\ ï> E GEFNUIKTE HEE.RSCHZUCHT. ZINNESPEL. Te UTRECHT, Bij JOHANNES van DRIEL, MDCCLXXXII.  Kenschets der Vals ciie Staatsmannen. Te grootsch, om aan Gods wet te denken, Bedoelt hun Eerzucht vee/fins niet, Wat God verordent of verbiedt: Het wit, waar op die trotsche wenken, Stemt in met dat van Lucifer: Het rijzen van hun glori-ster! Verkeerde Zorg: tijdwinst in ledige uuren, boor M. L,  AAN DEN DICHTER, J A. E. D e Ileerschzugt woede en wocle en vloek'! Hij poog' 's Lands Vrijheid te vernielen! De Godsdienst is zijn List te kloek i De Wraak zal hem ontzielen! Men wil, in 't vrije Leeuwendaal, Alleen de zagte en zoete taal Der ed'le Vrijheid hooren! Regtfchapen, trouw, in 't oorlog fier, Is ieder edel Batavier Geen (laaf maar vrij-geboren! * 2 De  De Rede doemt Losbandigheid, Maar billijkt Vrijheids gulden wetten, Die zij, tot eer der menschlijkheid, Wil op den zetel zetten! De Rede? ... ja! de Godsdienst ook "Volgt Heldenmoed, door vuur en rook, Op bloedige oorlogsvelden! Wen Ileerschzugt op 's Lands Vrijheid doelt, Den vrijen tuin met bloed befpoelt, Dan worden vrouwen helden! De (lavernij verbant den moed, Verdooft het vuur der ed'le harten: De Vrijheid leert het laagst gemoed Kloekmoedig rampen tarten! De kunsten bloeien in het land, 'Waar Vrijheid heuren flandaard plant! Elk burger denkt 'er edel! De Dichter is hier niet geboeid; 'Hij zingt, door Vrijheid zelf ontgloeid, ■ Met lauren om den fchedel! De IV  De jongde dag, waarop de tijd Den allerlaatfien fnik zal geven, Zie ook 's Lands heil en zaligheid, De dierbre Vrijheid fneven ! Maar neen! dan Hijgt zij met een' drom Van helden, uit heur heiligdom, Naar 't rijk der eeuwigheden! Daar zullen , hunner deugd ten loon , Die zuilen van heur' aardfchen troon Aan hare zijde treden! Zelandus». * 3 DEN v  DEN LEEZEREN HEIL EN WELVAAREN! Ceen wonder, dat Engeland en zijn aanhang reikhalsden, om door eene afzonderlijke Vrede wet ötis aantegaan , zijne welverdiende ftraf te ontduiken; daar door, ons van de voldoening onzer geledene rampen te verstekken , en op zoodanigen wijs het verderf onzer Republiek door list te voltooi jen, V geen men voorzag, dat door geweld niet mcêr gelukken zou (De post van den Nederriiijn, N°. 106. bladz. 932.) Juist de bedoeling van dit Tooneel-Stukje! veel geachte Leezers! dat Geweld, en die List, fpeelen hier afzonderlijke rollen. Die Aanhang is Heerschzucht ! Zie daar den Held! . Wat  vu Wat de behandeling zelve betreft; heb ik meêr Natuur , dan kunst beoogd: mij houdende , wat het laatfte aangaat, aan de woorden van Vondel , over de kunst van het Zinnefpel „ dat men aan dezelve inwilligen moet een voeglijk misbruik, of liever eene r.oodige Vrijheid? Onder inwachting van deeze inwilliging, bied ik den rechtgeSarte Zoonen der Vrijheid, dit Tooneel-Stukje aan! Uwe goedkeuring is zoo wel het loon , als de Liefde voor de Vrijheid de drijfveer van mijn ijver! Vaart wel! A. E. PER-  PERSONAADJEN. IIeerschzucht. Eerzucht. ZeLFBELANGj. V r ij h e i d. Godsdienst. Burgerliefde. T r o u w. Zorg. Nederland. Koophandel. Heldenmoed. Geweld. Verraad. Vinding. Z w ij g e n d e. Wraak. Eist. Tweedragt. Raad en van de Heersciizucht. Gevolg van iielsche geesten. WaCHTCNGELEN. Het Tooneel verbeeldt, geduurende de twee eer- fte Bedrijven , het paleis der IIeerschzucht het laatjle Bedrijf'n in den thuin der Vrijheid.  D E GEFNUIKTE HEBRSCIIZUCHT. ZINNESPEL. EERSTE BEDRIJF. EERSTE TOONEEL. IIeerschzucht, aan het hoofd zijner raadsheeren:—> Verraad , Tweedragt , cn een gevolg van helsche geesten, aangevoerd door Geweld, en List: — Wachtüngelen, in 't verfchiet. Heerschzucht. G ij, vloekgenootcn! die, door eed en plicht verbonden , Alij, op mijn wenken, dient! Gij, herwaards afgezonden Door Eerzucht, die, am 't hoofd van een geduchte magt Verwoede driften , u, op treeken fiks bedngt, Bij mijne benden worf, om hén vereend te keeren, Die, doelende op mijn val, mij ftoutelijk trotszeeren! Gij, vesten van mijn throon! op wier arglistigheid, Oluvrikbren moed en trouw, mijn Eerzucht haar beleid, a h(m  2 De Gefnuikte IIeerschzucht. Het Zelf-belang zijn heil, uw Vorst zijn hoop moet gronden, (vonden, Treedt nader! ■ Neerland dwingt: hij, afgericht in Gaat al den invloed, dien mijn rijksgezag bewerkt, Met magt te keer: ■—-Zijn cisch, door Burgermin gefterkt, Zal ftraks uw 's Vorsten oor, tot walgcns toe , vervcelen: ■ ... (len: 'k Ben al dat hooren mo3 : maar de Eerzucht kan mij flrce- Haar luister doovt den glans vanNeêrlandsheerlijkheid: ■ Zij haakt naar grooter roem; maar, zoo mij Neerland vleit, En hulde biedt voor 't oog der (laaffchc Batavieren, Dan is mijn roem voltooid! dan zal ik zegevieren! Wel aan! mijn helden! gecvt mijn wil cn eisch gehoor! Dit cischt mijn rijksbelang, dat men den Ecndragt floor', (ven; En balling doem'! Geweld! 