P A R Y S IN Z Y N E N TEGENWOORDIGEN TOESTAND GESCHETST. TWEEDE STUK.  P A R Y S IN Z Y N E N TEGENWOORDIGEN TOESTAND GESCHETST. NAAR HET HOOGDUITS VAN D*. F. J. L. M E Y E R. TWEEDE STUK. TE AMSTELDAM, By G. W A R N A R S, MDCCXCVIIT.   INHOUD VAN HET TWEEDE STUK. NATIONAAL INSTITUUT VOOR WEETENSCHAPPEN EN KUNSTEN. . Bladz. I. Aanfpraak van d  ViiIt ï N H O U ö. V- RSAILLES. . . Bladz. 231. Ven'fl' der Stad, Ksfteelen en Tuinen. — Verwoesting van klein Trianon. Wai.tieldreeven op dit Landgoed. — Temt 1 van Flora Dorp, Tempel van Amor. — Ruïnen. — Groot Trianon. — Tuin van Verfailles. — Hervormde '-eelden van Koningen. Oranjerie. — Kafteel van Pirjaittct - Mufeum. — Avond ■ beziektigtug der van meniclieii ontledigde zaaien. NA.  nationaal instituut voor weeten' schappen en kunsten. „ IVJjneiva's verheven Tempel", — dus luidde de aanfpraak van den burger letourneur, tocnraaaligen Prefident van het Directoire , by de plechtige opening van het Nationaal Inftituut, op den ij.ien Germinal, (4 April) „ Minerva's verheven Tempel, zal door het eerloos Vandalisme niet weder aangevallen; — haare eerwaardige priesters door den bloedige» dolk der afgryslyke Anarchie niet weder bedreigd worden; — de toekomst zal de treurige herdenking aan voormaalig lydenuitwisfchen;-. zy zullen verzoend worden, de fchimrnen dier braa > ven, die uit het binnenst Heiligdom der Weeten . fchappen en Kunften naar het moordfchavot gefleurd wierden: — dat zweert het Gouvernement der Franfche Republiek met plechtigen Eede! — Heeft niet de Anarchie, even vreeslyk als het oude Despotisme, zo onbekend met aandoening en fmaak als met de heilige rechten der menschheid , elk vermogen II. s t u k. A van  van den geest, elk gebruik der vryheid van denken verflikt? — Maar dank zy de Goddelyke Rechtvaardigheid , die vroeg of laat haare rechten doet gelden!die Anarchisten,die als een blikfemftraal ons troffen, zyn evenfpoedig weder verdweencn. — De wet hcerscht, zy bedekt ulieden met haar fchild, doch verlaat zich op uwen verlichten invloed, want de wysheid, als zy zich met nadruk en aanminnigheid hcoren laat, is alvermogend. — Bereid der overwinning, palmtakken en lauwerkroonen, gemak en tyd (joifir) daartoe, zal het Directoire u verfchaffen. Het Directoire wil herftel van orde, vernietiging van partyzucht,en,zo het mooglykzy, vergetelheid van allen haat: algemeene verdraagzaamheid is, in zyn oog, de hechtfte band der maatfehappy. m De verborgene gedachten van het hart wil het bcftuur niet nafpooren, maar het wil den braavcn man beichermen en den nuttigen beloonen". Met de uitboezeming deezer fchocne heilwcnfchen, ftreelende verwachtingen en blyde uitzichten, opende het Fransch Gouvernement, door zynen fpreeker, het nieuwe Pantheon der framche letterkunde. — Zielverheffend is 't .optemerken hoedanig de uitmuntendfte verftanden van Frankryk met alle vermogens fameuwerken en zich verëenigen , om snetdedaad die ftreelende hoop van Frankryk te vervullen , 't welk zich thans weder van onder het puin der Anarchie opwaarts verheft. — Te zien, hoe, met denzelfden geest bezield, elk deezer voortreilyke mannen met lust en yver zich bevlytigt, erg  m als medelid van 't Nationaale Inftituut, of als me» dearbeider in de menigvuldige gemeennuttige inrichtingen, tot verdere volmaaking dier ftichtingen werkzaam te zyn, met welker oprichting of verbetering, het nieuwe republikeinfche Gouvernement, onaangezien alle andere werkzaamheden, reeds het eerfte jaar van zyn aamveezen kentekent; en — hoe deeze mannen, door de leden van het Directoire en de uitmuntendfte Volksvertegenwoordigers in de wetgeevende vergaderingen, (die meestal zelfs verdienftelyke geleerden zyn,) op het krachtdaadigst onderfteund worden. D*ar my, geduurende myn verblyf te Parys, gelegenheid verfchaft wierd, vecle deezer voortreflyke inrichtingen van naby te lecren kennen, heb ik het merkwaardigfte myner waamecmingen, omtrent dit onderwerp, dat elke vriend van weetenfehappen en kunften zo belangryk zyn moet, in de volgende afdeelingen opgetekend. De Inrichting van het Nationaal Inftituut voor Weetenfehappen en Kun/fcn, 't welk als de hoofd-' bron der Franfche Letterkunde en als het middenpunt der werkzaamheden daartoe betreklyk befchouwd kan worden, berust op volgende Grond* vetten, door 't Gouvernement bekrachtigd (t). m- (*) Deeze Conflitutie voor weetenfehappen en kunften is. in i2ye, alléén voor de medeleden van het Inftituut gedrukt, die 'er derhalven alleen bezitters van Z)n. Het A 2 Sxem-  Uittrekfel uit de Conftitutie der Republiek. Titel io. Artikel 298. Openbaar Ondcrwys. „ Voor de geheele Republiek is één Nationaal Inftituut opgericht, ten einde ontdekkingen te verlamden en Kunften en Weetenfehappen te bevor" deren, Uittrekfel uit de wetten van den 3*» Brumairc, Tiet 4* Jaar der Republiek: het openbaar onderwys in V algemeen, betreffende. Titel 4. Natitnaal Inftituut voor Weetenfehappen en Kunjlen. 1. „ Het Nationaal Inftituut voor weetenfehappen en kunften, is voor de geheele Republiek opgericht en te Parys gevestigd. Het is gefchikt i°. om door onafgebroken nafpooringen, bekendmaaking van ontdekkingen en briefwisfeling met buitenlandfche geleerde Genootfchappen,de Weetenfehappen en Kunften te volmaaken. nQ. Om, overëenkomftig de wetten en vastftellingen van het Directoire Executif, zodanige werken ter uitvoer te brengen,die het gemeene welzyn en den roem der Republiek bedoelen. „ Het Exemplaar 't welk thans voor my ligt, is my door gunfiigc mededeeling geworden.  2. „ Het heeft honderd vierenveertig medeleden te Parys woonachtig (*), een gelj^k aantal geasfociëerden in de ondcrfchciden gedeelte der Republiek, en vierentwintig buitenlandfche Geleerden, die het Inftituut, voor elke clasfe agt, aanneemt. 3- „ Naar de volgende lyst is het Inftituut in drie clasfen en onderfcheiden afdeelingen verdeeld. CLASSEN EN AFDEELINGEN. EERSTE CLASSE. Phyjifche en Mathematifche Weetenfehappen. 1. Mathcfis - 2. Mechanifche Kunften - - - - j 3. Stcrrekunde - 4. Proeföndervindelyke Natuurkunde. 5. Chymie - - - - 6. Natuurlykc Historie en Mineralogie. 7. Botanie en Natuurkunde der Planten. 8. Anatomie en Dierkunde ... 9. Genees- en Heelkunde - - - 10 Landhuishoudkunde en Geneeskunst der Dieren - - - - (*) De lyst der Leden word, volgens de afdeelingen der Clasferj , gevonden, in den ^llmanach National de Francs, als ook in het Intelligenz-Blad der Allg. Litteratur Zeitung vort Jena , 1796. N9. 19, — Verfcheiden plaatfen federt door fterfgevallen open gekomen, A 3 zyn Medeleden te Parys. 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 I Gea'sfocieerdenin de Departementen. 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 60 60 "WEE-  tweede classe. Zedelyke en Staatkundige Weetenfehappen. I. Ontleding {Analyfis} der gewaarwordingen en denkbeelden a. Zedeleer - - 3. Wetgeeving ' 4. Staatkundige Huishoudkunde - - 5. Gefchiedenïs - 6. Aardrykskunde - Derde classe. Letterkunde en fraaije Kunjlen. 1. Taalkunde - 2. Oude Taaien - 3. Dichtkunde - - 4. Oudheden en Gedenkltukken - - 5. Schilderkunst *■ 6. Beeldhouwkunst - - 7. Bouwkunst - 8. Muziek en Redenkunst (Declamatie) - - - 4- „ Elke clasfe van het Inftituut heeft een vergaderplaats, tot haare byzondere fainenkomïlen. Niemand zyn, volgens eene Conftitutioneele Kcurc, met verdienftelyke Geleerden vervult, en onder deeze met den burger ca?*not, Medelid van 't Direaoire. Mede- ( leden { te Parys 1 1 6 6 6 6 6 ! 6 ieerden in de )eparte« neuten. 6 6 6 6 6 6 43 48 36 6 6 6 6 6 6 6 t i 30 6 6 6 6 6 6 6 6  mand kan Lid zyn van twee vcrfchillende clasfen, maar elk Lid kan de zittingen der overige clasfen bywoonen, en aan derzelver werkzaamheden deelncemen. 5- „ Elke clasfe maakt jaarlyks haare ontdekkingen en werkzaamheden openlyk bekend. 6. „ Het N. I. houd jaarlyks vier openbaare zittingen, als wanneer de drie clasfen verëenigd zyn. ~ Het geeft jaarlyks aan de wetgeevende Vergadering verflag wegens de vorderingen in de weetenfehappen en de werkzaamheden van elke clasfe. 7- „ Het Inftituut maakt jaarlyks op den bepaalden tyd, een Progamma publick, wegens de Premicn die elke clasfe uitlooft. 8. „ De wetgeevende Vergadering bepaalt jaarlyks, volgens een tafereel deswegen door het Directoire ingeleverd, een fom voor het onderhoud en de werkzaamheden van het N. I. 9- „ Ter vestiging van het N. I., benoemt het Directoire agtënveertig leden, welke vervolgens de zesennegentig overige leden verkiezen: „ Deeze honderd vierenveertig Leden benoemen de Asfociées. 10. „ Het Inftituut, eens gcörganizeerd zyndc, verA 4 vult  vult de opengevallen plaatfen, door eigen keuze uit een drievouwdige lyst ingeleverd door die clasfe, in welke de plaats is opengckomen. Eveneens word gehandeld by de benoeming van franfche cn buitenlandfche geasfocieerden. ii. „ Elke clasfe van het Inftituut heeft in haar vergaderplaats , eene verfameling voortbrengfels van Natuur en Kunst, als ook een Bibliotheek, tot die weetenfehappen betreklyk, welke by haar beoefend worden. 12. „ Het Inftituut maakt de ontwerpen der vereischte fchikkingen wegens zyne zittingen en werkzaamheden, welke hetzelve aan de wetgeevende Vergadering ter onderzoeking en bekrachtiging aanbied. Titul 5. Aanfpooringen, Bchoningen en Openbaar e Eerbewyzingen, i. „ Het N. I. benoemt jaarlyks twintig burgers ter mededinging, aan welken zal opgedraagen worden, te reizen, en zo wel in de.departementen der Republiek als in vreemde landen, waarneemingen optedoen, betreklyk den Akkerbouw. 2. „ Alleen dezulken kunnen tot deeze mededinging in aanmerking komen, welke volgende hoedanigheden in zich verè'ehigen. „ Dat  „ Dat zy ten minften vyfè'ntwintig jaaren oud zyn. „ Dat zy of zelfs eigenaars zyn van eenig landgoed of zoons van zodanige eigenaars; — of huurders van een landhoeve van een .of meer ploegen, ten minften voor dertig jaaren; of zoons van zulke huurders. Dat zy theoretifche en practicaale kennis hebben van de hoofdwerkzaamheden van den akkerbouw. „ Dat zy een algemeene kennis hebben van de rekenkunst, van de grondbcginfclen der Geometrie der ftaatshuishoudkunde en der natuurlyke historie, en in de Planten- en Mineraalkennis byzonderlyk bedreeven zyn. 3- „ De burgers, door het Inftituut benoemd, zullen drie jaaren lang, volgens eenc begrooting der wetgeevende Vergadering, ten kosten der Republiek, reizen. Zy zullen een dagboek van hunne waarncemingen houden, en met het Inftituut briefwisfeling voeren, ook zullen zy aan hetzelve alle drie maanden de refultaaten hunner werkzaamheden doen toekomen , welke publiek gemaakt zullen worden. De mannen, welke daartoe benoemd zullen worden , moeten achtervolgens uit elk departement verkoren worden. 4- w Het N. I. verkiest jaarlyks zes zyner leden, om te faamen of afzonderlyk te reizen, ten einde waarneemingen te doen wegens de onderfcheiden A 5 tak-  takken van menfehelyke kennis, den akkerbouw uitgezonderd. 5- „ Het nationaal Paleis te Rome, dat tot nu toe ge'fchikt was voor franfche kweekelingen in de Schilder-Beeldhouw- en Bouwkunst,zal tot dit oogmerk bepaald blyven. „ Dccze ftichting zal in 't vervolg beftierd worden Öoor een franfehen Schilder, die zich in Italië onthouden heeft, en welke daartoe door het Directoire Excculif voor den tyd van zes jaaren zal benoemd worden. 7- „ De Kunftenaars door het N. L voorgedraagen en door het Directoire benoemd, zullen naar Rome gezonden en voor de reiskosten vrygehouden worden, aldaar in het nationaal Paleis woonen, en, 'er als voorheen, ten kosten der Republiek leeven. 8. „ De Natie verleent aan twintig kweekelingen uit elk der fchoolcn, onder den a^n en 3^11 Titel deezer wet, genoemd, jaarwedden,wier maximum door de wetgeevende Vergadering bepaald word. De kweekelingen, aan weiken men deeze inkomften vergunnen zal, worden op de aanbevecling der Profesforen en departcmentaale Adminiftratie benoemd. 9- „ De openbaare Leeraars en Profcsforcn, door deeze wet vastgefteld, die vyfè'ntwintig jaaren lang hun ambt hebben waargenomen, bekomen een lyf- tocht  •ocht van gelyke grootc als hunne jaarwedde, by het oederleggen van hun ambt. 10. „ Het N. I. deelt jaarlyks in zyne openbaare zitt'ngen verfcheiden pryzen uit. u. „ By de nationaale feesten worden aan de kweekelingen, die in de nationaale fchoolen uitgemunt hebben, belooningen tocgeweezen. 12. „ By gelegenheid van dezelfde feesten, worden betooningen toegeweezen voor nuttige uitvindingen in kunften, voor braave daaden en voor eene ftandvastige beoefening van huislyke en gezellige deugden. „ De wetgeevende Vergadering wyst den grooten mannen, tien jaaren na hunnen dood, de eer van het Pantheon toe. w E T. Vervattende de vastftellingen voor het Nationaal Inftituut voor Kunften en Weetenfehappen, — yan den 15^ Germinal, het 4^= Jaar. (Den 25ften Ventofe^ „ De Raad der Vyfhonderd, het Bericht van deszelfs Commisfie benoemd , tot onderzoek van het voorgeflagen plan ter inrichting van het Nationaal Inftituut voor weetenfehapppen en kunften, gehoord hebbende, en hetzelve driemaal, naamlyk op den 19'en Pluviofe, den 3Je« en 25»*» Ven-  Ventofe ,zynde voorgelezen, neemt, na verklaring van de dringende noodzaakely kheid,de volgende befluiten: Zittingen. i. < „ Elke clasfe van liet Inftituut vergadert, geduurende elke decade, tweemaal: de eerfte clasfe, den eerften en zesden dag; de tweede clasfe, den tweeden en zevenden dag; en de derde clasfe, den derden en agtften dag. De eerfte zitting van elke Decade word publiek gehouden 2. „ Het Bureau van elke clasfe beftaat uit één Prefident en twee Secretarisfen. 3- „ De Prefident word voor zes maanden, by opneeming van ftemming, volgens eene volftrekte meerderheid verkoren, en zulks voor elke clasfe by de eerfte zitting van Vendemiaire en Gernunal; eerst na zes maanden afgetreden te zyn, is dezelfde man weder verkiesbaar. 4- „ By dcszclfs afwezen word de Prefident door den laatst afgetredenen vervangen, 5- „ In de eerfte zitting van elk halfjaar, verkiest elke clasfe een Secretaris, op dezelfde wys als de Pre- (*) Deeze laatfte bepaaling is door een laater wet, beneden gemeld, ingetrokken.  Prefident verkoren word. Elk Secretaris neemt deeze bediening één jaar lang waar, en kan flechts eenmaal op nieuw verkoren worden. De eerfte maal worden twee Secretarisfen verkoren, waarvan één, na tydsverloop van zes maanden, by bepaaling van 't lot aftreed. 6. „ Het Inftituut vergadert op den vyfden dag der eerfte Decade van tlke maand, ten einde zich wegens zyne algemeene belangen bézig te houden, de werkzaamheden van elke clasfe naartezien en verkiezingen te doen. 7- „ Het voorzitterfchap word alsdan by afwisfeling door een Prefident van één der drie clasfen, volgens den rang der clasfen, waargenomen. Wie van hen by de eerfte zitting het voorzitterfchap bekleden zal, word door het lot bepaald. 8. „ Het Bureau der clasfe van den algemeenen Prefident, maakt geduurende de zittingen in die maand, het Bureau van het geheele Inftituut uit; hetzelve voert, geduurende deezen tyd, de briefwisfeling en neemt de algemeene bézigheden van het Inftituut waar. 9- „ De vier openlyke zittingen van het Inftituut, worden op den 15de" van Fendemiaire, Niyofe, Gcrminal en Mesfidtr gehouden." Ver-  herkiezingen. 10. „ Wanneer in een clasfe een plaats is opengeko» men, zo raadpleegt de clasfe, na aankondiging daarvan, geduurende een maand, by ftemöpnccming: of deeze plaats al dan niet weder vervuld zal worden. Byaldicn de clasfe bcfluit dat zulks niet zal gefchieden, worden deeze deliberatiën zes maanden laater weder hervat. ii. „ Wanneer befloten word ter wedervervulling toctetreeden, dan bied die afdeelmg der clasfe, by welke de vacatuure plaats heeft, een lyst aan van ten mintten vyf Candidaaten. 12. „ Wanneer de vacatuure eenen vreemden gea'sfocieerden betreft, dan word zodanig een lyst aangeboden door een Commisfie, beftaande uit een lid van elke afdeeling dier clasfe, daartoe van dezelvs benoemd. „ Wanneer twee' leden der clasfe begeeren, dat een of meer Candidaaten op de lyst geplaatst zullen worden,dan delibereert de clasfe wegens elk deezer Candidaaten afzondcrlyk,by opneming van ftemmen. 14- „ Als de lyst in deezervoege vervaardigd en aan de clasfe is aangeboden, en 'er twee derden der Leden vergaderd zyn, fchryft elk lid de naamen der Candidaaten, die op de lyst gevonden worden, op een  een cedeltje, in die orde als hy dezclven verdienften toekent. Naast den laatften naam zet hy de Syfer i, naast den voorlaatften, 2,, naast den daar aan volgenden 3, en dus opwaarts tot aan den bovenften naam. „ De Prefident leest de aldus vervaardigde ftemlysten overluid voor, geduurende welke de twee Secretarisfen onder den naam van elk Candidaat die getalen optekenen, die op de ftemlystcn naast densselven gevonden worden; deeze getalen worden vervolgens opgeteld, en de drie Candidaaten, onder wier naamen de grootfte getalen gevonden worden, worden in die orde op de lyst gebragt welke aan het Inftituut word overhandigd. 16.' „ Wanneer het gebeurt, dat een of meer fommen overeenkomen met de kleinfte der drie bovengenoemden; zo worden de naamen van alle deeze Candidaaten op de lyst ter aanbieding gefchikt, gebragt, met aantekening van de gelykheid der getalen. 17. „ Byaldien 'er geen twee derden van het aantal leden in de vergadering tegenwoordig zyn, dan word de vervaardiging der lyst uitgefteld tot die naastvolgendé zitting, by welke gemelde twee derden ten minften tegenwoordig zyn. 18. „ In de naastvolgende zitting van het Inftituut, word de lyst, door de clasfe ontworpen, aan hetzelve aangeboden. Eén maand daarna gaat men ter ver- kie-  kiezing over, wanneer 'er twee derden der leden van 't Inftituut tegenwoordig zyn; heeft zulks geen plaats , dan word de verkiezing uitgefteld tot die naastvolgende famenkomst, by welke de meerderheid der leden byëen is. 19. „ De keus uit de Candidaaten, die op de lyst, door de clasfe aangeboden, gevonden worden, moet op dezelfde wys gefchiedcn als wegens de vervaardiging der lyst vastgcfteld is. De Candidaat, onder wiens naam de grootfte fom gevonden word, word door den Prefident tot lid verklaard, die hem dan ook van zyne benoeming kennis geeft. 20. „ In geval van gelyke fommen, worden, na verloop van één maand, de ftemmen op voorfchreeven wyze, op nieuw opgenomen ; doch alsdan komen die Candidaaten alleen in aanmerking, wier naamen door deeze gelyke fommen worden aangewcezen. ai. „ Byaldien verfcheiden Candidaaten in dezelfde vergadering tot leden verkoren zyn, word hun rang op de lyst der leden van het Inftituut dcor hunnen ouderdom bepaald. „ De Burgers, die volgens de wet van den 3^ Brumaire, wegens de organifatie van 't openlyk onderwys, uitgekozen worden om te reizen en waarneemingen omtrent den Akkerbouw optefamelen, moeten by opneeming van ftemmen verkoren worden uit een drievouwdig getal van het aantal plaatfen die. ver-  •Vervuld moeten worden. De lyst daarvan word aan* het Inftituut ingeleverd door een Commisfie, beftaande uit een lid van elke afdeeling der twee eerfte clasfen, daartoe door deeze zyne afdeeling benoemd. 23- „ De Candidaaten, wier naamen, by de opneeming der ftemmen, aan de hoogfte getalen beantwoorden, zo veelen naamlyk ter vervulling der plaatfen ver* eischt worden, zyn de verkoren leden. Ingeval de ftemmen gelyk zyn,hebben de oudften den voorrang. Bekendmaaking der werkzaamheden van het Inflituut* 24. „ Elke clasfe geeft afzonderlyk de verhandelingen van haare leden en geasfocieerden uit. De eerfte clasfe onder den tytel: Gedenkfchriften van het N. I— Mathematifche en Phyfifche Wetenfchappen. De tweede clasfe, onder den tytel: Gedenkfchriften van het N. I. — Zede- en Staatkundige Weetenfehappen. En de derde clasfe, onder den tytel: Gedenkfchriften van het N. I. — Letterkunde en fraaije Kunften. De Prysverhandelingen worden door de clasfen nog bovendien uitgegeeven, gelyk ook de verhandelingen en befchryvingen van nieuwe en nuttige uitvindingen , door buitenlandfche geleerden. » Het N. I. vervolgt de befchryving der Kunften, door de Academie der Weetenfehappen begonnen, als ook de uittrekfels uit de Handfchriften II. stuk. b der  der Nationaale Bibliotheek , die de Academie def Byfchriften en fchoone Weetenfehappen begonnen had te vervaardigen. De werkzaamheden betreklyk tot de bepaaling der éénheid van maaten en. gewigten , worden mede aan het N. I. opgedraagen, na welker afloop hetzelve een origineele maat van éénheid, van platina vervaardigd, zal bewaaren. 26. . „ De geasfociè'erdcn houden briefwisfeling met de clasfen tot welken zy behooren. Zy zenden hunne opmerkingen, en deelen al het nieuwe in de kunften en weetenfehappen, hen bekend geworden, mede. Te Parys komende, hebben zy het recht de vergaderingen bytewoonen en aan de werkzaamheden deel te neemen, zonder echter ftemrecht te hebben of bedieningen te beklecden, die het huishoudelyk beftuur betreffen. Wanneer zy zich een jaar lang te Parys blyven onthouden, dan houden ze op geasfocieerden te zyn, en derzelver plaats als zodanigen word op nieuw vervuld. 27. „ De zes medeleden van het Inftituut, aan welke volgens de wet van den 3dcn Brumaire, betreffende de inrichting van het openlyk onderwys, word opgedraagen jaarlykfche reizen te doen, ter bevordering der Kunften en Weetenfehappen, — worden voor het derde gedeelte uit elk der drie clasfen gekozen.. Eerepryzen. 23. „ Het N. L bied jaarlyks zes Eerepryzen aan, waar-  waartoe elke clasfe twee onderwerpen opgeeft. Elke clasfe doet uitfpraak wegens de prysverhandeïingen over onderwerpen door haar opgègeeven, doch het Inftituut deelt dezelven in deszelfs openlyke zitting uit. ,, Wanneer eenig belangryk werk voor de litteratuur en kunften aan 't licht komt, kan het Inftituut' eene Nationaale belooning, voor :den Schryver, aan de wetgeevende Vergadering voorflaan. ■Sa ■ „ De afdeelingen der Schilder., Beeldhouw- en Bouwkunst, verkiezen met eikanderen diegecnen tei mededinging, welke volgens, de wet van den 3^1» Brumaire,door het hiftituut beftemd. worden om ma» Rome te gaan. 1 Fondfen tot de uitgayen van /iet Inftituut. Si- _„ Elke clasfe, benoemt..twee medeleden om de Fondfen te bellieren, — welke gefamenlyfc met het. Bureau, de uitdeeling bezorgen en de befchikking hebben .wegens het (frakken der gedenkfchriften en over alle de uitgaven der clasfe. „ Deeze beftierders worden jaarlyks op nieuw verkoren. Naamlyk de oudfte in de eerfte. zitting; Van elk halfjaar, zy worden by eene volftrekte meerderheid van ftemmen verkoren. De eerfte maal verkiest elke clasfe twee, waarvan de eerfte na zeS' maanden zyne plaats by bepaaling. van het lot ontruimt. B a 33,  33- „ De commisfie ter beftiering der Fondfen van fclke clasfe, beftaande dus te faamen uit zes leden, heeft de bewaaring der Fondfen van het Inftituut, eri de bezorging van derzelver uitgaven, waarvan zy Jaarlyks aan het Inftituut rekening doet. Vergaderplaats en Bibliotheek. 34- „ Het vereischte Locaal tot de vergaderingen van het Inftituut en deszelfs clasfen, als ook ter bewaaring der verfamelingen en bibliotheeken is aangeweezen door een byzonder ontwerp by deeze vastftelling gevoegd. 35- „ Dit Locaal behoort aan het Inftituut by uitfluiting. Alleen op deszelfs begeerte en bewilliging van het Directoire Executif, mag deswegens verandering gemaakt worden. 36. ,, Eén Bibliothecaris en twee Onderbibliothecarisfen worden by de Boekverfamelingen aangefteld^ 37- „ De Bibliothecaris word door het Inftituut, by eene volftrekte meerderheid van ftemmen verkoren. 38. De Onderbibliothecarisfen worden door het Inftituut, op voorftel van den Bibliothecaris, buiten hetzelve benoemd. 9-9-  39- „ De Bibliotheeken ftaan onder de commisfie van zes leden, die de fondfen en uitgaven bellieren. Verflag aan de wetgeevende Vergadering. 40. „ De Secretarisfen van elke clasfe komen te iaamen, om het verflag van derzelver werkzaamheden te ontwerpen; dit verflag word door hen aan de eerfte clasfe, by de eerfte famenkomst in Fruélidor ingeleverd , die hetzelve, na voorgaand onderzoek, .aan het Inftituut, by deszelfs zitting in die maand, ter hand ftelt. 41. „ De Prefident van het Inftituut fchryft vervolgens aan de Prefidenten der beide Raadsvergaderingen, ten einde te verzoeken dat de Commisfie bericht geeve aan de wetgeevende Vergadering, wegens de werkzaamheden van het Inftituut. 42. „ Het N. I. is gerechtigd , volgens den maatftaf van dit Reglement alle enkele fchikkingen vastteftellen, wegens zyne algemeene en byzondere famen» komften en werkzaamheden. „ Dit Decreet zal gedrukt worden. „ getekend: a. c. thibaudeau, Prefident. „ p. j. audoin, gilbert, desmolières, Secretarisfen. B 3 „ Go  „ Geleezen het bovenftaand Decreet in de zittingen van %C) Ventofe, 7 Genninal en heden, en gehoord het bericht der Commisfie den aoften Ventofe* benoemd , bevestigt de Raad der Ouden het bovenftaand Decreet. Den 150*11 Germinal, het 4dc Jaar der Franfche Republiek. „ getekend: j. a. creutzé latouche, Prefident. „ dalphonse, eetorcy, meilh and. Sccrctarhfcn. In den naam der Franfche Republiek. , , ■ -w e t. „ Dat de gewoone-en "daaglykfche zittingen van het N. I. niet openlyk zullen gehouden worden. „ Den 9 C 3 veel  veel te gereeder, daar het Inftituut, by den geest van befchimping en zucht tot verkleinen, die in de Paryfche gezelfchappen en in zo veele dagbladen heerscht, zich aan de beipieders niet wilde prysgeeven, en zyne werkzaamheden door de tegenwoordigheid van verdachte menfchen geen dwang wilde aandoen: te meer daar men thans nog te veel bézig was met de inwendige regeling van het Inftituut, dan ' dat men zou hebben kunnen; verhinderen, dat niet veeltyds fchynbaar vernederende en hevige debatten voorvielen, die zekcrlyk flechts van de boven bedoelde menfchen hadden kunnen belachlyk gemaakt worden. — Deeze afzonderlyke zittingen hebben my veeltyds leerryk en aangenaam bézig gehouden. De genie vertoonde zich in dezelven ongedwongen; de denkbeelden der uitmuntendfte verftanden ontwikkelden zich hier even vry; men luisterde naar tegenfpraak er. beantwoorde dezelve met openhartige vrymoedigheid ; de debatten waren levendig, zonder hevig te zyn, en grondig zonder in zelfszucht cn ecnzydigheid te ontaartcn. De Duitfche Letterkunde ftaat by de franfche geleerden in eene hooge cn algemeene achting. Dezelve was, in de afzonderlyke zittingen van het Inftituut , het voorwerp van verfcheiden voorftellcn en verhandelingen, ten einde eene nadere verbindtenis tusfehen de franfche en duitfche letterkunde te weeg te brengen, en deeze toenadering door veelvuldige hulpmiddelen te bevorderen. — By zodanige aanleiding wierden met verfchuldigde achting genoemd de naa-  naamen der uitmuntendfte Duitfche Letterkundigen, verfcheidenen van welken thans reeds verordend zyn, om na den algemeenen vrede tot ;asfociatie met het Inftituut uitgenoodigd te worden. ■ Fourcroy deed in de zitting van den aiften Cerminal, het voorftel, om, na de uitgave der Gedenkfchriften van het Inftituut, dezelve ook afzonderlyk aan de geleerde Inftituuten en aan enkele geleerden in Duitschland te verzenden. „ Wy kunnen" voegde hy 'er by, „ wy kunnen dit voorftel, ten beste van onze Letterkunde , niet vaardig genoeg ter uitvoer brengen, ten einde de verbindtenis met buitenlandfche geleerden, welke met het plan van het Inftituut zo naauw verbonden is, werkftellig te maaken". Hy ftelde tevens voor eene Commisfie te benoemen om de Gedenkfchriften der eerfte clasfe, tot welke hy behoort, natezien, in orde te brengen en voor den druk gereed te maaken. — Den 23*"cn Germinal (ia April,) drong ca mus in de zitting der derde clasfe 'er op aan, dat men, ten einde de Boekverfameling van het Inftituut meer volledig te maaken, buitenlandfche geleerde Journaalen , regelmaatig , daadelyk na dat dezelve in het licht kwamen, zou doen overkomen. Hy noemde by deeze gelegenheid, volgens eene meer dan volledige lyst de méést* bekende duitfche tydfchriften, waaronder verfcheidenen , welke den roem, dien zy in den beginne genoten , voor lange reeds overleefd hebben; eene aanmerking, welke ik my niet onthouden kon, aan de Burgers dolomien en GREGOiRE,dienaastmy zaten, medetedeelen. „ Deeze duitfche tydfchriften"; C 4 voeg-  voegde ca mus 'er by, zyn de bewaarplaatfen van veele belangryke ontdekkingen, fcherpzinnige waarneemingen en leerryke opftellen van buitenlandfche geleerden". — Een ander vroeger voorftel, dat men zegt aan een Committé tot nader onderzoek ter hand gefteld te zyn, bedoelt de regeling van een Commisr fie van buitenlandfche correfpondentie, welke Commisfie uit zodanige leden beftaanmoet, die in de taaien dier landen waarmede het Inftituut correfpondentie zoude houden, genoegzaam bedreeven zyn, om met. de buitenlandfche geleerden in hunne landtaal briefwisfeling te houden, althans om hunne brieven in derzelver taal gefchreeven te verftaan,ten einde de correfpondentie onbelemmerd zoude kunnen gehouden worden. Alle verzendingen der buitenlandfche geleerden zullen ten kosten van het Inftituut gefchieden, men zal hen de mededeeling hunner waarneemingen en ontdekkingen op alle moogeiyke wyze trachten gemaklyk te maaken, en zich wederkeerig van de zyde van het Inftituut verbinden, tot mededeeling van al het geen elk hunner in zyn byzonder vak van de werkzaamheden der Franfchen belangryk kan weezen. Daadelyk na den vrede zal deeze Commisfie in haare zo wigtige als gemeennuttige werking gebragt worden. — De benoeming van buitenlandfche geasfocieerden zal eveneens tot deeze gewenschte Epoque uitgefteld worden , ten einde het Inftituut in de tegenwoordige tydsömftandigheden door het aanzoek, noch de vreemde geleerden door de aanneeming zich ongelegenheid veröorzaaken. Voorwaar, by dit plan is eene heufche welgemanierdheid, Vk  in achtgenomen, die de uitmuntende mannen, welke hetzelve ontwierpen , zo veel te meer tot roem ftrekt, daar het aanzoek door elk buitenlandsch geleerden als zeer vereerend moet aangemerkt worden, en het buitendien vastftaat dat de letterkunde met het ftaatkundige volft ekt niets gemeen heeft, waardoor vreemde geleerden en viye mannen Hechts een oogenblik, wegens de aanneeming van zulk eene aanbieding, zouden kunnen aarzelen. Onder de werkzaamfte voorftanders van- zulke voorftellen, die eene nadere verbindtenis met de Duitfche Letterkunde betreffen , heeft men voornaamlyk ca mus te rangfchikken, benevens bitaubé, medelid der derde clasfe van het Inftituut , een man die door zyn veeljaarig verblyf in Duitschland, met de Duitfche Letterkunde gemeenzaam geworden is, als ook de bekende voormaalige Bisfchop gregoire. Laatsjgemelde verftaat het Hoogduitsch niet, maar zyn fterk geheugen van zaaken en naamen, vervat goede en algemeene kundigheden van onze Litteratuur, welke hy door mondelinge en fchriftelyke mededeeling, als ook door recenfien en vertaalingen, en door het leezen van zulke werken, als in Duitschland in het Latyn uitgegeeven wierden, zich heeft eigen gemaakt. — Met die buitengewoone levendigheid van uitdrukking en> yver voor alles wat tot de Letterkunde betrekking heeft, fprak hy my van de verdienften van Duitfche geleerden en van zyn verlangen, dat verfcheidenen hunner, die hy inzonderheid hoogachting toedraagt, C 5 ge-  geasfociëerden van het Inftituut wierden. — De Reprefentant gregoire is bezield dooreen onvermoeide werkzaamheid omtrent alles wat het algemeene nut, benevens de vorderingen van Kunften en Weetenfehappen aangaat. Als medelid van het voormaalig Committé van openlyk onderwys verwierf hy zich wezenlyke verdienften, deels door zyn vlyt om de werkzaamheden van dit Committé door voorafgaanden arbeid te verligten, deels door belangryke Plans voor de Nationaale opvoeding en de bevordering van Kunften en Weetenfehappen, die hy ontwierp , cn die hy ook 't genoegen had, dat ingevoerd wierden.