TAFEREELEN VAN DE 3 TA AT SOM WENTELING I N F R A N K R IJ K. DERDE DEEL.   T AïEIEELEN VAN BE STAATS O MWE NTELIKG xn DERDE DEEL. Te AMSTERDAM, bij JOIIANNES AI.I< AR T, MDC C l.XXXXVI .   TAFEREELEN VAN DE STAATSOMWENTELING I N F R A N K R IJ K. VERANDERING DES KONINGS. Geweldiger konde de Nationaale Vergadering niet wel gefchokt worden , dan door het getrouw berigt van de onlusten der Hoofdftad. Niet flechts een meêwaarig gevoel over de grieven , welke duizende onfchuldige harten folterden, — niet flechts een enkel mededogen met de flagtoffers eener III. deel. A blaa- Gefieldheid der Nationaale Vergadering.  s VERANDERING blaakende vrijheid-min, —- niet alleen de bewondering van den Parijfchen heldenmoed, — niet alleen eene innige deelneming aan de zegepraal van dappere Burgers, maar ook de overweging van de rampen, die ligtlijk voor den geheelen Staat daaruit konden geboren worden, — de verzekering, dat deze zegeviering wel ligt thands het oogenblik van beflisfmg zoude verhaasten, — de overtuiging , dat de te leurftelling der Staatsvijanden hen gewis tot de wanhocpigfte flappen zoude overreeden , — het bezef van 't gevaar, waarin zich thands hunne eigen peribonen bevonden, daar zij onzeker waren van hunnen invloed op de handelwijze des Konings : het waren alle deze: gemengde aandoeningen, welke het hart der braven te gelijk beftormden, zonder eenig zeker vooruitzicht, om de zaak der Natie met eenen gewenschten uitflag ts handhaven. De moed, de onverfchrokkenheid alleen , qm het verraad ftoutmoedig onder de oogen te zien, was het éénig mogelijk middel van behoudenis. Tnvloed der tijding, Niet minder had de overgaaf der Bastille de  Bes KONINGS. S de zaamgezworenen getroffen. Van derzelver onmoüglijkheid by zich zeiven overreed, en nu echter door zekere berichten van eene waarheid overtuigd, met welker eerfte tijding zij onbezonnen den Ipot hadden gedreven, vormden verwarring en woede wel dra hun laatfte ontwerp , om zich van hen meester te maaken, welken zij te recht als den fteun der geheele Volks-zaak befchouwden. De Nationaale Vergadering door s'Konings troepen te omringen , haare Leden , zoo dra flechts de eerfte gelegenheid daartoe voor handen ware, gevangen te nemen, derzeiver hoofden te doen ftraffen , en, door haare ontbinding , den Koning aan hunne maatregelen alleen te verbinden , — deze was hunne oogenfchijnlijke bedoeling. De Koning, voor als nog alleen het werktuig van hen, die, zo al niet zijnen geheelen val, ten minften zijne wederftreeving van de begeerten der Natie , bezwor ren hadden, was onbekend met de onlusten , die de Hoofdfhtd beroerden. Men mogt hem de duurte der graanen als eene aanleidende oorzaak affchetzen van des A 2 Volks wegens de overgaaf der Basiil!e, te Ver' failles. Gefieldleid des Konings.  4 VERANDERING Volks misnoegen : dit echter zou nimmer zoo ver uitbarften, of de buitenfpoorigheid konde ligtlijk beteugeld worden. Hem, zoo lang doenlijk , met den waaren ftaat van zaken onbekend te laten, en daardoor te verhoeden, dat hij de infpraak volgde van een gevoelig hart, vereischte de jammerlijke ftaatkunde van hen , die hem omringden. Doch het was niet mooglijk , aan de voorvallen van den dag den toegang tot den troon te fluiten. Hoe zorgvuldig ook het verraad zich van zijne gewoone befpieders wist te bedienen , om niemand tot des Konings tegenwoordigheid toetelaten, van wien men eenige ontdekking der vreeslijkfte geheimen te duchten had , men was echter nog niet vermetel genoeg, om een Gezantfcbap der Nationaale Vergadering af te keeren, wanneer deze het van haaren pligt reekende, om den Vorst wegens het dringendst gevaar te onderrichten. Hem alleen voor in te nemen tegen de zoo genoemde ondermijningen van het Koninglijk Gezag, hem moed in te boezemen tegen de ftaatzucht van perfoonen, welken men niet naliet bij hem verdacht te maaken , zijne meêwaa- righeid  des KONINGS. ïigheid door wantrouwen te onderdrukken, zijnen blik van de Staatsbelangen te verwijderen , zijnen ernst door de gewoone, en thands verdubbelde, hof-vermaaken te doen afwis felen, hem eindelijk in zoodanigen toefland van twijfelmoedigheid te plaatzen, dat men zich wegens de vermeestering van zijn hart konde verzekeren , —• dit was het alleen vermogend tegenwicht, om de balans der rechtvaardigheid ten voordeele van een «edgefpan te doen overflaan , dat den ondergang der vrijheid gezworen had. Te vergeefsch drongen, dus, de Afgevaardigden bij den Koning aan op de verwijdering van alle de rampzalige aanleidingen tot s'Volks misnoegen. Vruchteloos bleef de fchets van den gevaarlijkfien toefland, waarin zich de Hoofdftad bevond. Hoe onwederftaanlijk anderszins de welfprekendheid van la faijette ware, thands fchoot zij te kort. Daar het verftand door vooroordeel beneveld is, geldt de voorfpraak der waarheid nier. Eene akelige fchets van de op handen zijnde gevaaren, het tafereel van den hongersnood, waarvan A 3 zich Vergeeffche pnögjnu' der Nationaale Vergadering, om den Koning tot haare maafregeen te sverreeien.  5 VERANDERING zich het verraad als het zekerst middel dagt te bedienen , om Parijs voor zijne övermagt te doen bukken , mogt het hart van eenen Koning treffen , die zich weleer door de Natie zag aangebeden: maar de aandoening verdwijnt, zoo dra de vooringenomenheid haare gewaande rechten doet gelden. Zelfs de eisch , om een Volk ter hulpe te fnellen, dat tusfchen vrees en wanhoop dobbert, blijft onverhoord, omdat de overtuiging wegens het gevaar , of ook de zucht voor het gemeen belang voor eene heviger drift, en wel voor het gevoel van beleedigde eer, moet zwigten. Koel blijft des Konings andwoord: dat „ hij zich zonder tusfchenpoozing had be^ „ zig gehouden, met de noodige middelen ,, te beraamen tot herftelling der rust te „ Parijs \ dat hij ten dien einde be- „ vel had gegeven aan de voornaamfte Offi„ eieren van het Leger , om zich aan het „ hoofd te flellen der gewaapende Burger„ macht, welke zich aldaar had gevestigd, „ en eindelijk, dat hij de troepen, op het „ Veld van Mars vergaderd , van Parijs „ verwijderd had." Eene zoo groote koel» ziq-i  bes KONINGS. f zinnigheid, in den hachlijkften toeftand, waarin ieder oogenblik toevens het gevaar verdubbelde , moest eene Vergadering grieven , welke het zich ten pligt gefteld had, om, het kostte wat het wilde, eenen aanhang te vermeesteren, die met de algenieene rechtvaardigheid, met de Volks-vrijheid , en het algemeen belang , openlijk den fpot dreef. Hoe eenparig dit gevoelen was; men verfchilde over het middel en de wijze, waarop dit oogmerk zou kunnen bereikt worden. Eene nadere, doch veel fterker , voordragt aan den Koning , naar de tegenwoordige omftandigheden gefchikt, waarin men zonder omwegen zoude fpreken , bleek het eenftemmig verlangen te zijn. „ Zegt den Koning," dus liet zich jwirabeau hooren: „ Zegt den Koning, „ dat de vreemde Horden, waardoor wij „ omringd zijn, gister (den 14de» Van „ Hooimaand) van de Prinfen , van de „ Prinfesfen , van de gunstelingen van het „ Hof, Vrouwen zoo wel als Mannen , „ bezoeken , liefkozingen , onderrichtingen „ en gefchenken, ontvangen hebben. Zegt ?, hem, dat deze vreemde Krijgsknechten, A 4 „ over-  $ VERANDERING Herhaalde aandrang bij den Koning. „ overlaaden van goud en wijn, in hunne „ godloze liederen , de onderwerping van » Frankrijk bezongen , en dat hunne on„ befchofte verlangens de vernietiging der „ Nationaale Vergadering hebben aange„ kondigd. Zegt hem, dat, zelfs in zijn „ palleis, de Hovelingen naar dezen woes„ ten zangtoon danfen, en dat juist zoort„ gelijke tooneelen den gevloekten St. „ Bartkolomeus - nacht zijn vooraf gegaan. „ Zeg: hem, dat henrik , wiens nagedach- „ tenis de gantfche waereld zegent, ■ . „ juist die gene zijner Voorvaderen , dien „ hij zich ten voorbedde gekozen heeft, ■>■> in het oproerig Parijs, dat hij in „ eigen perfoon belegerde, toevoer van le„ vensmiddelen zond , en dat nu daarente„ gen zijne bloeddorftige Raadslieden all' „ het meel te rug houden , dat voor het „ getrouwe en uitgehongerd Parijs be„ ftemd is!" Zulk eene ftoute taal, met all' het vuur eener overweldigende welfprekendheid gevoerd , miste haare werking niet. Zij (temde de gemoederen tot die hoogte, welke noo  des KONINGS. £ noodig ware, om op des Konings hare met nadruk te werken. Zij ftemde den toon voor de aanfpraak , waarmede men den troon oordeelde te moeten naderen , om van daar eene beflisfende handhavening der Volks-belangen te vorderen. Derzelver inhoud verfpreid een al te helder licht over de voorvallen van dezen dag , om niet alhier tot getuige te verftrekken van den onbezweken moed , waarmede de Nationaale Vergadering, midden in den tegenftand haarer vijanden, den Koning van de gevaaren onderrichtte, waaraan hij, en met hem de Natie , was bloot gefield. Dus werd zij, door den Markgraaf de sillerij ontworpen , aan het Gezantfchap in last gegeven, dat zich ten tweedenmaale tot den Monarch zoude vervoegen. „ Sire! „ De Nationaale Vergadering, doordron„ gen van de diepfte fmart wegens den „ ongelukkigften toeftand der Hoofdftad , „ heeft reeds de eer gehad, uwe Majefteit „ te fmeeken om de verwijdering der TroeA 5 „ pen,  *o VERANDERING H pen, welken gij in den omtrek van Pa„ rijs verzameld hebt." „ Het is geen tijd meer, Sire , om de waarheid voor u te verbloemen. Een Ko« „ ning , als gij , verdient die te hooren , „ en de Nationaale Vergadering zal u het „ beflisfendst blijk haarer vaderlandsmin „ geven , wanneer zij tot u fpreekt met M die openhartigheid, welke haar betaamt." „ Uwe Majefteit is misleid. De Natio* „ naale Vergadering zal u de trouwlooze „ raadgevingen ontvouwen, welken uwe „ Raadslieden u hebben durven geven. „ Zij hebben uwe Majefteit weten diets te maaken, dat de vereenigde Natie den „ toeleg gefmeed heeft, om u het ko„ ninglijk gezag te ontrooven; dat 'er een „ zeer groote aanhang beftaat, die ten „ oogmerke heeft, eene Conftitutie in te „ voeren, waarbij de Koninglijke Waardig„ heid zal vernietigd worden , en dat het „ éénige middel , om dien rampfpoed te „ verhinderen, beftond in eene verzameling „ uwer Troepen, om daardoor uw geducht „ ver-  bes KONING S. i ï ft vermogen aan den dag te leggen , en „ fchrik te verfpreiden onder uwe vijanden. „ Zij hebben u gezegd, dat Parijs op het „ punt ftond, van tegen u weêrfpannig te „ worden ; en deze onwaardige Raadslie„ den, zeer wel voorziende, dat het aan„ rukken der Troepen het fein van eenen „ algemeenen opftand zoude wezen, heb„ ben u, mooglijk nog dezen dag, durven „ verzekeren , dat die opftand , welken zij „ voorzien hadden, thands aanwezig was, „ Mogelijk zullen zij zelfs daarin hunne „ verdienite roemen , dat zij , u het bijéén „ rukken der Troepen aanraadende, inhun„ ne ftaatkundige vermoedens geenszins „ hebben misgetast. Maar, Sire, het zijn „ juist deze trouwlooze raadgevingen, „ waarvan de Nationaale Vergadering u op ,, dit oogenblik de billijkfte flrafoefening „ afvordert. Die wreedaards willen het „ vaderlijk gezag misvormen, dat over een w waardig Volk aan u is toevertrouwd. „ De Franfchen , Sire , aanbidden hunne „ Koningen ; maar zij oordeelen , die nim„ mer te moeten vreezen." „ Reeds  j2 VERANDERING „ Reeds gister, Sire, indien uwe Maje„ fteit zich verwaardigd had, de bede der „ Nationaale Vergadering te verhooren, „ zou de verwijdering der Troepen moge,, lijk alleen genoegzaam geweest zijn, om „ de rust en orde in de Hoofdftad te her„ ftellen : maar, Sire , de moord-toonee„ len, die gister aldaar hebben plaats gehad, „ het beleg en de verovering der Bastille, „ en de wreedheden , die daarvan het ge„ volg geweest zijn, hebben het Volk tot ,, eene hooggaande woede vervoerd, welke „ naauwlijks zal kunnen gefluit worden." „ Ja, nog dezen morgen, is een aan„ merklijke toevoer van meel, naar Parijs „ beflemd , op den brug de Sève aange„ houden. In de daad, zo deze tijding „ zich tot de Hoofdftad verfpreid , zal zij ,, de onrust, en te gelijk de woede , der „ Burgers verdubbelen. Ach! Sire, herin,, ner u flechts, dat uw brave en dappere „ voorganger, henrik IV., roemrijker ge„ dachtenis, wanneer hij zich, uit hoofde „ van burgerlijke oneenigheden, in de „ noodzaaklijkheid bevond, om de Hoofd- „ Had  dbs KONINGS. 13 „ ftad te belegeren, menschlievend genoeg „ was, om den toevoer van noodwendige „ levens - behoeften voor het onderhoud „ haarer Ingezetenen onverhinderd toe te „ laten. Neen, Sire, wij kunnen niet ge- „ looven , dat dit wreed bevél van u af- „ komftig is." „ Misfchien is 'er nog één middel ove„ rig , om het getergd Volk tot bedaaren „ te brengen. Uwe Majefteit kent de „ perfoonen , die haar dezen trouwloozen „ raad hebben durven geven. Verwijder. ,, Sire, van u die openbaare, die erkende „ vijanden van den Staat! Ook zij zijn „ het, die zich niet fchaamden , den „ deugdzaamen Burger te lasteren, die „ zich aan uwen roem , en aan het geluk „ der Natie, geheellijk heeft opgeofferd. „ Uwe Majefteit zal zelve ligtlijk kunnen „ verklaaren, dat een eerlijk Minister, die „ alle bezuiniging van Staats-uitgaven op „ 't oog had, noodwendig mishaagen moest „ aan laage Hovelingen , die belang heb» „ ben bij de fchennis der openbaare „ rust, en de berooving der fchatkist. Het „ kan  14 VÊRANDERING g kan u niet onbekend zijn , Sire , dat „ ééne der voornaamfte oorzaken van de „ tegenwoordige Volks - beroerten de ver„ wijdering is van dien Burger Minister, „ die het nationaal vertrouwen handhaaf„ de , door de algemeene overtuiging we„ gens zijne onfchendbaare opregtheid." „ En , Sire, indien al deze middelen „ ontoereikende zijn mogten , om de rust „ in uw uitgeftrekt Rijk te herftellen, „ verfchijnt dan in het midden der Na„ tionaale Vergadering ! Het roemrijkst „ oogenblik van uw leven zal gewislijk „ dat zijn , wanneer uwe Majefteit, om„ ringd van eene getrouwe Natie , alle „ blijken van eerbied en liefde ontvangen „ zal, waarvan zij voor uwe geheiligde ,, Perfoon doordrongen is. Ja, Sire, het ,, is aldaar; 't is in het midden dezer edel„ moedige Natie, dat uwe Majefteit het „ best zal kunnen vonnifen over den „ trouwloozen raad , dien men u zonder „ ophouden gegeven heeft. Gij zult als „ dan getuige zijn van de neêrflagtigheid ,, der Nationaale Vergadering, maar te ge- » hjk  des KONINGS. 15 lijk van eene kalmte en bedaardheid y „ welke u misfchien bevreemden, doch „ daarom niet minder van haare onfchuld „ overtuigen zal. Getrouw aan de Natie, „ welke zij vertegenwoordigt, getrouw. „ aan haare grondbeginfelen , getrouw aan „ de liefde, welke zij uwer Majefteit „ hartgrondig toedraagt, is zij aan den an,, deren kant onverzetlijk in de befluiten,. „ welken het gemeen belang haar verpligt „ af te kondigen." „ De Hoofdftad, onderricht van dit „ blijk van vertrouwen in den meest be„ minden aller Koningen , zal zich met „ geestvervoering overgeven aan die op„ rechte liefde, welke zij u ten allen tijde „ bewezen heeft. Ja, niets voorwaar zal „ meer in ftaat zijn, den vrede te her„ ftellen, dan wanneer alle Volken zullen „ vernemen, dat de volkomenfte overeen^ „ ftemming heerscht tusfchen den Monarch „ en de Nationaale Vergadering." „ Verwaardig u, Sire, de verlangens en „ beden te hooren, welken wij u voor- „ dra<  16 VERANDERING „ dragen. Welke noodlottigheid zöu uwe „ Majefteit kunnen beheerfchen , om juist „ dan onbuigzaam te zijn, wanneer ee„ ne getrouwe Natie fpreekt ? Stroomen „ bloeds , dat reeds vergoten is, zullen „ het leven vergiftigen van den besten der M Koningen , en de Natie ftaat gereed , „ om den vloek uit te fpreken tegen hen, „ die vermetel genoeg geweest zijn, u sy eenen zoo bloeddorstigen raad te ge„ ven." Dezen waren de eenparige gevoelens der Volks-vertegenwoordigende Vergadering , en zoo pligtmaatig zij het oordeelde , dezeiven onbewimpeld tot den Koning over te brengen, zoo ftandvastig was ook -haar befluit, om de tegenwoordige zitting niet te eindigen , zonder den Monarch van de waarheid onderricht , en tot de behartiging der algemeene belangen te hebben bewogen. Dus dagt zij, den tegenftand te zullen overwinnen van eenen Raad , die de vroome goedhartigheid van zijnen Meester misbruikte , ter uitvoeringe der heillooste ontwerpen, waarin vooral de verfprei- ding  des KONINGS. i7 ding van allerlei fchrikbaarende geruchten, en de omkoping der Krijgsmacht begrepen was. Geflingerd aan den eenen kant door Ministers, wier raadgevingen , door bloedverwandfchap onderfteund, de majefteit der Kroon fchenen te verzekeren , aan de andere, zijde door den aandrang van hun , die alleen de belangen der Natie fchenen te beoogen ; — twijfelmoedig wegens de keus van eenig middel, het geen de zoo verfchillende vooronderftellingen bezwaarlijk fcheen te kunnen vereenigen, ftond lodewijK XVI. ten doel aan de overreeding van elk oogenblik , waarop de eene partij de andere , door haare nadruklijke voorftellingen, in ijver voor billijkheid en recht fcheen te overtreffen, en de gefchiedenis van eiken dag heeft ons reeds overtuigend doen zien, hoe een ieder Vorst, zonder eigen doorzigt in de Staats - belangen , zonder eenen genoegzaamen moed, om zelf te befluiten , en dit bef] uit tot ftand te brengen, noodwendig het flagtofler word van het bedektst verraad , dat den III. deel. B fchijn Bsfluir- loosheiJ des Konings.  i8 VERANDERING fchijn der zuiverfte waarheid en vader* lands - min aanneemt, om zoo veel te ze- kerer over de befluitloosheid te kunnen heerfchem Man moe» dig gedrag van de liancourt. I I j ] I 1 Grootsch was daarom het bedrijf van den Hertog de liancourt , wanneer hij, midden in dezen ftrijd tusfchen belang en pligt , het waagde, den Koning zijnen neteligen toeftand met den meesten ernst onder het oog te brengen. Hij , die van nabij bekend was met de averrechtfche bejaagingen van s'Vorsten raadslieden ; hij y die , als Mede - Vertegenwoordiger der Natie , de grieven kende , die het hart van ieder eerlijk Vaderlander tegen des Konings Raad vervulden; hij , die , als Staatsman, Je voortrefiijkfte hoedanigheden van kennis :n oordeel , van ervarenis en moed , in 'Ach zelf vereenigde ; hij oordeelde , en sijn bijzonder belang en de welvoeglijkïeid te moeten opofferen aan de zucht, >m zijn Vaderland van dienst te zijn , op iet oogenblik , dat hij zelfs van de moeligfle flappen zijner Medeleden tot s'Koïings overreeding geene gunstige gevolgen konde  des KONINGS. i£ konde vooruit zien. Zelfs dien tijd , welken een bedachtzaame levensregel tot herftelling des vermoeiden lichaams bezigt, maar die door de bruifchende hof-vermaaken zoo vaak verfpild wordt, meende hij niet onnut te moeten verliezen. Midden in den nacht, begeeft hij zich tot den Koning. Geen tegenfland van listige Hovelingen , geene gezogte voorwendfelen van allerleien aard kunnen hem van zijn befluit te rug brengen , om den Monarch in perfoon te ontmoeten. De eisch van noodzaaklijkheid geldt bij hem boven alle vermeende onvoegzaamheid. De ontvouwing der gewichtigfte belangen is eene genoegzaame drangreden , om zelfs de grootfte wederftreevingen te tarten. Eindelijk , wordt zijne bede verhoord. Hij werpt zich vóór 's Konings voeten , niet, als de flaaffche onderdaan, die zich gereed betoont, om voor het trotsch geweld te bukken , maar als de echte Vriend , wiens liefde , op eerbied gegrond , zich van het zuiverst oogmerk , en te gelijk van de gunstigfle aanneming , verzekert. Vrijmoe» dig fchetst hij den Koning den teguiwoor* B 2 digen  *o V E RANDERING digen toeftand van zaken. Hij ontvouwt hem de verkeerde flappen, waartoe de Monarch zich door zijne Raadslieden deed vervoeren. Hij fchildert hem de onheilen, die daaruit noodwendig zouden voordvloeijen. Hij maalt met de levendigfte verwen de fchriklijke hoogte, tot welke des Volks misnoegen gerezen is. Hij dringt aan op een fpoedig herftel , dat alleen te zoeken is in eene verwijdering van Ministers , die het algemeene vertrouwen hadden verloren. Hij bezweert den Vorst de naauwfte vereeniging met de Nationaale Vertegenwoordigers , om langs dien weg het bederf van den Staat te verhoeden. Hij raad hem allerernstigst, om zich in perfoon tot hen te begeven , zoo wel om de grieven der Natie te hooren , als om die te herftellen. Hij fchr.oomt niet het bijzijn van Hovelingen, noch hunnen verwoedden blik. Het bezef van zijnen pligt vormt hem tot den welfprekendflen redenaar, die , de waarheid verdedigende , tot het hart fpreekt. Zijn moed verftomt den laster en het verraad. Hij treft het hart des Konings, en zijne zegepraal is zoo groot,  des KONINGS. %t groot, dat hij van den edelmoedigen Vorst de verzekering ontvangt, om zich naar zijnen raad te zullen gedragen. Hij zelfs krijgt in last, om deze gezindheid des Konings aan de Vergadering te betuigen , en haar zijn befluit te verwittigen, om in perfoon met haar over de belangen der Natie te zullen raadpleegen. Met de hoogste zelfs - voldoening , welke ooit den vriend der deugd befchoren is, kwijt zich de liancourt van. zijnen last. De Vergadering , haare zitting aanhoudend vervolgende, voegt haare innigfte blijdfchap bij die haares verdienstelijken Medelids. Zij ftaakt de zending van Afgevaardigden, welke reeds beraamd was. Ja , zoo groot was aller deelnemende vreugd , dat men bijkans all' het leed vergat, hetgeen haare werkzaamheden zonder ophouden deed voordduuren. De herinnering alleen van één der Leden, dat een eerbiedig ftilzwijgen het best aan de omftandigheden voegde, deed haar tot dien flaatigen eerbied te rug keeren, waarmede zij de komst van eenen geliefden, doch tevens B'3 jam-  a» VERANDERING jammerlijk misleidden, Koning verbeidera moest. De Koning verfchijnt in de NationaaleVergadering. Aanfpraak des Konings. : i 5 i Eindelijk , verfchijnt de Koning , reeds vroeg in den morgen, zonder eenigen praal of gevolg, alleen verzeld door beide zijne Broeders. Een luidruchtig geroep: leeve de Koning ! leeve de Koning! weêrgalmt door de Vergader - zaal. De vreugd, om hem aldaar te zien, waar hij zich als den Vader zijns Volks zoude doen kennen, kenmerkte het algemeene verlangen naar den troost, dien hij thands, in het midden der beangstigendfte grieven , zou verkondigen. Al flaande, en met ontblootten hoofde, het hij de volgende Aanfpraak: „ mijne heeren!" „ Ik heb u bijéén geroepen , om met , u gezamenlijk de gewigtigfte Staats-be,. langen te overwegen. Onder die allen , , is 'er geen dringender, geen , dat mij , gevoeliger treft, dan de jammerlijke on-  des KONINGS. &§ I, onlusten, die de Hoofdftad beroeren-. Vol van vertrouwen , verfchijnt thands het Hoofd der Natie in het midden 4, haarer Vertegenwoordigers, om hun $ deswege zijne levendigfte fmart te be* „ tuigen, en hen tevens ernftig te nodigen , de gefchiktfte middelen tot her„ ftelling van rust en orde té willen be,, zigen." „ Ik weet, dat men de onbillijkfte ver?, moedens gekoesterd , ■— ik weet, dat „ men openlijk heeft durven verfpreiden, „ dat uwe Perfoonen niet veilig waren. „ Zal het wel nodig zijn , u van de on„ gegrondheid dezer ftrafbare geruchten ,, te overtuigen ? Behoef ik meer te doen £ dan u te wijzen op mijn charakter , dat „ u een genoegzaame borg kan zijn voor „ derzei ver valschheid?" „ Welaan! Ik ben het, die tot u fpreek. ,;, Ik, die flechts één geheel uitmaak met „ mijn Volk: ik , die mij geheel op u „ verlaat. Helpt mij dan, in deze oogen- blikken , het heil van den Staat verzeB 4 „ keren!  24 VERANDER! N G Nadraklijfce invloec dier Aanfpraak. » keren! Dit verwacht, dit vorder ik van „ de Nationaale Vergadering. De ijver m der Vertegenwoordigers mijns Volks, „ thands vergaderd , om de algemeene „ welvaart te behartigen , is voor mij de „ zekerfle waarborg; en , daar ik mij „ verlaat op de getrouwheid en liefde „ mijner Onderdaanen, heb ik reeds bevél „ gegeven, dat de Legermacht zich van „ Parijs en Verfailles verwijderen zal. „ Het zijn deze mijne gezindheden, het M is dit mijn befluit, dat ik u niet flechts „ veroorlove alom bekend te maaken, „ maar waarvan ik u zelfs verzoeke, de „ Hoofdftad te verwittigen." Een driewerf herhaald gejuich gaf de innigfte blijdfchap te kennen , welke aller harten beheerschte , wegens zulk eene geruststellende verzekering. Vuurig betuigde de Voorzitter, in naam der Vergadering, zijnen dank voor het vertrouwen , hetgeen de Koning toonde, in de bijéén zijnde Vertegenwoordigers te ftellen. De bewaa-. ring alleen van dat vertrouwen, door middel eener vrije en onafgebroken gemeen- fchap  d e s K O N I N G S. 25 fchap tusfchen de Natie en haar Opperhoofd, .—' dit was het voornaamfte belang, waarom hij den Vader zijns Volks bidden moest. De wederkeerige yerklaaring des Konings, dat hij deze hoofdzaak nimmer uit het oog zou verliezen, deed op nieuw zijnen naam in zegening op aller tongen zweeven. Het gerucht dezer zoo aanmerklijke gebeurdtenis had zich reeds zeer fchierlijk door de gantfche Stad verfpreid. De Meenigte verlangde getuige te zijn van eene verbroedering, welke de gefchiedenis van den dag ronduit fcheen te wederfpreken. Met moeite konde de Koning zich van eene Vergadering verwijderen, welke de oprechtfte wenfchen over zijne regeering uitboezemde. Een ftaatig Geleide maakte zich gereed, om hem tot aan zijn Palleis te verzeilen. Dezelfde Afgevaardigden uit de drie Standen, die reeds te vooren waren beftemd geweest, om hem de grieven der Natie te ontvouwen , fchaarden zich reeds in orde, om hem , door eenen plegtigen optogt, de eerbiedigfte hulde te beB 5 wijzen. Plegtig Geleide des Konings naar zijn Palleis.  