ALMELOSCHË BRIEVEN BETREFFENDE D e ZWEVENDE GESCHILLEN ALDAAR en STREKKENDE ter VERDEDIGING der BURGERY v a ff ALMELO tegen de. ALMELOSCHË OUDHEDEN. door Mr. G. £ DUMBAR & Mr. A. G. BESlElt Te D E V E N T E ijT**" By GERRIT BROUWER, MDCCLXXXVIi   BERICHT» ffl^y oordeelen het juist niet zeer voegzaain zodanige zaken, welke volgens den weg der Jujiitie moeten wtrden afgedaan, in openbaren druk voor het Publiek te behandelen. De Heer Racer denkt hieromtrent geheel anders , en heeft dus ook deze Almelofche zaken voor den groten Rechtbank gebragt : wy mogen het lyden .en zullen de exceptien van incompetentie en renvoy niet objicieeren; fchoon ivy betuigen liever niet te hebben willen fchryven , als oordeelende het aan den dag leggen van Verkeerde handelingen vooral geen aangename taak. W%t ons bewogen heeft om de twee volgende trieven vooraf uittegeven zullen onze lezeren uit het nafchrift van den tweden brief ligtelyk gisfen : het vervolg heneffens de Bylagen vullen zo dra mogelyk op dezen volgen. de Uitgevers, NA-  NADER BERICHT. Welle de oorzaak zy geweest, dat de Byla. gen der twee eerjle Brieyen niet eerder zyn in 'f licht gekomen, wat aanleiding heeft gegeven, om het daar by voorgejlelde plan van behandeling voor het vervolg te veranderen; en welke redenen ons bewogen hebben onze namen nu op het titelblad te plaatzen > ° zullen de Lezeren in den derden en vierden brief gemeld vinden. Schoon, gelyk wy gezegd hebben, hetfchryyen van twistfchriften voor het publiek nimmerons vermaak was, zullen wy echter ons nu nietonttrekken de vrywillig opgenomen taak met Mr. Racer verder af te werken, zo hy mogt goedvinden dit publiek meer Adresfen en Proces ftukken op te dringen. Doch daar het lot van zulke gedrukte pleitfluk* ken veel al is onder de oude vergeten Rechtsgeleerden gejleten en hedendaagfch - tot het . kleine geweer gebruikt te worden, denken wy dit ons tegenfchryven niet lang meen nodig te zullen zyn, m Uitgevers. AL.  Bladz. c ALMELOSCHË BRIEVEN, MYN HEER! Ik pryze uwen yver Voor uwe Geboorteplaats. De bedugtheid die Gy voor het welzyn der Itad Almelo, fchoon reeds zederd langen tyd niet meer uwe Woonplaats, voedt, doet U eer aan; en is voor my ook eene reden te meer, om den gevergden last des te gewilliger op my te nemen. Want, hoe zeer het op zich zei ven in het geheel geene moeijelyke taak is, de zaak der Burgery van Almelo tegens het eerfte ftuk der Almelofche Oudheden, door Mr. J. W. Racer onlangs uitgegeven, te verdedigen; zo vereifcht nochtans de behandeling van zo veele zaken en voorvallen, als hier in aanmerking komen, meerder tyd en moeite als myne menigvuldige en dringende bezigheden my toelaten zouden daar aan te hefteden : indien Gy door deze uwe bedugtheid, die ik denke dat ook by anderen konde plaats hebben , my niet overhaalde , om er al myn overfchietenden tyd toe te gebruiken. Gy kunt my echter niet kwalyk nemen, dat ik alles niet te gelyk afdoe, en zult U denk ik., ditmaal vergenoegen met een beknopt verflag van het voorgevallene, en met' eenige losfe aanmerkingen , ftrekkende om het gedrag onzer Medeburs geren in het algemeen tegens de verwytingen en hatelykheden, hun in het gemelde Stukjen deé Almelofche Oudheden aangewreven, te ontheften, en om. U te doen zien dat onze tegenpnrty A daju$ I. BRIEF.  1 ALMELOSCHË daarvan minder dan wy kan worden vrygea kend. Het kan U niet onbekend zyn, en ik hcbbe dus alleen nodig U te herinneren; dat er van oude tyden af menigvuldige geichillen tusfchen de Heeren van Almelo en de Burgeren dier Stal ontftaan zyn 3 welke alle hunnen oorfpronk hadden in de misbruikte macht, heerfch- en hebzucht van die Heeren; waartegen de Burgeren zich min of meer , naar dat de tyden gunftig waren, verzetteden : en Gy weet dus ook, dat die geichillen telkens by accoorden of decifien geëindigd werden, die altoos voordeelig voor den Heer uitvielen; als wetende Hy altyd voor de affchaffing van een mit-bruik eene vermeerdering van recht of invloed te bedingen. Het laatfte voorbeeld hier van vinden wy in het accoord van den 14 July 1683. (a) doch het welk zo Hecht voor de Stad uitviel, dat de Burgery waarl'chynlyk voorzichtig oordeelde in 't vervolg geduld te oeffenen en beter tyden aftewachten; een beiluit 't geen niemand vreemd zal voorkomen, aan wien het toenemende gezag en de verbazende invloed , welken Graaf Adolph Henrik in de Vergadering van Ridd. en Steden bezat, bekend zyn. Zederd dien tyd tot op den jare 1784. en dus geduurende het verloop van ruim een lïeuw zyn er geene dergelyke gefchillen geventileerd: en waar uit zal Mr. Racer dan goedmaken ; dat die van het Stedeken Almelo zo gewoon zyn procedures tegens den Heer van Almelo te voeren ? (b) Mogelyk denkt men dat dit verwyt genoegzaam bewezen wordt door de daarby aangehaalde procedure , die door den tegenwoordigea Burgemeester Revius en Hendrik ten Cate voor agtien jaren over de Konings Accys tegens den Heer is begonnen ; doch Gy zult my gaarn toe-* ftemmen , dat het niet veel voor de pleitzucht cener Burgery bewyst, wanneer twee burgers zich. {O Almelofche Oudheden 1. ft. p»r. sös. in ! O) Ibidem pag, 40.  B R I E V E Is, itph tegens eene onrechtvaardige actie verweeren. Waarfchynlyk heeft dus de Heer Racer van deze procedure alleen maar gewag gemaakt omertekunnen byvoegen, dat de toenmalige Heer van Almelo genereus genoeg was om het gevoe-i Jen aier burgeren zonder vonnis intewilligen, zo dra hy beter van het recht onderricht ware geWorden t maar ook ten dezen opzichte had men van deze zaak wel mogen zwygen ;, of was het ook genereus, dat de Heer van Almelo de kosten, die deze burgeren om zich tegens eenen onrechtvaardigen aanval te beveiligen hadden aangewend, met vergoedde (c) ; en door zynen invloed bewerkte dat de Heer Revius te gelyker tyd als Burgemeester werd afgezet ? gelyk Gy Zie? klint uit de twe getuigetnsfen hier achter onder A imo en A bygevoegd, waar uit deze afzetting, niet tegenftaande het ongelukkige geneugen der twee eerfte getuigen , in haar ware daglicht geplaatft wordt. Met het zelfde recht zoude men uit dit geval kunnen beweren dat het Huis Almelo gewoon was, de Ingezetenen der Heerlykheid met onrechtvaardige eisfchen te vervolgen, en daar vart aftezien, zo dra het bemerkte dat zy zich op hun goed recht wilden verdedigen; en dit zoude zelfs meerder klem hebben, wanneer men er dan byvoegde: dat de Vrouwe van Almelo onlangs eenen armen boer , dien hare jagers beroofd hadden van een fnaphaan , waarmede zy hem ontmoeteden , daarenboven aanfprak om eene boete A a van; . .Cc) Mr. J. W. Racer Was toen Bediende van den Heer Re4 Vius, en het is niet onwaarfchynlyk dat daaraan het toegeeven van den Heer van Almelo voornaaraelyk te wyten is; om dat deze gaarn den Heer Racer tot zyne bediende had en dezen zynen wentel] ook aanftonds na hec fluiten van het accootd verkreeg: of dit aan den anderen kant ook aanleiding gegeven heeft om niet fterk op de kosten te inflreeren kan ik niet beflis, fen j rnaar zo er ten blaadje papier overfchiet, beloof ik fhynen ieezeren zulks met eenige fchrifturen uit deze procedure te dóeft drukken; alleen om door het fmaije contrast tusfehen de*e eff de Almelofcbt Oudheden deze dreaee ftoffe #at ta ■viilstêddL  4 ALMELOSCHË van driehonderd guldens; doch terllond van eifch en conclufie afzag, zo dra zy vernam dat de boer een ge'furrogeerderi Richter verzogt hadde , en niet gek genoeg fcheen om dezen groven eifch intewilligen of door een accoordjen aftelanden. Dan het wordt tyd de afgebroken draad weder optevatten. Toen door het kwalyk voeren van den Engelfchen Oorlog , de Ingezetenen van ons mishandeld Land aangezet werden , om de oorzaaken hier van optefporen, en by die gelegenheid werkzaam geworden waren om oude en verdonkerde rechten optedelven , en aan de heerfchzucht te ontweldigen 't geen zy allerwegen had naar zich fefleept; begrepen ook de Burgeren van Almelo, at de gelegenheid, waarna zy nu meer dan eene Eeuw gereikhalsd hadden, eindelyk geboren Was om ook hunne rechten tegens het zich alles aanmatigende huis van Almelo te doen gelden ; en op dat alles met bedaardheid en goede orde zou* de kunnen verricht worden , ftelde zy in navolging van veele andere Steden eenige werkzame en "kundige mannen uit hun midden tot Gecommitteerden aan, om in hunnen naam dit werk aantevatten en O ïder Gods Zegen te voltooi jen. Dezen hadden niet zo dra de handen aan het werk geflagen, of vonden eene menigte bezwaren van onderfcheiden aart; uit welken zy, om niet alles te gelyk overhoop te halen, er provifioneel vyf kozen, i™° dat de keur niet gefchiedde naar het convenant van den 8 November 1660. tusfchen Zeyger van Rechtercn ter ecner en de Burgermeesteren en gemene Ingezetenen der Stad Almelo ter andere zyde, ten overltaan en door tusfehenfpreken van Gecommitteerden uit Ridderfchap en Steden gefloten; maar naar eene Willekeur van den 21. February 1663 tusichen den Heer en de Burgemeesteren en Gemeenslieden, zonder kennisfe der Ingezetenen of van Ridderfchap en Steden gemaakt. 2B R I E V E N, de Burgeraeesteren ftemde volgens dat zelfde convenant van 1660. Art. 2. maar dat Hy pretendeere, dat zyne ftem alleen gelyk ftond met de vier (temmen der Burgemeesteren te zamen.^ «tfo Dat aan de Burgery het recht om op het vlakke te mogen vi,sfchen werdt benomen. 4*0. Dat de burgery gedrukt werd door eene willekeurige tol of lluifegeld ten aanzien voornaamlyk der Geesterenfche turf; en 5». Dat er grove abuizen in de Zettinge waren ingeflopen. Met dezen vervoegden zy zich by Burgemeesteren en Gemeenslieden van Almelo» eerbiedig verzoekende dat dezelve met hun deswegens geliefden in conferentie te treden ; dan dezen weigerden aan dit verzoek te voldoen en vorderden eene lchriftelyke opgave der bezwaren, en vooraf de qualificatie der Requestranten als Gecommitteerden van het grootfte en notabelfte gedeelte der Burgery: aan beiden voldeden de Gecommitteerden by een twede Request en vernieuw* den toen wederom hun eerfte verzoek tot het . houden van conferentien ; dan , tot hunne grote verwondering, floegen Burgemeesteren en Gemeenslieden dit andermaal vlak af, zonder de minde reden daarvan bytebrengen. Hoe zeer na :de Gecommitteerden redenen genoeg hadden om zich te overtuigen, dat de Almelofche Regeerin» niet gezind was, op de ingeleverde bezwaren eenigen acht te flaan , en ingevolge hunnen eed Stads Rechten en Privilegiën te maintineren, oordeelden zy het echter noodzakelyk zich noch eenmaal aan dezelve te adresfeeren, en dat gene in gefchrifte bekend te maken wat men hun bedriet hadde mondelyk voorteltellen. Zy vervoegden Zich dan ten derdenmale by hunne Stads Regeering met een ampel Request, waarby zy de ge grondhéid der overgegeven bezwaren betoogde.» en verzochten, dat Hun Edele Achtbare zich dezelve mogten aantrekken en daarvan redres bezorgen 2 dan ook dit verzoek had geene de mi&fte uitwerking. 5  I ALMELOSCHË Er bleef derhalven voor Gecommitteerden geen andere weg overig , dan hunne bezwaren onder het oog van Ridderfchap en Steden te bréngen, en te beproeven of 's Lands Vaderen minder onverfchillig omtrend de belangen van Almelo's Burgery zyn zouden, dan derzelver onmiddelyke vertegenwoordigers : dezen weg floegen zy ook met vertrouwen op de rechtmatigheid hunner zaken in . en prefenteerden in het voorjaar des jaars 1785. een zeer ampel Request aan R-idd. en Steden, waarby zy de ftraksgemelde -bezwarert opgaven, deduceerden en van dezelve redres verzochten. Inmiddels was er echter, met betrekking tot het eerstgemelde bezwaarpoint, eene aanmerkely"ke verandering voorgevallen. De Burger Gecommitteerden hadden zich geaddresfeerd by de zes Gemeenslieden, welke op den 21. February 1785. door de Stads Burgemeesteren waren aangefteld, en aan dezelven te kennen gegeven: dat, daar de Heer van Almelo ten hoogften maar voor de halffcheid in de aanftelling der Regeering deelde , en dus niets het zy middelyk het zy onmiddelyk behoorde te doen te hebben met de aan» itelling der Stads Burgemeesteren ; de Burgery Verwagtede , dat de keur op dag Petri niet op de oude wederrechtelyke wyze zoude gefchieden ; maar alleen door hun zes Gemeenslieden verricht worden. Dit adres had ten gevolge, dat die Gemeenslieden beneffens nog twee Gemeenslieden van den Heer (d) op Petri. 1785. Verweigerden te treden tot de uitloting van Zeven, zo als in de Willekeur van 1663. vereifcht werd ; daar en tegen wilde de Richter uit naam der Vrouwe van Almelo niet gedogen , dat de keur anders . als naar die Willekeur gefchiede: het welk oorzaak gaf, dat, vcrmids niemand van zyn fd) Dus genoemd om dat 2? *oor de Burgemeesteren varj üen Heer, dat is, die Hy onmiddelyk aanftelt en volgens zv< -kien wil werden verkoren ; oct tl ten onrechte,-«8 al.-: uadc'ft WCad mi biykea,  B R ï E V E N. zyn gevoelen wilde afgaan, er toen in het geheel geene keur van Stads Burgemeesteren gedaan Zeer groot was intusfchen het nadeel, dat de Burgery hier door konde lyden. De Burgemees- ïe n\ °°r de yrouw van Almel° aangelfeld en van haren wenk vhegende, hadden nu het ganert"-ri» handen, en waren alleen meester van alle de Stads Charters, boeken, en reaisters waaruit de Rechten der Burgery tegens ha Huis Almelo moesten worden öpgefpoord en bewezen. £y bezefte ook wel dra de gevaarlyke omftandïehe.d waarin zy ten dezen opzichte geraakt waf; om,tni rger £econ^itteerden, middelen omziende om haar uit dezelve te redden , oordeelden daar toe niets gefchikter, dan dat de Burgery zich dadelyk herftelde in de oeffening van haar recht, om zelve hare Burgemeesteren i,,nïieZCn WeeVecht het welk door het Conve" nant van ;6óo. haar buiten kyf toebehoorde Ingevolge van dit befluit werden de volgens Landrechten gequalificeerde Burgers, dat i!?de zulKen die van den Hervormden Godsdienst en be# hoorlyken ouderdom zyn, by tromfiag, opgerotpen, om twee Burgemeesteren te kiezen;' en ichoon zy dit in meer dan eene eeuw niet gédaan hadden, volbragten zy deze keur met eene voorbeeldige bedaardheid en goede orde: terwvl by het opnemen der Hemmen bleek, dat de Heeren Jacobus Revius en Gerrit Dake door eene groote meerderheid tot burgemeesteren voor dat jaar verkoren waren. Almelofche Oudheden (e) opteflaan, en natezien op welken toon d« Vrouwe van Almelo dit voo£ A 4 val  « ALMELOSCHË V val aan Ridderfchap en Steden door baren Advocaat heeft doen voordragen. De gevoeligheid, de Nyd en Wraakzucht ftralen ten fterküen in ;dat verhaal door ;'-zodanig dat my op de eerfte lezing reeds het denkbeeld voor den Geest kwam van een Padde, die opgezwollen door pyn en woede, de ontvangen fteek aan de reeds in veiligheid zittende Spin te vergeeffch tragt te wreken. Zo dra de verkiezing gefchied was, verzochten de nieuwsgekozen Burgemeesteren aan handen van den Richter den gewoonlyken eed afteleggen ; dan deze was buiten ftaat dien aftenemen : vermits Mevróuw de Gravin hem zulks, onder voorwendzel dat de keur niet wettig gefchied was, had verboden, zo dat die Burgemeesteren buiten funCtie en- de Burgery in dezelfde gevaarlyke omftandigheden bleven; het geen dan .natuurlyk. aanleiding gaf tot het prefenteeren van een twede Request aan Ridd. en Steden met verzoek dat Hoogstdezelven iemand wilden qualificeeren om, zonder praejudicie van iemands recht, .deze burgemeesteren in den eed te nemen. Beide deze Requesten werden op den 7 April 1785. ter tafel van Ridderfchap en Steden gebfagt, welke daarop, met de uiterfte billykheid, verftonden ; dat dezelve onder Cachet der Provincie zouden gefteld worden in handen van Mevrouwe . de Gravinne om daarop hare belangen intebren» gen. In plaats echter dat Dezelve hier aan eenvoudig voldeed, oordeelde zy het beter, of mo* gelyk haar Advocaat het vpor zyne beurs voordeeliger , een kansjen te wagen , om was het mogelyk deze zaken aan het oordeel van Ridderfchap cn Steden tq onttrekken, en de Requestranten in vèneheiden procedures te wikkelen. JVlet dit oogmerk althans adresfeerde zy zich in de -juaanü junys en dus na dat de ftraksgemelde Re- -questen reeds in hare handen gekomen Tyaren* by de Heeren Ordirinris Gedeputeerden met verzoek, ^ai Hun Edel Mogende aan het Gerichte van Al-  BRIEVEN. • ïnelo een onpartydig Drosten Gericht wilden fü*. rogeeren; ten einde zy aldaar tegens de Gemeenslieden, welke geweigerd hadden de keur op den voet der Willekeur van 1663. te doen, daarove* ten posfesfoiren koude ageeren; het zy dan tegens die. allen te zamen, of elk in het byzonder. Op dit verzoek werd op de gewone wyze gedisponeerd, te weten: he.t Drosten Gerichte van Haasbergen werd gefurrogeerd, ten zy partyen redenen ter contrair mogten hebben, welke zy alsdan gelast werden op den r8 July daaraanvolgende ter tafel van Hun Ed. Mog. te brengen (f). De beklaagde Gemeenslieden waren, op het ontvangen van dit Request , in het begin niet weinig verlegen": fchoon welgezeten .memchen, waren zy echter niet vermogend genoeg, om hoofd voor hoofd ; want dit had mén in het klaagrequest gedreigd; eene procedure tegens het huis Almelo te kunnen uithouden; vooral daar het te voorzien was , dat dezelve met alle mogelvke e.xceptien zouden worden geftoffeerd. Zy vervoegden zich derhalven om raad by de Burger Gecommitteerden; en dezen waren aanftonds vaardig om de Gemeenslieden kost- en fchadeloosftellmg te beloven, mits zy met hun eene gemeente zaak maakten. Gretig namen de Gemeenslieden dit voorftel aan , en teekenden dien ten gevolge eene daaromtrend vervaardigde afte (g): "waarna zy zich terftond by Requeste vervoegden tot de Heeren Gedeputeerden, zich beklagende over de fub en opreptive handeling van Mevrouwe de Gravin , en verzoekende dat Hun Ed. Mog het gegeven appoinftement ten aanzien van het se» furrogeerde gericht wilden intrekken; gelyk dezelve dan ook by Refolutie van den 13 July aan. .ilonds goed vonden , hunne vorige Refolutie tot A 5 n» ' fcMi ^ Request en aPP°in Se Jhael. Otitfh. alwaar het ■V»n pa/f 75- tot Mï- en dus ruim zeventig bladïyden beflaat; jot wélk oogmerk kan ik niet gisien; want fchoon ik ook voos de C-opy dtjjjer brieven van den Boekverkoper betaald wierd, •«oude ik niet denkeö dat hy my aulke vyf veile» soude willen ifceddoen. Ck) 4lm. Ondh. pag. 34. . \ <0 Ik k»n roy n'wi weerhouden Mer oqynen Luwen bet 4e». ALMELOSCHE  brieven. Van veel belang oordeelden het intusfchen de Almelofche Burgeren , dat Ridderfchap en Steden onderricht werden van buitenlporige gedrag der Vrouwe van Almelo in.dezen; vooral daar de Heeren Ordinaris Gedeputeerden hunne eerfte Refolutie niet vernietigd, maar alleen tot het uiteinde van den Landdag gelurcheerd hadden ; en het dus te vrezen was dat,, indien Ridd. en Steden van het gepasfeerde onkundig bleven , Hun Ed. Mog. daar door te gelyk buiten Itaat zouden gefteld worden , om alle procedures in dezen met effecte te beletten. Om deze reden dan vervoegden zich de Gemeenslieden en Burger Gecommitteerden op het najaars reces van Ilen Landdag wederom met een Request by de Heeren Staten, waarby zy blotelyk kennis gaven van het gepasfeerde en hoe het zelve tot hun bezwaar itrekte, met verzoek dat Hun Ed. Mog. na ingekomen bericht van Mevronw de Gravin , de gekoren Burgemeesteren wilden in functie Hellen ,' immers de judicature over de quasltieufe pointen zeiven of door Gecommitteerden oeffenen; en de Vrouwe? van Almelo gelasten zich van dergelyke attentaten te onthouden (m). Het zoude hier de plaats zyn tegen den Pleet Racer aantetoonen, dat dit Request niets behelst , 't geen fub en obreptief kan genaamd worden; doch ik zal dit, tegelyk met de verhan° deling der gei'chillen omtrent de Keur tot een Volgende gelegenheid fparen, en liever voortgaan met U een hïltoriefch verflag van het gebeurde te geven. Eer ik echter verder ga behoort Gy onderlicht te worden , wat er zy van .die bedreigingen aan zonlmige Gemeenslieden omtrent het tee- ke- %en te herinneren van J. J. Roüssean: Grotmsnicque toutpourycir humain loit etaM en faveur de eeux qai font gouvemês. 11 tite l'esclavage en extmple. Sa plus conflante maniere de raifonnet ést d'etabtir tonjours le droit par Is fait. On pourrok employer ilne maniere plus confequente , mais hqu pas plus fayorablc aalt Sftrans. OiO Zie dit Reouett onder de Bylagen Lelt. Ë. ïï  I* ALMELOSCHE kenen van het laatstgemelde Request gedaan ; van welken in de uilmeh Oudh. pag. 36. met zulken ophef gewag gemaakt wordt. Herinner U Hechts vooraf 't geen ik met betrekking tot het prefenteeren van het Request aan de Heeren Ordinaris Gedeputeerden op pag. 9 verhaald heb, en zie de daar aangehaalde A6te eens . even wederom na ; en Gy zult met my van begrip zyn, dat, daar het (traksgemelde Request aan de Heeren Staten een noodwendig gevolg was van het vorige aan de Heeren Gedeputeerden ingeleverd , de Gemeenslieden ook volftrekt verplicht waren tot de teekening van het zelve , zo wegens de door hun geteekende Atte, als uit hoofde van het gene zy by hun Request aan de Gedeputeerden hadden gedeclareerd. Vreemd moest het derhalven aan de Burger Gecommitteerden voorkomen , dat zommige dier Gemeenslieden, waarfchynlyk hier toe door afhangelingen van het Huis Almelo , of door vrees voor het zelve overgehaald , onder allerhande futiele voorwendzeis (n) het Request weigerden te teekenen : daarentegen zal het* niemand verwonderen , dat onder het rederitwisten hieromtrent een der Gecommitteerden over zulken misfelyk gedrag driftig wordende, hen toeduwde zo waarachtig als gy niét tzekent krygt gy eene actie ; vooral wanneer men in aanmerking neemt dat dit met het höoglte recht konde gezegd, en dus nimmer als eene losfe bedreiging aangezien worden. Zo men derhalven verkiest te zeggen dat die Gemeenslieden door. (n) Hy voorbeeld. Vermits in dat Request vras ing«voeg4 d*t de Gemeenslieden de Keur van Burgemeesteren door de Bttrgery gedaan zouden goedgekeurd hebben: zo als re zien ij uit de kondfehappen van E. Dull en B. .ten Bruogencate Jrj de Alm. Oudh. pag. 130. Ondertusfchen was bet Zeer be"jtend, dat die Keur op aanmaning der Burger Gecommitteerde» gelchied was; terwyl de Gemeenslieden in de meergemelde Acte alles wat de Gecommitteerden gedaan hadden apprabeerden.» 