'k wil u het eerst bcproe- (vcn : Bij nood koomt List te baat: mijn voorzorg duit geen toeVertrek met loos Verraad! . verjaag de Zorg! haarwagt! Dring door de thuindeur in! geef naauw op Vrijheid agt! Ruk woedend naar den Leeuw! val aan ! knel hem in kluistren , (tren ? Tot Neêrlands 'fchrik! En gij! zult naar Geweld wel luis- (Jtet volk too::t teckenen van gehoorzaamheid.*) Vertrekt! Maar Gij, d List! wagt met uw' trouwen ftoet, (moed Mijn' nadren wil! —— gaaheen'. Gij, Vrienden ! die mijn En ijver kent, om de eer van mijne kroon te ftaaven, Ontvonkt die door uw trouw, tot dat ik Ne6rlands (laaven Geboeid zie voer mijn throon; tot dat zijn Vrijheid fterv': Mijn  Z I NN E S P li t. 3 Mijn Eerzucht op haar puin de glori-kroon verwerv': — En hij, die ooit die kroon te rock'loos durvt genaaken, Zig zenge aan 't ijvervuur, dat ik voor haar voel blaakcn; Zoo blikje ik best den trotsch, die Neerland zwellen doet: ■ De wraak bezielt ine: ik plant mijn ftandert voor den voet Der Vrijheid, of ik fterf!.... 'k zie Burgerliefde nad'ren! . Laat mij alleen! Iaat List het volk bij een vergad'ren! Vertrekt! (ter zijde') Zou 't raadzaam zijn, dat ik dien eisch verneem? (teem De tijd eischt fpoed! maar hoe! wat kreun 'k mij om 't geDer huichlaarij!.. ik gaa! de woede volg' mijn fpooren ! Dit ftaal volvoer' de zege, n, Eerzucht! toegezwooren! • (hij ijlt woedend heen.) TWEDE TOONEEL. Burgerliefde (hem tegenhoudende.) Verblinde Heerschzucht! ftaa! IIeerschzucht. Te rug! of 't gaat 'er door!. < Burger liefde. Stoot toe! ontzinde! of, geef me één oogenblik gehoor! IIeerschzucht. *k Heb reeds te lang gemard nu fpot ikmetuwklagten, Vleizicke monfter! zwijg! laat dit uw leed verzagten, Dat ik, tot wraak getergd, op Neêrlands euvelmoed Mij recht verfchaBen zal, of fmooren in mijn bloed! Ik gaal A a Beft.  4 De Gefnuikte IIeerschzucht. Burger liefde. Nog eens! bedaar! die fel ontvlamde wcede (op uw hoede! Spot ligt mer bhisfchcn! ftaa! maar neen ! wees Verrader! ■ gaa! verniel den raocbewaakten thüin! Gaa! flmger adderen en (langen onï uw kruin ! (den t' ■ Vertrap de Vrijheid! vcrw met brein en bloed uw frcm- (banden'. ■ Trap hoed en fpcer tot gruis! verdoem den Leeuw aan Breng hier het bekkeneel der Vrijheid! wagt hier bloed, Tot lesfing van uw dorst en wreevlcn euvelmoed! Spoed voord! Tijran! of, 'tzal-nog voor uw voeten ftroomï»! Voh'oer uw drift! Barbaar! ■ of, wagt (Zij grijpt naar haar pook.) II e e r s c ii z u c ii t. 'k Gaa Ecndragt toornen! (hij vertrekt.) DERDE T O O N E E L. B u r g e r l I e f d e '. alleen. Zoo woedend gaat de drift den ondergang vervroegen , Dien zulk een Heerschzucht wagten m >et, Als 't recht, getergde Wraak niet langer aarzien doet, Om ftraf bij 't taaist geduld te voegen!.... 'k Had met de fnoodheid liefde voor: 'k Dagt aan 't verbijfterd hart den volksplicht voor te fchrijven: Verdiend verwijt, noch haat, hem bijtend aan te wrijven-: Nog kreeg die liefde geen gchcor! W*  Z i n n e s 1' e l. £ W.it z.aj die drift, helaas! al jammeren bewerken! Toor.ccI! waar van ik gruw en ijs! Een ftroom van burgerbloed! moet zulk een diere prijs Den moed der Batavieren Herken !.... Ja! vrije Batavier! ftaa pal! Ruk Vrijheid uit de klaauw van zulke bastertzooncu ! De Godsdienst (Irijdt voor u! Gij ziet uw ijver loonen Jn 's Pwinglands langgewenschtcn val! (mei! lloc! zie 'k de Godsdienst daar! zoo treurig! he- VIERDE TOONEEL. Burgerliefde, Godsdienst. Godsdienst. Ach! ■ • B U r G e ii liefde. Hoe ! zoo ontijdig hier! 'k had reeds den gantfeben dag (zuchten ? Uw komst met (mart verbeid: — wat doet u, Godsdienst! Is zij reeds weg ? wat doet u omzien ? moet gij vluch- Wat is het ? fpreek! (ten ? Godsdienst. Mijn rust, de fteun der Maatfchappij, I.cedt nimmer minder last, dan, daar de Koopvaardij Haar heilzon daagen zag met onverwelkbren luister: ■ Daar Vrede lauw'rcn vlogt: daar nimmer (taaien kluister Den arm der Vrijheid knelde, en Bato's Heldenmoed Den dwang der IIeerschzucht, zelvs ten koste van zijn bloed, Betoomde, en dapperheid, den Batavier zoo eigen, A 3 Eet»  6 De Gefnuikte IIeerschzucht. Den roem van Neerland dccdt ten top van glorifteigen; * Maar, daar gevloekt Geweld, door Heerschzucht opgehitst, Zig op den ondergang van Bato's Vrijheid fpitst, En reeds den Eendragt bant uit Neêrlands vrije ftreeken, Om, in de Vrijheid, mij den hartaer aftcftccken; Wordt het nu mcêr dan tijd, dat ik, tot wraak gepord; Voor God, in eenzaamheid mijn heerfte traancn ftort: Zijn magt befcherm' den arm der Vrijheid uit haar bandens En vloek' de Heerschzucht, die mijn tempel aan durvt randen! Burger liefde. Ik gaa! Godsdienst. Neen! toef! Burgerliefde. 