PRYSVERHANDELING OVER DE VRAAG, VOORGESTELD DOOR HET GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP, ONDER DE ZINSPREUK SER FA N D IS CIFIBUS, In hoe verre zou men, by gebrek van de Apotheek, uit kelder en keuken de vereischte Geneesmiddelen, ook tegen de zwaar[le ziekten en kwaaien , zo uit- als inwendig, kunnen bekomen ; mits uitzonderende de volgende middelen , Kina , Kwik , Opium , Staalt Delfzuuren, Rhabarber en Ipecacoanna? DOOR EVERT JAN THOMASSEN A THUESSINK, A. L. M. Med< en Phil. Doctor, 's LandsMedicinae Doctor in 's Hage, medelid van de Koningljki Maatfchappy der Geneeskunde, en van de Sociëteit van Natuur lyke Historie te Edinburgh, van de Hollandfche en Zeeuwfche Maatfchappyen, van het Mufeum te Parys, yan de Utrechtfche Maatfchappy Vlyc is de voedfter der Wetenfchappen, en van de Correspondentie Sociëteit in 'f Hage. Te AMSTERDAM, By PETRUS CONRADL MDCCLXKXIX,   Xs 'er een wetenfchap, welke verbetering en zuivering nodig heeft, zo is het zeker dat gedeelte der geneeskunde, 'c welk wy Materia Medica noemen. Het getal der geneesmiddelen, met alle moeite van alle gewesten der waereld zaamverga. derd , is wezentlyk zo groot, dat het byna een menfchen leeftyd zoude vorderen óm niet alleen alle derzelver kragten te leren kennen, maar ook vooral het wezentlyk vermogen, van al het opgegevene, regt en naar waarde te leren onderfcheiden. Daar men thans in het ftuk van wetenfchap meer en meer ingewortelde vooroordelen zoekc af te leggen, heeft men nu ook veele buitengewone, vreemde, en kostbare middelen buiten gebruik gebragt. En waarlyk brengt ons land een genoegzaam getal heilzame planten en' kruiden voort, welke behoorlyk en op zyn tyd gebezigd genoegzaam zyn , om onze hevigfte ziekten te overwinnen. Intusfchen moeten wy aan den anderen kant bekennen , dat onze levenswyze, zo zeer van die onzer voorouderen verfchillende, ons ook aan ziekten heeft blootgefteld , tot welker wegneming wy ook vreemde geneesmiddelen nodig hebben. ■ Met dit alles is het getal dezer middelen gering, en mogelyk zal een naaukeuriger onderzoek van onze gewone middelen ons in ftaat ftellen, om dezelve zelfs geheel te kunnen ontberen. Ten minften verenigen zig hiertoe alle pogingen , en hiertoe (trekt ook vooral de uitfchryving der tegensvvoordige Prysvraag. A a Het  4- GENEES- en HEELMIDDELEN Het, genootfchap bepaalt zig in deze vraag tos de middelen welke wy in onze kelder en keuken hebben, dat is tot die fpyzen en voedzels, welks wy dagelyks gebruiken, waartoe wy dan nog mogen brengen andere dingen, welke wy tot huislyk gebruik nodig hebben, en dus het meest by der hand zyn \ dan daar het genootfchap niet alleen ligtere ziekten , maar ook de genezing van de zwaarfte uit- en inwendige kwalen influit, zondert het met regt uit de vermogendfte en heilzaamfie middelen, die wy in onze Apotheeken bezitten , en die gemaklyk om derzelver klein getal in onze huishoudingen zouden kunnen bewaard worden. In het beantwoorden dezer vraag hebben wy niet verkoren iedere ziekte afzonderlyk te behandelen, dewyl dit vervelend en langdradig zoude zyn; wy hebben liever de ziekten zo wel als derzelver genezingen onder zekere hoofdver» delingen willen brengen, met byvoeging der geneesmiddelen, welke wy uit kelder en keuken bezitten , wanneer wy by iedere verdeling zullen aanmerken , welke middelen ons ontbreken, en dus uitmaken, in hoe verre dezelve, te ontberen zyn. Wy hebben eerst de algemeene ziekten en genezingen, der drie beftanddelen onzes lighaams-, en de betrekkelyke, welke uit de vereniging dezer drie beginfels voortfpruiten, behandeld, daarna de byzondere ziekten , welke de voornaamfie en hoofdwerkingen onzes lighaams influiten , na,? gegaan. EER-  uit KELDER en KEUKEN. § EERSTE HOOFDVERDELING. Fan de ziekten der vaste deelen en derzelver genezing, EERSTE AFDELING. Van de al te groots vastheid der deelen en ds Emollientia of verzagtende middelen. Ons lighaarn is een kondig zaamenweefzel van vaste en vloeibare deelen; ieder gedeelte van hetzelve moet een zekere mate van vaste en vloeibare delen bezitten, zal het bekwaam zyn om zyne ver(chillende werkingen uk te voeren ; zyn 'er te veel vloeibare of te veel vaste beftanddeelen aanwezig , zo word hetzelve hiertoe ongefchikt, en 'er is te weinig of te veel zamenhang. Een al te grote zamenhang doet dezelve te veel wederftand bieden om behoorlyk bewogen te kunnen worden ; een al te geringe zamenhang doet ze te ligt breken en een al te geringen tegentfand bieden. 'Er word dus in een gezonden ftaat een zeker middel vereischt , het welk in ieder deel verfchilt, naar mate het tot verfchillende einden gefchikt is. Dan offchoon de evenredigheid der vaste en vloeibare deelen zekerlyk het kenmerk van den zamenhang der deelen uitmaakt, moeten wy egter hier wpï ia *£ oog houden , dat de byzonderg wyze A 3 vêo  6 GENEES- en HEELMIDDELEN van zamenvoeging der deeltjes in de vastheid een grote verfchcidenheid veroorzaakt, en dus dat deze verfchilt naar mate de beftanddeelen anders zyl zaamgevoegd. Dus onderfcheiden wy taaiheid, hardheid , en broosheid. De deelen kunnen al te rekbaar zyn, zodat de deeltjes al te vasp aan elkander hangen om te kunnen van een gefcheiden worden; gelyk wy dit zien in het vleesch van oude dieren, wanneer de zagte deelen, als by voorbeeld de fpieren, in kraakbeen veranderen, en haare buigzaamheid verliezen ; en eindelyk wanneer de harde beenderen zo fierk aaneen hangen, dat zy eerder breken of fplyten zouden , dan een weinig buigen of medegevën. ' Wy worden dus nattsurlyk geleid om eerst te fpreken van die middelen, welke tegens deze gebreken gebezigd worden. In 't algemeen rioemd men dezelve emollierende of weekmakende middelen. Dan daar wy te voren opmerkten , dat èen al te grote zamenhang der vasté deelen van een zeer verfchillenden aart kan 2yn, moeten ook noodzaaklyk deze weekmakende middelen verfcheidefr zyn. Volgens het geen wy nu gezien hebben kunnen wy allé' de emollierettds middelen tot-twee hoofdverdeüngen brengen, namelyk tot zodanige, welke door wateragtige deejtn toe te brengen de gefpannene fpiCrvezelen week maken, én dus ontfbannen, de hardheid wegnemen, en dezelve buigzaam maken; deze zoude r:cn relaxahtia of onefpatincnde middelen kunnen  uit KELDER en KÉUKEN. f nen noemen; en in zodanige , welke een al te grote broos- en ftyfheid verbeteren, door 'er eea lymige, fmerige, of olieagtige ftof, tusfchen te voegen. Men zal deze verdeling gemaklyk be* grypen, wanneer wy de eerfte vergelyken by een gefpanne inaar, welke door weekmaking in water ontfpannen word, de twede by een Iedere riem, die verdroogd zynde ftyf en broos word , maar door olie of vet doortrokken zyne voorgaande fmedigheid en buigzaamheid te- rug krygt. De ontfpannende middelen of emoüientia re* laxantia, worden in de eerfte plaats aangewezen, wanneer 'er een buitengewone fpanning der vezelen van het fpier- en vaatgeftel aanwezig is , in koortfen , waardoor alle. de mondjes der vaten saamgetrokken en alle aficheidingen van vogten belemmerd zyn, en 'er te gelyk door de fterke werking der vaten een grote hitte geboren word, Of nu dit uit een krampagtige oorzaak voortfpruite, en dus eigentlyk een uitwerking zy van een vermeerderde werking van het levensbeginzel; is dit egter ontegenfpreeklyk, dat hier ook een vastheid en gefpannenheid der enkelvoudige fpierveselen plaats heeft, welke het best door een fterk gebruik van ontfpannende middelen, en van een overvloedige mate van warme dranken, overwonnen word. Het twede geval, waarin ontfpannende middelen te pas komen, zyn de ontftekingen, 'c zy 'er A 4 eea  8r- GENEES- en HEELMIDDELEN een algemeene ontftekingskoorts plaats grype, 't zy dat de ontfteking alleen een byzonder deel hebbe aangedaan; even als in koorts heeft hier-ook zeker in een groter mate een gefpannenheid der vezelen plaats, welke niet anders, dan door het ruim gebruik van ontfpannende middelen, kan worden weggenomen. In alle de zinkingaartige ziektens welke in ons Vaderland zo algemeen zyn, door de gedurige verwisfelingen van koude en warmte, en uit een be*lette,doorwaasfeming voortfpruiten, die zig onder de gedaante van rheumatiëke. pynen door alle de leden, hoofd- en tandpynen^ heupjigt, hoesten, pyn op de borst, verkoudheid, zinkingkoortfen, enz. vertonen, in welke allen een al te grote gefpannenheid der vaten, vooral der poren van de huid, plaats heeft, heeft men byna geen andere middelen, dan warme waterdranken, en zagte ontfpannende middelen nodig. Dan uitwendig bezigen wy deeze middelen nog met veel zekerder en ogenfehynlyker nut, dewyl zy dan onmiddelyk op het aangedane deel aangelegd, op hetzelve een onmiddelyke werking kunnen uitoefenen. Overal dierhalven, waar uitwendig eene al te fterke' gefpannenheid der vezelen plaats heeft, kunnen de emoltierende middelen met een uitfrekend nut worden aangewend. , Dus komen zy vooral te pas in uitwendige ontftekingen, in oogziekten , in uitwendige jigtpynen, in vei* fty-  uit KELDER en KEUKEN. 9 ftyvingen der ledematen en fpieren, in verharde klieren, enz. Eindelyk kan men nog de ontfpannende geneesmiddelen tot de afleidende of derivantia brengen, 'tzy dezelve uitwendig aangelegd, of ook inwendig genomen worden. Hiervan daan het nut van warme pappen, van warm water in borstontftekin* gen, in uitwendige oncftekingen, enz. Wat nu de byzondere geneesmiddelen betreft, die uit kelder en keuken genomen worden, moeten wy daaronder de volgende rangfchikken. Water. Vooral wanneer dit door warmte meer verdeeld en doordringend gemaakt word ; gebrek aan waterige deelen is voornaamlyk de oorzaak dezer ziekten ; de deeltjes van het water, welke zig tusfchen de fpiervezelen plaatfen, geven aan dezelve hare vorige zagt- en weekheid weder.; De damp van warm water is uitwendig boven al te verkiezen, als ten uiterften doordringende, waarom die vooral in longontftekingen ingeademd, en uitwendig in ontftekingen en rheumatieke pynen, als een ontfpannend middel, met het beste gevolg word aangewend. Inwendig word deze weekmakende en ontfpannende kragt des waters verfterkt door het by voegen van alle zeepagtige middelen, waardoor te gelyk gezorgd word, dat hetzelve dies te beter doordringe, en niet te fpoedig wederom door de huid en waterwegen geloosd worde, waartoe men dan wat witte zeep, hec fap van A 5 zag-  to GENEES- en HEELMIDDELEN zagte bittere planten, honing, zuiker, een weinig azyn, of zout, gebruiken kan. Water agtige Planten. Alle die planten, welke zonder een uitftekenden reuk of fmaak zeer volfappig zyn, hebben een weekmakende of ontfpannende kragt, en kunnen dus ook als zodanige gebezigd-worden; de meeste van onze bladgroen£ens kunnen wy hier onder tellen, als de porceJcin, fpinagie, melde en diergelyke, welke geen verdere byzondere melding verdienen. Komkommer. (Cucumis fathus. L.) Deze vrugt overtreft'alle onze planten van deze verdeling in zo verre, dat zy een overvloedig verkoelend en verfrisfchend waterig fap in zig bevat: zedert korten tyd heeft men meer algemeen dezelve als geneesmiddel' gebruikt. De Heer Doet. clossius bediende zig van raauwe komkommers, zo wel als van derzelver uitgeperst fap met veel vrugt in heete koortfen "en ontfïekingziekten. En zeker is deze vrugt zo uitflekend verfrisfehend en verkoelend, dat zy onder de ontfpannende middelen de eerile plaats verdient. Reeds voorlang heeft oribasïus dezelve voor een vogtverbeterend middel gehouden , wanneer hy dezelve in tering aanpryst, welk getuigenis nog door nadere proeven van schültz, mützell en bönneken bevestigd word. De laatffie genas hiermede alleen een daat, die na een bloedfpuwing veel etter opgaf. Ikhalven deze verkoelende eigemchap, fchynt de kom-  uit KELDER en KEUKEN. U komkommer uitnemende oplosfende vermogens te bezitten, waarom zy ook in flymgraveel, deen, en vooral in onderbuiks verdoppingen, door veele hedendaagfche Geneesheeren is hooggefchat. Het fap, en by gebrek van hetzelve, het extrakt van komkommers, heeft in kropkliergezwellen, en tering uit verhardingen der longen voortkomende j veel roem verworven. In verfcheide gevallen, waarin ik dit fap in grote giften beproefd heb, heeft het my uitdekende dienden gedaan. Twéé beginnende teringen , de eene uit een verzuimde pleuris, de andere uit een verzuimde verkouwdheid, ontdaan , heb ik genoegzaam alleen genezen, door dagelyks meer dan een pint komkommerfap te laten drinken. Het verkoelend en oplosfend vermogen der komkommers word door den azyn veel vermeerderd, en hierom is een falade van deze vrugt uitnemend heilzaam. De kleine komkommers , in azyn ingelegd, en ons onder den naam van agurkjes bekend r worden van zommigen voor zodanig gezond gerekend, dat zy aan het menigvuldig eten derzelven toefchryven, dat in de grote deden, waar deze door het geringde ' foort van menfchen overvloedig gegeten worden, niet meer heerfchende ziekten onder den gemeenen man gevonden worden. Watermeloen. (Cucurbita Citrullus. L.) Deeze wateragtige vrugt heeft, een zeer verfrisfchenden èn verkoelenden' fmaak, die iets van den kom- N kom-  12 GENEES- en HEELMIDDELEN kommer, dog meer van den meloenfmaak heeft." In warmere lugtftreken , daar ze natuurlyk valt, word dezelve in heete koortfen en ontftekingen veel gebezigd, waartoe men ze ook hier te lande, genoegzaam aangekweekt, gebruiken konde. Meloen. (Cucumis Melo. h,~) Boerhaave(«) denkt dat deze vrugt, omdat zy een fpeceryagtige reuk en fmaak heeft, verwarmt, het bloed aanzet, en zelf bloedwatering veroorzaakt. De groote man fchynt hier op een zeer valfche vooronderftelling gebouwd, en deeze uittekende vrugt ten onregte befchuidigd te hebben. Het overvloedig zoet, en zagt oplosfend fap fchynt niet dan verjcwikkende en verkoelende eigenfchappen te be. zitten , waarom de natuur dezelve ook in warmere lugtftreken, met een milde hand, heeft uitgedeeld. Borellus heeft alleen door het overvloedig eeten van meloenen iemand van tering genezen. In een fterken vloed van aambeijen heeft men zetpillen van meloenen en komkommers, als verkoelende en temperende middelen te voren aangeprezen. Tot deeze klasfe zoude men ook gevoeglyk kunnen brengen alle de vrugten, die een overvloedig wateragtig fap met zig voeren, als kersfen druiven, aardbeziën, perfikken en diergeiyke, welke voor- e,C5H.mst' plmt' W in hört' 4c- Lu^-Bat- «m*  uit KELDER en KEUKEN. 53 voorzeker onder de ontfpannende en verkoelende middelen, vooral in heete koortfen en ontftekingen, geenen geringen lof verdienen. Wy hebben te voren gefproken van het onder* fcheid, hetwelk tusfchen de emoïïientia relaxantia of ontfpannende en de emollientia lubrkart' tia , of weekmakende middelen plaats had. De laatfte komen vooral te ftade, wanneer 'er een al te grote broosheid en ftyfheid der vezelen aanwezig is. Meestal word dit gebrek veroorzaakt door dat de flym , het natuurlyk bekleedfel der fpiervezelen, in een al te geringe mate aanwe* zig is. Zy worden dus aangewezen niet alleen in een algemeene verftyving der deelen, maar vooral in verfchillende ziekten der keel, flokdarm, maag, en ingewanden, wanneer, de natuurlyke flym ontbrekende , maag- en kolykpyn, en zomtyds hardnekkige buiklopen, geboren worden. Niet zelden gebeurt het, dat uit een gebrek van dit natuurlyk bekleedzel, heeschheid, hoest,; en verkouwdheid, ja zelf aamborftigheid en tering ontfpruiten; wanneer deze middelen met het beste gevolg gebruikt worden. Vooral zyn zy uitftekend nuttig in alle de ongemakken der nieren, wanneer door de eene of andere oorzaak,als fteen^ graveel, fcherpte des waters, enz. de natuurlyke flym der piswegen is weggevoerd. Uitwendig bezigt men de emollientia luhri* can±  !4 GENEES-én HEELMIDDELEN cantid met hst zékerfte nm in uitwendige beledi* gingen, wanneer door dezelve de deelen verzagt* en de fchadelyke indrukfelen der lugt en andere uitwendige oorzaken worden afgeweerd. Eindelyk kan men van deze middelen gebruik msken in huidziekten , uitilag , droogheid der huid, fplyringen en kloven van het vel, in ontaardingen en verhardingen der huid, èn klieren onder dezelve gelegen.' Omtrent de werking niet alleen, maar zelf ook omtrent de gevallen, waarin deze emollientia luhrieantia zouden kunnen gebezigd Worden, zyn de hedendaagfche Geleerden het niet volkomen eens* De Heer cullen, en eenige andere Engelfche Geneesheeren, zyn van oordeel, dat de verzagtende middelen althans niet verder dan het darmkanaal werken kunnen, en dat dus alle deze middelen alleen in ontvellingen of gebrek aan flym en olieagtige deelen in de eerfte wegen, en verder ook uitwendig, van eenig nut kunnen zyn. Dan deze ftelling fchynt my toe alleen op een al te ver getrokkene theorie te fteunen, en word door de ondervinding geheel en al weerfproken: immers is het zeker, dat in raauw-en heeschheid der borst^ in fteen , graveel, in ontfteking der nieren en pisbuis, flymagtige afkookfèls meer dan enkel warm water uitvoeren, en dat wel degelyk , des gom-, olie- en flymagtige deelen, in de gemeene tnasfa der vogten opgeflorpt, hier ook hare uit- wer-  üit KELDER en KEUKEN. 1$ werking oefenen.. Deeze flym- en olieagtige middelen hebben daarenboven nog deze uitwerking, dat zy de wateragtige deelen onzer vogren een groter zamenhang en beter menging geven , en dus beletten, dat de fynere deelen onzer vogten niet met het opgenomen water te fpoedig worden uitgedreven , en hierom nog een grotere droogte en broosheid der fpiervezelen agterlaten; hiervan daan worden ook deze middelen in heete koortfen, ontftekingen, enz., waarin te gelyker tyd een grote gefpannenheid der fpiervezelen plaats grypt, met wateragtige dranken, door hedeudaagfche zo wel als oude Geneesheeren, zaamgevoegd. De kelder en keuken leveren ons een genoegzaam aantal middelen op, die wy nu moeten nagaan. Gom. Wy kunnen gemaklyk uit onze Apothee» ken de Arabifche en Senegalfche gommen, uit verre landen aangebragt, misfen, daar onze pruim, kers en peerebomen een gom opleveren, die volftrekt dezelve hoedanigheden heeft, met die, welke de Oosterfche Acacia (ffimofa Nilotica. L.) voortbrengt. Onder alle de gom- en flymagtige middelen, is deeze gom verre de beste, dewyl derzelver beftanddeelen geheel in water en onze vogten oplosbaar , zig met dezelve verenigen, en geen taaije ilym in de eerfte wegen nalaten , gelyk andere middelen van deeze klasie niet zelden doen. Me?  té GENEES- en HEELMIDDELEN Met het beste gevolg word dus- deeze gom gebruikt in alle ontvellingen en inwendige raauwigheden, vooral der keel en darmbuis; wanneer 'er ■in de maag of ingewanden een knagend zuur of andere prikkelende fcherpte gevonden word, verenigt men ze met opflorpende of andere geneesmiddelen. Maagpynen, welke na den eten dikwerf met hoofdpynen ontftaan , worden niet zelden door een poeder van gom * vooral met bittere middelen verenigd, herfteld. De gom is een der beste verzagtende borstmiddelen, vooral wanneer de hoest door een fcherpe ftof uit den neus op het ftrottenhoofd vallende, veroorzaakt word; wanneer men dezelve, met de een of andere ftroop of amandel-olie vermengd , geven kan. In de gebreken der waterwegen ter verzagting van het water , om de prikkeling van graveelftofFen en Heen in de nieren of" blaas weg te nemen , kaft juen van een oplosfing van gom in een grote hoeveelheid water, gebruik maken. En eindelyk gebruikt men ook dit middel in de gonorrhoza urulenta, om de fnyding van het water weg te nemen. Lynzaad. (SemenLini ufitatisfimu L.) Veilig mogen wy het lynzaad zo gemeen in onze huizen en winkels, en dus vooral geen artzeny alleen, hier onder onze huismiddelen plaatfen. Het zaad bevat meer . dan de helft zyner zwaarte aan gomagtige en lymerige ftof. De walglyke en onaange- na»  üit KELDER en KEUKEN. 17 name fmaak van deze flym maak: dat zy minder dan de gom gebruikt word. De maagfappen verenigen zig ook moeilyker met dezelve, dan mee de gom. Intusfchen worden de inwikkelende en verzagtende kragten van het lynzaad zeer aangeprezen door geoffroy (bty , boerhaa ve (ff) , rütty (ver~ ' Strikt genomen zou de Schryvcr in deeze Verhandeling van zodaanige middelen niet behoeven te fpreeken, dewyl onze Vraag zich tot die middelen geenszins uitftrekt; maar dewyl hy nochthans ook noopens deeze middelen in, een kort befték zeer fraaie en nuttige zaaken voordraagt, hebben wy geoordeeld dezelve het Publiek niet te. moeten onthouden. G.  uit KELDER en KEUKEN. 4i verkoelende middelen nodig heeft; als by voorbeeld in bloedftortingen, waarin alle heete zamentrekkende middelen zeer te vermyden zyn ; in hardnekkige loopen, vooral wanneer by de flapheid der fpiervezelen van de ingewanden een rotagtige fcherpte gevonden word. Wanneer de delfzuuren zeer fterk met water verdund zyn , behouden zy hare rottingwerende kragt en blyven verkoelende, dog zyn niet meer zamentrekkende, en hierom gebruikt men zelf de delfzuuren met het gr;ootile nut hedendaagsch in ontlte kingen. . Aluin. Eigentlyk behoort dit mineraalzout, uit vitrioolzuur met een byzondere aarde verenigd beflaande, nog meer tot deze klasfe, dan de zuivere zuuren, dewyl dit wrang en nog zamentrekkender is. Het word in de huishouding tot hoe toebereiden van yleesch , en andere oogmerken* gebruikt, waarom wy hetzelve hier veilig een plaats kunnen geven. De aluin heeft niet alleen het vermogen, om de zwakke' fpiervezelen te verflerken en zaam te trekken, maar ook de al te vloeibaar en dun gewordene vogten te verdikken; hiervan daan is deszeifs vermogen in rotziekten uitflekend , byzonder wanneer men 'er verfterkende- middelen uit het plantryk byvoegr, De aluin fchynr voor* naamlyk op de fpiervezelen der maag en ingewanden te werken, vooral wanneer daarby een C 5 ge-  42 GENEES-en HEELMIDDELEN geringe gift gom dragant gevoegd word. De Heer grashuis geeft dit middel op als een uitftekend verfterkend middel, tegens'verflapping der maag en hieruit voortkomende winden, waarom het ook een zeer werkzaam middel is in diarheen, welke uit een flapheid der ingewanden en neiging toe rotting ontdaan. Boven alles verdient deszelfs uitmuntende kragt om bloedftortingen te ftelpen geprezen te worden: dikwyls doet het wonderen in het bedwingen van onmatige bloedftortingen der. lyfmoeder. 'Er is geen middel, het welk men veiliger geven kan in kleine en herhaalde giften, in bloedwateren, neusbloedingen, in al te fterke maandelykfche ontlastingen der vrouwen , en in hamorrhoidalé vloeden. Herhaalde reizen heb ik deszelfs uitftekend vermogen ondervonden in den witten vloed, wanneer ik dezelve met den koortsbast en (taalmiddelen verenigde , ja ik durf zeggen, dat my dit middel nimmer verlaten heeft, zo dikwyls deze ziekte uit zwakheid voortkwam. Men kan dit middel ook veilig en met nut bezigen in verouderde gonorrh'een. Anderendaagfche koortfen, welke naar den koortsbast niet wilden luisteren, zyn meermalen door aluin met fpeceryen verenigd genezen. In wateragtige zeere keelen, fcorbutieke gezwellen van het tandvleesch, in een verflapping en neerzakking der uvula, in den waterkanker, heeft de aluin met honing gemengd dikwyls meer uitgevoerd dan alle andere kost-  uit KELDER en KEUKEN. 43 kostbare artzenyen. In verfchillende foorten van uitzakkingen der aars en der fchede, in wateragtige oogonlïé kingen, word'de aluin, met wit van ey en rozewater gemengd, met nut gebruikt. De aluin heeft hier niet alleen het voordeel, om de uitgezette en verflapte vaten zaam te trekken, maar bezit daar en boven nog een (lillende kragt, waardoor zy de al te grote werking en beweegbaarheid "der vaten neerzet. De aluin, bedwingt daarenboven alle vieezige uitwasfen , weelig vleien in wonden , oude verzweringen, welke uit een Verflapping der vaten voortfpruiten, neemt dikwyls de zweeeing der voeten en oxelen weg, welke uit dezelve oorzaak ontdaan : hierin moet men egter voorzigtig zyn. Alle zogenaamde uitwendige ftyptica of bloedftelpende middelen beftaan'genoegzaam uit deze mynflof, en de Meer borel bediende zich reeds voor veele jaren van rolletjes uit aluin gemaakt , om na de afzetting der ledematen , en andere bloedftortingen , de vaten toe te fchroeijen. De beroemde pstit gebruikte een ontbinding van aluin om, na de herftelling der ontwrigtingen, de verflapping der banden te verbeteren. De aluin word ook ais een wormverdryvend middel door zommige Geleerden zeer hoog gefchat. Koortsbast. (Cortex Peruvianus , Cinchona efficinalis. L.) De koortsbast is het beroemdüe en mogelyk het nuttigde geneesmiddel, 't welk wy  44 GENEES-en HEELMIDDELEN wy in onze Apotheeken hebben, en word daarom te regc door het Genootfchap toegedaan. Wanneer wy al het geen van de kragten der koortsbast gezegd is, hier wilden opgeven, zouden wy daarmede alleen een geheel boekdeel vullen kunnen , dan daar het oogmerk der vraag alleen een korte opgave bedoeld der geneeskundige kragten, zullen wy het voornaamfte alleen maar met een woord aaudippen (n). De fmaak der koortsbast is zamentrekkende en bitter , en te gelyk een weinig fpeceryagtig. De koortsbast is het- eerst beroemd geworden, door deszelfs fpecifike kragt om .tusfchenpozende koortien weg te nemen, en als zodanig is 'er zeeker geen middel , het welk den koortsbast kan evenaaren. Intusfchen is men het gantsch niet eens over den tyd, wanneer men dit geneesmiddel behoort toe te dienen: zommigen zyn van begrip, dat men in alle tusfchenposende koortfen, nadat men de eerfte wegen behoorlyk gezuiverd heeft, den . koortsbast behoort toe te dienen, dewyl de koorts altyd een ziekte zynde, aan het lighaam nadeel moet toebrengen. Van dit gevoelen is de Heer stkack , die, na de eerfte.wegen behoorlyk gezuiverd te hebben, aanftonds den koortsbast- in ruime giften en gedu- ren- (n)' Over den' koortsbast verdienen vooral gelezen te worden murray in zyn Appar. Med. T. L p. 546. feqq. die het hoofdzakelyke, fchoon in een kort bellek, behandelt heeft. Pullen Lect. on the Mat. Med. p.20. feqq. en pok torti de febrib. pernic.  üït KELDER en KEUKEN. 45 rende een langen tyd toedient. Hy getuigt, dat hy meermalen, geluw, hardnekkige verftoppingen, waterzugt en andere ziekten, die gewoonlyk aan het gebruik der China worden toegefchreven, en die hy alleen van de koorts afleid, door dit middel heeft weggenomen (0). De beroemde grant is van een tegengefteld gevoelen , en keurt het ten uiterften gevaarlyk deze ziekte door den koortsbast aanftonds weg te nemen, en verhaalt verfcheide aanmerkelyke gevallen , waarin het te vroegtydig gebruiken der koortsbast zeer onaangename gevolgen gehad heeft (p). . De Heer cüllen is ook van begrip, dat men deze ziekte niet aanftonds in den beginne moet wegnemen , en dat men eerst de verftoppingen des onderbuiks, en de bepaling des bloeds naar de onderbuiksingewanden, door braakmiddelen , die het bloed naar den omtrek des lighaams bepalen, moet wegnemen (q). Ik ben volkomen met den Heer grant van gevoelen, dat men altoos moet letten op de omHandigheden , die de tusfchenpozende koortfen verzeilen , voor en al eer men dit geneesmiddel toediene; immers is niet zelden de koorts een heilzaam geneesmiddel voor verftoppingen , en veele lang- (0) Strack Obf. Medicin. de Febrib. Intermitt. A. 1785. (/>) Obfervatiens on the nature £3* c«re of fevers, bj W. GRANT, T. /. ƒ>. 44. feqq. Cf) Mat. Med. p. 247.  46 GENEES- en HEELMIDDELEN langdurige krankheden : wanneer men dus ziet, dat na ieder aanval een verligting befpeurd word, en dat de koorts vermindert, is het nadelig dezelve te floppen. Dan in tegendeel is het ook by wylen gevaarlyk, de koorts te lang te laten doorgaan , vooral wanneer dezelve het lighaam uitput, en gevaarlyke toevallen te weeg brengt, of wanneer wy zien, dat de tusfehenpozende koorts in een remitterende of continuele koorts zoude overgaan. - Alle derdendaagfche vooral najaarskoortfen, zyn fchadelyk voor.'t lighaam, en moeten dus zo dra doenlyk door dit middel worden aangerand. Aanftonds moet de koorts geftopt worden , wanneer ieder aanval een gevaarlyk en dreigend toeval medebrengt. Morton (V), sydenham (f), torti (0> werlhof («) en strack (ï>) fpreken van een tusfehenpozende koorts , welke een gevaarlyke flaapziekte ,. die dikwyls in den tweden aanval dodelyk was, aanbragt. Deze koorts regeerde te Mentz in 1749 en 1750. De Heer strack behield alle zyne lyders , die hy aanftonds een grote hoeveelheid koortsbast toediende. De vermomde koortfen , welke zig onder den fchyn van een hoofdpyn, oogontfteking, pleuris, hoest, aamborftigheid , braking , buikwee, jigt- pyn> (f) Pyretol. p. 4, 5, 9, ea hist, 55 en 26: Cs) Epist. I. refp. (O Obf. de febrib. pernic, 00 Obf. de febrib. (r) L. c. p. III. feqq.  uit KELDER en KEUKEN. 47 pyn, opftyging, ftuipen, tering, en andere toevallen verbergen, en wier kentekenen zeer fchoon en duidelyk door den Heer strack zyn opgegeven , kunnen op generhande wyze, dan door den koortsbast, verdreven worden. In remitterende koortfen is de China ook een uitnemend middel; dan men kan aanftonds in hec begin der ziekte ook den koortsbast niet toedienen. Dikwyls begint de koorts met toevallen van ontfteking , wanneer de koortsbast veel nadeel zoude toebrengen: men dient dus in den beginne eerst deze neiging door andere geneesmiddelen tegen te gaan, en te wagten tot dat 'er een ontlating van koorts en vermindering van toevallen volgt, wanneer men aanftonds een grote gift van China geven kan. In zogenaamde galkoortfen , welke uit een verzameling van kwade ftoflvn in de eerfte wegen ontfpruiten , moet men vooral door braak- en purgeermiddelen dezelve eerst zuiveren, wanneer men tot dezen bast kan overgaan. Vooral verdient de koortsbast den grootften roem in kwaadaartige of rotkoortfen , welke te gelyk een grote zwakheid en vermindering van levens- geesten gepaard hebben ; en hierin moet men vooral niet te lang wagten met den koortsbast. Zodra men door een braakmiddel de maag ondast heeft, kan men aanftonds en veilig den koortsbast toedienen, en denzelven met andere rottingwerende middelen, als delfzuuren en diergelyke, paren. In  43 GENEES- en HEELMIDDELEN In zenuwkoortsen of de febrk\ lenta nervqfa, typhus nervofa der Engelfchen, heb ik mee hec grootde nut den koortsbast zien toedienen. De Heer cullen behandelde deze ziekte op de volgende w.yze: hy gaf in den beginne eersc een oplosfing van braakwynfteen, welke gewoonlyk verfcheide brakingen veroorzaakte ; 's avonds beval hy een gewoon klysteer, en een flaapdrankje ;met 2 5 droppen laudanum , 's anderendaags herhaalde hy dit naar omftandigheden, en wanneer hy de ingewanden genoegzaam gezuiverd agtte, gaf hy alle uur een dragma cortex, met een once wyn, en 's avonds van 30 tot 40 droppen laudanum. Op deze wyze genas hy meest allen, .en van 50 Jyders heb ik flegts eenen zien derven, die maar eenen dag in het hospitaal geweest zynde reeds zo gevaarlyk was, dat by 'generhande geneesmiddelen gebruiken konde. Morton was de eerfte, die den koortsbast in kwaadaartige kinderziekte aanprees. Na hem hebben de hedendaagfche Geneesheeren dezen bast gepaard met delfzuuren voor het eenigfte middel in deze ziekte , die een ware rotkoorts by zig heeft, gehouden. De Heer rosenstein nam aanftonds zyn toevlugt tot den koortsbast, wan» neer in het twede tydperk der ziekte, de pokjes niet wilden opkomen en tot ettering overgaan door de zwakheid des lyders. In 'c algemeen is de koortsbast een heilzaam mid-  uit KELDER én KEUKEN. 