^\ rJCÜMPH- Z AAL' van ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN ; door J. C. L U D E M A N, ASTROLOGUS. N°. I. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN; Eetrekkelyk tot het Wonderjaar 3788. aren de Binnenlandfche opfchuddingen gedurende het jaar 1784. en drie aanvolgende jaren hier te Lande gewichtig , en van eene ongunflige invloed ten opzichten van de algemeene Weivaard van het Vaderland, gelyk ikinmyn odeBrief'van de Spiegel der Waereld géfchreven aan Meefter Franciscusnietoaduitter voorfpelt had, en die men zonder twyvel door derzelver gevolgen op zyn tyd bewaarheid zal gevonden hebben; de onsknoping van één zevental verbazende Gebeurtenisfen, welke hen Wonderjaar 1788 opleveren zal, en die myne Vrienden de Pla-. neten volftrekt begeere dat door myn Pen waereidkundig geraake, A itaa»  ' Ca) : ftean alle de voorgaande Volsberoeringen verre te overtrefven • De voorzittende Planeet Mars zal gedurende dat ysfslyk Wonderjaar eene trotfche en wonderbaare Rol in deeze voortvds verenigde, dog als dan verdeelde Landfchappen Spelen; verfchikkplyke Rampen, onbegrypelyke uitkou(ten van zaken zullen feg datMoodjaar beurtelings vervangen: De onderfcheide Takken van deGoudmynen van het Gemeenebesr, Ik meen de Zeevaart en den Koophandel, zullen daar door geweldig geknost, en de Vryheid misfchien een gevoelige fchok krygen, maar ten laat- ften tog Zegenpralen. Om Zwartbloedige en bange Men- fchen'door Aflrologifcbe Voorzeggingen van die natuur niet te verbloden, heb ik de onderzoekingen over het jaar 1788 aangevuld met het verhaal van zommige kluchtige Bygevallen, niet minder wetenswaardig, dan gefchikt om tevermaaken. Alle de Planeetbefchouwe^ weten by ondervinding, dat den Zodiak één groote Hemskring is, die fchuins, door cTEvedaar lopende, dezelve'genoegzaam in tweën fplist, en alryd den weg voor de Son, en de overige zes Planeien baant; het is ter zeiver tyd eene bekende zaak, ten min ften voor alle Starrekunchgen, dat het twaalftal Hemelstekenen behorende onder den Zodiak, waar van'er fteeds één aan ieder Maand van het jaar ter regering toegevoegt zyn, doorgaans door de Astrologisien onderfcheiden worden met de volgende benamingen: Als 1. De Stier,i 3. Tweelingen, 4 Kreeft, 5. Leeuw, 6. Maagd, 7. Balans, 8. Scorpioen, 9. Schutter, 10. Steen» hok, iï. Waterman, 12. Visfchen. Alle welke twaalf He, .meistekenen door byzondere figuren waar van ik in dit werk kortheidshalve gebruik zal maken, by de Planeetkundige worden afgebeelt. Ik heb nood^akelyk deeze kleine uitflap moeten maken om my naderhand m de eerfte plaats minder önve'ftaanbaar"te kunnen uitdrukken m de byzondere betrekkingen welke'de Phneeckuode vordert te moeten verklaren, aangaande Aftrolologifche Voorzeggingen over toe Komende Gebturcenisfen; en in de twee plaats om daar door de werking van myne Vrienden de Planeten opzichtelyk tot der Memchelyke Lotgevallen voor onkunjige meer ol mm begrypelyk te maken, In  ( 3 > : In het jaar 1787. zullen vermoedelyk in den Zodiak onder het Hemelsteken 23 de Kreeft zig by voorraad. ;al de toebereidzelen van zulk een afgryzelyk Bloedbad hier te Lande beginnen te verwonen, welke in de derde Maand van het Wonderjaar 1788 in volle vlam uitbarften zal; de Stribbelingen tusfchen .de Planeten Mars, en Mercurius gedurende haaren loop dat jaar moeten ontftaan, zullen de aandryvende oorzaaken daar toe waarfcbynelyk doen gebooren worden: Zy die myn Spiegel der Waerelcl gelezen hebben, zullen oogfcheynelyk bevinden,dat ik ruim 30 jaren geleden, hier van al eene voorlopige Prognos.ticatie hebbe gedaan in de Staatkundige Catechismus te vinden in de Vierde Brief, hoewel ik daar voorbedagtelyk in de tydrekening gefeilt hebbe gehad, door die Revolutie 20 jaren vroeger te bepalen. Veele onzer Tydgenoten gewoon-de meefte dingen oppervlakkig, of liever na hunne eige denkbeelden te beöordeelen, verwerpen met eene al te groote overhaafting de invloed welke de Planeten op hc-t Waereldsbeloop heeft, en dit is de reede waarom zy niet gereedelyk aan Prognofticatiëa of Voorzeggingen van bedreven Aftrologisten geloof willen flaan ; andere door Bygelovigheid verblijd , of misfchien door de dryfveer van een ingebeek geluk beftierd, fchryven eene onbepaalde kracht aan de werkingen der Planeten toe, en vertonen door dergelyke vergryping iets in de Natuur te zoeken, het geen zy alleen in het goed, ryk en alvermogend beleid van een Opperwezen kunnen vinden: In beida opzichten handelt men dwaas. Men dient uit befcheidentheid , wat zeg ik! uit eerbied voor'de Kunlten en Wetenfchappen hier de middelweg inteflaan, en ons beflisfent oordeel aan de uitkomften, dat is aan de ontwikkeling der Ondermaanfche Zaken' te onderwerpen, om op gronden van zekerheid te weten, of het Compas van de Starrekunst ons waarlyk misleid,dan by voorraad geheime, an nog verborgen ontdekkingen aan de hand gegeven heeft. Alvorens ik het voorportaal myner Aftrologifche Bevindingen met betrekking tot het Zevental der Staatkundige Voorzeggingen voor het gedugt Wonderjaar 1788 ontfluite, ben ik van begrip , dat ik my'ne Leezeren aanvankelyk dien te vergasten met het ver-: A 2 baal  C 4 ) haal van enige niet min vrolyke, dan aantekenswaardige Zt\&. zaamheden voorgekweekt in het OefFenfchool mynertalrvke Horoscooptrekkmgen, welke ik tot nog toe zorgvuldig in mVn Pvlkoker bewaard had, en waar van ik om dringende beweegredenen in myne vorige Spiegel der Waereld gefchrevenIn Mei Itcrtranciscus geen gebruik heb willen maken. Daar kwam op een avond, zoo ik my niet bedrieg in het jaar 17.. Ey wat doet tojg het jaartal tot de zaak! ~ Daar kwam dan eens in het vallen van den avond aan mvn Huvs een vervaarlyke dikke Vent, gekleed in het gewaad: van een Schoorfteenveger, en die half dronken geleek; ik ontdekte aan' ^n.staa!l Zy? Uu,fprfk dat ^ één Dui^er van geboorte moest zyn. in da: denkbeeld, fprak ik met hem de Hoogduifche ml, Hy wilde zeide hy, één paar Goude Ducaten,die hy buigen zyn Vrouws weten met Schoorfteenvegen overgewonnen had, aan het treKKen van zyn Horoscoop te kosten leggen, mits dat ik hem voor de vuist zyne toekomende Lotgevallen voorzeggen moest volgens zyn opgaaf was hy den 25 September 171S geboren! en zyn Doopnaam Lodewyk Erneftus; Terwyl ik genoegen in 2yne gu hanigheid fchepte, zyn kleine zwakheid van Dronkenicnap als een Voorftander van het Bachusfchool ligtelyk over net ttoofi zag, en bo/en dien gevleid met zyn Vrywillig aanbod van 3 Ducaten, aat my toefcheen voor de hoedanigheid van één fcchoorfteenveger rykelyk te kunnen volftaan, begon ik dadelvk handen aan het werk te flaan: Ik betuig met.alle oprechtheid diby een onbedriegelyk Aftrologïst ten opzichte van zyn kunstplaats oenoordte hebben, dat ik my nimmer in groter verlegentheid bevond 9 dan by het trekken zyner Horoscoop. Meermalen wel is • waar, had ik by zoortgelyke gelegentheden van onbekende Perzonen verwonderlyke dingen nagefpeurt, welke myne verwachting te boven gingen; maar hier moet ik bekennen ftond mvn verliand plotzelyk ftil voor de zamenlopende omftandigheden welke zig zoo ten aanzien van de Perzoon, als met betrekking tot de onderfchepte Levensrol opdeeden. „ Prins,zeide ik eenigzints „ verbaast, zoo dra myne verrichtingen in de Horoscooptrek. „ kmgmet een weergaloos goed gevolg afgelopen waren,- het » was mee nodig u in het gewaad van een Schoorfteenveger te  C 5 ï „ herfdiÉppen, wanneer gy* tog zonder vermomming opening „ van uwe regte Doopnamen en juifteGeboorteftond wilde doen: „ Myne wetenfchap is toereikende genoeg om uwe Vorftelyke „ Doorluchtigheid- terftond voor den Har tog van W. ** V. ** B. * * en gelyktydig voor de Voogd van een Nationaal Prins „ die nog minderjarig is, te kennen; * Maar wat de on- „ gunftige wederwaardigheden van uwe nog volgende aanmer. „ kelyke Levensloop betrefven, daar van zal ik Voorzigtig- heidshalve zwygen, om myn Perzoon aan geen onaangenaame „ vervolgingen bloot te Hellen." Den Hartog verplet over dit kortbondig verflag van zaken, waar in hy alle de kenmerken der ongeblankette waarheid meende te befpeuren, verzaakte ras het aangenomen Schoorfteenvegerfchap j — Gy hebt in myn Naam en Waardigheden niet Misgetast, Ludeman, fprak hy vervolgensmet een vriendelyk gelaat, waar uit bleek dat de wyn zyn verhand niet meer benevelde: Wat verder'uwe ondet-fcheppingen aangaande myn Noodlot belangen, fchroomt niets, /preekt maar vry uit de horst, Ik zal u daarom niet haten, .nog minder mildadig belonen. — In de verplichting van zulks te moeten doen, gaf ik hem onbewimpelt te kennen. „ Dat hy „ 15 of 16 jaren na de Meerderjarigwording van Zyn Vorftely„ ke Pupil hier te Lande in ongenade zoude vervallen, met „ dat gevolg dat hy Zyne Krygsbedieningen zoude moeten ver„ laten, en genootzaakt zyn na elders tewyken, dat een zeker „ gefchrift hetwelk kort na de aftreding van zyn Voog lyfchap „ tusfehen hem, en den Jonge Prins Zyne meerderjarige Pupil „ zoude beftaan, daar toe voornamelyk als de eerfte worteloor„ zaak aanleiding zoude geven, zonder dat hy egter zoo fchul- dig zoude wezen , als men wel meende, en dat voor het overi„ ge het uit zyn Nativiteit niet onmogelyk fcheen, dathy zigzelfs „ in den Ouderdom van 7 a of 73 jaren men één Piftoolfchoot „ uit wanhoop het Leven benemen zoude," —— Den Hartog begon met zyn dikke Buik my hartelyk uittelachen, zeggende met een vrolyke houding dat ik hier voorzeker den Bal misgeflagenbad, want behalven dat hy nimmer geen lust gevoelt had, en waarfchynelyk ook nooit de lust bekruipen zoude, om hem zelfs uit vermaak of wanhoop den hals te breken, by van de overigheid A 3 des  ( 6 ; f2nL^dS Z°^bïg bam!nd' en aaRgebeden wierd, dat hy voor S»^it~^?ïIS%.8Edn,8WSeB onfeii^are waarborgen in nwn k^e? £b?em e' WI'efP h-v ^" Schoorfleenvegerjak LTé^Z^ut^ Zi'° Vanmyn MlDteI om na zyn^Loge. Enoelth ,?y,0ln^enc was te g3™> ^ befchonk my met één ïïSSu?*"* Va" 25 Ponden Steriings: De uhkomst der • £ÏS " 1fg,nJa mvn Dood Zonnerklaar bewyzen of ik in TvSï !f° a"de!i tyd Sleurde iets dat inderdaad veel eerucht in tfntllwnf ^«^8 Z3'nde myne Vrinden ?dP anecooó otï Jn n'^^el VerSaderr' door middel van'de Teloscoop over een gansch duiiler Geval ce raadplegen, wierd ik van Sff ïïme,Zlnrtre,ende Waarnemingen tegen VeTdank afe ""on^X™my b00d^PPe° d^ éé§ Jonge Dame die tr met onbevallig uitzag, een heimelyk Mondeefnrek vemwr H « iioord wilde zyn, heb ik aityd eene zekere niet onverschillig Dit behueft ?2nSt VoIvaardiS en buig^m naakte; JJ t behoeft geen verwonderaars, als men flegts overweegt da 1, !f I Sd °P de FLrcen en als een Samenlopend gevold genaa. maar tot de Zaak! Ik ging in zwaarmoedige overdenwaTdi aEmnde tr3?Peüaf' » be6af my na het JoorfaS " E fcf m ZIg beVOnd' Men kan 00rdeie" boe verbaast ik ftond optekyken, toen ik haar daar plat op den wond als een Dood Mensch vond nededeggen: Ik'ontdekte raf aïn biu k van ïSe,Van W0ed had Selbemt' en do^ het ge- mini Herifcwï TW Zy alkngSkenS Uit haare bezwV der 5, ^erfteJdfynde' vroeg ik wat'er van haar dienst was, zonder na de oorzaak van dit toeval te vragen; Zy vérro-t my heel beleeft, dog emgzints beteutert haar Horosloop ^ vv : en tSken Gedurende de ogenblikken die ik daar toe fSam^SSTi dat  ( 7 > dat haar onophoudelyk zulke zwaare zuchten ontflipts; welke my toefcheen het kenmerk ener grone hanskwelling te. zyn : In die verbeelding verzuimde ik niet on haare Naviteks-Star met oplettentheid gade te flaan,en het gelukte my vervolgens zoowelhaare voorledene, als toekomende Lotgevallen na de regelen van de kunst, volmaakt te onderfc^eppen. „ Beklagelyk is u lot Mejufvrouw zeide ik toen alles verricht „ was, u Noordftar voorlpelt niets goeds ten aanzien van de ge,, beurde dingen als Gy hier te Lande bleef; want Gy zyt van ,, uwe eige Broeder bezwangert geweest, en heb genoegzaam „ door heimelyke middelen een Kindermoord begaan: Schielyke „ ontlvuchting uit uw Vaderland is noodzakelyk: volgens de aan„ wyzing die den loop uwer Planeet aan de hand geeft, zult ,, Gy elders nog een tamelyk voordelig Huwelyk doen, zonder „ dat u ongeval daar bekent zal raken, maar het ergste is, dat „ Gy verplicht zult wezen, om u Geloof te verzaken." De Jonge Elina beleet met neergeflagen ogen de waarheid myner ontdekkingen voor zoo veel de gebeurde zaken betrof, zeggende dat haar Oom de Burgemee/ler van de Stad H. * * *. haar tot my gezonden had, om door middel van myne Aflrologifche Wetenlchap de nodige hulpmiddelen tot hacr behoud te zien verkrygen; zy vertrok iets geruster dan zy gekomen was, na my eerst met een bevallige houding 5 Goude Ryders overhandigt te hebben. Ongevaar vier- en twintig uren na haar vertrek kwam een Gerechtsdienaar aan myn Huis, vragende of zodanig een Jorige Dame den vorige Dag nietby my geweest was, dog ik fcheep ■ te hem Koeltjes af, met te zeggen dac ik nergens van wist. Jan myn Knegt die destyds by na zeven jaren by my gedient, en aan wien ik eenmaal fcherpelyk bevolen had, niemand tot myn Perzoon toegang te verlenen zoo lang ik zoude goedvinden in myn Studeerkamer opgefloten te blyvenj berichte my op één Mor, gen dat het vervaarlyk Sneeuwde, dat een aartig en welgemaakt Jong Heertje bereids dien Ogtend totdtiemaale aan myn Huis was geweest; Hy had voegde Jan daar by, my met Drommels ge. weid willen fpreken, en om hem daar toe te bewegen éénRyksdaalder in de hand geflopt: Dan terwyl myne bevelen in dat op. zicht hem belette aan zyn verlangen ogenblikkeiyk te kunnen vol-  . ( 8 ) voldoen, had-.by hem verzog: des Namiddags tegen 3of4uren eens wedenekomen. Agtervolgens deeze affpraak kwam het Jong Heertje dat deftig uitgedoscht was, voor de vierdemaal op de bepaalde tyd opdagen :-Hy verhaalde my me: eene beS Veragnge zwier, we ke my ten zynen voordede innam, dat hy Smoorlyk was verheft op één voorwerp die Inwoonder van deeze ftekkinf i ^88, met een byna onfeilbaar vertrouwen van gebeurlykheid bepalen kan, en by derzelver ontwikkeling hier op uitlopen. I. In het fneuvetett van een Antidot aal Opperhoofd van één Stad, die de tweede in rang der handeldreivende fieden tn Holland bekleet. II. In het weder keer en van één in de retraite gelee ft hebbende ;rinS' mZy" °üde Zetel Plaats hier te Lande, m. In de Oorlogsverklaring van een Buitenlandfche Mogenthetd aan de Republiek, het verlies van twee trontier Steden, en daar op volgende hernieuwing van vreede. ° IV. In de voltrekking van bet Huwelyk van een nationaale Prtnfes. V. In de affchafving van de Pynbank, ia de Verenigde NP; derlanden. & ; VI. In de achtenveertigjarige Klimaatsyerwis/elingen of om kering van luchtgefteltheid, gerekent van den Hardewmter van het jaar 1748, waar door de voorjaren en het Zomerjaizoen voortaan beter en bedendher zullen wezen. fa VII. In de oprecbting van een Nieuw Komngryk in Er?. £or>a. ö' -  C 13 ) • N\ II. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, RAKENDE De drie Loopjaren 1789, 1790, en 179 1. ({jTelyk dikwyls op zwaare Stormen en Onweersvlagen de zoete kalmte en eene lievelyke Zonbellraling volgt, zoo zal het Schildery, welke ik thans aangaande het drietal loopjaren fchetzen moet, eigenaartige voorbeelden daar van gaan uitleveren; Hoedanige niet onaangename Verhandelingen voor rustbeminnende Perzonen, doorvlochten zynde met Bloemkranzen geplukt uit den Lusthof van myn Aürologisch Wonderkabinet, my ondanks het waarfchynlyk verlangen van weetgierige Lezeren om ten aanzien van de zeven Voorzeggingen betrekkelyk het jaar 1788 nader verklaring te hebben, dadelyk zullen doen overfpringen tot de befchryving van zommige harstochtelyke, en daarom niet minder kluchtige Avanturen, waar toe eertyds myne Horoscooptrekkingen veelal aanleiding gaven, en een ruim veld van Befpiegelingen voor bedaarde en oordeelkundige verftanden aan de band geven. Ik kan onaangezien, de lust die my bekruipt om dit gedeelte myner Triumpb-Zaal met aartige en tydkortende Hiflorien van myn kraam te (lofveren, niet voorbygaan alhier ter loops iets over de eerde uitvinding en vaste grondregelen van de kunst der Voorzegkunde aantemerken, die zoo als ik vertrouw veel licht zal byzetten, aan zulke welke by mangel van onderzoek gewoon zyn, de uitgeftrekte Hoofdmuiten van de voortrefvelyke Wetenfchap van Jjïrolologisten, voor fnoode Tovenaars bedryven, voorbarig uittekryteH. B 3 Tbto-  ( *4 J Theopkrasté' Varacelfus dat groot wonder verftand, doorgeflraalt in verfcheide "Verborgen Wetenfchappen WtiS de eerfte ontdekker 'van de geheime en wonderbare Horoscooptrekking, of liever Voorzeggingkunst, dat grootendeels^p den loop der Planeten gebouwd is; Hy onderfteld hetzelve tweeledig te zyn, en noemt het eerfte dier kunften in navolging der Grieken Gbo« MANTiAj en het tweede Onomatomantia, gelyk men lezen kan in zyn geleert werk, voerende tot Tytel PbilofophLv Sagacis, fchoon het laafte ook wel by zommige Geleerden van later tyd Onomantia genaamt word: Daar zyn volgens zyn Syftema een driederley manier van Pun&eerkunften, ornby voorbeeld de levensgetal jaren van iemand te kunnen onderfcheppen, 'c welk inderdaad zoo veel is als de bepaalde fterftyd van een mensch te voorzeggen. De eerfte Punteerkunst gefchied ilegts door middel van de Doopnamen alleen ; De tweede uit de Doopnaam zamengevcegt met de geboorte Maand, en de derde uit de Doopnamen, de Maand der geboorte, en de albereids beklommen jaren van ouderdom te gelyk : over deeze verfchillende wyze van Punteerkunst die genoegzaam met Paracelfus dood in de vergeteldheid begraven wierd, is zedert door Buitenlandfche Geleerden in vroeger Eeuwen geleeft hebbende, by gisting veel gefchreven; Dan men behoord my het recht te doen van" te geloven, dat ik onberoemt gefproken de Punteerkunst in allen gevallen,daar ze in het trekken van de HoroscooD te pas komt, uit het graf der vergeteltheid wederom heb opgedelft gehad. On' dertusfchen kan ik niet verzwygen de uitzonderingen, welke daar omtrent algemeenlyk plaats hebben, zonder aan het regtegebraik van de voormelde driederley zoorten van Punteerkunften merkelyk te kort te doen: zy beftaan zakelyk hierin, f. Dat één aantal van jaren die men reets heeft "doorgei/ragt, wanneer men dit Natuurkundig onderzoek doet, eene groote verandering in onze lighamelyke Conftitutie kunnen voortbrengen; 2. Dat eene onmatige Levenswyze de natuurlyke Leyenskrag ■ ten zodanig kunnen doen vervliegen, en de Organen afflyien, dat één Jongman in den ouderdom van 20" of 25" Jaren reeds één oud man is geworden. 3. En dat eene matige levenswyze de natuurlyke kragten dermaten kunnen verfler- keai  C 15 ) ken, en de Organen kragt by zetten, dat men een hejaart Man voor een Jongeling zoude begroeten. Op hoedanige uitzonJerende gevallen één ervaren Aflrologist in zyne onderzoekingen , rakende de Punteerkunst eer Horoscooptrekking, voornamelyk dient te letten, wil hy de Plank niet misflaan. Onder het fchryven over de Punteerkunst wofden myne gedachten als beftormt door de herdenking van menigerley Starrekundige waarnemingen betrekkelyk tot zekere koddige voorvellen die in eene verre afffand van jaren nog gebeuren moeten, en veele mynerTydgenotenbeleven zullen; — Holladaar myne vrienden de Planeeten! Zoo fchielyk niet gediaaft: — Ja v:aar 't is tog waar, Lüdeman beeft bet in den Zodiak onder het teken van den Ram klaar ontdekt. Wel hoe wat wil dat zeggen? Zou een Mosfelwyf zoo veel gerucht in haar Vaderland maaien? Zou om harent wil een Staatscommisfie na een koopbandeldryver.de Stad plaats hebben, Krysvolk te Voet en te Paard daar binnen trekken, meer dan één half millioen guldens onkoflen voor bet Vrouwtje van da Mosfe/wagen uit 's Lands kas. gedaan worden, en zy zelve jaren lang als een Staatsgevangen opgefloten èlyvenl v.'el verbruid «ls dat gebeurd , en waarom niet, terwyl de Wae» reld hoe langer hoe zotter word5 Als dat gebeurd, zeg ik, dan zullen de Oranjeappelen geen oortje meer waardig zyn : — maar zagt! Ik bevond my daar wederom in een zoon van Aflrologifche verrukking; —— Manu de Tabula ! De handen van de Tafel. Drie en- veertig Minuten minder dan zes jaren en twaalf dagen geleden, kwam Juffrouw Johanna Cbarlotta Anionetta- Klinklanklorïus, die al drie Mannen in den Trouwftaat verlieten had, my raadplegen hoe veele Huwelyken myne Vrienden de Planeten nog over haar befchooren hadden in het geval dat zy 80 of 85 jaaren oud wierd, gelyk zy ondertlelde zodanig eene ouderdom te zullen bereiken ; ik vroeg haar eerst hoe oud zy nu was? en zy beantwoorde my heel geestig, drie jaar boven de 36 Meymaanden te zyn, dus begreep ik dat de jaartallen van haar leven toen over de 39 beliepen ; Dit deed my andermaal aan Juffrouw Klinklanklorius vragen, of zy na het verlies van zoo veele Echtgenoten, i:og enige trek tot hetHuwelyksleven gevoelde.? —-— Ze*  C ip* p Zekerlykja, was haar weder 'antwoord, want zonder dat ~ou ik met by u gekomen zyn. Een onverbloemde verklaring van dien nart zoo gulhartig uitgefproken, bewoog my zonder verder beraad, aaq haare uitdraaiende verlangen te voldoen; Ingevolge van dien trok ± hu,r Horoscoop , en het bleek door bevinding T„ » vr^T*? daC ^ ^Johanna Charlotta Anionetta KltnUankorim geboren den 7 fül1y, niet alleen gedurende haare Levenstyd zevenmaal gehuuwd moest wezen, "maar dat zy den ouderdom van ongevaar 83 Jaren, onder de beproeving van v-utrley wederwaardigheden bereiken zoude. — Alle deeze ontdek kmgen, hoe ongemeen zy my in den eerden opflag; ook toefcheenen, voldeeden my nog niet; Ik.befloot daarom van myne Starrekundige onderzoekingen gebruikte maken, of'er mislchien met belang tot haar Levensloop iets nader te doorpeilen viel: De Planeten Satuunus en Venus, juist op het tvddip van haar komst dat by den avond voorviel, in Coniunclie zynde, waren te zamen in den Wolkenhemel zeer na by de Twee Itngen vergadert, en zie hier waar op haar volledige Horoscooptrekking door da regelen der Aftrologifche Wiskunst voikmaakt bewerkt, eigentlyk uitliep. „ Johanna Charlotta Amonetta Klinklanklorius geboren den „ 7 Juny Anno 171a, zal noch vier Mannen ten huwelvkkrv„ gen; Met de eerde dat een Zeeman van zyn beroep zal wezen, P, die doorgeleden Schipbreuk omkomen moet, zalzy geen zes „ Maanden getrouwd zyn: De tweede zak hem uit wanhoop „ verhangen om vervolgingen van de Juditie teontwyken- D„ derde zal haar veel geluk aanbrengen, en 13 Jarenlang ee'nge„ ruste en vernoegde Levensdaat doen genieten: De laatde zal „ oen verkwister zyn, die genoegzaam al haar goed in ongebon„ dentheid doorbrengen zal; zy zelve zal 6H jaren oud zynde „ een booge Prys uit de Lotery trekken, maar nochtans door „ het bedryf van haar laatde Echtgenoot in eene behoeftige daat 'hTlPu'- " Hier mede voldaan' vertr°k Jufvrow Minktanklorws, na myrykeiyk voor myne moeite betaalt te hebben; U heb nog de twee eerde van die Geprononceerde HuweJyken beleeft, en haar eenmaal gefproken, toen zy met haar vyfde Man getrouwd was: Hoe het vervolgens aflopen zal met de bei.  C >7 3 beiie laafte Huwelyken die zy volgens myne voorzeggingen nog doen moet, zal deuitflag der zaken in later tyd best konnen beflis<èn Welk een vervaalyk geraas in de Planeetzalen! Jan Stramme ik geloof dat het Zevental myner Luchtvrinden het oneens zyn, trouwens dat gebeurd ook wel dikwyls onder de Zeven Hoofdzuilen van één vry Volk op de beneden waerelt; Daar moet iets ongemeen op het tapy t zyn, hetwelk zig denkelyk binnen driemaal zeven Maanden wel ontwikkelen zal: Ondertusfchen zal ik myn zaak gaan vervolgen met het opdisfchen van eern^e kluchtige voorvallen, die als een Letterverkwikkend Geneesmiddel bekwaam zal zyn, om beklemde Harten uit den flaap der zwaarmoedigheid te doen ontwaken. tamam extendere faclis! Een Latynsch devies waar meede het al md kosmus, of het Geflacht van den Groot Hartog van loskanen praalt, en het geen eigentlyk te kennen wil geven, dat men zig door zyn Daden beroemt behoort te maken. Een zeker onbekent Konstfchilder kwam in den vroegen Morgenftond eer de Zon nog uit zyne kimmen gerezen was, my eens een bezoek doen: Ik vroeg hem half verftoord wat'erzoo ontydig van zyn dienst was, terwyl zyn fchrale Plunje my juist geen groote beloning fcheen te beloven: Hy beantwoorde my koeltjes, dat het oogmerk van zyne komst geen andere bedoelingen had, dan om zyn Horoscoop dooriny te doen trekken, en wierp vervolgens een Daalder op myn fchryftavel. Ik voldeed toen fchieiyk aan zyn verzoek, zeggende tegen hem nadat myne kunstbewerking afgelopen waren; „ Myn Heer! Gy zyt één „ Konstfchilder van u beroep, die met een getrouwde Vrouw de „ vlucht genomen heb , Begeef u binnen driemaal 24 uuren „ van hier, want zonder dat zult Gy gevaar lopen van door den „ Man uwer opgeligte Minnares ontdekt, agterhaalt, en deerlyk „ mishandelt te worden." Hy begon daar op te grimlachen onder betuiging dat ik ongelykhad; en dat zyne wettige Huisvrouw zig werkelyk te Amfterdam by hem bevond in de Herberg daar zy t'huis lagen; Hy verzogt my vervolgens zyne Liefhebberye eens te komen zien, Ik floeg eerst weinig aandacht op dat voorHel, maar liet my naderhand door de Kailelein van zyn Logement dat gevallig een kennis van my was, bepraten: Na dat de eerlte C Kom-  C 18 ) Koraplftncnten van verwellekomming overgewaaid waren vroeg ik hem, of hy iets van zyn maakzel had om te vertonen' waar door ik in de gelegentheid gefield zoude zyn om hem dienst te kunnen doen, dat ik hem als dan met vermaak enige konterfvtzeis van fatzoenlyke welgeftelde Inwoonders van de Stad zou bezorgen, onder deeze mits, inden zyn konst my beviel. Hy bedankte my voor die beleefde aanbieding, repliceerde heel zedig dat hy thans geen gefchilderde konterfytzc-ls in gereedheid had , dog belaste hier op zyne Huisvrouw die alle de frreken had van een LorrendraaiiTer des Huwelyks te wezen,om hem die groote Portefeuille met Modellen en Tekeningen eens te willen halen; Die Dame kwam wel haast aanftryken met een byftere groote Portefeuille rykelyk geftoffeert van alles wat kunst betreft: De fchilder toen een Vies Wyn, Tabak en pypen hebbende doen brengen, gingen wy aan een tavel voor één goed vuur zitten om dat Konstboek te doorbladeren. Ik moet zonder Pyn of Banden bekennen, dat die fchoone Modellen en heerlyk behandelde Tekeningen myne verwondering tot zig trokken, en dat zyne PronkItukken m de Tekenkonst fïerk zweemden na de delicate behandeling van den Ridder Anthony van Dyk; Ik vroeg wat hy nam voor een konterfytzel? Onder belofte van hem het Doek daar toe te zullen zenden, en zulks aan verfcheide deftige Burgers geneegen zynde hunne Tronien te laten konterfyten zouden verconen: Hy antwoorde dat ik de Prys zelft na de kunst waarderen kon, die voorwaarden ftond my welaan, en wy fcheidenonmiddelyk na die woordenwisfeling vergenoegt van eikanderen. Het was ongevaar drie of vier Dagen daar na, dat ik voorby des Schilders Herberg gaande, een ongemeen gedruis en zulk vreeslyk vloeken hoorde, dat ik intrat om eens van naby die wintervreugd bytewonen; Ik zag den verwoeden Kaftelein op het midden van de plaats by de Staldeur ftaan, met een lange hooi. vork m de vuist die vast gehouden wierd door een half douzyn Manspersonen zoo Domeftieken als Geburen, en die by al wat lelyk was zwoer, van den Schilder aan dien vork vast te zullen Iteken, en in het water te werpen : Ik fprak de Waard Vriendelykaan, gaf hem pynftillende woorden, en overreede hem om ©en Riek afteleggen , en één Glas Alfemwym met my te drinken; Hy  Hy liet zig ten laatften gezeggen, en trat met my in de Keuken alwaar een goed vuur brande, als wanneer hy my de volgende Hiflorie verhaalde. „ Dezen Morgen even na het opfluiten der Stads Poorten 9, (begon hy), kwam 'er een Chaife befpannen met twee Paar„ den waar op twee Mansperzonen zaten, myn voorplaats regel„ regt na de Stal opryden; Myn Vrouw nog ik waren toen nog „ niet by de hand, waarom zy zig intusfcnen by hst vuur plaas„ ten, en één kop koffy dronken: Den oudfte een wakker flag „ van een Man, vroeg of zyn Neef den Konstfchilder al op was\ „ Die zoo dra niet was beantwoord met Neen, en dat hy nog „ by zyne Huisvrouw te bed lei, of den ander repliceerde, dat „ komt wel! Dan zal ik dien Luiaard gaan vernestelen; Daar „ op liet hy zig de Slaapkamer des Schilders die op de klink „ ftond aanwyze, en beval myn knegt van henen te gaan, zeg-, „ gende dat hy de rest nu wel zou waarnemen: Zulks gefchiet ,, zynde, trat hy zonder enige plegtigheid te gebruiken binnen „ het vertrek, en zoo dra hy in de Slaapkamer kwam, ftak hy de hand in de Broekzak om 'er een geladen Piftool uitteruk» „ ken, en den Schilder daar meede voor den kop te fchieten, „ die onderwyle door dat geftommel ontwaakt, fchigtigten Bed„ de uitfprong , en den Perzoon zodanig vasthielt, dat die zyn „ Piftool, dat boven dien met den haan in de gefcheurde voe„ ring van zyn Broekzak was verward geraakt, onmogelyk kon „ los krygen, waar op hy fchielyk zyn Rotting greep, daar hy 4, den Schilder zoo meefterlyk meede toedekte, dat hem het „ rood zweet van de Kop en van de Lendenen guste, tot dat „ hy het geluk had van langs de openflaande Kamerdeur de trap„ pen neêrwaarts te fpringen, en zig aldus op een van deHooi- zolders heimelyk te verbergen; Vervolgens moest de Dame „ d"Honneur het eigen rotting examen ondergaan, die als een „ tweede Troiaanfche Cafandra met de losfe tuiten uit het „ overfpelig Bedgefleurt, zoo yfelyk wierd toegetakelt, dat zy „ 'er uitzag als een Zakkerolfter welke in de onbarmhartige han„ den van het gemeene Straatvolkje was vervallen: Na deeze „ verrichting fneet hy alle de klederen des Schilders zoo wel als „ zyn Hoed, Paruik, Kouzen, Schoenen enz. aan kleine ftuk* C 2 „ ken,  C 20 ) „ ken; verfcheurde ,dat een groot jammer was, alle zyne over,, heerlyke Modellen en Konsttekeningen, verbryzelde zyne Pa„ letten en Pencelen, en liet kort om niets heel, van al dat „ geen, 't welk hy oordeelde aan den Schelmfche Konterfyter „ te behoren." „ Ondertusfchen was ik opgeflaan vervolgde den vergramde„ Kaftelein, en ik vroeg aan dien razende Roeland wat fpel dat „ hy in myn Huis fpeelde? Onder nadrukkelyke waarfchouwing ,, van zulks te Maken of dat ik raad voor hem wist om zyn dolle „ woede te beteugelen; Hier op verhaalde hy my, dat die Juf„ fer welke den Schilder had weten te debaucheeren zyn Vrouw „ was, en die met hem was gaan dolen, na dat zy alle de Ju„ weelen, Goud, Zilver, en over de duizend Ryksdaaldersaan ,, Contante Penningen hadden te zamen gepakt om dien Lichtmis „ te onderhouden; Zweerende, dat hv haar voortaan zooopge„ floten in een Verbeterhuis zoude plakken, dat zy eikanderen„ in de eeriïe hondert jiar niet zouden ontmoeten : Hy betaalde „ daar op zyn gelag, zette de OverfpeelileropdeChais, bezorg„ de aan zyn Vriend één Rypaard, en reed zyns weegs, na al» „ vorens myne Dienstboden rykelyk befchonken te hebben." De Kastelein door gramfehap nog bleek om de neus zynde, was door het onreeren van zyn huis zoo verwoed geworden, dat hy fluks na het verrek van den ongelukkigen Man, een hooyvork gegreepen had om den Schilder van kant te helpen, en zekerlyka zonder myn tusfchenkomst, dat wanhoopig befluit volvoerd zoude hebben; Na die hevige hagelbuy van wraakzucht wat opgeklaart was, verzogt ik hem om gezamentlyk dien armen drommel te gaan opzoeken , na dat ik hem had doen beloven van.den Schilder niet verder te zullen mishandelen: zoo gèzegt zoo gedaan! eenige Baren verzei den. ons op dien tocht, en na dat wy langs twee of drie zolders hadden gefchreeujvd en hem toegeroepen, dat zyn vyand reeos was vertrokken, kwam hy van onder het hooy voor den dag kruipen, zoodeerljk toegetakeld en bebloed, dat ik nimmer weergade uit Beuls handen heb zien te voorfchyn komen; maar hier was goede raad duur, want dat naakt fchepzei Kon men zo niet buuen de deur floten: Wy beflooten derhalven hem ieder hoofd voor hoofd wat bytezetten, om hem inflaat te  ( ** ) te (lellen en elders zyn fortuin te gaan zoeken; met dat oogmerk befchonk hem deeze met een afgefleeten borstrok, den anderen met een omgekeert kamizool, de derde met een leere broek, een verwatert paruikje en een Deferteurs hoed: Een van ons Gezelfchap die mildadig fcheen, kogt de linnen kiel van de knegt, en men bezorgde hem één paar Yslandfche Kouszen, met één paar oude Schoenen, om daar mede te gaan wandelen, en ergens een diergelyk onaangenaam Kluchtfpel te gaan herkansfen, na hem alvorens met een toerykende Teerpenning voor zyn Reis te hebben voorzien, zonder dat Iemand van ons zedertvernomen heeft, na welke Oorden den Schilder het kompaszyner belanding gelleld beeft gehad. Myne boezem vrienden de Planeten verftoort over dit langwylig verhaal, verbieden my daar van meer te fchryven, en tot dingen van meerder opmerking overtegaan; wel nu ik zwyg als een Osnabrugfche Mof. Misfchien dat Meefler Franciscus aan wien ik myne Twaalf Brieven fchreef welke onder den Tytel van de Spiegel der Waerela volgens myn bevel zekerlyk onmiddelyk na myn Dood in 't licht geraakt zullen zyn, de uitgaaf of waereldkundigmaking van deeze myne Triumph-Zaal van Aftrologifche Voorzegnngen nog beleven zal; In dat vertrouwen wil ik hier één verrukkelyk en zinllrelend iets gaan fchetzen dat ik hem wel eer pier. tig belooft had, dog waar van my het Manufcript door zeker onvoorzien toeval ontfusfclc is geworden: Ik meen myne Aanmer» kingen over den Punt des Tycls, welkers uitwerkzelen meest al haare geboorte van de Pianeedopen ontlenen, en die door fchildeiagtige voorbeelden opgeheldert, overwaardig zyn door de Liefhebberen myner Philofophifche en Starrekundige Tydfchdften gelezen te worden. & Ik heo reede van verwondert te zyn, dat Niemand tot noetoe zyne gedachten heert laaten gaan tot een volledig onderzoek over eene bewerkende oorzaak, die van zoo veel aanbel.ng op de Menfchelyke handelingen, en van zulk'eene ongemeene Invloed SLfi! T Jë van heiver NootJütis, da„ het z emd(J Punt aes lyds ; Volgens alle regelen van waarfchynlykheid (beek ik hier overilaanbare taal voor één Haarburger, maar het is C 3 myn  ( *33 ) myn fchuld niet dat men in ons Land de Citroenen van de Oranje-Appelen meer door de kleur dan door de fmaak onderfcheiden kan. Wat zwarigheid! Ik zal eerst door de ComparaMe of vergelykmg, en vervolgens door bewysbaare voorbeelden zoo van de aloudheid, als van dezen tyd aantonen, wat men eigentlyk voor dm Punt des Tyds, ten aanzien van haare uitwerkingen, en onmiddelyke gevolgen op alle onze Bedryven en Lotgevallen, noodzakelyk houden moet. Een Getrouwe en Eerlyke Dienstmaagd 15 jarenlang by ordenteiyke burger P.eringdoende Luiden gedient hebbende, word op een tyd door oplopentheid van haar driftige Vrouw weggejaagd; De Meid misnoegt over zulk eene onwaardige Mishandeling, verfpreid hier en daar onder de hand dat haaren geweezen Meeüer door Sluikerye het Land verkort • Het gevolg daar van is, dat men zorgvuldig op des Mans gangen let, en hem in het plegen van dien ongeooi loof den handel agterhaalt, daar van overtuigd, en vervolgens na hem ter zaake van dien in eene aanmerkelyke Geldboete verwezen te hebben, zyn nering verbied: De goede Man hier door onherflelbaar bedorven, moet noodzakelyk het Punt des Tyds van zyn ondergang in het wegjagen v^n de Meid, en bygevolg in de oplopentheid van zyn Vrouw, als de aanleidende oorzaak van die Daad zoeken. — Een zeker Win» keidochter van een buitengemeene Schoonheid, door een braaf Jongeling ten huwelyk aangezogt, met wien zy eerlang ingevolge de goedkeuring van wederzydfche Ouderen ftond te trouwen, krygtde gril in 't hoofd om met één geland Officier een avord-' wandeling door het belommert Hangfche Bosch te doen; Haar Pretendent hier van onderrigt, en Jalours geworden, omflaathem van de verbintenis om haar te trouwen; Dit Geval ruchtbaar geworden , geraakt de Winkeldochter door de ganfche Had in opfpraak, zodanig dat zy zedert geen ordentelyk Portuur meer hebbende kunnen vinden, uit een gevolg van mistrooftigheid volkomen zinneloos wierd: Ergo is de wandeling met den Officier het Punt des Tyds van haar onheil geweest. — Ondertusrchen zyn 'er by tegenfhiling weder Gevallen waar in het Punt des Tyds volzeker ten v.jordeele van zommige Perzonen gewerkt heeft gehad, of misfchien nog werken zal; AUus kan ik met eene volfla« gen  C 23 ) «en zekerheid voorzeggen, dat binnen 21 jaren een zwaare regenvlaag waar door één adelyk Man genoodzaakt za! worden in een Boere Hut onder het gebiet van een zyner aangekogte Landgoederen te fchuilen, hetwaare&v*^ des Tyds zal wezen ter ontdekking ener ongelukkige Gravinne,die aan één grootmoedige Monarch verwandfehap, op die wyze door de edelaartige voorfpraak van den adelyke Landheer, uit haare deerniswaardige en behoeftige ftaat gered zal worden: Indiervoegen hebben dikwyls het gebruik van welgeflaagde tongvallen tot één Punt des Tyds verftrekt, om onderdrukte Weduwen en Weezen te doen befchermen, of in andere opzichten de bevordering en de welvaard van ongelukkige, dog bekwame voorwerpen te bewerken. Daar is één tyd beleeft, dat één Burgerman alle zyne goederen door eene hevige brand Verloren hebbende , eene geruime poos als een dolzinnig Mensch op de wegen buiten de ftad ging dolen , en by die gelegentheid onder een Boom één Geldzakje met twee hondert goude Ryders vond, waar meede hy na verloop van korte jaren zulke ongemeene voordelen behaalde, dat hy één zwaar Kapitalist wierd; Weshalven daar uit niet onduifter te befluiten valt, -dat het ongeluk van den Brand eigentlyk het Punt des Tyds van zyn opkomst is geweest: Men zegt dat die Man na een tyd verloop van tien jaren zedert dit aanmerkelyk voorval, de lust beving om de Boom die de grondflag van zyn geluk had gelegt, te gaan bezien; Hy zag onder dezelve één oud Man zitten die bicter fchreide, en die hem verhaalde dat hy tien jaren geleden daar ter plaatze, een Sakje met 2co Ryders by overhaafting had laten leggen, zeggende dat dit verlies het Punt des Tydi zyner opvolgende rampfpoeden was geweest. - Hou moed Vader! riep hy; Ik ben de vinder van u verloren fchat: lk zal u vyf- honden Ryders in de plaats geeve. Beproef of Gy 'er u Geluk door maken kan! Levert de Oudheid geen dooröaande bewyzen van de verwonderenswaardige Gevolgen van één Punt des Tyds uit? Wie zal kunnen ontkennen, die maar iets hiftoriekundig is, dat één Alexander de Groote door zyne overwinningen van zoo veele Landen en uitheemfche Volkeren niet bedoelt heeft gehad één Waeleldwinnar te zyn, overëenkomftig het dol befluit dat hy in één Pum.  C H ) Punt des Tyds genomen had? Wie zal beflaan te Ioch der om tot zyne Oude Conflitutie van Volks Vryheid en Onafbankelykbeid geraken zal: Let al verder eens hoe de Planeet Ven üs al fcbattirende van Lachen haren loop tusfchen de Hemeistekenen de Stier, en de Maagd henen rigt, en daar door niet onduifterte kennen geeft, dat een zekere bevallige Prinfes op overfpel betrapr, ter zaake van dien verwezen word haare overige Levensdagen eenzaam in de Gevangenis te flyten, dog welk ftreng en droevig noodlot zy inde Herfst ven dit jaar middel zal vinden. door de vlucht gelukkig te ontwyken. Herb7 e s anders gezegt Mercurius bezyden de Hemelstekenen de Leeuw en de Scorpioen zeilende, voorfpellen bemelsklaar dat *et gedurende bet jaar 1 -91 ergens in een Land Moordfchavotten fïaan opgerecht te worden, waar op verfcheida onfchuldige Staats, en Oorlogsmannen als Nationale Slachtoffers van de Macbiavelfche Kunstgrepen hun Leven door het Zwaard verliezen zullen: S o>l met Luna ;» Conjun&ie dat zelden gebeurt, endoor de naiverige Planeet Satoknus flatig in de Lucht Zalen agtervolgt wordende, onderwylen dat Mars op zyn Luimen legt, gelyk aan uwe verziende Telescoop Heer Ludeman niet ontglippen kan, vertonen één natuurlyk en kunstryk fcbildery aangaande de voorbeeldde ze emjiandigheden, hoedanig de Amtrikuanen, na zig kor teling geleden, eerst vrygevogten te hebben, op het einde ven 't jaar 1791 weder van M efle*- zullen veranaeren; Alle welke Merkwaardigheden ten befluid van dat zelve jaarperk agtet volgends de Alliantie Cirkel der Zeven Planeten noodzakelyk, en zoo te zeggen gelyktyng opg^rolt ftaan te worden. Ë Zoo  ( 34 ï Zoo door de ontdekking van het tot nog toe Onbekende Zuiden, als door het eer (ie zigtbare kenmerk van de aannaderende on> dergang van het Ryk der O'tomanen, en door de aanwinning van enige ryke Oofferfche Wingewesten in Afia ten Eigendom van een Oud Zee- Mogentheid vallende. Ik ben enz. Alvorens tot de Voorzeggingen van het Groot Wonderjaar 1791 overtegaan, zal ik my verledigen om in het eerstvolgende Hoofdftuk cnderN°.IU eene volledige Affchetzing van de Beste Waereld, en van de Avonturen van één Beste Waereldzoeker te geven; Een ftuk dat ik over enige jaren begonnen hebbende, dog zedert nevens meer andere Papieren myontvreemt was, waarom ik ten tweedemaale de Befch'ryving daar van zal gaan ondernemen. N°. III ASTROLOGISCHE AFSCHETZING van de Beste Waereld. 33£et Eiland Ipfalon, die over bekoorlyke Landftreek, :* men noodzakelyk de Beste Waereld zoeken moet, zal voor het tegenwoordige een voorwerp van myne Befchouwingen gaan worden: Ondertusfchen moet men niet begrypen dat het tafereel, dat ik van die gelukkige Eilanders zal geeven, een vercierde Romanhiltorie is, voortgeteelt uit de vondryke Herfenen van de t ander vlugge geest. Het is zoo verre van dat, dat fchoon lpfa> Ion  c 35 ) Ion nogftiet bekend is, die Plaats nogtansna myn begrip ftaat oatdekt tè worden in het midden van dat Hondenjarig tydperk, waar van ik vervolgens gewagen zal. Myne Aftrologifche Waarnemkgeu over da Beste Waereld, hebben tot verrukkelyke ontdekkingen gelegehtheid gegeven \ Ik zal my in de Eerjle Befihouwing daar over dienen te bekorten, en het zakelyke over dit gewigug onderwerp tot nader geleegentbeid befparen, om vervolgens met minder bekrompentheid plaats te kunnen gunnen aan het verhaal van een zeer aanmerkelyk ge • val, 'cwelk een byzondere betrekking tot deeze myne Verhandeling heeftaangezien zy behelst de Avanturen van een Jongeling van een kluchtig Caracter, wiens Zevenjarige omzwervingen hefteed zyn om met Vrugt de Beste Waereld te zoeken, en waar van de omftandigheeden, zoo enig, en raar in zyn foórtzyn, dat ze verdienen geboekftaaft te worden. Men verwondert zig niet, dat het gros derMenfchen een verkeert denkbeeld van de Beste Waereld opvatten.- Eenige willen die doen beftaan in een Maatfchappy, of Verzameling van Waereldlingen, die ten aanzien van hunne Zadelyke grondbeginzelen volmaakt, en zonder gebreeken zyn; Andere zoeken die te vinden in de opvolging hunner driften, en inde voldoening hunnerZintuigelyke Vermaken, gelyk by voorbeeld in het verkrygen van croote Schatten, het bezitten van fchoone Vrouwen, hardloopende Paarden, of in het bywoonen van allerhande Plezierpartyenen wat dair meer onder behoort: Maar beide deeze flag van Beste Waereldzoekers handelden ongereimt, wantterwyl deeerfteeene onmo^elykheid onderfteld die met den aart van 't Menschdom niet ftrooken kan, zoo bewyzen de laatde dat ze geen verheevene Smaak nog Zielvermogens genoeg hebben, om te begrypen wat eigentlyk, na het gezond verftand hot Zamenftel van de Beste Waereld uitmaken moet. Maar zagt! Myne Vrienden de I'laneet'en wi>>n dat ik door het aantrekkelyk fchüdery van de gtaarthei 1 der overgelukkige Bewooners'van het Eiland Ipfalon een kleire fchets geeve. Als de kennis der Attroiogie my niet misleid befchouw ik door myn vergrootglas in dat Eiland een Democratie of volklyke Regeering die onverbeterlyk is; De Wetten die 'er alleen het AlgeE ü meen  ( 36 ) meen Eest bedoelen, zullen geen Uitleners of Vertolkers nodig hebben, om datzy zuiver, klaar, en eenvoudig zulJen zyn en terwyl de Wangunst en de Nyd uit het midden van den Burgerftaat gebannen zal wezen, moec daaruit buiten alle tegenfpraak volgen, dat de Aanftokeren en Verdedigers der Burgerlyke twisten hen daar zoo noodzakelyk en bemind kunnen maaken, dan de Wolven onder de Schapen zyn: Op die wyze zal het Advokaatfchap en de gantfche Kraam der Rechtsgeleerdheid te Ipfalon een regt Bedelaars Beroep wezen, trouwensin een Land alwaar ieder met zyn eige Goederea te vreden is, en niemand zyner Meedeburgeren uit zyn wettige Eigendom door Kunst, Bedrog, List of verbuiging van 't Recht zoekt te verftoten, zou waarlyk dè hulp en bekwaamheeden van die Luiden zeer te onpas komen; Ongeagt deeze bedenkingen zal de Beste Waereld niet bevryd blyven van het geen de menfchen als een tol van de Natuur moeten betaaleu ,• Ik wil zeggen dat 'er even als elders Kranken en Dooden zullen zyn; Men begrypt derhalven ligt, dat 'er myn voortrefvelyk beroep van Doéter in de Medicynen in hoogachting" zal wezen. En waerom niet ? De alleronkundigfte van onze G < neesheeren verftaat ligt zoo veel weten fchap als hy benodigt heeft om een Patiënt op zyn tyd te doen derven. Ik opdek, door myn vergrootglas dat in de Beste Waereld van Ipjalm , den Koophandel en de Zeevaart, 'als de Bronaderen van 's Volks geluk en welvaard, en als de Zuilen waarop de Grootheid en Macht van een Gemeene Best gegrondvest zyr zonder belemmering of onderdrukking zal worden gedreven, zotder dat het fnood fenyn der woeker gedoogt, de uitmergeling der Ingezetenen door ondragelyke Lasten toegelaaten, nog°den Staat door het onregtmatig verryken der publieke Amptenaren immer itond beroert te worden. Behalven dit alles hen ik nog opgemerkt, dat in dit Vaderland der beste Menfchen de zodanig, welke hen door haar Regeering, Kloekmoedigheid, en het beleid der Wapenen, verdiendig voor 'sLands Vryheid maken, op voortreffelyke belooningen kunnen hopen, en dat de Vaderen van lpjalon, de Voedderheeren van aile nuttige Kunden en Weetenfehappen zullen weezen: Ondertusfchen heeft de ontdekking dat de Huwelyksliefde aldaar iti de hoogde toppunt van volmaakt  ( 37 ) maaktheid zal uitblinken, indiervoegen, dat 'er de Ontrouwigbeii en het Overfpel tusfchen getrouwde Mannen en Vrouwen, even als by de Oude Duitfchers met de Dood zal worden geltrafc, my bezonder behaagt gehad. Van deeze en andere wetenswaardige zaken , rakende het bellier en de Zedelyke tucht der Beste Waereldlingen die ik als een Model ter Aanpryzingen navolging voor een zeeker flag van bedorven Eeuwelingen zonder fchroom kan afbeelden, zal ik op zyn tyd breedvoeriger gewagen in de befchryving, van het verhaal der Avanturen van myne Beste Waereldzoeker, waartoe ik onmiddelyk overgae. AVANTUREN VAN DEN HoLLANDSCHE S o L O n, Schetzende het Cbaracler van eene Beste Waereldzoeker. „ I^Cartyn een Patriot van het Gulikerland, maar egter „ een oprecht Eerlyk Man, die op zyn Klompen na Halland „ was komen lopen om 'er de plaats van Koetzier te bekleeden, „ by een Man van Gezag, niet minder bekend door zyn goed oordeel en weergalooze hoedanigheden, dan door zyne onbe„ paalde verflaafcheid voorde Vrouwelyke Sexe, trouwde na ver» loop van eenige jaren met de Ka nemer, van Mevrouw, Men „ verzorgde hem voor een huwelyksgifc met een kleine bedie„ ning, waar van hy ordentlyk belhan kon. Zyn Vrouwtje die „ haar Waereld zeer wel vetftond . bevel net vier Maanden na „ haar trouwdag van een Zoon; Martyn die fchoon het Vader„ fchap juist zoo vroeg niet verwagt had, was nogcans wonder E 3 „ wel  C 53 ) ., wel 'n zyn fchik met de pntydige geboorte van dat Kind, over „ welke zvnPitrocn, de Man van Gezag, het Peterfchap aannam , „ en nan wien men vervolgens de naam gaf van 60/^2 om dat men ,, voorzag dat hy een Man van veriland zou worden. ,, Solon was zestien jaren oud toen hy redelyk wel de Hiltoric ,, van Uil&riff.degel', en die van öurfon en Valentyn kon lezen; ,i irs d:e jeugd begon hy zelfs al heel leesbaar zyn Naam te fchry-, „ ven: zyne Ouders (hoewel 'er' eea weinigje eigen liefde onder „ li;p) waren verbaast over de wonderbare voortgangen yati hun„ ne geliefde Zoon) De Stad daverde over de begaafdheden „ van deezen HolIanJfche Solon: Men had ongelyk zig daar „ over zoo fterk tq verwonderen, terwyj het Peterfchap door„ gaans een vaste invloed op de Zintnrgelyk vermogens van een „ Kind heeft? Martyn en zyn Vrouw, begonne in de tyd dat hy den ouderdom van ïH Jaren bereikt had, rypelyk te overlegden „ weik beroep zy voor huni:e fchradere Zoon zoude verkiezen, „ zonder mee zyne geregentheid te raa^pleegen: Ik ben „ van begrip, zyde Martyn, dat Ken van Solon een ,, P aar dekoper leboor de te maken. Ik heb veel kennis aan myne ,, Landsluiden van Güliherland, die meest hier over al i, Koet (te; sen Stalhouders zyn, en dus heb ik occafte hem voort „ te helpen. Boven dien (vervolgde hy,) hebben de meeste „ Paardekopers veel verpand en winnen braaf geld. —— „ Ergo zal onze lieve Zoon Solon, ah hy een Paardeko» „ per word, zekerlyk miferabel groot ver (land krygen, en „ een ryk Man worden. Ilier viel zyn Vrouw hem in de ree- de, want zy had het geduld nier om hem langer aantehoorer. >, Foey met u beroep van Paardekoptr! Gy zyt zeven- $, maal gekker als gy weet Mar.tyn, voerde zy hem half ., boos te gemoet: Neen men moet van zulk een walker Jon1* géiing een Leer maken. — Hce ecu Heer, hernam Mar» tyn, Dunkt u-onzebedendaagfebe Paardekopers dan „ geen Heer en zyn! - fk zeg dat gy zivygt van het Paardet, kotersfebap, beval zy hem vry vinnig. ~ Hoor Martyn- onze Zoon bezit ongemeene begaaft heden, en is welgemaakt, „ lk zal hem laten Studeer en. —- Solon zal een won „ der van zyn tyd zyn, hy zal Advocaat worden, eenSchatryk Hu)  ( 39 ) „' Huwelyk doen, vervolgens tot een aanzienlyk Ampt in een ,, voorname Stemhebbende Stad geraken, en misfchien nog wel „ Ambasfadeur by een Buittnlandfche Mogendheid worden , „ zoo dat gy en ik, de tyd nog hunnen beleven dat onze Kinds,, kinderen ons groote Papa en groote Mama zullen noemen. „ Martynliet op dit voordel zyn Projeét. varen om van zyn Zoon „ een Paardekoper te maken, en bewilligde gereedlyk in de veel „ belovende herfenfchimmen van zyn Vrouwtje, die zedert haar „ Huwelyk de manieren en" het gelaat van een Vrouw van fatzoen „ hadt beginnen aantenemen. Daar wierd nogthans tusfchen hui beide beflooten dat men over zulk een gewigtig ftuk, alvCP „ rens de Landheer, de Peter van hun Zoon, daar over raad„ vragen zou. „ Terwyl zy bezig waaren met dit overleg, wierd er fterk aan „ de huisdeur gefcheld, Martyn opende terlTond zyn deur; een „ Marsdrager behandigde hem een Briev, waarmede men hem „ in een zeker Dorp belast had, en verzogt een fchelling voor 5, zyn moeite: Martyn gaf ze hem, zonder te vragen van waar „ of van wien de Briev kwam. De eerde nieuwsgierigheid deed „ ze hem fcbielyk openbreeken, maar bedenkende dat hy nog le „ zen nog fchryven kon, bragt hy de Brief aan zyn Vrouw, die „ onder het lezen van fchrik en verhaastheid een fchreeu gav; „ zie hier de oorzaak van haare oriftekenis: de Briev kwam van „ Solon, hy fchreev hun.dat hy zedert lange knaak in denKrygs* „ dienst gehad hebbende, met een zyner Schoolmakkers, Meri„ ander genaamt, dien morgen als Ruiter dienst genomen had , , s, dat zy aandonds met de Wagtmeeftcr die hun in 'c Wervhuis had aangenomen, vertrokken waren na Breda, alwaar het Re„ giment, onder welke zy behoorde, in Garnizoen lag: Hybe„ floot met zyne Ouders te verzoeken om hem aldaar het beno* „ digd Geld en Klederen te bezorgen. — Martyn wilde hem op die tyding uit wanhoop gaan ophangen, midierwyl dat zyn Vrouw dol van fpyr, van haar heerlyk ontwerp door dkongovel'.mis„ lukt te zien, in alieryl na hun Patroon de Landheer liep, eis- fchende vry driftig, dat men de IVagtmeefcr over ei', bedryv, „ de kop voor de Voeren zoii (laan. Ondertüsfchen hadden 'ScM eD zyn M&kkér, die een vry „ dooi-  C 40 > ,, dpordriugerder oordeel en meer beleid bezat dan by, aireede „ zes Myien weegs, in gezelfchap van den Wagtmeester te voet „ afgelegt, hoe zeer de hitte van de Zon , en de ongewoonte „ van zulk een lange Marsroute voor deeze beide Wittebroods „ Kinderen , hen na een Pleisterplaats dede verlangen; de Wagt* „ meester bemerkte hun ongeduld, hy deed haar wat onvriende. „ lyk begrypen, dat zy hun op die manier aan de ongemakken „ van dtn Oorlog moesten gewennen; Dit ftuurs befcheid be„ werkte al ras in deeze Jonge Gelukzoekers een zeer zigtbaar „ berouw over de dwaaze flappen, die zy door het heimelyk „ wegloopen van hunne Ouders, begaan hadden. Om kort te „ gaan, zy kwamen eindelyk aan een Herberg, daar de Waardin „ be?Jg was met Spekkoeken te bakken, onze Ruiters vonden'er „ middel het geroep van hunne hongerige magen te voldoen, ,, onderwylen dat de Wagtmeefler, na een paarglaazen litande„ wyn gedronken te hebben, hem op een houte bank in een „ hoek van 't Vertrek .wat tot rusten begaf, zonder zyne beide „ aangeworven Recruten, die te ver van huis waaren, en hem ,, veel te onnozel toefcheenen om 'er agterdenken van op te vat„ ten , ergens in te misrrouwen. „ Meriat.der van dit tyditip gebruik makende, vroeg aan „ Solon of hy moed genoeg had om met hem van daar te ónt„ vluchten, gewis zei deeze, mits dat wy niet weder na Huis „ keeren; Dat zyn myne Oogmerken niet, hernam Merian- „ der. Wy zullen de Beste Waereld gaan zoeken: . „ Fiat beantwoorde Solon; Ik ben 'c-r meede te vreeden, als 'er „ maar braaf te eeten cn te dricken valt. De Waardin kreeg ,, meedelyden met deeze Jongelingen, zy was bun in die vlucht behulpzaam , liet haar door een agterdeur van een Schuur flil ,, uit, met aan wy zing van de weg die zy hemen moellen om vei„ lig tot Antwerpen te geraken. „ De Deferteus in de verbeelding van door den Wachtmeefler ., agtervolgt te zullen worden, Inddcn ctn paar IVlylen weg dn„ öphoudelyk voort; Zy kwamen in den avondilondopdt'.fly* „ van Westwezel, daar zy tot hun geluk, een ledige Postwagen „ ontmoeten üie na Antwerpen wederkeerde; Solon vroeg aan ?) den Voerman, of hy na de Beste Waereld reed! — Ik weet van  ( 4i ) „ van geen Beste Waereld, beantwoorde hy vry onbefchofr, maar „ als gy my ieder een Schelling, en een kan Bier wilt geven, zal „ ik u van avond nog op een goed Dorp brengen , daar Gy or„ dentelyk Na'tverblyf vinden zult; De koop wierd gefloten, 'tegen negen uuren des avonds kwamen zy in de Dorpherberg, j, op hun aankomst aldaar, ging Solon en Meriander, die juist „ van geen Geld ontblood waren aan tafel fpyzen in gezelfchap ,, van een oud fleetig Man, die in 't zwart gekleed, zyn hoofd „ met een afgryzelyke groote Paruik zonder krullen bedekt had. „ Meriander beftond van een luchthartige geest, hy kon hem „ onder de Maaltyd ter nauwer nood van lachen bedwingen, wanneer hy de flatige Man met zyn Paruik aanzag: Gy lacht myn a, Kind; Wat ftof geev ik u tot fchertzen! Vroeg den Achtbaare Reiziger, zoo ras hy dat bemerkte: Abuis Myn Heer, viel Solon hem zeer te onpas in de reede, wy lachen nier. om u Paruik, maar om dat wy morgen ogtend vroeg na de Beste Waereld zullen gaan reizen. De oude Man verwondert over zulk een onverflaanbaare taal, bekeek hun toen met nog meerder oplettentheid: Na de Beste Waereldl —— Na de Beste Waereld! Wel myn Zoon, daar heb ik reeds zesendertig jaren lang ce vergeefs nagezogt, zei den verftandige „ Gryzaart; Hy ondervroeg hun vervolgens over het oogmerk „ van hare Reis wat nader : Meriander die doorliepen was, nam het woord; Hy beleed dat zy ftil van hunne Ouders wa„ ren weggelopen, vemvygende nogtans heel voorzigtig dat zy „ Dienst genomen, en gedeferteert waren : Dit bericht voldeed den oude Man zoo wel, dat hy in 'c begrip dat zy bevorde„ ring zogten, en met dat inzicht op goed avantuur het hazepad „ gekoozen hadden, hun beide een veilig verblyf op zyn Kafteel „ aanbood, tot dat hy ze ergens geplaats zou hebbe. Hoor ,, myne Kinderen, zei hy,Gy feheint nog ontbloot van ondervin„ ding, maar als gy uw wel draagt, zal ik zien ofikuwdeS«/ó „ Waereldin de verbeelding zal kunnen bezorgen! Solon en zyn „ Reismakker verblyde hem over een voorflag die haar zoo won„ der wel te ftade kwam; Zy vertrokken den volgende Morgen „ heel vroeg na het Landgoed van Myn Heer Somberval, dat in de Nabuurfchap geleegen was, en wierden aldaar zeerheu- F „ fe.  C 4* ) - felvk verwellekomt door een oudé-Huishoudfter van ruim zes" tViaren, zoo lelyk als Majombe, dopr een kreupele Knegt " die 'er vry dispoticq uitzag, door een morfige Keukemeid, " door een Jonge Paardeknegt wiens uithangbort zyn beroep te " kennen gav; Door vier Jagthonden , twee groot Katten, en „ een ^a|eeglg1;ertoniog voigde een tweede,die niet minder opmerkel vk was: Myn Heer Somberval wiens Kafteel van buiten " niets prachtig nog bekoorlyk voor het oog had ontbrak nog- " tans «Teen van die noodzaaklykheden welke tot het gemak en * 'tnebrufk van 't Menfchelyk leven benodigt zvn. Hy genoot " op zvn Landgoet dat een voortrefvelyk Schildery der or.opge" «ronkte natuur ftaat verbeelden, alle de zoeti^heeden welke " de Levensdagen van een vergenoegt Mensch, waarlyk aangenaam " en gelukkig kunnen maken; De valfche Eerzucht was byhem * verbannen, en hy waardeerden de Voorrechten der Burgerlyke" Maatfchappy in geene andere betrekking, dan voor zooverre " zy tot de vergrooting der verdienden en by gevolge tot heil " van het Menschdom meedewerkte: Meteen woord, Somber- ■ " la' was een van die weldenkende Philofophen, wekers Deug" den eeen loutere onderwerpen van befpiegebrig waren; " Bevond Meriander hem gevleid met het Edelmoedig onthaal, en de hartelyke ZeedcksG-n van zulk een Menfchen " vriend als zyn Weldoender was, zoo had mreentegengtftdde " u werking by Solon , De drooge wondérfpreuken van W " bZal terverbeeteringvan het Hart, gekeke hem een wa 2 taal waar van hy de ontknoping miste; Alle de voor werpen we. » £ de dierlyke wellusten en vermaken met ten doel hadden.ms" tnnSehem en hy verbeelde hem met veele andere yerftan" Aogoze^Eeuwelingen, dat de Beste Waereld enkeldmo, s ge" ^X^Jo^g^ Zmtuigelyke behjagtyKhee" den Op die voet fprak by 'er eens van tegen zyn Vriend Me~ " Viander - De Duiker haal de Gekheeden van onzen lluurbol " Somberd hy half boos; Als dit de Be.teWaenld* , wa, " fk Ser in de Ruiter Waereld van onzen Waebtnuefler ge? bleven? midden in deeze gefteldheid van zaken gebeurden er Z i fzetoms op het Kafteel van Myn Heer Sombervaldat  ( 43 ) „ geen onaangenaam Tooneel van verwondering uitlever ie Juf„ jer Piotargina, de zestig jarige Huishouifter, wierd ftnoorlyk „ op de jonge Solon verlieft, zy bedekte een geruime tyd haare » zotte mfhvla en, rnanr toen zy verftond dat de beide Nichten „ van Myn lieer Somberval, die zyne enigfte Erfgenamen „ Hloefte zyi , volgens jaarlyklche gewoonte enige wekenophet ,, Kafteel zöuJen komen doorbrengen, fcheen zy bedugt dat een „ langer verberging van haare verliefdheid mogelyk haare inzich„ ten Z' ud n kinnen bemdeelen. " Arme Jongen 1 zei Piotargina eenmal tot Solon, dat zy ,, haar alle. n met hem in de Eetzaal bevond, de Malligheeden „ van Myn Heer Somberval, en zyne ftrenge Zeedelesfen zullen „ u nog dol maken ;■ Ik beklaag u myn Schiap v vervolgde zy) „ met haare magere zwarte handen over zyne wangenftrykende: Maar weest op u hoede tegen de listige aanflagen van die twee „ doortrapte vogels. De Juffers Girgelfon, welke hier haast verwagt worden; Die zo finnen zullen u het hooft nog verder „ op den hol helpen. Solon die niets van die taal begreep , wil„ de heen gaan, toen het oude Wyf hem ftaande hield. 1 ■ „ Hoor myn lieve Kind, zeide zy , lk kan u gelukkig maken „ als gy met my trouwt, ten minfte beter als een van die Kleuters „ van de Girgel/bns; 't is waar wy verfcheelen twee en veertig „ jaren en zes maanden in Ouderdom, dog wat kan zodanige „ ongeiykheid van jaaren tog veel op een Mensch zyn Levens* „ tyd maken. ls 't niet waar Lieil beflot de Minzieke „ Piotargina, hens een Kus gevende — Solon verloor toen op „ eenmaal zyn geduld; Hy li p half verwoed uir de Kamer, en ' „ vloog na den thuin , daar hy Sombe> val en Meriander wan* „ delend vond Myn Heer, rup Solon luidkeels, lk wil ver„ trekken, het fchynt dat een ieder my hier zoekt te plaagen; ,, Juffer Piotargina, is ftapel Gek! Zy wil met my ttou- „ wen! üp dit bengt begon Somberval hartelyk te lag- „ chen, en wilde hem antwoorden, wanneer men hem de komst „ zyner byde [Nichten kwam aandienen. ,, OnmidJelyiv na'de Verfchyning der Juffers Girgelfon, ver„ wisfelde alle zaken ogenbliklyk van gedaante in he't Kafteel » van Mjn Heer Somberval. Die goedhartige Man, omhelsde F a „zy.  C 44 ) n zyne Nichten met zulk een oprecht ei vriendelyk gelaat, die „ aantoonden dat ze hem welkom waren, en tot bewys van " tn-mS, hy die" aV°nd' bove» êemee" Vrolyk; Solon el " fnfï'°re«o«ge„ door debekoorlykheedènwelkein n feeze beide Nimphen uitblonken, bleven genoegzaanTfpraké" „ loos. De oude Piotargina beet haar lippen van KwaaXtig„ heid, mompelde eemge onverliaanbaare woorden by haar zelve" „ om dat een van de Katten een nuk gebraden Vleesch gellolen „ had terwNl Robbert, de heerschzugtige Lyfbediende, met „ een maf gelaat aan de Stalknegt gebood, de Koffers van de „ Juffers in haar Slaapkamer te brengen: Alle deeze verrichtin» gen gefchieden onder het onophoudelyk geblaf der vier Tacht„ honden, die op haar beurt, hunne plichtplegingen willende „ betonen , een vervaarlyk Concert, te zamen met de beide „ Katten maakte, waar in de wel befpraakte Papegaai, door zvn „ gefchreeuw en gefluit hen niet fchuldig bleev „ Indien het een gebrek in de Vrou welyke Kunne kan genoemt „ worden van Nieuwsgierig te zyn, zoo waren de Gezusters „ Girgelfon daar met vry van: Verwondert van twee longelin„ gen van een welgemaakte geftalte, hen ten eenemaal onb2„ kent, daar zoo onverwagt te ontmoeten, geleek een geruime „ poos, een voorwerp van haare aandagt te weezen; Nicolina de „ oudffe der Zusters, beet haren oom iets ftil in 't Oor, Mvn „ Meer Somberval begon te meesmuilen; dar zyn twee ionee „ Heertjess die de Beste Waereld gun zoeken, zei hy overluid " ï0t„.ZynJ^lch^ "* Ha> ha> dalis wel gevonden Oom, gav „ Juffer Floortje tot befcheid: als het niet te ver was, zou ik „ die Beste Waereld ook we] eens verlangen te bezien. - Zoo „ fchielyk niet Meisje, voerde Solon vry lomp te gemoed — ., wie weet of 'er in de Beste Waereld wel Vrouwlieden mogen „ wezen. — Wel dat zou voorzeker een flegte Waereld zyn „ viel Somberval hem in de reede; — Wat dunkt 'er u va-! » Meriander? Deeze bloosde van verlegentheid over die vraag „ terwyl hy Nicolina met eene ongemeene oplettentheid be» keek. ,j Door een gevolg dezer omkeering van zaken, was het Ka- w fteel  C 45 ) fteelvan Myn Heer Somberval, de Zetel van vergenoeging en ,, vrolykheid, van genoegzaam alle derzei ver Bewoonders gewor„ den,^ uitgezonden: voor Piotargina, die met geene&onver„ fchillige oogen , de gemeenzame verkeering de jonge Luiden ,; kon aanzien, en dien volgende, even gramftorig van humeur „ blyvende, op middelen van wraak bedagt was, Op een vroege „ Morgenftond dat Somberval volgens zyne gewoonte , in de „ zogenoemde Linde boomen lanen van zyne Tuynen wandelde „ ontbood hy Solon en Meriander by hem, — Luyfterd Myne „ Kinderen, zeide hy aanvankelyk, want als zodanig metk ik ubeide aan, zolang gy binnen de Palen zult blyven van dien „ regel van gedrag , die ik my voorllel u naar de bevatbaarheid „ van uwe Jaren en denkwyze te geven: Ik begryp vol- „ maakt dat alle uwe ontwerpen en denkbeelden, ten opzigten ,, van de Beste Waereld', tot nog toe, flegts op onzekere gron„ den berust, ten minfte dat het harsfenfehimmige van het genot „ eener gelukftaat die gy zoekt , zonder 'er de Waarde van te „ kennen nog de Middelen te vveeten, hoedanig die teverkrygen „ valt, onwederfprekelyk alle uwe pogingen op een louter niet ,, met al, zullen doen uitlopen. Daar behoord een doorwrocht Oordeel; Daar behoort Ervarentheid, gepaart met eene gron. „ dige zelf kennis, om dat doelwit te bereiken. Ik weet „ wel, vervolgde diepdenkende Somberval, lk weet wel, dat „ een ieder, die door de genietingen zyner harstochtelyke be« „ geerlykheeden in zyne oogmerken vermeent geflaagt te wezen „ als een gevolg van waan , hem ftourelyk beroemen durve, dat ,, witbefchoten te hebben: Maar hoe bedriegelyk, hoe onbe- ftendig, en van welke wisfelvallige uicflagen zyn de Glinfte„ rende zaken van een Bedriegelyke Waereld niet al onderwor„ pen, wanneer zy geene andere onderfchraging dan het Nood* lot, onze aangeboren zwakheeden, en onze eige Liefde heb„ ben? By voorbeeld, volherde hy; Een hoveling van een onbepaalt gezach, die de gunst van zyn Vorst dermaten „ bezit, dat hy alles na zyne eige welgevallen, kan doen geluk„ ken. Kortom, zulk een invloed hebbend Gunfleling, vermo„ gend genoeg om zyne Vrienden voort te helpen en zyne Vy„ anden te doen buitelen, zal hem volftrekt verbeelden, te Besté F 3 Wae-  ( 4<5 ï „ Waereld na zyn Zin, gevonden te hebben Vandiegedach„ ttnzal al meede wezen een fchraapzuchtke Woekeraar, die „ door flinkfche Kunstgrepen, ongemeene fchatten verzamelt heeft gehad: Een Waereldling van een gemeen verftand, of 9, liever een Beminnaar van zulke vermaken welke niets bekoor» lyk« voor den geest hebben, zal ftaande houden, de Beste ,, Waereld door de bezitting van Ltgtvaardihe Vrouwen, feboo„ ne Landgoederen, vergulde Ryerliefen hunnen Afgod, en komen ten val: zie daar alle hunn.. onr„ werpen in rook verdwenen. Dusmo?tdan de Beste Waereld ,„ in een beter, in een voortreffclyker Gezichtpunt oefch.ti.vr. „ worden. Zie hier wat ik 'er van gevoel Myne Km leren ! „ Men moet een gerust Burgerlyk Leven, boven alle andere „ hoger ftanden verkiezen, met'er daad betonen een waar Men„ fchevriend te zyr: Een rein Gewisfe in alle zyne handelingen ,. behouden, de fcheindeucht vlieden, de Onkuisheid en Dronkenfehap haten, deVrierdfchnp onverbrekelyk onderhouden, de Kunflen en Weter fchaf pen beminnen, de Liefde van een „ deuchtzaame Vrouw op prys Hellen, en ten opzichte van zulj... ke die onze hulp, of mildadigheid benodigt hebben edelmoe» „ dig zyn: Dit is zirnebeeldig gefpr.jken, de ha^en waar langs ,, men in de Beste Waereldyj ikn moet, naar de bewerktkllende j, daad van het vootlchnft dat ik u gei f, om dar groot doekinde te bereiken, is een byzondere zaak van nog meer aanbel ang, befloot Somberval. De it.fpraaK van ons hart, kan ons b st tot de Deucht gewennen, wnnnetrhet licht der Godsdienst, de Reden en de Menschiieventheid ons bezielt, en deeze worden , alsdan de regekn van alle onze handel en wandel, agter^olgens w welke wy ons Levenslot befluuren moeren; Gelooft my dat „ om vry van alle opgeblaazentheid en eigenliefde'te zyn, men , » ie-  ( 47 ) ieder eerlyk Mensch als een nuttig werktuig in de zamenleving „ behoort te Waardeeren: Maar otn zelve een noodzakelyk In,, ftrumentvoor de Maatfchsppy te worden, dient ^men te begin„ nen door fprekende daden te doen blyken, dat men waarlyk „ een Eerlyk Man is, en gcvolglyk dat men zoekt te voldoen „ aan de uirgertrektheid der plichtbetragtingen die'er aan ver„ krogt zyn: Dit zyn fluitredei en die de waarheid en de Over,« tuigtng van het gemoed tot waarborgen hebben, en zo lang „ gy'dicrgelyke grondregelen opvolgen zult, zoo loopt gy nirïi„ mer gevaar van op de" klippen eener Willekeurige Levenswyze „ te ftranden." „ ©naangezien het verftand der Jeucht veelmaalen niet vat„ baar is voor de raadgevingen welke hen door Mannen van een ryp Oordeel , en beproef e Ondervinding gedaan wierden; „ zoo begretpen Solon en Meriander, egter het gewicht van, „ zodanige deucbtlievende Lisfen. Zy merkte d'e aan als een „ roemwaardige Yver, waarmede Myn Heer Somberval tot hun „ welwezen begaan was, en in dat begrip bedankten zy haren ,, Weldoender in de allernadrukkelykfle bewoordingen; Gy fchets de Deugt zoo beminnelyk, en met zulk eer.e over tui» „ gerde zeggenskracht af, dat men de Beste Waereldniet meer oppervlakkig behoeven te zoeken, wanneer uwe onwraakbare s, Betogingen de a?.nwyzing van dien in zoo een helder daglicht „ fteld, voerde Meriander hem te geracet» Somberval verblyd ,j dat zyne Voorfteliirgen die voordeelige indrukfclen by hen „ maakte, ontdekte hem vervolgens het bc fluit dat hy genomen „ hadt, om haar beide op zyne Kosten in alle de We tenfchappen „ die voor den Geesr noodzakelyk waren te doen onderwyfen» „ zeggende dat hy hen eerdaags aan een verflandig en bekwaam „ Leermeefler in een naburige Stad zou aanbevelen, en hun zyn „ getrouwe Knegt Robbert meedegeven, om waakzaam op haar „ gedrag te zyn. ,, Langzaam in het nemen der Befluiten, en fchielyk in de 3, volvoeriug daarvan te zyn, is het Kenmerk van een beleidkun„ dig gedrag van een Man van verdienden, en doet veeltyds de ,} aanfl igen' hoe zeer met zwarigheden verzeid, volmaaktelyk ge„ lukken \ Waarfchynelyk moet den Edelmoedige Wysgeer diere » ftok-  C 48 D », ftokregel van een goede Staatkunde in dit geval opgevolgd „ hebben: Want behalven dat hy na verkregen opening vanzaa„ ken rakende de afkomst, en Geboorteplaats der beide JongeUngen, haare dienstneming en daar op gevolgde weglopmg, » een brief van gerustüelling aan haare Ouders gefchreven, en „ vervolgens zonder dat zy het wisten, hunner beide Pasporten „ van den Rumeejler gekogt had; zoo wierd met hun vertrek zulk een onbedenkelyke fpoed gemaakt, dat alles binnen een „ Maand tyds in gereedheid was. Ondertusfchen hadden Meri,, ander en Nicolina haare banden van toezegging tot eene on., verhrekelyke Liefde zoo fterk geklonken/dat een wettige ,, vereeniging maar alleen aan hun Geluk fcheen te ontbreken , », en terwyl die twee aanééngekluisterde Harten niet wanhoopte „ om door de tyd daar toe de toellemming van Myn Heer Som„ herval te verkrygen, waren zy by voorraad zeer vergenoegt; ,, Mlon en Juffer Floortje, hoewel zy met elkander wel enige „ Kinderagtige dartelheeden bedreven, welke eene wederzydfche » genegenheid te kennen gaf, bekommerde haar evenwel niet " 5?" zulk een vooruitzicht te denken, dan het andere paar 5, Geheven; Midlerwyl fpoog de minnydige Piotargina vuur en vlam, en het gevolg van haare wraakgierige overleggingen,. „ ten aanzien van een Zaak waarin zy zooveel belang nam, zal " geen"/onmfchilI'g gedeelte deezer Historie uitmaken." » M«rpn, de Vader van de jonge Solon ontving de brief van ,, Myn Heer Somberval; hy ftak ze in zyn Kamifoolzak, zonder „ hem te bekreunen van wien ze gezonden was, of wat den in„ houd behelsde: Want behalven dat hy de moeite niet wilde „ nemen van ze opentebreken, om dat hy tog niet lezen kon „ zoo was zyn Vrouwtje zedert ongevaar zes weken van Verdriet „ over het gemis van haaren Zoon, bedlegerig geweest; Haare „ Krankheid vermeerderde van dag tot dag, en geen wonder! „ Want haar Geneesheer die de fpoedige hertelling van een pa„ uentalseen Antipatisch middel voor de ganfche Hypocratifche „ raculteit aanmerkte, droeg wel zorg dat zy niet fchielyk ge„ nas: Martyn hoe bezorgt ook voorde hertelling van zyn „ Vrouw, bekroop ten laasten de nieuwsgierigheid om te weten « van wien de Brief kwam; Hy floop uil in een Bierkelder in de „ buurt  C 49 ") 'buurt, daarhyby geluk een turfdraager aantrof, dïe voor een „ MusjeBrandewyn hem den inhoud zoo klaar voorlas, dan eet» boere Schoolmeester zou kunnen doen: Onuitfprekelyk was „ zyne blydfchap, toen hy vernam dat Solon in zulke goede han„ den gevallen was; De vervoering zyner vreugde deede hem op ftaande voet, vierderlei befluiten te gelyk nemen, te weten de „ Doder af te danken, zyn Vrouw door die tyding zelfs gezond „ te maaken, de Paspoort van zyn Zoon te koopen, en na het Kasteel vin Myn Heer Somberval te gaan om Solon van daar „ te halen: In beraad welk befluit hy eerst volbrengen moest, r> zag hy Do&er Simplex aan zyn huis fchellen om een vifite by „ zyn Vrouw re doen: Hy liep de Bierkelder uit, en Simplex „ by de^ mouw vattende, zei hy vry onbefchoft, hoor eens „ Heertje, 'k heb jou niet meer nodig, ga jy daar gy van „ daan gekomen'ben; myn Wy fis.zoo gezond als een Hoen! — „ Dat is onmogeyk riep de Docter misnoegt, zy vjas gisteren „ morgen nog dodelyk zwak; ik ken haar Corpereelgefiel al te „ wel: 1 ■ Ik zeg jou hernam Martyn, half boos, dat ze „ geen Koraal gezwel aan haar heele Lighaam heeft en dat s> *y gisteren middag Roomfche bonen met Ham f'makelyk heeft „ gegeten — Ham, met Roomjche bonen gegeten dan moet zy „ flerven! zei Simplex, van verwondering zyne handen in mal- „ kaar flaande; — Ham met Roomfche bonen gegeten, geen „ Medicynen kunnen haar meer helpen, al was zy een Konin- gin van haar hals.