PUBLICATIE TOT HET TEGENGAAN DER FRAUDES, GEPLEEGD WORDENDE DOOR ZYDSCHE BOMMEN en PINKEN. GEARRESTEERD BY DE NATIONALE VERGADERING, reprefenteerende het Volk van Nederland, den 29. September 1797. HET DERDE JAAR DER BATAAFSCHE VRYHEÏ», In den HAAG, Ter 'sLands Drukkery 1797.   C s ) GELTKHEID, VRTHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE. De Nationale Vergadering, reprfato^Jg gj£ Tv*A,rhmd* allen den genen, die de/.e zunen ^icu ™^?Êen Heil en Broederfchap! doet te weten : tyds des nagts, en oy u weeten der of Bommen van daar vei trekken, bu ^ ^ opgezegde Commilen , en zow^r, h d waar door Convoyen en Licenten geëmaneerd, waar by wei uit " KOU IS HET, dat wy/daar ia wiltode voorzien.  ( 4 Tj gedecrefeerd en geftatueert hebben, gelyk wy decreteren, en ftatueren by deze: y uecre j Dat geene Schippers of Stuurlieden , van eenige Bomfchepen, Pinken of andere Vaartuigen van de ZeeSfi?," RePrub,iRek afvarende, of daar aanlandend^me XT?' Bo™me"> Pl»ken of;-andere Vaartuigen ï°^,yk Pafport van hunneingeladene goederer, zullen hebben gehgt, en voor dat de Commis van dè ! tiwswm waarzy zullen afvaren, de lading behoorlik zal hebben gevifiteerd, en nagezien, en het Pasport SwSSR he"en rfgefchreten, op de poene eX ! te by het Generaal Placaat van den jaare 172*. eeltaÖ%S -aI is her ^t zodanig Bom- Pinkfchip of a„iterh^M^iT0!' we?varen' e" al^an niet kan worden agrernaald, zal des met tegenfhande zodanig Schip of Vaartuig, wanneer het naderhand mogt worden alterhaald, worden geconfisqueerd, en de Schipper aan den lyve naar exigentie van zaken geftraft. 2. Dat voortaan geene Schippers of Stuurlieden van de ltranden afvarende zullen mogen mede nemen ofte overvoeren naar wat plaatze het ook zoude mogen zyn, eenige Perfoonen dienietmeteen behoorlyk Pasport zyn voorzien; en dat voorfz. Schippers de voorfz. Schuiten of Schepen, daar toe niet zullen mogen verhuuren of eenige Perfoonen naar buitenslandseh mede nemen, ten zy vooraf aan den Commis, van 'sLands wege gefteld, daarvan kennis hebben gegeven, alles fcggeiyfta op de ptenen en boeten hier voren geftatuë'erd: — zullende alsdan de Commis aan voorfz. Schipper of Stuurman daar voor behoorlyke expeditie verleenen, en in durjb van het Pasport van de over te voeren Perfoon of Perfoonen noteeren het vtla-, en hetzelve met zyn naam, den daturn, én de plaats alwaar hy dat Pasport zal gezien hebben ondertekenen : en van alle de dus gevileerd« Pasporten behoorlyke notitie en register houden.  C 5 ] „en gedaan van de Goederen, welke in zynScb'a« len „daden worden, alle op de P«»= £nvSed£rs & het Placaat van 31 July ie&cu u geftatuë'erd. Dat voortaan geene Pinken, B^'^g^rf tuigen, welke nieuw gemaakt, of ^^SZyn om wélke reden dan ook, mogen aangeland, van de vooriz. .^eeftfinde^ «ggj ■ § afvuren, voor dat zy ^hipper^btffif4 hun Commis daar ter plaatfe g^ffil Y b }_ aanttaand vertrek zullen -fenverwitg gedaan, \ de Commis behoorlyke ^cherche zal hebbenjwa , 1 en hem Schipper of Stuurman daar van een bewys zal hebben ter bandgefteld, aiies op u ^ l en boete hier voren geftatueerd. i nat de Schippers en Stuurlieden voortaan zullen ge- \ „pUne"een,?ltrafdBSnCaynPLVkon1en, «jfegj : van de Plaats alwaar zy aangekomen zyn, kennis te ge «tn 70 wel van hunne mhebbende Lading , als van ae plaatsgehad; zodanige zwaatere «ratte,als door ae wet  is voorgefcbreven, tegen Schipper of Stuurman, welke dit ons verbod zullen hebben overtreden. ' 6. Dat voorfz. Bom- ofPinkfchuiten geland zynde, met voornemen om daar ter plaatfe te losfen, de Schippers zullen gehouden zyn, voor dat zy iets van hunne inhebbende lading zullen mogen Ibsfen , of eenige medegebragte Perfoonen van Boord laten gaan , aan den Commis kennis te geven, en behoorlyke inklaring te doen, zullende de Commis verpligt zyn, zoo fpoedig mogelyk zodanig Schip en Lading behoorlyk te