M E M O R I Ë* houdende het GENERAAL RAPPORT van de PERSONEELE COMMISSIE vAn het DEFENSIE - WEEZEN MET B Y L A A G E N. In dato 28 October 1789. Ten gevolge van haar Hoog Mogende Refolutie van den 4 Mey 1785. Met de Refolutie van haar Hoog Mogende daar op genomen op den 28 Oiïober 1789;   C 3 ) BLADWYZEiL REfolütie van haar Hoog Mog., bm ciè pcrfoneele Commiffie van het DefenfieWcczen ter Vergadering te admkteeren tot het doen van Rapport. — 27 061 1789. Refolutie van haar Hoog Mog., genomen by het overbrengen van het voorlz: Rapport. 28 Oa 1789. MEMORIE, ofte .Generaal-Rapport vari 'de voorzeide Cummiffie. — Inhoud van dien: ZA \KENf en OORLOG te WATER. Over het beftier van de Marine Inleiding —— '—~ — Fdl. i. beknopte Hiftorie van \ Zeew'eczen — 3, Retroacta over de introductie van een algemeen beftier van de Zee-zaken; en befchouwing van de tegenswoordige aduiiniftratie -—• — 7,io&i3.r Schets, en beöordeeling van het Plan van bellier, voorgefiagen door Gecommït- teerdens tot de Haagfchc Admiraliteits- Befoignes. -— — " 18, 1$ • Voordragt, eri Plan van de Commiffie tot verbeetering van het beftier — — 22, 2 j. ijitweiding over de Charge van AdmiraalGéneraal ™~ — 25: Compofitie van den Raad ter Admirali- t ( teit 5 voorgeflagen door de CommiiOe — 29. judicature over Raaden en Minifters — 30.' . Ü % Krygs-  C4> Krygsraaden ■ ■ — —%u Over de Inftrudie voor den Raad -—- 31. Schets, hoe de tegenswoordige Zee-Départementen , voor het vervolg, zouden kunnen worden geadminuireerd — 32. Voor- en Na deelen voor Provintien, Steden, enz: by de executie van dit Plan - 33. Gevolgen van dit Plan van bellier — 35. Over eenige Havens en Zee-gaten • 38. Staat van defenüe te Water, met de Posten, daar toe op den Staat van Oorlog te brengen 41-50. Over het heffen van de loofte en 2oofte Penningen van de Aétien op de Ooiten Weft-Indifche Compagnien. — item over de Amptgelden — — 5a Dédommagement voor Amptenaars by het introduceeren van dit Plan . 5a Eenige weinige details ^ Over de Convoycn en Licenten Recapitulatie, en flot over het beftier van de Marine — 59. Voorflag tot redding der Collegien ter Admiraliteit uit den perplexen toeftand hunner Finantien; met 9 Tabellen — _ <5f-—73 Over de betaaling der Crediteuren van het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland — — 73. STAAT van DEFENSIE, en ZAAKEN te LANDE _ Foh74t Frontieren, Magazynen, Arfenaalen. ytf—-84. Amiée. ■ 0 In-  ( 5 ) Inrigting van het Corps Pontoniers. — 86*. Corps Artillerie — gs Over de jaarlykfchc Campementen, en 't bewaaren der Tenten, &c. — 89. Over de permanentie der Guarnizoenen - 90. Over de Recruteering- — Voorflag tot betaaling der fchulden van de CompagnienCavallery, Dragonders, en Nationaale Duitlche en Waalfche Infantery — _ — 96. Over de repartitie der betaaling van de Armée. — — _ I09< Over de dispofitie en het beftier van de Landmacht — Iir# Patenten — _ Militaire Jurisdictie voor de Landen van de Generaliteit. — . —. Generaale Recapitulatie, en Slot. — _ 119--124. BYLAAGEN. En in de eerfte plaats, de zoodaanigen, welken een gedeelte van het voorfz: Rapport uitmaaken, als, Bylaage Litt. A. Zynde een ampele Concept-Inflruéfcie voor den Raad ter Admiraliteit der Vereeni^de Nederlanden, ingerigt naar het voorgeflaagen Plan van beftier. (Tot deeze Bylaage word gerefereerd od Fol.ir & 570 Bylaage Litt: B. Zynde het provifioneel Rapport van de Commiffie, ter Vergaadcring van haar Hoog Mogende uitgebragt op den 13 April 1787, over de inrigting van het Corps van de Artillerie, (Hiertoe word gerefereerd op Fol. 88.) ^3 jfy-  co Bylaage Htt. C. Zynde een Concept-Reglement op de Militaire Jurisdictie voor de Landen van de 'Generaliteit. (Hiertoe word gerefereerd op Fol. 117.) Ën in de tweede plaats, de zoodaanige Bylaagen, welken Copielyk by het voorfz: Rapport worden overgelegd, als, Èyldage IJü. D. Miffive van de Gccommitteerdens uit de.refpe&ive Collegien ter Admiraliteit deezerLanden, in dato 'sHage den 5 Oftober 1786, in antwoord op een Miffive van de voorfz: Commiffie, met eenige Vraag-pointen over het beftier, en andere zaaken, de'Admiraliteit concerneerende. (Geciteerd op Fol. 17, 18, 43, 44, 45 > 47* 48, 53 & 540 Bylaage LitU È. Miffive van dezelven; in dato 's Hage den 18 April 1788, in antwoord als bovén; raakende de Maand-Cedullen van 't Bootsvolksde Percsnten dér Schryvers, en de voorziening Omtrent de Plunjes van 't Volk. (Geciteerd op Fol. 37») Bylaage Utt, F. Miffive en Memorie van dezelveri * in dato 'sHage, den 6 Oftober 1786, in antwoord als boven , — raakende den Ophef van de middelen te Water. (Geciteerd op Fol. 57.) Bylaage Litt. G. i & 2 loco. 1 loco. Extract uit een Miffivë van *i Collegiè ter Admiraliteit op de Maze, in dato 3 Maart 1789, houdende confideratien over de vermindering der koften van Equipage van ƒ 40- o- o tot op ƒ 36- o- ö per Kop 's maands ; - en van die van Aanbouw met 20 per Cent, in zommigé Petities 2 loco. Miffive van het Collegiè ter Admiraliteit te Amfterdam, in dato 2. Juny 1789» raakende het zelvde fubjeét; beneevens uitvoerige Tabellen. (Geciteerd op Fol, 72.)  (O Extract uyt het Regifter der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Scaacen Generaal der Vereenigde Nederlanden. Martis den 27 Otfober 1789. T"\K Heer van Heeckeren van Brantfenburg ter Vergadering pra?fideerende, heeft aan haar Hoog Mogende voorgedraagen en bekend gemaakt, dat de Hver J. C. van Lynden , Èerfte van de Perfoneele Commiliie tot het Defenfie-Weezen, by hem was geweeft, kennis geevende, dat gemelde Perfoneele Commiffie in gereedheid was, om van haare verrigtingen rapport te doen , verzoekende daar toé ter Vergadëringe geadmitreert te mogen worden. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en vefftaan , dat de voorfchreeve Perfoneele Commiffie daar toe op morgen ter Vergadëringe zal worden geadmitteerd. Accordeert met Voorfz Regifter. a m   ( 1 ) Secreet Extrad uit het. Re- gifter der Refolutieii van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Mercurii den 28 O&ober 1789. TJE Heeren Haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de Perloneele CommiiTie van het Defenfie-Weezen , in teegenwoordigheid van Heeren Gecommitte; rden uit den Raad van Scaate, welke uit kragte van Haar Hoog Mogende Refolutie van den 21 April 1786, by de voornoemde CommiJhe hebben geadiiüeert, ter Vergadering en Corps gecompareerd zynde, hebben , na een zeer gepafte aanipraak, ter materie dienende, by monde van den Heere J. C. van Lynden, Eerde van de voorzeide Commiffie, iri lubftantie gerapporteerd. Dat zy , zo dra de voorfz: Commiffie tot exiftentie was gebragt, ingevolge Haar Hoog Mogende Refolutie van den 4 Mey 1785-, al aanftonds waren werkzaam geweeft, om , zoo veel in hun was, aan de groote doeleindens van die Refolutie te voldoen; maar dat zy ook al aanftonds de bevreesdheid hadden gevoeld, dat niet zoo fpoedig aan dat oogmerk zoude kunnen worden genoegen gedaan, als het ernlbg verlangen van de Bondgenooten , ofte hun eigen vver, meede bracht; — want dat zaaken van dat aanbelang, als welken het vooifchrir't uirmaaken van de meergemelde Refolutie , niet hadden kunnen worden tot een voldoende praecies gebrsgt, zonder dat bevoorens veele informatien zouden zyn ingenomen, en veele recherches gedaan, waar door zy aKeeniyk tot eere beredeneerde en bedaarde overweeging van al het zelve in ftaat konden worden gefield, Dat zy Gedeputeerden tefïens moeften aiVouecren , dat, rair maate de belchaapenheid der toenmaaiige tyden eenc aliezints fpoedige afdoening van zaaken moeit worden gereek end te vorderen: de vereiFèning van dezelve zaaken, ook geduurende dien tyd , aan een zoo veels te grooter oponthoud was bloot gefield geweeft? ter znake, dat het ligielyk te voorzien was, hoe bezvvaaiiyk het zoude uitvallen , om poinicn"van verbeetcring tot redres der verv.ilen zaaken van het Bondgenootfchap voor te dra.igen, welke zoodaanig met het genoegen van de medle dér Bondgenooten overeentfemmig zouden wee/.en , dat zy des tyds donr alle de Bondgenooten konden worden geampleCieerd. Dat zy Heeren Gedeputeerdens, hunne werkzaamheid; ten m:nden die werkzaamheid , waar van meerder vrugt kon worden verwagt ; moetende dagteekenen van den tyd der gelukkige omwending van de zaaken van dit Gemeene-beit, ais nu de attentie van Haar Hoog Mogende niet A a zo»-5  gouden ophouden met ecne optelling van de oorzaaken welke tot het ag-eiblyven ■ van dit hun generaal Rapport tot dus verre hadden gecontribueerd; maar liever ter zaake-komende-, en aan Haar Hoog Mogende verflag zullende doen van hunne verrigtens, ter Tafel van HoogÜdeze ven zouden overbrengen hun generaal Rapport, het welk zy in de form van een Memorie hadden geconcipieerd; en lot welke Memorie, als zeer ampel uitgeloopen zynde, zy de vryheid verzogten zig voor het tegenwoordige te mogen refereeien. Dat zy nogthans meenden de voornaamfte pointen van die Memorie, in de daar by gevoegde ordre, te moeten aanüiooen, zonder in het breede daar toe mt te weiden Dat'zig de laft, vervat in Haar Hoog Mogende Refolutie van 4 Mey 1785, in twee groote hoofd deelen had verdeeld; — waar van het eene omvattede de zaaken enden OorloV te Water; en het andere de zaaken en den OorJog te^Lande ; met het geene tot beide dezelvcn aanklee- vig was. , . _ . Dat een goede uitflag van de middelen van delenüe al» • leenlyk moetende gezogt worden in een goed beftier, zy, met opziute tot de zaaken te Water, in de eerile plaats, het 'garVtfche Wcezen van de Admiraliteit deezer Landen in aanfehouw hadden genomen, en in de inngting daar van zoodaanige gebreekch hadden befpeurd, dat zy zig genoodzaakt hadden gevonden , tot eenen gantfeh anderen voet van adminiÜratie ie moeten adviieeren ; en dienvolgends, om de tegenwoordige vyf Collegien ter Admiraliteit te brengen tot één Lighaam ofte Gollegie, waar van de refidentie zoude zyn in den Hage; — dat eene vergelyking van het eeen in oudere tvden omtrent het Weezen van de Admiraliteit door verfcheiden der Bondgenooten was gezegt en gedaan , hun onder anderen meede overtuigt had, dat van dit middel alleen een goed bellier kon worden verwagt , zonder dat daar door iets nieuws in de Conltitutie vsn de Regeeringe, ofte de begaanbaarheid van de AdmiraTiteits zaaken zoude worden geïntroduceerd ; welke met Zyne Hoogheid, als Admiraal-Generaal aan het hoofd, in derzelver gantfehe zuiverheid zouden behooren te worden bewaard. — Dat zy , om de inrigting van zoodaanig Gollegie te beeter te bepaalen, eene ampeie Concept-Iniiructie voor het zelve, als een Bylaage van'hunne meergemelde Memorie, fob Lift. A. hadden overgelegd. — Dat vervolgens eenige fchikkingen waaren voorgellagen omtrent de judieatuure over de Raadeh en de Minifïers van dat Gollegie; mitsgaders over het houden der Krygsraaden. — Dat men in de voorfz: Memorie had aangetoond, op w'at uyze de voornaamfte Zee-Departementen, alwaar thans Collegien ter Admiraliteit waaren geëtabliffeert, na de vernietiging- van deeze, zouden kunnen worden geadminiüreert; en dat door deeze vernietiging geene weezendlyke nadeelen asn de Plaatfen, oïteSteden, ofte Provintien, zouden wordentoegebragt, maar dat zelfs zommigen in verfcheiden opzigten daar door zouden gebeneficeerd worden. Dat  (5-) D'.r zy Gedepureerdens leffens by dien voordraf gemeend hadden , eenige der meelt frappantile gevolgen van fe mdaanijje inrigting te moeten rpg<-even, xxo in het üuk van ménage, als van beet er beftier; zullende zy als r>u blotelyk de optelling vin de gevolgen doen. — als in cfe eevlte plaats, de arïchatring van de Vergadering der Gecommitteerdens uit de reipective Goüegien ter Admiraliteit, zoo als die thans door Haar Hoog Mogende van tyd tot iyd alhier worden befchreeven. — de vermindering van veele Commifiïen en Bediendens. — de aflchalfing van verfcheide publicque Gebouwen•, Logementen en Jagten. — de ménage in de huishouding, als meede in de aankonpen van Bouw- en andere Materiaalen. — de égaliteit fh hét geeven van Aanrits-gelden , Praemien en S ddy< n ; gelyk ook van de ordves voor de Officieren en Onder Ofh\ iere'n nair Zee gaande. — eene grootere cgaliieit. in de Werving , en een beet er voorziening omtrent de Maand-Cedullea der Bootsgezellen op 'sLand-S Seheepen , en de reductie van den drukkenden Intereft van veertig per cent, door hun aan de Schryvers betaald wordende. — het ophouden der diftinciie van relTorten tulichen dc Othcieren, cn van de Provintiale benaaming van Vlag-Orricieren. —de af'fchatfing van de verdeeling van zesdens m équipage en Aanbouw ; —> meerder égaliteit in de Conltruciie van 'sLands Scheepen van Oorlog, wordende ook tot dat einde op de aanitelling van ëen of meerdere GonÜructeursGeneraal aangedrongen. — een gereegelder voorziening omtrent de defen/ie van de tètabliffeménten van den Staar in Ooit en Weit, — een egaaldér praclyk op den ophef van de middelen te Water; — meerder eenpaarigheid in de executie van de Refolutien van Haar Hoog Mogende. —. beeter toezigt op het verval van Havenen en Zee baren , en van de keuze , die daar van zou kunnen worden gemaakt; — meerder kragt van bellier, en meerder vertrouwen van de Bondgenooten. Dat zy Gedeputeerdens vervolgens in de voorfz hunne Memorie het refultaat hunner Befoignes hadden ter nedergelteld, omtrent het geene relatie had tot den Staat van defenfie te Water, gecombineerd met de Pollen, welken tot dat einde op den Staat van Oorlog zouden bebooren gebragt te wTorden; — dat zy al hetzelve hadden begroot en beredeneerd op tyden van Vreede; aangezien de benodigdheeden van Oorlogstyden niet wel a priori te bepaalen zouden zyn, hoewel de grond en de hu'pmiddelen daar toe in tyden van Vreede moeiten worden gelcgt en beraamd. — Dat zy met dat inzigt de Zeemacht van den Staat hadden gemeend op dertig Schepen van Linie, veer• tig Fregatten en eenige ligie Vaartuigen, te mogen bepaalen; .en om die Scheeps-lighaamen in behoorlyken ünat van fuppletie te behouden, daar toe een langzaarheh aanbouw hadden voorgedraagen, waar by die Zeemacht, om de dertig jaaren, zoude vernieuwd worden. —■ dar zy,onvervankelyk de meerdere of mindere benodigdheeden voor ieder jaar, en onvervankelyk de voor Hellen» welke deswe- A 3 gens  ( 6 ) gens en daar toe door Zyne Hoogheid', als Admiraal-Generaal, van tyd tot tyd zouden mogen gedaan worden, de Equipage voor ieder Vreedens-jaar gebragt hadden by raaming op twintig Schepen, meelt Fregatten; — en dat zy, by approxiraatie hadden begroot de kollen, welken tot den voorlz langzaamen aanbouw,— tot onderhouden reparatie der aamveezjge Scheeps - lighaamen, — tot het jaarlyks Equipage, —tot het onderhoud van eenige Wagt-Schepen,— tot in Hand brenging van een Corps Mariniers, zoo als hetzelve door Zyne Hoogheid op - den 17 Maart 1789 is voorgefteld. — mitsgaders tot de kollen van de huishoudmge, zouden benodigd zyn; — al het welke had uicgebragc eene fomme, waar van afgetrokken het montant der jaarlykfche Inkomüen van de Admiraliteits-Collegien, genomen by middel-reekening, zoude overlaaten een fom van omtrent twaalf Tonnen Gouds voor het waarfehvnlyke montant van alle de koüen, die op den Haat van Oorlog, tot iuppletie van de zaaken van de Zee, door de Bondgenooten zouden moeten worden gedraagen, en waar by alle Petitiën in Vreedens-tyden zouden vervallen. Dat zy Gedeputeerdens, hoe zeer ook op dien Haat van zaaken moeiende aandringen, nogtans, ten gevolge vaneen voorllel, by hun door zyne Hoogheid gedaan; daar by -hadden geëxamineerd den tegenwoordigen Haat der fchuloen van de Collegien ter Admiraliteit! dat is, van de Penningen welke zy op de refpeftive Provinciën, wegens onbetaalde Ordonnantiën, door den Raad van Staate op fommige Petitiën van Equipagie en aanbouw geflagen, hadden te prsetendeeten; en dat aan Haar Hoog Mogende, uit de meergemelde Memorie, zoude blyken, dat geduurende neegen ja at en, eindigende met den jaare 1788, door de Collegien ter Admiraliteit was gedemanueerd de femme van omtrent 76 millioenen Guldens; zonder te reekenen 't geen mt het Fonds van het Lalt- en Veilgeid was gekomen, ofte uit hun eigen middelen tot de voorlz 'Equipagien en aanbouwen was geappliceerd; — dat de gezaamemlyke P10vintien, ten bewyze dat zy zig de Marine niet geheel hadden onttrokken, daar op omtrent 60 millioenen by het uiteinde van het jaar 1788 hadden betaald, en dat er dus een kort van omtrent 16 millioenen overbleef; tot weikers vinding zy Gedeputeerdens hadden gemeend een voorlid te moeten doen, gefchoeid op het geene in een fimilair ge\al m den jaare 1749 was gedaan. — en dat zy daar mede oe eerfte groote afdeeling van hun Memorie hadden mogen houden voor afgehandeld, indien de biilykheid niet van hun hadde gevorderd, ook met een woord aan te dringen op de voldoening van de erkende praetenfien van de Crediteuren van het Gollegie ter Admiraliteit in Vriesland. Dat zy Gedeputeerdens als nu zouden overgaan tot het geene de defenfie te Lande was concerneerende; en wederom de Pointen, in dat vak voorkomende, zouden aanitippen. Dat, daar zy meerder hulpmiddelen in de Conitiiutntie der Regceringe omtrent deeze materie hadden gemeend  ( 7 ) rn:end te befp^uren , dan wel omtrent de zaaken van de Zee?, zy ook den kring hunner werkzaamheid daar omtrent naauwer hadden bepaald.' en voornaamemlyk hi.'den moeien wyzen op Zyne Hoogheid en den Raad van S;aatc\ Dat zy nogtans, ter voldoening van Haar Hoog Mog. Reiolutie van 4 Mey 1785, hadden geëxamineerd, welke was de Haat van 's Lands Frontieren, Fortificatiën, Magazynen en Arlenaalcn; en welke de verbeetenngen, die daar Ban zouden moeten u-orden gedaan; en dat hun in dat onderzoek wel was gcbleeken, dat alle dezelven niet waren in dien toclland, dat men een Vyand gerultelyk voor dezelven zoude durven atwagten; dat dienvo'gende ten uiteriieu nood/.aakelyk was, dat pp zeekere en wiskunllige gronden een Pkri van aanéengefchakelde defenfie wierde geformeerd ; maar dat veele préparatoire uerkt.ii, meetingen en waierpafiingen zouden moeten voorafgegaan, om hetzelve te kunnen cönltatëeren; dan dat zy, om reedenen in de voorfz Memorie breeder gedérailleerd, gemeend hadden zig te moeren onthouden van een détail, tot het welke Zyne Hoogheid en den Raad van Staate, volgens de Principes van de Regeering, nader zouden behooren te worden verzogt. Dat zy mede, uit confideratie dat de Plans van Zyne Hoogheid voor de mrigting van de Armee, een object waren geworden van de deliberatien der Bondgenooten, zig gediipenfeerd hadden ge-retkend, om daar omtrent hunne confideratien aan Haar Hoog Mogende voor te draagen; dan dat zy niet te min nodig hadden geoordeeld, eenige détails van verbetering, voor de Année, welke zy by die Plans niet hadden aangetroffen, te moeten opg?even; — dat zoodaanig was een t>eetere inrigiing van het Corps van dé. Pontonieis; als mede van het Corps van de Artillerie; zig'daar toe tot hun rapport van den 13 April 1787. nogmaals refereerende; — dat van dien aart hun mede was voorgekomen eene ie maaken fchikkmg tot het houden van jaarlyklche Campemenien. en het bewaaren van. Tenten en ander Veld - Fquipagie; dat een befchouwing van de vooren nadeelen v.vn de permanentie ofte non- permanentie der Guarnifoenen daar toe mede in confideratie konde komen: mitsgaders de voorflag van middelen om de recruteering te faciliieeren. — D t al verder, op een voorüel, door Zyne Hoogheid by hun Gedeputeerden gedaan, zv in confideratie hadden genoomen, op wat wyze de fehulden van de • Compagnien Cavailery, Dragonders en Nationaale, Duitfche en VVaarfche lnfantery, ontitaande zoo uit het meeider employ als andetfmts, welk. van. dezelven geduurende de laatlt - afgeloopen jaaren was gemaakt, zouden kunnen worden te niet gedaan of daar in voorden worden; en daar door eene weezentlyke verbeetermg aan de Armée van den Staat toegebragt, en dat zv zig al wederom tot de voorfz Memorie ten deezen moeiten refereeren; dog dat zy nogtans, by dit kort bellek van den inhoud van de voorfz Memorie, omtrent dit Point de attentie van Haar Hoog Mogende meenden te mogen foliiciteeren, ten fine van eene A 4 fpoe-  f 8 ) 'fpoedige afdoening' van een zaak, welke in deszeifs aart fluchieerend zynde, naar hunne gedagten, eene prompte voorziening met billykheid was vorderende. — Dat zy vervolgens, tot bereiking van de heilzaame oogmerken van Haar Hoog Mogende meergemelde Refolutie van 4 Mey 1785-, in de voorin Memorie hadden geappuyeerd op de herllell'.ng van den alöudlten voet van betaaling van de Armee, te w ■ dehdaadcn onder het beleid van die onflerfelyke Mannen* aan wien wy , naait God , onze opkomft, en bns behoud hebben te danken: maar, zonder Zeevaart, zonder Koophandel; zonder de Wapenen van het Bondgenootfchap op alle de Zeeën te hebben vertoond, en den nyvigen Koopman tegens alle aanvallen te hebben befchermd ; waren geene van die grooie oogmerken bereikt, en het Land was zonder twyffd wederom ras onder zyne moerallen weggezonken ; die deugden waren langtt vergeeten, en de herdenking van die uitmuntende daaden zoude ons mogelyk eerder als eene ubfpatting eener ydele glorie worden verweeten , dan ons tot een prikkel tot najaaging van verdere grootheid en tot een voorbeeld hebben moeten dienen. — Het is dan in de eerde plaats., Koophandel en Zeevaart ; het is de befcherming van Koophandel en Zeevaart, die ons de rykfte bronoen van beftaan en politiquen welvaart hebben geopend : ——> met regt svierd daar toe hefteed een gedeelte van 's Lands inkomiten ; want men wilt, dat die niet ydelyk verfpild, maar in een dubbele mate in 's Lands Kilt zouden wederkeeren; in derzelver omloop alle handen werkzaam houden ; en her ieeven byzetten aan alle de takken van den Koophandel , door de g«ruithei«l , waar meede dezelve konden worden onderno* men. Die gerufiheid wierd nogtfrahs dikwyls geftoord , toen de naaryver van andere Volkeren, door ons voorbeeld gaande gemaakt , ors die voorregten kwam bet willen , welken wy byna alléén hadden bezetten; gewapende Schepen moeiten den Koopman alom verzeilen, en lahyke Vloten in Zee gezonden; de uiterite vermogens wierden ingespannen, om onze Commercie, onze Navigatie, en met dezelve, onze exillentie , te btfehermen, te handhaven, en te brwaaren. Geen wonder dan, dat die bezorgdheid naar middelen deed omzien, om die protectie met een toereikende en behendige Z^eemagt te verzeckeren; en deeze op zóódanige» voet te brengen , dat daar van eene altoos gereede hulpe kon worden verwagr. Dan-, Hoog Mogende Heeren, of die middelenden of het gebruik en het beltier van die middelen , altyd geweell is zoodanig, dat 'er geen wenfeh voor een beerer overbleef* laat zig door de gefchiedeniffe van ons Land al ras bepalen $ en wy behoeven geen ander be*ys daar van by te brengen dan deezen zelvden lalt, welken U Hoog Mogende, en de Bondgenooten, ons foiemneel hebben gc» Heven op te dragen. Om dan in dezen een begin te maken met de defenfie te IVat er en de zaaken van de Ze, zouden wy mogelyk kunnen volitaan met de zaak, van dit .tydltip af aan gereekend, te befchouwen ; en U HoogMogencie onze gedagten meede kunnen deelen aangaande de verbceteringen, die wy , naar onze befte kennis, zouden vermeenen dat in het weezen van de Zee zouden kunnen ofte behoren tt  te worden geinjrodnceerr. Wy verkiezen "ébgiHanj ïiefft daar meede nog een oogenblik te vcrwylen, in hef vertrouwen, dat het niet ondieniüg zyn zal, in een kort bellek, een klein Tafereel op te hangen, waar uit met een opüag van her oog zou kunnen worden gezien, op wat wyze de zaken van de Zee , van de vroegne tvden herwaards, in deeze Landen zyn behandeld en beltierd ; — welke zyn geweeit de gmndbegmielen , welke de voordeden, —— welke de gebreeken eener adminiHratie , die met recht voor eene der important (ie takken van de Regeeringe deezer Landen moet wórden gehouden. — Wy beöogen daar meede geenzints nieuwe zaken voor dehdag te haaien: maar indien het veeltyds waar is, dat een StaatsGebouw door dezelvde grond regelen, aan welken her zyri opkomlt heeft te danken, Üaande word gehouden: zal het der moeite wel u-aardig zyn te onderzoeken * in hoe verre men van die eerÜe beginfelen , met opzigte tot het te- genswoordig onderwerp, by verioop van tyd, Is afgegaan; hoe men zig daar by heeft bevonden, — en in hoe verre dezelven op den huidtgen Haat van zaken wederom zouden kunnen worden t'huis gebrngr. Het is bekend, dat de Oorlog ter Zee, \óor de opruiing van dit Gemecnebcit, in de Landen van Holland en van Zeeland, op géénen vaiten voet nog was gebragt; byzondere bieden , en ook wel by/ondere Perfoonen , vcroorloo.den zig Schepen uit te ruiten, daarmeede op buit ofte ter kaap te varen tegens den Vyand, en maakten misbruik van die gelegenheid, om zelvs de Stfoomen en dó Z.ee voor Vrienden, en voor Nabuuren, onveilig te maaken; — tot dat Maximiliaan, Rootnïch Kor.fng, en Philips zyn Zoon , Enz Heitoge van OoHenryk , in coiUidermie. neemende de meenigvuUhge klagtert, du; van alle kanten tegens die uuruüingen ter Zee wierden ingebragt, goedvonden by Placaat van den 8 February 1487 , (het eertte, 't welk wy op 't Huk van den Zeevaart voor deeze Landen hebben kunnen opdelven) den Oorlog ter Zee op een meer bepaalden en geregelden voet te brengen? als waar by + onder meer anderen , alle die uitruHingen, welken in voegen voorfz., door Perfoonen ofte Steden, wierden gedreeven , onderhorig wrerden gemaakt a;in denf Admiraal van de Zee; die, uit oorzake van zyn Ampr, Bijéén, en in 't geheel, moeit hebben de kennis, jurisdictie, en definitie over alle gevallen,'delicten, enz., welke tfier* den begaan op de Zee of haare Stranden, onder de Vlooïe; 't zy dat die begaan wierden ter occafie van den Oorlog, ofte anderzints; ende Voorts, met magt en aucto. ritt.it, om te mogen maken een Luitenant ende andere Of^ flcieren van Jultitie, in zodamgen plaats als hem goeddunken zoude.; welke Luitenant en Mannen van den Raad; aan ieder één Zouden adminiltreeren recht ende gerechtigheid; met die zoodanige verdere Praéëmincntien era' Prasrogativen voor den voorn. Admiraal der Zee, als ge-; fehikt waren om zyn gezag behoorlvk te maintrneereri j èrr welken wy hier koriheids halve zulien voorbygaan , maar Beknopte Iliftorie van V Zee 11 <.'>■■ zen»  Aö. 15-84. (4) die wel verdienen in 't Placaat zelve te worden gelee* zén. '-' Het blykt nogthans nergens, dat, zelve lange daar na, wanneer Keizer Karei de Ordonnantie op de Zeevaart der Nederlanden , in dato :ö December 1540, had doen emaneeren, eenige zogenaamde Collegien ter Admiraliteit warm opgerigt ; maar het beleid van den Oorlog te Water Wc-f roecftal op den zelvden voet, ondergefchikt aan den Admiraal van de Zee, ohe zynen Steedehcuder; de Stee. den bleven in het gebruik, om, met onderwerping aan den Admiraal, Scheepen te mogen uitruilen; en veele Scherpen wierden in Zee gezonden, welken, hoe zeer tot tranfport Van Koopgoederen gedeltineerd, teffens ten Oorloge war n gewapend , om zig zeiven te kunnen befchermen; gelyk zulks uit de voornoemde Ordonnantie van Keizer Karei duidelyk is te zien. Dë on zeek ere ftaat waar in deeze Landen by vervolg van tyd wierden gebrast, had niet roegelaten, om omtrent het werk van de Admiraliteit eene generaale voorziening te maken; iok dat, deeze Geweiten zig o«der her Verbond der Unie hebbende begeeven, de Bon ïg-noren by Re.n tien van 4 April en 23 Ofto-her 15-82 goedvonden, dat de Inkomflen, welken uit de Convoyen en Licenten in de byzondere Provinciën wierden gebeeven , zouden b;yveri geaffecteerd tot verval der kollen van de Équipage van de Scheepen van Oorlog , Scheepsvolk en dependentiën van dien; welken zoo ter Zee, als binnen de Provinciën refpeclivelyk , tot bewaarniife van de Stroomen en Rivieren, nodiglyk onderhouden zouden moeten worden , ter ordonnantie en difpolirie van Zyne Exeüent'e a»s Admiraal Vaft de Zee. — en , na doode van Willem den I., wierden die Penningen benevens het opper-opzigt over den Oorlog te Water in handen geheld van Prins Mauritz en den Raad van Staate ; met magt, om Zee Overiten te kiezen, en Collegien ter Admiraliteit op te regten daar het nodig zoude weezen; en waar door het weezen van de Zee, het welk bevorens meer afzonderlyk en Provinciaal was behandeld geweeft, volgens den aart en de Conilitutie der toenmalige tyden, eene an 'ere form en gedaante begon te krygen, én meerder onder een algemeen beltier ge* bragt. 't Leed nogthans niet lange, of men bevond , dat hei werk van den Oorlog te Water , uit hoofde van deszelfs omüagtigheid niet wel in handen van den Raad van Staten, aan wien boven dien de Regeeringe en de Oorlog te Lande was toevertrouwd , konde -veibiyven ; het welk veroorzaakte, dat, na het vertrek Van Leicelier uit deeze Landen, in den jaare 1587, de adrainilbatie van den Oorlog te Water Ao. 1588 gelige wierd uit de Initructie van den Raad vanStaaten; — en, aangezien bereids in den jaare 1586 Collegien ter Admiraliteit te Hoorn, te Rotterdam,- te Middelburg, en ook voor een gedeelte te Amiterdarn,- waren opgericht, hoewel dezelven evenwel hunne nasöalige'- gedaante nog niet volkomen hadden bekomen, 'en  geen deel aan het bewind hadden , vond men kort daar na goed, de Zee-7,aaken onder een genetaal beltjer te brengen met de opl igt ing van een Gollegie van Superintendent ie , met Prins Maüritz, als Admiraal-Generaal van de geünieerde Landen aan het hoofd , en beide Prins Mauritz. en het voorfchreeve Collegie met een Inttructie te voorzien in dato n April 1589, voor den tyd van agt maan- den. Dan welke lnltructie , hoe zeer dezelve in het hoofd word befchreeven als een InftrnUie voor den Hoog geboot en Ftirft ende Heere Mauritz, enz,., veel eer moet gehóuden worden geformeerd te zyn om de ondergeichiktheii van de particuliere Collegien ter -Admiraliteit , (welken meede ten zeiven dage, met eene byzondere fnftrudtie, voor den tyd van agt maanden, -vierden voorzien) aan het Collegie Superintendent, en dit Gollegie zelve aan den Admiraal * Generaal, onder 't generaal betlier van de algemeene Staaten, te bepalen en te condareeren, dan veel in zig te bevatten eene Inllruétie voor den Admiraal - Generaal; als waar van eene flegts oppervlakkige le ei ure van de beide Inilrudien voldoende zal moeten oveituig, n; — en waar van, als een nog fterker bewys, was het nood, zoude kuanen lirekken deeze eenvoudige opmerking: dat het voorfchreeve Collegie Superintendent byprovifie, en tot een proef, voor den tyd van agt maanden zynde opgerigt, men geenfints konde gecenfeerd zyn, de waardigheid van een Admiraal-Generaal, van den uitflag van die proeve, te willen doen afhangen.— Wy verzoeken een ogenblik te mogen dille" flaan by de oprigting en by de disfolutie van dit Collegie Superintendent; welke dilTolutie plaats nam, nier agt maa .den, mair drie jaaren en agt maanden daar na, en wel b.jpaa;deJyk by Refolutie van Uw Hoog Mog. van den 40 December 15-93. ■ « De deliberatien over de oprigting van het Collegie Superintendent waren nauvvlyks na het vertrek van Leiceiler geëntameert, of men ondervond wel haail tegenkanting van de zyde van die van Zeeland; welken zig omtrent eene egaale ophef van de middelen met die vanHolland niet konden verltaan, en uit dien hoofde niet te beweegen waren om te komen tot een fchikking, waar uit die egaale ophef over alle de Provintien, en dus ook over Zeeland, moed refulteeren; en welke werkelyk by een Articul van delnftruclie aan het Collegie Superintendent was gerecommandeert, en aan het zelve geïnjungeerd ; in voegen dat de Staaten van Holland, by Refolutie van 20 Mey 15-88, ziende den weerzin van die van Zeeland, en overmits het aan .vezen van zyne Excellentie binnen de vootfz Provmtie, nodig vonden, die goede cccafie waar te neemen, ende eenige nevens zyne Excellentie van - Ra ff au te committeer en , omme den Staaten van Zeeland den nood en de gele^endheid der zaak voor te bonden, en dezelven te induceeren, dat zy eenige in het voorfz Collegie van Superintendentte zoude* committetren , en d; In ft ruft ie daar van helpen ar re (teer en t als naar behooren,— En als naderhand die Provintie in de B op-  (•) Refolutie Holl. 20 Febr. en 20 April 15SP. f 6 V oprigting van het meergemelde Collegie fcheen te hebben geconfenteerd, bleef zy nogthans aan de gemaakte z \ narigheid hangen, en haare Gedeputeerden ter Generaliteit, toen de Staaten Generaal goedvonden te fchryven aan de Provinciën Holland, Zeeland en Vriesland, om de Leden voor het Collegie Superintendent te willen verkieien, deeden by die gelegendheid aantekenen, dat die van Zeeland verffond.n daar meede niet %epi tejacicieert te zyn tn Dt geen zy ah nog, zoo op de verletmfje van de öetualmge van de Con-voyen en Licenten 3 als ander zint s , met die van Holland different waren; gelyk zulks te lezen is in het Regifter van Uw Hoog Mogende Refolutien, onder den 18 February 1589. Die zwarigheid bleef men opperen by aanhoudendheid; zóó, dat de drie Hollandfche Leden, ondanks de herhaalde aanichryvingen van de Staaten hunner Provincie, *) agterlyk bleeven in het ■ compareeren ; en dat eindelyk een. van dezelven, Cornelïs de Viaminck, op den 25- April 15-89 in de Vergadering van Holland verfchenen zynde, verklaarde zwaarigheid gemaakt te hebben, om in het Collegie Superintendent te zitten, ter zaake, dat die van Zeeland ongeneegen bleeven, om zig te voegen naar de ordres, weiken door het voorfz: Collegie, ingevolgen deszelfs Inltructie, op het Stuk in quadtie, zouden worden gefield. ö De Staaten van Holland hadden zig de oprigting van een Eminent Collegie zoo llerk aangetrokken, dat zy kort te voren, op den ij Vtb uary 15-89, by een eenpaarige Refoluüe daar toe zynde gerefolveerd, teflens goedgevonden, dat zoo het by die van Zeeland niet in train zou mogen gebragt worden, uit hoofde van de heffing der rechten, waar omtrent zy zig niet aan het voorn. Collegie wilden fuhmitteeren, zodaanig Collegie voor het Admiraliteitswezen van hunne Provincie afzonderlyk zoude worden opgerigt; — en refolveerden verdeis op den 24 February daar aan volgende, om nog alle inliantien te gebruiken, ten einde die van Zeeland daar toe zouden mogen worden gebragt, ofte dat men anderfints geen Goederen uit de Provincie van Holland naar Zeeland zoude laaten voeren, voor en al eer het Licent daar van in Holland zoude zyn betaald. — Dezelfde oorzaaken, welken de oprigting van het meergemelde Collegie hadden opgehouden, contribueerden ook tot de vernietiging van het zelve; — by Refolutie van de Staaten van Holland van 14—23 December 1593 wierd goedgevonden, dat het Collegie van Superintendemie, roet het uiteinde van het jaar zou behoren te cefleersn, en de inliantien daar toe ter Generaliteit gedaan; en dat voorts zyne Excellentie zou worden verzogt te dirigeer en de Superintendent te der Admiraliteit ten mevfien dienfim van den Lande., en de 'Penningen, welken van de Convoyen en Licenten door het meergemelde Collegie anderfints zouden worden ontvangen, inmiddels gefield ter d/spo/itie van zyne Excellentie j o?n alleenlyk in het ft uk van ds Admiraliteit , vol-  , , (7> volgens de voorkinds Inflrn&ie, mede ten me effen dienfte van den Lande te worden beke,rd> en dat de paiticuliere Collegien ter Admiraliteit zonden worden gecontinueerd,mits dar zy gehouden zouden weezeu, zyne ÊxceUent/e als Ad* nitraat te nfpcch'eren , en te pareeren als naar bcbooi eu. Hie inliantien hragten ook te weege, dat by Refolutie van Uw Hoog Mogende van fcn 3Q december 15-93 het meergemelde Collegie van Superintendemie wierd gediilolveerd, en wel, zoo als uit voorfz Refolutie blykt, by gelegendheid,dat de Leden van het zelve Collegie in de Vergadering van Uw Hoog Mog. verfcheenen zynde, hun or.tflag daar van hadden verzogt, ter zaake dat zy ten di»nfie van den Lande ge tree den warn, in de bedieninge van de voorfchrtve Super int'endentie nefens zyne Excellentie agtervolgen de haare Injtruetie; op hoope , dat het Collegie zon worden geformeerd naar de Refolutie daar op genomen; ende , dat die Gedeputeerden uit de 'Provincie van Zeeland met hen in het zelve Ampt getreeden zouden zyn; dan waarinne zy tot nog toe gebrekkeiyk waren gebleeven , niet teetenfiaande verftheide tnjiantien > die daarornme waren welaan; weshalven het voorfz Collegie den gewenfehten en verwagten dienfï niet en hadde gedaan, &c. — Ln by welige voorfz Refolutie de Gedeputeerden van Zeeland wederom deeden aantekenen, dat zy verft onden zig met die Rcfotutie niet te wulen prajudicieeren, mg voorder met het Colhgte Superintendent inlaat en, als zy te voor en gedaan hadden, uit al het weke evidentelyk conlieerd, dat geene andere redenen, dan deaanhoudende tegenkanting en non-fubrnillie van die van Zeeland, het voorlchreve CoiJegie hebben te niet doen gaan. ——— Wy achten het der moeyte noch wel eenigfmts waardig, om deze zaak in haare gevolgen te befchou wen ; om dat u y, van den éénen kant niet weeten, dat dezelve ergens volledig is befchreven, en dat wy dienvolgens meenen geen ondienit aan Uw Hoog Mogende, en de Bondgenooten te zullen doen, met dezelve alzoo in haaren gantichen zamenhang voor te draagen; — en om dat, van den anderen kant, d?ar uit in den jiare 1597 eene provilionee'e fchikking omtrent het Zee-Wezen is gebooreq geworden, welke nochthans tot den huidigen dage heeft lïand gegrepen, en welken Uw Hoog Mog, by hoogüderzelver reeds aangetogene Refolutie van den 4 Mey 1785-, tot een objecr van ons onderzoek, en van onze deliberatien hebben geheven te maak en. Het Collegie Superintendent was naauwelyks gedifTolveerd, of daar wierden in Holland deliberatien aangelegd om deSubahtrne Collegien ter Admiraliteit, ten minlten die 0 in de Provincie Holland waren gezeeten, wederom onder t één generaal belt uur ende tot zekere meerdere conliiientie % te brengen, en daarvan moeten de Notulen van Holland ö van dien tyd pafjim geuiygen; — en b.reids op den 14— 9 2 7july 1596 wierd aldaar by de Edelen en het meeren P deel van de Steden goedgevonden r dat in Holland ende B 2 Wejl- Retroacla ver de in* roclu6iie an een alemeen beier.  ( 3 ) . ÏFefê vriesland msdr één Collegie van de Admiraliteit voort am zou weeze* > et.de dat het zelve re/idee ren zoude ter bekwaam (ter Vlaatje; mits dat daar uit drie in de refpcctive Quar tieren in de bekwaam/Ie Tlaatfen zouden worden gtconxutitteerdj zoo ten opzigten ende -vordery-vge van de h-qnipagie , ptacife bandhouding* van den inkomen der Convoyeu ende Licenten? ende Omme als Gedeputeerden te hebben èefinitive Judicatuure tot conaemnatie , kijvende de appeliatiê aan den vollen Colleqie van de Admiraliteit &c. dan vermits deGedeputeerden van Amiierdarn, Hoorn, Enckhuaen ende Medembiik verklaarden daaromtrent niet geialt te wezen, wierd de zaak by proviiie niet voortgezet, en bleef om die zelfde reden fféeken, blykens de Refolutie van Holland van den 30 September en 2 — y October van het zelvde jaar. Bevorens hadden de Staaten van die Provincie, op den n September 1596, met de meefte Itemmen nog eert fol veerd hebbende , dat een Collegie generaal van de Admiraliteit over de geünieerde Trovincien gefield zoude worden, waar van zyne Lxcellentie het hoofd zoudé zyn, op nieuws getenteert de zaak aan die van Zeeland frnaaktlyk te maaken, maar vergecffch; hebbende de Gedeputeerden van die Provimie daar toe niet kunnen verihan. — Ln kort daar naa op den 3 October 15-96 wierd 'er wederom veritaan, dat een Coll.gie van de Admiraliteit geordonneerd zou wordtn van weegent de Generaliteitj op het (luk van de Admiraliteit; al ware het, dat die van Zeeland daar toe met en zouden begeeren te ver(taan; enz.; en wederom op den 5 October wierd 'er als nog by de Edelen en het me'ftendeel van de Steden verftaan, dat men behoorde te maaken een Generaal Collegie over alle de Geünieerde Trovincien, ten mtnfïen over alie de anderen, uitgezonden Zeeland, indien dezelve daar toe niet en zoude weezen te beweegen; — maar alle die pogingen hebben dep gewenfehten uitflag met mogen hebben. —« Zoo zeer waaren de Staaten van Holland overtuigd van het gebrek van den toenmaaligen Haat van zaaken! — . en zoo zeer waaren zy gezet, om dien op een beteren en beftendigeren voet, door middel van een algemeen beltiert te brengen! — ende zulks op een tyd, dat de denkbeelden omtrent de voordeden van een Collegie Superintendent, hoe zeer daar van weinig vrugts -was genooten, nog levendig en verkh in het geheugen iaagen; —* maar de groote fout was begaan, het Collegie was gedifiblveerd; rerwyl het mogelyk beter ware geweeft, aan den tyd en aan gunftigere omltandigheden over te laaten, om de discrepeerende Leden tot éénpaarigere gedachten te brengen. Op die wyze liepen de falutaire pogingen van de Heeren Staaten van Holland ten einde, zonder dat het hun heeft mogen gelukken, om de Collegien ^r Admiraliteit in dë voorfz: Provincie refideerende, dojtt ' de tegenwerking van Amiierdarn, en van eenige Steden in het Noorderquartiert ofte de gezamentlyke Admiralheks Departementen, dontM-w . de '  de non-concurrenne van de Provincie van Zeeland, onder een generaal beltuur wederom te brengen. De zaaken bleven op dien voet tot in den jaare 1597, wanneer by rade, en met opzigt tot Zeeland, op uitfpraak* van Prins Maurirz, vyf Collegien ter Admiraliteit voorden tyd van één jaar wierden opgerigt, en met een lnltructie voorfien in dato 13 Auguüus 15-975 waar door eene nieuwe ltaat van zaaken wierd geboren , en eene wezentlyke verandering in den aart van de Zee-zaaken en van de Admiraliteit s Collegien gemaakt; aangezien by de voorfz: Inftructie dezelven nog meerder af hankelyk wierden gemaakt van de Staaten Generaal, en minder af hankelyk van de Provinciën waar in zy waren gefitueerd. De onderhoo- righeid der byzondcre Collegien aan de Provinciën verminderde, en zy raakten, meerder dan te voren, in het bewind van de zaaken van de Zee, voor 100 veel hunne refpecfive refiorten aanging. Wy kunnen bezwaarlyk op een afftand van byna twee honderd jaaren, bevroeden, Hoog Mog. Heeren, welken in dien tyd de aanleydende oorzaaken mogen zyn geweeft» om eene inrigting, welke ilegts voor één jaar was ingevoerd, en als het ware tot een proeve, zodanig wortel te laaten fchieten, dat de verdere pogingen van de Staaten van Holland, waar van Wy mogelyk hier onder nog met één woord zullen moeten gewaagen, en de herhaalde klagten der overige Bondgenoten, en hunnemeenigvuldige iuüantien tot redres, niet vermogt hebben daar in de minfte verandering te wege te brengen; ten ware men zoude mogen veronderltellen,^h^-dens brengt meeft al te vvege, of efpe kf>itb.iar.ltre aanwerving van Manichnp en, wanneer dtf 1'quipayie geschieden most> of de • a^erlykhei3 yaö hei Collegie, die de Equ pagie pradieeren zal; wam de linan-ticele toeiland van zommige Collegien is zoodae;dg,dat zy tot het pradiccren van hun- zesde in ,de geordonneerde Equipagien en Aanbouwen niet altyd in Haat z\ n; ten mintien nut in Haat, om voor een tyd te fuppleeren aan de defecten der betaalingen van de refpect'n e Pro\incien; en woar door dan de geordonneerde Werken, ofte Equipagien moeten blyven lfeeken,en de dienit van den Lande in het agtcrwezen geraaken. /uilen Wy ireeden in dcinnerlyke huyshouding; zyn daar gebreken en misbruiken, hoe lange kunnen die niet verborgen blyven voor het oog van de hooge Regeering? zei* den worden die ontdekt, bevorens zy tot den hcogüen top zyn gerezen; daar van leggen de uitwerkzelen in een der tegensivoordige Admiralitefts Departementen, nog fpre- kende voor onze oogen. Gingen wy de gefchiede- niiïe van oudere dagen uirpluyzen, het zoude niet moeyelyk vallen meerdere voorbeelden van onbruiken, misbruiken en relachement re ontdekken. — maar Ons doelwit is, tot algemeene en groote waarheden te geraaken; byzondere feilen komen niet in Ons bellek. Tot dat einde zullen Wy al wederom maar met eer. enkel woord, hoe zeer de zaak van het grootfle belang is, aanroeren de invordering van de middelen te Water, ende inegaale praclyck, die daar omtrent veel al plaats heefr. — Wy mogen Ons vleyen, dat van Ons niet zal gevergd worden eene optelling van de klagten der Bondgenooten zeedert byna twee hondert jaaren, en de onderfcheiden' middelen *an redres dien aangaande van tyd tot tyd voorgelegen- — maar neemen Wy met opzigte tot dat onderwerp in aanmerking de énorme kollen, weiken, onaf hankelyk van alle conniventien en mindere heffing op zommige fpecien, en die mogelyk in deezen ofte geenen opzigte noodzakelyk zyn geworden, maar niet te min de publique revenuen verminderen: neemen \Y y in aanmerking de énorme kollen, \\ eiken de inzaemeling van de middelen te Water, over zoo e^ne verdeelde beheenng ablorbeerd; 700 ftaan Wy verftomd, dat die Haat van zaken de attentie der Bondgenoten niet met meerder kragt hebbe op zig getrokken , daar zulks onmogelyk in dien ltaat van zaken zoude kunnen worden verhoed. Wy hebben in het kort bezien, hoe de Collegien op haar zeiven beltaan ; maar hoe ftaan zy tot elkander; hoe liaan zy tot de algemeene Regeering? zyn zv gefchikt om te hebben deel aan het gerieraale Bellier van de zaaken van de Zee ? hebben zv onder elkander eenige algemeen-? deliberatien, die hun tot zoo een generaal bellier zouden kunnen bekwaam maaken? — immers neen. — want Wy kunnen niet als zoodaenig aanmerken de V ergacdering van de Gecommitteerdens uit de refpeótive Collegien, wanneer Zy by Uw Hoog Mog. alhier in den Hage worden geroepen C x om  ) om op eenige lüopende zaaken te advifeeren* en om den Haat van Equipage voor het loopende of volgende jaar voor te dragen. — die Staaten van Equipage zelfs, om zulks in het voorbygaan te zeggen , leeveren daar van een nieuw bewys op ; immers worden die niet gecalculeerd volgens het waare gebruik, dat van de Zeemacht zal worden gemaakt ; maar volgens de bekende defecten in de huyshoudinge van eenige der Collegien ter Admiraliteit, van wien het toegelegde aandeel in den geformeerden ltaat van Equipage geenzints word verwagt. Wy befpeuren dan overal eene verdeelde Regeering; — Ons is daar en boven geen band bekend, die de Collegien ter Admiraliteit aan eikanderen verbind; het welk nogthans het oogmerk der Bondgenoten fchynt te zyn geweeft, toen zy het 27 Articul van de Inltructie van den jaare 1597 goedvonden te arreüeeren ; waar van het nogthans bekend is, dat het zelve Articul , zoo het wel ooit in obfervantie is geweelt, althans tegenwoordig en zeedert lange volkomen is obfoleet. — had men volgens den inhoude van den voorgemelden Articul; het geen in één of ander Quartier meer ontfangen als uitgegeeven is, bekeert en verjtrekt aan den Ontjanger van den (guarriere, daar het te kort gekomen is, zoo begrypen Wy, dat daar door een fource van jaloufy zou zyn weggenomen; — en dat 'er minder grond zou overgebleeven zyn tot het conniveeren der contraventien ; —- dat de Collegien zig meer als deelen van een Lichaam zouden hebben aangezien : — dat zy met meerder vigeur de beveelen van de Generaliteit zouden hebben naargekomen, en in zommige gevallen zig mindef af hankelyk gemaakt van de Provinciën, Quartieren ofte Steeden, alwaar zy zyn geiitueert. — omtrent het laatlte, vinden Wy een ammerkelyk verwyt in eene Refolutie van de St3aten van Holland, al van den 16 Maart 1629, hoe zeer juyft niet praeciefelvk applicabel op het geval in quaeïtie ; dat eens, word 'er gezegt. diende weggenomen de waan van de Collegien ter Admiraliteit, daarby zy haar inbeelden niet te dependeeren van de beveelen van de Heeren Staaten Generaal; ende dat de Sleeden, daar de Collegien refideeren, dezelve Admiraliteiten dikwils ook anders doen ordonneer en als haar laji wel is. Maar zoo die gebreeken wezentlyk zyn, zoo is die verdeelde adminiltratie niet minder fchaadelyk voor den ltaat der Finantien; — en het invoeren van eenige meerdere Pointen van ménage zoude weinig conmbueeren, om het herftel daar van eenigfints gevoelig te maaken; — en Wy mogen Ons gedispenfeerd agten, daar van, als van iets, dat in her oog loopt , iets meerders aan te roeren; daar het daar .en boven bekend is, dat eenige Collegien niet beltand zvn haare. lallen te dragen, en andere moeten gefubfidieert worden; al het welk, op zig zeiven genomen, een genoegzaam motif zoude opleveren, om de zoodaenigen te iuppriuieeren ; aangelien ook al een aanbedeeling van een geringer deel dan een zesde in den Aanbouw en Equipage dezelven in dat opligt weinig te ltade zoudekomen, Wy  ( . r : Wy hebben deeze ondankbaare (aak mm eemgfints afgelchetlt, Hoog Mogende Heeren, aangefien het Ons eeii onaangenaam gevoel heeft veroorzaakt , gebreekon op te delven , welke zoo dikwyis by gedeeltens onder het oog van de Regeering zyn gebragt, en die nimmer iy% verbeeterd. De gebreeker. van dtc verdeelde adminiflratie zyn in alle tyden gevoeld; en Wy durven gerultelyk avanceereni dat men., door alle tyden héénen, van oordeel is geweelt, dat die niet konden verholpen worden, dan door het lëgcngeiielle remedie, door de reïntroittclie van den alouden eenvoudiger) voet van Regeeringe. — Immers al aanüonds na de oprigting van de vyf Coliegien, toen de denkbeelden van een Collegie Superintendent i\Vy moeten Onze woorden hier boven geneezigd, herhaalen) nog leevendig en verfch in het geheugen lagen, — en toen men, na eene proeve van omtrent drie jaaren, gelegendheid had , den toenmaligen ltaat van zaaken met den voorgaanden te vergelyken. — al aanftonds, zeggen Wy, drukten zig de Heeren Staaten van Holland, in naare Refolutie van 19 Auguffus — 22 September tóoo, in de zer voegen uit. Is by de Edelen en me ft alle de Sr eden e?n groot tóisme* gen getoond , dut ter ooiznake vin h t beleid van den Oorlog te IVat er, ende die Regeeringe van ae zaaken by de Admiraliteit , den Lande zeer ^roote koffen en laften ge iraic-i ; ende daar voor ze?r kleine dienjlen gedaan worden; zynde die oorzaak van dun verhaalt, als eerji de meemate van de Collegien ter Admiraliteit, en de veelheid der Terfoóneu m dezelven hen de zaaken niet wel verstaandei menigte van Officiers en Int klein devoir van dezelven f>y de rcjpetlive Collegien , en in de £hartieren vat dien wi'ez-ride; divcrfite:t van Refo luiten m de verft beidé O ll-fien , zo in het Eqmpeeren als employee) en der Schepen f§c. en w t later, in haare Relolu'ie van 31 Óctober — u November i6có; Al aar zoo veil het beleid vin de zaaken vat de Admiraliteit ende hit Oorloge te IVater a ingaat , is by de meefle jiemmeu niet alken d^nfllyk, maar ten hoog'/eu noodi^h gevonden, dat, zoo omme de groote en onnutte kojlen van alle de Collegien , ende haarè Ojjieiers en Dienaars t ( zeer veel duizenden bedragende) te dom cejfeeren; air zonderlinge omme de zaaken van de Admtra-'iieit met meerder authorittii ende eenparigheid te dien belet den , dezelve zaaken van dè Admiraliteit zouden möögéh in Sup-mttndentie gefield worden van zyne Excellentie en dtn Raai van Staat-e; mits aat u:t Hoiland ende IV cjl -l'ru stand , ook uit Zeeland, eenige Terfunen hen de zcaken van de Admiraliteit beft vrftaande j mede in den zeiven Raad zouden worden ^efidd; ofte dat een generaal Collegie van de Admiraliteit zonde worden •pgerigt, met laf enz. dan de zaak had geen gevolg, overmits de Sleeden, van andere opinie wezende, hen bezwaard vonden dies aangaande de rmepe tiemmh te i-olgen. Refolutie 22 November — k de groote zaaken te Water mogten werden beleid; dan welke propofiiie nogthans toenmaals niet wierd .gegoüteert. Om het gemis eener algemeene directie eenigfmts te fUp. pleeren, vond men in de Provincie van Holland Ac ti sx, by Refolutie 10 Maart — 7 April, by gelegenthe:d vso het bezetten der Kuilen van Vlaanderenen het beveiligen van de naauwe Zee, met eene aaniienelykeOorlogs fnagt j goed, by herhaaling ter Generaliteit te doen declar^eien:' da ti teen wel te vreeden was, dat by ptovifie, op het ltük var d* beveiliging van de Zee, twee Gedeputeerden uit ieder Q&U legie van de Admiraliteit naar den Hage wierde,. geüüónden, welken, elkander van twee tot twee ma»nd nvervangende, alhier collegialiter op het voorfchreeve flfujr, en rD dat £fuk alléén , met kennitfë van haar Hoog Mogende cn zyne Excellentie zouden befoigneeren. — vaar toe vervol, gens by Uw Hoog Mogende Refolutie van x April 1637' wierd gerefolveerd, en daar by goedgevonden, dat bv prol vifie twee Gedeputeerden uit de Collegien ter AdrnjraJiteic in Holland , Zeeland en het Noorder-Quartier in den Hage zouden komen relideeren, en dat by zyne Excellentie én dezelve Gecommitteerden zoude zyn en verblyven her abfoluut beleid ende gezag over de vyr en dertig Schepen^ welken tot bezetting van de Kulte van Vlaanderen, enz. waren gedeftineert, omme daar meede de Retolut en sart Uw Hoog Mogende, zonder diverhe, ter executie te doen brengen. Maar toen de oorfpronkelyke denkbeelden omtrent een generaal bellier allengskens begonnen te verflauwen; ofte dat men geen kans zag, de zaak daar heenen te kunnen brengen, uit hoofde van de tegenkanting van de Steeden; — en daar nogthans de gebreeken in het beftier van deZee-zaaken zig meer en meer deeden gevoelen, kwam men tot den voorflag van verbeeteringen by gedeeltens ; als by voorbeeld, om het Collegie ter Admiraliteit te Dokkum af te ichaflen , ofte ren minllen te combineeren met het Codegte in het Noorder-Quartier, Reiolutie Holland tz September en 21 November 1Ó37; — om, toü>etrachting van ménage, de Collegien ter Admiraliteit te contraheeren tot éé?i Lichaam, houdende refidentie alhier in den Hage by de andere Collegien van Regeeringe; immers om het getal van de Raaden in de voorfchreeve Collegien te verminderen, enz. . Refolutie Holland 7 Auguflus 1648 ; — om de Inflrucïie van den jaare 1597 te doen revi ieeren, als in veelen opfigten niet meer applicabel op de toenmaalige Conihtutie; Refolutie Holland 10 December 165-2, en x7juny 165-3. — en wat dies meer is. — Maar wy zyn bevreesd , dat wy te veel zouden vergen van de attentie van Uw Hoog Mogenden, by aldien Wy alle de propofitien, klagten en doléantien, welken door de Bond-  n i , C -5" ) landgenoten van tyd tot tvd op dit Stuk zvn pcdam, zouden willen optcilen en wederom te berde brengen; — het is Ons in zoo verre genoeg, eeniglinrs, en als met den vinger, aangeweezen te hebben, dat men i'ehier nooyt feUa/tt heeft aan de gebreeken van de zaaken van de Zee, of mén heeft tefiens gedagt, 'dat dit omflagtige bellier in cenen nauwer eé kring moeit worden gebragt ; hoe zeer het nog*, tbans aan moed, om de zaak naar behoren door te zeiten jn dien tyd lchynt ie hebben ontbroken. Dan, Höoê fvlogende Heeren, dagt men zoo in de vóorleedCttéKeuw men heeft even eens in Onze Eeuw, in Onze da" n 'Mdagt; en Wy bidden Uw Hoog Mogenden Ons ten b- ten ie willen houden, zoo Wy, zoo kort mogelyk, de co>ronante denkbeelden van alle 4e tyden dien aangaand - nife cemgfints aanitippen , en onder één gezigts punt brenaen? en Wy agten het daar toe genoeg, met éénen Hap tot"het tegenswoordtge Geflagt over te gaan. — Zyne Hoogheid Willem de IV, GJonenfcr Gedagtenfs, was naauwlyks in het beadnd van hoogftdeszelfs éminente' waardigheden getreeden , of de Heeren Staaten van Holland en Weft vriesland, bevroedende, dit men guntfige tydsomltandigheden moeit te hulpë neemen , om verouderde kwalen te gencezen; en nooyt uit het oog verliezende de eerf/e beginzelen, die Zy by de oprigting van het CoiWie Superintendent, en daar na, met zoo veel yver voor de gemeene zaak, hadden doen gelden; vonden op den 4Maart van den jaare i7Si goed, d- conlideratien en hetadvisvan Zvne Hoogheid re verzoeken; of bet zoo tot menage als tot bietur directie, niet d'enfiig zoude zyn, dit het getal der Collegien ter Admiraliteit wieras vrmindert, en hoedanige Collegien, ten dien einde zouden behoren afjfib-ft te tvoraen* en in de verdere Collegien mgelyfl. Dan de lugefeetenen deezer Landen hadden, met den onty iigen dood van Willem de IV, tefiens het agierbiyven van eene zoo heilzaame zaak te betreuren. E,n befchouwd men de zaake aan de zyde der Finantien : men heeft de gedagten van de Gecommitteerdens in de- Generalueits-Reekenkamer , vervat in hunne fecree'e Miffive aan Uw Hoog Mogenden, in dato t9 November 175-4, waar by zy hebben gemeend te moeten wegneemeti e n vooroordeel > als of door het va/i'Hellen en UitVètsren vüh ee. mge 'Pointeu van menage iets groots tot herjfcl van de zaaken van de Collegien gedaan zoude kunnen worden; tetwyl het }er zoo verre van d>au was , dat alle Tomten van ménage op weinig zouden uitkomen > zoo lang 'er vyf C'Jl lié* ter Admiraliteit; en in IVeflvnes.and en >J N-order-$ Lrtier twee d drie werven moe ft en zyn, en zoo tan ge 3éP'zoo veel meerder Raaden, als de oude injtitutie meede b,a;t 3 zouden moeten blyven. De Heeren Staaten 's Lands van Utrecht maakten de z^ak weder levendig by eene notabele Refolutie in dato 1 April 1778, geïmereerd in het Regifter van Uw Hoog Mogende fecreete Refolutien onder den 6 April daar aan volgende, waar by Zy , onder meerdere inportante Pointen van ver- D z bee-  ( iö ) oeetering van de zaaken van de Zee, mede voor.flaan de vermindering van de Collegien ter Admiraliteit , ofte ten miniten van het getal der Raaden , Ofrkianien ende Bediendens; zonder dat deeze voorflag wederom eenig gevolg hebbe gehad. — En hebben Wy geen recht, Hoog Mogende Heeren, om tot de denkbeelden van een algemeen bellier mede be rekkelyk te maaken, 't geene Zyne Hoogheid, de tegenswoordige Heer Admiraal-Generaal , in HooglldefTelfs Memorie van den 13 February 1783, goedvond aan Uw Hoog Mogende te comrouniceeren, dat Hy, namelyk, reeds eemgtn tyd geleeden; in confideratie van de meer dan gewoon e activiteit en oplettendheid, welke de omftandigheden van hem vorderden , Jpeciaal tn het onderzoek der ordres fchikkingen en details3 die m Hoogftdeffelfs 'Poft van Admiraal-Generaal van de cünie vereifctt wier den , nuttig en ncodig geoordeeld haide, de Heeren Raaden en Advocaat en F'seaals Bisdom en van der Hoop, neevens de Heeren Vice- Admiraals Reynfl en Zoutman, en Schout by Nagt van Kingsbergen te verzoeken en te committeer en, om hem, nopens al het geene betrekking had tot het beftier van de zaaken van de Zee, te dunen van der zeiver cenfideratien en ' adv is 3 en Hem , mede te deelen, al zoodanige project - voorzieningen , en fchikkingen, als zy zouden vermeenen 3 tot een goed beftier van HoogfldeJJeljs qualiteit van Admiraal Generaal te behooren > daar by voegende, dat Hy van die Commiffie reeds de goede uitwerking had ondervonden, en zig, uit hoofde van de bekende kundigheeden en yver van alle die Heeren, nog veele nuttige gevolger, voor het dierbaar Vaderland daar van durfde te belooven. — tot welk hulpmiddel Zyne Hoogheid, Wy durven het te gillen, niet zoude hebben toevlugt genomen, had Hoog It.i ezel ve een gereeden en gereegelden voet van adminiflratie, met opligte tot de zaaken van de Zee, in deeze Conltstuüe van za. ken mogen aantreffen. — Den wenfch naar een algemeen bellier hebben Wy al verder gevonden in de Memorie van de Fiscaals van de Collegien ter Admiraliteit te Amfterdam en in Zeeland, van der Hoop en Steengracht, en van den Vice-Admiraal Reynlt, en Schout by Nacht van Kinsbergen, ter Tafel van Uw Hoog Mogende geëxhibeeit op den 20 Juny 1787, welken, als bedreeven in de zaaken van de Zee, Uw Hoog Mogende by Refolutie van 1 Auguilus 1786 hadden gequalificeerd tot het infpecleeren van de Zeegaten van de Repubhcq, wanneer zy zig in deezer voegen uitdrukken, dat zy iJw Hoog Mogende niet verbergen wilden hun yveriz verlangen, dat het Zee - weezen tot één Lichaam in zyn beftier en m zyne werken rno^t worden gebragt, en dat de verfchillende werken, voor het Zee-wetzen noodig, onverdeeld zoodiariig kort dm worden gefehikt, dat 'er de belaft gens der Ingezeetenen in de Steeden, in welken tot hit Zeeweezen eentg werk jegenswoordig plavts heeft, konden worden bevoordeeld , en de fla-atztlyke omflandsgheed n dé/ zeiver in agt genomen. Wy  ( ij*) Wy zullen d'r (voor niét verlaaten, Hoog iMo7enrJê Heeren, zonder te gewagen van eëne notabele MiHKe* welke Wy hebben ontfangen van de Gecommitteerdens Uit de fefpeclive Collegien ter Admiraliteit dezet Landen» in dato 5 October 1706, tot antwoord op eenige Vraagpointen, welken Wy, uit kragte van Uw Hoog Mogende authorifatie van den zo April i?8ö, gemeend hadden,' dezelven te moeten toezenden, alleenlyk relatief tot het bellier en de verbeteringen van de Zee; waar in'Z.y,Leeden en Mtnillers van de Collegien ter Admiraliteit, en dienvolgens bekend met den aart hunner beezigheden, röndelyk zig uiten voor de noodzaakelykheid van een algemeen beltier, en, (met by voeging van verfcheide pointen van verbeerering, Waar vanWy een gedeelte voor öns hebben geadopteerd,) een uitgewerkt Hian van zodaanige algemeene üdminillratte hebben overgelegd; dog waar van Wy lieflt op dit ogenblik niets meerders zullen zeggen, en tot ttraks onze nadere gedagten daar op zullen referveeren. Wy hebben eenen langen weg betreëdeil,Hoog Mógen, de Heeren, om tot onze tyden te komen; en hoe zeer Wy genoodzaakt zyn geweeft daar omtrent veele zaaken aan te teykenen, hebben Wy Ons eenigfints geruft gelteld omtrent her verwyt van langdraadigheid; Wy voör OnS Hellen de kortheid des Ityls daar in; niet dat men thhidê* dan het nodig is: maar dat men met meerder zegge, dan her behoord; ——en toetfen Wy aan dien regel den proviboneelen voordragt van deze Memorie, zoo zyn Wy be~ vult, dat Wy veele zaaken hebben verz.veegen, die Voor zeker al het verhandelde zouden hebben gecorroboreerd* maar waar van Wy hebben gemeend het verdere détail aan Uw Hoog Mog. te kunnen 1'paaren. Trouwens het gezegde zal genoeg zyn, om daar uit deze algemeene waarheid te trekken, en te conltateeren; dat men in het gantiche Tvkvak van twee honderd jaaren van begrip is geweeft, dat het beltier der zaakert van de Admiraliteit korthaar en gebrekkig is; en dat het zelve éénig en alleen kon verholpen worden door de reïntroductie van één algemeen bellier. — En 't is geen wonder; die uitlpraak lleunde teffens op het geiond vernuft. — Maar ihan we dan een ogenblik (lil, en overzien we het Veld, 't welk Wy hebben doorgelopen; zoo vraagen Wy* Ons zeiven en Onze Voorzaaten met bedroevenille, welken tog mogen zyn geweeft de dringende redenen om dat gewigtig Stuk onvolmaakt te hóuden, en flzoo onvolmaakt aan de pofteriteit over teleeveren? heeft het dan aan Mannen ontbroken, die het eigen belang niet bettryden dorltenf of heeft men een misbruik van anderhalve Eeuw als geheiligd aangemerkt? — of zouden Wy ook niet zedert lange, in dien ltaat van vcrbaltering zyn weggezonken,welke de Hiltorie-Schryver aan xvne Tydsgenooten verweet, en 't welk wel eens meer op deze Landen is toegepaft, dat, namentlyk, het verderf tot die hoogte is geklommen, dat E Onzg  Onze gebreeken en de geneesmiddelen,Ons beyde even ohdraaglyk zouden zyn geworden? Dog Wy ylen voort; — het heerfchend denkbeeld heeft zig, 20 als we gefien hebben, op verfchiilende manieren geuit; maar Wy weeten niet, dat ooyt de zaak met dien yver is aangetaft, dat men aan de Bondgenoten een beredeneerd Plan hebbe voorgelegd, waar naar de hand aan 'r werk zoude worden geflaagen; Wy zullen daarom alle die k.lagren in haare waarde laaten, en Ons gedifpen eerd a». ten het be/faanbaare of onbeltaanbaare van dien aan te toSnen, en op t geene Wy voornemens zyn, aan Uw Hoog IMog. voor te dragen, t'huys te brengen. — Maar eeven eens is het niet gelegen met het Plan van de Gecommit teerdens uit de refpedive Collegien ter Admiraliteit, waar van zoo even gewag is gemaakt, en welk Pian, zedert een geruimen tyd in de handen van veele Regenten gekomen zynde, eene zekere publiciteit heeft bekomen, en in zich het merite bevat van eene gantfche form van adminiftratie epen te leggen,'en dien re beftempelen met eene fchynbaare eenvoudigheid, — dog aan welk Plan Wy niet te min Onze toeftemming niet kunnen hegten. Wv hebben nodig geoordeeld deze gantfche Mffive als een Bylaage van dit Rapport, fub LitV: D , hier nevens over te leggen; maar vinden Ons tefiens verpligc, ten evade den zamenhang van Onze voordragt te beter teconferveeren, dat .gedeelte van die Miffive, welk in zig het Plan van de algemeene adminiftratie bevat, kortelyks af te fchetfen; terwyl Wy voor een volledigere leéture de vryheid nemen toe het Stuk zelve te renvoyeeren. Gecommitteerdens uit de refpective Colleaien ter Admiraliteit zyn dan daar in van gedagten/dat al'e de Collegien niet gevoeglyk kunnen worden gemortineeert, en tot.één Departement gebragc m den Hage; om dat daar behoord te zyn een naauvv verband tuflehen de directie en de Zetels van Commercie en Scheepvaart, en om dat het werk der Convoycn en Licenten, het Volk te Water &c • de beheering van Dokken, Magazynen &c eene byzondere en continueele toeveriigr vorderd. Dat die Collegien nogthans zouden behooren re worden gemodifkcerr, invoegen zulks in de meer gemelde Millive in het breede is omfchreven. En dat daar zou behoren te zyn een middelpunt van bdher tot adminiftratie van de Zeezaaken, met den Heere Admiraal Generaal. Dog waar toe geen geneel nieuwe voet van genefaale directie nodig zyn zoude, maar tot dat einde de Haagiche Admiraliteits Beloignes zouden worden f» i °P den voet van hec 2*üe Art- v™ & ïnItruöie van den jaare 1*97, en het generaal beilier over het, werk en den Oorlog re Water, door Gecommitteerdens tot de voorfz Befoignes, ten overceerd ^ ^ Heere Admiraal Generaal, g everDat,  < ip > : Dat, tot her voorfz einde, die Befoignes viermaal in bet jaar, ofte, meerder, na vereifcb van zaaken, 2ouden byeen komen. — En aldaar, by meerderheid van Hemmen, gerefolveerd op alle zaaken, uit de Inltructie vari den jaare 1597 voorn-bevende. Dar by hun zou zyn de judicatute ever Officieren, in 'zaaken van d:enft eri de executie der aan hun gegevene Ordre', zig te buiten gen zitten. Dar de Ordres uit d;e Befoignes proflueerer.de, zouden worden gtparapheerd door den Admiraal Generaal, of by aüfent e door het eerlte Lid; gecontra (igüeevd door den Fiscaal van de Maze, ofte donr den Secretaris'. Dat, by abfentie, het gevoelen van den Admiraal Generaal door den fiscaal van de Maze zoii moeten worden ingenomen, en in' de Befoignes gecommuniceerd. Dat de Lmt. Admiraal van de Maze zoude wooneo in den Hage, om by voorkomende gelegendheden te dienen van advis. *—-— Dar alle Zee-Officieren hunne Depêches aan de voorbz Befoignes zouden moeten addreffeeren, onverminderd hunne tegenswoordige verpligting dienaangaande aan het Gollegie van hun reiion. En dat by rc-c^s van de Befoignes, de inkomende Depêches zouden worden'geopend door den aanviezend en Luit. Admiraal, die daar over met den Heer Admiraal Generaal zoude confereerens de Ord- es daar; uit te proflueeren, gepa-aphesrt, en door den Secretaris gecontraligneert, als voren, en fpoed a geëxpedieerd; terwyl op zaaken, van meerder belang voorkomende, de Leeden van de Befoignes zoueien worden befchreeven. Zie daar, Hoog Mog. Heeren, een kort bellek, waar over Wy Ons verphgt agten Onze gedagten eemgzints te moeten uiten; ten einde Wy niet itilzwygeri.de zouden fchynen te acquiesceeren in een Plan, waar toe Onze eigen deliberatien den oorfpronk hebben gegeven. Eenpaarigheid van beilier, en bezuiniging van 'sLands Penningen, zyn tWee Hoofdpoinren, welken Wy in dit onderzoek nimmer uit het oog hebben verlooren, maar in ,het aangehaalde Plan, vermdicn Wy die leiden. Immers komt het Ons voor, dat eene Vergadëringe, ofte liever, een Befoigne, beltaande uit afwiffelende Leden en Miniiters, weinig gefchikt is, om den draad te houden van een beitier,- 't weik eene eontinueele zorge, een ooft » af- Beöofrke- Hng van het Plan van beftier, voor' aflagen door bet Haagfch ddmiraliteits-Beroignè;  ( 10 ) , ' afgebroken toeverzigt vorderd, en tot welk Befoigne oê Leeden, het zelve cotnponeerende, daar en boven de faculteit niet hebben zig zeiven te befchryven. — Dat het voorfz Befoigne, uit hoofde van de veelvuldige beezigheden, die daar in als dan zouden komen te centreeren, u el ras permanenr zoude moeten worden, en daar door in der daad conltitueeien ten zesde Collegie , en de behandeling der zaaken omllagtiger maaken , — juill dat geene, waaf tegen men zoekt te voorzien; — dat door zoodanige inrigting eene wezendlyke contradictie word geb^oren* aangezien de Leeden, welken uit de Collegien volgens hunne tourbeurten her waards zouden worden gecommitteerd, meerder gezag en meerder invloed in het generaale bellier zouden hebben, dan de Collegien zelve; welke naauwelyks kennis zouden krygen van het algemeen beltier, — en vervolgens by beurte zyn Gecommitteerden en Committenten . . by beurte Ordres Hellen en ontfangen; 1 en zig in het geval bevinden, om te cognosceeren over de executie van Ordres, die hun zeiven zouden zyn gegeeven. — Zonder te fpreeken, dat de Miniiters, welken nevens de Raaden tot de voorfz: Befoignes worden gecommitteerd, geene Item in derzelver Collegien hebbende, nogthans in die Beloignes mede een concludeerende item zouden hebben, tegens de waare imentie van de Bondgenooten, by het arrelteeren van de lnttrucdie van den y'aare 1597, — terwyl daar en boven de Gecommitteerden tot de Haagfche Befoignes aUeenlyk geauthorifeerd zyn om op voorkomende zaaken te advifeeren^ en geenfints, om daar op te rejolveeren, en dezelven ter executie te doen brengen.— Maar welk gemis voor de Collegien zelve? — konden de zaaken aldaar zonder vei traeging, zonder confufie, zonder agterweezen, behandeld worden met het gemis van drie Leeden, waar onder een Minifter: men had al over lang behooren gehoor te geeven aan de Inliantien van eenige der Bondgenooten, óm ook dat Point van menage, [de vermindering naamenilyk der Leden] by de Collegien te introduceeren; — maar wy zyn van gevoelen, dat de dienlï van den Lande door een dusdanig afgebrooken beltier ten hoogfte zoude komen te iyden. — Zoude daar door dan ook wel worden geconferveerd dat naauw verband, 't welk Gecommitteerden nodig vinden tulïchen de directe en de zeetels van Commercie en Scheepvaart? — Zoude men dan de kennis van Commercie en Scheepvaart verbinden aan de roomentaneele-aanweezigheid van eenige Leeden te Rotterdam, te Amlterdam, te Middelburg, te Hoorn, te Ënkhuyzen, te Harlingen? zoude het Werk der Convoyen en Licenten; zoude de beheering van Werven, Dokken, Magazynen enz. niet kunnen woiden verrigc zonder het toeitel van een Collegie ter Admiraliteit ? ~ W y vreezen dat daar en boven de kollen van zoodanige Befoignes ten uiterlte drukkende voor den Lande zouden uitvallen, en dat geen een eenig Point van ménage daar mede zoude worden bevorderd. — Geduurende het reces van de Gecommitteerdens zoude, ' vol-  (11) volgens liet voorfz Plan, de nanweezende Lieut.-Admirail: welke anderfints geen Seflie heeft in de Befoignes; — welke alleenlyk nu en dan, by voorkomende geleegenheeden zou worden geraadpleegd, -— die daar en boven den draad der verhandelde zaaken geenzinrs bezit, — die zoude op éénmaal- komen in het beltier van zaaken, die hy niet dan by kleine gedeeltens zou kunnen kennen. — Wy houden het daar voot, dat al wat bellier is, zonder interruptie moet voortgaan. »— • Eh wat aangaat de judicature, welke door de Gecommitteerdens tot de. vooilz Befoignes over de Orficiers in voegen voorfz: zoude worden geëxerceerd; zyn wy van gedagten, dat die judicature daar ter plaatfe in geenen deele be'ioord; als waar door een politicq beftier met een judicieel onderzoek in het zelvde lighaam zoude worden vermengd; 't welk aan zoude loopen teegens de beginzelen eener onzedige en ongefuf, ecieerde rechtspleging, en waar teegens beüendig, en zoo veel mogelyk, behoord te worden gecaveerd. — Maar de imigting van'die Adminiftratie zoude daar en boven aanloopen teegens de waare gronden der Conltitutie van deeze Landen, en dus in zi*j bevatten eene ,'continuecle kwetfing van het gez^g van U Hoog Mog: en van het Caracler van den Admiraal-Generad. — Immers zyn Ordres en Initruéius ter Zee, in tyden, wanneer geen Admiraal-Generaal aauweefig was, beltendig gegeeven door de Vergadering van U Hoog Mog:; daar dezelven anderfints onder het opper-bellier der Generaale Staaten door den Heer Admiraal-Generaal worden gefield; terwyl het nogtans niet kan ontkend worden, dat wel fomryds door de Collegien zelve ordres ter Zee zyn gegeeven; dsn zulks is mceh'al gefchied omtrent zoodaamge Schepen, weiken u;t hun eygen' m dde en waaren geëquipeerd, en waar van zy het employ aan zig hadden getrokken; even als of de Penningen, fpruitende uit den Ontvangit der Convoyen eri L centen, niet even llerk waren de Penningen der Bondgenooten, als die, welke aan de Collegien, uit hoofde van Extraordinaire Petitiën, worden verltrekt; — en welk eigendunkelyk employ ook teegen den waaren zin van het 25* Arr. der lnltruclie van den jaare 1597, op welk Articul die geheele inrigting word gefundeerd, moet worden gehouden aan te loopen. Wy meenen dan te hebben aangetoond, dat de alzoo voorgeflagene voet van Adminiftratie omllagtiger zoude zyn dan ce teegenswoordige, — meestyds lam in deszeifs werkzaamheid; — geene der teegenswoordige gebreeken zoude wegneemen ; en dezelven veel meer in alle de Collegien ter Admiraliteit zoude vermeerderen, door de onbepaalde abfentie der Leeden en Minifters; — dat hy aan* loopt teegens de Conltitutie deezer Landen, — en dat daar door een nieuwe voet van Huishoudinge zoude worden gelegd , waar van de onkollen oncalculabel zouden! weezen; — alle reedenen, waarom Wy Ons met eene foortgelyke Adminiltratie geenlints zouden willen conformeereti. F Wy  Voordraai van de Commijjie. ( ól ) Wy zouden vergeefs getragt hebben , Hoog Mogende Heeren, den geelt van alle voorgaande tydtn tot een zeeker precies te brengen; — vergeefs zouden Wy de gefa eeken der teegemwoordige Adminiftratie hebben gedevel.ppeerd; — indien Wy nu niet van Onzen kant aart den Ons opgelegden lalt tragreden te voldoen; en, ra rypen raad.e, aan Uw Hoog Mog: zoodaanigen voordragt dienaangaande zouden mogen doen, als Wy, tot ver eetering en tot beeter bellier van de zaaken van de Zee, ï'ouden oordeeWi te behooren. Daar Wy nogtahs Uw Hoog Mog: te meertriaalen pèmelde Refolutie van den 4 Mey 178? tot ten rigtfnoer van iHe Onze deliberatien hebben genoomen, zoo verkeren Wy evenwel in die gegronde hoop en verwagung, dar Uw Hoog Mogenden, met aan Ons op te draagèn een onderzoek van de voorzieningen omtrei.t Bet b jtler Van de Militie te IVat er, vjbMhi ié tyd van Oorlog, door het benoemen van eenige Leeden en Minifters der Re: eer ing om den Admiraal-Qeneraat te adjïftèèten> geenfiuts de intentie mogen hennen gehad, deeze zaak alzoó al aanftonds ten principaalen te préjugeeren, en Ons dun voet, tn geenen anderen, voor te ichryven; waar toe immers weinig, meerdere moeyte zoude vereiicht zyn gewórden, als het benoemen van zoodaanige Leden van Regeeringe. — Maar Wy bezeffén, dat Uw Hoog Mogenden en de Bondgenooten, overtuigd van de noódzaakdykheid van 't Ttdre-v, de zaak in zyn gantfehen omvang hebben befchouwd , én geen loiemheeie Commilile uit het midden van de Bondgenooten hebben benoemd, dan aUeeplyfc met dat inzïgt, een ondeiwerp van dje importantie, en welk een loö uezendhk deel uitmaakt van de generaale Regeeünge d. ezer Landen, met al e zerge, attentie en bedaardheid zoude worden gewikt ende gewogen, en daar wi zoodaanigé voorflagen gebooren, die, overeenkomi'ig met de wasie gronden van de Conltitutie, door de gezaamentlyke Bondgenooten, tot bevordering vsn her Nationaal aanzien en geluk, zouden kunnen worden geamplecteevd. — Wy zyn daar in temeer verlterkt, aangezien Wy altoos geen reeden hebben om te veronderltellen, dat Uw Hoog Mog. en de Bondgenooten van begrip zouden hebben kunnen zyn geweeft, dat tot beeter beltier van den Oorlog te \\ ter, voldoende zoude zyn, by het opk domen van een Oorlog, als dan eerft, door zoodanig middel, den voet van directie te bepaalen; dsar het waate kemeeken eener wyze en verltandige adminiftratie alieenlyk te vinden is in de regulariteit, en voortduutendheid van haare uerkz.iamheedtn; zóó, dat 'er wel eenige diyfïeeren llaapende mogen worden gehouden, wanneer men ze niet ortbeerd; mits dat dezelven ten allen tyde gereed worden gevonden, om hunne deftinatie te volbrengen. — Doordrongen met de kragt van alle deeze waarheeden, en aangemoedigd door het vooruitzigt, welke de gelukkige omwenteling der publique zaaken grond geeft van te btlooven, hebben Wy met yver de handen aan het wok  C *3 ) geflagen, cn Ons den tyd gei rooft, in welke Onze beezighecden minder vrugtbaar konden zyn wegens de vreeze ecner totaale ombinding van het Gemtene belt. — \V y hebben vervolgens gemeend, Hoog Mogende Heeren, de gantfche zaak in den wortel te moeten aa.nuii n; alle palii..tiven te moeien van de hand wz7.cn, en den knoop van zwaarigheid, dien O ze Voorgangëren niet hebben virmogen los te maaken, éénmaal d> or te fnvden. — Wy zyn dan van gedagten*, dat hec bellier van de zaaken van de Zee tot zyne allereerife principes behoord te Worden te rug gebragt; — niet zoo zeer door het opiigt( n van een Collegie Superintendent: hoedanig Collegie, by de aanueezigheid van een Admiiaal-Generaal, kan worden ontbeerd , en waar van daar en boven de exiÜentie mogelyk thans nift zoo wel met de verkreegen independente van de Collegien ter Admiraliteit zoude zyntecompafteeren, — als wel door de oprigting van één eenig Département, ofte Raad ter Admiraliteit, waar van de beft miige Zitplaats in den Hage zoude zyn, nevens de hoge Collegien van Regeeringe, en dus geplaatft onder het oog van dezelven, en in den gezigts-kring van den Heere Admiraal-Generaal ; welke even als nu z mde zyn en blyven het éminente hoofd van het gantfche werk van de Zee, zonder d.t daar aan de geringüe atteinte zoude mogen worden gegeeven. — Die Raad ter Admiraliteit zoude in zig vervangen al'e de werkzaamheeden van de tegenswoordige Collegien ter Admiraliteit, geere uitgezonderd; welkeCöUegien, zooias de onderfcheiden takken van hunne beezigheèden in dien Ra,\d zouden hebben kunnen worden ingt;l\ïó. en overgebiagr , en waar toe waarfchynelyk een zeer geringen i)d toeieikende zoude zyn, daauelyk zouden cdieeren , en door de Bondgenooten moeten worden gehouden voor gefeceptieerd* — Wy fchroomen niet te gemoet te zien de klagten, dé èrgumenten , en het byzonder misnoegen, welken al aanftonds teegens dit gedeelte van Onzen voordragt van alle kanten ftaan te worden geopperd, en dezelve teapprecieeren; — maar het gewigt der zake heeft Ons geentraineerd; en het belang van het geheele Bondgenootfchap is Ons van een geheel ander gewigt en importantie voorgekomen, dan de vermeende byzondere belangens van deeze ofte geene Provintien, Quartieren, Steeden ofte Perfoonen; — en wy zouden Ons gelukkig agten, indien Wy door het doen van deeze ofte zoortgelyke Propofitie, dien geeft hoe langer hoe meerder konden verfpreiden, waar door ieder Regent zig mogt komen te befchouwen, als een Regent van het geheele Gemeenebeft; die zyne vermogens niet behoefde te beperken tot den bekrompen kring der Stad zyner Refidentie; maar thans, — meer dan ooit tevooren, — door dien algemeenen geeft gedreeven , het zyne zoude meedewerken, om de nog zoo jongllgeleeden' kwaaien geheel te F x hel. Plan van de Comuiisfiê.  Cm) , . nelpen gèneezén, en zelfs de lid-teekenen daar vantedoen verdwynen ; en daar door de Burgerlyke en Politique beJangeos deezer Landen, welken.door de natuur en de geneigdheid der Inuoonderen , gefchikt zyn om onder één Bond voort te leeven , voor altoos onderling te confolideeren. Wy kunnen nogthans voor Uw Hoog Mogenden betuigen, dat Ons in de behandeling van dit geheele werk ten Wy durven zeggen, dat Wy het zelve van alle kanten met de grootlie bezorgdheid hebben ingezien) geene vveezentlyke argumenten zyn voorgekomen , waarom de Collegien ter Admiraliteit haare Zeetels niet zouden verlaaten, om onder één Lighaan gebragt te wTorden in den Hage? . Immers hebben Wy geen kragt hoegenaamd toegefchreeven aan het argument, getrokken uit de poHefne van omtrent twee honderd jaaren , waar door de Provir.uen ofte Steeden zouden zyn beregtigd den Zitplaats van zoodaanigCollegie in hunnen boezem te maimineeren; — want, zoodaanig recht zoude voor eerft en voor al gewettigd moeten Worden door den titel ; —- en het is 'er zoo verre van daan, dat eenige titel daar toe7voorhanden zoude zyn, dat de Bondgenooten al in den beginne teegens eene prafcripiie van dien aart fchynen te hebben willen caveeren ; toen zy in de aliereerlie Inttruétie voor de byzondere Collegien ter Admirali'eit, in dato zx April 1589, wei uicdrukkelyk hebben geilipuleerd, dat van de vier provifioneel voor agt maanden op te rfgten' Collegien , het eens , meede by provifie, ende zander den 'Provintien , Steeden 3 ofte Leeden van dien in 't particulier daar meede doezen aangaande te ■ pmjüdicieeren ofte eenig nieuw recht te ge ei) en 3 refldeeren zoude binnen Amfterdarn , één tot Rotterdam , nog één tot Hoorn, ende nog één tot Middelburch ; behoudens dat der voornoemde Collegien reftdentie ende verdeeltnge van Jurisdictie verleid zou worden naa de voorn: agt maanden , zulks Zoo dikmaal ende tot alzutke plaat fin 3 >als naar geleegendheid van- tyden ende zaaken ten mee ft en dien ft e van den Lande bevonden zou worden te behooren ; zynde het eerfte gedeelte van die periode, welke virtualiter het tweede in zig bevat, naderhand overgenomen in de InÜructie van den jaare 15-97 , waar uit het voorn: gewaande recht zou moeten worden afgeleid. — Ons is meede van geen gewigt voorgekomen de tegenwerping getrokken uit de onzeekerheid van den uitflag,!en de bedenkelykheid, of de aflchaffing der Collegien ter Admiraliteit uit dien hoofde niet zoodaanige gevolgen zoude kunnen hebben , die te voren onmogelyk te voorzien, en Kogthans van dien1 aart zouden zyn, dat derzelver inconvementen grooter zouden kunnen zyn, als die men zou tragten weg te neemen. — Wy zeggen , die tegenwerping is van geen gewigt, vermids geene praccife denkbeelden daar aan zyn gehegt, —< dat zy geen bepaald voorwerp bedoeld, — en dat zy, wierd dezelve éénmaal geadopteerd, eene eeuwige hinderpaal voor alle verbeetering zoude opkeveren. — Maar Wy hopen nog geleegendheid te zullen heb-  C ij ) hebben het tcegendeel aan te toonen; als meede fe gemdettë komen aan iie bezorgdheid van deeze ofte geene Steeden 4 als of zy door het gemis van een Collegie ter Admiraliteit in hunnen boezem, eenige weezendlyke voorregten ofte voordeden zouden komen te millen. Wy keeren van deezen uitflap weeder. — Ons Oogmerk is geenfints , door het oprigten van één generaal Département olte Zee-Raad, iets nieuws, iets meerder of iets minder , te introduceeren in de efTentie , ofte begaanbaarheid van het Admiraliteits-weezen; maar het zelve onvergankelyk te behouden by den oorfpronkelyken aan zyner inftitune, welke zig verliesd, gelyk hier boven is gezien, in de tyden, die de rtigting van de Republicq hebben geprfficedeert; — Wy zoeken allééolyk deszelfs beftier éénvoudig, éénvormig te maaken, naar de denkbeelden van Onze Voorvaderen, naar het vourfchri/t van de gezonde reeden, en naar het voorfchrifc van 'a Lands Mnantien, en van den pradenten nood van het lieve Vaderland. Wy zoeken aliéénlyk de werkzaamheid van vyf Départementen over te brengen tot één eenig Département; en de verfpreide takken van het beftier by den anderen te binden, om alle dezelven onder het oog van de hoogeRegeering, en van den Admiraal-Generaal, te vereenigen. — Zouden Wy Ons dan zoodamig vergiifen , als of die inrigting herflenfchimmig zoude zyn, en onuitvoerlyk? — zouden Wy het voorbeeld Onzer magtige Na-buuren moeten aanhaalen ; om te betogen dat zelvs eene oneindig grootere marine door «V«Colleg e, en uit "den Zeetel van het Gouvernement worden bettierd? — En in der daad, Hoog Mogende Heeren, Wy zyn zoo verre van eenige nieuwigheid in den aart en de begaanbaarheid van het Admiraliteits-weezen te willen introducee- 1 ren , ofte door de affcharfing der tegenwoordige Collegien 1 ter Admiraliteit, en de oprigting van éénen enkelen Raad, \ de rakken van werkzaamheid van de éminente Charge van 7 Admiraal-Generaal, te verminderen ofte te verkorten; dat Ons tot eene byzondere taak hebbende gemaakt, de prin. * cipes van het bewind van de zaaken van de Zee in de aloudfte tyden en gedenkitukken op te zoeken, om die eerfte beginzelen te helpen conferveeren en maintineeren: Ons van alle kanten in de behandeling deezer materie is gebleeken , dat het Caracter van den Admiraal-Generaal is het fundamenr, waar op dit geheele gebouw beruft; — dat uit denzelven van den beginne af aan zyn voongevloeyd alle de beftellingen, al het gezag, al het bewind van de zaaken van de Zee; — en dat het dan ook, in dat opzigt, weinig ter zaake doet, of de Waarneeming van die eminente Charge zig zal openbaaren door den weg van één, dan wel van meerdere Collegien. Wy ag en het niet geheel ongefchikt een ogenblik hier te blyven ftaan by de befchouwing van die hooge waardigheid; — immers hebben Wy bereids in den aanvang On- G zer Uitzvei* ïïng over te Charge idti AdmU 'aal Gene-, •aak  (Refolatie Holland 24 Jttnyi5Ö30 (Refolutie dato... Sepi. 15Ó4) ( M ) let Memorie aangeroerd het Placaat van Maximiiiaan en van Philips zyn Zoon van den jaare 1487, het welk als het eerite volleedig Gedenkiiuk in deze materie moet worden aangemerkt, en waar in men zig al op de praaykvan vorige tyden beroept, —— en het welke den grond heeft gelegd van al het geene,in de volgende tvden, op het ltuk van de Admiraliteit, in deze Landen is gedaan ofte overlegd: als waar toe de Perfoon van den Admiraal Generaal bellendig de aanleiding moeite geven. ... En beziet men de omlchryving van die hoge Charge in het voorn: Placaat, zoo vind men dat het gantfche beleid van het geene men naderhand heeft genoemd den Oorlog te IVater en de zaaken van de Zee, aan dezelve Charge; dn den naame van Maximiliaan en van Philips, is gehegt, zonder uitzondering; — en dat i'chitr de eenigite belemmering, waar aan de Admiraal van de Zee wierd gebonden, hier in beftond, dat hy in de keuze van zyn Luytenant ofte Luytenants', niet zouden Hellen als zeer notabele Mannén, van een goed leven yVtrjlandig en gerenommeerd; welken folemneel zouden zweer en, dat zy haar oordeel zouden vellen zonder eenige faveur, ofte corruptie. — Praeëminentien , welken in het Placaat van Keizer Karei van den jaare 15-40, aan den Admiraal van de Zee zyn geconferveerd , zoo' ten opzigre van de uitrudingen, die door den Souverain van den Lande, als door byzonetere Steeden of Pestonen, ter Zee zouden worden gedaan. — En hoe zeer naderhand, in de jaaren H$hi en 1564, ter gelegendheid van een gefchil tuilchen de Staaten van Holland en den Giave van Hoorn, als Admiraal van de Zee, omtrent het publiceeren van een Placaat, en de uitoeffening van een ge Rechten van de Admiraliteit in den Lande van Hollmd, de toenmaalige Staaten van den zei ven Lande, die Rechten reclameerden ten behoeven van den Stadhouder van Holland, als een Recht waar van de Stadhouders en de Staaten van Holland van alle oude tyden in gebruike en poifeflie waren geweeft; zoo is nogthans het voornoemde gefchil, door tuflehenkomft en bemiddeling van Prins Willem den I,meteenie referye, in faveure van den Grave van Hoorn beflift. En dat die Praiëminentien ook naderhand, by en na, de ltigting van het Gemeebelt, aan den Admiraal van de'Zee zyn toegekend, zou kunnen blyken uit den inhoud van alle de oude Inflruéiien, Commiflien en Formulieren vanEede; als waar in duideiyk doorttraaid, dat alle de beftellingen van de zaaken van de Zèle moeten worden afgeleid uit de waardigheid van den Admiraal; en dat de Raaden, welken in de Collegien ter Admiraliteit wierden gecommitteerd, in de eerite plaa's waren Raaden van den voorn: Heere' Admiraal. — Immers in de Inllruftie voor de Subalterns Collegien in dato 19 January r^85-, worden de voorn: Coll legien genoemd de Gecommitteerde Raaden van Zyn Genade Graaf Mauritz van Najfau, ende den Raade van Staate van ae l^ereenigde Nederlanden, mitsgaders van de Staaten van Holland, ende Zy mo dien by Lede beloven gehoorzaamheid aan Zyne voorzeide Genade ende den Raad van Ötaa-  (i>) Btaarei teffaryl nog daar cn boven tweè van de Raaden» door den Admiraal Generaal, onmiddelyk in dezelven wier* den benoemd ende gecommitteerd. ü* En toen naderhand een gefchil ontltond over een Zitplaats van één Collegie te Amiierdarn, 't welk die van het Noorder-Quartier beweerden, dat fubreptivelyk en door iintÜre pradyken aldaar was geplaatlt, en zeer hoog door dezelven wierd opgenomen, advileerden de Steden in de Vergadering van Holland, om het differend te Hellen aan Zyne Excellentie, alzoo de Ordre'j Laft j en de Befoignes van de voorfz: fubalterne Collefien óf pinde cr den van de kenn Js ltlce beleid van Zyne Excellentie, door wien vervolgens het voornoemde gelchil ook is gellegt; - zoo wierden ook, by Refolutie van de Staaten Generaal van oen 31 January 1587 alle die Voorregten wederom in den Aomtraal Generaal gekend en erkend, en de onderhoorighetd van de Collegien en Raaden ter Admiraliteit aan denzei ven bepaald; al het welke wederom by deln/tructievan den jaare 15-97, ten behoeven van den Admiraal Generaal, onder het Opperbeftier van de Generaale Staaten, is overgenomen, — tin wy zouden een meenigte van oudere en nieuwere ReioJurien tot verdere ilaaving daar van kunnen te berde brengen, en alle de Commilfien aan de Heeren Admiraals Generaal Zcdert tuee honderd jaaren gegeven, ze-den, was 't nood, tot een verder getuygenitfe daar toe kunnen (trekken; zóó, dat 'er naauwelyks een eenig Point in de gefchiedeniflè dezer Landen, waar in zig anderfints, door de lange beroertens, weiken de opkomlt van het Gerneenebelt hebben verzeld, veele onzeekerheden opdoen; beter geconftateerd is, dan de Voorregten van den Admiraal Generaal, in het beleid, en het bellier van de zaaken van de Zee, met al wat daar van dependeert, en de onderhorigheid van alle de deelen van het Admiraliteits-weezen, aan de praerogative van die éminente Charge. —~~ Hebben dan de voormalige Souverainen dezer Landen; hebben dan naderhand de Generaale Staaten en de Bondgenoten, in alle tyden, de uitgebreide werkzaamheden van dat bellier, met zoo veel Wysheid,geplaatlt in de Perfoon van dien hogen Amptenaar, als waar door alléén eene zekere eenpaarigheid in alle de onderdeden van het zelve kon worden geöMerveerd: Wy hebben cok van Onzen kanr, met de korte uitweiding op deze materie, geen ander oogmerk gehad, dan om alle de Voorregten dter Praerogative beltendig onder het oog te hebben, en dezelve onder het opperopfigt van de algemeene Regeering in haare gantfche zuyverheid voor te dragenen te praM'erveercn • enalleenlyk getracht de uitoefTemng van dezelve, tot het grootlte oirbaar van den Lande, te fimplificeeren en te volmaaken. Welke dan ook de uitftag dezer deliberatien zaJ mogen zyn, Hoog Mog. Heeren, Wy hebben gemeend, uit overtuyging van 't geere zoo even is ter neder gefield, Onze lurpnie aan Uw Hoog Mog. niet te mogen verbergen, wanneer Wy, by Ons onderzoek over deze gantfche materie, het Formulier van Lede, zoo als dezelve thans ter G z Ver- Refolutie Hok land 17, 2(| Febrï g 3, 4, 7, 9 Maart J5S9.  