— Ik zal jou tonen dat jy een Leuge„ naar bent, herman Martyn, onder het ontfluiten van de voor„ deur: Vervolgens te zamen in de voorkamer getreden zynde, „ vertoonde hy hem de Brief die hy van Somberval aangaande 9. zyn Zoon omfangen had, betuigende dit hetregte Geneesmid„ del te wezen zyn Vrouw op ftaande voet gezond te maken ; „ Doiler Simplex ontraade hem dat opzet., zeggende dat terwyl 'het weglopen van Solon de oorzaak van haare Ziekte was „ geweest: de overhaastige tyding van zyne wedervinding „ haar zodanig van blydfchap bevangen kon dat zy^er mogelyk „ het leven by zoude infchieten. — Jy bent een Zotskap, ,, en een weetniet,voerde Martyn hem te gemoet: Wie zeldrement „.beeft ooit geboord dat iemand van blydfchap de Moord zou G „ ftee*  C 50 ) peekenl SmvLix gevoelig geraakt over dat verwyt, te» " TrVuboo2e,koPLhec huis uit, onder bedreiging van hem „ de fcbeldwoorden betaald te zullen zetten ; Ondertusfchen „ ^Martyn hem over de gevolgen van dien' ^TekoZ „ merde, en zyn Vrouw met een groote blymoedigheid de we- " S^li^^^"?1^» wasdeezeonvoorziguj flap van die regengefte.de mtwerking by die teerhartige Moe- „ der, dat zy binnen korre dagen, niet alleen volkomen genas maar in ftaat was om haar weder op ftraat te vertonen- Eer „ ditnogcans gebeurde, zond Docler Simplexhm een vry'grooteReekemngtnuis; Martyn weigerde die te betalen , Simblex „ dagvaarde hem, zoo tot voldoening van dien, ais tot een open,, bare vergoeding van Eer wegens de voorverhaalde fcheldwoor,, den: Dit gaf gelegentheid tot een Proces van Injurie, Mar. » *y» gmg op de raad van zyn Vrouwtje na een beroemt Procu„ reur , eene van die etlyke Pleitbezorgers welke hunne Pricipa„ len de vode verzekering geven dat zy hun Proces, cumexpen. „ fis zullen winnen: De herftelling van uw Huisvrouw , zonder „ toedoen van den Docler, field de zaak buiten alle twyfei, dat ,, gy een Vonnis tot u voordeel zult krygen, zei Procureur Grvt* „ vogel,ea nadien de Landheer de Peter van zyn Zoon hen be„ loofde al zyn Gezag te zullen befteeden om Simplex het Pro,, ces te doen verliezen, was Martyn in dat opzicht dubbele „ gerust. Schoon naderhand by de uitOag het tegendeel bleek „ want Martyn verloor het Proces met de kosten: die meer dan. 5> een half duizend Guldens beliepen". SsJP^fT?1 daC ?" dles Sebeurde» begaf Martyn hem op„ uitdrukkelyk bevel van zyn Vrouw na het Kasteel van Mm ,> Heer Somberval om Solon vandaar aftehaalen, en weder huis„ waarts te brengen; Maar welk een verbaasde, en droevige „ vertooning voor hem, toen hy by zyn aankomst aldaar vernam » aat de oude Heer Somberval de vorige morgen op zyn bed ,, dood gevonden was, en dat Solon en Meriander m&Q Gevan- gems zaten, op verdenking dat zyhem door vergift, van kant geholpen hadden: Deeze befchuldiging wierd verfterkt door hec ,, Getuigenis van Piotargina, door de opening van het Lyk* waarin het vergift ontdekt wierd, en door een overfchot van 4**  ( 5* ) „ Arfemcum, dat men in een der Reiskoffers van de Jongelingen 9, gevonden had." „ Alle redenen zamenlopende om de verdenking van het om„ brengen van den oude Somberval, gewicht bytezette, vmden „ zoo veel invloed by de Rechters, dat Solon en Meriander on„ geacht hunne volftandige ontkentenisfe in de betuigingen haa„ rer onfchuld, rakende die gepleegde Gruweldaad, na eerst by „ eikanderen in een Gevangenkamer geplaast te zyn, vervolgens \, ieder in een donker hol wierden opgeflooten; Het bleev daar „ nietby! Nicolina, en haar Zuster Floort'je, al meede aan dat „ moordadig bedryv verdagt gehouden, waren desgelyks op de „ aanklagte van Piotargina in hegrenis genomen: Men verzee5, kerde zig ook uit voorzorg van den getrouwen Lyfknegt Rob5, bert niet zoo zeer als Meedeplichtige, want men wist dat by „ dertig jaren Somberval getrouw gedient had, als wel om van alles de benodigde verligting te krygen; Alle de overige Do„ meftieken gewonnen, door het wraakzugtig Wyf, of wel be* 5, drogen door de waarfchynelykheid van het voorval , fchenen s, zamen tefpannen, ter verzwaring van den onfchuldige Solon , » en zyn Reisgenoot, welke als de Hoofdperfonagiën van dit treurfpel aangeklaagt waren. In die beklagenswaardige omftan„ digheid Honden de zaken gefchapen, toen Martyn ophecKa„ fteel aankwam. Alles geleek hem zoo duider en onbegrype** „ lyk, dathy'er geen doorzicht in vinden kon, en terwyl hy ia „ de onberadentheid bleev, zonder tot een vast befluit te komen „ op wat wyze de ontflaging van zyn Zoon te bewerken, of ten „ minften zulke bekwame hulpmiddelen uittedenken, die de bei* „ de Jongelingen vaneen oogfchynelyk dreigend gevaar, be?ry„ den kon, wierd zyn fmart kragtdadig vergroot, op de tyding, „ dat men Solen en Meriander eerdaags tér Pynbank zoude 9, brengen. „ Inderdaad, dit befluit was aireede onwrikbaar by den Rech» '3, ter genomen: En wat behoeft dat iemand te verwonderen, aan* „ gezien een talryke menigte voorbeelden van deeze, en vorige „ Eeuwen, de droevige onderving ftaven, dat een onfchuldigé „ doordat Barbaarsch werktuig, de bekentenis van ongepleegde « Misdaden afgeperst zyn: De allefkOüdigfte Rechter kandikG % „ wyls  ( 5* ) >, wyls door dit verfchrikkelyk en mislydendlnftrnment begoochelt „ worden; f Ter is io hec misbruik van de Pynbank nier, darmen „.de Beste Waereld vinden kan!. Men fchreuwc over een Kati„ gula! Men doet de Gefchiedboeken daveren over de wreed„ beid van een Nero\ De broedermoord van een Domitianus „ doet de Nakomelingfchap yfen en buvenThuulouze befpat „ met het onfchuldig bloed van den gryzen Callas roept wraak l „ En ondertusfchen (leid men zig huidendaags onder zommige „ befchaafde Volkeren een Eer om het Leven van onmisdadige „ Menfchen door de Pynbank, in de Waagfchal te Hellen. óVos was de eerfte die op de Pleye gebragt wierd, het was „ midden, in de Nacht wanneer men hem, in de Kaadzaal bragt, M alwaar hy alle de verfchrikkelyke toebereidzelen, daar toe vaar,» dig zag maken; Schout Argus befchouwde deeze angsjcver„ wekkende vertooning met een zekere vergenoeging, die ge» noegzaam te kennen gav, hoezeer zyn Eerzucht daar door ge„ vleid wierd: Solon daartegen verbleekte van ontfteltenis op het „ gezicht van een onvriendelyke Scherprechter die bezig was met „ een ongemeenehandigheid zyn gereedfciiap uiitekramen; Ar. „ gas nam daarop, het woord; Het is onnodig .langer te ontken» „ nenzei hy tot den Jongeling, met een ftrav geiaat, Gy zyt ver5, oordeelt tot het ondergaan van de. Pynbank, en dus zal men „ middel weten u de gepleegde Misdaad, door geweld van Py„ nen te doen bekennen, behalven dat u tneedeplichtig Makker „ aireede vrywülig beleden heeft, dat gy beide zamengelpannen „ hebt, om Myn Heer Somberval door vergif om het leven te brengen, ten einde met zyne Nichten de Gezusters Girgelfon „ te trouwen, en vervolgens op die wyze in het bezit van zyne „ Nalatenfchap te geraken. Meriander is een Schavuit als, „ hy die Leugens verteld heeft, beMntwoordeSo/ooonbefchrcomt. „ Wy hebben zamen ah Ruiters dienst genomen,wy zynzamen „ de Beste Waereld gaan zoeken; Myn Heer Somberval nam „ oasiazyn Kafteel, en belaste hem om /orge voor ons geluk te „ zullen dragen , en tor nog toe heb ik myn hooft met geen trou„ wen gebroken, daar heb je nu de heele Hiftorie befloot hy: „ Meriander die daar na ook een byzondere verhooring onder •* SiDS? voegde met veel bedaattheid van geest daaroy , dat hy » ree-  C 53 ) reede had om te geloven dat de kwaad3artige Minnenyd van„ Piotargina oorzaak tot die valfche befchuldiging had gegeven., ,r en dat volgens alle regelen van waarfchynelykheid zy zelve de IVJoordenaresfe vaa Somberval moest zyn; Dit alles kon byge,. brek van bevvys niet baten: Solon en Meriander, ter Pleyege„ bragt beleden door de kragt der ondragelyke Pynen de aange„ tygde Misdaad. en wierden ter zaake van dien ter dood gevorv». ,,-nist, terwyl Nicolina'en haar Zuster, onfchuldig aan de Moord. „ verklaart, op vrye voeten gefteld wierder. „ Men zag dagelyks de te regtilelling der beide gewaande Mis*. „ dadigers te gemoet: Martyn wanhopend op het bericht dat hy „ aangaande het Doodvonnis van Solon-ontving, beftond eenlaa». „ fte poging tot redding der beide Jongelingen te' wagen; Hy „ ging hem voor de>voeten werpen van den Prins K. van L.... „ onder wiens grondgebied dit voorgevallen was ■, en hy verkreeg uit aanmerking van hunne Jeucht van den Vorst het verzogte. „ Pardon , zoo voor Solon als voor Meriander, onder de voor» „ waarden, da: zy een paar jaren gevangen moeite blyven, en na. „ verloop van dien na een der onbevolkte Afrikaan/ene Eilanden „ zouden overgevoert worden, om 'er hunne overige Levensdag „ gen te verblyven: Men moest zig deeze harde voorwaarde ge„ trooften, en fc hoon Martyn verblyd was, in zoo verre in de „ zaak geflaagt te wezen, van daar door het Leven dezer onge„ lukkige Jongelingen gered te hebben, keerde hy nochtans droev9r geeftig weder na huis; zeer verlegen hoedanig hy zyn Vrouw. de omftandigheden van deeze gebeurtenis openbaren zou; ter„ wyl zyne vaderlyke teerhartigheid hem belet had aficheid van zyn Zoon te nemen, waartoe de ontevredentheid van Sehoud „ Argus, boven dien een fterke hinderpaal feneen geweest-ta „ zyn. „ Geduretide^de eerfte zes Maanden hunner gevangenis viel "er. „ niets merkwaardigs in de Levenvol der beide Beste Waereld„ zoekers voor; Dog in dé zevende Maand deed zig een oogfehy* „ nelyke gunftige gelegentheid tot hunne vryheid op: Het is eeu „ bekende zaak, dat men de Liefde in de harten van allerlei ilag. ,r van menfchen geplaast vind. Een Mantfehappv ontblood van. „, deeze harstogt, moet voorzeker in de Bests Waereld. niet ge-. G 3 ,, zogt •  C 54 ) „ zogt worden: Zy is wettig en noodzaalielyk, wanneer ze uit „ Eerlyke en deuchtzame' grondbeginzelen voortfpruid en geen ,, inzigten van bedrog of eigen belang ten doel heeft; Gevaarlyk „ en aftekeuren als er de Zintuigelyke vermaken bet beweegrad „ van zyn , en in beide gevallen veeltyds rustverftoorende voor „ zulke onbedreven Nieuwelingen in het School der Liefde, die i, by mangel van voorzigtigheid, en genoegzame redenkunde, „ geen welbefhert gebruik daat van weten te maken. Hoe het y* daar meede gelegen zy, dit is zeker, ètxKlaartje, de Doch„ ter van de Cipier, meer bekoort door de welgemaaktheid, dan „ door het verftand van Solon, onderftond om hem op alle be? „ denkelyke wyze, overtuigende blyken te geven, dat 'er iets „ meer dan het bloote meedelyden was: waar uit haare hartsge„ fteldheid ten zynen voordeele fproot: Meriander raade zyn „ Makker van zig de verliefde verklaring van Klaartje te nut te „ maken: Wy kunnen op die manier met gemak uit onze Gevan»» genis geraken, veinst maar voor een tyd dat gy haarwederlief„ de betoonen wil, dat zal het middel onzer ontvluchting ge„ makkelyk maken, en als wy onze oogmerken bereikt zullen hebben, zal 'er altyd kans zyn, om zig van haar te ontflaan „ zei hy. — Neen, dat zou niet Eerlyk gehandelt wezen, viel „ Solon hem in de reede: Men moet geen Meisje bedriegen dat „ is het werk van een Deugenie:, en ik kan niet begrypen hoe „ het mogelyk is om Liefde voor een Vrouwsperzoon te veinfen „ die men niet bemind: Gy zyt in dat ftuk al te teêr, her- „ nam Meriander. Men moet iets voor de vryheid wagen: Een „ Mensch die zyn geluk betragt is juist niet verbonden aan die „ regelen, van naauwgezetheid welke gy fchynt te volgen. „ Gy dwaald Meriander, gav hem Solon gulhartig tot befcheid; ,, Men behoord nimmer zyn eige welvaard ten kosten van eens „ anderen ongeluk te zoeken; dit heeft Myn Heer Somberval ,, ons hondertmaal voorgehouden, Gy vergeet ras zyne Lesfen: „ Als men in een opzicht de Deueht en goede trouw verzaakt, „ Hoe kan men in andere opzichten een eerlyk Man blyven.' „ en wat zou ik tog met die malle pokdalige Meid doen ? befloot „ hy; ik wil vry liever by de zwarte wilde Africaanen gaan, en „ zien of daar te Lande een Deern te vinden is daar ik behagen „ in  ( 55 ) „ fcheppen kan. Meriander verbaast over de ftandvastige weder„ ftand van Solon in een zaak daar hunlieder vryheid van af> „ hing, zweeg voor die tyd, maar drong vervoleens daarop met „ zulke fterke drangredenen aan, dat hy hem overhaalde de Minst naar over Klaartje welftaandshalve te fpelen, en het gevolg daar van was, dat het ontwerp van ontvluchting zyn beflag «> kreeg; Klaartje voorzag haar van enige no^dzakelyke kleede9» ren; en veel gereed geld, bezorgde heimelyk een Reituig tot 91 bun vlucht, en de gevange Kamer der Jongelingen op een ti Nacht ontfloten hebbende kozen zy met haar drieën het ha„ zepad. „ Solo» gaf een klaarblykelyk voorbeeld van Edelmoedigheid p» want hoe zeer zyn Reisgenoot Meriander hem onderweeg » poogde te bewegen om Klaartje te ontlopen", en haar op de 9, een of andere verblyvplaats te verlaten, wilde hy 'er zyn toe», ftemmingniet toe geven, zeggende dat het een onmenfchelyke en fchelmfche behandeling zou wezen een Jonge Dochter die n alles gewaagt had om hem uit de flaverny te verlosfen met 91 ondankbaarheid te belonen, en dat zoo lang hy leevde hy die 99 cnwaardeerbaare dienst erkennen, en in geheugen houden zou; ,) Ja Vriend zy hy vervolgens tot Meriander, hoewel het uiter„ lyk gelaat van Klaartje my niet zeer aanvallig voorkomt zal zy •, egter myn Vrouw worden, zoo dra de verbetering mynerftaat » zulks gevoegelyk gedoogt. „ Na dar de drie Vluchtelingen gelukkig uit het grondgebiet „ van den Prins K. van L..... ontkomen waren, verbleven zy eenige dagen, zoo tot hun byzonder vermaak, als om Klaartje die overal voor hun Zuster doorging, van de ongemakken der Reis te doen uitrusten in de Stad Duinkerken, met het oog,, merk om van daar met het een of ander zeilvaardig Schip na „ Holland te keren: daar was ter dier tyd een Vreedebreuk tus,9 icben Engeland en Frankryk ophanden, zoo dat zomwylen ,, een menigte Engelfche Kapers voor die Zeehaven kruifte en „ verfcheide Franfche Koopvaardyfchepen in het gezigt van de „ Stad namen; Onder anderen geviel het gedurende hun verblyf „ te. Duinkerken, dat 'er een Engelfche Prys opgebragc wierd? » Dat Schip kwam van Amerika met een ryke Lading, onder „ het  C 56 ) " Se* ?etaj Pa-fagieren bevond zig een gebooren Amerikaan dis defug mtgedoschtwasi Men noemde hem GiliBrilleton, wel„ gemaakt cn van een goede houding, waren de oogen der aan, wezendemeestopzyn Perfoon geflfgen toen hy aanland ftap. * vnMe"anccr> welke de nieuwsgierigheid om de „ veroverde Prys te berichten, nevens een menigte Aanfchou- we s van de Havekant gelokt, zagen de Jong! Gilt' aan de " VPpe?; Hy.nadcrdedebeideReisgenooten meteenvrien" afll\'r.we]Ze™nm/heif> en vroeghunin gebroken Fransch, » or zy .hem geen ordentejyk Logiment wiste aantewyzen: Me„ o^r berichte fiem, dat hy geen beter Herberg kon vinden „ dande,g^m»^ Z^aw, alwaar zy hun intrek genomen had*, den; op die verzekering begaven zy zig met haar drien der„ waards, een Kruier met een klyn Koffertje volgde hun. , » "jfa heefc bereids aangemerkt, dat het gelaat van de Tonge * f™?0» innemende, en zyn.gelhlre aanvallig was, maar men " vT er7teyoegen » datdeezen brave Jongeling een zeer ver,, licht verftand, gezonde denkwyze, een kracht van welfpree„ kentheid, en een rykheid van beminnelyke zeden bezat: Een zamenbinding .van zulke voortrefvelyke hoedanigheden , ver„ wcnderlyk m een onrype ouderdom., waarin de driften en on.„ geregelde harstochten gewoonlyk de Deuchden van de Ziel bevechten moeite hem noodzakelyk verwonderaars en vrien,, den verweken, ook waren zyne verdienden de oorzaak van " u • Pnv£rbreekelyke vriendfehap die 'er tusfchen hem, en de „ beide Beste IVaereldzoekers in de Herberg te Duinkerkenbeitond: Gut ingevolge vaneen onbekende Simpkatie die men „ m het geval van onfchuldige Zielstochten voor iemand gevoe., ien kan, fcheen zyn geneegentheid allermeest tot Solon overtehellen: Hy fchiep een zonderling behagen in zyne openharti„ ge wyze van fpreken, en fchoon hy in Meriander meer vluchheid van geest ontdekte dan by Solon, befchouwde hy de ge„ moedsneigingen dezer beide reismakkers in een verfchillend » 0°g?"n|' dac is te zeggen, dat de oprechtheid van den een M ivTf' temyl het S^sde dat by den andere on- „ der het M^ker van eea zeker airprevenant, of vraai voor* Komen verfchoolen was hem niet optfnapte. Ondertusfchen „ he-  C 57 ) >, behandelde hy baar belde met een groote minzaamheid, en op „ het herigt dat men hem aangaande het edelmoedig bedryv van „ Klaartje gav, prees hy de ftandva^tigheid van Solon tenhaaren „ opzichten, invoegen dat G/7/hem (leeds bleev aanraden om haar „ trouwhartige Min door zyn wederliefde te bekroonen; Gy kund ,, haar in Amerika trouwen zei hy. Ik heb daar vermogende „ vrienden genoeg, om u aller geluk in Venfthanien te bevorde„ ren, als gylieden goedvind met my derwaarts te gaan: Een „ voorflag van dien aart beviel hun alle drie zoo wel, dat zy er „ gewillig hunne toelremming toe gaven; Kort om, dat befluit „ ftond eerlang volvoerd te worden, het vertrek vaneen Fransch „ Schip na een der Amerikaanfche Eilanden begunftigde hun „ voornemen, dog daar viel midlerwyl hun kortltondig verblyv „ in 't Logiment te Duinkerken een klugtige dog tevens bekla„ gelyke ontmoeting voor, welke een verbazend tafereel vanbe,, fpiegeüng kwam uitteleveren, en het momaangezicht waar on« „ der de Jonge GHi Brilleton, tot nog toe verborgen was ge. ,, weest op eenmaal deed afvallen : Let wel Lezer, op dit ge„ deelte van de Hiflorie! de zaak is van belang, want zulke won„ derh ke dingen gebeuren zelden driemaal in een Eeuw. „ Mariane de Dochter van de Waard, by welke zy gele„ geerd waren, bekoort door de welgemaaktheid van Gili, en ' „ overmeestert door een dierlyke drifc welke de rede uitblust, „ en als een gevolg van dien alle grondbegin?elen van Eer, en zucht ter behoeding voor de goede INaam voor al ten aanzien „ van het vrouwelyk gedacht, doet verzaken, beflond de on„ voorzichtige flap om haar een avond onder het Ledikant van „ Brilleton, die een apart vertrek in de Herberg betrokken had, ,, te verfchuilen, en ten kosten van haare Eer zig te voldoen: ^j, Men hoorde ter middernacht een vervaarlyk gefchreeuw,.Stf/tf/J „ en Meriander hunne flaapkamer naast die van Gili hebbende, „ fprongen't bed uit, en vlogen met ontbloote Degens tot ont„ zet van hun Vriend,in het denkbeeld dat hy door iemand ge« „ weldaadig aangevallen wierd; Dog de Kamerdeur gefloten vin„ dende, ontwaakte zy den Waard, die met een brandende „ kaars in de eene en een ontblote fabel in de andere hand tot „ hun ontzet byfprong. Eindelvk geen gerucht meer vfcrnemenH » de-  ( 53 ) de, opende zy roet geweld de deur, maar hoe groot wa* ,, hunner aller verwondering, wanneer zy de gewaandeJongeling „ cp de vloer vonden leggen met het boven lyf ontbloot, en ,, in een ftaat die klaar ontdekte dat Brilleton in een Vrouws„ perfoon herfchept was. Haar verrukkelyke fchoonheid in die „ ftaat van bezwyming ^ou misfchien een voorwerp van oplet„ tentheid voor de nieuwsgierige Jongelingen gegeven hebben, „ maar een tweede droevige vertoning trok haare aandagc na een „ andere plaats: Zy vonden Mariane zieltogende, die haar „ zelve uit wanhoop met de Degen van Gili doorftoken had t, in „ haar bloed baden: Een zoo onbegrypelyk Scnouwfpel ver„ ftomde de Waard en de beide Vrienden; Niemand kon de „ regte fleutel van dat geheim vinden, toen Klaartje op het „ gerucht ontwaakt insgelyks binnen trad, en Gili voor een van „ haar geftacht kennende, de zorg op zig nam om ze door be„ hulp van fterke reukwateren te doen herkomen, en vervolgens „ uit welvoegelykheid verzogt, dat de Mansperfonen uit debka„ mer zoude gaan. ,, Men verflond naderhand uit de mond van Klaartje, de uit„ fluiting van dit wonderbaar geval: Mariane was niet eer uit „ haar fchuilhoek te voorfchyn gekomen, dan toen zy bemerkt „ hadt dat de gewaande Gili het voorwerp van haare misdadige „ Liefde ontkleet was: Haare onverwagte Verfcheining had dee„ ze van fchrik op de grond doen nedervallen onder het geven „ van een yfelyke fchreeuw als meenende dat een fpook ver* „ fcheen. Mariane nog in de verbeelding dat zy met een Mans. ,, perzoon te doen hadt, deed haar best om Gili van de flaauwte „ te doen herkomen, dog onder het losmaken van de kraag van „ het hemd waarmede deezen alleen bedekt was, bemerkt heb„ bende, dat dit Jong Mensch van haar kunne was , hadt de wan„ hoop en de verwoedheid over haar mislukte aanflag haar der„ mate vervoert, dat zy met den Degen van Gili die op de ta„ vel lag, haar zeiven van kant geholpen had; Op verzoek van de „ Waard wierd de zaak zorgvuldig bedekt gehouden: Men ver., fpreide het gerucht door de gantfche Stad dat Mariane door s, een ongelukkige val van de trappen haar leven verlooren had. „ Vervolgens vernam men door Juffrouw Juliana Brilleton zei- » ve„  C 59 ) n ve, dat zy de" Nicht was van een Gouverneur van die naam ia », een der Engelfche Volkplantingen in Amerika, en dat zy om .« gewichtige redenen in mans gewaad met een Schip dat na „ Engeland moest, heimelyk vandaar was ontvlucht; Daar wierd verder met gemeen overleg onder dit viertal Jonge Luiden be» flo:en, dat Juliana voor eerst nog geen Vrouwe Kleederen zou dragen, dit belette egter niet dat Solon fchoon nooit ver■-■> Heft geweest zynde, haar zedert met geheel andere oogen als » te voore befchouwde : Hy verviel in een foort van mymering ,» die zyne ontroering duidelyk te kennen gaf, eenige zuchten, » en zyne befchroomde houding wanneer hy zig in haar byzyn „ bevond, verrade hem op zulk een doorHralende wyze dat Klaartje het begon te merken, en vol verdriet daar over, onderltond deswegens haare klagten te doen aan Juliana, die zedert de ontdekking van haare Sexe, haar boezemvriendinne i. geworden was. Vreest niet zei Jufvrouw Brilleton. » Ik fiaa Borg voor de Deucht van Solon, en wat myne be. » treft, Ik zal u tonen dat ik geene andere inzichten hebbe, dan o om u beide gelukkig te maken! Klaartje omhelsde haar van » vreugde, en Juliana florte enige tranen die geen geringe merk» teekensn waren, dat 'er in haar gemoed iets omging, 'c welk " zy zorgvuldig poogde te verbergen, en waarvan de ontdekking 3> aan de tyd moest overgelaten worden. „ De waare Deucht en grootmoedigheid doet zig ontzien en ». eerbiedigen, zelfs by de zulken welkers belangen tegen de na>, volging derzelve fcheinen aantelopen; Dit bleek oogfchyne» lyk in de Jonge Solon, die hoe zeer zyne onverfchilligheid ten aanzien van Klaartje vermeerderde , na mate zyne Liefdefhm » voor de bekoorlyke Juliana toenam, nochtans op aanhou« den van de laatfie, plechtig beloven moest zyn woord ten op" zichte van Klaartje te zullen gefland doen, zodanig van op » zyn aankomst in Amerika, zyn huwelyk met haar te voltrek- ken: °P die voorwaarde verkreeg hun voorgenomen Reis na ., dat waereldeel eindelyk zyn volle beflag: Het was evenwel 5, met veel weerzin dat Solon hem tot het geven van zyn woord ». gedwongen zag: My fprak 'er eens over in vertrouwen metzyn »» Vriend Meriander, — Weg, weg, zei deeze om hem gerust H 2 „te  C 60 ) „ te (lellen; Wat behoeft gy u aan die vervulling van uwe „ Beloften te bekreunen, Als gy in amerika zyt, laat „ Klaartje dan Kikvorfchen zoeken ; wy behoeven ons niet lan„ ger aan de volbrenging onzer Beloften te binden, dan ah » de noodzakelykheid het vordert: Indien gy de (laatkundt » van machiavel gelezen had, zou gy een beter onder' » fcheid weten te maken, tusfchen iets te beloven en ■waar-' >» lyk te volbrengen ! Solon voor ditmaal zyne verbeeldingen gev vleid vindende, liet de gedachten van zyn Makker onbeaut» woord, onaangezien zyn manier vau denken by hem niet ge» billykt wierd. „ De infcbeping van het reisgezelfchap die de grondflag tot het » vinden van de Beste Waereld volgens hunne begrippen moe^t ,, leggen, gefchiede met onderling genoegen en met zulk eenor.r uitfpreekelyk verlangen om in Amerika aangeland te zyn, dat ,, men daar door de herdenking aan Ouders, Bloedvrienden, en „ Vaderland, grotendeels vergat; Alles voorfpelde hen een ge» „ lukkige en aangename Reistocht, en alles geleek in den begin„ ne hunne oogmerken te begunliigen: De Wind waaide voor„ deelig, het Schip een meefterfluk van welbezeikheid, brak met „ een (helle pooging door het geweld der baren heen, geen on» „ dragelyke hitte of koude belemmerde hunne welltand, en de „ overvloed van levensmiddelen waar van zy voorzien waren, be» „ kommerde de Scheepsluiden niets hoe lang of kort de togc „ duren moest. De fchoone Juliana wierd vroolyker, dog bleev „ even zedig en befcheiden van gedrag ; Klaartje won door een „ zekere goedhartige gedienftigheid ten enemaal haar vertrouwen, M terwyl de goede Solon door zyne afgetrokken theid vangedagten " en een inwendig vuur dat hem verteerde, dikwylsftof totLag„ gen aan de doorliepen Meriander gaf. u „ In zodanige gefchapentheid bevond zig toenmaal hettedperk- fchap van onze zwervende Avanturiers, wanneer het onbeften* „ dig noodlot heel onvoorzien hunne vreuchde en overleggingen M kwam ftooren door een vervaarlyke ftorm: die haar ongevaar 3, terhalver weg van hunne fcheepstogt beliep: Het Schip llrande SJ met een yfelyk geweld op een Klip na by een onbekend Eiland, „ en brak door de kragt der ftorüngen aan Hukken \ in dat akelig ,, tyds-  ( 6i ) „ tydsgewricht, fprongen de Matrozen over boord en ieder be„ zorgt voor zyn eige veiligheid, en om zyn Leven te redden, hielden zi" aan Touwen, Scheepsbalken en Masten vast. Men ,, zag aireede het ongelukkig Klaartje door de woedende Golven vertlonden, en na de grond zinken; Een gelyk Lot dreig„ de Juliana, in het oogenblik dat Solon meerbedagt op het be„ houd van haar Leven dan van het zyne, haar op een Huk van „ een gebreke Mast trok, daar hy hem op geborgen had, en vervolgens hun gemeene noodlottigheden aan het welgevallen der „ onlluimige baren overliet. „ Oude, en Nieuwe Romanfchryveren hebben ik weet met , 'door welk een brdnkuur, hen tot een Zetregel gemaakt oni H hunne Helden die zy Schipbreuk doen lyden, nog gnnfche dagen, of ten minile een menigte van uuren, midden door debaren te laten dobberen; Wy zyn niet gezind dat voorbeeld te volgen; Het is genoeg dat men weet, dat Svlon ra een H korte dog onbepaalde tyd, met zyne beminnenswaardige Julia* „ na door de fterke flxoorn aan Land gedreven wierden, en dat ', zy met al zoo veel verfchrikking als verwondering, haar by het aanbreken van den morgenfiond in een ( zoo het hun in den „ eerlle opflag toefcheen ) onbewoond , en onbevolkt Eiland be, vonden, daar geen hond of kat te zien was;. Onaangezien het zelve, blonk de weltevredenheid uit de ogen van Solon van " zyn Zielsvoogdesfe behouden te hebben, terwyl de edelmoedige " Juliana vast met heete traanen het ongeluk van haare vriendin * Klaartje beweende. Ondertusfchen dat zy bezig waren te over" leggen of >y haar nog voor eerst aan den Oever zoude ophou*' den, dan dieper Land waards ingaan zagen zy een Matroos en " de Kapiteins Jongen met een zware plank aan Land dry ven; ]l Deeze Bootsgezellen berichte hun dat zy Meriander midden in de Zee hadden gezien, hem vasthoudende aan een Huk van " het agtei Heven van 't Schip, zonder te weten waar hy beland H was: De Matroos die een Vle^sje brandewyn en wat befëbutd '„ in zyn zak had , deelde hen daar van meede, en na deeze „ verfterking die haar niet te onpas kwam, genoten te heb„ ben, befloten zy met hun vieren de omtrek van het Eiland „ te gaan bezichtigen; dit wierd al wandelende volbragc, om  C 62 ) Juliana, wiens tedere gefteltheid die Nacht veel geleden had met meer te vermoeijen: Inmiddels dat zy al pratende voort' » gingen , om te raadplegen hoedanig zy op dat Eiland de bend., digde Levensmiddelen, en beveiliging tegen wilde Menfchen „ en Beesten zoude vinden hoorde zy met de uiterfte verbazing „ hec gekraai van een Haan; die deed hun begrypen dat het Land' „ bevolkt moest zyn; ln de onberadentheid of zy weder na het „ ltrand zoude keren, dan verder voortgaan, bood Solon en de „ Matroos hen aan, zig wat dieper landwaards te zullen begeven, „ om onderzoek, aangaande de gelegentheid van die kust te doen, „ terwyl juliana en de Scheepsjongen daar ter plaatze onder de „ belommering der Boomen haare terugkomst zoude blyven afwagten. Naauwelyks waren Solon en de Matroos een halfuur „ voortgegaan, of zy bevonden hen in een vhkte die rondfomme " met,Ll"debomen beplant was, dit aangenaam gezicht vermeer„ derde de lust om verder voometrekken; Aan het einde van d „ vlakte gekomen zynde , k u-amen zy aan een diep gegraven „ Gragt, hebbende de breedte van ruim dertig voeten: Solon „ die niet fchwemmen kon, fcheen verlegen om over de Gra, Landpalen dat men de Beste Waereld vinden kan. Welk een „ dubbeld geluk Eerwaarde Vaders riep Solon in een vervoering „ van zinnen uit Ik beklaag my nu niet, zoo lang te vergeefs gezworven te hebben , vermits ik myn oogmerk om de Beste „ Waereld optezoeken op die Eiland bereiken zak Vervolgens », deed hy aan de Gryzaards een korebondig verhaal van de plaats „ daar hy Juliana, en de Scheepsjongen die medegenoten van „ degelede Schipbreuk waren, gelaten had; Verzoekende dac ,, hy, of de Matroos ben mogte afhalen; Dut behoeft niet, voer„ de een der honden jarige Gryzaards te gemoed, wy zullen da„ delyk een fnelvliegende wagen met twaalf tamme Harten be» fpannen daar na toe zende, en in minder dan tien minuten tyds „ zullen zy binnen de ringmuuren van Ipfalon zyn. Terzelver „ tyd trek een van hen at,n een zware Bel, die langs de Oranje„ laan liep, en een vervaarlyk gcklank maakte, waarop in wei» nige ogenblikkea een Hartewagen door een Jong Vrousperzoon „ beftierd, daar ter plaatfe aankwam: Gae, zei de woordvoe„ rende Gryzaard, een halfuur aan gcene zyde van de Linde„ bomen weg een Vrouw , en een Jongen zoeken, breng hen „ hier; Wy zullen haar, tn deeze beide Mannen, 'na ome „weldenkende Vorfin Antiphatia voeren. Die Groot„ machtige Princes en den Raad van Ipsalon zulten „ vervolgens onderzoeken of zy waardig zyn onder de Inwoonder s van de Bbste Waereld geherbergd te wor„ den. ,, Onmiddelyk dat de wagen met een ongelocffelyke fnelheid uit y. hun gezicht verdween, en naar de Lindebom e weg fpoedde, „ bleef Solon de komst van Juliana in de Oranjelaan verbeiden. ,, Maar welhaast vertoonde zich een tweede vliegende wagen „ fchoon (leges met zes Harten befpannen , in welke twee „ andere Gryzaards waren gezeten. 'Zy verzogten Solon en de May  C 64 ) Matroos heel beleefdelyk van 'er op te klimmen; dog de eer.„ fte maakte zwarigheid zich op dat vliegend Inffrument te plaat„ fen, en begeerde ook zonder Juliana niet te vertrekken; eg„ ter deed men hem begrypen, dat hy voorzigtig zoude doen", „ van te gehoorzamen in een Land, alwaar hy niets te zeggen „ had: Die een Burger van de Beste Waereld wil worden, „ beeft voor niets te duchten , voegde een der geleiders me: „ toegeventheid'er by:Mevrouw Antiphatia beeft u door „ haar Vorfielyk 1 uurglas al in V oog gekreegen en wagt „ reels op uwe komst. Solon en zyn medegezel klommen dan ,, in de wagen iret welke zy in minder dan vyf minuten voor hec „ Hofpaleis van Ipfalon aankwamen. „ Dat Gebouw vertoonde van buiten iets grootsch; Kunst en „ Natuur icheenen zamen gewerkt te hebben tot deszelfs luifrer„ rykheid. Men bragc Solon en de Matroos, door een gallery 3, van wit Albast , waarin verfcheide pragtige Vertrekken ui> „ kwamen. In een van deeze voor welkers deur twee zedige „ Jongelingen met lanfen gewapend, de wacht hielden, wierden „ zy ingeleid, als wanneer de twee bewuste Gryzaards, die hen tot hiertoe verzdd hadden, op een kennelyk bazuingefchal, .,, een beleefd affchei J namen, en hen alleen in de Kamer lieten. „ Deeze gelegentheid namen zy waar, om door de ramen, die „ op de llraaten der Stad uitkwamen, de heerlykheid , over- vloed, en volkrykheid van Ipfalon in 'c oppervlakkige te be» „ fchouwen. Hier mede nog bezig zynde, lokre een tweede „ bazuingefchal hunne aandagt naar de andere zyde van de Zaal ,, dewelke op de voorplaats van 't Paleis uitzag; en 'c was mee „ een blykbaar genoegen, dat zy de aankomst befpeurden van „ Juliana en de Scheepsjongen, welke laafte, oogenblikkelyk „ naar elders gebragt wierd,midlerwyi dat deAmerikaanfche Schoo„ ne onder geleide van twee der vier Gryzaards, die Solon in de Oranjelaan ontmoet had, het voorportaal van 't Paleis in. „ trad! „ De blydfchap van Solon veranderde welhaast in droefgee„ ftigheid, toen hy meer als een uur lang te vergeefsch op de ,, komst zyner Minnares had gewagt. Hy maakte nu voor de i, eeiftemaal van zyn leeven , eenige ernftige overwegingen » over  C 65 ) over zynen ftaat. Tot welke uitfporigbeden heeft my myne ' Jeugd doen vervallen! borst hy by zig zelve uit: Ik ben my' ne Ouders en myn Vaderland onthopen, ik heb myn Vriend Meriander verloren, trouwloos en ondankbaar aan het wel, mcenendKldanje geweest; en tot overmaat van dit alles, zie , ik my afgefebeiden van de bekoorlyke Juliana, de lust van „ myn hart, en de enigfte vergenoeging mynes leevens. Is het „ niet een volflagen barsfenfehim naar een Beste Waereld te „ zoeken? Gelukkige dagen, die ik in een ftaat van onnozelheid „ by Myn Heer Somberval veifleet; Gelukkige dagen waarin „ men van het Gif der Liefde nog onbefmet is! Ja, driewerf gelukkige dagen, die men in eene eenvoudigs en ongevoelige „ vergetelheid doorbrengt! Gedurende deeze overdenkingen , hoorden zy het geluid eener derde bazuingefchal, die Solon uit zyne diepe mymeringen deeden ontwaken. Zy begaven zich andermaal naar de fchuiframen , en zagen niet zonder verbazing, verfchyde doode ', Lyken van hun geftrande Schip, en onder anderen van den \, ongelukkigen Meriander, op de Spiesfen der Soldaaten, de ,, trappen van het Vorftelyk Voorhof opdragen. Zulk een akelig fchouwfpel ontroerde hen beide, en deed by Solon zo kragtig , de herdenking der aloude vriendfehap herleven, dat hy over'„ ftelpt van droefheid ter aarde nederzeeg. De Bootsgezel, voor de gevolgen van dit orverwagt toeval bedugt, begost om hulp ', te fchreeuwen: terftond fchooten 'er eenige Lijf bedienden van *, de Vorftin tot zynen byftand toe, en men bragt den bezwym', de Jongeling, op last der Vaders van Ipfalon, naar een be', kwaam vertrek van het Paleis, daar hy aan de Zorg van een „ bedreyen Arts, en twee zorgvuldige Kamerdienaars wierd toe* „ vertrouwt, terwyl men inmiddels de Matroos tot nader befluit „ van den Ipfalonfe Raad aan een anderen oord van de Stad „ kwam te herbergen. „ Solon eerlang door de voorzorgen van den Geneesheer en „ de gedienftige behulpzaamheden der Vorftelyke Bedienden, van „ zyne onpasfelykheid volkomen herfteld zynde, wierd den vyf„ de dag na zyne aankomst in de Beste Waereld, door twee ftokoude Gryzaards en vier zwygende Jongelingen by de PrinI » ces  i 6ö ) „ ces Anüphaüa ter gehoor geleid. Die Vorfïtn, hebbende niet „ meer dan den ouderdom van vyf maal vyf jaaren bereikt, zat ,, in een nederig doch deftig ge.vaad opeen Elpenbeene Throon, „ omringt van twaalf Agtbaare Mannen uit de hondert Vaders „ van Ipfalon. Ik weet uwe Gevallen uit de mond van Juliana, „ fprakzy, opeen bevallige toon; gy zult haar echter binnen „ een jaar en zes weeken niet zien, om reedenen van belang: In ,, deeztn tusfchentyd zult gy de Vaderen van Ipfalonvoor zwy„ gende Kamerjonker dienen, dr>t is. dat gy in hunne Vergade„ ringen oplettend hooren ,zien ,en zwygen zult. Draag zorg dat „ gy u ftiptelyk gedraagt naar de Wetten van myn Gebied die u „ zullen worden voorgelezen zoo gy een Burger van de Beste „ Waereld wild worden.- Zy gaf hem hier op een wenk om te „ vertrekken, en Solon uit de Gehoorzaal wederkeerende, ontmoette vier Jonge Kamermaagden in 't wit gekleed met blauwe fluiërs om hunne middels gegord, welke, na hem met allerlei welriekende Bloemen te hebben beftrooid, by herhaling, „ met deeze volgende woorden begroete: Zyt welkom nieu> „ we Burger van de Beste Waereld! Weest verflandig, „ befcheiden, en deucbtzaam! Vervolgens wierd hem op hoog „ bevel aangezegt, dat hy zig den volgende morgen in de Raad„ zaal der Vaders van Ipfalon moest laten vinden; onmiddelyk „ een zedig Jongeling hem nog dien zelvde namiddag door alle „ de Straaten en Wyken der Stad geleide, om hem de welvaard, „ bloeiënde handel, en weergalooze vlyt en naarftigheid van der„ zei ver Bewoonderen te doen befchouwen. „ Ondertusfchen had het ftreng verbod der Vorftinne, om ge» „ durende een jaar en zes weken van het voorwerp zyner min „ te moeten afgefcheiden zyn, hem een byna ongeneeslyke dood„ Heek in het hart toegebragt. Zyn neerflagtig gelaat gaf niet „ onduiller zyne misnoegdheid deswegen aan den Jongeling zynen „ geleider te kennen. Wat drommel, zeide Solon heet men dat „ ««Beste Waereld, daar men de Menfchen in hunne goede oogmerken dwarsboomd en alzo in gevaaar field van 9, tot wanhoop overteflaan? Geenzins antwoorde de fchrande„ re Jongeling, die dwang daar gy u van beklaagd, is ftecbts „ een toetsfteen voor de harstogten, om te beproeven of 'er „ prys-  i $7 ) pryslyhe deugden, dan wel eenige Jchandelyke driften, in V „ Menfcbelyke gemoed huisvesten. „ Dus al koutende, kwamen zy aan een groote uitgefixekte ftraat, die den Jongeling met de naam van de flraat der Banfietingen bedoopte, en aan welkers beide ingangen, een fterk,, gewapende wacht geposteerd was. Hier houden die geenen „ hun verblyf, zeide de Jongeling tot Solen, die zich de zamen„ leving mee de Beste IVaereldlingen hebben onwaardig gemaakt; driejaaren, drie maanden, drie weeken, en drie dagen, moeten zy hier woonagtig blyven, en het derde gedeelte „ hunner arbeid tot onderftand van den ftaat belleden; terwyl de verontwaardiging waarmede zy van hunne Medeburgers worden „ bejegend, een onlydelyker ftrafvoor hun is, dan als of zytien 9, jaaren gevangen moeten zitten. Van daar kwamen zy in een andere ftraat, die hoewel vry kleiner, nochtans door de fraai„ heid derzelver Gebouwen, een allerbekoorlykst gezicht voor „ het oog opleverde. Deeze is de Straat der Geleerden, zeide „ den Jongeling, en zo veel fchande het is te woonen in de „ ftraat die wyzyn uitgekomen, zoo veel Eer is het eenbewoon„ der van deeze ftraat te zy n: doch het moeten ook Flonkerftar„ ren aan den Hemeltrans der Letterkundigen zyn, zy worden „ met aanzienlyke jaarwedden, en Eertitels begunftigd, hebbende „ zelfs twee afgezondenen uit hun midden in den Raad der hon„ derc Vaders van Ipfalon. Eindelyk genaakten zy ook in de „ flraat der goede Huisboudfteren : Zis hier de fchoole der „ Vrouwelyke jeugd, zeide den Jongeling met een grimlach van vergenoeging: Hier worden geene zorgen noch onderwyzin„ gen gefpaard, om Jonge Dochteren tot bekwaame Vrouwen, „ brave Moeders, en gevolglyktot goedeHuishoudfteren optelei* 3, den: Alle kwaade voorbeelden, die de Pracht, de Mode en de „ zwier, in'c gemoed van deeze zwakke kunne bekwaam zyn „ inteboezemen, worden hier als verderfvelyke kankers en dood„ lyke pesten voor de Burgerlyke Maatfchappy, ten toon ge„ field: Die, welke gy daar ginter langs die Albaste gallery ziet „ wandelen, is het onwaardeerlyk kleinood dat my als Bruid is ,, toegefchikt zo dra zy haare huishoudelyke leerjaaren zal heb„ ben vervult. I % Des  ( <58 ; ,, Des anderendaags 's morgens verfcheen Solon voor den vol,, Jen Raad van Ipfalon, volgens de daar toe ontvangen lasr, by welke gelegentheid een (batig en agtbaar Man, de hoedanlg5, heid van Voorzittende Vader bekleedende, met een zagtzinnig „ en Majeftueus gelaat den jongen Solon in deezer voegen aan* „ iprak.'. Een Eerlyk Man te zyn, de Oprechtheid en de Deugd te beminnen zyn de grondzuilen waarop de Wetten dezer Beste Waereld gebouwd zyn en het Geluk en de Welvaart haarer Bewoonderen van afhangen. Dan alzoo het de Jeugd wat bezvaarlyk valt, om hunne onftumige driften en oplopendheden te beteugelen, zo boord met aandagtigheid naar de Lesfen, die -'er tot befliering van uw gedrag vereiscbt worden, om u tot een gelukkig Medeburger der Beste Waereld te maaken. Maakt nooit ftaat op de geenen die u met de mond zeggen, dat zy uwe Vrienden zyn, maar weest ook niet ondankbaar voor het ontfangen van waare Vriendfchapsblyken: Spreekt nooit te veel, maar laat uw hart de fchatkist uwer geheimen zyn: Tracht nimmer om u geluk op de puinboopen van eens anders ongeluk te bouwen: Verblyd u in de Voorfpoeden uwer Mede* burgeren, en weest langmoedig en lydzaam in de onheilen en rampen die u te beurt vallen, zonder het- Lot van anderen te benyden: Betoond geen uitgelatene vrolykheid, maar weest befebeiden en bedaart in *t midden der vermakelykheden: Waar-, deert eene Vrouw om haare inwendige hoedanigheden, en eerba are gevoelens, maar niet om haare uitwendige fchoonheid: Eerbiedigt de Konften en Wetenfchappen , en betoond u een yverig voor ft ander en weldoender baar er beoefenaars : On* derwerp u blindelings aan de Wetten uwer Hooge Overig~ beid: Wilt geen veragting betoonen voor uwe Minderen, niet trotscb nog verwaand zyn by uws gelyk , doch vooral geen laagheden aan uwe Meerderen bewyzen: Eindelyk, verrykt u nooit met het zweet uwer Medemenfchen, en zoekt naar geene grootheden of fchatten , die door onwettige wegen zouden kunnen verkregen worden ; want zoo dra. uw ziel ejnmaal befmet is, kunnen geene bedryven hoe vermaard, die tot haare eerfte zuiverheid doen wederkeer en. » Mid-  ( 69 ) „ Midlerwyl alle deeze dingen in de Bests Waereld voorvie'„ len, was 'er zo op 't Kasteel van den vermoorden Somberval, „ als by de Ouders van Solon al vry wat opfchudding; Echter „ zal ik voorafzeggen, dat de Juffers Girgelfon vrygefprooken van de moord van hunnen Oom, nu eenpaarig met degetrou„ we Lyfknegt Robbert, de fnoode Piotargina op hunne beurt „ in Rechten gingen vervolgen, die om de gramfcbap der beide Gezusters te ontwyken, in ftilte het hazepad had gekozen. „ Ondertusfchen dat Nicolina, niet zeer te vreeden over de on„ trouwheid van haar Minnaar Meriander, merkelyk in Liefde ,, was verkoelt, op het hooren zyner ontvlugting met des Ci„ piers Dogcer. „ Martyn, zo als men zeid, met de Kous op de Kóp t'huis, „ gekomen zynde, wierd gansch niet vriendelyk van zyn huis* „ plaag verwelkomt, toen zy zag dat hy zonder Solon weder,, keerde: Waar is onze Jongen? Vroeg zy hem met eenopge„ blazen vinnigheid: Die is ziek, antwoorde de bevende Marw tyn : —— Dat Hegje l hernam zy, — Dat doe ik „ ook, hervatte de' beteuterde Martyn, maar hy ftaat op zyn „ trouwen : Dat is nog grooter geloogen! riep het Wyf, hem een muilpeer gevende, cie hem twee van zyn beste tan- ,, den koste. Wel nou, Vrouwtje lief, vervolgde hy, ik zal je de waarheid zeggen, Solon zit in V Cachot, maar t, hy zat niet opgehangen worden. OSchobbert viel zy 5, hem weder te gemoet, dagt ik het niet! gy zyt te zot om s, voor de drommel te dansfen. Martyn, volgens de gewoon, te van het Land, zyn Vrouw:je onderdanig moetende zyn,vers, haalde hierop binnen zevenkwartieruurs, alles wat hy aangaan» , de Solon had onderfchept, waarop belloten wierd, de Land, heer , de Peter van' Solon , te gaan raadplegen , die zich t, oogenblikkelyk met zyn rytuig naar een Orakel in de Rechts, geleerdheid liet brengen, welke van gevoelen was » dat men ', zich naar 't Kasteel van den vermoorde Somberval, als zynde de plaats daar de misdaad was voorgevallen, zoude begeven, ', om meerder opening van zaaken te bekomen, mits dat Mar\ tyn, als zynde een onnut meubel in hunnen Raad, het buis *. zou bewaren, onder het genot van een half pintje geneves I* 3 , » daaga  ( 7° ) » daags voor zyne dorftige keel. De reis was reeds vastgeileid, ,» de koffers ingepakt, de Vrouw van Martyn had 'er twee » fplinter nieuwe Japonnen op laten' maken, en den Landheer » een paar deftige Allongie-Paruiken, wanneer de onverwagte » verfchyning van Piotargina, hun fraai oogmerk in duigea » kwam te werpen, tot zulk een overgroote fpyt van de vrouw » van Martyn, dat zy, om haar gemoed te koelen, de een»> voudige Martyn op heeter daad met een paar blaauwe oogen » en een dikke neus kwam te verëeren, daar hy meer dan zes » weeken lang in de buurt mee kwam te pronken: — Welke », verdere gevolgen de komst van Piotargina hadden , gelyk ., ook het geene 'er met betrekking tot Solon, in de Beste Wae,, reld vervolgens kwam voortevallen, zal zig naderhand vol» ledig ontwikkelen. (*} N°. IV. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, Ontwikkelende Een Magazyn van Geheime Waarneemingen voor bet groot Wonderjaar 1792. /%jie hier dan dat bewondert jaar van 1792, waar van meer te zeggen valt, dan men zig oppervlakkig kan verbeelden, die alle de (•) Zie het vervolg over de Beste Waeheï.» in het Tweede Stuk onder N?. XV. SC,  ( 71 ) de Schrikkeljaaren dezer Eeuw in rykheid van buitegemeene tyds voorvallen verre te boven ftreeft, en na welkers ontknoping van zaken de Beminnaren van onzen geleerde tak van Planeetbefchou- wing zoo lange gerykhalst hebben: Niet ongefchikt zou men hier met volle nadruk kunnen vragen , Waar meede moet men beginnen? -— Waar mede bejluiten? Ik ben ondertusfchen voor zoo veel hec Jaar 1792 beknor, niet heel verlegen hoedanig ik hier beginnen moet, en boe zeer na het algemeen Volksbegrip voor eene paalvaste setre redreven word dat de Beginzelen van allerhande waereldfche zaken fleeds met zwarigheden belemmert gaan, zoo gelust bet mj n rkelyk niet, ter verdediging van dit ingekropen felïeJ te pf, ken? Hc zal daarom myne Aftrologifcbe Voorzeggingen vo>r het befchryvende Wonderjaar onbefchroomt beginnen en belluiten, zodanig als de Starrekundige Proeven my in verfcheUe Nachtbefchouwlngen aan de hand gegeven hebben: In de eeille plaats ten grondflag van myne waarnemingen leggende , dat het Schrikkeljaar 1792 in veelerlei opzichten in aanmerkelykheden boven andere jaren van de tegenwoordige Eeuw uitfteken zal. Aanmerkelyk zal gewis dat veelbelovend Wonderjaar zyn, wegens een zamenmengzel van goede en kwaade Gebeurtenisfen die het ontusfchenpozelyk uitleveren zal, en die malkaar alsomftryd vervangen zullen; Aanmerkelyk boven dien, om dat men (het geen nimmer gebeurt is ) aan Kardinalen en Priefters de vryheid zal vergunnen van te mogen trouwen: Aanmerkelyk ten aan^n van het Staatkundig Weien voor het Vaderland der heldhaftige en weldenkende Batavieren, want behalven, dat zig aldaar door eene onbegrypelyke zamenloop van Scaatsgevallen, ongemeene omwentelingen ter overwaardige befchouwing van alle kanten vertonen zullen, zo zal men de in den jaare 1788 , in ongenade vervallen, in Ballingfchap verdreven, of tot het kerkerfchap gevonnisde Staats en Oorlogsmannen, in hunne vorige Eer, luifter, en waardigheden roemrugtig herfteld zien: In één woord, de fcbJiktrompet zal men in 't jaar 1792 horen blazen over de Oproermakers welke hen eertyds betoond hebben de aterlingen van hunne eige Bakermatten te zyn, en de Hoorn der ver-  e vergeldinge zal gelyktydig uitgegoten worden over de Hoofden van het kern der Burger-Helden, die zig niet gefchaamt hebben in vroeger dagen de Wapenen ter befcherming'van de dierbaare Vryheid van hun Vaderland optevatten. Daar worden vervolgens by de Aftrologisten uit den loop der Planeeten veele gisfingen gemaakt, aangaande het Noodlot der zogenaamde Vrye Metzelaaren geduurende het Schrikkeljaar 1792, als welkers val of liever geheele uytroeying in alle de Landen van het Europisch Waerelddeel daar zy zig bevonden, volgens de verbeeldingen van zommige myner kunstgenoten in dat tydperkfchap door den Planeten Raad befloten zouden wezen; Dan onaangezien ik 36 Nachten in myn Obfervatorium mee veel raauwkeurigheid door behulp van de Starrekunst hier over de nodige onderzoekingen hebbe gedaan, verklaar ik niets met zekerheid van die algemeen bedreygde val van die orde onderfchepc te hebben: Het jaar 1792 zal dienvolgens de waarheid, of onwaarheid dezer Gisfingen moeten beflisfehen. Het kan zyn dat ik engeiyk heb, maar toen een Vry Metzelaar van myn kennis my voor vier jaren geleden nopens die zaak eens ernftig kwam raadplegen, vragende of het waar was, dat de ondergang van zyn orde bepaaldelyk in dat Wonderjaar zoude voorvallen? gaf ik hem rond uit tot befcheid, dat ik door Aftrologifche Proeven wel waargenomen had, dat het Genoodfchap der Vrye Metzelaren in dat tydvak hier en daar eene geweldige fchok zouden ondergaan, waar door in drie of vier Landftreken van Europa hunne Loges of Zamenkomlten verboden zouden worden,, zonder daarom de algemeene val, veel minder de Ingebeelde uitroeying van het Vrye Metzelaarfchap zonder onderfcheid in alle Ryken en Staten ten gevolge te zullen hebben: Ik voegde ter gerustftelling van myn Vriend daar by, dat uit de Planeetkundige ontdekkingen welke ik ten dezen opzichten in den Wolken - Hemel gedaan had, integendeel middagklaar bleek, dat de verdreven Genootfchappen van die Lofvelyke orde , overal met het begin van de Negentiende Eeuw wederom in zyne oude Luider zouden worden herltelr. Als  f 73 ) Als ik mee bedaartheid overweeg de zorgelyke en grillige tyden •welke de latere vvaeteldlingen gerekenc van myn fterfdag, tot hec einde van hec jaar 1835 nog beleven zulten, heb ik reede om my aan de eene kant te verblyden van in de rustplaatzen der Ontzielde Menfchen van al zulke onaangenaame Levenswisfelvalligheden bevreid te blyven, En aan de andere kant geen minder oorzaak om my te bedroeven over hen en onder de als dan levendig zynde ftervelingen, wiens voorbefchikkenc lot zal zyn, dit alles te moeten bywoonen; Ondenusfchen levert dit hateiyk Toneel van Menfchelyke vergrypingen, of liever van geblankette zwakheden aan doorkneede vetftanden zomtyds flof tot fchers uit, die veelmalen onder de maalftroom van fcherpe gispingen verward gerakende, niet zelden wanvqeglyke knibbelïngen tusfchen kittelooTige Geesten veroorzaken, Maar om te betonen dat ik niet lang de rol van Zedemeefter in het geval daar het na Pilaarbytery zweemt, fpelen wil, flap ik zoo regelregt tot dat gedeelte myner Aftrologifche Onderzoekingen over, het geen ik onlangs in den verrukkelyke Wolkenhemel opziehtelyk het geducht Wonderjaar 1792. by myne Vrienden de Planeten gedaan heb. Dat veeltyds de eene oorzaak uit de andere oorzaak, of om my verftaanbaar uitcedrukken, dat het eene Geval uit hec andere geboren word, is één onbetvvistelyke waarheid door da ondervia-. ding geftaaft; Ia myn Studeerkamer als één Philofooph van den flegte tyd opgefloten zynde, bekroop my de Lust eens, om door behulp van de AJlroïogie nacefpeuren, en vervolgens op gronden ener volmaakte en onfeilbare Wiskunst te bepalen, in welke uitzonderende tydperkeu of i?y welke omftandigheden des Menfchelyke Levens, iemand het best gehurneert, dat is het meest vergenoegt fcheinc, want het is een uitgemaakte zaak, die nergens, tegenfpraak ontmoet, dat onze JBurneursvlagen zoo wel dan onze gedachten de verandering onophoudelyk onderworpen zyn, zodanig dat de eerfte zig doorgaans na de koefterende voorwerpen van de laafte Ichikken: Om die uitvinding waar aan my veel gelegen lag, met vrucht te bewerken, nam ik 'er de volgende Proef van. Op één Morgen dat het fterk regende, en de ftraten ongemeen bemorst waren, begaf ik my na de woning van een goed Vriend K wiens  C 74 ) wiens bcminnelyke Echtgc-noote de roem wegdroeg van bet Fuik der Zindelyke Vrouwen van de Stad Amfleldam te°zyn, ik bevond haar by myn komst in een nors en ondragelyk Humeur, en zy bejegende my mee één zoort van onverfchilligheid die my ongewoon voorkwam: — Goeje Morgen Jufvrouw, is u Man fhuis? Vroeg ik op eene Luchthartige toon. —- Als Gy b> ven komt zult Gy dat best zien, beantwoorde zy-vry onvergenoegd —- Bat is Morzig weertje Jufvrouw hernam ik vervolgens even vrolyk: My dunkt Myn Heer dat uwe bekladde feboenen daar bcivys genoeg van geven, weder antwoorde zy op een wyze die naf het my toefcheen de ontevredentheid in baar ganfche gelaat deed uitblinken. Ondertusfchen klom ik de trappen op, en begaf my na de kamer alwaar haar Man zich bevond, horende onder het opklimmen dit gemelyk Vrouwtje tegen baar dienstmaagd met eene klaare flern duidelyk zeggen, Ik wou Ciafyn dat ze alle den hals braken, welke die duivelJcbe betnorjle firaten zoo vroeg betreden, om ons te plagen, met onze vloeren en trappen vuil te maken. Deeze kluchtige morgen begroeting hoe onaangenaam ook in den eerften opflag, bragten my al verder in een goede luim: Ik yroegal boenende aan haar Man, dat waarlyk een gulhutig Hollander was, of zyn Vrouw haar toenmaal in het geval van een der Negen Vrouwelyke Contradictie dagen bevond? Myn Vriend begreep myn vraag niet: Och Neen zeide hy, Gy moet u aan zulke malligheden niet floren, zy heeft die kuren meer als zy bezig isfchoontemaken, maar buiten dat, is zy het goedaartigpe en beminnelykfle IVyfje van de waereld! Ik liet het voor ditmaal daar by berusten zónder de minfte onvergenoegtheid over het onbefcheiden onthaal van zyne Pretioza te doen blyken, en begaf my van daar regelregt na een Wynhuis alwaar ik iemand noodzakelyk fpreken moest. De Hospes een raar flag van een Kaerei zynde, maar doorgaans van een donker verftand, en door wispelturige Humeursvlagen gedingen, geleek by myn aankomst zig in zulk een zoort van vervoering te bevinden welke eene dooriiralende blygeeftigheid te kennen gaf, „ Myn lieve Lade,, man riep hy zoo dra hy my zag, wat ben ik bly dat het zoo „ zwaar geregent heeft, en dat deftraten enbuitencingelszoobe- morst  ( rs ) morse zyn. Nu zullen myne kalanten die anders gewoon zyn „ "haar fchonen met wandelen te verflyten, wel ras haar geld by „ my komen verteren." Hy had geen ongeiyk, aangezien zyn Muis dien geheele dag opgepropt van Volk was: Hier van daan ging ik een vifi;e in hoedanigheid van Geneesheer afleggen by een myner ryke Patiënten van wien ik een vast Jaarwedde trok, waarom ik uit aanmerking van dien wei zorg droeg dat hy voor zyn tyd niet te fterven kwam. Ik trof zyn anderzints niet onbevallige Dogter; beroemt voor een Meisje van een bekoorlyke zagtzinnigheid in een vervaarlyk boosaardig humeur aan, en men wist my te zeggen, dat hec ongunllig wêer daar de oorzaak van was, om dat zy hier door verhindert wierd dien Namiddag een vvan« delparcy met haar Pretendent te doen, en een nieuwe zak van eene byzondere fmaak te kunnen aantrekken: het geheugt my naderhand zoortgelyke Proeven over Menfchelyke Humeursvlagen meer gedaan te hebben, waar uit men zou kunnen befluiten dac 'er volgens het algemeen gevoelen der meefte Wysgeeren of de Zinflrelende Daden, of wel het eigen belang daar van de beweegraderen waren. Ondertusfchen heb ik door menigerlei voorbeelden van dien aart klaar bemerkt, en myne Vrienden de Planeten hebben my zulks nog onlangs ontdekt, dat het zomtyds gebeuren kan, dat geene dier beide de aandryvende oorzaken van de fchiclyke verwisfeling onzer Humeursvlagen zyn: Dit laaflegevoelen fcheinc my zeer aannemelyk, wanc behalven dat een ryke vrek veeltyds onvergenoegr, en in het midden van zyn Geluk of voorfpoec door naargeeflige Humeursvlagen beftorrac zal worden; Zoo zal een welgeplaast Hart van bedaarde denkwyze, hoe zeer beflreden door de folteringen van het Fortuin, in alle de tydperken en byzondere omftandigheden des Menfchelyke Levens (leeds vergenoegt, en genoegzaam onveranderlyk van Humeur blyven. Wy behooren dien volgens in dat opzigt flegts te onderzoeken, waar in het goed of kwaad zwak van een Mensch beflaat, en men zal oogfcheinelyk bevinden, dat een zot in het plegen zyner zotheden aanvallige Humeursvlagen zal aannemen, dat dit zelfde plaats zal hebben in deBedryven van één verltandig Man ; Invoegen dat een Hoer de onkuisheid, één Mufikant het fpeeltüig of gezang, één Minnaar het voorwerp zyner Liefde beminnende, 'het Ka- hés-  I 76 ) beste geheumeurt zullen wezen, wanneer zy hen op vaste gronden vlyen, haer bedoelende oogmerken te zullen bereiken. 1 Eer ik my tot de ontwikkeling van de in den asch begraven leggende Geheimen van het Schrikkeljaar 1792begeven zal, dien ik hier noodzakelyk gewag te maken van tweederlei zoorten van Starrekundige Proeven die van belang zyn , Als in de eerfte plaats, over de Huwelyks ■ Verfchieten, en in de tweede plaats over de uitvinding , van een Afirologifche Wieg om kwaade Vrouwen goed te maken.- Wel wat een rare inval! zult gy zeggen, Philofophifche Vitters: Schort u vooroordeel een oogenblik op Lezer, en laat ik de vryheid hebben, om u de aangenaame Verfchieten van den Huwelyken Staat te doen opmerken. Gy zult my evenwel niet betwisten, dat 'er zo wel hier te Land als elders, zeer aardig (lach van Huwelyken werden voortgefokt: doch dat de hersfenfchimmende verbeeldingen , die de verliefden van beide Geflachten zich van deeze Levensftaat komen te vormen, zyn nog veel raarder» De verliefde Modeflus, die het oog op de fchoone Rofaliè' heeft laten vallen, verbeeld zich dat hy de gelukkigfte aller ftervelingen zal wezen» als hy maar de Lotgenoot van die bekoorlyke Schoor> beid mag zyn. Het Huwelyk, waarvoor hy altoos heeft gegruwd, uit bevreestheid dat hy 'er dat geluk niet zal in vinden, het geen 'er anderen in ftellen, komt hem op 't gezicht van Rofaliè' in zulk een aangenaam verfchiet te vooren, dat hy van ftonden aan naar het Oogenblik reikhalst, om den trouwknoop met haar toctehaa-» len; doch naauwelyks is hy tot de vervulling zyner wenfchen geftegen, of het fraai vooruitzicht daar van verwydert zich voor zy* ïie oogen; het dagelyksch befchouwen van haare fchoonheid era alle de aanminnigheden van haare perzoon, werden hem door het huwelyk zoo gemeen, dat hy ze ten laatften niet meer ziet, onverfchillig ten haare opzichte word, en eindeiyk in twyffeling geraakt, of hy eertyds niet heeft misgekeken gehad. Hermelina een Jonge Dochter van gemeene afkomst, werdt 20 dra niet van de verliefde Polimenus tot het huwelyk aangezogt, of de verbeeldingskracht van die groote gelukftaat, werkt 20 geweldig op haare zinnen, dat zy het huwelyk als de eerfte ïiap tot de menfchelyke voorfpoeden, aanmerkt» Haare vyf zinnes-  ( 77 ) nen zyn nacht en dag werkzaam om zich de aangffliatrnfle denkbeelden van den Echtenftaat te vormen: Ik zal Mecstresfe in myn buis zyn, zegt zy: ik zal kannen deen'en laaten waf ik begeer; myn Man, die my uit enkele liefde trouwd, zal my in alles believen; Ik zal trotsch de beste myner Medevrouwen gekleed kunnen gaan; ja al waar ik 'snachts van droom , zal ik op den dag van myn Gemaal verkrygen. Doch Hermeüna is even getrouwt, of alle die aangenaame verfchieten verdwynen; Polimenus beteugeld haare begeertens, hy is meester van den huize, zyne zobere inkomften beperken haare pragt en zwier; Kort* om Hermeüna zich in haare voorgeftelde ger.eüchtens te leur geheld ziende, twyffeld, of het Huwelyk die vi.Jr ^akte Gelukftaat wel is, waarvan zy de aangenaame verfchieten beeft gezien, en begint te geiooven, dat men haar de oogen taosfelyk heeft verblind gehad. Van dien aart, zyn meestal de gevolgen van die Huwelyken, die uit alle voorbedachte inzigten werden aangegaan, even gelyk die voorwerpen die men op een zekere afftand beichouwd, en welkers verfchieten zo heerlyk en fraai koorkomen, dat, hoe meerder men van dezelve noch afwykt, hoe voortrefFelyker en volmaakter zy ons toefchynen. Ik heb gedurende de tyd der beoeffening myner Airologifche Studie, hiervan de allerzeldzaamfte Proeven gedaan, die men zelfs verwonderenswaardig zoude mogen noemen; dog ik moer, maar mee korte woorden zeggen, dat'er niets aan zo veele verwisfelingen onderhevig is, dan den Huwelyken Staat , en dat zulks alleen is voortfpruitende, uit de al te gunftige verbeeldingen, die elk op zyn manier, zich daarvan komt te vormen, en die hen uit het oog doen verliezen, dat wezentlyke geluk, 'twelk zy inden Echten Staat maar alléén behoorden te beöogen, namehtlyk eenê onderlinge eendragt, weltevréedentheid en toegevendheid ; deeze moeten de Huwelyken. gelukkig maaken, en die volmaakte vergenoeging té weeg brengen, die de vooruitzichten van twee gehuwden kunnen vervullen, en na niets meerder doen haaken noch verlangen: want de ■ onvergenoegdheid in 't Huwelyk, is de bron van alle ongelukken rampfpoeden en elenden. Onder het aantal van Gebeurtenisfen, die my zulks hebben be» kragtigd, moet ik alhier een brief inlasfen, die ik het voorleden K. 3 jaar  C 78 ) zyn zoortTs J°"S gChUWd Paar '™RDi' en Ziit a£mmeiketyk «1 Doctor Ludeman, Wy leiden nemen eensgezind onze toevlucht tot u. als behnl ftaande voor een ervaar en en doorgeleerd Sterrehundig Man. Weet, dat wy nog geen half jaar te zam.n in den Echt verbonden zyn geweest, en dat wy gehoopt hadden, al het aangename zoet van de Verbintenis tefmaaken, die wy negen jaar en lang, dat wy met elkander hebben verkeerd gehad, ons daar. van voor (lelde. Maar by de uitkomst hebben wy bevonden, ons merkelyk te hebben vergist. Niet dat wy onëensgezind van hart en zinnen zyn, of dat ivy in onmin keven; och neen > wy zvn noch zo verltcfd, als toen wy in den vry en ftaat waren, de rit eneendragtheerscht in onze wooning, wy komen elkander in alles met toegeventheid te gemoet, maar ziet wy worden met dtt al, zo mager als hout, daar wy een Buurvrouw hebben die dagelyksmet haar Man vegt en kyft, nochtans beiden zo vet als maader worden. IVat mag de reden daarvan zyn ? IVv kunnen met merken, dat 'er iets aan ons geluk ontbreekt'. D* Voorjpoed begunfligd ons ,en men zou zich geen volmaakter Lot op Aarde, dan het onze kunnen verbeelden. Trekt alzo eens onze Horoscoop, op dat wy uit onze dooling mogen geraken want mets gaat ons meerder ter harte , dan onze onderlinge ■vergenoeging, dewelke wy, (zo het fchynt) tevergeefs najat gen. IVy blyven, enz. J J De zonderlinge inhoud dezes Briefs, hield my een pruimen tyam de diepite opgetogentheid, verward; want ik verbeelde my in den eerften opflag, dat men my wat voor de gek zogt te houden, gelyk ik in myneLeevenstyd al dikmaals had ondervonden; dog zekeren dag, dat ik een vrolyker luim had als naar . gen, maar dat was Oly in V vuar geworpen, en gelyk men zegt de Moriaan gefebuurd. Onöpboudelyk door dat hiswelyks Mnfler geplaagd en getergd wordende, moest ik ten laaf en (hoewel met weerzin) van bet ntamielyk Gezag Gebruik maken. Ik beftond dan haar te dreigen. Dog Kumüla lachte my uit, en vertoonde my haare Nagels; Dien volgens rwas ik ge-, noodzaakt het Caratler van een fatzoendelyk Man te verzaken, en haar een en andermaal wakker ajterosfen, dan dit hulp almeede niet: Ik de.d kaïr drie Maanden lang tot penU tentie alleen flapen; Toen begon zy van een Echtfcheiding te praten, vervolgens nam ik bet befluit om haar eenige tyd in een Verbete.huis op te (luiten: KamiUa gav toen goede woor'4en, en hthojde bttt/jchap. Ik ontjloeg baar, na verloop van L een  ( 82 ) een half'ja'at: zedert is zy nog tienmaal boosaartiger gèam». den Heer Ludeman! Zy breekt als zy de Plagen heeft, cl bet porcelein, en de Kostbaar ft e Meubelen, daar andere Vrouwen zeer veel werk van maken; Myne papieren worden door haare handen verfcheurt en myne Paruiken zyn zelf de Slagtofers van haare wraakzucht, want zy heeft 'er in zestien weken tydsals ik afwezent of van huis benbereids zeven verbrand. Wat 7noet ik dog doen Heer Aftrologist, om zulk een Plaagbeest ali Kamilla is, in een redelyke Vrouw te doen veranderen! Geev my raad Myn Heer! Is 'er door middel van de Aflrologie, van de Wysbegeerte, of andere wetenfehappen niets u'ittevinden om zodanige Vrouwelyke Slangen tot een beter gedrag te brengen !. Als gy my dat wiskunftig kan aantonen, op eene wyze. dat' hcA deproev by Kamilla kan doorfldan, zal tk u honden Ducaten tot een gefebenk zende; Ondertusfchen gaan als een voorloper van myne mildadigheid, hier een paar goude Ryders, methet geboorte uur, en de Naam van myn onplezierig Vroutje, onder afwagting van u fcbriftelyk antwoord, verblyvend &c. Februs Hymneus. Myn Heer Hymneus! „ Nog de Gevangenis, nog de Bedreigingen, nog het (laan tot „ welk uitterfte een orden telyk Man nooit komen moet, zyn de „ waare geneesmiddelen niet, om van kwaade Vrouwen, goede 7, te maken, trouwens dit heb gy by ondervinding volgens u „ fchryven bewaarheid gevonden: Laat de Philofooph een halve „ Eeuw hem in. de Renbaan der Wysbegeerce affloven , laat de „ beroemde Arts of Geneesheer, de uitgeftrektheid zyner weten„ fchap te koste leggen, laten om kort te gaan, alle de Wetge„ veren van Griekenland en de Romeinfche Wetboeken, onder„ fchraagd door een Ciceroniaanfche welfprekentheid zamen fpan,, nen, zy zullen nimmer tot een zedelyk, of een werktuigelyk hulpmiddel dienen, om vrouwelyke huisplagen van gedrag, ten }, - aai>->  C 83 ) )t aanzien van haare Mannen te doen verbeteren, met dat gevolg „ dat zy in goede Vrouwen worden herfchept. Het Ryk der „ Vrouwen is een byzonderGemeenebest, dat aan geen regelen van kunst en Wetenlchap enderworpen wil zyn; Om tot het „ bellier van dat Ryk te geraken moet myn zyn toevlucht ne„ men tot een zeker onveilbaar geheim, dat da volzekere Be-. „ fchouwing der Aftrologie maar alleen opleveren kan ? „ Om Kamilla van haare booze lluipen te genezen, en haar vervolgens tot een goede Vrouw te maken, zoo is in de hier ,, nevensgaande daartoe gemaakte kist befloten, een'Konstwerk„ tuig van myn vinding, onder Myne Vrienden de Planeeten be„ kend met de naam van Aftrologtfche Wieg; Die Machine word door twaalv aangewezen teekenen van de Sodiak in een \ gefchroeft, en kan doormiddel van een bellierend Uurwerk „ da: alle 24 uuren maar eenmaal opgewonden word, zonder menfchen handen, gedurende een Dag en Nagc in beweging „ blyven. Als Kamilla de vlagen bevangen, moet gy haar voor de eerfte maal 24 uuren lang -in deeze Aftrokgifche Wieg, , waar van de beugels van zelve om haar Lyfzullen toellaan, la- ten plaatzen en of zy waakt, flaapt, fcheld, of fchreeud, de Wieg zyn gang maar laten gaan, als dac niet helpt., moet gy „ andermaal de proef herhalen, en Kamilla 36 uuren agtermal„ kaar in de Aflrologifche Wieg zetten: En volherd zy dan nog ,, in haar Kwaadaartigheid, haar ten derden maale 48 uuren „ daarin laten wiegen. Ik ftaa borg Myn Pleer voor den goede ,, uitflag, als de proeven van de Wieg tot drie reizen bewerkftel„ ligd worden, maar draag vooral zorg, dat die Machine zorg„ vuldig geborgen word als de Vrouwe kuur verrigt is, want als zy hee bekeeken, en betast hebben, is de kragt daarvan ver„ dwenen; Daarom moet het terftond uiteengefchroeft, en in de „ Kist met drie floten bewaart worden: Dat Konlluk moet 50 „ Dukaten kosten, dog ik neem dubbeld genoegen met uwe „ aanbieding, onder voorwaarde als u,ve Briev vermeld, zynde .„ altyd." J. C. Ludeman Aftrologus, L 2 Tot  ( h ) Tot een overtuigend bewys hoe zeer Hymneus. over de ApJrjthgiP.be Wieg voldaan was, wierd my een ptar Maanden na de affeheping van dar Konstwerktuig dooreen ZVeuwlche Schipper, boldert gerande Dukaten, en vier Japanfche PorceMoe Scelkn behandigt: Zedert dagt ik niet meer om die geval: Maar ik Hond' verhaast na verloop van vier jVente ontvangen een Briev, ondertekend met de naam van Kamilla van dezen inhoud. Befaamde. Tovenaar? Ben jy de fcbelmfcbe Uitvinder van die belfche Wieg! Ik zalu weeten te vinden voor de Rechtbank: Gy zult myn w> aak niet nifnappen .Ylonfieur de Tovenaar! V is waar ik heb zoet moeten zyn, zoo lang Hym* eus leefde, maar na ik hem in de pekel heb en hy doodis. zal ik u tonen dat "er een Kamilla in ie Waereld is. om u tover-bedryv te btrafen. Denkt niet Vrouwe Moordenaar, dat gy myne vervolgingen ontloopenkan, dat Inftrument waar van ik driemaal de proef ondergaan heb, is n»g onder myn bewaring en gelooft vry dat r et u 'I'ovenaars Kop zal kosten : Daar is maar een middd voor u overig om my-. ne gram/chap te {lillen, namelyk my te voorzeggen of ik *leIanier,^ daar ik Liefde voor .gevoel tot myn vyfde M-an zal krygen; Zo ja, zal ik u een gefchenk van js Dukaten doen! Maar draag zorg het gebruik van uwe Aftrologtfche Wiegen, ooit meer aan getróuwde Mannen aantepryzen; want het is btllyk dat -een Vrouw van vaftand de broek aan beeft. Ik ben Uwe Verftoorde Dienares. , Kamilla. Van wat heerlyk gevolg de Aftrologifche Wiegen voor Kwaadp Vrouwen uewetsr zyn, zou ik door ontelbaare voorbeelden km. >< a ilavtn; Een Kruideniers Vrouw die met een oud Man  C 85 1 getrouwd was, en die in haar dronken fchap een furie geleek, is door dar Konstwerktuig, in een brave en redelyke Vrouw gernetamorphofeerr geworden. Ik heb nog geen drie jaren geleden, aan een zogenoemde Edele Heer, die een Ooftirdifche Dame met onnoemelyke fchatten getrouwd had, maar die zoo verfchrikkelyk boosaircig was, dat zy Zyne Edelheid op een Nacht dat hy gerust lag te fiipen, een ituk vanzyn oor beet, het gebruik van myn Jftrologèfcbe Wieg aangeraden, met dat gevolg, dat da Oostindilche D ,me naderhand onder de beste der Vrouwen wierd geteld; wat meer is! ik heb 'er eens de proev van moeten neemen aan myn goede Huishoudfter Britta liyer, die in haare oplopentheid my de Neus door haare fcherpt Nagels byna afgekrabbeld had, en die zedert zo handelbaar was geworden^ dat als ik haar met dat onrz:iggeiyke Inftrument maar bedreigde, aanftondsde vrede met my floot.. Groot waren voorzeker de tydfcbakelen der verklinkende Gei beurtenisfen, welke het begin dezer Wonder Eeuw bereids op-» leverde; Niet minder zeldzaam de Staatsomwentelingen, Volksberoeringen, en Burger Lotverwisfelingen dié in de vier Wae* relddelen tot in het Middelpunt derzelve voorvielen. Gedenkwaardiger dan alle deeze, zullen volgens de Planeetkundige berekening zyn de verwonderiyke en ongehoorde zaken welke zedert den jaare 1750 tot 1791 ingtfloten niet alleen in Europa j maar byzonder m deeze zeven vrye Landfchappen ftaan voortevallen; Dan de Eeuwelingen die het kroonfpannende Wonderjaar 1792 beleven zullen, hebben een zamenmengzel van verbazende vertooningen , of liever Waerelfche Nieuwigheden te verwngten > welke onwederfprekelyk de Meufchelyke Beguppen, zells van de kloek 11e verftanden te boven gaan; Als ik- dit zeg, wil ik daar niet meede te-kennen geven, dat iemand buiten zyn Element fpringt, wanneer hy door behu'p van de Allrologilche Wetenfchap zodanige w nderbare tydverfchyningen van aa-nnaderende wederwaardigheden onderzoekt, bepaalt, en vervolgens overe» nkomftig het Starrer beloop-vei k laan ; Maar ik- bedoel daar fiegis meede om te doen zien, dat geiyk den eene Meisch in fcherpzirnigheid of kundigheden boven den an» 'dcre uitblinkt , het eene-jaar- van- één Eeuw,-boven alle anders L 3 vaa_  C 86 } van dezelve , in voorvallende zeldzaamheden, noodzakelyk ukblinken moer. Een Aftrologïst met zyn driekantige Slaapmus op het hoofd, en de Telescoop in de hard in de Hemelzalen van zyne Vrienden de Planeten verfcheinende, zal, (fchoon hy daarom juist geen overvlieger in de kunst is) fchier door gemeene bevattingen niet heel ongemakkelyk begrypen , dat zoo dra de dertien malige Eeuw omloop voorby is, gelyk dezelve met het voleindigen van het jaar 1791 voor afgelopen moet worden gehouden , het veertiende zevenjarige tydperk van één Eeuw da; doorgaans de laafle is, een zamenilel van buitegewoone dingen opleveren zal; En het is in dat Gezichtpunt dat wy het jaar gaan befchouwen. De onophoudelyke veranderingen dje 'er alle jaren., alle Maanden, alle Weken, ja genoegzaam alle Dagen in het ondermaanfche voorvallen,> doen ons veeltyds de vervangende wisfelvalligheden welke op het waerelds Toneel gebeuren, in een verkeert daglicht befchouwen; Men zoude inderdaad de meest werkende invloeden van de Natuur op het Menschdom, buiten haare vaste en onwrikbaare grondllagen gebogen zitn, als 'er zomwylen geece ongunilige tydperken, of om beter te zeggen geene Land en Volkverdervende Pingen voorkwamen, om dat zy best bekwaam zyn de onopmeikzaame tn bedreiveloze fterveiingen uit den flaap der zorgeloosheid te doen ontwaken: Zoo zullen by voorbeelt de verichrikkelyke Rampen waar meede de Planeetlopen het jaar £792 bedreigen, waarkhynelyk tot één Punt zamenlopen, om het Geluk, de Welvaart, Luider, en voorfpoed van zommige kwynende en op den oever van haare ondergang ilaande Ryken en Oemeenebesten, tot haare eerfte grond begin zei van grootheid te rug te brengen. Onder de boekftaving van deeze myne Planeeetkundige Befpiegelingen gevoel ik my door een zoort van verrukkelyk en welgeplaafte Blydfchap getrofven, in het opdelven van den fchat des Geheims waar toe myne Vrienden de Planeten my dezer dagen uit eene byzondere gunstbewyzing hebben willen bekwamen; Dat is se zeggen; tot hec nemen van Syderifcbet\\ElemeMarifche?