01 1233 5268 UB AMSTERDAM  De Gcloovsvolle en blyde Roem," een es in den Heere ftervenden Leeraars: Ik en zal niet fterven, maar leeven-, en des Heeren Werken vertel/en, voorgeftelt in eene plegtige n O • ' Lyk- en Kerk-Reeden ovcrP/a/w Hg, v. 17. ter Gcdagceniffe van \rylen Den Wel - Eerwaardigen en Godvrugtigen Heer, In Zeever getrouw Bedienaar des Enangelium* in de Mennoniten Gemunte te Norden, In de Ruftezy nes Heeren ingegaan 4,4 Dec, 1784.' Voorgelee/en in dc Kerk der Doopsgezinden te Norden, d, 19 Dec. des voorledcnen Jaars, en daarop «pentlyk uitgefproken in de Kerk der Mennoniten te Leer, d. 22 Dec. 1784. door den Opftcllcr Reinhard Rahufen, Leeraar des Zielzaligendcn Euangeliums in de Mennoniten Gemeente te Leer in Ooftfriesland* Aurïk, Gedruckt by J, H, L, Botgeeft 178J,   De bloejende Gemeente der M ennontten te Nor den. word dceze Gedagtenis Reeden ran hunnen wa-ardigen Voorganger, en getrouwen, nu in God ruftenden Lecraar, onder toe biddinge, van allerley Heyl en Geeftelyke Welvaart uit nimmer eyndigende Volheid des aanmianigen Emanuels in Tyd en Eenwigheid toegewyd, en opgedragen: door den Opf cc II er.   ffio- r t o o r $e. r t . eezq Lyk- en Gedagtenis-Reede, wierdmy door de Opfienders der Mennoniten Gemeente te Norden, opgedragen, om ze aldaar den eerlten Scndag naar de Begraveniffe van het Lyk des zaalig ontslapenen Leeraars, my— nes gewenfchten Mededienaars opent-, lyk te houden. Dan vermids, deels de Weegen, door den gevallenen Sneeuw en Vorft, zeer onbekwaam en moejelyk te gebruiken waaren; deels ik my ook opdien ïyd niet altewei bevond:. )o( daaren  daarenboven in myne eigene Gemeente met Arbeid overhoopt was, zo vond my genoodzaakt, dit vriendeiyke Verzoek of fchon met leedweezen van de Hand te wyzen. Ik ontving hierop, op nieuws en by herhalinge eene minzame uitnodiginge, om, het zy in eige Perzoon teegen den 19 Dec, des voorleedenen laars te Korden te komen, en de Gedagteniiïe diens Rechtvaardigen,door het uitspreken, eener gepafte Leereeden te vereeuwigen, of anderfinds zodanig eene Lyk-Reeden op het Papier te ftellen die gefchikt was, om de Gemeente te kunnen voorge— leezen worden. Dit laatfte te volbrengen aarzelde ik geenen Oogenblik, en ftelde deeze Lyk-Reede op het Papier, en zond ze naar Korden, waar dezelve dan ook niet zonder Aandoeninge en Zo ik Vertrouwen mag niet zonder Indruk op den 19 Dec. des voorleedenen ïaars in de Kerk voor geleezen is. Ku ontfing  ontving daarvan berigten teffens verzoek om myne toeftemminge te geeven, dat. dezelve mogte gedrukt worden, alzo de begerte daarna zeer groot was. Ik overwoog zulks rypely k,want eene Leerreeden in't Licht te geeven die niet uitgelproken nog dadelyk van my gehouden was, kwam my voor, niet te ftrooken. Desweegen nam het besluit om dezelve by de eerlte Predik beurt voor myne Gemeente te houden: het welke ik ook op Woensdag Avond d. 22Dec. des voorleedenenjaars. voor eene aanzienelyke Vergaderinge. met Zeegen en Stigtinge verricht hebbe. Ik fprak dezelve woordelyk uit, zo als zy hier op het Papier ftaat, behalven dat ik in de Toepaffinge