sfr VERANDERING Verfchij ning der Koningin, met den Dauphin. wijzen. Duifende Aanfchouwers betwistede» eikanderen de beste gelegenheid , om de roemrijkfte zegepraal eens geliefden Monarchs te helpen voltooijen. De lucht weêrgalmt van het vrolijkst gejuich : leeve de Koning! AH' wat vrijheid ademt, ontboezemt den oprechtften zegen. Nog grooter luister, intusfchen , was voor dit aandoenlijk tooneel bereid. De dag, die zulk een edel Burgerfeest had opgeleverd , vorderde ook eene openlijke erkendtenis van deelneming in 's Konings Bloedverwandten. De Koningin, reeds verwittigd van het gebeurde , wilde geenszins nalatig zijn in haar plichtmaatig eerbewijs. Ook zij wilde de genegenheid des Volks beandwoorden , en, zo het mogelijk ware , nog fterker boeijen. Wat was hier gepaster, dan haare openlijke verfchijning, op het tijdftip , waarop de eerbied voor het Koninglijk Huis op den hoogften toon geflemd was ? Aldaar , waar de Meenigte, haaren geliefden Vorst verzeilende, niet konde nalaten , de oogen op het palleis te vestigen op het balkon , dat den voor-  des KONINGS. ij xroorgevél verfiert , vertoont zij zich, mét alle.de bevalligheid,: welke natuur en kunst vermag , met den Dauphin in haare armen. Dezen — hem , die de hoop der Natie mogt heeten -* "als eehe tedere moeder aan haaren boezem drukkende, bekrachtigt zij de verwandfchap tusfchen de Natie en den Koning, welke, nog weinige oogenblikken te vooren, was vernieuwd geworden. Tederer , voorzeker, konden nimmer de naauwe betrekkingen worden uitgedrukt, welker heilig aandenken thands in aller harten leefde. Getroffen door dit aandoenlijk fchouwfpel, zweert ieder Burger trouw aan zijnen Koning, de Monarch trouw aan de Natie , de Vertegenwoordigers getrouwheid aan 's Volks belangen. Alom verfpreid zich vreugde. 'Er heerscht maar ééne aandoening van dankbaarheid, waarvan de blijde galm, hoe zeer van alle zijden te rug gekaatst, flechts eene flaauwe uitdrukking is. Zoodanig was de viering van eenen dag, die gewislijk onder de roemrijkften der Om- j wenteling behoort, omdat de Koning, aan zich Einde van lit Burgereest.  28 VERANDERING dés KONINGS. zich zeiven overgelaten , geen ander was , dan die hij wenschte te zijn, — de Weldoener van zijn Volk. Zoo zeer was hij zelf overtuigd van de pligtmaatigheid zijner gezindheden, dat hij dezen dag van herftelling ook godsdienstiglijk oordeelde te moeten vieren. Hij, en met hem de Meenigte , begeeft zich tempelwaards , om dankbaarheid te offeren, en zegen te fmeeken. Heilige gezangen zijn de wederklanken van het oprecht gevoelig hart, waarbij de Vorst zijn Volk , en de Natie haaren Koning, aan"de befcherming des Eeuwigen beveelt. MOED  MOED DER. PARIJSCHE BURGERS. Met de overweldiging der Bastilk, was wel een voornaam flruikelblok weggenomen, het geen in de daad als de hoeklleen der dwinglandij was aan te merken. Maar de oorzaken der onlusten waren nog niet allen opgeheven. Zoo lang nog het eedgefpan beftond van trouwloze Raadslieden, wier invloed op het hart des Konings alles vermogt, had men reden , om de geweldigfte aanflagen op de Volks-vrijheid te duchten. Nimmer toch liet het zich vermoeden, dat de toerusting eener van rondom verzamelde Krijgs-macht alleen zou dienen tot eene ijdele vertooning , zonder nu of dan , zoo dra flechts het tijdftip gunstig ware, aan haare vijandlijke beftemming te voldoen. Zelfs dan , wanneer de Legermacht het Veld van Mars verlaten mogt, konde zoodanige beweging zelve ligtlijk tot het fein verflrekken van eenen alge- Toeftand der Stad Parijs.  3° Moed der algemeenen aanval , waarbij de grootfte dapperheid wel ligt voor eene meerdere ervarenis, en bovenal voor de overmacht, zou moeten zwigten. Ook van deze zijde , derhalve, was het gevaar geenszins gering. Zich te hoeden tegen alle verrasfching , was de voornaame grondregel, dien het Stedelijk Beftuur te volgen had. In de Stad Parijs zelve , gaf ook de voordduurende onrust niet weinig reden tot bekommering. De duisternis van den aanflaanden nacht bleef den vijanden behulpzaam tot het uitvoeren van gevreesde maatregelen , bovenal daar men zich verzekerd hield, dat zich eene meenigte van tegenftreevers in het midden der Braven verfcholen hield, die geenszins nalieten,de verwarringen te vermeenigvuldigen. Een aantal van Burger-wachten, de Stad elk oogenblik doorkruifende, fcheen wel de uitwendige rust beftendig te handhaven; doch , in deze meenigte van gewaapende benden , bleef het moeilijk , de echte vaderlanders van bedekte verraaders te onderfcheiden. Vreemde Soldaaten , in het gewaad van Franfche Guar-  PARIJSCHE BURGERS. 3i Guardes vermomd, hielden niet op, da algemeene geestdrift tot roof en plundering aan te vuuren. De verzameling zelve van gewaapende Burgers , veelal nog ongeoefend in de gewoone regels der krijgstucht, was niet zelden bloot gefield aan eene verkeerde opvatting van de bevelen der Opperhoofden. Gefchillen, uit misverftandi geboren, gaven , zelfs onder de welgezinden , dikwerf aanleiding tot vijandlijke bejegeningen ; terwijl eindelijk de zweevende geruchten, door het verraad vergroot, den fchrik, te gelijk met de Volks-wraak, alomme vermeerderden. De dageraad, echter , brak aan, zonder dat eigenlijk gezegde oproerigheden de veiligheid der ftille Ingezetenen gefchonden hadden. Ook de dag alleen konde het gebrekkige voltooijen, dat de beflommerin? gen van den voorigen tijd hadden agterge» laten. De aanftelling van den doorzigtigen baillij tot Maire, en van den dapperen la faijette tot Kolonél Generaal der Burger-krijgsmagt, was bij uitnemendheid gefchikt, om de plaatsgrijpende verwarringen te IJver der Parijfche Burgers.  3* MOED dek te fluiten , en juist deze gevestigde orde tot een ftevig bolwerk der algemeene vrijheid te doen verftrekken. Onvoorbeeidlijk was thands de eenparige werkzaamheid en moed der Parijfenaars. Niets ontflipte het oog van hun, die, aan het hoofd des Stedelijken Bewinds geplaatst, met bereidwilligheid alle de voorftellen ontvingen , welken hun door hunne Medeburgers ten gemeenen nutte gedaan werden. De bezetting van alle de toegangen der Stad met een aantal geoefende krijgslieden was de meest gepaste befchutting tegen alle over. rompeling. Moedige Benden werden afgevaardigd , om den toevoer van levensmiddelen naar het vijandlijk leger te onderfcheppen, en onder een gewaapend geleide binnen de Stad te voeren. Aan de kundigsten werd het bevél toevertrouwd over' de meenigvuldige Ronden, die de Stad doorkruifen, het verraad gadeflaan , oproeren dempen, en de inwendige rust behoorden te verzekeren ; terwijl één algemeen Wacht-woord , in vertrouwen medegedeeld , tot een beflisfend kenteeken van vriend of vijand diende. De algemeene nood  PARIJSCHE BURGERS. SÈ hood vereenigde aller harten tot de belang-» looste vaderlands - min. De voorrang , dien de eene Burger den anderen betwistte , was ééaiglijk de zucht, om nuttig te wezen. Hier fpoedde zich een aantal van gegoedde ' menfchenvrienden naar het Huis der Gemeente, met aanbieding van eetwaaren , ter verkwikkinge van noodlijdenden, of van aanzienlijke geld-fommen , orh de betoonde diensten aan het vaderland edelmoediglijk te Vergelden. Daar bragt de waakende Manfchap de aangehouden perfoonen , of de in beflag genomen wagens aan, waarin het naauw befpiedend oog eenen bedrieglijken toeleg vermoed had* Midden in de woeligfle bezigheden ^ die eene fchijnbaare verwarring deeden duch* ten, was het eenparig beroep op de Wet* welke over de vermeende Ichuldigen alleen het vonnis moest vellen. Van daar * dat het gerichtlijk onderzoek hier ëene aangevoerde laading met ftroo van binnen met' waapenen en andere krijgsbehoeften opgevuld , daar eene Vrouw van aanzien of eenen Edelman van het Hof in een ilordig geWaad vermomd, — elders de gewoone melkIII. deel. G vaten  34 MOED dee vaten der landlieden , naar gewoonte aas en afgevoerd, met zilveren en gouden munt-fpeciën belaaden vond. Het was zulk eene onafgebroken waakzaamheid alleen, welke den euvelmoed der kwaalijkgezinden beperken , de flinkfche poogingen van het verraaderlijk geweld konde vernietigen! Zelfs de meer gerust Hellende tijding, welke thands vrij algemeen verfpreid werd. dat de vijandlijke krijgsmacht, tot nog toe in het Veld van Mars gelegerd, langs onderfcheiden wegen de Stad verlaten had; zelfs het gerucht, van Verfailles zeer fchierlijk overgewaaid, dat de Koning gewillig het oor leende aan de heilzaame voorftellen der Nationale Vergadering; zelfs de meer en meer geloof vindende verzekering, dat de Boden des vredes in aantogt waren , om aan het Parijfche Volk de zamenftemming des Konings met de Vertegenwoordigers der Natie , en dus de zegepraal der Vrijheid, aan te kondigen: niets van dit alles vertraagde een oogenblik de maatregelen , welken de algemeene veiligheid vorderde. Een billijk wantrouwen hielé Verdubbelde moed der Parijfenaars.  PARIJSCHE BURGERS. 35 hield alles verdacht, wat niet door perfoonen van bekende braafheid bevestigd werd. Men reekende op de fnoodheid van Staatkundigen , die , met het woord vrede in den mond, de tirannij onderfchraagden, en der vrijheid den hartader poogden af te fteken. De gangen der zaamgezworenen te befpieden, en de waakzaamheid te verdubbelen , was de algemeene leus , die door allen verftaan , door allen erkend , door allen gevolgd werd. Het menschlijk vernuft, in gisfingen uitgeleerd , leende zich gereediijk tot het beraamen der nuttigde ontwerpen, naar de behoeften van den dag geregeld : en dezen, even fpoedig voorgeileld ter plaatfe, waar zij beraad, flaagd werden, vonden in de ijverigfte Vaderlanders óp het eigen oogenblik hunne uitvoering. Van den onbezwekenften ijver, waarmede eene Stad, als Parijs, op één dag, in eene geduchte vesting herfchapen, de bedektfte aanflagen aan het licht gebragt, het geweld gekluisterd , en de zaak des Volks, voor zoo verr' dit van ééne Stedelijke Gemeente afhing, uitdruklijk verzekerd werd, zal de Gefchiedenis — C 2 eef  gó MOED DER Aanflag op de Ba: dik. eer zij het Bewind en den Burgeren , die zulks onderfteunden ! — naauwlijks eenig ander gelijkzoortig voorbeeld leveren. Zoo zeker is het, dat een Volk flechts nodig heeft te willen , om vrij te we"zen! Hetgeen den algemeenen argwaan vermeerderde , was een aanflag op de Bastille , ondernomen door weinige Solaaten 1 als Guardes gekleed , met eenen Bevelhebber aan het hoofd, die van eene geringe Bezetting, welke aldaar gelaten was, geenen tegenfland vermoedde , bovenal daar eene verj klaaring zijner geheime orde en welmeenende oogmerken dé overgave fcheen te zullen begunftigen. Dan, geen voorgeven was hier genoeg. De Bezetting eischt het fchriftlijk bevél van overgave te zien. De Bevelhebber beroept zich op de noodzaaklijkheid van het geheim. Op het oogenblik fchaart het Hoofd der Bezetting zijne geringe Manfchap in flag-orde. Hij gebied haar , de aanrukkende Bende met geweld af te keeren, en de verraaders zoeken hun behoud in eene verhaastte vlucht. Op het oogen-  PARÏJSCHE BURGERS. 3? ©ogenblik zend men hiervan kondfchap aan het Bewind. De dapperheid en trouw der Bezetting word toegejuicht, en op hetzelfde tijdftip bied zich eene moedige Jonglingfchap aan, om , als Vrijwilligers der Bastille, het geduchtte Kasteel tegen alle overrompeling te bewaaken, tot dat zij volkomen geflecht zoude wezen. Eindelijk, verfpreid zich de zekere maar wegens den aftogt der Koninglijke Krijgsbenden. Allerwege heerscht de zuiverde blijdfchap, daar men dezen aftogt niet minder befchouwt , dan de wezenlijkfte zegepraal der Burger-deugd boven een geweld , waarvan men niets anders, dan de heillooste aanflagen , misfchien wel eene volkomene onderwerping, had moeten duchten. Door deze ontzetting der Stad , verkreeg het Burger-krijgswezen eenen nieuwen fteun. Thands fcheen zulks meer dan genoegzaam, om de inwendige rust te verzekeren , en de poogingen van hun te beteugelen, die, door het zaaijen van tweedragt , verwarring op verwarring hoopten. C 3 Doch Aftogt der KoningiijkeTroepen.  MOED DER Naauwfceurig toezigt op de maatrtgelen der vijanden. Doch het was ook dit ontzet, waaruit eene grooter voorzorg geboren werd , dan men tot nog toe tegen gevreesde uitwendige aanflagen had kunnen nemen. De nog zweevende geruchten wegens allerlei verraaderlijke ondernemingen hielden de algemeene aandacht gaande. En, fchoon zelfs een naauwkeurig onderzoek de ongegrondheid van deze en gene vermoedens mogt bevestigen , het houden echter van een waakend oog op alles, wat in de Stad , en buiten haaren omtrek , gefchiedde, werd eenparig begrepen , de zekerfte waarborg te zijn tegen alle verrasfching, waarvan men , zelfs midden in den fchijnbaaren vrede , het denkbeeld niet geheel konde verwijderen, Men zond overal eene vertrouwde Manfchap henen , om de gangen van het gevreesd verraad zorgvuldig te befpieden, en iedere ontdekking bragt onmiddellijk zoodanigen maatregel voord, dien het gemeen belang in den nadruklijkften zin behoefde. Van dezen aard was, voornaamlijk, de Krijgstogt naar Mommartre , die in de Gefchiedenis der Franfche Staats-omwenteling te aanmerklijk is, om  PARIJSCHE BURGERS. 39 Om niet vermeld te worden , en het lofwaardig getuigenis te bevestigen van den moed, waardoor zich de Parijfche Burgers ©nderfcheidden. Montmartre , een berg buiten eene der Voorlieden van Parijs, welke daarvan weleer haaren naam ontving, in de gefchiedenis der letteren reeds van overlang beroemd door de Naald, welke de Parijfche Akademie der Wetenfchappen aldaar heeft doen plaatzen , om , door middel van den gezicht-einder, het waare punt van het Zuiden en Noorden te bereekenen, gelijk niet minder door zijne fleengroeven en wind-molens, had reeds eenen geruimen tijd niet weinig opziens gebaard , uit hoofde der aanmerklijke toerustingen , welken men ter dier plaatfe gemaakt had. Niet minder dan duifend arbeids - lieden werden dagelijks aldaar gebezigd tot het Hechten van meenigvuldige oneffene hoogten. Eene weldadige flaatkunde beftemde , volgends het gewoone voorgeven , all' dezen arbeid tot onderhoud alleen van behoeftigen , en weering van bédelarij. Het waakzaam oog, C 4 daar* Krij'gstogt naar Mant» mme.  40 MOED DEK daarentegen, der vrijheid-vrienden meende daarin iet meer, en wel den geheimen toeleg te moeten vermoeden , om aldaar bed* dingen en bolwerken aan te. leggen , wies gefchut zeer juist zoude dienen , om de Stad Parijs, naar het oogmerk der ftaatsvijanden, in ontzag te houden, en zich van haar, ten allen tijde, wanneer men het goedvond, meester te maaken. Eenen na-, deren aandrang vond dit vermoeden in hes gedrag dier arbeidslieden, die, ieder avond ftadwaards keerende., zich dan eens met de voorftanders der vrijheid vereenigden, om allen verraad het hoofd te bieden, dan weder met eenen woesten hoop zamenfpanden, om de dolzinnigfte ontwerpen aan te vuuren , dan wederom de zijde der verraaders fchenen te kiezen, door overaj eenen valfchen alarm-kreet aanteheffen, en daardoor, zo mogelijk , de beste maatree gelen tot hewaaring van rust en orde te verhinderen. In dezen toeftand van zaken, bleef Montrnartrt, in het oog van den vader-, lander, een zeer gewigtige fleen des aan- floota%  PARJJSCHE BURGERS. 41 rtoots. Wat was hier eigenaardiger , dan het denkbeeld , om dit gevreesde bolwerk nog bij tijds te veroveren , eer misfchien de verzamelde krijgsmacht der vijanden hetzelve ingenomen, en door haar geducht vermogen tot eene onwinbaare verfchanfing mogt hebben gevormd ? Wat was natuurlijker , dan het denkbeeld, om van deze aanmerklijke hoogte hetzelfde gebruik tb maaken , hetgeen men in den vijand vermoedde ? Ook hier gold buiten alle tegenfpraak die voornaame regel van ftaatkundige wijsheid , welke zoo vaak in duifende gevallen befliste, dat het beter ware te vóórkomen , dan vóórgekomen te worden. Vleijend vooruitzigt zeker , om eene verraderlijke flerkte in een bolwerk der nationale vrijheid te herfcheppen, om een ontwerp, hetgeen tegen de Stad Parijs beraamd was, ter haarer verdeediging te doen dienen, om daardoor de Bastille te verzekeren , en de vijanden reeds van verre nf te keeren: — maar te gelijk eene onderneming, gemaklijker te beraamen, dan uit te voeren ! £ 5 Dan,  42 MOED der Dan , wat vermag de befliste vrijheidmin niet, wanneer het haar ernst is, haare zaak tot het uiterfte te verdedigen! — Bij de moedige Parijfenaars, althands, was naauwlijks het ontwerp gevormd, of men zag ook onmiddellijk de werkftelliging. Het bezef van mogelijk gevaar was alleen genoeg , om zelfs de waarfchijnlijkbeid over het hoofd te zien. Eene kans-bereekening van minderen of meerderen nood mogt het ftaatkundig brein belezen, om in het eerfte geval geenen vergeeffchen arbeid te beproeven ; de vrije Burger kent het verraad tot alles in ftaat, en ftelt den krachtigften tegenweer in eene gereede voorziening, zonder het oogenblik af te wachten, waarop eene jammerlijke nalatigheid hem van een verwaarloosd zelfs behoud mogt kun. nen befchuldigen. Uw naam , heldhaftige Parijfenaars! zal in de gefehiedboeken met eeuwigen lof vermeld worden , daar gij het waart, die, met de waapenen in de vuist, liever eenen overtolligen krijgstogt ondernaamt, dan door onverfchilligheid het verraad wildet koesteren,. —. die liever den vaderlandfchen bodem met uw weldadig zwees  PARIJSCHE BURGERS. 43 jsweet befproeijen, dan u, in ledige onverfchilligheid, enkel uic navolging zonder doel, enkel tot uitwendig fieraad, met het gewaad en de waapenen van den krijgsheld wildet verfieren l De nevensgaande Plaat, hoe vol ook van uitdrukking, kan flechts een flaauw denkbeeld geven van de onvermoeide nijverheid, waarmede het fchijnbaar onmooglijke tot aanzijn kwam. De enkele kreet: „ wij moeten naar Montmartre , om de „ verraaders af te keeren!" is genoeg, om duifende Burgers te verzamelen. Parijfche Ingezetenen, van allerlei Handen, geleerden en konstenaars, winkeliers en handwerkslieden 7 — alles, wat vaderlandsch denkt, vliegt te waapen, om lauwers op het oorlogsveld te plukken. Franfche Guardes, Krijgsknegten, die de vaandels hunner trotfche Bevèlhebbers verlaten hadden, om aan de infpraak van hun hart te voldoen, en de banieren der Vrijheid alleen te volgen, — de werklieden van Mo?itmartre zeiven , door hunne Medeburgers opgeroepen, — all' wat genegeq is, voor het Vaderland te ftrij- den,  ,44 MOED der! den, vereenigt zich op de eerfte kreet. Men hoort het ontwerp — en het wordt toegejuichd. Geene zwaarigheden , hoe kenbaar bij hem , wien de ligging van het hooge gebergte niet geheel onbewust was, worden geopperd. Het Vaderland roept. Dit alleen beflist. De aandacht vestigt zich alleen op de noodzaaklijke behoeften, welken de uitvoering van den krijgstogt vordert. Paarden , wagens, gereedfchappen, kanonnen, — in één woord , alles, wat nodig is, om batterijen aan te leggen, en tevens om ze in orde te brengen, om ze in tijd van nood te doen werken; dit alles eischt de toerusting. Hier gelden- geene woorden, maar daaden. Men bepaalt den tijd, waarop men zou aftrekken , en de algemeene bereidvaardigheid vervult op het oogenblik alle de verlangens van den een^ parigen nood. Het openbaar Bewind voorziet daarin , van zijne zijde, even gereedIijk, oindat het de aanmoediging van dezen nationalen ijver voor zijnen hoofdpligt, de zaak zelve voor den tegenftand aan het verraad noodzaaklijk, voor de vrijheid her flisfend reekent, Het eenig bevél, dat men oo^  PARIJSGHE BURGERS. 4$ oordeelt te moeten geven, is dat van orde, om tegen alle overrompeling gedekt, tegen de belemmeringen van eenen woesten en kwaalijkgezinden hoop beveiligd te wezen. Het tijdftip van vertrek nadert. Alles is gereed , om, op den eerften wenk des Bevelhebbers, den heir-togt te ondernemen. Geducht is de verzameling der ontelbaare Meenigte, bereid om voor het Vaderland- alles te waagen. Van alles voorzien $ verlaat men de Stad in krijgsorde. Een vrolijk geklank van allerlei fpeeltuigen fternt het hart op dien vrijen toon, die voor de edelmoedigfte opofferingen aan de Vrijheid voegt. Ongemerkt komt men op de beftemde plaats. Reeds het aanfchouwen der gebaande wegen, midden in de zandwoestijn, en tusfchen de onderaardfche fteengroeven, laat zelfs bij hen, die zich nog niet genoeg verzekerd hielden wegens den gewaanden vijandlijken toeleg, geénen twijfel meer overig omtrend den geheimen aanflag. De geestdrift vind in dit gezicht eene nieuwe aanblaazing. Zij reekent ieder oogen-  4^ MOED bh oogenhlik verloren, dat niet beileed wierd, om het verraad zijnen prooij te ontweldigen. Men wijst elkander de gemaakte ontwerpen , als met den vinger, en in deze aanwijzing ligt de vermaaning opgeiloten, wat het Vaderland van ieders arbeidzaame handen te eifchen heeft. De vervaarlijke hoogten houden op, voorwerpen van ontzetting te zijn, daar het de algemeene verdediging zal gelden. De nieuwsgierigheid wil eerst voldaan zijn, om de grootfle hoogte te beklimmen. Daar brengt men de waapenen henen, om ze in het aldaar zijnde gebouw, als in een tuighuis, te plaatzen. Kanonnen, Affuiten en Kruidwagens, worden tegen de ontzettende hoogten opgefleurd. In tijd van nood, bewijst de fterk gefpierde zijne leeuwen - kracht, en, waar zijne fterkte te kort fchiet, vervult het moedig paard den overigen dienst. Kundige vestingbouwers vinden den aanleg reeds tot een goed begonnen ontwerp gevormd. Men werkt op den reeds gelegden grondflag voord. Thans is geene hand ledig. Men voert beftendig de bouwgereedfchappen naar boven. De nog overig zijnde oneffenheden wor-  PARIJSCHE BURGERS. 47 worden geflegt. Het gevaar der diepe fteengroeven blijft ongeacht. Hij , die nederftort, vind eene oogenbliklijke redding. De vermoeijendfte arbeid, om de fteenrotfen te fcheuren, de fteenen in de hoogte te werpen , en in' zwaar gelaaden wagens op te voeren, word gering gefchat, om het voortreflijk oogmerk, dat eenen ieder bezielt; en het eenparig befluit, om den arbeid niet te ftaaken , dan nadat de vestingwerken behoorlijk voleind zouden wezen, verdubbelt, zo het mooglijk ware, den arbeid van vrije Mannen , die geen hooger belang kennen, dan dat van den Staat, waarin all' hunne welvaart en geluk gelegen is. Zoo wordt, binnen weinig tijds, een werk volvoerd, dat hee Staatsbewind niet, dan in veele weeken, niet zonder verbaazende geldfommen,had kunnen ten einde brengen; terwijl bezef, van wel gedaan te hebben , alhier de eenige vergelding is! Zoo vond het verraad, in de gebeurdtenis van MontmUrtre, 2ijne geduchtfte overweldiging, en de rechtfchapen Burger, van zijnen arbeid vrolijk wederkeerende, begaf zich gereedlijk tot nieuwe opofferingen , om , ook in eiken drin«  Naauwkeurigebewaaking der Stad. i 48 MOED déê dringenden nood , de fteun zijns Vaderland* te wezen! ■ De volbragte optogt naar Montmartre, zoo zeer hij de. ontrustte gemoederen der Parijfche Burgers niet weinig tot bedaaren bragt, verfterkte echter, aan den anderen kant, even zeer de eensgezindheid der welrneenenden, om hunne aandacht onafgebroken te vestigen op alle de voorvallen van den dag , ten einde hen niets ontflippen mogt, waarvan de zaak des Volks eenig nadeel te vreezen had. Een altijd waakend oog, op die vreemdelingen gehouden, die van buiten inkwamen, gaf dikwerf aanleiding tot het in bewaaring nemen van perroonen, tegen welken men, om deze of gene reden , eenigen agterdogt had opgelat, en niet zelden bleek het bij naauwkeurig onderzoek, dat zij, als zendelingen van het verraad, geen ander oogmerk hadden, dan loor valfche geruchten de fledelijke rust :e verftooren. Niet zelden deelden ook Jnfchuldigen in de noodlottigheden van desen argwaan, welken naauwlijks het getuigenis van Parijfche Vaderlanders wegens hun  PArIJSOHE burgers. 49 bun goed gedrag in ftaat was af te weeren. Het naauwkeurigst toezicht, omtrend de briefwisfeling der nabuurige Plaatfen, ftond geene bezorging van brieven toe, dan aan bekende vrijheid-minnende Burgers. Men liet noch Krijgsman, noch Gourier, ongehinderd henen gaan, zonder hen, met gewaapende Macht, ter plaatfe te geleiden, werwaards zij voorwendden beftemd te Wezen. De gewaapende Burgers doorkruisten alle hoeken en ftraaten, doorfnuffelden alle verdachte wooningen , en niet Vreemd was het verfchijnfel van eene zegepraal, Welke dan eens beftond in eetwaaren, dan in krijgsbehoeften, dan zelfs in gewaapend Voetvolk en Ruiters, tot het leger van Broglio behoorende, welken het ftaauW toeziend oog aan de duisterfte fchuilhoeken had weten te ontrukken. De Hoofdftad, in één woord, leverde het fchouwfpel op eener onvermoeide waakzaamheid, hoedanige naauwlijks eene volftrekte belegering, met naauwkeuriger vlijt, en tevens zonder merklijke ongeregeldheden, zou hebben kunnen vertoonen. ïlh DEEL. & mi.  Blijde komst van de Afgevaardigdender Nationaale Vergadering. i I ; j $0 MOED DER Zulk een befliste moed, uit nood geboren , doch door zijne beginfelen der op* rechtile Vrijheid-min tot deugd verheven, verdiende ten vollen die opbeuring en onderlleuning, welke hij wel dra ontving uit den mond der Afgevaardigden van de Nationaale Vergadering , gelast, om de waardigfle gezindheid van den Koning der Franfchen aan de Parijfche Gemeente te verkondigen. Grootfcher , voorzeker , konde nimmer het onthaal van een Gezantfchap rijn, dan dit, het geen geheel aan de broeierfchap, aan den vrede en de eensgezindheid geheiligd , aller oogen en harten tot rich trok. Reeds het allereerile gerucht van derzeï. rer aankomst herfchiep het ernstig krijgs:ooneél, dat de gantfche Stad, nog weinige Dogenblikken te vooren , had opgeleverd, n een vrolijk feest, waarbij zich ieder welgezind Burger aan de natuurlijke opwellingen en gevoelens van zijn hart blijmoedig >vergaf. Eenige weinige Burgers, door den ilaad der Gemeente afgezonden, om de afgevaardigde Vertegenwoordigers te verwelkomen,  PARIJSCHE BURGERS. 