'eri dus ook die K.ur. Daarenboven hadden zy immers, door hunne wtigering orn op den ouden voet te ktez«n ftitewygeni verklaard dat de keur volgens het convenant vaa lóCe. en dtó ^OW de Buijjtry bïb.uord,e te geichjedwu  BRIEVEN, Tj door bedreiging tot die teekening gebragt zyn, kan zulks geenszins ten nadeele der Gecommitteerden, maar wel tot fchande dier Gemeenslieden ftrekken: als welke niet eerder verkoren hun-' nen plicht te volbrengen , dan toen zy merkten dat zy daartoe door het recht zouden kunnen genoodzaakt worden. Het is er nochtans .verre af, dat de Gecommitteerden dit dus wilden aangemerkt hebben ; want zo dra zy ontwaar werden dat de Gemeensman Otto Lindeman het Voorgevallene openlyk op eene begravenis verhaald hadde en daar door de fpraak ging dat de Gemeenslieden gedwongen waren , lieten zy terftond aan dezelven by Infinuatie aanbieden hunne onderteekening te roijeeren zo zy meenden tegens hunnen eed en plicht of tegens de door hun afgegeven acte gehandeld te hebben (o)„ Dat Zy van deze aanbieding door vrees geen gebruik zouden hebben durven maken, zo als Racer ons gaarn zoude wys maken is waarlyk geen ferieufe reflectie waardig: welke vrees zoude hen toch hebben weerhouden , die kort daarna, tegens hun gegeven woord , de party der Burgery , openlyk verlieten ? — Dan laat my hier afftap* pen en ten einde fpoeden. Wanneer op het INajaars Reces van den Landdag alle deze Requesten met de berichten daarop van de Vrouwe van Almelo gevorderd waren ingekomen , vonden Hun Ed. Mog wegens de omflagtigheid der zaken goed eene Commisfie te benoemen om dezelve te onderzoeken en aan Hun Ed. Mog. te raporteeren ; gelyk dan ook deze Commisfie op den 25. Oótober een provifioneel raport uitbragt, het welk ook na deliberatie in eene Rel'olutie is geconverteerd gewon, den : by welke de futtenue der Burgery omtrent de obfervantie van het Convenant van \66o. volkonlen werd gebillykt ; doch te gelyk verdaan dat , de Burgery zieh zeiven niet eigenwillig hebbende mogen richten , de keur voor dat lopen; foj Zie de2e Infinuatie onder de Bylagen tett» F.  H ALMEJLQSCHE pende jaar alnog ten eerften naar het toenmalig^ gebruik zoude worden gedaan (p). Groot was het genoegen der Almelofche Burgeren op het vernemen van deze billyke Refolutie, en met reden ,' want, fchoon hun gedrag hetreklyk de laatst gedane keur als eigenwillig werd gewraakt, waren zy echter nu door eene finale uitfpraak van den Souverain in het bezit van hun aloud Recht volledig herfteld. Yverig waren ook de agt Gemeenslieden, welke het laat» fte Request mede getekend hadden, om aan deze Relolutie te voldoen: zo dra toch hadden zy dezelve niet op den 4. November des morgens ontvangen, of zy zonden terftond eene memorie aan den Richter, de Burgemeesteren en de vier overige Gemeenslieden "om nog dien eigen middag tot de verkiezing overtegaan : dan zy ontvingen weinig tyds daarna insgelyks eene memorie van Mevrouwe de Gravin, met de hand van den Heer Racer gefchreven; houdende een convocatie van Burgemeesteren en Gemeenslieden tegens den volgenden dag tot dat zelfde einde, en te gelyk een protest tegens de Wettigheid der Refolutie van Ridderfchap en Steden , welke zy verklaarde, al: door dwang daar toe genoodzaakt provifioneel" te zullen opvolgen (q). Ingevolge deze laatfte memorie compareerden dan ook op den volgenden dag alle Burgemeesteren en Gemeenslieden op het Raadhuis, wanneer aldaar mede verfcheen de Advocaat Mr. J. W. Racer, welke verzocht eenige woorden tot hun te mogen fpreken, voor en aleer men tot de Keur overging en dit verkregen hebbende, die trefFelyke aanfpraak hield * welke wy naast het gemelde protest in de Almel. Oudheden geboekt, en als een oudheidwaar- dig (p) Zie deze Refoititie in de Almcl. Oudh. pag. 248. eltiyerv. (q) Deze dea Souverain zo zeer honende memorie is als een notabel gedenkftuk mede, te vinden in de Almel. Oudh. pag. 254» waafcliyulyk met oogmerk , om daaruit volgens het fyflema vair Ueir Racer, na verloop van het derde gedeelte eener eeuw, te kunnen bewyzsn: dat de Heeren van Almelo de Refolutie» virj gidd. en Steden uiet behoeven optfvolgeri.  BRIEVEN. ï| dig.ttuk der vergetelheid ontrukt vinden.' Zonder my thans met eenige aanmerkingen op deze aanfpraak op te houden, als waarmede wel een geheele brief te vullen was, zal ik U alleen mei' denj dat men niet heelt kunnen befbeuren, dat de gemoederen der Toehoorderen er hoegenaamd ^°rn^tgevyvgeworden: gelvk dan kort daarop door de Zeven uitgelote Gemeenslieden juist de zelfde perfoone» tot Burgemeesteren zVn verkoren , welke in Maart door de Burgery waren aangefteld. b y Denkelyk zult Gy myn vriend ! onderftellen , da hiermede echter het point betreffende dé Keur was afgedaan ,. en dat derhalven de Burgery op de laatst verlopen dag Petri rustig en vredig haare twe Burgemeesteren hadde gekol ren: elk die zonder vooroordeel het beloon dezer zaak , zo als ik U dezelve volkomen naar r*ïïeuluimm?rS naar mvn be^ weten? "erlïï ,-}ff t' 1£eft maT^™ M met U van het zelfde begrip zyn. Intuslchen is het verre van daar ! en men heeft nieuwe ftruikelblokken weten in den weg te werpen , die ech er voo? het groo fte gedeelte de bedoelde uitwerking niet ?™£ïï£ weeg brengen- Ziehief S Door de Refolutie van Ridderfchap en Steden den 8 November 1660. ten aanzien van de keur » zyn volle kracht herfteld ; gevolglyk moest de keur der twee Stads Burgemeesteren door de Burgery gefchieden , dit was buiten kvf • maï de wyze, op welke die keur behoorde verricht te w..rden , was in dit Convenant niet bepaald ook was Hergens eenj narjcht vindeDePaajJJ • zulks in die vroegere tyden was gefchied, zvnde het Keurboek of Prothocol lan die Voriïe verkiezing niet meer voorhanden. Het was ec£ ter yan het uiterfle belang dat er een voet bepaald werd , volgens wellfen de Burger? hare Buigemeesteren zonder wanorde, geregeld en wet«  »6 ALMELO S C H g wettig konde verkiezen» Met dit heilzaam oogmerk hadden de Burger Gecommitteerden achter een adres aan de Regeering over het oprichten eener Stadswage by de Molens, een verzoek geplaatft, dat Hun Edele Achtbare een plan mogten vastftellen, naar het welke de keur, ingevolge de Refolutien van Ridderfchap en Steden, op aanftaande Petri en vervolgens jaaflyks door de Burgery zoude behoren gedaan te worden: dan dit verzoek, hoewel door tweehonderd en feventig Burgeren geteekend vond weinig ingang ; alleen de twe Stads Burgemeesteren en vier Gemeenslieden betoonden zich vaardig om er aan te voldoen ; terwyl de twe Burgemeesteren van den Heer met de overige agt Gemeenslieden ronduit het verzoek wei-i gerden, declarerende dat zy zich hoegenaamd in geene fchikkingen de Keur betreffende wilden inlaten. Mevrouw de Gravin meende ook in dezen niet Itil te moeten zitten; vernomen hebbende, dat er onder de teekenaars van het zo even gemelde Request zommigen gevonden wierden, die , gelyk men dit genoegzaam in alle plaatzen ondervonden heeft, met een ingewikkeld geloof en zonder genoegzaam van deh inhoud onderricht te zyn geteekend hadden , zond zy den Gerichtsdienaar der Heerlykheid , die met de Stad niets te doen heeft, langs de huizen rond, en liet door denzelven aan de Burgeren uit naam der Hoogheid vragen waar zy op geteekend' hadden : terwyl er "ter gelyker tyd een ander Request ter teekening werd aangeboden, houdende verzoek dat de Keur niet door de Burgery; maar op den ouden voet mogte gefchiedcn. Op deze wyze dacht men de Burger Gecommitteerden te pefchamen en de Burgery tegen eikanderen in 't harnas te jagen : dan de myn fprong geheel verkeerd. Aan den Gerechtsdienaar werd wel door zommigen geandwootd dat zy het niet wisten, eenigen waren beteuterd door den hogen gezagvoerenden toon; maar anderen beantwoorden de in*  B R I E V E Ni ij inquifiroriale vraag met een daar op pasfend dat raakt U niet. Het tegen request werd naauwlyks door vyftig menfchen geteekend ; terwyl in tegendeel een nader declaratoir in weinige regelen vervat, waarby op het naleven der Refolutie van Ridderfchap en Steden en het doen der Keur door de Burgery geinlleerd werd, in minder dan in drie dagen ongeveer driehonderd en dertig teekenaars vond, die allen van den inhoud volkomen onderricht waren. Inmiddels had ook de twede Zoon van dë Yrouwe van Almelo3 Fredrik Keinhard Borchard Rudolph Grave van Rechteren en Limpurg, die nog weinig tyds te voren na zyne terugkomst uit Noord America, waar by de Wapenen voor de zaak der Vryheid Jiad gedragen , de hoop was Van de Almeloi'che Burgeren, die hem eene onge-, veinsde liefde en eerbiedige hoogachting toedroegen , een Exercitie Genoc.dlchap onder de boe* ren van het Huis Almelo opgericht , waar van de fpraak ging, dat het zelve ftrekken zoude om aan de Burgery het doen der Keur en dus het naleven der Refolutie van Ridderfchap en Steden te beietten : een gerucht het welk dies te gereder ingang vond, door dien de Gravin by het ftraksgemelde Protest gezegt hadde door dwang genoodzaakt te zyn het tot doen der keure op deri 5. November. Beide deze omftandigheden bragten de Burger Gecommitteerden in eene aanmerkelyke verlegen* heid ; uit welke zy zich niet beter wisten te redden dan door een Adres aan de Heeren Ordi* naris Gedeputeerden , by het welke zy aan Hoogstdezelven klaaglyk kennis gaven van dë bovengemelde omftandigheden, en om de nodige voorziening verzochten. Waarop het Hun Edi Mog. behaagde zo' wel aan Mevrouw de Gfavü} en de Regeering als aan de Requestrahten feri* euslyk te recommandeeren i om zich itiptelyfe naar de Refolutie van Ridderfchap en Stéden Van den 25 O&ober 17H5. te gedragen: en (tëlè lem  ALMËLOSCHE lende dan nog daarenboven het Request der Burger Gecommitteerden in handen van Mevrouw de Gravin , om op het zelve voor den 6den Maart te berichten ; met oogmerk zeker om aar Hoog Welgeboren, gelegenheid te geven van zich te kunnen verantwoorden van den opgelegden blaam, als of Zy het naleven der bevelen van de Staten der Provincie geweldadig wilde beletten. Zo dra was de ftraksgemelde Refolutie der Heeren Gedeputeerden niet te Almelo ontfangen , of de Stads Burgemeesteren , vermoedende dat hunne Amptgenoten nu wel van hunne tegenkanting zouden afzien, lieten op dingsdag den 13 February eene Vergadering van Burgemeesteren en Gemeenslieden tegens den volgende morgen beleggen: dan de andere Burgemeesteren lieten hun terftond vragen, over welke zaken zulks zyn zoude; en na dat zy tot andwoord gekregen hadden over de Keur , zonden zy dien eigen avond eene memorie door hun en de agt Gemeenslieden geteekend , waarby zy verklaarden geene vergaderingen over de. Keur te willen houden , vermits deze zaak litigieus was ; doch te gelyk verzochten dat, invalle de Stads'Burgemeesteren daaromtrend eenige propofitien te doen hadden, dezelve fchriftelyk aan hun mogten worden overgegeven. Niet weinig was men over den inhoud dezer Memorie verwonderd. Men kon zich niet begrypen , hoe Leden eener Magiftraat op de inftantie hunner Medeleden konden weigeren te vergaderen en een voorftel aan te horen; men meende altans dit gedrag niet gemaklyk met den bezworen pligt te kunnen overeenbrengen. Noch vréémder klonk de aangevoerde reden van litispendentie: men kon zich niet begrypen waar dit te huis hoorde ; daar het gefchil over de Keur door eene Refolutie van Ridderfchap en Steden zonder eenige referve was gedecideerd , en de Heeren Ordinaris Gedeputeerden ferieuslyk gere- com-  BRIEVEN. i9 ïnandeerd hadden, de Refolutie na te leven: niemand toch konde dromen , dat juist deze Refolutie der Gedeputeerden het fundament dier pratenfe litispendentie zyn zoude; en dit was nochtans zo. Om dat daarby het Request der Burger Gecommitteerden in handen van Mevrouw de Gravin gelteld was , oordeelde de fcherpzinnige Racer daaruit te moeten volgen, dat de Heeren Ordinaris Gedeputeerden de zaak der Keur wederom litispendent gemaakt hadden, en dus dat Hun Ed. Mog. eene Refolutie van Ridderfchap en Steden buiten effect zouden ge» ïteld hebben in dat zelfde appointement, waarin Hoogstdezelven de Naleving dier Refolutie ierieuslyk recommandeerden. O lepidum" caputi Weinig invloed had ook deze voorgewende litispendentie op de Stads Burgemeesteren, welke den volgenden morgen hunne' Mederaadsvrienden by eene Memorie andwoorden , dat zy de zaak der Keur afgedaan houdende aan het verzoek der Burgery begeerden te voldoen , en een plan van verkiezing vast te Hellen; dat zy de propofitie, welke zy voornemens waren daar omtrent te doen, by dezen overgaven, en alnog zouden verwachten , dat zy Heeren daarover met hun op een bepaald uur, tegen het welk zy op nieuws vergadering belegd hadden, zouden delibereeren; declareerende dat ingevalle men zulks wederom mogte verweigeren; zy echter zouden voortvaren, en zodanig belluit nemen , als zy zouden meenen te behoren. Op het bepaalde uur gingen ook de Stads Burgemeesteren naar het Raadhuis , doch Vonden aldaar niemand dan de vier Gemeenslieden , welke hunne zyde hielden : met wien zy dan over de gemelde propofitie delibereerden, en dezelve met algemeene toeftemming in eene Refolutie veranderden. Alle voorbereidende fchikkingen omtrend de Keur waren dus afgedaan , en ik zoude tot het beloofde verflag der Keur kunnen overgaan, indien ik U niet nog vooraf moest melden, dat hec Ba pp  ALMELOSGHE op dien zelfden 14 February weinig gefcheeld hadde of de publieke rust, welke tot dien dag ongefchonden bewaard was, zoude eensklaps verbroken zyn geworden. Ik heb U hier vooren met een woord verhaald, dat de Jonge Graaf een Corps Boeren had in de wapenen gebragt : om dezen de exercitiën te leeren bediende zyne Excellentie zich van eenige Soldaten, (van welken er een zich te Almelo door het oproerig fchreeuwen van Oranje boven zeer berucht gemaakt heeft, alhoewel er tot heden niet het minfte onderzoek over dit algemeen bekend en misdadig gedrag gelchied is), en van vier Ruiters van het Regiment van Stavenisfe Pous , alle lieden welke by alle gelegenheden de Burgeren van Almelo fmadelyk behandelden , en reeds meer dan eens ruüe gezocht hadden. Ook had de Graaf drie ftukjes gefchut, waarvan het een naar gisfing wel 4 pont yzer fchiet, by dit Corps gevoegd. Met deze ftukjes vond zyne Excellentie goed op den avond van den 13 February , wanneer er eene Maaltyd van meer dan 60 perfonen wegens de gefloten Alliantie met Frankryk in de Burgerfocieteit gehouden werd, fterjt te fchieten (s), en dezelve des fnagts onder een woest gefchreeuw langs de üraaten van Almelo en voorby die Sociëteit te voeren3 zynde van deze Soldaten en Ruiteren verzeld: eene daad , welke fchoon in zich zelve onverfchillig, echter min gefchikt was om de bedaardheid onder de Almèïóiche Burgery te vermeerderen , en integendeel tot allerhande gisfingen en gefprekken aanleiding gaf, te meer daar men ontwaar geworden was, dat er eenen goeden voorraad van kruid en ammunitie van Zwolle ontboden en op het Huis Almelo aangekomen , was. Erts} Toevallig was het, dat men juist eene Salro uit'deze Stukjes hoorde, even na ket inftellen 4er Onditie de HurgtrGecemmitteerden van Almelo.  BRIEVEN. tt Erget had het den volgenden dag kunnen aflopen , wanneer even na den middag Zyne Excell aan het hoofd van zyn Corps in de Stad trok " met de gemelde vier-Ruiters te paard in hunne volle Staten Monteering met ontblote pallasien. voor en achter het zelve; want toen had een der leden van dat Corps de infolentie om den Majoor van de Almelofche Schuttery, die hun geenszins m den weg en van de grote ftraat ftond, zonder eenige voorafgaande waarfchouwing op de borst te floten, het geene dra door eenige Almelofche Schutters gezien wordende, allen verbitterde , zodanig dat een aantal der voornaamfte Lieden allen hunnen invloed nodig hadden om hen bedaard te houden , waarin Zy naauwlyks zouden geüaagdihebben , indien de Graaf zelve niet gedeclareerd hadde , dat hy niemand zogt te beledigen , ■ iets het welke de onzydigheid my verbiedt voor U te verzwygen. Zedepd dien tyd tot op het doen der keur viel er mets van aanbelang voor, en ik zal dus aaa myne belofte voldaan hebben , wanneer ik dezen reeds langen brief met een eenvoudig ver« haal der gedaane Keur befluite. Op den 20 February des agtermiddaags om twe uur reed Mevrouw de Gravin Douariere van Rechteren in ftatie met eene koets met vier paarden befpannen naar het Stadhuis in Almelo, zynde haare Excellentie verzeld door deszelfs Zoon den Graaf van Rechteren Limpurg en den Advocaat Racer ; ilaande agter op de Koets drie Liverey-bediènden. Op het Stadhuis gekomen zynde , alwaar namens Mevrouw, Burgemeesteren geconvoceerd en vergaderd waren werd in deliberatie gelegd om eene Refolutie of prsetenfe willekeur te ma. ken, waar by de aanftellinge- van Burgemeesteren en Gemeenslieden , die anders op Petri moest gefchieden, by provifie zoude worden op> gefehort} zo dat gevolglyk de tegenswoordige tëurgameesteren en Gemeenslieden in derzelver B 3 fans»  bi almel: osche fundlie zouden blyven continueeren ; en deeze prastenfe Refolutie of zogenaamde Willekeur werd vervolgens geheel onwettig en informeel door Mevrouw de Gravin en twee Burgemeesteren by meerderheid, gelyk zy het noemen, (doch 't geene nergens minder dan na eene wettige meerderheid of na eene formele Refolutie gelykt, hebbende men nimmer gedroomd , dat de Heer of Vrouw van Almelo vyfde Burgemeester van de Stad was) gearrefteerd, waar tegens de twee Stads Burgemeesteren egter protesteerden , en declareerden zich op Petri omtrend de Keur te zullen gedragen Conform de Refolutie van Ridderfchap en Steden van den 2g OCtober 1785., en het accoord of uitfprake ran den 8 JNov. 1660 Men eifchte van zyde der Gravin van de prastenfe Refolutie Publicatie en affixie, doch aan zyde der Stads Burgemeesteren wilde men dat niet toeftaan, ten zy men haar protest mede publiceerde en affi. geerde, dit gefchiedde derhalven, en beide wierden aan het Stadhuis geflagen. 's Anderen daags den 21 February, de gewone Keurdag van Gemeenslieden zynde , verfchenen de beide Stads Burgemeesteren des morgens tydig op het Stadhuis, om de Keur van agt Gemeenslieden ingevolge Hooggemelte Refolutie en Convenant van j66o. te helpen doen, dan de beide. Burgemeesteren der Gravinne lieten zich aldaar niet vinden; hier op deeden Stads Burgemeesteren dezelve door den Stads Dienaar fummeren , om dadelyk op het Stadhuis by hen te komen, ten einde ingevolge Refolutie en Con. venant als boven agt Gemeenslieden te helpen Verkiezen , declarerende daar by, dat zy Burge* gemeesteren by uitblyven of verweigering van Burgemeesteren van de Gravin alleen die Keur zouden doen , en aan de Refolutie van Ridderfchap en Steden obedieren ; vervolgens gingen Dezelve terwyl de beide anderen uithle» Ven tot de Keur var>agt Gemeenslieden over, enbe? noem»  BRIE V E N, -3 «oernden daar toe Jan Colmthate , Claas Troost Joh. Kuink, Hart. Santmar*;, Jnh. Revius Se/ nardus Moll nk- f^.«* txZJÏ: ' c ,us > .BeT" Ernst, ^^rZ^k S*fc£Sun Z ïtf,reerde »*n den Heer ligt£*È Dull by Inhnuatie, om de Gemeenslieden i v Eed te komen neemen als van ouds; dan J£ VVe Edele zeide, dat Mevrouw de Gravin n2 S? Ju£?T hadt 0m geCn ^^eensHedên, ?f die zulks zouden pretenderen te zyn in Eede tl nemen by proviefie. Dus bleven de nieuws „2 koren Gemeenslieden buiten Fede, Sbben£ egter Burgemeesteren geprotegeerd van donr dee de tads Burgemeesteren, de agt gekoren Gemeer£ heden en de Secretaris zich def morgens £ « het Stadhuis, alwaar vervolgens de beide BuïS meesteren de fleutels overgaven en aftraden f£ einde door de Hem eereetiede R?i,™ I nieuwe Stads BurgemeefSn %'doen ! 2« i welk vervolgens in een geregelde order etiket de zynde de Burgery van half negen uur S ™LW3alt tenAmIe van ru™ twee nondS opgekomen en hebben, ieder afeohdwlyk K5 ftem uitgebragt, die door den Secretïr\s nbt zyn der Gemeenslieden opgetekend isXlw^J en vervolgens is gebleken, datmet eenSfe van alle ftemberegHgden , uitgezondert Pee f J Stads Burgemeesteren voor dit Jaar aan-elle d ™! geworden de oude Burgemeesteren TacobuR? » en. Gerrit Dake welke Keur wSSJSS ?n°L?n^ecretans van 't Stadhuis gepubliceerd maak is C K?"6*'?8 [n^™de^ bekend S Seesteren' Z °P de beide verkozen BtirgV Ken V3n ?