B Y D R A G E TOT VERLICHTING VAN HET ALGEMEEN, EN BYZONDER VOOR DE VRIENDEN VAN HET VOORMALIGE BESTUUR. DO OR EEN VERDRUKTEN VAN HETZELVE. VV A A R B Y Een exaile Lyst der gevangen geweest zynde Burgers, op ket Blokhuis, in Vriesland; met der zeiver Befchuldigingen en Sententien. Het Eerfte Jaar dei- Bataaffche Vryheid. 'dhm te bekomen.   OPHELDEREND V O O R B E R I G T. Burgers! Heil en Broederfchap! Het Fragment, of Proeve van Verdediging voor dezulken, welke, zedert September 1787, uit order van het Hof, op last van de Meerderheid der Staaten van Friesland, in 's Lands algemeene Gevangenis, het Blokhuis -genaamd, gevangen gezet, en van de zogenaamde Amnestie uitgefloten zyn welke ik U hier ter leezinge aanbiede, is door een welmeenend Vriesch Patriot C. S. in rubriek gefteld althans als zodanig aan my op 's Lands Blokhuis ter hand gekomen; om daaruit in myne en in myner Lotgenootens Verdediging zodanig een gebruik te maken, als ik oordeelde, met voorzigtigheid, en tot ons wezeutlyk nut ,'er uit halen konde, Dit Stukje behelsde, na myn inzigt, veele goede Hellingen en grondige aanmerkingen, byzonderlyk om te bewyzen, dat de Staaten den Gevangenen en Gevlugten onrecht hadden aangedaan, met hun van hunne Amnestie uit te fluiten. Na dat ik dan hetzelve herzien, herleezen, en voor myn geest zo klaar op het papier gefteld had, dat het duidelyk genoeg voor my wierd, —heb ik ook, in de Verdediging myner lastige befchuldigingen van den Procureur Generaal , 'er zo veel gebruik van gemaakt, als ik meende dat my konde dienen, en ook aan myne Lotgenooten, zo veel ik konde, dezelve doen kennen, met aanpryzinge. . Na myne ontflaking uit dit angstvallig verblyf, in t •welk wy door de nukken van een fchraapzugtigen Cipier dikwerf geplaagd wierden, zoude ik, geduurende myn ballingfchap, deeze Proeve wel hebben in het licht gegeven; maar dit heb ik nagelaaten eensdeels om dat het toen niet dan bedektelyk had kunnen gelchiedcn, en ten anderen genoegzaam alleen onder het oog A zoU'  C a ) zoude gekomen zyn van dj/.ulken, welke, uit hoofde van heur kunde aan zoortgelyke natuurlyke Verdediging van de handelingen der Patriotten, hunne Vrienden, —— decze niet nodig" hadden. Ik heb het daarom liever willen laten rusten tot een gelegener tyd, om 'er dan mee? nut mede te bewerken. Deeze tyd is fpoediger opgedaagd dan ik my had durven voorftellen. Het gunftig oogenblik is reeds verfcheenen, waarin ik het zelve, met alle vrymoedigheid, na het nogmaals nagezien en verhelderd te hebben, aan het denkende en leezende Publiek, en byzonder aan de Vrienden van het voorige Beftuur, ter overweeging kan aanbieden; op dat zy, welke, uit onkunde aan de waare Rechten van den Burger, de Oppofitie der Patriotten ia 1787 veroordeeld hebben en, uit vooringenomen¬ heid met dat beftuur, aan demishandelingen dier vernederde Patriotten, door de heerfchende party, geen geloof hebben durven flaan, nu Verlichting mogen bekomen omtrent de gronden der bedryven, en de Verdediging van de vooitduürende gedragingen deezer, in hunne oogen, landbedervende en onlustvoedende Keezen ; daar uit 'deeze Proeve moet blyken, dat die Patriotten zo veel tot hunne verfchooning van Straffen, en aanfpraak op eene algemeene Amnestie althans voor hun hadden , dat de Vervolgingen ten hunnen opzigte het kenmerk van wraaklust en onmedogenheid met zig voerden. Hoewel nu, door de groote verandering van zaken, en de gefteldheid der tegenwoordige provifioneele Regeeïïng, 'er Stellingen en Vragen in voorkomen, welke thans van zo veel aangelegenheid niet zyn als onder de voorige organifatie van Regeering ; zo blyven 'er echter nog a! een genoegzaam aantal over, welke nu en ten allen tyde nuttig , en daarom de aandagt van Burgers en Be* ftuurers wél waardig zyn — en uit dien hoofde de Publiciteit nog verdienen: al ware het dan ook voornamelyk, om te doen zien , dat alle de voorige Staaten,' maar inzonderheid die van Vriesland, de vernederde Patriotten meer hebben vervolgd om haar eigen hoogmoed en %'riakzugt te voldoen, dan om de rust, vrede en eensgezindheid, te doen herleeven, welke zo hoognoodig is om ons Land te beveiligen voor buitenlandsch geweld, en inwendig te doen bloeijen; — daar elk Leezer vry önderftellen mag, dat zulke fpreekende redenen als hier in  C 3 ) in voorkomen voor het verleenen van vergiffenis aan ce gevangene en gevlugte Patriotten hun zeer wel bekend zyn geweest; dewyi veele kundige Mannen in de natuurlykc en burgerlyke Rechten destyds Leden dier Vergadering waren en de besten onder hun dezelve ook buiten tvvyfel wel zullen hebben voorgedragen , bevorens zy hunne wreede fcclufien van hunne zogenaamde Amnestie opmaakten. Dat ook het Hof van Vriesland» aan 't welk de Staaten de Patriotten ter vonnisfing hadden overgelaten, welk Hof ook zeer ten nadeele der Gevangenen geconftitueerd wierde, door van hetzelve als Beoordeelaars en Rechters uit te fluiten zulke Raadsheeren , welke maar in eenigen graad geparenteerd waren aan Vlugtelingen van denzelfden aart, by hun genoemd fücii ejusdem deftHi , welken zy niet in handen hadden, ,en die voor het meerendeel geheel vreemd waren aan de Gevangenen zeiven (of men in de Staatsvergaderingen zulke uitfluitingen van ftemming der Leden, die eenigzins aan gevangenen of gëvlugten vermaagfehapt waren, gemaakt heeft weet ik niet zeker genoeg) zo dat hierdoor , in plaats van twaalf, nu maar zeven en agt, Rechters over de zaken der Patriotten mogten jugeeren, van welken wel vier of vyf geparenteerd waren aan Staatsleden , welken de Gevangenen aan hun hadden overgeleverd! Dat dit- Hof ook die zoort van verdediging wel hebbe geweeten, is genoegzaam zeker, ja dat die zelfs by hetzelve ter tafel zyn gebragt, is hoogwaarfchynlyk, en zoude welligt nu nog kunnen blyken, by het naziert der Notulen of Stembefoignes. Dus kan de gemeenmaking van dit Fragment dezulken, welke in gemoede gedagt hebben, dat de Patriotten van 1787 wel dcgelyk na recht en reden gevonmsd waren nu doen opmerken, dat zy, ja wel door macht en rechtfpreuken, maar niet na recht en reden, veroordeeld zyn, en zullen hierom nu welligt befpeuren en toeftaan, dat de Gevonnisden, en die met hun eensgezind denken, van het onrecht hen aangedaan te wel overtuigd waren, dan dat zy immer in den grond zig konden bevredigen met Regenten, Overhccrfchers, welke {leeds voortgingen met op voorige manier te denken en te handelen en daarom ook eene voortduurende ontevredenheid moesten koesteren over de, zo men dagt , *m/rMare en voor eens vastgeftelde Regeenngsform, A a »  C 4 ) in Handen van Perfoonen gefield, in de daad, volkomenlyk afhangelyk van den onftcryclyk gemaakten Stadhouder en hierom mede heure poogingen, om van dit befluur ontlast te worden , nrnder zullen wraken , zig bekeercn, ja, zo te hoopen is, nu medewerken, om een ander, beter, matiger en wettiger, Befluur te verkrygen! Dit zyn de redenen deeze is de bedoeling, om welke dit Stukje thans het licht ziet. Leest het düs met aaudagt, en ten uwen nutte! Amfterdam, den ... Maart* 1795* W. C. FR AG-  C 5 ) FRAGMENT. 