5ï. komen, ftemden reeds den toon tot eené vreugd , welke , omdat zij onmiddellijk de grievendfte kommernisfen afwisfelde, ook des te fterker moest gevoeld worden. Een ftaatige trein dezer Afgevaardigden, voorafgegaan door een aanzienlijk geleide van Ruiters, Franfche en Zwitzerfche Guardes* met de afgezonden Leden van den Stedelijken Raad, en de Officiers der gewaapende Burgerij, en gefloten door de Parijfche Burgermacht, welke thands, tot eert aantal van meer dan honderd duifend, onder de waapenen ftond , gaf een aanzien, niet min ontzettend, dan luisterrijk. De nieuwsgierigheid kon zich naauwlijks verzadigen aan het gezicht dier eerwaardige Mannen , die , aan het hoofd der Natie geplaatst , bekend waren als de moedigfte voorftanders haarer belangen. Van den tuin der Thuilleries, waar de optogt begon, tot aan het Huis der Gemeente, alwaar het Gezantfchap zijnen last zou ontvouwen, en dus langs een groot eind wegs, waren de ftraaten vol van aanfchouwers, die allen het oprechtfte deel namen in deze gebeurdtenis. Alle huifen, alle verdiepingen , D a hoe  52 MOÉD d ë r hoe hoog, tot zelfs de daken , vertoonderi flechts éénen Burger - kring , fchoon van verfchillenden leeftijd en kunne, allen even verheugd , even gereed, om hunne blijdfchap met de nadruklijkfte teekenen en ongeveinsd aan den dag te leggen. Slechts ééne kreet: leeve de Koning! leeve de Natie ! werd gehoord ; het geklater der duifende waapenen , het getrappel der paarden ^ de geregelde ftap der gewaapende Manfchap , het flaan der trommen , en de toonen van het welluidendst müfiek, fchenen zich gezamenlijk tot één accoord te vereenigen, om de eenparig opgeheven kreet tot één vreugde-lied te verheffen: terwijl de billijke loftuitingen óver de moe. digfte voorflanders der Volks-rechten op aller tongen Zweefden. Met dezen flaatigen tred bereikt, eindelijk,' de luisterrijke floet de plaats, alwaar een ieder met het vuurigst verlangen de opening van den gewigtigen last der Afgevaardigden verbeidde. ,, Ziet daar dan * „ mijne Heeren , het lang gewenschté „ oogenblik," dus liet zich de la faijette het  PARIJSCHE BURGERS. 53 het eerst hooren, „ waarnaar wij, en mee „ ons de gantfche Natie heeft gereikhalsd. „ De Koning was misleid. Thands is hij „ dit niet meer. Dezen dag is hij in ons „ midden verfchenen , zonder alle die uir> wendige praal , welke de Vorsten door„ gaands dwaaslij k omringt , doch aan „ goede Koningen geheel niet voegt. Hij „ heeft ons gezegd, dat hij bevél had „ gegeven, om de Krijgsbenden te doen „ wijken, die de Hoofdftad tot hier toe „ omfmgelden. Hij heeft ons verzekerd v van zijne onkreukbare trouw en liefde „ voor de Franfche Natie , zijne kinderen. „ Vergeten wij onze rampfpoeden , of lie„ ver laten wij ons die niet herinneren, „ dan alleen om te wenfehen, dat zij „ nimmer wederom vernieuwd worden !" En hierna deelde hij het voorgevallene bij des Konings verfchijning in de Nationale Vergadering getrouwlijk mede. „ Ja, „ mijne Heeren," hernam daarop de lallij tolendal , met die roerende welfprekendheid, welke hem zoo bijzonderlijk eigen was: „ het zijn uwe Medeburgers, „ uwe Vrienden, uwe Broeders, uwe VerD 3 „ tegen-  SI MOED der „ tegen woordigers , die u den vrede ko„ men verzekeren. In den rampfpoed, die „ thands eindigt , hebben wij het oprechtj> fte deel genomen in uwe grieven ; maar „ wij hebben het niet minder gedaan in >, uw gevoelig misnoegen, omdat het regt„ maatig was. Zo eenige zaak in ftaatzij, „ ons in het midden der algemeene ver„ llagenheid te vertroosten , dan is het de „ hoop , die wij u thands verkondigen , „ om u te behoeden voor alle de onhei„ len, die u bedreigden." „ Uw goede Koning was misleid. Men ,, had zijn hart door den kwaadaardigften <„ laster vergiftigd. Men had hem eene :„ Natie doen wantrouwen , welke hij de '3, eer en het geluk heeft te beftuuren." , £ „ Wij hebben hem de waarheid doen „ hooren. Zijn hart bloedde. Hij heeft •„ zich in het midden onzer begeven. Hij « heeft zich aan Ons , dat is aan U, op ,, nieuw vertrouwd. Hij heeft onzen, dat „ is uwen , raad gevraagd. Wij hebben „ hem in zegepraal te rug gevoerd, en hij „ ver-  PARIJSCHE BURGERS. 55 £ verdiende zulks. Hij heeft ons gezegd, „ dat de vreemde Troepen zich zouden „ verwijderen , en wij hebben de onuitfpreeklijke vreugde gefmaakt, om ze te „ zien vertrekken. Het Volk heeft een„ parig zijne ftem verheven , om zijnen „ Koning te zegenen. Alle ftraaten weêr„ galmden van één gejuich voor het heil „ des Konings en der Natie. Wij ver„ kondigen u dezen vrede uit naam van „ den Koning, zoo wel als van de Natio„ nale Vergadering. 'Er blijft voor ons „ flechts één verzoek aan u overig. Gij, „ Burgers van Parijs , zijt edelmoedig, gij „ zijt Franfchen \ gij bemint uwe Vrou„ wen , uwe Kinders ; gij bemint het ge„ heele Vaderland. Onder u kunnen geene „fle gte Burgers zijn. Alles is in kalmte 5, en rust. Wij hebben met bewondering „ vernomen uwe ftedelijke verordeningen „ tot bewaaring der orde , en tevens ter „ uwer billijke verdediging. Nu is de „ vrede daar, en ik heb dus, in naam „ onzer Lastgevers, niets anders te herin„ neren, dan de vertrouwlijke woorden, „ waarmede de Koning zijnen boezem in D 4 » ons  $6 MOED der —> ,, ons midden ontlastte : Ik verlaat mij oji « U. Ziet daar ons verlangen. Ziet daay alles, wat ons hart gevoelt!" Nooit kon eene Aanfpraak fterker wer.ken op de Burgers, wier harten thands zoo eenparig geftemd waren tot vreugde. De Meenigte drong aan op den Redenaar. Veele omhelzingen van oprechte vrijheidvrienden getuigden den invloed, dien deze taal gemaakt had. Men wierp hem eene Burger-kroon toe, eenvoudig van bloemen gevlogten. Hij wilde die op het hoofd van den Burger-vader baillij plaatzen. Ook voor dezen was reeds eene andere gereed. Beiden werden zij, atzoo verfierd, op de fchouders naar het open venster gedragen. Dit gezigt bezielde de ontallijke fchaar, op de Gréve -plaats verzameld. Duifende monden zegenden hen. Na dezen , vatteden verfcheiden Redenaars het woord, zijnde t'elken reife de weer* klank van tolendal's Aanfpraak. In naam der Stad , beandwoordde de Voorzitter van den Raad , moreau de saint-boeri! , alle de.  PARIJSCHE BURGERS. 57 de gehouden toefpraak in dezer voege. „ De Jaarboeken eener Monarchie , welke „ reeds dertien eeuwen telt, leverden nog ,, nimmer eenen feest - dag , als dezen , „ waarop achtbare Vertegenwoordigers der „ Natie , in naam van den besten der Ko„ ningen , openlijk verkondigden , dat het „ haar vergund is, vrij te zijn. Verklaart ?, dan, mijne Heeren, aan hem, aan dezen „ Koning, die zich heden den onfterflijken v naam van den Vader zijns Volks ver„ worven heeft, dat wij , offchoon ge„ noodzaakt, om verderflijke bevelen te ,, wederflreeven , geen oogenblik twijfel„ den aan zijne liefde. Wij zijn zeker, v dat zijn hart dezelven afkeurt. Zegt hem, dat wij gereed zijn , zijne knieën „ te omhelzen. Zegt hem, dat de grootfte „ Koning der waereld hij is , die de eer ,, heeft, over de Franfchen te gebiev den!" Het was deze blijdfchap, welke de Aartsbisfchop van Parijs, ook van eene godsdienstige zijde , wilde verheffen. Het Te Beunt, bij eene plechtige Mis, door D 5 alle  0 MOED der PARIJSCHE BURGERS. alle de Afgevaardigden , de Leden van den Stads-Raad, en duifende Burgers, als een plechtig dankoffer , eerbiedig opgezongen, drukte het zegel van goedkeuring op alle de duifendvouwige gelukwenfchingen, waarmede de Afgevaardigden der Nationale Vergadering vertrokken, om aan hunne Medeleden de treflijkile getuigenisfen te geven van den moed, de herftelde bedaardheid en kalmte , maar bovenal van die on^ kreukbare vrijheid-min , welke den naam van Parijfch Burger niet flechts in de Aanteekeningen der Vergaderingen, maar tevens in de Jaarboeken der waereld, tot een voorbeeld ter navolging, behoort te vereeuwigen. VER-  VERSCHIJNING DE S. j , KONING S T É P A R IJ S? fïoè gerustftellend, ook , de komst van de Afgevaardigden der Nationale Vergadering te Parijs geweest was; hoe overreedend zij ook gefproken hadden wegens des Konings oprechte gezindheid voor de rust, de welvaart en de vrijheid der Natie, de fterkfte verzekeringen, echter, konden zich nimmer hechten in gemoederen, die, alom met wantrouwen vervuld , het geringst vermoeden voor eene bewezen waarheid , den uiterbjken voordragt van een verfchiliend gevoelen voor het verraad zelf hielden , en, door geruchten van onderfcheidenen aard, in deze valfche begrippen verfterkt werden. Eene volkomene verzekering konde alleen voordkomen uit den mond van AanleiV dingen tot des Konings vertrek naar Parijs.  $o VERSCHIJNING des KONINGS van hem, die weleer door het Franfche Volk vergood werd. Zijne tegenwoordig, heid alleen konde voor duifend bewijzen gelden. Zijne bevestiging jn eigen perföon kon hier alleen beflisfen. Dit verlangen hadden de getrouwfte Volks-vrienden rondlijk aan de Afgevaardigden te kennen ge^ geven , wanneer zij gereed ftonden , om de kondfchap van de edeiftV gevoelens der Parijfenaars naar FerfaiUes over te brengen. Voor hun was geen aangenaamer pligt, dan dezen wensch aan den Koning te boodfchappen, en deze — wat ook wan, gunftige Hovelingen hiertegen mogten aanvoeren ~ gaf gereedlijk gehoor aan het voorftel van zoodanige Volks - vertegenwoordigers , welken hij als rechtfchapen Mannen had leeren eerbiedigen. Hoe zeer de nijd niet ophield , dezen raad bij den Koning verdacht te maaken; hoe vreeslijk men het gevaar maalde, waaraan de Monarch zich zoude blootflellen , daar de hand van flechts éénen onverlaat genoeg was, om hem in de gewaande hulde van zijn Volk zijn graf te doen vinden ; hoe zeer de gemaatigdlten zelfs deze reis met den  té P A R ij S. 6i den geheimen toeleg bezwangerden, om hem , wanneer hij eenmaal te Parijs was, niet weder te laten vertrekken : niets van dit alles , zelfs niet de traanen der Koningin , noch der overige vorstelijke Maagen, waren in Haat, den Koning te doen wankelen in zijn voornemen , om $ door zijne tegenwoordigheid , de rust te herftellen daar , waar welligt alle andere middelen ontoereikend zouden wezen. Zoodra de Monarch befloten had , eenen Staatsraad te verwijderen, die hem tot hiertoe eerder den haat, dan de liefde , zijns Volks bezorgd had $ was te gelijk het onbepaald vertrouwen daar, op den raad van hun j die , met één krachtig middel, een einde wilden maaken aan verdeeldheden, welke de Hoofdftad reeds te lang geteisterd hadden. Wat ook de geheime belpieder van ftaatkundige loosheid, hier , wegens deze reis des Konings zou mogen gisfen ; het zij hij uit de tooneelen van laater tijd reeds eenen toeleg wilde vermoeden, als of zeker rot van zaamgezworenen geen minder oogmerk hadt gehad, dan om * bij des Konings afwezigheid , den Hertog van  6ct VERSCHIJNING dès KONINGS van Orkafis op den throon te plaatzen 5 het zij een ander mogt waanen , dat de verwijdering des Monarchs van een bedorven Hof het gereedfte hulpmiddel was, om den voordgang der pas aangevangen Omwenteling te begunfligen: de Gefchiedenis Van den dag, voor zoo ver zij tot nog toe geboekt is, geeft aan deze Hellingen geene hooger waarde, dan die van loutere gisfing. Zij laat de ontwikkeling dezer vermoedens over voor den wijsgeer, die, in tijden van algemeene rust, de roerfels dezer llaatkundige bedrijven zal weten op té fpooren, en ontflaat ons, die alleen daadzaken maaien, van eene verdere beoordeeling. De overlevering alleen, dat de braaffte Mannen van dezen tijd, een baillij t een la faijette , een liancöurt , een malouet en anderen, de raadslieden des Konings geweest zijn , geeft ons vrijheid i om het ontwerp en deszelfs uitvoering alleen van die gunftige zijde te befchouwen, waarin het zich voordoet, om hier als één van de afzonderlijke en belangrijkfie tooneelen der Franfche Staats-gefchiedenis op té teekenen. Naauw-  t è p a r ij s. 63 Naauwlijks was het befluit des Konings gereed, om aan het verlangen der Parijfenaars te voldoen , of de verwittiging daarvan in de Nationale Vergadering verrukte aller gemoederen, terwijl men juist op hetzelfde oogenblik befloten had , den Koning bij een plechtig Gezantfchap den opregtften dank te betuigen voor zijn geno* men befluit tot verwijdering van eenen gehaatten Staats - raad, en de terug roeping van den alom beminden Necker. Het genot van zoo veele blijdfchap , zoo fchierlijk en onverwacht geboren, was meer gefchikt voor de ftille aandoeningen van een verbijsterd hart , dan voor openlijke toejuichingen. Den Koning deze gevoelens eener innigfte vreugd te kennen te geven , de goede Gemeente van Parijs van dit belangrijkst voornemen des Konings ten fpoedigllen te verwittigen, en een aanzienlijk Gezantfchap te benoemen, om den Monarch op deze vrolijke reis te verzeilen, was het natuurlijk uitvloeifel der gedachten i die j even fpoedig van een voorftel in een befluit veranderd, ook geene de minfte vertraaging vonden in deszelfs uit- Boodfchap des Konings aan de Nationale Vergadering.  64 VERSCHIJNING dés KONINGS Tijding te Parijs , wegens des Konings aankomst Afreis dés Konings. uitvoering. Zelfs, eer de twaalf gekozen Leden gereed konden zijn, om de blijde boödfchap naar Parijs te brengen , fteeg reeds één der anderen te paard, om dit gewigtig nieuws Zoo fpoedig mooglijk mede te deelen. De nacht zelfs weêrhield hera niet , om de tolk te zijn van eene verbroedering , welke thands plaats greep tusfchen den Koning en de Vertegenwoordigers der Natie.- Hij , zoo wel als de Leden ,■ die den volgenden vroegen morgen de tijding in de Hoofdftad bragten, dat de Koning den Staats-raad verwijderd, den Staatsfinancier uit zijne ballingfchap terug geroepen i en voorgenomen had , in perfoon te Parijs te komen,- werden met de luidruchtigfte vreugd ontvangen, en niet terug gezonden, dan met betuigingen van het heilfpellend geluk, hetgeen de Hoofdftad in deze gebeurdtenis met dankbaarheid erkende te zullen waardeeren. Zoo naderde , dan , de I7de van Hooimaand , waarop een beminde , doch door valfchen ftaats list zoo jammerlijk misleidde , Koning zich zeiven aan de Natie zou we»  t e P A R IJ S. 6$ wedergeven ! Hetgeen de Vorsten zoo vaak terug houd, om zich bekend te maaken bij hunne Onderzaten, en alzoo de harten deiBurgeren te kennen , en tevens te winnen de alles onderdrukkende , ftijve pligtpleegingen van het Hof hadden thans haar geweld verloren. De nationale vrijheid-min had reeds boven de Hof-etiquette gezegepraald. Voor het eerst reisde de Koning, zoo als hij begeerde , zonder dien bedwelmenden Hof-ftoet , die in het oog van eenen Vrij-man belachlijk , voor den Vorst verveelend, voor de gaapende Meenigte niets meer, dan eene aanleiding tot geeuwen , is. Slechts vier Edellieden , de Hertog van Vieleroij , de Maarfchalk van Beauveau , de Hertog van Villeqjjier , en de Graaf d'Estaing , maakten des Ko* nings gezelfchap uit. Ook eene eenvoudige Reis-koets vervulde de plaats van den anderszins zoo rijk verfierden Staatfie-wagen. De optogt was daarom niet minder ftaatig, dan of de Vorst door een drom van pragtig uit» gedoschte Hovelingen was omftuwd geweest: of liever ; het Kleed, dat zoo dikwerf den man maakt, was voor eene wezenlijkheid III. peeju E ygt*  66 VERSCHIJNING des KONINGS verwisfeld. De Burger - krijgs - macht van Verfailles was de éénige Lijfwacht des Konings. Weinige Guardes te paard reeden vooruit, en honderd Afgevaardigden der Nationale Vergadering, door eenige gewaapende Burgers opgefloten, maakten den geheelen trein. Reeds vroeg in den morgen, had zich de Parijfche Burgerij, ten getale van meer dan honderd-en-yijftig duifend Man, onder de waapenen begeven. Een aanmerklijk gedeelte , door la Faijette aangevoerd, was reeds het aanzienlijk Gezelfchap halver weg te gemoet getreden. Duifende aanfchouwers hadden zich, ter verwelkoming des Konings , derwaards begeven. Thands gaven de gewaapende Burgers het plegtig geleide aan hunne Parijfche Broeders over. De trein, door eene Compagnie Ruiters, door gewaapende Burgers , door de Franfche Guardes met hunne kanonnen, en nog door andere Soldaaten geopend, die de zijde des Volks gekozen hadden , daarna de Koning en zijn Gezelfchap, benevens de afgevaardigde Volks-vertegenwoordigers, ei  te P A R IJ Si 6? en door den Burger - Kolonèl met eene aanzienlijke Manfchap gefloten, gaf aan het geleide een waardiger, doch ook tevens geduchter, aanzien , dan de Koning, door zijne verkeerde Raadslieden verblind, immer had kunnen vermoeden. Bij de intrede in de Stad, was eene minzaame verwelkoming door den ftedelijken Raad de eerfte hulde , welke de Monarch ontving. De Maire , Baillij , bood hem de fleutels der Stad, op eenen zilververgulden fchotel, met de volgende redevoering aan: „ Sire!" „ Ik lever uwer Majefteit de fleutels over van uwe goede Stad Parijs. Zij. „ zijn nog dezelfden , die eenmaal aan „ Henrik IV. overhandigd werden. Hij. „ had zijn Volk heroverd: nu heeft het „ Volk zijnen Koning heroverd. Uwe Ma„ jefteit komt den vrede plukken, dien zij. „ in de Hoofdftad heeft daargefteld. Zij 5> komt, om de liefde te fmaaken haarer E 2 » ge- Ziine intrede te Parijs.  58 VERSCHIJNING des KONINGS „ getrouwe Onderzaten. Tot hun geluk , „ heeft uwe Majefteit de Vertegenwoordi„ gers der Natie rondom zich verzameld. „ Met dezen wil zij thands de vrijheid „ en algemeene welvaart vestigen. Welk „ een gedenkwaardige dag zal niet altijd „ die zijn, waarop uwe Majefteit als „ Vader verfcheen van zijn vereenigd Ge„ zin ; die dag , waarop de gantfche Na„ tionale Vergadering u naar uw palleis te „ rug voerde ! Omgeven door eene on* tallijke Burger -fchaar , bewaakt door „ de Ve;tegenwoordigers der Natie, gaaft „ gij in uwe achtbaare gelaats-trekken de „ nadruklijkfte blijken uwer blijde gevoe„ ligheid. Rondom u, hoorde men niets", „ dan vreugde - gefchrei , zag men niets, „ dan traaneh van aandoening en liefde. „ Nimmer, Sire, zal uw Volk, nimmer „ kan uwe Majefteit dien grooten dag ver„ geten; hij is de fchoonfte dag onzer „ Monarchie, het tijdperk eener grootfche „ en eeuwige verbindtenis tusfchen den „ Monarch en zijn Volk. Deze trek is in „ de gefchiedenis éénig; hij veronfterflijkt „ uwe Majefteit. Ik heb dezen fchoonen „ dag  te' P A R IJ S. 69 n dag aanfchouwd , en thands , als ware „ alle deze gelukzaligheid voor mij befcho„ ren , thands legt diezelfde betrekking, „ waarin mij het verlangen mijner Mede„ burgers geplaatst heeft, mij den eerften „ en aangenaamften pligt op, om hunne „ gevoelens van achting en liefde aan u „ over te brengen." Na eene gunffige aanneming dezer hulde door den Koning , nam de eenvoudige, doch daarom niet min luisterrijke, optogt eenen aanvang. De gewaapende Burgermacht , ten getale van omtrend 200,000 Man, had zich in dubbele reien gefchaard, latende tusfchen beiden , in de breedfte ftraaten , welken men tot den weg gekozen had , eene aanzienlijke ruimte , langs welke de flaatige trein ongehinderd konde voordtreden. De vreugd, van den Koning in perfoon te aanfchouwen , leverde tooneelen van blijdfchap , die eerder door het hart gevoeld, dan met de pen kunnen befchreven worden. Grootsch was het gezicht niec flechts van de gewaapende Meepigte, op de ftraaten geplaatst, die met eene E 3 voor- Optogt naar het Raadhuis.  70 VERSCHIJNING des KONINGS voorbeeldlijke orde haare ftandplaats hield, niet flechts van duifenden , welken de .nieuwsgierigheid agter den gewaapenden Burger-kring verzamelde, maar ook van de talleloze fchaar, die zich vóór alle openingen van huifen en gebouwen vertoonde , waardoor het levenloze als geheel bezield, en de op éénen zelfden toon geftemde gemoederen het denkbeeld flechts van één vereenigd huisgezin fchenen op te leveren. Nationale Kokarden en Linten , door de bevallige Sexe bij meenigte uit de huifen geworpen , door den wind heen en weder geflingerd, en dan eens door haaren toevalligen eigenaar, in de gedaante eener Burger-kroon, op het hoofd gezet , dan weder door den Schutter aan de punt van zijn bajonet gehecht, — zelfs de bloemenkranfen, rondom de monden der kanonnen gevlogten , die, of in den trein door hunne moedige aanvaerers werden voordgetrokken, of hier en daar op eenigen aan* merklijken post geplaatst waren, —; zelfs de palm-takken, door de ongewaapenden heen en weder gezwaaid, zelfs de laurierïakken , op de hoeden der Krijgsbenden. ge?  te P A R IJ S. 71 g€plant — zelfs de zoo zeer bekende zang, uk den Quatuor van Lucile : Oh peut-on étre mieux, quau fein de fa familie? (*) door het choor van Mufikanten met het welluidendst accoord zonder ophouden aan.geheven: — dit alles had zoo geheel het vrolijk aanzien eener minzaame vèreeniging tusfchen den welmeenenden Koning en vrijheid - lievende Burgers , dat het gevoelig hart deze tooneelen nimmer zonder de grootfle aandoening aanfchouwen kon. Het luidruchtig gejuich : leeve de Natie! leeve de Natie! was flechts de flaauwe uitdrukking van het diep getroffen hart. De fpaarzaame galm alleen : leeve de Koning! anderszins zoo gereed in den mond van den Koning-vereerenden Parijfenaar, doch thands door het eerfte gejuich als 't ware verdoofd , fcheen zich meer te richten naar de rechten der Natie , waarvoor men zoovol vaardig ijverde , dan naar het vertrouwen , hetgeen de Monarch door zijne perfoonlijke verfchijning had willen vernieuwen. De Koning zelf fcheen dit te be- zeffen, (*) Waar kan men gelukkiger zijn, dan in het midden zijns huisgszins ? E 4  Verwelkomingdes Konings. 72 VERSCHIJNING des KONINGS zeffen, en de indruk daarvan, die op zijn gelaat zichtbaar was, vermeerderde niet weinig het ftaatige van eenen optogt, die, anderszins alleen tot vrolijkheid geftemd, thands echter de overbodige blijdfchap ook door den ernst maatigde. Eindelijk, naderde de trein het Raadhuis. Eene Nationale Kokarde , door Baillij aangeboden, en door den Koning zelf gereedlijk op zijnen hoed geplaatst, was het fein , waarop zich de kreet: lang leeve de Koning! leeve de Koning! met eenpaarige Hemmen deed hooren. Onder het ftaal gewelf dier Burgers, die zich op de trappen geplaatst hadden, op de groote zaal gekomen, werd de Koning naar den troon geleid, dien men ter dezer gelegenheid had opgericht. De veertien Kiezers van Parijs, zich tot Lijfwachten aanbiedende, omringden denzelven. Een algemeen gejuich : onze Koning! onze Vader! weergalmde zoo binnen, als buiten de Raadzaal , en duifenden, zelfs het gevaar hunnes levens niet achtende , om getuigen te aijn van dit grootfche fchouw-tooneel, maak-  te P A R IJ S, 7l maakten door hunne vreugde- en eer-betooningen den hartstogtlijkften indruk. Het algemeen ftilzwijgen bevolen zijnde, gaven de Afgevaardigden van den Raad verilag van de werkzaamheden , welke denzelven zederd eenige dagen hadden bezig gehouden, tot bewaaring der gemeene rust en tot befcherming der vrijheid. De welfprekende Moreau de Saint-Merij befloot zulks met de volgende aanfpraak: Sire, „ Welk een fchouwfpel voor Franfchen, „ hetgeen ons de dag van heden oplevert, „ om eenen Burger-Koning in ons midden „ te zien! eenen Koning , die alleen ver„ fchijnt, om de wetten te doen herlee„ ven , om alleen door de wetten te re„ geeren ! Welk een geluk voor den Ko„ ning, zulk een fchouwfpel te zien, mid„ den in de uitdruklijkfte kenteekenen der „ liefde van zijn Volk! Ja, Sire, zie hier „ het Volk, dat men zoo onwaardiglijk « bij u heeft durven lasteren ! Uwe geE 5 „ boorte Aanfpraak van Moreau de St.Merij,  74 VERSCHIJNING des KONINGS „ boorte verhief u toe den troon; maar „ thands hebt gij u dien door uwe per„ foonlijke deugden geëigend. Uwe re„ geering zal het tijdperk der vrijheid zijn, en, daar de troon der Koningen geenen ü, vaster grondflag heeft, dan wanneer hij „ op de liefde en getrouwheid der Volken ?, berust, zal de uwe onwankelbaar zijn." „ Godloze Raadslieden hadden u diets „ gemaakt, dat het geluk der Natie geens„ zins nodig zij voor het geluk der Ko„ ningen ; dat Vorften rondom zich geene „ andere perfoonen moeten dulden, dan „ zendelingen en verkondigers der dwing„ landij. Ach ! Sire, gij hebt deze ge„ haatte grondregels verworpen ; gij zijt „ midden onder die moedige helden ver„ fchenen, welken uw verlangen en de „ keus der Natie rondom u .verzameld s, heeft , als ware het, om uwen moed te verfterken. Thands komt gij hier, in uwe Hoofdftad, om uwe Onderzaten te verzekeren, dat de eerfte aanleggers dier „ verderflijke raadflagen, in het toekom en »„ de, niet langer uwe achtbaare perfoon zul-  te P A R IJ S. 75 zullen omringen ; maar dat de deugd , „ de reeds lang vergeten deugd , uw éé-. „ nige fteun zal wezen. Voeg dan ook , „ Sire, bij zoo veele zegevieringen, voor„ al deze, dat gij zelfs niet begeert te „ weten, of men uwe kinders genoodzaakt „ heeft , aan u ongehoorzaam te wezen. -„ Laat uwe oogen geene andere Onderdaa„ nen opmerken, dan die , met de bran» „ dendfte liefde vervuld, thands, meer dan ooit, de vrijheid beminnen, omdat uwe „ regeering daarvan het tijdperk zal wezen. n Een Koning , als gij, Sire , behoeft „ naauwlijks meer zichzelven, onophoud^ „ lijk , de verhevene en treffende waarheid „ te herinneren , - dat de onwrikbaarheid „ van eenen troon alleen op de liefde des „ Volks berust."' Na zoortgelijke aanfpraken meer, waariti ieder Redenaar zijnen voorganger den roem van welfprekendheid fcheen te betwisten , werden ook verfcheiden redevoeringen tot het Volk gehouden , om het gewigt van dezen dag te verkondigen. Onder dezen muntte bovenal uit de Graaf Lallij-To- len0al,  76 VERSCHIJNING des KONINGS Redevoering van LallijTolen- VAL. lendal, die zich aldus liet hooren: „Wel „ nu , Burgers van Parijs, is uw verlan» gen bevredigd? Ziet daar den Koning, „ wien gij zoo vuurig begeerdet in uw „ midden te zien, en wiens naam alleen „ de levendigfte vervoering bij u verwek„ te, wanneer wij u, pas twee dagen ge„ leden , de gewigtige tijding van zijne „ overkomst mededeelden. Aanfchouwt „ hem , die u uwe Nationale Vertegen* „ woordigers gefchonken heeft, en hunne „ Vergadering ten uwen nutte wil doen „ voordduuren. Hij is