49 middel, wanneer 'er in het lighaam een neiging toe rotting plaats heeft; hierom is zy in rotagtige buiklopen, en rodenloop, zomtyds van een uitftekende nuttigheid. In allerhande bloedvloeijingen, welke zomtyds uit eene rotagtige gefteldheid, dog meermalen uit een zwakheid van het vaat- en fpiergeftel, voortfpruiten , is de koortsbast uitftekend ; dan men moet wel zorg dragen, dat men ze nimmer toedienen wanneer 'er een hcemorrhagia activa, of een neiging tot ontdeking aanwezig is. . 'Er word zeer getwist over het gebruik der koortbast in tering. Het is ontegenzeggelyk, dat in een tering, welke na hevige ziekten, na eene langdurige uitputting der kragten , na eene al te lang opgehoudene expectoratie in borstziekten, na een asthma convulfivum , of dergel yke oorzaak ontftaat, de koortsbast uitmuntende dienden doen kan. Dan dit is, zelden het geval in de gewone teringen , wy ontmoeten meest in onze teringagtige lyders eene heerfchende fcherpte , knobbeltjes in de long , eene uitterende koorts , welke van een ontftekingagtigen aart is, en nimmer zag ik, dat in dit geval de koortsbast eenig goed deed: de gewoone manier van teringen te behandelen door voedende en verfterkende middelen is meestal dodelyk; eene geheel tegengeftelde behandeling door verkoelende, oplosfende en zuure middelen, is my de beste voorgekoomen , en meer* D ma»  5o GENEES- en HEELMIDDELEN malen heb ik op deze wyze, reeds zeer ver gevorderde teringen, in den grond herlkid. Dewyl veele zenuwtoevallen, vooral opftygingen,ja zelf zomtyds de vallende ziekte, uit zwakheid ontdaan, word hierin de koortsbast met vrugt toegediend. Wanneer de kinkhoest lang geduurd heeft, en alleen fchynt voort te duren door eene te grote flapheid der longen , is de koortsbast een uitftekend middel ; dog in den beginne dezer ziekte, is zy zeer nadelig. Zommige Geneesheeren hebben ook den koortsbast als een wormdryvend middel aangeprezen. Camerariüs en ook strack gaven den koortsbast met vrugt in zommige gevallen van geluw- Sydenham prees reeds den koortsbast in podagra; held houd ze voor een uitftekend middel in deze ziekte , en zommige hedendaagfche Geneesheeren durven ze ook in deze ziekte voorfchryven. De Heer fotheusill had de ftoutheid, van zo dra hy door het voeteuvel wierd aangevallen, aanftonds een braak-, daar na een fterk purgeermiddel, en hierop terftond een grote hoeveelheid koortsbast te nemen, welke hem binnen kort van zyn aanval bevrydde. In fcropkula, heeft men ook zedert eenigen jyd den koortsbast in grote giften beginnen toe te dienen; ik heb meermalen zo wel zelve , als anderen hier mede proeven zien nemen , dan ik moet bekennen nimmer enig nut daarvan te  uit KELDER en KEUKEN. 51 te hebben waargenomen, voor en al eer men een genoegzame hoeveelheid van vermogende oplos5 fende middelen had toegediend. Uit- en inwendig verdient de koortsbast den grootften lof in het bedwingen van het koud vuur, vooral wanneer dit uit een gebrek aan levenskragten in het aangedane deel ontftaat; en hierom is de koortsbast vooral aangeprezen in het koud vuur by oude lieden, en na voorafgaande hevige ziekten. Dan, wanneer het koud vuur door de hevigheid der ontfteking ontftaat, moet men juist tegenovergeftelde middelen bezigen. In kwaadaartige, rotagtige, en vuile zweren, welke naar kankeragtige ontaardingen gelyken, is de koortsbast, zo wel uit- als inwendig , uitmuntend. De koortsbast is ook uitftekend, om de zware wonden tot een gelukkige verettering te brengen. — Zy is zeer nadelig in alle ontftekingziekten, verftoppingen, en overal, waar het darmkanaal met vuile ftoffen bezet is. Onder onze Inlandfche planten hebben wy verfcheidene, die men in plaats van den koortsbast gebezigd heeft, als den eiken , wilgen , wilde kastanjen en esfchenbast, de kamille bloemen, en diergelyke bittere of zamentrekkende middelen, dan die niet tot deze plaats behoren. Wy zullen dus overgaan tot die verfterkende en zamentrekkende middelen, welke ons onze kelder en keuken opleveren. D a Stee'  5a GENEES- en HEELMIDDELEN Sleedoorn. (Acacia. Prunus Spinofa. L.) Deze vrugt, welke overvloedig van zelf in onze bosfchen en langs de wegen voortkoomc, word hier en daar ook in onze tuinen voortgekweekt, wanneer zy egter zoeter, en dus minder geneeskundig word. Natuurlyk is zy zeer wrang , zuur , en zamentrekkende, vooral, wanneer zy nog onryp is. Meest word zy in buiklopen gebruikt, dog te voren wierd zy zo wel in- als uitwendig tegen vloeden en uitzakkingen der fchede,en van den endeldarm aangeprezen. Als een zamentrekkend middel gebruikte men ook het fap des ileedoorns in verouderde oogontftekingen. De wortel en de bast der fleedoorn , hebben ook een aanmerkelyke zamentrekkende kragt, en zyn te voren ook in tusfehenpozende koortfen gebezigd. Mispels. (Mespilus Germanica. L.) De onrype mispels zyn zeer wrang en zamentrekkende. Met vrugt kan men zig van een afkookfel van mispels, als een reprimerend middel, in gorgeldranken bedienen. Boerhaave pryst ook de mispels aan in hardnekkige en langdurige buiklopen , en verhaalt, dat i'orestüs alleen door het eeten van mispels iemand van een hardnekkige diarhcea , die naar geene andere middelen luisterde, genezen had. K-vceepeeren. (Pyrus Cydonia. L.) De reuk der kween is verkwikkend en aangenaam , de fmaak zoet en zamentrekkende. Het fap der kween is  uit KELDER en KEUKEN. 53 is zeer verkoelend, verfrisfchend en verfierkend, waarom het in heete koortfen , en rotziekten , wanneer 'er een zagte opwekkende prikkeling vereischt word , nuttig is. De kween, met zuiker tot een conferf toebereid, geven een aangenaam en verkwikkend geneesmiddel in buiklopen. Zy verlïerken de maag en ingewanden, beletten de brakingen , verbeteren de fpysvertering, en behoorden dus zo wel in de keuken, als in de geneeskunde , meer gebruikt te worden. Uitwendig word het fap in gorgeldranken en mondfpoelingen tot zuivering der mond en in keelsontftekingen met vrugt gebruikt. Het fap der kween verenigt zig gemaklyk met het ftaalvylfel , en levert dan een aangename en zeer verzadigde ftaaltinctuur op , welke in de Apotheeken Tinciura Mart is Cydoniata genoemd word. In het bereiden dezer tinctuur moet men vooral letten op de langzame oplosfing van het yzer in dit fap t zo dat niet alleen maanden, maar zelf een jaar vereischt word, om een genoegzaam verzadigde tinctuur van dit fap te bekomen. Deze zagte tinctuur is zeer verfierkend, zagtjes prikkelend, en byzonder gefchikt in een verflapping der vaten , wanneer een overmaat van wateragtige vogten in het geftel plaats heeft, en kan gemaklyk ook van die genen verdragen worden, welke door een al te gevoelig zenuwgeflel andere flaalmiddelen niet verdragen kunnen. Meermalen heb ik my van D 3 de.  54 GENEES- en HEELMIDDELEN deze tinctuur met vrugt bediend in verouderde gonorrhoza, welke naar geen andere zamentrekkende of balfamieke middelen luisteren wilden. Ik heb hier alleen de mispels en kween, als het meest tot deze klasfe behorende, opgegeven ; de onrype kruisbeziën, besfen, appelen en peeren, behoren hiertoe met hetzelve regt, dan wy zullen naderhand van dezelve fpreken. Blaawvobesfen of Kraakbezien. (Vaccinlum Myrtillus. L.) De blaauwbesfen zyn een overvloedig voortbrengfel der Gelderfche bosfchen, dog worden zo veel niet in Holland gevonden. Deze besfen zyn van eenen niet onaangenamen , dog zuuren en min of meer wrangen fmaak. Raauw zynde en te veel gebezigd, geven zy buikpynen en buiklopen. Zy zyn uitnemend verkoelende in koortfen en alle ontftekingziekten ; gedroogd of tot geley gemaakt, worden zy onder de middelen gerekend, die hardnekkige buiklopen, en zelf een rodenloop, dillen. Rode •wyn. De rode wyn is thans in zo een algemeen gebtuik voor dagelyks drinken, dat wy ze naaulyks meer voor geneesmiddel bezigen kunnen. Intusfchen kunnen wy voor die genen, welke aan rode wyn gewoon zyn, fterker zamentrekkende wynen, als de Pontak bezigen, en alleen den roden wyn, voor den gemeenen man, als geneesmiddel, overlaten. De rode wyn is intusichen een heerlyk zamentrekkend en verfterkend mid-  uit KELDER en KEUKEN. 55 middel. Met vrugt heeft men zig reeds lang van dezelve bediend in buiklopen en bloedvloeijingen, wanneer men 'er gewoonlyk een zagt aromatiek middel by voegt. Uitwendig is het een der beste terugdryvende middelen, die wy bezitten, hierom bezigt men ze in wateragtige gezwellen , kneuzingen , flapheid der banden, oogziekten, en keelsontttekingen uit flapheid voortfpruitende, uitzakkingen van den endeldarm en fchede, en diergelyke ongemakken. Zedert weinig jaren heeft men het gebruik der rode wyn , vooral der zware en geesiryke wynen, in Engeland verder uitgebreid. Men heeft dezelve in de zenuw- en rotkoortfen met het beste gevolg gebezigd , na dat men de eerfle wegen genoegzaam gezuiverd had. Wanneer men de wyn in deze ziekten in een ruime mate toedient, zal men gewoonlyk ondervinden, dat de grote fnelheid der pols merkelyk bedaart, de zwakheid word weggenomen, en de lyder fchielyk tot een gerustheid en zagter verkwikkenden flaap koomt. De Tinto - wyn heeft van ouds reeds veel roem verworven in het genezen van bloedvloeijingen en buiklopen, en zeker verdient dit huismiddel onzen aandagt; meermalen zag ik , dat in hardnekkige en verzwakkende tüarheen, dit middel meer uitvoerde, dan alle te voren aangewende artzenyen. Staal. Met regt word het yzer als een onontbeerlyk middel door het Genootfchap gerekend, D 4 wan-  $& GENEES- en HEELMIDDELEN wanneer zy hetzelve hier toeftaar. Het behoon zeker als een zamentrekkënd en verfterkend middel hier geplaatst te worden. Het yzer of daal is een metaal, 't welk zig zo gemaklyk met onze vogten verbind, dat het daarmede een volmaakte vereniging aangaat, en gemaklyk door de fappen der maag en ingewanden ontbonden word. Als een zamentrekkënd en verfterkend middel verdient het den grootften lof in het bedaren der bloedvloeijingen , welke uit een al te grote zwakheid der vaten ontftaan; in dit geval egter is het best het yzer in azyn op te losfen , dan men moet hiermede voorzigtig zyn, en flegts kleine dog herhaalde giften toedienen , om deze bloedvloed jingen niet al te fchielyk op te floppen. In alle gevallen van zwakheid en flapheid der fpiervezelen, is het yzer boven alle andere verfterkende middelen; te verkiezen, en hierom word bet met zo veel nut in vrysterziekte, belette rrmandftonden , en opftygingen toegediend. Veele zenuwziekten der vrouwen, die alleen uit een flapheid des ge-? flels voortkomen, ivorden het best door een langdurig* gebruik van ftaal genezen. Dewyl het zuur veelal uit zwakheid der maag ontflaat, voegt men te regt het vyifel van ftaal by zuurbrekende middelen. Men wagte zig egter wel dit middel toe te dienen aan die genen, welke een gefpannen fpieren vaatgeftel hebben, gelyk wy dit in zwartgallige menfefeen, die niet zelden hardnekkige buik.s.- ver-  uit KELDER en KEUKEN. 57 verftoppingen hebben, zien kunnen; dezen doet het ftaal, het welk haar niet zelden word voorgefchreven, een ogenfchynlyk nadeel. De Stahlianen hebben het yzer ook in tusfehenpozende koortfen toegediend, dan dit middel koomt hier ook even zelden te pas, ten zy men hec met de koortsbast, in zeer zwakke en wateragtige gefiellen, zaroenvoege. Zommigen bezigen ook hes ftaalwater in verouderde geluw , dan hierin ook word veel onizigtigheid vereischt. De meeste verfterkende minerale wateren ontlenen hare kragt van het yzer, 't welk in vaste lugt ontbonden is. Wanneer wy nu deze lyst van zamentrekkende en verlterkende middelen nagaan, welke uit kelder en keuken genomen worden , en daarby de ons toegedane middelen , als delfzuren , koorts^ bast, en ftaal voegen, kunnen wy zeer gemaklyk de overigen, die ons de Materia Msdka aan de hand geeft, ontberen. Tot dus verre hebben wy van die verflapping der fpiervezelen gefproken , welke uit een overvloed van waterige deelen ontftaat, en een fletsheid der fpiervezelen vooronderfteld ; intusfehen is het 'er verre van daan, dat dit de eenige oorzaak der zwakheid zy: „ Fir.es enim musculorum deficiunt , & magna aliquando debilitas urget; cum nulla prater folitum carnium mollitks adest, nique ideo adftrïngentibus remediis opus est; immo etiam cum nimia potius rigidkas univerfae D 5 com-  53 GEN E ES- en HEELMIDDELEN compaginis adest, ingens debüitas accidere potest, zegt de Heer gregory (w~). De oorzaak der zwakheid is dikwyls een gebrek aan veerkragt, waardoor de fpiervezelen van haré werkzaamheid ontbloot zyn, en zig niet behoorlyk zamentrekken. Wy moeten dus hier niet alleen in aanmerking nemen de eenvoudige veerkragt der vezelen, maar vooral ook die inwendige kragt , waardoor zy zig geprikkeld zynde zamentrekken. Deze al te grote zwakheid ontmoeten wy vooral in flymagtige geftellen , in zwartgallige menfchen , in welken vooral een gebrek aan werking der ingewanden plaats heeft. In dezen allen kan men niet zeggen, dat een overvloed van waterige, en een gebrek aan vaste deelen plaats heeft; dewyl dikwyls in deze zelve geftellen de fpiervezelen al te vast en beweegloos zyn. Om dit gebrek der enkelvoudige fpiervezelen weg te nemen, heeft men van. ouds reeds verfterkende middelen toegediend, dan niet de adftringerende middelen , maar de zogenaamde tonica, of veerkragt-gevende geneesmiddelen. Deze verfehillen hierin van de adftringentia, dat zy zo zeer geen meckanifche werking op het lighaam uitoefenen, maar meer onmiddelyk op het levensbeginzel werken, welkers werkzaamheid zy vermeerderen en aanzetten. Zy behooren dus meer of min tot de prikkelende mid- de- (»0 Confpect. Med. Theor. Fol. II.  uit KELDER en KEUKEN. 59 delen, alhoewel zy daarvan zeker in trappen verfchillen. De zamentrekkende geneesmiddelen verdikken de vogten onzes lighaams en maken ze taay en lymerig, daar de tonica alle meer of min een middenzout bevattende, het welk met de olie en het fap der plant vermengd eene zeepagcige zelfftandigheid oplevert, den flym verdunnen, en de vogten hunne al te grote traag- en lymigheid beneemen. Overal, waar een gebrek aan behoorlyke veerkragt der fpiervezelen plaats heeft, kan men deze geneesmiddelen bezigen. Vooral komen 'zy te pas in verzwakkingen der maag en darmbuis; zy zyn dus voortreflyke maag- en viseer aal- middelen, wanneer men dezelve by vorm van aftrekfel of in fubftantk, of eindelyk by wyze van klysteren, toedient. De tonica, vooral de zuivere bittere middelen, die te gelyk een zagt aromatiek beginzel met zig voeren, zyn uitftekend rottingwerende, en kunnen dus met vrugt in die ziekten gebezigd worden, daar de natuur, door de kragt der ziekte ter neer geveld , moet opgebeurd worden. Die gene der tonica, welke een grote hoeveelheid zout in zig hebben, zyn uitftekende middelen in allerhande foort van verftoppingen , vooral des onderbuiks, van de lever, milt, en darmfcheüklieren; daar zy niet alleen de verftoppingen oplosten, maar ook te gelyk de verlorene veerkragt aan de delen wedergeven. Dus behoren zy ook tot de oplos- fen-  60 GENEES- en HEELMIDDELEN ferme en verdunnende middelen, waarvan wy naderhand fpreken zullen. Uitwendig dienen zy, door hare rottingwerende kragt, in onzuivere, ftinkende en rotagtige verzweringen, zelf het koud vuur en kreeftgezwel, in koude gezwellen, daar dikke flymerige vogten in zwakke vaten en het vetvlies worden opgehouden ; zy zyn mede uit- en inwendig diendig om wormen en ongediert te yerdryven. In water- en kliergezwellen, zyn zy verdelende en verfterkende. De bittere verfterkende middelen moet men nim^ mer met zuuren verenigen , dewyl daardoor de kragt word weggenomen. Onder onze keuken- en keldermiddelen ontbreken ons die fterke en zuivere bittere middelen, welke de grootfte kragt op de maag en eerfte wegen uitoefenen, en dus de beste maag- en visceraal middelen zyn. Dus zouden wy niet gaarne ontberen de gentiana, dequas/ïa, de abfmthium en diergelyke geneesmiddelen, welke tevens ook een uitnemende rottingwerende kragt bezitten. Wy hebben ook gene middelen, die het gebrek van de zagte opwekkende en verfterkende kruisenmunt, pepermunt en kamille bloemen, vergoeden kunnen. Enigermate inrusfehen kan men voor dezelve in plaats dellen de . Oranjefchillen, De fchillen van de oranje-appelen, vooral die ons van . het eiland Curacao aangebragt worden , zyn van een menigte blaasjes voet-  uit KELDER en KEUKEN, fa voorzien , die met een wezentlyke olie vervuld zyn, waarin de grootfte kragt huisvest; zy hebben een aangenamen, aromatkken, bitteren fmaak* en weiriekenden geur , die gemaklyk aan water* wyn en wyngeest word medegedeeld. Deze fchil is zeer verfterkend voor de maag en ingewanden, neemt de winden weg, en is diensvolgens in kolykpynen uitftekend nuttig, wanneer men ze in poeder, of de wezentlyke olie door een klompje broodzuiker over de verfche fchil te raspen, toedient. De grote werlhof pryst de oranjefchillen aan in vloeden der baarmoeder , zo wel na de kraam, als der maanddonden, wanneer dezelve uit een flapheid der vaten, en in een zwak en flets geftel, ontftaan. In zenuwziekten en opftygingen , wanneer meestal de eerfte wegen flap en zwak zyn , en de fpysvertering gebrekkig voortgaat, heeft men met nut de oranjefchillen met andere bittere dingen vermengd. Vooral zyn de oranjefchillen (inzonderheid egter de Curacaofche fchillen,) in tusfehenpozende koortfen aangeprezen, en by veelen als een geheim toegediend. Dan de hei haalde proeven van anderen hebben genoegzaam getoond , dat wel in zommige gevallen de oranjefchillen de koorts verdryven kunnen, dan dat dit in allen niet doorgaat. In kwaadaartige rotkoortfen, in welke heete, fpeceryagtige en verfterkende middelen, de byna uitgebluschte levensgeesten op-  62 GENEES- en HEELMIDDELEN opwekken, en de veerkragt aan de vaten wedergeven , voegt men met regt de tinctuur van oranjeichillen op wyngeest getrokken by den koortbast. Alle onze overige middelen, die tot deze verdeling behoren, en die wy in onze huishoudingen tot het een of ander oogmerk bezigen, behoren wel tot de verfterkende middelen , dog hebben bovendien een middenzout in zig, waardoor zy een andere, namelyk een flymbrekende en oplosfende kragt, met de verfterkende kragt verbonden hebben. Wy kunnen hier toe brengen, Gal. Wy noemen onder dezen in de eerfte plaats de gal, dewyl deze in de huishouding onzes lighaams, en wel het eerst in de fpysvertering, de vournaamfte oplosfende kragten uitoeffent , en te regt als geneesmiddel onder de tonica attenuantia en amaro-fallna de eerfte plaats verdient. Ons beftek laat niet toe, om hier het verfchilftuk te behandelen, of de gal een ware zeepagtige zelfftandigheid is. De ouden geloofden dit, en zelf zommige hedendaagfche Schryvers. Onze beroemde Scheikundige, de Heer Profesfor gaubius, heeft door proeven in zyne chemifche lesfen overvloedig bewezen, dat de gal, even als onze andere vogten, uit drie dierlyke ftoffen is zaamgefteld, uit een wateragtige wey , welke door koude of warmte niet ftremt, beladen met keuken- en mineraal loogzout , uit eene dierlyke brandbare olie,  uit KELDER en KEUKEN. 63 olie, welke door een zuur daarvan kan worden afgefcheiden, en in een zoort van harstagtige zelfftandigheid overgaat , van deze hangt de kleur der gal af; en eindelyk uit een lympha coagulch bilts., die de natuur van kaas heeft, welke zo hard als hoorn word, en nog in water nog in wyn» geest kan worden opgelost (x). De gal maakt geen gisting met de zuuren, maar fcheid daardoor in zyne verfchiilende beftanddeelen; mogelyk, dac een gedeelte der gal zig met het zuur der eerfte wegen vermengt, en hetzelve onfchadelyk maakt, en dat de overige deelen der gal tot een prikkel dienen voor de ingewanden , en den motus periflaliicus aanzetten. Hoe het hier ook mede zy, is het egter klaarblyklyk, dat de gal zulk een grote rol in onze fpysvertering fpeelt, dat een gebrek daarvan, of een al te grote flapheid derzelve een bedorven fpysvertering, zuur, winden, en zelfs verftoppingen moet veroorzaken; en mogelyk is een gebrek aan gal, of ten minften een gebrek aan behoorlyke ^fcherpte derzelve , niet zelden oorzaak van die chronifche ziekten , welke helaas\ vooral by onze zittende vrouwen , zo menigvuldig zyn. Om nu dit gebrek te vergoeden, gebruikt men verdikte osfe- of fnoekegal, en bezige de- C#) Zie breder hierover ramsay Disf. de Bile, Ed. 1757. Cadet Mem. de CAcad. Roy. deScienc. ann. 1767. G. ten haaff Disf. de bile Cyftiea, L. B. 1772.  (54 GENEES- en HEELMIDDELEN dezelve in verftoppingen , kwade fpysvertering* en ziekten in de twede wegen daaruit niet zei* den ontftaande , als verftoppingen der maandftonden, enz. Men behoorde liever verfche én zuivere osfegal te nemen , dan dit extract, waarin ten minften het coagulabile gedeelte, onoplosbaar geworden! is, en die dus van de natuurlyke gefteidheid onzer gal afwykt. Als een flymbrekend en afvagend middel word de gal ook gebruikt in wormen, dewyl zy derzelver nesten wegneemt. Uitwendig word zy gezegd de vlakken des hoornvlies te doen verdwynen, en by kinderen zelf op den buik gefmeerd, de wormen uit te dryven (j). Cichorey. (Cichoreum Intybus. L.) Van deze plant zyn vier verfcheidenheden , welke alle in ons Vaderland, vooral op braakleggende koornlanden, gevonden worden: de cichorey met blaauwe, witte, en rode bloemen, en die met geele bloemen, welke tot keukengebruik, in de tuinen word aangekweekt. De geheele plant is met een melkagtig fap vervuld, het welk een fterk bitteren , dog niet onaangenamen, verkoelenden fmaak heeft. De wortel word, gekookt zynde, voor falade gegeten, of gebrand als koffy gedronken. Voor lieden die een zittend leven leiden , zyn deze wor- fjO J- van der leeuw Disf. de Bile, Groti. 1783. f oürcroy Elem. of Nat. Hist. & Chem. T. II. p. 426. feqq. en GAUBii Pathol. Ed. 3. p. 207. Nol.  uit KELDER en KEUKEN. 65 wortels een gezond voedfel, wyl die gewoonlyk aan verftoppingen onderhevig zyn. Het melkagtig fap , hetwelk deze plant bevat, bezit uitftekende oplosfende, verkoelende, en te gelyk veerkragtgevende vermogens, waarom dezelve met regt in alle buiksverftoppingen, geluw, melancholie, kwaadfappigheid, en flymziekten met het beste gevolg gebezigd word. In graveel, rheumaüsmus, jigt en fcrophula, word ze zeer heilzaam gehouden. De hardnekkigfte geluw, uit galfteenen voortfpruitende, is dikwerf alleen door een overvloedig gebruik van het uitgeperfte fap dezer plant genezen. De bloedzuiverende kragt der cichorey blykt nog meer hieruit, dat 'er voorbeelden voorhanden zyn, waarin niet alleen de hardnekkigfte zweeren der beenen en uitflag , maar de tering zelf, door een aanhoudend gebruik dezer plant, genezen zyn (z). En geoffroy heeft verfcheide reizen de hardnekkigfte tusfehenpozende koortfen, alleen door het eten van falade van cichorey, herfteld. Uitwendig word zy in de vlakken der cornea ook gebezigd. Endivy. (Cichoreum Endbia. L.) De endivy word naaulyks in de geneeskunde gebruikt, dog in den winter of gekookt, of als falade by ons gegeten. Byzonder fchynt deze groente tot verkwikking in den winter gefchikt, daar de taaije en (s) Van s wieten Comment. T, IIl. p. i37> E  66 GENEES- en HEELMIDDELEN en harde voedfels, welke wy ia den winter meest gebruiken, dikwyls onzuiverheden , flym en verfloppingen nalaten, welke door het melk- en zeepagtig fap der oplosfende endivy gemaklyk verdreven worden. Daar de gezondheid der plant van het bittere fap afhangt , volgt het van zelf dat wy ze tot een nuttelooze plant kunnen maken, zodra wy 'er het zeepagtig vogt, in water oplosbaar, afkooken, en niets dan onfmakelyke vezels overhouden; men moet dus over het algemeen waarfchuwen, dat, wil men de kragten in de endivy, paardebloemen, cichorey, fcorfonerawortel ,. behouden, men ze met weinig water in haar eigen fap , in een befloten pot, dient te ftoven, en geenzints het water, het welk de kragten in zig houd, weg te gieten. De endivy heeft voor 't overige dezelve kragten in de geneeskunde, als de wilde cichorey. Zy is pisdryvende en verkoelende, en word zo wel in galkoortfen met nut gebezigd, als in een afkookfel met melk tegens de verftoppingen der lever en onderbuiksingewanden aangewend. Uitwendig gebruikt men de groene bladen in ontftekingen en roos. Paardebloemen , Hondsbloemen , Papenkruid, Molfalade. (Leontodon Taraxacum. L.) Dit kruid is in ons land met zulk een milde hand overal verfpreid, dat men met regc een nuttig oogmerk van deze algemeenheid verwagten moet. Alle Geneesheeren getuigen als uit eenen mond, dat het de voos-  uit KELDER en KEUKEN. 67 voortreflykfte van alle inlandfche planten is (V), en Hemmen hierin overeen , dat 'er geen plant is, welke zodanige zeepagtige en oplosfende kragten bezit, en op zulk een vermogende wyze de chromjche ziekten geneest , en de hardnekkigfte verftoppingen oplost, als deze. Boerhaave en van swieten getuigen,hierdoor niet alleen de verftoppingen der lever en daaruit ontftane geluw genezen, maar zelf waterzugt en levertering alleen door afkookfels van paardebloemen, overwonnen te hebben. De taraxacum ontbind en verdunt het taaije bloed, brengt het tot zyne natuurlyke menging te rug ; zy verfterkt zonder te verhitten, en neemt de onzuiverheden der vogten weg door haare buikzuiverende , pisdryvende en zweetverwekkende eigenfchap. De Heer Profesfor delius van Erlangen Qf) bewyst de oplosfende kragt der paardebloemen ook hieruit, dat hy het bloed des winters afgelaten fterk ontftoken vond, en dat dit in de maand van Juny door hec gebruik der taraxacum geheel van zyne ontftekingkorst ontbloot was: dan deze proef doet niet veel af, dewyl wy natuurlyk in den winter het bloed ontftoken vinden by meest alle lyders, welker bloed zonder de taraxacum in den zomer we- f» Zie RUTTY, BOERHAAVE en MURRAY, /. C. (b) Disf. de Taraxaco , pracipue aqu. 134—130.  i)6 GENEES-én HEELMIDDELEN vooral aan diegenen, welke een zittend leven leiden; dewyl zeker deze wortel oplosfendè vermogens bezit en de buiksverfloppingen voorkoomt. Artichokken. (Cynara Scolymus. L.) De artichokken behoren ook tot deze klasfe van geneesmiddelen ; dan zy bezitten die oplosfendè kragten in een minderen graad, dan de voorgaande. Boerhaave zegt, dat zy tot bydapen aanzetten. Uitwendig heeft hy de bladen, die zeer bitter zyn$ in waterzugt aangeprezen. Latuw. (Lactuca Sativa. L.) De latuw-falade behoort onder de voedfels , welke door een zeepagtig fap , het welk zy in zig hebben, een heilzame ontbindende en verkoelende kragt otffenen. De latuw koomt met de kropfalade in dezen overeen, alleen is het fap der eerde bitterder, ert dus meer oplosfendè. Deze word vooral aangeprezen in zwartgallige, dymerige, en aan onderbuiks verdoppingen onderhevige lieden. Zy word gezegt de onmatige driften te temperen. Zekerlyk is 'er in alle de foorten der lactuca een verdovende en neerzettende kragt, waardoor zy flaapverwekkende is, en daarom ook te regt 's avonds gegeten word ; de azyn , welke 'er bygevoegd word, vermeerdert de oplosfendè kragt. De Heeren kampf en geoffroy pryzen de falade zeer in droge galagtige en verhitte geflelien, en fchryven aan dezelve een ongemeene verkoelende en bloedzuiverende eigenfchap toe. Uitwendig word het fap  uit KELDER en KEUKEN. 97 fap in de oogziekten en vlakken des hoornvlies gebruikt, en de bladen als verkoelende en verdryvende in roos en ontftekingen. Brandnetelen. (Unica Dioica, L.) De grote netelen zyn van een zoeten, bitteragtigen en een weinig zamentrekkenden fmaak. De Ouden bezigden alreeds de bladeren, als een oplosfend en een weinig zamentrekkënd geneesmiddel. Boerhaave pryst ze zeer aan tegens. alle bloedftortingen. De Heer cullen heeft menigmaal met nut in fterke bloedingen der aambeijen een hand vol netelen , afgekookt, gebezigd; De oplosfendè kragt der netelen word bevestigd door deszelfs vermogen in geluw, en verftoppingen der lever. Zy zyn zeer goede pisdryvende middelen, en worden daarom met vrugt in de ziekten der nieren en blaas aangewend. Uitwendig is het gebruik der netelen bekend in verlammingen, wanneer het verlamde deel met netelen, tot roodwordens toe, geflagen word. Als een afleidend middel is het gebruik der netelen by gebrek van Spaanfche vliegen dienftig, overal waar deze te ftade komen. Wy kunnen eindelyk nog hier toe brengen alle; de vrugten, welke een zuur en zoetagtig fap voeren ; wy zullen deze met een woord dus aanroeren. Onder deze zullen wy eerst de drupacea, of fteenvrugten , behandelen. Kerfen. (Prunus Cerafus. L,) De kerfen zyn G zo  93 GENEES- en HEELMIDDELEN zo verfchillende in foorten, dat men derzelver kragten in het algemeen daarom niet kan beoordelen. De morellen, als de zuurfte, komen eenigzints met de zuure vrugten overeen, en behoorden by de citroen- en oranje-appelen gefchikt te zyn. Zy komen vooral als verkoelende en galbrekende middelen te dade. De gewoone meykerfen, de witte Spaanfche , en de zwarte krieken , behoren vooral tot die vrugten, welke een zeepagtig, oplosfend, verkoelend fap voeren, hetwelk de flym verdunt, de fcherpte der gal wegneemt, en in grote hoeveelheid gebruikt kragtig de verftoppingen der ingewanden tegengaat, wanneer te gelyker tyd de buik daardoor word open gehouden. De Heer clossius liet in deze gevallen verfcheiden ponden kerfen dagelyks eten, zonder dat hy eenig ander voedfel toeftond. De kerfen zyn verder verkoelende en rottingwerende; hierom zyn ze een uitftekend voedfel in heete-, ontfteking-, najaars-, gal- of rotkoortfen, wanneer men derzelver fap of geley met den drank vermengen kan. In galagtige buiklopen en fcheurbuik zyn de kerfen, als zeer bloedzuiverende en rottingwerende, uitftekend nuttig. Men dient intusfchen wel in 't oog te houden, dat de kerfen een grote hoeveelheid vaste lugt in zig hebben, welke gemaklyk ontwikkeld word, vooral wanneer men de gisting in de maag door wyn bevordert: men diende ze op een ledige maag, en nies  uit KELDER en KEUKEN. 