MIDDENNACHT, E L T S P E L.   MIDDENNACHT, S L T S P E L. NAAR HET FRANSCKE FAN DESAUDRA S, DOOR M. G. ENGELMAN. Te AMSTELDAM, by HENDRIK van KESTEREN, 1800.  P E R S 0 Q N .E N. gercoub.t. fïEVROUW GERCOURT. yLORiDoa, Neef van Gërcourt Minnaar van Seraphine. eeraphinE} jonge Weduwe, Nicht van Gercourt CLairine, Kamer-meisje van Seraphine, fTet Tooneel is te Parys in faf ffyfy jv?» Qercourt,  MIDDENNACHT* b l r s P E ' i* Het Tooneel verbeeld de flaapkamer van Seraphine^ aan de linkerzyde is een Jlcove, van welke men de gordynen ziet; aan dezelfde zyde, by een^ vengfler, fiaat een Canapé en een openflaande Secretaire. Op de achtergrond is een Schoor-^ fleen, waarin het vuur brand, en boven dezelvè hangen eene Pendule en Branches, waar Op brandends waschkaarfen ftaan. EERSTE T O O N J2 JS L CLAIH.INE alleen. Z/y zitten ftög aan tafel, en het vuur brand reeds? Dubois is heden oplettend; ha! men weet welwaar-, óm. (Zy gaat in een armjloel zitten.} Het is daö morgen den eerften January, dat geeft aanleiding tot overdenkingen: het cene jaar is niet uit of het ander begind, men heeft geen: ogenblik tusfeherï beide óm' 'zich, te herftellen," en dat is onaangenaam..'.-  6 MIDDENNACHT, TWEEDE T O O N E E L. clairine, floridor. {Hy treed zachtjes achter haar, en bedekt haan oogen met zyne handen.} cl ai rin e met een gil. O!... Ha! ik herken u, loop, gyzythet,Dubois. (Floridor omhelst haar!) O! houd toch op, gy plaagt my van s'morgens tot s'avonds, wel twintigmaal hebt gy my van daag omhelst. floridor haar loslaatende. Deeze omhelzing moet .gy hem niet toereekenen. clairine opflaande. Hoe, zyt gy het myn Heer! floridor. Ja, ik ben het die u van daag geen twintigmaal omhelsde. Ha! juffrouw, gy weet myn geheim en ik het uwe niet. clairine. Ik heb geen geheim. i floridor. Geen geheim? o, des te beter! Jk zal dan overal kunnen vertellen dat gy op eenen dag twintigmaal omhelst word. clairine. Doe dat toch niet! men joeg my weg en ik zou u by mevrouw niet meer van nut kunnen zyn. Het is  8 L T S P E L> • 1 is nu een jaar dat zy het geluk had weduwe te worden van een' oud man, dien zy, buiten fchuld, maar door dwang getrouwd had. Thans is zy vry, zy is de bloedverwante van uw' waarde oom, die braave man en die uw' belang ter harte neemt. floridor haare handvattende. Luister, myne lieve Clairine. CLAIRINE. Bedaard, bedaard; wel aan, myn heer, zoo gy zwygen kunt zal ik u iets zeggen. FLORIDOR. Spreek dan op, rep u. CLAIRINE. Weet gy wel wat mevrouw u morgen tot een nieuwjaarsch gefchenk geeven zal? FLORIDiOR. Gy weet immers dat ik niet raden kan. Een degen misfchien? CLAIRINE. De gefchenlcen liggen in deze lade. BefchouW ze, maar haal niets om. {Floridor loopt naar de fecre-* taire, en doorzoekt dezelve met drift?) Ach! gy haald alles om verre. Wel nu dan! ik zal u, warentig, kloppen. Ziet daar, hier onder, gy hebt het, dat. FLORIDOR. Dat? een doos vol fuiker-goed! dat is voor een' kind. CLAIRINE. Juist voor u. Het is een' les dien men u geeft. A 4 «o-  { M I D D E N N A C H Tj FLORIDOR. O ja! ik ben 'er levendig door,getroffen. 'Er is niets als fuiker-goed in. Ik moet my over dezen trek wreeken. QHy proeft de fuiker.) Ba! ze zyn bitter, walglyk, flegt. O! maar uitmuntend voor het geen my daar invalt. CLAIRINE. Slegt, uitmuntend, zyt gy gek? FLORIDOR. Ik zal in deeze doos iets leggen, dat ik zedert lang begeere, haar Pourtrait. Het is daar, zy zal het my dus uit zich zelve gceven. CLAIRINE. Hoe, myn heer, haar Pourtrait, bedenk wat gy doet; zo mevrouw het bemerkt zal ik zeggen dat ik 'er ten minften niets afweet. FLORIDOR. Zeker? wat zyt gy beminnelyk! (hy neemt het Pourtrait uit een andere lade.) Zie daar, dat aartig Pourtrait, ik zal het, buiten haar weeten, uit haare eigen hand ontfangen; ik zal het, zoo lang ik leef, op myn hart dragen, en begeer dat als ik fterf... CLAIRINE. O! lieve hemel, hard opv gy zyt nog niet dood* en hebt ook het Pourtrait nog niet. FLORIDOR. Het is zoo goed of ik het heb, de doos is voor %. Weet gy ook; of ik die van avond bekomen zal? CLAI-  B LTS P EL. 9 CLAIRINE. "Van avond? morgen, is dat niet dezelfde zaak? FLOR IPOR, Neen zeker niet. Had ik die heden avond, dan zoude ik dit jaar beginnen met haar te omhelzen; ik moet een' middel uitvinden om die dezen avond te bekomen. Ik zal de doos hier nederzetten, op dat zy 'er zich aan herinnere. QHy plaatst de doos op het blad van de fecretairel) CLAIRINE. Zoo als gy wilt: maar ga toch heen, men mogt boven komen. FLORIDOR. O! Lompcrt als ik ben! men verwacht my', men zit aan het desfert, myn oom zond my naar zyn kabinet om een fles liqueur te haaien, ik vond deeze deur open ftaan en heb myn' boodfchap vergeeten. CLAIRINE. Wei nu, ga'dan fchielyk heen. FLORIDOR. Ik zal zeggen dat de fles gebrooken is, en dat ik niet dorst beneden komen. CLAIRINE. Zorg vooral dat gy uw oom niet "knorrig maakt. Gaat fchielyk zyn