°gt m ,WeeF °P' het.Stadhui^e ; Vn?nJaar/yT,als aa"geftelde Burgemeesi?ien en namens de Burgery dan aaaftonds di ■ B 4 Hig.  ti ALMELOSCHE Rigter hebben gefurameerd by Infinuatie , om hen dadelyk op het Stadhuis te komen in Eed nemen, ais van ouds ; dan het andwoord was , dat Mevrouw de Gravin hem Rigter gelast had om by piovifie geen Burgemeesteren of die zulks zouden pretenderen te. zyn ia Eed te nemen. Hier op zyn Burgemeesteren op hunnen vorigen Eedt biyven fungeren, gelyk zy dit ook aan (den Rigter by die Infinuatie te kennen hadden gegeven , en teffens daar by hadden gepro* testeerd van, niet te willen wezen gepraejüdi-» ceerd , door het niet in Eed nemen, of verweigeren van dien. Zie daar ai het gebeurde omtrent de Keur in zynen zamenhang en voor zo verre.het Mevrouw! de Gravin , de Regeering en de ftemgerechtigde Burgery aanging.. Wat er verder voorviel zal ik Hechts met een woord melden. De Graaf i had goedgevonden zyn Corps dingsdags morgens ten agt uuren onder de wapenen te doen komen : Dë overige Huislieden waren daar door in de verbeelding geraakt, dat men liet doen der Keur geweldadig wilde beletten ; en kwamen daarom in zeer grooten getalle en jsllen met Hokken gewapend in de Stad , om in cas van nood der Burgery de behulpzame hand te bieden. Of dit eenigen fchrik veroorzaakte, dan of de Graaf andere oogmerken gehad hebbel kan ik niet bepalen: zeker is het dat Zyne Exc. het Corps niets deed verrichten maar tot nader order aftrekken. Zelf kwam Hy echter in de Stad, by zich hebbende de meergemelde vier Ruiters, w$lke vry dronken fchenen, t-n altans met hunne blote fallasien veel getier over- huriïje hoofden,en op de fréenen maakten ; waaraan z'idi nochtans geen men ch ifeoorde. Des avonds et'hter kwamen deze gasten in jeene herberg, waar ook zorumige Almelofche Schutteren zich bevonden ; hier attacque.erden zy terftond eenen burger, gaven dien vry wat' (lagen, en wilden herfl ïti het water werpen; 4sn hier op fchoten 3 a 4 • r f Schut»  •BRIEVEN. w Schutters toe , waarop een hevig gevecht vo] S. 9»ia, e» het» ^fu.ltt, l1nar Mr. Racer in zyne Almel. Oudh, pag. aC»j. in nat» Öö Eed u moté&fn te vinden in de 8*3&  BRIEVEN. ft? de Heer en de gemene Ingezetenen een gelyk recht en eenen gelyken invloed "in de aanftellinv ge der Regeringe. Dit is de eifch en grondflag geweest, waarna de Burgery begeerde , dat de aanitelling der Regering weder zoude gefchieden. In tegendeel wilde de Vrouw'van Almelo, dat er zouden zyn vier Burgemeesteren en twaalf Gemeenslieden. Dat van deze twaalf Gemeenslieden zes moesten worden aangelleld door den Heer , en de overige zes door de vier Burgemeesteren op dag voor Petri moesten worden vi-^kozen , en dat de twee Burgemeesteren van den Heer denzelven dan eerst nog moesten via. gen en met hem overleggen, welken zy zouden kiezen. Dat deze twaalf verkozen Gemeenslieden op dag Petri zeven uit hun moesten uitloten , die de twee Stads Burgemeesteren kozen, terwyl de aanftelling der twee andere Burgemeesters door Haar alleen moest gefchieden: Het welk alles dus zoude behoren ingevolge ee» ne nader Ichikking of Willekeur op den 21 February 1663 door den Heer van Almelo , wel niet met de gemeene Ingezetenen , maar met de Burgemeesteren gemaakt en door Gemeenslieden gqedgekeurd, om redenen, dat in de rades Keur veele abuifen zouden zyn ingefiopen (c). De* woorden daar toe zullende ftrekken zyn deze. Eerftelyk zal het getal der agt Meemluyden ver* meerdert worden met nog vier bequaame perzoonens uit de Borgerie ofte Gemeente by Hooggemelte lieer vdn Almeloo ende die Borgemeesters half ende half te kieftn, P'tnvolgems zullen die 12 Gemeemluyden, feeven vit haar uitmaeken by Lotinge welke feven doen zullen dezen navolgenden Eed. fFy Seven GemeHtuluyden tot de Keur uif-elotei Joven ende fweer en eenen Eedt tot God filmachtige 4at wy fonder anzins van perzoonen, nog om 'haat C?) Zie dit Almel. Oudh. paj. 72,  q8 almelosche off nyt, of om andere inftchten 3 giften ofte gaeven ofte verwandfchap het zy uit ons of uit de gantfchs fiorgcrfchap de nutfen bequaamjïen perzoonen 3 wefende Voorjlanders pan defelve 3 zullen kief en, naar onze beste geweeten zoo waarlyk helpe ons God. koorts is ook'by Hooggemelte lieer van -Almelo3 en de Borgemeisteren gewi/lekeurt dat dages voor Petri fyn Hoog Ed. Ge/l. ende de Burgemeesteren. /uilen overwegen 3 off' het dienflig en noodig was 3 eenige van de Gemeensluyden te houden of te veranderen. Uit deze opgave zal U, myn Vriend ! van zelfs in 't oog loopen , dat de Heer van Almelo door deze fchikking de beftelling der geheele Stads Regeeringe heeft aan zich getrokken. Dit moest ook de Beftryder der Rechten dezer Burgery in zyne Overysfelfche Gedenkftukken (d) bekennen ; „ de Heer van Almelo verkiest mid3, delyk en onmiddelyk bykans den geheelen Ma„ giftraat der Stad Almelo" zegt hy daar. Het geringe, dat hieraan nog konde ontbreken , wist de Heer zich door andere middelen te verzorgen. Hy ftelde dire£t de helft van de Burgemeesteren en Gemeenslieden aan: de overige zes Gemeenslieden werden gekozen de dag voor Petri door de Burgemeesteren , en daags daaraan de Burgemeesteren. De Heer van Almelo wilde wel dat zyne twee in den voorigen jare aangeitelfle Burgemeesteren hem eerst zouden moeten vragen , welke Gemeenslieden zy zouden kiezen ; dan of zomtyds déze niet genegen mogten zyn zyn goeddunken blindelings te volgen , verzekerde hy zich hiervan door eenen anderen weg. In plaats van eerst op dag Petri zyne twee Burgemeesteren te kiezen, verkoos hy dezelven reeds daags voor de Keur van Gemeenslieden , doch zy werden niet vastgefteld voor daags na deze Keur op Petri, wanneer zy hun werk in de verkiezing van Gemeenslieden hadden verrigt (e>. Hier (d} ade Stuk pag, 17a. ' (e) Zie OednéTue pag. 5$. t  BRIEVEN. a* Hierdoor kreeg de Heer van deze zes weder drie Gemeenslieden naar zynen zin , en had dus onder de zeven uitgelote Gemeenslieden tot de Keur zeker vier van de zynen, en deed doqr dezen weg ook de Stads Burgemeesteren naar zyn welbehagen verkiezen : Waardoor Hy dan bv verder gevolg alles befchikte. Men behoeft niet zeer belezen te zyn om te kunnen nagaan , welke nadeelige gevolgen zodanig eene verandering omtrend de form van verkiezing der Regeering voor de Stad konde te wege brengen. Die flegts de Gedenkftukken dezer Provincie door den Heer J. W. Racer uitgegeven heeft doorbladerd, zal hiervan ras overtuigd zyn. Dezelfde gebreken, welke die Advocaat heeft aangewezen van den invloed der Heeren Drosten, toen hy zich als Voorftander en Verdediger der rechten der andere kleine Sleden in Twen the voordeed , kunnen wy ook hier aanvoeren tegen de Heeren van Almelo. Ik zal hiervan een en ander ftaaltje opgeven : en dewyl ik my in dezen niet beter of krachtiger zoude weten uit te drukken dan de Heer Racer, zal ik my veroorloven hier en daar zyne woorden uit de Stukken voor die Steden gefchreven over te nemen , en maake daarvan terftond gebruik. „ lk zal U toonen , (zegt hy) wat de invloed* „ der Heeren" Drosten van Twente tegen de „ rechten van de kleine Steden, van tyd tot tyd „ en vooral federt het jaar 1748. te wege heeft „ gebragt. Hunne gunstbewyzingen waar door „ dezelven aanzien , voordeel en vermogen ry„ kelyk konden uitdeelen, wierden by derzei ver „ gunstelingen van te veel gewigt gefchat,- om „ hunne gebreken op te merken, veel weiniger „ om zich daartegen te verzetten. De overigen „ buiten den kring der lievelingen gefloten ' „ moesten toezien, voor een genot van minder „ verdriet, dan zy anders te verwachten bad„ den. Vreemdelingen in dit gewest, zo wel » als de nakomelingfchap, zullen zich verwou- » de-  jo ALMELOSCHE „ deren over zulk een gezag, als fommige Het„ ren Drosten zich toeeigenden , niet alleen „ op het platte Land, maar ook in de Steden „ van Twente , als de voorbeelden die in dit „ Betoog voorkomen , ons zeer duidelyk doen „ zien. —- De gunstiger tyden , die wy thans „ belecven , verleenen ons gegronde hoop , dat men geen voorbeelden van heerfchzucht hier „ immer wederom ontmoeten zal ; fchoon de „ wonden aan de rechten en vryheden der Klei* „ ne Steden toegebragt , nog niet geneezen zyn (f)." Zet nu voor de woorden Heeren Drosten van Twente en Kleine Steden , Heeren van Almelo en Stad Almelo in plaats, en dezelve zullen even toepasfelyk zyn. Om U hiervan te overtuigen zal ik tans kortelyk eenige voorbeelden aan voeren , die in 't vervolg breeder zullen worden behandeld Wif de Heer Racer , dat de Heeren Landdrosten zich met geene zaken ;an Voogdy mogen bemoeien , dat deze tot den recht-dwang der kleine Steden behooren , en dezelve hierin moeten worden herfteld (g) , om welke reden heeft hy dan ook niet gezorgd , dat dit recht aan de Stad Almelo werd te rug gegeven ? Zyn invloed was hier toe zeker genoeg: Het recht der ,;tad Almelo is hieromtrend even zo zeker , dan dat der andere Steden. Een ontegenlprekelyk bewys had hy hiervan kunnen vinden in een Boek op *t Stadhuis , waarin te voren alle de aften van Voogdyfchappen , Maagfcheidingen enz. geregistreerd zyn. Dit kan zeker dezen Man, zo naauwfceurig in het doorfnuffelen van alle papieren, niet'zyn ontglipt. Dan helaas! wel verre dat deze Stad onder het Confulentfchap van hem , die zich als den Advocaat der Vryheid in deze Provincie had voorgedaan , ruimer adem zoude fcheppen, werd zy meer benaauwd. Gy , Myn Heer! die te voren de Stad Almelo (O Nader Beto»g van Eufchede enz. vosrber. pag. 3, 4 «n 7. (|) Zie hier omtrent de Overyff. Gedenkft. ede Stuk pag. 9f.  BRIEVEN. Sl Jo hebt bewoond , weet, hoe de Heer van tvd tot tyd gemeene gronden heeft aangefmeten , en daardoor mede de v isfeheryen der Burgeren van Almelo ingegraven. JNU deze gronden en wateren door de Burgery worden te rug geëilcht, wordt wel aangeboden Stads aandeel te beta! ien (h) ; doch wie der Burgemeesteren heeft zien hiertegen durven verzetten , of te voren van betaling ipreken. En niet alleen , dat hv voor zich de gronden wegnam, hy verkoel ook aan anderen toeflagen en uitdriften tegen uitdrukkelyke Convenanten , en ftak de penningen daarvan op ; ja zelfs verkogt hy ten zynen profyte Stads pnvative gronden! Hoe de Heer van Almelo al verder zyn gezasr en zynen invloed in het aanftellen van de Reuring misbruikte, heb ik reeds met eene proef bewezen in mynen voorigen brief. De Bursemeester Revius, een man der Burgery zeer aangenaam , zo als zy in haare eerste verkiezing terftond heeft getoond , werd afgezet, enkel om dat hy z,ch tegen het pecunieel belang van den £riaye onverpiigte fchaui"g A'ïf daar na deWelIingï van de Regennge der Stad Almelo behoorde te van ?Lgedaan' en dat zulks 00k zederd het jaar Van 1063 tot nu toe altyd dus zoude zyn Ie* Ichied. Dan mdien dezé twee handelinfen naauwkeuiig vergeleken worden, zal het ras bly" kn dat tusfche,, dezelve een groot ondérfcheid is , en die van 16Ó3 met van dien aart is ee~ weest dat daar door die van 1660 heeft'kunnerr verbroken worden. Ridderfchap en Steden ffi uit. Dat die eerfte Conventie en Viffpradk i *,I maakt en gedaan zynde tusfehen de Heere Zet er vdn Rechteren Heere van Almelo ende Vrieten^ veen ter eene , ende die Burgermeesteren met dm gemene. Ingezetenen der Stad Almelo (en tiet dier Gemeenslieden-} ten overftaan van Gecommitteerden: van Ridderfchap efi Steden 0 Richters daar t 0 gecommitteerd f die Conventie en Deci/ïe niet wederom willekéurig'door welgemelde Heere fr* c § m  a6 ALMELOSCHE Almelo pevens de Burgermeesteren en approbatie van de Gemeenslieden aldaar zonder kennisje en toeflemming van de gemeene ingezetenen , die_ daar door onverhoord in hun wel en wettig recht wierden benadeeld, in den pare 1663 heeft mogen worden veranderd. Deze reden is zo klaar en overtuigende , dat zy by een ieder terftond allen twyfrel tegen de goede zaak der Burgery wegneemt; en daarom .heeft ook. de Advocaat der Vrouwe van Almelo zich voornamelyki afgefloofd , om deze, ware het mogelyk, te verzwakken. Hier tóe redeneert hy in dezer- voegifi ; dat die Willekeur van 16.63 door de Gemeenslieden is goedgekeurd, die zulks deden in naam der Burgery, en verders .dat ook de IBurgery zelve moet gehouden worden daarin te hebben" bewilligd , dewyl zy zich van de Keur heeft onthouden (u). By het verdedigen der rechten van Enfchede liepen de gedagten hieromtrend ■ geheel anders. „ Ook „ moest (dus waren zyne j/voorden) met goede 00„ gen aangezien worden, Hat de Heer Drost het „ aanftellen van Gémeentslieden , tegens al wat „ naar recht gelykt, aan de Burgery v^n Enfchede ontnam , en zich zelvcn toeeigende. Maar ook boven dien vertrouwen Remor)ftranV, ten , dat U Ed. Mog. zulk eene redeneering „ van Heer Bcrichtgeevcr met verontwaardiging „ zullen moeten befchouwen- Want het is volkomen zeker, dat geen,Burgermeesters van de „ Kleine Steden bevoegd zyn , iets het alierge,., ringde van der Steden 'jurisdictie , althans "'niet zonder den wille en toeftémming van U ',' Ed. Mog.. als de Hoogde van den Lande, en '"Oppervoogden van de kleine Steden, en mede' * niet zonder uitdrukkelyke bewilliging van de „ Burgeren der Stad en derzelver relpective Hoofd en Appellations Steden, aan Heeren „' Drosten.af te ftaan. De eed, door Burgemees„ teren en Gemeentsluiden, by het aanvaarden „ van hunne ambten gezwooren, verpligt hen ,> op Co) Zie Alma, QvM. pes, 24 & w'g*  BRIEVEN. s? „ op het aller fterkfté, om voor het behoud der ai rechten van de Stad en derzelver Burgeren te „ waaken : en van dien Eed kan immers geen „ Drost, zonder eene Hoogheid , die dezelve „ niet Reprelënteert, en zyn eigen gedaanen eed „ te Violeeren , hen ontilaan"' (v). Wie , die hier van niet onderricht was, zoude kunnen of durven denken, dat deze woorden door dezelfde pen gefcheven waren, als de Almelofche Oudheheden. De Burgery van Almelo mag en moet derhalven dezelve in alle haare kracht aan Mr. Racer toevoegen tegen het gene hy haar in zyne Aanfprake (w) heeft voorgeworpen : En zy zal niets meerder tot haare verweering nodig hebben. Intusfchen is het er ook verre van af» dat door de Vrouw van Almelo zoude bewegen zyn, dat de Burgery terftond met den jare 1663 zich van de Keur van Burgemeesteren zoude hebben onthouden , en nog veel verder, dat zy zoude toegeven , dat de Keur, zo als die nu zederd eenigen tyd was gefchied , gedaan werd als in 1663 door den Heer met Burgemeesteren was gewillekeurd. Hier te voren heb ik deze Willekeur gegeven , voor zo verre de aanftetlinge van de Regeringe betreft; zo men die naaukeuiïg inziet zal het blyken , dat daarin by de agt Gemeenslieden nog vier gevoegd worden , en van deze laatften alleen de verkiezinge wordt bepaald zodanig , dat de Heer van Almelo en Je Burgemeesters deze vier ieder half en half zullen kiezen , doch dat van de verkiezinge der agt overigen daarby niets nader is gemeld 4 en dus moet geacht worden de meening te zyn geweest, dat deze zoude verblyven als' te voren , in dezervoegen , dat de gezamenlyke Burgemeesteren deze agt zouden blyven kiezen , zo als by 1 Convenant van 1660 verfproken was; met die verandering dan nog, dat naar dit Convenant alC 3 leen (v) Nader Bet. van Enfchede over hèt Tketi enz. pag' IJ &* 20» iyi) Zie /tittel. Oudh. jtag. 262 £? volg*  §8 &EMELOSCHE leen de Burgemeesteren van den Heer met voorgaande communicatie van denzelven tot de Keur van de Gemeenslieden moetende treden, nu alle de Burgemeesteren met den Heer vooraf daarover zouden fpreken , gelyk de verdere woorden der nader fchikkinge, Voorts is ook gewillekeurt, dat dages voor Petri fyn Hoog Ed. Geftr. ende de Burgemeesteren fu/Ien overwegen off het dienjlig en noodig was, eenige van de Gemeenslieden te houden of te veranderen , klaar aanduiden: Ende juist op dezen yoet ichynt ook de Keur in 't volgende jaar gefchied te zyn (y). Het blykt dus uit dit alles ; dat den Heer by dezen Willekeur geen macht gegeven is , ora direct zes Gemeenslieden aan te ftellen , geiyk hy nu zederd jaaren heeft gedaan. Veel beter kan men uit de generaalè bewoordinge van die nader fchikkinge opmaken, dat daarby de verkiezinge van alle de vier Burgemeesteren aan zeven Gemeenslieden uit detwaalf te loten is gefield. Deze uitlegging laten de woorden niet flegts toe, maar een aandagtig lezer zal geen anderen zin daaruit opmaken, wanneer hy, nagaat : Dat hier door de gelykheid van inzage \a de Keur der Regeringe tüsfcherj den Heer en de Burgery nog zo kórt te voren beraamd beter werd bewaard. Dat hier door de onbillykheid of liever de fchreeuwende onrechtmatigheid , die men anders in deze nader fchikking moet onderftellen , dat de Heer daarby de gehele aanftellinge der Regeeringe middelyk en onmiddelyk heeft aan zich getrokken , geheel vermyde , en het gedrag der Burgemeesteren en Gemeenslieden in het maken en goedkeuren van deze Willekeur meer werd gerechtvaardigd : waarom wy menen veilig te mogen vastftellen , dat dit het waare verftand van die nader fchikking zy geweest. Het blykt echter niet , dat de Burgery deze nader" fchikking ook' heeft goedgekeurd , of zich terftond met den jare 1663 van de Keur onthouden. De Copis 00 Zie eene Copie van deze Keur Ju de Aimel. Oudh.peg. 143,  brieven. § piè der Keur van den jare 1604 fprèekt alleen van Gemeenslieden, en toom *niet ,dat de ml Z ^vme?tere? mede naar de wü£ k alleen Ï^r^ ° 8e?aan ^n » in welke l3at»e alleen de Burgery betrokken was ; en dus zoude men uit dat (tuk veel eer het teeenaefteU de kunnen halen. Wat belangt ito J&SÏÏ, ï Amham op de Keur als hLrs den qi Fe hórt & door den Heer met Burgemeesteren en AsSSSfW S£r4akt' w^van de Vrouw van Almelo n haare Fxceptioneele Conclufie (z) zo breed opgeett deze bewvst niet meer dan de fpftfti^ P artle °PBeVolgd ^ «Is de originele fchikkinge. Laat my U de gedagten van anderen hierover eens mede delen. Onlangs met kK onzer Vrienden over deze aak fpfekende t wïï der,Tare^f ^ 20 dra de Wi»^ur fi burgery gekomen was , dezelve zich daar teaen wel degelyk zoude hebben verze- en daaroS ook geen blyk gevonden worden by'de Keur van de Keur van Burgemeesteren toen mede naar SeWt WillekeUr S'Svoer gebragt. Dat de Heer Van Almelo echter nier gaarne het hoofd willende ftooten, he^ ja r daarfe? hnddberSnmge «^^en daardoor waar oe JXk? TA' gebruikt had gemaakt, waartoe misfchien « o:c was misbruikt de vrees teTB^n"^"^^^11 de" Bisf'Ch,'P van aE inf Da?V5Jen EnfCihede e" °,de!lzaaI •n j atie Rurgery echter van hun recht niet SAht had '-floten ndhChh-„nïeÊ . verztKeren , doch de uitoeffeninge voor a.'s nu toPe1etViimeennrVCet *f bfra,nen ' «dïï roe net Reglement en de Ampliatie on de Ken* f™Sik?DoS2 e?- d/ BurgePmeSe^ndmetedUe lamentlyke Gemeenslieden op den ai Febr. 1^5  te was gearresteerd , en daarin gefield Articul ?« Öm alle quastien Twedracht en onheilen te eviteren fal als dan publyk voor de Burgemeesteren en Meensluiden gelefen worden het "leste accoord tusfchen de Heer en de Stadt in den jaere 1660 den 8 Nop. opgericht, ende poincluelyck achtervolgt worden 3 op dat niemant ignorantie daarvan kunnen pretenderen. Een ander was wederom van gedagten , dat noch de Willekeur van 1663' llcch de Ampliatie van i65g in train waren geweest voor den jare 1697 , wanneer het Keurprothocol zyn aanvang nam , en toen eerst zouden geboekt zyn. Welk gevoelen Gy ook de voorkeur moogt geven , dit blyft in alle gevallen vast, dat aan zyde van de Vrouw van Almelo niet naar rechten bewezen is,, dat die Willekeur en Ampliatie terltond zyn achtervolgd, en de Keur daarna dus gedaan, als nu zederd eenigen tyd pleegt te gefchieden. By het gebruik dezer woorden komt my te binnen , dat de Vrouw van Almelo zeer valt op deze uitdrukking zedert eenigen tyd door de Burgery in haar Request. gebezigd (aj. Dewyl het bykans de moeite niet waardig is zulke woord envattingen te wederleggen , zal ik hiertegen maar kortelyk aanmerken, hoe het de Burgery toen nog veel minder dan nu, na dat zy de Éxtracten uit het Keurprothocol heeft gezien, mogelyk was den tyd te bepalen hoe' lange de Keur op die wyze was gefchiëd. Zy had geene gelegenheid gehad Stads Archiven te mogen nalezen s deze waren voor haar verborgen gehouden : het was haar genoeg te weten , dat dit tégen een duchtig Convenant ftreed , en zy nimmer van dit haar recht afftand had gedaan. Zeldzaam is het, dat de Heer Racer in zyne AanP-rake voorgeeft, als of de Heeren Gecom. muteerden in hun Raport ftéllig zouden zeggen, dat de Keur van Burgemeesteren en Gemeenslieden zederd het jaar van 1663 tot heden toe altyd Èaar het Convenant van dat jaar zoude zyn ge* fchied , O) 4M*ar pag. s2 Sf tl. | , ALMELOSCHE  BRIEVEN. 4i fchied, en de Burgery toen eensklaps met de verkiezing van Burgemeesteren zoude hebben opgehouden (b). Die de Refolutie inziet zal wel xas bevinden , dat in het Rapport flegts gezegd wordt, dat het Hun Heeren was voorgekomen deze zederd te zyn agtervolgd. Andere gedeelten van-deze Refolutie, waarin ftellig wordt gefproken, beftrydt de Heer Racer ; dan dit , 't welk niets zeker beflist, neemt hy als beflisfende aan. Het was buiten twyffel eene zaak van een moeijelyk onderzoek, wanneer men begonnen was de Keur niet meer naar 't Convenant van 3660 te doen. Aan zyde van de Vrouw van Almelo zich voornamelyk willende gronden op een bezitrecht, had men getracht den aandagt van Hun Ed. Mog. door eenen groten bundel ftukken in dezen te overvallen, en door hatelyke aanmerkingen over het vermisfen en verdonkeren van het Keurprothocol tegen de Burgery in te nemen (c). Het was zeker, dat zederd eenige jaaren de Keur niet naar het Convenant van 1660 was ge» daan, dit had de Burgery zelve in haar Request erkend. Zy Heeren achteden het dus onnodig angstvallig te onderzoeken en beflisfend te bepalen , of dit juist terftond na 1663 zoude zyn geweest , dewyl zy in beide gevallen , het zy dit eenige jaren eerder of eenige jaren later ware Voorgevallen, dagten te moeten rapporteren „ dat „ tegen zo een lang gebruik zig zeiven niet ei,., genwillig hadden mogen richten, maar dat „ vooraf den weg tot den Souverain hadden moe„ ten kiezen. Ln dat daar zy dit niet eedaan „ hadden de Keur voor dit jaar hadden ïnoeten „ laten zyn gang gaan , zo en als die in voorige „ jaareri zonder eenige infpiering of klagte daar„ over was gedaan , en dus behoorde te worden C 5 ver- 00 Aldtur pag. aS2. . (c) Aldaar pag. 45. Met veel meer recht kan de Burgery deïe fchampere bejegening den Heer van Almelo toevoegen daar 27 geen toegang tot Stads papieren heeft gthad , maar Mr. I W. E.acer dêa'elve alle «rp den huize Almelo heeft doorfijuffelij.  