1788. Ontwerp van Verdediging voor dezulken, < ' welken in eene Staats-fcheuringe deel hebben genomen en overwonnen zyn. Daar in eiken Staat, onder wat naam die ook moge bedaan, befchrevene wetten en uitwendige macht de eeuige kragt van dészelfs bedaan moeten uitmaken , en zonder dezelve geen genoegzaam verband en gelukkige fubordinatie kan plaats hebben. Uaar ook de langde degen fotns een regt van decifie neemt in partyfchappen tusfchen Staatsleden onder £lkander, en ook in Scheuringen, die in Staten tusfchen Bur- gers zelve ontdaan. Daar dus ieder braaf, eerlyk en obedient, Ingezeten ten "hoogden fchuuvv moet zyn en bezorgd , wanneer een Particulier eenen aanhang formeert ter fchéuringe, oproer, of rebellie in de (Maatfchappy, om den noodzakelyken band tusfchen dezelve te verbreeken; zo mag pok die zelfde brave Burger met regt fchrikken voor eene Scheuiinge in een Staat, alwaar de verfchilleu tusfchen de Regenten, of de hoogde Souveraine Collegien, ontdaan zyn, (dewyl 'er geene macht hoegenaamd bedaat, of dezelve is gegrond op eene mondelinge of fchrifteiyke Indrudtie , het zy dezelve verkreegen is door Overmacht, door Contradt, of door de vrye Verkjezhige van de Ingezetenen zelve,) en wel in* zonderheid , alwaar het verfchilpunt bedaat over de Indructien of Regeerings-Reglementen zelve, welke met duuren eede bevestigd zyn ; maar nog meer, wanneer fcheuringen in fcheuringen , 'of tweede fplitflngen, tusfchen Staatsleden, over den zin en geest hunner Reglementen en des Volks Rechten, ontdaan. Hy zal in deezen niet zo zeer fchrikken voor de macht zelve als wel voor de twyfeling, voor zyn bekrompen door» zicht, voor de duisterheid en onbepaaldheid der befchreevene Maatfchappelyke Wetten en Reglementen, en derzelver alteratien, door den tyd in dezelve gemaakt, en de onverrnydelyke moeilykheid en bezwaarlykheid daar door veroorzaakt. Voor-> naraelyk , wanneer de brave Burger of Ingezeten door eene ganfche provinciale Refolutie betrokken is in diergelyke Staatsgefchillen in een Verbond of Unie met anderen daande, en alwaar men de Minderheid in zyne belangens heeft, (gelyk was het verfchil in de Generaliteit, of Staten Generaal, met onze Provincie Vriesland, over de Quota, en over de gronden der Unie. Zie p. taulus) en de ongelyke belangens der A 3 «4  ( e ) öndeifcheide Provinciën van tyd tot tyd generale Staats -adv!» fèn deed te voorfchyn komen, welke gefchikt waren naar de denkbeelden der machtoefenende Meerderheid in der tyd, en dus dikwerf tegen elkander ftreeden, en welke den Burger in la gere gefchillen fleepten tdoor mededeeling der Minderheid, die ieder tragtte te verlïaan en uit te leggen naar zyn inzicht en incline. In deezen gevalle mag de vertwyfelde en verlegen Burger, die verpligt is te zorgen voor zyn en zyner Nazaten welzyn * en den welftand van zyn Vaderland ter harte neemt, die eerbied heeft voor de Wetten j de Regeering zyns Lands, te legt vragen : van waar za! ik een zeker en ten allen tyde beftaanbaar en veilig advys verkrygen, hoe ik my in zulke gevallen, in zulke hachelyke omftandigheden, zal gedragen , zonder my zelve, myn huisgezin, of goederen, in gevaar te brengen ? Hy, die in het begrip Haat, dat zyn ftand als Burger ■vordert, dat hy geen dood Lid in de zamenleeving is , maar werkzaam behoort te zyn, en zyn recht als Burger, Boer of Ingezeten, hem als een flilzwygende Eed is , zo wel als anderen, die dezelve op eene ceremonieele wyze hebben gedaan , om de Wetten Conftitiuicn en Privilegiën te helpen handhaven en onderfteunen, tot bevordering van het algerneené welzyn zyns Vaderlands, mag dan met recht vragen na een zeker en vast rigtfnoer voor zyn te houden gedrag, op dat hy niet mistaste, zig vergrype tegen Conllirutie, Wetten, Reglementen, Refolutien en Regenten, welke floten en tegen elkander aanlopen. Hy mag vragen, waar zyn de befchrevene Aften en Advifen, welke alle deeze alteratien van Staat en Conlïitutie op eene zekere wyze bepalen, daar zelfs StaatsRefokuien niet fchynen over een te komen over het recht van alteratie en interpretatie van het Reglement Reformatoir, door den Stadhouder den Vriefen opgedrongen en zyn die 'er werkelyk voor handen dan zyn dezelve voor¬ zeker, niet genoegzaara onder den Volke bekend, om daarvan gébruik te maken, eh zich te fchutten voor het gevaar van zich in Staatsfcheuringen te vergrypen, en de rechte party te kiezen, wanneer deeze openiyk in 't oog van iedereen gedreeven worden, en een belangneemend Burger niet ftil kan zitten. Wanneer immers de vastgeftelde befchrevene Wetten en Staatsftukken niet klaar genoeg in zichzelve, of niet bekend genoeg zyn, flaat dan de beste Burger in zulke hooggaande gefchillen niet onfchuldig en ongelukkig in zyn naakte hemd, en heeft hy dan wel eenig ander rigtfnoer ter regeling ■van zyn te houden gedrag, dan zyne menfehelyke en ligt dwai lende rede, voor zig? en wanneer dan zyne, naar zyn inzicht, best gekozene party, onder het tegenkantende geweld moet zinken, en voor hetzelve buigen, behoort dan zodanig Bur-  ( 7 ) Burger, die zich alleen van zyn pligt wilde kwyten, als een fchender der Wetten , als een misdadigcn, te worden aangemerkt en diensvolgens geftraft, fchoon byoo* zyne party naar zyn vermogen ftyfde? of is hy, die zig alioos, in zynen rang en Hand in den Burgerdaat als een getrouvv, gehoorzaam en eerlyk, Lid der Maatl'chappy ge.lroeg , in dit ongeval natuurlyk en rechtens pardonnahel Dit fchynt bejaad te moeten worden , zo lang de confti.utioneele befclirevene Wetten in dit opzicht niet volkomen klaar en duidelyk voor 't oog van ieder-ea daar gedeld zyn, hieraan nu hapert het voorzeker in onzen Staat, en zo lang dit niet geremedieerd is, blyft een eerlyk en onbefproken Burger geheel onfchuldig aan vergrypingen van deezen aart, die alleen uit een dwaling des verdands ontdaan , en gegrond zyn op de vermeende verpligtinge van elk Burger om zyne poogingen ten beste zyns Vaderlands aan te wenden en hierom is het ten hoogden nodig ter