dn Vergadering van Uw Hoog Mogende door de Raaden tet Admiraliteit word afgelegd, aandagtelyk vergeleeken by het 60 Articul van de lniiructie van den jaare 1597» waar utt het voorfz Formulier, uit kragt van Uw Hoog Mogende Refolutie van a July 1635- moeit worden geformeerd; en bevonden, dat uit de Periode van het zelve (Softe Articul, luidende, dat zy lieden, (de Raaden ter Admitaliteit) de Heeren Staaten Generaal, den Heere Admiraal Generaals tn haare beveelen , conform kaar en laft en Infiruclie zullen refpecteeren en gehoorzaamen na behooren, gelaaten waaren de woorden, den Heeren Admiraal- Generaal; waar door voorzeeker aan de intentie van de voorfz Refolutie niet was voldaan; als uaar by uierd voorgefchreeven, dat het meergemelde óoile Articul zou geredigeerd worden in een Formulier van Eed, om politive door de Raaden ter Admiraliteit te worden afgelegd; zonder dat 'er eenige deliberatien fehynen te hebben plaats gehad, om die woorden fpeciüce daar uir te laaten; en welken, onder verbeetering, naar Onze gedagten, zonder dien, daar uit niet konden worden geiigt, als in zig zeiven eene zoodaanige veranderinge in den aart van die hooge Charge involveerende, dat deszelfs oorfpronkelyke praeëminemie over de Raaden ter Admiraliteit daar by grootelyks wierd verminderd, en hunne onderwerping aan den Admiraal - Generaal verzwakt; ai het welke niet word verholpen door de Periode op het einde van hel meergemelde Formulier, waar by de Raaden belooven, dat zy zig zullen reguleeren tiaar uitwyzens hunner Injlruftie, als of daar door hunne onderwerping vtrtualiter dezelfde bleef; — tetwyl het niet milten kan, of ieder Gecommitteerde ter Admiraliteit, welke beide zyn Inltrucfie en geprasfreerden Eed te zaamen komt te vergelykeo, zig zeiven moet -geperfuadeerd houden, dat de uirlaating van die woorden niet zonder beduideniffe kan zyn geween1; — weshalven Wy de vryheid neemen, Uw Hoog Mogende in bedenking te geeven, of de voorfchreeve erreur, (want Wy moeten het voor eenen gepropageerden misilag houden) onverminderd alle andere deliberatien deezen aangaande, niet wederom dadelyk, door de reïnfertie van de voorfz uitgeiaaten woorden, behoord te worden gereedificeerd en verbeterd ? Maar Wy gaan voort; — die Raad zou dan treeden in de fchoenen van de Admiraliteits-Collegien, alle te zaamen genomen, en zoude exerceeren dezelfde Judicature over dezelfde Diftricten en Piaatfen, en op denzelfden voet, als die thans door de gemelde Collegien, ieder in haar reilorr, word geëxerceerd. — Zy zou aan zig trekken de invordering van de Middelen te Water, welken niet meer in de onderfcheiden Steden en Provintien op eenen ongelyken voet zouden worden geheeven; maar tot meerder genoegen van de Bondgenooten, en tot fiyving van 's Lands Finantien, overal, door een egaale practyck, wordengebene- ficeerd,  f i-9 ) ricecrd, en waar door de PxovintUale en Stedelyks invloed, ook op di; Stuk, zonde worden weggenomen. Z\ zoudei meerde* dan zulks nu m ge'.yk is, her belang Van de gantfche Commercie g>de liaan; — in één oogpunt vcre^nigd zien detv ltaat van alle lakkc > van den Koop jandei; — opfpooren de oorzaak ei) van het accres van deeze, en van het dcerés van geene; en dair omtrent Zoodaapigs voorzien ngen. nier meent.r kemis van zaaken, voor liaan, als.de omüandighceden mede brerg. n. Dan Wy gaan tor meerder bepialing over. — L)e ir.rigtmg van het Collegie van den R ad van Staaten is Un9 zoo vo'maakt , en z o ■ v-.. reéudemnen.ie mei de v> aate inzig-en eener Co fecderatte, als. die van deeze Prov ntien, voorgf komen, dat V\ y gaarne zouden utnkke> het zelve, met op/jgte tot deszells aan, tot etn model te doen d'enen voor de inrig-mg van dat Collegie, waar van U y oe int oJncrie aan Uw Hoog Mogende voordraag--n; Immers voor zoo veel éen tak van AdminiHrat c van toepaning kan worden gema kt op een ander van foortgehke Paruur. — \\ y bedoelertdaar meede hoofdzaake yk, da de Leeden, welken in drn Kaad ter Admiraliteit zouden zitten, even eens als by bei fitte Articul vm de Inltructte vnn deti Raid van Staaten van den 18 Juiv 165-1 's bepaald, > v Bede zouten rnu ntteer en van alt* p.tticul ere Lorrefp-mdentien j 't zy met de 'Provtnt'.en, tttedtin 0' private en particulier e Fe foonen t voor zoo verre bet zie d.n gem e-e ke,te mo;te wezen binder,ykt en dat zonder cenzen te neemen op de 'Provintien of \teden daar uit zy zyn gebooren (f ver koor en, aft particulier profyt aerzetve > j ofte van iemand anders, tnd* e.lleenl,k var oegtu zouden ho:.dtn de Eee Gods, ende de welwaard **\r*ntiVè>* ïig met de Sententie van ™? JwWty» bezwaard vindende, zoude oehooren SeUeeremVa° ^ 4eD Raad Zeive £e mo&™ Dan \\ y kceren rc;t den voorfz Raad weder. ~ Wy vleyen Ons dat v,n Ons al aanftonds niet zal gevergd worden PrWelyk te bellen, op wat wyze de werkzaamheid van den Raad zoude kunnen aanvangen, en hoe die van de Cohegicn ter Admiraliteit by dezelven, geduurende den TLa ?n iy a,s nog Zöuden opeten in wezen blyven, zoude afllerven, en pffim in den nieuwen Raad worden ingely.d. — Wy voor Ons, zyn genoeg van gedagten, dar al wat eemgfmts dtredie is, dadelyk aan dien Raad by desztlfs opngting, zoude kunnen worden gegeeven; doi ge ooven teffens, dat zulks, als een Pcin<3 vin veel détail, neit zou worden overgelaaten aan een particulier Befoipne met de regenswoordige Admiraiiteits - Minifters, en vvaar omtrent Zyne Hoogheid zoude dienen te worden verzot de nodige fch-kkingen te doen maaken, zoo dra de Bondgenooten tot het introduceeren van deezen voet van Adminiftrat:e zouden hebben gerefolveerd. — Voor het overige hebben Wy gemeend, ten einde dceïe Memofie met te veel te doen uitdeyen, een Conceptinftructie voor den Raad en deszelfs Minifters aap het einde deezes fu<ï Lttt. A te moeten overleggen, waar in de ze ftlandighe.d en het beftaah van voorfz Collegie meerder zal worden gedeveloppeerd; en weshalven Wy verzoeken, dat de voor.z Inlhuctie moge worden gehouden als hier ter Plaat fe ge rn Ier eer d. H k Wy n 1 3 ; Overgang der werkzaambeldl ïnjiruMi voor den' Raadc  Schets van den /iaat waar in de teegensivoor* dige ZeeDépartementen zouden kunnen worden gelaaten. Wy vertrouwen, dat door d*eze tnrigtirtg de zaaken v.m de Zee op een veel eenvoudiger voet zouden wordi n gëbragr, en zy zodanige con'fittëntie en aaneëtdci.a^èimg oëkomen, als deZelvert febief nooit in deete Landen hebben gehad, en Welke men vergeeffch daar san, in de regenswoordige gelfeidheid van zaaken , zoude zoeken te goeven. — Wy zyn nogthans van ged-gien , aangezièn den meerderen toeloop van beezigheden, in de Plaatfea waar de Collegien ter Admiraliteit thans zyn gefit ueerd, dat in dezelven de vereifchte voorzieningen zouden behooren te worden geöbferveerd, om ook aan die beezigheden, zelfs ha de vernietiging der Collegien, hunnen gevvóonen loop te doen behouden ; zoo, dat de belangens van de Commercie daar door geen/ints zouden Worden vertraagd, nogte den dienlt van den Lande in geene van deszelfs onderdeden uit het oog verlooren. — ln deeze Memorie zullen Wy niet treeden in alle de détails van de adminiiiratie, welken op de ondericheiden Piaaifen der tegenswoordige Adroiraliteiis-Départementen zouden moeren worden in het werk gelteld, geconlërvcerd, ofte vernietigd. — Zulks zal immers d prior i, en in dit tydliip, niet prseciefelvk kunnen worden bepaald; maar een der alkreerlle beezigheden moeten zyn van den algemeenen Raad ter Admiraliteit, en het voorwerp van een particulier Befoigne met de Leeden en Ministers der Collegien ter Admiraliteit moeten uitmaaken-, als welken, volkomen bekend met alle de locale détails, ook belt omtrent de plaatzelyke voorzieningen de gefchiklite voorflagen zullen kunnen doen. ^ Om evenwel de z?ak niet volkomen Onaangeroerd te laaten, en aan Uw Hoog Mogende een fchets te geeven, hoe dit 'werk zou kunnen worden behandeld , zoo hebben Wy geconfidereerd , dat, daar de voornaamlte beezigheden, in de Zee-Départementen zig gevoegelyk in drie takken laaten verdeden, te weeten, in het wérk van de middelen te Water , en de dagetyhfche 'Depêche voor de Commercie; ■— in de publicque werken, relatie hebbende tot den bouw en uitrultinge van 'sLands Scheepen; — en in de Militaire zaaken; het eerite vak zoude kunnen worden bezorgd en geadminiltreerd door twee of drie Commiffariffen, door den Raad daar toe met behoorlyke Inltructie te voorzien; welke alle kleine zaaken , niet excedeerende de fomm'a vart ƒ zouden kunnen afdoen: die de bezorgingzouden hebben omtrent de klaaringen der Scheepen, de uitgifte der Turkfche Pasporten, en de dagciykfche zaakeiï tot faciliteering van den ordinaris loop der Commercie, en wat dies meer is; en gehouden zouden zyn alle week, of op andere gezette tyden, Rapport van hunne verrigtens, met zeer korte Schriftuuren , aan den Raad in den Hage te doen ; ten einde alle voorvallende zaaken daadelyk ter kennille van den Raad zouden komen, en aldaar op zaa. ken van meerder aanbelang ten fpoediglten worden gerefolveerd. Dat  Dat, met opzigt tot het t^eeue vak, haamelyk, de f>ublicqne Werken, in zig bevattende de Timmcrage, de Sjouwery, de Lynbaan, alle de détails van 's Lands Werven; de zorg omtrent de Magazynen, enz: in één woord, alle de méchanicjue werkzaamheden; alle zaaken, onmiddelyk refforteerende onder de refpeciive Equipage-Meelters: ook aan de Opper, en verdere Équipage-Meeilers, zouden kunnen verblyven in conformiteit van derzelver Inltructie; onder alzulke voorzieningen en verandu oording, als men zou begryren te behooren. — Terwyl het derde valt, naamelyk, het Militaire 'Département, wederom in zig bevattende de détails van de werving van 't Bootsvolk, de Monlteringen, de compleetheid der RoÜe, den toelland der Scheepen , de afdanking van het Volk, de hoofdelvke betaaling, enz: met een behoorlyke Inilruciie mogelyk belt zoude worden toevertrouwd aan een of twee Oiixieten ter '/.ee, Vlag-Officieren ofte Capiteinen, ter plaatië woor.agtig; Welken op alle de voorfchreeve zaaken direct zouden correlpondeeren met den i aan die van de Provintie van Stad en Lande, met inlfantelvk verzoek, om dog éénmaal , gepenetreerd van de noodzaakelykheid der zaake, de voornoemde Rapporten en Plans in bchoorlyke confideratie te neemen; dezelven, is het nood, yder voor zoo veel hun aangaat, nader te laten examineeren, en fucceflivelyk zodanige verbeeteringen te laaten aanvangen en voltooyen, als met het belang der Marine van den Staat, overeenkomitig zoude zyn; — En dar, vermids aan den Heere Admiraal Generaal, en den Raad ter Admiraliteit, dat is, aan de generale directie in der tyd, allefints behoord te worden overgelaten, om van de Havens, Vaarwateren, Dokken en Zeegaaten, dat gebruik voor 's Lands Scheepen van Oorlog te  C 4* ) te maken, nis voor den dienlt ter Zee meefl dienflig zou worden geoordeeld, Hoogltdezelve zou behoren te worden verzogt, en ook aan dezen Raad ter Admiraliteit gerecommandeerd, om met opzigte van de verbeeteringen, welken uit hoofde van de voorgemelde Plans en Rapporten, indezen oite gccnen Oord, zouden behoren te worden aangevangen ofte volbragt, aan de Heeren Staaten van de refpective Provintien , wien de zaak zoude mogen concerneeren, dien aangaande in der tyd de nodige Propofitien en aandrangen te doen, zoo als tot het voorfchreeve oogmerk meelt dienltig zouden weezen. — Wy zyn meede van begrip, dat om de veranderingen, welken zig in de Z,eegaaten deezer Landen van tyd tot tyd doen befpeuren, gade te flaan, en by tyds de nodige voorzieningen te maken: het ten uiterlten dienltig zoude zyn, dat een CommilTie van kundige Officiers enlngenieurs tot de infpectie van de Zeegaaten van tyd tot tyd wierd gecommitteerd; en dat de zorge daar van ijieede aan den voornoemde Raad behoorde te worden aanbevolen, en de behandeling daar van aan denzelven overgelaten. ■ . En dat zoo ook, aangezien de Loodfen in de Provintie van Holland, aldaar itaan onder het beltier van het Collegie van de Pihiage, en zy in zommige opzigt en meerder onderwerping aan de Admiraliteit zouden behoren te hebban; aan denzelven Raad meede zoude worden overgelaaten, om ook daar omtrent aan het Collegie van de Pilotage zoodanige Propofitien te doen en fchikkingen voor te flaan, als teo meelten nutte, gezamemlyk oirbaar zoude kunnen worden geoordeeld. ——. Wy hebben nog maar een gedeelte van Onzen fait volbragt, Hoog Mogende Heeren! aangezien de provifioneele voordragt dezer Memorie tot dus verre meerder heeft ge- " lopen over het beltier en eenige verbeeteringen van het < Wezen van de Zee, dan wel over de generaale defenjie te Water, mitsgaders over het beramen der middelen, welken, gefebikt naar de Finxntieele vermogens van 't Bondgenootschap hi het generaal, en van yder der Bondgenooten m hel b>yzonder, daar toe in Vredens tyd op een befieudigen voef gereguleerd, en door. het brengen van permanente poften op den Staat van Oonog geconjlateerd en vaftgejleld zouden behoren te worden, gelyk de teneur is van Uw Hoog Mog. Reiolutie van den 4 xMey 11%$. En voorzeker, zal eene Marine aan de eindens, waar toe zy is gedeltineert, voldoen; zoo zal het vooral noodzakelyk zyn, dat de Bondgenoten, op een regulieren voet zamenlopen tot de middelen, nieï alleen om dezelve éénmaal in behoorlyken ltaat te brengen; maar ook om dezelve op zodanigen vallen voet te houden, dat ten allen tyde gereede dienlïen daar van kunnen worden verwagt; en dat men by het opkomen van een Oorlog niet genoodzaakt zy aanltonds de uiterlte efforts te doen, om den Vyand het hoofd te bieden, nogte aan eene overrompeling zy bloot- L ge- Staatvan Defenfie te Water.  Poften ot. éen Staat van Oorlog. ( & ) |efteld. -3 En daar toe komen verfcheide zaken in aanmerking; als daar is de bepaaling van de Zeemacht van den Staat,, ofte het getal en de Charter der Scheepen van Oorlog, die beftendig in tyden van Vreede aanweezig zullen moeten zyn; mitsgaders de Aanbouw, en reparatie, welke van tyd tot tyd zal moetën worden gedaan, om die Lighamen in behoorlyken ltaat van fuppletie en van onderhoud te conferveeren, — daar komt vervolgens in aanmerking de kótten van een jaarlykfeh Equipage; t'welk geproportioneerd zal rooetep zyn* eensdeels aan de protectie, die de onderfcheiden' belangens van de Commercie en Scheepvaart zullen komen te vorderen; en anderdeels aan het getal der Scheeps-Officiefen en Scheeps-Volkeren, welken in den dienft ter Zee zullen moeten Worden geöeffend; — eri 't welk meede eenigfints zal moeten geproportioneerd zyn aan het pröbabel gebruik, 't welk by het uitbreeken van een oorlog ter Zee, van de Zeemacht van den Staat zal moeten worden gemaakt, 't zy tot deszei vs eigen en individueele defenfie; 't zy ter zake van eenig geftipuïeercf Subfidie by Tractaaten van Alliantie; — al het welk niet zal kunnen worden volbragt, ten zy men den voet van permanenten dienlt zoodanig reguleere, dat dezelve by eene opkomende vermeerdering van de magt ter Zee voldoende zy, om die vermeerdering de nodige kragt by te zetten; — meerdere zaken komen hier nog in aanmerking, welke Wy #één voor één, voor zoo veel zulks gevoegelyk zal kunnen gefchieden, op haar plaats zullen optellen, en op haar zeiven afhandelen. Daar nogthans de aangeleegendheeden van eene Mogendheid, zelvs in tyden van Vreede, niet beltendig dezelvde zyn; en dat eene verJigte Regeering zyne inwendige operatien reegeld op het geene daarbuiten omgaat; — en dat vervolgens de politicque gebeurteniilen, hoe zeer ook niet dadelyk in verbinding met den Staat van den Republicq , by vervolg van tyd invloed kunnen hebben op de zaken ên de belangens van dezelve; zoo volgt het van zelve, dat daar vari d frtori geert praecife bepaling kan worden gemaakt; aangezien de hoeveelheid van alle Militaire magt af hankelyk zynde van de omftandigheeden, waar in men zig bevind, dezelve ten allen tyde door de Bellierders van het Gemeene-beit moet worden bepaald, en gevolgelyk veelmalen moet varieeren. ——- Het zoude dan van Onzen kant bezwaarlyk zyn eene to- } taaie fomme te fixeeren, welke, als eene permanente polt op den Staat van Oorlog gebragt zynde, zoude uitmaaken het montant van die penningen, die de gezatnentlyke Bondgenooten jaarlyks voor het weezen van de Zee zouden hebben te furneeren; —— Wy herhaalen het nogmaals; de benoodigdheeden voor de Marinefaarlyks kunnende en moetende varieeren, zoo word zoodanige praecife bepaaling onmogelyk; weshalven Wy verzoeken Ons te mogen vérgenoegen met eenen middelweg tuffchen die onzeekerheeden in te flaan, en aan Uw Hoog Mog. en de Bondgenooten éen beitek by approximaue te mogen geeven, van het geene  ne Wy meencn den Staat van Oorlog voor de Marine in ord.narrs tyden te zullen moeten uitmaken; ^ en deeze grond ééns gelegd en geadopteerd zynde, zal het aan den Heere Admiraal-Generaal en aan den Raad ter Admiraliteit volgens de kennis die hoogftdezelve van de temporede btaats-aangeleegendheeden van het Gemeene-belt zullen hebhen moeten worden overgelaten, om, telken jare, aan de Bondgenooten een gezigt te geeven van het geene pr*cifeJyk, tot de bedoelde eindens, zal moeten WordengeemPloyeerd, en in een poll op den Staat van Oorlog voor dat jaar geconverteerd. ö ac Wy zullen, dit nog voer af zeggen, dat Wy ónnodfe hebben geacht, dat voor ydere afzonderlyke benoodieheid van de Marine eene fpeciaale fom op den Staat van OorJog worde uitgetrokken: hoe zeer zulks in deeze Onze beMkem5g ?°êinans ?al gefchieden; ten einde aan Uw Hoog Mogende den grond aan te toonen, welken Wy byraamm? in deeze bereekemng hebben gevolgd; - maar Wy bcgrypen, dat wanneer eene roraale fomme op den Staat van Oorlog, voor de maiJa der te praefteeren* dienlten, zal zVn gebragt, daar van een onbelemmerd gebruik aan de Zee diretfie moet worden overgelaten; midsde penningen alléén yk tot de eindens van dienlt, en tot geene anderen, zulen worden gecmployeerd; en waar van ten allen tvde zal kunnen blyken uit de verandwoording der penningen, die de Raad volgens zyne Inrtroftie zal gehouden zyn Fe doen! daar en zoo het behoord. 7 ' Die totaale fomme zal dan eigentlyk zyn het exces van aj!e de kollen van de Marine, (de buyshoudinge da. ^ben overgeIeêd; en waar uit blykt dat de Heeren Vlag-Oflicieren.de Zeemacht bepaalenqpji Scheepen van Linie, en 4% Fregatten , mitsgaders eenige AdvisJagten, welk getal door voornoemde Heeren Gecommitteerden by moderatie gebragt is op 40 Scheepen van Linie en 40 fregatten, en op 10 a i% ligte Vaartuigen. • , Was de ltaat van 'sLands Finantien zóó vrugtbaar, dat buiten en behalven alle anderen onkoilen, daar uit het onderhoud van éen dier beide begrotingen konde worden gevonden; Wy voor Ons zouden 'er niets teegen hebben,en gaarne acquiefceeren in een voorflag, welke de RepubJicu tot zoodanige aarftienlyke Zee-Mogendheid zoude verhef- L iv fen ; ZemacÜi  (44) fenj — dan de fobere toeftand van 's Lands penningen, en de toereikendheid van eene geringere Zeemacht, hebben On* mt eene bepaaling doen overgaan, welke, naar Onze gedachten, geëvenreedigd zal worden gehouden aan de kosten, die de Bondgenooten tot dat voorwerp kunnen ïmpendeeren, en tot den rang, die deeze Staat onder de ZeeMogendheeden bekleed. — Die proportie behoord daar en boven te worden gecombineerd, met het getal der Scheepen, welke, by eenen opkomenden Oorlog, zullen kunnen worden geëquipeerd en in Zee gebragt, zonder de Commercieerende Ingezeetenen van den Staat, met het afvorderen van den vyfden, ofte derden Man, te veel drukken; — en voorwaar, worden de Koophandel en Scheepvaart met reclit voer de zuiverlte bronnen yan Ons beitaan gehouden, zoo volgt daar ook uit, dat die twee voorwerpen met de tederide zot ge moeten worden behandeld. — Zal men dan den Haat van 'sLands 'Zeemacht te boog nemen; dat is, zóó hoog, dat het getal der voorhanden zynde Scheepen verre overtreft het getal der Scheepen, die men in Üaat zal zyn in Zee te brengen ; zoo ontllaat daar uit eene onnodige koübaarheid, welke door geene motiven hnegenaamd kan worden gelegitimeerd. — Wy, voor Ons, na de zaak van alle kanten te hebben bezien, geloven,dar, zoo wanneer een getal van dertig Scheepen van Linie en van veertig Fregatten, met eenige ligte Vaartuigen,beftendig in goeden en behoorlyken Haat by den Lande wierden gehouden, zulks al eene vry aanzienlyke magt ter Zee zoude uitmaken, — en vooral, indien men daar by wildeadopteeren den voorflag van de Heeren Vice-Admiraals Reynlt, en Zoutman, [te vinden in hunne Memotie,gevoegd agter de Bylaage Litr. D,]om,namelyk,de Schepen van de OottIndifche Compagnie, in tyden van nood, de plaats van goede Zeitigers, te doen betreeden; tot welk einde hun lengte op 160 voet zoude behoren te worden gebragt;hun onderile Battery wat hooger uit het water gevoerd,en hun ttghaam en gedaante, ten fine van beetere bezeildheid, eenigzints zoude moeten w7orden veranderd. En om dit iaatfte point niet meerder te behoeven aan te Toeren, zouden Wy provifioneel van advife zyn, dat van zoodanig Schip, ten kollen van den Lande, een pToeve zoude kunnen worden genomen, om het zelve,by ondervonden fuccés, tot een Mal ofte Model te doen dienen, waar naar de Scheepen van de Ooftindifche Compagnie, zoo nietalle, ten minften eenigen, zouden kunnen worden gebouwd; en 'l het welk vervolgens aan de voorn: Compagnie, met overdoening van het Schip zelve, zoude behoren te worden aanbevolen. ——• Indien Wy het getal der Fregatten zoo veel groter als dat der Scheepen van Linie hebben genomen, zo zyn Wy daar toe gekomen, uit confideratie, dat Fregatten in Vreedens-tyden genoegzaam alléén worden gebeezigd totdeeindens van dienlt; terwyl daar by nu en dan een Schip van Linie word gevoegd, om de Officieren en Scheeps-volke- ren  ( 4ï> ren in de oeïïcning der Manoeuvres van twee deks Schee- pen ie kunnen onderhouden. En wat aangaat de Scheepen van Linie; —-.. aangezien de zwaaifte het meelt in een Actie vermogen;-—.hebben Wy gemeend, dat het voorfz: getal van dertig Linie-Scheepen gevoede!yk k. n worden verdeeld in vyftien Scheepert yan 74 Stukken, zynde de grootlte Charter, welke Onze Zeegaaten kunnen toelaaten; tien Scheepen van 60, en vyf van 50 Stukken; terwyl het getal der veertig Fregat¬ ten zoude kunnen worden verdeeld, in f Veertigers van twee lagen, als ééndeeis beter gefchikt tot Convoyopfommige reyten, en andersdeels van meerder defenfie in geval van Actie; vyf Veertigers van ééne laag; veertien Zes en dertigers, en zeitien Twintigers, — en daar naar zoude men zig by het doen van aanbouwen kunnen reguleeren. — Dan, aangezien een Scheeps-lighaam beflendig deterio- ï reerd., en de Zee-macht vervolgens ras zoude verdwynen, indien daar met gedurig de hand aan wierd gehouden,zoo zal de zorge van de Regeering ook daar op behoren uitte lopen, dat die Zeemacht in liaat van fuppletie door eengenoeg?,aamen aanbouw en reparatie worde gehouden; -—u. en Wy zyn van gedagten, dat een langzamen Aanbouw, welke geduurig aan, vólgens' den degradeerenden ltaat der Scheepen, zoude gefchieden, daar toe dienltigerzynzoude, dan een extraordinaris Aanbouw om een zeker getal van jaaren; em in zóó verre h ■■-ben Wy geadcptèerd den voorflag van de Gecommitteerdens uit de Admiraliteits Collegien, in de meergemelde Memorie ter neder gefield, als waar by, door eenen langz amen Aanbouw, om de 15 jaren, zouden wórden aangebouwd zes Scheepen van yder Charter , en welke vcrdee'.ing naar de repartitie van Zes- dens föhynt te zyn bereekent; dog, vermids in dien ltaat van zaken, weiken Wy hier boven-hebben voorgedragen, de repartitie van Zégden:, zoude komen te vervallen, hebben Wy het' qunntum van den langzamen Aanbouw getracht te combineeren met de Iterkte van de Zeemacht,en de gewoonlyke duurzaamheid van de lighaamen van Scheepen. —— Dor 11-men deeze te bepaalen op dertig jaaren ? 't welk mogelyk wel eenigzints ruim Tchynt genomen, dog ook wederom niet verre van de waarheid zoude afwyken, indien de Scheepen mét behoor'lyke z rge, en niet met overyling wierden gebr, ; -. !; dorlt men," zeggen We, de duurzaamheid 'van een Schip op dertig jaaren te bepaalen, zoo zoude door den langznamen Aanbouw de Zeemacht van den Staat in yder dertig jaren moeten worden vernieuwd, en daar uit zouden Wy den grond haaien, om een der polten van den Staat van Oorlog met genoegzaame nauwkeurigheid te hxeeren. De zaak dan uit dat oogpunt befchouwd, zoozoudende kollen, vereifcht tot Aanbouw van de dertig Scheepen van Linie, en de veertig Fregatten, waar uit Wy üraks hebben gemeend,dat de£eemagt van den Staat,in tyd van Vreede, zou kunnen beitaan, volgens de bereekening van de fup- M ple* \angzamen Aanbouw.  Reparatl van Schee» pen. Jaarlyh fche Equipage. ( 4« ) pletoire Petitie van den 3 October 1781, te vamen ge-romen de fomme van /x» 349695'• o- o bedragen , en dus voor yder der voorn: ciertig jaren de fomme van ƒ.7183x3 00—wanneer men nogthans daar by in confideratie reemi, dat de bereekening van de voorn: fuppletoire Petitie gedaan is in een zeer kof» ba ren tyd, 7,00 wegens de fehaarsheid van de Bouw-Materialen als van Arbeids-volk, en wegens meer andere cmftandigheeden, weike tot grootere duurte in dien tyd hebben zamengelopen: zoo zyn Wy van gedagten, ei.it de begrooting van den jare 1781, miiTchien mei zj ten honderd, ofte \ zou kunnen worden verminderd; weshalven de voorfz: poll voor een langzaamen Aanbouw , Ofte het maintineeren van 'sLands Z-eemacht, dertig jaarendoor één gereekend, 'sjaars zoude bedragen de fomme van ƒ5:462.4x- o- o welke tot het voorfz: einde op den Staat van Oorlog zoude moeten worden gebragt; waar by alïrtë• de zal moeten worden gevoegd bet beloop der kollen, Welke tot het onderhoud van 's Lands Scheepen zullen moeten worden gefpendeerd; en weiken, om daar van als nu alléénlyk een fchets by approximatie te geeven, byoverflag gecalculeerd teegens f 700c o', o voor een Schip van ■—■ 70 St. 6000 o o voor een Schip van J.6 — ycoc o o voor een Schip van ■ '5-0 — 400. o| o voor een Fregat van >. 40 — 35-00 o] o voor een dito van 36 — en ol o voor een dito van t —'zo — voor yder jaar, en bereekend over de gemelde dertig Schepen van Linie, en veertig Fregatten , zoude uitbrengen de fomme van ƒ319000- o- o waar meede de Staat van Oorlog insgelyks, of met zoo veel groter of geringere fom,als de voorn: reparatie en onderhoud waarlyk zoude hebben of mogen bedragen, jaarlyks zou behoren te worden gechargeerd; — en vermits al verder deze poft geformeerd Word naar het aantal der Scheeps L'ghaamen, welken voor handen zyn; zal dezelven van jaar tot jaar kunnen varieeren; en ten einde zulks van jaar tot jaar te bepaadën, zal het aantal en de kollen van onderhoud van de Schepen, waar voor de vootfz Subfidie word genoten, in de verandWoording van den Ontfanger Generaal van den Raad ter Admiraliteit moeten worden geverificeerd met een Certificaat van een of meerdere der Equipagiemeefters, en vaneen of meerdere der Scheeps Timmermansbaazen, ofte cafuqnoj van den Conllrucleur Generaal, waar by, op den Led aan den Lande gedaan, zoude worden verklaard, dat devoorlz Schepen in der daad waren in flaat voor de Zee, en om behoorlyken dienlt te doen. ~ Daar mede dat poinct in zyn gantfchen zamenhang hebbende afgehandeld, gaan Wy over tot een ander, 't welk roede als een der permanente polten op den Staat van Oorlog zoude moeten worden gebragr; Wy bedoelen de kos^ ten voor een jaarlyks Equipage: dan waaromrrent Wy al wederom moeten laaten voorafgaan, dar hetzelve, naar Onze gedagten, geenfinos pracifelyk, d friori kan worden ge-  ( 47 ) gchxeerd, en ten allen tyde zil moeten afhangen van dé onhandigheden en de voorllaagcn, welke de Heer Admiraal Generaal tot dat einde aan Uw Hoog Mog. zal nodig oordeelen te doen, — Ons oogmerk is dienvolgens geeniints om aan Uw Hoog Mog. en de Hondgenoten een praïQiefen Haat open te leggen van de fomme,'welke voor dit oojeci op den Staar van Oorlog zou behooren te worden gebragt; daar h t voldoende zal mogen worden gerekend * daar in een overllag ie maaken, ingerigt naar de vereifchtens van een behoorlyke protectie voor de Commercie eri Navigatie, en naar het belang van den dienlt, om een altoos toerykend getal van geoefende Orfk deren en Scheepsvolkeren by de Zee te hebben; terwyl Wy al verder On moet worden overgelaaten. —— Verliezen Wy dan niet uit her oog het fitnntieel vermogen van de Bondgenoten, dan zal het jaarlyks Equipage van 40 Schepen, waar onder 4 van 50 Stukken, als aan Ons door de Heeren Gecommitteerden uit de Collegien ter Admiraliteit in de meergemelde Memode opgegeven, en belopende in alles de fomme van / 4148000- o- o naar Onze kennis van zaaken, dat vermogen verre te boven gaan; en het is ons daar en boven zoo conliderabel voorgekomen, dat wy zeer zouden twyffelen, of wel eene Zee-Alogendheid in tyd van Vreede, en buiten vreeze van eenen naderenden Oorlog, zoodanige koltbaar Equipagie inZeezend ; Wy geloven, dat een Equipagie van twintig Schepen, waar onder begreepen een kleyn Esquader voor de Oolt-Indifche Zeeën, aan alle emdens van den dienlt in Vreedenstyd zoude kunnen voldoen, 't welk de voorn: fomme met de helit zoude verminderen; — Wanneer men nog verder daarby in confideratie neemt, dat de voornoemde Equipagien niet het geheele jaar door in Zee zouden zyn, als by voo beeld, de Schepen gedeltineerd naar de Noordzee, en voor Kruyflers op de Ooit Indifche Retourvloot; dat de Equipage-kollen van ƒ 40- o- o per kop 's maands, zouden, als voor dezen, worden gebragt op ƒ 36-0 o; dat de twee maanden gratificatie zouden kunnen celleeren; — dat ook het gebruik van de Mariniers op 's Lands Schepen de voornoemde Equipage - kollen eenigfints zouden doen verminderen; en dar daar en boven de Schepen in tyden van Vreede met minder Manfchappen, mogelyk zonder ondienit,zouden kunnen worden bevaaren; — zouden atle die omttandigheden te zamen genomen de Equipagekollen voor gemelde twintig Schepen, dat is, Fregatten, roerkelyk bezuinigen, en eene fomme overlaaten van omtrent ƒ izooooo o- o, welke alzoo by raaming geformeerd, op den Staat van Oorlog voor een jaarlyks Eejuipage zou kunnen worden gebragt. Buiten en behalven dat wy van gedagten zyn, dat hec voorgellagsn getal van twintig Schepen, voor het meeren- fvl z deef  C 4 ) deel Fregatten, tot een jaarlyks Equipage voldoende zoude zyn, zoo öordëelëh Wy, dar, het zelve getal in een zekere evenreedigheid ftfat met her getal der Scheepen, en voor al Fregatten, waar uit wy de Zeemacht hier boven hebben doèn beitaan; aangezien 'er altyd een genoegzaam getal Scheepen voorhanden diend te. zyn, om .de Scheepen welken in Zee zyn geweeftén: reparatie.nodig zouden mogen hebben, af te lollen en/te "vervangen; al het wélke, by.debegrooting, opgegeven door de Gecommitteerdens van de Admiraliteit, naar ons inzien, niet zoo zeer ia het oog fchynd gehouden te zyn.- —— De verdere Poi'rttcn, waar voor permanente pollen op den Staat van Oorlog zouden behooren te worden uitgetrokken, 'bellaan: Voor eertt, in de koffen van vier a vyf Wagtfchèpen, tot beveiliging der Stroomen en weering van fraudes, en welken tefiens tot oeffenjngi van het Zeevolk, en tor plaatzing en afwifl'eling van nieuw Opgeworven Manfchap, zouden kunnen dienen;dog waar van de begroting zal afhangen van de wyze, ; hoe men dezelven zal nordig vinden te doen equipeëren. —— 2. In een Corps a.Marinierswaar op zedert lange j zoo wegens deffélfs nuttigheid, noodzaakelykheid, en aanmoediging tot den; Zeedienlt, is geinfteerd geworden, ten einde ten, allen tyde een geoeffend Corps Zeè-Soidaaten < f AniHeriilen by de hand te hébben, en. waar v>n een gedeelte in Zee , een gedeelte op s|e Wagtfcliepejji,, en een gedeelte aan de Wal, by beurte, zouden kunnen worden geëmplo! yeërd. r*—r ji In de kollen vereifcht voor het toeleggen van ze--' kerè'valle Trafiementen voor een genoegzaam aan, taf van Vlag-Oöicieren,. .Capitains ter Zee.,-Gap;: ' Lie'utériarit ofte Commandeurs, [welken als een intermediairen rang.ju/Tenen die- vanvGapitain. en van' .Lieutenant,.weder zpu behoren te worden gerein,tróduceerd;] voorts voor. een zeker getal Luy tenanis Stuurlieden en Schippers, voor den ryd dat alle de* ïze!ven aan de Wal. en niet ter Zee zyngeëroployeei dj ten einde dezelven niet zouden genoodzaakt worden, by gebrek van genoegzaame "middelen van be• ftaan, den dienlt. te verlaaten, en naar elders fortuin welgaan zoeken. i Voor alle^dewelken de kollen thans niet wel an|ders dan by. raaming zouden kunnen werden ge;fixeèrd, uitgënomen ailïïenlyk voor een Corps Ma|ririiers, waar voor de lom kan worden uitgetrokken en bepaald, op ƒ 5-53351- 15- 8, ccniorm den *oct$ag> daar toe-door Zyne Hoogheid, ter Vergadenng van; Uw Hoog Mogende op den 17 Maart jongitleden gedaan; dog.welke, alle te, zamen geno... f^enj. waarlchynelyk de fomme van / icooooo- c- c niet* zouden te. boven gaan. Laat»  ( 49 ) 4- Laatftelyk de koften van de Huyshoüdinge van dc Admiraliteit; waar omtrent al wederom niets zeeKers, vooral in eene nieuwe voet van adminiftratie, zal zyn te bepaalen; — Wy meenen nogthans, dat de lornme van ƒ 500000- o- o niet te laag zal zyn ge1 dd, na dat al het onnodige zoude zyn afeefchaft, alle mogelyke oeconomic betracht, en de gantfche directie tot den algemeenen Raad, in voegen hier noven is voorgeftaagen, overgebragt zoude we- Wanneer nu alle de bovengemelde fommen by den anderen zullen worden gevoegd, te weeten• Voor den Aanbouw — 1 ƒ J4fx.% 0 0 Reparatie van Schepen 7 \%oto o o Vafte Tractementen ~ ~ IOooooo c o De Huyshouding ~ sooooo 9 0 \v 11 Zr° bedr"gd zu^s de fomme f} 56514%/ o o welke tomme zoude uitmaaken de totaale dépenfe, welke de in ftandhouding van de Marine ^jaarlyks zouden komen te vereiflehen. Xergdykt men vervolgens daar mede het nwntant der ordmans Inkomften van alle de Collegien ter Admiraliteit, zoo als die onder anderen door de voorfz Collegien aan Ons zyn opgegeven, vyf jaaren door één gerekend (van 1 January 1781 tot ultimo December te weeten: Van het Collegie op de Maze 1 ƒ 4483x1 c o Amfterdam , 6 0 0 Zeeland 165164 o o Weltfriesland en 't Noorder-Quartier 84811/ ©ƒ o Vriesland — 7H79 0 0 uitbrengende een totaal ■ /119558b o • 'sjaars over yder der voorn, jaaren; — ên confidereerd men, dat die fomme door f eene verbeetering in het Middel van het Admiraliteits Zegel, zeer waarfchynelyk zou kunnen worden vermeerderd, met de fom vaJ- ~ —7 — 1 ƒ10000 o o rin verders geconfidereerd zynde, dat de ordinaris Inkomllen door een egaalder practyck op de heffing van de Middelen te Water, zonder meerder bezwaar van de Commercie, en zelfs met vermindering van verfcheide Speciën in de Lyft vai den jaare 17*5» zouden knnnen worden gebenificeerd met twee a drie Tonnen gouds, dus hier, by raeming . 200000 0 Q Dog welk Point op een ander plaats bree- der zal moeten worden verhandeld. zoo zoude het geheele montant daar van be- .— — —■ draagen de totaale fomme van —, ƒ1405588! o o N Welke  Ëédömmdgemeni voor AmpknaarSi ^.oiasn gevonden uit een Foit, op den Ötatu van Oorlog, welke ( 5o ) Welke fomme vervolgens afgetrokken van de hier boven vermelde lomme ' van ƒ 3565-141: c: o over zoude laaten de fomme van ƒ 1159654: p: o voor het beraamde, en waartfchynïyke montant van alle de kollen te zalmen genomen, fiie 's jaarlyks door de Bondgenooten voor de zakken van "de Zee zouden moeten worden gedraagen, en op den Staat Van Oorlog gëbragr. By de over weeging van deeze materie is Ons piet geëchapeert de voorflag van de Heeren Staaten van Utrecht by derzelvèr Refolutie van den i"Apnl 177S, welke hier boven by een andere geieegencheid reeds is aangeroerd, brn naarnel notabelfte en een derto^amftiZortlplT waar op de hooge Regeering beflendig heeft te l/rTJn. ' hTdeentZ;1Vn'd ^kfe ophoor d ge uï. neid en onderftand van t gemeene-weezen; — is dK geheèhV Lande NdaVf ^ ^ J"ï Van ^Poe? vt?Tel geneeie Land; de Zenuw , die het eehrrt» u «mlyke nuttigheid aan de La»d.Trovttie« 11a"k6" 8«nei derwaards in- en 000^^7^?,! °v°an • get ren R~j een beëedigd Declaratoir af te geeven van de quantiteiten q lalittit van de Victualie, dié zy zullen hebben aan boord ( gelterkt met het Declaratoir van de Officieren hunner Scheepen,omtrent den ltaat, waar in zy de gemelde Victualie hebben bevonden en óntfangen. —— O En1 K'enigë zinigc déds.  Convoyen en Licenten. ( ti ) Én als zoödaanig is Ons al verder toegefcheenen de bedenking van meergemelde Heeren ©exornrrtjt teerden omrent de pollen van Fiscaal en van Secretaris van de Vloot; in waar omtrent Wy met hun in he: zelyde gevoelen liaan, jat die twee polten nier in dezeivde Perfoon zouden behooren te worden gecombineerd, gelyk zulks al veeimsalen is geichied. Van dien aart hebben Wy insgelyks geö rdecld de ver* Iroofting welken aan Zieken, aan'Boord van'sLaodsSchoepen, van tyd tot tyd, zou kunnen worden gegéevén, door de Chriüelyke zorge en de meerdehulpzaamhetd van een Predikant; als meede in het generaal'tot oèffeaiög io den Godsdienst en tot beteugeling, zoo veel mogelyk, van alle verregaande onzeedelykheeden; to: welk einde. V. y hegrypen, dat, wanneer \ Lands Scheepen in ■■fc'j-qgaders zullen in Zee gaan, op het Schip van don CommandeerendeOrticier, een Predikant gevoegelyk zoude behoor, u te worden meedegegeeven. — Van d en aart is Ons meede vvoofgekomè'h het kooperen van 's Lands Scheepen van Oorlog; waar omtrent Wy meede van gedagten zyn, dat de befchikkingen dien aangaande aan den voorfz: Raad ter Admiraliteit behoord te worden overgelaaten. Dog daar deeze Memorie door de veelheid der Marèrie, tot dus vei re al tot eene grootere lengte is uitgeleid , dan Wy in den beginne wel hadden verwagt, bfteOnze wenfeh is geweelt ; zullen Wy Ons onthouden om dezelve met meerdere pointen, welken de onderdeden der directie uitmaaken, aan te vullen; geperfu'adeerd aan den éénen kant, dat Onze pogingen Ons tot dus verre ten befte zullen worden gehouden ,o en dat, van den anderen kant, alle de voorfchreeve pointen, en meer anderen, welken Wy, niet herben aangeroerd, beeter, en met roeerder détail, zullen kunnen worden behandeld en naargegaan door die geenen, die met de generaale adminiftratie van'de zaaken van de Zee zouden mogen worden gelaft, dan Wy Ons geroepen agten te moeten doen. — Dog Wy vinden Ons niet te min genoodzaakt, nog een oogenbhk Itiile te itaan by de befchouwing van de Convoyen en Licenten. Wanneer Wy op verfcheiden plaatfen van deze Memorie het werk van de middelen te Wat el», alleenlyk als in het voorby gaan hebben aangeroerd, zoo gaaven Wy daar mede nograns duidelyk te kennen, Hoog. Mog. Heeren, dat Wy als toen het voorneemen koeilerden, om deezegewigtige materie, waar by de belangens van de Commercie en Navigatie, en de hand aan hand gaande prosperheitvan den Lande, zoo grootelyks waren geconcerneerd , mer eene zeekere uitgebreidheid, te behandelen; • en hoe zeer dit onderwerp by Uw Hoog Mog. Refolutie van den 4 Mey 17S5- niet roet zoo veele woorden aan Ons onderzoek was aanbevolen: be-greepen Wy niet te min toenmaals, dat de redreSlen m de Collegien tet Admiraliteit, waar van Uw Hoo» Mog. Refolutie fprak, ook behoorden te loopen over 0 eene  (li). eene adminillratie, vvn.ir van de goede, ofte de kwade uitwerkzelen, buiten de extraordinarii Subfidien, het eenigÜe voedfel en beilaan aan d- vomfz Collegien moellen vertrekken en gevolgelyk gefchikt warren om den bloey en vooifpoed van het Gemeenebell te bevorderen, ofte te on* dermyncn: d .n Wy waaren naauwlyks toegetreeden tot opzettelyke deliberatien over den ophef van de middelen te Waaier, ofte Onze gedagten omnngen eenen gantfeh andoren loop. Wy befpeurden ras, het geen Onze individoeele ondervinding en oplettendheid Ons al over lange hadde geleerd, dat het zeederd de oprigting van de Republicu niet had gemangeld aan herhaalde klagren, en aan tene be; baazende meenigte van pro; ofitien,om die klagten weg neemen ; — maardat ook alle die k)agien,en alledie propofitien, waaren gebleeven eene doode lener, welke de Regiliersder Refolutien van Uw Hoog Mogende, en van de byzondere Provinciën had aangevuld, zonder dat ooit eenige belooning, door de hoop van het mirilre (ucccs, daar van zy toegekoomen aan die geenen, aan wien de ondankhaare en verdrietelyke taak was opgelegd, om Plans van verbeetering dienaangaande te ontwerpen, en dezelven met de belangens van den Koophandel en met de billyke verwagting van de mce/le der Hondgenoten, die dat gedeel e hunner Provintiaie Middelen aan het algemeene welzyn , met de uitzigten op een egaale heffing, hadden opgeofferd ,heitaanbaar te maken. Maar alle die mislukte pogingen zouden Ons niet affchrikken om de voetllappen Onzer Vooavaderen op nieuw te betreeden, en Ons een weg te baanen door een doolhof, waar van alle de paaden met dilielen zyn omzet, en welk welhaait ondoorgankelyk zal werden: iniicn maar de zwak-, fle fcheemering van eene vroegere of laatere hoop zig opdeed, om tot net gewei,fchte einde te geraaken. Dat gewenfehte einde zal nimmer, in deezen toefland van zaaken, worden bereikt! — het gebrek, het groote gebrek, Hoog Mog. Heeren, is niet geleegen in den aard van de middelen, welke men van tyd tot tyd heeft voorgeflaJgen; — eene keuze van middelen zou onder eene reguliere en belangelooze adminillratie al over lange zyn gedaan geweeit. — het gebrek fchuild in de inrigting.van de zaak, in de ingewanden van het Admiraliteits-weezen. — T'is zeeker veel gevorderd , wanneer de grond van een kwaal bekend is; maar deeze grond, hoe zeer zeederd lange gevoelig bekend, heelt men verlchoond; en dienvolgens konden geene middelen, welken den grond niet aantalleden, van eenigen vrugt zyn. — Wy zouden dan ook een vrugrelons en bekommerend werk aanvaarden, indien Wy met reeds voorgellagene, ofte nieuwe middelen, voor den dag kwamen; terwyl Wy nergends, voor den alzoo onnutverfpilden tyd , een voldoende equivalenr zouden mogen aantreffen, — Wy zyn nogtans verte, om de zaak daar by te willen laaten; de iteeds zig ophoopende gebteeken in den ophef van de Convoyen en Licenten; de verminderende Inkomflen;daar uit refulteerende; de tallbaare ongelykheid, welke zig daar omtrend in de onderfcheiden' Relforten van de Admiraiiteits.Collegien opdoet: noodza- O z ke-  Yart ) JimJ7fl /ïïi (jO kelyk fp'-uytende uit het belang van ieder Collegie om der. Joop der Commercie naar zyn Diltrict, door eenige toegevendheid in de invordering van de Rechten, aan te lokken; de onvolmaaktheid van de Lylt van den 31 füiy^ljti waar van de fchier ontelbaare Refolutien van Uw Hoog Mog. tot verandering van een meerogce der Articulen yin dezelve, zeederd denzelven jaare, en nog dagelyks, een ontegenzegbaar bewys opleeveren; • de non-obfervantie der meelt lalutaire praecautien , vafigeüeld by Uw Hoog Mog. Refolutie van den 31 July 172.ƒ, waar by die Lylt wierd geUrrelteerd; —,——» alles roept om voorziening; alles getuigt van de noodzaakelykheid van het redres. —« En, of dat alles niet genoeg ware, zoo zullen Wy daar by voegen iets, het welk ons in den loop van dit onderzoek ten Iterklten heeft getroffen, en waar van waarfchvnelyk geene voorbeelden by eenige Commercieel ende Natie, zullen zyn aan te treffen; Wy bedoelen de kollen, vallende op de inzaameling der Penningen, fpruitende uit den Ophef van de Convoyen en Licenten.—• Wy'hebben tot dat einde, door een middel reekening van vyftien paren, vergeleeken de Inkomlten en Middelen te Water by ieder Collegie ter Admiraliteit, met her montant der Tractementen, welke door hunne Bediendens, tot invordciiog van dezelven, worden genooun; dog hebben in dien aanflag niet gebragt de Emolumenten , welke aan hunne ' Aropten zyn gehegt: om dat die Emolumenten niet alle uit f.'s Lands Kalïe komen te vervallen, hoe zeer die in verfcheide gevallen het montant der Traclementen te booven gaan, en meelt gevonden moeten worden, uit de latten van de Commercie, dan waar van niets in 's Lands Kaffe word gebragt; Ea uit die vergelyking is Onsgebleeken ,dat de inzaemeling van de voorfz middelen omrrent \ van bet geheel komt te abforbeeren by het Collegte ter Admiraliteit op de Maze; ofte per cent. «— het \o\ gedeelteby dat van Amiierdarn, ofte omtrent 91 per cent. omtrent het f gedeelte by dat in Zeeland, ofte na,genoeg 19^ per ceht; — meer d*n \ gedeelte by dat in W eitvriesland en het Noorderquartier, dat is meer dan 36 percent;— en meer dan 41 per cent by het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland; alhoewel het fublidie van ƒ30000- o- o van weegens de Provincie Holland door .het voorfz Collegie genoten wordende, in delTelfs ordinaris Inkomlten zyn gebragt, en welke fomme omtrent f gedeeltens van die inkomlten thans bedraagt; —— al het welke wederom over hec geheel bereekend, en over de voorfz jaaren, zoude uitbrengen omtrent 17 per cent voor de kotten der Inzaameling over alle de Quartieren van den Lande, het welk voorzeeker alle eevenreedigheid te boven gaat. Vergelykingen van deezen aart, Hoog Mog. Heeren! zyn geen dorre belpiegelingen; vermits zy dadelyk gefchikt zyn, om den geelt tot groote waarheeden, en waar van de kragt niet kan ontkend worden, onmiddelyk op te leyden. fc n deze waarheid is Ons in deezen zoo klemmende voor* gekoomen, dat Wy Ons gedifpenfeerd achten daar van iets meerders te moeten zeggen. Nog  .Nog ééns, Hoog Mogende Heeren! alles .roert om voorziening; alles roept om redres. .—--- ma,r zal' dat redres te vilden weezen en de herziening van de Lylt vy»h den nare i7M? zuiicn de menigvuldige propolifitn ...zeederd oien tyd gedaan, wederom te berde worden gebragw — WV kunnen de. laalle Van aden, vcrvat..in eene omflar.dige, en in vedeopilgten, notabele Memorie van de Gecommitteerdens uit de refpective Collegien ter Admiraliteit,. aan ons opzettclyk over de voorfz Materie . gefuppediteerd 1 wel brengen ter Tafel, van Uw.Hoog Mogende,, en tot kennis *an de bondgenoten, ge!>k Wy :dezelve cis een Hylaaae van deeze ün^e Memorie fub Litt. F; overleggen, ten einde daar door. ai wederom de denkbeelden van alle tyden te helpen conlervetren ; nuar Wy zyn zoo zeer geperfuadeerd, dat ge^ne herziening van. de Lyil, hoe zeer op zi* zeiven ten üjterjteo n-odzaakelyk: geene propofitien, vari ^AnafUur u °°k ZOUckn mgen. tvn, immer.van eenig enect zuhen kunnen wee,zen, zoo Jange de bebcenng van middelen te, Water zal blyven gedernandeerd aan vyf ondericheiden departementen, wier belangens nimmer.dezelvüe zullen kunnen zyn; daar van zyn Wy zoo geperfuadeerd, dat wy de attentie van Uw Hoog Mogende mot geene verdere Plans deezen aangaande zullen birven ophouden. J '* Maar Wy zyn van gedagten,. dat ook in deezen, ft tii zoo veele andere opzien, waarvan in deeze Memor é reeds ,s gewaagd, het eemgit,, het kragtdadigite, her 01 ! nmluare middel te zoeken is jn de iim-pTiciteit°van het bt itier; en dat, mogten de bondgenooten oovt karnen tot den voet van Admintüratie, welke VVyhier Lovl heibefi aangepree.zen, HoogÜdezelven. daar van ook aJ daadelvk de vrugten. zouden plukken, door een vermeerdering van de Adrntra aeirs.Inkomlten, en door wegruiming van den eeuwgen üeen van aanhoor, de inegacle praétycq op de hef*ng van de middelen te Water."- zoodanig9 zyPn dan di akken van Adminiitratie laat toepalfen, en dat zy over I tot een fakke] m de diepite duyilernis zal dienen! . Daar blyft in Onzen geelt geen twyffel overig, of de alKrfteKnMKaad tCr Adinira^eit, pr0fyt maakende van de denkbeelden van vorige tyden, en wederkeerig vermengenÏIZ-belanfnS,Van den Ko°Pha^el met die^van 'SL «HIZ'J 6 d? ree" ^hb0^ maximes van deeze* geitel"! tfrZ? /Unü™ bT°eVen; en daar door 5. a r ade5-' °m len^vo]^ van de Artikelen 4S en 45 van de Inilruftie, waar van Wy een Concept bereids hebben overgelegd, met een attent oog gade te flaan de veranderingep, die in den Koophandel" Zeevaart fn k gent ™L $za qn n?oogen °Pdoen» en de vrugten van hun »fihr^nd'Dg fe $T aPPliceeren tot den\loey en de uitbreiding, van den handel van de Ingezeetenen deezer • J£hï?; lenne,n1S daar omrre^ niet eene geelt van onzy* d ghe.d aan Uw, Hoog Mog. en de Bondgenooten zoodaL mge voorftelkn te kunnen doen,, als met bevordering var* P 's Land"  ( *8 ) 's Lands VeldgewaiTen, Manüfaftuufen, \7ifTcheryen, Commercie, Navigatie, en Inkomlten, meelt overeenkomitig zouden oordeelen. En voorzeeker; toen nog de onagtzaamheid van andere Natiën ons in het geruft bezit Het van Vaart en Handel: toen was het Ons geoorloofd den gebaanden weg te blyven volgen, en in een zeeker opzigt de zorg der Commercie aan zig zeiven over te laaien: aangezien dezelve weinig gevaar liep van gediverteerd te zullen worden; — maar thans, daar alle Staaten en Ryken zig beyvcren om de Commercie naar zig toe te trekken, en daar het hun in veele opzigten gelukt is, ons daar in den loef af te lteeken, zoo behoorde zulks ons ook aan re zetten, om alle de gefchiktlte middelen in het werk te Itellen, om het verval van den Koophandel te voorkomen. Maar zóodaanige voorzieningen kunnen niet gebooren worden uit een verdeeld beltier; — want wy hebben gezien, dat de belangens der Admiraiiteits-Collegien zig in veele betrekkingen croifeeren. — Maar die voorzieningen zouden zyn de vrugten van ;eene aan-een-gefcbakelde opmerkzaamheid, aan welke, door het gebruik van gepafte hulpmiddelen, niets weefendlyks zoude kunnen ontglippen* Wy behoeven dan niet langer by deeze waarheid te blyven iïaan; en 't zou te kort gedaan zyn aan 'c oordeel van Uw Hoog Mog. en van 't geheele Lighaam der Bondgenooten, indien wy dezelve in alle haare vrugtbaare gevolgen gingen ontleeden; — maar zy leeverd een nieuwe drang-reeden aan ieder onbevooroordeeld Regent op, om een Plan van Adminiltratie, waar van wy hier boven de voornaamfte lineamenten hebben afgcfchetlt, [en waar uit zoo veele, en zoo veel importante voordeelen over de geheele vlakte van 't Gemeene-Beft [zouden redundeerens met al zyn vermogen te helpen bevorderen. — Dit alleen zullen Wy hier nog byvoegen, — (en. wy fchroomen niet, politieque Conlideratien op Gods-dienllige en zeedelyke begrippenjte veiliger», om dat de fomme van 't nationaal geluk gevormd word uit de fmaldeelen van het particulier welzyn; en dat deeze uit de betragting van die begrippen zynen onmiddelyken oorfprong ontleend;) —dit alleen, zeggen we, zullen wy hier nog byvoegen, dar bet eenmaal tyd behoord ete worden, om ook aan de heü Vigheid van den Eed haare rechten ongefchonden te doen behouden. — Wie is 'er niet, of hy weet, dat in de behandeling van de Convoyen en Licenten, (»m by idit Üuk te blyven) afwykiogen van meelt alle de origineele Inlteliingen, van meelt alle de verpligtingen by Eeden, plaats hebben? af* wykingen, welke wy met dit zeggen, niet moeten worden gemeend te willen condemneeren, vermits dezelven in veele opzigten haaren grond hebben in de veranderde tyds-om* llandigheeden; — maar die inlteliingen, die verpligtingen, die Inlttuetien, worden bezwooren door Raaden, Amptenaaren en Bediendens; terwyl zy, op de daad zelve, de bcwuftheid gevoelen, dat hunne zoo folemneel bezwoorene ver-  verphgtingen met kunnen, nier zuilen, en niet behooren te worden nagekoomen ; en geene verdere verbindende kragt hebben ♦ dan voor 7.00 veel de praetycq van derzelver onmiddelyke voorgangeren hun de limiren van pligt aan de hand geeft. — wa n- door dan alles op loffe fchroeven word geiteld, en de ligivaardigde begrippen gehcgt aan de heiligheid van het Eedzweeren. Wie dan die zulks maar een oogenblik in overvveeging neemt, en gaade Haat den nadeeligen invloed, dat zulks óp het algemeen belang moet hebben, zal niet te gelykovertuigt zyn van de hooge noodzaakelykheid, om ook hier in redres te maaken; als waar door de flerkite banden der plegtigtte veibinrenillen verzwakt, en het eenigüe middel van bellüling in duiltere verfchillen, alle kragt van zeekei heid word ontnoomen? Weshalven wy geen oogenblik twyffelett-, of yder Regent, in den omtrek van dit Gemeene- Belt, welke de zaak met bedaardheid zal overvveegen, met yver het zyne zal willen roedraagen, om ook zoodaanig aanltotclyk euvel uit den weg te ruimen.—^ Om dan op dit Stuk tot een belluit te komen, Hoog Mog. Hoeren, zoo zyn wy van gevoelen, dat het overtollig en verveehn i zoude zyn, Plans van verbeetering voor te draagen' ter plaaife, daar de geeft van Executie mengeld ; en dat onze uitzigten zig moeten bepaalen tot een tyditip, wanneer de Zaaken van de Zee onder een algemeen bellier zullen weezen gebragt; als waardoor, ook in dit opzigt, de drie groote hoedaanigheeden en kenteekenen van deezen bron van 's Lands welvaaren zullen kunnen worden belhideerd en in agt genoomen; te weeten; een eenpaarige en generale helling van de middelen teWaier;een vermeerdering van 's Lands Inkomlten; en eene voorzigtige en waakende zorge over de belangens van Producten, Fabricquen, Manufactuuren, Koophandel en Zeevaert; dat is, de teederite en dierhaarlte belangens van den Staat, en waar mede de Staat zal vallen ofte moeten bloeyen, —«* een tyditip, welk wy met reikhalzen te gemoet zien. Wy hebben nu getragt, Hoog Mogende Heeren, in voldoening aan U Hoog Mogende Refolutie van den 4 Mey 1785-, welke den grondllag Onzer deliberatien heeft uitgemaakt, het gantiche Zee-weezen, onder een Hoofd-Capittel te brengen, en den ltaat daar van in zyn gantfchert zaraenhang te beredeneeren; — Wy hebben, in de behandeling van deeze importante materie, te meermaalen geleegenheid gehad, aan te toonen veele ende weezendlyke gebreeken, welke, al by de geboorte van de teegenswoordige form van Adminillratie, zig hebben doen gevoelen; waar over de k'agten van de Boncgenooten geduurig hebben gelopen; en welke gebreeken nimmer zullen kunnen worden weggenomen, zoo lange men zal blyven volharden by een toeltand van zaaken, welke, door den aart zyner inrigting; zelve, alle eenpaengheid en regulariteit uitfluit. -— Wy hebben getragt, door de affchetling van eene beknopte ge» fcuiedetatk van het weezen van de Admiraliteit, gecom- P % bi-  ( 6o) binee'rd met de gedachten en poogingen van alle tyden,, cm dezelve tot een min,- omilagug, bellier te brengen, aan Uw Hoog Mogende dasr .te Hellen de noodzaakelykheid, om de verzuimemiTe van bvna twee honderd jaaren éénmaal te beeteren; en Wy meenen* ten genoege van ieder feeminnaar van zyn Vaderland, te hebben aangetoond, dat de zaak met geene pallia?iven is te vinden; •— dat gedeeltelyke verbeeteringen de kwTaal wel voor een tyd zullen kunnen bedekken: maar niet zullen vermogen dezelve imr roer re geneezen; — en, gepenetreerd met de kragt van die waarheid, hebben Wy, naar de maate van Onze tenbis ende weetenfehap, yoorgeilagen dat geene, 't welk W y befchpuwd hel/oen als het eenigüe geneesmiddel; — en het welk in geengn opzigte kwarn te coniraileeren met eenige groridbeginzeien hoegenaamd van de algemeene Regetringe deezer Landen; msar veel eer komt te ttrooken met de allereerile inttehingen van dit Gemeene-beft, en met den wenich van alle voorgaande en teegenwoordige tyden. — By de befc houwing der gevolgen van een algemeen beftier, hebben Wy verfcheide Pointen van verbeetering aangeroerd; — en zyn Wy , n.iar den aart der zaake, niet gelukkig genoeg geweeit, om de onderfchetden pollen op den Staat van Oorlog pra3ciefeiyk te hebben kunnen fixeeren, Wy hebben ten minilen, om den geelt van Dw Hoog Mogende aangetoogene Refolutie eerdgfints te confer veeren, den weg, aangeweezen, hoe zulks met meerder naauwkeurigheid zal moeten worden verrigt, zoo dikmaal alle de elementen van dien volkomen zuilen zyn geconüateerd.—■ "Wy zyn bekommerd geweeit, om met de grootlte bedaardheid, en met aflegging van alle eigen belang, deezen Onzen arbeid re volbrengen; en Wy kunnen als nog geruftelyk betuigen, dat Ons, in de behandeling van dit geheele werk, geene argumenten van eenig gewigt zyn voorgekomen, waarom wy, by het geene aan Uw Hoog Mogende in deezen is voorgedraagen, voor als nog niet zouden blyven volharden; — terwyl Wy teftens gereed zyn, om bcetère denkbeelden, beetere ontwerpen te ample&eeren, en in dat geval de Onze te laaten vaaren, als niets by deezen dan het algemeene welzyn voor oogen hebbende. — Maar Wy kunnen dit gedeelte deezer Memorie niet eindigen, Hoog Mogende Heeren, zonder de attentie van Uw Hoog Mog. en die van de Bondgenooten nog een ogenblik leevendig te houden op de twee Hoofd-Pointen,' welke de fubltantie van Onzen voordragt hebben uitge-, maakt; de introductie, naamelyk, van een algemeen bellier voor de zaaken van de Zee, gecombineerd met de affchaffing van de tegenswoordige Collegien ter Admiraliteit; —. en, her brengen van vatte polten op den Staat van Oorlog voor de Marine. — mogten VVy het vertrouwen van de ï^ondgenootén nog zóó verre uit-rekken, zoo zouden we dezelven fmeeken, hunne allereerile deliberatien over die. gewigtige Pointen in derzelver zamenhang te willen laaten loopen; en dezelven, zonder dewelken alle andere verbeereringen immers van geen vrugt kunnen zyn, hoe eerder  , ( 6i ) zoo beeter, tot een gelukkig einde te brengen. Wy begrypen tenens, dat daar toe by dezelven te minder zwaanglieid Zal warden gemaakt, wanneer Wy in coniideratie neemen dat de veelvuldige klagten en infbmicn om redres, welken van tyd tot tyd uit hunnen boezem zyn gekomen, emdelvk het benoemen van eene folcranee.'e Gomm.liie hebben te wege gebragt, ten einde de zaak in zyri gant iehen omvang zou mogen worden ondei zogt er> de *eichiktife middelen ifi redres voorgeilagen. — Wy weeten dat al!e tyden niet even gunttig zyn tor het aan werden' van groote remedieS; — maar zyn de jonglte tioubden, welken deezen $44! tot op den Oever van"deszeiis ondergang hebben gebr.,g , geweeken; — zyn de OppebMfeé discrepant:en, welken tuilchen B: •ndgenooten en Bondgenooten waren verwekt, geeeileerd, ét) eene gelukk^e eenüiagt en harmonie onder dezelven wederom gei ooren- ~ heeft deezen Staat zyne buitenlandfche aaogeiecgendheeden geconfohdeert door het aangaan en 't flo/ren van Tradaaten van Aliamie; - is de inwendigeConlt-tutie door een onderlinge guarantie verbeeterd, en, zoo Wy ernfielyk hoopen, voor altoos gevefiigd, — zoo gelooven Wv, dat het tyditip gebooren is; en dat nu, zóó ooit, alle krapten zig behooren te vereenigen, om o k, in difopzigf, iets groots voor den welvaart deezer Landen te onderneemen en tot ltand te helden brengen. — Tot dus verre zyn Wy genoodzaakt geweeft de aandacht van Uw Hoog Mog. te bepaalen op een der voornaamfte deelen van de algemeene Regeering dezer Landen; en wy zouden ons ten uiterflen gelukkig agten, indien onzeConhderatien, welke veelal zkn op een tyd , die nog niet voorhanden is, maar in den boezem van de Voorzienig- ■ heid verborgen Iegd, dien uaflag od de gemoederen van ' de Hoge Regeeringen der byzondere Provinciën mogten hebben, dat daar door de fomme v.m het National geluk eenigermaare kon worden vermeerdert. — Dan,tot dat de Hooge Bondgenoten daar toe zuilen kunnen * orden gedeponeerd, zal het ook nodig zyn, het oog voor een ogenblik op het voor let deue te v-itig.-n, ten einde de kwaaien, welken door het ongeluk der tyden en politique rampen zyn veroorzaakt, zoo veel mogelyk, te helpen geneezen. — Onder dat getal reekenen Wy den verergendert loeftand der Collegien ur Admhalheit met bjtrekkfna tot den ihn hunner hnantien. Het is alle de Bondgenoten gevoelig bekend, hoedanig hei verval was van's Lands Macht ter Zee, by het uitbreeken van den laaiHen Oorlogmet de Kroon van Groot-Brittannien: welken zyn geweeit de ettorts om dien te verhelpen : etv welke importante lommen den Bondgenoten zyn afgevraagd, om daar in te kunnen voorzien. — de extraordinaris Petitiën voor de Zee, zoo tot Equipage als tot Aanbouw, lieigerden hoger van jaar tot jaar, en van jaar rot jaar Verminderde het vermogen der reipective Provinciën, om de furmiiementen,' daar by gerequiieerd, te prasiteeren; het gebrak ook dikwyls aan de geneigdheid by de Staa-en van zommige Pro- • Q vin- PerpkxeH toeftand der Admiraliteit s - Finari* ien.  ( £* ) vintien, om te blyven draagen de laffen van een Oorlog, welke zyn oorfpronk verfchuldigd was aan het mtsveriland, het geen toenmaals 't Land reeds ïvi verdeeld, en *t welk daar na tot die hoogte klom, dat de totaaleondergangvan den Staat daar mede wierd bedreigd, en waar door die geneigdheid dan ook hoe langer hoe zwakker wierd. Wy zoeken oDze oogen van het Tafereel dier ongelukkige tyden af te wenden; maar Wy behoren n:et te min hiet uit het oog te verliezen de «erplig ing, waar onder de refpective Collegien ter Admiraliteit hebben gelegenj om te voldoen aan de Refolutien van Uw Hoog Mog:, waar by hun zwaare Equipagien en groore Aanbouwen wietden voórgelchreeven; terwyl verfcheide Provinciën agterlyk bleeven in het furneeren van de P* n< iri-en, waar op . de Collegien wierden geadfigreerd, hoe zeer ook de Equipagien en Aanbouwen niet te minhaaren gang moeiten gaan. — Zoo dat de Regiüers van Uw Hoog Mogende Refolutien vol ?yn van de herhaalde klagten v.:n de Collegien ter Admi aiiteit, en van hunne obieitaüen, dat zy zich fchier elk ogenoiik in de hood zouden zien, om alle Werken te moeten itaaken, en alles te laaren vasren. —* En welke ook mogen zyn geweeit de imporrante lommen, weiken doot de Bondgenoten zeden den iaare 1780, daadelyk voor de Marine zyn gefuvn erd: zoo bleef het kort van de Collegien, wegens wezentlyk gedaane dienften eh uitgefchoten penningen,nog ten uiterlten aanmerkelyk en bekommerende. Dien toelland van zaaken zoudën wy nogthans niet gemaakt hebben tot een onderwerp van onze deliberatien, Hoog Mog. Heeren, hoe zeer de nadeelige gevolgen, die Dit denzelven moeiten voouvloeyen, zfcfa gevoehg aan Onzen geelt opdeeden: om dat wy tot rl'ifnoer van Onze beezigheeden genomen heohende de Kefbluttè van Uw Hoog Mog. van den 4 Mey 1785". die ons hzt leven gaf: wy in dezelve gren genoegzaamen grond ha« den gevonden, om een onderwerp van dat gewigt van onze Tafel, te brengen in den ichoot van Uw Hoog Mog., en dit n van de Bondgenoten. — dan naauwelyks hadden de publique zaaken een anderen keer in dit wederom gelukkig geworden Nederland genomen, of ons wierd gelegendheid gegeven, eene zekere maate van onzen yver te voegen by den yver en de pogingen voor het algemeene welzyn, waar mede Zyne Hoogheid de Heere Eifitadhouier was bezield. Z>ne Hoogheid,met dien zelfden yver gedefereerd heblende aan het verzoek van Uw Hoog Mog., by Refolutie, genomen op ons voorltel op den 14 December 1787, om, namentlyk, van tyd tot tyd, wanneer hoogltdeszelvs andere gewigtige beezigheden Zulks zouden permitteeren, de Vergaderingen van deze Commiffie, tot bevordering van' het doef-einde van dezelve, en tót acceleratie van Onze Befoignes, in boogftdeifelfs hoge qualiteiten te willen byWonen; en gepenetreerd van oe hooge noodzaakelykheid, om de Collegien ter Admiraliteit uit een tóeilaiid, welke van  „ LH ) van dag tot dag moefl verergeren, fe redden; hoogftgedagte Zyne Hoogheid had naauwelvks, by Ons tot dat einde in Perfoon gecompareerd zynde, Ons Zyne gedagten omtrent den dringenden nood van de zaak mede gedeeld, met Ons te kennen te geven; „ Dat verre de roeèuie, zoo niet alle de Collegien ,, ter Admiraliteit, uit hoofde van de agterlykheid ,, der betaaiingen van de refpective Provinciën, nog m aanzienelyke fommen van dezelven hadden in te ,, vorderen, en daar door in groote verlegendheid „ waren, gebragt, weshalvcn niets noodzaakelyker „ was, dan dat bok omtrent dit point éehigë fchik„ kingen wierden gemaakt, om de voorlz Collegien ,, te redden:" of VVy {tonden met Hooglldezelve in begrip , dit dit onderwerp ons een getchikte ttof van deliberatie zonde opleveren, en het zelve dan ook,ten gevolg van /LynerHoogheids Propohtie,kon worden overé'en^ebragt met den geeit van Uw Hoog Mog: Refolutie van 4 Mey 17B-; om dat alle itaat van dérenne in verbinding Üaande m t de middelen, welken daar toe moeten worden gebeezigt; geene ondernemingen voor het vervolg kunnen worden aangevangen, voor en al eer aan een vermagerd Lighaam zyn voedfet en vêerkragt weder zy gegeven. Wy zogten Ons dan daadelyk in ftaat re {tellen, om tot de heilzaame oogmerken van Zyne Hoogheid meede te werken? en vermits VVy begreepen, dat de kommerlyke toeltand van de Colleg en ter Admiraliteit, nu, even als na den Oorlog, geëindigd mer den jaare 174S, zynen oorfpronk was verfchuldtgd oan de agterlykheid van de Provinciën om hunne aandeeien te furneeren in de Petitiën, welke tot 'sLands defenfie te Water hebben moeten u orden gedaan; zoo dagten Wy, dat het grondheginzel, waar öp de afdoening der prseteniien van de Admiraliteit? - Collegien na den jaare 1748 was geprojecteerd ende volbragt, ook wederom in dezen tot bazis van de tegenswoord'ge liquidatie zoude kunnen dienen, met zoodanige afwykin-, gen, als de omltandigheid van de zaak zoude kunnen mede brengen. Uw Hoog Mog. zullen zig dan tot dat einde gelieven te herinneren, dat wanneer in den jaare 1748, de refpective Collegien ter Admiraliteit, welken zig alle in diepe fchulden hadden moeten ileeken, in de noodzaak waren gebragt, om zig, tot hulpe en onderltand in die groote nood* te wenden tot Uw Hoog Mog., teb einde de Staaten van. de refpective Provinciën mogten worden gedifponeerd, om hunne agterllallen te voldoen: Uw Hoog Mog. goedvonden, een middel te amplect'eeren, 't welk door de voorfz Collegien was voorgetlaagen tot provitioneeie vinding der nodige Penningen, waar meede zy de verfchuldigde Soldyen, de gedaane Leverantien van Materiaalen en Behoeftens tot de Equipage, en hunne meelt krytende Schulden zouden kunnen betzalen; en dienvolgens eenigen dier Collegien geliefden te auihorifeeren, tot het doen van ded .ar Q t. toe  f 64 > roe nodige Geld-iigtingen ten latte van de gebreekige Provinciën; en den Raad van Staate te verzoeken, een dubbelden Interelt van agt per cent op den Staat van Oorlog, volgens de Schuld van ydere Provincie, te repartitie eren; als waar van een gedeelte zoude (trekken tot voldoening van den Interelt, en het ander gedeelte, tot langzaame afdoening van de genegotieerdeCapkalen; —-«en dat vervolgens, toen de Raad van Staate zyne bedenkingen en zwarigheden aan Uw Hoog Mog. hadde te kennen gegeven, dat zy bevreelt waren, dat op die wyze niet met cft(cl zoude kunnen worden voldaan aan de intentie, dit de gebreekige Provinciën de vereilchte Inrereifen zouden betzalen, en de Collegien ter Admiraliteit worden gered; aangezien de meeite Provinciën niet, of flegrsgedeelcelyk hadden geconfenteerd in de Petitiën, waar over de bedoelde liquidatie zoude lopen; en dat ook zoude kunnen worden tegengeworpen, dat met opzigt tot de effeaivedyk gedaane Equipagien, aan die Petitiën niet ten volle was voldaanUw Hoog JVlog. op den verderen voorilag van den Raad van Staate,by lecreete Refolu'ie van den January 1740 alle de Collegien ter Admiraliteit hebben aangefchreeven om fpecificque Lylten over te zenden , ingtrigt in drie hoofddeelen; waar van het eene zoude bevatten de Quote" die men by de verdeeling der gedaane Petitiën voor ytfer* Collegie te equipeeren, was overeengekomen; het tweede, dedienflen, die daar op effectivelyk waren gedaan; en het derde, het ware montant der Penningen, welke daar toe waren vereifcht geworden, 't zy dat dezelven dadelyk waren betaald,of nog onvoldaan waren gebieeven; als Waar uit als dan zoude kunnen worden opgemaakt de totaale fom, welke tot de algemeene defenfie wezentlyk was befleed; en welke totaale fomme de plaats zoude vervangen van die Petitiën, waar over men in dien tyd voornemens was de afrekening aan te flellen, in voegen, dat de voorfz totaale fom, verdeeld wordende in zeven deelen, naar de quote van yder Provincie, zoude aantoonen de refpective fommen, die yder Provincie had behoren te furneeren tn waar van zy den dubbelen Interell, in maniere als boven is gezegt, in 't vervolg zouden moeten betaalen; na dac alvorens daar van zouden zyn afgetrokken de Penningen, we ken zy bereids daar op zouden mogen hebben betaald. -—— Al het welk dan ook vervolgens op die wyze is geeftedueerd, en zyn beflag heeft gekreegen, nitwyzens Uw Hoog Mog Refolutien van 1? Maart en 16 Mey i7; vóór den ufam der te doene Equip.ge, ,en *J* wanneer de Schepen °waren n Zee gelopen, of daar ,oe in de Havenen van* den S aai n votkomen gereedheid lagen, en een derde, wanneer 7 haare reylen waren geretourneerd, of afgedank t wièrden'2 En met opzigt rot den Aanbouw, in twee term nen te -eeten, ^eatehelft aanftonds, en de andere, S Schepen gebragt waren in haar Hout terwyl tegenswoorg, met opzigt tot de Equipage, de Penningen gevraagd uorden, ten vier e , zoo dra het Schip in Equipage is gebragt, tmee vierdens of de helft, wanneer het Schip vol komen gereed, en de Manlchap compleet aangeworven fs, en het reiteerende vierde, na afloop van den oMet en met-relatie lot den aanbouw, ,n vie/termynen, te weaen" een vierde> wanneer de aanfhlte tot den bouw var> e e r! ocnip is gemaakt; een vierde, wanneer de Steevens zvn geregt; een vierde, wanneer het Schip in 't Water is gelopen en t \mlle een vierde wanneer op Certificaat van den Lquipagerneerter, en op den Eed aan den Lande *edaan, word gedoceerd, dat de geheele toetakeling van hét Schip 11. de Magazynen in gereedheid is gebragt? - waar uit-.vervolgen* moet conlteeren dat efTecdivehk Voldaan is aan dat geene, waar voor de betaaling word' gevraagd, — Hl voegen, dat de Ordonnantiën van betaaling, welken op verzoek van Uw Hoog Mog: door den Raad van Sraatl daar op vervolgens worden verleend; ofte de Ordres toe belading aan den Ontfanger Generaal van 't Lalt-en Veilgek , een blyk opleeveren van de Aanbouw ófte ffouioaae welke wezentlyk door de Collegien ter Admiraliteit zyrï gedaan, mitsgaders van het beloop der Penningen, daar toe geimpendeeri: wy hebben uit dien hoofde gemeend, dat de zaak tegenswoordig met cenigen minderen omflag zoude kunnen worden behandeld, dan wel in den jaare 1749 nodig was; en dat het 'cr als nu eenig en alléén zouae op aankomen, en het de geproponeerde liquidatie ten eénemaal zoude iimplifieeren, wanneer men zich bezorgde een generaalen Staat, houdende 't.lnomant van alle de koften, weiken door de refpective Collegien ter Admiraliteit, op de Petitiën van Equipage, Aanbouw, aanvulling van Magazynen, Inkoop van Artillerie &c. werkelvk waren' uitgegeven: * welke generaale Staat ofte fomme zoude aanwyzen de geheele maila der dienüen, die ten behoeve van het Bondgenooifchap, en tot behoud van de algemeene zaak, werkelvk zyn gepunteerd ; en die door het geheeie öondgenoodfehap, volgens hunne Provimiaale Quotes, en volgens alle "beginzelen van billykheid, en op gronden van de Unie, op de eene of andere wyze, moeten vvo' den goedgedaan. ——, Om dan tot die groote hoofdfom te geraaken, hebben VVy nodig en voldoende geoordeeld, de refpective Collegien ter Admiraliteit te verzoeken, Ons te laaten toekomen & een  C ^ ) een praêciefen (laat van alle de Oidnnhamièn, welken ren hunnen behoeven door den Raad van Staate, op Petitiën, waren geüagen; beginnende met opzigt tot de Petitiën van Equipage, met die van den 15 February 1780, groot ƒ7.613590- 3- 6, en eindigende met die van den 8 January 1788, groot ƒ3264960- O- o; en, met relatie tot de Petitiën van aanbouw, beginnende met die van 16 April 1771 a f 4i785,o8- 0-0; en eindigende met die van den 16 Ja. nuary 1784, groot f 2277870- o- o, mitsgaders van die van 30 April 1777» tot reparatie van oude Scheepen; aanvulling van Magazynen ècc. groot ƒ iScooco- o- o, van die van 16 April 1779 , tot aanvulling van Magazynen, groot f ijooooo- o- o; van die van 23 january 1783, tot inkoop van Astillerie , groot'/ 2100000- 0-0, en van die van £ Mey 1787, tot reparatie van Scheepen, grootƒ250000-o-o en met diilinciie van de Ordonnantiën, welke door de Provintien refpectivelyk waren betaald, en van de zóodaanige, welken als nog ten hunnen Lallen waren lööpende; met verdere opgaave van de gelden, die de meergemelde Collegien nog in betaaling zouden vraagen , en waar voor de Ordonnantiën nog niet zouden mogen zyn gedepècheert.-— en het is het refultaat van dit épineule werk, welk Wy voorneemens zyn aan U Hoog Mogende en de Bondgenooten, Uraks,zoo beknoptelyk,en Zoo duidelyk, als ons zal mogelyk zyn , en met zoo weinig Cyffer-Let teren, als zal kunnen gefchieden, om het oog en het verhand in deezen voordragt niet te veel te verwarren, en «aar toe VVy tot eerdge korte Tabellen zullen moeten renvoyeeren, voor te draagen. Maar Wy willen Uw Hoog Mogende niet verbergen de meenïgvuldige zwarigheeden , welken by ons door de Gedeputeerdens van alle de Provintien op d;t werk zyn geopperd , toen wy het zelve opzetrelyk by de hand naamen, en bevorens wy een alge.neen grppd begin zei dörüen te bepaalen , waar uit wy bezeffen, dat deeze geheele Materie behoord te worden befchouwd, en 't welk in de behandeling van dien zal moeten boven dryven; wy meenen de verpligting voor ieder der Bondgenooten, om met eenpaarige ichouderen de algemeene lallen van de Unie te helpen dragen; en zelfs uit liefde voor 't algemeen vvelzyn, th.*ns zóodaanige opofferingen te doen , w7aar van de weigering uit hoofde der omltandigheeden van den voorieeden tyd misfchien eenige verfchooning zoude kunnen verdienen. — niet dat wy voor ons zeiven een oogenblik hebben geh&fitjeerd , om iets anders, dat het algemeen belang, tot het doel wie van onze gantfche werkzaamheid te maaken; ofte dat wy ook een oogenblik hebben willen afgaan van 't geene ons beilendig aan het hrnrt heeft geleegen, re weeren, de bevordering van de onderlinge harmonie en her confoltdeer en van de principes van de Unie: maar wy waren, ieder van ons, re wel bekend met de denkwyze van de Heeren Staaten onze refpective Principaalen omtrent hec werk der Confentcn, om niet met alle attentie, te overweegen de zvva*  r 67 3 *warighceden, welken op dat Huk, en waar by zoo veele millioenen uaren gemengd, te berde zouden vrorden gebragt. — Immers waren de gedragen Confenten in de geconcludeerde Petitiën, zeer verichiilendc; — zommige Provintien hadden maar tot een zeekere hoogte geconienteerd; anderen , voor zoo verre by het Collegie ter Admiraliteit in hu nen boezem tefideerende , zoude worden aangebouwd ofte geéquipeert; andere wederom alléénlyk tot cenzeeker aandeel van hunnen Provintiale Quote; — en, met opzigte tot zóodaanige Petitiën , welke ter Vergaadering van Uw Hoog Mogende, door het uithb.1 van een of ander der Bondgenooten , niet hadden kunnen worden ter Conclulie gebragt, ontllond 'er, buiten en behalven de verhaalde zwarigheeden , nog deeze, dat zommige Provintien, hoe zeer haar Confent in de gedaane Petitiën hebbende gedraagen , zig tot geene betaaling verpligt reekenden, voor en al eer de Pet itie behoovlyk zoude zyn geconcludeerd. •—- Ook gebeurde het wel eens, dat men Ordonnantiën aantrof, geiliagen op Provintien , op welke, volgens de ordre en repartitie , vaÜgeffeJJ by Uw Hoog Mogende Refolutie van 19 Juny io8j, het Collegie, ten wiens behoeve de Ordonnantie was geflaagen , niet was geii ifignetrd ; en 't welk veroorzaakt was geworden door het grootere aandeel dan een zesde in de fcquipage, of aanbouw by één Collegie, om te fuppleeren het defect van het ander, wanneer de dienü van den Lande zulks had komen te vorderen. -~ zulks bragt dan te weege , dat 'er weinig Ordonnantiën vvierden aangetroffen, welkers deugdelykheid, Uit deezen ofte geenen hoofde, niec konde worden gecontelleerd, en welke als een waare fchuld van de Provinciën wierden aangemerkt en aangenomen. — zoodaanig, dat, hadden Wy die Hellingen refpediveiyk blyven aankleeven, WyOns buiten ltaat zouden gevonden hebben , om ietwes dien aangaande aan Uw Hoog Mogende te kunnen voorclraagcn j en geheel en al het doelwit van deeze gantfche deliberatie , het welk geen ander kon zyn, dan om de Collegien ter Admiraliteit uit hunnen bellommetden toelland ie helpen, zouden hebben moeten laaten vaaren. Alle die zwaarigheeden , weikin onöveikoomelyk zouden zyn geweeit, dan ter zyde gelield zynde, zoo zyn wy tot het oorfpronkelyke grondbeginzel wederom te rug gekomen , en hebben de majfa der gepraftterde dienfteu op alle de bovengemelde Petitiën aangenomen als eene bepaalde hoegrootheid , en die niet kon varieeren ofte tegengefproken worden; aangezien de proef van ieder dienlt gevonden word in de verleende Ordonnantie van betaaling; en welke MatTa van dienlt, aantood de fchuld, die door het geheele Bondgenoodfchap tot de algemeene defen/ie is aangegaan; even eens, of nimmer eenige Petitie, tot dat objecl was gedaan geweeit, ofte eenige Ordonnantiën geflaagen; maar waar iu alleenlyk in aanfehouw word genomen de dadelyke, de weezenilyke , dienlt van 't Land, waar van de R % Col-  (6S) Collegien ter Admiraliteit de Afandetarii en Uitvoerders z\n geweeit, en waar van de uitgeloofde penningen hun moeten worden gerernbourleert. - Een grond - beginzei , welk wy hoopen, dat aan de toekomende afdoening van deeze zaak niet zal worden ontvronoen. Om dan dit werk tot een precies Te brengen, Hoog Mogende Heeren, zoo hebben wy met veel zorge doen vervaardigen de Tabellen, welke aan deeze Bladzyde zyn ae. hegt, fub Ns. r, 2, 3, 4, 5, 6 e-n en Ns 8 en > ^ ke geformeert en geëxtraheert zyn uit de reeks van alle de Ordonnantiën enz: waar van de opgaave ons door ^e Con ^fSvelvk in f' iW(;lken dezelve Provinde °p dito Ordonnantiën nog onbetaald heeft gelaaten; het al volgens gien, reipectivcivk: m dato, zoo als by yder Collegie hier onder ftaat opgeteekend. van Gelderland zyn Margine genoteerd; — mitsgade opgave van de voorfz Colle- ■ > r- _± _ Volgens opgave in dato 3 1 Volgens opgave in dato 1 ' ~~M 1 " '■ •s < *— ■ 1 — /■ ■ „ t« Maart 1789. October 1788. \ olgens opgave in dato 3 Volgens opgave in dato 9 il Volgens opgave in dato 14 ~™w~,Tr,.* « ; November 1788. Oétober 1788. Oftober 1788. PE.T1TILN. E.QUIPAGI&'. Collegie ter Admiraliteit op de Muze. Ie Amfterdam. ' : ! , , _^ ln Zeeland ï.n JVefturiesl. en't Noord. QuartierA Jn Vriesland. \ Totaalen voor ydere 'Petitie. Betaald Onbetaald. Betaald. Onbetaald u ~ • ! ~ ' — _— —. „ Ketaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. i5reb. 1780- fx6%3S9° 3 6 / 63480 11 10 Nihil - - ƒ 51150 10 9 Nihil - ~, ~ ■ 1 ■— ~ ■ ■ —* 5jan. 1781- 5763135 o c 61099 18 6 / 17167 '4 3 55318 o 6 f 11726 - \ 1 li9l6 lS 7 Nihil - - f 7335*16 3 Nihil - - Nihil - - Nihil - - ƒ 146883|14 S\ •—- "\ " iQfeD.1781- (462500 00 b3683 0 o . . - ,3015 n 8 ■ - - - -l - - 114116 u 8 19893 161 9 \ voor verhoging I tvanpr^mien - 6394 \ ï 3 3 - - 15986 14 8 ■> ~ - \ © ,iFeb. 1781- f941975x 14 c 157609 10 10 ■ - - 179116 1 7 10635 10 ï __*7 19 7 —~" - " i9l8 8 2 - - - - . . - * 15957 8 ' * 18 Jan. 1703 • 13956073 4 5 134933! H ° ' • - - 86348 10 1 66903 7 6 " " * ' " - *9lh 3 * ' 1 - - ' - - ■ • - • 466214 *5 7 10635 10 1 !ÓJan. 1784. 2,639173 6 S 149^4 6 6 Iz9'7 fy ' *794* 6 o 28387 18 0 - " ' " ^9^9 13 8 - . . - - - 1 - 153x71 *7 9 Ö6903 7 ° 4Oct. 1784- 5796033 16 c . - - l©7o8i 5 6 - - 145201 10 o ~ " " _ ~ ~ " f i9073 10 1 " ~ " " ^9l6 " 6 71039 7 * I5April 1785- 3441599 ro c . - - 68100 3 n - - 69891 12 0 ~ ' , " - " ! ~ T f4198 7 o . - - . - - • - - J 0 15 üec 1785- 4946413 13 5 - - 8*71-8 o o ■ - - 112161 18 0 " " ' 13 47 0 ° " " 7101 10 0 ' ' " " " - * " " 15^7f J l 3 Jan. 1787. 4564940 1 - - 5722» 17 i - - S7z76 7 7 . . " ~ - - — - - 3"03 13 8 . . - - . . - - —- - - 215984 *i 0 8Jan. 1788 - 3264960 o c - - - - < - - ■ - ; „ " " ; - " - - 2I933 n ri ^ - - • . - - - - 137031 16 ? f 439502 14 n ƒ 345l6 19 10 f 516962 3 7 f 503785 5 8^ ,on,f, 7 ' ~ ~~ ~~ — — 5 "ö ~~ ' y j 1 j * 21 j ? 109257 15 z ƒ I3ó47 o o f 83658 13 11 ƒ144011 12 8 - - — . - ƒ1149381 7' 7 f1006711 18 % \ Petitiën van Aanbouw, &c. f^-i^f» ï' tX 11—: I l f"% ; ; r^ •» 4 w - -. f iod 1 * ^ - - m - - *m, . 4;W*W,m,i ■ • 33,D«.i7^: 84?'"° o c ~ - - f «0«0 " 6 — , - - 6^6 " | O'S?*. " " " " i < ' 3»8 » 4 — - " J«iH » f — - - 448«, * ° titie is, of zal niet worden j 1 .rfjtrrf aangebouwd. _ _ ~ _ _ , _ _ ^389 g IO , - - . . - . - - 169075 18 ? 16 Jan. 1784- "77870 00— - - 16856 14 , - - 24341 ii to - - _ - _ . _ H/7 I9 6 . - - . . - — - - 4962Ó 6 5 30April 1777- /i8ocooo-o-o re I . t? * paratie, aanvul- 1 lingvanMagaz, 13310 18 0 ' — *664i 16 o » - . 4774r 8 Q _ _ _ 6 l8 0 _ , - . — . - iöioii 00*— - - 16 April 1779- /i5°oooc-o-oaan vulling van Ma- inoo 15 o - 22201 10 0 - - 39784 I3 0 _ _ _ IIIOO I$. Qj _ _ _—, _ J ,—^ _ _ g4l87 j3 0 _ : - gazynen — 5 Jan. 1781 - ^1500000-0-0 in koop Artillerie- inoo 15 o - - 21201 10 o 39784 13 o - in0o 15 o - ■. - \ » - - — - - 84187 13 o -~ - : 23 Jan. 1783 - /21000c0-0-0 in koop Artillerie 1 . - \ - I5'5'4Ï r 0 - - 31081 12 o op deeze Pe- j tifie is g ______ f A Volgens opgave in dato 3 1 Volgens opgave in dato 1 j Volgens opgave in dato 3 Volgens opgave in dato 9 Volgens opgave in dato 14 Maart 1789. Oöober 1788, i November 1788. ' October 1788. ) 1 Oclober 1788. "pkTlTIÜN. LQU1P AGIfc,. : Collegie ter Admiraliteit op de Maze. \ Te Amfterdam. \ In Zeeland. bi JVefi'uriesl en '■'t Noord, Ghtartter. Jn Vriesland. j Totaalen'voor ydere pTtltïe ~ j Betaald. Onbetaald, j Betaald. Osbetaald, | Betaald. Onbetaald. Betaald, Onbetaald, j Betaald. Onbetaald. \ Betaald rT ' t , , ________ ■ ' , . . - . . , . ' _ "nbeiaald, 25 Pen. 1780- /1623590 3 6 f 404356 10 f 10 Nihil - - / 9*8552 0 3 Nihil - —- - - Nihil - - / 75889 13 o Nihil j - - Nihil [ - - Nihil - -'/f438798 4I r - ~T 5 Jan. 1781 - 5763135 o o 1280662 5 o • - - 1815818 2 5 1 ~ - Nihil - - / ~ • - " i5635* 11 9 ~ - - - ■ ■ - - 3352832 19 2 . . ' ~ 19 fc'eb. 1781 - ^462500 00 j ) voor verhoging van praemien - 70968 12 11 - - 177411 1* 4 ' - "~~ ~ - j • ' - " 21290 n ic • - - . - . . - J 269680 17 1 ... , jiFeb. 1782- ƒ9429758 14I o 1501459 6 o - - 3190746 o 8 . - - - - 578441 8 10 - - . . - * . J 5271646 15 6 ___ 28 Jan. 1783 - 139*6073 4 8 1467916 . 15 * - " ^098853 o 8 - - ■ - - ■ • - - 6^9643 8 3 ' - - ■ ~ • - - 4*96413 4 4 . 16 Jan. 1784- 1639173 6 8 44**33 *9 4 1 - - 869592 10 o - - - - > - - 334481. 5 4 • - - - - -— - - 1645307 14 8 - 4 0tf. 1784-. 579^633 16 o 1047716 15 6 / 19766 j.o 6 1557--8 13 o - —. . . - 583605 18. 6 - - - - _ J 3188551 7 o ƒ r9766'io 6 15 April 1785- 344*599 10 o 642*93 9 4 M90*9 o o 949476 9 0 f 49ooo 0 o . - - • - - 69610 1 o| - - - - , . - 1661689 19 4 288^» o o ï5 Dec. 1785- 4946413 13 5 74*i6o 17 o - - 1393709 o o 129701 If 6 • - - - - 571681 9 o f 40029 5 6 - - - - 2711552 6 o 160721 t 3 Jan. 1787- 4f6494o 1 1 858212 16 3 ' ' - - • ~ - ^7160 3 7 - - • - - - - 432070 5 o - - ■ ■ - - 858212 16 3 i3o9l30 8 7 8jam 1788 - 3^4960 o o — j- — ^ __2z_ _: _ 567360 ^ ^ — j_ — ~. - ~ — _~ 1 —•• 1 _ — _: j _— - ^ ~ m ~ s67~36° ° ° J ƒ8461281 7 7 ƒ258825 10 6 13011397 8 4 /1623221 19 1 - - - ƒ3122007 7 6 ƒ472099 10 6 - - -—, . - 24594686 3 5 Jx3~5~4i^ ~ö ~t I ' ' ' Petitiën van Aanbouw, &c. * ié April 1771- /4178508 0/ o ƒ730147 3 8 Nihil - - ƒ1105352 17 7 Nihil / - - Nihil j - - Nihil - -1/600961 19 9 Nihil - - Nihil - - Nihil - - ƒ1436462 1 o — 5Jan.i78i- 734^36 o o| 7I593Q 13 n - - 1476751 if \ 9 —~ - - 1 ' " " 1 ■ - "| 1224475 o o ■ - ■ / 101190 o o ƒ137931 1 3 3*18348 9 8 ƒ137931 , i 3üa. 1781 -I 9271498 o o 1849391 3 11 - " I93o454 14 8 - - - - < - - 1243118 16 10 1 - . - - _ . 5022964 15 5 ■ . . _ 3 dito —■ 799100 o o - - - " 2,33004 5 4 - - - - ' - - 233004 5 4 ~—• - - -— - . , , _ - 466008 10 8 _ - 3iDee.i78i- 8409100 o o^ *t5S9W * 8 ƒ14815* 9 9 «3°4?93 7 " —- - - ' - " -—• " " 440674 11 5 1 - * -— - - —- - - 3000892 2 o 148155 9 9 36 Jan. 1784- 2277870 o o 331052 18 9 - - 549JIO 13 10 ■ ■ - - - -' — - - 166015 10 4 • - - . - . - - 1047589 2 11 — - * 30April 1777- /"i8ooooo-o-o re j paratie, aanvul- I lingvanMagaz.- 262392 3] 6 • - - 5*4784 7 6 - """*- - ~ ' - " 261392 3 9 - - • - _ —, _ - 1049568 14, 9t » _ - 16 April 1779- ƒ 1500000-0-0aanvulling van Ma- 1 i gazynen 218660 3 2 ■ - - 4373*o 6 3 - - - - ' ' - ~ 218660 3 i( - - —- - . .—_- - - 874640 11 6 — - - 5Jan. 1781 • fifocooo-o-o in koop Artillerie- 118660 3 ij - - 4373*o 6 ' 3 - - • - - - - 2186Ó0 3 1 - - —~ - - - - 874640 12 6 —— - . 23 Jan. 1783 - ƒ2Iooooo-o-o inkoop Artillerie 306124 4 5 - 612248 8 9 • ■ j - - - - - - 306124 4 4 ■ - - - —— - - 1224496 17 6 —— - - 1 Mey 1787- ƒ25oooo-o-orepa• i ; ratie voor het ! Noorder Quart. | 'ƒ5889282 17 1 ƒ148155 9 9 ƒ8611042 3 10i ■ - -' • - - : - --ƒ4914096 17 11 . -ƒ101190 ol o ƒ 1379311 ï 3^19*1*6" 18 10 ƒ 186086 tï d   ZEELAND. m 3. PETITIËN. I EQUIPAGIE, Lfttf, ter Admiraliteit £*ï£. | — 7=7~ ^n«W^___ _ V^g. j onbetaald. r7_7rA_^—oi^ir- K——ttt ^^^,aw £m - ^ip~^ ——~ _ >s 'fa*7**1' 5763135 ° C! ' - - — - ƒ ,80 19 ,0 7 _fal ïl 4 f 8l88' 8 * ^hü ~-^r> J^aald. BrT aa ld. O^T^ZT 19 teb. 1781 "I r 462,500 o o 7 189 .910 49*3718 4 189994 1 * • - - -fl " ' Nlhl1 " " ~ - Nihil TTT 7~^bI7~^TZ 7 7 ^ / J voor verhoging! II " " " ' ~ - - . K ? * ^ 736óo|i4 7 / r>an praaien - . _ , , I f f' j " J 29°l84 o 10 49*37 18 4 "feb- '78*-1/94*9758 14 o! ■ - - —_ _ . . "'/ ' " " • 4*47* 18 4 —- - - > I i8Jan.i783 - 13956073 4 8 . . _ _ „ _ _ , " ~ - - 55603, 5 o • . J _ " ' " . . .—. _| _ — j6jan.i784 - 2639173 6 8 ■ • - - ■ , . - . , " " " $50764 6 8 ■ - * [ * " ' " - " - ef^7% 18 4 * - ^ 40a 1784- 5796633 16 o -IJ -I . HZ " " \ * \ A *97V>6 ,3 8 ■ . - Z£ ' ' * " " " " • - * ll0J' Z ? " " a iyApril 1785- 344**99 10 0 /-/-/ - - « ■ " " ZZ " " 3t Noord Quartur. Jnlriesland. \ lot aaien voor. y der e 'Petttse Betaald. Onbetaald. I Betaald. Onbetaald Betaald. Onbktaald. r5 i; t a a l d. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald a5Feb.i78o- ƒ1623590! 3,1 6 ƒ 50433 xo| 4 Nihil - - ƒ 54160 17 4 "Nihil - . j I04ó1 16 r / 1439TI 0/ 76254 9 7 Nihil - - Nihil - - Nihil - - ƒ 122688 13 4 ƒ iIToT"! ö 5Jan. 1781 - 5763135- o c i 82329 1 10 . - - 5317, 7*7 !75*9 *6 n 1549 4 5 ^5412 ,3 8 13537 n j . ■ - - , - - - - 15-0589 4 6 101952 10 7 39 Keb. 1781 -1 / 462500 ol c ' : ^ voor verhoging '1 ^vanpramien 6643 18 7 • - - 16609 16 5 - - - 1722 n c - ~ - - - - • - - 2-32.53 15 o 1721 12 o ïiFeb. 1782- ƒ9429758 14 c 1 163746 19 9 ' - - 3ort63 0 $ - - . - - . - 30546 10 \ 9 ■ - - - * - - 495456 16 n —■■ _ | _ _8jan. 1783 • 13956073 4 * ; 138142 » " 4 - " 158350 ** 6 4015 i3 c - - , , - - 33250 7 7 - - ' - - - 3^9743 " 5 4015 11 o lójan. 1784- 2639173 6 5 | 15574 8 61/ 13483 " c 29042 14 0 *947! 15 o -— - - - - - - ƒ 30819 I4 1 . . - - . _ - 44617 z 6 73775 t , 400.1784- 579Ó633 16 cl -i - 111126 0 o . - - 150486 17 « - - , - - - - 56055 19 o 1 - - - - . , - - 317768 16 o 35April«785- 3441599 10 Cj " " 7©7Ï4 3 ó - - 72802 6 o 14098 15 c . , - - - - 7379 7 o - - ■ ■ - - 14098 15 O 150935 16 6 ï5Dec. 1785- 4946413)13/ 5 — - - 84856 # 4 . - - H497^: -,; , - - - - —— - - 3'<33i 11 2, - - • ■ - - - - 232166 17 9 jjan. 1787 - 4564940, i j .— - - 59467 12 ic - - 60148 16 j c —. - - . - - - - 11799 9 6 —- - - • - - . - - 142415 18 4 f 456870 11 4 ƒ 339787 r6 8 ƒ612506 13 10 ƒ449434) 2 2 ƒ 26iio 15 6 ƒ101539 7 8 /" 84959 19 o f 149386 o 9 - - — . . ƒ1180447 19 8 Jïo^i^ 7 3 i j Petitiën van Aanbouw, &c. [ ; ; 36Aprili77i-j'/r4i785o8 o c / 27882 12 8 Nihil - - ƒ 68970 5 5 Nihil - _ f 84162 1 4 ƒ 13802 9 o ƒ 31735 16 o Nihil . _ Nihil - - Nihil . - / 212750 15 5 ƒ 13802 9 o 5Jan. 1781 - 734*536 o c 30184 11 1 - - 66919 o 6 ƒ 3558 2 6 . -v 10603 16 11 64661 10 o • - - ƒ 6731 12 1 ƒ 5894 19 8 168508 13 9 20056 r9 1 3 0rt.i78i - 92-71498 o c 9334° I7 1 - -| 98636 o 8 4653 14 o 43926 8 6 30795 15 8 60816 n o ƒ 4602 3 8 - " 6952 4 10 296719 17 4 47003 18 2 3 dito 799*00 o c - - - - 1 - - 346i 13 8 — - - - ■ - - 3468 13 8 1 - " 39665 19 8 ■ - - 46603 7 o ^lDeC.I78l- 84O9IOO O C - f 83446 c 8 1 - - 68ö66 17 g Op deeze Pc . j titie is, of zal > i'iït worden aangebouwd. _ _ „ - - . - _ 2317I 5 7 Op deeze Pe- 16 Jan. 1784- 2177870 o c — - - 1751-3 2 1 - - 25303 7 11 «a*** | buuwd!ecse" - - - - — - - 175584(8 rt 3 o April 1777- f 1800000-0-0 re gïtvana4st. paratie, aanvul bouwen. . - - - - 8761 0 4 dito - - ' - - ■ ■ - - 51587 10 4 lingvanMagaz.- 13847 14 5 ' - ~ <) 27695 8 9 - - _ 49571 Iz $ . - - 13847 14 4 - - —— - - ■ - - 104961 ioa o -—. . - 36 April 1779- /i50oooc-o-oaan vulling van Ma 11539 15 3 - - 11539 15 4 "539 15 4 41309 13 9 - - 11539 l5 4 - - - - ' - - | 7592-8 19 8 11539 15 4 gazynen -—- j • 5 Jan. 1781 - ^5ocooo-o-o in • I koop Artillerie- H539 «5 4 - _ j 13079 t0 $ - - . 