Zodanige Veranderingen genootzaakt was te maken, als Schik hadde voor die Vergar deringe, voor de welke ik ze hield. Dit weinige achtede nootzakelyk hier. vooraan te voegen, terwyl ik wenfche, )0( dat  dat: de Heere mynen geringen Arbeid met Heyl bekronen, en met Zeegen achtervolgen moge» Leer den 4 Ian, I78J. R. Rahufen. IN-  INLEIDINGE. Z £fC o o c r & tt / 3et is den Menfche gefet ecnmal tefterven^ Zo luid dc onfeilbare Godfpiake door den Mond van Gods getrouwe Dienknecht Paulus in zynen Brief aan de gelovige Hebreën in het 9 Hoodftak aan het zy vers, Eene Waarheid die de dagelyAfche onder; vindingc op het kragtigfte bcveftigt. ; Immers de Voorbeelden van zo vecle die den Weg van al het Vleefch gegaan zyn, en nog dagelyAs gaan voldingt's Apsostcls Voorftel, Niemand hoe aanzienely/tof gcA 5 ring  10 ring, hoe ryk, of arm, hoe geleeïd of onkundig, hoe godzalig of goddeloos hy oo£| immer zy, word door den scherpen Sikkel des Doods verfchoont, Al beklimt ook een Methusala een Reeks vaa Neegenhondert en negen ea Seftig Iaaren, cyndelyk heet het tog van hem, ende\ hy ftierf. David m,ag onder zyne Tydgcnotea in waare Godzaligheid nog zozeer uitblinken gelyA. de gouden Zon boven dc tintelende Starren uitschittert; hy mag het roemwaardige Getuigenis van denhoogen God wegdragen, dat hy een Man naar Iehovaas Harte was, eyndelyk moed nogthans deezc Gunftgenoot des Almachtigen der Natuur, zo wel als alle zyne tydgenoten, den laatften tol betalen, en door den dood van't zigtbaareToneel deezerWa*, reld affcheid necmen. Jmmers 'theetoofc van deczen oprechten dienfUnechtdes Heeren : endc David ontsliep met zyne Vaderen, ende werd hegraven in de Stad Davids. I Kon. 2, v. Io, De godloze Achabwierd niet minder door denKoning der Verschrikkinge weggerukt, ais dc wellurtige Beltzazar in't midden van den loop z'yner On-  II gerechrigheir zneevde. Ja vrat man leeft 'et die den Dood niet zien en zal, en zyne. Ziele zal beyfydcn van het geweld des Graafs? *t Is een ieder Menfch tog gezet eenmaal te fterven, zegt hier d'Apoftel, dat het onvetmydclyke Lot der Adamiten de dood is, en bedient hy zich ten deezen opligt van de nadrukkelyke Spreckwyze, het is den Mensche g efe t eenmaal te fiervenx zo will hy daardoor niet te kennen geeven, dat het lichaam en deszelfs Werk* tuigen door den wyzen Schepper zo gevormt en ingericht zyn, dat zy de onftervelykheid niet verkrygen, en zonder den Dood te smaken ten Hecmel opgebeurt kunnen worden. Neen! was dc cerfte Mensch in den Staat der Regtheid ftaande geblee ven, had hy het proefgebod niet overtreeden, nog zich door den Aards Vyand dien Mcnschen Moordenaar den Satan verleyden laren, van de Vrugt des Booms der Kenni/Ie des goeas ende des kwaads te eeten, zo zoude gcene verdcrvelvke Ziekte, vcelminder dc Verbreekinge va,n zyn. aardschehuis deczes Tabernakels door denonverbiddelykcn Dood gevolgt zyn; eeuwig  1Z *ou hy met alle zyneNakomelingengeleeft, en uit het aardsche Paradys eens in't hecmclfche verplaaft geworden zyn, om daar eyndeloos zynen Schepper en Weldoendcr groot te maken en te dienen. — Nu