bevel verrichten, zeg dat gy de Pourtraitten van uw' geflacht befchouwd hebt, en uwe voor-ouders zuilen u by hem verfchoonen. A 5 rLQ**  ïo MIDDENNACHT, floridor. Ja , ik vlieg; maar ik zal deezen avond trachten Weder te koomen. Ciairine,doe ubest dat uwefchone meesteresfc niet voor middennacht te bedde ga. Hm! hoort gy ? QHy omhelst haar en vertrekt?) clairine. Wel nu dan ! wat loopt hy.' hy is al verr'; maar men was juist het wachten moede , men is van de tafel opgeftaan. Ik hoor, mevrouw met haar waarde oom terug komen. DERDE T O O N E E L. gercourt, seraphine, clairine, en een oogenblik daarna floridor. gercourt. Hv is hier niet! wat duivel waar of hy zedert een kwartier uurs gebleeven is ? O ! hy zal myn fles gebrooken hebben. clairine. Wie toch? gercourt. ' Myn neef. Ik moet eens gaan zien. clairine, naar de zyde van de deur ziende. Daar is hy, mynheer, (jegens Floridor, die niet yerfchynt!) Koom binnen, mynheer, in dit vertrek; mynheer uw oom vraagt naar u. floridor, binnen komende. Zyt gy al boven; zou ik u hebben doen wachten? g er-  B L ¥ S P E L. li gercourt. Lieve neef, ik heb veel losbollen in myn leven gezien, maar nog geen zoo als gy. floridor. Indedaad! Ik ben dus een' zonderling mensch ? gercourt. Een jong wonder dat men moest opfluiten , uit vreeze dat zyne dwaasheid met de jaaren vermeerdere. floridor. Mits dat hier myn' gevangenis zy ... Ik was in uw" kabinet bezig met het Pourtrait van myn' overgrootvader te befchouwen. ge rcou rt. Ter goeder tyd. Myn kabinet tot gevangenis te verkiezen , is een blyk dat gy fmaak in de fchoone kunsten begint te krygen. floridor Seraphine aanziende. Onder de Pourtraitten van ons geflacht is 'er een dat onfehatbaar is. seraphine ter zyde. Hy zal een dwaasheid zeggen. {Overluid.) Oom, gy moet hem de liqueur naar uw kabinet doen terug brengen, dan kon hy de Pourtraitten op zyn gemak befchouwen. noaiDoa gwfe Hoe ondeugend, om my weg te zenden! gercourt. Neen, neen, morgen ochtend vroeg. flo-  ïi MIDDENNACHT; floridor, tegen Seraphine. Myn oom heeft gelyk, mevrouw; en aSieurs, zoö als ik, hebben yder hun vak, het myne is juist niet Hat der onbezielde fchoonheden. gercourt , de doos die op de fecretaire flaat ziende. Wat hebt gy daar, Seraphine; bonbons voor morgen, ik zal 'er eens van proeven, floridor ter zyde. Ik ben verboren, ik kryg het Pourtrait ftiet seraphine. Zeer gaarnei oom; (flil tegens Gercourt.) het zyn fuikertjes om uw' neef te kwellen. ploridor. Behaagt het ü, oom, dat ik de doos opeöe.* ik zal ü de moeite uitwinnen. gercourt. Neen,ik bedenk daar dat het beter is dat mevrouw zelve de uitdeeling doe. Hét is half twaalf, welaan, vertrekken wy. Ik dacht dat myne vrouw boven Was, zy is zeker reeds in haar kamer. Vergeet niet om morgen de fles weder te brengen. Neef. Ik za' de eerfte zyn, Nicht, die morgen fret genoegen hebben zal u te omhelzen.". ploridor ter zyde. Dat zal niet waar zyn. gercourt. Myn neef heeft gelyk, hy zeide zoo even aan tafel, dat zoo de eerfte dien wy op nieuwejaarsdag zien veel  b l r s p e l. n vee! van ons houd, dit dan een gelukkig voorteken is en geluk aanbrengt. Luister, myne kinderen, niemand wenscht u gelukkiger te zien dan ik, gy zyt myne eenige 'erfgenamen, myn goed is voor u beiden. floridor levendig. Ach ! lieven oom, mogt het nimmer verdeeld worden! gercourt. Ik begryp Wel wat gy ze?gen wilt, wy zullen dat in eenige jaaren zien. Vaarwel, nicht, tot morgen. seraphine. Ik wensch u eene goede nacht. floridor. Vaarwel, Seraphine. (Hy vat haare hand om te kusfchen, zy trekt die te rug, hy fchynd verfloordl) vaarwel, mevrouw. kierde t o o n e e l. seraphine, clairine, seraphine. Wel nu! Clairine, wat te doen? Hy is ongehoorzaam ; niettegenftaande de belofte om zich voor myn' oom te bedwingen, doet hy my vee' verdriet aan, . clairine. O! des te beter, mevrouw; hoe meer gy lyd, hoe meer gy naar geneesing zult wenfchen; 'hy lyd ook veel  14 middennacht; veeL Geiukkiglyk dat hy even zoo min buiten u als gy buiten hem geneezen kunt. SERAPHINE. Hoe kan men hem op zyne jaaren vertrouwen? en daar by die levendige losheid. CLAIRINE. De drift fpruit uit zyne liefde, en de levendigheid uit die jaaren die u doen vreezen,'en u gerust moesten ftellen ; ja, mevrouw , gerust Hellen. Het is een jongman van twintig jaaren , met een hart dat niemand buiten u bemind heeft , en waar van men fchielyk meester moet maaken. Helaas ! in deeze verlichte eeuw viel menig jongman van twintig jaaren reeds in de netten van de eene of andere fchynvroome , een zoort van vrouwen die geftrenge grondbeginzelen veinzen te bezitten. Befchaamd over haare verachtingen, leent hy het oor aan de tergingen eener coquette , die hem , nu een flagt-offer van haare ftreeken, wel haast op haar beurt verlaat. Hy gewent zich om het gerugt aan het geheim, het genot aan de liefde, de fpotterny aan de tederheid te hechtenWel haast gevoeld hy de behoefte niet meer eene beminnelyke vrouw lief te hebben, hy dorst Hechts naar de eer' om een' bcminlyk meisje te veroveren, en hy is verloren. SERA PHINB. Qairine. CLAIRINE. Mevrouw.  