99 niet na den maaltyd te eeten, dewyl ze dan bezwaren en de fpysvertering bederven. Van s wieten verhaalt, dat zommige krankzinnigen door eene grote hoeveelheid kerfen te eeten, van hunne ziekte herfleld waren. Zekerlyk zyn de kerfen de beste vrugten, welke wy tot een geneeskundig gebruik bezigen. Wilde Kerfen. (Prunus Avium. L.) De wilde kerfeboom , welke vooral in de hooge bosfchen van Gelderland en in Overysfel gevonden word^ brengt een kleine vrugt voort, die wy krieken noemen, dog die, geënt zynde,en op een vrugtbaren grond gebragt,een grotere zwarte kers voortbrengr. Deze zyn veel zoeter van fmaak en droger van vleesch, dan de andere zoorten; zy zyn daarom ook voedfaamer en gemaklyker te verteeren, zonder zo veele winden te veroorzaken. De pitten der deenen hebben eenen bitteren aromatieken , enigzints prikkelenden fmaak , veel met dien der bittere amandelen overeenkomende: uit deze word een water overgehaald, het welk een aangenamen fmaak heeft, en waarvan men zig bedient in zenuwziekten , en vooral in ftuipen der kinderen; dan zommigen, vooral de Engelfche Geneesheeren, hebben gedagt, dat zy een vergiftige eigenfchap hebben , en met de Laurocerafus overeenkomen, waarom zy dit middel uit de Apotheeken willen verbannen. Intusfchen daar de proeven van latere Geneesheeren G 2 met  'ioo GENEES- en HEELMIDDELEN met de vergiften toonen , dat deze veelal turn dyna en mtifpasmodka zyn , zoude ik alleen derzelver gebruik wat meer bepalen, en het kerfenwater niet onverfchillig, als eenvehkulum voor anderë artzenyen, zo als dit dikwyls gefchied, toedienen. Pruimen. (Prunus Domestka. L.) De pruimen zyn, gelyk alle de fteenvrugten, van een zagt,los maakfel, hebben een overvloed van fap, waardoor zy gemaklyk verteerd, en dus in grote hoeveelheid kunnen genomen worden. Zy zyn gelyk de andere acido-dukia geneigd tot gisting, en veroorzaken ligter zuur, het welk door zyn prikkeling diarrficea en boorten kan veroorzaken.. Zy zyn meer verkoelende dan andere fteenvrugten, en openen ook meer den buik, waarom niet zelden gekookte of gedoofde pruimen aan hardlyvigen tot een voedfel worden aangeraden. Dusdanig een fpys is zeker te verkiezen, boven het gedurig gébruik der laxeermiddelen; dewyl de. hardlyvigheid 't meest valt in droge en galagtige geftellen, welke door de verkoelende en oplosfendè kragt der pruimen'verbeterd worden. De pruimen komen ook, even als de kerfen,te ftade in heete ziekten; ook ugt men dat de pruimen den dorst van waterzugtigen, beter dan enig ander middel, lesfchen. Abrkofen. (Prunus Armeniaca. L.) De abricofen hebben een zoet, aangenaam, en zeer voedend vleesch, 't welk niet zo ligt tot gisting en zuur-  uit KELDER en KEUKEN. ioi zuurwording overgaat; het behoort onder de zoeten zeepagtige dingen, en is..dus ook oplosfend, verzagtend, en verdunnend, en meer gefchikt voor lieden, die een zwakke fpysvertering hebben. Boerhaave rekent ze hierom ook onder de oplosfendè , en de ophoesting verwekkende middelen. Perfikken. (Amygdalus Perfica. L.} De perfik heeft een overvloedig , zoet, aangenaam verkoelend fap in zig, het welk genoegzaam met dat der kerfen overeenkoomr; hierom is ze in heere ziekten, koortfen, en droge galagtige gefteilea uitdekend nuttig. Zommigen der Ouden beuzelden van dezelve als vergiftig,, en; dat zy melancholie veroorzaakten, daar in tegendeel de perfikken, even als alle andere fteenvrugten, juist in die geftellen, het beste en opiosfendfte voedfel geven.. De pieten , even als de. bladen en bloemen, zyn geurig bitter , dog fchynen, even als de andere bittere pitten der kerfen en pruimen, eene vergiftige eigenfehap te hebben. De Heeren cos te en wille m,e t hebben opzettelyke proeven ;mec de bladen genomen, en daarin niet alleen eene v/ormverdryvende, maar. ook laxerende kragt gevonden. Appelen. (Pyrus malus. L.) De appelen zyn vaster van maakfel dan de fteenvrugten, zyn min' gemaklyk te verteeren , blyven langer in de maag;, «n zyn tot zuurworden meer geneigd. Zy aeaG 3 ben  io2 GENEESr en HEELMIDDELEN ben veel vaste lugt en geven dus ligt winden. De Heer cullen geeft een aardige aanmerking op, dat de peeren gemaklyker te verteeren zyn dan appelen; wyl de eerden in water zinken en dus ook in de maag, en daarom beter aan de wormswyze beweging derzelve zyn blootgefteld, terwyl de appelen in de maag dryvende , gedurig den mond derzelve prikkelen , en de werking der maag op de appelen verydeld word. Aanmerklyk word de verteerbaarheid derzelve vermeerderd door koking of brading, wanneer zy een zagt, malsch en oplosfend voedfel geven. Zy zyn nuttig in hèete ziekten, in fcherpe gal, melancholie, buiks» verftoppingen , ja zelfs in een uitterende koorts en longtering. Zy bevorderen de ophoesting, en matigen de fcherpte der hoest. Rosenstein raad in een diarrhcea aan, om een weinig wascli in een appel te doen en ze dan gebraden te eeten. In asthma heeft floyer het water, waar in appelen gekookt zyn, aangeprezen. Wy mogen zekerlyk de appelen als een keurlyk geneesmiddel in den winter rekenen, wanneer zy de verftoppingen en Hymen , welke onze leefregel alsdan veroorzaakt, kragtig verdryven. Uitwendig gebruikt men appelen gebraden, om op ontftoken ogen te leggen, wanneer zy dikwyls door hunne verkoeJende en oplosfendè eigenfchap meer nut doen, dan alle oogwaters; een pap van appelen is zeer dienftig in uitwendige brandingen, en word ook te-  uit KELDER en KEUKEN. 103 tegens het St. Antonies vuur, huid - uiiflag, en aambeyen met nut aangelegd. Door gisting vervaardigt men den cyder- of appeldrank, welke zodanig bloedzuiverende in Engeland gerekend word, dat daardoor (zo men zegt) het fchurft en andere uitflag zeer verminderd zyn. De Heer lind vond, na de oranje-appelen, geen kragtiger middel tegens het fcheurbuik op zee. Peeren. (Pyrus Communis. L.) De peeren zyn zagter en malicher dan de appelen, en worden dus gemaklyker verteerd; zy bezitten ook een oplosfender en meer buikzuiverend vermogen, waarom zy boven de appelen geprezen worden. De Ouden fchreven aan dezelve een byzondere verfterkende kragt toe, die ik egter niet geloof dat zy boven de andere vrugten bezitten. De drank , die uit de peeren door de Engelfchen bereid en by hen pearry genoemd word, is zoeter dan de cyder, en ook aangenamer. Aardbeziën. (Fragaria vesca. L.) De aardbeziën zyn een overvloedig nktuurlyk voortbrengfej van ons land, alwaar zy in menigte in de bos.fchen, en zelf aan den duinkant gevonden worden. Onder alle de vrugten, worden deze gerekend de meeste genezende kragten te bezitten. Zy zyn zeer zagt en teder, waarom zy gemaklyk verteerbaar zyn. In alle heete en ontflekingsziekten verkoelen en lesfchen zy uitftekend den dorst , waartoe boerhaave aanpryst gelyke G 4 dee-  ïü4 GENEES, en HEELMIDDELEN deelen citroenfap en water 'er by te voegen; hy; pryst ze ook aan in tusfehenpozende koortfen, in plaats van den koortsbast. • Als een bloedzuiverend middel zyn ze niet alleen in galagtige gedellen, maar zelf by teringagtige lieden aangeprezen, zodanig, dat, volgens het getuigenis van grote Mannen, alleen doe;1 het eeten van • aardbeziën een ware tering genezen zy (7). In deen en graveel zyn ze met het grootfte nut gebezigd; boerhaave meent, dat dit van het pisdryvend vermogen van het zaad.zoude afhangen, waarom hy hetzelve in witten wyn voorfchryfr. Linn-eus ondervond, het nut' van het gebruik der aardbeziën in de podagra, en anderen hebben insgelyks dezelve geprezen in rheumatismi. Boerhaave zegt, dat de gonorrhoza door dit middel kan geduit worden. Van swiëten genas hierdoor, verfcheide krankzinnigen , wanneer 'er een heilzame diarrhoaa volgde. Bartholinüs fchryfe ook een zweetdryvende kragt aan dezelve toe. Uitwendig bezigde boerhaave een pap van. aardbeziën in ontdekingen. In feraife oogontftekingen bezigen zommigen het fap van aardbeziën, 't welk in een koper vat agt dagen gedaan heeft, als een verfterkend middel. De wortel en de CO Hof f man Med. rat. Syst. T. IV. P. IK p. 330. Schultz Disf. de Fruct. Horr. f. 13.  uit KELDER en KEUKEN. 105 ue bladeren komen met de agrimonia en tarmeS tiïïa genoegzaam in kragten overeen. Druiven. (Vitis Vinifera. L.). De druiven,, wanneer zy hare volle rypheid bereikt hebben ,. zyn met een aangenaam zoet en oplosfend fap vervuld, 't welk de beste oplosfendè, verdunnende en verkoelende vermogens bezit, waarom zy, een uitdekend nut doen zo wel in heete, als in gal- en rotkoortfen. Dan zy hebben dit met ailaandere fappige. vrugten gemeen, dat zy ligt winden geven, en de maag te veel. verkoelen, wanneer zy onmatig gegeten worden. De gedroogde druiven of rozyneu en corenten behoren tot de verzagtende, afvagende, en voedende dingen; zy worden, vooral by kinderen, met andere middelen gebezigd, om ontlasting te bevorderen. De Ouden, hadden met derzelver geneeskundig gebruik zeer veel op, en bezigden ze in afkookfels tegen verdoppingen der milt en lever, in de ziekten der nieren, graveel en deen. Alle de gedroogde vrugten zyn meer voedende, zoeter en gemaklyker te verteeren dan. de rauwe ; waarom ook deze voor zwakke, wateragtige gedellen, boven de verfche te verkiezen zyn. Frambofen. (Rubus Idaus. L.) De frambofen hebben, behalven haren zoeten, aangenamen en een weinig zamentrekkenden fmaak, enen lieflyken en enigzints fpeceryagtigen geur by zig, welke bjiar een verfterkende en opwekkende kragt geeft, gs . zy  yo5 GENEES- en HEELMIDDELEN Zy zyn by de Ouden zeer hóóg geroemd, en Jang in de geneeskunde gebezigd, vooral als een middel tegens de flapheid der maag, brakingen en zweeren der mond; zy zyn, even als de aardbeziën, zeer verkoelende en galtemperende, en koomen vooral in heete ziekten te ftade: de vereniging met zuiker e& azyn, bevordert de oplosfendè en verkoelende kragt dezer vrugten. Om haar opwekkend vermogen worden zy ook met regt gebezigd, in die ziekten , waarin een verval van levensgeesten plaats heeft, als In kwaadaartige koortfen. Boeuhaave pryst de frambofen op wyn getrokken aan in diarrhcea, witten vloed, bloedftortingen en fpruw, en fchryft daaraan ook een zagte pisdryvende kragc toe. De bladeren en jonge fpruiten wierden by de Ouden ook reeds hoog geagt; zy hebben een weinig wrangen en zamentrekkenden fmaak, en wierden als aafiringentia, in buiklopen, vloeden, huiduitflagen, en zelf uitwendig tegen uitzakkingen, verzweringen, leververftoppingen, enz. gebezigd.. Braambezien. (Rubus Frutkofus. L.) Deze aangename, verkoelende, zoete en een weinig zuuragtige vrugt is een verkwikkend voedfel voor onze landlieden , het welk zy overvloedig in de bosfehen en langs de wegen in den nazomer vinden. Het kan zeer wel de plaats der geurige frambofen voor min vermogenden vervullen , en bezit genoegzaam, dezelve verkoelende en oplosSi ten*  uit KELDER en KEUKEN. 107 fende kragten. Volgens rutty zoude het fap van deze vrugten een heerlyk middel zyn tegen de moeilyke waterlozing. Moerbeziën. (Morus Niger. L.) Van ouds zyn de moerbeziën reeds onder de beste en verkoelendfte vrugten gerekend; haar zuuragtig zoet en een weinig zamentrekkënd fap, is uitdekend in alle heete ziekten, in droge en galagtige geftellen, en waarin een neiging tot rotting is. Hare oplosfendè en openende kragt maakt, dat zy, verder dan de eerfte wegen doordringende , pisdryvende zyn, en in de ontfteking der nieren de fcherpte der pis wegnemen en de affcheiding daarvan gemaklyk maken. In droge hoesten losfen zy de flymen op en bevorderen daarvan de uitlozing. De onrype moerbeziën zyn zeer zamentrekkende en als zodanig in diarrhoza, dyjenteria en bloedftortingen, gebezigd. De moerbeziën worden door b artholinu s , als het beste middel, tegens den fcheurbuik opgegeven. Aalbesfen. (Ribes Rubrum. L.) Wy mogen met regt de aalbesfen als een der voortreflykfte vrugten befchouwen, welke de wyze Voorzienigheid ons in den nazomer, wanneer wy natuurlyk een overmaat van gal, en een neiging tot gal- en rotziekten befpeuren , gefchonken heeft. Deze aangename zuure vrugt verenigt alle de voortreffelyke hoedanigheden , welke wy zo even in de andere vrugten befchouwd hebben. Door hare tem-  ïo8 GENEES- en HEELMIDDELEN temperende, oplosfendè, rottingwerende eri bloedzuiverende kragt , heeft ze den grootden roem verworven in alle tusfehenpozende , remitteren* de en continuele, 't zy ontdeking-, gal- of rotkoortfen. Door haar oplosfend en wel getemperd zut:r- verkoeien zy het bloed, verminderen zy de fpanning en werking der vaten, verdunnen en témperen de gal, en beletten de neiging der vogten tot ontbinding. Zy bevorderen de affcheiding der pis en zweetten helpen en onderdeunen de natuur, om de .fehadelyke doffen door deze zo wel 'ah door den v/eg der doelgang te bevorderen. Hardnekkige buiksopdoppingen, zo wel als diar* rkoeauit fcherpe en galagtige doffen voortkomende , zyn dikwyls alleen door het eten van besfen overwonnen. Met een woord, 'er is geen vrugt, welke met meer nut dan deze kan gebezigd worden. Kruisbes/en.- (Ribes Uva crispa. L.) De kruisbesfen worden' hier minder gebruikt dan de andere vrugten, in Schotland zyn zy de gewoonde; zy hebben een 'veel zoeter fmaak dan de aalbesfen, eri zyn ook lymiger, waarom zy ook voedzamer zyn, gemaklyker te.verreeren, zeer gezond, en weinig qeiging tot zuurwording hebben. . -Berberis/en. (Berberis vulgaris. L.j De befberisfen, welke zelden in 't wdd gevonden, dog overvloedig in onze tuinen gekweekt worden , hebben een zuuren, zamentrekkenden, niet on- aan-  uit KELDER en KEUKEN. 109 aangenomen fmaak. Zy zyn reeds lang in de geneeskunde gebezigd a'.s verkoelende, zamentrekkende en rottingwerende middelen. Vooral komen zy in rot- en galkoortfen te dade, wanneer zy in verkoelende dranken, of ook met zuiker toebereid, kunnen toegediend worden. In galagtige buiklopen, bloedvloeijingen, brakingen, fcheurbuik en diergelyke ziekten moet men de berberisfen boven andere vrugten, welke minder zuur en zamentrekkende zyn , de voorkeur geven. Voor 't overige komen zy het meest met de besfen overeen. Rutty verhaalt, dat een zeer vet man alleen door he: drinken van berberisfennat met water mager wierd. Dezelve Schryver pryst ze ook aan in gorgeldranken tegen keelontdekingen. - Tot dus verre hebben wy alleen gefproken van die ziekten, in welke een al te grote zamenhang der vogten plaats had, die voornaamlyk met een grote gefpannenheid der vaten gepaard ging; dan wy merkten te voren reeds 'aan, dat eene al te grote dikheid der vogten ook van een gebrek aan behoorlyke menging, veroorzaakt door een verflapping der vaten en vaste deelen, en dus door eene vermindering der werking van de vaste deelen op de vogten, konde afhangen. Immers wanneer de vaten al te flap en flets zyn, is de omloop der vogten traag, de kleinzing onvolkomen, erf alle de affcheidingen minder , de afgefcheidene vog-  iiö GENEES- en HEELMIDDELEN vogten blyvea in de werktuigen van affcheiding óf ifl derzelver ontlaadbuizen hangen, en ondergaan daar eene verandering, verdikking en ontaarding. Dit heeft vooral plaats in de klieren, welke den flym affcheiden , zo wel in de longen als eerfte wegen en andere deelen des lighaams; hiervan daan de zo menigvuldige flymziekten en verftoppingen , welke wy meestal in flappe en fletfche geftellen waarnemen. Om deze gebreken weg te nemen, is de geneesaanwyzing zekerlyk deze , dat mert de werking der vaten aanzette en vermeerdere door zulke middelen, welke de levensgeesten opbeuren , en te gelyker tyd de vogten zelve verdunnen, en egter niet zodanig prikkelen, dat 'er een al te grote ipanning en zamentrekking der vaten geboren word , welke de ziekte zelve zoude vermeerderen. De ziekten, waarin de flymagtige verdikking plaats heeft, zyn de volgende: de flymagtige keelziekte, flymige beroerte, aamborftigheid, ophopingen van flym in de maag en darmbuis, waaruit wederom verftoppingen in de andere onderbuiks-ingewanden voortfpruiten of daarmede gepaard gaan, flymgraveel, enz. Deze veroorzaken by wylen verfchillende zenuwtoevallen , als beroerte, verlamming, zenuwtrekkingen en diergelyke ongemakken, en zyn ook meesttyds de oorzaken van wormen. Men moet intusfchen deze gevallen niet verwarren met de verftoppingen, welke in galagtige en volbloedige lighamen kun-  uit KELDER en KEUKEN, m kunnen plaats hebben ; wyl by dezen altoos de dikheid der vogten met een gefpannenheid der vaste deelen gepaard gaat; oude lieden, kinderen en zwakke gedellen zyn het meest aan deze ziekten bloot gedeld. Om deze ziekten weg te nemen , moet men zig van zodanige verdunnende middelen bedienen, welke te gelyk door hunne prikkeling de werking der vaten aanzetten; en dus behoren hiertoe alle de zagte ftimulanüa, en meer byzonder onze inJandfche fpeceryen , zommigen van de klasfe der umbellata , alle de zuivere bittere planten , en de zoutagtige bittere kruiden. Dan daar alle deze dingen gevoeglyker op een andere plaats kunnen behandeld worden, zullen wy tot die gene overgaan, welke hiertoe meer eigentlyk behoren. Onze kelder en keuken is overvloedig voorzien van de uitnemendde geneesmiddelen, welke door eene matige prikkeling de vaten tot werking aanzetten, en te gelyker tyd de flym vermogend verdunnen en daarna uitdryven. Wy kunnen hier eerst roemen een geheele order van planten, welke de Ridder linnjEüs by elkander geplaatst heeft, naamlyk de tetradynamia. Deze komen alle niet alleen in uitwendige gedaante, maar ook in byzondere geneeskundige kragten,die zig gemaklyk door den reuk en fmaak doen kennen, overeen. Alle hebben zy een vierbladig bloempje, welkers blaadjes tegen elkander over geplaatst een kruis uitmaken; hieji  lï2 GENEES- en HEELMIDDELEN hierom noemt de Heer crantz ze cruclformes. Zy hebben eenen byzonderen prikkelenden reuk, en fcherpen bytenden fmaak, welke > vlugtig zynde door droging verdwynt. Dit vlugtig. prikkelend beginfel hangt niet af, gelyk zommigen meenen, van een vlugtig loogzout, Wyl de zuuren de kragt van hetzelve eerder vermeerderen dan verminderen ; maar van een wezentlyke olie, die zwaarder dan water in hetzelve zinkt , en daarom ook alleen onder water kan bewaard worden. Deze planten zyn alle voortbrengfels van Noordelyke landen, waar eene natuurlyke geneigdheid tot fcheurbuik heerscht , een flapheid en koude werkeloosheid der vaste deelen plaats heeft, en de natuurlyke affcheidingen ontbreken. Zy zyn duè ook de beste temperende middelen van het dierlyk voedfel, prikkelen de maag , en zetten, als kragtige zweet- en pisdryvende middelen , deze uitlaten des lighaams aan , om zig van de overtollige loogzouten te ontlasten. Als geneesmiddelen, werken zy fpoedig en kragtig, hare prikkeling word zeer fchielyk aan het geheele geftel medegedeeld, zo dat zy uitnemend zyn in alle die gevallen, waarin de beweging der levensgeesten en zenuwkragt kwynende is , als in verlamming en beroerte. Zy losfen kragtig den flym op, en zyn de beste middelen, in alle die gevallen , waarin deze de overhand in het geftel heeft. Wy zullen hier alleen die planten van dez*  uit KELDER en KEUKEN. 113 order nemen , welke wy in de keuken bezigen. Kers. (Lepidium Sativum. L. Nasturtium hortenfe.) De kers is een van de vermogendfte middelen tegen den fcheurbuik, en kan altyd overvloedig by de hand zyn , wyl zy zo gemaklyk groeit. Haare zagte bittere prikkelende fmaak, maakt deszelfs algemeen gebruik gemaklyk en aangenaam. Als falade gegeten of als een toekruid gebruikt, bevordert zy de fpysvertering, lost de flym op, bevordert de affcheidingen van zweet en pis, en doet' de fluimen gemaklyk opkomen. Boerhaave pryst ze aan in waterzugt, en als een zeker middel, om de ingewortelde flymziekten te genezen. Als een oplosfend middel bezigt men ze in alle buiks-, lever- en miltverftoppingen, in asthma, bezetting der borst by oude lieden. Het zaad is fcherper dan de plant, en word vooral by dodoneüs aangeprezen (ni) uitwendig als een blaartrekkend middel in heupjigt, podagra , met pekel gekookt om de kropkliergezwellen ryp te •maken, in bloedzweren, enz. Inwendig gebruikt hy het in wormen , verftopte maandflonden, en inwendige kneuzingen. A. paré bezigde het' zelve met nut in de daauworm en andere huiduitdagen. Mieriks- of Peperwortel. (Raphanus rustic anus. Cochlearia Armoracia. L.) De gewoone peper- wor- («) Kruidboek ed. Plantin, p. 1112 en 1113. H  ii4 GENEES- en HEELMIDDELEN wortel koomt veelal in fmaak en kragten overeen met de Cochlearia officinaüs of lepelblad , her, welk in zommige landen tot fpys gebruikt, dog by ons alleen tot een geneeskundig gebruik gebezigd Word, en hier dus geen plaats verdient. Zy behoort dus ook:onder de krsgtige middelen, tegen het fcheurbuik. Dan hare llymverdunnende en prikkelende kragt is meer bekend, en ook daarom meer geroemd, omdat de peperwortel aangenamer en beter te nemen is dan het lepelblad.. LiNNisus pryst zeer de ftroop van peperwortel in aamborftigheid , zy bevordert de werking der klieren, en een:heilzame lozing van flym; hierom is zy niet zelden in hardnekkige hoesten, ja zelf den kinkhoest , van uitftekenden dienst geweest. De Rusfen gebruiken deze wortel veel in verouderde rheumatkmi en jigtpynen., Zy bevordert de pis-affcheiding, en is dus een heilzaam middel in warerzugt, daar zy te gelyk een oplosfendè en prikkelende kragt bezit. Ook word zy onder de fteenbrekende middelen .gerekend. De verfche geraspte wortel is ook blaartrekkende, waarom zy in tand- en hoofdpyn , als ook in rheumatiqm pynen en zelf flaapziekten en flymberoerte, aan het hoofd of andere (deelen met azyn word aan. geleSd- Waterkers. (Sifymbrium, Nasturtwm aquatteum.L.) De waterkers, welke overvloedig in onze flooten en-beeken gevonden word, is minder fterk, bic-  uit KELDER, en KEUKEN. 175 bitter en prikkelend , dan de mierikswortel en gewone kers. Zy is uitftekend nuttig, als falade gegeten, tegens den fcheurbuik, en in alle die ziekten , waarin een taaije flym met een flapheid der fpiervezelen gepaard gaat. Hierom is zy ook in flymberoerte, en in koortfen, welke een grote flaperigheid by zig hebben, door forestus en werlhof aanbevolen. Door een langdurig gebruik , worden hardnekkige verftoppingen des on» derbuiks opgelost; ja dit vermogen is zo zeer door bonnetus en anderen opgevyzeld , dat zy zig beroemen , alleen door dit middel de tering en hardnekkige hoesten overwonnen te hebben. Anderen pryzen ze ook in waterzugt, fteen en flymgraveel. Radys. (Raphanus Jativus. L.) Rammenas. (Raphanus niger. L.) De radys is een van onze geneeskundige voedfels , die wy tot toefpys gebruiken; door hare bittere, vlugge en opwekkende fcherpte bevordert zy de fpysverteering, welke egter by lieden, die een zeer zwakke maag heb* ben, door de winden hierdoor veroorzaakt, meer belet wórd.' Beide zyn zy zeer oplosfendè, flymverdunnende en opwekkende. Het-fap der radyfen en rammenasfen bevordert de affcheiding van water en zweet; waarom dikwyls de radys, als een fteenbrekend middel, en in de waterzugt met vrugt gegeven is. De haen gaf ten dien einde een halve lepel van het fap met olyf-olie gemengd. De H 2 ftroop  n6 GENEES- en- HEELMIDDELEN ftroop van rammenas heeft een uitmuntende krag-,, om de oploozing van fluimen te bevorderen, en» is in hardnekkige hoesten, den kinkhoest, en flymaamborftigheid van veel dienst bevonden. In grote hoeveelheid veroorzaakt het fap een zagte en matige braking, en neemt den flym der maag wegr zonder dat deze braking het lighaam fterk aandoet. Uitwendig is de radys, en veel meer de rammenas in fchyfjes gefneden, een zagt blaartrekkend en roodmakend middel , waarvan men in jigtpynen met vrugt gebruik kan maken. Het fap der radys. neemt de fpleten der winterhanden, vlakken der huid, en de lykdoorns weg, wanneer men dezelve afgefneden hebbende , met een fchil der radys, dikwyls wryft. Mostaardzaad. QSinapis nigra. L.) Het mostaardzaad, waarvan de mostaard, in onze keukens1 en met onze fpyze dagelyks gebezigd, bereid word , is een overvloedig voortbrengfel van ons> land, en word vooral in Noord-Holland voortgekweekt. De mostaard prikkelt de maag en ingewanden , en bevordert daardoor de fpysvertering, zy verlevendigt den geest door de zenuwkragt op te wekken , en is dus geen ongezond byvoegfel onzer fpyzen. Niet minder intusfchen is deszelfs nut in verfchillende ziekten , en bezit uitftekend alle de vermogens dezer klasfe; tegens den fcheurbuik is het mostaardzaad niet zelden met vrugt gebruikt. Als een zagt braakmiddel, neemt het te  uit KELDER en KEUKEN. 117 -te gelyk den flym der maag en ingewanden weg. Een lepelvol van het geheele zaad veroorzaakt een zagte ltoelgang. In kleine giften verdunt het kragtig den-flym, en dryft de fcherpe deelen des bloeds door het zweet en pis af. Ais een oplosfend middel, is de mostaard insgelyks in flym- en borsteiekten aangeprezen. Tusfehenpozende koortfen zyn niet zelden door het gebruik van mostaardzaad •weggenomen. Vooral, heeft men ook dit middel in verlamming en waterzugt hoog gefchat; doch deszelfs inwendig gebruik is zo veel niet gedoemd , als het uitwendig. Gewoonlyk bezige men ten dien einde gelykè deelen mostaardzaad en zuurdeeg , welke men met azyn bevogtigt, waarby men fomwylen wynruit en zout voegt. Dusdanig bezigt men het, als een roodmakend en afleidend middel, wanneer het de huid prikkelt, rood maakt,de levensgeesten aanzet,en niet zelden van een betere uitwerking is, dan de Spaanfche vliegpleisters. Weshalven dit kan gebruikt worden in alle die ziekten , waarin men de levensgeesten wil aanzetten, als in verlamming, beroerte, enz. In die gevallen , waarin men den aandrang des bloeds van edeler deelen naar buiten wil afleiden. In ingeflagene huiduitflagen , als mazelen , roodvonk, kinderpokjes, enz, In koortfen, waarin een grote aandrang naar het hoofd is, wanneer men ze aan de beenen legt. In inwendige ontstekingen, als pleuris, enz. om den toevloed der H 3 vog-  118 GEN SE S- en HEELMIDDELEN vogten uitwendig te bepalen, enz. In de verlamming der tong kan men gefloten mostaardzaad, als een prikkelend middel, op dezelve leggen. Kool. (Brasfica Oleracea. L.) De kool behoort voorzeker onder die ipyzen gerekend te worden, welke uitftekende geneeskundige kragten hebben. De gewoone witte kool (Brasfica capüata alba. L.) is moeilyker te verteren, wateriger, imakelozer, en . daardoor ligter winden veroorzakende , dan de andere foorten. Allen bevatten zy. een zoetagtig., min of meer fcherp, zeepagtig waterig vogt, het welk een oplosfendè kragt bezit. Dan vooral dient hier geroemd te worden, de voortreflyke kragt der zuurkool , welke uit dezelve door gisting bereid word: immers is het door de herhaalde proeven der zeelieden gebleken, dat 'er geen middel zo vermogend is tegens den zee-fcheurbuik , als de zuurkool, welke daarom thans ook zo wel op onze , , als de. Engeifcbe fchepen in menigte, ter voorbehoeding van deze verwoestende ziekte , gebruikt word. De .Ouden hadden veel op met de kool als geneesmiddel, en fchreven aan dezelve niet alleen oplosfendè, maar ook pisdryvende en verzagtende vermogens toe, waarom zy ook vooral in koiyken en borstziekten geprezen .werd. De bloemkool: (Bras/ka botrytis. L.) word voor de gemaklykfte om te verteren gehouden. Alle hedendaagfche Geneesheeren intusfchen verkiezen de roode kool (Brasfica Sa* I 'bel-  uit KELDER en KEUKEN. 119 béllicx. L.) boven alle andere foorten; dewyl zy een min waceragcig, dog zeepagüger, zoeter fap in groter hoeveelheid bevat; daarenboven heeft zy veel zuikeragtigedeelen in zig, welke in dedoorgefneden ftronk gedroogd zynde, als een foort van manna, in kleine korrels uitfpruit; zy is veel gemaklyker voor zwakke lieden te verteeren, en geeft veel minder winden. Boerhaave pryst uitermaten de kragt dezer plant, en verhaalt verfcheide gevallen van longtering, welke alleen door het eten van roode kool, of het drinken van deszelfs fap genezen zyn. Uitwendig pryst hy pappen van koolbladeren tegens verhardingen en huiduitflagen. De landlieden bezigen veel de koolbladeren in uitwendige wonden, en om- Spaanfche vliegen open te houden. ■ Knollen. (Erasfica Rapa & Napus. L.) De knollen hebben een veel fcherper en bitterder fap dan de kool, het welk vooral in de fchil huisvest; zy zyn moeilyk te verteren en veroorzaken winden. De knollen hebben een afvagende en zeer oplosfendè kragt, waarom zy in alle ilymziekten, in hardnekkige hoesten, en peripneumonia notha zyn aangeprezen. Het fap van knollen is door ketelaar in de fpruw, en door rosenstein en boerhaave in flymkeelziekten en zweeren der mond, aangeprezen. Uitwendig zyn gebraden knollen aangeprezen, om verhardingen week te maken , en ontftekingen toe etterwording te brengen. Boerhaave zegt, dat H 4 zy  laö GENEES- en HEELMIDDELEN zy de pyn wegnemen in ontftekingen der oren. Oost-Indifche Kers. (Tropaolum. L.) De OostIndifche kers, welke, alhoewel niet tot deze order van planten behorende, egter zeer veel overeenkomst heeft met de nasturcina , word in azyn ingelegd, of als toekruid by de falade gebruikt; zy heeft genoegzaam dezelve reuk en fmaak als , de kers , en koomt daarmede ook byna in kragten overeen. De plantte Alliacete, of die verfchillende foorten van look, welke tot een geheele andere kruidkundige klasfe van linn^us behoren , namelyk tot de hexandria monogynia, hebben zo veel overeenkomst met de kragten der tetradynamia, dat wy ze hier plaatfen kunnen. Zy zyn alle als voedfel of toefpys in onze keuken in gebruik. Alle hebben zy een fcherpe,vlugge, wezentIyke olie by zig, die een flymverdunnende, prikkelende kragt heeft; dan deze is minder fcherp en heeft meer flymige deelen by zig, dan in de nasturcine plaats heeft, waarom dit gewas ook meer voedende is. Porrey. (Allium Porrum. L.) Dit genoegzaam bekend gewas , het welk wy als een toefpys op onze falade, en in onze foepen gebruiken, is, raauw zynde, hard te verteeren,en geeft veel winden ; dan door de koking verliest het niet alleen een groot gedeelte van zyn fcherpte, maar word ook een goed voedfel. De,kragten der porrey zyn  uit KELDER en KEUKEN. 