42 ALMELOSCHE „ verdaan, dat de Keur voor dat lopende laar „ al nog ten eerlten zoude worden gedaan vol„ gens het yoorfchr. gebruik" (dj Hierin was de Burgery zich te buiten gegaan; dit moest«dUs eerst worden herfteld: doch dit was ook het ee. nige, waarin het bezitrecht de Vrouw van Almelo konde te (lade komen, dit was de eenige heul die zy daarin immer konde vinden. ' Ook in alle gevallen konde zulk een recht van verjaringe hier geen aanmerking verdienen , om dat het Convenant van 1660 al nog werd gehouden in wezen en Beftendig , en ten dien einde allé jaaren by het doen der Keur aan Burgemeesteren en Gemeenslieden in zyn geheel werd' voorgelezen als het rigtfnoer , naar 't welk de Keur behoorde te gefchieden. Of dit gedaan zy uit kracht van de 7de Articul van V Reglementen de Ampüatie- op de Keur van den 21 Febr. 2665 reeds te voren aangehaald , zal ik niet bepalen. Maar genomen eens, dat zulks waar was, zoude dit der Burgeren zaak te meer bevestigen Hoe kon met mogelykheid het recht der Burgery ooit fterker tegen verjaringe en alle inbreuk beveiligd worden , dan door in een Reglement en Ampliatie op de Keur te bepalen, dat om alle questien , twedragt en- onheilen te vermyden op elke keurdag publyk \ zoude worden voorgelezen een Convenant, waarby een ieders recht en inzage in het doen der Keur bepaald was, ende hetzelve fliptelyk achtervolgd , op dat niemand ignorantie daarvan zoude kunnen pretenderen Zegt CO Dit gedeelte van 't Rapport moet een ieder overtujVen vaa ' de onzydigbeid dezer Heeren Gecommitteerden , en zal tot heicnaming van aulken, zo hieraan het minde moeten twyffleii Kunnen Worden aangevoerd. Gaarne zoude de Heer Racer ook van deze zyde, zo ais uit zyne Aanfpraak pag. 281 fehynt das rapport hebben willen aanrauilen ; doch hy was te wel overt«ed van de braafheid dezer Heeren, en wist, dat zy S •we! zo eiipartydii: waren als de Commisfie van den jare i, gen vu-anderd worden onder voorweudi'el', dat er veele abuifen en disordres vnor dezen in » die Rades Keur zouden zyn ingeflopen , daar „ dezelve zo onlangs te voren door den Souve„ ram of derzelver Heeren Gecomm. waren uit " "j.1.^? weg geruimd, maar zo hun daar nu, * ot ?" 1]et bekomende nog eenig abuis of mis» verltand mogt voorkomen daar in of omtrent « te refideren, zig daarover volgens het ilot van die Conventie en Deoifie nader hadden moe„ ten adresferen aan Ridd. en Steden of der„ zeiver Heeren Gecomm. om daarover nadere f, uitlpraak te doen." Hierby zal ik voegen den inhoud van t gene , waarop deze redenering ïust, en ik houde my verzekerd , dat Gy van derzelver bewys volkomen zult overreed zyn in de eerste plaats is hiertoe betrekkelvk het begin van de Wblekeur van 1663 luidende dus. Slijoo voor deezen in den rades Keur tot Almelo vee eabuijen en disorders zyn ingekropen, fio heeft het Zyn . Hoog Ed. Geftr. den Heere van Almeloo m Fnefenveen etz- belieft met de Bbrgemeesteren op t pomct van kiefen der felven eette goeds ordre- ts? Ch) Zie Almtl. Oudh. pag. 1G6 & volg.  43 A L M E L O S C H E Pot ruste en beste, van 't gemeen''te beraemen. En in de tv/ede plaats behoren daartoe deze woorden van liet Convenant van 1660. Met verder Ixding en ppu/atie 3 dat in cas toecomen tyden eenige misverflant over die teneur 3 intentie ende interpretatie van dit verdrach ofte convenant onvermoedelyck mochte erriefen 3 dat fulx aliefins fal verblyven tot uitfpraeke van de Heeren Gecommitteerden bovengeme/t. :, '. . j Hoe verstaanbaar en hoe fluitende deze redenen ook waren , zy mogten echter Racers berispingen niet ontgaan. „Nooit, zegt hy, had „ men kunnen denken , dat de Heeren 3 tot het Rapport gecommitteerd niet dan by gisfing , „ «Is iets van duistere bevatting zouden hebben w gelieven te inreken, dat in het Convenant van „ 1663 werd gezegd., dat er veele abuifen. en disU ordïts voor deèfen in die Rades keur zouden 33 zyn ingekroopen , terwyi dezelven zo kort te i, voojeii nog uit. den weg geruimd zouden zyn „ geweest (ü Zulke verdraaiingen mogen in eene Aanfpraak van eenige uitwerking kunnen zyn ; maar Mr. Racer had beter gedaan ook deze redenering by den druk er ui: te laten (k). Dan er moesfgegispt worden , waar of onwaar dit deed zo zeer niet ter zaak, als er maar wat gezegd werd.' Zo de Heeren Gecommitteerden ergens ftëllig fpreken doen zy het hier , en zy doen dit met de eigen woorden van den Heer van Almelo uit zyne Wil lekeur van 1663. Maar zegt Racer verder, „ de Heeren tot het „ Rapport Gecommitteerd hebben dit niet wel ■>, be- (i) Zie aldaar pag. 260. qp Men zegt , dit de jedrukte Aanfpraak geheel anders is dan Mr. Racer die heeft uitgefpraken. Ik wil wel bekennen dit niet te durven geloven , maar al nog liever te denken, dat die in den haast is opgefteld, wanneer door de bekomen nedetlaaS de drift en fpyt der Redenaar hadden vermeesterd : En dit is de eenige verfchooning\ die ik aan de drogredenen, verdichtfelen ' fpitsvinmgheden, verkeerde indtiéticn, laster, minachting des Overheid, en wat dies meer is, heb weten te jjivei»,  BRIEVEN, 45 „ begrepen , dit blykt als men de Conventie en „ Decifie- van i65o zelve inziet, alwaar niet „ wordt geiproken van Abuifen en Disordres, „ veel wemiger van alle Abuifen en Disordres , „ maar misver-panden en questien, als ook van A„ bufive gewoonten, Tegen voorgaande conve„ kanten , dus van misverftanden en Abufive „ gewoonten tegen de berechtigdheid -tot de „ Keur" &c. (1). Op de uitnodiging van Mr. Racer zag ik het Convenant nogmaals in, en voort viel myn aandagt op het begin , alwaar gezegd wordt, dat het zelve is ingegaan tot wechneminge van_ de misinteliigentien over de reciproque rechten ende Gerechtigheden , tot vastfielfinge van een goeden voet in V toecomftige ende verhoeding van dergefyke inconvenicnten, ende meerdere fchadelyke ofte verderflyke onheyien. Ik vergeleek met deze woorden het Hot van dit Convenant hier voor (m) opgegeven: en het kwam my ontegenzeggelyk voor dat de betekenis dezer generale uitdrukkinge van het zélve noodwendig was ; Dat inval alle misinteliigentien niet waren weggenomen , geen goede voet voor 't toekomftige was vastgefteld en de fchadelyke en verderfelyke onheilen niet waren verhoed, het gene daaraan mogt ontbreken door de Heeren Gecommitteerden nader zoude worden afgedaan en vereffend. Ik begreep dus met'de Heeren tot het Rapport Gecommitterd , dat zo er tusfehen den jare 1660 en 1663 veele abuifen en disordres in de rades Keur waren ingekropen , de Heer van Almelo , op dit voorwendzel het- Convenant van 1660 , waar by het recht der Keur aan de Burgery was bevestigd, niet had mogen veranderen, en de Burgery van dat recht beroven, maar tot wegneminge van die inconvenienten en fchadelyke en verderfelyke onheilen , en tot vastftellipg van eenen goeden voet in 't toekomftige , zich had moeten vervoegen by de Heeren GecommitE» teer? 'Ö~) Zie Almel, Oudri. pag. aSo yc.'g, \ C"0 P«g.  go ALMEL OTS C H E teerden, door en ten wiens ovcrftaan dat Convenant was gemaakt. Tot hiertoe heb ik my opgehouden met het betoog van de zaak zelve , welke ik met het voorfchreven boven het bereik van- alle tegenbedenking 'vertrouwe gefteld te hebben : En offchoon myn brief" hiermede reeds te ver is, uitgelopen', kan ik echter niet van my verkrygen twee punclen die er nog overig zyn en de behandeling der zaak aangaan, tot eenen volgenden brief te verfchuiven, maar zal om van dezen'kant der Burgeryen rechtmatige handelwyze niet in verdenking "te laten , dezelve zo kort mogelyk terftond afdoen. • Het eerde beftaat hierin dat deze zaak voor Ridderfchap en Steden is gebragt en door Hoogstdezelve gedecideerd; en"het twede'dat door de Burgery niet fub en obreptif is gehandeld, zo als de Vrouw van Almelo* voorgeeft. • n) Betreffende het eerfte hebt Gy, Myn Heer! , misfchien uw antwoord al gereed, en zult my vragen. Behoort dezelve niet natuurlyk by ividderichap en Steden uit kracht der Rel'ervc by't Convenant van 1660 ., die Gy my zo even hebt i uitgelegd ? Dit is zo, en al evenwel moest dit mede belt-reden worden- Men wendt voqx •, dat hier geen verfchil zoude zyn over de teneur intentie of interpretatie van 't Convenant van i$6o, maar over dat van J663O). Mogelyk antwoord Gy al wederom terftond : En ftraks toonde Gy my immers , dat dit het verfchil was ; of op voonvendzel van ingekropen abuifen en disordres door den Heer met Burgemeesteren en Gemeenslieden het Convenant van 1660 heeft mogen veranderd worden V en dus komt het zelve dan niet neer op den inhoud vair de Willekeur van 1653 , maar op de wettigheid van dezelve , of deze dus door den Heer van Almelo op voorwendzél van disordres en abuifen , welke door de bepaling der Keur by 't Convenant van 1660 zou* (n) Zie Jlmtl, Oudh, pag, az;  BRIEVEN. gI zouden veroorzaakt zyn , heeft mogen worden veranderd , dan of niet integendeel die abui'en en disordres in dat geval aan "de Heeren Gecom. muteerden hadden behoren te worden gebrast" die de vereffening daarvan by het Convenant van 1660 zich hadden voorbehouden. Men zag ook aan zyde van de Vrouw van Almelo wel, dat deze vond te onnozel was, om op dezelve alleen de verwering in dezen te laten berusten , daarom voegde men er eehen anderen by, die op zich zeiven wel niet beter was, d. ch te zamen eikanderen moesten verfterken. Il'"eitoe redeneerde men dus ; zo al eens dit verfchil in het Hot van 't Convenant van i6óo viel, was de vereffening alleen bepaald aan de Gecommitteerden daarin met namen vermeld, welke al lang overleden zyn (o). Dit is de twede tegenwerping, en deze grondt men op de woorden van 't Convenant tot uitfpraak van Heeren Gecommitteerden boven gemeld. Ik voor my voere deze zelfde woorden integendeel als een krachtig bewys voor de Burgery aan , in vertrouwen, dat ieder onzydige met my zal infïemmen , wanneer hy! de zaak naauwkeurig indenkt, De beflisfmg haiwt in dezen alleen af van het recht verftand der woorden , Heeren Gecommitteerden boven gemeld- Om dit te bekomen moeten natuurlyk d'ie woorden vergeleken worden met het hoofd van 't Convenant , en dit doende, zo blykt terftond , dat zv daar gemeld ftaan als door Ridderfchap en Steden m dezen Gecommitteerd , en dus in hunne politique betrekkingen als Leden van Ridderfchap en Steden en uit dezelve tot afdoening dezer Almelolche gei'chillen gecommitteerd. Nu is by het Convenant bedongen , dat in deze zelfde betrekking aan hun de uitfprake zoude yerblyven, in val over het zelve in toekomende tyden eemg misverftand mogt ontflaan. En dus bleef aan hun niet,, als Adolf Henrik van Raastelt, Hendrik Nilant en Wilhelm Royer, en dus D 2 niet CO Zit elitiau J  5* ALMELOSCHE niet aan hunne perfoonen , maar aan hun als Leden van Ridderfchap en Steden , en uit dezelve Gecommitteerd , de uitfpraak der misverftanden, die in toekomende tyden over dat Convenant mogten ontdaan. Deze tyden werden tans beleefd. De Heer van Almelo had met de Burgemeesteren en Gemeenslieden onder frivole voorwendzels de Burgery in de uitoeffening der verkiezing van Burgemeesteren weten te llremmen; ter verzekering "van haar recht werd echter het Convenant, waarby haar dit recht was toegekend, jaarlyks by 't doen der Keur publyk gelezen : Dit recht was haar nog by een volgend Convenant bevestigd : Dit eifchten zy tans te rug , en begeerden de dadelyke verkiezing van hunne twee Stads Burgemeesteren nu weder zeK ve te doen ; én dit recht werd haar door den Heer betwist: Zy moest zich derhaiven aan Ridderfchap en Steden hierover adresferen , deze committeerden weder eenige Heeren' uit hun midden om de bezwaren te onderzoeken ; aan welken echter de uitfpraak niet door Ridderfchap en Steden werd overgegeven. Zy deden in de re daden recht, die van haare Overheid geweld noemen : Wees verzekerd , dat zy haar gezag zo wel tegen eene zich noemende Vryvrouw van Aimelo, als tegen de geringde derzelver Ingezetenen zal weten te handhaven , en haare bevelen en uitfpraken ook door deze te doen naleven en eerbiedigen. Dat ook de Advocaten der tegenparthy zelve wel begrepen hebben , dat zodane Exceptie van renvooy , als door hun is voorgeworpen , niet in aanmerkinge zoude komen , is ten duidelykden zigtbaar uit hunne eigen fchrifture, want hierby hebben zy de zaak. zelve van gronds af opgehaald en het Request der Burgery van duk tot duk zoeken te wederleggen, dat, ichoon onder veel protestatien gefchied, anders nochtans niet te pas kwam. Indien Gy, Myn Heer! dit bedaard nadenkt, zult Gy U ongetwyffeid moeten verwonderen, hoe de Advocaat Racer in zyne Aanfpraak zo dikwyls heeft durven herhalen , dat Vrouw van Almelo onverhoord was veroordeeld , en dat dezelve dbor de Burgery was verlheld en vervangen door fub en obreptie. Ik wenfehte wel duidelyk te hebben mogen weten, waar mede dan die lub en obreptie zoudezyii begaan: uit eene plaats Ü 3 fcheerj  54 ALMELOSCHE fcheen het my toe , dat dezelve doelde op een nader Request door de Burgery aan Ridderlchap en Steden geprasfenteerd om op fpoedige afdoening van het ftuk der Keur aan te dringen. Doch om U te overtuigen dat dit Request niets tot de principale zaak deed , dat daarin geen een nieuw bewys tot ftaving der eifch van de Burgery was aangevoerd, heb ik het zelve enkel om deze reden woordenlyk h|er achter gevoegd (p), hoewel anders niet verkieze ü met zulke ftukken te overhopen. By nalezing zult Gy bevinden dat. de eerfte drangreden daarby ontleend is uit de verzogte furrogatie door Mevrouw de Gravin by de Heeren ürdinaris Gedeputeerden, om ten posfesfoiren tegen Gemeenslieden te kunnen pleiten : deze furrogatie was wel eerst toegeftaan geweest, doch vervolgens op een Request der Burgery gefurcheerd , gelyk ik in mynen eerften brief breder heb opgegeven. Dit deed kennelyk niets tot het hoofd verfchil, en in allen gevalle had ook Mevrouw de Gravin haare belangen over deze furrogatie ingebragt. De twede drangreden was, dat Mevrouw de Gravin Verwalter Burgemeesters aanftelde. Dit was mede geen nieuw bewys voor of tegen het hoofdverfchil, en ook had Mevrouw de Gravin voor dit gewaand recht reeds haare redenen by haare Exceptioneele Conclufie voorgefteld (q). Het blykt dus overvloedig, dat Mevrouw de Gravin niet by fub en obreptie door dit Request was vervangen of verfneld , maar dat by hetzelve alleen om beflisfing en afdoening van 't gefchil der Keur was aangehouden. Die het beloop der zaak in mynen voorigen brief opgegeven aandagtig heeft gelezen , weet zich hierby ongetwyffeld te herinneren, dat door de verweigering der Gemeenslieden op Petri 1785, om ingevolge de dikgemelde Willekeur van 1663 de verkiezing van Burgemeesteren te doen, de oor- Cp) Qnder de Bylaïen Letter E. (q) Zie Almtl, Oua%. pag. 34,  Brieven. 5$ oorzaak was geweest, dat op dien tyd in 't geheel geene Stads Burgemeesteren waren gekozen: Dat ook de Stads Burgemeesteren van 't voorigê jaar niet hadden willen continueren , tot dat er eene nieuwe verkiezinge zoude zyn gedaan , en dus de Burgery in dien tusfchentyd van haare' zyde geene Burgemeesteren heeft gehad. Dat vervolgens door de Burgery zelve twee Burgemeesteren zynde verkozen, de Richter had verweigerd die in den Eed te nemen, en hier door de Burgemeesteren van den Heer al verder alleen waren blyven regeeren. De Heer Racer mag derhalven zich verwonderen door de Burgery te zyn voorgedragen, dat de beflisfing van 't q'usestieufe recht der Keur ipoed vereiichte, en dit voorftel al mede fub en opreptie noemen (V). Ieder onbevooroordeelde zal uit het herinnerde wel dra ■ begrypen, dat door dezen toeftand van zaken alle Stads papiéren en charters waren geraakt in handen van zulken, die fchenen in 't begrip te ftaan meer de belangen van den Heer dan van de Stad te moeten behartigen ; en dat de Burgery door deze eenzydige regering alleen het recht moest zien uitoeffenen, alle Stads zaken waarnemen en over hare belangen belchikken. Deze behalven veel meer andere omftandigheden, waren daarom by de Burgery ook drangredenen genoeg, om naar een fpoedig einde van dezen zorgelyken tyd te verlangen, en by Ridderfchap en Steden ep afdoening aan te dringen. Dan om eindelyk in eens al het gewaande ongelyk de Vrouw van Almelo in 't behandelen dezer zaak zullende zyn aangedaan te beantwoorden : wat konde de Vrouw van Almelo meerder begeren, dan dat in dezen de gewone order gevolgd werd, welke ter Tafel van Ridderfchap en steden plaats vindt, van op Request en Bericht de zaken af te doen: en hoe kan zy voorgeven verfoeid en vervangen te zyn, daar zy het laatIte zeggen heeft gehad? Veel eer konde de, Burgeer) Zie aldaar pag, 375.  gery dan voorwenden verfneld en vervangen te zyn , daar zy liet Bericht van Mevrouw de Gravin nimmer gezien had, zo als de lieer .Racer zelf getuigt (s). Zie hier dan al het gene ik nodig oordeelde ter opheldering van het verfchil over de, Keur U te fchryven. Lees eh herlees dit , en oordeel, of de Vrouw van Almelo zo veel tegenkanting zoude doen , indien zy het niet van het uiterlte belang agtede de Keur van Burgemeesteren aan de Burgery te onthouden , en de Gemeenslieden niet door de Burgemeesteren alleen te laten kiezen. En na dat Gy dit alles rypelyk zult overwp-, gen hebben , antwoord my dan , of hy alnog op eenige wyze van verkeerde inzigten kan vry gehouden worden, die de Burgery by eene wydluftige Aanfpraak zoekt in den'waan te brengen, dat zy by zulk eene Keur niets zullen winnen. Dit is het eenige , dat ik voor deze myne moeite begere , en daarna zal ik myn oordeel hierover opfchorten. Ik verblyve intusfchcn enz. Almelo den 7 Maart 1786. N. S. Zoo even ontvange ik naricht, dat er van wegens Mevrouw de Gravin een Request aan Ridderfchap en Steden wordt gepresenteerd , hebbende tot Eylage de Almelofche Oudheden • waaiin dezelve verzoekt om refcisfie van de Refolutie van den 25 October 1786 en dat de quaestie op nieuw door twee Rechtsgeleerden mag worden gedecideerd. Wat dunkt U, Vriend ' vïn sulk eenen fhp ? Zoudt Gy aan eene Souveraine Vergadering , die, na de belangens van de beide parthyen geboord ce' hebben recht gedaan heeft, zulk een voordel durven doen? Ik voor mv denke dat dit evenveel zegt, als of men Ridderfchap en Steden openlyk van onrechtvaardigheid befchuldigde. Men verhaalt ook dat er een Request tot appui van 't zo even gemelde is bygevoegd onderteekend door drib Burgers van Almelo. O) Zie aldaar pag. iq?. III. BRIEF AL M EL.OSC HE  BRIEVEN, III. B R I E F. MYN HEER! T T *e gisfingen naar de reden van het vertragen ^ der beloofde Almeloiche Brieven zyn waai* lyk geheel ongegrond. De bezetheid der Drukpers is daar van de eenige oorzaak; geenszins moedeloosheid wegens het veranderen en intrekken der Refolutie van Ridd. en Steden van den 'S5 üctob. 1785, veel min onvermogen om deze Brieven tegens de Scheldnamen van Laster- en Logen-fchrift en derzelver Schryveren tegen die Van Nachtuilen en Vledermuizen te verdedigen. In tegendeel is juist dit fchelden oorzaak , dat wy allen mogelyken fpoed gemaakt hebben, om de Stukken tot de vorige Brieven behorende, nevens dezen afgedrukt te krygen .; ten einde gelegenheid te hebben aan het onzydige Publiek te tonen , dat wy gene vrees hoegenaamd hebben om onzen Antagonist ook met ongefloten helmen te beftryden , en op de waarheid van onze vorige gezegdens wel zo veel vertrouwen, om ons ook by- dezen als de Schryveren der beide eerfte Brieven bekend te maken: ook was dit nimmer een geheim, zelfs niet voor den Heer Racer, even min als wy getracht hebben er een geheim van te maken. Gy weet, en wy hebben het beiden nog onlangs by eene andere gelegenheid getoond, dat wy niet gewoon zyn onze gevoelens te verbergen , maar er openlyk voor uit te komen : en ik kan U verzekeren, dat, indien wy het \ eldteeken der Oldenzaalfche Schuttery binnen de Stad Almelo vertoonden, wy het zelve op den Huize A melo ook niet zouden bedekken. Dan , fehoon wy al om dit lasteren niet verder hadden willen fchryven, zoude echter het intrekken der . E gi*  $8 ALMELOSCHE gemelde Refolutie ons daar toe hebben genoopt; als zynde eene zaak van zulken aart en zulke veruitziende gevolgen , dat dezelve ten uiterften verdiende , met alle hare omftandigheden en in het ware daglicht geplaatst, aan het Publiek bekend gemaakt te worden. Het behandelen der overige gefchil punten tusfehen de Vrouwe Van Almelo en de Burgery dier Stad dan tot eene andere gelegenheid fparende, dunkt het my best den afgebroken draad te hervatten en U een oprecht verhaal mede te deelen van het geen er , zederd mynen eerften brief, met betrekking tot de zaak der keur is voorgevallen : zullende ons in den loop van het zelve gelegenheid genoeg voorkomen om leugen van waarheid en lanter van wezenlyke fchendaden te onderscheiden en de rechtvaardigheid van de zaak der Almelofche Burgery, te gelyk met de intritgues van hare weerparty 3 in het helderfte daglicht te fteilen. Laat my U vooraf herinneren, dat de Refolutie van Ridd. en Sted. van > den" 25 Oöob. 1785, waar by de Burgery in het wettige bezit der keur volgens het Convenant van 1660 werd herfteld , conform was aan het raport van de Commisfie ter esaminatie der Almelofche zaken benoemd, beftaande uit de Heeren Edelen de Drost van Ysfelmuiden , Sloet tot Evenlo en de Vos van Steenwyck tot Nyerwal, neven's de Heeren G. D. jordens , A. Vestrinck en D. Thom. a Theusfmk refpe&ive Burgemeesteren der Steden Deventer, Campen en Zwolle ; en dat, fchoon dezelve, zo ik meen, genpmen werd met de meerkerheid van twe Steden en meer dan een derde van de prasfente Heeren Edelen 3 het echter uit de Notulen niet blykt dat iemand der disfentierende Edelen dezelve uitdrukkelyk heeft gecontradiceerd ; veel min de Stad Zwolle, welkers Gecommitt. zich op dien 25 O£tob. 1785 nog ongelast verklaarden , doordien zy het kaport ter ^deliberatie van hunne Committenten hadden ge- bragt,  BRIEVEN. $9 bragt, die daar op al nog niet hadden gerefolveerd , doch welke echter het concluderen met meerderheid buiten hun advis toen hebben toe. gedaan. ' Hier uit meen ik tans alleen dit befluit te mogen opmaken, dat de politieke verlchillen van onze dagen by Ridd. en Steden geen invloed gehad hebben op het neemen der gemelde Refolutie ; daar verfcheiden Edelen in dezelve hebben toegedemd, welker politieke begrippen zeer veel van die der Steden Deventer en Campe» verfchilden. Eene omdandigheid , waarin op den Landdag van. dit Jaar en deszelfs eerde Reces eene aanmerkelyke verandering fchynt gekomen te zyn ; mogelyk veroorzaakt , door het publiek maken eener politieke Geloofsbelydenis van den Jongen Graaf van Rechteren en Limpurg, welke in de Rottêraamfche Courant van den ï.8 Maart» en dus in het begin van den Landdag , voor het licht kwam, en zeer gefchikt fcheen om de gunst der Prinsgezinde party voor het huis Almelo te verwerven. Dan dit in het vaorbygaan. Op dien Landdag werden er over de Almelofche zaken verfcheiden Requesten ingeleverd , als een Request van Mevrouw de Gravin houdende verzoek «om refcisfie der Refolutie van den 25 Getob. 