41309 13 9 - -j 11539 15 4 - - - - - - 87468 15 1 —— - - 23 Jan. 1783 - /2iooooo-o-o in kOOp Artillerie ■ - - 16155 13 5 - - 323II 6 ii Op deeze Pe¬ titie is geen j inkoop ge- daan. _ . , . - - - - 16155 13 5 - - i — - - 64622 I 13 9 2 Mey 1787- /250000-0-0repa ratie voor h( Noorder Quan I I en Vriesland • - - ' - - —— - - • • - - - 1 —- - - ■ - - . - > - - - - —— - - < / 188335 5 11 / II7I15 1 2 /296850 1 4 / 149701 I 18 io ƒ2602791 9 10 ƒ 55"i02 1 7l/i94i42 2 o ƒ 56258 16 8/ 6732 iz 2 f 51513 4 * ƒ946339'" 3 / 430801 x 7   VRIESLAND. TABELLE, aanwyzende het montant der Penningen, welke door de Provincie van Vriesland zyn betaald aan de reTpeéUve Collegien ter Admiraliteit, op de Ordontóen, door den Raad van Staate geflaagen uit de Petitiën, in Margine genoteerd; - mitsgaders het montant der Penningen, welken dezelve Provincie op dfOrdonnantiën nog onbetaald heeft gelaaten; het al volgens de opgave van de voorfz Collegien, refpe&ivelyk in dato, zoo als by yder Collegie hier onder % opgeteekend. 1 Volgens opgate in dato 3 ~1f Volgens opgate in dato 1 ~1 j' Volgen, opgave in dato 3 V°lg%^\%^° 9 H V°lg%ffi^ 178?° 14 1 Maart 1789. i Oftober 1788. j November 1788.* October 170». , L ——^ ■ — . u. ■ * *—E f ——— >_—.—, U - j yripSianei 'Totaaien voor ydere 'Petitie. ^TitS^ EQUIPAGIfc. Collegie ter Admiraliteit op de Maze. j Te Amfterdam. In Zeeland rn iVejlvnesl. en }t Noord guartter. —. ■ 1 —-5—,, * ; — —; — ~H " ~ Hftaatd Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. I Onbetaald. Betaald. Ondetaald. Betaald. Qnbetaal ; Betaald. Onbetaald. Betaald, unbli , . ■ m^^i^t— TartT- T^TlTn^oTTT 7^77~ ~==T~ - - Nihji : : / jg^ : : 'M.?! S' £fö ,ï l I 5 Jan. 178*- 57Ó3I35 o c• — - - — - - - - / 30858 12 4 Nihil - - — - " V ■ ï()Feb.ï78i- (462500 o o ■ J voor verhogint .li „ f tcR* t to ?i?oo o o - - 3*5*00 o o 21434 4 ** ^anprarnkn ' — - - **«° 6 4 ~ - »3»oo 15 9 - - ƒ 1369 « Oj • - / '?H ' 10 3Moo q q _ _ f59y50 0 0 1Qi8o6 l(? f M ^Feb. 1782- /94*97f8 14 oj -. - 102806)19 7 " " ~ " * ~~ ~ " r ~| lK v 1 - 547346 13 4 ? -. *4734Ó U 4 - - 28Jan. 1783 - Ï3956073 4 8| - 7 • " ' " ' " ~ ~ i _ . - 118*90 17 o f 79l?5 4 11 "8590 *7 0 79175 4 " ■ i6jan.i784 - *639*73 6| 8] - " ~ " " ZZ ~ ~ ZZ ' ~ ' ' " * ~ ï _l ZZ - - - - 501071 19 3 33249 10 * 5°*°7* «9 3 33249 10 * ■ iOct. 1784- 5796633|r6 Oj ~ ~ " " " ' " ' ' j _ . - op deeze Petitie is niet geëquipeerd. | * " "*347 ï* t ■ i5Aprili785- 344i599ho oj - - 6W 11 1 — - " — - - ■ - - - - ■— ~ _ 6o o o ■ ■- -| *3i9Óo o o 1044 17 4 ■ ijDec.1785- 494^3 /13 5 *" " ~ T "0 ' ' ' _44 17 4 ' " " " " . _ . - - 169,00 o o iM59 4 o 169300 O o 40673 * 3 ■ 3Jan. 1787-ƒ 4564940 1 1 ' - - 182,03 18 3 ZZ " " " " ' " * :" j _ . - 108900 00 <■ - - 108900 o o ■ - - ■ $Jan.i7&8 ~ 3264960 o c • - ' " ' " _ ' " - ~ 7" " ~ Z " o ~* M ~~ — — — "~i c — — — — _ — - g ^2842072 10 7 ƒ 134893 i9 1 f1977477 8 10 / 439*9* 8 * ■ i J ■ _ . / 256341 o 10 ƒ I354 1 bo3°4^ 10 6 z78*45 » * 3oa.i78i- 9171498 o 01 — " - *Z2 " " " - - " HZ " " — - -1 - - —- - ~ y31^8 7 5 — " " 9319 l 5 l—" " I 3 ditO 79920O O O ' _ " _ ' " " _ ~ " _j _4 _ _ _ _ Op deeze Petitie by dit Collegie niet gebouwd. * " "' 3iDec.i78i- 8409100 o o •—-"* - ----- I | _ m , J „ _ _ - - 11600. o o. 3753 3 8] 11600 o j> 3753 ^3 J5 en Vriesland - " " " " ' " " _ i " ^ 1 — 1 — — — ~" '~Z ~~ ~~{ r , Qno * M \ _ —- —| ' [ [""J ^ "7 "7 ZZI -|L \ZL i -1 -1 1 - -ƒ3003007111 4'/r 344898 l 41 9^°°3O07 || 4I/H4898» 4I ?   OVERYSSEL, N° 6. TABELLE, aamvyzende het montant der Penningen» welke door de Provincie van Overyffel zyn betaald aan de refpeSHve Collegien ter Admiraliteit, op de Ordonnantiën, door den Raad van Staate geflaagen uit de Petitiën, in Margine genoteerd; — mitsgaders het montant der Penningen, welken dezelve Provincie op dito Ordonnantiën nog onbetaald heeft gelaaten; het al volgens de opgave van de voorfz Collegien, rclpectivelyk in dato, zoo als by yder Collegie hier onder ftaat opgeteekend. -V [ 1 'i— 1 1 '< — *- » 1 I • ' 11 ' « ^ 1 ' W ' Volgens opgave in dato <; j Volgens opgave in dato i Volgen» opgave in dato 3 Volgens opgave in dato 9 li Volgens opgave in dato 14 Maart 1789. ' | Oftobcr 1788. November 1788. Oftobcr 1788 | October 1788. "PETITIËN^ I K QU1P A GIK. Coliegte ter Admiraliteit of> de Maze. Te Amiierdarn. In Zeeland, /» JVeftoriesl. en >t Noord. Quartier. Ih Vriesland. Totaalm voor ydere 'Petitie. " " Betaald Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. TTvXTtÏcT- /^óTIToo""! 6 / 30881 7Vl ftiM " ' / 33i6z 19 i 6 Nihil - - f 152.30 o 6 Nihil 1 - - f 4669? 3 6 Nihil - - Nihil - - Nihil - - / 83943 10 7 - - Jj«U178I - 576313? o c 50389 10 1 - " 84o34 4 4 - 46734 9 4 f CS53 8 o 8180 16 - - — - - - - 189438 5 3 f 6553 8 o xyFeb. 1781- (461500 00' I J voor verhoging , ?ran prairiën - 4068 9 9 " " 0I0l7i 4 5 - - "54 '7 1 - - J«o 10 ic - - — - - _ - - 16515 * 1 — „Feb. 1781- /9419758 14 o iooib4 13 * " - l844o6 95 - . - - _ - - 18683 H 1 - - - - - 303374 "8 . . . I hn,1783 • 13956073 48 - - / 85*45 8 * ' ' f 9^15 13 10 " - • ■ - r : / 1Q337 36 • - " ■ - - - - 199508 5 5 i6hni78i- *6 9i7 6 8 I778i '4 o — - - 358*5 o 8 —- - - - - - - 18876 7 10 - - - 7*474 * 6 _ - - 4Oa■ «784- 57966 16 o - " 77377 13' c - - 8,817 o o — - - — . - — - - 34i5* 1, o — - - - - -~ - - t94437 6 o ,2 Am 1178*- iIakqq 10 o 1 - " 43317 * 9 ~ " 44547 ï» o 8649 o o - - - - 45'^ 14 <- j ' ~ ■ ' " 8ó49 0 0 91393 7 9 ctvc 78,- W>!l3 3 5 " " 54756 15 o • - - 7O068 16 io ■ " - — - " " 19*01 «4 «o — - " ■ - - ~ " - 144617 6 8 8 Jan, 1788 - 3164960 o c - " - Z Z — Z Z — — — 1 — — - — — — — — - — — , i f103406 I4 1 ƒ188514 9 4 ƒ 347589 18 4 ƒ 3*7593 15 3 / 71668 6 11 / 6553 8 o ƒ 51719 11 9 ƒ 9*853 19 u " - - " f 674394 11 1 f 7*5^5 l% 6 i Petitiën van Aanbouw, &c. j ^Anrili77i- f4i78-o8 o Jf 17054 i i Nib.il - f 4**55 10 11 Nihil - _ ƒ60010 ,5 7 Nihil - -,"ƒ 19410 16 0 Nihil . - Nihil - Nihil - / 138741 37-— ^\\Z 7^i^6 o o 18186 91 - - 43071 17 6 . _ 6497 13— " - 39S50 o 0 — - - — - - / 77*3 10 1 107305 7 10 7713 10 1 tofl ,78i" q4Ï«8 o o 57091 15 o - - 60319 4 5 ƒ 1850 4 o 4578i 89 - " 37'99 5 6 / *8i8 ,30 - 4*57 1 4 *oo4oi 13 8 99x5 ,8 4 3Od.i78i- 9-7H9ö o o ?/ j y . _ _ T . . , - - -— - - 1124 ï o - - 14189 18 6 * - 28538 x o 3 dito 799*oo 00 - - 1 9 0 deezePe. y >j /iDec.1781- 8409100 o o - - 5"37 18 * 4*13* 19 8 t4is>ofzal * J niet Worden aangebouwd. _ - ~ - - ——- - - 14*33 7 5 ~ " 1 - " —— - i I07504 $ 3 36 Jan. 1784- "77870 o o —- - - "719 11 7 — - - *5496 11 , 3oApnli777- /i8ocooo-o-o re- ■ . - - -! - - 536513 6 - - - - - - 3X591 17 * S^tó 8477 8 o — - - ^954 16 o »«——■- - _ 30365 8c_ - - 8477 8 o - 64175 o„o -J> A* 26 April 1779- /i5°°ooc-o-oaan- vullins van Ma mnKj _ . . . . *,^/c, Tn __ gazynen ! 7064 10 o - - i4"9 o o . - - 25304 10 oj -— - - 7064 10 o - - • - 5356i 10 o - - *Ja°-178V-^;^l 706410 o _ - - i4i*9|o o — - - 2530410 0 — - - 7064 10 o — - - — - - — - - 5356ho o ^ VU inkoop ge- daan. - - ~*- - - —— - - 989O 6 o —'— " - 1 - - 1 - - 39561 4 9 1 Mey 1787- //25oooo o-orepa rat ie voor hes Noorder Quart. ' - - - _ , _ _ _ _ , _ _ _ m u.-.; _ a l en Vriesland • " " " " ~ ~ ^ _I •_ „I ,, T Z - -1 i- — — — Z ƒ ll493l 13 ~l 7 71757 15 "9 f190869 8 10 / 81384 9 ól'/193*74 13 7 - - ƒ «8766 9 6 ƒ 34*3* 1 81 I - I Af 36270 9 11 ƒ617849! 5 xl/**4844 16 10   STAD en LANDE. N?. 7. TABELLE, aanwyzende het montant der Penningen, welke door de Provincie van Stad en Lande ?vp betaald aan de refpeftive Collegien ter Admiraliteit, op de Ordonnantiën, door den Raad van Staate geflaagen uit de Petitiën in Marmn^ m„tP^. ? ders het montant der Penningen welken dezelve Provincie op dito Ordonnantiën nog onbetaald beeft gelalten, het al vÓSe'nsde onÏÏve van de vn^r, ™f" gien, refpe&velyk m dato, zoo als by yder Collegie hier onder Haat opgeteekend. S °PgaV6 "n de Voorf2 ColIe-, volge m»**0 3 1 v°'^^7ir- v°'m^°3 Von«te°»~~1 ' P£n™N. KQÜI_PAGlt. ^,r^^,^^| /» Z„W ■ l - W^l^U Noor4. frr*r. i ' Tv^v^JZTShS. -T7-1T H, 1 °"""L"- ,L^^L- _J^^L_ Onbetaald. Onbetaald. OHBBIA4I.D.- I-B^k ÖnBBT ad. ViïS: HX\°\ i V ffiS A\) AlL ; i'Sgj 6' 2£ 2 2' ^ «ji * ^ - :' * ra;^ T^rrz 19 heb. 17^1- ,461500) o o 5 7 1905 3 o ■ . - - _ - . - - 110839 19 10 86306 7 8 ) voor verhoging J 1 (van praemien - 6643 18 7 —— - - —— _ _ _ _ 17x1 iz . , ö . I 11 Veb. I78i-|/94i9758 i4| o 59318 8 5 106134 | 9 l6855* o 9 112051 ] , —- \ ° _ " ~ I991 J * " ~ ~ ' ~ " ' " " " I0359 14 3 - -I .8 Jan. 1/83 -13956073 4 8. — - - 135*6 & , _ _ 89o8o j 4 _ _ _ _ _j^9 ^ ° /— " "c ~ II ~ ~ ' 6 0 li8lg* 7 r1 16Jan. 1784- 2639,73 6 8 - - 1,019 14 o - - 32,,47 j , , _ _ _ j j 79 7 o . _ _ _ _ _ ^6 „ 6 4Oa.i784 - 5796633 16 c - - 104198 20 . - . Il8o03 , l _l . _ — " *9 49 4 n ' " ~ ^ 95X7 4 9 — -f - 86053 17 11 15 April 1785- 344r599 10 o - - 70754 3 6 - . 67098 r4 o 14098 ,r o . - - - 73;o l „ " ' " " ' '—"* „ " " 163x35 o o i5Dec.i785- 494*4'3 13 5 - - 87639 17 8 - - 1041*0 9 7 ? - - zz ' I^9 ,ï ,n ' ' ' " " " I4°98 ^ 0 M5*3* 5 6 §jrf-| 01 i; ; JeJI ^ J=£ l \ ~ : : ^6 ? ? zz : : — : : — : : Ail 19 ° e : : e e : : ï . ; : I : ; . ; ' , i I I I FstrriEN van Aanbouw, &c. i 1 I 1 i I * ?^2W-TS53( ^' SS!-'.1 i. — -l-^ S ; \' ïi»s ^ *^ ï ; -/ ^ 4 9 ,•> +r „ >/MJ 3 4L I7M , 3 ib78!: ^f0 ; s 'fl? ^ - '-' -.8 x J« 1 ' ï Ji8" ■ i F ° » - < 7 - s " ^ ? ?sas j " 3ïDeC. I78l - 84C9IOO O O - - 80115 II | o t - - g7o6 . , Op deeze Pe- | ~ ~ " " l6Ó°3 7 ° 3COOO O O 16603 7 O 30000 O O 7 " ., ■ u titie is, of zal | niet worden . - . 1 aangebouwd. _ _ : . _ _ _ , _ ^ _ | ïS Jan. 1784 - 2177^70 o 0 —— - - 2481 13 6 ——» - -» 3587 r3 4 Zaïuitdeeze | /? * 9 ~ 1 - - ■ - - - 93107 7 O 3oAprili777- /1800000-0-0 re- JSSi^ I paratie, aanvul. f bouwen. _j _ , _ _ t _ _ 12 , _ _ J lingvanMagaz. 1961 15 10 • I - - 3913 11 9 ^—_ _ _ 70%I r. * 0 " ' ~ - 7312 13 %l ff6Aprili779- /i50oooc-o-oaan ^ 9 7" 11 6 "L i 1961 15 11 ~ " " 8o093 >5 o 10000 o o 9496210^0 ICOoo oio vulling van Ma ^.^.LT— o"^ 163416 ' — - - 3169,3 ' — - - J8?' 6 3 — - -' ■« 7| — .- - » 6 i0ooo|o o ê7468ly o| ,0000 O O koop Artillerie- 1634 16 7 - - 3269 13 1 , _ _ fgfJ 6 _ . , l6 _ _ , , ^ 23 Jan. 1783 - /nooooo-o-o in 1 " 11390 11 0 «v__ _ 4 koop Artillerie ■ • - - 2288 15 2 - - 4577 I0 4 Op deeze Pe- . j ~ ' titie is geen / inkoop ge. j daao. - _ • _ 0 o ïMey 1787- '/250000.0-orepa. 2 15 3 — - - 105109 76 . _ II4l54 8 3 ratie voor het; Noorder QuartJ en Vriesland - - - • • - - • • - - . - - _ _ . _ '. ,00 r ' I I ; 1 j_ — 2 ZZZ 1 1 _„ 70 " 1 JZ" ' " 10878 11 9 ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^9f - ; 19 3[/ 33X71 [10 8 ƒ 116x01 5 11/ I9?i3 Ix X1 ƒ ,48^4 1 9 / 685353 o 6 f555>6i.r9 10 / 79^ 7z l.Tó^^ 7o "7   JNfc 8. TABELLE, aanwyzende de Penningen of fommen, welke door de ïrlbonU * r ,i • by de opgaven, m dato als voor ieder Collegie Haat opgeteekcnd, zyn gevraagt of noe ™L ■ ^ipeÓtlVe Collegien ter AdmiralitWr tyds nog geene Ordonnantiën door den Raad van Staats: waren ^deSchterd^n iD,*0fden fevraagt, uit de Petitiën in Marine renoreerd kunnen worden gebragt. gedepechecrd, en welke dienvolgens, als niet gerepartideerd zynde, ap KS^,^ ^ ^ ff Volgens opgave in dato 3 Volgens opgave in dato 1 f TFT" ^~T~^ itf JU Maart 1789. Octohor ,,<» Volgens opgave n dato 3 | 7/~7~ . —" 1 V ». «*~~— ■ , ' y I WttODCr I7db. NmiPmlvr „nn ■* I VolgCIlS OPgSVe lil d.1tO O \T * ' — , PKTITIKN. EQUIPAGE.; Collegie ter Admiraliteit; >p de Mm. [ TT2S^k ! ^^TT J ^AiA 9 ***18Bg2%£* « ' « I — f 77 : ■ ! InJ,eeland. jH JVeJivriesL en >t AW §f/a~ ~}Tï~7 - ^^.1780-/1613*90 3 6 - - L Voor drie Vlaggen. I 1 j h^esUnd. Tkaalm. 5jan.i78i - 5763% o o' . ,'■ > \~Z ' ' ^Tooo-o-o voor de helit uit de Petit,1 . . . . . _ _ " ■ i9Fcb.i78i. ,46x500 0 0 ■ - — - - —, . - — ; : ~ : ~. —■ - - — - - / 17000 G 0 J voor verhoging J ' ' - - .—- „ _ ^ C van praemien - . _ . _ _ j j _ | nFeb.1781- ƒ9419758 J14I o - . . . J /6l7,n ~ ' - - - — - - ^ . • I / . J»»y 1789. voor het gebteeveiï Schip de 3 * " " 1 - - . - £ ' * ~ ~! " - - VMe> 1,1 P'aafs van dc fora van f, 0203 7-10-0 " " - . /C? „ 18 Jan. Ï783 -/U956073 4 8 ] * - ±da. . - gmaagt by Miffive 27 Sepc 1782. j Z7°? 7 ° 16 Jan. 1784-/ 1639173 6 8^ ■ - - - A _ " * - - —— - - , |a H _ . , . 4Üa.I784 -[ 5796633 I6 O' . - - . . _ n„ - ~ ' T " - - - ■ I " " - - — - J 30000- o- o- Afreekenmg voorde! •—— - - - _ , " ~ " - - 1 15 April 1785- 344*599 10 o' . . - . * , Ajax . j " ~ "I • - - - . i " " ^ j fll°}?*' 5' O deeze fom, voordat deeze —- - -. . , f 3"3oo O O | Petitie gefsrmeert was, was gevraag voor ' " —— - - > ■ - ■ , , j ' aankoop .n vertimmerirg van kleine Vaar- " *~—- - - 13010^ r O tuigen, uit Petitie aanbouw 16 Jan. 1784, 130I0Ö 5 O Idus zy wederom Hit deeze Petitie m«et ko- ! j men voor aanbouw van 1 Fregat van 36 I 4946413 I3 e\ . 0 St • wa3f van deeze Gelden genomen zyn. 8a J L . 3^6oo. o- o voor de Salamander - | - - l6}7„ % 7 /3^oo-c. o v00r den dienft vandJ ~~ " " ~ " " 79447 4 ° 8Jan.i?88- 3^64960 o o'«9(S8oo-0.0 voor verfcheideSchee- 6>zooo- o- o voor den dienft van ' ' Bdcnernler< Hu0»i ™ Medenblik - _ £Ln Z~ vericheideSch«P» — ! — - - 7}6oo o 0 , . ... , ' J"8« 1 7 Totaal _ — - /696800- o- 0 . f „^.^ 0 ~~ " ^1 ~ 2 ^ /^^'OordePalIasenSnel.VH- I+78/o0 0 0 • ■fl*7»1 6 0 0 — - < _rrTot,,~ -— AOtaul rr~ ƒ1339066 l8 7 ■ ' 1 Petitiën van Aanbouw, &c. I J i6 April I77I- /4I78508 I Ol O ("1969^5- O- O voor aanbot van iSchipr, f Soooo- o- o U *S - 5jan.i78i- ^ifo o )• ï^l^^^te ?i?5SS)M ^ ' " " f ^Ï^VT van 2 r ƒ 100694-10- o voor de laafPe ter . , ^ { 1 Scheepen by het Ni. Qr uHeeze qPe t^M rT S V bJ h" Nr' Qr- vo!Sens ^- \ I ÏÏTu ^' * ,mbM» mvn van -.nKn,.,,, e,""! /!4^Ml 19 6 ,Oa,«7««- 9^.498 , 0 - 8-JJ'"*- ^ /-38«-.4-od.5on2ttk„:M„„tm J f«»«rr;/«,afer , «'«"en. ^ *4« in gevalle de gedccorteerde boetens aan de ' ■ ■■— - - „ t u kening gebjagt word. ' ^141191- ï<~o VOOr h^t 7r\f,l<* )\ Aanneem«rs der Scheepen Jupiter, Neptu- ' - - • . . ^ "VJiVW?, J\ nus en Overyffel mogten worden geaccor- ~ — . deert. 3 dito • 799100 o o —- - _ . _ .. jiDec.1781- 8409100 o o 117600- o- o voor den laattten rer- 1141843^5- o vooï den aanbod ~ 1 l ^ ~ ~\~ — — ;, . , myn van aanbouw van het Schip van x Scheepen van 74 en J " "/301306- 5-- o voor gedeeltelykt ■ . . " ' ' " ~ ' : " J 16 lan 1784 1177870 o o ^ Generaai' van 64 Stukken. aanbouw van 1 Scheepen van ' " " ^750 O O 3oApnli777- A800000-0-0 re " " ' " " H1050-0- o voor gedeeltelyke aan- ƒ161710- o- o voor een aantebou- iSoSi.-^o^o "vn , paratie, aanvul- bouw van twee fregatten. wen Fregat van 14 & waar voor tn W t n ,^ °"W ~" ~ " — - - I 493591 10 6 lingvanMagaz.. - - _ _ . I de ^nüalte word gemaakt. 'o Sc uk ken 3 Va° 9 i6Aprili779- ƒ 1500000-0-0aan- I ' • " ~ h—- - - , _ l ( vulling van Ma- \ : ~ ' " " ~—' - - j • - - gazynen 1 ——. - . ^ _ , _ _ ; j 5 Jan. 1781 • ^1500000-0-0 in h " * " - - - . . koop Artillerie-; - . _ _ , m _ _ ( " " " ' - - • ■ 3 » , 3 13 Jan. 1783 - /noooco-o-o in " " < - - . . _ _ ^ koop Artillerie- - - ^ . « T " 7S°7% z 6 S - f 7fo7o . ^ " " " " ' - - Is geen inkoop by dit Coll. gedaan, - en word dus niets gevraagt. " " " """"" - - ^ ; 2 „ , 1 Mey 1787- /i5oooo-o-orepa- ratie voor het ) Noorder Quart. en Vriesland . 1 . _ m m *■ , 1 i . ! ' " " 88708 < t ' 2 - 88768 4 7 totaal — | , Jy 4X452, 0 0 _ „ /l48676o 9 0 . 1 / I6i7io o ^ ~ ~ 7 ~ ~ — , o o - -|/n^493 150 . Jz « ^T7~ j   Nb 9 TABELLE VAN RECAPITULATIE. De refpeétive Provinciën hebben op de Petitiën, in Margine van de agt vorige Tabellen genoemd, betaald en onbetaald gelaten de Ordonnantiën, welke door den Raad van Staate op de gemelde Petitiën zyn geflagen, als volgt; ~— en zulks over alle de Collegien ter Admiraliteit te zamen genomen. EQUIPAGE. AANBOUW. Betaalde Ordonnan- Onbetaalde Ordon- Sommen van beiden. Betaalde Ordonrian- Onbetaalde Ordon- Sommen van beideüi tien. nantien. tien. nantien. Gelderland, zie Tabel i. / '1149381 7 7 f 1006711 18 1 f *«56093 5 9 — — _ ƒ 934954 io 7 f -39*3*9 16 5 f 1316174 7 o Holland — 1 1 4* 14594686 3 5 1354147 o 1 16948833 13 64—- — ~ 19515611 18 10 286086 11 o 19801698 9 10 Zeeland 3- 1060603 16 11 314670 13 6 1385174 10 5 — — — 947361 19 5 177985 7 11 "15348 7 4 Utrecht 1 4- 1180447 19 8 1040147 7 3 1110595 6 11 - - — 946339 11 3 430801 1 7 1377140 11 10 Vriesland — — 5« *977477 8 10 439*9* 8 % 34l6769 17 0 — — — 3003007 u 4 344898 4 9 3347905 16 1 Overyflel —-6. 674394.11 1 7lSS^S "* 6 13899*0 3 7 — — — 617849 5 1 114844 16 10/ 841694 1 11 Stad en Lande 7. 568347 6 1 1465795 4 1 1034141 10 4 — — — 7995*4 lij ° 695116 10 1 1494631 8 1 /33icf33% «3 8 ƒ 7346190 3 10 ƒ40551618 17 6 fx6764640 14 6 ƒ 1551051 8 7 I ƒ 19315693 1 i Sommen Gelds gevraagd, en waar voor nog geen Ordonnantiën, by het doen der Op- ~ — ] gaven, waren geflagen, Tabel No. 8. j— f 1339666 18 7 — — — - - — - . 3695331 16 1 Totaal Equipage « — { 41891195 16 1 Totaal aanbouw -1 ƒ 33011014 18 » Totaal Equipage j——'ƒ41891195 161 1 I j Waarvan afeetrokken wor-[ Zal aanwyzen de fommefii ——Aanbouw ■ 33011014 18 1 De voorfz fchuld of fom van ƒ7590l3lo-ï4- 3 dende, het geen uit de vorige welke ydere Provintie, by het — _ quotens-gewyze gtreparritieerd, brengt uit Tabellen blykr, dat ydere Pro- doen der opgaaven, nog fchul^ Totale maffa van alle de ge- voor ydere Provincie, als volgt, vincie heeft betaald, als volgt, dig was, en waarin voorzien prafteerde Dieniten — 759°i3ïo 14 3 moet worden. —, _ — Gelderland ■ f 4160017 14 n -—* f 1084335 «8 1 " f 1175681 |i6 9 Waar bv niet getrokken is Holland —— 44158168 16 6 ——■ 44110198 1 3 — 147870 14 3 het geen op het Lalt-en Veyl- Zeeland —— —_ 6970363 2 4 —— 3007966 16 4 —1— 3961396 6 o geld was geaffeéteert, nogte Utrecht >—. 4416054 r 6 —>~ n 16787 io n • - - 2199166 10 f het geen uit de eige Midde- Vriesland -—- 8851317 10 1 —5980485 o 1 —— 1869831 10 o len der Collegit-n, daar toe Overyflel —. . 1710345 7 5 —— 1191143 16 2 « . 1418101 11 3 mogte geappliceert zyn. otad en Lande ■ 4416054 1 6 — 1367861 4 1 3059191 17 4 Welke fom vervolgens zal reprsfenteeren ——— — — ■— — —«~ 1 — — de fchuld, welke de Bondgenooten moe- ƒ751,01310 14 3 —— f59969979 8 i ƒ15931341 6 % ten gehouden worden, op de voorfz Pe- \ —— * I— - - ——— — ■*«• titien te hebben gecontrafteert. u—= ——' s * 1 •■-J. Zie verders de naaflvolgeude Oïom. f 75901310-14- %   Uh; i ( 69 ) 't-.rk U4 Gelderland ■ » ■ ' ■ ƒ 416*0017 14 q Holland &—- I 4415816816 6 Zeeland ——— 6970363 2 4 Utrecht , r- « 4426054 1 Vriesland —— « 88513171c 2 Overyflel -— — - 171034S 7 f Stad en Lande .. . 4416054 1 6 - • r*";7?9Pi3ioii4 4 maar, — van ieder dier Quoten, moeten afgetrokken worden de gelden, welken door de Provintien bereids ?yn, betaald, zoo als dezelven op de Tabel No. 9. liaan uitgetrokken, voor iedere Provincie; 't welk. verrigt zynde, zal men de jchuld van iedere Provincie, zoo als dezelve rtond by het $oen der opgaaven der Collegien ter Admiraliteit, vinden^ als volgt. , :. .. .. % ■ 1 Gelderland , ——- « ƒ 1175681116' 9 Holland -—« • Ï47870JÏ41 3 7-eeland • ■ 396*396 6 o Utrecht — 119916610 7 Vriesland . -—— 186983110 ó Overyflel 141810111 3 Stad en Lande -■- —— 3°5'9i9*|i7 4 En tc zamen . ƒ15932341) 61 2 en deeze is dan eigentlyk de fomme, waar in zou behoren te worden voorfien, indien de Üaat van fchuld gebleven was op dezelfde hoogte* waar op hy v/as by het doen der" opgaven door de refpective Admiraüteits Collegien. — . IVlaar die üaat is verandert door de betalingen., welken zeedert het doen der vporfz opgaven, door.fommige Provinciën, en voor al door de Provincie van Holland, fuccesiivclyk zyn gedaan; en die Haat zal nog meerder verande-ringen ondergaan, voor en al eer deeze Liquidatie tot ttand zal weezen gebragt. .— Wy hebben niet te min geen vergeeffch werk gedaan, aan geilen alle die betalingen moeten ftrekken tot mindering der fchuld van ydere Provincie, dal is, van deszelfs Quote in de aangew^èzen'e maffa der geprasfteerde dienlten; en het zal ten allen tydev wanneer, de Bondgenoten tot d-eze afdoening, van zaken zullen heb» ben gerefolveerd, gemakkelyk zyn naar te gaan, welke gelden, by ieder Collegie ter Admiraliteit, zeedert .de meerr gemelde opgaven, uit deeze ofte geene Provincie, zyn ontfangen, en waar van mogelyk reeds een gedeelte ten Comptoire?Generaal is gefurneerd; —rofte, zal, in,allen gevalle, ydere Provintjekunnen aantoonen, ofte by den Raad van Staate bekend zyn, het montant der Penningen» die op alle die Petitiën door dezelve zyn.verftrekt; zullende het rqüant vandien.,- tot de volle Quote in de gepra&fteerd.e dienllen tos, alsdan uitbrengen de fomme, welke dezelve Provipciê daar op fchuldig, zal blyven, en .in welkers betaling moet worden voorzien, Dit dan alzoo geconit.ateerd.zynde, Hoog Mog. Heeren, zpo zyn Wy van gedagten, dat, even eens als in óen'jaare 1749, de Raad' van Staate zoude behoren te worden ver.-.  xoat ons 200 ras deeze voet van Liquidatie zal weezen tèr conclufie gebragt, aan Uw Hoog Mog. te laten toekomen een ftaat, waar by de voorfchreeve fomme van ƒ 75901520- 14- 4 ofte malTa der gepraefteerde dienlten worde gedeelt in zeeven deelen, naar de Quotes van ydere Provincie ( gelyk zulks hier boven heeft kunnen gefchieden, aangezien de voorfchreeve fom een fixum is, welke niet fluftueeren kan, en dus den waren grond van de liquidatie uitmaakt) en waar by wyders van deeie relpeclive deelen worden afgetrokken zodanige furmhementen, als de Provinciën zullen bevonden worden weezentlyk te hebben gedaan op haare Quotes, in de bovengemelde gepraefleerde dieriü'en ofte fom van ƒ 75"90i3*o- 14- 4; zullende de als dan overfchietende reipedive fommen unieeveren de reëele agterllallen, na proportie van dewelke, een dubbelen interelt van tweemaal drie, ofte zes per cent zou behoren te worden gebragt op den Staat van Oorlog, of wel op een a parten Staat, nevens den Staat van Oorlog te voegen, ten lallen der refpective Provinciën, die haare Quote in de voorfchreeve lomme zouden bevonden worden niet te hebben voldaan. En om insgelyks te formeeren, en aan Uw Hoog Mog. te laten toekomen een tweeden Staat, aanwyzende de fomme der gepraefleerde dienllen by yder Collegie ter Admiraliteit (te weeten, het geen zy uit dien hootdc in de Capitaale fom van ƒ 7f9ol3io- 14- 4 /.ouden moeten hendeeren) waar van wederom afgetrokken de Penningen, by hun bereids ontfangen, by overichot zoude aanwyzen, hoeveel aan yder der gemelde Collegien rer zaake voorfchreeve nog zal competeeren. — '**,■• • En dat voorts ten einde de Collegien ter Admiraliteit dadelyk in het genot van deeze liquidatie te Hellen, dezelven te geiyker tyd door Uw Hoog Mog. zouden behoren te worden geauthorifeert, om tot het montant van de voorichreeve hunne uugebragte prcerenlien, de nodige Negotiatie van penningen te doen, zóó en in maniere, als met het profyt van den Lande meelt overeenkomitig zal worden geoordeeld, ofte men als dan raadzaam zoude mogen vinden; — wel vrrltaande nogthans, dat onder die Negotiatien zullen moeten wezen begreepen de zoodanigen, welken op voorgaande authorifarien van Uw Hoog *Mog. ter zaake van de voorfchreeve Petitiën zouden mogen geaccordeert zyn. — en dat daar meede alle de meergemelde. Petitiën zouden behoren te worden gehouden voor gemortificeerd en vervallen, even als of dezelven nooyt waren gedaan geweeit, en een nieuwen Staat van zaaken wierde aangevangen; — met verdere aanfehryving aan de voorfz Collegien ter Admiraliteit, om aan den Raad van Staate alle zodanige informatien en elucidatien ter zaake voorfchreeve re doen toekomen, als de gemelde Raad in der tyd zoude mogen requireeren; — het al met dien verÜande daar en boven, dat, om aan de Bondgenooten zeekeiheid en gerunheid te verzorgen, dat de penningen, welken door hun tot dat einde jaarlyks zullen worden verltrekt, waarlyk tot de bedoelde eindens gebeezigt zulen weezen: de meergemelde  . . . (9t) melde Collegien rer Admiraliteit gehouden zullen zyn, telkens aan den Raad van Siaate behoorlyk te doen blykert van het employ, welk zy tot aflofling der alzo genegotieerde Capitaalen, refpeciivelyk zullen hebben gemaakt. — Door zodanige ichikking zal deeze zoo hoog opgelopen fchuld allengskens verminderen, en In den tyd van 11 & 13 Jaaren, geheel te niere loopen; en de Collegien ter Admiraliteit daar door in Haat worden gelteld, om met ruimer handen in 't vervolg te voldoen aan het geene eene opkoomende nood van dezelven wederom zoude mogen vergen; — waar door dan het werk van de Zee op eenen min belemmerden voet zal kunnen voortgaan; 't zy dan, dat by de tegens woord jge Adminiftratie van de Zee-zaaken roogre worden geperfevereerd: ofte, 't geen Wy van de wy.^heid en het belang van alle de Bondgenooten mogen vertrouwen, dat de voet van beftier, welken Wy hier boven, tot kragt van bewys toe hebben gededuceerd, mogte worden gelegd tot een grondflag van de toekoomende Adminiftratie; en indien daar toe nog eenige Argumenten mogren ontbreeken, zoo hébben Wy, in de behandeling van 't werk, waar van Wy zoo eeven het refultaat van Uw Hoog Mog. hebben voorgelegd, op nieuws gevoeld de kragt van redeneering, welke uit de befchouwing van dat refultaat onmiddelyk zal moeten getrokken worden. —— Immers zyn 'er geduurende de negen Jaaren waar over deeze voorflag van liquidatie loopt, en daar onder vyf Jaaren van Vreede, dadelyk, voor het extraordinarts van de Zee, gedemanueerd door de Collegien ter Admiraliteit de fomme vanomtrent 76 millioenen guldens: daar onder niet gereekend het geen uit hun eigen middelen daar toe is geappliceerd, nogte dat gedeelte van penningen, waar meede net fonds van het Lalt- en Veil geld, op fommigen van de opgenoemde Petitiën, was bezwaart;—eene fomme, zoo aanzienelyk, dat de Bondgenoten, welken, onaangezien her kort van omtrent 16 millioenen, bereids voor het uiteindevan het voorleeden jaar, daar op 60 millioenen hebben betaald, daar door teffens hebben daargefteld den prys, welken zy, op het behoud van de Marine hadden gelteld: maar welke importante fomme hun ook de verwagting had mogen inboezemen, dat zy den ftaat van 'sLands Zeem> opeen beeteren cn refpeclabelder voet zouden zien gebragt, dan dezelve werkelyk, na het belleeden van die penningen, zig bevind, en waar van geen beeter of voldoender reeden al wederom kan worden aangehaald, dan de koftbaare en verdeelde Adminiftratie, waar aan het Admiraliteits-weezen in deeze Landen is gefubjecleerd, en welk gebrek al wederom in de Conltitutie van de zaak moet worden opgezogr. Dog bevoorens van deeze Materie af te flappen, moeten wy nog met één woord gewag maken, van een bedenking welke by Ons in confideratie is gekomen; namelyk; of niet, daar de Petitiën, zoo ten opzigte van de Equipage' als van den Aanbouw, uit hoofde van gebrek aan Volk en duurte van Mateiiaalen geduurende den Engelfchen S 1 Oor-  ■ ( '/O ■ : , ,'. Oorlog exceffiv hoog hebben gelopen, eenige korting daar, omtrent zoude behoren plaats te hebben, voor zoo verre na het eindigen tvan dien Oorlog 3 geëquipeerd en gebouwd is; en dus de Equipage wederom als voorheen op den voet van f 36- 0^,0 per Kop, in plaats van/* 40- o- o 'smaands bereekent, als meede de gratificatie in dien tyd toegellaan, gekort; — én zóó ook, met opzigt tot den Aanbouw, in confideratie van de daling der pryfen van 't Hout, de kosten daar van niet met 2,0 per cent Zouden kunnen Worden vermindert ? , , ( Wy hébben, gemeend op die bedenking te moeten inneem'en de conlideratien van de Collegien ter Admiraliteit, welkers beandwoordingen hier in hoofdzakelyk overéénkomen; dat, aangezien 's Lands Scheepen van Oorlog, door de langduurige fcha&rsheid aan Zee Volk, eri verloop van lult tot 's Lands dien'it, lange in Werving moeten leggen , alvooiens hunne compleete Rollen hebben aangeworven, daar door een groot verlies by de Collegien word geleeden; vermits op den Eed aan den Lande gedaan, geen ctienil v;in Scheepen mag worden gereekend te zyn ingegaan vóór den dag, dat dezelven compleet zyn opgeworven; cerwyl inmiddels alle de Soldyen en Koltgelden, tot dien. tyd toe, uit de eigen middelen der Collegien moeten worden gevonden en goedgedaan. —Dat zoo ook hec groote aantal van kleine en ligt bemande Vaartuygen, waar meede zommige Collegien zyn belaft geweeit, aan meerder ilytage en rampen onderhevig zynde, dan wel grootere en' tferkere Scheepen, de kollen van derzelver toerufting, onderhoud en reparatie,, meede niet kunnen gevonden worejen uit de ƒ 12-0- o welke daar toe per Man inde ƒ36- c- o zyn gecalculeerd. Dat al verder de nieuw-ge'drrelteer- de ordre van bemanning door vermeerdering van Dék-Officieren en ver mindering van het getal der Soldaten: mitsgaders ook de laaifte Soldy-Lyllen door diverfe verhoging van Gagiën; en . de vermeerdering van uitrulting by hec nieuwe Charter-Boek; alle tot bezwaar ftrekken van de Collegien, enz: -— en dat, zoo ook met opzigt tot de reductie, van de koften . van Aanbouw met de voorfchreeve 7.0 per cent, de Collegien ter Admiraliteit meerder met den Aanbouw zouden hebben verlooren dan geprofiteerr,; en 'er dus geen reden zoude exteeren, om die reductie in' voegen voorfchreeve op de gemelde Aanbouwen ie effectueeren. :— Alle deezë Confideratien zyn ons van genoegzaam gewigt voorgekomen, om dezelve in extenfo3 copielyk nevens deeze Memorie fub Byiage G. iö. & i°. loco, over te leggen ; bevattende het eerite gedeelte van deeze Byiage een Extraéi uit een Milhve van het Collegie ter Admiraliteit op de Maaze, en het andere een' Miliive van hec Collegie ter Admiraliteit te Amiierdarn, met eëhe uitvoerige cómparat:ve bereekening van het geene by dat Collegie word onrfangen en' uiigegeeveh , voor de Uitrulling,; bemanning, Equipagie, inkoopen van Hout en andere^ Bbtiw - MaienaaF, Senótfigt voor' een Schip vVn 74, en eeri'  Fregat van 20 Stukken, als zynde de groot Ile en de kleinile Charter; — en zulks, ten einde alle deeze détails in deizelvér zamenhang by de Bondgenooten zouden kunnen worden overwogen, en zoo ook vervolgens met meerder, en volkomener kennis van zaaken, dit geheele werk beoordeeld. Wv moe;en nevens Zyne Hoogheid, infteerrn op de fpoedige afdoening van dit werk. - Wy bezeffen wel, dat de Bondgenooten zig daar door, geduurende eenige jaaren, in hunne jaarlykfche Uitgiften zullen bezwaard vinden; dog wy kunnen tefiens by dezelven geen voorneemen veronderiteileo, om zig thans te onttrekken aan een laft, welken zy in der ryd met Capitaale fommen hadden behooren te draagen: — VVy obielieeren dezelven op het plegtigfte, om ook iri deezen gehoor te geeven aan het algemeen belang; ten einde het geheele Bondgthootfchap wederom moge treeden in die voorrechten, welke ten allen tyde aan een liquiden ftaat van zaaken zyn gehegt. Wy kunnen van de zaaken van'de Admiraliteit nietafftappen, Hoog Mogende Heeren, zonder ter herinnering van Uw Hoog Mogende te brengenden deerniswaardigen toeftand der Crediteuren van hft Collegie ter Admiraliteit in Vriesland. — Heeft eene fpeciale Commiffie uit Uw Hoog Mogende tot onderzoek van de zaaken van dat Collegie, al in den jaare 1786 daargelleld de deugdelykheid der refpective Praetenfien, de importantie van de Schuld, en de gegronde klagten der kermende Crediteuren, en waar van fommige zeederd tot totaale ruïne uit dien hoofde zyn vervallen; — heeft het Uw Hoog Mogende bereids, by Refolutie van den i Juny dtszelfden jaars, behaagd te verklaaren, dat de billykheid vorderde, dat de voorfz Crediteuren op de befl mogelyke wyze beiaalinge erlangden van hunne wettige grldcn, :jsn dat men geene inten ie had, om de hoop van wettige Crediteuren op de goedgunltigheid van den Sou^erain eenigermaace af te fnyden; — zoo bezeilen wy, dat op principe» iim billykheid, menfchenliefde, —- en om lugezeetenen deezer Landen niet aan dé uiierlte 01,regtvaardigheid, en waar van zy nergens reliev kunnen vinden, Moot ie Hellen; — het, na zoo veele ydele verwagting, éénmaal tyd behoorde te worden, om her^lot van zoo veele regtma,>tige kiaageïs ni«| langer van de delineratitn van den Souvtrain, Over de wyze van voldoening van erkende Pr^tenlien, te laaien afhangen; en voor té komen, dat door een langer uiittel, niet worde te weeg gebragt, dat by toekomende aantieem'mge van 'S Lands pubiicque Werken, het aandenken van dit treffende voorbeeld aan de Aanneemers tot een afJchfik moge ftrekken; — ofe tot een motif, om uit voorzorge tegens eene verweilde betaaling, de aanneemingen niet dan op zeer hooge pryzen te aanvaarden; waar door dan en het credit, en de Finantien van dtn Lande, alleiints grootelyks- zullen moeten lyden. Het is op alle die gronden, cn ütt confideratie dar Uw * T Hoog Crediteuren van de Admiraliteit in Vriesland.  Zaaken en Defenfie te Lande. ( 74 ) Hoog bêog, by Refolutie van den % Augutlus 1786 hebben goedgevonden, het rafjpoTi van de Heeren Gecommitteerdens tot onderzoek van hec Finant ie - weezen van de Admiraliteit in Vriei-land te (lellen in Onze handen nevens die van de perfoneele Commiliic rot revjiie van de Quote, ten einde daar van zoodaanig gebruik te maaken, als ten nutte van den Lande zouden vermeenen te behooren; dat wy gemeend hebben, nogmaals by deezen op het kragrig. ile by Uw Hoog Mogende en de Bondgenooten te moeten inlleeren, dat het * Rapport van beide perfoneele Gom. miilien, ter Tafel van Uw Hoog Mogende op den x November 1786 uitgebragt, eindelyk eens moge worden gebragt tot conclusie; — ofte, in allen gevalle, zöo&ariigdl andere vrugtbaare Refolutie genomen en difpoiui; ri gemaakt, als w?ar door deeze oneer en difcredit voor den Lande eenmaal moge komen te cefieeren, en zoo veele Ingezeetenen uit derzelver kommer gered , en in het nezit van hunnen Eigendom wederom herileld mogen worden. Heeft 's Lands defenHe te Water, met den gantfehen aankleeve van dien, Hoog Mogende Heeren, tot dusverre het onderwerp van Onzen voordragt uitgemaakt: hebben wy dezelve met die uitgebreidheid afgehandeld, welke het gewigt van de zaak, maar voor al de menigvuldige gebreeken, waar mede dezelve wortel heeft gefchooten, in allen opzigte kwam te vorderen; 't zal ook tyd worden, om eenigermaete te voldoen aan dat gedeelte van Uw Hoog Mogende Refolutie van 4 Mey 1785-, waar by de Detentie te Lande met al het geene daar toe behoord, aan ons onderzoek en deüberarie is aanbevolen geworden. Wy zeggen eentje*macte; niet, dat wy dit onderwerp van minder aanbelang hebben gereekend dan het voor ge; -— niet, dat wy op het zelve, minder dan op het voorige , onzen aandagt zouden hebben geveibgt; ofte dat wy zouden geloovcn, dat de gebreeken, welke zig daar in zouden mogen vertoonen, grooter uitllel van verbeetering zouden kunnen lyden, dan de zaaken van de Zee', neen voorzeekerl maar wy hebben het geluk gehad, omtrent de Defes üe te Lande; (en daar onder reekenen wy, met Uw Hoog Mogenden, den Staat der Frontieren, Arienalen, Magazynen, de Militie, met de difpofitie en het bellier over dezelven:) Wy hebben het geluk gehad, omtrent alle die zaaken een beeter•• geconferveerde Conltitutie aan te treffeh, dan ons omtrent 's Lands Magt ter Zee heeft mogen gebeuren. -~ in een Regeering, gelyk die is van deeze Landen, zaamen geüeld uit zoo veele deelen: welke alléén daar door een onverrnydelyk euvel in zig bevat; maar welke met te min door zyn eigen gewigt, eene groote vaitigheid heeft bekomen: in zóodaanige Rcgeenng is het toppunr van volmaaktheid, eeven min als in andere min gecomplicqueerde Regeerings-vormen bereikbaar; — en wanneer men in de Conilitutie zelve genoegzaame middelen van bellier beipeurd, zoo moet men zig niet ophouden met voordellen van thnovatien, welken in de Huishouding van geltabi* lieer-  ( is ) lieerde Mogendheeden nier, als door het groot belang der zaak, ofie door hoogen nood, kunnen worden gcjufuficeerd. — Onder die brnaaining gehoorde het bellier van den Oorlog ie Water; en wy vreezen nier, dat iemand, die het verhandelde ten dien opzigte mer bedaardheid zal hebben o er.voogen, ons deeze waarheid zal zoeken re betwillen.— Maar de principes omtrent het beltier van den Oorlog te Lande hebben minder gefluctueerd; eeven daarom, dat dezelven tot eene veel grooter fimpliciteit van den beginne af n 2Éyri gebragt geweeit, en liet zelve nimmer over zoo veele lchyven heeft geloopen. Her zoude hier ter p.'aatfe volftrekt overtollig zyn, met Kiltorifche Exempelen en Refolutien van Staat te willen ■aantoonen, dat de ger.eraale directie en dilpofuie over de z .aken en het vc lk van Oorlog, door de Conltitutie gedemandeerd zyn aan Zyne Hoogheid en het Collegie van den Raad van Staate; als zoo veele zaaken, welke aan niemand hier te Lande onbekend kunnen zyn; maar wy zullen ook gaarne; bekennen, dat wy vergeefs zouden getragt hebben een vorm van bellier dienaangaande uit te denken, 't welk meerder dan 'f reegenswoordige naar de belangens van het Bondgenootfchap zoude zyn gefchikt, ofte meerder bcihmnivaar met den aard eener Confcederatie, als die van deeze Gewelien, zoude mogen worden gereekend. — dan, aangezien de benoodtgdheeden van den Staat niet ten allen t\de in eevenreedigheid haan met de vermoogens van de Bondgenooten, rrv..r dezelven veeltyds te boven gaan; zoo zal het ook niet te verwonderen zyn, dat alle de deelen, ondergefchikt aan zóodaanige adminiilratie, niet ten allen tyden in een volmaakten toeftand kunnen worden aangetroffen; en dat een loller hand aan fommige dier deelen, hoe important ook op haar zeiven, heeft moeten worden gehouden; ter zaeke dat men in tyden van eenen langouurigen Vreede veeltyds geneigd is, onderwerpen, waar mede aanzienelyke onkollen zyn gemengd, fchroomelyker by de hand te vatten; vooral, om dat dezelven in zoodaanigen tyd niet v n eene zoo dringende noodzaake worden gehouden; en ook fomtyds uit hoofde van het gebrek ofte lch-iarsheid aan die middelen zelve, zonder welke-geene verbeeteringen kunnen worden aangewend, geene groote zaaken beitierd. Daar door zullen dan onze Confideratien omtrent het geene Ons nog overig blyft aan Uw Hoog Mogende voor re draagen, zig tot een veel naauweren kring bepaalen, dan met opzigte van de Admiraliteits-zaaken is geichied; en wy zullen ons kunnen vergenoegen met eene generaale opgaave van de voornaamfte defecten, welken zig door hec onvermogen van dit gedeelte van het algemeen bellier, ontllaande uit de aangehaalde oorzaaken, hebben moeten vertoonen; met aanltipping der hulpmiddelen en verbeeteringen, die daar toe in 't generaal in Confideratie zouden kunnen komen. En tot dat einde zullen wy wederom tot leidraad van Onzen voordragt verkiezen de Refolutie van Uw Hoog T i Mo-  Ffontiem (7 maaken, welke van alle kanten gebroken, met grachten en Rivieren dnovfneeden, die kennis van de volflrektUe. noodz'aakelykheid maaken, om ydere beweeging van een Vyand te kunnen gade flaani cn zyne pogingen ver> deDie prseparatobe werken ééns verrigt zynde, zal men xig dan cerlt in Üaat bebinden, om in overweging te kuriren neemen, zoodaaivge b\zondere Plas, welken reeds voor handen mogten zyn, ofte de Projecten, die van tyd tot tyd zyn geformeerd; in hoe verve rar.elyk dezelve eenige. veranderingen zonden moeten ondergaan, om ie kunnen dienen tot volmaaking van ,een aaoeéngefchakel.i PJan van Defenfie, en uit dien hoofde met een roiluaïr oog befthouvyd worden; maar ook tellens, in zoo verre zy betrekking kunnen hebben tot andere objecten, welke op het welzvn van den Staat Jn 't algemeen, en op de miJd len van beft win van dellelfs Ingezeeieucn in 't byzonder, den groorfien invloed kunnen hebben, en di-nvo'gends de opmerkzaarnheid van den Souverain , . in de combinatie van alle die objecten, ten hooglten verdienen. , . Dan die préparatoire werken zyn van een 2eer groote uitgebreidheid en ommellag, en tot dezelten is geen geringe tyd toereikend-; — maar ook dat werk zelfs, hoe. zeer in alle opzigten oröubeerlyk,. zoude in -veele opzigten vrog-eloos zyn, ten. zy t effens worde val'geüeld het.voorneemen, dat het dadelyk in order .brengen van de Ftontieren zal kunnen woiden aangevangen en voortgezet; — waar vari anderfints het onmisbaar gevolg zd. moeten zyn,' dar de onkoilen, aan dezelven belteed , voor een groot gedeelte voor den Lande verlooren zullen gaan; en de veranderingen, die bv verloop van tyd in de lituatie der gronden en Wateren'zullen voorvallen* die ïnfpecïien, Meetingen en YVaterpafTi! gen, onnut zullen maaken; en men naderhand wederom in dezelfde. omflandigheeden zal geraaken, waar in men zig thans door het gebrek aan accuraete Plans en Memorien ten dien opziate bevind- Maar wy vertrouwen , dat de Bondgenooten haare eigen zeekerheid en die van den gantfehen Siaat niet zullen laaten vaeren, uit confideratie van de kotten, welke voortaan, V aan  (?s y san de herflelling en de eonfervatie van 's LahoV fterkfe zullen moeten worden opgeofferd; confideratien, waar van het gewigt, van den eenen kant zal verminderen, wanneer men in aanfchouw neemt, dat 's Lands Frontieren en Sterktens eenmaai in behoorlyke ordre gebragt 'zynde, tot der. zeiver in Üandhouding eene maetige fomme jaarlyks zal voldoende zyn; terwyl anderfints, by gebrek van bekwaame Vefbngwerken, de Defenfie van den Lande zal moeten worden overgelaaten aan zoodaanig talrvk Leeger, als de Finantien der Bondgenooten onvermoogend zouden zyn,x permanentelyk op de been te houden, en 't welk daar en boven, in cas eener ongelukkige Bataille, niet in Üaat zoude zyn een Vyandelyk Leeger tegen te houden ; — confideratien i welken, aan den anderen kant, op geenerhande wyze, kunnen opweegen teegens het genot, ofte het gemis van 's Lands onafhankelykheid. — Ln zoo deeze overtuiging by de Bondgenooten onverhooptelyk mog'e komen te ontbreeken, zoo voelen wy,dat de herhaaling van de zoo meenigvuldige als ernflige repraefemauen , welke fucceffivelyk, dog zonder vrugt, door den Raad van Staacfè zyn gedaan, van geen nut althoos zullen kunnen zyn, en de veiligheid van den Lande dobberende zal moeten worden gelaeten. Zonder fondfen; tonder regulier furnifTérnent van pendingen, zal geen hand aan het werk kunnen worden geHagen; — dog hoe zeer voor als nog de fomme, welke tof het in ftand brengen van 's Lands Frontieren zal moeten worden belteed, niet genoegzaam kan worden begroot, zal het in allen gevalle behooren vait te gaan, dat 'er door de aanwyzmg van een vrugtbaar Fonds, volkomen' zeekerheïd worde gegeeven, omtrent de prompte betaaling van die geenen, door wien de te projecleeren' werken zullen mogen worden aangenoomen. — Wy behoeven niet te blyven flaan by de inconvenienten, welken uit het gebrek aan penningen, om de gemaakte engagementen met de Aanneerners te kunnen voldoen, refulteeren; en waar van het niet moeyelyk zoude zyn veele frappante exempelen aan te haaien; mitsgaders de fchaade, oneer en difcredit voor den Staat, welke daar van onaffchydelyke gevolgen zyn. — die inconvenienten behoeven niet te worden aangedrongen, om in 't oog te doen loopen de noodzaakelykheid, dat daar voor in 't vervolg worde vóórzien; — en dat, naar maete de veiligheid van den Lande in goede Frontieren en Fortificatiën word gefield, dit Poinèl ook alzoo van het grootfte belang moege" worden gereekend. Zoo wy dan een Plan van aan - et 11 - gefchakelde Defenfie niet u;t het oog verliezen, zoo aahten* wy het by de bewetkfteiling van hetzelve, van geen minder amgeleegendheid, dat aan de executie van de te doene Werken eend Vrye en onbelemmerde loop worden gelaaten, en dnar omrrend volkomen zeekerheid worde gegeeven. — Wy zyn wel overreed, dat zoodaanig Plan waarfchynelyk. in alle .dcszelfs deelen met zal kunnen uitvallen naar het genoegen ,  (79) gen, en overeenkomftig de prseife belangens van alle de Provinciën, Quartieren, Steden en Perfoonen; maar wy houden het voot een grondregel van alle welgeltelde Maatfchappye, dat het particulier belang aan de algemeene zeekerheid tnott worden opgeofferd; zonder dat wy nogtans daar mede zouden Willen te kennen geeven, dat de middelen, welke voor 's Lands defenfie moeien worden in het werk geileld, niet zoo veel mogelyk behooren te worden overeengebragt met het belang van die gedeeltens, waar uit het geheele lighaam is te zaamen gelteld; en voornaamentlyk, wanneer daar mede zóodaanige objeftcn zyn geconcerneerd, welken een onmiddelyken invloed op het bellaan en den voorfpocd van de Ingezeetenen moeten hebben. — ;; , Het is dan om die reden , dat zoodaanig Plan van aan-eeneg waar ven Uw Hoog Mog. ligt zullen peretreeren, dar de uitflag niet gevoeglyk zou kunnen worden afgewagt; — en hoe zeer her in den eerlten opllag zoude mogen roefchynen, dat zeederr t onze eerfte hyecm komÜ, ten miniten daar mede een aanhsang zoude hebben kunnen worden gemaakt; Zoo vleyen wy Ons, dat Uw Hoog Mogende het ons ten goede zullen gelieven te hou* den, zoo wy die tyden niet gefchikt hebben geoordeeld tot de executie van zoodaanig werk, als het welk met politicque en Provinciale belangens zoo zeer was gecombineerd; — terwyl wy van eert' a' deren kant, door dé Heeren, Welken uit den Raad van Staaten in Ome Vergadering gecompareerd hebben, geïnformeerd v*ierden, dat de voorfz Raad zig Omtrent yerlrbeidc zaak n, dir fubject conr.rrneerende, niet onleedig hield: voor zoo verre naamelyk de omlland ghecden van tyden en van zaaken, en dé voorraad van penningen, zulk fcheenen ie mogen toelaaten; en daar mede in dier voegen zoude voortgaan. Maar zulks heeft dan ook van Onzen kant te weege gd-bragr, dat de uiterüe omzigtigheid in de behandeling vati deeze materie heeft m e en worden gebeezigd; aahgezïeii dat onderzoekj waar van Uw Heog Mogende re rneermaalen gemelde Rofolutié fpreekr, en du redhjfm, naar Onze gedagten, niet pertinentelyk zullen kunnen worden opgegeeven, zonder dat al'vootens a'le d;e préparatoire berken dadelyk zullen zyn Volbragt; als waar op dezelve redrelTen gegrond moeten worden, en waar van zy een gevolg moeten zyn; en Waar door dan nok aileenlyk kan worden geconftateerd, hoedaeri'g die ledr fTen zouden behooren te worden aangewend. In een onderwerp vati dit aanbelang, en waar by allés óp praècife en bepaalde denkbeelden sankomt, zoude het dan eenigzints ohbelhanbaar zyn met de reegelen van voorzigtigheid en van goed bclüer, zoo wy ('t geen anderzints {liet zeer1 bezwaariyk te doen' zcuie zyn; aan Ua' Hoëg Mo-  ( 8t ) Mogende en de Bondgenooten een Tafereel zouden aan* bieden van den teegenswoordigen toelland van 's Lands Forrihcatien en Frontieren, mitsgaders van de Plans en Propofitien, welken, tot verbeeterjng van deeze of geene gedeeltens van dezelven, van tyd tot tyd zyn gedaan, en by den Raad van Staate vo?)rhanden zyn. — Uit zóodaanige befchsyving zoude allèzints aan Uw Hoog Mogende coulleeren, dat geen tyd behoord verzuimd te worden, om de hand, éénmaal in het groot, aan het werk te flaan;— om de meenigvuldlge gebreeken te beeteren; om de misbruiken en indragten , itrekkende tot verydeling der defenfie, uit den weg te ruimen , en voor het vervolg met efïefte te weeren ; — in een woord , om te baat te roepèn die overheerlyke middelen, welke de natuur met eene zoo milde hand, in de meelle Dillriéten van deeze Landen, toe derzelver verdeediging, zóó duidelykheeftaange weezen. — Maar die befehryving zoude , buiten de algemeene waarheeden welken wy zoo even hebben aangelb'pr, hier ter plaatfe, naar onze gedagten, niet alleen aan het oogmerk van Uw Hoog Mogende Refolutie niet voldoen; aangezien de te proponeeren verbeeteringen aileenlyk als onvervankelyk zouden moeren worden opgegeeven, en die opgaaven zelve, hoe zéér beruilende op de denkbeelden van des kund/gen, den toets van een gecombineerde beöordeeling, zoo met opzigte van het militaire, als van het politicque, nog niet heeft doorgeilaan : in allen gevalle niet preciefelyk kunnen opgegeeven worden, als weezëndlyk overeenltemmende met een Plan van aan-een-geichakelde delende, en das met alle de deelen van een geheel, het welk nog niet is geformeerd, en op welkers formatie niet genoeg kan worden aangedrongen ; — maar die befchryvmg zou dan ook als overtollig kunnen worden befcb.ouwd, en "daar cn boven , in zeekere opzigten, tot nadeel van den Lande kunnen Ürekken. Immers vleyen wy ons, dat Uw Hoog Mogende eene gepafte bekommering in ons zullen biilyken, zoo wy, in confideratie neemende. den algemeenen loop van deliberatien in deezeLanden: waar door zaaken van Staat, over zoo meenigvuklige fchyven moetende loopen, aan eene zeekere publiciteit fchier niet onttrokken kunnen worden; zoo wy, zeggen we, gemeend hebben een détail van den toeftand van 's Lands Fortificatiën, van de defedtcn en zwakkeplaatfen daar in geleegen, in eene aan-een fchakeling, waar in dezelven vergeeffch elders zouden worden gezogt, aan Uw Hoog Mogende en de Bondgenooten te deezer plaatfe te moeten onthouden; ten einde daar door eene gemeen-maaking voor te komen , waar van tot nadeel van den Lande te eemger tyd gebruik zoude kunnen worden gemaakt, en waar door deeze onze pogingen zelve een ganfeh verkeerde en verdeiflyke uitwerking zouden moeten bekornep.— Wy hebben te minder daar in gehafiteerd, uit het bezef, dat wy onze werkzaamheid niet hebben kunnen uitbreiden toe eene bezigtiging van het locaal zelve , met a'zoodanige W hulp-  Magazynen , Ar ft nalen* ( 8* ) , . hulpmoeien , als daar toe nodig zouden zvn geweeft; als waar door wy dan aileenlyk in ftaat zouden zyn gebragt geworden, om ons oordeel in deezen met waare kennis van zaaken te leiden , en voorflagen, op eene beredeneerde ondervinding fteunende, te kunnen doen ; — en dat Wy Ons vervolgens in de noodzaake moeiien vinden, om, met het maaken eener verzaameling van de Propofitien uit de tneenigvuldige Memorien, Advifen en Berigten, welken zeederd jaaren herwaards, zoo door den Directeur-Generaal du MouÜn, a!s door deszelfs Praedecefleurs in dat vak aan Zyne Hoogheid en den Raad van Staate zyn gefuppediteerd: in den grond niet veel anders te kunnen doen, dan hunne en niet onze, ofte mogelyk ook wel niet fa befte denkbeelden te kunnen voordraagen ; en dus; in een zeker ander opzigt, gedaan werk te doen; nademaal alle diePlansr Projecten en voorüaagen tot vevbeetering, in den boezem van den Raad van Staate zyn beruftende, en ten allen tyde kunnen worden geraadpleegd ofte gebeezigd ; en welke noodzaakelyk een grooteren trap van waardy zullen ontfangen , wanneer eenmaal een zaamenhangend Plan ten dien opz'gte zal wéezen geformeerd; als waar door dezelve wiskunstig aan de waare belangens van den Lande zullen kunDen worden getoetft. VVy vertrouwen dan, dat ons niet als ten belten zal worden geduid, zoo wy dit gedeelte van 't voorfcnrift van Uw Hoog Mogende Refolutie tot een zoo veel koneren kring hebben beperkt , en zoo wy ons vergenoegen met de bovenftaande algemeene confiderauen ; terwyl wy reffens op het Üerkfte blyven aandringen op de nnodzaakelykheid om alle de voorfchreeve praeparatoire werken, vereifcht tot het beraamen van een algemeen Plan van verdeediging, hoe eerder zoo beeter, te beginnen, en dezelven met bekragtigende Refolutien te doen ag'ervolgen. Hier meede zouden wy tot een befluit op deeze mateTie kunnen komen: dog alvoorens daar meede een einde te maaken, zullen wy, in voldoening aan Uw Hoog Mo. gende Refolutie van 4 Mey 1785, met opzigte tot den ftaat der Magazynen en Arfenaalen, welke zoo zeer roet den Staat der Frontieren is geconnedeerd, nog dit weinige hier by voegen: Dat in Ons onderzoek dien aangaande wel is gebleeken, dat in verfcheide Arfenaalen en Magazynen eenige nodige fuppletie van voorraad zoude worden gerequireerd; dan waar omtrent wy teffens geïnformeerd zyn, dat de Raad van Staate, zóó met het doen gieten van metaal gefchut, als met hei inkoopen van een voorraad yzer gefchut, als anderzints, by aanhoudendheid zig beezig is houdende, en voorneemens is daar meede voort te gaan, voor zoo verre de penningen, daar toe bennodigt, zullen kunnen ftrekken.-— terwyl wy nogthans daar omtrent van begrip zyn, dat het niet noodzaakelyk kan worden geoordeeld , om in tyden van Vreede alle de Magazynen en Arfenaalen van den Staat zoodaanig voorzien te houden, als in tyden van Oorlog zoude  ( §3 ) zoude moeten behooren; nangezien het tramport naar verfcheide Plaatfen, in cas van Vreede-breuk, niet zóó gemakkelyk kan worden ■ afgefneeden; dat ook de aanvallen niet op alle Plaatfen te gelyk worden gedaan, en de nood niet overal even groot is; en dat daar toe daar en boven Stapel-Magazynen zyn geichikt, waar van daan het tranfport, naar de Plaatfen daar het nodig is, by tyds kan worden gedaan. Des onaangezien , zoude het behooren valt te ftaan, dat alle zóodaanige Plaatfen en Sterktens, uitmaakende het uitcrüe Frotuier van den Staat, in alle tyden, even eens als in tyden van Oorlog, van al het nodige zouden behooren voorzien te zyn en te blyven; als welken aan den eeriien aanval biootgelteld zynde, ook behooren te worden in ftaat gehouden , om den eerflen aanval, ten minlten voor een tyd, te kunnen afweeren , en de voortgangen van een Vyand teegen te houden; naademaal de meenigvuldige beezigheeden en benoodigdheeden, die zig van alle kanten by het uitbreeken van een Oorlog opdoen , dikwerf mogen veroorzaaken, dat het vereifcht-wordende gefchut niet by tyds derwaards zoude kunnen worden vervoerd, en het zelve, ter plaatfe daar het behoord, met de nodige fpoed tot de eindens van dienlt en van defenlle geplaatlt; —• alle zaaken, welke men anderzints op het uitterite moet laaten aankomen. Hoe weinig nu ook over dit onderwerp is gezegd, Hoog Mogende Heeren, zoo zyn wy nogthans in het algemeen,in dit onderzoek, in de overtuiging geraakt , hoe dat, van den eenen kant, de natuur deeze Landen, rykelyk met uitmuntende rellources tot verdeediging heeft begaafd; maar dat tcilëns, van den anderen kant, niet kan ontkend worden 't geen wy in den beginne van den Üaat der Frontieren hebben aangeroerd , naamelyk , dat zy niet in dien ftaat zyn , dat een Vyand geruilelyk voor dezelven zoude kunnen worden afgewagt ; — en dat nog veele zaaken zullen moeten worden ondernomen, en veele kollen belteed, voor en al eer men zig die gerultheid zal hebben bezorgd. . Wy moeten het herhaalen; — hadden wy oorbaar geoordeeld; had men van ons kunnen verwagten, 't geen aileenlyk eene zeer gecompliqueerde werkzaamheid van Lieden van de kunlt in ltaat is, daar te Hellen: te weeten , een détail van al het geene tot volmaaking van deeze ofte geene werken zoude worden vereifcht; daar toe zoude een volumineus Boekdeel niet toereikende zyn geweeit, en wy zouden tefiens het wit hebben voorbygeloopen ; aangezien die détails en onderdeelen ingerigt zullen moeten worden naar •de Plans , welke tot bepaaling van de algemeene defenfie zullen, moeten worden gemaakt: — buiten en behalven, dat wy van gedagten zyn, en waar meede wy onzen voordragt in deezen zuilen beÜuiten, dat dit gantfche werk zoude behooren te worden te rug gebragt daar, alwaar de Conltitutie der Regeeringe het zelve oorfpronkelyk heeft ge- W i plaatltj  Armée. plaat ft; en dat dienvolgends Zyne Hoogheid en de Kaad van Staate, door Uw Hoog Mogende zouden behooren verzogt, om, het zy door het benoemen van eene Commiffie van eénigë weinige Leeden uit den Raad van Staate, ten einde mei aiTumtie van den Dire&eur-Generaa! en van eenige kundige Officieren, en aldus door de zaamenvoegmge van poluicque, veiling-bouwkundige, en militaire kundigheeden : 't zy op zóodaanige andere wyze, als meeft gele hikt zal geoordeeld worden, te onderzoeken, waar, enop wat wyze, de Linie van Defenfie zal behooren te worden gefixeerd, en welke Plaatfen of Diftricïen, met een genoegzame aan een-fchaakeling, zonder al ie groote nadeelen aan de Scheepvaart, den Landbouw, of aan eenige andere middelen van beiiaart van de Ingezeetenen , toe te brengen, met Cene waarfchynelyke nuttigheid, die de daar toe te befteeden' koften zou kunnen opweegen, zouden kunnen ot behooren verfterkt te worden; — waar door dan al aanftonds een provsfioneel ruuwe begrooting van koften zal kunnen worden opgemaakt; en de voor- en nad elen, aan zommige Sreeden of Diüriaen toe te brengen, beeter in het oog loopen; het al ten einde vervolgens daar door, tot een generaal en aan een-gefchaktIJ Plan van defenhe te geraaken; — en dat de Bondgenooten tefiens, op grond van het groot beland van de zaak , door Uw Hoog Mogende, en door Hoogftgedagte Zyne Hoogheid, op het kragtigfte zouden behooren te worden geëxhorteerd, om in de etitien, welke noodzaakelyk tot vinding der penningen, voor het volmaaken van zoodaanig Plan, zullen moeten worden geformeerd, zoo fpoedig en vrogtbaar te confenteeren , als de eonfervatie van den Lande, met al wat daar in dierbaar is, hoogftnoodzaakelyk komt te vereiilchen. — Ln dat, aangezien zoodaanig Plan in zyn geheele uitgeftrektheid„ niet te gelyk , en op eenmaal zal kunnen worden uitgevoerd, daar by vervolgens aUezints in het oog zou behooren te worden gehouden , dat het begin gemaakt worde met die Plaatfen, welke het uitterfte Frontier van denbtaas uitmaaken, en zoo fucceffivelyk tot het binnen frrontier overgegaan; ten einde eenen Vyand, die het geluk zoude mogen "hebben gehad, het buitentte Frontier te bemagtigen, het terrein nog van voet tot voet zoude kunnen worden betwift. Maar, indien het onteegenzeggely k waar is; — indien de ondervinding van alle tyden heeft geleerd, dat de zeekerfte hoop op de onafhankelykheid van een Staat; — dat deszelfs zeekerfte magt en fterkre gegrond zyn op eigen middelen; — dat de Verbinteniffen en Alliautien met grootere Mogendheeden dan eerft een zeeker gewigt bekomen * dan eerft waarlyk voor verbintenilfen , waar van vrugten mogen worden verwagt, kunnen worden gehouden: wanneer een Staat; — en laaten wy het op ons zeiven toepaflen, — wanneer deezen Staat zig in het vermogen fteld  ( 8> ) eh behoud, om van zyn kant aan de aahgevaerdé Verbiij-' teniflen te kunnen voldoen: zoo vïbéyd daar uit de heilige verphgting voor alle de Bondgenooten, om ook alle de meelt gefchiktite middelen in het werk te ftellen, ten einde het geheele Bondgenootfchap moge blyven geconferveerd by de onwaardeerbaarfie panden van Vryheid, aanzien eti onar"hankelykheid ; en deszei f$ trouwe en vermoogen, ter naarkoming van Trafiaaten, nimmer moge worden in twyffel getrokken. Frontieren, Sterktens en VehVmg-werken, zyn op haar zeiven niets als doode Lignaamen ; en zonder een wel ingerigt en gedisciplineerd Leeger, zouden dezelven veel eerder tot Uerktens vóór een Vyand, en gevolglyk tot onzefl eigen ondergang moeten dienen. — Daar zal dan om aan de eindens van zelfs-confervatie te voldoen, eene zeekerö evenreedigheid moeten plaats hebben tuflchen de uitgestrektheid der Frontieren, het getal van de iterke Plaatfen en Veilingen, en het getal Troupes, waar meede dezelve moeten worden bezet, niet alléén; maar nog daar en boven zoodaanig aanzienlyk Corps cl'Armée moeten overfchiéten * eensdeels, tot handhaaving van de publique ruit en het Souverain gezag in de refpective Provintien , en anderdeels* om te Velde te kunnen trekken; en dus in de combinatie van wel-ingerigte , en wei-bezette Fortificatiën, het eenigüe en kragtiglte middel uit maaken, om den Vreede, is hec mogelyk, te bewaaren; ofte anderzints den Oorlog met een goeden uitllag te voeren, en deszelfs heillooze rampen van den bodem van de Republicq af te houden ofte te verwyderen. Wanneer men alle die objecten, in derzelver verband, in aanfchouw neemt, zoo zyn wy voor ons zeiven, met Zyne Hoogheid en veele kundige Generaals, genoeg van gevoelen, Hoog Mogende Heeren, dat het Leeger van den Staat op niet minder dan op 5-0000 wêerbaare Mannen zoude behooren te worden gebragt, en in Vreeden-tyden gehouden; om teegens den eerlten aanftoot al aanitonds beltand te kunnen zyn. — Dan, neemen wy teffens in aanfchouw hec voorfchrift van Uw Hoog Mogende Refolutie van den 4 JVJey 1785-, om, naamenilyk, het werk der generaale defenfie van de Republicq, te fchikken naar het. finantieel vermogen van het Bondgenuoticnap in het alge neen, en van ieder der Bondgenooten in het byzonder : z.00 vindsn wy ons, na r de kennis welke wy dien aangaande henben vcrkreegen, niet genoegzaam gejuftificeerd ofie geauthorifeerd, om'voor htt teegenswoordige tot dien voet van Armée te kunnen advifeeren: — maar wy durven ons niet ,te min in het vertrouwen {teilen, dat, moeten de fefiéufe exhortatien van Uw Hoog Mogende en van Zynë Hoogheid , geene ydele woorden blyven: d.t, zal de aangelegenheid van de zaak- zal het benoud van de toekomende onaf hankelykheid van den Lande, eenigzints op het hart van verltandige en belangeloofe Regenten, in de onderfcheidenGeweften, wcégen ; dat dan ook geene meerdere drangreedenen zullen *an nooden zyn, om hun onö;houdelyk aan te zetten tot X Ut*  f és ) verbeetering van den ftaat hunner finarttiett; ten einde zig bok daar door in ftaat te {teilen, om ie eeniger tyd, en hoe eerder zoo beeter, zóodaanige magt te Lande, beftendig op de been te kunnen houden; ert aan dezen Staat, öp grond Van zyn eigen vêerkragt, alzoo den rang, welke hém onder de Mogendheden toekomt, te verzekeren; waar van anderfints de waardye zal woiden ontkend, en 't gevoel volkomen te niete moeten lopen. Wy agten Ons nogthans gelukkig, dat wy met opzigt van dat gedeelte van Uw Hoög Mog. te méerthaalen aangehaalde Refolutie, waar by een onderzoek over den ftaat en de redreflen van 'sLands macht te Lande, onder anderen, aan Onze deliberatien is gedemandeerd; eri waar door Ohs genoegzaame aanleiding zoude zyn gegeven geweeft, om de fterkte, inrigting en voet van betaaling van de Arnée te fueeren; Ons vbor het grootfte gedeelte gedispenfeerd mogen houden; aangezien, van den eenen kant, de Plans, door, Zyne Hoogheid dienaangaande ter Tafel van Uw Hoog Mog. voorgellaagen, thans een onderwerp zyn geworden van de deliberatien der Bondgenoten; *-s èn wy, van den anderen kant, van gevoelen zyn, dat niémand beeter dan Zyne Hoogheid eh de Raad van Staate, volgens de gronden van Regeering, in ftaat en bevoegd is, óm dé behandetmg van die zaak op zig te neemen, weshalven wy vertrouwen mogen, dat Uw Hoog Mog. het Ons ten befte zullen gelieven te houden, zoo Wy dezelve daar laaten ; en Ons vergenoegen met eenige weinige details, welken wy daar by niet hebben aangetroffen, en die Wy meenen tot verbetering van de Armée in het generaal, otiafhankelyk van eenig ander Plan* te kunnen eontribueercn, Zöod ahig hebben Wy dë verbetëering, aan het Cofpé Pontonniers te geven, aangemerkt. De Compagnie Pontonniers bellaat tëgenswoordig uit ijCapitaïn betaald wordende in het jaar te-j gens — ———. »■ f 480 ój o 1 Luytenant —— ~ 480 o o 3 Corporaals ieder a / ïBz -—— 546 o o %è gemeene Pondgaften ieder i ƒ'130' —— zóod o ö i.f Hofden,tcr forama van ■ > ƒ 4106 o o ilaandé nog bovèndien de Capitain op den Staat van Oorlog met ƒ 6ó- o- o ter lopende maand, dus 11 maanden — — —— jïo o o dus in 'c gehéél — 1 ƒ 4816 o| o Hun diehft bepaald zig thans tót het geehèn van één Detachement van een Corporaal en vier Pondgaften ré Gravé, tot hér vvaafneemen Van 's Lands Veer aldaar, eh net over- Pontoti' Uiers,  ( ?7 ) ... overzetten van de Wagten van en ha het Kroonwerk. -5 ook zyn wel eens twee Pondgafteti naar MaaÜricht gezonden, om dè VVagten op de beide Eilanden, zoo bóven, als beneeden de Maas, over te zetteh; —— het overigë van de Compagnie word gereekend Guarnifoën te hoüdeh binnen Dordrecht, alwaar zy gebruykt worden tot bedien ning van de Wërff en 't Magazyn, gefchikt tot bewaring van de Goederen eh de Equipage van de Póhtöns en Brüggens. — Maar men zal gereedelvk toeftemmen, dat het getal van x$ Hoofden, by de minlte opkomehde hcCefliteit, in eeri Land, 't welk van alle kanten met Waatereh is doorfheeden, niet toerykende is; en dat aangezien békwaarrie Subjecten niet op yder ogenblik, wanneer men ze ontbeerd, zyn te bekomen, de Compagnie iri een gantlch anderen üaat zou benoren te worden gebragt; en tót dat èindë neemen Wy de vryheid L'w Hoog Mog. de navolgende voet en inrigting in confideratie te geven'. Sterkte der Compagnie PoH- LyftvanSoldyt. t^nnieri. , i ter 32 dagen. , in het jaar. r.Capitain " " 1/50 o c ƒ 570 61 4 1 (Lapt. Luvtënant — — ' jo o o 570 6 4 ijLuytenant — — 50 o o 570 6 4 z Sergeanten ydera —oj o 50 o o 570 6 4 3 Corporaals, ydcra — 17 oj ö ' ji o o J81 14 6 1 Smit — — J— 1410 o i6j 7 8 1 Blikflager — — '4 10 0 l6f, 7 % 4 Timmerlieden « yder a 14 10 © 5-800 66110 o 3 Tambour ■■ - - • — n »o o 14111 9 r]Soi!iev!;éof /p ■ U10 c 14x11 $ 44 gemecne Pondgaften, yder a ~——-1 11 10 o j^o o b 6173 8 1% 60 Hoofdefi I — /9U 0 0 ƒ1041316 4 eh daar omtrent te doen opmerken: Dat in aanmerking; van het getal handen, alleen verehcht tot de bewerking eri bediening van eène eenvoudige Brug, 't zy van Scheeperi ofte van Pontons, 44 Koppen, waar uit de Compagnie zoude befiaan, niet te hoog fchynd genomen. — Dat de vermeerdering van een Officier, tot onderwyzing van de Onder-Oftkieren efi Gemeenen, oók niet als nodeloos kan worden geconfereerd; — dat.de vermeerdering van twee Onder-Officieren, met onderfcheid van rang eri Sóldye, contribueeren rhoef tot opwekking van eene behoorlykè naar-yver en applicatie. — dat de byvóeging van den Smit, Blikflager en 4 Timmerlieden volfirtkt noodzaakelyk is» om, ten eenen, in cas van noöd, aanftonds Lieden by de hand te hebben, kundig in zoodanige handwerken; en tért anderen, om in Vreedenstyd te kunnen repareeren én onderhouden al het geene tof Equipage behoord, en ook het nieuw vervaardigen van zóodaanige andere zaaken, weftëën' X x  Corps ArtiÏÏerie* x ('83) anderzints, by aanbefteedinge ofte daggelden, by andere Lieden, met meerder koften voor het Land moeten worden gemaakt. —- dat een Tambour daar by gevoegd is, om dat, wanneer de Pontonniers in haar werk verfpreid zyn, het commando door de ftem alléén niet kan wofdeh gehoord. — en dat, zoolang de wyze van betaaling van de Armée op den tegenswoordigen voet zal verbiyven, ook op het voorbeeld van alle andere Compagnien, één Man voor den Solliciteur zoude worden goedgedaan, om den Capitain in de onkolten, op het ontvangen en overraaaken der penningen vallende, te gemoet te komen. Die Compagnie zoude vervolgens een ander Guarnifoën dan de Stad Dordrecht, kunnen worden aangeweezen; eu aldaar aileenlyk het nodig getal Manfchappen gelaaten toe bediening van de Werf &c, en van 's Lands Veeren , op eerige andere plaatien. - en Wy begrypen, dat, tot een vatte Guarnifoens-plaats, Breda niet ongeschikt zoude voorkomen , wanneer aldaar, of in den omtrek, een kleine Equipage van eenige Pontons met haar toebehooren voor handen was; aangezien de Rivieren de Marck en de Dintel, op verfcheide plaatfen, goede geleegendheden aan de hand geeven, om zoo wel by ltil als byonfiuimig weeder, by hooge ofte by hage Wateren, de Pondgaften in den dienfl van het Corps te exerceeren , en zelfs nu en dan een foort van Campement van tnltru&ïe te doen houden; terwyl, voor zoo veel betreft het leggen van Scheepsbruggen, waar toe zig de nodige zaaken re Dordrecht bevinden, de Pontonuiers zig om een zeeker getal van jaaren, derwaards zouden kunnen begeeven, om zig ook in dat gedeelte van hun dienlt bekwaam te maaken. De vermeerdering van koften, vereifcht tot het brengen van de Compagnie Pontonniers in den ftaat, welke zoo eeven is befchreeven, zoude vervolgens, naar Onze gedagten, op den Staat van Oorlog behoren gebragt te worden; ofte daar voor in eens uitgetrokken worden de voorfz fomme van ƒ 10413- 16- 4 in het jaar. Hier zouden wy geleegendheid hebben, onder de details tot verbeetering van de Armée, op te noemen de verbeetering van het Corps Artilleriiten; — dan, Wy kunnen Ons dien aangaande refereeren tot ons provifioneel Rapport en Plans ter Tafel van Uw Hoog Mog. op dit fubject op den 13 April 1787 bereids uiigebragt, en hier neevens Copielyk over gelegd fub Littra B, en wy moeten als nog inlteeren, dat de Bondgenoten, eenmaal overtuigd, dat den dienlt van het Land vorderd , dat niet langer worde gedraald met de verbeetering van een Corps, het welk in het defenfiev SyÜhema van de Republicq zulk een importante rol fpeeld, eindelyk mogen worden geperfuadeerd, om het voorfz Rapport en overgelegde Plans, hoe eefder 100 beeter« ter conclufie te brengen. Onder  C *9 ) Onder de generaale verbeeteringen voor de Armée hebben VVy gemeend aan Uw Hoog Mog. te mogen voordragen een point, het welk naar Onze gedagten een onnvsbaaren invloed cp de gefteldheid, dienlt en vaardigheid van de Troupes van den Staat zal moeten hebben, en dezelven, by opkomenden nood, tot een dadelyk employ bekwaam fcs maaken. . . Wy bedoelen hiermede, liet doen campeeren van een gedeelte van her Leeger 'sjaarlyks, of om het andere jaar, voor een korten tyd; zdó, dat om een zeker getal van jaaren, ahe de Regimenten in dienlt van den Staat - fuccelliveiyk zouden mogen hebben gecampeerd, en zig daar door ook tot den dienlt te Velde beeter in ilaar gefield ; waar door zy dan niet alleen ten allen eydc van al het daar toe nodige zullen voorzien zyn en blyven, maar ook teffens gereed gehouden, om by een opkomenden Oorlog, in Campagne te kunnen trekken; zonder dat men wederom genoodzaakt zy, alles op het uiterite te laaten aankomen, en zig gevolgelyk' buiten üaat bevinde, om by den aanvang van een Oorlog, door het vertoor.en van eenige énergie, aan de Wapenen van den Staat eenige de minfle achting te kunnen bezorgen, ofte ook ecnig vertrouwen aan denMilitair in te boezemen. <~~—van welke heillojze gevolgen het voorbeeld der jonglte tyden tot getuigeniile zal kunnen ilrekken, en nog verfch in yders geheugen legd. Tot dat einde zoude op den Staat van Oorlog een toereikende fomme voor yder jaar behoren te worden uitgetrokken, en Zyne Hoogheid als Capitain Generaal van de Unie, verzogt, om dezelve telken jaare tot het voorfchreeve object te willen employeeren, zdó en in manie!e, als Hoogltdezelve, zoo met opzigte tot de keuze der Troupes, tyd, ofte plaatze, met den dienlt van den Lande, en het nuf en verbeetering van de Atmée,meelt overeenkomitig zoude mogen oordeelen. —• En aangezien in de refpeflive Provinciën, uifgenoomen in die van Zeeland, geene fch kkingen voorhanden zyn, om aan de Militie een behoorlyke bewaarplaats voor Tenten, Karren, Wagens, en !t geen verder tot campeeren en te Velde trekken nodig is, te bezorgen; en daar van allefiets het gevolg is, dat de Veld - Equipagies, of worden verwaarloosd, of de bewaaring van dezelven, tot groot bezwaar voor de Militie moet uitvallen; en dat dus in allen gevalle de dienlt van 't Land daar door moet komen te lyden; zoo kan het niet als ten uiteriien noodzaakelyk worden aangemerkt, dat daar in dan ook worde voorzien, u,'. >.*ulifiiiil^tvttoéiklHwi ■ • uiiMiÊ&&-'If** Wy zouden dienvolgens van gevoelen zyn, Hoog Mog. Heeren, dat Zyne Hoogheid en den Raad van Staate door Uw Hoog Mog. zouden behooren te worden verzogt, om zóodaanige fchikkingen daar omtrent ie beraamen, als hoogltdezelve Zyne Hoogheid en den Raad met den mees-, Y tea Jaarïyh fchc Campcmentcih Beiïcieri?jg van Tenten en ander Veld -Equipage.  Permanentie der Guar nizoenen. ( 9° ) ten dienft van den Lande, meelt overeenkomitig zouden mogen oordeelen. In Ons onderzoek omtrent de verdere Pointen, welke ' op de verbeetering van de Armée in 'c generaal en van ' den Soldaat in 't byzonder van invloed kunnen zyn, is ons de vervvilleling en de permanentie der Guarnizoenen van dien aard voorgekomen, dat wy gemeend hebben, aan Uw Hcotf Mog. verllag te mogen doen van de reedenen, welken voor en tegen de permanentie der Guarniloenenkunn en worden bygebragt. Zommigen van beiden dezelven zyn ons van dar gewigt toegefcheenen, dat wy in een zaak, waar by zoo veele huishoudelyke détails van den Soldaat met de generaale belangens van de Armée zyn geconnecteerd, en welke daarom door Militairen alléén behooren te worden beoordeeld, geaarzeld hebben tot een befluit te koomen; en verkoozen hebben de voor- en nadeelen alléénlyk en zonder parihy te kiezen, te indigiteeren; — ten einde, met opzigte tot de changementen der Guarmzoenen, het een met het ander mogelyk zoude kunnen worden gecompenfeerd; zoo en in maniere als Zyne Hoogheid, als Capitein Generaal, naar hooglfdeszelfs meerdere kermis van al het geene ten deezen in confideratie kan koomen, voor het grootfte oirbaar van den Lande, en van de Militie van den Staat, zoude meenen te behooren. Vooraf zyn wv in 't generaal van begrip, dat argumenten, gehaald uit het gebruik, plaatshebbende by andere Mo^endheeden, van weinig gewigt moeten worden gehouden^ en dat het in dat opzigt waar is, dat exempesen wel eefchikt zyn,. om een zaak op te helderen, maar geen grond van bewys altoos opleeveren; — en is 'er eene Regeeringsform, minder vatbaar voor navolging van het Litheemfche, zoo gelooven wy, dat het die is van deeze Landen; alwaar de vreemde inlteliingen, welke in het argetrokkene voor de veritandigtte mogen worden aangezien, dan eerft hier te Lande voor aanneemelyk kunnen worden gebonden, wanneer zy met de voornaamfte belangens van de onderfcheiden deelen van het Bondgenoodfchap kunnen worden overëengebragt. Het is dan uit dat oogpunt dat de argumenten in deezen moeten worden befchouwd, of men loopt gevaar, dat zy alle kragt van toepafling zullen verliezen; en het is met dat inzigt, dat wy de verfchülende gevoelens in deezen zullen optellen. De ongelykheid der Guarnizoenen hier te Lande, vooral in Zeeland en in Vlaanderen, leeverd een der gewigtiaüe bedenkingen op , tegen de vollhekte permanentie der Guarnizoenen. — dan deeze bedenkingen zouden veel van haar gewigt verliezen, by aldien de Armée ofte de Nauonaale Regimemen, en meer fpeciaal de Regimenten, welke in Zeeland en Staars-Vlaanderen leggen, door ingezeerenen dier Quaftieren konden worden gerecruteerd, 'c welk geenzints het geval is; éénsdeels, aangezien de Inge-  ( 9» ) gezetenen van Zeeland , meeider geneigdheid voor den Zee-, dan voor den Landdienft doorgaans betoonen; en weinig Recruten uit Staats - Vlaanderen, en volftrekt geene uit Ooiienryks-Vlaanderen, kunnen worden getrokken, zederd de Keyzer geen vreem ie Soldaaten op zyn Territoir wil admitteeren; zóó, dat, anderdeels, de aldaar liggende Regimenten met Buitenlanders en meelt Duytfchers metende worden aangevuld, de ondervinding evidcntclyk heeft geleerd, welke moeyte het telkens kolt, om dezelven aan te werven, wanneer het bekend is, dat zy naar die min-gezonde Lugtitreeken zyn gedetoneerd; zwaarigheid, welke zoude vermeerderen, indien zy den gantfehen tyd van hunnen dienlt zouden moeten doorbrengen, in plaatfen, alwaar ieder jaar omtrent een zesde gedeelte van ieder Regiment moet worden vernieuwd; ter zaake dat de aankoomende Lieden zig niet daadelyk aan de Lugt kunnen gewennen, en waar van zig de nadeelige invloed fomtyds eerft, op het rweede, en ook wel op het derde jaar, op het heeviglte doed gevoelen, — waar door het dan ook niet te bepaalen vali, of de ziektens, door toeleg van eenig meerder douceur, zouden zyn te verminderen, vermits daar in wel eenige compenfatie van genot zoude zyn geleegen, maar de uitwerkzelen van den Dampkting daar door niet geheel kunnen worden weggenomen. Zoo ook worden de Plaatfen en Forten, alwaar geen gerWel Bataillon te zaamen kan worden geleegerd, nier gefchikt geoordeeld, om beftendig dezelfde Militie by zig te behouden; maar veel eerder, dat dezelve niet langer dan een of ten hoogften twee jaaren zoude behooren te blyven leggen; vermits, wanneer de Regimenten met kleine Detachementen langer uit elkander verfpreid leggen, zulks kwaade gevolgen voor de goede ordre en voor de betragting van égaliteit naar zig fleept; het welk wederom moeyelyk te herftellen valt, wanneer die Corpfen naderhand geneel in een of ander Guarnizoen terug zullen koomen. — buiten en behalven, dat het in veele Guarnizoenen binnen de Provinciën bezwaarlyk is, aan Regimenten, welken aldaar lange verblyven, eene goede discipline en fubordinatie te doen obferveeren, en daar door dan dagegelyks verflinirneren ; vooral wanneer de Manfchappen, waar uit de Regimenten beflaan , grooiendcels geboortig zyn van de Piaatfen, alwaar zy in Guarnifoën leggen, en een al te grooten ommegang met den Burger de denkbeelden van Krygsmgt by hun verzwakt; al het welke niet als door verandering van Guarnifoën kan worden verholpen. Dat dan daar door; (door ééne al te naauwe verbinding en zaamenleeviïig met den Burger) de Militaire geeft, welke in de befchaapenheid van de Regeeringe van deeze Landen, zoo wel te veel kan verflauwen als te ilerk getrokken worden, gevaar loopt van eenigfmts uitgedoolt te worden; 't welk zoo veel te meer re vreezen zoude zyn, aangezien het aangaan van Huwelyken in permanente Guarnifoenen moyelyker aan den Soldaat zal zyn te weigeren; Y % wair  C 9* > waar door dan de Armée met een aantal Vrouwen en Kinderen zal worden belaaden; voor dewelke geen mudden van beüaan, wanneer het Leeger te Velde trekt, kunnen worden uitgevonden, en waar voor in allen gevalle rn de meelte Provintien geene, of maar zeer gebrekkige voorzieningen voor handen zyn. Men voegd hier by, dat zelfs in tyden van beüendigen Vreede, byzondere oniüandigheeden zig kunnen voordoen, dat hec eene Regiment meer voor deeze, en het ander voor een andere plaats geichikier zoude kunneti weezen; en dat ook daar en boven het eene Regiment meerder voordeelen aan zyn Guarnifoën komt toe te brengen dan het andere, uit hoofde van het verfchil der beiaalinge, en gevol gelyk van de verreering: gelyk zulks van de Regimenten Zwitzers tot de Nationalen plaats heeft; voordeden, welke door de beflendigheid der Guarnifoenen aan dezelfde plaats veiknogt blyven, en daar door aan andere plaatfen een grond tot kfagre geeven, wanneer zy daar van verltooken moeten blyven; terwyl ook, aan een anderen kant, het eene Guarnifoën voordeeliger voor den Soldaat ui! valt dan het ander, waar door dan dezelfde voordeeien niet by ieder egaelyk kunnen worden genooten. En laatitelyk word onder de reedenen tegens de permanentie der Guarnifoenen geallegeerd eene confideratie van een politicquen aait, welke wy mede onder de voorgaande zullen optellen, om de zaak op zyne eigen waarde, en in zyn geheel, te laaien beruften. — dat, naamentiyk, de permanentie der Guarnifoenen éénmaal voor het Leeger van den Staat valt gefield zynde, daar door in de gevallen, dat de nabuurige Mogeodheeden eenige buitengewoooe beweegingen onder derzelver 1 roupes, ofte Krygstoebereidfelen zouden in het werk Hellen, de voorzigtigheid zoude vorderen, dar de roeeft geëxponeerde Frontieren met meerder Troupes zouden behooren te worden voorzien; waar door dan, uit hoofde der ongewoonheid van het changement, argwaan by die Mogendheeden, welken zouden vermeenen daar by belang te hebben, verwekt zou worden, en de Republicq vervolgens in eenige ongeleegendheid kunnen geraaken. Wy verzoeken, Hoog Mogende Heeren, dat de reedenen, welke wy nu, als voor de permanentie, of ten rninlie voor eene zeekere permanentie.van Guarnifoenen militeerende, zullen aanhaalen, niet mogen worden gehouden als ter needergefleld, om de voorgaande te wederleggen; .'c zal niets zyn als eene vergelyking, waarvan wy de gevolgtrekking aan een ander overlaaten. Met opzigt tot de ongelykheid van de Guarnifoenen, veroorzaakt door de ongezondheid der Zeeuwfche of Viaamche Lugtftreeken, mcend men, dat, al eens gefield zynde, dat de Soldaat zig op den duur aan een ongezond Climaat niet zoude kunnen gewennen, het dan nog in allen gevalle preferabel is, dat eenige weinige Regimenten daar aan onderheevig zouden blyven, dan wel dat alle de anderen by beurten het zelfde 'ongelukkig lot zouden moeren on-  ondergaan; en het geheele Leeger daar door fucceiTivelyk • zoodaanig zou ontzénuwd worden, dat de gevolgen van dien voor lange zig moeien doen gevoelen. —- terwyl men zig, van een ander kant, zou mogen vleyen, dat de Soldaat, zoo'wel als de Burger, door de ondervinding geleerd van 't geene hem heilzaam of fchadelyk is, zig langzaaroerhand aan een Climaat zal kunnen gewennen, waar van de nadeel ige invloed, door hergebruik der noodige voorzorgen, grootelyks zal worden verminderd; en waar toe een toeleg van meerder Soldye, de betragting van eenig meerder gemak, beerer dekking en kleeding, gezonder voedzel, en wel bediende Hospiiaelen, ook het haare zouden contribueeren; — en dat de koften, daar toe vereifcht, rykelyk zouden kunnen gevonden worden uit het geene de verandering van Guarnifoenen aan den Lande komt te ftaan. I Dat men niet behoeft te fpreeken van de koitbaarheid, welke voor de Cavallery en Dragonders, by changement van Guarnifoenen dikwils moet worden geleeden, uif hoofde van de ichikkingen omtrend het huuren der Weiden, de voorraad van fouragien enz., welken door zoodaamg changement , of nier naar behooren kunnen worden gemaakt, of gemaakt zynde, daar door worden verydeld, en mer verlies moeten worden afgekogt. Dat eene grooter permanentie den Guarnifoenen ftrekken zou tot beeter fubuilemie van de militie; — dat de Soldaat, aan een zeediger Jeeven gewoon gemaakt door zynen ommegang en vermenging met den Burger, met meerder yver en oplettenheid zyn handwerk ofte ambacht zal kunnen voortzetten, en zig daar door in ftaat fteVlen, om zyn toeftand te verbceteren, en zyn Vrouw en Kinderen de kolt te bezorgen; — terwyl, als hy telkens moet veranderen, hy geduurende 't marcheeren niet alléén niets verdiend, maar in zyn nieuw Guarnizoen aangekomen zynde, zoo hy al wceder werk kan vinden, 'er zomtyds een geruimen tyd verloopt, eer hem zulks gelukt; waar van dan al veelal het gevolg is, d,»t eenmaal in fchulden geraakt, en zig tuinen ftaat bevindende om dezelven te voldoen, hy tot vermvding van de vervolging, de deiertie moet veikiezen, om de gevolgen zyner fchulden te ontioopen. Dat de huwelyken der Soldaeten in permanente Guarmloenen aangemoedigd wordende, een beeter voorziening voor het onderhoud der hinderen zou kunnen worden in agt genoomen, en daar door eene nieuwe fource van werving te weege gebragt; aangezien de Kinderen, uit die hu.welyken gebooren, als van zeiven, tot den militairen ftand en dienlt worden opgeleid. ... Dat met relatie tot de verrlaauwing van de ^militaire Krygstugr in kleine piaatfen, alwaar geen geheel Battaillon te zaamen k*n biyven, daar door de Krygstugt weinig zoude komen te lvdens in conüderatie,. dat de difciphne en fubordmatie geheel eri al moetende afbangen van de zorge en attentie van de commandeerende Officiers, de zwaarigheid daar en boven nog zou kunnen gevonden worden, indien zóodaanige plaatfen , of. met invalides, of met Corri- 7/ niaö-  Recrutee mg» ( 94 ) rrsandos Van zes weeken ofte drie maanden, na mate van de afgeleegendheid der groote Guarnifoenen, zouden kunnen worden bëzer, Eu dat laatitelyk geene der inconvenientien, welke teegens een meerdere permanentie van Guarnifoenen zouden kunnen worden aangehaald, zig opdoen in fom mi ge Regimenten van den Staat, welke in den Ha?.ge beltendig in Guarnifoën hebben geleegen. Zie daar, Hoog Mogende Heeren, een precies van de voornaamfte reedenen, Welken voor of tes%en deeze materie in confideratie komen, en tuifchen dewelke wy niet zuilen kiezen; als van begrip zynde, dar veele andere omltandïgheeden daar omtrent kunnen zaamen loopen, welke de keuze van een grootere ofte geringere duurzaamheid van Guarnifoën moeten aanpryzen of doen verwerpen; en welke alléénlyk door zyne Hoogheid, ais Capitein Generaal , in hunnen gantfchen zaamenhang, kunnen en behooren te worden beoordeeld* Onder eenige andere pnj'nren welke welke wy van belang voor de eonfervatie en het mamrien van de Armée van den Staat hebben gereekend, is Ons als geen der geliriglïe de bezwaarende wyze van recruteeren voorgekomen, en welke op den teegenswoordigen voet niet lange» zonder de totaale ruïne van de refpective Capiteinen, za^ kunnen voort-duuren* Immers valt het van dag tot dag moeyel^ker zig de noodige Manfchappen, onaangezien de zwaare handgelden, tot het voltallig nouden der Compagnien, te bezorgen; — de voormaalige refJburces tot recruteering zyn thans afgefneeden. — in de Ooflenrykfche Nederlanden, waar de werving voor deezen was geoorloofd, is zulks nu volftrekt verbooden; —- in de Duytfche Rykfteeden , pleegen de Nederlandfche Wervers opentlyk de trom te mogen roeren; dog de Keyzerlyke beveelen hebben die reflource mede verydeld; — in het Herrogdom van Gulik is de belemmering zoo groot, dat men meenigmaalen de Wervers zelve met de door hun gemaakte Rècruten heeft moeten verliezen; — de groote Leegers in Duytsland abforbeeren daar en boven een groot getal Manfchappen, welken anderfints raar deeze Landen kwaamen afzakken; zoo dat ons weinig ander overig blyft dan de Saaten der Duitfehe Vorften, welke Regimenten in dienft van deezen Staat bezitten; wanneer nog het tranfport der Recruten ten uiterite moeyelyk valt, zoo dia zy over de Landen, of Landengtëns, onder het gebied van Zyne Keyzerlyke Majefteit itaande, moeten pafïeeren; terwyl in Onze Landen zeiven de recruteering van dag tot dag afneemt, en maar weinige Regimenten uit dien hoofde kunnen worden voorzien. Het gemis van zoo veele voormaalige hulpmiddelen word dan alléénlyk verholpen door het uitreiken van exceflievhooge handgelden, zullen de Compagnien voltallig gehouden"  tien wnrden. ~ dan waar door? het dan hïet zeldenhy eene buitengewoone defertie ofre iterfcei komt te gebeuren, dat de Capiteinen van zóodaanige Compagnien, geene ofte zeer geringe voordeelen vari ' dezelve kunnen genieten, en hun een regtmaaiig middel van beftaan, met cien yver voor een dienlt, waar in zy hunne ruïne te gempet zien, word otunoomen. Alle die zwa.arigheeden en bezwaarnilTeh, eèrdèr zullende vermeerderen dan■ opgeheeven woeden, vereiilchen eené gepafte Voortiening; en Wy hebben tot dat einde geconfedereerd, of de zaak nier eenigfints zou kunnen gevonden worden met het bepaalen van het handgeld tot eene zeekere fomme, welke de Capiteinen niet zouden vermoogen te böven te gaan; — olie* met de Capiteinen van de recruteering te ontlaflen, en tot dat einde by ieder Regiment, Mcadrón ofte Bataillon, eene Recrutcenngs-Caüe te formeeren, gelyk zulks in eenige andere D/enften vari gebruiken is; — dog, aangezien in het eerde geval, het misbruik van zoodanig middel, hoe zeer öp zig Zeiven vati veel nut; voor agtelooze of min-adive Capiteins, zou kunnen dienen tor grond van pretenfe veifchooning over de onvolralligheicf hunner Compagnien, als of zy tegens den bepaalden tyd of prys geene Recruten hadden kunnen bekomen: — en in het tweede geval, gemerkt de zinnelykhetd v n den Recruut, om zig liever in de Compagnie van één Capitein, boven den anderen, te engageeren, waar door dan een Capitein meerder faciliteit by de werving vind dan de andere; en aangezien de naaryvet van de Capi einen zelve, om hunne Compagnien boven dié van anderen, ih keuze van Manfchappen te floen uitblinken , daar door mogelyk zou kunnen worden verzwakt, ~ maar in alle gevalleu geconfedereerd zynde, dat de groofe grónd van bezwaar voor al moet gezogt worden in het gebrek aan Manfchappen, en aan toereikende middelen om dezelve te bekomen: zoo zen die twee middelen ons niet in de prefente tydsomftandigheid, ais weezendlyk tot verbeetering van de Armée gef'chikt, voorgekomen; — en het bezef daar van heeft ons naar den voorflag van andere reffources doen omzien, en tot welken ;wy ons in deezen het liefit zouden bepaalen. N-ar onze gedagten zoude de zwaarigheid beft te vinden zyn door het aangaan van Conventien met eenige Vorlten en Heeren in Duytsland, vooreen zeeker bepaald getal van jaaren; waar by zy, tegens een regulier Subiidie, zig zouden verbinden, om yder jaar een zeeker getal Recruten aan dezen blaat te leeveren; en welk g;eral zou behooren geëevenreedigd te zyn aan het getal van Manfchappen,welke men zou vermeenen tot recruteering van de Armée jaarlyks nodig te weezen. —— ten waare men het aangaan van een diergelyke Conventie met voorfz Vorlten iii Duvtsland by preferentie zoude verkiezen, als waar by zy zouden toeltaan aan de Regimentenj daar toe als dan fpeil te adfigneeren, ooi de nodige Manfchappen voor de-» Z 2 ze/*  Schulden der Compagnien Cavalier y , Dragonders , en Nationaale,Duit fche ^ m Waal* fche Infantery, ( 9* ) zeiven,; tegens eene bepaalde fomme per Man, in hunne Staaten ie mogen aanwerven. — Bri dat, by aldien deeze voorflag zou mogen worden g-impkaeerd, Zyne Hoogheid door Uw Hoog Mog.zoude behoren te worden verzogt, om te willen overleggen, en HoógitdetlVifs hbogwyze cnotideratien en aivis aan Uw Hoog Mo*, te doen toekomen,met we!keVorUen,enop wat \vvze&, zóodaanige Conventie, tot het groo'Ue nat van de Armée, en met bet minlte bezwaar vrmdefmantie, zouoen kunnen'worden aangegaan en tot Üand gebragt. D^r door zou dan worden ■ geëffectueerd, Hoog Mog. H» ren^ dat de Armée van den Staat, dooreen gereegelde en min koitbaare iuppletie van Manfchappen, voltallig zal kunnen worden gehouden; dat ten mthilëh in een zeekeren «raad de hulpmiddelen daar toe, berk zullen weezen gefarilïteerd; en daar door zal dan ook de toettand der refpecHve Ritmeeilers en Capi.ainen, door een meer toereikend middel van beitaan, worden verbeeterd; — maar wanneer wy daar by hebben in aanfchouw genomen, dat genoegzaam de geheele Armée van den Staar, zeedert het begin van'den Oorlog, met het Rvk van Groot-Brittannien gevoerd, en da.ir 'na, ge uitrende de OnSuflen, die met Zyne Roomfch- Kevzerlyke Majelteit hebben plaatsgehad: en, zoo vervolgens/in drn lyd van de verregaande verdeeldheden, welke tuffchen de "Bondgenoten onderling, en de Ingezetenen onder elkander, zoo ongelukkig hebben gëfubfiffeérd-: door gefiridige marfchen te Lande, én transporten' tè; Water, zelfs in de ongunliigfie jaar-getyen, en óoor de daar mede alieiints gepaard gaande latigues en ongemakken, zeer veel heeft uitgedaan en geleeden; — wanneer wy, zeggen we, daar by verders hebben opgemerkt, dat, hoe zeer aiie de Regimenten daar in'ntet eeven veel drel 'hebben gehad, g-ene van dezëlven egter daar van geheel zyn bevryVJ gebleever,: zoo hebben wy Ons i effens overtuigd gehouden van de noodzaakelykheid, om door het toeleg van eenig louiaas, douceur, gratificatie ofte derf oma gement aan de 'refpedive'Ritmeeilers en Capiraincq, zon van de Cavallery, Dragonders, als van ele Nationaale, Duitfche en Waal fche Infanterie, dezelven te bëkwaamen, om hunne Compagnien wederom in goeden en behoorlyken ltaat te brengen en te behouden; en dat zulks als een zeer wezendlyk point van verbeetering voor de Armé van den Staat moeit worden geconfidereerd. — Als zoodanig vloeyde de befenouwing daar van wel in een zeker op?igt uit den generaalen laft, vervat in .