voorkommge van onheilen voor den Burgerdaat, dat dit werk, de daarftelling van Klare Wetten ten dien opzigte, ten fpoedigden ter hand genomen en op een vasten, wettigen en regtmatigsn, voet in dand gebragt, opei baar kenbaar, en op eene ligte wyze voor ieder een verkrygbaar worde gemaakt . . . Men mag nu ïnrusfchen te regt vragen, en 'er aldus een beredeneerd antwoord op geven ——. Wat is Oproer, wanneer bedaat dit ? Oproer is, wanneer Ingezeten tegen Ingezetenen, of Ingezeten tegen Regenten, of Regenten tegen Regenten, gewelddadig bandelen, en elkander met geweld overheeren of berooven. ■ Hetzelve bedaat alsdan, wanneer Losbandigen, tegens Wet en Rechten, moedwillig , uit kwade beginzelen , op eene toomeloze en irreguliere wyze, dille, gehoorzame , vredige, welmeenende, eerlyke , Burgers, Ingezetenen , Regenten of derzelver Suppoosten dwingen, om hunne wederregtelyke oogmerken mede te helpen bevorderen, met bedreiging van hunnen ondergang of, zonder eenUe aanmaning, of redegeeving, de l'erfonen, die hun hatelyk geworden of gemaakt zyn, dadelyk aanvallen en gewelddadig in perfoon , of goederen , ten hoogden benadeelen en mishandelen, in fpyt van Wet en Rechten. Het is onbetwistbaar, dat zy, die zig hieraan fchuldig maken , ten allen tyde , in alle Landen, ten hnngden misdadig, en daarom drafwaardig, zyn.; Maar het peen hierna aan grenst, Stditie, Rebellie, is niet zo gemrkkelyk in hare grensfeheidingen te bepalen. Men wil , van den Kant der Overheden , echter dezelve jremeenlyk doen bedaan in eenen Opdand, of wederfpannigheid tegen de vastgeftelde Wet, of derzelver uitöeffenaars, of der hooge Overheid zelve in eene Burgermaatfchappy; dan dit vereitcht nadere opheldering, vermits zekerlyk alle Opdand tegen 's Lands A 4 Over-  ( * ) Overheid ten allen tyde geen Rebellie kan heeten —— dus moet dezelve bepaald worden door den rechtelyken of wederrechtelyken grond, waarop zy rust, en daarna goed of kwaad worden genoemd: want indien alle Tegenftand of Opftand tegen de Regeering, zonder uitzondering, Rebellie was, dan voorzeker zoude nimmer eenig Tyran, die wettig gefteld Opperhoofd was, op eene rechtelyke wyze van den Troon zyn gezet, of de kwade inrigting eener Maatfchappy kunnen verbeterd en.herfteld worden; ja dan waren inislchien alle tegenwoordige Regeeringsvormen onwettig,zynde alle op omwenteling of hervorming, door tegenftand en eene meerdere of mindere weerfpannigheid aan de oude Conftitutiien veroorzaakt, gegrond^ (*). Uit de Historiën kan men opmerken, dat de oude Conftitmien en Regeeringsvormen, in veele Landen, zo veel van de hedendaagfche verfcliillen, dat derzelver overeenkomst bezwaarlyk te vinden is.terwyl deeze hervormingen veelal door Staatsvenvisfelingen veroorzaakt zyn , waaronder onze Nederlanden zoms geweldige fchokken ondergingen. Het komt dus 'er op aan om de rechtelykheid of wederrechtelykheid van eenen Opftand, of verzetting tegen de tegenwoordige Conftitutie, naauwkeurig te bepalen, en in welke gevallen dezelve wettig kan genaamd worden: gefteld dat 'er geene algemeene gevvigtige hervorminge kan. plaats grypen in eenen Staat, zonder eenen voorafgaanden gevoeligen fehok uit te ftaan. Dan (*) Concept - Definitien van Woorden , in de Rechtsgeleerde Boe* ken voorkomende. Rebellie, Oproer, wedcrfpannige Losbandiglieid , onberedeneerde, driftige aanval op de hooge Overigheid zelve, of de uitvoerders liunref bevelen , tegens wet en ïeiteti aangevangen. Een hedryf, 't welk den band du- Maatfchappy verfcheurt, en den eerbied, aan de Overigheid verfchuldiad , geheel vertrapt; en daarom,zo dra het ttiogelyk is, zwaarlyk verdient geflrafi te worden. Seditie, Opl>2nd , wcdtrftrceving def Wetten, of voorbedngte verzetting tegens de hooge Overheid eens Stads, Districis, Provincie, of des geheelen Lands, gegrond op veronderftelde, voor de Maatfchappy lehadelyke,aanmatigingen en inconflitutioneeie Gezags -uitocfFeningen der Overheden , en kan dus wettig of onwettig, verfchoonbaar of onverfchooibaar zyn. Tumult, Oploop, losbandige, toomloze zamenloop van eene onbe2uisde menigte, om hunnen wettelozen moed te koelen aan byzondere Perzonen of derzelver Bezittingen , gegrond op regtmatr'ce of ontegttnatige verdenkingen van verkeerden , of voor de Maatfchappy nade- ligen, handel van die Perfonen en daarom altoos meer of min ftrafbaar. Comi'ustie, Ontbranding, hevige beweegihg, veroorzaakt door een gefchil, 't welk eerst door weinigen aangevangen word; dr eh waar aan een gezelfchr.p of omfranders meer of min deel neemen, 'c welk alleen misdadig word, na mate die verfcliillen tot hevigheid en buitenfporiglitid overflaan, die tegens geiUtuserde Wetten aanlopen.  ( 9 ) Dan dit is een te bezwaarlyke taak voor een Burger , in de Wetten en Conftitutie des Lands weinig ervaren, en vereischt eene meesterlyke hand, welke kragt van te overtuigen heeft. Volgens myn oordeel, en de inlpraak van myn geweeten, echter, is een Opftand rechtmatig: j. Wanneer de hooge Overheid , wie die moge verbeelden, tegen hare Indructie zodanig handelt, dat de Burgerliaat of Maatfchappye hi«r door zichtbaarlyk in lyden geraakt, of derzelver Rechten verkort worden, en wanneer deeze verkeerde handelwyze die Overheid, langs conftitutioneele wegen, in behoorlyke termen, by herhalinge, te vergeefs onder't oog zyn gebragt door hen die dit lyden onmiddelyk, of by gevolgtrekking ondergaan: 2. Wanneer de Wetgevende Macht zodanige Wetten vastftelt, waar by deszelfs macht en onafhanglykheid vergroot word , tegens liet belang en welvaren des Volks , die dezelve eerbiedigen moeten , na dat dit Volk- alle wettige middelen te vergeefs heeft aangewend om de invoering dier Wetten voor te komen, of derzslver fchadelyke uitvoeringe af te wenden: 3. Wanneer de Wethouderl'hap alle zulke Wetten verwaarloost, welke ingericht zyn om hun zeiven te bepalen in willekeurige handelingen, ter hunner vetheffinge en ter vernedering van de overige Leden der Maatfchappy, wanneer deeze te vergeefs hunne billyke klagten behooilyk hebben ingebragt: — 4. Wanneer de Overheid de raadgevingen en ontwerpen, ter verbetejing der Staatsgefteldheid, op eene behoorlyke en decente manier , door de Meerderheid van het ware belangryke en deel* %emende Folk ingebragt, by aanhoudenheid verfmaadt en verwaarloost, zonder dat Folk voldoende reden te geeven, waarom zy in die voordragten niet konden bewilligen. • In de voornoemde gevallen dan oordeele ik eenen tegenftand , ja een gewapenden tegenftand, des noods, volkomen geöorlofd niet alleen, maar zelfs