— Ten aanziene van zyne Godsdienftige begrippen en gedrag met betrekking tot den RoomschCatholyken Godsdienst, fchynt hy veelen raadfelachtig. Met hem wegens de vorderingen van b u oNaparte in Italië en deszelfs uitzicht, om het republikeinsch leger eerlang voor het Vatikaan te zien, fpreekende , voerde hy my te gemoet: ., Ik ben een echt Catholyk, (je fuis bon Cathonguej) maar ik haat de waereldlyke magt van den Paus en wensch van harten derzelver ondergang". — In deeze weinige woorden is de geloofsbelydenis van gregoire vervat, en welligt tevens de oplosfing van zyn gedrag als Godsdienst -belyder, 't welk veelen eene ergernis en dwaasheid is. Meermaalen fprak gregoire met ongeveinsde hoogachting van george forster, en was verblyd , verfcheiden berichten wegens zyne voormaalige lotgevallen van my te verneemen. Door zyne aanwyzing, waaraan ik zo veele blyde en leerryke uuren in Parys door-;  gcbragt, verfchuldigd ben, vond ik de uitmuntende letterkundige nalaatenfchap van onzen fors* ter, wiens verlies voor de Duitfche Letterkunde onherftelbaar is, beftaande in een aanzienlyk aantal handfchriften betreklyk de Gefchiedkunde, de Geögraphie, de Natuurlyke Historie en de Staatkunde. Deeze nalaatenfchap wierd, na het overlyden van forster, te Parys, aan het toenmaalig Committé van openlyk onderwys ter hand gefteld, welke het grootfte gedeelte, tot de Natuurlyke Historie betreklyk, aan het Mufeum der Natuurlyke Gefchiedenis overhandigde, om te dienen van bericht wegens den inhoud, de middelen om dezelve voor de Litteratuur van nut te doen zyn, als ook om de nagelaatene kinderen van forster daaruit fcha-? deloos te ftellen. Ik zag deeze handichriften in het Mufeum, in handen van den Botanist jussieu, die 'er met veel lof van fprak, doch zich beklaagde geen Hoogduitsch te verftaan, ten einde de handfchriften van forster, in die taal gefchrecven,te kunnen leezen. De overmaat van bezigheden had deeze handfchriften benevens de overigen, die onder opzicht van lebreton en GiNGUENÉ, by het tegenwoordig Committé van openbaar onderwys bewaard wierden, byna in vergeetenheid gebragt. Volgens het zeggen van deeze mannen zo wel, als van verfcheiden yverige vrienden van forster onder de Reprefentanten en Geleerden, zal den erfgenaamen van f o r s t e r de uitkeering van derzelver eigendom geenzins bezwaarlyk gemaakt worden. ■ De handfchriften , welker doorbladering my van we-  wegen de Commisfie van openlyk onderwys, zonder bedenken vergund wierd,waren inhetEngelsch, Fransch en Hoogduitsch gefchrecven en de belangrykften van volgenden inhoud: over het ftaatkundig ovenvigt der Franfche Republiek; — over de ftaatkundige gefteldheid van Europa , inzonderheid van Duitschland; — over de ftaatkunde; — over den tyd dat de Franfchcn Mentz en. Frankfort ingenomen en bezeten hebben; — over de kunsttermen der Zeelieden; beneven veele catems van bouwftoffen tot eene gefchiedenis van de Zuidzee, De dikfte omflagen vervatteden de handfchriften wegens dit onderwerp. Byaldien,fob,ster deeze houwftoffen niet reeds zelfs gebruikt heeft in het Journaal zyner Reizen, gelyk misfehien plaats heeft, is niets meer te wenfchen , dan dat dezelven, gelyk ook verfcheiden zyner overige handfchriften ten voordeele der Litteratuur fpoedig mogen gehézigd worden. — — Knagende zorg over rampfpoedige perfoonlyke betrekkingen, cn — kwelling wegens verydelde verwachtingen, hebben den dood van forster verhaast. — Kalme rust zy het graf, 't welk de asfche des braaven rampfpoedigen mans vervat; — die kalme rust welke hy zelf hier beneden niet yinden mogt! —— KA-  nationaal museum der natuurlyke historie. Het Mufeum der Natuurlyke Historie doet zich thans in meerder luister op, dan voormaals het koninglyk Cabinet d'Histoire Naturelle. De tuin is • aanmerkelyk vergroot, en met een trapswyze opgaande Gehoorzaal verfraaid; het Gebouw van het Mufeum zelfs word mede aanzienlyk grooter geStaakt; de verfamelingen zyn van veel greoter uitgebreidheid , meer fystematisch gerangfehikt en beter onderhouden; de geheele inrichting is veranderd , en het Mufeum tevens tot eene ftichting van openbaar onderwys aangelegd. Met de blyde herdenking der genoeglyke uuren in deezen heerlyken Tempel der natuur en deszelfs tuin doorgebragt, paart zich het dankbaar aandenken aan verfcheiden braave, verdienftelyke mannen, welke dit genot door hunne minzaamheid , door aanwyzingen en eigenen voorgang verhoogden en vermeerderden. ' Het tydftip der meer uitgebreide gémeennuttiga inrichting van het voormaalig Cabinet en Jardin du Roi , was dat van den io 'en JUny 1793. De voormaalige Graaf lacepede, die uitmuntende Geleerde en werkzaame beoefenaar der weetenfehappen, ontwieip daartoe grootendeels het Plan, 't welk door een Decreet der Nationaale Conventie bekrachtigd wierd. Het voormaalig Cabinet der Natuurlyke Historie bekwam de thans meer voegende benaaming; dertien voorleezingen, over de onder-  clerfcheiden takken der Weetenfehappen in liet Mufeum beoefend, wierden vastgefteld,en de benoemde Leeraars gelast een naauwkeurig ontwerp van voorleczingen te vervaardigen. Dit gefchiedde, en op het uitmuntend rapport van thibaudeau, die als medelid van het Committé van onderwys het geheele plan ontwikkelde, wierd door een Decreet van den 2iaen Primaire (10 December 1794) de nieuwe inrichting bevestigd, van welke het volgende een kort overzicht verfchaft: Voorleezingen en Leeraars, Mineralogie — Daubenton. Algemeene Chemie, — Fourcroy. Chemifche Technologie, Brogniard. Buitenlandfche Kruidkunde, — Desfentaines. Inlandfche Veldkruidkunde, — Jusfieu. Plantenkweeking, — Thouin. Onderwys van de Dieren naar derzelver onder-» fcheiden clasfen, — Geofroy, — Lacepede, — La» marqué. Ontleedkunde van den mensch, — Portal. Ontleedkunde der Dieren, — Mertrud. Leer van de aarde, — Faujas. Teken- en Schilderkunst van de drie ryken der Natuur. — Vanfpaandonk. De Ontleedkunde word alleen 's Winters, en de overige Weetenfehappen in de daartoe pasfende fai- foc-  foerien verhandeld. De anatomifche aamvyzingeh * benevens de chemifche en geölogifche Verhandelingen, worden gehouden in een fraai Arnphitheater<, daartoe in den tuin gebouwd, waar ik de voorleezingen van brogniard, voor eene vergadering van meer dan duizend toehoorders bywoonde; in hetzelve als ook in den tuin word de buitenlandfche Kruidkunde en Plantenkweeking onderweezen, de Mineralogie en Zoölogie in de Galleryen van het Mufeum en de Tekenkunst in de Bibliotheek. — Men woont de voorleezingen by , zonder dat zulks geld kost, en in een geheel jaar worden vyf honderd uuren tot onderwys hefteed. — Onder het beftier van den allezins minzaamen opzichter lucas, die zich bevlytigd de vreemdelingen met aanwyzingen tegemoet te komen, worden de galleryen van het Mufeum op den eerften, vierden en zevenden dag van elke Decade voor het Publiek opengefteld; in den Zomer gefchied zulks daagelyks, met uitzondering van den Decadedag, zeven uuren lang; doch alleen voor de Studenten en zodanige vreemdelingen welke met eenig Profesfor bekend zyn. De tuin, waartoe men altydvrye toegang heeft, ftaat onder opzicht van den opperhovenier t o u ï n. Vyf dagen van de tien hebben de Studenten toegang tot de Bibliotheek, van welke toskan en delaunoy opzichters zyn. Op de dagen dat de Galleryen voor het Publiek geopend worden, heeft hetzelve mede toegang tot de Bibliotheek. — Onder het geleide van lucas, geeven verfcheiden onderöpzichters van het Mufeum, met eene gelyke maat van vriendelykheid en  tn kunde als van onbaatzuchtigheid, aan vreemdelingen en inlanders, aanwyzing en verklaaring van de verfamelingen in hetzelve voorhanden. De Systematifche rangfchikking der verfamelingen van Mineraalen, Infe&en, Conchyliën en Dieren, — de zorgvuldigheid waarmede dezelven onderhouden worden, benevens de glinsterende zindelykheid van de Galleryen en Kasfen is voortreflyk, en het is indedaad geenzins uit minachting omtrent een man, die boven myn lof verheven is, wanneer ik uit hoofde myner opmerkingen nu en voor twaalf jaaren, durf beweeren, dat de tegenwoordige inrichtingen zeer aanmerkelyk den voorkeur verdienen boven de voormaalige, onder opzicht van iuffon. De nieuwe inrichting en rangfchikking der Mineraalen, is een gedenkteken van den Nestor der franfche Geleerden, van den verdienftelyken tagtigjaarigen daubenion. De overige Hoogleeraars zyn yverig bézig elk in zyn vak, om de inrichting van het geheel tot meerdere volkomenheid te brengen. Door keuze der Hoogleeraars onderling, word de directie van het Mufeum, jaarlyks afgewisfeld; doch kan één jaar verlengd worden. Thans was jussieu Voorzitter, en men vleide zich dat den braaven onvermoeid werkzaamen lacepede, het volgend jaar het beltuur zou opgedraagen worden. Zeer dikwyls was ik in de Galleryen medetoehoorder van deezen, in veele opzichten hoogstachtingswaardigen man,  Itoan, by zyne verhandelingen over de geflacliten der Hangen. Klaarheid van denkbeelden , levendigheid van voordragt, volheid van gedachten en bevalligheid van taal, kenmerken zyn voordragt. Lacepede is een even zo verdienftelyk geleerde, als hy achtingswaardig mensch , yverig republikein en interesfant in den omgang is. Van wegen het Departement van Parys, was hy de eerstbenoemde tot AïAtfembléc lcg!J!ative,en wierd een der eerfte Prefi* denten dier Vergadering. In dit korte tydsgewricht heeft zyne buitendien zwakke gezondheid veel geleden. Hy wierd van 't voorzitterfchap ontflagen, naardien eene hevige blocdlpuwing 't gevolg was van de uitzetting van zyn ftem, zo menigmaal hy den Prefidiaalen ftoel bekleedde* Voor de vervolgingen van Robespierre niet veilig,verliet hy, onder 't Dictatorfchap diens moordenaars, Parys, leefde eenzaam op 't land, cn kwam vandaar niet terug dan op 't dringend aanzoek van 't Committé van onderwys, by gelegenheid der organifatie van 't Mufeum. De verfamelingen van byzondere perfoonen, door het Gouvernement aangekocht (*), het overgevoerde (*) De laatfte aankoop van 't Gouvernement was, naar my uit Parys gemeld word, de uitmuntende verfameling van te vaillant, van zeshonderd opgezette vogels, meest uit Africa herkomftig,en van agthonderd Vlinders, welke ik by zyne, thans van hem gefcheidde, doch weder in 't huwelyk getreede vrouw, gezien heb. Onder de vogels waren tweehonderd tot nog onbekende en dus ook ii. stuk. d m  de Cabinet van den Prins van Oranje, benevens de verbeurdverklaarde verfamelingen van verfcheiden voornaame Emigreès, by voorbeeld, van de Prinfen van Montmorency en Montbarry,hebben het Mufeum zeer aanzienlyk verrykt. Men had het Cabinet van den Prins van Oranje voor een gedeelte nog in verfcheiden kisten gepakt laaten ftaan, tot dat de bovenfte verdieping van het Mufeum, waaraan met yver gewerkt wierd,in orde zou zyn. In dezelve worden verfcheiden groote Zaaien gereed gemaakt, die haar licht door glazen koepels van boven ontvangen. In een derzelven had men by voorraad de uitmuntende verlameling van opgezette vogels uit een gezet, die zo onfehatbaar ten aanzien van de zeldzaamheid als bekoorlyk is ten opzichte van de fchilderachtige en natuurlyke houding der voorwerpen; welke confervatie bewondering verdient. Verfcheiden opgezette viervoetige gedierten, benevens een groot gedeelte der zeldzaamfte dierlyke geraamten , mede uit den Haag overgebragt, waren ook reeds ontpakt. Laatstgemelde verfameling is mede byzonder bezienswaardig. Zy ftond in een afzonderlyke Zaal, doch was nog niet gerangfehikt, daar men voor dezelve een ruimer locaal in gereedheid bragt. — Toen ik in deeniet befchreeven foorten, waarvan le v ai li ant in zyne Ornithologie, die by caterns word uitgegecven , de befchryving gemeen zal maaken. Ik zag in deeze verfameling de huid cener Giraffe, welke, van de hoeven der voorpooten tot de hoorns, zestien voeten en tien duimea». hoogte had.  deeze Zaal, hier het veertienvoetig Scelet van een Giraffe , benevens de geraamten van een menigte Aapen, gints de reusachtige beenderen van een Elefant en Rhenosceros befchouwde, friet ik met den voet tegen een flechte houten kist, die onachtzaam naar den wand gefchoven Hond. — Ik zag met verbaazing de verdroogde overblyffels van een men* fchelyk lichaam van meer dan zes voeten lengte, ten deele met eenige lappen van verfleeten kleeding bedekt, in de open kist voor my liggen. Voorzeker een vreemd gezicht te deezer plaatfe» — Van wien , vroeg ik den opzichter, is dat rif, daar gints ? Met een eerbiedwekkende halfgefmoorde ftem, gaf hy my tot antwoord : „ dit is het lyk van den grooten ture nne!" — Turenne?! Hoe kwamen deeze eerwaardige overblyffels her* waarts ? Wie ftoorde derzelver rust in het graf? — De opzichter berichtte my,dat men, by gelegenheid der beftorming van de Koninglyke Graven in de kerk van St. Denis, de fchending van het graf en van het lyk van deezen beroemden Held gevreesd had, en hetzelve te dier oorzaake uit de kist genomen, en onder voorwendfel van hetzelve tot anatomifche aanwyzingen te gebruiken, herwaarts in veiligheid had overgebragt. — Het vleesch en de huid waren op de beenderen gedroogd, geen gelaatstrek kon men onderfcheiden,— het vel van de buik was» ter plaatfe waar de held door de kanonskogel doodelyk verwond wierd, gefcheurd. — Met diepen eerbied befchouwde ik de overblyffels van deezen beroemden Held, welke thans en ter deezer plaatfe D a een  een treffend gedenkteken opleverde van de tot niets verdvvynende menfclielyke grootheid! Een vcrfameling van anatomifehe preparaten, door den nog leevenden Bootzeerder en Anatomist pinson , van Was veivaardigd, is geenzins van verdienften ontbloot, doch, ten aanziene van volledigheid of van kunftige bewerking, volftrekt niet te vergelyken met de bekende verfameling van foortgelyke voorwerpen , welke te Florence gevonden word. De voornaamfte ftukken beftaan in een liggend volledig menfchenbeeld, welks hoofd en lichaam uit eikanderen kunnen genomen worden , ten einde de famenftelling der inwendige deelen te zien, en in verfcheiden preparaten tot de Theorie der voortteeling betreklyk. — Ook dit Cabinet ontbreekt de vcrëischte plaats om het ten toon te ftellen. . Van alle deeze uitmuntende vcrfamelingen van het Mufeum zal, zo dra dezelven, na de voltooiing van het Gebouw, in orde geplaatst zyn, een beredeneerde Catalogus publiek gemaakt worden, waarvan de afdeelingen door de aangeftelde hoogleeraars, elk in zyn byzonder vak, gefchrecven worden: ten aanzien van- veelbevattendheid en gepaste inrichting voor zeker het eerfte ftuk in zyn foort. In een nis aan den grooten trap, die naar de Galleryen van het Mufeum geleid, vind men het marmeren ftandbeeld van den Graaf de buffon, door pa jou vervaardigd, 't welk ter eere van dien groo  grooten Man, reeds by deszelfs leven, wierd opgericht, en voorzien is van het trotfche byfchrift: Majejïali natura par ingtnium* Het idéé van dit ftandbeeld is ftout gedacht, en de uitvoering heeft verdienften. Hetzelve is ongekleed tot de heupen. Een' los omgeflaagen kleed hangt over de linke arm nederwaarts, en bedekt de heupen en fchenkels. Het beeld heeft in zyn rechte hand een griffel, op een tafel door de linke hand vastgehouden en op een aardglobe rustende. Het hoofd is rechtsaf eenigzins opwaarts gekeerd, met uitdrukking van diepzinnig gepeins. — Aan de voeten ziet men voortbrengfels van het fteeu- en plantenryk : Ertzen, Coralen, Kool- en andere Gewasfen, allen, tot'in 't kleine toe, uitmuntend bewerkt , maar te overtallig. Een Slang komt tusfehen dezelven te voorfchyn , en men ziet een Leeuwenkop naast de voeten uitfteeken. Een Jagthond dringt tusfehen de beenen van het beeld door, en lekt hetzelve de voeten; een zinnebeeld der dankbaarheid van den hond, van wien de natuurkenner in zyn werk een lofreden hield; — een meer gepast voorwerp der poè'zy dan van beeldende kunst. Het Standbeeld bleef ten tyde van het Vandalisme onbefchadigd, hoewel de verwoesters ook in den omtrek van het Mufeum hunne wcede den teugel vierden, en in den tuin het borstbeeld van den Ridder linneüs omhieuwen. — Dat het ftandbeeld van euffon onbefchadigd bleef,was echter geenzins het gevolg van eerbied voor de qaD 3 Se-  54 gedachtenis van dien grooten man, — want zy roeiden zyn ftam uit door het vermoorden van zynen eenigen zoon. Dees ffierf onder de Guillottine. Het moordfchavot beklimmende, keerde hy zich tot de verftomde menigte, en riep, in gevoel der grootheid van zynen naam en van zyn onfchuld : je me homme eufïoNj & je meurt innocent (*); oogenbliklyk ftroomde zyn bloed, 't Lafhartig volk bleef gevoelloos. Den uitmuntenden vader van deezen man zouden de ellendelingen even zo hebben kun» nen zien ombrengen. BOTANISCHE TUIN. Met geen bekoorlyker beeldtenisfen verlustigt zich myne verbeelding,dan by de herdenking dier onvergcctclyke uuren, in welken ik, in deezen hcerlyken tuin het zuiverfte genoegen fmaakte, —In eenzaame afzondering van alle gewoel, my by zyne heuvels nedervleiende, genoot ik meermaalen het verfrisfende deizuivere morgenlucht ; de dichte fchaduwen zyner grootfche Lindenlaanen beveiligden my voor de bette van den middag , terwyl de uitwaasfcming der Bloemen en Planten van al de vier waerelddeclen, my 's avonds de lieflykfte geuren deed inademen, — De tuin verfchaft den wandelaar telkens een nieuw genoegen; het aanfchouwcn van het bekoorlyk lente- (*) Ik noem my frurpoN, en lterf cnfchuldjg.  tegewaad vestigt de opmerking door eene fteeds vernieuwde verrukking; — ongaarne verlaat men dcnzelven, terwyl men met hartelyk verlangen om het aanminnig gezicht der natuur,die zich hier in haareverhevenheid en wonderbaare fchoonheid vertoont, weder te genieten, zich telkens daarheen begeeft. — Hier ziet men over de bedden een veelkleurig kleed van bloemen uitgefpreid, gints gewasfen, welke aan ons waerelddeel vreemd zyn ; elders lütheemfche boomen hunne weelderige takken, met blociicls verfierd, uitfpreiden ; terwyl z;ch onder Palmboomen cn den Ceder van Libanon, de grootfche Aloë verheft, _ De ftookkasfen der Planten eenmaal bczigtigd hebbende, gaat men die echter naderhand gaarne voorby; want, daar derzelver groot aantal in een zeer naauwe ruimte beperkt is, verwekt dit gedrongenc een onaangenaam gevoel, als men, byvoorbeeld, ziet dat de veertig voeten opwaartsfteekende kruin eener grootfche Castus Pcruyiana in een naauwe houten kas gefloten is. 'Er is een plan gemaakt van nieuwe en ruimere ftookhuizen, doch de uitvoering deszelven is uitgcftcld. • Van de twee heuvels, die met verfcheiden foorten van dennen beplant, de een achter den anderen, aan de linke zydc van de tuin gevonden worden, heeft men een ruim uitzicht, 't welk zich over den tuin, die in velden verdeeld en met laanen doorfneden is, heen, tot over de Seine, naar de voorftad Anioine en de velden rondom Parys uitftrekt. — De verlichting der avondzon doet eene heerlyke uitwerD 4 king  king op dit ruim verfchiet. — Het fchraale Chinee fche Tempeltje van Brons op de achterften heuvel , niet het laffe opfchrift: Lumine & calore fol mundum viyificat (*) , is hier zeer kwalyk geplaatst; naardemaal deeze fmaaklooze bouwkunftige ïpeeling de fraaie éénheid van het geheel jammcrlyk bederft. — Het zonneüur boven aan de kleine lantaarn van het Tempeltje, 't welk voormaals het uur van den middag met het affchietcn van een geWeer door een automate aanduidde, thans echter om kruid te befpaaren, in rust gezet is, — mag kunffig uitgevonden zyn ; — zeer gepast voorzeker is het byfehrift: Hor as non numero nifi ferenas (f). — Het fmarttc my aan den voet deezes heuvels, onder de fchaduw van eenen majeftueufchen Ceder, die zyn kruin boven al de andere boomen verheft, het gedenkteken vantiNNieus te misfen. Voormaals wierd het borstbeeld diens beroemden mans op een hoog pedeftal daar ter plaatfe gevonden; doch de Vandaalen hadden hetzelve verbryfeld, omdat het met het teken eener Ridderorde verfierd was! Thans Hond het voetftuk ledig onder den Ceder. • De aanmerkelyke vergrooting van den tuin tot aan de Seine,is met de nieuwe inrichtingen, daartoe behoorende , tot Hand gebragt; Hechts ten aanziene der verfiering, waren eenige kleinigheden, in ver-. ge- (*) 02 Zon geeft de waereld door licht en warmte het leven. O) Ik tel niet dan heldere uuren*  gelyking der groote werken, nog onvoltooid. — De hoofdzaak der Plantenkweeking is wel bezorgd. Onda- tienduizend foorten van Planten , die volgens het fystema van jussieu gerangfchikt wierden, vind men tweehonderd nieuwe , die nog niet befchreeven zyn. De kweekery van buitenlandfche boomcn is uitmuntend. De onderfcheiden gefiachten der boomen ftaan elk op zichzelve, in eene voor het oog bevallige rangfchikking, in ryë'n geplaatst. • Met den tuin zyn de Diergaarden thans verbonden. In derzelver aanleg wil men een fraai gedacht, maar in de uitvoering met.veelc zwaar, gheden verknocht plan volgen, 't welk lacepede ontworpen heeft. Volgens hetzelve moeten wilde dieren allengs aan het klimaat gewend worden, en alsdan in zo veel moogelyk opene plaatfen, zo veel vryheid genieten, als met de veiligheidbeftaanbaar is, ten einde derzelver natuur, levenswyze en hoedanigheden naauwkcurig optemerken. Buitenlandfche gedierten van tammen aart zullen in daartoe vervaardigde ruime perken , onder boomen , bofchaadjen en planten van hun klimaat vry rondloopen. — Men had reeds een begin gemaakt ter uitvoering van dit plan, "t welk, by't eerfte voorkomen, zo gelukkig uitgedacht fchynt. — Naast den uitgang van den tuin aan de Seine is een Circus gebouwd , met verblyfplaatfen voor dieren omgeeven. De Leeuw, die voorheen als koning der dieren te Verfailles bewaard wierd, met zynen veeljaarigen getrouwen medgezel, een hondje dat tusfehen zyne klaauwen lag, en zonD 5 der  der fchroom met de maanen van dit grootmoedig dier lpeekïe, was des tyds de voornaamftc inwooner van den Circus; terwyl men uit 's Hage nog twee Eiefanten van beide fexe verwachtte. — De Leeuw intusfchen heeft de groote maat van vryheid, die hem ongewoon was, verfmaad, en is federt geltorven. De Beeren, Wolven en Vosfen, welke tot zynen voormaaligen hofftoet te Verfailles behoorden, worden daar- nog gevonden, zynde deeze medegenoten der verfcheurende gedierten, die voormaals te Verfailles gehouden wierden, amnestie verleend. Langs de groote Lindenlaanen aan de rechte zyde van den tuin zyn perken, met boomen beplant, voor andcrfoortige dieren aangelegd. Twee zwaarlyvige Drommedarisfen beweegen zich hier traaglyk, terwyl gints vlugge Reeën en ranke Harten rond huppelen en eikanderen in de wyde ruimte najaagen. — Tusfehen deeze perken vind men het befchaduwd voorplein van eene kleine herberg , een bevallige kleine boschaadje met tafels en banken voorzien, waar men het ontbyt van brood, verfche melk en vruchten kan gebruiken. — Byna eiken avond, byzonder]yk echter's Zondags avonds, komen hier de families der deftige ftille burgerftanden faamen, welken de Jardin des Plantes het bekoorlykst genoegen oplevert, ten einde den namiddag en avond het ftille genot der befchouwing van de natuurlyke Zeldzaamheden van den tuin te fmaaken: voor de kinderen is het een feest, wanneer hunne ouders hen naar den Jardin des Plantes medenemen. Tor  59 Ter voorkoming van ongeregeldheden in den tuin, die fteeds openfiaat, is op verfcheiden plaatfen de volgende waarfchuwing aangeplakt (*): „ Citoyens» refpectez cette proprièté. lmo. „Paree qu'elle tient au bien de Fhumanilé,aa •» progrés des fciences utiles, & que fes produils ftr~ „ vent a foulager nos frères malades £? pouyres. aio. „ Paree quelle est une proprièté nationale £? „ qiien cette qualité, elle appartient ct tous, & a „ perfonne en particulier, Citoyens, en conferyant cette inléresfante proprié„ te', c'est vous-me'mes que vous fervcz;cn conféquen„ ce, vous êtes invités a vous rendrc furveillans les Uns des autres, & a vous oppofer a ce quil ne fa commette ici aucun dégat en votre prcfencd''' (f). Zul- (*) Eene waarfchuwing, in denzelfden geest ontworpen , heeft dc edele Vorst Borghefe in zyne heerlyke Villa naby Rome, doen plaatfen. Men zie myne Darfleliungen aus Italien, bladz 243. (t) Burgers! eerbiedigt dit Eigendom. Vooreerst, wyl hetzelve het heil der menschheid en de bevordering van nuttige weetenfehappen bedoelt, en zyne voortbrengfels ftrekken tot verkwikking van onze zieke en behoeftige medebroeders. Ten tweeden, wyl hetzelve een nationaal Eigendom is, en als zodanig aan allen te faamen toebehoort, doch aan niemand in het byzonder. Burgers, door dit belangryk eigendom ongefchonden te  Zulke waarfchuwingen of ook Hechts eenvouwdig een gelpannen lint, met de woorden : On ne pas/a pas ici (*), misfen by de Paryfenaars nimmer de begeerde uitwerking, en maaken veel dieper indruk, dan in Duitsland de geesfelpaalen aan den ingang der perken en tuinen der Vorften en Edellieden, Voorzien van yzeren boeien en byfehriften, die den Majefteitsfehender, welke zich verftout ietsaanteraaken, met criminecle lyfftraffcn bedreigen — ten einde, eiken befchaafden man, welke de genade verleend word, den gepriviligeerden grond te betreden, door deeze vaderlyke onderrichting de genieting van zyn. vermaak te verzoeten. STERRENTOREN EN BUREAU DES LOKGITUDES. Het uitzicht van het platte dak van het hoog verheven Obfervatorium aan het eind van Parys gelegen, over die verbaazend groote Stad en de omliggende landftreek , is van eene onafmqetelyke uitgebreidheid en allerbekoorlykst. Zulks is thans nog het bezienswaardigfte van het obfervatorium, welks inwendige inrichting nog in de geboorte is. Men te bewaaren , doet gy uzclven dienst; weshalven gy word ijitgenoodigd, over eikanderen toezicht te houden, en 'er u tegen te verzetten dat in uw byzyn geenerlei fchennis worde toegebragt. (-*) Mui gaat hier niet door.  Men bouwt binnen hetzelve verfcheiden groote g*> welfde Zaaien , terwyl in de nationaale bewaarplaatfen genoegzaame voorraad van astronomifche werktuigen voorhanden is, om hier een aanzienlyke apparatus byëen te brengen. 'Er was voorgeflagen voor het (Obfervatorium, een Telescoop van zestig voeten lengte te doen vervaardigen , voorzien van een Spiegel van zes voeten middenlyns, Van Platina gegoten, waartoe het metaal door den Chymist j anetti reeds bewerkt wierd. De oude Jnftrumenten, welke thans aan het Obfervatorium gevonden worden,zyn van geen beduidenis,en ftonden metftof bedekt , in de grootfte wanorde, gints en elders verfpreid. — De beroemde onderaardfche fteengroeVen van den Sterrentoren, wegens hunne diepte, wyden omgang, benevens Aard- en Schelpbeddingen en Stallacriten zo algemeen bekend als bezienswaardig, tot welken men my twaalf jaaren geleden , zonder bedenken, toegang vergunde, waren thans gefloten «1 zonder verlof kaartje van den Minister van het binnenbeftuur, dat zulks uitdruklyk inhield, wierd niemand in dezelven toegelaaten. Men heeft dit Gebouw benevens het voormaalig militaire School by het veld van Mars , gefchikt voor het Bureau des longitudcs.; opgericht, ingevolge het raport van den onvermoeid werkzaamen gregoire aan de Conventie, van den Mesfidqr, het Jaar, zynde de nieuwe aanleg in het Obfervatorium beftemd tot de organifatie van dit belangryk Inftituut. — De yoornaame doeleinden deszelven zyn-  zyn, meerdere volmaaking van astronomifclié tafeli en kaarten, van de onderfcheiden methoden ter bepaaling der lengte op Zee, redactie der berekening van den tyd; bekendmaaking van fterre- en weerkundige waameemingen; correfpondentie met inlandfche en buitenlandfche Obfervatoriën, benevens een fystematisch geregeld onderwys in de Sterrekunde. Tot inftandhouding deezer inftelling, aanwinst van astronomifche en mathematifche werktuigen, en jaarwedden der Hoogleeraars, zyn aanzienlyke fondfen bepaald. Volgende beroemde mannen zyn by dit Inftituut tot Hoogleeraars aangcfteld: In de Meetkunst Lagrange en Laplace. In de Sterrekunst Lalande, Casfini, Mechain en Dclambre. In de Zeevaartkunst Borda en Bourgainviilci In de Aardryksbefchryving Buache; cn In de Tekenkunst Caroché. Buiten deezen behoo* ren nog vier geadjungeerde Astrohomistcn tot het Bureau. ECOLES DE SERVICES PTJBLICS, Onder deeze algemeene benaaming zyn de negen volgende nieuwe Inftituuten bcgreepen : Ecole Polpechnique. Ecole des Mines. Ecole d" Artillerie. Ecole des IngenieursmilitaireS. Eeok des fonts & Chausfées. EC3'  Ecole des Géographes. Ecole des Ingenieurs de Vaisfeaux, Ecole de Navigation. Ecole de Marine. Alle deeze Schooien zyn onafhangfyk van de algemeene Organifatie van het publiek onderwys , en hebben ten onderwerpe, de onderfcheideu werken, welke de dienst van het gemeenebest vordert, Xtrayaux publiés,) en die voorafgaande kundigheden in Weetenfehappen en Kunften onderftclleri. Alleen zodanige kweekelingen worden in deeze Schooien opgenomen, die, in mededinging,vooraf van hunne kunde in de grondbeginfelen blyken gegeevcn hebben, volgens een onderzoek voor elk der Schooien afzonderlyk bepaald. Het gemeenebest bezoldigt alle deeze kweekelingen. — Van de organifatie der twee eerstgemelde Schooien, die ik meermalen bezocht, en in wier voorbeeldige inrichting ik 3ny verheugd heb, volgt hier een meer uitvoerig verflag: van de overigen kan ik Hechts een algemeen bericht mededeelen. Polytechnifche School. Het tegenwoordig Gouvernement ftichtte zich reeds, in de eerfte maanden van zyn beftuur, door deeze veelomvattende ftichting, een heerlyk gedenkteken. — Een groot gedeelte van het uitgeftrekt voormaalig Palais Bourbon is tot dezelve ingericht. De Bestierders, Leeraars en Kweekelingen woonen 'er; men  men vind 'er de Zaaien tot onderwys, do werkplaatfen, de verfamelingen van boeken , modellen , inftrumenten en kunstwerken, welke tot deeze Schooi behooren. De bedoeling van dit Inftituut is de voordragt der mathematifche en phyfifche Weetenfchar> pen, die op alle vakken van kunst eil handwerk betrekking hebben. — Het volgende is een uittrekfel uit de Conftitutie van dit hoogstbclangryk, algemeen nuttig, met naauwlyks berekenbaare kosten opgericht Inftityut, welke Conftitutie door den Raad der Polytechnifche School ontworpen, het Directoire Executifdea Ventofe het 4 de Jaar (20 Maart 1796.) aangeboden, en van hetzelve op denzelfden dag bekrachtigd wierd. Het onderwys verdeelt zich in twéé hoofdtakken : Wiskunde en Natuurkunde. „ 1. De Wiskunde vervat de ontleedende en gedaantebefchryving der voorwerpen, met toepasfing der Analyfis, op de Meetkunde en Werktuigkunde. — De befchryvende Meetkunde, als het eerfte gedeelte der gedaanteöntwikkeling der voorwerpen, verdeelt zich in drie hoofddeelen: de weetenfehap der Stereotomie, — de gemeene werken, — en de kunst van verfterking. — De Stereotomie houd zich bézig met de wetten en methoden der befchryvende Meetkunde, toegepast op ftcenhouwery, timmerwerk, fchaduwen der lichaamen, lyncn en luchtperlpectiven, tekening van landkaarten en bellekken, vlakten, eenvouwdige en faamgcftelde werktuigen. — De  De gemeene werken vervatten de aanlegging en in-» ftandhouding der Chausfèes, der bruggen , kanaalen* havens, bergwerken, de bouwkunst, benevens de inrichting van publieke feesten. — De kunst van verfterking ftrekt zich uit over den aanleg van bevestigde posten, binncnlandfche en grensplaatfen, als mede over de wys van derzelver aanval en verdeediging. — De tekenkunst, als het twede gedeelte der gedaante ontwikkeling der voorwerpen , betreft de naarbootfing van ronde lichaamen, aftekening der voorwerpen naar de natuur, — als ook de grondbeginfelen der fmaakkunde Qestetiea) by de beoefening der werken van famenftellingen. « a. Het onderwys in de Natuurkunde bevat derzelver toepasfing op de algemeene verfchynfels in de natuur, en op de byzondere in de Scheikun* de. — Dat der algemeene Natuurkunde vervat de ontwikkeling van de voornaamfte hoedanigheden der lichaamen, benevens de mechanifche Weetenfehappen daarop gegrond. Dienvolgens de kennis van de famenftclling, de fterkte en kracht der Dieren, en derzelver gebruik by de werktuigen, benevens de grondflagcn van de zuiverheid der lucht in byzondere en openlyke gebouwen. — De byzondere Natuurkunde of Chymie , in derzelver onderfcheiden takken, heeft ten voorwerpe de ruwe ftof, als het voorwerp der kunften, byzonderlyk dier kunften welke tot de publieke werken vereischt worden; — wyders de zouten en de geörganizeerde lichaamen ..\ an de drie ryken der natuur. II. stuk. E , Het  „ Het onderwys in alle deeze kundigheden ga-> fchicd door den voordragt der Hoogleeraars en de eigen werkzaamheden der Kweekelingen. De Curfut daarvan word in drie jaaren verhandeld. „ Eerfte Jaar : Stcreotomie. Algemeene Grondbeginfels der Analyfis, toegepast op geometrifchc grondbeginzels der Statik ; Stcreotomie. — Curfus van algemeene Natuurkunde. Eerfte beginfels der Chymie, toegepast op de Zouten. — Tekenkunde» „ Twede Jaar: de Gemeene Werken. Analyfis der Mechanica toegepast op vaste lichaamen en vloeiftoffcn. Gemeene werken. Bouwkunst. Zootechnica. Grondftellingen van de zuiverheid der lucht. — Twede tak van Chymie, de plantaartige en dierlyke bewerktuiging betreffende. — Tekenkunst. Derde Jaar: Kunst van Verflerking. Toepas* fing der Analyfis ; berekening van de kracht der werktuigen. Kunst van Verflerking, Zeehavens en derzelver Werken. Befchouwing van de voornaamfte werkplaatfen der mechanifche cn chemifche Kunften. Derde tak van Chymie, de mineralifche voortbrengfels betreffende. — Tekenkunst.". Nu volgt in het plan, de afdeeling van dagen en uuren, zo wel voor de voordragten der Leeraars als voor de afzonderlyke oefeningen der Kweekelingen j — 't geen ik hier voorby ga. ,, De Kweekelingen zya, volgens de driejaarige Cur-  Cusfus, mede in drie afdeclingen verdeeld, elk vaft welke jaarlyks tot deCurfus van het volgend jaar opklimt. De tyd wanneer de Kweekelingen de School veriaaren, de wys op welke zy door anderen vervangen worden, gelyk ook de trapswyze opklimming van onderwys is door byzondere vastftellingen bepaald. Betreklyk de afzonderlyke oefeningen zyn de Kweekelingen wederom in drie hoopen verdeeld, die, onder opzicht der Hoogleeraars, in de chymifche werkplaatfen achtervolgens hunne oefeningen voortzetten. „ De zaaken van het Inftituut worden beftierd door den Directeur , de Hoogleeraars , Adminiftrateurs Brigade - chefs, Kunstenaaren , medewerkers in de Laboratorié'n,en die perfoonen welke tot de huishouding van het Inftituut aangefteld zyn. — Elk hunner word door de Conftitutie een naauwkeurige regel zyner werkzaamheden voorgefchreeven. „ De Raad van ha Inftituut beftaat uit den Directeur, de Leeraars en derzelver Adjuncten, benevens de Adminiftrateurs en écn Secretaris. Deeze Raad regelt het onderwys, den tyd cn de keus der werkzaamheden, benevens de vervaardiging van werktuigen en modellen, — cn maakt het ontwerp deirapporten tot meerdere volmaaking van het Inftituut. In zaaken van Politie, het Inftituut betreffende, vervoegt men zich ter eerfte inftantie tot deezen Raad. Dezelve bepaalt de jaarlykfchc uitgaven, enftelt de petitie daarvan aan den Minister van het binnenbeE 2 ftuur,  ftuur, ter hand. — De Directeur word door het Directoire Executif benoemd. De gelastigden tot waarneeming der zaaken van het Inftituut worden door den Raad derzelven verkoren, op voorftel der Leden. — De dagen, op welken vergadering gehouden word, als ook de wys der deliberatiën van den Raad Worden in het plan mede bepaald. ,, Het Inftituut geeft een Maandwerk uit onder den tytel: Journal Polytechnique, in welk openlyk verflag gedaan word wegens de vorderingen van onder wys, als ook van de werkzaamheden der Kweekelingen , Leeraars en medehelpers. De Secretaris van den Raad van Beftuur verfamelt daartoe de bouwftoffen. „ Met het befluit van het Jaar, geeft de Directeur aan den Minister van het binnen - beftuur, verantwoording van de uitgaven , en levert de petitie der fondfen voor het volgend jaar in. Tevens fielt hy aan den Minister een kort verflag van het beftaan en de werkzaamheden van het Inftituut ter hand". Volgens deeze Grondwetten is dit groot en uitmuntend Inftituut ingericht. Het getal der Kweekelingen is thans bepaald op driehonderd en zestig: zy maaken de meest beloovende jeugd van Frankryk uit, worden niet dan na voorgaand examen aangenomen, en mogen niet beneden zestien noch boven twintig jaaren oud weezen. Dee-  Deeze ftichting is de Kweefchool van het Artillerie- Corps, als ook van de Land- en Zee - IngenieurCorpfen. Wie voortaan in dezelven wenscht aangenomen te worden, moet volgens befluit van het Directoire Executif van den 6 Prairial (25 Mai 1796.) m de Polytechnifche School onderweezen en onderzocht zyn. Dit is mede vastgefteld ten aanziene der beambten tot den aanleg van bruggen en wegen, fcheepsbouw en bergwerken. De posten, die in deeze Departementen openkomen, worden begeeven aan zodanige jonge lieden, die in deeze School onderweezen zynde en de vereischte bekwaamheden hebbende, in de natcmcldene hoogere Schooien het laatst onderwys bekomen hebben ; wordende dan geplaatst in die vakken, waartoe zy opgeleid wierden. De groote ja zelfs bovenmaatige kosten, die het Gouvernement, uit eene byzondere en rcchtmaatige genegenheid voor deeze nieuwe ftichting, aan dezelve befteed, — doen my voor het duurzaam beftaan van dit Inftituut vreezen. Reeds van verfcheiden zyden hoorde men klachten wegens noodelooze verkwistingen, en het Gouvernement begon reeds het overtallige der inrichting te verminderen. Hiertoe behooren voornaamlyk de vierentwintig Laboratoriën der Kweekelingen voor derzelver afzonderlyke chymifche oefeningen, in welken zonder wezenlyk nut groote fommen in rook verdweenen, vóór dat de jonge lieden zodanig een trap van vaste kennis bekomen hadden, waar door zy deeze hoogstkostbaare proefneemingea met vrucht voor ziclizelven konden E 3 be-  bewerken. Destyds wierd het aantal deezer Laboratorië'n, in welken gewerkt wierd, tot agt verminderd, waardoor men eene fchiér ongelooflyke forn beipaarde. De apparatus van phyfifche werktuigen is zeer groot, en zy zyn zeer uitneemend gewerkt. De origineele werktuigen, welke tot de groote ontdekkingen die in de Phyfica epoque gemaakt hebben, van eenen lavoisier , couion en anderen gebruikt wierden , maaken een merkwaardige zeldzaamheid der verfameling uit, cn zyn onwaardeerlyke Reliquen der weetenfehappen zo wel als dier beroemde en groote mannen. — Even belangryk zyn de verfameling van modellen, afgietfcls van gips en tekeningen, die destyds in verfcheiden fraai verfierdc Zaaien ten toon gcfteld wierden. De fystematifche rangfchikking der modellen was ingericht, overëenkomftig de chronologifchc opvolging Van de eerfte ruuwe uitvindingen der werktuigen tot derzelver tegenwoordige trap van volmaaking, door alle graaden van verbetering. De groote gehoorzaal is een Amphitheatcr, dat meer dan vyftienhonderd toehoorders bevatten kan. Tot de openlyke voorleezingen, welke aldaar gehouden worden, heeft elk die komen wil, vryen toegang. Ik heb 'er een verhandeling over de procför.dervindclyke Natuurkunde van den beruchten hassenfraz bygewoond, by welke ten minften twaalfhonderd toehoorders tegenwoordig waren. De volgende mannen zyn volgens liet plan cerer drie-  driejaarige curfus, tot Leeraars en Adjuncten aan» gefteld C*>. Voor het éérfte Jaar. Meetkunde: Mongt, Hachette. Scheikunde: Fourcroy, Vaugudin. Natuurkunde: Hasfenfraz, Earnd. Voor het twede Jaar, Aanleg van Bruggen en Wegen : Lombar-die, Grifet. Bouwkunst en Decoratie: Eattard, Durand, Gaudier. Werktuigkundige Weetenfehappen , Promy, Fourier. Scheikunde: Barthokt, Chausficr. Voor het derde Jaar. Kunst van verflerking : Catonare, Say. Werktuigkundige Weetenfehappen: Prosny, Fourier. Scheikunde: Guilon - Morveau, Pdktier. Tekenkunst voor alle de drie Jaaren: Neveu, Merimée, Genou. De Wiskunde word door La Grangc in drie Curfus voorgedraagen. De als Revolutionair beruchte cn op zichzelfs bar- baar- (*) De eerde naamen zyn die der Hoogleeraars, d» twede der Adjuncten. E 4  baarfche naam hassenfraz, word op de lyst der Leeraars van dit Inftituut gevonden; en hy mag blyde zyn dat men ten zynen aanzien de grondftelling der generaale amnestie : „ Allen zondaaren word vergiffenis verleend en de Hel vernietigd!" gevolgd heeft: wee anders zyn fchuldig hoofd! — wil men zyne fchulden, die hy inzonderheid onder Robespierre opéénftapelde , buiten aanmerking laaten, dan kan men hem als een groot geleerden het recht niet ontzeggen. Hy is een dergeenen die in de Polytechnifche fchool meest yverig werken en een groot gedeelte van het Plan van dit Inftituut is van hem. Zyne medewerkers in deeze Stichting waarderen hem als een man van veel uitgebreide kundigheden in de Phyfica, doch juist deeze zelfde mannen weigeren volftrekt met hem in een gewoon gezclfchap te verkeeren, en dit: hic niger est, zal zynen bevlekten naam fteeds byblyven. — Toen de famenzweering van Drouét afgefprongen was en als een gevolg daarvan niet alleen de vreemdelingen, maar wel inzonderheid al de Revolutionaire aanhangers van Robespierre, die zich ten tyde van het fchrikbewind werkzaam betoond hadden, uit Paiys verbannen wierden, moest ook hassenfraz dis ftad verlaaten. Doch zulks gefchiedde van de zyde van het Gouvernement, uit aanmerking zyner wezenlyke verdiensten betreklyk de polytechnifche fchool, onder voorgeeven eener letterkundige zending in de gebergten van Savoije, hem van wegen 't Directoire opgedragen , van welke hy na eenig tydverloop, terug keerde. Zyn Imcerig ruig voor- ko-  komen heeft thans nog het aanzien van zyn voormaalig verachtelyk aanweezen. In elk ander opzicht echter is dit mensch belangwekkend en een zeldzaam verfchynfel. Hy was een fchrynwerker, en zonder onderwys van anderen, vormde hy zelfs zyn groote genie, tot den trap van een der uitmuntendfte geleerden en eens uitvinders in de weetenfchap door hem beoefend. — Zyn voordragt is als een alles medefleepende ftroom, en 'er word veel moeite cn infpanning vereischt, om de woeste fnelheid daarvan en de even zeer voortylende loop zyner denkbeelden bytehouden, te meer daar hy zich de zonderlingfte uitweidingen veroorlooft, zonder echter zelfs den draad te verliezen. Zyn ftottercnd fpraakwerktuig, waardoor de flechts half uitgefproken woorden zich vermengen, verliezen, tegen eikanderen opfpringen en eikanderen doorkruisfen, verwekt by een toehoorder, daar aan niet gewoon, een onaangenaame gewaarwording. — De wanorde van zyn voordragt en de met alle logica ftrydige verwarring van dénkbedden , die zich in deezen vutirigen kop met de fnelheid des blikfems voordoen, en waardoor het nut zyner voorleezingen merkelyk verminderd word, is aan het gemis eener clasfieke opvoeding toetefchryven. 