-Uw Hoog Mog. Refolutie van 4 Mey 1785. — Onze aandagt wierd nogthans meer fpéciaal op dit point geveitigd door eene Piopöfitie. welke Zyne Hoogheid in Onze Vergadering heelt gelieven te doen; {trekkende namelyk, om de fchulden der Compagnien Cavallcry, Dragonders,en Nationaale, Duitfche en Waaifche Infanterie, uit de zoo even aangehaalde oorzaaken'oniftaan, in overweeging te neemen; ten einde  ( 97 ) êlndè op het exempel van den jaare 1749: toen de nodige' fchikkingen tot voldoening der Compagnie-fchulden van de Regimenten Dragonders in dienft van den Staat, door Uw Hoog Mog. zyn gemaakt; en op het exempel van den jaare 175-1 ; wanneer ten behoeve van de Ritmeelters vari de Cav.dlery, met Opzigt tot de fchulden van de gereduceerde Manschappen, gelyke voorziening is gedaan; ook thans daar omtrent eenige voorziening en generaale fchikkingen ann Uw Hoog Mog. door Ons zouden kunnen wor« den voorgedragen; terwyl Hoogllged.igie Zyne Hoogheid zig tefiens geliefde bereid te betoonen, om Ons dienaangaande alle zóodaanige informatien en elucidatien te fuppediieeren, als Wy zouden meenen tot facihteering van dit^werk nodig te zullen hebben. Zulks heeit dan te wëge gebragt, dat wy Ons de volvaardigheid van Zyn Hoogheid tot bevordering van al het geene eenigen invloed op het algemeene weizyn konde hebben, te nutte maakende, Hoogltgemelde Zyne Hoogheid, op Ons vei zoek heeft goedgevonden, zig door dé Capitatnen of commandeerende Officieren van dr» Compagnien Cavallery, Dragonders,Nationaal, Duytfche en Waallede Imanterie, eèn naauwkeurige en zeer in het détaijl gaande opgave te doen geeven. 1. van alle deeneürs en dooden, gepasporfeerdens» geg.geerdens, met briefjes van oniflag weggezondenen, en geexecuieerdcris by vonniflen ; en met opzigt^ tot de Cavnilery en Dragonders, van 't geeri mogt verlooren zyh op de Paarden, doof deferteurs mede genomen, welke yder Cnpirain , zederd 1 January 1781 tot ultimo Maart 1788 had gehad; met uitdrukking van dq ichuld, die yder van dezelven mogr h.-brxn fta?>rgcï?.atcn— g-lyk medé van de fchulden, naergei&aren door de Manfchappen, welke met het einde van het jaar 178$ gereduceerd zyn ge werden; zóó 1 ogthans dat die Capitainen, welke op 1 January 1781 hunne Compagnien nog niet bekomen hadden, de voorfz opgaave zouden beginnen van den tyd af, dat zy hunne Compagnien ïiadderi verk reegen. i. fcene gelyke opgaave van de toénmja!ige(i4 Maart 1780) Compagnie's ichuldcu; dat is, een flaat def fchulden tan alle de Manfchappen, zig te dier tyd ; x4 Maart tjffi) by de refpecï'ive Compagnien bevindende. En f, Een opgaave van het employ, welk van de refpective bsquadrons, Battaillons, en, des noods* Compagnien, zederd dén i January.1781 tor ultimo1 Maarr ifft%s was gemaakt; behelzende, hoe meenigmaal de/elven zederd dien tyd van guarnifoën zyn veranderd, — waar zy in guarnifoën waaren geweeit; — hoe lang aldaar verbleeven; — of, waar,eri hoe lang, zy gecamonneerd of gecampeerd hadden: — met i'peoificaiie van allededommagementen, douceurs,ofte gratificatiën, die zy te eenrger oorzaak* onder Aa was  ; ( 98 ) wat benaaming ook, in het voorfz tyd * vak, zouden mogen hebben genoten; met expreflie van den t\d wanneer, en van welke Provinciën, Quartieren ofte Steden; — daar van alléénlyk uitgezonderd het douceur van ƒ 600, het welk door Uiv Hoog Mog; in het jaar 178? aan alle de Capitainen cff cl;ev, in dienlt van den Staat, gegeeven zyn tot aanichaMing van de Tenten en Veld - Equipage; mitsgaders ook met uitzondering van de Geiden en Gratificatiën, welke aan eenige Regimenten, Bataülons, of aan enkelde Compagnien, die, in de jaaren 1786 en 1787 in de Provincie van Holland ende Stad Utrecht gelegen, door de Provincie van Holland waren gegeven geworden. De bloote optelling van alle die pointen zal voldoende zyn, om al aanllonds te doen blyken van de oorzaaken, welken wy, neevens Zyne Hoogheid, hebben gemeend, dat tor het agterweezeo der refpective Ritmeeiters en Capiteinen, in voegen voorfz aanleiding hebben kunnen geeven; en ook teffens, dat geene moeite is gefpaard, nogte dat men bedugt is geweeft in een fchier inëxtricabel détail te treeden, om maar te kunnen nagaan, en vervolgens in eene zeekere' maete van eevenreedigheid te kunnen bepaakUi, vveik douceur aan de voorfz Ritmeeiters en Capiteinen tot dedomagement zoude kunnen worden gegeeven; dat is, om het zelve te kunnen bepaelen in zóodaanige eevenreedigheid als waar voor een zaak van deezen aart, en waar by zoo veele détails en byzonderheeden in coniideraüe moeten komen, kon worden gereekend aileenlyk vatbaar te weezen. VVy z\n niet van voorneemen de attentie van Uw Hoog Mogende op te houden met de menigvuldige détails, welke het gevolg zyn geworden van de belindwoording op alle de pointen, d e van de refpective Ritmeeiters en Capiteinen door Zyne Hoogheid invoegen voorfz zyn gevraagd; en wy mogen het alleiints voldoende reekenen, aan Uw Hoog Mogende open te leggen de gronden, waar op dit geheele werk by ons is gefchoeid, en op welken wy de fpoedige afdoening van het zelve zullen aanpryzen. Het hoofd-oogmerk van Zyne Hoogheid, Hoog Mog. Heeren! en het onze, is geen ..ander , dan om de refpective Ritmeeflers en. Caphesns in ita.tr re ik:len om derzelver Compagnien voor hec vervolg in beeter Üaat te brengen en te houden. — 7vulks zal voornaamelyk kunnen worden te weege -gebragt, docr betaeling van eenige verliezen, zoo als die door de Capiteins, op den Eed aan den Lande gedaan, aan 'Zyne Hoogheid zyn opgegeeven; mitsgaders door het uitreiken van eenig douceur, tot vergoeding van zóodaanige fchaadens en extraordinaire' onkollen, welke niet Ipecihce hebben kunnen worden gedetailleerd. Maar wy hebben, om dat hoofd-oogmerk niet aanftonds uit het oog te verhezen, gemeend, dat al zóodaanige Capiteins, welke zeederd het doen der voorfz opgaaven aan Zyne  ( 99 > Zyne Hoogheid, dat is zeederd ultimo Maart 1782, rot de rinale cotiolufie van dit werk toe, zullen zvn gekomen re overlyden. of op de eene of amiere wyze huttne demisfie hebben bekomen, in geene aanmerking meer in deezen behoorden te komen; aangezien de betaaling van verliezen , cn het uitreiken van douceurs, niet meer, voor zoo veel hun aangaat, aan dat hoofd-oogmerk zóude kannen belindwoor Jen. Zoo hebbén wy ook gemeend, dat ten aanzien van ae Compagnien Infantery: niet zoo zeer als een objed van vergoeding in aanfchouw zouden behooren te komen de fchulden van dezelve Compagnien; dat is, de geilen, welken de Manfchaj pen aan hunne refpedive Capiteir.s, by het doen van de voorfz opgaaven, fchuldig wacren — aan den eenen kant, om dat dezelven, over het geheel genoomen, niet kunnen gehouden worden, zeer confiderabel te zyn; alzoo die, over alle de Regimenten Nationaele, Duytfehe en Waalfche Infanterie, volgens de voorfz opgaave, aan Zyne Hoogheid gedaan, op 14 Maart 17^8 aleenlyk bedroegen, de fomme van f 101315-- o- os en ook, aan den anderen kant, om dar de refpedive Cap teins daar voor hunne prreccniien op de Manfchappen behouden, en die' pi£Etenljen van den éénen Capitein overgaan op den anderen; — maar ook voomaamentlyk, om dat uit de meergemelde opgaaven heelt gebleeken, dar, by fom mi ge Regimenten, de eene Compagnie merkelyk meer in fchulden is-, dan wel de andere: hoe zeer dezelvde Marfchen gedaan, en het zelvde geleeden hebbende; waar uit dan moet worden opgemaakt, dat die meerdere of mindere fchulden veelal veroorzaakt waeren geworden, door toedoen van den Capifein zelve, 't zy door eene min goede admimflraiie ofte ceconomie; 't zy dat de eene heeft goedgevonden, meer geld aan zyne Soldaeten te leenen dan den andere. — Wy hebben ons dan bepaeld tot de befchouwing der vei liezen, en der fckaadens , of extraoidinaire onkoüen, door de refpedive Capiteinen geleeden. Onder de eerite reekenen wy de fommen, fchuldig gebieeven aan de Capiteinen , door de dooden, de deferteurs, gepas>poorteerdens, de gegagcerdens, de met briefjes van ontllag weggezondene, of de gïëxecuteerdens by Vonniilen, zeedert 1 January 1781, of zoo veel laater als ieder Capitein zyn Compagnie bekomen heeft, tot ultimo Maart als mede hoe veel de gereduceerde Manfchappen zyn fchuldig geblecven, en op de monteering van de'laatlle is verlooren; — omtrent al her welke wy van begrip zyn, dat het tot een merkel)k foulaas voor de Capiteinen zoude verilrekken, en dus bevorder yk zvn aan het oogmerk van deeze deliberatie, wanneer die prajteni'ïen betaald wierden; — en wesfulven wy van gevoelen zyn, dat dezelve vervolgens, hoe 'groot of klein die zouden mogen weezen, zouden behooren te worden goedgedaafn, Dan voor én al eer wy ons ten aanzien van Uw Hoog Mogende dieper in deeze materie üeeken, moeten wy Uw Hoog Mogende informeeren, dat van alle de op- Aa a gaa-  f tod ) gaaven» welke van die verliezen* door- de Ca pi te ine tl der Compagnien Nationaele Duytfche en Waal fche tui terie, aan Zyne Hoogheid zyn gedaan, met grooten arbeid is vervaardigd een Extract; het welk ons is gecommuniceerd, docr de Heeren die weegen den R;iad van Staare in onze Vergadering hebben gecompareerd, en dat hetzelve Extraét thans by den Raad van Staate is beruftende. —, Dit Extract is niet gefchikt, om als een Bylaage van dit gedeelte deezer Memorie te worden overlegd5, Hoog Mog. Heeren! aangezien hetzelve niet . alleen van geen nut kan zyn, maar veel eerder zoude geschikt zyn, om 't oordeel omtrend de begrooting van de aldaar uitgetrokken lomroe re misleiden, wanneer daar by niet teffens wierden vergeleeken de Lyilen , houdende de opgaaven, waar uit dat Extract is geformeerd; dan welke Lyllen wegens derzelver volumineusheid en menigvuldige détails, niet ligtelyk af re geeven zouden zvn; tn dat daar en boven de iomtïie totaal, welke daar in, in voegen voorfz ftaat uitgetrokken, veele verandering, dat is, vermindering zal kunnen en moeten ondergaan, voor en al eer wy begrypen, dat dit werk zyn ganfeh beflag zal hebben kunnen ontvangen; om reedenen dat, gelyk hier boven is gezegr, uir deeze bereekening zouden worden gelaaten de Capiteinen, welke zeederd ultimo Maart 17^0, tot de afdoening van dit werk toe, zullen zyn overleeden, of hunne demifRe hebben bekomen; — waar door dan anderfints een zeer onvolmaakt gezigt van deeze computacie aan Uw Hoog Mogende en aan de Bondgenooten zoude zyn gegeeven geweett. — Wy agten het nograns nodig, orn tot beeter verftand van de zaak, hier by te voegen, dat by het bovengemelde ExrracT, her verlies op de monteering der gereduceerde Manfchappen aan. de Regimenten, op de Vritffche repartitie fbande, niet is goedgedaan, en zelfs door fommige- Capiteinen niet is opgegeeven; om dat de Provincie van Vriesland, aan alle haare Capiteinen> hsarer repartitie v\f leeningen voor ieder gereduceerd Man heeft goedgedaan, met order, dat Zulks zoude ilrekken tot dedomagement van dezelve gereduceerdens. — Onder de tweede, dat is, onder de fchazdtns en extraordinaire onkolten, hebben wy gereekend de fchsadens eti onkosten van zoodaanigen aart, ais waar van het montant niet prsecifelyk heeft kunnen worden opgegeeven ; en welke veroorzaakt zyn geworden door het extraordinair en menigvuldig employ, '1 welk geduurende dat tyd-vak van de voorfz Regimenten Infantery is gemaakt. Wy hebben dit extraordinair en meenigvuldig errïptoy, Waar toe de omüandigheid der tyden geduurende het zelve tyd-vak geboorte heeit gegeeven, ende daar door ontllaane fchadens en onkoüen, gehouden voor de aanleidende beweeg-reedenen van deeze deliberatie; — en aangezien dezelven niet wel in gelde zouden kunnen worden geprizeerd, zal het ligt re begrypen zyn, dat daar toe ook niet kan worden voorgel!3gen eene voldoening, op den voer, als zoo eeven omtrend het aitieul der ffaxltejam is gé- tchied; -*»  jij . C ïöï ) ich:e4; — en dienvolgens zyn wy van gedag'eh, dat dnrtr il>i op een andere wyze, en uel by forme v*n douceur oire gratificaties zoude behooren te worden voorzien. Dan eene allefints juilte ecvenreedigheid zal in deezen niet kunnen worden geoblerveerd; om dat de gevallen vao het divers employ van meelt alle de Compagnien zoodaanig zyn gediverliheerd, dat, daar zy dus niet wc I in gelde hebben kunnen worden begroot, dezelven ook niet in den toeleg van een douceur praeeiiclyk kunnen worden geproportioneerd; — zoodaanig dat men, over die ongeiykheid héénen Happende, zoude genoodzaakt kunnen z\n, zig te bepaalen, lot den toeleg van een egaal douceur aan alle de Capiieins indiilinclelyk ; in welke maete ook het em; >y hunner Compagnien, van den een tot den andere, zoude' afweyken.— De leedenen, waarom wy nogtans zoodaanig middel voor ons niet hebben verkoozen, laaten zig van zelve genoeg gevoelen; en wy hebben daarom gepraefëreerd een zeekere proportie by aproximatie te beramen, waar by de meerdere of mindere fatigues en onkoften, waar aan deeze ofte geene Gapitejnsj bloodgeiieid zyn geweeit, in aanfchouw zyn genoomen. — Den grond daar van hebben wy gemeend te kunnen plaatfen in de onderfcheiden Guarnifoens - veranderingen, Campementen, ofte Cantunnementen welke ieder Compagnie gehad heeft, zeederd i January 1781 tot den Uitften Maart 1788, — en tot dien grond hebben wv ons dan ook aileenlyk bepaald; zonder reguard te neemen op eenige perfoneele confideratien, welke in faveur van deeze of geene zomtyds zouden kunnen worden geadegueerd; — en ook zonder reguard te neemen op zoodaenige fchaadens en onkoffen, welke wel by de opgaaven aan Zyne Hoogheid gedaan , zyn vermeld; maar welke, in de behandeling van dit werk, niet zyn voorgekomen van dien aard, dat zy een objeéf vzn extraordinaire vergoeding zouden behooren op te leeveren; of ook zyn zoodaanig, dat de gezaamentlyke Bondgenooten zig dezelven zouden kunnen aantrekken; of ook eindelyk, in alle gevallen, by deeze geleegendhe d, waar de quellie is van het toeleggen eens douceurs voor de geheele Armée, niet konnen verhandeld worden; maar, des noods, een (lof tot een afzonderlyk addres, en eene gantfeh andere deliberatie zouden moeten u tmaaken. — Hoe zeer Wy Ons nu tot de Guarnifoens-veranderingen, Campeeringen en Cantunnementen, hebben bepaald, "zoo kunnen Wy niet voorby te remarqueeren, dat Wy nogtans een geringe uitzondering hebben gemaakt, en éen^ffrï/fts reguard hebben geilaagen op het grooter'getal der Doedenen Deferteurs, welke de Capitems, geduurende her meergemelde tyd-vak gehad hebben, gelyk mede de verliezen, daar door veroorzaakt, boven het geene \ welk belfond in het montant der penningen, die de Manfchappen fchuldig waaren gebleeven, en W3ar van hierboven is gefprooken; en zulks met teegenitaande men wel, gelyk hier boven is gefchïed, B b con-  ( ) cnnfidereerd, dat itrfttzmts Dooden en Deferteurs onder ordinaris veriiefen behooren gebragt te worden , en dat êenr dus in een zeeker opzigt, niet zouden vallen in de termen van een gratificatie ot douceur, waar van mans de quadlie is; maar zulk is gedaan om reedenen, dat m deeze oraltandigheedcn kon worden gereekend, en ook ai veel uit de üitgaavén is gebleeken , dal het getal der Dooden en der Delerteurs grooter of kieynder is geweeit,naar maate van het meerder of minder employ en fatvgues, het welk van de Compagnien, waar onder zy gehoorden, is gemaakt ; dat daar door dan die meerdere onkoflen zyn veroorfaakt; en dat zulks uit dien hoofde, als een gevolg van dat meerdere employ,heeft mogen worden aangemerkt Om dan zoo veel mogelyk een zeekere eevenreedigheid in dezen te obferveeren, heeft men gemeend zeeven Clasfen van douceurs oire gratificatiën te kunnen formeeren, waar van de ic zouden zyn van eene fomme van -ƒ 9C° °j ° je ,« -J ■ ■ ! boo O O °C \ t ! 70G O O de 'ie ~~ ■ " ' i de 4e • " ' ' 6°° °\ ° de Je • 500 O O óc i. — — ~~ 400 O O en de p _ 3fO O, O welke fommen, indien men aan de Capitetns eenige verPeeding der hier boven befchreeven fchadens en onkolten vilde verforgen, niet wel laeger hebben kunnen worden genoomen. — _ ,, . ïn die differente Claffen heeft men gerangfchikt deCapitainen d er refpective Compagnien, naar maate, das uude gedaane opgaven wa&gekomen te blyken,dat derzelver Compagnon van Guarnifoën waaren veranderd, ofte dar zy gecampcerdotte gecantbnneerd hadden; terwyl daar by tebens in bet oog fs gehouden, de uufondering omtrent her grooter getal der Dooden en der Deferteurs, waar van zoo teven geiprooken is; alles bereekend over den tyd van i January 1781 tot 1 April 1788, of wel, indien de Capuam zyn Compagnie laater dan den 1 January 1781 nadde bekoomen, van dien tyd af tot meergemelde 1 April 1788. i In de bereekening van deeze douceuren heeft men egter nog boven dien agt gegeeven op de navolgende zaaken. 1. Dat onder de opgegeevene Guarmfoens veranderingen, 'er fom mi ge gevonden worden, welke uit hoofde van de nabyheid der Plaatfen, met zoo zeer ais Guarnifoens 'veranderingen konden worden oeconfidereerd; en wederom uit dien hoofde geene zodaanige korten hadden veroorzaakt, die eenige vergoeding zouden meriteeren; waar op dan ookbehoorlyk reflexie is gefiagen; eeven eens als op de meerdere of mindere konbaarheid van het eene cnanpement van Guarnifoën boven het andere; alhoewel dit al wederom niet op het naauwkeungüe heeft kunnen worden bereekend. i. Dar, aangezien by fommige Compagnien,dechanaementen en het employ zoo gering en weinig zvn  ( 103 ) . geweeft in de gemelde jaaren, ofte geduurende den tyd, dat de Capitain zyn Compagnie heeft b; (Veten: men uit dien hoofde■ geöordeelt heeft, dezelve buiten eenige vergoeding te moeten laaten. — d;t heeft dan ten gevolge gehad, dat fommige Capitains in geene van de voorfz zeeven Claflén zyn gebragt geworden: en dat rnen zig, met opzigt tot dezelven, heeft vergenoegd, aan hun toe te dei kende vergoeding van de bovengemelde praecenfien vveegens Dooden, Deferteurs, en de gereduceerde Manschappen.— De geheele Regimenten van Orange Vriesland,Orange Stad en Lande en Drenthe hebben in dit laatitc geval moeten worden gebragt; zelvs zoodaanig, dat men gemeend heeft, het eerff gemelde geheel uit deClasfen der gratificatiën te kunnen laaten, nademaal de Capitains bereids een gratificatie ofte douceur van de Provincie hadden genooten: — dan zulks omtrent de tweede geen plaats gehad hebbende, heefc dit een motief opgeleeverd, om die Capitainen in de laagite Clalle van de gratificatiën te rangeeren; overmitsanderzints de Capitainen van de Regimenten Orange Srad en Lande en Drenthe de eenigite zouden zyn, die in 't geheel geen gratificatie zouden hebben genoten, ofte genieten zouden. 3. Dat aangezien de Chefs der Regimenten en andere Generaals Perfoonen, welke Compagnien hebben, en zig geduurende den gemelden tyd, bulten rsLands abfent met verlof bevonden hebben; als mede die Hoofd-Officieren en Capitainen, welke Compagnien hebben, dog by de Armée geblaatIt, of van den dienlt gedifpenfeerd zyn, óf van dewelke men met zeekerheid wilt, dat zig in het geheel niet by het Regiment hebben bevonden, kunnen worden gecenfeerd, voor hunne Perfoonen, aan geen ex:ra kotten weegens marfchen, Guarnifoenen &c. en dus ook aan geene fatigues ofte ongemakken onderworpen te zyn geweeft, en welke de dienttdoénde Officieren en Capitainen hebben moeten dragen: de zoodanige in een ClalTe laager zyn gebracht, danzy anderzints zouden gefield geweeit om dat zy kunnen geacht worden, daar door ten minften fioo-o o geprofiteerd te hebben. 4. Dat uit de opgaaven, aan Zyne Hoogheid gedaan, geremarqueerd zynde, dat van die Capitains, welke zeederd 1 January 1781, eene Compagnie Grenadiers in de plaats van hunne Compagnie Musquettiers bekoomen hebben, fommige de gerequireerde opgaave omtrend hJde Compagnien gedaan hebben, zoo als ook met de intentie overeenkomitig was, en dus het douceur na proportie van die beide Compagnien is gecalculeerd, —— dog dat 'er eenige weinige Capitainen alleen de opgaave van fchaadens en extraordinaire onkollen hebben gedaan van den dag af, dat zy de Grenadier Compagnie hadden bekoomen, Bb 1 en  én niet riet geen zy hy de Musquettiers Compagnie hadden veriaoren ; men -vervolgens, orn geene nadere opgaave te requireeren, geö;rdeelt heefi, aan dezelve Capitains, boven het douceur, geca'culeerd Over den tyd dat zy de Grenadier Compagnie hadden bezeeten, nog toe te leggen eene fom van honderd guldens, en ze dus in een Claile honger te brengen dan zy anderzints zouden geweeit zyn. f. Dat men wel in bedenking heek genomen, of, in 't oog gehouden zynde, dat hec but der toe te leggene gratificatiën, daar in bellaar, om de Capiteinen in Itaar te {lellen, die Compagnien by welke zy de verltefen geleeden en oi) kollen gehad hebben, in goeden Haat te brengen: of, zegt men, Zodanige Capitainen, welke die Compagnien niet meer bezitten, maar een andere Compagnie hebben bekoomen, de douceurs zoo wel als de vergoeding der bovengemelde pretenfien wel zouden behooren te genieten? en in het teegendeel, of zy niet zouden behooren gelyk gelteld te worden met die geenen, welke door de dood of demi/Tie, de Compagnie niet meer bezitten, en daar mede uit deeze deliberatie uitvallen? — dan dat men daar teegens heeft geconndereerd, dat der zeiver-verplaatsing in andere Regimenten en daar door veroorzaakte verandering van Compagnien moet gehouden worden voor een blyk van het genoegen, Avelk men in der zeiver dienlt heeft gehad} en dat het dus een zeekere hardigheid in zig zoude bevatten, wanneer men de iodamgen uit de gemelde vergoeding en douceur zoude willen uitfluiren; — reedenen, waarom men vervolgens,een Zeekere middelweg ihfiaande, gemeend heeft, dezelven te kunnen brengen in een Claile laager, als zy zonder zoodaanig changement zouden zyn gelteld geweeit. Wy hebben nodig geöordeelt, Hoog Mogende Heeren! rn dit eenigzints wydloopig détail te treeden; — aan den eenen kant, om aan Uw Hoog Mog. en aan de Bondgenooten, zoo veel mogelyk, te ontwikkelen de voornaam :te gronden, welke men in de behandeling van dit épineufe werk heeft gevolgd: en om, aan den anderen kant, van nu af aan te zorgen voor de executie van deeze deliberatie; dat is, om van nu af aan voor te koomen alle haabtatie by die geenen, welke deeze materie, in het laatllereflbrt;zullen moeten by de hand neemen; aangezien-de vergelyking van eenige der opgaaven, waar over de haefstatie zoude kunnen vallen, met deeze ofte geenen der llrak aangetoone gronden, eene genoegfaame oplofiing van de zwaarigheid zal kunnen verfchaffen; —— en ook om voor te koomen „dat in ééns alle verdenking van partialiteit, door eene faciele aanwyzing van den waaren ltaat der zaaken, zouden kunnen worden uit den weg geruimd. Op alle de boovengemelde gronden is het, dat het Extract, waar van hier boven bereids is gefprooken, is vermeer-  i ) , ■ rneerderd met deeze geprojeéieerde douceurs ofte gratifiê catien, verdeelt in de /.even boven vermelde ClaiTcn: > deeze douceurs of gratificatiën heeft men aldaar geaddeert by de fommen, wélken uit hoofde van het geen hier boven is befchreeven, aan de Capiteinen zouden behooren te worden goedgedaan, en welke aldaar met de naam van geaccordeerde prètehfien zyn beiiempeit: 1 • ~- zulks heeft uit» gebragt eene tomme, van dewelke men heeft afgetrokken; zodanige douceurs ofte gratificatiën als de Capitainen reeds te vooren, van de een of andere Provincie ontvangen hebben; en het overfchot daar van,uitbrengende de foinmedie weezcndlvk aan eder Capitain zou moeten^uTtgereikt,heeft men, m het voorlz Extrad, op eene daar naait ftaandeColom genoteerd; uitbrengende alles te famen, voor de 35 zoo Nationale, Duitlche als ty'aalfche Regimenten Infanterie van den Staat , de fomme van ƒ307844- 14- 6 waar in zou moeten worden voorzien. — dan waar omtrend nog ftaat te noteeren, dat dezelve nog zal kunnen worden verminderd met zodaanige vacatuuren, als 'er vari Compagnien trog zullen mogen ontflaan; als welken, volgens de hier v oren gelegde gronden, als dan nog zouden uitvallen; — in maniere, dat de praecife fom niet wel zal zyn te bepaalen, vóór dat de zaak ter concluhe gebragt zynde, als dan eerlt prsecifelyk zal kunnen worden opgemaakt, ueike Capitainen uit het meergemelde Extrad ofte Siaat, nog zouden moeten geligt worden. Daar meede tot eene genoegzaame klaarheid gebragt hebbende al het geen, 't welk op dit Huk de Regimenten Infanterie kan concernteren, gaan VVy over tot de Regimenten Cavallery en Dragonders. U y hebben dienaangaande* uit de opgaaven aan Zyne Hoogheid gedaan, geleegenheid gehad op te merken, dat de fchulden der Compagnien van de Cavallery en Dragonders eenigzints geproportioneerd zyn aan de meerdere of mindere voordeeligheid der Guarnifoenen, waar in zy een geiuimen tyd hebben geleegen; — ——* maar vooral geproportioneerd aan het meerder of minder employ, 't geen van dezelven, geduurende het meergemelde tyd-vak; is gemaakt ge weef l, 't zy dan dat zulks veroorzaakt is door verandering van Guarnifoën, ofte door te hebnen gecampeerd,pfte gecanronneerch — Blyft men nu een oogenblik by dit refuhaat flaan, zoo zal men ras befpeuren, dat de kollen en Jchaadens , daar door veroorfaakt, veelal hebben moeten komen tot latten van den Ruiter of Dragonder; en dat daar aan, mitsgaders aan het gemis der Weyden en aan de duurte der Foürage, ook veel al moet toegefchreeven worden, dat de fchulden van dezelven zoo hoog by hunnen Ritmeeiter ofteCapitain zyn géloopen; —— bedraagende die van de Cavalleiy de iomme van — j ƒ151878 I 19 I t cn die van de Dragonders —M— } 118606 J 4 { jr beiden op den fvlaart 1788, Conlidereerd men daar by, dat de zaak niet eeven eens gefehaapen ftaat by de Cavallery en Dragonders, met op- C 0 zigte'  ( ioó ) zjgfe van defertie en flerite, als by de Infantery: aafi- gezien by de laatilgemelde, byzonder uit hoofde der ilegtere en mindere Guarniloenen, dan wel doorgaans by de Cavallery en Dragonders, ook meer defertie en Iterfte ,dan by deeze laatften, plaats heeft; en dat daar va 1 het gevolg is, dat een Ritmeeller, of Capitein van de Dragonders, niet .zoo veel verhezen op geüorven en geieferteerde Manfchappen komt te lyden, als een Capitain van de Infancery: — Confuiereerd men al verders, dat een Capitain van de Infantery, die, hoezeer zyne Compagnies-fchuiden niet groot zyn, egter veel kan verloeren hebben door het geen de geüorven en gedeferteerde Manfchappen aan hem fchuldig zyn gebleeven, en 't welk als d^an van het Boek word afgefchreeven; meer gediend is met den toeleg van eenig douceur, dan wel met de betaaling van zyn aéiueele Compagnies-fchulden, — en dat daar teegen de Ritmeeller, of Capitain van de Dragonders, beeter zal geholpen zyn door de goed-doening zyner Compagnies fchulden: zoo hebben "Wy, uit confideratie van dat alles, gemeend, dat het hoofdoogmerk van deeze deliberatie, namelyk, het weeder in ftaat brengen van de Compagnien, beft zoude bevorderd worden door de betaaVmg der Compagnies fchulden van dit gedeelte der Armée; en het is dan ook tot dat middel dat . Wy Ons zullen bepaalen. Maar, daar wy Uw Hoog Mogende kunnen doen remar queerer. , dat zig eenige defecten in de gedaene opgaaven hebben vertoond, waar uit ons voorgekomen is, dat niet in allen opzigte prsecifelyk aan de requifuie van Zyne Hoogheid is voldaan; en daar het te wagten is, dat de flaat van deeze fchulden waarfchynelyk nog veele verandering zal ondergaan: voor en al eer de volkomen1 afdoening aan dit werk zal kunnen worden gegeeven ; dat by foramigen de fchulden zullen zyn vermeerderd, by anderen verminderd, als waar toe tterfte, defertie, en andere omftandigheeden van meer- of min- voordeelige Guarniloensplaatfen, aanleiding zullen hebben mogen gegeeven; zoo zouden wy dienaangaande aan Uw Hoog Mogende voordraagen, of het aan Uw Hoog Mogende niet het gefchiktft, en met den aard der zaake meeft overeenkomfiigft zoude voorkomen, dat de betaeling der Compagnies• fchulden van de Cavallery en van de Dragonders zig rigtede naar het montant der fchulden, zoo als die zullen zyn, wanneer de Bondgenooten tot deezen voet van gratificatie ofte te gemoet- koming zullen hebben gerefolveerd \ En indien deeze voorflag ingang zoude mogen vinden, zoo zoude daar uit dan moeten volgen, dat als dan nadere opgaave van de Ritmeeiters, en van de Capiteinen der Dragonders, zoude behooren te worden gerequireerd.— dan alzpo uit zóodaanige nadere opgaeve uitetlyk zoude kunnen fchynen , dat de Compagnies - fchulden zouden zyn verminderd; terwyl dat efTeéfivelyk die vermindering ten nadeele van den Ritmeefter of Capitein zoude uitkomen, als veroorzaakt zynde, doordien van de Compagnies- fchttl-  ('167 ) fchulden zyn afgefchreeven die fchulden, welke nageldéten zyn door Dooden, Deferteurs &c, hoedaanig verli«$ geen plaats zou hebben gehad, indien de fchulden conform de eertte opgaave waaren voldaan geworden: zoo zou-i de, naar onze gedagten, aan die Ritmeeiters der Cavallery, en Capiteinen der Dragonders, welke, by het döeri van de voorfz nadere opgaave, proprietairs der Compagnien zullen zyn, nog behooren te warden goedgedaan de fchulden, weike na dato van de door hun ingediende Lyfteni zyn nagelaaten door Dooden, Deferteurs, Gepasporteerdens, Gegageerdens, met Briefjes van ontflag weggezondenen, en Geëxecuteerdens by VonniiTen; — mitsgaders ook aan hun voldaan, het geen verlooren zouden mogen hebben op de Paarden, door Deferteurs. medegenoomen, het geen nogtans geen onjeft van groote importantie zal kunnen mtleeveren; — en dat tot dat einde de voorfz Ritmeeflers en Capiteinen de voorfz alzoo nader te doend opgaave, met al het bovenüaande zouden moeten amplieeren. Hier by zou nogthans in aanmerking kunnen komen, ofj wanneer men de Ritmeeflers en Capiteinen nog meerder te ge moer zou willen komen in de fchadens, welken zy voor haar particulier hebben geleeden: men aan dezelven, voor ittö verr' zy de Compagnien nog actueel bezitten * eeven als omtrent de Capiteinen van de Irtfantery hier boven it geproponeerd, zoude betaalen de fchulden, die zyn nagelaaten door Dooden, Deferteurs enz., zeedert i January 1781, of zoo veel laater als zy de Compagnie bekomen hebben; als mede het geen verlooren is op de Paarden door Deferteurs medegenoomen , gelyk ook de fchulden der gededuceerde Manfchappen, en 't geen op derzelver momeering is venlooren, overeertkomttig de opgaave daar van aan Zyne Hoogheid gedaan ; al het welke niet zoude nalaaten nog al een object van importantie uit te keveren* als bedraagende voor de Cavallery — j ƒ78613 \ 11 [ ix en voor de Dra -onnets — — — | 752.08 | 14 j ö dan waar tegens niet zonder grond fchynt te kunnen worden gereflecteerd, dat het al eene vry aanmerkelyke verbeeteung van den toeltand der Ritmeeflers van de Cavallery, en Capiteinen van de Dragonders zal uitleeveren, wanneer de Compagnien van Schulden gezuiverd zynde, zy daar door ontlaft zullen zyn van het uitfchot en intereft der penningen, en ook minder gevaar loopen dat den Ruyter der, diep in fchulden geraakt zynde, de luft tot rfefercie bekruipe. — weshalven de zaak dan ook wel zoude kunnen worden gelaeten by de betaekng der fchulden , in voegen zulks hier booven is gemeld. On din nu ook op dit Stuk tot een; befluit te komen, zoo zyn wy van gedagten, Hoog Mogende Heeren 1, dat uit confideratie van al het geene op deeze materie is gep'semiueerd; maar voor al uit confideratie van de noodzaakehkheid, om de refpective Ritmeeiters en Capiteinen van de Regimenten Cavallery, Dragonders, en Nationaald üuytfche en Waalfche Infanterie, m ftaat te Rellen, om Cc 1 def^  ( to3 ) derzelver Compagnien in beeter ltaat te brengen en te hoüden, en daar door een weezendlyk nut en verbeetering van de Armee te weege te brengen? de Bondgenooten door Uw Hoog Mogende zouden behooren te worden verzogt, om, op de gronden welken hier boven zyn gededuceerd, vrugtbaare Refolutien in den haaren te willen neemen, ten einde deeze geprojecteerde voet van betaeling, als meede deeze geprojecteerde toeleg van gratificate, douceur, ofte dedomagement, tot dadelyke executie zoude mogen worden gebragt. — en dat, uit aanmerking van den lleeds flucrueerenden toeitand deezer zaake, waar door een lang uitftel de proprietairs der Compagnien van eene eenigzints billyke verwagting geheel zoude berooven; en ook, om uit dien hoofde, in de befchaapenheid van de tegenswoordige tyden, het beklag van de Armée te voorkoomen; de voorfz Bondgenooten inüantclyk zouden behooren te worden geëxhorteerd , om immers, zoo lpoedig mogelyk, derzelver Refolutien dien aangaande ter Vergadering van Üw Hoog Mog. te willen inbrengen. Dat voorts, zoo dra het confent van , de hooge Bondgenooten in voegen voorfz, en overeenkomitig het heilzaam oogmerk deezer zaeke, zoude mogen weezen ingekoomen: de Raad van Staate dadelyk door üw Hoog Mog. zoude kunnen worden verzogt, om van de fommen, welken ten voorfz einde zullen moeten worden gefpencleerd, eene oehoorlyke Petitie te formeeven; en dezelve Petitie te vergrooten met al zóodaanige fommen, # welke . door de Heeren Staaten van de refpective Provinciën van i January 1781 tot ultimo Maart 1788, als een douceur ofte gratificatie aan de Rirmeeeiters der Cavallery en aan de Capireinen der Dragonders, en van de Nationale, Duytfche, en Waalfche Infantery van hunne repartitie, voor derzelver Compagnien zyn uitgereikt geworden; het al ten einde de Bondgenooten als dan nader zouden kunnen worden verzogt, om hunne Provintiale Quotes in de voorzeide Petitie, in welke de alzoo uitgereikte douceurs zouden zyn begreepen, en hun dienvolgens in derzelver Quoténs refpeciiveiyk zouden worden toegekend en gevalideerd, met reëel fournifTcment van penningen te agtervolgen. En dat laatitelyk, om den Raad van Staaten in itaar te Hellen, de begrooting van de Petitie praecifelvk te konnen formeeren, en aan de alzoo te neemene Refolutie de bedoelde executie te geeven: Zyne Hoogbeid, als Capitein Generaal, door Uw Hoog Mogende als dan zoude behooren te worden verzogt, om de commandeerende Officiers Van de Regimenten Cavallery en Dragonders te w'tilëa aan» lchryven, ten einde aan Hoogftdezelve een pr^cife opgaave worde gedaan van de Compagniés-Schulden van iedere Compagnie, zoo als dezelven zig als dan zouden mogen bevinden; met by voeging van alle zóodaanige fchulden Welke, na het doen dn wat oorzaak die gebrekkelykiu eden ook haaren oorfpronk zouden mogen hebben te danken: zoo hebben wy gemeend dat voorregt met kragt te moeten doen gelden, met betrekking tot de wyze van betaaiing van de Troupes van dit Rondgenooifchap. — Zal dan éénige zaak uit een algemeen oogpunt moeten worden brfchouwd , zoo zal ons oiemand bet witten, dat het deeze is; — en hebben de Bondgenooten recht ietwes van hunne meede-Bondgenooten te vorderen, zoo is het onteegenzeggelyk, dat de Militie, als onderworpen aan een en den zelvden Souverain, ook over al dezelfde betaalinge moge genieten ; en dat geen byzonder gezag ofte fuperioriteit over dezelve by eemg Lid van het Bondgenootfchap moge worden aangemaatigd; enkel daarom, dat de betaalingen diredelyk uit de Provintiaale Caflen worden gedaan. Het zal nief nodig zvn hier ter plaatze te deduceeren , hoe, in de allereerile tyden van de Republicq, de Provinciën jaarlyks een zeekere fomme tot ltuur van den Oorlog pleegen te confenteeren; waar uit de Landraad, en zoo vervolgens de Raad van S-aate, het nodig Krygsvolk konde onderhouden; — hoe dat, na het vertrek van den Grave vanLeiceiler, welke meerder Militie, dan waartoe de Confenten konden toereiken , hadde aangenomen , en ten ge* volge daar van de Guarnifoenen onbetaald had moeten laaten : waar door veele foules, exadien en ongereegeldheeden door het Volk van Oorlog in de Provintien wierden gepleegd; de Provintien to: weering van die inconvenienten, goedvonden, de betaalingen der Militie te doen ver^ D d dee« Repartitie ■jan betaa'ing van d& 4rmée.  ( HO ) deelen over hunne refpective Quotes • zoo nogthans, dat de Soldyen en Tractemenren, hv hun aan het Krygsvolk hunner vtrdeeling, ofte Repartitie betaald, verarid woord wierden in de reekening van den Üntfanger Generaal der Vereenigde Nederlanden, even als of zy directelyk door hem wsaren betaald ; tot dat eindelyk de Provinciën zóó traag wienlen in het liquideeren, dat de Ontvanger Generaal niet langer met reekenen daar nartr konde wagten, en de Soldyen vervolgens door de Provinciën zelve directelyk in haare Siquidatien aan de Generaiiteits Reekenkaaroer wieden verandwoo d ; zonder dat uit hoofde der repartitie, volgends de oor pronkeiyke gefteiuheid van de Republicq , en den waaren zin der Unie, de Bondgenooten zig over de Militie, ter hunner betaaling liaande, eenig meerder of ander recht konden aanmastigen , als voor zoo verre Provinciaale zaaken daar meede roogten gemêleerd weezen, als daar meede een gereeder middel aan de hand hebbende, om zig, door het ophouJen der beraaling, te doen gehoorzaamen ; wel-verftaande aileenlyk in de gevallen, dat de alzoo gerepartitieerde Militie tn de Provincie hunner betaaling was ieggende. Het zal wok niet nodig zyn re recapituleeren de onderfcheiden' lafienuën, welke zeederd dai de betaaling op den teegecswoordigen voet is gebragt, door zommige Provinciën in diverfe tyden en omitandigheeden, omtrend her gezag over de Mditie, op hunne repartitie ftaande, zyn gehouden en gemsintineerd , 't zy dat dezelve in hun eigen, ofte in andere Provintien , was geleegen — de optelling van alle die zaaken zoude een overtuigend bewys opleeveren, dat ééne afwyking van de orig'meele en eigendommelvke gronden van de Unie, eene andere onrmddelyk naar zig fleepr, en verfcheide arbitraire handelwyzen ten gevoK ge moet hebben, waar by het nut van 't algemeen uit het oog word verlooren : het zal genoeg zyn de zaak te befchouwen in haare teegenswoordige gedaante, met opzigte tot de nadeelen , welke uit de inegaale betaaling, die de Provinciën zig, onder de benaatning van magere jaaren, kortingen op de Soldye-Ordonnantien, Leges ofte Jura der Secretarien, Ampt, en recognitie-gelden, 50 en xooite penningen , agterffalbge betaalingen enz. veroorloven; waar door dan ie weege word gebragt, dat de Militie van het zelvde Bondgenootfchap op een zeer inegaalen voet word behandeld ; en dat by ieder gedeelte van dien een nieuw belang word gebooren ten aanzien van de Provincie, waar op hunne betaaling is gerepartitieerd, in teegen-overftelling van het algemeen belang, waar Van de rampzaalige exempelen en gevolgen niet verre te zoeken zouden zyn. Daar dan niemand ons zal bet witten, dat deeze repartitie nooit anders is geweeft als eene bloote verdeeling vaa de betaaling der Militie over de refpective Provinciën: —• dat dezelve alléén gefchikt is, op dat de Militie beeter zon worden betaald, en de ongerecgeldheeden van het Krygsvolk , ten tyde van Leiceiter door non-betaaling veroorzaakt , voor het vervolg zoude kunnen worden voorgekomen;  ( UT ) men; — daar deeze betmiing Imgen tyd is aangemerkt als door de Generaliteit zelve gedaan; — daar deeze bei aaiing nog geichied, in mindering van ieders aandeel in de algemeene laüen van de Unie; — en daar nu de fources van die ongereegeldheeden niet meer exteeren, en niet ligtelyk , in den teegenswoordigen toeüand van zaaken, plaats zouden kunnen hebben: zoo behoord 'er byffiondgenooten ook geene reeden overig te blyven, om aan malkan, der alle (lotte tot de zoo gegronde klagien over het ongelyk, welk zy zig aandoen in het draagen van Lallen waar toe zy met eenpaarige Ichouderen zyn gehouden, te beneemen; en uit dien hoofde bidden wy Uw Hoog Mogende, onzen voord ragt in deezen op het kragtigfte te willen fecondeeren by de Bondgenooten ; ten einde, naamelyk, voortaan de penningen, tot Huur van den Oorlog te Lande vereifcht, door dezelven volgens het aandeel, waar toe ieder zig zal hebben verbonden, mogen worden gefurneerd in het Comptoir Van de Generaliteit; en de Raad van Staate verzogt de nodige fchikkingen te beraamen, waar door de betaaiingen aan de Militie op de gemakkelykffe wyze, en regulierlyk, zouden kunnen worden gedaan. — met" verder verzoek aan de Heeren Staaten van de refpective Provinciën , om by het arretteeren van deezen ooripronkelyken voet van betaaling, terfèns te willen afzien van de Refolutie, genomen op de groote Zaale op den 16 Juny 165-1, voor zoo verre Jaar in word gesproken van den Eed, door de Militie, aan de Heeren Staaten van iedere Provintie, in de betrekking van Betaals-Heeren , te praetteeren. Daar door zal dan worden weggenomen een vrugtbasre bron van misnoegen by de Militie zelve; gebillykt door de ongelyke betaaling en de onderfcheide kortingen, waarmede hunne Tradementen bezwaard zyn ; en ook weezen weggenomen de onregtmaatigheid, om Troupes van het geheele Bondgenootfehap , en welke op eene eenpaarige behandeling aanfpraak mogen maaken, op zoodaanigen ongelyken voet te tradeeren, als tot hier toe heeft plaatsgehad. Daar door zullen voortaan alle cavillatien omtrent het recht der Betaals-Heeren worden uit den weg geruimt: geene difTentien uit dien hoofde onder de Bondgenooten meerder worden ondervonden; en dus, ook in deezen opzigte, de heilige band van de Unie iterker dan voorheenen worden aangehaald; en 't welk, meer dan ooit, het hoofdoogmerk van alle 's Lands deliberatien voortaan zal behooren ie zyn. Het is dan ook met dat inzigr, dat wy de aandagt van Uw Hoog Mogende niet zeer lang zullen behoeven beezig te houden mer wydioopige conftderatien omtrend de nadere voorzieningenj welken met betrekking tot de dispojitie en bet bejüer over 's Lands Militie te Lande 3 vooral in tyden van Oorlog j door het benoemen van eenige Leeden en Minifters der Regecrhigt om dm Capitein-G ener dal te kunnen adft/ïie- D d x ren. Bispofttie en beftier van de Landmacht.  ( Ili ) ren-, zouden kunnen en behooren te worden gedaan; als u'tmaakende een der pointen van Uw Hoog Mogende Reio- knie van den 4 Mey .7^T ; Wy zouden daar omtrent in de eerde plaats ons kunnen refereeren tot het geen wy hier boven, by de afhandeling van de zaaken van de Zee, op dit zelfde point, de vrytieid naamen aan Uw Hoog Mogende voortedraagen; naaroentlyk, dat wy ons niet kunnen voorttellen , dat Uw Hoog Mogende meening zoude kunnen geweeit zyn , om dien voet , of een nieuwen voet van bellier, door het benoemen en toevoegen van eenige Leeden van Regeering aan den Capitein-Generaal, a ptioti te willen bepaalen; en dat dan ook Onze deliberatien naar dat denkbeeld zouden behooren ingerigt te zyn. — Maar wy hebben alle reeden, om ons in het tegendeel geruit 1 dar, daar meede niets anders is beoogt dan een 01 lerzoek , of ook eenige verandering in het generaal bellier van den Oorlog te Lande, in tyden van vreede, zou behooren te worden gemaakt; en of, in tyden van Oorlog, het toevoegen van Leeden van Regeering aan den Heere Capitein-Generaal, niet als een geichikt middel van facieider en beeter directie in de dispofitie omtrend de krygs~zaaken, zou kunnen worden geconfidereerd. Indien dan Onze denkbeeld-in niet op dit, maar op het vorenfhande denkbeeld moeiten gefchoeyd worden , zoo zouden we een zeer berispelyk werk moeten aanvaarden; aangezien Wy genoodzaakt zouden zyn af te gaan van alle de principes, welken Wy tot dus verre hebben vallgehouden; namelyk het behoud van de Conltitutie, voor zoo verre de inrigting en de uitoeffening van dien met de waare grondbeginzelen van de Unie, en met het waaragtigbelang van de gemeene zaak kan worden overeengebragt. —enin die betrekking is de inltelling van het Collegie van den Raad van State, hebbende Zyne Hoogheid aan het Hoofd, Ons allefints zoo overéénltemmende met die belangens voorgekoomen, dat Wy zeer verre afzyn daar in eenige verandering te willen proponeeren; maar veel eer van gevoelen zyn, dat het zelve Collegie by de macht,door de Bondgenooten aan hem geconfereerd, behoord gehandhaaft te worden; en dat dan ook,in dit opzigt, het ordinaris beleid en directie over het Volk van Oorloge, mitsgaders de andere zaaken, den gemeenen Staat, de Defenfie, de Confervatie en de Unie van deeze Landen aangaande, aan den Raad van Staate, neevens Zyne Hoogheid, ongekrenkt behoren te worden overgelaaten. En met relatie tot het voorflaan van nadere voorzieningen, tot adhftentie van den Heere Capitein-Generaal , in tyden van Oorlog, door het benoemen van Leden van Regeering, Gedeputeerdens te Velde, ofte anderzints,gelyk zulks in voorige tyden, (Wy laaien daar met welk fucces voor de Krygs-operatien in Campagne, welke niet beeter fchynen te kunnen worden beleid, als door één Hoofd, in die zaaken bedreeven) veelmaalen is gepractilëerd: daar omtrend zyn Wy zoo zeer geperfuadeerd, dat voorzieningen van  r ii3 ) . vm dien aard nier wel vooraf kunnen worden beraamd ,ën aileenlyk bepaald kunnen worden door de omltandigheeden van tyden en zaaken, waar jn mrn zig in de gevallen bevind; dat VVy gemeend hebben, dat Uw Hoog Mog. of de Bondgenooten weinig zouden gediend zyn met de uitdenking en befchrwing van eenige imaginaire vormen van beilier ofte voorzieningen, welken zig waarfchvnelyk nimmer op toekomende omstandigheden zouden laaien toepalfen; VVeshalven wy van gevoelen zyn , dat de toekomende ' zorge van dien mede behoord te worden overgelaaten a3n die geenen, die ook met dit gedeelte van de generaale Regeeringe, in der tyd, zullen weezen gechargeerd. —• En VVy zouden dit gedeelte van Onze confideratien, omtrend de generaale defenfie te Lande, hier mede kunnen fluyten; was het niet, dat Uw Hoog Mog. byHooglt derzelver te meermaalen vermelde Refolutie van den 4 Mey 1785-, hadden goedgevonden, dar Wy ook in het byzonder onderzoek zouden doen, met opzigte tot de voorzievinge aangaande het JVirk van de Tatenten , als waar vari de beheer mg door de Bondgenooten aan den Capitein-Generaal, tot kennelyk weder zegden toe 3 is opgedragen ; — hadden wy, Hoog Mogenden Heeren, het geluk mogen hebben in die Refolutie tefiens te mogen aantreffen een precies van de recdenen, welken Uw Hoog Mogende hadden bewoogen, om dit point alzoo aan een nader onderzoek te fubmitteeren; zoo zouden wy beeter aanleiding voor ons daar in hebben gevonden, om eenige confideratien dien aangaande aan Uw Hoog Mogende te kunnen voordraagen; weshalven wy verzoeken, met eene generaale befchouwing van de zaak ons te mogen vernoegen. En daar toe zal een korte fchets van het geene voormaalig omtrend de Patenten gebruikelyk was, voldoende zyn; een fchets welke het ligtelyk zoude zyn met veele exempelen en retro-atla uit te breiden, maar waar van wy alléénlyk zoo veel zullen aanttippen, als het onderwerp moet worden gereekend thans te vereiffchen. Het hoofd-oogmerk van alle de bettellingen en voorzieningen omtrend het werk der Patenten, o'te de magt, om Krygsvolk van de eene Plaats naar de andere" te doen march eren, fchynt geen ander geweett te zyn, dan om de onderi'cheiden Landfchappen te verzeekeren tegens de misbruiken, welken van die magt konden gemaakt worden.—• en, om oudere tyden voor by te. gaan, heeft zig die bezorgdheid nergens, ofte ooit, tferker geopenbaard, dan hy de deliberatien van de Bondgenooten, op het Stuk van de Militie gehouden op de groote Zaele in den jaare i6$r, a'waar, na veele zwaarigheeden, de nekende ürdre op het Sruk van de Patenten is beraamd, mitsgaders de Inttruciie voor de Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van Uw Hoog Mogende, waar na dezelven zig zouden hebben te reguieeren in het geeven van de Patenten aan het Volk Vin Oorloge, ende het bezorgen van de Frontieren van E e den Patenten,  Cónfer Miffive Raad van Staate in de Notulen van haar Hoc§ Mog. op den 21 December s6$~. en lU'foIuiie Holland 5 April 1658. Deeze Foi muiieren. zyn te vinden , in Refolutie Hoog Mog. 14 February 1666, 18 , 23 Apr, iö68. i+Dec. 1*717 7 Apiil is >Secr. Mey 1672. J ■i i i r> . ( "4 ) den Staat, met het Formulier van Eede d.^ar toe aanhangig; hoe zeer ook de Heeien Staaten van Holland., in hunne Deductie van 3° January ioji, by die geleegendheid geformeerd, dezelve Vergadering tot het geeven van Patenten, weinig gefchikt hadden geoordeeld; — van al het welke wy Ons gediipenfeerd acnten eer/ig meerder détail op te geeven, ais zoo veele zaaken, welken geennnts aan Uw Hoog Mogende onbekend kunnen zyn, en^daar en boven in de Refolutien, genoomen op de groote afcaate in den jaare 1651, in derzelver zaamenhang kunnen worden gevonden. ' Met veele omzigtigheid tegens alle misbruik van de militie was die ordre ingérigt. — maar de vreeze dien aangaande noodzaakte tellens tot de in helling van zoo veele voorzorgen, dat eene der voornaamlte vrugten van eene goede inrigting in Krygvzaaken daar by verlooren gmg, te weeten,.expeditie van zieken, er. prompt gebruik van het Krygsvolk; — en die belemmering wierd ras zoodaanig gevoeld, dat men daar van in verfcheiden geleegenciheeden heeft moeten afgaan, door het arreueeren van meenigvuldige formulieren van Patenten, waar op de Compagnien zouden marcheeren. Door het atrefteeren van de voorfz meenigvuJdige formulieren van Patenten, en ook van Aftens van Auihorifatie op de RitmeeÜers en Capiteinen, waar by hun bevoolen wierd op de Ordre van den Generaal ofte .Hoofd. Officier, in de Acte genoemd, te trekken, wierden dan wel eenige der ongemakken van de Ordre van den jaare 1651 weggenoomen, en ook wederom andere gebooren; maar daar door wierd die Ordre in der daad voor den tyd van den Veldtogt, en met relatie tot de Militie in dezelve gebruikt, buiten effect gelteld; en zulks wel, tot dientfe van de Gedeputeerdens te Velde ofte den Commandeerenden Generaal. De zaak 1 leef noatans hoofdzaakelyk op dien voet tot m den jaare 167x5 wanneer by Reiolutie van den 8 July 167** van die difpofnie geheel is afgegaan, en daar by aan Zyne Hoogheid Prins Willem lil, tot kennelyk wederleggen toe wierd opgedraagen zóodaanige vrye magt over de ¥ at tut en en andere* zaaken , het Krygsvolk van den Staat betnjfende, als de voorgaande Heeren tyrtocen vm Oranje, als Stadhouders en Laptteins ■ Generaal geëxerceerd hadden; het welk alzoo heeft Hand gegteepen tot by het afiierven van voornoemden Heere" Priüce, gU ged., in den jaare 1701; waar na de dilpofnie over de Patenten wederom gekomen is in de termen van den jaare 165-1, met dit zeer weezendlyk onderfcheid, dat de Heeren Gedeputeerdens ter Vergaedering van Uw Hoog Mogende niet meer bleeven afleggen den b'.ed, waar van hier boven is gefprooken; — en waarop order anderen zoo fterk in den jaare 1651 was geïnlteerd, om daar mede eenigünts te voorkomen, dat door de InteretTen van de byzondere Provintien, de Refoimkn op dit Stuk'niet zoodaanig zouden knmen worden gtnoomen,dat daar door de beicherming van het geheele Jighaam ver-  C tii ) veragterd zou .worden; met nog een tweede onderfcheid, hier in betfaande, dat daar de Raad van Staate bevoorens, volgens de ürdfe van den jaare 1651, Collegialiter aan de Vergae kring van Uw Hoog Mogende op hét ötuk van de Patenten adviseerde, daar omtrent als nu op het Rapport van Commiitarillen uit den Raad wierd gedifponeerd; als onder anderen gezien kan worden in een Miliive van den Raad van Siaate, geïnfereerd in de Notulen van de Extraordinaris Vergadering van den 18 February 1717.— en op dien voet zyn de zaaken gebleevcn tot in den jaare 1747» wanneer, by Refolutie van Uw Hoog Mogende van den 4 Mey, Zyne Hoogheid Wiliem de l\ , gl. ged. aangeiteld zyn Je tot Capitein en Admhaa! Generaal over de Militie van den Staat in het algemeen, 2an Hoogttden/elven mede wierd opgedraagen de vrye maf ovir de Tateuten 3 tott kennelyk weder Zeggen toe- 3 gelyk de voorige Heere Stadhouders dezelve •. ehad hadden waar by de zaak dus te rug gebragt wierd in dezeJvde termen, waar in zy onder Koning Willem was geweeit; — welke magt op zyne Hoogheid den tegenswoordigen Heere Ürfltadhouder en Capitein-Generaal is overgegaan. Word dan de zaak in deezen zaamenhang befchouwd; en combineeren wy de Refolutie van Uw Hoog Mogenden van den 4 Mey 1785, welke tot deeze diseuflie aanleiding heeft gegeeven, met den tegenswoordigen Haat van zaaken: zoo het.ben wy geen genoegzaamen grond gevonden om eenige verandering in dit werk te proponeeren, en zyn vervolgens van gevoelen, dat de za«k op den tegenswoordigen voet behoord te worden gelaaien. — Wy hebben van onzen kant aileenlyk in 't oog ge had, om door het bovenitaande vei bal. aan Uw Hoog Mogende en de Bondgenooten te doen olyken, van de aandagt, welke wy , op de behandeling van ieder point van het voorfchrift von Uw Hoog Mogende voorfz RefolurXe» het van Onzen pligt hebben gereekend te moeien veihgei). — Wy zyn nu genaederd tot het laatfte point vervat in Uw Hoog Mogende Refolutie van 4 Mey 1785-, »;gar by, naamemiyk, aan ons een onderzoek word Opgedraagen van de wyze j oj> welke het werk der difcifime militair t voor zoo veei de Generaliteïts LandetKpai ticuiier lyk bet re/1, zal behooren te worden gereguleerd. Die woorden hebben ons, op baar zeiven genoomen, tot eene genoegzaame handleiding van deliberatie ver1'trekt. Immers hielden Wy Oir , door den zin van dezelven> al aanllonds gediipenfeerd, orr in eenige dilcuflien omtrend het recht in zaeken, de Militaire JurMidie aangaande, ons in ie laeten; aangezien Uw Hoog Mogende Zig by die Refolutie hebben gelieven te hepaelen tot het reguleeren van de wyze, hoe de jmisdiciie- Militair, voor het. vervolg voor de Generaiiieits Landen, naar onze gedagten, zou kunnen en behooren te worden geichikt. — W y hebben E e x nog- Miïitairé Jurisdictie.  nogtans gemeend, in het generaal, niet uit het óóg tertio, gen verliezen de macht en de authoriteit, door de Bondgenooten, van de geboorte van de Republicq af, en zeederd in de jaaren 1588 en 1651, aan den Raad van Staate, met relatie tot deeze materie, geconfereerd. — By de eerÜe fnlirurtie voor den Raad van Starre van den 18 Auguitus r<84, arr. 3, wierd aan denzelven bereids toegeftaan de kennipfe en Judicature over ale Collonelleny Capttetnen eude ander Kry^ivoh te Lande; en deze!vele smhoriteit om tè difponeeren tn Zaaken van Oorlog &c. by articulen 5- van de fucoeffive Inltruclien van $ April 15-88 en 18 July ió>i; ,— en in her generaal word aan den. Voorfz Raad in de gemelde Inltrufftien gedemandeerd het Hellen van Ordre op de difciplinc Militair, en het ftraffen van alle excellen van het Volk van Oorlog; waar uit dan duidelyk te zien is, dat de Bondgenooten al het zelve hebben overgelaaten aan den Raad van Staate, als welke in Eed zynde van de Unie, en op inttruclie van de gezaamentlyke Bondgenooten haar magt en gezag oeffenende, djjar toe dan ook bet meelt gefchikt en bevoegd moet worden gehouden te weezen. Ten gevolgen van dien is dan ook die m?c*ht en authoriteit, door den Raad van Staate, door alle tyden héénen, in de Landen van de Generaliteit, uitgeöeffend; en het zoude niet moeyelyk vallen, indien zulks nodig waere, eene geheele reeks van retroaCla tot meerdere flaaving daar van hier ter plastfe op te tellen, — dan aangezien , van dert eenen kant, ons voorneemen In deezen geenlints is, bekende zakken op te haaien, ofte over de bevoegdheid van den Raad van Staate in zaaken, de Mdhaire Jurisdictie" aangaande, op eemgerhande wyze te redenkavelen; zoo zoude nograns, van den anderen kant, uit een aandagrig onderzoek van de voorfz retroatla kunnen blyken, dat die magt en authoriteit niet overal in het reffutt van de Generaliteit, nogte ook in alle tyden, op eenen altoos een^ paarigen voet is uitgeöeffend geweeit; waar uit dan in verfcheiden' omllandigiieeden veele onzeekerheeden zyn ontikan, veel twyffelag'igheeden gebooren, en ook van tyd tor tyd klagten gereezen, welken noodzaakelvk ten gevolge hebben moeten hebben, dar de adminiftratie van de Juftitie, niet altoos zóó promptelyk heeft kunnen worden in het werk gefield, als de aard van de zaak, en het belang van de Krygstugt in eene onverwcyide voorziening en ftraffe van gepleegde misdaaden, allefmts komt meede te brengen. Het is dan overeenkomitig de wyze inzlgten van Uw Hoog Mogende, dat wv gemeend bebben, dat zoo veele zwaaMgHeeden, en allé cavillatien, door her arrefteeren van een Reglement op de uitöeffening van de Militaire Jurisdictie in de Landen 'van de Generaliteit, éénmaal voor het vervolg zouden behooren te worden weggenomen; ten einde eens een generaale reegel daar omtrend, ten minften voor her rciTorr van de Generaliteit, mogte plaats neemenden alle voormaalige discuflien omtrend de uitoeflening van  ( H7 ) van eene univerfeele Militaire Jurisdictie in het voor;/.: res* fort, mogen cefleeren, en de Militair en de Burger, vervolgens mogten komen te weeten waar aan zy zig voortaan zullen hennen te houden. — en het is tot dat einde, d-t wy zoodaanig Reglement hebben geconcipieerd , en wv neemen de viyheid het zelve als een Bylaage van deeze JViemorie lub Lilt: C. aan Uw Hoog Mogenden:» aan te bieden. Twee zaaken hebben wy daar by voornaamelyk in hec oog gehouden : Het belang van de Armée in de handhaaving van de discipline, zonder welke geen Militie kan beliaan; en w ar door wy dan gezogt hebben de Jurisdictie niet te naauw te beperken, ten einde de militaire dienlt aan de nod; fubordinatie en krygstugt niet zoude worden onttrokken. en, de goede ordre in de Burgerlyke zaamen leeving; op dat ieder individueel Perfoon, onder de De^eh^ming van wel gedefi deerde Wetten, mooge worden gemaintineetd by de redven , en de voorrechten, welken hem, in zyne onderfcheiden' betrekkingen van Burger, Ingezeeten, ofte Militair, zouden mogen toekomen; en dar zóó doende ahe confuiie in de behandeling van de Juititie in de burgerlyke zaamen-leeving worde voorgekomen. Wy hebben niet gehsefiteerd, aan het voorf/.: ConceptReglement eene grootere extenlie te geeven, dan wel nodig zoude zyn geweeit, indien wy, (uit confideratie, dat alle Militaire Jurisdictie een gedelegeerd recht is, zyn oorfpronk ontleenende uit de concellie van den öoaveivdn, en uit den boezem van den burgerlyken Rechter 1 niieenhk by weege van exceptie van dien grondreegel hadden -aangeüipt', het geen voortaan niet nreer a,m den Burge/iyiien , maar aan den Militairen Rechter zou worden overgelaaten; cm dat wy, zoo veel mogelyk, getracht hebben aiie bedenkingen, welken in het een or ander geval, 'i zy uit onkunde, verkeerd begrip, ofte andere motiven, omtrend den waaren zin van het recht zouden kunnen worden getormeerd , voor het toekomende uit den weg te ruimen; ten einde ook daar door meerder pofuive gevallen, wanneer tot de Wet toevlugt zal worden genomen, in dezelve mogen worden aangei rollen ; en zoo vervolgens alle cavillatien en langweiligheeden worden afgefr.eeden, en niet telkens tot den Souverain, ten fine van interpretatie van de Wet, cn dus tot vertraaging van de discipline, zou behoeven te worden gerecun eerd. Voor het overige hebben wy, om deeze Memorie niet in het oneindige te doen uitdeyen , by ieder Articul van het voorfz Concept-Reglement , op de kant, waar zulks nodig was, doen aanteekenen de reedeneo, weike-ons heb-» ben bewoogen, om zoodaanig Articul zóó, en niet amiers, ofte tot opheldering, te Hellen; als waar door aan Uw Hoog Mogende en aan de Bondgenooten meerder gemak in de overweeainff van eene zoo delicate mateue, en welke zoo b ° p f dik-  <1,8 > dikwils een (teen des aanftoots is geweeft, moeten worden verltrekt , en de grondbeginzelen , waar uit wy in de beraaming van dit Reglement z)n werkzaam geweeft, mitsgaders derzelver toepalfing op het algemeene but van de zaak, ook beeter, en al gaande weg, bedórdeeld. Dan wy bieden dit Concept Reglement aan Uw Hoog Mogende niet aan , zonder daar omtrent nog dit weinige te doen remarqueeren, dat hoe zeer wy ons, voor ons zeiven, tot dat Concept, zoo als het is leggende, hebben bepaald; wy nogthans op de bedenkingen, ten deezen gemoveerd door de Heeren, die weegens den Raad van Staate in onze Vergaadering hebben gecompareerd, en in gevolgen het voorttel door hun daar toe gedaan, gemeend hebben dezelve Heeren te moeten verzoeken , dit alzoo ge- concipieerde Reglement te willen brengen ter kennis van den Raad, in het vertrouwen dat de Raad wel zoude willen- meede werken tot bereiking van ons oogmerk in het ontwerpen van zoodaanig Reglement. ——-«• Dat vervolgens dezelve Heeren ons te kennen hebben gegeeven, dat zy van hun kant gemeend hadden communicatief in deezen met Zyne Hoogheid te werk te moeten gaan; dan dat zy teffens hebben verklaard , dat zy niet in ltaat zouden zyn de confideratien van Zyne Hoogheid , nogte die van den Raad aan ons te kunnen fuppediteeren vódr den tyd, welke tot het doen van dit ons Rapport was bepaald. — Daar dan de voorfz: confideratien ons in voegen voorfz: niet hebben kunnen geworden, en wy nogthans ons verlangen, om dit ons generaal Rapport ter Tafel van Uw Hoog Mogende over te brengen, niet langer dorften inhouden, zoo hebben wy ook niet gehcefiteerd , om daar meede als nu voort te gaan; zoo veels te minder, aangezien dezelve confideratien daar door niet worden afgefneeden; en, overmits wy ook in deezen niets anders dan het algemeene welzyn hebben gebuteerd , en gevolgelyk bereid zyn, onze denkbeelden voor beetere te doen wyken, zoo zouden wy Uw Hoog Mogende in bedenking geeven, of Hocgltd ezel ven niet zouden kunnen goedvinden, om en de confideratien van Zyne Hoogheid , en die van den Raad van Staate op dit Concept-Reglement te verzoeken, ten einde dit werk eindelyk tot een gelukkigen uitkomlt moge geraaken. Wy hadden wel gewenfcht, Hoog Mogende Heeren, de limiten , welke Uw Hoog Mogende Ons, by de meergemelde Refolutie van den 4 Mey 1785', omtrend het reegelen der Militaire Jurisdictie voor de Landen van de Generaliteit geliefden voor te fchryven, te overfchreeden j en Ook een generaal Reglement aan Hoogltdezelven te praefenteeren op de behandeling van de Militaire Jurisdictie in het relfort van de refpective Provintien 5 't zy dan dat zulks over het geheel in één {tuk zou hebben mogen worden volbragt \ en daar door de zaak uit een lumineus beginzel voor de geheele oppervlakte van den Staat voor altoos afgedaan; — ofte dat ui t hoofde van de meerdere of minde* re zwaarigheeden, welke zig op het grondgebied van Sou* ve-  ( "9 ) veraine Provintien * in tegen-overltelling van de Souverai. niceit der gezaamentlyke Bondgenooten op de Landen van de Generaliteit, zouden mogen opdoen, het werk in twee deelen zou hebben kunnen worden behandeld, en twee onderfcheiden Reglementen geformeerd; waar van het eene zoude gedient hebben voor het relforr van de Generaliteit, en het ander, om voor alle de Provintien aangenomen te worden. —• En daar toe ontvingen wy ook genoegzaame aanleiding door een voorltel, 't welk Zyne Hoogheid in Onze Vergadering tot dat einde geliefde te doen* en Waar by Hoogltdezelve te kennen gaf: _» Dat zoodaanig jj werk onze deliberatien dubbel waardig was, en wy een j> uitneemenden dienlt aan den Staat zouden doen met het beraamen van een Plan , naar het welk de Militaire Jurisdiöie voortaan op een eenpaarigen voet zoude kunnen worden geoeflend , en het geene by alle de Bondjj genooten kon worden geaggreeerd en aangenomen," betuigende Hoogltdezelve Zyne Hoogheid ^bereid te zyn, jj met alle zyne vermogens daartoe meede te werken, en jj zoo veel faciliteit en infchikkelykheid daar in toe té brengen, als z«u kunnen worden overëengebragt mee j, het waare welzyn van den Lande en met het maintien J3 van de zoo hoog nodige discipline en krygstugt onder ~9f 's Lands Troupes" dan hoe zeer Wy het daar om¬ trend voliirekt eens zyn met 7,yne Hoogheid, en wel bezetten de inconvenienten, welke zig moeten opdoen doof de onzeekerheid van een regtspleeging, waar van de uitoeffening en de principes geduurig varieeren , naar maate. zig de Militie op het Territoir van de eene Provintie ofte van de andere bevind; waar door dan de Haat van den Militair telkens in het onzeekere word gebragr, en hy ook telkens aan nieuwe formen van Jullirie en Judicarure onch rheevig word gemaakt; zoo moeten wy nogthans bekennen, dat wy, uit hoofde, dat de Heeren, welke weegens zommige Provintien in deeze Commiffie zyn gecommitteerd gew?eeft, zig daar toe niet genoegzaam geauthorifeerd Vonden, niet in ltaat zyn geweeit, om dat werk , op een generaalen voet, tot Itand te brengen. — Wy moeten nogthans intieeren, dat Uw Hoog Mogende nogmaals ernltige repraefeniatien by de Bondgenooten mogen gelieven té doen, om gezaamentlyk, en met overleg van den Heere Capitein-Generaal van de Unie, tot het formeeren van een algemeene Landwet of Reglement omtrent de Militaire Jurisdictie, voor de by de Unie gemeen gemaakte Militie vart den Staat, te concurreeren ? en daar door ook in deezen alle fources van discrepantien, onëenigheeden en verdenkingen voor altoos uit den weg te ruimen. Wy mogen nu, tot flor, en by wyze van recapitulatie, ondereen gezigts-punt te zaamen brengen alle de voorwerpen , waar van de befchouwing en de beöordeeling door Uw Hoog Mog, aan ons onderzoek was opgedraagen. — F f % Maar Öenemd-* le Recapitulatie-,  ( üo ) Maar zyn de ovdértreifen van onze deliberatien zoo mee- ,b vuidg geweeit: hebben zommige van dezelven eene ïoodaanige^uuvoenge beichryving vereifcht dat daar door de paaien van deeze Memorie oneindig verder hebben moetn" orden uitgezet, dan wy ons in den beginne nadoen kunnen voorifèlbn 1 zoo meenen wy de aandacht van L w Hoog Mogende en die van de Bondgenooten niet tot op het uitterlte te mogen mt-rekken. met de hernaaung van alYè' de pointen , weiken zyn verhandeld ; orte van alle de dWreedenen, uelken tot herziening ofte verbeetering van deezen of geenen tak van adminiitratie nebben moeten wor- aew|emogenU"da7r en boven hier ingereedelykberuften ;~ dat de ooien van de Bondgenooten te fterk zyn gcveftigd geweeit op het geene bet fommier van Onze deliberatien zoude uitmaaken, dan dat hun de draad van het verbandelde zoo fchielyk zoude zyn ontvallen, — o.te dat een nieuwen prikkel zoude benoodïgt zyn, om de ondericheiden' pointen van Onzen voordragt eenig meerder gewigt, door Onze exhortatien, by te zetten. - M = ar; — daar dan ook zóó" veele zaaken zyn afgehandeld" zoo agien wv het niet geheel ongefchila, om alvoorens deeze Memoiie te fluiten , een foort var. beredeneerden BUdwyzer op atte dezelven alhier in te.lafichen, ten einde met den vinger daadelyk zoude kunnen worden beroerd zoodaanig articul, welk men in nadere betrachting zoude mo^en wenfchen te neemen. Onze generaale la tl beftond in het opgeeven van voorzieningen omtrent de algemeene Defenlie van de Repufc{icq __ het was dienvolgends niet genoeg te befchouwen, welke militaire macht praecifelyk tot haare verdecdiging vereifcht wierd; de middelen van Defenfie moeiten nog af gemeet en worden naar de uitgeltrektheid, de ligging, en de reflources van den Staat, gecombineerd met de oftenhve middelen van de omliggende Mogendheeden; de pohticqpe betrekkingen der Defenfie van den Staat moeiten ook rog osier-eer-gebragt worden met de grondbeginzelen van deszelfs Conltitutie, en zoo ook over en weder; — het al in zaamenhang met deszelfs finantieele vermoogens en uitheemfche Verbintenillen. — Dit bepaalde dan Onze aandacht op twee groote voorwerpen, de Derenfie, namentlvk, te Water, en te Lande, met. den voet van directie voor beiden. — Wy mogten, gelooven we, voor eene atgem ene waarheid aanneemen, dat naar maate eene Mogendheid de paaien van haar gebied uitzet, de defenfie op zig zeiven genomen, zoo veels te bezwaarlykerwend; en dat, hoe bezwaarlyker de defenfie, hoe meer ook het beftier behoord te worden gefimplificeerd. — en wat zyn met opzigte tot de Kuiten van deezen Staat, en gevolgetyk rot de defenfie te Water, wat zyn 'sLands'Bezuinigen in Ooft en Weit, wat zyn de vaart en weder-vaan van zoo veele Vaartuigen, waar meede voorfpoed en overvloed naar havvaards worden overgebragt, — wat zyn zy anders als een  C M) éen wyd-uitgezette Kuft, welke met de gefchiktfiè iriidctélen moet worden verdcedigd? Met betrekking-dan tot den Oorlog te Water, hebbed wy in het hreede aangetoond, dat, zullen de Bondgenooten vveezendlvke vrugien plukken van het offer der penningen, tot dat object benoodigd, voor eerft eh voor al dé vyf takken van het Admiraliteits-beltier, tot één zullen behooren te worden gebonden ; — en om dat denkbeeld te beete r te bepaalen, en de executie van dien aan geen veruit van onuitvoeilyke befpiegelmg bloot te (tellen, hebben wy de form van die adminillratie in alle haare deelen uitgewerkt; zoo dat de hand daadelyk aan het werk kan worden gellaageo, en zoo doende de heilzaame gevolgen daar van aanftonds ondervonden. —< die gevolgen zyn opgeteld, zoo ten aanzien van een beeter bellier, als van bezuiniging van penningen. — Onder den invloed van dien vorm van tellier, hebben wy befchreeven , welke zou behooren té zyn 'sLands magt ter Zee, — hoedaanig her onderhoud van dezelve de hoegrootheid van eene aciiv-dienltdoendé jaariykfche Equipage, — en de onkolten daar toe vereifcht; met fpecineatie van de poften, die tot alle die eindens op den Siaat van Oorlog zouden behooren te worden gebiagr. — en zal men Ons befchuldigen, dat onze voordrag! geheel is hypothetifch; — dat de begrooting der kosten op die Hypothefis heruit; —- dat zy niet quadreerd met den waaren ltaat der zaaken; -— en dat wy dus in derf grond niets hebben gedaan: Wy vinden in dat verwyt zelve eene vergoeding van onzen arbeid ; om dat uit eene bedaarde vergeiyking van de teegenswoordige adminiltratié en van de kollen, welke zy abforbeerd, rher den door ons voorgeflagenen voet, ligteiyk zal kunnen worden opgemaakt, of men een beredeneerd, conltitutioneel en uitvoerlyk Plan, aan eene aankleeving aan oude vooröordeelen, al of niet, zal moeten opofferen ; en of een ryke bron van welzyn voor den Lande, al of niet, daar meede ten prooye zal moeten worden gegeeven. — Tot dien vorm van btltier hebben wy meede bétrekkelyk genuakt de Inning van de middelen te Water, dat is,' de penningen procedeerende uit den ophef van de Convoren en Licenten • waar meede een gedeelte van de defenfie ter Zee moet worden beflreeden. — en, om dit hoold-deel in zyn geheel af te handelen , hebben wy genieend aan üw Hoog Mogende een gezigt te moeten geeven van den gedelabreerden toeitand der Finantien van dé refpeélive Collegien ter Admiraliteit, fpruitende uit de agterlyke beiaaling van de Provinciën op de elïeclive dienHen , welken uit de Petitiën voor de zaaken van de Zee door dezelve Collegien zyn gedaan ; en hebben , in navolging van 'r geene in den jaare 1749 is gefchied, een middel aan de hand gegeeven , om de agrerllallen allengskens,in een zeekere periode van jaaren, geheellyk af te doen; waar door dan de voorfz: Collegien wederom zouden worden opgebeurd, en, zoo lange zy in hunne teegenswoordige gedaante zullen exilteeren , van meerrler nut voor het Bondgenoodfchap weezen. -— en by deeze geleegendheid hebben wy niet met ftilzwygen kunnen voorby gaan den; G g deer-  ( ÏX2 ) dee'rnis-waardige'n toeftand van de Crediteuren van hef Collegie ter Admiraliteit in Vriesland, met inilantie dat de rapporten in hun faveur ter Tafel van Uw Hoog Mogende uirgebragr, eindelyk eens mogen worden geconcludeerd, en daar meede het Nationaal Credit, in deezen opzigte, hy het doen van nieuwe Lquipagien en aanbouwen, wedetom herileld. Van daar zyn wy overgegaan tot het tweede groote onderwerp van Onze deliberatie?, te wseten, de ^Defenfie te Lande. —* tot dat einde hebben wy in aanfchouw moeten neemen, niet alleen zoo zeer, wat eigendly-k was de teegenswoordige Haat van zaaken , met betrekking tot Frontieren, Magazynen, Arfenaalen, de Militie, enz:, maar ook welke waaren de hulpmiddelen, die de Conüitutie der Regeering aan de hand gaf , om het beilier van alle die zaaken met de waare belangens van het Bondgenoodfchap te doen zaamenioopen. Wy vonden geleegenheid daar omtrent te doen opmerken, dat dit bell er door de Voorvaderen geplaatlr was -in de handen, tiaar het behoorde; en dat aan dit gedeelte vars de algemeene Regeer mg niet anders ontbrak , dan een onafgebroken toevoer van zóodaanige middelen , zonder dewelke her niet mogelyk is , deezen tak van defenfie in behoorlyken Üaat te brengen, ofte te behouden. — de overtuiging daar van heeft ons by de meette der onderdeden van de defenfie te Lande doen wyzen op den Raad van Staate met Zyne Hoogheid aan het hoofd; en Wy hebben dienvolgends gemeend, ons te mogen vergenoegen met de opgaave van zóodaanige gebreeken en onvolmaaktheeden in dit vak, als welken een gevolg waaren van het gemis van de voorzeide middelen. — Tor dat einde hebben wy aangetoond, welke inporfanre zaaken nog by de hand moeiten wo;den genomen, om met een militair en politicq oog, een aan een-gefchakeld Frontier tot defenfie van de gantfche Landzyde van de Republicq te kunnen bepaalen. De al handeling van deeze materie leide Ons onmiddelyk tot de befchouwing van de Armée van den Staati — dan, vermits de plans, door Zyne Hoogheid dienaangaande aan Uw Hoog Mogende overgegeeven , een object waaren geworden van de deliberatien der Bondgenooten, zoo hebben Wy Ons, met opzigte tot de Armée alléénlyk bepaald tot het geeven van eenige confideratien omtrent zommige pointen van verbeetering van dezelve in het algemeen ; als is de inrigting van het Corps Pontonniers, mitsgaders van het Corps van de Artillerie; — de nuttigheid, om een gedeelte van het Leeger, om het jaar, ofte om het ander par, te doen campeeren; — de verwifTeling of de permanentie der Guarnifoenen, — de middelen om de recruteering te faciliteeren, en ie verbeeteren* — en ook de middelen, om door toeleg van eenig douceur, of ander/ints, de Ritmeeiters en Capiteinen van de Regimenten Cavallery, Dragonders, en der nationaaie Duhicheen Waalfche Infantery, wegensfchadens en verliezen in de jaaren 1781—1788 , in ltaat te (teilen , om hunne Compagnien in beeter ftaat ie brengen, ea te houden5 —-* de introductie van een een.  eenpaarigen voet van betaaling voor alle de Troupes van den Staat uit het Comptoir van de Unie; in contra-diÜincTie van het geene dienaangaande teegenswooidig in gebruike is; — op al he; welke wy hebben laaten volgen Onze confideratien omtrent de dispofitie en het beilier van de Macht te Lande, als meede betrekkelyk tot de Paté* ten; en, om geene der pointen, vervat in Uw Hoog Mogende te meermaalen aangehaalde Refolutie, onafgedaan te laaien, hebben wy dit vak, en dit geheele werk beHooien, met aan Uw Hoog Mogende aan te bieden een Plan, oite project Reglement , waar naar de Militaire-Jurisdiciie voortaan voor de Landen van de Generaliteit zoude kunnen worden gereguleerd. Dog alvoorens "deeze Memorie te fluiten, meenen wy nog een oogenblik te mogen belteeden aan de aanwyzing der hulpmiddelen, welken wy hebben gebeezigd, om Ons een genoegzaamen voorraad van informatien ie bezorgen, ten einde in alle opzigten Onze deliberatien met meerdere en praecifer kennis van zaaken zouden kunnen worden voortgezet; — met opzigte tot de zaaken van deZ.ee hebben wy bereids, in een voo;ig gedeelte van Onzen Voordrage gewag gemaakt van de Refolutien van Uw Hoog Mogende, van den 13 en 20 Aprü 17B6, welke Uw Hoog Mogende op Ons vorrltel hebben gelieven te neemen, eri waar by wy geauthorlieerd wierden , om zoo van de refpective Collegien ter Admiraliteit deezer Landen, als van de Heeren welke op aanfchry*ing van Uw Hoog Mogende, uit dezelve Col!eg:en, van tyd tot tyd nerwaards worden gecommitteerd, af te vraagen zóodaanige confidetatien ofte informatien , als wy tot het oogmerk van Onze befoignes zouden meenen nodig te hebben, en waar aan ook voiieedig is voldaan; — en wat aangaat de behandeling van zaaken, welke bedekking hebben tot de Defenfie en Oorlog te Lande , gaaven wy bereids op den 20 April 1786 aan Uw Hoog Mogende Onze bevreesdheid te kennen * dat , alzoo het deftnfte-weezen door de refpeaive Bondgenooten aan den R4ad van Sr?.a;e is toevertrouwd, onze befoignes, zonder adfittentie van Heeren Gecommitteerdens uit den Raad , met geen vrugt zouden kunnen worden voortgezet ; met verzoek , dat naadcmaal by Uw Hoog Mogende Refolutie van 4 Mey \7»5< Gecommitteerden uit den Raad van Suate aan Onze Commiffie Waaren ge'adjungeerd , en dat Collegie mifkhien zwraKgheid zoude kunnen maaken, om op ons enkel voorfiel hunne Gecommitteerdens tot dat einde te authoiileeren ; dat Uw Hoog Mogende op eene voegzaame en met deri aard deezer Commiffie over-een-Hemmende wyze, daar in mogten gelieven te voorzien; — 't welk dan ten gevolge heeft gehad, dat Uw Hoog Mogende by Refolutie van den 21 April 1780 gelievden te verkbaren, dat a^ri de intentie van de Bondgenooten beeter zoude worden voldaan, wanneer de Raad van Staa-e zig zoude bereid roonen, om zoo met Onze Commiffie, als met die tot revifie van de Provintiale Quotes, ten nutte van den Lande werkzaam te zyn; waar na de Heeren Gecommitteerdens G g i tiié  Slot. tut den voornoemde Raad in Onze Vergadering hebben gecompareerd, en de onderfcheiden' Befoignes met affiduiteic bygewoond, met verkiaaring ten eerfien, dat zy bereid waaren op alle wyze mede re werken tot het hut deezer Commiffie; en ten einde daar van aanftonds reet de da;d een proeve te geeven, en hunne volvaardigheid , tor her uit den weg ruimen van al het geene eenige aanleiding tot •zwaarigheid ofte vertraaging van zaaken konde geeven, te betoonen; op voorgaande bevoegdheid van dfen Raad van Staate konden deckreeren, dat zy in dit geval, en ongepraejudicieerd hun regt in alle andere, gereed waaren, hunne conhderatien in deeze Befoignes te bepaalen tot het geeven van confideratien en advis; hoe zeer ook ander.tints, daar zy nu Leeden deezer Commiffie waeren geworden, hun eene concludeerende Üera zoude competce*ren.«door welke faciliteit veele van de zwaarigheeden, welke in de Exuaordinaris Vergaedering van den jaare 1717 zi<* veelmaalen hebben vertoond, al aanftonds zyn afgeineeden geworden; — en Waar na wy het genoegen hebben gehad, om telkens en zoo dikwerf wy zulks kwamen te wenfehen, van voorgemelde Heeren Gecommitteerden te ontvangen al zoodaenige informatien, en elncidarien,. op de zaeken het onderwerp Onzer befoignes aangaande, *l$ grootelyks tót de bevordering van dezelven hebben gecontribueerd, en waar van wy een duurzaam getuigenifle by deeze geleegendheid hebben gemeend te mogen geeven. Hier mede is ons werk afgeloopen, Hoog Mogende Heeren, en ons bly/r nieis overig, als roet verlangen de Reiolutien, die de Bondgenooten op al het verhandelde zullen geheven te neemen, te ge moet te zien. — VVy hebben in de behandeling van dit alles een weezendlvk genoegen geproefd, om dat wy gei ragt hebben het algemeen wtlzvn nimmer uit het oog te verhezen, ren einde Ons, van den eenen kast, her ven rouwen van üw Hoog Mogende en van de Bondgenooten waardig te maaken, — en ons, van den anderen, een gepafte aanlpraak op de dankbaarheid van Neêrlands V olks eri van de Nakomelingfchap te verzeekeren. — VVy zeggen dankbaarheid, Hoog Mog. Heeren! — en zoo wy ons daar van een gedeelte voor ons zeiven toeeigenen, zoo bekennen wy teiiens gereedelyk, dat wy de Jouree van dien moeten opzoeken in het vei trouwen, waar mede wy ons hebben vereerd gevonden. — Waeren Uw Hoog Mogende en de Staaten van de refpecTtve Provinciën niet overtuigd geweeit, dat 'er in onderfcheiden takken van de Regeering deezer Landen veele en weezendlyke gebreekeri waaren ingefloopen, waar door het nodig wierd, om de zaeken, die Me Unie en het generaale Bondgenood! ichap aangingen, te onderzoeken: zoo waere ons ook «eene voldoende geleegendheid gegeeven geweeft, om onze* yver op eene zóó folemneele wyze aan den dag re leggen; en daar voor bieden wy Uw Hoog Mogende by deezen op het plegtigfte Onzen dank aan. VVy getrooften ons gaarne de moeyelyke langweiiigheeden, met welke wy in  I lz5 ' in den lctop onzer deliberatien hebben moeten worfleïen; in de hoopi dat wy eenigerrmlete, immers voor zoo vee! zulks in Onze vermogens heeft geleegert, aan de algemeene verwagting beantwoord mogen hebben. Deeze is dan de derde époque in de gfefchiedtniiie deezer Landen, dien de Bondgenooten hebben voorgelchikt, om te ftrekken tot herziening van ingekroopen' gebreeken, en om de conltitutie der Regeennge van dit Bondgenoodfchap óp oude en duurzaeme fundamenten te velgen. — Indien het ons geöorloofd waere die époques in haare oorzaeken en gevolgen te mogen kenfchetzen: we zouden in een klein bellek voor oogen zien, dat dusdaanige groote poogingen van weinig vrugt altoos moeten zyn, wanneer zy niet verzeld gaan met een onwankelbaar voorneemen om derzelver eerite döel- eindens nimmer uit het hart te terliezen; en wy zouden door zoodaanig bellek, indien deeze laatfte pooging het-lot van de eerlten mogte deelen, de kragtigite beweeg-reedenen aan de Nakomelingfchap opleeveren, om den voorfpoed van het Gemeene-Belt, voortaan meerder door het ftniten, dan door het gctieezen^zxx gebreeken, te bevorderen. Maar zonder te treeden in een vergelyking van tyden,; vvelkfe ons te verre zoude afleiden van het flot deezer Memorie, zoo zal het tot Ons oogmerk voeldoende zyn, nog voor een oogenblik te gedenken aan de gebeurteniflen, waar van deeze Republicq geduurende eenige jaaren het ongelukkig toneel is geweeft, en welke dezelve geduurende die jaaren tot eene Zóodaanige onvoorbeeldige laégte ende verleegendheid hadden gebragt, dat alk de groote zaaken, zoo ten aanzien van de buitenlandfche belangens, als Van de inwendige Ordre, Regeeringe ende Conltitutie ten eenemaal wierden verwaarloosd; zóó dat 'er geen ander middel fcheen overig te zyn, dan toevlugt te neemen tot het exempel der Voorvaderen In tyden van nood, en door het benoemen van boirengewoone Vergaderingen, zaamengelteld uit Leeden van alle de Provinciën van het Bondgenoödfehap, aan dezelven een gereeder middel aan de hand te geeven, om met een geeft van mfchikkelykheid en onderling vertrouwen te overleggen en naar te gaan, op wat wyze de ingekroopen' abuizen en oude en weezendiyke defetfen zouden kunnen worden verbeeterd, ten eindesdoor het neemen van cordaete Refolutien, het geheele verval van het lieve Vaderland te voorkomen. Deeze Commiffie was dan haare geboorte verfchuldigd aan het ongeluk der tyden; — en het was in het midden van de ongelukkigile tyden, dat wy een aanvang moefleti maeken met de deliberatien over de importante pointen, waar van Üw Hoog Mogende en de Bondgenooten Ouè het onderzoek hadden aanbevoolen. Impoitant waeren dezelven voorzeekerl — de ftaat van 's Lands macht ter Zee en te Lande; de herttelling ofte verbeetering van 's Lands Frontieren, met het geene daar toe behoord; het beftier van den Oorlog te Lande ende te Water; eene bepaaling omtrend de Jurisdictie Militair; — en voor eene andere H f! kom-  Commiffie nevens ons, het reegelen van de aandeelèn derrèfpecU.ve Provinciën in de algemeene lallen van het Bondgenoodfchap, en een onderzoek over het gebruik, 't welk Van de penningen van de Unie, tot fouiaas der Finaniien van de refpective Bondgenooten, met betrekking tot de algemeene defenfie zoude behooren te worden gemaakt: deeze waaren, ieder afzooderlyk, en in derzelver zaamenhang, zaaken van het aileruiterfte aanbelang, en welken nimmer, te gelyk, binnen den kring van werkzaamheid van eenig Lighaam van Regeennge oite wettige byecnkomll van een aanzienlyk aantal van Regenten, waeren gebrast geweeit. — Dan, Hoog Mogende Heeren, onze uïiz'gten, by het aanvaarden van deezen lalt, waaren ten .uiterflen fotnber»—« en welke hoop konden wy ook voeden, om eeniger- maetë aan denzelven te voldoen? want hoe dringender, de nood, hoe grooter de indragien op de Grondwetten van den Staat, hoe hecviger het mlsvedtand tuffchen Bondgenoot en Bondgenoot, —- en hoe ioiler de hand der Unie; hoe .minder vrugt wy ons ook van ons werk konden belooven. — En waare het niet geweeft, dat wy voor Ons het oorr fteeds hielden geveftigd op die zeivde voorzienigheid, welke zoo zigtbaar de opkomit van dit Land hadde beriierd, en hetzelve zoo dikwerf voor den ondergang bewaard; met het vertrouwen, dat toekomende gebeuiteniffen onzerl byzonderen yver voor het algemeen belang mogelyk nog van eenigen vrugt zouden mogen maaken : zoo hadden wy bereids toenmaals onzen Jaft in den fchoot van Uw Hoog ■Mogende wederom nedergelegd. GebeurtenilTen, die wy nier konden voorzien, wakkerden onzen yver te gelyk met onze noop aan; en eene gedenkens - waardige omkeering van zaeken zettede Ons een nieuw keven by. — Toen eerit konden wy, met uitzigten Opeen gelukkigen uitllag, de handen aan het werk flaan: en op grond van eene oorfpronkelyke Unie, voorllagen aan Uw Hoog Mogende, tot verzeekermg van het algemeen geluk, opdiaagen: welke anderfints nodeloos, maar thans gefchikc mogen zyn, om ééamaal alle die heilzaame eindens te be* reiken. Wy zaegen tefiens met genoegen, dat door de herflelJulg van 's Lands Regeeringe in haare voormaalige vorrn enne gedaante, ons een gedeelte van Onzen taak was afgeIneeden, gelyk wy geleegendheid hebben gehad zulks aante flippen omtrend verfcheide pointen, waar over onze voordragt heeft moeten loopen; — maar zyn wy ook van den anderen kant gelukkig genoeg geweeft, omtrent dat geene t welk ons overfchoot, zóodaanige verbeeteringen voor te draagen, zóodaanige voorzieningen aan Uw Hoog Mogende met concurrentie van /Zyne Hoogheid den Heere Erfstadhouder, aan te bieden; als waarby een gereegelde'voer op verfcheide takken van de Regeeringe word befchiktde wyze van het beftier meerder naar de belangens van het üoödgenootfchap mgerigt; de finantieele vermogens in fom. ttnge opzigten vermeerderd ende gefterkt; de zoo hoog- no-  ( ) nodige harmonie, onder Leeden van éen en net ielvrjé Lighaam, aangemoedigd en bevorderd; ~"en, wy mogeri gerultelyk d.iar by voegen, zoo alle die voorflagen gebouwd zyn op de zuiverlie en onwraakbaarfte grondbeginselen van de Unie, welke de hoofdfchakel is, waar aan wy ons hebben vallgehouden ; en zoo geene van die voorflagen eenigé de minfte kwelling aan die grondbeginselen kan te weege brengen; — zoo wy ingewortelde vooröordeelen hebben beibeeden; en aangetoond, dat met vaar-Wel te Zeggen aan die voor-öordeelen, en aan de ingebeelde byzondere belangens waar op zy u aaren gelchoeid, het algemeen voordeel word behanjgd en dat zeivde byzonder belang niet uit het oog verlooren: zoo mogen wy ons ook vleyen, dat 'er by de Bondgenooten, welke deezen onzefi arbeid zullen herzien , goede wille , verlland, ende cordaatheid's genoeg zal gevonden worden, om den bloey en het welyn vah het dierbaare Vaderland, doör her neemen van ipoedige en efficacieufe Refolutien, voor Jange te verzeekeren. — Dan, welk ook het gevolg van deeze deliberatien zal mogen zyn, wy hebben onzen lalt volbragr, en kunnen ons in deezen houden voor te hebben gedefungeerd: en wy mogen vervolgens dit ons geheele werk beiluiten, met het onwaardeerbaar genoegen, dat het aan ons niet zal hebben gehaaperd, dat eene zuiverder Conltitutiei en eene ruimer maate van geluk, tot het laate Nakomelingfchap worden overgebragt. Waar mede eindigende* Hoog Mogende Heeren! bidden wy God Almachtig Uw Hoog Mogendens by eene gelukkige Regeeiing te bë* houden. (Onder Hond,) De Gedeputeerdens tot de Perfoneele Commiilie van het Defenfie- Weezen. (Was geparapheerd,) Gefchreeveh 'J. C. van Lynden, vt. in den Hage (Lager ftond,) den 28 Oèlo.'i Ter Ordonnantie vafl S789. dezelven. (Was geteekend,) B. (p. van Lelyvetd.   BYLAGE m A. ZYNDE EEN CONCEPT-INSTRUCTIE VOOR DEN RAAD TER ADMIRALITEIT DER VEREENIGDE NEDERLANDEN.   C3) Schema van de volgende Concept'Inftru&ie. BY het formeeren van dit Concept, heeft men beftendig onder het oog gehad de voornaamfte Inftruttien, voortyds op het Stuk van de Admiraliteit gemaakt-, en ook nog eenige andere Inftruétien; te weeten: De Inftrucïien voor de fubalterne Collegien *e vinden öfoöl van de Raaden in de Vereenigde Provinciën, dedl in dato 19 January 1585. en die van 19 February 1586. Ibidem, 4deels Welke beide overéénftemmen, zynde aileenlyk m' het 13 Art. van de laatfte in twee gefplitft. Initru<5rie 9 waar naar de Gecommitteerde lbidem» s «Jeeï Raaden van de Admiraliteit in Holland zig zul- Pag' **" Jen hebben te reguleeren, in dato 1 November 1555, Inftructie van haar Hoog Mogende voor Prins Maurits, 19 Maart 1587. Inftruótie voor Prins Maurits, als Admiraal- Te vinden In riet Generaal, en het Collegie van Superintenden- SaSfitSSSif tie van de Admiraliteit, Hoog Mog. 22 April 1589. Inftru&ie voor de particuliere Collegien van ibidem* de Admiraliteit, (te weeten, vier) 22 April 1589. ïnftru&ie voor de vyf Collegien ter Admi- ïn het Kecueit raliteit, (zynde de laatfte) en dienende tot een der Zee-zaake,t bafis, 13 Auguftus 1597. A % In*  Groot Placaatboek , 5 deel , rag 28. Ibidem , 4 deel $ pag. 125 Groot Placaatboek , 4 deel, pag. -3+ (4) Inftractien voor den Raad van Staate, iH Auguftus 1584. 