het, die uwe vrij„ heden, uwe eigendommen, op de on„ wrikbaarfte grondflagen heeft willen bou, wen : — hij, die u, om zoo te fpre, ken, het aanbod gedaan heeft, om zijn , gezag met hem te verdeden, zich geen , ander voorbehoudende , dan dat no, dig is voor uw geluk, dan het geen , hem voor altijd moet toebehooren , en , dat gij zweeren moet, nimmer te zul, len vernietigen. Ach ! dat hij, einde, lijk , den troost fmaake, dien gij hem , behoort te verfchaffen! Dat zijn edel en , zuiver hart van hier den vrede met zich „ voere3  t e P A R IJ S. 7? voere, dien hij zoo zeer verdient. Zij„ ne deugden overtreffen zeer ver die zij„ ner vóórgangers; hij wil zijne macht en „ grootheid alleen vestigen op onze lief„ de, — dat hij dan ook de verzekering „ erlange , van niet gehoorzaamd te zullen „ worden , dan uit liefde, niet befchermd, „ noch gehoord, dan uit liefde ! Laat ons „ niet min gevoelig, niet minder edelmoe„ dig zijn, dan onze Koning, en laat ons „ hem door daaden toonen, dat zelfs zij„ ne macht , zelfs zijne grootheid , in „ den tegenwoordigen tijdkring , duifend„ maal meer gewonnen , dan opgeofferd, „ heeft." „ En gij, Sire, vergun eenen onder„ daan , die niet getrouwer, noch aan u „ opregter gehecht is, dan zij allen, die „ u thands omringen, maar die het zich „ tot eer reekent, onder die genen te be„ hooren , die uwe vaderlijke bevélen ge„ hoorzaamen; vergun hem, zijne ftem tot 9, u te verheffen , en ook tot u te zeg„ gen : zie hier het Volk, dat u met ze» „ kere geestvervoering bemint, — dat » Volk,  ?g VERSCHIJNING des KONINGS „ Volk , dat door uwe tegenwoordigheid „ alleen herleeft, en welks eerbied voor „ uwe geheiligde perfoon nimmer kan be„ twijfeld worden. Aanfchouw, Sire, en „ vertroost, bij dit aanfchouwen, alle de „ Burgers dezer Hoofdftad ! Slaa hunne „ oogen gade, hoor hunne ftemmen, dring „ tot hunne harten door, die geheel voor „ u alleen zwoegen! Het is hier niet een „ enkel mensch, die voor u, voor uw wet„ tig gezag, gaarn zelfs zijn laatften drup„ pel bloeds wil ftorten. Neen , Sire , „ dit gantfche geflacht van Franfchen is „ niet onzinnig genoeg, om zijn geluk „ over het hoofd te zien, daar het hun „ alleen vergund is, de getrouwheid van „ veertien eeuwen te tarten. Wij zullen „ allen fterven , indien het nodig ware , „ eenen troon te verdedigen, die ons „ even heilig is, als u, en uw aanzienlijk „ Geflacht, dat wij, reeds zederd agt-hon„ derd jaaren, op denzelven plaatften. Zijt „ verzekerd, Sire, dat wij uw hart nim„ mer gegriefd hebben, zonder dat het onze reeds verfcheurd was, en dat zelfs de voornaamfte grief, in het midden van dea „ al-  te P A R IJ S. ?9 „ algemeenen rampfpoed, alleen daarin be„ ftond, dat wij onze klagten aan u open„ baarden, en onze fmeekingen tot u over„ zonden, zonder u immer te befchuldigen. „ Nu , echter , verdwijnen alle zorgen ; „ thands bedaaren alle onlusten; een enkel „ woord uit uwen mond heeft de kalmte „ herfteld. Onze deugdzaame Koning heeft „ zijne deugdzaame Raadslieden terug ge„ roepen. Dat zij verdelgd worden — die „ openbaare vijanden , die nog durven „ waagen, verdeeldheid tusfchen de Natie en haar Opperhoofd te zaaijen! Koning, „ Onderzaten , Burgers, — dat wij alle „ onze harten, onze wenfchen, onze poo„ gingen vereenigen! Dat wij aan de gant,, fche waereld het heerlijk fchouwfpel ge« „ ven van ééne haarer voortreflijkfle Na„ tiën , welke vrij en gelukkig zegeviert „ onder eenen Koning, die, rechtvaardig, „ geëerbiedigd, bemind , niets aan zijne „ macht, maar in tegendeel alles aan zijne „ deugden, aan onze liefde , verfchuldigd » is!" Deze tedere Aanfpraak werkte even fterk  8o VERSCHIJNING des KONINGS Voorvallen op het Raadhuis. fterk op het hart des Konings, zoo we] als op dat der Toehoorers. Een algemeen gejuich was flechts eene flaauwe uitdrukking van de aandoening, welke bijkans op ieders gelaat gefchilderd ftond. Thands ontvouwden de Leden van den Stedelijken Raad, nog nader, hunne verrichtingen , overeenkomftig de verlangens van een zoo aanzienlijk gedeelte der Franfche Natie, hetgeen zich, zederd eenigen tijd, in den kommerlijkften toeftand had bevonden. Zij fchilderden de vrijheid - minnende poogingen der Parijfenaars met derzelver echte kleuren, zonder te gelijk te vergeten die jammerlijke tooneelen, waartoe valfche geruchten en inwendig verraad aanleiding had» den gegeven. De Koning beandwoordde dit verflag in dezer voege: „ Mijne Hee„ ren ! ik heb uwen voordragt met veel „ genoegen gehoord. Ik betuig u mijne „ goedkeuring voor alle uwe welmeenende » verrichtingen. De oprichting eener Bur„ ger-krijgsmagt billijke ik volkomen. In „ den braven la Faijette hebt gij den „ besten Bevelhebber gekozen. Alleen „ fmar*  te PARI] S. 8r „ fmarten mij zeer de gepleegde oproerig„ heden, en gij kunt mij geene grooter „ blijk van uwe liefde geven, dan door de „ misdadigers in handen der gewoone „ Rechtbank over te leveren." Deze gezindheden gelastte hij den Maire Baillij, na eene korte pügtpleeging over zijne aanftelling, aan de vergaderde Meenigte bekend te maaken. Een enkele wenk van Baillij was genoeg, om den talrijken fchaar, thands reeds ongeduldig naar eenig berigt wachtende wegens de plaats grijpende onderhandelingen, totftiltete roepen. Kórt, doch zaakrijk, was zijn verflag. „ De Koning, Bur„ gers! gelast mij, u te berichten, dat hij „ getroffen is door de liefde en het ver„ trouwen zijns Volks, en u te verzeke„ ren , dat zijn Volk zich op zijne liefde „ getrouwlijk verlaten kan. Mij billijkt „ volkomen de oprichting der gewaapende „ Burger-macht van deze Stad, mijne aan„ ftelling tot Maire, en de benoeming van „ den Heer la Faijette tot Generaal. „ Alleen verlangt hij, dat de orde en rust III. deel. F . her- De Koning vertoont zich aan de Meenigte,  Algemeeneblijdfchap, 8a VERSCHIJNING des KONINGS „ herfteld , en ieder misdadige in het ver„ volg aan de gewoone Rechtbank zal „ worden overgegeven." Een alge¬ meen handgeklap en gejuich was het een. parig andwoord. Midden uit het vreugdegeroep verhieven zich veele ftemmen, met nadruk eifchende , dat de Koning zich in perfoon zoude vertoonen. Thands herleefde de oude genegenheid, welke voormaals den Parijfenaar onderfcheidde. De Koningvoldeed aan dit verlangen. Den hoed, met de nationale kokarde voorzien, op het hoofd houdende, gaf de Monarch het zichtbaarst bewijs van vaderland - minnende verbroedering. Verrukt door de nieuwe verbindtenis, welke de Koning, door dat teeken, met vrijheid-lievende Burgers gefloten had, gaven zij zich over aan alle die blijde aandoeningen, welke zulk een grootsch tooneel moesten bezielen. De inftelling der, zederd eeuwen willekeurige,Alleenheerfching thands tot de aloudfte beginfelen terug gebragt, waarbij een Koning, in den nadruklijkften zin, alleen de Vader van een talrijk huisgezin was , waarbij het Opperhoofd de belangen zijner Natuurgenoten , als uit éénen bloede met  ïe P A R IJ S. 83 met hem gefproten, als die van zich zeiven goude behartigen, leverde een fchouwfpel op , waarin zelfs de verbeelding zich verliest. Herhaalde toejuichingen : lang leeve de Koning, de Vader van zijn Volk! fchoten zeer ver te kort bij het fpraakloos gevoel, dat de geboren Slaaf alleen ondervinden kan. Op het oogenblik ontfloot het kanon zijnen ijzeren mond, om het algemeene aandeel aan de vreugd te verkondigen ; het kletteren der waapenen, het wapperen der vaandels, het gefchal der trompetten en het flaan der trommen — alles kondigde uitdruklijk aan , dat de beste der Vorsten, thands, de hulde ontving van Burgers, die hem beminden. Zoo was dan het oogmerk van dezen dag bereikt. De Koning had zich aan de aanzienlijke Parijfche Burgerij , deze zich aan den Koning verbonden. Ook zijn vertrek, even eenvoudig, als zijne intrede, was eene uitdruklijke zegepraal. Duifenden begeeren eene gunst, welke flechts aan weinigen konde verleend worden. Ieder verlangt eenen Koning van nabij te zien , F 2 die Voorvallen bij des Konings vertrek.  84 VERSCHIJNING des KONINGS die te recht de herfteller der vrijheid heeten , en wien de vrije Burger , thands, in eenen nadruklijken zin, zijnen Broeder konde noemen. Als bij vergoding, kust men hem de handen, of ook wel den zoom van zijn kleed, of men werpt zich vóór hem neder, om zijne voeten te omhelzen, en van hem, als 't ware, eenen priesterlij. ken zegen af te fmeeken. Het rijdtuig , dat hem terug zou voeren, is ongenaakbaar door de meenigte, welke zich aan alle mooglijke zijden geplaatst heeft, zoo dat naauwlijks voor den Koetfier eenige zitplaats overig blijft. Eenigen zelfs willen de paarden ontfpannen, om hunnen geliefden Vorst de hoogfte blijk van eerbiedige onderwerping te geven. De Afgevaardigden der Nationale Vergadering laten deze gewigtige oogenblikken geenszins onnut voorbijflippen. Zij mengen zich onder de opgetogen Meenigte, en prediken aldaar eene ftaatkundige zeden-leer, die welligt op eiken anderen tijd ongeacht moest blijven, thands echter met toejuiching werd aangenomen. „ Bemint uwen Koning, Burgers!" dus laat zich de een hooren : „ hij heeft ge-  te P A R IJ S. 85 ,., zegd, dat zijn Volk zich altijd op zijne „ liefde verlaten kan!" —- Ginds leert een ander: „ Stelt all' uw vertrouwen op den „ Koning! Hij beoogt niets anders, dan „ uw geluk. Hij zal u onzen Necker „ wedergeven. Wij zeiven hebben den „ brief gezien, dien hij daartoe gefchreven „ heeft. Uwe Vertegenwoordigers hebben „ hunne bede met den wensch van uwen „ Koning vereenigd." Op zulk een tijdftip , gevoelt de Meenigte all' dat gene ,' wat eene dankbaare wederliefde vordert. Met nadruk werd de kreet herhaald: lang leeve de Koning en Necker! Lang leeve onze Koning , onze Vriend onze Vader ! Leeve de Natie! Leeve de Vrijheid! De vreugd is algemeen. Het onderling vertrouwen heeft alle onoprechtheid , alle vrees en kommer , verbannen. Zelfs die fomberheid, welke in den Koning bij zijne aankomst zichtbaar geweest was, had haare flroef heid afgelegd, en hem een kenbaar deel doen nemen in het eenparig genoegen. Hetzelfde geleide verzelde den Koning F 3 op Terug-  reis des Konings. WOEr 86 KOMST des KONINGS te PARIJS, op zijne terug reis, als bij zijne aankomst. Halver weg van Verfailks, namen zijne Guardes hunnen ouden post weder op zich.. Het wederzijdsch affcheid tusfchen den Koning en den getrouwen Burger - fchaar , die hem eerbiedig verzeld had, was beiden waardig. De Koning keerde veilig tot zijn verblijf terug, en logenftrafte bierdoor alle nadeelige vermoedens en geruchten, welken de nijd niet gefpaard had. De Koningin met den Dauphin in de armen, haaren Gemaal te gemoet fnellende, vergat het leed, dat zij over zijn afwezen verduurd had. Het verraad verloor, door deze, op zich zelve, zo het fcheen, eenvoudige gebeurdtenis, eenen voornaamen fteun, en de zaak der Vrijheid won , naar evenredigheid, overeenkomfHg het oogmerk der welmeenenden, een aantal van voorfianders, wier ftaatkundig begrip zich , alleen , naar de heerfchende denkwijze van het Hof geWoon was te richten.  WOELINGEN VAN DEN ADEL. Te vergeefsch hadden zich allen, die geregeld zamenfpanden, om de pas ontloken vrijheid geheel te onderdrukken, met de hoop gevleid, dat de Bastilk, in hunne handen , het onverwinbaar bolwerk ware , waarmede zij de oproerige Parijfenaars ten allen tijde zouden bedwingen. Te vergeefsch was hunne toeleg , om des Konings troepen tegen de Burgers der Hoofdftad , en , in hun , tegen de geheele vrijheid - lievende Natie, aan te voeren. Zich op derzelver medewerking niet langer kunnende verlaten, zagen zij hun geheim ontwerp veriedeld, om de Nationale Vergadering aan de woede der vlammen over te geven, en het bloed dier eerste voorftanders van de vrijheid te doen ftroomen. Hunne laatfte toevlucht was, eindelijk, de hongers - nood. Voor dezen zou, F 4 hun- Vruchtloze aanflagen tegen de vrijheid.  88 WOELINGEN hunnes oordeels, zelfs de grootfte dapperheid moeten zwigten. Met. den toevoer derhalve , van alle levensmiddelen , naar Varijs af te fnyden , juichten zij reeds in de toekomffige zege. Doch ook deze Proeve werd welhaast even vruchteloos. " Hebben wij gebrek aan brood," deze was de taal der vaderlanders , en zij was de volkomene uitdrukking van den moed, die hen bezielde, „ dan gaan wij naar 33 ffofeü&i om onzen Koning daarom te « vragen. Hij is onze vader; hij zal zijne. „ kinders geenszins door honger doen om» komen. Willen zij, die onsxden dood „ gezworen hebben , willen de Ariftocra» ten ons dezen toegang verhinderen, dan k pIaatzen wiJ aan °™ hoofd hunne moe?, ders, hunne vrouwen en hunne kinde^ » ren ; dan zullen wij tot hen zeggen : „ Indien gij vergeten hebt, dat de natuur » ons, even als u, tot menfchen fchiep , „ herinnert u dan ten minflen , dat gij » echtgenoten en vaders zijt , en dat gij. » uw eigen bloed, — dat bloed, dat u » zoo zeer verhovaardigt —- zult doen ,? ftroomen , eer gij het onze vergieten »zuit r*  VAN DEN ADEL. 8p zult!" Het was deze onverfchrokkenheid, welke zelfs de onmenschlijkfle wreedheid van haaren toeleg deed afzien, om dien met andere proeven te verwisfelen. En wat was hier gefchikter, om het meeste nadeel te nichten, doch te gelijk wreeder en godlozer , dan de verdichting van allerlei geruchten , het aanrichten van plundering en moord ? Van hier, dat zendelingen der logen , door alle gewesten van Frankrijk, dan eens de nood-kreet van gevaar aanhieven, wegens den aantogt van koninglijke troepen , die geenen minderen last hadden, dan alle vrijheid-zoonen, als oproerigen , te vermoorden, dan weder de onlusten der Hoofdftad met duifenderlei vergrootingen en onwaarheden in het breede verkondigden, dan de vernietiging der Nar tionale Vergadering op 's Konings bevél verzekerden, dan wederom den vaderlanderen de fchandelijkfte oogmerken en wandaaden aantijgden, dan eindelijk het zaad van tweedragt ftrooiden , hier den eenen Burger tegen den ander, ginds de GemeenF 5 ten Verfpreïding van valfche geruchten.  90 WOELINGEN ten tegen haare Overheden, elders de aangefielde Machten tegen de Nationale Vergadering, op andere plaatfen het Volk tegen den Koning aanhitüen. Zoo ver ging zelfs de euvelmoed, dat de openbaare nieuwspapieren vol waren van bevèlfchriften , in naam der onderfcheiden Machten afgevaardigd, waarvan echter het denkbeeldig ontwerp alleen beflond in het brein der kwaadwilligen, en dat zoodanige plaatfen , alwaar men gewoon was de afkondigingen aan te plakken, vol waren van diergelijke verdichtfelem Op deze wijze poogde men het Volks - gevoelen ten nadeele der Omwenteling voorin te nemen, en, hoe nadruklijk ook wederlegd, vond de verdichting ingang, omdat zij den geest van jaloersheid en misnoegen voedde , die, in dagen van onfpoed, op ieder onbevredigd gemoed zoo ligtlijk blijft hechten. Doch, ook deze proeve was, in het oog der flaats-verraaders, veel te onbeflisfénde. Zij mogt eene geduurige onrust levendig houden ; zij mogt een aanhoudend wantrouwen gaande maaken, waarvan de ein-  VAN DEN ADEL. pi «indelij ke uitkomst eene hevige gisting der gemoederen, en daardoor welligt verdeeldheid en oproer, zoude wezen ; dan, hunne begeerde invloed bepaalde zich niet flechts tot het toekomftige. Ook de tegenwoordige oogenblikken zich zei ven dienstbaar te maaken tot het verwekken van daadlijk oproer; de beste vaderlanders in den haat des Volks te brengen , en, in fchijn van vaderlands - min , de zaak der vrijheid zelve door eenen plotslijken aanval verdacht te maaken, deze was hunne bedoeling. Konftig aangelegd was tot dat einde de opkoop van graanen. Een rot van onbekende muitelingen, opgeraapt uit de afgelegenfte gewesten, en gehuurd, om een gruuwzaam moordtooneel alomme aan te richten , vereenigde zich tot dit bedrijf. De graanen van de eene markt naar de andere voerende, derzelver prijs t'elken reife verhoogende , en alzoo, door hooge aankoop, den fchijn van gebrek, zelfs mid« den in den overvloed, vermeerderende, hadden zij gelegenheid, om het vermoeden van hunnen affchuuwlijken handel op die Opkoop van graanen, de aanleiding tot oproeren.  92 WOELINGEN Oproer te St. Ger~ mam, die onfchuldigen te werpen , weiken zij tot flachtoffers van den algemeenen haat beftemd hadden. Het Volk, op deze wijze getergd, en brandend van woede tegen zijne verdervers, liep zoo veel te gereeder in de ftrikken, welken het verraad gefpannen had, en zogt met onverftand het hoofd te bieden aan zamenzweering en hongersnood. De onbekende roovers mengden zich onder de woedende meenigte. Zij baadden zich in het bloed der onfchuldigen , zonder de misdaad op hunnen hals te laaden. Na het Volk eenmaal tot moorden aangehitst, na het oog der meenigte op de beste vaderlanders te hebben gevestigd, --kwam het misdrijf alleen voor reekening der daaders; zij, op de konftigfte wijze vermomd, voldeeden aan hunnen wraaklust, zonder eenige vervolging deiwet te duchten. Zoodanig was het lot van den braven sauvage te Se. Germain , die onfchuldig in het oproer fneefde, midden in de algemeene achting , waarmede hij anderszins vereerd werd , midden in de edelfte getuigenisfen we-  van den ADEL. 95 wegens zijne ongekreukte vaderlands - min, welken de afgevaardigden van het ftedelijk Bewind aan de Nationale Vergadering, onder het ftorten der welmeenendfte traanen, niet nalieten aan zijne asch te heiligen, met uitdruklijke bede, om toch dezen lafhartigen moord nimmer aan hunne Medeburgers te wijten. Van gelijken aard was het oproer te Si. Denis , alwaar hij, die , algemeen bemind om zijne weldaadigheid, nog kort geleden, zeer veele behoeftigen aan honger err' dood ontrukt had , de brave chatel door deze beweldadigden zei ven ontzield werd, met eene uitgezogte barbaarsheid, dié zelfs den fnoodften wreedaard moest doen zidderen. Ook alzoo fneefde de edele Marquis van belzunce , een ijverig Volksvriend , te Caën, alwaar men hem ten onregte bij de Meenigte had weten verdagt te maaken, ondanks de befchermnig van het Guarnifoen , dat hem , als den braafflen Krijgsman, eerbiedigde; zelfs de ftedelijke Raad, oflchoon geweld met geweld willende kee- ren, te St. Denis, te Caên,  te Sn anti' burg, in Fransck Vlaanderen , DaU' phiné, den Elfas, Bourgogne, enz. 94 WOELINGEN ren, moest het vreeslijk fchouwfpel gedoo» gen, om het lijk van den vermoorden onfchuldigen op de jammerlijkfte wijze te zien mishandelen , daar de welmeenendfte ijver onbeftand was tegen het doldriftig oproer. Zoortgelijke omgekogte Struikroovers verfborden de rust te Straatsburg, na dat het zich met Frankrijk vereenigd had, maakten zich meesters van het Raadhuis , verfcheurden de ftedelijke archieven, pionderden de huifen der rechtfchapenfte vaderlanders , ontzagen noch jeugd, noch grijsheid , noch weduwen , noch weefen , en vonden alleen eene geduchte wraak in de dronkenfchap, waaraan zij zich overgaven, wanneer zij, zich in den geroofden wijn baadende , ten getale van meer dan vier-hondërd, aan de billijke vervolging der wetten werden ten prooi gegeven. Door het zelfde rot van zaamgezworenen werden , eindelijk, de meenigvuldige brandftichtingen volvoerd, die de fchoonfte gewesten welhaast in puinhoopen fcheenen te  van den ADEL. 95 te zullen verwisfelen. Zoodanig ongelukkig lot trof gantsch Fransch Vlaanderen, Daupkiné , den Elfas, Bourgogne , en vooral de Steden Lyon , Macon en Beaujeau, met derzelver omtrek. In deze laatstgenoemden werd bijkans niets gefpaard. Twee-en-zestig fchoon gebouwde Kasteelen werden de prooi der vlammen. Ten getale van meer dan zes-duifend, het Land aflopende , verfpreidden zij alomme verwoesting, en, daar geene macht bij de hand was, om hunnen euvelmoed te beperken , deeden de ongeftrafte plonderingen hun getal nog dagelijks vermeerderen. Noch eigenaar, noch pagter, noch beambte , noch onbeambte , noch hoeve, noch kerk, bleef ongefchonden. Overal de klok luidende , om de ingezetenen te verzamelen, noodzaakten zij een ieder, met het piftool op de borst, om zich met hun te vereenigen , en , met verlating van vrouwen en kinders, met opoffering zelfs van den geheelen rijken oogst, in deze verwoefting te deelen. Zoo verregaande was de ongebondenheid de-  p6 WOELINGEN Oorzaken van dil alles bij den Adel te zoeken. dezer bloeddorftige monfters , door het verraad alleen afgericht tot verwoefting, om de zaak der vrijheid , door inwendige verdeeldheden, op eenmaal te vernietigen. Een wandelend Gerichtshof alleen, met eene aanzienlijke krijgsmacht gewaapend , was in ftaat, een einde te maaken aan deze gruwelen , door het geftrengfte recht op heeter daad aan de fchuldigen te oefenen. Dezen waren de maatregelen van eenen geduchten aanhang, wiens hoofden, overal verfpreid , doch zich listig fchuil houdende, den geest der misnoegdheid maar al te wel kenden , om niet van elke aanblaazing een zeker voordeel te bejagen. Veelen derzelven waren zij , die, in hoogen ftaat geboren, de gewaande rechten van den Adel veel te hoog bereekenden, veel te grondwettig keurden, dan dat zij die immer zouden afftaan aan een , in hun oog laag, gepeupel, het geen door de Natuur alleen tot arbeid en onderwerping verordend , door de Maatfchappij, alleen uit genade, tot het genot van eenige geringe verkwikkingen was toegelaten. Beleedigde eer  van den ADEL. 97 eer, gefchonden trotsheid, en te leur gefielde hebzucht waren de gronden, waarop zich de geduchtfte zamenfpanning vestigde. En, offchoon niet alle Edelen zich even dwaaslijk op het aangeboren trots verhieven , offchoon zommigen liever hunne gewaande voorregten vaarwel zeiden , dan het gantfche Land aan loutere wraakzucht op te offeren , veelen echter waren reeds te zeer verbasterd, om niet van eiken tegenftand eenige hoop op herftel te vermoeden. Dezen voegden zich gereedlijk met hun, die eerst onlangs, bij eenen gekogten titel , uit den tot hier toe verachten burger-kring tot den adeldom waren verheven. Zij, de onhandelbaarften van alle Grooten, vervloekten onophoudelijk de Omwenteling, omdat, bij haaren voordgang, de titels hunnen fchijn verliezen, en waare verdienften, de pligten van een rechtfchapen en nuttig Burger, in de plaats zouden gefield worden* Zij waren het, die aanhoudend fchreeuwden van het gevaar in de Kerk, van de vernietiging van den Godsdienst, van de ontbinding van den Staat, van eene volflagene regeeringloosIII. Deel. G heïd,  98 WOELINGEN heid, waarbij de mindere aan den meerderen gehoorzaamheid weigert. Met deze begrippen , poogden zij den afkeer aan te ftooken tegen eene nieuwe orde van zaken, welke de gelijkheid van regten en pligten tot haaren grondflag leggen zou. Van hunne zwakheid bedienden zich allen, die in verwarring alleen de bereiking zogten hunner onzuiverfte oogmerken. Niet flechts binnenlandfche oproeren, maar ook buitenlandfche aanhitfingen van allerleien aard, waren hiertoe bevorderlijk. Reeds het eenvoudig gerucht,dat een gehaatte calonne — hij , die de Schatkist van den Staat zoo jammerlijk geplonderd, en zich met de geroofde buit naar Engeland begeven had — in zijnen post van Financier zou herfteld worden: reeds dit gerucht zonder grond, alleen verfpreid , om misnoegen en tweedragt te zaaijen , verfirekte het verraad tot geen geringe fteun zijner werkzaamheden. Een fchandelijk fchot-fchrift op den eerlijken necker , en zijn bewind — de haatlijke befchuldiging, als of deze, met de verdienften zijner voorgangers te bezwalken , alleen zijnen goud-dorft had willen bevredigen,  VAN DEN ADEL. 99 digen, als of hij alleen, door het opkopen van graanen, den hongers-nood verwekt, en zich zeiven verrijkt had, — dit fchotfchrift, bij duifenden alom verfpreid, was gefchikt, om de gemoederen Hechts meer en meer te vergiftigen, den onverlaat, zoo wel als den zwakken, te onderfchraagen, en beiden nieuwen moed in te boezemen. Dus boden alle de vooroordeelen der voormaalige eenhoofdige willekeur, alle de dwaasheden eener diepe onkunde, all' het bijzondere , dat zich eene aangeboren trotsheid bij uitfluiting toeëigent, eikanderen de vereischte hulp, om, zo het mogelijk ware, alle de kracht van waarheid en regt te verguifen. Frankrijk onder den last van tegenfpoeden te verpletteren , verdeeldheid en onlusten overal te verwekken, den fchrik der dwinglandij overal te vernieuwen, met oogmerk om daadlijk nieuwe keetenen voor de vrijheid te fmeeden, of haare voorftanders in wanhoop en ellende te ftorten , zie daar den geheimen toeleg van het verraad, dat zich onder allerlei gedaanten poogde te vermommen: — zie daar den fleutel dier ontelbaare reeks van G 2 voor-  ioo WOELINGEN voorvallen, die , oppervlakkig befchouwd, als gevolgen der omwenteling zelve .aangemerkt, en door haare vijanden, niet zeiden , als zoodanigen werden uitgekreten. Doch, alle deze zamenfpannmg van onverlaaten was niet beftand tegen den heldenmoed van de waare vrienden des Vaderlands. Te midden der wanorden, welke alom herboren werden, troffen zij het doel, dat zij zich hadden voorgefteld. Voor de kracht dier waarheid, welke, zonder woorden-praal, tot het hart fpreekt, voor het bezef dier orde, zonder welke geene maatfchappij beftaat, voor de rechtbank van het gezond verftand , door geene eigenbaat bezwalkt, moet losbandigheid en onrecht, met list en geweld, die haar verzeilen, den eenen of anderen tijd, zwigten. Haare - vereenigde magt en werking is gelijk aan die der milddadige Natuur. Onweders en orkaanen mogen de aarde op haare grondflagen doen waggelen; het menschlijk onverftand moge haare heilzaame verordeningen op duifenderlei wijze wederlïreeven; zij, zich niet kreunende aan deze hindernisfen, vervolgt ongemerkt haaren loop. On-  VAN DEN ADEL. 101 Onveranderlijk van oogmerk, tart zij de weêrbarftigheden van tijd en toeval, en bekroont haare rechtfchapen vrienden met eene altijd verkwikkende, altijd zegenrijke uitkomst. Op gelijke wijze zegevierde de zuivere Vaderlands - min boven het driest verraad. Het miste zijn doel, omdat het ftreed met de geheiligde infpraak der natuur, welke onwederftaanlijk is, zoo lang zij oplettend aangehoord , of haare ftem door geen ge. weid gefmoord wordt. Na de verovering des Konings voor de belangen der Natie, had de opregte Vaderlander geenen anderen wensch, geen vuuriger verlangen , geene andere bedoeling, dan de vreedzaame Uienring van het gebouw der Conftitutie. Het waren geenszins de Heeren der heerlijkheden, noch de rijke eigenaars der'landhoeven, die hunne eigen kasteelen en wooningen ten prooije der vlammen doemden. Zij deelden in deze ramp, omdat het verraad deze onlusten op reekening der vrijheidzoonen wilde ftellen. Even min vonden deze laatften eenige verfchooning, omdat zij G 3 het Heüzaame gevolgen dezer woelingen voor de zaak der Vrijheid.  