5 sciïoot  SCHOOL VAN BERGWERKSKUNDE. De Ecole des Mines,is na de Polytechnifche School eene der uitmuntendfte Inftituuten, die nieuw geörganifeerd zyn. Hetzelve is reeds door het Commüée van Algemeen Welzyn, by een wet van den I3 !en en jSikn Mesfidort het 2^ Jaar (Jury 1794.) gefticht, maar door de nieuwfte vastftelling van het Directoire Executif van den 20^11 Vendemiaire het 4de Jaar (22 Ocfc. 1795O in eenige opzichten veranderd, waardoor hetzelve eene volledige inrichting bekomen heeft. Het doel van dit Inftituut is den grond der Republiek , betreklyk deszelfs mineraale Producten, te onderzoeken, benevens aanleg cn verbetering van bergwerken en van zodanige bedryven welke de bearbeiding van mineraale voortbrengfels tot derzelver onderfcheiden gebruiken, betreffen, ten einde aan de Natie al het voordeel te verfchaffen, 't welk zy van den voorraad der natuurlyke voortbrengfels van hun land verwachten kan en te verkrygen is. Tot de werkzaamheden van deeze fchool is zeker aantal van Agendarisfen , Opzichters, Ingenieurs en Kweekelingen vastgefteld; wordende de School beftierd door eenen Raad, welke te Parys refideert.— De geheele inrichting vervat de volgende fchikkingen. 1. Een School tot praclicaal onderwys in het graven en in de bewerking van mineraalen zelfftandig- he-  lieden, welk fchool in de nabyheid van een met vrucht bewerkte berggroeve word aangelegd. 2. Openlyke lesfen over de Bergwerkskunde,voor Welker bywooning geen geld gevorderd word. 3. Eene verfameling van mineraale voortbrengfels, die , behalven uitheemfche fteeniborten , inzonderheid binnenlandfchc vervat, en fystematisch gerangfehikt is. 4. Een Laboratorium en een verfameling van Chiinifche Producten , by welken een Chimist tot opzichter en bewerker is aangefteld. 5. Een Boekverfameling in de vakken van Metallurgie, Docimafie, Mineralogie en Lithologie; waartoe een Bibliothecaris, in vreemde taaien bedreevcn, aangefteld is. 6. Een verfameling van Kaarten en Teekeningeu van Myncn en Eosfillagen. 7. Een verfameliiig modellen van Ovens en van Werktuigen tot het Bergwerk betreklyk. 8. Een Archif van mineralogisch - historifchc Handen Gedenkfchriften. De Direétie van het Inftituut, uit drie leden be> ftaande , houd briefwisfeling met al de opzichters van Bergwerken in de Republiek ; bezorgt de 011derfcheiden ertzen, benevens het onderwys in derzei-  zeiver behandeling; geeft aan 't Gouvernement verflag van den toeftand en de vorderingen der fchool, gelyk ook van het bergwezen in 't gemeen, en maakt onder den tytel: Journal des Mines, een tydfchriït publiek, in welk over deeze zelfde onderwerpen aan het gemeen verflag gegeeven word. Tot deeze fchool behooren agt Opzichters en twaalf Ingenieurs. Twintig Jongelingen worden in dezelve als Kweekelingen onderweezen , die van den Staat hun onderhoud ontvangen, doch niet dan na voorgaand onderzoek worden aangenomen. Geduurende agt maanden in het Jaar, naamlyk van den iften Ventofe tot den 30^11 Vendemiaire, (20 Maart tot 22 October) doen de Kweekelingen met de Ingenieurs en Infpecteurs, mineralifche reizen, in onderfcheiden gezelfchappen, door de agt gewesten, in welken de Republiek betreklyk de bergwerken verdeeld is. Op deeze reizen worden de bergwerken en fmelteryen bezichtigd en onderzocht, den Kweekelingen de werkzaamheden aangeweezen, den landlieden, ingeval van ontdekking van nieuwe Mynen, tot derzelver bewerking aangefpoord, verfamelingen van Mineraalen aangelegd , Kaarten ontworpen , aftekeningen van Ovens en andere werktuigen gemaakt, den voortgang van het bergwerk befchreeven,en een dagboek gehouden van de naarfpooringen, ontdekkingen en proefneemingen. De reizen volbragt zynde, worden over alle deeze onderwerpen in bepaalde famenkomften van het Confeil des Mines, mondelinge conferentié'n gehouden. Het  Het theoretisch onderwys in de School te Parys, vervat de vier Curfus van Mineralogie en Phyfilche Geögraphie, — van Metallurgie, Docimafie en het graven van Ertzen. — Een gedeelte der Kweekelingen, na voorgaand onderzoek,daartoe gekozen,word naar een der voornaamfte bergwerken gezonden, alwaar dezelven het bovengemeld practikaal onderwys in de bergwerkskunst ontvangen. Twee der Kweekelingen worden jaarlyks met eene wedde van vyf honderd francs, tot buitengewoons Ingenieurs benoemd, welke in de plaatfen, by dc bergwerken vacant geworden, aangefteld, cn door kweekelingen uit de Polytechnifche School weder vervangen worden. Tien buitenlanders hebben op eigen kosten tot het onderwys toegang. — Tot de fchool van practikaal onderwys zyn twee Profesforen aangefteld: een voor de Weetenfchap van het bergwerk en een voor dc Docimafie en Metallurgie. Zy hebben twee Bergwerk - Ingenieurs tot adfiftenten. Deeze fchool zal te Sainte Marie aux Mines, in het Departement van den Boven-Ryn aangelegd worden. In de theöretifche School te Parys waren volgende Hoogleeraars aangefteld: Hany , in de Mineralogie , tevens tot opzichter Van de verfameling van Mineralen. Vauqueiin, in de Docimafie, tevens tot opzichter en werker in het Laboratorium. U-  Lomet, in de Geometrie. Dohmieu, in de Scheikunst der Mineralen. Clouët, tot Bibliothecaris en Hoogleeraar in dc Hoogduitfche Taal. Coqt/ebcrt, in de Geögraphie, betreklyk de Bergwerken. Ik heb eenigemaalen de voorleezingen van den geweezen Commandeur der Ridderorde van Maltha, dolomieu, over de Producten der Vulkaanen, in deeze fchool bygewoond; en in deezen geleerden, die als een uitmuntend fchryver voorlang reeds beroemd was, den voortreflyken onderwyzer bewonderd. — Nimmer zal ik den vriendelykcn omgang met deezen braaven man vergeeten. Een plosfelyke verandering in zyn voormaalig fortuin, 't welk hem in zeer bekrompen omfiandigheden gebragt heeft, heeft geenen invloed gehad op de helderheid van zynen geest, die.fteeds dezelfde gebleevenis, noch op zyne onvermoeide werkzaamheid. Nog Itecds is hy met zyn weetenfchap hartstochtelyk ingenomen, en een allernaauwkeurigst waarneemer op de reizen die hy te voet mcermaalen onderneemt, en by welke de vastheid van zyn geitel, dat tegen allerlei weer en alle vermoeienis gehard is, hem byzonder wel te ftade komt. In de maand Juny 1796, zag ik hem den ftaf opvatten, om naar de gebergten van Savoye te wandelen en zo moogelyk, den Mout Blanc te beklimmen, welke onderneeming hem in de verbeelding reeds het grootst genoegen verfchafte. — Zyn aanzienlyke verfameling van Mincraalerj die hy in Ita-  Italië en Sicilië byè'engebragt had, en die men verzekerd dat in volledigheid of fchoonheid weinig haars gelyken heeft, had hy, ten tyde toen het Vandalisme, alles wat tot de wetenfchappen betreklyk is dreigde te vernietigen, en hy zelfs als gewcezen Edelman en Ridder perfoonlyk in gevaar geraakte, voor het grootfte gedeelte, buiten s'lands gezonden. — Ten tyde van myn verblyf te Parys, had hy een nieuw voor de Mineralogie, gelyk ook voor de oudheidkennis hoogstbelangryk werk onderhanden , dat byna voltooid was , getytcld Lithologie Jncienne. Men zal daarin de fteenfoortcn, uit welken de Ouden hunne kunstwerken vervaardigden, befchreeven, en met die kunstwerken, welke tot onzen tyd toe ove.ig bleeven, vergeleken vinden. Dolomietj, die, geduurende zyn lang verblyf in Italië, dit onderwerp, byzonderlyk beftudcerde, is, ter oorzaake van zyne groote lithologifche kundigheden , de bevoegde rechter over veele antiquarifche onderftellingen wegens de clasfificatie der antique ftandbceldcn cn de bepaaling van derzelver oudheid en tyd van vervaardiging. — Als zodanig zal hy veele deezer onderwerpen uit de beneveling der oudheid te voorfchyn kunnen brengen, vonnis kunnen vellen wegens de pedante uitfpraaken en dwecpachtige opvattingen van verfcheiden oudheidkraamers, en een helder licht kunnen verfpreiden over verfcheiden twyfelingen van bedreeven Archeologen'. Tot  Tot de Ecoks de fervices publiés behooren wyders -Volgende Inftituuten , waarvan fommigen nieuw geilicht zyn, andere eene nieuwe inrichting hebben bekomen. 1. Tic negen Artillery. Regiments - Schooien, (EcO' les d''Artillerieftaande onder het beftuur van den Oorlogs-Minister. Dezelven zyn aangelegd ter plaatfe, waar de Regimenten in guarnizoen leggen, naamlyk, te la Fére, Befanpon, Grenoble, Metz , Straslurg , Douai, Auxonne, Touloufe en Rennes, maar nog niet allen geörganifeerd. Alvorens in deeze fchoolen opgenomen te worden, moeten de Jonge, lingen zich onderwerpen aan het onderzoek hunner ervarenis in de voorafgaande kundigheden en hulpbiedende weetenfehappen, waartoe een voorafgaande ten minften tweejaarige Curfus ih de Polytechnifche School te Parys vcrëischt word : wordende bunne opleiding tot Officiers van de Artillerie in deeze fchoolen voltooid. Zy worden in dezelven onderwcezen in die kunften, welke betrekking hebben tot den bouwtrant der Vestingwerken, als mede tot de handgreepen en oefeningen der Artillerie. De aangeftelde Profesfooren woonen in de Inftimuten, en elke fchool ftaat onder het opzicht van een Artillerie Commandant en General de Brigade. 2. De School van Militaire Ingenieurs te Metz , {Ecole des Ingenieurs Militair es,~) ftaande mede onder  der 't beftuur van den Minister van Oorlog. Het examen, 't welk de opneeming der Jongelingen in deeze fchool voorgaat, gefchied jaarlyks in de maand Frimaire te Parys, van waar zy zich naar Metz begeeven. Hun getal is op twintig bepaald. Het oogmerk van deeze fchool is onderwys te geeven aangaande de toepasfing der theöretifche kundigheden in de polytechnifche School verkreegen, (in welke de Kweekelingen geftudeerd moeten hebben,) op de conftructie van allerlei fooiten van Vestingwerken, Mynen en Contremynen van allerlei inrichtingen tot belegering, aanval en verdediging, en in 't gemeen, wegens elke byzonderheid van den Ingenieur-dienst in de vestingen en by de legers. — De Kweekelingen hebben den rang en bezolding van twede Lieutenants. 3. School voor den aanleg van bruggen en' bejlraattewegen,(Ecole desponts & ehausfées.) onder beftuur van den Minister der binnenlandfche zaaken. De Kweekelingen, wier aantal op dertig bepaald is, worden uit de polytechnifche fchool genomen. By deeze fchool vind men een verfameling van plans en modellen, betreklyk den aanleg van wegen, bruggen, k'anaalen en havens. Het onderwys heeft ten onderwerp de toepasfing van mathematifche en phyfifche grondregels op het ontwerpen en aanleggen van allerlei werken, die betrekking hebben op de groote wegen, kanaalen havens en daartoe behoorende gebouwen; wyders de practikaale middelen ter uitvoering, en de grondregels tot het maaken van eencn IL stuk. F over-  óverflag en voorloopige berekening der kosten van éenig werk, dat men ter uitvoer wil brengen. 4, Aardryhkundige School (Ecole des Geographes.") mede onder het beftuur van den Minister van binnenlandfche zaaken. Deeze fchool heeft twintig leerlingen, in de polytechnifche fchool onderweezen, by wier voorgaand examen voornaamlyk acht gegeeven word op hunne bedreevenheid in de zuivere en beoefenende Mathefis, meer byzonder nog in de geömetrifche Astronomie, Trigonometrie en het tekenen van Kaarten. De hoogere opleiding deezer fchool betreft hoofdzaakelyk de geögrapliifche en topographifche werkzaamheden, als mede de methodes van calculeeren tot het tekenen van Kaarten. Het onderwys is in tweeën verdeeld, in de werkzaamheden op den grond, en in die in het kabinet, Tot eerstgemelden behooren de geömetrifche afmeetingen en de opneeming van het terrain benevens de fterrekundige waarneemingen, tot laastgehocmden liet uitwerken, befchryven en rcduceeren van getekende Kaarten, benevens dc trigonometrifche berekeningen. De geögraphist prony ftaat aan het hoofd van dit Inftituut, 5. Dc School van Zee-Ingénieurs,• ( Ecole des In-? genïeurs des vaisfeaux.) Onder deeze behaaming heeft men de voormaalige fchool des Ingcnicurs-Confiructcurs, behouden, en eene nieuwe inrichting gegeeven. De Kweekelingen moeten ten minften een jaar lang in de polytechnifche fchool onderweezen zyn,  zyn, hangende hunne aanneeming in deeze fchool af van de vastheid hunner kundigheden in de befchryvende Geometrie,in de Mechanica en overige werkzaamheden van het eerfte jaar van onderwys der gemelde fchoole. Het onderwys in de bouwkunst van Oorlogs- cnKoopvaardyfchepen word in deeze fchoole ten einde gebragt. De Zeeman borda is derzelver beftierder; — de Kweekelingen genieten een jaarwedde van vyftienhonderd francs. 6. De School van Zeevaarts-htnst, ([Ecole de Navigation.) ftaande onder opzicht van den Minister* van Zeezaaken. De twee mathematifche en hydrographifche fchoolen , welke voormaals zo voor de Marine van den Staat als van de Commercie aanweezig waren, zyn thans in deeze fchool vcrè'enigd; doch behalven haar vind men nog twee fchoolen voor de fcheepvaart van den koophandel, de een te Morlaix, de andere te Arles. 7. De Schooien van Zeevaart, (EcoUs de Marine?) te Brest,Toulon en Rochefort, ftaande mede onder het opzicht van den Minister van Zeezaaken. Na voorafgaand onderzoek in de Arithmetïca, Algebra, Geometrie, Statik en Navigatie, worden de Kweekelingen in deeze fchool opgenomen. In elk der gemelde drie havens word jaarlyks tot practihaale oefening' in de Navigatie een Korvette uitgerust, die dikwyls uitloopt, langs de kusten ftevent, weder onttakeld en vervolgens op nieuw toegerust word. Alles wat betrekking heeft tot de uitrusting en beftuuring van F 2 een  een fchip, als mede tot de Zee-manoeuvres in den oorlog, word in deeze uitmuntende fchoolen onderweezen , dan het fchynt dat dezelven by de tegenwoordige onrustige gefteldheid van het gemeenebest nog niet volkomen aan den gang zyn, hoe zeer de franfche Armade ook nog de fchool noodig heeft. Behalven de fchoolen de fervices publiés beftaan 'er nog verfcheiden andere nieuw ingerichtte fchoolen te Parys, van welke inzonderheid in volkomene werking gebragt zyn de Bouw- en Teken fchoolen» die reeds dertig jaaren geleden gehucht wierden. school van gezondheid. Het Inftituut, onder den naam Ecole de Chirurgie Voorlang bekend, beftaat thans volgens eene nieuwe verbeterde en meer bevattende inrichting onder den naam Ecole de Santé, en word gehouden in het beroemd , prachtig gebouw , volgens de tekening van gondouin in de ftraat der Cordeliers opgericht. Aan dit Inftituut zyn federt deszelfs nieuwe organifatie, die door een Decreet der Nationaale Conventie van den i^en Frimaire het 3 ie Jaar bekrachtigd wierd, negenentwintig Leeraars aangefteld. Het onderwys omvat alle deelen van genees- en heelkunst. De voorleezingen en aanwyzingen in het prachtig anatomisch Theater en andere Zaaien van dit Gebouw, dat men met recht een Paleis mag noemen,  men, worden zeer druk bezocht. Op den ic-Jen Floreal (% Mai,) hoorde ik in het Anatomisch Theater den beroemden fourcroy, deszelfs voorleezingen over de Medicinaale Chimie befluiten. — Het Amphitheater, door twaalfhonderd toehoorders dicht bezet, verfchafte een groots en deftig gezicht. De Bibliotheek, met wier verfamelingen van anatomifche preparaten men zich yverig bezig hield, — beftond reeds uit vyftienduizend Boekdeelen; — voor laatstgemelde verfameling had de Commisfie van openlyk onderwys, aan den bekwaamen kunftenaar in Was, laumonier te Rouaan, de vervaardiging van een volledig famenftel van anatomifche modellen opgegeeven. Dit Inftituut heeft de Archiven van alle geneeskundige Genootfchappen in bewaaring, en onlangs aangekondigd de kort ophanden zynde uitgave der tot nog ongedrukte handfchriften van de vernietigde Medicynfche Faculteit, ten vervolge der Histoire & Memoires de la Sociétedes Médicine. centrale schoolen. Voorleden zomer begon men zich te Parys weder bézig te houden met de openlyke opvoeding der jongens, 't welk tot nu toe zo zeer verwaarloosd was geworden. By de plechtige opening der Paryfche Centrale School den i  bekleed door eene Jury van de Commisfie van openJyk onderwys. De Exminister garat, een uitmuntend Redenaar, en fontanes, beiden als leden dier Commisfie, benevens de Prefident van het Departement der Seine, hielden redenvoeringen voor eene aanzienlyke vergadering Afgevaardigden van verfcheiden Departementen en Inftimuten. Garat handelde van de hindernisfen, welke voor de omwenteling de vorderingen van het menfchelyk verftand in den weg Honden; van die welke het openlyk onderwys federt deeze epoque belemmerden, als ook ©ver dc noodzaakelykheid van een beter kindertucht ai de Republiek. Fontanes fchctfte de gcfteldbeid van Frankryk voornaamlyk metbetrekkingtot de Letterkunde. „ Frankryk", liet hy zich hooren,;, vcreenigt dc fchoone kunften van Atheenen, de dapperheid der Romeinen en de vlyt der Carthagers,en uit deeze drievouwdigc verëeniging ontftaat dat ftaatkundig , burgerlyk en letterkundig aanweczen , 't welk de Franfche Republiek tot den rang der eerfte vStaaten verheffen zal." De twee «Centraale Schooien, die te-Parys in het Collége des quatre Nations en by St. Genevieve geopend zyn, zyn in drie clasfen verdeeld , in welke jongens van twaalf, veertien en zestien jaaren opgenomen worden. Men geeft 'er onderwys in de oude Taaien,.in de Gefchiedenis, de Natuurlyke Historie, in de Mathefis, Phyfica en Chimie, in de Taalkunde, fchoone Kunften, fraaie Weetenfehappen en Rechtsgeleerdheid. — Op de lyst dei' lesfen zocht ik  ik te vergeefs naar eenen onderwyzer in de zedelecr^ te vergeefs naar voorleezingen gefchikt om de jeugd ter beoefening van burgerlyke en huisfelyke deugden opteleiden. Hoe! is dit allergewigtigfte der opVoeding vergeeten, achtergelaaten of van het open}yk onderwys .uitgefloten? — Befeftemen niet, dat de mensch als mensch beftaat» vóór hy tot eenen geleerden gevormd word, en dat de braave burger en huisvader de krachtigfte fteun van 't Gemeenebest is ? — Wie kan dit vraagftuk oplosfen ? of wie geeft my beter verflag van dit nieuw ontwerp van opvoeding? AEROSTATISCH INSTITUUT. fNimmer was in Frankryk de geest van uitvinding meer werkzaam,nimmer bevlytigde men zich zozeer op eene meerdere volmaaking van vroegere ontdekkingen, noch hield men zich zo yverig bézig met het onderzoek van .nieuwe uitvindingen, van welken men oordeelde voor 't Gemeenebest voordeel te kunnen trekken, dan federt de revolutie te Parys» die verfamelplaats der fchranderfte mannen van geheel Frankryk. De uitvinding eener nieuwe SaJpeterbtreiding (*) — der Telegrephie — en de meerdere vol- (*) Wegens dit bclangryk voorwerp der nieuwfte franfche uitvindingen, heb ik geen voldoende berichten ..kunnen bekomen. — -Deeze uitvinding is in het algemeen bekend j ook weet men, hoe belangryk dezelve tot het F 4 voe-  volmaaking der Aeronautica leveren daarvan de luistterrykfte voorbeelden. Laatstgenoemde uitvinding , die men buitenlands in den beginne niet veel hooger dan de kunst .van koorddanfen achtte, die men als een geleerde charlatanerie befpotte, en omtrent welke men, ten einde de Franfchen alle verdienften deswegens te ontzeggen, in lang voorleden tyden, oudere proefneemingen trachtte optefpooren , — die uitvinding der Luchtfchtepvaan, welke men, ja , als een merkwaardig, doch echter als een zeer overtallig phyiisch experiment befchouwde, heeft toch metdedaad in deezen oorlog voordeden te weeg gebragt, die men zonder kinderachtige eigenzinnigheid niet vernederen , zonder onweetenheid niet loochenen kan. Ge"heele vyandelyke heiren kunnen daarvan getuigen: de veldflag by Fkurus wierd door dit middel gewonnen. — Dat diepgeleerde belpieders der oude gefchiedenisfen den Franfchen de eer der eerfte ontdekking van den Scheepvaart door de lucht ontzeggen, moet deezen thans onverfchillig weezen, naardien voeren van den oorlog geworden is. Twee van de grootfte onder de veele Salpeter-Fabrieken te Parys, leveren uit de met falpeter bezwangerde aarde, die van de kerkhoven en onder eude gebouwen weggenomen word, tien - daagelyks , de verbaazende hoeveelheid van 30,000 ponden zuivere Salpeter. — Tot ééa deezer Fabrieken is een voormaalige groote kerk ingeruimd j maar ik hel» verzuimd dezelve te bezichtigen.  dien zy ontegenzeglyk de veel grootere eer genieten, van deeze uitvinding zodanig een roemryk gebruik gemaakt te hebben, voor het oog van talryke vyandelyke krygsbenden, — die zonder zich deeze miskende voordeden mede ten nutte te maaken, zich ten einde den dampkring van dit ontuig te zuiveren, te vrede ftelden, hunne Arteleristen op de Luchtreizigers — te laaten misfehicten. De onmoogelykheid van een lucht-fchip te beftuuren, deeze oude duizendmaal herhaalde tegenwerping, treft deeze kunst ontegenzeglyk, en die Natuurkundigen, welke zich ter verbetering deezer ontdekking meest yverig bézig hielden, hebben deeze zwaarigheid voorlang toegedaan; danzy hebben tot hun doel deeze verbetering niet noodig en zyn zo dwaas niet om daaraan hun tyd te verfpillen. — Tot dien trap van vordering als men thans met de Aeronautica gekomen is , zyn de grenzen van het nuttig gebruik, 'twelk daarvan, ook buiten den oorlog, in de natuurkunde te maaken is, zo uitgebreid, dat de uitvinders en verbeteraars gevoeglyk op hunne lauweren kunnen rusten , — en het den fcherpziende berispers in vreemde landen met recht moogen overlaaten om het beftuur van den Luchtbol natevorsfen. Het Aeroftatisch Inftituut tt Meudon, dat door het voormaalig Committée van Algemeen Welzyn gefticht, doch met het floers van geheimhouding bedekt wierd, en met een oefenplaats voor de ArteleF 5 ris"  risten verknocht was, welk laatfte thans weder eeii begin genomen heeft, — kan nu nog eenigermaaten als een privaat Inftituut der Republiek befchouwd worden, en word ook metdedaad als zodanig behan* deld. Noch de franfche ingezetenen, noch vreemde* lingen hebben 'er den toegang: dat het my vergund wierd dit hoogstbelangryk Inftituut meermaalen te bezoeken, ben ik aan de vriendelyke tusfehenkomst van verfcheiden medeleden van het Nationaal Inftituut verfchuldigd, inzonderheid aan den bekenden Phyficus leroi, die de Franklinfche Theorie der Electriciteit het eerst in Frankryk invoerde, ik ben zulks verfchuldigd aan de gastvryheid van den uitmuntenden conté, opzichter der fchoole van Meudon, welke my telkens met eene voorkomende vriendelykheid ontving, en my met eene openhartigheid Van allen zweem van geheimhouding vervreemd, de gewigtige verbeteringen in deeze kunst, zo van hemzelvcn als van andere natuurkundigen uitgedachtaanwees en uitleidde. Voor het aeroftatisch Inftituut kon geen gefchik-> ter plaats gevonden worden, dan die van het vooimaalig koninglyk Hot te Meudon. Uit dit flot, op een heuvel gelegen, heeft men het uitgebreidst en heerlykst uitzicht over eene vlakte met gehuchten en zaailanden bekleed en van de Seine doorfneden, op welks achtergrond Parys ligt, Dc meerdere volmaaking en het doelmaatig nuttig gebruik der Aeronaulica, is het voorwerp der werkzaam-  gaamhcdcn in dit Inftituut, ten welken aanziene de beroemde Phyficus guiton-morveau, inzonderheid groote verdienften heeft- — Dan tot opzichter van dit 'Inftituut wierd mede juist zodanig een man verëischt als de reeds gemelde conté, die daartoe van den zo even genoemden geleerden wierd aanbevolen. Met de grootfte zucht voor zyne wcetenfehap verëenigt conté een fchranderen geest van nafpooring cn uitvinding 3 benevens een onvermoeiden yver in den arbeid. Hy had by het vullen van een luchtbol, door de onbedreevenheid van een jongen Aëronaut, een oog verloren, maar zulks verhinderde hem niet, om, onaangezien de pyn dier wond en met een verbonden hoofd zyne bezigheid-met yver waarteneemen. Het Corps Aëronauten ,dat by de legers der Republiek dienst doet en uit vyftig wakkere knaapen beftaat, word in de fchoole te Meudon gevormd; de ballons, die naar de legers gezonden worden, worden daar vervaardigd, en in den zomer worden 'er daagelyks met een -fteeds gevulden Ballon deels enkele oefeningen gehouden , deels phyfifche proeven ge* nomen. Eene -verbeterde inrichting der Luchtbollen , de uitvinding van een nieuwe wys om dezelven te vullen, naamlyk met de door lavoisier ontdekte brandbaare lucht uit waterftof Cgaz hydrogéne) benevens de uitvinding van een nieuwe Te'"graaf aan den Ballon gehecht, maaken de voornaan.-.e vorde* rin*  ringen uit der onder opzicht van conté, te Mem don tot meerdere volmaaktheid gebragte Aeroftatik. Het oude kasteel is gefchikt tot een werkplaats ter vervaardiging der luchtbollen, en van derzelver noodig toeftel voor de legers. Het nieuwe ftrekt ten woonplaatfe voor de kweekelingen en den opzichter met zyne familie. Men vervaardigde te deezer plaatfe den Entreprenant voor het noordelyke leger, met welke ballon de vyandelyke armée te Fleurus wierd waargenomen; — de Cekstc voor de armée van de Maas en Sambre, — amHercule en den Intrepide voor de Rhyn- en Moefel - Legers. In de groote Zaal van het flot zag ik een met gewoone dampkringslucht opgeblazen Ballon , die juist op dat tydftip gereed was , welke men voor de armée van Italië beftemd had en in weinig dagen derwaarts verzonden zou worden. Die Ballon was bolrond,had dertig voet diameter,en woog 160 ponden. — Het taf voor de Luchtbollen word daartoe opzettelyk van uitneeraende dicht- en lievigheid te Lion vervaardigd; de draaden van de fcheering en den inflag zyn even talryk en van eene gelyke fterkte, cn het faamennaaiën der aanëentehechtene baanen gefchied met de grootfte zorgvuldigheid. Het bevordert de duurzaamheid der Luchtbollen aanmerklyk, dat, volgens de nieuwe inrichting van conté, alleen de buitenfte, en niet mede de binnenfte oppervlakte met vernis overtrokken word. Dit vernis van eene byzondere en uitneemende compofitie maakt de buitenfte oppervlakte naar verëisch dicht, en kleeft  kleeft niet als de Bol in één gevouwen word. Voor het overige heeft de ondervinding geleerd dat het overtrekken van de binnenzyde des ballons met vernis, met de vullende luchtfoorten niet wel harmonieert, maar door deeze verteerd word, en dat gevolglyk het taf door deeze twee met eikanderen ftrydige ftoffen word aangetast en flapgemaakt. Het vullen der Ballons met brandbaare lucht uit waterftof, Qaz hydrogéne) behoort tot de nalaatenfchap van den grooten lavoisier, en is gegrond op deszelfs belangryke ontdekking van de ontbinding des waters. — Dus overleeft de genie van verdienftelyke mannen, die zich tot uitvinders verhieven, hen zeiven, in het nuttig gebruik hunner ontdekkingen , welke, voor de nakomelingfchap belangryk, hunne naamen onfterflyk maaken! en de woede van eenen verwoestenden Robespicrre, wien het leven ook eens lavoisier's en bailly's niet heilig was, en die alles dreigde te vernietigen wat kunst en weetenfehap eerbiedigde , had geen magt over dit befchermfchild der genie. — De brandbaare lucht, tot het vullen der Ballons verëischt, word op de volgende eenvouwdige engoedkoope wys gereed gemaakt (*). — Zes of meer yze- ren (*) Dit geconcentreerd verflag van de nieuwe manier van vullen der Luchtbollen , ben ik verfchuldigd aan de gunffige mededeeling van mynen geachten vriend den Heer schmeisser, een uitmuntend Scheikundige te Ham-  ren Cylinders of Buizen, aan laadftokken vaft kanonnen gelykvormig, worden in een oven, die binnen twaalf uuren kan opgemetfeld worden, naast en boven eikanderen vastgcmetfèld, derwyze dat de beide einden der Cylinders uit den Oven uitlteeken. De twee openingen der Cylinders zyn met fterke yzeren dekzels voorzien, door welken metaalen Buizen ingeftoken worden. De eene deezer Buizen, van een klep voorzien, dient, om het water dat alvorens heet gemaakt is,in den gloeiend gemaakten Cylinder te brengen, terwyl- de andere buis gefchikt is om de ontbondene lucht door een watervat, met bytcnde loog gevuld, te leiden en alzo in den Bïtllon intedryven. De Cylinders zyn gedeeltelyk gevuld met grof fchraapfel van yzer, dat men by het boo?en van kanon bekomt. Dezelven worden door een ftccnkolenvuur, dat in den oven geftookt word, gloeiend heet gemaakt en geduurende de bewerking zodanig gehouden. Vervolgens worden de kleppen der Buizen aan de eene zyde van eiken Cylinder geopend, laatende aldus het te vooren heet gemaakte water, in eene gepaste hoeveelheid, in den gloeienden Cylinder vlieten. Zodra de damp des waters het Hamburg, en als zodanig van de voornanmfte mannen in dat vak, ook te Parys, erkend. In zyn gezelfchap bevond ik my eenige maaien te Meudon. Zyn fchrandere blik ter navorsfching in zyne wectenfchap vatte welhaast de uitleggingen van onzen minzaamen conté, en by deelde my bovenftaande refultaaten op het vriendehkst mede.  het gloeiend yzei* raakt, word het water in deszelfs beide beftanddeelen ontbonden. Het eene beftanddeel, Zuurflof, Qoxigénc,') verè'enigt zich daade» lyk met het yzer en verkalkt hetzelve , men vind zulks na de bewerking gcdeeltelyk, (even als zulke voortbrengfels der Vulcaancn,jgekristallizeerd. Het twede beftanddeel van het water, water/lof (Jiydrogéne) vermengt zich voorts met zekere hoeveelheid warmte ftof, (calorique) waaruit een bcftendige veerkrachtige vloeiftof geboren word , brandbaare lucht, (gaz hydrogéne) genoemd, welke door deeze bewerking zeven of agtmaal ligter is dan de gewoone dampkringslucht. Naardien echter het water fteeds eenige koolenftof, (carbonique) in zich bevat , die met de zuurftof des waters verbonden, Koolenzuur , Qacicle carboniquc,~) te weeg brengt, waardoor de lucht in den Ballon verzwaard zou worden, zo laat men dc voortgcbragte lucht, alvorens dezelve in den Ballon gebragt word, door water gaan, in welk bytend Alkali ontbonden is. Deeze vloeiftof trekt het koolenzuur naar zich, en niets dan zuivere brandbaare lucht klimt in den Ballon op. ' By deeze bewerking vond men een en andermaal de gloeiende Cylinders door de te groote kracht van het vuur faamgcfmolten. Ten einde zulks te voorkomen , voegde men aan beide liit den Oven fteckencle einden van de Cylinders, een Pyrometer met een fchaal voorzien, op welke fchaal door een yzeren pen de graaden van uitzetting dei' lucht aangewcezen worden ; één punt dier fchaal toont den naasten graaci van fmelting des Gysösëfer: * wel-  welken graad daar zynde, men het vuur oogenbliklyk vermindert. Deeze bewerking van het vullen eens Ballons van dertig voeten middenlyns, duurt ongeveer derdehalve dag. Dus gereedgemaakt en aangevuld, zag ik by een volgend bezoek te Meudon, de Ballon tot oefening gefchikt van bovengemelden vorm en van tweeëndertig voeten diameter. De bovenfte helft van deezen kloot was met een linnen kap of mantel bedekt, ten einde de Ballon en het Net om dezelve, voor den regen te beveiligen. Het net van ftevig koord faamgevlochten, omgeeft de bovenfte helft van den Ballon, onder de gemelde linnen kap, en is gefchikt om den gondel der luchtreizigers te draagen. De fraai gevormde Ballon zweefde, fteeds gevuld en tot het opftygen gereed gehouden, aan allerlei weêr blootgefteld , in de opene lucht, voor het groot terras van het kasteel vastgebonden. — By gunftig weder wierden de aeronautifche oefeningen gehouden. Men laat alsdan de Ballon van zyne banden losgemaakt, een weinig opwaarts ryzen en maakt de gondel aan de nederwaartshangende ftrikken vast, 't geen een zaak is van vyf minuuten. Vervolgens gaat een kolonel met een kweekcling van het Inftituut in den gondel zitten; gewoonelyk laat men den Ballon van tagtig tot honderdëntwintig vademen in de hoogte. De kweeke- lin-  llngen ivisfelen & divifiën met élkandereh af * ortl den Ballon aan drie hoofdkoorden, die aan het net vastgehecht zyn en in veele bykoorden uitloopen, in de lucht vastehouden, dezelve of hooger optelaaten of weder