18 July 1651. inftruclie voor de GeneraÜteits Reekenkamer, 30 September 16*51. Inftractie voor de particuliere CommiiïicVaarders, &c. j2 January 1781. en verfcheide andere Refolutien en Stukken meer* En men heeft getragt dezelven te combineeren met de pra?(ënte tydsomilandighedeh, en met het Plan, het welk door de Commi(Tie in deezen is voorgedragen, en waar van deeze Concept-Inftru&ie een gedeelte uitmaakt. Men is 5 zo veel doenlyk, bezorgd geweeit, (hoewel zulks niet akyd heeft kunnen gefchieden) dat alle de Artikelen, dezelfde tak van werkzaamheid raakende, by mallianderen zouden worden gevonden; het welk in geene der voorgaande Inftruétien is geobfèrveerd, — en by ieder Artikel heeft men op de kant aangeteekend, tot welk Artikel van de voorgaande Inftruóties het zelve relatie heeft; hier en daar met een korte marginaale note, waarom men van dezelven is afgeweeken; men heeft ook aangeteekend de Refolutien, waar uit fommige andere Artikelen, of gedeeltens van Artikelen, zyn genomen. De Inftructies voor de Minifters van den Raad heeft men afgezonderd van die van den Raad zelve, om daar door al meede de poincten beter uit eikanderen te houden. Aan  Artikel CS) ."' Aan het einde heeft men gèvöegd "eert Pro AUmoria, houdende eenige pointen, welken, van een temporeel effècl zyndê, niet gevoegelyk in een generaale Inftru&ie hebben kunnen worden geinfèreerd, maar, in allen gevalle, eenige der Ingrediënten zouden moeten uitmaaken van de Refolutie van haar Hoog Mogende, waar by de inrigting van een generaal Departement van de admiraliteit zou mogen worden geaiTefteerd, Ên laatftelyk, heeft men aan het einde van dit Schema opgeteekend de Artieulën van de Inftructie van den jaare 15-97, waar van men gemeend heeft geen gebruik ce kunnen of te mogen maaken. Ten gevolge van die inrigting zal men in de iö 'eerfte Artikelen viüden al het geene relatie heeft tot de forme en befteUing van de Vergadering van Hen Raad , en dus in zekere manier e uitmaakende een eerfte hoofddeel van de Inilruiïie, volgens de Ipecificatie, hier na volgende. 1. Wie het Hoofd is van den Raad. 2. Compolltie en benaaming van den Raad. —m Hoe na de Raaden zij mogen beftaah. 3. Minifters van den Raad. 4. Domicilie. -— Hoe zig zullen mogen te abferi- teeren. « Wanneer te vergaderen. —» Prodldie. — Forme van Deliberatie. —* Staaking van Stemmen. 5. Mogen geen zaaken afdoen, als by de meefte Le¬ den praïfent in loco. . Geen Refolutie te retracteeren, except &c. Goed Regifter te doen houden. 6*. Op wat zaaken het eerft te delifeereereü. —- In wat gevallen de Raaden zig de Deliberatien zullen onthouden. 7. Mogen niet extraordinair vergaderen, except &c Ê Artó 8.  Artikel 8. Artikel n* 12. 15. 1$ 15. i3« Eed* 54. Referve tot interpretatie en verandering Van deeze Inffru&ié. Hier  ( 9 ) 1 lier op volgen nu de Concept * Ihfrruétif il voor den Raad en Advocaat - Fisc aal van . den Raad, en die voor, den Secretaris en Griffier; waar toe gerefereerd word. In de Pro Memoria, daar op volgende, eri , waar van hier boven is gefprooken, heeft meri aangeroerd de hier na volgende pointen: 1. Moe de Raad ter Admiraliteit alle zaaken, thans1 onder de beheering der vyf Collegien zynde, zal overneemen. 2. Voorziening om alie ordres, van tyd tot tyd aan de vyf Collegien gegeeven, van applicatie te doen zyn op den Raad ter Admiraliteit. 3. Refolutie; om den Raad ter Admiraliteit alle de genegotieerde Capitaalen van de vyf Collegien te doen overneemen, en zoo ook de verdere Laften. en ook derzelver baateri. 4. Ördre om een Staat en Inventaris te formeereiï van alle Schepen, enz., Magazynen, enz., welken van de vyf Collegien overgenomen wórden. . Men zal hier nu laaten volgen een aanftipping der Artikelen van de Inftruétie van den jaare l59? t waar van men geen gebruik gemaakt heeft,' —— Te weeten: Art. 12. Houdende eene voorzieninge op in* ^ebragte Prinzen; — onnoodig geoordeeld, uit hoofde der praecauties in de Concept -Inftructie op dit fubject vermeld. Art. 24. Waar by aan de Capiteinen te Water , en de Commifen Generaal in fommige gevalv len gepermitteerd word Buit-Goederen te koopen. —- Men ziet geen zwaarigheid, om het 6 M*  C iö ) zelve in alle gevallen te accordeereii, eh dus behoefd 'er geene exceptie. Art. 2f. Waarby de beveiliging van de Zeé, en de bezettinge van Knften en Stroomen aan de Collegien word bevoolen. —— Men is van begrip geweeft, dat dit Art, niet gefchike was naar de tegenswoordige Conftitutie van zaaken; vermids het vermelde in dat Artikel buiten kennis van haar Hoog Mogende zoude mogen worden gedaan; en dus eene te breede magt geeven aan de Admiraliteit, en collifie veroorzaaken tuffchen dezelve en haar Hoog Mog. en den Admiraal-Generaal; daar en boven is het zedert lange buiten gebruik; — en ook onnodig, vermids de Hooge Regeering nevens den Heere Admiraal - Generaal altoos genoeg by der hand zyn, om dien aangaande de nodige ordres te geeven. Dat gedeelte van Art. 27, het welk ipreektj om het korf van een Collegie te fuppleeren door het plus van een ander. — Deeze voorziening is mogelyk nooit in gebruik geweeft; daar en boven moet zy vervallen door de nieuwe inrigting van één Departement ofte Raad. Art. 28. Waar by aan de Collegien gepermitteerd word in cas van nood te ligten 12000 guldens op de Convoyen, voor zes maanden. — Zoodanige reffource zoude thans zeer gering zyn; voor het overige behooren geene Geld-ligtingen te gefchieden buiten conlent van haar Hoog Mogende. Art. 29. Houdende eene voorzieninge omtrent het verbodemen der Goederen van en naar Vyanden Landen. -— Is geheel obfo* leet. Art. 34. Raakende het houden der Reekeningen van de Contrarolleurs. — Die Ree- fce-  ( ii ) kenirigeti komen niet meer te pas» vermids oji veele Comptoiren geene Contrarolleurs meer zyn. Art. 56. Raakende de nominatie eil aanftelling van de Capiteiiien ter Zee. — Men heeft geconfedereerd, dat dit Artikel, zo als hetiêfltj buiten gebiuik is. Daar toe heelt denke- lyk het Slot de gelegendheid gegeeven; • maar wie is ook beter, als de Admiraal-Generaal , in ftaat s om de Militaire capaciteiten van Officiers te beoordeclen? —— Wie is, minder als Hy, onderhevig, om perfoneel belang gehoor te geeven, in het doen van avancementen? — Overmids deeze Inftruéh'e dan niet gemaakt is voor den Admiraal Generaal, zoo kan dit Artikel zonder eenig inconvenient weggelaaten worden. — Zie daar en boven haar Hoog Mog. Refolutie van 16 Maart 1626, waar by zyne Excellentie geauthorileerd word om Capiteinën ter Zee te eligeeren, zonder nominatie der Collegien. Eh laatftelyk de Art. 73, 74, 75 en 76 irï de Inïfru&ie voor den Advocaat-Fiscaal; raakende het doen van de Reekeningen van de Collecteurs en Contrarolleurs j -r- alle welken men, als buicen gebruik zynde, gemeend heeft voor onnoodig te mogen aanzien; en al hec welke daar en boven virtualiter fubintreerd in de generaale verpligting voor oen Raad, (Inftru&ie Art. 41 en 53.) om alle de Amptenaars, ónder hun bedwang f taande, tot hurï pligt te houden* C & &4  Overgenoometï uit aüe de oude Inftru&ien, en uit den aart der zaaken. Spreekt tóen hier Van descendenten , zoo heeft ïiien gemeend , dat zulks een onrniddelyk gevolg rhoeft zyn van de Jaaifte Acte van Guarantie. jDe Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. ALzoo de Heeren Staaten van de refpe&ive Provinciën, op advis en by Raade van Zyne Hoogheid den Hooggebooren Èfeere, Willem, Prince van Orange en Nalfaü* Erf-Stadhouder j Erf-Capitein- en AdmiraalGeneraal der Vereenigde Nederlanden, enz. met gemeen conlènt hebben goedgevonden, dat tot beeter beleid en beftier van den Oorlog te Water, met al wat daar van dependeerd; mitsgaders tot betragting van meerder ménage > en tot den eenpaarigen ophef van de Middelen te Water, de refpe&ive Collegien ter Admiraliteit, gelyk die thans zyn gezeetcn op de Maze, te Amiierdarn, te Middelburg, in Weftvriesland en het Noorder- Quar tier , en in Vriesland , op huiden over .... maanden, zoudeii worden gelicentieerd én gemortificeerd; —« en, tot bereiking van de voorfz eindens, één Collegie, ofte Raad ter Admiraliteit, in der zeiver plaatfe zoude worden opgerigt alhier in den Hage, aan wien, onder £yne Hoogheid, als Admiraal - Generaal, de zorge en beheering van alle de voorfz zaaken van de Zee, met den gantfchen aankleeven van dien, zouden worden toebetrouwd en aanbevolen : ZOO IS'T, dat hooggemelde Heeren Staaten Generaal, op advis en by Raade, en met confent als boven, voor den bovengemelden Raad ter Admiraliteit, óp huiden hebben geformeerd en gearrefteerd de Iniiruéiie, hier na volgende geïnfereérd. Artikel i. Zyne Hoogheid, den Hooggeboren Heere Prince van Orange en Naflau, als AdmiraalGeneraal der Vereenigde Nederlanden, en hoogftdcszeifs wettige Defceodenten, Admiraals Generaal in der tyd* zal zyn het Hoofd van den Raad ter Admiraliteit der Vereenigde Nederlanden; — en?  Ci3) en in deszelfs abfentie, de geene, die door den voorfz Heere Admiraal-Generaal zal zyn gecommitteerd, om hem te reprse fènteeren, en welke overzulks in den voorfz Raad alsdan zal prafideeren. Art. 2. De voorfz Raad ter Admiraliteit zal beftaan uit zeitien Raaden, waar van twee zullen worden gecommitteerd by de Heeren Staaten - Generaal op de pra?fentatie van de Heeren Staaten van de Provincie van Gelderland, Vier op die van de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland; — twee op die van de Heeren Staaten van Zeeland; twee op die van de Heeren Staaten van Utrecht; — twee op die van de Heeren Staaten van Vriesland; — twee op die van de Heeren Staaten vanOverylfel; - entwee op die van de Heeren Staaten van Stad en Lande; mits dat alle dezelven den Staaten Generaal aangenaam zullen zyn; en zullen genoemd ! worden DE GECOMMITTEERDE RAADEN 1 TER ADMIRALITEIT DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. — en behoudens, dat de ( voorfz Raaden elkander niet zullen mogen be- ! ftaan in conlanguiniteit tot in den vierden graa- \ de, en in affiniteit tot in den derden graade, na de computatie der Keizerlyke Regten. Art. 2. By den voorlz Raad ter Admiraliteit zal worden gefteld een Raad en Advocaat-Fiscaal, een Ontfanger-Generaal, een Secretaris, en een Griffier, op de Gagien en Inftru&ien refpectiveJyk, als aan het einde deezes ftaan geinfereerd. Art. 4. De voorij Raad en Advocaat-Fiscaal, Ontfanger-GeneraaVen Griffier zullen hare vafte 4 woonplaatfs houden ter plaatfe daar de voorfz p' Raad refideerd; — en zullen zig uit de voorfz e D plaats De Inftr. 1^97. Art. 2 fpreekt van een LuitenantAdmiraal. — Dog het Articul is Iiier generaal gefteld , aangezien den Admiraal Generaalde keuze toekomt, om zig donr een Civil of Militair Perfoon te doen reprajfenteeren. Mits &c..: uit !e Inftr. Coll. Superintendent 23 tpril 1589. En behoudens &c. :onform Art 2. an de Inftr. voor e 4 Coll. de lO. 1589. En van die van 597- Griffier. Nieuw, Vergelvkt Art, i Inftruétie 1597. Item Ai"ticul 3 iftr. Coll. Sii* ïfintendanti Item Art. 47 1 49 Inftr. 1589.  NB. Iianr Hoos Mog. Refolutie iy April 1624 bepaald de abfentie van de Raaden■ die uit ander* Provinciën komer op zes weeken ir het' jaar, en van drie weeken vooi die binnen de Provincie wonnen. — Met eenige anderen pra?cautien dienaan gaande — Or. poene van koning van gagie. Het voorfz Art 48 eenigzints ge altereerd. Nieuw. Meel confori Art. 51 Inrtruft C H ) plaats niet mogen begeeven, Zonder confent van dert Heer Admiraal - Generaal, ofte, by deszelfs abfentie, van zynen RepKclèntant in der tyd; ofte, by abfentie van dien 4 van den Heer Praefideerende in den Raad. En zullen van de Raaden, welken in den Raad ter Admiraliteit uit de refpective Provintie, Zullen wezen gecommitteerd, ten mmften één uit iedere Provintie, by den anderen , ter plaatfe der Refidenrie fe/^den voorlz Raad, aanwezig moeten zyn, en zy zullen in de voorfz i Refidentie hare vafte woonplaats houden ; De voorfz Raad zal, zoo veel hóbdig, dagelyks vergaderen, uitgenoomen op de Zonda; gen ofte Biddagen; ten ware zaaken van veel aangelegenheid zouden moeten worden verhandeld, waar van den uiïftel 'nadcelig voor den Lande zoude zyn; in welk geval de voorfz Raaden niet van den anderen zullen fcheiden, voor en al eer zulks, zoo veel in hun is, zal zyn gedaan. In den voorfz Raad zal, voorbehoudens het Opper-praefidie van den Heere Admiraal Generaal, ofte van zynen Repraefèntant, by weeke, gereekend van den middernagt, waar meede de Zondag begind, tot den middernagt na den Saturdag daar aan volgende, ieder der Raaden, naar den rang der refpeélive Provinciën, ofte der Quartieren ofte Steden in dezelven, prsefideeren; alle zaaken, welken in deliberatie wor. den gebragt, in behoorlyke omvraage brengen, en de conclufie by meerderheid van Hemmen formeeren ~— En zoo wanneer by het collieeeren der Hemmen, dezelven wierden bevonden te ftaaken: zoo zal, hv zoodanig geval, het poinét gebragt worden ter kennïiTé van den Heere Admiraal-Generaal, om tuffchen de ftaakende Hemmen te decideeren. —- Art. 5. n In den voorfz Raad zullen geene zaaken c mogen worden afgedaan, dan in de tegenswoor- dig-  C rt > dighcid van het meerendeel van de Raaden, die ter plaatfè preien t zullen zyn, ten min!ten van . . . .. Provinciën; en zullen geene difinitive Sentenrien mogen peflüitew; dan ten ovcrftaan van .... der voorlz Ra iden —- Eri wanneer een'zaak eens zal zyn geref >lveerd, zal dezelve niet mogen worden geretraóteerd, dan ter prsefentie van alle de geenen, die over de eerite Refolutie zuilen zyn geweeft; ten ware om goede en gewigtige redenen by de pra^fente Raaden eenpaarig anders wierd goedgevonden. Voorts zullen de voorfz Raaden, zoo veel in hun is, bezorgen, dat by den Secretaris pertinente aantcekening worde gehouden van alle de Befoignes, Refolutien en Depêches, die uageiyks voorvallen, en afgehandeld zullen worden, zoo deünkivelyk als anderzints; ofte by den Griffier, indien, de Secretaüs abfènt ware, ofte in eenige andere Bdoignes beezig; — en in gevalle beide ter zaake voorfz abfcnt zouden mogen zvn, zullen de Raaden voorfz dezelve by een uit den hunnen laaten houden; -—en zal de prafideerende Raad alle dagen, by het beginnen van de Vergadering, de extenfie van de Refolutien, by de laatft voorgaande Vergadering genomen, door den Secretaris doen refumeeren; ten einde moge worden gezien, of dezelven, volgens de meening van den Raad, wel en behoorlyk zyn geëxtendeerd, om alzoo geregiflreerd te worden; en zuilen geene Refolutien, niet geregiflreerd zynde, mogen worden geëxecuteerd. Art. 6. ■ Voor en al eer eenige particuliere zaaken Zullen mogen worden voortgebragt, zullen de meelt- ; importante Gemeene Lands zaaken eerft moeten '> worden voorgenoomen en afgehandeld. ■— En 1 indien eenige zaaken voorkomen, die iemand van den Raade zoude mogen raaken, direclelyk of indirecMyk, zoo met opzigte tot haare Perfoonen , als van de zoodanigen, welken hun in D 2 con- De Inftr. I&? zegd twee. Dito Inflr. zegd Uit Art 9 ïuftrColl. Sup. Conform Art. 52 Inftr i?oo. En Art 52 Inftiv mutatts mittandis. Conform Art, ;8 Inftr. 1597. Item Art. 56 nftr. 1589. En Art 8 Inftr. 3q1U Sup.  Op pvhe &c., uit Art. Inftn Colli Stip. . Vergelykt Art. 10 lnftrudüe Coll. Sup. En Art. 31 Inftru&ie Raad Van Staate 1651. Zamengeftctd uit de Art' ^""cn 7 van de Inftr. Coll. Sup. Zamensefteld ui' Art. 12 Inftr. Coll Sup. En uit Art. 5< Inftr. 1597- Zie ook Art, 24 Inftr. Raad van Staate 1584. confanguiniteit of affiniteit, als in Art. 2. hier boven is bepaald * beftaan, zoo zullen zy daar in niet mogen advifeeren; nogte op het inftrueeren, delibereeren ofte befluiten van dien prefent zyn; maar zig uit de Raad-kamer begeeven, en daar buiten blyven, geduurende de Deliberatie en Refolutie op de voorlz zaake; op poene van nulliteit van de genomene Refolutie. Art. 7. De Raaden voorfz zullen niet extraordinair mogen vergaderen en refolveeren op eenige zaake van importantie, ten zy op voorgaande inflnuatie daar van gedaan van wegens den Heere Admiraal-Generaal, zynen Reprccfentant, ofte den Pracftdeerenden Raad, aan alle de Raaden, die ter plaatfè zullen zyn. Art. 8. De voorfz Raaden zullen met een opregte genegendheid tot den dienft van den Lande, eif ter zyde Hellende alle particuliere affe&ien, ieder in het byzonder, in het opineeren, opentlyk, duidelyk, en refolutelyk verklaaren, het geene hem op zyn eere, pligt ende confeien- tic, het- raadzaemfte zal dunken; het zy zig conformeerende met de opinie van anderen, indien hy van het zelfde advis is, ofte zoo het hem beft dunken zal, om anderen redenen en confideratien. Art. p. Alle Commiitien, Ordonnantiën , InftruÓf.ien, Brieven en Depêches zullen gemaakt en geëx' pedieerd worden op den naam van de Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit der Vereenigde Nederlanden, ende geparapheerd door den Raad Prsefideerende, -En by abfentie van deezen , door een der Raaden, die over de Refolutie zal zyn geweeft; en daar na ge- tee-  rëekend door dën Secretaris, ofte in zyne ahièntie, door den Griffier; —- en de Depêches, Zegel vereffenende, zullen verzegeld worden met het Zegel van den Raad, Art. io. De Raaden voorfz zullen zig niet mogen onderwinden eenige zaaken, den Oorlog te Lande, de Politie ofte Juftitie, buiten het geene hun by deeze Inftructie is toegeftaan, raakende ; maar zullen dezelven moeten renvoyeeren aan dè Staaten Generaal, Raad van Staate, Staaten van dé refpeftive Provintien of hunne Gecommitteerde Raaden > den Magiftraat der Steden , Hove Próvintiaal ofte Hoogen Raad refpe&ivelyk, Ofte waar zulks ook elders zoude mogen gehooren. — En zuilen niets vermogen te doen ofte te attenteereil, het welk de Privilegiën, Vryhedeh, Tracfaatèn; Contracten, Ordonnantiën, Handveften, Decreeten en Cortümen der voorlz Landen iri het generaal ; ofte van eenige ProVintien, Stad ofte Lid derzelver, in het particulier, prayudicia'bel zou mogen zyn. Art. iï. Öe Raaden voorfz zuilen, onder het bewind van den Heere Admiraal-Generaal; hebben het beleid en de direótie van den bouw en toemftinge van 'sLands Schepen van Oorlog, als meede vari de Equipagien en Manfchappen, ofte Volk van Oorloge, waar meede dezelve Schepen zullen worden bezet. En hademaaï door het brengen vari de voormaalige Collegien ter Admiraliteit tot één Lighaam, ónze Refolutie vari 19 Juny 1685 1S gekomefï te vervallen; als waar by cfe voorfz Collegien, met opzigt tot de betaling, óp de refpeétivè Provintien waren' geadfignéerd i mitsgaders ook de verdeclifïg in zesde ns in Equipagie en Aanbouw, waar van het toenmalig gebruik den grond tot het neemen van de voorlz E Se. Overgenoorher}. uit Art. 28 Initi. Coll. Sup. ,En zullen &c.i overgenomen uit Art. 14. Inftr. Coll. Sup met uitlating van den Admiraal - Generaal , voor wien deeze Inftructje eigentlyk niét gemaakt is. Zie ook Art. 6 Inftr. Raad van Staate 165L » Voor een , ge» deelte uit Art. i4 van de Inftr. CoIL' Sup.  Vergelykt Art. 24 Inftr. 1589. En Ait. 16 Jii v. 1597: Ovcrgenoomen uit een gedeelte van het Art ao Inftr. Coll. Sup. Gedeeftelyk uit Art. 18 Inftr. Coll. Sup. Vergelykt de Art. 5 der Inftr. 1589 en 1597. C '8 ) Refolutie heeft verfïrekt, en ook zeedert is geöbfèrveerd: Zoo zullen de Raaden voorfz nogthans bezorgen, dat, in de diftributie van de onderfcheiden, takken van werkzaamheid, uit de voorfz Bouw, Toeruftinge en Equipa*ge refulteerende, zoo veel mogelyk, in het oog worde gehouden, dat de meergemelde verdeeling van zesdeiis, in efieae, in de Quartieren, waar dezelve tot dus verre Heeft plaats gehad* blyve Hand grypen; voor zoo veel zulk<ÊJmet principes van goed bellier immers overéén komftig zal mogen zyn. Art. 12. En om daar in ten meeften diende van den Lande te handelen, zullen de voorfz Raaden altyci vafi e correfpondentie houden mei de Heeren Staaten Generaal en Admiraal-Generaal, zig fïiptclyk gedraagende naar de Ordres en Refolutien, welke hun van wegens dezelven zullen toekomen, zoo wel in het equipeeren en toeruften , ais het vercieelen, het verleggen en het afdanken of opleggen der Schepen van Oorlog; ten ware de nood niet zoude mogen toelaaten de voorfz Refolutien daar toe af te wagnn; mits in zoodanig geval de voorfz Heeren Staaten Generaal en Admiraal-Generaal daarvan daadelyk kennis geevende, met de redenen, waarom zulks zulks alzoo zoude mogen zyn gedaan. En zuilen voorts zorgvuldig in agt neemen, dat de Equipagien, mitsgaders cle Behoeftens en Ammunitie van Oorlog, met de meefte ménage en profyte van den Lande worden gedaan, gekogt ende bewaard. Art. 13. En ten einde alle uitruftinge ter Zee , en Equipagien ten Oorloge, met behoorlyke ordre en authoriteit zouden worden in het werk gefteld, en overal een goeden en eenpaarigen voet daar omtrent geöbfèrveerd: zoo zullen de Raaden  den voorfz niet gedoogen, dat cenigé tóerüs-' tinge van particuliere Schepen, ter Kaap of ten Oorloge geëquipeerd, in de een of anderen Quartieren van den Lande, worde aangenomen ofte afgedankt; ofte eenige Viote ofte inftrumente van Oorloge gemaakt ofte in Zee gezonden, zonder bcvoorens daar toe de toeftem* ming,. authoriteit, en de Commiffie van den Heere Admiraal-Generaal, met de attaché van die van den voorfz Raade ter Admiraliteit, te hebben ontfangen; en voorts met fubmis- \ fie van de Rheeders en Bevclhebberen en Volk van zoodanige particuliere Kaap-Schepen ofte Commiffie-Vaarders , aan de kennis, dispoüne, en judicature van den Raad ter Admiraliteit; mitsgaders aan alle zoodanige Reglementen, inftructicn ofte Artikelen, op het voorfz Stuk bereids gemazkt ofte nog cc maaken, als tot meeffen diende van den Lande, is, of zou mor ' gen worden geoordeeld te behooren. Art. 14. En op dat de Equipagien, die by den Lande zullen worden gedaan, met al het geene daar van dependeerd, ten minften koffen bezorgd , cn den Lande by goede en getrouwe : opzigt niet verkort en worde: zullen de Raaden voorlz, met voorkennis en goedvinden van den Heere Admiraal-Generaal, een Opper-, en zoo veel meerdere Equipage-meefters aanflellen, en tot alzulkc plaatlèn , als tot volkomen bedieningen van den navolgenden Artikel vervat, nodig, en den Lande dien/lig zal wezen. — En alzoo aan de getrouwighdd, naarItigheid en goed devoir van de voorfz Equipage-meefters, den Lande zeer, veel is gelegen, zullen de Raaden voorfz agt neemen, dat dezelven hunne Officien, met alle zorgvuldigheid, naarfligheid, en getrouwigheid, volgens derzelver Inftructie bereids gemaakt, ofte nog te maaken, bedienen; -— en indien zy eenig . . E 2 ge- Met tie attaché Ste, zie Are 47 «n dc Inftruétie /oor de Gommis* ie - Vaardcrs de iato ia January 1781. De laafde Inftr. vp her (fuk der Commiffie - Vaar* iers is van den 12 Jan. 1781. Vergelykt Art. 58 en 40 inftr. to?7Item Art. 37 eri 59 Inftr 1589 /oor de 4 Coll*  Conform Art 39 Inftr. 1597. , Item Aït. 3È Inftr, 1589. Èig vervolgen Be. bygevocgd. NieüWi t De aanftelfin van een Conftru< teür-Géneraal b ruft op riet ger folveerde in < Comrniflrci C 20) gebrek daar in zouden bevinden, in de befte maniere daar in terftond voorzien^ Art. 15; Welkers voorfz Équipage - meefters -Ampt eii i Officie cigendyk zal wezen, de Schepen vari Oorloge te bezorgen van al het geene zy nodig zullen mogen hebben; —- op den koop, timmeringe eh Equipage derzelver goede en getrouwe agt tè neemen, dat het Land in zyne Cohdkien voldaan $ en niet in de dag-gelden verkort moge worden: al het Gefchut, Wapenen en Materiaalen ter Equipage van den Oorlog dienende, wel en getrouwelyk te onderhouden en te bewaaren* en van de uitleevering van dien te verantwoorden; en voorts alles te bezorgen, dat de uitruftinge van de Equipagie te Water verder zoude mogen vereilïchen; ■ - voorts meede te huuren en heitellen alzulkë Schepen, als tot vervoeringë van eenige Soldaaten $ of tot het een of ander Exploidt vari Oorloge nodig zou mogen wezen, en dezelven, des noods, van vivres te voorzien; ih voegen zulks hun door dén voorlz Raad ter Admiraliteit zal mogen worden geor' donneerd: zig vervolgens in alles gedraagendé naar derzelver Inftruéne reeds gemaakt oite nog te maaken. Art. i& Ën aangezien den Lande al meede grootelyks }s gelegen, dat de Conttructie van 's Lands Schepen van Oorlog,- in alle de Quartieren van de Geünieerde Landen, gefchiedde op eene' eenpaarige wyze; - en dat de verbeteringen, welken zig van tyd tot tyd in de kuurt, zouden mogeft opdoen i behoorlyk gaaue geflagen, en, daar het gefchieden kan, tot dë voorfz Con~ ftructie worden geappliceerd: zoo zullen de > voorlz Raadeït, met voorkennilTe en op goed% vinden van den Heere Admiraal-Generaal, ftél'e ten een bekwaam Perfoon- tot Opper-Conftruc- teuï'4  e 2t) teur-Generaal; benevens een óf twee, öf, des nóods* meerder Conftructeurs onder hem, tot alzulken plaatfè, als ten meeften oörbaar van den Lande zou mogen worden bevonden te behooren; -— En zullen de Raaden voorfz gehouden zyn, uiterlyk binnen twee maanden na de imtelling van den voorfz Raad ter Admiraliteit, een Concept Inffructie voor den voorfz Opper Conltrucïeur* Generaal en verdere Conftruéteurs onder hem, te formecren , en dezelve aan Zyne Hoogheid * als Admiraal Generaal5 aan te bicden, om zyne goede meeninge daar op te verftaan , en de meergemelde Inltruétie dien conform te arrefteeren. Art. 17. Wanneer eenige van *s Lands Schepen ofte Vaartuigen van Oorlog, welke nog goed eo bekwaam zyn, om ten Oorloge te kunnen Worden ■ gebruikt; zullen moeten worden afgedankt ofte opgelegd-: zoo zullen de Raaden voorfz door de gemelde Equipagie - meelt ets moeten doen bezorgen, dat dezelve Schepen, met al het Gefchut\ Gewant, Zeilen, Ankers, Kabels en Gercedfchappen daar toe dienende, in goede reparatie , elke Seheeps-behoeftens afzonderlek, by malkander gehouden en bewaard worden, zoo veel mogelyk; om in een fubiet opkomenden nood, terftond te kunnen worden gebruikt. •. ; * " Art. 18. Wanneer eeilige Schepen, onbekwaam om rneer ten Oorloge gebruikt te worden,'-zullen moeten woidcn-ópgelegd: zoo zullen de voorfz. Raaden dezelve- Schepen terftond doen beneficeeren; her zy met dezelven in het openbaar, door den Venduraeefter, ofte, by gebrek wan dierjj door Wen ander' bekwaam Perfoon, met alle de Gereedlchappen tot de Ëquipade niet meer -nut z,oc>;, te doen verknopen; ófte met dezelven te doevi loopen; naar maate het een *m P of Conform Art, k» Inftr. i^89, eiï Art. 41 Inftr. 1397 meeft woor.del'yk; Vergelykt Arfc 41 Inftr. 1589. En Art. 42 Inftr; 1597- Men heeft hief weggel aaien, dat de verkoop zoude moeten gefchieden ten over/laan Van t 'iiee van het Col' legie , om cta trren begrypt, dat 'er precauties genoeg  by deii vci'ko:^ kunnen gebruikt worden5 zonder een CornmiÈe van twee Leden, die zig Zo weinig uit den Raad moeien «erwydefen , als maar mogelyk Ui Nieuw. Gefield in plaats van Art. 4a en 43 Inftr. 1589. Ln van Art 43 eri 44 Inftr. 1597. Maar , zo1 veel zulks in een generaale Inftru&ie heeft kunnen gefchieden , accordeerende met het , Reglement voor s Lands Werf te Ajnfterdan* « 1 ' :'." KJ ï J ( < j < % ( 21 ) of ander, met het grootfte profyt van detl Lande, meeft overeertkomftig door de voorfz-Raa* den zal worden geoordeeld g en zullen van de Penningen daar van komende 4 den'Ontfan* ger-Generaal ter naafter reekeninge doen ver* antwoorden. Art. 10. umiwn En ten einde alle Inkoopen van Hout en andere Bouw materiaalen , Gefchut, Kruid * Scherp, Hennep, of andere Behoeftens voor den Bouw , uitruftinge of equrpeering van 's Lands Schepen vereifcht, met de meefte zorgej ménage en eenpaarigheid worden gedaan s en daar toe de heffe gelegenheden Waargenomen: zullen de voorfz Raaden bezorgen, dat de Opper-Equipagie-meefter, met de tiulpe en idfiftentie van de refpective Onder-Ecjuipagiemeefters, die in allen opzigte aan denzelven zullen wezen gefubordonneerd, zal zorge draagen, om alle de voorfz Inkoopen, onder ag» gréatie van die van den voorfz Raad, aan te gaan en te fluiten; en i zoo nodig mogt worden geoordeeld, om de benoodigde Goederen ofte een gedeelte van dezelve* by publicque* lanbeffeeding aan te koopen, de Conditiën van f\anbefteeding daar van opmaaken, en aan de voorfz Raaden ter goedkeuring overgeeven; ïn voorts meede bezorgen, dat de Magazynen ?n Ammunitiiie-huifen, van alles, naar vereifch pan zaaken, bly ven voorzien, en daar toe aan len voorfz Raad, van tyd tot tyd, de nodige tooriteilen doen; — met verderen Iaft aart Ie voorfz Opper-Equipagie-meefler,- om Van üle den voorfz Ammunitien, welken ingekogc vorden, of in voorraad zyn, goed en pertinent Regifter te houden * en door de overige Equi* )agie meefters te doen houden, om dienvolgens le Equipagie-meefters van de uitleeveringen ran dien, welken, zoo ménageus als mogelyk* sullen moeten worden gedaan, naar behooren e kunnen doen verantwoorden. En  C 2j ) . Ln om zoo veer mogelyk alle abuifëri e: de misbruiken dien aangaande te verhoeden 200 zuilen de Raaden voorfz, van tyd tot tyd, en wanneer zulks dienftig zal wordtin geoordeeld, zonder daartoe nogthans eenen vafter en bepaalden tyd te houden, twee uit den hun nen eommitteeren, geadiifteerd met een dei Minifters uit den Raad; welken zig naar de Quartieren, daar het nodig zal worden geree kend, zullen begeeven, om met alle de vercifchte zorge en attentie naar te gaan, te examineeren en op te neemen den ftaat en de dire&ie van Magazynen, Arfenaalen, Werven, en wat dies meer is, en van hunne •bevinding aan den voorlz Raad rapport te doen. En het zal aan die van den voorlz Raad, des« zelfs Minifters ofte Bediendens * niet geoorloofd zyn, eenig part ofte deel te hebben , aan eenige leverantie van Hout* Kruid, Scherpi Gefchut, Wapenen ofte andere Goederen, hoe ook genaamd. Art. 20. De Pvaaden voorfz zullen meede, zoo veel in hun zal zyn, bezorgen, dat 'sLands Capiteinen ter Zee hun vol getal van Volk op derzelver onderhebbende Schepen mogen hebben; en zullen dezelven tot dat einde door zodanig bekwaam en gefebikt Perfoon, en zoo dikwyls als zulks nodig zal worden geoordeeld j doen monfteren, ofte ten minften de revue van hun Bootsvolk doen neemen< en daar naar de Ordonnantie van de Mondkoft verleenen. —±~ En indien eenige zieke of gekwetfte Bootsgezellen aan Land mogten zyn gebragt, en aldaar op koften van het Land gecureerd, of anders by haar zelf mogten worden onderhouden; zullen de Mondkoften voor de zoodanigen worden ingehouden, voor den tyd, dat zy van de Schepen zouden mogen zyn geweeft, en zal het koftgeld aan Land worden verftrekt. F % Art. 1 ï 1 f Vergelykt Atï. 45 Inftr. 1589. eri Art. 46 Inftr. 1597.- De Inftr. vari 1597 zegd; dat de rnonftcring zal gefchieden by eenige n uit den CoU /cgie, maar in hoe verre zulks door de practyk in een pure Ceremonie heeft gèdgenereerd, laat men daar 5— niaarmeri begrypt, dat de moniteririgv zónder de prjefentie van een of meerder van de Raa-. dén, door een of ai der gequalificeerd Perfoon, kan worden verrigf ï mogelyk beft door eenVlag-Officier of Zee-Capitein, die nog rnci meerdere Militaire details iiï de groote Zeeplaatfen zou kun» nen worden gechargeerd.  C H ) Gefteld in plaats Van het 46 Art. Infti'. 1589, en van 47 Art. Inftr. 1597- Vergelykt de Art. 3 der Inftr, 1589 en 1597. Aft. Éiè^ lullen voorts, by het doen van eenige betaalinge van Soldye aan het Bootsvolk, het zy in het aanneemen, afdanken, of ondertüiTcoen, bezorgen , dat een bekwaam Perfoondoor hun daar toe geauthorifeercl * daar by tegenswoordig zy, om ernftiglyk toe te zien, dar nogte het Land, nogte het voorlz Bootsvolk* in dezelve niet mogen worden verkort, Art. 2% Ën ten einde alle goede ordre, difeiplirie eri toeverzigt worden geöbfèrveerd omtrent het Volk te Water en hun bedryf op de Zee: zoo zullen de Raaden voorfz hebben kenniiTe en judicature over alle Buiten én Prinzen* die door de Schepen van Oorlog deezer Landen, ofte door Schepen by Particulieren uitgeruft, en op Commime van den Heere Admiraal-Generaal uitgevaaren, zullen worden agterhaald en ingebragt. ;—- mitsgaders van alle queftien en gefchillen, die tulTchcn eenige van de voorlz Schepen zouden mogen ryfen van alle misbruiken en misdaaden, die by eenige van dien zouden mogen worden gecommitteerd; -—- als ook over de geenen, die van eenige Zee-rooveryen zullen worden betigt ofte agterhaald; oni over alle de Deliaen, binnen Scheeps boord geperpetreerd, door een Krygsraad recht te doen doen, en om voorts over alle de voorfz Perfoonen en zaaken te wyzen , als zy, vermogens de Plaeaaten en Ordonnantiën, bereids gemaakt ofte nog te maaken, van regtswegen zouden vinden te behooren. Des dat de Delicten, buiten Scheepsboord gepleegd* en niet wezende Militair, geftr aft mogen worden by de Magiftraaten, Officieren en Juiiicieren van de Steden ofte Plaatfen, in welkers Jurisdictie dezelve geperpetreerd, ofte de Deünquanten gevonden zullen -worden. Art.  ( 25 ) Art. 23. De Rcpriefenfant van den Heere AdmiraalGeneraal; de vooifz Raaden ter Admiraliteit, nogte de Miniüers van den voorlz Raade; de Vendumccfters nogte de Bediendens van de Admiraliteit, en generaalyk, geene Officieren ofte Krygsiuiden ter Zee, zuHen mogen op Vrybuit reeden, nogte part of deel daar in te hebben, zonder expres confent van de Heeren Staaten Generaal; op poene van te verbeuren haaren Staat en Officie; ende voorts op verbeurte van alle het geene zy tot zoodanige Rheedery zouden hebben bekoftigd, ofte tot haaren baate zoude mogen zyn ingekomen. Art. 24. Alle Schepen van Oorlo&e, zo m dienlt van den Lande, als op Commiffie ofte Vry-buit uitvaarende, en eenige Bulten ofte Prinzen hebbende bekomen,zullen gehouden zyn, dezelven in een der Steden ofte Havenen deezer Landen, daar zulks hun beft gelegen zal komen, in te brengen; ten ware zy by On weder, Tegenwinden, ofte den Vyand daar in wierden verhinderd. •S^- . Art.; i|r ï • |*=r De Raaden voorfz zullen op alle Havenen, daar eenige Schepen van Oorlog ofte Vfybuit uitvaaren, alle goede ordre (lellen, dat zoo haaft eenige Prinzen ingekomen zullen zyn, dezelven by eenigen, fpeciaa.'vk by hun te committeeren, wel en getrouwelyk mogen worden bewaard. Art. 26. Waar na zy, zonder uitftcl, een der Vcndumeefters van de Admiraliteit zullen committeeren en fchikken, om ten over ftaan van den Secretaris ofte Griffier, ofte van een of twee Ciercqueri O uit Uit de Art. f ier Inftr, 15,89 en I5ii7 met uiur.urg van de Officieren te Lande. . Op paetie &c. Uit Art. 67 Inftr. 1589 en Art. 69 liiftr. 1597. Vergelykt de. Art. 6 der Int'tri rfSto en 1597 meelt conform. Het zoude mogelyk niet ondien^ Jtig zyn, dat 'er een poenaliteit op de non-obfervatie van dit Art. wierd geftatueerd. Conform mutatis mutandis, aan de Art 8 der beide Inftr. 1589 eri 1597- Vergelykt de, Art. 9 der Inftr. van 1589 en 1597=  Vergelykt de Art. iö der Inftr. 1589 en 1597. Conform triutatis mutandis met de Art. 11 der Inftr. 1589 en *597. C 5 Üit deNSecrètary, alle goede ordre te Rellen-, dat de Goederen daar in wezende wel en zorgvuldig bewaard, en van het geene doenelyk, Inventaris gemaakt, ófte anders, in Koffers, Tonnen of Pakken wezende, toegezegeld worden, zoo als zulks het gevoeglykïfcj zal kunnen gefchieden; — v/clke zonder verzuim in handen van den Raad en Advocaat Fiscaal zullen overbrengen alle de Scheeps papieren, Charte Partyen * Brieven, en anderzints by den voorfz Schepen weezende; ten einde de voorfz Advocaat Fiscaal uk dezelven, en het geen van de Schippers en Boots-gezellen, by examinatie onder Ëede, zou kunnen worden vernomen, zoude mogenprocedeeren tot préparatoire Informatici!, om fchriftelyk in den Raad te worden overgebragt, ten einde na bevind van zaaken daar in verder te doen, als zoude moeten behooren. Art. 27. Ën zullen voorts geene der voorfz Goedererï geloft mogen worden, dan in prefèntie van dert voorfz Secretaris, Griffier ofte Clerquen: welke gehouden zullen zyn pertinente Inventaris te maaken van al het geene geloft zal worden, met goede en duidelyke Declaratie van alle Waaren en Koopmanlchappen daar in zynde; met uitdrukking van de lbortcn, nummers of merken, waar meede geteekend, en van het geene verders tot declaratie van dezelven zou mogen dienen; welken Inventaris zy gehouden zullen zyn aan den Raad over te brengen, zoo haaft dezelve gemaakt is; - en zullen de voorfz Goederen in een welverzekerd Pakhuis worden gelegd; zoo dat zy niet in het minfte gedemanueerd, veranderd ofte veriteeken wor> den. Art. 28. Ën indien eenige gereede Penningen, Paer< len, Gefteenten, Kleinodiën, of ander Goud of Zilver, gemunt of ongemunt, of eenige andere koftelyke Goederen, voor Peinzen en Buit  C *7 ) Buit mgebragt zouden mogen wórden, zulle al het zelve terftond toezegelen, en zonde uitftel, alle die van den Raade daar over ge roepen zynde, ten minften in de praefentie val het meerendeel van dien, overtellen, weegéi en pertinentcn Inventaris en Declaratie daa van maaken; welken zy te famen gehouder zullen zyrï te onderteekenen; cn zullen d< voorlz Paerlen, Gefteenten* Kleinodiën, of an der Goud of Zilver, gemunt of ongemunt, o iets diergelyks koftelyks, het welke vervreem dinge fubjea zoude zyn, toegezegd, onde behooilyk Recepis, keveren en beftellcn tei Huize en Comptoire van den Ontvanger-Ge ncraal van de Admiraliteit; welke aldaar zulle] blyven heruiten tot de definitie der zaake, om me daar van gedaan te woïêen, als naar be hooren. Art. 29; Na rapport van den voorfz Secretaris, Griffier ofte Gierq van de Secretary, zal voorts, des noods, tot nader en fcherper Informatie en Enquefte •Worden geprocedeerd, het zy voor het geheele Collegie van den Raad, ofte voor eenigen daar toe uit den Raad te deputeeren; of anderzints zal de verdere Enquefte mogen opgehouden worden, tot dat Partyen nader zullen wezen gehoord; zoo als zulks by de meeste ftemmen oirbaarlykft zal worden bevonden. Art. 30. Vervolgens zal ten eerften Rechtdage (voor zoo verre de voorfz Prinzen ofte Prinzen-Goederen door 's Lands Schepen mogten zyn veroverd en opgebragt) door den Advocaat Fiscaal van den Raad Ratiom Officii; en, (voor zoo verre de voorfz veroveringe mogte zyn gefchied door Schepen van Particulieren 5- met Commiffie van den Admiraal - Generaal voorzien) door denzelven Advocaat-Fiscaal Ratiom Officii, en de Rheeders cn Boekhouders van G af zc- ii r 1 1 c 1 i I r l 1 1 Conform- muta-t iis mutandis mei; de Art. 13 der beide Inftr. 1589 en 1597. Uenomen uit 5' en conform de* Re fol. van haar Hoog Mog. vari 9 Novemb. 1781,'  1 J j Nieuw. Maar volgens hetvoorfchr.ift van dezelve haar Hoog Mog. Refol. van 9 Novcmb. 1781. KB. dé Refol. vsn 9 Nov 1781 definieerd deeze Verdeeling conform het 87 Art. Van de Inftr van 1597, welk Art. een der Articulen der. Inftruétie Van den Vendumeetlei uitmaakt, waar op Vervolgens zal te (23) zodanige Schepen , als Gevoegdens, van den Aaad ter Admiraliteit worden verzogt authori■Mie om by Edicte te eitecren allen cn een .egclyk, welke zoude willen komen tot reclame ofte befchutte van de voorlz Prinzen en Prinzeu-Goederen; en, ingevalle van con- tumacie, zullen de verdere Citatien ten dien einde worden gedaan van veertien tot veertien dagen; ten ware, uit hoofde van de evidentie der zaake , genoegzaam wierden geoordeeld te doen procedeeren van agt tot agt dagen En, by het verkenen van het vierde default ex fuperalumdanti, zal teffens worden gedisponeerd op den overgeleeverden Intendith; en de voorfz Prinzen en Prinzen Goederen zuilen worden geadjudiceerd aan de geenen die daar toe gerechtigd zullen worden bevonden. Art. 31. De voorfz Prinzen en Prinzen- Goederen zullen vervolgens, zoo kort mogelyk na het afloopen der Procedures (en zelfs ook voor dien tyd, zoo dikwyls uit hoofde van bederf lykheid der Goederen of om andere reedenen, een vroegere ve koop magt worden toeg^Jaaten ) worden verkogt; onder conditie dar van alle de iugelaaden' Koopmanichappen, niet alleen de Provintiaale laften, by aldien 'er eenige verfchuldigd mogten zyn, maar ook 's Lands inkomende Rechten, zoo van Convoy als anderzints> zullen moeten vvoiden voldaan volgens de Placaaten en de Ordres op den ophef van de Middelen te Water geëmaneerd ofte nog te emaneeren; cn, voor zoo verre de inge- bragte Goederen, by de voorlz Ordres en Placaaten met bekend, of verboden, mog en zyn, zal het Convoy-geld daar van tegens drie guldens van het honderd van de waarde derzel- ven worden bereekend en voldaan. Zoo zullen ook boven de Koop-penningen nog worden belprooken tot rantfoen twaalf grootcn van elk pond Vlaams, en dezelven twaalf groo- ten  C 29 ) ten verdeeld, zo als zulks nader zal worden gedefinieerd. Art. 32. Ën op dat alle zaaken te beter geëxpedieerd en in Regten gevorderd mogen worden, zullen j de voorfz Raaden ten zeiven einde ipeciaalyk deftineeren en toeëigenen valie dagen ter weeke; op welke dagen de gefchillcn en differenten, tufTchen Partyen op de zaaken ter Admiraliteit vallende, zullen worden afgedaan, ten ware de dienft van de gemeene zaak anderzints mogte komen te vorderen. Ait. 33. Zoo wanneer ten defmitive gedelibereerd zal worden, om te decideeren eenige zaaken van ! Buiten en Prinzen-Goederen, in dewelken de ] gerechtigheid van den Thienden-Penning aan den Admiraal-Generaal zoude competeeren, zullen dezelve zaaken befloten en gedefinieerd worden by die van den voorfz Raad alléén, ten minften vyf in getale; ende zulks in abfentie van den Admiraal Generaal ofte van zynen Repraefentant. En zoo wanneer eenige &ee - Roovers, of andere Vyanden van den Lande ingebragt zullen wezen, zal de voorfz Repra?fëntant, zoo veel mogelyk, op alle Rechtdagen van dezelven, hem praïlent vinden; en inzonderheid wanneer de Sententie definitivelyk zal worden gegeeven; mitsgaders op de pronunciatie vari alle definitive Sententien van importantie, raakende ingebragte Prinzen; en zullen alle dezelve Sententien gepronuntieerd worden op den naame van den Admiraal - Generaal en van den Raad ter Admiraliteit der Vereenigde Nederlanden. Art. 34. De voorfz Raaden zullen nog onder benaaming van Rapport-gelden, nogte anders van ] H ex» letten {taan bydè formatie of revlüe van de Inftr. fan de Venduneefters. ilöofdzakelyk :onform met diï \rt. 14 der Inftr. [589 en 1597. Hoofdzakelyk , onform met de irt. 17, 18 en 9 der beide Inlte 589 eti 1597. Conform de Arï. .0 der beide Jnftó. 1589 en J5P7-  Nieuw. Maar volgens het voorfchriftvar haar Hoog Mog Refol. van 9 November 1781* Conform met de Art. 21 der beide Inftr. 1589 en 1597 en ook met 'het laatfte gedeelte van de Art. 16 van dito. Itim Art. 22 Inftr. 1589 En Art. 23 Inftr. ■<^ydvan. .-...) dc Inftr. van 1597 zegd veertien "dagen, maar die ter- C 30 ) extraoramans Befoignes, Partyen ietwes mogen afeiffchen, nogte neemen in eeniger maniere; maar zig te vreeden houden met derzelver Gagien. Art. 35. By het inventarifeeren, het bekwaam en te gelde maaken van eenige Prinzen en PrinzenGoederen, zal alle mogelyke ménage worden betragt; zonder dat uit hoofde van vorige Refolutien, ordres ofte gebruiken > hoe ook genaamd, tot faftcn van het provenue dier Prinzen of Prinzen Goederen, zal mogen worden gebragt eenigerhande gratificatie, meerder dan de nodige Dag-gelden ofte Leges voor de Suppooften of andere particuliere Perfoonen. —Maar zullen uk het onzuiver provenu van de voorfz Goederen, behalven de Proces koffen, 'Notul- en Sententie-geld'in, mitsgaders de Vacatiën der Minifters of andere Perfoonen, buiten de Plaats der Refidentie van den Raad, by aldien zulks zou mogen hebben plaats gehad, eeniglyk en alleen mogen worden vooraf betaald zodanige koffen, als nodig zyn geweeft tot eonfervatie, inventarifatie of verkoop van voorfz Goederen, mitsgaders de Declaratie we. gens extraordinaire moeitens en vacatiën van den Vendu-meefter; —- mits met het fchryven der Reekening, het opmaaken der Repartitien, Buit-Rollen ofte anderzints, boven het geen hem uit de Rantzoen-Penningen is toegelegd, niet meerder bedraagen, dan uiterlyk één per cent van liet zuiver en deelbaar provenu. Art. 36. Insgelyks zullen de voorfz Raaden , zoo wanneer eenige verkoopinge van Buit-Goederen zal zyn gedaan, gedenken en bevorderen, dat de Vendu-meefter daar van, ten langften binnen den tyd van , zyne Reekening over- leevere ten Bureele van den Raad. ™- En zullen dezelve 'confcreëren tegens den Inventaris  (31) taris vari de Goederen, in den Raad overge leeverd, en onderzoeken of alle de Partye: van de Goederen, daar in vermeld, verkog zyn, en in de voorfz Reekeningen gebragt; en indien zy bevonden, eenige daar van nk gereekend te zyn, zullen van dezelve Goedere: notitie houden, en in qüireeren* waar die ge bleven zyn; om die tot profyt gebragt te wor den van den geenen zulks behooren zal. E] de voörlz Reekeninge in de vereifchte ordre be vonden wordende, zullen zy dezelve terftom in den Raad, ofte anders, naar gelegendhei van zaaken, by eenigen uit den haaren fluiter Art. 37. Waar na zal geprocedeerd worden tot- hei maaken der verdeeling ofte repartitie van hei zuiver overfchot van de Prfnzm of Prinzen Goederen, en ieder volgens deszelfs gerechte aandeel, in de maniere hier na volgende : Dat voor éfertf en vooral, van hel zuiver en deelbaar overjehvt cenerPrin ze of Prinzen-Goederen, (op wat lengte of breedte cle voorfz Pnnze mogte zyn gemaakt, en het zy dezelve dooi *s Lands Schepen van Oorloge, ofce door Particulieren op Commiffie uitgevaaren mogte zyn veroverd) het gerechte Thiende gedeelte zal worden afgetrokken ten behoeve van den Heere Admiraal-Generaal; —f de Schepen van Oorloge, Gefchut en Ammunitie van Oorlog uitgezonderd , welke geen deel van hel voorfz Thiende zullen uitmaaken. Dat van het geene als dan zal overblyven, vyf zesde gedeeltens zullen ■ worden afgetrokken voor de Gerechtig heid van het Land ofte de gemeene zaak, wanneer de Prinze zal zyn gemaakt door eenige Oorlog- Schepen, tot tl 2- kofle myn fchynt wat jj kort genomen. ;t i 1 1 i \ u Vergelykt Art. £2 Inftr. 1597. NI), wanneer men dit Art. ver, gelykt met Are. : 22 van de Inftr. 1597, zo z*ü men >■ vinden , dat het zelve veel meer geëxcendeertis. — Maar het is nodig geweeft, om tot • klaarheid te bren' gen een zaak, waar . omtrent de praetyk veel gevaricert heeft. —By voorbeeld , welke portie het eerft moeit afgetrokken worden; die van. het Land, namelyk, öf die van derf Admiraal ? het welk een merkeiyk verfchil uit> maakt. . Men moet zig herinneren , dat het Art. 22 van de Inftr. 1597 , geïnterpreteerd is . geworden byAiSe ■ van 1 April 1602, eh dat daar by aan . den Admiraal is toegelegd een tiende Van alle Prinzen , C Scheepejï van Oorlog , Gefchut en Ammunitie uitgezonderd) gemaakt, henoorr den den Tropicum ■ Cancri ; en eendertigfte van dko Prinzen, gemaakt-' a-an jtk ankc/p .z^  ée- ma dihlewa ■ bófte en [oldy van den Landt mfgèrutt; — l^Voo^fjnc cn alléénlyk één vyfde gedeelte, wam Excellenties Per- ne£r rfe prjn~e ZQUde Z\W VCfOVCfd dOOf JSe%sVlLtn Schepen, by Particuliere mtgervfl en op. SÏÏÏÏbywo^ Commiffie van den Heer Admiraal Ge- ^SïeïafwSS ncraal uitgevaaren. afgetrokken voor , t Gerfdufghdd Dat het geene ra aftrek van de voorfz van her Land— Thiende van den Admiraal - Generaal Volcens het meer- . „ , . , • ■> ' i,.,. genidde Art. a2 en van de voorfz Gerechtigheid van net ^eterTpllatS n?e- Land , Zül OVeibly VCn , Zal WOrden OVer- pen, ««aftrek van peffeeven aan de geenen, aan wien het het Recht van het 6cbUCVC11 acl11 ■ & » Land. — Zelye zal zyn geadjuoiceert , wanneer A^ióotiïZv- de Prinze zal zyn gemaakt door parti- SrdlyRefoi. culiere Schepen, op Commiffie uitge- ao Tuiy i6c2, en vaareii; om vervolgens door de tmiSSmtn Rheeders en GeinterelTeerdens in de tX t03SS! voorfz Commiffie Rheedery, volgens Co- Vz»ndtr dat ter oor- ftume, ofte volgens hunlieder byzonde- VctaghZtSde re Contracten, te worden verdeeld, Generaiitiit, het voo'rïz een tiende t ^ , en êm denim En dat, met opzigte der Prinzen en rrinSffi^ zen-Goederen, door 'sLands Schepen van Oorlog gemaakt, het geene in voegen voorfz, na re wederom fchynt gftre^ van c|e portie van den Admiraal en de omDanfhofeer Gerechtigheid van het Land, zal overblyven, 'it^volrfé zal worden verdeeld als volgt; Perfoon van zyn Dat fxcellentie,entot ^ydormeerch is de Refolutie vart 9 Nov. 1781 daar toe StlSleeS, SfSr^S? SS'aï den grond heeft g?legd, gelyk in margi- eis fr"eordonneerd ; weshalvcn men recht ne ftaat aangeteekend.. ffiSSSfe nn te merken als nog — Maar die Refolutie roerd de quaJftie, ï&crcnde, - ër op dit S^nt% gf- hier boven gemaakt, omtrent de portie van 1,n uvd1 ét «redeeI e van dit *Art., het u-elk den Admiraal, in het geheel met aan. de uortievu den Admiraal co, cerneerd. Danr was mogelyk te minder reden toe , AÏeenVv c heeV n en de voorgemelde vermits haar Hoog Mog. by Refol. van Iz V v nirt r-, de tèoar Itie; en is betrekke- verd dan een reeden te meer op, om de lïk töd» cruïfthPef 'ii c W Refolutie van 2 July tik» te homologee- SSgiljrairi konten in Se Buyt, ren en de Thiende van d^n Admiraal mar van de p rtie van den Admiraal moet aanstonds, en in de eerfte plaats, af te trek Srokken vvorden, ja dan neen; het ken van het deelbaar provenu ; waar dooi wdk daarbv mee » Word gerefblveèrd. «fceflyk die portie gebeneficcerd word* De overige gesfeettens van dit Art. zul- maar ook alle Carillatien voor hec vervolg len minder zwarigheid lyden, aangezien afgefneeden worden ,  C 33 ) ' Dat daar van bevorens zal worden gereformeerd een Buit-Rolle, ingerigt naar proportie van de SoJdyen, welke ieder der OiÏÏcieren cn Manfchappen, by het begin van het gevcgt aan Boord zynde geweeft, ter maand zouden mogen winnen; zoo en in dier voegen, dat de Capitein ofte commandeerende Officier van het Schip vooruit zal genieten het Handgeweer en Buskruid cn de Victualie van het veroverde Schip of Schepen; eil daar en boven in de voorlz Soldy- ofte Buit-Rolle worden getraceerd tegens 200 guldens,smaands — Dat daar by ook zullen worden gebragt de Luit-Admiraal, onder wiens Vloot of Esquader zodanig Schip of Vaartuig zoude mogen behooren, tegens 400 guldens 'smaands, het zy dezeWe Luit Admiraal by het gevcgt tegenswoordig zou mogen zyn geweeft, ofte niet; — de Fice-Admiraal tegens 300 guldens en de Schout by Nacht tegens 250 guldens, voor zoo verre naamelyk de ver wering ter hunner pia:fentie, en door Schepen onder hunne ordres, gefchied zoude mogen zyn; mitsgaders dé Advocaat* Fiscaal van den Raad ter Admiraliteit tegens 2C0 guldens 'smaands, en de Secmaris en Griffier van denzelven Raad, met hun beiden tegens 50 guldens per maand; cn de overige Officieren, Onderofficieren cn verder Volk van Oonoge teegens het montant hunner wezentlyke Soldy e-penningen per maand. Dat voorts, wanneer de Heeren Staaten Generaal hier namaals zouden mogen goedvinden, om op het voorbeeld van hec geen wel eens in vroegere tyden is. gélchicd, tot eneouragement, de Gerechtigheid van het Land aan de Veroveraars a* te ftaan, die zelve Geregtigheid op de hier bovengemelde wyze zal worden' T OVJt £>~ Conform Refol. ?. Novemb. 1781. Uit Refol. 9 November 1781, iri deezen opzigte ge grond op Refol. 21 Maart 1636. —Alsbyw lke laatfte Refolutie aan de Advocaat Fiscaals, uit de Prinzen , by 's Lands Schepen gemaakt, een aandeel word toegefcaan, na rato dat 's Lands Capiteinen m Maandgelden komen te genieten, en verder niet. — Terwyl het genieten van den leftig'.'ten Penning van Prinzen, by particuliere Scheepen gemaakt, by de voorlz Refolutie in advis word gehouden. . . Hoe zeer men hier gevolgd heeft de voorfz Refol. van oNovi 1781, zo begrypt men teffens, 'dat beide de Fiscaal, Secretaris of Griffier, dit aandeel in de Buiten zouden kunnen miffon: eensdeels, om d-t die Bedieningen op haar zeiven bereids lucratif genoeg zouden zyn,'cn anderdeels, om. de portie van de Veroveraars te beneüceeren;  Wgelykt de Art. 50 Inftr 1589 en 1507 De Inftr. van I597 zegt dat de reviftezalgevraagt worden van de Staaten-Generaal, ofte van den Admiraal - Generaal, — dan dit laatfte heeft men uit deezen Articul gelaa:en, vermits zulks in dien tvd zag op een omhandigheid, welke tegenswoordig niet meer plaats heeft, mrmelyk, dat dc StaatenGeneraal niet permanent waren vcrgaderd , - daar en boven ziet men niet, hoe de Admiraal - Generaal, naar de tegenswoord, ge r ractyk, Revifeurs zoude noemen. (*) De Inftr. van 1597 zegd $00 guldens. De Inftr van 1597 zegd zeez en , dog volgens het tegenswoordig gebruik worden 'er agt benoemd. ( 3 < 1 1 Vergelykt Art', io van de Inftr. voor de Adm. in Holland van 1 Is'ov. 1585 en van 19 Febr. 1586. T gerepartitieerd; na dat in alle gevallen de portie van den Admiraal van bet geheel zuiver en deelbaar provenu eener Prinze zal wezen afgetrokken,, gelyk zulks aan het hoofd van deezen Artikel is vermeld, Art. £ 8. Alle Man dam en ten, Proviflen, Appointcmenten, Seinenden en Ordonnantiën, die by de Raaden voorfz. volgens den lalt en inhoud van deeze Inftru&ie, zullen worden verleend, gegeeven, gemaakt, engearrefleerd: zullen volkomen effect, forteeren en reëel of metter daad ter executie worden gebeld, naar haarformen inhoud, by de Deurwaarders of Exploióleurs daar toe te committeeren; zonder dat hem iemand daar van zal mogen beroepen of beklaagen aan eenige andere Rechters; het zy by appel, reformatie of anderzints; behoudelyk nogthans, dat in Civiele zaaken, welkers belang zal excedeeren de fomme van (*) guldens, revifle of proportie van erreur aan de Heeren Staaten Generaal, binnen 'sjaars, zal mogen worden verzogt; welke Heeren Staal ten (door de voorlz Raaden fommierJyk geïnformeerd wezende) zullen committeeren .... Rechtsgeleerden, of andere bekwaame Perfoonen, om als 'Adjunct- Re vifeurs, met die van ien voorfz Raad het Proces te revideeren, en laar in te fèntenticeren, of de Penningen, 'van le Goederen gekomen, den Gecondemneerden :ullen behooren gereftitueerd te worden, of niet; n zal de Revident gehouden zyn zoo veele }enningen te configneeren, als de voorfz Raaien, naar de grootheid van het Proces, voor tunne Vacatiën en die van de voorfz Adjuncen, zullen arbitreeren nodig tè wezen. Art. 39. En op dat de Raaden voorfz middel zouden logen hebben, om al het geene voorfz is, te kun-  kunnen eftecritceren: zoo zullen alle cle Pc; nmgen, die over de Geünieerde Landen zulle procedeeren van de Convoyen en Licenten ofte confiscatien en muleïen ter oorzaake va dien; mitsgaders over Buiten en Pfinzen, t Water inkomende, .of vallende, blyven geë gend en gedefinieerd tot verval van de kofte van den Oorlog te Water, met den aankleevei van dien, en tot dat einde worden gefteld u handen van den voorfz Raade, gelyk deze!vei gefteld worden mits deezen; zonder dat di voorfz Penningen tot eenige andere zaaken zu] len mogen worden gediverteerd. Art. 40* En om alle confuüen in deezen te voorkomen, en om te gevocglyker ordre op de betaaJinge van de voorfz latten van den Oorlop te Water, met het geene daar van dependeert^ te kunnen houden; zoo zullen alle de Penningen, inkomende van de voorfz Convoyen cn Licenten, Confiscatien en Mulcfen, mitsgaders van de voorfz Buiten, Prinzen en PrinzenGoedercn, by de refpeftive Ontvangers en Convoy-meefters worden overgebragt en betaald in handen van den Ontvanger-Generaal van den voorfz Raad ter Admiraliteit; behoudens dat de voorfz particuliere Ontvangers en Convoy-mcesters zullen mogen worden geauthorheerd, om uit de Penningen van hun ontvangft te betaalen zoodanige Tractementen, als op derzelver refpective Comptoiren zouden mogen vallen,, mits daarvan aan den voorfz Ontvanger-Generaal behoorlyke verantwoording doende; welke Ontvanger-Generaal gehouden zal zyn van al het voorfchreevene te verantwoorden, in conformiteit van de Inftructie voor denzelven gemaakt of nog te maaken. ~ En zullen de Raaden voorfz, op dezelve Penningen mogen ordonnecren betaald te worden de laften, vallende op den Oorlog te Water, welke voorfz Ordonnantiën aan den voorfz Ontvanger-Generaal, in deszelfsRec- I 2 ke- \. Item Art 25 ëh iHS Inftr 1589. n En Art. 27 eri 37 inftr. ^597. s En Art. 24 Inftr. q R'',atl van Staate 1601 e Alle fehiftendë • uit haar|loog Mogende Refojutieri •j 'van den 4 April en 23 October 15:2. -» Men heeft uit dit Art. gelaaten 1 het zenden van den Sta at der Con- - voyen cn Lken« ten aan de Staaten. Generaal, het welk waarfchynlyk, in de oude Inftmcties is ge bragt, om dat de reekening aan dei Staaten 'Generaal wierd gedaan; maar. thans zederd onhenglyke tyden in onbruik is ce- • raakt; — en ook ' niet meer nodig is zederd de iiiftciling van de Recke'nkamer, aan welke de reekeningen van den Ontfann;er - Generaal jaarlyks ter verantwoording moeten worden toegezonden, als per volgende Artikel 40. Vergelykt Art. 35 Inftr.' 1589. En Art. 36 Inftr.159.7-  ] ] j Vergelykt Art. 8 Inftr. i Nov. 1585, en 19 Febr. 1 3 586 voor de Hol- • ïandfche Admira- ' liteiten. 1 Item Art. 30 Inftr. 1589. Art. 21 Inftr. Coll. Sup. En Art. 31 Inftr. 1597- 1 Uitgelaaten zyne Excellentie, om de reedenen geallegeerd by Art. 38, daar en boven zou de AdmiraalGeneraal naar de tegenswoordige Conftitutie v..n zaaken, nauwelyks kunnen worden gemoeyd met qiiaMlien, deCon voyenbetrefFende. Vergelykt Art. 24 Inftr. 1589. En Art. 30 Inftr. 1597- Van het flot van dit Art. heeft men afgelaaten de C'laufule , zonder eenig verdrag ofte compo/itie daar over te maaken, of te gedoogcn dat gemaakt worde .; om dat compolitien zederd lange in gebruik zyn; — niet ligteïyk zouden kunnen worden afgefchaft; — en door des kundigen voor nodig worden gehouden. C 36 ) tcning zullen worden geleeden, daar en alzoo iet behooren zal, en in voegen zulks zou moren worden geordonneerd. Art. 41. Zullen voorts meede naarftig toezigt neemen m bezorgen, dat zoo wel de Commifen - Generaal, als andere particuliere Commifen en Belienden van de Convoyen en Licenten, zig draagen en reguleeren naar de ïnftructien, Lysten en Ordonnantiën, hun refpecfive gegeeven of nog te geeven: en dat in den ophef van de voorfz Convoyen en Licenten overal 2en gelyk en en eenpaa.igen voet worde onderhouden; mitsgaders dat het Placaat op de voorlz Convoyen en Licenten, gemaakt of nog :e maaken, in alle zyne pointen en leden ftrictelyk agtervolgd worde; — en indien zy bevonden, dat by eenigen der voorfz Officieren gebrek ofte wandevoir plaats had, en dat dezelven zig niet kweeten naar behooren: zullen zy dezelven aanftonds voor haar ontbieden, om de oorzaak van dien te verftaan, en daarin te voorzien. En zoo zy het zelve niet kunnen remedieeren, zuilen terftond daar van de Heeren Staaten Generaal adverteeren, omme daar in te worden voorzien. Art. 42. En tot dat einde zullen die van den voorfz Raade kennis en berigt hebben over allequaeftien en gefchilien, die binnen de geünieerde Landen zullen komen te ryfcn ter zaake van de frauden en overtreedingen, zoo tegens het Placaat cn Ordonnantie op de Convoyen cn Licenten , ais tegens alle andere placaaten op het zelve fubjeét- geëmaneerd ofte nog te emanee* ren; alle welke zy de plano enfummierhk zullen hebben te decideeren, en uiten met Sententie condemnatoir ofte abfolütoir, gelyk zy naar inhoude van de voor'Z Placaaten zullen bevinden te behooren* Art.  C 37 ) Art. 43. En óm te beter van het devoir van de vöbrfz Officieren, over de Convoyen cn Licenten geheld, te zyn verzekerd, zullen zy den Advocaat Fiscaal in de gewoonte brengen en houden, dar hy, volgens zyn laft en Inftructie, alle maanden tot hem gekryge de liimmiere Maand-Staaren van de Comptoiren, fümmierlyk inhoudende al het geene op dezelve Comptoiren zoude mogen zyn ontvangen, of anders opgc teekend. Alt. 44. De voorlz JRaaden zullen gehouden wezen, om éénmaal in het jaar, ofte zoo dikwils zy zulks anderzints noodig zouden mogen oordeelen, met adfiftentie van den Advocaat Fiscaal, alle de Reekoningen van de Comptoiren, onder hun gezag (taande, te hooren, examineeren, met de Lyften en overgenoomene Biljetten en Acquiten te confrontceren, ende voorts te fluiten; cn zullen tot het zelve einde de Commifen-Generaal van de refpective Quartieren by zig ontbieden, om daar over gezamentlyk en over de zwaarigheden, welken op het Stuk van de voorfz Reekeningen zouden mogen ontftaan, te worden gehoord. De Raaden voorlz zullen daar tegens pertinent Regifter doen houden van alle Ordonnantiën , die by hun daar op gedepêcheerd zouden mogen worden, om daar by ten allen tyde den Staat van derzelver Comptoiren te kunnen weeten. teit behoorde weder te geeven, om het zelve waarlyk van «ut te doen zyn. De Contra-Boeken van de Contrarolleurs heeft men uit dit Art. gelaaten, vermits die Amptenaaren op' verfcheiden Comptoiren niet meer voorhanden zyn, cn mogelyk geheel gemift zouden kunnen' worden. De Raadth -voorfz &c: Conform Art. 35 Inftr 1597. Vergelykt Art, 31 Inftr: 1^89. En Art. 32 inftr. 1597- Het afgeeven vaa fummiere MaandStaaten is in gebruiken ook vol doende. Vergelykt Art. 32 Inftr. 1589. . En Art. 33 Inftr. I597- Dé Inftr. van 1597 fpreekt van het exafnineeren der Reekeningen alle maand ; het tegenswoordig gebrengt mede dat zulks jaarlyks gelchiedde , en uit word voldoende geoordeeld. Men heeft de Commifen -licneraal daar by doen' adfifteeren, om dat men begrypt, dat het voor den Advocaat-Fiscaalmoeyelyk valt, alle details te examineeren ; en dat daar en boven g. en gefch ikter Perfoonen daar toe voorkoomen als de Commifen - Generaal ; een Ampt, aan welk men zyrï vcrloorene activï-  C 3* ) Nietig, Nieuw. Art. 45. En aangezien de Inkomften, procedeerende van de Convoyen en Licenten, aan de Raaden voorlz zyn ter hand gefteld, niet alléén 0111 daar uit te vinden de koften tot verval van den Oorlog te Water; maar ook tefiens, om door eene eenpaarige adminiftratie de voorfz Inkomftente beneficeeren, wanneer zulks zal kunnen gefchieden zonder krenkinge of bezwaarnifle van den Koophandel: zoo worden de voorfz Raaden by deezen gelaft^geauthorifèerd, om, met adfiftentie van de Commifen - Generaal, ernftiglyk gade flaande de veranderingen en verbeteringen , welken, ten voordeele van de gemeene zaak, in de Lyften der Convoyen en Licenten, bereids gemaakt ofte nog te maaken, zonder merkelyke krenkiuge van de Neering, Koophandel en Navigatie, zouden kunnen worden geïntroduceerd: welke middelen ook zouden kunnen en behooren te worden in het werk gefteld, om den verloop en de diverfie van de Neering en Koopvaart deezer Landen te verhoeden: dien aangaande, met hy voeging van hunne confideratien en ad vis, zoodanige voorftellen aan de Heeren Staaten Generaal te mogen doen, als zy tot bereiking van de voorlz heilzaame oogmerken, van tyd tot tyd, zouden meenen te behooren-, — alles ten einde de voorfz confideratien en ad vis een onderwerp van deliberatie by de voorfz Heeren Staaten Generaal, en den Staaten der refpective Provinciën geworden zynde, daar op vervolgens zodanig zou kunnen worden gerefolveerd, als tot meeften nutte van de algemeene zaak zou mogen worden geoordeeld te behooren. Art. 46. En ten einde zig daar toe te beter in ftaat te Hellen,-zullen de Raaden voorfz bezorgen, dat een pertinent Regifter worde geformeerd en  en gehouden op de Boeken der Convoyen ën" Licenten, wegens de inkomende en uitgaande Goederen; ten einde daar uit, door den tyd * zoo na mogelyk, met een opflag van het oog * zou kunnen blyken van den aanwafch of vermindering van doezen ofte geenen tak van den Koophandel; en ten einde teffens daar door zoude worden te wege gebragt, dat, op zekere en ontegenzegbaare gronden, de waarde van deezen ofte geenen tak van Commercie; het belang van den Lande by het al of niet verkenen van Vrydommen; en de importantie deiNegotie met het eene Ryk ofte Natie boven de andere, gcwifïelyk zou kunnen worden afgemeeten. Art. 4?, En vermits de ondervinding van veele jaaren her waards heeft geleerd, dat de voorlz Inkomften van de Convoyen en Licenten niet toereikende zyn, om uit dezelven te vinden alle de koften van den Oorlog te Water, met den aankieeven van dien: zoo zullen de voorfz Raaden gehouden zyn, voor het uiteinde van ieder jaar, aan de Heeren Staaten Generaal over te brengen een Memorie calculatief, houdende, zoo na mogelyk zulks zou kunnen gefchieden, den ftaat en de begrooring van zoodanige fomme, met het employ van dien, welke boven de Inkomften der Convoyen en Licenten, ofte anderen, tot de eindens en in ftandhouding van 's Lands magt ter Zee, voor het daar op volgend jaar, zullen moeten worden geëmployecrd; ten einde de lieeren Staaten van de refpective Provinciën daar in, het zy met het brengen van dezelve fomme op den jaarfykichen Scaat van Oorlog, het zy by Petitie, zouden kunnen voorzien. niet met het Rapport van dc Commiffie, waarin gezegd word , dat door bet brengen van een poft op den Sta.t van Oorlog, alle Petitiën zouden vervallen, — het ziet hier op Ocrlogs tyden; waar van extraordinaris Equipagien, en dus ook extraordinarii Confenten, het gevolg moeten zyn. K 2 Art. Dit Art. is gefield in de plaats van Art. ao der Inftr. 1589 en 1597- Men heeft gemeend, dat dit Arr.moeft vloeyen uit de inrigting die de Commiffie in haar Rapport voor de Admiraliteit heeft voorgeflagen ; — daar door zou de waare ftaat van het gantfche werk van de Zee telken jaare aan de Bondgenooten bekend raaken , vooral , wanneer men deeze Memorie of Petitie vervolgens combineerd met de verantwoording, die dc Admirali. reit telken jaare van deuitgefchoote Penningen zal moeten geeven, volgens het Art. 40 hier boven. Spreekt men aan het einde van dit Art. van een Petiik : zo llryd zulks  i Nieuw, Vergelykt Au 55' Inffr; 1589. Art 57 Inftr. 159; Zie Art. 21 Ihfti Raad vaii Staate 1651 Zie ook Refol Raad van Staat van 10 Nov. 1651 Men heeft d< Inrtruciie met dit Art. gea'mplieerd; — En de praétyk ■> in di Art. befchreeven is ov'ereenkomftij met het tegenwoordig gebruik met opzigt tot de Ordonnantiën van den Raad van Staaten Die praftyk leeverd een goeden grond van verantwoording op. Genomen uit Art.54J.nftr. 1597; dog; eenigzints geamplieerd. Byde Jnftr. van 1597. gefchied de öanftelling der Cherchers met advis van den Comfnis-Generaal^ — maar, voor zoo veel men heeft kunnen geïnformeerd worden, is zulks zederd lange in onbruik.—- C 40 ) Art. 48. Alle Ordonnantiën van betaalingen zullen : geteekend worden by drie van de voorfz Raa1 den, wezende van verfcheide Provinciën, en : by den Secrctraris; ofte by abfentie van dien, '. by den Griffier van den Raad; en geene Or. donnantien van betaalingen zullen van waarde worden gehouden, dan die geteekend zullen zyn als boven, met de Notule van RegijïratA \ Folio Tali daar op gelteld. Des dat be- : vorens by de Declararien, waar voor Ordonnantie word gevraagd, zullen worden gevoegd alle _ de Behoeftens, Bellekken en andere Befcheiden, tot de Ordonnantiën behoorende, en tot welker zaaken dezelven worden verleend; ten einde dezelven alzoo mogen worden gezonden aan de Generaliteits-Reekenkamer, om in dezelve ook geëxamineerd en gevifiteerd, of, naamelyk, het Land wel gehouden zyin de Partyen, waar van de Ordonnantiën fpreeken; ende vervolgens van daar weder naar den Raad ter Admiraliteit gezonden, en aldaar de Ordonnantie als dan verleend , gedepêcheerd, en laatitelyk wederom in de Generaliteits-Reekenkamer gezonden, om te worden geregiftreerd; zonder al het welke de Ootfanger-Generaal van den Raad ter Admiraliteit geene betaaling zal mogen doen, op poene van royeering. Art. 40. De voorlz Raaden zullen Hellen en committeeren, hovende Equipagie-meefters, den Conftrucleur Generaal en de Onder Conftruéteurs, waar van in de Articulen 14 en 16 deezer Inftrucfie bereids is gerprooken; dc Vendu-meesters , de Deurwaarders, daar zulks behoord; de Bodèns en alle de Bediendens tot derzelver Vergadering behoorende; mitsgaders ook de Cherchers in de refpective Quartieren, zoo wanneer dezelven zullen komen tc vaceerén. Art1.  ( 4i ) Art. 50. En zoo wanneer de plaatfen van Advocaat Fiscaal,. Ontfanger-Generaal, van den Secretaris ofte Griffier; van de Ontfangers ofte Con tfarolleurs, zullen komen te vaceeten; zuller de voorfz Raaden twee andere bekwaame Per f bonen nomineeren, en die aan de Heercr Staaten Generaal prefenteeren, om een daai van te kiezen en te committeeren. Art. 51. De voorfz Raaden zullen bezorgen, dat alle Admiraals, Vice-Admiraals, Schouten by Nacht, Capiteinen en verdere'.Ofiickren ter Zee, mits gaders al het Volk te Water, zullen zweeren en belooven, de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, die by de Unie en haiicïhoudinge van de Gereformeerde Religie zullen blyven, gehouw en getrouw te wezen, en dezelven , onder het gebied van Zyne Hoogheid, als Admiraal-Generaal, getrouwe!yk te dienen; en dat zy-luiden den voorlz Heeren Staateri Generaal zullen obedieeren, volgens het Formulier van den Eed voor het Völfe te Water, reeds gearrciTeerd ofte nog te arrelteeren; — en dat zy boven dien ook zullen beloven en zweeren, de bevelen van den Admiraal-Generaal, en voorts alle andere Hoofden; over hen-lieden te ftelien, te gehmrzaamen naar behooren. Art. 52. De Gagien van de Raadeil worden gelaaten ter dispofitie van de refpective Provintien, waar uit dezelven gezonden worden, en waar meede zy zig zullen moeten te vreede houden, zonder dat zy eenige extraordinaris koffen tot laffe van den Lande zullen mogen brengen, uitge- j nomen de Reis- en Dag-gelden, wanneer zy 1 inCommiffien, buiten de plaa'te der Refidentie 1 L van; Vergelykt ArÊi 55 ÏUUti 1589. . Contrarolleurs^ zoo die blyven» Nien-'x. Getrokken uit Art 16 inftr. Raad van Staate 1584, cn. uit Art. 27 vim die van 1651. mntatis mutandis. Men heeft gemeend , dat al het Volk te Water den Eed aan de Generaliteit cn aan den Admiraal-Generaal behoord te prxllecrem Vergelykt Art 29 Inftructie Colli Sup: Art. 54 Inftr. 1589. Art. 53 Inftr. [597. welke men niet revolgd heeft, als net meer tocuas'elyk. Maar men heeft gemeend te kunïen volgen het ^rt. 44 Inftr. Raad  Van Staate 1.651, waar meede het eerfte gedeelte van dit Art. accordeerd. — Zulks Was ook al , op dien voet, door Holland ter Generaliteit voorgeslagen op den 27 Febr. 1601. En als &c: Uit Art. 30 Inftr. Coll. Sup. * Vergelykt Art. 58 Inftr. 1589. En Art. 60 Inftr. 1597- Dit Art is zamengeüelduit Art. 32 inftr. Coll. Sup. Arr. g% Inftr. Raad van Staate 1651 En Refol. Vloog Mogende 8 Aug. 1687- Alle eenjgzints geamp.ieerd en geïterkt. C 36) Vaii den Raad, zullen wezen geëmployeerd, volgens de Reglementen, die daar op zullen worden gemaakt. En als een van de voorfz Raaden mogt komen te overlyden, ofte zynen Staat te vei laaten, zal by de Provintie, waar uit hy gezonden is, eenr ander bekwaam Perfoon , den Siaaten-Generaal aangenaam wezende, genomineerd, en by de Staaten Generaal gecommitteerd worden. Art. 5-3. De Raaden voorfz zullen ten aanvang van hunnen dienft, zig by Eede zuiveren, dat zy, om denzelven dienft te bekomen, geen Geld olie GeJds-waarde, ofte iets anders, hoedanig het ook zoude mogen wezen, hebben gegeeven ofte beloofd; diirclelyk of indireételyk, ofte in eenige maniere, bedektelyk of onbedektelyk; —— ende voorts beloven en zweeren in handen van de Heeren Staar en Generaal f ofte derzelver Gedeputeerden, te wezen gehouw en getrouw de hooggemelde Staaten Generaal van de Provintien, die in de Unie , en by de handlioudinge van de Waare Chriftelyke Gereformeerde Religie zullen blyven; en dezelve Heeren Staaten Generaal en den Heere Admiraal - Generaal, conform hunnen laft en Inftrucfie, zullen refpecleeren en gehoorzaamen, naar behooren; — en zullen by Eede renuntieeren aan alle particuliere Correfpondentien, het zy met de Provintien, Steden of private en particuliere Perfoonen, voor zoo veel het zelve den Gemeenenbeife hinderlyk mogte wezen; — en dat zy, zonder faveur ofte aanzien te neemen op de Provintien, Quartieren, Steden ofte Perfoonen, waar uit zy zyn geboren ofte verkoren, of daar zy zullen refideeren, ofte het particulier profyt van dezelven, ofte van iemand anders; ende aileenlyk voor oogen hebbende de Eere Gods co. de welvaart en con* lervatie der voorfz Landen ende de gemeene zaaken: alle zaaken hunnen laft raakende, di-  rigecrcri zullen, en een iegclyk recht en jufbtie zullen doen en adminiitreeren, als naar behooren, ag'.crvolgends de Placaaten cn de Ordonnantiën, gemaakt of nog té maaken; —* mitsgaders alle de Amptenaaren, Officieren en Bediendens, onder hun bewind ofte bedwang llaande, met alle zorgvuldigheid ende naarftigheid, ordonneeren en bedwingen, hun meede naar de voorlz Placaaten, Ordonnantiën en hunluider Inftruclien te reguleeren; dat zy zig nier zullen regulcCren, ofte in eenigen deele obtempereeren aan eenige bevelen, oppofitie, rdiftentie of anderzints * wat het ook zoude mogen wezen , die hun zoude mogen worden gegeeven, of gedaan, by, of vm wegen de Heeren Staaten van eenige Provintien, of de Magiilraaten van eenige Steden, afzondérlyk zonder Refolutie van haar Hoog Mogende,of contrarie aan het Placaaj: en Ordonnantie op den ophef der Middelen te Water; maar van de voorlz beveelen , oppofitie, refiftentie, of wat het ook zoude mogen wezen, aanftonds kennilfe te zullen geeven aan haar Hoog Mog., [cn aan Zyne HoogheidJ en dien onverminderd, en niet tegenftaande de voorfz bevelen, of oppofitie, refiftentie, of anderzints, hun, voor zoo veel in hun is, praecüelyk te zullen gedragen naar het voorfz Placaat en Ordonnantie, zonder eenige difïimulatie ofte conniven- tie. Dat zy voorts niet zullen ontdekken, nogte reveieeren eenige Communicatien5 Deliberatien ofte Refolutien, in den Raade vallende, die behooren fecreet gehouden te worden; — dat zy niet ten dienften zullen Wezen van iemand * nogte ontfangen en genieten eenige Penftoeneri van dezelven, nogte eenige giften en prefenten, by den Waereldlyken Rechter verboden; —H dat zy niet zullen rheecien in eenige Schepen, ten vrybuit vaarende, nogte ook koopen of doen koopen eenige Buit-Goederen of Ordonnantiën » Aftien, Q-edifcn ofte andere Goederen, die de' gemeene zaak toekomen, ofte fchuldig zal mogen wezen, nogte met iemand part of déél frt L 2 een* Dat zy zig &e J ot het woord ton', ü-venlie: uit haaf loog Mogende iciolutie van d \ug. 1687; ë [En aan ZyrU Hoogheid"] bygevoegd.  Uit Art. 100 ffr. 1597, C 44 ) eenigen van dien hebben; —*— dat zy meede directelyk, nogte indirecMyk, zullen heb eenige portie of deel in eenige Pachten ol Collecten van Convoyen of van Gemeene Middelen, nogte ook aan eenige leevcringe van Mout, Kruid, Scherp, Gefchut, Hennip, Wapenen, Victualie, Koopmanfcriappen ofte Waaren, hoe ook genaaamd, die aan de gemeene zaak verkogt zullen worden, ofte de gemeene zaak aangaan; en dat zy zig prsecifelyk zullen reguleeren naar den inhoude van deeze Inftrucfie, en van ieder Artikel van dien, even als of alle dezelven in deezen hunnen Eed ofte belofte, van woord tot woord, op nieuw Honden geinfereerd; ten einde dezelven zorgvuldig te obferveeren cn daar naar te leeven* en wyders doen het geene goede en getrouwe Raaden ter Admiraliteit, op eere,pligt, ende conferentie , gehouden zyn te doen. Art. 54. Alle welke Pointen, Ordonnantiën en Artikelen boven vermeld, de hooggemelde Heeren Staaten verffaan, dat by een iegelyk, die het behooren en aangaan zal, in zyn refpecf onderhouden en agtervolgd zullen worden; aan zig referveerende de interpretatie, voor zoo verre in dezelven eenige duifierheid moge zyn gelegen; en ook de veranderinge 3vermeerderinge en verminderinge van dien, telken reize, en alzoo hoogflgedagte Heeren Staaten Generaal het zelve, naar gelegendheid van tyden en zaaken, nut, oirbaar, en dienttig zouden mogen bevinden. Aldus gedaan, enz. (Onder Hond) Accordecrd met de Minute. (Was geteekend) J3, P. van Lelyveld. Secret. Con-  C 45 ) Concept InRvü&le voör den Raad en Advocaat Fiscaal by den Raad ter Admiraliteit der Vereenigde Nederlanden, Art i. F}£ Raad en Advocaat-Fiscaal by den Raad ter Admiraliteit der Vereenigde Nederlanden zal hebben acces en toegang tot den voorfz Raad; en zal, zoo dikwerf deszelfs advis ofte praadvis zal worden gevraagd, alle Deliberatien, in den Raad vallende, daar door helpen bevorderen. Zjo nogthans, dat hem zal vryftaan, op eCnige voorkomen e zaaken, te verzoeken, dat bevorens eenige deliberatien daar op worden aangelegd, dezelven worden gefield in zyne handen, ten einde, na ryp onderzoek, daar op den Raad te dienen van deszelfs confideratien en advis — Alle zodanige zaaken, in allen gevalle, uitgezonderd, waar van by hem de calange en aanipraak zal zyn gedaan, of waar in hy z/g van wegens de gemeene zaak parthy zal moeten fteJlen. Art. 2. Zü voorts fcherpelyk toezien, dat, in conformiteit van den Artikel 13 van de Inftruetie van den Raad ter Admiraliteit; geene Partiej liere ofte Vrybuit - Schepen uit dezen Landen vaaren, zonder behoörlyke Commiffie var den Heere Admiraal-Generaal, met de attaché van den voorfz Raad, daar toe te hebben veikreegenj Borgtogte gefield, en behoorlyke Eed te hebben gedaan. — Dat mede in d.rzelver toeruftinge niet rheeden, part of deel hebbeii, direcYchk of indirectelyk, eenige van den Raade, de Secretaris, Griffier, de Véndumëëïlér^ nogte de Bediendens van dc Admiraliteit, nogte gehemllyk eenige Officieren ofte Krygskü' de'n ter Zee, van wat' rang dezelven zoudëïi Vergeivkt Arfc 66 Infïr. 15^9 . En Art. 68 Inftruetie 1597. Adzv,<)tït pra> advis. De Inftr. vari 1589. zegd advï' Jitrtn. Die vari 1597.. zegd dclibtrativh bevorderen. , Men heeft génie -rid dit Art. als in den text te kunnen veramieren ; — éérdeels, om d -r het i n den Raid rri it v y'ftajiö , het advis van den dVoc aat-r iscaa 1, A of niet, te vragen ; —— anderdeels, om dat g;cti begrypt, dat 'cr t zo'-dvn ge zaïkcrt kunnen voorko inen , waa op het dienltig zv, dat de Advo< aat Fiscaal, na behoor 1' k onderzoek; den Raad pxi.ad' vijecre Vergelykt Arè. 67 lnfir 158Q... En Art. 69. li- ftrucue 159.;,  Verpelykt Art. 68 Inftr. 1589 En Art. 76 Inftr. *597- Men heeft uit dit Art. gelaten de ordre om niet te mogen componeren , om de ree • denen, gealle gueerd op het Art 4a. van de Concept Inftruetie. Vergelykt Art. 69 Inftr. 1589. En Art. 71. Inftruetie 1597. Dit Art. is gefchoeyd op het 26 Art. van de Concept Inftruetie. Nïeww, Steunende op het geprojecteerde ia de Commiffie (4ö5 mogen wezen; denwclken, als ook den voorfó Advocaat-Fiscaal zulks by bet 23 Art. van de gemelde Inftruetie is verboden; op poene voor alle dezelven van te verbeuren hunnen Staat en Officie, en op verbeurte van al het geene zy tot dezelve Rheedery zouden hebben bekoftigd, ofte tot hunnen bate zoude mogen zyn ingekomen. Art. 3. Zal mede nacrftig onderzoek doen, om in alle geïnterneerde aótien, de Admiraliteit raakende, te verneemen, het geene tot voordeele van de gemeene zaak zal mogen dienen; -— en voorts mede te onderzosken waar de geenen, die Onze Placaaten, (waar van de kenhüTe aan die van de Admiraliteit word gegeeven,) hebben overtreeden; ende die bevonden hebbende, zal hy tegens dezelven procedeeren, volgens de voorlz Placaaten; zig voorts naar dezelven reguleerende in het doen van de aanlpraaken en advertentie aan de Heeren Staaten Generaal. Art. 4, Zoo haaft als 'er eenige Buiten ingebragt worden, zal de voorfz Advocaat-Fiscaal zorge draagen, dat volgens inhoud van het 26 Art. van "de Inftruetie van den Raad ter Admiraliteit, zonder verzuim in zyne handen worden overgebragt, alle de Scheeps Papieren, CharteParthyen, Brieven &c. by den voorlz Scheepe wezende, ten einde hy tot préparatoire informatie zoude mogen procedeeren, om fchriftelyk in den Raad te worden overgebragt; om verder daar in naar bevind van zaaken te doen, als zouden moeten behooren. Art. 5. In alle Krygsraaden, welken door Zyne Hoogheid, den Pleere Admiraal-Generaal zou- den  C 47 ) den- mogen worden benoemd over eenige 0% eieren oire Krygsluiden ter Zee, welke zig iri zaaken van dienlt, of" uit hoofde van 0nïfan> gene ordres, zoo van de Heeren Staaten-Generaal, ofte den Raad ter Admiraliteit, zoude mogen hebben te buiten gegaan; zal het recht van de hooge Overigheid waargenomen Worden door den voorlz Advocaat-Fiscaal, zoo dikwerf de voorfz Krygsraaden gehouden zullen worden ter plaatfè daar de Raad refideerd; ~ cn, zoo elders, naar deszelfs convenientie; des, dat zoo wanneer de gemeene zaake hem niet zoude toelaten zig buiten de reüdentie van den Raad, tot het bywoonen van zodanige Krygsraad, te begeeven, door den Raad ter Admiraliteit, als dan daar toe een ander bekwaam Pvcchtsgeleerde, met communicatie van den voorfz Fiscaal, zal worden benoemd en gecommitteerd, die daar in het Officie-Fiscaal zouden kunnen vervangen: — en zullen gehouden zyn tegens de Bcfchuldigdens te procedeeren volgens de Ordonnantiën en Placaaten van den Lande, bereids gemaakt ofte nog te maaken. Art. 6, Ën om tc beter verzeekerd te zyn van het devoir van de Officieren over de Convoyen en Licenten gefield, zal dc voorfz AdvocaatFiscaal zorgc draagen; dat hy alle maanden tot hem gekrygc de iiitnmierc MaaildRaatcn van de Comptoiren, flaande onder het gezag van den Raad; fummierlyk inhoudende al het geene op dezelve Comptoiren zoude mogen zyn ontfangen of anders öpgeteekend; —— ten einde, wanneer de Raaden ter Admiraliteit, volgens het 44 Articul van dc Iniiiuctie voor den Raad, zouden mogen nodig oordcclen te vacccrcn tot het hooren, exaiiiincercn en fluiten van de Reekeningen van de refpective Comptoiren, de voorfz Adcocaat Fiscaal bchoorlyk onderzoeke, of eenige fauten in de voorfz Reekeningen, ofte fraudes daar omtrent M 2 zou- Vergelykt Ari 72 Inftr. 1597. Zie Art. 43 e: 44. van deeze Concept-Inftruetie.  Vergelykt Art, 'o. Inftr. 1589. En Art 77. In'tructie 1597. Vet%eiykt Art. Kieuw'. c 48 ) zouden mogen zyn begaan, om dezelve te doen redreffeeren, en des noods te calangeeren naar behooren. Art. 7. Alle zaaken de Admiraliteit, mitsgaders de Contraventien van de Placaaten of Convoyen en Licenten raakende, zullen by den voorfz Advocaat-Fiscaal geïnftrueerd, geïnftitueerd, en ten uiteinde beleid, vervolgd en bedingd worden; en tot dat einde zal de gemelde Advocaat Fiscaal van de Commifen-Generaal ontfangen de Informatien, verificatien en de Stukken van het geene by dezelve Commifen-Generaal en dc Cherchers zal wezen agterhaald, welken onder den Advocaat-Fiscaal zullen blyven befuften. Art. 8> De Gagien van den voorfz Advocaat-Fiscaal zullen zyn van guldens in het Jaar, welke hem by quartiere van drie tot drie Maanden, door den Ontfanger-Generaal, op Ordonnantie van den Raad zullen worden betaald; en zal daar en boven genieten zodanig aandeel in alle confiscatien, mulcten en poenen, die ter oorzaake van de Coni ra ventien der Ordonnantiën, Inftruétien en Placaaten op het ftuk van de Convoyen en Licenten gemaakt, zullen Worden gedecreteerd, al^Jo>y Haar Hoog Mogende Refolutien op ftuk bereids is, of nog zoude mogen worden geftatueerd, » en welk aandeel genomen zal worden na dat eerft de gedaane koften zullen worden afge-^ trokken, Art. 9. En zal boven het voorfchreeve Ampt van Raad en Advocaat - Fiscaalgeen ander Ampt ofte Bedicninge, hoe ook genaamd, mogen bezitten; en zal by het aanvaarden van eenig ander Ampt ofte Bedieninge, Steedelyk, Provintiaal, ofte van Geneialitekswege, gehouden wor-  C 49 ) , r i worden * ffiettèr daad zelve, het voorfz Ampt van Advocaat-Fiscaal te hebben vei laaten, en daar toé vervolgens niet verders worden geadmitteerd. Hy zal voorts zyne Vatte Woon- plaatfe hebben ter plaatfè daar de Raad refiiecrd, en goed en pertinent Boek hóuden van alle zaaken; hy zal zig ook uit dc voorfz Plaats niet mogen begeeven, zonder content van den Heere Admiraal Generaal; ofte by deszelfs abfentie, van zynen Reprsêfentarit in der tyd; ofte by abfêntie of non-aanweezigheidvan dien, van den Heer Praefideèrende in den Raad. En by abfentie van den voorfz Advocaat-Fiscaal, zal deszelfs Bediening door den Secretaris van den Raad worden waargenomen. Art. io. De voorfz Advocaat-Fiscaal zal voorts Eed doen, als voor de Raaden ter Admiraliteit by het 53 Articul van derzelver Inftruetie is geordonneerd; in ailes mutatis mutandis; en in plaatie van Recht en Jujiitie te zullen doen en adminiflreeren, - ( dat hy de Rechten, Jurisdictiën, Prctëminentien en Hoogheeden van den Admiraal-Generaal en van de Admiraliteit zal voor ftaan en befchermen; zonder te gedogen, zoo veel in hem weezen zal, dat die by ymand worden geïnfringcerd ofce verminderd; cn Zal voorts zweeren en beloven, deeze zyne Inftruetie te zullen agtervolgen, mitsgaders de Inftruótie voor den Raad ter Admiraliteit, voof zoo veel hem aangaat; even als of al het zelve in deeze zyne Inftruetie van woord tot woord ftond geïnfereerd, en vervolgens alles te doen, het welk een goed en getrouw Advocaat-Fiscaal van de Admiraliteit toeflaat en behoord te doen, (Onder ftond) Accordeerd met dé IMinute. (Was geteekend) B. P. van Lelyveïd. Secret. N €on> Vergejyfct Art! 71 Inftr 1589 En Art 78 Inftruetie 1597. Zie Art. 4 vari leeze Concept» Inftructie. Vergelykt Art 73 Inftr. 1589. En Art. 80 ïflïru&ie 1597»   Concept - InftruóHe voor den Secretaris (en Griffier) van den Raad ter Admiraliteit der Vereenigde Nederlanden, Art. i. J^Ë Secretaris by den voorfz Raad ter Admiraliteit zal naarftig zorge draagen, om alle Stukken, Munimenten en Papieren, den Lande aangaande, mitsgaders van den Procesfen, die in den Raade by den Litiganten gediend en overgelegt zullen worden, wel en getrouwelyk te bewaaren, in goede ordre, en elk verfcheiden van den anderen te houden in de Griffie van den Raade; op dat, zoo wanneer men met eenige van dien te doen mag hebben, dezelve terftond by der hand mogen zyn» — En zal mede naarftig bezorgen, dat van alle Onze Refolutien, Ordres, Placaaten, Ordonnantiën enz., welke door Ons aan de refpecfive Collegien ter Admiraliteit tot dus verre zyn gezonden of aanbevolen geweeft * en voor zoo verre dezelven niet zouden mogen zyn vervallen ofte ingetrokken, een pertinent Regifter worde gemaakt, volgens het Voorfchrift van Onze Refolutie , op huiden gearrefteerd. En zal ook van alle Befoignes van importantie, als van Commiffien, Inftruclien, Placaaten, Refolutien, Ordonnantiën als anderfints, goede en pertinente Notitie en diftin&e Regifters houden. Art. 2, Zal voorts ter beftemder uure altyds maaken de eerfte te zyn in de Vergadëringe, ende de laatfte die fcheide; en Zal gehouden zyn zig wel en getrouwelyk te gedraagen, naar uitvvyzens deezer Inftmclie, en van die van den voorfz Raad ter Admiraliteit in alle PoincTen hem eenigfints aangaande, en daar hy eenige vprderinge in kan doen. Zal van dage tot dage van N 2 allé (oïGriffièr.) Conform Art. 59. Inftr. 1589, voor de 4 Coll. en Art. 61 Inftr. 1597- . Ën 'zal mede &c. nieuw. Men voelt, dat 'dit een zeer mocyelyk werk zal weezen, — maar, men zal ook beKennen, zeer nuttig , en haaft onontbeerlyk, indien de vyf Collegien ter! Admiraliteit tot dén Ligchaam wierden gebragt, ■En zal ook ge. conform Art. 63 Infttuclie 1s89.cn Art. 65 Inih-uctiö 1597.. Conform Art. 60 Inftruetie 1589. en Art. 62 Inftr-; i597.  Confofrrn Aft 61 Initruftie I48s en Art. 63 Inftl 1597- Conform Art. 62 Inftruetie 1589 en Art. 64 Inftr. Conform het eerfte gedeelte van den Art. 64 Inftr. 1589 en Art. 66 Inftruetie ^597. „ , . (sO &lle Refolutien, die in den Raade genoomen zullen wordenj goede, pertinente en regevaardige Notitie houden, met aanteekening der pnefeiite Leden, die daar over geweeft zullen zyn; ende en zal geene Refolutien aanteekenen op het vermaanen van eehen of den andéren, ten zy alvoorens behoorlyke Omvraage daar over zy gedaan, ende dat by de meefte ftemmen zulks gerefolveerd zy. Art. 3. Zal bezorgen, dat alle Depêches uit de voorfè ! Refolutien vallende, terftond, en zoo haaft eenigfincs mogelyk word, zonder uitftel gedaan , geparapheerd, geteekend, en daar dezelven behooren, uitgezonden worden; be- houdelyk, dat hy geene derzelver en zal uitzenden, zonder bevorens in den Raad gezien en geleezen te zyn; ten ware in noodzake, in welken gevalle zullen dezelven op de Paraphure van den in der tyds prsefideerende, uitgezonden mogen worden, zonder vóórgaandé Refumtie in den Raade. • Art. 4. Zal mede alle particuliere Sollicitanten, eenige Refolutie verkreegen hebbende, terftonds afvaardigen, en niet lange laten naloopen om haare Depêches; en zal hem van dezelve Depêche te vreede houden met den taux daarop gefteld, of als nog te ftellen, die hy Parthyen gehouden word te verklaaren, zonder denzelven meerder af te neemen, directelyk, of indireeteiyk, Art. 5. Zal zig voorts in alle ftiilïgheid, gehoorzaamheid en getrouwigheid dragen jegens die van den Raade; zig onthoudende in het minfte te ontdekken, of reveleeren het geene in den voorfz Raade gepaftéerd, of by iemand geproponeerd zal mogen zyn; en zig voorts in zyn Ampt getrouwe-  , C 53 ) welyk kwyten; doende en effec"r.ueercnde alle het geene hem bevooien en betrouwd zal zyn, in de belle forme en maniere, gelyk het zelve ten mecften dicnften en profyte van den Lan* de zal kunnen gefchieden. Art. 6. De Gagien van den voorfz Secretaris zullen zyn van Guldens in het jaar; wel¬ ken hem van drie tot drie maanden betaald zullen worden door den Ontfangcr-Generaal van den Raad ter Admiraliteit op de Ordonnantiën van den voorfz tlaad; cn zal daar en boven genieten zoodanige Emolumenten en Leges, gis* gezien het Advis van den voorlz Raade, by den Staaten - Generaal, denzelven zal wórden toegelegd, ten aanfchouw van de zaaken, die zullen voorvallen, om zig eens voor al daar na te regüleeren. Art. 7. Ën zal boven het voorfz Ampt van Secretaris by den Raad ter Admiraliteit, geen ander Ampt ofte Bedicningc, hoe ook genaamt, mogen bezitten ; en zal, by het aanvaarden van eenig ander Ampt ofte Bedieninge, Steedelyk, Provinciaal ofte van Generaliteits wege, gehouden worden metter daad zelve het voorfz Ampt van Secretaris te hebben verlaaten, cn daar toe vervolgens niet verders worden geadmitteerd. «-> Hy zal voorts zyne vatte woonplaatfe houden ter plaatfè der Refidentie van den Raad, cn zig uit dezelve niet mogen abfenteeren, zonder voorgaand corner, t, gelyk by den 4 Art. van de Inftructie van den voorfz Raad zulks is geftatueerd. Art. 1 Öe voorfz Secretaris zal doen gelyken Eed , als voor die van den voorfz Raade is geordonneerd, en in alles muiatis ma tanais; —- en voorts zweeren en beloven van deeze zyne In- O ftruéfj'e 1 Conform Art.. 64 Infirucrie --;! Art 66 Inft ücrie. 