ï02-ven waar van ik de beduidenis zal aienen te fchetzen, alvorens van  X "87 ) van de volle ontknoping der verklinkende en veelbeduidende Ge- beurtenisfen van het Wonderjaar 1792 te gewagen: Het is een bekende zaak, die voprnamelyk tot my bedek in het oog loopt, dat'er in den Mensen één driederlei zoort van B^vat elvkheden cfBegrypelykheden plaats hebben; Als (1) De Zinnen: (2) Het Vernuft: en (3) Het Verf and: Hoedamge driederlei zaken, zonder de blaam van wanvoeglykheid te dragen, zeer o-efchikt onderfcheiden kunnen worden in één drietal byzondere fcholen ; Ais vooreerst de Natura, of het fchool der Natuur, welke volgens myn begrip recht, en ook vabch kan zyns In de tweede plaats de Sydera, lerende de Geheimen van het Firmament; En ten Iaallen dc Elementa die iemand zyn E!ementarifche Lyf kan doen kennen. Na deeze korte, dog noodzakelyke uitflap, verheel ik my met ongemakkelyk te-zyn, om aan één Mensch die flegts één Ziel in Duodecimo bezit , te doen begryp.m, wat kreupele invloed het School der Natuur meestyds op de belliering van onze hartstochten heeft;. Zy kan wel is waar, ons in zommige voo komende gelegentheden het goede en kwade der Menfchelyke bedryven om verftandzoekende VVaereldlingen vaste bedriten tot toekomende gedragingen ten amzien van nog ongebeurde Gevallen inteprenten, en hier toe moet men dan zyn toevlucht nemen tot de Sydera, of het: School van het Firmament, als dewelke zoortgelyke Geheimen best ontdekt. ( f% De Sydera geleid, den Mensch onbetwistelyk tot wiskonftige bronnen van voorwetelykheid 200 met betrekking tot de oorzaken waar uit de*"reeds gebeurde dingen voorgefproten zyn , als met opzicht tot de zulke, waar uit de nog ongebeurde wisfelvalJigheden des-Levens haare geboorte ontlenen zullen, zoo dat de Sydera één wetenfehap is-, welke iemand tot de hoogde trappen der Starrevoorzegkunde kan doen opklimmen, en die bygevolg het toppunt van de Pianeetkennis uitmaakte; Menigerlei opmerkelyke Befchouwingen zyn door de Sydera uitgewrocht: Jk heb» be zelfs gedurende 25 jaren lang, overheerlyke Proeven door middel van dien in de Afirologia bewerkt, met zulk één verbazend ^elnkkig gevolg die myne verwachting te boven ging. Ik ben53 . ora-:■  C 153 !) om rond uk te fpreken, aan de beoeffening van die wetenfchsp yöornaffièlyk verfchuldigt het geen ik aangaande het agtenveenigjarige tydperkfchap dat ik werkelyk befehryv , op gronden van zekerheid prognofticeren kan; Onderrusfchtn zyn de Elememarifche Proeven niet minder nuttig als men 'er een g~ed gebruik van weet te maken: Want gelyk Paracelcus z^er gegrond aanmerkt; dat het Lighaam of de Geest der Elementen ' leert van de ElementenA En hierop hebben de Planeten doorgaans-dé meèfte invloed: Ik zal ten bewys van dien, deeze Syderifche-en Elementarifche ' Proeven nader gaan ophelderen door overtuigende voorbeelden , welke inzonderheid het jaar 1792 ten onderwerp zullen hebben. Onder de opdelving van alle wetenswaardige .geheimen van het'Fkmament waar van de Sydera de eerfte tolk is, dcetzymy Sis in 't verfchiet befchouwen het begin der omkering of den val der Roomfche Stoel, met de verdryving van den driedubbeld gekroonde Opperherder tik zyn Zetelplaats; Een gebeurtenis welke in de IVlaand September van het Wonderjaar 17.92 onfeilbaar door myne Vrienden de Planeten bepaalt word te zu'len voorvallen; Behalven dat volgens de aanwy^ng van de Sydera my gebleken is, dat men nog dat ielfde jaar voor de eetfte maal zal zien gebeuren, dat de-Groot Fnier van het Ryk der Muiulminnen, na voorafgaande ver/aking van den Alkoran, de Christclyke Religie omhelzen zal, en daar in door een talryke fchaar van Turkfche Bachaas ftaat nagevolgt te worden het welk niet onwaarfchynelyk de allereerfte ichok ter Omwenteling van het uitgeftrekt Gebiec der Ottomannen bewerken zal: Men moet het ook als geen vertelling van Moeder de Gans aanmerken-, als ik vervolgens plechtig verklaar, dat beide de Syderifche en Eiementarifche Proeven de hoofdzakelyke beweegredenen zyn van drie byna onbegrypelyke ontdekkingen die zedert uit de Planeetlopen hebbe gedaan, en eigentlyk hier op uitkomen. Primoloco. Dat de lang bedreigende en aireede begonnen Reli» .gie Oorlogen welke in 't jaar 1792 onder Negen Mo'gentheten van Europa in volle Vlam uitbarfte zal. denkelyk den ondergang van de Staten van twee dier Mogentheden na zig flepende, al verder ten gevolg zal hebben niet alleen de verwoeiting van een groot  ( «9 ; groot gedeelte van Rusland, maar tevens de beperking van het Despotisfimus in verfcheiden Eenhoofdige Regeringen, verzelt van den meerdere aanwasch, of zoo als de Tolken van hec Firmiment aanduiden, van de Invoering ener onbegrensde Democratia, of Volksregering in zommige Vryheid beminnende Landfchappen. Secundo loco, dat genoegzaam ter zeiver tyd, één Maand 2 of 3 vroeger of later onbegrepen, andermaal zal worden uitgevonden, dat is te zeggen uit den asch der vergeteltheid wederom zal worden opgedolven, het zogenaamde Eeuwigdurent Licht, zynde een brandbare doffe, even als het kaarslicht of dat van één Lamp, dat nimmer uitgaat, nog vermindert, het geen voor lang by de Oudvaderen voor verloren geacht wierd, dog door een Gevangen Philofooph (om die oorzaak zyne Vryheid zullende verkrygen) toevallig weder ontdekt zal worden; Ik ben niet verwaand genoeg om de Hoofdftoffe te befchryven waar uit dit Eeuwigdurent brandent Licht beftaat, nademaal my zulks ten eenemaal onbekent is: Tertia loco, dat de Doodflrafven ten opzichte van doodfchuldige Misdadigers zonder onderfcheid, in de Zeven Vereenigda Provintien om goede redenen voor altoos zullen afgefchaft, en in andere zwaare ftrafven met het begin van 'tjiar 171,2 verwisfeit worden. Tegenwoordig dat ik my niet laag nog met beuzelagtïge, nog met herfenfchimmige voorzeggingen rakende het Wondejaar 1792 kan ophouden , om dat zig dezen aangaande een ruim gebaand Veld van ongehoorde Nieuwigheden opdoedt, behoor ik my ondanks dit voorneemen een luttel tyds te verledigen tot eene kortbondige omfchryving van de Elementa niet flegts om dat ze als een tak van de Aflrologifche Wetenfchap kan worden beschouwd ; maar voornamelyk om dat by mangel van Elementarifche Proeven onmogelyk goede Horoscopen kunnen worden getrokken, De Elementa, door behulp van welke ik bereids gezegt hebbe . dat men zyn Elementarifche Lyf kan leeren kennen, om dat de Prédominerende kracht van een der vier Hoofdftoffen waar uit de Elementa eigentlyk zamengeflelt is, niet oneigenaartig verheelt het Roer, waar door het Schip van het Menfchelyk Lighaam in beweging moet gebragt, en vervolgens tot een zeker M ver-  C 90 ) verborgen doeleinde beftiert worden, heeft na de beste Definitie die men 'er van geven kan een Algemeen en By zonder Principiurn ten voorwerp; Weinige Aftrologisten zulien dit na myne verbeelding willen toeftemmen, om dit zy waarlyk de werkende oorzaken cezer beide Grondbeginzelen- niet genoeg doorpeilen : Dan1 ik begryp, dat men voor het Algemeen Grondbeginzel van de Elementa te houden heeft, zodanige wederwaardigheden des Levens, het zy die in Gelukken of Tegenfpoeden beftaan, welke zig alleen tot byzondere Perzonen bepalen, en in dat opzicht is de ftelregelvan Paracelsus waar, dat het Llghaam of de veest der Elementen, leert van de Elementen! Aangezien alle de vier zamenftellende delen daar van in den Mensch gevonden worden.. Aldus zal by voorbeelt, de hoeveelheiden v:rfchil!entbeid der Lucht, de bewerkende oorzaak van iemands Gezondheid, of dodelyke krankheden wezen, na mate zy op het Temperament van den Perzoon in een dezer beide opzichten uitwerking doet; Indiervoegen is het ook gelegen met de drie overige Elementen welke tot de Gelukken of Ongelukken der Waereldlingen volftrektelyk zamenlopen, gelvk my in de Aftrologifche onderzoekingen ter gelegentheid van de Horoscooptrekkingen misfchien meer dan duizendmaale gebleeken is. Ondertusfchen heeft het Byzonder Grondbeginzel van de Elementa ganfche Volkfchappen, Landaarten, of zomtyds wel een geheeel Waerelddeel tot hsar voorwerp, en van deeze zoort van Elementanfche Proeven dien ik hoofdzakelyk met belang tot het Schrikkeljaar 1792. te bandelen; Ik herhaal hoofdzakelyk! Om dat er fchier het fpil van myne voorzeggingen voor dat jaar alleen op draien zal; Het is myn fchuitniet, dat de koefterlingenvan het onverftand my als zwaare befchuldigingen zullen aanwryven, of dat ik hier onverftaanbare taai fpreek, of dat ik één Misbruik van het gedutt van den Lezer maak: Dan fchoon ik my voor die drom van onkundige Gispers niet dekken kan zoo als. het behoord, wil ik daarom tonen dat men in beide de onderftelde aantygingen zig merkelyk bedriegt. Want behalven, dat nLf1"?DiVe,§eretl ZaI te geloven> d™ één van het viertal der Hoofd Elementen, ik meen de Aarde, zomtvylen door Aardbevingen m brand geraken kan, of liever dat de Aardbevingen even als de waterberoeringen door ontbranding van de Aar--  ( 91 ) Aarde fcheinen veroorzaakt te worden, en dus op die manier ge« heele Landen en Volkeren verzwelgen, vernielen, of ten minften verwoeden, zoo als in onze Dagen daar nog droevige voorbeelden van voorhanden zyn; Zoo weet men boven dien by ondervinding, dat het water een ander gedugt Hoofd-Element, zulke yzelyke overdroomingen kan te weeg brengen, die zelfs de geheugenis van enige Volkfchappen, of van het Land hunner Inboorlingfchap,wel eer genoegzaam hebben uitgewischt gehad; Terwyl een Hinkende of rotgevende infeétie van de Lucht veelmalen de Pestziekte veroorzaakt, en al meede verfchrikkelyke verguizingen onder het Menschdom aanregten, gelyk het Hetnelsch Vuur, namelyk den Donder en Blixem niet zelden op eene tyd in verfcheiden oorden van de waereld beklagenswaardige Schouwfpelen vertonen, waar van de akelige Gedenktekenen niet minder jammerlyk zyn, dan de geene welke de drie andere Hoofd-Elementen gewoon zyn natelaten. Uit de beknopte verklaring die ik hier van de Elementa in 't voorbygaan kom te doen, zal men de noodzakelykheid van de Elementarifche Proeven als een der grondflagen waar op de Aftrologifche Wetenfchap gebouwd is, meer of min kunnen opmaken; Maar de groote vraag bedaat hier in, wat betrekking zy tot het Wonderjaar 1792 hebben? Dit vraagduk van belang zynde, behoord niet onbeantwoord te blyven. Alle de Planeeckundige befchouwingen zedert eene geruime tyd met oordeel en verdand gedaan, dragen het merkteken van de mogelykheid dat de Elementa zoo wel in haar Algemeen dan Byzonder Grondbeginzel één Magazyn van geheime waarnemingen en keurige ontdekkingen in dit Kroonjaar van onze Eeu.v opleveren zal; Om eerst van het kluchtige van de Elementarifche Proeven te fpreken, zou het niet kunnen gebeuren , dar, de Elementen werkzaam waren om wonderen in de Scholen van Mars, en van den Mingod te doen ? Ik zal 'er aanmerkenswaardige voorbeelden van aanhalen die nog gebeuren moeten, en uit myne Adrologifche bevindingen getrokken zyn, onaangezien deeze foorrt van Elementarifche Proeven voor zoo veel haar Algemeen Grondbegingel betreft, deeds op de vastgaande zetregel berusten, dat als iemand ter bevordering van zyn Geluk, het M 2 Ele-  C 9* ) Element van de Lucht tegen hem heeft, hy noodzakelyk het Element van de Aarde in zyn voordeel moet hebben en zoo we* der omgekeert, als de laafte hem ongunftig is, de eerfte hem gunftig zal wezen: Dat zelve heeft ook plaats tusfchen de twee 'andere Elementen van Vuur en Water, welkers ftrydigheid onder hen natuurlyker wyze de Antiphatie voortbrengt. Dit is de oorzaak dat één Antipatriotsch Meisje by ongeluk in gevaar gerakende van in het Water te zullen verdrinken, wiens leven door een voorwerp gered word die door haar Vader, en haar ganfche Gedacht gehaat, zich nochtans door het Vuur der Liefde bedreden zal gevoelen ten voordeele van de Jongman die haar uit het oogfchynelyk Levensgevaar ten kosten van de zyne gered heefc gehad, fchoon deeze bevallige Antipatriotfche Dame daarom by haar eens aangenomen denkbeelden rakende de Vaderlandfche ftribbelingen ftandvastig volhardende, zulks in het daar op gevolgde voltrokken Huwelyk tusfchen de Gelieven geen de minfte verkoeling veroorzaken zal: Hier van daan dat een Luchtreiziger met zyn gefprongen of in brand geraakte Luchtbol heel onzagt op de Aarde nedervallende, ter bekroning zyner dolle onderneming den hals breekt: Om die reede is het dat door het opvisfchen van een Valies met geheime Papieren uit de onpeilbare diepte der Zee oj-gehaalc, in later tyd tusfchen twee oude Bondgenoten een Vreedebreuk zal ontftaan, welke naderhand van nog deerniswaardiger onheilen op het vaste Land ftaan gevolgt te worden: En wie zal zig niet verwonderen als hyover enige jaren horen zal, dat et n zekere Jonge Princes in een Waterachtig Gewest geboren zynde, door het Minnevuur zodanig gefolterd is geworden, dat zy in haar dsap zonder dat zy het wist bevrucht geraakt, vervolgens by haare Bevalling één Zoon ter waereld brengt, die hoewel niet tot den Vorftenftand behorende, egter in de volgende Eeuw betonen zal, zulk een beroemt Oorlogsheld te zyn, dat hy in onverzaagtheid by Alexander de Groote zal kunnen vergeleken worden; Onderwyl dat men die wonderfcheinende Gebeurtenis geduldig afwagten moet tot het tydftip van de vervullig dier Prognofticatie daar zal zyn, doet zy my gedenken aan één koddig voorval waar toe voor enige jaren een Elementari'- fche Proef by de Horoscooptrekking gelegentheid heeft gegeven. Eea  C 93 ) Een opperbevelhebber van Bengalen met 88 Tonnen Gouds gerepatrieert, en in allerlei opzige door het wisfelvalüg Element van het Water begunftigd zynde, begon onmiddelyk by zyn aankomst in zyn Vaderland één groot figuur te flaan , prachtig te leeven, en onnoemlyke Geldverfpillingen voor gekamerde Matresfen te doen; Onder anderen beving hem eens de lust, om van Groningen daar hy woonachtig was, na Amfteldam te kamen om zyn Horoscoop door my te laten trekken: Ik zou my vry liever hebben laten geezelen, dau zulk een Vette Vogel van de hand te wyzen, en ik bedroog my niet in de verwagting die ik van zyne Oost ■ Indifche Mildadigheid had opgevat. Om kort te gaan ik trok zyn Horoscoop, en ik verklaarde hem onbewimpelt, dat hy met een oud, lelyk, kwaataartig, en Ryk Wyf daar te Lande getrouwd was die hy om haare fchatten genomen had: Hy beleet my met één grimlach dat ik de waarheid fprak; Vervolgens openbaarde ik hem uit de Conllellatie van zyn Planeet ontdekt te hebben, dat hy toenmaal verliefc was op een getrouwde Vrouw die by haare ongemeene fchoonheid, veel Deucht voegde : Dat is juist de zaak waar over ik u kom raadplegen, viel de Bengaalfche Crefiis my in de reede; Maar zou de glans van bet Goud niet bekwaam zyn om zulk eene verflaalfcbe kuisbeid te overwinnend Vroeg hy weder. ,, Ik geloof niet Myn „ Heer zeide ik, dat de Eerbaarheid van die Vrouw door geld te belagen zal zyn, en dat Gy u oogmerk bereiken zult, zelfs ,, meen ik uit de gewaarwording van u Nativitiedsilar te kunnen „ befiuiten, dat Gy 'er zonder ichade en fchande niet wel af ko„ men kan als Gy goedvind uwe bedekte aanflag te volvoeren." Hy begon hier op andermaal te meesmuilen, zeggende dat hy het evenwel beproeven wilde, en vertrok heel vergenoegt na my een gerold Papiertje met 20 Ducaten behandigt te hebben. Ik vernam inderdaad korte tyd daar na, het gevolg van deeze grappige Hiftorie; Men wist my te zeggen, dat het voorwerp van zyne onwettige Minnevlagen teen Bakkers Vrouw van Groningen was, die niet minder kuisch, dan fchoon zynde, ondanks de bekrompentheid van hu ar ftaat alle de voordeelige aanbiedingen van den ryke Minnaar om haar te verleiden, edelmoedig van de hand wees: Dog de zaktn van den Bakker ten laaften aan lager wal M 3 ige-  C 9\ ) gerakende, op eene wyze, dat deeze ongelukkige Luiden op de fprong ftonden van één gedwongen Bankroet te moeten ondernemen, befloot de Eerbare Vrouw met overleg en toe (lemming van baren Man om de Oostindifche Crefus een trek te fpelen die bekwaam zoude zyn om hunne verwarde zaken te herttellen, zonder dat haar Eer gevaar liep van daar door gekwest te zyn; En zie hier de geestryke en niet onaartige uitvinding van welke de ichrandere Bakkers Vrouw haar bediende. Zy veinsde op één tyd dat haar (chatryke Minnaar haar op allerley wyze poogde te bewegen om hem de laafte Gunst toeteftaan, en haar ten dien einde voor een enkelde Nachtviike vier hondert Dukaten, en een paar fyne Orlietten van groote waarde tot een gefchenk aanbood, de grootheid zyner aanbiedingen overwonnen te zyn, en de Vlag te willen ftryken; Hoor, zeide zy met een nageboorte verliefrheid, en befchaamde houding die hem bedroog, Ik wil niet langer ontveinzen dat uwe Lief' densverklaringen myn Hart getrof'ven hebben, maar begrypt dat eene Gehuuwde Vrouw ter bedekking van haar Eer aïtyd verplicht is van zekere omzigtigheden omtrent haar Man gebruik te maken; Kom morgen avond tegen tien uuren wanneer myn Man op de Burgerzvacht moet zyn, en tot in den Morgenflond uitblyft: Ik zal my dan nader verklaren aangaande de Gunst die Gy bedoelt. De Bengaaifche Crefus verrukt over een verklaring die zyne oogmerken fcheen te vlyen, beloofde aan zyn kant haar op de bepaalde tyd te zullen behandigen de Gefchenken die hy haar voorwaardig belooft had; Intusfchen had de Bakkers Vrouw, ingevolge de affpraak met haren Man zodanige welbeleide maatregelen genomen, waardoor haar de kans onmogelyk ontglippen kon: De Galant hier van onkundig, kwam ter beftemder uur opdagen, en in de verbeelding van een groot gedeelte van den Nacht tot het plegen zyner geile lusten ongelloord by haar te zullen doorbrengen, overreikte haar aanftonds de vier Hondert Ducaten, en de beloofde Diamente Orlietten. Onmiddelyk daar na, meende hy van enige vrypostigheden gebruik te maken, dog zoo drae zy befpeurde dat hy haar met geweld op het Ledikant wilde werpen, vetzogt zy hem zoo nadrukkelyk haar één halfuur terher- ftel-  ( 9> ) iïelling van haare verlcgemheiJ re willen vergunnen, en onder- , wylen een glasje Punsch te zamen te drinken, dat hy ondanks de hevigheid zyner driften, goedwillig in da: kort uitftel bewilligde; Terwyl zy daar meede bezig waren, wierd 'er tot driemaal hevig aan de voordeur gefchejd, men geleek aan weerskanten ongerust, het fchrander Vrouwtje vroeg uit voorzigtigheid alvoren de Deur te ontfluiten, wie 'er was? en kreeg tot befcheid dat hec haar Man was: Zy vloog danr op met eene gemaakte onfteltenis wederom na de kamer daar haar Minnaar zig bevond, en verzogt hem met een gelaat waar in overhaafting en fchrik uitblonk, van zig fchiel\k te willen verbergen in de Trog die in de Bakkery ftond. Dit gefchied zynde, ging de doortrapte Vrouw de Huisdeur openen om haar Man te ontfangen, die wakker begon te grommen dat men hem zoo lang op de ftraad had laaten wagten , zeggende vervolgens overluid tegen zyn Huisvrouw dat hy verpligt zynde voor een zyner kalanten wiens Vrouw onverwagt bevallen was , dien Nacht Bollen te bakken, volgens het gebruik 't welk te Groningen in kraambevallingen plaats heeft, hy om die reede van de Burgerwacht huiswaarts was gekeert; Hy wilde zig daar op naar zyn Bakkery begeven, maar zyn Vrouw poogde hem welftaanshalve daar van aftewende : De Bakker geliet zig of hy boos wierd; Wat is hier tog gaande, dat Gy zoo ongerust fchynt? Vroeg hy aan zyn Vrouw > Och Niemendal Kind! Gaf zy heel bedeest ten antwoord; Intusfchen doorfnufielde de looze Bakker alle de hoeken van de Bakkery , en vond Oom Kool in de Trog verfcholen, toen was het dat hy zig verwoed veinsde te zyn; Hy trok zyn Sabel waar meede hy van de Burgerwacht gekomen was, en bedreigde de heetbloede Minnaar daar mede den kop door te doorkloven: — Schurk gy ftaat bekend voor een Hoerejager, Gy komt zekerlyk hier om myn Vrouw tedebaucheren \ riep hy in een blakende gramfchap uit, fchoon zyn na^ebooste toorn een geheel ander doelwit ten voorwerp had. De Bengaalfche Crefus die op de bedreiging van den Bakker begon te beven viel door de Mande, en verzogt Pardon, het geen hy ten laaften na veele fchêrpe woordenwisfeling verkreeg onder beding dat hy alvorens te vertrek-  ( 9$ ) trekken, ten behoeven vun den Bikker een fchuldbekentenis van twee Hondert Goude Ryders ondertekenen moest, waar toe den bedotte Galant hem zeer volvaardig betoonde zonder van de 400 Ducaten en de Orlietten die hy aan zyn Eerbare Schoone gegeven had, één enkeld woord te durven reppen; Op dat de zaak niet ruchtbaar zoude worden, voldeed hy inderdaad den aanvolgende Dag aan zyne belofte en zond één paar hondert Ryders onde intrekking van zyn Handfchrifc aan den Bakker, welke hier door zyne verlopen zaken gereddert, en zyn deuchtzame Vrouws Eer gedekt zag. Wederkerende tot de Elementarifche proeven, voor zoo veel haar byzonder Grondbeginzel betreft, en die ik na eene Adoratie van 36 uuren met myne Vrinden de Planeten, in de glinfterende Zalen van hec Firmament, bevinde eene zonderlinge uitwerking op het Wonderjaar dat ik thans befchryf, te zullen hebben, zal ik agtervolgens myne Aftrologifche Bevindingen gaan oncbolfteren. Indien de dwalende ftelregel van Pylhagoras op de waarheid en de ondervinding gebouwd waure geweest, zoude niemand beter dan de Pythagoiiscen de fundamenteele kracht van de Elementa in zoo verre zy op zommige Waerelddelen, Landen, en Volkeren ziet, kunnen beoordeelen; Dan terwyl ik reede hebbe om tegeloven, dat hy zoo wel dan andere Heidenfche Wysgeren welke onder de Oudvaderen met de hoo»pralende roem der Letterkundige Ontftervelykheid bewierookt zyn geworden, zich werkelyk onder de fcbimmen bevind, zal ik my op zyn getuigenis in deeze tak van Geleertheid niet beroepen : Ondertu-fchen houde ik met eene volkomen zekerheid het daar voor, dat Pythagoras hoe verblind hy ook anderzints in zyne doelende Leerllellingen mag geweest zyn, de Elementarifche Proeven volmaakt gekend heeft gehad , vermits zyn 2iel zoo menigvuldigmaul volgens zyne denkbeelden de verhuizing heeft ondergaan zoo wel in verfchülénde zoorten van Menfchen , als van Beesten , en die bygevolge dan ook aan verfchillende Elementen onderworpen waren. Het zoude waarlyk jammer zyn wanneer de Elementen juist aliyi ongunlh'ge wederwaardigheden voor de Volkeren van den be:  ( 97 ) beneden waereld gedurende het jaar 1792 moeste voortbrengen; Het is daar zoo verre van daan, dat onaangezien de ontbranding der Aarde dat. jaar afgryzelyke vernielingen van Landen in het Europisch Waerelddéel zoude kunnen vereorzaaken, het voordeel van de ontdekking ener nieuwe Waereld , bedaande in Dertien Steden en Zestig Dorpen, van onder de diepte der Aarde opgegraven, het voorgaande ongeluk misfchien rykelyk zal kunnen opwegen, nademaal behalven Honden en twaalf duizent levendige lnwoonders van de beiie Geflachten waar uit deeze onderaardfche waereld zamengefteld ztfl zyn, aldaar onnoemelyke fchatten zullen worden gevonden, indiervoegen dat de menigte ryke Zilvermynen welke zig in dit nieuw ontdekt Gemecnebest zullen bevinden, het Zilver daar van zulk eene gemeene waarde zal doen wezen, dan de Mosfel of Oefterfchelpen hier te Lande: Men behoord aangaande de zeden dezer Volkeren optemerken, dat zy hier in vcrfcheide befchaafde Landaarten van Europa niets behoeven toetegeven; ten minden zal men ontwaar worden, dat onder hen die volmaakte Rust en Eendracht heerscht, welke best bekwaam is om het Geluk en de Welvaard van een Volk te bevorderen , en aan de Burgerlyke Maatfchappy alle dis (kelende aangenaamheden des Levens te bezorgen daar welgeplaafle Harten ontlast van drukkende bekommeringen doorgaans na haken: ——— Myne Vrienden de Planeten welk een zonderling belang in deeze nieuw ontdekte Waereldbewoonders dellen, hebben my na voorgaande Aflrologlfche Onderzoekingen ten haren opzichten volmaaktelyk onderrigt. Agtervolgens zodanige geheime waarnemingen kan ik onbewimpelt verklaren, dat by dia onderaardfche Waereldlingen geen Menfchedwang hoe genaamt plaats zal vinden, en dat de algemeene Welvaard onder hen , gebouwd op de Deucht, Waardigheids c-n Verdienden, :de Loftuigingen van een ygelyk zullen wegdragen; Britta Beyer die toen nog leefde, en juist op het tydrtip dat myne Planeetkundige Kaïpeuringen hier over afgelopen waren, in myne Studeerkamer zat, ondervroeg my met veel naauwkeurigheid over dit onderwerp, en haare ondeivragingen gaven gelegentheid jvj tor,  C 98 ) tot de navolgende redenwisfeling die tusfchen ons beide dienaangaande voorviel. ^iWr',~~~, Myn helP Ludet™">-' Welk een wonderlyke zaak! Zal dat m bet jaar 1792 gebeuren? la^DEMA^-~^kerlyk Baaa, altoos niet vroeger, nog hItR/JZA' Te duiker Vrindje: Ik wenschte dat wy net te zamen nog eens beleven mogte om deeze Onderaardde Inwoonde van het Niéuwe Waerelddeel te gaan zien J U?„?*Vï*ï™' ~~, PFy zouden daar niets h winne" Kind: Want behalven, dat de waereld daarom even boos blyven zal t%lÏJÏrt™™ *» d° ***r Jccoord! Dat/km ik toe: Maar zegt my aardt^lt\Tu waf kaat vanden ^dhodem dat tnderaatajche folk ontdekt zal worden ? bür/J7*N-7r~ de P^etklanken luiden, driemaal bon tiert dmzent Uuren boven Batavia. rw"-ï-T*' 7, Lieve deuchtt Driemaal hondert duizent JarlfT batavia! — Ikwist waarlyk met dat den Aar ai loot zoo groot was. ' Z^m^H"' o~T7~ Wat beu*elp™at %mi Zm dat zulk een Mirakel zyn? Ik zou nimmer geweten hebben dat de Bivianen Aapen, en Meerkatten die altyd ftom geweest zyn, in dat ze/fae jaar 1792 zoo goed zullen [preken dan dj Menleken, tnaten de Afirologie het my niet middagklaar aangetoont bad. bniTTA. —Kom, kom Ludeman dat is zotheid: Ver. .IrPu !~at Gy in uwe laa^ Nachibefchouwingen be* trekkelyk tot de OnderaardfchelVaerelalingen waargenomen heb. Ludeman. Als ik u alles zengen moest wat ik anar van door middel van de Starrekunst onderfchept hebbe, zou Gy het voorzeker niet geloven myn lieve Brit je: Onder lusSltt\ ƒ ffvo^ielyk verzekeren, dat deeze tot nog toe I t °lkerT afhm&S zyn van d' sloren of verdwaal, dejtammen van bet aloud Jodendom. B r1 Ti  C 99 5 Britta. • Ah dat zoo is, most ik cnbefchroomt uitroepen dat de waereld op baar einde loopt! Ludeman. Waaromï Daar zullen in V jaar 1792 vry groter wonderen gebeuren zonder dat de waereld daarom vergaan zal: By voorbeelt de zaak van.... Het ...De Vorftenmoord door een Dame .... Ach de Planeten verbieden my te zwygen ! Buit t a. Zwygt (lil LuJeman ,* Een koude gril komt tot in myn voetzolen: bepaal u verhaal ftegts tot de wonde/bare ontdekking van dat ge'ukkig Volk die Gy onderaardCcbe waereldlingen noemt; lk brand; van ongedult om hunne Lc''gevallen , Zeden, en Gtbi uiken te weten. LoufcMAN' lk zal u in alles ten dien opzigten voldoen Britca, — Maar wacht l Ontjieekt eerst vier vaarzen aan. B r1 t t a. Hoe ! wat zal dat beduiden. Ludeman. —— Dat beduid de affcbaduwing van de vier Elementen waar door de zichtbare waereld cigentlyA zyn natuur lyke zamenjlelzel verkrygt; Waarom de vier haarz n zoo lang moeten branden, als wy over üe Onder aar djche Bewoonde>en, en de aan ftaande vinding van derzeiver Waerelddeel zullen (preken, want zonder die voorzorg kan ik u myne Pla* neetgtheimen over dit ftuk anmogelyk openbaren. Britta. Ey dat is raar, wel nu zie daar vier brandende Kaar zen \ Dat zal waaragtig e.-n kostbaar e vertelling maken: — Wat bruid ons in alle geval de vier Elementen ? Ludeman. —• Zus; Zus Britm, /preekt zoo trots niet; De Planeetefchaar belui/leren ons misfchien: Laat ons tot de zaak komen! Dat nieuw Onderaardsch Gemeembcst welkers ontdekking Anno kjpa voorvallen moet. zal uit Drtien bemuurde en wyduitgeflrekte Steden, nevens zestig Volkryko Dorpen beftaan. De wyze hoedanig deeze 13 Steden volgens hunne manier bewoond worden is iets zonderling, Gy begrypt 'er denkelyk niets van ? Bri t t a. Neen, hoe kan ik dat begryptn^- erf als ik bet wist, zou ik het u niet vragen. Ma Lu-  ( ioo ) Ludeman. Wel aan, Ik zal het u 'zeggen: Vier van die Steden worden bewoont door Koophandela'en, en bevarende Perzonen; Vier andere door ManufacluYiers\ Trafikanten, en Ambachtsluiden; Nog vier andere door Geleerde welke in allerlei Kun ft en en Wetenfcbappen uitmunten, en de dertiende die de klein ft e van allen is door OverhedenRegenten; Ridders en allerhande zoortenvan Edelluiden. Britta. Zie daar één kluchtige fchikking die my met behagen zou Maar wonen in die Dertien Steden en Zestig Dorpen van dat Onderaardjcbe Landjchap ook Vrouwen P Ludeman. Wat een misfelyk vraag Britje, ze¬ ker lyk wonen daar Vrouwen; Waar zon anders die groote Volkrykbeid van daan komen ? Maar zy zyn zoo Heerzuchtig Lichtvaardig, Pronkziek, en galant niet, nog [pelen den baas zoo met over haare Mannen dan het merendeel der Vrouwen müuropa: Integendeel zyn de meefte van hen, zedi« bejcbesden, ftandvastig, eerbaar, goedhartig, en onderwerp', zaam aan hunne Mannen. Brit ta. ■ Dat is één Land dat my niet ge faken zou. ■ b J Ludeman. ■ Dat wil ik wel geloven: Evenwel heb- hen myne Vrinden de Planeten my onder de fcherm der twaalf Hemel tekenen doen bemerken dat dit Volk hoe gering zy in den eerften tpflag ook zullen fcheinen , nochtans door haare weergaloze Staatsbeftiering, uitftralend vernuft, en gadeloze vorderingen in allerhande Kunften enWetenfchappen voldingende bewyzen ftaan te geven dat zy de wetten aan gansch E uropa, en Azia kunnen voorfcbryven, als het jaar 181a daar zal zyn. Britta. —• Het zoude voor de N akomelinilchap dan vry beter geweest zyn, dat dit Onder aar dsch Volk cnbekent waare gebleven. - Ludeman. Gansch niet, de Nakomelingen zul¬ len volgens myn begrip 'er zelfi veel by winnen ; Want behalven, dat zy de Religie Oorlogen dewelke twintig jaaren moeten (men, door middel ener aannemelyke tolerantie onder bet Christen-  C 101 ) tend'jm zul1 en doen eindigen , zoo behoord men deeze nieuw uitgevonden Onderaardfche Waereldlingen ais de voornaamfte werktuigen en als zulke Groothartige Bewerkers te b/cbouwen, welke de eerfte grond/lagen zullen leggen om de bekende Volkeren van den Aartklooi by na weder tot die allereeifte zuivere Natuur ftaat te brengen, diezy zedert verfcheiden Eeuwen ver' lor en hebben gehad. Britta. ■ Wel vaar in zal die verbetering dan beft aan ? Ludeman. — In de eerfte plaars dat het Goud en het Zilver de twee dodelyke Metalen voor het Menschdom, die kragt, of dat vermogen niet meer behouden om de onfchuld tt onderdrukken, de Waarheid en Rechtvaardigheid te bewol • ken, en de ondeugd voortteplanten; In de tweede plaats, dat da go:de trouw, gegrond op de Menfcheliefde van het puik der deuebtzame Harten , wederom in zyne pronkgewaden verfebeinenie, ontfehendbaar gehandhaaf't zal worden: In de derde plaats, dat in de drie en dertig jarige omloop gerekent van het jaar 1835 tot het jaar 186% de Burgerlyke twisten en onlusten in alle landen van de waereld uit de fchuilhoeken der samenrottingen zullen worden verjaagt, zodanig dat een ygelyk zig bcvleytigen zal zyne Medeburgeren te beminnen, voorttehelpen en van dienst te zyn. Onze Redenwisfeling hier meede afgeloopen zynde, heb ik vervolgens ten beduid van myne Geheime Waarnemingen voor het groor Wonderjaar 1792 nog te boekftaven; Dat hec nieuw Koningryk het welk overeenkomftig myne Aantekeningen in den jaare 1788 ergens in Europa oprecht zal zyn, gedurende die jaar weder vernietigt en afgefchafr, en toe zyne oorfpronk.elyke Regeringswyze, dat is tot de Democratia weder te rug keren zal niet zonder voorgaande Bloedftortingen* tusfchen twee eikanderen hatende Partyfchappen, welkers verdeeltheden dac anderzins gelukkig Gemeenebest meermalen op den rand van haren ondergang heeft gebragt, hoedanige gewichtige Gebeurtenis tot zyn kenmerk zal hebben het ontydig fterfgeval van den Monarch die het eerst de Eenhoofdige Regering aldaar N 3 be;  ( 102 ) bekleet heeft gehad: Men za! korte weken daar na namelvfc in het midden van de Maand September deszeken jaars de en dertig ünge Sonverduiftering in het EuropLh WnLi? deel gewaar worden, het geen zoo iwe^^rcte^ vatien naderhand met de «Lervindfag^^ meene zware Aardbeving in de meefte onde.horigrLandrrhfn' Pen ftaat te worden opgevolgt; Onaangezien dlTes, l bevinden, dac het jaar y?9l het vruchtbaarfte jaar n Aard en Boomg.wasfen hec gelukkigfte in de Haringen Walvifvantsc en het voordeligfte voor den Koophandel, van I ffi W de tegenwoordige Eeuw is geweest. J n°. v ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, VOOR De Drie Loopjaren 1793, i7p4> e„ l?6s, IMDn zal klaar bemerken dat Ludeman in de befchryvine van de Aftrologifche Verhandelingen over de drie Loopjaref 1793,, 1794, en 17,5 adem gefchept heeft gehad! Zal mogelyk éen oplettend Mensch welke myne nalelaten Schriften geruime jaren na myne Dood doorbladeren zalf niet ongefchikt aanmerken; Inderdaad het verftrekt tot eene vermakelyk uitfpanning van den Geest wanneer men onverbloemt kan denken, fpreken, en fchryven over zulke aangenaame onderwerpen die aan geen vooruitzichten van verdrietige Staatsomwentelingen nog van knel. len»  C 103 ) lende Landbezoekingen of Volksplagen onderhevig, de in wen* dige vreugde van het Hart ontvlammen kan: Van dien aart zullen myne Planeetkundige Waarnemingen over het drietal Twaalf Maandige tydperken wezen, als welke zonder vergroting gefproken, een ryke Oogst van nuttige zaken, en een fchildery van bekoorlyke Gefchiedverhalen opleveren zal. Alvorens gewag te maken van enige niet onverfchillige By« zonderheden, eene onmiddelyke aanfpraak hebbende op de Starrekundige onderzoekingen die ik aangaande de drie voorgemelde jaren met een , ongemeen genoegen wel eer heb gedaan, wil ik om my in de Pynbank myner Studeerkamer niet opzettelyk te vertrrammen, eerst gebruik gaan maaken van een tweetal vrolyke Horoscooptrekkingen van zulk een raar zoort, dat ze op een St. Nicalaas Nacht gelezen wordende, voldaan zoude om iemand van het Graveel, de Tering, de Jicht, en de ergfte Longkwalen, zonder het gebruik van Msdicamentsn volmaaktelyk te genezen. Het was ongevaar een paar jaren voor het Overlyden van myne beminnenswaardige Britta, dat ik door een Briefje verzogt wierd my hoe eerder hoe liever te willen fpoeden ter bezoeking van een Patiënt die na men voorgaf zedert enige tyd laboreerde aan eene ontfteking in de Lever, één kwaal die by verre de meefte Geneesheeren voor ongeneeslyk, of liever voor dodelyk word verklaart; Ik bevond my toenmaal op my Buireplaatsje te Sloterdyk, en Briïta altyd zorgvuldig om myn Perzoon tegen allerhande ongelegentheden te beveiligen, ontraade my het voornemen om derwaards te gaan, terwyl ik met een Chais zou afgehaalt, en daar meede gebragc moest worden na een aanztenlyk dog ongenoemt Landgoed het welk tusfchen Bevenvyk en het Dorp Velzen gelegen was, beviel haar deeze zoort van geheimhouding niet: Ondertusfchen befloot ik tegen haar zin over alles heen te ftappen, en begaf my vervolgens gerust en onbezorgt na de Plaats werwaards myn Geleider zou goedvinden my te brengen. Daar komende tegen het vallen van den avondftond, wierd ik zonder veel Complimenten na een boven vertrek, verligt door twee brandende kaarzen, gebragt, alwaar men de Kamerdeur rerftond agter my toelloot; Hoe zeer deeze manier van onverma-  makelyke Wellekomst de Eer niet had my te behagen, vermits ik ras begreep, dat men door zodanige opfluiting my een zoort van onvrywillige Gevangefchap toefchikte, welk eene bedekte of misfchien gevaarlyke aanflag ten doelwit had, bekommerde ik my nochtans zeer weinig over de gevolgen van die zaak: In dat denkbeelt bezag ik de fchilderyen waar van dit vertrek overvloedig voorzien was, en die ik na myn fmaak heel fraay bevondOnderwylen dat ik my daar toe verledigde, wierd de Kamerdeur eensklaps ontfloten, en zie hier wat 'er gebeurde. Een zwaarlyvige Lyfknegt die 'er zeer ftuurs'uitzag, binnen getreden zynde, dekte een tavehje, en bragtmy Eeten en Wyn zeggende met een gelaat van onverfchilligheid als ik iets verder nodig had, dat ik maar fch'ellen moest; Ik vroeg hem tot wat einde ik daar ontboden was geworden ! Maar zonder zig te verwaardigen van myn vraag re beantwoorden ging hy weg, en floot de Deur andermaal op Nachtflot: Een zoo vreemde vertoning kwam my zoo onbegrypelyk voor, dat 'er my de honger van verging, zoo dat ik my vergenoegde één Glas Wyn te drinken, en één Pyp Tabak te roken. Tegen elf uuren verfcheen dezelfde Lyfknegt die alles weder wegnam, na my vry onbefchoft ge vraagt te hebben, waarom ik niet gegeten had ? Myn ongedult door deeze vraag gerergt ziende, be«al ik hem even fcherp dat hy zyn Meefter zou gaan boodfchappen dat ik hem fpreken moest - of dat ik vertrekken wilde; Een half uur nog met veel bezadbtheid te vergeefs na antwoord gewagt hebbende, begon ik aan de&fchel te trekken, wanneer Onmiddelyk één bejaard ordentelyk Heerfchap in zyn Japon myn Kamer intrad, kort daarop gevolgt wordende door twee Dames, waarvan de Jongde hoewel zy eene volmaakte fchoonheid in myne oogen geleek, nochtans alle de trekken van treurigheid in haar gelaat vertoonde: Zy plaafte zig alle drie aan de tavel, en de Man met de Japon verzogt my heel beleeft, de Horoscoopen van de beide Dames, en de zyne te trekken; Ik voldeed aan zyn verlangen hoe weinig lust ik daar toe had, zoo draa de opgaaf van hun aller Doopnamen en G-'boorteftonden volbragt waare. De huisklok floeg één uur toen reyne AuVologifche Voorzegkunde ten hunnen opzichten afgelopen was, Ik nam daarop vrymoedig het woord: Myn heer en Mevrouw  C 105 ) vrtuw zyn volgens myne bevindingen de Ouders van deeze Ir er tegenwoordig zynde "jonge Dame zeide ik; Baar Pre tentent fiboon door trouwbelofte aan haar verbonden, heeft haar uit jalouzy verlaten, maar zy is onfchuldig aan het geval waar meede zy betigt word. —■— Dac is genoeg riep de bejaarde „ Heer, Nu is myn Hart gerust; Maar zou Gy volgens u kunst „ met zekerheid kunnen onderfcheppen Ludeman wat de oorzaak „ van zyn Jalomy is? Vroeg hy verder." Heel wel Myn Heer hernam ik, om dat Mejufvrouw u Dochter dagelyks van een ander ver Heft Minnaar bezogt word, die hier onder de naam en bet vermont beroep van een Dansmeefler verfcheïnt. „ Te duiker nu begryp ik het geheim van de zaak, viel den bejaarde „ Man my in de reede; Ik zal zorg draagen dat die klucht ge„ daan is, en ik ftap van dit ogenblik van myn befluit af om de „ Pretendent van myn Dochter voor de kop te fchieten." Ik verzekerde hem dat zulks niet nodig zoude wezen, terwyl hy door berouw getrofven van zyne ongegronde Minnenyd afftappen, en na verloop van drie dagen tot het voorwerp zyner Liefde wederkeeren zou. „ Om de proef op de fom te ne- „ men zult Gy hier drie dagen opgefloten blyven zeide de Acht„ bare Heer met een grimlach; Maar Gy zult 'er wel. voor be„ loont worden." Ik moest my deeze zyne voorwaarde getrooHen, en wierd gedurende het zelve gedienftig opgepast; De Pretendent volgens myne voorzegging lang voor de bepaalde tyd wedergekeert zynde, om zyne verbintenis met de Jonge Dame te volbrengen , befchonk men my met een Gefchenk van 50 goude Ryders, en ik wierd door de zwaarlyvige Lyfknegt die toen een vrindelyker humeur aangenomen en wiens Horoscoop ik ook getrokken had, met een Rytuig weder na Sloterdyk gebragt, Den Mensch heeft maar drie groote uitkomften, op de waereld, namelyk de Geboorte, het Leven, en de Dood; Wy zyn ongevoelig van onze Geboorte, wy lyden ftervende, en wy vergeten te leven; Als ik zeg wy vergeten te leven , heb ik die Levenswyze van veeie Mannen en Jongelingen in 't oog welke te post-rennen na dat uiteinde het geen zy meerendeels het meest vrezen te bereiken: Het bewys daar van zal ik uit de navolgende Horoscoop gaan ftaven. j, 0 £et>  C i°c5 ) Een Jongeling van een voortrefvelyke afkomst binnen deeze handeldreivende Stad, en die het aan geen verrtand nog bekwaamheden ontbrak, kwam op een Morgen met eene verwilderde gedaante myn Zykamer iniluiven, verzoekende dat ik voor een drie gulden (tuk die hy op myn tavel wierp, zyn Horoscoop eens geliefde te trekken ; ik bekeek hem mee ongemeene oplettentheid, en vroeg na de oorzaak waarom hy zoo ongerust geleek: • Hoor Ludeman zeide hy, dat zullen u de Planeten best ontdekken, Ha moet 'er van daag onder of boven, Jkwtl myn Lot weten, want ik ben wanhopig ze,ert dat het Meisje waar meede ik dagt te trouwen my de zak gegeven beeftX ïk poogde hem door moedgeving en het voeren van een vroiyk Discours wat tot bedaren te brengen, maar hy fcheen op dat tydftip genoegzaam onvatbaar voor troostredenen te zyn. Onderwylen verliep daar meede een geruime tyd eer ik aan zyn verzoek voldaan had; Na zyn Horoscoop volgens de opgegeven naam van Karei Servaas getrokken te hebben, verzogt ik hem op een Stoel te gaan nederzitten, wanc hy had tot nog toe onophoudelyk niet anders gedaan dan al zuchtende heen en weder over de Kamer te wandelen: „ Luifler Karei Servaas „ zeide ik vervolgens too hem, uwe ongebondentheden zyn de ,i bewerkende oorzaken van uwe ongelukken, en ik ben bedugt „ dat indien Gy daar in blyft volharden Gy u zeiven nog in gro„ ter ramfpoeden Oorten zult; Het voorwerp van uwe Lief„ de waar over Gy u beklaagt, beminde u oprecht, Haaregoe„ de hoedanigheden waren gefchikt om u Geluk te volmaken „ maar door u trouwloos en lichtvaardig gedrag , heb Gy u „ moedwillig haare achting en genegentheid onwaardig gemaakt: „ Begryp dat de Planeten my ontdekt hebben vervolgde ik ; dat „ Gy een gekamerde Matres zedert zes Maanden onderhouden „ heb, die u glad in den grond geboort heeft, dat dit wispeltu- tig Venuskind thans uwe onvermogentheid bemerkende om de „ gewoone Geldverfpillmgen voor haar te doen , uw Perzoon " ™".^er1achtiBg begmt aangezien, of ten minnen u met onver" !fhr"Il8heid behandelt; Dat uwe onmatige zucht tot de Uob„ befpellen, zoowel als tot dev onituimige Plezierpartyen, gelyk „ ook de ongeregelde Nachtbezoeken van fchaudelyke Bordeel- „ huij  ( ity ) huizen waar van Gy een misbruik maakt, uwe J^nge Levens* „ krachten al verder bedorven, en uwe Goudbeurs uitgeput heb„ ben: En dat om kort te gaan, uwe fpoorloze Levenswyzeuwe ,, waardige Ouderen met heete tranen doen bewenen de tedere zorgen , welke zy tot de opvoeding van haare enigfte Zoon te „ vergeefs hebben aangewend." Karei Servaas vloog my om den hals zoo drae ik uitgefproken ; — Alles is waar riep hy in een zoort van vervoering, dat ik als een goede voorteken opnam: Ik ben door myn eige fchuld ongelukkig geworden, Ik beb myne Ouders door myn [noot gedrag doen treuren, lk ben een fchsonbeid die my teder beminde, en met wien ik als Echtgenoot volmaakt gelukkig had kunnen zyn, ontrouw geweest; Maar zou 'er geen middel zyn Ludeman, zou 'er geen middel zyn, vroeg by by herhaling, om dit alles door een verbeterde Levensmanier uittewisfehen, en het Hart te herwinnen vanéén Minnares die ik om baare weergaloze denk wyze en innemende bekoorlykheden aanbid. „ Schep moet Karei 6Vr- vaas viel ik hem in de rede: keer weder tot de Deucht die „ Gy verlaten heb, en Gy zult alle zwarigheden te boven ko„ men." Op deeze beknopte verklaring van zaaken, welke zyne oogmerken fcheen te vlyen, geraakte hy in eene verrukking van blydfchap, die hy werk had tejbetoo nen : Hy wilde vervolgens vertrekken, onder verzekering dat hy haast weder zoude komen, verzelt van de belofte ener evenredige beloning voor de welgelukte Prognofticatie die ik ten zynen opzichten gedaan had: Ik verzocht hem nog wat gedu't te hebben, door en'ge ogenblikken langer by my te vertoeven, want dat ik volgen de afgelopen Horoscooperekking hem nog van meer andere dingen waarfctiouwen moesr. Karei S&rvaas hier door verfchrikt, ging al zuchtende weder op zyn (loei nederzitten, Ik vrees Heer Ludetuan dat het hinkende Paard nog de trein van uwe Aflrologifche Voorzeggingen bejluiten zal! Zeide hy mer één gedwongen Grimlach; 1 ,, Och Neen hernam ik, de Planeten zullen u zelfs niet ongunftig zyn , als Gy u gedragen wilt na het voorfchrift „ dat ik verplicht ben u ter beftiering van u toekomende Levens„ regelen te moeten geven, en die hoofdzakelyk hier in beffaan: „ Voor eetst dat Gy zonder vertraging beginnen moet de verzoeO a „ ning  ( io8 ) ning met uwe Ouderen te bewerkftellige, dat zulks gefchied „ zynde, Gy door een aanhoudende beterfchap van gedrag en „ denkenswyze de verloren wederliefde van het voorwerp uwer „ genegentheid poogt te herwinnen niet alleen, maar dat het ,, kunstmiddel waar van zy zig bedienen zal, om de getrouwig„ heid van uw Hart op de proef te (tellen, u geen de minfte ,, argwaan van haar Deucht nog kuisheid behoren te doen opvat»; „ ten, en hec geen de allervoornaamfte zaak is, waar van u Ge„ luk of Ongeluk voortaan zal afhangen, en waarop Gy dien „ volgende noodzakelyk dienc te letten, dat Gy u zorgvuldig „ wagten moet, hetzy op de aanrading, het zy door verleiding „ van de Meedeplichtige uwer vorige ongebondentheden één en* „ kelde ftap meer van Ligcemisfery te ondernemen, aangezien „ Gy na de uitfpraak van uwe Nativiteidsftar in zodanig geval „ gevaar zulc lopen, om u Minnares, uw Forcuin, ja zelfs uw „ Leven daar by te zullen verliezen." Dit gezegt hebbende, Hond hy van zyn doel op, groete my beleeft, en ging heen zonder écjn woord te fpreken. Drie weken waren nog niet ten vollen verlopen, toen Karei Servaas my andermaal één bezoek kwam doen; Daar blonk in zyn gelaat en ganfche houding zulk eene oogfeheinelyke Neerflagtigheid uit, die de Voorbode van eene treurige Boodiclmp fcheen te verbeelden lk bad de tyd niet om hem na de oorzaak van dien te ondervragen, terwyl hy terftond by zyn komst my half misnoegt toefnaauwde dat ik alles niet geraden had, maar dat hy nochtans ten opzichten van zyne Ouders met wien hy verzoent was, beftipt myn raad opgevolgd had : Ik vroeg hem vervolgens wat 'er dan nog aan myne gedane voorzegkunde ontbrak, en welke Mirakelen hy meende dat ik uit myne Aftrologifche Slaapmuts moest fchudden. Karei Servaasbegon toen over deeze kluchtige uitdrukkingen hartelyk te lagchen; Neen op myne Eer Vader Ludeman zeide hy fteromig, de zaken (laan zoo voordelig niet gefchapen als Gy wel denkt! Myn Minnares heeft een nieuwe Pretendent gekreegen die zy boven my verkiest, en ik heb uit Wanhoop en Minnenyd befloten om dien Meedevryer van avond den hals te breken als by van de ontrouwe Ka rol in a buiswaards keren zal: Ik deed hem begrypen dat hy ongelyk had  C 109 ) had om zulk een wanhopig befluit te nemen, want dat zyn m* rolina hem niec ontrouw geworden was, maar dat hier m juist de Proef beftond, waar van zy gebruik maakte, flegts met het oogmerk om gelyk ik hem laast ontdekt had, de oprechtheid zyner Liefde op den toetsfteen te (tellen, onder bygevoegde verzekering, dac Karolina niet ophielt hem te beminnen. Karei Servaas aldus door myne redenen gerust gefteld zynde, vertrok ditmaal heel voldaan, en was Edelmoedig genoeg om voor die dienst een Goude Ryder op myn Schryftavel te werpen. Meer dan twee Maanden verliepen na dit zyn laaite bezoek dat ik niets meer van hem hoorde, dog op één Winter Avond dat de Ratelwachten zig aireede op de ftraten begonnen te vertonen, zag ik met verwondering myne goede Karei Servaas fmoor dronken ten derdemaale tot mynent opdagen; „ Ik geef den Brui van „ Karolina en van den helen winkel van het Huwelyk, zeide hy „ al ftamelende, en door dronkenfchap by na over de Matten „ (truikelende: Wy waren zoo goed als in ondertrouw, maar . „ om dat zy gehoord heeft dat ik eens in een Hoerhuis geweest „ ben, heeft zy my op nieuw myn Paspoort gegeven, zoo dat „ ik van dezen Nacht met myn Kameraads weder aan de Zwier „ zal gaan, en zoo lang my by de Meisjes van Plezier zal diver„ teren tot myn geld verteert zal zyn" — Wat zeg jy daar van Ventje? befloot hy al vragende; Ik beklaagde harteiyk zyn wangedrag, en verzogt hem terwyl het laat wierd, te willen vertrekken, zeggende dat ik hem wel nader over zyn aanftaande Lotgevallen zoude onderhouden: Dog korte dagen daarop vernam ik, dat Karei Servaas door zyn Vader in één Verbeterhuis geplakt, hem zelve aldaar door wroeging verhangen had. Thans tot andere zaken: In het jaar 1703, zullen de verloren Brandfpiegelen van de uitvinding van den groten Archimë. d u s door één vernuftige Geest wederom tot zyne vorige volmaaktheid gebragt, en vervolgens met eene gewenschte uitwerking cebruikt worden; Het zou my niet verwonderen, dat de welgeflaagde Proeven, welke men van deeze Brandfpiegelen gedurende dat jaar nog doen zal, voor één Oorlogsvloot,die van wegen een voornaam Zee Mogentheid in de Middellandfche Zee gezonden, dodelyk zal zyn: Inderdaad zoo de andermalige uitb O 3 vin-  ( Ho ) vindij der Enndipiegelen beantwoorden aan de verwachting Lkut!nerk V»€"den de Planeten daar van onoe? Si^C,JB! ï '"''iriSheid maken ^mondig te VS: den Trwvl 7v Sï^12l?e»Iflng kannen gerekent won gereimt te geloven, dat de Belegering van slnacuCa ï r t heeft "o! ? ArChiTUS * bCV0"d' £^ heeft om dezen wydvermaarden Man de Gedachten inteboe K R , ƒ u , 7i>^ Zal n°S ,n verfcheide andere opmerkelyke Byzonderheden boven de beide volgende twaalLandige Loopjaren u.tmunten: Laat ik eens door de ingezamef- de voorraad myner Planeetkundige befchouwingen gaan vo zeggen wat 'er in den omloop van dat jaar al verdef gebeuren Sa turn is met Ju pi ter op 51 Graden tusfchen de Hemelteken de Leeuw en de Scorpioen zeilende, voegï 11 Zulkk"eten Merc™ius> VeSus,, en Ma'rs dï Sn 1 ' «gwoone Conjuncïie, deeden my ras begrypen dat er onder dit vyftal Firmament Burgers al vryw ES' dinSen,.zoude waarom if in alle myne ten einde te ontdekken uit wat hoek de wind waien zoude* Agtervolgens deeze bedoelende onderfcheppingen, was ik verHuttt fjrhT,ï M^ d°S vïug^sVoopen worden Jt? Z '? het j3ar, l™ tor ftaöd zoude bee t '^ Lodani|ee"egelakkige uitflag, welke de denk«S , hnndflle Pro bakers te boven zouden «aan, aart is, zal ik dit Plan volledig gaan befchryven. lJ relds beloop zonder onderfcheid werken moet, dan zullen wy „ Vertolkers van de Geheimen van het Firmament, door de ze„ kerheid van onfeilbare gevolgtrekkingen dienen te befluiten,. ,, dat het jaartal van Anno 1794 welkers viertal Cyverbare Let» „ teren by een getrokken, één hoeveelheid van 21 zamenfteld, „ beruchte wonderen op het Toneel van de waereld uitleveren ,, zal; Ik wil u niet zeggen wat eigentlyk de Cau/a Movendi „ hier van is, uwe bedreventheid in de Planeetbefchoywing kan „ u dat gemakkelyk doen raden: Maar het geen my boven alle de gedenkwaardigheden van het jaar 1794. getrofven heeft „ „ zyn onder anderen deeze beide zaken; Als voor eerst, dat een en twintig duizend Amerikanen uit hun Vaderland als Bannelingen verdreven, haar in deeze Landen zullen komen „ nederzetten: En ten tweede, dat het byten der Dolle Hon„ den dit jaar over al zulke droevige voortgangen fcheinen te » zul*  C u? ) ,, zullen maken, dar het aan een en twintig duizent Menfchem „ flegts in eene Landdreek van Europa het leven kosten zal." — Ik ben &c. De andere Brief was insgelyks woordelyk van de volgende Inhoud, en fchoon de zender my tot nog toe onbekent gebleven is, moet ik die welverdiende Lof aan zyne kundigheden toezwayen , dat hy een Mecenas in onze uirgeftrekte Starrekundigo Wetenfchap is, en dat zyne Geheime Waarnemingen zonder vergroting gefproken, waarlyk Meederdukken van onze kunst zyn: Zie hier dezelve. Bewondert Man! y Ik houde voor een ftelregel dat Mannon van doorwrochte „ ondervinding in hunne Betogingen over geleerde onderwerpen, „ reede van zaken behoren te geven, en dus gelyk men zegt, „ niet in het wild dienen te fchermen: In dat begrip zult Gy 9, hoop ik, u laten welgevallen, dat ik myne kortbondige, dog ., tevens volzakelyke verhandeling over het jaar 1794 , zoo veel ,, my mogelyk toefcheint met zommige welbekleede bewysgron. ,, den, waar op de vier hoofdzuilen der Aftrologie berusten moe„ ten, zal gaan (lofveren. ., Óver het algemeen genomen zyn de Geleerde van gansch „ Europa,voor zoo veel onze Starrckundige onderzoekingen be„ trefven, het daar in eens, dat in het jaartal van 1794 het zoo „ veel geruchtmakend wondertal van ai doordraait, en dat daar„ om Quod JSotandum! meer ongehoorde dingen Gebeuren „ zullen dan in andere loopjaren,• Ik heb 'er niets tegen, als „ men den invloed die de Planeetlopen op het getal van 21 ,, heeft, maar zoo klaar bewyst, dat men wiskundige Gevol- gen kan trekken uit de voorzeggingen van zodanige Gebeurte„ nisfen die men daar op bouwen wil: —~— ExempUGratia! P 3 » Men  ( 1.8 > ,', Men fcbryft aan" het jaar 1794 om dat 'er het' wondertal van „ 2i in predomineert, onder anderen deeze driederley zeldzaara„ heden toe; Als fj) De zamenbinding of aanéenkoppeling van „ een en twintig hondert Starren, welke haar vervolgens als een ., Cometa of Staartftar één en twintig Nachten agtermalkande„ ren op eene fchrikverwekkende wyze aan het Firmament zul" rf/? v!!r!tonen : C2) Het omkomen van één en cwintig duizend „ Menfchen zoo in Braband, Vlaanderen,^ inde Nederlan„ den door het byten van Dolle Honden; En("3)De Geboorte „ van één en twintig Kinderen zonder toedoen of meedewerkin* ,, van één Mansperzoon. Hoe zeer ik dit alles niet volftrekt ie„ genfpreken wil, om dat myne Planeetbefchouwingen hoekreu,, pel ook, de mogelykheid daar van meer of min aanduiden; „ zoo kan ik egter niet zien, dat deeze drie • Wonderfcheinen„ de Gebeurlykheden haren oorfpronk van het getal, van 21 onc lenen. „ Ik ftap dan Myn Geëerde Kunstgenoot van één fchakel van oppervlakkige waarnemingen af, die myns bedunkens meer op ,, gisfingen, dan óp gronden van Aftrologifche aanwyzingen rus„ ten, om thans regelregt toetetreden tot het onderzoek wat in., vloedvindende betrekking hec wondertal van 21 op het jaar „ 1793 na de regelen'Van de Planeetkunst zou kunnen hebben, „ voor zoo veel het Menschmogelyk is, nategaan; Gy zult „ my niet kwalyk nemen Hooggeleerde Man, dat ik van dit laa„ fte voorwaardig Beding gebruik maaka, om my niet te doen „ verdenken van de vermetelheid; als of ik in de bovennatuur„ lyke oorzaken van het Myfleria der toekomende Waereld„ fchikkingen zoude willen indringen. Ik verklaar daarom open« „ hartig, dat hec getal van 21 op zig zeiven genomen, bepaal„ delyk tot het jaar 1794 zoo te zeggen niets te beduiden zou„ de hebben, als men niet wist, dat de ontwikkeling van hec „ Starrengeheim deswegen de nodige opklaringen aan de hand „ gaven „ Ik ben derhalven van begrip, dat het wondertal van ainiet „ verder toe het jaar 1794 betrekkelyk kan worden gemaakt „ dan dat den één en twintigfte dag, gerekent van Primo janu* „ ary, telkens gunftig voor allerlei Standsperzonen zal zyn, en „ dac  I "9 ) dat alle derzelver ondernemingen van boedanige Natuur die ,, ook zouden mogen wezen, altyd op het invallen van den één „ en twintigfte Dag met gelukkige uitflagen zullen worden be,, kroont; Zoo dat Iemand die op den 21 January, elfde Fe- bruary, vierde Maarr, en zoo vervolgens één Liefdensverkla- ring wil doen, één Lot in de Lotery wil /pelen, een Ampt „ vragen, of eene andere aanflag tot zyn Fortuin onderneemt, alles na wensch gelukken zal: De oorzaak hier van is, dat j, het predominerend getal van 21, de wortel van het Waereldsch „ Fortuin is; Hoewel het uit de grondregelen der Aftrologia „ voor niet minder bewysbaar moet worden gehouden, dat in „ één jaartal waar in men by optelling het getal van ai ontmoet, „ doorgaans aan de andere kant weder alles tegenloopt, wat men „ buiten den één en twintigfte Dag hiervoore aangewezen, moge „ goedvinden te ondernemen. Ik yleye my dat Gy als Kuns'ge„ noot my het recht zult doen van te erkenen, dat ik in deze „ myne denkbeelden niet dwaale, terwyl ik in dat vertrouwen „ intusfehen verblyve." &c. Hoewel ik het met dien waarlyk doorgeleerde Man in verfcheiden opzichten aangaande zyne verklaring over het jaar 1794 eens ben, moet ik 'er nochtans iets dat aan zyne oplettentheid ontfnapt kan zyn, byvoegen; Hoedanig iets op het wondertal van 21 fteunende, één zogenaamde Coup de Malt re of Meefterftuk uitwerken zal, zonder dat de Planeten door haare invloeden op de Menfchelyke Bedryven, hen tegen de orde van de Natuur willen verzetten: Men behoord derhalven niet verwondert te wezen, nog vooreen Toverlpel uittekry ten, wanneer men bevinden zal, dat in het jaar 1794. de Vogel Phosnix voorde eerftemaal zedert de Schepping der Waereld hier te Lande zal worden gezien, en dat zyne verfchyning,welke één en twintig dagen zal duren, de wederoprechting van den bloeien Weivaard van de verloren of kwynende takken van Negotie ten gevolge zal hebben. Belangende de eerst, en laastgenoemde van de drie befchryvende Loopjaren van 1793, en 1795 valt niets ongemeen aantemerken, dan dat in het eerstgemelde jaar eene algemeene Raadsvergadering in Europa tusfchen alle de Potentaten of gekroonde Hoofden plaats zal hebben, en dat in derzelver be»  ( i2o ; ! beraadflagingen zal worden beflist den ondergang van de wyduitgeftrekte Ryken van China, Per zien, en Tariarye, welke na eene tienjarige Oorlog waarfchynelyk ook overwonnen zul. Jen worden; Dat voor het overige de twee zeldzame Gebeurtenisfen die het Kroonwerk van het jaar 1705 uitmaken moet, zig voor zoo veel de Nederlanden betreft hier aan bepalen: Als Eensdeels, in de affchafving der Collefts, en de weder aanftel4$ d j1" PaSters °P den voet als van ouds plaats heeft gehad, en Anderdeels, in de vergunning of invoering van één Porto Franco in de Zeehavens van de Republiek. N°. VI ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, betref vende Plet Schrikkeljaar 1795. Hjjsn aangenaam Voorjaars Morgenflond, is, volgens de uitleggingen van het zevental Hemellichten veelmalen, geen ongewis voorteken van een vermakelyke Dag, en onaangezien men zomtyds wel eens het tegendeel bevind, zo moet dezen ftelregel byzonder gelden ten aanzien van het Schrikkeljaar 1795. welke boven alle andere Schrikkeljaren van de Eeuw die wy beleven, in Lustfcheppende vertoningen uitblinken zal; Terwyl zyn aanvang bekoorlyk, zyn Midden behagelyk, en zyn Einde Verrukkelyk zal wezen: Myne Aftrologifche Onderzoekingen over dat jaar doen my gedenken aan een gansch Wonderbare Horoscooptrek»  C 121 ) -trekking waar tos ik in den jaare 174(5 verzoet wierd door de Ouders van een Kind dat toen nog in de Wieg lag, en waar van de zakelyke voorzegging voor zoo veel my geheugt, eigentlyk hier op uitkwam. Dat dit eerstgeboren Kind Petronella Jacoea genaamt, wel veel zukkeiingen op het Waerelds Toneel zou ondergaan, feboon haare ongeluks dobberin» gen denkelyk niet langer zoude duren dan tot den ouderdom van nis jaren, wanneer zy zoude komen te trouwen met één ordentelyk Burgerman die haar Lief zoude hebben; Maar dat de Dochter van Petronella Jacoba in het jaar 179'j haar met één bovengemeen Geluk bedeelt zoude zien, zoo drae zy als dan den ouderdom van 21 jaren bereikt had. Da Vader van het in de Wieg leggende Meisje wieny Horoscoop ik getrokken had, hier over gebelgt, vroeg my vry onbefchofc, of ik Gek was, dan of ik de fpot met hem dreef? Zeggende, dat het de ongereimtheid zelve zoude wezen om te geloven dat men 50 jaren te voore de Avanturen kon voorzeggen van de Dochter van één eerstgeboren Kind dat nog in de Wieg lag , en dat'er zig in dit geval geen de minfte fchein of fchaduwe v;a mogelykheid opdeed, waar uit te beflu'ten viel , dat die dingen zodanig als ik ze voordroeg, immer gebeuren zoude; Ik verzogt hem heel koelgeeftig de fnaar zoo hoog niet te willen fpannen, nademaal ik hem wegens de uitkomst der zaken die wy eg-er geen van beide zoude beleven, een onwraakbare Proefneming aan de hand wilde geven: Hy nam met myn voorflag genoegen , en ingevolge van dien, wierd 'er tusfchen ons befloten, dat hy zyn Jonggeboren Dochter Petronella Jacoba, wanneer zy tot jaren van onderfcheid geraak zynde, vatbaar voor de bedaarde redenkavebng zoude wezen, kennisfe van myne Aftrologifche Onderfcheppingen ten haren opzichten geven, en verv dgens overleve» ren zoude, de fchriftelyke Horoscoop van hare toekomende Dochter, die ik hem beloofde eerdaags te zullen bezorgen. Ik ben myn woord daar in getrouwelyk nagekomen, en het Gefchrift, 'c welk ik aan de Vader van het Kind dat toenmaal nog in de Wieg lag, jn tegenwoordigheid van twee Geloofwaardige Getuigen overhandigt hebbe, behelsde fchier niet anders dan deeze weinige regelen, Q ,, Den  ( 122 ) Den AftroIogistJoHAN Christophorus Ludeman „ verklaart uit de Nativiteidsftar van de Jonge en nog in de „ Wieg leggende Pktronella Jacoba ontdekt te heb„ ben, dat baar in d$n jaare 1775 als de eerfte Huwelykstelg ., geboren zal worden' één Dochter, die in den jaare 1796 oud „ zynde ai jaren, na alvorens door een Edelman tegen baar „ wil en dank gefchaakt te zyn, door één opgevolgt ^Huwelyk „ met dén fchaker, tot de Gravinne Staat geraken zal; In„ voegen dat zy, en baare Nakomelingen Aanmerkelyke Schat„ ten bezitten, een prachtige ftoet voeren, en tot in het laas„te Nageflacht in aanzien, lui/Ier en voor/poet leven zul„ len." Hoe raar en buitengemeen dit geval ook aan vooringenomen verltanden voorkomen mag, kan het in zeldzaamheid op verre na niet vergeleken worden, nog op wegen tegen de nagemelde ontmoeting die ik in de eerfte jaren van myn komsc te Amfteldam met drie Gebroeders zynde Drielingen in het trekken van hunne byzondere Horoscoopen heb gehad, en die ik zonder vermetele* heid zeggen kan, enig in zyn zoort te zyn. Aan myn Huis op de Roozegragt daar ik voortyds myn woonplaats had, liet zig een Morgen dat het regenagtig weer my beletten om uittegaan, Iemand aanmelde, die aan zyn ordentelyk gewaad en welgemaniertheid het uithang bort van een gefchiktJongman vertoonde. Hy verzogt my met zoo veel agterhoudentheid apart te mogen fpieken, dat ik my in den eerden opflag verbeelde dat 'er een groot geheim onder zyn bezoek verfcholen was: Ondertusfchen dat ik op zyn verzoek zyn Horoscoop trok, verhaalde hy my in vertrouwen, dat hy onlangs zyn oog had laten vallen op een Jonge Jufvrouw in zyn Buurt, dat zy zyne Liefdesverklaring niet onverfchillig had aangehoort, maar dat hy uit de getradige verandering van haare Humeursvlagen % reede had om haar van wispelturigheid in het iluk van Liefdehandel te verdenken. Ik vroeg hem daar op of hy de Doopnaam en de Geboortetyd van zyn Minnares wist, hy antwoorde ja, en my dat opgegeven hebbende, trok ik ter zei ver tyd hunner beide Horoscoopen datfehieïyk afliep om dat hun Nativiteit bewees dat zy alle beide onder siezelve Planeet geboren waren; „ Daar blykt niets uit -» my-  C 123 ) ,, myne Aftrologifche onderzoekingen, dat het voorwerp van uwe Liefde wispelturig van Gedrag of van Humeur zoude zyn, ,, maar het geen my verwondert, is ontdekt te hebben, dat zy , by na even groote genegentheid toedraagt aan u Perzoon, en aan een Meedevryer die u zoo het my voorkomt, zeer na in „ den Bloede beftaat." Kom, kom, dat is onmogelykriep hy, Ik heb niemand van myn Familie die hier indeftad woonagtig is I Het bleef voor ditmaal hier by berusten , maar dien zelve namiddag kwam tot het trekken van de Horoscoop een Jong Heer opdagen die fchoon iets anders gekleet, hem echter zoo in de Phifonomi, als van Poftuur zoo volmaakt geleek, dat ik hem voor dezelfde Perzoon nam, en daarom al fcherzende vroeg, of hy zyn Horoscoop ten tweedemaale getrokken wilde hebben, dog toen hy verklaarde nimmer aan myn Huis geweest te zyn, bemerkte ik myn misgreep, en ging vervolgens dadelyk voor hem aan het werk. Ik bekeek hem met vry groter oplettentheid toen ik gedaan had dan te vooren, want ik meende inderdaad dat hy de fpot met my dreef; Hoe meer ik hem befchouwde, hoe meer gelykheid van wezenstrekken ik hem bevond te hebben met de Perzoon voor wien ik dien Morgen de Horoscoop getrokken had: In zodanig denkbeeld was het, dat ik hem half verftoord toegrauwde, waarom hy my noodzaakte voor de tweedemaal iets te openba* ren, het geen ik hem van de Morgen uit myne Aftrologifche bevindingen ontdekt had, en dat hoe zeer hy aan myne kundigheden ook mogte twyvelen, ik egter om de Proef op de fom te nemen, by aanhoudentheid daar by bleef, dat hy en zyn Meedevryer, die hem in den bloede beftond, even fterk door één,ea het zelfde voorwerp bemint wierde! Na dicgezegt te hebben, zaghy my met een zoort van verontwaardiging aan, vroeg wat hy in myn fchuld was, betaalde my, en vertrok fchielyk zonder enige verdere redenwisfeling tegen my te gebruyken. Het gebeurde vervolgens dat ik enige dagen daar na op myn ftoep één Pyp tabak zat te roken, wanneer,zoo het my voorkwam, dat zelfde Heerfcbap, voor wien ik tweemaal de Horoscoop getrokken had, dog wederom in een verfchillend gewaad gekleet, voor by myn Hu.s ging; Ik nam de vryheid van hem toenmaal te vragen, of hy deQ 2 waar  C m ) waarheid van myn zeggen niet ondervonden had? Ik hei dé Eer rdet van u te kennen Myn Meer, en ik weet niet wat Gv zeggen wilt\ Gaf hy my koeltjes een antwoord, ondertusfeherr dat hy ftatig voortging; Ik liet de zot lopen zonder my over zyn wonderlyke grillen meer te bekommeren, maar een vierde ontmoeting die korte dagen daar na voorviel, opende my de een. De komst van één Jong Dametje die 'er voor het uiterfyke wat droefgeeltig uitzag, wierd nsy aangedient op één tyd dat ik juist bezig was om de oorzaak van de aigemeene vergadering der zeven Planeten natevorfchen , waarom ik met dat ontydig Bezoek niet zeer in myn fchik zynde, haar door Britta deed verzoeken de goedheid te hebben een andermaal wedertekomen, dog cp haar nadrukkelyk verlangen om my flegts een half quartier uurs te mogen fpreken, "liet ik my ten laaden haar aanhoudent verzoek welgevallen, en begaf my van myn Studeerkamer na het voorfalet daar zy haar bevond; Ik had niet nodig veel vooraffpraak met dit beminnelyk Meisje te maken, want na wederzydfebe begroetingen, gaf zy my terllond met weinig bewoordingen te verdaan, dat zy myne Adrologifche Onderfcheppingen benodigt had in een duider geval waar van zy de ontknoping niet vinden kon: Na haar daar op ondervraagt te hebben , beleet zy my zedert enige Maanden ten huwelyk aangezogc te zyn door een Pretendant, op wiens humeur en wispelturig gedrag zy geen Peil wist te trekken, zodanig, dat hy met de verwisieling van kleding ook telkens van denkwyze" verandert febeen te zyn, het geen zelfs volgens haar verhaal zoo verre ging , dat hy van daag. ontkende de Mondgefprekken welke hy gisteren met haar gehouden had: „ Ja zyne grilligheden Myn Heer „ zyn, wat meer is, tot die hoogte geklommen, vervolgde het „ droefgeedig Nimphie, dat hy van deeze Morgen een Brief „ voor myn Vader bragt, zeggende die ergens op zyne Bui„ telandfèhe Reizen voor hem meedegenomen te hebben: Ik „ moest hartelyk Laggen over die fnakige uitvinding, verzogt „ hem na gewoonte in onze Zykamer, vragende heel ge„ meenzaam, waarom hy my de vorige namiddag, volgens af„ fpraak, niet was komen afhalen om te zamen te wandelen ? „ Hy bekeek my daar op met een onbefchryvelyke verwon- v de-  ( i25 ) dering; Ik geloof Mejuffrouw, zeide hy, dat Gy met geen „ ernst [preekt, vermits het voor de eerflemaal is, dat ik ,. het geluk heb van u te zien! Die taal kwam my zoo on,, begrypelyk voor, dat ik na myn Vader geroepen te hebben, hem met betraande oogen verliet, en daar op befloot zonder „ uitftei myn toevlucht tot u te neemen, ten einde door behulp „ van uwe geroemde bedreventheid in Planeetkundige Voor„ zeggingen, uitfluiting van zaken te verkrygen" ■■■» Na over dit bemerkenswaardig verhaal een poos myne gedachten te hebben laaten gaan , begon ik my de beide laafte Horoscooptrekkingen te herinneren, en te gelyk te bedenken, dat ik maar pas te voore met zulk een dito fnaak, die geveinst had my voor de derdemaal, dat ik hem fprak, niet te kennen, eene kluchtige ontmoeting op de Hoep te hebben gehad, te meer toen zy my wist te zeggen, dat de Perzoon, welke dien Morgen de Brief aan haar Vader gebragt had, in het groen gekleed waare geweest; Om dan uit den Droom te geraken, bewoog ik haar door verfcheiden drangredenen zoo lang aan myn Huis te verblyven tot dat ik door één Adoratie by myne Vrinden de Planeten, de kluwen des geheim ontward zoude hebben: Inmiddels dat dit alles voorviel, hielt Britta de Jonge Jufvrouw Gareiiani zoo lang gezelfchap, en fchonk haar een kop fterke Koffy; Drie volflagen uuren verliepen midlerwyl eer myn kunstwerk tot die graad van volmaaktheid geraakte zoo als het behoorde om de fleutel te vinden, waar door zy uit dien Doolhof van verwarring ontfloten moest worden. De zaak na myn zin gelukt zynde, gaf ik Jufvrouw Garediani kennis van myne bewonderde onderfchepping, volgens welke wy beide merkelyk in de hoeveelheid der Perzonen vergist waren geweest, als zynde het Drielingen ofanders drie Gebroeders van eender dracht, welke door haare ongemeene gelykenis vanPhifonomie, geftalte, houding, en item onmogelyk van den anderen te onderfcheiden waren, dat zy alle drie toevallig, dog zonder van malbnderen iets te weten, hier aangeland zynde,de beide eerfte, welkerstroscoopen ik onlangs getrokken had, op haar Perzoon verheft waren geworden, en beurtelings de rol van Minnaar by haar kwamen fpelen; De bevallige Geradiani begon op dit verflag van Q 3 2a-  ( 126' ) zaken terst te blozen. Ik dagt dat het uit eene Eerbare fchaamte voortkwam, maar toen zy vervolgens zware Hartkloppingen kreeg, en in onmacht viel, bevond ik aan de fluuwheid van de adeiilag dat haare Levensgeeften ongevoelig verdwenen: Ik was zeer verlegen hoe ik het best aanleggen zou , terwyl my de woonplaats van haar Vader gansch onbekent was; Goede raad was in -dit geval duur: Ik deed haar ogeroblikkelyk aderlaten, en enige verfterkende Geneesmiddelen gebruiken, dog .zonder vrucht, Brit' ta bragt baar op een Ledikant, en vond by geluk in haar beugeltas een Brief, waar op haar Vaders woonplaats gefchreven ftond; Ik ging den Oude Heer Garediani aanftoncs in Perzoon verwittigen, hoe het met de omftandigheden zyner Dochter gefchapen waare, en ik verzweeg voor hem niet, dat ik reede had te denken dat zy bevrucht was: Die teerhartige Man wiens W derlyk Hart daar door zoo van droefheid als van ontfteltenisoverkropt wierd, kwam haar zelfs dien avond met een koets rot mynent afhalen , en beloonde my, onder aanbeveling van geheimhouding, edelmoedig. Men verllond naderhand dat Jufvrouw Garedi. ani nog dien zelve Nacht overleden was, c'at de Drielingen Gebroeders welke zedert hun Kinsheid niets van eikanderen gehoord hadden, door die weg aan den anderen bekent waare geraakt, dat onder dezelve de beide Pretendenten van de overledene Dame, door welkers ongelukkige vergryping haar Dood was ontdaan, haar het fterfgeval van hunner beide Minnaresfe zodanig ter harte getrokken hadden, dat zy uit droefgeeftigheid of om andere oorzaken krank geworden zynde, desgelyks korte weken daarna, aan eene kwynende of liever uitterende kwaal geftorven waren, en het geen de meelte verwondering baarde, dat de overgebleven van dit drietal Gebroeders, die het laast te Amfleldam beland was, met de*Zuster van Jufvrouw Garediani, even na het overlyden van haren Vader,een huwelyksverbintenis voltrokken had. Het geheugt my,aangename Voorzeggingen van het Schrikkeljaar 1706" belooft te hebben; Men moet zig daarom niet te vroeg verblyden: lk dien myn Geest zomtyds zekere uitfpanning te bezorgen,die tegen de wetten van één Aftralogist niet ftryden, Mogelyk dat zulks het beweegrad is, waarom ik nog enige befpaarde Pylen uit myn koker zal fchudden, alvorens my te verle- di-  ( ) digen tot de befchryving van alle zodanige Prognofticatien, welke het laaile Schrikkeljaar van deeze Eeuw zal betrefven, en waar van misfchien de meefte Menfchen te veel zullen geloven, en verre de minfte Wacreldlingen te weinig zullen begrypefl. In één tyd dat ik zoo door de Warerbekyking, als door de voorzegkunde by het trekken van den Horoscoop, hier te Lande een Naam begon te maken die my in het vervolg ter voortzetting myner Pmétvcq niet onvoordeelig is geweest, wierd ik dikwyls door myne Vrinden ter by woning van de een of andere vrolyke Byéénkomst aangezogt," Onder anderen geviel het eenmaal dat een myner goede kennisien my begreep onder het getal der Ge» nodigden, welke op de Nabrüiloft van een zyner Zonen verzogt waren : Wy voeren met een Jacht na Haarlem, daar men een nitgelezen Middagmaaityt voor 22 Perzonen in den Hout befteld had. Na eene voorafgaande wandeling onder het zinllrelend boomgelommer afgelegt, en het verrukkelyk gezang der gevederde Vogeltjes aangehoort te hebben, ging het ganfche Gezelfchap aan de tavel zitten, en men plaafte my zoo ik geloof voorbedagc naast een ongehuuwde Burgerdochter dezer ftad, die tusfchen de a8 en 30 jaren oud was, en die geen and^r deel aan de tavelvreucht fcheen te nemen, dan onophoudelyk te zuchten. Hoe oneigenaartig my zulke Vrouwelyke uitlozingen in het midden der vrolykheid van een Na-Bruiloft ook voorkwamen , floeg ik in den beginne daar weinig acht op, om dat ik by langdurige ondervinding wist, dat de meefte Jonge Vreyfters met benadeling van haar gezondheid meer uit gewoonte, dan uit gegronde oorzaken, van droefgeeftigheid zuchten; Dog terwyl zy by aanhoudentheid daar in voortging, zonder dat de toenemende tavelvreucht de minfte invloed op haar had, begon ik te begrypen, dat myne zuchtende Gezellinne door een inwendig fearstverdriet moest gefolterd zyn: De gelegentheid fcheen toe:elopen om hier van uitfluiting te verkrygen, wanneer ons talryk Gezelfchap na het Middagmaal, met algemeene goedkeuring eene tweede wandeling in den Hout ondernam te doen. Ik befloot om my voorbedagtelyk wat van de andere Wandelaren aftezonderen, en vermits ik haar Geleyjonker was, maakte zy geen zwarigheid my in de Eenzaame Lanen te volgen j Van dit gunftig tydftip voor myn  ( ia3 ) inyn oogmerk maakte ik gebruik, om haar te vragen , wat tog de oor.