naai- beneden te trekken s waartoe hen een rol met handfpaaken voorzien te ftade komt. Als de vullende lucht in den Ballon nog verseh , niet uitgedampt en in volle kracht is, worden'er twintig perfoonen verëischt om den Ballon vasttehouden. Zodanig zag ik denzelven by myne eerfte komst te iJfh*  physisch cabinet van charles/ De bekende Phyficus en Luchtreiziger c karles, heeft zyne met de grootfte oplettendheid vervaardigde, volledige Apparatus van matheroatifche en phyfifche Inftruinenten aan de Natie gefchonken. Geen particulier deed immer met meerder onbaatzuchtigheid aan zyn Vaderland een grooter, of meer algemeen nuttig gefchenk. Uit crkendtenis heeft de Natie den vriendelyken Geever een gemakkelyk en fraai verblyf in het paleis van de Louvre aangewcezen, en voor zyn geheel leven het vry gebruik van dit Cabinet toegeftaan. De groote en fraaie Zaal, in welke deeze verfameling geplaatst is, dient tevens tot een Gehoorzaal der lesfen van Charles, in de proefóhdervindelyke Natuurkunde. Deeze Zaal is een hoog, ruim vierkant, met eene Gallery van boven. De Apparatus tot dcproefondervindelyke Natuurkunde en Chinu'e, zó groot, volledig en fraai gemaakt als immer het eigendom was van eenig byzonder burger, is geplaatst op zuiver gewerkte tafels die in ryen nedergezet zyn en op voetftukken langs den muur. De Werktuigen zyn meestendeels in Frankryk vervaardigd, en worden met de grootfte zorgvuldigheid zuiver en in ordegehouden. Hout , Metaal cn Glas glimt van het polyfcl en de zindelykheid. „ Is dat te verwonderen?" voerde my een der ambtgenooten van charles in het Nationaal Inftituut te gemoet: „ de man. doet immers den gantfehen dag niet anders als zyn Inftrumenten fchoon maaken !" Deeze • fteekelige fcherts  feherts van een veel fchryvend Chimicus, doelde op de eigenwilligheid van c har les, die geen Auteur wil weezen , noch verkiest iets van zyne waarneemingen te laaten drukken. Het midden der groote Zaal is tot een Auditorium ingericht. De geheele zyde achter de zitplaats van den Hoogleeraar, dient tot berging van de ruime apparatus van ele&rieke werktuigen. Na de Electrizeer-Machine van Tcyler's Stichting te Haarlem, word die van charles voor de grootfte gehouden, welke bekend is. Derzelver fchyf heeft vier en een halve voet diameter, en men trekt uit de Machine, fchoon deeze niet geïfoleerd is, vonken van agtien duimen lengte. Onder de uitmuntendfte Inftrumenten van dit Cabinet, behoort het door charles verbeterd toeftel, met welk coulon de, aan de Newtoniaanfche Theorie niet toegeevende ontdekking deed, dat eleftrifche en magnetifche krachten verminderen in omgekeerde reden van het vierkant der afflanden. De talryk bygewoonde lesfen van charles, over de proeföndervindclyke natuurkunde, beginnen jaarlyks in December en eindigen in Mai. Hoe vriendelyk in andere opzichten, mogt ik van deezen man de gunst niet verwerven om één zyner lesfen bytewoonen, naardien hy zulks aan-vreemdelingen niet toeftaat, om niet naar fragmenten beoordeeld te worden. Charles leeft in zyn element de Phyfica, met republikeinfche cenvouwdigheid en bejegent de vreemdelingen welke zich by hem aanII 3 dic-  dienen met zedige heuschheid. Aan zyne zyde leeft een vrouw , wier gezelfchap , oppash#g en bediening voor hem alles is. Ook in zyn Phyfisch-Cabinet is zy dezelfde als aan zyn huis. Met eene beminlyke vriendelykheid , onbaatzuchtigheid en die blygeestige ongedwongenheid , welke de verwelkende bloei der jeugd zelve vervangt, toont zy den vreemdelingen by het afweezen van haar vriend, de apparatus en al de handgreepen der enkele werktuigen. Zy heeft zich door het veeljaarig onderwys van haaren charles, een meer dan oppervlakkige kennis van de proeföndervindelyke Phyfica eigen gemaakt, en de vaardigheid ter taaie, welke aan de franfche jufferfchap zo byzonder eigen is , verfchaft haar onderwys dubbele bekoorlykheid, en maakt hetzelve dan nog belangwekkend , wanneer zy haar minder ervaaren leerling, eer hy zulks vermoed, lachend een frisfche ilag met den conductor van de Electrizeerr Machine toebrengt, — die ik jtroh dokr ! in myn arm nog gevoel! — In een klein duister kamertje, tegen over de plaats der Louvre,is een groote Camera bbfcüra geplaatst, op wier fchyven zich de voorwerpen tot vier duimen grootte, vertoonen. Wegens het gewemel op de plaats der Louvre van rydtuigen, voetgangers en paardryders, van alle ftanden en jaaren, met al de byzonderheden van houding , dragten, gebaaren en gelaatstrekken die men voor de kykkas ongezien befpied, — verfchaft dit optisch kinderfpe! een vermaakelyke uitfpanning. Ik zou wel eens willen zien zulk  • U9 ' zulk een aartsbypochondrist, wiens ernftig voorhoofd by dit beweeglyke fchildery, en de geestige aanmerkingen van de bevallige burgeres, over de belachlyke gedaanten die voorby pasfeeren, met ontrimpelde! — republikeinsch lyceum. De rampfpoedige Luchtreiziger pi la tre du rozier, ftichtte, weinig jaaren voor zynen phaetonfehen val, het Lyceum, thans het republikeinse bygenaamd, Het ftond federt de laatfte jaaren der Revolutie meer dan eens te wankelen, heeft zich echter ftaande gehouden en verfchaft inlanders en vreemdelingen meenig uur van aangenaame cn leerlyke uitfpanning. Het te gronde gaan van dit Inftituut , het eenigst in Parys, dat den Staat mets kost, zou voor veelen een gevoelig verlies weezen. Het word uit de bydraagen der leden inftand gehouden, terwyl de vreemdelingen voor een zeer maatig abonnement met deeze, daarvan hetzelfde genot hebben. Men vind in het Lyceum een groote Gehoorzaal voor lesfen in verfcheiden Weetenfehappen, een bruikbaar Apparatus van phyfifche en mathematifche Inftrumenten, een Boekery en een duister leesvertrek, dat zich zo min door orde en zindelykheid als door volledigheid van hetgeen'er gevonden word, aanpryst, zynde 'er, buiten de beste politieke dagbladen en een paar letterkundige journaalen, geen nieuwe boeken of pamphlets voorhanden ; — H 4 voorts  voorts zyn in het Lyceum ook nog ipreekkamers voor mannen en voor Dames , van een fortepiano voorzien. Deeze kamers zyn van 's morgens tien uuren tot 's avonds tien uuren open, terwyl in het voorvertrek altyd een oud opzichter by de hand is. hi de fpreekkamer voor mannen komt een geheel byzonder publiek te faamcn , dat van de overige bezoekers van het Lyceum geheel afgcfcheiden is, beftaande in politieke Oudvaders met ftyfgefneden rokken en oudenvetfche Paruiken, — van aanleg en voorkomen als onder de voor-laatfte Regeering. Deeze vertellende en toeluisterende oude mynheeren; ziet men daar den gantfehen dag , in een ruime kring, op hunne ftoelen gezeten, waarvan elk (zo als elders gehuurde zitplaatfen' in de kerken,) zynen eigenen fchynt te hebben ; 's Winters voor den fchoorfteen by het vuur, 's Zomers voor den haard zonder vuur. —Hier deelen zy eikanderen het nieuws van den dag mede, waartoe zich elk voor hy binnen treed , heeft voorbereid , ten einde heel véél, half waarheid , half leugen , uitteftallcn om het gezelfchap bezig te houden en te vermaaken. — Het komt my met onwaarfchynelyk voor, dat verfcheiden duitfche nouvellisten byzonderlyk in Opperduitsland, gelyk ook het gezelfchap fchryvers van het politiek Journaal, in deeze en foortgelyke wan-politieke dreopagi te Parys de luiden vinden, welke voor hen toeluisteren en het vernomene getrouwelyk overbrengen; want deeze en geene disfehen dikwerf dezelfde leugens op ; — cn vertellingen die geen an-  SESdere verdienften hebben dan het laffe en onëigene der vinding, welke ik in deezen hoogen fchoorfteenraad hoorde, vond ik eenige maanden laater in het politiek Journaal weder. — Deeze Politieken kennen eikanderen aan den tred, ftapt iemand van hun gild de kamer binnen, hy word met broederlyke minzaamheid ontvangen, terwyl de vreemdeling die zich onder hen begeeft met een blixemend oog word afgemeeten. Aan de Dammen tusfehen de vengfterraamen, is eene waarfchuwing aangeplakt dat dit de plaats niet is voor politieke debatten, ingevolge van welke wet de leden des gezelichaps ook niet debatteeren maar zich te vrede houden, eikanderen zo veel politieke republikeinfche en antirepublikeinfche leugens wys te maaken, als Hechts gehoor mogen verwerven. — De geeuwhonger deezer politieken word byzonder 's avonds gaande, tegen den tyd dat liet Journal du Soir word uitgegecven. Nat van de Pers word hetzelve hier gebragt, terwyl den grooten Profeet etienne feuillant met blyde verrukking genoemd word. Van rondsomme hoort men den uitroep La Leclure wcêrgalmen; waarop zich ook het publiek uit het leesvertrek herwaarts begeeft, aan welk dc oppasfer de leezing van het Journaal met een — Citoyens , la leclure du. Journal, heeft aangekondigd. Een gefalarieerd Leczer leest dan het blad eentooning van A tot Z. voor. Dc Gehoorzaal van het Lyceum is tevens tot een Chimisch Laboratorium ingericht: want waar in Parys vind men niet een apparatus tot deeze algemeen H 5 SP  geliefkoosds weetenfehap der Franfchen, in welker beoefening zy thans alle andere volken fchynen te willen overtreffen. — De Profesforen by het Lyceum aangefteld , worden ruim bezoldigd, het auditorium der meesten is zeer talryk en beflaat niet zelden uit twee a driehonderd perfoonen van beide Sexe. Zelfs by, de anatomifche lesfen van sue en by de tederfte gedeelten der ontleedkunde, ontbrak het nooit aan veele bemiunelyke toehooreresfen; die met eene ingefpannene opmerkzaamheid, zich toeleggen op dc theöretifche kennis der in- en uitwendige ftrucluur der menfehelyke gedaante, die hen anders zo wel bekend is. — Volgende weetenfehappen wierden voorleden Zomer, daaglyks in twee a vier uuren, van bygenoemde Hoogieeraars gedoceerd. De lesfen worden jaarlyks in een programma aangekondigd, en de uuren, tiendaaglyks in een gedrukt blad opgegeevea. Fhyfica — Desparcieux. Cliimie — Fourcroy en Vauquelin. Anatomie — Sue. Botanie en Landhuishoudkunde — Sylyestre en Coquebert. Historie — Leyesque. Geögraphie — Menteïïc. Philofophifche Taalkunde — Sicard. Engelfche Taal — Roberts. Italiaanfche Taal — Boldrui. La  La harp e had in het Programma , aangekondigd, lesfen over de algemeene Litteratuur te zullen gceven, — maar doordien hy in hechtenis geraakte wegens deelneeming in het oproer vanTe»dcmiaire, vond de uitvoering geen plaats. Men heeft den ouden zondaar naderhand losgelaaten. — Twee vooiieezingen in het Lyceum, diemy, én wegens de onderwerpen én wegens den uitmuntenden voordragt der Hoogleeraars byzonderlyk interesleerden, waren die van fourcro y over de Chimie en van si care, over de philofophifche Taalkennis. Fourcroy verëenigt in zyne vryë lesfen, die hy zonder eenig fchrift voor zich tc hebben, voordraagt, al de'hoedanigheden van een uitmuntend onderwyzer en voortreflyk Redenaar: eene bevallige taal, fraaie uitfpraak, ongezochte bewoording, die hem als van zelve toeftroomt, nadruk en levendigheid van voorftelling, orde cn bepaaldheid in den loop der denkbeelden, helderheid van ideeën, kortbondigheid van gedachten en de kunst om door nieuwe cn geestige wendingen, en door digresfiën en verhaalen die tot zyn onderwerp betrekking hebben, de aandacht zyner toehoorders te boeiën cn gevestigd te houden. Hoe dikwyls heb ik deeze zeldzaame hoedanigheden in de lesfen van deezen merkwaardigen man en zyne veel uitvoerende viyt bewonderd! Hy is lid van den Raad der Ouden, een der arbcidzaamfte leden van het Nationaal Inithuut,  afgevaajdigde en leermeester in de voornaarafte Inftimuten en een der vlytigfte Schryvers.- Na . geeindigde bezigheden als volksvertegenwoordiger, houd hy daaglyks nog vier a vyf uuren lesfen in onderfchciden Inftituuten, en vind allerwegen een dicht bezette Gehoorzaal. Een eenigzins fteekelige fcherts en dc onbefchryfiyke levendigheid en volheid van woorden die hem in zynen voordragt toeftroomen, verleiden hem dikwerf in debatten tot bittere perfonaliteiten tegen zyne, welligt min befpraakte en min vaardige tegenftreevers. By aanleidingen van ditfoort 'heb ik, inzonderheid by de debatten in de byzondere zittingen van het Nationaal Inftituut, in fourc r o y , den bedaarden denker en koelbloedigen tegenfpreeker gemist. — Nog meer verheven en van meer algemeen belang is het onderwerp der voorleezingen van sicard, over de philol'ophifche taalkennis in het Lyceum; zyiide een geconcentreerde voordragt en ontwikkeling der grondfteilingen van zyn onderwys voor de doof/lommen. — sicard wierd , ongeacht zyne verhevene verdienften voor de menschheid als Opzichter en Leermeester van het menschlievend Inftituut voor dooven en ftommen, in hoedanigheid van onbeëedigd Priester lang vervolgd en onder het Dictatorfchap van robespierre gevangen gehouden. — Niet door de dienften welke hy zyn Vaderland en de menschheid bewees, niet door de lmeekingen zyner kinderen, (dus noemt hy zyne kweekelingen,) met treffenden nadruk voorgedraagen, — maar  maar alleen door den val van dien man , die zich aan hoogverraad tegen de Natie had lchuldig gesmaakt , wierd hy behouden en zynen beulen ontrukt. — In het geheel uiterlyk voorkomen van den braaven sicard, ziet men de fcherpe trekken van doorgeftaan leed en lichaamlyke fmart. Voorleden Zomer droeg hy de verdeediging zyner medegenooten in den rampfpoed nevens die van zichzelven, in publieke papieren , met vrymoedigheid, deftigheid cn nadruk voor , en Frankryk zou van de anderszins gevaarlyke bende der Priesteren niets te duchten hebben, wanneer zy allen, ook flechts op eenen afftand, zulke edelmoedige en lydzaame menfchen waren als sicard toont te weezen. Tiendaagelyks houd hy flechts één les, cn als zulks plaats heeft is de Gehoorzaal nog digter bezet van beide fexe, dan wanneer andere leeraars het woord voeren. Maar zyne zwakke gezondheid verr hinderd hem dikwyls ook deeze ééne beurt in de tien dagen waarteneemen. Als eene bekendmaaking zynentwegen, dat hy de les uitftelde, aan de deur was aangeplakt, beklaagde men zich daarover algemeen. De voordragt van sic ard is zeer eenvouwdig, en zelfs in de ingewikkeldfte onderwerpen der pfychologie algemeen verftaanbaar, en zo gemeenzaam als het onderling gefprek van vrienden. Hy heeft een zyner doof-ftomme kweekelingen by het doen zyner lesfen, by der hand, ten einde de theörethifche Hellingen der philofophifche taalleere die hy voordraagt, door proeven voor zyne toehoorders, als  als zichtbaar te maaken. De Leeraar byvoorbeeïd fchryft de vraagen door iemand der aanweezigen opgegeeven, op een tafel, en laat dezelven door den doof-ftommen fchriftelyk beantwoorden, middelerwyl hy zelfs met zyn voordragt ter opheldering voortvaart. De antwoorden op de dikwyls ingewikkeldfte en moeielykfte vraagen zyn altyd eenvouwdig, zeer juist en volledig, zelden onvoldoende. Heeft in het antwoord ergens een fout plaats, de Leeraar Wyst alleen de plaats aan, de Kweekeling wischt dezelve uit, verbeterd haar en herhaald zulks, indien dit vereischt word, tot dat het geheele antwoord aan zynen leermeester voldoet. De vlugge vatbaarheid deezer jongelingen , die door hunnen Leeraar en vriend tot denkende menfchen gevormd worden, hunne fchranderheid in de ontwikkeling en klaarheid in den voordragt der denkbeelden welke zy verkreegen ; de waarheid, eenvouwdigheid en juistheid hunner opmerkingen en oordeelvellingen, — dit alles is even zo bewouderingswaardig als aandoenlyk. Het Inftituut voor Dooven en Stommen van srcard, 't welk in een voormaalig Siminarium van de ftraat Jaques, in de Voorftad Germain, geplaatst is,geniet thans weder de onderfteuning van het Gouvernement ; tegenwoordig worden in hetzelve vyftig Doof-ftommen ondcrweezen en in elke tiendagen éénmaal oefeningen gehouden. — Eenige maaien was ik ooggetuigen van het onderwys , bevindende ; ' my  my in het midden deezer belangwekkende ongelukkigen, als in den fchoot van een blygeestig en gelukkig huisgezin. De vaderlyke behandeling van 'den Leeraar is zo liefderyk als de aankleeving zyner kweekelingen kinderlyk hartelyk is; in alle hunne gebaaren en handelingen ziet men blygeestigheid en wcltevreedenheid. Een hartverkwikkend aanfchou. wen, als men bedenkt wat deeze menfchen buiten dit onderwys waren, en wat zy thans zyn! Dit alles herinnerde my zeer levendig aan myn bezoek by den voorganger en leermeester van sicard, den Abt e'epée, dien uitmuntenden man, in zyn grysheid nog vol jeugdige, vrolyke fcherts. — Ook ten aanziene van het uitwendige des Inftituuts , vond ik alles in denzelfden toeftand als voor twaalf jaaren. De geest van den eerwaardige*] Stichter fcheen als te zweeven over zyn borstbeeld, dat in de Gehoorzaal geplaatst is, en als voorwerp van de harteïykc toegenegenheid der kweekelingen, niet dan met eerbied en erkendtenis befchouwd word. — Ten aanziene der leerwyze vond ik het onderwys verbeterd, en minder vermengd met fchoolfche - dogmatüche denkbeelden en myftieke fantafiën , dan voormaals plaatshad, maar daarvan ook niet geheellyk gezuiverd. Sicard heeft de verbaazende arbeid ondernomen,een zyner kweekelingen te leeren fpreeken: relatif gefproken, is hem zulks verwonderlyk wél gelukt. Evenwel verwekt het aanhooren der meeste zwaarc en doffe klanken, door den Doofftommen met zichtbaare vermoeiing der longe en met trekkingen in liet gelaat, voortgebragt een on- aan-  aangenaarne en fmartelyke gewaarwording. Wocr den van twee fylaben, in welke een of twee vocaalen voorkomen, by voorbeeld pén, inére, en foortgelyken , fprak de Jongeling gemaklyker en met minder moeite uit. Tc vergeefs echter wendde sicard jaaren lang pcogingen aan, om deeze kweekeling zekere eigenheden der franfche taal te doen begrypen en uitfpreeken. By voorbeeld u; het woord plus fprak de kweekeling ploe, nimmer plu, uit. Terwyl sicard my eenige der gronden van zyn onderwys verklaarde, en zynen rug naar de kweekelingen, die in een kring gezeten waren, gekeerd had, begonnen deeze een , indedaad pantomimisch tonecllpel, 't welk ik gaarne met meerder opmerkzaamheid en meer op myn gemak befchouwd had, want nimmer wierd de mimifche kunsttaal, wclfpreekender en nadruklyker voortgebragt, dan in dit gczelfchap van doof - Hommen Toneellpeelers. — 't Is te verwonderen dat dc vindingryke en in allen opzichten uitfpoorige Luxe der Grooten, deeze nieuwe bron van converfatie nog niet ontdekt heeft, een pantomimisch Theater van Doofflomen zou iets nieuws opleveren voor den verftompten fmaak deezer menfchen. — De levendigfte uitdrukking der in werking gebragte gezichtsmuskelen en elke vlugge beweging der leden, volgde onmiddelyk , zonder tusfehenftand, de fnelheid der gedachten en der denkbeelden die deeze fpraakloozen eikanderen wilden mcdedeelen. — De zeer verftaanbaare Pantomime, had geen uitlegging noodig. Een ftommen die mid-  midden in den kring zat, vertelde aan zyne doove toehoorders, de historie van een Zandruiter die hy bygewoond had. Hy had een man gezien die een wild paard beklom , 't welk hy geen verftand had om te regecren, welk paard zynen beryder na veele wendingen en fprongen van zich af- en op den grond wierp. De levendige gelaatstrekken en gebaaren van den knaap, die deeze eenvouwdige gefchiedenis met ontallyk veele kleine omftandigheden •en digresfiën vertelde , drukten het lachwekkende op eene verwonderlyke wyze uit. Ook miste zyn verhaal, deszelfs doel, opmerking, gelach,nabootfmg en herhaaling des kluchtfpels onder den kleinen hoop blygeestige toehoorders te verwekken, geenzins ; cn, men kon niet zeggen dat een ftommen voor doove oorcn gefproken had. lyceum der kunsten. Het tydftip der vernietiging van de koninglyke Academie der Kunften en Weetenfehappen, zes jaaren geleden, was dat der oprichting van het Lyceum der kunften: in den beginne flechts eene byzondere asfotiatie van verfcheiden leden der geweezen Academie, en van andere geleerden en kunftenaaren, tot voortzetting van gemeenfehaplyke letteren kunst-kundige werkzaamheden. Het Plan tot dit -Lyceum, wierd ontworpen door den tegenwoordigen algemcenen Secretaris van hetzelve,desaudray, II. stuk. I dic  die dit Inftituut op zyn eigen kosten ftichte, ter* wyl hetzelve door zyne algemeen nuttige oogmerken en werkzaamheden welhaast in openlyk aanzien won, wordende vervolgens door het voormaalig Committée van onderwys tot een publieke ftichting verheven en als zodanig door het Gouvernement onderfteund. Het Lyceum beleefde de Vandaalfche aanvallen op al de Tempels van Kunften en Weetenfehappen, overleefde echter dit fchandclyk tydperk, hoewel in de verdrukking, met verlamde werkzaamheid cn zonder openlyke famenkomften te houden* die naderhand nogmaals by het oproer der wyken (SecVions) van Parys, afgebroken wierden. Dan ook geduurende deezen ftilftand van openbaare werkzaamheden , maakte het Lyceum zich verdienftelyk door bevordering van kundigheden. Hetzelve droeg zorg dat destyds in verfcheiden Inftimuten gratis onderwys gegeeven wierd, en geduurende deeze jaaren wierden door deszelfs medeleden tweeëntwintig Curfus van lesfen in onderfcheiden weetenfehappen voorgedraagen. Plet Lyceum betoonde zelfs den moed, om lavoisier in zyne gevangenis en aan den voet van het moordfehavot dat hy beklom, den Burgerkroon van verdienfte toetewyzen. — Eindelyk na herftelling der openlyke rust, vierde ook dit Inftituut op den Brumaire des 4^n Jaars, (25 October 1796,) in zyn op nieuw geopende publieke zitting, het feest zyner wederherleeving, en thans word het Lyceum der kunften, van wegen het tegenwoordig Beftuur, 't welk de bevordering van Kunften'en Weetenfehappen zo zeer behartigd, met ge.  gq^aste foJidfen onderfteunt ter goedmaaking der üte gaven vereischt tot belooningen en aanmoedigingen van verdienften. Dit Inftituut heeft driehonderd leden, en houd op den laatften decade dag van elke maand zyne publieke zittingen en op den zevenden dag van elke Decade, zyne befloten famenkomften. Het oogmerk van het Lyceum der kunften, is in het algemeen, bevordering der weetenfehappen, meer byzonder echter voortzetting van kunften en handwerken, door derzelver vorderingen bekend te maaken, de vlyt ter beproeving van nieuwe en algemeen nuttige uitvindingen tot bevordering van handwerken aantemocdigen en bekwaame werkluiden gepaste belooningen te fchenken, ter bereiking van welk doel elk lid met enthufiasme en dien yverwelke der Franfche Natie byzonder eigen is, zich werkzaam betoond. Volgens een publiek bekend gemaakt bericht, heeft het Lyceum, federt zyne oprichting, driehonderd - en - tagtig uitvindingen en verbeteringen van gemeen nuttige werkzaamheden bekend gemaakt, onderfteuning verfchaft en derzelver uitvinders belooningen toegeweezen. Met een glinfterende 'praal, die van een inrichting van dit ibort behoorde verwyderd te blyven, hoewel zy, naar den geest der eeuwe en der Franfche Natie, by enkele gelegenheden niet zonder uitwerking is, — worden de publieke famenkomften in den zogenaamden Cirkus van het Pa/ais cPE~ I a ga-  galitéy (voormaals de fpeeJplaats derBacchusfeesteri: van den Hertog van Orleans,) gehouden, zynde daartoe door den ftichter van het Lyceum, de sa ijdra y voor twaalf jaaren gehuurd. In deeze famenkomften wil het Inftituut het nuttige met het aangenaame, ernftige met vrolyke bezigheden paaren. 'Erworden verhandelingen over deeze of gene weetenfchap geleezen; lofredenen gehouden over afgeftorven geleerden en kunftenaars, aan de verdienften, kroonen met eene milde hand rykelyk uitgedeeld; Eerpenningen en belooningen ter hand gefteld ; nieuwe uitvindingen vertoond en daarmede proeven genomen. By afwisfeling worden deeze werkzaamheden door Muziek vervangen, en by plechtige aanleidingen vertooningen gegeeven, die op een Theater beter uitwerking hebben zouden, dan in deeze daartoe ongefchikte en door de menigte van toehoorders zeer bekrompen Zaal. Het Muziek daar uitgevoerd, is geenzins van verdienften ontbloot , het Orchest wel bezet, en men hoort 'er nevens de oefeningen van jonge, veel beloovende toonkunftenaars , die aanmoediging verdienen, dikwyls zeer uitmuntende Virtuofen. De Zaal is in tweeën afgcdeclt: het eene gedeelte voor het Orchest en de Eeden, en het ander voor de toehoorders, voor welken men rondsom Loges 1 Galleryen en Amphitheatraal oploopende zitplaatfen aantreft. — Voor het Orchest dat aan het eind der Zaal geplaatst is, ziet men den zetel van den Voorzitter, het fpreekgeftoelte en een open ruimte tot het too-  toonen van nieuwe werktuigen en proefneemingen. Boven het ipreekgeftoelte , aan den koepel, door welke het licht van boven in de Zaal valt, leest men de groote waarheid, die in Frankryk ten tyde der Anarchie te lang vergeeten bleef, en die men na den Qllen Thcrmidor, op nieuws moest preconifceren, [van waarde verklaaren] Vertu, Justice, Hu* manité, fans elles point de Liberté ffj. Een kort verflag van twee publieke zittingen van het Lyceum, by welke ik mede tegenwoordig was, zal den aart des Inftituuts, 't welk van geen ydele roemzucht is vry te pleiten, kenbaar maaken. T.enënveertigfte openlyke zitting van het Lyceum der Kunften, op den 30^ Germinal van het 4^ Jaar. -(19 April 1796.) De Vergadering- wierd onder voorzitting van den Chimicus Pellctisr, toenmaalig Prefident,'s middags *èn twaalf uuren met een fymphonie van haydn geopend, en volgende werkzaamheden wierden telkens met het uitvoeren van Muziekflukken afgewisfeld. Daarby lieten zich eenige jonge toonkunfienaars op de Violini en Cyther, als ook op de Fortepiano hooren. De Stichter en algemeene Secretaris van het Lyr ceum, (*) Deugd , Rechtvaardigheid, Menschlykhcid: zoneter deeze geen Vryheid. • 1$  ceum, desaue-ray, een goed redenaar en bekwaam man in liet waameemen en voordraagcn van zaaken, deed verflag van de werkzaamheden der leden geduurende de afgeloopen maand, en aankondiging van eenige nieuwe werken en van verfcheiden openlyke lesfen, en vertoonde aan de Vergadering het Portrait van lavoisier, door een der leden, naar het origineel van david, in koper gebragt. Tevens gaf hy kennis , van een bcfluit van het Lyceum, volgens welk, ter eere van deezen grooten lyder,in de Voorzaal van het Lyceum een Monument zou opgericht en in een der volgende zittingen een Lofreden gehouden worden. — Deeze bekendmaaking wierd van eene algemeene luide toejuiching gevolgd , terwyl men van alle zyden famendrong , om de intekening die ter oprichting van het Monument wierd opengefteld, fpoedig vol te maaken. De Chimicus a r c e t las vervolgens een aanpryzend bericht van nieuw werk van de Fabriek d$ Fayance (gepolyst fyn aardenwerk) van ollivier. Hierby wierden verfcheiden van omtrek bevallige, doch van maakfel eenigzins lompe, tegen het vuur beftaanbaare vaten, van deeze fabriek, vertoond ; benevens gelukkiger nabootfels van hetrurifche Vaazen en Bazalt- gelykende kleine beeldtjes van gebakken aarde. De wakkere kunftenaar trad te voorfchyn en ontving met eene vleiende lof-betuiging, een burgerkroon uit de hand van den Prefident. Malheree maakte een nieuwe vinding van een  een Fabrikant, tremel, van Spin-machines voor Catoene-garens, bekend, en den uitvinder die mede tegenwoordig was, wierd een Eerpenning, hem. door het Lyceum toegeweezen, ter hand gefield. De Chimicus vauquelin deed daarop verflag van eene nieuwe, zeer voordeelige en vaardige wys om lederi te bereiden (*), door den looijer seguin ontdekt; die deswegen een Burgerkroon bekwam, welke hem voor zyne nieuwe uitvinding, zo veel uit de medegedeelde refultaaten der nieuwe bewerking te oordcelen was, bil lyk toekwam. Een Landman wierd vervolgens, wegens de voortzetting van den Byën teelt met openlyke vermelding van zynen naam, een getuigfehrift van verdienften, behandigd. Na de voorleezing van nog eenige berichten wegens dc koolwording van turf, de bevordering der aankweeking van zyde en andere landhuishoudelyke onderwerpen, las dumoustier een lofreden op de zesëntagtig jaarige, door de Colombiade en andere werken bekende Dichteres dubocage, oudfie bewooneres van den franfchen Parnasfus. Deeze oude Dame had door de guure lucht, die den Dichterenberg der Franfchen thans maar al te dikwyls omgeeft, eene verkouwdheid gekreegen, en kon ter dier (*) Hiervan zal ik in een volgende afdeeling nader verflag geeven. , 14  dier oorzaake, in de zitting van het Lyceum niet zelve tegenwoordig zyn, maar wierd door een Borstbeeld dat naast den ftoel van den Prefident geplaatst was, gereprefenteerd, 't welk deeze met een krans van roozen cn laurieren gevlochten, bekroonde. Vauqüelin befloot de werkzaamheden deezer zitting met Proeven wegens het Donderzout, Qkionation du muriate furoxigéné de potasfe.) Dit preparaat geeft, op een aanbeeld geftort en met eenen hamer geflagen, een flag als van een maatig geladen Pistool, een zachter doch aanhoudend knappen word te weeggebragt, als men dit Zout in een mortier met den ftamper floot, en in een glas met eenig zuur gemengt, ontbrand het in fraaie veelkleurige vlammetjes. Tv/eeënvecrtigfle openlyke zitting van het Lyceum, op den 30^11 Floreal (19 Mai). Een veel gedruisch maakende militaire optocht, waar door deeze zitting met overleg wierd afgebroken, gaf haar een eenigzins Opera-achtig voorkomen. Maar het Locaal begunftigd zodanige plechtigheden te weinig, dan dat, wat men 'er ook anders ten voordeele van zeggen moge, dezelven hier wel geplaatst zyn zouden. Na eene inleiding van een Krygs-Symphonie, die groote dingen voorfpelde, trad des au dra y, met een foort van geestverrukking op het fpreckgeftoel- te,  te, en proclameerde dc berichten der groote overwinning, daags te vooren uit Italië ontvangen, — dc vrede met Sardinië en de wapcnfchorsfing met Panna. — Met bazuincntoon weêrgalmde de lof van btjo naparte door de Zaal: wat waren de beroemfte helden der oudheid by hem vergeleken! zyn met lauwers bekranftc fchedel reikte aan het Firmament, — de groote moedige jonge Held, — wiens onverwelkbaaren roem, waarlyk deeze woorden niet behoefde, — zou zelfs, ware hy tegenwoordig geweest, uitgeroepen hebben, het is te veel! — Inzonderheid .wierden zyne fchikkingen, om het Nationaal Mufeum met Italiaanfche Kunstwerken te verryken, hemelhoog gepreczen; en het luidde waarlyk belachlyk als desaudray 'er byvoegde, dat de Hertog van Panna daardoor oprecht berouw toonde van zich in de alliantie tegen Frankryk begeeven te hebben, cn nu zyne beste kunst-fchatten ten zoenoffer aanbragt. „ Le Triomphc", dus befloot de Redenaar, onder luide toejuiching, zyne woordenrykc declamatie: „ Le triomphe est a Pordre du jour en Italië, & bientót nous mettrons le pied dans i'orgueilleufe baifilique de St. Pierre (*). De gedruischmaakendc] militaire optocht, die eigenlyk tot deeze luidruchtige redenvoering behoorde, wierd tot het flot der zitting uitgefteld; na de redenvoering deed de Secretaris aankondiging van verfcheiden ma- (*) Dc zegepraal is in Italië aan de orde van den dag, en welhaast zullen wy den voet zetten in detrotfchepraalkerk van St. Pictcr. 15  mathematifche en phyfifche lesfen, die gedeeltelyk in het Lyceum, gedeeltelyk elders zouden gehouden worden. Vin te nas, opziener der uitmuntende Bibliotheek en verfameling Antiken van St. Gcneviéya, las voorts een lofreden op den onlangs geftorvenen vicrëntagtigjaarigen Astronomist pingré, een eerbiedwaardige grysaart, naast wienik, weinig dagen te vooren, in eene decade famenkomst van het Nationaal Inftituut gezeten was. Het borstbeeld van deezen verdienflelyken geleerden , dat in de Zaal geplaatst was , wierd door den Prefident pelletier gekroond. — Vervolgens wierd eene door den Mechanicus gardiner nieuw uitgedachte Dorsch - Machine getoond, en den uitvinder een Eerpenning ter hand gefield, — die echter misfehien beter bedeed had kunnen worden, want uit de Proeven by het eindigen der zitting genomen , fcheen het my toe, dat dit werktuig, hetzelfde gebrek had als verfcheiden foortgelyke machines, naamlyk tot daadclyk gebruik niet te deugen. Tot het draaien deezer machine , wierden, als zy fpoedig werken zou, twéé menfchen vereischt, en nog buiten dien een derde om de fchoovcn onder het werktuig te fchuiven, de befpaaring van menfchen arbeid was dienvolgens van geen betekenis. De flag van den vlegel kneusde de airen, en vcrbryzelde het grootfte gedeelte der halmen tot kaf, 't welk geen winst voor den landbouw kan genoemd worden , 't geen men toch door het invoeren der machine zou bedoelen. . Hier-  Hierna wierd een Ode op den Overwinnaar vail Italië gcleezen, — en op het ogenblik dat deeze Ode ten einde was, wierd door luidruchtig krygsïnuziek, aan den ingang van den Cirkus, de aankomst van een Triomf-optocht, aangekondigd. Met vliegende vaandels en op pieken gedraagen Tropheën, die 'van gefchilderd bordpapier vervaardigd, hunne herkomst van het theater der Opera verraadden, trok een party foldaaten de Zaal binnen, drong door den van aanfehouwers zeer vernauwden middenften doorgang, cn plaatfte zich achter den Prefident op de trappen van het amphitheater van 't Orchest, Men kon weder adem fcheppen zodra het verdoovend gedruisch der trommels, die den optocht verzelden , ophield ; — en een door cheNIer gelukkig gecomponeerd Zege - lied wierd opgefpeeld. Na het eindigen daarvan,. verraste de algemeene Secretaris de Vergadering door een toneel dat te vooren niet befproken was, en uit dien hoofde meer behaagde. — De Muficus eesueur, gunfteling van het Publiek wegens dc gelukkige compofitie vari zyne twee laatfte Opera's, Tclcmaquc en la Cayerèe, die wcekclyks meermaalen op het theater Faydeau, met algemeene toejuiching vertoond wierden, wierd door desaudray in een afgelegen Loge der Zaal gezien en uitgenoodigd te voorfchyn te treden, om de dankzegging van het Lyceum , voor zyn Opera Tclemaque , die weinig dagen geleden het eerst vertoond was te ontvangen. — De befcheiden le-  eesueur bleef op zyn plaats zitten, van waarhy zich , zelfs toen de uitnoodiging door de gantfche Vergadering herhaald wierd, niet wilde verwyderen. Men haalde hem af en geleidde hem midden door de Zaal by den Prefident, die hem den krans der erkendtenis aanbood, welke desaudray hem met eenig opdringend geweld op 't hoofd wilde zetten. Na eenig worftelen maakte lesueur zich van den krans meester, met welke hy zich op het Orchest retireerde. — nationaal museum der kunsten. Hoewel de vergelyking en paralelftelling van het hedendaagsch Parys met het oude Rome , 't welk in eerstgemelde ftad mode geworden is, in veel opzichten mank gaat, kan men echter de gegrondheid van dit gevoelen niet in twyfel trekken ten aanziene van den verbaazenden Nationaakn fchat van Kunstwerken , te Parys faamengebragt en opgehoopt: wanneer men naamlyk, by het voorheen bezetene nog rekent, de overgroote aanwinst van ktmstftukken uit vreemde landen, deels door het recht van overwinning bekomen, deels by traclaaten van neutraliteit of vrede bedongen. — In dit opzicht loopt de gelykheid tusfehen Parys en Rome (na de overheering der Grieken,) zeer duidelyk in het oog. Dan of  of de franfche grond , den romeinfchen, ten aanziene van aanmoedigende vruchtbaarheid tot kweeking van fmaak en vorming van genie immer zal of kan gelyken, is een moeilyk vraagftuk, 't welk door de verdeedigers der dubbelzinnige methode om Mufeum's te maaken, nog niet voldoende is opgelost geworden. De Kunstwerken van elders gevoegt by het nog veel grooter aantal fchilder- en beeldhouwftukken uit koninglyke gebouwen, kerken, kloosters en uit verfamelingen van uitgeweeken of omgebragte Edelen, famengebragt, maaken thans den Nationaalen fchat van kunstwerken uit; — zynde de dusgenoemde Gallery der Louvre beftemt, om de uitmuntendfte onder dezelven ten toon te zetten. Deeze Gallery is een dier gebouwen, welke tot openlyke verfamelingen van fchilderftukken gebruikt wordende, men het als 't ware kan aanzien, dat zy tot dit oogmerk niet gefticht wierden , maar zich daartoe Minerva ten trots hebben moeten verledigen. Niet de onevenredigheid van een Zaal van vyftienhonderd voeten rechtftreekfche lengte tot haare hoogte en breedte, — maar het verkeerde licht in welk de fchilderyë'n geplaatst wierden, zynde geen derzelvcn op zyn licht gehangen, ftrekt daarvan ten bewyze. Aan beide zyden valt het licht door vengfters, die even hoog zyn als de Zaal, op de fchilderftukken, welke aan den muur tusfehen de vengfters zyn opgehangen, waardoor de fchilderyën een fchuins  fchuins licht van de twee tegenovergelegen vengftrer* bekomen, 't geen te weegbrengt dat de aanfchouwef geen gcvoeglyke plaats ter bezichtiging kan vinden, om dat hy door het licht van een of van beide de vengfters naast het fchildery gehinderd word. Allernadeeligst echter is dit fehceve licht op de veelvuldige groote fchilderyën welke uit de kerken herwaarts zyn overgebragt, en tweederden der geheele hoogte van de Zaal beflaan. De meesten daarvan wierden voor een bepaalde plaats en voor eene locaal licht gefchilderd, althans van de kunftenaars in onderftelling van een van boven invallend licht vervaardigd; weshalven zy hier aan een zeer ongefchikte plaats zyn opgehangen, en in derzelver volkomene fchoonheid niet gezien kunnen worden. Men voelt dit gebrek van het Mufeum, maar de volvoering van het plan om al de vengfters aan de zyden toetemetfelen, ten einde daardoor een derde meerdere ruimte te winnen, en voorts het licht door verfcheiden glazen koepels in de doorgebrokene zoldering der Zaal, te laaten invallen, zou te groote kosten vereisfehen cn zal vooreerst geen plaats hebben CO(*) De Zaal zou ten aanziene eener verbeterde verlichting reeds winnen , als ten minften de ry vengfters aan de ééne zyde gefloten was; en ik gis dat men by de begonnen verbetering der Zaal, federt myn vertrek vaa Parys, deeze fchikking gemaakt heeft.  