'k Moet heen! nu ben 'k ten einde raad! Hoe barst mij 't hart van fpijt! maak op de Zorg eens ftaat! Hiet dit nu ijveren? geveinsde! niet dit waaken, Dat nimmer flinkfche magt de thuindcur zal genaaken ? Is dit de dienst der Zorg? ö Godsdienst! ftaa mij bij t Of wraak vervoert mijn hart tot felle razernij! Godsdienst. Wat zegt gij ? zou de Zorg Burgerliefde. Vriendin! wij zijn verraaden .' Nu geldt het u en mij! met fmaad en hoon belaadcn, Moet ik nu 't offer zijn der wreedfte onmenschlijkheid! De kerker, of het graf, is u reeds toebereid! (ken! Koom! vluchten wij van hier! neen! blijf den hemel fmce- Ik fterk mij in zijn gunst! hij zal zig éénmaal wreeken! • Ik gaa! Gons-  Zin naspel; 'f Godsdienst. Waar heen ? vertoef! burgerliefde. 't Gevaar is reeds te groot: Het duldt dit toeven niet: de Vrijheid ftelt zig bloot (lcn: ■ . Voor loos Verraad en List: ■ de volgzucht kent geen paa- Vertrouwen heeft nu uit: ■ ik kan geen adem haaien, Of'k moet de Heerschzucht in zijn woede zien gefluit: ■ Zoo ik hief langer toef, dan is 't met Vrijheid uit! (Zij vertrekt.) VIJFDE TOONEEL. Godsdienst. alleen. Zwaarmoedigheid! Tc voel pijnigende wonden! Wat ook verbeelding overziet, 't ls alles doodlijk, in 't verfchiet! Hier, wordt mij pijl op pijl, daar, flaagen toegezonden! Daar, zie ik Vrijheid, zonder ftafl Hier, Burgerliefde in rouw!... daar, glori in het graf! • Ontzonken moed! 'k hoor boeijen rinken! Ik zie, hoe Eendragt balling zwervt! Hoe Zorg het waereld-Ioon vcrwervt, Daar Twcedragt, List, Verraad, haar reeds in ketens klinken ! Hier, zie ik Heerschzucht op den throon! Daar, Trouw, tot (lavernij gedoemd! hier,'s Vrijheids zoon ! A 4 6 Ne-  8 De Gefnuikte Heerschzucht. ó Nederland! 'k moet van uw onheil waagen! De aêlöude luister van uw ftaat Wordt nu het (leepend rouwgewaad, Dat 's Vrijheids zoonen, bij hun blanke keet'nen , draagen! Verguisde glori ligt ter neêr! Nu geldt het Godsdienst! volk ! de Vrijheid is niet meêr! ZESDE TOONEEL. Zorg, Trouw, Godsdienst. Zorg. ó Doodelijke priem, die mij het hart doorgriefde[ 6 Martelende pijn! (Zij ziel wild in het ro,nd.) Godsdienst. Wien zoekt Gij ? Zorg. Eurgerliefde l ó Hemel! 'k zie haar niet!... flagtöiTer van 't gevoel, Dat n verteert! helaas! moet Gij nu ook het doel Der blaakende Eerzucht zijn ? ■ nu zult Gij keetnen vinden , Daar gij de Vrijheid zoekt! help God! 'k zie u reeds binden, (aan! ■——. En flecpen langs den grond! Zie hier uw loon! grijp Verduur uw lot! getrouwe ! uw ijver is verraên. (ten! —- Uw puinhoop, Burgermin! moest 's Dwinglands zetel ves- Vloek! overleef geen dwang! en fterf om Neêrlands pesten! . ïk vlieg naar vrijheid! > ZE-  Z i n n e s p e l. 9 ZEVENDE T O O N E E L. Godsdienst, Trouw. Godsdienst. Ach! 't is met het land gedaan ! Geveinsde Zorg! wat deedt ge ? u zal ik gade Haan , Trouwlooze ! beef! „ Geweld ! uw pooging zal mislukken !" Zoo fprak ze, en laat nu 't ftaal ons diep in 't harte drukken \ Wraak is mijn toevlucht! Trouw! zie hier het onderpand! Ik gaa naar 't oord der rust! ik zorg voor Nederland! (Zij omhelst Trouw, en vertrekt.) AGTSTE T O O N E E E, T R O u w. alleen. Mijn Nederland! fchep moed! ftraks zult gij adem haaien, Nu Godsdienst in de bresfe fchiet: Haar aardfche wooning is een niet, Als God den toegang fluit tot 's hemels opperzaajen; Toont Godsdienst zig tot wraak bereid, Als 't heilgeloof, aan God gewijd, Zijn' toevlucht zoekt in 't vast vertrouwen, Dan mag zig Neêrland's hoop op de Almagt zeker bouwen, Die onder doornen roozen fpreidt! Te lang getergde wraak moet eens haar magt volvoeren, Als 't vuig geweten wroeging voelt; Maar, wee den kop, waar op zij doelt! A 5 Zij  jo De Gefnuikte Heerschzucht. Zij treft hen zeker, die op Neêrlands onheil loeren! Ja! Nederland! fchep moed! Gods hand, Die u onwrikbaar heeft geplant, En met zijn gunsten overlaaden, (raaden , Strijdt voor uw Eer! 