B L T S P E L. iff seraphine. Zoud gy gelyk hebben? clairine. Hoe, of ik gelyk heb, bedenk, mevrouw, dat ik op het ftuk der mannen nooit ongelyk heb gehad, dan wanneer ik het zelve wilde. seraphine. Myne arme Clairine, indien gy wist... clairine. Ik weet dat de jongeling u bemind , en 'naar de wyze op welke gy van hem fpreekt te oordeelen, moet hy eenig recht hebben om te geiooven dat gy hem ook bemind. seraphine. Ik poog echter onverfchillig te fchynen. clairine. Daar uit juist. seraphine. Ten andere, bemin ik hem zo hevig niet als gy a verbeeld. clair ine. Gy weet 'er zelve niet af. Gy ziet hem vuurig en getrouw , uwe ziel is bedaard en helder ; zoo hy immer onftandvastig of ongelukkig wierd, dan kondet gy de graad uwer liefde tot hem kennen. seraphine. Is hy zo even hier geweest ? clairi ne, Schoone vraag! Se.  4.6 MIDDENNACHT, SERAPHINE. Wat vroeg, wat deed hy? CLAIRINE. Hy verbood my het aan u te zeggen; maar ik zal u echter alles bekennen, op voorwaarde dat gy u houden zult als ware u niets bekend. SERAPHINE. Ik beloof het u, mits dat ik alles weete. CLAIRINE. Ik zeide dat gy hem een' nieuwjaars gefchenk doen wilden, maar dat dit, om hem zyn' jeugd te herinneren , in een doos vol fuiker goed zou beftaan... Gy zult my bekyven. SERAPHINE. Dit zal hem getroffen hebben. Die jongeling bemind my; ik had hem dit boenende gezegt, en wat in myn mond boertery is, word in de uwe verne, dering. CLAIRINE. Integendeel hy heeft uw' flecht fuiker goed geproeft en het uitmuntend bevonden. SERAPHINE, Uitmuntend! hoe kinderachtig! "> ' CLAIRINE. Uitmuntend voor het denkbeeld dat in hem opkwam. SERAPHINE. Welk denkbeeld? Hy heeft zomtyds denkbeelden... CLAI-  B L T S P E L. I? CLAIRINE. Hy nam uw' Pourtrait, en na het lang genoeg befchouwd en gekuscht te hebben, legde hy het in deeze doos om u te dwingen van het tegens uwen dank aan hem te geeven. SERAPHINE. Myn Pourtrait, de trek zou nieuw zyn, ik wil het hem niet laaten. Gy had het hem niet moeten vergunnen te neemen. CLAIRINE. Hy heeft 'er my geen verlof toe gevraagd. Dit verbindt u tot niets, om dat u onbekend zyn moet wat voorgevallen is, gy zult u met zyne verlegenheid vermaaken. SERAPHINE. Vermaaken, dat is gemakkelyk te zeggen, ik zal verlegener zyn dan hy. Ik had 'er liever niets van ge weeten; maar gy kunt ook geen' geheim bewaareru CL AIR INE. Ha! een goed verwyt! SERAPHINE. Ik heb u niets willen verwyten; maar, zonder van het verdriet dat hy gevoelen zal, wanneer ik hét terug vordere, te fpreeken, zal ik hem de doos niet met eene gedwongene houding overgeeven3 hy zal denken, dat ik alles weet, en zich zelfs gerechtigd achten om zyne aanhoudingen ter bekoroing Van dit Pourtrait te verdubbelen. JJ CLAI-  18 MIDDENNACHT, clairine. Hy zal het, zonder twytcl, niet willen behouden, gy laat het hem een' ooeenblik, en dat is alles. {'Er word aan de deur geklopt.) seraphine. Men klopt. Zachtjes, ftil toch! V r F D E T O O N E E L. de vorigen, floridor. buiten het vertrek. floridor. Seraphine, zyt gy al te bed? seraphine ftil tegen clairine. Ik wil hem niet antwoorden, zeg ja en open de deur niet. clairine. Mevrouw' is te bed, en ik zal haar volgen. floridor. Hoe, reeds te bed, Seraphine? clairine. Ik wensch u eene goede nacht. floridor. Ha! gy misleid my, Clairine. clairine. Neen waarlyk, ik wensch u eene goede nacht. floridor. Vaarwel, Seraphine, zult gy my morgen, als gy ©Fgeftaan zyt, vóór myn oom, laten inkomen? Q . si-  jS L T S P E L. tq seraphine met eene zachte ftem. Goeden nacht, flaap wel. floridor. Wel aan, tot morgen. (Men hoord eenig gedruisch.) o hemel! seraphine en clairine te zamen. Wat is 'er gevallen? wat doet gy toch? floridor. Niets, niets. Er is geen kwaad by. Myn kaars is gevallen en nu ftae ik in 't donker. clairine. Zoek hem. (tegen Seraphine?) Mevrouw, hy ftaat in 't donker en zoekt zyn' kaars op de trappen. seraphine'./?//. Z:g dat hy zich by onze oom vervoege. clairine. Vervoeg u by myn heer uw' oom, die is mogelyk nog niet 'te bedde. floridor. Schoone raad. Hy heeft my een half uur lang gecatechifeerd, liever wil ik in het ronde grabbelen en zonder kaars myn bed zoeken. seraphine ftil. Hy zal lang moeten zoeken; het is zoo koud. clairine. Hy is bevroozen voor dat hy zyn bed vind. B a se-  ao MIDDENNACHT, seraphine ftil. Luister, geef hem een' kaars, Clairine; maar hy moet my niet zien, hy zou anders willen inkomen. clairine. Daar is hy wel in ftaat toe. {Seraphine begeeft zich in een kabinet.) ZESDE T O O N E E L. floridor, clairine. floridor. Oeraphine, indien gy eenigzins menschlievend waart. clairine. Wacht, ik zal u een waschligt geeven. QZy opend de deur en bied hem het licht aan. Floridor fpringt haar voorby