1785 en admislie der geobjicieerde exceptie van renvoy , genftmieerd met een Advys van de Hollandfche Rechtsgeleerden van Hamel en Vin-inga; te vinden in het vervolg der Almelofche Oudheden pag. 285 en volg. Insgelyks een Request van de Burgemeesteren Bruins en Lamberts met een dergelyk verzoek : ten derden, een Request van de Gravin met een gedeelte der inbedongen Stukken en Verzoek om tyd tot het eerde Reces, om met overgave van nog meer Stukken hare conelufie te zuiveren: ten vierden een Request van dezelve met verzoek dat de zaak uver de approbatie der Exercitie Genoodfchappen en alle andere, waar in tusfehen de Rcmonftranteri en Hun Ed. Mog. E a ver-  re verfchil ontdaan mogt, voor een on?ydig gericht kort en fpoedig mogen worden bepleir en beflist. Eindelyk , ten vyfden , nog een Request van dezelve, om een Commando v*an één honderd man te leggen in het Stedeken Almelo, en dat Hun Ed. Mog. een naburig gericht wilden furro* geeren om tegens de Heeren Revius en Dake ten posfesfoiren en tegens allen die zich omtrent het doen der keur van Burgemeesteren aan eigen richting hadden fchuldig gemaakt te procedeeren. Aan zyde der Burgery van Almelo werden drie Requesten ingeleverd, met verzoek dat Ridd. en" Steden wilden effectueeren , dat derzelver Refolutie van den 25 Octob. 1785 door Mevrouw de Gravin en den Richter werde geobedieerd : dat het verzoek der Gravin om Militie in haare handen mocht worden gedeld: en eindelyk dat verfcheiden opgegeven bezwaren mochten worden geredresfeerd» ; A le Jez? Requesten We'rden gedeld in handen der Commisfie tot de Almelofche zaken , uitgezonderd het laatde , het welk gedeld werd in handen der Vrouwe van Almelo om op het zelve te berichten op de twede dag van de twede week van het eerde reces ; wordende te gelyk aan dezelve, met betrekking tot haar derde Request toegedaan om de verdere Stukken op den tweden dag van het eerde reces te mogen inzenden. Reeds op den volgenden dag bragt deze Commisfie voor raport uit; dat ter voorkoming van verdere oneenigheden en om de 1'ubfideerende gefchillen in der minne uit den weg te ruimen , Ridd. en Steden hen Heeren behoorden te qualificeeren , om beide partyen voor zich te doen komen , ten einde door hunne tusfchenfpraak alle gefchillen , ware het mogelyk in eens te termineeren ; uitgezonderd het geen by Refolutie van Ridd. en Steden van den 25 Ociob. 178.T was afredaan. Met dit raport conformeerden zich aandonds de drie Steden en de Heer Drost van Ysfelniuiden ; doch het zelve werd door de overige Leden ALMELOSCHE  BRIEVEN. 6t den van de Ridderfchap overgenomen; verklarende echter de Drost van Vollenhove (nu Drost van 1 wente) wel te mogen lyden dat er een tentamen concordis werde gedaan , maar buiten kosten der Provincie, en dat anderszins die zaken behoorden re worden gerenvoyeerd tot de ordmaris cours van juftitie, by welke verklaring de Drost van Haaxbergen, Voerst van den Borgel en Pallandt van Beerze zich voegden. De zaak bleef echter buiten conclufie tot op den o4 Maart , wanneer , na dat de Heeren Edelen , welke het rano/t hadden overgenomen , gedeclareerd hadden niet in ftaat te zyn om zich daar over te verklaren , conform her raport by meerderheid werd geconcludeerd, buiten kosten der Provincie en onverminderd de dispoficien op de adresfen van de Vrouwe van Almelo geilden. In het voorbygaan moet ik U doen opmerken , dat de Stad Zwolle, door in dit raport toe te Hemmen , myns bedunkens , moet geach't worden de Refolutie van den 25 Oótob. 1785 te hebben seratihabeerd. ft Van weinig nut was echter deze heilzame Reiolutie, kunnende de Vrouw van Almelo goedvinden om in het begin van het eerfte Reces van dezen Landdag zich op nieuw aan Ridderfchap en Steden te addresfeeren, en met inzending van. nog eenige ftukken tot haar verzoek en conclufie Ipecteerende, te deelareeren; dat zy zich in geene mmnelyke onderhandelingen met hare party konde ' inlaten ; maar al nog. aan hare party den gewonen cours van Juftitie aanboodt en dat wel op korte wederzyds. te Hellen termynen ; ook omtrent de zaak der keur, na dat de Refolutie van,den iz. Uttober 1785 zoude zyn ter zyde gefield. Dit Adres werd wederom in handen der Almelofche Commisfie gefield, en , fthoon deze niet meer uit dezelfde Heeren beftond, als zynde in de plaats van de Heeren de Vos van Steenwyck en Burgemeester Jordens, die beiden wegens de Commisfien, ©ver de Quoten en het Defe'nfie weE 3 zen  el¬ zen afwezig waren , de Heeren Dedem tot de Rollecate en Burgemeester van Doorninck Gecommitteerd geworden, rapporteerde dezelve niet te min op den 12 April 1786. in gelykheid met hare voorige gevoelens; dat het Verzoek en Conclufie van de Gravin met de inbedongen en ingezonden ftukken behoorden gefield te worden in handen van- Jacobus Revius cum luis ten fine van bericht onverminderd de Refolutie van Ridd. en 33 Steden van den 25 Oblober 1785 „ welke verftaan S3 wordt in kaar geheel ie blyven.'" Hier mede conformeerden zich aanftonds de Steden Deventer en Campen, terwyl de Meerderheid der Ridderfchap en de Stad Zwolle aannamen zich nader daar over te zullen verklaaren : gelyk dit op den 35 April daaraanvolgende fchynt gefchied te zyn , op welke dag wy de volgende finguliere Refolutie geboekt vinden , die, zo men ons verzekerd heeft, door den toenmaligen Drost van Yollenhove als Prafident der vergadering aan den Secretaris Dumbar , die des tyds de plaats van den Griffier bekleedde , woordelyk gedineerd is. „ Dewyl de Heeren de Droste van Ysfelmui„ den en de Heeren Gedeputeerden der Steden „ Deventer en Campen by Refumfie hebben ge9, perfifteerd, om niet te willen ligten de pe„ riode , waarby de Refolutie van den 25 0£to,,'ber 178,5 op nieuws zoude worden geconfir3, meerd , hebben Ridd. en Steden deze gehele „ zaak gerenvoyeerd aan den cours van de ordinaris Juftitie , met intrekking van de Refo„ lutie van den 25 Oftober 1785" Hevige debatten fchynen het nemen dezer Refolutie te hebben voorgegaan , altans de Drost van Ysfelmuiden en de Steden Deventer en Campen hebben ten fterkften tegen dezelve geprotefteerd en zich hunne aanteekening gereferveerd , welke ,wy met een begeerig verlangen op het aanftaande najaars Reces te gemoet zien. Inmiddels kan ik U verzekeren, dat fchoon de Heer Racer onhe=> fchaamd genoep geweest is om te fchryven; dat en ALME.LOSCHE  BRIEVEN. en de Staten en derzelver Gecommitteerden tot de Almelofche zaken misleid geworden waren nogtans vyf dier Gecommitteerden betuigd hebben . alnog . na alles ook de laatst ingezonden U-ukken der \ rouwe van Almelo rypelyk geëxamineerd te hebben , van gedachten te zyn, dat de Refolutie van den 25 Oclober zonder krenking der Juftitie niet anders had kunnen genomen worden: Hoe de zesde Gecommitteerde dè Heer Sloet tot Evenlo tans over de zaak denkt zal den Heer Racer met dezen Heer, zo liet fchynt, zeer gemeenzaam beter dan my bekend zyn. Gy zult nu ongetwyffeld een betoog van dè onwettigheid en ongerymdheid der Refolutie vaü den 25 April 1786, van my verwagten, doch om dat ik het betamelyker vinde de protefteerendè leden van Ridd. en Steden in dezen niet vooruittelopen zal ik my voornamelyk bepalen tot het onrecht, 't welke de Burgery van Almelo door dezelve lydt, en ü alleenlyk in het voorbygaan het fmguliere gedrag door de Stad Zwolle in deze zaken gehouden doen opmerken , als welke by het nemen der Refoiutie van den 25 Oclober wel niet mede geteemd heeft; doch echter die Refolutie op den 24 Maart 1785 heeft helpen corroboreeren ; en des n'iettegenftaande wederom een der yverigften geweest is om dezelve op den «5. April 1786 te doen vernietigen. Gy weet ,, Myn Heer f- hoe zeer onze party gefchreeuwd heeft, dat wy de Relblutie van den 25 Oótober fub en opreptief hadden verkregen en dat de VryVrouw van Almelo; die arme onderdrukte Weduwe ! ! onverhoord was veroordeeld geworden. Dat dit gefchreeuw geheel zonder reden was, is in het flot van onzen twedèn Brief zo duidelyk betoogd, dat de fcherpvittende Racer „ hoe ongewoon ook iets overteflaan , daar tegen in zyne Korte Aanmerkingen niets heeft durven inbrengen ; maar dit ook al fchynt gerekend te hebben onder die dingen, die geene wederlegE 4 • -gfr. «1  ™ waHet zelfde heeft ook vervolgens' ftand gegrepen u.twyzens het Convenant van den if fufy J683 , gefloten tusfehen de Heer Adolf Henrkk jer e.nre , en de Burgemeesteren en fdie van Gp. meente van het Stedeken Almelo ter andere fvde r™U'ten t£*enlFaak weder door GeZenï dS Ingezetenen moeten verftaan worden, gelyk de van dit Convenant heeft getoond (k) Deze zwarigheden heeft Mr. Racer ook maar al te wel voorzien gehad , en zegt daarom da" Lt Convenant van 1660 door een der Heeren Gecom ÏÏn LdS^*1*^^"* Va" beweent» nier zouden hebben gebezigd n den zin wam-in die te Almelo tusfehen denbeer en de Stad Z e zelve Accoorden voorheen altyd was gebruikt maar Mar de fpteek hunner Steden (lV Eene oplosfing zeer vernederende en honende voor die Heeren Burgemeesteren ; dewyl men ak ,ul moet onderftellen, dat dezè , welken 2e v0r Convenanten niet onbekend rnogten of konden dafyrdeZdVe uitdrukl^lvl^ in de eerfte PK ir1 dat Convenant van i6co hadden herhaald en bekragt,gd, en die dus het gebrdik van het woo?d Gemeente zeer wel wisten f het gene "v bv C ?nftellen van het eerfte Ar ieul zfchmoesten er «neren, by het fchryven van hS twSï? Aiticuï niet ilffartaS- *°4 en 265. ia not. 355 (O Aldaar fiag. 34$. ,„ VolS. V  1<3 niet indagtig zouden zyn geweest; dat zy zouden vergeten hebben , dat zy te Almelo 'waren , en daar een Convenant oprichteden , en dus aan die Heeren eene onachtzaamheid en groven misflag toel'chryven. In zulke gistingen; in ■ zulke Beledigingen moet de Advocaat Racer de verdediging dei rechten van de Vrouw van Almelo , zyn geliefkoosd voorwerp., zoeken; maar wie zal hem. daarin volgen? Voorts wordt dit alles nog opzigtelyker , wanneer men overweegt, dat voor het jaar van 1660 de Keur door de Buri gery zelve was gedaan. Dit blykt uit een Convenant in den jare 14&1 i/igegann tusfehen den eerberen Sweder Heer toe Voerst ende lot Keppel ende Jonckheer toe Almelo aan die ene fyde j ende den Scepenen en Raad ende gemeene meenthe der Stadt Almelo an die ander fyde (nO, waarin wy gezegd vinden. Oeck foe Jolen die Scepenen laeten maeken twe Jlotele tot ter kysten daer der Stadt Segel inlicht , welicke Jlotele nyet all eyns wejen en jolen.Ende der Jlotele jolen die twee Schepenen , die Jonckheer Sweder jaerlix kost , enen hebben: ende die Scepenen , dié die meenthe jaerlicx kefen , die jolen den anderen hebben. Vergelykt men hier nu mede , dat by voorige Convenanten door de bewoordingen Burgery , gemeene Burgery , Gemeente, Meente, gemeene Gemeente, ganfcheGemeente , altyd een en het zelfde is verftaan , zo is de zaak klaar genoeg bewezen. Daarenboven zoude het den Heer Racer ook zeer moeielyk te bewyzen vallen, dat op dien tyd reeds Gemeenslieden te Almelo zyn. geweest; daar er integendeel veele redenen voorhanden zyn om het tegendeel te vermoeden. Tot een twede bewys, dat voor den jare iöfid door de Burgery zelve de Keur van de_ twee Stads Burgemeesteren zy gedaan , kan dienen eene A&e van 1645 (n) waar in dit gelezen wordt. (m) Zie dit Convenant, by Dumbar Anti. a D. psg. 43». Sri volg. ' * _ M, (nj Zie deze achter de Deduaie lub Ff. i». en Alm. Oudli, verv. van 't Ifte St. pag. 5*5 «n volg. ALMELOSCHE  BRIEVEN. n Wordt. & ist3 dat ik den Richter van Almelo ordineer uit myn naam en van mynent weegen, voor mt kopende jaar tot Burgermeesteren toe continueren de perjoonen van E. Johan Meyer en Arenü Lkpharts , mede als de borgery haar Keur volbragt hebben, dan d' Richter van Almelo 3 more Joltto , haar luiden famplick den eedt fal afnemen ; daar inne fy beloven 3 my 3 f huis f Almelo 3 ende haare borgery ieder in zyne gerechtigheden holt ende trouw toe weefen , doende den eed* daar toe flaande — De Borgery van Almelo hebben van harent wegen gecontinueert de E. Hendrik owam en Andries Tork enz. Hier wordt dus. uitdrukkelyk gezegd, dat de Burgery haar keur volbrengen moest, even als en in tegenoverftelling van den Heer , die ook ïïivi " KeUr/lf-ed-, Te ze^Qn > het bedenKeiyk zy, 01 hier door het woord Burgery niet Gemeenslieden moet verltaan worden gelyk Mr Racer voorftelt (o) is overtollig verder te wederleggen , na dat ik getoond heb, dat in de handelingen van dien tyd tuslchen den Heer en de Jnwoonderen der Stad altyd door Burgery de ffanJche Gemeente , en door Gemeente wederkerig de geheele Burgery verftaan werd; ja die voorftelling maakt zig zeiven belagchelyk , wanneer men maar met aandagt de hier voor uitaefchreven woorden van de Afte leest; vermits uit dezelve mede zoude volgen , dat de Burgemeesteren niet zwoeren de Stad of derzelver Burgeren, maar de Gemeenslieden in hunne Rechten en Privilegiën Kinr^"0^ te zulle.n zyn- De Amplmie 0* de Keur van 1665, waar'uit men die verklaring wil halen, zet dezelve ook geen de minfte kragt bv. Voor eerst is dit een Stuk, dat de Burgery niet fchikkinU/ddyk ?rk?1' eVen 20 min flls de «deS lchikk ng over de Keur zelve van den jare 1661. Maar ten tweden is het ligt te bezeffen , met we?. „ Keur ook hebben gedaan", daar gebruikt zy. De C©J Alm. Oudh. verv. vu 't ifle st. ptZ. 344.  1* De Burgery was misnoegd , zich de Willekeur van 1663 tusfehen den Heer en Burgemeesteren gemaakt en door Gemeenslieden geappr< beerd , uit haar recht van Keur gezet en het zelve aan de Gemeenslieden overgebragt te zien; Men ftelde dus alles m 't werk urn de Burgery te beduiden , dat haar recht daar door niet was verkort , en bepaalde daarom by eene arapliatie op die Willekeur in den jare i66<; , dat het Convenant van 1660, waarby- bun liet recht der Keur was bevestigd , alle jaren ter meerder verzekering zoude worden voorgelezen ,• en deed het daar dus voorkomen , dat fchoon die Keur door de Gemeenslieden werd uitgevoerd , dezelve evenwel de Keur van de Burgery of van de Stad bleef; en daarom vinden wy ook zorgvuldig in het iveurprothocol (p) altyd gedeld : wegens de Stad , aan zyde van de Stad gekooren of uergelyke : en dit zal voor eenen onpartydigen genoeg zyn. De uitlegging , die de Advocaat des Huizes Almelo in het verder gedeelte der Acte van 1645 omtrent het woord Gemeente zoekt, wordt duor het boven betoogde, dat dit in die tyden altyd Burgery of ganjche Gemeente en niet Gemeenslieden betekende van zelve om verre geworpen ; maar waarom moest dit woord hier Gemeenslieden by Racer betekenen? alleen om dat hem dit te pas kwam ; want zo men het woord Burgery daar zyn waare en eigenlyke betekenis laat behouden» gelyk ook Gemeente die van de Ganlche Gemeente of Burgery , is daarin niets zinltoorend of tegendrydig; maar geelt te kennen , dat de Burgery en verdere Ingezetenen verzogt hebbende , dat de Heer van Almelo nog een twede windmolen zoude laten zetten , de Richter van Almelo aan de ganfche Gemeente (juist de verzoekeren zelve) daar over zoude voordragen , dat de Heer van Almelo daartoe wel genegen was, mits dat de' Ingezetenen daar voor een behoor* (p) Zie aldaar We pag. fs en yolg. ALMELOSCHE  BRIEVEN. 13 hoorlyke erkentenis geven zouden, en dat hieron de Burgery aan den Heer ico Ryksd. tot eert molenfteen hebben geaccordeerd. Waaruit dan volgt, dat op dien tyd de groote Gemeente zelve gevraagd is over zak&n van bezwaar èn de belastmge van de Stad, even als dit te voren ook meermalen had plaats gehad, blykens onder anderen het Convenant van den 15 Maart 1540 (q\ waar de Gemeente zelve by waare woorden „ anngelooft een ehrlyke recognitie ahn huefeti „ gebiedenden Heere 't offereren :" 't geene ook nog plaats heeft in deze zelfde Heerlykheid op net Vnezenveen ï daar niet alleen de zestien Gemeensmannen , maar de geheele Meente in zaa^ ken van bezwaar gekend wordt, hoewel de gezamenlyke Gemeente daar bok weinig minder dan een getal van een half duizend uitmaakt . dat. de zaak te Almelo , tiaar Racers zeggen« onmogelyk zoude ftellen, zynde er te Vriefert' veen bykans 4co huizen. Door welk alles zich dan ook zeer ligt laaten verftaan de woorden Van het Convenant vari den 8 Nov. 1660 in het derdd Articul alwaar dus de Gemeente op gelyke wvze niet anders is of kan zyn , dan de Burgery en niet de Gemeenslieden, aan welke de toezage of deliberatien in zaken van bezwaar ende belastingen van de Stadt, die zy te voren hadden ge-; oeffend , worden voorbehouden , het gene naar de nieuwe en genuine lezing door den Heer Racer ons nu verzorgd CO duidelyk is, wordende , ë* ven als in de voorgaende twede Articul, het recht van de Keur en hoe dezelve te doen ten opzigte van den Heër, van de Gemeente, van de Buis gemeesteren en van de Meenslieden was Bepaald , hier een ieders inzage omtrent andere zaaken vastgefteld , in di&r voegen : dat dè Richter met de Schepenen te zamen de iudicattiré oeffenen over breuken, zo als daar uitgedrukt« dat over alle verdere zaken de judicature aan dl F Sche-f Cq) Hier achter fub Litt. L. . (O Alm. Oudh. verv. v*a 's Ifte Su fi. ^J,  f4 ALMELOSCHË Schepenen alleen toekomt; dat de Gemeenslieden in zaken buiten die van juftitie zullen moeten worden gehoord 5 en dan noch dat de Burgery in zaken van bezwaar en belastingen van de Stad behoorlyk moet borden gekend. Weshalven de Burgery van Almelo veel reden heeft om zich te verheugen over de ontdekking der fout in het affchrift van 't Convenant 1660 , dewvl daar door hare denkbeelden over de inzage in zaken van belastinge zeer zyn opgeklaard , het gene omtrent het vyfde punót haarer klagte aan Ridd. en Steden gedaan, over het ongelyk uitzet ten en dragen der Schattingen in Almelo, haar uitnemend zal te ftade komen. Wat betreft het aangevoerde uit een ftuk papier ter Secretary van Almelo zullende zyn gevonden , dat een Minuute zoude wezen van de Keur in het jaar 1664 zullende zyn gefchied (s"), zyn wy niet genegen om ons met zulke chartébellen op te houden ; want dit Haat vast, dat Mr. Racer nooit met eenigen fchyn zal kunnen zeggen $ dat het zo te boeke is gefteld , maar voert het alleen aan tot een bewys , dat in dat jaar eene keur door Gemeenslieden moet zyn gefchied , om dat daar Van eene Acte ontworpen was, in tegendeel blykt uit het ftük zelve , dat het niet zy in orde gebragt en bekragtigd, dewyl dan naar den inhoud moest zyn betekend: En in allen gevalle is het dan noch geene Aóte door de Burgery zelve mede opgericht , welkers bewoordinge men hier tegen haar inbrengt, maar een gefchrift door die geenen vervaardigd, welke in het jaar te voren haar van haar deugdelyk recht hadden ontzet, en dus van haare party zelve, waar van zy de oprechtheid der uitdrukkingen even min als van derzelver handelingen erkent. ö Dit zy genoeg van de nieuwe ontdekking van Mr. Racer,, waar van hy geheel Overysfel heeft doen weergalmen, als of nu de zaak der Vrouw va» £0 Aldaar p. f 44 & jjt.  BRIEVEN. 