plichtmatig te zyn; om dat een Volk verpligt is zyne Rechten te handhaven, en die zelfs tegen het belang van een volgend gedacht niet kan, althans niet mag, wegfehenken: dan hierby is te verftaan , dat dit Volk daar niet toe verpligt kan gerekend worden , als hun alle macht reeds benomen is om een kragtdadigen wederftand te bieden —■ dan moet het bukken en dilzvvygen , nemaar, wanneer hetzelve genoegzame inwendige Macht in zig meent te hebben, om hare billyke eifchen kragtdadig te ouderfteunen en te doen gelden, dan eerst is het gerechtigd om den hachelyken kans te wagen en welke Party in die gevallen ook moge triumpheeren, zy, die het verliest, heeft een grondigen eisch op Pardon van de overwinnende Party, om dat zy van wederzyden recht meenden te hebben, of werkelyk bezaten, om hunne belangens te handhaven , en wettige middelen daartoe ter hand genomen hadden; daar zy, als partyen in den Staat, A 5 flry-  flrydende over hsre wederzydfche Rechten , moeterj worden aangemerkt, die door redenen hunne gefchillen niet kunnen beüisfen, en daarom gennoddrongen zyn huane tocvlugt tot de Wapenen te neemen en den nitflag, als et laatfte middel, daar aan moeten toevertrouwen : want in zodanig eenen toeftand k--in zulk eet) beJryf g-ene losbandigheid , ongehoorzaamheid of rebellie, genaamd woroen , om dat het zyn grond heeft in het Volks-recht, en ten oogmerke heeft het verbeteren der Staatsgerteidheid, en derzelver Wetten, en niets anders bedoJr dan daardoor het geluk en den welftand des Vaderlands te bevorderen, en elk individueel Lid zyn recht te laten wedervaren daar de firydende panyen, uit ver- fchillende Staatkundige begrippen en beginzelen, tegen elkander werken , om Oproer, Rebellie en Vertrteding der Wetten , te weereii, en eene wettige Regeeringe te maintineelen Op dat dus de bepaling van rechtelyke of wederrechtelyke oppofitie in Staatkundige Gelchilien eens te regte gefchiede, en de Maatlchappy , daar door uit onzekerheden gered, in veiligheid gefteld worde zonder voortaan in dwalingen daaromtrent te kunnen vervallen , zoude ik zeer bevorderlyk oordee. len, dat de volgende Staatkundige Vragen rechtmatig werden opgelost, en daar uit eene Wet geformeerd werde, die ten bake voor elk een, en vooral voor de gequalificeerde en flemmen* de Leden der Maatfchappy , ten allen tyde zal kunnen ftrekken; op dat zy uit onkunde voortaan niet dwalen, en alzo alle fchadelyke Oppofitien mogen voorgekomen worden , en eenen rigtfnoer hebben , langs welken men door conftituttoneele middelen kan werken, ter verbetering van het inwendig beltaan en het hoogfte geluk des Volks, waarvan de Regenten eerbiedwaardige Leden zyn. Het is zeer mogelyk. ja her is niet onwaaifchynlyk , dat deeze redeneering weinig ingang zal krygen, daar, alwaar zy voornamentlyk in aanmerkinge moeste genomen worden, indien daar eenig algemeen nut uit zal voortkomen. Het is ook wel mogelyk, dat de volgende Staatkundige Vragen nimmer regtftreeks beantwoord , en daarom de Wetten uit derzelver beantwoordinge op te maken nimmer in weezen geraken , om dat dezelve waarfchynlyk niet zullen ftrooken met de denkbeelden van hen, die thans, in 788, aan het Roer van Staat zig bevinden , en ongaarne hun hand zullen leeuen aan iets, dat den minften zweem heeft van bekorting hunner verkregene Rechten, en ter bepaling van hun Gezag en Macht over het thans weerloze Volk: want de in- en vastftelling van daar uit voortvloeiende Wetten geeft van zelve aan de hand. dat het Volk ten allen tyde in ftaat gefteld word om hunne als dan bepaalde Rechten te kunnen en te mogen hand- ha-  C tt ) haven, en alle inbreuken op dezelve naar biltykheid te ftraf. }-en, Dan , dair het niet geheel ontnogelyk en onuit- voe'rlyk is in zichzelve , en 'er niets overltuur is dan een weinig tyd en papier, zal ik dezelve tog ter neder Hellen, in die afgelegene hoop, dat 'er te eeniger tyd nog iets goeds, zo niet voor den Staat zeiven , althans voor particuliere Ls~ den der Maatfchappy, zal voortkomen, door dezelve aan het denken over zulk eene belangryke materie te brengen. Zy mogen dan ook, in hunne opinien, Prins-, Staats- of Burgergezind zyn. . , , .. , . Zouden deeze Vragen naar den eisch beantwoord worden , dan vereifchen dezelve publicq door den Souverain voorgefteld, en eene belooning uitgeboden te worden aan die, welke dezelve het best beantwoordde, volgens het oordeel van een aantal Leden uit den Burgerftaat, die geene Leden van Staat zyn, of immer poogen te worden, welke een volkomen vertrouwen verdienen, en voor kundige Mannen bekend liaan: want zonder dit zoude 'er altoos een mistrouwen by het Volk overblyven , dat de beantwoording der Vragen, en de Wetten daar uit geformeerd, tot voordeel der Regenten , en ten huanen nadeele, ingericht waren; daar anders het vertrouwen op de Regenten hier door op 't kragtigfte zoude bevestigd worden , het welk den fterkften band in eene Maatfchappy uitmaakt. Om die redenen, en met dat vooruitzigt, ftelle ik deeze Vra. gen hier agter, in hoope dat dezelve eens ter harte zullen genomen worden, wanneer verandering yan zaken zulks gedoogt: onder den Titel van Sta«t-  C 12 ) Staatkundige Vraagtn 1. Uit het Natuur-Recht. Welke is de hoogfte Wet en de eerfte m Rang, de Wil {des Souverains) of de Rede? 2. Uit het Burgerijk Recht. Welke is in Rang de eerfte en het meest verpligtende, het Geweld, (of de Hoogfte macht) of de Wetten ot Inftructièn, door contract gegeeven» en is er buiten deeze laatfte iets van eene verbindende kragt ? 3. Moet het Burgerlyk Recht gegrond zyn op het Natuurlyk Recht? (waar door verftaan word de natuurlyk overweegènde belangens der Maatfchappy, in haar geheel befchouwd zynde, en op elk individueel Lid in 't byzonder)? én is tot deszelfs invoering een beter en veiliger middel voorhanden dan eene algemeene ftemminge des daartoe gerechtigden Volks' in clasfen en Analdeelen opgeroepen, waarin ieder zyne belangens en bedenkingen kan opgeeven en gehoord worden iü zyne betrekkinge ? 4. Wanneer nu door de Volks-ftem, of door een ander middel, de Souveramiteit by reprafentatie gevestigd word by een zeker Collegie; behoort dan die repnefentative Souverainitek by dat Collegie, in haar geheel befchouwd, zo lange zy eens gevoelende blyven over den zin van hunne Inflructie en de Grondwetten, of word die' Sóuverainiteit gebrekkelyk en wetteloos, wanneer zy, hier in gansch verfchillende, onderling dus verdeeld zyn? 5. Welk gedeelte mag als ufurpeerende aangemerkt worden, de Meerderheid, welke tegen den natuurlyken zin haarer Inflructie aanwerkt, en daar buiten gaat; of de Minderheid, welke daar by blyft, en zich aan dezelve vasthoud? 