1597. Nieuw. {oiGriff.tr.) Conform Aft. 65 Inftruétie eh Art 67 Inftr. -597-  ftru&ie te zullen agter volgen, mitsgaders de Inrtructie voor die van den Rade voorfz, voor zoo veel hem aangaat, evenals of al het zelve in deze zyne Inftruétie van woord tot woord ftond geïnfereerd. En vervolgens, van alles te doen, dat een goed en getrouw Secretaris fchuldig is en behoord te doen. (Onder ftond) Accordeerd met de Minute. (Was geteekend) \ B. P. van Lelyvekl. Secret. Pro  C 55 ) Pro Memo na 9 ofte Bylaage van de Concept■- Inflruèie voor den Raad ter Admiraliteit % houdende eenige Poin&en, zvel* jfofö onder anderen, als Ingreai enten zouden kunnen orden gein f er eerd in de Refolutie van haar Hoog Mog. waar by de vyf Collegien ter Admiraliteit tot één high aam zouden moeten worden gebragt. Waar op gedelibereerd, &c. "| JVN aangezien al het voorfchreevene de refpec\jj tive Collegien ter Admiraliteit zullen moeten worden en blyven gelicentieerd en gcmoitiiicecrt uïterlyk . . maanden na dato van het neemen van deeze Refolutie, of zoo veel eerder als zulks zal kunnen gefchieden: zoo zal de Pvaad ter Admiraliteit der Vereenigde Nederlanden worden aangefchreeven, gelyk dezelve aangefchreeven word by deezen, om, met poflpofitie van alle andere min importante zaaken, te bezorgen, dat het beftier en de behcering van alle de zaaken, zonder uitzondering, welken aan de in voegen voorfz te licentieeren* Collegien ter Admiraliteit, by de Inftruétie van den 13 Auguftus 1597 waren gedemandeerd, tot den zeiven Raad ter Admiraliteit worden overgebragt uiterlyk binnen den tyd van voorfz .... maanden, of zoo veel eerder als zulks gevoegelyk zal kunnen gefchieden; — en dat dienvolgens alle de vtrcifchte Aanfchryvingen aan de Ondcrhoorigcn van de voorfz Collegien ten dien effeéte worden gedaan, — met verderen laft om te bezorgen, dat alle Papieren, Documenten, Regifters, Archiven, en wat dies meer is, in goede en perfecte' ordre, naar de Plaatfè der Refidentie van den voorfz Raad, van) der der gemelde Collegien afzonderlyk wor- 0 2 den  Dit zal zeker een zeer moeyelyk werk zv n , maar liet fcKynt niet #el te kuil nen worden ont beefd, by, een nieuwe inrigting Van de Zee zaaken ; — daar dooi zoude i als het ware, een nieuwe Epoque gebo ren worden, en waar van veel nul te trekken zyn zou. _ Met de ontwefping van deze pointen, heeft men op het oog fehad* dat haar loog Mog , en de Bondgenooten, by eene nieuwe Epoque ook behoorden te ont vangen een preCifen ftaat vin het gantfche Wezen van de Admiraliteit , by het beginnen van die Epoque; en die by fucceffive beöordeelingeh van de adminiftratie zoude' dienen ais éen ferm:mis a qua. C 56 ) den getraniporteerd en bewaard, om ten allen tyde te kunnen dienen daar ert zoo het behoord, Dat voorts, nademaal by de vernietiging van dc voorfz Collegien ter Admiraliteit, en de oprigting van écnen enkelen Raad ter Admiraliteit voor de Vereenigde Nederlanden, het geenmits de meening is, om eenige verandering in dc Refolutien ofte Ordres op de zaaken van dc Zee tot hier toe genomen ofte geïteid* te introduceeren: heinaar, dat alle Refölutïen Ordres, Placaaten, Ordonnantiën, enz, waar van de zorge, ofte de executie aan de vooifz Collegien tot dus verre is aanbevoolen geweeft zullen blyven in 'haar geheel, voor zoo verre dezelven niet zouden mogen zyn ingetrokkenZoo zal de voorfchreeve Raad tér Admiraliteit zig naar den inhoude van alle de zeiven hebben te gedraagen, eveneens.als of alLe dezelven aan den voorlz Raad ter Admiraliteit waren toegezonden geweeit, of in deeze haar Hoog Mom Refolutie op nieuw ftonden geinfèreerd. Ü En ten einde al het voorfchreevene met meerder regulariteit zoude mogen voortgaan, zal de voorlz Raad ter Admiraliteit bezorgen, dat van alle de voorfz Refolutien, Ordres, Placaaten Ordonnantiën, enz, welken niet zouden mogen zyn vervallen ofte ingetrokken, een pertinent Regifter worde geformeerd als naar behooren. Dat zoo ook alle de Penningen, by de meergemelde Collegien ter \dmiraliteit, op authorp fatie van haar Hoog Mogende, op Intereft geligt, zuilen moeten worden overgebragt tot laften van den voorfz Raad ter Admiraliteit; voor zoo verre dezelve Penningen nog niet zouden zyn gerembourfèerd; en tot dat einde zal de voorfz Raad ter Admiraliteit behouden zyn de Intereffen daar öp venchuldi *d aan de houders der Obligatien, op dc gewoo' ne tyden te doen uitreiken, mitsgaders de rem- bour-  4 a C .) boürfementen, tyde* dat die zulleil mogen woi% den gedaan; zorge dragende5 dat van deeze dispolitie, by Publicatie, of anderfints> aan dö Geinterefieerdens kennis worde gegeeven tot derzelver narigt. Dat gelykelyk de Baaten en de Pratenfieri Van de voorfz Collegien zullen overgaan ten behoeven vart den voorfz Raad ter Admiraliteit; met laft aan denzelven 4 onl de inning en de betaaling van gemelde Baaten en Pnetenfien te agtervolgen; mitsgaders ook zodanige Penningen, als de refpective Provintien uit hoofde van geprcefteerde dienften, zoo van Equipagie, Aanbouw, ofte anderlints, aan de Voorfz Collegien alsnog fchuldig zouden mogen zyn; met verderen laft, om van alle de voorlz Baaten en Pnetenfien een praecifen ftaat te formeerert, en aan haai* Hoog Mogende te praafenteerem Dat de voorlz ftaad ter Admiraliteit al verder zal worden aangefchreeven, om een Staat en Inventaris te doen formeeren, en aan haar Hoog Mogende over te leeveren van alle Schepen, Fregatten, ofte Vaartuigen van Oorlog, Jachten, Schuiten, enz., de gemeene zaak toekomende, welke in den bedryve der voorfz refpeétive Collegien ter Admiraliteit zyn geleegen, ofteirr 2ee zyn dienende > met al het geene daar toe gehoord; mitsgaders een Staat en Inventaris van de Magazynen, Arfenaalen en Ammunitie van Oorlog, welke dezelve, uit kragte van deeze haar Hoog Mogende Refolutie, van de refpective Admiraliteits-Collegien zouden mogen overneemen* (Onder ftond) Accordeerd met de Minute. (Was geteekend) B. P. van Lelyveidi Secret, t Vergelykt Art. 44 Inftru&ie 1789. En Art. 45 Inftru&ie 35974   Lïtt. B. ( i ) BYLAAGE. Boog Mogende Heeren ! T>Il Heer van Lvnden en verdere Gecomnvtteër+>r. dens tot de perfoneele Commiffie van het Defenfie-Weezen hebben ter Vergadëringe gerapporteer r. Dat zoo dra de voorfz Commiffie in activiteit was gebragt, ty Heeren Gecomnvtteeriens , volgens 't rigtfnoer van haar Hoog Mog. Refolutie van 4 Mey 1785, hunne Befognes hadden begonnen met een onderaf k van den Staat, waar in zig, de verfchilknde objecten, welke het generaale Defenfie-Wee7,en van de kepublicq ,zoo te Water als te Lande,uitmaaken, zyn bevindende, ten einde by zoodanig onderzoek blykende, welke deleéten zig omtrent dezelve opdeeden, als dan door hun Gecommitteerdens zoude kunnen worden gedagt op, en geadvifeert nopens de redrefïen, welke in het een en ander, tot beveiliging van de fecuriteit van den Staai, zouden behooren gemaakt te worden. Dat zy Heeren Gecommitteerdens daar by wel aanftonds hebben begreepen, dat 'er tulfchen de meelte, zoo niet alle d e objeften zig een naauw verband opdoet, byzonder meede uit hoofde, dat dezelve behooren gelchikt te worden naar de Finantieele vermogens van het Bondgenoodfchap in het generaal, en van ieder der Bondgenooten in het byzonder, en dat dan ook om die reeden zy Heeren Gecommitteerdens zig gaarne zullen bevlytigen, om by der zeiver finaal Rapport een volieedig Plan aan haar Hoog Mog. te fuppediteeren, het welk al!e de voorfz objeclen zal comprehendeeren; dan dat,wanneer zy Heeren Gecommitteerdens nag.an de uitgelbektheid van de Pointen, daar toe behoorende, de noodzakelykheid, dar, om te konnen komen tot eene bepaling deif gemelde Finamieeie vermogens, de perfoneele Commiffie tot het nader reguleeren der Provinciale Quotes tot eene zeekere hoogte zal moeten gevoidert zyn, en andere reedencn en omltandigheden, welke haar Hoog Mog. van zelve zullen penetreeren, zy Gecommitteerdens zig niet konnen weerhouden van te vreezen, dat eer en alvorens zy z g tot het doen van dusdanig generaal Rapport in üaat zullen bevinden, nog een geruimer tyd zal verlo ptn, dan hunne iever en begeerte, om het Defenfie VVeezen op lolide gronden beveiligt te zien, huu anderzints wel zouden doen wenfehen. Dat deeze confideraiie en het verlangen, om intulïchen, zoo veel mogelyk, met vrugt werkzaam te zyn, hun Gecommitteerdens dan ook heeft doen vallen in het begrip; dat het nietj zoude kunnen geagt worden met het zoo evengemelde principe en oogmerk \m een aaneangefchakejd Plan ftrydig, A maar cProv'-Jion<-el Rapport vak de perfoneele Qonimijjie van het 'VefenjieIVtezen, raakende de inrigting van het Lorps van de Ai titlertt; ter 1/egaderin% van haar Boog Mog. uugebragt op den 13 Sipnl 1787.  ( % > maar in tegendeel overeenkomüig den aart der zaake, de algemeene belangens en de intemie der hoge Bondgenooten fe zyn, wanneer zy Gecommitteerdens, in den loop van derzelver onderzoek eenige zaaken aantreffende, welke eene prompte voorziening vorderen , of voor eenige in allen gevallen nuttige redrefïen fusceptibel zyn, dezelve en de middelen, daar toe dienende, onder het oog en ter deliberatie der Bondgenooten'by een provilïoneel Rapport zouden brengen. Dat, geiyk zy Heeren Gecommitteerdens dusdanige Poinien van preffance hebbende ontmoet in hun onderzoek nopens de Marine van den Siaat, dan ook deswegens de nodige voordragt hadden gedaan, waar van zy het fucces en de concluiie met verlangen te gemoet zagen, en by deeze geleegenheid aan de attentie der Bondgenooten op niéuws . wilden aanbevolen hebben, zoo ook zy Gecommitteerdens meenden, dat zelfde voetfpoor te moeten volgen* omtrent zaaken, de Defenfie te Lande concemeerende, welke meer afzonderlyk fchvnen te kunnen behandeld worden, en waaromtrent eene voorziening en redres niet alleen gevoeglyk, maar zelfs met voordeel van 'sLands Kas dadel) k zoude konnen plaats hebben. Dat van dien aart aan hun Heeren Gecommitteerdens was voorgekomen het Corps Artilleritten in dienft van dtn Staat, als het welke, hoe zeer buiten conteüatie voor het defenfief Syfthema deezer Republicq van het groot/de aanbelang zynde, zy Gecommitteerdens , by het nagaan van deszelfs jegenswoordige inrigting en conüitutie, en by examinatie der Memorien, gevoegd by de Miffive van den Raad van Staate van den 2.7 April des gepalïeerden jaars, en welke Miffive met de Bylaagen by haar Hoog JVlog. Refolutie van den volgenden dag aan hun Gecommitteerdens is toegezonden geweeit, hadden bevonden te zyn niet alleen op eene gantfeh onzee* kere en gebrekkige voet, maar ook, naar dien het zelve nog geene verandering heeft ondergaan, na dat de onlulten met Zyne Keizerlyke Majeffeir zyti uit den weg geruimd, zeer koftbaar, naar roaate van het nut en den dienlt, welke daar van, zoo als het thans geconüitueert is, kan getrokken worden. Dat mitsdien de aangeleegenheid van den dienft van de Artillerie aan de eene zyde, en aan den anderen kant de tegenswoordige gebrekkige gesteldheid van dat Corps, en het daar uit noodwend g moetende volgen verder verval van het zelve, hun Gecommitteerdens had doen beiluiten, om hunne Befognes over een Plan tot verbeetering dadelyk voort te zetten, en waar toe zy nog te meer genoopt waren geworden * door éien zy meenden te kon-  jonnen vMMn, dar, hoedamg ook het zelve ft» zoude mogen uitvallen, daar door altoos eene hl, gne boven het geen het zelve Corps aelueel kn ~ zoude gevonden worden - iets ,7, f aCtueel. koü, beelden , dat het óTuJLaIIa' r van 2? 2'e verwelaev" Kt L1 , Bondge»™en niet anders dan nc^te heBb?n JC ^ 200 d>'? ^gelykge- Dat het Refultaat van de Befopnes vm Ktiiï c^ommueerdens op deeze materie *d oo\ "as fc" lÏ Hool MÉ enad " beVdndë"' - ^ genooïen von?;; a * ó°°r *m de h™ge Bonden JSnieeSen S'ÏT'£P Wdken vott ^ Söreriehr^ " -het CciVS Arii^n^n zoude te 5cn8 engdien" ï#d V3n u en; ft-n «ten einde ovérleéeende ^ r>t?„ waar uit deszelfs üerkte 700 i ? u " , als van de refoertivi r 1 ove[ het &ehceI» getal der iJ P , Compagnien, als meede het he ! linovan flM 7*1*° Öffic**™> minders de zaam^emfv^\ n dezel™. en het montant der gezaamenuyke koften, zoodanig diftinÉrelvk kan h-ÏÏ «en worden, dat zy Gecommiiteerdens het ze^in ï ""een^ot meerdere ^nprvzing v n r> rpIL €t00g' dat men ^ bv heeft be'nat ,ynde de i?tenlie §„ voo/Vtrv^t^f, £ der 5 Man per Compagnie voor her 1*1,1 l a doen zyn, en om boven dien, zoo dra d^e om Ln digheeden zulks vorderen, het zelve f™^? °mltan- neele verbetering der Traftemenren lil ProPOHl°' de Officieren en Gerawne^ beffaan word .gegee^T Fjg fteld, om z,g in hun Metier behoorlvk te e"e uff en en bekwaam te maaken. maar dat ook /ffi is, dat worde weggenomen de traagheid ge^org£ cementen der Officieren ,Dfeavan" faciliteeren van dezeIve' rfV JefendeeI' door Jïec nodig in een t^^^%^ gemoedigt, vooral wanneer, gclyk^bchSrd," dï  ( 4 ) avancementen niet zoo zeer naar ancieniteit alleen , als wel meede naar maate der verdienflen en befcwaamheeden plaats hebben. Dat zy Gecommitteerdens boven dien hebben geconüdereert, dat het van groote nuttigheid z( ude zyn, wanneer door het oprigten van twee C nv eiven oude Artilleriaen geleegenheid wierd gegeeven, om daar by te plaatzen zoodanige Officieren en Gemeenen, welke door der zeiver ouderdom of caduciieit tot den ordinairen dienlt niet v;oo zeer gefchikt meer konnen geagt worden, dog web;e r g~ ter voor den dienlt van het Land geconierveert zouden konnen blyven, wanneer deeze Compagnien tot bezetting van kleindere Plaatzen, alwaar de dienü minder zwaar is, geëmploveert wierden; waar door niet alleen her Corps van dusdanige minder bekwaam geworden fubjecten zoude worden ontlaft, derzelver Peniioenen en Gagementen uitgewonnen, maar ook de fcheuringe der Compagnienr ter bezetting van zoodanige kleindere Plaatzen, tot merkelyk nadeel van den dienft veelal zouden konnen voorgekomen worden; en dat dan ook om die rceden zy Heeren Gecommitteerdens, tot het formeeren van twee dusdanige Compagnien oude Aumevilten , hebben vermeend te moeten adviieeren, en ten dien einde hier nevens te voegen het Plan, waar uit der zeiver iterkte , inrigting en koltbaarheld met een opllag van her oog kan gezien worden. Dat zy Heeren Gecommitteerdens tot het doen van deezen voordragt zynde gepermoveert, door de overtuiging, dat den dienlt van het Land vordert, dat niet langer werde gedraald met de verbetering van een Corps, het welk zy moeten herhaalen , dat in het detenfief Syltema deezer Republicq zulk een importante rol fpeeld, endoor de belchouWing, dat daar door aan de Financie een ogenhhkkelyk foulaas kan worden toegebvagt , zig dan ook mogen vleyen , dat, wanneer op dit een en ander word agt gegeeven, en daar by in aanmerking genomen, dat, byaldien by het aflopen der beide perfoneele Coromiffien, het zy uit hoofde der tinancieele vermogens, het zy wegens de alsdan te bepaalene uugeftrektheid van het Frontier, oi Kerkte der geheele Armée, of uit eenige andere oorzaaken, mogt worden geoordeeld, dat het zelve Plan eeuige verandering zoude moeten ondergaan, het zelve daar voor zonder inconvenienten vatbaar is, dar, zeggen zy, dit alles geconfidereert zynde, by haar Hoog Mogende en de hoge Bondgenooten geen zwarigheid zal gemaakt worden, het zelve te amplefteeren, maar veel eer haar Hoog Mogende door die voorftel op de meelt kragtige wyze te appuyeeren, en de Bondgenooten door het openen van fpoedtge en vrugtbaare Refolutien zullen meede werken, ten einde het zelve daadelyk ter conclufie werde gebragt. Con"  ( 5 ) Concept-Plan tot verbeetering van het Corps Artilleriflen deezer Republicq, het zal blyven beflaan een Corps en onder eene Chef, edog daarom verdeelt in twee Regimenten ieder van twee Battaillons, en ieder Battaillon van zes Compagnien. B Plan Sterkte. Jaarlykfchc Trac- ,. -• ■ tementen in tyd van mjd i^c , staf van het Corps beftaat uit ^ g* h« Oorlog Vreede i i Chef van her gantfche Corps .—— ƒ 35-00 oj o 1 1 Collonel Commandant " m —— —— - 1800 o o 4 4 Lieutenants Collonels, ieder a —'ƒ 960 0 o ■»■ — 3840 o o 4 4 Majors — ■ 72.0 o o « 2880 o o 10 10 Hoofd-Officieren —— — — — - - - 12010 o o a 2 Adjudanten, ieder a 1 600 0 o — 1200 o o 24 Compagnien beftaande ieder uit jaarlyks. 1 i Capitein efteóiit — — ƒ 18a? oj o 1 ï Capirein Commandant of tweede Capitein 800 o! o > > Premier Lieutenant —— —- — —— 70c o r ï i Ordinair Lieutenant — —- ... 610 o o a * Onder-Lieutenants, ieder a —— ƒ 00 1012 o o ' 1 Eerfte Bombardier ——« —- — - - 16c o o 1 1 Cadet Bombardier —— — — - - 131 o t 5 Bombar dier Sergeanten, ieder a — 219 o o 109$ o o 8 6 Corporaals - - > 173 7 8 ïo^t 5 o 94 7oCanonniers waar onder a Tam- bours, ieder a —— — 136 17 8 958) 5- o 1 a Timmerlieden ■ .- —— 155 2 8 311 co 1 1 Smit Cannonier —— . — - - 155 2 8 1 1 Wielemaker Cannonier —— — - - 155 2 8 1 1 Frater — ,, t — . . 26c o o 1 1 Solliciteur —- ■ — - - 13617 8 i2i 95- Hoofden eene Compagnie — — - - /1818c 17 8 2928 2280 Hoofden voor de 24 Compagnien - — - - — - - f436341 o o 29302282 Hoofden met de Staf, en dus zoude het gantfche Corps koften — — - - — - . 4495"6i o 0 8060 Hoofden aftueele Merkte van het Corps 'na aftrek van vyf Mani voor het Land ingehouden, en koft — • - — - - 518^28 a 8 De Epargne zoude derhal ven bedragen - — ■ . — . . ƒ 68967 a' 8   Pian tot oprigting van twee Compagnien oude Artilleriften, tot bezettinge van kleine Guarnizoenen. (Onder Hond) Accordeert met het Rapport, door dé Commiflie ter Vergadering van haar Hoog Mog. op den 13 April 1787 uirgebragr. (Was geteekent,) B. T. van Ldyvttt. 5 r. r « TrACTEMïNÏEN. De Compagnien zullen beftaan. , ieder uit '' 11 ■-■-»■"■■—■ •> - ■ K Ten Ten ( Ten ^ 32 dagen. 4* «lageii. 365 dagen. i,Capitein UI ƒ 8o~ ~7S o, Jfl^Tc «Capitein Lieutenant 6000 7815 0 68478 Ordinair Lieutenant $0 o o 6j ,2 8 5706, a Onder-Lieutenants - f 4c o o 80 o o 105 c o ino o 5 Bombardiers — i5 0 o 75 o o 98 Ut 9 6 aCorporaals 10 o 2500 \x x6 4 185 3 a ^sXiteuï5 u:1 "± »;; 0° 8 6 4 - li o o 14 b tl 9 r J*7 Hoofden ééne Compagnie — / 975 o oƒ«7^ Tiïfnizi ~74 Ji4jjoof^njdetweeCompagnien -1/ 195J o o'/ z^o! 7 ïliana 1 7.   BYLAAGE. Lit. C. CONCEPT-REGLEMENT OP D Ë MILITAIRE JURISDICTIE. VOOR DE LANDEN VAN DE GENERALITEIT.   "C 3 ) Eerfte Ïioofd-Stuk generale Pointen. Art. i. T^VAt dit Reglement geformeerd wörd, on\Jr vermindert en onverkort alle zoodanige Capitulatien, als de Republicq met eenige vreemde Mogendheeden, omtrent het overneemen van eenige Troupes, ten dienfte van den Staat, reeds moge hebben gemaakt, of nog zoude mogen maken; en waar in iets omtrend de jurisdictie over dezelven mogte influeerén. •—— Art 2. Dat voor Militaire Pèrfonen, welke voor den Militairen Rechter te recht moeten flaan, zullen worden gehouden Officieren van noteren óf minderen Rang, zonder onderfcheid, het zy dezelven actueel dienft doen, het zy van den dienft gedispenfeert, of by de Armée geplaatft zyn; Onder-Officieren, en Gemeenen die in aclueelcn dienft zyn; —— daar onder meede begreepen de Recruten wettig aangenomen, cn welke haare volle Gage trekken; voorts Regi- ments Predikanten of Predikers, Piqueurs, Doctoren, Opper- en Onder- Chirurgyns en Muficanten; mitsgaders de Vrouwen en Kinderen van alle de genoemde Militaire Perfonen, voor zoo verre dezelven het Guamizoen van hunne Mans en Vaders volgen; gelyk meede derzelver Dienftboden^ voor zoo verre dezelven by hun dadelyk inwoonen. • Art. j. Dat derhal ven voor den Militairen Rechter niet aanfpreekelyk zullen zyn Officieren A 2 Wol- Men heeft gemeend vati dit Reglement te moeten uitzonderen de Troupes1, welken in den dienlt van den 'Staat zouden overgaan , met eert- Capitulatie, \vaar_ in iets omtrent de Jurisdiclie ovéï deztlyen zoude influeerén ; aangezien Capitulatien op baai zeiven Cótitraftetl zyn ; obligatoir over cn weder, De definitie der Perfoin nen, welke tot dc cognf? tie van den Militairen Rechter gehonren is voor- iil noodzakelyk. -— - . • liecft men onder dit getal gebragt dë Officiëren* die van den dienft gediipenfeerd , oflc by de Jrmée geplaaïft zyn, zoo iS dit gefchied, om dat men de zoodaanigen niet kan aanmerken afs Lieden , dip alle betrekking tot den dienft hebben geabandonneerd , ofte den Militairen ftand verlaaten , aangezien zy veelmalen hunne Compagnien hebben mogen behouden. . i Omtrent dc andere Perfoonen , in dit Art. opgenoemd , kan geen zwaarigheid ontdaan , overmids alle dezelven onmiddelyk tot het Guarnizocn , het Regiment, ofte tot een Militair Mans Perfoon, moe-' ten worden gereekend te' behooren ; — terwyl • dc claufule over het volgender Guarnizoenen, ofte het imvoonen, ten genoege aanduid, in welke gevallen,; zy niet onder Militaire Perfoonen moeten refforteeren. Gepenfioneerdc Officier i' heeft men nan de cognitievan den Militairen Reeh-.ter in dit Art. onttiokkefc ,) 0!B  om dat zy alle relatie tot deii dienlt hebben opgegeeven. En aangezien de goede fubordinatic en discipline een der Hoofdreedenen is, waarom men de Militie aan den Militairen Rechter fubjecleerd , zoo heeft men dezelve Officiers, benevens d- andere Perfonen, in voegen voorfz in dit Art» opgenaejod , als in geenen deèle met den Militairen ftand geconnecieerd mogen aanmerken. Hoezeer geene Lieden in de Generaliteits-Landen op haar 18 Jaar meerderjaarig zyn, heeft men nogthans gemeend, tot voordeel van de Recruteering , welke van dag tot dag diffieielder word, zulks zóó te kunnen bepaalen; terwyl in het Art. voorzien is regens engagementen van jongere Lieden* buiten confent. 4 TJe meening van dit Art. ftemt over één met het generale denkbeeld, dat Perfoonen , geen Militair zynde, ofte tot elcn Militairen (land niet gehorende, aan den Militairen Rechter niet fubjeét kunnen zyn; daarom kan de Militaire Rechter niet competent zyn over een Perfoon., waar van het nog niet bcllift is, of hy Militair zy, ja dan neen. Men heeft nogthans gemeend , dat, om alle lang» weiligheid voor te komen , de qusftien op dit fuk reizende, de plano behoorden te worden afgedaan. Twïe< (4) welke gepenfioneerd zyn, of Appointéés $ nog Dienftboden van Militairen, welken niet by dezelven inwoonen; nog Weduwen en Weezen van Militaire Perfoonen, nog eenige anderen hoegenaamd, dan die hier vooren Art. 2 genoemd zyn. — Art. 4. Dat alle engagementen tot den Militairen dienft van jonge Lieden, beneeden de 18 Jaren, zonder confent van Ouders of Voogden aangegaan, zullen zyn nul en van geener waarde. Art. 5. Dat wanneer over het aan neemen en engageeren van een Borgerlyk Perfoon, tuffchen zoo een Perfoon of deszei vs Ouders, Voogden of Bloedverwanten , of anderen, en den geenen welke mogt fuftineeren hem aangenomen te hebben, ofte voor wien men mogte fuftineeren dezelven aangenomen te zyn, disput mogte voorvallen, de cognitie daar over alleen zal ftaan aan den Politicquen Rechter, namentlyk de Hoofd-Officieren en Gerichten in de Heerlykheeden,ten platte Lande, voorts de Magiftraten in de Steeden, dewelke gehouden zullen zyn, zulks de plano en zonder form van Proces, af te doen , en te defmieeren. ™ •  Tweede Hoofd - Stuk van Criminecle zaaken. Art. ft T"\At aan den Militairen Rechter privatiJLx vc zal gehoren de belciding van al het geene tot onderhouding van eene goede discipline en behoorlyke fubordinarie onder het Volk van Oorlog is (trekkende, en dus relatie tot de Militie, als Militie heeft; — En ten gevolge van dien de privative cognitie over nalatigheid en overtreeding in togten en wagten; overgegaan aan den Vyand, defertie van Compagnien, of overloop vari de eene Compagnie onder dé andere , zonder Paspoort; en in het generaal, over alle Exce/Ten en Delicten, den Militairen dienft conCerrieèreride; cn die gebragt kunnen eri behooren te worden onder het getal van pure Militaire Delicten, dié, namentlyk, door; Perfoonen, in actucelenMilitairen dienlt zynde, worden begaan, teegens Militaire ordres1 en discipline van Oorlog. — Art. 2. Dat irisgelyks aan den Militairen Rechter zal gehooren de Judicature en erkenteniffe Over alle Exceffen en Delicten, bekend onder den naam van gemeene Delicten, zonder onderfcheid vari wat aart of natuur die mogen zyn begaan door Militairen Perionen, ofichoon ook aan, óf omtrent Borgelyke Perfonen, of haare Goederen of Famiiien; eri offchoon ook Borgerfyke Perfoneri daar in meede begreepen of gemengd zyn; wél vèrftaande, wanneer de voorlz Delicten en Exceffen door de Militairen Perloncn zyn gecommitteerd, ter plaatfè, alwaar dezelven in Guarnizoen leggen, of wel gecanto'nneerd B zvri. V Dit Artikel behoefd gee» ne opheldering, aangezien! zonder dien alle lubordinatie zoude verloren gaan. Voor het overige behoord, gelyk zulks in het Artikel is befthrceven , tot condafeering, waf eigentlyk etu Militair delict,, zy, dat de Lïclinquani wezcndlyk een Militair Perloon zy, cn dat het der liet begaan zy tegeks Mti lilaire ordres ciï dtsgfjtfïrtf van Oorlog. -— Aangezien, tot bevordering van de goede discipline , allefints behoord, dat alle commune Delic-, ten, door Militairen - iri Guarnifocns - Plaatfen begaan, ftaan ter cognitie van den Militairen Rechter : zoo volgt het ook, dat aan denzelven Rech-, ter de middelen behoren te worden gegeven , om die judicature uit te oeffe-, nen; — t'welk niet in die maate het geval zoude kunnen zyn, indien telkens," wanneer in IjuarnizoensPlaaffen, Borgerlyke Perfoncu in zodanige Delicten gouden zyn geconcer-j neerd. — het is dan om' die reden , dat men in.dit en het volgend Artikel der diftinctie gemaakt heeft  tuffen dc Delicten , gepleegd binnen of buiten de Plaatfen , alwaar Guarnifoenen zyn. Dit Artikel expliceerd gjg door de remarque op het voorgaande. — In het tweede ""Lid van dien , heeft men dienftig geoordeeld ter keuze van den Borgerlvken Rechter te laten , om den Delinquant te (lellen onder de judicature van den Militairen Rechter; om dat men Be grypt , dat in zommige gevallen de ftraf- oeitemng daar door kan worden geaccelereerd. CO iyn, ofte gecampeerd ftaan; r*fa*" of ook vanneer dezelven in eene plaats, alwaar ïroupes van den Staat in Guarnizoen [kg? Jen, begaan worden door Militaire Perfonen, roe zeer niet tot het zelve Guarnizoen behorende, maar zig in die plaats, het zymet :er Woon, het zy met Verlof ophoudende, Df wel anderfints bevindende. Art. 3* Dog dat* wanneer de voorfz commune Delicten of Exceffen worden begaan door Militaire Perfonen, in een Stad alwaar geen Troupes van den Staat in Guarnizoen leggen, of op het platte Land; de cognitie en udicature daar over zal flaan aan den Borrerlyken Rechter, m materie crimineel competent; welke echter, wanneer hy een Militair Perfoon mogt hebben doen in detentie neemen of appraehendeeren, als dan verpligt zal zyn, daar van aan den Commandeerenden Officier van het Regiment, waar toe dezelven behoord, tot zyn informatie kennis te geven; hoedanigc kennisgeeving meede zal moeten gefchieden, na dat den Delinquant zyn Vonnis zal hebben bekooaien. Dat des niet te min aan gemelde Borger* lykenRechter de vryheid word gelaten, om, wanneer hy mogt bevinden, dat de Delicten of Exceffen van dien aart waren, dat dezelven gevoegeiyker met een Militairen ftraf zouden kunnen gecorrigeerd worden, als dan, zoo een Delinquant in cas van apprehenfie, of, indien dezelve door de vlugt de apprehenfie mogt hebben verhinderd, de informatien, over het gepleegde fait ingewonnen, aan den Militairen Rechter ten fine van ftrafoeffening over te geeven; zullende de Militaire Rechter in zoo een geval altyd verpligt weezen, om den Delinquant, wanneer hy ter plaatfè van het gepleegde Delict of Ex-  Exces geappra^iendeerd mogt zyn geworden te doen afhalen, en vervolgens ook aan der Politicquen Rechter kennis moeten geevei van de aan den Delinquant geïnfligeerd< ftraf, welke altoos prompt, en naar'beho ren zal moeten geichieden. Art. 4. Dat wanneer een Militair Perfoon, in eer Stad alwaar geen Guarnizoen is, of op het platte Land, eenig Exces of Delict mogt hebben begaan, en door de vlugt zig dc pourfuites van den Rechter dier Plaats ont trokken hebben, zoo dat hy weeder in zyn Guarnizoen, of op eene Plaats alwaar Troupes zyn, is gekomen, dezelven door den Militairen Rechter zal worden te recht gefteld; En zal derhal ven in zoodanig geval > de voornoemde Borgerlyke Rechter, de informatien tot lafte van gemelde Militairen Delinquant zenden aan den Commandeerenden Officier van het Regiment, waai toe dezelve behoord; of zoo zulks onbekend mogt zyn, aan den Auditeur Militair van het naafte Guarnizoen, om daar op zoo mogelyk nader onderzoek te doen. Art. j. Dat echter van het geftatueercte by het vorige derde Artikel, zullen zyn uitgezonderd Militairen, welken met zoogenaamde Werkpaffen uit zyn, als welken voor den Militairen Rechter van hun Guarnizoen zullen te recht ftaan, over Delicten cn Excesfen, door hun buiten de plaats van hun Guarnizoen bedreeven; onverminderd echter dat dezelven door den Politicquen Rechter van de Plaats alwaar zy eenige Exceffen of Delicten mogten hebben begaan, op heeter daad geappramendeerd en agtervolgd zullen kunnen en mogen worden, om vervolgens, geappraï- B 2 hen- si 1 1 Dit Artikel is iri dezer voegen ingerigt, om deri Delinquant eene fpoedijre ftrafte te doen erlangen. —, Ook ziet men niet, hoe een Militair, in een Stad, : alwaar geen Guarnifoën is, . of op het platte Land, een Delict hebbende begaan , en in zyn Guarnifoën te rug gekeerd zynde, door den Militairen" Rechter aan den Borgerlyken zoude kunnen gèëxtradeerd worden. Dit Artikel behoefd geene uitlegging, als met de vorige in connexie ftaande.  I Men lieert gemeend , dat de Politique "Rechter niet behoord verhinderd te worden in de appreheniie van Militaire Del.nquanten, in voegen als zulks in dit A-iike' "ftaat vermeld; — Vermids daardoor, aan den éénen kant, de goede ordre in. de zamenieeving word bevorderd, — cn dat, van den anderen kant; daar door de Militaire Rechter in zyn authoriteit aiét word benadeeld, aangezien de Delinquant, als •dan op heeter daad betrapt, buiten Wapens-, dienft ofte functie, an hem door den Borgerlyken Rechter ten fine Van rechts - oefening word overgegeven. Dit Artikel word zoo gefteld, uit hoofde vari het verfchil der Wetten , plaats hebbende omtrent een Militair, ofte een Eorgerlyk Perfoon , in zaken van duel of rencontre. ■— Dit Artikel eh het volgende ftaan in verbinding met elkander. — Met opzigte tot de injurien door Militairen aan "Borgerlyke Perfonen aangedaan, heeft fnen tot grond van dc diftinétie genomen , de. plaats Waar de injurie begaan word ; te weèten, in een Guarnifoën , ofte buiten een Guarnizoen; om daar door in het laatfte geval voor C 8 ) ïendeerd zynde, aan den Militairen Rechter )vergeleevert te worden» >—— Art. 6. Dat ook in het generaal in zoodanige Delicten en Excefïèn, welke ftaan ter beregting van den Militairen Rechter: de Politicque Juftitic niet alleen zal vermogen, maar zelvs verpligt zyn, een Militair Perfoon, welke zig daar aan mogt fchuldig maaken, wanrteer daar toe geleegendheid mogt hebben, op de heeter daad te appr^heiixLeren en in behoorlyke verzcekering te neemen, om denzelven Vervolgens aan den Militairen Rechter over te leevcren; wanneernamentlyk dezelve Delinquant zig buiten de Wapens en niet in de werkelyke lunet'e van zyn dienft bevind; En des dat een ïYlftüaïr Perfoon door of van wegem de Politicque Juftitie, niet zal worden vervolgd in de Calernes, of in andere Wooningen, alwaar de Militairen gezamentlyk huisveften. «— Art* f. Dat wanneer een duël; of rencontre mogt voor vallen, tuffchen een Militair en Borgerlyk Perfoon , waar ter plaatfè zulks ook onder het refïort van de Generaliteit mogt zyn, de cognitie en judicature desweegens, over den MÏlirair,aan den Militairen, en over den Borgerlyke Perfoon, aan den Borgelyken Rechter zal ftaan. Art. 8. Dat alle injüricn', zoo wel zwaare als van minder atrocitcic, met woorden of daaden begaan, door Militairen tegens Militairen, of door een Militair tegens een öorgerlyk Perfoon [in het laatfte géval afftèe&j wanneer zulks is gefchied iri een plaats, alwaar Troupes van den Staat in Guarnizoen leggen} zuilen ftaan ter cogni-  C9) cognitie cn beregting van den Militairen Rechter; gelyk dan ook, als daar van niet gevoeg- j lyk kunnende worden gelepareerd, alle priva- < te Actiën, uit zoodanige injurien voor den j beledigden refulteerende, voor den zelvcn < Rechter geventileerd zullen worden. 1 Art. 9. Dat wanneer een Militair Perfoon, met woorden of daden een Borgerlyk Perfoon mogt injuriecren, en zulks op een Plaats, alwaar geen Guarnizoen gehouden word, dezelve als dan zal moeten te regt liaan, voor den Politicquen Rechter; voor denwelken dan ook in zoo een geval de private actie tegens zoo een Militair Perfoon, indien de belcedigde mogt goedvitden die te iuftirueeren, zal moeten worden geventileerd; zullende de Militaire Rechter des niet te min verpligt zyn, om, zoo wanneer blyken mogt, dat de Dader tegens Krygs-Wetten gehandeld hadde, denzelven daar over terecht te fteïien en te taffen naar behoren. Alles nogthans met dien verftande, dat, wanneer een beleedigd Borgerlyk Perfoon, in eenige byzondere gevallen, en omftandigheeden mogt vermeenen rcedencn te hebben, om zig over een ontfangene beleediging van een Militair Perfoon te beklaagen aan den Militairen Rechter; en aldaar met pretentie van den Borgerlyken Rechter redres te zoeken; daar toe de vryheid aan denzelven niet zal weezen benomen, en cle Militaire Rechter, in zoo een byzonder geval, dan ook bevoegd zal weezen, om zig dc cognitie daar over aan te trekken; alfchoon niet mogt blyken, dat de Dader tegen KrygsWetten gehandeld hadde. • Art. 10. Dat de belchouwing of viütccring van een Militair Perfoon, welke verdronken, door C een voor te komen, dat een jclecdigdc Biugerlyk Perbon genoodzaakt" zoude :yn den belecdiger in zyn jiiarnifben , t'welk fom* yds verre af kan zyn geêgen , te gaan opzoeken ; >fte dat by nalaatigheid ran dien , de beleedigcr Migeiaau zoude worden jehtcii. Men heeft gemeend, dat het tot bevordering van prompte jiiratie, in gemengde gevallen, aan den Mi-  Militairen cn Borgcrlykei Rechter moeft vryuaan , oir de vifitatie van een Lyk meede te kunnen doen. Dit Artikel brengt zyn reeden met zig, want niemand het recht kan hebben zig door een later daad te onttrekken aan de actie die zyn vorige Rechter, met opzigt tot bevorens 1 een geweldigen dood omgekomen, of anderzints verongelukt zoude mogen weezen, in alle Plaatfen alwaar zig Guarnizoen van den Staat bevind, zal flaan aan den Miiitairen Rechter; ~— zoo nogthans; dat wanneer een Borgerlyk Perfoon in het geval mogt zyn gèconcerneerd, of dat 'er twyfïel viel, of de verongelukte wel in der daad een Militair Perfoon was, de Borgerlyke Rechter als dan de vryheid zal hebben -de beföhouvvirig of vifitatie van het Lyk meede te kunnen doen; het zy dat zulks reeds door den Militairen Rechter mogt zyn gefchied, dan niet; gelyk ook daar tegen aan den Militairen Rechter niet zal mogen geweigerd worden het meede fchouwen ofte vimeeren van het Lyk van een Borgerlyk Perioon, welke door een Militair Perfoon mogt zyn omgebragt, wanneer de gemelde Müitair d swegens voor den Militairen Rechter te rec&t gefteld zoude moeten worden, ■ Zullende voorts omtrent alle dusdanige befebouwingen, gelyk meede omtrent die geenen welken van Lyk en vari Militairen, in Plaatfen daar geen Guarnizoen gehouden word, of ten platte Lande, door den Borgerlyken Rechter zullen gefchieden, al tyd alle exaótitude moeten worden gepleegd, en zoo wel de Politicque als Militaire Rechter gehouden weezen, over cn weeder, des gerequireerd, behoorlyke \cte of Certificaat van de gedaane vifitatie ofte gefteldheid van het Lighaam, mitsgaders van de wonden en derzelver lethaliteit of illethaliteit, aan eikanderen te fisppediteeren, ten einde daar van het nodige gebruik te kunnen maken. Art. tr. Dat alle delicten, door een Militair Perfoon begaan, voor dat dezelve zig in den Militairen dienft begeeven had, alleen door den  den Politicquen Rechter zullen moeten worden geftrafc. Art. 12. Dat, ter bevordering der Adminiftratie van dc Juftitie, de Borgerlyke Rechter, in Delicten of* Exceffen tot dezzelvs cognitie fpectcerendc, nodig hebbende het getuygenis of de confrontatie van Militaire Perfoonen zig op die pJaats bevindende, de Militairen Perfonen gehouden zullen zyn, voor den Borgeriyken Rechter, op deszelvs requifitie getuygenifïè der waarheid te geeven, of zig tot het doen der confrontatie voor denzelven te fifteeren; des dat wanneer zulks plaats mogt hebben omtrent Militairen van het Guar< nizoen, of in Steeden, of Plaatfen met Troupes van den Staat bezet, daar van alvorens aan den Commandeerenden Officier zal moeten worden kennis gegeeven; ten einde door denzelven daar toe de nodige ordres gefteld te worden; dat ook daar tegen, wanneer de Militaire Rechter in Deliéten of Exceffen, tot deszelvs cognitie behoorende, noodig heeft informatien, getuygenis, of confrontatie van Borgerlyke Perfoonen, zig meede op die plaats bevindende, de Militaire Rechter zig deswegens aan den Politicquen Rechter zal addrefteeren, en, met opgave der zaak, waar toe zulks zoude dienen, verzoeken, dat zoodanig Borgerlyk Perfoon of Perfonen, gelaft worden zig ten dien einde op zoodanigen tyd en plaats, ais de Militaire Rechter convenabel zal oordeelen, voor hem te fifteeren, waar toe als dan door den Politicquen Rechter de nodige ordres zullen worden gefteld; Terwyl, indien dezelve getuygeniiTen van Borgerlyke of Militaire Perfonen, zig elders .ophoudende, over cn weeder, mogten benodigt zyn, zulks by bchoorlyke requifitorialen zal gefchieden; ten vvaare de confrontatie de overkomft eens ge- C] 2 tuy- rens gepleegde misdaaden op hem zoude gehad heb ben. Dit Artikel heeft geene explicatie nodig , als zynde alleenhk ingerigt tot bevordering van goede ordre en Juftitie in de zauienleeving.  Tn de gevallen cn'fituatien, in dik Artikel opgenoemd , heeft men aan den Militairen Rechter eene grotere macht moeten geeVen, om daar door onvermydelyke confufie en desordre in het Leeger te voo-komen, en om den dienft van den Lande te bevorderen. Der- C 12 ) iiveen noodzaakelyk maakte; in welk geval % behoonyÊ' gedaan verzoek daar toe over zn wee der ordre zal worden gefteld. Art. 13. Dat in géén geval, de Militaire Rechter zig de cognitie en judicature over Delicten of Exceffen, door Borgerlyke Perfoonen begaan, zal moogen aanmatigen, dan alléén in het Leeger, het zy campeerende, het zy op marlch; als wanneer aan dezelven zal competeeren de cognitie en ftrafoerfening over alle Delicten of;Exceften, begaan, niet alleen door Militaire Perfonen , maar ook door alle die geenen welken tot het Leeger behooren; gelyk meede voor den Militairen Rechter ftraf baar zal zyn een Borgerlyk Perfoon, welke zig aan liet debaucheeren van Militairen mogt fchuldig maken, wanneer dezelve een Vreemdeling en geen Ingezeeten deezer Landen is; terwyl zulks in het generaal, zonder onderfcheid tuffchen Vreemdeling of Burger en Ingezeetenen, zal plaats hebben omtrent een ieder, die zig in eene beleegerde Stad aan het debaucheeren van Militairen, of verboodene Correfpondentie kwam fchuldig te maaken.  Derde Hoofd - Stuk van Civile zaaken. Art. r. T^\At wat dc civile Jurisdictie betreft: in JL/ tyden van Oorlog, door den Militairen Rechter zal worden erkend over alle ingebragt wordende Prinzen en Buiten van den Vyand genomen ,■ dewelke daar over aan Parthyen kort en o vertogen recht zal moeten laten wedervaren. Zodanig nogthans, dat dit alleen te verdaan is van Prinzen en Buiten door het Volk van Oorlog gemaakt en ingebragt wordende ; blyvende de judicature over zodanige Prinzen en Buiten, welken door de Borgers, In- cn Opgezeetenen^ mogten worden gemaakt en ingebragt, aan den in die materie competenten ordinaris Rechter; ten waare zulks voorviel in het Leeger , of in een beleegcrde Plaats, wanneer dc judicature daar over word gelaten aan den Militairen Rechter. ■ Art. ii Dat voorts, al het geene tot de civile Jurisdictie gehoord, zoo wel in de GuarnifoensPlaatfen, als daar buiten, zal ftaan, terprivative cognitie van den Politicquen Rechter, uitgezonden in de gevallen by dit Capittcl gefpecificeerd. «*— Art. 3. Dat de byzondcre voorwerpen van het geen tot de civile Jurisdictie gehoord, of kan gebracht worden, zig bepalen tot de vyf navolgende generale Pointen, als* D foor Het eerfte gedeelte van dit Artikel is conform de Artikel5, 6, 7 en 8,van de Inftruetie voor de Auditeurs Militair , by den Raad van Sraa'e den 16 Juny 1600 geaïrefteerd. Men lieeft gemeend aan dc kennis van den Botgerlyken Rechter te moeten overlaten de adjudicatie der Prinzen, gemaakt door Borgerlyke Perfonen» exfept in de gevallen aan het einde van dit Artikel gemeld, — aangezien een Leeger ofte beleegerde Plaats in alien opzigte aan Militaire directie, tot het meefte 1 lirbair van den Lande, behoord te worden overgelaa.èn. Dit Artikel is aileenlyk ingerigt, om te conftateeren, dat de Militaire .jurisdictie, voor zoo verre zy aan den Militairen Rechter is afgedaan , is een gedelegeerd recht: ftandgrypende in de gevallen , fpeeiaal opgeteld ; —terwyl in alle andere gevallen de Politicque Rechter volgens den aart der zaake behoord te blyven cognosceeren. Dit Artikel is in het Concept-Reglement geïnfereerd, om, in voorkomende gevallen van bedenking , te dienen tot elucidatie , namelyk, van de objecten , die tot de cfvile Jurisdictie behoren. —•  Ad i, 2,*"g, 4 en kan men in t'generaal, tot juftificatie van dezelven , remarqueeren, dat het allezints billyk voorkomt, dat de ouderlyke macht, njfii opzigte van de opgetelde zaken, niet behoord te ceffèeren, daar door, dat een Kind zig in den Militairen ftand begeeft. Eh in 't generaal , omtrent deezen gantfehen Artikel , kan men obferveeren, dat by al dien alle deeze Pointen niet blyven onder het bedwang van de wet- C 14) Foor eerft, het geen betreft den (laat van een Perfuon, zig in Militairen dienft bevindende. Ten tzveeden, het geen concerneerd het object van een civile Actie, het zy die reëel, perföneel, of van een vermengde natuur mogt zyn. Ten derden, het geen de obfervantie van de Statuten en Ordonnantiën op het houden van een goede policie aangaat. — Ten vierden, het geene tot de Financiën en Impoften, zoo van het Land als van de Steeden, en de Actiën daar uit voortvloeyende, betrekke lyk is. cn Ten vyfden, het geen concerneerd de faculteit om de Jacht te mogen exerceeren, met de Actiën, over het contravenieeren van de Reglementen, daar op geëmaneerd. • Art. 4. Raakende den ftaat van een Militair Perfoon zig in Militairen dienft bevindende,. Dat ten aanzien van den ltaat van een Perfoon, zig in Militairen dienft bevindende, worden valt gefteld de navolgende pointen. 1. Dat ten opzigten-van de mondigheid of onmondigheid , een Militair Peribon, dezelfde wetten, welke dit rcguleeren, zal onderheevig zyn als een Burgerlyk Perfoon. 2. Dat ten aanzien van die geenen, welke, nog onmondig zynde, zig tot den Militairen dienft begeeven, dezelfde wetten, als waar onder zy gefteld waren, eer nog  C *5 ) nog tot den dienft waren overgegaan, van.operatie zuilen weezen, en gevolgd moeten worden. ■ 3. Dit een onmondig Miiitair Perfoon Vcniam /Etatis willende verzoeken hetzelve zal moeten doen ter Plaatfè, alwaar hy vóór het in dienft gaan gehoorde. 4. Dat door zig 'in den Militairen dienft te engageer en, het zy met, of zonder, de wili van de Ouders, niemand zal . worden gehouden voor geëmancipeerd; maar dat de ouderlyke magt zal blyven iubfifteeren, en van dezelfde uitwerking zyn, als of de Zoon niet*in Militairen dienft was getreeden. 5. Dat dit in het byzonder van applicatie zal zyn op het ingaan van een Huwelyks engagement, omtrent welkers validiteit gevolgd zullen worden de wetten van de Plaats, alwaar de Vader of Moeder t'huys hborên. 6. Dat indien een Militair Perfoon onder curatcele moec worden gefield, het zy uit hoofde van innocentie of prodigaliteit; of dat ook Voogden over onmondige Militaire Perfonen moeten worden gefteld, het zelve rcfpe&ivelyk zal moeten gedaan worden door die geenen, welke daar toe bevoegd zouden zyn geweeft, vóór dat die Perfoon zig in den Militairen dienft hadde verbonden; wordende in zoo een geval nogthans aan den Politicquen Rechter overgelaten, om tot Voogden of Curateuren opk Militaire Perfonen , het zy alleen of met adjunctic van Borgerlyke Perfonen, te mogen aanftellen , en daar omtrent zulke pracautien, zoo nodig, in ieder voorkomend D 2 gC- wetten van den Lande, en van den Politicquen Rechter, daar uit zeekerlyk veel confulie en wan order in de gemeene zamenleeving, en in de handelingen , welken de Militairen niet kunnen ontgaan met Borgerlyke Perfoonen te pleegen , zal - moeten ontdaan.  Ad 8, 9 en ii, — liet grond-begindzei, waar uit dit Reglement is beraamd, vaftgehouden zynde, heeft men nogthans gemeend, dat de pracautien omtrent de lluwelyken der Militairen in dit Artikel opgenoemd , behoorden in 'acht genomen te worden , om dat dezelve ftrekken kunnen tot onderhouding van goede discipline; en ten einde de Ritmeeiters en Capiteinen niet worden genoodzaakt,om gedurig, tegens haar wil en dank, en tot nadeel dikwyls van den dienlt en bezwaar hunner Compagnien, getrouwde Perfoonen in hunne Compagnien te moeten tolereeren. C 16) geval te neemen, en te bepalen als hét meeft nuttig en dienltig zal oordeelen. j. Dat de jaaren om de teftatnenti factiö activa te bekomen, zoo veel het gereede betreft, zullen moeten worden gereekend, naar de wetten van de Plaats, alwaar iemand vóór dato van het in dienft gaan, behoorde; en ten aanzien van het ongerecde, naar de wetten van de .Plaats/ alwaar de Goederen geleegen zyn. 8. Dat een Militair Perfoon, tot een tweede Huwelyk willende overgaan, gehouden zal zyn de afgoedinge met zyne onmondige Kinderen, welke uit een wettig voorig Huwelyk mogt hebben, te doen voor den Politicquen Rechter, en zig voorts daar omtrent meede zal moeien reguleeren naar de wetten van de Plaats, alwaar dezelve, voor het overgaan tot den Militairen dienft, gehoorde. 9. Dat dit alles moet verftaan worden alleen zyn betrekking te hebben tot zoodanige Militaire Perfonen, welke Inboorlingen zyn van deezen Staat; terwyl, voor zoo veel betreft de Vreemdelingen, de zoodanige, welke buiten het volgen van haare Guarnizoenen, ineen andere Plaats binnen de geünieerde Provinciën, 't Landfchap Drenthe, of de voorfz Generaliteits Landen, haar domicilie mogten hebben verkoozen, ten aanzien van alle de voorgemelde pointen fubjeót zullen weezen de wetten en geregten van de Plaats haarer gekoozen domicilie. En zoo veel aangaat zulke Vreemdelingen, welke geen ander domicilie binnen  téh dë geünieerde Provinciën, 't Landlchap Drenthe , of 'de voorfz Generaliteits Landen, als de Plaats harerGuarnilöens, hebben, dezelven ten opzigten van alle de voorfz pointen onderheevig zullen weezen dc wetten en jurisdictie van de Plaats, alwaar in Guarnizoen leggen. Zodanig eeven wel, dat ten opzigte van zulke Vreemdelingen, welke , fchoon wel geen ander domicilie binnen de geit. nicerde Provinciën, het Landfchap Drenthe, of de voorfz Generaliteits Landen, als dc Plaats van haar Guarnizoen, hebben , of ook wel eenig domicilie in een andere Plaats hebben gekozen, egter eenige ongereede Goederen in de refpeétive Provincicn, het Landfchap Drenthe, ofte in de Landen van de Generaliteit mogten bezitten, dezelven ten aanzien van de teftamentl faclio activa zig zullen moeten reguleeren naar de wetten van de Plaats , alwaar die Goederen geleegen mogten zyn. —- 10. Dat de Militaire Vierfcharen zig zullen onthouden, om over alle de gemelde pointen, en die Verders de labiliteit of inhabiliteit van een Militair Perfoon, om eenige handelingen, met betrekking tot de gemëene Sociëteit en zamenleeving, te kunnen' pleegen, of niet plcegen, mogt concerneeren, eenig dispofitif te verkenen; maar dat zy daar meede, mitsgaders. met dc erkentenilfe over al het geene, het welk uit dien i hoofde tuffchen parthyen litigieus mogt worden, zullen \ moeten laaten begaan ce Politicquen Vierfchaaien, tot. ieder zaak competent. Des dat met opzigte tot het ftaan ovet eenige.Testamentaire Actcns of Dispofitien in de Guarnizoenen , aan ieder MiliE tair  - C VS) tair Perfoon, welke Teftament ofte Aéte Van uïterfte wille zal willen paffeeren, zal vryftaan j het zelve; naar zyne keuze, te mogen doen, voor den Borgerlyken, Ofte voor den Militairen Rechter, ter plaaffe zyns, Guarnizoens; mits in allen gevalle, de bepaalingen, in deezen Artikel dienaangaande gemaakt, naar behoren worden geöbfèrveerd. —- ïi. Dat in het byiorider ook ö!e Militaire Vierfcharen, zig, nog ih het geheel; nog ten deele, zullen mogen bemoej-en, met het matrimonieele $ maar dat deeze geheele materie, en dus zoo wél het geene concerneerd het eontraheeren van een Huwelyk, als het dilTolveerèn of het fepareeren van het zelve, met alle gevolgen en aankleëveh van dien , zal blyven ten pfivative cognitie en dispofitie van den in die materie competentën Politicquen Rechter. Zoodanig echter, dat ten aanzieri vari het eontraheeren van een Huwelyk vari eert Militair Perfoon , de Politicque Rechter daar'op zal behoren te letten, dat aan geene Militaire Onder-Officieren of Gemeenen, worde toegelaten om zonder confent van hunne Ritmeeiters of Capiteinen, een Huwelyk aan te gaan: en de Predicanten of Gerichten , de zoodanigen zonder productie van behoorlyk bewys dien aangaande, niet züllen mogen in Ondertrouw opneemen of proclameerén; zullende zoodanige Militaire Perfonen, welken daar tegens mogten handelen , deswegens door den Militairen Rechter mogên" worden gecorrigeerd. is. •. Dat ook alle Militaire Perfonen , éen Huwelyk willende aangaan, verpligt zullen weezeny zi$ ten aanzien' van liet op»  ; c h ) . opneemeh in ondertrouw , het laten gaan der proclamatien, en folemnifeereri van haar Huwelyk, te gedragen ha de wetten der Plaatfè hunnes Guarnizoens; ofte ten platte Lande, in de voorfz Landeh van de Generaliteit gebruikelyk, zonder dat tot het verrigten van eenige dier Ceremoniën, een Pre-? dicant of Prediker, welke zig by het een of ander Regiment mogt bevinden, zal mogen worden geëmployeerd. —- Art. 5. Het voonverp van de civile Actiën conccmeerende. il Dat geen Borgerlyk Perfoon voor den Krygsraad in eenige zaaken zal mogen geroepen of aangeiprookeh worden, nog ook voor denzelven gedagvaard, om kondfchap der Waarheid te geeven ; zelvs zoodanig, dat wanneer een Borgerlyk Perfoon mogt vermeenen, ongehouden te zyri, tot het geeven van getuygenis of informatie voor den Militairen Rechter, ter zaake van Delicten of Excesfen, waar van de cognitie aan denzelven Militairen Rechter competeerd : [ zoo als zulks Art. 12 van het vorige Hoofdstuk is geftatueerd, en waar aan door deezen Artikel in geenen deele word gederogeerd] de beoordeeling daar van, hamelyk, ofhy daartoe zal moeten worden geconftringeerd, en die conftrainte zelve, zal ftaan aan den Politicquen Rechter. 2. Dat zoo iemand, zonder onderfcheid ofhy een Borgerlyk of Militair Perfoon zy, van een Militair Perfoon mogt requireeren getuygenis der waarheid, hy zulks zal mogen eyflehen, of voor den* È 2 3>oli- . Het is allezints reedelyk voorgeknmen, dat, daar de Mor gewoon lyk het forum .van den Gedaagden moet volgen, ;een Borgerlyk Perfoon.: van zyn ordmaris Rechter niet afgetrokken worde. Aangezien dit volkomen' perfoneel is, heeft fhen begreeperi,' dat dè faculative keuze aan den Re» jüirant kon worden keïa» ;en.— ■ , " \ < ° ' t i Nogthant f [ als in 'het lot van dit No., ] met kennis-geeving aan den Cóhtf*  rrrndeerenden Officier in Guarnizoenen« ten einde zodanig geciteerd Perfoon, op zoo een tyd zig op zyn poft, of in zyn functie be vindende , daar van daadehk zou kunnen worden afeeloft, of de citatie met overleg van den Politicquen Rechter uitgefteld. — Welke precautie, of kennis-geeving, niet nódig rchynd. wanneer zodanig JMilitair Perfoon niet tot het Guarnizoen behoord. Deeze quasftien, fchoon 'civiel in haren oorlpron. kelyken aart-, moeten nogthans. als. pure Militair wor deri aangemerkt, en daarom aan de» Militairen Rechter overgelaten. C 10 J • Politicquen Rechter, of voor den Militairen* Krygsraad; na mate hy zulks mout verkiezen; de welke dan ook tefpc&ive, indien disput mogt ontflaan over de verpligtinge of niet verpligtinge tot i het geeven van dezelven, daar over zal erkennen, en verder ook dc getuygen afhooren, en daarvan certificaten doen afieeveren; zullende zoo een - Militair Perfoon, in val voor den Politicquen Rechter' daar toe mogt worden gedagvaard, verpligt weezen, zig daar voor onweygerlyk te fifteeren; en, wanneer dezelven tot het Guarnizoen mogt gehooren, als' dan daar van aan den Commandeerenden Oifcier van het zelve moeten worden kenniüh gegeeven, tot zyne informatie. —— 3. Dar alle quaeftien tuffchen Militairen, het zy van gelyke conditie of van minderen of meerderen rang, onderling, over eenige afreekerriugen van Soldyen, Gages of Servies-gelden, genot of gemis van Montuur, of. iets diergeiyks; ais meede over Handgelden, en andere conditiën plaats hebbende by het reëngageeren van Soldaten en andere gemeene Militairen, eer die den dienft nog werkciyk hebben verlaten, privativé voor den Militairen Rechter geventileerd, en door denzelven befiift zullen worden. 4. Dat iemand, het zy een Borgerlyk of Militair Peribon, een pure perfoneele Aaie tot lafte van een Militair Perfoon hebbende , uit wat oorzaak die ook mogt fpruyten , en die by, daging of citatie willende inftitueeren, [zulkof voor den Politicquen, of voor den Militairen Rechter :j na mate hy zulks mogt verkiezen, zal mogen doen; dog zal een triumphante fententie, wanneer die by Men heeft niet onreede- ! lyk gebonden de keuze te 1 :tcn , ais in dit No., aangezien het gebepren kan, • dat -de Ab'tor meer geree-, flelyk door de Militairen Rechter aan het zyne kan geholpen worden , als door tniddel van een 'ordinair Procés door de Politic-qticn 1 Rechter \ — terwyl dc Requirant , wanneer Bóraérb.k Perfoon is, cn den Borgerlyken Rechter voorby gaat, aan zig zelve heeft te impuieeren, dat zig vrywilllg aan den Militairen Rechter undeiworpen hebbe. -—-  by den Militairen Rechter gëweezen mogt. zyn, op geen effecten, van wat natuur die ook mogten weezen, gehorende onder het bedwang van den Politicquen Rechter j executabel zyn; maar zal de executie by den Militairen Rechter alleen kunnen bekomen worden, door middel van gyzeling van des gecondemneerdens Perioon en het inhouden van zyn Traólement, wanneer het in de handen of magt van de Militairen fuperieuren van den gecondemneerden zal zyn gekomen, voor zoo veel het zelve executabel zal zyn. ƒ. Dat alle fubmiflien, in zaken, niet van de fpeeide competentie van den Militairen Rechter zynde, aan de judicature en executie van eenige Politicquen Vierfeharen, in Contracten of Initrumenten, door Militairen, of anderen, waar van Militairen Erfgenaam zyn geworden , gedaan, effect zullen forteeren, gelyk dezelven Perfonen ook in diervoegen zig- verder aan zoodaane judicature cn executie met effect zullen mogen fubmitteeren. -— 6. Dat, zoo lang de Tractementen, Gages, of Gelden, uit hoofde van ande* re Ordonnantiën verfchuldigd, nog onder de Betaals - Heeren , de refpective Ontvangers, Solliciteurs, of Directeurs der betalingen van de Militie mogten beruftende zyn, en nog niet aan'het Regiment, haare Hoofden of haare Ordres mogten zyn overhandigt: dezelveq ter zulker fommen, als na de refpective wetten gepermitteerd is, arreffabel zullen weezen; of met een anderen affecteerende ingang rechtens bekommert zullen mogen worden voor dat Politicq Gerecht, het welk daar toe competent Het is reedejyk* en met de goede trouw overéénkomende , dat een contract worde naargekomen; — en dit ftrïktzclvs tot voordeel van de Militairen , devvyl daar door hare hanT delingen met Borgerlyke Perfonen, welke zy niet kunnen eviteeren , facii worden gemaakt. Dit is allezints reede, lyk; om dat, zoo lange die Penningen in de macht der Betaals-Heeren, of anderzints zyn, aldaar ook de executie kan gefchieden ; kunnende niet convenabel voorkomen, dat eea Krygsraad op Penningen , die" onder haar macht nog niet zyn gekomen j eenige Actens van Jurisdictie ko:me te eserceeren.  Dit leyd trèen bedenking, zoo de Aanlegger een Militair Perfoon is , aangezi n ordinatie het/orum Kei gevolgd word , en dus de Solliciteurs en Directeurs , weiken geene Militaire Perfonen zyn , voor den Politicquen Rechter moeten geactioneerd worden. Maar het zou meerder bedenking lyden , zoo wanneer de Solliciteur of Directeur Aanlegger was —• Dan om dit point van betaaling niet in voegen voorfchreeven van den anderen te fepareeren, is het beft voorgekomen , de q'uaeilie te doen verhandelen vooï den Politicquen Rechter. Dit No. ftaat in zamenhang met al het voorgaande, en fchynt geene'verdere opheldering te vereiifch.cn. C 22 ) is., het zy dat zulks een Borgerlyk of :Militair Perfoon zoude willen doen. — 7. Dat, zoo eenige quaeftienmogtenontflaan tuffchen de Militairen en haare Solliciteurs of Directeurs van de betaalinge der Militie, over de Reekeningen van dezelven Solliciteurs of Directeurs; het zy dan, dat een Militair Aanlegger of verweerder mogt zyn, dezelven qua> ftien zuilen worden verhandeld voor den Politicquen Rechter, daar en op zulke wyze als zulks behoord. 8. Dat, zoo een Boedel van een Militair, liet zy door het verlaaten van dezelve of repudiatïe van den Erfgenaam, defolaat of anderzints vacant mogr worden, de verzeegeling en beheering van dien , niet alle deszelvs aankleeven en gevolgen zal blyven aan den Politicquen Rechter, om daar in, zoo wel als over de preferentie of concurrentie tuffchen de Crediteuren, na de wetten, ftatuten en gewoontens, welken in ieder plaats, alwaar de defolatie van den Boedel valt, op dat ftuk zyn geëmaneerd en plaats hebben, te handelen; gelyk ook wanneer een Erfgenaam van een Militair, het zy hy een borgerlyk of Militair Perfoon mogt .weezen, een Boedel of Erfenis, van een Militair heen gekomen, zoude willen adïeeren onder beneficie van Inventaris, of tyd tot deliberatie verzoeken, dezelve in al het zei ven den Politicquen Rechter zal moeten erkennen, en daar in al meede handelen zoo als de wetten , ftatuten en gewoontens van ieder Plaats, in zulke geleegendheeden, vereiffchen. — Dat alle reële Actiën, gelyk ook die van een vermengde natuur zyn? parti- ci- Dit No. brengt wederom zyn eigen juftificatie meede, als volkomen lleunende.  C *3 ) aperende zoo wel am het perfoneele als reëele, een Militair Perfoon, het zy een Inboorling, het zy een Vreemde, raakende, voor den competenten Pc-ii ticquen Rechter, met exeltme van den Militairen Rechter, zullen moeten worden geïnftitueerd. Art. 6. Betref ende de Politie. Dat de Militaire Perfoonen gehouden zullen zyn, al het geene tot de Policie behoord, en de Statuten en Ordonnantiën, welke daar op voor alle Borgers, In- en Opgezeetenen zyn geëmaneerd, of nog mogten worden geëmaneerd, meede na te komen; en die con-travenieerende, voor de boetens, op zoodane contraventien ftaande, door de refpedive Officieren en Magiftraten of den geenen , welke daar toe gefield zyn, executabel zullen weezen; voorbehoudens nogthans aan dc Officieren en Magiftraten, de faculteit, om, wanneer mogten bevinden, dat zoo een Militair Contraventeur niet in ftaat mogt weezen om de geftatueerde. boeten te betalen, denzelven als dan aan den Militairen Rechter over te geeven, om deswegens na behoren geftraft te worden, waar omtrent in zoo een geval geen conniventie by den Militairen Rechter zal mogen worden gebruikt. Art. 7. Betref ende de Financien en Impofitien. Dat, zoo veel aangaat de Financiën en Importen, zoo van het I and als van de Steeden, de Militie gehouden blyft om alle de Ordonnantiën op het ftuk van de Financien van het Land 'of van de Steeden, geëmaneerd of noch te émanee- F 2 ren 1 de op de principes, om trent dit Concept - Regie" ment gedeveloppecrd. Dit Artikel geheel en al op de onderhouding van goede ordre berufïcnde , fcfiynt geen verdere explicatie nodig te hebben. Dit Artikel kan al wederom geen bedenking lyden, —- als daarenboven conform zynde met Refolutie Hoog Mogende 17 Noveniber 1640. en met Je circulaire Miflive van vvylen Zyne Hoogheid, gl: ged:, in dato 6'Maart 1750.  C H ) ren, meede na te komen en zig daar na te reguleeren; en dat in cas van Contraventie daar over, met alle gevolgen en aankleeven van dien, door den Politicquen Rechter daar toe competent, zal moeten worden erkend; en de Contraventeurs door denzelven Politicquen Rechter geboet of gecorrigeerd zullen moeten worden, zelvs ook crïminaliter geftraft, indien de zaak daar na gefchapenmogt bevonden worden. Art. 8. £Ht Artikel kan meed geen bedenking onderhee vig zyn. \ ' De Jacht concerneerende. - Dat de Militairen Rechter zig met het point van de Jacht en het oerfenen van dien door Militaire Perfonen niet zal mogen bemoeyen; maar dat de judicature over al het geene, het welk daar toe relatie heeft, privative blyft aan den^Politicquen Rechter, daar toe competent. (Onder ftond) Accordeerd met de Minute. (Was geteekent) B. P- van Lelyveld. Secret.  (t) BYLAAGE. Litt.D. Edele Mogende Heeren! Y\& Gecommitteerdens uit de refpeflive Collegien ter J-* Admiraliteit dezer Landen hadden naauwlyks ontfangen Uw Ëd. Mogenden MHlive yan den 2,4 April jongsleden, of zy hebben al aanitonds, overeenkomitig den laft en de authorifatie, op hen geiegt by haar Hoog Mog. Reio.utie van den 10 April daar te voren, bedagt geweeit op de middelen, om eenigfims met vrugt aan de requifnie van Uw Ld. Mog., in een zaak van die uitgeltrektheid, te kunnen voldoen; Tot dat einde hebben alle de Leden, des tyds compóneerende onze Befoignes, de voorfz Milïive copielyk overgenomen, ten einde Ons, yder voor Ons zeiven, geduurende bet toen op handen zynde Reces, hec vveik door Ons bepaaldelyk met dat oogmerk was verzogt, in ltaat te fteüen, om in ryp~ overweging te nemen de onderfcheide Pointen in die Milfive vervat, en ons alzo tor het houden van vrugtbaare Befoignes tc kunnen bekwaamen. —- Wy hebben vervolgens, by onze terugkomt! alhier, nódig geoordeeld de Heeren Vice-Admiraals Reynil en Zoutman te befchryven, ten einde derzelver intbrmatien en elucidatien te hóïfcri op zodaanige Pointen, als wy in den loop van deze Beioignes zouden mogen meenen te zullen ontbeeren; gelyk dan ook dezelve Heeren Vice-Admiraals ons van hunne fchrifteiyke confideratien hebben gediend by een Memorie, waar van wy de eer hebben een Copie hier nevens te voegen. Wy zyn daadelyk daarna, in voldoening aan Uw Edele Mogenden verzoek, naamelyk om met naauwkeurigheid en fpoed, onze contiderasien aan Uw Ëd. Mogenden te fuppediteren, voortgegaan; en by ons in deliberatie genomen zynde het terlte Pomt in Uw Ëdele Mogenden Miffive vervat, tendeerende tot de opgave van „ de verbeteringen Jt omtrent de directie van 's Lands Zeemacht in het genejj raai, welke VVy zouden vermeenen, ten nutte van den jj Lande te kunnen en te moeten worden geïntroduceert, jj zo wel met opzigt tot den voet, welke aelueel plaats ^ vind, als omtrent een nieuwe en betere voet, welken jj wy zouden vermenen te kunnen ingevoerd worden:" 7/yn Wy van gedagten geweeit, dat, orn in een zaak van dezen omvang met alle mogelyke praeciesheid te werk te gaan, en om die Vraage naar behooren te kunnen beantwoorden, praealabel, en ftuk voor ftuk, behoorden te worden onderzogt deze Pointen. 1. Of, namelyk, in het algemeenj de refp: Collegien ter Admiraliteit op onderfcheiden Plaatfen, alwaar dezelve thans zyn geconititueert, zouden behooren te blyven exiüeeren, Ja, dan Nlen? Het is ons, Ed. Mogende Heeren, in de behandeling van deze generale quóeilie, voorgekomen, dat de belangens ■a van Mijfive van de Gecommit* teerden uit de refpeftiv; Collegien ter Admiraliteit dato 'sHage den 5 Ottöbef 1786., geadarepert aan de Heeren Gedeputeerd den tot de 'Perfoneele Commtjjïe van het °D(fenJieIVe zen } ver • gaderd in dën Hage.  van de Commercie, zo na verknogt met de exiftentie en het geluk van den Staat zelve, vorderden, dat "er was en bleef een naauw verband tuffchen dezelve en's Lands Macht ter Zee, dewelke gefchikt was, om dezelve Commercie eh Vaart te beveiligen en te befchermen tegens alle buitenlandfch geweld, ■ Dat het ook de voorzorg onzer Voorvaderen reeds fcheen te zyn geweeit. om der Marine vari den Staat tot Zetel te geven die Plaatfen, alwaar den Handtl het meeit was bioeyende; tot welk einde Admiraiiteits-Collegien waren opgerigt in de Provincie van Holland; mitsgaders in de Provincie van Zeeland en van Vriesland, welken meer dan de andere Provinciën van dit Bondgenootfchap deelden in de algemeene Vaart en Handel; — en dat, naar ons oordeel, dat Verbind zoude werden verzwakt, wanneer alle de Adrniralue;ts-Collegien gemorfificecrt, en in derzelver plaats, h:er ter Stede, een éénig Collegie, ofte Raad ter Admiraliteit wierde opgerigt; — dat immers het oog van zodanig Collegie, verder afgelegen van die Commercieele voorwerken en benodigdheden, dewelke thans onmiddelyk onder deflèJfs bereik en oog zyn gebragr, mer dezelven niet zo wel zouden kunnen bekend raaken, nogte ook zo fpoeciig in dezelve voorzien. Dat daarenboven de aart en infteiJing der refpective Collegien mede brengende, dat dezelven ook moeten zyn een Hof van Judicature over her werk der Convoyen en Licenten; over de toekenning van Prinzen en Prinzengoederen; over het Volk te Water, en wat des meer is; en dat zy 'effens moeiten dienen tot een fuperieur toezigt op de beheering der Dokken, Werven, Magazynen, alle deze onderf heyden oogmerken niet wel zouden kunnen worden bereikt door de vernietiging van alle dezelven, en de oprigting van dezen enkelen Raade. <••—~— Om welke redenen Wy vervolgens hebben moeten befluiten, dat de Admiraliteits-Collegien, /;/ het algemeen genótmeiij niet wel konden worden weggenomen en gemortideeën, en tot een eenig Lighaam of Departement alhier in den Hage zouden kunnen worden gebragt. Ten tweeden; Dat, in gevalle, naar Onze gedagten zoude worden begrepen, dat alle de voorfz Coilegien m genere niet wel zouden kunnen worden te niet gedaan, of 'er eo cafu onder dezelven eenige zyn, die tot weizyri van den Lande, dat lot zouden moeten ondergaan, en zo Ja, welke, en op welke wyze? of, hoedaanig in alten gevallen de voorfz Collegien zouden behooren te worden getnodificeeri f Wy hebben daar toe al wederom geen berer middel tot invefligatie kunnen bedenken, dan eene vergelyking van dè voordeden en van de nadeelen en defecten, dewelke zig in de exillentie van yder der Collegien ter Admi; alïteit opdeeden, en tot dat einde zullen VVy beginnen met Üw fcki Mogenden voor te draagen Ons onderzoek omtrent  • . ( 3 ) het Collegie ter Admiraliteit op de Maze; of namelyk het zelve Collegie, uit dat oogpunt befchouwd, een bekwaaoi departement voor een gedeelte van de Militaire Marine vari deezen Staar, komt uit te maaken, Ja, dan Neen. Collegie ter Admiraliteit op de Maze-. Daar omtrent is het een ieder bekend, dar zoo wel té Rotterdam als te Hellevoetiluis zeer bekwaame Magazynen voor handen zyn, en Dokken tot legging der Schepen iri Vlot-water. Dat op de Werf te Rotterdam drie, en des noods, vier Schepen te gelyk kunnen worden gebouwd; en de fituatie van die Werf, en van die van de Oollindifche Compagnie, vis d vis van dezelve, zodanig is, dat het Werkvolk van geenen, zeer gemakkelyk op dezen , onder een en dezelfde directie, kan worden geërn» ployeerd ; op dewelken nog daar en boven plaats is voor den bouw van één groot Schip, gelyk zulks in den laafden Oorlog met veel i'ucces is gepractifeerr. — Dat het gemak van dit alles nog word vermeerderd door de nabyheid van verfcheide Hout-Zaagmolens, föebehoorende aan particuliere Kooplieden; en van den Admiraliteits Lyt.baan, eert der beiten en bekwaamden, die men zoude kunnen wenfchen; — terwyl de Werf zelve vari die uitgeltrekthéid is* dat men by den zeiven eene meer dan toereikende voorraad Hout kan bergen ; waar door men zig in het geval bevind, van in goed-koope tyden, zodanigen Inkoop té doen, als men maar begeerd, tot groot gerief van de Finantien van den Lande; re meer, daar de voornoemde Werf door het zoete Rivierwater befproeid wordende, daar door die groote voorraad Houts aan geen bederf is bloodgefteJd; — dat de gefteldneid van het Dok zodanig is, dac de Schepen daar uit niet naar elders behoeven te worden gedrilt, gelyk zulks by eenige andere Collegien plaats heeft i met verlies van veel geld en tyds; — dat het voornoemde Collegie nooit komi te worden befwaard met deti aanbouw en het onderhoud van Cameelen , vermits deszelfs Fregatten, volkomentlyk te Rotterdam toegetuigd, en met derzelver volle Equipagien kunnen verzeilen naar Hellevoériluis, en van daar naar Zee, zonder andere koften* dan die van het loodfen. Terwyl het nogthans waar is* dat daar omtrent zig mét 'er tyd, door de opflikking by de Crabbei eenige zwarigheid zoude kunnen opdoen; dan dat die zwaarigheid niet grootelyks te dugten ichynt, vermits de zig aldaar ophoopende Slibbe zeer wel door Menfchen arbeid, en eene té maaken verbeetering aan de Crabbe zelve, zoude weg te neemen zyn, en voor het vervolg voör te komen; waartoé ook reeds by Heeren Gecommitteerde Raaden van Holland cn Weltvtiesland eert Plan is geformeert, waar van de kosten flegts worden gecalculeert op de, in dit opzigt geringe^ fomme van ƒ 26000- o- o. By de opgetelde voordeden van dat Collegie zullen wy nog voegen de groote faciliteit, die met» te Rotterdam, uic Ü 1. hoofde  ( 4 ) hoofde van deszelfs fituitie, ondervind, tor bekominf vari af dat geene, dat tot équipement en bouw van Schepen word vereifcht, — en dat, met opzigte van den aanleg der Magazynen en Lootfen tot HelIevoetÜuis, der zeiver deugdeiykheid over bekend, en de fituatie van de Haven aldaar zodanig is, dat Schepen, komende uit Zee, en eenige reparatie ontbeerende, aldaar direclelyk in het Dok vlo? kunnen worden gebragt, gerepareerd, toegetuigd, en van alle Ammunitie van Oorlog als anderzints voorzien , en vervolgens een open vaart vinden, om weder zonder eenige belemmering te gaan naar Zee. — Waar by nog in aanmerking moet komen, dat de afdanking der Equipapien van die Schepen, die by der zeiver re rug komit moeten worden afgedankt , alsdan daadelyk kan gefchieden , zonder door droogten"; of Cameelen te worden opgehouden waar dnor de onkoften der uitrufting zeer aan merkel vk worden ■bezuinigd. OnflerTöfl'dHen zvn wy nogthans verpligr, om tegens die talryke voordeden te moeren tegen öve¥-fteilén'het ntatettf; tvelk voor her Collegie op de Maze is gelegen in de geüddhïid van her Goerecfcne Gat; het welk, zeedert de opliopping van den zogenaamden Hals zodanig is, dat indien daar in niet word voorzien, alle doorgang voor jsfoótere Schepen binnen weinige jaaren onmogeivk zal worden gemaakt; een defeft , zoo wezemlyk, dat1 indien het zelve doof kunlt en natuur niet zou kunnen worden weggenomen, Wy geen oogenblik zouden haefneeren, om aan Uw Edele Mogende te advifeeren, ten einde het voorfz Coliegie voortaan met het equipemenr van geen Schepen zou behooren te worden belaft, grooter danSchepen van 36 (lukken. — Dan waar omtrent wy het genoegen hebben Uw Edele Mogende te kunnen informeeren , dat die verbeetering met is huiten het bereik der kunft ofte het behnlp der Nabuur; **- dat daar toe reeds Plans voor handen zyn, en dat de kolten van die verbeetering wel zouden worden vergoed door de importantie der zaake; welkers aangelegenheid zoo veel ie grooter word, uit aanmerking van alle de opgetelde voordeden, mitsgaders van deeze, dat het Goereefche Zeegat zeer gemakkelvk is voor het inkomen van Schepen, en de Rhee voor HelIevoetÜuis, ais tutfehen FJakkée en de Goerée ter eene, en het Eiland vanVoorne aan de andere zvde, eene zeer veilige en gemakkelyke Rheede opleeverd, en plaats voor een groot aantal Schepen ten allen tyde kan verichaffen. En hier meede zouden wy kunnen afftappen van her Collegie ter Adnvralheit op de Maze; dan wy hebben tefiens gemeend aan Uw Edele Mogende niet te mogen verbergen (alhoewel wy daar Van ilegts met één woord zulien fpreeken, tot zoo lange, dat het Goereefche Zeegat in beeter ftaat zal weezen gebragt) het voordeel, welk men voor de Marine van den geheelen Staat zoude kunnen trekken tut het zogenaamde Hitzerfche Gat, gelegen rullenen den Httzert en her Eilandje, genaamd de 7»» %emet1er werwaards men van de Helltvüeifche Rheede" met een compleet  , ( s ) - pleet geëquipeerd en gesmeerd Schip kan verzeilen; daar het zelve niet alleen is een veilige Rheede voor Schepen, maar, op het voorfz Eiland zeer gemakkelyk een Hospi taal, mitsgaders berging van 's Lands Schepen voorYsgang, ofte anderzinrs, zou ie kunnen worden gemaakt; al het welke zonder exorbitante kollen zoüdë kunnen worden verrigt; en uit al hst welke, te zamen genomen, wy hebben moeten opmaaken, dat het meergemelde Collegie een zeer bekwaam département voor een deel der Marine van dén Staat komt op te leeveren, en dienvolgende 'zoude kunnen blyven. Collegie ter Admiraliteit ie Amjlerdam. Vervolgens geknmen tot het voorfz onderzoek omtrent bet Collegie ter Admiraliteit te Amiierdarn /en geconfidereerd zynde, dat aldaar tegenswoordig geen Schip vlot iri het Dok kan leggen; —- dat alle groote Schepen moeten blyven liggen in de modder, en gevolglyk doorzakken, en uit de modder moeten worden gedrdt met veel moeite* veele kollen en oneindig veel tyds, over het Fa.npusen het Vlaack naar Texel; in voegen, dat met behulp van één (lel Camee.'en , niet meerder clan vyf Schepen in den tvd van twee jaaren kunnen worden gezonden naar Zee, doof hoedanig een opömhoud de meelte militaire operatien moeüen worden vetydeld : — dat by retour der Schepen uit Zee, dezelfde langweiligheid, dezelfde ongemakken , dezelfde onkollen op nieuw weeder wierden g'ebooren \ en deeze ïelfs daar meede vergroot; dat op de t'huls komende Schepen een bekwaam gedeelte van de refpective Equipagien moeten blyven-, tot dat de Schepen, te Amiierdarn gekomen, gehec! kunnen worden afgedankt. Wanneet zeggen wy dit alles by ohs is in consideratie genomen, cn wanneer geen middelen van verbeetering daar omtrent zouden kunnen worden uitgedagt; zouden wy ons verpligt agten aan Uw Edele Mogende te adviiceren tegens de exiltentie van zodanig gebrekkig zamenftel ; by het welke, fchoon van minder aanbelang, zig nog vöegd dit locaele gebrek te Amiierdarn zelve, dat de bergplaats van het Gefchut zodanig is gefitueerd, dat daar van daan niet cltyd, of op alle tyden, Gefchut kan worden gehaald; gelyk meede, dat de Hout• Zaagmoolens • vry vétre van de Werf zvn geëloigneetr. • Gebreken, Édele Mogtüde Heeren, by dat Collegie zelve 2dó zeer gevoeld, dat men daar aiover eenigen tyd heeft omgezien naar eene bekwanme legplaats voor Schepen, te weeten het Nieuwe Veer: - ■ dan dat men ook daar omtrent niet kan ontveinzen, dat de Schepen aldaar leggen, als het vvaare in open Zee; — dat het in het Veer zelve moeielyk valt te repareeren, endekojlen èn opömhoud nog daéi en boven worden vermeerdert door de reize der Schepen van Texel naar hetzelve nieuwe Veer 5' en vies ver fa } en y.ulks zelden zonder veel belemmering. — Dat het mei het Nieuwe Diep by de Helder • el anders is geleegen, in zoo verre, dat het zelve al bereids,-fchoDn de B W ei ken  t*) Weiier! aldaar nog niet volkomen zyn voltooid, een ruime en veilige legplaats in Vreedenstyden opieeverd voor Schepen; dan het welk wy meede niet mogen ontkennen, zodanig voor eenen Vyandelyken aanvd, ohe Coup de mam, te zyn hlood gelteld , dat wy niet geruit zouden curven advifeeren, om aldaar, in tyden van Ooriog ëenig aanzienlyk deel van 'sLsnds Marine, met alle haf e gevolgen en aankleeven, te laaten vetbiyven, en dknvolgende daar toe de nodige kollen, die daar en boven zeer important zouden moeten wezen, te doen. Dat daar tegen nogthans van een anderen kant by ons zvnde geconfidereeid geworden, dat Amiterdam is de HoofdÜad van de Cömmeicie, en dat aldaar, zo ergens, deCommercieele belangens en operaüen behooren te worden ge- • combineert met hec Militaire Zeeweezen ; mitsgaders dat by het Collegie aldaar voor handen zyn Werven, Pakhuizen, Magazynen., welke alle niet zouden kunnen worden verplaatit zonder enorme kotten ; en dat de meerdere inkomlten van dat Collegie, dan die van eenig ander, kunnen toefchieten, om de zwaare dépenlés van deszelfs Équipementen te helpen draag n : Zoo hebben wy, met betrgting van dat alks, moeien belJuiten, dat de zaaken aldaar zouden behooren te worden gelaaten op den voet waar op zy zig thans bevinden, en men zig zoude behooren te vergenoegen met middelen uit te zoeken tot wegneeming, ofte ten minilen, tol verbeetering der opgetelde gebreken. Wy zouden dienvolgende van gedagten zyn, dat den bouw van alle nieuwe Schepen te Amiterdam'moed blyven gefchieden, met hec geene daar aan vatt is. Dog dat dan tenens de Dok tot eene convenabele diepte ten voorfz einde zou behooren te worden gebragt, en dar voorts hier if daar een gefchikte plaats behoorde te worden uhgezogr, alwaar, als in een ander Hellevoer, de Schepen konden worden opgelegt, gereedelyk toegetuigd, gearmeert, gerepareert, en zonder uitttel gezonden naar Zee; en dat zig daar toe, volgens onze gedagten, geene beeter plaats opdoed dan MedenbiiL ——— Dat de wydte van deszelfs Hoofd is 84 voet, dog dewelke, zonder veel kollen, nog zoude kunnen worden verwydt; dat men aldaar binnen hec tweede Hoofd komt in een Haven, lang iof7 voer, breed voor en agter refp. 168 en %}o voer, diep 18 3 20 voet; — dat agter dezelve zig opdeed de zogenaamde Weilerhaven, breed aan het Welt einde 388 en aan het Ooft einde 461 vcet, en dus door één 415 voet, diep 18 a zo voet; naait welke Haven zig bevind de Werf, alwaar zeer gemakkelyk zoo veel grond zoude te bekomen zyn, dat aldaar agt Schepen van Linie te gelyk kunnen worden opgezet. Dat vervolgens aan de Wettzyde van dezelve te vinden is de Pekelharing-Haven , lang 876 voet, breed aan de Wettzyde a66, aan de Ooüzyde 378 , en dus 3x1 voet door één, en diep 19 voet; zodanig, dat Uw Edele Mogende uit deeze befchryving, ligteiyk zullen kunnen opmaaken, dat men te Medenbiik, was het noodig, de gantlche Zee- magt  (i) rpcgt van den Staat wel ïoude kunnen beiden, tërvvyl ter* tem langs deeze Haven een zeer bekwaame gelegenheid is, om Lootfen, Magazynen, Winkels &c. aan te kggen. . Tegens welke locale voordeden nogthans aldaar wel eenigzinis in confideratie zoude komen de legging van eert fchulpagtig Plaatje tuttellen de twee Hoofden , °ter diepte van ueriien voet; hebbende de vafte Grond daar de diepte van zeitien a zeventien voet; dan welk Plaatje weg te fchuuren ot te werken zoude zyn, en de diepte kunnen worden gebragt op twintig voet ; gelyk de groote Schepen van daar direct over de zogenaamde Gambels, op Cameelen, naar en over het Vlaak zouden moeten worden gebragt; het welk, vermits de kortheid der deitinaüe, in vergelyking van die men van Amiterdam af doen moet, met weinig moeite zoude kunnen worden geëffectueerd. Weshalven wy, omtrent het Collegie te Amiterdam tót een befluit zullende komen , van advife zouden zyn, dat, indien men by het Collegie voorfz over het geheel de zaaken in den tegenwoordigen itand zoude willen laaten, hec zelve Collegie niet gefchikt zoude kunnen worden gereekend tot een Departement van Marine. ■ < Dan, dat hec zelve daar en tegen amplecieerende de aangewezene middelen van verbetering , en daar door ophoudende de voorfz ichroomelyke inconvcnicnten, het meergemelde Collegie te Amiterdam van het grootfte nut voor de Marine van den Staat zoude kunnen zyn, en mitsdien behooren te worden geconferveerd. Wy zouden daar meede alsnu kunnen houden voor afgedaan het onderzoek, rouleerende over het voorfz Collegie ter Admiraliteit te Amiterdam; dan wy hebben gemeend V Ed. Mog. nog met betrekking daartoe te moeten informeeren, dat de Heeren, uit het zelfde Col'egie tot deeze Befoignes gecommitteerd , ons hebben verklaard daar omtrent te zyn van gedagten , JJt dat het Collegie van AttV jj llerdam insgelyks zoude kunnen blyven, wanneer het Proj, jeet, om het Dok van Amiterdam in een Dyk en Sluij, ien te leggen , zoude kunnen worden ter uitvoer ge- bragt, en dus de Schepen en Fregatten in vlet Water jj afliepen, en wierden bewaard tot de aannadering van den jj tyd, tegens welken zy zouden worden in dienft gelteld• jj wanneer dezelve naar een Plaats by Zee zouden worden as overgebragt, om aldaar verder geëquipeerd en gearmeerd jj te worden, cn tot einde van dienlt aldaar opgelegd en jj bewaard. jj Dat zv, omtrent de Propofitie, om Medembltk tot een jj tweede Hellevoet aan te leggen, zouden reflecteeren, dac ^ zekerlyk eenige der zwaarigheden, met dewelke der zeljj ver Collegie heeft te woritelen, daar door zouden worjj den verminderd; doch dat die Plaats niet volleedig zou J:( voldoen ; voor eerlt, om dat Medemblik, geduurende jj drie, vier a vyf maanden, door het Vs ongenaakbaar is; ten tweede, om dat de Schepen van Linie, op Cameej, len, met volle Winden, en, gelyk ook de Fregatten, jj leedig over het Vlaak moeten worden geb'agt ; en ten J; derde, om dat, en die Schepen en Fregatten aldaar in B z ..het  (3 > V> het Water, uit en in Kaagen moeten laaden en lofTen, Jf welke beide omitandigheden zeer veel vertraagens ver- jj oorzaaken. Terwyl zy ook onkundig zyn , of de jj Domefticque fchikkingen van de Magiltraat van Medemjj blik, omtrentGildens &c, eenige difficulteit zouden kunjj nen veroorzaaken. J; Dat zy vervolgens van oordeel zouden zyn, dat het jj Nieuwe Diep beter gefcbikt was , om een gedeelte van jj de Schepen van Amiierdarn op te leggen en te bewaajj ren, en wel die geene, die fucceffiveiyk in dienft zyn; jj terwyl de nieuwe, en die niet gebruikt worden, te Amj} Iterdam in het Dok zouden kunnen worden bewaard, jj tot dat 'er eenige aanltalte dient gemaakt te worden, om jj dezelve in dienlt te brengen, i. „ Om dat deeze Plaats, nevens ViiiTingen , de jj eenige in de Republicq is, daar het geheele jaar, jj zelf§ in tyden van harde Vorlt, de Schepen kun_j nen worden geëquipeerd en in Zee gezonden, i. j, O n dat de Schepen , aldaar van de valle Wal jj ku n?n worden bdaaden en gearmeerd, en dan \j i'mmediaat op de Rheede j ter uitvoering hunner jj refpective deltin-itien, gezonden; En 3. jj Om dat de Schepen, by hec binnen vallen, om jj agedankt »e worden, immediaat daar binnen jj kunnen worden gebragt, en opgelegd of gerepajj reerd. jj Dat zy dus Van advUe zouden zyn , dat her voorj, fchreeve Collegie zoude behooren te worden gequalifijj ceerr, om 1. jj Met die Coüegien, aan welken het beftier der jj Zee-weeringen is toevertrouwd, in vertrouwen te jj fpreeken, over het gevaar van dien Punt van Holjj land; gelyk meede, 1. jj Met de Officieren van de Zee en van de Landjj Armée , over het gevaar van die iituatie tegens Si vyandelyke aanvallen, en om met dezelven na te jj fpooren alle mogelyke middelen van attacque en jj defenfie, en dus de zekerheid tegens vyandelyk jj geweld te bepaalen; En om 3. jj Overeenkomitig die twee recherches te bepaajj Jen bet gebruik, dar van hec Nieuwe Diep voor jj de Marine van den Staat te maaken is. Dé jj naait gelegene plaats tot berging , reparatie, en jj- toetuiging der Schepen, ende middelen, die daar jj toe moeten worden aangewend; alles met vergejj lyking van de omitandigheden van deeze fituatie jj met die van Medembhk , en van de kollen tot jj beide die fituacien benoodigd." —- Colie0 k ter Admiraliteit in Wfftvrtesland en het NoorderQuartier. Wy zullen daar meede in de derde plaats overgaan tot het Collegie ter Admiraliteit in IVeiivrtesiAnd en het Noor- der-  der-bartier, alhoewel hec zelve ma.u is het vierde ït\ rSng'i doch, als rheede ndn de Zuidei-Zee gelegen, veele waken met dat van Amiierdarn gemeen hebbende; eh o'niirent het zelve kunnen Wy niet ontveinzen, Edele Mogende Heeren 1 dat wy ileeds met verwondering hebben moeten aanzien, dat een Collegie, Wiens inkomücn niet boven de ƒ 70000- c- o 'sjaars bedragen ; eene iomma, naaüwelykiMoereikehdc tot onderhoud van de Raaden , Miniiicré en Jiediehdens vah het zelve, al aanltorjds verdeeld is in drie onderfcheiden Departementen , tot Hoorn, tot Euckhuizen ende tot Medemhüfc; dat in ieder dei zl ver Plaatten voorhanden zyn Dokken, Werven, Magazynen eri in de rwee e"L'.'i!e> u;c de / 40- o- o per kop 'smaands, welke het zelve ifl cas van Equipagie komt te trekken, eenigzints zouoe Kunnen vinden de kollen der reparatie van dezelve benepen , en door het meerder employ van Fregatten in yreedens-tvd, dan wel van grootere Schepen, grootendeels worden gedeaommageerd van de fchaade, door het verlies, van een twaalfde in den Aanbouw en Equipagie, terwyl net zelve teffens zoude wezen ontheven van her bezwaar des ondefhoüds van de groote Schépen, die anderzints tot detzelfs lallen moeten komen; wanneer vervolgens het overige een twaalfde zoude kunnen wórden gerepanitieerd op V de  ( 10 V ... . , ■ de Collegien , die ffiet den aanbouw van groore Schepen zyn belalt. —<—<- . , Dan, in. gevalle de fehikking omtrent Medemblik voor de Admiraliteit te Amiterdam mogt worden geamplecteerd, zouden wy vervolgens van gedagten zyn , dat het Collegie ih het Noorder-Quartier, in voegen als anderzints te Medemblik, zoude kunnen worden verplaatlt geheel en al te Hcom s en zulks ten aanzien van de goede én bekwaame Werf, Magazyn , Dok &c., die aldaar voorhanden zyn ; mitsgaders dat de Vaart van daar met Fregatten van zes en dertig en twintig Üukken, zonder Cameelen, naar Texel kan gefchieden i en dienvolgende ook daar, even als te Medemhlik, deeze enorme kotten voor den Lande zouden kunnen worden gefpaard, hét geen aan de bekrompen Finantien van dat Collegie vooral ten goede zoude komen.— Terwyl nogthans de Heeren, wegens het zelve Collegie tot deeze Befoignes gecommi teerd , hebben gemeend omtrent al het gëallegëéfdé , betrekkelyk het voorfz Collegie te rh'öeten perlifieeren,- by het geene door hunheder Collegie zèïvé aan Ü Ed. Mog. by der zeiver Mifltvé van den i3 }uny Iaat Meden, is geadvü'ieid; cn Waar toe zy zig waren refëreetehde, —- Colkgte ter Aèinraheli in Vriesland. Om' dé zelfde reeden, als zo even omtrent het Collegie in Weftvriesland en het Noorder-Quartier gezegd is, zullen ■Wy nu fpreeken van hei Cóllëgie ter Admiraliteit in Vriesland > fchoon het Jaaffie in rarig ; en daar omtrent is by ons in confideratie genomen , dat de Schepen in deszelfs Dek, zonder eene jaarlykfche uitdieping, niet kunnen vlot leggen 5 dat desze'ifs Magazynen zelfs niet toereikend zyn tot berging van het een zesde gedeelte in de generaale uitruttingen ter Zee; dat de Haven te Harlingen zeer moeyel\k is in het in- en uitkomen, en doör deszelfs potVie doorgaans den Wind ont langt van voren; - dat deszelfs Voorland niet dieper dan twaalf a dertien voeten zynde, men al aanltonds by het uitkomen van de Haven genoodzaakt is de groote Schepen te brengen op Camee- Jfifjj dat het daar en boven zeer bezu^ariyk valt een groot Schip veilig naar Texel of het Viié heenen te brengen, ter oorzaake van de lituatie van veele droogtens in dezelve pallage , der domineerende WeÜelyke Winden in deeze Landen, mitsgaders der aa'nmet kelyke diftantie van het trajeéï? « en dat, boven dat alles, de Inkomlten van dat Collegie, (de Öubfidie by Conventie van ƒ 30000- o- o daar Onder gereekend,) geen f 80000- o- o kunnen haaien. — Om alle welke reedenen wy ons in' conferentie verpligt zouden vinden, om U Edele Mogenden te advifeeren tot mortificatie va:n dat Collegie, als,' uit hoofde van de voorfchreeve inconvenientien , ongelchikt zynde, om te zyn eén Departement van Militaire Marine. •—- 'fèrwyl nogthans, ten einde de Provincie  , - • (») . . ;5te van Vriesland, die meede, uit hoofde vati haare minders ofte meerdere Commercie, draagt in de koften van de air gemeene uiTruïliogen ter Zee, niet geheel en al te beroven van het vertier, veroorzaakt door den Zit-plaats van een Collegie ter Admiraliteit in deszelfs boezem; mentor Harlingen zoude kunnen laten een Werf, onder het opzigt van des'Kundige Lieden, en aldaar laaten bouwen -\ gedeelte van Fregatten, van 40, 36 en 10 Stukken, welke van tyd tot tyd geoordeeld zouden worden te moeten worden aangebouwd ; — ten ware men zoude mogen proefereeren en goedvinden, om het zelve Collegie te brengen op ,5 in den Aanbouw en Equipagie van Scheepen, . mids alleen beflaande in Scheepen van 36 en 20. Stukken, gelyk zulks omtrent , het Collegie in het Koot der Quartiet boven door Ons is voorgeiteld, en waartoe Wy Ons kort-? heids halve zullen felerceren, en hetzelve op dien voet te Harlingen ie laten blyven; in die verwagting, dat de Heeren Staaten van Vriesland, in dien gevalle, het haare we! zuilen gelieven te comribueeren, om de voorfz Haven en Dok in bëhoorlyken Haat van diepte te brengen en te behouden. Terwyl VVy hier nog, mét opzigt van de beide Collcgieh ter Admiraliteit in W'eltvriesland en Noorder-Quartier en in Vriesland moeten by voegen, dat indien de ichikkmgen, omtrent die twee Collegien door Ons voorgeüagen, zouden mogen worden gegouteert, Wy van gedagten zouden zyn, dat nut de twee ovefchiesende T5 parten van dezelve Collegien /.ouden behooren ie worden gechargeert die Collegien, weikers financiecle omlirmdigheeden van dien aart waaren, dat dezelven behoorlyk in Üaat ioude kunnen werdén geoordeelt, om met het onderhoud en reparatie van de Schtcpen, in dé voorfchreeve twee twaalfde parten begreepen, gevoeglyk te kunnen worden belatb Deeze, Eeiele Mogende Heeren, zyn Onze gedagten in het generaal omtrent het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland; VVy zullen nogtans hieruy voegen, dat de Heeren5 nier meede wegens hetzelve Collegie gecommitteert, by Ons hebben gedeclareerd „ dat vermits op de gronden, by „ de befchoüwing van de eerite generale quasltie, gelegt, „ byzonder was aangedrongen op de Nexus, die 'er tus. fchen de Admiraliteit en de Commercie plaats moei! heb„ ben. en dat ook een departement tei Zee niet k on de „ fubiVtleeren, zonder een fuperieure toezigt, zoo wegens „ de judicature over de Rechten en Inkomften, a\s het „ huyshoudelyke van Dokken, Werven, Magazynen, enz., „ Zy Gecommitteerden niet konden zien, waarom, (zoo „ al de toegekende gebreken, dès neen, te Harlingen, in „ die mate plaats hadden, en alléén geconhdereert het aveu, „ dat Vriesland meede eene Commércieerende Provincie is) „ men fubordinarelyk tot mortificatie van het Collegie ter „ Admiraliteit in Vriesland, met behoud alleen van een „ Werf, zoude behooren te advilëeren; daar hetzelve, als „ meerder atgeleegen als het dépaivcment van Noord-HotU land, noodwendig eene fuperieure autoriteit van diteétte C % ii van  j, van noden heeft; — dat verre dat de geallegeerdog Mogende overgegeven—: waartoe Wy Ons ten dezen kortheidshalve refereeren, de ieciure daar van aan Uw Ed. Mogende aanbevelende. — Wy zouden dienvolgende Uw Ed. Mog. omtrent het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland advifeeren, dat hetzelve, om de laatügemelde reedenen, van dien aart en utiliteit was, dat hetzelve overwaardig is, dat het bovengemelde 2) rap-  C *4) rapport tot verbeetering van de Haven en het Dok van Vlillingen, hoe eerder zoo beter ter conclulie zoude worden gebragt; in die verwagting nogthans, dar de Provinne van Zeeland, in dat geval, het haare zal contribueren, orn de Werf, Magazyn, en het geene daar toe verders behoord , in dien üaat te brengen, dat een voornaam gedeelte van de' Zeemagt van den Staat aldaar, in tyden van nood, wordende opgelegd, van het nodige zou kunnen worden voorzien; mitsgaders, dat de Werf', en de verdere diredie van de voorfz Admiraliteit éénmaal voor altoos zullen worden gebragt op eene plaatfè, zonder zodaanige verdeeling van Aanbouw en Equipagie, als thans tufichen Vliffihgen, en het daartoe geheel ongelchikte Veere, tot pra?juditie van den Lande, ofte deiïelfs gemeene zaake, plaats heeft. — Omtrent welk laatfte poinct de alhier aanwezende Heer Gecommitteerde wegens het voorfz Collegie, gemeend heeft te moeten remarqueeren, „ dat hoezeer zulks het Finantie4, wezen van dat Collegie aanmerkelyk zoude foulageeren : nogtans de conflituiie der Provincie geenhnts zoude toejj laaten, dat onder anderen de Zeehaven van Veere,voorjj zien van Werf, Dok en Arfenaal, en vóór we'ke'is een ^ goede en veilige Rheede, en alwaar de uit- en i'huys jj komende Schepen allerfpoediglt uit- en in Zee konden jj yallen, geheel van Equipagie en Aanbouw wierd gedetiijj tueert.