echter daar de kroon der heerlykheid van Gods luifteryk Beeld door den bedroevden Zondenval van onze hoofden gevallen, en de geheele Natuur van Adams Nakomelingen als verwoeitis, zo is. de Dood en het Sterven noodzaakelyk geworden, nu is het den Menfche gezet eenmaal te ftervctt. Een VoorfteL, waar door Paulus den Hcere aanmerkt, als een geduchte Rechter,- die zyn uitgesproken Vonnis waarmaakt, en zyn dreigement, ten dage als gy daarvan eetet zult gy den Dood /ierven, ter uitvoer brengt, zeggende op zynen Tyd: Keert tocedcr gy Menfchcnkiiukr-, ends zy keer en tot het Slof. Treurige Waarheid Geliefde! die een ieder onzer 't zy vroeg of laat. 't zy jong of oud ondervinden zal, en waarvoor rog't glocjend Pu.rpur des geenen die den Sqhepter der Regeeringe draagt zo min ver-  verschóon't is, als dc flegte Bedelaars pye des Nooddrüftigen, —— Dan die, dit is de trooftvan Gods glinfrgenoten, die haate zwymende Hooiden by den Schrik van den naderenden Dood om hoge heft, en waarmeede zy de laatftc aanvallen van deezen Verdervcr kloekmocddig afwagten; Ik, zo luid de bemoedigende Taaie des zielzaligenden Euangelmms; Ik ben de Opjlandinge ende bet Leeven'. die in my gelooft zal leven-, al h)aar hy ook geftorven: Ende een ie\élyk die leeft-, ende in my gelooft-, zal niet fterven in derEuXoigheid Ioh, II* v, 2f« 26» Geliefde Vrienden! Gy die thans den Dood uwes vaardigen Leeraars smartelyfc betreurt, en over het Verlies Uwes V©organgers bitterlyk ketmt laat ik tcf Uwer bemoediging, II thans het groot Gewin dat deeze getrouwe Dicnftknecht door zyn Dood en Sterven verkregen heeft voor houden, en teffens zodanige trooftrecdeu daar uit afleiden, die als een Balzem Gileads uwe Hart wonden verzagren, en uwe pynen flillen kunnen. Vooraf chcer Hart en Handen naar boven, roept Licht en Lee-  14 Leeven, Genade en Zecgen met my van den Vader der Lichtcn> den Gever van alle goede Giyenen Volmaakte Givtcn met my in, ter vrugtbaare Verkondiging en Aanhooring van'"t Euangeliuna der Zaligheid op dccze naarvolgendc Wyzet j^. 6 £ c t. 0! gezeegende Iesus! openbaar Ü thans als de Opstandinge ende het Leeven aan onzer aller harten, daar Wy, de gelukkige Staats - VerwhTeling uwer Heilige, tot wien hier op Aarden reeds alle uwen Lult en Welbehagen Is, die zy by hun zalig Overlyden ftaan deelachtig te worden, met elkander in uwe Vreeze zullen overweegen, en Waartoe ons de Zalige Dood uwes in IHUen ZielenVreedeheengeganen Dienftknegts de bekwaamfte Geleegentheid aan de hand geeft, Heere gy Weet het, hoe veele dode, harten hoe veel-  15 veel geeftelyk leevenloze Zielen ook nog in het midden deezer Vergaderinge gevonden en aangetroffen Worden, die bydeVerschyninge van den Koning der Verfchrikkinge dien Ruiter op het faalé paard geeneVrymoedigheid zouden hebben, om deezen laatften Stap uit de Tyd in de Eeuwigheid met eene vrolyke Geloofs Gèzetheit te doen* vermida gy goddelyice Iesus haare Opftandinge en leeven nog niet gewoorden zyt, O! eeuwige Ontfermer die den Dood, die het Verderven de Verdoemeniffe van geen eenig reedelyk Mehfch begeert, maar wilt