en in de kamer.) Wel nu! welnu! o! mevrouw, hy is tegens myn wil binnen gekomen, zöo doet hy altyd. Ga toch heen, myn heer, mevrouw zal boos worden; ga toch heen. floridor het bed naderende. Hoe, is zy te bedde? clairine. Ga niet aan mevrouws bed, gy zoud haar toornig maaken. floridor. Ik wenschte haar flechts één ogenblik te zien. Ach! wat is het bekoorlyk zich in dit uur op de plaats tc bevinden daar de feboope Seraphine rust, dat is het geluk zelve, cl ai-  B L T S P E L. qï clairine lagchende. Ja, byna. Maar gaat heen, gy zyt niet koud meer, dunkt my, gy zyt wel fchielyk warm geworden. floridor zich naar het bed keer en de waarin hy denkt dat Seraphine zich bevind. Gy hebt my zoo even, in het byzyn van myn oom, niet willen toeftaan uwe band te kusfchen, vergun het my thans en ik zal aanftonds vertrekken. clairine. Gy ziet wel dat mevrouw zwygt. Wel nu! blyf, ik zal met haar fpreeken en oogenbliklyk wederkomen. (C/airine gaat agter het gordyn.) floridor. Zal zy ja zeggen ? Het hart klopt my als of dit oogenblik over myn leven beflisfeh zou. Clairine blyft lang weg, zy verkrygt niets. clairine. Zoo gy belooft terftond heen te gaan zal mevrouw u haare hand laten kusfchen, maar let 'er op dat zy volftrekt van u niet wil gezien zyn. floridor levendig en naar de wasphligten hopende. O! zo zy het begeert zullen wy het ligt wel uitdoen. clairine hem tegen houdende. Waar toe dat, arme jongen, die trek zou geheel nieuw zyn. O, zyt maar gerust, men zal het gordyn even openen om u ééne hand toetereiken die gy kusfchen zult, en terftond daarop vertrekken. (Zy B 3 ^-  öi MIDDENNACHT, geleid hem naar de alcove en gaai agter het gordyn.) Mevrouw: hy is daar! {Zy reikt hem haare hand teel) floridor. O! myne fchoone Seraphine, myne lieve Seraphine, hoe gelukkig maakt gy my! o neen! 'er zyn geen fchooner handen op aarde, dat ik hen duizendwerf kusfehe. ZEVENDE T O O N E E L. de vorigen, seraphine uit het kabinet komende* seraphine ver(loord. WJ at zyn de minnaars gek! floridor verwonderd. Ah! clairine. Ach! mevrouw, ik voldeed hem met zoo weinig kosten, waarom zyne zoete droom geftoord? seraphine. Moest ik myn heer in den waan laaten dat hy een half uur lang myne hand, terwyl ik te bedde lag, gekuscht had? Clairine, gy fteld my op de zondeiv lingfte wyze ten toon. floridor. Bekyf haar over het gezegde dat gy te bedde waart, terwyl het toch zo niet is. seraphine. Dat deed zy Op myn' bevel, myn heer. flo-  B L r S P E L. 03 r L' O R I D O r. : Dan.heeft zy wel gedaan... Ik weet niet meer wat ik zeggen zal, haare..tegenwoordigheid heeft my getroffen, ach! Seraphine, fpreek niet meer op deczc toon tot my, fchoone Seraphine.... SERAPHINE. Waarom noemt gy my Seraphine, myn oom ftaa; alles vrv, maar u.... FLORIDOR. Het is uwe eerfte naam en ik wenschte wel dat gy nooit eene andere bekomen had. SERAPHINE. Ik hoop dat gy nu vertrekken zult. (Hier volgt een ftïlzwygend Tooneel. Seraphine bekyft Clairine. Floridor naderd met zachte fikreden, tot dat hy het-gewaad van Seraphine aanraakt?) FLORIDOR. Seraphine, ik moet u een gunst verzoeken; ik beef dat gy my die zult weigeren, dat zou my treffen. SERAPHINE. Waar in beftaat deeze gunst? FLORIDOR. In de gemakkelykfte zaak, en ik ftel al myn geluk in de hoop van die te verkrygen. Het is kwartier voor twaalven, vergun my hier tot middernacht tc blyven, dan heb ik het jaar by u geëindigd en.begonnen. Welk een gunstig voorteeken! gy weet niet welk een vermaak dat dit my geeven zal. B 4 se-  =4 MIDDENNACHT, ■* seraphine. Neen, neen! dat is onmogelyk. Clairine, denk eens welke vraage! kan men eene vrouw zoo wreedaartig kwellen? floridor treurig. Kwellen! wreed verwyt! het treft my, vaarwel, mevrouw, ik wilde liever fterven als u ooit te kwellen. seraphine tegen Clairine. Hy is bedroefd; ik had ongelyk, hy is zoo gevoelig.... zeg hem dan dat by blyve. clairine. Blyf hier terwyl gy het volftrekt begeerd. seraphine. Men moet by hem wel op zyne woorden letten, floridor. Zyt gy bedroefd? seraphine. Neen, en gy? floridor. Ik was het Hechts uit vrees van u beledigd te hebben. Wel aan, dat ik my thans, geduurende de tyd die ik by u kan doorbrengen, aan myn geluk overgeeve! ik heb u zo veel te zeggen. seraphine. Zoo veel? floridor. Ik herinner my niets dan alleen hoe zeer ik u verlaatende, de kortheid van het vermaak dat ik by uzal gtaoten hebben, erkennen zal: SE-  B L T S P E L. qs seraphine. O jongeling! floridor. Gy weet niet hoe ik my vertrooste; ik fchryf u alles wat ik denk, gy weigerd wel myne brieven te ontfangen, maar kunt my echter het geluk van over u te fchryven niet ontneemen. seraphine. Deeze verzameling van opftellen moet zeer aartig, doch niet vry van herhalingen zyn. floridor. O! daar fta ik u voor in; ik bemin u, en gy bemind my niet, dit is een ontwerp dat ik honderdvoudig behandeld hebbe, in profa, in vaerfen, in puntdichten, in