—-Terwyl buiten dien geene de minvie redenen van jj eenige locaale of nadelige veranderingen zig opdeeden ^ waarom men ten miniie de Jigte Fregatten en Vaartuigen jj aldaar niet zoude blyven equipecren. — Dat die Stad, jj reeds lange vóór de erectie van de Republicq, voor een ■M der bekwaamlte Zeehavenen, ter uitrulling niet alleen j, van Oorlogs-Schepen was geweeit, maar zelfs een Adj3 mirahter.shof aldaar een tyd lang hadde gere/ideen ; en jj dat dus, om de geallegeerde en meer andere redenen, jj tot nut van 's Lands Marine, en zonder dat zulks toe jj bezwaar der Bondgenooten zoude kunnen Ürekken, de ^ voorlchreeve Stad, zyn bedunkens, behoorde te blyven jj jouilfeeren van die wettige Poiïélfien, welke dezelve als jj een integreerend Lid van Staat, en contribueerende in j, de algemeene lallen, zyn competeerende" — terwyl dezelvde Heer wyders by Ons heeft gedeclareerd, zig niet aan te trekken, het geene in voegen als bovengemeld,nier opzigt van de praeliatie van her \ van hetzelve Collegie in de Extraordtnaris Equipagien ter Zee is ter needereeiield. 6 Wy hebben nu aan Uw Ed. Mogende voorgedragen,hoe dat, naar Onze gedagten, de refpe&ive Collegien 'ter Admiraliteit zouden behoorentewordengemodificeert,wanneer dezelven afzonderlyk zouden moeten blyven iubfilteeren; en zullen vervolgens voortgaan met Onze confideratien omtrent de meerder generale direöie, dewelke Onzes bedunkens, door de refpeeftive Collegien ter Admiraliteit, in voegen voorfz gemodificeert, alsdan zoude behoren te worden gehouden- waaromtrent Wy van gedagten zyn, dat al aanflonds de navolgende algemeene bepaalingen zouden behooren te worden gearreiteeh: \ j}at  ( ) . I. Dat, ingevolgen de generaale Inftruetie der refpeciive Collegien ter Admiraliteit van den jaare 1597, Art. 48, de Vergadering van den Raad, by ieder Collegie, zoveel mogelyk ddgehhs zoude moeten itand grypen. — II. Dat den refpective Advocaaten Eilcaals zoude behooren re worden aanbevolen, om naar behooren te vigileeren op de naatkoming der ordres en Refolutien van haar Hoog Mogende, en van derzelver Collegien; ende zulks niet aileen by de Collegien, tot dewelke zy gehooren; maar dat zy ook zouden hebben toe te zien, dat zulks van de Reiolutien en Placaaten van haar Hoog Mogende, behoorlyk by de andere Collegien refpeflivelyk zoude worden geöbfèrveerd; — dat dezelven daartoe onder malkanderen zouden nouden de noodige Correfpondentie 5 vervolgens, is het noodig, zulks brengende in de generaale Befoignes in den Hage , en voorts, wanneer zulks aldaar niet zoude kunnen worden geapplaneert, ter kennifïè van haar Hoog Mogende. — lil. Dat de bovengemelde generaale Inltruclie zoude worden geamplieert met een Articul, rendeerende, dat de Raden, in de refpective Collegien felfie hebbende, (daar zy het algemeene weizyn van den Lande Üeeds in het oog dienen te hebben) alle Provintiale ofte Stedelyke belangens zouden moeten afleggen. — En daarentegen dat zy alleen het algemeene interelt en weizyn van den Lande zouden in confideratie neemen. — IV. Dar, tor een kenteeken van een eenig Lighaam, door de refpeciive Collegien ook zoude moeten worcien gevoerd het zeltde Wapen, en de zeilde hifigma. — V. Dar aan alle de refpeciive Collegien indiltinctelyk zoude worden gepermitteerd de generaale IVerving over alle de Steden van de Republicq; — en dezelve Werving door alle Officieren , daar toe gtëmployeerd, eenpaariglyk zoude worden geëxerceerd , zonder onderfcheid van Resforten; zoo nogthans, dat de Orfieieren , met de Werving beialt, zulks zouden doen met communicatie en onder het toezigt van het Collegie van het Reliort; — gelyk ook VI. Zoude behooren te worden bepaald, dat by alle Collegien zouden worden gegeeven de zelfde Aanritsgelden, Praemien, Gages en Soldvcn aan de Officieren, Onder-Officieren en Gemeenen; zodanig, dat wanneer iommige Collegien niet konden worden geholpen door de bepaalde Praemien, na daar van gegeevene ouverture in de generaale Befoignes in den Hage, daar in, zo veel mogeiyk * dezelven zouden worden te gemoet gekomen. VIL Dar by alle de Depai tementen ter Zee. de generaale ordres, welke den Officieren ofte Onder-Otlicieren, naar Zee gaande, zouden worden meede gegeeven, opeenegalen voet zouden worden gebragt. Vlij, Dat een algemeene Articul-Brief voor de difcipline Militair ter Ze: zoude moeten worden gearrefteerd: waar omtrent wy U Edele Mog. nogthans kunnen informeeren, dat door Zyne Hoogheid ecrltdaags ltaat te worden vol* T> % daan.  ( l6) daan, vermits hoogfldezelve een Concept Articu'-Vri:f, ten einde voorfz zoude Voordragen. IX. Dat by alle de Collegien , in de re houdene Krvgéraaden door de Officieren, eene egaale manier van proce» deeren zoude worden vattgetteld en geob:er-'eerd — X. Dat, ten einde de Conltructie van 'sLands Schépen op een egaalen voet te brengen en te conferveeren , een Conftruéteur-Generaal zoude behooren te worden ingevoerd, aan wien de zorge over den aanbouw van de gannchè Marine zou worden aanbevolen; en welke ten minfien om het jaar, met de refpeciive Equipagemeelters en Scheeps-Timmermans-Baazen, zoude behooren te confereeren tot bepaaling der verbeteringen, dewelke in de kunft zig zouden mogen hebben opgedaan. En dat eindelyk X1; Eene generaale voorziening wierde gemaakt omtrent de Maand-Cedullen der Bootsgezellen op 'sLands Schepen, ten einde ook daar omtrent eene generaale ordre by alle de Collegien zoude mogen (tand grypen ; mitsgaders omtrent den zo drukkende interelt van 40 per cent, dewelken zy aan de Schryvers voor het opfchieten van eenig geld of goederen moeten betaalem VVy meenen, dar door het bepalen vat) zodani^ Ariicuien over het algemeen, zouden worden afge/needen die inconveniemen, dewelke zig thans dagelyks vertoonen, terwyl de refpective Admiralitebs-Departementen Üaan zonder eenige generaale verbintenillen endirerlien, en, als het ware, geïfnleert. En daar meede zullen wy afltappen van de conbderatien , welke in zekere maniere meer betrekking hebben tot de exittentie van die refpedive Departementen in het by?onder, dan wel tot de algemeene directie van het algemeene Zee wezen , welke vooral bedoeld word in het eertle pofnet van Uw Ed. Mog. Mfflfve ; waar toe wy alsnu zullen overgaan , en waar omtrent wy onze gedagten cordaatelyk , en zonder referve, alhier zullen open leggen, en aan U Ed. Mog., naar onze bette kennitle en weetentchap, voordragen, zodanige verbeteringen, a's U Edele Mogende fchynen te hebben in het oog gehad, by het meergemelde eerfte poinct van Uw Ed. Mogende Miffive. — Wy zouden dan van gevoelen zvn, Edele Mogende Heeren, dat tot verbetering van 'sLands Zeemagt'in het generaai, I. Voor eerft en vooral by de refpective Bondgenooten behoorde te worden gerefolveerd , om een vafte 'Poft voor de Marine op den Staat van Oorlog te brengen , alzo de ondervinding van vroegere en laatere tyden overvloedig beert_ geleerd , hoe traag en geclaufuleerd de refpeciive Provinciën .derzelver Confenten in de Petitiën voor de Zee hebben mgcleeverd ; waar uit niet anders heeft kunnen ontüaan, dan de groottte onzekerheid by de Collegien, dewelke met den Aanbouw ofte Equipagie waren beI.iit met opzigte van de intentie van de Hooge Bondgenooten; en te gelyk eene gefundeerde fchroomelykheid om-  C 17 ) omtrent de zekerheid der betaalingen > en dien volgende van het doen van Equipagien als anderzints; al het welke niet heeft kunnen llrekken dan tot grooten ondienft van den Lande; in voegen, dat men zig met regt moge verwondelen, hoe de zaaken op dien voer zo lang hebben kunnen worden Itaande gehouden; en waar omtrent thans, zoo ooir, de attentie van de Hooge Bondgenooten behoord ie worden opgewekt, en aan dezelve op het ernftigüe gereprsefenteerd, dat hec anderzints beter ware, het geheele Lighaam der Marine voor altoos vaarwel te zeggen, en de Ingezeetenen deezer Landen gelibereerd van het opbrengen der Penningen, vereifcht tot het zoo gebrekkig in fland houden van het zelve. II. Dat, hoe zeer uit de Inkomften van de Collegien ter Admiraliteit op de Maaze en te Amiteriam , midchien eenigzints zoude kunnen worden gevonden her 0 >; > l van 'sLands Schepen van Oorlog, zulks nogthuMS feefcerfejr de overige Collegien ter Admiraliteit geenzints het geval is; en dat dienvolgende meede behoorde te wo de i gearrelleei t, dat een vafte poft voor het onderhoud der Scheeps» , geëvenreedigt naar het getal voorhanden, alzo op den Staat van Oorlog wierde gebragt, conform aan het daarvan ter Generaliteit uitgebTagt Rapport, op den x4 December 1783, waartoe wy de vryheid neemen ons te referceren. III. Dat insgelyks een vatte Poit zoude behooren te worden bepaald op den Staat van Oorlog, waaruit orn den tyd van iy jaaren, by de relp. Collegien, zoude kunnen worden gedaan een zeekeren aanbouw, by voorbeeld, van één Schip van yder Charter; door welken langfiamen aanbouw 'sLands Marine behoor lyk zoude worden gehouden in fi.iar, en daar door voorgekomen eene ko/lbaare Suppletie, dewelke zoude moeten plaats neemen, wanneer veele groote Scheepen te gelyk in 't geval waren Van te worden afgekeurd; gelyk de Republicq daarvan de koftbaare ondervinding heeft gehad in den laatltcn Oorlog; waarvan de geheugenilTe nog zoo verfch moet zyn by een yder, dat wy Ons gedispenieert mogen agten, om daarvan iets meerder te zeggen. — IV. En in de laatfte plaats, dat, naar Onze gedagten, onder de voorfchreeve verbeteringen, meede vooral zoude behooren, dat 'er was een Middelpunt, alwaar alle de zaaken, de Marine betreffende, zig vereenigden, en met den Admiraal Generaal konden worden afgehandeld; zonder het welk men nooyt zoude kunnen zeggen, dat eene generaale directie kon exiiteeren, ofte dat de zware kolten voor het in ftand houden eener Zeemagt, op eene voldoende wyze, aan derzelver oogmerk konden beantwoorden. — Het denkbeeld van zodanig Middelpunt, Edele Mogende Heeren, is geene nieuwigheid; maar quadreerd volkoomen met het geene onze Voorvaderen, by het ih'gten van het Gemeeneneit op hetzelfde Subject reeds hébben E ge-  C i8 ) ^edagt eh gepraftifeerd ; want het eene bekenciè zaak is, hoe de toenmaahge Bondgenooten, in den jaare een •lnUruciie voor den Prince Mauritz en den Ra' •. III. Als een detail van de generaale d reétie, is Uns in de derde plaats voorgekoomen, dat het getal van Vlag- en andere Officieren, welke beftendig by 'sLands Marine in dienlt zouden behooren te zyn, tevens zoude behooren te worden bepaald; en daaromtrent zyn Wy van gedag en , dat hec doelwit van den dienlt zou kunnen vvorden üereikt, wanneer beftendig wierden gevonden, By bet Collegie op de Maze. 1 Luytenant-Admiraal, 2 Vice-Admiraals, en x a 3 Schouten by Nachr. By het Collegie te Amfierdam, i Luytenant-Admiraal, 3 Vice-Admiraals, en 3 a 4 Schouren by Nacht. By het Collegie in Zeeland, i Luytenant-Admiraal, '% Vice-Admiraals, en i a 2 Schouten by Nachr. By het Collegie in Wejlvrïesland en Noorderquartier, en by dat refideercnde in Vriesland. Zoo dezelven zouden mogen worden gebragt op den voet, door Ons hierboven voorgedragen; i Schout by Nachr, by yder van dezelve Collegien, zonder meer. » (Omtrent welke bepaaling, de Heeren alhier weegens die twee Collegien gecommitteert, hehben gemeend te moeten perlitteeren, by het Collegialiter geadvifeerde aan U Ldel Mogende ) , .. , Dat voorts het getal der Capitems, over het algemeen, zoude kunnen worden gebragt op honden. Dat de rang van Commandeur, onder de benaaming van Capitein Luytenant, tot bevordering van de dilc-pline, weeder zoude behooren te worden ingevoert, en derzelver getal over net geheel op 40 a 50 bepaald. —— üat geen minder getal dan van 300 Luytenants over liet seheer zoude behooren by 's Lands dienlt te zyn. — nrmsö. gaders  ( 3 gaders 30 a 40 Stuurlieden, en ;o a 40 Schippers, aan de* welke een valt Traétement van ƒ zo- o- o 'smaands zou behooren te worden toegelegd. En dat de verdeeling van de voorfz Capheins, Capitein-Luytenants enz., onder de refpective Collegien ter Admiraliteit, zoude kunnen worden ingen.r naar proportie van derzelver reipeaive aandelen fn de algemeene Equipagien ter Zee, zoo als dezelven zouden mogen worden gereguleert. IV. Dat ook zou behooren te worden gedagt om het gehrek aan goede Conitapels te verhelpen door de oprichting van een Corps Artillerilten, beltaande uit 600 a 800 koppen; — dei dken in vallen dienlt zouden worden gehouden, miis fpeciaal geaffecleerr blyvende voor de Zee? en dat dezelven permanentelyk zouden worden geplaatlt en verdeelt in de Plaatfen, alwaar de Werven, &c, der refpective Collegien zouden zyn, ten einde dagelyks in het ichieten en het behandelen van Canon re worden geëxerceerd; en om op dezelve Werven, of zelfs op de Scheepen die in dienlt zouden worden gebragt, in deeze of geene betrekking, al wss het zelfs van die van Matroos, te kunnen worden geëmployeerd: waardoor de kollen van het onderhoud van zoodaanig Corps zeer ftetk zouden worden vermindert, jar waarfchynlyk door het employ van hetzelve worden opge .vogen. V. Meenet) Wy aan U Edele Mogende te moeten reprg&g * gevai  ( x> 3 „ geval zoude ëxtcreri, waarin de Collegien niet zouderi kunnen worden geconfidereert als volkomen onzydig; in welk geval de Cognitie en Judicature over dezelve Miniilers zouden moeten worden overgebragt tot deze Be* foignes, na dat dezelven zouden zyn gebragt op den voet, als hier vooren is aangewezen. — Waar door vervolgens zoude komen te celleeren alle die onzekerheid, w-lke ten dezen tot dus verre heeft geëxteert omtrent de zekerheid van derzelver Rechtbank, en alle intermioabele discuiTien en langweiligheden, ra/u quo} daarmede insgelyks zoudtn worden voorgekomen. — . ... En dat met opligt van de refpective Heeren Raaden, in dezelve Collegien Sefiie hebbende, zoude behooren te » orden verklaard, dat dezelven in zodanige gevallen zouden" behooren te worden te regt gefteld voor derzelver ordmaris en dagely kienen Rechter. — Gelyk dit alles by eené Refolutie van de Heeren Siaaten van Holland en Weltvriesland van den 19 Febrirry 1086, bereids is bepaald geworden. — en dat X. In de iaat Ile plaats by de hoge Bondgenoten zoude behooren te worden gereiolveerd, ten einde Beu indhebberen van de Ooit- en \Veïtindïi'cht: Compagnien dezer Landen, mitsgaders Directeuren van Surinamen en BeröJCéj zouden worden aangefchreven, om van tvd tot tyd aan deze Befoignes opening te geven van den Mdicahen toeihnd van de Etabliftëmenten in de voorfz Colonitn van1 dezen Staat; op dat men daar door beter, dan tot nu toe heeft kunnen gefchieden, in itaat zoude worden gefteld, om te voorzien in dat geene, het welk van wegens's Lands Zeemagt, tot afliitentie en defenfie van de voorlz Colonien, zoo met toezending van Schepen van Oorlog, als anderfints, van tyd tot tyd zou behooren te worden ge* daan. Hiermede Üw Edele Mogende hebbende gediend van Onze confideratien en advis op het eeifte Point, in Uw Ed. Mogende Miflive vervat, zullen Wy, om te voldoen aan Uw fcdele Mogenden verzoek, om, aangezien onder de opgegeven Pointen milTchien het een of ander zoude kunnen zyn, 't welk een lang onderzoek vereifchte, niét te willen fuperfedeeren, om aan Uw Ed. Mogende Onze Confideratien op de andere Pointen re doen toekomen , overgaan tot het 3de, 4deen ydePoint van dezelve Miftwe, als welke Pointen Wy hebben beichouwd, als zodanig met malkanderen te zyn verknogt, dat Onze Confideratien op alle dezelven beft in ééns aan Uw Ed. Mogende behoorden te worden voorgedragen; terwyl W'y gemeend hebben Ons onderzoek en confideratien op het tweede point, raakende de middelen tot vermeerdering der Inkomften en vermindering der uitgaven der refpeciive Collegien ter Admiraliteit, in eene afzonderl>ke Memorie te moeten vervatten. ' „ . „. , .. , . Met opfigte dan van het derde Point, Edele Mogende Heeren „ hoe groot namelyk VVy zouden vermeenen dat G 2 s Landt  (**)" jj 'sLapds Zeemagt in tyd van Vreede zoude behooren té J} zyn," zouden wy van gevoelen zyn, dar dezelve, om re voldoen aan de vereifchrens tor eene toereykende protectie voor de Commercie en Navigatie dezer Landen , en om tefiens te itrekken tot éen folide ba fis van een re'pedane'e magr rer Zee, in cas van opkomenden Oorlog; zoude behoren re beftaan uir 40 Schepen van Linie; (de Schepen van 5-4 Srukken daaronder gerekend, mits deze als Schepen van 60 Stukken wierden gearmeert en bemint, en, des noods, tot dat einde in het vervolg, zouden worden gebouwd) te weeten, 20 Schepen van 74 Stuk: en 10 van zodanige 6cers, en voorts uit 40 Fregatten, als: 12 [ van 40 Stukken, waar onder drie a vier van twee Dekken, als eensdeels beeter gefchikt rot Convoy op fommige reyfen, en andersdeels van meerder defenfie in geval van Actie. 14 I van 36 Stukken, enr^ J ——. , waarby nog zouden dienen re worden gevoegd 10 a 12'ligte Vaartuigen, als 2 \dvis jachten. 4 Brikken. 4 Hoekers, en 2|Cotters. Met vrylaating aan de refpeciive Collegien, om meerder Fregatten en ligte Vaartuygen te mogen aanbouwen, wanneer zulks uit derzelver middelen zou kunnen worden gevonden; ren einde te itrekken tot vermindering van Extraordinaire aanbouwen, welken in cas van nood zouden behooren te worden gedaan. — Uw Edele Mogende zullen by eene vergelyking van dezen ltaat van Navale Magt met de opgave daar van, in de Copielyk hiernevens gaande Memorie" van de Heeren Vice-Admiraals Reynlt en Zoutman gedaan, wel aanüonds bemerken, dat Wy van die opgave zyn afgeweken; . - Dan, Ed. Mogende Heeren! het is ons voorgekomen, dat die opgaave, uit hoofde van deiïelfs koltbaarheid, niet zoude zyn te compalfeefen met de tot hiertoe gemanifetteerde, en voor zo veel ons bekend is, probabele' intentie van de hoge Bondgenooten, rot belteeding van zoodaanig énorme kotten voor het Lighaam van de Zee, als welken al nog zouden moeten worden belteed, in gevalle het getal van Schepen tot de quantiteit, door voorn. Vlag Officieren opgegeven, zou moeten worden gebragt; vooral, wanneer de voornaamlte objeclen van deUelfs dienlt met een minderen ltaat konden worden bereikt. -—U Terwyl in de vermindering van die opgave Ons onder anderen tot een grond heeft gediend deze Confideratie: dat de refpeciive Collegien ter Admiraliteit, met derzelver Werven en het gantiche aankleven van dien,, ééns gebragt zynde Tn  ( 19 ) in den Haat, waar toe Wy hierboven hebben geadvifeerfj en daarby ge'arrelteert zynde een langzaamen aanbouw van een geheel Stel van Chartres van Schepen, over alle de Departementen der Marine, om de if jaaren: daardoor zoude worden gelegd zodanige grondflag van een fuffifame magt ter Zee, dat de nood, oire een gepalle vreeze van nood, zulks vorderende, daadelyk zoude kunnen worden gefuppleert aan het geene thans zoude mogen worden geacht daaraan te deficiëeren. —• Tot het voorfz getal van Schepen zyn Wy nog te meerder gekomen, in confiderarie, dat hetzelve getal behoorlyk zoude kunnen dienen, om daarmede in tyden van Vreede, zo wel de Commercie en Navigatie, als de Colonien van den Staat naar behooren te protegeeren. —• En om dit tot een genoegzaam praecies te brengen, hebben Wy in aanfchouw genomen alle de Zeeënj alwaardeSchepen der Ingezetenen dezer Landen, ter Koopvaardy worden uitgeruil, mitsgaders de pofTeffien van den Staat in Ooit en Wtit; met inligt om het emplöy van een convenabele Zeemagt in alle die Zeeën te bepaalen; en wy durven Ons vleyen, dat die roor/iening, zo zy behoorlyk word gehandhaafr, voldoende zal worden bevonden aan alle de voorfchreve objeéten. — Wy zullen daartoe als nu overgaan, en als een fubordinaat Point ter beantwoording van de voorlz derde vraage van Uw Edel Mogende Miffive, in de , Ü. tweede plaats aan Uw Ed. Mogende voordragen, dat ten einde vooifz een jaarlyks Equipage van 40 S hepen zoude behooren te worden gearrelteert, naamelyk, van 4|Schepen van 50 Stukken, en 6 11 Stukken. én dat de verdeeling daarvan zoude kunnen worden ingérigt, als volgi: ii Een Esquader in de Middelandfche Zee, waarvan de protectie voor den Handel zig zoude uitftrekken van den Archipel af tot aan de Straat van Gibraltar toe, en daartoe zou behoren te beitaan uit j Schip van ifo Stukken, i »«.—. ——. L o m 1 lzo ■ ■» en ik (19 Stukken, %. Een Esquader in de Noordzee, welkers dienlt zoude gaan van den Deurlo af tot aan de Sond, en van daar langs de Schotfche Kuilen naar Hitland, en vervolgens gantfeh Schotland en Ierland om, het Canaal door, weder in de Noordzee, tot protectie van onze Commercie en Navigatie in de Noord- en Ooftzee; de Haring- en andere Villcheryen, de Commercie en Navigatie op Engeland H en  ( 30 ) cn een gedeelte van Vrankryk, en met naame op Bourdeaux; en tot dat einde insgelyks zoude behooren te beitaan uit 1 Schip van iyo Stukken» t ...,„■ „U a —.'36' en 1 Hoeker van \z Stukken. 3. Dat tot Kmyffers op de Oojlindtjche Retourfcheepen. zouden behooren te worden gebruikt 2 j Schepen van 5 36 Stukken, en 2 j { zo ——— • 4. Een Esquader voor de Oojlindien, zig uttftrekkende, met opfigt van deiïelfs dienlt, van de Caab de goede Hoop af tot Batavia, de Molukken, de Weltkutt van Indien, en wat verder in eeniger maniere de bezittingen van de OoltIndifche Compagnie zoude mogen aangaan; rerwyl hetzelve daartoe zoude behooren te heftaan uit 1 chip var yo Stukken, 5 jI 4£ —z en 2 1. —-—- zo Stukken. 5. Een Esquader voor de Weflïndisn, welks dienft zoude moeten embralieeren de Kult van Guinea, Suriname, Berbice, Elïequebo, Demeiary, St. EuUatius, ende Curacao, en tot dat einde wederom moeten beitaan uit 1 Schip van 5-0 Stukken, a J. 2S 3 l k0 eni J. 1—iz Stukken. terwyl op het voorfz getal van 40 Schepen als dan nos zouden qverfchieten 1 Schip van | 36 Stukken, 1 d. « 24 — en 2 d. - ii Stukken, dewelke zouden kunnen dienen tot protectie van de Commercie en Navigatie dezer Landen, van het Canaal af tot aan de Canarifihe Eilanden toe , beneevens de Kaften va» het JRjk van Alarocco. Door zodanige inrigting meenen wy dat de voornaamlte Zeeën, alwaar Koophandel word gedreven, bezet zynde, de Commercie en Navigatie in Cas vanrupture ofteoneenigheden tulïchen andere Mogendheden, voor de eerfte aanvallen, overrompeling ofte Chicanes, behoorlyk zouden wezen gedekt, en de Colonien van den Staat alzo in refpect, zo wel naar buiten als van binnen, zouden kunnen worden gehouden. — De onkoften van deze jaarlykfche Equipagie zouden bedragen de fornma van / 3808800: o: o, waarby nog gevoegd zynde één maand gratificatie voor yder Schip, ter Somma yen f 317600: o: o, mitsgaders een Tafelgeld van ƒ.1500:0:0: 'smaands, en een van ƒ 300: o: o: 'smaands, over het jaar te  ( 31 ) te faaraen bedraagende ƒ 21600- o- o, eene fomme zoude uitmaaken van ƒ4148000- o- o 'sjaars, waar toe de Bondgenooten zouden behooren re worden verzogt, dat een vatte Poft op den Staat van Oorlog zou behooren te worden gebragt, ten einde dezelve fomme met reëele furnisfementen van Penningen op eene reguliere wyze zoude kunnen worden gepraefteerd. Daar meede zouden wy alsnu kunnen overgaan tot het vierde point, in üw Edele Mogende Miflive vervat, namelyk: 3J uit welke Charter van Schepen wy zouden begrypen, dat 's Lands Zeemagt z . Appel. T. Taiilns. *D, van tJo t&daer. J Huyghens. J. C. vander Hoop. IVtlhem Si hor er , J. Jlf. A vander IFulige. T. Houtingh. J. vander Rarhhorft. J. B. Strik van Lhifckoten. B. Nauta. (Lager Itondj Accordeerd met het Orgï- neel, geëxhibeert in de Commilïie. (Was geteekent) B. T. van Lelyveld; Seër, ƒ ML   ( 3< > Memorie van Mc Heeren Vicè- Jdvnraah R-. ynft tn Z wmaii. Exhibitum x8 Juny 1786 Edele Mogende Heeren f TTsE Ondergetekenden, Vice-Admiraals ten dientle dèeter Landen, zuliende dienen van derzelver Conlïde>athn én Advis op de PoinCien, doo<- U Ed. Mog. op voorleedrri Vrydag aan dezelve ter hand geiLld, hebben de Eer, ingevolge van dien, hunne gedagten U Edel Mogende by deezen te doen toekomen. —■ Pöinién, d >ordë Edele Mog, Heeren Gec mmitt< erd?n Uit dé 7efj.etïive Colegien ter admiraliteit pp den 1^ Juny 1786 aan de Het ren Vice Admiraals Jkeynjl en Zoutman over ge geeven j om daar op te fuppedtteeren derzelver jchnjte^ke Lonfidtratien eu Jldvis. ï, T-JOe groot dezelve z->u- KfY zonden namelyk 0$ den vermeenen, dat het i"e Totnt van ge- 's Lands Zee maat in tyd voelen zyn, dat 's Lands van Vreede zoude bèhoo. Zeemagt zoude behoren te ren te zyn? beitaan uit 51 Scheepen van Linie, en 42 Fregatten, mitsgaders eenige Advis -Jachten. il. Uit welke Charter vari Dat, tot beantwoording Scheepen dezelve zoud. n be- van het 2de Toint, de Chargrypen, dat 's Lands Zee- ters der Scheepen zouden magt zoude motten beftaan, dienen te zyn van 74, 64 en om, ingeval van Oorlog, beit y4 Hukken Canon; wel vergdchtkt te zyn, om te kun- itaande dat deeze laaükCnarnen diehen, en tegehsVyan- ter, zoo dezelve m 't verdelyke Scheepen te kunnen volg konde verlengt worden borden geöppofeert? tot 160 voet, in tyd van Oorlog met 63 Stukken worde g'„ arroeert, wanneer dezelve als Scheepen van Linie zouden kunnen woid^n je- conhdereert. * Dat de b >vergrmelde 41 fregatten zouden hehporén <■■ beitaan uu i e van 40 ctu. k: n, i)- a. 35 tn 15 a ii Stuiken; en cat onder die van 40 Stukleen 'er d'ie a. vier van twee dekken wkrdën bevonden; vcrm'ds dezelve daar door eensdeels in tyd vari Actie, door het gebruik der oriderfte Battery, van meerder  ( 36 ) III. Of zy van oordeel zyn, dar 'sLands navale magt, in tyd van nood, op eene voordeeligewyze verllerkt zoude kunnen worden mee Scheepen, anderzints tot de Commercie gebeezigt wordende, *t zy dat dezelve bleeven in de gewoone manier vanbou* wen,'tzy dat den Staat goedvond defeefie zouden 2yn, en zoodanige Charter andersdeels tot Convoy op fommige reyzen van meerder nut word geoordeeld ; — De Ondergeteekenden hebben het getal van Fregatten zoo veels te grooter genoomen, om daar door by opkoomenden Oorlog aan de Commercie een gereede protectie tegens de Kaperyen te verfcharfen; en zyri vervolgens van gedagte, dat zoo daar nog eenige Advis-Jachten van 10 tot 16 & 18 Stukken (dog weinige Cotters, als minder gefchikc voor de meelle onzer Zet havenen) wierden bygevoegd, dit getal Scheepen en Fregatten een genoegfaame en bekwaame Zeemagt voor de Republicq zoude opleeveren; in de vetonderltelling nogthans, dat behoorlyke zorge zoude worden gedragen voor het onderhoud, en dat de van tyd tot tyd uitvallende Scheepen,door den aanbouw van nieuwe wierden gertmplaceert; en dat by de refpeftive Admiraliteirs-Collegien, aftyd een genoegfame voorraad van Bouw-Materialen voorhanden worde gehouden 5 ten einde, by het uitbreeken van een Oorlog aanilonds extra zoude kun* nen worden aangebouwd — Zy hebben gemeend geen grooter Charters te mogen voofliaan, uit hooide van de fituatie van Onze Zeehavenen. ■ Overgaande tot het 3dï Tointi zullen de Ondergeteekende kortelyk remarqueeren, dat de Koopvaardy-Scheepen, doorgaands te klein zynde, om van eenige defenfie te kunnen zyn, en bv derzelver conilruclie eenig! yk tot bergmg van veele Koopgoederen,en beheering met  voiiu uoor j'raemien or oubiidien te bevorderen, dar eenige dier Scheepen, en wel voornamentiyk die van de Oollindilehe Maatfchappy zoodaamg wierden gebouwd, dat dezelve by eenen onvernoopten Oorlog, van'sLands weegen konden worden gearmeert, en onder behoorlyk dédommagement der Eygenaren, tegens den Vyand, met hoop van fueces, geëtnployeert ? JV. Öm onderling derzelver gedagten re Jaaren gaan, over de bepaling van zóodaanige Zee-orders, deweiken door de refpeciive Col'egkn ter Admiraliieit aan de refpective Officieren, '«■ Lands Scheepen zullende commandeeren, otte op deze've dienen, zouden kun en worden meede gegeeven, by der zeiver vertrek naar Zee. Hoe met weinige rvianfchap, m t geheel niet zouden gefchikt zyn, om'sLandsnavale magt eenige de minite kragt by te zetten. — Dan, met opzigte der Scheepen, gebruikt wordende by de ÖojtindHché Compagnie, zouden dezelven, wanneer zy gebragt wierden tot de lengte van ]t6o voeten, hunne onderlte Battery wat hoger uit het water voerden,en derzelver gedaante en Lighaam wierd veranderd om dès te beter te kunnen zeylen, goede Scheepen van 60 Stukken* met 13 poorten in yder laag, voor 's Lands defeniie uit- Jeeveren. Tor het 4d« Toini, zulJen de Ondergeteekende vooraf remarqueeren, dat het voorzeeker van het grootllenut voor 's Lands Zeemagt en dient! zoude zyn, wabneer niet alleen de conttruétie en Uitrulling der Scheepen, de aanwerving en betaling van'c Volk, by alle de Admiraliteits-Collegien op een eenpargien voet wierd gebragt? maar dat ook teflëns een generaale order by alle Collegien wierde ingevoerd, waarnaa de refpective Capiteinen, met opzigte van de order, op de Scheepen te houden, zig zouden kunnen gedraagen. —De eerite Ondergeteekende heeft een Concept van zoodanige generaale ordres, ingerigt naar de Inltruclien der Franfche en Engelfche Marines, en Zamengefteld uit de Refolutien van haar Hoog Mog. tot den Zeedientl betrekkelyk, en de ordres by het Collegie op de Maze, en by andere Collegien ter Admiraliteit van tyd tot tyd gegeeven, by zyn Retour uit deMiddelandfche Zee over^ K ge-  ( 3% ) V. Hoe veele Zee-Capiteinen cn Luytenanten dezelve zouden vermeenen, dat by de refpective Collegien ter Admiraliteit , by aanhoudentheid zouden moeten worden gehouden? VI. Welke Traftementen aan de refpective Zee-Officieren, (deLuytenanten, tweede en derde Luytenanten daaronder begreepen ) in tyd van Vreede 3 volgenshun oordeel, zouden behoren te worden toegelegd? Of gegeeveh; en hadde daarby gevoegd dat geene hy meende verders dienaangaande van dienlt te kunnen vveezen — De Ondergeteekenden moeten vervolgens de vryheid neemen zig tot dat Concept te refereeren. Met opzigte tot het 5d* Toint zouden de Ondergeteekenden vermeenen, dat een getal van hondert Capiteinen en van drie hondert Luytenanten, over het geheel genoomen, voor 's Lands Z,eemagt toereikende zoude zyn. Tot het 6is Tohtj behoeven zy U Edel Mogende niet te herinneren, dat de Zee-Officieren, buiten employ zynde, hier te Lande weinig of geen beffaan hebben; en dat, wanneer ook al een jaarlykfche Equipagie plaats neemt, altoos t en groot getal van dezelve buiten employ blyft: het welk veroorzaakt, dat zy naar andere middelen van beffaan moeten omzien, en zig vervolgends uit 's Lands dienft begeeven. — De Ondergeteekenden zouden daarom van advifezyn, dat om zulks voor te koomen, en om zoo veel moogelyk Officieren, die anderzints bekwaam zyn, in 's Lands dienit teconferveeren, aan vyftig ordinaris Capiteins, wanneer zullen zyn buiten employ, zoude behooren te worden toegelegt, een jaarlyksTraétement van duyzerd guldens; de Vlag-Officieren, opordinaris Tradement fiaande, onder dat getal begreepen; — en een jaarlyks Tractement van agt hondert guldens aan de Extraordinaris Capiteins. — Dat aan yder der hondert eerüe Luytenants voor een permanent Traktement werde  ( 39 ) ïjl, Of zy van oordeel zyn, dat het met den dienlt van den Lande zoude overeenkomitig zyn, dat de thans plaats hebbende rangen der Marine, met eenige andere rangen als die van Commandeur , Capitein - Luitenant, ofte anderzints,zouden worden vermeerderd? de toegelegd f 300- o- o 'sjaars. Aan ieder dei- honderd tweede Luitenants f 200- o- o 'sjaars ; en de honderd overigen op den gewoonen voet zouden kunnen blyven, mits dat der zeiver Gages rot f 40- o- o 'smaands wierden verhoogd, ten einde eenigzints zouden kunnen beitaan. Wanneer de Ondergeteekenden het getal der Luitenanten hebben gebragt op drie honderd, hebben dezelve niet gemeend, dat het zelve niet zoude kunnen worden vergroot; zy zyn in tegendeel van gedagten, dat meerder ionge Lieden zouden kunnen worden aangenomen, om naar der zeiver merites te worden bevorderd ; daar toe zoude vervolgens de laatlte Claffis dienen , en dus buiten eenig bezwaar van's Lands Finantien. En met betrekking van het laatfte of zevende Toint > zouden de Ondergeteekenden van advife zyn, dat* aangezien de ondervinding dagejyks leerd, dat een Officier meerder ontzagen fubordinatie betoond voor een Officier zyn fuperieur in rang, dan wel voor eenen denzelven rang met hem hebbende ; weshalven men bevonden heeft, dat de ver- * nietiging van den rang van Commandeurs of CapiteinLuitenants, zeer nadeelig is geweeit voor de goede discipline ter 'Zee: de rang van Commandeur, onder de benaaming van Capitein-Luitenant, weder zoude behooren te worden ingevoerd? dat hun getal, over het geheel, op veertig zoude kunnen worden bepaald, en aan dezelve, buiten en behalven hunne Gages, wanneer zyn K 2, dienft  ( 40 ) dienft doende, zoude kunnen worden toegelegd een tractement van ƒ 400. o- o 'sjaars. De Öndergeteekënden hier meede aan de requifitie van U Ed. Mog., naar hunne vermogens, hebbende voldaan, zouden vervolgens deezen alsnu kunnen beiluiten; dan, vermits U Ed. Mog. hun hebben gelieven te kennen te geeven , dar gaarne ook derzelver gedagten zouden hoortn, op her geene als berrekkelyk tot de voorlz Pointen zouden mogen worden geoordeeld;, zoo neemen zy de vryheid aan Uw Ed. Mog. attentie en beter oordeel te iubmitteeren de volgende confideratien: Eerftelyk , of niet , om te praevenieeren het gebrek aan bekwaame Stuurlieden en Schippers , over het geheel genoomen , zoude kunnen worden toegelegd een tractement van ƒ zo- o- o- 'smaands, boven en behalv,n derzelver Gages, wanneer zy zyn in Zee? het welk mogelyk veele zoude aanmoedigen om in 's Lands dienft re gaan. Ten tweeden; hoewel eenige bepaalingen bereids zyn gemaakt tot égaliteir in de conliruclie van '.s Lands Schepen van Oorlog by de refpeftive Collegien ter Admiraliteit, zo bewyft de ondervinding, dat daar meede het gewenfehte oogmerk niet is bereikt ; nademaal de gedaante der Schepen, gelyk die by de Collegien worden gebouwd, van den anderen zeer verfchillende is, hoe zeer ook de Conllructeurs derzelven de gemaakte bepaalingen van lengte, breedte enz. hebben in agt genomen. En aangezien ook eene verpligiing op de Scheepstimmermans Baazen, om naar de Mailen van voorige Conlirucleurs re bouwen, involveeren zoude deeze zwaarigheid , dat daar meede de konlt niet word bevorderd, zo zouden de Öndergeteekënden in confideratie geeven de creatie van een Conlttucteur-Generaal, aan wien het opzigt over den gantfehen aanbouw van 's Lands Marine zoude zyn aanbevolen. Ten derden, dat men, met opzigte tot het opleggen der Schepen , behoorde in agt te neemen , om van dfe Havenen gebruik re maaken, dewelke het belt daar toe zyn gefchikt, en waar de Schepen met de meelte fpoed in gereedheid kunnen leggen om naar Zee te zeilen. Het zoude der moeite en koften wel waardig zyn, om aan eenige Zeegaten meerder diepte, zo mogelyk, te geeven, en die Havenen te verbeteren. Ten vierden, eene {ecuure berging der Schepen tegens het Ys , is een gebrek, waaraan eenige Havenen deezer Republicq laboreeren ; het zoude van de grootfte aangelegendheid zyn , om middelen by der hand te neemen tot uitvinding van eene bekwaame plaats ten einde voorfchree- ven ; het nut van het Nieuwe Diep by de Helder, doet zig bereids gevoelen, maar aldaar ontbreekt nog, volgens het oordeel der Öndergeteekënden, het gemak om de Schepen te kunnen kielen , en kleine vertimmeringen aan dezelven te kunnen doen. — Het zoude te gevaarlyk zyn het-  ( 4* ) j hetzelve tot grooter eindens in ftaat te brengen, als re nai by aan Zee, en te onzeker, of wel in dien Haat zal kunnen blyven. Ten vyfden, dat de nuttigheid, öm jaarlyks eenige Schepen in Zee te brengen, tot aankweeking van Zeelieden eri inftruciie van Officieren, te wel bekend is, dat daarop zoude behoeven te worden geinfteerd. Dat het geduurig gebrek aan goedé Conftapels zoude kunnen verholpen worden door de oprigting van een Corps Anilleriften , invoegen dat dezelven zouden zyn verdeeld ofte verfpreid in allé de Steden, alwaar 'sLands Werven voorhanden zyn , ten einde van dezelve nog eenig employ op die Werven zoude kunnen worden gemaakt, en daar meede de kollen van derzelver onderhoud in zekeré maniere bezuinigd. Ten zesden, dat het te wenfehen ware, dat de aanwerving van Zee-Volk in alle de Steedén van de Republicq mogt worden gepermitteerd, en tefiens zorge gedraagen, dat de Weduwen en Kinderen van die Manfchappen niet vervielen tot laften der Diaconye dier refpeciive^ Plaatfen, maar uit een byzoridere Callé, tot dewelke alle Zeelieden zouden fourneeren , wierden geaümenteerd. In dat geval zoude door alle de Officieren van de Admiraliteit op égaale Maandgelden en Praemien behooren te worden geworven. En ten zevenden, zouden de Öndergeteekënden in confideratie geeven, of niet geheel en al behoorde te worden3 te niet gedaan de ongehoorde Interelt van veertig ten honderd , door de Schryvers, boven en behalven het profyt der Wiftel, van het Volk, voor het opfchieten van Geld,' genomen wordende ■ en dat daarentegen, wanneer het Volk deszelfs Gages genoot Zonder afkorting, en zy Geld te goed hadden, gepermitteerd wierd, dat de Vrouwen der Schepelingen, op de Schepen aan Land, eenig gedeelte van het reeds verdiende Geld, onder toezigt der Capiteineni, zouden kunnen ontfangen; als grootelyks moetende contribueeren tot verbetering van den ftaat van den Matroos, en van zyn Huisgezin. Gedaan in dén Hage, en aan de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerden uit de refpecVive Collegien ter Admiraliteit deezer Landen overgegeeven deezen z3 Juny iySó. Was geteekend, T. H. Reynit. J. A. Zoutman. (Lager itondj Accordeerd met het Origi¬ neel , gèëxhibeert in de Commiiüe. (Was geteekent) B. T. van Lelyveld; Secr.   C i ) BYLAAGE. Li& Ei Edele Mogende He er en l TTOe gaarne wy ook voldeeden van het oogmerk van U Edel Mogendens met het beraamen van een gemeen- 1 fchappelyk Plan, of Stuk, omtrent het betaelen der Sol- dyen en Maandgelden en het werk der Schryvers aan Boord ; van 'sLands Scheepen: moeten wy met leedweezen betuy- , gen, dat wy, even min als de Gecommitteerden, uit de : Admiraliteits Collegien welken in de maand Mey van den . afgeloopen jaaren over die zaak hebben gebefoigneerd, kans zien, een eenpaarige en gemeenfchappelyke vóordtagt aan U Edel Mogenden te doen. De principes waar op men zig by de onderfcheiden Collegien iundeerd, en meend werkzaam te moeten zyn, zyn zoo verfchillende, dat 'er weynig apparentie is, immer tot een eenpaerige conclufie en practycq te geraaken; terwyl daar en booven de Collegien, welke hun Plans, hangende de deliberatien, inmiddels reeds hebben én train gebragr, van oordeel zyn; daar in als nu geene verandering re kunnen maaken, en den voer, waar aan de Manfchap zig heeft \ gewend, by continuatie te moeten volgen. — Van ouds af hebben onze Voorvaderen, by alle de Collegien, den Zeeman, niet als na het afloopen van zyn dienft, dat is, de reis van zyn Schip, of zoo die te lang viel, een of andermaal tuifchen beide, als het de Collegien geleegen was, betaald, en aan hem een Maandbrief gegeeven, waar op hy voor 25- percent of 3 van de u gulden voor af by zyn Cedulhouder, dat is de Man aan wien hy zyn Cedul verzettede of verpande, zoo veel opnam, als hy voor zyn eerite behoefte, tot betaaling van gemaakte fchulden by zyn Slaap-baas, en het aanfchaften van zyn''uitrulting nodig had; terwyl hem aan Boord tot zyne ververfching éenig geld, onder beneficie van 40 percent, of het genot van iz ituyvers voor de gulden, tot aankoop van een nieuw Hemd, Wambuis, Schoenen, of ander gedeelte van zyn Kleeding, van Genever, Tabak en andere verfnaapering wierd verftrekt, welke veritrekking by de Admiraliteit op de Maaze nooyt hooger als tot $ van de geheele Soldye mogt beloopen; zoo dat niemand uit dien hoofde met meerder als 8 percent van zyn geheele Soldy voor dert Schryver konde worden bezwaard; totdat men naderhand, en wel in de jonglte tyden, zienden dat het Volk zonder de nodige kleeding aan Boord kwam, heeft goedgevonden LyÜen va't te Hellen, wat een yder aan Boord moeit brengen, en om de Ceculhouders te compelleeren, om het volk met geen onvoorziene Killen aan Boord te zenden, aan de Schryvers te permitteeren, by de aankomfl van een Matroos, by manquement van behoorlyke uitrulting, aan dezelven het manqueerende van de Lylt, tegens beneficie vari 10 percent te mogen verlirekken; tegens welk oud gebruik nimmer by de Zeelieden zelve, maar wel eens door de Of- ji ficieren,' Mijfive van jecommitteerietis uit de refpeciive Collegien ter Admiraliteit in iato }s Hage j 18 April [788., geadireffeert aan de perjoneele Commiffie van het T>efenfieWezen ; rouleer en de over de Maandgelden , — de moderatie van ie profyten der Schryvers j eh voot ziening van goede ^Plunje voor het Volk aah Boord.  < i) ficieren, die van tyd tot tyd meer in het begrip zyn geraakt, dat het Volk, zoo tot haare gezondheid alsvoor de properheid der Equipagien, wel gekleed moeit zyn, is geklaagt, maar daar en tegens verre de meeiten, liever dan hun tyd af te wagten, hebben verkoozen, hun geld voor af te ontvangen en zig de betaaling van den Intreit te getroollen; daar 'er ook voorbeelden genoeg voor handen zyn, dat die geenen, die de zuinigheid wilden betragten, zonder eenige fchuld altoos by de Schryvers te hebben gecontracteerd, uit en thuys zyn gevaaren. Dan de yver, om een Interelt, welk zoo énorm voorkomt, te verminderen, en particuliere huyshoudelyke fchikkingen, hebben aller éétll by het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland eenige verandering te weeg gebragt, en eindelyk de attentie van alle de Collegien tot zig getrokken, en ook daar na doen gebooren worden de Plans, welken aan U Edele Mogendens zyn voorgelteld, waar van dat van het Collegie ter Admiraliteit te Amiterdam, als de meelte overeenkomt! hebbende met de leeningen der Militie te Lande, voor den Matroos wel het voordeeligfte, en uit dien hoofde wel het aanneemelykfte zoude voorkoomen, was het niet, dat buiten eenige politicque bedenkingen, als den uitvoer van aanzienelyke fommen gelds op Wille/s naar buiten 'sLands, de vermeerderde koüen voor de Collegien, door de hoogere gages der Schryvers, de andere Collegien zig in de onmogelykheid bevonden, die fchikking in tyden van Oorlog, wanneer de Z,eedienlt het meeüe encouragement vordert, vol te houden ; daar in zwaare Oorloogen de Marine een allerkofibaarft Articul is, en daarom altoos aan veele agterftalien onderheevig, terwyl derzelver geheelen dienlt op extraordinaire Petitiën moet worden gedaan, daar de Armée te Lande, van dewelke in Oorlog het immediate zyn of niet zyn van de Republicq afhangt, altoos meerder faveur moet vinden, en daarom de by de Provintien het eerft aan handen zynde gelden abforbeerd, terwyl daar en booven de verdeeling der Marine onder de byzondere Collegien veel minder betrekking tot de Provinciën uitleevert, als wanneer de Manfchap direct op de onderfcheiden Provinciën zelve gerepartitieerd zyn. Daar het dus van het finantieel fyftema van de Republicq onaffcheidelyk is, dat het gebrek aan geld met deszelfs groottte kragt op de Marine drukt, en men liever een der Collegien ter Admiraliteit aan discredit, als het 'er op aankomt, wil waagen, dan het credit van de Provinciën zelve, of de Armee; kunnen de Collegien ter Admiraliteit, welke van minder inkoomen, dan dat van Amiterdam zyn voorzien, en zig dus by ongeleegentheid ook minder kunnen redden, het zy uit haar eygen, het zy door negotiatien, zig niet chargeeren met een Pbn van betaaling, hec welk in deszelfs uitvoering zoo veel regulariteit vorderd.— Welke confideratien by de Admiraliteit op de Maze zoo veel te meerder èk)ngen, om dat, als de andere Collegien die zig tog meenigvuldigmalen kunnen en moeten onttrekken, zulks doen, het Collegie op de Maze altoos zyn volle con-  ( i > contingent tot j en zeer dik.vyls ook daar boriveh, dadelyk leeverd, waar voor de Vlooien, die anders, als men aJieert op Amiterdam kon tellen, maar in een derde van het nodige geial zouden beilaan, ren mintten altoos uit j of de helft van het geëifchte getal Scheepen of gepetitioneerde bl\ft beitaan; en uit zoo veel meer als de andere Collegien van hun aandeel blyven praülteeren Maar het is 'er dan ook zoo verre van daan, dat dé Collegien, en voor al dat op de Maaze, zig tot her neemen van arrangementen, om betalingen by vafte termynen te doen, zoude kunnen leenen, dat het laatltgemelde in tegendeel, zelfs op dir ogenblik te midden in den Vreede, en, offchoon zwaarder dan eenig ander Collegie met Negotiatien beialt, het ongenoegen heeft om zelfs de Soldyen over afgeioopen dienlten, die een jaar en meer oud zyn, onafbetaald te moeten laaten, en dagelyks klagten over nonbetaaling te moeten hooren. Hoe zeer dan, nog het belang der Schryvers, nog der* Bediendens, dewelke by keuze de Amlterdamfche voet boven alle andere voor haar voordeel zouden verkiezen, in deezen behoeft te moveeren, moeten de Ondergefchreevene infteeren, dat hunne Collegien niet worden gefteld in eene huishouding, die fy oordeelen dat onuitvoerlyk is, ert nier gaande kan worden gehouden, zonder dat tellens de gewoone voet van bei aaiing worde veranderd, en de Collegien, zonder af te hangen van de fchaarsheid van Penningen, op eene generaale Kas worden geadligneert, en aan die Kas, het zy door Navy-Bils, zoo als in Engeland, heÉ zy op een anderen voet by Negotiatie, worden in ftaat gefteld, de koften der geordonneerde Equipagien, promptelyk te kunnen goedmaken en voldoen. Gedaan in den Hage, en door de Gecommitreerdens uit de refpeciive Collegien ter Admiraliteit deezer Landen, aan de Edele Mogende Heeren Gedeputeerdens tot de perfoneele Commiflie van het Defenlie-weezen, overeegeeven deezen 18 April 1788. & (Was geteekend) 7): v: Boetzelaer. J: C: v: dlderwereld. J: vander Heim. G: Beeld'/ny der; C: Ml van Haersma. J: C: vander Hoop. Evert Clyver. jl: Blok. PVi Moflert, J: C: vander Ramhorft* 'Ji B: Strick van Linfchoten. J; van Grove(ünsi (Lager Hond) Accordeerd met het Origineel* geexhibeerd in de Commiflie. (Was geteekend) B, T. van Leljyveldi   & Y L A A G E. tith P. Mtflkfè van de Gecommitteerdens uit de refpeciive Collegien ter Admiraliteit 3 géadrefeert aan de Heeren Gedeputeerden tot de Terfoneele Commiffie van het Defenfie- éee&eh J flrekkende tot geley van een Memorie, houdende eeè twee leedigen voorflag tot verbeetering van de Middelen te IVat er. Edele Mofrenae Heeren), TJE Gecommitteerden bit de refpeciive Collegien ter AdJ-/ miraliteit deezer Landen hebben met alle mogelyke attentie naargezien en overwogen den inhoud der tweede Vrage, welke U Ed; Mo: aan de Öndergeteekënden hebben geheven voor te houden by derzelver Miffive van den 14 April 1786; en de Vrugt van de Befoignes der Ondergetekenden dien aangaande is geweeit de ampele Memorie, welken Zy de eer hebben hier nevens aan U Ed: Mo: te laten toekomen: eene Memorie, waarin de Ondergetekenden by provilie hebben gemeend nm~V Ed: Mo:, onvefvankelyk; ën zonder dat zy voor alsnog willen gecenfeert worden, de daar by voorgeilagen middelen in allen deele, als dè hunne, waar van Zy in 't vervolg, by nadere deliberatie, niet zouden mogen refiliëeren, per fe te amplecleeren; in het generaal te moeten voorllaan tweederlei ióort van wegen, waar langs de Öndergeteekënden, (zonder aan de prScife details daar Van alsnog te wezen gehouden) zig verbeelden , dat aan het groot oogmerk der voorfz vrage zoude kunnen worden voldaan; met Verzoek, dat ü Ed: Mo: de voorfz. vöorflagen, met het geene daartoe behoord, geëxaminëert hebbende, gelieven te bëpaelen, welke van dezelven twee wegeri U Ed: Mo: zouden oordcelen, dat in dezen zoude benoren te worden gepnsfereert, en OnS derzelver gedagten daar naa te laten toekomen; ten einde de Öndergeteekënden alsdan met alle mogelyke applicatie hun werk zouden kunnen maken, bm de geprefereerde Idee behoorlyk in alle haare deelen uit te werken, en vooral op te geven de nodige middelen en prêcautien, die tot executie van dezelve zouden behoren te worden in het werk gelteld; en alzoo niet genoodzaakt zouden zyn, dubbele, en dus onnoodige, moeite te doen. — Terwyl de Öndergeteekënden zig inmiddels zullen tragten te bekwaamen, om yder in den haren op hec een en ander alle mogelyke informatien te neemen, om alzoo op de eerfte requilitie van U Ed: Mo: de voorfz, Befoignes, wel geïnltrueerd, nader te kunnen by de hand neemen. Gedaan in den Hage &c. dezen 5- Oclober 1786'. (Was geteekent) lV\ v: JVajfenaer IV: laakende de aanftelling van twee Comm fen van Hnantie en ande.e zaaken van Convoyen j— Het  C 7 ) i Het Generaliteits Rapport van den 6 Juny 1727 op het bovengem. Rapport van de Commifen Gene« raai; ■ . Het Berigt van de A Ivocaten Fiscaal van de refpeciive Collegien, en het Contra berigt van deCamïnifen Generaal, en derzelver nadere Memorie; Het Advis en de Conrideratien van de Hollandfche Raaden en Miniilers der Admiraüreirs Kollegien binnen de Provincie van Holland, tot bevordering van de egale Praciyk van de middelen te Water, in dato %o September t7*7; —- De Refolutie van de Staaten van Gelderland van 30 April 1718, en den 3 Mey daaraanvolgende ter Generaliteit gecommuniceert, raakende de fraudes in de heffing van de middelen te Water, met denunciatie van de voorn: middelen in fequdtratie te zullen ttellen in hooggem. Provincie, zo daar in geen redres wierd gemaakt; — Een nader Rapport, by Holland op deid 2.7 Au<= gulty I728 , uitgebragt, raakende het redres of beter en egale Praayclc van de middelen te Water; . Een Rapport op den 14 February en 23 Maart 1729, by tïolknd uitgebragt, nopens de fraudèsdoor dc Schuitevoerders te Amiterdaoi gepraaileerd; — Hun Hoog Mog Refolutie commilloriaal van den 25 Maart Ï729, op de Propolitie van Gelderland over de exemptie van Pasporten voor binnenlandfche Veer- of MarktfcfU yten; Het Generaliteits Rapport van den 20 Maart 177.9, over de executie van het Placaat van den 31 July 1725, en de Pointen van bezwaar van de Provincie van Zeeland; — . Hun Hoog Mog: Refolutie commilloriaal van den J2 November 1729, genomen op de Propofitie vari de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Gelderland, houdende naderen aandrang, tot redres der abuilén in de helling van de middelen te Water; — He: Advis van de Gecommitteerden uit de refpective Kollegien ter Admiraliteit, op den 5 October 1731 aan de Heeren Hun Hoog Mog: Gedeputeerden tot de zaaken van deZeeoveigegeven,houdende verfcheyden pointen, d.e tot voorkoming van fraudes, en tor berer executie van de Placaten in het ftuk van den ophef van de middelen te Water zouden nodig zyn, en kunnen dienen, buiten en behalven de veranderingen, die in het Placaat van den 31 July i7*U 'en in de Lylte, ten zeiven dage gearreiteert, gemaakt zouden behoren te worden; — Mitsgaders het Advis van dezelve Gecommitteerden, op den 29 November 1731 overgegeven, houdende derzelver Remarques en Coufideraiien op hec geheele Placaat en Lylte van den 31 M>' *7*f»n>et aantekening van alle veranderingen, die zy tot een exaften en rigtigen ophel der middelen te Water daar  (i) lh nodig haddéri geoordeeld, niet ën benevens eënë nieuwe Lyli, en met byvoeging, dat Zy voorts zodanige veranderingen hadden gemaakt, als Zy in dë Articulen, ftaahde agter de Lylt van den jaare 1715-, behelzende verfcheiden ordres op de executie van dé Lylt en over den ophef van het extraordinaris Veilgeld, tot den dienlt van den Lande hadden gemeend te wórden gerequireerd; — Een Refolutie van de Staaten van Gelderland vari den 20 October 1734, houdende nadere inftantie tot redres in de abuizen in den ophef der middelen të Water, en nadere denunciatie, om die middelen, by ontltentenis van dat redres, te houden in fequeftratïe in dse Provincie; —— Het Generaliteits Rapport van den io December *734> uirgebragr op de Memorie van de Admiraliteit in Vriesland, over de fraudes, begaan wordende omtrent de middelen te Water. —— Het Rapport, by Holland uirgebragt op den 24 Maart 173), op de laatftgemelde Refolutie van Gelderland, en op een Miffive van Hun Hoog Mog:, makende het redres van de middelen te Water; — De Refolutie van de Heeren Staaten van Gelderland, in dato den 19 October 1735, op den 14 Novémbér 1735-, ter Vergadering van Hun Hoog Mog: ingebngï, raakende al mede den ophef van de middelen re Water; als mede het Advis van de HolLn 'fche Raaden en Minifters, in dato i> November ï736> partjiculterlyk roet optigre tot de voorfchreve Kefolntieff; mitsgaders voorts de verdere Advifen, Rapporten en Refolutien, daar omtrent, zedert den jaare 1715, ter Vergadering van Hun Hoog Mog: fuceeffivelyk ingebragt; Alle welke Advifen, Propofitien en Refolutien, hoe nofsfbël en interelTant fommigen van dezelven, en met name dar van den 5 Oef ober 1731 en 29 November 1732, ook mogten wezen, in deliberatie zyn gebleven by de refpective Bondgenoten, en geen ander effect lchynën te hebben gehad, dan dat, na herhaalde inliantien van de Provincie van Gelderland en van andere Provintien,'de Gecommitreerden uit de refpective Kollegien rer Admiraliteit, in gevolge van Hun Hoog Mog: Refolurie van den ir April, 1744» opzettelyk alhier by den anderen gekomen zynde, om te overleggen, of, en wat menage tot verbetering van de Hnantien der voorfchreve Kollegien zoude kunnen worden betragt, op den eerlten Juny, i74s", Hun Hoog Mog: hebben gediend van een uitvoerig Advis, zo over het generaal redres in de adminiftratie en ophef van de middelen te Water, als ove»- de pointen van menage; en totdateindegeconcipieerd en overgelégd een nieuw Concept Placaat op den ophef van de Convoyen en Licenten, en van het Lartgeid op de Schepen; een nieuwe Concept Lylte van  ( 5> ) van inkomende eh uitgaande Rechten, en een Cöft* cept-Reglement op de meeting der Schepen, &c; terwyl daarenboven van wegen de Gecommitteerden uit de Collegien ter Admiraliteit, relideerende op de ïvlaaze, te Amiierdarn, in Weftvriesland en den Noordèr-Quartiere, en in Vriesland, nog was gediend van een korte Memorie, over het relachement in den ophef van de Middelen te Water in de Provincie van Zeeland, en met naame te Zierikzee. Welke Stukken aan hun Hoog Mog. geëxhibeerd zynde, door hoogftdezelven vervolgens waren gezonden aan de Heeren Staaten van de refpeciive Provinciën, met eene daar by gevoegde exhortatoire Miffive, ih dato i July 1745 , om dezelve Stukken , hoé eerder zoo beter, in deliberatie te leggen, daar op te neemen en te maaken zoodanige attentie en reflexief als de gewigiigheid van de materie, en de noodzaakelykheid van^het voorfz redres, en van de verbetering van de zoo zeer vervallene Finantien van de refpeaive Collegien ter Admiraliteit, kwamen te vereiflehen; en de Heeren hoogltderzelver Gedeputeerden ter Vergadering van hun Hoog Mog. dienaangaande zoodanig te inltrueeren , dat met onderlinge infehikking en toegeevendheid, ten fpoediglten, en ten bellen van het gemeen , daar op gerei'olveerd zoude mogen worden; dan al wederom met geen ander gevolg, dan dat dit werk is blyven leggen, en alle de daar aan bcileede oneindige moeite en arbeid zonder eenige vrugt fchynt te zyn geweeft; tot dat Zyne Hoogneid » glor. ged., in den jaare i7fi, op de algemeene klagren der Kooplieden over het verval der Commercie, mitsgaders over de heffing der voorfz Middelen, zig het voorfz werk met grooteri yver heeft aangetrokken , en met de eerfte en kundigtte Commercianten deezer Landen hebbende gefprooken en gehandeld, zoo over de oorzanken van het verval van de Commercie deezer Landen , als over de middelen, om dezelve te redreffeeren,daaruit was geboren eene Verhandeling over den Koophandel van de Republicq, behelzende zoodanige reflexien en idéés, zoo over den toenmaaligen toeftand van den Koophandel van deezen Staat, als wel inzonderheid over de middelen , die tot redres van dezelven zouden moeten worden aangewend; dat hoogftdezelve het daar by niet had gelaaten , maar dezelve Verhandeling of Memorie vervolgens op den 15- Augutty 175-1 in Perfoon aan hun Hoog Mog. had gepraefenteerd; met byvoeging, dat dezelve Verhandeling of Memorie aan Zyne Hoogheid zoo wenfchelyk en voordeelig voor de Commercie zynde voorgekomen, en dezelve Verhandeling bevonden hebbende zoo wel gecalculeerd en geknikt te zyn naar de toenmaalige conilitutie van zaaken, dat hoogftdezeWe niet konde nalaaten dezelve op het nadvuk-  fcelykfle aan hun Hoog Mog. te recórnrmndeereni met inihntie, dat hün Hoog Mogende daar op'ten Ipoedigflen geliefden te delibereeren, met een geelt van cordaatheid, daar op zoodanige attentie en refl xien maakende, als de gewigtightid van de materie, en de noodzaakelykheid van het redres en van de verbetering van de zoo zeer vervallene Commercie, zoo klaarblykelyk requireerden; vertrouwende, dat de Bondgenooten, daar van geperfuadeerd , zig dienaangaande met den eerlten zouden bekwaamen, om met poilpoiitie van alle byzondere inzigten , aileenlyk beoogende het algemeen belang, daar op te neemen zoodanige heilzaame Refolutien, als daar toe zouden kunnen «rekken ; als waar door aan Zyne Hoogheid de gewenfchte preuves zouden worden gegeeven , dat deszelfs yver en attentie ten beiten van her gemeen in deezen geadhibeerd, hun Hoog Mog. niet onaangenaam zouden zyn geweeit: wenfeilende Zyne Hoogheid, dat deeze deliberatien toe een goed en gelukkig effect mogten worden gebragt, als con/idereerende hoogltdezel ve deeze zaak van dat gewigt, dal van de confervan'e en het berltel van de Commercie, naait God, dependeerde het behoud en het weizyn van den Staat v en d. t Zyne Hoogheid daarom met reeden konde verwagien en hoopen, dar, volgens zyne gedaane inliantien, met verwerping van alle vooroordeelen , de inconvenienren en zwaar gheden, die zig hier in nog zouden mogen bevinden , niet alleen zouden worden uit den weg geruimd , maar ook tot weizyn van den Staat ten ipoedigflen zoude worden gerefolveerd , ten einde mtt het toen adnfiaaftde voorjaar de nieuwe fchikkingen ter executie mogten worden gebragt. Dat de voorfz Memorie of Verhandeling over de middelen ter verbetering van de Commercie van de Republicq deor wylen Zyne Hoogheid , glor. ged., aan hun Hoog Mog. alzoo overgegeeven, al*aanItonds ten gevolge hadde gehad een Refolutie van de Heeren Staaten van Gelderland van den ax October van het/elfde jaar, houdende verfcheidene remarques op de voorlz Verhandeling, gelyk ook omtrent het geene in derzelver Provintie, tot bereiking van het gewenfcht einde, zoude kunnen worden in het werk gétteld; mitsgaders eene Miffive van de Heeren Staaten van Overyffel, gefchreeven aan hun i-Ioog Mog. den :t April i75x , .houdende de generaale klagtcn van de Comroercieerende Ingezetenen dier Provintie, omtrent het verval van de^Linnen knopen,grove Laakenen en andere grove Wolle Jvlanufaduuren &c , in dezelve; ten einde by de deliberatien over de voorfz Propolhie van Zyne Hoogheid tot verbetering van de Commercie in de Republicq, daar op retlexie zoude worden gemaakt. En, in de voornaamlte plaats, het Prae-Advis var». de  f ir ) de Hollandiche Raaden en Minifters der CollegfeH ter Admiraliteit , refidjeerende in deeze Provintie op den 20 April 175-2, in een Befoigne by Holland uitgebragt, ingevolge hun Ld. Groot Mog. Refolutie commiiToriaal van den 28 Augufty 175-1 , by welk Advis de Gecommitteerden uit de voorfz Collegien, met de Qpllellers van de meergemelde \ erhandeling convenieerende , dat de Commercie deezer Landen ten uiterften was vervallen, en dat voor de herftelling van dezelve geene andere hulpmiddelen zouden ■kunnen worden uitgedagt, dan een ontlalting van dezelve van die lallen, welke dezelve zoo oogenfehyneiyk drukten, en dezelve uit deeze Landen kwamen te verbannen ; dienvolgende derzelver confideratien voornaamenilyk hadden geuit omtrent het middel van een gelimiteerd T'ono-franco en een generaale verligting der Commercie, door een vryTranfito; gelyk hetzelve in de meergemelde Verhandeling was voorgeiteld ; mitsgaders nopens de wyze, hoe het zelve voorgellagen Plan rer executie zoude kunnen worden gebragt; en welke ordres daar toe beraamd zouden behooren te worden. Terwyl daarby4 tellens was overgelegd een nieuw Project Placaat op den ophet van de Middelen te water, met en benevens een Concept van een Ordonnantie op het Traaft oir j en een Projecl tor een nieuwe Lylle, mitsgaders een Reglement op de Yking der Schepen, gelyk het zelve reeds in den jaare 1726 was geconc pieerd, ma,ir nier hai kunnen worden gearrclteerd. Dat vervolgens nog op den 13 December 1752* door de Hollandfehe Raaden en Mmiilers in Holland, nader was geexhibeerd en uitgebragt het Advis van de Hollandiche Gecommitteerden uit de Collegien ter Admiraliteit in die Provincie , opzigttlyk het leggen van Uitleggers door de refpeciive Admiralireits Collegien in de Zeegaten van elkanders diihict, zoo als hetzelve bereids op den 24 February 1729 aan hun Ld. Groot Mog. was overgegeeven. Dat op het een en ander vervolgens door de Hee«» ren hun Ed. Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, op den 6 July ijïs , ter Vergadering is uitgebragt een zeer ampel Rapport; en dat het zelve ten gevolge heeft gehad de Refolutie van hoogllgemelde Heeren Staaten, op den 28 September 175-3 daar op genomen? welke Refolutie, op den 2 October daar aan volgende, ter Vergadëringe van hun Hoog Mog. zynde gecommuniceerd, hadde opgeleeverd een bazis voor de daarop gevolgde deliberatien van de refpeciive Bondgenooten, als meede van de Befoignes van de Gecommitteerden uit de refpeciive Collegien ter Admiraliteit ; met dewelke, ingevolge van hun Hoog Mog. Refolutie commiiToriaal van denzelven 2 October, en van meer andere Refolutien, tot uitftel van c 2 dis  ( U ) é\n Befoignes fuccéflivelyk genomen, op den io Maart 175-4 een aanvang was gemaakt. Dat haare Koninglyke Hoogheid de Princeffe Got> vernante, tot bevordering van de voorfz deliberatien en befoignes, by eene circulaire MiiTive, in daro 9 October 175-3, geaddreileerd aan de Heeren Staaten van de refpeciive Provintien , hoogftdezelven hadde giëxhorteerd , om daar op te dein ereertn met die attentie, welke de importantie van de materie kwam te vereiflchen ; mitsgaders aan de refpective Collegien ter Admiraliteit deezer Landen, om derzelver Gedeputeerden, die door hun Hoog Mog. herwaarde waren befchreeven, om over dezelve materie te advifeeren , met genoegzaamen lalt en Inftruétie te voorzien, om met rekkelykheid, toegeevendheid en poftpofitie van alle eigen belang, alleen voor oögen houdende het v\elz\n van het Gemeenebeft, waar in dat van alle de Collegien begrepen was, tot het voorfz heilzaam oogmerk, de concert met haare Koninglyke Hoogheid, meede te werken. D.-5t op her een en ander was gevolgd eene Refolutic van de Heeren Staaten van Gelderland van den 20 October 1753 ï Ker.e Refolutie van de Heeren Staaten van Zeeland van den 19 February 17J4. den 26 Maart daar aan volgende ter Generaliteit gecommuniceerd; De Refolutie van de Heeren Staaten van UtrechS van den 27 December 175*3 > insgelyks houdende hun Provinciaal Advis op de Propofuie van Zyne Hoog* heid, en de Refolutie van Holland voornoemd; Het Advis van het .Collegie ter Admiraliteit in Vriesland aan de Heeren Staaten van hooggemelde Provintie overgegeeven, in dato 28 November 175-3, gegrond op de meergemelde Propoiitie en Refolutie* inhoudende derzelver reilexien op de Lyften öaarby overgelegd; ; De Refolutie van de Heeren Staaten van Stad en Lande van den 29 November 175-3, meede genomen cp hetzelve werk , en waar by de Gedeputeerden van gemelde Staaten ter Generaliteit worden gelaft,; om met allen yver te helpen eoncurreeren tot de deliberatien en de te houdene Befoignes ten deezen. Dat vervolgens, op den 20 Maart 17 J4, een aan-^ vang is gemaakt met de Befoignes van de Gecommitteerden uit de refpeöive Collegien ter Admiraliteit alhier, in dewelke de bovengemelde Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland tot een bazis van derzelver deliberatien is gelegd, en waarin met veel yver en grooten arbeid is voortgegaan, om dit geheele werk éénmaal tot een zeker fftcïes* en tot een gelukkig einde, te brengen. Dat ih den beginne van dezelve Befoignes de Heeyen Gecommitteerden uit het Collegie ter Admiraliteit  ( 13 ) \ ' . feit in Zeela-ul, zig grondende op de bovengemelde Refolutie van derzdver Provincie, in zoo verre hadden gefchenen te dilfèreren met de Heeren Gecommitteerden van de andere Kollegien, dat dezelve dagten, dat de verbetering van de Commercie, dooreen vermindering in de laiten, op dezelve gelegd, niet zoude kunnen worden te wege gebragt; dan, dat deeze differentiaale poinclen gecommuniceerd zynde san Hare Koninglyke Hoogheid, glor: ged:, hadden veroorzaakt, dat van wegens Hoogifdezeive, tot verevening van die differentcn, in de Conferentien op dit Huk was gefuppediieerd geworden een Memorie, houdende Hoogltderzelver confideratien op de voorlz, differenten, en Hare gedagten omtrent de meergemelde Rèfol«tï€ van Zeeland; waarna de voorlz. toenmalige Gecommitteerden, onderling voortgegaan zynde met derzelver befoignes, tot flot, en als een refultaat van dezelven, op den 19 December 17*4, aan de Heeren Hun Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Zaaken van de Zee hadden overgegeeven een zeer ampel en meelt eenparig A:lvis: Waar toe Zy Gecommitteerden de eere hadden zig kortheidshalve te refereer en. Dat ondertuflehen dit geheele werk, tot hoe veel klaarheid en preeciesheid hetzelve, vooral by het voorlz. laatfte Advis en Bylagen, in alle deelen was gebragt; en hoe zeer hetzelve, ingevolge de pogingen van wylen Zyne Hoogheid, en Hare Koningl: Hoogheid, glor: ged:, en de inliantien van verfcheiden' def Bondgenoten, met zoo veel moeyte, tyd en arbeid zoo verre was gebragt, dat daar aan mets meer lcneerï re ontbreeken dan de Sanctie der Bondgenoten: het zelve nogthans was blyven leggen, zonder dat er eenige VefttQÏa voorhanden waren, dat hetzelve met eenige opgevolgde deliberatien was vereerd geworden; veel min, om het zoo oogenlchynelyke verval der Commercie door de aangewezene hulpmiddelen te helpen verbeteren; ofte om ten muitten alle de voorfz. moeyte, tyd en arbeid van de Gecommitteerden uit de refpeciive Kollegien ter Admiraliteit met eenig fucces te belooneri; even als of aan het voorlz' werk in het geheel niet wasgedagr. Ten ware men daar onder zoude willen rekenen de klagten, doot de Provintien van Gelderland en Overyiiel en het Landfchap Drenthe; in den jaare 176c, ter Generaliteit gedaan, over het misbruik omtrent het ftuk der binnenlandfche Pasporten; welke klagten, voor al vervat by de Refolutie der Heeren Staaten van Gelderland, in dato 6 Mey 1760, commitlottaal gemaakt zynde, met Gecommitteerden uit de reipective Collegien ter Admiraliteit, te wege hadden gebragt een Memorie van voorfz. Gecommitteerden, in dato den xo Juny 1760; tot welkers letfure zy zig al mede meenden te moeten gedraagen. A tiat ■  ( '4 ) Dat daar mede Zynde afgehandelt al het gene, voor zoo veel hun Gecommitteerden bekend is, dat eenige betrekking heeft tot de hiitoriëele kennis van het werk der Convoyen en Licenten; mitsgaders van de middelen, die men van tyd tot tyd heeft aan de hard gegeven tot beter eh egr.elder heffing van dezelven * ten einde daar door te contlateeren, in welken (laar de deliberatien der refpeétive Bondgenoten op deeze geheele materie zyn gelaten; terwyl, hunnens wetens, daarop, na dien tyd, niets verder is gevolgt of gedaan, ofte dezelve materie ooit weder een voorwerp van ferieufe deliberatien fcheen te zyn geweeft? in voegen, dat deeze tegenswoordige Befoignes niet anders konden worden aangemerkt, dan als een gevolg en continuatie van alle die Befoignes, welke in voorige tyden op deze zoo importante zaak in voegen voorlz. zyn gehouden geworden; ten dien effecte, dat het werk der Convoyen en Licenten dienvol.-ende is gebleeven op den voet , waarop hetzelve te voren was, met alle de ex..;eptien, additien en veranderingen, die daar omtrent, fedeit het Placaat van 31 ]u!y 1725-i van tyd tor tyd door Hun Hoog Mog: gemaakt hebben moeten worden; en dat her derhalVen niet kunnende worden ontkend, dat de ftaat van de middelen te Water dermate is gecompliqueerd, duifter en diffrciel in de executie, dat eene totale reforme daar van ten hoogilen is te wenfchen: Zy Gecommitteerden alsnu verder zullen overgaan, om aan Hun Ed: Mog: voor te dragen, welke van de voorgejlagcne middelen tot bereiking van het bedoelde einde, volgens hun oordeel, alsnog zouden behooren te worden in het werk gefteld; of welke verdere of andere middelen daar toe aan Hun Edele Mog: tot beantwoording van het tweede point van derzelver meergemelde Miffive zouden kunnen worden voorgeüagen. Dat, wanneer Zy Gecommitteerden ondertulTchen zagen op het vo^rledene, het zeer te vrèezen was,, dat men hier wederom by wenfchen zou moeren blyven ; — dat de in deezen te nemene moeite van even weinig effect zyn zal, als die meenigvuldige moeitens, daar omtrent te voren in voegen voorfchreeven by hunne PrasdecelTeuren genomen. Dan dat de noodzaaklykheid tot zoodanige reforme fteeds hooger en hooger fteigerende, en de voorfz. Vrage daar en boven moetende beantwoord worden, Zy riet mogten naalaten om hunne gedagten te fuppediteren op dezelve; en dat Zy dienvolgende alnog zouden tragten te bepalen, „ welke middelen zouden „ behooren te worden in het werk gefteld, om het „ inkoomen der Kollegien te doen accresceeren door „ het heften van zoodanige Middelen die de Com„ mercie niet meer zouden drukken, en daarby ge„ neraler en egaler zouden geheven worden." * kt  'fat 3 In de bepaling van welke middelen; na^r de gedagten van hun Gecommitteerden tweederleie wegen voorkomen: A De eerite weg — Dat in het algemeen (hgenere) het werk der Convoyen en Licenten zoude blyven op den tegenwoerdigen voer, te weten, dat van de Goederen die ter Zee, langs de Rivieren of per As, inkomen of uitgaan, op het inkomen en op het uitgaan, eenige regten zouden worden betaald, zoo als dit, zedert het begin van de Republiek tot hier toe heeft plaats gehad. Of wel, T> In de tweede plaats, dat dit werk grotendeels op XJ' een anderen voet werde gefchoeid, dan tot hiertoe heeft plaats gehad. —Ad A. Dat, zoo men den eerften weg zou willen inflaan, haar hunne gedagten, i°. zou moeten worden begonnen met het arrefteeren van een nieuw Pjacaat en voornamelyk van een nieuwe Lylt; enz , eri voorts, 2°., met het yattlteilen van zoodanige praacautien, en het neemen van zulke arrangementen, waar door men konde verzekerd zyn, dat de middelen zelf op een meer generale en egale voet zouden worden geheven, dan tot hier toe is gefchied. Dat 7,y Gecommitteerden ten opiigte van het eerfte, zouden vermeenen, dat alsdan nog zoude behooren te worden vaitgefteld./^f voorn: 'ttojed-Tlacaat op dat ophef van de middelen te water 3 in dat jaare 17 £4 overgegeeven 3 met en benevens de Lyft e en verdere Stukken, by het zelve overgelegd; ten minften, na dat de Lyft alsnog met al'e mooglpke attentie zoude wezen naargezien, om te oordeelen, of ook nog deze of gene Goederen meerder of minder zouden behooren te worden belaft; — ten einde de executie vad zoodanig Piakaat en Lyft met ajle mooglyke exaftitude en fermiteit egaal en generaal zoude kunnen worden gefouteneerd; en in het byzonder ook, om naar te gaan, of alle Goederen in dezelve wel zoo veel mooglyk naar de quantiteit, maat of gewigt zyn aangeüagen? in confideratie, dat, zeden de introductie van het Placaat van 172) is gebleken, dat het afneemen der middelen te water, behalven aan de vermindering van Commercie, voor een groot gedeelte mo t worden toegefchreeven a;n de verandering in de methode van den ophef der middelen,' gemaakt door veele en importante Goederen te doen betalen naar de waarde, die te voren betaald hadden naar het gewigt, maat en getal. Dat de reden daar van is gelegen in de grote difficulteit, zoo niet in de onmooglykheid van het doen der benaderingen zoo menigmaal als zouden worden vereifent, om den Koopman tot zyn pligt te houden, tiaardien dezelve voorkomt uit de onkunde der Com- d z mi-  (rt) mifèrj omtrent de waarde der Goederen, uit derzelver onvermogen tot het vinden der n-oodige Penningen, en hoven dien uit het hazard, dat zy, fchoon door anderen met geld geadfilteerd, onderworpen zyn, dat dikwils hunne geheele ruïne zoude kunnen naar fig liepen, en dat de Kooplieden, gelyk daarvan in kundige Officieren notabele exempelen exteeren, wel middelen weten, van hun de benaderingen moede te maken. Dat uit die difficulteiten, welke niet, immers niet met genoegfaame hoop van fucces, kunnen worden weggenomen, ligt zynde afte nemen, van hoe weinig klem het middel der benaderingen is, om den Koopman de regte waarde van de Goederen te doen opgeeven, derhalven, zoo men het redres der middelen te Water met hoop van fucces zou willen betragten, het van een indispenfabele noodzaakelykheid zyn zou, die deur voor de lluikeryen toe te fluiten, en alle de Goederen, zonder uitzondering, te doen betalen naar de quantiteits maat of gewigt. Dat derhalven, naar de gedagten van hun Gecommitteerden, de voorfz. regel, als een vaiie rigtfnoer ten opzigte van het maken van een nieuw Piacaat en Lylt in allen opzigte zoude behooren te worden valige Iteld; en zulks niettegenltaande het grote onderfcheid van de waarde van een en dezelfde foort van Goederen, en het verlies, dat met zoodanige verandering geleden zoude werden op de Goederen van de grootite waardye, naardien het rendement van de oude Lylt en de heffing der middelen daarop gedaan, naar de quantiteit, maat of gewigt ƒ klaarlyk deed zien, dat die febade door een rigtiger en zekerder aangeving rykelyk zoude worden vergoed. ■ En dat, onderlteld zynde, dat by continuatie eenige Speciën zouden blyven betalen naar de waarde, tot het facibteeren der benaderingen van die Goederen, en van de benaderingen, die volgens het tiende Articul, agter de tegenwoordige Lylt gelteld, gedaan zouden worden op de aangeving in het extraordinaris Veilgeld, nog zou behooren te worden geltatueerd, „ Dat op een Pasport of Los eeduile nier meerder „ als voor zes duizend guldens aan waarde zou mo„ gen werden aangegeven." ——- Dat ook, tot voorkoming van alle cavillatien op de betalinge der benaderde Goederen, behoorde te worden vaitgelteld, dat in cas van benadering de benaderde Goederen aanltonds zouden moeten werden gebragt onder de magt van het Kollegie ter Admiraliteyt, onder welkers Diltriét de benadering zou werden gedaan ; dat, wanneer de Goederen onder de magt van het gemelde Kollegie zouden wezen gebragt, de Benaderaar ten fpoedigtten de aangegeven -waarde met een opflag alleen vaneen zesde, of wel een  eert bóven de zes, zonder ietwes meerder, onder den naam van kollen, vragten, impoften of wat ander praetext het zoude mogen wezen, onder het gemelde Collegie zou moeten coniigneeren , wanneer ten fpoedigÜen, en uiterlvkden volgenden dag, door het zelve Collegie, of deszelfs Geauthórifeerden, na behoorlyke voorgaande advertenne aan den Aangeever, en in zyne prfsfentie , indien hy praefent zou willen z\n, zou worden geprocedeerd tot opening en inventarifatie van de benaderde Goederen, om, ingevalle dezelve bevonden worden in quantiteit eri qualiteit met de aangeeving te accordeeren , de geconligneerde Penningen aanftonds aan den Aangeéver te doen betaalen, en de benaderde Goederen aan den Benaderaar te laaten. Dat by aldien de benadering zoude mogen wezen voorgevallen ter piaatfe daar het Collegie niet reiideerd , dat alsdan den volgenden dag na het inkomen der gedaane inventarilatie, gedaan ten ovcrllaan van het Geregt, zou worden geëxamineerd , of de Goederen met de gedaane aangeeving in quantiteit en qualiteit accordeeren, en dar, herzelve in diervoegen bevonden wordende, de geconligneerde Penningen aan den Aangeever zouden worden overgegeeven. En dat daar benevens alsdan nog behoorde te worden gerefolveerd, d*t iemand het benaderen of het overbrengen van benaderde Goederen van hem zelfs of van anderen in 's Lands Magazynen of Comptoii'eg beletten willende j vervallen zou onder de Üraffe en boete tegens het doen van feitelyke relillentie Articul . . . ; . gearrefteerd, en dat tegen hem, als zoodanige relillentie begaan hebbende, zou worden geprocedeerd. -—• Zoo als dit een en ander zelfs reeds is voorgedragen by de voorfz Advifen van den 5 October 1731 en 10 December 1734» Dat egter de valtftelling van het voorfz Placaat, Lyft en Stukken , zelfs ihgerigt ingevolge van den voorfz generaalen regel, hunnes bedunkens, in verre na niet genoeg zyn zoude * ingevalle daar by tefiens niet wierden vallgelleld zoodanige nadere praecautien, als welken de Bondgenooren in het generaal, en iedere Provintie in het byzonder, zouden kunnen guarandeeren, dat de executie van de voorfz Lylt en Placaat, met al het geen daar van verder zoude dependeeren, overal egaalyk zoude worden gepractifeerd. Dat zy Gecommitteerden daarom van gedagten zyn, dat, zal 'er ooit iets te verwagten zvn van een ne egaale pratyk van de Middelen te Water, eerft en voor alles zoude behooren te worden vallgelleld, dat 'er meerder connexie en relatie tuffchen de Collegien onderling zyn zal , dan tot hier toe plaats had. Dat naar de tegenwoordige conltitutie der Collegien, — door de weinige connexie en relatie, die e de~  dezelve nebben tot malkanderen , het aan hun Gecommitteerden onmogelyk voorkomt, dat op ades eene egaale praftyk onder de vericheidene; Collegien zoude kunnen fubiilteeren — hoe zeer zelfs de Leden zig ftriaelyk zouden willen gedragen naar de ordres van her Land en hunnen pligr i - zoo om dat de Intlruclie der Collegien op het nuk van den ophef der Middelen vry defeHqeus is, en daar m dus geen genoegzaam rigtfnoer is te vinden, ais om dat in de particuliere Placaaten en ordres met ahyd een prsciefe methode van derzelver executie is uitgedrukt} en dat dierhalven die executie bv ^ LolJegien moetende worden gefuppleerd, uithoofde van de weinige communicatie, die dezelve hebben met eikanderen , onmogelyk altyd alles op een en denzelfden voet kan worden gereguleerd, maar naar de verfcheiden begrippen der Collegien natuurlyk moet fluctueeren. , , En dat zy Gecommitteerden daarom verder van gedagten zouden zyn , dat, buiten andere natemeldene middelen, tor wegneeming en voorkoming der inëgaale praclyk in der daad zoude kunnen dienen, dat de Gecommitteerden uit de refpeciive Collegien op zekere tvden, ten minften tweemaal m het jaar, bepaaldelvk met dat oogmerk, alhier in den Hage bv elkander kwamen , om aan elkander opening te geeven van hunne onderlinge hedenkelykheid, zoo fen opzigte van de egaale pradyk der gearreiteerae ordres, als anders, mitsgaders de nodige eclairciftementen nopens de klagten, op dat fubjeft vallende; en dat, in cas van differenten ot bedenkelykheden, welke door de Collegien onderling niet mogten kunnen worden gereguleerd, dezelve aan hun Hoog Mosende zouden worden te kennen gegeeven, om door hoogüdezelven ten fpoediglten afgedaan, en tegen gedaane abuizen voor het toekomende te worden voorzien. — Zoo als dit reeds aan hun Hoog Mog. is voorgedragen bv het Advis van de Gecommitteerden uit de refpeciive Collegien ter Admiraliteit deezer Landen, exhibitum 29 November 173*. II. Dat niet alleen de Advocaaten-Mfcaal en Comm'vfen-Generaal, maar alk de Leden van de refpective Collegien ter Admiraliteit deezer Landen, museaders derzelver Minilters, acces tot den Raad hebbende, zouden hebben het regt en de bevoegdheid om te vifiteeren de ïRegillers van de Convoyen en Licenten op alle Comptoiren, zonder eenig ondericheid van ReiTorten , en zonder daar toe content van het Collegie van het Reflort van noden te hebben ; en dat zelfs alle dezelven zouden behooren te worden gelalt, om zulks, zoo veel mogelyk, te doen ; mitsgaders, om dit of Igeene abuis oatdefckende, zulks aan den Raad ot Advocaatm-Hicaal van zoodanig Collegie, onder het oog te brengen, ten einde het noodig redres daar m zoude kunnen wor-  ( *9 ) worden gemaakt; en om, by ontftentenitTe daar van\ ai het zelve te communiceeren in de voorlz twee jaarlykfche Befoignes; gelyk de Advocaaten-Eifcaal; en Commifen Generaal ie vooren by Refolutie van hun Hoog Mog. van at Maart 1667 verpligt waren van alle contraventien, die zy vernamen , aan hun Hoog Mog. kennis te geeven; met ordre voonsaari Ontfangers , Contrarolleurs en Commifen vilie, en; des noods , Extrad van hunne Regifters aan dezelven te moeten geeven ; met authorifatie wyders op! alle Commifen ter recherche, om ook buiten het ordinaris ditfrict van het Collegie, daar onder zy resforteeren, alle fraudes te ontdekken, en dezelve aan te brengen daar het behoord, onder gelyke beneficiën, als of het zelve binnen het voorfz Dittrict gefchied ware; en met invitatie ten dien einde van elk en een iegelyk , van wat ltaat en con or hun Hoog Mog. zouden behooren te worden aangelteld twee bekwaame Perfoonen, onder den naam van Commifen; in zaaken van de Middelen te Water, met adjunctic van twee a drie Klerken, of zoo veel meer of minder, als dezelven zouden worden bevonden van nooden te hebben. Dat deeze Commifen hunne perpetueele relidentie zouden moeten hebben in den Hage. Dat zy nier z >uden hebben eenige Politicque of Jmhciecle difpoiitie> zelfs geen regt of faculteit tor calange, ma>.r aan de Collegien ter Admiraliteit, der zeiver Minifters en Bediendens, zou verblyven , ai bet geene dat im dezelven is gedefereerd. Dat het employ van deeze C<■■mmifen in zaaken Van de Middelen te Water zou beitaan in het ontfangen van kennis van alles, wat op het fuhject van de Middelen te Water paffee:d — en om daar van het nodig gebruik tc maaken, ten einde het zelve te brengen ter kenmlTe daar het behoord. Dat tor dat einde alle de Ontfangers en Contrarollurrs gebouden zyn "zouden van maand tot maand aan de voorfi Commiten over te zenden Copie vari é' % hün^  ( aó S hunne Convoy-Boeken en Regifters, geeheh uirgê-i zonderd, de generaale vei klaaringen daar onder begreepen. Dat zy zouden \rezen gehouden; dezelve re exarnineeren, en naauwkeriglyk te letten, of de Boeken gehouden zyn, in conformbé van der Ontfangers Irtitruclie; — of de poften daar op ordenteiyk en naar behooren gebragt en gefield zyn, en of dezelve overeenkomen met het generaal Placaat en Lyft of de generaale verklaaringen overeenkomen met de diipolitien van het generaal Placaat, en voorts generaalyk, of eenige comraventien of wel fraudes daar uit worden befpeurd; Dat dezelve Commifen daar en boven zouden wezen gequaliriceerd, om te ontfangen advertentie op de practyk van de voorlz Middelen, zelfs van particuliere Perfoonen, en zonder naam; en teffens gehouden, om Van alle zaaken van merkelyke importantie, hun uit de voorlz Boeken en Regifters of Uit andere advertentie voorkomende, ie brengen ter kenmÏÏè van de Vergadering van de gezamentiyke Gecommirteerden uir de refpeólive Collegien alhier in den Hage, ten einde daaromtrenr de nodige voorziening te doen, of, des noods, daar van aan hun Hoog Mog. zouden moeien kennis geeven. Dat zy in zaaken van minder importantie, of waar in het redres ligtelyk zou kunnen worden gemaakt, uit zig zeiven zouden mogen f'chryven aan de Collegien direct, of aan derzelver Minifters; doch, by manquement van redres, daar van in voegen voorfz kennis moeten geeven aan de Gecommitteerden tik de refpeciive Collegien; —— ten dien gevolge, in beide de voorfz opzigten, dat , in gevalle geen redres of voorziening volgde, zy gehouden zyn zouden, hun Hoog Mog. dired daar van te moeten informeeren. Dat zy in het generaal verpfigt zouden Zyn naauwkeurig te letten, of in alles het Placaat en Lyft wel zou worden gepraclifeerd , zig ten dien einde buiten en binnen 'sLand informeerende op zaaken daar toe dienende. Dat zy goede correfpondentïe zouden moeten houden met de Commifen-Generaal, en aan dezelven, gelyk ook aan de Vergadering van welgemelde Gecommitteerden uit de refpeciive Collegien, als meede aan de Advoeaaten-Fifcaal der Collegien zelve, des gerequireerd wordende, alle opening te geeven. Dat zy van drie tot drie maanden aan de voorfz; Vergadering fummierlyk, by fchriftelyke Memorie, zouden moeten berigten van de adminiftratie van de Middelen te Water in het generaal, en onder elk Collegie ter Admiraliteit in het particulier. Dat zy ook zouden moeten houden een exact Regiüer van alle de fpecien der uitgaande en inkomende goederen onder alle de Rtflbrten, mitsgaders van de  , ( ai ) de Regten, die daar uit zouden Wezen betaald, rer* einde daar mr met een opflag van het oog zou kun-' nen worden geilen, hoe groot de tak van Commercie is in deze.of geene poinflen, en dus bco-irdeeld , in hoe verre dezelve cfk qua, ai of nier, verdiende geprotegeerd te worden: zo als Wzè idee in zenerb J7?4IS Ü^!POnCerd by ht£ AdvlS Hn *9 ^Ptemoer Dat zy vèn alles, dat van eenige importantiezc'hdé voorkomen en vcrrigr worden, pertinente Notuleri zouden moeten houden. En dat dezelven ook zouden moeten houden een Gopieboefc van de afgaande en ontvangen « ordende Brieven; en dat zy daarenboven de inkomende zouden moeten liaiftren. — - Dat dezelve Comraiferi, gelyk ook dë voorfz Klerken, geen Koopmanfchap zouden mo«en drv*'ê%\ mitsgaders zig zorgvuldig zouden moeten wao-en den ltaat van de Negocie van de particui-éreKo- nfede- \ zo als Zy die uit de Convovboeken of andere ad i ertentien mogten btvinden, t- reveleren, en du daarop ipeciaal een periode in derzelver eed zou moeten influeerén. —i» '1 Dnt de voorlz Commifen zig ten eëriemaal aan deze functie zouden moeten overgeven, zonder te mogen aanvaarden of behouden eenige andere bedieninge, het zy vati de Generaliteit, van particuliere Provinciën, Steden, Corporatien, of ook eenige adminiftratie vart Goederen, buiten het geën, waar toe zy naar regten gehouden zvn. — •■ En dat voorts, zo veel aangaat her TrdfTémenfj Salaris van de Klerken, formulier van eed, en meer zaaken, tor Opmaking van dit Project dienmde, al het zelve zou moeien worden gereguleerd/wanneer het Pro je ft ingrelfie zoude vinden. — Alles meelt overeenkomitig de Propofitie van derf Raadpenfionaris van Slingelandr, in de Notulen van Holland van 19 April 1726 , eti het voern. Generaliteits Rapport, in dato 9 April 1727,1 IV. Dat de Commifen Generaal op hèt erhitigfle zouden behoren te worden gelafi, prffidfetyk ennaaf de Jetter, naar re komen hunne Inftruetie, en fPeciaalyk mede voeging van de redenen van hunne fufpicie, ten einde het zelve Kollegie die Commiien catïere, of verplaatfe, naar Vereyfch van zaaken. — Gelyk de voorfchreven Commifen Generaal mede zouden gehóuden zyn, aan de refpedive Kollegien kennilTe te geven van zodaanige abuizen, as onder derzelver reipedive Diftriden mogten ingeÜopen zyn, voor zoo verre die abüifen door de Kollegien zouden kunnen worden geredrefleerd. Dat, by aldien aan de voorfz Commifen Generaal mogten voorkomen zaken van groter importantie, zy gehouden zouden zyn, dezelve te brengen ter kenniflë van hun Hoog Mogenden, aan welken zy mede kennille zouden moeten geven, ingevalie de abuizen, die zy aan de relpeclivë Kollegien hadden aangegeven, niet naar behoren wierden geredrelleerd; Om, ingevalle de Advocaaten Fiscaal nalaatig waren, öm tegens de fchüldigen te procedeeren, daar omtrent de nodige ordre zoude kunnen worden gefield. Dat de Voorfchreeven Commifen G-neraal in het bvzonder mede zouden zyn gelalt en geauthonfeerd uit kragte van hunne Inftrudie, en zonder daartoe nodig te hebben andere, of nadere lalt, en aurhorrlatieT tot het doen van aanhalingen en benaderingen, over al, en in alle Diftriden van alle de Kollegten ter Admiraliteit, zonder eenige uitzondei inge^, en fpecialyk ook tot het doen lollen der volladeneSche^ pen en tot het openen der Goederen, en zulks mee celvk regt, en met gelyke magt, authoriteit en allifïentie, als aan de Commifen Generaal competeert volgens hunne Inftrudie, alles met dien veriiande, dat de gefaifeerde Schepen, Schuyten, Karren, Wagens en Goederen zouden moeten werden gefteld ter judicature van dat Kollegie ter Admiraliteit, onder welkers Diftrid die getailëetd zyn. 8. Dat dëzelveh de faculteit zouden hebben, om ren allen tyde, als zulks hun goeddunkt, te vibreren alle de Comptoiren van de Convoyen en Licenten, en de Regifters aldaar na te fien, en fpecialyk mede de generale Verklaringen, door de Officieren van de Uvtleggevs in de Zeegaten overgezonden, en dezelven te conlronteeren tegen de Cónvoyboeken ter plaatfè van de lofling: zullende de Convoymeeften en Contrarolleurs gehouden zyn, op derzelver Te- ƒ i ; gefchieden op uitgaande Schepen, aan die van het Kwartier, daar dezelve zuilen zyn uitgevaren, de voorfz kenniiië zal moeten worden gegeeven. Doch dat de voornoemde Commandeurs zullëri permitteeren, dat, tot voorkoming van fchade voor de Eigenaars van de ingeladene goederen , de aangehaalde Scheepen mogen opzeilen naar de plaatfè hunner deilinarie, na dat zy Commandeurs, alvorens ten Wagt tot bewaring van de voorfchreeven Schepen daarou zullen hebben gelegt. En dat de voorfchreeven Commandeurs, eenige aanhalinge doende, genieten zullen dezelfde portie in de boeten, als de Tefpecfive Commileh, eenige aanhalinge doende, ingevolge van de Plakaten bereids gemaakt of nog te maaken, competeert, öf competeeren zak 10. Voorts dat de gemelde Commandeurs zig in het generaal zuben moeten regukeren naar den inhoud v .n het meergemeld Placaat van den 31 July i?zï , of vén bet gerte naderhand gemaakt zoü mogen worden, mitsgadi'js naar de tüilróétié van de Commifen ter recherche, vo >r zo veel d e op hun betrekkdyk kan zyn; en wvders omvent de■ executie van hunne funaie opvolgen dë bevelen, die hun züllert toórderA gegeven door het Kollegie tet Aimu-ameit onder wiens Diiind zy gepoiteert zullen zyn, in zo verre d;e bevelen n*et comrarieeren aan eenig Artikel van het voörlz Plakaat, met dien verltande nógthans, dat zy aatt dat Kollegië ter Admiraliteit, door het welke zy aangelkld zyn . kennilfe zullen moeten geven vari al bet geen hun mogte voorkómen tot conrraventië of afw^kinge van het gemelde Plakaat te könneri Ürekken; 11. : , . Dat de voorfz Commandeurs wydêrs alle Schippers met alle mogelyke vigilantie en fpoed zulieri expediëeren, en niet vermogen van dezelven ietweö te vorderen óf genieten, onder pretext van Expe» ditie-geld, of onder wat andëre benaming of pretext zuifes zoude mogen Wezen, op peëne van casfarie mee inlamie en inhabilireit en tien dubbelde verbeurte van het gene door hun tegens dezen Artikel zal weien genoot en. Dat de voorfz Commandeurs tot beter en prompte r exepeditie van zaken zullen werden voorzien" ieder met een bekwaam Schryver, om hun in dg executie van dezen laft behoorlyk te affifieereh, ... 