In de benedenfte verdieping, alwaar men aan d« huisdeur tegen de plaats der Louvre, een Marcus Aurelius en een jonge Bacchus onverwacht naast elkander geplaatst vind, ziet men verfcheiden ftandbeelden naar Anti ken gewerkt, van ongelyke waarde. In den voorhof 't welk naar een zydclingfche ingang leid , zyn onder andere ftandbeelden , geplaatst, de vier fraaie colosfaale Slaaven van de verbryzelde Statue van Lodewyk den XlVen , 0p de Place des ViStoires, en in een portaal, de vier kleiner flaavenbeelden van het ridderlyk ftandbeeld van Hendrik den IVden. — Eenige deezer beelden hebben by hunne vcrplaatfing , of misfchien ten tyde van het Vandalisme, vingers en teenen vcrlooren. —. Boven deezen ingang tot de trap van het Mufeum, leest men de woorden: Mufeum national, monument confacré a Pétude 6? a Vamour des arts (_*"). — In de Voorzaal der Gallery getreden, moet men zyn rotting aan den deurwaarder ter handftellen, — waarop de deur van het Mufeum tot een overladen gastmaal word geopend, dat de fmaak van elk - één kan ftreelen, maar ook door overdaad en bontkleurige veelvouwdigheid misfchien de fmaak van meem'g een bederft. — Ingetreden, vind men zich door kunst»ftukken van allerlei foort omringd, welke geen rustpunt overlaaten voor het,oog van hem, die zich niet gewend heeft over de fpeelingen der kunst en andere voorwerpen die van de hoofdzaak vreemd zyn, heën (*) Nationaal Mufeum: Monument aan de beoefening en waardeering der kunften toegewyd.  heen te zien. In het midden op een ry, en aan de muuren der Zaal onder de Schilderycn, zyn gebroken Zuilen van verfcheiden foorten van Marmer geplaatst, benevens ryk verfierde Postamenten van goede en Hechte gedaanten, Tafels en andere Meubels van onderfcheiden maakfels, van fteen en hout, met brons verfierd, 't welk alles tot voetfiukken van kleiner kunstgewrochten dient. Voorts vind men groote en kleine Stand-Borst- en Afgodsbeelden, antiek olfergereedfchap, Vaazen en meer ander antiek en modern Vaatwerk van Marmer, Porcelein en Brons, benevens verfcheiden mechanifche Kunstwerken , Uurwerken , mathematisch en phyfisch kunftig gewerkte Machines, aartige Kistjes en Kasjes met ingelegd beklcedfel, — wyders modellen van Tempels , Ruïnen en moderne Gebouwen. Een onöverzienbaare menigte, een bontkleurig mengelmoes van de meest van elkander verfchillende voorwerpen, waarvan de mecstcn in een Kunstkabinet, maar niet in een gallery van fchilderftukken t'huis hoe-ren, alwaar ze de éénheid ftooren en de opmerking van de hoofdzaak afleiden en de aandacht verftrooien. Dit nadeelig gevolg van zulk eene opeenftapeling van onderfcheiden voorwerpen, liep my het meest in het oog , op die dagen als het Mufeum voor het publiek wierd opcngefteld: dan zag ik veele groepen van aanfehouwers zich blootelyk met het befchouwen en aanflaaren der enkele kleine aartigheden bézig houden en op de heerlyke fchilderftukken flechts een vluchtigen blik werpen. Dc weinig gevormde en frivole fmaak van het Publiek word  Word in deezervoege niet goed geleid noch verbeterd ; — en waarfchynlyk zou de Apollo van Belvedère en de Laocoon, indien deeze van Rome naar Parys mogten vcrdwaalen, geen beter noodlot hebben dan by dit kinderfpel der kunst gevoegd, en. daardoor van veelen voorby gezien te worden. In den naam der kunften worden de burgers uitgenoodigd, de kunstgewrochten te fpaaren en 'er geen handen aanteflaan (*). Op alle voetftukken by de kunstwerken ligt een bordpapier waarop dit verzoek gedrukt is , en 'er zyn altyd verfcheiden opzieners by de hand, om toetezien dat aan hetzelve voldaan worde, als ook om de vraagen der nieuwsgierigen te beantwoorden. • Slechts de helfte deronafzienbaare Gallery, was tot nog met Schilderftukken behangen, intusfchen was men aan de andere helfte bézig, alwaar de Schilderyè'n nog door en tegenë'lkanderen, aan den wand ftonden. Driehonderd vyfè'ntwintig Schilderyën , meest uitgezochte meesterftukken van Italiaanfche , Nederlandfche en Franfche Schilders , zyn volgens de fchoolen gerangfchikt; cn niet flechts de naam des kunftenaars maar ook het onderwerp der fchildery, ftaat op de lyst gemeld. Wanneer alles in orde en voltooid zal zyn, zal van de geheele verfameling een O -Au nom des artsl Citoyens , conjervons nos prvpriétés, en empichant qui que et fait d?y perttr ks mains. II. STUK. K  een Catalogus gedrukt worden. Veelen van de Schilderyen in Holland en aan den Rhyn buitgemaakt, waren gerangfchikt, doch de grootfte helft daarvan ftond nog door elkander. Drie dagen in elke Decade, word het Mufeum Voor het publiek opengezet. Vreemdelingen echter en Kunftenaars hebben daaglyks toegang. Men geeft geen drinkgeld en ontmoet de minzaamfte bejegening. Elke fchilderftuk word , wanneer eenig kunftenaar zulks begeert te copiè'ren, van den wand genomen en op een fchilders - ezel geplaatst. Ten einde een nieuwen vloer te leggen en andere verbeteringen te maaken , wierd het Mufeum den voorigen zomer gefloten, en geduurende deezen tyd de uitgezochtfte meesterftukken van elke fchool in de Voorzaal der Gallery ten toon gezet. Deeze Zaal haar licht van een glazen dak ontvangende, bedoelde de Commisfie van het Mufeum, met de fchilderftukken diii te plaatfen, de voordeden eener zodanige verlichting te doen in 't oog vallen ; en het gelukte haar het publiek gevoelen in dit opzicht, in haar voordeel te doen beflisfen; doch zy had zicfe van eene andere zyde de rechtmaatige berisping van kunstkenners eener geoefende fmaak daardoor op den halze gehaald, dat voor de uitvoerigfte fchilderftukken van Nederlandfche Meesters , als van yan der Werf, Ostade, Teniers, van Huyfum, Therhurg, ja zelfs voor een ftuk van Rubbens van vier voeten breedte, Spiegelglazen gezet waren, zynde X „ . dit  dit gefchied met de bedoeling om het befchadigen, H welk by het copié'eren gevreesd wierd, te verhoeden. Byaldien men der oude franfche fchoole met recht verweeten heeft, dat zy nimmer deed wat Mi* nerva behaaglyk was; — deeze ongelukkige inval, tvaardoor de fchilderyën misvormd worden,van eenige nakomelingen dier fchoole, heeft deeze berisping op nieuw bekrachtigd. — De jonge Kunftenaar moet by het copié'eren, de orgineelen beltudeeren i en men berooft hem van alle middelen tot dat einde. Het caraéler der beeldtenisfen verliest al het daaraan byzonder eigene, door het dikke fpiegelende glas: de geest des meesters is verfiaauwt, zyne manier is ontroerd , het coloriet zelve is onkenbaar gemaakt, zelfs veranderen fommige veiwen doordien de toegang der buitenlucht in deezervoege is afgeflooten. De aanfehouwer word door de fpiegelende oppervlakte, en door het valsch licht, 't welk over het tafereel verfpreid is, in alle opzichten in eene onbelemmerde befchouwing verhinderd. Een lid der Commisfie, wien ik met alle befcheidenheid eenige deezer bedenkingen voorhield , beantwoordde dezelven met een deftig ftilzwygen ; en dat ik van een fcherpe les over myne onweetendheid verfchoond bleef, was ik wel ligt alleen aan de franfche heuschheid verfchuldigd. Het ontwerp ter vergrooting van het gebouw van het Mufeum is zeer uitgebreid, als bedoelende den grooten voorraad kunstftukken die voorhanden zyn en op nieuw uit Italië verwacht worden, behoorK a lyk  lyk te plaatfen. Hetzelve word uitgewerkt door den Architect vailly., naar wiens bellek het uitmuntend Theatre Franpois gebouwd is, en in, wiens handen ik het plan voor het Mufeum te zien kreeg. De vertrekken in de benedcnfte verdieping van de Gallery der Louvre, die ten tyde van Hendrik den IVfon zo ryk verfierd waren, zullen tot een Mufeum voor antieke en moderne Beeldhouwftukken gefchikt gemaakt worden. Men is voorneemens de dwarsmuuren tusfehen deeze op elkandervolgende vertrekken, wechteneemen , en aan derzelver plaats pylaaren van het fraaist Marmer te plaatfen, hoedanigen in de Nationaale bewaarplaatfen van Monumenten in menigte voorhanden zyn, waardoor men dan, door de gemelde Colonnades heen, de gantfehen reeks in eens zal kunnen overzien. In het midden van elke afdeeling deezer , aldus tot ééne Zaal verè'enigde vertrekken, zal een voornaam Standbeeld , een Apollo , Laocoön , Antinoüs, of dergclyken geplaatst en de afdeeling naar het daar in geplaatfte Standbeeld genoemd worden. — Boven deeze verdieping zal een tweede Zaal voor fchilderftukken van nog levende meesters , en voorts e^n derde voor een nationaale verfameling van Tekeningen aangelegd worden ,- in welke laatfte de Cartons van Raphdél te Milaan prys gemaakt, den eerften rang zullen bekleeden. Het plan van buokoparte, om Italië van deszelfs beste kunstgewrochten te ontblooten en ook de Griekfche Oudheden, die tedere plant, uit den % grond  grond die haar door een reeks eeuwen was eigen geworden, naar een vreemde landftreek overtevoexen, — maakte toenmaals het onderwerp der dage. lykfche gefprekken uit. 'Er wierden Commisfarisfen naar Rome gezonden, om eeninquifitie-gerechtshof van kunstftukken uittemaaken, wier bezigheid hen flechts van weinigen misgunt wierd. Verfcheiden Journalisten gespten 't harnas aan ter verdeedi» ging van deeze zaak, maar het gevoelen van het publiek te Parys was deswegen zeer verdeelt. In eenigen der voomaamfte Duitfche tydfchriftcn vond men federt de krachtigfle bewyzen byè'engcbragt, waarom de Duitfchers en oordeelkundige, billyk denkende Franfchen, dit voorneemen afkeuren. De tegenftreevers dier Paryfche Geleerden en Kunftenaars, wier ftem federt zich luid tegen dit plan heeft doen hooren , is , of met fouveraine uitfpraaken of met drogredenen beantwoord. — Ik zal my hier even min bézig houden met eene herhaaling der gemelde nadruklyke bewysredenen tegen deeze onderneeming , als met eene vruchtclooze wederlegging der fophistifche uitvallen van zulke tegenftreevers , als voor de ftem der rechtvaardigheid cn bilïykhcid, ten aanziene eener zodanige beroving van het eigendom van andere volken, doof zyn, en die of uit onkunde of uit overdreevcn patriotfehen yver, al dat geen verwerpen, 't welk zelfs van de voornaamfte franfche kunftenaars, wier vaderlandsliefde niet in twyfel kan worden getrokken, tegen de verplaatfing der Griekfche Kunst-ftukken, in het midden gebragt is. Ook my, fchynt het toe, dat der K 3 c zcl*  zelvcn aan eenen clasfieken grond toebehooren, ea dat ze flechts op denzelven der kunften en den leerling het vereischt nut kunnen verfchaffen. De fchilder david, wiens roem als kunftenaar zo groot, als zyn excentriekPatriotismus buiten twyfel gefteld is, — een man die met de kunstwerken der ouden op 't naauwst gemeenzaam, de franfche kunst tot de ftudie der Antieken terug gebragt heeft; — david zelf was een dier tegenftanders van dit ontwerp , welke hunne afkeuring nadruklykst lieten hooren, en een der cerften en voornaamften onder de kunftenaars die het contra - adres aan het Directoire , fchoon van het Gouvernement tot nog toe buiten dispofitie gehouden, ondertekenden, Overmaatig patriotfche fchryvers cn Journalisten te Parys , hebben buonoparte wegens zynen overdrecven yver ter bevordering der kunften in Frankryk, met de roofzuchtige veroveraars van Griekenland in vergelyking gebragt, hem boven deeze verheven,en zynen anders welverdienden roem, door deeze paralelftelling, eene, indedaad flechten dienst beweezen. — Of het tractaat over welk men destyds met pius denVl"dei» in onderhandeling was,— ten aanziene van de gedwongen aflevering der fraaiftc en beroemfte ftandbeelden ter uitvoer gebragt zal worden, en of het Romeinfche volk deeze wechvoering van nationaalen Eigendom, ftilzwygend zal aanzien, — moet de uitkomst leeren. By veele ingezetenen van Rome is de oud-romeinfche geest nog niet  niet geheel uitgeblust, en de romeinlche eigenbaat laat 't niet ongemerkt, wat de kunst - fchatten haar » met betrekking tot den daar voor verworven vrede, waardig zyn. — Toen voor twaalf jaaren, ten tyde dat ik my te Rome onthield, het volk kennis kreeg , dat de Koning van Napels zyn eigendom, de uitmuntende Antieken uit het Farnefisch-Paleis , van daar naar Napels wilde laaten overbrengen, hoorde men deswegen een algemeen gemor, en het was niet dan met moeite, dat 't Romeinsch Gouvernement de menigte de rechtmaatigheid hiervan deed begrypen, en toen de Statuën uit Rome vervoerd wierden, van geweldigen wederftand afhield. — Het zal dus te bezien ftaan of dit zelfde volk, by zynen aangeërfden haat tegen de franfche Natie, zal toelaaten dat deeze ftrenge eisfehen van buonoparte voldaan worden , ten ware deeze magtige Overwinnaar zelfs voor de poorten van Rome verfcheen en door zegevierende wapenen het gefchil beftiste , — waarvan het tydftip welligt niet veraf is (*). Een kunftenaar, die in den voorleden herfst van Rome herwaarts reisde, verhaalde my, dat dit plan destyds een algemeene gisting van heerfchend misnoegen had tewege gebragt, en dat de franfche Commisfarisfen, eenige weeken lang, niet hadden durven waagen uit den huis te komen. Een gedeelte der door de franfche Commisfarisfen uitgezochte ftandbeelden van het Vatikaan, was reeds ingepakt, zon- O Dit wierd gefchreeven 20 February 1797. K4  sonder dat zy echter zelfs wisten, wanneer en hoedanig de vervoering zou kunnen gefchieden; terwyl dit Transport, opzichtelyk eenige colosfale Standbeelden , wegens derzelver verbaazende zwaarte, byna voor onmoogelyk gehouden wierd. Het Romeinfche Volk had zich diets gemaakt, dat het zegepraalend leger der Franfchen voor de poorten van Rome zou verfchynen, indien niet elk artikel van het Tractaat welks bekrachtiging destyds naby was, ftiptelyk vervuld wierd. — Op zekeren dag ontftond plQtfelyk het gerucht dat een fransch leger tegen Rome in aantocht was. Dit bragt teweeg dat het volk op de markten faamenrotte en bedreigingen deed om de huizen der Grooten te pionderen, ten einde , gelyk het Gemeen voorwendde, de Franfchen in dit werk vóórteweezen, en niets overigte laatcn. De uitbarfting van een oproer was kort op handen, en de regeering in groote verlegenheid, —• wanneer de fchranderheid van den onfeilbaaren pius tusfehenbeide kwam en de alarmkreet zonder hulp der Politie fpocdig deed bedaaren. — „ De Maria-beelden weenen!" — dit wierd op de markten uitgeroepen ; de woeste menigte verfchrikte; men liep naar de kerken om van het wonderwerk ooggetuigen te zyn, cn zie daar: de Maria - beelden weenen! „ Wee ons,rampzaligen!"—Een ftem van den hemel, had geen meer uitwerking kunnen hebben. Van woede lloegen de aanvoerers eensflagi tot berouw over, en legden zichzelvcn openlyke yzingwekkendc boetdoeningen op. Zy belasten hun half ontbloote lichaamen met ketens van honderde pon-  153 1 ponden gewigts, die zy des middennachts in lange treinen, knarsfende door de ftraaten fleepten, terwyl zy zich met geesfelflagen onöphoudelyk martelden en uitgilden : genade , heilige Maria ! genade ! —< Als deeze fanatique masqueraden eenige dagen lang geduurd hadden, hoorde men eene twede uitfpraak van den onfeilbaaren Paus, dat de verzoende Mariabeelden met weenen hadden opgehouden, — en het volk, keerde ftil weder naar huis! — NATIONAALE BEWAARPLAATSEN VAN KUNST-STUKKEN. Plet, door de beestachtigfte onkunde, door politieke gecstdryvery, door eigenbaat, woeker- en roofzucht geteelde Vandalisme, heeft in Frankryk onberekenbaare, nooit weder te herftellene nadeclen teweeg gebragt. — De ftandbeelden der Koningen en groote mannen zyn verbryzeld, de uitmuntendfte antieke en moderne Statuën vernield , althans verminkt; de kostbaarfte Bibliotheekcn zyn geroofd, verftrooit, voor ellendige pryzen in publieke verkoopingen wechgegooit, ja zelfs vernield; verfamelingen der fraaifte oude en nieuwe penningen zyn verfmolten, Kabinetten van gegraveerde Steenen zyn gcftolen ; mechanifche Kunst - werktuigen zyn vermorzeld; fchilderyen ftukkendgefcheurd en verr brand. De woede der verwoesting waarde lang, zeer lang in de Tempels van Kunften cn WeeK 5 ten-  tcnfchappen. - Het Tafereel deswegen, door de», ter bevordering van Litteratuur en Kunst zo manJyk werkzaamen gregoire, in zyn raport over deezen gruwel der verwoesting, aan de Conventie den 14'Jen Fruclidor van het aJe jaar, gedaan, is alleröntzettendst. Het Decreet der Conventie om alle tekens van het oude leenftelfel en vernietigd koningfchap uit den weg te ruimen, verfchafte de hedendaagfche Vandaalcn in Frankryk een begeerlyk voorwendfel tot de verwoestingen door hen aangericht. De fchemp- en fmaadrcdenen, door de verachtelykfte menfchen, op het fpreekgeftoelte van den verblinden volksraad en in de revolutionaire rechtbanken, dag aan dag, tegen de geleerden, de weetenfehappen cn voortbrengfels van genie, uitgebraakt, ftaaken den vlam aan van den fakkel der herostratussen, waarmede deeze het Heiligdom der kunften en weetenfehappen, verwoed binnen traden;^ en toen men eindelyk middelen ter hand nam, otq de allesverteerende vlam te blusfen, waren deeze maatregels te zwak om fpoedig te werken. De wetten wierden verfmaad, de bevelfchriften niet gehoorzaamd. — De geweldaadigheid van een, door helfche Furiën in woede gebragt Gemeen,ging zelfs de woestheid der horden van a tt ie a in Italië te boven, want daar vermeesterden flechts ruuwe, vreemde barbaaren. de door hen overheerde landen, —. terwyl in Frankryk de eigen landzaaten hun Vaderland verwoestteden! — Wat de kunst geduurende een  een reeks van eeuwen, fraais en groots had voortgebragt, wierd door hen in een kort tydbeftek, onherftelbaar vernield. Alleen in het Departement yan Parys, word de geftichte fchade op tien milJioenen begroot, Eindelyk, na lange vergeeffche moeite aange* wend te hebben, bereikte de aangeftelde Commisfion temporaire des Jrts, haar doel, om naamlyk te redden, wat de republikeinfche byl, zo als de raazende hebert het werktuig der verwoesting noemde, had overig gclaaten, Verfcheiden bewaarplaatzen ([depóts') wierden voorloopig ter bewaaring der kunstwerken uitgekozen , die uit de kerken, kloosters, paleizen en tuinen, tot eene nadere rangfchikking en verplaatzing, daarheen wierden overgebragt, Maar al te zeer ten nadeele deezer gebouwen en tuinen, wierd deeze maatregel vastgefteld cn ter uitvoer gebragt. — Inzonderheid verwekt het uitcrlyk voorkomen van verfcheiden, van haare fieraadjen dus beroofde kerken in de hoofdffad, een treurig gezicht, en verlevendigd al te zeer de herdenking dier tyden van algemeene ruïne. Die plaatfen aan de muuren en pylaaren, waar men voorheen de afgenomen praalgraven en monumenten vast» gemetfeld en gezet had , en die nu door het uitbreeken en afneemen der kunstwerken gefcheurd waren, had men destyds nog in dien bedorven iïaat gelaaten en niet weder herfteld. Puinhoopen lagen gints en her ; waar men marmeren Zuilen en Baluftraden had wechgenomen, was de vloer ge- icheuid  fcheurd en niet weder herfteld; Altaaren van derzelver Basreliëfs en marmeren bekleedfels beroofd, waren in den grond gezonken; en de kerkvengfters, •uit welken de uitmuntende befchilderde glazen wechgenomen wierden , waren voor een gedeelte met geen ander glas voorzien. — Een der fchoonite -fcun.stftukken van pigald, een colosfaal ftandbeeld van Maria met bet kind door de wolken gedraagen, ftond weleer in de nis van het hoog-altaar in de kerk van St. S'uïpieei het ftond 'er nog: maar in welk een ftaat! Het kind was het hoofd afgeflagen, het ftandbeeld zelfs op verfcheiden plaatfen befchadigd,en de wolkengroep met de zuilen waartegen deeze geplaatst is, ten deele verbryzeld. — Het eerfte gezicht van dit wanfchapen voorwerp, tn der puinhoopen en ruïnen van rondsömme door het kerkgebouw verfpreid, heeft eenen onuitwischbaaren indruk in myne ziel te wege gebragt. De uitmuntende organist sean had my en myne vrienden genodigd op een Orgel-Concert, dat hy ons ten gevalle uitvoerde. • Terwyl de fchelle klanken van een choraal Muziek tegen de hooge kerkgewelffds weêrgalmden, doorwandelde ik de ledige omgangen en kapellen , — zag deeze verwoestingen, de ruïnen der Altaaren en Praalgraven! — my ontbreeken woorden, om hetgeen ik gevoelde, uittedrukken. ' 'Er zyn te Parys verfcheiden Depóts van kunstftukken opgericht. De twee meestbevattenden zyn, in  in het voormaalig kleine Augustynen Klooster (av.x petits Augustius,) in de ftraat van dien naam en in het Paleis van den geweezene Marquis de Nesle aan de kaai Voltaire. Eerstgemelde bewaarplaats, thans Mufée des fmnumens francois genaamd , is met een naauwlyks overzienbaare 'menigte van beeldhouwftukken van allerlei foort, als 't ware volgeftapeld, en nog daaglyks wierden de beeldtenisfen- van Helden, Apostels en Heiligen op fleeën en karren daarheen gebragt cn voor 's hands op het kerkhof nedergelcgd. Men kan klaar zien, dat deeze fchikking in tyd van nood gemaakt wierd, want de geheele inrichting heeft meer het voorkomen van een volgeftapeld pakhuis, dan van een welgefchikt Mufeum. De voormaalige kerk van het klooster, deszelfs omgangen, zaaien, corridors, portaalen en tuinen, zyn opcéngeftapeld vol tombes en monumenten, grafzerken, groepen, groote en kleine ftand- en borstbeelden van brons, marmer, lood en gips, — verbeeldende den Zaligmaaker , Engelen , Apostelen, Martelaa-. ren , Heiligen , Koningen, Pielden, Staatsmannen, Monnikken, Nonnen, Geleerden, allegorifche figtturen, — alles dooréén; — Basreliëfs, echte en nageboorte antieke en moderne beeldtenisfen, Sarcophaagen , Zuilen , Obelisken , Vaazen , Infcrip- dè'n en wat des meer is, — het zonder- lingfte van alle mengelingen, ongelyk inwaaide en zó verfchillend bewerkt als onderfcheiden van betekenis, meer dan in eenen adem kan genoemd worden.— De  De opzichter deezer verfameling, heeft van de zelve een beredeneerde Catalogus laaten drukken, Waarin omtrent vyfhonderd ftukken aangetekend zyn, doch die wegens den daagelykfehen aanvoer waartoe de ruimte ontbreekt, onvolledig is. Hy heeft in de plaatfing der kunstftukken eene chronologifche en tevens fynchronistifche orde van den tyd wanneer, en de landen waar dezelven gemaakt wierden, gevolgd. Deeze rangfchikking is van nut voor de historie der kunst, maar de mengeling der kunstftukken is daardoor meer bont en belachlyk. Men ziet de ruuwfte voortbrengfels van den dage-* raad der kunst in Italië, nevens de volkomenfte der hoogfte befchaaving; gothtieke wangedaanten naast Ideaalen ; ruuwe fteenklompen tegen over de uitvoerigst bewerkte ftandbeelden. Groteske beeldtenisfen van Nonnen, Monnikken cn Kruisvaarders in gezelfchap van de fraaifte Statuën van Helden en beroemde mannen. Een ftervende Christus aan het Kruis met zyne weenende Moeder, zyn kort by een dronken Bacchus, een grinzenden Faun en een Vernis Pandcmos geplaatst. Het duistere des kloosters zelfs is voor de bezichtiging van kunstgewrochten allemadeeligst. In de kerk alléén heeft men een eenigzins viye befchouwing der ftandbeelden en een goed licht. Maar ook in dezelve is alles te kort op één, en men heeft de ongelukkige inval gehad, om een groot aantal goede fchilderyën van Italiaanfche en Ncderlandfche Meesters, rondom aan de boogen tusfehen de Py-  Pylaaren optehangen, waardoor verfcheiden Kapellen, van vooren dermaate bedekt zyn, dat menora in dezelven te komen, ten einde de daarin geplaatfte Groepen van Marmer te bezichtigen, onder en achter de fchilderyèn moet doorkruipen, —- In' de oude, naauwe, duistere Klooster - gangen, Corridors en Zaaien integendeel, is het volftrekt niet mooglyk de kunstftukken te befchouwen. Een ry daarvan is zelfs voor de vengfters geplaatst en daardoor het weinige licht, waardoor deeze van achteren verlicht worden, den tegen overftaanden ontnomen. Verfcheiden colosfaale Standbeelden en Groepen, eigenlyk voor hooge kerkgewelffels gefchikt, raaken nu met het hoofd byna de laage zolderingen deezer afzichtige gangen. —i In de Kloofterkerk ftaan de drie groote ftukken der franfche kunst, de beroemde Praalgraven van den Kardinaal Richelieu , door girardon, van Mazarin , door coicevox en van den Pastoor van St. Sulpice, door michel-ange seodtz. Plet voortreflyk ftandbeeld van Richelieu draagt blyken van de beeldftormery: eenige vingers van de Uitgeftrekte hand zyn afgekapt. — Ter zelfder plaatfe vind men de tombes uit de koninglyke begraafplaats te Si. Denys, nevens de op grafzarken uitgeftrekte naakte beeldtenisfen van Koningen en Koninginnen. — In de donkerste Kloosterzaal zyn de Antieken uit den tuin van Richelieu geplaatst. Eene zeer uitmuntende verfameling van oude ge- fchil-  fchildcrdc glazen uit de kerken van Parys, de oudfte en fraaifte Kunstftukken van dit foort, vind men in dit Mufeum. Deeze zeldzaame verfameling zou ten minften tweemaalen zo groot zyn, wanneer de kerkvengftcrs die daarmede verfierd waren door de barbaarfche handen der Vandaalen niet enkel verbryzeld waren, om — het lood der ruiten te rooven. In de binnenplaatfen en in den tuin des Kloosters, zyn veele middenmaatige ftandbeelden met goede kunstftukken door één gemengd, aan, de vrye lucht en allerlei weder blootgefteld , in een byzonderen romanesken fmaak geplaatst. Inzonderheid is de, met bofchaadjen wild begroeide, oude Kloostertuin op eene zonderlinge wyze , met ftandbeelden, die voor het grootfte gedeelte van praalgraven herkomftig zyn, groepswyze bezet. Langs de muuren ftaan Hechte Beelden van Heiligen , Apostels en foortgelyke. In de duistere boschjes ziet men hier een geharnast Krygsman naast een biddenden Monnik, gints een wakkere Ridder by een Non die den hemel gelofte van kuischheid aflegt. Deeze fpeeling verrascht by het eerst gezicht, en de inval is origineel. — Het eerfte voorhof is in foortgelyken fmaak verfierd. Knielende Ridders op grasperken met dennen beplant, grafzerken, inferipties, basreliëfs , colosfaale Statuën van Heiligen alles door één. Dit Mufeum word op den derden en zesden dag van elke decade voor het publiek opengezet; doch de vreemdelingen hebben 'er daagelyks toegang. De  De andere bergplaats (Depótin het huis de Nesle , vervat eene mengeling uitmuntende kunstftukken van allerlei foort, weleer het byzonder eigendom van Emigrécs of ter dood gebragte perfoonen. Dit Depot word voor het publiek niet geopend ; vreemdelingen zelfs hebben 'er niet dan door byzondere aanbeveeling, toegang. Men fchynt het niet als het wettig verworven eigendom der Natie aantemerken; en wanneer de niet omgekochte ftem der rechtvaardigheid ten eenigen tyde ook over dit onderwerp zal uitfpraak doen, zal de Natie deeze uitmuntende kunstftukken waarfchynlyk aan de naastbeftaanden en erfgenaamen der voormaalige bezitters weder te ruggeeven. Reeds de zorgvuldige afzondering der ftukken, door op dezelven geplakte papiertjes, waarop de naamen der voormaalige eigenaars geplaatst zyn, als Emig. Choifeul, of Condamné S. Amarant enz. fchynt my deeze daad van rechtmaatigheid en billykheid te voorfpellen. Dit denkbeeld verzwakt de grievende gewaarwording, die liet bcfchouwen deezer ruïnen van voormaalig privaat-eigendom teweeg brengt. — In een reeks van agt Zaaien, zyn meesterftukken van fchilderkunst uit de Italiaanfche, Nederlandfche, Duitfche, Franfche en Engelfche Schooien, benevens eene menigte beeldhouwftukken van Brons en Marmer,mitsgaders kostbaar Vaatwerk, hetrurifche Vaazen, Mofaïkwerk en Meubels van allerlei aart, alles uitneemend fraai gewerkt, — ter nedergezet. Ook vind men hier een groote verfameling van de zeldzaamfte prenten in omllagen. Op de trappen, in II. stuk. L ' 4#  de Voorzaalen en in de benedenfte verdieping van dit prachtig gebouw, ftaan nog veele Stand- en Borstbeelden cn Vaazen, waarvan vcrfcheidenen blykbaar uit Italië herkomftig zyn. Het Depèt de Phyfique £? Mechanique in de Straat der Univerfiteit, vervat een groot aantal nog niet in orde geplaatfte phyfifche werktuigen en modellen , waarvan vcrfcheidenen uit het Kabinet van den Prins van Oranje. Dc apparatus Werktuigen tot de Artillerie betreklyk en de modellen van grofgefchut, zyn uitneemend fraai. — De geheele verfameling zal naderhand in de byzondere Inftituuten van Parys, ten gebruike by de lesfen, verdeeld worden. Nog niets van deeze verfameling gerangfchikt zynde, word dezelve niet openlyk vertoond; even min ook een foortgelyk magazyn van modellen in de ftraat Chartune in de voorftad Antoine. Laatstgemelde verfameling is inzonderheid merkwaardig door de nagelaaten Werktuigen en groote Machines die door vaucanson uitgedacht en gebruikt wierden, in wiens huis dezelven nog gevonden worden, tot men voor dezelven een ruimer locaal gevonden heeft. Onder de uitmuntendfte mechanifche Kunsttuigen van vaucanson, in deeze door de Natie gekochte nalaatenfchap, behooren : een zeer famcngefteldc draaibank van gepolyst ftaal, door welke , zonder hulp van andere werktuigen, alleen door het dus of anders gemodificeerd en in werking gebragt Mechahismus, allerlei foort van draai-werk kan gemaakt worden; voorts een werktuig ter vervaardiging van kct- .  kettingen aan Paarden-tuigen; welks drievouwdige beweeging het fteevig yzerdraad tot een fchakel kromt, aanéénhecht en aflhyd. — De verfameling van modellen is zeer aanzienlyk, maar tot heden noch geranglchikt, noch wel onderhouden. Volgends een plan, door gré goire, uitnaam van de Commisfie der Kunften by de Conventie ingeleverd, zouden van deeze twee deftSts van Inftrumenten en Modellen ,'gevoegt by de foortgelyke verfamelingen van de geweczen Academiën en het Kabinet van Orleans, ééne groote en volledige verfameling van in- en uitlandfche uitvindingen gemaakt worden. In deeze verfameling zouden de werktuigen van al die kunften, welke de voeding, kleeding en wooning van den mensch betreffen , byëengevoegd en nevens dezelven geplaatst worden , eene verfameling proeven en ftaalen van de voortbrengfels van alle deeze werktuigen , met eene befchryving derzelven en een ophelderende verfameling tekeningen en boeken. La s e  de schilder david. Ik beyverde my in kennis te komen met david, als den grootften Historie - Schilder die thans leeft, — niet als een voormaalig uitfpoorig politiek D weeper en aanhanger van Robespierre. Zulks gelukte my: meermaalen zag ik hem werken, en dikvvyls bezocht ik met onuitipreeklyk genoegen zyne uitmuntende werkplaats in de Louvre; onverfchillig wat zogenoemde Ariftocraten van allen fmaak voor de kunst ontbloot, ook zeggen mogten wegens myuen omgang avec ce monjlre hideux, grosfe jou'è — of welken anderen lelyken bynaam men hem gecven mogte, en onaangezien zy van my terug fprongen als ik hen beleed, dat ik by da vid geweest was. x Verheven vlucht van ideën, grootsheid van vinding, edele eenvouwdigheid van compofitie, waarheid van uitdrukking, juistheid van tekening, fraaiheid van omtrek, warmte van coloriet, harmonie van kleuren: wanneer deeze hoedanigheden in de ftukken van eenig kunstenaar verëenigd gevonden worden, mag deeze voorzeker groot genoemd worden; — en zy allen zyn verëenigd in de volmaakte fchilderftukken van david. — 't Zal wel niet noodig zyn te verklaaren, dat ik de dood van mar at geenzins onder deeze onberispelyke kunst- ftuk- (*) Met dit afgrysfelyk wangedrocht met een dikken wang,  ftukken rangfchikke , hoe groot ook de kunstverdienfte van dit en andere revolutionaire fchilderftukken van david zyn moge. Ik heb dezelven niet gezien. — Aan david en zyne kweekelingen is de franfche fchool haare wederóprigting van haarval, haar terugkeering tot de beoefening der Antieken, en de verëeniging deezer ideaalen met de naarbootfmg der fchoone Natuur verfchuldigd. Ik zag den Juniüs Brutus en de Horatiusfen van david. Hoe dikmaals heb ik my in derzelver befchouwing verlustigd! My opgetogen gevonden by de bewondering deezer ftraalen van genie! — Maar laat ik vooraf een woord van den man zelfs zeggen.