121 zyn pisdryvende en flym verdunnende, waarom zy. in graveel en fteen zyn aangeprezen; dog men zegt dat zy Tchadelyk zyn , zodra 'er in de nieren of blaas verzweringen gevonden werden. Porrey met honing en gerfle-water gekookt en mee wat azyn gemengd; het fap van porrey, en porrey op wyn getrokken, woeden als een heerlyk middel in verouderde hoesten en verzamelingen van flym ia de longen, door de Ouden aangeprezen. In waterzugt is de porrey ook door veelen gebezigd. Dyzonder wierden zy eertyds in verftoppingen der maandftonden aangeprezen. Zommigen fchryven ook aan dit gewas een pynflüiende kragt toe. In dyfenteria wierd weleer het zaad voorgefchreven. Dodoneus zegt, dat gebraden porreyen een tegengift zyn van vergiftige paddeftoelen. Uitwendig word het fap der porrey in neusbloedingen,-wormen, en tot het zuiveren van wonden en verzweringen aanbevolen. In pynlyke aambeyen plag men uitwendig de bladeren van dit kruid aan te leggen. Knoplook. (Allium Sativum. L.) De knoplook is een plant, die natuurlyk in warmere landen van Europa groeit, dog nu ook in Noord-Hoiland genoeg word voortgekweekt; zy heeft een zeer fcherpen, onaangenamen, vluggen reuk en fmaak, welke zo doordringend is, dat zy den adem, de pis, en zelf het zweet aandoet. Zy bezit dus in den hoogden graad alle de kragten der attiac&a* H 5 Als  122 GENEES- en HEELMIDDELEN Als een toefpyze bevordert zy de fpysvertering , en zet de ingewanden tot werking aan, zy vermeerdert de oplozing van flym in verouderde hoest, dryfc fterk.het water, en is daarom van veel vrugt in waterzugt, wanneer, by.den gemeenen man of de geheele bolletjes, of op gene ver getrokken, met een wonderbaar nut, gebruikt worden.. Niet zelden, heeft men alleen door knoploop in melk gekookt wormen uitgedreven , die men door gene geneesmiddelen overwinnen kon. Bergius heeft met vrugt in tusfehenpozende koortfen de knoplook zien gebruiken, zodanig dat men 's morgens van een bolletje beginnende én tot vyf opklimmende , daarmede dezelve geheel verdreven heeft. Uitwendig is de knoplook een roodmakend middel en daarom niet te veragten in rheumatieke ooren tandpynen. Het fap van knoplook, met honing gemengd, is by de Ouden in alle huiduitflagen, en vooral het fchurft y zeer hoog geagt. Ook zyn deze bolletjes in fcrophuleuje gevallen uitwendig aangeprezen. Uyen. (Allium Cepa. L.) De uyen hebben alle de kragten der te voren gemelde alliacete, dog zy zyn aangenamer, zagter en veiliger , en behoren dus overal boven de andere verkozen te worden. St. Jans-Look (Allium Fistulofum. L.) komt genoegzaam met de uyen overeen , dog is wat fcherper van fmaak. Bies-look.(AlliumSchosnoprafum.'L.') Deze plant koomt  uit KELDER en KEUKEN. ;ag koomt het naaste met de.porrey overeen , en heeft genoegzaam dezelve kragten. De Ouden fchreven aan dezelve een byzonder vermogen toe, om de dem helder te maken. Chalotten. (Allium. Ascalonicum. L.) De chalotten zyn natuurlyke inwoners van Palasstina, dog worden tot ons keukengebruik hier nu ook overvloedig aangekweekt. De reuk is minder onaangenaam dan die der uyen , de fmaak is ook zagter en aangenamer. .De kragten komen na genoeg met de voorgaande overeen, zodat wy hiervan ia 't byzonder niet behoeven te fpreken. TWEEDE AFDELING. Over dé al te grote vloeibaarheid der vogten, c;i de middelen om dezelve te verbeteren. Gelyk onze vogten, zo als wy in 't voorgaande hoofddeel zagen,, een al te grote dikte en lyvig? heid hebben kunnenzo is het even mooglyk , dat ook een tegengefteld gebrek plaats hebbe, namelyk, dat'onze vogten al te vloeibaar en dun zyn. Deze dunheid der vogten is van twederlei aart , of dat 'er een overmaat van vloeibaarheid door een overvloed van wateragtige deelen ia de vogten is, of dat zy ontaard een fcherpte hebben aangenomen. Zelden zullen wy de vogten tegennatuurlyk dun vinden, wanneer de vaste deelen be«  i24 GENEES- en HEELMIDDELEN behoorlyk gefield en fterk zyn ; de natuur heeft zo veel middelen om zig van het overtollige water te ontdoen, dat zy altyd, 't zy door het water of ftoelgang,'tzy door de uitwaasfeming,een behoorlyk evenwigt tusfchen de vaste en vloeibare deelen onzer vogten behoud. Dan alleen word de overmaat van vloeibare deelen te groot, wanneer deze ontlastingen geftremd worden, of,wanneer de vaste deelen zodanig verflapt en verzwakt zyn, dat de natuur onvermogend is, bm zig van de overtollige vogten . te ontlasten. Wy ontmoeten alleen in zwakke fletfche geftellen, die bolheid en wateragtige geneigdheid, welke een gebrek aan vaste deelen in het bloed te kennen geeft. De grote dunheid der vogten is dus een uitwerkfel der fletsheid van het fpier- en vaatgeftel , en in deze gevallen zyn een goede voedende diëet, beweging en verfter* kende middelen , de incrasfantïa, alleen dienftig. Hier door zal de natuur , aan het werken gebragt, fpoedig zig van de overtollige wateragtige deelen bevryden, en de vogten zullen hunne natuurlyke lyvigheid wederkrygen. Scherpte is eene andere oorzaak der verdunning, onzer vogten; dan het is by my twyfelagtig, of 'er wel zo veel een algemeene fcherpte in het bloed zelve plaats heeft, als men gewoonlyk denkt. Scherpte fchynt eerst en alleen geboren te worden in de afgefcheidene vogten, en is dus oorfpronglyk uit een gebrek der vaste deelen af te lei-  uit. KELDER en KEUKEN. 125 leiden, welke tot deze affcheidingen gcfchikt zyn: dus in verkouwdheid, wanneer 'er een verdopping der kleine kliertjes van het neusvlies plaats heeft, word het afgefcheidene vogt eerst van natuur veranderd, offchoon 'er oorfpronglyk in het bloed zelve geen de minde fcherpte aanwezig is. Dan wanneer 'er een fcherpte in het een of ander afgefcheiden vogt eenigen tyd blyft voortduren, worden deze vogten opgeflorpt, en de gantfche masfa van vogten word hierdoor min of meer aangedaan, zonder dat men dit altoos in het bloed zelve, dan door de uitwerkfelen, kan waarnemen. In dit geval dan ook is het maar zeer zeldzaam, dat wy een ware verdunning der vogten bewyzen kunnen. Een geval echter van fcherpte is 'er, waarin wy waarlyk een verdunning der vogten, die merkbaar is, waarnemen: ik meen in een neiging der vogten tot rotting, zo als wy in kwaadaartige rotkoortfen, fcheurbuik, kinderziekte, enz. waarnemen. Dan wie zier, niet, dat in alle deze gevallen de zogenaamde antacria de ware incrasjantia zyn. DERDE AFDELING. Over de fcherpten en derzelver geneezing. 2*o even zagen wy, dat eene fcherpte der voeten gemenelyk voorafgegaan wierd door een tegennatuurlyke jgefteldheid der afgefcheidene vog« ten»  t2ó GENEES- en HEELMIDDELEN ten, waaruit dan een algemeene fcherpte geboren wierd. Ik heb dit ten opzigte der fcrophuleufe ontaarding breedvoeriger zoeken aan te .toonen (n), cn ik geloof, dat wy met eenigen grond hetzelve mogen geloven van alle andere fcherpten , zelf ce zodanige, welke door overerving of befmetting worden voortgeplant; in de venusziekte, kinderpokken, roodvonk, mazelen, enz. is 'er altoos eerst een plaatslyke ziekte , welke zig'op een byzonder gedeelte des lighaams vertoont, waarna eerst de algemeene masfa word aangedaan. Ja zelf dan, wanneer onze geheele vogtftroom is aangedaan geworden, vertoont zig de fcherpte door haare uitwerkfelen niet in de kanalen zelve, waardoor het bloed word rond gevoerd; de natuur heeft genoegzaam gezorgd, dat deze met een natuurlyke flym overtogen waren, ten einde zy niet daardoor zouden befchadigd worden: zy vertoont zig in de werktuigen van affcheiding. Naar mate nu deze verfchillen, verfchilt ook de natuur van het afgefcheidene vogt, en diensvolgens ook de i natuur der fcherpte. Uit een oppervlakkige befchouwing van het zo even gezegde begrypt men ligt , dat de aart der fcherpten oneindig verfchilt , en dat dus ook de geneesmiddelen zeer verfcheiden moeten zyn. Het ware te wen- fchen, (h) in inyne Voorrede voor het Werkje van den Heer White over de Scrophula.  uit KELDER en KEUKEN. 127 fchen , dat wy beter den aart derzelven kenden, dan zouden wy gemaklyker dezelve kunnen uitroeijen, en wy zouden ons zo dikwyls niet in onze beste pogingen zien te leur gelleld. Wy zouden alsdan niet palliatief behoeven te handelen , maar den vyand in zyne uiterfte ichuilhoeken kunnen opzoeken , en met wortel en tak uitroeijen. Thans bepaalt zig onze kennis byna alleen tot die fcherpten , welke wy in de eerfte wegen ontmoeten; de overige zyn ons geheel en al onbekend. Wanneer wy ons enkel met thso* retifche belpiegelingen wilden ophouden, zouden wy hier alle mogelyke ontaardingen der vogten, waaraan zy buiten het lighaam onderworpen zyn, kunnen te berde brengen, en dit heeft de Heer gaueius meesterlyk gedaan; dan wanneer wy de natuur naauwkeurig gadeflaan, zullen wy alleen duidelyk kunnen onderkennen drie onderfcheiden foorten van fcherpten ; het zuur, de zogenaamde galagtige , en de rotagtige of feptifche fcherpte. Deze byzondere fcherpten kunnen wy vermogend tegengaan, de overige kunnen wy alleen van ter zyden bedryden. Even als de natuur, door een tranenvloed te verwekken, eert ftofje uit het ge. voelig oog voert, en de prikkeling der fteen in de blaas , door een overvloedige • flym door de natuur word weggenomen, moeten wy de heerfchende en onbekende fcherpten of door den kortften weg uit het lighaam voeren, of door esra fterk  ia3 GENEES- en HEELMIDDELEN fterfc gebruik van inwikkelende, verzagtende, gom* agtige, olieagtige dingen zodanig de vaste deelen daar tegen verfterken, dat zy geen kwaad kunnen uitvoeren. Immers worden deze middelen met de vogten verenigd, rondgevoerd en vooral gebragt naar de natuurlyke ontlaadbuizen der natuur, alwaar deze fcherpten het meeste nadeel doen ; hiervan daan derzelver nut in fteen, graveel, wittenvloed, hoest, borstziekten, enz. De Heer cullen heeft een zeldzame dog fchoone aanmerking hieromtrent opgegeven , die wy niet kunnen voorbygaan; dat namelyk in alle bloedftortingen een fcherpe wey word oiitgeftort, en dat de verzagtende of demulceerende middelen niet werken door het bloed te verdikken, maar door de fcherpte niet alleen van het bloed, maar vooral op de plaatfen daar deze vloeijing voorvalt, weg te nemen. Eindelyk kan men in deze gevallen ook gebruik maken van pynftillende middelen, dewyl zy de gevoeligheid der vaste deelen voor de prikkeling der fcherpte wegnemen. Van het Zuur. De Ouden dagten, dat de meeste hevige ziekten uit een zuure ontaarding der vogten voortfproten; hierom was het gebruik der antacida zo ge? meen in alle hevige ziekten, en ook hiervan daan mogelyk het gebruik der Pedro del Porco, Bezoart peerels, enz. * ,welke naauwlyks iets meer dan  biT KELDER en KEUKEN. I2f dan zuurbrekende dingen zyn, in pest en andere hevige en kwaadaartige ziekten. De ondervinding, en een naauwkeuriger waarneming der natuur, heeft aan latere Geneesheeren omtrent dit ftuk de ogen geopend, en thans zal men naauwlyks meer betwisten , dat zuur alleen in de eerfte wegen tegennatuurlyk plaats grypt. Natuurlyk moet het voedfel door de fappen der maag gefmolten en op. gelost worden, en door deszelfs werktuiglyke werking verder in de darmen worden voortgeftuwd; de fpiervezelen der maag te flap, en het maagfap zelve niet kragtig genoeg zynde, blyft de fpyze in dezelve hangen, en ondergaat daar die veranderingen, welke zy natuurlyk buiten het lighaam ondergaan zoude ; 'er gebeurt een foort van gisting, de vaste lugt word voortgebragt en hieruit ontftaan fpanningen en winden , en wanneer de fpyzen natuurlyk tot een zuure gisting neiging hebben, word 'er een waar, en zomtyds zelf een bytend en fcherp zuur geboren. De geftellen , waarin wy het meest zuur ontmoeten, zyn vooral kinderen, vrouwen, en in 't algemeen, die een flets en gevoelig , dog te gelyk zwak fpier- en zenuwgeftel hebben, vooral wanneer de fpysvertering door een al te groot gebruik van warme waterdranken , meelfpyzen , melk , vrugten en groenten , bedorven word. Om deze geneigdheid tot zuur weg te nemen, is. het niet genoegzaam , het aanwezige zuur te breken en uit te I dry-  ï3o GENEES- en HEELMIDDELEN dry ven, dewyl dit alleen voor een korten tyd de ziekte verdoven, dog niet wegnemen zoude; men dient deze middelen met zagte opwekkende, windbrekende , en verfterkende artzenyen te paren. De leefregel dient hier ook vooral by die lieden in agt genomen te worden, de fpys behoort voornaamlyk uit vleesch te beftaan , het welk door een weinig fpeceryen mag fmaaklyk gemaakt worden; geestryke dranken zyn meesttyds nadelig, dan in deze geftellen dóenzy, matig gebruikt, voordeel; niets intusfchen verfterkt het fpiergeftel meer en bevordert beter de koking der fpys, dan een ruime en verfche lugt, en een matige beweging. Wat nu de byzondere zuurbrekende middelen betreft, wy bezitten in onze keuken het voortrefTykfte van allen. Kryt. Men zoude hier in 't algemeen kalk-aarde kunnen noemen, waartoe een menigte foorten behoren, het marmer, de gewooné kalkfteen, fchelpen, eijerfcbalen, enz. allé zyn zuurbrekende middelen , zy verfchillen alleen hierin, dat de eene harder en vaster van maakfel is, dan de andere, en dus ook beter en fchielyker van het zuur der maag word aangegrepen en ontbonden: onder allen dezen is het gewone kryt het beste, het welk loscn wryfbaar zynde in een ontastbaar poeder kan gewreven worden en dus meerder deelen aan de werking van het zuur bloot ftelt , en dierhalven ook fchielyker een middenzoüt met het zuur der maag  uit KELDER en KEUKEN. 131 maag uitmaakt. Het kryt is intusfchen byna uit gebruik, dog te onregt. Veele zeer kundige Geneesheeren, onder anderen ook de fchrsndere en beroemde Heelmeester van der haar, verzekert, dat hy geen kragtiger middel gevonden heeft om 't zuur der kinderen weg te nemen, dan het kryr. Zeer te onregt derhalven mispryst de Geleerde BALDiNGER .de Edinburgfche Geneesheeren, dat zy hunne polio cretacea nog in de Apotheek behouden hebben; het is een zeer eenvoudige bereiding, waarvan ik in veele gevallen, niet alleen van zuur , maar zelf van andere fcherpten , die hardnekkige buiklopen veroorzaakten, de beste uitwerking gezien heb. Het is een niets beduidende tegenwerping , dat het kryt op den bodem der maag zoude blyven leggen en daar een koek vormen. Hedendaags heeft men te grote vorderingen in de Scheikunde gemaakt, om zulke tegenwerpingen te beantwoorden : veeleer zoude men dit ver wagten van ogsterfchelpen, kreeftsogen, koralen , gebrand hartshoorn, eijerfchalen en diergelyke dingen meer, welke de kwakzalvery der Artzen nog boven het onfchuldig kryt verkiest. Immers zyn alle deze zelfftandigheden veel harder en moeielyker te bereiden, en het zuur kan op dezelve zo gemaklyk niet werken. Zy hebben alle een dierlyke flym by zig, die als een inwikkelend middel niets doen kan , dog genoegzaam is om de werking van het zuur op de kalk-aarde zelve te I a . bea  T32 GSNEES- en HEELMIDDELEN beletten. Wy kunnen dus alle deze fraaije zaken ontberen en ons van het kryt bedienen, zo dikwyls 'er zuur in de eerfte wegen gevonden word. Dan dewyl het kryt en alle andere natuurlyke kalk-aarden eigentlyk mengfels zyn van vaste lugt en zuivere kalk, was het altyd beter dezelve door branding van deze lugt te bevryden; dewyl de vaste lugt, zig ontwikkelende door de vereeniging der kalk-aarde met het zuur, altyd winden geeft: hierom is men ook gewoon verfterkende en windbrekende middelen met het kryt te paren, als een weinig venkel-, anyszaad of oranjefchillen. Het kryt word met het zuur der maag een middenzout, het welk een floppende hoedanigheid heeft, en hierom kan men, wanneer de ontlasting ontbreekt, altyd cenige weinige greinen rhabarber met het kryt zamenvoegen. Te voren merkten wy aan , dat het fluk der fcherpten duister was, en dat 'er geene genoegzame bewyzen voor handen waren, dat 'er eene zuure fcherpte in onze vogten plaats had. Dan uit het nut van opflorpende middelen in zommige ziekten zoude men het tegendeel befluiten. Nier zelden zien wy, by voorbeeld, dat in hevige buikpynen en loop, wanneer men geene tekenen van zuur in de maag ontwaar word, de zuurbrekende middelen uitftekend nuttig zyn. By vrouwen, die veel zuur hebben, is de witte vloed zeer gemeen; en deze heb ik meermalen alleen door tnag-  bit KELDER en KEUKEN. 133 magnefia of kryt genezen ; zoude ook dit zuur opgeflorpt en door dezen weg geloosd worden? Onze hedendaagfche vrouwen zouden intusfchen niet gaarne de magnefia ontberen, die thans een algemeen huismiddel geworden is; en waarlyk is deze ook zeer vermogend, en daarom zo nuttig, dewyl zy uitnemend zagt is, en te gelyk met het zuur der maag een uitdekend laxerend middel uitmaakt. Weinige droppen van het vogt van potasch, in onze Apotheeken verkeerdelyk Oleum Tartari per deliquium genoemd, breken kragtig het zuur; dan men is niet te onregt bevreesd voor de nadelige uitwerkfels van dit middel te veel of te lang gebruikt: het neemt de flym der ingewanden weg, prikkelt de reeds verzwakte vezelen der maag, en verzwakt dezelve meer en meer, en is dus minder gefchikt voor die geftellen, waarin het zuur gewoonlyk valt. Hierom word de potasch meest alleen gebezigd om de .werking der kalk-aarden te helpen. Zeep is, zo als wy gezien hebben, een vermenging van loogzout met olie ; het zuur meerder verwantfchap hebbende met het loogzout dan met de olie , verenigt zig hier mede gemaklyk, terwyl het zelve de maag weinig aandoet, die met de olieagtige deelen der maag overtogen word. Hierom is de zeep een zeer gefchikt middel by kinderen, het welk gemaklyk en zeker het zuur "\ 3 weg-  i34 GENEES- en HEELMIDDELEN wegneemt en te gelyk" de hotting der melk voor* koom't; waarom men te regt eenige weinige greinen Spaanfche zeep in de melkfpyzen kan doen, of met kryt vermengd kan toedienen. Intusfchen d;en: hér gebruik fpaarzaam te zyn, wil men voorkomen de verdunning en verflapping der fpiervezelen , die de loogzouten veroorzaken. De Heer gregorY' (V) meent, dat de zeep nog fchade» lyker is dan de loogzouten , dewyl zy het zuur der maag verbeterende, veel ranfe olie in dezelve moet overlaten, waarom hy het gebruik mispryst. Alle vleesehnat, vleesch en dierlyke fpyzen, hebben een vlug loogzout by zig , en gaan dus het zuur tegen ; hierom kan men kinderen , die wegens- het zuur geen melk verdragen kunnen, met vleeschnat voeden. Veele volwasfenen, die om dezelve reden geen groenten of vrugten verteren kunnen, zullen gemaklyk vleesch verduwen, dewyl dit de neiging tot zuur wegneemt ; hierom heeft dikwyls een verandering van een groente- en vrugten - dieet, tot het eten van vleesch,' hardnekkig zuur en maagpynen genezen, en hierom zien wy} dat zelf zwakke vrouwen, beter vleesch dan melkfpyzen en vrugten verteeren. ' Fan de zogenaamde gal, of galagtige fclierpte, De gal is een der voornaamfte fappen, welke tot !e fpysvertering dienen moeten ; de affchei- diög C«) Conjp. T. JI. p. 37p. §. 1*301.  cit KELDER en KEUKEN. 133 ding der gal nier. behoorlyk gefchiedende, is de vertering der fpys traag, de afgang ongeregeld, en her geheele lighaam word eindelyk ongefteld. Wanneer de uitftorting der gal in den twaalfv ingerigen darm belet word, ondervinden wy dezelve onregelmatigheden in de fpysvertering, de gal word in het geftel opgenomen, en wel dra word 'er een geluw geboren. De gal in eene al te grote hoeveelheid afgefcheiden zynde, prikkelt de ingewanden, en de natuur ontlast zig hiervan door braking en overvloedige ftoelgangen. Dan het is 'er verre van daan, dat 'er volgens het thans maar al te veel in zwang gaande gevoelen, zelf van grote Geneesheeren, een grote hoeveelheid gal zig niet alleen in de galblaas en darmbuis, maar zelf in het geheele gedel der poortader zoude kunnen ophopen, en oorzaak geven tot die langdurige ziekten , waaraan wy zo veele zittende lyders zien zukk,8len. Verre dat de gal oorzaak zoude zyn van buiksverdoppingen, zyn deze veel eer aan een gebrek derzelve, of ten minden aan een gebrek van behoorlyke fcherpte , toe te fchryven. In veele ziekten zullen wy door een herhaald gebruik van braak- en purgeermiddelen, een grote hoeveelheid gal kunnen ontlasten, welke geenzims te voren aanwezig, door de prikkeling der geneesmiddelen geboren wierd. De gal is dus volgens onze geciagten veel minder een oorzaak van ziekte, dan men wel zoude denken. I 4 Men  136" GENEES- en HEELMIDDELEN Men verwart veelal met de gal, de onreinheden der maag en eerfte wegen , de faburra , zeer kwalyk genoemd biliofa, welke van den Heer hahn beter geheten word de quafi-bilis. Hi prooi u at es en galenos (ƒ>) noemden reeds deze ftof to wov, dog verftonden daardoor geenzints een zuivere gal, maar de onreinheid der eerfte wegen, welke door het misbruik van zoete, vette, en ligt tot gisting neigende fpyzen, veroorzaakt wierd. Alle deze dingen, welke natuurlyk tot gis* ting geneigd zyn , wanneer zy in te grote hoeveelheid genomen worden , of wanneer 'er andere omftandigheden bykomen, die deze neiging bevorderen, als de hitte van den nazomer, gemoedsaandoeningen, enz. ondergaan een beginfel van be-. derf; hierdoor word de vaste lugt ontbonden, 'er ontftaan winden, oprispingen, die van een bitteren fmaak zyn; de bykomende gal in den twaalfvingerigen darm bevordert nog meer dit beginfel van bederf, en dikwyls zien wy, dat 'er dan brakingen, afgang, en een zogenaamde galkoorts geboren word. Om nu deze quafi-bilis te overwinnen, zyn 'er geen gefchikter middelen, dan verkoelende , verdunnende , zuure dingen , welke de ftof oplosfen en beweeglyk maken ; waarna men ze door een braakmiddel kan ontlasten, en de ove- ri- (/>) Ei>id. L. 6". Aph. 3. Foes. p. npo, en cale^üs ad loc. at. '  uit KELDER en KEUKEN. 137 lige doffen , welke dieper in den darmbuis gesplaatst zyn, naar beneden door zagte buikzuiverende middelen kan afvoeren. Van deze quafi-bilis verfchilt het rancidum, de vetagtige fcherpte , welke door het gebruik van te veel vette dingen veroorzaakt word. Onze na» - tuur fchynt wel een matige hoeveelheid olieagtige deelen tot hare voeding nodig te hebben, dan de wyze, waarop onze fpyzen met vet worden toeber reid, kan niet dan de fchadelykde uitwerkfelen op ons lighaam te weeg brengen. Het vet, de olie, room, en boter, zyn op zig zelve zagt, en verr msrigen zig gemaklyk met onz2 vogten; dan het vuur neemt de natuurlyke zagtheid weg, en maakt dit onverteerbaar en fcherp. Hieruit word dan in onze maag, het rancidum of acrimonla rancida geboren , welke zig -door de zogenaamde fode openbaart, Men gevoelt een knagende pyn aan den mond der maag, een droogheid en branding der keel, en een opgeving van winden, waardoor de benaauwd- en mislykheid voor een ogenblik verligt word; dan zelden bedaren deze toevallen, voor en al eer de maag zig van dezen vyand ontdaan heeft. In de ingewanden veroorzaakt het niet zelden een hardlyvigheid, dog veel meereen derke buikloop, krimping en buikpyn Door de 0?) Zie de fchoone Verhandeling van myn Vriend den Heer w. Jansen de Pinguedine. L. J3.1784. I 5  ï38 GENEES- en HEELMIDDELEN de fympathie, .welke 'er tusfchen de ingewandenen huid plaats heeft, word de uitwaaïfeming belet, en 'er ontftaan dikwyls uitflag, roos , cn andere huidziekten. Om deze ziekte voortekomen, dient men zig vooral van fcherp geworden vet door brading te onthouden , na het eten van vet nimmer warme waterdranken te gebruiken, welke de vermenging der olie met het maagfap beletten, en zig zo veel mogelyk van botergebak, *t welk het nadeligfte van allen is, te-wagten. Het aanwezig rancidum kan men of door den kortïten weg uitdryven, of door de zogenaamde anti-rancida tegengaan. Kiey. Het zy wy hiertoe gewoone gezuiverde pottebakkers kley , of de meer zuivere pypaarde nemen, zy verenigt zig buiten het lighaam zeer gemaklyk met de olie en bet vet; zodat deze ook in onze fabriequen tot het zuiveren der ftolfen gebruikt word: inwendig gaat zy ook vermogend het rancidum tegen, wanneer men ze met wat kaneel of andere fpeceryen kan zamenvoegen, om niet alleen het rancidum beter 't onder te brengen, maar ook de maag tot een behoorlyke werking en menging aan te zetten. Alle opflorpende aarden, geroost brood, befchuit, enz. zyn zo veele hulpmiddelen tegens. het opbreken van het vet. Eindelyk zyn alle adftringerende middelen, middenzou» ten en koud water, de eigentlyke hulpmiddelen ter voorkoming, zo wel als ter wegneming dezer ziekte. Men  uit KELDER en KEUKEN. 139 Men dient deze beide foorten van fcherpten wel te onderfcheiden van de eigemlyk gezegde loogzoutige fcherpte of acrimonia alcalina; vcclen twisten over de aanwezigheid dezer fcherpte, de ha en heeft getoond, dat ten minften nu en dan het water zodanig loogzoutig kon de zyn, dat het met zuuren opbruischte; dan ik twyfele, of "er wel in onze vogten een wezentlyk ontwikkeld alcali zodanig de overhand kan hebben, dat wy dit door tekenen zien kunnen: hierom zullen wy over dit (luk ons met geen befpiegelingen ophouden, en liever tot de hefchouwing der rotagtige fcherpte, overgaan. Van de rotagtige fcherpte. De hedendaagfche Artzen zyn meest van gevoelen, dat 'er geen acrimonia feptica, of rotagtige fcherpte, in onze vogten aanwezig is. De Heer milmann heeft dit gevoelen onlangs in Engeland met de fchoonfchynendfte bewysredeneri zoeken te ftaven (V); dan niet minder voldoende heefc de Heer ferris hem wederlegd (V). Uit een huauwketirige vergelyking der wedcrzyds bygebragte gronden blykt het, dat 'er wel degelyk in on- (r~) Enquiry into the fource, front whense the fjmptomt of the Jcurvy & of puti id fevers arife by F. MajiA^U M. D. Lunuon 1782. CO S. i-'erris Disf. Iraug. de fanguinis per vivu)* Corpus sirculantis futredine.  r4o GENEES- en HEELMIDDELEN onze vogten een ware rotagtige geneigdheid gevonden word. De beroemde j. pringle had dit reeds lang te voren bewezen (f). De verkleefdheid van zommige Engelfche Geneesheeren aan het nieuwe ftelfel van Dr. brown, waarvan wy nader fpreken zullen, is zeker oorzaak, dat men geen rotting der vogten heeft willen aannemen. Dan de ondervinding, zo wel als de reden , logenftraft volkomen dit gevoelen, zo als wy bereids te voren hebben aangemerkt. Dat 'er niet alleen in fcheurbuik, maar ook in veele kwaadaartige ziekten, een neiging tot bederf in de vogten befpeurd word, is ontegenfpreeklyk; dan het is niet altyd even gemaklyk te bepalen, hoedanig dit bederf in het lighaam geboren wordt. Wanneer wy met de vereischte naauwkeurigheid de ziekten nafporen, waarin wy een rotagtige neiging der vogten gewaar worden, dan kunnen wy naar myn inzien dezelve in zodanige verdelen, waarin deze neiging uit een gebrek der vogten zelf, of als een gevolg van een ziekte der vaste deelen, voortkoomt. De eerfte word of fchielyk geboren , wanneer de eene of andere uitwendige oorzaak, als zommige vergiften, een byzondere fmetftof, de vogten zodanig verandert, dat zy fchielyk tot bederf overgaan: of deze neiging gebeurt, gelyk meerendeels, langzaam, wanneer 't GÖ appendix, on the hok, on the difeafes of the Ar»J, P. uit. £? penult.  uit KELDER en KEUKEN. i4t neer de fpysverteering bedorven zynde,de chyl zyne goede hoedanigheid verliest, en aan het bloed een bederf mededeelt. Niets bevordert meer deze rotagtige neiging, dan een gebrek aan verfche groenten , en een langdurig gebruik van gezouten en ingemaakte fpys ; vooral wanneer te gelyker tyd zuiver water ontbreekt, en men in een koude en vogtige dampkring leeft. Dit is het geval van onze zeelieden, die daarom ook door het vernielend fcheurbuik worden aangetast, 't welk byna niet kan genezen worden, ten zy de vogten door het verkwikkend fap van verfche groenten of vrugten vernieuwd worden. In hevige ziekten, vooral in rotkoortfen, is de rotagtige neiging meestal een gevolg van een gebrek aan werking der vaste deelen, waardoor de behoorlyke kleinzing en menging der vogten, en de affcheiding der fcherpe en fchadelyke deelen, ontbrekende, de vogten eindelyk tot een waar bederf overgaan. Ik zeg meestal, dewyl fomwylen in deze ziekten, een ontbinding en bederf der vogten, de zwakheid voorafgaat. In dit geval is 'er altyd de eene of andere fmetdof, welke zig vermenigvuldigt en de gantfche masfa der vogten verandert , en tot bederf doet overgaan: dit zien wy in kwaadaartige kinderziekte , mazelen., roodvonk, en diergelyke ziekten. Eindelyk zien wy , dat wanneer 'er een plaatslyk bederf, als in longtering, in grote verkeringen , in een open kreeftgezwel, aanwezig is, de-  ï42 GENEES- en HEELMIDDELEN deze ilof ldngzaam word opgeflurpt <, een koorts veroorzaakt, welke ee.rst naauwlyks merkbaar, eindelyk niet zelden in een ware rotkoorts overgaaf. In die gevallen, waarin een fchielyke en byna ogenbliklyke rotagtige gisting in onze vogten geboren word, is alle hulp meestentyds vrugteloos; her. is onmooglyk zo fpoedig de gantfche masfa der vogten te veranderen,'dat de lyder kan behouden worden; de geneesmiddelen, welke de rotting tegengaan, kunnen niet aandonds in het bloed zelve gebragt worden, maar moeten eerst de wegen der fpysverteering doorgaan, en voor en aleer zy in de vogten zelf gebragt zyn, is de lyder reeds het flagtoffer zyner ziekte. Wanneer de rotting uit een opflorping van bedorvene doffen uit de ingewanden voorrfpruit, moec men eerst dezelve door braak- en purgeermiddelen reinigen, en daarna rottingwerende middelen toe* dienen. In fcheurbuik kan men weinig met eigentlyke geneesmiddelen uitvoeren , ten zy men te gelyker tyd de bron der ziekte kan wegnemen , door de vogten te verbeteren; dan gelukkig heeft de natuur ook hierin voorzien , dat een geringe hoeveelheid van versch voedfel , en mees: alle planten deze ziekte kunnen wegnemen* Het zeewier, raauwe aardappelen, ja zelf de fungi, die aan de fchepen groeijen, werken in deze ziekte als aniifeptica. Onder alle de .middelen tegens het fcheurbuik voldoen, volgens de proeven van lind, . , " het  uit KELDER en KEUKEN. 