzake* iyk, en nuttig voor het gemeen, vermits het diende tot beveilinge van de. Zuidpolder, en de verdere nabuurige Landen, gelvk ook Godt, (d>e de wn.den en de Zee gehoorzaam zyn ,) het onweeder gunftig deed bedaaren, de Winden en de Zee geftilt, en de Waateren een paal en perk geil tl: heeft; zynde alles des Morgens om zes uuren gecindigt. OndertulTchen zoo was dit een nieuwe en droevige befoekinge, waar aan niet anders, als met de ukerite ontroeringe, dog eerbiedige lof vermeldinge van Gods byzondere goedertierentheidt, kan gedacht worden, en malkanderen daar toe opwekkende gezegt, Pfalm zinget den heere , Qy zyne gunfigcnooten , ende zegget lof ter gedachten!fe zy„er Heyligheid; Want een oogenhit k is 'er in zynen loom, (maar) een Leevenin zyne goedtgunftigheidt: Jes Avonds vernacht lei geween; maar des Morgens is 'er gejuich. Zoo wierdt het ook door den doordroevipen dog ernftig aanhoudende Bidder, Do Adrianus F.o sorp zeer welbegreepen, dewelke daags na da voorgevallene Vuur en Waatersnoodt, zynde Vrydags den zesde van de Maant Maart, des Avonds , in de Kleine Kerk (de gewoone Winter Avonds Prediktydt daar zynde,") met vpel tee* derheidt, en aandoeninge, onder een groote toe* vloedr van Menfchen een Dankpredikatie dee=> de, uit Klaagliederen 1 vs: 18. deeze woorden, De f'eere is Rechtveerdig ; want ik ben zynen monde wederfpannig geweeft. Na welken tydt deeze Godzaalige Leeraar, ("wiens gedachteniflè by de Edaraze Gemeente in zeegeninge is, en bea  6 T A D T E D A M. >f behoort te blyven,) zeer kort daar na, en wel in de volgende Maandt * April, Overleeden is. Door welkers Doodt de Stadt van E D A WL geheel en al van Leeraars ontbloot wierdt; want Do. Petrus van Hoecke van Nieuwe- boom, in het Land van Voorn, en den Ihiel. in den Jaare 1696. hier Predikant geworden , was na Leeuwaarden, en De Everbardus Loitingb, in het Jaar 1697. van Rbynsburg hier gekoomen , na Zwolle, beroepen en vertrokken; en of fchoon Do. Regnerusvan Staveren van Oofierwyk, en Do Petrus Campen, f mynen zeer geachtcn voorzaat,) van Ooflgrafdyk, reeds hier beroepen waaren, en de eerfte zeifs al zyn eerfte yoorftelling hadde, zoo waaren zy echter noch in den H. Dienft niet ingezeegent. zynde Do. vat Stavenen, kort daar na, gelvk ook Dn Campen m April, beveftigt, en-in plan s van A>a Flodorp beroepen Do. Jobannes Cuperus, uit de IFienngerwaard, in deeze Sta't. en in het zelve jaar beveftigt, edog ook weederom van hier beroepen en vertrokken na Zwolle, in den Jaare 1703. daar hy ook het Sterffelyke afge* leidt heeft. 5 Hier door zoo fcheen het eerft , als of de Heere de bedreiginge, wel eer aan de Kerke van Ephezen gedaan , aan de Edamze Kerke vervullen, ende haare Kandelaar van zyne plaatze weeren zoude: Dat eevenwel den grooten Her. der ende opfiender onzer zielen gunftig voorzien de breuke in deeze Gemeente geheeltV en ze toen' en vervolgens, met Herders en Leeraars befchonken, ende deeze Schaapen met de plokken hieflikheidt, en 't Zamenbinders gevoeidt beeft. E 4 Deeze * Te weeten den 1 April 1699, zynde zynEerw: zeekeriyk alhier zeer geacJy. geweeft, ge. lyk uyt de Gedichten, door Leesdert Cornebfz* Grebberen Jacob Dirckfz: Taenman op zm Óver* lyden gemaakt, meede blyken kan. Openb* 2 vs: f. Zach: 11 vs: 7.  