los WOELINGEN net juist waren, op welken zich het verraad poogde te wreeken, en deze wraak als het uitwerkfel dier gisting deed voorkomen, welke men in eene Konings-gezinde Natie natuurlijk verwachten moest. Bei. den vonden hun belang in het te keer gaan van oproeren, waarvan, welke ook de oorzaken waren, de gevolgen allerverderflijkst moesten wezen. De vaderlander, warsch van handelingen, die zijne beginfelen logenftraften , zwoer op nieuw trouw aan het gemeen belang, en eene edele wraak aan hun, die, met de fchandelijkfle verongelijking, tevens zijnen welftand belaagden. De landman, ter naauwernood ademende in de jammerlijke verdrukking, waarin adelijke willekeur zich , zederd onnoemlijke jaaren , met het zweet zijns aanfchijns gemest had, voelde zijnen ijver ontbranden ~ daar hem de vrijheid tot handhaving zijner rechten riep. Een oppervlakkig oog, op den tegenwoordigen tijd geworpen, was genoegzaam , om de waare oorzaken der onlusten aldaar te vinden, waar zij behoorden gezogt te worden, in de wederfpannigheid, naamJijk, dergrooten. Het voorgeven, om voor den  VAN DEN ADEL. I03 den Koning te moeten ftrijden , was reeds volkomen wederlegd, door zijne volvaardige toetreding tot de maatregelen der Nationale Vergadering. Thands bleek het, dat de zaak der vrijheid met die des Mona'rchs één was, gericht tot één doel, het belang der Natie. Ieder onpartijdige kwam te rug van zijne misleiding. Zoo werden de veroorzakers van den openbaaren rampfpoed zeiven de flagtoffers van hun eigen verraad. Zij, den Troon tegen de Natie, de Soldaaten tegen de Burgers, den Burgerftand tegen den Adel, het Land tegen de Steden aanhitfende , ftortten zeiven in de kuil neder, welke zij voor hunne gewaande partij gegraven hadden. De Koning was reeds van zijn dooling te rug gekeerd. De Natie vereerde openlijk de voorftanders haarer rechten. De Soldaat verwachtte van de nieuwe ftaats-orde eene waardiger inrichting van zijnen edelen kring, en weigerde langer tegen Burgers te ftrijden, die hem bezoldigden. De Burger bereekende zijne hooge , tot hier toe zoo lang vertrapte, waarde. De Adel zag zijne uitftekende voorregten van dag tot dag weG 4 der»  Algemeeneopfland. 104 WOELINGEN derfproker, De Landman vloekte zijne onderdrukking. Het gevolg was, dat allen, die flechts onpartijdig dagten, «Is met éenen deftrieken fchok, doortinteld werden van het-heiligst vuur, en dat dit juist losbarstte op de hoofden van hun, die m allerlei betrekkingen, hunne onderhoeken op de jammerlijkfte wijze mishandeld hadden Alles ademde, dus, een nieuw leven. All wat waarheid en recht gevoelde, vereenigde zich, zelfs zonder het te bedoelen. De Natie werd verlicht, en Mare verlichting was de doodfteek van alle tijrannen, Thands, daar het de openbaare vrijheid gold, verfpreidde zich een algemeene op, ftand door het geheele Rijk. De Burgers overal gewaapend , verhieven eenparig hunne ftemmen ter afkeering van het plaats grijpend geweld. Zij boden overal tegenftand. aan de zamenfweering, welke, hoe geheim'bezuurd, echter te blijkbaar was, om niet gekend, te wreed, om niet uitdruklijk wederftreefd, en geftrenglijk geftraft te worden. Thands barstte het gevoel van ge, fchon-  VAN DEN ADEL. I05 fchonden eer op eenmaal los. De geduchtte wraak eener getergde Natie viel neder op de hoofden van het verraad, die, hoe zeer vermomd, echter reeds lang genoeg als verdrukkers bekend, en verachi waren geweest. Eene fchierlijke vrees beving allen , die, het zij van nabij, oi van verre, eenig deel hadden aan de oproerige zamenfpanning. De openbaare wegen waren alomme bezaaijd met vreemdelingen, die, uit angst voor eene regtmaatige vervolging, zich , onder allerlei vermommingen, aan de oogen van het Publiek onttrokken, en, of in de afgelegenfte oorden des Rijks , of zelfs buiten de grenfen, eene fchuilplaats zogten. Zoodanig was het lot van den gehaatten Maarfchalk de broglio. Eerst naar Verdun geweken, alwaar hij zich in het bisfchoplijk palleis dagt te verfchuilen, maar waaruit hij fpoedig verdreven werd door eene woedende meenigte, welke het zelve dreigde in brand te Heken , begaf hij zich, onder geleide van een geducht aantal Soldaaten, naar Metz, alwaar hij zederd lang G 5 het Vlucht der Groetten.  ïo6 WOELINGEN het krijgs-bewind bezeten had. Dan, men weigerde hem, de poorten te openen, en hij, zich alom vervolgd ziende, werd verpligt, zijne veiligheid buiten het Land te zoeken, en naar Luxemburg de wijk te nemen, alwaar een vleijende brief van den Keizer, wiens genade hem deze fchuilplaats vergunde, hem eene rampzalige vergoeding fchonk voor de achting zijner medeburgeren, welker waarde hij te vooren maar alte wel gekend had, om niet dat verlies met de droevigfte herinneringen te betreuren. Dus week ook de Hertog de la vauguion, offchoon zijn naam nog niet gefpeld was op de lijst van de vijanden der Natie, offchoon hij zelfs tot eenen aanzienlijken post in het ftaats-bewind was beftemd geworden. Met verandering van naam, en in het zedig gewaad van eenen Koopman vermomd, was hij reeds naar Hawe gereisd, met oogmerk om naar Engeland over te fleken. Een kleen toeval maakt hem verdagt. Men herkent, en noodzaakt hem, om met fchande naar de Hoofd-  van' den ADEL. 107 Hoofdftad te rug te keeren, alwaar hij te vooren eene zoo aanzienlijke rol gefpeeld had. Ook 'met overhaafling, week de Hertog van Luxemburg , in wien , als vóórzittend lid in den Adel - fland, de Natie den edelften befchermer haarer vrijheid gehoopt had te zullen vinden. Dan, of de eenvoudige titel van Burger voor zijn adelijk hart te gering ware, dan of hij wanhoopte aan de toegevendheid der Natie, hij vluchtte naar Engeland, om , ten minsten in het gezicht en de verkeering met geboren Edelen, voldoening zijner beleedigde ftaatzucht te vinden. Dezelfde toeleg berustte bij de twee doldriftige voorftanders van ouden adeldom, cazales en d'epremesnil , offchoon daadlijke afgevaardigden ter Nationaale Vergadering. Zij waren reeds nabij de grenfen genaderd, wanneer zij, in hunne reis gefluit , onder eene even zoo groote verontwaardiging wederkeerden, als zij,te vooren, om hunnen vaderlandfchen ijver waren toegejuicht geworden. Ein-  *o8 woelingen Eindelijk , ook de Nationaale Afgevaar; digden uit de Geestlijkheid, de Abts, de calonne en maury, ondervonden in hunne vlucht de alom heerfchende waakzaamheid der gewaapende Burgers. Geen voorgeven, als of zij reisden, om eene nieuwe volmagt hunner lastgevers te bekomen, was genoegzaam om hunne vlucht te bedekken. Na een fpoedig onderzoek, bleek de valschheid, en zij werden genoodzaakt, de gneven der geestlijke herders , bij het afflaan der aloude voorregten van hunnen pnefter-ftand, in den loop hunner bezending, met fchaamte te blijven verduwen. Zoo algemeen werd thands de haat gevestigd tegen alle de openlijke wederftreevers van nationaale regten , dat een ieder oordeelde, zijne veiligheid in de vlucht te moeten zoeken. De oplettendheid der ge. waapende Vaderlanders liet niets onbeproefd, om eenen geduchten aanhang op te fpoo' ren en te bedwingen, die , met fchennis der heiligde regten , gezworen had, zich zeiven, ten koste van den Staat, te handhaven, Dan , juist deze tegenftand, juist deze  VAN DEN ADEL. 109 deze lafhartigheid van de zijde der openbaare vijanden, werkte daar bovenal voordeelig, waar zij den moed benam aan anderen, om openlijk hunne zijde te kiezen, of liever, daar zij veelen, uit vrees, overreedde , om zich aan de zijde der vrijheidminnende Natie te voegen. Van daar de toetreding van zeer veele Edelen tot de eenparige belangen der Natie. Den toon daartoe gaven de Marquis van fournier en de Graaf van belle-vue. „ Wij beiden", verklaarden zij, „ voeren titels, alleen door het vooroordeel ge„ wettigd. Thands willen wij dezclven af„ ftaan, en verklaaren openlijk, dat wij in „ het toekomende geenen anderen Adel „ verlangen, dan dien van Burger van den „ Franfchen Staat, geenen anderen titel, „ dan dien van eenvoudig Burger. En hier„ mede bieden wij ons zeiven, onze be„ dienden , en alle onze bezittingen, den „ Vaderlande als een verfchuldigd offer „ aan." Zulk een voortreflijk voorbeeld moest, natuurlijker wijze , een aantal van volgers vinden , die , met verwerping van hei Toetreding van den Adel tot de zaak der Vrijheid,  iio WOELINGEN van den ADEL. het adelijk trots, zich niet langer op onnozele titels wilden verhovaardigen. De gantfche Adelftand ontving denzelfden fchok, en zij, die tot hier toe hunne gewaande voorregten bij uitfluiting hadden gehandhaafd, werden thands de moedigfte voorftanders der gelijkheid. Door hun toedoen, voornaamlijk , werden de oude geregtigheden van Ambagts-heeren, uit den alouden Ridderftand af komftig , en bijzonderlijk het grootfte monfter in eiken vrijen Staat, het gehaatte Leen-recht, met alle zijne misbruiken , opgeheven , en de Franfche Staatsomwenteling verwierf zich, onder de Europeefche Volken van alle eeuwen, den eerflen lof, dat zij den mensch tot zijne echte waarde had te rug geroepen, geenen anderen adel erkennende, dan die op rechtfchapene vaderlands - min , op kunde en braaf-" heid, en dus op wezenlijke verdienften, berust. VES-  VESTIGING VAN DEN NATIONALEN MOED, TOT BESCHERMING der VRIJHEID. Dezelfde waarnemingen, welken het natuurlijk zamenftel der dingen aan de hand geeft, verfchaft ons ook de zedenlijke waereld. Elke werking beandwoordt aan haare oorzaak, en, in den zamenhang der dingen, vormen de ontallijke gevolgen, welken ééne zaak, zo het fchijnt, eigenaardig met zich voert, eenen algemeenen keeten, wiens fchakels door het onzigtbaarst verband worden vast gefmeed. Op zoodanige wijze ontftaan de fchijnbaare wanorden in de natuur, alleen uitwerkfelen van onderfcheiden, met elkander ftrijdige, krachten. Hoe verfchillend gewijzigd, werken zij allen tot één en hetzelfde oogmerk, en het geen in Algemeeïe befchouwin?en.  Ontwikkeling van den Na. tionalen Moed, 112 NATIONALE MOED, ïot in den eersten opflag tegenftrijdig was, word welhaast aan die wet van orde onderworpen, welke de oneindige Schepper voor het geheelal heeft daargefteld, ^Dezelfde wijziging en wanorde toont zich in de werking van de meenigerlei krachten en driften der Menfchen. Zij fchokt troonen en ftaaten ; haar vermogen is dat van den orkaan, die geheele gewesten dreigt om te keeren; zij verplettert alles, wat haar tegenftaat; haar middel moge vreeslijk zijn, om een heilzaam oogmerk te bereiken, haar einde is nogthands zegen. Het toonbeeld dezer vergelijking geeft ons het tegenwoordig tijdperk der Staats-omwentelingin Frankrijk. De werking van het inwendig verraad, op de Hoofdftad voornaamlijk los gebarsten, verfpreidde zich naauwlijks tot de ove-' rige gedeelten des Rijks, of eene even geduchtte tegenwerking betwistte aan dat geweld zijnen prooi. Naauwlijks hadden oproeren van allerleien aard de zekerheid eener geweldige zamenzweering geftaafd, of de openbaare Vrijheid riep ieder Burger op  BESCHERMING der VRIJHEID. 113 op zijnen post. Alle Burgers werden Krijgsknegten, alle Soldaaten Burgers. De kreet van gevaar, door de Nationale Vergadering aangeheven , was naauwlijks tot alle, zelfs de kleenfte, plaatfen doorgedrongen, of een zelfde gevoel, eene zelfde drift beheerschte aller gemoederen. Overal werd de nationale kokarde , als het teeken van vereeniging, aangenomen. Overal verbond men zich door den plegtigften eed , om voor vaderland, voor vrijheid en wetten, te ftrijden. Voor haare verdediging, voor den arbeid der Nationale Vertegenwoordigers, zou ieder Frank tot zelfs zijn laatfte druppel bloeds ftorten ! dit was het algemeene wacht-woord. Gantsch Frankrijk vertoonde ééne legerplaats, bedekt met duifende legioenen van gewaapende Burgers. En, het geen alle deze werkzaamheden geducht en onweêrftaanbaar maakte, was de toetreding der meeste koninglijke krijgsbenden. Bijkans de gantfche Legermagt van den Staat deelde in het zelfde verheven gevoel. Te vergeefsch gelastten adelijke Bevelhebbers hunne troepen, om zich te verzetten III. Deel. H tegen Voorvallen te Rtnnes,  ï 14 NATIONALE MOED, tq-T tegen de Burgerijen, wanneer deze, na eenen vruchteloofen eisch om geweeren, zich zei ven van de waapen-en tuig-huifen meester maakten, en, alzoo ten ftrijde toegerust, overal den (landaard der vrijheid plantten. Het gezicht alleen der gewaapende Vrijheid-zoonen gaf den (bot tot het denkbeeld van aangeboden broederfchap. Gevloekt werd het bevél, om tegen Medeburgers tevegten. Beider aangeheven kreet; hcve de Natie ! verbond harten en waapenen. Zoodanig was het geval te Rennes y alwaar alles, wat ftrijden kon, het zwaard* had aangegord. De Graaf de Langeuon, zond drie Regimenten Voetvolk en Ruiterij, tot beteugeling van dezen gewaanden euvelmoed. De Burgers wachtten moedig de krijgs-benden af. Eén enkel vaderlandsch lied, met zang en krijgsmufiek door de eerften aangeheven, ftemde in weinige oogenblikken de gemoederen der laatften. Agt honderd Soldaaten begaven zich onder het (ledelijk Banier, en de overigen verklaarden bij eede , hunne handen nimmer met burger-bloed te zullen bezoedelen. De ftededelijke Raad zond afgevaardigden naar alle Ste-  BESCHERMING der VRIJHEID. 115 Steden van Bretagne, om haar deze zegepraal te verkondigen, en tot zamenfpanning voor de gemeene zaak aan te moedigen. De voorflag werd aangenomen, de burgerwaapening ingevoerd, en, binnen weinige dagen, waren veertig - duifend mannen gereed, om allen tegenftand het hoofd te bieden. Nogmaals neemt de Generaal zijne toevlucht tot andere troepen % doch ook dezen weigeren gehoorzaamheid. Hij zelf vond zich genoodzaakt, buiten de Provincie te vluchten. Vruchtloos beroept hij zich op zijne gezindheid, om de nationale kokarde aan te nemen. Men weigert hem deze eer. Men wil het vaderlandfche leger door geene verdachtte perfoonen misvormd zien. Men verklaart, geenen voorvegter der dwinglandij langer te willen dulden. Te Bourdeaux, liet zich het grootfte gedeelte der Parlements - leden in de Burgerkrijgsmagt opfchrijven. Zij hielden de wacht tnet alle andere gewaapenden, en trokken overal henen, waar binnenlandfche oproeren tegenftand aan verraaders vorderde. Ha Het te Bour~ deaux,  te Lijm, Grenoble, enz. te St. Malo. 116 NATIONALE MOED, tot Het zelfde voorbeeld volgden Lijon, Grenoble , en duifend andere Steden, te gelijk met de Bewooners van het Land. Waar de zaak der vrijheid, het welzijn des vaderlands riep , zwegen alle bijzondere belangen. De geleerde, zoo wel als de koopman, de landman, zoo wel als de fiedelingen -— allen wisten zij huis en have , pen en ploeg te verlaten, om dien met het musket te verwisfelen daar, waar de nood het eischte. Nimmer werden glorierijker lauwers geplukt, dan door hen, die, na een gedempt oproer, op nieuw tot hunne wooningen te rug keerden, om den Staat met den arbeid van hoofd en handen te dienen. Het gerucht, boven al, van de aanhoudende onlusten der Hoofdftad , en van de gevaaren , die haar nog bedreigden, ontvonkte, door het geheele Rijk, eenen heldenmoed zonder voorbeeld. Met de brave Parijfenaars te fterven, of te overwinnen, —deze was de algemeene leus. Zoo moedig gedroeg zich het edel kroost van  BESCHERMING der VRIJHEID. 117 van St. Malos vrije Burgers. De nood van Parijs ftelde , hunnes inziens, het tijdftïp daar, dat zij hunnen Broederen te hulp vliegen , en den vaderlandfchen geest door eenen geduchtten bijftand behoorden te onderfchraagen. Eene rustloze handteering van het geweer vormde de meenigte wel rasch tot eene geoefende krijgs - bende. Men verdeelde haar in twee verdeelingen van voetvolk en ruiterij. Men verzamelde legerwagens. Men bragt krijgs- en mond-behoeften bij één , om den togt te volvoeren. Reeds was het ontwerp beraamd, om zich van eene aanzienlijke fterkte meester te maaken, en van daar ligt en zwaar gefchut te ontvoeren. De tijding alleen, dat de toetreding des Konings tot de algemeene Vrijheid de onlusten aldaar geftild had, wederhield eene krijgs-verrichting, welke even fpoedig volvoerd, als beraamd was, en welker geduchtte werking voor de zaak der Natie volftrekt beflisfend zou geweest zijn. Te vergeefsch poogde de Krijgs - overfte de gemeenfchap zijner Soldaaten met de moedige Burgerfchaar te verhinderen; te vergeefsch zond hij eene grooter bezetting naar alle fterkH 3 ten,  ii8 NATIONALE MOED, tot ten, welke onder zijn bewind behoorden? vruchtloos zogt hij zijne manfchap tegen eenen gewaanden oproerigen hoop voorin te nemen: de Soldaat beriep zich op zijne bezoldiging door de Natie , op zijne verbroedering met den Burger-ftand. De Bur* gerij; een overoud ftedelijk voorrecht her-* roepende, waarbij zij weleer haare ftad en het kasteel zelve had mogen bewaaken, vaardigde eene bezending af aan den Commandant, om van hem de fleutels te vorderen, die tot nog toe in zijne handenwaren. Zijne weigering veroorzaakt fterker maatregelen. Men eischt de overgave van Stad en Kasteel. Eene herhaalde afwijzing noopt haar tot geweld. Men ontweldigt hem de fleutels. Met een vliegend vaandel trekt men het kasteel binnen. De Bezetting bewijst aan de Overwinnaars de ge-! woone Krijgs-eer. Het onderfcheid van Burger en Soldaat word weggenomen. Men verdeelt, gezamenlijk, de wachten. Een hoofd-bevelhebber wordt op nieuw door allen gekozen , die den eed aflegt aan den Koning met de Natie. En de weêrbarflige Overfte bevind zich wel haast in de ver-  BESCHERMING der VRIJHEID. 119 pligting, om metfchaamte te wijken, zonder eenige wraak over het aangedaane ongelijk te ondervinden. Zoo beftfeden zij den vijand der Natie, zonder hem in perfoon te beleedigen. Ook te Bourdeaux, zag men een voldingend bewijs van dien vrijheid- minnenden Volks-geest, die Burger en Krijgsman bezielde Het Regiment van St. Remi had niet zoo dra den Parijichen helden-moed vernomen , of het befloot, zijne vaandels met de aldaar aangenomen kleuren der vaderlandfche leuze te doen onderfcheiden. Het vereerde zelfs de nagedagtenis der helden, die aldaar hun bloed voor de vrijheid zoo edelmoediglijk hadden opgeofferd. Een floers lint om den arm was het rouw-gewaad, ter hunner eere gedragen. Ook de Bevelhebber van het Kasteel ter dier plaatfe toonde zich gereed, om, op de eerfte aanvraag der Burgerij, het waapenhuis te ontfluiten, om haar van daar met een genoegzaam aantal krijgs - geweeren te voorzien. Hij beval zelfs de ervaarenften zijner manfchap, om de Burgers in de krijgskonst te oefenen. Zoo H 4 deed Edel ge» ïras van iet Regi Titnc van Ï£. Remi :e Hmyieaux , en k'an cksselfs ;ie/elnebber.  Algemeene geest van vrijheid , i i ( I i v 120 NATIONALE MOED, tot deed één der voornaamfte Officieren open. baare hulde aan de oppermagt der Natie. Zoo verkondigde hij, door zijn voorbeeld, de groote les : dat de Soldaat geen trauwant der dwinglandij, geen vijand, maar een beschermer, des Volks is, en dat het ftaande ieger van den Staat, zelfs met eene blinde onderwerping, tegen uitwendige ^ behoort te ftrijden, maar nimmer - ze]fs met onder het fchijnbaare voorwendfel, van de openbaare rust te handhaven - tegen Burgers mag dienen , zonder dat de wet tusfchen opftand en oproer beflist heeft! Het was deze algemeene geest van vrijheid, die, van alle oorden , zich , als tot een middenpunt, vereenigde , om aan de Nationale Vergadering fteim en klem te ?even. Dagelijks gefchiedden nieuwe Volks>proepingen , om eenen ieder gelegenheid e verfchaffen tot de kennis en waardeering :ijner burgerlijke belangen. Men ftaafde !en gewigtigen grondregel, dat geene vrijieid bij mooglijkheid kan beftaan , waar e volks-geest vernedering vind. Men roeg niet naar de denkwijze van eiken afzon-  BESCHERMING der VRIJHEID. 121 afzonderlijken Burger. Men riep ieder op zonder onderfcheid, die flechts door jaaren of verdiensten geregtigd was , om zijne flem te geven. Nog was het rampzalig oogenblik verwijderd , waarop de leus van Staats- of Konings - gezinden gehoord werd. De voorftanders der vrijheid onderfcheidden zich door geenen naam , die eenen bijzonderen aanhang kenmerkte. Het Vaderland — dit alleen vorderde aller oplettend toezigt; — op de Vrijheid was aller doel gericht. Zij alleen, die niet verkozen, in de Volksvergaderingen te verfchijnen, werden als verdachtte perfoonen in het oog gehouden. Zonder hen te beleedigen, was het Bewind ftaatkundig fchrander genoeg, om op hunne gedragingen te loeren. Zonder hen in hunne rechten te krenken , nam men de vereischte behoedzaamheid in acht, om hen niet éénen post van belang te vertrouwen. Men nodigde allen tot de openbaare zamenkomften , om of door een wijs beraad anderen te verlichten , of door eigen onderrichting van hunne dwaalingen ontheven te worden. Het waren deze gevoelens , welken men geenszins toefde, tot de H 5 Ver- bij de Natie,  bij de Gerigtshoven, bij de Parlementen , en bij s'Lands Hooge Schooi. i m NATIONALE MOED, tot Vertegenwoordigers der Natie over te brem gen, ten einde hen te verzekeren van de algemeene bereidwilligheid, om tot die gelukkige, hervorming mede te werken , welke zij zoo kloekmoedig hadden aangevangen. Zelfs de Gerigfs-hoven , hoe zeer tot hiertoe met eene volkomene oppermagt bekleed, weigerden thands hunne hulde niet. Bij ondervinding geleerd, dat zelfs de vereenigde magt der Koninglijke Ministers geenszins had kunnen opwegen tegen het eenparig vertrouwen, dat de gantfche Natie op haare Plaatsvervangers alom openbaarde, oordeelden zij ook, met opoffering hunner gewaande regten, den algemeenen wil te moeten eerbiedigen. — Ook de Parlementen , hoe jaloersch omtrend hunne voormaalige onafhanglijkheid van de Kroon , vonden zich weldra verpligt, van hunne hersfenfehimmige eifchen af te zien, en de regten van elke wel gevestigde maatfehappij, de oppermagt ier Natie te vereeren. De Hooge school , eindelijk , te Parijs , offchoon , >ij eenen grijzen ouderdom van vijfhonierd jaaren^aan het vooroordeel van onfeil. baar-  BESCHERMING dep. VRIJHEID. 123 baarheid geboeid, gaf-ten dezen tijde het doorluchtigst voorbeeld ter navolging. Bij ondervinding wetende, dat alle kennis zonder uitzondering, door eene voordgaande oefening befchaafd, uit elke, herboren verlichting nieuwe waarheid en kracht ontleent , onderwierp zij ook, bereidwillig, het kostbaar en geheiligd pand der algemeene opvoeding , dat haar reeds zoo lang bij uitfluiting was toevertrouwd, aan het doorzigtig beleid van hun, aan welken het Franfche Volk, van dag tot dag , zijne volmagt , niet flechts tot een langwijlig en onnozel beraadflagen , maar tot eene daadlijke bewerkflelliging van het algemeene heil, verleende. Zoo toonde zij, door hair voorbeeld, dat geene eigenzinnige grijsheid haare reden zoo zeer verzwakt had, of zij was gereed tot elke nieuwe richting , welke eene diep doorgedagte nafpooring voor de behoeften der menschheid, de belangen des vaderlands , en de begeerten van alle weiwillenden, voldoenend mogt keuren. Zoo grootsch geftemd was dé algemeene geest der Franken, om eene Omwenteling tot Befchouwing van den aaid  der Franfche Smts-om.' wenteling. | 5! ( c a % d d d b ei d m b< h af te mi 124 NATIONALE MOED, tot tot ftand te brengen , welker zaaden door de zon der verlichting reeds lang gekiemd, bij den fchok der ftaats-orkaanen weelig uitgefchoten, en nu eerst op het punt waren, om voordeelig op te wasfen, en eenmaal tot rijpheid te komen, zoo lang flechts *eene te koele winden , noch ook eene /erfchroeijende hitte, noch mangel aan rerkwikkenden regen, hunnen wasdom of volkomenheid zouden verhinderen. Doch tok de Maatfchappij ondervind geene minere wederftreevingen , dan de Natuur, in 11e haare werkingen, die flechts van den ewoonen loop der dingen afwijken. Bij e eerfte zijn zij alleen gevaarlijker, omat zij geduchter, omdat zij wel kleen in 2 beginfelen, maar dikwerf onbedwingïar en verwoestende in haaren voordgang, 1 doorgaands des te fchaadelijker zijn in : gevolgen , naar maate zij all' het goede eer en meer verflikken , en het kwaad :gunstigen. De voordgang eener ftaatmdige Omwenteling hangt grootftendeels van de oorzaken , die haar voordbragn. Heeft zij haaren grondflag in voortalige onderdrukking, zij zal door ge- duu»  BESCHERMING der VRIJHEID. 