143 het beste de oranje-appelen: de grote cook gebruikte het verdikte fap dezer vrugten met het. beste gevolg, en heden word dit nog cp de Engelfche fchepen met voordeel gebruikt. Dr. macbuide (V) is de eerfte, die het moutvvater, als een voortreflyk middel, tegen deze ziekte heefc aangeprezen. Alle andere antifeptica, zelf de delfzuren, doen hier weinig af, wyl ze de oorzaak der Ziekte niet kunnen uitroeijen. In zogenaamde rotof kwaadaartige koortfen is het bederf der vogten, of een gevolg, of gepaard met een grote zwakheid der vaste deelen, men kan dus het een niet zon» der het andere genezen, en de werking der verfterkende onderfteunt die der rottingwerende middelen. In ware rotkoortfen is , zelf van den beginne der ziekte aan, een grote zwakheid, een buitengewoon verval van levensgeesten, het welk veel groter is dan men uit de kragt der koorts zoude kunnen afleiden : meestal befpeuren wy te gelykertyd een grote walging en vuile tong, welke een bedorvene ftoffe in de maag en ingewanden aanduiden. Een herhaald gebruik van braakmid* delen, in de eerde dagen aanhoudend toegediend, waarop men 's avonds een opiaat liet gebruiken, heb ik meermalen met zulk een uitftekend gevolg zien bezigen , dat de ziekte by tyds wierd voorgekomen. Dan wanneer desniettegenftaande de ziekte voort- 00 Apper.dfx van zyn Theorie C Fracties «ƒ Meiecinc.  144 GENSE S- én HEELMIDDELEN voortging, heb ik nimmer veel nut gezien van de zogenaan.di amifeptica, zelf van de fterkfte mineraalzuuren in ruime mate toegediend. Opwekkende, verfterkende, en de levensgeesten opbeurende middelen falen maar zelden, wanneer zy door een ervarene en ftoute hand kloekmoedig worden toegediend. De koorts, die uit opflorping van etter, of van bedorvene ftoffen, uit het een of ander deel geboren word , is van een geheel andere natuur ; het is gewoonlyk de zogenaamde fynochus. In het eerst vertonen zig de toevallen eener ontftekingkoorts, de fcherpe ftof prikkelt de vaten, zet derzelver beweging aan, en veroorzaakt een zamentrekking derzelve, die ons de pols hard doet voelen; om deze fpanning weg te nemen, dient men by wylen een ader te openen, en altyd verkoelende en zuure middelen te bezigen : dan zelden is deze koorts overkoomlyk, ten zy men de oorzaak kan wegnemen ; zy ontaard veelal in een rotkoorts, daarom van een flegten en gevaarlyken aart, omdat, de gantfche vogtftroom aangedaan en bedorven zynde, eindelyk.ook de levenskragten fchielyk worden weggenomen. Als dan is de enigfte dog flaauwe hoop in verfterkende en te gelyk rottingwerende middelen gelegen. . Eindelyk kan 'er een waar bederf in byzondere deelen des lighaams aanwezig zyn, zonder dat daarom in den beginne de gantfche vogtftroom is aangedaan i  uit KELDER en KEUKEN. 145 daan ; dit is het geval in het koud vuur, cancreufe verzweringen, beenbederf, enz. In allen dezen is het bederf der vogten flegts een gevolg van dat der vaste deelen ; verfterkende middelen, welke de veerkragt dezer deelen te rug geven, zyn hier de ware aiuifeptica, de overige doen niets af. Uit het gene wy van de ziekten gezegd hebben, in welke een rotagtige neiging befpeurd word, zullen wy ons nu een beter en geregelder denkbeeld kunnen vormen van de zogenaamde antifeptica. Veele Geleerden, byzonder de Heer john prin* cle, hebben zig veel moeite gegeven om te onderzoeken, welke middelen het meest de rotting tegen gingen. Ik moet my verwonderen, dat men, zo lang ons lighaam als een doode en levenloze klomp befcliouwende, de proeven op levenloze dingen genomen, op het levend lighaam heeft willen toepasfen. Dan zedert men wat meer de werking van het levensbeginfel in ons lighaam heeft weten op te merken , hebben dusdanige proeven vry wat van haare waarde verloren. Men vraagt nu of het wel mogelyk is , dat eenige weinige deeltjes, welke in ftaat zyn een kleine hoeveelheid vogt buiten het lighaam van bederf te bevryden, met de chyl vermengd, ingewikkeld, veranderd , de gantfche levende vogtftroom voor ontaarding zullen kunnen behoeden. Men befluit dus met meer reden uit proeven op het lighaam zelve K ge-  J4£> GENEES, en HEELMIDDELEN genomen , zonder zig veel te bekommeren , om de werking fcheikundig te kunnen verklaren: des niet te min wil ik geenzints alle de proeven omtrent dit ftuk genomen veragten , men zy fiegts behoedzaam en voorzigtig, om daaruit niet te veel te befluiten. De zuuren worden by alle Scbryvers voor de beste en uitmuntendde antifeptica gehouden , en daarom altoos in de eerde plaats genoemd. Vasts lugt (Aër fixus. Acidum aerium.) is onlangs als een antifepticum hoog geroemd, dan dewyl in het Xde Deel hiervan breedvoerig is gefproken, zal ik alleen aanmerken, dat wy dit middel niet alieen gemaklyk verkrygen door kryt in azyn , of eenig ander zuur op te losfen, en de lugt in een blaas te vergaderen, maar dat wy dezelve ook in ons gewoon bottelbier overvloedig hebben: mogelyk gebruiken wy dezen verfrisfenden drank veel te weinig in onze ziekten. De grote sydenham ftelde intusfchen een groot vertrouwen op dezen drank, en liet daarom in koortfen en hevige ziekten zyne lyders daarvan veel drinken. Het heeft niet alleen een grote hoeveelheid vaste lugt , maar ook een ontwikkeld zuur by zig, het welk de rottende neiging der vogten tegengaat, de vaten tot werking aanzet, en de affcheidingen bevordert. Alle zunre vrugten gaan de neiging tot rotting vermogend tegen, bevorderen de affcheiding van zweet en water, en verbe- te-  uit KELDER en KEUKEN. 147 teren de 'vogten ; hiervan derzelver nuttigheid in fcheurbuik , ja zelf in koortfen, wanneer men daarmede andere geneesmiddelen doet gepaard gaan. Dit rottingwerend beginfel in de vrugten hangt misfchien zo veel af van de vaste lugt, als van 't zuur, het welk zy bevatten. Alle de zuuren uit het plantryk, als zuring, citroenen, azyn, enz. bezitten een rottingwerende kragt, en zyn vooral in die gevallen aan te pryzcn, waarin een bederf der vogten, zonder aanmerkelyke belediging der vaste deelen plaats heeft; of liever in die gevallen , waarin het bederf uit de vogten zelf voorkoomt, zonder dat het een gevolg van gebrek aan levensbeginfel der vaste deelen is. De delfzuuren , of het vitriool- falpeter- en zeezout-zuur, komen alle drie in rottingwerende kragt genoegzaam overeen. Het meest van allen word het vitriool-zuur gebruikt, het welk door een zeer grote hoeveelheid'water verdund is. Het word onder de vermogendde rottingwerende middelen gerekend; dewyl het niet alleen zamentrekkende en verdikkende is , maar ook een byzondere kragt op de zenuwen fchynt te oefenen, waardoor het derzelver ongeregelde bewegingen bedaart en bedwingt. De verderkende en opwekkende kragt van het vitriool-zuur blykt niec alleen uit deszelfs nut in kwaadaartige koortfen, wanneer men het verdund met water kan te drinken geven, maar vooral ook uit het nat in degte K 2 jpys-  ?48 GENEES- en HEELMIDDELEN fpysverteering: het Elixir vitrioli Mynfichti, een vereniging van vitriooi-zuur met fpeceryen, behoort zeker onder de beste verfterkende maagmiddelen. Thans is in Engeland in een algemeen gebruik in huidziekten het vitriool-zuur met water zeer verdund , het welk zo wel uitwendig in wasfchingen, als inwendig, in fcburft gebruikt word. Salpeter-zuur heeft dezelve rottingwerende kragten, als het acidum vitrioli, dog word zeiden als zodanig alleen in de geneeskunde gebezigd. Zeezout-zuur. Het acidum Jalis word door zommigen, als t i s s o t , nog boven het acidum vitrioli in rotkoortfen geprezen, wanneer hy het met honing toedient. Meermalen word het in mondfpoelingen , in verzweringen der mond , en als een antifcorhuticum gebezigd. Wy zullen over het gebruik der delfzuuren niet breedvoeriger fpreken, dewyl dit ftuk opzettelyk in het Vilde Deel der Verhandelingen van deze Maatfchappy behandeld is. Wanneer de rotagtige neiging een gevolg ckr zwakheid is, of van een verminderde werking der vaste deelen op de vogten afhangt, zyn de roborantia, of verflerkende middelen, de ware antifeptica. Ik wil niet ontkennen, dat de roboramia adftringentia een rottingwerend vermogen op de vogten uitoefenen ; dan ik geloof dat zy vooral op de vezelen zelve werken, en myn gevoelen word hierdoor bevestigd, dat niet de adftringentia  uit KELDER en KEUKEN. 149 tia alleen rottingwerende zyn in rot- en andere ziekten , waarin een bederf der vogten met een groot verval der levensgeesten gepaard is; maar dat de fterkfte fiimulantia , waarvan wy nader fpreken moeten, de adjlringentia verre overtref, fen, hoewel zy buiten het lighaam op verre na de rotting zo zeer niet tegengaan. Uit het geen wy te voren van de kragt der wyn gezegd hebben, blykt het, dat deze ook wel degelyk tot de rottingwerende middelen behoort. De wyngeest, 't zy onder de- gedaante van genever, brandewyn, of rum met water en citroenfap toegediend, doet meestendeels het zelve uitwerkfel. In Engeland heb ik met veel vrugt de punch in kwaadaartige koortfen door Dr. cullen en home zien bezigen. Eindelyk, daar zomtyds de neiging tot rotting uit een vermeerderde werking der vaten en uit een krampagtige beweging derzelve, waarop niet zelden een werkeloosheid en gebrek aan levensgeesten volgt, voortfpruit, kunnen de ddlende middelen ook nu en dan als rottingwerende middelen werken, en hiervan daan het nut der opium m kwaadaartige koortfen. Uit al het geen wy van de verfchillende fcherpten en derzelver wyze van genezing nu gezegd hebben , blykt het , dat wy hier gene middelen uit de Apotheek toe nodig hebben, en dat onze kelder en keuken een genoegzaam aantal heilzame K 3 mid-  ï.-o GENEES- en HEELMIDDELEN middelen opleveren , om zelf de zwaarde geval? len dezer ziekten te overwinnen. DERDE HOOFDVERDELING. Over de ziekten van het Levensbeginfel. EERSTE AFDELING. Van die ziekten, welke pynftillende middelen vorderen. Wy Ipraken tot hier toe alleen van die geneesmiddelen , welke eigentlyk op de gebreken der vaste en vloeibare deelen onzes lighaams werken moeten. Wy merkten egter vooral op, dat ons dierlyk lighaam van alle levenloze dingen daarin verfchilde , dat het uit een inwendig beginfel werkzaam was, en daarom nimmer als een bloot werktuig konde befchouwd worden. Thans moeten wy van dit levensbeginfel afzonderlyk handelen. Dit beginfel, of deze hoedanigheid des lighaams, is het beweegrad , het primum mobile, waarvan alles afhangt; het is de oorzaak 'van alle beweging, van alle werking. Van een juiste mate, van een behoorlyke werking van dit beginfel hangt dus ziekte en gezondheid, leven en dood af. Van ouds reeds erkende men dit beginfel ; in het behandelen der ziekten nam men zorgvuldig waar de werkingen der natuur. Onder h ; . ver-  uit KELDER en KEUKEN. i5t verfchillende benamingen erkende men den invloed van hetzelve, en men was her daaromtrent eens, dat zonder een naauwkeurige oplettenheid op hetzelve alle onze pogingen ydel zyn. Hippoc r a t e s noemde het ïvoqpü*, impetum faciens, van he lmont Archeus, anderen gaven het een anderen naam, allen erkenden deszelfs vermogen. Zedcrt dat men met meer oplettenheid de natuur heeft waargenomen, is men ook byzonder bedagt geweest om den invloed van dit beginfel, deszelfs werking, cn tegennatuurlyke gedeldheid na te fporen. In dit duk hebben wy veel te danken aan den groten hoffman, en nog meer aan deszelfs volger den Heer cullen , Profesfor te Edinburgh. Uit de School van dezen is weinig jaren geleden voortgekomen Dr. brown, die een geheel nieuw lee-rdelfel, op de beginfelen van cullen rustende, dog kwalyk begrepen en nog erger toegepast op de byzondere ziekten , heeft voort* gebragt. Deze delt alleen twee ziekten en diensvolgens twee genezingen , een overmaat van levensbeginfel en een gebrek aan hetzelve; dan eén ieder begrypt, dat dit de zaak te ver getrokken is. Men houde flegts in 't oog, dat ons lighaam een zamendel is van vaste en vloeibare deelen, welke wel degelyk hunne gewoone wetten volgen, dog allen o» eene byzondere wyze door het levensbeginfel gewyzigd worden. De natuur van dit beginfel is onbekend , het vertoont zig alleen K 4 door  152 GENEES, en HEELMIDDELEN door beweging ; het is ondeelbaar en verfpreid door het gantfche lighaam en in ieder deel van hetzelve; het hangt niet alleen af van de herfenen of zenuwen, dewyl de zenuw afgefneden zynde, de toetrekking een tyd lang overbly'ft. Intusfchen fchynt het dat de zenuwen de werktuigen zyn , welke de natuur bezigt, om dit beginfel tot haare einden te doen dienen; het zyn de werktuigen van gevoel en beweging, deze weggenomen zynde, houd het gevoel en beweging dra op. In de werking der zenuwen kunnen wy twee verfchillende aandoeningen onderfcheiden, namelyk die gene, welke de werking der zenuwen op de deelen zelf vertoont, of de zamentrekking , en die, welke aan de herfenen en daarna aan de ziel word medegedeeld , welke wy eigentlyk gevoel noemen. Wanneer de levende fpiervezelen of te fterk geprikkeld worden , of al te gevoelig zyn voor de gewone prikkeling, ontdaat 'er een tegennatuurlyke zamentrekking derzelven, die wy kramp of fpasmus noemen. Wanneer de fpiervezelen zodanig fterk door uit- of inwendige prikkeling worden aangedaan, dat daardoor ten onaangenaam gevoel aan de herfenen en daarna aan de ziel word medegedeeld, word deze gewaarwording pyn genoemd. Pyn kan van twee algemeene oorzaken afhangen : vooreerst, wanneer het lighaam door uitwendige oorzaken pynlyk word aangedaan; ten twee-  uit KELDER en KEUKEN. 153 tweeden , wanneer het lighaam zo gevoelig is, dat de ligtfte prikkeling , welke anders hetzelve niet zoude aandoen, een pynlyke gewaarwording veroorzaakt. De pyn van een uitwendige toevallige prikkeling ontdaande, moet natuurlyk dezelve prikkeling aandonds weggenomen worden. Dan zomtyds koomt deze prikkeling uit een inwendige oorzaak, welke men zo gemaklyk niet kan wegnemen; en in dit geval moet men het lighaam voor dezelve ongevoelig maken, ot' de uitwerking op het lighaam tragten te verminderen, om daarna de oorzaak zelve aan te tasten. Het lighaam zelf al te gevoelig zynde, moet men aanftonds die gevoeligheid'door verdovende middelen wegnemen. Wy weten te weinig van de werking des zenuwgeftels, om dezelve duidclytt te kunnen verklaren; wy moeten ons hier vergenoegen met de uitwerkingen gade te liaan, en de toevallen doof den gemaklykften weg te verdryven, zonder ons te veel met de manier van werken op te houden. Laat ons dus zien, in welke gevallen pynftillende middelen te pas komen, en wanneer men ze niet kan aanwenden. Wanneer de pyn uit een ontfteking voortkoomt,. kan men nooit in den beginne anodyna bezigen, voor dat de kragt der ontfteking eerst gebroken is. Dus zoude iemand zeer onvoorzigtig handelen, wanneer hy opium in een pleuris gaf, om de pyn K 5 te  154 GENEES- en HEELMIDDELEN te bedaren. De pynftillende middelen zyn ook nadelig in ziekten, waarin een grote fcherpte der vogten plaats heeft; men wiegt alsdan zyn vyand in flaap, die naderhand des te zekerder en ongemerkt fchade zal aanbrengen. Dan in zommige gevallen kan de pyn zo hevig zyn, dat zy de gevaarlykfte toevallen veroorzaakt en het geheele lighaam in wanorde brengt; en alsdan is het nuttig een pynfliiiend middel toe te dienen. Vooral egter komen de anodyna te pas, wanneer het lighaam zonder ftoflyke oorzaak zodanig gevoelig is, dat de geringde uit- of inwendige prikkeling een onaangenaam gevoel , een tegennatuurlyke werking, of krampagtige zamentrekking veroorzaakt, waardoor de flaap belet, en het lighaam afgemat en onbekwaam gemaakt word om zyne gevvoone werkingen te verrigten: in dit geval is een ruim en herhaald gebruik van anodyna alleen in flaac het lighaam te herftellen. Wat nu de byzondere anodyna betreft , ftaat ons het Genootfchap het onontbeerlykfte toe de Opium. De opium is een voortbreogfel van de Indien, daar het uit de koppen van de Papaver jbmniferum, door infnyding, verkregen word. De proeven van verfcheide Geleerden omtrent deze nuttige plant hebben genoegzaam getoond , dat men ook hier te lande, hoewel niet zo overvloedig, het heulfap uit de papaver trekken kan, vooral, wanneer men 's avonds het bovenfle topje van . het  dit KELDER en KEUKEN. 15$ het zaadhuis affnyd , en de aflopende melk opdroogt ; dit verfchaft de beste en kragtigfle opium. Wanneer men op de Oosterfche wyze verfcheide kerfjes in de maankoppen fnyd en het uitlopende fap laat drogen , vervolgens affchrapt en verzamelt, verkrygt men een goede opium, dog minder zuiver dan de eerfle. Dr. alston heefc omtrent dit fluk lezenswaardige proeven medegedeeld (z>), welke genoegzaam bewyzen, dat het inlandsen heulfap niet voor de Oosterfche opium behoeft te wyken. Dr. alston heeft door fcheikundige proeven getoont, dat de opium , welke door infnyding verkregen word , van het uicgeperfte fap der plant verfchilt, en dat men dus niet het extract of afkookfel der plant hier voor in plaats kan ftellen. Dan de Heer aknot heeft het nut van dit afkookfel en deszelfs uitgewaasfemd fap zoeken aan te tonen, en fchryft aan hetzelve meer kragts toe, dan aan de opium zelve , byaldien men het in een dubbele gift toedient, wanneer het geen duizeligheid of ylhoofdigheid zoude veroorzaken. Mogelyk ontbreekt in dit extract het fcherpe beginfel, hetwelk in de opium met het pynftillende gepaard gaat, en mogelyk zoude men dit daarom ook veiliger in ontdekingziekten kunnen toedienen. Omtrent het geneeskundig gebruik der opium zal ik hier weinig byvoegen, dewyl ik in (v) Med. Esfays of Edinb. Vol. V. p. l.  ï$4 GENEES- en HEELMIDDELEN in herhalingen zoude moeten vervallen van hetgeen deHeeren van der eem en van leeuwen, zo oordeelkundig en volledig hier over gezegd hebben. De opium is verre het beste pynftillende middel, het welk wy bezitten. Het is nuttig in alle die gevallen, waarin pyn uit een overmaat van gevoeligheid des geftels veroorzaakt word; byzonder ook, wanneer 'er ten zeiven tyde een krampagtige zamentrekking plaats heeft. Hierom derzelver nut in alle buikwee , wanneer 'cr maar geene ontfteking mede verzeld is; zelf dan, wanneer de pyn uit een verzameling van kwade ftoffen in de ingewanden ontftaat, is het zomtyds nuttig eerst de kramp en pyn met opium te bedaren, voor en al eer men de ftoffen ontlasten kan. De ha en ondervond deszelfs uitdekend nut in de colique de poilou. Wanneer de pynen uit graveel, fteen, of zand in de nieren voortkomen, is de opium nuttig; ja door de opium zyn dikwyls kleine fteenen uit de nieren en blaas , en ook niet zeldzaamer uit de galblaas geloosd , wanneer deze hevige krampen en pynen veroorzaakt hadden. Opftoppingen van water, welke door een kramp veroorzaakt zyn, worden dikwyls door de opium gemaklyk weggenomen; in koortfen, zo wel tusfehenpozende als remitterende en - continuele koortfen , welke alle van een krampagtigen aart zyn, heeft de opium dikwyls veel nut bewezen. In de eigeoc- , ■ lJ'  uit KELDER en KEUKEN. 157 lyke zenuwziekten van een krampagtigen aart, als ftuiptrekkingen , opllygingen, tetanus, is 'er geen middel, 't welk by de opium kan vergeleken worden. In hardnekkige brakingen , buiklopen, vloeden , boorten , rodenloop, is onder zekere bepalingen het opium een heilzaam middel. In zware verwondingen , na het afzetten der ledematen , in pynlyke zweeren , bedaart de opium niet alleen de pyn, maar bevordert ook een goede etterwording. In verfchillende toevallen der venusziekte , heb ik elders het nut der opium aangetoond. Dan in alle ontdekingziekten is de opium nadelig, ten minden wanneer de ontfteking inhaare volle kragt is; dan wanneer 'er reeds een fuppuratie plaats heeft, en de natuur een fcheiding der ziekte heeft te weeg gebragt, bevordert de opium de erterwording : hierom oordelen zommigen de opium gevaarlyk in kinderziekte voor den zesden dag der ziekte. Omtrent het verfchilduk, of de opium een prikkelend dan eigentlyk neerzettend middel is, moet ik nog aanmerken, dat de opium een fcherp beginfel in zig heeft, het welk met het pyndillend verenigd is, dat dit fcherp beginfel de vaten fchynt te prikkelen, terwyl aan den anderen kant de vis anodyna op de zenuwen meer byzonder fchynt te werken. Behalven de opium geeft de klasfe van planten, waartoe de papaver fomniferum behoord, en die linn^us Rhoeadea genoemd heeft, ver- fches-  158 GENEES- en HEELMIDDELEN fcheidene zeer goede anodyna op ; ja zelf allé deze planten hebben min of meer van dit flaapVerwekkend en pynftillend vermogen. Dan wy hebben deze alle niet nodig, zodra wy de opium bezitten. Wy'bezigen intusfchen nog eene plant, welke tot een order behoort, die op de rhoeadea volgt, en die ook zeker tot de verdovende en pynftillende middelen behoort» Thé. De Théboom behoort ónder eene klasfe van planten, welke meest anodyna zyn, en niet'tegenftaande wy de gedroogde bladeren dagelyks gewoon zyn te drinken , moeten wy ze egter onder de verdovende geneesmiddelen tellen. Linn^us telt alleen twee foorten van dezen boom, de Thea bohea of théboey, en Thea viridis of groene thé ; beide komen in geneeskundige kragten genoegzaam overeen. De reuk der verfche bladeren is niet aanmerkelyk, dog gedroogd zynde, worden zy geurig en welriekende, de fmaak is niet onaangenaam bitter. Wanneer wy de verfchillende Schryvers over de Thé nalezen , zien wy, dat zy onze meeste zenuwziekten en de flapheid van de hedendaagfche geftellen, veel aan het onmatig gebruik der thé toefchryven; en zeker is het niet te ontkennen, dat dit kruid een aanmerklyken invloed .hierop hebben kan. Dan aan den anderen kant is het even zeker, dat het misbruik van warm water, 't welk de vezelen der maag ver* flapt,  uit KELDER en KEUKEN. 159 flapt, een oneindig groter deel hier aan heeft; dat het gebruik der thé na den eten de fpysvertering hindert, door het al te fterk verdunnen van het maagfap, waardoor het ongefchikt word om het voedfel behoorlyk te fmelten, waarby ook zeker de kragt der thé zelve, om de fpiervezelen der maag ongevoelig te maken, iets kan toebrengen. Dat intusfchen de thé een pynllillende kragt bezit , heb ik meermalen ondervonden, dewyl niet zelden de onlydelykfte zenuw - hoofdpynen door het gebruik van fterk getrokkene thé bedaard worden. De Chinezen gebruiken ook het extract der thé met water gemengd , als een krampftillend middel in koortfen. Vooral fchynt de thé by haare verdovende kragt een zagt openend zweet- en pisdryvend vermogen te bezitten , en is dus in die gevallen nuttig, waarin zagte openende en pisdryvende middelen aangewezen worden. Verre dus van in alle omftandigheden het gebruik der thé af te raden, denk ik, dat in volbloedige fterke lighamen, vooral in een land, waar de uitwaas-, feming door de verandering van weder ligt belet word, een matig gebruik van thé de poren der huid open houd, en de fcherpe ftoffen, die gedurig in ons lighaam opgehoopt worden,door haare openende kragt, gemaklyk ook langs den weg der nieren afvoert. Dan het gebruik der thé moec matig en gepast zyn; in zwakke tedere geftellen, vooral waarin een flegte fpysverteerlng plaats heeft3  i6o GENCES- en HEELMIDDELEN is de thé allerradeiigst. In podagreufe, graveelige, jigtige lighamen is de thé matig gebruikt nuttig; ol te veel gebruikt, verergert zy de oorzaak der ziekte. De planta lurida , waaronder de Solanum, de Airopa belladonna, Cicuta, Hyofcyamus en andere behoren , hebben alle niet alleen een pynftillende en verdovende kragt, maar fchynen ook byzondere kragten te hebben in kwaadaartige zweerenden zelf het kreeftgezwel: wy hebben in onze kelder en keuken geene middelen, die wy daar voor in plaats kunnen flellen. Wat de pynftillende kragt alleen betreft, moeten zy alle voor de opium wyken; dog zommige, als de hyofcyamus, zyn in weinige gevallen en in eenige geftellen, die de opium niet verdragen kunnen, te verkiezen. De Aconitum is zedert weinige jaren in de Materia Medica gebragt, en vooral in jigtpynen aangeprezen, ik zoude deze ook niet gaarne ontberen. Intusfchen is het zeker, dat wy deze middelen maar zeldzaam nodig hebben. De Tabak (Nicotiana Tabacum. L.) is ook een pynftillend middel; dan het fcherpe en prikkelende beginfel, het welk in deze plant huisvest, overtreft het verdovende in zo verre, dat wy dezelve liever onder de ontlastende middelen naderhand zullen behandelen. TWEE-  uit KELDER en KEUKEN. 161 TWEEDE AFDELING. Van krampagtige .Ziekten. In den ftaat van gezondheid worden de fpiervezelen alleen bewogen en zaamgetrokken door de kragt der wil, of door andere oorzaken, door de natuur gefchikt, om de verfchillende Werkingen des lighaams uit te oefenen. Deze toetrekkingen worden door de wil beftuurd naar willekeur, of door andere omftandigheden * die deze natuurlyke oorzaken bepalen; de invloed der wil, en dezer oorzaaken niet daar zynde, houden ook deze bewegingen op. Maar, wanneer deze bewegingen der fpiervezelen zonder den invloed der ■ wil, of juist tegen wil en dank, of in de andere werkingen des lighaams, door toevallige en tegennatuurlyke oorzaken gefchieden, is 'er een ziekte, die wy kramp noemen , aanwezig. Wanneer zonder tusfchenpozing deze toetrekking aanhoud , word dit eigentlyk kramp of fpasmus genoemd; doch wanneer.deze toetrekking nu en dan ophoud, en wederom van tyd tot tyd begint , zonder medewerking der wil, of der natuurlyke oorzaken, noemen wy dit ftuiptrekkingen of convulfies. Krampen ftuiptrekkingen verfchillen dus niet wezentlyk, maar alleen daarin, dat de kramp een aanhoudende convulfie is. De oorzaken dezer ziekten zyn zo menigvuldig , dat wy ze hier niet alle kunnen L op-  26.2 GENEES- en HEELMIDDELEN optellen en verklaren. In alle koortfen , ontftekingen, ja in alle hevige ziekten, waarin het levensbeginfel fterk is aangedaan, heeft men meer of min ftuipsgtige zamentrekkingen , het zy dar dezelve uit een gebrek aan levensbeginfel, of uit een tegennatuurlyke werking daarvan voortkomen. Wanneer de kramp uit een drukking, te groten aandrang van bloed, te grote werking der vaten, enz. ontftaat, gelyk in koorts en ontfteking, moet men door verzagtende, weekmakende, verdunnende, ontfpannende middelen deze oorzaken zoeken weg, te nemen, waarna de kramp verdwynen zal. EHkwyJs zien wy krampen en ftuiptrekkingen, uk wormen, fcherpten en ophopingen van ftoffen in de ingewanden ontftaan, welke ophouden, zodra deze. oorzaken zyn weggenomen. ■ In alle deze gevallen is de kramp geen morbus idiopathkus, maar een gevolg van andere ziekten; dan. wy moeten hier vooral in 't oog hebben die krampen, welke zonder ftoffelyke oorzaak in het lighaam voorvallen, en dus een morbus idiopathkus prinpipii vitalis zyn, en waarin dus de eigentlyk gezegde antifpasmodica te ftade komen. In tedere , aandoenlyke, zwakke geftellen, ontmoeten wy genoegzaam alleen deze krampagtige ziekten, zonder ftoffelyke oorzaak ; vrouwen en kinderen , welke een zwak en teder fpier- 'en aandoenlyk zenuwgeftel hebben , zyn het meest geneigd, om in ftuipagtige ziekten te vervallen. Het  uit KELDER en KEUKEN. 163 Het fpiergeftel word in dezen ligt in beweging gebragt, door de geringde prikkeling van uitwendige oorzaken s welke een onregelmatige werking van de zenuwkragt (energia nervofd) te weeg brengen. Hierom zien wy, dat vrouwen en kinderen veel ligter aan hebbelyke fpasmodifche zenuwziekten onderworpen zyn, dan mannen. De ligtfte oorzaken, als koude, vrees, fchrik, grote blydfcbap, aandoening , welke op dezen geenen invloed hebben, zullen by geenen (luipagtige be» wegingen veroorzaken. De ziekten, waarin zig deze toevallen vertonen, zyn vooral de opftygingen, de eigentlyk zo geroemde ftuipen, en vallende ziekte. De aamborftigheid, hartklopping, krampkolyken, en andere krampagtige toevallen meer, vooronderftellen meest altyd andere ftoffelyke oorzaken, en kunnen dus hier eigentlyk niet toe gebragt worden, hoewel dezelfde middelen ook in deze ziekten te ftade komen* Omtrent de werking der kracopftillende middelen moet ik nog aanmerken, dat, de natuur dezer ziekten duister zynde, de eigentlyke werking der geneesmiddelen niet gemaklyk kan begrepen worden. Intusfchen weten wy dit, dat aile de antifpasmodica genoegzaam een ftinkend fpeceryagdg beginfel hebben, 't welk egter van het prikkelende geheel en al verfchillend is. Wat nu de byzondere geneesmiddelen betreft, de anodyna, vooral de opium en plantte rhoeadèa, L a fchy-  r(?4 GENEES- en HEELMIDDELEN fchynen te gelyk de beste- amifpasmodka te zyn^ dewyl zy zo welop de fibra motrkes, als Jentkntes werken,- de.regennatuarlyke beweegbaarheid der zenuwen verdoven, en de hebbelykheid tot fpasmi wegnemen; intusfchen moet men aan den andéren kant aanmerken, dat de anodyna, door te veel de levensgeesten .te bedaren, dikwyls te fterk werken, en geheel en al een atonia der fpiervezelen te weeg brengen. De anodyna komen dan vooral te ftade, wanneer 'er een ftoflyke oorzaak en prikkeling aanwezig is, welke niet weggenomen kan worden, ten zy de kramp eerst bedaard is. Hiervan daan het nut der anodyna in kolykpynen, in moeilyke waterlozing, bloedftortingen, ophouden der maandftonden door kramp, enz, \ Onder, dei krampftillende middelen hebben wy 'er verfcheidene in onze keuken, hoewel 'er egter zommige in de Apotheeken gevonden worden, die in. kragt verre onze huismiddelen overtreffen, zodanig dat dé Apotheek hier niet geheel te ontberen is; wy hebben reeds aangemerkt, dat alle de amifpasmodka in reuk uitmunten , en dat niet te min de krampflillende kragt van de prikkelende verfcheiden was. Deze is geheel en al niet in de evenredigheid van het aanzettend of neerzettend vermogen dezer, geneesmiddelen. Het blykt dus, dat daar de kramp of van een tegennatuurJyken invloed der zenuwkragt op de deelen, of yan een onge-lyke verdeling in dezelve ,kan afhangen».  