GESCHIEDT VERHAAL van m HerfteU linge deezer rampen. Deeze Rampen nu weecerom, en noch zoo gelukkig, geëindigtzynde, zoo begon men ook weederom de herftellinge ter harten te neemen, en maakte men al in dezelve Zoomer daar van een begin, hebbende, in plaatze van het afgebrande Toornfpits, weederom een andere Spits opgericht, ter hoogte van Zes en-Dertig Voeten, van de Makelaar (als men die noemt) afgereekent zynde, en dus Vier en Zeeventig Voeten laager, als de eerfte, en Negen en VyftigVoeten laager, als de tweede Spits geweeft was, niet weederom, tot de hoogte van een der voorige, hebbende durven bouwen, uit vreeze, van al weederom, door onweeder van Donder en Blixem, te zullen inbrand gefteeken worden; en is de volkoome herftellinge van dit gebouw, (volgens uit wyzen van den Toorn zelfs ) in den Jaare 1701. gevolgt * , wordende de Toorn en * Op den 7 May des Jaars 1701. -wierd eerft by Burgemeefteren en Froedfchappen goedgevonden , den Iooren weederom op te bouwen, 't welk my doet denken, dat bet Jaartal van 1701, aan den Toot en ftaande, te kennen geeft, dat d-zels ve toen berfteld is, zonder dat bier uit, gelyk de Hr. KruythofF wil, een befluit tot het Kerk-Ges bouw zelve kan werden getrokken, te meer, daar bet vaft gaat, dat het befcbaadigde Orgel (zie Wagenaars befcbryving van Edam bl: 482 ) naderhand hermaakt, en in de Jaar en 1703 en 1704 door den Orgelmaaker H. van Loon merkelyk ver beet er d is; ook zyn 'er in bet ges melde Jaar 1701, twee nieuwe Klokken, van bet Hof der oude en een Huk gefcbut, den Uyl genaamd, gegooten, in de herbouwde Tooren ges hangen, hebbende de groote Klok, die Ponden weegt, dit Opfcbrifti  'STADT E D A M. 75 en dit zoo voo'rtreffelyk Kerk-Gebouw , in die juifte ordere en cieraadt, onderhouden, als het ten deezen daage noch te zien is, ten welken einde Jaarlyks tot verbeeteringe, en vercieringe, geen geringe koften aangewendt worden. OndertulTchen zoo mag men hier welvoechelyk ten befluit aanmerken, dat den Donder (als daar van wel gezeidt wordr) veelmaalen dezelve ftreek fchynt te houden, en byzonder hier voormaals gehouden heeft, het welke daar uit nietalleen fchynt teblyken, datdeezeToorn<= fpits vier, zooniet vyfmaalen, daardoor is aangefteeken geweeft, maar dat ook noch weederom in den Jaare 1733. op Woensdag den neegende September, in den Toorn van de"Kleine Kerk' *,door den Donder en Blixem, brandt ontftaan isï E 5 als Wy zyn uyt d' oude ftof, en Uytden Uyl herbooren En roepen tot den dienft van Godt, al die ons hooren, _ . C: Boft. Gerhart Schimmel mefecit Daventrine. Op de .kleine Klok, welke 35-12 Ponden zwaar is, leeft men: Och! dat ons Godt niet weer verfeerde Door 't Vuur, dat ons voor dees verteerde. V: Blok. Gerhart Schimmel me fecit Daventrié, lebalven het Stads Waapen, met het Jaartal 1701 daar onder, treft men nog op heydt cfe ge* melde Klokken aan de naamen van de toen Re* geerende Burgemeefteren , Pieter Veen, Vincent Brouwer, Janjacobiz: Wits, (en) Thvs Baftiaanfe Wit. V J y * De afgeleegenbeyd der beyde Kerken van malkanderen gadeftaande, dunkt my, dat deeze brand tot geen tweede grond van aanmerking alhier moeft zyn gelegt geweeft, vermits daar uit veeleerder het tegengeftelde zoude kunnen werden opgemaakt. Wel* voechelykeaanmerkingenten befluit.  