—. Met eene vertrouwelykheid van alle eigen waan bevryd, (iets dat verfcheiden goede en middenmaatige franfche kunftenaars omtrent vreemdelingen niet eigen is,) wierd ik door david ontvangen, en terwyl hy in een vertrek van de Louvre ver van zyne eigenlyke werkplaats afgelegen, werkte, vertrouwde hy my den flcutel van laatstgemelde kamer, zo dikwyls ik deeze hem afvroeg, om zyn Brutus en Horatiusfen te bezien. — Hoe geheel afgefcheiden hy thans voor zyne kunst ook leeft, — zyn hoofd is nog niet geheel ledig van alle overdreeven politieke muizenesten. In het ongedwongendst gefprek ftapte hy ras tot politieke onderwerpen over, en verviel dan tot eene ftuurfche ftilzwygendheid; terwyl 'er moeite vereischt wierd hem weder aan 't L 3 fpree-  fpreeken, eri het discours tot onderwerpen van kunst terug te brengen. Evenwel nam hy het niet euvel op, als ik hem dan onder 't oog bragt, dat ik niet het voormaalig Lid der Conventie — maar den kunftenaar david was komen bezoeken, en dat zyn fchilders werkplaats, de eenige plaats was, gefchikt tot oefening zyner bekwaamheden en van waar hy nimmer had behooren verwyderd te weezen. — De Kunftenaar die uit den kring voor zyne begaafdheden gefchikt in eenen anderen fpheer een uitftap doet, vind zich nergens wel geplaatst. Wee dan, als een man met zulk een vuurigen kop, met zulk een gloeiende verbeelding, in een tydsgewricht, wanneer alle opgewekte hartstochten met elkander ftrydvoeren, zich in het veld der politiek begeeft en in een revolutionair regeeïingsbewind verdiept! Deeze man is voor de kunst verloorcn! •—Deligtgeloovige david liet zich door het mem van huichelaary dat Robespierre had aangenomen, misleiden. Zyne op 't dwaalfpoor gebragte phantafie, van alle bedaarde overlegging vervreemd , 'zag in hem den yverigften Patriot, den redder des Vaderlands in den grooten man. Die Verblindde! Robespierre zocht met eene inkruipende vrienclelykheid, en met dc hem eigene kunst zich van zyne aanhangers meester te maaken en deeze aan zich te verbinden, de vriendfehap van david, ten einde van zyn verheven kunst-talent tot zyn oogmerk gebruik te maaken : — en david viel in deezen ftrik van den llimmcn dwingeland. Zelfs zyne voormaalige zuivere Juinstfinaak, ontaarté in dit tydsgewricht  wricht tot de morsfigfte uitfpoorigheden en verviel tot het grotesk colosfale. De wanftallige propofitiën van david wegens het oprechten van vryheidsgedenktekenen, en zyne ontaartte plans tot volksfeesten door hem zelfs ter uitvoer gebragt, zyn bekend. Zyne uitfpraaken in het vak der kunst wierden als wetten geëerd, — hier heerschte hy onbeperkt; en het politiek fanatisme fleepte hem met zich voort. Had rousseau intusfchen recht, wanneer hy in de belydenis zyner eigene misllagen zegt: „ Daar zyn oogenblikken van een foort van voorbygaandc ylhoofdigheid, in welken dc menfchen naar hunne daaden niet beoordeeld kunnen worden" (*)■> — waarom zou men de toepasfing deezer ftelling ook niet voor david laaten gelden? — Hy handelde destyds als een ylhoofdigen , maar nimmer zo als by veele revolutionairen 't geval was, uit eigenbaat. Alle gcfchenken hem door de Conventie voor zyne plans en fchilderyën aangeboden, wees hy van de hand, of fchonk hy aan arme kunftenaars. — Hy word befchuldigd uit naaryver omtrent de voortbrengfels van elke uitfteekende, hoewel voorlang niet meer aanweezige begaafdheid , zich aan het hoofd der Beeldftormers geplaatst te hebben. Deeze befchuldiging vind ik op zich zelve laf cn ongegrond, voor zo ver ik deezen man heb leeren kennen, en, met luide erkendtenis der verdienften van andere, ook buitenlandfche meesters, derzelver lof uit zynen mond (_*) Confesfions iftc Bock, pag. 75, der uitgave van Parys van 178a, in het 19de Deel des (Eurres.  mond gehoord heb: maar, men kan niet ontkennen dat da vid den moedwil der beeldftormers te Parys door zynen invloed welligt vroeger had kunnen fluiten. Hy zou, naar men zegt, door deezen invloed by Robespierre, veele franfche kunftenaars in de gevangenis hebben laaten verfmachten, en eenige zelfs hebben laaten guillottinceren. Dit word gezegd, dan blykbaare bewyzen deezer bloedige befchuldiging kon men my, als ik 'er op aandrong, niet;geeven.— De grootheid van david, als kunftenaar, vernedert veele zyner medebewooners in de Louvre, die zich by hem niet kunnen vergelyken, maar zich zo veel te meer bézig toonen, hem met de bloedigfte befchuldigingen te bezwaaren. — Doch de ftryd tegen hen die hun ftem, gegrond of ongegrond , met drift tegen deezen man doen hooren en waartoe hy zelfs genoeg aanleiding gegeeven zal hebben , — die ftryd is te ongelyk. Men kan zyne verdeediging niet op zich neemen. — Met zo veel te meer dcclneeming zal ik van den grooten Kunftenaar fpreeken. Dc plaats van medelid van het Nationaal Inftituut van Kunften cn Weetenfehappen aan david, door het DireBoire Executif opgedraagen, wierd door hem in den beginne van de hand geweezen, ter oorzaake dat hy vreesde daardoor, al was het ook maar van verre, in publieke beftuuringen gemengd te worden. Dan men deed hem begrypen dat de fraaie Kunften met de Staatkunde niets gemeen hadden. Hy nam het lidmaatfehap aan en floeg geen zitting van zyne clasfe over. Zyne begaafdheid en zyne leer-  leerlingen hebben hem, na den \al van Kobespierrts van dc guillottine bevryd, en hy is met de ftrafder gevangenis viy gekomen. De werkplaats van david in de Louvre, is het luistcrykfte en fraaifte Kunftenaars - Mufeum. De geflcepen gipsmarmcren muuren zyn met antieke Ornamenten, Basreliëfs en Busten verfierd; afgietfels van griekfche ftandbeelden ftaan in een fchynbaare wanorde rondom , en dc twee groote historifche fchilderftukkcn, Brutus en de Horatiusfen hangen tegen over eikanderen. — De indruk die het gezicht deezer heerlyke meesterftukken op my maakte, kan ik niet' mededeelen; ik zal my te vrede houden met het fraaie ontwerp der vertooning van het eerstgemelde deezer fchilderftukkcn hier te ontwikkelen. De voorftelling van Junius Brutus is geheel dichterlyk. Nooit echter heeft de dichter den fchildcr met beteren uitflag de hand geboden, nimmer wierd den aanfehouwer door deeze fchoone verëeniging meer vervoerd. — De heroïke Stichter der Romeinfche Republiek offerde zyne verraaderlyke zoonen het geredde Rome op, cn deeze Vader des Vaderlands , nam in derzelver plaats het Romeinfche Volk als kind aan (*> Met dit troostryk denkbeeld be- (*) Florus l 9. — Quippe qimm fmdere revocandis in urbem regibus . liberos faos comperisfet, protraxit in forum, & concione media virgis cecidit, & fecuri percusfit: ut rlane publicus Parens, in locum libcrorum, adoptasfe fibi populum videretur. L5  bezielt, (in dit tydftip word Brutus door david vertoont,) is de Rechter die het doodsvonnis zyner zoonen uitfprak, naar huis gekeerd, waar hy zyn Vrouw en twee dochters had gelaaten (*). In het voorportaal van het huis ftaat de Schutsgodes des Vaderlands, de Dea Roma. Tot haar heeft de Rechter als Vader den toevlucht genomen. Hy zit tegen het voetftuk des Standbeelds geleund, terwyl zyn, met zorgen belaaden hoofd op zyne hand rust. Men ziet mannelyke ernst en ftoïfche bedaardheid in zyne gelaatstrekken. — De plaats waar Brutus in zich als verzonken, zit, is een ten halven befchaduwden hoek aan de rechte zyde van het portaal. — Binnen uit het huis treed de Moeder, (een ideaal fchoone vrouw,) van haare twee dochters verzeld, te voorfchyn,üm van haaren man als Rechter het noodlot haarer zoonen te verneemen; — en ziet! gints ziet men gerechtsdienaars het huis voorbygaan, die het bloedig lyk van den zoon naar het graf draagen. — Dit is het ontzettend oogenblik der daad van het tafereel, Brutus doer het gedruisch der lykdraagers uit zyn nadenken opgewekt, verheft zyn hooft] dat in het vóórgaand tydliip op zyn hand (*) Op verfebciden plattfcn van Rotneinfche Historiefchryvers, vind mca vim de Ntneii»gfchap van Brutus gewr.g gemaakt; dit heeft den fchslder bewogen hem dochters toctcvocgen , hoewel cc hy gebragt e eenigzins dichterlykc pJasu van l'tïrui, zulis fchynt te wederfprecken. —■—  hand fteunde, en ziet ftyf voor zich neder. De houding van zyn hoofd verraad zyn inwendigen ftryd. Met een krampachtige drukking houd hy in zyn eene hand, die op de fchoot rust, het half ontrolde doodvonnis, de overelkanderen geflagene bcenen zyn in eene convuifive beweeging faamgetrokken. Gelyk in den met den dood worstelenden Laöcoön, de fmart in de kramptrekkingen der teenen aan de voeten zichtbaar is, zo ziet men hier in alle zichtbaare deelen des lichaams van Brutus, de ingefpannen pooging om de fmart der ziele te onderdrukken. Met deeze verheven uitdrukking van den man, contrasteerd de groep vrouwen op eene voortreliyke wyze. Met een opwaarts gericht gelaat, fchrciende, by het zien van den lykftoet, ftrekt de rampfpoedige moeder haare rechtehand naar de draagers uit, als gebood zy hen optehouden. Voortfnellende buigt zy haar lichaam voor over, terwyl haar dochters haar terug houden. Beiden ftaan tegen haar lichaam aangedrongen: de jongftc zinkt in flaauwtc neder en word van de moeder met de linkehand onder haaren arm vastgehouden ; de oudfte tegen de moeder leunende, houd met het lichaam ten halven afgekeerd, haare beide handen vóórhaar gelaat, dat naar den lykftoet gericht is. — De onuitfpreeklyke fmart der moeder cn de fchrik der zusters van den rampfpoedigen, zyn door don fchilder, op de fpreekendfte, maar ook op de edelfte \vyze uitgedrukt. — Dc compofitie van deezen heerlyken groep in de verfcheidenheid van de moeilyke ftand deezer drie beelden, de tekening vaa het naakt, in- zon-  zonderheid van handen en voeten, de losfe plooi der kleeding, — voorts de eenvouwdige bouwtrant van het huis, en het welgeplaatiïe licht; — dit alles is meesterlyk. — By het aanminnig beeld der moeder met de aan haare zyde nederzinkende dochter, fchynt den fchilder de groep van Niobe voor den geest gezweefd te hebben, hoewel houding en uitdrukking in dit iiuk veranderd is (*). . Het fchilderftuk van den eed der Horatiusfen, wierd door david, tien jaaren geleden te Rome vervaardigd, waar hetzelve , als voorwerp van bewondering van alle kunstkenners in de franfche Academie ten toon gefield wierd. De eenvouwdige en tevens grootfche compofitie is door onderfcheiden befchryvingcn , bekend. Men ziet een verheven geestvervoering in den Vader, die zyne Zoonen den eed doet zwecren en met verrukking, de drie famengevatte opwaarts gehevene zwaarden den hoogden God toewyd: in de broeders ziet men moed, fterkte en vastheid van befluit, terwyl zy den eed afleggen voor het Vaderland te zullen overwinnen of flerven. Het contrast daarvan met de groep vrouwen in (*) In het nieuwe Duitfe Mufeum van 1791 voor de Maand January, heb ik een bericht gegeeven van een groote historifche tekening van mynen vriend fuger te Weenen , iii welke de veroordeeling der Zoonen van Brutus, hoewel in een ander tydftip van voorftelling, afgemaald , eii met een verheven geest meesterlyk behandeld is. —.  fa weedom verzonken en de kinderen nevens hen zorgeloos fpeelende, is ontroerend : de plaatfing, uitdrukking en uitvoering ook van dit Huk, is groot en meesterlyk. In een particulier huis was een groot tafereel van david, de bédelende Bclifarius vertoonende, welk ftuk hy vóór zyn twede reis naar Rome, fchilderde, ten verkoope geplaatst; voor hetzelve wierden agtduizend Francs geëischt. De compofitie is, wat edele eenvouwdigheid betreft, gelyk aan de overige fchilderftukken van david. De blinde 'Bclifarius heeft een knaapje voor zich, 't welk den omgekeerden helm van deezen held, ter infameling van aélmoezen in de hand houd. Het hoofd van den ouden man is caracleristiek, en men ziet eene beminlyke kinderlyke onfchuld en hartelykheid in het verzoek van het knaapje. Eene voornaame Romeinfche vrouw treed te voorfchyn met eerbiedenis en medelyden in het gelaat, gereed om een ftuk gouds in den helm te werpen; achter haar ftaat een oud krygsman, die met de eenigzins gemeene uitdrukking van onwillige verbaazing, zynen voormaaligen Hekvoogd herkent. Het groot Tafereel van den Eed der Conflituecren* de Vergadering, in de Danszaal te Verfailles; gewoonlylc, le Serment du jeu de paume genaamd, 't welk david wierd opgedragen voor de Natie te fchilderen, is niet afgewerkt, en flechts in de doodverw nedergezet. De uitgewerkte tekening daarvan,  174 > van, kreeg ik, in de vvooning van den kunftenaar te zien. De rangfchikking is wel bedacht en de famenftelling van omtrent vierhonderd beelden , zeer gelukkig ; de naar 't leven getekende beroemdfte gedeputeerden, zyn in de meest verfehillcnde caracteristieke houdingen grcepswyze geplaatst, cn in de handeling heerscht kracht en zwier. Langs de zyden en op den achtergrond zyn de hoofden der groote groepen zekerlyk faamgedrongen , doch ook in deeze ziet men de kunst des meesters doordraaien, want nergens ontbreekt het aan beweeging noch eenig hoofd aan uitdrukking. Het groote ftuk aan welk ik david zag werken, verbeeld den Oorlog der Romeinen met de Sabyncn. Het Ichoone oogenblik is "ekoozèn in welk de Romeinfche Echtgenooten en Moeders de ftrydende legers van een fcheiden. Men ziet de beledigde Sabynen die aandringen, wraak ademen, maar vasten en onwankelbaaren moed in de Romeinen, die hunne vrouwen en kinderen verdedigen. — Eene bevallige, byna geheel naakte vrouw, ftaat op den voorgrond en dringt met haar lichaam en uitgebreide armen, tusfehen twee op eikanderen aandringende benden door, ten einde dezelven van één te fcheiden. — Voor haar op den grond ligt een pas gebooren kind, welks gezicht de woede der kampvechters doet bedaaren. „In deeze beeldtenis" zei david, „ wil ik de historie tot myn vaderland doen fpreeken, ten einde hetzelve ophoude, zyne kinderen aan den verwoestenden kryg opteofferen". Het  Het is my, tot myn fpyt, mislukt, davids dood van Socrates te zien: een fchilderftuk van welk men te Parys met algemeene bewondering fpreekt, naardien zyne Horatiusfen en zyn Brutus, veele zachtaartige zielen nog te revolutionair zyn. — Dit ftuk was in een geweezen klooster in een zeer afgeleegen gedeelte der ftad, en na dat ik nj*ar dit klooster een halven dag lang te Vergeefs gezocht had, moest ik myn verlangen om hetzelve te zien opgeeven, ter oorzaake dat myne terug reis'toen kort ophanden was. Al de revolutionaire fchilderyè'n die david geduurende de woede zyner op 't dwaalipoor geleidde vryheids - drift vervaardigde , van welken de dood van Marat en die van Lepeletticr een tydlang in de Zaal der Conventie hingen, zyn verdweenen, zonder dat bekend is waarheen, en david zélfs weigerde my deswegen opheldering te geeven. „ Ga liever", (gaf hy my , met -eene weltevredene gelaatenhcid , ten antwoord , als ik hem verzocht myne nieuwsgierigheid wegens deeze kunst-epifode te voldoen;) „ ga liever myne Boratiers en myncn Brutus bezichtigen, deeze zyn met meer gemak in bedaarder tyden vervaardigd. — Als ik niet meer kan werken", voegde hy 'er by, „ dan zal ik deeze twee fchilderftukken, nevens myne overigen, die ik voor dc beste houde, onder myn opzicht, in 't koper laaten brengen". — Het is voor de kunst té wenfehen, dat het tydftip op welk da vid het penfeel zal nederieggen, nog ver af zyn moge, maar hy heeft thans reeds ongemak aan zyne zwakke oo- gen.  gen. Wegens zynen tagtigjaarigen Leermeester vien, die de kunftenaars te Parys, by uitftek hun vader noemen, zeide hy met den toon der hartelykfte eerbiedenis: Nous lui devons la gloire de let renaisfance de Part en France (*). — Hy fprak'«iet veel achting van verfcheiden Duitfche Kunftenaars, met welken hy te Rome geftudeerd had, inzonderheid van myne dierbaare vrienden, f u g e r te Weenen en willem tischbein te Napels. Met vaderlyke tederhaitigheid klaagde hy over het vroegtydig affterven van zynen onvergeetelyken leerling drouais, wiens afbeeldfel in miniatuur, hy, op zyn zakboekje vastgehecht, by zich droeg. De groote genie voor de kunst ftraalt in dit bceldtenis door. Met een adres van david, vervoegde ik my by de moeder van drouais, om de nagelaatea fchilderftukken van haaren zoon te bezichtigen. schilderkunstige nalaatenschaï van drouais. En gy wilt u verftouten m a ri u s te dooden ? ! deeze nadruklyke woorden voerde marius de Romein, dien Cimbrier tegemoet, welke van den Overwinnaar sylla gezonden, om hem van 't leven te bcrooven, den vluchtenden Veldheer 'in Mintuma. ach- (*) Wy zyn hem, de wedergeboorte der kunst in Frankryk Ycrfchuldigd,  achterhaalde. Dit is het onderwerp van het beroemd Tafereel, 't welk de uitmuntende jongeling drouais twéé jaaren voor zyn dood, te Rome voltooide. De grootfche maar eenvouwdige compofitie, beHaat uit niet meer dan twee Beelden. — Men ziet in een fchaars gemeubileerde kamer den vervolgden Marius op een armftoel voor een bed zitten, naast een tafel, op welke zyn helm ligt en hy met zyn linke arm rust. Door het gedmisch van den moordenaar, die met een ontbloot zwaard de kamer binnen treed, uit zyn nadenken opgewekt, draait hy het hoofd, dat even te vooren op zyn linke hand rustte, in eene fnelle beweeging, met onverfchrokken gevoel van eigen grootheid in het vlammend gelaat, naar den foldaat,en ftrekt zyne rechtehand met ftraf heid jegens hem uit. — De Cimbrïèf door de nadruklyke woorden: A gy verftout u Marius te dooderï"! onthutst, wykt terug en laat het opgeheven zwaard nederzinken; terwyl hy getroffen van den . doordringenden blik van Marius, met de linke hand zyn mantel voor het gezicht houd. — De contrasteerende uitdrukking in deeze beelden, is onverbeterlyk. In Marius t den achtingswaardigen vluchteling ziet men den onverzwakten moed, de verachting zyns overwinnaars, en het trotfeeren van den Haaf door den dwingeland afgezonden, uitblinken; — in het gelaat en de gantfche houding van den foldaat daarentegen, fchrik, ontzetting en fchaamte.— Omtrek, kleeding en het krachtig Coloriët, kenmerken ide meesterlyke hand des kunftenaars. — Maar het II. STUK. M uit-  uitmuntend ftuk hangt op een flecht licht, in een naauwe, laage kamer, en was reeds door de vochtigheid aangetast. — In hetzelfde vertrek waren nog de volgende nagelaaten kunstftukken van deezen jongen franfchen Raphaë'1, — want dat hy zulks zou zyn geworden, deed de ontwikkeling zyner veelbeloovende talenten, ontegenzeglyk verwachten. Een gewond en ternedergezonken Gladiator. Het hoofd is met een wilden blik naar zynen tegenftander gericht. Hy fteunt op zyn rechtehand en houd met de linke zyne wonden bedekt. —■ Een uitmuntend kunstftuk, van veel expresfie. PhiloHetus in eenzaamheid. Een grootsch maar niet voltooid idée. De gewonde zit op een rots in een tvoeste landftreek. Hy tracht zyn wonden te verkoelen met een vleugel van een Arend, die hy gefchoten heeft en aan zyne voeten ligt. De uitdrukking van onderdrukte pyn, met welke hy 't befchuldigend gelaat hemelwaarts opheft, is grootsch. Het laatfte werk van den jongen kunstenaar, was een meesterlyk famengeftelde fchets van een reeds ontworpen uitvoerig historisch Tafereel, ten onderwerpe hebbende, Ca/us Gracchus naar de volksvergadering gaande, ten einde het oproer te bedaaren, waarvan hy zelf het flachtöffer wierd. De aandoening van echtgenoot en vader verdoovende, trad de ftoutmoedige man, van eenige vrienden verzeld, zyn noodlot te gemoet. De weeklagten zyner, aan de trap-  trappen van 't huis neergezegen vrouw niet achtende , trekt hy in 't heengaan zynen mantel achter zich , welks flippen nog tusfehen de voeten zyner rampfpoedige vrouw gewikkeld zyn. — Magteloos ftrekt zy haar hand naar den onverbiddelyken uit, terwyl haar kind aan haar borst in traanen bezwykt. Uit het portaal van het Paleis ylen haare dienstmaagden ter hulpe. Drouais fchilderde zynen Marius te Rome, toen hy tweeëntwintig jaaren oud was, en ftierf aldaar, in 1787,in het vierëntwmtigfte jaar zyns levens. de beeldhouwer h0ud0n. In zyne moderne beelden naar het leven verheft Houdon zich geenszins tot het Grieksch Ideaal. Hy vertoont de Natuur zó als hy haar aantreft, met eene bpwonderingswaardige juistheid,met nadruk en in het gelukkigst cogenblik van gelykvormigheid. Hy vat den geest en het caracter des mans, wiens beeldtenis hy in fteen overbrengt, en doet het marmer fpreeken. Van deeze begaafdheid diens Kunstenaars , ftrekken de borstbeelden van Vdtaire, Rousfeau , Gluck, Diderot, Cagliostro , Barthelemy , FranU'm en Washington ten blyke. — Ook de ftandbeelden door hem vervaardigd, hebben, zonder de waarde van Ideaalen te bezitten, veel verdienften. Men kent ook in Duitschland, zyn Diana in haaren zweeM 2 ven-  venden gemaklyken gang; de kleine huiverige meid , en het bevallige met bloemen bekranstte meisje, de Winter en de Lente verbeeldende; benevens de jonge vestaalfche Maagd, met de uitdrukking van zachtaartigheid in gelaat cn houding. Hou don heeft het ftandbeeld van Washington in marmer, voor de Staaten van Virginh afgewerkt; deeze Statuè' was, des tyds, naar Richmond, de plaats alwaar dezelve zou'opgericht worden, verzonden. Ter vervaardiging van dit beeld reisde de kunftenaar naar Philadelphia, en woonde zes maanden lang ten huize van Washington. Het model deezer Statuè' zag ik üihoüdon's werkplaats. Gelukkig gedacht en wel uitgevoerd is het carafter en de houding deezes Standbeelds, den ftichter en befchermer der vryheid van America, den Vertegenwoordiger van een gelukkig, vreedzaam volk, den bevorderaar van den Akkerbouw, die ryke bron van Nationaalen welvaart, verbeeldende. Laatstgemelde hoedanigheid heeft houdon byzonderlyk in 'toog gehouden. Het om deeze reden gekozen eenvouwdige Costuum des beelds, werd in America , waar de fmaak nog weinig ontwikkeld is, door veelen berispt. Men begeerde een Romeinsch Held , met al de attributen van een veroveraar. Houdon daarentegen wilde den befchermer der kunften des vredes cn der vryheid afbeelden, en het adres van Washington zelf deswegen aan de Staaten gedaan, beilistte ten laatften dat dit idéé van den kunftenaar door denzelven zou uitgewerkt worden. — He  Het beeld is bekleed met het eenvouwdig maar veredeld gewaad van een Landman, aanhebbende een ligt geplooid onderkleed, een halftoegeknoopt kamifool, — Sandaks (voetzooien,) aan de voeten, — cn is, met een over de borst vastgemaakte lange mantel,omhangen,die over de fchouders en den rug nederwaarts hangt, als een dekkleed des landmans voor het guure weder. De eene hand rust op een ftaf, de andere op de republikeinfche met den hoed der vryheid bedekte bundelbylen; -— aan de voeten itaat een ploeg. — Houdon wierd door eene uitfteekende tegenwoordigheid van geest zyner voortreflyke echtgenoote, uit de bloedige handen van Robespierre en diens medeftanders, welke tegen al wat Genie genoemd word , faamgezworen hadden, gered. — De jaarboeken van dat rampipoedig tydsgewricht bevatten in 't gemeen, veele groote en echt-romeinfche trekken van den verheven moed van franfche vrouwen, als voorfpraaken en redfters hunner echtgenooten. — De behandeling deezer heldhaftige daaden zoude een ryke ftof tot een heldendicht opleveren, cn daardoor de fraaifte lofreden op het beste gedeelte der beminlyke Sekfe van deeze generatie. Deeze trekken van heldendeugd en verheven Merkte van ziel, verdienen onze hulde even zeer, als de huislyke deugden onzer echtvriendinnen, derzelver zachtaartigc aankleeving en ftille toev/ying aan onze belangen , onze bewondering en hartelyke wederliefde waardig zyn. M 3 On-  Onverfchrokken, zich zelfs vergeetende , ftonden veele franfche vrouwen hunne mannen in de hevigfte ftormen der vervolging, by ; — deelden met hen in alle de verfchrikkingen des noodlots. Voorgevoel van nakende gevaaren , deed hen dezelven met ongemeene fchranderheid afwenden, of gemoedigd te gemoete treden ; — bezweeken hunne krachten ten laatllen voor de ovennagt van het moord-rot, dan volgden zy met eene bovenaardfehe gelaatenheid, hunne geliefden dikwyls ook in den dood. De haat en vervolgzucht des Dictators tegen da genie, drong door in de vreedzaame verblyven der kunftenaars in de Louvre. Zy allen waren in zyn oog Ariftocraaten, faamgezworenen tegen de vryheid die hy zelf verdrukte, tegen het vaderland dat hy verwoestte. — De fchildknaapen des dwingclands veroorloofden zich overluid te zeggen: dan eerst, als het bloed van alle geweezen grooten en ryken, van alle priesters en van alle kunftenaars in de Louvre Zou vergoten zyn, zou de Republiek veilig Weezen en rust genieten. — Het 's nachts in hechtenis neemen en de bedreiging der guillottine, waren aan de bloedige dag-orde van het fchrikbewind, byzonderlyk ten opzichte dier kunftenaars in de Louvre, welke eenige jaaren te vooren, in dc vernietiging der geweezen Koninglyke Academie der Kunften, niet onvoorwaardelyk hadden willen toeftemmen. — Onder deeze behoorde ook houdon, en dit was genoeg de vaderlands - liefde van deezen bedaarden, on-  onbeiispelyken, edelmoediger] man verdacht te maaken. Men rekende het hem tot een misdaad, dat hy de Republiek nog geen patriotsch kunstftuk had aangeboden, en bewees daaruit zyne contra-revolutionaire geneigdheid. Hy wierd met de gevangenis bedreigd, en de menigvuldige ftand- en borstbeelden der philofophifche verlichters, Rousfeau en Volt air & zouden hem niet gered hebben : (want ook deeze mannen wierden in het graf voor Ariftocraaten uitgemaakt;) ware zulks niet gefchied door de tegenwoordigheid van geest en de kloekmoedigheid zyner brave vrouw. — Haar man had de Statuë van zekeren Heilig in marmer afgewerkt, welks vervaarding hem reeds vóór de revolutie, van wegen een Klooster te Parys was opgedragen. Deeze Heilig was door hou don zeer eenvouwdig, zonder mystieke attributs, even als een ftandbeeld der Philofophie, alleen met een opgeflagen boek voor zich, gehouwen. Deeze byzonderheid maakte Mevr. houd o n zich ten nutte. — Zy wist dat haar man bedreigd wierd, — en ging zelve naar 't Committde de falut public, onder welks yzeren fccpter alles bukken moest. Bar re re die zy 'er aantrof, ontmoette haar met het vcrwyt, dat haar man een flccht Republikein was, als hebbende nog geen patriotsch kunstftuk geleverd. „ Houdon", gaf zy bedaard ten antwoorde, „ heeft de Statuë der Philofophie vervaardigd. Komt deze ve in zyn vverkplaats flechts zien. De Philofophie heeft de revolutie voorbereid. Deeze Statuè' behoort alzo een plaats naast die der vryheid, in den Tempel der wet". — Barrere M 4 was  was bedremmeld. „ Dat is goed", gaf hy tot antwoord, „ uw voorflag behaagt my. Ik zal dezelve aan het Committé voordraagen". — Dit zonderlinge mensch,deeze vleier van elke party die heerschte , zonder eigen kracht en eigen wil , altyd met zichzelven in tweeftryd, maar evenwel niet onvatbaar voor betere gevoelens, onderfteunde het voorftel nadrukkelyk: het ftandbeeld van een ci devant Heilig- thans van de Philofophie, wierd uit de werkplaats van ii o u d o n afgehaald, en geplaatst in de Antichambre der Conventie , thans van den K.aad der Ouden, waar deeze Statuë zich nog bevind: — dus wierd houdon gered. versa meling schilderyen van MARTIN, den schilder. De Kunst-Kabinetten van geëmigereerde particulieren, waarvan voorheen in Parys zulk een overvloed was, zyn tegenwoordig of het eigendom der Natie, of ten tyde van 't Vandalisme op de fchandelykfte manier verwaarloosd en buitenlands te koop geveild. Bezitters van zodanige verfamelingen die nog beftaan, hebben dezelven, uit vrees voor de toenmaalige requifities, en nog fteeds beducht voor foortgelyke rovcryën, zorgvuldig verborgen. Alleen ter Huik kreeg ik in België eenige deezer verftokcn kabinetten van fchilderyën by particulieren tc zien; — te Parys echter deed ik te vergeefs navraag omtrent ver-  verfcheiden uitmuntende verfamelingen die ik aldaar twaalf jaaren geleden, by particulieren gezien had. — Een merkwaardig verfchynfel was my te dier oorzaake,de groote verfameling fchilderyën van den fchilder martin, van welke ik gerustelyk durf gewagen, naardien dc bezitter, zonder 'er echter meê te pronken, dezelve aan elk vreemdeling laat bezichtigen, en als kunst - kooper ten verkoope aanbied. — Eenigzins origineel en naar zyne phifionomie te oordeelen, met zichzelven ingenomen, zonder echter een uitfteekend kunftenaar te weezen, leeft deeze zonderlinge man met zyne kunstgenooten in een beftendige twist, verwerpende de nieuwe inrichtingen in het vak der kunften; terwyl hy, als voorig medelid van de koninglyke Academie der Schilder- en Beeldhouwkunften, fcherpe vermaningen aan het Confervatoire van 't Nationaal Mufeum laat drukken, die op zichzelven misfchien minder ongegrond zyn, dan het wel raadzaam zou weezen dat zy door de directie deezer verfamelingen wierden gevolgd. — Martin heeft federt veele jaaren het beroep van Brocanicur, (koopman en ruil - handelaar in fchilderyën en andere rariteiten,) in- en buiten Frankryk gedreeven, en daarmede veel gelds gewonnen. Door zyn koop- en ruil-handel verfamelde hy zich een der fiaaifte Kabinetten, die ik by eenig particulier aantrof. Het zonderlingst geval verfchafte hem een bron van uitmuntende fchilderftukken, byzonderlyk der Italiaanfche School. Zekere Cardinaal AartsM 5 Bis-  Bisfchop van Narbonne verfamelde in het laatst der voorige eeuw te Rome een ryk kabinet fchilderyën, cn bragt hetzelve met zich naar Frankryk. Na zyn dood wierd deeze verfameling door onkundige erfgenamen verdeeld en verflingert : dezelve kwam in handen van even onkundige bezitters, in de ftreek van Narbonne en Touloufe. By gelegenheid eener reis door deeze landftreek, wierden martin aan een Table dlióte van een der mede -aan weezigen een paar groote fchilderyën, die deeze, zo hy zeide, tot ballast op den zolder ftonden, voor één Louis d'or te koop aangeboden. Martin kocht dezelve voor dien prys, zonder ze gezien te hebben, doch de ftukken ontvangende, ontdekte hy dat 't twee fraaie Raphaèh waren. Dit maakte hem oplettend. Hy volgde het fpoor der kunstgewrochten in deeze landftreek, en vond zeer veele, den eigenaars onbekende groote Italiaanfche fchilderyën, in de ellendigfte huizen verftoken, die hy allen voor fpotpryZen aankocht. De twee gemelde ftukken van Ra* phaël had hy, naar hy my zeide, aan een Engelschman voor honderd-duizend Livres weer verkocht.— In zyne verfameling van ongeveer agthonderd fchilderyën, gedeeltelyk in zyn huis, gedeeltelyk ook in het oude groote Augustynen Klooster op de Kaai de la Valée, naast zyn werkplaats, geplaatst, vind men, behalvcn veele ftukken , die onloochenbaar origineelen zyn, ook veele uitmuntende Copyën, die hy echter zelf niet voor zodanig erkent, gelyk men ligt kan denken. Hy wil de gantfche verfameling afftaan voor tweemaal honderd-duizend livres, en  cn eene jaarlykfche lyfrente; welke foni ik dezelve, indien men het over de hoegrootheid der lyfrente met deezen nog zeer welvaarenden man kan eens worden, wel waardig houde. — Ik heb dit kabinet meer dan eens met vermaak bezichtigd, en zal de voornaamfte ftukken hier opgeeven in die wanorde, waarin ik dezelven in het oude klooster - gebouw geplaatst vond, ten einde kunst-kenners en liefhebbers op deeze tot nog weinig bekende zeldzaamheden oplettend te maaken, zynde 'er flechts weinigen deezer ftukken in plaat gebragt. — Baroccio. Een heilige familie. Levendig van ex-» presfie, maar hard, zo als de manier deezes meesters. Rapkaël. De kribbe te Bethlehem. Zonderling vam compofitie, in de drooge manier van Peruginot Men ziet God den Vader in de wolken, door een fchaar Engelen omgceven. Beneden, de groep der heilige familie uitmuntend, vol der verhevene een« vouwdigheid deezes kunftenaars. Guich. Maria met 't flaapend kind. Aan het Coloriet, den omtrek en uitdrukking kent men deezen meester, maar niet volkomen aan het hoofd der Moeder - maagd. Correggio. Maria met de kinderen Jezus en Joannes. Uitmuntend van caracter, en het naakt fraai getekend. Van Dyk. Hertog Alba en deszelfs vrouw, met een  i88 ■ . een Neger. Twee fchilderyën. De Beelden levens grootte; laatstgemelde met een gewaad van Atlas, byzonder fraai. Sahator Rofa. Twee gevechten. Dat met den Ridder, die op een wit paard galoppeerd , is uitmuntend, en geheel in zyne groote, levendige en ftoute compofitic. Claude Lorrain. Een opkomend onweder by zonnen ondergang; groot van werking. Jacob Basfano. Christus aan den Olyfberg. In zyn krachtige manier, maar zwart. De fterke. lichtftraal Werkt frappant. Giuüo Romano. De doorgang door de Roode Zee. Een verbaazend ryke , .heerlyke 'compofitie , vol waarheid,, geest en leven, uitmuntend getekend en gegroept; naauwkeurig en krachtig tot in de minfte kleinigheden uitgewerkt. Fraai van expresfie , inzonderheid van verfcheiden vrouwen- en kinderengroepen op den voorgrond. Het is een der voornaamfte taferelen der verfameling: op paneel gefchilderd, drie voeten hoog en zes breed. Andrea Solaria, een Spaansch Schilder. De boodfchap aan Maria. De onderwerping in de Maagden de eerbiedenis in den Engel zyn heerlyk uitgedrukt. Albano. Een der zonderlingfte compofitiën. Het Kind Jezus ftaat alléén in het midden : Engelen zwee-  zweeven rondsom hem, en toonen hem de werktuigen zyns lydens. Leonardo da Vinei. De Echtbreekfter. Een voornaam ftuk, op paneel. Agt beeldenten halve, voortreflyk van uitdrukking en warm gekolcurd. Guido. De Aartsengel Michaël in ftryd met den Satan. Dit ftuk fchynt het eerst en uitmuntend ontwerp te zyn van de beroemde fchildcry van Guido, in de kerk der Capucynen St. Anlohio della Concezione, te Rome. Dat ftuk is echter grooter dan dit, en de houding der beelden is ccnigzins anders. Pomfm. Twee Landfchappen, met de fabel van Midas en een Visfchery. Het eene kocht martin te Venetië, het ander te Londen; de groote compofitie en manier bewyzen echter dat deeze ftukken tot Pendants gefchilderd zyn. Van Dyk. De moederlyke liefde. De drie kinderen , welke liefkoozend de moeder aankleeven, zyn uitmuntend van tekening en coloriet. Door de bewerking die martin heeft ondernomen, om de verw van het paneel afteneemen en op doek overtebrengen, heeft de fchildcry niets geleden. Raphaêl. Maria met de kinderen Jezus cn Joannes. Gelykfoortig het tafereel van denzelfden meester in het Nationaal Mufeum geplaatst, maar vier jaaren vroeger gefchilderd. Martin beweert dat het ftuk in 't Nationaal Mufeum, flechts een Copy is. Ra-  Raphaël. De heilige Margaretha op een Draak treedende. Een der voornaamfte ftukken deezer verfameling, zes voeten hoog en vier breed, 't Naakt en de kleeding is warm van coloriet; en de fchildery drukt verheven onfchuld der ziel op een uitmuntende wyze uit. Guercino. De heilige Catharina met twee Engelen. Een ftuk, zes voeten hoog en even zo breed. Krachtig van coloriet en fraai van kleeding. In de hemelwaarts gerichte blik van de Heilige, vertoond zich eene onnavolglyke uitdrukking van vrouwclyke waarde. Raphaël. Maria met het kind. Uit den laatften tyd voor zyn veranderde manier. Het kind ftaat op den fchoot van deszelfs moeder, is hcerlyk van tekening en coloriet. In de verheven uitdrukking van inwendige kalmte die 't gelaat van Maria aanduid, kent men deezen onnavolglyken Meester. Michel Angelo Buonarotti. De geneezing deroogen van Tobias. Een zeer zeldzaam fchilderftuk van deezen Meester. Men ziet twaalf kleine welgetekende en fraai gegroepte beelden, uitmuntend van uitdrukking, in een tweevouwdig bedryf: op den achtergrond maakt de heengaande Engel zich aan de familie kenlyk. Guido. De fchaaking van Hélena. Gelykfoortig het tafereel, 't zelfde onderwerp verbeeldende , in het Nationaal Mufeum, maar in de houding van het hoofd eenigzins anders. De voedfter op den voorgrond  grond is uitneemend. Guido fchilderde dit ftuk in den geest en de manier van Raphaël. Le Sueur. Dc redding van liet kind Mozes. De hoofden zyn uitmuntend van expresfie. Een fraai JLandfchap. Giulio Romano. De Fortuin op het rad zweevende. Uitmuntend van tekening en coloriet. Hannibal Caracci. De Scheepvaart van Ulysfcs. TiHatt. Hy zelf met twee kinderen en een meid. Het hoofd van laatstgemelde is inzonderheid vol waarheid en uitdrukking van goedhartige ccnvouwdigheid. Van Dyk. Een Prins van Oranje op eai wit gaïoppeerend paard. Dit paard naar den aanfehouwer gekeerd, is in de verkorting uitmuntend getekend: men ziet hetzelve, als 't ware,tegen zich aanfpringen. Dominichino. De heilige Cecilia. Een der voornaamfte ftukken van de verfameling, zesvoeten hoog en vier breed. Verheven geestverrukking, de tekening van 't hoofd, van de handen en voeten, de zwier der kleeding, dit alles is onverbeterlyk uitgedrukt. De groep Geniën, die, voor haar op tafel zittende, Muziek en Inftrumenten in de hand hebben, is fraai van tekening en vol uitdrukking van kindcrlyke blygeestigheid en levendigheid. Jlexander Veroneze. Judith met het hoofd van Holophernes. Levensgroote in een grootfehen fmaak ge-  gefchilderd, en op zyne byzondere wyze zeer uitvoerig tot zelfs in de kleinigheden van een ryk-verfierde kleeding en byouteri'èn. Francesco Moten De Doop van Joannes, in den fmaak van Salyator R-ofa gefchilderd, maar in de houding eenigzins gebreklyk. „ Ik gaa hier verfcheiden fchilderftukken van Rubens en van Dyk, fchoon geenszins van verdiensten ontbloot, ftilzwygend voorby; en zal nu nog maar verflag geeven van eenige zeldzaame ftukken, die ik in- het huis van martin bezichtigde. Pietro di Cortona. Coriolanus in het oogenblik 2yns wankelenden befluits. Voor hem ftaan zyne moeder, zyn vrouw en zyne kinderen: een heerlyke groep vol levendigheid van uitdrukking en gloeiend van coloriet. Rapha'èL Maria met het kind op den fchoot. Engelen nevens haar; een van welken inzonderheid een onbefchryflyk bevallig voorkomen heeft. Het hoofd van den heiligen Jofeph, achter Maria geplaatst, is fraai. Het ftuk is rond , heeft vier en een halve voet middenlyns, en is uitmuntend wel bewaard. Raphaël. Maria en de Wyzen by de kribbe. De hoofden der laatften inzonderheid, zyn heerlyk. Raphaël. De krooning van Carel den Grooten door Paus Leo den Vierden. Hy fchilderde dit ontwerp van het groot tafereel, door zyne leerlingen in het Vaticaan met eenige veranderingen uitgewerkt, kort voor  voor zyn dood. De hoofden der Bisfchoppen, altemaal Portraiten, zyn allezins caractermaatig: in 't geheel zestig beelden. Het ftuk dat zestehalve voeten breed en vierdehalve voeten hoog is; heeft als fchets, veel origineels, maar de compofitie is eenvormig; licht en houding zyn gebreklyk. Guido. De kindermoord te Bethlehem. Een uitmuntend wel bewaard fchildery, zes voeten breed, vier hoog. Men ziet omtrent zestig beelden, fraai getekend en gegroept. De uitdrukking der lydende, worstelende en wanhoopige Moeders is ontzettend. Giulio Romano. De kribbe te Bethlehem met de Wyzen uit het Oosten, geheel in de geestige manier van Raphaël. Correggio. Cupido den boog fpannende. Een kleine, treflyk uitgewerkte fchets van het bekend groot tafereel. In eene publieke veiling wierden driehonderd Louis d'Or voor dit ftuk geboden,doch martin wilde het daar niet voor geeven. Andrea del Sarto. Maria met de kinderen Jezus en Joannes, en de H. Elifabeth enCatharina. Uitmuntend van uitdrukking en fraai van coloriet. Correggio. Schets van zynen heiligen Hieronimus, welk tafereel, weleer te Panna, destyds op reis was naar Parys. De fchets is uitvoerig. Het groote, na dezelve gemaakte tafereel is eenigzins anders, byzonderlyk in het beeld van Hieronimus. II. stuk. N *a«  icj4 fabrieken. Het Fabriek-weezen in Frankryk gelykt de rtnhea van een luisterryk gebouw, 't welk door de verzakking der fundamenten is ingevallen. En in dit opzicht, zyn de fchokken der revolutie en de gevolgen van den verfchrikkelykften en hardnekkigftcn oorlog door Frankryk immer gevoerd,binnen'slands en in de voorheen bloeiende fteden, meest zichtbaar. — Allerwegen met geringe uitzondering van eenige Fabrieken te.Lyon,zyn deManufaciureriënen Fabrieken tot nog onherftelbaar bedorven. 