>.i ak van haare hartskwelling mogt zyn ? Zy ontveinsde eerst door enige verdrietelykheden bedreden te worden, maar ik drong zoo fterk aan, dat zy my ten laaden beleet, dat de overwinnaar van haar Hart gevangen zat: Deeze openhartige ontdekking voor zoo veel de korcheid des tyds toeliet, overpeinst hebbende, ftelde ik haar gerust, met te zeggen dat de zwarighe« den mogelyk zoo groot niet zouden zyn als zy haar verbeelde , maar als zy plezier had om haar Horoscoop te doen trekken, dat zy dan eens op een avond hdmelyk aan myn Huis geliefde te komen , en dat ik over die zaak haar al het Licht zouden tragten te geven, het welk de hulpmiddelen van myn kunst opleveren kon. Janisfa voldaan over een toezegging die alle de bekleedzelén van ongevkidheid had, wierd van dat ogenblik vrolyker van humeur , het geen in haar gelaat zoo klaarblykelyk doordraaide, dat onzen vriendelyke Gastheer my deswegens een Complimentje van gelukwenfchmg maakte; Oudertusfchen verzuimde Janisfa niet om my den aanvolgende avond van onze wederkomst te AmfleU dam een gemeenzaam bezoek te komen geven: Gedurende het zelve deed zy my een volledig verhaal dat haare Ouders zig geweldig tegen de voltrekking van het huwelyk met haren gevangen Minnaar aankante, eensdeels om dat hy van een ander Religie was als zy, en ten anderen om dat men haar met een Weduwenaar wilde doen trouwen die tegen haar zin was, dog dat zy de jaren van Mondigheid thans bereikt hebbende, bedoren had om voortaan haar eigen inclinatie ten opzichte van eene Echttelyke verbintenis optevolgen. Ondanks zulk eene uitgebreide onderrichting waar aan niets fcheen te ontbreken, dan den uköag van het geen Janisfa bedoelde, van de tyd geduldig aftewachten, trok ik nochtans volgens belofte haar Horoscoop, en ageervolgens myne bevindingen verklaarde ik aan de zuchtende Janisfa zonder verbloeming my uit de Condellarie van haar Planeet gebleken te zyn: „ Dat haar gevangen Minnaar zig zelfs bin„ nen vier Maanden den weg der Vryheid zoude banen, dat hy „ wel haar Bruidgom maar nimmer haar Echtgenoot zoude wor„ den, dat zy vervolgens met een ander Man die haar beter „ zou  C 120 ) » fu gelyken, getrouwd te zyn, in dat Huwelyk verwek„ ken zoude eén Zoon, welke in den jaare 1787. by ge„ legentheid van de als dan geldende Volksitem de Stoel derRe„ gering deeze Waereldberuchte handeldryvende Stad zoude „ bekleden. Dit is gebeurt voor zoo veel de drie eerstgemelde voorzeggingen betrefven; Want de Minnaar van Janisfa, na uit de Gevangenis door List ontkomen te zyn, wierd welhaast haar bruidegom, dog onderwylen dat zy in ondertrouw waren, wierden de Huwelyksgeboden gefluit door een Burgermeisje aan wien hy door Trouwbelofte verbonden en die van hem bevrucht was, het geen de Bruidegom hem zoo flerk aantrok, dat hy uit een dolle wanhoop zig zelfs met een Scheermes de Gorgel afmeet: Hier op volgde vier jaar daar na het Huwelyk van 'janisfa met een redelyk bemiddelt Koopman van de Stad, en twee jaren met dezelve getrouwd geweest zynde, beviel zy van een Zoon, die denkelyk overeenkomftig myne Aftrologifche Waarneeming op de bepaalde tyd van het jaar 1787, ingeval 'er een Volksbeweging tot verandering van Regenten plaats mogt hebben, dan ook in deeze btad den Stoel der Regering bekleden za'. I. * I. 2. * 2. 3- — * 3. Welke Mondftrelende en Uitgekipte fpyzen zullen tog voor het luifterlyk Gastmaal rakende het Schrikkeljaar I796 opgedischt worden ? Zal misfchien de Zinnebeeldige vraag van één Nieuws. g.er,ng Koffyhuisloper zyn: _ï- Wel hoe! hoort men één Staatkundige Straatflyper al vraagpolzende uitroepen, zou zyn bekoorlyk Begin ,waar van onzen Haarburgfche Aflrologist aan- * u n3? gemaakt heefc' niec in & hernieuwing van het Oude Bondgenoodfchap tusfchen de Batevieren en één ze- Vril^rfnp.C Va° dr-ie Ei,anden beftaan? -f" geraden Zl li DJFl™Jn™'Ven de hsgefcboten Inoop onder deeze twee aloude Bondgenoten vaster toehalen, maar zy zeggen evenwef dat er een bloedige Oorlog op volge zal -iT Ja maar zegt ondertusfchen één baardelooze Staatsman die ryk in vinR * dings-  C -30 ) * dingskracht vrn nooitgebeurde Nieuwstydingen is, zyn Be-- * haaglyk Midden zal daarom niet veel te beduiden hebben 9 * als de Veldvruchten dat jaar meest over al vernielt zynde, een * fchaarfe Oogst belooft. Als de Lucht viel, was het onwederfprekelyk met alle levendigefchepzelen gedaan; Maarzoo lang de Planeetkundige Waarnemingen ons niets van de ver» wachtwordende vernieling der Veldvruchten, en bedreigde fchaarfe Oogst vertellen kan het Behaaglyk Midden van het jaar 1796.dingen van verIcbillende Natuur -begrypen', welke voor kloeke verflanden veelbelovende uitvindingen voor/pellen: Gelyk by voorbeeld, dat de Bankroeten uit de Mode zullen geraken, om dat Niemand meer voor fchulden zal mogen worden aangemaant; Verder, dat de getrouwde Vrouwen, en ongetroude Galante Dames, zoo veel, en zoo weinig Kinderen zullen kunnen krygen als zy maar zelfs willen; en wyders dat welbefpraakte Mannen zonder kundigheid of ondervinding, de voorzittende plaatzen in de Raadzalen zullen bekleden: "Geen wonder ook! want, Nemo Mortalium Omnibus Horis S ap it. — ~ Maar hoe ftaat het met zyn verrukkelyk tin. * del word 'er vin wegen een Plezierbeminnend Nachtloper op * eene meefterachtige toon gevraagt; Die vraag verbaast my * niet: Ik zal ze onbefchroomt en volgens de Naaldwyzer van * het Planeet Compas gaan beantwoorden. ~~ lk noem één verrukkelyk Eynde wanneer byzonder een fcbrikkeljaar voorfpoedig cf ten minfte zonder drukkende rampfoeden afloopt, en daar by waarfcbynelyke vooruitzichten van opgevolgende Gelukken aan de band geven; Ongeacht bet zelve, befchouw. ik het verrukkelyk Einde van het jaar 1796 onder een twederlei verfchillend Gezichtpunt, als in de eerfte plaats, die geheele Staten, Landfchappen, en Volkeren raken, of in de tweede plaats die zig alleen bepaalt tot zommige uitzonderende Perzonen: In de laatfle betrekking zal bet één verrukkelyk Einde van dat jaarperk voor Noodlydende Menfchen van den braave Burgerftatd wezen, wanneer ten haren behoeven een liefdadige Onderftand Beurs van Twaalfmaal Hondert duizent Guldens Kapitaal hier te lande zal worden opgerecht; En met opzicht tot de eerst befchreven onderfcheiding, als de warmte van de lievelyke ftra-  ( -3- ) fti-alen der Vreede Son algemeenlyk over gansch Europa zal komen opdagen, en de aller eer (le grondfchets tot eene univerfeele verdraagzaamheid van allerhande verfchillende Geloofsgenooten , en Kerkvereeniging onder de Volkeren van de Christenheid, onwrikbaar plaats zal vinden. N°. VII. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, ONTDEKKENDE Aartige, Zonderlinge, en Vrolyke Horoscoop Avanturen, voor de drie Loopjaren 1797, 1798, en 1799. 2V iemand gelukkig voor zyn Dood! was wel eer de zetregel van één OudvaderJ onder de Heydenen, die meer behagen in het Sterven, dan in het Leven fchepte; Dog zoo wei de Pbilojophen, als de Aflrologisten van deezen tyd die meer het Leven beminnen, betonen wel degelyk dat zy van een geheel andere [ do ik ?.yn, en durven daarom zulk eene kwalyk geplaatlle Wonderfpreuk met bekleede betvysgronden flout tegenfpreken. Als men alle de Hoofdgebreken Van het Menschdom op een Lysi a-angeteckent zag, zou men 'er voorzeker geene vinden die door haare gcvaarlyke uitwerkzelen meer in het oog liep, nog dodelyfer voor de beroering, der Harstochten en tot het volvoeren van misdadige befluiten is, dan dat zoort van Jalouzy, 't welk men u eene eigentlyke zin Minnenyd noemt; Hoe veele oncclbaare Moorden en Doodflagen zyn uit die helschvlammende R % kolk  C 132 ) kolk niet al opgewelt : De Gefchietboeken leveren oneindige voorbeelden van Martelaren, welkers Harten door Minnenydsvlagen gefchokt, hun eige Beelden in het ftuk van zelfsdoding geworden zyn; Op deeze Vrywillige Slachtofferen der woedende Minnenyd kan men altoos de aangehaalde wonderfpreuk Niemand Gelukkig voor zyn Dood! niet gevoeglyk toepasfen, terwyl deeze beklagenswaardige Speelballen van het verflindent vuur ener dwaaze Jalouzy, onophoudelyk door de tormenten van alle de tomeloze driften te gelyk aangevogt wordende, genoegzaam alle uuren al levende fterven, en ftervende een rampzalig Lot na hunnen Dood te wagten hebben. Ik heb meermalen myne Vrinden de Planeten geraadpleegt of 'er geen Geneesmiddel voor zulk flag van Maatfchappy bedervent Gebrek, waar door de reede uitgedooft, en het verftand bedwelmt wierden, kon uitgevonden worden, en onlangs heb ik nagefpeurt, dat de gebruikmaking van dit groot Geheim voor het jaar 1797 wierc bewaart ; Alvorens daar van opening te geven, zal men my wel willen vergunnen van zommige Wetenswaardige Aftrologifche proeven die my aangaande de Minnenyd in myn Beroep van tyd tot tyd voorgekomen zyn, by wyze van Geestverkwikkende Gefchiedverhalen te gewagen: Ondertusfchen dat het waailyk te bejammeren is, dat 'er niet eerder om een onfeilbaar proefhoudent Ge* «eesmiddel voor zodanig een Mensch verteren de kwaal ged'agt is. Men moet egter niet begrypen dat ik de oorzaken van allerley gevallen van Minnenyd zonder uitzondering, voor onwettig, en veel minder voor Misdadig uitkryten wil; Ik ben volmaakt overtuigt , dat veele derzelve onvrywillig zyn, en haare geboorte uit zuivere bronnen van Liefde ontlenen; Maar dit belet daarom niet 9 dat de beftorming der Jalouzy voor zoo veel zy Minnenyd genoemt kan worden, eene gevaarlyke Harstocht is, die men in zyne allereerfte beginzelen door de gezonde reede behoort te beftryden, om dat wanneer zy al te diepe indrukzelen in het Hart gemaakt heeft, niet gemakkelyk te ontwortelen valt, en doorgaans hoe onmisdadig de bewegende oorzaak ook mag fcheinen, altyd in haare gevolgen meer of min met kwaade oogmerken vergezelfchapt gaat, en dus wel degelyk aftekeuren is. Laat  ( -33 ) Laat ik hier thans ter qnderfchraging van dit myn gevoe len, eens een voorrrefvelyk Afbeeldzel van de'fchadelykê uitwerking der Mimie -yd in alle zyne natuurhke trekken "aan kleuren, en als eene niet onbevallige fchildery van voorzeg, kunde opfchotelen: Een ordentelyke Jongman te Frankfort die aldaar de hoedanigheid van Eerfte Pakhuisknegt by een voornaam Koopman bekleede, had by ongeluk zyn oog laten vallen op de Dochter van zyn Patroon, wiens enigfte Kind het was; Martana Jong, fchoon, en beminnelyk, was gedurig van eene talryke fchaar van Pretendenten omring, welke op haare bezitting vlamde, waartoe haar Verftand, Deucht, en de rykdommen die haar Vader door den Koophandel behaalt had. met weinig fcheen toetebrengen: Alle deeze onoverkomelyke zwarigheden deede de verliefde Floris klaar bemerken de onmogelykheid om Martana tor zyn Vrouw te kunnen krygen hoe zeer hy by haren Vader wegens zyn vlyt en getrouwe pppasfing m eene goeden reuk van vrindfchap en vertrouwelykheid ilond Onaangezien zulk een vleyend vooruitzicht van dien kant, befloot hy de ftüzwygentheid te onderhouden, en by zig zelve optekroppen eene zielsaandoenelyke harstocht, waar van hy het gevoel vrugteloos poogde tefmoren: In het midden van zulke grievende hanskwellingen, wierd zyn Patroon door zoo yeele drukkende tegenfpoeden in zyn Koophandel te gelyk befprongen dat zyne zaken daar door in verwarring geraakte, zodanig dat hy in gevaar was van te moeten fpnngen: Alle de Pretendenten van Martana vloden op de ruchtbaarheid daar van weg, behalven één, die haar setrouw bleef terwyl Floris hoewel getrofven door de onïe. lukken van haren Vader, hier door enige flaauwe Moed begon te fcheppen, dog fteeds bevreest om zig aan het vooral? Tf,bieïde. te verklaren> vercrooften hy zig met het ftrelend denkbeelt dat de tyd een gunffiger Keer aan zyn noodlot zouden kunnen geven. Ondertusfchen was de breuk die ZnAa V£U! Mariana in zvn Negotie onderging, de dwingende oorzaak, waarom by niet langet by hem blyven kon, rZl ? J£r bewerkinS van W Fortuin geradelyk zig na Holland te begeven, en hy vertrok vervolgeas na Amfddam, R 3 na  ( 13+ > n een teerhartig aficheid van zyn Patroon en zyne Dochter te hebben genomen, het geen aan beide kanten zonder traanftortiner niet toeging. ^Floris maakte na.verloop van drie jaren tyds door zyn naar» ftigheid en ongemeene bekwaamheden zulk eene onbedenkelyke opgang in deeze handeldreyvende ftad, dat hy Boekhouder op een der Voornaamfte Comptoiren wierd; Intusfchen behielt hy gedurende die tyd voor Martana die Neigingen in het Hart welke zyne vergenoeging benam, en hem by aanhoudentheid in één kwynende ftaat deed leven: Ondanks dit alls, vernam hy met een zonderling vermaak door de btievewisfeling die hy met zyn gewezen Patroon te Frankfort zedert zyn verblyf in Holland zorgvuldig onderhouden had, dat zyn Dochter tot nog toeongetrouwd gebleven was. Onderwylen dat Floiis zig te Amflerdam bevond , wierd hem door één oprecht vriend die zyne geheimen wisr, en wien bygevolg al zyne vertrouwelykheid bezat, eens aangeraden om zyn toevlugt tot myne Planeetkundige Onderzoekingen, aangaande de onderfchepping zyner toekomende Lotgevallen te nemen; Floris van die raadgeving gebruik ma. kende, kwam aan myn Huis, en na my van~al het voorverhaalde een openhartig verfiag gedaan te hebben, trok ik volgens zyn verlange zyn Horoscoop'. Hoor Myn lieve Jongeling zeide ik, Gy moet van de Liefde voor Mariana afzien , en niet weder na Frankfort gaan, want de Orakelfpraak van u Planeet waarfchouwd niet ouduifter dat Gy door eene wanhopige Minnenyd beflormt zullende worden, het u Leven, en het haare kosten zal. Tegen myn raad, of liever tegen myne Aftrologifche Voorzeggingen ondeiftond Floris hoe bedagtzaam anders in alle zyne handelingen, vier Maanden daarna, één Reis van uitfpanning na Frankfort te doen, op het bericht dat hy van daar bekwam dat Mariana eerlang in ondertrouw zoude treden met uie Pretendent die haar alleen getrouw gebleven was,toen haar Vader zig door tegenfpoeden befprongen zag, en die, zoo door zyne gereede middelen, als door zyn Crediet, de vervallen zaken van dezen cngelukkigen Man grotendeels herfteld had; Die tyding wierd de volgende Postdag nog nader bevestigd door eene eigenhandige Brief  C 135 ) Brief van zyn gewezen Patroon te Frankfort, houdende de kennisgeving dat zyn Dochter Mariana werkelyk de Bruid met haar voorzeide Pretendent geworden was, en dat hy verzogt wierd, om de vrolykheden van het Bruilofsfeest te willen by wonen, als hy zyne zaken daar na knikken kon: Meer behoefde niet, om Floris in wiens Hart het vergift der Minnenyd geflopen was, zyne Reis derwaards te doen verhaaften, onder het nemen van het gruwelykfle befluid dat men bedenken kan. By zyn aankomst te Frankfort, wierd hy 'er door zyn goedhartige Patroon, zyn Dochter, en haare Bruidegom nevens de verdere aanwezende Bruilofsgenooten met ongemeene tekenen van Vriendfchap en Gastvryheid verwellekomt: Men verwonderde zig egter niet zonder reede dat Floris ongeacht zyn fortuinlyke (laat, zoo zwaarmoedig van Humeur geworden was: Hy daar en tegen vond Mariana blygeeftiger en beminnelyker dan ooit, en ieder kus die hy zag dat haar Bruidegom haar gaf, waren als zoo veele doodpriemen in zyn Hart, en ontvonkte hoe langer hoe meerder zyne blakende Hartstocht van Minnenyd tot zwartgallige befluiten van wraakzucht. Midlerwyl naderde den Dag waarop het Huwelyk van Mariana voltrokken moest worden, een vreeszelyke dag voorwaar, die hy tot de volvoering van zyn afgryzelyk ontwerp uitgekipt had. Met zulke Moordadige oegmerken bezielt, veinsde hy in den Ochtenftond van de Bruilofsdag, dat de Bruidegom nog afwezig, en Mariane bezig was zig in haar flaapkamer aantekleden, dat hy haar uit de Grap eens alleen moest fpreken, vermits hy uit cchting voor zyn gewezen Patroon haar een Prefent fyne Diamanten uit Holland had meedegebragt, die ter verciering van haar Pronkgewaad te pas kon komen; Men liet hem begaan, om dat men hem zederc lange jaren als één vertrouwd Vriend van het Huisgezin aanmerkte : De Vader van de Bruid dat één kortswylig Man was, vond dien voorflag zelfs zoo verplichtende, dat hy hem raade zyn Dochter daar meede aangenaam te gaan verrasfchen. — Cae Floris zeide hy tot hem, zy is thans alleen met een Diemtmaagt in baar Kamer y zy zal benieuwd opkyken, over bet  C 136 ) het Gefchenk dat Gy haar doen zult! Floris begaf hem daar op na Mariana, intusfchen dat haar Vader om hem meer Vryheid te geven de Dienstmaagc alvorens uit de Kamer riep; Zoo drae hy binnen trad, floot hy zorgvuldig de Kamerdeur, en begon zoo men meent, eerst van eenige vrypostige Liefkozingen gebruik te maaken, waar in hy aan de zyde van de Bruid veel tegenftand ontmoete. Dit ontvlamde zyne Gramfehap dermaten, dat hy zonder verder bedenken Mariana met een Dolk doorflak, vervolgens één fcherp aangezet Mes nam, waar meede hy haar het Lighaam als in een ogenblik openfneet; Het Hart uit het Lyf rukte, en verfcheidemaale van verwoetheid het met zyne tanden poogde te verfcheuren, wa:r na hy:zig zelfs met dat Mes nog rokende van het bloed van de vermoorde Bruid, de Gorgel van de Keel affneet; Men kan ligt begrypen, maar niet gemakkelyk door de Pen afmalen, de geweldige opfchuddingen en yzelyke treurgalmen, welke dit moordadig bedryf in het Huisgezin van de ontzielde Bruid veroorzaakte: Ook ging die tyd de fpraak, dat de radelooze Vader en de wanhopige Bruidegom van Mariana, beide ter zaake van het gevoel deezer voorbeeldeloze fchrikdaad, (waar in de uitwerkzelen der vervloekte Minnenyd uitblonk) zinneloos geworden waren. Heeft de paalloze ondeucht der Menschverguizende Minne» wyd plaats by het Mannelyk Geflacht, hoe veel te meer zal zy plaats vinden by de Vrouwelyke Sexe, by wien men de hevigheid der Driften vry wat fterker werken ziet; Ik zoude gedurende de tyd van 36 jaren dat ik my op het beroep van Aftrologist met de borst toegelegt heb gehad, meer dan zeventig voorbeelden van dien aart kunnen boekllaven, welke my door Horoscoop- t ekkingen gebleken zyn: — Wel aan, laat ik 'er flegts van aanib'ppen dit enkele geval, het geen dubbelde opmerking verdient. Angelika één welopgevoed Meisje van het aanzienlyk Burgerfchap van de vermakelyk Hofplaats 's Gravenhage, wierd zedett het tydftip van haar Vreyfterfchap , dat is te zeggen dat zy vatbaar voor de aanzoekingen van haare Hartsbeftormers begon te worden, aldaar voor een weergaloos zagtzinnig Humeur geroemt, maar  C 137 ) waar te gelyk veifleten voor zodanig een Koetónnie voorwerp, aan wien de Lieidensverklarfogen van aiierlei fiag van Pietendenten, genoegzaam gansch onverfch.llig waren: Het gelukte nochtans een Jong dog bedreven Rechtsgeleerde na oneindige Vtugteloze Pogingen te hebben aangewend, om ten laatften hec IJaro van Angdika door zyne welbespraaktheid, eedienftigheden, en innemende manieren te winnen: Zy kwam op een Lentetyd eens te Amfteldam in gezelfchap van haar Pretendent en rog een Jonge Jufvrouw die zy haar Nicht noemde, en %/« genaamt wierd, en het was ingevolge hun eenparig verzoek, di ik de Horoscopen van deeze drie Perzonen trekken moest waar toe zy yoorbedagtelyk by my gekomen waren; De Planeeteklanken luiden ten haren opzigten aldus. «-weeceKian,, Als Angdika minder Jaloers, Emelius wat minder on„ ltandyastig en Jetje wat minder verlieft was, zouden zy alle drie een gelukkig Levenslot te wagten hebben; Maar door de „ zamenkoppeling van elkanders Hoofdgebreken zal dit drietal „ Perzonen de Bewerkers van hunne eige^ongelukken zyn: Zoo „ dat Angehka door verregaande Minnenyd vervoert, haare Le„ vensdagenm eene kwynende ftaat zal %ïen, de trouwloosheid „ van .£melm tanden opzichten loon na werken zal krvgen „ en het verliefde hec Slachtoffer van de MinzalwoS» Een zoo ongevknde Aftrologifche Waarfchouwfag welke zy haar alle drie om gelukkig te blyven, ten nutte hadden behoren te Z ken fcheen hun toenmaa nog weinig te ontzetten; Zy bekeken malkanderen met een geLat van verwondering; Gr mlachte eenS en zonder hec minfte misnoegen daar over te doen blyken wenschte zy my op eene fpotagtige toon, verzelt van alleLnde' misfelyke gebaarden een lang en vrolyk leven, onder be S van éen Goude Ducaat die net Negen Stuivers te ligt woog i Ik geloof dat het pas twee Maanden aanliep, dat AnZlka Z andermaal, dog gansch alleen een Bezoek kwam doen zeL? de wind ' daarnPeet d3C Zy myne Schouwing balcïdf in" de wind nad geflagen, want dat haare ontrouwe Minnaar ïw rop°nemareh °Sba2dige Nkht -rliergerï ^ de^ was-PDit ve'rhS Zede" t£n hareD °Pzichte" nierkely/verkoeft was, D« verhaal ging gepaart met zulk een fiere houding, .« ^ uic  C -38 J uit men de Minnenyd klaar kon zien doorftralen: —— ,, Weest ,, niet ongerust Mejufvrouw zeide ik, Emelius en u Nicht zul„ len nooit een Echtelyk Paar worden; Hy zal na haar onteerd te hebben, haar zoo trouwloos verlaten als hy u gedaan heeft, „ en zy zal altyd één Ligtekooy blyven." Dit fcheen de Eer. zucht van Angelika wakker te flrelen, maar haar Minnenyd verdween daarom niet; Tot een blyk dat zy over my meer voldaan was dan de haltemaal, befchonk zy my uit eige beweging met een gerande Ducaat die zyn volle Gewicht had: Een jaar of twee daar na hoorde ik by geval van een Hagenaar verhalen, dat Emilius na Jetje bezwangert te hebben, haar had verlaten, en met een andere Dame getrouwd was, als meede dat Angelika door Minnenyd aan eene ongeneeslyke teringziekte kwynde ,• Invoegen de Horoscopen in zyne gevolgen na de Letter bewaarheid geworden waren. De Planeten waren bygeluk in eene vrolyke luim, toen ik myne Starrekundige Obfervatien over de drie allerlaatfte Loopjaren van de tegenwoordige Eeuw ondernam; Myne verhandelingen dien aangaande zullen opgevuld zyn met een zamenmengzel van kluchtige dingen welke my niet ongefchikt voorkomen tot een aangenaam tydverdryf voor vermaak zoekende verflanden: Wy beginnen met het jaar 1797, wanneer de Ojevaren niet weder na hun onbekend Land in het Najaar zullen te rug gaan, gelyk voormaals by die ondoorgrondelyke Vogelen kraam alle jaren regelmatig in gebruik plag te zyn. Men zal verder in den loop van dat zelve jaar de lang voorgeflagen aanftelling van Huwelyks Makelaars eerst wettiglvk door het gezrg van 1s Lands Overheid tot ftand gebragt zien; Welk een gemakkelyke zaak om trouwzieke Meisjes fchielyk en zonder lang geyryd te wor* den aan een Man te helpen ! Trouwens dat flag van Makelaary heeft zedert het begin van deeze Eeuw hier te Lande al onder de hand in zwang gegaan, zoo dat een bemiddelde Jonge Dochter op die manier altoos heeft kunnen gekoppelt worden: Maar het geen de meefte niet zal fmaken is, dat 't jaar 1797 als eene ftaale wee zal worden ingevoert, dat alle Vaderlanderen zonder onderfcheid van ftaac of geboorte, den Ouderdom van ï 8 jaren ten vollen bereikt hebbende, verplicht zullen wezen het Va*  C 139 ) Vaderland twee jaren met de Wapenen te dienen, en by weigering van dien van alle voorrechten aan het Inboorlingfchap verknogt, voor akyd verdoken te blyven; Hoedanige twee jarige Krygsdienst begrepen moet worden alleen tot 's Lands beveiliging te zullen drekken, en dus genendele om hier docr deeze of geene byzondere Volksfacfien aantekleven: Van welke Vaderlandfche Wapendienst nochtans bevreyd zullen blyven alle gehuuwde Perzonen, gelyk ook ongetrouwde Mannen, boven de 50jaren oud, en zullen ook telkens maar te gelyk tot den tweejarige dienstgebruik worden eenderde gedeelte der Jongelingen welke zig in het Vaderland bevinden, en die het by Loting te beurt gevallen zal zyn, Behalven het voorgaande, behoort al meede onder de kluchtige Nieuwigheeden van het jaar 1797. geteld te worden, de Lofwaardige uitvinding rakende het beproeft Geneesmiddel voor de Jalouzy of Minnenyd, waar van ik hier vooren melding gemaakt hebbe, en waar van ik thans opening geven zal; Men dient dit redenkundig Geneesmiddel ondericheidentlyk te behandelen, en zorgvuldig toetezien, by hoedanige Perzonen die inkankerende Hartskwaal zyn Zetel houd, namelyk of de befmetting eigentlyk plaats heeft by getrouwde Mannen en Vrouwen, dan onder verliefde Jongelingen en Jonge Dochteren: In het geval dat één der Echtgenoten daar van befinet word, behoord 'er al verder gelet te worden op de bewerkende oorzaak, die gegrond of veeltyds ongegrond kan zyn, aangezien zommige deuchtzame Vrouwen om haare grilligheden den teugel te vieren, niet zelden vermaak fcheppen om haare Mannen met opzet Jaloers of Minnenydig te maken, terwyl andere door haar galant gedrag daar toe menigmaalen te veel wettige oorzaken geven. De noodzakelykheid of onnoodzaakelykheid van dien, vertoont zig dikwyls aan de zyde der gehuuwde Vrouwen, met betrekking tot dè gedragingen hunner Mannen in geen minder aantrekkingskracht, vermits de debauchante Levenswyze van een getrouwd Mande wortel tot noodzakelyke Jalouzy of Minnenyd in het hart van een braave Vrouw kan doen fchieten; ondertusfchen dat ongeplaafte en beuzelagtige verdenkingen van haar kant, onnoodzakelyke Huyskrakeelen verwekken, die het Hoofd van een gefchikt Man Sa op  ( Mo .) op den hol kunnen helpen; Ik ben derhalven van begrip dat Man of Vrouw die om eene niet waardige oorzaak met Jalouzy b«z*ris, de wenen van het Huwelyk kwest, en de Eer om (teelten een wederhelft, walkers goede Naam de Echtgenoten ter weder, zyden boven alle dingen van de W.ereld behoren te waarderen: Men kan geen beter Geneesmiddel voor de zodanige aanraden \ •lan dat de geene van hen, welke aan dat zwak mank gaan, haar Negen dagen lang in eene donkere kamer opfluiten, gedurende het zelve niets dan Water en Brood nuttigen, Hondert agteréén volgende Nachten hen van de Echteiyke bvfl ping onthouden , en ik ben verzekert dat zy deeze raad opvolgende van hunne zotte Jalouzyvlagen geneezen zullen zvn. Het Geneesmiddel voor de Jalouzy, of zogenaamde Minnenyd tusfchen twee gelieven, welkers verkering mee welmenende inzichten gefchied, is van een gansch vtrfchiilendenatuur; Want behalven dat geen Liefdehandel onder Jonge Luiden die de Trouwftaat beogen , zonder eene betamelyke Jalouzy van weerskanten beftaan kan, en zulk zoort van Frywillige Minnenyd gewoonlyk het Lokaas is, om de Liefdekoorden tusfchen een paar Simpbatizerende Harten vaster toehalen: Zoo is aan de andere knnc de Onvrywillige Minnenyd die uit Ontftandvasiigheid, Afkerigheid, en Onverfchilligheid van het beminnend voorwerp,, of uk meer andere grievende oorzaken ontftaat, een hatelyk gewrocht., die önvermeydelyk meestal tot dolheid van befluiten of verkorting van het Leven overilaan moet, waarom het Geneesmiddel ever> redignade kwaal dient ingerigt te zyn. Aldus kan het by voor. beelt in het eerst onderftelde opzicht volftaan, wanneer de beide Gelieven een afwezentheid van drie Dagen,, drie Weken, ofwel drie Maanden beftiptelyk onderhouden, zonder malkaar in die tusfehentyd te zien of tefpreken, en vervolgens na verloop van dien, hunne zielsverrukkende verzoening niet eerder beginnen tot ftand te brengen, dan op den derde, zevende, negende, of één en - twintijifte dag van een Maand; Maar in het geval van eene Onvrywillige Minnenyd, daar men de Haat.met de Liefde zamen mengt, is 'er geen ander proefhoudent Geneeskundig middel te bedenken, dan dat het gehoont voorwerp het zy Jongman of Jonge Doduer, in wiens Hart het onblusbaar vuur de Jalou-  ( Hi ) zy geflbpen is, zig één avond dat de volle Maan zyn fchynzel geeft, op de voet doet aderlaten, en het bloed, ter zwaarte van een paar Oneen, vermengt met de Spiritus Anii Simpbatica het welk van de Sipagtige harzenen der Oliphanten gedookt word, en daar meede (na dat men geleuentheid heeft) bellrykc of bevogtigt de neusdoek, kledeien, of iets dat to^ehoord aan de Perzoon die de bewerkende oorzaak van de Minnenyd is, als wanneer men oogfchyneiyk bevinden zal . dat deeze dodelvke kwaal hoe ingeworteld ook terftond verkoelen, verdwynen, of om het nog kragtiger uittedrukken, in haare gevaarlyke eevol^n ten enemaale ophouden zal, • .; Aanbehngende de beide laatfte jaren 1708, en 1799, welke het Eeuwperk dat wy beleven, (laan te befluiten, al hoewel 'er juist geen groote wonderen van te voorzeggen vallen, zoo zutJen egter du tweetal jaaren nog al enige zonderlinge en koddige Ayanturen uitleveren; Op de vporfpraak van één Jongeoverbekoorely- aiS dan Veel invloed °P hec narc v'an een Jong Vorst zal hebben, en die denkelyk alle haare vermogens ter' bereiking van haare verdere oogmerken by haare Vorltdyke Aanbidder in later tyd oordeelkundig zal weten te doen gelden, zullen in den jaare 179^, alle Cnmineele zoo Militaire ah. Burgerlyke Gevangen, zonder onderfcheid van de tyd der Gevangefchap waar toe zy gevonnist waren, hunne vryheid bekomen, en alle deGevangehuyzen in deeze Landen,ingevolge van dat uitgewerkt algemeen Pardon, op de Verjaardag van dien Vorst ontlToren worden: Ue Staatsmannen in zommige Landen van Europa, zullen te midden van het zoo evengemelde jaar eene Duiven Poftery oprechten , om door middel van makke en daar toe geleerde Du:ven, Brieven van aangelegenheid tot zelfs buiten 'sLands aftevaardigen, met een zodanige weergaloze uitflag voor de Kabinet geheimen , die de waereld verbazen zullen .Tchoon deeze geestryKe uitvinding die alle ongevleide Loffpraak verdient, van geene lange duur zal zyn. Myne Vtienden de Pianeeteh zullen het volgende jaar 1799 de groote Eeuw Proces'fie verrichten, welke zy su e hondert jaren gewoon zyn te doen," en zoo myn geheugen my de parten niet fpeelt, meen ik 22 Maanden geleden in myn Vfi/ervatonum waargenomen te hebben,..,. Och laat 1 £ 3 hzk  C 142 ) het maak zwvgen! — Wel v: aar om zou ik het verzwygen? dat Batavia de Hoofdplaats van Neerlands Indiën. na in dit allerlaatfte Eeuwjaar door een heirleger gedroste Europiamn en wilde Bosch Negers afgelopen, of overweldigt te zyn, en dus na de gehoorzaamheid voor haare Opperheeren te hebben afgefchud, de eerfte grondfteen tot eene vrye en onafhankelyke Staat zal leggen; Maar dat de Eerzucht van den als dan gebiedende Gouverneur Generaal, die oorzaak tot deeze ^weldadige opfchuddingen geven zal, ftrengelyk gertraft zullende worden, het Eyland Java en derzelver Hoofdftad door welbeleide Krygsmaatregelen by den aanvang van de aanvoigende Eeuw weder hernomen zynde, op nienw als één noodzakelyk en onontbeerJyk wingewest in het bezit van de Oost-Indifche Maaifchappy geraken zal, met dat gevolg, dat zedert dit heugelyk tydftip aanmerkelyke fchatten uit dat waerelddeel in het Vaderland zullen aanfpoelen. N°. VIII  NA-BERICHT, VAN DEN UITGEVER. !3Cot dus verre gaan de Aftrologifche Voorzeggingen van den groten Ludeman, voor zoo veel de tegenwoordige Eeuw betreft, en waar van dit gedeelte het Eerste Stuk uitmaakt; Het Tweede Stuk van zyn Triumph - Zaal dat met de Negen-' tiende Eeuw zyn aanvang neemt, en in derzelver tydperkverhandelingen vry uitgebreider zal wezen dan het Eerfte Stuk, is bereids ter Drukpersfe gelegt , en zal binnen zes weken of vroeger desgelyks het Licht zien. Men zal het misfchien heel ongefchikt vinden dat dit Werk niet volledig, en juist in twee aparte Stukken zoo kort op eikanderen volgende, uitkomt; Maar men gelieft te begrypen , dat hoe zeer wy in hoe-  N A - B E R I C H T. hoedanigheid van Uitgever onverplicht zyn daar van aan Iemand rekenfchap te geven, wy ons nochtans in de noodzakelykheid bevinden om te moeten verklaaren, dat ten opzichten van de uitgave van dit geestryk en albevattend zamenftel van's Mans Voorzegkunde , wy ons beftiptelyk hebben moeten binden, aan het geen hy by handfchrift, gevonden onder zyne begraven Papieren, uitdrukkelyk bevolen had, en volgens welke flegts de Voorzeggingen die deeze Eeuw betrofven, voorden Eerften Augustus des jaars 1787. waereldkundig moeite gemaakt worden. Om dat (zegt hy) uit de aanéénfchakeling der Gedenkwaardige Gebeurtenis/en die als dan na zyn begrip hier te Lande plaats zouden hebben, by voorraad ~J?est te befluiten zouden vallen, op hoedanige gronden van waarfchynelykheid, of onwaarfchynelykheid hy het zevental zyner uitgekipte Voorzeggingen voor het opvolgende Wonderjaar 1788 gebouwd had.  TBJTJMPH-Z AAL, VAN ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN; O F D E NIEUWE SPIEGEL DER WAERELD, VAN DEN ROEMVERDIENENDE PHILOSOPHISCHE, GENEES, en PLANEETKUNDIGE DOCTOR JOH CHRISTOPH. LUDEMAN. Een echte en merkwaardige Gedenk-Zuil van 'smarss kundigheden in de Aftrttogie, en het trekken van den Horoscoop; ontwikkelende alle de geheimen en verbazende Gebeurtenisfen, byzonder dezulke, welke tot de Lotgevallen van het beroert Vaderland bstiekking hebben, die by den aanvang van het Wonderjaar 1788-,, tot het midden van den Jaare 1835, ftaan voortevallen , en die elders niet te vinden zyn. Op last van den Aftrologist Ludeman tot nog toe vtrzegelt, en begraven gebleven, om etrst 30 Jaren na zynen dood waereldkutidig gemaakt te worden. mdcclxx;xvii. TWEEDE STUK. ' nL ' AIkm"r - Bartemink J Amfterdam , J. B. Elwe; V Bosch ff' V r, v«"*r«««i Le.den, de DoeSi Rotterdam, D Fis en Krap Schiedam Portman ; 's Hage ffynands envan Dreckt; Haarlem , Kampman ; Hoorn! nïkér^L, .dn bUrg' UtreCht' Emtaes' Leeuwarden, T^feUngf Z\ neker, Romar; Deventer, Brouwer; Zwoll , Clement ; Gron ngen, Hukngi Déekma en Groenenberg; Zutphen van Eldick ; en verder alom. "u,JtnS**   C 143 ) N°. VIII. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, O F PLANEET - BAZUIN UITGEBLAZEN OP Met Eerfte Schrikkeljaar van de Nieuwe Eeuw, invallende Anno 1800. GROETPLICHT van LÜDEMAN. 'V^elkom Negentiende Eeuwl Gy moet, Gy zult alles bellisfchen, alles voleyndigen, want het getal van 1800 waar meede Gy begint, heeft oneindig veel te beduyden,- Een getal hetwelk met zes en zestig opvolgende jaren aangevuld, de ontwikkeling van de groote Wonderdagen daar Hellen zal; Men zou zig in de droom van uwe Gebeurtenisfen verliezen, indien men alles vertellen moest, ——. lk zwyg daarom HeTa ver,  ( »4* ) ver, maar gedoog Bewonderde Eeuw, dat ik uit naam van het zevental myner Vrinden de Planeten u myne fchuldige Groet» plicht doen mag. Alle de vorige Eeuwen hebben Gedenkwaardige Byzonderheden op het Schouwburg van de waereld uitgelevert; De laast afgelopen agtiende Eeuw kan met recht het Hondert jarig Toneel der Mirakelen genoemt worden: Maar Gy Negentiende Eeuw, zult de prys boven alle uwe tyds Bloedverwanten daar in wegdragen , dat 'er na u geene Tyden , Waerelden , nog Gewrochten zullen gevonden worden, die de opéén ■ llapeling van der Waereldingen Wisfelvalligheden in uwen fcboot voortgek weekt, kunnen beoordelen, veelminderde Nagalmsklank daar van tot eene latere Nakomelingfchap overbrengen. ———» Geluk dan doorluchte Eeuw, mee de nooit gebeurde Zegenpraal dat Gy de Gelukken, en Ongelukken der Stervelingen zult doen eindigen. Na deeze plechtige Begroeting aan de Negentiende Eeuw afgelegt te hebben, vermeen ik verplicht te zyn om gelyktydig de Eeuwelingen welk den eerften dag van den ingang des jaars i8co beleven zullen, hartgrondig geluk te wenfehenj En voorwaar geen wonder! Als zynde één dag waar in hec Majeftueus Planeetefchaar omringt van de twaalf Hemelstekenen van den Sodiak, op glansrvke Tronen van zeven hoofdgekouleurde wolken, openbare Audiëntie verlenen aan alle de Afirologisten, het geen maar eenmaal alle Hondert jaren gebeurt: Een dag waarin Niemand buiten zyn fchuld ongelukkig zal zyn, één dag wanneer de beminnelyke Deuchden opgevolgt, en de hatelyke ondeuchden zorgvuldig vermeyd zullen worden; Om kort te gaan, één dag op welke de Mannen verftandig, de Vrouwen altemaal eerbaar, de Vryers in hunne handelingen oprecht, en de Vrevllers in haar gedrag onopfprakelyk, en in haare denkbeelden niet dubbelhartig zullen wezen: Ja om het maar in enen adem uittedrukken, zulk enen verwonderenswaardige dag, waar in de Menschlieventheid bovendryven, en op de onderdrukking hoe zwaar die ook mag 2yn, Zegenpralen zal. Myn ingefpannentheid van Geest over de gewichtige Voor-  C r45 ) zeggmgen belangende het jaar 1800 voor een poos willende doen üitwazemen, is my,ik weet niet door welke gril, in de gedachten gevallen een misfelyk vreemt ontwerp, dat waarfchynelyk voor zoo veel de onzekerheid van zyne gelukking betreft, by vei re de meefte heetgebakerde Beoordelaars voor een Meefterftuk van zotheid zal worden uitgekreten: Op een Vasten Avond dat ik een zoet Gezelfchap aan'myn Huys verzogt had, om eens op myn manier den volle teugel aan de onbezorgde vrolykheid te vieren, viel plotzelyk de fchoorlleen in van het vertrek, daar wy ons aan de Haard zaten te warmen, zonder dat zulks door enige natuurlyke oorzaken van bouwvalligheid, Stormen of Wind Orkanen fcheen toegekomen te zyn; Ik bemerkte ras dat myne Vrinden de Planeeten my dar kooltje gebakken hadden om my te doen verfchrikken: In dat denkbeelt fprong ik fchigtigvan myn doel op: vloog na myn Studeerkamer, en van daar na myn Obfervatorium. Ik had 'er pas tien Minuten geweest, of ik onderfchepte iets dat ik nooit geweten had, en het geen ongemeen .wel met myne weetgierige onderzoekingen firookte; My daar op weder by het Gezelfchap gevoegt hebbende, liet ik niets van myne ontdekking blyken, en ik beflootden aanvolgende dag eene Wiskundige Proef te nemen van de zaak waar over ik zedert verfcheide jaren myne harzenen zonder vrucht had gekwek: En dit groot ontwerp, hetwelk my in den eerden opflag toegefchenen had als buiten het bereik der Menfchelyke vermogens te willen fpringen , en waar van ik de mogelykheid in de uitvoering door het invallen van myn fchoordeen begon te be> grypen, bedond in de niet algemeen gefmaakie uitvinding om door Adrologifche werktuigen Circumvillatie Hoorpypen by wyze van Corresponderende Wingpompjes in één ichoordeen te praétizeren, door middel van welke men alles duidelyk horen kon, wat'er niet alleen in de andere vertrekken van het Huys dat men bewoont, maar ook in de Appartementen der naastgelegen Buurhuizen gefproken word, of omgaat; De Proefneming waar van de Planeten my verbieden opening te geven, tot zyne volmaaktheid gebragt hebbende, zal ik 'er drie aardige Horosco* $en daar toe betrekkelyk, van gaan befchryven, Waar van het verhaal denkelyk vermaken zal. Een ryke Houtkoper te Zaardam- wiens Hüys vrouw zedert T & haa?  C H6 ) haare vroege jeucht de naam had van wat gahnt van aart te zvn en die getrouwd zynde, na de mooie van de groote waereld wel eens één Minnaar ter fluiks by het vallen van den avond of zomtyds in het midden van de nacht na de gelegentheid het toehet, buiten weten van haar Man gedoogde, vereerde my opeen zomerdag met een ftttig bezoek, die alle de kenmerken van een bezadigt overleg, en een geheim oogmerk deed uitftralen • Ik ontcekte aan zyne maatkundige uitdrukkingen heel fchielyk ,'dac die Man niet ontbloot van verftand, nog onvoorzien van edel. aartige denkenswyze was: In die rechtmatige verbeelding bevond ik my op zyne komst aanftonds door eene Simpharifche kracht ten voordeeie van zyn zaak vooringenomen, zodanig dat ik hem gemeenzaam verzogt, om onder het trekken van zyn Horoscoop en die van zyn Vrouw, te zamen onder het drinken vaneen Bot' tel Wyn een Vrindelyke Pyp toebak te roken i Mirandor zoo ik bier myn Houdkoper by verbloeming noemen zal, nam dien voorflap gulhartig aan. „ Ik ben hier gekomen Ludemau zeyde „ hy, om door behulp van u Planeetkunst één zaak uittevor„ fchen, waar van ik de waarheid fchroom te weten, maarter„ wyl ik het tog weten moet, zoo gelieft my maar fpoedig uit „ den dut te helpen: Ik moet u rondborft.ig verklaren, dat een „ heimelyk Mondgefprek, 't welk-myn Vrouw met een zeker „ Heerfchap van myn kennis dagelyks in een apart vertrek van „ myn Huys houd, my kwaade verdenking van haar gedrag heeft „ doen opvatten, of fchoon het aan de andere kant waar kan zyn „ dat ik daar omtrent mistaste." Onderwylen dat Mirandor dus fprak, blonk niet dan bedaartheid uit zyne wezenstrekken en geene tekenen van uitfporige Jalouzyvlagen openbaarde zig in zyne ogen; Ik deed hem zonder veel moeite begrypen, dat ik hem door de Horoscooptrtkking van hem en zyn Vrouw, nog bedriegen, nog ontrusten wilde, dat het derhalven beter waare dit voor als nog te ftaken, en zyntoevlugt tot myn Mrologisch Werktuig, Ik meen de plaatzing der Hoorpypen in de fchoorfteen te nemen, als waar door hy zelfs best zoude kunnen horen wat er in het verdagte vertrek omging, of gefproken wierdt: Mirandor vond de uitvinding zoo voortrefvelyk dat hy my 50 Ryders aanbood als de onderneming van die uitwerking was, dat ze  C H7 ) ze hem de nodige opklaring van zaken bezorgen kon; Wy beraamde vervolgens den aanvoigende namiddag ter volvoering van ons ontwerp, en ik begaf my met dat oogmerk op de bepaalde tyd na Zaardam, om 'er volgens affpraak te blyven overnachten. Daar komende, geleide Mirandor myterflond inéén Binnekamer, en floot de deur uit voorzigtigheid op hec nacfcflot; zonder vee woprdenwisfeling met eikanderen te houden, ging ik ogenbhkkelyk aan het werk dat ik te verrichten had, en maakte m minder dan drie quartier uur tyds zulk een handig gebruik van myne uitgevonden Wind Pompjes in de Schoorfteen van het vertrek, dat toen de Circumvillatie Hoorpypen vaardig waren,, wy zeer duidelyk konde horen en verdaan, wat 'er in het naastgelegen Appartement gefproken wierd: Hec leet ook niet lang dat de ondervinding ons daar van heel klaarblykelyk overtuigde, want wy waren nog bezig een kop thee met malkaar te drinken! wanneer het geluid van twee ftemmen onze Ooren trof, zodanig dat alle onze oplettendheid zig wende ter aanhoring van het koddig Mondgefprek, het welk Mirandor onderfcheidentlyk vernam, dat tusfchen zyne Huisvrouw en haar Galant in de naburige kamer aanvankelyk plaats begon te hebben. Wat Drom- ZUUuj0ÜWA d°eu t0gli& SatanMe Vent van een Ludeman teer* Was de allereerfte hoorbare klankftem die by te rugkaz ng uit de Hoorpypen van de Schoorftean, kamerwaardsT invloog; lk heb ook niet veel zin in het bezoek van dien Tovenaar, want men zegt dat de Planeten hem alleszeggen wat hy weten wil! Volgde onmiddelyk met een Vrouwen ftem daar op: Och Myn Engel het zyn loutere mal- hgheden dtemen van hem vertelt, Ludeman zal lang moeten loveren eer hy raden kan wat 'er tusfchen ons heide in deeze kamer omgaaif, hoorde wy dat 'er met een Mans iïem dadelyfc £LgnrtW°0rd Wie,dt- 0ndert«sfchen dat wy niet ongeneegen ichenen nog een poos na de afloping van deeze klucht te luiïteall rt Z-g fen Seluid van ee" andere natuur uit de Schoorlteen ichigtig m de kamer horen:. Wy bekeken malkanderen E TCuen gekaC Van verwondering op hec gerucht dat zig. door de Hoorpypen op eene verftaanbare wyze verfpreice, el  { 148 ) bet geen volmaakt geleek na een zoort van zogenoemt kortswylig Ravotten, 't welk onder de beide Gelieven in het aangrenszende vertrek plaats had: Maar Mirandor verloor al zy gedult, wanneer hy door middel van myne uitgevonden werktuig klaar bemerkte dat de Gordynen van het daar ftaande Ledikanc driftig opengefchoven wierden: Hy nam een (lok in de hand, en vloog als één vertvoed Mensch na het vertrek van waar hy wist dat die bovennatuurlyke klankftemmen kwamen , zonder dat alle myne pogingen ter afrading van dien, van enige de minfte uitwerking by hem waren: Hoe het in deeze ontydige Overompeling toeging, en hoedanige onaangenaame ontdekkingen Mirandor by die gelegentheid gedaan heeft, zal voor de Eer van dat Huisgezin best zyn verzwegen te blyven, hoewel ik 'er dit van zeggen kan, dat de zaken zoo hoog liepen, dat de betrapte Galant half geradbraakt door de menigte ftokflagen wel zes weken plat te bed bleef leggen, dat kort daar na één gerechtelyke Echtfcheiding tusfchen Mirandor en zyn Vrouw plaats had, en dat ik dien zelve namiddag toen de Proefneming voorviel, van myn befluid om te Zaardam te overnachten afzag, en weder na Antfleldam keerde, wel hondertmaal verwenfehende in dit geval van myne Aflrologisch Werktuig gebruik gemaakt te hebben, onaangezien Mirandor my enige dagen daarna in perzoon 50 goude Ryders kwam brengen , overéénkomuig de Beloften die hy my gedaan had. Ondanks dit voorbeelc, waar door ik wat afgefchrikt was geworden om de gebruykmaking van de Circumvillatie Hoorpypen zoo ligt myne Kalanten aanteraden, geviel het,dat, na door een bejaart en bemiddelt Koophandelaar van de Stad verzogt te zyn de Horoscoop van Appolonia zyn enigfte Dochter te trekken; Ik deed hem getrouwelyk verflag van myne bevinding, zodanig als best met de aanwyzing van haare Nativiteits - Star fcheen te llroken: Zeggende onder anderen, dat Appolonia op een Loontrekkent Dienaar die onder zyn Huysdak woonde, verheft was, en dat zy zoo goed als te zamen getrouwd waren. Wat wil dat zeggen zoo goed als te zamen getrouwd? Vroeg hy; Dat wil zeggen antwoorde ik, dat  ( H9 ) dat u Doshter meest alle Nachten hy hem [aapt, en dat zy werkelyk van hem zwanger is: De verblinde Vader verklaarde zulks niet te kunnen geloven, terwyl Appolonia wist, dat hy haar één deftig Jonkman van de Stad, die verkering over haar maakte, tot Bruidegom to.'gefchikt bad} De ongelo* vigheid van den goeden Man verdroot my, en ik raade hem vervolgens aan, om de Proefneming van de Wind Pompjes in een der Schoorftenen te bewerklïelligen, en wel in zulk een vertrek het naast gelegen aan de Slaapkamer van zyn Dochter, of aan die van zyn Komtoorbediende, zoo als hy goedvin' den zoude, ten einde met eene volkomen zekerheid te ont« dekken, of de zaak gefchapentheid in beide opzichten beantwoorde aan hec geen ik van Appolonia voorzegt had, en waar omtrent ik wel verzekert was, dat nog de Afirologie, nog de kunst der Waterhekyking my kon doen feilen; Den uitflag van de volbragce Proef is ook van dat gelukkig en aangenaam, gevolg geweest, dat de Vader van Appolonia op één Nacht gehoord hebbende al het geen hy weten moest, en byzonder wat 'er in de Slaapkamer van een der Gelieven omging, vervolgens om zyn Dochter zoo wel als zyn ganfche Gedacht voor één fchandvlek te beveyligen, zyne toeftemming tot voltrekking van haar Huwelyk met zyn Kantoorknegc gegeven had,' Over welke tyding ik my toenmaal hartelyk verblyd betoonde. Het derde Geval dog verfchillende in zyn zoort, waar van men door behulp van myn uitgevonden werktuig iets ongemeen kwam te onderfcheppen, beflond in de volgende byzonderheden, wel waardig verhaalt te worden; - In den voorlaatften Oorlog, dat men op last van de hooge Regering een wakend oog hield op allerley fiag van vreemdelingen, welke zoo wel door haare zonderlinge Levenswyze, als door hunne heimelyke Byéénkomften in een reuk van verdenking geraakt waren, kreeg in.eenmaal het Bezoek van een aanzienlyk Man, dog uitgedoscht in een Gewaad, dat zeer oneigen was aan de uitfchitterende waardigheden die hy bekleede; Ondertusfchen wierd ik welftaanshalve verzogt zyn Horoscoop te trékken, dat ik zonder veel moeite verrichte: Het geheugc my niet meer V hoe  C 150 ) hoe het mee dié Horoscooptrekking afliep, en welke dingen ik zeide toenmaal ootdekt te hebben, maar ik ween daarom nog heel wel, dat dien doorliepen Staatsman ten uitterfte vergenoegt over de openhartige verklaring van zaken die ik hem gedaan had, my vervolgens in vertrouwen vroeg, of ik geen kans zag, om het geen 'er tusfchen een viertal verdagte Staatsverfpieders ineen geheime en afgehuurde Plaats verhandelt wierd, te kunnen onderfcheppen? Ik beantwoorde zyn vraag dubbelzinnig, door te kennen te geven dat het altyd niet mogelyk was om zulks door de Ajlrologie te kunnen doen, alfchoon men de Doopnamen en Geboortelanden van zodanige Perzonen op eene bedekte wyze al eens magtig kon worden, maar dat 'er evenwel nog een ander kunstmiddel overig bleef om hem zyn oogmerk op eene vaster voet te doen bereiken; Zyn hoop hier door opgeklaart ziende, beloofde my onder handcastin* aanmerkelyke vergeldingen , als ik hem in zyne ondernemingen behulpzaam zouden willen zyn: Ik maakte dienvolgens geen verdere zwarigheid om hem opening te geven van het Apologisch Werktuig datik onlangs uitgevonden had, en de doorzichce Staatsman begreep volmaakt de noodzakelykheid om ter gelukking van zyn doelwit, zig daar van te moeten bedienen. Het wasdanagtervolgens ons beraamt ontwerp, en op myne dringende aanbeveling dat hy Deflobt, een Kamer in het Huys alwaar hy meende dat de verdagte Korrespondentie gehouden wierd, voor een Maand of zes te doen huren, en hier in flaagde hy zoo wel, dat hy een Vertrek met een Schoorfteen kreeg, vlak boven de kamer alwaar de gewaande verfpieders gewoon waren hunne Nachtvergaderingen te houden; Benieuwd hoe het met die wonderbaar Avantuur aflopen zoude, liet ik my bepraten om tegenwoordig te zyn by de Proefneming die men daar van ondernam te doen: Wy bleven tot lang na Middernacht de uitkomst van het geval in alleftilte, dog te vergeefs afwagten, en myn aanzienlyke Staatsman begon airede aan het gelukken van de Cifcumvillatie Hoorpypen, die ik in de Schoorfteen geplaast had, te wanhopen, wanneer cp het ogenblik dat de klok één uur floeg, zig een vervaarlyk gedruys van alle kanten door de Schoorfteen van de kamer,in welke wy ons bevonden,begoa te openbaren, gepaartmet zulk één  ( 151 } verward getrommel en van verfchillende Hemmen, dat wy in den beginne niets van het gtfprek onderfcheiden konde. Ondanks dit beletzei, begrepen wy eg'er dat al dit geraas uit het beneden vertrek kwam, alwaar men beweerde dat hec viertal Avanturiers hun intrek genomen hadden. Ook bleek bet, dat wy in onze mening niet bedrogen waren, want wy hoorden,na eene kortftondige ftilftant, een van die fnaken tegen zyne Makkers zeggen; „ Wel nu Sinjeurs had ik het niet gera- „ den, toen ik van de Morgen voorfpelde dat de fleutels niet „ goed waren, wy zyn van de nacht den dans maar by geluk „ ontfprongen: Gelooft my wy moeten hier geen langer verblyf ,, houden j of wy raken binnen kort in de knip, laat ons liever „ van Battaryen verranderen, en na een andere plaats gaan , ter„ wyl wy tog in deeze Stad al over de veertig Duyzent Guldens „ met ons kunstwerk opgedaan hebben." Deeze onbewimpelde Redenvoering waar in de ongeblankette waarheid uitblonk, deed myn Staatkundige Proefnemer klaar bemerken dat hy zig in de Perzonen van die Gaauwdieven , door hem voor Staatslpionnen verflyten, byfter had vergist, en hier door zyne ongerustheid verdwenen zynde, was hy over my voldaan, en beloonde my evenredig de bewezen dienst; Evenwel gaf hy den Onderfchoud hier van kennis, die een paar van deeze behendige Sleutelmakers oplichten, en in hegtenis bragt, onderwylen de twee andere middel vonden nog by tyds te ontvluchten: Hun bedryf belfond om des Nachts door behulp van nagemaakte fleutels in aanzienlyke Huyzen, die zy wisten dat geheel onbewoond, of waar van de Bewoonders na hunne Buitenplaatzen vertrokken waren, intedringen, en al de kostbaarheden, die zy 'er vonden, uittehalen; Door dezen handel, hadden die Heeren Sleutelmakers zedert korte Maanden aanmerkelyke kapitalen hier en elders geftolen, zy wierden gezegt Italianen van geboorte te zyn. Zie daar de uitwazeming,die ik aan myne natbezweete Geest heb willen verfchafven, eer ik overging tot de befchry ving der Voorzegkundige Verhandeling van het Eerfte jaar, en gelyktydig het eerfte Schrikkeljaar van een Nieuwe Eeuw, waar van het jaartal op 1800 berekent word; Men weet dat 'er gedurende de loop van de vorige agtien Eeuwen al vry wat zon» V a der-  ( 5 . delinge dingeu gebeurt zyn die opmerking verdienen , maar bet komt in geen vergelyking by de ongehoorde zeldzaamheden welke de Negentiende Eeuw opleveren zal: Terwyl myn begraven Lighaam de eerfte zeven jaren van die Eeuw nog in bet ilof der aarde zyne zoete doodflap zal houden, om dat ik bedongen heb, dat hst 50 jaren lang in zyn Grafplaats onaangeroert moet blyven , zoo dunkt my, Myne Vrinden de Planeten aan de als dan in leven zynde Aftrologisten, byzon* der aan één van hen, die de Maasftad tot zyn woonplaats hebben zal, te horen gebieden, Luifterd na Ludeman, wat hy van het jaar 1800 beeft voorzegt! Dit Schrikkeljaar, welke de voortogt van de Negentiende Eeuw uitmaakt, heeft inderdaad in alle de wederwaardigheden van zyn tydperkfchap dit bovengemeen, dat, zoo als de ondervinding op zyn tyd doen blyken zal, en uit Starrekundige onderzoekingen kan worden nagegaan, de doeleindens daar van algemeenlyk uitlopen om de Zedelyke Gelukken van het ganfche Menschdom te vergroten, indien men de ramp uitzondert, welke een handeldryvent Volk in de Maand Maart van dat eerfte Eeuwjaar trefven zal, en veroorzaakt zal worden door de onvoorziene en jammerlyke doorbraak van één Zeedyk , zoo dat dezelver yzelyke overftromingen, de verwoefting en wegfpoeling van zommige Steden en Dorpen ten gevolge zullen hebben. Dat men den Afïrohgist Ludemcn uit infchikkelykheid eens vergunne, om het groot Schouwtoneel van het jaar 1800 in zyne luifteriyke praalgewaden te vertoonen: Welke verrukkelyke werkzaamheid in de Natuur befpeur ik niet al aan den Hemeltrans rakende dat Schrikkeljaar.' Wat al Zinftrelende Gebeurtenisfen zullen 366 Dagen lang de voorwerpen van verwondering voor verftandige waereldlingen worden! Maar zagt wat hoor ik daar? Het zevental myner Luchtpatronen willen dat ik ten nutte van het Menschdom dit bekoorlyk tafereel volledig en zonder verbloeming fchetzen zal, zonder my weder met langgefponnen Aanmerkingen optehouden. Welaan, men moet gehoorzamen, Wy Aftrologisten zyn in ohs beroep, de Wetten der Planeten voor zoo veel de Voorzegge;  C 153 ) gingen der waereldfche zaken betrefven , onderworpen • Om vervolgens recht te doen aan de gedachtenis van één Man die men m zyn leven wegens zyne gadeloze kundigheden in de Aftrologie als een eerfte Licht van onze Eeuw waarderen kon verklaar ik ongedwongen van volmaaktelyk met hem zamenteftemmen aangaande de veelbeduidende waarnemingen, welke hv opzichtelyk het jaar 1800 gedaan heeft. De groote Zun- terbach myn nooitvolprezen Leermeefter, want hy verdient genoemt te worden, was dan van begrip, dat gedurende dit Schrikkeljaar nergens geen Bloedvergietingen, Onderdrukkingen, of Partyfchappen plaats zouden hebben; Dat 'er in Europa een derde gedeelte minder Menfchen zouden fterven, en by na hondert zestig duyzend Kinderen meerder geboren worden dan «rewoonlyk op andere jareu; Dat alle Rechtshangende 'zaken over Lurgerlyke verfchillen in deeze Landen zonder Procesfen en dus zonder Gewysde van den Rechter, in het Vrindelyke zouden worden afgedaan; Dat de Koophandel en de Zeevaart in alle de vier waerelddelen niet alleen geene belemmeringen zuilen ontmoeten, maar meer dan ooyt door gepaste maatregelen van aanmoediging, tot eene bloeyryke ftaat onder meest alle befchaafde ■Volkeren geraken zal Dat al verder in 't jaar i8co zeven nieuwe dog onbekende Landftreken zouden worden ontdekt, en de Levensmiddelen tien Maanden lang zoo dragelyk en goed koop •zouden worden, dat den gemeene Man met de helft van zyn dagelyks Gewin,die hy van zyn Ambagt of Handwerk bepaald, rykelyk kon beftaan. r * Boven'dit alles heb ik zonder aan de onbegrensde kunditr>id van myn Leermeefter Zunterbach te kort te willen doen door eige ondervinding wel degelyk waargenomen, dat in dit allereerfte van de Negentiende Eeuw één gewenscht hulpmiddel tegen de Kwaatfprekendheid, de kanker der Menfchelyke zamenleving zal worden uitgevonden, gelyk ook,dat om Iemand op eene wettige wyze zyn oogmerk tot bevordering in alle de takken der Menfchelyke Maatfchappy te toan bereyken, voortaan geen Gunst, maar alleen de Kunst behoeven zal- Ik dien hier voornamelyk tot Eer van het jaar 1800 bytevoegen' de oprechtmg van éen Ziniuigelyk Proeffchool in zommige Landen V 3 van  ( 154 ) van ons bewoond waerelddeel: Dan terwyl dit. zoort van Gelukbewerkende uitvinding meer tot de Philofophifche fmaak, dan tot het Starrekundig onderzoek behoort, ben ik verplicht my nopende de Invoering van een ontwerp van dien aart volledig te moeten verklaren. . . . Aile Menfchen beminnen doorgaans meer of mm de zmtuigelyke vermaken, ondertusfchen dat de meefte Menfchen welke voor onopfprakelyk van gedrag en denkwyze begeren verlieten te worden , een vertoning maken als of zy die afkeuren, of ten nnnilen willen beftryden, onder het oppervlakkig voorwendzel dat de Zintuigen in veire de meefte Gevallen bedriegen; Maar deeze zoo kreunde als onaannemelyke ftelregel gaapt voorzeker als een oven: Want hoe zeer het aan de eene kant volftrekt zeker gaat, dat wanneer van de Zintuigen, zonder door de reede beftiert te zyn, een woest Misbruik word gemaakt, dezelve ons niec verder dan tot dierlyke vermaken kan opleiden,- Zoo is het aan de andere kant eene onlochenbare waarheid, dat hec Zmtuieelyke in zyne regte waarde befchouwd, en op den grondflag van welberedeneerde overdenkingen gebouwd zynde, altyd de beste en onbedriegelykfte Rechters van allerley Menfchelyke Daden, Befiuiten, en Bedryven zyn: Het is daarom dat de op. rechting van één Zintuigelyk Proeffcbool, t welk m het Schrikkeljaar 1 «co plaats zal hebben, noodzakelyk wierd, en men behoeft llegts om het Mufiek, de Schilderkunst, de Dichtkunde, en de Liefde te denken, om 'er de noodzakelykheid van te begrypen. Een Zintuigelyk Proeffcbool was boven dien nodig zoo wel voor het Vrouwelyk, dan voor het Mannelyk Geflacht om gelyk dikwyls gebeurt, door de felle ftroom hunner onbeftierde Zintuigvlagen niet weggerukt te worden: Men zal dien volgens gemakkelyk kunnen bezefven dat er ia 't ftuk van de Liefde en van de Vrindfchap een Zmtuigelyke Harmonie moet gevonden worden, om deeze beide edelaart.ge Harstochten beftendig te doen beftaan: Hoedanige Harmonie in het tiental Zintuigen, tusfchen twee Simphatizerende Perzonen zoo volmaakt dient te Correfponderen, dat het ten opzichten van beide maar een vyftal Zintuigen verheelt ; Hier van daan misfchien het overbekende Hollandfche fpreekwoord be-  ( 155 > betrekkelyk tot een paar Gehuuwde; —— Daar behoord ■veel om tien zinnen tol vyf te maken ! Myne Aftrologifche Onderzoekingen over het geen 'er vervolgens by den aanvang van de Negentiende Eeuw gebeuren moest, hebben my onder volkomen goedkeuring van het doorluchtig Planetendom aan de hand gegeven de bemerkenswaardigerNieu« wigheid, en by na bovenatuuriyke uitvinding waar meede het jaar 1800 inzonderheid pralen zal, namelyk om by alle voorkomende gelegentheden de gedachten van de viervoetige Dieren te zullen kunnen onderfcheppen, dan ik ftap hier van af, om dat ik het tog niet beleven zal, latende aan de Nieuwe Eeuwelingen over, daar van de zekerheid te ondertasten. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, VOOR DE Drie Loopjaren 18,01, 1802, en 1803. Doorvlochten met de Befchryving van een viertal geheime Horoscopen, die nog niet waereldkundig geraakt zyn. 3D)e Lucht was zwart bewolkt, den Donder rolde door de Hemelzalen heen, de Blixemftralen verglaasde hec Starrengebouw in 'c Firmamenc, hec gekraak der goudgekneede Hagelftenen vloogen door de vier Elementen om onlasting te zoeken, terwyl in hec midden van de woedende Oi kanen de beglansde Triumphwagen van Myne Vrinden de Planeten vlak voor de twaalf Hemelstekenen in den Zodiak ftü ftaan bleef. Ik wil graag bekennen dat deeze angstverwek- ken-  C i55 ) kende vertoning my dermaten verbloede dat ik van mvne voorgenomen Nachcbefchouwing zeer fchielyke afzag, myn Telescoop verplaalte , en bezig was myn Objervatoriom te verlaten, om by Britta Beyer onder het drinken van een gl as roode Baay de fchrik van het Hart te gaan (poelen, toen de Planeet Penus my door een ontzachelyke wenk te rug riep. AI fchoorvoetende naderde ik myn Teloscoop, bleef in myn Qbfervatorium en groete het zevental Lucht-Helden met al zoo veel bevreestheid als een Misdadiger die zyn geweten beknelt gevoelt, gewoon is zyne Rechters te doen; Onderwylen wierd de voorgenomen Nachtbefchouwing by my hervat, en ik was waarlyk verblyd te bemerken dat hec akelig Schriktoneel verdween; De oorzaak myner blydfchap kreeg nieuw voedzel door de aangenaame gevolgen, welke myne Nachtbefpiegeiingen toenmaal ten deel vielen. Waarom geveinst? Ik ontdekte zodanige fchatten van geheimen, die by na myne bevattingen te boven gingen, of ten minden in den eerden opllag my onbegrypelyk toefchenen; Wel hoe is het mogelyk dagt ik by my zeiven dac zulke wonderlyke dingtn voorvallen zullen! Zoo drae de Planeec Venus in haren zevenmalige omloop my de nodige opklaring van zaken gegeven had: En zeker ook, wat redelyk verdand zou kunnen ge. loven dat in 't jaar 1801 één Engelsch Prins met een Franfche Prinfes, en een, Pranfche Vorst mee een Britfche Vordin in huwelyk zullen treden, en dat die dubbelde Echtverbintenis vervolgens eene Bloedige Oorlog in het Duidche Ryk ver•we kken zal. Wie zou kunnen denken, dat in het opvolgende jaar 1802 alle de Turkfche Roofnesten door de kracht der . Wapenen zullen worden verdelgt,' en uitgeroeic; En'wie zoude om kort te gaan, kunnen dromen? dat in-het jaar 1803 het zoo lang gefoltert Amerika in drie byzondere Konjngryken zal worden gefplist: De ontbolftering van myne verdere Voorzeggingen, rakende dit drietal der twaalfmaandige Lo')ojaren, waar over ik thans handelen moet, befpaar ik ten beduid van dit Hoofdltuk, om plaats te gunnen aan hec viertal geheim gébk/en Horoscopen, waar van ik het verlnal plechtig belooft hebbe. Brit'  C 15?" O Britta Beyer befchonk my voor één Nieuwe-Jaars Gift mei eene kostbare en weluitgewerkte Pianeet - Muts met zeven Punten; Ik was bezig van ze aantepasfen, toen 'er zevenmaal agter malkanderen aan myn Huys fterk gefcheld wierd: Ik ontflooc zelfs met veel boosheid myn huysdeur, de Planeetmus nog op myn Hoofd hebbende, met oogmerk om op een dag, dat ik aan Niemand gehoor verleende, dien onbefchaamde Aanfchellereens wakker doortehalen. Maar ziet, wat gebeurt 'er? Een aartig niet onbevallig Meisje wel gekleed, en ongevaar 18 of20jaren oud, zonder my tyd van fpreken te geven, dopt my één klein Knipbeursje gevuld met goud Geld in myn hand, en loopt mee zoo veel overhaafting de ftraat op, dat zy ylings uit myn gezigt verdween; Ik bleef op deeze onverwagt ontmoeting een gerui» me poos als een houte Pop onbeweegelyk in myn Voorhuysilaan, dog uit myn ftil gepeins ontwaakt zynde, floot ik de voordeur fchielyk op het flot, en begaf my weder na myn Voorkamer, alwaar ik in tegenwoordigheid van Britta met veel nieuwsgierigheid het zwaarwegende Knipbeursje opende: Ik bevond op gedane natelling, dat 'er zestig fluks gerande Ducaten, nevens een verzegelt Briefje van de volgende inhoud in beflotcn waren. Myn Heer Ludeman! Dit voorlopig Gefchenk, hoewel van weinig belang,voordu gezonden door een Rotterdamfche Dame. die van haare toeko' mende Lotgevallen door middel van de kunstbewerking uwer Planeeibefchoumngen wenschte enderrigt te wnrden: Haare Doopnamen zyn Anton ia Seraphina. en haar Gehoortetyd is den 11 Mey 1721 voorgevallen. Zy verwacht dat Gy door deeze berichtgeving genoeg in ftaat zult gefield zyn om haar Horoscoop te kunnen trekken, en verzoekt dat Gy haar die eerdaags fchriftelyk gelieve te zenden in een dubbeld heftoten Couvert aan het- Huys van den Meefter Paruikemaker B.... Op de Haarlemmer dyk, die het verder bezorgen zal ter X plaat-  C 158 ) f laatze daar het Behoort; Als de Dame over haar Horoscoop voldaan is, zult Gy waar/chynlyk nader tyding van haar boren: • ^ ■ Vaarwel. De nalezing van dit Briefje, en het gezigt van de goudefchyven, bewerkte in my zulk eene ongemeene vrolykheid, dat ik ter Eere van de Schryffter myn Planeetmuts driemaal boven myn Hoofd zwaayde ; Vervolgens myne Vrinden de Planeten over dit zonderling geval geraadpleegt hebbende, geraakte ik wel haast in een Doolhof van verwarring, toen alle de Aftrologifche hulp* middelen in de Horoscooptrekking van de voorgewende Rouerdamfche Dame te kort fehoten, op eene wy?e dat myne voor. zeggingen ten aanzien van de gebeurlyke wederwaardigheden van Antonia Seraphina telkens feilde, voor zoo veel het toekomende betrof: INa dus myn Hoofd zes dagen lang met huur Horoscoop te vergeefs gebroken te hebben, befpeurde ik niet onduifttr dat de Boel onklaar was, en dat 'er iets aan moest haperen dat ik niet doorgronden kon, waarom ik het befluit nam den zevende dag de mislukte Proefnemieg te hervatten, myn zevenpuntige Planeetmuts weder optezetten, en vervolgen één Aftrologiste Adoratie van zevenmaal zeven Minuten by het zevental Pianetenfchaar te doen. De onderneming voldeed in zyn uitkomst aan myne verwachting, want zie daar, binnen anderhalf uur gelukte het my destyds, de weerbarftige Horoscoop,daar ik zoo verdrietig meede gezukkelt had, volmaaktelyk na de regelen van de kunst te trekken, en volgens myne beramingen aangaande de Lotgevallen van Mevrouw Antonia Seraphina op gron» den van zekerheid te kunnen voorzeggen. „ Dat die gehuuw„ de Dame niet te Rotterdam maar elders woonde, dat zy met „ één oud afgeleefc dog fchatryk Man getronwd zynde, zyhaar „ van één Militair Officier die haar Minnaar was, had laten be* z^angcren, dat zy met deeze het ontwerp had gefmeed om ,, door een ongeoorloft middel den Oude Man van kant te hel„ pen , dog dat dien toeleg in de uitvoering of misfchien vroe„ ger mislukt wezende, het egter te voorzien was, dat 'er bin* „ nen één half jaar tyds eene Echtfcheiding tusfchen haar en n haren Gemaal plaats zoude hebben, waar op korte Maanden „ daar  t 159 3 „ daar na het overlyden van haren Gemaal zullende volgen, zy „ vervolgens na de begeerce van haar Hart mee den Officier haar „ favoriet Minnaar zouden komen te trouwen." Dit alles gebeurde in later tyd, en Mevrouw Antonia Seraphina, aan wien ik deeze onbepleyfïerde Horoscoop op de aangewezen Plaats toegezonden heb gehad, liet my naderhand door een bedekte weg een tweede Gefchenk van 60 Ducaten ter hand fielten. Terwyl ik bezig was te befcbryveti het verhaal van de drie andere onbekende Horoscopen, waar van ik zoo even de waereldkundigmaking toegezegt hebbe, en di3 onmiddelyk volgen zullen, ontftaat 'er voor de derdemaal in deeze Eeuw één Planeten Oorlog tusfchen myn zevental Luchtvi inden, die van gevolg had kunnen zyn; Op het eerfte berichc dat ik 'er van bekwam , vloog ik ra myn Obfervatorium om 'er de bewegende oorzaak van uittevorfchen: Vier van de zeven Planeten waren tegen de drie andere om een nietwaardig gefchil in het harnas gejaagt; Men begrypt ligt, dat het myn zaak niet was, om deel in dezen alvernielende vreedebreuk te nemen, hoewel ik daarom ras bemerkte, dat het recht aan de zyde van het mindergetal der Oorlogvoerende Partyen was: Zie hier de bron waar uit hunne verwydering fproot, en het onaartig kunstmiddel welke haare noodzakelyke verzoening in de Hemelzalen tot groot genoegen van alle de Afirologisten te weeg bragt. Zedert drie of vier Eeuwen dat de onbedenkélyk groote invloed van de Planeet Sol, door zyn ukftekende Macht verre boven de andere Planeten aan den glansryke Hemeltrans verheven zynde, by zommige zyner naiverige Medegezellen in het oog begon te lopen, onaangezien hy wegens zyne werkzaamheden ter bevordering van den wasdom op het Anrdr\k, wel enige uitzonderende aanmerking verdiende; Klom de verdeeltheid nu onlangs tot die trap van hoogte, dat om zyne grootheid te beteugelen, een zoort van za« rnenfpanning wierd bekuypt om den Ëerltoel van zyn Oppergezag uit hec Firmament te bonzen,- Zodanige jammeilyke verdektheden zouden ten bederf van de Lucbtbewoonders, en die van het Menschdom wel haast wortelen gefchoren hebben, maar de Planeten Jupiter, en Mars dat onheil willende afweren, verkozen de zyde van Sol, en deede door hunne krachtwerkende X 2. ver-  ( i6o ) vermogens de Weegfchaal weder tot den Balans overflaan, zon* der dat de woelagtige en oproerige Pogingen van L u n a die de tweede Planeet in rang is, en Satumus, Venus, en Mercurius tot aanhang had, zulks konde verhinderen. Ondertusfcben viel in het midden dezer Planeetgistingen één Eclips m de Maan, ot Maanverduiftering voor, by welke gelegentheid m de volleRaadsvergadering der Planeten moest worden geraadpleegt, ra wat hoek van één der vier waerelddelen de twee eetfte en voor naamfte Hemellichten, namelyk Sol, en Luna eikanderen pasferen zoude; De zamenfpannelingen bemerkende, dat fchoon zy in hoedanigheid van Planeten talryker waren dan hunne weder, party, zy echter by zulk eene gevaarlyke plechtigheid niet alleen Serre te kort zouden fchieten, maar boven dien den Aanhol in gevaar brengen van door geweldadige tegekantmgen gefchokt, of verbrand te worden, betoonde zig daarom gansch buigzaam tot de verzoening, weshalven de zaak op die manier nog tydig bemiddelt wierd? Men moet dezen Planeetekreig op geene voorledene of toekomende Gebeurtemsfen van de bereden-waereld toepasfen, want zy heeft 'er geen de mmfte ge- %mCden°fgebroken draad der Gefchiedverhalen, welke door de vorenftaande kleine uitflap iets afgebroken was , wederom aanéénteknopen, zoo moet men thans voor geen verdichtzel van myn maakzel houden,als ik zeg dat ik op avond dat het wakker begon te Sneeuwen, met het bezoerf. vereert wierd, van een Afrikaansch Koning, of die zig als zodanig uitgaf, verzelt van zulk een talryk gevo g van Heerei en Dames, dat 'er myn Voorfalet genoegzaam in wanorder doo ge. raakte, en ik my verplicht vondnog een half" douzyn Stoelen te doen aanbrengen ter berging van de Vorfte yk«^Stoet w n de meefte , uitgezonden: de Dames en de Tolk ,nade AtriKaanlche fmaakgekieedgwaren; Daar vielen zoo veele Complimenten en begroeiing te verrichten eer men tot opening van zaken kwam da?indien het met het belang van myn Beurs, en met de regelen der betamelykheid ftrookbaar waare geweest, ik de g niche Afrikaanfche Famielie verzogt zoude hebben fchielyk u myn Huys te vertrekken: Na dat 'er ten minften *5 Minuten metlas-  ( ié*i.) tige malligheden en zotte plichtplegingen waren verlopen, nam Myn Heer den Tolk ten laaden het woord. — Zyn Majejhit de Koning van Trankopoetala van uwe vermaartheid in de verheven Starrewetenfchap hebbende horen fpreken, heeft hy zyn aankomst in dit Land u de ondervelyke Eer willen aandoen om zyn Horoscoop , en die van zyn geheele Hofhouding by u te laten trekken, en het is daarom dat wy hier gekomen zyn, zeide'hy in goed hollands tot my; lk vroeg hem met een grimlach of Zyn Maj. van Trankopoetala een toereikende voorraad van Slaapmutszen had meedegebragt, want dat het wel tot diep ia de Morgendond zoude aanlopen eer zulk eene groote Boel Ho~ roscopen getrokken waren: Hy beval my voor eerst met die van den Koning te beginnen, zeggende dat men dan vervolgens de nadere bevelen van Zyn Maj. ten dien opzichcen kon vragen. Ik voldeed zonder vertraging aan zyn verzoek, wel te verdaan na voorafgaande opneming van de Vordslyke Doopnaam en Geboortetyd; Het viel my niet bezwaarlyk aandonds te ontdekken uit wat hoek de wind waayde, want ik bemerkte onder het trekken van de Horoscoop zeer fchielyk dat dit een opzettelyke klucht was van een vrolyk Gezelfchap met oogmerk om roy te bedotten, en dat de rol, die men de gewaande of liever zwartgemaakte Koning deed fpelen, eigentlyk gefchikt was om zig eens wak. ker ten mynen kosten te vermaken: In dat volzeker denkbeelc vroeg ik op eene dubbelzinnige wyze aan de Tolk, of de Ko. ningen van Trankopoetala ook Dansmeeders van hun beroep moede zyn? Foey, Gy behoorde u te fchamen heer Ludeman zeide hy mee een demmige tronie, zulk een honends vraag is voor één Vorst een zoort vvn affront, die bekwaam ■was één Oorlogverklaring tegen de Republiek te veroorzaken. „ lk kan het niet gebeteren, hernam ik, al vielen 'er hondert „ Oorlogsverklaringen over, Ik moet fpreken zoo als ik uit de „ Plantelopen bevinde,dat de Lorgevallen van Iemand zullen zyn, en volgens myne Aftrologifche bevinding kunt Gy uic „ mynen naam vrymoedig aan Zyne Maj. zeggen, dathy een Dansmeeder van zyn beroep is, dat hy verkering maakt over „ een van de hier tegenwoordig zynde Dametjes, met wien hy „ ook binnen een aar tyds getrouwd zal wezen, en dat terwyl X 3 s> ^  „ hy tog volftrekt één Koning wil zyn, hy de edelmoedigheid „ heeft van my Koninglyk te betalen." Zy bekeken malkanderen op deeze nadrukkelyke uitfpraak een geruime tyd met geen minder verlegentheid dan verwondering, zoekende my met een paar Ducaten (dat anders voor een Gezelfchap ordentelyk had kunnen beftaanj aftefchepen,maar ik deed hen begrypen, dat ik de Man niet was om my in myn kuast te laten foppen, en dat het waarlyk voor één gekroond Hoofd niet buiten den haak zou* de wezen, als hy één kunftenaar met 25 Ducaten berchonk; 7y begonnen daar op eene voor my onveriïaanbare redenwisfeling in de Franfche Taal te houden, waar uit ik befluiten moest dat Zyne Maj. en zyne ganfche gefabriceerde Hofhouding geen 25 Ducaten met hun allen konde uitmaken: Intusfchen liepen de zaken na eene hevige woordenflryd tusfchen ons zoo ver, dat men verplicht was, om my te vreden te Hellen, tot verzekering in Pand te moeten laten een Goud Horlogie voor de waarde van 70 Gulden, waar voor wy het verdrag floten, en die my ook den aanvolgende Morgen heel vroeg betaalt wierden: Weshalven ik alle redenen had om te moeten geloven, dat dit lustig Gezelfchap hier door de lust verging om voortaan zoorcgelyke kluchten meer met Aflrologisten aantevangen. Niet minder aanmerkelyk zou ik durven onderftellen het beruchte Avantuur geweest te zyn, dat my over 15 jaren geleden wedervaren is, met twee Studenten voorbedachtelyk van Utrecht na Amjleldam gekomen om hunne Horoscopen by my te doen trekken; Zy hadden ben zoo natuurlyk in het gewaad van Bootsgezellen vermomt, dat het my in de oppervlakkige vertoning van hunne Perzonen fchier onmogelyk viel haar als Studenten te onderkennen: Heerfcbop wy zyn Oost - Injevaare en wy hebben jan firamme fpaan genoeg om jouw te betalen, fprak een van hun met een Zeemans vrypostigheid die my niet onbevallig voorkwam. ^ Dat is kostelyk Matroosjes, zeide ik, ter zeiver tvd vragende wat het oogmerk van haar bezoek was? Wel Akkrement Vmtje dat ken jy wel denken, hernam den andere knaap, wy weten dat jy een Bol van een waarzegger bent. jy moet ons uit de Oude Doos verftae je wel, zoo wat goeder geluk voorzeggen. > Ik moest over die koddige uitdrukking io  C 5Ö3 ) in myn geest heimelyk meesmuilen, nog (reeds in de verbeet» ding blyvende dat zy waarlyk Bootsgezellen waren, maar toen ik haare Namen en Geboortetyd opgenomen , en vervolgens hun beider Horoscopen getrokken had, begon ik de zaak beter te bevatten; „ Hoor Heeren zeide ik, het woord opvatten, „de, Gy zyt geen van beide ooyt Zeeluyden geweest, nog ,3 Gy zuk het geen van beide immer worden:"De Planeten „ oordelen op grondflag van uwe Namiteiten, dat Gy beide van beroep Studenten en thans Meedevrycrs zyt, die over„ een en dezelfde Jonge Dochter verkering maakt." De verkiecde Studenten door deeze in den haak getrofven voorzeg, ging verplet, beleden volmondig dat ik in alles de waarheid ge(proken had, verzoekende te mogen weten, wie van haar de bekoorlyke Louifa, het voorwerp van hunner beider Min, ten huwelyk zoude verkrygen? Geen van beide, beantwoorde ik, want zy heetc een derde Pretendent die zy boven uüeden bemind, en die waarfchynelyk haar Echtgenoot ook worden zal ; Het fcheen dat deeze laafte woorden een donderdag in hunne oren was: waarom ik om haar weder te vertrooften andermaal het woord opnam, zeggende dar zy daarom geen van heide buiten de Famielie zouden trouwen, aangemerkt de Lynregtsitreeklche aanwyzingen van de regeerende Nativiteids planeet, die hun Lot in dat opzicht beffierde, wel degelyk betoogde, dat zy ieder een Zuster van Louifa ten huwelyk zouden verkrygen, en dat juist de toebinding van zulk eene dubbelde Echtknoop, het verzegdent onderpand tot herftel van hunne outie, en by na verbroken vrindfchap moest zyn. Beide de Studenten verwonderde hen grotelyks over de laafte voorzegging, waar van zy de onmogelykheid wilde be weren om dat zy er geen de minfte denkbeelden van konde opvatten, fchoon zy bekende dat Louifa nog twee ongetrouwde Zusters had; Ik Weet echter onverzettelyk by myne gedane ontwikkeling raken de de beide getrokken Horoscopen en verzogt hun, dat zy den uitilag der ziken van de tyd geliefde aftewachten : Onder die verzeKenng vertrokken zy tameiyk vergenoegt, hoewel vol gepeinzen, na my niet onmildadig beloont te hebben. OngevSir drie jaren daar na, ontmoete ik toevallig in de LeidfcheNacfnfchuid een  C 164 ) een van die beiJe Heere Studenten met zyn Jonge lluysvrouw, zynde een der Zusters van Louifa met wien hy onlangs getrouwd was; My wist my te zeggen, dat zyn Vrind in de aanvolgende Maand met zyn Vrouws Zuster in ondertrouw zoude treden, en dat overeenkomftig myne voorzeggingen Louifa bereids anderhalf jaar geleden met haar derde Pretendent haar Huwelyk voltrokken had: Al het geen hem daar omtrent met my wedervaren was, verhaalde hy gulhartig aan de omflanderen die in de trekfehuid tegenwoordig waren, hoedanig verhaal toenmaal gelegentheid gaf, tot eene nkuwe Horoscooptrekking, waar van ik nu in de vierde plaats gewagen moet. Een fchatryke Veenboer die in een hoek van de Schuid een Pyp tonbak rookte, begluurde my met de uitterfte oplettentheid op de vergrotende Loltuiging , welke de gewezen Student van myne vermaartheid aan het aanwezende reisgezel fchap had gedaan; Op de aanhomsc van de gewoone Pleilterplaats daar de Nachtfchuiten doorgaans gewoon zyn één half quartier uurs te vertoeven, riep hy my in een hoek van het Voorhnys van de Herberg, te kennen gevende dat hy verlangde een korte alleenfpnak van enige weinige ogenblikken met myte willen houden: Hoe onbelust ik was om my wegens de koude van het jaargetyde op Reis zynde, met Iemand in een Mondgefprek te wikkelen, vroeg ik hem koeltjes wat 'er van zyn dienst was? — Ik hoor zeide by, dat Gy die Toverdoctor Ludeman van dmfterdam zyt,daar men zoo veel Trompetten van geblazen heeft gehad, zou Gy door u kunst niet kunnen zeggen, wie my laast die Sak met goud geld ontftolen heeft. Ik antwoorde dat het daar de plaats niet was om over zulke dingen te fpreken, maar als hy in de volgende week te Amfteldam wilde komen, dat ik hem dan zoude tragten genoegen te geven; Hy verzogt my zoo beleeft dat terwyl zyn Chais te Leiden gereed ftond dat ik met hem na Soeter* meer zoude ryden, dat ik my ten laallen liet bepraten, en vervolgens met hem derwaards ging. Wy kwamen tegen acht uuren in den Morgenftond te SoeterMeer, onder voorgaande beding, dat myn goeie Veenboer na afdoening van zaken, my dien namiddag met zyn rytuig na den Haag moest laten brengen, werwaards eigentlyk myn Reis heen ges  C iös ) richt was; By myn aankomst aldaar, wierd ik door zyn Huisvrouw en Kinderen openhartig verwellekomt, maar toen de Baas van den huyze myn naam genoemt had, bejegende men my met al zoo veel ontzag als een Bacha van drie Paardeftaarten gewoon is den groten Sultan te bewyzen: Na ruim een uur feing aan de KotTytavel te hebben doorgebragt, geleide Monteur Osfenvlieger, aldus was den Huysbaas geheeten, myin een apart vertrek, dat wegens de uitblinkende pracht en kostbaarheid van Meubelen waar meede het pronkte, voor geen Burgemeefte;3 Salet be icefde te zwigten. Wy pinafle ons beide aan een tafel die aanftonds met Morgenhkeur, Pypen en Toebak voorzien wierd; Onder begunfb'ging van dien, begonnen wy langzaamerhand aan het keuvelen te geraken : Osfenvlieger een weifprekent Man als hyover Veenland fprak, wist my wonderen van de Turfmakery te vertellen, waar by hy na zyn zeggen binnen dertig jaren tyds meer dan twee tonnen gouds overgaart had. Ik kon in den eerften opflag niet bedenken waar zulk een vergezogte redenkaveling ten laallen op uitdrayen moest, dog na dat 'er nog enige Glazen gedisteleerde wateren geleegt waren, kwam de goethar* tige en weibefpraakte Huysbaas tot de zaak; -■— „ Luifterd „ Groote Toverdoctor Ludeman eens wat myonderdaags gebeurt ,, is, zeide Osfenvlieger vervolgens al zuchtende: Ik had boven „ de gewoone winllen van myn Tut! bouw over agtien Maan„ den geleden door her aankopen van enige Morgen allerbest Veenland, dat ik weder aan een ander verkogt had, 500 gouL de Ryders gewonnen, zonder dat 'er Iemand van myn Huisge4, zin de lucht van gekregen had; Dat geld in een verzegelde „ Sak gedaan, had ik op een donkere avond aan myn Hnis ge„ dragen, en in een klein Koffertje gefloten, wel bewust dat „ het door niemand bemerkt waare geworden: Een Maand dar;r ,, na bevond ik het Koffertje nog wel ordentelyk toegelloten, „ maar de 500 Ryders daar uit geflolen te zyn." Na dit alles met bedaartheid aangehoord, en op herhaalde aanzoekingen vervolgens de Horoscoop van Osfenvlieger, en die van zyne Huysvrouw getrokken te hebben, raade ik hem aangaande het onderzoek van de zaak vooreerst nog enige dagen fhl te zitten, voegende tot zyne "gerustheid daar by, dat Y zyn  £ 16*6 ) zyn gold nog gefblen nog verloren, maar in bewaring van goede handen was ; Hy nam mee die verzekering volkomen genoegen, en na ten zynen Huize het middagmaal te hebben gehouden, vertrok ik des namiddags met zyn Rytu;g na > Gravenhage: Inmiddels vernam ik 3 of 4 weken na deeze ontmoeting, uit een fchriftelyk bericht vin Soetermeer zonder ondertekening , dar Osfenvlieger de vermiste 500 Ryders wedergekregen kad, en dat zyn Vrouw de fleutel van hec Koffertje gevonden hebbende, by zyn afwezentheid de Sak mer Geld daar uit had genomen, om daar meede buiten weten van haar Man voor een korte tyd een goed Vriend te redden, die een wisfel van zeven duyzent Guldens betalen moest, en buiten, die tydige hulp anders in groote ongelegentheid geraakt zoude zyn; By dit naamloos Bericht waren 15 drie GuldenIHikken. voor het trekken der beide Horoscoopen, en myne raatgeyende onderrichtingen gevoegt. Myne Vrinden de Planeten vragen mydaar, nu zie ik door Aftrologifche figu'irl) ke kentekenen, wat bek Gy belooft Ludeman ?