't Geweld moog' Godsdienst zelvs verDe Trouw blijvt aan haar pligt geftand! Einde van het eerfie Bedrijf. TWE- \  Z i n n e s p e L. ff TÏÏEDE B E D R IJ F. IIeerschzucht plaatst zich op den throon, en naast dehzelven, Eerzucht ter rcgter, en Zelfbelang ter linker zijde. Geweld geeft aan zijn vacht een wenk, om Trouw, Zorg, en Burgeri.iefde, die aan handen en voeten gekluisterd zijn , voor den throon der Heerschzucht te leiden. List met zijn gevolg, in '/ verfchiet. WACHTëNGELEN. G e w e l d. Z(wachten, ie hier, geduchte Vorst! mijn kracht beproefd! twee Staan aan de thuindeur, die, met onbezweeken krachten , Den indrang wceren, die van buiten hevigst woedt; Terwijl het binnenheir de ftrengile pooging doet, Om hun in Lceuwendaal den ingang te beletten: 'k Kon tegen Vrijheids-magt mij naauwclijks verzetten: Een looze hinderlaag, ter goeder uur bedagt, Bragt Burgerlicfde en Zorg mij zekerst in mijn magt: (gens vinden: 'k Heb Trouw hier onderfchept: 'k kan Godsdienst ner't Gaf last, om dit gebroed aan ketenen te binden: Hier ftaan zij voor uw oog ! 'k wagt verder uw bevel: Vergun mij, dat ik hen uw volk in handen ftei! *k Wil meer beproeven Een W a c ii t ë n g e l. Vorst! Verraad zoekt u te fprecken. Heesch-  Jï De Gefnuikte IIeerschzucht h.eerschzuch t. I\Ion laaf hem binnen! tegen Geweld. Gaa! ik zal mij verder wreeken, wijzende naar de geboeide n, Ruk ze uit mijn oog! Zorg terwijl zij weggevoerd wordt, Wat raad ?... helaas! Trouw cn Buegerliefde haar volgende. De Godsdienst leevt! T W E D E T O O N E E L. •Heerschzucht, Eerzucht, en Zelfbelang, op den throon. Eist, met zijn gevolg, in v verfchiet, Wachtcngelen. Verraad. V e r r a a d. De roem verduur' den tijd, dien u de zege geevt! Gelukkige Opperheer! ■ ■ de Twcedragt is reeds binnen ! Hij (loop de hofpoort in met zijn verblinde zinnen: ■ • Dit middel vond ik uit; men waande, dat de Trouw, Door haar te grootc magt, ons meester worden zou: (Vermomde Twcedragt was 't, met zijne helfche vrinden.) Men deinsde draa te rug; zoo kon hij ingang vinden In Vrijheids duister hof! \ ging wel! mijn trouwe wacht Kam bij vernieuwing post, om de uitgeleezen magt I-Iet hoofd te bicden, die, met een yeréénigd woeden, Mijn  Zinne s pel, 13 JWijn volk befpringt, om 't hof voor onraad te behoeden: "k Vloog ijlings hier, om u die welgelukte kans Te melden: 'k vlieg weer heen? T>e IIeerschzucht bewilligt hem hier in: hij vertrekt. DERDE TOONEEL. Heerchzucht, Eerzucht, e» Zelfbelang, óp den throon. List met zijn gevolg, en Waciitöngelen, in V vcrfchiet. Heerschzucht geevt een wenk, en laat List met zijn gevolg, en de Wachtcxgelen vertrekken. . Zelfbelang. Naauw zal zig de ooster-trans Gcverwd zien met den gloed der nuchtre zonncnraalen; Of Tc zal de Heerschzucht zien den groenen palmbehaalcn, Die zijne hoogheid vleit, zijn praal vergroot, den naam, Den luister en den roem vereeuwigd door de faam ! Zijn throon op pijlers vest, die tijd en nijd verduuren! Zijn (tanden luister geevt, hem plant op Vrijheids muuren ! Den euvelmoed ten fchrik van 't volgziek Nederland! Ten fpijt der Godsdienst, die zijn eer heeft aangerand! ■ (honpen, 't Vooruitzicht, dat mij (trcclt, ö Heerschzucht! doet mij Om nog in dezen nacht het hofpaleis te floopen: Men neem' r.u List te baat; om, daar 't de tijd gelengt, Terwijl de Twee.lragt 't gif der werkeloosheid mengt, Out  14 De Gefnuikte IIeerschzucht. Om die het Eendntgt's rot bij teugen in te voeren, Op Vrijheids wisfen prooi met wijs beleid te loeren: , De zege roept u! Vorst! voltooi ze! toef niet lang! Dit vordert nu uw roem! dit cischt het Zelfbelang! Eerzucht. Vooruitgevoerde hoop! 'k herleef! Wat wensch ik grootfeher, dan daar ik naar glori ftrecf! Hoe overzie ik best, in zulk een zielgenoegen, Den luister, dien de Heerschzucht wagt! Verbeelding! 't is genoeg! 'k zie reeds de Vrijheid zwoegen! Hoe wordt mij 't heilgeluk bij (ïroomen toegedagt! 'k Zie u reeds pronken met een kroon, Ver boven aardfehc pracht! zij fpreidt een glans ten toon, ó Vorst! die 't helderst licht der middagzon verduistert! Uw rijksgezag kent perk noch paal! Zoo immer onwcêr-vlaag uw glori-zon ontluistert Dan baant u 't lot den weg tot weitfeher zegepraal! Triumph! 'k zal mijn' natuurgenoot, Met al die helden, die, bij 't nadren van den nood, Zich waagden voor uw Eer, hier fchaaren voor uw zetel! Uw gunst, uw liefde zij hun loon! Befcherm uw vrienden ! leef!.. wie wijst u nu vermetel Het perkpunt van uw magt? wij buigen voor uw throon! Heerschzucht. Wecst zeker van mijn gunst! ik zal aan Neerland toonen, (nen: —— Dat grootheid mij bezielt: 'k wil heerfchen, en beloo- Mij voegt een fcepter, maar het weldoen voegt mij 't meest: Van  Z i n n e s i> ë l. 15 Van vrienden teêr ontzien, van vijanden gevreesd, Den dwang ten teugel, en ten fchrik der Batavieren, Wier Vrijheid-zucht en min mijn rijksgebied ontcieren: Geneigd tot loon en ftraf bij de oppcr-heerfchappij, Dit alles zet mijn kroon den grootften luister bij! Wel aan! men iivrc om ftrijd! eenjongftcpooging,vrinden! Moet in mijn volfte zege een eerbclooning vinden, Die niet, dan op het puin der Vrijheid wordt behaald, Ais 't oog der waereld ziet, dat Heerschzucht zegepraalt! Mijn wacht!... Roep Vinding hier, en List!... Gij! fchaart mijn benden Voor 't hofpaleis! 