Pf: 7 vers ia. i Sam: avs: 30. 14 GESCHIEDT VERHAAL van de ' -sis van meer als een beveiligt ïs, die betufae hebben dit met eigen oogen gezien te hebbenedog dewelke, zonder eenige fchaade te veroor* zaaken , door den zwaaren Reegen van zelfs gelukkig gebl ufcht geworden is. Findelyk, zoo verdient het meede zyn aans merkinge. dat in de Jaaren 1602 en 1699. en aldus in den beginne, en in het einde van die Eeuw, deez.- Stadt met Vuur en Waatersnoodt is bezocht geweeft,- waar omtrent wy moo^en aanmerken, dat de zonden, Eeuw in Eeuw uit, in zwang gaan , en het Vuur van Gods Toorn, en de waateren zyner verbo'gentheit, geftaadig ontfteeken, en doen bruifchen, zynde Godt een Recbtveerdig Richter, ende een Godt, die alle dage toornt. Ja, was (na zommiger getuigenifte * ) het voorneemen, om van het vieren van deezen brandt Dankdag een einde te maaken, en dezeU ve, met den uitgang van deeze eeuw, af te fehaffen, en dat die nu reets, op den vier entwintigfte van de voorige Maandt, voor de laatftemaal zoude ge viert geweeft zyn, en wierdt deeze Stadt in het begin deezer eeuw , en met het zelfde onweeder, weederom bezocht, zoo mag men op goede grondt aanmerken, datzulks de Heere mishaagde, die zyne oordeelen op de Aarde zendt, op dat de Inwoonden Gerechtig* heit zouden leeren, ende aan zyne oordeelen en verlojjtnge gedenken, zy.de Hy, hoe langmoedlg anders, ookflraks gereedt, ter ftrajfe der geener, die Hem vergeet en, want Hy zal dog eeren, die Hem eer en, daar zy in bet teegendeel zullen licht geacht worden, die Hem verfmaaden. Zoo * Ik zoude febier'denken, dat deeze getuigen meerder hebben verklaard, dan zy wijlen; dit is ten min ft en zeeker, dat my nergens bier van es* %ig bewys is voorgekomen.  S T A D T E D A M. .7$ Zoo dat wy desweegen dat befluit wel mooü gen opmaaken, dac deeze brand Dankdag zeer billyk van de Édamfche Burgers, en Inwoona ders, zoo van grooten'als van kleinen, Jaarlyks, opeen plechtige wyze, zonder onderlaaten, mag en behoort geviert te worden, om zig zoo de oordeelen (;ods, wel eer en meermaalen o* ver deeze Stadt gebragt, te erinneren , en voor de verloflinge uit dezelven, haare Vaderen, en voorzaaten, op haare ernftige imeekingen en gebeeden, gefchonken, hartgrondige Dankzeg* gingen toe te brengen, moogende de taaie van de Kerke wel de haare maaken, en tot den Heere zeggen, wy waaren in bet Vuur , en in bet Waater gekoomen; vaar Gy bebt ons uitgevoert, in eene overv/oeyende ververfjinge. Ja, elk om het zeerite zig daar toe volyverig, en anderen ten voorbedde toonende, en tot na* volginge opwekkende, zeggende ,, Ik zal met Br and-Offer en inuw Huis gaan: Ik zal uw myne geloften betaalen, die tnyne lippen bebien geuhtet, ende myn Mondt beejt uitgejprooken als my bange was, toonende zig ook gereet om het aan anderen bekent te maaken, op dat'ook zelfs de laate nakomelingen zynen lof mogten eeren geeven, ende erkennen, dat Godt vreesfel yk is (in) zyne werken, zeggende, Wy zullen bet niet verbtrgen voor baare Kindei en voor het navolgende gejlacbt. vertellende de Lofelik* hoeden des Heeren. ende zyne flerkheit, ende zyne wonderen, die Hy gedaan