uit KELDER en KEUKEN. 165 gen, zo wel prikkelende als {tillende middelea mtifpasmodica zyn kunnen, en dat de vis antifpasvwdica van een andere kragt in beide kan afhangen. Saffraan. (Cracus Sathus. L.) Onder deze verdeling kunnen wy vooral de faffraan brengen, die eigentlyk hier niet inlandsch is, dan in onze tuinen, egter als een gewone zaak, in onze keukens tot toebereiding der fpys gebruikt word. De faffraan is de enigfte plant, waarvan de ftyli gebruikt worden, zynde zeer verfchillend in kragten van de bloemkelk; jammer is het, dat men niet meer proeven met de deelen van voortteling der planten tot nu toe genomen heeft. De fmaak der faffraan is aangenaam en geurig bitter , de reuk fterk en bedwelmende, zodat zommigen voorgeven dat zy flaap verwekt, wanneer men met het hoofd op een kusfen met faffraan gevuld legt. De Ouden gaven hiervan zeer hoog op. Galenus en dioscorides maakten daarvan reeds gebruik als een opwekkend, aanzettend,, en ver» fterkend middel. Vooral word de krampftillende kragt door vroegere en latere Schryvers aangeprezen. In zenuwziekten, opftyging, krampen, vooral ook in krampagtige aamborftigheid, heeft de faffraan zig veel roems verworven; als een zweetdryvend, en tc gelyk opwekkend en ontfpannend geneesmiddel, maakte de grote sydenham reeds veel werk van de faffraan, en pryst ze bovenhal L 3 af  i£6 GENEES- en HEELMIDDELEN in de uitbotting van zommige kwaadaartige kin? dérpokken. In de kwaadaartige keelziekte, welke de beroemde grant, de hedendaagfche sydenha in, in den beginne met zweetmiddelen behandeld heeft, geeft hy veel lof aan dit middel. In hartklopping, flaauwte en gebrek aan levensgeesten , word vooral by de Ouden de faffraan aangeprezen. Dodoneus(w) had zelf in tering door faffraan het leven des lyders dikwyls gered. Heden word de faffraan meest in verftoppingen der maandftonden, in den arbeid by kraamvrouwen, en om de nageboorte af ts dryven , gebruikt. Ik zal niet fpreken van de oplosfendè kragt der faffraan in geluw en leverziekten , daar deze kragt meest op vooronderftelling fchynt gegrond te zyn. De beroemde cullen fchryft weinig of geen kragt aan dit middel toe (ar) , en vond het alleen in grote giften, van twee dragmen zomtyds, van nut in verftoppingen der ftonden. Uitwendig koomt de faffraan in verfcheide verwarmende en oplosfendè pleisters en pappen. In weekmakende en fiippur erende pappen word de faffraan dikwyls by brood gedaan, en word dan gezegd ook een pynftillende en krampverdryvende kragt uit te oeffenen. Boerhaave pryst ook de faffraan uitwendig tegens verlamming aan, en in oogwaters om ' de (w) Kruidboek, p, 330, (x) Mat. Med, p. 306,  uit KELDER en KEUKEN. 167 de ontfteking te verdryven. Eens zag hy door dit middel een phrenitis veroorzaken, en vermaant dus hiermede voorzigtig te zyn fj). Alle fterk riekende dingen, als de mofchus, campher, en diergelyke, hebben een fterker krampftillende kragt dan de faffraan , en dezen zoude men naauwlyks misfen kunnen in zwaardere zenuwtoevallen , gelyk ook de Liquor anodynus Hofmantii, de Sp. C. C. volatilis, en andere meer. De bittere en fterk riekende planten, als de ca» mille, matrkaria en diergelyke, hebben ook een byzondere -krampftillende kragt; dan hier voor zoude men in plaats kunnen ftellen de Oranjebladen. (Folia Citri Aurantii. L.) Deze hebben zig veel roems verworven als amifpasmodka. De Haagfche Geneesheer westerhof heeft dezelve het eerst in gebruik gebragt, en aan den Hoogleeraar de haen te Weenen gezonden om proeven te nemen , als een geheim, 't welk hy van een aanzicnlyke familie gekregen had. De haen genas met deze poeders verfcheide zieken, hoewel hy met de oranjebladen te Weenen vergaderd niets konde uitvoeren. De Heer Profesfor velse genas hiermede een kind, 't welk verfchriklyke zenuwtoevallen had, en bediende zig ook hiervan met nut in de colka pktonum , om de pynen weg te nemen , te verzagten , en het lig* rjj £ c. p. 591. L 4  ïö8 GENEES- en HEELMIDDELEN lighaam te verkerken.. De Heer loof (z) genas met de oranjebladen een man , door verbazende trekkingen in het wezen na een hemicrania ge,kweld, en een mei>je, die de vallende ziekte had. Vooral heeft de Heer loc her van Weenen met het gelukkigfte gevolg dit geneesmiddel aangewend; hy gaf een dragma in poeder 's daags, of een afkookfel in rode wyn, of chocolade, aan verfcheide epileptici, en herftelde veelen, vooral wanneer de ziekte door fchrik veroorzaakt was, alleen door dit middel (a). De Heer hannes genas ook een jongeling van vyftien; jaren, yan eën vallende ziekte door deze bladeren (b), .Heden hebben de oranjebladen vry wat van. hunne agting verloren, hoewel zy egter als zagte, verfterkende, ftreelende, en krampftillende middelen by vrouwen en kinderen met nut kunnen gebruikt worden. Tot de krampftillende middelen worden ook gebragt alle bittere en ftinkende dingen; de. amaril foetida^ welke wel in de eerfte plaats tot de atienuantia incidentia behoren, dog om hunne fterk ftinkende reuk een krampftillend vermogen bezitten: hiertoe behoren de gommen, als de afa foetida, galbanum, enz. de castoreum en diergelyke, als ook zommige planten, die een fterk ftm- ken- * O) Disf. de epilepfta folior. aurant. ope perfanata-, Qron. 1771. p, 26. . ÓO Lociier. Qf.^ pratk% circa luem yenereai„t Ups. i$ Maniam, l/ienn. 1762. C£)Sandifort Geheele. Biblioth. IFDeel, Ijle Siuk.  uit KELDER en KEUKEN. 169 kende reuk hebben, gelyk de valeriana, atripkx foetida, enz. Wy hebben eenige planten, die wy daarvoor in plaats kunnen (lellen, waarvan wy een huishoudelyk gebruik maken, dog deze hebben alle dit krampstillend vermogen in een veel minderen graad. Coriander-zaad. (Coriandrum Sativum. L.) Dit kruid is zo overvloedig in het Zuiden van Europa, vooral in Vrankryk, dat het de tarwe als yerftikt; in Noord-Holland word het op de akkers verbouwd. Versch zynde heeft deze plant een (tinkende , bedwelmende reuk , welke door het drogen vergaat, en in een aangenamen fpeceryag? tigen geur overgaat. De Ouden dagten reeds dat het coriander-rzaad, of het fap der verfche plant, daizeling, (laperigheid en zelf onzinnigheid, als ook fchorheid der keel aanbragr. Seguier verhaalt, dat in de landen, daar deze plant natuurlyk groeit, voor een fterke regenbui,de voorbygangers het hoofd draait. Het zaad word heden vooral in onze. bieren gebruikt; zommigen hebben hetzelve ook in tusfehenpozende koortfen, in maagpynen en winden, en andere ziekten der ingewanden, aangeprezen. Uitwendig worden de zaden door dodoNeus gezegd verwarmende en oplosfendè te zyn, waarom hy dezelve tegens gezwellen en fcrophuleufe verhardingen aanpryst. Wynruit. (Rata graveolens. L.) Veilig zetten wy hier de wynruit ter neer, dewyl deze als een L 5 ge-  170 GENEES- en HEELMIDDELEN gewoon huismiddel, overal by der hand is , eri ten dien einde in de tuinen word voortgekweekt. De fterk doordringende reuk, de aromatieke bittere en fcherpe fmaak, geven genoegzaam de krampftillende kragt dezer plant te kennen. Zy oeffent een zeer fterk vermogen op onze zenuwen , en word met het grootfte regt in daauwce, opftyging, ftuiptrekkingen, ja zelf in de vallende ziekte, aangeprezen. De groote boerhaave maakt van deze plant ongemeen veel werk, en pryst ze niet alleen in zenuwziekten, maar ook in befmetteryke ziekten, als een fterk rottingwerend en uitwaasfemend middel aan. Deze rottingwerende kragt word, door het menigvuldig uitwendig gebruik in kwaadaartige zweeren, en zelf het koud vuur, bevestigd, waarin het door de meeste Handartzen met vrugt gebruikt word. Plenck genas met de wynruit, in wyn gekookt met rozenhoning, een ftinkende ozoena, met een cariss der kaak. Om de mond zuiver te houden bezigt men ook de wynruit in mondfpoelingen. Met azyn en zuurdeeg gemengd, word het als een afleidend mid» del in koortfen gebezigd. Rutty getuigt, dat de derdendaagfche koortfen dikwyls fpoediger genezen wierden door wynruit op de polfen der handen te leggen, dan door den koortsbast. Boerhaave en rozenstein bezigden ook dit kruid in verzwakkingen van het gczigt; de laatfte raad in die gezigtsvexzwakking, welke door aan- hou-  uit KELDER en KEUKEN. 171 houdend lezen koomc, dat een gezond menscb,' wynruit kaauwt , en den adem in het verzwakte oog blaast. De zaadhuizen der plant geven meer wezentlyke olie (waarin de kragt gelegen is) dan de bladeren , en zyn dus boven dezelve te verkiezen. Hennip. (Cannabis Sativa. L.) Deze gewoone plant, waarvan het zaad tot voeding onzer vogelen dient, behoort ook tot de antifpasmodica. De bedwelmende kragt der geheele plant en zelf der zaden , word van de Ouden gezegd zo groot te zyn , dat zy dronkenfehap , flaap , en ylhoofdigheid zoude verwekken. By dodoneus worden de bladeren als een flaapverwekkend, pynen krampftillend middel aangeprezen, en het zaad in water of melk gekookt in de vallende ziekte der kinderen. De bladeren worden ook gezegd de wormen en het ongedierte te dooden. Heden zyn de bladeren buiten gebruik ; dan het zaad , het welk olieagtig, enigzints bitter en fcherp van fmaak is, word niet alleen als een krampdillend, maar vooral als een oplosfend middel aangeprezen in verdoppingen der lever en geelzugt. Dodoneus getuigt reeds , dat het hennipzaad hier in Holland by de huislieden in een beginnende geluw, uit verftopping voortfpruitende , zonder koorts, dikwyls gebezigd word. De Rotterdamfche Geneesheer pruys heeft onlangs nader door enige proeven het nut van een emulfie van hennipzaad in  i?2 GENEES- én HEELMIDDELEN in deze ziekte , aangedrongen (c). Ik heb my eenige reizen met vrugt ook van dit middel in een beginnende geluw bediend. In hoest, en moeilyke waterlozing, is ook dit zaad nuttig bevonden. Uitwendig bezigt men het in verzagtende, oplosfendè, en weekmakende pappen. Cofy. (CofeaJrabka.L.) Wy hebben alreeds, toen wy van de.thé fpraken, aangemerkt, dat men veel over het gebruik en misbruik der warme waterdranken getwist heeft. Het gedurig gebruik, en de gewoonte, maken deze dranken genoegzaam onfchadelyk , en zy brengen by gezonde: lieden weinig of geen verandering op het gedel te weeg. Wanneer 'ér een al te grote vastheid en rigiditeit in het lighaam plaats heeft, zullen de warme waterdranken verligten , zy helpen by zommige de fpysvertering, door dat zy het vaste voedfel verdunnen, doorfpoelen, en een gemaklyke affcheiding van water en doorwaasfeming bevorderen. In zwakke geftellen verzwakken zy de behoorlyke gefpannenheid der fpiervezelen van de maag en by gevolg van het geheele geftel , hierdoor veroorzaken zy beving en krampagtige aandoenin« gen. Dan alle deze uitwerkfels hangen van de kragt des warmen waters af. De koffy egter heeft op zig zelve andere hoedanigheden, welke wy nu nog met een woord zullen moeten nagaan. De CO Genees- Heel-en Vroedkundig Magazjm, 3de Stuk. .  uit KELDER en KEUKEN. 173 De koffy behoort zeker een plaats te hebben onder de medicamentei amifpasmodka, het zy dit beginfel in de koffy reeds natuurlyk aanwezig is, of in de empyreumatifche olie , welke door de branding geboren word , huisvest. In ftuiptrekkingen , epftygingen , maar vooral in het asthma convulfivum, is een fterk aftrekfel van koffy aangeprezen. Meermalen heb ik dit nut in het asthma fpasmodicum ondervonden, wanneer ik te vergeefs fterke amifpasmodka gebezigd hebbende, den aanval door twee of drie koppen zeer fterke koffy' te boven kwam. Zy heeft een opwekkende , flaapverdryvende en vervrolykende! kragt. Na den eten helpt zy de fpysverteering, en verdryft de hoofdpynen, welke uit een gebrek derzelve voortkomen; 's morgens gedronken bevordert zy den ftoelgang en de waterlozing. Au don fchreef de koffy met citroen gemengd in tusfehenpozende koortfen voor. Maeebranche genas een beroerte met klysteren van koffy, anderen heb-, ben ze tegen dert buikloop aangeprezen. Aan den anderen kant heeft men aan het mjsbruik der koffy een reeks van onheilen toegefchreven, en zommigen willen, dat die genen, welke een aandpenlyk zenuwgeftel hebben, hiervan benaauwdheid, hartklopping , flaapeloosheid, duizeling, hopfdpyn, en zwak gezigt, ja zelf verlamming en beroerte kry« gen kunnen. Zimmermann zegt, dat de koffy doet vermageren , en by mannen een impotentia ver-  I74 GENEÊS- en HEELMIDDELEN veroorzaakt. Ik twyfele geenzints of de koffy is aan zeer volbloedige, zwartgallige, of uitgeteerde Ughaamen nadelig ; dan of wel alle deze uitwer> kingen niet veel meer van het warme water, dan van de koffy afhangen, twyfele ik zeer. Roet, (Fiïligo.y vooral van gebrand hout, heeft een fterken, doordringenden onaangenamen reuk, én fcherpen walglyken, bitteren fmaak. Het vlugge loogzout zo wel als de empyreumatifche olie maken, dat het roet een uitflekende krampfliilende 1tragt heeft. Het is uit dien hoofde in alle onze Apotheeken ook als geneesmiddel aangenomen. Men bezigt het roet vooral in opflygingen. Cullen ondervond veel nut van het roet tot anderhalf dragme gegeven in krampagtige hoofdpynen* De Duitfchers gebruiken een tinctuur van roet in wyngeest van één tot zes oneen daags ia de vliegende jigt, wanneer het een ruim zweet te weeg brengt; dog men moet wel zorgen , dat eerst de eerfte wegen gezuiverd zyn. Uitwendig is het roet reeds by" de Ouden in pleisters gebe? zigd, om zo wel verzweeringen als gebrande won« den te genezen; dog men moet het roet nimmer geven in zeer gèvoelige, volbloedige, en tot ontfteking hellende geftellen, dewyl'het dan te veel prikkelt, en den aandrang des bloeds vermeerdert, •yijf ens iisd no snwtffie' v 'ins ,pj ...jgizsjj ' ;i: ,3293 VIM hMAStelilS .IMOMIjl BS3 DER*  uit KELDER en KEUKEN. 175 DERDE AFDELING. Van die ziekten, welke uit een gebrek aan levensbeginfel voortkomen, en prikkelende middelen vorderen. Ons dierlyk leven moet door een gedurige afwisfeling van prikkelingen onderhouden worden; zonder dezelve kan 'er geen beweging, en by gevolg geen uicoefening van deszelfs byzondere werkingen, plaats hebben. Een behoorlyke evenredigheid tusfchen de vatbaarheid des lighaams en de byzondere prikkelingen plaats hebbende, zyn deze werkingen geregeld , en het lighaam is dan in een ftaat van volkomene gezondheid. De prikkelbaarheid vermeerderd of verminderd, en de prikkelen te fterk of te (lap zynde , is 'er een tegennatuurlyke ftaat en eene ziekte aanwezig. Wy moeten thans overgaan, om te fpreken van die ziekten, waarin een gebrek aan werking des levensbeginfels , een languor vis vitalis , aanwezig is. In fletfche, zogenaamde wateragtige geftellen, ontmoeten wy meest dezen languor vis vitalis; deze veroorzaakt een minderen zamenhang der vaste deelen, een overmaat van vogten , een flapheid der folida, een gebrek van werking der vaste deelen op de vogten , waaruit wederom kwaadfappigheid (cachexia), verftoppingen, waterzugt, en  i?6 GENEES- en HEELMIDDELEN en- veele langdurige ziekeen , ontftaan. In deze geftellen-ontmoeten wy hierom de meeste chloroticcs, melancholici en hypochondriaci. . Meermalen hangt deze languor vis vitalis alleen van de zenuwen af, wanneer deze niet gevoelig genoeg zyn, of te traag werken; gelyk wy dit in verlamming,zommige beroerten, duizeling, flaauwten , hoofdpynen , ja zelf in zommige gevallen van ftuiptrekkingen, waarnemen. Zomtyds is 'er een werkeloosheid en ongevoeligheid in het vaatgeftel, gewoonlyk uit andere oorzaken voortvloeijende, waardoor fchielyk fla'auwten , hartkloppingen, ja zelf een geheele beletting des omloops van het bloed, en by wylen.zware bloedvloeijingen ontftaan. Eindelyk zien wy, dat na een al te fterke prikkeling een grote ftaat van zwakheid geboren word, als in 't koud vuur, na hevige ontftekingen , koortfen, enz. In alle deze gevallen moet men dus prikkelende of aanzettende middelen bezigen , welke niet alleen de werking der fpiervezelen vermeerderen, en de beweging aanzetten, maar ook: byzonder het zenuwgeftel prikkelen, en een behoorlyke verdeling dep zenuwkragt bevorderen. Deze middelen prikkelen meestal een byzonder deel, en deze aandoening word aan het geheele geftel op eene voor ons önbegrypelykè wyze medegedeeld; zommige intusfchen fchynen op byzondere deelen meer byzonder- hunne werking uit te oeffenen. Alhoewel zy even als de andere ftitm«9 . Urn-  uit KELDER en KEUKEN. iyf lantia eerst aan de maag en ingewanden worden medegedeeld. In 't algemeen komen de prikkelende middelen in alle die gevallen te ftade, waarin een gebrek aan beweging of gevoel plaats heeft. Dog eerst en vooral oefenen zy haar vermogen uit op de maag en ingewanden , en zyn dus van dienst in die ziekten dezer deelen, waarin een flapheid en beweegloosheid, en daaruit voortvloeijende flegte fpysvertering plaats heeft. Maar wanneer deze inertia een algemeene flapheid, een tragen omloop van vogten , waterzugt, en bederf van vogten, heeft te weeg gebragt, moet men ze met andere geneesmiddelen paaren. — In koortfen , vooral waarin een grote neergeflagenheid en zinking van het levensbeginfel plaats heeft, gelyk in zenuwen rotkoortfen , zyn de fiimulantia niet te ontberen. — Wanneer de levensgeesten door hevige ziekten, of zelf door al te fterke prikkelingen zyn verminderd, moet men dezelve door zagte opwekkende middelen langzaam en voorzigtig zoeken op te beuren. — In koud vuur, 't zy door een gebrek vari levenskragt , 't zy door hevige ontfteking veroorzaakt , dient men den verderen voortgang door prikkelende middelen te fluiten. Daar de levenskragt byzonder in de zenuwen fchynt te huisvesten, en dikwyls een gebrek aan dezelve van de zenuwen afhangt, blykt het dat de fiimulantia , vooral in zenuwziekten, te ftade komen. M Be*  173 GENEES- en HEELMID DELEN Beroerte en verlamming , welke zig door een geheel gebrek aan werking der levensgeesten of in het geheele lighaam, of in byzondere deelen, vertonen, zyn de eerfte, welke hier in aanmerking komen. Beroerte hangt zekerlyk dikwyls af van een ophoping van bloed in de grote vaten der hersfenen , of van een uitftorting deszelven in de holligheden, waardoor een drukking veroorzaakt word : deze ophoping zelve kan van een werkeloosheid des zenuw- en hersfengeftels , of van een ongelyke verdeling der hersfenkragt afhangen; intusfchen leert de ondervinding, dat ook beroerte alleen door een verdoving van de energia nervofa kan veroorzaakt worden, gelyk wy dit zien door de damp van kolen , van ontvlambare lugt, van zommige vergiften, enz. In het eerfte geval is het gebruik der prikkelende middelen twyfelagtig, in het andere volftrekt onontbeerlyk ; aderlatingen en verzwakkende middelen zouden hier de oorzaak der ziekte vermeerderen, en een gewisfen dood veroorzaken. In 't algemeen is men van oordeel, dat in de apopkxia Jèrofa & pituitofa de prikkelende middelen gebezigd moeten worden. Intusfchen geloof ik met veele hedendaagfche Artzen, dat overal, waar een drukking door uitgeftort vogt, het zy water of bloed, aanwezig is, eerst een afleiding door aderlating gemaakt moet worden, waarna men de oorzaak der aekte,een werkeloosheid der vaten en opflorping der  uit KELDER en KEUKEN. 179 der uit°eftorte ftof, door prikkelende middelen kan wegneemen. — In verlamming is het gebruik der prikkelende middelen aan minder uitzonderingen onderhevig; wanneer de verlamming niet door drukking of mechanifche oorzaken te weeg gebragt is, welker werking nog aanhoud, moet men aanftonds zo wel algemeene , ais op het verlamde deel byzonder werkende, prikkelende middelen aanwenden: de fterkfte fiimulantia, by voorbeeld de electricïteit, doen hiér het grootfte nut. — In vallende ziekte vinden wy dikwyls , dat de antifpasmodica ftimulantia het .meeste nut doen. — Wanneer wy in zwakke fletfche geftellen , flaauwten , zenuwtrekkingen en opftygingen ontmoeten , kunnen wy dezelve fpoedig door prikkelende middelen wegnemen. De ftimulantia zyn alle zeer vermogende geneesmiddelen , en vorderen dus de kundige hand eens Geneesheer, om ze wel en op zyn tyd te bezigen. Men wagte zig wel vooral prikkelende dingen te geven, waar wy de pols gezonken en klein vinden, dewyl dit niet zelden uit ontfteking voortkoomt. Overal waar men een neiging tot ontfteking kan vooronderftellen, moet men deze geneesmiddelen vermyden, en in het algemeen dient men in den beginne van alle hevige ziekten en koortfen met het gebruik dezer middelen voorzigtig te zyn. — In alle verftoppingen des onderbuiks zyn de aanzettende middelen nadelig, dewyl zy de M 2 verr  rSo GENEES- en HEELMIDDELEN verftopping vermeerderen, en vaster maken. C u tk> len merkt op , dat wanneer 'er een broosheid der fpiervezelen plaats heeft, gelyk in fcheurbuik, de prikkelende middelen fchade toebrengen ; dan ik zoude dit alleen bepalen tot de ftimulantia adjlringenüa, welke te gelyk de zo heilzame ontlastingen verhinderen. Omtrent het gebruik der ftimulantia moeten wy nog aanmerken , dat zy op den duur genomen daarom te nadeliger zyn, dewyl zy de veerkrag: der fpiervezelen wegnemen , zodat -men genoodzaakt is dezelve gedurig te vermeerderen, wil men dezelfde uitwerkingen op het lighaam te weeg brengen , waardoor het lighaam voor de gewoone prikkeling ongevoelig en onbekwaam word tot dej= zelfs verfchillende einden: dat vooral daarom hei , gebruik, der ftimulantia nadelig is aan jonge lieden , dog dat zy in gro;ere hoeveelheid kunnen en ook behoren gegeven te worden aan bejaarde menfchen, in welken de fpiervezelen voor de gewoone .prikkeling ongevoelig geworden zyn , en het lighaam niet meer bekwaam is tot vervulling zyner verfchillende behoeften. 'Er is geene klasfe van geneesmiddelen zo uitgebreid als deze; alle dingen, die een uitdekende reuk of fmaak hebben, zyn aan die geenen , die daaraan niet gewoon zyn, ftimulantia. Wat de byzondere middelen aangaat, moeten wy vooraf erinoeren> dat 'er geene algemeene ftimulantia zyn, • maar  dit kelder en keuken. i8j ■maar dat zy alle, fchoon het geheele geitel aandoende, meer of min op byzondere organen fchy•nen te werken. Wy moeten dus onder de algemeene irritantia brengen , die geneesmiddelen,, welke het geheele geftel fterker prikkelen dan enig byzonder deel, en deze zyn in de eerfte plaats de Speceryen, welke in onze huishouding gebezigd worden. Alle de overige kunnen wy znti wel in de geneeskunde ontberen. Speceryen. Het zuiverfte aroma, en tot het welk alle de overige, als tot een ftandert of terminus comparatioms kunnen gebragt worden, vind men in de meeste of byna alle de planten , die ons uit de natuurlyke orde der jcitamina bekend zyn. Gember. (Amomwn Zingiber. L.) De gember, v/elke in onze keukens en op onze tafels als een fpecery dikwyls gebruikt word, behoort onder onze voortreflykfte prikkelende middelen de eerfte plaats te hebben. Bokrhaave zegt daarvan, dat indien zy in de Indiën zo gemeen niet was, zy duurder dan goud zoude zyn ; zy heeft een prikkelende, bittere, fcherpe, fpeceryagtige fmaak, welke fcherper en fterker word, naarmate men den wortel meer kaauwt ; zy blyft zeer lang in den mond hangen , en verfpreid langzaam haare opwekkende en prikkelende kragt door het geheele geftel. De Indifche, en vooral de Chineefche gemM % ber  18a GENEES- en HEELMIDDELEN ber is fyner van vezelen, en word daarom bloem van gember genoemd, en verkozen boven den Westerfchen meer vezelagtigen wortel. Als de fterkite ipeeery, word zy als een generaal prikkelend middel in alle flappe , koude gedellen aangeprezen , maar vooral in flegte fpysvertering en daaruit voortkomende draaijingen, hoofdpynen, zwak gezigt, enz. gebruikt. Zy zet alle affcheidingen aan, byzonder het zweet. Versch zynde geeft zy ontlasting , dog zy verliest deze kragt door het drogen. Boerhaave pryst ze in hoesten, vooral by oude lieden , en in flymerige lighamen, wanneer hy voorfchryft daarop warmen melk te drinken. In verouderde diarrhceae uit zwakheid ontdaande, in kolykpynen en winden, uit dezelve oorzaak voortfpruitende, word deze wortel ook met nut gebezigd. Gekaauwd, of als tabak gerookt, bevordert zy door haare prikkeling de affcheiding van het fpog. Uitwendig pryst plenck dezelve in wateragtige gezwellen en koude verzweringen. De Laurieren hebben alle een flerk aromatiek beginfel in zig, waarom wy dezelve hier gevbeglyk kunnen laten volgen. Caneel. (JLaurus Cinamomum. L.) De kaneel, welke een aangenamen, liedyken fpeceryreuk en zoetagtigen, een weinig bitter en prikkelenden, fmaak heeft, is de edelde onzer Oosterfche fpeceryen, en zo wel in onze keukens als onder onze art-  uit KELDER en KEUKEN. 183 artzenyen zeer geagt. De Ouden hebben verfchillende foorten van kaneel gebezigd, welke egter alle volgens het algemeen gevoelen uit dezelve plant voortkwamen, en alleen verfchilden,naarmate zy uit oude of jongere takken vergaderd waren. Onze beste kaneel word ons van Ceylon aangebragt. Deze aangename fpecery heeft een zage dog doordringend aroma in zig, het welk de ingewanden en maag op gene byzondere wyze aandoet, maar langzaam zyne werking over het geheele gedel verfpreid. De kaneel is dus een zeer; nuttig en veilig irritam in alle die ziekten, waarin een gebrek aan beweging en traagheid van levensgeesten plaats heeft; zy word daarom in alle zenuwziekten , als daauwte , duizeling , beroerte , convulfies, krampen, uit zwakheid voortvloeijende, gebruikt. In die ziekten, waarin een gebrek aan beweging,of ook een onregelmatige beweging van het vaatgedel uit zwakheid plaats heeft, als hartklopping, verfchillende bloedvloeijingen , ophouden der kraamvloed, verdopte maanddonden, en een al te overvloedige vloeijing derzelven, ophouden der weën by kraamvrouwen , witten vloed, en diergelyke. De kaneel word ook in zwakheid der maag en ingewanden, en de daaruit ontltaande gebreken , als winden , kolykpynen , diarrhc&a, dyfenteria, enz. met vrugt gebezigd. Eindelyk, daar de aromata alle de affcheidingen aanzetten , word de kaneel ook als een diuretkum, gebeft! 4 zigd,  i§4 GENEE S- en HEELMIDDELEN zigd, wanneer deze warmere middelen niet fchadelyk zyn. Alle de overige zoorten, als daar zyn de Laurus cas/ia, welke vèel mee de kaneel verwisfeld word, en ook in kragten na genoeg overeenkomt, behalven dat zy zwakker is, Laurus fasfafras, Laurus camphora, waaruit de campher bereid word, Laurus Benzoin, zyn uitlandsch, en worden niet dan in de Apotheeken gebruikt; alleen fchiet 'er over een foort, 't welk in de keuken gebezigd en hier als inlandsch overvloedig gebruikt word. - Gevjoone Laurier. (Laurus Nob'üis. L.) Offchoon de laurierbladen als een aangename bittere, geurige fpecery by ons vleesch en visch, zo wel em de maag tot een gemaklyke vertering aan te zetten, als om de fmaak te verbeteren , dikwerf worden bygedaan, is derzelver gebruik in de ge* rieeskunde thans ten onregte zeer fpaarzaam. De Ouden, en zelf reeds hiitocrates, maakten veel meer werk van dit middel; de reuk en fmaak geven zeker te kennen dat zy uitmuntende kragten be«» zitten: zy verfterken de maag en ingewanden, bevorderen de fpysvertering , nemen de krampen weg; hierom bezigde men ze oudtyds in buikwee, en heden nóg worden de bladeren zomtyds in klysteeren toegediend , zy bevorderen ook de pis-affcheiding en de vloeijing der maandltonden. De besfen der laurier worden nog heden in zompige zamengeftelde middelen 'in onze Apctheeken ge.  uit KELDER en KEUKEN. 185 gebezigd.: Ukwendig word overal de olie als eenanodynum in koiyken op den buik gefineerd, en: in lamheid en verzwakking. der ledematen aange*-, wend. De laurierbesfen worden ook nog hedendaags in alle uitdagen, en vooral het fchurft, met reuzel gemengd, uitwendig gebruikt. De Ouden, bezigden ze in koiyken, rheumatieke pynen, hoesten, geluw, en tering, en dropten de olie in het oor, in doofheid en hardhorigheid. , Mmcaatnoot. (Myristka Mosfchata. L.) De muscaatnoten fchynen den Ouden onbekend geweest te zyn , ten minden vinden wy 'er geen gewag van gemaakt voor de tyden der Arabieren. De fmaak en reuk is byzonder geurig en ftrelende,. de reuk heeft iets bedwelmende , en de fmaak fchynt ook een krampdillende kragt aan te duiden. Hoffman verhaalt, dat men door het te me«nigvuldig gebruik d^r muscaatnoten flaperig en dronken word, het welk ook door het getuigenis van bontius en loi3el bevestigd word. De muscaat heeft de prikkelende en opwekkende kragt der overige fpeceryen in een overvloedige mate. Dog zy word over het algemeen boven dezelve geagt als een. windbrekend en krampftillend middel, het welk byzonder de brakingen bedaart. Hoffbian kent geen zekerder middel, om de walging en braking der zwangere vrouwen te bedaren, dan dit. Voor 't overige word de muscaatnoot in alle koude aandoeningen der zenuwen en hersfenen , en in M 5 ver-  i86 GENEES- en HEELMIDDELEN verlamming, gebezigd. Deze noot bevat een menigte vette olie, welke daaruit geperst kan worden, en zo wel uit- als inwendig in krampen en buikpynen gebruikt word; en ook wezenlyke olie door deflillatie. Gerooste noten worden van veel dienst gerekend in buiklopen. Foelie. De Foelie word tusfchen de groene buitenfte bast en de muscaatnoot gevonden. Deze dunne bast word ons afzonderlyk uit de Oostindiën, van Bantam , met de noten toegezonden. Even als de muscaatnoot, waarmede deze fpecery hec naast overeenkoomt, word zy het meest in krampen der ingewanden, tegens buikpynen, fpanningen en winden gebezigd. Kruidnagelen. (Caryophyllus Aromaticus. L.) De nagelen, welke ons uit Ternate worden aangebragt, hebben een zeer Herken fpeceryreuk, een aangenamen , dog fcherpen en bytenden fmaak , waarin zy alle andere aromata overtreffen. Geen fpecery prikkelt meer de zenuwen en fpiervezelen , waarom wy in 't gebruik derzelve voorzigtig moeten zyn. Even als de voorgaande worden zy in koude zenuwziekten, verlammingen, winden , hoofdpyn en brakingen gebezigd. Uitwendig worden zy hec beste in Hovingen, maagpleisters , enz. welke prikkelen en verwarmen , aangelegd. De Tinctuur van kruidnagelen is fterker dan de bloem zelve , de waterige aftrekfels hebben meer geurige dan fcherpe deelen in zig. De-  uit KELDER en KEUKEN. 