— Wel vu wat zou ik belooft hebben! De ontbolflering van myne verdere voorzeggingen rakende het drietal der twaalfmaandige Loopjaren 1801, 1802, en 1803. Aan die belofte meen ik ontfehentbaar te voldoen: Men zou ten opzichten van het eerstgemelde jaar uit de Planeetlopen op eene volzekere groncj dat niet misfen kan, onbefchroomt kunnen voorfpellen, dat alle de Mans, en Vrouwen Kloosters in Eurcpa zuilen worden afgefchafc en vernietigd, dat in dit jaar eene nieuwe dog onverbeterlyke wyze van ftudie zal worden uitgevonden, ingevoert, en met bloemkranzen van algemeene Loffpraken pronkende, de kwakzalvery der geleertheid door deeze bewonderde verffandvinding den doodftoek zal worden toegebragt, en dat gelykty. dig het Ryk van Polen van Meester verwisfelen , en ophouden zal een verkiesbaar Koningryk te zyn. Alhoewel men juist.op het wisfelvatlig beloop van allerhande ordermaanfche dingen geen vaste peil kan trekken, ben ik egter niet vreemt om te geloven , dat na de Planeetkundige voorbeduidzelen het Huys van Oostehryk gedurende het jaar 2802 eene gevoelige fchok door de affcheuHng _ van drie Paar- len  ( .67 ) len aan zyn Kroon, ondergaan zal, waar onder vermoedelyk de tien naburige Provimien van Brabant, en Vlaanderen begrepen zullen we?/n; De ontdekking van een paar tot nog toebnbekende Goudmyoen in één Land daar zulks het minfte te verwagten was, zal denkelyk dit Staatkundig bedryvend kwaad, aan de andere kant weder rykelyk vergoeden, en de Circulatie van het geld in de meefte Staten van Europa overvloedig doen zy: Een gruwelyke Vorftenmoord kan misfchien in 't jaar 1802 ergens onder één Eenhoofdige Regering ook plaats hebben, als het door welberaamde voorzorgen voor als dan niet behendigj word afgekeert. Wat het loopjaar 1803 betreft, ik zou 'er genoegzaam niets van te zeggen weten, om dat het Starrekundig onderzoek my daar van ook niets wetenswaardig aan de hand gegeven heeft, voor zoo 'veel in den kring van myne eige Aftrologifche Waarnemingen voorgevallen is, indien niet één myner kunstgenoten onder de beste myner vertrouwelingen behorende, my als een ge • heim van een zeldzaame aart de volgende kortbondige opklaring toegezonden had: Gedenkt waarde Vriend, dat hei jaar 1802 merkwaardig zal zyn door de bedryyen van één Onverzaachde Vrouw, die als één Waerelddwingfler aan het Hoofd van een beirleger van driemaal tagtig duyzend welgewapende Krygsknegten, twee Waerelddelenin opfchudding zal brengen, en Let op de gevolgen welke daar uit zullen fpruiten. Y % N*. at  C 168 ) N°. X. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, VOOR Het Schrikkeljaar 1804. met Aftrologifche Vuurvlammen, en uitgekipte Bloemen van Horoscopen. J^ehalven de Vuurvlammen van den Geest, die de Verheventheid der Menfchelyke denkbeelden even als doorfcheinen* de Lichten aan het Firmament doen uitlehitteren , zyn 'er Hartstochtelyke Vuurvlammen die meerendeel het dierlyk le« ven betogen ; Niets gemeen met deeze beide zoorten hebben ondertusfehen de Vuurvlammen, welke uit de Aftrologifche Proefbewerkingen geboren worden:'De zodanige zyn het, die, gewoon in het oeffenfchool dezer edelaartige wetenfehap wonderen te doen, den Mensch trapsgewyze opleiden tot eene vol. maakter kennis van de dingen der Natuur, dan hy voorheen bezat, zoo dat hy reikhalzende na verplichtingen die de Sterrekunst hem aanbied, telkens één fchat van nieuwe ontdekkingen verzamelt, waar door hy zig een nuttig Inftrument zoo wel voor zyne Tydgenoten, als voor de Nakomelingfchap maakt. Aftrologifche Vuurvlammen zyn daarom niet algemeen ei« gen aan alle Aftrologisten. Zy komen maar zeer fchaars voor in zommige proefnemende onderzoekingen, daar men onmoge», lyk zonder het zelve geene vaste bepalingen maken kan, gelyk  ( 143 ) lyk by voorbeek, om Iemands fterfuur planeetkun dig te voorzeggen, om het juifle tydftip te bepaalen van algemeene of byzondere Volksrampen, waar onder men Brand, Watervloed, Oorlogen, cn wat dies meer is, begrypen kan; Aldus komen de Vuvrvlammen in de Aftrologifche bewerkingen voornamelyk te pas, in alzulke Horoscooptrekkingen daar men de wor. tel tot de aanftaande Gelukken of Fortuinmaking ontmoet: (Exent* pli Gratia) wanneer de voorzegging overeenkomftig de beduidenis van de Planeetetaai betrekking heefc tot een ryke Ervenis, yoordeelig Huwelyk, of wel het trekken van een hooge Prys uit de Lotery die men bemerkt dat Iemand boven het Hoofd hangt; In hoedanige gevallen al meede geene vaste befluiten kuinen worden opgemaakt, zoo lang den Aftrologist > welke-de Proef onderneemt, de Vuurvlam van zyn kunst in de bewerking niet te baat heeft. Maar wat is tog één Aftrologifche Vuurvlam* Zullen waarfcnynelyk veele doorwrochte verftandeu vragen, die nog de Naam, nog de zaak van dat' woord verftaan; Ik ben niet van gedachten om daar van althans eene volledige omfchryving te geven: Het is genoeg dat men weet, dat het de Geest, de Ziel, en het zout van de kunstbewerking in de Aftrok* gie is, eu dat Niemand hoe bedreven ook in die luirterlyke wetenfehap, de voorweteiykheid van toekomende Gebeurtenisfen kan verkrygen, zonder van dusdanige Vuurvlam nood. zakelyk bezielt te zyn, ondanks zulks, maar zeer zeldzaam voorvalt, het geen ook de oorzaak is, dat by het trekken der Horoscopen verre de meefte voorzeggingen kreupel gaan. Men zal my zonder twyvel beter verftaan, als ik de betekenis van de Aftrologifche Vuurvlam < hoe bezwaarlyk anders om na het Leven te kleuren, eens door een eenvoudig voorbeelt ophelde- re; Op den 8fte Maart van het jaar 1748, of 1749 (het is my nu ontglipt) wierd enige uuren van myn Buiteplaats te bloterdyk, geboren een zeker Kind dat veel gerucht naderhand in de waereld maken moest: Men kwam my zo vrindelyk verzoeken dat ik tog zyne wederwaardigheden uit de loop der Planeten eens geliefde natefpeuren, dat ik my dat verzoek, ichoon door de derde hand gedaan, liet welgevallen, en vervolgens op Y 3 één  C 17° ) één namiddag, dat ik niets te doen had, en niet onledig wilde blyven, de Horoscoop van dat Kind trok. Alles kwam my zoo onbegrypelyk voor, en de Lynregtftreekfche aanwyzingen waren zoo vol van aandruyzende flrydigheden, dat ik myin de wedervaringen v?n de aanliaande Lotgevallen van dat Kind fchier verbyfterde; By geluk dat ik fchielyk de Aftrologifche Vuurvlam te baat kreeg, waar door my de vliezen van de ogen vielen, dat is te zeggen, dat het gezond verftand onder de Kunstbewarking in het onderfcheppelyk Starrengeheim indrong, en door middel van dien my ontdekkingen bezorgde, die in bet trekken van deeze Horoscoop my toefenenen van de uiterfte eangelegentheid te zyn. Agtervoigens de uitftralingen van de Aftrologifche Vuurvlam in dit geval Zonneklaar gebleken, begon ik op gronden van zekerheid te zien, dat het Kind die het voorwerp myner Planeetkundige befebouwingen geworden was , eene behaasde Levensrol op het Waereld - Toneel zoude fpelen; Als de Eerfteling der mannelyke Nazaten van een Vaderlands Geflacht dat zig weleer by het Burgerfchap aangenaam en verdienilelykhad gemaakt, zou dien Jongeling gedurende zyne eerfte jeucht, en zelfs de eerfte jaren zyner trouwftaat bemind, gelief koost, en bewondert door alle zyne Dorpelingen zyn, maar den ouderdom van 35 of 36 jaren bereikt hebbende, door de grillen van het Fortuin zyn voormalige gelukftaat eensklaps vervlogen zien, op eene wyze dat hy genoodzaakt zynde door de verbittering, Misnoegen, en vervolging van vermogende Boeren die men begreep dat hy zig moedwillig op den hals zouden halen, zyn Dorp te verlaten, en elders eene geruime tyd een kwynend en verdrietig leven te gaan flyten, tot dat hy by na 40 jaren oud, na het ondergaan van veelvuldige gevaren, en rampen door bemiddeling van goede Vrinden weder in zyne vorige ftaat van welvaard zouden worden herfteld. Een zoortgelyke Aftrologifche Vuurvlam ontfchakelde zig in eene andere gelegenheid by het trekken van de Horoscoop van eene aanzieniyke en niec min volgeeftige Dame, welke het Planeet -Compas duidelyk aantoonde aan Koninglyke bloede ver* maagtfehapt te zyn ; Ik ftond opgetogen van verwondering toen de  C '7' ) de Vuurvlammende Geestkunde my het fpoor aanwees tot de ontwikkeling van het geheim dat deeze ondernemende Dame van geboorte een Prinfes was, die uit teerhartigheid voor haaren Gemaal, en rer bevordering van zyne ondermynende oogmerken van her Qoften na het Westen, en van het Zuyden na het Noorden reisde, dog in het midden van haare veel gewaagde Reistochten door de waakzaamheid van haare Tegenftreveren geftremt, aangehouden en gedwarsboomt zoude worden in een tyd dat de Volkstwisten nog niet aan het bedaren zouden wezen; Daar haperde niet veel aan, zeggen Myne Vrinden de Planeten, of deeze geruchtmakende Gebeurtenis , zoude eene bloedige Oorlog tusfchen verfcheide ontzachelyke Mogentheden verwakt gehad hebben. Het bemerkenswaardig Avantuur van die reizende Prinfes, hetwelk ter gelegentheid van de gebruikmaking van de Aftrologifche Vuurvlammen hier ter piaatze aangehaalt geworden is, hoe zeer het niet onder de verhandelende tydperken behoort, als zullende na de klankftem der Zeven Lucht-Helden even voor, of omtrent het Wonderjaar 1788 gebeuren, heeft my niet ongefchikt doen denken aan dien welriekenden Bloemfcha. kei van floroscooptrekkingen, waar van ik een klein M igazyn ter aanvulling van het verder bellek van dit werk nog voor handen hebbe, zonder daarom onaangeroert te laten de hoofdzakelyke Byzonderheden met belang tot het Schrikkeljaar 1804 van welke ik by wyze van Aftrologifche Voorzeggingen hier na noodzakelyk dien te gewagen. Een Jongman van goeden huyze dog wat Losbandig van gedrag, die zyn Ouders ontlopen was om van de Kindertuch: voortaan bevryd te blyven, geraakte by zyn aankomst te Amfteldam in liegt gezelfchap, waar door hy al weder van het pad der deuchc afdwaalde; Uit verlegentheid en geperst door zyn behoeftige ftaat fchreef hy een demoedige Brief aan zyn Vader te Duinkerken, waar by hy hem Pardon en onderftand verzogt: De goedhartige Vader vergaf zyn Zoon Philander alles, en bezorgde hem één wisfel d e meer dan toereikende tot betaling zyner fchulden en voor zyn reisgelc was, met bevel van aanftonds na Duinkerken wedertekeren. Philander in plaats  C 172 ) plaats van aan de bevelen van zynen Vader volvaardig te ge. hoorzamen, bleef te Amfteldam zyn geld in allerley ongebondentheeden doorbrengen, zoo dat hy na genoegzaam zyn ganfche wbfel by Lichtvaardige Vrouluiden en met de dobbelde, nen verkwist te hebben, niet meer dan een enkelde Ducaat overbehielt,- In die verwarde gelleltheid van zaken kwam hy my met een bal- rig hooft een bezoek geven : Zie daar Myn Heer hvoEM&N bet laafte geld dat ik bezit' zeide hy met betraande ogen, my de Ducaat vertonende; lk vorzoek datgy my daarvoor eens gelieft te, zeggen, wat onheilen of gelukken boven myn Hoofd hangen. Om Philander daar ia te believen zonder he( laafte overfchot van zyn geld te beogen, trok ik zonder bedenken zyn Horoscoop, zeggende vervolgens tot hem, dat hy wel zoude doen een Reistocht ter Zee te wagen, om dat het Lot over hem befchoren had dat hy in de Oost of West zyn Fortuin moest maken, en dat de Planeet van zyn Nativiteit hem daar te Lande gunftig zouden zyn; Philander bedankte my voor die getrouwe raad , en wilde my zyn laatfte Ducaat geeven, dog ik gaf hem met één grimlach te kennen, dat ze hem misfchien beter te pas zou komen, en dat hy my belonen kon als hy eens ryk uit de Oost-Indien gerepatrieert zoude zyn; Elf Jaren daar na, of liever achtien Maanden na de beruchte Chineefche Moord te Batavia, vertoonde zig onverwacht voor myn Huys één Gegaloneert Heerfchap, gezeten in één Koets, befpannen met vier Paarden, die myn geheugen ogenblikkelyk herkende voor de Perzoon van Philander, aan wien ik wel eer de bovenftaunde voorzegging gedaan h id. Ik ben nu ryk genoeg Heer Ludeman om u de onwaardeerbare dienst in vroeger tyd aan my gedaan te belonen, want ik ben onlangs met aanmerkelyke fchatten uit de Oost-Indien herwaards wedergekeert, en de Ducaat die Gy my gelaten heb is myn behoud geweest, zeide Philander, my in de eerfte begroeting me: een bly gelaat omhelzende,- Ik wenschte hem veel geluk met het beklommen Fortuin dat ik voorheen uit den loop der Planeten voorzegt had, maar hy liet my vervolgens blyken, dat zyn Gelukftaat in een ander opzicht nog onvolmaakt was, en dat 'er zig ter dwarsboming van zyn genoegen, werkelyk eene zwarigheid  C m ) beid van veel aanbelang opdeed; welke hy vreesde riet gemak' kelyk te boven te zullen komen: Ik vroeg hem waar die zwarigheid in beftond? Philander verhaalde my toen openhartig, dat hy zyn oog had laten vallen op één Burger Jufvrouw te Duinkerken die aan eene andere Pretendent zoo goed als verlooft was, en dat dit ongeluk al zyn blydfchap en weltevredenheid benam. Voldaan over myn voorflag om andermaal Myne Vrinden dePla. neten over zyne Lotgevallen te raadplegen, wist ik hem naaf. doening van zaken te zeggen, dat nog hy, nog zyne Medevryer* het beminnent voorwerp met enige mogelykheid bezitten kon, vermits zy aan eene zwaare val, en daar opgevolgde Beenbreuk binnen korte weken zoude komen te overlyden: Maar dat de Dame die haar Neusdoek op ftraat verliezen, en door hem opgeraapt zoude worden, gedoodvetft was, om zyn Huysvrouwinla» ter tyd te zullen zyn: Philander fcheen ditmaal niet veel geloof aan myne voorzegging te (laan; Ondertusfchen beval hy aan zyn Lyfknegt twee Zakken Sesthalven te hden uit de Koets , die nog voor myn Huys ftond. te wagten, waar mede hy my edelmoedig befchonk: Zeven Maanden daar na ontfing ik een Brief van Philander, waar by hy my de Dood van het Duinkerksch Meisje melde, en ter zei ver tyd kennis gaf, dat hy weinig dagen geleden met een Jonge Dame van Rysfel, die wezentlyk aldaar haar Neusdoek op ftraat verloren, en die hy opgeraapt had , in een Wettig Huwelyk getreden was. Mithridatis, één bejaarc Man, één Man van Verftand, kortom één Man van Wetenfcluppen, die in hoedanigheid van Rechtsgeleerde wel-eereene groote opgang in verfcheiden Steden van Bolland gemaaktvhad; maar die zedert vyftien Jaren tyds, overkropt door Tegenfpoeden en Ongelukken, een Worstelaar in de renbaan van Mevrouw de Fottuin geworden was; Alles wat Mitbridatus ondernam, mislukte hem, en hy bevond zig op zyn Vyfrigffi Jaar in de noodzakelykheid van hem fober te moeten behelpen: Ondertusfchen wilde het geval dat zyne tegenwoordigheid eenmael in deeze Koopftad gevordert zynde, hem de lust beving om zyn Horoscoop te doen trekken, eu dat hy my met zodanig oogmerk een flatig bezoek kwam doen. Zonder Mithridatis ergens over te ondervragen, befpeurde ik aan Z zyn  C 174 ) zyn neerfhgtig gelaat, dat hy door ongunftige Wederwaardio-he» den gefolcert wierd; In dat denkbeelc befloot ik mee alle mo-re: yke vaardigheid aan zyn verlangen te voldoen: Maar naauwelyks had ik* begonnen zyne toekomende Lotgevallen op de Aftro- oguche Proeffteen te Hellen, of ik bevond my in de noodzake- lykheid om het werk te moeten ftaken: « Myn Heer, zeide ik tot hem, het is metal zooveel Leedwezen, als verwondering dank u ter goeder trouwe zeggen moet, dat ik bevinde by het .trekken van uw Horoscoop nog met de Aftrologifche Vuurvlam nog met de noodzakelyke hebbelykheden van myn kunst be' m'VV^' Wel wac ontbreekt 'er dan aan'beroemde Man? Vroeg Mitbndatis naet veel zagtzinnigheid; Niets anders dan dat Gy de goedheid heb om morgen avond eens wedertekomen beantwoorde ik heel bedaart: Hy beloofde my zulks te doen, en ging vol gepeinzen myn Huis uit. Ik riep Britta in myn Studeerkamer, Ik ben verlo¬ ren myn lieve Kind fchreeuwde ik half wanhopig, de Naam van Aflrologist ben ik niet meer waardig, de Planeten verlaten my en het is hoog tyd dat lk in het ftof der vergetelheid neederdalen; Ik geloof waarlyk dat Gy zot word, viel Britta my inde reede, laten de zaken zoo ongemakkelyk als zv willen ter onderfchepping zyn, Gy kunt immers altyd gebruik maken van de vastgaande regelen ener wetenfehap die u nooit in verlegentheid gelaten heeft: Ondertusfchen gevoelde ik my zeer benepen nopends de wyze hoe ik my best uit de verlegentheid zoude redden waarin ik my bevond; Nimmer heb ik meer gebloedzweet in de uitwerking dan toenmaal. Wel Ludeman, vroeg ik aan myn zeiven, waar is u kunst? Waar is uwe beroemdheid? In het midden van deeze zelfftryd begreep ik evenwel dat 'er handen aan het werk moest geflagen worden, waarom ik de Horoscoop van Mithrtdatis andermaal op de koort bragt, dog met het zelfde ongelukkig gevolg als de eerfte keer. Om de waarheid' te zeg. gen ik wierd toen half dol van fpyt, en om een Haaltje van myn gekheid te geven, floot ik my 24 uuren lang in myn Studeerkamer op,, zonder fpys of drank te gebruiken, latende vervolgens door myn Knegt drie dagen agter malkandereu aan Mithrtdatis zeggen, dat ik. uit de Stad was, want ik bloosde van fchaamte om  ( 175 ) om hem te fpreken, uit vrees dat hy myne onkunde ontdekken mogt. Men zal mogelyk denken dat de Hiftorie hier meede afliep, en dat Mithridatis die zoo dikwyls onverrichter zaake heen moest gaan, niet wederkwam; Men vergist zig, geen van beide is waar geweesr, want na dat ik den derden dag volflrekt alle moed opgaf om in de tweemalige mislukte Horoscooptrekking na wensch te kunnen flagen, komt 'er tegen den avond aan myn Huys één Hongaar, van wien ik gewoon was 'sjaarlyks zommige zoorten van Krujden, en enige AromatiqueOliën te kopen: Myne ongewoone neerflagtigheid bemerkende, vroeg hy my onbeïchroomt na de oorzaak myner hartskwelling? Wetende dat hy een Beminnaar van de Aftrologifche Kraam was, openbaarde ik hem rond uit myne verlegentheid; Hy ging op ftaande voet aan het werk, en ik liet hem begaan: Dog hy was naauwlyks ten halven weg van zyn Proef gevordert, of hy vloog ylings van zyn ftoel op, roepende met een verwildert gelaat telkens overluid, Ik wil het wel geloven Heer Landsman , dat wy flip gelopen hebben I Hoe kunnen de Planeeten tog ' Gemeenfchap met den Duivel houden ? Dit zeggen, waar van ik niets begreep, ontftak dermaren myne Nieuwsgierigheid, dat ik om nader uitlegging van de zaak aandrong; „ V/el „ finte Paradox begrypt Gy my niet? Zeide de Hongaar in zyn half gebroken Landtaal: Die Mithridatis welke ,, a dat fchoon-fpel op den hals jaagt, beeft al over de 'tien „ jaren geleden, zig zeiven aan den Satan verkogt , en „ zulks is de oorzaak, waarom de Planeten onder de be„ weiking van zyn Horoscoop fiom blyven" lk meende eerst dat het myn geleerde Hongaar in de bol fchorte, maar by het nemen van de derde Proef, my met de Aftrologifche Vuurvlam beftraalt voelende, was ik ontzet van te bevinden dat hy wel geraden had, en dat 'er geene andere gevolgtrek, kende Befluiten uit de noodlottige Horoscoop te maken viel, dan dat Mithridatis niet heel lang meer in het Land der Ie' vende zoude zyn; Ik gaf hem heel koeltjes zoo wel van hec een als van het andere kennis, toen hy den vierden dag zyn Bezoek by my hervatte, en raade hem ter zeiver tyd op zyn hoede Z a te  ( ir« ) te wez»n: Mithridatis zulks bedaart aangehoorc hebbande , zweeg, groete, betaalde, en vertrok; Vervolgens vernam ik veerden dagen daar na van goederhand, dat hy zig in den om. trek of even buiten de Stad Utrecht in een klein floötje verdronken Rcid Een fatzoendelyk Heer verzelt van twee jonge en bevallige Dames waar van de eene die de oudlte geleek, zedert lang aan hem verlooft was , kwamen by het vallen van den avonaitond myn voorfalet inftuyven terwyl ik bezig was voor eenNoordhol landfche Boer enige Purgatie Pillen klaar te maken; Zy bekeken my van het Hoofd tot de Voeten om dat ik myn Planee-Muts die ik veeltyds op myn Hoofd droeg , by hunne aankomst na den Zodiak gedraayt had: Gkribon zoo ik by verbloeming den Jonge Heer noemen zal, verzogt my heel beleeft om de Horoscopen van de beide Dames Tirfia enMenahne, en de zynetevv.1len trekken Nademaal ik my destyds in een buitengewoon_ vrolyk humeur bevond , haspelde ik dit drietal Horoscopen binnen een groot half uur al fpelende af; — Het is raar Myn Heer ze de k tot Gkribon al grimlachende, dat deeze twee Jonge Dames d e daar voor my liaan, op ondofcheide tyde», beide nog uwe wettige Huisvrouwen zullen worden: —- Laat. er geen meligheden onder lopen Heer Ludeman, Gy fchermt in de Lucht, vfel hy my al fcherezende in de reede, trouwens ik moet bekennen dat de helft van uwe Voorzegging niet misgeraden is. Voor ditmaal bleef het hier by berusten, maar weinige Maanden daar na het Huwelyk tusfchen Gloribon en Tirfia zynvobe beflag gekregen hebbende, kwam hy eens op een Morgen even voorbeurs tyd my alleen een bezoek geven, vragende of ik nog by myn ftuk aangaande de Voorzegging zyner twee Vrouwen bleef, Ik beantwoorde hem van;«, zeggende dat ik «;t af" °PBe' wiste merktekenen van de J/irologie wel degelyk by my.ftuk blyven kon, maar dat ik hem nog met alles geopenba.rd had •dat ik wist, en het voo.naamfte uit befcheidentheid, onieverotn de beide Jonge Dames niet aftefchrikken, toenmaal hadmoeten verzwygen;'Waarin beftaat dat geheim? Vroeg hy vry onge. duldig i Dat beide uwe Vrouwen aan een en hetzelfde toeval  fterven zullen, hernam ik: Gkribon verliet my daar op zoo ik bemerken kon half misnoegt. Ondertusfchen ftierf inderdaad Therefia in de eerfte Kraambevalling, van het Kind dat zy dood ter waereld bragt. Niet lang daar na wierd ik bezogt van Metialia die voor de tweedemaal haar Horoscoop wilde doen trekken; Ik ontraade haar dit voornemen, onder herhaalde verzekering dat zy de tweede Echtgenoote van Gkribon zoude worden, zy ging'vervolgens befchaamt heen, en zedert heb ik vernomen dat zy met hem getrouwd zynde, insgelyl s by gelegentheid van haa. re eerite kraambevalling van een paar Twelingen overleden is, invoegen dat deze Horoscopen volgers de bewyzen die daar van voor handen waren, van alle kanten bewaarheid wierden. Indien men een Aftrologifche Maand -Courant in de waereld bragt, geloof ik dat ze onbedenkelyk veel aftrek zoude hebben, om dat de meefte Menfchen graag haare eige nog voor handen zynde wederwaardigheden, en die van hunne Tydgenotenzoeken te weten; Onder anderen zoude dat gedeelte van de voorzegkunde hetwelk de onderfcheiden Landen en Volkeren van de vier waerelddelen betrof, en als by • voorraad derzelver toekomende Staats en Oorlogsgevallen ontwikkelde, met eene ongemeene fmaak gelezen worden: Onaangezien zodanig een zoorc van Planeetkundig Nieuwspapier denkelyk meer fchadelyk dan nuttig voor het Menschdom zoude wezen, bekroop my laast dat ik bezig was zoo wat Kastelen in de Lucht te bouwen, deongewoone lust om eens een korte dog volzakelyke Ichets van zoort- gelyke Aftrologifche Maand-Courant te ontwerpen; • By vootbeelt, men zoude om daar vaneen Proef voor het SchrikkeSvaar 1804 te nemen, de navolgende aanmerkelyke Byzonderheden en Geheime Waarnemingen by wyze van Aftrologifche Voorzeggingen kunnen befchryven. Z 3 OP-  C 178 } OPRECHTE ASTROLOGISCHE COURANT VOOR. Be 12 Maanden van het Schrikkeljaar 1804. JTanuary. De zeven Planeten zyn verfcheidenNachten over gewigtige zaken in den Wolkenhemel vergadert geweest, en zullen morgen Nacht derzei ver Raatplegingen vervolgen - Men zegt dat zommige Aftrologisten één Teloscoop - Memorie aan die zevental verheven S tarren - Vorften overgeleverr, en daar by eerbiedig verzoek gedaan hebben, ten einde opening te mogen verkrygen van de Algemeene en Byzondere Gebeurcenisfen, welke gedurende het tegenwoordige Schrikkeljaar 1.804. P^ts zullen hebben: Waar op door Aftrologifche Merktekenen by het door. luchtig Planetendom verklaart is, dat de wetenswaardige Voorzeggingen voor dat jaar, zig onder anderen hier aan bepalen. Dat in de Maand February binnen elf dagen tyds in de Zuiddelyke Landftreken van het Europïsch Waerelddeel zoo ongemeen veel Sneeuw zal vallen, als 'by Menfchen geheugen immer beleeft is. q o < Dat vervolgens in het midden van de Maand Maart zig aan den Horizont een Comeet of Staartftar van eene zonderlinge natuur en maakzel zal vertonen, welkers loopkring de Starrekunaige verbszen zal, en die zoo wel by den Dag, als by den Nacht  C m ) Nacht met het bloote Oog zonder Teloscoop zal'kunnen worden gezien, en waargenomen. Dat in de Maand April eene geduchte Alliantie tusfchen vier gekroonde Potentaten van Europa, en drie Souveraine Mogentheden van Amerika plaats zullen hebben, dog dat de verdeeltheid, en het Staatkundig eigen-belang, dat Bondgenoodfchap in later tyd zullen doen vervallen» Dat in de Maand Mey genoegzaam niet van belang gebeuren zal, dan alleen dat de Roodeloop, gelyk ook de Rotkoorzen in zommige Landen fterk grasferen zullen; En dat waarfchynelyk nog in deeze zelfde Maand een Vorftelyk Huwelyk om merkelyke redenen zal worden verbroken in een Gewest, dat onder het Noorden behoort. Dat in de Maand Juny de allereerfte draying van den Aardbol zichtbaarlyk zal befpeurt worden. Dat in de Maand July onder de magtigfte der vrye Volksftaten vier waereldberoemde Staatsmannen door valfche Betichtingen aangeklaagt,. onfchuldig gekerkert, byna onverhoorc gevonnist, en vervolgens op het Treurtoneel der Booswichten openbaarlyk onthalst zullen worden. Dat in de Maand Augustus een Nieuwe Pretendent van drie Eylanden zig zal opwerpen, met oogmerk om tot de Kroon te geraken, maar in de eerfte Schermutzeling Sneuvelen zal. Dat in de Maand September door één Pythagorifte Dame ergens in een Stad van Holland het groot en veel geruchtmakenc verraad om één Kruid - Magazyn aantefteken, of te doen fpringen, zal worden ontdekt. Dat in de Maand October nergens geen Menfchen van tot 3Ó jaren oud aan Lighaamskwalen of Krankheden fterven zullen; Dog dat de fterfgevallen boven en beneden dien ou» der;-  - (: 180 ) ■derdom gedurende die Maand meest overal onbedenkelyk groot Zal zyn. Eyndelyk dat de Maanden November, en December in alle opzichten gelukkig voor de oogmerken van jonge en trouwzieke Vreyflers boven de 20 jarenoud, maaraan de andere kant gansch onvoordelig voor de Galanterye der gehuuwde Vrouwen zullen wezen. , .« N°. Xï ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, VOOR DE Drie Loopjaren 1805, 1806, en 1807. voorzien van Aftrologifche Dromen, en wondelyke Horoscopen. 3D)'kwyls worden de waereldfche zaken niet oneigenaarcig by Dromen vergeleken, waarby zy voor zoo veel mende Gebeur• tenisfen in het voorleedenen beichouwd, inderdaad zeer veelovereenkomst hebben; Ondanks deeze Aanmerking die van gewicht is, ben ik nochtans van gedachten dar men onderfcheid behoort te maken tusfchen Natuurlyke Dromen , en Aftrologicfhe Dromen, als welke in haare oorzaken, en uitwerkzelen hemelbreed van eikanderen verfchillen. In de Natuurlyke Dromen gaat het meestyds zeer verward toe; Men droomt over het algemeen genomen, veelmalen van dingen oaar men nimmer op gedagt heeft, en zulks doet klaarblykelyk zien, dat onze Geest om zoo te fpreken door den teur geï  ( i8l > ge] van liet gezond verftand niet beftiert zynde, als in het wild in den ilaap loopt fpeelemye: Waarom, wat men 'er ook van zeggen mag, aangaande de voorbeduidzelen van zodanige Natuurlyke Dromen"geene vaste befluiten optemaken zyn. Ondertusfchen zyn de Aftrologifche Dromen van eene gansch verfchil'lende aart, gelyk uit de navolgende befchryving van zommige Horoscopen volledig te bewyzen valt, en welke eigentlyk aanleiding gegeven hebben, dat ik inzonderheid van de laastgenoemde zoorten van Dromen met opzicht tot de drie loopjaren 1805, 1806 , en 1807 hier ter plaatze heb moeten handelen. Aftrologifche Dromen komen zeer zeldzaam voor, zy zyn ook aan alle ftervelingen niet gemeen 5 Een Ambachtsman, ééi Kind van vyftien jaren, één Toneelfpeel der, en een Meisje vanPlezier, kunnen zomwylen by geval of liever zonder hunne medewerking Adrologifche Dromen onderbinden, terwyl geleerde waereldlingen, en Luiden van de kunst of wel aanzienlyke Standspcrzonen daar van in hunne Levensloop uitgefloten blyven; Men dient met belang tot de Aftrologifche Dromen als een onfeilbaar gevolg vast te ftellen, dat zy niet gaan over ondesw-rpen dewélke nooit gebeurt zyn, of nimmer gebeuren zul. len, maar die ncoizakelyk gebeuren moeten: Het trekken van een keurige Horoscoop betrekkelyk tot een zonderling Geval die al vry raar in zyn zoort is, zal de geloofbaarheid daar van buiten alle bedenking gaan ftellen. Een Jong Advocaat van Familie, wiens Oom ergens de Stoel der regering bekleede, had zedert enige Maanden één Meisje op het fpoor op wien hy fmoorlyk verzot was; Hy deed alles wat mogelyk was om haar Hart te winnen, en óver haare kuisheid te zegenpralen; Dan alhoewel het aanvallig Mitje flêgts een Woile Naayfter van haar beroep zynde die werk had daar van met haar Moeder op een ordentelyke manier te beftaan, wederftond zy in den beginne vry wel de aanflagen, welke ter beroving van haar Eer door haren Minnaar ondernomen wierden. Ten laaften evenwel gelukte het den Advocaat na oneindige vrugteloze pogingen aangewend te hebben, haar onder aanbieding van Trouwbelofte zoo ver te brengen, dat zy ongevoelig na zyne voorfla<*en begon te luifteren, met dat gevolg dat Mitje naeeneverkeö Aa ring  C 18a ) ring van zes Maanden bewilligde dat zy door haar Minnaar in ftilte zoo lang op een veilige Plaats gekamerd zoude worden tot dat hy meerderjarig wierd, onder biding dat hy haar dan zoude trouwen; en van welke voorwaarden den Advocaat vervolgens een plechtig Gefchrift op Zegel onder zyn handtekening pasferen moest: Onderwylen dat zyne ftille Bezoeken by Mitje enige weken geduurt hadden, kreeg zyn Ocm die gelyktydig zyn voogd was, wel haast de vonken van die geheime Minnehandel in de "Neus, en nadien hy met kragt en geweld den verdere voortgang daar van wilde beletten, om dat hy andere oogmerken met hem voor had, zoo gaf hy zyn Neef zonder veel Complimenten te verftaan, dat hy verkiezen moest om voor Onderkoopman na Oost-Indien te varen, of anders een paar jaren in een Verbeterhuys te zitten; Den Advocaat verzogt en verkreeg drie dagen beraad, gedurende welke, hy opeen Nacht een Aftrologifche Droom kreeg, waar van hy de uitiluiting by my vragen kwam. Hy had volgens zyn verhaal gedroomt den eerften Nacht van de drie dagen welke hem ter bedenking toegedaan waaien, dat een helder fcheinend licht boven zyn Hoofd omfcheen, door middel van welke hy een Gevaarte in de Lucht gewaar wierd, de gedaante vertonende van een Wolken -Wagen waar in gezeten was een Achtbare Gryzaard houdende een opgerolt Peikament in de hand, die hem met eene ontzache- lyke ftem de volgende woorden toefprak: ■ „ Augus- 3, tus Gehoorzaam uwen Oom voor ditmaal, verkies het wan3, kelbaar Element der Zeebaren, fchrik niet ! Gy zult wel „ Schipbreuk lyden, maar behouden in u Vaderland weder „ aanlanden; Maria aan wien Gy wettig verlooft zyt, zal u ftandvastig en getrouw blyven hoe zeer uwen Oom zelfs haare Deucht door allerley aanlokkende aanbiedingen bela3, gen zal: Gy moet uwe heimelyke wederkomst in u Ge. „ boorteftad zorgvuldig voor hem bedekt houden tot dat Gy „ uwe eige Meefter geworden zult zyn, en terftond daar op „ volbrengen de plechtige Belofte die Gy Maria gedaan heb, „ door haar tot uwe Echtgenoote te nemen; Zy zal u man„ nelyke Huwelykstelgen fchenken , welkers Nazaten in het o, begin van de aanftaande Eeuw de Stoelen der Regering in „ aan-  ( i«3 ) - aar,zienlyke Steden van Nederland bekleden zullen, en uwe " Oomtal u beide na zyn Dood door zyn Nalatenfchap ge- " lukkte maken." ■ Onmiddelyk na dit verbaal befloot ]k de lef op de fom te nemen, en de Horoscoop van AulustusPgetrokken hebbende, bevond ik dat zyn Droom, één gMrolokche Droom was geweest; Ik verklaarde hem rond f daf hy zig-daar aan beftiptelyk moest gedragen , vermits Set'na aanduiding der Planeetkundige ftelregelen niet misfen ïan of hy zoude de gedroomde zaken op zyn tyd m alles felyk bewaarheid vinden: Augustue volgde myn raad, hy ouwde naderhand met zyn Mitje, geraakte als Erfgenaam in Lr volle bezit van de ryke Nalatenfchap van zynen Oom , en he moetnSmand verwonderen dat zyne Nakomelingen «het •mr i8o regelregc de wondedL o te nemen' Waar,yk' had ik o^ ver! toe we?£ ' y dnnSfnder waren & beweegoorzaken daarhe^ooTlienen^ H ie °"dernome» Horoscooptrekking in lood gd l P SF H°°r zeide ik ^t d? oplettende £ iV? /lle myne «an8en "aauwkeurig gade floeg Ik wil SÏÏL^MÏÏ ? VT betWisten' zv fcunt op geene losfe ^kmdii^^ ?? daar°m daC de Pro^^geleiT myner PlaSpw^.??tenfchap ZeCr Semakkelvk k"«nen doen onder-' Dromer *W We ZOSenoemde Sebafliaaa daar van de regte iJromer met. is geweest. ^_ Wel als Gy dit weet, dan MeldS? zekerlvk ie!s ms*> beantwoorde Emanuel Lopes hettZ^Z^- kan Zyn hercam ik» en alhoewel ik voor het tegenwoordjge my over deeze zaak zoo breedvoerig niet £ tZ' ^ !k fnderS Wel Sewoon ben ce d^, «£ kan tot welk de X /^rf ^°ps °Penbaa™> dat de Perzoon tot welke de Aftrologifche Droom betrekkelyk ïcheint, en die St?d ?rfyk P?"*' afflamt' zyne -perken" Sde L •U gdyok °°k dac zvne drie kinzonen die gedujende den jaare 1805, 1806, en i8o7. door woelagtigl on- de»»  C 1*7 ) dernemiogen vermaart zullen geraken, en onaangezien hunne Grootvaderlyke denkwyze het zwaar te verantwoorden zullen hebben. Emanuel Lopes Mendez hier meede voldaan en de Mond gefloten zynde, nam ftüzwygende zyn affcheid na my heel mildadig beloont te hebben: Ondertusfchen ben ik vj plicht tot meerder opklaring van deeze dubbelzinnige Planeetklanken daar by te voegen, dat de Ecuwelingen van die tyd bevinden zullen, van hoedanige gevaarlyke nafleep de aanllagen van het drietal Gravelyke Nazaten .oor een gelukkig Gemeenebesc zouden hebben kunnen wezen, byaldien het met door welberaamde voorzorgen van verziende Staatsmannen nog tydig ge. noeg verydelt wierd. Daar het voorverhaalde Geval in de befluitende Voorzeg, ring wat onverflaanbaar is voor Iemand- die de fleutel mist, zoo zal aan de andere kant het tweede Schouwtoneel dat ik van een kluchtiger Aftrologifche Droom vertoonen moet, wat minder ingewikkelt, of liever iets meer onder het bereik van alle verflanden vallen; Toen ik nog op de Rozengracht woon. de, viel 'er in het vallen van den avond by mistig weer een Burger Meisje vlak voor myn Deur in het Water, zy zonk als een Bakfteen na den grond: Men meende vast dat zy mors dood was, maar zy wierd 'er fpring levendig uitgehaalr, en in myn Huys gebragt. Door behulp van enige toegediende hartlterkende Geneesmiddelen deed ilc haar fchielyk van haare eerfte ontfteltenis herkomen, en haar daar op by het kaarslicht wat nader befchouwende, verbeelde ik my aan haar zwierige opfchik dat Agnhje, aldus was zy genaamt, een galant MeWe of een gekamert Matresje van de een öt ander Liefhebber moest zyn ; lk begreep dat ik my bedroog , zoo drae zy de Naam en Woonplaats van haare Ouders had opgenoemt, waarom ik ten haren opzichten van denkbeelt verandert zynde, myn Dienstmaagd gebood een fleele te beltenen, waar meede ik haar vervolgens na Huys deed brengen : In den aan volgende Ochtenftond ontfing ik daar voor al heel vroegtydig de mondelinge dankbetuiging, van de : Vader van Amitie in een Bezoek die hy my kwam doen. Onder het praten geraakte wy toevallig over de Oorlogszaken in ge-  ( 183 ) fprek; _ Ja daar weet die Franfcbe Heer die ah Cm. mefaal op myn Kamers woont, wakker van te vertelle zeide hy gulhartig: Jongens Kmderen, V is een braaf Man vervolgde hy ^ pracbtig lesfi H zm , z£ ™? myn Dochter Ac,n1ije te trouwen , laar ik wee nL Ik M«jA ?! ZfS niisfdyh iia&* toornt i Gevraag* hebbende wat hy dan gedroomt had? — Lieve deugt Mon fieur Ludeman ik kan 'er van fchrikken als & 'er om denk, hernam de goede Mam; Ik droomde moetje weteT dat myn Commefaal opgehangen wierd, en dat Agnetie met hangende hazren fchreyde, en haar handen wang, L 7at zy van hem bevrucht was Het viel my, Ik weet niet door welk een voorgevoel in f gedachten , of het geen de Vader van Jgmetje my ter Lé. tZrTW n,'CC Welee» ^ologifche D;oZgvnn d e Tk °nn7gP°nr/yn' Voori"Sen°™ een denkbedü me iL op de Proefireen van myn kunst begeerde te ftellen bewoog tk he.n de Horoscopen zoo van hem als van zy e ïfjnfL tC ,d?en,t,;ekke«. by welke gelegentheid ik bevond, AS t ridF ykS V°°r eGn ^rologifcbe Droom van eenê dubbelde beduidenis moest gehouden worden. Want behalven dat de Planeetfpraken duidelyke kentekenen gaven, dat de lrf±e}~7 2yn ^mmefaal ee«LegerverfPiedfr van beroep iTfont f /g/en D°r°d in de Lucht zoude" ondergaan, gelyk ook dat de Zwangerh.id van zyn Dochter buiten alle béden- Ï^Jrfï tCZyn' Z°° JiCt hCt * in d" weed* Plaats als een gewiste zaak van vry meer gewicht aanzien, dar de Zoon waar ITr ,»gnUjï blTn een ha,f iaar tvds DevalIe" moest , in hec pil J fG „Moordaiaar zouden worden van eenen Jongen h£^r'n*l l%lft{ie^^ telg van het Vortlelyke Stamhuis yan N.** S.* zoude wezen. Ik gaf van de beide eertra ontdekkingen opening aan den Ouden Man , onder aanbeveling van voortaan op zyn hoede te zyn, en één oog in hec zeil te houdenterwyl ik het laatfte verbogen hield , om dat de ontknoping agm eene nog te verre affland vertoonde, dan dac wy he, zoude beleven; Uit geloofwaardige berichten vernam ik naderhand de Echte tyding, dat de bewuste Franfche Heer in een der vol.  ( 189 ) volgende Zomer-Maanden ergens in een Leger als Verfpieder betrapt zynde, aldaar opgehangen was en niet lang daar na kwam de Vader van Agnitje my de verlosfing van deze zyne Dochter van een welgefchapen Zoon met betraaade ogea boodfchappen. Men kan niet ontkennen datzomtyds één Boer, één Matroos ji zelfs één Schoenlapper met een Aftrologifche Droom bedeelc worden kan; lk zoa 'er voorbeelden van kunnen aanhalen die verwonderenswaardig zyn , dan terwyl het beknopt bellek van myne Triumph - Zaal geene langwylige verhalen gedogen, zal ik llegts van eene koddige ontmoeting gewag maken die my onlangs met een Zalmboer bejegende en waartoe eene rozve Aftrologifche Droom eigentlyk gelegentheid gaf: Goejen dag Sinjeur fchreeuwde hy met een vervaarlyke holle ftem zoo drae hy binnen trad, Myn Wyf en ik hebben byden Seldrement voor eergisteren Nacht eene Droom gehad; Alsjy nou eene goede Tovc naar bent, dan moet jy jan - ftramme akkraat kunnen raden wat we gedroomt hebben, maar daar motten geen Tierlemantyntjes of Meulentjes onder lopen, verftae je wel Sinjeur ! Ik kon my niet bedwingen over de ongepolyfte uitdrukking van Jaap de Zalmboer hartelyk te Laggen; Maar hoe meer ik lachte, hoe bozer hy Wierd: Hy begon ten laatften vergramt over myn fpotachtig gelaat, wakker op my te razen en te tieren, en my zelf voor één Gek en een Weetniet uittefchelden, onderwylen dat hy weigerig bleef my de benodigde uitfluiting van de beide overeenftemmende Dromen te geven, zeggende dat die raden moest of dat de ganfche boel van myne Planeten geen duid waardig waren. Om niet langer met Jaap te twisten, terwyl hy een groot Slagters Mes op zyn Schootsvel droeg en behalven dat, voor een bedrevenBekkefnyder bekend ftond, floeg ik hem voor, om de zaak door middel van de Horoscooptrekking van hem en zyn Vrouw, te willen beproeven; En dit gcfchied zynde, verklaarde ik zonder de minfte beteutering in myn We? zenstrekken te vertonen, dat hy en zyn Vrouw metvoor eer gis* teren Nacht, gelyk hy verkeerdelyk opgegeven had, maar wel zeven Nachten geleden, de hier volgende niet onaartige Aftro: Bb loi  logifche Droom te beurt gevallen waren, waar van ik de bedui» denis voorzeggen zal. Gy, en u Huysplaag Jaap zeide ik vervolgens al fcherzende tot hem, hebben gedroomt, dat een van uwe Oudfte Konynen, begon te fpreken, dat het beste paar van uwe Duiven wegvlogen, en dat men u drie douzyn van uwe befpaarde Hoender - Eyeren die in de kelder bewaart wierden, heeft willen ontvreemden, ftaar dat de bedoelde diefftal door de waakzaamheid van u Buurmans Hond belet is geworden: Al wat jy daar parlementeert Maat, heb je by myn folen net geraden, viel Jaap my in de reede: „ Wel nu hernam ik, om tot de uitlegging van dee- j, ze Aftrologifehe Droom - Geheimen overtegaan, zoo weet dat „ volgens de Planeeten - Galm het eerfte beduid, dat uwe oud„ fte Zoon die zedert enige weken aan eene verwaarloosde kwaal „ ftom gebleven is, binnen korte dagen weder het gebruik van „ zyn fpraak verkrygen zal; Dat het tweede en derde Lid van „ ulieder beider overeenflaande Dromen te kennen wil geven, „ dat uwe beste Knegt en Meid heimelyk zullen aanfpannen om „ te zamen het hazepad te kiezen, na voorgaande pogingen om „ u listig te beroven van een fomme van 36*0 Guldens die Gy „ in één Kist befloten heb, en welke door de drie douzyn Hoen„ der - Eyeren by Zinfpeling in den Droom eigenaartig worden „ afgebeelt, maar dat dien misdadige aanflag door de waakzame „ zorg van een uwer getrouwe Boezem-Vrienden , (van zyn „ beroep ook een Zalmverkoper zynde) en die juist toevallig by „ het krieken van den morgenftond op het Pad zal zyn, als dan „ gedwarsboomt of liever geheel te leur gefield zal worden." — Tut, Tut, voor die dingen ben ik niet bangriep Jaap, Ikgeef het onzen Knelis, en Neeltje in Zesfenommy te bedotten.- Hy verliet my na dit gezegt te hebben, heel fpoedig, onder belofte van my te zullen gedenken; Inderdaad hykwam my tien of twaalf dagen na zyn eerfte bezoek eene weergaloze gerookte Zalm tot een vereering brengen, zeggende dat alles zoo was gebeurt, als ik op die tyd voorzegt had. Ter zei ver tyd dat de verhandeling over de Aftrologifche Drohier meede afgelopen zyn, fchieten my nog enige kleinig- he„  C 191 ) den te binnen? welke onder den kreits myner Starrekundige Waarnemingen voor de drie Loopjaren 1805, 1806, en 1807 wel depeïyk begrepen zyn; Als by voorbeelt, dat gedurende de zes laatde Maanden van het jaar 1805 onder alle de Christen Volkeren van Europa zonder onderfcheid, het drinken van allerley zoorten van wynen en gedis'telleerde Wateren, gelyk ook het her-, trouwen van Weduw - Vrouwen fcherpelyk zullen worden verbo. den, om redenen welke myne Vrinden de Planeten my gebieden voor als nog te verzwygen; Dat verder voor zoo veel de Gebeurtenisfen van het jaar 1806 betrefven, onderanderen als iets merk' waardig kan worden befchouwd, dat op het fpoor ener als dan nieuw ingevoerde Moode de Pracht en kostbaregeldverfpillingen ten aanzien van de Mannelyke en Vrouwelyke Pronkgewaden zo-, danig beteugelt, of om beter te zeggen in onbruik geraken zal, dat niet alleen het eerwaardig Burgerfchap, maar byzonder Perzonen van de groote waereld hen als om itreyd bevleytigen zullen om eenvoudig en nederig gekleed te gaan. Dan het geen als een meer opmerkelyke zaak den omloop van dit jaar byuitnementheid verluideren moet, is het groot ontwerp dat op de baan gebragt zal worden, en eigentlyk hier op uitlopen zal, om de langwyligheid der Procesfen hier te Lande door welvoorziene maatregelen voor de Hooge Overigheid aftefnyden, aan ongelukkige en behoeftige Weduwen en Weeskinderen een fpoediger recht te verfchafven, als mede om voortaan de Crimineele Rechtsgedingen niet willekeurig, maar na de letter van de Wetten door de Rechters te doen beöordeelen. Wyders valt aangaande het laatde Loopjaar 1807 met eene volzekere grond van verwachting te voorzeggen, dat men oogfcheineïyk ongemeene gistingen by de Keurvorden van hetDuitfche Ryk befpeuren zal, wegens den voorllag die denkelyk destyds by zommige van hen geen invloed zal vinden, namelyk om de hooge waardigheid van Roomsch Keyzer in plaats van verkiesbaar gelyk zy altydgeweest is, nu in het vervolg Ervelyk te verklaren. Bb« [ xa  ( W ) N°. XII. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, RAKENDE Het Schrikkeljaar 1808. vertonende de Triumph-Booc van Concordantie wegens bet geklank de zeven onder', fcbeiden Planeet - Bazuinen. JC/aat ik ter Eere van het derde Schrikkeljaar der Negentiende Eeuw hier ter plaatsze eens de Triumph-Boog van Concordantie oprechten, nademaal men gedurende den loop derzelve, het geklank der zeven onderfcheiden Planeet - Bazuinen zo in de openbare Tempelen, en Raadzalen, als in alle andere plechtige Volksvergaderingen ja voor de Thronen der Scepter voerders, by uitzondering horen zal, het geen regelmatig alle éénentwintig Schrikkeljaren, of om my klaarder uittedrukken, llegts om de 84 jaren maar eenmaal voorvalt; Als ik dus fchryf, fpreek ik in één figuurlyke zin, en by wyze van zinfpeling, dat is te zeggen, dat de Afbeelding van myne Aftrologifche Triumpb - Boog alleen op de Pianeetklanken van allerhande waereldfche Lotgevallen zien. Wat men nu door de Concordantie der zeven onderlchei» den Planeet - Bazuinen by zinfpeling behoort te verftaan, valt juist in de verheven wetenfchap der Aftrologie niet ongemakkelyk te bepalen; Ondertusfchen fcheint zulk aan verfchillende gevoelens onderworpen te wezen: Zommige Aftrologisten hoü-  houden het voor de zamenftemming der zeven onderfcheiden uitblinkende tydperken van 't menfchelyke Leven, maar dat kan niet door den beugel, om dat het zeker is, dat alle ftervelingen geen één - éntwintig Schrikkeljaren beleven; Andere nemen de Concordantie tusfchen het zevental der Planeet-Bazuinen eigentlyk voor de zeven buitengevvoone Wonderjaren die zy dry ven dat alle 84 jaren noodzakelyk moeten invallen. Maar zonder al te verwaand te zyn, ben ik onder verbetering van begrip, dat men in een figuurlyke zin niet anders onder de benaming van Concordantie in opzicht der zeven Planeet-Bazuinen begrypen moet, dan een zevental van gedenkwaardige Gebeurtemslén waar van ieder Planeet op zyn beurt 'er een doet geboren worden, of tot een zeker oogmerk beftierr, en in dat geziechtpunt kan ook alleen de oprechting ener Aftrologifche Triumph - Boog plaats hebben. Om nu vervolgens zodanig een Triumph Boog met groene kranzen te omvlechten, zal ik het zirJhelend geklank der zeven onderfcheiden Planeet-Bazuinen welke zig in het Schrikkeljaar 1808 op eene verrukkelyke manier zullen doen horen, en waar van ik my voorilel de Concordantie protfkundig te befchryven, door middel van het verhaal van zeven Aftrologfehe Voorbeelden gaan aflchaduwen; De Levenscyd van één Mensch is doorgaans zoo kort, dat 'er genoegzaam onder de tegenwoordige Tydgenoten niemand gevonden zal worden in wiens oren de lievelyke melody der zeven Planeet - Bazuinen in't jaar 1808 zuilen klinken: Men behoeft derhalven genendeele verwondert te zyn, dat ik op de aanfporing van myi e Vrinden de Planeten my met eene verdubbeling van blakende iver bevlytigen wil om dit Aftrologisch Veld van Belpiegeling met aangenaame kouleuren te dcorzayen, en dit is hec waaie beweegrad die my althans doet befluiten om regelregt toete» treden tot de verhandeling van de zeven voorbeelden welke de Zinnebeeldige allchaduwing der Planeet - Bazuinen zamenftelJen. • Het eerfte aantrekkelyk voorbeelt hetwelk volmaakt ftrookt, met de Bazuinklank van de Planeet Sol-, bevat het Gefchiet. verhaal van de Perflaanfche Prinfes Eulomine, wiens Vader een Bb 3 ge-  c m 3 geboren Europiaan, en een Waereldvermaard Oorlogsman zal zyn, en die na eene zevenjarige Omzwerving om haren onbekeade Vader optezoeken, eindelyk na Azia terug keert, om fen 2 °ï T P%Z'en C,e doen ^klimmen door°enen Chris. '?Ur-(lemlal Würden Ik ^b toen de eer. rntn'i c\aZUinhm °,ver begön "itceblazen, myn 7W«. na hec Oosten gewend, en bevonden dat onder de voor. bedoelooze Lotgevallen van deeze grootmoedige VoriHn, als een bewondert Gedenkzuil van haare Lévensbedryven in het byzonder zal doorllralen, dat zy het aandryvent werktuig' ter hrllelling van de rust in Europa moet worden, door de Vreedefluinng tusfchen drie of vier Oorlogvoerende• Mbgent. heden in het jaar 1808 aldaar te bewerken: De tweede li*. ■ zuioklank welkers uitblazing de Planeet Lüna aanbevolen SUn\ u yk iV bedoeiinS hebben hec voorbede dat ik niwen door het trekken van een zekere Horoscoop dezer dagen onuerlchept te hebben gehad. Een Blindeman te gelyk een bedreven Organist zynde, ontbood my aan zyn Huis ; In de verbeelding dat hem de een of ander kwaal fchorte, begaf jfe my derwaards maar in plaats van over Geneesmiddelen of Krankheeden te fpreken , vroeg hy my vry fpottende, of ik wist te voorzeggen wat 'er gebeuren zoude , als Lunaa's Plas neet-Bazuin eens in Corcordantie met de andere zes Plane-^ ten bloes i Ik ontveinsde myne verlegentheid om oppervlakkig éen vraag te beantwoorden die ik begreep van aanbelang te Bi ,et? zo,nde,r mv hier over nittelaten , verzogt ik hem be-' leetdeiyk dat hy zig geliefde te laten welgevallen dat ik zyn Horoscoop trekken mogt: Hy bewilligde zonder tegenfporreling LnuKy"J g' en onmiddeJyk daar op myn werk verricht hebbende, was het met een ongemeen genoegen dat ik de groff byzonderheeden uit de Goudmyn der Aftrologie op. Naauwlyks was ik uit den flaap der onwetentheid ontwaakt, of ik maakte geen zwarigheid meer om onbefchroomt het woord opcevacten ; Indien ik niet beter wist, Myn Heer zeide ik, zou ik haast denken dat de Geest van een Aftrologist u bezielde. r#w Ja gaf hy te antwoord, één Blinde-' man.  C 195- ) roan kan zoratyds meer zien dan Iemand die twee ogen heeft,, wel nu hernam ik, Gy zult onaaagezien uwe Blindheid dan wel bemerkt hebben dat de Planeet • Bazuin van Luna die men eerst in het derde Schrikkeljaar van de toekomende Eeuw zal horen blazen, driederley goede Boodfchappen aanbrengen zullen, als vooreerst, de weergaloze uitvinding om de fchaarsheid van Geld onder de Koophandeldryvende Volkeren voor altyd te verbannen; ten anderen, het fcherp verbod tegen de Huwelyksdwang hier te Lande, waar van zommige ontaarte en geldzuchtige Ouderen dikwyls ten opzichten van'hunne Kinfleren gebruik maken; En ten derden, de invoering van een nieuw Reglement waar by de verdubbeling van Daglonen aan allerley flag van Ambachtsluiden en Arbeyders zal worden toe. geftaan: De Organist zulks bedaart aangehoord hebbende, betuigde dat by voldaan over de blyken van myn kunst was, en zonder het daar by te laten berusten, had hy de Edelmoedigheid my te belonen op een wyze die myn Eerzucht ftyeelde. Hoe en op wat wyze door de Planeet Ju pit er de derde Bazuin zal worden uitgeblazen, en hoedanig de Concordantie met de zes andere Planeet - Bazuinen daar in te vinden is, waren al van voor langen tyd de voorwerpen van verwondering van het meerendeel der Jflrologisten; Om te betonen dat ik my met zwadder van eige roem niet bemorfen wil, beken ik ter goeder trouw, dat my in den eerften opflag dit alles zeer bedenkelyk voorkwam ter zaake van het voorbeeld dat op de uitblazing van die Planeet - Bazuin flaan moest: Maar toen ik alle de omftandigheden daar van gewikt en gewogen had , verdween wel haast voor myne oogen de ver(tandeloze onbegrypelykbeid (die Iemand zonder voorgaande bedaart onderzoek doorgaans begochelt) op gelyke wyze als de Son voor een poos gewoon is onder een dik bewolkte Lucht te verdwynen. Ingevolge van zulk eene welberaade overdenking trof ik het wit, en bevond door behulp van den 1 wegwyzer der voorzegkunde, dat het Foorbeeld van deeze derde Bazuinklank inzonderheid hier op moest uitlopen , dat de aloude hooggeroemde dapperheid der ftrydbare Batavieren in ^ * . het  C '9G* ) het jaar 1808 op eene doorftralenle wyze herleven zoude, met dat gevolg dat zy eene zegenpralende overwinning met haare Oorlogsvloten zouden behalen op een eene Wangunitige Zee - M )• gentheid onder wiens juk zy enen geruimen tyd van jaren had moeten znchten, en die eene bedekte toeleg tot overmeeftering van haare Bazitcingen in het Oosten, zonder voorafgaande gebruikelyke Oorlogsverklaring gemaakt had. Aanbelange het voorbeelt ziende op de klank van de vierde Planeet - Bazuin , uitgeblazen zullende worden door de Planeet Mercurius, by zommige Hermes genoemt; Valt zonder de minfte ichroom te voorzeggen, dat de TriumpbBoog van Concordantie nergens beter geplaast kan worden dan' in een tydperkfcbap die zoo veel belooft, en wezentlyk ook toebrengen zal tot den aanwasch van het Geluk van één Vol't, meer dan twee Eeuwen met Buiten , en Binnelandfche folteringen geworfteld hebbende; Ik zal my hier over althans nie: verder verklaren ais nodig zal zyn om aantetonen dat men het Schrikkeljaar 1808 by uitzondering zal zien pryken met de nooit volprezen Lof, van niet alleen het Voedfter - Jaar ter aan« moediging van allerhande nuttige kunften en wetenfchappen, maar gelyktydig der verdelger van het Monfterdier der Burgerlyke verdeeltheden te zullen wezen; Indiervoegen dat na de Compasnaald myner Aftrologifche Waarnemingen, één Man van aanzien, bekleet met hooge waardigheden bedreven in de Staatsbeftiering van zyn Vaderland, ryk van verftand en tydeJyke goederen, maar woelachtig van Geest, uit een grillig opzet den ftap van opfchudding gedurende het jaar ii)o8 ruimlchoots zullende willen wagen, als een Oproermaker met het Zwaard openbaarlyk zullen worden geftraft, gelyk de ondervinding op zyn tyd onwederfprekelyk zal doen blyken. üe drie laatfte voorbeelden behorende al meede onder de Triumpb-Boog van Concordantie , aangaande het geklank der zeven Planeet-Bazuinen, en waarvan de uitblazingen door de Planeeten Venus, Mars, en Saturnus gefchieden zullen, hebben met eikanderen deeze dingen zamenlopende tot heil van het Menschdom, en ter voorplanting van derzelven onderlinge vergenoeging gemeen, dat Venus in het Schrik- kei.  C w ) keijaar 1O08. aan huuwbare Jonge Dochteren toelaren zal om zig in de Huwelyks-Lotery waarvan ik wel eer in dit werk gehandelt heb te doen uitloten, zonder bedugt te zyn voor de navrees dat haare goede Naam daar door gekwesc, veel minder dat haare Maagdelyke Pronk - Geraden gevaar zullen lopen hier door ontbloemr te worden, en vervolgens aan getrouwde Mannen en Vrouwen de vryheid vergunnen zal. om by de eerfte kenmerken van de verkoeling hunner HuwelyksLiefde zig zonder opfpra k te mogen doen ontrouwen ; Dat wyders Mars een afkeer voor Volkbedervende dwang gevoelende , terzei ver tyd de gedvvonge Wapen k neg ten afkeuren , en geene andere dan Vry willig Oorlogsvolk in den Krygs • dienst voortaan gedogen zal; En dat laaftelyk Saturnus van Primo January des jaars i!b8 af, in alle Waereldfche Zaken, hoe genaamt de loop der Natuur onbelemmert zoekende intevoeren , wel uitdrukkelyk gebieden zal, dat geen Mensch na die tyd meer verplicht zal worden te Eeten, dan wanneer hy door den honger gepeist word, te Drinken voor dat hy dorst heeft, en te gaan Slapen voor en al eer hy de Vaak gevoelt, zonder zig aan enige ord.r des tyds, Plaats, ofomftandigheden te binden; Dit Saturnus Gebod ftrookt vol- maaktelyk met de denkenswyze van myne overleden Vriend den Geleerde Gerardus Montanus, die in zyn doorwrocht Tracfaatje over de GceJktmde dit onderwerp keurig, en uitvoerig behandelt heeft gehad. Waarom nu de oprechting van één Triumph - Boo* van Concordantie ten aanden van het geklank der zeven onderfcheiden Planeet - Bazuinen plaats behoord te hebben , gefchied eensdeels ter oorza^ke dat de ganfche doorluchtige Planeetefchaar in het Schrikkeljaar 1808 ten algemeene Welzyn van de Menfchelyke Maatfchappy met eene overéénftemmende kracht werkzaam zullen wezen ; Anderdeels vermits zodanige Concordantie, overéénftemming, of Harmonie niet altyd volftrektelyk, ja zeer zeldzaam in de werkzaamheden der Planeetlopen gevonden worden ten opzichten van alzulke ondermaanfche wisfelvalligheden des Menfchelyke Levens, waar op zy meer of min invloed hebben, byzonder op de verfchiliendj TempeCc ra.  ( 198 ) ramemencen van zukkelende Patiënten door deeze of geene ongeneezelyke of gevaarlyke Lighaamskwaalen gedrukr. Zoo zal by voorbeelt de Planeet Saturnus op zyn beurt in den Raad van bet zevental myner Lucht-Patronen de voorzitting heb» bende, de aanbevolen Geneesmiddelen van één kundig Artz, voor den Lyder in de uitwerking begunftigen, terwyl de Planeten Venus, Jupiter, en Mercurius op hunne beurt in de Hemelzalen der flonkerende Starren prefiderende , de werkingen van die zelfde Medicamenten in een gelyk geval dwarsbomen , of ongunftig voor den Patiënt doen uitvallen zullen ; Niet minder befpeurt men de zeldzaamheid der Concordantie, in de Horoscooptrekking tusfchen Myne Vrienden de Planeten: Dan vermits de gisfende beweegoorzaken by veele Starrekundige tegenfpraak ontmoet, gevoel ik my belust, om een onderzoek van dien aart eens in de weegfchaal van het gezond verfland te leggen, en met vermakelyke verhalen te fta«ven. Daar kwam op een avond één Burgerman van myn kennis by my aanlopen , om my de onaangenaame tyding mede te delen, dat hy over de ftraat gaande, zyn Goud Horlogie verloren had; lk trok uit Nieuwsgierigheid zyn Horoscoop, want wy waren zedert tien jaren al te goede Vrienden geweest, dan dat ik het uit oorzake van belang zouden willen gedaan hebben: Ik bevond dat de Planeet Mars waar 'onder hy niet geboren was, toenmaal de voorzitting in de Raadzaal van hec Firmament had , en dienvolgende dat myne pogingen om iets op het fpoor te krygen dat my wegens zyn verlies enig Licht kon byzetten, altemaal vrugtteloos uitliepen. De tegenkantingen welke ik ten dien opzichten Van wegen de regerende Pla« aeet Mars ontmoete verdriete my dermaten, dat ik myn Vriend verzogt na verloop van Elf Dagen wederrekomen , want ik wist dat de Planeet Jupiter waar onder hy geboren was, als dan de voorzitting hebben zou; Hy beloofde my zulks, en bleef niet in gebreeke zig op de bepaalde tyd aan myn Huys te laten vinden: Wy hervatte daar op het afgebroken werk met een dubbelde iver en lust, dan dit kon niet verhinderen, dat de fchokkingen van tegenkanting van Jupieter, in den begin-  C 199 ) ginne by na even fterk dan de voormalige van Mars waren. Die ontzette my niet weinig, en ik zou misfchien even blind gebleven hebben , indien ik by geluk de Aftrologifcbe Vuurvlam met gevoelt had; Ik wil graag bekennen, dat agtervoigens het gispeloos zwak van de meelle Runstoeffenaren , een pak van myn Hart fchoot, toen ik bemerkte dat ik het fpel meester wierd: Myn Vriend, fchoon juist onder die doorliepen verilanden niet behorende welke uit de Phifonomie allos weten te doorgronden, befpeurde aanfionds aan de glansrykheid van myn gelaat dat 'er iets buitengemeens in myn geest omging. Ik liet hem lang in zyne zelfgepeinzen „ Myn lieve Man, zeide „ ik, Gy heb u deerlyk vergist, u Goud Horlogie heb Gy ,, niet verloren,,maar is door Iemand behendig Ontftolen, die „ 'er thans een knagend berouw over gevoelt, en die het uver. „ moedelyk binnen driemaal vier- en- twintig uuren door de „ tweede of derde hand weder terug zal bezorgen," Met deeze hoop gevleid, ging myn Vriend met veel blydfchap weg, en kwam my den volgende avond berichten, dat hem zyn ontvreemt Horlogie^loor een Geeftelyk Perzoon onder verzoek van geheimhouding zoo dadelyk weder behandigt geworden was. Ik heb dit geval flegts aangeftipt om te doen zien, dat er altyd geen Concordantie tusfchen de Planeten en als een gevolg van dien, onder de uitblazing van derzelver Bazuinen plaats heeft; Als dit waar was, of algemeenlyk in allerley waereldlyke Lotgevallen zonder uitzondering gebeurlyk kon zyn, dan zoude 'de ondermaandfche dingen na een zoort van volmaaktheid zwe • men, daar zy nimmer toe geraken zullen: Daar van daan is het dat een beroemd Kunftenaar doorgaans een groot Debauchant it en dat'er geen Geluk zonder ongeluk, nog geen ongeluk zonder één zamentlopent Geluk op de beneden waereld^ gevonden word. Ik heb lust de ftremming der Concordantie wat nader aantetonen dooreen voorbeelc van een andere natuur die verbazen zal; In een wandeling die ik laast in myn eenzaamheid door de Plantagie binnen deeze Stad deed, ontmoete my één Jongen die zo fterk om een aalmoes by my aanhield, dat ik half gedwongen was om ze hem te geven: Ik moet my zelve het recht doen dat ik altyd een redelyk goed Phifonomist ben geweest, Cc a wat  ( 200 ) wat 'er ook van zyn mag, dit is zeker, dat in het uitterlyk gelaat van den Jongen iets verheven doordraaide dat my beviel. Ik vroeg hem na zyn Doopnaam, en hoe oud hy was? Myn naam is Jan Kasper, en by leven en gezondheid zal ik overmorgen precies 13 jaren oud zyn, zoo als myn Moeder my wys maakt, gafhy met eenen ongedwongen zwier ten antwoord,* — Welnu Mantietje hernam ik, zie daar by provifie een Schelling, maar komt o ermorgen Ochtend tegen Negen uuren aan myn Huys, dan zal ik u wat oude klederen op u Verjaardag meedegeven: inmiddels trok ik zyn Horoscoop , wanneer ik wel aanftonds onderfchepte, dat die Jongen tot het Bedelaarfchap niet geboren was, maar het regte geheim bleef voor my toen nog bedekt: Ik bemerkte zelfs genoeg de bezwaarlykheid om de knoop van dat raadzel te kunnen vinden, vermits ik niet alleen door de beide Planeten Mars en Mercurius in de uitvoering van myn werkgehoudentheid miste; Onderwylen kwam Jan Kasper op de bepaalde tyd opdagen, by welke gelegentheid ik hem over een en andere zaken die ik begeerde te weten, wat nader ondervroeg, en wanneer ik uit zyn mond vernam, dat hy een vondeling was, die door een Boer in het Dorp Scheyndel uit meedelyden aan zyn Huys genomen, en tot den Ouderdom van zes jaren opgevoed zynde, vervolgens aldaar door een bende zwervende Landlopers listig ontvoerd wierd, met het oogmerk om hem tot een noodzakelyk Inftrument voor hunne Bedelkraam te doen dienen, zoo dat Jan Kasper na ruim vier jaren lang met de Bedelaars troup hier en daar op het Platte Land gezworven te hebben, ten laasten met een verminkt Man, en een geeltanig Vrcuwsperzoon van dat beroep, die voor zyn Vader en Moeder doorgingen, hier te Amfteldam beland, en zedert verbleven was: Oimiddelyk na deeze opklaring van zaken, my door de Aftrologifche Vuurvlam beftraalt voelende, trok ik in tegenwoordigheid van den Jongeling andermaal zyn Horoscoop; Alles gelukte byzonder wel, temeer om dat de Planeet Sol, waar onder hy geboren was, in de Hemelzalen prefideerde; Om koit te gaan, myn blydfchap kon geen palen, wanneer ik Zonneklaar'ontdekte, dat de Jonge Jan Kasper een aanzienlyk Krygs - Officier tot Vader had,,  ( 201 ) had, aan wiens geheime Minnehandel met een Boere D achter hy zyne geboorte verfchuldigt was. lk liet van dit alles niets aan hem blyken, maar beval hem oplettende te zyn , als hy over 23 Dagen een Aalmoes zou vragen aan een Officier, die een Lidteken op de linker wang had, onder aanrading hem onge. meikt van agteren optevolgen, ten einde te zien waar dien Ófffcier logeerde, en my terftond van zyn verblyfplaats berichr te komen geven; Jan Kasper beloofde zulk beiliptelyk te zullen volbrengen, en ik befchonk hem voor ditmaal met enige half verlieten Klederen en een weinig Zakgeld. Ondertusfchen waren na myne voorzeggingen de 23 beltemde Dagen nog niet ten vollen verlopen, of de wonderfcheinende Gebeurtenis die ik vervolgens verhalen zal, verluifterdeals mee een Glansryk Pronkgewaad de voortrefvelykheid der Starrevoorzegkunde; Men lette vry daar op! Myne Luchtpatronen de Planeten zullen de waarborgen' van de Echtheid van dit aan te-, kenswaardig geval zyn. Terwyl ik op>één dag, dat ik van 'smorgens ten 7 uuren toe des namiddags heel laat overkropt door de Bezoeken van een Heirleger Boeren en Boerinnen , gansch vermoeid geworden was , befloot ik het overige van dien dag Vacantie te houden, en dezelve alleen in hec gezelfchap van myne geliefde Britta Beyer doortebrengen; Maar dat men zomwylen als men 'er hec minst om denkt, buiten de waard kan rekenen, bewyzen menigvuldio-maal de gelegentheeden waar in men buiten opzet, of ten min. ften buiten zyn eige fchuld in gebragt word: Inzonderheid bleek decz^geftaafde waarheid aan myn Perzoon door de ondervinding, in een tydilip dat ik overvallen wierd, door de komst van een Gegaloneert Krygs-Officier, die toenmaal de hoedanigheid van Kapitein onder de Infantery bekleede, en van de Jonge Jan Kasper verzeld was Rent Gy my L o d e m a n ? Die Jongeling zegt dat Gy my kent, vroeg hy by het intreden van de Kamer,- lk ken u niet verder, Myn Heer! Als voor ds Perzoon die zyn Vader is! beantwoorde ik heel bedaarc, onder de befchouwing van het Lidceken dat hy aan zyn linkerwang droeg: .Hoe zou ik de Vader van dien Bedeljongen zyn ? Hervroeg by mee een zoort van drift die z^ne ongerust* Cc 3 heid  ( 202 ") hetd wel degelyk te kennen gaf. Hy bekeek daar op, Jan Kasper mee zulk eene uitilralende ontroering, waar uit ik al iets goeds begon te voorfpellen, en inderdaad de Natuur fteeds gewoon wonderen te doen, bekroonde hier volmaaktelyk haare werkingen; Want behalven dat hem op nanuwkeurige ondervragingen alle de omllandigheden rakende het Vondeling, fchap en de verdere Levensloop van den Jongman vertelt wierden, zoo bewerkte de kruipingen van het bloed, zoo wel als de gelykheid van de Phifonomie die zig tusfchen hem, en de Jonge Jan Kasper opdeed, dat hy deeze ras voor zyn Zoon herkende; Als zodanig omhelsde hy hem als een teerhartig Vader, onder belofte van zorg voor zyn Fortuin te zullen dragen. Dit alles gefchiede met zoo veel aandoening dat ik werk had my van traanftoning te onthouden,- Ach dat de Natuur altyd zulke Zielverkwikkende wonderen mogt doen! Nahet voorverhaalde op die wyze ten algemeen genoegen afgelopen was, verzogt de Kapitein my met verpligtende bewoordingen, dat ik tog ook eens zyn eige Horoscoop zoude trekken : Daar behoefde niet veel aandrang van redenen om hem te voldoen, opftaande voet voldeet ik aan zyn verlangen; En zie daar het geen ik hem woordelyk te kennen gaf: ■ <~ — „ Myn Heer! Gy zyt de Zoon van één Man die als Kollo„ nel in de beruchte Veldflag van Fonlenoy gefneuvelt is; In „ een van de drie jaren 1786, 1787, of 1788, zonder zulks „ onfeilbaaar te kunnen bepaleu, zult Gy in de dagen der „ Landberoeringen het Opperbevelhebberfchap over eene klei„ ne Legerbende verkrygen; dat ergens tot een Cordon zal „ worden zamengetrokken, en Gy zult in den hoogden graad „ niet alleen het vertrouwen van uwe Betaalsheren en Mee» „ fters daar door winnen, maar eene verklinkende Naam by „ uwe Landgenooten verkrygen." Den Officier hier over ten uitterften onzet, beleet dat de voorzegging ten opzichten van zynen Vader overéénkomftig de waarheid was, voegende egter daar by niet te kunnen geloven, dat het laas» te immer gebeuren zoude,- Dit belette niet, dat hy my vier Ducaten in de hand Hopte, en heel voldaan met de Jonge Jan Kasper zyn natuurlyke Zoon weg ging. He*  C 203 ) Het geheugt rny in het jaar 1724, wanneer volgens de 01* der des tyds één Triumph-Boog van Concordantie.! opgerecht wierd , en geklank der zeven Planeet - Bazuinen zig 0nderfcheidemlyk deed horen, Aftrologifche Waarnemingen te hebben bygewoont, welke alle denkbeelden te boven gingen gelyk by voorbeeld,dat gedurende het jaar dat de Concordantie tusfchen de Planeten duren moest , het op een Vrydas. met zoude regenen, en dat verder allerley ondermingen hoe genaamt die op een Frydag gedaan wierden, gelukkige uitdagen zouden hebben, zoo als ik bevonden hebbe dat ook nimmer in dat jaar gefeik heeft: Ik ben daarom van gedachten dat alle deeze dingen inzonderheid in het Schrikkeljaar 1808 weder plaats grypen zullen. N°. XIII. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, Betrekkelyk tot De-drie Loopjaren 1809, 1810, en i%n. Met Kunst 9 en Vliegwerken verreykt. ]MDn hoord Menfchen van onderfcheiden Standen en Beroemen™ d eTolrÏT' *«keB.de KwtSl veren, de Koordedanzers, de Gochelaren, en ik weet niet wie al meer fnorken daarop; Wel waarom zouden wy Planeecbefchouveren op onze Aflrologifche Kunst, en als van vry meer aanbelang voor fydgenoocen e»föE£&£ zyn  zynde, ook niet mogen zwetzen? Groötfprakige vertoningen van herferifcbimmige kundigheden, vinden veel al de beste indrukzelen op de verbeeldingskracht van verre de meefte onder het lichtgelovig Menschdom: Men handelt bygevolg verHandig, als men tot zelfs in het ftuk der geleerde wetenfchappen zig na de moode van de tyd weet te fchikken. Zonder te kort te doen aan de onderfcheiden takken, welke het Oeffenfchool der Geleertheid uitmaken , en veel minder zonder de zaken met eene vergrotende Loffpraak te willen vernisfen, kan ik onverwaand beweren, dat niemand in zyn beroep de Kunst en Vliegwerken meer te pas komen dan één Ajlrologist; Hoe dikwyls gebeurt het niet, dat wy in de Horoscooptrekkingen daar van gebruik moeten maken, De voorzeggingen die wy in die hoedanigheid uit de loop der Planeeten doen, om dat zy grotendeels op de Starrekunst gebouwd zyn, zouden ons gemakkelyk van den blaam van het Tovenaarfchap kunnen vry pleiten, als men flegrs begrypen wilde, dat alle de voorkomende Aftrologifche_ bewerkingen van hoedanige natuur die ook wezen mogen; niet anders zyn dan eigenaartige Kunst en Vliegwerken, waar van wy ons noodzakelyk bedienen moeten: Men zal het denkelyk voor geen onaangenaame tydkorting houten, wanneer ik hier de volledige befchrvving van het ryke Magazyn der Aftrologifche Kunst en Vliegwerken in alle zyne aantrekkelykheden doen volgen zal. Alhoewel onze Kunst en Vliegwerken zig zoo openbaar niet vertonen, dan die van zommige bereisde Avantuners welke by hunne verwonderaren op de gewoone Jaannakten of Kermisfen haar kostwinningen moeten zoeken , zoo ftraalt ze nochtans in de driederley Hoofdzuilen van de Starrevoorzegbande voor de Kunstoeffenaren zichtbaarlyk door: Als vooreerst in de Charaftere en Phifionomie der Perzonen die ons over haare toekomende Lotgevallen koomen raadplegen, ten tweden in haare Temperamenten, en ten derde in de bovendryvende voorwerpen warr op volgens haare INativiteitsftar hun zwak bepaaldelyk gevestigd is. By voorbeeld, als Ie- mand van een goedaartig Charaéter en één gelukkig 1 hiliono- mie  C =oJ ) i itiïe fchoon van één Phlegmaticq Temperament zynde, zyn bovendryvend voorwerps zwak uit zyn Gebo >rteitond doet kennen , zoo volitaat alleen het Aftrologisch Kunst en Vliegwerk om op wiskundige gronden zyn Horoscoop te trekken, zonder dat 'er het behulp van een buitegewoon onderzoek van de Pianeetlopen, zoo min als de beltraling van de Aftrologifche Vuurvlam toe nodig is; De oorzaak hier van is, dat de Kunst en Vliegwerken maar alleen tot het befchouwend deel van de kunstbewerking , en niet tot de Pianeetkundige voorzeggingen van toekomende Lotgevallen behoren : Aldus is het my° veelmalen door louter Kunst en Vliegwerk by het trekken van H.roscopen gelukt, voor de vuist te voorzeggen, dat Jannetje de Weduwvrouw binnen 8 Maanden hertrouwen zou , dat Klaas binnen het ja:r één hooge Prys uit de Lotery zou. de trekken, dat Pleuntje gevreyd wierd, en van Tweelingen Zwanger was, dat Jan na verloop van één halfjaar één °ry. ke Erven is uit de Oost Indien te beurt moesc vallen, en wac dies meer is. Ondertusfchen kan ik niec onaangeroert voorbygaan, dat de Aftrologifche Kunst en Vliegwerken op Mg zeiven genomen, en zonder behulp van Planeetklankent aan de andere kant byfter feilen kunnen, inzonderheid als de Prognolhcatiën ftiaar bepalen tot aannaderende fterfgevallen , of wel tot zodanige gewichtige Gebeurtenisfen die ganfche Landfchappen en Volkeren raken. Om vervolgens tot zommige myner voorzegkundige Bedryven van eene vrolyke natuur overtefpringen, als welke best g'.fchikt zullen zyn om de Kunst en Vliegxverken van één bedreven Aftrologist in een helder dachlicht te Hellen; Zoo begin ik met hec verhaal van de kluchtige ontmoeting die ik voorheen met Mevrouw Pomponia Medufa gehad heb; Want die Hiftone is over waardig hier ingelast te worden. Zonder enige andere hulpmiddelen dan door Kunst en Vliegwerk onderfchepte ik onbedenkelyk gezwind, dat haar Vader een dronke Borduurwerker van een Vorflelyk Hof, haar Gemaal etn ryke Zot, en haar Minnaar een der weggelopen Zonen uic tiypocrates fchool was die nimmer geen Mensch had ver moort, om dat hy nooit geen Patiënten bedient had; M::a Dd t0Ênc  ( 20Ö ) ^ toen ik haar zulks openhartig berichte, gaf zy my zulk eens ïwaare Souflet in myn aangezigt, dat 'er my de tanden van kraakte: Ik vroeg of het ernst, dan kortswyl was.? ■ Ben jy mal Kaerel zeide hy, bet is maar uit Vriend- Jchap! De Drommel haak zulk een onfmakelyke Vrind- fchap, Mevrouw riep ik half veritoorf. Pomponia Medufa drong daar op fterk aan, om haare verdere Lotgevallen te we> ten, en zie hier waar dat op uitkwam. „ Als myn Aftrologifche Kunst en Vliegwerk met betrek„ king tot u Horoscoop vast gaat Mevrouw , volherde ik be„ daart te fpreken, dan zal uwe Echtgenoot hoe zeer hy aan „ zyn verftand nier barften zal, echter ontdekkende dat Gy „ by aanhoudenthcid de gedefèrteerde Hypocrates Zoon, uwen „ Minnaar de handen vult, en dus zyne inkomften groten„ deels op eenë onwettige wyze verfpilt, ten laallen niec lan„ ger Meefter van zyne Jalouzy vlagen blyven, maar geholpen „ of misichien opgeftookt door Perzonen, welkers belangen „ het waarfchynelyk is om eene Echtfcheiding tusfchen uw „ beide te bewerken, u eerdaags voor enige Jaren ter beteu„ geling van u overfpelig gedrag in één Verbeterhuys doen ,, opfluittn " Pomponia Medufa had zoo drae deeze laafte uitfpraak niet aangehoord , of zy vloog my andermaal verwoed op het Lyf; Als myn Kunst en Vliegwerk vast gaat, riep zy met eene blakende toorn, dan wil ik thans op i?yn beurt voor de Sottifes die Gy my zegt u de ogen uit het Hoofd krabbelen! Ho, Ho, Mevrouw, dit is waar- lyk geen Vrindfchap meer, viel ik haar in de reede, teiwyl ik fchielyk van myn Stoel opftond om haar woede te bedwingen ; Doe wel Myn Heer zeide zy, met een verraderly. ke Grimlach, ter zei ver tyd eene diepe buiging met hetLtghaam makende, waar meede zy vertrok, zonder om de betaling te denken, en het was eerst twaalf dagen daar na, dat ik de uitlluiting van de Hiftorie van Mevrouw Pomponia Medufa vernam, door middel van een bezoek dat een onbekent Heerfchap my kwam doen, en waar van de gevolgen onder het trekken van zyn Horoscoop , niet minder aanmerkenswaardig waren. Wy maakte niet veel Komplimenten , hy verlangde aan zyn kant,  ( ao7 ) kant, en ik aan myne zyde ruim al zoo fterk, om tot de de vol voe. ring van de zaak waarom hy gekomen was, overtegaanj Myn Kunst en Vliegwerk deeden rriy ras onderkennen met welke fnaak ik te doen had; Na de Horoscooptrekking gefchied was, begon ik uit dartelheid zoo wat te meesmuilen, wat zeggen de Mirakelen Heer Ludeman? Vroeg hy al boenende; ,._ „ Och zy zeggen niets van belang, voerde ik *em koeltjes te ge„ moet, als dat Gy wel eer in de Geneeskunde geltudeert heb „ gehad, dat uwe gewezen Minnares 'c welk een getrouwde „ Vrouw is, werkelyk in één Verbeterhuys opgefloten zit, en „ dat uwe Schuld -Eysfchers bedagt zyn, u wel haast een by na „ gelyke omftandigheid van Gevangefchap op den hals te zullen „ halen, dat is te zeggen om uwe fchulden in dezer Stads Gy- „ zeling willen plaatzen." Ja zeide hy vergramt toen ik uitgefproken had, Mevroaw Pomponia Medufa die by u haar Horoscoop heeft doen trekken, is eergisteren avond in een Verbeterhuys gebragt, maar ik geloof Hondsvot dat het u vervloek, te fchuld is, ter zeiver tyd trok dien ongepromoveerde Geneesheer zyn Degen, onder bedreyging van my te zullen doorfteken, als ik hem niet fchielyk een middel wist aan de hand te geven, om Pomponia Medufa uit haare Gevangefchap teverlosichen, en haar Gemaal in het ongelyk te ftellen; Ik weet niet hoe het met die geweldadige Bedreyging bekwaam om Iemand te verbloden, algelopen zoude gehad hebben, indien Jan myn getrouwe Knegt, en Britta niet gezamentlyk by geluk tot myn ontzet toegefchoten waren: Myn Dienstmaagd had intusfchen dat wy hem vast hielden, vaardig een der Önderfchouten met een paar Gerechtsdienaren tof hulp gaan halen, en dezen dwongen hem tot de keuze die hy genoodzaakt was opftaandevoet te moeten doen, of om 50 Gulden voor de beide Horoscooptrekkingen van zyn Perzoon, en Mevrouw Pomponia Medufa, en zyne daarop gevolgde geweldadige aanranding zonder uitftel aan my te moeten betalen, of onder het Raadhuis gevankelyk gebragt te worden; Hy verkoos het eer. fte, voldeed zelfs de Bedienaren van de Juftitie mildadig, en ftelde aan den Onderfchoud zyn Goud Horlogie zoo lang inonDda 9 der.  ( 208 ) derpand tot hy my de bedonge 50 Gulden voldaan zouden hebben. Behal ven deeze belde ingewikkelde Horoscooptrekkingen wel• ke onder het aantal myner betoonde Kunst en Vliegwerken behoren, heb ik door middel van dien meer andere niet onaartige en tevens wel uitgevallen Proghoflicatiën uitgewerkt gehad; Zoo heb ik onder ander anderen blotelyk door Kunst en Vliegwerk eens voorzege, dat tusfchen den jeare 1784 en 1788, eenzekere Stad in Nederland gansch en gaar zouden afbranden, zodimg dat 'er niets dan de Puinhopen van zullen overblyven: Nog niet lang gelsden is het my gebeurd, dat ik door louter Kunst en Vliegwerk aan Myn Heer V. D. H. die in myn Leeftyd in de Regering geraakt is, wist te voorzeggen , dat hy wel de aanzienelyke Eerampten van Hoofd'-Officier, en vervolgens van liurgermeefler in een der Maasfteden bekleden zoude; Maar dat hy des onaangezien de tyd flond te beleven, dat hy door de Volksftem uit de Stoel der Regering zou worden gebonst, om dat hy de eenmaal aangenomen Gevoelens van zynen Vader verlaten had. Ja het was al meede door Kunst en Vliegwerk dm ik Iemand waarfchouwde , om Niemand te benouwen , ver mits het vergift in de dagen der algemeene verwoellingen flerk in zwang zoude gaan, zoo dat de Vorften wel mogten toezien van door hunne eige Honden niet gebeten te worden. Wel hoe wat hoor ik Ludeman! Maakt Gy zomtyds gebruik van Kunst en Vliegwerk by het trekken van één Horoscoop ? Vroeg laast een zwaarlyvig Man, die een Paruyk zonder krullen van zes Ponden zwaarte draagt ; Ja wel, waarom niet? Beantwoorde ik myn zwaar gepruikte Man: Gy kunt my geen Kunften, Wetenfchappen nog Beroepen, om kort te gaan, geen waereldfche zaken hoe genaamt, opnoemen, of daar worden na maate van de byzondere betrekkingen en fnaken die elk Claffe van het Menschdom eigenaartig is, wel degelyk van Kunst en Vliegwerk gebruik gemaakt. By voorbeeld één Theologant die op den kan zei ftaat, en die meer door uiterlyke gaven can door hartroerende of zondenbellrafvende Leerredenen zoekt uirrernun ten, bedient 'er zig veelmalen bedek elykvan; De Rechtsgeleerde, die alle zyne krachten en vermogens infpant, om door zyne wel  ( a©9 ) welbefpraakte tong den Rechter te bechogelen, en de wetten in voordeel van zyn Client te verdrayen, dat is te zeggen, orn een zwart bemorst misdryf, in een blanke onfchuid te herfcheppen, wan doet die tog anders dan van zyn Kunst en Vliegwerk gebruik te maken? In een woord, de Geneesheer die misfchien eerst-een paar douzyn Patiënten door onkunde ofonwetentheid vermoord heefc, alvorens de oorzaken der kwalen te trefven, en geneeskundige hulpmiddelen daar toe uktevinden, weet best de noodznkelykheid ter gebruikmaking van zyn verhemelde Kunst, en Vliegwerk te beoordelen; . Gy heb geen ongelyk Ludeman de dingen over het algemeen genomen, aidus gispender wyze in haare opprrvlakte te beoordelen viel Contraftus my met zyn zespondige Paruik hier ter plaarze in de reede, maar het zou'er eigentlyk op aankomen, om door vastgaande Proefnemingen, zoo wel als op het gezag van onwraakbare bewysgron-' den te betogen, dat de Kunst en Vliegwerken met belang tot de Aftrologifche Wetenfchap in het algemeen, en tot de Horoscoopbewerkingen in het byzonder, zoo noodzakelyk zyn, dan Gy u verheelt. lerwyl wy over dit belangnemend onderwerp voor de Geleertneid, wydluftig fpraken, liet zig by my aandienen een bejaarde Dame die half doof, of ten minften zoo als men gewoon is te zeggen, heel hardhorend was; Ik trok haar Horoscoop in tegenwoordigheid van Contraftus, met dat gevolg dat hy 'er over verbaast fcheen; Het werk van ondeizoek verricht zynde, begon ik met haar te doen begrypen, hoe nodig het was dat ik haar eerst van haare Hardhorentheid geras , alvorens opening van de ontdekte zaken te geven: Zy bewilligde met eene on^emeene wilvaardigheid in myn vooifbl, en ik had het geluk van binnen een qjartier uur tyds de verfbpping van het trommelvlies door inblazing van een Auditoriaal Poeder wegtenemen, waar door zy ogenbükkelyk weder tot het volle gebruik van haar Gehoor geraakte. Wel nu Datre zeide ik vervolgens tot haar, thans is de fleen des aanfloods verdweenen, die u in zoo veele ongelegenheden gebragt heeft gehad; Maar wat wilt Gy dat ik u verder zeggen zal? — Al wat u belieft Heer Ludeman antwoorde de wellevende Dame met een Dd 3 [bly  ( aio ) bly gelaat, Biegt naar regt op, men zal u fteets met ver* maak aanboren; —— Gelooft dan Mevrouw hervatte ik, dat ik my in het trekken van u Horoscoop juist zoo fterk riet bepaalt heb om de Conftellatie van uwe befcherm Planeet Luna te onderzoeken, dit zoude hoe zeer het uwe Nativiteidsllar is, buiten den haak gewerkt 'en bedriegelyk gehandelt zyn; Maar weet, dat de enkelde gebruikmaking van de Aftrologifche Kunst en Vliegwerken voldaan, om u het volgende te kunnen voorzeggen: ,, Als voor eerst, dat alle de misvattin„ gen en verdenkingen welke Gy van u Echtgenoot, van „ uwe Dochter, en Schoonzoon, als meede van alle uwe Huys„ bedienden opgevat hebt, niet alleen ongegrond zyn , maar „ dat nog de een, nog den ander, ooyt in de gedachten gej, vallen is om u gelukkig te maken , veel minder volgens „ uwe verbeelding zig tot werktuigen optewerpen, om u on„ der het Curateelfchap te brengen, of u Perzoon gedurende „ u/we overige Levensdagen opteOuÜen; Dac het wantrouwen „ het welk doorgaans met de Doofheid of Hardhorentheid „ gepaart gaat u gedeeltelyk die vermoeden hebben ingeboe„ zemt, en gedeeltelyk de aanblazingen van ccn party kwaad„ ftokende Vloerloopfters welke meest alle die hujs'irakeelen „ gebrouwen hebben: In de tweede pla:.ts, dat u Ec'rrge„ noot die u al zoo fterk bemind, ah ik bemerk dat Gy hem „ liefde toedraagt, door overm:at van hardskwelling binnen „ weinige dagen aan de gevolgen van eene beroerte in doods„ gevaar zal geraken; Laat u ondertusfchen dit halte niet „ verfchrikken Mevrouw befloot ik , want als alle de Doctoren „ die Gy goedvinden zult by hem te halen , zyne beroertheid „ voor ongeneeslyk verklaaren, en hem opgegeven zullen htb„ ben, kunt Gy my vryelyk ontbieden: Ik zal tonen dat ik „ hem voor ditmaal herftellen kan." De welgemanierde Dame vertrok hier meede onder het gevoel van zwaare aandoeningen en uitlootzing van diepe zuchten, zeggende, na my rykelvk betaalt te hebben, in het midden op de ftoeptot my, Myn jF/effLuDEMAN Gy weet te veel voor één Mensch! Onderwylen dat Contra flus als van verwondering verdomt blyvende, de noodzakelykheid van het Aftrologisch Kunst en Vliegwerk in  { air ) in de Horoscooptrekking moest erkennen, en my beloofde nader te zullen komen bezoeken : Het bleef hier niet by , men ontbood my ongevaar 36 uuren daar na by de Gemaal van de bewyste Dame die wezentlyk na het geen ik voorzegt had, dooreen Beroerte overvallen zynde. genoegzaam hope loos lag te Zieltogen, dog ik was gelukkig genoeg om na verloop van 15 Dagen zyne volkomen herltelling te bewerken. Ik heb beleeft dat men my kwam vngen , of de Vryheid der Drukpers onder een Vry Volk gelyk hier te lande geen gevaar zou kunnen lopen van beknibbelt te worden, of verloren te gaan, en ik heb geen ander fpoor dan myn Kunst en Vliegwerk gevolgt, om die vraag met Neen te beantwoorden ; Men zal my het recht doen van te geloven , dat ik 'er bygevoegt heb, dat men over 25 of 30. jirtn, of ten langflen genomen, zoo als ik chans zou durven ftaande houden, by den uitgaaf van dit werk bevinden zal, de Vryheid der Drukpers hier te Lande tot die hoogte geklommen te zyn, dat zy de zoo hoog opgevyzelde Nationaale Vryheid der Engelfche Drukpers verre te boven zal ftreven; Dan aangemerkt tot dit wetenswaardig onderwerp één zeer opmerkelyke Horoscoop behoort i waar in het A/lrologisch Kunst en Vliegwerk by uitnementheid uitdraait, zal ik tot de onmiidelyke befchryving van dien, my gaan verledigen. Het gebeurde omftreeks de laafte Vreedefluiting van Aken, of zoo ik minder vervreemt ben met zekerheid te bepalen, gedurende het jaar 1749, dat op één Zondag Morgen wanneer ik aan niemand anders dan aan Nootdholhndfche Boeten en Boerinnen gewoon was Audiëntie te verlenen , door myn Knegt wierd aangedient de komst van een deftig Mm ftatig in het Zwart gekleed, die my heel beleefdelyk deed verzoeken een half uur tot het houden van een geheim Mondgefprek met hem, te willen uitbreken, onder aanbieding van eene beloning die evenredig zonden zyn na da Vrindfchap die ik hem bewyzen zoude; Óp dit veelbelovend bericht fcheepte ik het Boere Gezelfchap zoo fchielyk af als mqgelyk was, en ebood Jan myn Knegt om mtusfehen dezen aanzietulyke- Be- ZqSi  C «2 ) zoeker in myn Studeerkamer te geleiden , werwaads ik nier verzuimde hem terdond te volgen. Na van weerskanten de begroetingen gefchied waare, deed hy my verflag van de oorzaak van zyn komst, zeggende, dat verfcheide aanmerkelyke redenen zamenliepen om hem bedugc te doen zyn , dat eerlang aan de Vryheid der Drukpers de voornaamde Pronkzuil en de beste der voorrechten ener vry Volk, zodanige verdervelyke inbreuken zouden worden toegebragt, dat om de Drukpers onder een flaafagtig bedwang te brengen, bereids voorwagen gedaan wierden om Cenfores of zogenoemde Keurmeefteren van Nieuw uitkomende werken intevoeren. Een boodfchap van dien aart, kwam my zoo misfelyk als verdacht voor, waarom ik befloot de onbekende Voordander van 's Volks Voorrechten, welke, zoo hy zeide, uit dat grondbeginzel zyn toevlucht tot myne Srarrekundige Voorwetelykheid nam, eens nader ten opzichten van zyne hortstochtelyke gevoelens te ondertasten; Ingevolge van dat befluit, bewoog ik hem onder een verzonnen voorwendzel zyn Horoscoop te doen trekken , niet met het oogmerk om iets aangaande de bevreesde inbreuken rakende de Vryheid der Drukpers daar door te ontdekken, als waar toe het gewoone Kunst- en Vliegwerk voldaan kon, maar om door middel van zulk een Planeetkundig onderzoek te ondeifcheppen met wat Perzonagie ik eigentlyk te doen had; Ik ondervond by het aflopen myner Adrologifche bewerking maar al te klaar, dac hy, en nog een Letterkundige Pluimdryker, die naderhand inde Maasdad met den tytel van het Hoogleeraarfchap gepronkt geefr, in later tyd de Indrumenten zouden wezen, om den dooddeek aan de Vryheid der Drukpers volgens hun gefmeet Plan te willen toebrengen, door zig beide als onfeilbare Keurmeesteren van de uitkomende werken over alle de takken der geleerde Wetenfchappen optewerpen. Het was daarom, dat ik geen andere Leidsman volgende, dan myne Aftologifcbe Kunst en Vliegwerken, hem rondbordig by wyze van voorzegging verklaarde, dac zyne oogmerken, en die van zyne eerzuchtige Lettergenoot in het Jaar 1764. mislukken zoude,dat 'er vervolgens in de eer-: fte 20 daar opvolgende Jaren hier en daar wel enige pogingen tot ftrernming van de onbepaalde Vryheid der Drukpres zoude voor-  ( 213 ) voorvallen, welke voor zommigen ongunftig konde uitlopen, maar dac gerekenc van hec jaar 1784 tot by na de helft der Negentiende Eeuw, de Vrybüd der Drukpers hier te Lande niet alleen geen aanftooc meer lyden, maar gedurende hetzelve, in zyn volle luider bloeyen zoude, ter befchaming van zulke laage Dwingelanden die de fondamenten tot den aanbouw der- Letterkundige Maatfchappy en bygevolg de Nationale Fryheid der Drukpers hadden willen ondermeynen. Ha onbekende Ilcerfchip zig met deeze uitfpraak weinig gevleid voelende, bloes fchielyk de Marsch, na een paar Ducaten op dc tavel geworpen, en onder het heengaan gezegt te heb' j-^n: —!— [Jet is jammer dat een Man van die uitgeffrekie kundjglttde.n, zulke flegie denkbeelden heeft! Hei zyn d^Aftrologifche Voorzeggingen voor de drie Loopfaien i8oy, 1810* en 18 li, waar omtrent myn Kunst en nog euigzints in aanmerking komen kan; ik beboet uic de Goudmynen der Ajlrologie niec optegraven de Geheime Ontdtkkingen die ik hier over waereldkundig maken wil: Het zyn llegts de vooioordelen of liever onze eige overhellende Hartsneigingen welke onze manier van denken bellisfchen , aangaande het vertrouwen dac wy verkiezen te ftellen in de waarheid of onwaarheid van wonderbare dingen die nog gebeuren moeten. Daar zullen onder de Nieuwe Eeuwelingen waarfchynelyk Menfchen genoeg gevonden worden , die uit grillige wanbegrippen weigeren zullen, geloof te Haan aan het geen 'er in het jcar 18oy voorvallen zal, voor en al eer zy by ondervinding zien dat ik thans zoo door Kunst en Vliegwerk, dan door Plancetkundige navorlchingen weet te voorzeggen; Hondert jaren te voore, namelyk het jaar 1709 geheugen nog menigte onzer Tydgenoten , welke eene vervaarlyke ftrenge Winter men toenmaals beleeft heeft gehad, zoo dat zy na het gevoelen van zommige Natuurkundige de Harde Winter des jaars 1740 in llrengheid van Vorst te boven is gegaan, maar by tegenftelling zal de Wintermaanden van het jaar 1809 in warmte, ja in ongemeene hitte de Zomer gelyk zyn, zodanig dat dit jaar een dubbelde Zomerfaizoen uitleverende, de Boom en Veldgewaslchen ook tweemaal E e Vrucb»  C 214 ; Vruchten voortbrengen zullen; Door Aftrologifche Kunst en Vliegwerk meen ik als van verre te kuunen befchouwen een zeker bewondert komtftuk dat in het jaar 1810 of aan de vergeteltheid ontrukt , of als dan nieuw uitgevonden zal wor« den , te weten om een Stad of Dorp, door middel van een paar douzyn hondert wielen , van de eene hoek van het Land na het andere te kunnen verplaatsen; En wat behoef ik meer van het jaar 1811. te voorzeggen, dan dat in de Maand January gedurende Elf Dagen en Nachten zulke zwaare Misten, in hec Zuidelyke deel van Europa zullen plaats hebben, als by Munfchen geheugen nooit beleeft ic, met dat gevolg dat Niemaed by Dag of Nacht zonder gevaar de Straten zal kunnen betreden, en vervolgens daar door in de Zomertyd de Rotkoortzer fteik woeden zullen. , Myne Vrinden de P!aneten verftoort over myne onoplettent. heid in het verhandelen over de Aftrologifche Kunst, en Vliegwerken, bevelen my uitdrukkelyk door de vastgaande wecten der Starrevoorzegkunde het Menschdom te waarfchouwen, van gedurende het jaar ïgoo. geen Kalkoenen, nog Konynen te eeten , in het j ar 1810 met geene Antipatifche Voorwerpen, namelyK die met ons in denkbeelden of aangeboren geaarthel den verfchiilen, de minfte gemeenfehap te houden, en voor. namelyk in het jaar 18tl. zig van alle zoorten van ongebonden Levenswyze ter benadeling van de Lighamelyke wel. ftand zorgvuldig te wagten, ais welke driederley dingen ter nakoming verwaarloost wordende , onfeilbaar dodelyke gevolgen naar zig zullen liepen, gelyk de ondervinding op zyn tyd zal doen zien. N°. XIV.  C *<5 ) N°. XIV. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, voor Het Wonderjaar 1812, met eene Aftrologifche Verklaring over het Alheduidende Niets. Qjiod autem nullem eft , nullam 'produicet effe&um ! is eene alouüe zetregel die zyn grond heeft, en hoofdzakelyk beduid, dat uit Niets, ook Niets kan voorkomen , dac is te zeggen voor zoo veel hec Menschmogelyke betreft; Maar hec is onder die eigentlyke benaming niet, dat ik hier het woord Niets begryp ; lk bedoel in eene oneigentlyke zin met hec Albeduidende Niets waar van ik my voorilel uitvoerig te handelen , een zaak van weinig belang , die genoegzaam gelyk men gewoon is te fpreken Niets om hec Lyf heeft, of die in het oppervlakkige befchouwd , onder het gezichtpunt van zulk eene geringe aangelegentheid valt,' dat ze by de meefte Leden van de Burgerlyke Maatfchappy als één onverfchillig voorwerp , geene de minfte oplettentheid verdient, maar die ondertusfchen door haare gevolgen, uitwerkingen, en invloed op het waereldsbeloop , naderhand wel degelyk voor een Albeduidend Niets, een dubbelde opmerking waardig, by doordringende verftanden verfleten word. De Aftrologifche Verklaring over het Albeduidende Niets van dien aart zynde, als ik hier zoo aanftonds in algemeene Ee a be;  C aio* ) bewoordingen ter loops kom te fchetzen^ zal het vervolgens myn taak zyn om ter gelegentheid van de gewichtige voo rzeggingen rakende het Schrikkeljaar 1812, of liever het Eerfte Wonderjaar van de Negentiende Eeuw , volledig te onderzoeken , in hoedanige onderfcheide waereldlyke gevallen het Albeduidende Niets menigmalen plaats kan hebben, op zulk eene wyze, dat 'er als een gevolg vannoodzakelykheid,. groote zaken uit geboren worden; Om hier dan de verklaring te beter in zyn gewricht te vatten, en het regte wit te befchieten , zal ik dat eerst door vliegende voorbeelden wat nader gaan ophelderen. Na aan wy zing der Planeten heeft het Albeduidende Niets tweederley verfchillende Springbronnen, anders gezegr worteloorzaken, waar van men de eerfte Toevallig, en de laafte oorzaak Planeetbewerkend zou kunnen noemen; Het Toevallige Albeduidende Niets gefchied fteeds zonder aandryvende beweegredenen , of zonder enig ander grondbeginzel te hebben dan het bloot Geval, waarom het na de begrippen van kundige Mannen niet oneigenaartig voor één Gewrocht zonder oorzaak kan worden genomen, Zoo heb ik onlangs gezien , dat Iemand by toeval, of buiten zyn toedoen een kleine fplinter in de Vinger kreeg, dat in den beginne voor Niéts wierd aangemerkt, onaangezien hem naderhand door verflimmerende toevallen de ganfche Vinger moest worden afgezet,' Indiervoegen ging enige jaren geleden , een arm Jongetje van r 2 jaren oud, één onnozele boodfchap voor zyn Moeder doen , die zoo te zeggen niets te beduiden had , en vond bygeval op ftraat één Engelsch Bankbriefje van 50 Ponden Sterling, 't welk des anderen daags aan zyn Vader op de Beurs betaalt wierd, zoo dat my ncderhand is gebleken, dat het Toevallige Albeduidende Niets het Fortuin van dien Jongen heeft uitgewerkt gehad. Aan de andere kant fpruic het Planeetbewerkend Albeduidende Niets uit een geheel ander Grondbeginzel, aangezien derzelver Springbron uit de Planeetlopen voorkomt, want door ter bereiking van groote en bedekte oogmerken het Albeduidende Niets van zodanigen aart, on weder* fprekelyk geboren|Wjrd, het geen behalven in Staats en Oor-  C «7 ) logsgevallen of algemeene Volksgebeurtenisfen, by uitnemen r« heid fcheinc plaats te vinden in de Lotgevallen van deeze of geene byzondere Perzonen, welke de opzettelyke voorwerpen van het Planeetbewerkend Niets zy. Aldus geheugt het my .... Maar zagt t Hoe klatert het zoo fterk in myn Qbfeivatoriumï Wie zou hebben kunnen dromen, dat in 't jaar 1787 of daar omtrent, het Albeduidende Niets in den fchoot der Staatkunde geteelt, een buitenlandfche Heirmachtin het Har: van deeze Republiek zal lokken, en by na gansch Europa in gevaar brengen van 'er het Oorlogsvuur te doen ontbranden , zoo de flag door welberaamde voorzieningen nies tydig word afgekeert: —^— Maar trouwens waar breek ik myn^Hoofd tog meede! terwyl ik tegen die tyd al eene ruim 30 jarige Doodflaap onder de fehimtren van het onderaardfche Ryk zal hebben afgelegt. AUus geheugd het my (om weder tot voorbeelden van het Planeetbewerkend Niets overtegaan} dat in het jaare 1747 toen het 'er met 's Lands aangelegentheden zeer donker uitzag , een Nachtgefprek tusfchen 7 of 8 wachtdoende Burgers, in eene kleine Stad van Zeeland, waar' op anders als één nietwaardige zaak weinig gelet zou zyn geworden, dit Albeduidend Niets door de Planeetbewerking binnen korte dagen eene geheele omkering in den Staat te weeg bragt; Op gelyke wyze zal men in het Wonderjaar 18 J 2 door het Albeduidend Niets dusdanige ongemeene omwentelingen van zaken zien gebeuren, welke alle de Volkeren van Europa verbazen zullen: Men behoeft zig niet te verwonderen, dat in die dagen, door het Lokaas van eene Snoode Staatszucht aangefpoort,, zulk flag van Vader en Kindermoorden begaan zullen worden welke aan waare Menfchen - Vrinden afgryzen moeten verwekken. Ondertusfchen kan het Albeduidende Niets door de gewoone Planeetbewerking al ruim zoo verwonderenswaardig zyn. ten opzichten van de byzondere Lotgevallen der waereldlin» gen; Myn welvoorzien Magazyn van Aflrologifche voorbeelden waar in de Horoscooptrekking te pas komt, zal dit be. wolkt Tafereel door Zonllralende heken nader kunnen opklaren.. Ee 3 PM»  ( Ml ) Pbilipina een Meisje uit Osnahrug wiens Horoscoop, ik getrokken heb , en die herwaards kwam om een dienst te zoeken , begaf zig op haare aankomst in de Stad met dat oogmerk na een zogenoemde Befteedfter van Dienstboden , dog bevond haar Haop in dezen opzichten te leur gefield vermits zy juist op een ongelegen tyd te Amfleldam beland was, om. zoo fchielyk een Dienst by Burgerluiden te krygen; Ondanks hetzelve, beloofde de Befteedfter haar plechtig binnen korte dagen een gelegentheid die haar geleek, voor haar te zulïen zien opfporen: Inmiddels wierd Pbilipina door deeze Matroone by een Buurvrouw zoo lang in een S'aapftede befteld, by wien zy haar, als weinig van Geld voorzien zynde, zeer fober moest behelpen. Haar Shapbazin die een Koopvrouw ia Zwavelflokken in het gros was, bewoog Philipina onder belofte van eer.e kleine belonirg, om voor haar dat flag van Kooprnanfchap langs de S:raten te gaan uitveilen ; Men kan hier ui: by voorraad opmaken dat zedert het rydftip van de Zwavelllokke Kraam zoo wel het A.beduidend Niets zyn aanvang , als de Pianeetbewerking zyn eerfte oorfpronk to: de opvolgende Gelukftaat van Pbilipina genomen heeft gehad: Om kort te gaan, gelyk uit kleine Beginzelen veelmalen groote zaken geboren worden, zoo was het hier ir.sgelyks by gelegen; Want behalven, dat het Pbilipina dagelyks gelukte om haar Slaapvrouw meer dan gewoon voordeel van de verkogte Zwavelftokken toetebrengen , en die Negotie door het behendig bedryf van dat Meisje merxelyk toenam , zoo had ondervvylen ce Befteedfter eene goede dienst voor haar gevonden by een bejaarde Vryer die verkoos ongehuu vd te blyven, maar die daarom als één Bemrrinnaar van de Vrouwelyke State wel eens hier en daar Snoep avamuunjes sring doen, ter gelegentheid van welke het beroep van de Befteedfter hem dikwyls als een behulpzaam middel wel degelyk te ftade kwam: Hoe het zy, dit is zeker dat de Meefter van Pbilipina verr fcheiden herhaalde aanvallen op haar E r , dog tekens met eene vrngtelooze uitflag ondernam te doen. In die omftandig» beid bevond zy haar, toen zy op de raad van haar gewezen Slaapvrouw my een Bezoek gaf", en een Daalder voor het trek-  trekken van haar Horoscoop aanboop; Zonder ditmaal veel acht op hcar gelukkig Phifonomie ce daan , zdde ik woordelyk tot haar: Pbilipina Gy moet dandvastig blyven in het bewaren van uwe Eer tegen alle de belagingen welke uwe Meelter door Srrikvangtnde Listen daar op onderdaan zal te doen; Gy zult zyn Vrouw, en vervolgens de enigde Erfgenaame van zyne groote rykdommen worden: E-'n beter Huwelyk die u tot eene aanzienelyke Dame van rang in de Waereld ai verheiven, is u na zyn Dood befchoren , maar draag zorg van geen gehoor te verlenen arm de beuzelpraat van den jong pan die thans de Vryer over u wil fpelen. Dat is my onmogelyk viel Pbilipina my vry driftig in dc reede, want ik bemin myn lieve Karei Jofrpb meer dan myn Meester en meer dan alle Mannen van Amfleldam ; Dan voorzeg ik u , hernam ik, dat als hy u Man word , Gy u zult moeten getroollen van naderhand om een aalmoes te zullen gaan bedelen: lk weet niet welke uitwerking deeze voorzegging by haar gehad heeft, maar die weet ik zeker, dat de gevolgen van het Planeetbewerkend Albeduidende Niets geweest zyn, dat Pbilipina met haar Meeder getrouwd is, vervolgens Weduwe is geworden, en in het jaar 1752 haar in een tweede HjWelyk begeven heeft, met een Heer van Geboorte die een Bediening van aanzien bekleede, als meede dat zy volgens de Condellatie van haar Planeet in den ouderdom van 65 jaren nog eene beruchte rol zal fpelen, in de Landverdervclyke beroeringen , welke het Vaderland zes - en - derrig jaren na de voltrekking van haare tweede trouwdaat zullen trefven, en waar door het niet te verwonderen zouden zyn, dar haar Gemaal zig tot een zeker glibberig oppergezag in dit Gemeenebest verhief, die de naiver van een Vordelyk Amagonisc ontvlammende, in later tyd zyne Gevangefchap, en Éé van Pliilipina als een zichtbaar voorbeduizel van hunne onoeriingen Vul, nctuurlyker wyze zullen komen uittewerken. Het Albeduidende Niets waar van de Springbron Planeetbewerkenue is, vertoond zig in een luisterlyk praalgewaad in meer andere zoorr.cn van Menfch.lyke Lotgevallen, waar van de beweegoorzaken om die reede onbegrypUyk voorkomen; ben Jon.  C 220 ) Tongen tusfchen de 17 en 18 jaren vereert ééa Bjk aan één ryk Amptenaar die 'er hem om verzoekt : Zie daar één Bok, een louter Niets , welke het Beginzel van zyn opgevolgt Fortui» is geweest. Zyn Patroon neemt hem tot Staljongen aan, en verrukt door de vlugheid van zynen Geest, laat hy hem op zyn kosten de Latynfche Taal leren, en vervolgens in de Rechten Studeren; De Jongen als Doéter der beide Rechten met de kap gepromoveert zynde, gaat zig ergens in een volkryke Stad als Advocaat neerzetten, en pleit met eene uitrekende welbefpraaktheid en een zonderling geluk voor verfcheide Rechtbanken: Men Haat verbaast over de grootheid zyner Talenten , geen wonder! Men beroept hem als Hoogleeraar op een Academie; Het blyft daar niec by, na getrouwd te zyn met de Nicht van zyn Patroon, die hem een half douzyn Tonnen Gouds ten Huwelyk aanbrengt, onifhac hy zig van zyn Profesferfchap en geraakt in één Stemhebbende Stad in de Regering, tot dat by ten laatften bekleet geworden meteen aanzienlyk Gezandfchap uan een voornaam buitenlandscb Hof, derwaards vertrekt, om 'er in hoedanigheid van gewoon Minister te blyven reuderen: Wie onder de Aürologtsten zou onkundig genoeg zyn om nie te begrypen, en gelyktydig weigeren toeteftemmen, dat de Planeetbewerking in dit Albedutdendende Niets wonderen "erricht heeft gehad. Gewagende van het Albeduidende Niets voor zoo veel het Planeetbewerkende kan genoemt worden, zal ik thans van Batteryen gaan veranderen, en wel degelyk aantonen dat 'eral meede voorbeelden van te vinden zyn, in dingen van een geheel andere Natuur; Onder anderen in de Gedenkwaardige Gevallen welke agtervolgens myne Aftrologifche Voorzeggingen het Wonderiaar 181a daar van opleveren zullen. Men heeft zedert verfcheide Eeuwen oogfchynelyk ondervonden , dat het Albeduidende Niets meermalen uitgeblonken heeft in alzulke zeldzaam voorvallende tyds omftandigheden, waar 'in de Planeetbewerking zyn doeleinde wilde befchieten , en zig misfchien daarom meestal bepaalt heeft gehad, tot voorwerpen op welke geen de minfte verdenking viel; Als men het Albeduidende Niets van dien kant befchouwd, zo| het • - ge  ( aai ) gcmakkelyk kuttnnen gebeuren, dat in vervolg van jaren dat de belastingen op het gebruik van de Thee en de geftemp-lde Papieren, het geen men ergens pogen zal met geweld intevoeren, dat overheertyk en vruchtbaar wingewest tot eene algemeene gewapende opftand zal brengen , en vervolgens uit de banden gefpeelt zal worden van een Mogentheid, wiens Vierde Paerel hec aan zyn Kroon is; Op gelyke wyze zou het niet onmogelyk zyn dat een Geldersch Edelman, een gelieft Hoveling van een zeker Vorst om een Dusfeldorps Meisje die hy by geval of liever door de Placeetbewerking ontmoet, buitelen zal, dat is te zeggen na alle zyne Vaderlyke Landgoede, ren verkogt, en om harentwille verkwist te zullen hebben , een Misdadige ftap zal begaan , waar door hy genoodzaakt zal zyn met overhaafting uit zyn Vaderland te moeten vluchten; Eh myn Telescoop vertoonde my in de loastgehoude PlaneeteVer^adering heel klaar, dat het Albeduidende Niets zig g n ryk ontdekken zoude in het Wonaajaar 178H of oaar omtrent, aan de Perzoon die onder de eerfte Matadors van de groote waereld gerekent, dog zedert korce tyd van Niets toe Iets geklommen, als dan wederom van Iets tot Niets vervallen za'. 1 Men zal my het recht doen van te geloven dat ik door myne Aftrologifche Wccenfehap coc nog coe niet heb kunnen doorpeilen , waarom myne Vrinden de Planeten zoo veele oni gehoorde GebeurtenisfeH uic het Albeduidende Niets voor hec Wonderjaar 1812 willen doen geboren worden,- Alhoewel ik ter goeder trouwe verklaren kan , met een Firmament Geheim van dien aart niet zeer gevleid te wezen , verplicht de noodzakelvkheid my, om dooreen diep ftilzwygen daar in te moeten berusten: Ongeacht een Geheimhouding die zekerlyk toe hitr toe zyne beweegredenen zal gehad hebben, zyn het zevental myner Lucht Patronen daarom niet fpaarzaam geweest, om na voorgaande onderzoekingen my alle die verlichtingen je bezorgen, welke ik met betrekking tot het Schrikkeljaar 1812. benodigt had. Het is dan uic die Pianeetkundige Koker dat ik voor dat Wonderjaar de navdgende Aftrologitche Pylen opfchieten. zal; In de eerfte plaats dat uit het Albeduidende F f Niet*  ( 222 ) Niets twee gekroonde Monarchen in een Duel of Tweegevecht eikanderen van het Leven zullen beroven; Vervolgens, dat een Gelukzoeker uit het Noorden , zig in die Dagen voor de Mespas der Joden opwerpen, en als zodanig by die Natie erkent worden zal, maar dat het faood bedrog van dien Avan • turier wel haast ontdekt en geftraft zullende worden, die vergry. ping van het Jodendom ten gevolge zal hebben, dat zy uit haare langdurige verblindheid gerakende , grotendeels ophouden zullen Joden te blyven. Dat voor het overige gedurende het Wondeijaar 1812 uic het Albeduidende Niets, het bedryf ener onverzaagde en woelgeeflige Dame om een 'vrouwen Ryk in Aiia opie:echten, zynalleereerileoorfpr.engnj:nen zal, hoedang Vrouwelyk Staatsgebiet ni verloop van 25 jaren toe die OMMiobeJyfee oppermacht en luider boven alle andere Ryke» va Soep'u v >erders klimmen zd, du veifcheiie Alogentheden in later yd u'len moeren zatmmfpannen, om die zoort van aang- matig ie Dispotisfimus over twee derde parceu van de vie; "erende Mtèer*4iddeleji te beteugelen; fin dat men ten beduid van dit Schrikkeljaar al 1 rrder eal zien gebeuren , dat uit de vonken van het Albeduid?n le Ni ts de groote toebereidzelen tot het invoeren ener algemeene Monarchie in Europa ontvlammen 'al: Bleef het hier by , de tydgenoten zouden zig nog gemnkfcelyk zoortgelyke wederwaardigheden getroodenkunnen, maar dair ^al md^efyk in dat Wonderjaar iets meer voorvallen dat uia het Albeduidende Niets ipruiten zal , en het geen de Planeten my verbieden te befchryven,  ( s23 ) N°. XV. Tweede ASTROLOGISCHE AFSCIIETZING van db* BESTE WAERELD. ]Oe hondert Vaders van Ipfalon, houden doorgaans twaalf buitengewoone Vergaderingen in het jaar, die men in de Beste fVaereld beftempelt met de naam van Volks - Vergaderin gen, welke regelmatig op den Eerfte Dag van ieder Maand worden gehouden, en by welke gelegentheid de raatplegingen fchier alleen gaan over byzondere onderwerpen, rakende 's Volks belangen, zonder dezelve te vermengen met zulke zaken, die haare betrekking eigentlyk tot de aangelegentheden van het Land hebben. Vol gens de aanduidingen van myne Vrinden de Planeten, heeft de Raatpleging van de Eerfte Vergadering in de MaandJanuary, voornamelyk haare opzicht om de middelen te beramen , om Noodlydende Perzonen buiten haar fchuld tot verval geraakt, en te edelaartig van gemoed om hun gebrek te openbaren, op eene bedekte wyze rnildadige handreiking te doen. Ff a In  C 224 ) In de Msand Ftbrudry, bepalen zig ^e overwegingen der Vaders alleen tot hei onderzoek der ongeregeltHeden en misdry en in het vorige j iar bedreven ; En zulke hen daar aan chu dig gemaakt hebbende, worden tot een driejarige uitfluiing uic de Maatlchappy, meerder of minder, na den aart hunet wanbedrvven verwezen, om vervolgens zoo lange in de Stra ad Jer Bannelingen verblyf te houden. De Raarpleging in de Maand Maa>-t, is gefchikt om te beoordelen, welke Burgers van de Beste Waereld , in *t afgelopen jaar meest uitgemunt hebben in Kuniten, en Wetenfchmpen; En dir-nvol^c-. s waardig zyn evenredig hunne verdiepten met Êerpryzen, en aanrnerkelyke jaarwedde uit's Lands Kasiw bekroond te worden. De Maand April, heeft ten voorwerp een vergadering waar in onderzogt , en vastgefbld word, tot hoedanige Prys allerhande Levensmidd-len zonder ons'erfchei i, aan de Inwoonders van Ipfalon gedurende een j iar verkoopbaar zal zyn. Op den eerfte Mey, raatplegen de Vaders alleen over de Huwelykszaken, bepalen het getal der Hu velyken, welke gedurende het lopende jaar usfchen brave Jongelingen, en huuwbare Jonge Dochteren uit de Straat tier goede Huishoudfteren, uit zuivere Liefde aan eikanderen verlooft zynde, plaats zuilen hebben. Overeenkomftig een onverbreke'yke Staatswet, worden in de vergadering van de Maand Juny, alle openvallende Amp*en en Bedieningen aaD bekwame en waardige Perzonen daar *oe door de meerderheid der Gilden voorgefteld, begeven; Zynde het werk der hondert Vaders op dien Dag te onderzoeken , of 'er Gunst, of omkoping ten dezen opzichten , onder de Gildebroeders plaats hebben gehad, en of de voorgeftelde Candidaten zyn van een onberispelyk gedrag. In de Maand July, word 'er geraadpleegt, over dg onbe- heer-  C 225 ) heerde Boedelszaken van onvermogende fchuldenaren; Vervolgens de fchuldige van hen voor aliyd uic de Maaifchappy gebunnen, en de onfchuldige door middel van een openbare CMleóte van Liefdegaven, binnen dris dagen tyds gered. De Raadsvergadering van den Eerfte der Maand Augustus, beeft ten onderwerp bet maken van Reglementen, en Voorfchrifcen rakende de beftiering der Scholen , de opvoeding der Jeucht, en het geen in beide gevallen ter verbetering van dien betrekkelyk is. Op den Eerflen Septemberdag, raatpleegr. men over het beste ontwerp dat ter bevordering van een tak van den Koophandel is overgeleverd; En word de Maker van dien , met de gewone Gift ven drie duizend Dukaten, en een Goude Medaille ter waarde van vyf hondert Guldens belchonken: Terzeiver tyd maakt men één ryke Burger, door middel van een Lotery, die t«n overftaan van de volle Raadsvergadering getrokken word. In de Volksvergadering van Oclober , worde alle zoorten van Burgerlyke Gefchillen zonder Proces door de Vaders, volgens de wetten van de Beste IVaereld na billykheid beflist, en de Autheurs of Aanleggers daar van, met een geldboete ter befcheidentheid van de Vaders geftraft. Agtervolgens een Vaderlandsch gebruik, hebben de raatple. gingen van den Eerfte Novemberdag, inzonderheid ten grondflag om al zulke Weduwen, en Wezen weikers Mannen en Vaderen hen voorheen in de Beste IVaereld noodzakelyk, en verdienftig hebben gemaakt met aanzienelyke gefchenken te ondcriteunen. Den Eeriten Dag van de Maand December blyfe bepaalt, tot een geheime overweging , en volledig onderzoek aangaande de aanneemelylte en bekyvaamfte beramingen , om onder de Burgers van de Beste IVaereld de Eerzucht tot grootmoedige beF f 3 dry-  C 225 ) dryven, de Lust tot opvolging van de Deucht , en de Liefde tot Welzyn van het Vaderland te doen aanwasfchen , en vervolgens een Ipfalon der, welke dac jaar daar in boven anderen uitgemunt 'heek, op de Lyst der Hondert Vaders te ftellen, om by geiegentheid^ van een ontbrekend Lid , zyn opvolger te zyn. Onder de Alïrologifcbe Befchouwingen, waar van ik werkelj■< gewagen zal, bepaal ik my inzonderheid tot een beknopte ia akelyke verhandeling, over de vier Burger-Ekmeniën der ipfalonders , aan weke deeze onwaardeerbare Voorrechten cSuor een onverbrekelyke Staatswet van de Hondert Vaders vergund geworden zyn. De Eerde dezer Burger - Elementen, aldus genaamt om dat ze e,en als de vier bekende hooftftofvelyke Elementen, tot onderhouding en het.bedaao der huishoudelyke welvaard van het Menschdom noodzakelyk zyn ; Begrypt de Vryheid der Drukpers, die ter aanmoediging, en bevordering der Letterkundige Wetenfchappen in een Beste Waereld aan geen Cenfores, of Keurmeefteren onderhevig mag wezen, als fmakende na dwingelandy en onderdrukking, waar van een orafhangelyke Volksregering-by uitzondering bevryd behoren'te blyven; Behoudens dat men buiten uitdrukkelyk verlof van de Vaders van Ipfalon over geene verfchilzaken rakende den Godsdienst, ea de Ütaatsbediering zal vermogen te fchryven. Het tweede Burger-Element heefc ten gronddag de Vry heid tot de dichting en altyddurende onderhouding van een Huis der Vondelingen, met de verknogtheid van 25 Daalders tot een Premie voor- ieder Kind die derwaards gebragt word ; Zonder dat bet geoorlofc zal zyn, na de Ouders van zodanig Kind onderzoek te mogen doen, ten einde door dit liefdadig middel van voorzorg, de Kindermoord zoo veel mogelyk te beletten: En zullen in het Vondelinghuis te Ipfalon, na inhoud, van de voormelde Staatswet, een derde deel van hec ge al der Jongelingen zig aldaar bevindende, tot den Krygsdeist te Lande, een ander derde deel tot den Zeedienst, en-het overige derde gedeelte van hen tot de byzondere Am- bach-  bachten ten dienfte van' de Burgerlyke Maatfchappy, volgens hunne bekwaamheeden en verkiezingen worden .aangekweekt en in alle deeze opzichten -onder 'verzorging van benodigde klederen , en een Gefchenk van ao Dukaten aan geld , het Huis der Vondelingen moeten veriaten, zoo dwe zy den Ouderdom van 2t jaren bereikt zullen hebben: Ondertusfchen zullen de Jongelingen in het Vondelinghuis grootgebra^d zynde , ter zyner tyd wel met andere Vrouwsperzonen buiten -het vondelingfchap, vermogen te huwelyken; Dog niet met zulke Weduwe, of Jonge Dochteren "na hunne verkiezing, voorheen in het zelve Huis opgevoed wezende om de mogelyk' heid die zig opdoet, wegens het plegen van de Misdaad der Bloetfchande, daar door te voorkomen^*) Aanbelandende het derde Burger -Element, aan de Inwoonderen der Beste Waereld tot haare ontiastiging ingewilligt, is voor geen van de minfte te houden, de zogenoemde Staatsbeurs gefchikt tot aankoop van allehande Kunstwerktuigen , Boeken, en Gereedlchappen voor onvermogen Perzonen welke begerig zyn hen op de Kunften, en Wetenfchappen , of op uen Landbouw vlytig toeteleggen: Die Staatsheurs is zoo als het de Planeten aanduiden, een roemwaardig Gedenüftuk van een wylche en oplettende Staatsbeleid ora de naïver en de talenten onder het Burgerfchap in een Beste Waereld aan« tewakkeren. De onkosten tot het Meefterfchap van de onderfcheipen Ambachten behorende, worden al meede uit de Vaderlandfche Goudmyn ten behoeven van onbemiddelde burgers betaalt, en ieder vermogend Inwoonder van Ipfalon als een vry willige Gift een Stuiver per Maand daartoe Ichenkende, zal volgens myne Pianeetkundige Waarnemingen het jaarlyks Fonds van de befchreven Staatsheurs door de Volkryk- heid iu()- £ -a mt, va,lLM waa'fchynelyk, om dat een Jongen, en een Meisje beide van dezelfde Ouders in Onecht geteelr, en in één Vo Jelingkuhr gebragd, naderhand by mistasting zoude kunnen trouwe a, ëndus buit, n hun weten Bloedfchande begaan , Aanmerking vm 'let Uit*  ( aa8 ) rykheid van die gelukkige Eylaftdërs, ten minften Hondert en twintig Duizend Hoilandfche Guldens ombrengen; Behalven dit de genienne vao de Vyfiigfte Penning der lNalaien etappen van ongetrouwde Perzoncn eèroyds door middel v?n die Vaderlandfche Schatkamer ooruenolpen zynde, deir.komftender Staatsheurs genoegzaam coertüen:ie zal maken, ale de vereiste kosten tot de bcecftaande oogmertcen zamenlopende, te kunnen riraetn. De laafte dezer vier Burger - Elementen, zal de Stichting ter opbouw van een Huis ó^r F raatje Vernuften, en voor de Ongelukkige Vreemdelingen tot ?.yn oogpunt hebben; In de eerfte plaats zal dat Gefticht dienen, om aliyd een getal van Hondert zes en dertig Jongelingen gekozen uic het kern van de verftandige Jeucht aldaar^ door iwaalf bekwame Preceptoren, of Leer^eefteren, in allerley Talen, Kunften, en Wetenlchappen overeenkomftig derzelver Ouderdom , natuurlyke vermogens van Geest, en ongedwonge verkiezing , gedurende zeven agtervolgende jaren te doen onderwyzen , onder eene ordentelyke verzorging van het geen zy ftaande die zevenjarige otffening tot hun onderhoud in alle opzichten benodigt hebben zullen. En in de tweede plaats zal dit heerlyk Gedenkzuil der Beste Waereld werden aangelegt, om 'er op kosten van den Staat Ongelukkige Vreemdelingen door Stranding van Schepen, en andere onvoorziene toevallen te Ipfalon aangeland, gedurende zes weken lang te herbergen, en hem te onthalen op zodanige wyze als evenredig met de afkomst der Perzonen , en hunne ftaat, beftaanbaar zal zyn. Over zevenmaal zeven Jaren, zeven Maannen, zeven Dagen, zeven Uuren, zeven Minnten, en zeven Steunden, volgens myne narekening die juist altvd niet onfeilbaar is, zullen, onder de Bewoonders der Beste 'Waereld twee groote Misbruiken worden afgefchaft :• De eerfte van dien betreft de Huis en Staats-Bedelaren, welken doorgaan." na men aldaar opmerken zal, ten kosten van het mildadig Burgerfchap een luy en lekker leven voeren, en grotendeels maar onnutte Meu'vlen in een Maatfchappy zyn ; 'Terwyl waarlyk noodlydende .Vleiv fchen te eergierig om hunne nypende behoeftigheid en armoe-  ( **9 ) 'de te kennen te geven, hier door dikwyls van welbefteede Liefdega. ven onbarmhartig verdoken blyven: Men zal dienvolgens in de Beste Waereld een Bedelaarshuis oprechten , alwaar Jonge Bedelaren, en zulke onbekwaam tot den arbeid, voor de eerftemaal tot ftraf drie jaren lang hun onderhoud met werken zullen moeten winnen, en voor de tweede, derde, of vierdemaal op Huis of Straatbedelary betrapt wordende, het getal hunner verblyfjaren in het Bedelaarshuis telkens worden verdubbelt; Ondertusichen zullen volgens myne ontdekkingen oude en gebrekkige Bedelaren aldaar zonder hande arbeid van het nodige tot hunne Levensonderhoud gedurende haare overige Levens* tyd verzorgd, en haar de vryheid gelaten worden, van tweemaal ter week zonder Bedelen door de Stad te mogen wandelen; Door zodanige vvelberaamde voorzorg, voorzie ik mijn waarde Batotter dat de Huizen, en Straten van Ipfalon voortaan van de lastige plaag der Be. delaren bevreyd zullen blyven om dat ter zeiver tyd het Burgerfchap aldaar fcherpelyk zal worden verboden, eenige Aalmoezen hoe ge. raamt aan Huis of Straat Bedelaren te mogen geven, onder verbeurte van io Daalders boete, ten behoeve van het Bedelaarshuis, tot ftindhouding van welke, vervolgens ieder Burger maar één Stuiver per Maand zal worden opgelegt: Een uitkering vry dragelyker dan die van nuttelooze Aalmoesfen aan lediglopende Bedelaren. Het andere Misbruik waar van de aflchafving op de voormelde tyd desgelyks bepaalt blyft, heeft na het my toefcheint ten onderwerp dat vermits 'er geen naauwer betrekking of Gerneenfchap in de waereld plaats kan hebben, dan tusfchen Man en Vrouw die voor al hun leven wettiglyk door den trouwband aan malkaar verknogt blyven, het derhalven noodzakelyk is, dat ook de gerneenfchap der goederen onder hen plaats grypen moet; ingevolge van die overweging zullen in de Fesie Waereld alle Huwelykfche Voorwaarde, en Testamenten tusfchen Gehuuwde nadrukkelyk verboden worden, en de Langslepende van haar tot het bezit van de ganfche Boedel geraken, alfchoon er geen Kinderen in den Echt verwekt waren, zoo nogtans, dat als de Langstlevende Ongehuuwd Overlyden mogt, het overschietende van de Nalatenfchap, in twee gelyke Delen aan de naafte Erfgenamen in den bloede van de overleden Man en Vrouw zal overgaan. Ondertusfchen zullen in gevallen daar minderjarige Kinderen worden nagelaten, en alwaar de langstlevende Man, of Vrouw goedvinden mogt te hertrouwen, een derde gedeelte van de zuivere waarde yan den Boedel, ter Pupilkamer in bewaring worden overgebragt. Vervolg van eene Beste Waeieldzoeker. „ Onderwyl dat Solon „ zodanige voortrefvelyke Lesfen ter beftiering van zyne gedragin„ gen in de Beste Waereld ontving - had de verfcheining van de fnoode Gg „ Pb-  C 230 ). Phtargina aan het huis zyner Ouders een vervaarlyke opfchudding „ verwekt: Martyn had zyn oplopend Vrouwtje zoo drae niet ver„ wittigd, dat de befchuldigingen van deeze Oude Toverlantaarn de „ bewegende oorzaken van de gevangeneming , en daar op gevolgde „ ongeval'en van hunne Zoon, en Meriander waren geweest, of daar „ ontftond een bloedige krabbelparty tusfchen Piotargina, en de Moe„der van Solon, die behalven de lust tot wraakneming over haar „ Zoon, nog aangedreven wierd door een billyk misnoegen over de „ bedenking dat de voortgang van de beraamde Reis na het Kafteel „ van Somberval misfchien daar door geftremt zou worden; Gelukkig „ dat de komst van de Landheer, en de Rechtsgeleerde een einde aan deeze Vrouwlyke Nagelftryd maakte." „ Inmiddels dat Martyn de post van Cipier bekleede, en op bevel „ van zyn Patroon Piotargina in een Kamer opfloot, waar voor hy „ Schilderwacht bleev houden; Begaven de Rechtsgeleerde, de Land,, heer, en de Vrouw van Martyn hen in een ander vertrek om te „ beraadflagen hoedanig men die zaak behandelen moest, zonder ge„ vaar te lopen van door al te grote onvoorzigtigheid of overhaafting „ by den Rechter hunne handen te branden : De verdeeltheid der ge„ voelens tusfchen deeze drie Perfonagien , veroorzaakte een hevige „ woordetwist onder hen. De eerfte was van begrip dat men Plo„ targina op alles naaukeurig behoorde te ondervragen, eer men tot „ een vast beiluid ten haren opzichten overging; terwyl de beide „ laatfte volftrekt van gedachten waren, dat het vry beter zoude „ wezen, de Onderfchoud met een paar Gerechtsdienaars te doen 9, halen om haar na de Gevangenis te brengen: Ondertusfchen dreev „ de raad van de Juris Confultus in zoo verre boven, dat 'er op zyn „ voorflach met algemeene goetkeuring befloten wierd, om nog twee „ andere vermaarde Rechtsgeleerde te ontbieden, ten einde hun „ Advys over zulk een netelig voorval intenemen. Ingevolge van dat M beleidkuniig en goedgekeurd beduid, wierdt er terflond een Boode afgezonden na beide de Advocaten, die zonder uitftel hen der„ waards begaven; Men gaf hun aanftonds openingen van de zaak, 9} en deeze Zonen van Juftiniaan alles aandagtiglyk hebbende aange„ hoord, voegde haare raadgevingen by het oordeelkundig begrip „ van hunne Confrater, zeggende best te ^yn, een byzondere onder„ vraging voor af te doen gaan, eer men het Oude VVyf dat mogelyk „ onfchuldig aan het ongeluk van Solon, en Meriander kon zyn, in „ handen van de Juditie overgaf, te meer om dat het bleek, dat zy „ zonder fchroom of dwang, en dus uit eige beweging de eerstge„ noemde Jongeling aan het Huis zyne Ouders was komen opzoeken." , Op deeze rype overweging w aar meede ten minfte anderhalf uur „ was  C 031 ) „ was doorgebragt,' volgde een fchielyk raadsbefluid: Martyn wierd „ binnen geroepen; Men beval hem Piotargina, voor de vergadering „ van het vyftal onderzoekers te brengen; Hy had tot nog toe het Ciepierfchap getrouwelyk, en met Lof waargenomen, en hy fchik- te zig met veel trotsheid om de ontvange Last te gaan uitvoeren, „ toen hy kort daar na met nog groter verbaastheid zonder Plotargift na, hals over kop na de vergaderkamer te rug liep, en vervol„ gens aldaar plat op de grond nederviel; Men was verwondert dat „ hy enige ogenblikken zonder geluid te geven, leggen bleef, Dog ,, door behulp van de aanwezende weder tot zyn kennis gebragt; „ Vroeg zyn Patroon hem wat die kuren beduide? ■ Ssldrement „ Myn Heer, het zyn geen kuren! beantwoorde Martyn fchielyk 5 „ — Piotargina heeft haar aan de flyl van het Ledikant verhangen! „ — Zy -ziet zco zwart als een Toverhex! Op die verklaring van Mar~ ,, tyn ontftond 'er een algemeene ontfteltenis in het gezelfchap: De „ drie Advocaten vloeden van fchrik den huis uit, de Landheer, en „ de Vrouw van Martyn even beangst geworden zynde, volgde hen „ met foelie fchreden, terwyl Martyn hem alleen gelaten ziende, na „ de k.socg in de buurt liep, om de fchrik van zyn Hart te drinken, „ door-jle algemeene verwarring vergetende zyn huisdeurtoetefluiten." „ De Klapwaker intusfchen op het gewoone Nacht uur daar voor „ by komende, en de voordeur wyd open ziende ftaan, ging in „ Huis, om de Bewoonder van dien, volgens hun plicht by dierge„ lyke gelegentheden van verzuim gebruikelyk, daar van de waar- fchouwing te doen; Maar het Huis ledig vindende, begaf hy hem „ regelregt na de Kelderkamer daar Piotargina haar zelve verhangen „ had: Dit verfchikkelyk fchouwfpel deet hem fchielyk afdeinzen, de „ voordeur agterhem toetrekken, en op ftraat geraakt zynde, de klap „ verkeert liaan. Een menigte Klapwakers omringde ogenblikkelyk „ het|Hins; Men zogt over al na Martyn, en men vond hem ten laafte in 'dé- Kroeg, van waar men hem op verdenking van aan dit gtuwe„ lyk misdryf fchuldplichtig te zyn, onaangezien zyne verfchoningen „ en bygebragte verdediging tegen middernacht onder het Stadshuis „ gevankelyk opbragt, hoewel hy den aanvoigende Morgen na onder„ gane verhoring, en inzonderheid op de verklaringen der drie „ Rechtsgeleerden, en van den Landheer weder ontflagen, en i» „ vryheid gefteld wierd." „ Onder deeze gebeurtenis aan het Huis van Martyn dat ik hier als „ een tusfchenfpel vertoon, vielen in de Beste Waereld geen minder \, verwonderlyke dingen voor: Juliana dje zoo door de grootheid van \, haar verftand en Deucht, als door hare bevallige manieren het ver„ trouwen van Mevrouw de Princes Antiphatia gewonnen had, wierd Gg a n wel  » volgens de wette?van beLni rklMrd»,lliu d"«7 „ «bekende voortref Haa" * ces bewogen om zelfiSS Ï00HK Sen* R,^ f TW de Pnn' „ haar overlyden de deuchtrvke t ? £e doen' dat bY „ resfe onder de gemelde voori/S haare P aatze tot Gebied » werk op deeze wvz^zynhpn/r l mogL worden ge°oemd: Dit *> daar door .lïynTopffi hS?-*8" hfbende' WM die „ op de zekere berich?en wefkhv vïn^r'10"11 onrro^aar . „ nis bekwam, zodanig dit hv dLr deeJe,onvoo^ene Gebeurte- * een zoort van wanhoop verviel Z °verite P»« van droefheid tot „ beflnid dat hy nam m 7ulall™ J"" Pïn kr°5: Het onberaden « haar uit de Lte ^^J^J^p^ft te fchaken> of zonder » zedelyke onmo/el^S1 hZ fcheen ten aanzien van de „ gevaaïlyk uitzïStTe weZen waar van Ti ZMk Vm een „ zints te dugten waren toen eZ ^L galgen voor hem aile- „ ^^Why^etó bis V 315 ee" te in bragt wierdr/was doo■ IZ ',S nnOT d,e Muren van Ipfalon „ herin welke' b^ak oplettentheid de/Gen eet „ fpeurt hadden/zSdanVt^ in ^ be- » hy binnen drie Maanden ™Z 8 K.ragten herfteld geworden, dat » van ftuiptrekkLedih d- ^*,di«e bokkingen » hem aan de Lucfttekunnen ïlnnTf,' '"^T wi2rd bevon^n « verfiag dat >W var, zvnJSïS,,?11^ 0nde»us^en had het » geven had waaTh^? i?y geveinsde inborst aan de Princes «re„ fte half jaar na^ iï&^j^'u*" h7 gedurende hetVe „ tonen mogt, Hoezeer hvvtJ^A * h^ ",et °P de ft«ten ver„ alles bedekt gehouden hld -m Solon voor wie" ™™ dl „ ander op een Lmiddag biel^T*^*?*** Vriend«^ „ wagt ontmoet hebbende, veJhrTteï„ fr/^f Sant*ch onver„ in den eerfte opfiachdat hetzvn rL ^"Ü ' ^ m6nende „ van Meriander al het voorenftS. was> d°g uit de Mond „ beide Jongelingen elkan^ omhelsde die „ wedervindingholon kïnVpfa ^ui9*0™ deeze aa"gename „ vreuchde overftelpt, hem 7\et L£- d?°,r een vervoering van „ Nu binden ik Vriïd ml^lS^^V^^ te zeggen; „ lervyl de Doode hier ^Z^^tf * BeSte W^%»1 V, Ie-  C »33, ) Iemand geprangd door verdriet, en drukkende bekommeringen. „ vind geen beter hulpmiddel dan die in den fchoot der Vrie-4 „ fchap te ontlasten; Jn dat oogpunt is de Vriendfchap als onichat„ baar te befchouwen: Dan de waare en oprechte Vriendfcrno is „ in onze dagen zoo zeldzaam en raar als een witte Raave gewor„ den: Vermoedelyk was deze overdenking het beweegrad"eweesr „waarom de Beste IVaereldlingen tot een ZiJinebeeld°van&de zeld' „ zaaraheid van die hooftdeucht.maar eene ftraat van Vrienfchap on„ der de zes hondert ftraaten van Ipfalon gemaakt hadden. Hoe het „ zy dat is zeker, dat Solon zonder fchroom zyne zorgen wegens het „ gemis van de bekoorlyke Juliana, en de onmogelykheid fan haa „ door middel van den trouwftaat Immer te kunneJ bezitten, aan „ zyn Vriend Meriander openhartig te kennen gaf; Van wat kant ik „ de zaak befchouwe zei hy, zoo zyn alle fchaduwe van hoop dien „ aangaande voor my vervlogen , want het zy Mevrouw AnLhatia „ fterft, of in leven blyft, zoo^kan Juliana nlottlyTvfottZt ,, den, om dat zy volgens de bekende Staatswet van de Bite Wae. „ rela ongetrouwd blyven moet; 'c Is waar, Ik heb haar nooit „ geopenbaart de zuivere Liefdevlam die ik myn Hart v o o r n aï „ voel blaken ook heb ik zedert ons verblyf op dit Eyland aeen „ gelegentheid-gehad haar meer te fpreken, als hetwelk my ingfvol„ ge een uitdrukkelyk verbod van de Princes niet vrvftondSr „ ongeacht dit alles, kan myn Geluk en vergenoeging zondekhet „ bezit van de beminnelyke Juliana nimmer volmaakt z^ —SJ „ droomt Jongetje! beantwoorde de Luchthartige Meriandsr'al fcher„ sende: daar zyn hier te Ipfalon, duizende fchoonheden al zoo „ deuchtzaam als uwe Juliana, die de flraat der goede mhholdfkZ „ bewonen; Wy zullen met 'er tyd een Vogelcie uit darvl?V? „ Serail dat een P-nkfchool va/eerbare Sfersl^ „ Gy weet vervolgde hy hoe fmooriyk verheft ik ee/tyds op> tö$L „ geweest zy, dog zedert tk andere Meisjes na myn fmaak »S „ heb, denk ik thans met eens meer om haar. OnderSLfkw? „ meti Solon en Meriander dus al pratende voortgaande,^bygeval voor' » by hetVorftelyk Paleis van Mevrouw Antiphatia, daarzl de aan „ vallige Juliana omringd van een talryke hoffioed LmeriufJSa „ ui teen Balkon zagen leggen, dat op het Voorplein van l Pale f „ uitkwam; Zy beantwoorde de begroetingen derbeidenXn „ zoo minzaam, en met zulk een vrolvk ™w*r eT JongeJ1,"gei1 „ woone zotheid der Mmn^nT^ei^M ^goedïvf? „ wachting fcheen optevatten: Dit denkbeelt ftïek mSSyda dé " nSeJdLVderWardi ^ d£ ,ftdkken der Liefde zyn,en menSvind „ met zelden dat zodanige vlyende gedachten ten gevolge hebben om CS3 de  C fl34 ) de Slachtofferen van de Min Kartelen in de lucht te doen bouwen, ' Onder het gefprek 't welk de beide Reismakkeren gedurende hunne '1 wandeling op het Voriïelyke Voorplein over de Vriendelyke Groet , van Juliana met malkanderen voerde, vernam men eensklaps het geluid van een Trompetgefchal, 'c welk men wist dat iets zonder" lino- te beduiden had: De nieuwsgierigheid dreef de beide Jonge„ lingen na de Slotpoort van het Paleis van waar het geluid gehoord wierd, en daar een zamenvloet van ontelbare Aanfchouweren toe" gelopen was; Men bevond dat verfcheide nog half levendige Mans l', en Vrouwsperzonen van een niewelings geftrand Schip, op drie , Hartewagens binnen gebragt wierden, onder welke laaste Solon en \\ Meriander tot hunne onbeichryvelyke verwondering, de Gezusters Girgelfon herkende, die onmiddelyk nevens de overige ftrandelin, gen in het Huis der Ongelukkige Vreemdelingen overgebragt wor'\ dende, vervolgens deeze twee Jonge Avanturiers in de alleruitfterfte *' verflagentheid liet, niet zonder grievende aandoeningen, van bei„ de deeze aanminnelyke voorwerpen als de enigfte overblyvende , ftruiken, van het nageflacht van hunnen edelmoedige weldoender ' Somberval in zulk een beklagenswaardige toeftand in de Beste Wae„ reld te ontmoeten, en waar van de oorzaken toenmaal voor hun „ een onbegrypelyk raadzel bleef." „ Hoedanige verwarde gedachten de beide reisgenoten van deeze onbegrypelyke vertoning gemaakt hebben, is buiten het bereik „ van de Pen om natuurlyk voor het verftand te brengen; Merian„ der die op dat fchouwfpel in een diep gepeins geraakt was, wierd „ daarin door zyn Vrind geftoord: My dunkt zei Solon, dat wy hier tn een betoverd Kafteel zyn! Daar ontbreekt flegts de komst van ,, PirOTARGiNA om de klucht te volmaaken. Men verftond korte da., gen daar na, dat Juf ver Nikolina en haar Zuster, na van haare onpasfelykheid herfteld te zyn, door bevel van Mevrouw de Princes van het Huis der Ongelukkige Vreemdelingen na de ftraat der goede Huishoudfteren waren overgebragd; Hier door verkregen Solon en Meriander gelegentheid om haar te gaan verwellekommen: Onuitfprekelyk was de verwondering der Gezusters Girgelfon op „ het gezicht der beide Jongelingen die zy zoo onverwacht ter dier „ PJaatze aantrofven; Men bemerkte een zekere ontroering in het „ gelaat van Nicolina die haar van kouleur deede veranderen zoo „ dra Meriander voor haar verfcheen: Om kort te gaan, de wedervinding van dit viertal Jonge Luiden, had iets zoo verrukkelyk, „ en zielroerende, dat myn Aftrologifche Veder tekort fchiet, om „ 'er u een denkbeelt van te geven/' Van weerskanten gefchiede een getrouw verhaal der ontmoetm- •i gen  ( *35 ) gen, die hen bejegend waren, zedert het ongelukkig toeval dat „ hun gefcheiden had, en het zal een teerhartig gemoed ongetwy- veld niet vreemd fcheinen, dat het aandenken van die betreurens„ waardige gebeurtenis hen van weerskanten welmenende tranen heeft ,, doen ftorten, over de ontydige dood van den grootmoedige Men„ fchevrind hunnen algemeene weldoender Somberval: Zodanige her„ denking maakte de zielsaandoeningen van de bevallige Nicolina zoo „ fterk gaande, dat zy een geruime tyd zonder fpreken bleef, ter)> wyl Jufver Floortje haar Zuster die zedert de uitgedane weder„ waardigheden wat bedaarder geworden was, vervolgens het woord ., opnam orn de Nieuwsgierigheid der Jongelingen te voldoen. Vol„ gens dat kort verhaal was de grondflag der ondernoome Reis van de Juffers Girgelfon in zeker opzicht eigentlyk geweest, om de „ fnoode Piotargina wiens gruweldaad zy ontdekt hadden, en die „ men meende na Duinkerken de wyk genomen te hebben, aldaar „ door het recht te vervolgen, en haare Gevangeneming uittewer„ ken, maar by haare aankomst in die Stad door vlytige nazoekin„ gen befpeurt hebbende, dat zy in het bericht dien aangaande „ waren misleid geworden, zoo had haare onderneming een tweede „ aanleidende oorzaak ten doel gehad, namelyk om van daar met „ een Schip na Holland te vertrekken, om door de Ouderen van Solon en Meriander onderricht te worden, werwaards deeze bei'e Jon- gelingen na hunne ontvluchting uit de Gevangenis hen begeven „ hadden, dog by geval hun intrek in het Logement de Gekroonde Leeuw j, nemende, wierden zy ten naaften by van alles onderricht, wat „ 'er gedurende het verblyf van de beide Jonge Avanturiers te Duin„ kerken was omgegaan, en in zonderheid van het by ben volj, voerde befluid om in gezelfchap van een in mansgewaad verkleede „ Dame na Amerika te gaan. De fpyt die Nikolina over zulk een trouwloze ftap van Meriander gevoelde , deed haar geen gevaren „ nog ongemakken ontzien om haren Minnaar op het fpoor te volgen, „ waar toe Juffer Floortje ten gevalle van haare Zuster zig meede niet „ ongenegen betoonde, hoewel hawe geheime beweegreden mogelyk „ daar in beftond, om van na by te zien, of Solon zoo wel dan zy, de kinderagtige manieren, in beter voegende denkbeelden voor ver,; liefde Harten, verwisfeit had; Ondertusfchen wierden de inzichten „ der Gezusters Girgelfon merkelyk gemakkelyk gemaakt, door de „ gelegentheid van een reisvaardig Vaartuig waar meede onder ande„ ren een Oud Heer van de kennis van haren overleden Oom Somber,, val eerdaags na de Franfche Amerikaanfche Eylanden vertrekken „ moest en welke de Jonge Dames beleefdelyk aanbood aile gemak„ ken op die reistocht te zullen bezorgen.' Myn  C »3« ) Myn Heer Haranville onder wiens geleide, en Opzicht zy de Reis „ na Amerika bereidvaardig ondernamen, was een Man van een go^d „ oordeel, en van eene beproefde ondervinding in het beloop der „ waereldfche zaken, en die onaangezien een Ouderdom van byna j» vyfng jaren, nog een zeker overblyzel van vrolykheid van geest „ behieit, waar door hy hem in de gezelfchappen aangenaam wist „ te maken; Men zegt dat Haranville in zyn tyd voor een galand „ Man in Vlaanderen en Braband bekend ftond, en dat hy wegens „ zyne onbepaalde zucht voor de Vrouwelyke Sexe dikwyls berispt „ wierd door zyn Vrind Somberval, die de meerderheid van jaren bo- ven hem had; Ondertusfchen hadden de kleine ongeregeltheden van „ zynen jeucht, en daar opgevolgde Reizen na Frankryk, en Italië eene geweldige breuk in zyne geldmiddelen gemaakt, waar door „ hy verplicht wierd tot herftelling zyner zaken na een der Fran„ fche Ëylanden in Amerika overtefteken ; Hy trouwde inmiddels zyn „ tienjarig verblyf aldaar, met een deugtzame Vrouw ruim 42 jaren „ Oud, die ongemeene groote middelen bezat, dog met de alleruit„ terfte verbazing ontdekte hy vier dagen voor haar overlyden , dat „ hy buiten hun beider weten met zyn Zuster getrouwd was, — De „ Vader van Haranville ftaande huwelyk een Kind van het linker „ been by een Vrouwsperzoon dat hy onderhielt overwonnen heb. „ bende, had om dit geval voor zyn Vrouw zorgvuldig bedekt te „ houden, Moeder en Kind dat een Meisje was,in itilte naMartinique „ gezonden, zonder 'er ooit iets van aan zyn Zoon geopenbaart te „ hebben; Dit Meisje is vervolgens door haar fchoonheid, een „ voordelige huwelyksparty in Amerika doende, was Weduwe ge,; worden, en naderhand met haare halve Boeder zonder hem te „ kennen getrouwd: Ongeacht deeze ontdekking bedekt, en buiten „ gevolg bleef, was hy nochtans verblyd geen bloedfchandige Kin„ deren by haar te hebben verwekt; Na haar dood geraakte hy by „ Testament in *t volle bezit van haare nalatenfchap, zoo dat Ha„ ranville op deeze wyze een van de rykfte Eylanders aldaar ge- worden zynde, belust wierd zyn voorfpoed voor een tyd in zyn „ Vaderland te vertonen, en ter zei ver tyd zyne oude Vrind Som„ herval te bewegen, om by zyne wederkering na Amerika, met hem „ rterwaards te gaan, dog by zyn komst op het Kafteel van zyn „ Vriend, het moordadig ombrengen van denzelven vernemende, „ was hy van zyn eerfte beduid afgeftapt, en regelregt van Duinker> „ ken vertrokken, om met het eerfte Zeilvaardig Schip van daar na „ Martinique re keren, by welke gelegentheid by het vermaak ge„ noot om in het zelfde Logement de beide Nichten van Myn Heer „ Somberval, fchoon in den beginne by hem onbekent, aantetrefven."; „ On-  C 337 ) Onder het geleide van dien wellevende opzichter waren de beide Gezusters Girgelfon ten fcheep gegaan; Haranville had hun alvo„ rens de plechtige verzekering gedaan, dat by behouden aankomst „ in de Martinique hy haar een bekwame gelegentheid zou bezorj, gen , om na een der Engelfche Volkplantingen in dar waerelddeel „ overtefteken, werwaards zy wisten du Solon en Meriander met de „ onbekende Dame hen begeven hadden: IV.'aar teen zy veertien „ dagen met zulke ongunftige winden in Zee, geweest waren, welke ,, een lange overtocht voorfpelde, verandere Haranville van taal, en „ begon aan Nicolina te vragen, of het niet beter waare te Martini' „ que by hem te blyven, en zyn geluk aldaar door den Echte band „ met hem te delen terwyl zy tog zyn Hart door haare aanvallighe„ den geftolen had; In de verbeelding dat de ongetrouwheid van ha„ ren Minnaar, dit voordel aan Jufvrouw Girgelfon behagelyk zoude „ maken, ftond hy wonder optekyken wanneer hy op die vraag een „ beleefde dog fcherpe afjagt van haar kreeg, dat hem de lust benam „ om verder daar op aantedringen. Ondertusfchen had zulks eni„ germate de hartelyke vertrouwde vriendfehap onder deeze beide ,, Perzonen van het reisgezelfchap verkpelt, hoewel men daarom aan „ beide zyde binnen de palen van welleventheid en zedige Ingeto„ gentheid bleef: Het is iets onmerkelyks, dat twee harstochten die „ zoo veel overéénkomst met malkanderen hebben als de Liefde, „ en de Vrienfchap, egter in het Hart van één voorwerp niet te ge„ lyk huisvesten kunnen, inzonderheid niet, wanneer de eerstge„ noemde harstocht door misagting beledigt wordt! Daar viel verJ „ vervolgens wel wat anders te bedenken in de tyd dat hun Schip „ door een agtereenvolgende ftorm van 48 uren belopen, hen aan de „ kusten van de Beste Waereld dreef, en aldaar tegen het llrand ver„ bryzelde; Kort om, de Juffers Girgelfon wierden met een menigte „ andere Pasfagieren en Scheepsvolk gered, maar zy wisten egter „ niet te zeggen, of Myn Heer Haranville hem onder de Levendige „ dan onder de Dooden der opgebragte ftrandelingen bevond " „ Terwyl Meriander een klaarblykelyke onvergenoegtheid in het „ gelaat van Nicolina befpeurde,-was hy ibezig om 'er haar de oor„ zaak van te vragen, toen Haranville met een vro^k gelaat binnen „ trad; Uwe verblyfplaats uitgevorscht hebbende Mijufers zeide hy, „ moest ik aanftonds myne opwachting by u komen maken, om u „ wegens derzelve behoudenis geluk te wenfehen! Vervolgens wierd „ Haranville verteld, dat dit nu de beide Jongelingen waren die „ de flachtoffers van de wraakzucht en het ondeugend bedryf van „ Piotargina. geweest waren: — Is V mogelyk! riep Hauanvule „ de handen in een flaande; — Wel nu bekoorlyke Nicoliaaow ü H h Me.  