TT 206  01 2128 8427 UB AMSTERDAM   LEGAAT Mr. P. A. BRUGMANS, OVERLEDEN 1891  °7?- VONDELIANA, OF DE NIEUW UITGEVONDENE ORANJE-GEELE en HARDE IIOFMANSDROPPELTJES, BY het lot toegediend. IN EEN C O R F, TER CENEEZ1NCE VAN Dl BESMETTELTKE ZIEKTE» BEKEND ONDER DEN NAAM VAN PATR10TT1SMVS. Gedrukt voor Prefentje».   17 -u^lr is in zekre groote Stad» Weleer als rijk geprezen; Maar wat die rijkdom. thanS bftreft, Dat mag zo heel wel weezen} ' Men zegt haar grondflag word wat veel. Doorwroet van blinde muilen; En,' wroet dat ongedierte al voord, ' Zo zal de ftad nog rollen: Dan» dat 's om 't even,, ik voor mij» Ik zal- niet mede wroeten, En dan zal 'k ook den val der Stad Niet met mijn leven boeten; Ik hond • mij knapjes boven de aard, Dan heb ik niet te duchten, Maar die den grondflag ondermeint, Zal 't onheil niet ontvlugten: * 2  (4) Nu, in die ftad dan ftaat, zo al* *K ook meermaals heb gelezen. Een Corf, zo groot gelijk een hof; En dat kan zeer wel weezen; Er zijn tog hoven, die volmaakt Naar korreven gelijken; *T is waar, zij zijn voor beitjens niet» Die zou men rasch doen wijken, *T zijn korven voor een hommet'tzwerm» Die Beitjes arbeid fteelen, En vaak haar voorraad, zuur vergaêrd. Al lagchend zamen deelen Die Corf dan, dient tot een gebruik» Eensdeels met recht te prijzen, Want de oude Jok geniet 'er fteeds De zoetile gunstbewijzen; Maar ook gebruikt men thans de Corf, Om zieken te cureeren, Door hen met hofman's droppeltje*» Het aangezicht te fmeeren;  ( s ) Geen droppels echter, bij dien naair Bekend in de Apotheeken; Geen vloeibre, witte droppels, neen! Die, daar wij thans van fpreeken. Zijn puur Oraje-geel en hard, En groejen, moet men weetcn, Uit de armen van een zwarten boom Die wis wel man mogt heeteni Want neus en ooren, oogen, mond» Hij heeft het all' verkregen, Waaraan de mensch zijn broeder kent} (O wonderboom vol zegen .') Nu heerscht 'er in die groote ftad. Een kwaal, die ik hoor noemen» Patriottismus; 't is een kwaal Die zelfs de lijders roemen, Niettegcnftaande 't groot gevaar, Waarin zij hun doet deelen; Men ziet hen vaak met hun gebrek, Als met iet aartigs fpeelen.; * 3  («) Maar thans heeft men een" kunst bedacht Om gunftig te beletten, Dat die gevreesde ziekte niet- — - , ét-h Ze- grouwzaam kan bennetten; Men werpt het lot, en dien het geldt. Al waar' 't een van Gods knechten, Wordt in de corf geleid, om hem Met droppels te berechten, Met hofman'* droppels, reeds genoemd j Eerst is 't een ondervraagen, Hoe diep de kwaal wel bij hém zit; En vindt hij ook behaagen In zijne ' ziekte, dan moet ftraks De . hof m a n aan 't cureeren; Men gaat hem, zonder medelij, Het aanzicht dapper fmeeren- ■ Nu was 'er onlangs een patiënt, (Naar men mij heeft gefchreeven, Was 't mede een leeraar van Gods kerk,) Die werd' zo fterk gewrev en,  (7 > Dat; hij aan 't fchreeuwen; raakte, en- rjep: Laat los, gij moordenaaren! . „ Laat los! laat los! wat helfche droes , Is u in 't lijf gevaaren ? „ Verleiders! 'k meende dat het lot Mij in een corf- zou brengen, „ Waar men de grijsheid iïefdrijk voedt, Niet daar men bloed ziet pjengen; „ Laat los . verraders! want al fchuurt Uw hofman nog zö hevig, „ Ik wil tog niet genezen zijn. Ik ben en blijf weêrftreevig; ,, 'K bemin mijn kwaal met hart en ziel, „ Zij is de lust mijns levens, ,j Zij ftreelt mij , en zij ftreelt met een „ Millioenen andren tevens: „ Laat los! of 'k daag u voor 't gerecht! Moet zig een knecht des Heeren, » Om dat hij Patriotsch wil zijn, Met hofman Jaaten fmeeren!  ( * > „ Ferraders! 'k fceg u laat mij losï Of 'k zal me op u vernaaien; „ Komt één voor één in de open lucht» »» Dan zal 'k uw kuur betaalea; „ Al ben 'k een Godstolk, *lt heb togf ook „ Een hart vol moeds gekregen; „ (Ia deeze dagen van geweld, „ Voorwaar geen kleine zegen". ...) Dus raasde en tierde hij al voord» Zo dat men moest befluiten, Hem van de hofman maar te oritllcan» En ftraks vloog hij naar buiten Wen zegt voords, dat hij heeft geklaagd. Aan het gerecht der ftede ; Dat men die kuur ook fruiten zal Ter liefde 'van de vrede; Want ligtlijk dat, op zulk getier. De lijders attrouppeerden, En tegen deeze hofma n's kuur, Zig met geweld verweerden.