romances, Ja, mevrouw, in romances. clairine. Ja, mevrouw, Romances! seraphine. Maakt gy Romances? zie daar Clairine brand reedt van verlangen om uwe verzameling te zien. Zy is zoo nieuwsgierig! floridor. Gy kent het fchoone en door u geliefkoosd Air dat op het Land, in de laatfte Lente,door eenieder, om u te behagen gezongen wierd. Wel nu! ik heb nieuwe woorden op dat teder Air gemaakt, maar heb het niet durven zingen. Ik maakte die woorden in het bekoorlyk boschje, waarin gy zo gaarne wandeld. b 5 SE"  s<5 M I D D E N N A C H T, ' seraphine. Geef hier, wy zullêh ze zingen. FLORIUOl. Om Seraphine tot de aanneeming van myne verzameling te verplichten, had ik my voorgeftcld haar die tot een' nieuwjaars gefchenk aantebieden. seraphine. Het zou onbeleefd zyn iets dat men onder dien naam aanbied te weigeren. floridor lagchende. Het is dat gy u met my .niet veel bedwingt. ■ clairine ftil tegen Seraphine. . Geef hem toch de doos met fuikergoed. seraphine ftil. Zet de Pendule wat voort, op,dat hy terilond na gezongen te hebben vertrckke. (Clairine zet de Pendule voor.') floridor, na zyne verzameling doorbladerd te hebben. Ha! hier is het. seraphine. Ik wil het vooraf kezen. {Floridor geeft haar het boekje?) floridor, ftil tegen Clairine. , Doe u best dat zy my de doos geeve. {Hy ziet dat de Pendule op. twaalf uur en ftaat, hy zet die achter uit.) o! Hemel! clairine, ter zyde. Zie daar een' Pendule die van daag ongelukkig is. se-  b l r s p e l. n seraphine. Wel aan, zing. (Er word aan de huisdeur geklopt?) floridor. Wie kan op dit uur kloppen? clairine. Ik zal zachtjes de deur open doen, zien wie daar klopt en of 'er niemand op de trap is. Mynheer uw' oom kon het kloppen gehoord hebben. (Zy vertrekt voor een ogenblik?) seraphine. Ha! ik weet wat het is, men komt my afhalen om naar het bal te gaan, het is mevrouw de St.-Albe, aan wien ik dat voor acht dagen beloofde, en het is de eerfte zaak dien ik vergeten hebbe. clairine terugkomende. Myn heer uw oom en zyne dierbare wederhelft ftaan met Dubois op de trap te praaten. floridor met fpyt. Welk een' toeval! ik moet gaan. seraphine. Gy maakt my ongelukkig. clairine. 1 Gy kunt de trap niet af zonder door hem gezien te worder; verberg u in dit kabinet; zoo hy komt zullen wy hem wel fchielyk terug zenden. (Floridor begeeft zich in het kabinet?) ACHT-  28 MIDDENNACHT, ACHTSTE TOONEEL, gercodrt en Mevrouw gercourt van buiten, seraphine, ploridor in het kabinet, clairine. Zmevr. gercourt van buiten. yt gy te bed, nicht? seraphine. Nog niet, mevrouw.' mevr, gercourt. Kan uw' oom binnen komen? seraphine. Ja, zonder twyfel. (Zy komen binnen.') mevr. gercourt. Men vraagt naar u nicht, het is mevrouw de St. Albe. seraphine. Jk heb my, op het kloppen, herinnerd, welke belofte ik haar voor acht dagen'deed. Zeg haar, Claxine, dat ik onpaslyk ben, dat het my onmogelyk is mede te gaan; en dat ik haar wel fpreeken zal, gaat heen tCla,rinevertrekt en komt een ogenblik daarna terug) Wat deert u, oom? gy fchynt niet opgeruimt te zyn. gercourt. Men is dikwils getroffen, Mevrouw, door te weeten wat in zyn huis omgaat. mevr: gercourt. Het geen wy eerst zedert een halfuur vernomen neboen. < se-  B L T S P E L. *9 seraphine, ontroerd. Gy verbaasd my, wat valt 'er dan zo buitengewoon voor? g e r c o u rt. Dubois koomt het ons zeggen en ik geloof niet dat hy ons misleid. seraphine. Men denkt dikwils zich niet te misleiden g er c ou rt. Men denkt, men denkt: kunt gy my zeggen waar myn neefis? Hy heeft my naar myn kamer gebracht, ik ondernam hem een' kleine les te geeven voo? zyn gehouden gedrag in dit jaar; ik'zie hem van ongeduld kooken, hy hoord my niet; eindelyk ben ik gedwongen om myne vermaaning aftebreken. Ik dage dat hy in zyn kamer was, maar wy vonden alleen zyn knecht die in een' armftoel, by het vuur, voor zich en zyn heer gerust zat te flapen. mevr: gercourt. Niemand heeft hem hooren uitgaan. seraphine. Men word dikwils fchuldig geacht zonder het te zyn, mevr: gercourt. Het verwonderd my niet dat gy het by deze gelegenheid voor hem opneemt, maar hy zal ons niet I misleiden, nicht, hy zal ons niet misleiden. gercourt. De kleine deugniet! maar vertrekken wy, I mochten onze nicht tot last weezen.  