'k zal List met mijn bevelen zenden, Waar Vinding zulks verkiest vertrekt!.. Eerzucht en Zelfbelang klimmen van den throon en gaan heen. VIERDE TOONEEL. IIeerschzucht , Vinding , en List , met zijn gevolg» WachtSngelen in '/ verfchiet. Heerschzucht, tegen V gevolg van List , en de Wachtcngelen. Laat ons alleen ! • zij vertrekken. tegen Vinding , en List. Gij weet mijn rijksgeheim: -— de Twcedragt is reeds heen , Én zoekt door werkloosheid den Eendragts raad te ftoorcri: 't Ge-  ló" De Gefnuikte Heerschzucht. 't Geweld bezwijkt: 't wordt tijd, dat Vinding ons doet (hooren, i loe List mijn pooging dien'! de moed mijns volks , de nacht, 't Vermogen van de List, uw rijpe vinding's kracht, 't Reikhalzend Zelfbelang, mijn Eerzucht aan het blaaken , fit, duld'loos, om de vrucht der zegepraal te fmaaken; Dit alles noopt ons, om met list en fijn beleid, Den weg te volgen, die ons naar de zege leidt! Wel aan! niijn vrienden! dringt door alle hinderpaalen ! Wilt in den aanflag, roem, in 't ftrijdperk, Eer behaalcn! 'k Heb ampten, goed en Eer, voor gunstgenooten veil, Die waaken voor mijn throon, en zorgen voor mijn heil! V I n D 1 n g. Dezelvde krijg, die u , door 't planten uwer vaanen ; 'f ot de opper-heerfchappij den zekren weg moet baanen: Dezelvde krijg, 6 Vorst! die Nederland beroert,Wordt door de Vinding hier ten middel aangevoerd, Om listig, in den fchijn, van 't oorlog's vuur te wecren, En allen inbreuk op 's Lands Vrijheid ftout te keeren, rtoor 't aanbod van de vrede , uw doelwit, ongemerkt Te treffen; als de List uw looze pooging fterkt, Om, in 't gewaad der Vreê , met palmen in de handen, Ü, als de Liefde, die den knoop der Eendragt's-bauden Herltelt voor 't Vaderland, te volgen in het hof Der Vrijheid, om haar Eer te flaaven, daar de lof Van Bato's dankbaar kroost, uw fchedel moet verderen, Ëa Gii, gelukt die list, als Heerschzucht zegevieren ! Een glimp van waarheid, maar omzichtigst aangewend, Maakt, dat 't verraste volk u voor die Liefde erkent: Wan;, zelf vooroordeel vlugt, als de ingenoomen harten 't Ga-  Z I n n e s p e l. 1" 't Gewicht zien raind'ren der te lang geleden fmalten : Ligt kiest de Vrijheid Vreê ; daar 't oorlog's vuur nog woed: j. Géén Belg de vlammen fluit, de aêloude Leeuwen-moed Lafhartigheid verkiest voor 't wrcckend oorlog's wapen : Daar Bato's heir weleer, in 't blinkend (laai gefchaapen, Aan 's vijands overmagt dén kloekften Weïrftand boodt, En voor de Vrijheid waakte, In 't aanzien van den dood; Maar nu, door laagheid zich den teugel laat ontwringen, En, ongewrooken , u naar de oppermagt ziet dingen ! Wij weeten, dat die flap, te roekeloos begaan, Den weg ontfluiten moet, om dan naar meêr te ftaan: Men neeme een kloek befluit! die kans is ligt te waagen: En, wilde u 't lot, ó Vorst! de zege weg doen draagen, 0 Heerschzucht! welk een heil! dan is uw wensch volbragt! Uw vijand onder 't juk! gantsch Neerland in uw magt! Heerschzucht. (manmoedig, Die vond voorfpelt me iets groots! koomt! flellen wij De List in 't werk! Gij! List! gaa heen! vermom uw fpoedig, En wagt voor 't hofpaleis, mij Heerschzucht, in 't gewaad , bier Liefde ! — dat mijn volk mijn pooging weet'! 'I: Mij op uw trouw! ' vertrek ! (verlaat tegen Vinding. Üw diensten zal ik loonen! faeel in mijn zege ! gaa! help eerst uw meester kroonen! VIJFDE TOONEEL. Heerschzucht, alken. jaa! blaakende Eerzucht! 't zal zoo zijn ! • 'k Heb u mijn arm beloofd! geen fombre trettfwoessiifi, B Ü  18 De Gefnuikte Heerschzucht, U roek'loos toegedagt, mij wrokkend toegezwooren, Geen duistre kerker, maar een ftreelend Para U's, Een fchepter wagt u! ■ Die tot heerfchen is geboorea, Wordt ook in glori grijs! ■ Belaagde Heersclizucht doelt op wraak! Het offer beeve! de eer, de kroon, daar ik naar haak. Staan voor mijn voeten! beevt! knielt! trotfche Batavieren ! Vliegt, als uw meester wenkt! de keten, die u knelt ,- Volge op uw euvelmoed! bukt voor mijn krijgsbanieren! Uw Vrijheid ligt geveld! Einde van het twede Bedrijf. DÉK-  ZlNNESPEL; ïp DERDE B E D R IJ F. EERSTE TOONEEL. V P>. IJ II É I D. alken. Onzeker lot! doe mij uw uitfpraak hooren! 't Angstvallig hart flervt duizend dooden ! Ach! 