13'. . . _ . Dar de voorfz Commandeurs, gelyk ook de Schryvers, niet zullen vermogen van de generale verkla^ ringen» door hun over te nemen , aan iemand ter wéerétd eerdaè kenniile; vifie of Extrad te geven, bui- h 2, ièti  (31) ten de genen die zulks uir kragte dezer Ihftrudie competeert, op poene van cafTatie; waar op zy, gelyk ook op de prscife naarkooming dezer Inftrudie gehouden zullen zyn den Eed te doen. _ Dat de judicature over de voórfchreven Commandeurs, hunne Schryvers en onderhoorig Scheepsvolk zal competeren aan dat Kollegie ter Admiraliteit door het welk zy aangelield zullen zyn. . VIL Dat, dewyl de executie der middelen te water voornamentlyk fteunt op de exaditude der generale Verklaringen, de fïraffe in het n6~ Artikel van het Placaat, geltatueerd tegen den Schipper en Stuurman, die een valfche verklaring doen, als geenzins geproportioneerd, abfolut behoorde te worden veranderd, en, naar mate van de groote der fraude, verzwaard; zoo, om daar door de Schippers daar van af te fchikken, als om de Commandeurs en Uitleggers te animeren, om met te meer yver de fraudes te ontdekken, en dat daarom het zelve Artikel behoorde te worden geilek in dezer voegen; — „ Dat de Schippers en Stuurlieden, die verfuimen „ zullen hunne generale verklaringen rer plaatfè en „ binnen den tyd en gelegenheid, als hier voren re„ fpedivelyk geordonneerd is, overregeven, zullen „ verbeuren eene boete van vyf honderd guldens; „ doch dat, ingevalle zy in de voorfchreeve gene„ rale Verklaringe eenige goederen komen te ver„ zwygen, of de eene fpecie voor de andere aante„ geven, dezelven zullen verbeuren een boete van „ vyf hondert guldens ééns, en nog daar en boven „ honderd guldens voor ieder Pak, Baal, Kift, Kas, „ Zak, Vat, Tonne, Mande, of diergelyke, die zy „ komen te verzwygen of verkeerkelyk op te ge„ ven: voor al hetwelke het Schip verbonden en „ executabel zal zyn, alles boven de arbitrale cor„ retfie naar gelegenheid van zaken". — Zoo als dit al mede is geproponeerd geworden by het voorfchreeve advis van $ Odober 1731 en zo September 1727. X VIII. Dat om voor te komen het verpakken en verWiileien der goederen, het geene te meermalen, tot verkorting van 's Lands regten in de Schepen word gedaan, het formulier van den Eed der Schippers en Stuurlieden, vervat in het ut Arrikel van het voorfenreeve Plakaat, behoord te worden geamplieerd en geëxtendeert. — Op de volgende wyze, „ W y ondergefchreven Schipper en Stuurman jongft „ met ons onderhebbend Schip gekoomen van. ...... „ verklaren, dat wy geen andere of meer goederen * waren of kooprnanlchappen binnen de Zeegaten „ dezer vereenigde Nederlanden hebben gebragt, als „ die hier onder by onze generale aangevinge zyn „ geè'sj  ( 33 ) geëxprelïeerd ; dat ook geen van onze ingelaajj den' goederen zyn verpakt, veranderd, verwiileld of verminderd in het geheel of ten deele , om jj daar door 's Lands Rechten te verkorten ; gelyk wy onk belooven geen zoodanige vei wiilëling, ^ verandering, verpakking of vermindering in het jj geheel of ten deele te zullen toclaaten of dul- jj den ; dat wy ook in dezelve generaale aan- j3 geeving alle de goederen haare regte en waare jj benaaming hebben opgegeeven; en generaalyk, dat in deeze aangeeving geen fraude is gepleegd, nogjj re eenige goederen zyn verzwegen , of ondernoj} men en gepoogd,direclelyk of indircételyk,'sLands ge.-egtigheid te verkorten." Zoo als by her laatftgemelde Advis van 20 September 1727 reeds is voor • gedragen. IX. Dat, tot verdere voorkoming van fraudes, die gepleegd worden door het opgeevén der goederen yoor onbekend, dewyl die door liet opllaan van zoodanige onbekende goederen in Magazynen niet kunnen worden voorgekomen, de Schippers gelegenheid genoeg hebbende om dezelve te veranderen, alvorens die in de Magazynen kunnen worden gebragt, behoorde te worden vallgeiteld, dat, na verloop van zekeren tyd, lang genoeg, om daar van in aniere Landen kennilfe te geeven, geen Schipper zoude mogen inhebben , en op zyne generaale Verkiaaring eenige goederen voor onbekend opgeevén, op de verbeurte van honderd guldens voor ieder onbekend Pak, Haal, Kilt, Kas, Vat, Tonne, Mande of diergelyke ; en dat behoorde te worden vaiigelleld , dat voor dezelve boere het Schip verbonden en executabel zoude zyn, boven de arbitrale correctie, naar gelegenheid van zaaken deswegens te infligeeren. En dat dienvolgende, hetzelve in diervoegen gettatueerd wordende, het 109 Artikel, te beginnen met de woorden, zoo verre die aan den Schipper en Stuur wan kenbaar zullen zyn tot den einde toe, als daar door vervallende , behoorde te worden ge- rooyeerd. Conform aan de denkbeelden der PragdecetTcuren van hun Gecornmirteerden , zoo als die in de beide laarlie Advifen bereids uitgedrukt en re vinden zyn. X. Dat hiertoe al meede en voornanmclyk zoude behooren te worden gebragt de yking der Schepen op eenen egaalen voet ; dan daar hier voren is gezegd , dat het Concept-Placaat, Lylt j&c,, in den jaare 1754 overgegeeven, zou kunnen worden gelegd rot een grondflag, waar naar het werk van de Middelen te Water in het geheel zou dienen te worden gereguleerd , ingevalle men zou oordeelen het werk der Convoyen en Licenten in het generaal op den ouden voet te moeten laaten, en daar onder ook is gebragt een Concept-Reglement op de mee-, / ting  ( 34 ) ting cïet Schepeh , hebben zy Gedeputeerden vermeend, dat dit point ter deezer plaatfè kan worden gepafleerd. XI. Dat, om te Amiierdarn , zoo wel als elders* het 251 Artikel van het generaal Placaat exafter te doen executeeren, en met 'er daad te beletten , dat geene zoogenaamde Schuitevoerders eh andere Perfoonen , die nog met kleinder Schuitjes vaaren, de goederen door het tuffchen beide komen van andere Vaartuigen , of ook door dreigementen , geweld en anderzints, door de Boomen aldaar brengen, zonder behoorlvke vifitatie, aan het Collegie ter Admiraliteit, te Amiierdarn relideerende, zoude behooren te worden gelaft, de Opzienders aan de Boomen zoodanig te verfterken , dat dezelve in ftaat mogen worden gefteld, om diergelyke onderneemingen met kragt tegen te gaan, en de Schuiten, die zonder vifitatie van de Commifen door de Boom komen te vaaren, te vervolgen, agterhaalen en aan te houden, ten einde dat de goederen, alzo de Stad ingevoerd, als hebbende notorié gecontravenieerd aan het 74 Artikel van het Piacaat, geconfifqueerd mogen worden. '' ' ' Dat. ook alle de Schuiten van de Schuitevoerders behoorden te worden genommerd op een wyze, dat niet ligt verandering in het nummer kan worden gemaakt, en dat geene andere, als genummerde Schuiten zouden mogen worden gehruikt. Dat geen van die Schuiten zouden mogen vaaren als met open Plegten. Dat ieder Schuitevoerder gehouden zou zyn in te liaan voor de fraudes en contraventien, als met zyn Schuiten worden gepleegd. En dat, om de rebftentien van de Schuirevoerdefs voor te komen, behoorde te worden vaftgefleld , dar, ingevalle eenige goederen aan 'sLands Officieren en Commifen feitelyk mogten worden ontnomen, of aan hunne vifitatie onttrokken, die geene, die zig daar aan ichuldig gemaakt mogten hebben , boven de pcenahteit, in het 251 Artikel gefield, nog zouden verbeuren de waarde der feitelyke ontnomene goederen, de waarde zoodanig te reekenen , als die door het Collegie ter Admiraliteit zal worden gearbitreerd. Dat vvyders, om het bovengemelde kwaad re prsevenieeren , aan het Collegie ter Admiraliteit te Amiierdarn zoude behooren gerecommandeerd te worden: Eerftelyk, om met de Magiftraat derzelver Stad re overleggen , of niet eenige Boomen voor dezelve Srad zouden kunnen tot het palfeeren van Koopmans goederen aangewezen, en andere Boomen daar en tegen gefloten, worden. En, ten anderen, die voorziening re doen, eensdeels, dat door den Commis-Generaal aan de Commifen  rhifen ter recherche telkens aangewezen mogrfj wnr , den, op wat Boomen dezelve de wagt zullen moeten houden, zodanig nogthans, dat by gemelde Commis-Generaal de VVagten, ten mintten tweemaal 5s weeks, of' zo veel meerder, als hy dienltig zal vinden, worden veranderd, ren zy hy merkelyke reedenen hadde, om die langer re continueeren ; met recommandatie, om daar in met alle reedelykheid, en alle behoorlyke oplettendheid voor 's Lands dienll, te handelen , zo hy het convenabel!! zal oordeelen, en om te beletten, dat van te voren geeh valtereekeninge kan worden gemaakt, wiens pdlt het. zal zyn op de refpective Boomen de wagt te houden; en, anderdeels, dat van dag tot dag door een beccdigde Bediende van het Collegie de vifitatie of ronde gedaan zal worden over alle de Boomen, om tc zien of de Commifen en andere Opzienders zig op hunne polten bevinden en naar behooren vigileeren; zulJende de gemelde Bediende ieder dag een fchviftelyk Rapport van zyne bevinding aan den pifcaal ea Commis-Generaal moeten geeven. Dat, tot meerder precautie regen de fraudes in het pal/beren der Boomen te Amiterdam, ook no 5 behoorde te worden geresolveerd , dat aldaar geen Goederen zouden mogen worden geloft, als na dat aan de Commifen ter recherche, gepolteerd op den Boom, gelegen naaft aan her Schip, waaruit de iósfing zoude worden gedaan , de Los-Ceelen der te loilëne Goederen zullen zyn geëxhibeerd, en by een van dezelve Commifen door zyn Naamteekening en het opdrukken van het merk, by het Collegie ter Admiraliteit te Amiterdam daartoe te beraamen, zal wezen gemunieerd. Dar, alvorens de exhibitie van de Los-Ceelen, en het afteekenen en merken Van dezelven in voegen voorfz zal zyn gedaan, geen Goederen zouden mogen worden gelolt of over boord gezet, op de boete van drie honderd guldens eens , en boven dien van vyf en twintig guldens voor ieder gelolt Pak, Vat, Baal, Kilt &c, door den Schipper te verbeu* ren; dat de Schipper deswegens ook zal moeten inflaan voor zyn Stuurman en Bootsvolk, en dat het Schip zelf voor de voorfz boete zou wezen verbonden en executabel; dat de Schuitevoerders de Goederen, na de voorfz exhibitie, aantekening en merking der Los-Cedullen, gelolt hebbende, dezelve zouden moeten brengen aan den Boom, alwaar de voorfz exhibitie zou zyn gefchied, om by dezelve Commifen aldaar naar behooren te kunnen worden gerechercheerd. Voorts, dat de Commifen by de exhibitie der Los-Ceelen, daar op eenige fufpicie van fraude hebbende, zig begeeven zouden aan boord van het groot Schip, en aldaar dezelve Goederen vifiteeren , en i 1 daar  f 36) daar in eenige fraude vindende , de Voorfz Goede* ren zouden brengen ter Judicature van het Collegie. En dat alle de geenen, welke de voorlz Commifen in de uitvoering van de voorfz vifitatie en recherche z mden willen beletren of verhinderen, zou^ den worden getlraft als feiteiyke reiiüemie begaan hebbende met de ftraf Art. . , . gemeld. XII. Dar, daar het eene bekende zaak is, dat een groote reeden, die de Officieren en Commifen belet met geruüheid de gefraudeerde Goederen aan te haaien ofte te benaderen, is de feiteiyke refiüentie en infultes, waar aan zyr zelfs met pericul van hun leeven worden geëxponeerd; dar de vrees daar voor met reeden te grooter is, om dat die tot nog toe zyn gelaaten ongeüraft, en dar de proceduuren, voor de Collegien daar over gevallen, meer hebben uitgeleeverd een object: van befpotting en kleinachting, als een middel, om dezelve daar van af te fchrikken voor het toekomende, Fn dat by aldien men de befte ordres door belet en onmogelykheid van executie niet t'eenemaal vrugteloos wil maaken, daar tegen op het kragrigfle bthoord te worden voorzien. Dat daar toe geen beter middel is te vinden, dan de Collegien ter Admiraliteit te rnaintineeren by de magt en judicature, die hun, ingevolge van alle de oude ordres, op nieuws by het 202 en 203 Articul van het Placaat van 1715- is gegeeven. Dat het onmogelyk is, dat de Wetten kunnen worden geëxecuteerd, zonder dat daarby tefï'ens gegeeven word de vereifchre magt aan dezulken, welken met deeze executie van wegen den Souverain zyn belalt; en dat het op zig zelve eene ongeiooflyke zaak moet voorkomen , aan den anderen kant te hooren urgeeren op egaale en rigtige praftyk der middelen,-op beladingen ten voordeele van Fabricq«en en Producten ; en aan den anderen kant alles wat mogelyk is in den weg te brengen, om de.executie van het een en ander moeyelyk, ja, onmogelyk te maaken. Zo als daarop alreeds ten fierk- ften is geurgeerd geworden by het voorfz Advis van ao September 1727 en 19 December 17^4. Xlli. Dat ten opzigte van het loffen der Goederen uit Schepen, Texel of het V-He inkomende, als thans gefchiedende zonder de minfle toezigt of recherche , en daar door veel Qëcafie gegeeven wor* den.de tot fraudes, met de Goederen te veranderen, verpakken, verwiffëlen of in fluiphoeken in re brengen, by zoodanige lodingen, en om de praecautien, vervar in hun Hoog Mog. Relolutie van den 5 Novemb. 1726, naar behooren te doen oblërveeren, op alle Schepen, Texel of het VJie inkomende, waarin Goederen zyn gelaaden , die gedeüineerd zyn naar een  een andere plaats, als waar na toe het Schip is gedeltineerd, zo ras die hunne generaale Verklaringen op de uiterlte Wagc zullen hebben overgegeven, behoord te werden gelegd een Waker, uitgezonderd als gemelde Goederen niet anders dan in Graanen, Vlas of Hennip mogten beitaan; Dat die Wakers, wanneer de Goederen uit het groote Schip werdenovergezet in Ligters, op die Ligters zouden moeten overgaan, en zorge draagen, dat alle de Goederen, die uit het groot Schip werden overgezet, zonder eenige verandering of vermindering ter gedeltineerde losplaatfe werden gebragt, en onder behoorlyke opligt van de Commilen ter recherche aldaar geJolt. — XIV. Dat tot de voorfz lofling, als tot alle andere ligtingen uit de Zeefchepen, by het Plakaat onder zekere pracautien gepermitteert, in wat Kwartier zulks ook mogte zyn, geen andere Ligters zullen mogen werden gebruikt, als die geenen, waar van dc Schippers, na behoorlyke authorifatie van de Magillraar, waaronder zy behooren, verkregen te hebben, voor de Kollegien ter Admiraliteit, in welkers Diltrict zy willen ligten, onder folemnelcn Eede zullen hebben verklaard, dat zy alle Goederen, Waaren en Koopmanfchappen, die zy uit de Zeefchepen zullen overnemen, zullen brengen binnen de plaats van de deltinatie derzelver Goederen: dat zy niet zullen dulden, dat dezelve Goederen werden geloft, als na voorgaande permilïie en onder recherche van een van de Commilen ter recherche: dat zy ook niet zullen gedogen, dat de gemelde Goederen, geduurende den tyd, dat die in hunne Schuyten zullen wezen, werden verpakt of verwilldd, verandert of verminderd in het geheel of ten deele: en generalyk, dat zy, voor zo veel in hun is, zullen beletten en tegenilaan, al het geen mogte Itrekken, om 's Lands gerechtigheid omtrent de voorfchreve Goederen te verkorten, direct of indirect. XV. Dat het eene bekende zaak zynde, dat zeer enorme fraudes gefchieden, in de aangeving d.e,r Goederen in de Provincie van Holland en VVeltvriesland, fubject den Impolt van de ronde Maat, en fpecialyk der Graanen, naardien by het 17 Aft* van het Plakaat van 1687 de betaaling daarvan is gebragt en gelaaten aan de opgeving der gezuooren Meters: dat by het 143 en volgende Articulen van het Plakaat van 17x5- daar in geen verandering is gemaakt, maar de opgeving der Meters wederom is gelteld tot de rigtfnoer, waar naar de betaaling van 's Lands regt op de Speciën, de ronde Maat fubject, moet gefchieden: en dat wyders by het 149 Art. van dat Plakaat, by meerder lolling dan aangeving, den Schipper en Koopman van alle poenaliteit is vrygelteld onder de bctaaling van het meerder. —: k Dat  C 38 ) Dat derhalven de Kollegien in het vorderen vari 'sLands gerechtigheid lig moeten gedraagen aan de opaave der Meters, en geen de mmite caiange hebben in cas van fraude, nog op den Schipper, noch op den Koopman, noch op de Meters; en dat al het geen in het 143, 144» en *4f Art. van het Plakaat word gezegd omtrent den eed en opgave der Meters, mitsgaders omtrent de opgaave van den Colletfeur van de ronde Maat, als d;e word gerequireerd, aan de Kollegien, nog op den een, nog op den anderen van de voorfz Perloonen, geeft eenige de minÜe masj; en authonteir. ——• Dat derhalven, tot voorkoming van de groote exceifèn en fraudes in de voorfchreve Speciën, de ronde Maat fubjed, die daagelyks in zwang gaan, behoorde te worden valtgelteld, dat de Collecteurs van de ronde Maat, aan de Advocaaten Fiscaal of Commifen Generaal weygerende de vide en Extratfen van hunne Boeken, in het honderd vyf en veertigde Articul gemeld, verbeuren zullen een boete van duyzend guldens, en by de Heeren Gecommitteerde Raaden cn Gedeputeerde Staaten, op het eerite verzoek van de vjoarfo Advocaaren Fiscaal en Commifen Generaal, zonder eenig dilay of uitftel, daartoe verder zullen werden geconÜrmgeerd. ——«■ Ofte wel , dat op de Comptoiren van de Convoyen en Licenten geen Loscedullen worden geëxpedieerd of uitgegeven, tot het lollen van dezelve Speciën, als na dat op de vooifz Comptoiren door den Schipper, Koopman of Cargadoor zal zyn geëxhibeerd het origineele Billet van de perroiine tot lollen, of Los-Cedul, by den Collecteur van de inkomende Granen aan den Schipper uitgegeven, houdende de quantiteit der ingelaaden Granen, Erwten, Boonen &e. Of eindelyk, het geen nog beter zou voorkomen, om dat het'zelve het eenvoudiglte fchynd, „ dat ^ voortaan de Collecteur van de ronde Maat verJ pligt zoude wezen, om weeklyks de quantiteit, \\ welke gemeten, en aan zyn Comptoir is gedeclareerd, op te geven, en dat de Kooplieden de Ji aangeving als voor dezen gedaan hebbende, en ** niet naar die der Meters, (gelyk tegenwoordig JJ gefchied) de regten zouden moeten betaalen."— Zo als dit ook geadvifeerd is by de Hoilandfche Raaden en Minitters, by derzelver voorfz Advis van 28 April 1718. — „ . ... XVI. Dat tot wering van alle inegaliteit en klagten over de expeditie gelden van de Bedienden van de Collegien ter Admiraliteit, dezelve generaal en op een vatten en eenpaarigen voet onder alle de resforten der onderfcheydene Collegien behoorden te worden gereguleerd. — ^  Dat vooral zou behoren te worden eci-Tfe&neert , dat op gelyke wyze, als by Hun Hoog Mogende Refolutie van den 31 julv 1715 is vallgelleld, de Heeren btaaten der refpective Piovincien Hunne Gecommitteerden of Gedeputeerde Raaden of Staten, als ook de Magiftraten van de refpeciive bieden en Plaatfen, mitsgaders derzelver Officieren daartoe Zouden gelieven te houden, dat dezelve zullen zwéren die van de Convoyen en Liceluen in al e zaaken, hunne functie concernerende, dë behUlpzaame hand te bieden, en geenfints aan de Collegien ter Admiraliteit, in de exefrcitie van hunne functie, ot aan de Officieren van dezelve, in zaaken, concernerende de betaaling van *sLands reg en, direct of indirect, eenige de minlte verhindering, oppofitie, lefiltentie of anderfints te doen of te laaten doen; en dat wyders alle de Magiftraten in de Steden der refpeciive Provinciën in het byzonder zouden mogen worden verpHgt, om in den aanvang van derzelver bediening, en zulks telkens by verandering der Regeringen, te z"werenï dat zy in zaaken, die höpens eenige verhinderingen, refiftentien, of iets anders, voor hun mogten worden gebragt, zonder eenige diilimu* latie ot' cönn'wentie, tegen de ichuldigen zullen do rt procederen, volgens den letter van het Placaat, op den ophef der middelen geëmaneerd; en dat van deze beloften aan Hun Hoog Mog: kennis en verzekering zoude moeten worden gegeven. — XVIU. Dat de Raden ter Admiraliteit, de Advocaten Fiscaals, Secretariilën, Commifen Generaal,als mede de refpective Ontvangers en Contrar.vieurs op denzelfden voet en onder gelvke comminatie, als by de voorfchreeven Refolutie van 31 July 171? breder is vermeld, by eede tot preecilc obfervantië van het valt te itelien Plakaat, zouden behoren te worden geobligeerd. Ln, XIX. Dat eindelvk zou behoren te worden vaitgetteld, dat geene Minifters van de Kollegien ter Admiraliteit, als mede geene Officieren van de Convoyen en Licenten, Ontv.mgers en Contrarolleurs uitgezondert, voortaan zullen mogen wezen Leden van de Regrringe. — Dat zy Gecommitteerden van gedagten zyn, dat door de vaiUielüng van een nieuw Plakaar, Lylt, &c. in voegen voorfz, mirsgaders tefiens door de voorlz arrangementen en prsecautien omtrent het werk der Convoyen en Licenten in het generaal, zeer veel zoude worden gecontribueerd tot eene egale en rigtige practyck van de voorfz middelen; en dat het een en ander, cömbïnatim genomen, veronderfteld, dat dezelve middelen by ƒ*• en uitgaande regteri zouden moeten blyven geheven worden, naar de gedagten van Hun Gecommitteerden, de eenige middelen zyn, om eenmaal tot dat gewenfcht eindé k x van  ( 40 ) yat) een egale en rigtige pracdyk te geraaken:«—ten minden, dat aan Hun Gecommitteerden, naa een aandagtige en erndige befchouwing van dit geheel werk, geen andere of betere middelen zyn voorgekomen. — Dat hierby egter moet worden gevoegd, dat, gelyk het dadelyk in train brengen van de voorfz arrangementen en praïcauuen buiten twyffel eenige meerder uitgaven zoude vorderen, de voorfz. middelen alzo, op zich zeiven genoomen j niet gezegd kunnen worden, zodaanig en van dien aart te zyn, dat dezelven de uitgaven van de Kollegien op zich zeiven zouden verminderen; en derhalven in zoo verre niet voldoen aan het oogmerk der gedaane vraage door welgemelde Commifbe tot het Defenfiewezen. — Dan dat zy Gecommitteerden van gedagten zyn, dat de rigtiger of beter praCfyck van de voorfz middelen aan die meerder uirgaaven zeer waarfchynlyk zoude te gemoed komen; daar het nu niet if tegen te fpreken, dat 's Lands rechten op zeer verre na nier worden betaald en genoten; en dat het werk der Convoyen en Licemen, over het algemeen genomen, ten hoogllen is gedeheerd; —- om met te zeggen, dat dezelve uitgaaven uk andere poincten van menage miifchien grootendeels zouden kunnen u orden gevonden. ——• Ad B. Dat zy Gecommitteerden ondertuiTchen niet kunnen .ontveinfen van gedagten te zyn , dat, al was het, dat het voorfz Plakaat, Lylt, &c. wierden gearrejteerd, daar door aan den eenen kant niet genoegzaam zou worden te gemoed gekomen aan de omitandigheden, waarin de Commercie en Navigarie dezer" Landen zig bevind, als welke zekerlyk zedert 1754 nier gezegd kan worden te zyn toegenomen; en aan den anderen kant dit werk der Convoyen en Licenten niet gebragt tot die hmpliciteit, en dienvolgende ook niet, tot die mindere kottbaarheid, waar roe het zelve, naar hunne gedagten, gebragr behoord re worden; zal aan de eene zyde de Commercie en Navigarie her hoofd ooit opbeuren, en, ten anderen, de zo lang gewenfehte rigtige en egale praftyk op een meer onkolteiyke manier worden bevorderd. Dat zy Gecommitteerden dit een en ander in den loop dezer Befoignes tteeds in het oog gehouden hebbende, en de voorfz vraage in dien geelt hebbende befchouwd, van opinie zyn, dat het geheele werk der Convoyen en Licenten grotendeels zoude kunnen en behooren te worden veranderd; en dat alzo eindelyk de knoop zoude worden doorgehakt, welke hunne Praedecelfeuren, even zo wel als Zy Gecommitreerden gevoeld hadden, doch tot welks doorfnyding Zy niet geheel hadden durven adviferen, cm  C 40 om redenen, die in de Advifen van de jaren 1732, 174*;, 17fx en 17-74 duidelyk te zien zyn. — Dar, nameiyk, uit de lecture van dezelve ilukken komt te blyken, dar men, reeds zeedert den jare 1732-» van gedagten is geweeit, dat de Commercie en Navigarie, zoo veel mogelyk, behoorde te worden geföulageerd — uit hoofde van de coniiderabele verandering, die de Commercie in Europa had ondergaan, en dat voor al onze Plakaten en Lyllen dienaangaande behoorden te worden gemodelleerd naar die'veranderde tyds-omftandigneeden; dar dit foulaas vooral behoorde plaats te hebben omtrent de uitgaande en tranCitoire goederen; — en dat de belasting, die in allen gevalle, of op inkomende, of op uitgaande, of op tranfitoire goederen, voor zooverre als zulks per rertm naturam mooglyk was, by de quantiteit} maat of gewigt zoude behooren te Worden geheven. Dat men vervolgens almede van die gedagten is geweeft in den jare 174*; dat dit al mede het begrip is geweeft in den jaare 175-1, zoo van Zyne Hoo,heil als van de Kooplieden, die over dat werk zvn geadvifeerd geweeft-, mitsgaders van de Holland che Kaden en Minifters in 1751, en zelfs van de gezam onlyke Gecommitteerden in den jare 17*74, hy huniieder Advis van den 19 December 17^4; uitgenomen , dat men toen eenige meerdere zwarigheid vond, om te adviferen tot een generaal tranfitó franco. — Dar, zoo als gezegd is, de omftandigheeden der Commere e z d .rt denzelven jare 17*4 nier ai,een nier zyn verbeterd, ma;>r dat het zeker is, dat dezihe in vtle opzigten merkelyk is verloopen, en zelfs nog dagelyks verloopt; dat daar omtrent geen twyffel kan oeerblyven, wanneer men in confideratie neemt, hoe zeer de Ruften, de Deenen, Zweden, Hamburgers, Ooit-Vriezen en Vlamingen, zei Is zeedert den laatften Oorlog tuffchen Engeland, Vrankryk, Spanje, de Republicq en Araerica, voor al door het varen onzer Kooplieden onder vreemde Vlag, in onzen Koophandel, ais het ware, zyn ingetrokken, en voor als nog in de bezitting van denzelven, grootendeels, zvn gebleven; uitwyzende zulks de meenigvuldige Deenfche, Zweedfche en andere Vlaggen,' die men alomme in de M d lelandfche Zee, in Vrankryk en fchier in alle Zeehavens van Europa viadt: gelyk onder anderen kan blyken uit de Zondiche Lyften van het algeioopen jaar 178?, uit welken confteert, dar in de Zond gepaflëerd en gerepalleerd x.yn de navolgende Schepen: —-  C # ) 2.5-3 Engelfche 2136 Zweedfche 1789 Deenfche 1*771 Hollandfche 1358 Pruiffifche 170 Breemfche 161 Dantzigfche 114 RufTifche 11c Rottoklche | 79 Lubekfche 66 Keyferlyke éi Hamburgfche 25 Courlandfche 28 Portugefche 26 Franfche 2c Arnerikaanfche 15 Spaanfche, en 4 Venetiaanfche; te zamen 10268 Schepen. Terwyl men die Lyft confronterende met die van vorige jaaren, zal bevinden, dat de Hollandfché Scheepsvaart verre de meerderheid had boven die van alle vreemde Natiën. —- Dat te Cadix, onder anderen, in 1785, 99 Deenfche, 83 Zweedfche, en maar 47 Hollandfche Schepen zyn ingekomen; daar 'er in het jaar 1779 nog rói Hollandiche en maar 48 Deenfche en 57 Zweedfche, binnen gekomen zyn. — Dar daar nog is by gekomen het toenemen def Commercie op Oftende, waar door men thans Zeggen kan, dat de Republicq ten eenemaal heefr verlooren het tranjit van meelt alle goederen, die weleer langs de Schelde, het Sas en het Zwin 3 mitsgaders langs de Maas, naar Braband, V laanderené Luik, Gulik, Limburg, Luxemburg en zelfs naar Keulen en Neder-Duitfchland wierden gevoerd ; dat de Ooltenrykers zig in deeze poiTefhe hebben weeten te Hellen, deelsé door de Haven van Oliënde op alle mogelyke wyze re verbeeteren; door daar van daan eonhderabele Steenwegen en Canalen aan te leggen naar de voornaamlle Sreeden in Vlaanderen, en wederom van daar naar elders, en door de voorfz tranfitoire goederen te laaten genieten een Torto franco. — En dat men het zeedert met name heeft zien gebeuren, dat alle goederen, die vooral uit Zeeland langs de Schelde naar Braband en Vlaanderen plegen te werden gevoerd, om van daar tranfito elders heen te worden gebragt, thans alleen gaan Qver Oitende, gelyk ook die goederen , welken voor de Ooltenrykfche Nederlanden zelfs zyn gefchikr. — Terwyl ook aan de voorlz maatregelen buiten enigen twyf-  • • . • , ; . (kt ) hvyffel moet werden toegelchreeven de aanmerkejvke aanwafch der Vaart van Oltende op Cadix, jöilbao, Nantes, Bayónnë, en op veri'cheidene Havens van Groor-Brittannieh en der Ooftzee: welker goederen zy te vören van de Republicq moeiten haaien. ■— Dat hier in, zo moóglyk, nog al meer verergering Üaat toetekomen, zedert dat VVankryk het regc heeft gekreegen om de Haveri van Duinkeike in beter Üaat te brengen, als welker vervallen toeitan i tot hiertoe alleen heeft geëffectueerd, dat vele goederen niet derwaards zyn gebragt, om van daar rege Iregt naar Vrankryk of haar fommige gedeeltens van de Oitenrykfche Neederlanden te «orden getransporteerd i maar dat dat voerdeel, voor zo verre als het langfamerhand niet door Oltende is geabi'orbeerd, nog aan de Republiek is gebleven. Dat alzoo de üitkomlt van ziakcn ten klaarden heeft gedemonltreerd; dat het gene rrfen by de deliberatien over de propotitië vjfn Zyn Hoogheid, glor. ged. zoo in 1752, als in 17-74 , voornameiyk hér it willen valthouden, pr-éVife Heelt geëffectueerd, dat al het zelve is verloren; althans, dat het eene hittori{che waarheid is, dat niets ts geconfërveerd van het geen men oordeelde te zullen behouden, en in welks totale ontlading men daarom zwarigheid gemaakt heeft toeteltenrimen. — Dat dit althans ten opligte der tranfirqire goederen, in voege voorfz is aangetoond; en dat dit ten opfigte der uitgaande goederen, die men by het Advis en Lylt van 17*74 gemeend heek te moeten belaft laten, even gemakkeiyk zoude kunnen worden beweezen. «—- Dit men, by vtforbee'dj by dat Advis eri Lyft nacï voorgeflagen een belading op de uitgaande Meekrappen, uit hoofde, dat dit een Product was van dit Land, dat nergens zo goed valt. Dog dat het gevolg daar van was geweeft, dat de Duitfcfiers voornameiyk zig ook dp de M e-culture hebben beginnen toeteleggen; en weidra aan Duitfchland zelf, Engeland en Vfankryk, enz. confiderabele quantiteitert Meekrappe hebben gefourneerd, en dac de onze daar door op een zeer lage Markt is Vervallen. — Dat dit ook kan werden gezegd omrrenr het zogenaamde Hoepen-hout, en zelfs omirent de grove of ruwe materiën, die in Fahricq'uen worden gebruikt ; om dar dë belading daar van ook op het üirgaan, niet anders heeft geëfïëdueert, dan dat de Vreemdelingen dezelve thans even gemakkeiyk krygen over Embden, Hamburg, Oliënde, Brugge, Gendt enz.; en dë Republiek de verzending daarvan, gelyk teffens van andere Speciën, die daar mede al veel malen te gelyk plagtcn te werden verzonden^ hëeft Verlooren'. / % Da'S  Dat hun Gccon-iHMMterden tot deeze verandering van het werk der Middelen ook nog deea inciineeren, om dat de tegenwoordige voet van herten, en zelfs die, welke men voorgeflagen had by het voorfchreeve Plakaat en Lylt van 1754 in het algemeen genoomen, nog was Ingerigt op den voet der voorgaande practyk, toen de Republicq fchier alleen meeiter was van de Commercie der geheele Weerel d; terwyl deeze omitandigheden thans geheel anders zyn, en daar en tegen die Natiën, welken zig zedert op de Commercie hebben toegelegd, geheel nieuwe inrigtingen voor dezelve hebben gemaakt, alleen gefch.Kt, om dezelve op het kragtiglte te favorifeeien; en wy integendeel grootendeels op den ouden voet zyn gebleven, ten miniien nimmer zoo verre gekoomen, dat wy onze fchikkingen naar de ontdane veranderingen in Europa, aangaande het werk van Commercie, hebben durven accommoderen.— Dat Zv Gecommitteerden uit dien hoofde van begrip zouden wezen, en dat dit zou wezen hunne eerite en principale gedagte, dat, zal 'er ooit eene egale en rïgu'ge pradyk van de middelen te water kunnen plaats hebben, waar door de Commercie niet word gedrukt, en welke praftyk in haare execurie nier koltelyker zal vallen, dan de tegenwoordige, het werk der Convoyen en Licenten zouden behoren te worden gebragt op dezen voet: — Dat alle ïnkoomende goederen, voor zoo verre zulks per rerum naturam mooglyk is, zouden moeten betalen by de quantiteit, maat of gewigt; en dat de overige, die ablolut by de waarde zouden moeten worden g- lleld, op vaüe prylen moeten worden gewaardeerd, waar naar de regten eens voor al zouden moeten worden berekend; dat dezelve tot dat einde ter plaatfè van hunne regte deltinatie, alle zonder onderfcneid zouden behooren te worden gewogen, of gemeeten, of gewaar deert, en daar volgends 'sLands gerechtigheid betaald. Dat daar en tegen alle uitgaande regten zouden behooren te worden afgefchaft. —— En dat voords een vry tranfito, zonder betaaling van eenige regren, aan alle trsnjïioire goederen zoude worden verleend? uitgenomen aan contrebande Waren; zoo nogrhans, dar een Koopman de keule zoude hebben, om wanneer hem de praecautien, op den weder-uitvoer van voorfz. goederen te Hellen, te gênant mogten wezen, de inkomende regten van zoodanige goederen te betalen. — En dat eindelyk omtrent het een en ander zou behoren te worden geformeerd een nieuw Plakaat, Lylt, Reglementen, &c. — Dat door dit middel op het inkomen fchier alle fraudes zouden u-orden voorgekomen, vooral, wanneer de praecautien % hiervoren, Art. 1, 4, 6, T*  - ■ ö - ... Us) , , . , .<.. . w, 7,8, o, Sx, r3i 14, iy, 16, 17, 18 en io , in heê generaal opgegeeven, wierden getimplecteerd. Dat daar door zeer zeeker eene egaale en figrige praclyk zou worden geïntroduceerd; 'en dat men in dat geval al vYy wat Officieren , millchien zelfs ge? htele Comptoiren, tou kunnen miflen; ja, dat men zig zelfs vërbëeld, dat het werk der binnenlandfche Pa>porten in dat geval grootehdeels zou kühnett worden verminderd. D*t hier door ook in eens zouden wëezen' afgefneeden alle dirficdlieUen en bezwaarën van alle de Land-Provintien over den uitvoer van derzelver Producten ; mitsgaders van de binnen Steden over den uitvoer van Manufacfuuren en Trafïcquen;. en dat d^ar door teffens zou worden bevorderd den uitvoer van allerhande Goederen naar buiten, —— dat de waare Commercie is, eh de eenige, die een Land gelukkig maaken kan en doen bloëyen. . Dat men zig ook imagineerd, dar de inkbmflerj der Admiraliteits-Collegien hier door niet zullen worden verminderd, als men in coniiderarie nëemr, dat her nier onivaarfchynlyk is , dat her Land thans op zyn hoogll genomen geen vierde trekt van het geen het behoorde te trekken, en dat het vry waarichynelyk is, dar dë overfchietende drie vibrde parten, wanneer dezelven wierden betaald, meer dan genoegzaam zouden wezen , öm te vergoeden het: gemis van het geen thans op het uitgaan en tranjïta Word betaald. , Dat dierhalvèn hier biet zoo zeer të pas komt de ouadtie, waar uit zou behooren te worden gevonden het kort , het welk de Collegien door deeze inrigringe van de middelen te Water ca/u quo miffchien zouden kunnen hebnen , waar over men zig in den jaare 1745 ^ i7?z en 1754 zoo zeef heeft bekommerd j en het welk in der daad het voornaam, zoo niec eenigfte , argument is geweeit waarom trien ih die tyden vermeende niet te kunnën advifeeren tot zdodanige verandering ; als welke zy Gecommitteerden als nu oordeelen , aan hun Edele .Mogende te moeten propöneeren; naar dien men zig in der daad verbeeld, dat de middelen te Water, op den voorfz voet geheeven wordende, alzo veel, zoo niet veel meer, over het generaal zullen opbrengen, dan tegenwoordig plaats heeft; te meer, daar her alsdan met grond kan worden ver wagt , dat de Cornmèrcie en Navigatie dezer Landen in het algemeen zal aangroeyen „ en daar door zelfs dë inkomlten moeten worden vermeerderd; en, in allen gevalle, dat, zoo het eèn en ander al eens geen plaats hadde f en de Collegien daar door al eenig minder inkomen mogten hebben, de voorfchreeve verandering daar aan hiët zoude behooren te worden geaccroCheerd , als zonder welke de Commercie en Navigatie toch meer en meer zal Siminuëeren-. en de Collegien daar door vahzelfs ge-, pi raaketï  (46) fa aken tot dien ftaat van vermindering, om welken voor te komen men al.-nu daar toe niet zou durven komen. Dat daar en boven , om dat gemis goed te maaken, en de Collegien da^r door niet buiten ftaat te Hellen, om 'sLands nava.de Magt van dienlt te zyn, eenige vatte poften op den S;aat van Oorlog zouden moeten worden gebragt: waar toe zy Gecommitteerden by hun Advis op het eerite point van welgemelde Miffive van hun Edele Mogende, bereids geadvifeert hebben, en waar door alle zwarigheid ten deezen zou worden weggenomen; zonder welke , wanneer de zaaken moe,en blyven op den tegenwoordigen voet, het naar de gedagten van hun Gecommitteerden, uit de ondervinding vanhetvoorleedene , meer dan waarfchynlyk voorkomt , dat 'sLands navaale Magr, en dienvolgende ook de Commercie en Navigarie meer en meer zullen veiloopen en naar elders verhuizen , en langs dien weg de middelen of inkomlten van de Codtgen even zeeker, als wel anders, meer en meer verminderen, en eindelyk ten eenemaal te nier geraaken. Dat ondertuflehen tot verbeetering van de inkomften van de Collegien , en tot bevordering van de Nationaale Scheepvaart, naar de gedagten van hun Gecommitteerden, teffens zou behooren te worden in conlileratie genomen, om alle vreemde Schepen te doen betaalep dubleld Laftgdd ; te meer, daai 'er we in ge N tien zyn , by welken in deeze o.' geene beialtingen ( zelfs in de V uur- en Baaken gelden, geen ondencheid uord gemaakt, tusfchen vreemde en Nationaaie Schepen ; doch dat dan ook tefiens praecautien zouden beboeren te worden genomen, dat andere N«tien niet onder onze Vlag kunnen vaaren; en dat dit wederom niet beeter fchynr te kunnen worden uitgewerkt , dan , by het verkenen der Z efrieven , even gelyke prceeau* tien te neemen , als by het geeven van Turkfche Pallen gefchied; op dat geen Schipper onder Hollandfche Vlag vaaren kan , dan die klaar beweezen heeft, dat zyn Schip reëcle Hollandfche Eigen* Oom is. Dar her een bekende zaak is, dar, rer verkryging van Zet-brieven, een Schipper zig thans adreslëerd aan de Regeering zyner Plaats; dat hy daar enkel opgaaf doet van zyn en het Schips naam; waar hy Burger hs op w ar grootte zyn Schip by het Land genueten is; en dan zweert in handen van het Gerecht , dat bet Schip is toe behooren de aan Onaerdaanen van de Republiek y zonder eenig btwys da^r van over te leggen ; en dat hier op die Zeebrieven yvorden verleend; het Schip daar. op navigeert, en alle de voorregten geniet der Natie. — Dat zulk een Eed dikwerf door den Schipper ter goeder-  f 47.) , goeder rrouwe knn vo orden gedaan ; daar nogthans Uit Sanders in het zelve aandeel kunnen hebben. Dat dit zoude kunnen worden voorgekomen, met op een bepaalden tyd een ander form van Zeebrieven in. te voeren, al was het maar, dat dezelve door eene andere letter van de oude te herkennen waren, en dat, by het ligten van nieuwe Zeebrieven, den Schipper met den Boekhouder te zaamen , of by abfentie van den Schipper, den Boekhouder met een der andere Reeders, in Perfoon , of by fpeciale Procuratie, by Burgemeelieren of het Ger.cht der Plaats, alwaar de ligting gefch ed , moeiten inleeveren een behooriyke Reedercedul, op Zegel gefchreeven en geteekend , inhoudende Schip en Schippers naam, grootse van de by het Land gemeerene Lasten, Plaars der Bouwing en legging van het zelve, nevens de naamen en woonplaatfen van de refpective Reeders, met opgaaf voor wat aandeel ieder daar in haerideert, en eene zodanige Reeder-CeduUe onder Lede door Schipper en Boekhouder, of Boekhouder en Reeder, zou worden beveiligt; en dat vervolgens door hst Gerecht op dezelve ReederCeduüe zou worden gelteld, door wien voorfchreeve Led zal weezen gedaan. Dat deeze Zeebrieveti en Reedcr CtduI alsdan zouden behooren re worden gezonden by zodanig Collegie ter Admiraliteit, onder welke het Schip relTorteerd, om aldaar te worden genommerd en geregütreerd (alles ten minile kollen mogelyk) het Zeegel der Admiraliteit op den Zeebrief gedrukt en geteekend; welke ReederCedul by de voorfchreeve Admiraliteit alsdan z mde blyven heruiten, op dat de Soüverain altoos zoude kunnen onderzoeken, waar de Schepen t'huis hoorden , ingeval eenige malverfatie mogte plaats heb. ben; als meede, op dar, indien by het invoeren vari zodanige meuwe Zeenrievèn en Reeder-Cedullen by de refpective /Vdmiraliteben van aile de Zeefcheperi Regiiter gehouden wierd, en tevens geordonneerd,' dat by bet blyven, afkeuren of verkoopen van een Schip, daar van kennis wierd gegeeven aan dezelve Collegien ter Admiraliteit, de Soüverain altoos zou kunnen weten war getal Nationaale Schepen onder hoogStdeszelfs V lag vaaren , en of daar in vermeerdering of vermindering plaats had; — terwyl,: tot voorkoming van verdere misbruiken, nog zoude kunnen worden geilatueerd: Dat by het ligten van nieuwe Zeebrieven, de ouden zouden moeten worden gereftitueerd. Dat de Zeebrieven maar voor zeekeren bepaalden1 tyd zouden goedgerékend worden, ten zy de Schepen uitiandig waren, en op den bepaalden tyd getri nieuwe konden verkrygen; en dat, by verkoop \ari een Holiandfch Schip, daar van zoude moeten kennis gegeeven worden aan het Collegie ter Admiraü- m % ' tëit,'  t 4 ) a . , * teir; waar ónder hét zelve forteert', met te rug géve der Zeebrieven. Dat geen Zeebrieven zouden worden verleend aari Schippers, die te gelyk voor meerder, dan zeekere portie, het zy van een agtlte of een vierde, Eigenaars waren van hün Schip ; ten zy dat dezelveri met hun Huisgezin drie agtereenvolgende jaaren Burgers dezer Republicq en binnen dezelve woonagtig waren geweeit. Gelyk men teffens Zoude künnën vailllellen, dat Schippers, onder Nationaale Vlag vaarende, zouden moeten zyn Burgers dezer Republicq, en met hun Huisgezin binnen dezelve woonagtig wezen. En dat het» tot dat einde, al meede niet ondienflig voorkomt, dat alle geböorene Nationaale Schippers, en in het generaal alle geböorene Zeevaarende Perfoonen, binnen deeze Republicq, met hun Huisgezin woonagtig , en thans onder vreemde Vlaggen vaarende, binnen een bepaalden tyd zouden te rug geroepen worden , op verbeurte van hunne Burgerregten en Privilegiën. Dat zy Gecommitteerden zig hier meede provifioneel meenende ie mogen houden voor gedefungeerd, hier by nog alleen zullen voegen , dat by hun in geen confideratie ,is gekomen, oth de invordering der middelen te Water re doen, by wege van ver-, pagting ot van admodiatie, gelyk als zulks wel eens in vroeger tyden is gepractifeerd ; daar het uit de Hittorie deezer Landen te meermaalen isgebleeken, dat de aart en inborlt der Ingezetenen ten allen tyde ten hooglten afkeerig is geweeit Van dusdaanige heffing van eenige, hoe ook genaamde middelen i en de Pagters of Admodiateurs van dezelven, met de Nationaale haat doorgaans belaaden zyn geweeft. Om niet te zeggen * dat door zodanige wyze van heffen geen genoegfaame zeekerheid word gegeeven voor een egaals en rigtigt practyk op alle Plaatfen en omtrent alle Huizen van Commercie; naar dien zulks dan te veel aan den Pagter en Admodiateurs die miiTchieh zyn reeden hebben kan, om deeze of geene meer of minder te favorifeeren , moet worden overgelaaten, het welk mogelyk al veel tot de voorfchreeve Nationaale averfie heeft gecontribueerd. (Lager ftond; Accordeerd fnet het Origineel, geëxhibeert in de Commiffie. |Was geteekeiït) B. T7 van Leljveld. Se ér.  ( > ) fe Y L A A G E Litr. G. t. tocó. Edele Mogende Heeren ^ hebben &c. En wat het laatlte point aangaat, willen wy veel liever, dan daar omtrent iets te decideeren , aan het oordeel van Ü Ed. Mog. zelve overlaaten, wat 'er is van de mogelykheid , dat wy zouden kunnen obrdeelen met de betaaling van zes en dertig in de plaats van de veertig guldens per kop de kollen van de Equipage te kunnen hoeden, en geen gratificatie van nooden te hebben. Waar toe U Ed. Mog. zullen gelieven te confidereeren , hoe iang de Schepen, door de altoos voortduurende fchaarsheid aan Zeevolk, althans verloop van lult tot 'sLands dienlt in werving leggen, alvoorens hunne compleete Equipagien te hebben aangeworven, terwyl de Collegien ter Admiraliteit, volgens eene op zig zelve zeer nuttige fchikking, op den Eed aan den Lande gedaan , den dienlt der Schepen niet eerder mogen reekenen te zyn ingegaan, a!s met den dag dat dezelve compleet zyn opgegeeven, en alle de Soldyen en Koilgelden tot die tyd toe uit hunne ei ge middelen moeten draagen, als meede hoe groot het aantal van kleine en ligt bemande Vaartuigen is geweeit, Waar meede onder anderen dit Collegie in de laatlte jaaren is belalt, welke Vaartuigen meer flytage en tampen datï grootere en Iterkere Schepen onderhevig zyn, terwyl men zeer ligt kan opmaaken , dat de kolten van derzelver toerulting, onderhoud en reparatie uit de twaalf guldens, die daar voor pér Man in de zes en dertig guldens zyn gecalculeerd, op zestig en zeventig Kop, waar meede die bemand zyn, niet kunnen vallen 5 waar by nog in aanmerking diend te komen, dat de nieuw gearretteerdé ordre van bemanning door vermeerdering van Dek-Orficieren , en vermindering van het getal der Soldaaten, zoo als ook de laatlte. Soldy-Lysten door diverfe verhonging van Gages en dc vermeerdering van uitrulting by het nieuwe Charterboek , alles tot bezwaar der Collegien ftrekr. Wanneer U Ed. Mog. dan zullen gelieven na te gaande fommen, welke wy nog uit hoofde van de loopende Equipagien zullen moeten betaalen, de aflolling van agtien tonnen gouds doof ons genegotieerd, welke uit de Penningeri door dé Provinciën aan ons op de geproponeerde aanbouw en Equipage te furneeren zal moeten gefchieden , en dé hoogitnödige fuppletie, welke wy zullen moeten doen vati den importante en onontbeerlyke voorraad van Hout, dié by ons voorhanden was by den aanvang van den Oorlog, doch thans geheel is geabforbeërd , en welke door onzen Equipagemeelter op meer dan vier tonnen gouds is gecalculeerd, en zonder welke fuppletie het Collegie, het welk de voorfz voorraad in den aanbouw heeft ingeüoken, eveii zoo veel Zoude zyn agteruit geteerd : zullen U Ed. Mog; zelve genoegzaam kunnen opmaaken , in hoe verre wy ai of niet in Üaat zyn, aan onze liquide pisteniien op de Pra- A W Êxtratl u$\ ?en Miffive van het Collegie ter Admiraliteit op de Madze 3 ïn dato 3 Maart 1789., geaddrejl"erd aan de 'Perfoneele Commiffie van het T>cjenfieIV e zen , voor zoo veel raakt het point va$ de vermindering der Equipagie - kolten van f 40- o- d tot op ƒ36- O- O per Kop 'smaands j e'é van de kofteè van aanbouw met twintig per cent in. fommige 'Petitiën.  Vïncféh gedeeltelyk té renuntieeren: waar by w*, by aldien Ü Ed. Mog. thans niet reeds volleedig genoeg yan onze huishouding cn direciie waren geinrortneerd , U Ed. Mog. nog zouden moeten rappelleeren, dat uit de voorfz f 40- 0-0 de reparatie der t'huiskomende Schepen', die voor fommigen zeer aanzienelyke fommen gelds beioopen, moeten vervallen, en onder anderert voor het Schip Wailënaar alleen zes en tagtig a negentig duizend guldens hebben bedragen; en, om van allen niet Te fpreeken, voor het Schip. Hercules, op niet minder dan zes en dertig duizend guldens worden gecalculeerd, wanneer nog de geheele lalt,van het koltbaare aagelykfe onderhoud van de zwaare Marine, waar meede dit Collegie is bezwaard , en zonder welk onderhoud alle de kollen door de Unie aan de opkomit der Marine geimpendeerd, vrugreloos zyn belteed, gelyk ook de drukkende Intreden der Gelden te r. zaake van de gedaane Equipagien genegötieerd, uit de ordinaris Inkomden nu eten, wordtn gehoed; terwyl het voorts peremptoir is, zo uit hec verfchd der prylën van a) het nodige tot de uitrulting inde vorige Eeuw, als van de meerdere benodigdheden in de tegen* woordige tyd boven die tyd, her geen, onder anderen v.,n de zwaare, Touwen alleen, om in de byzondere details niet te treeden , verfchild van vyf Touwen tot zeven, dar mi niet te doen is, het geen toen te doen was; en was dit ailes niet reeds meer dan voldoende, om U Ed. Mogende zelfs te doen opmaaken , dat wy met geen mogelykheid voor zes en dertig guldens per Man kunnen equipeeren, zouden wy 'er nog kunnen byvoegen, dat het onderfchcid zeer groot is, of 'er; gelyk ten tyde dier bepaaling, een aitoosduurende activiteit of eene tuifchenpoofing en itilitand van Equipage plaats heefr, daar in het eerde geval her eene her andere helpt, en 'er in het laattte geval geen Fondfen zyn tot onderhoud van de retourneerende Schepen, en die in het Dok liggen zonder employ, het welk thans het geval is, ten minden met opzigt tot alle de Linie-Schepenj én dat de vroeger tyd heeft geleeraard , hoe fchiel\k by een itilitand van voortduurende Equipage de Schepen by gebrek van onderhouding weg waren, en zoo zulks in die tyd kon gaan, toen de panden min kodelyk waren» moeten dezelve thans daar toe te prascieus worden gehouden» en wel zoo veel te meer, naar maate men vérre af is van de tyd, doe men kon advileeren , dar geen Schepen in vreedenstyd nodig waren , om. dat dezelve in Gorog uic de Commercie genoegzaam konden gefuppleerd worden, tyd, waar men in 1690, doe de zes en dertig guldens zyn gefixeerd, zoo veel nader by was; en dat eindelyk, wanneer de Collegien te min betaald worden, het kort nimmer is te vinden, daar als 'er eenig overfchot is, het niet, gelyk by byzondere Aanneemers , valt in de zak van Particulieren maar daar, alwaar het andere fchaadens goed maakt, en altoos tot dienlt van het Land beheerd word, als 'er anderzints op de huishouding niet te zeggen valt, het welk een point van onderzoek op zig zelve , cn ook tegenswoordig onder confideratie is, waar  V r.. ,3 ( ï ) , - , •. •. ; • ! r Waar meede hier vati afltappende, moeten wy nog kof.. te!yk beantwoorden de vraag, of het Hout na den Oorlog ingekogt niet met twintig per cent zoude kunnen worden verminderd: waar omtrent wy na ingenöome confideratien van onzen Mr. Scheeps-Timmerman U Ed. Mog. inforr meeren, dat wy op den geheelen aanbouw meerder hebben Verlooren dan geprofiteerd; dat, was het nier, dat wy by het uii breek n van den Oorlog eene zoo aanzienelyke voorraad van Hout voor handen hadden gehad , toereikende lot den aanbouw van twee tichepen en een Fregat van de groot Ile capaciteit , wy de zaaken nimmer zouden hebben kunnen gaande houden , dat wy met onzen aanbouw zoo verre waren gevorderd dat wy byna al ons Hout, geduurende de hooge pryien reeds hadden aangekogt, en dat de Fregatten in de Petitiën zoo modicq zyn gelteld, dat dezelve heden r og met geen voordeel kunnen wórden aangebouwd , doch dat, effchoon het geen twintig per cent van het Hout kan bedragen, thans volgens de calculatie van onzen Scheeps-Timmerman op den bouw der grootile Schepen, eenig avantagie voor de Collegien zoude zyn. Wy vertrouwen &c. , Waar meede, F dele Mogende Heeren ! zullen wy God Almagtig bidden U Edele Mogende te willen houden in Zyne heilige beiëherming. Uw Eeêel Mogende zeer Dienft bereide» Gefchreevèn De Raaden ter Admiraliteit in Rotter- óp de Maaze. dam den Was geparapheerd, 3 Maart W. Gravt van Hogendorf. J789. Onder ftond, Ter ordonnantie van dezelve. Was geteekend,, J. vander Heitift Laager ftond, . Accordeerd, voor zoo veel het geëxtraheerde aangaat, met het Origineel, geexhibeerd in de Commiiïie. Was geteekend, B. T. van Lelyvtl'dz Secr.   BYLAAGE Litt. G. i Loco. EJele Mogende Heeren ! BY onze vorige van den 7 Noveniher 1788 verzogten wy Uw Edel Mog: om uitltel (er beand woording van het tweede Lid van Uw Edel Mog. M (live van 1 AuguOus bevorens, het welk inhield een verlangen van onze confideratien op eene geopperde bedenking; of niet, daar de Petrtten zoo- ten opzigte van de Equipage hls van den aanbouw uit hoofde van gebrek diU Voiü en duurte van A/ateriaaUn g-dmtrende den Engeljche Oorlog, excepjfieu hoog gelopen hebben, eenige kortmge voor zoo verre na het eindigen van den Oorlog ge'èquipeert en gebouwd is, z'jttde behooren plaats te hebben, en das de tquipa^e weder0 n óp den ouuen voet van f 36 per Kop, in plaats van ƒ 40 berekent, als meede de halve maat;d gratificatie i'è die tyd fcegefiaau, gekort; en mi't opzigt tot den aanbouw na gemelde tya J vermits de aanmerkelyke daling van het Hout het Zelve ook met 10 per cent vei minder d. In het eerite gedeelte van die bedenking vinden wy drie Pbinten, die eenige opheldering vfre\Hohen: 1. Of doorzie appavent meerdere gelegendheid van Volk aan te werven, de kollen van Equipage niet zyn verminderd? a. Of zulks niet kan veroorfaakt worden door de betere pryfen van Materiaalen? 3. Of de halve maand gratificatie niet geheel zoude kunnen worden gekort? Tot opheldering van de twee eerite Poincten, de meerdere faciliteit om Volk te erlangen, en de mindere pryfen van Materiaalen, kunnen Wy eerniedig voordragen: 1. Dan wel is waar» de Maandgelden van de Matrcolen, wederom van 16 J op it en iz ƒ zyn gt bragti en dat die vermeerdering van / 4' aanleydmg beeft gegeven tot de verhoging der Equipage kollen van ƒ36 op ƒ 40. Maar wy meenen in ltaat te zyn re bewyfen, dat die ƒ 4 zeer noodzaakelyk zyn. tot vergoeding der kotten van het repareerèn, luygen, beladen en wapenen der Schepen, en wel door de opmerking, a. Dat volgens de oorfpronkelyke aanleg f iz zyn toegekend voor Maandgelden, terwyl aan Uw Edel Mog. uit de Hy lagen A. zal blyken, dat de fom der Maandgelden» van een Schip van 7oStukkenen eeri Fregat van zo St. (de groote en kleyntte Charter) overtreffen de totaale fom der voorlz / \z. 3. Dat volgens die zelfde fchikking f iz zyn bepaald voor de Koüpenningen, terwyl wederom uit de Hylaag B. manifeit zal worden, dat die totaale lom op de Equipagien van voorn: Schip en Fregat zeer na by komt, by het geen effeaive betaald word, welke effective betaaling maar by raaming is gecalculeerd, B e^ Miffive van hi t Collegie ter Admirali • teit te Am(l er dam , in dato 3 Juu v «789 j gtaddreff'eerd aan d ■ Tt rfineele Commiffie van het ^DefenfieIVeezen , rad • kende de vermindering der Equipage kosten van f 40: c: o tot °P f 36: o: o per Kop 'smaands ; en van de kojlen van aanbouw met twintig per cent, in zommige Tititien. —  (I) en aan zeer veei wilfelvalligheden, avaryen en fchaadens is onderhevig. 4. Dat zo dra een Schip in Equipage gebragt word, het Casque van dat Schip moet worden gerepareerd , waar toe Materiaalen en Arbeidsloon benodigd zyn, waar van geen Calculatie kan worden gemaakr, om de verfchillende Sraaten der re huys komene Schepen, dar by voorbeeld het Schip Gelderland, na een Reis in Europa heeft veroorzaakt de kollen van ■ ■ ~ - j f 18 000 | o o 'En Urrecht, na een reyfe na en in de Indien -——— j 46000 o o En beyde nog benoodigd zullen hebben circa / 22000: c: o eer zy weder in Haat zyn gebragt. Dat vervolgens de Mailen en Rondhouten moeten worden gerepareerr en vernieuwd, gelyk onder anderen beyde voorn: Schepen omtrent een geheel nieuw Tuyg gecalculeerd word ƒ 17000: o: o, en ook de meelte Schepen op nieuw moeten worden gekopert; het welk voor een Schip van 60 St. wel °P f9OQO mag blyven bepaald. Dat doorgaans de Schepen by toetakeling een geheel nieuw Touwerk benodigd hebben, en de verdere Goederen by de Bylaag C. vermeld, gecalculeerd op / 78026: ir: o en ƒ 34405:14: o refpective. En dat laatitelyk de Schippers Behoeftens by de Byl. D. gebragt^ op ƒ 129190: ©: o en ƒ 31294: 8: o. Deze Calculatie der behoeftens is wel gemaakt volgens de eerlie pryfen, van koop en gereedmaaking; maar wanneer üw Ed: Mog: letten op de verichillende foorren der Goederen, zullen Uw Ed: Mog: ontwaar worden, dat behalven het Gefchut en Scherp, de meelte Goederen of zyn gefchikr om dagelyks verhruykt te worden, of bederfelyk. Zoo daF geruÜelyk de waarde der re huys komende Goederen moet worden gerekent op een \ te zyn verminderd. In de Bylaag E. is dan gebragt een vergelyking van hec geen de Staat voor die kollen toekend, gerekend op de vorige ƒ 12 met de augmentatie van ƒ4 jegens de voorn: Calculatie der kollen, en Uw Ed: Mog: hebben de goedheid het Refukaat in agt te nemen. f. Moeten wy Uw Ed: Mog: voordragen, dat voor de aanwerving op de Petitie zyn, of worde gebragt, eene gratificatie van 2 maanden, en wel om deze twee redenen. A. Om te gemoet te komen aan de voorfz: koiten benodigd tot het repareeren, en gereed maaken van Schepen B. Om daar uit te vinden de koften der Maandgelden en Koflpennihgea geduurende den tyd van aan. werving tot de compleetheid, want volgens Refolutie van H. H. Mog. 23 Otlober 1778, is het tyditip van  van begin der Gelden die ivy vraageb kónnen, gefixeerd op de voltalligheid; Het. Fregat de Heclof by voorbeeld is laatitelyk tot de aanwerving van ioo Man beïïg geweeit van i. Odo'^er 1788. tot aa December, en tor de verdere van 3 Janüary 1789 tot 15 April daaraanvolgende; dus hebben de Maandgelden van de t-erite aanwerving tot onze privative latten gelopen a m. ar d , en die van dé tweede aanwerving boven de 100 Man 3 m. ia d.: diederKoltpenningen van 23 October 4788 tot 22 December zyn a m. over ico Koppen» en vervolgens van de tweede aanneming 3 m. ia d. Het tweede gedeelte van voorfchreve bedenking omtrend de kotten 10 lig tot den aanbo :W van Schepen, en wel uit hoofde van de aanmerkelyke daling van het Hout, z\n wy in ltaat vry volledig, op te helderen. Wy hebben ons laaten geven zeer uirvoerige Lyften van he; benodigde Hout voor Schepen van verichill nde Charters, eq ,wel van Halken, Knienj Crommers, en blaauwe Planken, wv hebben dezelve zó als zy benodigd zyn voor een Schip van 70 Sr. ën een Fregat van 14 St,, door een Makelaar ,tot de waarlcbynelyke pryfen by aankoop laaten calcuBytaaRF. leeren, en wy nemen de vryheid ons tot die bere3' kening en het declaratoir van den Makelaar te refereeren. Uw Ed: Mog: zuUen uit dezelven opmerken, dat het benodigde Hout voor een Schip a 70 St. gecaicuieert word op ƒ'243783 en van een Eregat f 66xxo. En dus zeer aanmerkelyk en opbeurend vinden dat in 1771 voor Hout van een Schip van 70 Stukken gerekend 000, en voor een Eregar ƒ 61000. Gelyk aan Uw vlog: zal blyken uit het detail der lomma vanƒ381000, [02)00 die in de fuppletoire Petitie van October 1781 gt, Copieiyk hier nevens gevoegd fub Littera G: olgens befluyten, dat ook dit gedeelte van de by Uw g: geopperde bedenking wezentlyk en in fado is ■aan en opgeheldert. En wanneer wy Uw Ed: Mog: verder voordragen, dat .lollen van aanbouw wederom merkeïyk vermeerderd zyn door de noodzakelykheid, waar in wy gebragt zyn, om niet alleen Metaale Roerltellen te gebruiken, maar ook Kopere Bouten in de Cascjoes der Schepen te laaten flaan, om voor re komen de vcrichrikkelyke en nadeeiige Effecten, die de Kopere Huvd zoo noodzaakelyk voor de bezeildheid dei Schepe.i,op het Yzerwerk der Schepen doet, tan aullen Üw Eaeie Mogende onherroepelyk beveftigd fi a bly-  ( 8 ) blyven, dat de in i>8i gecalculeerde kollen meer dan toepaflelyk ook op de jegenswoordige tyden zyn. Hier mede, Edele Mogende Heeren, bevelen wy Uw Edele Mogende in Godes heilige protectie. Uw Edel Mogende goede Vrienden, Amfterdam De Gecommitteerde Raaden ter 3 Junv Admiraliteit. 1780." Geparapheert, G. Beeldfnyder. Onder Itond, Ter Ordonnantie van dezelve, Was getekent, C. Backer Cz. Lager Itond, Accordeerd met het Origineel, geëxhibeerd in de Commisfte. Was getekent, B. T. van Lelyveld. Secrs, De  ( 9 ) nJE Kaad ontfangt wegens "TjE Raad betaalt voor Maand» \) Maandgelden voor een Schip gelden, voor i Schip van van 70 St: mer 550 Man Equi- 70 S;: met 550 Man Equipagie a fix- o'o! j page 'smaands —1/ 7171; o o 'smaands — ƒ6600 co in 16 maanden Hll4736l °l 0 in 16 maanden — :o>6ooj c o V'0or 1 Fregat van 24 St: met Voor 1 Fregat van 24 St: met jóoMan Equipage a f 12-0- o 160 Man Equipage 'smaands — [ft^.dojo 'smaands \f 253a oio jn 16 maanden!_307201 oi o in 16 maanden —j 373t* < \ o nE^Raad ontfangt wegens "T\E Raad betaald voor 1 Schip U Koitpenningen voor 1 Schip ■L/ van 70 St: met 5:50 Man van 70 St: met 550 Man Equi- Equipagie nagie a/12-o. o Koitpenningen —ƒ 583c o o 'smaands —ƒ6600 o o Ligtergéiden - 24710 o in 16 maanden —j 05600 o o Diveriche onkotter; per Declaratie per maand — ■■• 400 o o ƒ 6477 10 o In 16 maanden —I403640 o> o Voor 1 Fregat van 24 St: met Voor 1 Fregat van 24 St: met i6oManEqmpagie i/n o- o 160 Man Equipagie. >snvaands —[f r9zo) oi 0 Koitpenningen ~r f 1696 o o jn 16 maanden — j 3071c! c| o Ligtergéiden — 72 o o Diverie onftoften pr. Declaratie's md. • 110 o o f 1888 o o In 16 maanden — 30200 o o Lkt. C. ' Caküïatfe der nodige koften tot het tuigen en gereed maken van P>En Schip van 70 Stukken, en een Fregat van 24 Stukken. Touwerk — — -74493 6| o; 0/^7056 o o No. 1. j Blokwerk - - 9400010 520c c o No. 2. Ankers — — 63c6 c o 2686 o o • Eyiere Ballaft - U040 c, o 624c o o No. 4. Klaarmaken en tuigen — - 3^8 2 c 17841^0 No. 5, ) Tonnen, Boeyen en Put fen — 0 45160 No. 6. Goederen van Invent. — 3 M% «7 J> 1393 j> _° /78026 II 0^34405 14 Q p Ton-  C 10 ) L. C. i. Touwerk voor Schepen 7° St. 10 Sr. TOt het flaan van de onderftaande Articulen, als: Want Stagen, Schietgoed, lopend Touwerk, Strop-Enden,'t vvoe len der Maften, zwaare Touwen, Cabel-Touwen, PaardeLynen, Werp-TrolTen , Cabel largaas, Boeyreepen, Lynen &c. is benodigt — — 5-48 Schip $ 108 Schip 03 't Schip op ƒ8x- o- o —ƒ44936- o- c f 17056- o- o Gereekend op de tegenwoordige Pryfen, als De Koningsberger Hennip — — f 84 o o De Riga — — 76 c o De Perersburger — 66 o o Voor het Slaggeld — 10 o o En voor de Lynen 'er onder begreepen — 15 o o Litt. C. 2. Blokwerk Voor Schepen van 70 St. 20 St. AAn Blokken van differente groote in het Tuig, de Juf fers in het groot, Fokke-, Be faans en Stengewand, als meede de Schalm-Jurïers voor de Marlen, de laalten met het yzer Be llag, Metaale BoiTen, yzereNa gels ; tot verfcheide van de Blok ken, de Blokken voor de Gefchut-Poorten, het Yzer tot het beilaan van Stenge-, Wind-, Reeps- en Katteblokken, de Metaale BoiTen en Schyven van Schilpadden Kraanbalken &c. — / 9400- o- o f 5200- o- o Litt. C. 3. Ankers Voor Schepen - l a 70 Sr. \ 10 St.' j Zwaare ieder - 5500 eg 5 Zwaare ieder - 2200 gg 2 Werpenfamen- 1500 - 2 Werpen — - 750 a ƒ20 Pr. 100 ffi - ƒ 5800 o c a ƒ 20 Pr. 100 (8 - ƒ 2350 0 0 7 Stokken — 506 o 0 Stokken — 336 c o f 6306 o c ƒ 2686 o o Ey-  (II.) Litt. C. 4. Eyfere Baïïaji ci ƒ30 cF 100 88 Litt. C. 5. Het klaar maken der Tuygen ffc. Voor Schepen van — 70 Sr. io St. Voor het droppen der l Blokken,het Schiet, goed, Stagen, en Wand klaarmaken, met 30 Sjouwers, Commandeur cn ViceCommandeur- 11 week. f 1715 407 week. ƒ1110 < 0 Het toetuigenenKiel- klaarmaken — 14 dagen 36e ic o 6 dagen 157 0 o Het pompen geduu- \ rende 't kielen nagt en dag gefteld op 10 dagen en 10 nagten — — 40 Man 70b o o 10 Man 36c 0 0 Het opfyv/inden en weder oplaten gaan de diferente reyfen 1 by malkanderen op twee dagen,en dan genomen het Volk dat 'er nodig is '1 Schip op de Kiel te brengen t8o Man 314 8 r jo Man 157 12 o 'ƒ 3118 *| c ƒ I784 12 o Litt. C. 6. Tonnen Boeyen en Putzen Voor Schepen van — 70 St. j 24 St. Tonnen Boeyen - 4 f 15 ƒ 60 o 04 ƒ 8 f 31J oj o Teerputzen — — tx i\ 13 << 06 15 900 Spoclputzen —• —12 iö St. 9*2 06 16 St a 16 o ƒ 87 12 oj 1/ 45 16I o C % Cali Voor Schepen van 70 St. j 20 St. 92 Latten 52 Latten f 11040- o-o ƒ 6240- o- o  ( IX ) Litt. C. 7. Calculatie van kojten van bet geen tot den Inventaiis der Scheepen van en 24 Stukken bekoord 3 voor zoo ver het departefnent van den Timmerman betreft. Oei 70 bt. I 14 St. 1 Klok _ ƒ n3 18 o — f 41 o o 220 Deelen tot de Garneering - 176 o o 100 80 o 0 1 Roerpen • 20 o o — 14 o o 1 Loofe dito 20 o o — 14 o o 1 Dito Boven —— 16 o o — 10 o 0 1 Roer-Mal —— 300— 200 8 Betings-Bouts - 4° 0 0 " 16 0 o 2 Tafels en vier Banken — 16 o o — 14 o 0 1 Nagthuys — —-- 1V1 00— 11 o 0 74 Windboomen ■ iy8| o o 32 38 ï 0 i Barkas —— , 70°! 00— o 0 1 CbaJoup 400! o o — 370 o o 1 Hollandfche dito 3$o\ 00 — 350 o 0 1 Labberlot - 275 0 0 — — o 0 r Groote Bramüeng —\ 8o\ ó\ o — 60 o 0 t Voor dito —h 70 o o — 50 o 0 1 Groore Bram-Raa* — 60 o o — 4003 x Voor dito .1 50 o o — 30 o 0 1 Schuyf Blinde-Raa jjrb 00— 30 o 0 i Groor boven Bram-Raa - 1200—. 6o0 1 Boven Kruys*»Raa -—- 700 — 6 o 0 1 Voor boven Bram Raa <— 900 — 5 © o 3 Onder Leyzeils-Raas ■■» 900 — 44© j Boven dito . . dito — 1; tf o — 5 o 0 4 Bram dito . . dito — 7 4 0 — 3 4 o 5 Boven Leyzeils Spieren — 100 00 — 42 10 o 1 Giek voor de groote Be 100 o o zaan — 300 00 — z Trommeiftokken —— 22 o c —- 11 0 o t Spoelpomp en; toebehóo ren —— 42 o 0 — 34 o o 1 Spinwiel en toebehooren - 500 — 50.0 ƒ3138x7 b — ƒ 1393 6' o  Litt.Ö. i. ( ü ) . " CieHtig van kopert övër dè Schippers * Conffapels en Scheeps-Corporaalsyen Immer* mans Behoef tens, voor een Schip van 70 Stukk* Voor een reis van zefiieh maanden. Schippers Behoef tens. Aan Rondhout —— ■■ 1 1 ■ ƒ178718 c Xeylen <*» ' 14*^ 0 0 Vaatwerk —— JM1 o o Vlagwèrk *- -— 1565 o o Slagverband —• ■■ 432- c o ftieuw Touwvverk 5959 °j 0 Blokwerk — •—- 97o 5 o ^zerwerk ■1 ■ * •'"'» " tooo 16 0 fcoper-, Loot- eri Blikwerk — 512.12 c Diverfe Goederen in zoorten s n6o 5 0 / 33743 16 ö Confiaptls Béhoeftent. Aan Gefchut —~ /473Ö7 4 o Rondfcherp —— —— 79^4 0 0 Langicherp •**-« —■ 745"lx c Rolpaarderi —— *~— 409' 0 0 Buspulver ~~ *— üOfo o' o Laad-Gereedfchap ètt divers Houtwerk «*M —— 166118 o Yzerwerk 11 663 12 0 Koper-, Loot- en Blikwerk — f5613 0 Diverfe Goederen in ioorten - 1700 o o fvïieuw Touwwerk — 33* 60 Halffleete dito — « i86 o o Blokwerk -— — ^ x o Gefchut, Nood- eri Ifihaai-Talus 4* 1466 o o f 9°97^ 7 6 Scheeps torpor udls Behoef tens. Aan Donderboiien, Geweeren en Pittooleii — «— f 1738 o o Sabels en HouvvdegenS —s 2,70 o o Enterbyleri en Pieken — ti$ o o, Grenaat- en PatfoontalTen, Cordonriemen en Port-Epées — ƒ47 «5 c Snaphaanen- en Pittoolkogels — 134 2 O Patroonpapiefen eri Vuurfteerien • 2515 d frommels en Toebehoofen — 65 12 o Amaril en Boom-Oly 3? it o Bank- en Handfcïrioeven eü diverfe Materiaalen — *46 «5 °' ƒ 317* ^ ö timmermans Behoejttns. Aab èpykers — / ioi c o Huydkoper, dito Spykers en graauw Papier — 383 co fzerwerk —— 38 12 o Diverfe HOudwaaren — 604 * c Werk, Pik, Mos en Kreinighée dea ■ »» • Ü— 189 »C «"/ — ƒ i397 "> o 1/1*9*90 0 <* 0  Litt. d. (14) Cièring van kofïen ever de Schippers, Con- flapels en Soheeps-Corporaals, en Timmermans Behoef tens , voor een Schip van 26 Stukken. Voor een reis van zeitien maanden. Schippers Behoef tens. | Aab Rondhout ——* ., f 434 6 o Zeylen —— 6263 o o Vaatwerk • » 1^81 o o Vlagwerk —— ~— 111610 o Slagverband ——« —— 288 o o Nieuw Touwwerk —— 1824 o o Blokwerk —— ■ 58616 o Yzerwerk —^ —— 543 14 o Kooper-, Lood- en Blikwerk - 363 15" o Diverfe Goederen in zoorten - 1436 9 o ƒ 1443? 10 0 Lbnflafels Behoeftens. Aan Gefchut —,—. «~_~ ƒ7816 o o Rondfcherp —— — 954 10 o Langfcherp ■ 1. 143 r6 o Rolpaarderi ~—*> 877 o o Buskruyd •—■—. 2406 o o Laad-Gereedfchap en Houtwerk *— ——. 667 1 o Yzerwerk —-— —— 2o> 7 o Kooper-, Loot-en Blikwerk — 154 11 0 Diverfe Goederen in zoorten - 538 6 o Gefchut en Inhaal Talus 5-46 o o .Nieuw Touwwerk - 105- o o Halflleeten dito —— — 90 o Blokwerk »— -*-( 29 »o o ■ f 14531 1 ö Secheeps-Corporaals Behoeftens. Aan Donderboiien, Geweeren en Pi- ftoolen -— — ƒ 848 o o Sabels en Houwdeégens — 135 o o Knterbylen en Pieken - Sf 16 0 Grenaat-, Patroontalfen, Cordcn- riemen, &c. —— 26910 o Snaphaan- en Pillbolkogels — 6c 0 o Patroonpapier en VuurÜeenen - i.ij ü Trommels en Toebehoor en — 32 t6 o Amaril en Boom Uly ——. 17 2 o Bank- Handfchroéven, Vylen, &c. » • 16c 19 o .; — ƒ 1592 r8 o Timmermans Behoeftens. Aan Spykers . «nu ':T ƒ l%% 5 0 Huydkoper, Spykers en grauw Papier ,75 0 0 Yzerwerk —. aS l% 0 Diverfe Hout waren « 520 1 o[ Mofch, Werk, Pik en Kleinig- heeden « 87 1 o ƒ 73x'9 o ƒ 31294 8 o Voor  ( i*) Litt. E. i. T70or korten van Equipage TfOor Equipagie koften word V word by den Raad ontfan- " by den Raad geimperi«en. deert- yoor i Schip van 70 St. Voor 1 Schip van 70 St. in 16 maanden —— . Van tfo Man s Touwerk — ƒ 44936 o o ƒ,6- 0-0 — f 8Kor o o Blokwerk — 9400 0 o j0i6maaDden — 14080c o o Ankers — 6306 o o „ Eyfere Ballaft— 11040 o o Van po Man a . Klaarmaken en ƒ16 0-0 ■— f 8000 c o Tuygen — 3118 2 o jDI6maanden — 128000 c o Tonnen, Boeyen „ > ; en Futzen — 8; 12 0 Van 400 Man a Goederen van den f16 0 0 — ƒ 6400 o o Inventaris — 3138 17 0 In maanden — 102400 o o Schippers behoef tens •— 3374? f6 o Conilapelsdito— 90972 7 o Scheeps Corpo- raals dito — 3176 7 o Timmermansd*. -I 139; ro o ƒ207316 u| 0 Litt. K. 2. ■yOor korten van Equipagie TTOor Equipagie koften word » word by den Raad ont- * by den Raad geimpenfangen. deert. Voor i Fregat vai 24 St. Voor 1 Fregat van 20 St. in 16 maanden —— ... Van 160 Man a Touwerk — f 1705-6 o o ƒ16 0-0 — ƒ 2560 c o Blokwerk — 5200 0 o b 16 maanden— 40960 e o Ankers — 2686 o o Eyfere Ballaft — 6240 o o Van 150 Man a Klaarmaken en 0-0 — 2400 0 o Tuygen — 1784 12 o In 16maanden — 38400 0 o Tonnen, Boeyen en Putzen — 45 r6 0 Goederen van In- venraris — 1393 6 0 Schippers behoef tens -— 1443/ 10 ö Conilapelsdito— 14531 » o Scheeps Corpo raals dito — 159218 o Timmermans &: - 73*1*9 o' ƒ 65700! a| o D *   Lm' %km)ë Planken voor een Schip I Blauwe Planken voor een Schip a 74 Stukken _ i f4 — £T72k ~~ /, Tra|p°rt --/394»5od JJ vïï BdE^! &£*U*, Bak e„ Loop « Voor de % «£•' ke^ks^eege, 14 Voor Lyfhouten op de Bak, Loopgang en half ^ Voor de Pomp , zoo Schot.en en Kogel zakken. j-jejj ' 14 Voor de PlaYifnering, 14 Tuffchen Deks in 't agter Middepark. < V.oor de fardé op de Baken-Halfdek. % Voor de Potdekzeis in de Kuyl. * V oor de Luyvva,en R,rbhnntFT1 6 Voor de Vloer in de Combuys. 60 Voor de huuenhuid boven de_ Barkhouten. x Voor Borftweering in de Cajuyt en Hut. 3 V'oor de feyers v~an de kombuis x Voor de Balkwegers voor de Hut. * Voor de Hoekilukken voor de Combuis. 1 Voor de Zitbank in de Cajuyt. J Voor de Ankervoering. 46 Voor de Buitenhuid. f f -Q.. ö 1 Voor de Bezaansrulie. *45 » * — . f 3 Voor Lyften in de Vertuyning. ' an * dll:m 771 , . , r ,( 0 o Aiozc o o 4 Voor de Middelfchotten in de Kogelbakken. 59 ^4itók ' xOnder de Hek Balk op 't Onderdek. 4 Voor de Kluvs Borden. 9 Voor de loofe Kiel. «o Voor Roorters op 't Halfdek en het Galjoen. 6 Binnen cp de Kiel daar de Buikftukken ingelaten * Voor de Zetgang op de Hut. worden 10 °P de Zerganê °P 1 Ha!fdt,k- „ 1 Tegen de agter Steeven Buiten onder de, V''^" de VertuyRinSen' 6 Voor de kromme Center. «4 Voor de Onderdeks-Poorten. 74 Voor Wegers in het Ruim. * vo°r de Rf'S^1" dlta 110 Voor in het Onderdek. * Voor de Wulff dito. 1 Voor Scheerftokken op 'r Halfdek. I —r z %? f o ficco o c 30 Voor Ribben voor de Koebrug Onder- en Boven- 6*i 1 11 ~ 7 dek. ƒ46020 o C 10 Voor de vulling TufTchendek en de Zetgang van n n _, , , . ,., *t Onderdek NB. De Planken van x\ en 2 duim dik, ix Voor de Zetgang Halfdek en Bak. die men nodig heeft kunnen wel van 5 Voor de Ribben voor de Roofter-Luyken en Luy- de Balken afgezaagt daar de Balkplaa ken tuffchen Deks. «en van gezaagt worden. 4 Voor de Pisbak onder de Kluysgaten, 180 Voor de Buitenhuyd. 1 Voor de Zitting in de Hut. • I. I /39415' 0 0 ' Bovenftaande blaauwe Eyke Planken, op verzoek van de Hoog-Ed. Geftrenge Heer vander Hoop, naar myn befte weeten, en Prys courant, zoo naauwkeurig my mogelyk was bereekent. Amflerdam 14 September 1789. Was geteekent, , . ? éi " . ' Ploos van Amflel Jacobs Comelisz. Makelaar,  lang dik breed Knien benodipt voor een Schip ay± Stukken. ~ ö * * 1 voeten atn. dra. 1 Agter op de Knaap ——* ——• 22 a 24 2.4 1 Voor op de Kiel tegen de Voorfteeven - zo — zz 28 3 Voor Wurpen in het Hek —— —— 18 2.0 14 x% ï2 Voor Buikltukken — — — —— «~ 10 24 15 26 62 üerlte Zetters » - —— - ...» 20 -zz 15 24 62 Derde Zetters —— io 23 13 23 2.4 Voor de Draayfpanten, en in de agter Gaaten —— 18 2c 13 %% 1 Voor een Slemphout ———. —- ■ 20 — 22 24 > 6 Voor-Wurp - ■ ■-- ■■ ï8 20 18 20 2. Voor-Hek —■— 24. 25 20 26 biAen 2 Tegen de WulfT-Balk — 16 — 12 18 Wink.52 Tegen de Onderdekfe Balk in 't Ruym 20 24 ij zó 1 Voor het Fokktfpoor —~ — —— ——- 20 22 32 32 18 Zitters op zy van de Kattefpooren - ■* - 20 24 15 26 2 Twille in de Piek —— ——— ■ — 20 21 15 24 4 Banken in de Boeg onder 't Dek - '■• — — 20 24 15 24 j ■ ƒ 120 — ƒ30360 O o *53- 54 TulTchendeks aan de Bovendeks-Balken » 1 -i —-—-- iz 14 10 16^ 76 Aan de Halfdeks Baks-Balken en Loopgang —. — iz 14 8 14 | 12 Aan de Huts Balken ■-- —— _ ro u 7 13 \ 1 Voor de Vlaggeltoks > im » 1 Voor Drukkers onder de Kraanbalken • 16 n 24 3 •j—100 — 1000 e o 10. 2 Voor Ruggeltukken agter op de Leeuw *—, , 9 — u 12 ") 38 Op de zes Rullen — 8 -- 6 8> 48. 8 Voor LyÜen op de Gaandery —«. . 8 12 24 24 J 20 — 960 o ö 511 f45690 o o Zoo Jer een vierde van 5-33 een Snee kan veelen , dat 'er twte plaatfen van gezaagt kunnen worden, zoude men genoeg hebben aan 408 Knien. Bovenltaande Like Knies, op verzoek van de Hoog-Ed. Geftrenge Heer Fiscaal J. C. vander Hoop, naar myn befte weeten, en Prys courant, zoq Inaauwkeurig my mogelyk was bereekend. Amfterdam den 14 April 1789. Was geteekent, Ploos van Amftel Jacobs Cornelisz., Makelaar;  1 Litt. F. 2. . .lang dik breedj Balken benoodigt voor een Schip h 74 Stuki vöëte7 7m7' 7™j 4 Gezaagde voor de Kiel —■ pa 54 2? j x$ 4 dt. drn. / 828 00 — — ƒ 33**- o e> oOf vyf ; . >w. 43 45: 25 2,> —- 687 00 — — 3435j o o 4 Voor het Kolfum \ —- ^—-4° 5° '5» 2f 435" 00 — —• J740 o o 2.8 Onder Deks . „ 56 48 16 18 | 3'öi 00—— 8456: o q 10 Voor de Koebrug - ■■ • « . „ 4o 44 14 14 • zot 00 — — 20ioj o o 2.8 Boven Deks —— —— -—. , 32 42 111 14 • • 148 o oj — — 4144 o o 1 Voor de Plegc 1 r 34 — 12 12 ïi4 o o! — — 124 o o 1 In het Galjoen ■■ ■ - , 24 — 10 11 66 o 0 — — 66 o o Ruige Balken. 'i Voor de Voorfteeven —— • . , .44 4? 25- 28 t dt. dm. 308 06 — — 388 o o 1 Voor de Agterfteeven — —— • > , 40 — 2,5 \ 28 35-000 — — 35-0 o o 1 Agter op de Kiel voor een Knoop —— .,. — 50 55 25- 25- . 406 00 — 406^ o o * Voor twee Judas-Ooren —— ——- — \$. — 16 26 . 380 00 — — 380 o o 50 Voor Weegerplaaten in het Ruytn —— ■ _—40 50 24 24 324 o ö — 16200 o o 10 Voor Weegers van het Onderdek > ■ —— . 40 50 26 28 409 00 — — 4090 o o 14 Voor Lyfhouten en Setgang op het Onderdek — — 40 50 24 24 —>— 314 c o — — 45"3^ 0 0 10 Voor Weeger en Lyrhouten van het Bovendek — ^ 50 24 24 324 co — — 3*4° o o 5 Voor de Setgang op het Bovendek —— 40 50 24 24 324 o o — — 1620 c o 4 Voor Speenen —— _ 30 32 24 24 223 00 •— — 892 o o 8 Voor Scheerftokken voor het Onder- en Bovendek 40 56 24 24 ■ 34$: 00 — — 2760 o o 10 Voor Halfdeks en Baksbalken te zaagen —— -—30 40 24 26 273 co — — 173° o o 5 Voor Viflers voor de drie Maften —— ——« .— 30 40 24 28 294 00 — — 1470 o o 4 Voor de Gang naaft de Lvfhouten tuiTchen Deks „. 40 46 24 24 , 310 o o — — 1240 o o 5 Voor Carvielhouten voor Koebrug ën de Dekken — —— 40 40 24 24 1 288 o o — — 1440 o o 5 Voor KlotTen te zaagen tuffchen de Balken aan Boord .— 40 40 24 24 —— 2S8 00 — — 1440 o o 1 Voor Lyiten tegen de Loopgang ■ ■ . .—.p 5-4 18 18 214 c o— — 214 00 15- Voor de onderfte Barkhouten «.——44 5-2 24 26 374 o o — — 5610 o o 15- Voor de Gangen open onder de Barkhouten ——• .—-40 50 24 24 . 324 00 — — 4860 o o 10 Voor de bovenite Barkhouten — .— 40 50 24 24 . j 324 00 — — 3M° 0 o 6 Voor de Lyften in de Vertuyning en van agteren ——-44 50 24 24 . - 338 o o ■— — 2028 o o 3 Voor de zes Ruften —— —— —. , 36 40 24 28 . . 319 o o — — 957 o o 2.60 24 Overzeefche voor Buikftukken — 36" 38 20 24 222 00 —• — 532.8 o o 6 Voor Stutten en Slyten — > 36 38 20 24 222 00 — — 1332- c o 290 Balken. f 90038 o o Crommers- 67035 o o Knies -— 4*690 o o Planken — 46020 o o / 2487831 ol o Boovenftaande Eeke Balken, op verzoek van den Hoog-Ed. Geftr. Heer Fiscaal J. C. vander Hoop, naar myn befte weeten, en prys courant, zoo naauwkemig my mogelyk was bereeként. Amiterdam 14 April 1789. Was geteekenr, Tloos van Amjlelj Jacobs OrmlisZj Makelaar.  » | lang dik breed f 1 i ' Cr ommen benöoêgt voor èên Scbip ^74 Stukk. tt~ 7m7| i Voor de Hekbalk i—— > 34835 14 28 4 dt. / 333 00 — — ƒ 333 o ó 1 Voor het Dekwurp — —— — 32 — 14 z2 31300 — — 313 od 1 Voor het eerite VVurp —— ^ 28 — 13 18 ~ %$5 cj o — — 255 o o 3 Voor Kalven in het Hek — « —— 14 18 26 26 2 dt. 135 o o — — 405 o o 1 Eshout voor twee Rantfoenhouten —— • -—- 14 15 25 25 —— 190 o o ■ • iqo o o Xi Voor Buikltukken — 14 3c zo 26 4 dt. 351 Q! o — — 4ÏU 0 o 9 Voor Kalven tuffchen de Buikftukkeh onder de Kattefpoöfen — r8 zo 16 z6 197 o' o — 1773 o o 3z Voor eerfte Sitters l 18 ic 15 zo ■—- 142 0! o — — 4544 o o 96 Voor tweede Sitters ■■ • — 20 20 145- 20 . . 145 0! o — — 13920 o o 32 Voor derde Sitters • 4—> . 20 26 14 20 . ; iót o o — — 5152 o 6 60 Eshouten voor 96 Opltutten -—• > —20 3c 24 24 2 dt. 180 o o — — 10800 o o 24 Voor. Keephouten tuilchen dé Draayfpanten « —~ 20 30 22 23 158 o o 3702 o o 12 Voor vyf Draayfpanten lö 30 M i3 lyg 0j 0 uü ï8o6 0,0 8 Eshouten voor de Draayfpanten —- —- , 20 3c 24 24 » 180 o! o — — 1440 o o 6 Kluyshouten —- fcIL=: zr> 30 26 28 —~ 254 o' o — — 15Ï4 o 6 16 Eshouten tuffchen de Öorftutten en Kluyshouten — 18 21 20 22 110 o o — — 1760 6 o 3 Voor Wulfitutten , . — ' — *uj n _ j4 2Ö —u. 250 o o — — 75c oio 4 Voor Stutten tuffchen de Wuift en agterfte üraayfpant zo 21 24 24 . ici o o — — 604 o' o 4 Voor Kal ven onder het onderlid VVurp —-— -■— 14 16 24 24 & I ic8' o oj -** 432 o o 9 Voor Kattefpooren - _ _ , 30 3, 18 28 4 dt. 404 oj o - - 3636 o o 20 Voor Steunders ~ _ - ^ « - H 16 2 dt. 61 0 0 - - 1220 o o 3 Voor Dekbanden en tuffchen Banden — —• 26* 28 28 30 283 o' o — — 840 o o 2 Voor de Halfdeks en Hutsbalk die agter in de Wulfitutten komt -26 3c 24 28 - |V« o o• — — 470 o o 3 Voor Hutsbalken — ~ ü 36 ^ x^ z$ z_c Q 750 o o 14 Voor Hangers boven de onderdeks Poorten zo 22 24 24 tU o l — — 2128 o o 8 Voor Kalven tuffchen de Inhouten agter de Rafter — zo 22 24 24 —- Ifl 0 c - — ' 1216 o ö z Voor Kraanbalken . . -n ,0 _ . jr ' n 0 .VoorhetKalfda.opdenKra^kko.nt — Zit £ £ % t± % o o - - f6° °0 ° 3 Eshouten voor het Onderknie -— ,n aZ ,^ r . 1 n ■ * f Kegeiingen en Kruhen in he, Galjoen — ! ï ^ ^S^ZZ '3£ °0° 4 Voor Inhouten in het Galjoen - ^_ »7 ,7 t l C» en _ - £ 3x ÏJ 25 ~ # °o> o° Z Z °c 5 4°° / /- rZoo 'er een vierde Van de 400 een fnee kan veelen dat 'er twee , ?°3S ° ° Crommers Paaien van gezaagt zouden kunnen worden, zoude Imen genoeg hebben aan 300 Krommers. HoVoTaar mvn Crommers> °P verzoek van Hoog-Ed. Geftr. Heer Fiscaal J. C. vander fterdam 14 April Weeten' e" pryS C0UranC, zo° nauwkeurig my mogelyk was bereekenr. Am- Was geteekent,- Tlm van Amjïet, Jacobs ComelisSj Makelaa^  Litt. F. 3. : * j Blauwe Planken voor een Schip Blauwe Planken voor een Schip ^24 Snikken j ï ^24 Stukken. Van 41 . Tranfport — - - ƒ8150 o d 8 Voor Wegers in het ruim. Ptf» 15 dnim. 6 Voor Lyfhouten op het Onderdek. ï' V'ror Wegers in het Ruym. 8 Voor de Zeigang op het Onderdek. a Pudchendeks in 't Middepark. a Voor Scheert tok ken op het Onderdek. 8 Voor Balkweger voor '1 Halfdek en Bak, 8 Voor de Balkwegers voor 't Bovendek. 8 Voor Lyfhouten op 't Halfdek en Bak 6 Voor t..\fhouten op het Bovendek. 5 voor de Voeten en L eyers voor de Combuis. 8 Voor de Zetgang op het bovendek. : voor Kioofter Luyken in de Kuyl 4 Voor Scheerltokken op het Bovendek. voor Ribben voor Dekken en Luyken. x Voor de Ryswaring op het Bovendek. j 1 v oor Zifting en Borltbank In de Cajuyt. 1 Voor twee Striemen in de Kuyl. 8 voor de Ging op 'i Barkhout. 14 Voor de onderite Barkhouten. 8 v oor de Gang onder 'c Barkhout. 8 Voor de bovenlte Barkhouten. — 3 Voor de Vifleis voor de 3 Mailen. 62• ■ ■—— •—— f 35 o o f 2170 o o — Van 3 duim Van 4 duim. 5 Vcor de Ioofe Kiel. 4 Binnen op de Kiel daar de Buikftukken ingelaten 16 Voor Wegers in her Ruym. worden. 2 Agrer Scheerltokken op het onderfte Dek. 44 Voor Wegers in 't Ruym. 5 Voor de Vloer in de Combuis. 1 Agter tegen de Agteriteeven. 8 Op de bovenkant van de Zetgang op 't Onder 8 Voor de Pomp zoo, en Kogelbakken in 't Ruym dek. ! 16 Voor de Vuliing tuifchen Deks , tulfchen deBalk 4Voor.>de Groote- en Fokke-Ruften. weger en Zetgang. ? Voor Lylten op zy en agter. 8 Op de Zetgang op 't Bovendek 1 Voor twee Scheerltokken en op 't Halfdek. 8 Voor de Plamziering op 't Boord. — 2 Voor de Potdekzeis in de Kuyl. 43 • —— — ■ v / 5(. do/2150 o o 2 Voor de Hoekllukken vuor de Combuys* I ,-—j— — - : 3 Voor de Pisbak. Tranfporteeren ——- — ..ƒ81500 o 2 Voor de Kluysborden. 148 Voor de Buitenhuid. 30 Voor de Breegang en Vertuyning. j Voor de Luywagen. 1 Voor de Bezaans Ruften. r _ 4 Voor 't Rooikrwerk op 't Halfdek en 't Galjoen. 2 Voor her holie Wulff en Poorten. 2 Voor Ankervoering. 1 1 aoi . v . . .—— —— -— / 15 o 0 / 7275 o d — - - f17595 0 ö NB. De Planken van 2? en 2 duim die 1 men nodig heeft, kunnen wel op zv, van de Balkplaaten afgezaagt worden. Bovenltaande blaauwe Eyke Planken, op verzoek van de Hoog-Ed. Geftrenge Heer Fisccaal vander Hoop, naar myn befte weeten* en Prys courant, zoo naauwkeurig my mogelyk was bereekent. Amiterdam 14 September 1709. Was geteekent, Tloos van Amftel Jacobs Cornelisz. Makelaar.  ér , r _ ,, _ . , lang dik breed 1 timen benodigt voor een Schip è 24 Snikken* voeten dm. dra. ï Agrer op de Knaap . (8 a 1L l6 ^ 1 Jp de Kie! tegen de Vooriieeven , t4 t<, l6 23 2 Voor Wurpen in het Hek —— . I2r lo, A 16 Voor Buikilukken - ; . I+ M 1 lg 36 Voor eerite Zmers _ _ H It t 8 30 Voor derde Zitrers ~» — . . ,. l6 l% lg 20 Voor de Draayfpanten, en in de agter-Gaaten —— . 14 j 6 u« 18 1 1 Voor een Slemphout _ . l63 g > 2 Voor Hek-Knies _ — . .8 zc r4 1Q I Nnnen « V°or Würp dito . . ' * I winM4r leêen de Onderdeks Baikeo in 't Ruym — , _ I4 ,6 10 18 1 Voor een Kokktfpoor — - _ * 2 Voor Twille agter in de Piek - u. . * r^ TJ 27 1 ü ,n ! 1, m » n 1 —— 14 16-12 lu Voor banden in de Boeg onder 't Dek . ,J Z\ 167 — 7 :: ■ 4- Tegen de Bovendeks-Balken TuiTchendeks , 8 o 7 - ^ 7° ° ° ~~ Z*1*?0 c d 38 Tegen de Halfdeks en Baks Balken 8 q k ï \ 1 Vlaggeftoks -—i—- . — _ 10 11 10 2c Winkeiknies aan de anderen boven Deks-Balken —* — 6 kJ 6 !'.! 103 - ö 0 10 ij 0 o — 2f75 o o 4 Speenknien „, - , _ J ra *« '7 18 70 o o - 28c o o 1 Tegen het Bord op de Bak — - „ , $ 6 s 16 Voor Kruyshouten — . « r r 6 - * »r 22 — ; 0 8i if'o o - 33r o o j Voor een Woelingknie . ——. - ni \r ' ° ~* - " II 12 IO 4 olooy-Knien - 10 4 Voor de groote Reegelingen — . , * 1yl * I 2 Voor Drukkers onder de Kraanbalken _ * !* ¥£ *? I 11 ^ 10 14 16 i8j 70 o o — 770 o o 2 Voor Ruggeltukken agter op de Leeuw . 0 r%4 Voor de zés Ruiten _ „ ^IL® S ,0 "? 4 Voor Lyüen op de Gaandery »* 9 6( 30 j 4 S £ zo 20) 15 o o *j— /yo o o 337 Zoo Jer een derde van de 337 een Snee kan veelen dat'er twee fi6c95 o o plaaten van gezaagt kunnen worden, zoude men eenoea hebben aan 225- Knien. fituoeg ueuuen Bovenftaande E.ke Knies, op verzoek van de Hoog-Ed. Geftrenge Heef Fiscaa J. C. vander Hoop, naar mvn befte weeten, en Prvs courant, zoo naauwkeung my mogelyk was bereekend. Amiierdarn den 14 April 1789. Was geteekent, 'Ploos van Amfiel Jacobs Qornelïsz., Makelaar.  Litt. F. 4. lanS dik breeJ Crommers benodigt boor een Schip h 24 Stukken. 'vScI 'ömT^mT 1 Voor een Hek-Balk ——- . —■ , - naii 11| 24 2 dr. ƒ 73 0 o ƒ 73 0 0 1 Voer een Dek-W'urp — . . . 19 20 ii, 2.4 —„ 69 o o — — 69 o o 1 Voor een eerite Wurp —_ JTH 16 17 11 25- .—55 0 o 55 o o :<• Voor zes Kalven ——.—•— n 12 22 22 ., 73 o o 2,10 o o 1 h'shout voor twee Ranrcoen Houten — ... i— 18 20 22 22 - Iz, 0 0 _ m o o 22 Voor Buykltukken —— —— ~—..— 16 20 14 20 , 70 0 o — 15-40 o o 20 Voor 40 eerfte Zitters » 1 ^ r~- 16 18 25 28 t T.0 0 o — — 2800 o o 3B Voor 76 tweede Zitters — —. _ -14 i* 24 26 r«_^ 0 0 «. — 47C0 0 20 Voor 40 derde Zitters *—.— w . 14 18 24 26 .„. 125 0 o — 2500 o o 28 Eshouten voor 76 Opltirtten — i,——«4 " *3 *3 —. 119 0 o — — 33,2 o o 3 Voor zes VVulffltutten — ^ ,1 10 22 22 22 „ lzl 0 0 ^ _ 363 o o 6 Voor drie Draayfpanten — _ .— 15- 22 22 22 1Q9 0-o — — 65400 6 Eshouten voor de drie Draayfpanten . 15 2c 22 22 107 0 o — 642 o o HKeephouten tuiTchen de Draayfpanten —— ^ — 15 22 20 2c . „ 88 o o — 1232 0 o 6 Kluyshouten —— ——. . zz X4 23 23 If8 0 o — r* 948 o o 10 Eshouten tulfchen de Kluyshouten en Oorftutten _ j—- 14 18 20 20 - 80 0 o 5* 800 o o 4 Voor Opftutten tuflchen het agterlte Daaayfpant en dc Wulff Stutten " —• — 16 18 22 22 _ 05 0 o — — 380 o o 4 Voor agt Kalven onder het onderfte Wurp - ..—10 ïi 22 22 . 61 0 o — — 244 0 o 3 Voor de Dek- en Tuffchen-Banden - —— 10 22 x6 27 ^ , I7f 0 0 ^ * 0 Q 1 Voor de agterfte Halfdeks-Balk die agter in de WulfTftuttenkomt -2o 22 18 22 _ 100 o o — — 100 o o 10 Voor Hangers en Kalven agter op de Ruiten .—^ —ij 1? 22 22 - „ 96 0 o — — 060 o o 2 Voor twee Kraanbalken ——. . ,— 15 17 15 i7 51 0 o — — 102 o o 1 Voor het Kalf op de Kraanbalk ■ 1 ——< —- *5 *7 »5 17 _ 51 0 o — — <ï o o 3 Eshouten voor het Onderknie —— r - 15 25 18 25 r ,L 112 0 o —- — 336 o o l Voor twee Beften onder de Kluysgaaten .—, . ti 12 20 21 ^ 0 o « - <6 o 0 1 Voor een Lyff voor een Spil ———— 14 15 io 20 — - 75 0 o — •— 75 o o 2» IO ƒ^ i ü 2, / O O Zoo een vierde van de 210 een Snee kan veelen, dat 'er twee Crommers, Plaaten van gezaagt kunnen werden, zouden men ge noeg hebben aan 158 Crommers. 1 i 1 Bovenftaande Eyke Crommers, op verzoek van de Hoog-Ed. Geftrenge Heer Fisccaal J. C. vander Hoop, naar myn befte Wcetcn: en Prys courant, zoo naauwkeurig my mogelyk was bereekent. Amiterdam 14 September 1789, ' Was geteekent, Tkos va» Amftel Jacoh Comelhm. Makelaar^  lang dik. breed | Balken benodigt voor een Schip a 2,4 Stukken. r~ ^ * ■ voeten dm. dra. 3 Gezaagde voor de Kiel — ——4(5348 16 16 4 dt. f 301 o o — — f «03 o < 3 Voor hec Kolfum — — — 36 40 12, 16 191 0 o — — $76 o ( 44 Voor hec Onderdek . — tty 33 n ïz _ 96 c 0 — — 2304 o < £5 Voor het Bovendek — 24 32 10 n . 77 0 o — — 102? o c iVoordePlegc . . .14 25- 8s 91 —- 50 o 0 - — So o < Ruyge Êalkèn. 1 Voor een Voorffeeven —* -— m fc 34 18 25 2 dt. 188 o 0 — — 188 o ó 1 Voor een Agterfteeven 22 33 *8 if — Ifl o o ~ - if2 o o 1 Agter voor een'Knoop — 4; o n fcd I s H : JL) < 1 D - co !>, r \ H O * o O J-3 .5 < 1 ü 1 > #?*■ CU cj *■ na « « c ■uj « a ju > = • w ^ c O O o O o o o o O o o o j o i o p 90000 o p èf -Q o I o'j .J OOOOO Ö~0 O Ó~~Ö~0~n~ rT~«» cooppooooooooo O " O ^ _ • c o~o 0000000000.0] ö o 000 oo 00000 1 ot; v.'r ll[ I 1 , a I! 1 w •S O-C ^ CQ^ T-ojc " h & « ^ 5 F« d -r. ^ "j^-a^ w w ü u 2 5 3 8 £ n SJ ^ § g -S « < «5 0$ co co >h eq pq ^ j o g