C *38 ) ,5 te tonen dat ik een Eerlyk Man ben, zoo verklaar ik nimmer u geluk te „ zullen foren, terwyl Gy thans uwe getrouwe Meriander wedergevonden 9, heb. ■— Zeg lieter dat ik misfchien een ontflandvastige Minnaar we„ dervinde! Viel zy hem in de reede, maar dit belet niet s dat ik al. „ tyd de neiging van myn Hart in de verkiezing van een voorwerp op„ volgt wil. Men kwam toen tot verklaring van zaken, en zoo dra ,, Nicolina-wht wie Juliana was, en dat Solon 'er meer betrekking dan „ Meriander op gehad had, was de vreede tusfchen de twee Gelieven ras gemaakt, of fchoontde aanhoring hier van, Juffer Floortje, niet „ zeer fcheen te vleye." „ Ondertusfchen wierd onder de Jonge Luiden ten overftaan van „ Haranville beraadflaagt, over de wyze hoedanig men best uit het Eyland Ipfalon zoude zien te geraken, want de dwang der Beste „ Waereld ïmaakte hen niet te breet, hoe zeer Solon begon te zuch„ ten, als hy overdagt dat hy'er de beminnenswaardige Juliana la„ ten moest, want alle de aantrekkelykheden van Floortje hadde tot „ nog toe de eerfte indrukzelen der Liefde, voor dat voorwerp niet JX kunnen uitwisfehen: In het midden van alle die ftrydige belangen „ die bezwaarlyk overééntebrengen waren, vond Myn Heer Haran„ ville,' gewoon een zaak rypelyk te overwegen een middelweg uit, 9, om het verlangen van deeze vier Jonge Menfchen op de een of an„ dere wyze te voldoen. Ik ben van begrip zei hy, dat wy in de „ Beste Waereld blyven moeten, en buiten de aiieronvermeidelykfte „ noodzakelykheid die niet behoren te verlaten, terwyl wy hier ge» „ lukkiger en vergenoegder dagen kunnen fleiten dan elders, De wys„ heid der Wetten, de manier van Staatsbeftiering, de liefde ter a, opvolging van de Deucht, de goede trouw, de naarftigheid, over„ vloed, en rykdom welke onder het Burgerfchap plaats hebben , „ dit alles fcheint zamentefpannen om 's Volks welvaren en duurzame „ heilftaat hoe langer hoe meer te vergroten. Waar zullen wy ineen ,, Land van de Slegte Waereld, zulke voortrefvelyke gedenkzuilen'van „ gelukmakende Burgeren vinden, dan men hier te Ipfalon ontmoet! „ Waar zalmen veiliger onder de vleugelen van het heilig recht, en on„ der de befcherming der Wetten kunnen fchuilen dan in de BesteWae„ reld, alwaar de eerlyke vryheid de deuchtberninnende zielen met een „ verrukkende blydfchap toelacht; Befchouwd de Wysheid der Wet* „ gereren van Griekenland die grotendeels onder de puinhopen der „ vergeteltheid bedolven leggen; Overdenkt de verklinkende Krygs» daden en roemryke overwinningen, van het prachtig, en ontzagge- lyk Rome dat in het midden van haare grootheid., door omkering „ en verwoesting alle haare pralende glorie verloren heeft gehad „ 3, alleen de droevige geheugenis daar van, aan de Nakomelingfchap n over:  C w ) r1t overlatende: Maar de Vaders van Ipfalon hebben bolwerken ge„ maakt, welke nimmer door de ondeucht of het eigen belang zul- len overweldigt worden, en die de roem der Beste IVaereld tot in „ het laatfte nagedacht onverroest zal doen blyven, — Onderwyle „ zou ik ongeacht deeze aanmerking van oordeel wezen befloot Ha„ ranville, dat Gy gezamentlyk ■ aan Mevrouw Antiphatia, of aan de „ Hondert Vaders verlof verzogt met eikanderen door den huwe» „ lyksband verenigt te worden, of anders van hen de Vryheid zag „ te verwerpen, om u lieden met dat oogmerk na elders te mogen begeven." „ Ingevolge van deeze goetgekeurde maatregelen, waar in Haranville beloofde hen door alle bedenkelyke middelen te zullen „ onderdeunen, offchoon zyn gezach te Ipfalon door de onbekent„ heid zyner verdienften nog niet genoeg gevestigd was, om 'er de „ verwagting ener gelukkige uiillag onfeilbaar op te kunnen bouwen; „ Verzogt en verkreeg dit vyftal tegen den volgende dag gehoor „ by Mevrouw Antiphatia: In de gehoorzaal geleid zynde, vonden „ zy de Princes in een Leunftoel zitten, hebbende aan haar regter zyde Juliana nevens haar geplaats. Haranville deed met zyne gewone welfprekentheid een korte en ter zaak dienende Aanfpraak „ waar in hy de roemwaardige gastvryheid der vreemdelingen in de „ Beste Waereld hoog opvyzelde., maar te gelyk daar by te kennen „ gaf, dat het geluk en de vergenoeging dezer vier Jonge harten „ onvolmaakt zoude blyven, zoo lange zy door den band ener wet,, tige vereniging niet aanééngekluifterd wierden, befluitende vervolgens met de bewilliging van Mevror.w de Princes daar toe te ver„ zoeken. Terwyl Haranville fprak, wierd de arme Solon op het „ gezicht van de fchoone Juliana door zulke fterfce ontroeringen „ bedreden, dat hy geen meefter van de hevigheid zyner hartstoch„ telyke aandoeningen was; Men zag tranen over zyne wangen rol„ len, die ondanks de moeite die hy deed om ze te verhergen, „ zigtbaarlyk te kennen gaven, hoe groot het verdriet was, 't welk „ in zyn ziel plaats had: Mevrouw Antiphatia dié 'er misfchien de „ oorzaak van begreep, fcheen bewogen met zyne hartroerendetoe„ ftand, en dien Jongeling met haare gewoone viiendelykheid aan„ fprekende, beftond zy hem deeze vraag te doen, Wel Solon zou t. Gy ook graag met een van deeze beide Jufvers trouwen? — Neen toch „ niet Mevrouw beantwoorde hy al ftimerende, ik zou liever... „ Spreekt vry uit! hernam de Princes hem in de reden vallende: — „ ik zou liever al myn leven Ongetrouwd, en in de Beste Waereld ,, blyven, als ik een Qjtartier uur daags Jufvrouw Britleton zien mogt! „ Vervolgde Solon met een bevende ftem. — Wel nu. Zei de Vor- Hh 2 » ftin-  C 240 } " ?n mfLeen «?mlach5 Als *" van My vrouw Jufiana a ver'. * genoegt kan maken zoo vergun ik u de onverhinderde toegang in myn „Paletsmaar maak geen misbruik van myne goedheid. Vervolgens haar tot Haranville wennende, befloot Zy met te zeggen^ Myn n°e^e!:ik 3 l£ Menfchen in m>'ne ^ndpalen gelukkig zoek te maken zoo kan ik in myn gebiet geen Huwelyk toeftaauf dan onder bepaling van de Zevende Robeine Wet, volgens welke een driejarige verkering tusfchen de verloofde, en'een gdaar Tp volgende onderzoek van de Vaders der Huwelykszaken eerst vooraf nfoet gaan; Dog verkiest Gy en de Jonge Luiden u gezelfchap ter bereik van dat oogmerk na elders te vertrekken, ZOo heb Gy de vryheid Ipfalon te verlaten, wanneer gy dat goedvinden zult, onder de gewone voorzorg van geblintdoekt aan boord van een Schip gebrlgt te worden. „ Lht befcheid floot Haranville de Mond, en hy zoo „ wel als Meriander, en de Gezusters Girgelfon waren zeer te on" vre,ede °ve{ he£ g^rag dat Solon by die gelegentheid gehouden had, zodanig dat Juffer Floortje hem niet meer te woord wilde „ itaan; Ondertusfchen dat dezen Jongeling verblyd over de ver„ gunning van Juliana dagelyks te mogen zien, zig weinig aan hunne „ onvergenoegtheid bekreunde." » & ö Meriander door zyn voorbeelt willende betonen, dat de wetten, „ der Vnenfchap voor die va\i de Liefde wyken moeten, drong ,, met veel drift by Nicolina en Myn Heer Haranville, op de ver. „ haaiting van hun vertrek uit de Bate Waereld aan: Wy zyn hier „ te Ipfalon maar onnutte Meubelen zei hy; Want behalven dat ik „ door een langer verblyf geen vermaak kan fcheppen in een Land s, daar men in alles gedwongen is, zoo voorzie ik dat de Zotheid „ van Solon die men hier voor een Speelpop houd, door zyne „ Aperye met Jultana, ons met 'er tyd nog veel omflag brouwen „ zal; Dog het zy de verftandige Haranville enige geheime rede„ nen had die hy niet wilde ontdekken, dan of hy beoogde om „ Solon van gedachten te doen veranderen; Dit is zeker, dat hv „ door verzonnen uitvluchten; gedurig hun voorgenomen vertrek " m ^,vertragen: Onderwyl gebeurde 'er wel haast in de Beste „ Waereld een1 zonderlinge omwenteling van zaken, waar door hun ,, aller verblyt aldaar noodzakelyk wierd gemaakt, ten minften uit „ oorzaak van welke de befloote reistocht van Haranville, de Ge„ zusters Girgeljon, en Meriander voor eerst geen voortgang kon mj ii.6Ducn* " DiLg.!0(,te Gebeurtenis was een Oorlog die 'er onverwagt met een Atnkaansch Vorst ontftond; Den inval der Tronkillianen met „ een ontzachlyke heirbende in het grondgebiet der Beste Waereld^ » ver* 3}  C «41 ) ;, verfchrikte de moedige Ipfaknders niet: Altyd een nuttig gebruik „ gemaakt hebbende van de bekende zetregel Si Fis pacem, para „ kellum.(*) der aloude Rmeinen, waren zy haast ter hunner ver„ dediging in optocht, en gereed om aan de verbondbrekende ?, Tronkillianen flag te leveren." De Prins van Tronhllia regeert willekeurig, zyn wil moet 's „ Volks welbehagen zyn; Dat Ryk is het klein Athenen der fraaye „ vernuften, kunitenaars, en het kweekfchool der bedriegelyke wel„ leventheid: De Staatsministers van Trcnkillia bezitten een meefter„ lyke Staatkunde zy begrypen dat het onnoodzakelyk is, hen langer „ aan de nakoming der Travaten te binden dan hun ltaatsuelang „ het vordert; Ingevolge van die Machiavelfche grondregel, over„ vallen zy dikwyls gewapender hand haare Naburen zonder wettige „ oorzaken, en het Recht der Volkeren onder hen in ongebruik „ wezende, maken zy geen zwarigheid om haare Vrinden, en Bontj,, genoten door list of geweld in het midden van den vreede van „ hunne wettige Eigendommen te beroven: Voor het overige zyn „ de Tronkillianen dappere Soldaten in de Overwinningen, dog Laf. „ hartige Blodaarts in de Nederlaag, Ondertusfchen beftaat hunne „ voornaamfte kracht in de overmacht die zy door de talrykheid „ van Krygsvolk boven andere naburige Staten hebben, en in de „ manier van hen in den Oorlog kunftig te begraven, ten einde „ daar door voor de regte heldeftryd van het Zwaard ongenaakbaar „ te zyn. De Ipfaknders daar tegen zyn een moedig en ftrydbaar „ Volk beide m de Zegenpraal, en als zy in een Veltilach te kort „ fchieten; Onderhouden heilig de verbonden met hunne Naburen „ zonder ooit van hunne zyde daar enige inbreuken aan te doen' „ en v/reken daarom flrengelyk de fchennis welke hunne Vyanden „ daar aan beftaan toetebrengen zoo drae zy haar tot de noodzake„ lykheid van een wettige verdedigende Oorlog gebragt zien: Ver„ volgens beminnen de Ipfaknders meer de vryheid en de goede „ trouw dan de Tronkillianen by wien deeze twee dingen flegts alleen „ by de naam bekent zyn, en het is tot behoud van die beide on„ waardeerbare Volksvoorrechten dat de Helden van de Beste Wae. „ reld graag in het vlakken Veld met de Wapenen in de hand hunne ;, Vyanden onder de Oogen zien." „ Solon die ingevolge de vergunning van Mevrouw de Princes een £ „ en andermaal de beminnenswaardige Juliana gezien en gefproken „ had, zonder haar immer de waare gevoelens van zyn oprecht Hart (*) Wapent u in tyd van Vreede!  'f, Hart met belang tot de grootheid zyner verborge Liefde "té „ durve openbaren, hoe zeer die verftandige fchoonheid van een „ genoegzaam Vrouweiyk beleid begaaft was, om dat uit zyne ., verlegentheid te kunnen bemerken; Vernam uit haare Mond den VyandeJyke inval van den\Prins van Tronkillia, en dat deeze Jonge „ Verst met een talryke Legermacht tot op 24 Mylen de hoofdftad ,, Ipfalon genadert zynde, alles in de Beste IVaereld en rep en roer „ bragt. Daar valt nu roem in den Oorlog te behalen Solon,-zeide Jufvrouw Brilleton tot hem; Gy en u Vriend Meriander moeten u als vrywilligers onder de Krygsbende der vier en twintig hondert Jonge Helden begeven, want gy beide kunt hier geen werklooze „ Aanfchouweren blyven, terwyl het kern van de Ipftlonfche Jeucht hun leven voor de Vryheid van den Burgeritaat gaat wagen: Ik „ zal zorg dragen vervolgde Juliana, dat Myn Heer Haranville u „ beide ais Leidsman in die Veltocht verzeilen zal, en zoo Gy met Laurieren bekroont, herwaards- keert, zal myne achting voor u Perzoon merkelyk vergroten." Onaangezien Solon juist voor geen Oorlogsman in de wieg ge,, legt was,en hem weinig belust gevoelde voor de ftandhouding der Beste Waereld te gaan ftryden, wierd zyn Krygsmoed nochtans „ op het zeggen van Jufvrouw Brilleton zodanig aangeprikkelt, dat „ hy haar beloofde de Prins van Tronkillia met eige handen te zul„ len doordeken, of hem in zegenpraal gevankelyk binnen Ipfalon ,, te zullen brengen; Onderwyl Juliana haar niet bedwingen kon „ over de uitdrukking van den Jongeling te grimlachen , befloot „ Solon door zyn voorbeeld te doen zien, dat de Liefde, zonder onderfchraging van beleid, en kloekmoedigheid de beste Helden maken kan." „ Meriander aan wien hy opening van zyn befluit gaf, liet hem op de flerke aanrading van Haranville wel haast overreden, om ., onder het geleide van dien kundige Man, desgelyks de Velttocht ,, tegen de Tronkillianen bytewonen, tot groot ongenoegen van Ni„ colina, die haren Minnaar niet zonder ongerustheid, en droef„ heid ten ftryde zag gaan." „ Behalven de 2400 Jonge Helden, was het Leger der Ipfaknders zameugefteld, uit zes en dertig duizend ftrydbare Mannen alle „ vol Vuur en Moed, en wonder wel in den Krygshandel afgerigt,* „ Dit Leger wierd aangevoerd door twaalf bedreven Krygsbevel „ hebbers behorende onder het getal der Hondert Vaders van \p\a,, Ion: Zy naderde het Vyandelyke Heir dat onder het bevel van „ den Prins van Tronkillia ten getalle van ruim tagtig duizend « Krygsknegten na by de vesting Pak, aan den oever van de Rivier » Ma-  C 243 ) Malifax gelegerd ftond, hebbende tot opfchrift in hunne vaande„ len Faciatis Meliusl (*) Een fpreuk die genoegzaam hunne opge» „ blazentheid te kennen gaf." „ Solipater een der twaalf Legerhoofden van Ipfalon, en als de „ Oudfte der Vaders, bekleet met het oppergebiet over de te veld„ trekkende Krygsmacht der Beste Waereldlingen, befbot onder goedkeuring van de Elf andere Opperveld Heeren, den Prins van „ Tronkillia tot een Hoofdtrefven te noodzaken; Met dat oogmerk veinsde hy de Rivier Melifax te willen overtrekken, ten einde in „ het Land der Tronkillianen te vallen: Die Kryglist gelukte Soli* „ pater; De Tronkillianen door deeze bewegingen misleid, en bedugt „ op hun beurt eene Vyandelyke indrang in haare Landfchappen „ te zullen ondergaan, verlieten met een groote overhaafting haare „ verfchanzing, om de Ipjalonders den over tocht over de Rivier te „ betwisten. Solipater hier door grotendeels zyn oogwit bereikt heb„ bende, zwenkte fchielyk zyn Leger te rug en vertoonde zig met „ eene onbegrypelyke vaardigheid op de vlakte van Palo in flagor,, der; De Prins van Tronkillia een onverzaagd Krygsheld hem daar door gedwongen ziende flag te leveren, of met zyn Leger „ hals over kop de Rivier overtetrekken, betrouwde te veel op zyn Overmacht om niet tot het eerfte te befluiten: Om kort te gaan," „ de beide Heirmachten Vogten gedurende meer dan vier uuren „ lang, zonder dat men zeggen kon aan welke zyde de fchaal der „ overwinning overfloeg, en de Veldflag van Palo, waar in aan weers„ kanten dapper geftreden wierd, was de bloedigfte die men immer in dat Gewest had beleeft; Eindelyk floeg het evenwigt der Ze„ genpraal aan de zyde van Solipater over, zoo drae het Corps der ., vier en twintig hondert Jonge Helden bevel kreeg, in de linker „ vleugel van de Tronkilliaanfche Legermacht te vallen, aange» „ merkt deeze onverfchrokke Krygsbende door hunne onweder„ ftanelyke aanval, zulk eene verfchrikkelyke flachting onder haare „ Vyanden te weeg bragten, dat den Prins van Tronkillia wel haast „ genoodzaakt wierd den aftocht te doen flaan. Ondertusfchen ge. „ beurde het in die heevige ftrydbaan, dat Solon met tien of twaalf „ zyner heldhaftige Makkers een der Faciatis Melius vaandelen wil„ lende overweldigen, de Vaandrager by de kop kreeg, ter aarde „ wierp, en hem vervolgens het Vaandel met geweld ontrukte, „ dog in de tyd dat hy deeze zegenteken by de zyne wilde bren„ gen, by ongeluk onder een hoop Tronkilliaanfche Landsdragers « ver- (♦) Wy maaien het beter! Daar mede te kennen gevende, dat z> de Krygsknnde eeter verflonden dan hunne Naburen.  C 244 > ï, verwardt geraakte, die hem gewond hebbende, het Vaandel we„ der ontnamen, en aangezien hunne aftocht met zig meedevoerde „ brengende hem als Kryg-gevange by den Prins van Tronkillia welke „ onder begunftiging v>ui den avondftond met het overfchot van „ zyn vernielt en verflagen Leger over de Rivier Malifax trok." „ Men verheelt zig de arme Solon gewond, gevangen en bedroeft „ over het gemis van de fchoone Juliana, gebragt te zien vooreen „ vergramd Vorst die hem met tintelende ogen van wraak aan„ fchouwde; Gy zyt een van de Ipfalonfche Helden, die de Neder„ laag aan myn Leger veroorzaakt heeft, zeide de Prins met een bars gelaat; Ja dat ben ik! beantwoorde Solon heel trots: wel nu her„ nam de Prins, terwyl Gy als de enigfte van die Bende in myne „ handen gevallen zyt, zult Gy ook alleen het flachtoffer van myne „ wraakzucht wezen, want ik zal u teritond in vier quartieren doen „ kappen! Gy kunt my doven, braden, en opeten, dat bruid my „ niet, nu ik Juliana kwyt ben; voerde Solon hem even vrypostig „ te gemoed ; De Prins kon hem niet bedwingen over dit kluch„ tig befcheid overluid in lagchen uittefchateren, en ondanks zyne onvredentheid over het verlies van de Veldflach van Palo, beha„ gen fcheppende in het rondborftig Caraccer van zyn Jonge Kryo-s- gevange, beval hy dat men zorg voor zyne genezing dragen moest, en het was vervolgens op hooge laet dat Solon korte „ dagen na zyne herftelling na Jxilo, de Hoofdftad van het Ryk van Tronkillia wierd overgebragt, om 'er gedurende zyne Krygs,, gevangefchap onder de hofftoet van de Princes Mahaftine, Zuster ,, van den regerende Vorst geplaast te worden." „ Mahaftine was Jong, vrolyk van aart, en bezat een doordrin-: gent oordeel, maar wierd aan het Hof van Tronkillia vei Heten „ voor een Monfter van lelykheid en mismaaktheid, gelyk zy in» „ derdaad was,- Want behalven een geeltanig vel, zwarte tanden, „ en een paar katten ogen , het eedfe uithangbort dat in de aan„ fchouwing van haare gevaarlyke gedaante in het oog fprong, zoo „ droeg zy op haar regter lchouder een weergaloze Boggel, ging 9, aan beide kanten kreupel, en was na men zegt met een Paarde„ voet geboren. Solon wiens vermakeiyke openhartigheid haar won„ der wel beviel, verfchrikte op het afgryzelyk gezicht van die „ Jonge Princes, en hy kon aan de minnenydige Piotargina onge„ acht haare ouderdom , en onbehaaglyk uitzicht, het recht niet „ weigeren dat zy het in bevalligheid ^boven haar gewonnen had." „ Een namiddag dat de Princes Mahaftine ïn de Tuinen van het „ Vorftelyk Paleis wandelde, nieniant dan een Staats Dame, en 5o„ Ion in haar gevolg hebbende; wilde zy een korstwyl met haar „ Krygs-  C 245 ) Krygsgevange Hof. Jonker aanregten:— Men ho^rd u zoo dikwyli „ fpreken van de fchoone Juliana die de Opvolgfter van Mevrouw ,, Antiphatia in het pebiet van de Bate Waereld moet wezen, zei de Princes; — Is zv dan zoo bekooryk als gy haar afbeek! — Ja to» Madame, Jalïaan is zoo volmaakt fchoon, ols gy volmaakt lelyfc i), zyt! beun tv oorde Solon volgens zyne eenvoudige onbefchroonu„ heid: ~ Ha , ha, zie daar een ongevleide vergeiyking die my be„ haagt! riep Mahaftine al lagchende; —- Maar zeg my eens Solon „ wus het niet beter dat gy hier te Axilo enige jaren verblyf hielt, om „ 'er de befcbaafde manieren te leren! Vroeg zy hem vervolgens met ,, een ftemmig gelaat: — Wat zullen tog de ondeugende Tronkillia' ,5 nm my anders kunnen leren Madame fpak Solon, dan ongebonde „ zeden, en een zoort van wellustige Levensmanier die het bederf der jeucht is; lk befchouw in uwe prachtige en Modezieke Hoofd„ flad Axilo onder het Masker van welgemaniertheide en Hooffbhe„ kunstgrepen, üechs een opéénftapeling van duizenderley grove ge» „ breken, en ondeuchden, zeer verfchillen van die heerlyke, onbe„ rispelyke, en deuchtzame gronbeginzelen die men onder de Be„ woonders der Beste Waereld vinden kan, en die maar alleen be„ kwaam zyn, het duurzaam en beftendig Geluk van een Volk uitte„ maken," „ Drie volle Maanden van de Krygsgevangefchap van den zwervende Solon waren bereids verlopen, toen de Hoofdftad Axilo in „ de alleruiterfte verwarring en ■verflagentheid werd gebragt door een ,, tweede Veldflach, waar in de Trot.kil lianen andermaal de Nederlaag „ kregen: De gevolgen van dit laafte hoofdtrefveu fchenen niet min;, der dan dat Ryk meteen ganfche ondergang te bedreygen; Want m behalven, dat den Prins van Tronkillia door de genoegzame geheele ,, vernieling van zyn Legermacht, hem genoodzaakt zag, binnen de „ Vestingwerken van Axilo te wyken, zoo wierd die Stad korte dagen „ daar na door de Ipjalonders berent, en van alle kanten ingefloten. In „ die akelige omftandigheden van zaken, onderging het noodlot van „ den Jonge Solon een onaangename venvi«feling, want terwyl men „ hem vooreen gevaarlyke verfpieder aldaar begon aantezien, wierd „ hy ongeacht de voorfpraak van de Princes Mahaftine. op Vorftelyk „ bevel onder de bewaring gefield, van vier welgewapende Onder„ Officieren, die gelast waren by de eerfte Vyandlyke ftormloping; beogende de overrompeling van de beleegerde Hoofdftad, hem te „ doorzabelen; Verfcheide Dagen en Nachten , bragd hy aldus vol 5» zorgen en ongerustheid in een gefloten vertrek door, hebbende „ altyd het naar Schouwfpel van zyne onvriendelyke Wachters die hem tot gezelfchap diende voor de ogen: Ondertusfchen dat Solt- li $a-  ft M* > '„pater het Beleg van Axilla met kracht en ifver voortzette, en den] „ Prins van Tronkillia met de zynen een flaauwharrige we^erftand „ boden,gebeurde het opeen Nacht dar Solon door zorgelyke gedach- ten flapeloos gebleven zynde, de vet Onder Officieren toenmaal de ,, wacht by hem hebbende, niet onduidelyk over de flegte toeftand „ van het Ryk hoo.de murmureren. Dat komt 'er van, als men het bt~ ,, lang van het Land en het Volk moedwillig verwaarloost, en trouwloos „ de Travaten verbreekt! Zei de Oudfte van hun; — Zeg vry dat dü doorgaands het gevolg van een ftaat is, wanneer een Forst meer op de „ flinkjche raatgevir.gen van Ministers dan op lyne eigekunde. en onder* 3j vinding betrouwd1 Voegde de tweede Onder-Officier daar by: — s, Ja dat is V nog niet al! Sprak de derde van hen op zyn beurt, ,, Maar als men ds vermaken meer bemind, dan het Welzyn van bet Vader3, land, en ais men groter agting betoont voor een Komeaiant, en een Koor,, dedanfttr, dan voo reen goed Krygsman ,dan is *t met de Militaire Eerzucht ,; der laafte gedaan: —Het zou by den feldrement Broeders hondsvotte werk ,, van ons zyn! riep de Jorgite Onder-Officier onder het drinken van een „ glas A rak met peper; Indien wy deeze wakkere Jongtlling die misfchien vol „ heldenmoed'is, tegen alle krygstucht onfchuldigzyn bloed vergoten t na dat „ men hem eers als Krygsgevange zyn Leven geftchonken heeft gehad. De an d ere „ drie meede welhaast in dat denkbeelt gevallen zynde, vloog Solon van „ zyn Legerftede en omhelsde hun van vreugde; De edelmoedige Har„ ten zyner vier wachters door dit bedryf nogWerberoeirt geraakt, en „ tot verder meedelyden voor die ongelukkige Krygsgevange opgewekt, „ bewogen zy hem met haar een heldere teug uit de Arakvles te drin„ ken, en vervolgens tot een kenteken van getrouwigheid, hunne bloo- teZabels kruislings over malkanderen gelegt hebbende, beloofde zy „ hem uit de Nood te zullen redden, eer de Son het Aardryk met „ haare glansry ke ftralen befchynen zou, Agter volgen de dit groot„ moedig befluid, beraade zy hen onderling over de wyze hoedanig „ het aanteleggen, om voor het aanbreken van den dageraad met hunne Gevange veiliglyk in het Leger van Solipater overtelopen „ zonder aan de vervolgingen of aanrandigen der Tronkilliaanfche Sol-' „ daten bloodgefteld te zyn, en na Solon hun plechtig verzekert had,. 9, dat zy over die Daad, befcherming, en vergelding by de Beste „ Waereldlingen te wagten hadden, geleide zy den Jongeling met „ de hand in alle ftilte door de Stad na een by haar bekende aanzame. ,, uithoek van de wallen, en vai daar met hem in de Gragt gelpron„ gen zynde, geraakte zy met hun vyven gelukkig daar over, en „, kwamen behouden voer de loopgraven der Belegeraars; Solon riep t) tegen de daar ftaande Schildwachten dat zy overlopers waren, en as den Veldheer Solipater teritond fpreken moeienMen bragt hun w. 0%  C 247 ) e onder Krygsgeleide derwaards, en Solon hem aan dat Legerhoofd " lubbende doen kennen voor die hy was, wierd op verhaal van zaken nevens de vier Tronkilliaanfche Onder-Officiers minzaam ver'' wellekomt, en vervolgens na de Tent van Myn Heer Haranville " gezonden, die even als zyn Vriend Meriander opgetogen van ver-. " wondering over zyn onverwagte wederkomst was." " Den aan volgende dag, zond de Prins van Tronkillia twee zyner • Staatsraden met een Trompetter in het Leger der Belegeraars, om " over de voorwaarde van den vreede te handelen: Solipater ant" woorde daar toe geen last te hebben; Ondertusfchen kwam men wegens een ftilftand van Wapenen voor één en twintig dagen over" één, gedurende welke de Tronkillianen vyf Afgezondene na Ipfalon " aan de Hondert Vaders met vredensvooiflagen zoude zenden, en I' midlerwyl van de zyde der Ipaflonders een gelyk getal Oftagieren na Axilo gezonden worden; Onder dat aantal wierden behalven *L twee Staf-Officieren, onder anderen ook de Jonge Solon, en zyne r beide Vrienden Haranville, en Meriander verkozen, om dat men ' wist dat de eerstgenoemde Jongeling door zyn verblyf te- Axilo, veel invloed aldaar ten Hove, en byzonder by de Princes Maha/ttne gekregen had; Kort om, hoe zeer Solon wegens zyne ontvluch,, ting van daar, weinig belust fcheen derwaards wedertekeren, zoo t, moest hy nogtans daar toe befluiten, onder de verzeekering van den Veld Heer Solipater dat hem ter zaake van dien, niets nadeligs wedervaren zou: Inderdaad hy wierd 'er by zyn aankomst met onbedenkelyke tekenen van achting en vriendfchap door den regeerende Vorst, en degeheele Hofftaat ontvangen, en Meriander fchiep ?' zoo v-eel behagen in het Land, en in de Levenswyze der Tronkillia Z anen, dat hy befloot om onmidelyk na de vredeniluiting, zyn htt,, welyk met de beminnelyke Nikolina aldaar te voltrekken, en er te „ blyven wonen." „ Indien alle Menfchelyke overleggingen na onze eige wenfchen ï} uitvielen, zou 'er voorzeker wel haast niet meer te wenfchen val.,, len; Gelukkig daarom dat onze vermogens zig maar alleen m oe „ kring der wenfchen bepalen, als volftrekt zeker zynde, dat een M Staat die niets meer te hopen heeft, één van de ongelukkigfte Sta„ ten voor het Menschdom zoude uitmaken: Hoe hetzy, Meriander „ bevond onaangezien zyne verflaaftheid voor de vermakelykheden „ van het Hofleven, dat 'er zwarigheden oprezen, die zyn oogmerJt „ om Axilo tot een verbiyfplaats te nemen, geheel in duigen wie»P- ., Mabafine bekoord door zyn Verftand en Manieren, wierU verzot op den I ingeling; Zy had de onbefchaamtheid van heo» dasr zelve „ de verklaaring van te doen, en zy bood Meriander na de Vreede„ fluiting een der eerfte Staatsbedieningen in het Hof van den Frins li a »> naren  C 54s ) „ haren Broeder aan, icdim hybefluiren kon dm voortaan in het „ Ryk van Tronkillia te verbiyven; De mismaaktheidr^n het af Z „ zelyk gelaat van de Princes gepaart met de fcberzerye die hv daa^ „ over van Haranville en Solon moest ondergaan, verdroten hem „ dermaten . die hy wel hondermaal wenschte weder by de blwlS „ Nicolina te Ipfalon te zyn, Wel nu, zei Solon eens al boertendf „ Doet gelyk ik m het geval van Klaartje heb moeten doen >_ „ Veinst maar de Princes te beminnen! - Men behoord Myn goede „ Meriander iets tot zyn geluk te wagen! - Voer de fchoonf Ma„ hafiint: na Ipfalon, Gy zult haar hie°r of daar wel kwy kunnen ra „ ken! Meriander bemerkende dat Solon opentlyk de Lt met hem „ dreef, en waarfchynlyk vergeten hebbende de fpreuk, Die Kazen „ wil, moeiden Bal verwagtenl liep met een booze kop uit de Kamer IJ ffi/^ek^ ^ W™*^™ Myn HeJ 8? *stroi°g,Tcï\e Voorzeggingen, voor de Drie Loopjaren n /2'- 4' enJl8'5, doormengt met de Triumph der Liefde in het nolbuis, en met de Horoscoop van Stevelette Katryn. a "1 pfS °? d-en,13 0^SrSS ia?en hebben , niet ongereimt toegefchreven wordt. Ondertusfchen zou de groo:e vraag zyn, onder hoedanige dezer beidezoorten van Schnk Zedert de allervroegfte Eeuwen heeft men door de ondervind,™ en door baarblykelyke Gebeurtenisfen, op gronden^ner^ofe zekerheid kunnen nagaan, dat de zevende, UrSSde, en^ï twintigfte der Schrikkeljaren van ieder derzelveTmerbuite.eil Gelukken en gunftige uitdagen zyn vergezelfchapt *ewee?gZ T tegenftelling de 2a overige IchriLeljarfn ™ïPLrS"bSt«„«iZ WX^ST °f dfUkkende °nheiIen -eer'o^in^S Het is een oud fpreekwoord, die zekerlyk zyn grondwortel hPt>fr W Geluk, of een Ongeluk komt zeide alleen! Be4ouwdHe de nnfr' fcheiden Handen van het Menschdom, en let optïtetelrte^" gen zedert hun geboorte tot haar Dood, en gy zult o<^hri2?J£ ïvVnmh^idrat-er bl 3116 die ve'*»^nde St^SLStf^^ zyn be eeft, m welke een Opéénflapeleng van Gelukken off oS * ken onder hen plaats hebben, gehad; lk heb een Seel mZ van echte gebeurtenisfen voor handen,' om -ïlL ^?vïfgffi ven,  ( *57 ) vém, behalven dat hy my gemakkelyk zou zyn, de onwederfprekélykheid van dien alleen te betogen, door een talryke menigte gedenkwaardige Gevallen gedurende een dertigjarige ondervinding als Ajlrohgist my van tyd tot tyd voorgekomen. Een Jongeling van een ruuwe Levenswyze, bezittende een groote onverzaagtheid, en ongemeene kragten, gelukte alle ondernemingen van zyne vroege Jeucht af, en de Gelukken waren zoo opééngfftipeld, op malkanderen, dat de blote overweging van dien, zyn Vader een welgeftelde Boer zynde, waarfchynelyk tot het befluid bragt, om zyn Zoon tot den Koophandel optebrengen, beftellende hem met dat oogmerk by een Koopman in Wynen in een naburige Stad, om 'er de Negotie te leren; Maar nadien Natalis tot het Kry^sberoep geboren fcheen, nam hy in den laafte Oorlog dienst onder de franfche Dragonders: In twee agtereenvolgende Veldtochten waar in hy drie Hoofdtreffen bywoonde, was hy onbedenkelyk gelukkig, want hy behaalde een ontzaggelyke Buid, en zynde de tiende iVlan die in de eerfte Veldflag van de ganfche Compagnie ongewond overbleef; Het gebeurde op het einde van de laafte dezer Veldtochten, dat hy zig bevond onder een detachement Dragonders welke tot onderfteuning van de lichte Troupen gezonden wierd om een Vyandelyke Party op* teligten: Dit aanflag na wensch gelukt zynde, behaalde Natalis by die gelegentheid voor zyn aandeel tot buid een goud Horlogie, een Diamante Ring, en een Goudbeurs voorzien met hondert en veertig Dukaten, die hy een gefneuveld Staf. Officier ontnomen had. In de wederkering na het Leger onderweeg in een Herberg geraakt, dus van blydfchap half befchonken zynde, en vervolgens tegen den avondftond met zyn Paard van de regte weg afdwalende, zonder het detachement te kunnen wedervinden, ontmoete hy aan den uithoek van een kreupelbosch twee Vyandelyke Housfaren die hem met haar Piftool in de hand onverwagt op het Lyf vielen, en onder zware be. drygingen noodzaakte zig Krygsgevange te moeten geven: Natalis hem op die wyze overmand ziende, en zyn bydragende buid reeds verloren agtende, moest van de nood een deucht maken f Hy fprong van zyn Paard volgens het bevel van de beide Housfaren, welke de hunne aan een boom gebonden hebbende, toen insgelyks aftraden, latende hunne Piftolen in de holfterkappen. Natalis haare onvoorzigtigheid opmerkende, naderde zyne overwinnaars, en overhandigde een van hen de korteling veroverde Goudbeurs, terwyl hy aan de andere het Horlogie van de gefneuvelde Staf- Officier overgaf; Deeze vrywillige daad deede de Housfaren na de buid grypen eer zy hem zyn Zydgeweer afvroegen: Van dit gunftig ogenblik bediende den gelukkige Dragonder hem, om met ieder van zyne handen een Hous- Kk 3 faaï  faar fchielyk by de borst te vatten, en hen beide van de gfond'getild hebbende, floeg by haar met zulk een vreeslyke kracht vyf, of zes malen tegen malkanderen aan, dat hun het bren uit het hooft vloog, zodanig dat beide de Housfaren binnen drie Minuten tyds de geest gaven. Na deeze verrichting doortaste Natalis hunne zikken, en vond nog over de tagtig Ducaten by hen, het geen hy nevens het Horlogie en de Goudbeurs weder by hem ftak; Vervolgens hunne Paarden, en de zyne ontbonden hebbende, keerde hy met deeze nieuwe buid gerust na de Legerplaats, alwaar hy vroeg in den ogtendflond aarkwam, en de beide Housfaren Paarden voor 40 Dukaten verkogt; Dit moedig bedryf van Natalis ln het Leger ruchtbaar geraakt zynde, wierd aldaar zoo hoogelyk geroemt, dat men hem korte dagen daar na bevorderde tot Wacbtmcefler van de Dragonders; Invoegen dat in zyn Perzoon de Opéénftapeling der Gelukken genoegzaam is gebleken. Daar zyn Menfchen myn goeden Landsman, die door een beginzel van ongelukkige wederwarigheden, naderhand het toppunt van hun Geluk hebben bereikt gehad: Voor enige jaren heb ik daar een zonderling voorbeelt van gezien in een Perzoon by my bekend onder de naam van Obrefoni, die over Sluikery uit zyn Vaderftad gebannen zynde, vervolgens zig met 'er woon te Amjlirdam kwam neerzetten, en op een tyd belust wierd zyn Horoscoop by my te doen trekken; Hy was toenmaal zoo neerflagtig, dat hem verfcheidemaale de tranen uit de ogen borften, onaangezien de moeite die hy aanwende om zyne droefgeeftigheid voor my te ontveinzen: Toen ik zyn Hproscoop getrokken had, zei ik dat hy hem vertrooften kon; want dat zyne Gelukken, uit zyne Ongelnkken zouden geboren worden: Obrefoni vroeg, of ik vermaak had de fpot met hem te dry ven! De gevolgen zullen op zyn tyd doen zien of ik in ernst gefproken heb hernam ik; — Welnu wat 'er is dan van de zaak? begon hy verder te vragen: —. Ik zal het u zeggen Myn Heer vervolgde ik, het blykt uit u Planneetgeftel dat gy een Banneling zyt, en dat gy zonder dat, in deeze Stad niet zou hebben komen wonen; Het is ook in deeze beroemde KoopHad dat Gy u geluk maken zult, en dat wel op zulk eene ongehoorde en onbegrypelyke wyze die u naderhand verbaaze, maar die ik u thans niet vertellen zal. ———■ [Zeer wel, Ik ben te vreden, lk begeer niets meer te weten, de tyd zal alles ontdekken hervatte de oordeelkundige Obrefoni my een Ryder in de hand Hoppende, waar na hy weg ging. Gedurende een jaar en zes weken hoorde ik niet meer van hem fpreken, wanneer ik op myn Buiteplaats te Sloterdyk een vifite kreeg van een Heer verzeld van een Jonge Dame prachtig uitgedoscht, die ik aanftonds voor Obrefoni kon: Ik vroeg hem toen op myn beurd heel nieuwsgierig na de oorzaak van zyn komst, en het was vervol- gens  259 ) rcns met geeri minder verwondering als vermaak dat ik het volgende vei flag van zaken uit zyn Mond bekwam. '■ Obrefoni was zedert negen Maanden na dat ik zyn Heroscoop getrokken had, in zulk eene geftadige droefgeeftigheid gebleven, die ten laasten tot een zo^rt van mymering overfloeg; In de verbeelding dat het geval van de uitbanning uit zyn Vaderftad, zyn reputatie zoo fterk gekraakt had, dat 'er geen mogelykheid overbleef, om immer zyn goede Naam, en de middelen tot zyn opkomst in de waereld te kunnenlierftellen, kwam hy tot het misdadig befluid om hem zelve te verdrinken: Met dat oogmerk begaf hy zig tegen den avond voor het Poortfluiten buiten de Stad, en de tyd van zyn dood willende verhaasten, ging hy regelregt na een zekere Laan daar een diep water was, en daarhy wist dst als een eenzame Plaats zynde, hyin zyn voorhemen niet ontrust zoude worden; Ondertusfchen ftond Obrefoni onbedenkelyk verlegen, aldaar te vinde een Jonge Juffrouw die 'er met hetzelve inzicht als hy gekomen was, dat is te zeggen om haar op gelyke wyze van kant te maken, om hier door te ontgaan de aanftaande voltrekking van een gekoppeld huwelyk met een Oude Weduwenaar, waar toe haare Stiefmoeder haar met geweld wilde dwingenBeide deeze Slachtoffers der wanhoop, onbewust van elkanders oogmerken, bekeken de een den andere met verwondering en misnoegen, om dat zy aan weerskanten in de volvoering hunner aanflagen geftoort wierden; Een half quartier uurs lang bleven zy aan beide zyde in een zoort van zelfftryd hoedanig hun befluid te volbrengen, zonder dat nog den een, nog den ander dezer Sirnphatiferende Dronkelingen een woord fprak: Obrefoni aan wien deeze onvoorziene verhindering begon te verdrieten, nogtans het eerlle de ftilzvygentheid; Hy vroeg de Jonge Dame vry ftuurs, wat zy daar zoo laat kwam doen, en of zy op goed avantuur by den avond uitging! Zy gaf hem even fchim- . pende ten antwoord dat hem daar niet aan gelegen lag, en dat ze ten minfte niet was uitgegaan om zulk een Ploert als hy te zoeken, — Gy heb gelyk Meisje hernam Obrefoni v/at bedaarder, Ik behoorde my met geen Mensch in de waereld meer te bemoeijen, want het zal tog de laafte Dag van myn Leven zyn. — lk zal denkelyk korter leven dan gy Vriend hervatte de Jonge Juffer, ter zeiver tyd in het water fpringende ; Obrefoni door een onbekend voorgevoel van meedelyden getrofven, en zyne eige beraatilagingen vergetende, fprong haar na, in het befluid van haar te redden, dog zy deed zulk een geweldige tegengeftand in den beginne dat hy de moed al verloren gaf, maar eindelyk afgemat, en gereed om te zinken, zwom hymet haar aan Land; En plaafte haar aan de kant van het water tegen een boem: Dit Jong Mensch verbleef daar enige uren in flaauwte leg-  ( o6b ) leggen, vervolgens niet dan zware zuchten doende; zoo dra zy uit haar onmacht herkomen was, Terwyl Obrefoni het overige van de Nacht verfleet, in een knagend berouw wegens het onbedagt en wanhopig befluid dat hy genomen had. By het aanbreken van de Morgenftond begonnen onze herfchepte Drenkelingen eikanderen met ogen van oplettentheid te befchouwen; Inderdaad was Obrefoni verblyd in die Jonge Dame een volmaakte fchoonheid te vinde, de welgemaaktheid en goede Manieren van de Jongman die 'er deftig in de kleding uitzag, fcheen haar aan de andere kant niet onve* fchillig te wezen: Om kort te gaan zy verhaalden malkanderen openhartig hunne Lotgevallen, en dé oorzaken waarom zy onderling befloten hadden hun Leven te verkorten. Dit bewerkte een Simpbatie van Liefde in weinige ogenblikken tusfchen hen beide,' waar van het gevolg was, dat zy affpraak namen, dat de Jonge Juffer ergens buiten te Stad haar verborgen zoude houden, onder-; tusfchen dat Obrfoni weder na de Stad kerende, onder de hand vernemen zou wat uitwerking haar vlocht op het gemoed van haar Vader die een ryk Handelaar was, gemaakt had; Volgens dat bellek onderfchep-e Obrefoni nog dien zelve dag'i dat de Vader van. Sopbia zeer bedroeft over haar wegblyven, geleek, in zoo verre dat hy in alle de openbare Nieuwspapieren aanmerkelyke vergeldingen had toegezegt, aan die geene welke zyn Dochter levend, of dood zou te regt brengen: Van dit alles ging Obrefoni den volgende avond aan zyne beminde Sopbia in haar fchuilplaats heimelyk verflag geven, en daar wierd verder met gemeen overleg tusfchen de Gelieven be* floten, dat de Jonge Juffer de ganfche zaak zodanig als ze zig toegedragen had, aan haar Vader door middel van een Brief zou ontdekken; Obrefoni belaste hem om de Brief door een Kruyer den volgende ogtend heel vroeg te doen hertellen, terwyl Obrefoni voorzigtigheidshalve haar verblyfplaats voor haar Vader verzweeg. Deeze welbereide beramingen ha de letter volvoerd zynde, had de ge» wenschte uitwerking gevonden by den Ouden Man die van een teerhartige en edelmoedige aart zynde, in een der volgende Nieuwspapieren op een verbloemde wyze deed bekent maken, dat de bewuste Dame met de Pretendent die haar het Leven gered had, vryelyk te voorfchein mogte komen, onder belofte in hunne gedane verzoeken te zullen bewilligen: Ingevolge van die toezegging verfchenen Obrefoti, en Sopbia beide te gelyk voor hem, en de Vader van deeze fchoonheid de zaak in alle opzichten bekragtigd vindende, verkreeg vervolgens het Huwelyk van dit gelukkig Paar door zyne toeftemming zyn beflag; Men gaf Sopbia zestig duizend Guldens aan huwelyksgoed meede, waar meede Obrefoni voor eerst in ftaat  C ar>i ) ftaat gefte'd wierd een goede Koophandel te dryven: De Vader van Sopbia twee Maanden daar na overleden zynde, geraakte hy in 't bezit van meer dan anderhalve tonne gouds, en bekwam daags na de begravenis van zyn Schoonvader, een Bediening van zes en dertig hondert Guldens aan jaarlykfche inkomften; Alle deeze opéènftape' ling van Gelukken, hadden Obrefoni om myne Prognofticatie doen denken als volkomen overtuigd dat zyn Geluk uit zyn Ongeluk geboren was geworden, en het was de reede waarom hy my met zyne Gemalinne een bezoek te Sloterdyk geven kwam, by welke gelegentheid hy my noodzaakte een verering van een Diamante Ring waardig een zak zestbalve te moeten aannemen, De opèènftapeling der Ongelukken, is zoo algemeen ten aanzien van dat gedeelte van het Menschdom, welke door Tegenfpoeden bedreden worden, dat het by na geen bewys zoude behoeven; Ik zal nochtans met betrekking tot zulke Speelballen van het noodlot enige zonderlinge voorbeelden aanhalen welke my door de Horoscooptrekkingen gebleken zyn, en waar van ik de oorzaken door de Planeetkunde ontdekt hebbe. Ouirinus geboren onder de Planeet Luna, op den eerfte dag van de Lente, moest volgens alle de regelen der Starrekunde noodzakelyk gedurende zyn levensperk door een opèènftapeling van Ongelukken gedrukt blyven. Ouirinus koopt een Huis, het Huis brand tot den grond -toe af; Hy trouv/d een niet onbevallige Vrouw, zyn Vrouw ontloopt hem, en neemt de vlucht met een Soldaat: Men dwingt hem half tegen wil en dank een Quart Lot in de Lotery te kopen, Hy trekt een prys van tien Duizend Gulden voor zyn aandeel, maar de Jood onder wien het Origineel Lot berustende was, gaat met zyn geld bankroet; Daar word juist op een Eenzame weg een Moord gepleegd, in de tyd dat Quirinus kort te voore daar gepasfeert was, Hy word met de Moord befchuldigt, in hegtenis genomen, en geraakt na een Gevangenis van zes Maanden met grote moeite vry: Vervolgens begeeft hy hem uit wanhoop na de OostJndien, dog hy ondergaat Schipbreuk; Al het Scheepsvolk ontkomt het gevaar, en Quirinus verdrinkt. Aurora een braaf eerlyk Meisje, op wiens gedrag niets te zeggen valt, geboren onder de Planeet Sol op den laafte dag van de Zomermaand, heeft geftadig met rampfpoeden en ongelukken moeten zukkelen; Dit bewyst Zonneklaar haar fchryven aan my gedaan in het Schrikkeljaar 1748, 't welk buiten twyvel opmerking verdienen zal. Myn Heer! Zullen myne ongelukken dan nooit een einde nemen! Zal Aurora mens naam de Morgeftond, en dus de Mond der blydfchap aankondigt , dan altyd onder de zwaarte van drukkende wederwaardigheden LI moem  moeten zuchten! Om dat ik Eerlyk ben , om dat ik de Deucht bemin, moet ik daarom een haatdragende Stiefvader, een ontaarde Moeder, en een ontflandvastige Minnaar hebben! V/el boe moet dien verrader Wernardinus aan wien ik wettig verlooft was, na zyn Liefde tot een ander voorwerp te hebben over gebragt, myn goede Naam nog ontjielen, en my voor bet oog van de garfche waereld in bet openbaar komen honen. Hoe lang zal Aurora tranen florten Myn Heer! Hoe lang zullen haare ingevallen duren! Indien Gy door behu'p van uwe bekende Planeet kunde my geen geneesmiddelen van vertrooftingen aan de hand weet te geven. heb ik tefleten myn Ouders huis beimelyk te verlaten en elders de gedagtenis van de ontrouwe Wernardinus te gaan vergeten; Intus* fchen heb ik de Eer te zyn Uwe bedroefde Dienaresfen Aurora. „ Mejufvrouw! lk heb u Horoskoop gerrokken, en uit de Conftellatie van u Planeet ontdekt dat gy niet geboren zyt om gelukkig „ te zyn; De opèènftapeling van de zwaarfte uwer Ongelukken zullen « egter niet langer dan veertig Maanden duren, na verloop van „ welke, (dit kan ik u verzekeren.) Gy uwe ontrouwe Minnaar Wernardinus aan uwe voeten zult zien vallen, en vervolgens met hem ., door den Echt verenigd worden: Dit tydftip zal u een ichaduwe van geluk vertonen, indien het waar is, dat de huwelykshefde " ons hier oo den Aartkloot inde verbeelding gelukkig maken kan; , Ondertusfchen Mejufvrouw kan ik voor u met verbergen, dat Gy geheel ophouden zult ongelukkig te wezen, als gy ophouden zal , te leven, dat is als 'er een nieuwe Aurora uit uwe Echt geboren '* zal worden." Ik ben &c. Hoedanig het nu met de Gelukken of Ongelukken van het Schrikkeljaar 18-6 aflopen zal, en onder welke dezer beide onderfcheide Gezichtpunten dezelve na de grondregelen der Aflrologte eigentlyk behoord te worden befchouwd, is thans het onderwerp der verhandeling waar toe ik my onmiddelyk verledigen wil; Als ik ten dien opzichte bedriegelyk wilde te werk gaan, zou het my niet ongemakkelvk vallen enige byzonderheden uittedenken om het jaar 1816 onder een gunstig vooruitzicht van aantrekkelyke voorfpoeden te vertonen: Maar neen, Ludeman is de Man niet om aldus te handelen, eeen blaam van verdenking van dien aart begeer ik dat myn asch inde donkere begraafplaatzen onrusten zal. Het is ingevolge van zodanige aangebore denkwyze dat ik myne Aftrologifche bevindingen voor het Schrikkeljaar 1816 zonder de minfte bewimpeling waereldkundig maken zal. Ondertusfchen gelieft men te begrypen dat ik in dit jaar geen Moordtoneelen, nog geen Landsverwoeftende Burger Oorlogen bv wyze van voorzeggingen aantekondige heb; Men zal my het recht doen van te geloven, dat de werking der Planeetlopen meiendeel  C ü«3 ) ook haare invloeden hebben op waereldlyke dingen van minder be* lang, en die om zoo te fpreken llegts de wedervaringen van byzondere Perzonen betrefven: Hier vm is het dat ik tegenwoodig gewagen zal, Ongeacht hetzelve, maak ik geen zwarigheid te voorzeg, gen, dat het Schrikkeljaar j816 gansch onvoordelig voor den Nederlandfche Koophandel en Zeevaard over het algemeen genomen ftaat aftelopen, indiervoegen dat na aanduiding van het Starren-Compas een ryk geladen Vloot door Stormen en Onweder op de Binnenlandfche kusten geftrand, genoegzaam met Man en Muis zal vergaan; Het verdient geen minder opmerking, dat in het opgemelde jaar twee derde gedeelte van een volkryke Stad die geen van de minfte onder de bemuurde Steden van Holland word getelt, door het Springen van een Kruit Magazyn by ongeluk zullende afbranden, door dit toeval een Man uit de Gevangenis zal worden verlost, welke in later tyd door verftand en Heldenmoed zyn Vaderland uit benaauwde omftandigheden gereddert hebbende, hier door met de Eernaam van Befchermer des Vaderlands by zyne Meedeburgeren pronken zal. Vervolgens febeint het uit Aftrologifche bevindingen niet onduifter te blyken, dat het Schrikkeljaar s8s6 zig gedenkwaardig maken moet door kerkclyke verdeeltheden waar van de allereerfte fpringbronnen niets te beduiden hebbende, ten naaften by de Kralingianafche Oorlog ftaan te evenaren; Ondertusfchen verdient wel de meefte opmerking, dat gedurende het zelve jaar in de waereldvermaarde handeldreivende Stad A.**. D.**. den Schouwburg 36 Maanden lang zal worden gefloten, uit oorzake dat één Jonge welgemaakte Toneelfpeelder aldaar, de onbezonne en veelgewaagde ftap zullende gelukken om een Bur. germeefters Dochter dier Stad van eene onuitfprekelyke bevalligheid, geweldadig te fchaken, na de volvoering van die onderneming, zyn Caracter door een tweede Gruweldaad (waar van ik zwygej be. zwalken zal, en waar door hy de Naam, en het beroep der Toneellisten by deeze anderzints Schouwburgbeminnende ftedelingen eene geruime tyd hatelyk zal maken. N°. XVlII. Astrologische Voorzeggingen, vooïde de Drie Loop' jaren 1817, 1818, en 1819. waar onder uitmunt het Reis gezelfchap der kleine ver/landen, of de Starrekyker in de Ptstwagen. Een Afirologist dient in één Eeuw waar in zoo veele wonderen gefchieden zullen, by na halve Mirakelen te voorzeggen, wil hy in een reuk van vermaardheid blyven; Het is myn fchuld niet dat ik zomwylen tegen myn wil en dank liegen moet, alleen om myne Kalanten te behagen, en haar als een beleefde Zakkerolder het geld uit de Beurs te lokken; Het ergfte van de zaak is, dat men ofte veel, ot te weinig geloof aan myne voorzeggingen flaat. By voorbeelt als LI a ik  ik hier te kennen gaf uit de Planeetlopen ontdekt te hebben, dat in den jaare 1817 de fti,!e Maatfchappy der Hernhutters uit Zeist zoude verdreven, dog elders in de Republiek een nieuw verblyf vergund zoude worden; Zullen zommige dat vast geloven, en andere zeggen dat Ludeman gelogen heeft; Men handelt aan beide kanten onbefcheiden, zoo wel de een als den andere van deeze Beoörde. laars hebben ongeiyk zulk een voorbarig Vonnis te ftryken, over een Penfeil die voorbedagtelyk gefchied, want de verplaatzing der Hernhutters is niet meer dan eene Aftrologifche Droom geweest. Maar zal men vervolgens vragen, terwyl Gy voor het jaar 1817 ons die knol voor één Citroen in de hand ftopt, zoo kan men daarom van uwe voorzegkundige wetenfchap billik verwachten dat Gy ons voor de beide volgende jaren I8i8, 1819 met zoortgelyke verzinzelen niet weder in de kleren zult fteken? Aanbelangende de Prognofticatien gaande over dit tweetal Loopjaren, zal men hier na bevinden , dat ik aan de oprechtheid myner beroepsplichten niet te kort heb gedaan* Men moet het yzer [meden als het heet is! is hier het Vaderlandfche Spreekwoord: Het bezoek van een Patroon van de Westkust die by na Crefus fchatten herwaards bragt, en hem niet ondankbaar betoond heeft voor de dienst aan hem bewezen, brengt my van daag in zulk een vrolyke luim, dat ik befluid myne Aftrologifche Achtbaarheid wat ter zyde te ftellen, om u een raar Avantuur, dat my van de Zomer op een Postwagen bejegende, en zeer raare gevolgen voortbragt, met een vlugge Pen aftefchilderen; Men zal 'er het Charaéler van een koddig reisgezelfckap zamengefteld uit zommige kleine verpanden eigenaartig afge eelt vinden. Wy hebben lang genoeg gemoralifeert f Laat ons over de zotheid van de Eeuw eens wat lagchen. Hoe zeer het aardlche Paradys der Hollanders, Ik meen het vermakelyk 'sGravenbage over fchaarsheid van bekwame Artzen niet klagen kan, had onberoemt gefproken, myne verklinkende vermaartheid als Planeetkundig Geneesheer myn Perzoon daar ter plaatsze eens noodzakelyk gemaakt; Ten minfte ik wierd ruim vier jaren geleden derwaards op hoog aanfchryven ontboden, om 'er Aanfchouwer te zyn, en myne gevoelen te zeggen, over een voorgestelde Operatie, 't welk een Man van de eerfte aanzien, en waardigheid met gevaar van zyn leven ftond te ondergaan. Op dit bevel nam ik de reis aan met de gewoone vroeg Postwagen, die des morgens ten zes uuren van hier vertrekt; Ik vond aireede de vier beste Plaatzen be^et, door drie zwaarlyvige Heeren, en een vette poezelagtige Mama, die na gisfing met haar vieren rykelyk zeven hondert vyftig ponden Amfierdaiasch zwaar gewicht gewogen moeten hebben; Genoodzaakt om een  C z65 ) een der beide overblyvende zitplaatzen agter de Voerman te bezetten , genoot ik egter de gunst om Aanhoorder en Deelgenoot van hun gefprek te wezen, aangemerkt de hitte en het fraaye weer hen verplichte de fchuif tusfchen ons open te laten, Myn Heer is immers geen Makelaar in de Engelfche fondzen! was de eerfte vraag die my met zulk een forze ftera gedaan wierd, dat de Paarden door het verfchrikkelyk geluid by na aan het hollen geraakte; — Neen tog niet Heer Grimbaldus zei een tweede van 't reisgezelfchap eer ik tyd had te antwoorden, dat kan je wel beter zien, ik geloof dat Myn Heer een Opkoper van Transporten der Oost-Indievaars is! — Praatjes voor de vaak, riep een lustige Bol die naast de dikke Mama geplaast was; De Vent geleykt eer na een fchrale Poëet, of na een Co» mediant, dan na een Koopman: — lk ben dat geen van alle Heeren! gaf ik al meesmuilende tot befcheid. — Ha, ha, nu weet ik het fprak de Dame, zoo ik het wel heb, is Myn Heer een hoogduhfche Zuikerbakker te Amflerdam, die wel Taarten voor my gebakken heeft gehad; lk vraag u verfchoning Mevrouw, Ik ben geen Zuikerbakker, maar evenwel verplicht myn beroep my al dikwyls om gezuikerde Pillen te moeten verkopen, voerde ik even zedig te gemoet: Se4drement kaarel fchreeuwde Grimbaldus overluid, dan ben je voor* zeker een gepreviligieerde Menfchemoorder, of een Apotheker! — lk ben Dotlor Ludeman! als gy tog zoo veel belang heb om myn Qualiteit te weten, hernam ik op een vrypostiger toon, — DoSlor Ludeman! herhaalde hy vervolgens; Ben je die vermaarde Tover- doéter Ludeman! Wel het zou me gansch bloed niet verwonderen, dat wy ftrax op de Duinen met Posswagen en al in Konynen herfchept wierden. Naauwlyks had hy deeze woorden gefproken, of een wiel van -onze Postwagen dat een oude kraak was, brak aan ftukken, en wy tuimelde hals over kop de een over den ander heen, gelukkig dat wy tot op een groot Quartieruura de Stad Haarlem genadert waren: Na dat ieder zyne fpillen zoo goed als men kon weder byééngeraapt had, zonder dat 'er onder het reisgezelfchap Ge fneuvelde of Gekweste gevonden wierden, dan alleen dat de vette Mama haar linker Bil volgens haar zeggen wat bezeert had, en het goud Horlogie van de fchreeuwer Grimbaldus door de val uit de Post' wagen verpletterd geworden was, begaven wy ons alle vyf wandelende na de Stad, om van een afgehuurd Rytuig met welke wy de reis zoude vervolgen , fpoedig voorzien te worden. Aamerkelyk was de rol die ik gedurende de wandeling fpelen moest! Het gefprek onder het viertal myner reisgenoten viel aanftonds op myn Perzoon; Men verweet my de oorzaak van het omvallen der Postwagen te wezen: — lk geloof de duiker haal Broer Ludeman, datje door jou ver* LI 3 brut.  C 266 > fa loverfpel ons die part gespeelt heb gehad I Zei Myn Heer Adolesentis die my voor een poeët of Comediant in het begin had aangezien. Daar behoefje niet aan te twy velen Vrind Adolesentis beantwoorde Grimbaldus ogeblikkelyk; En ik verklaar aan Mevrouwen aan u alle Heer en, dat ds Tovenaar uit ons rytuig moet blyven, want li zoek myn dikken Pens aan de kuren van zynPlaneetkraam niet verder in de waagJchaalte ftellen: — Ey lieve Fr in den laten ""er geen Meulentjes onder lopen ! Viel Myn Heer plesantario die tot nog toe de llilzwygentheid gehouden had in de reede ; Ludeman mag zulk een beroemde Baas van een Starrekyker zyn als men wil, hy zal evenwel zyn eigen Leeven niet in gevaar gaan ftellen, om het plezier te hebben van ons den hals te doen breeken ——' Tut.' tut.' Vertel jy dat aan Kinderen hernam Grimbaldus, Ik weet wel beter-. Hy wistivel dat Mevrouw haar Bil bezeer en zvi, en hy heeft dat uit de grap gedaan, ombaar als Zuikkerbakker eens van de Taart te doen proeven : Op die manier voegde ADOLtsentis daar by, kunnen wy van daag voor de grap nog wel eens een Nat pak halen, als hy de afgehuurde waagen by onze aankomst in den Haag in het water doet vallen: Ondertusfchen kwamen wy al pratende voor de ftads poort van Haarlem, en vervolgens in de Herberg, zonder dat ik nog een enkeld woord gefproken had. De waard by wien ik zeer bekend was, als my verfcheidemaale over de ziekte van zyn Vrouw in vroeger tyd hebbende komen raatplegen , ontving my op zulk een minzame en beleefde wyze dat 'er myn reisgezelfchap over verfteld ftond; Ik gaf hem een wenk hun geen rytuig te verhuren, en beval ter zeiven tyd over luid binnen een half uureenChaismet tweepaarden voormy in gereedheid te doen brengen om daar meede fpoedig na den Haag te ryden: De geblesfeerde Dame vroeg my of het gekfeheeren was dat ik zonder hun wilde vertrekken! Onderwyl dat zy my deeze vraag deed, bekeek ik myne vier reisgezellen voorbedagtelyk van het hooft tot de voeten; Waar na ik om hen meer beangst te maken, van tyd tot tyd myn hoofd begon tefchudden Plefantario dit opgemerkt hebbende , vraagde my al boertende of 'er weer een nieuw Toverfpelop het tapyt was! Ik antwoorde vry ftemmig dat 'er zulke donkere wolken boven haar hooft hingen, dat indien zy zonder my vertrokken, zy van daag den Haag niet zoude zien; Die prognosticatie op een beflisfende toon uitgefproken,hoewelop losfe fchroeven fteunende, had het gevolg dat ik 'er my van voorftelde, dat is te zeggen dat zy bevreest begonnen te worden; Alle de uiterlyke rekenen van hun gelaat vertoonde een blykbare verwondering en bedeestheid, zy bekeeken malkanderen een poos in de onzekerheid welk befluid zy nemen moeste: Ik liet haar in de ongerustheid. Grimbaldus die de onvervaardfte van hun allen fcheen, belaste de waard een wagentje van vieren intefbannen; Ik zal 'er wel zorg voor dragen Myn Heer! dat bet niet m  gcfchied! Zei deeze, die al geloof aan myne voorzegging floeg: Nog frayer klugt\ riep adolesentis; Wy moeten ftapel zot zyn , of betoverd weezen, terwyl wy voor ons geld niet geholpen kunnen worden. Ondertusfchen bragt hun de weigering van de waard hoe zeer zyde oorzaak van dien* niet begrepen in de noodzakelykheid om my beleefdelyk te verzoeken dat ik dog van de reisparty met haar wilde blyven, vermits zy daar door van alle verdere onheilen bevreid konde blyven , onder aanbieding van my ten opzigten der reiskosten, buiten myn fchade in 's Gravenhage te zullen leveren: lk liet my na enige tegenkantingen eindelyk bepraten, en wy vervorderde onze weg met een afgehuurd rytuig, dat de waard vervolgens geen zwarigheid maakte, om terftond op myn bevel te doen infpannen. Tot nog toe had ik my ondanks de buiteling met de Postwagen louter vermaakt metdezotheeden van dit viertal kleine verftanden, toen een van hun Gezelfchap my de voorflag begon te doen op de eerfte PleiHerplaats daar wy ftil moeste houden t hun aller Horoscopen te trekken; Dit voorftel hoe ongaarne ik'er toe overging, wierd inzonderheid onderfteunt door de bewuste Dame die my .zedert de avanturen van den morgenftond met minder onverfchilligheid behandelde; lk had by geluk alles by my wat tot een Aftrologifche onderzoeking van dien aart noodzakelyk is; Weshalven ik by onze aankomst te H'Megom, de plaats daar wy het Middagmaal zoude houden, geen verdere zwarigheid wilde maken aan het eenftemmig? verzoek myner reisgezellen te voldoen, onder beding dat behalven de vryhouding van vertering en reiskosten ieder Perzoon my een Pond vlaams daar voor betalen moest Algemeen wierd my zulks zoo volvaardig ingewilligd, dat een ieder van hen zig om ftryd beiverdeom de betaling by voorraad te doen; Terwyl ik aan myn kant niet in gebreken bleef, om na de opgaven van doopnaam en geboorte-uren gefchied waren,terftond ineen aparte Kamer aan het werk te gaan, en in minder dan drie Quartieruurs was alles verrigt, lk trok aanvankelyk de Horoscoop van de vette Mama die ikonderfcheptedat volgens eenryp overleg met haar Man eerdaags met de Noorder Sonna elders verhuizen zou, gelyk ongevaar drieweken daarna gebeurt is: Vervolgens kwam ik tot de Horoscoop van Adolesentis die ik ontdekte een Weduwenaar te wezen, welke binnen korte Maande een Dienstmaagd door hem bezwangerd, gedwongen zou worden te moeten trouwen. Belangende Plefentario, zyn Horoscoop had niets aanmerkelyks, dan dat'ereen ervenis boven zyn hooft hing, en dat een zyner Dochters eerlang het hazepad met een Pretendent ftond te kiezen, welken een en ander hem naderhand ook te beun is gevallen: Eindelyk begaf ik my tot de Horoscooptrekking van de beruchte Grimbaldus die ik voorbedagtelyk tot het laatfte befpaart had;, likt  Hier begon nu eerst het Treurfpel, Ik beken niet zonder verbazing uit de Conftellatie van zyn Planeet toenmaal te befchouwen, hoe hy even voor Sonneondergang over een gepleegde falfiteit een gevange Man zou worden, en na verloop van 27 Dagen in de Gevangenis omkomen moest. Hy lachte my wakker uit toen ik hem daar afzonderlyk bericht van gaf, en vroeg my vervolgens, of het my in de Bol fchorte; Ik liet zyn fpotterny onbeantwoord; Ondertusfchen bemerkte ik dat de drie andere reisgenoten meer geloof floegen aan myne voorzeggingen , waar van ik hun ieder in het byzonder verllag had gedaan: =Na het middagmaal gedurende welke een heldere roes gedronken wierd, vervolgde wy onze reis, en kwamen nog voor Sonne Ondergang in den Haag. Naauwlyks waren wy van de wagen afgeftapt, of een Schoud verzeldvan een paar Gerechtsdienaren, verzekerde hen van Myn Heer Grimbaldus die van onze zyde wierd weggerukt; Myne drie overige reisgezellen vloden van fchrik weg, en lieten my alleen op ftraatftaan, zoo dat ik genoodzaakt was om deVoermansknegt wegens de beloofde fteekpenning genoegen te geven: Ik verftond ruim zes weken na dit voorval dat Grimbaldus aan de gevolgen ener hartbevanging fchielyk inde Gevangenis overleden was. N°. XIX. Astrologifche Voorzeggingen , betrekkelyk tot het Schrikkeljaar 1820. Eerfte Nachtbelchouwing, Waar blyven de Nachtbefchouwingen ? zullen vermoedelyk de heetgebakerde onder myne Lezeren al lang gevraagd hebben. Zoo fchielyk niet; Alles moet zyn tyd hebben: Men overdenkt het fpreekwoord kïuLen en Aken is in enen Dag niet gebouwd. Gelukkige en overwaardige Nachtbelchouwing. ja driebubbeldegedenkwaardige Planeet • Nacht, die de duifterheid der vooroordelen verdreven ,en het Licht op den kandelaar van hetgezond verftandgeplaast heeft; Waarom zou ik de onmeetbare voortrefvelykheid, waarom zou ik de aandoenelyke verrukkelykheid van uwe verheven Natuur Geheimen verzwygen, of in het ftof der vergeteldheid bedolven laten ? Ach ik verlies my in de uitdrukkingen/ Stavast Schelklinkend Schrikkeljaar van 1820.— Myne Belchouwingen vervoeren my.' Hoe wat is dat? De Leeuw ontwaakt uit zynen diepen flaap, en brult afgryzelyk- — De Haan begint driemaal om Staatkundige veranderingen te krayen ! — De Adelaar fcheint vergramt! — En wat moet ik meer zeggen? Niemandal meer: Myn verftand word door de aantrekkingskragt van zoo veele befchouwende voorwerpen als beneveld. — Moord! Brand! — Wat zie ik daar? Een gekroond Vorst ontkroont! Een Vorftin uit Staatszugt de Moordenares van haar eige Man worden: — Zagt ik moet wat adem fcheppen, eer ik deeze Eerfte Nachtbejchouwing volledig befchryf. AI.  