dat dezelve eeuwig leeven zak erbarmt U, over de zodanige, ey laat deeze dode uwe almagtige Ieiu» Stemme hooren, ende Leeven, tres ze* trek ze, genaden volle Verloffer.met koorden der Liefde en Menfchen Zeelen, van den Oever des Verdervs, door eene waarachtige BeKeeringe, en Leevendiggeloov te rug, en houd niet op door  i6 door uwen heiligen Geeft zolange aan haare harten te arbeiden, tot dat Gy eene geftalte in haar verkreegen hebt, tot dat zy niet meer zich zelfs leeven, Inaar U. die voor haargeftorven en opgewekt zyt. — O! myn Iesus! die nimmer tot den Zaade Iacobs gezegt hebt: zoekt My te vergeefs, laat ook dit myn Smeeken, dat ik ter behoudeniffe van arme Zondaren en Zondareffen, welke teverloffen, Gy u. harte bloed vergoten en geplengt hebt, Welgevallig in uwe Ooren Zyn, en verheerlykt u, door genade in hctmidden dezer Vergaderinge. Vooral myn Goël openbart uwe Leevensicragt aan het harte en Gemoed dergener die met uwen Paulus gelovig betuigen kunnen, iK weet in wien ik gelove, en ben verzexert, dat Hy magtig is, myn Pand by hem weggelegd te bewaaren tot dien dag, dien dag der allgemeene openbaringe yan Gelovige en  17 en Godlooze. Ey laat uwe Gunftgenoten bespeuren, hoe dat 'er Spyze, WaarachtigZielen-Voedzelvan den Eeter, en lieffèlyke Honig van den Sterken in den Dood uitgaat; ten Eynde Zy met meerdere gemoedigtheid hemon* der de Oogen mogen treeden, en uitroepen leeren : Dood, waar is uw' Prikkel? Helle, waar is uw'Verderf ? De Prikkel des Doods is de Zonde, de Kragt der Zonde is de Wet; maar Gode zy Dank die ons de Overwinninge gegeven heelt, door Chriftus Ie- sus onzen Heere! Maak ten dee- zen Eynde, dat Woord, 'twelke thans aan onze harten zal gelegt Worden tof een Leevens- Woord, en Zeegent Gy de Voorftellinge daar van aan eenes Iegelyken Harte. Hoorder der Gebeeden! verhoor deeze onze Zuchtingen, om lesus hogepriefterlyke Voorsprake willen! in Wiens Naam, en met Wiens W'oorden wy onze onvolmaakte SmeeB kin-  i8 kingenver zeegelen U aanfpreefcénde ■als: Onzen Vader ckc. &c. De Woorden die uiVen Aandagt thans ftaan verklaart en toegepaft te worden, zyn door uwen zalig Ontslapenen Leeraar zeiven als een Bewys zyner onwrikbare hope op de Zalige on'ftervelykheid, 'volgens berigt in zyn Bekentmakings-Rouwbrief te plaatzen bevolen, en ftaan opgeteekent in den 118 Psalm, in het 17 vers, luidende aldus. Ik en &al niet Jkrven maar lee Dit zal my echter ooA aanspooren, de Werken des Heeren te vertellen. Wat werken bedoelde David hier tog anders als et. De Werken der Macht, waardoor zvn Adem midden in't Gevaar van Dood en Grav bewaart was, waardoor de Heere hem uit de Handen zyner Vyanden geruAt, Ycrloft en bevryt hadde. Waar door hy over zyne Teegenpartyders getriumpheert en de hecrlyAfte Zeege bcvegten hadde, fi. Wat anders als de Werken der goedheid en Liefde, achtervolgens welAe hy zynen David, met vaderlyA Verfchonen hadde Gade geslagen, de BlyAcn zyner Gunftc vertoont, en hem zulk een gemoedigt, zulk een op de Hulpe des Heeren B 4 ver-  24 vertrouwend Harte verleent, dat ook weegens de Lievelyke omhelzingen