75 van Almelo baarblykelyk bewezen en ontwvffelbaar gered was. Wy hopen niet, dat andere oudheidkundige ontdekkingen van'dien Heer? Si! u ,T 00k 111 een enkeld woordjen haaf kracht hebben, wanneer, zy op de keper be« lchouwd worden , van zo min klem zullen bevonden wotden ; eer dezelve echter in het vervolg op het gezag van dien Heer weer te geloven, zo als wy moeten bekennen tot hier toe maar al te dikwyls met vaele anderen te hebben gedaan, hebben wy nu befloten die Vooraf naaukeung te onderzoeken, al zyn dezelve ook met nog zo veel vertrouwen en ophef ter neder gezet : iets , 't welk anderen door dit voorbeeld, zo wy vertrouwen, mede zullen leren Vergeef my, myn Heer! dat ik U zo lane met deze eene zaak heb opgehouden, ik erkenne my daar over te breed, en meer dan nodig was, te hebben uitgelaten , doch myn gemoed was vol van verontwaardiging over de onbedagte en ydele redeneringen van onzen tegenfchryver, en konde my met weerhouden het zelve te ontlasten. I'c zal daarom, in het behandelen van de verdere puftcten alle kortheid behartigen, met aftefnvden al het gene niet volftrekt ter zaak behoort. Ten dien einde dan zal ik het gefchil terftond in het hart aantasten, gelyk men fpreekt, en onderzoeken- of de handeling? van den ai Febf. i6èW tusichen den Heer en de Burgemeesteren opgericht, en door Gemeenslieden geapprobeerd, voor een wezenlyk Convenant tusfehen den Heer ên de Stad ingegaan kan gehouden wordën. De Advocaat des Huizes Almelo erkent volmondig, dat het zodanig een Convenant behoort te zvn zal het kracht-hebben, dan hy wil, dat, om het zélve onder die Convenanten te kunnen plaatzen, genoeg zy, dat het.door Burgemeesteren en Gel meensliedenmede is aangegaan, zonder" tennis ot toeftemmmg der Burgery, . of zonder dat zv eenige andere magt daar toe zouden nodig hebben , dan die zy, uit hoofde dat zy Burèemèeii 'Fa ■  7 aldaar 'uit het zélve overgelchreven. Heit vyfde Convenant is van 1649. den 15 Maart, waar Van de woorden en inhoud zo verre tot het onderhavige bewys betrekkelyk en nodig, boyen (d) mede te zien zyn. Het zesde Convenant is van 1607 den 27 Juny (e) luidende dus. Alfoo eenige verfchillen-ende onlusten waren ontflaan 3 ende errefep 3 tusfehen den Wel Ed. Heer Zeiger van Rechteren Heere van Almeloe , ende V%ief.enveene 3 die Inwoondqren, Burgers ende andere Ingezetenen des Stedekens Almelo, ende dezelve foo hooge waeren geklommen 3 dat de' voorsf. Heeren ende refpeclive Volmachten des voorn. Stedekens van de Ed. Mog. Staten dej'er Provintie van Overysfel hadden verzogt een onpartydigen Richter enz.: ende worden Vervolgens deze by herhaling partyen genoemd, ende zo ook op 't einde gezegd , dat het door partyen reipeclive beteeckent verzegelt ende ge* ipprobeert is. Deze zyn de'Convenanten naar order des tyds, zo verre ons bekend zyn , welke voor dat van * 1660 den 8 November tusfehen den Heer en de Burgery zyn gemaakt : En dit is buiten allen twyffel op gelyke wyze opgericht. Het zelve begint aldus Alfoo wederom op V nieuwe eenige '" ' " pits- - naam'van Burger-Gecommitteerden,, en zo mede te Almelo , waar ook nu onder dezelve Gemeenslieden zyn genomen , en anderq uit die Gecommitteerden , welke het byzonder vertrouwen der Burgery zich hadden waardig gemaakt, en de nodige vereifchten hadden, daarna door de Burgery tot Gemeenslieden zyn aangefteld, doch tevens Gecommitteerden verbleven. Het volgeade en laatfte Convenant is dat van 1683 £jü Aldaar pag. 346 ia not, ^  BRIEVEN. $£ 1683 den 14 July ^ het gene mede door de Burgery zelve is opgericht, zo als uit het te voren aangehaalde (h) kan geblyken. Uit dit alles mogen wy, en zal een ieder onbevooroordeelde met ons, dit wettig gevolg moeten trekken; dat over het beramen vast ftellen en vereffenen van Stads rechten en gerechtigheden ten allen tyde en zonder uitzonderinge door de Burgery zelve met den Heer zy gehandeld, en Convenanten en Accoorden zyn opgericht en ingegaan , en dat nimmer aan de Gemeenslieden als Gemeenslieden door de Burgery de magt zy opgedraagen om in eenigen opzigt van de rechten in die Convenanten en Accoorden begrepen te mogen afgaan of dezelve veranderen ; waar uit dan by verder gevolg ook noodwendig vloeit, dat de Gemeenslieden buiten kennis, toeftemming en fpeciaale last der Burgery, over geene van deze Stads rechten eenige fchikkingen , accoorden , of hoe men die ook noemen wil, met de min. fte verbindende kracht hebben kunnen maken. Toetzen wy nu aan deze onwrikbaare gronden de Willekeur van den 21 February 1663 , zo zal terftond al derzelver kracht vervallen ; want het is buiten verfchil, dat deze niet mede door de Burgery zelve maar met de Gemeenslieden zy opgericht, of nog maar "door deze geapprobeerd. r Maar. ook hebben noch die Gemeenslieden noch de Heer of Burgemeesteren, welke die willekeur in den jare 1603 hebben gemaakt, deze als een wettig en deugdelyk Convenant door den Heer met de Stad ingegaan aangezien; maar flepts als eene naardere fchikking, zo als de Heeren Gecommitteerden deze te recht noemen (i), waar door de kracht van het Convenant en het recht daarby aan de Burgery verfproken niet werd vernietigd , maar waarvan de dadelyke in 't werk F S ftel. (h) Pag. «59. CO By hun Rapport in de Refolutie van Ridd. en Steden van dsn 25 oelober i7ï5 in de Alm. Oudh. Ifte St. pag. 34k5 oa veiZ  84 AL ME 10SCHE ftelling en uitvoering door de Burgery zelve by elke keur weder zoude kunnen gefchieden : want toch in de ampliatie op de keur den 21 February 16Ö5 door den Heer met Burgemeesteren en famentlyke Gezworen Gemeente vastgefteld (k), en dus in eene handelinge, die onmiddelyke betrekking had tot de Willekeur den 21 February 166% gemaakt, vinden wy eene uitdrukkelyke verklarirg, dat niet deze Willekeur van 1663» maar het Convenant van den 8 Nov. 1660 gehouden werd voor het leste accoord tusfehen den Heer en de Stadt opgericht, en dat om het recht der Bnrgery in het zekere te ftellen , en alle ignorantie deswegens weg te nemen, dat Accoord van 1660 alle jaaren by de Keur publyk zoude worden gelezen. Reeds in mynen tweden brief Cl) heb ik dit zelfde erinnerd , en aldaar de woorden uit die Ampliatie overgefchreven; doch Mr. Racer, anders zeer vatbaar op een enkel woord , fchynt hier het nadrukkelyke woord leste niet te hebben mogen opmerken, en zo om deze reden, als om de Vrouw van Almelo zelve de verfchillende denkwyze haarer voorouderen van de haare te beter in 't oog te doen lopen , heb ik dit woord hier voor met capitale letteren gefchreven : Terwyl ik ook vertrouwe , dat wanneer de Heer Racer aan de Advocaten", die een Advys voor zyne Principalinne hebben afgegeven , wat meer de Stukken zelve, en in 't byzonder dit Articul van de Ampliatie op de Keur, had aangewezen, dan wel aan die Heeren losfe onderrigtingen veelal van alle waarheid ontbloot had medegedeeld, en daarop het advys gevraagd, dezelve van ganfeh andere gedagten zouden hebben moeten zyn. Zie hier dus myn Vriend onlochenbaar bewezen, eensdeels, dat door de Burgery van Almelo nimmer aan het Collegie van Gemeenslieden de magt is opgedragen, om hare rechten te kunnen vervreemden, en anderdeels , dat deze gevaar- lykc . (Tc) Zie deze aldaar pag. J45. en velg,  BRIEVEN. 83 iyke ftelhnge ook toen ter tyd noch by de Heeren van Almelo, noch by Burgemeesteren of Gemeenslieden, hebbe gehuisvest. Men dagt toen i niet anders, dan dat de Magiftraat en Gezworen Gemeente maar handhavers en befchermers waren van 's Volks rechfen en voorrechten, doch geenzins eigenaars of willekeurige befchikkers derzelve, en dat de Burgery alleen over dezen haren eigendom kon disponeren. Deze gronden v.an het algemene Staatsrecht, wier echtheid ik in deze dagen niet behoeve te betogen en welke ook door den Raadsman van Almeloos Beheerfcheren zeiven voor de zuiverfte beginzelen op het kragtigst zyn erkend, waren tot dien tyd toe de zuilen der vryheid en onafhankelykheid van de Bewoonderen der Stad Almelo doch moesten in deze dagen, nu zy overal wierden geleerd, en door Racer zeiven voor andere Burgeryen op 't kragtigst aan Ridd. en Sted. waren voorgefteld , uit Almelo worden verbannen. Alle de rechten en voorrechten der Burgeren moest men hier nu niet anders befchouwen, dan als fervituten op de rechten der Vry vrouw, en deze had de magt om zelfs de plechtigfte Convenanten en Contracten met de Burgeren gefloten, zonder derzelver kennis en toeftemming niet aileen , -maar zelfs zonder kennis of bewilliging van Gemeenslieden of Stads Burgemeesteren , met .de twee van haar afhangende Burgemeesteren alleen, bv Willekeur te veranderen. _ Zulke gevoelens beter gefchikt tot overheerIching, waartoe de hoogdenkende Graaf Adolph Hendrik naar de klagte der Burgeren van zynen tyd de grond had zoeken te leggen, koestert zyne niet ontaarde Kleindogter de tegenwoordige Vrouw van Almelo, en worden door haaren Raadsman den zich noemenden Volksvriend Racer voorgefteld. Vrye taal ftrekkende om hét Vólk zyne rechten te leeren en zyne eigen waarde en vermogen te doen kennen, ten einde het zelve van die laage en blinde onderwerping, waarin het langzaam was  AL3VÏEL0SCHE was gedreven en zagtjens gehouden, te mg te brengen, wil men van den Predikftoel niet hebben gefprokén, maar vervolgt daar over de Leeraars. Der Burgeren bedaarde en wel geregelde byeenkomst ingevolge plechtige Convenanten heeft men aan de Heeren Staten als oproer voorgedragen, en de handhaving van Stads jurisdictie als geweld; en op deze gronden eene fterke bezetting van bezoldigde Legerknegten verzogt, om door dezen Militairen arm de ftille Burgery van Almelo te bedwingen. Tot hier toe, myn Vriend! had ik juist deze brief afgefchrèven toen my de fterke Refolutien door de Staten van Gelderland tegen de Steden Elburg en Hattem genomen wierden kond gedaan. De onzekere tyden, welke hier uit zyn geboren, en een iegelyk verpligten, om al wat hy kan aan te wenden tot redding van 't Vaderland en afkering van onderdrukking , leiden ook ons eene taak op, welke alle onze uuren vereifchte: Hier door werden wy weder verhinderd dezen brief aftemaken: en daar wy al nog flegts weinigeoogenblikken tot fchryven over' hebben, zullen wy voor dit maal de verdere hoofd punften, welke ter behandelinghad voorgefteld, kortelyk moeten afdoen. Gedankt zy intusfchen de Hemel , dat de toneelen van Elburg en Hattem door de goede voórzorge van onze waardige R egenten niet in deze Provincie te Almelo 'zyn geopend: Deze zyn in opgemelde verzoek van bezettinge niet gekomen ; en dit móest ik U melden ter vervolg van 't voorige. Dan om den afgeiheden draad weder aan te knopen , zult Gy, myn, Heer, U gelieven te erinneren, hoe ik te voren betoogde, dat de willekeur van 1663 geenszins was een Convenant tusfehen den Heer en de Stadingegaan, maar flegts eene fchikking door den Heer met de Burgemeesteren en Gemeenslieden gemaakt, en deze die fchikking ook nimmer als zodanig een Convenant hebben befchouwd, maar in 1665 dat van 1660 nog vgor het laatfte hebben erkend. Voeg nu hier me-  BRIEVEN. $S mede, dat by een later Convenant van den jare 1683 uitdrukkelyk overeengekoomen is , dat alla voorgaande accoorden en .conventien tusfehen de ty~ delyke Heren van Almelo en het Stedeken ingegaan in haar volle weerde zouden verblyven , en Cy zult een nieuw en allerkragtigst bewys vinden , dat het recht der Keur, zo als het by 't vorig Convenant van 166O aan de Burgery was verfproken, en met den Heer vereffend en bepaald, wel verre van door de willekeur van 1663 verbroken te zyn, integendeel toen van waarde erkend en nader is bekfagtigdi Met dit betoogde vertroüwe ik ook van zeiven te zullen vervallen alle de redeneringen van Mr. Racer en zyn Confulenten omtrent de patiëntie der Burgery en de prajfcriptie daar uit gederiveerd, want immers moeten nu door die generale claufule , dat alle voorige accoorden in waarde zouden verblyven , al haar kracht verliezen deze en dergelyke befpiegelingen, dat de Burgery in 1683 wel mede op herftel van hun recht tot de keur zoude hebben aangedrongen, wanneer de willekeur van 1663 niet van waarde had erkend en zich daar door bezwaard gerekend. Ja dat de Burgery nimmer in andere gedagten is geweest,' of al het recht by het Convenant van 1660 verfproken was aan hun in zyn geheel en verminderd bewaard, kan blyken uit volgende klagten aan Ridd. en Steden gedaan. En geen wonder, daar dit Convenant elk jaar by de Keur werd voorgelezen ter bevestiging harer rechten , het welke zeker het fterkfte bolwerk was , om haar recht tegen alle abuifen , .verkeerde handelingen en praefcriptie te verzekeren en te beveiligen. Eene omftandigheid , die Mr. Racer voor de Heeren Advifeurs zeker al mede heeft verborgen gehouden , en die hen buiten kyf van geheel andere gedagten omtrent alle die gewaande patiëntie en prasferiptie zoude hebben doen zyn. Aanmerkelyk is het ook ten dezen opzigte dat door de nieuw gemelde ontdekking van Mr. Ra-  ALMELOSCHE Racer, dat de Burgery nooit zelve de Keur zouden hebben gedaan , zyn bewys voor de patiëntie der Burgery als peremtoir en alleen voldoende ^aangevoerd nu geheel in duigen valt. Dit toch rust daar op, dat de Burgery de keur zelve hebbende gedaan en daar van zynde opgehouden, dit niet zonder hunne kennis en toeftemming konde zyn gefchied. Eindelyk vattte ik hog een pundt op , en vertrouwe dart de hoofdzaken van hét verfchil der Burgery van Almelo met de Vrouw van Almelo volledig ten voordele van de eerfte te zullen hebben afgehandeld. . Dit is of Ridd. en Steden de competente Richter zy ? waar over ik deze weinige reflexien genoeg oordeele. Genomen eens, dat de uitlegging der woorden in 't Convenant van 1660 niet zigtb&ar ten voordele der Burgery was, het gene ik echter by mynen tweden brief ontegenfprekelyk bewezen achte (m), maar dat die eenigzins twyffelachtig waren, zo konde dit zeker niet anders uitgemaakt worden dan door een önzydig oordeel : Dit nu is er geveld door Heeren Gecommitteerden by hun rapport vervat in Refoiutie van dert 25 Oclober 1785 , en door Ridd. en Steden bevestigd. Maar ook daar en boven heeft)die meerderheid der Staten vergadering, welke op den 13 April 178Ö de gehele zaak der Burgery van Almelo heeft gerenvoyeerd aan den cours van de ordinaris juftitie , met intrekking van de Refolutie van den 25 Oftober 1785, nergens te kennen gegeven, dat zy begreep, dat Ridderfchap en Sted. de judicature over deze verfchillen niet konden uitoeffenen, maar ligt in tegendeel in hunne verklaring kennelyk opgefloten, dat wanneer de Heet Droste van Isfelmuiden en de Heeren Gedeputeerden der Steden Deventer en Campert de Periode hadden willen ligten , waarby de Refolutie van den 25 Oftober 1785 op nieuws zoude worden ge- córi- (n) Pag, 50 en volg.  BRIEVEN. ?7 confirmeerd, zy als dan de zaak niet zouden hebben gerenvoieerd, maar de judicature aan zich behouden, en dus dat zy Ridd. en Sted. tot deze ten vollen berechtigd oordeelden. Door welke verklaringen van twee zich geformeerd hebbende partyen , en dus van de volle vergadering der Staaten, dan ook onlochenbaar bewezen wordt dat Mr. Racer geen recht heeft gehad om renvoy te eisfchen , en de rechtbank van Ridd. en Sted. in dezen als incompetent te wraken. Op welke gronden de meerderheid der Heeren van de Ridderfchap met de meerderheid der Heeren Gedeputeerden der Stad Zwolle begrepen hebben eene zaak, die by expres beding en ftipulatie ten overftaan en met Confent van Heeren Gecommitteerden uit Ridd. en Sted. aan de judicature dezer Vergadering gebragt en onderworpen was , naar goedvinden of te kunnen aan zich houden of renvoyeren naar de ordinaris rechtbank , moeten wy betuigen niet te kunnen ontdekken , en durven nochtans niet onderftellen dat het niet adviferen der overige Leden van Ridd. en Sted. naar hunnen zin , 't welk als eene reden in de Refolutie voorkomt, de eenige zal zyn geweest: Ook moeten die disfentierende Heeren deze gronden niet doorzien of ten minsten onbeftaanbaar geoordeeld hebben, alzo zy op 't kragtigfte daar tegen hebben genrotefteerd en hunne aantekening gereferveerd , het welk Mr Racer verzuimd heeft by de Refolutie te laten drukken. Was de Burgery het Exceptions fchrift der Vrouw van Almelo behoorlyk in handen gedeld zo zoude zy door veel bewyzen hebben kunnen bevestigen , by Ridd. en Sted. haare bezwaren met recht te hebben gebragr, en daar toe hebben kunnen aanvoeren , hoe de Heeren van Almelo zelve meermalen deze Vergadering over verfchillen met de Ingezetenen hebben geadieerd £loe_ook Voormaals niet anders begrepen is, of by Convenant van 1660 waren de 'quaeftien over alle  r 23 ALMELOSGHE BRIEVEN. alle punfteh daarin Vermeld aan Ridderfchap en Steden gebragt: En eindelyk hoe by Convenant van den 27 Juny 1657 wel expresfelyk was vastgefteld 3 dat ofte het gebeurde , dat in toekomftige tyden eenich misverftant ofte quaftie wegen de Gemeente boven vermoeden tusfehen den tegenwoordigen Heere ofte deszelfs nakomelingen en die van 't Stedeken mochten comen te ontftaen 3 dat de decifie daarvan zal ftaen by Ridd. ende Sted. deezer Provintie ofte derzelver Ed. Gedeputeerden. Zouden zulke argumenten de meerderheid van de Ridderfchap en der Gedeputeerden van Zwolle niet in hunne Refolutie om de geheele zaak, en dus alle onze ingeleverde klagten, aan den cours van de Ordinaris justitie te renvoieren , hebben moeten te rug houden ? My dunkt ik wete uw antwoord al, doch zal het zelve echter ten eerften te gemoete zien: terwyl intusfehen verblyve enz. Deytntur ieti 3. Oclober 1785. EY->  Pag. j B Y L A G E N TOT DE ALMELOSCHE BRIEVER A io-4 Nood-Gerigte gehouden den9jtily 1785. r Derk Bruins Coff. I en i Ur. W. H. Lamberts. VRAAGARTICULEN Oni daar op ter Inftantiè vati rfacobus Revius * Gerrti Vake, — Klaas Troost. — jfacob Roeters van Lennep, — Gerrit Schimmelpenning W%. ~ Abraham Buisfand des Amorie, -— en Joari Leonard Ernfl. GecommiU teerden van het grootfle en mtabelfle gedeelte der Burgery van Almelo 0 na voorgaane Citatie j errinnering  van de fwaare ftraffe des Mein-Eeds, en informa geprejleerden Eede, af te hooren en te ehdervraagen. ' CJan Willem Harwig. Nom. teft.< Albert Stemberg '. en Ï.G. E. Stagmcyer. i. Getuigen ouderdom en verwandfchap te vragen. Op Articul één, verklaart eerfte getuige, rykelyk 65 Jaaren oud te zyn , en van Gerrit Daeke een Zwaager te zyn, als mede dat Johan Leonard Ernft , tegens Getuige Oom moet zeggen, en dat de Yrouw van Abraham Buiiand des Amorie een Nigt is van getuiges Vrouw, en dat de huisvrouw van oud Burgemeefter Jacobus Revius ook aan getuige nog iets verwand is, en voor het overige niet verwand te weezen. Op Articul een Deponeert de tweede Getuige , ruim 63 Jaaren oud, en onverwand te zyn. Op Articul één zegt de derde Getuige, 51 Jaren oud en dat Gerrit Schimmelpennink Wz. en Jacob Roeters van Lennep zyn neeven van Getuiges Vrouw en verders onverwand te zyn. Twee eerfte Getuigen op den 2, s, 4 ert j Art. alleen te vraagen. 2. Zyn Getuigen in den Jaare 1767, wanneer de eerfte Producent Jacobus Revius, door de Gemeenslieden van Almelo, van zyn Burgemeesters Ampt verlaten , of voorby gegaan wierd niet B Y L A G E N.  / B Y L A G E N. 3 niet gemeenslieden van Almelo geweest. Op Arricul twee Deponeert de eerfte Getuige, als dat hy Getuige , in den Jare 1767. een Gemeensman van de Stad Almelo is geweest. Op Articul twee, zegt de. tweede Getuige, als dat hy Getuige (zoo hy niet beter weet) in den Jaare 1767 Gemeensman van de Stad Almelo is geweest. 3' Zyn Getuigen dan niet door den Rentmeefter des Huizes Almelo, of iemand anders , die. Getuigen gerequireert worden te noemen, verzogt, dat zy den eerften Producent Jacobus Revius, die toen Burgemeester was, van zyn Burgemeesters Ampt in de keur mogten verhaten , of den zei ven voorbygaan , en wierd dit verzoek niet op name van den Heer, of immers niet byvoeginge dat men den Heer van Almev lo- daar meede pleizier zou doen, aan Getuige als toen gedaan. Op Articul drie verklaart de eerfte Getuige, als dat hy getuige., door den Heer van Almelo (by getuiges weeten) over deeze Zaak nooit gefprooken is. Op Articul drie verklaard de tweede Getuige, dat het ruim lange Jaai en geleeden is, en dat dus Getuige zig alles niet meer weet te emmeren , wat er in die tyd wel gefproken is, en dat getuige zig ook niet kan reprefenteeren , dat hy daar over ooit door den Rentmeefter des huizes Almelo gefprooken is , maar 'dat hy getuige zig wel weet te erinneren, dat hy over deeze' Zaak A 3 door  4 B Y L A G E N. door zyn Confrater Jan Willem Harwig gefprooken is', maar met wat bewoordinge of uitdrukkinge , weet getuige niet, meer. 4- Is ook op Petri van dat Jaat 1767. den eerften Producent, niet van zyn Burgemeesters plaats verhaten , of voorbygegaan? Op Articul vier verklaart de eerfte Getuige, als dat hy getuige wel weet dat Jacobus Revius in dat Jaar van 1767 'is voorbygegaan of verlaaten , maar dat hy getuige niet is in de keur geweest. Op Articul vier verklaart de tweede getuige, zeer wel te weeten dat den Oud Burgemeester Jacobus Revius, in dat jaar niet weer verkoozen of voorbygegaan is. 5- Is by dat verzoek aan ge/ tuige gedaan ook eenige ree¬ den bygevoegd, waaarom de Heer dit verzoek liet doen , en weeten getuigen die reedenen ook nog , dan worden getuigen gerequireert die op te geven. Op Articul vyf deponeert de eerfte getuige , dat getuige van het gevraagde in deezen Articul niets meer bewust is , door de langheid van tyd. Op Articul vyf verklaart de tweede getuige, van het gevraagde in deezen Articul niets te weten. Eerfte Getuige J. W. Harwig op den 6 en 7de Art. alleen te vraagen. 6. Is getuige in gemelde jaar 1767 door of namens den Heer van Almelo niet verzogt om de  BYLAGEN. 5 de Gemeenslieden van Almelo te verzoeken, of te ken' nen te geven dat zy den eerften producent Jacobus Revius , die toen Burgemeester was, van zyn Burgemeesters ampt in de. keur moeiten verlaten of voor by gaan ; dat zy hier meede den Heer van Almelo pleizier zouden doen? Op Articul zei verklaart de eerfte getuige, als dat in die tyd, laat in den avond , aan Getuiges huis zyn gekomen de Rentmeester G. E. Stagmeyer en de Ontvanger Gerhardus Rbee, welke aan getuige gezegt hebben (volgens hun zeggen) uit naam van den doenmaligen Heer van. Almelo , dat zy den Burgemeeester Jacobus Revius in de keur voorby zouden gaan , en dat zy hier meede den Heer van Almelo geen displeizier zouden doen. 7- En heeft getuige zig van die Commisfie des tyds ook niet gekweeten, en dit aan de Gemeenslieden verzogt, of voorgefteld , immers aan Sommigen derzelver, en aan welke? die te noemen? Op Articul zeven, verklaart de eerfte getuige, als dat hy getuige die Commisfie ook heeft uitgevoerd , en zulks ook aan eenigen der Gemeenslieden gezegt heeft, maar of hy Getuige het aan alle heeft gezegt, kan hy niet bepaalen. Laatfte getuige G. E. Stagmeyer op den 8, 9, io, ri en 12 Art. alleen te vraagen.. 8. Is Getuige niet lange jaaren. en ook in het jaar 1767 A 3 Rent-  B Y L A G E N. Rentmeester van den Heer of van het Huis Almelo geweest? Op Articul agt verklaart de derde 'getuige , ' lange jaaren en ook in het jaar 1767 Rentmeester des Huizes Almelo geweest te zyn. 9. Is getuige dan des tyds door den Heer "van Almelo niet gelast of verzogt geworden, om de Gemeenslieden van Almelo, namens den Heer, aan te zeggen of te verzoeken, dat zy by de keur op Petri 1767 den eerften producent Jacobus Revius , die toen Burgemeester van Almelo was, van zyn Ampt moesten verlaaten , of hem in de keur als Burgemeester voorbygaan , en dat zy hier meede den lieer van Almelo pleizier zouden doen,of iets diergelyks? Op Articul negen deponeert de laatfte getuige,' als dat het zo lange jaaren is geleden, dat Getuige zulks zo lange niet kan onthouden, en dat getuige wel Commisfien voor den toemaaligen Heer van Almelo gedaan heeft, maar dat hy getuige zig alles niet meer kan erinneren. 10. Heeft getuige zig van die last en Commisfie des tyds gekweeten , dit aan Gemeenslieden of fommigen derzelver, die te noemen, gezegt, of ook door andere doen zeggen ? Op Articul tien deponeert de laatfte getuige, als dat het wel zou kunnen weezen, dat hy getuige eenige Commisfie aan de Gemeenslieden heeft gehad', maar niet meer te weeten wat zulks geweest is. 11. En is' hier op de eerfte pro-  B Y L A G E N. j producent niet van zyn Burgemeesters plaats afgekoomen, of daar van verlaaten ? Op Articul elf verklaart de getuige van het gegevraagde in deezen Articul niets te weeten. 