3o MIDDENNACHT, SERAPHINE. O! myn oom, ik zal u alles bekennen. ,clairine ter zyde. Hoe Onvoorzichtig! {overluid tegens Gercourt.') Ja, myn heer, ik.heb de misflag begaan, ik heb het aan mevrouw gezegd, en ik zal u zeggen wat van de zaak is. gercourt. Nu, bedaar nichtje 1 ik ben niet verftoord op u. Heb ik reden om my over myn neef te beklagen, uw gedrag verdiend alle lof. Maar gy field u al te veel voor hem irj .de bres, en zo gy hem bemind beklaag ik u. CLAIRINE. Mynheer... {ter zyde.) Ik moet hem wat op de mouw fpelden. {overluid.) Mynheer, hy is my komén vragen of mevrouw deeze nacht naar het bal zou gaan of niet; ik wist daar niets af. Hy zeide: ^Ik zal 'er gaan, zoo uwe meesteresfe 'er komt, zal ik het vermaak hebben haar onder myn domino te befpieden; maar zo ik myn oom daar toe verlof vraage, hy is zoo goed, zal hy Seraphine alles zeggen, en dan befpied zy my, daarom zult gy alleen myn' vertrouwde zyn. Gaat Seraphine niet naar het bal, dan koom ik om twee uuren te huis. Ik heb wel een''fieutel maar myn oom zal de grendels op de deur laten doen, myn knecht flaapen en door myn geklop misfehien niet wakker worden. Gy flaapt niet i  B L r S P E L. 3* niet vast, ik zal een' klein fteentje tegens uw vengftcr werpen, gy kunt de deur open doen, en niemand zal 'er iets afwecten. Gy weet mynheer, hoe dringende hy is, ik heb het he.m beloofd, zie nu of deeze daad zoo veel knorren, als ik van mevrouw gekreegen heb, verdiende. GERCOÜïT. Als' dat zoo is dan is het kwaad niet groot; ik vreesde dat het een' ligtmisfery van hem ware. mevr: gercourt. Ik kon dat nauwelyks gelooven, ik heb hem zelve opgevoed, en de goede grondbeginfelen die men in de jeugd ontfangt gaan niet ^emakkelyk uit het geheugen. seraphine. Het is waar dat deeze misftap verfchoonelyk is, en ik beknorde Clairine alleen over de belofte dat zy hem zou binnen laten, dit heet indedaad zich blootr teftellen. — clairine. Wilt gy dan liever dat hy de nacht doorbrenge waar hy nu is ? seraphine. Zekerlyk niet. gercourt. En ik ben van gevoelen dat hy daar blyve. Eene nacht, op zyn jaaren, ilapeloos doortebiengen, is niet doodelyk, en zal hem altoos herinneren dat hy bui-  32 MIDDENNACHT, buiten myn voorkennis is uitgeweest, Clairine kan zeggen dat zy het teken niet gehoord heeft, en dat zal hem beletten die grap ten tweeden maaleuittevoeren. CLATRINE. Maar ik heb bet hem beloofd, mynheer, hy zal denken dat ik hem verklapt hebbe, ik kan niet na-i laten de deur voor hem te openen. GERCOURT. Om u van deeze lust te ontllaan, zal ik 'er u de i delen toe beneemen. Luister, nicht, gy hebt deeze' nacht niets nodig. Gy hebt alles wat gy behoeft. Ik zal u beiden opfluiten. SERAPHINE. Hoe, ons opfluiten? GERCOURT. Ja, u opfluiten. Ik doe dat niet om u, maar om Clairine, zy kon terwyl gy fliept myn losbol binnen laaten, en ik wil hem ftraffen. SERAPHINE. Maar, lieve oom MEVR: GERCOURT. Nicht, ik blyve u borg voor alles wat u in deeze nacht mogt overkomen. Gy zyt in zekerheid. SERAPHINE. Ik ben daarvan overtuigd, mevrouw. CLAIRINE. Maar, mevrouw, de nacht op ftraat doortebren- I gen, het is zoo koud. SE-  B L T S P E L. 33 seraphine. . Zo ik iets nodig had*. gercourt. Ik vind u al te toegeevende, nicht; zo gy iets nodig had, ik ilaap niet vast, en ten andere al deeze. beuzelachtige fchroomvalligheden, Clairine, doen my duidelyk zien hoe gaarne gy de deur zoud openen. Vaarwel, lieve nicht, het fpyt my niet, te weeten wat Clairine my gezegd heeft, en de fleutel by my nemende zal ik volkomen zeker zyn, dat niemand u morgen ochtend eerder zal omhelzen dan ik. mevr: gercourt. Nu, nicht, gy kent uwen oom; gy hebt niets nodig , dus zyt gerust. Ik zal de fleutel by my houden, en als uw oom u morgen komt bezoeken, verzei ik hem. Ik ben verheugd dat wy hier eenige ophelderingen bekomen hebben, nu zyn wy geruster. Goede nacht, nicht, ilaap wel. seraphine. Goede nacht, mynheer en mevrouw. clairine. Mynheer, fluit de deur niet, ik zal hem niet inlaaten, ik zal,hem niet inlaaten. (De heer en mevrouw Gercourt vertrekken en fluiten 4e deur op het nachtflot. C NE-  34 MIDDENNACHT, NEGENDE T O O N E E L. seraphine, floridor, clairine. floridor. Ah , 't is gedaan, ze zyn weg. seraphine. Gy ziet de gevolgen van uwe onvoorzichtigheid. floridor. Ach! verfchooning! clairine. Ach verfchooning, zonder my, had mevrouw iets fraais gezegd, ohemel, wat is een eerlyke vrouw dom! floridor lagckende. Gy zyt het by geluk niet! clairine lagchendn. Neen, neen. seraphine. Waarom liet gy hem binnen komen. Wat nu te doen, het is niet mogelyk dat hy vertrekke. clairine. Als men maar eene zyde.te kiezen heeft, dan is de keuze gemakkelyk. Mynheer kan niet gaan, dus moet hy blyven, en hy is, geloof ft> over dit ^ beletzei, juist niet bedroefd, want hy is zeker van u de eerfte te zullen omhelzen. Morgen, wanneer zyn oom u de fleutel brengt, kan by ontfnappen, en vervolgends als kwam hy van de ftraat binnen komen; en a'les wat hy op het bal zag vernaaien. FLO-  B L r $ P E L. 35 floridor. Zy heeft gelyk, ik zal ook wel een fprookje bedenken. clairine. Nu, mevrouw, vergeef hem het vermaak dat hy heeft, hy is aan niets anders fchuldig. Hy heeft u nieuwjaars gefchenken gegeeven, geef hem het zyne, en wy zullen de nacht met het leezen en zingen van zyne opftcllen doorbrengen. seraphine. Een goed middel om in ilaap te vallen. (Zy neemt de doos met fuiker-goed.) Zie daar, jongeling, ik weet dat gy geen vriend van zedelesfcn zyt, ik heb _ gepoogd die in deeze doos optefluiten, eet bonbons. tloridor. Ik neem uw' gefchenk met verrukking aan