beeft. Koo-net ende zht Gods daaden: Hy isvreeflyk vanwerl hittge aan ds ^enfeben kinderen. Aldus Pf: 66 vert 12 vers 1 en 14, Pf: 7S vers 4. Pf; 66 Vers s-  Belluit van dit gefchied Verhaal. i BYLAA; ■7* geschiedt verhaal van edam. Aldus dit GESCHIEDT VERHAAL ten einde gebragt hebbende, zoo befluiten wy hetzelve, met dit vermaanende, en opwekkende Rymptje: Verlaat de Jleehtigheeden\ Dient Godt oprecht niet heeden rAlleen , maar 't aller tydt, Zoo zult gy zyn verblydt, En in den Heemel booven, Vol vreucht uw Bonds.Godt hoven; Tot in alle Eeuwigheidt, [7 Z T Z O O! als >t is gezeidn E Y N D E,"  È Y L A A G E Letter A. Verhaal wegens het Onweer en de Brand, t ontftaan, op den 24 February 1602. g uit de Chronyk van Pieter Janfz: Twisck drukt tot Hoorn, in't jaar 1620. 1 deel Op St: Matthys dagh £1602) was hier in Hollandteen groote' Tempeeft, ofte Stormwint, waer door het Water feer hoogh liep, en by= ionder tot Edam het Volck een groote fchrick maeckte; maer als in de Nacht het geroep van Watersnoot onginck, (het welcke nochtans minder fchade aanrechte als fy vreesden,) fooilTer wel haefl een grooter fwarigheyt door een onverfienfe brant ontftaen; de blicxem Hack in een groote donderflagh het Vuyr in de Groote Kevck-Toorn, dewelcke met de Kerck ende omtrent 26 huyfen ende het Cloofter verbrande, in corte fpatte, en hadden haar de Borghers niec wel te weer geftek, het hadde ghefchooren ge* weeft een groot deel van de Stadt te verliefen. Het werdt by fommige oock voor een wonder gehouden, dar in defe brandt een Huys ftaande bleef, daer die andere Huyfen voor en nae en aen beyde fyden ftecht verbranden. ■ 'üe Kercke-Toorn, met omtrent de halve Kerck van de Toorn af, ofte van 't ander eynde in, is wel dra weder opgeboud, ende met fchoone ghebacken ofte ghefchilderde glafen verfien. (|) Zie van hem H: Schyn GefchiedeniJTe det Mennonieten 2 deel pag'. 5-16 534. B. Gelykberigt als vooren, gehaalt uit hetaanhangzel op de Kerkelyke Hiftorie van C. Ba* ronius en H. Spondanus, door Heribertus Roswydus (f), Priefter der Sociëteit van Jefus,pag:2ci. Gedrukt te Antwerpen 1623.ïn Noort Holland is aan de Zuyder Zee geleegen een Stedeke, genaamt Edam, alwaar,in t jaar onfes Heeren Jefu Chrifti Duyfent fes Honden ende een , verwinterde een Vendel Sol(f) Vide de Uk C. Btïrrnanni Trajecï: etttditi N. st Edatn ; trokken CO. g« bl: xyj-o. Onwe- derende brant tOt' Edam. Ahnö 1601. ab Ocüi ïato ïefié cm  * D (O rJaaten: deefe als het Vallen Avond geworden was, 'dron* ken en klonken, ende kreegen in 'thoofdt, overmits zy in de Kerke lagen, te fpotten met de Godsdienft der Catholyken, van dewelke deefe Kerke wasgeftigt, lang te vooren eer de Kerkbreekers in Holland kwaamen; Het heeft dan de Soldaaten geluft , des daags voorSt.Pietersftocl, weefende den 21 February, proceffie wys om te gaan: Ende fiet, daar kwam voor aan gereeden een Krygsman, hem gelaatende ende gekleed, als een Priefter, met een Pepermolen in zyne handen, dienhy was verheffende en om hoog houdende) voor een Ciborie; omtrent deefe ginck een ander, neemende met een quifpel vuyl Water uyt de ftraat gooten, ende daar meede het digt dringende Volk befproeyende, ende dit wywater den naam geevende van helsvuur: dit gefchiede met groote balftuurigheid van een onbefuyfden hoop boeven en boeren, daar Edam vol van was; maar het fpel moeft 's anderen daags nog eens aangeregt worden , zoo wel hadde het hen gefmaakt; deefe dulle gaften dan naamen een van hun Gefelfchap op hunne Schouderen, op een baar hem als principaal fpookmaker opheffende, op dat men het fiere Juweel wydt ende breedt foude fien blinken, met een verdoofde fackel in zyn hand, gelyk zulk een Edammer Paus betaamde; voor ende om hem liepen {potboeven, wiens aangefigten fwart gefineerd waaren, op datzy zouden fchynen te zyn, dieze waaren, dat is, Duyvels Knaapen; deeze droegen Kruyfen en Vaanen, ende maakten veel gerinckels met fchellen en bellen , Lucifers Gezellen; ende het geluyt klonk al het Volk zoet in de ooren, niemand wilde daar preeken voor hooren, de fang was niet dan lollen en baarlyk fchrolt'en; den tweeden dag dus overgebragt zynde; meynden deefe onverlaaten bengels den derden dag nog bet te raafen, fchikkende hen tor 's Morgens MilTe te doen in de Kerke, daar zy gelogeert laagcn: Mifie zeg ik, op de manier, gelyk fielten en rabauwen doen, fpottelyk, gekkelyk, bóofelyk; maar dank Godt, het mifte hen; want, niet te* genftaande dat het winterachtig en Koudt weeder was, de Loght begon 's Middernagts ontfteld te worden, met Wolken, Winden, Bliiemen en Donderdagen, end? juyft kwam de Vlamme de Biixems in de top des Toorns van de Kerke, en thoönde, dathy vierig en brandigwas, vernielende den Tooren van boven tof de fteenen voet toe, en terftond vallende op de Kerke, die fchendendc, £g --j • - ••^'L-- - - ja  I C 3 ) ja verflindende; foo dat de berooyde guyten daar uyt moesten , en elk om een goed heen komen foeken; toen riep men, brandt brandt brandt! die niet ophield, voor dat 'er 29 Huyfen weg genoomen waaren; het dertigfte bleef liaan , daar in woonde een Vrouwe, genaamt Styn Pastoors, die Catholyk zynde haar Huys boven en beneeden befprengt hadde met 'wywater, op hoope van daar door van 't Vier bevryt te fyn, gelyk ook gefchiede, foo een ygelyk fag , en nog fien mag. c. Uyttrekze] uyt een Chronykje der Stadt Edam, met de hand gefchreeven door den Burgemr. Jacobjanfz. Pietsys , omtrent den jaare 1Ó30. aangaande de bovengemelde onheylen. 1602 den 24 Februarius 's Morgens ten hnlv? uuren, ontflont die fchriklycke brant doort Heemels Vyer in die groote Karckx tooren, nae dat de Satan eerlt het Kruys van die Toren had gehaelt ende necdergeworpen op het Xarckhof, ende alfoo het Vyer in de Toren onttleecken, waer door dat die Karck meede verbrande en we! 25 Huyfen ende het Kioofter, uytgefondert die Predicants Huyfen ; maar het Bagynenhuys brande in 't midden daar uyt met de reventer; want het metryetgedeckt Was, ende die Predicants huyfen waeren van iiecn en met hard dack, ende het waer fulcken nood weer, dat het Icheen, of de Weerelt foud vergaan, met donderen blickfem ende hae. gel, want daar vielen haegelfteenen foo groot als haefenooten, dat het vel die luyden van de handen gjnck; en in deefen brant en quaemen geen Menfchen om den hals, maar fommige waeren niet londer groot perikel- ende dat noch meer was, foo waertfoo hoech waeter, 'dathet fcheen, dat het oollend foud wechloopen doort