125 duurige onlusten gewijzigd worden, zoo lang niet de oorzaak volkomen is opgeheven. Zijn het algemeene rampfpoeden, die den welftand bijkans van ieder afzonderlijk Burger ondermijnden, ook deze nood zal blijkbaar moeten afgeweerd worden, eer de algemeene orde haaren vasten zetel zal vestigen. In beide gevallen, onmooglijk , zonder wanorde , uit haare fchuilhoeken ten voorfchijn gerukt, zal het van de wijsheid der Bewindsmannen, van de verlichting en de deugd der Burgeren afhangen , om haar geweld te bepaalen. Waar deze beiden mangelen, zal elke Staat in de fchennis der gemeene orde zijnen ondergang vinden; dit heilloos gevolg zal alleen fpoediger of laater aanbreken , naar gelang de inwendige omflandigheden door uitwendige betrekkingen gewijzigd worden. Ook deze aanmerking zal ons de Franfche Staatsgefchiedenis in alle haare tijdperken bevestigen. Onderdrukking beiden en rampfpoed fchiepen alhier de Omwenteling. Trots van den Adel, dweeperij van den Priesterftand, hebzucht der Pagters , zwakheid des Konings, dwinglandij der Staats-ministers,  t*ê NATIONALE MOED, tor ters , fchraapzucfac van alle Beambten , overvloed van Voorregten , aan bijzondere peribonen ten nadeele van het algemeen verleend, verfpilling van het Hof, en drukkende Schattingen , zeer ongelijk geheven — dezen waren de aanleidingen tot eene omkeering der gewoone (taats-regeling, zoodra flechts de gelegenheid daartoe zich mogt aanbieden. Zij werd geboren uit de braafheid van necker , wanneer hij , om herftèl te bewerken, alle Standen opriep, om eenparig daarin te deelen. Duifende braven verhieven hunne ftemmen, om voor s'Lands belang te fpreken. Duifenden wijdden zich geheel aan het Vaderland, in het vooruitzigt op deszelfs aanftaande redding. Doch, deze éénige maatregel was niet genoeg. De Omwenteling ontflond, omdat haare oorzaken zamengefteld, en het middel van herftèl flechts eenzoortig was. De Vrijheid herleefde, en met haar had^ op hetzelfde tijdftip, alle Slaavernij moeten zwigten. Deze echter bleef ftand houden, terwijl het bezef haarer gruwelen aanwiesch. De bedaarde vaderlander geeft ligtlijk gehoor aan voortellingen van gemaatigdheid en  BESCHERMING dèr VRIJHEID. 12? en uitftel: de min verlichtte alleen wil uitwerkfel , daar hij oorzaak ziet. Alleen geleid door het onbedrieglijk gevoel van regt, dat tot zijn hart fpreekt, ziet hij het gewigt over 't hoofd , dat ftaatkundig beleid in eene trapswijze herftelling vind. — Hoe ligtlijk zijn dan ook die uiterften te verklaaren , die , midden in de ontwaar king van den edelften geest, de beginfelen der Franfche Staats - omwenteling zoo jammerlijk hebben bezoedeld ! De min verlichtte Burger , de keetens affchuddende, die hem zoo lang gekluisterd hielden, vloekte een noodlot, dat hem nog langer tot flaavernij mogt doemen. Omringd van onderdrukking en onderdrukkers, haastte hij zich , om zelf zijne keetenen te verbreken , zijne vijanden te ftraffen. Hoe fchierlijker zich het bezef zijner verongelijkingen ontwikkelde , zonder dezelven te zien afgeweerd, des te geduchter en fchrikiijker was ook het oogenblik van den opftand. De edelfte van alle driften, welke den mensch tot zijne eigenlijke waarde verheft, barstte wel haast in eene volle, alles verwoestende vlam uit, wanneer zij, aaa Uiterften van den algemeenen geest der vrijheid.  ï28 NATIONALE MOED, tot aan zich zelve overgelaten, het geleide van den Staatsman miste , wiens wijsgeerte de dwaaling te regt brengt , den doolenden tot zijne goede beginfelen menschlievend te rug voert. Daar haare werkzaame kracht onvoldaan blijft, ftaat zij bloot voor allerlei uiterften. Het beleedigd gevoel ontlast zich in wraak, zoo dra het zich op den duur onbevredigd vind. Tegenftand verheft haar tot woede , en hij , in wien zich de vrijheid en het regt eenen manmoedigen verdediger voorfpeld hadden, wordt, met de waardigfte gevoelens, derzelver openbaare wederftreever. Zijne woede barst los op alles, wat hem tegenftaat. Zoodanig was de wraak van zommigen, gedreigd aan het monfter des menschlijken geflachts, de mesmaij , Raadsheer in het Parlement te Befangon, en Ambagts-heer van Qumeij, wanneer hij, als lid van den Protestantfchen Adel, de Ingezetenen zijner Heerlijkheid het feest wilde doen vieren ran de, zoo als hij het noemde, gelukkige 'ereenigmg der drie Standen. Zonder eenig vantrouwen , had zich de blijde meenigte naar Jammerlijk voorval te BeJ'anpn. \  BESCHERMING der VRIJHEID. 129 naar het eenvoudig gastmaal begeven. Een overvloed van wijnen , aan de gasten gefchonken, had het hart tot die uitbundige vreugd geftemd, waartoe de onmenschlijkheid het poogde te vervoeren. De geurigfte waasfeming der bloemen, waarmede zich Jong en Oud omkranste, de bekoorlijke ligging der plaats, tot deze plegtigheid uitgekozen, en hat welluidend akkoord van allerlei fpeeltuig, hadden alhier alle de bekooringen toegevoegd, welken dit landvermaak bij mooglijkheid konde vorderen. Aldus vieren zij dit feest der Staats-omwenteling met een ongeftoord genoegen, tot dat de afgelopen maaltijd hen roept, om, in het nabij gelegen bosch, dezen dag met vrolijke danfen te eindigen. Jeugd en Grijsheid paart zich in gepaste reien, onder het aanheffen van lofgezangen ter eere van den Landheer, die haar alle deze vreugd bereid, wanneer zich eensflags de aarde onder haare voeten opent, en een fchijnbaar gaapende afgrond veele ongelukkige flagtoffers onverhoeds dreigt te verflinden. Eene onderaardfche mijn, gefprongen op hetzelfde tijditip, dat de blijde fchaar op haaren III. Deel. I ge-  130 NATIONALE MOED, tot gedekten kruin dartelt, verfpreid ten gelijken tijde niet dan fchrik en dood. Van rondom wordt de lucht met een bang gefchrei vervuld. De grijsaard ziet zijne eerwaardige fpeelgenoot, de minnaar zijne geliefde , op het Oogenblik weggerukt. Het natuurlijk zelfs-behoud neemt de vluchtte baat, eer het den aard des gevaars heeft leeren kennen. Eerst nadat men, van den fchrik bekomen, de verwoesting, en te gelijk het ondeugend verraad, aanfchouwt, vliegt men tot redding der ongelukkigen, waarvan eenigen reeds de prooi van het verllindend moord - hol geworden waren , anderen nog ter naauwernood aan het leven worden te rug gegeven. Thands verkeert de vrolijkheid, die, nog zoo kort geleden, aller harten beheerscht had, in eene volflagen woede. Men vloekt den dag, tot dit feest bereid, en vooral den bloeddorstigen Raadsheer, zonder wiens voorkennis en toeflemming men dit fchreeuwend verraad onuitvoerlijk keurt. De wraak verlangt hem aanwezig te zien, om hem, middenin de aanfchouwing van dezen moord, tot haar régtvaardig flagtoffer te doemen. Afwezig zijnde,  BESCHERMING der VRIJHEID. 131 zijnde, worde hij toe het wraak-zwaard der wet verwezen, en, in zijne praats, worden zijne landgoederen, als konden zij den perfoon verbeelden, met eene fchriklijke woede aangetast. Met vuur en zwaard in de hand, verteert men het Kasteel tot asch, en verwoest alles, watilechts de wraak geduldig afwachten , of ook den minden tegenftand fcheen te bieden. De gewaapende Burgerij alleen van Befangon wederhield de woede, welke het graauw reeds bezielde , om zich , op het hooren dezer tijding, door plondering en moord, op het ftedelijk verblijf, en de huisgenoten van den onverlaat te wreeken, én hij , in allerijl henen gevlucht, zonder zich immer te regtvaardigen , bevestigde maar al te zeer de gegrondlte vermoedens, welken het naauwkeurigst onderzoek in handen kreeg. Door het hooge Gerichtshof als een onmensch gedoemd, ontging de voordvluchtige de Mesmaij de geduchtftt ftraffen, welken de wet tegen hem had uitgefproken, en heeft, in zijne afzondering aan vreemde oorden , alleen de nog grievender folteringen moeten verduwen, welI 2 ken  Moord van Ber- xhier. r3ü NATIONALE MOED, tot ken een ontwaakt geweten voor eiken mis* daadigen aller2ekerst bereid. Een ander voorwerp van s' Volks getergde wraak was de voormaalige Intendant van Parijs, hoogst verdagt wegens zijn verraaderlijk deel aan alle de jongfte aanflagen en onlasten der Hoofdftad, en berucht wegens zijne mishandelingen van afzonderlijke perfoonen, en de opkoop van graanen. Het was Berthier, die, naar Parijs komende, bij gelegenheid dat zijn Schoonvader gevat was , om veroordeeld te worden , ook ten zelfden tijde van de meenigte het doodvonnis ontving , zelfs eer eenig verhoor hem fchuldig verklaard had. Naauwlijks beeft de gefchiedenis eenig gelijkzoortig voorbeeld van vooroverlegde wraak, als in deze onzinnige regtspleeging. Reeds eene bende van meer dan vijf■- honderd gewaapende Ruiters ligtte het rijdtuig op, waarin hij gezeten was. Soldaaten van onderfcheiden Regimenten, eene ontallijke meenigte /an gewaapende Burgers, met laurier-taksen gekroond, met hunne tamboers en vaan-  BESCHERMING der VRIJHEID. 133 vaandels, geleidden hetzelve. Groene takken, omhangen met allerlei opfchriften, die in het kort de gefchiedenis van zijn leven , en de oorzaken van den Volks-haat, behelsden , werden rondom het rijdtuig vast gebonden. Zoo las men op den een: hij "heeft den Koning en Frankrijk beftolen; op een ander: hij 'verflond het beftaan des Volks; op een derden: hij was de /laaf der rijken, en de beul der armen; op een vierden : hij dronk het bloed van weduw en wees: op een vijfden: hij heeft den Koning bedrogen ; op een ander wederom : hij is de vei^ raader van zijn vaderland, enz. Vrouwen en Einders zongen en dansten, volgends de maat van het krijgs-mufiek. In de Stad gekomen , werd hij door eene fteeds aangroeiende fchaar verzeld, die van rondom de ijslijkfte vervloekingen uitbraakte. Alle huifen en venfters waren vol van aanfchouwers, even of zich de grootfte zegepraal had aangekondigd. Dan, zij was geene andere, dan die van wraak en woede. Helden-zangen van den edelften inhoud werden met die van eenen beflisten moord-lust gcftadig afgewisfeld; terwijl een woest geI 3 fchreeuw  134 NATIONALE MOED, tot fchreeuw ieder woord met gejuich herhaalde, waarbij aan het fnoodfte verraad de gruuwzaamfte ftraf werd toegezongen. Ter naauwer nood ontvoerde een fterk geleide den gevangenen aan het geweld , dat op hem loerde. Op het Raadhuis in verhoor gebragt, riepen duifende Hemmen om zijne oogenbliklijke ftraf. Te vergeefsch dringt Batlly op den eisch der menschlijkheid en van het regt. Te vergeefsch werpt zich la Fayette op de knieën, om des Volks mededogen te fmeeken. Elke bede verdubbelt flechts de woede. Men befluit, den gevangenen, onder een aanzienlijk geleide, naar de Abtdij te brengen , om naauwkeurige berigten wegens zijne misdaden jn te winnen, en fchuldig bevonden hem te ftraffen. Doch geen. geleide was hier groot genoeg tot beveiliging. Tien duifend handen zijn onmiddellijk gereed, om hem te overweldigen. Zelfs verwoed , ontrukt de ellendige aan eenen, die bij hem ftond, het geladen geweer , en lost het op de meenigte. Honderd bajonetten ontzielen 'hem op. het oogenblik. De woede verzadigt zich in barbaarschheden , aan zijn lijk gepleegd. Een  BESCHERMING der VRIJHEID. 135 Een onmensen rukt hem het nog kloppend hart uit het lijf; men voert dit op een Haak, onder het ijslijkst gejuich, door de ftraaten Parijs, in zegepraal rond, tot een eeuwig gedenkteeken, zoo wel van de fchrikiijkfte ftraf, welke in ftaats-omwentelingen eiken grooten of kleenen dwingeland agïervolgt, als van de onmenschlijkheid, waartoe zelfs eene anderszins edelmoedige meenigte in ftaat is, zoo dra zij gehoor geeft aan jammerlijke inblazingen, en het blinde werktuig wordt van hun, die of hunne afzonderlijke vfjandfehap bevredigen, of wel zich zeiven, door den dood van eenen medepligtigen , aan alle regterlijke nafpooring poogen te onttrekken; want als zoodanig dringt de onzijdigheid eiken beoordeelaar der gefchiedenis, den moord van dezen Berthier, als een voorwerp van gevestigden Volks - haat uit hoofde van trotfche baatzucht, maar voornaamlijk als het flagtoffer te befchouwen dier wreede vloekverwandten, die met hem inde fchandelijke opkoop van graanen waren gewikkeld, en zijnen moord aanhitsten, om daarmede hunne ©sgen euveldaden te bedekken. Dus I 4 leefde  Ongeluk fciguiteir. de van Foulok. 136 NATIONALE MOED, tot fneefde een Vader van agt Einders, wier bekwaamheden en deugden alomme geëerbiedigd werden; en, offchoon al eene uitdruklijke Staats-wet verbood, de misdaden der Ouders aan het nakroost toe te reekenen ; offchoon dit laage vooroordeel van het aloude bijgeloof niet langer hechtte op een verlicht en vrijheid-minnend Volk, dat verdienfte waardeert overal, daar zij gevonden wordt, was nimmer eene regtvaardigheid van laater dag in ftaat, den blaam uit te wisfchen van onmenschlijke wraakzucht, die eerder aan eene horde van barbaaren voegt, dan aan eene Natie, welke het naauwfte verband van regten en pligten tot het hoofdbanier zijner vrijheid heeft aangenomen. Een zoortgelijk lot wedervoer, op den " zelfden dag , zijnen Schoonvader, Foulon. Hoe gaarn het edel gevoel der menschheid dusdanige tooneelen met een deelnemend ftilzwijgen voorbij gaat, om niet het leerzaame der gefchiedenis , door de jammerlijkfte grieven voor het meêwaarig hart, te benevelen, noopt ons thands echter de bijzon-  BESCHERMING der VRIJHEID. 13? zonderheid van dit voorval, en de kunst zelve , die het in de nevensgaande Plaat vereeuwigd heeft, daarvan gewag te maaken. Foulon, hardvogtig van aard, had, als Intendant in den oorlog van 1755, zijnen onverzaadlijken gouddorst reeds in zoo verr' weten te voldoen; dat hij naderhand, als wreedaard en ftaatzuchtige van den eerften rang, alomme gevloekt werd. De taal der tirannen, dikwerf uit zijnen mond gehoord, dat „ een wel beftuurd koning„ rijk dat gene was, alwaar het Volk niet „ meer had om te eten, dan het gras der „ velden," had hem reeds lang op de lijst der dwingelanden geplaatst, eer de Staatsomwenteling , in het brein haarer eerfte ontwerpers, derzelver einde befloten had. Zijne plaatfing in het krijgskundig Staatsbewind bij den gehaatten de Broglio, had de gemoederen der Parijfenaars nog al meer verbitterd, omdat zij hem voor de ijzeren roede hielden, waarmede de Staats-geweldenaars hen dagten te tuchtigen. Overtuigd van den openbaaren haat, die eenmaal op hem zou losbarsten, zoo dra zich de vrije Burger tot den waaren adeldom, tot het I 5 bezef  i38 NATIONALE MOED, tot bezef zijner bevrijding van alle flaaffche banden, verheffen zou, liet hij niet flechts na, de zweevende geruchten zijner aanftelling alom te wederfpreken, maar oordeelde het zelfs geraaden , om zich , door een geheim verblijf op één der landgoederen van den Oorlogs - minister de Sartines , tegen allerlei vervolging te behoeden. Listig uitgedacht was ten dien einde het overal verfpreid gerucht wegens zijn overlijden , waaraan dat van eene kostbaare begraavenis, met zijnen ftaat en rijkdommen overeenkomftig, niet weinig fchijn van waarheid fcheen bij te zetten. Dan, de kunftigfte vermomming konde hier niets vermogen, daar zelfs zijne mededeelgenoten aan den onregtvaardigften handel, daar zelfs zijne eigen onderzaaten hem verfoeiden, en duifende handen als 't ware gereed ftonden, om hem, als een legtmaatig offer, aan den eisch der wreekende regtvaardigheid over te geven. Dooide landlieden , die hem vloekten , herkend en gevangen genomen, verftrekte hij wel dra tot een voorwerp der grievendfte fbotternij bij hen, die zich ten hoogften vereerd achtten met de gelegenheid, om zoodanigen on-  BESCHERMING der VRIJHEID. 139 onverlaat in zegepraal naar Parijs te voeren. Met een krans van brand - netels om den hals, een ruiker van distels op de borst, en een bosch hooi op den rug, wordt de gevangene , op een wagen zittende, onder een fterk geleide van gewaapende Burgers, en wel, om alle onlusten te verhoeden, in den zeer vroegen morgen , binnen gebragt. Naauwlijks verbreid zich dit gerucht, of de meenigte komt. op de been, verzamelt zich vóór het Raadhuis, en.eischt.de ftraf des booswigts. Het Bewind wil hem naar de Abtdij St. Germain doen voeren, om aldaar zijn regtsgeding op te maaken. Baillij en la Faijette bezweeren op nieuw de talleloze fchaar, om de item der regtvaardigheid gehoor te geven. „ Kan men eenig Burger , hoe „ fchuldig ook," dus (preken zij, „ ver7, oordeelen, zonder hem alvoorens van het „ misdrijf overtuigd te hebben. Gij wilt ? „ dat hij geftnift worde ; wij willen dit „ eensgelijks. Wij hebben hem, ten allen „ tijde, als eenen onverlaat aangezien, voor „ wien geene ftraf te groot kan wezen. w Maar welk voordeel zullen wij niet trek- „ ken  J4o NATIONALE MOED, tot „ ken van het uitftel zijner ftrafoefening, „ door van hem de zamenzweeringen te „ vernemen, welke wij weten dat tegen de „ vrijheid gefmeed zijn. Gij, door gantsch 5; Europa geëerbiedigd, om het herwinnen „ uwer Vrijheid , hebt met den Koning „ een verbond gefloten; gij hebt den vrede „ bezworen, en de Nationale Vergadering „ is 'er borg voor gebleven. Wij bezwee9, ren u dus, in den naam des Vaderlands, „ dat gij bemint, in den naam uws Konings, ., die u zijne liefde getoond heeft, in naam „ uwer Vertegenwoordigers, die regt heb.„ ben op uwe erkend tenis, in naam eiiv „ delijk van uwe eigen eer, fchendt uwen „ eed niet, verftoort geenszins de open„ baare rust, en onteert nimmer uwe over„ winningen , door u te bezoedelen met „ het bloed van eenen grijsaard van vier„ en-zeventig jaaren, wiens ouderdom hem „ wel niet aan de billijke ftraf onttrekken „ kan, maar wiens hoofd ook nimmer „ vallen moet, dan onder het zwaard des „ wetten! " Voor zulk eene beflisfende uitfpraak der reden,  BESCHERMING der VRIJHEID. i4e reden, en dat wel uit den mond van mannen, die alom geëerdiedigd werden, moesc welhaast alle onëdele drift bezwijken. Allen , die het gehoord hadden, gaven hunne toeftemming met een vrolijk gejuich te kennen. Dan, de meenigte, die zich opeenen verderen afftand bevond, waarbij zij niets van het gezegde hadden kunnen verftaan, aangehitst door heethoofdigen, die het uitftel verkeerdlijk uitlegden , dringt met ongeduld op eene onmiddellijke regtspleeging. De bedaarde houding zelfs van foulon , en vooral zijne ftoute navolging van het handgeklap eener zagter geftemde fchaar, verfterkt het vermoeden eener vermeende toegeeflijkheid. Eene troep van uitzinnigen dringt met geweld door tot de gewaapende Magt, die hem omringde, en ontrukt hem aan zijne befchermers , om hem naar de Gerichts-plaats (Grève) te fleepen , en onder de moord-lantaarn zijne doodftraf te voleindigen. Een ijzeren arm, aan het hoekhuis van eenen Kruidenier of Chokolaat-bereider geflagen, waaraan tot hier toe eene lantaarn in  C4i NATIONALE MOED, tot in den gewooncn fmaak opgehangen , en te gelijk het borstbeeld van lodewijk de 14de, als een zegeteeken van de overwinning der vrijheid boven de dwinglandij, was vast genageld , werd, zederd korten tijd, door eenige ontzinden tot het werktuig hunner wraak beftemd, om, met een aanhangend Katrol en Koord, de zoodanigen met den dood te ftraffen , die of in oproer gegrepen, of door het Stedelijk Bewind, hunnes oordeels, geenszins zoo fpoedig en regtvaardig mogten te regt gefield worden , als derzei ver bekende misdrijven fchenen te verdienen. Juist deze Lantaarn , welke naderhand eene zoo gewigtige rol in de Franfche Staats - omwenteling gefpeeld , en aan de land-taal een nieuw woord gefchonken heeft, om alle Volks-wraak, in de uitoefening der dood-ftraf, zonder eenig voorafgaand regts-geding, uit te drukken, ontving den trotfehen foulon tot haaren eerften onzaligen prooi. Men gelast hem ? zich op de knieën te werpen, en God, de Natie en den Koning, om vergiffenis te fmee-  BESCHERMING der VRIJHEID. 143 fmeeken. Hij gehoorzaamt. Hij ondergaat alle mooglijke vernederingen , zelfs van het laagst gepeupel , met de demoedigfte onderwerping. Het behoud des levens alleen is zijne vuurigfle bede : aan andere ftraffen wil hij zich geduldig onderwerpen. Dan, bij eenen woesten hoop is geene genade te verwachten. Men fleept hem naar de lantaarn , en heist hem in de hoogte. De koord, haare helfche taak nog ongewoon, breekt. De ongelukkige valt wederom op de knieën , en fmeekt genade. Men flaat hem de koord op nieuw om den hals; zij breekt voor de tweede maal. Zeker gevoel van menschlijkheid doet zommigen het zwaard uit de fchede rukken , om het lijden des ellendigen te bekorten. De onmenschlijke wraak alleen verfchuift dezelfde ftraf eenen geruimen tijd, tot dat eene nieuwe koord is aangebragt , en deze maakt, ten laatften, een einde aan des lijders jammerlijkfte folteringen. Een helsch vermaak juicht over het nieuwe fchouwfpèl, daar het lijk, tot de hoogte der lantaarn opgeheven, voor aller oogen zigtbaar is. Ne-  144 NATIONALE MOED, tot Nedergekten zijnde, vegt men, als verwoedde tijgers, om deszelfs bezit. Men fcheurt de kleederen van het lijf, wentelt de romp in het flijk, mishandelt die op duifenderlei wijzen , en zet het bebloedde hoofd , met een hand-vol hooi in den mond, op een Haak, om bet, door alle ftraaten henen, in zegepraal rond te voeren ! Zoodanig, trotfche foülon! was uw uiteinde, wanneer de drift des Volks, door tegenftand op tegenftand aangevuurd, geene paaien kende , waarin het eene lang getergde voldoening der billijkfte eifcben nog langer zou beperken. Dat vrij het menschlijk hart voor deze boosheden gruuwe , zij zijn en blijven eigen aan eiken onverlichttenjioop, die, getergd door onderdrukkingen, en de flapheid van het openbaar Beftuur, eindelijk tot het woeste recht van den fterkften zijne toevlucht neemt, om zich aan een verraad te ontrukken, waarvan het denkbeeld zelfs in elke vrije ziel ondraaglijk is 1 Aan zoo groote tegenftrijdigheden blijft  BESCHERMING der VRIJHEID. 145 blijft de menschlijke natuur dikwerf onderhevig , dat het edelst gevoel aan deii eenen kant door de onwaardigfte handelingen aan de andere zijde wederfproken wordt! De wijsheid alleen van het ftaatkundig Bewind is hier vermogend, om deze uiterften af te keeren. Aan haar ftaat het, de misdrijven te verhoeden , door de kloekzinnigfte befluiten. De zaak der vrijheid, zonder aanzien van perfoonen , handhavende, — de bloedzuigers en flaats-verraaders ftraffende, waar het behoort, — toegevende in kleenigheden , om naderhand, in zaken van belang, ftandvastig en onverfchrokken te zijn, <— eindelijk, eiken flap zorgvuldig afmetende naar de gevolgen , die, volgends het gewoone beloop der dingen, onmisbaar te verwachten zijn: dezen zijn de vaste gronden, waarop zich de Bewindsman alleen verlaten kan , om de allereerfte weldaad der vrijheid , de openbaare veiligheid voor ieder Burger, onfchendbaar te handhaven, wanneer duifende belemmeringen haar belaagen. Van U, derhalven , die in tijden van Staats - omHf. Deel. K wen-  146" NATIONALE MOED. wenteling in het Bewind geplaatst zijt — van u hangt het af, om, met bevrediging van de eifchen der menschlijke natuur aan de eene zijde, het tegenovergeftelde geweld te ontwaapenen! WERK-  WERKZAAMHEID DER. NATIONALE VERGADERING. Eén der geduchtfte onheilen voor elk Volk, dar. ooit ten doel ftond aan eene befliste willekeur, is dit, dat het nimmer tot de vrijheid kan te rug keeren, zonder te gelijk een tijdperk te doorlopen van regeeringloosheid , dien martelenden geesfel van alle Staaten , welken eene volftrekte dwinglandij alleen in woede overtreft. Zoo lang het gezag van éénen in de plaats gefteld is van den algemeenen wil, beftaat 'er, eigenlijk gefproken, geene wet, omdat alles bukt voor het onbeftendig goedvinden van den dwingeland , of liever van hun, die in zijnen naam het bewind voeren. Alle deelen van het Beftuur tot één oogmerk , dat van handhaving der onbepaalde magt, gericht wordende , blijkt het van K 2 zelf, Staatkundige toelland van Frankrijk.  148 WERKZAAMHEID der zelf, dat geene bijzondere regten van den Vorst aan die der Maatfchappij kunnen oradergefchikt worden , zonder het geheele ftaats-gebouw in duigen te werpen. Eerst de toetreding van den Monarch tot het ontwerp van herftèl, eerst zijne bereidvaardigheid, om het heilig pand der opperfte magt, tot behoud der openbaare rust, zoo lang te bewaaren, tot dat het Volk, door zijne Vertegenwoordigers, een nieuw zamenftel van Wetgeving ontworpen, zelf bekrachtigd, en de oude willekeur met eene vrije regeering-beftelling zal hebben verwisfeld : eerst dit alleen kan eene ftaatkundige hervorming, zonder verregaande wanorden , tot ftand brengen. Juist zulk eene taak was voor lodeWijk XVI. befchoren. Gantsch Frankrijk deed hulde aan zijne naauwgezetheid , aan zijne liefde tot regtvaardigheid, zijne zucht voor het gemeene welzijn , zijne tedere liefde voor zijn Volk. Gantsch Frankrijk verliet zich, met een volkomen vertrouwen, op de deugden van zijnen Koning: het eerbiedigde, het beminde hem, om de goedheid  NATIONALE VERGADERING. 149 heid van zijn hart. En echter, met zulk eenen Monarch aan het hoofd, gevoelde de Staat , van dag tot dag, alle de fchreeuwende verongelijkingen der onbepaaldfte willekeur. Staats-raaden, die niets anders , dan hunne eigen grootheid, zogten , hadden de goedheid van hunnen meester overweldigd. In zijnen naam gebiedende , onderwierpen zij vaak alle mogelijke herftelling aan de uitfpraak hunner eigenbaat. Tegen deze zaamgezworenen, die eiken klank van vrijheid met wangunst en woede te rug kaatften , hadden de Vertegenwoordigers der Natie voornaamlijk te kampen. Offchoon fchuldig aan misdaad van gekwetfte Volks - majefteit, omdat zij den laatften bij elke fchrede verraaderlijk tegenftonden , hielden zij zich ftaande , ten fpijt van alles, wat vrijheid en regt ademde, omdat zij aan hunne eerloze befluiten flechts den naam van hunnen , niets kwaads vermoedenden, Meester leenden. Men erkende, 't is waar, de vaderlands - min , welke v alom in het leger van den Staat heerschte; maar men wist tevens, dat veelen van desaelfs Opperhoofden verdacht , of daadlijk K 3 fchul-  150 WERKZAAMHEID der Verwijdering der Staats-Mi« Bisters fchuldig waren aan het gefmeedde inwendig verraad : en ook de Krijgsmagt zelve had nog geenen eed gedaan aan de Natie, noch aan de Wetten. Men wist het verlangen der Vrijheid - haaters, om , midden in de verwarringen, de vlam eens burger-oorlogs te ontfteken , zonder de magt te bezitten, om elke los barftende vonk in haare geboorte te fmooren. Men kende de misleiding van anderszins welgezinde Burgers, door de inboezemingen der heerschzucht, zonder dat men de gewaapende magt van den Staat konde bezigen, om elk oproer in zijne beginfelen te fluiten. Men was ftaatkundig fchrander genoeg, om niet met geweld eene gisting te verdooven , welke voor de Staats-omwenteling onmisbaar was, en alleen eene verftandige wijziging nodig heeft,' om tot het beste einde te kunnen dienen. Men was te fchrander , om niet vooraf te bereekenen, dat wanhoop de Vrijheid nimmer vestigt, maar verwoest. Het eerfte werk der Nationale Vergadering bepaalde zich dus , eigenaardig, tot den nadruklijkflen tegenftand aan des Konings  NATIONALE VERGADERING. 