en gevoel de zedeleer van het zelve. Gy hebt my wel duizendmaal gezegt dat ik geen verftand heb, ik zal het vermaak gehad hebben dat by u te verliezen, en hét is hard voor my dat ik het aan u niet opofferen kan. seraphine. Het geen gy daar zegt Floridor, kon heel fchoon zyn, maar op uwe jaaren komen, by eene eerlyke en gevoelige vrouw, de fchattcn van den geest niet in vergelykmg by de wanorde van het hart. Eene coquette zou u belagchelyk gevonden hebben; wanneer gy geene vernuftige trekken gebezigd had, en met de uitdrukking die ik u verwytc had gy bekoor C » S>k  36- MIDDENNACHT, Iyk in haare oogen gefcheenen; maar het is beter zyn hart të genieten als zyn verftand te misbruiken. clairine haare hand toehoudende. Mynheer, de fchoonfte hand des waerelds verzoekt u om eenige Ankertjes. floripor. Zeer gaarne, Clairine. (Hy geeft haar eenige.) clairine. _ Ik bedank u; maar misfchien is 'er nog iets anders in deeze doos. floridor tegen Seraphine. Beken het. Ah! gy wilt my het vermaak der ontdekking geeven. (Hy zet de doos op de tafel, opend dezelve en haald 'er het Pourtrait uit.) O' uw Pourtrait! dat ik het op myn hart plaatzc. (Hy bedekt het met zyne kusfchen.) seraphine. Myn Pourtrait; gy fpeelt de rol van verwonderd© niet goed; welk een vernuft had gy hier kunnen ten toon fpreiden! hoe veel fchoone zaaken gaan hier verlooren! Gy wist dan dat de doos voor u bcftemd Was, gy verplicht eene vrouw om u haar Pourtrait te geeven, de trek is aartig; ook, wel verre van 'er ' my over te verftooren, lagch ik 'er het eerfte om; . gy zult het my wedergeeven. floridor. O! ik bid u, -v  B L T S P E L. 3? seraphine. Neen, Floridor, dat is onmogelyk, geef het my weder. floridor. Gy zult het van daag niet hebben. seraphine. Niet hebben ? gy zyt ongehoorzaam! gy fpreekt niet meer zoo onderworpen en eerbiedig als voorheen. Ik wil dat gy my en op het ogenblik myn Pourtrait zult wedergeeven. floridor. Ja, maar zo gy wist welk een verlies gy my doet lyden. seraphine. ik weet het. (Floridor geeft haar het Pourtrait, maar met moeite en met de levendigfte blyken van fmart, terug.) (Seraphine vertederd geeft hem het Pourtrait weder.) Het fchynt dat de brillanten los gaan. Doe my het vermaak en geef het by gelegenheid aan myn JuWelier. floridor werpt zich, vol verrukking, aan haare voeten. O! myne vriendin! seraphine. Bedwing u, ryz' op, ik wil dat gy zult zingen. floridor. Ja, ik zal zingen. / C 3 cl ai-  38 M I D D E N NACHT, clairine. De woorden op het begunstigd Air van mevrouw. floridor.. Alles wat zy begeerd. (Men noord eene férénade van buiten. Floridor en \ Clairine openen het vengfter en zien wat het is.) I floridor tegen Seraphine. Het is onder uw' vengfter, en aan u gericht. J seraphine. Dat geloof ik niet. (Zygaan op de Canapé zitten, de férénade fpeeld \ het Air: Comment gouter quelquc repos.) floridor. Dat is juist het Air. Wy zullen zingen terwyl \ zy fpeelen. Air: Comment gouter Als ik der nachtegalen koor, In fchaduw' van deez' groene bladren, Waarin zy 's avonds zich vergadren, Hunji' liefde, zingend, vierep hoor : Wat noodlot dan myn fchrcen beftiere, Naar 't bosch waarin ik u zie gaan, , Ik roep, op 't hevigst aangedaan: Zyt gy daar, myn lieve Themirc! (bit) TIEN-  B L T S P E L. 39 TIENDE T O O N E E L. e voorigen, gercourt, mevr*. gercourt, die zonder gezien te worden binnen komen, floridor. Het zelfde Air. Als ik u in dit bosch aanfchouw, Verr' dat uw komst my moed zou geeven , Begin ik als een blad te becven, Op uwe ftcm, geliefde vrouw! Mvn boezem dreigt van een te fcheuren, (De Pendule flaat twaalf uur en.) Middennacht! (Hy omhelst Seraphine.) Door 't hevig vuur dat in my woed, Helaas, wat wreedc tegenfpoed! Zoo gy myn min niet goed mogt keuren, (bit) seraphine levendig. Ja, ik keur die goed, en zoo myn oom zyne toeftemming geeven wil gercourt. O! aanftonds. (tegen zyne vrouw.) Het is tyd! - (Zy ftaatt op en geeven een fchreeuw van 'verwondering?)mevr: gercourt. Dit is de eerfte mnal dat zoo iets in de familie voorvalt. oer-  4o MIDDENNACHT, gercourt. Dat is te zeggen de eerfte maal dat men het gemerkt heeft. mevr: gercourt. Ah! gercourt. Wel nu! neef, ik dacht dat gy by de férénade waart, dat deed ons boven komen; ik zie dat gy verkoozen hebt te zingen; gy zyt 'er goed in geflaagd. seraphine. Geloof dat het geval alleen de oorzaak is van het geen gy ziet. Hy was zo even hier, en zonder Clairine zou ik u alles gezegt hebben. , gercourt. Ontken wat gy wilt, maar niet wat ik gezien hebbe, en ingevolge van het geen ik zag, zal het my, om het geluk myner kinderen te vestigen, .flechts één ConiraSt kosten,.dat welhaast gereed zal zyn. floridor zyn oom om den hals vliegende. Ach! waarde oom! gercourt. Die gy zoo veel ongerustheid veroorzaakt hebt, enfin hy is 'er, god dank, goed afgekomen, ik vreesde dat hy zich een zwaare verkoudheid op den hals zou gehaald hebben. floridor. O! ik