'Er is gebrek aan handen en aan materiaalei!. Vóór den vrede is aan het herftel der handwerken niet te denken, cn deeze daar zynde , moet de inwendige rust vooraf ten vollen herfteld weezen , zullen de handteeringen haaren voorigen bloei weder verkrygen. — Al dat geen zelfs, 't welk te Parys, door de welmeenendheid en het gezach des Beftuurs onderfteund, en door den efprit public der openlyke Inftituuten aangemoedigd, van enkele nyvere onderneemers gedaan word, kan niet hooger dan als proeven aangemerkt worden, die, welke vleiende vooruitzichten ook opleverende, thans nog aan veele gebreken fukkelen. — Wat ik deswegen zal mededeelen, is gelyk de zaak zelve, — een fragment. Ollivier, de zelfde die vaÉ het Lyceum der üunsten, in de openlyke zitting van den 30^ Germinal, de krans van verdiensten ontving, heeft in de voorftad Antoine een Fabriek van Fa'yanu (verglaasd Aar-  Aardeinverk), welke Fabriek door zyn vader OJS gericht, reeds federt zestig jaaren beftaan heeft, maar door hem merkelyk verbeterd en uitgebreid is» Alle foorten- van grof en fyn Pottebakkerswerk worden 'er gemaakt. Het verglaafel van 't fync vaatwerk is fyn en glad, en de kleuren zyn fraai, maar het maakfel van verfcheiden foorten vaatwerks is nog vatbaar voor verbetering; dan men bevlytigt zich met allen yver hetzelve die losfc zwier en bevalligheid van omtrek te geeven, waardoor het Engelsen Aardenwerk tot nog toe, boven alle anderen , uitmunt. Hetrurifche vaafen worden doof ollivier vry gelukkig nagebootst, zo wel ten aanziene der ftoffe als der kleuren. — Het tafelen keuken-vaatwerk, vervaardigd uit eene metallieke, zeer weinig poreufe aarde > die in de nabyheid van Parys gegraaven word, is ligt, tegen 't vuur?' beftand, en by uitftek goedkoop. — Ollivier Weet ook nog een compofitie te bereiden, die het Bafalt,aan kleur,zwaarte,digtheid en klank zeer naby komt» Ik zag kleine Caryatiden van deeze lpetie gemaakt, die bovendien de verdiensten hadden, juist getekend en fcherp van omtrek te zyn» Deeze Fabriek zal voor Frankryk en voor de buitenlanders eens dat geen worden, wat de vervallende Fabriek der wedgewood's in Engeland geweest is ; byaldien naamlyk de Franfche Onderneemer voort* vaart, zó als hy begonnen is. Thans ontbreekt het hem nog aan de middelen om zyne Fabriek volkomen in Werking te brengen. Aan het beitelde werk word ■ ter oorzaake van gebrek aan werkluiden zeer lang-. N a zaam  zaam gearbeid. — Ollivier heeft ook een zeef voordeelige Fabriek van Vermillioen, en ik vond hem bezig met het nafpeuren eener ontdekking, betreffende een onfchadelyke vloeibaare toebereiding van Loodwit. De voor eenige jaaren aangelegde Glas-Fabriek van orelly, een Schotlander, levert alles wat ik van Engelsch Glaswerk uitneemendst, ken. Dit glas is het Engelfche in helderheid, gladheid en zuiverheid gelyk, het maakfel is even fraai; doch munt boven hetzelve uit, wat 't flypfel betreft. Ten opzichte van laatstgemelde werkzaamheid, verdiend orelly een groot kunstenaar genoemd te worden, zynde deeze kunst van Glasflypen nimmer tot hooger volmaaktheid gebragt, dan dezelve door hem geoeffend word. Hy flypt geheele historifche vertooningen op vaazen, fchaalen en lampets, alle van den fraaisten vorm, en weet, even als de bekwaamfle fchilder, op deeze gefleepen tafereelen, de tekening van het naakt, de plooi der klederen, ja zelfs de kenmerkende gelaatstrekken volkomen uittedrukken. Met zo veel fmaak in de keus, als losheid van uitvoering en fcherpte van omtrek, is het bywerk vin Arabesque en andere antieke ornamenten op deeze glazen vaazen aangebragt en volkomen gemaakt. Ik zag Lampets met enkele Herculaneefche beelden en groepen van Danferesfen en Horen ; Vaazen met Bacchantinnen en Faunen , Nimphen en Satyrs. Tot het flypen van zulk een glazen vat, waartoe orelly tot nog toe, flechts éé-  éénen medehelper had bekwaam gemaakt, worden agt dagen tyds vereischt. Van hier dat deeze ftukken veel gelds kosten. De prys van zulk een voltooid Lampet, bedroeg van tien tot twaalf Louis d'Or. — Deeze Fabriek is naby het Hospitaal der Invalides gelegen. De Entrepreneur had destyds een nieuwe kegelvormige fmeltoven, van eene buitengewoone groote aangelegd, hebbende op de bafis agt- en vyftig voeten middenlyns en driehonderd voeten hoogte. Maar het ontbrak by denzelven aan tverkhiiden. Op den Boulevard du Tempte, vind men de Poreclain-Fabriek van een Duitfcher, genaamd dihl. Deeze Fabriek wedyvert met die te Seve om den voorrang. Men kan in het werk van beide Fabrieken naauwlyks eenig ondericheid bemerken, wat de digt- en witheid der aarde, de levendigheid der coleuren en den gloed van het verguldfel aangaat. De enkele beelden en derzelver famenvoeging tot groepen is zeer fraai; het maakfel van het vaatwerk van allerlei foort heeft een losfen zwier en is vol fmaaks ; ook is het fchilderwerk uitmuntend. De vertrekken in het glansryk huis van den Fabriekant, gefchikt ter ten toonftelling, waren ryk bezet, en men bemerkt hier zo min vermindering van werkluiden als gebrek aan vertier. Dihl wees my, met eene openhartigheid van alle geheimhouding vervreemd, alle de werkplaatzen zyner fabriek: van het vertrek af waar de aarde gevormd word, tot die, waar de fchilders en vergulders bezig zyn. — Deeze is eene N 3 dier  dier Fabrieken te Parys, wier Producten voorheen» %o als die van veele andere handwerken, naar deeizen of geenen Prins van den bloede, eenen bynaam ontleenden: Porcelaine de Monfieur , — du Comte d'Artois, enz,; doch federt de oétroijen, uit Koninglyke willekeur aan de Fabriek te Scyc gegeeven, buiten kracht gefteld zyn, is de Fabriek van dihl merkelyk vergroot en tot meerder volkomenheid gebragt, Een andere, voorheen glansryke Hof-Fabriek, die naamlyk, der Gobelins, vond ik niet meer in haaren voorigen bloei. 'Er waren Hechts de helft van werkluiden. Het Magazyn echter was nog ryk voorzien van de uitmuntendfte Tapyten,en 'er wierd, hoewel langzaam en flechts op eenige weefftoelen, naar guede franfche origineele fchilderyën en naar copyën van beroemde Italiaanfche Meesters, onder opzicht van den Minister van het binnenbeftuur, voortgewerkt, De Leerlooijery van seguin, wiens nyverheid en genie van vinding, het Lyceum der kunsten in deszelfs Zitting van 30 Germinal, openlyk eer betoonde, maakte zich destyds beroemd door de ontdekking van eene nieuwe, zeer voordeclige en •vaardige bereiding van het Leder, waarvan de bewerking de volgende is h De (*) Ik ben dit bericht aan dc gunstige mcdcdeeling vsu nryuen vii.md, d-'ii Hejr schmjeisse*, veïfrhüT-l%&  „ De Methode van seguin is van alle anderen tot nu bekend, geheel onderfcheiden, zo wel ten aanziene van de behandeling der ruuwe huiden, als van de famenftelling des Materiaals tot het looijen vereischt. Dezelve belïaat, zo als gewoonlyk, in het voorafgaand wasfchen, het affcheiden der vleeschdcelen, hekzwellen, en eindelyk in het looijen zelfs. Ten aanziene van het wasfchen der Huiden, is het onderfcheid deezer Fabriek met anderen, daarin gelegen, dat de Huiden, niet zo als gewoonlyk gedaan word, door eikanderen in het water gelegd worden, maar afzondeiiyk loodrecht daarin worden uitgefpannen, derwyze dat beiden zyden der Huiden, de vochtigheid kunnen intrekken. Om de hairen aftefcheiden, worden de huiden perpendiculair in een met kalkwatcr gevulde kuip opgehangen. Ten einde het water met de kalkdeelen vermengd te houden, daar de kalk fteeds naar den grond zinkt, word het mengfel dikwyls omgeroerd, waardoor hetzelve op de huiden beter werkt. Agt dagen zyn genoegzaam om deeze bewerking te voltooijen. De Fabriekant heeft ontdekt, dat, wanneer het water tot deeze bewerking reeds eenmaal gebezigd , met eenig zuur van zwavel vermengd word, zulks de werking vernieuwt cn merkelyk bevordert.— De bewerking van het zwellen, word in agt-enveertig uuren ten einde gebragt. De Huiden van dc vleeschdcelen gezuiverd zynde, worden in houten kuipen geftoken, gevuld met water, welk van tot gedeelte met zuur van zwavel bezwangerd is. — De gewoone Methode van het Iooijen N 4 der  der Huiden, door dezelven in kuilen te leggen,heeft seguin verworpen. Hy doopt de Huiden ten eerften in water met Run bezwangerd, en na zulks dikwyls herhaald te hebben, voegt hy 'er verfche vloeiftof by, volgends de aanwyzing van den n^n of i2den graad van den Aerometer, welke tot zouten vloeiltoffen gebruikt word. De werking van dit Run-water tot het Iooijen is ongemeen fpoedig. Vervolgends worden de Huiden in eene flaauwe ontbinding der run, welke flechts derzelver oppervlakte aantast, en zo trapsgewyze in een fterkeren run, geftoken. Het dikke Leder word op deeze manier in veertien of zestien dagen gelooid. Het heeft seguin ook reeds mogen gelukken , deeze bewerking in agt en zes dagen ten einde te brengen. — Voorts word het leder op de gewoone wyze gegedroogd. Naardien het overleer (cuirs cTcmpeigtie,) de bewerking van het zwellen niet behoeft, zyn drie of vier dagen genoegzaam, dit te Iooijen. Men heeft gemeend dat de Run alleen dienen kon de vezels der huiden, welke door de voorafgaande bewerkingen uitgezet en week geworden waren , te doen famentrekken en te verharden; maar seguin heeft ontdekt dat de Run nog een eigen grondftof (element) in zich bevat, die op zichzelve in het water ontbonden word, maar verbonden met de lilachtige declen der huid, zich zet, en ten naauwften daarmede verëenigd zynde, in het water niet opgelost of ontbonden kan worden. Seguin heeft dit uitwerkfcl in de lym ontdekt, welke door deeze grondftof nedergeploft, vervolgens door heet water niet ontbindbaar  baar is. Het leder is, na deeze verëeniging met gemelde grondftof niet meer vatbaar voor ontbinding; en ingevolge van deeze waarneemingen zouden 'er welligt, by plaatshebbende vermindering van eikenfchors, nog veele andere foorten van boomgewasfen te vinden zyn,die op gelyke wyze tot het leerlooijen konden dienen, vooruitgefteld , naamlyk , dat het opgietfel daarvan den lym doet nederploffen. NIEUW STELSEL VAN MAATEN EN GEWIGTEN. De ontelbaare verfcheidenheid van veelvuldige foorten Maatenen Gewigten, door geheel Frankryk in gebruik, had reeds vóór de revolutie by veele helderdenkende mannen, die de bevordering van Kunften en Weetenfehappen en de meerdere volmaaking der burgerlyke famenleeving, als ook de voordeden des Koophandels behartigden , — den wensch doen geboren worden, een methodiek, gelykyormig en onveranderlyk ftelfel van maaten cn gewigten intevoeren, waardoor , zo wel in den loop der Diplomatie als wel inzonderheid in de mercantiele relatiën van alle volken, de groote ongelegenheden en nadeden, uit de plaats hebbende verfcheidenheid geboren, mogtcn uit den weg geruimd, de Wederkeerige correfpondentie meer gemaklyk gemaakt, en indiervoegen een groot, wezenlyk nut gefticht worden. — Uitmuntend van daar, het idéé, N 5 een  een eenige algemeene Maat (métrc) uit de natuur zelve ontleend, ter afmeeting van lengten , vlakten en alle Iichaamïyke ruimte vastteftellen ; en volgends deeze maat (métre) een algemeen gewigt {gramme) te bepaalen. 't Geen dit denkbeeld nog meerder waarde byzet, is dat men dc tiendeehge (deeimaale) verdeeling daarmede volftrekt verbonden heeft. In deezervoege wierd een idéé, dat menig Mathematicus zich naauwlyks durfde verbeelden, onaangezien alle zwaarigheden, in Frankryk met de daad tot ftand gebragt. — De revolutie begunftigde dc invoering van het plan eener totaale hervorming van het ftelzel van Maaten en Gewigten, welk plan men onder het vcorige Gouvernement van Frankryk wel vormde, maar waarvan men de invoering, ter oorzaake der toen plaats hebbende ftaatsgefteldheid, moest opfchorten, zo niet geheel opgeeven. — Reeds federt 1790 werkten de leden van de Academie der Weetenfehappen , met verfcheiden afgevaardigden ter wetgeevende vergadering, gemeenfchaplyk aan dit plan, 't welk door hen tot ftand gebragt wierd. De volgende, in de jaarboeken der nieuwe franfche letterkunde zó beroemde mannen, la place, laGRANGE, condorcet, delambre, meCüAIN, monge, me unier , l A voisier , eorda, coulon, brisson en van der monde, bewerkten het nieuwe ftelfel, 't welk vnen thans in de Republiek poogt intevoeren , cn by het welk met alleen het nut cn voordcel van Frank-  Frankryk, maar ook het gemeene welzyn van alle andere volken bedoeld word, naardien men zich aldaar vleit, dat deeze het eenpaarig ftelfel allengs zullen aanneemen, By de bewerking des geheelen plans, kwamen inzonderheid in aanmerking, de onvermydelyke veranderingen, waaraan alle maaten en gewigten niet alleen door menfchen handen, maar ook door den tyd, het climaat, de weêrsgefteldheid en de fyne vloeiftoffe die alle bekende vaste lichaamen doordringt en verandert, onderheevig zyn; benevens die verandering der gelykheid van vcrfchillende maat-ftaaven en gewigt-zwaarten,op de zelfde plaats en in dezelfde luchtsgefteldtenis bewaard, 't welke zich in een langduurig tyds beftek opdoet. Ten einde deeze onvermydbaare veranderingen, zo veel mooglyk, voortekomen, waren zy die zich ook buiten Frankryk met dit onderwerp bezig hielden, 'er op bedacht om by de bepaaling van Maat, een onvcrauderlyke grootheid uit de natuur ten grondflage te verkiezen, by welke de op publiek gezach bewaarde maatftaaven (étalons) fteeds en ten allen tyden weder konden vergeleken en te recht gebragt worden. Hiertoe floeg huigens de lengte van den feconden-llinger voor. Doch de Franfche. Wisen Natuurkundigen verkozen tot deezen oorlpronglyken natuurmaat, de omtrek van den Aardkloot. Zy verbeelden zich naamlyk de Zee uitgeftrekt van den /Equator tot aan den Noord - Pool, cn verdeelden deeze aangenomen maat, welke het vierde van den Me-  Meridiaan uitmaakt, denkbeeldig in tien MillioeneB gelyke deelen. - Eén zodanig deel , is het tegenwoordig republikeinfche métre. — In den eerften opflag fchynt deeze bepaaling hoogst naauwkeurig, duidelyk en onveranderbaar : het geheele idéé is grootsch gedacht; — maar naar het oordeel van onpartydige waarneemers der zaake kundig, die ik gelegenheid had zo te Parys zelve als wel inzonderheid in Duitsland deswegens te onderhouden (*), is deeze bepaaling, niettegenfiaande alle fchynbaare voordeden der berekeningen, welken daarby ten grondIlage dienen, in de praélikaale toepasfing op de daadelyke grootte van de métre, geenzins zó juist als men zich verbeeld , maar veeleer ongewis. Want om de grootte van deeze maat eerst te vinden en naderhand weder te justificeeren, zyn telkens groote, moeilyke en zeer kostbaare meetingen noodig, welker refultaaten zo menigmaal zullen verfchillen, als de landftreeken waar, en de Inïtrumenten met welken deeze meetingen gedaan worden, gelyk ook de perfoonen die zulks verrichten niet dezelfde zyn; waarby nog komt dat de gevoelens der geleerden over de waare grootheid van het Meridiaan - qua- drant, f*) Onder de laatstgemelden rekene ik mynen achtingswaardigen vriend en leermeester , den Heer Profesfor busch ; benevens myne waarden vrienden, de Heer woltman, Direfteur der Waterwerken in het Hamburgsch Ambt Ritztbuttel aan den mond der Elve; en de Heer reinïe, HamburgschGrensópzichterenKanaalDirefteur, beide Wiskundigen van groote verdienften.  drant, fteeds zullen verfchillen. — Voorloopig is deeze grootheid bepaald op 5132430 Toifis, gelyk aan 30794580 Paryfche voeten, en dien volgens de métre, op 3,079458 voeten, dat is 3 voeten o duimen , 11,44 Liniën, welke bepaaling men zal in agt neemen, tot dat de nieuwe meeting van de middenlandfchc- tot de Noord-Zee, van Barcelona tot Duinkerken zal volbragt weezen. — Ten aanziene der voldoende zekerheid en onveranderlykr heid van de nieuwe métre , zou het voorftel van hui ge ns, om de lengte van den flinger tot origineele maatftaf te verkiezen, den voorrang verdienen; doch de Franfche wiskundigen hadden tevens zekere nieuwe afdeelingen van den tyd en den cirkel op het oog, welke de door hen gekozen oorfprongeke maat, gegrond op de afmeeting der Aaide, verkieslyk maakte, fchoon zulks de onderneeming door nieuwe zwaarigheden belemmerde. — Gemelde gewigtige bedenking, de keus van de afmeeting der Aarde tot oorfprongelyke maatftaf, betreffende, buiten aanmerking gelaaten, is hun métre voor het overige zeer gefchikt tot éénheid van maat, als een gepast midden, tusfehen te groot en te klein, en bekwaam tot de el en de voetmaat; terwyl dezelve zulk een zeer klein gedeelte van den Meridiaan uitmaakt, dat uit de niet naauwkeurig te bepaalene lengte van deezen, geen voor den handel merkbaar verfchil kan geboren worden, naardien de moeilyke te rechtbrenging, zo menigmaal men zulks wilde beproeven, het werk der Mathematici en niet van de bedienden der Politie weezen zoude. Het blyft dienvolgens ia dit opzicht al-  altyd Wenfcheïyk, dat deeze eenmaal dus Vastge-, ftelde métre, algemeen goedgekeurd worde, en allengs, 't geen zekcrlyk veel zwaarigheden ontmoeten zal, in de overige handeldryvende Staaten alge-, meen moge aangenomen worden. Eene andere vraag, die ik zonder verwaandheid my verooiiove te doen, is deeze: of de Wetgeevende Vergadering van Frankryk uit achting voor gezellige verplichting en voor de reeds algemeen ingevoerde en als doelmaatig erkende methode, de Maat pied de rol genaamd , die niet alleen door geheel Frankryk gebruikiyk, maar ook in alle Europeelche Landen bekend is, Qn allen geval met verandering van den naam, in pied republicain,) niet als eerlte éénheid van maat hadden kunnen behouden, naardien de proportie van deeze maat met alle andere bekende maaten naauwkeurig bepaald is, de meeste Barometers en Schaalen naar deezen voet ingericht zyn, en de meeste befchaafde Natiën dezelve alsCustos der overige maaten befchouwen ? — Het was doenlyk geweest naar dit pied republicain, als aangenomen éénheid, alle overige maaten van lengte, oppervlakte en inhoud,engevolglykook van zwaarte te regelen. Ook deeze voet kon, gelyk ter aanpryzing van de métre word bygebragt, even goed vol-, gens de onveranderbaare lengte in de natuur voorhanden , telkens naargezien. en te recht gebragt worden, vermits zyne proportie tot het vierde van den Meridiaan en tot de lengte van den flinger even goed bekend is, als de verhouding van de mhre. — Het- is  is buitentwyfel, dat zodanig een, ik durf zeggen * menschlievende handelwys, de algemeene introductie van het nieuwe ftelfel merkelyk beter zou bevorderd hebben, dan deeze totaale, in het afgetrokkene,zo fchitterende hervorming in de nog gebruiklyke maatftaven en gewigt-zwaarten , welker algemeene invoering ontegenzeglyk zo veele zwaarigheden ontmoeten zal. Gefteld dat deeze zwaarigheden de algemeene invoering van het nieuwe ftelfel belemmeren ; 'er word echter van deskundigen hartelyk gewenscht, dat de daaraan verbondene nieuwe tiendeelige (decimaale) verdeeling der maaten, gewigten en rekenwyzen, algemeen worde aangenomen als waartoe iedere éénheid, welke ook, even dienftig is. Alle arithmerifche berekeningen en geömetrifche meetingen worden daardoor veel eenvouwdiger gemaakt ; terwyl het onderwys, als ook het rekenen der laagere ftanden, meer dan half zo gemaklyk zal weczen, al 3 elke eens aangenomene éénheid, in tien deelen, honderd deelen en duizend deelen gebroken worden. Dus zyn de Landmeeters in Duitsland thans reeds gewoon, de gebruikelyke Roede, in tien deelen, (decimaal voeten,) te verdeelen, en by mathematifche calculatièh is de Decimaal Rekening, (ter oorzaake van het eenpaarig gebruik van tien cyferletters,) voor lang algemeen. De bedenking tegen de Decimaalrekening, dat men door dezelve verfcheiden kleine, dikwyls voorkomende breuken , als f, § , J, enz., niet juist kan uitdrukken, maar dat daartoe de getalen  len iff, ï6, en foortgelyken dienftiger zyn; dia bedenking is, in vergelyking der voordeden welke de Decimaal-rekening aanbrengt, van geen belang hoegenaamd; want in getalen kunnen de deelen van elke éénheid zo klein als zulks vereischt word, uitgedrukt worden,maar in de natuur is elke verdeeling der éénheid onvolkomen. Men zou by eene nieuw intevoerene Decimaale verdeeling dier Munten, Gewigten en Maaten, welke in gebruik zyn ,zich daarna in het gemeene leven even goed kunnen fchikken,als tot nog by de aangenomene gebruikelyke verdeeling, zonder dat het by deeze hervorming van calculatie, noodig zyn zou dat de kleine deden by de regeling vastgefteld, indedaad voorhanden waren (*). De (*) Deeze aanmerking van den fchryver zal misfchien voor fommige Leezers duister weezen. Het zy my vergund ter opheldering, 'er dit bytevoegen. Wy gebruiken, byvoorbeeld in ons Land, de voet en de el tot afmeeting van lengte enz., het pond voor zwaarte enz., de gulden tot uitdrukking van geldswaarde. Het pond word verdeeld in 16 oneen, 32 looden enz. De gulden in 20 Huivers enz. —• De fchryver wil dat men het gebruikelyke pond, de gebruikelyke el, kop enz. en gulden behouden, maar eene Decimaale verdeeling zal invoeren; aldus: men zal niet zeggen twee Ponden en 4 Looden, bedraagen driegulden en vyf duivers, maar 2,125 pond bedraagen ƒ3,25: — [twee en een éénhonderd-en-vyfëntwintig duizendfte Ponden, bedraagen drie en een vyf-entwintighonderfte gulden.] 't Welk een onbefefbaar gemak zou opleveren voor alle optellingen en uitrekeningen, naardien men als dan de bewerking van on gelyke breuken ver- myd?  De tiendeelige verdeeling van den natuurlyken dag en van den geömetrifchen Cirkel is minder gebruikbaar, en derzelver nut minder in het oogloopende dan de Decimaale verdeeling van geld, maat en myd, als ook het brengen der penningen tot ftuivers en der ftuivers tot guldens, enz. en maar eenvouwdig heeft optetellen, aftetrekken, enz. Proeve van vergelyking. Gebruikelyke Methode, gele- Decimaal Calcul. geleverd aan N. N. verd aan N. N. Jan. 3. 34?rja/3: a:-/io: i: è 3.^5 ffj a ƒ3.1 ƒ10,075 20. si #aii; 6:-* 6:13: 4 5,1250 a*i,3 * 6,5625 Febr. 9. io| *a,»a: y.Z^aziii: 5 10,375* a*2,175*zz,565fas 25. 6ts*aÖ2S 23^68 ƒ4?» 4! S 23,6625 gg /47.2op375 Men addeert, multipliceert4 &c. naar gewoonte, eu kan de tiendeelige Breuken aldus reduceeren. 0625 . 2.,.., . — is w is i dus 4 ft. . . C25 . . , , ■ is-4-dus 2 p, >-3125 , , 1000000 is^jdus 1 P- 209375 . « * dus 4 ft % p. ïoooooo ^ •> Men moet zorgen dat de tiendeeligen, honderddeeligen, &c. even juist onder eikanderen te ftaan komen, sis de tienen j honderden, &c. Van den Vertaaler, II. STUK. O  eii gewigt, zynde ook, in het afgetrokkene befchouwd., minder noodig. De eens aangenomen verdeeling van den Cirkel in 360 graaden, rust op deszelfs bekende eigenfchappen, en men zou by een gegrond onderwys der Meetkunde toch Iteeds tot de oude verdeeling moeten terug keeren. De verdeeling van den dag in twaalf uuren, fchynt meer overëenkomftig den aart der zaake dan de nieuwe Decimaal verdeeling, waardoor eene verbyftering ontftaat in de natuurlyke afdeelingen van den dag, in ochtend, middag, avond cn nacht. Ook zouden by deeze verandering, zo veele uitmuntende tafels, werktuigen en uurwerken, welke naar de gewoone twaalf- of zestigdeelige verdeeling berekend zyn, op eenmaal te onbruik,althans door de telkens vereischt tvordende reductiën , allerbezwaarlykst kunnen gebézigd worden. De Franfche Wiskundigen hebben zich de verbaazende moeite op den hals gehaald, om nieuwe Sinus en foortgelyke Tafels, volgens de Decimaal - verdeeling te vervaardigen. — Jammer, zo zulks ingevoerd word , wegens de uitmuntende Seconde - wyzers , kostbaare Chronometers en alle andere werken van die foort. Alle Meet - werktuigen die in graaden verdeeld zyn, waren dan niets meer waardig. Jammer, wegens de menigvuldige meesterftukken van ramsden, adams, nairne en anderen, van welken de Geleerden, Mathematici, Phyfici, Schippers en. Landmccters voorzien zyn: alle de zo moeilyk als wél uitgewerkte Sinus, Tangens cn andere Tafels van sherwin, schulze , vega, enz. zouden daardoor gantfchelyk onbruikbaar  baar worden. — En welk equivalent bied men ons ter vergoedinge aan? Iets, belangiyk genoeg om zich gemelde opofferingen te getroosten ? — Wanneer dit zó is, Waaromtrent ik my niet zal verftouten, als bloot aanfehouwer en onbevoegd rechter deezer groote hervorming, voor het tegendeel te beflisfen: Wanneer dit zó is, en eene gantfche hervorming der ïnftrumenten en Uurwerken ter oorzaake van het nut, algemeen wenfchelyk geacht word, — dan mogen de opgegeevcne en gelykfoortige bedenkingen van bedaarde opmerkers, door de Franfche Hervormers, in derzelver ftoute vlucht boven den gemeenen fpheer, vryelyk voor bekrompen verklaard worden; terwyl de tyd de algemeene hervorming tochmooglyk maakt, en alle menschlyke kunstgewrochten toch eenmaal verouden en onbruikbaar worden, en voor andere nieuwe, dus of anders ingerichtte kunsttuigen moeten plaats maaken. De verdeelingen en benaamingen der nieuwe republikeinfche Maaten en Gewigten zyn eenvottwdig, verftaanbaar, en gemaklyk in 't geheugen te prenten, zo dra men met de uit het Grieks en Latyn ontleende, wélgekoozen benaamingen gemeenzaam is, die trouwens ook. gevoeglyk in andere taaien kunne! ■ overgenomen worden. De volgende Tafel is gefchikt tot een gemaklyk overzicht van het geheele ftelfel, O z Be-  -i u - 8 8 § ||- s[- £!- o o o ö g n ö ö ffi j- g a o o r>> e: 73 g g 3 | 1 g | g a S" ff 3 ? | ï I fi 3 n> ei ff 3 ff ra rs c o re- » o 0 ö ö K W 1 £ 5 S g> g. ei ci ts 2. S' g et * 5 »■ a 3 o 3 3 g O ö ö K W g K ra n> _ n> ra £=3 <2. C3 2 fis o m I g 3 I 3 5| 3 3 H § 3 I B g g § s g » 8 g re 3 2 ra 3 1 i. Ér I 63 » su i s tra Q < & 3 ' r 3 ES S s SI pa Cu | ^ era tr 2. W < Cj4 ai » ra » o " 3 3 53 I < g 3 3 O o era 3 I I 3 3 Ta  Ter daadelyke invoering van het nieuwe ftelfel heeft men in Frankryk , inzonderheid te Parys, alle noodige fchikkingen gemaakt. — Volgens het sjftc Artikel van de grondwet van het Nationaal Inftituut van Weetenfehappen en Kunften, word by hetzelve een orgineele maat van het .vastst en minst aan verandering onderhevige metaal, het Platina vervaardigd, bewaart. Op de publieke pleinen en aan de voornaamfte nationaale gebouwen, zyn metaalen Métres in een fierlyk gewerkte witte marmeren fteen gevat, vastgemetfeld; en men vind op de groote landwegen by Parys, op elke duizend fclrreden antiekvormige Mylpaalen met de inferiptie Kilomét re , opgericht. Op den weg naar 't Bois de Bologne, vond ik eens aan zodanig een witte Mylpaal een geleerd Vertoog, over deeze greco - gallifche benaaming met potlood gefchrecven , waarin betoogd wierd dat men Chilométre (van z<*«><) en niet Kilométre moet fchryven; — daar onder volgden eenige hevige Sarcasmen (fchempredenen) op deeze nieuwigheden. Het aangeftelde Confeil des poids & mefures beftuurt de invoering der nieuwe maaten cn gewigten , voert deswegens de noodige briefvvisfeling, en bevlytigt zich, door werken over dit onderwerp gefchreeven, aan buitenlandfche genootfehappen van Geleerdheid en Industrie te verzenden (*), de (*) Het Hamburgsch Genootfchap ter bevordering van Kunften en nuttige bedryven, ontving van het Confeil deeze verfameling met een aanpryzenden brief. Dit Genootfchap zal door des kundige Medeleden een vergelyO 3 k'mg  de algemeene bekendmaaking van het nieuwe ftelfel te bevorderen. — De nieuwe métres of maatftaaven, welke te Parys verkocht worden, hebben intusfchen geenszins zulk een juiste naauwkeurigheid , als zy volgens haar bedoeling moesten hebben. Ik zag twee zulke métres fm den zelfden winkel gekocht, die een millimétre (—! ) in lengte met eikanderen verfchilden, en onaangezien het naauwkeurig voorfchrift van vervaardiging door het Confeil des poids &" mefures uitgevaardigd , onnaauwkeurig verdeeld waren. Dc moeilykheden welke de algemeene invoering des nieuwen ftelfels belemmeren, en de veelvuldige twyfelingen welke het ontwerp zelfs drukken, worden in Parys reeds gevoeld. Een algemeen geacht Fransch Astronomist en Mathematicus uitte zich. deswegens op eene zeer bedenkelyke wyze. „ Daar het nu reeds zo ver gekomen is", zeide hy in een particulier gelprek, „ moeten wy het ingevoerd fystema trachten te handhaven: was het echter nog niet ingevoerd, wy zouden 'er niet op aandringen". Zulk een verklaaring fchynt my voor dc duurzaamheid deezer groote flervorming niet veel goeds te beloovcn. De invoering gaat ook zelfs te Parys in den handel en in 't gemeene leven zeer langzaam, en is geè'venredigd aan den graad van patriotfehen yver by de verkoopers. By den een word met de métre , by den Icing der nieuwe Franfche Maaten cn Gewigten met de onder ons [te Hamburg] gebruikelyke , têti nutte van den Koophandel doeii uitgcevcn.  den ander nog met de oude aune (el) gemoeten; en naardien de métre iets korter is, moet men by het koopen en dingen hier op letten, naardien de verkoopers dikwyls met de onbedreevenheid der koopers hieromtrent hun voordeel doen, 't geen aanleiding geeft tot veelvuldig misverftand, ja zelfs tot rechtsgedingen. 'Het vertelfcl 't welk de ariftocratifche gezelfchappen te Parys kinderachtig amufeerde, was ontleend van het misverftand uit de invoering der nieuwe maat geboren; en was met honderderlei afwisfelingen en Epilöden opgetooid, destyds het onderwerp van algemeen gelach in deeze bedenkelyke Cirkels, die ik in een voorige afdeeling fchetfte (*). — Zie hier het vertelfel: het puntige, fchertzende en grappige des mondelyken verhaals, gaat trouwens by het fchriftelyk mededeelen, verlooren. Een Citoyenne, uit de wyk Peltetier, kocht van een Citoyen marchand de fiies eenige ellen ftof. Zy meende, zonder misfchien van de nieuw uitgevonden métre iets hoegenaamd te wecten, haar maat volgens de aunc te bekomen; doch de koopman nam de maat volgens dc métre. t'Huis gekomen, meet zy 't gekochte met haar aune na, en vind te kort. Zy gaat weder naar den koopman: dan hy blyft op zyn recht ftaan, en wil het ftof niet terug neemen, noch zelfs naar eenige fchikking hooren. Nti begeeft zy zich naar den vrederechter van de wyk (Xïtoyen ju ge de paix~) delorme, voor wicn zy haar zaak op dc volgende wyze bepleit: De (*) ifte Stukje, pag. 193, env. 04  De Vrouw. Monfieur. . . . Delorme, (haar in de reden vallende.) Comment? fe ne fins pas un Monfieur. De Vrouw. Ah, pardon Citoyen! Dimanche pas* fé Delorme, (als boven.) tgappellez vous dimanche? Nous n'en avons plus. De Vrouw. Eh bien ! Le quintidi de la femaine pasfé ■ Delorme, (knorrig.) Vous m'ennuyez! Je ne connois point de femaines. De Vrouw. Je veux dire, la décade du mois . . . . d'Avril. Delorme, (boos.) Encore une fottife ? Avrill De Vrouw de Floreal, — j'aqhetai deux aunes Delorme , (woedend.) Finisfez enfin! Vous parlez de métres. — Allez, allez ! Vous avez encore des dimanches — des femaines — des mois d'Avril — des aunes — & des mesfieursl Retirez - vous; vous étes une ariftocrate (*). Ten (*) De Vrouw. Mynheer Delorme. Wat! Ik ben geen Mynheer. De Vrouw. Vergeef my, Burger! Voorleden Zondag... Delorme. Wat noemt gy Zondag? Wy hebben geen Zondagen meer. De Vrouw. Welnu: Quintidi van voorleden week Delorme. Gy verveelt my. Ik ken geen weeken. De Vrouw. Ik wil zeggen: Decade van de maand April. Delorme. Al weder een zotheid! ufpril'. De  Ten uiterften bedremmeld over deeze taal-verwarring, droop de vrouw ftilletjcs af, en — behield haar Métre - maat. Veelvuldig belang verplichtte my, om, geduurende myn verblyf my niet van Parys te verwyderen, terwyl de omftandigheden eene even fnelle terug als heen-reize noodzaakclyk maakten; ik zag my dus gedrongen myn voorneemen om de binnen- Departementen der Republiek, byzonderlyk in het heerlyk zuidelyk gedeelte van Frankryk,('t welk ik in 1783 doorreisde,) weder te zien, optegeeven. Ook in de naast by gelegene fchoone landftreek van Parys, zag ik, behalven eenige Landhuizen myner bekenden, ditmaal alleen Meudon, St. Germain ■ en ■ Laye en Verfailles, SAINT GERMAIN-EN-LAYE. De weg van Parys naar St. Germain-cn-Laye, Is een der bevalligften in deeze gantfche fraaie Landftreek. — Van het Plein d'Egalité, voor het geweezen Paleis Roijal, reed ik in een vliegenden Cabriolet, over het Plein van Eendragt, door de Eli- zee- De Vrouw. Van Floreal, — kocht ik twee Ellen. . . Delorme. Schei uit! - Gy meent Métres. Ga heen! — Gy hebt nog uwe Zondagen, nog uwe Weeken , nog uwe maand jfpril, — uwe Ellen, - uwe Mynheer en: Pak u weg! gy zyt een Ariftocraate. • O 5  zeefohe Velden, de Barrière \m.Chaillot, uit Parys. Eenige der Barrierehuizen, tevens met de colosfaale ftadsmuur opgebouwd, zyn fraaie monumenten van bouwkunst; anderen daarentegen fchynen meer grillige invallen, dan voortbrengfels van goeden fmaak. Het eene gebouw fchynt een ruuwe fteenhoop, die zich uit den Haat van bajert tot een gevormd huis begint te ontwikkelen; een ander eenonmeetelyk Blokhuis; een derde heeft het voorkomen van een gevangenis gelyk de Bastille. Allen zyn met onberekenbaare verkwisting gebouwd, cn thans weet men van de groote nutloozcmasfa's geen gebruik te maaken. Op een volmaakt vlakken ftraatweg, komt men door een dubbelde lommerryke laan van weelderige boomen, aan het voormaals zobékooityk BoistfeBouIogne, thans een braakveld,hier endaar met eenig geboomte, en allerwegen met ftronken van afgehouwen boomen bedekt. Het grootfte gedeelte van dit fraaie Bosch, wierd, zo ecnigen zeggen, uit gebrek van hout, volgens anderen, om dat de boomen ftierven, omgehakt. De Paryzcnaars vloeien thans in zulk een menigte niet meer naar deeze voorheen zo geliefde, thans verwoeste droeven: ik zag weinig voetgangers, paardryders en rydtuigèn, waarvan het weleer weemelde.