't Zwoegt, Neerland! om uw ramp! die kan mij 't hart (doorbooren! Voor mij, 'k zie vrijer lucht! och of uw oog't ook (zag! ■ Maar neen! verblind, en in uw trouw verbasterd, Bewerkt ge uw' val! ontaarte Belg! Zie om! Zie op uw vad'ren bloed, als Godsdienst wierdt gelasterd, En Vrijheid flinks belaagd ! ■ ■ tuig ! Neerland! (neen! ■ verdom! Grijp boeien aart, die vrije nekken eieren ! Daar ligt mijn fpeer! —— zie daar den vrijen hoed! fciedt die der Heerschzucht aan! verraade Batavieren! Weleer was 't lafheid, volk! ...nu is het heldenmoed! Aelöude Moed! waar is uw roem gèbleeven ? Gij kwijnt! bevroedt ge uw nadrend onheil niet? Welk een verblindheid! Belg! wat doet u zorgloos (lecven? Dl hoop op Vrede ? of ... 't puin der Vrijheid, dat (gij ziet? — B l Vsr"  so De Gefnuikte Heerschzucht. Verwagt geen puin! mijn volk! 'k wil balling zwerven f Mij kncll' geen boei' : ■ gedompeld in den druk, Slavin der Heerschzucht zijn op mijner vad'rcn erven! Neen! vrijheid! kies de vlucht! den lanen voegt het (juk! — Mijn ftille rust, door dwinglandij gehinderd , Verkiez'geen oord, daar vunfche dwanglucht woont! Mijn heilgelttk beklijv'! mijn roem blijve onverminderd ! Uw ontrouw, Nederland! .... met ketenen beloond! Rechtvaerdigheid! zie Vrijheid neergeboogen ! Uw wraak .... dan ach! dit denkbeeld doodt me! 1 (neen! ZOU dan de Trouw mijn val, zou Godsdienst dien gedo'o- (gen? . . Nean! wijflend hart! hou op! 'k zie door dienevlen (neen! ■ Wat wil dat licht? daar zie 'k het Zwaard reeds (zweeven! Of, dwaalt mijn oog ? . is 't niet de wraakgodin? - . Ja! Neêrland! zie! zij dreigt! wat doet uw volk zoo (beeven? • Daar is het monster ! mik ! fchiet toe! het (ftcrvt! 'k verwin! > Zij zijgt in verrukking neer. TWE -  ZlNNESPEL. 51 T W E D E TOONEEL. Heldenmoed, in de uiterfte woede, zonder de Vrijheid te zien. •Wat ftaatzucht dwingt het land der Britten imaad texlraagcn ? Wat haatlijk tweefpalr brouwt dceze eindelooze plaagen ? ■ Wie is der Vrijheid moê?wie dingt haar naar de kroon? 7.\.t gij het? Batavier? verblijdt ge u in dien hoon? ■ Viel 't u weleer te hard, uw vijand te vcrov'rcn? Of, kan zijn blindend goud uw heldcnharf bctov'ren ? Ontaarte kroost! verzaakt ge uw' vaderlijken roem? Is dit uw glori? volk! dat 'k u barbaaren noem, Verblinde flaaven, die uw eigen Vrijheid waagen, Om , uw' tijran ter eer, het flaavfche juk te draagen ? Zink, Neerland ! in uw niet! neen! hemel! dat uw (wraak De lleerschzupht plette ! uw arm het dierbaarst pand bc- (waak'! ■ De vrijheid in zwijm ziende : Treur vrij! rampzaalge ! uw lot moet grooter rampen duchten! ■ Het nad'rend onheil maakt geen einde van uw zuchten; De tijd brouwt meer gevaar! nu is de Heerschzucht uit Op loos verraad en list'. naauw is 't Geweld gelluit, Trouw, Zorg, en Burgermin, tot flavernij ver weezen, jC>f List doelt op uw val, doet ons iets ergers vreezen! ■ B 3 W »»  23 De Gefnuikte Heerschzucht. Wie weet, wat flinkfche vond uw' ondergang bedoelt? Ach! wist gij, welk een fpijt dit heldenhart gevoelt! Dit hart, dat nu bezwijkt! niet, om 't gevaar te tarten; Grootmoedigheid bezielt me, ik ken Bataavfche harten, Wier welbeproefde moed met vuur en zwaarden fpot, Als 'til, 4 Vrijheid! geldt! , . dan ach! 'k ken ook hun (lot: , Lafharte traagheid doet den Belg naar wapnen wachten! Hij dorst naar 's vijands bloed: men laat hem eindloos fmag- (tenl Daar hem de Heerschzucht van het lokkendflrijdperk weert, En zelfs den Heldenmoed met wapnen overheen! Hoe gloeit dit hart van wraak! ik zie de Vrijheid ftooren'. Zij treurt! ... de dwingland juicht! .... kon 'k u het hart door- (booren, Mij voeden met uw brein, en baaden in uw bloed! Verrader! .... 'k zal.... maar hoe !.... te rug! ó heldenmoed!.... Vervloekte zwijmelvocht! gij vloeit nog door mijn adren !.... Te rug! .... ontglipte ftaal! 'k hoor reeds den vijand nadren! Wie dreef u van mijn vuist ?.... dat ik mijn wraak volvoer'!.... Wie wederhoudt mij ?.... wraak!.... zie, Vrijheid! hoe 'k ont- (rpcr! hij blijft in eene verbijsterde houding ftil jlaan, en tuuren op de Vrijheid. V r ij h e i d , op het woord wraak verfchrikt, her ft elt zich van haart mijmering , en heldenmoed in zulk eene ontftclde houding ziende : Ik  Z i n n e s p e l. 23 Bi weet, wat lot mij wagt! de Heerschzucht wil mij (bannen! Mijn noodlot wagt ik af, maar.... van geen aardstijrannen! .... Zij wil heengaan. Heldenmoed, dit ziende. Wat fpijt! ö hemel! V r ij n e 1 d , onder het heengaan , vaar haar /peer en hoed omziende: Blijvt! een ander wagt u! 