6. En zo lang dit verfchil duurt, kan dan die Meerderheid met recht uitfpraak doen over zaken , die van dat verfchil dependeeren : of crimineel vonnis en executie eifchen by fchriftelyken tegenftand van die Minderheid? 7. Wanneer nu dit gefchil door een ander Gerechtshof moet beflist worden , volgens Wetten en Opdragten aan dat Gerechtshof; mag dan de Gedaagde als Crimineel befchouwd wor- C') No. 1 en a zyn gegrond op de Staatkundige Stelling , dat by den Souverain geene Wet is. ° ' '  ( 13 ) worden, en moet hy in banden daar over procedeeren, of is dit eene civiele zaak, en kan hy op vrye voeten zyn zaak defendeeren , ten koste van dat diftrict, waarvan hy tot Lid van dat Collegie, als haren Reprajfentant, gecommitteerd is? 8. Als nu eens ten nadeele deezer Minderheid geoordeeld wierde, dat zy in banden hun proces moesten voeren, zouden dan die Lillricten geen recht hebben, om de in hunne Diftricten gecollecteerde Lands-penningen wettiglyk in te houden , uit hoofde van het aan hunne Geeommitteerden aangedane affront, zo door het verwerpen van hun regelmatig gevoelen, als door de ciimineele vervolginge? 9. En in gevalle de Meerderheid, door de macht van dat Gerechtshof, geadfilfeerd door eene Provinciale krygsmacht, deeze Minderheid tragt te verdrukken en te doen vonnisfen is het dan eene misdaad voor de Ingezetenen dier Diftricten , wanneer deeze zich onderling wapenen , en de Executie van het Vonnis hunner Gecommitteerden , door tegengeweld, poogen te verhinderen. of 1'chenden en verbreeken zy daar door de Rechten der Souverainiteit en der Maatfchappy? 10. Wanneer dan in zulk een geval de Meerderheid, door gebruik te maken van de Algemeene Krygsmacht, de Minderheid overwint, moeten dan de op hun verkregene Gevangenen aangemerkt worden als Krygsgsvangenen , welke, na het eindigen eenes Oorlogs, losgelaten worden, of vereiichen zy als Rebellen tegens hunnen Souverain aangezien, en, als zodanigen, geftraft te worden ? 11. Mag eene Krygsmacht, ten nutte en dienst van ,'t algemeen belang wordende onderhouden, zich laten gebruiken ter beflisfing van pure Staatkundige Gefchillen tusfchen Leden van Staat, het zy voor eene Meerderheid of de Minderheid der Provinciale Staten ? en is die Militaire Macht, die zich alzo laat gebruiken, volgens hare Inflructie en de Wet niet ten hoogflen llrafbaar? 12. En zyn die Staatsleden , die aan de Militaire Macht bepaalde orders geeven, om, ten nadeele der overige Leden des Staats en tegens derzelver fentiment, eenig voorflel- door geweld ter executie te brengen, in dien gevalle ook niet ten hoogflen misdadig, en volgens wetten ftrafbaar? 13. Hebben de byzondere Diftricten eener Provincie (behal- ven  ( H ) ven de Souverainiteit) niet dezelfde Relatie tot de geheels Provincie, als , in Nederlands Staatsgeftel , de byzondere Provinciën hebben tot de Republicq ? en zo ja, liaan dan de Gecommitteerden van elke Provincie ter Generaliteit tot hare Provincie niet gelyk met de Gecommitteerden ten Landsdage in Vriesland tot hare Diftricten ? en volgt daar uit niet: dat, daar Hun Hoog Mog. geene zaken rakende de gemeene Conlfitutie of de Unie mogen afdoen, zonder toeftemming hunner Princ:palen, Hun Ed. Mog. ook geene zaken mogen afdoen rakende de Conftiüuie of het contract van Regeering, zonder voorkennisfe en toeffemminge der Hemmende Leden hunner Diftricten ? en daar de Ge* neraliteits Leden onftrafbaar zyn, by hunne Medeleden, wegens het verdedigen van hunne Rechten en Inftructien, zyn dan ook niet de Staatsleden onftrafbaar wegens het verdedigen van hunne Provinciale Inftr.uctien, Grondwetten en Rechten, by hunne Medeleden? 14.Is 'er eeuig Articul in de Lands Wet, of in 't Reglement Reformatoir, of eenige befchrevene Opdragt, voorhanden, waar uit kleariyk blykt, dat de Staats - Vergadering deezes Lands volftrekt Souverain is zonder eenige reftrictie: en dat deeze Souverainiteit daar aan, op eene Conftitutioneele wyze, door de ftemme des Volks gegeven is, en zo kragtig, dat dezelve alle volgende GeHachten tot die volftrekte fubordinatie verbind? 15. In gevallen van verfchillen tusfchen de Leden van Staat over de Conftitutie zelve, heeft dan de Meerderheid derzelve het recht, om daar uitfpraak over te doen, of behoort dit Recht aan het ftemhebbende Volk? 16. Wanneer eens de Minderheid eener Staatsvergadering, door het misbruiken der Militaire Macht, heeft moeten fuccumbeeren, en niet door Conftitutioneele middelen te ouder is gebragt, handelt dan die Meerderheid naar rede en billykheid, wanneer zy haar, door overwinning verkreegen, gezag gebruikt om hare gevatte Gevangenen als crimineelen te vervolgen en als fchuldig aan Rebellie tegens den Staat poogt te doen ftrafFen, hun, die, uit onkunde, uit gebrek aan openlyk bekende Wetten, uit yver , zo zy meenden, voor eene goede zaak, hebben gedwaald, en in die dwalinge zich bniten hun weeten tegen den waren Souverain hebben vergreepen of verdienen zy, uit hoofde van deeze oningeziene fchuld , door hen gepardonneerd te worden?  (is 5 I7«ïngïvalle nu een gedeelte der Ingezetenen des Lands, om hunne Gecommitteerden by te liaan en te redden, zich wapent, en de Meerderheid, ter hunner te onderbrenging buitenlandfche Militaire hulp inroept, maakt dan deeze zig niet fchuldig aan het hoogfte Crimeu, en handelt zy niet tegen alle grondregels van Recht en bülykheid? l8. Maar wanneer beide Partyën , wederzyds, inconftitueel hebben geageerd, en buitenlandfche gewapende Macht ter hulpe genomen, is dan de overwinnende Party minder gehouden, om, na de Overwinninge, aan de Overwonnenen Pardon te Ichenken, en eene generaale Amne-tie te jjeeven, en is de Overheid dan daarna niet verpligt, om de Conftitutie, uit welkers gebrekkelykheid de onlusten in den Lande ontdaan zyn, Conditutioneel te verbeteren, met aanneeminge der Volksbezwaaren ? daar aan de eene zyde in aanmerkinge moet komen, dat men van beide kanten het belang des gerneenen Lands bedoeld heeft, en alleen in de middelen daar toe verfchilde ; en aan de andere zyde, dat, door het vervolgen en draffen der onderieggende Party, het Land van een deel werkzame en voor den Lande voordeelige Familien veelligt beroofd zal worden , waardoor de armoede onder de Gemeenen voorzeker fterk moet toeneemen , en de Finantien der Provincie zeer verzwakken? it). Is het oprigten en in dand houden van eene geregelde Militie van gewapende Burgers en Landlieden, ingevolge het 8de Art. uer Unie , v or de Maatfchappy een na leelig ontwerp; dan zoude het voordeel het nadeel van dezelve niet rykelyk opweegen, zo die inrichting op den besten voet gemaakt wierde? 