der Ziele niet en vreesde, maar Gode psalmende in't Midden der VerdruAAingc y. Waarom zoude ik 'er niet byvoegen, de WerAen der Barmhartigheid omtrent gansch Israël, die ja door dc Behoudenis1c van Davids onschatbaar Leeven meede gezeegend wierden, en Stoffe hadden den Naame des Heeren met vrolyk zingende Lippen te pryzen. Trouwens & Daarin ging David hen voor, hy zegt dat hy dc WerAen van Iehova, of gelyA er eigentlyk ftaat: de Werken van den betamentlyAen God, die zulke groote Dingen overeenftemment, met zyne goddclyfcc Deugden cn VolmaaAtheeden gedaan hadde, vertellen wilde,— t'Grondwoord ziegt eigentlyk, tellen, by clAander recAenen, dus uitbreiden, vernaaien, daar van een Verslag doem. En so schetzt het ons de danAbaare Gemoeds geftcldheid van Gods geliefden Keurvriend, die ooA tot Roem va« Gods Naam aan deren wil- ver-  25 verhalen wat de Heere al goeds aan zyne Ziele gedaan heeft. Ook Ik gewenschte Hoorderen worde thans geroepen Uwen Aaandacht, de groote Werken des Heeren te vertellen, die de ongehoudene Hcemel goedheid, zo aan alle zyne gunftelingen die in den Heere fterven betoont, als welke hy byzonder aan uwen zaalig ontslapenen Leeraar beweezen heeft, en welke zyne ftervende Lippen nog roemden. Verleen my derhalven uwe opletentheid, wanneer ik u, volgens den Text, die de groote Kerkher vormer Lutherns op de Wanden zyner Studeerkamer, tot ongemeenen Troost en bemoediging gefchreeven hadde, in's Heeren Vreeze vooifcelle. De geloovsvoüe cn blyde Roem eenes in den Heere ftervenden Leeraars; Jk en zal niet fterven, maar B 5 lee-  26 leeven en des Heeren Werken verteilen. Letten wy hierby; I. Op de Geftalte eenes in den Heere ftervenden Leeraars. H. Ten Anderen op deszelfs geloovs volle en blyde Roem: Ik en zal niet fterven, maar leeven, en des Heeren Werken, vercellen. S c r /t c 3 c c /■ Aandachtige! de Geftalte eenes inden Heere ftervenden Leeraars, Zal. ons duidelyk worden, wanneer wy deGefteldheid des Mans naar Gods harte, die zo vrolyk in God juichte van naby beschouwen en voor onzen Geeft brengen;  27 gen;' en daartoe, geeft ons het Heyl orakel woord Stoffe genoeg aan de Hand. ï"ïy, David dc Zoon van ïeffe,' was een Mcnfch van gelyken Oorfprong cn g,-moeds beweegingen gelyk wy.en alle zyne meedetydgenolen, geenc natuurlyke Voorregten bezat hy boven alle Adams Nakoomclingen, zyn eigen getuigenis in den 51 Psalm aan het 7 Yers,luid even treurig, als dat van alle gevallene Adamiten; Ik ben in Ongerechtigheid gebooren, ende in Zonden heeft my myne Moeder ontvangen. Du.s mifte David van Natuur het Leeven dat uit God is, Was dood in Zonden ende in Misdaden dervende allen Roem voor God, ja lag onder dc regtvaardige Straffen, den Oveitreedcren gedreigt, synde een Voorwerp des goddelyken Toorns, des V\ccY.s der Wet, en Gevaar lopende van eeuwig verloorcn te gaan cn dat is ook de natuurlyke geftalte wan alle Menfchen zander Onderscheid, hier van zyn gcene Wyze, geene Gcleetde, gcene Voorgangers nog Leeraars uitgezondert. Zy alle leggen van Natuur weggeworpen op de Vlakte desVelds, vertreiden in haaren Bloede, hoogft walehclyk in de Zcane reine  30 de Verbryzelde Beenderen van dca Godskneehtwe Jerom leevendig gemiakt.zo laacdc ccnwigeOntiermer dc geloofs Oogcn van zyn Arm cn elendie Volk die begccrig rykhalzcn cn opzien naar dc Berden van waar hun hulpe koomr, niet te'vergeévs ftarrenop dc Zoen ofFerhande ïyncs Zoons, hy%er2ad;gr deeze hongerige en dorftige naar de Gerechtigheid des Middelaars met het venvorven Heyi, b.