'k gaa! — Heldenmoed. Helaas! DERDE TOONEEL. Nederland en Koophandel, de Vrijheid tegenhoudende. Koophandel, Gij vlucht! Nederland. Wien vreest ge ? V r ij h e i d. Uw 's vorsten ongenaê ! Nederland. Mijn 's vorsten ongenaê? ■ wie liet zich overheeren? Wicu voegt dit bitsen verwijt? ■ • Zou Neerland vorften (cereu? Wat Batavier gedoogt een opperheerfehappij ? Is Neerland flaaf gedoemd, of is hij waarlijk vrij? 13 1 Heeft  24 De Gefnuikte Heerschzucht. Heeft dan zijn macht geen klem? wie durvt zijn recht ven- (treeden ? Is 't ook de Heerschzucht ? hoe! wordt hij reeds aangebeden ? Waar is zijn throon ? wie biedt hem hulde ? gij, of ik ? Waar was weleer de plaats, wanneer het oogenblik, Dat ons, fints /FjV/ra's voet het Spaanfche juk vertrapte, Cij, uit uw vadren bloed op Neêrlands zetel (tapte, Ik u mijn hulde zwoer voor 't dreigend moordfehavot, Dat ons, fints Vrijheids thuin, bevrijd van 't Spaanfche rot, Den Leeuw de macht vertrouwde, om vreemden dwang te (weeren: Dat ons tot 't voorig juk der dwinglandij deedt kecren ? ■ r De Twcedragt knaag' hetfuoer, dat Neêrlands magt bewerkt, De vrije Belg, verhit qp 's vijands bloed gcflerkt lu Vrijheid's liefde fchuw voor rammelende boeien; Pal in zijn Godsdienst-plicht, als de onvveêrwinden loeien Van fnoó gewetens-dwang . kloekmoedig, als 't gevaar Hem ééns te wapen! roept voor haardftedc en altaar Wiens goed, wiens bloed, aanU, aan Godsdienst (leeds ver- (fchuldigd, Die laagheid nooit gedoogt, dat men Monarchen huldigt De Belg biijvt U geuouw maar .... die uw val beloert, Stelt zich de zege voor, zoo Gij, door drift vervoerd, Den aanfiag aanneemt, dien 't Verraad U aan zal bieden! 'j Is nader, dan Gij denkt! —- ei! zoek dien ftrik te ontvlieden 1 pf Neêrland gaat te grond! V r ij ii e i d. Ik luister naar uw raad ! Ons  Z i n n E S p E L. SS Ons wederzijdsch belang, de grondfteun van den (laat, Noopt ons in 't hachlijkst uur dat fchenftuk voortekoomen I Wel aan', dat Neêrland fpreck'! Nederlan d. 'k Heb alles ondernomen , Wat tot 's lands redding diende, en , op iets grootschs bedagt, Pwong ik des Dwinghmds oor aan 's volks gegronde klagt: (ncn, Cccn wraak was ooit mijn doel'. zogt hij uw roem tehoo- (F.cn edelmoedig hart moet blindheid iteeds verfchoonen:) 'k Schreef dit der Eerzucht toe, en zogt door Burgcrmiu Die drift te lecnigen: dan ach!... zij werd flavin ! ■ Een keten was het loon der ncOrgeplengde traanen! Wat weg kan rede of plicht tot ftaalcn harten baancn? ■ (foeid! Zorg, werd met fmaad gehoond de Godsdienst-ftem, ver- (trouw, geboeid! ■ ■ 'i I.ands recht, vertrapt mijn eisen, ontzegd de Noch kon 't barbaarsch geweld zijn fnoodfie doel bereiken: Het moest voor de overmagt van Vrijheids leger wijken: Wat raad? nu woelt de List, door Zelfbelang gefmeed, Om U verradelijk, zelvs eer uw hart het weet, Te dwingen tot een vreê , die Neêrlands roem ontluistert, Mijn' ondergang bewerkt, don Leeuw in ketnen kluistert, Onflaaakbaar voor die vuist, die Spanjc's euvelmoed Weleer bcteuglen kon, ten koste van zijn bloed: Een Vrede, die 't belang der vrije Batavieren (ren! Verwaarloost , Vrijheid doodt , en dwang doet zegevic- Jïewillig Vrede niet! 's Lands glori is verkort ■ • Hoor, hoe elk Burrer klaagt! zie, hoe hij traanen ftórt! « 5 De  s6 De Gefnuikte Heerschzucht. De flem van 't volk, zijn roem, uw eer, mijn ftaatsbelangen , 't Roept alles Vrijheid toe „ dat ons geen ketnen prangen ! " Wel aan! voldoe mijn eisch ! zoo wordt die List vcrftoord! (woord! ■ En Iïecrschzueht 't best gefluit.' 't hangt alles van uw Koophandel. Ja! Vrijheid! 't recht des volks, te lang met fmaad vertrcedcn, Sloot ook mijn handel in: ■ hij heeft te veel gelecdcn, Dan dat een laffe vree, uw vijand's Iooze doel, De fchade en fchande weert, die ik alleen gevoel! Uw vijand's ontrouw kon mijn fncllcn loop verhind'rcn! (mind'rcn! De Koopvaart , lang gcflrcmd , decdt voorraads fchuuren Mijn weerloos erf, gefloopt, gcplonderd door den Brit, Duit nimmer, dat Gij zwijgt, de Leeuw hier werk'loos zit, En Heldenmoed, wclëcr de roem der Batavieren, Mijn Scheepsmacht zidd'ren doet voor Britfche plondergieren ! Mijn handel bloeit! 't is waar; maar welk een laagheid! goón ! 