20. Wanneer de Grenzen voor de Rebellie eens richtig bepaald waren, zou hier door het nadeel voor de Maatfchnppy van zodanig eene Burger- en Landmilitie niet grootendeels opgeheeven zyn ? zou 'er wel meer overfchieten, aL dat dezelve altoos een doorn in den voet zoute blyven voor kwaad geïntentioneerde of onkundige Regenten , zo men al onderdek, dat 'er zulke, in deeze Landen, bedaan kunnen? Deeze Vragen zyn niet opgefleid om daar uit te beweeren, dat ieder particuder een recht zoude gefchapen zyn, om ia Rechtszaken zig eene eigenwillige decifie aan te matigen tot zyn byzonder voordeel. Neen. de uitvoeringe, het main tien der Wetten , moet ongedoord uitgeoefend worden door dat Collegie of Gerechtshof, aan welke dat maatfchappyelyk is aan- be-  C ) bevolen; —• dezelve zyn niet opgefteld om misdadige bedryven in de hand te werken, en de onrustigheden in den Lande te vermeerderen; maar inzonderheid, om aan te wyzcn , dat uit het gebrek aan naauwe bepalinge van Rebellie en Oproer oorzaak kan genomen worden, om ook, onder fchyn van recht, inconftitutioneel zyne oogmerken door geweld te zoeken te bereiken , waardoor goede welmeenende Burgers en Ingezetenen, uit eenen verkeerden yver, in grove dwalingen kunnen vervallen,- meenende met hunne werkzaamheid het Recht zelve voor te ltaan en te onderfchragen, daar zy intüsfchen eene Party ftyven, welke, onder denzelfden 1'chyn , de Conltitutie ondermynt of verdraait, en dezelve naar haar eigen belang zoekt te plooijen. Als noch immers is het de zaak eens Burgers niet, om te kunnen weeten, wat Conftitutioneel of Inconlïitutioneel is, daar de thans beftaande wetkundige ftelzels met zulke duistere nevels bezwagteld zyn, dat de kundigfte 'er genoeg aan heeft, om de Grenspalen regt te ftellen daar zy behooren. - Dezelve betoogen Hïlzwygende de onfchuld van zulke Burgers en Ingezetenen , die , uit gebrek aan doorzicht, langzamerhand , en met het beste oogmerk, mede gefleept worden in de verfchillen tusfchen Leden van Staat over Landszaken, tot de Conftitutie betrekkelyk, daar zy ongelukkig die party hebben gekozen die het best met hunne eigene beginzelen ftrookte, en door van hunne tegenparty overwonnen zyn , noch vervolgd en geplaagd worden en dienen ook, om aan te toonen, dat deeze onderdrukte Party recht heeft, om, in die omlïandigheden, eene algemeene Amnestie van de Overwinnaars , by welken thans het recht door den langden degen verbleeven is , zo niet te vorderen , althans billyk te verwagten. Het komt ons niet ongepast voor, om op deeze Vragen te laten volgen eene nauwkeurige LYST  L Y S T DER GEVANGENEN, Welke om vermoede misdaden tegen den Staat op het Blofa huis te Leeuwarden zyn gezet, en , na van de Amnestie uitgefloten te zyn, aldaar Proces tegen den Procureur Generaal hebben gevoerd benevens derzelver Eefchuldigingen en de daar op gevolgde Sententien, na de orde des tyds. Alzo zyn daar gehuisvest, 1787, 27 Sept. 'Jurjcn Tuinema, van Franeker, oud 35 jaaren, J Eerfte Hopman der Stads -Schuttery, bet'chuldigd met de tekening van het Declaratoir, ten behoeve van de minderheid der Staatsleden te Franeker vergaderd, by 't welk deeze verklaard worden als de alleen wettige Staaten van Vriesland met de ondertekening van den Brief aan Ja- hannes Hergsma —— en van de Brieven aan de Schuttery te Harlingen van Zitting in het Defenfie - Wezen van als eerfte Hopman der Schuttery, ook als Commandant der Stad Franeker, geageerd te hebben. By Sententie van den Hove van Vriesland den 18 December 1789 gebannen buiten de Provincie voor 30 jaaren, te ruimen de Stad Leeuwarden binnen 's daags zonnefchyn , en de Provincie ten derden doge voorts verweezen in de kosten van deezen Procesfe, en in de milên van Juftitie. Den 30dito ,PhilippusMeinsma, van Leeuwarden , oud 26* jaaren , Major van het Bataillon Vrycorporisten van Menaldumadeei, befchuldigd met de voordragt en tekening van bovengemelde Declaratoir met de inneeming en in bezetting houden van de Stad Sneek met het in arrest neemen en overleveren van verfcheide Perfoonen met brutaliteiten op Galamadam,me met in de wapenen te blyven tegen 's Lands Placaat van 4 Sept. 1787 met bedreigingen aan Gevangenen gedaan. Den 30 September 1789 gecondemneerd tot een Confinement in 't Blokhuis, op zyn eigen kosten , (mits borge daar voor ftellende,) voor 3 jaaren: anders 3 jaaren in het Tugt- of Rasphuis voorts gebannen buiten de Provincie, 10 jaaren, en in de kosten en mifen van de Juftitie verweezen. Den 2 Oet. Wopko Cnoop, van Bolsward , oud 47 jaaren, Luitenant van de Schuttery, en Lid van het Defenfte - ff'ezen der B Stad,  Stad, befchuldigd met het tekenen van het Declaratoir —— mei het bezorgen der aanplakking van Placaten der prauenfe Staaten met het in de wapenen blyven na den 4 Sept. Vervolgens, 11 maanden daarna, met het vertekenen van verfeheide" Adresfen aan de Regeering van Bolsward met verrigtingen van het Defenfie-Wezen dier Stad met Aanfpraaken aan de Bur- gers, om dezelven ook de pranenfe Staaten te doen erkenneü met het eörrimitteereri van Leden des Krygsraads tot de Gecönftitüeerden aldaar. Den 11 September 1789 voor 10 jaaren buiten Vriesland gebannen, en in de kosten en mifen verweezen. Den 2 Oct. Hendrik Christiaan Achenbach, van Bolsward, oud 36 jaaren , Adjudant der vrye Schuttery, en Lid van ,t Defenfie-Wezen , befchuldigd als W. Cnoop (,behalven de Aanlpraaken, de aanplakkinge der Placaten, het vertekenen van Adresfen) doch boven dien met het fcaryven van eene verklaaring voor een Collecteur, om geen penningen af te gee- ven, dan aan de orders der prsetenfe Staaten en met het afmeeten en ordonneeren der Batteryen op de Stadswal. Den 2 Oct. 1789 voor 6 jaaren gebannen, en in de kosten en mifen verweezen. Den 3 dito, Dirk Waardenburg i van Franeker, oud 56" jaaren , Secretaris van 't Fitsgericht, befchuldigd met de tekening van hec Declaratoir. Den 12 Maart 1789 gecondemneerd om 4 jaaren binnen de Jurisdictie van Franeker te blyven , voorts in de kosten en mifen verweezen* Den 3 dito, Nys SncWas, van Franeker, oud 55 jaaren, Hopman der Schuttery, befchuldigd als D. Waardenburg, voorts met deelneeming aan de Brieven aan 't Fitsgericht te riariingen. Den 24 April 1789 verweezen in een boete van ijo gouden Vriefche Ryders, en in de kosten en mifen, of, by wanbetaalinge derzelve, 4 jaaren