151 rings Ministers. Met dezen te verwijderen, dc verkreeg haar gezag en invloed eenen y krachtigen fteun. Thands werden de na-ril druklijklte voorflellen, reeds te vooren gedaan, met eenen nieuwen aandrang herhaald. Men fchetfle den Koning de verwarringen, die alom heerschten, de geweldenarijen, overal gepleegd, en de ftrijdigfle bevelen , hier en daar gegeven , met oogmerk , om de wanhoop der Burgers aan te vuuren, als uitwerkfelen van de zigtbaarfte wederftreeving van 's Volks verlangde Staatshervorming. Onder zeer veele Leden, die met allen mooglijken ernst aan deze taak arbeidden, mogen wij, ter dezer gelegenheid, geenszins verzwijgen den naam van hem , die, als Voorzitter der Vergadering, een zeer groot aandeel had in deze netelige bemoeijingen, en ook uit dien hoofde, zoo wel in zijn charakter gekenfchetst, als door de ets-naald ter dezer plaatfe verdient vereeuwigd te worden. Als Afgevaardigde van Bretagne, alwaar K 4 juist or de itionale :rgade- LE ChA" ?ELIER.  152 WERKZAAMHEID der juist de dwinglandij van s' Konings Staatsraad haare hoofd-rol gefpeeld had, was le Chapelier van nabij bekend met alle die hooffche treeken , welken de heerschzucht,zoo vaak, tot omzetting der meenigte, tot de geheimfte bedoelingen bezigt, maar tevens konstig weet te vermommen , behalve alleen voor het oog van den wijsgeerigen Staats-man, die, uit gefchiedenis en ervaring, de roerfels van het menschlijk hart heeft weten te ontwikkelen. Een man zijnde van meer dan middenmaatige bekwaamheden , en van een bijzonder doorzigt, en daarteboven gewoon met lieden van allerleien rang te verkeeren, drong zijn fcherp oog wel haast door tot de bedektfte aanflagen, terwijl menfchen- kennis hem dat gene gemaklijk deed aanvullen , 't welk aan dagelijkfche wezens zoo vaak ontflipt. Reeds van vroegen tijd doorzult met de kennis der onderfcheiden zamenftellen van regeering, voornaamlijk geput uit dat onfchatbaar werk van den beroemden montesqujeu, het geen de goedkeuring van alle eeuwen zal verduuren , was hij, reeds bij tijds, gevormd tot een bekwaam fchoolier in die door-    NATIONALE VERGADERING. 153 doorluchtige fchool , welke de Staats-omwenteling opende, en bevond zich daardoor volkomen in ftaat, om zelf de juiste toepasfing te maaken tot het geen natuur-wet, omftandigheden, en de wijsheid van overoude volken, voor den tegenwoordigen tijd der navolging waardig maakten. Doordrongen, eindelijk, van de heiligfte zucht voor het gemeene welzijn , had hij dien vasten leiddraad voor zijn gedrag, welke alleen de eerlijkheid van den Bewindsman boeit; terwijl een bedaarde geest, die hoofdtrek in eenen echten Staats-man, hem de denkwijze van anderen , hoe zeer van de zijne verfóhillende, deed eerbiedigen, zonder aan den anderen kant de waarheid te verlochenen , of van zijne eenmaal aangenomen grondbeginfelen af te wijken. Als zoodanige, te regt aan het hoofd geplaatst eener Vergadering, welke hij, reeds van den beginne, met lof als Geheimfchrijver gediend had, was hij de getrouwe mede - arbeider tot affchudding van die flaaffche banden, waarin raadsheerlijke overmoed, door koninglijken luister befchaduwd, den invloed van welK 5 ge-  ï54 WERKZAAMHEID der Veraekering der openbaare rust. gezinde Volks - vertegenwoordigers gekectend hield. Met dusdanigen Man aan het hoofd, die, daar het de waarheid gold, allen dwang trotzeerde, was de zegepraal der Vergadering over eenen eerlozen Staats-raad beflist. Geene pooging hiertoe werd gefpaard, offchoon ook de nijd mogt verfpreiden, dat men den Koning, tot vermoeijing toe, met aanzoeken lastig viel. Aanhoudende vertoogen vonden eindelijk ingang, en de Mont- morin , DE LA LUZERNE , ST. PrIEST , en anderen, wier bekende vaderlandsmin hen de achting der gantfche Natie bezorgd had, vervulden eerlang de plaatfen der onwaardigfle voorflanders van het willekeurigst gezag. Op deze wijze was de Natie, in haare Vertegenwoordigers, op eenen nieuwen en vaster voet met haar Opperhoofd vereenigd. Thands konden haare Afgevaardigden eene waardiger gedaante aannemen, welke klem gaf aan hunne beiluiten. Midden in de geluk-  NATIONALE VERGADERING. 155 lukwenfchingen, welken zij van alle Steden en Gewesten ontvingen, midden in de dagelijks verfterkte grondvesting van nationaal gezag en vertrouwen, werd deze blijdfchap niet weinig geftoord door de telkens vernieuwde berigten der onlusten en moordtooneelen, waaraan de oprechte vaderlander niet dan met fchrik konde denken. Ontzet over deze uiterften, had de lafhartige eenen fchijnbaaren grond, om zijne werkloosheid te regtvaardigen. Zwakke zielen, aan eenzelvigheid, vooroordeel en gemak gehecht, bejammerden reeds den dood-flaap der dwinglandij , uit vrees, dat ook de onlusten , die van elke Staats - omwenteling onaffcheidbaar zijn, tot hunne ftille wooningen mogten naderen. In hun flakken-huis op de gewoone wijze langzaam voordkruipende, haaien zij fchierlijk het hoofd te rug, zoo dra flechts een ongewoone fchok hun teder beftaan fchijnt te bedreigen, en roepen liever den ouden flender, hoe wanordelijken, verklaaren zich liever voorftanders van het oude, dan met eenen moedigen flap écnen fteen bij te dragen tot dat gebouw, het geen alleen, door volfian digen ijver en mede-  156 WERKZAAMHEID der medewerking van allen, voltooid kan worden. Uit hunne lafhartigheid nemen juist de vijanden der Natie de onzaligfte aanleidingen tot het zaaijen van tweedragt, het fchijnbaar voorwendfel, om het kwaad, dat zij zei ven flichten, aan eene verkeerde oorzaak toe te kennen, ten einde daardoor en het Volk , en eene Vrijheid te lasteren, welker ontwaaking zoo verfchriklijk is. Maar zij, wier kunde en moed hen, als 't ware, voor deze omwenteling gefchapen hadden, wier verlichting en ernst met het tijdperk van onrust aangewakkerd, wier fierheid en heldenmoed, door de nog verfche ondervinding van den trots van groote en kleene tirannen, nog gefladig was aangevuurd, waren boven deze levenloosheid van een ftaatkundig Hakken - beflaan zeer verre verheven. Zij kenden de les der ondervinding, dat 'er geen geluk is, het geen niet de Slaavernij vergiftigt, geen onheil, dat de Vrijheid niet verzagt; dat de wanorden, offchoon zij ook de menschlijkheid doen beeven , flechts een oogenblik duuren, en niet ongelijk zijn aan den ftort-regen, die, offchoon het graan ter nederwerpende, de lucht  NATIONALE VERGADERING. 157 lucht van haare dampen op eenmaal ontlast, om daarna den verkwikkenden zonnefchijn met zoo veel te weldadiger invloed te doen uitbreken, en dat het zeven-hoofdig monfter der dwinglartdij zich alleen door zijne eigen woede vernielt. De Volksvertegenwoordigers fielden den openbaaren vijanden dat tegenwigt, waarvoor weldra alle euvelmoed moet zwigten , naamlijk wijsheid , moed en ftandvastigheid. Door menfchen-min ontvonkt, vlogen zij den ellendigen te hulp, waar het driest verraad eenige verwoesting mogt bedreigen; of liever — het geen den Staatsman nog meer vereert — voorkwamen de fchandelijkfte oproeren, door beleid en door onbezweken trouw. Overtuigd, dat de Vrijheid gelijk is aan de lans van Achilles, die geneest op het oogenblik, dat zij wondt, arbeidden zij zonder tnsfchenpoozing, om haar te flaaven, richtten de regeeringen van Dorpen, van Steden, en geheele Gewesten , op eenen eenparigen voet, die met den Volks-invloed ftrookte, en vormden overal de gewaapende Burgers naar één eenparig krijgs - bewind, ora  158 WERKZAAMHEID der Moedig gedrag te Poisjy. om in hun voornaamiijk den waaren fteun der geheiligde Vrijheid te vinden. Van dezen aard was de bijftand der Volks - vertegenwoordigers in de fchandelijkfte buitenfpoorigheden, door de vijanden der Natie te Poisjy gepleegd. Een enkel mondeling berigt , dat de ijverigfte voorftanders der algemeene regten op het punt waren, om flachtoffers te worden eener onbefuisde woede van het opgehitfle graauw, was genoeg, om hen ter hulpe te doen fnellen. Zij betwisten elkander de eer, om in weldadigheid uit te munten. Deze flerk fprekende drift vordert de vertraaging eener hoofdlijke ftemming. Een twaalf-tal van bekende menfchen-vrienden valt de benoeming te beurt. Zij vliegen naar Se. Germain, en van daar naar Poisjy , midden in den hoop van ontzinden, die gereed Honden, den edelen Thomassin , als opkoper van graanen ten onregte befchuldigd, te ontzielen. Zij werpen zich in het midden dezer barbaaren, en bezweeren hen, bij de ftem der natuur, om geen onfchuldig bloed te  NATIONALE VERGADERING. 159 te ftorten. Dan, het muitend graauw brandt van wraak. Een ichriklijk gemor is het onheil - fpellend andwoord. Men dreigt den dood aan mannen, die verwaten genoeg zijn, voor eenen misdaadigen te fpreken. Men fleept den ellendigen naar den muur henen, waaraan hemde hals-koord tot haar offer verbeid. Nog geven, echter, .de Afgevaardigden de hoop niet op. Eén derzelven, wiens beeldtenis wij hier nevens plaatzen, om zijne fchranderheid, zijn ftaapkundig doorzicht, zijne welfprekendheid, en bovenal dien onvertfaagden moed te vereeren, waarvan hij ter dezer gelegenheid het edelst voorbeeld gaf, —■ le Camus roept, te midden van dit oproer, de brave Ingezetenen op, die tot nog toe, voor de gevolgenbeducht, dit tooneel met eene huiverige onverfchilligheid hadden aangezien. Met eene gemaklijkheid van ontwikkeling zijner denkbeelden zonder voorbeeld, dringt hij door in harten, die niet geheel ongevoelig zijn voor waarheid en regt; doch alleen te rug deinzen op de vermeende onderftelling van een groot gevaar. Hij fchetst hun het belang, dat zij voor hunne eigen perfoonen en le Camus.  i6o WERKZAAMHEID der en huisgezinnen hadden in de handhaving der openbaare orde, de waarde der Vrijheid , welke zij erkenden , en haare juiste fchatting, vooral ten aanzien van hun, die, van misdaad befchuldigd, alleen van de wet, zo deze hen veroordeelt, eene regtmaatige ftraf behoorden te ontvangen. Zijne aanfpraak, waarin het hart alleen .(preekt-, vind bijval. Het gevoel van verontwaardiging over het fchriklijk tooneel, dat bereid wordt, ontwaakt. „ Wij zullen niet dulden, dat „ onze Stad bezoedeld worde door zoort. „ gelijke gruwelen," is de ftem der braven , welke zich laat hooren. Hun getal vermeerdert. Gewaapend bezetten zij eenige posten. Men befluit, met de Afgevaardigden aan het hoofd, de oproermaakers aan te tasten. Dezen (laan verzet over den onverwachten aanval. De vreemdelingen, die zich onder den ontzinden hoop gemengd hadden, en waarfchijnlijk wel de eerfte aanftookers waren, namen de vlucht. De overige meenigte bezeft haaren gewisfen nederlaag, in geval van tegenweer. Men benoemt van wederzijde onderhandelaars. Aan den eenen kant, eischt men het (poedig regts- geding    NATIONALE VERGADERING. 161 geding van den befchuldigden. Die wordi aan de andere zijde toegegeven, onder voor. waarde van veiligheid voor zijn perfoon, Thomassin bedient zich van deze gunfüge oögenblikken, en vlucht in de gevangenis; De Afgevaardigden ftellen zich vóór de deur, om eene nieuwe overrompeling af te keeren. De deugdzaame Bisfchop van Ckartres plaatst hem in zijn rijdtuig naast zijne zijde, om hem alzoo naar Verfailks$ tot vóordzetdng van zijn pleidooi, over te voeren. Hem volgen de overige Leden. Een geleide van dertig wel gewaapende en moedige Burgers dekt hunnen aftogt, tot daar zij zéker zijn van eene behouden overkomst Zoo keeren de Afgezondenen der Nationale Vergadering te rüg, met de edele zelfs- voldoening, van eenen Man gered te hebben, Wien het fcherpst, doch regtvaardigst, onderzoek, onmiddellijk te werk ge* field, volkomen onfchuldig vond! Een gelijkzóórtig voorbeeld van onbe^ zweken moed, midden in het oogenfehijnlijkst gevaar, gaf de Nationale Vergadering Vooral dan, wanneer zij, welken het alge- IIL Deel. L ' meert Afgekondigd Bevelfchrift tot sewaaring Ier gemee* ié rust.  i6a WERKZAAMHEID der meen gerucht aan de misdaad van gekwetfte Natie fchuldig waande, op het punt ftonden, zoo te Parijs, als elders, flachtoffers te worden eener onzinnige Volks-woede. Het algemeene wantrouwen, zoo eigenaardig en ftaatkundig noodzaaklijk bij elke herboren Vrijheid, had echter een al te lierk voedfel ontvangen uit de aanftelling vaneen altijd- vergaderend (permanent) Committê te Parijs, het geen , dag en nacht bij één zijnde, het vermoeden deed óntftaan van de grootfle gevaaren, die den Staat bedreigden. Het bezef van den algemeenen nood gaf het aanwezen aan onderfcheiden voorftellen, om denzelven af te keeren. Edeler zorg kon 'er voorzeker niet zijn, dan te waaken tegen het verraad. De verraaders zeiven te ftraffen, fcheen billijk en noodzaaklijk. De wijze alleen van vervolging en ftraf leed eene verfchillende verklaaring. Buitengewoone omftandigheden vorderen buitengewoone maatregelen. Met deze les der ftaatkunde waanden zommigen hunnen eisch te regtvaardigen, om een plaatslijk gerigts-hof aan te ftellen, dat de fchuldigen, zelfs op de eerfte aanklagt, in hech-  NATIONALE VERGADERING. 163 hechtenis nemen, hunne zaak onderzoeken,, en, fchuldig bevonden, hen zonder verwijl te regt ftellen, of ook,. in enkele noodzaaklijke gevallen, den fchuldigen, op een gegrond vermoeden, de vereischte ftraf, zon-, der regterlijk onderzoek, zou doen wedervaren. Anderen, hulde doende aan de. Vrijheid , welke de billijkheid en perfoon-. lijk eigendom tot haaren grondflag heeft, waren moedige tegenftanders van een begrip , waaraan tijd en toeval , denk - trant en inzigt, zoo vaak eene verkeerde wijziging konden geven. Beide gevoelens hadden hunne ijverige verdedigers, ook in de Nationale Vergadering. Het laatfte, echter, vond bij haar zijne zegepraal. In de tegenwoordige dagen der jammerlljkfte verdeeldheid van gemoederen , gaf zij een Ber vel-fchrift, dat getuigt van haare wijsheid en gemaatigdheid, en, juist omdat het den laster verftomt, die haar onregtmaatig veevolgde , eene bijzondere plaats in de gefchiedenis dezer Staats-omwenteling verdient. 1 „ De Nationale Vergadering," dezen zijn Lü de  164 WERKZAAMHEID der ƒ de nadruklijke woorden, bij zich zelve „ overtuigd , dat zij , van haar allereerst: ,, aanzijn, geen befluit nam, of het ware „ volkomen gefchikt, om haar des Volks „ vertrouwen te verwerven; dat zij reeds „ de eerfte grondflagen legde , waarop de „ openbaare vrijheid en het geluk der maat,5 fchappij berusten ; .dat de Koning meer „ dan ooit aanfpraak heeft op de verkleefd„ heid zijner getrouwe Onderzaten; dat hij „ zelf hen niet flechts heeft uitgenodigd „ tot herroeping hunner vrijheid en reg,, ten , maar zelfs, naar het verlangen der „ Vergadering, alle perfoonen van zich ver- wijderd , die het algemeen wantrouwen „ mogten levendig houden ; dat hij van de „ Hoofdftad heeft weggezonden die troe„ pen , welker tegenwoordigheid zoo veel „ fchriks verwekte ; dat hij van zich dia „ Raadslieden heeft afgeweerd, waarover „ de Natie zich zoo bekommerd toonde', en derzelver plaatfen vervuld met voor„ werpen haarer achtinge; dat hij zelf in „ de Nationale Vergadering verfchenett is, „ als een vader midden onder zijne kin,y ders, om hen te raadpleegen over het „ be-  NATIONALE VERGADERING. 165 "„ behoud van den Staat; dat hij, door dev zelfde gevoelens beheerscht, zich naar de „ Hoofdftad heeft begeven , om zich met „ zijn Volk te vereenigen , en door zijne „ tegenwoordigheid alle opgevatte vrees te „ doen verdwijnen ; dat de Vergadering, „ hij deze voikomene eenftemmigheid van „ het Opperhoofd met de Vertegenwoordi„ gers der Natie , en na de gewenschte „ vereeniging van alle Standen, zich bezig „ houdt, en onophoudlijk zal bezig houden „ met het gevvigtig voorwerp der Confti„ unie; dat alle wantrouwen, het geen deze zoo onwaardeerbaare eensgezindheid in ?, het een of ander opzigt mogt ftooren, ?, den arbeid der Vergadering verhinderen, „ de oogmerken des Konings belemmeren, en ten gelijken tijde de algemeene belan„ gen, zoo, wel der geheele Natie, als die „ van ieder Burger in het bijzonder, zou benadeelen ; dat, eindelijk , een ieder, die belang ftelde in het behoud des Va„ derlands, niet konde nalaten te zidderen op het denkbeeld alleen der onlusten, „ wier gevolgen gewislijk zijn zouden de 9, verftrooijing van zeer veele huisgezinnen, L 3 n be-  ï66 WERKZAAMHEID der „ belemmering van den handel, belette bij„ ftand aan de armen , werkloosheid voor „ ambagtslieden, en dus eene daadlijke „ verwoesting der gantfche maatfchappijlijke 5, orde: „ De Nationale Vergadering, op dit alles „ zorgvuldig lettende , gelijk het gemeen „ belang, haar ph'gt, zulks vordert3 nodigt „ hiermede alle Franfchen tot den vrede, „ tot handhaving der algemeene rust en „ orde, tot het vertrouwen, dat zij behoo„ ren te ftellen op hunnen Koning , op hunne Vertegenwoordigers, en uit dien „ hoofde ook op de wetten, zonder welken ,. geene waare Vrijheid beftaan kan". „ Zij verklaart, derhalve, in hoedanigheid ,,'als bewaarers van dat vermogen, \ geen „ haar door de Natie is toevertrouwd, dat 5, alle de zoodanigen, die door hünne mis„ daden den algemeenen rampfpoed zullen l\ hebben veroorzaakt, of nog mogten ver„ oorzaken, zullen aangeklaagd, overtuigd „ en geftraft worden; doch dat zulks al„ leen zal gefchieden door de Wet, als die „ hen  NATIONALE VERGADERING. 167 „ hen allen uitdruklijk moet befchermen, „ tot dat zij hun lot zal hebben beflist; „ dat de vervolging der misdaad van ge„ kwetfte Natie alleen behoort tot de ver„ rigtingen haarer Vertegenwoordigers; en „ dat de Vergadering, in de Aïïe van Con„ fiüutie , waaraan zij onverwijld arbeidt, „ de regtbank zal daarfiellen, voor welke „ gebragt zullen worden alle die genen, „ tegen welken eenige aanklagt wegens „ zoortgelijke misdrijven zal gefchieden, „ om als dan volgends de wet, en een „ bepaald voorfchrift, gevonnisd te kun„ nen worden." Het was deze afkondiging, welke, hoe zeer bij alle rechtfchapen Vaderlanders goedgekeurd, niet naliet eene hevige gisting te bewerken. Men begreep naamlijk, dat mangel aan eene goede Staats - regeling het verraad maar al te veel gelegenheid gaf tot onverhinderde werking, zoo lang niet een bepaald Gerigts - hof, uit vrienden van Vrijheid zamengefteld , daartegen beftendig waakte; ja, dat de Verraaders, door eene fpoedige vlucht, zich ligtlijk aan eene ftrafL 4 oefe- Strijdige uitwerking dezer Afkondiging.  i68 WERKZAAMHEID der Voorval met den Generaal HE B£Z£N- Oefening konden onttrekken, welke, zo ooit,' thands bijzonderlijk voor de goede zaak noodzaaklijk was. De tweedragt bediende •zich vlijtig van deze gelegenheid, om nieu> we onlusten te ftooken. Zij vond nog ge? reeder bijval, juist door de verwijdering van één der gehaatfte perfoonen, waaraan het gerucht wilde, dat de ijverigfle Voorltanders der Volks - vrijheid eene gereede toeflemming gaven. Het was de Generaal de Bezenval , die, aan het hoofd van 's Konings-krijgsbenden geplaatst, bij verfcheiden gelegen^ heden getoond had, alle zamenkomflen van Burgers, alwaar men over ftaats-zaken zoude handelen, door tusfchenkomst zijner troepen te willen verhinderen, en zich daardoor den algemeenen haat had op den hal? geladen. Zijn bevél over een gedeelte der Krijgs-magt, die tegen Parijs was afgezonden , zijne aanhoudende briefwisfeling met bekende vijanden van den Burger-fland, zijn duurzaam verblijf zelfs in de Hoofdftad, nadat reeds de troepen van daar geweken waren, hadden dezen haat nog meer verfterkt. Ja, deze verkeerde wel haast in vijandlijke woede, nadat men openlijk ver- fpreid-  NATIONALE VERGADERING. 1Ó9 fpreidde, dat hij zelfs van de Vertegenwoori digers der Natie een vrij-geleid-brief had verkregen , om, wanneer het hem geviel 3 ongehinderd naar Zmtferland te mogen wijken. Dit gerucht,' hoe valsch , en alleen geftrooid, om verdeeldheid te wekken, vernieuwde wel dra den voormaaligen eisch om een Gerigts-hof, dat zich van zoodanige Staats - vijanden zou verzekeren. Het ongeduld der onverlichtte meenigte, door tweedragt - flookers aangevuurd, gaf daaraan de pnzinnigfte verklaaring. „ Nu bleek het zon-„ neklaar," dus liet men zich hooren, „ dat „ men tot dezen prijs de gunst der dwing„ landij wilde kopen. Wel haast zouden „ de zaamgezwörenen in zegepraal aan het „ Hof verfchijnen, aldaar onbefchaamd den „ haat der Natie tarten, en eindelijk zich „ jammerlijk wreeken aan alle de Voor„ flanders der Vrijheid!" Inboezemingeii van dezen aard werden te Parijs zeer gretig aangenomen. Men oordeelde de zaak der Natie in gevaar. Binnen drie uuren tijds, werd door de geheele Stad de alarmklok geluid, de trom geflagen, en het fein gegeven eener gevreesde overrompeling. De L 5 mee-  t7o WERKZAAMHEID der meenigte wiesch zeer ftcrk aan. De Gerigts • plaats ( Gréve ) weêrgalmde van een woest gefchreeuw, waarbij men den dood aan alle verraaders, ftraf aan bezenval bedreigde. De laatfte Afkondiging der Nationale Vergadering, overal zijnde aangeaangeplakt, werd afgefcheurd, en haare plaats - met eene tegenftr-ijdige verklaaring vervuld. Te vergeefsch poogden de Kiezers, die zich tot één lichaam hadden bijééngevoegd, de meenigte te bedaaren. Den beruchten Generaal in handen te hebben, en door de Wet te doen ftraffen, was de onweêrftaanbaare eisch , van welks voldoening of weigering de rust der geheele Stad fcheen af te hangen. Het befluit alleen van de Vertegenwoordigers dier Stedelijke Gemeente, dat men, ;, verr'van den Generaal „ de Bezenval vrij te laten vertrekken, ,, zich in tegendeel van zijn perfoon zou „ verzekeren; dat men, zo hij niet reeds „ in handen ware, alle poogingen zou aan„ wenden , om hem te ontdekken; dat „ men, hem vindende, onder een zeker geleide bewaaren , en aan de Wet zoude „ overleveren:" dit befluit alleen bragt eene  NATIONALE VERGADERING. 171 èene kalmte te weeg, welke anderszins onherftëlbaar fcheen. Intusfchen, was de Nationale Vergadering van de onlusten der Hoofdftad naauvvkeurig verwittigd. De zaak zelve, en het befluit van den Raad der Parijfche Gemeente, thands ter tafel gebragt , mogt eene herhaalde overweging aan de hand geven van een voorftel, waarover men reeds te vooren beflist had; hierin was men echter eenftemmig, dat geene wufte aanklagt, op enkel vermoeden gegrond, genoegzaam ware, om te vonnisfen; dat erkend misdrijf alleen den fchuldigen aan de ftraf der wetten konde Onderwerpen ,• dat des Generaals pleidooi naauwkeurig opgemaakt; dat hij, onfchul dig bevonden , vrijgefproken , — fchuldig geoordeeld, geftraft moest worden, en dat, intusfchen, de verklaaring, waarbij hij, zoc lang het een of ander nog niet bewezer was, onder de befchermlng der wet gefield werd, zoo wel als de verzekering van zijn Perfoon, hem tegen alle de woede van eenen ontzinden hoop behoorden te beveiligen. Zonder zich te bekreunen aan eene gewaande Moedig gedrag der Nationale Vergadering.  lf% WERKZAAMHEID per de beleediging wegens het affcheuren haarer openlijk aangekondigde befluiten , begreep zij, dat ftandvastigheid alleen, in zaken van belang, boven onverftand en geweld weet te zegevieren , zonder dat men zelfs toe? vlucht tot den gewaapenden arm behoeft te nemen. De ongemeene bedaardheid, waarmede zij haar voormaalig befluit wist te ftaaven, zal altijd het treffendst bewijs opleveren van de wijsheid haarer beraad? flaagingen, en van dat hooge gevoel van eigen waarde, dat de waarheid en het regt zoo luisterrijk doet praaien, „ De Nationale Vergadering , " dus. luidde haar jongst befluit, „ in aanmerking „ hebbende genomen alles, wat ter zake „ van den befchuldigen Generaal de Bezen3, val , in Parijs, is voorgevallen , ver„ klaart: dat, zo een edelmoedig en mensch„ lievend Volk zich voor altijd tegen allerlei „ geweldenarijen zorgvuldig moet hoeden, „ zulks boven alles de pligt is van Vertegen„ woordigers der Natie ; dat dezen, boven ,, alles, ten fterksten gehouden zijn aan de uit„ fpraak van het regt, om alle die genen,  NATIONALE VERGADERING. 173 }, die befchuldigd en overtuigd zullen wor„ den, het welzijn vart den ftaat, de vrij„ heid, of de openbaare rust te hebben aangevallen, naar de wet behoorlijk te „ vonnisfen en te ftraffen* " „ Zij verklaart dien volgends , dat zij ten eenenmaale Volhard in de befluiten, „ door haar te vooren genomen, zoo wel ,, ten aanzien der verandwoordlijkheid van „ alle bedienaars der uitvoerende Magt, „ als van de oprigting van een Gerigtshof, „ dat uitfpraak zal doen over alle Staats„ misdrijven , overeenkomftig alle die aan„ wijzingen en ophelderingen, welke aan het zelve, door een daartoe bijzonderlijk „ aanteftellen Committé, zullen gegeven „ worden. „ Nog verklaart zij, ten aanzien van den „ Baron de Bezenval , dat zijn perfoon „ in hegtenis genomen, op eene veilige „ plaats gebragt, en onder eene fterke •„ wacht zal gefteld worden in de naast•„ gelegen Stad, alwaar hij zal gevat zijn, en 3, dat niemand, hij zij wie hij zij, op zijn » per-  Gevangenneming van heBezeN' VAL. 174 WERKZAAMHEID der „ perfoon eenigen aanval zal mogen doen 5 „ omdat hij onder de befcherming der Wet is." Door dezen moedigen ftap, waarbij de Wetgevende magt van de regtfprekende zorgvuldig bleef afgefcheiden, deed de Nationale Vergadering het oproer verftommen. Het geheim bevel, dat zij reeds gegeven had tot gevangenneming van de Bezenvals werd met alle mooglijke naauwkeurigheid uitgevoerd. De nevensgaande Kunstplaat vereeuwigt haare oplettendheid, wanneer zij, klem gevende aan haar befluit, een talrijk geleide van gewaapende Manfchap beftemt, om hem naar Brië-Comte-Robert, en verder naar een oud Kasteel over te voeren, alwaar hij zyn regts - geding behoorlijk zoude afwachten. Te vergeefsch mogt het morrend misnoegen voord hollen, om den gevangenen , als zijnen prooi, aan den eisch der wet te ontrukken; te vergeefsch mogtera zendelingen des oproers de plaats der gevangenis willen overweldigen; — behalve eene talrijke en beftendige wacht vóór het Kasteel ; behalve de beftemming van Onderofficieren, op het woord van eer, om de Ka-  Bezenva^overgebragt naar het Kasteel teBrie-Cointe-|aol>ert,oj den xodei ' van OoirjstniaaiJLïl   NATIONALE VERGADERING. 