-kleed ze met dc Gehoorzaamheid des Borgen, fchenkthaar een Vryheidsbrief van alle haare Schaliën, doorftrykt het Handschrift dat teeeen haSr was met het Bocld dat beetcre Dingen spreekt als het Bloed Abels, en richt dus de neergebogene tarten op uit het Stoff. Nu, nu gedragen *y z.ch als vrygekogte des Heeren, nu wandelen zy in de Vofdftappen van den Godvrugtigcn Da. vid en toonen by alle Geleegentheeden dat zy de Genade niet te vergeefs ontfangen hebben. Was David een Man naar Gods harte in alles onderworpen aan den Wil des Almagtigen, overeenftemmeodemet den Zinn zynes opperden Souvera.es. Ook Godskinder , «n waardig Euangelie Leeraar maakt den Goddelyken Wil en het aller hoogftc Welbehagen zynes Heeren tot een duurig Voorschrift van ïyn Doen en Laten, Mond en Harte bid met, waarcnErnft, UWcn Wilic die gefchicde. Was  31 Was David eenen groten Geloofsheld, die niet alleen in Voor maar ook in Tcegenspoed, Ook dan wanneer hy geen Licht, gcene Uitkomfrc voor Ooogen zag met ce» onwankelbaar Vertrouwen op zynen Verbonds God' en dezzcl/s beloften leunde ft. 23- 4» «° 'fteM ook een Chru ften een Dicnftknecht cn Leeraai- des Eüsngé^ linms zyn Vertrouwen op dien God en Zaligmaker, die gezegt heeft, ik zal u. niet begecren nog verlaten; hy ziet op Iefus dea Ovcrften Leidsman cn Voleyndcr des geloovs, geeft aich en alle zyne bclangcns in dc Hand en beftienngc van deczen nooitvolpreezencn Verlo/Ter over , en vcrwagt de beft: Uitkomst. Brande Davids Harte van vuurige Liefde tot zynen Goè'l P.r. 18. I. Was dceze Liefde het Dryfrad zyncs Godvrugtigen Waudels, ende flipte waarncemiagc van al des Heeren Inscttingen en Regten. O » de Liefde van Chnrtus, door den heiligen Geeft in eene ryke Maate uitgeftort in het vernieuwde Harte eeries Chriiïen, eenes Leeraars drinot den zulkcn, niet zich zelfs maar dien te keven, die ▼oor hem geftorven en opgewekt is, di: is di Springveer, die hem zo vaardig maa:kc by zyngc- lo-  32 loVereVoegcn deugd, by de deugdKenniflej by de Kennifle Matigheid, cn by dc Matigheid Ly.dïaamaeid, ende by dc Lydzaamheid Godzaligheid 2 Pctr. I. 5—7. Nu zyn 's Heeren Geboden niet zwaar, het lok van Quiftus is hem eene zagte Laft, cn met Bereidwilligheid loopt hy den Weg van Góds getuigeniflen. David muntcde bysondcr uit in Vcr/cheide hc^rlyke deugaen, die als zo veele Vrugten des Ger-ftcs en des Geloovs in dc Hcilorakel Rolle ge. boekt ftaan, Byzonder roemt Gods Geeft : Zyne weergalofe Ootmoedigheid en Nederigheid, niet alleen voor God, maar ook voor dc Menschen,2 Sam. 6, vr. 22. Zyne Zagtmocdigheid, Gcdulden taaje Lydzaamheid in het vcrduuren van dc hoogftgaande Veragtingen, beschimpingen cn Vervolgingen. 