gebannen. Den 3 dito, Johannes Haitsma, van Franeker, oud 48 Jas. ren, Luitenant der Schuttery , befchuldiging als die van IV. Sneliius. Den 5 Nov. 1788 gecondemneerd in eene boete van 50» Goudguldens, en in de kosten en mifen, by gebreke dies voor 2 jaaren gebannen. Den 3 dito, Cornelis van Rees, van Franeker, oud 48 jaaren , yaandrig van V Frycorps, befchuldigd met de tekening van het Declaratoir, en het in de wapenen blyven na dea 4 September. Dea  C 19 ) Den 13 May 1789 gecondemneerd in eene boete van jaoo G. Guldens, en in de kosten en mifen, ©f, by manquement, 4 jaaren gebannen. Den 3 Oct. Johannes van dtr Werf, van Franeker, oud 42 jaaren, Vaandrig der Schuttery, befchuldigd met de tekening van het Declaratoir, en van lastgeeving tot den Briet" aan 't Fitsgericht te Harlingen. Den 11 Maart 1789 gecondemneerd als N. Snelhus. Den 3 dito, Klaas de Jong, van Franeker, oud 41 jaaren, Sous - Luitenant der Schuttery, befchuldigd als J. van der Werf. Den 30 Maart 1789 ook als deeze gecondemneerd. Den 3 dito, Petrus Herfst, van Franeker, oud 4,1 jaaren, Luitenant der Schuttery, befchuldigd als J. van der Werf. Den 6 Maart 1789 ook als deeze gecondemneerd. Den 3 dito, Benjamin Muttelmati, van Franeker, oud 35 jaaren, Vaandrig der Schuttery, befchuldigd als J. van der Werf. Den 20 Maart 1789 gecondemneerd in eene boete van 100 gouden Vriefche Ryders, en in de kosten en mifen, of,by onvermogen, 2 jaaren gebannen. Den 3 dito., Pieter Waardenburg, van Franeker, oud 31 jaaren, Luitenant van V Vrycorps, befchuldigd met de tekening van het Declaratoir. het in bezetting neemen van Stiens en het in de wapenen blyven na 4 September. Den 13 Maart 1789 voor 4 jaaren gebannen in 's Landfchaps Ttigthuis, en in da kosten en mifen verweezen. Den 3 dito,,' Nico laas Schelt erna, van Franeker, oud 29 jaaren, Luitenant der Schuttery, befchuldigd als J. van der (Verf. Den 19 December 1788 gecondemneerd in eene boete van 6co G. Guldens, 6n in de kosten en mifen , of, by manquement, 3 jaaren gebannen. Den 3 dito, Wiebe Lolcama, van Franeker, oud 25 jaaren, Luitenant van V Vrycorps, befchuldigd als P. Waardenburg. Den 19 December 1788 verweezen in eene boete van 1000 G. Guldens , boven de kosten en mifen, of, by manquement, 4 jaaren gebannen. Den 3 Oct. Aggeus Ennema, van Franeker, oud 24 jaaren, Vaandrig der Schuttery, befchuldigd als % van der Werf: Den 17 December 1788 gecondemneerd als B. Muttelman. B 2 Den  ( 20 ) Den 3 Oer. Meindert Andsla, van Franeker, oud. 2o.jaa. ren, Sergeant van't Frycorps, befchuldigd als C. yan Rees. Den 27 Maart 1789 gecondemneerd als J. van der Werfi doch, by manquement, maar één jaar gebannen. Den 3. dito, Julkts Spyksma, van Franeker, oud 36 jaaren-» Sous'Luitenant der Schuttery, befchuldigd als J. van der Werf, Den 27 Maart ,1789 ook als deeze gecondemneerd. Den 4 dito, Cornelis van der Burgh, van Bolsward, oud 34 jaaren, Reg. Burgem. en Capitein der Fryw. Schuttery, be- fchuldigd met de tekening van het Declaratoir met het in de wapenen blyven na 4 September en, lang daarna, mee oproer ademende advifen in den Raad der Stad. Den jó Maart 1789 iuhabiel verklaard, en gecondemneerd, om op het fchavot met het zwaard over het hoofd gdtraft te worden voorts gebannen voor 20 jaaren, en in de kosten en mifen verweezen. Den 4 dito, Hendrik Lauwerman, van Bolsward , oud 44 jaaren, Sergeant der Stads Fvymllige Schuttery, befchuldigd als C. van Rees. Den 30 April 1789 gecondemneerd als dezelve; doch, by manquement, voor 6 jaaren gebannen, Den 4 dito, Pauhis Wellenga, van Bolsward, oud 35 jaaren, Vaandrig van dezelfde Schuttery , befchuldigd als II. Lauwcrmm. Den 28 April 1789 ook als deeze gevonnisd. Den 4 dito, Fokke. Steens/na, van Bolsward, oud j8 jaaren, Qualiteit als P. Wellenga, beichuidigd als C. van Rees. Den 1 July 1789 gecondemneerd tot eene boete van 300 gouden Vriefche Ryders, voorts als C. van Rees. Den 4 dito, Cornelis Staat, van Bolsward, oud 38 jaaren Qualiteit als H. Lauwerman, befchuldigd als C. van Rees. ' Den 30 April 1,-89 a's H. Lawennan gevonnisd. Den 5 Oct. Jan de Hoop, van Workum , oud 27 jaaren, Luitenant der Stads Vryw. Schuttery , befchuldigd met het apprehendeeren van een perfoon , en het in de wapenen blyven na 4 September. Den i Maart 1789 gecondemneerd in eene boete van 10000 G. Guld. binnen 3 weeken te betaalen, eii, by manquement, 10 jaaren gebannen, boven de kosten en mifen. Den 5 dito, Sjoerd S. Heslinga,, van Beetgum , oud 18 jaa-  ( 21 ) jaaren, Luitenant van 't Vryeorps aldaar, befchuldigd met de tekening van het Declaratoir het uittrekken naa Franeker, en het in de wapenen blyven na 4 September. Den 4 July 1788 voor 4 jaaren gebannen , en in de kosten en mifen verweezen. Den 5 Oct. Andle Lolkes, van Berlikum , oud 30 jaaren, Capitein Luitenant van het Vryeorps aldaar, befchuldigd als S. Hesiinga. Den 27 Maart 1789 gecondemneerd in eene boete van 700 Ducatonnen, voorts als C. van Rees. Den 5 dito, Gerrit Boonjlra, van Sexbierum, oud 32 jaaren, Luitcnant van het Vryeorps iXdasx, befchuldigd als S.Hesiinga. Den 20 December 1788 gecondemneerd om 3 jaaren lang binnen de Grieteny Barradeel blyven, en in de kosten en mifen. Den 5 dito, Jacob Jans, van Oosterbierum, oud 26 jaaren, Luitenant van 't Vryeorps aldaar, befchuldigd als S. Hesiinga. Den 26" Maart 1789 zyne gevangenis voor llraf toegerekend, voorts in de kosten en mifen verweezen. Den 5 dito, jan J'entjes, van Sexbierum , oud 22 jaaren, Vaandrig van het Vryorps aldaar, befchuldigd als S. Hesiinga. Den 7 Oct. 1789 gecondemneerd in eene boete van 250 gouden Vriefche Ryders, boven de kosten en mifen, en, by onvermogen, voor 3 jaaren gebannen. Den 5 dito, Gcrardus Boersma, van Minnertsga , oud 20 jaaren, Adjudant van V Vryeorps aldaar, befchuldigd als S. Hesiinga. Den 17 Nov. 1789 gecondemneerd als J. Jentjes. Den 8 dito, Tjaard Banga, van Franeker, oud 46 jaaren, Capitein van 't Vryeorps, en Raad in de Vroedfchap, aldaar, befchuldigd als P. Waardenburg, en daar te boven als Commandant te Süens geiigeerd te hebben. Den 23 Maart 1789 inhabiel verklaard, en gecondemneerd in eene boete van 10000 Guldens, binnen de 14 dagen te betaalen, boven de kosten en mifen. Den 8 dito, Lieuwe Hes fels, van Oosterbierum, oud 22 jaaren, Capitein van 't Vryeorps aldaar, en Lieutenanl Colonel van 't Bataillon Barradeel, befchuldigd als S. Hesiinga. Den 24 Maart 1789 gecondemneerd in eene boete van 1000 G. Guldens, en in de kosten en mifen 5 in cas van onvermogen, 4 jaaren gebannen. B 3 Den  ( ) Den 18 