175 Kamer des gevangenen, bij dag en bij nacht, te bewaaken, plant men eene batterij met het nodige gefchut, om allen mooglijk geweld reeds van verre te beteugelen. Dus weet men, door beleid en door moed, de openbaare veiligheid, en het regt van verdediging voor eiken aangeklaagden, als het hoogfte regt van perfoonlijk eigendom, het bolwerk der Burgerlijke Vrijheid, alom te doen eerbiedigen. En — deze is alleen de grootheid van een Bewind, dat zich ver> pligt reekent tot verandwoording zijner daaden ! — zelfs weet de Nationale Vergadering, door het openbaar bekend maaken van de aangewendde middelen , om den befchuldigden in haare magt te krijgen en te houden, eene meenigte tot haaren pligr te brengen , welke door geene enkele bedreigingen te bedwingen was. Op deze wijze bevrijdden de Vertegenwoordigers der Natie eenen man, wien zelfs eene laater regtbank fchuldig vond. Zij ontrukten hem aan eenen gewisfen dood, voor wien reeds duifende ontzinden de heldfche lantaarn gereed hielden , om in hem het fchriklijk tooneel van Berthier. en Foulon te vernieuwen! Een  i76 WERKZAAMHEID der Werkzaamheidder Nationale Vergaderingomtrend 'sLandsin. Komften. Een andere tak van werkzaamheid, eri wel de moeilijkfte, die, midden in hee'rfchende ftaats-onlusten, naauwlijks eenig goed gevolg belooft , was de regeling der openbaare inkomsten, dm aan alle nodige behoeften te voldoen. De verbaazende onderband van graanen, welken de Koning aan het Rijk had moeten geven, — de buitengewoone dag-gelden , geduürënde eenen geruimen tijd, aan twaalf-duifend werklied den te Parijs betaald, — de ftuikhandel in zout en fnuif, zelfs door openbaar geweld begunftigd, — de vernieling van veeIe flagboomen, alwaar tollen en andere lm ten doorgaands geheven werden, — de plun* dering der pagters-huifen, — de verftrooijing van de lijsten der inkomsten, — de opfchorting der betaaling van hoofd-geld,' verpondingen enz. op zeer veele plaatfen^ bijzonderlijk op het Platte Land, — dit alles had zulk een verbaazend kort gemaakt in den on vangst, vergeleken met de uitgaaf, welke thands, door de buiten gewoone tasten, aanmerklijk bezwaard werd, dat, zonder fpoedige hulp , in de daad niets tninder, dan eene openlijke bank-breuk te ducb»  NATIONALE VERGADERING, iff duchten was. Een rijp overleg bereekehde alle de nadeelen, die van elk buitengewoon middel te vreezen waren. Een geheiligde eerbied voor de grondbeginfelen, waarop de ftaatkundige omwenteling berustte, de edelmoedigfte gewaarwordingen en gevoelens, die altijd tot fieraad veriïrekken der menschlijke natuur, gepaard met die regtfchapen vaderlands- min , die altijd het beste voor den Lande hoopt, en ook van anderen verWacht, verfchalkten den ftaatsman, en deden hem eene proef nemen, welke, hoe goed gemeend, bij de uitkomst zeer onvoldoenend bevonden werd. Overreed bij zich zei ven, dat de roem, van wel te verdienen bij het Vaderland, de edelfte aandrift is tot de grootmoedigfte opofferingen, reekenden zij op de werking van dezen zelfden geest, ook bij de Natie. Het gemeen belang, verbeeldden zij zich, zou eiken Burger bewegen, om ter reddinge van den Staat edelmoedig bij te fpringen, en hun vermogen, zelfs zonder eigenbaati* ge winst, voor een gedeelte ten beste të geven. Eene nadere overweging van het be* krompen hart, dat zoo vaak die genen heIII. Deel. M zièü.  i78 WERKZAAMHEID der ; ziek, die zich vermogende bevinden, om met hunne geld - middelen den Staat te helpen, onttoverde deze zoete droomen van den menfchenvriend. Men bepaalde eene rente van vier en een half ten honderd voor veertig millioenen, welken men nodig had. Doch, zelfs dit aanbod bleek bij ondervinding krachtloos te wezen. Zelfs ruim veertien dagen na de bepaalde leening, waren naauwlijks een paar millioenen ingefchreven. Men verhoogde de renten tot vijf ten honderd; men ftrekte de geld-leening uit tot tagtig millioenen, waarvan de helft met rente - gevende papieren, het overige in geld zou kunnen gegeven worden; men beloofde zelfs de aflosfing binnen het verloop van tien jaaren. Doch, alles was vruchtloos. De vermogenden, alleen door winzucht gedreven, en geleid door handeldrijvende woekeraars, die geen ander doei hebben, dan zich te verrijken, al is het ook ten koste van den Staat, hielden hunne fchatkisten gefloten , onder voorwendfel van den wankelbaaren grond, waarop de Geld-heffing berustte. Door deze onwilligheid, verkreeg het nationaal vertrouwen  NATIONALE VERGADERING. i7j> wen eenen fchok, waarvan de geheele volgende gefchiedenis ons het nadeelige ten vollen zal bevestigen. Dus bleek de fchaadelijkheid van het verzuim der eerfte oogenblikken, om zich van de heerfchende geestdrift van dezen, van de vrees van genen , van de goedwilligheid van anderen, ten gepasten tijde te bedienen > terwijl deze vruchtbaare oogenblikken, in eene zaak als deze, nimmer wederkeeren, zoodra de eerfte drift bekoeld is , zoodra het zich zelf zoekend belang eene veilige fchuilplaats in de vertraaging gevonden, en de moed der Bewindslieden , om het land krachtdadig te herftellen, zich van eene twijfelachtige zijde heeft doen kennen. Zoo bleek het, dat, om in de algemeene Staats-behoeften te voorzien, niet enkel eene befpiegelende geld-bereekening, maar beoefenende kennis van alle de deelen des Bewinds, niet enkel een beroep op de edelmoedigheid, maar ook de werking van perfoorilijk belang , in aanmerking komen ; dat niet de zwakheid, maar de moed van het Beftuur, in zaken van dezen aard vermag, en dat niet een enkel gedeelte der ftaatkundige M a huis-  i8o WERKZAAMHEID der Werkzaamheidder Nationale Vergaderingomtrend de nieuwe Staats-regeling. huishouding het fchranderst toezigt vordert, maar dat alle de raderen van het gebouw, zoo wel eene zorgvuldige richting der huishoudkunde, als de kracht der wet, zoo wel de wijsheid der Hoofden, als de vrijheid-min der Vaderlanders, zoo wel de zwakheid van onedelmoedigen, als de onwilligheid van flaats - vijanden, gezamenlijk tot één éénparig doel behooren gewijzigd te worden. Zoo gevaarlijk, in de daad, was deze vruchtloze onderneming, dat van haaren uitflag reeds het inwendig verraad zich maar al te veel goeds belooven kon, en dat zelfs alle vestiging der Vrijheid van dat oogenblik verloren fcheen, zo niet de Staats-regeling zelve zich gegrond had op de eeuwige rechten van den Mensch en Burger, die hunne voorfpraak vinden in ieder eerlijk hart, dat niet geleerd is, de waarheid moedwillig te verguifen. Gelukkig bepaalde zich de aandagt der Leden wel haast tot deze belangrijke onderzoekingen. Eene verftandige richting van het Staatswezen was, toch, het hoofd-oogmerk van alle de werkzaamheden der Nationale  NATIONALE VERGADERING. 181 nale Vergadering, nadat men eenmaal overtuigd was geworden , dat geen herftèl van geldmiddelen mogelijk was, ten zij de geheele Staat, in alle zijne betrekkingen, gevormd werd naar eenparige grondbeginfelen, waarop alle maatfchappijlijke zamenwooning berust, en dus de naauwfte overeenftemming van alle deelen het geheel tot éénen gelijken regel verbind. Welke ook de belemmeringen mogten zijn , door geheimen tegenftand in den weg geworpen, om dezen belangrijken arbeid te vertraagen, men had reeds bij tijds gezorgd, om deze bejetfelen krachtdadig te overwinnen. De aanftelling van eenige doorzigtige Staatsmannen , gelast, om een ontwerp van Staats-inrichting te vormen, was juist gefchikt, om dit werk te behandelen met die bedaardheid, en met dat rijp beraad, welk zulk eene moeilijke taak vordert. De wijze bepaaling, dat deze kring van Staats-ontwerpers (Committé de Conflitution) , op gezette tijden, verflag zou geven van zijne verrigtingen, benam aan het, door onwilligen begeerde, uitftel de hoop van verijdeling, en gaf der Vergadering te gelijk het M 3 mid-  Verflag van het Committè van ConJlitutie. ï8s WERKZAAMHEID der middel aan de hand, om fchaadelijke dwaalingen, die het aloude zamenftel van wetgeving mogten begunftigen ,• reeds in den beginne te beflrijden, eer nog het geheele ontwerp daarmede ware befmet geworden. Reeds vroeg liet zich de Aardsbisfchop van Bourdeaux , in naam van dit Committè % aldus hooren: „ Tot op het tegenwoordig oogenblik, „ mag ik zeggen, is dit uitgebreidde Rijk „ het llagtoffer geweest van de onbepaald„ heid en verwarring der onderfcheiden be„ ftuurende Magten. Geheime inzigten en „ heerschzucht hebben de onzekere regten „ van Koningen en Volken, naar willekeur, „ doen gelden. Onze gefchiedenis is niets „ anders , dan eene aaneenfchakeling van „ droevige gefchillen, uit dezen hoofde ge„ rezen, waarvan het noodlottig einde altijd „ geweest is of de aanwas der dwinglandij, „ of het mogelijk nog heillozer overwigt van „ den Adel, wiens juk ten zelfden tijde het „ Volk en den Koning drukte. Eindelijk,is „ de tijd daar, waarop eene verlichtte reden „ de oude verblinding behoort te verdrij- „ ven.  NATIONALE VERGADERING. 183 g ven. Zij heefc dat algemeen gevoelen „ ten voorfchijn geroepen, dat zich op eeu„ wige waarheden grond. Zij zal gerug„ fteund worden door eenen Monarch, die „ niets anders verlangt, dan het heil der „ Natie, welke hij het zich tot eer reekent „ te gebieden. Zij zal haaren fteun vinden „ in den moed der Franfche Natie, en in „ de vaderlandfche gezindheden, welke alle „ de leden dezer Vergadering beheerfchen." „ Weg dan met alle de bijzondere bete langen, die tot deze of gene Orde, tot „ het een of ander bevoorregt Lichaam van „ Staat behooren ! Weg met aloude ge., bruiken en voorregten , welken het ge„ meene Vaderland afkeurt! Het algemeen belang moet boven alles gelden. Dit is „ het, waaraan zelfs een Koning zijn fcep„ ter onderwerpt, die het geluk der Natie „ voor zijnen onfchendbaaren pligt ree9, kent." „ Ook dit beginfel heeft ons beftuurd, „ welken gij tot deze zoo belangrijke taak „ hebt gemagtigd. Na alles te hebben verr M 4 » za"  i?4 WERKZAAMHEID der „ zameld, het geen ons de arbeid van vee^ „ len uwer fchranderfte Leden heeft gelie-; „ ven mede te deelen, hebben wij geoor? „ deeld, dat onze grootfte zorg zich bepaa„ len moest tot eene juiste regeling der „ onderfcheiden Staats - magten , tot hand„ having der 'gezellige orde , waarbij alle „ deelen, onderling in het naauwfte ver? „ band werkende, zonder echter elkanders „ afzonderlijke werking te verhinderen, ge„ zamenlijk één naauwkeurig geheel zullen „ uitmaaken , het geen tot één oogmerk, „ het algemeen geluk , zoo wel als dat van „ ieder Burger in 't bijzonder, moest ui{, „ lopen," I „ Van daar hebben wij , ingevolge van „ uw verklaard verlangen , begrepen , dat „ deze Staats-regeling moest voorafgegaan „ worden door eene verklaaring der regten van den Mensch en -Burger, niet als of „ de verklaaring dezer eenvoudige waarhe„ den eene grooter kracht konde bijzetten, „ dan zij van de reden zelve en van den „ godsdienst ontvangen. Neen: zij zijn, 93 te gelijk met de zaaden des levens, zog „ diep  NATIONALE VERGADERING. 185 M diep in alle harten gegrift, dat zij, als't \, ware, het wezen en charakter van den „ mensch uitmaaken. Maar, het is, omdat „ Gij gewild hebt, dat de onuitwischbare „ beginfelen ons, en ieder Fransch Burger, „ onophoudlijk voor den geest zouden we» „ zen. Gij hebt gewild, dat de Natie zel„ ve, welke wij de eer hebben te verte„ genwoordigen, ieder gedeelte der Staats? „ inrigting, welker ontwerp zij ons heeft „ aanbevolen, daarmede zou kunnen verge* „ lijken, dat zij daardoor konde verzekerd „ zijn van de getrouwheid, waarmede wij „ ons aan dezen arbeid wijden, en daaruit „ zoo wel haare regten leeren kennen, als „ de verpligting, om zich aan alle die wet, „ ten te onderwerpen, welke haare regten „ verzekeren. Gij zeiven hebt gevoeld, dat „ zulks voor ons de veiligfte waarborg ware „ tegen alle mooglijke zwakheid of vrees, „ en tevens, bij het verloop van tijden, „ wanneer de eene of andere magt eene „ inbreuk mogt maaken op de wetten, het „ behendig rigtfnoer voor alle Burgers, om „ naar hetzelve de misdaad, of de dwaaling, 7i af te meten," M 5 „ Dit  iS6 WERKZAAMHEID der „ Die verheven denkbeeld, op het ander „ half-rond van onzen aardbol geteeld, ver„ diende, ook bij voorkeur, op onzen bodem „ verplant te worden. Wij waren geene „ geringe mede-arbeiders tot de grondleg,, ging van het vrije Noord • Amerika. Zij, „ daarentegen, heeft ons de gronden ge„ leerd, waarop wij onze Vrijheid kunnen „ behouden. Wij bragten aan onze Broe„ ders de waapenen van den vrijen Burger ,, over, en zij vergelden onze hulp, door „ ons te hoeden tegen het onheil, omze, „ uit noodzaaklijkheid, te moeten voeren." „ Ziet daar, mijne Heeren," dus eindigen zij dit verflag, na eene voordragt der onderfcheiden uitgewerkte vertoogen , die hun door de kundigfte Staatsmannen waren toegezonden, „ een berigt wegens den aan„ vang onzer werkzaamheden, welken het ., van u zal afhangen, tot heil der Natie, ,i te voleindigen. Zij begeert vrij te zijn. „ Het is de flaaking van alle flaaffche „ banden , welke zij u heeft aanbevolen. „ De Befcherm - engel van Frankrijk heeft, „ om zoo te fpreken, den gang van den: „ al-  NATIONALE VERGADERING. 187 „ algemeenen geest afgeteekend, opdat Gij „ ook daarnaar uwe fchreden zoudt rigcen. „ In weinige dagen, heeft hij u eene ondervinding bezorgd, waartoe men anders„ zins eeuwen nodig had. Gij kunt, mijne „ Heeren, aan Frankrijk eenen gezonden „ en vasten Staats-regel verfchaffen. De „ Koning en de Natie eifchen zulks. Beiden „ hebben zij dit verdiend. Beiden ftaaren zij „ op uwe wijsheid en op uwen moed!" Meer voorbeelden gaven zekerlijk de oude Gemeenebesten, zoo wel als zommige hedendaagfche Staaten , van den invloed der Volken op de gewigtigfte raadpleegingen. Meermaalen werden zaken van oorlog en vrede, de belangen van den Burgerftaat en den Koophandel, voor het oog der Natie, behandeld. Meermaalen gaven de Volken zeiven nieuwe wetten , door het belang verordend, offchaften oude inrichtingen af, welken eene langduurige ondervinding fchaadelijk had bevonden. Dan, het eerfte voorbeeld gaf misfchien thands Europa, wanneer de Vertegenwoordigers van een groot Volk, dat nog daadlijk zugtte onder flaa- vernij,  ï88 werkzaamheid der vernij, met bedaarden moed de keetens ver? brijzelden der gevloekte dwinglandij , ja zelfs de keetenen van eene nog erger zoort, naamlijk van het oud en gewijd vooroordeel; wanneer zij de geheiligde regten van den Mensch, en de onverjaarbaare regten van den Burger, ten grondflage leggende der nieuwe Staats - rigting, alle handvesten van voorouderlijke geld - middelen of eer, alle voorregten van een oud, adeIijk trots, aan de billijkheid en. de algemeene welvaart wisten op te offeren. Eeuwig roemrijk zullen daarom alle de onderhandelingen blijven, welke thands de Nationale Vergadering bezig hielden. Eeuwig zullen in de gefchiedboeken der Volken de naamen praaien van eenen Mal- ouet, montmorenci , MoUNIER, LaLLY- tolenoal , mlrabeau , target , de vlrieu , de Castellane, le Camus , Desmeuniers, Barnave, le Chapelier, en honderd anderen, welken wij niet allen kunnen noemen, om niet eenige bladzijden met eene enkele lijst te vullen van Staats-mannen, wier wijsheid aan de orde van den dag was,  NATIONALE VERGADERING. 189 was, wier moed hunne fchranderheid evenaarde, en wier oog tot in de verst afgelegene toekomst drong. En, fchoon al de ondervinding van laater tijd de gepastheid hunner voortreflijke grondflellingen t in de toepasling, mogt in twijfel trekken, zal echter de nijd nimmer in ftaat zijn, de waarheid te onderdrukken, en de ftrijdigheid van handelingen met de aangenomen beginfelen, of wel de onuitvoerlijke beoefening van de uitfpraak der gezonde reden, liever aan de omftandigheden van tijden, aan de woelingen van inwendig en buïtenlandsch verraad , aan de zegepraal van eigenbaatigen euvelmoed boven de eifchen der gezonde ftaatkunde, en geenszins aan de waarheid en de deugd zelve, durven toekennen. Ja , zo de fchrandere Raad van het aloude Rome, in haare beste dagen, een Raad, enkel van Koningen, fcheen te zijn, die, door hun geducht vermogen, dé gantfche waereld zich zeïven cijnsbaar wisten te maaken , fchenen de Vertegenwoordigers der Franfche Natie veeleer eene Vergadering van Goden, nit hooger gewesten afge-  ipo WERKZAAMHEID der SiErjES. I iafgedaald, om aan het gantfche Menschdorö vrijheid, regt en vrede, te fchenken. En gij vooral, doorfchrandere Staatsman, wiens verftand, door eenen veeljaarigen geleerden arbeid bij uitflekendheid befchaafd, de waare ftaatkunde in allen haaren om-> vang bevattede , wiens oordeel elke zaak | hoe ingewikkeld, doorgrondde, — die, met eene ftoutheid van denken zonder voorbeeld, nieuwe gedachten ontwierpc, een nieuw ftelfel van waarheden wist te vormen, het geen de verwondering tevens en de goedkeuring van alle denkers verwierf, -— die, bij de zeldzaame gaven van verftand en oordeel, nog de zeldzaamer hoedanigheid paardet eener rijke verbeelding, welke all' den arbeid van den geest kunstkeurig weet te verfieren, — die, door uwe geestdrift, alle voorftanders der geheiligdfte regten wist te bezielen, en door uwen moed de heerschzucht te ontmaskeren, — die, het geen aan de uiterlijke weliprekendheid mangelt, doof kracht van zeggen wist aan te vullen, —wiens charakter, in de fchool van tegen- fpoed    NATIONALE VERGADERING, 191 fpoed gehard, in de felfte orkaanen der ftaatzucht, nimmer bezweek , — die alle de wisfelvalligheden van ftaatkundigen bende-haat moedig wist te trotzeeren, —■ die, alle de tijdperken van regeeringloosheid heldhaftig doorgeworfteld, het inwendig zoo wel als uitwendig verraad in keetenen wist te klinken, en aan Frankrijk een aanzien te geven, waardoor het alle zijne vijanden , aan zich onderwierp, gij, beroemde Sieijes , die één der (richters waart van het grootsch verbond, dat de Bataafiche Natie met haare Zuster - Republiek mogt (luiten, — uwe beeldtenis vind de dankbaare ets-naald zich verpligt, tot de Nakoomlingfchap over te brengen, omdat gij één der eerden waart, die de regten van den Mensch en Burger met nadruk verkondigdet, en, wanneer een aantal der fchranderfte Staatsmannen deze eeuwige gronden voor eene wijze Staats-regeling aannam, dezelven handhaafdet , offchoon zij ook naderhand miskend werden: — u zal elke verlichtte Natie om uwen onvermoeiden ijver roemen , om uwe vrijheid-minnende poo*  Rewbell. / m wèr kzaamhèid der poogingen zegenen, om uwe ftandvastigheid eerbiedigen, tot aan het einde der eeuwen. Ook gij , edelmoedige Rewbell , die > met een helder verftand , waarheid van dwaaling, den fchijn van het wezen der dingen, wist af te zonderen, — die, boven allen vooroordeel verheven, de uitfpraak van. het gezond verftand , de waarde der menschheid, ten allen tijde eerbiedigdet , ontvang de vereeuwiging der kunst, door uwe alhier geplaatste beeldtenis, omdat gij, de vriend van waarheid en regt, haare eifchen manmoedig voorftondt, omdat gij, de gelijkheid van regten en pligten tot een grondflag leggende van ftaatkundige hervorming, de praktijk zoo na mooglijk aan het befchouwlijke verbondt, en geen grooter genoegen fmaaktet, dan in vrije Burgers gelukkig te helpen maaken, dan in vrije Volken te verbroederen. Ook uw naam zal in de gefchiedboeken van Frankrijk ± en van het Bataaffche Gemeenebest, altijd met luister praaien , omdat gij met eenen vasten tred de loopbaan vervolgdet, waarop de ftem uwer Medeburgers u te regt ge- plaatst    NATIONALE VERGADERING. 193 plaatst had, omdat gij, menfchen kennende en waardeerende, hunne waare belangen altijd levendig hadt voor uwen geest, en, offchoon aan den dwang van tijden en omflandigheden moetende toegeven , de eerfte gelegenheid waarnaamt, om alle grieven te herftellen, en de billijkheid te doen zegevieren. Ja, deze uwe gevestigde menfchenliefde, door echte ftaatkunde gewijzigd , zal, bij de verlichting der Natiën, uwen naam met edeler roem verkondigen, dan immer de grootfte helden op het flagveld hebben kunnen verwerven. Deze Mannen waren het voornaamlijk, die thands, daar het aankwam op de grondflagen eener goede Staats - regeling, alles, wat natuur en maatfchappij vorderen, ftelfelmaatig ontwikkelden, en in de praktijk tot de tegenwoordige tijden overbragten, zoo verr' ten minften de uitvoering flechts mogelijk ware. Door hun toedoen, kwamen wel haast de gewigtigfte voordellen ter baan, die het werk der ftaatkundige herfchepping bij ieder vrijheidlievenden ten fterkften moesten aanbevelen. Zij onder- III. Deel. N fteun- Gewigtige befluiten , ter ftaavinge der Burgerlijke Vrijheid.  194 WERKZAAMHEID der deunden de verdandigde overwegingen, ter afweering van alle flaavernij, die het Franfche Volk tot dus verr' gekluisterd hield. Eene algemeene zucht, om de vrijheid te ftaaven , bezielde de welfprekendheid met all' dat vuur, het geen de kracht der waarheid aan edele harten leent. Eene meenigte van bekwaame redenaars liet zich hooren, allen om het ijverigst aandringende op eene verbeterde en vrije Staats-orde. Adel en Geestlijkheid vergat, thands, geheel heure voormaalige afzondering van den Burgerftand. Beiden waren zij gereed tot de grootfte opofferingen, ter behoudenis van den Staat. De Vergadering van Vertegenwoordigers der Natie beandwoordde volkomen aan haaren naam. Bij haar golden ééniglijk de belangen der geheele Natie, afgefcheiden van die afzonderlijke huishoudingen , welke het Rijk tot nog toe zoo jammerlijk verdeeld hadden. En, offchoon al onderfcheiden gevoelens voor oude voorrechten pleitten, een bedaard overleg wederlegde alle drogredenen; de zuiverde vrijheid-min gaf zich gereedlijk over aan de waarheid. Hoe charaktermaatig de Frank zich onderfcheid, door  NATIONALE VERGADERING. 195 door het vuur, waarmede hij fpreekt, de drift , waarmede hij zijne zaak verdedigt, en eene levendigheid , die welligt bij de Noordfche Volken, ten onregte, den naam van kwaalijk geplaatsten ijver zou dragen, thands echter werd dit vuur gemaatigd door den ernst, waarmede de onderwerpen behandeld werden. Ja , zo immer eenige Staatsraad uit wijsgeeren beftond, dan fcheen het deze te zijn, waarin het vóór en tegen, met een redenkundig betoog, naauwkeurig getoetst, en aan de woeste drift geene plaats werd overgelaten, om haar geweld te oefenen. Op deze wijze, werd het aloude Leenrecht enhetftelfel van Adeldom vernietigd, de vrijdommen der Geestlijkheid opgeheven, de gelijkheid van regten geftaafd, het verband tusfchen den Koning en de Natie gefloten , en in dit alles de beste grondflag gelegd tot eene voortreflijke wijze van Beftuur. De Nacht tusfchen den 4den en 5■> gij ongetwijfeld vereert. Zij zijn de „ echte fchakeeringen der Vrijheid." Vol aandoening nam de Minister dezelve aan, zettede die op zijn hoed , en hield eene voortrefiijke redevoering , waarin hij , de zaak der menschheid verdedigende, de openbaare vergeving van alle verongelijking, rust, eendragt, vrede , vrijheid en vaderlands-liefde , met eenen onweêrftaanbaaren nadruk beval. Een algemeen gejuich, het ' geroep : vergiffenis, vergiffenis aan de fchuldigen l leeve de Natie! leeve Necker! kaatfte zijne gevoelens dankbaar te rug, en het befluit, ten dien dage, in de Vergadering der Kiezers genomen, om rust en vrede te verkondigen, en alleen die genen tot  U24 ZEGEPRAALENDE toe vijanden der Natie te verklaaren , die de openbaare veiligheid door eenig geweld mogten verltooren , drukte ten vollen het zegel op zijne edelmoedige poogingen. Het Volk, intusfchen , alhier wederom in grooten getale bijééngefchaard, verlangde met ongeduld, zijnen weldoener en redder te zien. Bij zijne verfchijning in het openbaar , ontving hij de toejuiching van duifende monden , die allen hem zegenden. Grooter, voorzeker, kon nimmer eene ver* rukking zijn, dan deze, welke de gantfche Hoofdftad beheerschte. Maaltijden en leesten bij meenigte , allen tot viering van Necker's herftelling aangelegd , de Schouwburgen allen, het tooneel aan de zegepraal der Vrijheid en den lof des Ministers wijdende , maakten dezen dag van feesthouding tot één der roemrijkfte dagen, waarvan flechts een fchaarsch voorbeeld in de Gefchiedboeken der Volken te vinden is. En de brave Staatsman zelf, offchoon de woelige tooneelen van openlijken roem ontwijkende, konde nimmer met grooter zelfs - voldoening naar zijne woonplaats te ■ rug  TE-RUG-KOMST van NECKER. 225 rug keeren, dan om den Koning van het heil-fpellend vertrouwen te verzekeren, dat de braaffte der Natiën op haaren Monarch , door eenen eerlijken Staats - raad verzeld, met de onwederfpreeklijkfte bewijzen , had aan den dag gelegd; terwijl toch de lof, aan Necker toegezwaaid, op eenen Vorst afdaalde , die , in de herroeping eens eerlijken en alom beminden Ministers, hulde aan de menschheid , hulde aan de regten van den Burger, hulde aan de vrijheid deed. einde van het derde deel. III. Deel, P  BERICHT VOOR DEN BINDER. Kanonnen, van Parijs naar Montmartre gebragt, te plaatzen tegen over Bladz. 4 a Te-recht-Helling van Foulon, op de Plaats de Grève. ■ 136 Le Chapelier. ■ ——— 15$ Le Camus. —— 160 Bezenval, overgebragt naar het Kasteel te Brie-Comte-Rohert. —— 174 Rewbell. —— ' ƒ 192