't Is u te wel bewust, tot welk een laagen hoon Dit voor uw glori flrckt! zoudt Gij naar Vrede hooren? Wat onherflclbre ramp is Neêrland dan befchooren! . *■ Herinner u den trotsch, die Albion bezielt! Zal hij dien trotsch voldoen, mijn handel moet vernield! Dees, reeds te fel geknakt Gij, reeds te lang beledigd, ——. De Heldenmoed verguisd 't moet alles nog verdedigd! De Vrede dient den Belg: geen Vrede, dien hij fmeekt! Maar die, zijn naam ter cer,den trotsch zijns vijands breekt! Twee-  ZlNNESPEL, 27 Tweedragt, in V gewaad van een bode der Vrijheid, koomt, met de groot ft e verftagenheid op het Tooncel, en wenkt Nederland en Koophandel, om hem fpoedig te volgen. zij vertrekken. VIEPvDE TOONEEL. Heldenmoed, Vrijheid. Heldenmoed. Wat raas dit zijn ? V r ij ii E i d. 'k Ontroer! Hier wordt van verre een gerucht gehoord. Heldenmoed. Wat hoor ik ? Het gerucht koomt nader. V r ij h e I d. Vrede ? Men hoort van buiten roepen : Vrcdci VIJF,  28 De Gefnuikte Heerschzucht, VIJFDE TOONEEL. Heldenmoed, V el ij h e i d. Liefde voor met Vaderland,Vrede, met ce;ï palmtak in de hand. Liefde voor het Vaderland. Dat u dc hemel fpaare! ó Vrijheid! hoor mijn bede! veld i Denk, dat de Liefde fpreekt! 't Verraad, de List wint Lokt Neerland in een ftrik, en zoekt u door geweld Een algemeene Vreê verraad'lijk optedringen! (wringen , Zoo zoekt men mij, helaas 1 het dierbaarst pand te ontDat mij de Godsdienst fchonk, u , Vrijheid! die ik min! Ach! dat dc taal van 't hart de valschhcid overwinn'! Een algemeene Vree kan ons geen heil bewerken; Hij dient des vijands doel: zijn uitzicht moet hij fterken : De vrucht, dien gij verwacht voor onze ATaatfchappij, Is, overheerfching, dwang, en Iaage (lavernij! Vergun ons, eer uw hart tot zulk een flap moog hellen, Dat wij het volksbelang u voor uw oogen ftelien! V R IJ h e t d. Wat eischt het? fpreekt! Heldenmoed verbleekt, en flampvoet van woede. Liefde voor het Vaderland, vervolgt. Gij weet, hos 't haatlijk Albion, Ver.  Zinnes pel. 29 Verbitterd op den glans van uwe glori-Zon, Den handel liremde, die dit Nederland deedt bloeien: Men wist, hoe dag aan dag 't gevaar begon te groeien, Men bleef nog werkeloos: de Belg, alom befpot, (gunstig lot, Verdroeg dien fchampren hoon: 't fcheen, of 't on- Den vijand ten geval, uw ftaatsbcftemming fchikte, En Bato's fiere Leeuw voor 's vijands wapnen fch'rikte; Hoe 't zij; de Brit heeft u uw' oosterfchat ontroofd: Pe koopzon zag in 'tWest haar' luister uitgedoofd: Draa ging de looze Gal dien rijken buit beloeren: Men zag hem kiel bij kiel naar eigen havens voeren: (Brit, • Hij ftreedt voor u herwon uw erf verfloeg den De Belg zag toe de Gal verwon hij trof zijn wit • (kiezen ? En ons trof flag op fiag! wat zoudt Ge, ó Vrijheid! Die fchaê herfteld te zien, of alles te verliezen ? Zie hier het tijdftip, dat uw vêegfte lot beflist! Uw fchadc is ruim vergoed, zoo Gij die Vrede mist! Kondt ge uw' ontroovden fchat uit Britfehe handen vraagen; Was dit de vrucht dier Vreê-, de Liefde zou niet klaagen! Dan ach! zie hier uw lot! •—— de Gal bezit uw goed! Hij ftaat 'er nooit van af, dan op dien zekren voet, Dat Bato's goud, 't geen hem te lief in de oogen fchittert, Zijn diensten ruim beloone, en 't Heldenhart verbittert! Verzaak de vrucht dier Vreê ! hij voegt uw glori niet! Maar... neem dees palmtak aan , dien u de Liefde biedt; (gen V Hij vleit uw glori 't meest! Wat kunt gij meer verlan- 't Be-  30 De Gefnuikte Heerschzucht. '« Bedingen ftaat aan ui — zie hier uw Hoofdbelang*, i Eisch van den Brit uw erf! vcrtdn „ mnr .. ,„„ r . c„ .. vereen u met zijn macht ï Zoo Gal, of Castiljaan naar overheerfching tracht Zoo kunt ge en winst en roem met zekerheid verwachten' Zoo Zie 'k het heil geftaaft voor Bato's nageuagten! fjeevt Zoo fnuikt Gij Heerschzucht, die in >« blijdst vooruitzicht' Daar h,j het werktuig ziet, dat u den doodfteek geevt• Dat werktuig is de Vreê , die Nederland moet blinden Eu m,j in 's Dvvinglands zege uw ondergang doen vinden! .... (wreekt e Wel aan . aanvaard den palm , die 's vijands ontrouw T. (breekt D> eer i,w roem herfteid — het doel der Heerschzucht g> t hetl herleeven doet der vrije Nederlanden ! Cdcn. Zie daar dien palm! aanvaard! — het m is in uw ^ Terwijl de Vrij,ie1d zich {aat overreden gn ^ hand uitftrekt, om den palm aanteneemm, %iei men onverwagt een licht, dat hen allen doet verfchrikken en verbijsteren. ZESDE TOONEEL. Wraak eh Godsdienst, afdaalende in een Wolk f ontmaskeren de Valsche Liefde voor het Vaderland, en de Vrede: Heerschzucht en List, >»ertomen zich in kun affchuwelijk gelaat ca* de Vrijheid, die doodelijk fchrikt: Wraak rerdrijvt Heerschzucht en List uit het hof  ZlNNÈSPELi 3t hof der Vrijheid : beveelt Godsdienst de oefening der verdiende ftraf aan die fnoodfte belaagers der Vrijheid , en verdwijnt met kaar IVolk: Godsdienst blijvt over 9 en fehiet, met Helden^ moed, Vrijheid te hulp. Einde van het laatfie Bedrijf