C »6"9 ) Alvorens ik my daar toe verledigen, zalmen zig laten welgevallen, dat ik zoo ter uitfpanning myner Geest, als ter verlustiging mynen Lezeren hier over driederley onderfcheide dog vrolyke onderwerpen, zommige uitgekipte Brieven uit myn Korrespondentie Magazyn laat volgen, welke in vroeger dagen aan myngefchreven zyn; Hoedanige driederley verfchillende onderwerpen zig onder anderen hier aan bepalen: Als (i) Tot het kyvende Gelyk of Ongelyk tusfchen Gehuuwde Perzoonen. ( 2 ) Aan de Grillen der Jalourze Mannen , en ( 3 ) tot de Oorzaken van dtfckielyke Verandering der Humeursvlagen in de meefte Vrouvtsperzonen; Overwaardigen verhandelingen, welken ik my voorftel door myne byzondere Aanmerkingen wat nader te zullen ophelderen. Wat een ruim veld zou ik hebben, en wat al Bladen zou ik moeten fchryven, als ik het eerfte onderwerp volledig wilde behandelen, Dan terwyl ik my voorgefteld heb in dit opzigt de kortheid te betragten, en myn ganfchen Planeetkraam door onderzoekingen van dien aart menigmaal gebeefd heefd gehad, zal ik my llegts bepalen tot deeze Prognofticatie dat het kyvend Gelyk of Ongelyk tusfchen getrouden Perzoonen, volgens de beduidenis van myne Vrinden de Planeeten een noodzakelyk kwaad is, en dat'er misfchien geen beter middel kan worden uitgedagt, om den huwelyken ftaat een zekere bevallige vertoning te doen aannemen, dan dat Man en Vrouw, zomwylen over een beuzeling hun kyvend Gelyk en Ongelyk eens doen gelden; De volgende vermakelyke kluchtige, en geestryke Brieven over dat onderwerp ontvangen, en tot myn Aftrologisch beroep betrekkelyk zynde zullen hier van onwraakbare getuigen wezen „ Haarburgfche Pkkyker! Je mag jou wel op jou Piskyken, en op „ het begluren van jou Planeten beroemen; Jou zotskap daar je bent! Wel arme Bloed, je weet nog niet wat 'er in de waereld te eten *' js: Heb je ooit nog wel onderzogt wat het beste vermaak inde Huwelyken Staat uitmaakt? Neen tog niet, want daar heb je geen "9 Letters genoeg toe gekaauwd zukkelaar; Kom aan ik zal het jou 3' leeren ! Heb je wel gelezen wat een zeker Oudvader zegt, (weet ik hoe die Babbelaar hiet) de knibbeling der Gelieven is een verneu„ ving Liefde ! Als je nu maar voor een halve ftuiver verftand heb, „ Haarburgfche Kwakzalver, zei je gemakkelyk begrypen, dat hy „ daar by zeggen wil, dat het beste plezier van de trouwftaat is, ,, als Man en Vrouw drie of viermaal 'sjaars, (meer moet het niet „ gebeuren) eens zoo helder kyven, dat 'er de Buuren aan te pas komen, om te zien en in 't openbaar te doen blyken, wie van „ haar het meeste Gelyk, of Ongelyk heeft; O myn lieve Planeetky„ kertje, als je. eens wist hoe alderliefst het huwelyksleven is, als „ een paar Getrouwde Luy hun Hart door zulk vriendelyk kyven na Mm n ge-  a, genoegen hebben opgehaalt, dan is het al zoet en aangenaam wat ,, 'er op volgt: Als ik met Godefrtdus myn Man zulk een plezierig „ kortswyl eens gehad heb, dan loopt het geen drie naren aan, of „ wy Zoenen en Likken malkaar als twee Jonge Honden. Hoe is V „ mogelyk Wyfje dat je me zoo despraat Lief heb, en dat je myn Eer „ op jïraat werpt? Vraagd Godefridus doorgaads als de klucht van ,, het kyven gedaai is; Och kindje Lief, geef ik hem tot befcheid, „ hét moet eerst redenen wil 'er Sonnefcbein komen : Je heb zeper gelyk „ Ka tot je is het antwoord van myn lieve Man, wel nauw we „ zullen dan maar alle vierendeel jaars onze kyvagle ,, bedrogen heeft gehad; Voorzeker is zy my ontrouw, wat hehop? „ ik er aan te twyvelen: Ongeveer twee jareJ gS^VvÏÏawSïï „ zynde, befloot ik te hertrouwen; Ik beffaf m» • vveauvvenaar „ huwelyk met die Karonje, d?"oen nof^Z tr i ? ^ T*d* „ ondertusfchen dat ik de vier ên vyL™f Eïïk?J Z m* W*S' „ te zeggen, dat zy een Braave en^nra^Km-,hïï?ftW,St m3r „ men prees haar goede opvoeding, et!. SC «d^. ft^dSfi „ door haar zedig gelaat verblind en mPPnH,> r*' • wlerdzelfs * te hebben, n&fsoo XtiïSgiÜZ^ g™« „ rotte Pra,m waardig, voorleden Maand kwam een Vriendmv f,n l gras «««^ilêi „ woond, haar Jkplagen door een vergroof Lbegin»™ meVnlkdo, „ by myne afwezentheid aan men Huis, om m^ove^ " '£? y hem,een k°PJe thee, en ik befpeurde dat zy een blos „ m haar aangezigt kreeg, toen ik binnen trad: Wat Man kan zult " he"°ï°-WJfheid befchouwen, zonder nztnd^V^A wü ' eerJyK Man die door zodanige ontegenfprekelvke blw „ ken van onftandvastigheid van zyn echte Vrouw, S"t ™houden „ Jan jalours te blyven, gevoelt fteeds een Pynbank in hetSmoet „ en een foort van verterend vuur dat hem het Hart afknaagt! Ha " ZÏJÏ nU °nder °f b0Ven Ludman{- Ik heb haar op Lefensftr f „ verboden met geen Mansperzoon onder de 80 Jaren oud 00 „ meer te fpreeken, en zy heeft my met een vriendelvkrgrimTach "Sei?rTrd' d*tzlmy» bevel gehoorzamen zou. 6 Üie lach „ maakt haar nog imsdadiger in myne ogen." h „ lk wil weten hoe het ftaat met dat bezoek van die Heer van de " fuafe^ dr0I,ken' ^-nderhe d met d?e Sa' „ luaaens van den Officier, die over myn deur woond en met de Hi. " ^^%S^y^tA^^ gevallen ka? ikeniete^ „ maKKe yk opkroppen: Zie daar, ik w my laten rabraken zon * Vaderlandfche hoo/ens zoeS oPt zetten : „ Als gy uwen Planeten fpreekt, kund gy dat geheim lifftelvk omdefcl ken door bet trekken van haar Horoflp, 4artoe Tl llZtlpl », naam  f, naam en geboorteuur zende, met een worp Zesthalven voor uwe „ Onderzoekingen." Verblyvende. „ Uwe Vriend. Sempronius. Waarzegger Ludeman! Ik ben een „ Boer maar ik heb zoo een goed verftand als de beste Steeman; „ Met al myn verftand zie ik evenwel dat ik gefopt ben: ik heb ,, over zeeven Maanden Maartje de dogter van Dikke Keesbaas ge„ trouwd, Sakkerloot Jongetje, 't is een Meid zoo mocy als melk en „ blo dl Alle onze boere Jongens van het Dorp hebben 'er zin in; „ Maar hoor kameraad Ludeman, ze moeten me niet lang met Maartje „ ftaan parlevinken, of ik word jan ftramme zoo jalours als een gyle „ doffer. Laast zag ik dat Jaapje van plezier een Boereknaap van „ ons Dorp, haar iets in 't oor luifterde, knap was ik 'er by! Ik gaf „ hem een fchop onder zyn Poortevies; en toen hy het Mes trok, „ nog een fnee in zyn bakkus, dat geval maakte ik fchielyk met de „ Schoud af voor 25 goud guldens, trouwens de Schaad is myn Vrind , „ maar terwyl hy een Liefhebber is, geloof ik dat hy me meer komd „ bezoeken, om met Maartje te praten, als met myn, dog dat is tot „ daar toe: Maartje raad me dat ik zwygen moet, om dat de Schoud „ ons aars het Hospesfchap van 't Regthuis af zou nemen. Daar is „ nog een aare zaak die me het bloed zomwyl in myn groote teen „ doet lopen, en dat is, dat meest alle weken een heele boel van „ Jonge Melkbaarden en Pennelikkers van de Stad in den omtrek van ons Dorp komen visfchen; Maar dat is het Eyeren eten niet Ka„ meraad Ludeman! Zy komen op de Middag de Visch by my eeten , „ en drinken een heldere teug wyn, en ze betalen deftig; Nou dat „ is goed, dog het is haar om mooy Maartje te doen, en als ze half „ dronken zyn, heb ik veul werk met die gekke Amfterdammers, „ want de een wil haar veur, de aar na zoenen; Het gebeurde laast „ dat Maartje een van die Pennelikkers een muilpeer gaf die een „ Dikketon waard v/as. Ik zag doe dat zy eerlyk was, en zy ftaat „ 'er ook in ons Dorp voor te boek: Maar dat helpt niet Kameraad „ Ludeman! Ik kan haar overal niet op myn rug binden, als ik van „ huis gae, en daarom heb ik haar voorgeflagen zoo lang in het „ Hoenderhok of op de Zolder optefluiten, maar weet je wat Maart* „ je my geantwoord heeft; Hoor Teunis, als ik my zelve nies weet te „ bewaren, zal u Hoenderhok, nog de Zolder niet veel helpen! Hoe dui- ker zal ik het nu maken! Ik durf haast nooit van huis gaan; Want „ ik vrees voor die Amfterdamfe Hengelaars: Die fchran„ dere Bollen van Planeten daar men zegt,, dat gy de waarzegger» „ van geleert heb, zullen misfchien wel iets uitvinden, om Maartf „ wat lelyker te maken, want zy is veuls te mooy voor een Waarw din om eerlyk te blyven. Schryft me eens wat gy 'er van denkt 7, Ka-  C *7 Bo1 van alle de Astrologisten! „ lk heb myn Vent, die zig in den beginne aan myne humeursvlagen niet wilde onderwerpen, „ ten laatfte evenwel onder de kuur gekreegen, maar het heeft bloed „ gekost, dat kan ik u verzekeren Ludeman, want ik heb zomtyds „ tweemaal daags met hem moeten vegten, eer men nog wist wiens „ Haan van ons koning zou krayen, en ik heb hem tegenwoordig tot „ een vaste wet voorgefchreven, dat hy voortaan ie vreden moet „ zyn, om my maar twee dagen in een week in een goed humeur te ,. zien: Hy is nu ook gewoon om 's morgens vroeg eer ik uit myn ,. Bed opftae, een warme Hoof voor my klaar te moeten zetten; Als „ er gebeld word, en Iemand van onze Kalanten geld kom betalen „ lach ik hem vriendelyk toe, dog als 'er Iemand komt manen, geef „ * hem een goede Souflet, om dat hy de huisdeur voor een Schuld „ Lyslcher niet had behoren te openen. " „ Ik ben een Vischverkooplter van myn beroep | en myn Man is „ een Aanfpreker der Doden; Nu is het een raare zaak Ludeman, „ dat zoo lang ik des morgens op de Vischmarkt zit, men my zelden „ meer dan tien of twaalfmaal van Humeur ziet veranderen, dan eens ,, Impertinent, dan eens vriendelyk zynde, na dat de kopers van myn „ visch mild, of karig in de betaling zyn: Maar zoo drae ik weer 't „ huis ben, en myn Vent in een zwarte rok en mantel voor my zie „ .taan, meen ik dol en razende te worden, en dit gezicht doet mv „ veeldyds geheele namiddagen in een verfchrikkelyk korrelig hu„ meur blyven; My dunkt het is of hy my zeggen wilde , Knellia op „ aie wyze zal men haast u Dood in de Stad bekend maken t Daarom » wenschte ik wel dat hy een nadere Bediening bekleede, en dat zou „ mislchien te weeg kunnen brengen dat hy my viermaal ter week in ,, een goed humeur zag: Gy bent een Bol van een Sterrekvker Lade„ man, beproef eens door u kunst, of 'er kans is om myn Vent een „ ander Ampt te bezorgen,- zoo ja, zal ik u eenmaal ter week een ,. goede portie fpnnglevende visch na de tyd van 'tiaar levert, voor „ met fture." Blyve Kornelia Schelvisch. Al genoeg van deeze Geestuitfpanninge 5 Ik begeef my regelregt tot Nn a de  ( 28o ) mv^ef^t Yfr«a^g VM de golven geheimen, die ik aan myne Ee, fte Nacht - Befchouwng verfchuldigt ben Wel wat waren dat tog_ voor geheimen , Vader Ludemcïa% hoor ik den htere Eeu- tö &f,i2S $ ?In P°0d aan myn 6chira vrr'Sen: WeI aan »™e ïur,rPnu nS- ,? eld%fc* hooge woord moet 'er uit; Gy £^ 8 o vvfnnSlke"'.fPrek« « fchryven, maar in 't fchelklinkend aai■ .8,o wanneer Gy in het ftof der aarde verrot zult Ie^en, zullen noren zTngentenHgebrUi!: (|eZer dde Zaken °P het waerelltoneel benomen zyn. Om dan onbelemmert van myn veder gebruik te maken begeren de Planeten volftrekt dat ik, aangaande h««lve," r S "nr°UVV he;,Gordyn «yner wetenswaardigeWgcSï'^ NarZZ f°et-; lk, VefV01^ dan met te ' • dat mY ^ die Eerfte Nachtbelchouwing door vuuruitftalende Kentekenen vertoont wierden. £n?,H,y"g "?g, Van Sebaarde Mannen door hunne voortrefvelyke iiouding en achtbaar gelaat eene zekere eerbied verwekkende, welke llr vTT^T^H8'" aan de H^elzalen by zetten: My dunkt ik Zn i?a Wysheid het beleid, en de Heldenmoed der aloude Belgen m doorftralen. lUars zwaaide de Bloed vanen na het teken van de S ?ië W,mnd door Seturnu* en Jupiter met bedaartheid afgekeerd Myn verftand ftond vervolgens een poos ftil voor het geen ik in dit waneetkundig Nachtcongres, onder die gebaarde Mannen, klaarblyJteJyk kwam waartenemen, hun getal was dat der Planeten gelyk, en net was daarom dat ieder van de laaste, aan ieder van de eerfte tot eene byzondere Patroon fcheen toegevoegt te zyn; Elk dezer vuurïtraiende Gryzaards verdedigde met eene bekoorlyke zagtzinnigheid hunne Voorrechten en Burgerlyke Vrydommen, de vastftellinl van eene e-nftemmige Volks -Confticutie zonder dwang en oproer wierd vastgelteJd, en het Nachtcongres befloten met de navolgende aanroerJjelyk inrichtingen die eerst in het fchelklinkent fchrikkeljaar 1820 plaats moest vinden. ■r^T de ^anden va.n Eendracht, vertrouwelykheid en op rechte Bondgenooofchap tusfchen hen voortaan naauwer zouden toegehaalt, en a s door een zamenmenging van haare onderlinge belangen ontknopelyk gemaakt worden; Dat uit dien hoofde de geest van partyfchap, opftoking, en verdeeldheid met zamengevoegde krachten uit het midden hunner Raadzalen zouden geween, de indrangen der Buitelanders ter verkortirg van de Inboorlingen nergens onder haar gebiet meer gedoogt, de welvaard van den Burgerftaat zorgvuldig in het oog gehouden, de Koophandel, de Kunften en Wetenfchapnen trouwhartig öeicöermt, en het geluk hunner onderhorige Volkeren boven de bemoeiing van eige grootheid iïeeds het enigfte voorwerp hunner oplet«entheid zouden worden: Het bleef hier niet by, ik befpeurde klaar, dat  ( 28i ) dat 'er by Myne Vrinden de Planeten één Aftrologisch Vonnis over het waar Geluk van welgeplaatfte Harten geftreken was, waar van ik hy gelegentheid myner Tweede Nachtbe[chouwing rakende het Rozen[nteuwenie Schrikkeljaar 18 4 volledig gewagen zal. JNn. XX, Astrologifche Voorzeggingen, Belangende De Drie loop' jaar en 1821 1822 en 1823 Schetzende de Boere ver [landen, en de Lelyke Vreiplers. Dat wangunftige Botmuilen, Schoolvosfen, kreupele Geeften, en half geleerde myne nagelaten Werken na myn Dood, door zouteloze Aanmerkingen wakker zullen gispen , of ten minften het meerendeel myner Aftrologifche Voorzeggingen voor ongereimtheden uittekryten , is iets dat my wel waarfchynlyk voorkomt, dog in zeker opzicht ten eenemaale onverfchillig is; De boosaartigheid en het zwadder der nyd van laage verftanden die doorgaans onbloot van kundigheeden zyn, kunnen nimmer de ongevleide roem bekladden, welke ik zedert eene geruime tyd van jaren hier te Lande als Ajlologüt verworven heb gehad: Het geblaf der kleine Straadhonden verbloden zelden of nooit de vliegende Zwanen in de Lucht, reden waarom zocrtgelyke Schimpfchnften gefmeet uit de woefte harzenen van zommigen opgeblazen Kinderkoningen, of in de Haven van Athenen fchipbreuk geleden hebbende Broodwurmen, welke na den uitgaaf myner beide Spiegelen der Waereld, en meer andere myner nagelaten Werken mogten uitkomen, niet alleen de waereldkundigmaking en het goed vertier daar van niet zullen kunnen ftremmen, meer vervolgens zodanige argelistige Misgeboortens in haar eige droefem noodzakelyk moeten doen verfmoren. JNa deeze kleine uitflap over eene flofve, onwaardig zoo ik begryp, om 'er zo veel papier meede te bemorfchen, begeef ik my tot de Aftrologifche Verhandeling welke de taak myner Voorzeggingen voor het drietal Loopjaren van 1821, 1822, 1823 uitmaakt, en waar omtrent Myne Vrienden de Planeten llegts de navolgende merkwaardige Byzonderheden aan de hand geven. In de eerfte plaats, dat in het jaar 1821 genoegzaam maar drie Saizcenen befpeurt zullen worden, aangezien men eene dubbelde Zon. er dat jaar te vei wachten heeft; Dat is te zeggen, dat de hitte van Zomer eens zoo lang zal duuren, dan gewoonlyk in andere jaren, en dat vervolgens geduurende het zelve geen Padden, Spmne. koppen, nog andere zoorten van vergiftige Infec~ten zullen worden gezien, ook jn al die tyd nergens zig enige aanftekende kwalen of krankheden zullen openbaren, dog dat de daar op volgende winter zig eene zoo felle en langdurige Vorst zal doen gevoelen, als by Menfchen geheugen zelden beleeft is. Nn 3 I»  ( 282 ) In de tweede plaats, dat het jaar 1822 de Confinementen voor zoo veel degehuuwden Mannen en Vrouwen betreft, en welke voorheen tot op die tyd onder voorwendzel von Dronkenfchap, Onkuisheid of andere verzonnen, en dikwyls door omgekogte getuigen, valfchebetigtingen ten wederzyden plaats hadden, voor altyd zullen worden aflynde verdervelyk voor de Huwelyks. Maatfchappy bevonden In de derde plaats, dat in het jaar i8»3 in een grood gedeelte van Europa éen Machine zal worden ingevoert, om daar mfedIemand die voorbedagtelyk een Leugen verzint, om zyn Evenaaften ergens in te benadelen, ot die zonder dat oogmerk te hebben,opzettelyküeS' zyn eigen Perzoon of zaken daar door te kunnen bevoordeelen, If. durende drie dagen openbaar door alle de Straten van de Stad ten toon te ftellen dragende een opfchrift op de borst vervattende deeze woT den, ffy Liegt buiten Noodzakelykkeid! Ondertusfchen zullen de JavaSepne^rkTmt.111" ^ "^f*^ om dat zulks in haar lk verwisfel weder van ftof, om een raare klucht te melden, die ik gisteren morgen met een vermakelyke Boerenknaap gehad heb'en dat alle partydige bedenkelykheid wegneemt, ten opzichten van l'et on ^:fck/ly\^°m't fr B°ere "ft"**»' bove" de ^genoemde Sterke Geeften van onze bedorven en laatdunkende Eeuw Sinjeur zei de Boer toen hy pas een voet in myn kamer gezet had, Regt door Zee! was de Les die myn Vaartje my Jong zynde gegeven heeft, Ik hou van geen omwegen , Grieten jes , of Draveïven • — Tv moet myn rond uit biegten als je myn Horentoren getrokken heb wat jouw zeuven planeteoenten van me verrellen: _? En daVmoeHe tom^'T? Z°nder ^dhuiswoorden of KcmpalementenTot my in me Moerstaal, — Louw Janfe Knelhzoon die-of die Avondnatl Z"J 36 n°rgeilpCoverm.orgen > of over hondert Meymaanden heb^J- T" , °f daar' hanSd een lIrfenis boven je kop! — Oodie of die Boerekerniis zei jy een frisfe jaap door jou bek kïypnj _ PlHtn, Lys of Aal zei je teugen'wil en dank moeten trouwen omdat jy ze verftae je, Sinjeur, bekropen heb.- Zoo wil Sf zoo yeu Jongens of Meisjes Kinderen, zei je by jou Wyf in «0 Ü flken!~ Van dat of dat Dorp zei je Buurmee^e" worden ;5liïf m« ïf dl,e S *tegg?l«fttzéL m Oudfte Dogter naderhand een huwelyk poftnor doen.' Zie daar Kaerel befloot Lomvjan/e, het Matje Se eede" fil ftZf? hierSekomf ben' °P deeze grappige A nfpraakreede, had ik alle moeite van de waereld, om myn wezen in een ftemmige Plooy te houden! Ondanks hetzelve, beviel my het openhartTg en eenvoudig Caracler van Louw, zoo wel, dat ik befloot de verma? ke ■  C »«3 ) kelykheid van zynegefprekken wat langer uitterekken, en geheel onbewust dat die kortswylige prater een Boereverfiandvm een ongemeene verin aarthei d , en van eene onbegrypelyke geestrykheid bezat, vroeg ik hem vry lomp. Hoe veel fchellingen hy van gedachten was, my voor alle de opgenoemde voorzeggingen te betalen, als ik zyn Horoscoop getrokken zoude hebben! Men kent de Beer aan zyne Kt'aairxen ! gaf'Louw Janfe my redelyk vltich tot befcheid; Weet je wel Sinjeur dat fchoon'de goeje trouw by de Steeman weggelopen is, zedert dat 'er zoo veul groenlandfche Moffen in ons Land gekomen zyn, men die daarom nog onder de Boere Men* fchen vinden kan; Hoor Kaerel vervolgde hy niet onaartig, lk zei jou precies een fpanjaardfe Dikketon betalen, die myn Overgrootvader op de Vloot van Ameraal Piet Hein gekregen heeft gehad. Zodanig fnedig andwoord, dat men volgens myn denkbeeld zelden van een Boer verwagten moest, flopte my wel haast de Mond, en ik begon zedert dat ogenblik, voordeliger gevoelens van de hoedanigheden betrefvende het oordeel, en de denkwyze van deeze fcherpte. kende Landman optevatten ; Na dat de fchrandere Louw my de benodigt zynde opgaven met belang tot het geen ik weten moest, gedaan had, begaf ik my zonder lang te dralen tot het trekken van zyn Horoscoop, als bemerkende dat hy daar toe een zonderling ongeduld betoonde; Dan onder die verrichtingen , had ik vervolgens nog meer oorzaak om my over de fcherpzinnigheid van de weldenkende Dorpelino- te verwonderen, want toen hy my vol gepeins na mvn Pkmeetkabinetzig gaan, en dat ik verfcheide onverftaanbaare Caracïers op het papier begon te fchryven, onderftond hy my in zyn boerfche fpraak te vragen of ik zomtyds wel by myn verftand was ? Hoe zoo Boerje !°wa3 myn wedervraag: — Wel jy gelykt wel ftapel Gek Sinjeur, als jy in jou Planeetftudy bent, hernam Louw Janfe; Al die geleerde Pouweete van jou foórt, dunkt me zyn meest drie van heur vyf zinnen kwyt, en hebben een flag van de malle Meulen weg: Maar wy Boeren, volgen gants bloed ons gezond verftand in al wat we doen; De fchop is by het Boerevolk om te fpaven en te graven, de Ploeg om te ploegen , en de Byl om te hakken, dog jouluy geleerdfchappen van Kareis, kunnen geen reden van zaken geven, en verkopen heur prullerye maar ten duurfte of het mis of raak is Onder die grappige redenvoering, waar na ik met veel oplettentheid geluifterd had, was ik nogtans met de Hmoscoop van Louw Janfe vaardig geraakt; Hoor Baasje zei ik, Gy hèb nog geen Maand geleden u Landheer wakker bedot gehad: Sakkerloot Karei! dat is waar, die Prolifiokkafie is alleen een Daalder waard! riep de Boer met een grote verbazing uit. — Gy Louw Janfe, vervolgde ik zult binnen tien ja-  C *84 ) jaren een ryke Boer worden; Maar twee ongelukken hangen boven u hoofdt, het eerfte is, dat u Huis, ftal, en Schuur afbranden zal, en het laafte beftaat daar in, dat gy een boosaardig Wyf tot u deel zult krygen, die u menigmaal haare vuurige Nagelen zal doen gevoelen: —— Slapperdemofterd Sinjeur, daar is niet aangelegen of myn Huis met al de fantekraam afbrand, en of het Vrouwens dat myn Wyf zei wezen, zoo beus als een Spinnekop is, als ik maar een ryke Boer worde kan, hervatte Louiv; Want hier te Amfterdam ken me by de Steeluy vcor geld tog zoo veel verftangd, plazieren, hansworftenkleren, en mooye fmoelwerken van Jufvrouwen met grote baleinerokken kopen, als me van doen heeft, en al wierd ik trouwens niet ryk, befloot hy, wie blikgad heeft me belooft d„ „ ruim, en üeiug van de bediening van het Notariafchap binnen deeze „ Stad  „ Stad Ëreda tot nog toe hebbende kunnen beftaan, had ik bereids „ den Ouderdom van zes en dertig jaren bereikt, zonder om het Hu„ welyk te denken, toeneen zekere bejaarde Vreyfter,die men hierter „ Steede de Afgryzelyke fchoonheid noemde, my midden inde Nacht „ ontbieden liet, om haar Testament te befchryven; Niemand wist dat „ zy enige middelen bezat, vermits zy ftil, en zuinig op een Kamer. ,, leefde: Aldaar komende, vond ik inderdaad een Docter by haar, die „ ter goedertrouw oordeelde, dat zy gevaarlyk krank was, en derhal- ven dat men haar zonder verzuim een aderlating moest deen; Op „ zyn bevel wierd 'er fchielyk een Chirurgein uit de Buurt gehaalt, „ om dit werk te verrichten. Na afioping van alle deeze kromme fpron„ gen, llegts aangevangen met het bedriegelyk oogmerk om my in hec „ Net te lokken, fchreef ik op begeerte van de doortrapte AUda haar „ uiterfte wil, waar by zy behalven een Leegaat van vyftien duizend „ Guldens aan een Nicht te Utrecht, en een ander van twintig duizend Guldens aan twee Neven in Gelder/and vermaakt te hebben, vervol* „ gens tot enige Erfgenaamen van haare ingebeelde Nalatenfchap be,, noemde, de minderjarige Kinderen van haar overleden Zuster De„ retbea te Groningen, die nimmer in wezen was geweest, veel minder „ aldaar gewoond had. Ik ftond waarlyk verbaast over alle deeze on„ bekende zaken en nog vry meer, wanneer de Iooze Alida my boven het verdient falaris, met een goude Ryder befchonk, voor de over„ last die zy volgens haar zeggen my aangedaan had, van my uit myn „ llaap geftoort te hebben. De geheimhouding van dingen, belan- gende ons beroep is een foort van wet, tot onderhouding van wel„ ke wy ontfehentbaar gehouden zyn; Dienvolgens droeg ik wel zorg van aan Niemand te openbaren, het geen ik met betrekking tot de verbeeldende goede omftandigheden van Alida, meende onderfchept „ te hebben, dat voorzeker niet weinig geholpen heeft, om my in de „ ftrikken dat dit Mismaakt en Lelyk Schepzel voor my gefpannen „ had, al verder te doen verwarren: Want in een woord gezegdLude„ man, verheft op de gewaande fchatten van Alida, was myn befluid „ genomen, om haar ongeacht haar affchuwelyk figuur , ten huwelyk te verzoeken, in het geval dat zy van haare krankheid genas. Dit „ gebeurde vervolgens, en ik moest nog meer dan acht maandenlang „ allerley laagheden begaan, eer ik het Jawoord van dit onfmakelyk w Beeld verkreeg; Ondertusfchen ontmaskerde zig het bedrog van „ Alida -eerst na de voltrekking van ons Huwelyk, en ik bevond te „ laat, dat ik in plaats van een ryk Portuur opgedaan te hebben » een „ Oude Lelyke Caronje getrouwd had, die niets anders bezat dan een „ Lyfrente van vier hondert guldens jaarlykfche inkomften: ik wierd 9> razende van fpyt over een misllag, die inderdaad onherftelbaar O o a M fcheint,  C 2S3 ) ï, fcheint,, en tot weerwraak van welke ik voornemens zy dat fpook „ van Lelykheid, 't welk my verfchalkt heeft, onophoudelys te pla. „ gen; Niettemin zal het my aangenaam wezen, indien gy door het „ trekken onzer beide Horoscopen een middel aan de hand kon geven „ waar door ik op eene gemakkelyke wyze van myne hatelyke Bedo-e„ noot ontflagen wierd. " — Ik ben &c. Pieter Lapine. Pieter, en Alida Nativiteit onder de Planeet Sol Behoren elktntPren met te plagen, nog te kwellen, als zullende beide in den Huwelyken. Staat gelukkig zyn: Alida zal binnen een jaar en zes weken, een aanmerkelyke jcbat utt de Westkust erven, zevenmaal meer waardig dan zy Vjorgeufend bad te bezitten; En Pi& ter vervolgens een deftig A,npt ver. krygen, door de vermoogende voorfpraak van de Vrind van een zeker Heerfchap, van welke Alida de natuurlyke Dochter is. — Volgens da voorzegging van, Johan Christophorus Ludeman Aftrologisrf Adftrologus! „ Vrouwebcdrog is een gezuikerde Pil die vergiftigd „ is! Onder anderen zyn de kunstgrepen van zulk flach van Vreyfters, „ welke door hare onbevalligheid, of om dat Natuur hen van fchoon„ heid onbedeelt gelaten heeft, niet gemakkelyk aan de Man kunnen geraken , zoo onuitputtelyk en onderfcheppelyk, dat Minerva en alle „ de Fabel-Goden, en Godinnen zelve gevaar zoude lopen, op de „ klippen van het vreyfterlyk Element, der Huwelyks-Staatkunde te „ ftranden, ingeval zy ondernamen haare welbekuipte listen te dwars» „ bomen. Ik ben een van de Vrywillige Slachtolferen Heer Aflrologus, die 'er by ervarentheid van fpreken kan; Ik trouwde voor eni„ ge Maanden met de Nicht van een zeker Regent in de nabuurfchap ,, van u woonilad, dat een volmaakt Pronkjuweel van Mismaaktheid, „ en een regt Vrouwelyk Standbeelt tot verdryving van de Minne. „ vlagen der onbezuisde verliefden is, als verluifterd zynde met een „ paar bolle Wangen vol pokdalen, een fcheel Gezicht, krom Lyf, en fchieven Benen. Ik heb my aan dat onplezierig Pourtrait van Iei, lykheid laten koppelen, onder de toezeggende voorwaarde, dat haar „ Uom van het Regentfchap ten mynen behoeven aiftmdzou doen» „ zoo dra de huwelyksknoop tusfchen ons toegehaalt was; Maar ge* „ trouwd zynde, wist myne onbeminnelyk wederhelft my te zeggen, „ dat dit llegts een uitvlucht van haar, en haar Oom was geweest om „ my te gereder tot de voltrekking van ons Huwelyk te doen beilui. „ ten: Een fraaye ontdekking voorwaar, waar over ik tot nog toe geen „ de minfte onvredentheid heb laten blyken, en zonder my ergens „ over te beklagen, heb ik als een Man van verftand de party gekozen, „ om de zotte ftap die ik gedaan heb , op een andere wyze te vergoe» „ den, my heimelyk voorziende van zulk een voorwerp dat een weer-, „ galoze jonge fchoonheid is. Terwyl ik ejtter verlangende ben met » ze-  ( 289 ) • zekerheid te weten, of ik met myne degourable Gemalin zal opge», " fcheept blyven, Soliciteer ik door uwe planeetonderzoekingen, na" melyk door het trekken van myn Horoscoop daarvan onderrigtta. " worden; Hebbende onder die verwachting de Eer te zyn." &c. " Philip Resfonius Philip Ressonius Nativiteit onder de planeet Venus. Bezit een deugt' ryke en verftandige Huisvrouw, waardig onaatgezien haare uiterlyke on bevalligheden bemind te worden: Philip dient zyn Matres als zynde een onwaaraig, en trouwloos voorwerp te verlaten, indien by tot het Regent' fchap van zyn Oom te IV. *** geraken wil, dat geen zes maanden zal aanlopen; Vervolgens zullen de twee andere Vrouwen die hy naderhand hy opvolging ten Huwelyk nemen zal in goede hoedanigheden , en fraaybeid van Geest op verre'na byzyne tegenwoordige Gemalinne niet kunnen opwegen. Volgens deVoorzeggirgen van JohanChristophorusLudeman,Aftrologus. "SN0. XXI. Aftro!ogilche voorzeggingen, Rakende het Schrikkeljaar 1824. Tweede nachibefchouwing. De tyd baart Rozen, en zomtydscok wel Doornen, is een aloud en overbekend Vaderlandsch fpreekwoord, hetwelk men zeggen kan eene eigenaartige grondbetekenis te hebben; Maar één Rozenfneeuwende Schrikkeljaar, is één zeldzame uitdrukking die men oneigentlyk moet verftaan, en waar door ik by Allufie of zin. fpeling te kennen wil geven , dat alle ondernemingen gedurende bet Schrikkeljaar J824 ongemeen gelukkig uitvallen, en met gewenschte gevolgen bekroont worden zullen, gelyk deeze myne Tweede Nachtbelchouwing my Zonreklaar ontdekt heeft gehad; Invoegen dat het agtervolgens alznlke Aftrologifche Waarnemingen dat jaar voor de meefte [vienichen Rozen van Gelukken fneeuwen zal. Zie daar, waar toe myn Geest in den glansryken Wolken-Hemel opk'Jom, toen ik bevond dat myne Vrinden de Planeten aldaar in den driekantige hoek van Jupiter. na by het Hemelsteken de Scorpioen'm hunne Vuurblinkende Staüemantelen vergadert waren; En waarlyk zou men da^r aan twyvelen? Indien ik hier fprak van den (leen der wyzen, die tot nog toe de Rozenfneeuwende hoop der Alchimisten uitmaakt, en over welkers mogelykeontdekking en regte gebruikmaking ik befloten heb, ter zyner tyd in een ander Trailaat uitvoerig te zullen handelen, zou men zig misfchien verbeelden dat dit alles beuzelpraat was: Maar nadert herwaards Gy doorluchtig zevental van Luchtvorften . en draagt getuigenis wegens het geen ik aangaande deeze tweede Aftrologifche Nachibefchouwing te boekftaven heb. Het geheugt my in myne eerlie Nachbfchouw'mg, een voorlopig gewag gemaakt te hebben, van één Aftrologisch Vonnis, dat myne Vrinden de Planeeten over het waar Geluk van welgepiaatfte Harten geftrcken hadden; Men zal zig hoop ik niet onwillig laten welgevallen, dat het onderzoek derzelve onder deeze ï . .Oo 3 myne  C 390 ) myne Tweede Nachtbefchouwing behoort: Waarom ik my thans verledigen zal, dit vonnis overéénkomftig myne gedaane ontdekkingen meedetedelen. V* Onder het Praïfidium van de Planeet Sol „ Voorgedragen ter gelegentheid van de laast verfchenen Cometa, of Staartftar na by het teken van de Stier, hoedanig de invloed der „ zeven Hemelslichten, volgens derzelver gewoone zevenjarige om„ loop, op het Geluk of Ongeluk der Menfchelyke Lotgevallen, tot „ een Aftronomifche regel van Befpiegeling aangaande allerhande „ waereldfche zaken, zonder onderfcheid voor Starrekundige konwor„ den gemaakt; En daar by overwogen zynde, dat in de vergadering ,, van het doorluchtig Zevengeftarnte niet bepaaldelyk was verklaart, „ welke den aart zoude wezen van het ivaar Geluk, dat alleen voor welgeplaafle Harten onder het Menschdom bewaard wierd; En nog veel minder waar in de Starrekundige kenmerken zoude beftaan, die „ volgens de beduidenis der Planeetlopen als vastgaande gevolgen „ dienaangaande behoorde te worden waargenomen. Zoo is 't dat het „ doorluchtig zevental Planeten op het voordel van den raadgevende 3) Planeet Luna hebben goedgevonden nader te verklaren, dat alle „ Welgeplaafle Harten, het kern van 'l Menschdom uitmakende, en „ die hen als zodanig door hunne daden en manier van denken in het midden der bedorven Eeuwelingen zullen doen uitblinken, bekroont , zullen worden door de algemeene verwondering hunner Tydgeno- ten, door de goedkeuring van haare Opperheeren, door het ontzag 5, van de Navolgers der Boosheid, door de Lof van de Scholen der „ nuttige Wetenfchappen, door de Vrindfchap van alle eerlyke Men-; „ fchen, en door het gevoel van de gerustheid en blydfchap van hun „ eige gemoed; Dat vervolgens al zulke Welgeplaafle Harten door on„ voorziene toevallen in ongelukken of rampfpoeden Hortende, tel- kens by ieder van haare zevenjaarsbeklimming, dat is alle zeven „ jaren, gerekent van den aanvang haren geboortetyd, onder voorzit„ ring van de planeet waar onder zy behoren, daar uit zullen worden „ gered, zonder dat de aandruizing van de Nyd,nog de zamenvoeSi gende Macht van laage Geellen ter verhindering van dien, iets zul\, len vermogen: En eyndelyk dat het waar Geluk van Welgeplaafle. s, Harten, in verfchülende opzichten kenbaar zal wezen door middel s, van Aftronomifche Befchouwingen, gedaan op den zesde dag na ,, den aanvang van één Schrikkeljaar, en op de wederkomst van alle ,; die dagen van het jaar, waar in de Welgeplaafle Harten geboren „ zyn." &c. Ach wat al Rozenfneeuwende Gelukken voor het Schrikkeljaar 1824, ontdekte ik niet verder in den Planeet-Hemel by gelegentheid dezer Tweede Nac/ttbefcbouwing! Myne Vrinden de Planeten verplichten my daar  ( «91 ) daar over nader verklaring te moeten geven; De ftof ontbreekt my daar toe niet; Het is een ruim veld waar in ik zal wandelen gaan _ Waarlyk als men maar het allerminfte geloof moet Haan aan den invloed, of liever aan de aandryvende oorzaken, welke de Pkneetlopen het zy op de Perzonen, het zy op de zaken va,h onzen Waereldkring algemeenlyk fcheinen te hebben, dan behoeft men voor geen ongereimde Helling uiuekryten, nog zoo fcerk door ongeplaafte verwondering te verdenken, de voorzeggingen die ik aangaande het Schrikkeljaar 1834 behoor waereldkundig te maken; Het zal'er daarom juist niet op aankomen , of de trots van de een of ander bedilzuchtige Ge-est, deeze myne Nachtbefchouwende waarnemingen voor een Meerterftuk van zotheid, of het geen by na het zelfde zouden wezen, voor een Maalftroom van eige goeddunkelyke vindingen uitfcheld: Men mag van my denken, men mag van myne handelingen oordelen wat men wil! Ik heb geen belang om anders tefchryven, als de ondervinding van myn beroep in hoedanigheid van Sjiroloïist my na voorgaande onderzoekingen oplevert. Op zodanige gronden van Planeetkundige zekerheid kan ik onbefchroomt verklaren, dat myne voorzeggingen voor dit Schrikkeljaar berusten; Ik befchouwde met een hartstochtelyke vergenoeging de Rozen van Weivaard en Voorfpoed die in het jaar 1824. in den ïchoot van den Burgerftaat Sneeuwen zullen, en verwonderde my biliyk over de verbaasde gelukkige uitflagen welke verre de meefte ondernemingen van allerley zoorten van Standsperzonen gedurende den loop van dat jaar zouden hebben: In het midden van deeze myne Tweede Nachtbefchouwing wende ik myn Teloscoop tot voor by den driekantige hoek van Jupiter; Daar was het dat ik Zonneklaar ontdekte, hoe de Mannen dat jaar door de Planeet Venus gunftig bedeelt zoude worden met de verheven kundigheid om de geheime gedachten der verliefde Vreyfters te leren kennen, en de aangenaame gevolgen welke voor oprechte en welmenende Minnaars daar uit zoude voortfpruiten, ja met een ongemeene blydfchap bevond ik vervolgens dat Venus de Vrouwelyke Sexe de kunst aanwyzen zoude, om de ïtandvastigheid van hunne Pretendenten of Echtgenoten op de proeffteen te ftellen; Zie daar iets het geen ontwyvelbaar het Geluk des Hél welyks-Mm volmaaktelyk den throon doen beklimmen, en geurige Rozen onder de verliefde Harten doen Sneeuwen zal; Rozen van verkwikkelvkheid zal het in het evengemelde Schiikkeljacr van 1024. fneeowen op den Landbouw, en op de naarftige pogingen van dato Akkermm, 'P de vlydge ondernemingen van den Koophandehar, en op de geestryke uitvindingen van zulke geleerde Perzonen weike door de vruchten van haare -verkregen kun; i-heden in den hoogden graad betonen zullen Berainnaren van nuttige kuniten en weterdchappen te zyn;  C 292 ) zyn; Dan inzonderheid zal dit Rozendfneenwend Schrikkeljaar zie se. denkwaardig maken, door de kroonfpannende wingewesten, welke de Oost-Indifche|Maatfchappy dezer Landen genoegzaam zonder bloedftorting behalen zal, en die geen geringe Naï-er aan zommige van derzel. yen wangunfhge Naburen zal verwekken: En wat zal ik meer zego-enS Kan het niet genoemt worden Rozen van Gelukken fneeuwen ,alsde Ulvf> tak algemeenlyk onder de Volkeren van de vier waerelddelen op eene uitichitterende wyze pralen zal, als de Circulatie van het geld in het a-rondgebiet van dit handeldreivend Gemeenebest tot dat toppunt van^overvloed geraakt, dat ze de rykdommen van de Aanzienely<■-. fctieinelyk vermeerdert, en het Nationaal Crediet by de Buitel nders op eene onwrikbaare voet van vertrouwelykheid inplant Laat het my vervolgens tot befluid van myne Txveede Nachtbelchouwing vergund zyn aantemerken, dat het in 't Schrikkeljaar 1824, Rozen van gelukkige uitkomften fneeuwen zal over allerley onfchul ige voorwerpen die of door tegenfpoeden bedreden, of door onaangenaame wederwaardigheden des Levens gefoltert zedert lange de Slachtoffers van het fortuin en van de onderdrukking geweest zyn, Om van Batterev te veranderen, fchenk ik ter nalezing een vrolyke en breinkundige 15;iet, door een Per/taan voor enige jaren aan my gefchreven , bevattende het welbedagte onderfcheid ru^fchen de fraaye,en lelyke manier van Edelmoedig te wezen: Ik vinde die Perfiaanfche herfenvrucht zoo diepdenkende, en zoo wel geftoffeert van geestryke voorbeelden, dat ik bedugt zou wezen aan de verhevene gedachten van den Schryver te kort te zullen doen, ingeval ik beftond om 'er van het myne iets bvte. voegen. Bewonderens waardig Man .' Ik heb veel van u boren fpreken! Men heeft my vertelt, en ik wil bet geloven, dat gy een bedreven Geneesheer, een weergaloos Pbilofooph, en een Phenix onder de Aflrologisten van de Eeuw was; Het ipyt my daarom, dat Holland bet eenigfie Land in Europa is, dat ik met bezogd heb, alteen cm zulk een wonder onder onzetydgenoten te zien , en een paar uuren tn een geleerd gefprek met u doortebrengen: Om ondertusfchen dit verzuim te vergoeden, gevoel ik my door de Zeil [leen der Geest kunde aangedreven, metu Ichrtftelyke woerdban deling te houden, niet in hoedanigheid van Ge. neesheer, nog Aftroiogist, maar tn die van weldenkend Wysgeer, waar van de bitrekking onder de h-eitsvan\myne bepaalde kennis behoord. Weet Geleerde Man, dat ik tn zeventien jaren tyds genoegzaam de ganfebe bekende waereld hei; doorreist: Ik beo over al daar ik my bevond, vermaarde ver/tanden, en vermaarde zotten gevonden: Niets beeft my nochtans meer verbaast, aan onder de Burgeren van u aangenaam en beichaaft waerelddeel een merkelyk onderfcheid opgemerkt te hebben, tusfben de fraaye en Le-  C £93 ) Lelyke manier van Edelmoedig'^ wezen. Als ik hier van het Fraay Edelmoedig gewaag, zoo verheel niet verziende Eeuweling, dat ik my flegts bepaal tot zulk flag van edelmoedige Liefde gaven die by geval, of door meedelyden gedaan worden, om Iemand in zyne behoeftige cmftar.digheden te onder-/leunen; Dit foort van Fraay Edelmoedig hoe lofwaardig ook, kan zomwyl in het aller onêdelmoedtgfle Gemoed, om niet te zeggeh in een laage ziel, Plaats hebben: Dog ik beb meer by zonder in het oog alle die daden van Menschlievendheid welkegejchieden met het oogmerk om hetLeven, de Eer, en de ondergang, van onze Meedenmensch te redden, en dus Iemand ten kosten van alle zelfbelangen en met gevaar van ons eigen leven als het wezen moet, waarlyk gelukkig te maken; En vervolgens aantetonen de wyze waar aan het Fraay Edelmoedig van aller ley aart ,boven het Lelyk Edelmoedig te onderkennen is. Ik bevond my gedurende myne Reizen door Europa, in een Ryk alwaar de kunften tnwetenfchappen op den thnon zyn, daar men het fchool der fraay e vernul ten ontmoet, kort om, alwaar de fynfle draad üer welleventheid die tot een Model voor olie Naden zerftrekt , gefponnen wordt; Gy begrypt verlichte IVian, van wien ik fpreken wil: Een Paryfche Dame een ouderdom van by na zes douzyn jaren ba. reikt hebbende, dog die ongemeene rykdcmmen bezat, gaf op die tyd een veiwondetenswaardig voorbeeld van zulk fraay Edelmoedig; Zy befto't een Jong Heer van driemaal zeven jaren , die fchoon van een voortreïvelyke afkomst, nogtans geheel onbemiddelt was, door middel van het Huwelyk gelukkig te maken. De paryzenaars veeltyds gewoon zig aan het oppervlakkige te vergapen, befpotte een flap die volgens hunne denkwyze zoo weinig Eer aan de gryze ouderdom, als aan de mantsr van denken van deeze édelaartige Dame toebrengen moest, en de Jongeling welke het voorwerp van haare edelmoedig hedryf was, hoe zeer in hetzelfde begrip, nam gretig een voorflag aan, die zyn Geluk bewerken kon: Ondertusfchen verklaarde de grootmoedige Vrouw aan de jong getrouwde Man, zoo drae het Huwelyk zyn beflag had, dat geen ander oogmerk haar tot die daad aandreef, dan om de invermogende ftaat van een fatzoenlyk Geflacht, te verbeteren; Tol bewys van dien, zeide zy tot hem, ontf.eg ik u voor altyd het huwelyksbed naar Gy zult myn Erfgenaam zyn, als Gy u weldraagt! In Engeland blonk desgelyks bet fraay Edelmoedig uit, in een geval dat 'er ftaande myn verblyf voorviel: Men bragt op^een Morgen aan een zeker welgefteld Koopman van Londen een fom van zes hondert ponden fterling die hy korteling te voore uit de Lotery getrokken had; Op het ogenblik dat men bezig was, hem dat geld toetetellèn, zag hy door zyne fchuiframen een groote toevloed van Folk op de ftraat : Hy vroeg aan de Poorbygangets wat die opfchudding beduide! Men berichte hem dat de Deurwaarders een burger Man voor drie hondert ponden fchulden na de Gevangenis bragten , een gebruik 't welk daar te Lande over de waarde van een,Guene plaats heeft. Pp Goed,  C 294 ) Goed, dat ontflaat my van de moeite om het geit te tellen! leunt, woorde de Edelmoedige Koopman, ter zeiver tyd beide de Deurwaasder's en de geboeide Schuldenaar toeroepende om in zyn Huis te komen, Hy bragt bun voor de tavel, waar op ket geld nog ongeteld lag: Zie'daar zei hy vervolgens tot de bedroefde Man, zes hondert Ponden die ik u fchenk, om dat ze u gelukkiger kunnen maken, dan my; Beneed de eene helft daar van tot betaling uwer fchulden, en de rest om uwe zaken te herftellen: De geredde Burger verbaast over zulk een ongehoorde blyk van Edelmoedigheid, vloog zyn onbekende weldoender van vreuchde om den hals, bedankte hem met betraande ogen, voldeet zyne Schuld - Eysfchers, en wierd op ftaande voet op vrye voeten gefield; Zy die Aanfchouweren van die gebeurtenis waren, verzekeren dat het een aller aandoenelykst fchouwfpel voor de meefte Om ft anders heeft uit ge. levert. Het geheugt my Waereld beruchte Man, by den aanvang myner Reistochten door het Europifche gedeelte van a moedig begeert geen Trompetten nog Buzuinen, let zoekt geen verwonderaars ; Om kort te gaan, het bedoelt geen Loftuigingen: Wat- zal ik meer zeggen l Het fraay Edelmoedig vervuld de ziel met een waare vergenoeging als het flille handreiking kan doen aan waardige voorwerpen, en verwerpt de opentlyke dankbetuiginggen ah kwetzende de gevoelens van het Hart. lntegenftelling van dien, beeft het Lelyk Edelmoedig die affchuwelyke Cezellinne in zyn /loet, dat ze verwaandelyk pronkt op Liefdeplichten die ze veeltyds tot eige roem, of om andere onvermeidetyke oorzaken gedaan beeft; Het Lelyk Edelmoedig laat doorgaans een ftinkende geur na, zelfs aan die geen die''er het voorwerp van is: Zy eyscht openbare hulde, Bedroeft de Slachtoffers bar er mildadigheid door een toonftelling van derzelver beno digtbeid en armoede; Aan de wyze op welke zy fchenkt, (Iraalt een zekere barbaarfche Eigenliefde door, die een zwarte ziel te kennen geeft: In een woord, het Lelyk Edelmoedig bemind bet 'Ircmpittegefchal van een valfche Deucht, en belaad zyn Gever met meerder verwenfehingen dan zegeningen ; Schryft my bier over uwe gedachten verlichte Man en houd my voor uw Bewonderaar. Axilo. N°. XXII. Aftrologifche Voorzeggingen , voor de Drie Loc pjaren i8ü5 en 1827 bevattende onder anderen de Mymering van e'én Aftrologist. Gelukkig dat ik thans by ondervinding weet t en bygevolg zeggen kan, waar in de mymering van één Aflrologist beftaat; Zedert elf dagen dat ik in zoortgelyke Mymering gedompelt ben, geweest, heb ik de Planeten verfcbeidemale moeten raadplegen, of de Geleerde zomwylen wel by het gebruik van hun gezond verftand zyn: Men zal deeze gedachten misfchien ongereimt vinden, maar de oplosfching van myne Aftrologifche Mymering zal zodanig vooroordeel ras doen verdwynen. Aangaande de onderzoekingen, waaraan ik my ten opzichte van de drie Loopjaren 18^5, 1826, en 1827 inzonderheid bepalen moest, heb ik my in de tak der Starrevoorzegkunde onmogelyk van myn Plicht kunnen kwyten, -zonder meer dan eens in diergelyke Mymeringen te vervallen, zy die het ondtrfcheid kennen, tusfchen één geleert Mensch hoe kundig anders in zyne bovendreivende Wetenfchap, en tusfchen één verftandig Man „zullen 'denkelyk geen zwarigheid maken toeteftemrnen, dat dikwyls de vlugheid van'den Geest, of van het natuurlyk aangeboren verftand, de aller voortrefvelykfte geleertheid te bo, ven ftreeft; Dog in het geval hoe zeldzaam het ook gebeurt, dat deeze beide hoedanigheden in één Perzoon gepaart gaan, geeft het geen ftof tot verwondering, dat Iemand met zulke zamengevoegde voorrechten bedeelt, in een zoort van Mymering geraakt, wanneer hem het laatfte, namelyk de vlugheid van het verftand ontglipt, op een wyze, dat hy ongeacht zyne uitftekende geleertheid, ter regte tyd daar van geen ge- Pp 3 bruik  C 256 ) brml kan maken ; Zie hier juist het geval waarin ik my werfcelvk ten "ren nevinde V°°rze«8ln«en V°°r het ^ befcb^vendeïoÓp. Door ondervinding my dan gebleken zynde , \ht hoe groot ank kundigheid van één Mensch, in debyzondere takken vandïez■.of Jl re geleerde wetenfchap mooge wezen, ester alle ™«a tui 8 Kunstbewerkingen nood'zakelfk onvolm'aaktmoe* n nftÏÏlfeS ^«S zy door het gezond verlland niet beftiert worden, of he«enTn b£ zeilde uitkomt als Iemand zig in de gelegentheid bevind vïn ïeïïaa? fte geen evenredig gebruik te kunnen maken: Zoo was zuk 11 nog eens te herhalen) de oorzaak waar door ik plotzelyk in een Jrt hgifche Mwmng ve^iel op het ogenblik dat ik de toekomende, beurtenden van de drie jaren ,8, , ,826. en 1827 in dTphmeétHemel meende te onderfcheppen: Een Mymering wel is waar die mv niet verhinderde veele dingen optemerken die \r als dan zoude «7gaan . maar waar van myn beneveld verftand mvnog de oorzaken nojr de gevolgen, kon doen bevroeden, en nog veel minder wiskunfti* doen bevatten tot hoedanige Perzonen., Plaatzen, en Omftandighe-en de Voorzeggingen belangende dit dr.ejarig tydpe k betrekke vk moest worden genekt De Telescoop was 4 JenoegzïaSvï'ond™ geduurende elf dagen dat deeze Mymenng duurde, zy deed mv wel de voorwerpen die ik bedoelde op ervlakig befchouwen , dog ik bevond myileeds 111 één zoort van onberadentheid waar door ik werkeloos bleet; lk had by voorbeelt de groote zaak van het jaar ■ 8a< wel op fpoor en ik bemerkte klaar genoeg dat 'er op die tyd een Buraerkryg onder de dertien Zwitzerfche Canions voorvallen rnoesr, maa°r ik begreep de oorzaak niet die aanleiding tot de Volksverdeeltheden tu fchen deeze 13 Gefpanfchappen zou geven, gelyk ook niet het gevolg welke dien Burger-Oorlog voor dat Land eigenlyk ftond te heb ben: Aldus was het al meede gele-en met myne geheimen Waarne. ming voor het Loopjaar 18*6 , toen de verbruide Mymering mv haast in de pekel liet zitten. Ik bevond dat Myne Vrinden de Pianeten vermaak lchepte om my te kwellen, aangezien de ze.fftryd die mV ten dien opzichten beving,en mv in een zoort van verwarring bragten n et oneige-naartig vergeleken konde worden by Iemand welke de uitgangen vaneen Doolhof mist; Dog onaangezien zulk een Mymering ontdekte ik daarom door de kunstregelen der virologie wat 'er in het kar 18^6 in een Land alwaar de Stokviseh in ovtrvloed gevonden word rakende de ontkio ing van een Souv.rein Vorst, en de opv„lgT,gV>n zv nen Zoon tot de Kroon aldaar, gebeuren moest, hoewel de omftandierheden welke deze gedenkwaardige Kroonverwis-ehng zullen v,rge*elfchappen, voor my een raadzel bleven: Dtsgelyks kan ik al verder zeg-  ( 297 ) zeggen,dat myne Aftrologifche Mymeringmy de parten fpeelde,voor zooveel de Voorzeggingen rakende het jaar 1827 betrof; Ik kan in een volftrekte zin niet ontkennen, dat toen het planeete-Gordyn ip den Wolken - Hemel opgefchoven wierd, ik met veel verbazing befpeurde, dat de invoering van allerley Sprekende Vogelen dat jaar hier te Lande, en elders meer dan voorheen plaats zoude vinden, en dat het in gebruik brengen van dien, misfchien gelegentheid zoo wel tot befpottelyke voorvallen, als tot verregaande onheilen zou kunnen geven; zynde dit egter alles wat ik 'er op dat tydftip met zekerheid van zeggen kon: Om ondertusfchen uit die zwaarmoedige flaap van Aftrologifche Mymering te ontwaken, zal ik hier ten opzichten van het laastgemelde jaar 1827, inzonderheid met belang tot het onderwerp van de Sprekende Vogelen zommige noodzakelyke en voorzegkundige Aanmerkingen inlasfchen, 't welk men vervolgens nader opgeheldert zal vinden door één zeldzaam geval die in zyn zoort nog ongeeftig nog onvermakelyk is. Jn de eerfte Eeuwen, toen men zommige Vogelen begon te leren fpreken, wierd zulks voor een toverfpel onder het bygelovig Volk verlieten ; Ik heb reede van te geloven, dac als men met een goed gevolg gelukt in de onderneming om praten Je Apen te vertonen, de heejen^ daagfche waereldlingen daar over haar niet minder verbazen zoude, of fchoon 'er in de tyden die wy beleven niets gemeender is, dan iprekende Apen te zien: Men mag vry geloven, dat ik myn kostbare tyd niet hefteed zoude hebben, om over zulk een drooge ftof, als dat der Sprekende Vogelen is, te fchryven, ingeval een opmerkelyke Hiftorie voor eenige jaren hier te Lande gebeurt, en waar van de navolgende Brief alle de omfhndigheeden ontknopen zal, geen aanleiding, had gegeven, ten dien opzichten door middel myner Aftrologifche Wetenfchap gedenkwaardige Voorzeggingen te doen. Myn Heer! „ Hoe groot uwe ondervinding ook mag zyn, welke verwonderlyke ontmoetingen u beroepshalve dagelyks kunnen voorkomen, wat hec „ Menfchelyk vernuft ook bedenken kan, om ongelegentheden te doen geboren worden, waar door men in de noodzakelykheid gefteld is, „ om toevlucht tot uwe Planeetkundige Voorzeggingen te nemen; „ Nimmer zult Gy over zulk een verwonderenswaardige en voorbeelde„ loos geval geraadpleegt wezen, ais waar van ik u thans een volledig „ verha 1 zal gaan doen. * „ Een Neef die ik voorheen nooit gezien had, na een twintigjarig „ verbl>f in de Oost-Indien gerepatrieert zynde, vereerde my voorle i} den Zomer een Papegaay. die hy my verzekerde wonder fraay te kunnen praten; Hoe zeer myn zwaarwichtige Bediening niet ge„ doogde, om veei werk van Sprekende V-gelen te maken , liet ik my 39 nochtans dat geichenk, enkeld lot vermaak van myn Vrouw welge 3 Pp Vftb-  C 208 ) „ vallen, als toenmaal weinig gedachten hebbende, dat dit Beest tot " Svrbv d^ZUlkC hKa,rtPieve?,de ontdekkingen verftreken zou ;, gelyk by de uitkomst gebleken is. „ Op een namiddag dat ik onverwacht t'huis kwam, om dien avond „ nog eemge noodzakelyke Brieven aftefchryven, floot ik mv tot dat „ eir-de in myn voorfalet, alwaar de PapJaay met zyn S oo een „ apart tayeltje geplaast was; Ik had die Vogel tot nog toe nS ander" „ horen klappen dan zommige gewoone woorden, welke"ml'ver„ beelde dat hy aan boord van het Oost-Indisch Schip Ld gefeert„ Maar onder het fchryven begon hy telkens met een Vare env?r » ft^n^e ftem te roepen, — Baat, daar is een Heer in de kastTL „ Jou Wyfts een Hoer! Hy herhaalde dit zoo hard en zoo dikwyt/dat „ het my verveelde; Weshalven ik verplicht wierd, hem h^verder " ^™h£ d°°r middel van eeniSe vervaardmakende bedrey. „ gingen die egter van geene andere uitwerkingen waren, dan dat de " xTS Vit^erHb,eg0n te lachen' en vervolgens zedert wat zach" hlvPllï'- , de nieuwsgierigheid, fchoon mynezaken nog niet " w,iHn,ng T^' eCn P?°S 16 Iuifteren na een zoort van rlden„ wisieling, welke deeze oplettende Praatvogel by wyze van Vragen „en Antwoorden, by zig zelve binnendsmonds mompelde, hoewel " lT bi* gf ?ef T V3n my begrePen « kunnen worden. Aan vanV m £001,, ^dQ.PaPeëaay mer een grove ftem zeggen ,« je Man uit Myn Engel! Daarjop ant*oorde hymet een nageboorte Vrouwe'ftêm „ ja Liefhy u al een uur uit geweest!-Hy zal van avond niemoegfhuis " T 7 d U &oed>ml aat <* goed Myn waarde Jufvrouw I her- „ haalde de Papegaay tot tweemaale agtermalkanderen weder met de „ eerst aangenome grove ftem; Makende na hetzelve een dof geluid " LeL7ni, Yo markt geIvkende na dat van twee Menfchen die „ malkaar hartelyk kusfen. Tot nog toe Myn Her had ik my legts „ vermaakt met de koddige Poetzen van myn fprekende Vogel; Dog „ ik verbleekte van ontfteltenis, zoo drae de Papegaay zyn afgebrooke „ Gefprek hervat hebbende, verfcheide malen met de wondefwel na >' m °U vTfftem"itriep Scbidyk Myn Heer Rapei!- Schielyk Myn Heer Rapel/ — In de Kasti In de Kast'- f, Haar komt myn Manl . Schielyk in de Kastl - In de Kast! De p naam van Rapel een myner vertrouwdlle Vrinden dat ik wist, dat At Papegaay niet dromen kon, deede my ten opzichten van die val?> fche Vrind eenige agterdenken opvatten , inzonderheid toen my door >v een nadere overweging te binnen fchoot, een zekere te ver ,3 f ande gemeenzaamheid welke ik weinige weeken te voore, tus» l t!\ï 'ua m^Vrouw> over tavel zittende, meende befpeurt ^ te hebben, hoewel ik toenmaal daar uit geen kwade gevolgen ge- „ trok-  C 299 ) „ trokken had; Behalven dat op dit ogenblik my de veelvuldige be« „ zoeken van Rapel meest in een tyd dat ik aflezend, of door een „ opftapeling van bezigheden afgetrokken wierd om hem gezelfchap te „ houden, zeer bedenkelyk voorkwamen. Qm kort te gaan Myn Heer, in het midden van alle die zamenlopende overdenkingen , liep \, ik met een ontblote Degen in de eene, en met een brandende Kaars ,, in de andere hand na een bedekte kast die agter de tapycen in de „ Muren van myn Voorfalet gebouwd, en van binnen met Eyke Plan- ken befchoten was; Ik opende met geweld een van de grote houte Deuren, die ik bemerkte dat van de binnekant toegehouden wierd, en myne poging door een verdubbeling van krachten gelukt zynde, „ gingen beide de kastdeuren te gelyk zo fchielyk opon, en wierd , ik door Rapel met zulk een gezwiutheid op het Lyf gelopen , dat „ ik hals over kop met kaars en al, op de vloer nëderviel: De verraa, der bediende hem van dit gunftig tydilip om de kam.r, en vervol- gens het Huis uittelopen, en het was voorzeker ons beider'geluk dat hy ,, onrfnapte. Ik liep toen als een dol Mensch na de flaapkamer, om „ myn Vrouw optezoeken, dog haar aldaar, nog in de andere vertr k- ken, zoo min als op de Zolder van myn Huis niet vindende, keer„ de ik weder na het voorfalet, daar ik myn Papegaay den hals vond „ omgedraayt: Een myner Dienstmaagden wist my te zegden, dat „ myn Huisvrouw na dit wraakzuchtig bedryf verrigt te hebben, in „ alleryl uit den Huis gevloden was," „ lioe vergramt ik ook was, durfde ik by gebrek van volftaande „ bewys , geen groote opfchudding , aangaande deze onaangename ont- dekking maken: Myn Vrouw die dat waarfchynlyk ook begreep, „ had nog de onbefcliaamtheid om korte dagen na dit gebeurt was, „ onder voorwendzel van huiskrakeel, en verzonnen belchuldigingen „ op een fcheiding van Tavel en Bed te blyven aandringen: lk moest „ het derhalven daar by laten berusten. Ondertusfchen terwyl ,, 'er zig in die zaak zoo veele zamenlopende klaarblykelyke ., omftandigheden rakende de ongetrouwigheid van myn Huis„ vrouw en het verraad van myn fnode Vrind Rapel opdoen; „ Verzoek ik Myn Heer door behulp van uwe Planeetkundig onder„ zoek, in Haat geiteld te worden, om op gronden van zekerheid „ daar over te kunnen oordelen; En de bevindingen aan myne denk„ beelden beantwoordende, vervolgens door uwe raatgevingen de 3) Noodzakelykheid der Sprekende Vogelen als nuttige Iniirumenten voor a, de huwelykstucht, in de Hollandfche Waereld meer in zwang te den „ brengen, Met dat inzicht is myn Brief vergezelfchapt van de Ge- boortetyden en Doopnamen van de beide vermoedtlyke fehenners „ van het huwelyksbed, en van eene evenredige fomme gelds voor u „ falaris." Verblyvende Salvator. De  C 300 ) De voretiftaande Brief waar in verfcheide zwarigheden mv in V n„ff fprongen, beantwoorde ik kortelyk, fchrvvende aan £w?7 1 g rk zyn gezonde geld te rug bezigde; ^L?J*^™™ Eer der korrespondentie, vermits mvne Afirn^air^u" J ? niet gerigt waren om voorbed^Kl^Sfl' de of oneer te dienen, en ik befloot met hem ttv^™***^: gebeuren kon, dat ik tebequamer eeleffentheid micTtf •' het zeggende Aanmerkingen uit deloov^P^ n^1^^ kelykheid, en onnoodzakelykheid de faeiend/r' ; , Nc-odza- Allesheeftzyn tyd!Het wïwwkelvk Sprekende Voelen te ^^11^^^^^^ ten, de Krayen, en de Spreeuwen het praten^eleert enft hl SeT l ^ tP^°eVen Van genoden wtden', me ne"en z™ £" makkelyk de Zrtirwrfc», de Duiven,de A*/W*, er dl Ganzenei Sprekenae Vogelen zoude kunnen maken. Ondertusfchen he"fk in een driemaal vyfuurige Planeetbeichouwing ontdekt, dat een Spokende Vogel aan een voorbygaande «Student gelegentheid zal geven om verheft teworden op een jong Weeutje van welgemelde omftfndighed^n met welke hy kort na zyne Promotie hem hTden hawely^Xtb^tkv^ zal; Dat vervolgens een welbefpraakte Papegaay, binnen hetS van twee douzyn jaren tyds de verborgeS fchuilpS van zvn Refter aan de hem vervolgende Bedienaren van de Juftirie owdettet moet,- Dat verder een wonder wel pratende Exter toee^ werktuiï zal dienen, om op het einde van de Eeuw de Diefftel van een Keuk? meid in een zeker voornaam Huis van deeze Koopftad be A," te bT klappen; Om eindelyk één wonder boven wonder aantenaJen zoo" WCgA d3/- T6 • Nakome^gen de tyd zullen beleven dat één »r.e dat zelfde jaar plaats zal hebben, en Gy zult 'er één „ Meefterttuk van lofwaardige Regeerkunde in opgefloten vinden„ Vestigt eindelyk uwe oplettentheid tot den driekante-Tempel al„ waar Gy middagklaar ontdekken zult, dat het ook in dit ^root ?»., bel Schrikkeljaar van i"a8 zal zyn, dat eens vooral de drie oorza. „ ken der verbhntheid tusfchen nog ongetrouwde verliefde weggeno " meii% • e,n oe vliezen van hunne oogen met gelukkige gevolgen voor „ de beide Sexe geligt zullen worden " Hier meede myne Derde Nachtbefchouvoing, volmaaktelyk na mvn zin afgelopen zynde, wierd ik door Myne Vrinden de Planeten daarop gelast, om ontuslchenpozelyk het laatfte onderwerp wat nader uitte-pluyzen, en na de grondregelen zoo van de Aflrologie, als van de Wysbegeerte beredeneerender wyze te verklaren, ter volvoering van • hoedanig Bevel ik my volvaardig betonen wil, aangezien de natuur van de verhandeling volkomen met myn fmaak ftrookt. Het getal der Oculisten of Oogmeefters , hoe zeer die zedert korte jaren hier re Lande aanmerkelyk toegenomen zyn, zullen op verre na niet toereikende bevonden worden om alle de menigvuldige zoorten van verblimheia onder de verliefde plaats hebbende, te kunnen genezen; Behalven dat deeze gcpermiteerde Beurfefnyders van het Publicq, eene byzondere Methode van operatie, zouden behoren uittedenken, om dat flae van moedwillige Blinde, het recht gebruik van hun gezicht weder te bezorgen, het geen ik onderlid volftrekt ondoenelyk te zyn. zoo lan* zy geen middel wisten aan de hand te geven, om de driederley aantlryvende oorzaken, welke de zintuigen der verliefde in de onge- ■ ... ... . ■ trouw-  C 303 ) trouwde ftaat nagelvast geketend houden, te ontkluifteten: Ondertusfchen wil ik nog als Geneesheer, nog als een Starrekundige, nog als Wysgeer my onderwinden, een onderneming van dien aart, die myne krachten te boven gaan, met een gewenscht gevolg te doen gelukken; AUeen zal ik my bepalen, om door Planeetkundige Proeven van wiskunst aantetonen; de Eerfte .Tweede, en Derde oorzaak, waar uit eigentlyk de Verblintheid onder ongetrouwde Verliefde, opzichtelyk tot haare wederzydfche gebreken, zyne geboorte ontleent. De eerfte oorzaak, waar uit die verblintheid met belang tot een ver* liefde zonder ondervindingontftaat, is zeer bekent: Men vergaapt zig doorgaans meer aan de lighamelyke fchoonheid, of welgemaaktheid van het beminnend voorwerp, dan aan de hoedanigheid van den Geest; De Zintuigen der verliefde worden meest altyd zoo fchigtig op het eerfte aanlchcuwen van een bekoorlyk uiterlyk gelaat getrofven~, dat men buiten ftaat word gefteld te begrypen, dat'er misfchien in dat fchoone Lighaam, een vuyle Ziel huisvesten kan: Hier doorgeraakt de overweging, nopende de inwendige Deuchden en hoedanigheden, welke noodzakelykimet onze eige geaartheid dient te ftroken, om een volmaakte huwelyks fimphatie uittemaken , terftond in het vergeetboek; En mogelyk tien duizend voorbeelden in één jaar bewyzen Zonneklaar, dat dit zwak algemeen is, aan alle Jonge Vryers èn Vreyfters, die door de pylen van Kupido gewond worden. Op die wyze behoeft men zig niet te verwonderen, dat brave Jongelingen veelmalen met aanvallige pronkfters, Ligtekoyen, Zottinnen , offlegte Huishoudfteren trouwen; Terwyl het niemand vreemt moet fcheinen, dat Eerlyk en Deuchtzame Vrouwsperzonen, die het zand der Liefde in de oogen zit, haar met welgemaakte Dronkaarts, Speeelders, Nachtlopers, Verkwisters, of dat nog erger is, met Ingebeelde Gekken, en barbaarfche Vrouweplagers in den Echt verbinden. De tweede oorzaak, van de verblintheid onder ongehuwde verliefde niet minder bekent, is het Perpetuum. Mobile van alle waereldfche zaken; Ik meen de klinkende Goden, die de zinnen der Menfchen dermaten betoveren, dat ze hen verbeelden daar in haar eenigfte heil, en gelukftaat gelegen te zyn: Als men een Meisje trouwd die geld heeft, dat is genoeg! Men onderzoekt haar afkomst, nog humeur niet; Het geld"bedekt vooreen tyd alle haare gebreken. Desgelyks handele zulke verftandelooze Jonge Dochteren welke een ryke Weduwenaar, alfchoon hy oud, krom, fcheef, en mismaakt is, of een bemiddelde Zot ten buwelyk nemen, vergoedende op een andere wyze de flegte keuze die het geld hen heeft doen maken : Wat jammerlyke en bittere vruchten deeze zoort van huwelyksbomen voortbrengen, leert de ervarentheid hier re Lande en elders dagelyks, inzonderheid als het geld, de zeilfteeu van het gsluk der verliefds, niet meer trekt, of wannetr gelyk meestyds gebeurt, de Q q 2 ver  C £04 ) verblintheid wegens de onderlinge Gebreken door de Trouwftaat begint opteklaren. Aanbelangende de derde oorzaak, rakende de verblintheid der verliefde, hoewel die zoo algemeen niet ingekropen foheint, dan de beide vorige, zoo is ze nochtans meer dan te veel de dryfveder van van het Lokaas des Huwelyks onder Jonge Menfchen van de beide Sax; welke laire Harten door Hoogmoet, trotsheid, en ftaatzucht laten weoflepert, en al hun rust, vermaak en vergenoeging daar aan opofferent Ik bedoel zulke betreurenswaardige fiachtoffers van het fchool der Liefde, die in hunne Echtelyke verbintenisfen meer de grootsheid der luifteriyke geboorte, en aanzienlyke waardigheden, dan de oprechte huwelyks min, de given van de Deucht, en van het verftand in het beminnent voorwerp waarderen. Aldus heb ik fchatryke, en te gelyk beminnelyke Jufvers van ordentelyke Burgers afkomst gekonnen, die met vreemde kaaie Avanturiers trouwde, om de naam van Barones, of Gravinne te kunne voeren; Indiervoegen is het ondanks myne waarfchouwingen aan een zeker uitland ig Hoogleer aar van een weergaloze geleertheid voor eenige jaren gebeurt, dat hy meteen Oude ryke Freule getrouwd zynde, alleen met het oogmerk om aan een voortrefvelyk geflacht vermaag fchapt te wezen, vervolgens zig deeze ftap van verkeerde hoogmoed te laat beklaagt heeft gehad, en dee.'.ezyne verblindbeid in het ftuk der Liefde, dikwyls met heete tranen moest belchryVen , volgens het geen ik hem by het trekken zyner Horoscoop voorzegd had vermits Mevrouw de hooggeboore Freule. zoo trots in alle haare manieren en omgang, en van een zodanigondragelyk kwaataardig humeur was, dat de fchrandere Hoogleeraar tot verwondering vaneen ygelyk, eer d - plaats van kostganger, dan die van Gemaal by haar bekleede. XXIV. Aftrologifche Voozeggingen - voor de Drie Loopjaren 1830, en 18,41. Vertonende de invloed van de Planeet Cirkel op allerhande waereldfche zaken. Allerhande waereldfche zaken zonder uitzondering, zyn zoo te zeggen gedurende drie agteréénvolgende jaren , in één Eeuw den invloed van de Planeet Cirkel onderworpen; Zulks valt juist te beurt, het drietal Loopjaren waar op ik althans het Kompas van myue Aftrologifche Voorzeggingen rigten moet: Wil men weten wat men door den in» vloed van de Planeet Cirkel te verftaan heeft? ik begeer het gedult van één weetgierig Mensch niet lang op de Pynbank te ftellen; Zie hier de verklaring De waereldfche zaken die na het Menfchelyk begrip toevallig fcheirien te gefchieden, zyn doorgaans de geene welke dén invtoei van de Planeet Cirkel, by de uitkomst het allermeest vertonen,-uit oorzaak dat haare bewerking zig flegts bepaalt tot de ©nopzettelyke Daden en Be-  ( 3°5 > Befluiten der waereldüngen; Invoegen dat zy fchier geen de minfte gerneenfchap heeft met de voorbedagte bedryven van Iemand, die niets dan na voorafgaande beradingen onderneemt: Zoo zal by voorbeelt, de invloed van de Planeet-Cirkel khavblykelyk doorftaien, als één Vreemdeling in een Stad komt daar hy onbekent is, enrbygeval het Huys inloopt, van één fatzoendelyk Burger, om na de. weg te vragen, zoo dat hy na één kort Mondgefprek met den Huysheer in kennis geraakt zynde, door deeze eerfte kennismaking, de grondflag tot hun beider geluk en tydelyke welvaard gelegt word. Een zeker Jongman niet lang geleden, met wat te veel overhaafting of liever onbezuistheid in het vallen van den avond over de ftraat lopende, ftruikelt by ongeluk over een fteen; valt,en kneust ellendig zyn Been, vlak voor een Huys, alwaar een Jonge Jufvrouw op de bank van haar ftoep zat, om een Vreyfterlyk ovondluchtje te fcheppen; Dit Meisje behalven dat zy van een meedelydende inborst was, wierd door den invloed van de Planeet Cirkel gaande gemaakt, om aanftonds ter zy>er hulue toetefchieten, zy bood hem azyn met water aan, om het bloed van zyn Been aftewasfen , en de geftruikelde jongman zoo lang in het Huys van haar Vader gebragt tot een Wondheelder het eerfte verband zouden gelegt hebben; Ondertusfeheu heeft den invloed van de Planeet Cirkel in dit geval onmiddelyk na de genezing van den gekweste Jongeling, de verkeering en het daar opgevolgde Huwelyk uitgewerkt, tusfchen deeze beide Jonge Gelieven: Men heeft ongelyk te denken, dat het Mirakeldom in zulke ontmoetingen plaats gehad heeft. Alle waereldfche zoeken die in de drie Loopjaren van 1829, iSjO- en i8u ftaan voortevalien, zullen door den invloed van de Planeet Cirkel beftiert worden, wel te verftaan voor zoo veel de onvoorziene gebeurtenisfen, of liever de toevallige Lotgevallen betreft; Het is daarom dat in het eerfte dezer Loopjaren door een vernuftige, Geest van geboorte één Amerikaan ,by toeval een zeker kunstryk werktuyg zal worden uitgevonden, waar door het gebruik van het grof Gefchut in tyden van Oorlog voortaan onnut zal wezen: Om die reede fcheint het meer dan waarfcbynelyk, dat in 't jaar 1830 door het onnozel bedryf van één Jongen, in het opgraven van een befloten Kis je met geheimen Papieren, groote zaken zuilen geboren worden. waar over gansch Europa verbaast zal ftaan; Om kort te gaan, het zal denkelyk daarom zyn, dat in het jaar 1831 door de toevallige Dronkenfchap van een kundig Man, één Plan van zyne vinding ter verbetering van de Zeevaart na de Oost-Kust moet worden voortgebragt, die als een bewondert Meestu ft.uk van fchranderheid , by de geleerde waereld in fmaak zal geraken; Waarom ik my hier niet ongefchikt inde gelegentheid bevindt, om my wegenshet nuttig gebruik der Wynen wat nader te moeten verklaren. Qq 3 AI-  C 30S ) Alhoewel ik in een Myner Geheime Waarnemingen, bv wvze v»n RnVvoti ,<„ m„« Vriend Meester Franciscus gefcbreven, ter loop/gehWelf hebbe,%ïn de voïrdel? ge, en nadelige uitwerkselen, welke het gebruik der onderfcheide zoorten van Wv' nen op de Temparementen van zommige Patiënten, meestyds ais vastgaande gevoS voortbrengen; Zoo zal ,k tot meerder opmerking en dienst der Bachuskindefp-i fx. hands over deeze ryke (toffe- een tweetal kluchtige, en vermakelyke Eiften van Bneventen psptere brengen wel waardig gelezen te worden, als behelzende verfch 1lende Bedenkingen over de Nuttigheid, der PVyndranken , in beide RnStZ^aimA door zulke wonderlyke Proeven die raar in zyn zoort zyn, OnSeSéh" TIS mA zig zoo ik vertrouw, laten welgevallen, dat ik het d.gelyksch gebruik van een matig glas wyn aanpryzen moet, voor Luiden van ftudie, die hun beroep van de Pen maken, als door memgerley bevindingen gebleken zynde, dat zulks ten uitwrfte noodzakelyk li, om afgematte of logge harfenen uit de flaap geleertheid tè ontwaken en ongemeen vrucbbasr in fr?!ye vindingen te doen zvn: Men begrypt wel dateen byzonder inzicht my gaande maakt tot de vorenftaande Aaapryzing van hi' D uive" nat voor heele en halve Geleerde Mannen, onder welke laaste Cla.fe ik welfche w rrerèldaSaken? *»■ ^ U™ MaatfchaPPye Diepdenkende Heer! Ik ben een Vrouw van ver/land en die ordentehke inkomlïen heef, om onbezorgd te leven-, Ieder Zoekt myn aanname omgang ï Om dU rede bel ' JPÏt*' TSt drïS h0-ndert V#e* ""'*««''' >**", dat U te Zeggen alt' dagen gezeljchappen bytewonen, ja neem, niet kwalyk Myn Heer, dat ik Vr ,0 IviLofCor fchoon audersezge Lof JlinkO joegen moet, dat ik gelyk het een Vrouw vin fJizoen betaamt, rr,yn vies roode wyn zoo wel des Middag, als des avonds oZ tavel&5 * ntnnt7' .^fV \" d€, fWW*« i» ^yn gelaat vercorzaakl. Door ondervinding heb tk reede van tegeloven Myn Heer, dat een paar bottels oude Hermitage wyn daags gedronken, van een ov.gemeene Nuttigheid bvZzonderZ voor het VrouwelykQefiacht is-, Want behalven dat het de gceafonheVCoZvVvX. zoo verlevendigt het de blozende kouleur op de wangen, en zet een vZweenSero vrypostigheid en aar.igheid in de tavelgefprekken by, die haar bevalHg laakt inde oogen van verflandige en denkende Mannen; Ik wensehte Myn Heer Ludeman ' dat gy de Planeten eens geliefde te raatplegen of een Vrouw haar nog niet' bemiZe,kef in de gezelfchappen der groote waereld zoude maken, warneer »j %ie"w7n Zae wil daags gebrutkte.-ik ben Uwe Dinaresfe, Theresia Vendan/e ' Myn Heer, Myn Heer Doctor! ',wh00K lk,diC fc5ry?nde eea haIvs kniP weg heb, als voor Posttyd een half „ douzyn bouels roode Baay gekraakt hebbende, moet ik evenwel volgens aftraak „ met myne Confraters u nog van avond fchry ven; Wel nu Ik fchrvf f dan! ~ Ik " uÏÏLFl byna te.barften ,achs" onder het Schryven My, Heer Luieman\\s i! " Ss?A S rPP'g,fy Va" daag gedisputeerd bebbe gehad, over de Nuttghdd „ die de wyn boven alle andere dranken heeft-" wiitgm» „ Wy zyn van geveolen Heer Doélor, en ons gevoelen feilt zelden, als wv maar " zT om ^MTAedr0nka h.fbben' dat de ^«nken een zonderlinge b" " zonder het Snï'vrï^^f welrPreke"d<* te maken, dan zy anderzints " S. 5f -I ?, k dien hen ^«onen; Wy bevinden dat de wVn alie be. „ fchroomdbeid, alle zorgen, en alle angstvalligheid van het Hart wegneem • De " Z\\Zaklem MfSCh luchthartig. ^ veel al ftoutmoediger om Srnemingïn „ van gewicht e volvoeren; Ook heeft de kracht der wyn doorgaans die heerlvke " de 3?^"""""^! d3t Zy Z0° Wd Vr°uwenals Mannen van een kou„ «e geftelthe.d, of van zodanige onverfchiliige gemoedsbewegingen waar voor zv " K'/nrfJ ^ b6Ste def Menfche'yke Harstochten zyn, fn weinige oogenWiï ken door Liefde tot een voorwerp hoe onbeminnenswaardig ook, kan doon ont- „ von-  C 3°7 ) „ vonken. Aldus vind Confrater Paradoxis, wanneer zyne ogen door de wyn ver- „ glaast zyn, de onbehagelyke en kwaataartige Thamira een weergalooze fchoonheid „ van een bekoorlyke zagtzinnigheid! Indiervoegen is Confrater Avaritio, fchoon anders bekend voor een gierige vrek, de Edelmoedigfte en Mildadigfte Man als hy een paar ftoop wyn gedronken heeft! En ik Heer Doilor kan praten als een Cf,, cero, zoo ras ik in het wyn vermaak maar even boven Jan ben, dat is te zeggen, „ als ik fkgts drie Botteltjes Oude Collo Rotti agter de knoken heb." „ De onwederfpreitelyke Nattigheid der IVyriranken op die wyze aangetoond heb„ bende, verzoek ik u uit naam van ons Bachinaal Confraterfchap, zoo goed te willen „ zyn, door het gezach van uwe aanfpryzing onder uwe kalanten, het gebruik van „ alle foorten van vyndranken meer algemeen te willen doen maken, ten einde ter „ zeiver tyd hierdoor te weeg te brengen, dat onze Pakhuizen, die thans met keur„ lyke wynen opgevuld zyn, met voordeel eens Ledig gernake; En op dat Gy deeze „ dubbelde dienst zoo voor het Menfchelyk geflacbt in 't algemeen, als voor onze be,, langen in het byzonder niet onbeloond bewyzen zult, hebbe wy in deeze onze Brief „ een klein gefchenk van twaalf Dukaten ingefloten, dat gy zult gelieven aantenemen ,, met die goedhartigheid, als het u gefchonken word, van Het Crr.fr at er fchap der fVy «drinkers. Jan Romervol. Rotterdam 1747. Daags na de Fianfche Maandag. N°. XXV. Astrologifche Voorzeggingen, betrefvende net Schrikkeljaar 1832. Met de di ie Lovpjaren 1833, 1834, en 4835. Vierde Nachtbefchouwing. Weinig woorden, en veel zaken heb ik ten befluit van myn Truimpb Zaal te zeggen,en daartoe hebik voorbedachtelyke myne Vierde Nachtbelchouwing voor het Schrikkeljaar 1832 niet alleen zorgvuldig befpaart gehad, maar inzonderheid de Allrologu fche Voorzeggingen voor de drie Loodjaren 1833, ,1834, en 1835 daar by gevocgt, hoe zeer zulks anders tegen myne gewoonte, en niet minder tegen de regelen van myn beroep, in hoedanigheid van Ajirologi.t ftryd, gelyk dit laafte by de kunstgenoten eene bekende zaak is. Dan waaitoe zoo veele omwegen gemaakt, terwyl ik in dit kort beftek één Nacht' lelchouwing van een wonderlyke aart te befchryven heb! Laat ik daarom voortgaan: — Het gebeurde eens op één zogenoemde Drie Koningen dag, die den zesde January regelmatig invalt, dat het 'er zeer donker voor my uitzag, door de menigte ongemakkelyke Htroskopen waar meede ik toenmaal belemmert was, en die meest alle buiten de Stad, met de avondpost moesten verzonden worden; Myn Geest na de afdoening van zaken eenigermate afgeflooft zynde, zogt rust in de overdenking; Gezeten in myn Studeerkamer op één Leunftoel, met de beenen kruyslings over malkanderen, fchepte ik vermaak om by het kaarslicht zoo wat te mymeren, wanneer ik yiiugs door eene trilling in alle myne Leden overvallen wierd; Hier uit bpfluitende, dat zulks misfchien een Planeetwei kende Waarfchou-w^g kon zyn, liep ik met overhaasting na myn Ohfer atorium, en bevond dat dezen Drie Keningen Avor.d eene gewichtige Nachtbe. Jihouwi g zou gaan opleveren. Welaan dan Vierde Nachthefchouwir.g, ontwikkelt uwe kunstgeheimen, ontfloot de deur der Starreonderzoekende wetenfchsp, en'laat het kenmerk der voorzegkunde voor het Schikkeljaar 1832 tot eene A.lrologifche toetsfteen voor de echtheid en grondwaarheden der ontdekkingen van de volgende jaren der Neg?ntiende~Eew dienen, Befchouw hier Ludeman , gy kunstgenoten die indat toekomende tydperkfchap mogelyk nog eerst het voorportaal van het fcbool der Afirclcgic zult betreden hebben, befchouw zeg ik hier Ludeman, welke Gy in de dagen der verbeyfteriog zonder uwe trots geweld aantedoen, (onberoemt gefproken > voor de Mecenas wn de kunst zult moeten erkennen , ais in een 'Nachtverrukking waar in zyne Planeet Patronen hem hem hebben willen verwaardigen in de Luchtzalender Starrekundigeoptetrekken. — By deeze Aanmerking moet ik ftil ftaan, want ik zag, wel nu wat zag ik! — Een lichtfcheinende ui: de duifternis, dat my genoegzaam te kennen gaf, hoedanig hst met de waereldfche Toneel verwtsfeUngen gedti-  ( 508 ) teade het Schrikkeljaar 1832 aflopen 2a!; Sol het teken van den Ram pasferende fcheen aanteduiden, dat de rust tusfchen de Potentaten van Europa nog 15 jaren (tand 20ude grypen, en dienvolgens geen Vreedebreuk voor het jaar 1847 ce dugten was. Lu-va zvn Cours omllreeks het teken van de B dans wendede, voorfpelde op dat jaar de geheeleval van het nog overgebleven Jodom, of liever derzelver tien jarige Bllingfchap uit de Christen Landen, met de volkomen herftelling dien Natie onder het gebiet van een Aardsch Koning die vervolgens door hun verkoren zal worden 5 Mars bezyden het teken van de Otter gaande, groete de overige zes Planeten, en [teeg den Vreede Tempel in, voorzeg, gende dat bet zwaart desüorlogs eerst op het einde van de ffSgentiehde Eeuw bloedige gedenktekenen zoude oprechten : Venus op het teken van den ScitpUet. ftarogende, ftroóvde Maagdebloemen ter Eere van een zevental Vorftelyke Huwelykstoonszen, welke in dit Schrikkeljaar opgefloken zullen worden. MERcuaiusCaiias) H^MEshet teken van den IVatennan naby komende, gaf de vaste toezegging aan een Zee Mogentneid wegens de ontdekking van een Nieuw wingewest in Afuka gedurende dit jaar, onder belofte vin aldaar een ryke Goud iv.yn te zullen vinden; Jupiter al fpelende rondfom de twaalf Hemeistekenen lopende, verblyde zig dat de fchielyke Dood van een gekroond Hoofd die als een Tyran geregeert had, dat zelfde Schrikkeljaar het geluk en de welvaard zyner lans verdrukte onderdanen zouden uitmaken : En Saturnus met opmerking het teken der 7Wimgen befchouwende, fcheeuwde luidkeels dat 'er nog zeven groote wonderen in de Negentiende Eeuw als onfeilbaare voortekenen van het laafte der dagen gebeuren moesten, en van welke ik my voorftel in myn Kroonwerk getytelt de Larf,'Eeuw Bazuin van Ludeman, volledig te zullen handelen ■ Ik ZMde Hrr zonderwanfchikkelykheidte begaan , dit werk hebben kunnen befluiten, indien Myne Vrienden de Planetenmy bygelukniet hadden doen gedenken aan de Aflrologtjcve Voorzeggingen welke ten opzichten van de drie Loopjaaren 1833, 1834, en i8m met geen ftilzwygen voor by kon worden gegaan; Het is inderdaad een berispenswaardige onoplettendheid onder de /l/lrologisten zedert de allervroegfte Eeuwen geweest, en ik maak geen zwarigheid om openhartig te verklaren-, dat ik beroepshalve geene bedekzelen zouden kunnen uitdenken, om wat myn Perzoon betreft, my van dien gegronde blaam te zuiveren, dat men dikwyls door zig te vergapen aan belangloze ontdekkingin , de order der Natuur, en die der Plaaneetknndige regeering vooruitloopt, en op die wVze het wit van de beste waarnemingen over onderwerpen van aangelegentheidt.it het oog verliest: lk zal my d.tmaa! daar aan niet fchuldig maken , veellieverzal ik varkiezen om aangaande de or.e Loop^ren waar van ik nog gewagen moet, kortelyk uit den loop der Starren aantemerken, datofichoon het jaar 1833 oogfcheineiykbedreygt wordt met het beklagelyk onheil vaneen hjuyzejaar te zullen zyntennaaften by als inden jaare 1742 hier te Lande en elders heel t pinatsgehad, deplsag van dat fchadelyk ongedierte nogtins gemakitelyk na myn begrip kun worden verdreven, door middel van gedempte harstgemengtmetzwavel in vuurtesten opdeLir.^eryenofomftreeksdekoornfchurentedoen fmeulen. Men kan ter zeiver'vd met vo.koaeu zekerheid voorzeggen, dat van het jaar lS34af gerekemgeene hooge Watervloeden nog Doorbraken van Dyken meer te dugten zullen zyn, uit aanmerking van eene wiskun.ligwer.Huig onder de uitvinding van dat jaar behorende, om voortaan de Rivieren en f«^i.M-n^ 6 W' teJbedwiD£en; E" dattotheil van het Menschdom het Loopjaar ^1 ereerfte goedgekeurde Proeyen zal uitleveren om de zogenoemde Kinderziekte of hi .Kerpokken welke jaarlyks zoo veele duyzende Menfchen ontydig wegrukt, kort na de geboorte der kinderen in zyne gevaarly ke gevolgen zonder Inocula tie of Inenting te voorkomen ,dow behulp van de geprepareerde Arjenicum even als men in het geval van de kanker «gin Naburige Landen.in gebruik heeftgebragt, dog ongetwyvelt met meerder om«gtlgHvd ten opzichten van de kunstbereiding in de vermenging met andere Ingrediënten, waarvan ik gelegentheid zal hebben nader te fpreken. aw«.«greoienten, AANMERKING. Ko V |,rf'n?^",' dient 5 dat het abuis het welk door „verhaiffing in het overfchryven onder J ,g' 6' £" vervü'gens' ra'e"de