waeter want het waeter lyep door die huyfen heen en tuskendie huyfen door, foo dat daer fommige huyfen onder de voet Wouden, ende het Noord Oofler Hooft brack een groot gat in 't midde en fpoelde wech, foo dat het naederhant word opgebroocken, het end f namentlyk) dat noch in See Hond, ende oock nae Land toe, foo dat het wel 2c roeden verkort word, ende int felfde Jaer den 5-Auguftus foo begon men die Kark weer te herbouwen, te weetcn die Toren ende hetooftend met deKruvskarck, ende het wellend tuflehen die Toren ende de Kruyskarck bleef leggen. Fi HS-  CO D. Hiftorie van den opbouw der (op den 24 February 1602.) afgebrande Groote Kerke te Edam. Kort na den brand, liet men omroepen, dat alle Kerke goede-en in de Kerke moeiten gebragt worden, en wier* den deflelvs Gevels geftut (Oj'hier op vervoegde zig de Kegeermg deefer Stad by de Araaten van dit Geweft, ert verwierf op hun verfoek, ten dien evnde gedaan, van dezelve den 24 May 1602, tot opbouw deezer Kerke, >p°™ 'cyd,van f«Jaaren, een jaarlykfe onderftandvan j waaif Honderd Guldens (é), ook wierden Kerkmeesteren, op aen 3 Juny van het gemelde Jaar ï602, door burgemeefteren gemagtigt, om Gefden op Renten te neemen, gelyk van tyd tot tyd gefchiede (c), daaar en bo* ven zag men de Huuren van de werven en wallen, tus* lenen de oude Haven ende Sluyfe van de Keet-Poort, ende voorts aan de zuydzyde van de Haven van denieu* we Muuren tot aan de Valbrugge toe. buyten de gemelde J oort celeegen, daar toen ter tyd de Houtwaren geplaatft wierden by voorraad onder dc Kerkejyke inkomften gebragt (d); deeze waaren dus de eerfte maatreegelen tot her bekoomen van Geld: nu ftaat ons tebefien,wat men het eerfte in aanfehouw nam om te herbouwen; dit was de Libery of Boekkamer; delTelfs balken en houte dak yoltooyd zynde, wierdze nog in deSomervan hef gemelJaar 1602. aan de noordzyde, met pannsn , en , aan de zuydzyde, met leyen gedekt, het lood, meede ten dien eynde gebruykt, bedroeg 767é ponden, behalven een gedeelte van het Tin, gekomen van de Orgel pvnendit werk in July reeds afgemaakt zynde, wierd op den ■S Auguftus daar na de eerfte fteen van her nieuw Gebouw gelegd en darhalyen-een aanvang met het herftellen van het ooftende der Kerke gemaakt, zynde deftèlvs Wefter gedeelte, nevens het Kruys der Kerke, met een fchutting p>ar van afgezonderd , alzoo men geen kans zag het gan£ fthe Gebouw gelykelyk te herftellen; veele deèlen en andere Houtwaaren wierden 'er, door de Koorlieden Klaas Teengs en Pieter Knegt, gekeverd, en om het vallen en nes fa) Kerkenboek van Ontfang en Uy'gaaf. ) Mten en ContraStenboek fol: y8 verfo'en ƒ0 (cj Kerlt een aanvang, en verflaauwden met'er tyd geenzints; Bbrgemeesa teren verleenden ook verfcheide beveelen, tot betaling van penningen ten behoeven der Kerke, aan des Stads Schatbewaarder Qp: in het zelvde Jaar den 9 Oftober wierd aan Henderick Wegewaart, Klokgieter te Campen en Wynand Janfz: Koperftager, te Amfterdam woonag! tig, een nieuwe Klok van omtrent fes Duifend Ponden (waartoe men de ftof van de oude Klokken meede gebruykte, en welke in den beginne van het volgende Jaar 1603 afgeleeverd, dog nog voor deflelvs einde aan den eerftgemelden, alzoo ze geborftenwas, teruggezonden