AAN
DE UITMUNTENDE ACTRICE MEJUFFROUW
JOHANNA CORNELIA WATTIER,
B Y GELEGENHEID DAT HAAR ED, DE ROL VAN
WILHELMINA VAN BLONDHE1M,
IN HET
TOONEELSPEL
VAN DIEN NAAM, OP DEN AMSTELDAMSCHEN SCHOUWBURG , ONVERBETERLYK FRAAI GESPEELD HAD.



Can a rlgth htm le wigrateful?
RICHAKDSOr,



AAN
de uitmuntende actrice,
MEJUFFROUW
JOHANNA CORNELIA WATTIER,
Gy voerde wilhelmike, ö roem der kunstheldinnen!
Dan in den fchoonften glans op Amftéls fchouwtobneel! Door u viel haar de fcbittrendfte eer ten deel!
- Door u ziet elk haar' dichter glori winnen !
Hoe zielbekoorlyk was van blondhei ms ecdle fprnit, Als ?e,ó wattier .'door u haar fchuld gedwee bekende,
Of als ze,in eenzaamheid,door gcenen fchroom gefluit, Zich om ontferming tot het Opperwezen wendde!
Wiens oogen perste zy geen' traan van deernis u|t? Wie deelde niet in hare elcnde?
Wee, wee het onnatuurlyk hart, Dat ongevoelig is voor 's medefterflings fmartj
De tranen, neêrgevloeid langs uw beftqrven kaken; De vlammen , die de toorn u deed ui: de oogen blaken;
De zagte golving van uw levend borstalbast; Uw zoete tooverflem, die 't hart weet te overreden; Uw ongedwongen zwier; uw wondre aanvalligheden;...
Ach! alles heeft me, om ftryd, op 't aangenaamst verrast!



Gy overtuigde my, in 't onnavoTglyk fpelen,
Dat wilhelmine altoos, in weerwil van haar* val, 't Gevoelig hart, gereed in 's naasten leed te deelen, Door liefelyk geweld, geheel vermeestren zal;
Ja, door uw gaêdloos kunstvermogen, Daar uit uw' fchoonen mond de gulle oprechtheid fprak, Wierd wilhelmine zo aanvallig in myne oogen, Dat ik, verbysterd, opgetogen, Ikzelf byna tot haar in hecte liefde ontftak.
6 Jonge kunstheldin ! doe fteeds uw glori ryzen. Doorluchtig is 't dooi kunst naar eindlooze eer te flaan.
Wien de eeuwen ook geene eer bewyzen, Onfterfelyke roem kan geenszins ü ontgaan: De dichtkunst zal u juigchend pryzen , Zo lang haar vlugge hand de gouden lier zal flaan.
1781.
V.