12. Weet Getuige ook nog welke de redenen waaren, waarom de toenmaalige Heer van Almelo dit alzo by Gemeenslieden heeft doen bewerken, of waarom de eerfte Producent als toen van zyn Burgemeestersplaats op verzoek van deji Heer verlaten wierd? danword* getuige gerequireert die redenen naamagtig te maaken. Op Articul twaalf verklaart de laatfte getuige als dat de toenmalige Heer van Almelo zulks aan getuige niet gezegt heeft, en dat zulks getuige ook niet aan en ging. Wy Burgemeesteren , Scheepenen en Raaden der Stad Almelo, Certitificeeren kragt deezes , dat ter inftantie van Jacobus Revius , Gerrit Daake, Klaas Troost, Jacob Roeiers van Lennep, Gerrit Schirnmelpennink Wz:, Abraham Buisfant des Amorie, en Johan Leonard Ernst, in qualititeit als Gecommitteerdens van een gedeelte der Burgery van Almelo , na voorgegaane wettige Citatie, perzoonlyk voor ons in den Gerigte erfcheenen zyn , Jan Willem Harwig , Albert Stemberg en G. E. Stagmeyer , dewelke na errinneringe van de zwaare ftraffe des Meineeds , en daarop in forma gepresteerde Eede , op voorenftaande A 4 Vraag»  i Vraagarticulen hebben gedeponeert, zoo en als onder ieder van dezelve in het lange Haat geregiftreerd. In kennisfe der "waarheid, heb» ben wy Burgemeesteren deezen, met onzes Stads Signature , en des Secretaris onderteekeninge , doen bekragtigen A&um Almelo datum ut fuj>ra. Ter Ordonnantie. D. J. LAMBERTS Secret. Nood- LS B Y L A GEN.  Nood-Oerigte gehouden den 8 July 1785. O C Derk Bruins Coff < en C. Dt. W, H. Lamberts. VRAAGA RTICULFN Om daar op ter Inflantie van Jacobus Revius , Gerrit Dake, Klaas Troost, Jacobus Roet er s van Lennep, Gerrit Schimmelpenning Wz,, Abraham Buisjant des Amorie en Johan Leonard Ernst, Gecommitteerd dens van het grootfte en notabelfle gedeelte der Burgery van Almelo, na voorgegane Citatie, erinneringe van de flraffb desmeineeds en in forma gepraefteerden Eede, af te hoor en en te ondervraagen. Nom. Teft.) Johannes Ruink. 1. Getuiges ouderdom en verwandfchao te vragen. en nier, verwana te weezen. A5 s. 9 » Artic. i. verklaart getuige 66 Jaaren eud, BELAGEN.  Zyn üetuige in den jaare 1767 , wanneer de eerfte producent jacobus Revius , door de Gemeensluiden van Almelo, van zyn Burgemeesters Ampt verlaaten, of voorbygegaan wierd,niet Gemeenslieden van Almelo geweest. Op Articul 3 verklaart getuige, als dat hy getuige in den jaare 1767 Gemeensman van Almelo is geweest. -» Zyn Getuige dan niet door den Rentmeester des huizes Almelo , of iemand anders , . die getuige gerequireerd wordt te noemen, verzogt, dat zy den eerften Producent Jacobus Revius die toen Burgemeester was, van zyn Burgemeesters Ampt in die Keur mogten verlaaten , of denzelven voorbygaan ? en wierd dit verzoek niet op name van den Heer van Almelo daar mede pleizier te doen, aan getuige als toen gedaan. Op Articul 3 verklaart getuige als dat hem getuige door den Rentmeester des huizes Almelo als toen is verzogt, als hy getuige in de Keur mogte komen , dat hy alsdan Jacobus Revius voorby mogte gaan. 4- Is ook op Petri van dat jaar 1767 de eerfte Producent , niet van zyn Burgemeesters plaats verlaaten of voorby gegaan. Op Articul 4 verklaart getuige «dat in dat jaar van B Y L A G E N.  B Y L A G E N. van 1767 Jacobus Revius van zyn Burgemeesters plaats is verlaaten , of voorbygegaan. 5- Is by dat verzoek aan getuige gedaan ook eenige reeden bygevoegd , waarom de Heer dit aanzoek liet doen, en weeten getuige die redenen ook nog ; dan worden getuige gerequireerd die op te geven ? Op Articul 5 verklaart Getuige van het gevraagde in deezen Articul niets te weeten. Wy Burgemeesteren Scheepe" nen en Raaden der Stad Alme« lo certificeeren , kragt deezes dat ter Inftantie van Jacobus Revius , Gerrit Dake, Claas Troost, Gerrit Schimmelpennink Wz. Abraham Buisfant „ get. J. A. van KNUTH vt. (Lager ftond-) (TerOrd. van de Gedep. (was geO DERK DUMCAR. Edele Mogende Heeren , Myne Heeren Ordinaris Gedeputeerden van Rid- ' derfchap en Steeden, de Staaten van Overysfel. Sophia Carolina Florentina Gravin Douariere van Rechteren , Vry vrouw van de Heerlykheid Almelo, neemt de Vryheid TJ Ed.Mog: eerbiedig voor te draagen, dat zy zedert eenigen tyd heeft moeten ondervinden , dat kwalyk gezinde Lieden zich niet ontzien, om, onder eenen verkeerden fchyn , de rechten van Remonftrante, haar ten opzigte van deeze Heerlykheid Patriraonieel toebehoorende, aan te tasten , waanende dat hun thans gunftige geiegentheid zou zyn gebooren , om zich verfcheiden Patrimonieele rechten der tyde-  B Y L A G E N» 13 delyke Heeren van Almelo, fchoon nog zo lang door dezelven befeten, met er daad te kunnen ontdoen , en Remonftrante in het Landzedelyk bezit der zeiven te moogen turbeeren. Patrimonieele rechten, welken tusfehen perfonen , aan de Oppermagt van Overystel onderhoorig, als zyn de Heeren van Almelo ter eener en de Ingezetenen deezer Heerlykheid ter andere zyde, ftand grypen ; en die derhalven, niet anders, dan als rechten welke de eene Ingezeten op den anderen heeft, kunnen aangemerkt worden , waar in het jus 'de meo et tuo, volgens het recht van den Lande , by den dagelykfehen Competenten Richter tusfehen partyen moet worden uitgemaakt, gelyk herhaaldelyk omtrent verfcheiden rechten der Heeren van Aimelo is gefchied , en waar over de Bank van het gewoone recht nimmer geflooten is geweest: terwyl ook nooit de Souveraine Macht'van den Lande, tusfehen de voorzeide wederzyds onderhorigen aan den Souverain deezer Provintie , dire£t of indirect is ingetreeden , om aan de Ingezetenen der voorz: Heerlykheid iets wederrechtelyk ten voordeele der Heeren van Almelo voor te fchryven. De Remonftrante heeft gemeend het gedrag van toomloofe pennen onbeandwoord te verachten, die tegens haar nadeelig vooroordeel in openbaare Gefchriften aan het publyk zoeken in te boezemen, met verberging der waare omftandigheden als , nevens veel anderen , ook deeze alhier van zonderlinge invloed , dat namentlyk het fteedjen Almelo deszelfs.Stadrecht uit den boefem van den Heer van Almelo, naar het voorbeeld van alle andere Steedjes in Heerlykheden, ontleend; en het zelve ook by mogelykheid van niemand anders kan afleiden dan van den Heer van Almelo, als uit wiens patrimonieelen Rechtsdwang dit alleen gegund kon worden. Het welk ook de reden is, waarom dit Steedjen van Remte nooit nog nimmermeer onder het Lid der Steeden van Overysfel begreepen, noch (ge-  14 B Y L A G E N. (geheel anders dan alle groote en kleine Over. yslelfche Steden) ooit of immermeer ter Landsvergaderinge van Overysfel verfcheenen is geweest. Indien de verkeerde drift van de voorzeide kwaalyk gezinde Lieden de werelt overtuigen kon , dat de Vaderlandsgezindheid waar van zy eene vertooning maaken , beftond in het verminderen of bederven der Patrimonieele rechten van- hunne meede Ingefetenen ; dan zou Rem» de Puinhoopen van haar Patrimonieèl recht, en nog meer den ondergang van onze Lieve Vaderland betreuren. Maar thans, daar door Gods genade'het Landrecht zyne volkomen kragt behouden heeft; daar by den Competenten Richter in deezen Lande recht te bekomen is, en daar elk in zyne deugdelyke bezitting, naar Landrecht van Overysfel moet gemaintineerd worden, ter tyd toe hy met recht ten petitoir daar uit gefleeten worde; daar ontbreekt het Remonftrante, hoewel door het gemis van haaren waarden Echtgenoot in droefheid gedompeld , aan geen moed om deeze weederllreevers die by het leeven van haaren voorz: Echtgenoot zich over zodane onderneeminge gefchaamd zouden hebben , doch zig thans verbeelden haar Remonftrante in deezen haaren Weduwenftaat gemakkelyk te kunnen overvallen, dbor proces ten Posfesfoir tegen te gaan, en te beginnen met_ten Posfesfoir in rechten te ageeren tegen Claas Troost, Johannes Ruinck, Jan Colmfchot, Albert Stembergen , Otto Lindeman , Jan Selhorst, Jan Mollinki efi Bartholt Sandman die, als Gemeenslieden van het ftedeken Almelo, hebben geweigerd , om naar oude gewoonte tot het' doen der Keur van Burgemeesteren van Almelo nevens Remonftrante over te gaan ; als ook tegen de Boeren Goofen , Princen , Witvoet en Soeteman , in het Landgerigte van Almelo , die weigeren wagendienften als van ouds aan Rem» te doen; en tegens alle verdere Boeren aldaar , welken zulks insgelyks mogten weigeren ; en eindelyk ook tegen de geenen , welken handdienften als van  B ¥ L A G EN. 1$ van ouds te doen verweigeren; alle welken (om dit nog in het voorbygaan hier aan te merken) hunnen toomloozen drift met den naam van den Heer J. D. Baroh van der Capellen zoeken te verfchoonen; daar egter deeze, als van zulk eenen handel eenen volkomen affchuw hebbende, nimmer heeft gezocht om Ingezetenen van de Heerlykheid Almelo van dienften te bevryden ; maar wel van tegendeel dezelve dienften aldaar als een recht erkend : als blykt uit de gedrukte Misjive over den aart en Oorjprong der Droflen — en andere dienflen, door den voorz: Heer van der Capellen zeiven uitgegeven , en gedrukt te Leiden by L. Herdingh, alwaar bladz. 3 gelezen wordt: Althans in hst Landgericht van Almelo zyn van ondenkelyke tyden de diensten van alle boeren , tot huislyk voordeel van den Heer , een recht geweest. Want, gelyk daar te recht ls aangemerkt, zyn niet de Ingefetenen van alle oorden en plaatzen deezer Heerlykheid aan deeze dienften onderheevig. — Doch dewyl Remonftrante aan de eene zyde begrypt dat het gericht des Huizes en Heerlykheids Almelo, in deezen kan worden gewraakt; en aan de andere zyde, dat Remte ij^gS den van 0Ucjs gewoonen weg van Surrogatie, in diergelyke gevallen in de Heerlykheid Almelo gepradtifeert, niet zonder nieuwe te wagten moeyelykheden zal kunnen voortvaaren ; Zoo is Remonttrante onder voorbehoud van het recht van Surrogatie, zoo als van ouds aan de Heeren van Almelo Competeerde , en zonder daar aan door deezen , eenig nadeel te willen hebben toegebragt , te raade geworden, zich eerbiedig tot ü Ed. Mog: te wenden, met zeer nedrig verzoek. Dat U Ed. in plaats van 't Gericht des Huizes en Heerlykheids Almelo één van' de naburige Drosten-Gerichten 't welk ü Ed. Mog: voor m  ï ö B Y L A G E Ni voor onpartydig in deezen erkennen, hooggunftig gelieven te Surrogeeren, ten einde Rem» aldaar tegen de bovengemelde partyen te zaamen of afzonderlyk na haaren raade ten posfesfoir , ter zaake voorgemeld, zal kunnen ageeren. 't Welk doende» (was get.) J. W. RACER qqa. Volgens bygaande Acte van Volmagt. JX/V ondergefchreeven Gemeenslieden deezer W Stad Almelo, ontfangen hebbende een klaagrequest van Mevrouwe Douariere Gravin van Rechteren Almelo, waarin zy ons beklaagt, en ter inftelling van haare te doene Actie verzoekt een onpartydig gerichte ; hebben goedgevonden ons te houden aan onze weloverdagte en regtmatige proteften, tegens eene venvygerde Keur van Burgemeesteren, tefererende ons aan de ingebragte klagten door de by ons bekende Gecommitteerdens der Burgery : als mede om met hen Lieden eene gemèenfchappelyke zaak te maaken ; haar by deèzen qualihxeerende en approbeerende het geene door hen lieden dus verre is gehandeld , en diens aangaande verder zal gehandeld worden ; mits in die zelve zaak niets zal gehandeld worden, dan commuuicatif met de Gemeenslieden of die geenen die zy daar toe  B Y L A G £ N. ' toen mogten qualificeren. Mits de gecommitteerden ons indemnifceren kost en fchadeloos houden voor alle kosten die daar uit zouden mogen ryzen 5 beloovende evenswei ons tot een zekere quota als burger tot deeze te entamerene zaak te verbinden. Almelo d. 2july 1785. Klaas Troost Joh. Ruink Jan Colmlchate Alb. Stemberg Otto Lindeman Jan .Selhorst Jan Mol link Barth Sandman. D. Edele Mogende Heeren, Myn Heeren! Ordinaris Gedeputeerden der Staten van Overysfel. G even met alle onderdanigheid te kennen x Klaas Troost. TnVinnnps Umnfc- r»_ fchate Alben Stemberg, Otto' Lindeman , Jan Selhorst, Jan Mollink en Bartholt Sandmand , allen Gemeenslieden der Stad Almelo voorts Jacobus Revius, Gerrit Dake, Jacob Roeters van Lennep," Gerrit Schimmelpennink Wz., Abraham Buisfant des Amorie en Joan Leonard fcrnst, als Gecommitteerdens van'verre het meeste en Notabelite gedeelte der Burgery van Almelo, 6 B Da, -7  18 Dat Remonftranten met de uiterfte bevreem- . ding hebben vernomen , dat Mevrouw de Gravin Douariere van Rechteren, zig noemende vryvrouwe van de Heerlykheid Almelo, heeft kunnen goedvinden, zig by een ampel Request aan Uw Édele Mogende te addresfeeren, en onder allegatie van een menigte verkeerdepofitien, en ganfch on- ' waare en hatelyke Infunulatienj^als of de Remonftranten zig niet zouden ontzien , om onder een verkeerden Schyn de Rechten van welgemelde Gravin Douariere van Rechteren, ten opzigte der Heerlykheid Almelo patrimonieel zullende toebehoóren , aan te tasten) te verzoeken , dat Uw Ed: Mog: , in plaats van het Gerichte des Huizes Almelo, een van de naburige DrostenGerigten , *t welk Uw Ed: Mog: voor onpartydig in deeze erkennen, hooggunftelyk gelieven te- furrogeeren , ten einde Haar Hooggeb: aldaar tegens de eerfte Remonftranten, Gemeenslieden van Almelo, te zamen óf afzonderlyk ten posfesfoir zal kunnen ageeren ; ter zake, dat Remonftranten , Gemeenslieden , zouden hebben geweigerd , om naar ouder gewoonte tot het doen der keur van twee Burgemeefteren van Almelo nevens haar Hoog Geb: over te gaan, op welk fub- en obreptif te kennen geeven, Uw Ed: Mog: by appoinótement van 23 Juny jongstleeden hebben gelieven tè furrogeeren het DrostenGerigte van Haaxbergen : ten zy men dezerzyds retlenen ter Contrarie mogte hebben, welke men als , dan voor Uw Ed: Mog. zoüde kunnen in. brengen, op den 18 dezer maand July: Dat Remonftranten intusfchen vermeend hebben, vooraf de vryheid te moeten neemen Uw Ed: Mog: te informeeren en te erinneren, dat het poin£t waar over de Vrouw Requirante actie tegens Remonftranten , of wel de Eerften, zoekt te maken, en waar toe zy deeze furrogatie verzoekt, te weeten de verweigering van aanftelling van twee Stad Burgemeefteren van Almelo; zo, en in diervoegen, als dit B Y L A G E N.  B Y L A G E N» dit zedert eenige jaren ganfch veikeerdelyk en ten onregten , tegens het Convenant van 1660, tusfehen den toenmaligen Heer van Almelo Zeiger van Rechteren , en de Burgermeesteren en Ge* meene Ingezetenen aldaar ingegaan , is gefchied » reeds op den Landdag in Maart laatstleden , een ampel Adres of Request van de meede Remonftranten , Gecommitteerden» van verre het meeste en Notabelfte gedeelte van de Burgery van Almelo , als een bezwaar en inbreuk op de Regten en Privilegiën der Stad Almelo, ter Tafel en deliberatie van Haar Edele Mogende Ridderfchap en Steeden dezer Provincie is gebragt, met ootmoedig verzoek , dat Haar Edele Mog:, als aan wien involge dat convenant accoord, of uitfpraak van 1660, de interpretatie van het zelve al lang ftaat, gelieven te verftaan , dat Mevrouw de Gravinne van Rechteren, of het Huis Almelo, gemelde accoord ftiptelyk zal moeten nakomen, en dien ten gevolge, ingevolge de fld* Articul van dien , alleen zal hebben te kiezen twee Burgemeefteren van Almelo , en dat de andere twee of Stads Burgemeesteren van Almelo, ingevolge dien zelfden Arti^ cul, zullen worden gekozen door de Burgery of die geenen , welke daar toe door dezelve zullen worden gequalificeerd, zo als Uw Ed: Mogende dit uit de Copia van de Minute van de Requestc (die men de vryheid Heeft genoomen hier by te voegen füb A., om dat het Origi* neel -waarfchynlyk ter Griffie niet zal voor handen zyn) gelieven te verneemen , welk Request door Haar Ed: Mog: Ridderfchap en Stee^ den des tyds, gelyk men geïnformeerd is, is gefteld in handen van Mevrouw de Gravinne Douariere van Rechteren, ten fine, om hier; op aan haar Ed: Mogende te berigten op' den aanftaandén Landdag jn Oótober. Dat dus hief door deeze zaak en dit verfchil reeds in zekeren opzigt gezegd kan worden litispendent te zyn gemaakt, en dus, onder reverentie , geem* B a tuis  iö BYLAGEN. zins behoort tc worden geavoceerd , of daar in hangende de deliberatien van haar Ed: Mogende , hier over iets verder, het zy door Mevrouw de Gravin, het zy door Remonftranten, behoort ondernomen te worden , zo lang Ridderfchap en Steden hier in niets naders hebben gerefolveerd. Dat dus Uw Ed: Mog: ook wel zullen gelieven te begrypen ,' dat Remonftranten , zo wel Gemeenslieden als Gecommitteerdens, (terwyl de Gemeenslieden , 't geen zy in deezen gedaan hebben , alles op verzoek en inftantie van Gecommitteerdens der Burgery hebben gedaan , en ook in deezen zig by dezelve hebben vervoegd, en met dezelve gemeenfchappelyk handelen) zig voor als nog over dit poincx van furrogatie geenzins kunnen uitlaten , maar zig hier over, en over het verzoek, door Mevrouw de Gravin daar omtrend gedaan, op den naaften Landdag zullen "moeten en behooren te addresfeeren by Haar Ed: Mogende Ridderfchap en Steeden, de Staaten dezer Provintie , als by wien deze zaak over de aanftelling van twee Stads Burgemeesteren van Almelo, en hoe , of door wie de aanftelling moet gel'chieden, reeds gebragt is, en welke hier in ook zekerlyk zullen erkennen, dewyl Haar Ed: Mog. hier over het berigt der Gravin Douariere vari Rechteren gerequireerd hebben — Dat dus Remonftranten dat Request en de Merites van dien geheel onaangeroerd zullen laten, dog egter , in het voorbygaan de vryheid nemen aan te merken, dat Mevrouw de Gravinrequertrante zeer te onpas zig geëftomacheerd toont over de handelwyze van Remonftranten en haare Committenten, en dezelve geheel zonder grond hatclyk infimuleert, als of zy kwalyk gezinde luyden waarén, die onder een verkeerden fchyn de regten van Haar Hoog Geb: zouden zoeken aan te tasten; terwyl Remonftranten verre van kwalyk gezind te zyn, of op de Regten van het Huys Almelo te empieteren , integendeel er openlyk voor uitkomen,  B y L A G E N. men, dat zy het wel met het lieve Vaderland in het algemeen en met haare Stad en derzelver Rechten en Privilegiën in 't byzonder, meerrcn , en dat zy niets voor haar of haare Stad begeeren, dan het geen zy overtuygd zyn , dat haar deugdelyk en wettig toekomt, dog, helaas ! door anderen onwettig is na zig genomen, en dat voorts zy Remonftranten, ingevolge haar Eed en pligt, vermeenen te werke te zyn gegaan 9 zonder dat zy daar omtrent iemand, dus ook niet Mevrouw de Gravin Douarie van Rechteren hebben vermogen te ontzien , hoe zeer ook Haar Hoog Geb: by haar Request zig in de hoogte verheft, noemende de Stad Almelo haar Stedeken, en wanneer dat ,het zelve haare Stads Regten uit haaren boezem zoude ontleenen ; t welk egter de Souverein dezer Provincie wel anders zoude kunnen begrypen. Voor 't overige retorqueeren Remonftranten alle die en verdere hatelyke infimulatien tot den Boefem, waar uit die zyn voortgevloeit, houdende het daar voor, dat dezelve veel meer applicatie zullen vinden op de zulken , die de Regten en Privilegiën der Stad Almelo gaarn, ten kosten en fcbaden derzelver Stad , aan den Heer of Vrouw van Almelo zouden overbrengen, dan dezelve op Remonftranten applicabel zyn , welke geen oogmerk althans hebben om het Regt der Gravinne Douariere of het Huys Almelo in 't minfte aan te tasten, maar alleen, om Stads Regten en Privilegiën te bewaaren, en weer op te eifchen van die geenen, die dezelve onwettig na zig genomen hebben, terwyl zy zig verbeeldden, dat niemand haar zou durven te keer gaan. Dat Remonftranten vertrouwen, dat Uw Ed: Mogende, uit alle deze , wel zullen merken, dat Mevrouw de Gravin van Rechteren met dit verzoek van furrogatie geheel ontydig ter baane komt, waarom zy dan de vryheid neemen, by deezen op het eerbiedigt te ver* zoeken, B % pal 2l  63 B Y L A G E N. Dat Uw Edele Mogende by Marginaal app&in&ement gelieven te verftaan , • dat ijet poincl vnn Turrogatiè in deezen gemeld, en liet verzoek door Mevrouw de Gravin Douariere van Rechteren , daar toe by Request aan Uw Ed: Mogende gedaan, zal blyven in ftatu quo', ter tyd en wylen Remonftranten zig hier over op den naaften Landdag aan Haar Ed: Mogende "Ridderfchap en Steden , de Staten deezer Provintie, zullen hebben geaddresfeerd , en' dat dien ten gevolge den gepreefigeerden termyn van verhoor van parthyen, op den, 18 deezer maand July , geen voort zal hebben , maar tot daar aan i3j toe uitgeftèlt blyven. 't Welk doende. Klaas Troost Joh: Ruink jan Colmfchate Alb: Stemberg Otto Lindeman an Selhorst an Meilink artholt Santman Jacobus Revius Gerrit Dake G. Schimmelpennink Wz. Ab. Buisfant des Amorie, joan Leonard Ernst. (ƒ« Margin» fond.) ^NeconBdareerd , wat de fupplianten in dezen ^Uf betreft, dezelve zig ter zake , by deezen Requeste gemeld» reeds ?.an Ridderfchap en i cl Ste-»  B Y L A G E* N. aS Steden hebben geaddresfeert en de Gravinne Douariere van Rechteren van Noordeuningen, Geboren Gravin van Rechteren Aimelo, deswegens beklaagd, en derzelver Request daar over, op den 7. April jongstleeden, door hun Ed: Mogende goedgevonden is, onder het Cachet van de 10vintie, te doen ftellen in handen van welgemelde Douariere Gravinne van Rechteren, om daarop te berigten , op den 2de dag na 't reces van den Ordinaris Landdag in de Maand October aanftaande. Is , na deliberatie , goedgevonden , het ver. zoek ten Requeste gedaan te accordeere-n ,zo als geaccordeerd word mits deezen , wordende deezen ten gevolge het poinct. van de verzogte furrogatie door welgemelde Douariere^ Gravin van R eehteren, en de termyn daar omtrend by onzen Appointemente van 23. Juny jongstleeden , om redenen ter Contrarie daar tegen in te brengen , voor zo verre de Supplianten in deeze betreft , provifioneel uitgefteld tot het uiteinde van het aanftaande tweede reces van den ordinaris Landdag in de Maand Oclober eerstkomende. Zwolle den 13. July 1785. Cwas gepar:) eter waren onderricht geworden; waar door dan ook de Requeftr: wel eeniger maten zyn gerust gefteld , immers van vooreerst door geene wydlopige en koftbare procedures tegens de intentie van R. en S. in het convenant van 1660. ten duidelykften gemanifefteerd te worden belprongen : edoch niet te min buiten de voorzieninge van TJ Ed. M. voor alle dergelyke onbezonnen pasten en attentaten blyven blootgefteld , te meet daar de Refolutie van de Ord. Heeren Gedep. alleen maar gefurcheerd is, en dus naar het eindigen van dit Reces der Landdag wederom in volle kracht geraakt. In de twede plaats moeten Suppl. aan U Ed. Mog. klaaglyk voordragen dat Mevrouwe de Gravinne van Rechteren tydelyke Vrouwe van Almelo ainog bjyvende weigeren om de twee Burgemeesteren op eene allezins wettige wyze door de Burgery verkoren door haren rechter te doen in den eed nemen en in functie ftellen, daar en boven heeft kunnsn goedvinden, om, wanneer in dezen zomer een der Burgemeesteren door Haar H. Geb. aangefteld , zich voor een geruimen tyd uit de Stad begaf in deszelfè plaats een berde op eem verwalter burgemeester aan- teftellen , en dus in deezen niet alleen wederom met der daad eene zaak voor U Ed. Mog. litis pendent uit haar geheel te brengen, en op nieuw op der Burger rechten te empieteeren, maar ook door deeze onbehoorlyke aanftelling van een derde of verwalter Burgermeefter, alle gerechtelyke handelingen en aften op eenen losten voet te ftellen, daar het immers aan Haar H. Geb. of die van haren rade niet onbekend konde zyn, hoe aften voor en door ongequalificeerde richters en Magiftraatsperlonen gepasfeerd ipfo jure nul zyn. En deeze Bur- ge- B Y L A G E N.  