wierd, ) befteed (h), zynde ten behoeve van dezelve aireede in November des Jaars JÓ02. eene afzonderlvke inzameling gedaan CO, ook blykt, dat Flor es Heynfzoon Wagenaar, in Maart van het jaar 1603 met eerïfl-edeomgegaan is, ten einde daar toe oud Koper en Tin te gaa* ren; wyders had men niet verzuimd, om op den 24 FeF 3 bi-uCe) Gemelde Ontfang en Uytgaafboek. (/) Refolutieboek van Vroedjcbappen, in data 8 Auguflus 1602. folio 73. Q) Ontfang en Uytgaafboek der Kerken, {b) ASten en Contra denhoek, ƒ3.79 60. CO Ontfang en Uytgaafboek (Ier Kerfan^  fcruary bevoorens, wanneer ter gedagteniffe van de ges melde brand der Kerke, en wonderlyke verloffin "e en dempinge van dien, boven Menfchen verftau.le,n(dus luiden dejwoordee in het bevel der Regeering, daar toe gegeeven ,) zoo binnen de Stad,[als in dcflèlvs Régtsgebied, eene algemeeue Vaft en Beedendag gehouden wierd (£), in de Kleine Kerk en inhetStadhuis, welke beyde plaatzen, zeedurt dftn voornoemde brand, tot de Godsdienft oeffening gebruykt wierden (/), ten behoeve der afgebrande Kerke inzamelingen te doen, gelyk zulks meede in't vervolg op beedendagen en hoogtyden verrigt wierd f» Hier ©p befloot de Regeering den 9 M*y des voornoemden Jaars 1603, om met het herbouwen van twee Kappen, (te weeten de zayder en middelkappen,) nevens den Toorn, een aanvang te maaken (ny, waar meede men alle mogelyke fpoet maakte, fulks dat defielvs afgeweeken Vierkant op den 5 September 1603. regt gezet, vervolgens op den 23 dier Maand van dat welven laar het fpits daar op geplaatft (0) , en no? in de herfft het kruys, het bekken daar onder, beneevens de weerhaan, gemaakt wierden f^>); wanneer dit werk met leyens gedekt wierd, zal hier na blyken. Ondertusfchen liet men geen middelen onbeproeft, om Geld by een te brengen; Kerkmeefteren hadden , onder anderen, ten dien einde, in November deezes jaars 1603 een Lotery van een vet beeft, voor Twee Honderd Drie - enDertig Guldens ingekogt, en de prys Os genaamd , aangelegd ; het getal der inleggers bedroeg, opden i3 van den voornoemden Maand November drie en dertig, en de ontfang reeds vyf hondert vyftig Guldens; het zelve' wierd, inde volgende Slagtmaand des jaars 1604. met een Koe, hervat, bedraagende de ontfang daar van neegen honderd twee en negentig Guldens, feven Stuyvers en agt Penningen; Pieter Moenfen, die in het voorjaar een fteen, ter gedachtenüTe van het opgerechte vierkant en fpits, welke mendaar nog aan den Tooren vind, had uyt- (kj Refolutieboek van Vroetfcbappen, in dato T 4 Ft~ bruary 1603. folio 80. (/) Gemelde Kerkenboek, en bet Diaconieboek. (m) Kerkenboek als vooren. (n) Refolutieboek van Vroedfcbappen als boven fit; 81(0) Volgens een Steen aan den Toorn. QO Kerkenboek van Ontfang en Uytgaaf.  aytgehouwen, roerde, by die gelegenheid, den Trom tV)? met oogmerk, denk ik, om een ieder daar toe aaa te moedigen. ondertulTchen was Willem jfanfz: Benmng, die het maaken van het houte dak op de drie Kappen ea liet Kruyswerk aangenoomen had, met de eerfte in de Maand May 1604. zoo verregevorderd, dat men op den b juny daar na de zuyder Kerk, aan de zuydzyde, benecvens het ooftende van de middelkap, zoo verre dezel-j ve toen betimmert waaren, om met leyen daken te dekken . reeds befteeden konde, na dat zulks alvoorens, by aangeOaagen brieven, in de Steeden Haarlem, Amfi:r) Het gemelde Kerkenboek. (/) stelen en Contraclenhoek folio 87 en volgende. (/) Kerkenboek als voeren.  