2 Sam. 16. Zyn Gebtds lüft en Ernft, waar van de Psalmen treffende Preuven «p keveren. Zyne Weldadigheid omtrent elendige en nooddruftige I 5am.22j 2.— Zyne ongemeene Godsditnftigheeden hcogschatting van den openbaren Godsdienft. Ps# 3^,, ■ Zyn dankbaar en Gode lofzingend Gemoed-  35 moed, weegens alle genotene, zo geeftelyke als liehaamentlykc Voorrechten Ps, 103. Zyne gansch hooggaande Vriendschaps en liefde Gcneegentheid, kennelyk aan zynen boezem Vriend Io- nathan. Altezamen echte trekken van het beeld desgenen waarna de Godvrugtige Koning door Middel van de wedergeboorte herschapen was. En dit is niet minder dé echte Gcftalteeenes Leeraars die in den Heere fterft. ö\ dc Genade laat zulk een niet leedig nog onvrugtbar, Jcfus Chriftüs heeft eene Geftalre in zyne Ziele verkreegen, en van dit in zyn Gemoed overgedrukte becli, schitteren verbazende glanzen af. Zulk een Bedienaar niet der Letteren maar des Gceftes praalt met eenen zagtmoedigtn en ftilleri Geeft! die koftelyk ij voor God, zyn Harte is iiiet Verhecven, maar diep ncdrig; en zo wandelt hy ootmoedig voor het Oog van God. en al zyn Volk.cn waarop zoude hy zich tog verheffen; daar ky bewuft is, en wel gaarne belyden wil, dat alles wat h/ in de Natuur, en in dc Genade bezit een gefchonken, cn uit louter Goedheid, zonder zyn Verdicnft cn Waardigheid verleend goed- is. Geduldig en Lydzaam gelyk het Larri Gods verdraagt hy alle Rampen, tecgenspoederi hoon en Smaad, rcekent het zich eene Eeré iets van Iesus kruis te torlTen, enden I.ydens beelG èi  34 dc van Gods Zoon in zyne Maate gelykvormij» gemaakt te worden. Weldadig gelyk dc gouden Zon in't blauw Azuur betoon hy zich aan aile zyne behoeftige Medeschepzelen, hy breekt den hoogrigen zyn Brood, kleed de naakten cn verbergt zich niet voor zyn eigen Vleesch. De Godsdicnft legt myn Leeraar boven al aan het Harte, nooit is hy yverigcr «ls in dit Werk van zyn Beroep. Hy acht het zich een Voorrecht te zyn God en IesnsMond tot het Volk te zyn, 't is zyne lieffte Beefigheid een hecraut van de Genas denleere te zyn, en de kruis banier van Heylvorft Iesus in veeier Harten te planten. De Dag des Heeren is voor hem een feeftelyken Dag het Psalmgezang een Jubel, de Gebceden een waarachtig Manna, cn het Woord des leevendigen Gods een Paradys, Heere! dus roept hy hier over nit. Heere! by dcezc Dingen leeft men, en daarin is het Leeven van mynen Geeft!' Gaarne verheft hy met de Lov en dank zingende Scliaare zyne Stemme tot den grooten Weldoender, en pryft dc Heemel Goedheid voor alle blyken en bewyzen haarer 'Liefde, 't is met David! ik zal den Beckcr der Verloifingc opneemen, en des Heeren Namen aanroepen Ps. rs. 14. Dan niet alleen vermaakt zich myn Chriftea, myn Leeraar den Lov endank der opper' * - Majcjityt  35 Majefteyt met vrolyk zingende Lippen uittescba. teren; neen! met gelykzoortig vermaak naden liy ook tot den Genadenthroon, en reekent bet zich eene Eere zyne cn dc Noden zyner Meederaenfchen den Hoorder der Gebeedcn in Icjik Naam Voor tc dragen, 't Gebed is zyne licffte bcezigheid, cn heuchelykftc Vcrrichtigtinge. Eyndelyk