Oct. Egbertus Tulleners, van Berlikum, oud 33 jaaren , Capitein van V Vryeorps aldaar , en Lieutenant Colonel van V Bataillon Menaldumadeel', befchuldigd als S. Hesiinga, en voorts met het in bezetting houden van Makkum als Commandant . met een briefje aan H. Peifel gefchreven te hebben over het cours neemen der Troepen van den Staat en met een perfoon te hebben gearrelteerd. Den i6 Maart 1789 gecondemneerd tot een bannisfement van 5 jaaren in 's Lands Tugthuis, en in de kosten en mifen. Den 18 dito, Johannes Fockema, van Dokkum , oud 42 jaaren, Burgemeester en Lid van V Defenjie-JVezen dier Stad, befchuldigd met diverfe verrigtingen van dat Defenfie - Wezen met het fluiten der Poorten voor de Dienaars der Juftitie. Den 20 Maart 1789 inhabiel verklaard, voorts verweezen in de kosten en mifen. Den 19 dito, Mathys Ankringa, van Sneek , oud 33 jaa. ren, Vaandrig van de Schuttery, befchuldigd met als Commandant geadlïfteerd te hebben by de Geldligtingen van Collecteurs van Lands-penningen aldaar. Den 11 Juny 1788 gecondemneerd als E. Tulleners. Den 30 dito, Johannes Ennema, van Franeker, oud 54 jaa. xen, Burgemeester, en wegens die Stad Gecommitteerde ten Landsdage, befchuldigd met de Vergadering der pranenfe Staaten aldaar gefrequenteerd en verfcheide Placaten mede te hebben gearrelteerd. Den 22 April 1789 mhaDiei verklaard, en in de kosten ea mifen verweezen. Den 30 dito, Jan E. Scheltema, van Franeker, oud 31 jaaren , Raad in de Vroedjchap dier Stad, befchuldigd met zig te hebben laaten welgevallen de llemming der Burgers od hem , tot Burgemeester in den beroerden tyd en in die qualiteit geageerd te hebben , ook zig uit die qualiteit te hebben laaten Hemmen tot Volmagt ten Landsdag; aldaar, en voorts als J. Ennema gehandeld te hebben. Den 20 December 1788 inhabiel verklaard , verweezen in eene boete van 1000 Ducatonnen, en in de kosten en mifen, voorts nog to jaaren gebannen. Den 31 dito, Johannes Scheltes, van Dronryp, oud 44 jaasen , Luitenant van V Vryeorps aldaar , befchuldigd als S. Hesiinga. Den 37 Maart 1789 verw«ezen ik eene boete van 1500 G. Gul-  C *3 ) Guldens» boven de kosten en mifen, en, in cas van oavermd. gen, 6 jaaren gebannen. Den 4 Nov. Hoite Peifel, van St. Anna Parochie, oud 42 jaaren , Vrycorporist aldaar, befchuldigd met het uittrekken naa Franeker, geweld aan den Executeur gepleegd, een huis bezet gehouden, en het Volk te St. Anna gemonllerd te hebben, na den 4 September. Den 19 April 1788 gevonnisd om gegeesfeld te worden, daarna voor 3 jaaren in 's Lands Tugthuis gebannen , en dan nog voor 7 jaarea uit Vriesland. (Is aldaar in de maand Juny overleden.) Den 8 dito, Barend Mulder, van Franeker, oud 45 jaaren , Gecommitteerde van V Vryeorps aldaar, befchuldigd met de tekening van het Declaratoir. Den 9 July 1788 vry ontllagen, met compenfatie van kosten. Den 8 dito, Pieter Wolter s, van Leeuwarden, oud 37 jaaren , befchuldigd met, zonder eenige qualiteit, op de Lemmer de Collecteurs gedwongen te hebben, om 's Lands penningen over te geeven aan de Bezettelingen aldaar. Den 12 July 1788 gevonnisd om gegeesfeld en gebrandmerkt te worden, en voor 7 jaaren in het Tugthuis gebannen. (Aldaar in 1790 overleden.) Den 12 Dec. Tjaard Gerbrands, yan Hindelopen, oud 48 jaaren, Burgemeester en Capitein van 't Vryeorps aldaar , befchuldigd, dat hy ordre gegeven had om een perfoon te ap- prehendeeren , die vervolgens naa Franeker gevoerd is > dat hy de Sluis heeft tocgohouden, om het Land onder water te laaten loopen dat hy mede de Refolutie heeft bewerkt, om adfidentie van 't Defenfie-Wezen te Franeker te vraagen dat Volk mede ontvangen, en zig alzo tegen 's Lands Staaten verzet heeft. Den 30 Jan. 1789 onder een Borgtogt van 40000 Guldens ontllagen, mits onder opzigt van een Deurwaarder, ten zynen koste, te blyven binnen de Grieteny Hemeluraer Oldephaert, voorts den 7 July inhabiel verklaard, en voor 15 jaaren gebannen, boven de kosten en mifen. 1788. Den 25 Febr. Lolke Hommema, van Hyum , oud 46 jaaren , Byzitter, of Mederegter, van Leeuwarderadeel, Gecommitteerde van 't Exercitie-Genootfchap aldaar, befchuldigd, dat hy zig bemoeid heeft met het doorlreekén der Dyken by Stiens , en het afbreeken der Bruggen dat hy belet heeft dat het Placaat van 4 September behoorlyk geaffigeerd is gebleven < dat  ( H ) dat hy de aanplakking van Placaten van Franeker bevo'derf heeft 7—en dat hy, met een Hok gewapend, voor het Corps gemarcheerd heeft. «-^Fs Den 2 july 1700 inhabiel verklaard, voor 7 jaaren céban. nen, en m de kosten en mifen verweezen. Den 7 Maart, Pieter Hesfeling, van Bolsward , oud k ]aaren, Geconjiitueerde der Burgery aldaar, befchuldi>d dat hv in die praenfe qualiteic heeft gefungeerd verfch'eide op¬ roerige Adresfen aan de Regeering aldaar heeft helpen beraa men en doen indienen , byzonderlyk tendeerende om de p.aï- tenfe Staaten te doen erkennen en ook eenige Leden van dier Stads Regeering heeft helpen removeeren. Deeze is in de Gevangenis overleden, den 27 Sept. 1788. Den 7 dito, Dirk van der Velde, van Bolsward oud m jaaren, Qtialiteit als ■ P. Hesfeling , befchuldigd met hetzelfde als deeze. Den 25 April 1788 onder een Borgtogt van acoo G. Guldens ontfiagen, mits met buiten de Jurisdictie van Bolsward gaande 1 voorts den 13 July 1790 verweezen in eene boete van 1000 G. Guldens, boven de kosten en mifen. . Den doit0' trianus van Loon, van Hindelopen , oud 54. jaaren , Secretaris der Stad, en Capitein Commandant van'i Vryeorps aluaar, befchuldigd met het fcliryven van een Brief aan t Defenfie - Wezen, om gewapende Manfchap van Franeker dat hy zig, als Commandant, niet verzet heeft tegen het aanlanden van vreemde Gewapenden tegen het Placaat van 4 September in de wapenen gebleven is — en zig gemoeid heeft met het toehouden dar siui, Den a July 1789 inhabiel verklaard, en voorts 2< jaaren gebannen, boven de kosten en mifen. Den 9 dito, Willem Vlot, van Hindelopen, oud4? jaaren Raad in de Froedfchap der Stad, en Officier van 't Vrycorpiraidaar' befchuldigd met het beraamen der Refolutie om gewapend Volk •van Franeker te verzoeken met het fchryven van een zeer bedenkelyken Brief aan de Beere , Commandant Generaal te Franeker en dat hy na den 4 September gewapend is gebleven. r Den 2 July 1789 gecondemneerd als A. van Loon; doch voor 10 jaaren gebannen. Den 25 Sept. Willem Heineman, van Bolsward, oud 31 jaaren, Qtialiteit als P Hesfeling, en als deeze befchuldigd. Den 1 December 17S8 onder Borgtogt van 3000 G. Guldens ontfiagen, en 2 dagen daarna overleden.  1