B Y L A G E N. gemeester, het zy men hem voor een derde , het zy voor een verwalter houdt, notoir ongequalificeerd is; om dat het volgens de gronden by de vorige Requesten gemeld, en waartoe men zich in dezen alleszins refereert, zonneklaar' is, dat de Vrouwe van Almelo niet meer dan twee Burgemeesteren mag aanftellen. Weshalyeri dan ook de Gecommitteerdens uit de Burgery tot maintien hunner rechten gemeend hebben daartegens plechtig te moeten proteftee•ren. Gelyk luit de nevensgaande protesten fub B. & C. U Ed. Mog. kan confteeren, terwyl Mevrouw de Gravin des niettegenftaande, voor weinige dagen wederom op dezelfde wyze gehandeld heeft. Suppl. vertrouwen dat UEM. uit het eenvoudig verhaal van het' voorgevallene , zonder eenig verder betoog het onbillyke en irrelevante der gehouden handelwyze van de Vrouwe van Almelo indezen genoeg zullen bezeffen, en dat daarentegen de Suppl. niets onbillyks vorderen , wanneer zy om al het voorgemelde zich tot UEd. Mog. wenden met ootmoedig verzoek Dat UEd. Mog. na "het inkomen van het Bericht van de Vrouwe van Almelo, de gekozen Burgemeefteren willen gelieven in fnn^ie te ftellen , ten ware tegens alle vermoeden in dat bericht eenige redenen waren bygebracht, die UEd. Mog. daarin een ogenblik zouden doen hefiteeren, wanneer zy onderdanigst verzoeken, dat het zelve aan hun onder Cachet der Provincie ter refutatie mag worden toegezonden. Immers en in allen gevallen, dat UEd. Mog. de Judicature over alle de pointen in het vorige Request vervat zeiven willen oef» fe-  £Ï B Y L A G E N. fenen of eene Commisfie uit hoogstderzelver midden op den voet als in den jare 1660 ten fine van asfopiatie of uitfprake benoemen en dien ten gevolge verftaan, dat de Requeftr. zich voor geen andere gerichten 0ver die pointen noch ten petitoren noch ten posfesforen zullen behoeven intelaten. Eindelyk dat U E. M. welgemelde Vrouw van Almelo willen gelasten zich in het vervolg van dergelyke en andere attentaten tot bezwaar der burgeren te onthouden. 't Welk doende. Klaas Troost Joh. Ruink Jan Colmfchate Alb. Stemberg Otto Lindeman Jan Selhorst Jan Mollinlt Barth. Sandman Jarnhus Revius Gerrit Dake J. R. Lennep G. Schimmelpennink Wz^ Ab. Buisfant des Amorie Joaa Leonard Ernst. F  B Y L A GEN» F. Fiat infinuatio. . 'jflmele den 13 OBob. '3785- was get. D. S. Lambers, Secret. Om met Je nodige permisfie der ondergetekenden Gecommitteerdens van het grootfte en notabelfte gedeelte der Burgery van Almelo zig te vervoegen by de Heeren J. Colmfchate, Jan Mollink , O. Lindeman , Alb. Stemberge, B. Sandtman, J. Selhorst fenior, en Joh. Ruink, alle Gemeentslieden deezer Stad, dat de Infinuanten met de uiterfte bevreemding van ter zyden vernoomen hebben, als of de Heeren Geinfinueerdens door bedreigingen , zouden zyn geperfuadeerd en genootzaakt geworden te ondertekenen zeeker request aan haar Ed. M. Ridderfchap en Steden, 't welk geprefenteerd ftaat te worden op den eerstkomenden Landdag inhoudende verfcheiden bezwaaren en inbreuken, op de Stads privilegiën enz., dat de Infinuanten verre van aan zo een blaam te willen zyn blootgefteld by deezen UE. geinfinueerdens aanbieden, dat indien de Heeren geinfinueerdens, zouden willen of kunnen vermoeden van iets gedaan te hebben tegens haaren Eeds en pligt en tegens 't door UE. geinfinueerdens aan ons gepasfeerd handfchrift van July deezes Jaars ftrydig; de Infinuanten by deezen edelmoedig aanbieden dat gefinueerdens als dan hunne naamen uit bovenftaande Request op infinuatie deezes kunnen roieren, als verre afzynde van eenige dwang op ieman dhoe genaamd te willen uitoeffenen of uitgeoeffend hebben. Wordende hier van verzocht exploict, voorleezing aan ieder der geinfinueerdens en overgave MEMORIE voor den Stads Dienaar van Almelo. sa  30 B Y L A G E ve van een dubbeld aan de Heer Jan Colmfchate ™„ïe'ze,ve aan de mede geinfinueerdens te kunnen communiceeren. Aftum Almelo d. 13 Oclober 1785. Jacobus Revius Gerrit Dake J. R. van Lennep G. Schimmelpennink W,z. Ab. Buisfant des Amorie zynde Klaas Troost en Joan Leonard Ernst abfent. Copm. RESOLUTIE van de Burgbe-meesteren en Ghemeens-luiden van Almelo. 4~Xa dato na bez: is by die H. H. Burgnir. en " die Gemeensluyden hier onder getekent ftedich en vad gcreroiveeru, dat Mr. Wilhelmus Dalmaig by die felve anghenomen is voor Prh> cipaal Schoei meister , welke Jaarlyx fal hebben ende uit handen van de regirende Burghnr ontfangen die fomma van twehondert Keyler el. f0 op Martini 1660 zullen betaalt worden. En fal voorts alle Jaer met noch achtvn Stuver von yder Kindt Schoolgelt fo von Burgers en huysluyden Kinderen, en tyn Stuyver voor die als fy komen fchryven, met een darde deel von de accidentalia, te weeten toebate van ftuyver geit vuer en keerfen, en aengaeade de Avont- fchool  B y L A C E N. 31 fchool, blyft voor Mr. Willem voorf. felve, als ook het profyt von de buiten kinderen , niet inde Heerlykheid wonende. Actum in 't Raethuys de Lesten Augustus Anno 1659. Jan Gerrits Bulck Burgemeester. Peter Baarfchers Burgerm. Jan Meyer Burgem. Otto Engels Burgem. Steven Lucas. Hendr: Swam. Joost Lefers. Jan ten Cate. Hendr. Schuitemaker. Hi». Copia. "W^h Bur!emeesteren , Schepenen ende Raad w der Stad Almelo hebben om gewigtige redenen , en uit fonderlinge connucinicn onfen Roeper Jorwen Everts toegeftaan ende vergunnet van ieder waegen , foo op onfe ordinaire twee merkdagen inde weeke, te weten Dingsdagh en Vrydagh , mogen komen , op onze ordinaire raerk-plaats voor den Stadhuyfe alhier te mogen en zullen nemen eenen Huiver; waer voor onlen voorn, roeper zal hebben te beforgen , dat het Kruis, de merkt verbeeldende, (morgens vroegh worde opgerigtet, en de klokke twaalff uuren wederom op het Stadshuis worde gebragt als mede de Schepels en Spintvaten etc. aan de Merk-luden te verichaffeu , en haer'int voorz. en  3$ B Y L A G E N. en anders lbo veel doenlyk, behulpfaem en gedienftigh te wefen. Actura Almelo den n July 1707. (onderftond) ter ordonnantie Van bovenglte & alle Borgemeesteren. (was get:) HENR. ARENTZEN, Secret. 1707. H ao. Opia. Wy Burgemeesteren Schepenen ende Raad deiStad Almelo hebben om gewigtige reden, en uit zonderlinge confidentie onfen' Roeper Jan Hendrik Meyer toegeftaan ende vergunnet van ieder wagen, foo op oufe twee ordinaire merkdagen in de weke, te weeten dingsdag en vrydag mogen komen, 00 onze ordinaire merktplaats voor den Stadhouize alhier, te mogen en zullen neemen eenen duiver, waar voor onzen voorn: Roeper zal hebben te bezorgen, dat het kruis de merkt verbeeldende, *s morgens vroeg worde upgericnt, ende klok twaalf uuren weder op het Stadhuis worde gebragt, als mede de Scheepels en Spinnvaten &c. aan de merkluiden te verfchaffen, en haar in 't voorfz: en anders zo veel doenlyk behulpzaam en gedienftig te weefen, Almelo den 3 Januvry 1700 achtien. Ter ordonnantie Van bovenglte en alle Burgemeesteren (was get.) 5. R. LIENS, Secret. 1718. I.  B Y Lï A G E N, S| i. Op heden door de. Richter Ltein namen:; Zyri Hoog Graaf Exqell. den Hoog Gebr. Geftr. Heer A. S. Z. Graef van Rechteren Vryheer van Almëloo , ende het' Vriezenvc-en &c. &c. &c. de Burgemefesterenen Gemeenslieden Van Almelo , op het Stadhuys geconvoceert zvnde, zoo is door Welgemelte dichter, namens Hoopge.melte Zyn Excell. voorgedragen ,' dat Zyn Hoog Geb*. met veel bevreémdinge in ervaringe gekomen was dat de Burgerm. van Almeloo hadden kunnen goedvinden propria autorifate , ende zonder kennisfe van Welgemelte Zyn Excell. aan den teegenwoordigen Roeper Hendrik Jan Pollen een Ac~te aftegeven, waarby denzelven door de Burgmr. wierde aangefteld tot merkmeèster, fonder dat dezelve daer toe eenigfins ber'egtigt 2yn maar integendeel zulks alleen, van het°departerhent van Hooggemelte Zyn Excell. wiens pm desfesfeuren eenig, ende alleen de.fondateurs van het merkt zyn , ae]yk uit de fondatie brief ten klaersten komt te conlteeren , ende dus hem' het meerdere competerende het mindere heiil ook van zelfs töekoomt. Dat derhalven uit fpeciale last van Hobggënlétty Zyn Excell. by deezen van dc Burgemr. gedaan te requireere.n, dat haar Achtb. die aan feèö'ö* Jari Pollen afgegevene Acte als merkmeesriieestcr teri allerfpoediglte wederom fouden hebben in te trekken, ende de begeevinge van voordagte merkmèesters plaats met den aankleve van dien eenig ende alleen aan' Hooggemelte Zyn Excell. fals daar tod alleen beregtigd zynde) overtelatcn ; dog by bh> vermoedelyke tergivenfat'ie ; flat haar Ep Achtb; daar op verdagt konden weezen;, dat Zyn Excell; zodanige weegen , ende middelen zoude by der hand neemen, als tot maintineering van zyn al= C oüdd  34 B Y L A G E N. oude Rechten , ende privilegiën zoude oordeel len te behooren ; waar op dezelver catagoris andwoort ende declaratoir datelyk zoude afwacht ten om zulks aan Hooggernelte zyn Excell. te kunnen raporteeren. Waar op doer de Burgem. is geandwoort dat zy die Last aan Hendrik Jan Pollen afgegeven Adle als markmeester geenfints aan dezelve heboM. afgegev'eu met intentie om Zyn Esell. in deszelfs recl^en'te benadeèlen.maar zulks alleen geichied te zyn om redenen dat op het Stadhuis eenigi Actcii hadden gevonden zoo door de voormalige tydelyke Burgemeesteren van Almeloo aan de doenmalige Merkméesters waren afgegeven , nae wélken inhoud zy zi^ verpligt hadden gevonden om p!pk de meelgemelte Acle aan Hendrik Jan Pollen aftegeven , en wat aanbetrof de requifitien. van 'Zyn Excell. om meergemelde A6te wederom in te trekkèn zulks eene zake was, die alleen niet was rakende, maar mede van het departement van de Gemeenslieden. was, waarom dan verzogten , dat zulks meede aan de Gemeenslieden mogte worden voorgedraagen , om hifi' over,mede te delibereren. Vervolgens het voorgemelde aan de GemeênslüldÊn mede voorgedragen , zoo is door dezelve daarop êenpariglyk gerêlblveerdt, dat zy fustineerden, dat de Burgemeesters best zouden doen om de afgegevene Acte aan Hendk Jan Pollen wederom in te trekken , en de begevinge van de Merktinecsters plaatfe alleenlik aan den Heer van Almelo te dernandeeren 't welk dan ook insgelyks door de gezanientlyke Burgermr. gerefolveerdt is ende daarop de afgegevene A£te wederom ingetrokken. .Verders gerelblveert , om tot Preventie van alle confufie in het toekomende omtrent dit ltuk. Dat van al dit verhandelde twee alleens luidende Actens door den Sacretaris zal worden gemaakt", rwaar van het eene in handen van Hooggemelte 'Zyn Excell. zal worden gefteld, en het andere, op het Stadhuis,, by de oude handvesten  BELAGEN. 3S ten gelegd, ende byde door gemelte Secretaris namens Burgermeesten ende Gemeenslieden onderteekend . ende met het Stads Zegel bezegeld. Aldus gedaan aclium. Almeloo in Curia den 15 December., 1762. Ter Ord. van Burgemesteren en Gemeenslieden. T S (was get.) JAN FREDRIK HEIN, Secret. Pro V~era Copia D. J. LAMBERTS, Secret. EXTRACT uit het boek van Refolutien der Stad Almelo. Vergadering gehouden, prefentibus Haer Hoog Graaflyke Exceii^tïe , de Hoog Geboren Vryvrouwe der Heerlykheid Aimeiu, e^t. &.c.&c. en de vier Schepenen. De Hoog geborene S. C. F. Gravin Douariere van Regteren, Vryvronwe der Heerlykheid Almelo , met de Burgemeesteren dezer Stad na voorgaande Convocatie als van ouds over zaken , betreffende het Stads bellier, byzonder ook de Keur van Burgermees teren en Gemeencslieden, vergadering houdende , en daar over willekeuren makende is by meerderheid van Haer Hoog geb. voornoemd en twee der vier Schepenen , dus by meerderheid gerefolveert en. verftaen, dat de Keur van Burgemeesteren en Gemeentslieden dezer Stad, die andets na gewoonte op petri C 3 aait?  |6 E Y L A G E N. aanftaande , zou gefchieden, by provifie en ongeprejudiceert zal worden opgefcbort, gelyk dezïlve opgefchort word mits deezen ; zo dat gevolglyk ■ de tegenswoordige Burgemeesteren, en Gemeentslieden ifi derzelver functie by provifie en tot andere Burgemeesteren en Gemeentslieden» volgens bet regt dezer Stad zullen zyn aangefteld blyven continueren, gelyk dit duidelyk is getoond in een voortreffelyk Overysfels Advys in het Ovèrysfels Advysboek onlangs uitgegeven door Mr. Strubberg Deel a. bladz. 27. gefchiedende deze ppfchorting , onder meer andere redenen , om dat de Questie over de uitvoering der Refolutie van Hun" Ed. Mog. Ridderfchap en Steden van . den 2g October jongstleden omtrent de voorz. Keur door eenige Burgemeesteren en Gemeentslieden , voor Hun Ed. Mog. de Heren Ordinaris Gedeputeerden , by Request litis pendent is gemaakt , en daarop een termyn van berigt , lang ïia petri aan Welgemelde Haar Excellentie, door Hurt Ed» Mog. is gefteld geworden ; als ook om dat de voorz. Refolutie onder eerbied omtrent de voorz. Keur fub en opreptyf verkreegen, en aan aulliteit laborerende is, en-dat de (luestie over nulliteit der voorz. Refolutie ten aanzien van de gemelte Keur, reeds door welgemelte Haar Excellentie niet alleen ma% ook door twee Burgemeesteren en agt Gemeentslieden by Hun Ed. Mog. de Heeren Staten is geëntameert , en daar benevens ook nog ten overvloede , de groote meerderheid der Gemeentslieden , voor de opfchortinge der voorzeide Keur heeft gevoteerd. Weshalve deeze vergadering ' ten kragtigften protefteeKt dat de gemelde opfchorting der Keur, niet uit eenige inobedientie van Hun Ed. Mog. Ridderfchap en Steden maar ter zake van wettige' ei\ dus door den Souverain toegelatene, verdediging gefchied. En zal hier van door Publicatie en Affixie deefer Refolutie aanftonds aan de Burgery dezer Stad kennis gegeven worden, zullende al het gee•> ■ 'r •".' oe.  B Y L A G E N. ue hier 'tegen door eenige Burgermeesteren Ge. meentslieden of Burgeren mogt worden ondernomen door ons voor onbeftendig aangezien, en gehouden worden; Waer na een ieder in deze Stad zig hebbe te reguleren. Actum op het Raedhuis der Stad Almelo den üp Feb. 1786. Ter Ord. (was get.) D. J. LAMBERTS, Secret. Pro vero Extrctiïtt D. J. LAMBERTS, Secret¬ ie Iek Zeger van Rechteren Heere thot Almeloe 't Vriefenveen ende thoe Kernhem &c. ther eenre, ende wy Borgemeesteren wegen onze gemeente , der Stadt Almeloe, ther anderen zyde doen kundt ende bekennen mits dezen voer onfs ende onfen nhakommaioger, alfoe over feeker Plebifcitum op dach Petri 1646 by die tsorgerye opgericht qusestie ende verfchil is errefen. Soe ist^dat wy 't voerfchr. Plebifcitum voer by gaande mitten anderen in der vriendfchappen vergeleeken ende eenparich overkommen fyn , dat wy onfe beyderfyts naer Inholt van den befegelden brieff, by Heere Egbert , Heere thot Almeloe Anno 14.20 op onfer L. Vrouwen avont afgegeven , ftrictelyk reguleeren oick denfelfen Letterlick ende punftuelick naar kommen fullen, ten het Lantrecht Contrary Statuten waar- meede deefe quaestie then eenemaal is opgeheven. Then tweden dat die Heere van Almeloe C 3 in  3* B Y L A G E N. in voersf Stadt nhae fynen Wel Ed. Gefir. welgevallen , op eygen grom, uytdriften zal moe gen maeekeii , als oick in 't Lant Gerichte op 1'yn Wel Ed. olthovige Erffen thot een negen deel" maar niet op nye ongevvacrde plaetfen anders als mit kennisXe von voerfc. Borgerye. Belangende die toefchlagen 1'yn parthyenn metten anderen geaccordert , Dat men wederfytz , fich fall gedragen , nhae den letterlycken teneur von den betegelden breeff by Heer Henrick von Rechteren Heere thot Almelo Anno 1564 gunftelicken verleent, aangaande 't exces then huyze van Henrick Kfemer begaan , fall in vergetenisfe geftelt worden , Des hebben die voerfz. gemeente vor allen deefen by waere woorden ahngelooft, een ehrlycke recognitie ahn haeren gebiedenden Heere t' offereren. Waar mede parthyen defenthalven lullen gelcheiden blyven. hier woeren ahn ende over als die dingesluiden , die Wel"Edel Geboren unde Geftrenge Adolph Henrick von Raesfelt thoe Twkkeloe Heere thoe Eaege Corret &c. Jj:,r Wolter von Hovell tho Hoeckinck , Jo* Otto van den Bellinckhave, tho den Bellinkhoff. Tor Frans de Reyge^ tao Wermentinck en de Glatbecke, die Ehrentfeste Joachem Blanken Dr. Richter thot Almeloe , die Ehrentfeste Anton von Horen Richter tho Borne, ende meher andere goede luyden e-enoech. Ende finnen hier von rwoc Aiiccns luidende ende dorch eene handt gefchrevenne Inftrumenten op Franchyn verfeerdiget, die van die principale Contrahenten, als den Welgl. Heere van Almelo ende Borgemeefteren , nelfens die volmechtigeren der gemeenen Borgerye tho Almeloe, als ook den bovengenoempten deedmgsluiden thot eine getuicheniïfe der waarheit allen voergl. puntten ende articulen verfegelt ende ondergeichreeven binnen, daar van hetleene Inftrurnent denn Heere van Almek e voerls. then handen geftalt is, ende dat ander rjie Borgemeestcren van Almeloe ontfangen, alles  B Y L A G E N. 2J fonder bedroch , arch offte list adtum Almeloe den vyffthynden Martii Anno Een duient feff hunderd neegen ende veer tigh. (onderftonden) D, van RECTEREN, Heer tot Almeloe. AN DRIES TÜRC K Borgemeester. A. H. von RAESFELDT Krek. OTTO von BEVERFORDE. * WOLTER von HOEVEEL. FRANS de REIGER. ANTH. von HOREN. TOMNYs WOLFS BOLCK Borgemees» rer. SCHOTTO AVERSTEGE ibid. Secretarys. Deezen brief hadt zes uitgangende Zegels. Accordeert met zyn origineel ter Secretary der Stad Almelo berustende behalven een woord met .... getekend H. PENNINK T..F. Secretaris der Stad Enfchede. 178'j. M. Kusdt ende openbaer fy eenen yder minlichen die dusfenn opene bezegelden brief werden lieri leefen off hoeren lefenn. Dat tusfchen den Edelhaftenn ende Erbaeren Henrich von Rech? ternn Heer thoe Almelo en Agnes von Westerholte gênant van Rechterenn fyn ehelicke huesfrauwe eensdeels unde der Schepenn mit fampt der gantzer gemeente der Stadt Almelo anderdeel, ■een irihtlick verdrach opgerichtet ende gemaeket D 4 . is ,  4«> JBYLAGEN is, als der twiste ende gebreckehalven die fle bisheer onder malkandere toe famen gehadt hebben, herkomende van die angegraven Lande. &c. Alzoe dat die Schepen ende gemeente vuursf. fïck willen gegen den Heeren van Almelo ende flner huisfr. und oeren erffgenaemen halden in allen billicheit en gebuer als ffrome gehoerfame onderfaete fchuldich" finne to doen. Dem gelyck willen die Heer van Almelo fyn huesfr. vurg. en oer er'ff'gen. fie befchutten en befchermen foe voele als moegelichen unde een godt vurftender fyn, verder foe hefft die Heer van Almelo en fin huesffr. als beiitter der Heerfchap van Almelo den vurbenompte Schepene ende der Gemente een Stucke Lants wederomme gelovet toewyfen tot behoeff der Stadt Almelo daar dat minnest fchedelick is. Beholtlick offte die Schepen en gemeente dat vurgi'. Landt toe genigen tyden veikoften. Dat die vurg. Heer VEn Almelo fyn huesffr. vursf. offte bezitter der Heerfchap von v Almelo aitoes den naarkoep hebben; fall. Oeck hefft die Heer van Almelo en fyn huesffr. vur fich en oere erffgen. offte befkters der Heerfchap van jAlmelo gelovet ende loven dat fie na dato diefes breefs geene nyo> toeflage meer maken en willen op der gemeinte dan die olden angegraven landen die von dato diesfes begrepenn zullen blyven en vheste ende krafft. Dem nach willen die Heer van Almelo. en fyn huesffr. met fampt oeren erffg. offte befitter der Heerfchap von Almelo dat liroeck vryen met fchutten der ongewaerde ' beeste als te wetten peerde, koen , 'fchaepe ende voert geene beeste utbefundert. -— Daer die fchepenen een goet benoegen an hebben zullen ten billicheit, hier meede zullen allen twist ende gebreck tusfehen desfen vurgs parthien affgedaen fyn en nederlacht nue en "tot ewigen ty. den fbhder eenige wederroep van yemande. Beholtlick dat die Heer von Almelo hebben wil dat beflach dat Gert ten Ruwenhave begrepen hadde, ome daer een hues op to fetten vur den  B Y L A G E N. 41 muller. Daar desfe Contract en voorwaarde ge» maekt is finne by an en over gewest alfe vur, handelers verdraeges freunde Die Erbar en ffrojne Herman ther Hemena en Everwyn vuncke Schulte tho Hellendorn Inn urkunde der waarheid hebbe ick Henrick van Rechter hier vurgl. vur my myner huesffr. en onfe nakomelinge myn Zegell an desfen breeff doen hange Tot wider vhestenisfe der waarheid hebben wy dedingsluede durih begerte van beyden parthye oeck onze zegele mede an desfen brieff gehange Ende tot noch vorder veftenisfe aller pnncfe virrgl. hebben wy Schepenn der Stadt Almelo, onfe Stads Zegels vur ons en onfer gantfer gemi#nte oock an desfe brieff gehange. Aftum Anno vyfftienhundert en vier ende 't festigh denn negenthienden february Deezen brief hadjueen uithangend Zegel zynde het andere zo het fchynt er afgevallen Accordeert met zyn Origineel ter Secretary der Stadt Almelo berustende Zulks certificere H. PÈNNINK. T. F. Secretaris der Stad Enfchede. 1785.