187 Deze geestryke tinctuur word door rut tv, zo wel als de nagelen zelve, in de caries osfium aangeprezen. Het geflagt der Myrti hebben alle een overvloe* dig niet onaangenaam aroma in zig. De enige fpecies die wy , dog meer de Engel fchen, in de keuken bezigen, is de Jamaifche Peper. (Piper Jamakenfe. Myrtus Pimenta. L) Deze fpecery heeft een aangenamen geurigen reuk en fmaak, naby die der nagelen en muscaatnoot komende ; zy is in Engeland vooral in gebruik in de fpyzen, word daarom all fpke genoemd , en is genoegzaam alleen als een aro» ma in de geneeskunde in gebruik. Zy bezit daarom dezelve prikkelende, verwarmende, opwekkende en vooral ook maagverderkende kragten der overige beste fpeceryen. Onder de ïrritantia behoren zeker ook genoemd re worden de planta piperita', alle prikkelen zy de deelen , welke zy onmiddelyk raken, zeer fterk; dog zo ze geen onderfcheiden fpeceryagtig beginfel by zig hebben, onderfcheiden van dit principium piperitarum, kunnen zy, zonder de grootfte plaatslyke wanorder te veroorzaken, het geheele geftel niet aandoen. Wy zullen hierom adeen de volgende aanftippen. Peper. (Piper. L.) Het geflagt van de peper, het welk by linn^us veele foorten bevat, heeft alleen drie fpecies , die of in onze keuken , en een  i88 GENEES- en HEELMIDDELEN een welke in onze Apotheeken, gebruikt word. De gewoone witte en zwarte peper worden tot keukengebruik menigvuldiger, dan enige andere fpecery > gebruikt. De fmaak van beiden is heet, prikkelende en.fcherp, zonder dat hiermede veel van een fpeceryagtige geur bykoomt. De kragt is ook niet in een wezentlyke olie gelegen, maar in . een harstagtige zelfftandigheid, die niet vlugtig is. De peper is dus een prikkelend middel , . *t welk plaatslyk werkt , dog zyne kragt niet zeer verre over het geheele gedel verfpreid. De peper zoude diensvolgens beter onder de intidentia fubigentia , dan onder de aromata kunnen: gebragt worden. De Ouden hebben reeds de peper gekend , en pryzen ze in alle ongemakken der maag, vooral wanneer by de indigestie zig flym voegt , en word dan gezegd een uitnemend flymbrekend middel te zyn. De-peper is zeer geneigd, om in volbloedige en gevoelige lighaamen ontfteking te veroorzaken, waarom men by. jonge menfchen in het gebruiken daarvan voorzigtig dient te zyn. In bejaarde menfchen, die flymagtig zyn, is de peper een uitnemend maagmiddel. Unzer (d) verkiest de peper boven alle maag-elixirs, dog gebied de korrels geheel te nemen, wanneer de kragten der maag de medifche prikkelende kragt 'er uit trekken ; hy laat van zeven tot dertien korrels twee uuren L CO V. D. p. 255. Jeqf,  uit KELDER en KEUKEN. 189 uuren voor den eten,en te bed gaande, gebruiken, wanneer hy dezelve tegen walging, de [ode, braking, gebrek aan eetlust, winden, krampen, fyuik-pynen, als een veilig en allervermogendst middel aanpryst. Dit middel, zegt hy, gedurende vier weken met witte wyn of bier genomen , geeft een matige warmte en zet'het bloed niet aan, verderkt , en lost den flym der ingewanden en maag op. Hy bevestigt dit getuigenis met het voorbeeld van een man van 81 jaren, die te voren zwak zynde, hierdoor volmaakt gezond geworden was. De peper word ook door oeoffkoy en anderen in de koude der tusfehenpozende koortfen aangeprezen, wanneer zy den verderen voortgang zoude fluiten; dan dit middel is gevaarlyk, vooral wanneer daarmede nog genever of brandewyn genomen word. Ik heb een voorbeeld gezien van een vrouw, die aan een langdurige dog regelmatige anderendaagfche koorts zukkelde, en door het gebruik van peper met genever in een ontftekingkoorts ftortte, welke in weinige uren doodlyk wierd. Als een prikkelend middel word de peper uitwendig als een epispasticum aangelegd, en met zuiker gemengd gebezigd tot het ligten der ver* flapte huig. Spaanfche Peper (Piper Indicilm. Capficum Annuunu L.) is de heetfle aller ipeceryen, en heeft een brandende fcherpte, welke zeer lang in den mond blyft\ hierom word zy alleen in een klei-  IOö GENEES- en HEELMIDDELEN kleine hoeveelheid toe bereiding der fpyzen gebruikt. In Jamaica en in de Indiën bezigt men ze als een maagmiddel, pm eetlust te verwekken, de groote hitte van dit geneesmiddel is oorzaak, dat het niet veel gebruikt word. Caltnus-wortel. (Acorus Calamus. L.) Deze gemene wortel , welke een derke fpeceryagtige reuk, en bittere fcherpe fmaak heeft, is een overvloedige bewoonder onzer flooten en trekvaarten. Wonder is het, dat men deze zo gemeene en voorwaar uitdekende fpecery niet meer bezigt. Immers bevat zy een overvloedige hoeveelheid wezentlyke olie, welke dezelve een uitnemend, opwekkend , prikkelend middel maakt, het welk in alle gevallen dienen kan, waar men verwarmende fpeceryen moet bezigen. Deze wortel is vooral een zeer vermogend maagmiddel, zy breekt de winden , verfterkt de ingewanden, en neemt derzelver krampen weg, terwyl zy te gelyker tyd, als een oplosfend geneesmiddel, zelf in die gevallen word aangeprezen, waar de ingewanden, vooral de lever en milt,met verftoppingen bezet zyn. Triller (e) zegt, dat deze wortel vooral den naam van radix nautica gekregen heeft, door zynen uitmuntenden dienst in het genezen der fcheurbuik. Dezelve •Schryver tekent ook aan , dat de Tartaren geen water uit de flooten drinken, dan wanneer hetzelve eerst door dezen wortel gezuiverd is. De (J) Tkefam; Pharmac, p, 45,  uit KELDER en KEUKEN. 191 De geheele natuurlyke bende der verticillata, welker bladen alle een met aroma verenigd aanzettend vermogen hebben, verdienen hier de eerde plaats na de aromata als prikkelende middelen. Wy zullen hier alleen ter nederdellen, die in de keuken gebruikt worden. Bonekruid. (Satureja Horten/is. L.) Het bonekruid, overvloedig in onze keukens bekend, en eens gezaaid van zelf in onze tuinen voortkomende , heeft een fpeceryagtigen reuk, naar die der Roomfche bonen gelykende, en een fcherpen fpeceryagtigen, heeten fmaak. Het word in onze keukens gebruikt vooral by de bonen, om aan deze fpys een aangenamen geur te geven, en word ook benevens andere fpeceryen tot het toebereiden van vleesch en visch gebezigd. Als een aangenaam aroma verderkt en prikkelt het de maag en ingewanden , bevordert de fpysvertering , breekt de winden, en zet de affcheiding der pis en zweet aan. Hierom wierd het meer te voren dan hedendaags als een flymbrekend en verfterkend middel in kwade fpysvertering, hoest, opftopping der ftonden , en uitwendig in gorgeldranken in verJamming der tong, en als een ftoving afgekookt met wyn in koude gezwellen, aangelegd. Orego. Wilde Majolyn. (Origanum vulgare. L.) Het welk in Gelderland en Utrecht gevonden word, heeft een aromatieken geur en een fcherpen fpeceryagtigen fmaak; hippockates heeft deze plant  joa GEN.EES- en HEELMIDDELEN plant reeds menigvuldig gebruikt, als een verwarmend en prikkelend geneesmiddel. In borstkwalen by wateragtige oude lieden is de orego, als een Hy inbrekend middel, .van ouds gebezigd. Boerhaave pryst dezelve aan in asthma, geluw, fhapziekten , buikwee , verdopte maandftonden , opftygingen en hoest. Uitwendig word zy by prikkelende Hovingen gevoegd. De gemene man bezigt de orego als een amdynum in tandpyn, wanneer een droppel van de olie op een watje gedaan in de holle kies gedoken word. Majolyn. (Origanum Majorana. L.) De majolyn word tot keukengebruik in onze moes- en :kruidtuinen aangekweekt. De reuk is fterk fpeceryagtig, en de fmaak een weinig fcherp en bitter. Als een zagt opwekkend en prikkelend middel is zy dienftig in zenuwziekten , verlamming, flaapziekte, kramppynen en opftygingen. Zy verfterkt de maag en ingewanden, en.is daarom windbrekende, flym verdry vende y en de fpysvertering aanzettende ; zy bevordert de ftonden , en word ook tegens den witten vloed aangeprezen. Uitwendig behoort zy tot de flernutatoria, en rutty getuigt, dat het gedeftilieerd water opgefnoven de verkouwdheid zeker wegneemt. Even als de overige aromata, kan zy in klysteren en uitwendige omflagen met vrugt gebruikt worden. Thym (Thymus vulgaris. L.) is zeer bekend als een fpecery in onze keuken. De fmaak is bitter, heet,  uit KELDER en KEUKEN. 193 heet, en prikkelende, de reuk is niet zeer aangenaam, en campheragtig, dewyl ze deze zelfftan* digheid in een goede mate bevat. In de keuken word zy meer gebruikt, dan in de geneeskundei Intusfchen heeft ze uitnemende kragten, even als de andere aromata van deze order. Uitwendig is ze nuttig in omflagen , wanneer 'er jigrpynen * uitftortingen van bloed, rekkingen der banden , enz. mede genezen worden. Voor 't overige is de thym een prikkelend, verfterkend en flymbrekend* zo wel als een goed zenuwmiddel , het welk in flaauwte, opftyging, krampen, buikwee, verftoppingen der maandftonden, enz. van dienst kan zyn* Bafilkum. (Ocimum Bafiticum. L.) De bafilicum, welke meer in onze keukens tot bereiding van vleesch, en als een tqekruid op de falade, dan als geneesmiddel gebezigd word, heeft een zwaren balfamieken reuk en fmaak; zy kan daarom, even als de andere aromata, hier een plaats verdienen onder de opwekkende antifpasmodica, die in flymziekten, verftoppingen der natuurlyke ontlastingen, enz. gebezigd worden. Rofemaryn. (Rosmarinus Officinalis. L.) De rosmaryn behoort tot de vermogendfte geneesmiddelen dezer klasfe ; als een gemeen onkostbaar middel, het welk door voortkweking overvloedig in onze tuinen voorkoomt, behoorde men het meer algemeen in de geneeskunde te gebruiken. De reuk is ongemeen geurig en aangenaam, N de  ipl GENEES- en IIEELMID DELEN de (baak campberagtig, bitter en aromatiek. Byzonder is deze plant gefchikt, om de levensgeesten door een zagte en matige prikkeling te verfterken en op te beuren; zy is dus uitmuntend in alle zenuwziekten, flaauwten , krampagtige hoofdpynen , duizeling en opdyging. In kwade fpysvertering, winden, krampen der maag en ingewanden, verdopte maanddonden, witten vloed, hardnekkige diarrhcea, asthma, heeft de rosmaryn dikwyls een genezing te weeg gebragt; andere middelen reeds te vergeefs gebezigd zynde» Küehler pryst een afkookfel dezer plant in fcrophula der kinderen. Uitwendig heeft deze plant een byzonderen roem verworven, in het wederdaan van bederf en koud vuur, in kneuzingen, koude gezwellen, wateragtige opzettingen, in verlammingen , en gebreken van het gezigt uit zwakheid der ogen ontdaande. De Eau de la Reine 9 20 gemeen in onze huishoudingen, is zeker'een uitnemend middel in flaauwte en opdyging. Uitwendig bezigt men hetzelve als een verwarmende en prikkelende artzeny in verzwakkingen der ledematen en banden, verlammingen, csdemateufe gezwellen, enz. Salie. (Salvia Offitinalis. L._) De fmaak der falie is een weinig zamentrekkënd , bitter en fpeeeryagtig, de reuk balfamiek, een weinig fpeceryagtig, dog zwak. Deze plant is van ouds reeds hoog geagt. Boerhaave en van swieten pry-  uit KELDER en KEUKEN, icf pryzen ze boven mate, en zeker bezie zy de opwekkende en prikkelende kragc der andere verticillathlo» gkton) en het vitriool-zuur, of volgens het ftelfel van l a v o i s i e r is de zwavel het vitriool-zuur zelve, van zuivere lugt beroofd. Het oude gevoelen behoudende, zoude men de uitwerkingen der zwavel aan deze ftof kunnen toefchry ven. Dan ik kan my hier in dit verfchilftuk niet inlaten; zeker is het, dat de zwavel een alleruitnemendst en doordringend geneesmiddel is , bet ~welk de fynfte vaatjes onzes lighaams doorlopende een vrye uitwaasfeming bevordert : hier vandaan deszelfs nut in rheumatismus, en allerhande huidziekten, welke uit een belette doorwaasfeming ontftaan. Onlangs is het gebruik van zwavelvvater in podagra beroemd geworden. Uit het geen wy gezegd hebben, kan men ligt begrypen, dat het water niets van  uit KELDER en KEUKEN. 213 van de kragt der zwavel bevattende onnut is, wanneer men niet te gelyker tyd een goede hoeveelheid zwaveldeeltjes hiermede vermengd laat, en op die wyze kan het als een uitnemend diaphoreticum en laxans werken. Ik zoude intusfchen verkiezen de zwavel in poeder te geven, wanneer mes zekerder van zyn gifc is. . Uitwendig zo wel als inwendig is het nut der zwavel, in het fchurft zelf, fcy den gemeenen man overbekend. Purgeermiddelen. Wy hebben deze van de laxantia -onderfcheiden , om dat zy meer op de ingewanden zelve werken dan op de doffen, en dezelve matig prikkelen. : Gevoeglyk verbind men beide , om dus deze beide kragten gepaard te hebben. Daar alle purgantia ook andere kragten verenigen , is het moeilyk dezelve onder zekere hoofddelen te brengen, vooral daar een en dezelve plant op meer dan eene wys de ingewanden prikkelt. Het is ook byzonder , dat men telkens geheele orders van planten vind, die een byzondere kragt hebben; dan dit vind men in de purgantia niet, zy zyn byna door alle klasfen verfpreid, en hebben allen een prikkelend vermogen, egter zyn daarom alle prikkelende middelen geen purgantia. Zoude men hieruit niet kunnen befluiten, dat de purgerende kragt geen vis primaria , maar fecundaria is, zarnengefleld uit eenig acre of prikkelend beginO 3 fel  314 GENEES- en HEELMIDDELEN lei onvetfchülig welk, mee een ander b} komend verenigd, die te zamen werkende de eerfte wegen toe ontlasting aanzetten, waartoe geen van beide op zig .zelf in ftaat was? dan welk dit zy, kan ik riet bepalen : die zal men mogelyk docr een naauwkeurige vergelyking kunnen ontdekken. lihabarber. (RJieum Palmatum. L.) De rhabarber is een plant, die zo wel in 'c Oosten, als in Moscovien groeit, dog door aankweking ook hier te lande zeer wel voortkoomt. De wortel der rheum pafmafifm , die voufnaamlyk als een purgerend middel gebruikc word, .heeft een itóigiyken reuk, en -bitteren , zamentrekkenden , onaaugenamen fin aak , cje egter minder onaangenaam word door kaauwing. Boeiuiaave, gsoffuoy, en alle. andere Geneesheeren hebben te regt zeegveel pp met de rhabarbtr, en.pryzen ze als een zeer veilig geneesmiddel in- de meeste gevallen aan: Zy werkt gemaklyk en zagt, en kan dus zelf aan zw3kke:menfchen , vrouwen, en kleine .kinderen toegediend woiden. In alle veiftcppirgen des cn* ceibuiks , eer lever en milt , in. geluw, ■ wattrzugtj -enz., heeft boerhaave dezeive luitntmend nuttig bevonden ; dtwyl zy riet alietn, de ingewand* n vr-n de eezéttende Horren ontlast i? i maar ook tevens een cpiCïiende en doordringende kragt Lxzic, wtaidccr zy ee- twtdetwegen zuivert, en caarc'a.ai.s etn icweunt de fpiervezelen-der irgeW«nden \eriurLt. Ais etn pudryvecd middel neeu.t ty  uit KELDER en KEUKEN. 215 zy de flymagtige of zandige ftoffen uit de nieren weg,en verfterkt daarna dezelve. In 't zuur, vooral by kinderen , voegt men dezelve by kryt, of andere zuurbrekende geneesmiddelen. Dikwyls word de rhabarber met bittere middelen verbonden, om de maag en ingewanden te verfterken. In loop en zelf rodenloop , waarin altyd zvvaare fpanningen, krimpingen, en ophopingen van zwaare ftoffen aanwezig zyn, is de rhabarber by de ipecacoanna gevoegd een heerlyke artzeny. Dan men diage zorg dit middel niet ontydig te gebruiken, dewyl het zamentrekkënd, verhittend en daarna floppend is. Zy koomt dus niet te pas in heete ziekten, koortfen, ontftekingen, enz. ten zy men andere verkoelende en temperende middelen hier mede paart. Zeezout en Zeewater, Het gewoon keukenzout, is een zeer goed purgaris, wanneer men een once in een grote hoeveelheid water toedient; het werkt gemaklyk even als de andere middenzouten, en koomt vooral te ftade, wanneer 'er verftoppingen, of een grote verzameling van flym, in de eerfle wegen huisvest. Dan men dient het niet te bezigen in tedere en aandoenlyke geftellen, wanneer het krimping geeft. In wormen is het keukenzout een gewoon en niet te veragten huismiddel, hebbende zelfs zeer dikwyls den lintworm uitgedreven. Het zeewater word meer in fcropkul geermiddelen vereischt worden. Drastka. Zomtyds helpen onze gewoone purgeermiddelen niet, de ingewanden zyn by wylen zo ongevoelig, of zodanig met een taaije flym bezet i dat zy ongevoelig worden voor de prikkeling van zagte geneesmiddelen. By wylen moet men een grote prikkeling in dezelve te vyeeg brengen , pm het geheele vaatgeftel, en vooral de watervaten te prikkelen tot werking; dit is het geval van waterzugt, wanneer men de uitgeflorte wateragtige ftoffe niet alleen moet doen opflorpen, maar ook naderhand doen pntlasten. Men gebruikt alsdan de. r ') ' >' - - ■ i, O' 1 2°"  uit KEL'DER en KEUKEN. 017 zogenaamde drastica, of hevig werkende purgeermiddelen. Deze zyn alle vergiften, en hierom kan men dezelve niet dan in zeer kleine dog herhaalde giften toedienen ; zy ontbreken ons volftrekt in onze kelder en keuken, waarom men in deze gevallen de Apotheek niet ontberen kan; het enigfta drasticum, 't welk wy bezitten, is de Tabak. (Nicotiana Tabacum. L/) Men weet, dat die genen, welke aan de tabak niet gewoon zyn, daarvan brakingen en fterke ontlastingen hebben. Uit dit toeval heeft men befloten, dat men ook daarvan als geneesmiddel zoude kunnen ge* bruik maken. Als een braakmiddel is het daarom, reeds door riverius geroemd. Dan als een flymbrekend middel is deszelfs nut meer bekend, en het gebruik ook meer aan te pryzen, vooral in asthma. Daar de tabak ook een vis anodyna en antifpasmodica bezit, heeft men het extract der tabak niet te onregt in krampagtige hoesten toegediend. De ;Heeren hamilton, düncan, en black getuigen , dat zy door het tabak-roken de aamborftigheid hadden zien verdwynen. De ondervinding leert ons daaglyks, dat het tabakroken de zinkingachtige tandpynen wegneemt. Vooral egter is het tabaksklysteer als een purgans beroemd geworden, in beknelde darmbreuken en hardnekkige verftoppingen, by drenkelingen, in flaapziekten , en in wormen. Het uitwendig gebruik der tabaksbladen en derzelver af* O 5 kook-  2t8 GENEES- en HEELMIDDELEN koo iel in uitwendige verhardingen- is ook door zominnen geprezen (f). | De. moscu.rd, mierikswortel, de Iris , hebben alle een fchsrp'. fap in zig, het welk een purge* rende en fterke braking verwekkende kragt heeft; zy zyn hie.om in waterzugt, flymziekten , hardnekkige buiRsverftoppingen, heilzame hulpmiddelen. —!—1 i DERDE AFDELING. Va?i het gebruik der Braakmiddelen., Braakmiddelen, noemt men.die geneesmiddelen, welke de maag van boven ontledigen, en de ftoffen door den mond uitwerpen. Het is niet gemaklyk de werktuigkundige werking, der braakmiddelen te verklaren; aile braakmiddelen hebben geen fcherp beginfel , waardoor zy dit uitvoeren; zo we, zagte, olieagtige , zoete, als bittere en fcherpe rpidieien voldoen aan dit oogmerk; het zal waarfcrjynlyk, even als in de purgantia, uit een byzonder ons onrekend principium beftaan, het welk deze pogingen der maag te weeg brengt. Het is nog niet volkomen uitgemaakt, hoedanig de maag in braking werkzaam is: men heeft naauwlyks getwyfeld, of de braking gefchiedde door een kramp- ag- KD Zie breder het Xde Deel, p. 190. enz. daar ittt breedvoerig van de Tabak gefproken word.  uit KELDER en KEUKEN. 219 agtige zamentrekking van dit ingewand, waardoor de fpys in den oejaphagus te rug gebragt wierdt, waarna deze een tegennatuurlyke voortftuwing der ftoffe aannemendedezelve verder na boven bragt. De proeven van den HeerGossK, die door lugc door te flikken alle ogenblik in ftaat was te braken , bragten een der leden van de Koninglyke Edinburgfche Geneeskundige Maatfchappy in twyfel, of niet mogelyk de natuur hier geheel anders werkte, dan men zig voorftelde. Men. befloot dierhal ven hieromtrent eenige proeven, in 't werk te Hellen, welke ik niet twyfele,.of zullen t'eeniger tyd het ligt zien. Deze proeven tonen genoegzaam aan, da: de braking gefchied door een opflorping van lugt in de maag, welke de fpyzen uitwerpt, zonder dat in dit ingewand eenige zamentrekking plaats- heeft. . Braakmiddelen behoren tot de vetmogendfle en fterkfle middelen, en moesten dus:- alleen door de kundige hand dtr Geneesheeren worden toegediend. — Wanneer de maag te veel door fpyzen is opgezet, of mee.vuile doffen, welke walging , maagpyn, hoofdpyn voortbrengen, vervuld is, koomt een braakmiddel, by tyds aangewend,dikwyls andere toevallen voor, welke uit dezes oorzaken zouden voortfpruiten. Is 'er een of ander vergif by toeval in de maag gebragt, een emeticum zal hec gereedfle middel zyn, om dezelve daarvan te bevryde-n. In den beginne van alle koorc-  2.20 GENEES- en HEELMIDDELEN koortfen, die 't zy uit de een of andere fmetftof, of uit een onreinheid der eerfte wegen voortkomen, zyn emetica, zelf zomtyds herhaalde reizen toegediend, volftrekt noodzaaklyk. In flymziekten, beroerte door een opvulling der maag ,: of den damp van kolen veroorzaakt, behoort men aan> ftonds zynen toevlugt tot braakmiddelen te neemen. De braakmiddelen veroorzaken door de fchudding, welke zy aan het geheele geftel des onderbuiks mededeelen, een vermeerderde werking van alle deze ingewanden; hierom vermeerderen zy de affcheiding der gal, van het fuecus pancreatkus, van de glandulce mucipara der maag en ingewanden, en zelf der longen en nieren. Hier .vandaan het nut der braakmiddelen in melancholk en buiksverftoppingen , in verftoppingen der lever , geluw, enz. Braakmiddelen bevorderen vooral de werking der watervaten, welke door deze beweging een veel groter hoeveelheid van vogten opnemen ; hier vandaan derzelver nut in waterzugr. De Heer Profesfor gregory te Edinburg-genas een man, die langen tyd te vergeefs alle middelen tegens de borst waterzugt gebruikt had, door hem daaglyks een braakmiddel van witten vitriool toe te dienen ; hy ontlastte niet alleen door braking een menigte water, maar een fterke pislozing was hec gevolg der opflorping, welke door dit middel bevorderd wierd. i Het gebruik der braakmiddelen is twyfelagtig in de  uit KELDER en KEUKEN, aar de ziekten der nieren : zekerlyk bevorderen de braakmiddelen de pisaffcheiding, nadat zy haar volle werking verrigt hebben; dan de Heer culten geeftJn aanmerking, of men de brakingen in graveel en fteen , niet als heilzame pogingen der natuur hebbe aan te merken, waardoor zy een uitweg zoekt, en door de trillende beweging dea gehelen onderbuiks de ftenen zoekt voorwaards te dryven : hy vraagt daarom of misfchien in deze gevallen braakmiddelen niet van nut zouden kunnen zyn. In geluw uit fteenen in den ductus communis geplaatst, zyn braakmiddelen enigzints twyfelagtige middelen, dewyl het de vraag is of daardoor de fteen niet vaster in dit kanaal kan worden ingedrongen; dan aan den anderen kant bedenke men, dat door de drukking van de lever en galblaas de gal zelve in het kanaal geperst word, en dus als een weg voor den fteen zelve maken kan. In icteri fpasmodici is het gebruik der braakmiddelen veiliger. In borstziekten is het gebruik der emetica even twyfelagtig: in zommige geftellen zal een braakmiddel een asthma fpasmodicum verdry ven, in andere veel nadeel doen; een onderzoek der omftandigheden en oorzaken is hier dus allernoodzaaklykst. — Dikwyls gebeurt het, dat na een peripneumonie , dog vooral in eer* pneumonia notha, de expectoratie ophoud; wanneer dit door de taaiheid der ftoffen en de lymerigheid der flym veroorzaakt word, is een braakmiddel dikwerf  222 GENEES- en HEELMIDDELEN werf het eenige en gereedfte middel; dan vooral koomt het hier te pas, kleine dog herhaalde gif. ten van emetica toe te dienen. Zommige hedendaagfche Artzen zyn zo verre gegaan, dat zy braakmiddelen in bloedfpuwing hebben voorgefcbreven, ik heb verfcheide malen bevonden den tartarus emeticus in grotere giften als zodanig zien toedienen , en ik moet waarlyk bekennen nimmer daarvan eenig kwaad gevolg gezien te hebben; het is ongetwyfeld dat bloedfpuwing niet zelden uit een krampagtige zamentrekking der, vaten geboren word , en dat braakmiddelen dezen kramp wegnemende een gelyke circulatie door de longen bevorderen , en het bloed naar de oppervlakte des lighaams dry ven: dog bec is even zeker, dat deze ziekte uit een volheid van bloed voortvloeit , dat in de werking der braakmiddelen zelve het bloed naar de longen geperst word, en dus een dodelyke ftorting zoude kunnen veroorzaken. Kleine giften van braakmiddelen, die zeer krampdillende zyn en flegts walging veroorzaken, zyn uitnemende bioedftelpende middelen, en kunnen veilig in alle gevallen van bloeddorting gebezigd worden. Braakmiddelen zyn hevige middelen, en kunnen dus zeer ontydig gebruikt worden. In tedere, zeer aandoenlyke zenuwgeftellen, doen de braakmiddelen, vooral wanneer zy herhaald worden, meer nadeel dan de purgantia- zy beroven de maag van haren natuurlyken flym, maken ze ongemeen gevoelig, en ge-  uit KELDER en KEUKEN. 223 geven niet zelden aanleiding tot hevige krampen en byblyvende maagpynen, zodanig dat de ongelukkige lyders geen de minite fpys of drank verdragen kunnen, en dus natuurlyk moeten uitteeren. In kwaadfappigheid , fcheurbuik , hardnekkige verftoppingen en verhardingen der klieren van den onderbuik enz., zyn braakmiddelen gevaarlyk. Daar de braakmiddelen het bloed naar het hoofd dry ven, zyn ze in alle beroerten uit volbloedigheid ontftaande, in volbloedige menfchen, en vooral in inflammatkn allernadeligst. Men make dus geen gebruik van emetica in alle zuivere ontftekingkoortfen, veelmin in plaatslyke ontftekingen. Men drage ook wel zorg, geen braakmiddel te geven aan lyders, die breuken hebben. Wanneer het zyn kan, is het best een braakmiddel op eens toe te dienen, dewyl dan de maag op eens van haaren flym bevryd word; dan wanneer men herhaalde reizen een braakmiddel geven moet, als in 't verdry ven van bubones of testkuli venerei, is het beter kleine giften dikwyls toe. te dienen , om dus zagte en herhaalde fchuddingen te veroorzaken. In koortfen is men veeltyds gewoon, de braakmiddelen in een grote hoeveelheid waters te verdunnen en met purgeermiddelen te mengen, waardoor men zagte brakingen en, tevens den ftoelgang bevordert. De braakmiddelen zelve zyn van een verfchillenden aart; warm water vooral, met een weinig zout of bittere kruiden vermengd, is in l  224GENEES- ek HEELMIDDELEN in zommige gevallen een genoegzaam braakmiddel", en in veele gevallen is het nuttig, om door een overvloedig gebruik van dezelve eerst de ftoffen beweegbaar te maken, voor en aleer men een fterker braakmiddel toediene. Een braakmiddel van laauw water is boven anderen te verkiezen, wanneer de maag door overvloedige harde fpyze is uitgezet, om dezelve week te maken. Wanneer 'er een fcherpe ftof of fmeltbaar vergift in de maag huisvest , is het nuttig dit vergift eerst te verdunnen, en daarna uit te werpen. Dog al te dikwyls begeeft ons dit middel, dan dat wy 'er ftaat op zouden kunnen maken. Eveneens is het met de olie gelegen; en deze koomt alleen in het iaatfte geval te ftade, wanneer de fcherpe en prikkelende deelen der vergiften worden ingewikkeld, en de maag tegens derzelver uitwerkingen verfterkt. • Braakwortel. (Viola Ipecacoanna. L.) Wy zon^ den hier van de ipecacoanna als het enigfte ons coegeftane middel moeten fpreken, dan dewyl het Genootfchap in een opzettelyke Vraag, zo treffeiyk, vooral door den Heer Profesfor voltelen beantwoord (g),de kragten dezes wortels, en deszelfs verfchillende gebruiken als braakmiddel, ven* handeld ziet, kunnen wy hier niets by voegen. De Heeren van der eem en van leeuwen hebben de Cf) Zie het zevende Dee!=  uit KELDER en KEUKEN. 225 de overige kragren (VV), wanneer men dezelve in kleine giften toedient , ook voortreflyk befchreven ; en uit de laatde verhandeling blykt , dat deze uitwerkingen vooral aan de krampfliller.de kragt 'moeten worden toegefchreven. Deze krampftillende kragt heb ik ook meermalen ondervonden in bloedvloeijingen, en vooral in hardnekkige rrnnspynen , wanneer ik niets zo vermogend gevonden heb, dan daaglyks eenige weinige drop* pen van de tinctuur van ipecacoanna met pepermunt-water toe te dienen. Uit de Verhandeling van den Heer voltelen blykt het vooral, dat de ipecacoanna in alle gevallen niet genoegzaam is, en dat deze verre moet wyken voor de nimmer genoeg geprezen tartarus emeticus. In onze huishouding hebben wy gene voldoende braakmiddelen, die voor deze in plaats kunnen komen, ten zy men hier toe de mostaard en het fap van mierikswortel, by gebrek van de Apotheek, wilde gebruiken. Het tegengedelde gebrek, namelyk een tegennatuurlyke braking, kan uit verfchillende oorzaken VGortvloeijen; of uit een onreinheid der eerde wegen , wanneer men aandonds een braakmiddel moet roedienen, of uit een grote gevoeligheid der maag, welke men door anodyna, roborantia en vooral amara moet overwinnen, of uit verfchillende ziekten (K) Tiende Deel, p. 472. P  226 GENEES- en HEELMIDDELEN ten van andere deelen, welke door de fympathie op de maag werken , als uit een kwetzing van :'c hoofd,breuken,fteen, graveel, ontfteking, enz.; alle deze brakingen kunnen niet weggenomen worden, dan door de oorzaak der ziekte te verdry ven. VIERDE AFDELING. V%n de Ziekten, waarin men Pisdryvende middelen bezigen moet. De gewoonde "weg , waardoor de natuur zig van het fchadelyke , het welk in de mat fa der vogten is opgenomen, of in het lighaam zelf gevormd is, ontlast,is die der nieren en waterwegen. Het water is de gereedfte en gewoonfte weg, waardoor de meeste ziekten zig fcheiden; en hiervan daan het groot onderfcheid , het welk niet alleen in. het water van verfchillende menfchen, maar zelf van dezelfde menfchen op verfchillende tyden befpeurd word. Hoe onderfcheiden is niet het water in een koorts, in de kinderziekte, en in zenuwtoevallen? Het ware te wenfchen, dat men altoos door geneesmiddelen deze heilzame affcheiding zeker konde bevorderen , dan hier in fchiet de kunst verre te kcrt. Wy kunnen met genoegzame zekerheid de werkingen voorzeggen der geneesmiddelen , welke aanftonds op de eerfte wegen moeten werken; dan alle die artzenyen , welke ver-  uit KELDER en KEUKEN. 