is zyn Harte vervult met eene ongeveinsde broederlyke Naaften-ja Vyandsliefde; Byzonder is hy gaarne een Gczelle dergeener die God vreezen, cn den Heere Iesus, zyn eenig Al, in onverdervelykheid zoeken lief te hebben. Deeze waardeerd hy hoog-, met dcezen wandelt hy Hand aan Hand «aar't zaalig Vaderland der Rufte. Zie* Gelievde, zo iets, eenige vlanwe trek" ken, van het Beeld, het Cbarakter, de Geftalte eenes Chriften, eenes Leeraars die in den Heere ftervtM Op deeztn paft het heuchelyke Gravfchrift: Zalig zyn de Dode die in den Heere fterven, van nun aan, ja zegt de Geeft, dat zy tuften van hunnen Arbeid, en haare Werken volgen haar. Geen Wonder', wiens leeven Chriftus is, diens Sterven is Gewin. Deeze kan gelovig juichen en bly~ moedig roemenIk en zal niet fterven, maat les. vei:, en des Heeren Werken vertellen ! C 2 Twee-  3« Q c é e d Heere Jefus Chriftus wy danken U, voor alle het goede, dat gy onzen Ontslapenen Leeraar geduurende zyn aardsche Leeven betoont hebt; wy danken U voor alle het Goede, dat wy door hem van U geduurende zy* nen Dienft onder'ons genoten hebben, O! geev dat dezelve van achteren nu nog moge gezeegent worden. Vergeev alle Pligtverzuim, reinige ons in Jesüs Bloed, maak ons tot nieuwe Menschen % en verheerlyk u aan onze Harten. O! dierbaarste Opperharder, schenk ons - . * in  6z in dé Plaatze onses Ontslapenen Habders , eehen Man vol Gelovs ende des heiligen Geestes, vereenige daaptoe onzer aller Harten, en beftierd gy zeiven onze Pogingen > op dat wy Stoffe mogen hebben, uwen Name groot te maaken. u— 0! myn Jesus !myn God eh myn Allés! dat het u dan ook believe op dit arme thans voogelëezeneen verkondigde Woord, Uwes elendigen Dienstknegts eenen goddelyken Zeegen te leggen, en het zelvè vrugtbaar te maken aan de Harten die het gehoord hebben* Gy weet het Heere Jesus, dat het uit en met geen anderOogmerk opgesteld en uitgefprokis, en als o'm uwe Eere te bevorderen, en de Grenzen uwes Koningryks uittebreiden. dit is ja uw Wille ? die moet dus geschieden, O! dat gy 'er dadélyke Blyken Van Schenken mogt. Heere JesuS-, myn Góë'1! ik legge deeze gansche Norder Ge-  «3 Gemeente, en eeniegelyk Van dezelve', groot en klein aan u ontferinent Lievde Harte, 0 ! trekze alle myn Jesus van de Aarde tot u! en laat geen een eënige van dezelve verlorengaan. Maak ze alle en een iegelyk derzelver tot eenen Loon van uven zuuren Arbeid, op dat en. uwe ontslapenë Dienstknecht, en Ik ten geenen Dage niet blyder Harten Voor uWen ïhroon mogen uitroepen: Ziet Heere Wy, en de Kinderen die gy ons gegeven hebt^ Amen Heere Jelu's het zy zo om u wer hoogepriesterlyke Voorbeedö ivillenj Amen! Naz.Pf H8. i>-8> Dan*  Dan 12 vs, 13. Gy (Daniël,) gaat heenen tot het Eynde, want gy zult ruften, ende Zult opftaan in u lot, in't Eynde der dagen, Hebr, I^, vs. 7. Gedenkt uwer Voorgangeren die ü het woord Gods gesproken hebben: en volgt haar gelove na, aanshouwende de Uitkomfte'haarer Wandelinge. O! bly Vooruitzicht dat nry Streeld, Ik zal ontwaakt u Loff ontvouwen U, in Gerechtigheid aanschouwen Verzadigt worden met uw Beeld»