jaar 10*07 «et yken hout bekleet geworden zyn, irert «iierd: ondertulTchen wierd de Kerk door dit alles èoo Zeer gedrukt, dat deVroedfchappen, op den 9 junyd7efes jaars 1607. goedvonden, deagterftallige Verponding der Kerkelykegoederen aan Kerkmeefteren quyt te fchefe den, en hun nog fes jaaren vrydom van dezelve, zonder egter zulks m gevolg te trekken, om haare fobere toeftant te vergunnen (u\ hebbende de Staaten bereyds, op den 8 December 1605- van 's Lands weegen een Glas aan de Kerke vereerd, mits het zelve gefteld wierde met de wapenen en divifen van Holland O); andere aanzienelyke Vergaaeringen , Steeden en Dorpen betoonden ook haare mildaadigheid, met het fchenken van fraaye gefchilderde Glaazen , van welke zommige in het voorige jaar afoe* maakt zynde, wierden alle de overige, met naame dat van Haarlem, door Nicolaas Delft, treffelyk gefchilderd , nog m deezen jaare i6c7 op derfelver plaatfen gefteld. behalvenhet Glas, door de Stad Leyden gegeeven, het welk eerft ia 't jaar !6o8 volrooyd wierd, zonder dat zulks egter had kunnen verhinderen, dat, op den o january van het gemelde jaar 1608, in het byna nieuw volbouwde ooftergedeelte der Kerke (V),de eerfte Leerredenen op de oude Predikftoel, aan de tweede NoordOoftet Pylaar vaft gc hegt, door de Predikanten Willem Puppius, etiCornelis P.eterfen, (Cormlius Petrceus) gedaan wierden. Nu bleef er nog overig, dat het pannen dak, gedeeltelyk op het oofteynde der Kerke, waarin men voortaan Predikte, leggende , in een leyendak ver* atiderd, en de opbouw van het weftende der verbrande Kerk ondernomen wierd; hiertoe had men zekerlyk een aanzienelyke fomme Geld noodig; de inzamelingen op Eeedendagcn en Hoogtyden in de Kerken, en ieder vierendeel Jaars langs de Huizen, benevens de afzonderlyV, gmen , en andere Kerkelyke inkomften, waaren tot dir ko!lbaar werk gantfch niet toereykende; ook was de tyd der verleende onderftand by de Staaten van dit geweft omtrem ten eynne geloopen; de Regeering nam flerpalven wederom haar toevlugt tot derzelvergoedgunftighcid. met dien urftag, dat welgemelde Staaten, op den Cu') Refolut'ebock ven dezelve folio 119. (vj Refplutie i>an Hólland in 't Kerkelyk Placaat- boek, 2 deel pag: 176, (w) Requeft aan de Staaten in V gemelde Refelutfa bak folh 128 $n volgende  Mf ■ "".# zyn nog te. bekoomen de groot i2m.0a P S A L M E N, Met een groote duïdelyke fpünter nieuwe DeiTendiaan Letter en dito Augnftein JNböten, door denzelven TOLK, met Acte van Coni'ent van de EdGr: Achtb: Heeren burgemr; te HAARLEM, in den Jaare 1777 afgedrukt. Daar zyn maar van'ieeze duidelyke Oruk e k':in getal van twee Houders fcjfiftcpH i\n over, en kunnen by alle foor te» gfejj groote i cftamenten gebonden worden, de prys is ingepsait 25 Stuiv: en ge* bonden in alle f.ionen van'Ban* den na rato. N: B: de Boekverkoopers, die daar van on- j-ebondetl g&riend gehe&ia te zyn worden verzogt dezelve voor hui me Reekening te ontbicfjen.  J. PROOST BOEKBINDER Busken Blasei-straat 22 Telef. 123426 Privé 12223 3