227 verder dan deze werken moeten, zyn buiten onze magt , wy kunnen ze alleen aan de natuur aanbieden , die daarvan haar gebruik maken moet. Intusfchen kunnen wy door geneesmiddelen dikwerf de affcheiding der pis bevorderen , alhoewel wy daarom juist de natuur niet bepalen kunnen om een fcheiding der ziekte, of der ftoffen, welke zig in het bloed tegennatuurlyk onthouden, door dezen weg te bewerken. De pisdry /ende middelen fchynen alle meer of min een zekere fcherpte te bevatten, welke egter zodanig is ingewikkeld 1, dat zy door de watervaten kan Worden opgenomen; dog met onze vogten niet kunnende worden verengd, daarvan wederom moet wórden afgefchei*den; de natuur verkiest daartoe gemeenlyk de nie* ren, welke door deze (cherpte geprikkeld een groter toevloed vogten naar zig lokken, en diensvolgens een grotere aflcheiding veroorzaken. De diuretica, welke de affcheiding van een' grotere hoeveelheid waters bevorderen door den weg der nieren, komen vooral in aanmerking, wanneer 'er een al te grote mate van wateragtige; vogten in het lighaam gevonden word; zy zyn das vooral aan te pryzen in alle foorten van waterzugt. Zy bevorderen door hunne prikkeling niet alleen de affcheiding des waters, maar ook te ge» lyker tyd de werking der opflorpende watervaten; In cleze ziekten zyn zy de veiiigile, en veelal ook genoegzaam voldoende middelen; dan men behoort P 2 hier  228 GENEES- en HEELMIDDELEN hier altyd opwekkende en prikkelende diuretica te bezigen, dewyl meest altoos een gebrek aan veerkragt der vaten deze ziekte vergezelt — Daar de uitwaasfeming belet zynde , de natuur altyd dit gebrek door eene ruime pislozing zoekt te vergoeden , zyn de diuretica nuttig in alle die gebreken, waatin een gebrek aan behoorlyke uitwaasfeming plaats heeft; hierom kan men dezelve mei vrugt toedienen in alle zogenaamde zinkingaartige ziekten ^verkouwdheid, catarrhale koortfen, enz.; wanneer zy niet alleen het water bevorderen, maar ook dikwyls onder een behoorlyken leefregel de belette uitwaasfeming herftellen, dewyl alle de diuretica onder een zekere bepaling een zweetdryvende kragt bezitten. De Icheurbuik der zeelieden word dikwyls uit een belette uitwaasfeming geboren, hierdoor worden veele ftof* fen in de masfa der vogten opgehouden, welke door een gepast gebimk der diureiica uit het lighaam gdousd worden, en hierin beftaat mogelyk veelal bet nut der planta tetradynathia of autifcorbutica, die wy te voren behandeld hebben, en welke met het grootfte regt, voornameiyk tegens deze ziekte zyn voorgefchreeven. — In Heen, graveel, en verfchillende ongemakken der blaas en nieren, is het zekerlyk een allernoodwencigfte zaak, een vrijen loop des waters te bevorderen: diuretica komen hier dus zeker te ftade, dan men zoude zekerljk kwaljk doen, hier piikkelen- de  uit KELDER en KEUKEN. 229 de geneesmiddelen, welke de affcheiding der pis bevorderen, te bezigen: w:rm water, emoffierende, krampdillende , en pynverdovende middelen zyn hier de regte diuretica. In krampagtige toevallen , in opdyging , enz. zien wy altyd een byzondere wateragtige heldere pis, welke door een zamentrekking der hnsjes van de nieren geboren word, deze fympathijche aandoening kan men alleen door antifpasmodica wegnemen. Diuretica, vooral prikkelende middelen, komen dus niet te pas in die hevige ziekten , waarin de natuur toont dezen weg niet te willen kiezen; maar byaldien de ziekte fchynt zig door de nieren te willen fcheiden, kan men de werking der natuur door de zagtde diuretica matig aanzetten. De prikkelende diuretica moet men vooral vermyden in alle inflammatoire aandoeningen der blaas en nieren, in bloedwatering, graveel,en ook in de gonorrhaa virulenta, welke niet zelden , dog verkeerdelyk, door pisdryvende middelen het eerst word aangetast : wanneer er een flapheii dezer deelen, vooral der urethra aanwezig is, kan men met vrugt balfamica aanwenden, welke door haare prikkeling de veerkragt te rug geven. Wat nu de byzondere geneesmiddelen betreft, kunnen onze keukenmiddelen in de meeste gevallen voldoen; dan wy hebben geene middelen, die in de waterzugt en die ziekten, welke meer prikkeling vereifchen, genoegzaam beantwoorden: inP 3 tus-  230 GENEES- en HEELMIDDELEN tusfchen zullen de volgende in de meeste gevalles kragfig geno g zyn. Warm water, byzonder wanneer dit door een zagc prikkelend middel word aangezet, bezit een uitdekend pisdryvend vermoger. Vooral koomt dit als diureticum in aanmerking , wanneer in koonien , byzonder van een zmkingagtigen aart, de vogten fcherp zynde, als het ware hierdoor afgewasfchen en gezuiverd worden, of wanneer 'er in de nieren een tegennatuurlyke dof asnwezig is, welke door het gebruik dezer zagie middelen word weggevoerd ; en hierom heeft men opgemerkt , dat zedert het gebruik der warme waierdranken de fteen en graveel, welke te voren zeer gemeen waren , thans maar zeldzaam befpeurd worden. In inflamn atoire gefteidheden der piswegen, waarin de pis zeer fctierp is, en alle andere diuretica padeltg zyn, Ls hit warme water, vooral warneer hier verzagtende middelen bygevoegd worden, onontheertyk. Het warme water is daarenboven etn noodzaaklyk voermiddei voor alle andere diuretica. Alle de plantte umbellifera, die op droge plaatfen groenen, hebben eet. pisdryvend vermogen, als de pieterlelie, wortelen, witte wortelen, kervel, venkel, anys, enz. Alle de plantte (lellata, welke tot de order der Utranaria monogyma van linn^us behoren , bezitten, ook deze kragt. De eenige plant, die toe  uit KELDER en KEUKEN. 231 tot deze order behoort, en min of meer in de huishouding gebezigd word, is de meekrap of RaMa Tinctorum L.; dan het gebruik is zo fpaarzaam by ons, dat wy ze hier bezwaarlyk noemen durven. De klasfe der fytigenefia, die een overvloedig melkagtig fap by zig hebben, en die wy zo wel onder de amara, als onder de attenuantia befchouwd hebben , b. v. de paardebloemen, fcorzonera, cichorey, endivie, zyn ook diuretica. Onder de klasfe der diadelphia van linn/eus en papilionacea van kurraï zyn de meeste planten pisdryvende , hiertoe behoren onze gewoone witte bonen , . erwten en linfen. Onder de hexandria monogynia vinden wy verfcheiden merkelyk pisdryvende planten, waaronder wy in de eerfie plaats de alliaceae mogen Hellen , waarvan wy te voren reeds gefproken hebben. Hiertoe behooren nog de Asperges. (Asparagus Sativus. L.) De toppen der asperges, welke wy tot voedfel gebruiken, heb» ben een fcherpte in zig, waardoor zy een aanmerklyke pisdryvende kragt bezitten ; deze kragt zal men dra bemerken , wanneer men deze toppen overvloedig gebruikt, het water is dan niet alleen ftinkende, maar ook in een veel groter overvloed. Men heeft daarom reeds lang de asperges (zeer te onregt de kragteloze wortels) als een oplosfend, openend, en pisdryvend middel aangeprezen in P 4 kcort-  332 GENEES- en HEELMIDDELEN koortfen, zinkingziekten, en in alle die gevallen, waarin openende en zagte pisdryvende artzenyen vereischt worden. Vooral zyn ze in graveel, Heen, en moeilyke waterlozing als voedlll aangeprezen. Juncker getuigt hiervan veel voordeel gehad te hebben in'bloedwatering, alhoewel anderen verzekeren , dat hierdoor deze ziekte veroorzaakt zy. Wat nu de gezondheid der asperges, als voedfel gt nomen betreft, moeten wy aanmerken, dat zy een middelzelfilandigheid tusfchen onze groentens £n eetbare wortels uitmaken, dat zy de maag zo veel niet verflappen, zo veel winden niet veroorzaken, en meer voedfel geven als de eerllen, en dat zy gemaklyker verteren, dog minder voedfel opleveren, dan de laatfien. In de Apotheek bezigt men als flerke diuretica verfchillende balfems, als den balfamus Peruvianus, de Mecca, Tclutanus, Copaiva, enz.; dan wy kunnen deze gemaklyk misfen en daarvoor bezigen DeTerbentyv. Deze word verzameld uit dePinus Larix of lorkenboom, en ons uit warmere lireken van Europa aangebragt; het gebruik daarvan is zo algemeen, dat wy ze hier een plaats kunnen geven. De gemeene terbentyn, welke uit Straatsburg of Venetien word aangevoerd, is een balfem, welke een fcherpen, heeten, bitteren, aromatic ken fmaak en byzonderen reuk heefr. Zy behoort by uitftek tot de diuretica , daar zelf door het aanraken van terbentyn de pis een violet-reuk aanneemt ,  uit KELDER rn KEUKEN. 233 neemt, en in een geringe hoeveelheid genomen, de pisaffcheiding aanzet, maar in een ruimere gift purgerend word. De terbentyn kan geenzints in alle gevallen gegeven worden, zy word zeer misbruikt in gonorrheae en in inwendige zweeren der blaas en nieren, wanneer zy door haare prikkeling de ziekte veel verergert. Alleen dan is zy inwendig te bezigen , wanneer 'er een flymagtige dof, door een gebrek aan werking in de piswegen, gevonden word, of wanneer 'er jigtige of rheumatieke ftoffen zig in het lighaam onthouden, welke men door de pis wegen zoekt af te voeren» De geleerde grant keurt dit middel ook goed in heupjigt, wanneer hy een mengfel van terbentyn met honing eens of tweemaal daags tot de grootte van een muscaatnoot voorfchryft. Wanneer een gonorrhoea langen tyd blyft voortduren , en alle tekens van ontfteking verdwenen zyn , kan men met het beste gevolg door een kleine gift van terbentyn deze ontlasting «floppen. Zedert men ontdekt heeft , dat de galfteenen door terbentyn worden opgelost, heeft de Heer durande proeven genomen met den (ether en terbentynolie, en bevonden, dat dit middel kragtig was, om de geelzugt uit deze oorzaak voortkomende weg te nemen (ï). Uitwendig word de terbentyn in veele zalven en pleisters als een zuiverend, rypmakend, rot- (0 Bitt. de la Soc. Rcy. de Med. J. 1779. P 5  234 GENEES- en HEELMIDDELEN rottingwerend en ettermakend middel gebezigd. Plenck heeft de olie zeer geprezen in kwetzin'gen der trekkers, en in bloedftortingen. De Harst, welke uit de terbentyn na de deftillering der olie overblyft, en ook in onze huishoudingen gebruikt word, heeft zedert het jaar 1771 begonnen in de geneeskunde gebruikt te worden, wanneer men by toeval gewaar wierd , dat een man, die met een mengfel van gefmolten wasch en harst flesfen toemaakte, door dezen damp van een tering, uit een verzwering der long oorfpronkJyk, genezen wierd. Zedert dien tyd heeft men daarvan verfcheide voorbeelden gezien, en een beroemd Haagsch Geneesheer verhaalde my daarvan een uitftekende proef gezien te hebben: een maH, die daaglyks byna een pint etter opwierp, wierd, na alle andere middelen vrugtloos gebezigd te hebben, aangeraden, om gefmolten wasch en harstin zyn kamer daaglyks gefmolten te houden; in korten tyd verminderde de oplozing, en hy herftelde volkomen. De Teer en Pek, welke uit de takken der dennen geftookt worden, zyn door de Ouden reeds inwendig tegen hoesten en tering, en uitwendig in wonden en verzweringen gebruikt. Naderhand heeft men de teer meer inwendig in fchurft en koortfen aangeprezen; walle mus zelve en ook rosenstein erkennen de kragt van dit middel in kwaadaartige kinderziekte ; wanneer men des mor-  uit KELDER, en KEUKEN. 235 morgens eenige droppen in water toedient, word de kwaadaarrigheid dezer ziekte, volgens het getuigenis dezer Geleerden, voorgekomen. Zedert eenigen tyd is het teerwater, het welk gemaakt word door twee pond teer in agt ponden water te laten trekken , zeer beroemd geworden in tering. De Heer berkëley gaf daarover^ een verhandeling in het jaar 1744, dan zedert dien tyd is het min of meer in onbruik geraakt. Het bevat zeker een grote hoeveelheid zuur, het welk egter met een empyreumati/che olie vermengd is, en in de meeste gevallen nadelig moet zyn. Zeker is het, dat het de waterlozing bevordert, en de uitwaasfeming aanzet. Genever. De genever, welke uit overgehaalden moutwyn met geneverbesfen bereid word, heeft de kragten zo wel van de laatden , als van de moutwyn, Zy bt hoort dus een plaats onder de diuretica ftimulantia te hebben. De genever is zektr ten nuttig pisdryvend middel in waterzugt, wanneer daarvan een kleine hoeveelheid 's avonds te bed gaande genomen word: intusfchen komt zy alleen te dade in waterzugt uit een flapheid der fpiervezelen ontdaande; terwyl zy in die gevallen , waar ontfpannende, laxerende geneesmiddelen te pas komen, als in waterzugt uit verftoppingen voorrkomende, nadelig is. In graveel, wam eer 'er geene tekenen van ontfteking zyn, in flymgraveel, enz, is de genever insgelyks nut-  236 GENEES- en HEELMIDDELEN tig. Uitwendig is de genever nuttig in wateragtige gezwellen , verlammingen, en die gevallen , waar prikkelende en opwekkende middelen dienftig kunnen zyn. Zwarte Aalbesfen. (Ribes Nigrum. L.) Wy moeten hier ook vooral niet met llilzwygen voorbygaan de zwarte aalbesfen, welke een uitrekende pisdryvende kragt bezitten; zommigen getuigen, dat alleen door het langdurig gebruik van zwarte aalbesfen op genever getrokken de waterzugt genezen zy. De bladen en toppen derzelven hebben een byzondere fpeceryagtige reuk en fmaak, welke reeds een pisdryvende kragt aanduiden. Murray zag veel nut van een afkookfel derzelve met het wortelzaad. In Engeland is het gebruik van zwarte aalbesfengeley als een huismiddel bekend in kwade keelen; ja zommigen fchryven daar aan zo veel kragt toe, dat zy zeggen, daarmede de verzwering te hebben voorgekomen. De Azyn, waarvan wy reeds te voren gefproken hebben, vooral wanneer zy met een vast of vlug loogzout verenigd word toegedient,is een uitnemend diureticum, het welk te gelyk oplosfend, ilymverdunnend, en geenzints prikkelend is. Alle de middenzouten, vooral het falpeter, zyn pisdryvende, wanneer zy in zodanige kleine giften gegeven worden, dat zy de ingewanden niet tot ontlasting kunnen aanzetten, maar met de fpyzen of drank vermengd de tweede wegen ingaan. Deze zyn  uit KELDER en KEUKEN. «137 zyn waarlyk de beste en vêiligfte diuretica, dog werken zeer zagt, en moeten dus niet zelden door kragtiger geneesmiddelen vervangen worden, welke anders voor het geitel niet geheel onfchadelyk zyn. Rhynfche-, Moe fel-en Champagne-wyn zoude men met het grootfte regt ook tot de diuretica kunnen brengen. Voortreflyk is de wey, welke met Rhyn- of Moefel-wyn gemaakt word, die tevens als een uitftekend diaphoreticum werkende, de pogingen der natuur aanzet, om zig ook door dezen weg, van alle fchadelyke ftoffen te bevryden. FT F D E AFDELING. Fan die Ziekten, waarin men de Uitwaasfeming 'moet bevorderen. 2* weetmiddelen waren oudstyds meer dan tegenwoordig in gebruik , wanneer men alle ziekten aan een fchadelyke ftof in het bloed toefchreef. Zedert men minder empirisch de ziekten behandeld, en vooral een naauwkeuriger denkbeeld van den invloed des leve'nsbeginfels op de ziekten gekregen heeft, zyn deze aanzettende heete middelen meer buiten gebruik geraakt, —»Intusfchen , daar 'er veele ziekten uit een verhinderde uitwaasfeming voortkomen, is het gebruik der openende en uitwaas- fe-  as8 GENEES-en HEELMIDDELEN femende middelen nog zeer uitgeftrekr. In den ftaat van gezondheid is de affcheiding der vogten langs dezen weg zo aanmerklyk, dat wy van agt deelen voedfel, vyf door de uitwaasfeming weder ontlasten; de natuur gebruikt dus dezen weg om zig niet alleen van het fchadelyke, maar ook van het overtollige te bevryden : wanneer nu deze ontlasting door de eene of andere oorzaak verhinderd word, is het noodwendig, dat hierdoor veele ziekten ontdaan moeten, welke by tyds door het gebruik van zweetdryvende middelen kunnen worden voorgekomen. In veele ziekten zoekt de natuur zig zelve te redden, en een fcheiding te maken door een overvloedig zweet , het welk behoorlyk door den Geneesheer geleid zynde i de ziekte gelukkig ten einde brengt. Intusfchen is 'er veel aan gelegen , dat men wel uitkieze die middelen, welke hier in deze onderfcheidene gevallen moeten gebezigd worden. Twee foorten van zweetmiddelen zyn 'er, welke in natuur en manier van werken hemelsbreed verfchillen. De eerde zyn die genen, welke een overmatige fpanning der vaten,een fpasmodieke zamentrekking van derzelver uiteinden, wegnemen, de vogten verdunnen, en dus de belette doorwaasfeming bevorderen. Deze komen te pas, wanneer door een grote hitte, de huid droog en als toegefchroeid is, als in koorts, rheumatismus, in alle ontdeking- en zinkingziekten, wanneer te gelyker tyd een krampagtige za- men-  uit KELDER en KEUKEN. 239 mentrekking van de uiteinden der vaten plaats heeft, waardoor het bloed als met geweld naar het hare en de grote vaten word te rug gedreven. Het warme water, zagte emollierende dranken , gerlle-water zyn hier de regte diaphoretica , hiertoe behoren ook de azyn en de zagte middenzouten. In ligte rheumatieks gevallen voldoet het koud water zeer wel. Boven alles fchynen de kleine giften van braakmiddelen, vooral die uit het fpiesglas en ipecacoanna bereid worden, hier den voorrang te verdienen. 'Er fchynt naamlyk een zekere fympathie plaats te hebben tusfchen de huid en maag, zodanig dat een ontfpanning der eene , ook een ontfpanning der andere ten gevolge hebbe. Immers zien wy, dat in warm weder, wanneer wy derk zweeten, de maag niet zo gretig voedfel naar zig neemt , en dit ook zo gemaklyk niet verteert. Ventres aestatefrigent, zegt hippocrates(T); en in tegendeel in den winter, in een droog lugtig weder . de fpysverteering gemaklyker is. Zeer waarfchynlyk dunkt het my, dat wy de werking der zweetmiddelen dus kunnen begrypen, dat de maag door dezelve in een ftaat van ontfpanning gebragt word, welke zig door deze fymp/iatie am de huid mededeelt. Niet te onregt dus fchryven de Engelfche Geneesheren na de zuivering der eer- O) SecU I. Jph. 15 & 18.  240 GENEES- en HEELMID DELEN eerfte wegen kleine giften van braakmiddelen voor, welke flegts walging en weinig of geen braking veroorzaken , om door dezen weg een fpoedige zuivering en fcheiding der ziekte te verkrygen. By het gebruik dezer openende middelen dient men altyd in 't oog te houden, dat men den lyder matig gedekt in het bed houde , ten einde hy altyd als in een matig warm bad zy, en de poren der huid op deze wyze open gehouden worden. — Het warme bad zelve, is, als . ik het zo noemen mag, een tusfchen beide middel tusfchen de aan- en neerzettende zweetmiddelen; het vermeerdert zekerlyk de hitte en werking der vaten, dog dryft ook te gelyker tyd den aandrang der vogten naar buiten, opent de poren , en na het gebruik van hetzelve zal men een grote verligting gevoelen, wanneer de werking en gefpan» nenheid der vaten is opgehouden. In rheumatismus is dit zeker het beste zweetmiddel. Vlier. (Sambucus Nigra. L.) Mogelyk is 'er geen geneesmiddel in de Apotheek , het welk zo algemeen, als een huismiddel zo wel als een geneesmiddel , in de voorfchriften der Geneesheeren in ons land voorkoomt. Alle de deelen dezer plant hebben byzondere en uitftekende kragten. De bladeren hebben eenen zwaren , onaangenamen , bedwelmenden reuk, en een min of meer fcherpen , walglyken , zamentrekkenden fmaak, welke door fterke koking zeer bitter word. De Oa-  uit KELDER en KEUKEN. a*i Ouden gebruikten ze veel uitwendig. Inwendig hebben zy een krimpftillende en^urgerende kragt. De bloemen,! welke een zwaren niet onarmge. namen fpeceryagtigen reuk en fmaak hebben, worden als zagte* 'antifyasmodica, emollientia, diure~ tica en diaphoretica in alle heete ziekten, koortfen, in opftygingen en beletting van behooilyke uitwaasfeming, met vrugt gebruikt. De bloemen, in wey van melk of azyn getrokken, zyn byzonder dienftig in roos en huiduitflagen. Uitwendig bezigt men ze in pappen en afgetrokken in water, als krampftillende, pynverzagtende en weekmakende middelen, in alle ontftekingen en rheumatieke pynen. Boerhaave zegt daarvan, dat zy waarlyk in alle hevige en langdurige ziekten een algemeen middel zyn, en dat hy in het kreeftgezwel geen middel gevonden heeft, dan dit. In klysteren gebruikt , nemen zy de krampen der ingewanden weg, en bevorderen het vloeijen der ftonden. De conferf van vlier ontlast- langzaam den buik, bevordert de uitwaasfeming, en neemt de hitte der koortfen weg. Boerhaave verhaalteen voorbeeld van een man , die over de honderd jaren oud geworden was en flegts dagelyks hiervan een weinig nam, waardoor hy verfcheide befmetlyke ziekten ontweken was. De middenfte bast van vlier bevordert de waterlozing, en geneest zomtyds de waterzugt door een zagte uitwaasfeming Q en  24a GENEES- en HEELMIDDELEN en pislozing te bevorderen. Te regt word dus de vlier als een huismiddel in veefe. ziekten gebezigd in een land , waarin veele kwalen uit eene beletting van natuurlyke uitwaasfeming voortvloeijen. Het twede foort van zweetmiddelen is geheel verfchillend van het eerde; deze prikkelen de vaten, en persfen als het zweet uit, door een vermeerderde werking van het geheel vaatgedel, waardoor het bloed van de inwendige deelen naar de oppervlakte des lighaams gevoerd word. Hiertoe behoren alle de fpeceryen, 't zy uit- of inlandfche. Sydenham bediende zig veel van de faffraan, wanneer hy zulk een zweetmiddel nodig had. De Engelfchen maken veel werk van de opium in kleine giften , of van de opium met ipecacoanna en een middenzout verenigd, 't welk zy dover's poeder noemen. De opium is zeker een heete aromatieke artzeny, dog het is by my nog twyfelagtig, of de zweeting door de vis anodyna, dan wef door een wezentlyke prikkelende kragt bevorderd worde (0- ~ Deze heete prikkelende geneesmiddelen komen te flade, wanneer de natuurkragten niet in daat zyn deze heilzame ontlasting te bevorderen, en wanneer de ikat der ziekte deze fcheiding vordert. Sydenham, huxham, en vooral de Heer grant, hebben genoegzaam aangetoond , dat in een ware kwaadaartige koorts, 't zy In myne Disfi de opis ufu in Jlphylide.  uit KELDER en KEUKEN. 243 zy dezelve zig onder de gedaante van rotkoo.ts, of zeere keel vertoone , nadat men behoorlyke ontlastingen te weeg gebragt heeft, zweetmiddelen zelfvan een heeten aart te pas komen in den beginne der ziekte; dat daardoor de ziekte goed» aartig word, en de toevallen verligt worden, indien men maar zorgt , dat men deze middelen ftake, zodra daarvan geen verligting meer befpeurd word , en dan tot laxerende en rottingwerende middelen overgaat. Sydenham maakte veel gebruik van deze middelen, wanneer de kinderziekte kwaadaartig was , en door gebrek aan levensbeginfel niet behoorlyk voortging, hoe zeer hy ook anders, en wel met het grootde regt, een voorftander was van de thans ook na hem algemeenen aangenomene verkoelende geneeswys. — Zedert eenige jaren heeft men te Edinburgh proeven genomen omtrent het nut der zweetmiddelen in waterzugt. Dr. hamilton was de eerde, die met een gelukkig gevolg zig van deze geneeswyze in het- hospitaal bediende: hy bezigde het doveic's poeder; de Heeren Profesfor hope en f. home zyn ook in deze proeven gedaagd; intusfchen verkoos men by myn tyd diuretica en purgantia in deze ziekte toe te dienen. q 2 ZES'  £44 GENEES- en HEELMIDDELEN ZESDE AFDELING. Van die Ziekten, waarin men een Ophoesting moet te weeg brengen. De oppervlakte van her, inwendig vlies , het welk het gantfche kanaal des ftrottenhoofds, lugtpyps , en deszelfs voortgang tot in de binnenfte celletjes der long bekleed , is bezaaid met een onnoemlyk getal mondjes van flagadertjes en kliertjes, welke altyd een overvloedige damp en flym van zich geven, waardoor niet alleen dit vlies vogtig gehouden, maar ook byzonder het bloed van onzuiverheden gereinigd word. Deze affcheiding door de eene of andere oorzaak verhinderd zynde, ontftaat 'er verkouwdheid, ontfteking, pleuris , peripneumonia , en een ontflekingaartige aandoening des geheelen lighaams , welke niet zelden den dood ten gevolge heeft. Wanneer 'er een tegennatuurlyke zwakheid der vaten plaats heeft, gelyk in oude lieden, verdikken de vogten, derzelver omloop word trager, en de affcheiding van flym in de longen en lugtpyp word overvloediger; dan niet zelden ontbreekt hier kragt om deze flymen uit te werpen. Doordien al het bloed door de longen gevoerd moet worden, ontftaan 'er niet zelden fcheidingen der ziekten door dezen weg > 't zy deze ziekten oorfpronglyk in de longen haar  uit KELDER en KEUKEN. 245 haar zitplaats hebben, het zy ze in andere deelen omlïaan zyn. De natuur poogt zig door middel der expectoratie van de gekookte ftof te ontdoen. — Aderlatingen, zagte emollierende dranken, warm water, de damp van wateren azyn, byzonder ook kleine giften van ipecacoanna, voldoen uitnemend, wanneer de uitwaasfeming der longen en expectoratie door koude belet is ; kleine giften van etnetica, honing en azyn, zagte prikkelende amaro-falina komen te pas, wanneer de natuur zig door de fluimlozing van afgefcheidene ftoffen in de longen zoekt te ontdoen. Wanneer 'er veel flym in de long is opgehoopt, die uit gebrek aan kragt der vaten niet kan geloosd worden , moet men prikkelende, opwekkende en balfamieke middelen bezigen: de damp van harst, terebentyn, enz. kan hier de plaats van de mastix , balf. peruv. en diergelyke bekleden. Dikwyls gebeurt het , dat na hevige ziekten, vooral na longontftekingen, de natuur eens dezen weg gewoon zynde, een menigte flym, die eindelyk etteragtig word, ontlast: dit toeval is dikwerf zeer moeilyk te genezen, dewyl men niet zelden in twyfel is, of deze ontlasting heilzaam en noodzaaklyk, dan fchadelyk is; veele teringen ontftaan alleen uit deze oorzaak, welke in den beginne gemaklyk hadden kunnen genezen worden, leder Geneesheer zy dierhalven hier tegen zeer op zyn hoede; verfterkende, vooral te gelyk oplosfendè, bittere middelen, welke, Q 3 ook  246 GENEES- en HEELMIDDELEN ook een weinig fpeceryagtig zyn, moeten hier gebezigd, en met goede voedfels onderfteund worden, om de kragten weder te verkrygen ; dan hier verlaat ons wederom de keuken, wy moeten' hier de Yslandfche mosch, de polygala amara, de hedera terrestris, de conferva rofarum rubrarum en diergelyke middelen uit de Apotheek toe bezigen. ZEVENDE AFDELING. Fan het gebruik der Niesmiddelen. •Zelden gebruikt men thans in de Geneeskunde niesmiddelen , of zodanige geneesmiddelen, welke, door een onmiddeiyke prikkeling op het neusvlies te naken, een niezing en fterker affcheiding van flym door dezen weg bevorderen. Zy zyn zeer goede afleidende middelen, en hiertoe bezigden ze de Ouden. Door de prikkeling die zy maken , en daarop volgende niezing, geven zy een vrjer omloop van vogten door de vaten van het hoofd, en losfen op deze wyze de verftoppingen der kleindere vaten op ; hiervan daan zyn zy in flymbercerte aangeprezen. Inflammationes Jerojte van het oog, rheumatieke hoofd- en tandpynen, zyn doorgaans met een droogheid der neus gepaard ; en hier kunnen de errhina van veel.dienst zyn, en dikwyls deze ongemakken wegnemen, die naar geene an*  uit KELDER en KEUKEN. 247 andere middelen wilden luisteren. Een polypus narium word dikwyls lang gedragen, zonder verder aan te groeijen, door het gebruik van niesmiddelen. Aan den anderen kant begrypt men, dat deze middelen in ophopingen van bloed naar het hoofd, en ontftekingaartige gevallen, niet kunnen gebruikt worden. Onze gewoone fnuiftabak is een zeer goed niesmiddel voor die geenen, welke *er niet aan gewoon zyn; anders kan men Spaanfche, Portugefche of andere fnuif nemen: wanneer deze niet voldoen en geen prikkeling genoeg geven, kan men de thym, majolyn, origo, en zelf zomtyds een kleine hoeveelheid peper nemen; men zorge intusfchen maar, dat hier door geene ontfteking in het neusvlies , of gevaarlyke neusbloedingen ontftaan. AGTSTE AFDELING. Van de opfïoppïngen der Maandjlonden, en de middelen om dezelve weg te nemen. D e amenorrhoea, of de beletting dier ontlasting, welke volgens een wet der natuur op zekere jaaren by vrouwen moet plaats hebben, is een ziekte, welke zo algemeen is , dat zy dikwyls de kundige hand des Geneesheers vordert. Dan deze ziekte vloeit uit zo veele oorzaken voort, dat men geenzints hkr dezelfde geneesmiddelen kan Q 4 ge?  B(t8 GENEES- en HEELMIDDELEN gebruiken. De Ouden prezen verfcheide geneesmiddelen aan , welke byzonder op de lyfmoeder. zouden werken, om deze ontlasting voort te brengen, dan de hedendaagfche ondervinding heeft genoegzaam het onvermogen van alle deze middelen aangetoond. Wil men deze ziekte met vrugt te keer gaan, mén moet de oorzaken daarvan wegnemen. Deze zyn dikwerf een algemeene fletsheid en zwakheid van het fpier- en vaatgeftel, waardoor de natuur niet in ftaat is, deze afzondering te weeg te brengen. Dit zien wy vooral in zwakke, bleeke, waterzugtige vrouwen, die te gelyk tekenen van fcherpte der vogten hebben. Verfterkende, zamentrekkende, veerkragrgevende middeien zyn hier de geneesmiddelen, waarvan men zig bedienen moet. Het yzer fchynt vooral, door zyn doordringende verfterkende eigenfehappen , hier den voorrang te verdienen. Zomtyds doen zagte aromata, met yzer verbondep , een uitnemenden dienst. Dan de electriciteit voorzigtig toegediend is de beste artzeny, waarop men het veiligfte vertrouwen kan, en deze mislukt zeer zelden. — In zeer aandoenlyke en tot krampen neigende geftellen, is een krampagtige zamentrekking der vaten, vooral der lyfmoeder, een oorzaak der amenorrhcea, die wy zeer dikwyls omnioeten. De opium , alle de krampftillende middaien, en het warme bad zullen hier den meest.cn diéesj doen. Een gtoote volbloedigheid, welke niet  uit KELDER en KEUKEN. 249 niet zelden met een groote lyvigheid des bloeds gepaard gaat, is by wylen oorzaak, dat deze loozing niet op zyn tyd en in eene genoegzame hoeveelheid gefchied. Verdunnende , verkoelende middelen, aderlatingen en laauwe voetbaden komen hier te dade. Eindelyk is een beletting van vryen omloop des bloeds door de vaten des onderbuiks, vooral in ons land, oorzaak der amenorrhoea; zagte buikzuiverende middelen, maat vooral oplosfendè klysteren, kunnen dan nooit genoeg geprezen worden. — Men wagte zig wel in deze ziekte van derke en hevige middelen, dewyl men eens onvoorzigtig dezen vloed bevorderd hebbende niet altyd in daat is, denzelven binnen de palen te houden en te bedwingen. Men houde altyd in het oog, dat deze ziekte eer een gevolg van andere ongemakken is, en maar zelden een eerde oorzaak derzelven; hierom moet men altyd bedagt zyn, om dat geene, 't welk daartoe aanleiding gegeven heeft, weg te nemen , voor en aleer men tot empirica en fpecifica overgaat. NEGENDE AFDELING. Van de Kwyling, en de geneesmiddelen, welke dezelve bevorderen. Alle de prikkelende, zoute , zuure en bittere middelen, vooral ook de fpeceryen, prikkelen de Q 5 ont-