ben zeer welvaarende.' mevr:  B L T S P E L. 41 mevr: gercourt. Die kleine guit! voor drie jaaren was hy nog niet grooter als zóó. Toen had ik my zulk een geval niet kunnen voorftellen. gercourt. Gy ftelt u niets meer voor, vrouw. Welaan, morgen de Notaris, (tegen Seraphine.) Ik ben evenwel de eerfte. niet die u omhelst. seraphine. Gy had het my beloofd en dat is genoeg om uw geluk toe te brengen. gercourt. Het zal in de maand April eerstkomende drie- enveertig jaar geleden zyn, 'dat my een diergelyk geval gebeurde. clairine. Zeg dat toch niet zoo overluid, mynheer, gy zoud de rust van mevrouw verftooren. gercourt. Eh! parbleu het was mét haar zelve. mevr: gercourt. Foei, mynheer, moet men op onze jaaren nog van zulke dingen fpreeken? ten anderen, het was een toeval.... ' clairine. Waar van myn heer gebruik maakte? Even als nu. Dit toeval is verfchriklyk. Ik ken een Liedje op het toeval. tió-  43 MIDDENNACHT, floridor. Zing dat eens. clairine. Zeer gaarne, ARIA, Zy zwoer fteeds wreed te zullen weezen Die, met dien Eed hoogst in haar fchik, Dcnzelfden dag zich liet beleezcn, Door 't toeval van het oogcnblik. QU\ floridor. Als deez' pendule langzaam gaande, Des avonds middennacht zal flaan, Dan zeg ik; de armen om u flaande: Nu mag de'tyd vry fchielyk gaan! (4;Y) seraphine tegen, de aanfchouwers. Als hy uw' handgeklap mag hooren, Dan is den fchryvcr in zyn fchik; En 't fchoonfte lot is hem befchooren, Door 't toeval van het ogenblik. (Ws) EIND E.  KV H van KESTÈREN, in de Langebrugfieeg, ' : te Amfleldam, zyn de volgende Tooneelflukken gedrukt f en te bekomen: llV. A. hacker., De Moerbeziënboom, Zangfpel ƒ-: 8 : I tv. bi.ngley , De Loterybriefjes, Blyfpel . - - : 6 : Lj. d. e. buzaglo, De edele Hartstochten, of de zonderlinge Ruiling, Blyfpel . . . [m. g. engelman, Het Magnetismus, Blyfpel, j naar W. A. Ifland, met zyn Pourtrait . | De Dragonders en de Bencdic- tyner Nonnen, Blyfpel, naar Pigault ie Brun -: 8 : - j, De Toveres Sidonia, Tooneel- | fpcl, door den Schryver van Aballino . - - : 12 : ï — De oude Lyf koetzier van Pe- I ter den Derden Tooneelfpel, naar Kotzebue , met zyn Pourtrait I De Struikrovers van Kalabriën, II 0f de onveilige Wildernis, Tooneeirpel, naar I het Fransch van J. M. Loaifel Tèogate . - - : 6: - ■ . Roland de Monglave , of de ;' ' Zegepraal der Onfchuld, Tooneelfpel, naar den- i zeiven • • • • • • • : o : - I Charlotte Blanford, of de wederge vonden Vader/, Tooneelfpel . . - - : 6 : . ■ Middennacht, Blyfpel . - - : 6 : - I p. g. witsen getsbeek , De Weduwe en het : Rydpaard, Blyfpel, naar Kotzebue, met zyn Pourtrait • ■ • • • • • --:(>■- , ___ - De verwarde Schaking, I Blyfpel, naar denzelven, met zyn Pourtrait, f ede Druk - - : 12 : - I _ '. De Bloedverwanten , ' Blyfpel, naar denzelven , met zyn Pourtrait . - - : 12 ; - 4, Renc Descartes te Ut- [ recht, of de bekoorlykheden der Gastvryheid , < | Tooneelfpel, naar bouilly , Schryver van de ff Abt de 1'Epce . • • • • - -: 8 : . Het Pourtrait van a. von kotzebue . • - - : 4 : ]|- w. a. ifland . • • - - : 4 :- jf Beiden apart om voor hunne Werken tc kunnen plaatfen. e.  g. e. de greuve , De Virtnofen, of het Leevend Testament, Blyfpel ƒ - • 12 ; I DeVreesachtige uit vooroordeel, wegens zyne geboorte op Zondag , Blyfpel - - : 8 : - j. c meyer , De Vcrlooving , of hoe deed de Oom in de Comedie? Blyfpel . . . : 12 • - P..pypers, Pepyn, Koning der Franfchen; Treurfpel , met de Plaat _ _. . _ Mr. ƒ. c. v. s. De Echtfchciding, Blyfpel, naar Demouflier . . . . . t _ _. g. C-.sauEr, Engenius, Erfprins van Dalmaticn, Tooneelfpel, naar het Hoogduitsch van Henfler - - : 13 : - j. de veer , Doriman en Melanide, Tooneelfpel ; Met pl. .1 _ _ . ■ g . . De Snyder en zyn Zoon, Blyfpel, 2de Druk - - : 8 : - De Braave Zoon, Tooneelfpel, van Floriaii . - - : 8 : - Kwaade Luim, Tooneelfpel, naar Kotzebue, met zyn Pourtrait _ _ . r^. _ Julius van Sasfen, Treurfpel, door den Schryver van Aballino . . . . . . : 12 : - Do Roovcrs; Treurfpel, van Fredrik Schiller - - :16 : - Het Wyvcngcklap, of de Wederkaatzing, Tooneelfpel , naar het Hoogduitsch, met de Plaat, 2de Druk - - : 12 : - I De Edelmoedige Generaal, Tooneelfpel, naar het Hoogduitsch - - : 10 : - | De WederzydfcheProef,Toohcelfpcl, naar't Fransch en Hoogduitsch . . . . , _ _ : g . _ De vlugt van Staniflaus Leczinsky, Koning van Poolen, Tooneelfpel, naar het Hoogduitsch, met de Plaat . . . . . . ; _ _. I2 .! Van de meeste deezer Tooneelftukken zyn nog eenige weinige op groot papier voorhanden. Ook zyn by hem alle foorten van 'oude en dagelyks uitkomende Tooneelftukken te bekomen. Parodie , of boertige Weerklanken op de tusfchenfpraak met Gysbrecht van Amflel en den Boode., waarin het verhaal, betreffende het omkomen en mishandelen van Klarisfe, op eene fnaakfche en geestige manier word voorgefteld, door het breeken van deszelfs Pispot . . ; . - . • 4 • . .