infpecteeren en behoorlyk Loscedul te geven , even als by het inkomen op de Rivieren en in de Havens, conform het meergemelde Placaat van 1725. gebruikelyk is, alles in cas van contraventie, op de boeten en poenen by het evengemelde Placaat geftatueerd. • '•! /'jZ £ 'XÉt^&rT: Dat voorts-op de Zeeftranden prscife zal in agt genomen worden het 58. Art. van het voorfz. Placaat van 1725; en dat dienvolgende geene Schippers, of Stuurlieden, Perfoonen noch Goederen, gedurende den nagt, na zonnen ondergang en voor zonnen opgang zullen mogen losfen of laden, of gedogen dat in hunne Schepen geladen of daar uit gelost worden, ten zy .om zodanige presfante redenen, welke den Commis zullen kunnen moveren, om eenige lading of losfing voor zonnen opgang en na zonnen ondergang te permitteeren, alles op de boeten en poenen by het voorgemelde Placaat van 1725. geftatuë'erd. 8. Dat tot beter bereiking van dit ons falutair oogmerk, aan alle en een iegelyk wie het zy, by deze welexprcslelyk wordt verboden, des nagts eenige goederen, hoe dezelve mogten zyn genaamd, of ingepakt, uit zodanige aan of op het ftraiid liggende Pinken of Bomfchuiten, te helpen ontladen, overncemen, op eenige Wagens te laden, of elders heen te helpen dragen, of vervoeren, noch ook eenige Perfoo;:en uit zodanige Schepen eldeis heen te brengen, zonder ichriftélykconfentvan den Commis van de Plaats, op pcene van confiscatie, van zooda-  ^n;oe. Wacen en Paard of Paarden, waar roede dierge- gen^yïTïS rigoureusten al worden geprocedeerd. 9- Dat voorts ten aanzien van alle yisfchriten, directelvk ter visvangst van de ftranden afvarende , welke. ous geen Koópmans Goederen vervoeren, by voortgang, «1 moeten worden in agt genomen, en op deze ^n geap pliceerd bet 60 Art. van het Generaal Placaat, van 31 fulv i72<ï, waar by is geftatueerd en oeyoien. „Dat5 de VisfcLiten dewelke verfche Visch mt „ Hoekers en verfche Vischvangers ove^ , allen tyde, en ook des nagts geëxpedieerd zullen „ worden, en ook laden of losfen mogen, mits dat de Schippers van dezelve Visfchuiteii1 aan^ de Col egjeu ter Admiraliteit, of aan die genen die van harent we , ge daar toe geauctorifeerd zullen worden, onder iofemneeleEede moeten verklaren, dat W™**™' noch door hunne Knegts, noodhulpen, of anderen , geen eoederen bu ten de voorfz. verlche Viscn m SeRSchuiten zullen laden, of vervoeren, ende mits dat ook moeten inftaan voor hunne Knegts en alTe anderen, die zich van de Visfchuiten zoude willen bedienen, op zodanige p«ne als tegens de Marktfchippers, de Vrybrief misbruikende, by Art. 167. • CvÏÏr Generaal Placaat van den ]are i«0 w ge ftatueerd;" namentlyk op verbeurte van hunne bche'pen, Schuiten enz. en wyders van als memeedigen1 te zullen worden geftraft, ter arbitrage van het Committé tot de zaken van de Marine. En eindelyk dat voorfz. óofte Art. aldus zal worden «T^^C^*^.*». gee„e Brieven of andere Papieren zullen mogen medenemen, of overbrengen, of door hunne Knegts, Noodhulpen, of anderen, doen medenemen, of overbrengen, op poenen en ftraüen als voren. gn  E 8 ] En op dat niemand hier van eenige onkunde zoude kunnen voorwenden, ontbieden en verzoeken wVde Hoogstgeconftitueerde Magten in de refpeaive Gewes den' 3LÏt Yer%h-VcCeren OfficiTren de2er S den dat zy deze Publicatie van ftonden aan doen afkondigen en aanplakken, ter plaatzen daar men zulks gewoon is: lastende en bevelende ons Commiué tot de fnk!LVan/efen-e' de Fiscaals» Commifen-Generaal en al e andere Officieren dezer Landen, deze onze Fu- ï£fa ,^bfVe,en.te a^eivo1^' ^ te doen ag ervolnSrVr?^Cedeer!?-de en doende P^cedeeren tegen de ïy^iïv&fS® ^ gunst, infcW IT^ldULgedaanc ter bovengemelde Vergadering in den Vryheid. 29' Pt' 1797' Het derde J^-derBataaffche C Was geparapheert) ADs. PLOOS VAN AMSTEL^ vt. COnderftond ) Ter Ordonnantie van dezelve. CWas geteekend) C L. VAN BEYMA.