— Van hier loopt de groote weg door een uitmuntend bebouwd land. Alles wat de natuur heerlyks cple.vèrt, ziet men hier in eene overdaadige menigte en in de bekoorlykfte verfcheidenheid. Heuvels, fchilderachtig met boschjes bedekt , beemden met veelkleurige kudden hoornvee en fchaapen , onaf- zkn-  zienbaare zaailanden; terwyl de Seine 'er met haaren kronkelenden loop midden door ilingcrt. De Akkerbouw is in Frankryk ook tegenwoordig in den grootften bloei; en geduurende myn heen- en terug reis door de grens - departementen, heeft niets my zo zeer verrast als het gezicht der landsdouwe. Wat zeide en fclrreef men niet al in Duitschland van de armoede des lands in Frankryk, van de geheele verwoesting van den land- en akkerbouw, van het verwilderen der velden en tuinen — door gebrek aan werkende handen! wat maakte men zich niet al diets wegens het eindelyk Hagen van hetzoonwysals verfocilyk fystema van uithongering, door de Engelfchen uitgedacht! — Niet dit, maar wel cenc vermindering van Landbouw, door gemis van zo veele menfchen, by den moorddaadigften van alle oorlogen, geloofde ik; en verwachtte een groot gedeelte lands , byzonderlyk in de Departementen aan de grenzen (die van den oorlog het meest geleden hebben,) te zullen zien braak liggen. —- Dan, ik vond het tegendeel. Nooit was het land beter bebouwd. Het vertoonde allerwegen een onafzienbaar golvend veld van airen; geen akker was ongebruikt; de moezeryën zorgvuldig aangekweekt, de flooten en heggen wel onderhouden, de boerenwooningen in goeden ftaat, veelen daarvan zelfs nieuw opgebouwd of verbeterd. — Kan by den rykdom der natuur en den vlyt van nyverige handen eenig Land gezegend genoemd worden, — het is voorzeker dit Land. Het gezicht wél van bejaarde maar nog wakkere man-  mannen achter den ploeg, van moeders, van vrouwen en kinderen met den landbouw bézig, was in Frankryk nooit nieuw of zonderling, en is zulks nergens ; dan ook thans zag ik deeze allen den akker en tuinbouw waarneemen, terwyl derzelver zoonen, mannen en broeders onder de republikeinfche vaanen voor het vaderland ftreeden. De talryke klasfe der Landbouwersin Frankryk, is tot nog toe alleen de gelukkige, metdedaad vry, bemiddeld, en weltevreden. Zou de verwachting misleidend zyn, dat deeze gelukkige toeftand van de nuttigfte en talrykfte klasfe burgers van den Staat, voor de tegenwoordige Conftitutie een waarborg is, •en door haar het uitzicht op den herftelden bloei van algemeenen welvaartin Frankryk geopend blyft? Deeze ftand weder te brengen onder het voorig juk van leenroerigheid , is onmooglyk ; maar dezelve kan allengs aan maatiger overvloed gewend worden, ten einde het vaderland door draagelyke opbrengften van haare ruime inkomften te onderfchraagen, waaromtrent tot nu toe, ten nadeele der Finantiè'n, zo weinig bepaald en geregeld is. — Hoe veele redenen heeft de Franfche Landman niet tot weltevredenheid ! Alle de vruchten van zyn vlyt, zyn thans de. zyne. Hy is ontheven van de drukkende lasten. De armzalige daglooner is Bruiker, de Bruiker Eigenaar geworden. Sedert het leen-ftelfel opgeheven , de tallooze heeren-dienften, de geestelyke cn waereldlyke tienden afgefchaft zyn, heeft zyne nyveïheid hem zuivere winst aangebragtj het baare geld is zyne  ne kasfen ingeftroomd; hy leeft in onbekrompenheid. — Maar de ftem der bedaarde weltevredenheid en van het ftil genot deezer menfchen word niet gehoord, word verdoofd door het gefchreeuiv van ellende by dat gedeelte der Natie, 't welk de gave heeft en in gelegenheid is, om het gevoel van wezenlykjen ingebeeld Iyden luid te doen hooren; —■ en, met dat al bedraagt het aantal dier weltevredene en in onbekrompen toeftand levende Franfchen, — zestien millioenen zielen* Dan ik keer van deezen uitflap weder tot den weg naar St. Germain - en -Laye. De Landftreek wierd op 't heerlykst verlicht door de ochtendzon van den fchoonften lentedag: de dunne nevel dreef over de vlakte en verdween allengskens, terwyl zy zich over de beplante heuvels en van verre zichtbaare landhuizen verfprcidde. Een groot, heerlyk - verlicht Tafereel! —De algemeene en by wegen waren als bedekt door landlieden, mannen, vrouwen en kinderen die met hunne karren ter markt reeden; te gelyk met geheele fchaaren van jonge boerinnen met haare ezels, die getrouwe medgezellen van den franfchen landman, by zynen veldarbeid en op de marktdagen. Niets is bekoorlyker dan het gezicht van zulk een trein ezels, die met bloemen en vruchten beladen, deftig voorttreden, en van vrolyke landmeisjes verzeld worden. Op den rug heeft het dier een ftelling met een drievouwdige ry van aarden bloempotten; aan beide zyden hangen groote korven, met houten of gevlochten bak-  bakjes vol fyne vruchten, Aardbeziën, Kersfen,Meloenen, Perzikken en tedere Bloemen welke in onze tuinen zorgvuldig gekweekt worden ; alles versch geplukt, zyn daarin ten toon gelpreid. Bloemdraagende planten ziet men in de aarden potten pryken. De fchikking is toevallig, maar de hand eens kunftenaars zou de groepen bloemen en vruchten niet bevalliger kunnen fchakeeren. Het fchynt een wandelende lusthof, een mengfel van duizend kleuren , door bloeiende mirthetakjes en heesters omtuint. Eens telde ik veertigerlei onderfcheiden bloemen plant - foorten, (door één kleinen ezel gedraagen,) die de lucht rondsom met de welriekendfte geuren vervulde. Een lief meisje, los en zindelyk gekleed, leidde deezen ezel aan den toom. Zy had een ruiker van de fraaifte bloemen uit haaren voorraad in de hand, om den voorbyganger ter proef en koop aantebieden. Achter het Dorp Mar!y , waar ik de beroemde Water - machine wél onderhouden en in volle werking zag (*), heeft men een meer uitgebreid gezicht over de bekoorlyke Landsdouwe, zo dra men den weg ter zyde des heuvels is ingcflagen. In veelvuldige kronkelingen loopt de Seine door het dal, en ftroomt den voet langs van den heuvel, op welke St. Germain ligt. Deeze beklommen hebbende, word men op een lang, hoog Terras, nevens de ftad gelegen , vergast op een der fraaifte uitzichten. Over de (*) Dus niet vervallen en geruïneerd, — zo als dé Duitfche Nieuwstydingeu. ons wilden diets maaken.  de Seine heen ziet men den afgelegden weg terug naar Marly en Parys, op onöverzienbaare zaailanden , grasrykc velden cn verheven boschaadjen. Een volheid van rykdom der natuur en van de nyverheid der menfchen ! St. Germain-en - Laye, een op zichzclve fchaars bevolkte ftad,geniet alle de voordeden eener hooge ligging, de zuiverfte lucht en dc grootfte verfcheidenheid in de omliggende landftrecken. Deeze voordeden begunftigden den aanleg van twee Privaat Cfvoedings-Inftituuten voor meisjens en jongens , hier opgericht. Mevrouw campan is de Stichteres en Opzichtfter van het Inftituut voor meisjes. Haar ondervinding van het volftrckt gebrek eener welingerichte opvoeding van meisjes, welke zy by haar voorig verblyf te Parys cn aan 't Hof zo veelvuldige gelegenheid had optedoen, cn haar veranderde, voormaals fchitterende toeftand, deeden haar een paar jaaren geleden, beluiken dit uitmuntend ingericht Inftituut opterichten; en nimmer was 'er een vrouw door oefening in weetenfehappen, door geest en caracïer, en doorwaerelden menfchen - kennis beter berekend voor het werk der opvoeding dan zy. Dertig meisjes, tusfehen de zes en de vyftieu jaaren , worden in dit gefticht opgekweekt. — Het Inftituut is in Frankryk algemeen bekend cn gewaardeerd ; uit de afgelegendfte oorden der Republiek, vond ik hier kinderen. Het kostgeld is, naar evenredigheid van het veelvuldig onderwys en de overige  ge voordeelen, gering; de vocdfels eenvouwdig en, gelyk de geheele phyfieke opvoeding, voor de gezondheid berekend. Mevrouw campan zelve is de eerfte leermeesteres van haar Inftituut, cn heeft vier gezellinnen en eenige leermeesters by zich. Haai- man hield zyn verblyf verfcheiden jaaren lang in Italië, en kweekte 'er zyn kunsttalent genoeg aan ,om de kweekelingen een grondig onderwys in het tekenen en miniatuurfchilderen, medetedeelen. De hoofdverordening van een vrouw, om Echtgenoote, Moeder en Huisvrouw te weezen, is liet hoofddoel der opvoeding hier gegeeven, terwyl de oefening des verftands in nuttige kundigheden en de volmaaking in vrouwelyke begaafdheden voortreflyk word in acht genomen. In de beoefenende zedenkunde , worden de kinderen zo wel door het voorbeeld als door den voordragt der uitmuntende opzichtfter onderweezen. Het Godsdienftig onderwys is vry en verftandig: de ouders bepaalcn in welk een Godsdienst hunne kinderen moeten onderweezen worden. Hiermede gaat gepaard het onderwys in de kunften en weetenfehappen , de aardryks- en volkenkennis, het fchryven en rekenen, de Mathefis, de tekenkunde, het.fchilderen, de Muziek cn Danskunst, in den Franfchen ftyl, de Engelfche en Italiaanfche taaien , en voorts in alle vrouwelyke handwerken. — „Overtuigd" zegt Mevrouw campan, in het plan van dit Inftituut, door den druk gemeen gemaakt, „ Overtuigd dat de bevallige begaafd-  gaafdhedcn liet leven vera'angenaamen zonder inbreuk te doen op de eenvouwdigheid van zeden, de zucht voor orde en het befef der verheven verordening van het vrouwelyk gedacht tot Huis -Moeders, bevlytig ik my voor de vrouwelyke opvoeding van alle deeze voordeelen nut te trekken, en dezelven by myiie kweekelingen zo veel mooglyk tc veréénigen". ■ Dc jonge meisjes worden tot zindelykheid en orde verplicht, en in de huishoudeiyke bezigheden geoefend. Zy houden haar klein huislyk rekenboek zelve , hebben haare klederen onder eigen opzicht, en bezorgen de zuivering en fchikking der woon- en leer-vertrekken in het ruime gedicht, waaraan de eigenaares het laatst overfchot van haar voorig groot vermogen heeft te koste gelegd. In de fraaie tuin van het huis heeft elk der kweekelingen haar fluks lands, om zelf te bezaaien, te beplanten en te oogden, onder opzicht van een hovenier. Ik bezocht in het Inftituut een beminlyk jong meisje myner familie, dat door haare ouders te Bourdeaux aan de opvoeding van Mevrouw campan is toevertrouwd, en wierd van laatstgemelde zeer heusch ontvangen. In eenen kring van blygeestige interesfante meisjes, bragt ik, onder een allergeestigfte converfatie met debraave Opzichtder, een gantfehen dag, op 't alleraangenaamst door; — ik zal denzclven nimmer uit het geheugenverliezen. De bedaarde,ongeveinsde,wysgeerige gelaatenheid met welke Mevrouw campan van het verlies van haar aanzicnlyk vermogen en van haaren tegenwoordigen II. stuk. P Se"  gelukkigen toeftand fpreekt, en de hartelykheid en yvcr met welke zy zich aan haare bezigheid toewyd, verdient de hoogfle bewondering en eerbied. Uit het zeer merkwaardig verhaal, 't welk deeze achtingswaardige vrouw my van haare lotgevallen deed, zal ik een paar trekken, zo haare eigene gefcbiedenis als die van haare rampfpoedige zuster betreffende, mededeelen. Mevrouw campan leefde voorheen aan 't Hof, in hoedanigheid van Dame van gezelfchap en voorleczeres van de Kroon-Prinfes. Zy genoot met haar man, die het ambt van Hofmeester bekleedde, eene aanzienlyke jaarwedde, behalven de ruime inkomften van haar eigen kapitaal. De Koningin vertrouwde haar de directie van haare byzondere kas. Kunftenaars en Arbeiders die van de Vorftin geld te vorderen hadden, moesten zich by haar vervoegen en bekwamen onverwyld voldoening. — — Op den Moedigen dag van den ioden Augustus, toen de koninglyke familie naar de Nationaale Vergadering de vlucht nam, moest Mevrouw camp an met de overige Staatdames, in een gefloten kamer in de bovenfte verdieping van het beftormd Kasteel wyken. Gefolterd door het rumoer der aanvallers en verdeedigérs, door het gedonder des gefchuts, 't verbryzelen der kogels die het gebouw indrongen , door den doodkreet der flot - bewooners die onbermhartig neêrgefabeld wierden, kon zy met haare medgezellinnen in angst en rampfpoed, niets anders dan den dood verwachten. — Nu fprongen de deuren van haare wyk  wykplaats ook open. De woeste hoop, met knuppels en mesfen gewapend, drong in: een dolzinnige uit denzelven loopt met een gewetten dolk op Mevrouw campan aan, tegen wie een fchoon jongmeisje, door haar opgevoed , magtloos leunde. Dit meisje ontwaakte, als 't ware, by den aanloop van den gewapenden woestaart ,■ uit den ftaat van verdooving waarin zy zich bevond, wierp zich tusfehen haar Voedftcrmoedcr en den dolk die derzelver leven dreigde, omarmde den met bloed bemorften moordenaar , kustte vol wanhoop zyn mond , bad om genade: „ Zy heeft niemand beledigd: zy is zo goed: zy is myn moeder!" —De woestaart door de fchoonheid van het meisje en haar aandoenlyk fmeeken voor een oogenblik getroffen, aarfeit den doodfteek toetebrengen; wil zich echter van haar losrukken ; dan de doodsangst geeft haar krachten hem nog fterker vasttehouden. — Dit waren haar laatfte krachten, magteloos zinkt zy neder; — maar juist dit oogenblik was dat der redding van haar beiden en van de overige vrouwen. Een officier, op het gefchrceuw der vrouwen toegefchoten, wierp zich in de kamer, met den uitroep: Ne tuczpas les femmesl (*). En deeze uitroep deed de dreigende dolken ter aarde vallen. — De zelfde knaap, die een oogenblik te vooren den zynen in het hart van Mevr. campan wilde wringen, bood thans haar en de jonge fchoonheid, die zich voor haar leven in de bresfe gefteld had, zynen arm, om beiden over de lyken der ver- moor- (*) Dood de Vrouwen niet! P 2  moorden, door ftroomen bloeds heen , veilig tóe het Kasteel te brengen. Op de Caroufélplaats gekomen , vroeg hy haar met fansculottifche naïve koelbloedigheid: „ waarheen zal ik u brengen? naar de gevangenis of naar uwe familie". „ Liefst naar myne familie", gaf Mevr. campan bedaard ten antwoord. — Uit de puinhoopen van een ingeftort huis, op de Caroufélplaats, zag men rook en vlammen opftygen. „ Laat my hier Hechts een oogenblik verwylen", voerde zy haaren geleider te gemoct, „ die „ brandende puinhoopen zyn van myn woonhuis". — Dit huis ftond op den hoek van de Caroufélplaats, en wierd door de menigte omvergehaald, ten einde liet Kafteel van deeze zyde gemaklyker te kunnen befchieten.—Mevr. campan wierd by haarbloedverwandten t'huis gebragt: veelen haarer lotgenoten daarentegen naar de gevangenis geleid, waar zy nevens andere gevangenen op den beruchten aden September om 't leven gebragt wierdea De zuster van Mevr. campan was gehuuwdmet een Commhfairc de vivres by het leger , en leefde als Staatsdame, in byzondere gunst by de Koningin, aan het Hof. Zy verzelde op den ioden Augustus de Koninglyke Familie naar de Nationaale Vergadering. Toen de Koning de Zaal verlaatcn moest en naar den Tempel gebragt wierd, vorderde de Koningin, by het fcheiden van Mevr. d'o ye (*) derzelver goudCO Dus was de naam deezer rampfpoedige vrouw als ik my dezelve nog juist herinner.  goudbeurs , naardien zy tot het doen van uitgaven zelf geen geld by zich had. By den aankomst in den Tempel wierden de zakken der Koningin doorzocht, doch zy bad de bedienden der Municipaliteit, de beurs met het geld, waarvan zy niets gebruikt had, aan derzelver Eigenaares Mevr, d'oye weder ter hand te ftellen. —- Genoegzaame aanleiding om ook deeze in het lot der Koningin intewikkelen. — Men liet haar echter een geruimen tyd liaar landgoed in den omtrek van Parys, ongemoeid hewoonen. Toen echter het fchriklyk Revolutionair Gerechtshof,onder het Dictatorfchap van Robespierre, alle perfoonen die met het Hof in betrekking geftaan hadden, deed opzoeken , in hechtenis neemen en ombrengen, verklaarde Mevr. r>'o y e aan haar zuster meermaalen, dat zy de volbrenging van een tegen haar gericht Arrest, niet zou afwachten, maar vastelyk befloten had, eer zy haare beulen in handen viel en het moordfehavot beklimmen moest, zich het leven te bcneemen. — Met zedekundige cn wysgeerige redenen, trachtte Mevr. campan haar zuster van dit treurig voorneemen aftebrengen , en voegde 'er in haar laatst bezoek, uit een voorgevoel van het noodlot der ongelukkige Dame , nog dit by: „ Verwacht de toekomst met gclaatenheid, fta af van uw voorneemen, en denk dat een gelukkige ommekeer van uw lot, u, nog in het uiterst oogenblik van het grootfte gevaar kan redden". — Dit zeide haar Befcherm - engel : had de rampfpoedige vrouw dit voorftel gevolgd! — Kort daaraan, in de eerfte dagen van Thermidor 1794, verfchecnen de P 3 Sa-  Satellieten van het Committé dc falut public voor het Landhuis, om Mevr. d'oye naar de gevangenis te brengen. Zy bleef in haar befluit volharden; kwam haaren moordenaaren voor, bereikte de bovenfte verdieping van het huis, wierp zich van het Balkon naar beneden, — en wierd dood opgenomen. — Toen haar lyk naar 't graf gebragt wierd, moest, — ö wondere befchikking! — dc lykkoets een ftraat ter zyde inflaan, om voor de beulskar , waarop Robespierre naar 't fchavot gebragt wierd, te wyken O! Van het Inftituut ter opvoeding van Jongens van den Schotlander mac-e-ermott, 't welk destyds nictiwlings geopend was , beloofde men zich veel goeds. Historie, Geögraphie, Griekfche, La'tynfche cn verfcheiden levende Taaien, Mathefis, Schryf- cn Rekenkunst, Muziek, Danfen cn Schermen, zyn de onderwerpen van onderwys. De fraaije en gezonde ligging der Stad, de landelyke eenzaamheid , Cfolitude champétrc,') de bckoorlyke landftreek en aangenaame wandeldreeveii', begunftigen den aanleg van zodanige opvoedings In* flituuten, allezins; terwyl het genot der buiten - rust en O 6 Mogt dit befcf, dat eene geheel niet te verwachten redding nog Jleeds mooglyk blyft, eene klemmende reden zyn, om alle rampfpoedigen van bet ysfelyk 'aefluit tot zelfmoord te vvederhouden! Van den Ver ta a/er.  en de verwydering van het druk gewoel der grootere fteden , den Leermeesteren, wegens der nabyheid van Parys, het voorrecht niet ontneemt,hunne kweekelingen in de groote waereld inteleiden, cn den zetel van het Gouvernement en deszelfs gefteldheid van naby te leeren kennen. VERSAILLES. Stat — umbra. De wisfelvalligheid van het ondermaanfihe en de nietigheid van den praal der waereld, is nergens zo zichtbaar, noch verwekt met overmeesterend geweld , zulk een diep treffende ontroerenis, dan by het zien van het verwoest cn ontvolkt Verfailles. — Wat in den gewoonen loop der dingen, door geen reeks van tientallen jaaren [decenniën] kan te weeg gebragt worden, wat de eeuwen verfchoonden , is hier in weinig jaaren gefchied, en door verwoesters vernield. Verfailles heeft dertig' duizend Inwooners verlooren; is arm geworden en ontledigd; het Kasteel is onbewoond; het fchoonfte gedeelte van het Park, in welks verfraajing de kunst der natuur zo gelukkig de hand leende, ligt verwaarloost; de lust- en tuinhuizen van Trianon zyn ontmeubeld, vervallen of geheel verwoest; veele uitmuntende antieke en moderne Statuë'n, Borstbeelden , Basreliëfs en Vaazen zyn verminkt en verbroken, zo niet geheel verbryP 4 zeld.  zeld. — Eene doodfche eenzaamheid,gelyk die in de graven der geenen welke hier welëer op den troon gezeten waren , omgeeft den wandelaar , in deeze voorheen zo druk bezochte ftreeken. Met dat al, begint de tyd den verzachtenden fluijer der vergetelheid over het tydsgewricht deezer vreeslyke verwoesting uittebreiden ; het Gouvernement is zelfs zorgvuldig bézig, de fchade door de Vandaalen gefticht te herftellen, het verlorene weder in orde te brengen, en het yzingwekkend voorkomen van het geheel, hier en daar door nieuwen aanleg te maat> gen, Ik ga over ter befchryving der puinhoopen van Verfailles, — in den omtrek van het Park van Trianon. Klein - Triatlon, dit door den fynlten fmaak en den gelukkigften geest van uitvinding aangelegd en ingericht gebouw, met zyn tuin een gefchenk der fchoone Natuur, door het vermogen der kunst veredeld, waar men alles wat de fcheppende genie volmaakt kan daarftellen, byè'envond, — is geweest. Een Biljet met de woorden Proprièté aVcnclre(*y, by den ingang aangeflagen, ftrekte ter aankondiging van den kort aanftaanden tyd niet van den verkoop, maar van het wegfmyten van dit nationale goed. Want indedaad het wierd voor een Ipotprys vervreemd. — De deuren van het weelderig woonhuis der (*) Eigendom om te verknopen,  der Koningin waren gekrompen en gefpleeten, men zag het gras aan de trappen uitfpruiten, klimop langs de mum-en opfchieten; de zaaien en vertrekken waren tot op het uitmuntend gewerkt gebronsd beflag der deuren en vengfters ontledigd; uit gefpleeten lysten waren de fpiegels weggebroken; de gefchilderde beklecdfels der deuren waren afgefcheurd; men wierd een kclderdamp gewaar in vertrekken, die doorgaands gefloten gehouden wierden ; en het falpeter floeg aan de naakte en vochtige muuren uit. — In de drie woonkabinetten der Vorftin, eertyds met den keurigfte fmaak verfierd en aangelegd, tegen over den half verfcholen Tempel der Liefde, in het fchilderachtig Tuinbosch, waren nog maar alleen overgebleven de allerfraaist gewerkte Boisferingen, nevens de vengfters van fpiegelglas, welks kristallen zuiverheid zo zeer misleidt, dat men de gefloten vengfters van die welke open ftaan, niet kan onderfcheiden. — Het huisraad dat nog voorhanden was, beftond in fragmenten van verfcheiden fooiten van tuin-fpeeltuig, gebroken wagens en grillige beeldtenisfen van dieren uit Carroufél en Renbaancn. Dit zag men in de eetzaal verward door en op eikanderen liggen. In een naast gelegen kamer ftond eene van waschgebootfeerde groep levensgroote beelden, vertoonende de Gezanten door tippo-saïb, in 1787 aan den Koning afgevaardigd, die by hunne wederkomst in hun Vaderland , ter vergelding der door hen gedaane dienften, op last van den oosterfchen dwingeland verworgd wierden. De Koningin liet deeze beelden in P 5 Oos-  Oostersch Costuum gekleed, naar het levenVervaardigen, en de opzichter van het Kafteel kocht dezelve in de veiling,om den vreemdelingen ten minften Carricatuur-gedaanten te kunnen vertoonen,en daarvoor een drinkpenning aftevorderen. Dit is het overblyffel van deezen voormaaligen Tempel der meest verfynde genieting en vluchtige vermaaken. Een kleine Schouwburg, met zó veel pracht als fmaak verfierd, in het Park van Trianon gelegen, prykt nog, in het ryk verguldfel en fraai fnywerk met de overblyffels van deszelfs voorigen luister: wat echter ook flechts van ver de roofzucht kon opwekken, is daar uit weggercofd. Zelfs het blaauwe fluweel, waarmede de banken en leuningen der Loges en van het Orchest, in kleine ftukjes bekleed waren, is afgefcheurd, hoewel de waarde deezer brokjes ftofaadje geenszins het dagloon van den geen die het zelve heeft weggefneeden en afgefcheurd , kon goedmaaken. Op twee uitmuntende groepen van de drie Gratiën, die vóór aan het Toneel, heerlyke Canclelabrcn in de hand hielden, las men het opfchrift: en requifilior. pour la Mufée, cn deeze ten minften zyn daardoor gered geworden. — Van hier leid het voetpad door een llingerboschje, naar een kleinen heuvel. Het plantzoen is verwaarloosd, en aan eenen wilden groei overgclaaten; de paden zyn niet gezuiverd. Het enfem* bh vertoont eene verwilderde natuur, maar het gezicht van enkele partyën doet zich nog grootsch en fchilderachtig op, en met weinig moeite zou dit alles  indien ftaat waarin het voorheen was, kunnen herfteld worden. — Op den heuvel ziet men tusfehen bloeiende ftruiken van Roozen , Jasmyn en Myrthe, een' Tempel van Flora bevallig ppryzen. Achter een ruimen vyver of klein meirtje, (thans een begroeid moeras,) aan den voet des heuvels, aan dc tegengefteldezyde, ligt een graazige weide, onrcgelmaatig met boschaadje omgeeven, doch refflitftreéfcs open, 't welk uit het bevallig Tuinkabinet op den heuvel een vrolyk uitzicht op het ruime veld verfchaft. Groepen van hooge Populieren en Platanus-boomen, bedekken rechtsaf het gezicht van het Kafteel van klein Trianon gedeeltelyk: zydewaarts ziet men door een benevelend kreupelboschje, fchemerachtig, een kunst - rots van kalkfteen, van welke voorheen een waterval ruisfehend in het meirtje ncderftortte. — In het bevallig lust-kabinet op den heuvel was de Koningin gewoon te ontbyten, tenvyl zich een land-muziek tusfehen de blocmftruiken liet hooren. — De wanden van het kabinet zyn in fresco overheerlyk gefchilderd: nooit zag ik zulks beter verricht, noch de vrolyke vcrfierfcls gelukkiger gekozen. , Het verbeeld takken cn festoenen van Bloemen , aanëengcfchakelde Vruchten, Tropheën der Kunften des Vredes, losfc Arabesken, dichterlykc grillen — in de bekoorlykfte tegenftelling, de bevalligfte famenftelling en gclukkigfte Zinnebeelden verëenigd, en, tot de geringfte kleinigheden toe, meesterlyk voltooid. Zy vormen het caracter van eenvouwdige natuur- en landelyke Vreugd, ,aan welke dit Salon gewyd is. De kleuren waren zó  zó versch als of dezelve eerst onlangs opgelegd waren , terwyl de opzichter zorgvuldig al dat geen in acht nam, wat dienen kon om deeze uitmuntende muur-fchilderyën voor den invloed der vochtigheid te beveiligen. Zodra men uit dit Tuinkabinet, waar men zich met het denkbeeld van de behoudene fraaiheden des voorigen aanlegs in deeze ftreeken , verlustigde, naar buiten treed, ontmoet men reeds weder fpooren vanVandaalfche verwoestingen. Aan den ronden trap van den kleinen Tempel liggen agt Sphynxen. De verwoesters zagen dezelven aan voor beeldtenisfen van verleidende Syreenen, en in dezelven het Zinnebeeld van den vrouwelyken hof-ftoet, en hieuwen ze, ter deezer oorzaake, neus en ooren af. Door boschaadje en veelvuldig bloemgewas, flingert van deezen heuvel het voetpad naar een zachte afhelling. Op de vlakte word men verrascht door het gezicht van een onregelmaatig meirtje met ruïnen aan den oever, terwyl het gezicht beperkt is door een klein dorpje, gedeeltelyk door boschaadje bedekt. Dit gehucht vervat agt huizen, naar den inval eener landelyke gril gebouwd : een molen, een Tchuur, een melkhuis , een fchool en andere boerenwooningen. Elk derzei ven was voormaals met veel kosten gemeubileerd, en dit gehucht de plaats van uitfpanning voor het koninglyk huisgezin. Men hield zich hier bézig met maskcraaden en kinderfpeelcn. De Koning verkleedde zich als een molenaar  tiaar, de Koningin als een boerin, Monfieur* de tegenwoordige Pretendent, als een fehoolmeester; cn in dit gewaad bewoonde de koninglyke familie dit; gehucht verfcheiden dagen achtereen. — Thans is ook hier alles verwilderd, veele vengfters zyn ftukkend geflagen, de trappen gedeeltelyk ingevallen, en met wilde wyngaardranken en klimop begroeid. Het geleek niet meer naar een verblyf van het vrolyk vermaak des landlevens, maar naar den duisteren fchuilhoek van een bende dieven. Toen ik, by het vallen van den avond, zeker te onvoorzichtig, dit onveilig gedeelte van het Park, ten twedemaale zonder leidsman doorkruiste, zag ik verdachte perfoonen, fluipswyze boomen omhakken, gints anderen, onverzeld, de verlaaten huizen binnen fluipen. Ik ondekte hen tydig genoeg om my ongemerkt te kunnen verwyderen, terwyl myn achtergebleeven Leidsman my vervolgens, om my voor myne ftoutheid zo hy zeide , te tuchtigen, bezig hield met yzingwekkende vernaaien van de roovers en moordenaarsbenden in deeze landftreek. De ligging van den Tempel van Amor verfchaft thans nog een bekoorlyk verfchiet. Dezelve is van het Kafteel van klein Trianon gefcheiden door eene weide met verftrooide Boomgroepen beplant, en met kreupelbosch omgroeid, en fteekt flechts ten halve boven het geboomte uit. In deezen tempel, volgens eene dartele Architectuur gebouwd , draagen twaalf gegroefde Corinthifche Pylaaren een ryfc verfierden koepel, onder welken weleer het bevallig  lig beeld van Amor, door bouchardon vervaardigd , prykte, 't geen federt in het Mulcum van Verfailles is verplaatst geworden. Verfcheiden kleine gebouwen op dit landgoed zyn geheel ingeftort, of dreigen, als beroofd van daken, vengfters of een gedeelte der muuren, eerlang te zullen invallen. — De vreeswekkende beeldtenis derverwoesting en des doods heeft in deeze landftreeken de plaats der beeldtenis eener levendige fchepping en fraaie orde vervangen. — Even als in een woesteny, waar geen menfchen gevonden worden, ftaat gints het marnieren paleis Groot-Trianon. Ontledigd tot op eenige weinig beduidende fchilderyën, vervalt ook dit. De Colonnaden van Marmer fchyïien nog alleen den algemeenen ondergang te willen trotfeeren. De tuin - perken die het Kafteel van Verfailles onmiddelyk omgeeven, zyn wel onderhouden, en worden , tot in de kleinigheden toe, by aanhoudendheid naauwkeurig bezorgd. Wel niet alle, maar echter veele waterwerken zyn in ftand gebleeven. Statuën , Groepen en Vaazen zyn op hunne plaats, en de fchade aan verfcheiden deezer kunstwerken toegebragt, word herftcld. Het afgrysfelyk gezicht van half verbryzelde ftandbeelden is uit den weg geruimd. Behalven eenige borstbeelden van Romeinfche Keizers met afgehouwen neuzen, en verfcheiden Vaazen, wier basreliëfs befchadigd waren, zag ik geen offers der barbaarschheid. De koninglyke ftandbeelden, die men had overig gelaaten, hadden een geheel ander voorkomen  S39 nien verkreegen. Dat vanLodewyk den XlVdsn in de groote Oranje-Zaal, byvoorbeeld , heeft in plaats van de weggehakte Paruik, een Vryhcidsmuts op het hoofd; en, in plaats van den ftaf van commando, een piek in de hand; en, ten einde men zich in deezen nieuwgevormden Oorlogsgod niet vergisfen zou , ftaan aan het voetftuk des ftandbeelds deeze woorden: Mars Franpois, protecleur de la li* berté du monde (*). Soortgelyke fpeeling heeft men ook gepleegd met het Colosfaale Basreliëf van coustou, Lodewyk den XRMen te paard gezeten verbeeldende, en in de groote gallery van het Kafteel geplaatst. De genius van den roem, die uit de wolken nederwaarts zweeft, houd in plaats van den Lauwerkrans, een Vryheidsmuts boven het kaale hoofd van den Monarch. — De uitmuntende verfameling van twaalfhonderd weelderige Oranje - boomen , waarvan eenigen uit detyden vm Francoisdenlasn,is volkomen goed bewaard en word zorgvuldig opgepast. Hy die het groot Kafteel van Verfailles in de dagen van den verblindenden hofpraal niet gezien heeft, of deeze voorheen geziene toneelen van glinfterende nietigheid,voor een oogenblik uit zyn geheugen verbannen kan, — zal thans het binnenfte van het onbewoond gebouw , nevens de gallery en de voorige vertrekken der koninglyke familie, nog in meer uitfteekende fchoonheid dan voorheen, en in derzelver (*) Dc Franfche Mars, Befchermer van de Vryheid «Ier waereld.  ver wezenlyken luister leeren kennen. Het Mufeum Kunstwerken van het Departement van Verfailles is in deeze Zaaien geplaatst. De inrichting van dit Mufeum is meesterlyk, en overtreft dat van het Paryfche Mufeum in de Gallery der Louvre. De ten toon gefpreide dingen zyn met meer fmaak gekozen , niet zo zeer opè'engeftapeld, doelmaatiger gerangfehikt en beter verlicht. Het uitmuntend locaal begunftigt het overzicht van het geheel en der enkele voorwerpen veel beter. Men ziet alleen meesterftukken van Schilder- en Beeldhouwkunst, afgezonderd van alle beuzelaryen. Heerlyke fchilderftuk.ken uit de Italiaanfche, Nederlandfche en Franfche Schooien, moderne en antieke Stand- en Borstbeelden, Basreliëfs , Bronzen, Porcelain, ryke en met iinaak bewerkte huisgeraaden. Alle Kunstwerken van uitfteekende waaide , die voormaals te Verfailles en in de omliggende Kaftcelen verftrooid waren, zyn thans in dit Mufeum byè'en geplaatst. — Veele uitmuntende kunstgewrochten, waarmeedc de verkwistende dubarry haar Kafteel Lucienne trotfelyk opfierde, zyn thans in de voorige appartementen der Koningin geplaatst. Men onderkent dezelven van de overigen, aan den verblindenden rykdom, den wellustigen aart en de fraaiheid en volkomenheid van bewerking. Deeze Zaaien van het Kasteel van Verfailles zag ik het eerst in vollen hofpraal, den i^n January 1784, op het feest du Cordon-bleu der Ridder-Orde van den H. Geest. Ik zag 'er, het. grand lever van den Ka-  Koning, de Hof-ftaatfie, de Ridders-Procesfiën, den Ridder-Ilag in de heerlyke Kapél, en de plechtige tafel voor het middag-maal ; een uitfpoorigc Oosterfche pracht, een onftuimige beweeging , een gedrang van duizende hovelingen, lyfvvachtcn, aanfchouwers en bedienden. Dusdanig zag ik deeze Zaaien destyds, — ik zag ze thans weder — doch bevond my in de wyde ruimte — alléén. Met een talryk gezelfchap bezichtigde ik des morgens het Mufeum , mair ging, na eene cenzaame wandeling des avonds door de wandeldreeven van Trianon, nogmaals alleen in het Kasteel, ten einde het onderfcheid van het voorlcdene met het tegenwoordige geheel te gevoelen. — Een zeer vriendelyk Opzichter van het Mufeum ontfloot voor my de deuren der Zaaien. Het knarsfen der openfpringendc floten, wedergalmde door dc ledige vertrekken. Ik trad binnen: myn leidsman bleef in het voorvertrek achter. 'Er heerschte een ftilte als in de graven. Dc klank van mynen tred wierd door de eenzaame wanden herhaald. Ongehinderd kon ik nu alle de heerlyke kunstgewrochten befchouwen, maar ongevoelig zonder wederhouden te kunnen worden, bragt de opgewekte verbeelding my andere voorwerpen en gebeurdtenisfen voor den geest. Voor denzelven vertoonden zich de beeldtenisfen van het voorlcdene, — de ftormen der omwenteling, de reeks dier merkwaardige tooneelen en vreeslyke, bloedige bedryven welke in deeze Zaaien plaats vonden. — 't Was een donkere avond; over het park hingen onweerswolken welke dreigden lostebersten; —■ deeze eenzaamIL stuk. q heid  heid en ftilte vielen my drukkend. — De klok floeg negen, en oogenbiiklyk klonk uit een nabygelegea binnen kamer, een dof harp- en fluitipel, verzeilende den uurflag van een uitmuntend Kunst-Uurwerk, dat ik twaalf jaaren geleden in een der kamers van de Koningin bewonderde. — Het was de zoetvloeiende Andante van een Sonate, die tot een treurige Adagio overging, en in naauwlyks hoorbaare klanken wechfmolt. — Fluiten en harpen hielden op, en de voorige graf- ftilte heerschte op nieuw. De komst van den Opzichter welke de Gallery binnen trad, was my in dit huiveringwekkend oogenblik welkom. Met hem verbet ik de Zaal — en het Kafteel. — Den volgenden morgen keerde ik naar Parys, en van daar dcniöden Mes/idor ,^]uly ,jmax Hamburg te rug. Einde van het tweede en laatfte ftuk,.